Zoom op uw aanvullend pensioen

29
het BBTK-magazine van de Kaderleden Zoom op uw aanvullend pensioen

Transcript of Zoom op uw aanvullend pensioen

Page 1: Zoom op uw aanvullend pensioen

het BBTK-magazine van de Kaderleden

Zoom op uw aanvullend pensioen

Page 2: Zoom op uw aanvullend pensioen

oktober 2014 | het BBTK-magazine van de Kaderleden | squared bijlage

Ô De regering Michel I tast uw aanvullend pensioen aan

Op het moment van schrijven van deze Squared was er nog geen regeerakkoord van de regering-Michel I, de meest anti-sociale regering van de laatste decennia. Toch opperden wij al onze bezorgdheid over bepaalde pistes die de laatste maanden gelanceerd werden door werkgevers en bepaalde politieke partijen. Dat deze bezorgdheid meer dan terecht was, blijkt nu uit de tekst van het regeerakkoord.

1. De regering stelt voor om het gegarandeerd rende-ment (bij de vaste bijdrageregelingen) te hervormen naar een marktgerelateerd rendement. Op dit moment moet de werkgever een minimumrende-ment van 3,25% of 3,75% garanderen – afhankelijk van wie de bijdrage heeft gestort. De Nationale Bank van België deed in 2011 een concreet hervormingsvoorstel. Zij stelde voor om voortaan de garantie te verlagen tot 2%. Wij berekenden dat op die manier – indien de regering die berekeningswijze overneemt – tot 20% van uw aanvullend pensioen verloren kan gaan.

2. De ‘Zweedse coalitie’ wil de opname van een aanvullend pensioen koppelen aan de voorwaarden

voor het (vervroegd) wettelijk pensioen. Op dit moment is het mogelijk om uw aanvullend pensioen ‘af te kopen’ vanaf 60 jaar, de precieze leeftijd staat vermeld in het pensioenreglement. Aangezien deze regering zowel de pensioenleeftijd (67 jaar in 2030) als de vervroegde pensioenleeftijd (63 jaar in 2019) wil verhogen, kunnen de gevolgen aanzienlijk zijn.

3. De fiscale behandeling van de uitkering in rente en kapitaal zou ‘beter op elkaar worden afgestemd’. Het is onduidelijk wat deze zin in het regeerakkoord precies betekent, maar voor de BBTK is het altijd cruciaal geweest dat onze leden over de keuzemo-gelijkheid beschikken. Nu wordt uitkering in rente meer belast dan kapitaal. ‘Op elkaar afstemmen”, zou dus in de ene of de andere richting kunnen gaan. Dat deze anti-sociale regering de opname van aanvullende pensioenen voor de pensioenleeftijd wenst te ontmoedigen, stemt ons niet echt optimis-tisch, integendeel. Ontmoedigen gebeurt immers meestal via meer belasten!

Het zal duidelijk wezen dat, niettegenstaande het regeerakkoord de aanvullende pensioenen wil ver- algemenen, dit gepaard zal gaan met een achteruit-gang op verschillende punten.

Page 3: Zoom op uw aanvullend pensioen

2 squared | het BBTK-magazine van de Kaderleden | oktober 2014

VoorwoordSquared is een uitgave van de BBTK (Bond van

Bedienden, Technici en Kaderleden van het ABVV) die specifiek bestemd is voor de kaderleden. Squared is een halfjaarlijks blad met praktische informatie over

kaderleden, hun rechten en alle aspecten waarmee ze in hun beroepsleven geregeld te maken krijgen. Squared is ook online te lezen op www.bbtk.org.

Lid wordenOok als kaderlid heb je rechten! De BBTK staat aan

je zijde om je meer duidelijkheid te bieden, je bij te staan als je hulp nodig hebt en iedere dag opnieuw je belangen te behartigen.

Wil je lid worden van de BBTK? Dat kan heel eenvoudig: surf snel naar www.bbtk.org en vul het online aansluitingsformulier in!

Page 4: Zoom op uw aanvullend pensioen

3oktober 2014 | het BBTK-magazine van de Kaderleden | squared

Ô Zoom op uw aanvullend bedrijfspensioen

Heel wat kaderleden hebben via hun bedrijf of hun sector toegang tot een aanvullend pensioen. Steeds vaker maakt de zogenaamde ‘tweede pijler’ een cruciaal onderdeel uit van hun loon­pakket. De aanvullende pensioenen zijn echter weinig transparant voor onze leden. In het jargon wordt immers vaak gegoocheld met termen als defined benefit en ‘gewaarborgd rendement’. Deze korte brochure poogt klaarheid te scheppen in de duisternis en probeert een antwoord te formuleren op enkele veelvoorkomende vragen.

Op welk aanvullend kapitaal heb ik recht? Op welke leeftijd kan ik mijn aanvullend pensioen opnemen? Hoe word ik geïnformeerd over mijn opgebouwde rechten? Is de werkgever verplicht om mij aan te sluiten? Kan de werkgever mijn pensioenplan eenzijdig wijzigen? Wat gebeurt er als ik verander van werk? Kan ik het kapitaal gebruiken voor het verwerven van vastgoed? Etc.

We focussen ons in deze brochure op de ondernemingsplannen, aangezien deze het meest relevant zijn voor de kaderleden.

Page 5: Zoom op uw aanvullend pensioen

4 squared | het BBTK-magazine van de Kaderleden | oktober 2014

Ô Het Belgisch pensioen­landschap: de eerste, tweede en derde pijler

In België spreekt men vaak over de eerste, tweede en derde pensioenpijler. Deze pijlers onderscheiden zich door wie het stelsel inricht en in het vrijwillig dan wel verplicht karakter ervan.

Page 6: Zoom op uw aanvullend pensioen

5oktober 2014 | het BBTK-magazine van de Kaderleden | squared

Hoe ziet het wettelijk pensioenstelsel eruit?De eerste pijler is het wettelijk

pensioenstelsel. Iedereen die werkt in België is verplicht om tot dit stelsel toe te treden. Binnen het wettelijk stelsel bestaan er afzonderlijke stelsels voor de werknemers, de statutaire ambtenaren en de zelfstandigen. We beperken ons hier tot het stelsel van de werknemers. Het wettelijk pensioen garandeert na een 45-jarige loopbaan 60% van het (geherwaardeerd) loon verdiend over de hele carrière. Werknemers waarvoor het gezinstarief geldt hebben recht op een hoger percentage (75%). In dat geval heeft de partner natuurlijk geen recht op het wettelijke pensioen (is het geval wanneer deze partner niet of nauwelijks gewerkt heeft).

In principe geeft dat dus voor een alleenstaande aanleiding tot een bruto vervangingsratio van 60%. In realiteit ligt de vervangingsratio een stuk lager, onder meer omdat het laatst verdiende loon hoger is dan het loon verdiend doorheen de loopbaan. Daarenboven worden er geen extra pensioenrechten meer opgebouwd indien uw loon de grens van € 52.760 (bedrag januari 2014) overschrijdt.

De BBTK beschouwt de wettelijk pensioenen als prioritair. Allereest zijn er heel wat solidariteits-mechanismen ingebouwd in het wettelijk pensioen. Zo bouw je verder rechten op in tijden van inactiviteit, waaronder: tijdskrediet, zwangerschapsverlof en brugpensioen. Let op: deze

zogenaamde gelijkstellingen zijn niet altijd volledig gedurende de ganse periode. Anderzijds biedt de grote schaal en de inrichting door de overheid een grote zekerheid. De eerste pijler is volledig gedecommercialiseerd en is op die manier niet afhankelijk van de grillen van de markt. Toch zijn we er ons van bewust dat het wettelijk pensioen – zeker ook voor de kaderleden – onvoldoende garantie biedt op een zorgeloze oude dag. Daarvoor zijn de vervangingsratio’s te laag. De BBTK is daarom voorstander van het optrekken van de loongrens in de eerste pijler en wil een globale herfinanciering van de eerste pensioenpijler om op die manier een hogere vervangingsratio te verkrijgen. %

Wat is de tweede pensioenpijler?De tweede pijler situeert

zich op het niveau van de sector of de onderneming en kan beschouwd worden als een aanvulling op het wettelijk pensioen. Voor de kaderleden is er meestal een pensioenplan voorzien op bedrijfsniveau. Deze pensioenen worden opgebouwd

via kapitalisatie. Dat houdt in dat de werkgever – en soms ook de werknemer – premies betalen en dat hiermee reserves worden aangelegd, waaruit later het pensioen wordt betaald. Die reserves kunnen worden beheerd via een groepsverzekering of een pensioenfonds. In België zijn

groepsverzekeringen dominant. Op zich maakt dat onderscheid weinig uit voor de werknemer, aangezien het aanvullend pensioen vooral zal afhangen van de pensioenbelofte die wordt gemaakt. Die staat vermeld in het pensioenreglement. Dat is het document waarin de rechten van de werknemers staan

Page 7: Zoom op uw aanvullend pensioen

6 squared | het BBTK-magazine van de Kaderleden | oktober 2014

opgesomd en dat gratis kan worden opgevraagd bij de werkgever. De BBTK beschouwt de tweede pensioenpijler als een welgekomen aanvulling op het wettelijk

pensioen, maar ijvert ervoor dat het aanvullend pensioen goed ingebed wordt in het sociaal overleg en dat het pensioenkapitaal voldoende gegarandeerd wordt. Het kan niet

zijn dat de werknemers omwille van slechte sociaaleconomische omstandigheden een deel van hun pensioen zouden verliezen. %

Welke vormen kan de derde pensioenpijler aannemen?

Ten slotte onderscheiden we de derde pijler dat kan beschouwd worden als een vorm van individueel sparen. Iedereen staat het daarbij vrij om jaarlijks een bepaald bedrag aan de kant te plaatsen. Deze premies geven vervolgens aanleiding tot een fiscaal voordeel. Dat kan onder de vorm van een pensioenspaarfonds, een pensioenspaarverzekering of langetermijnsparen (via een individuele levensverzekering). De BBTK beschouwt deze derde pensioenpijler als dusdanig niet als pensioen, maar als een individuele spaarformule. %

De Belgische pensioenen in enkele cijfers

De Belgische pensioenen zijn – internationaal gezien – eerder aan de lage kant. Binnen de OESO-landen behoort België

tot de groep van landen met een netto vervangingsratio onder de 60%. Dat houdt in dat je na pensionering minder dan 60% van je vroegere inkomsten overhoudt. Vooral voor de hogere lonen dreigt een substantiële welvaartsval. In die context ontwikkelden zich aanvullende pensioenen op ondernemings-niveau of op sectoraal niveau. De afgelopen 20 jaar zagen we een ‘massificatie’ van de aanvullende pensioenen: steeds meer mensen kregen toegang tot de tweede pensioenpijler. In het voorjaar van 2014 had 50% van de werknemers toegang tot een aanvullend pensioen op sectoraal niveau (cijfers FOD WASO). In combinatie met de ondernemingsplannen hebben nu ongeveer 75% van de werknemers toegang tot de tweede pensioenpijler. Voor de kaderleden bevindt het zwaartepunt zich vooral op ondernemingsniveau. Heel wat van die pensioenbeloften stellen echter weinig voor, zeker op sectoraal niveau: daar wordt meestal slechts 1% van het loon bijgedragen voor het aanvullend pensioen. Bij pensionering leidt dat niet altijd tot significante bedragen.

Page 8: Zoom op uw aanvullend pensioen

7oktober 2014 | het BBTK-magazine van de Kaderleden | squared

Ô De aanvullende pensioenen in een notendop

In deze rubriek proberen we kort de basis­architectuur van de Belgische aanvullende pensioenen uit de doeken te doen. Aangezien bedrijfspensioenen het meest voorkomend zijn bij kaderleden, zullen we ons daarop in de rest van de brochure toespitsen.

Page 9: Zoom op uw aanvullend pensioen

8 squared | het BBTK-magazine van de Kaderleden | oktober 2014

Welke soorten pensioenbeloften bestaan er?Grosso modo zijn er twee

soorten pensioenbeloften mogelijk. Ofwel kiest men voor een vaste bijdrageregeling – in het Engels spreekt men van defined contribution – waarbij de werkgever (en soms ook de werknemer) een vast percentage van het loon doorstort aan het pensioenfonds of de verzekeraar. Met deze bijdragen wordt een reserve opgebouwd, waarbij jaarlijks een zekere interest wordt toegekend. Conform de Wet Aanvullende Pensioenen (WAP) moet de werkgever garant staan voor een minimumrendement van 3,25% op de werkgeversbijdragen (bijdragen gestort vanaf

1 januari 2004) en 3,75% op de werknemersbijdragen (bijdragen gestort vanaf 1 januari 1996). Vallen de beleggingsrendementen tegen, dan moet de werkgever verplicht bijspringen. Het beleggingsrisico ligt dus grotendeels bij de werkgever.

Een alternatief is een vast prestatieplan, waarbij de werkgever een vast pensioenbedrag (kapitaal of rente) belooft tegen de pensioen-datum. In het jargon wordt de term defined benefit gebruikt. Zo’n aanvullend pensioen is vaak een functie van de anciënniteit en het loon. Er zijn daarbij heel wat varian-ten mogelijk. Een veel voorkomende pensioenbelofte is de offset-formule,

waarbij een vervangings ratio wordt beloofd voor het wettelijk en het aanvullend pensioen samen. Het wettelijk pensioen wordt daarbij geschat. Bij dergelijke plannen ligt het beleggings risico volledig bij de werkgever die te allen tijde garant moet staan voor de pensioenbelofte.

Op beide grote systemen bestaat er nog een variant. Bij een cash balance­plan wordt een vast percentage van je loon opgespaard tegen een vooraf bepaald rendement. In die zin lijkt op een vaste bijdrageregeling, maar volgt het tegelijkertijd de logica van een vaste prestatieplan. %

Hoe kan ik de pensioenbelofte te weten komen?De precieze pensioenbelofte staat

vermeld in het pensioenreglement – bij een collectieve toezegging – of in de pensioenovereenkomst – bij een individuele toezegging. Beide kunnen gratis worden opgevraagd via de werkgever (of de sectorinrichter). Een individuele pensioentoezegging is hoe langer

hoe meer een uitzondering. Een individuele belofte kan enkel in uitzonderlijke omstandigheden en op occasionele basis. Naast het pensioenreglement wordt je ook ingelicht over de huidige stand van zaken via de jaarlijkse pensioenfiche, waarover later meer. %

Page 10: Zoom op uw aanvullend pensioen

9oktober 2014 | het BBTK-magazine van de Kaderleden | squared

Welke aanvullende dekkingen worden er vaak aangeboden?

Nagenoeg altijd bestaat er een overlijdensdekking. Ofwel wordt hierbij bij overlijden de opgebouwde reserve uitgekeerd, ofwel is er sprake van een jaarlijks hernieuwbare of tijdelijke verzekering. Bij zo’n tijdelijke

verzekering keert men een vooraf vastgelegd bedrag uit – bijvoorbeeld twee keer het bruto maandloon. Bij een groepsverzekering worden er vaak ook nog andere verzekeringen aangeboden, waaronder de hospitalisatieverzekering en de

arbeidsongeschiktheidsverzekering. Net als het aanvullend pensioen trachten die de wettelijke uitkeringen aan te vullen. %

Page 11: Zoom op uw aanvullend pensioen

10 squared | het BBTK-magazine van de Kaderleden | oktober 2014

Ô Aansluiting bij een aanvullend pensioenplan

De eerste vragen over het aanvullend pensioen stellen zich al bij de indiensttreding. Moet ik onmiddellijk worden aangesloten? Bestaat er een afzonderlijk plan voor de kaderleden? Aan de hand van enkele praktische vragen, proberen we uw rechten te schetsen. We focussen daarbij bewust op de bedrijfspensioenen, aangezien de plannen voor de kaderleden zich meestal op het niveau van de onderneming bevinden.

Page 12: Zoom op uw aanvullend pensioen

11oktober 2014 | het BBTK-magazine van de Kaderleden | squared

Als ik in dienst treed, moet ik dan onmiddellijk worden aangesloten?

De Wet Aanvullende Pensioenen (WAP) stelt duidelijk dat werknemers die ten minste de leeftijd van 25 jaar hebben bereikt onmiddellijk

moeten worden aangesloten (artikel 13 WAP). Deelname aan het pensioenplan kan dus enkel afhankelijk worden gemaakt van een

zekere anciënniteit voor de leeftijd van 25 jaar. Dat mag echter niet tot gevolg hebben dat de aansluiting wordt uitgesteld tot na 25 jaar. %

Mogen deeltijdse werknemers worden uitgesloten?De wet rond de aanvullende

pensioenen verbiedt elk onderscheid tussen voltijdse en deeltijdse werknemers op het vlak van de aansluiting (artikel 14§2

WAP). Een werknemer mag dus niet worden uitgesloten van het aanvullend pensioen, louter op basis van het feit dat die persoon deeltijds werkt. Voor de opbouw

van de pensioenrechten mag wel rekening gehouden worden met het onderscheid voltijds-deeltijds. %

Mag een wachttijd worden ingebouwd?We geven eerst mee dat door de

nieuwe wetgeving rond arbeiders-bedienden, de proefperiode werd afgeschaft. Men bouwt nu gedurende de eerste maanden

geleidelijk een ‘ontslagrecht’ op. Sommige experts beweren dat een zekere wachttijd – bijvoorbeeld één jaar anciënniteit – kan worden ingebouwd, al wordt deze stelling

door anderen betwist. In geen geval mag de aansluiting worden uitgesteld tot na de leeftijd van 25 jaar. %

Ik heb een contract voor bepaalde duur. Heb ik recht om toe te treden tot het aanvullend pensioenplan?

De wet van 5 juni 2002 (wet op de aanvullende pensioenen – de

WAP) bepaalt dat werknemers met een contract van bepaalde

duur niet minder gunstig mogen worden behandeld, tenzij er

Page 13: Zoom op uw aanvullend pensioen

12 squared | het BBTK-magazine van de Kaderleden | oktober 2014

een objectieve reden bestaat. Sommigen stellen concreet dat werknemers met een contract van minder dan één jaar zouden kunnen worden uitgesloten, gezien

de administratieve last die hier niet mee in verhouding zou staan. Het aanvullend pensioen – opgebouwd via werkgeversbijdragen – is immers pas verworven na één jaar

aansluiting. In de rechtsleer wordt deze stelling echter ook betwist en BBTK stelt dan ook dat iedereen onmiddellijk zou moeten worden aangesloten. %

Moeten jobstudenten en stagiairs worden aangesloten?

Het is een gangbare praktijk om jobstudenten en stagiairs uit te sluiten van het aanvullend pensioen. Studenten en stagiairs zijn door de band niet onderworpen

aan de sociale zekerheid. Aangezien zij geen wettelijke pensioenrechten opbouwen, is het redelijk om te stellen dat ze geen aanvullende pensioenrechten moeten

verwerven. De basisfilosofie bestaat er immers in dat de tweede pijler een aanvulling vormt op het wettelijk pensioen. %

Kan de werkgever een medisch toezicht eisen?De aansluiting bij een tweede

pensioenpijler mag nooit afhankelijk gesteld worden van het resultaat van een medisch onderzoek (artikel 13 WAP). Daarenboven kan een medisch onderzoek enkel in heel specifieke

omstandigheden: wanneer de werknemer zelf de omvang van de overlijdensdekking kan kiezen, wanneer het kapitaal bij overlijden minstens 50% hoger is dan het kapitaal bij leven of wanneer er tien of minder werknemers aangesloten

zijn bij het bedrijfsplan. Er zijn geen gevolgen van zo’n medisch toezicht voor de werknemer: het kan hoogstens aanleiding geven tot een hogere bijdrage voor de werkgever. %

Page 14: Zoom op uw aanvullend pensioen

13oktober 2014 | het BBTK-magazine van de Kaderleden | squared

Kan je weigeren om deel te nemen aan een aanvullend pensioenplan?

Het basisprincipe van de Wet Aanvullende Pensioenen is dat je niet kan weigeren om toe te treden tot een aanvullend pensioenplan. Het aanvullend pensioen wordt geacht deel uit te maken van het pakket van

loon- en arbeidsvoorwaarden die gelden bij indiensttreding. De wet voorziet echter drie specifieke uitzonderingen. Dat ‘individueel weigeringsrecht’ geldt enkel indien het aanvullend pensioen niet via collectieve arbeidsovereenkomst

werd ingevoerd. Allereerst kunnen werknemers die al in dienst zijn op het ogenblik dat het pensioen wordt ingevoerd, weigeren om deel te nemen. Ten tweede kan een werknemer een wijziging van een plan

Gelijke behandeling in aanvullende pensioenen

Bij aanvullende pensioenen is er vaak een reëel risico op discriminatie. Zowel bij aansluiting als bij de bepaling van de pensioenrechten moet men

rekening houden met zowel de bepalingen van de Wet Aanvullende Pensioenen (WAP) als de verschillende Belgische antidiscriminatiewetten. Werkgevers mogen niet om het even welk criterium gebruiken om bepaalde werknemers uit te sluiten of minder rechten toe te kennen. We bespreken kort het onderscheid arbeider-bediende en het criterium geslacht.

Op 10 februari 2014 werd er tussen de sociale partners afgesproken om te werken naar een harmonisering van de aanvullende pensioenrechten voor arbeiders en bedienden. Vanaf 1 januari 2015 mogen er geen nieuwe pensioenplannen worden ingevoerd die zich baseren op het onderscheid tussen arbeiders en bedienden. Tegen 1 januari 2025 moeten daarenboven alle verschillen weggewerkt zijn. Het akkoord heeft echter geen gevolgen voor het onderscheid tussen bedienden en kaderleden. Afzonderlijke pensioenplannen voor de kaderleden zijn nog altijd mogelijk.

Lange tijd werden mannen en vrouwen verschillend behandeld in de aanvullende pensioenen. Vaak was er een verschillende pensioenleeftijd. Vrouwen konden doorgaans vroeger op pensioen, net zoals in de wettelijke pensioenen. Het arrest-Barber van 1990 (uitspraak Europees Hof voor Justitie) maakte hieraan een einde. Vandaag is een onderscheid op basis van geslacht binnen de aanvullende pensioenen quasi volledig verboden. Op dat principe bestaan er twee uitzonderingen: (1) bij het omzetten van het pensioenkapitaal naar een maandelijkse uitkering – zie pagina 25 – mag rekening gehouden worden met de verschillen in levensverwachting en (2) de werkgeversbijdrage mag bij een vaste prestatieregeling verschillen tussen mannen en vrouwen gegeven de hogere levensverwachting voor vrouwen. Vraag kan gesteld worden of deze uitzonderingen zullen kunnen blijven bestaan.

Page 15: Zoom op uw aanvullend pensioen

14 squared | het BBTK-magazine van de Kaderleden | oktober 2014

weigeren, indien dat leidt tot een verhoging van zijn verplichtingen – bijvoorbeeld via een verhoging van de persoonlijke bijdrage. Ten slotte biedt de harmonisering

van de aanvullende pensioenen van arbeiders en bedienden een derde mogelijkheid. Wanneer in een bedrijf een geharmoniseerd plan wordt ingevoerd voor

arbeiders en bedienden, kan men toetreding weigeren. Ook dat recht vervalt wanneer het nieuw pensioenplan werd ingevoerd via collectieve arbeidsovereenkomst. %

Kan de werkgever mij een individuele pensioen-toezegging doen?

Vroeger gebeurde het wel eens dat een oudere werknemer net voor zijn pensioen / brugpensioen een nieuwe individuele pensioenbelofte kreeg. De regels hiervoor zijn echter door de Wet Aanvullende Pensioenen aanzienlijk verscherpt. Een individueel pensioenplan kan enkel onder drie strikte

voorwaarden (artikel 6§1 WAP): (1) de toezegging moet occasioneel en niet stelselmatig zijn, (2) er moet een aanvullend pensioen zijn voor alle werknemers in de onderneming en (3) een individuele pensioentoezegging is verboden in de laatste 36 maanden voor (brug)pensionering. %

Page 16: Zoom op uw aanvullend pensioen

15oktober 2014 | het BBTK-magazine van de Kaderleden | squared

Ô Uw aanvullend pensioen in opbouw

Eens u aangesloten bent bij een pensioenplan, stelt zich uiteraard de vraag welk aanvullend pensioen u ondertussen al hebt opgespaard. Welk kapitaal heb ik ondertussen al ‘verworven’? Verlies ik mijn tweede pijlerpensioen als ik van werk verander? Dat zijn belangrijke vragen.

Page 17: Zoom op uw aanvullend pensioen

16 squared | het BBTK-magazine van de Kaderleden | oktober 2014

Welk aanvullend pensioen heb ik verworven?Het kapitaal opgebouwd via

werkgeversbijdragen heeft u verworven na één jaar aansluiting (artikel 17 WAP). Dat principe moet wel expliciet vermeld staan in het pensioenreglement. Het gedeelte van het aanvullend pensioen opgebouwd via werknemersbijdrage is daarentegen onmiddellijk verworven. Naast uw verworven reserve, vermeldt de jaarlijkse pensioenfiche ook de ‘verworven prestatie’. De verworven prestatie is een voorspelling over uw pensioenkapitaal op de voorziene eindleeftijd. Bij de meeste plannen is die pensioenleeftijd vastgelegd op 62 of 65 jaar – wat niet inhoudt dat u niet vroeger op pensioen kan gaan (zie pagina 25). %

Hoe zit de ‘verworven reserve’ precies ineen?

De verworven reserve is het aanvullend pensioen dat u zeker hebt verworven. U kunt dat bedrag niet verliezen als u

bijvoorbeeld van werk verandert. Hoe dat bedrag precies wordt berekend, hangt af van de pensioenbelofte en meer bepaald of het een vaste bijdrageregeling, dan wel een vaste prestatieregeling betreft.

Een vaste bijdrageregeling houdt in dat de werkgever – en soms ook de werknemer – op bepaalde momenten een vooraf vastgelegde bijdrage betaalt. Vaak wordt een vast percentage van het loon doorgestort aan de verzekeraar of het pensioenfonds. De verworven reserve zal hier gelijk zijn aan de betaalde bijdragen gekapitaliseerd tegen ofwel de wettelijke minimumgarantie of het contractueel rendement indien dat hoger uitvalt. De wettelijke minimumgarantie bedraagt 3,25% op de werkgeversbijdragen en 3,75% op de werknemersbijdragen.

Bij een vaste prestatieregeling staat de pensioenbelofte vooraf vast. Dat kan bijvoorbeeld één keer het laatste bruto jaarloon zijn. Bij zo’n pensioenbelofte is de verworven reserve gelijk aan de actuele waarde van het kapitaal op eindleeftijd. Om dat bedrag te bepalen wordt rekening gehouden met de volgende factoren: de kans dat je nog in leven bent op de voorziene eindleeftijd en een ‘actualisatierentevoet’ die gebruikt wordt om het toekomstig kapitaal om te zetten in zijn huidige waarde.

Page 18: Zoom op uw aanvullend pensioen

17oktober 2014 | het BBTK-magazine van de Kaderleden | squared

Hoe kan ik op de hoogte blijven van mijn opgebouwde rechten?

De communicatie over uw verworven rechten gebeurt via de jaarlijkse pensioenfiche. Dat document bevat informatie over de aansluitingsdatum, de voorziene pensioenleeftijd, de verworven reserve en de verworven prestatie op eindleeftijd. Tegen ten laatste 31 december 2016 zou u ook uw rechten online moeten kunnen raadplegen via de Databank Aanvullende Pensioenen. Naast de jaarlijkse pensioenfiche is er ook de verwachtingsfiche (vanaf 45 jaar) en de historische fiche. Terwijl de eerste fiche vooruitkijkt op het te verwachten pensioen, biedt de historische fiche een overzicht van de reeds gestorte bijdragen.

Hiernaast vindt u een concreet voorbeeld van een pensioenfiche.De aansluitingsdatum;de voorziene eindleeftijd;het aanvullend pensioen op eindleeftijd;de verworven reserve...

... staan daarop vermeld. %

Page 19: Zoom op uw aanvullend pensioen

18 squared | het BBTK-magazine van de Kaderleden | oktober 2014

Bouw ik ook reserves op via de overlijdensdekking?Voor de overlijdensdekking

bestaan er ruwweg twee systemen. Ofwel is de overlijdensdekking volledig geïntegreerd in het aanvullend pensioen en wordt de verworven reserve uitbetaald bij overlijden. In het jargon spreekt men van ‘uitgesteld kapitaal met terugbetaling van

reserves’. Ofwel is er een ‘tijdelijke overlijdensdekking’. Elk jaar wordt de premie bepaald aan de hand van de overlijdenskans in dat jaar. Het overlijdenskapitaal dat zal worden gestort ligt op voorhand vast. In het laatste systeem worden er geen reserves opgebouwd, terwijl bij een ‘uitgesteld kapitaal

met terugbetaling van reserves’ de opgebouwde reserves bij overlijden worden uitbetaald. Bij het voorbeeld van pensioenfiche wordt 40% van het opgebouwde kapitaal terugbetaald bij overlijden (dus ‘uitgesteld kapitaal met terugbetaling van reserves’). %

Zijn er bijstortingen mogelijk naar aanleiding van eerder gepresteerde dienstjaren of brugpensioen?

Beide systemen zijn mogelijk en geven – onder bepaalde voorwaarden – aanleiding tot een fiscaal aftrekbaar voordeel voor de werkgever (zie artikel 35 KB WIB). Allereerst is er een zogenaamde backservice mogelijk. Daarbij worden loopbanenjaren buiten de onderneming gepresteerd, gevaloriseerd voor het aanvullend pensioen. Volgens de wet kan dat voor maximaal tien jaar. Daarnaast is het ook mogelijk om toekomstige jaren in rekening te brengen voor het aanvullend pensioen – in het jargon spreekt men van future service. Er kunnen concreet voor vijf ‘toekomstige jaren’ premies worden betaald.

Dat is een veelvoorkomende praktijk bij brugpensioen, waarbij zo het verlies in aanvullend pensioen wordt gemilderd. In de vaste prestatieregelingen groeit de verworven reserve immers nog sterk aan tijdens de laatste dienstjaren. %

Page 20: Zoom op uw aanvullend pensioen

19oktober 2014 | het BBTK-magazine van de Kaderleden | squared

Wat gebeurt er als ik blijf doorwerken na de eindleeftijd van het pensioenplan?

De wet bepaalt duidelijk dat er rechten worden opgebouwd zolang een persoon in dienst is (artikel 13 WAP) – ook wanneer aan de slag blijft na de wettelijke pensioenleeftijd of de eindleeftijd

voorzien in het pensioenreglement. Bij een vaste bijdrageregeling houdt in dat de werkgever zijn premie verder moet blijven storten. Ook in een vaste prestatieregeling moeten er bijkomende rechten opgebouwd

worden. Concreet houdt dat in dat het loon en de anciënniteit in de pensioenformule moeten blijven evolueren. %

Bouw ik verder rechten op in periodes van ziekte of tijdskrediet?

Doorgaans stort de werkgever geen premies tijdens periodes van inactiviteit, zoals ziekte of tijdskrediet. Bijgevolg bouw je geen verdere rechten op. Het

is echter belangrijk om te kijken wat er hierover precies vermeld staat in het pensioenreglement. Daarnaast wordt er soms voor geopteerd om een sociaal

pensioenplan in te richten. In zo’n pensioentoezegging is sowieso een solidariteitsluik voorzien, waardoor de pensioenopbouw verder gaat in periodes van inactiviteit. %

Verlies ik mijn rechten op een aanvullend pensioen als ik verander van werkgever?

Als u verandert van werkgever kunt u nooit uw rechten op het aanvullend pensioen verliezen. Er is echter één belangrijke nuance. Het pensioenreglement kan voorzien dat een periode van één jaar aansluiting nodig is om de rechten op de ‘verworven

reserves’ – opgebouwd via werkgeversbijdragen – te laten gelden (artikel 17 WAP). Bij het veranderen van werkgever heeft men vier mogelijkheden: ofwel laat men zijn aanvullend pensioen staan bij de vorige werkgever, ofwel draagt men

het kapitaal over naar de nieuwe werkgever, ofwel wordt het tweede pijlerpensioen voortaan beheerd door een ‘gemeenschappelijke verzekeringskas’ en ten slotte kan men het plan verderzetten via een soort individualiseerbare levensverzekering (de

Page 21: Zoom op uw aanvullend pensioen

20 squared | het BBTK-magazine van de Kaderleden | oktober 2014

zogenaamde ‘onthaalstructuur’). Een ‘gemeenschappelijke verzekeringskas’ is een bijzonder type pensioeninstelling die zijn kosten tot een minimum beperkt en die zijn winst onder de aangeslotenen verdeeld. In

België zijn de Rijksdienst voor Pensioenen en De Integrale bekende voorbeelden. Elke keuzemogelijkheid bij het veranderen van werk heeft zijn eigen voor- en nadelen. In België laat men meestal zijn aanvullend

pensioen achter bij de vorige werkgever. In het jargon spreekt men dan van een ‘slapend pensioenkapitaal’. Nadeel daarbij is dat de overlijdensdekking soms wegvalt. %

Wat is de individuele voortzetting of pensioeneis?De individuele voortzetting of

pensioeneis houdt in men dat van zijn nieuwe werkgever kan eisen om een bepaald gedeelte van zijn loon door te storten voor zijn aanvullend pensioen (artikel 33

WAP). Dat kan enkel indien er geen aanvullend pensioen bestaat bij de nieuwe werkgever en indien men minstens 42 maanden aangesloten was bij een pensioenplan van de vorige werkgever. %

Page 22: Zoom op uw aanvullend pensioen

21oktober 2014 | het BBTK-magazine van de Kaderleden | squared

Ô Het wijzigen van een pensioenplan

Het is niet ongebruikelijk dat de werkgever uw pensioenplan wil wijzigen. Omwille van de lage marktrente werden er bijvoorbeeld heel wat plannen gewijzigd van een vaste prestatieregeling naar een vaste bijdrageregeling. Op die manier ligt het beleggingsrisico minder bij de werkgever en meer bij de individuele werknemer. Belangrijk hierbij is om meteen te vermelden dat een gewijzigd plan enkel gevolgen heeft voor de toekomstige rechten. Onder geen beding kan geraakt worden aan de reeds opgebouwde

‘verworven’ reserve. Via enkele concrete vragen proberen wij uw rechten te schetsen. Voor de eenvoud gaan we er weerom vanuit uit dat er een ondernemingsplan bestaat zonder flankerend sectoraal plan.

Page 23: Zoom op uw aanvullend pensioen

22 squared | het BBTK-magazine van de Kaderleden | oktober 2014

Kan mijn werkgever eenzijdig mijn aanvullend pensioen wijzigen?

Volgens de rechtsleer maakt het aanvullend pensioen integraal deel uit van de loon- en arbeidsvoorwaarden van een werknemer. Conform de filosofie van ons arbeidsrecht, kan een werkgever niet eenzijdig een essentiële arbeidsvoorwaarde wijzigen. In die optiek kan de

werkgever niet zomaar een cruciaal onderdeel van het pensioenplan wijzigen – we denken onder meer aan de bijdragenvoeten of de pensioenformule. Om een aanvullend pensioen te wijzigen zijn, is er in principe altijd een toestemming van de werknemer nodig, behalve indien die via

collectieve arbeidsovereenkomst wordt ingevoegd. In bepaalde gevallen is zo’n collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) noodzakelijk: wanneer het plan via cao werd ingevoerd of wanneer men de reserves wil transfereren naar een andere verzekeraar of een ander pensioenfonds. %

Mijn werkgever wijzigt het aanvullend pensioen toch eenzijdig. Hoe kan ik me hiertegen verzetten?

In principe is er altijd de toestemming van de werknemer nodig om een cruciaal onderdeel van het pensioenplan te wijzigen. De nood aan een individuele toestemming vervalt echter indien de wijziging via collectieve arbeidsovereenkomst gebeurt.

Indien de werkgever toch eenzijdig een planwijziging doorvoert, kan je hem in principe aanklagen wegens contractbreuk. Dat geldt ook indien de wijziging gebeurt via het arbeidsreglement, aangezien de arbeidsovereenkomst hoger staat in de hiërarchie der rechtsnormen. %

Page 24: Zoom op uw aanvullend pensioen

23oktober 2014 | het BBTK-magazine van de Kaderleden | squared

Welke rol speelt de vakbond via de ondernemings-raad, het comité voor preventie en bescherming op de werkplek en de vakbondsafvaardiging?

Bij (nagenoeg) elke planwijziging is een centrale rol weggelegd voor de ondernemingsraad. Bij afwezigheid van een ondernemingsraad neemt het comité voor preventie en bescherming op de werkplek of de vakbondsafvaardiging deze rol over.

De wet (artikel 39 WAP) schrijft voor dat er een adviesprocedure moet worden gevoerd, anders is de planwijziging nietig. Een belangrijke nuance is dat deze verplichting niet geldt wanneer het plan niet van kracht is voor alle werknemers. Dat is het geval wanneer bijvoorbeeld

een pensioenplan enkel van toepassing is op de kaderleden. De adviesprocedure moet dan enkel worden gevolgd als 10% van de betrokken werknemers daarom vraagt. %

Kan men een nieuw plan of gewijzigd plan weigeren als de eigen bijdrage wordt verhoogd?

Indien een wijziging van het plan tot gevolg heeft dat de eigen bijdrage wordt verhoogd, kan men het nieuwe plan weigeren tenzij de wijziging via collectieve arbeidsovereenkomst werd doorgevoerd (zie artikel 16 WAP). Het is wel zo dat eens je een gewijzigd plan weigert, de werkgever niet verplicht is om je nadien nog bij dat plan aan te sluiten. %

Page 25: Zoom op uw aanvullend pensioen

24 squared | het BBTK-magazine van de Kaderleden | oktober 2014

Ô Uw aanvullend pensioen opnemen

Als kaderlid wil je na uw loopbaan kunnen genieten van uw aanvullend pensioen. In deze rubriek proberen we een overzicht te geven van de zaken waar u rekening mee moet houden wanneer u uw aanvullend pensioen opneemt. In het jargon spreekt men van ‘afkoop’ – een term die overgenomen werd uit de verzekeringswereld. Het is belangrijk om hierbij te vermelden dat het opnemen van het aanvullend pensioen los staat van pensionering in het wettelijk pensioenstelsel. Het is immers mogelijk om na de afkoop van uw

tweede pijlerpensioen nog steeds actief te zijn op onze arbeidsmarkt.

Page 26: Zoom op uw aanvullend pensioen

25oktober 2014 | het BBTK-magazine van de Kaderleden | squared

Vanaf welke leeftijd kan ik mijn aanvullend pensioen afkopen?

De afkoopleeftijd is de minimale leeftijd waarop u (fiscaal voordelig) het aanvullend pensioen kan opnemen. Deze leeftijd staat normaal gezien vermeld in uw pensioenreglement dat u op elk

moment gratis kan opvragen bij uw werkgever. De meeste pensioenplannen voorzien een eindleeftijd van 62 of 65 jaar. De wet verbiedt wel een afkoop voor de leeftijd van 60 jaar (artikel 27§1 WAP)

– zij het met één grote uitzondering: voor de financiering van vastgoed (zie pagina 26). Ten slotte nog even meegeven dat de leeftijd waarop u het aanvullend pensioen opneemt het belasting tarief zal beïnvloeden. %

Onder welke vorm kan ik een aanvullend pensioen opnemen?

Een tweede pijlerpensioen kan men onder twee vormen ontvangen: via een eenmalig kapitaal of via een maandelijkse rente. De kapitaaluitkering houdt in dat u op de einddatum – ten vroegste vanaf 60 jaar – uw volledig aanvullend pensioen

ontvangt. Van het brutobedrag moeten nog belastingen en sociale zekerheidsbijdragen worden afgehouden. Als vuistregel houdt u tussen de 75% en 80% van uw pensioen over. De Wet Aanvullende Pensioenen schrijft voor dat u altijd het recht heeft om dat kapitaal om

te zetten in een rente (zie artikel 28§1 WAP). Zo verkrijgt u tot uw overlijden een maandelijkse uitkering. Een rente is financieel voordelig indien u ervan uitgaat dat u langer zal leven dan doorsnee het geval is. %

Hoe worden de pensioenuitkeringen fiscaal behandeld?

Een aanvullend pensioen is zowel onderworpen aan fiscale als parafiscale heffingen. Net als bij de wettelijke pensioenen, moet er eerst een RIZIV-bijdrage

betaald worden van 3,55% en een solidariteitsbijdrage die varieert van 0% tot 2%. Vervolgens betaal je een personenbelastingstarief dat varieert tussen de 10% en

20% – afhankelijk van de leeftijd waarop je het aanvullend pensioen opneemt en de manier waarop het kapitaal werd opgebouwd. Wie onafgebroken blijft doorwerken tot

Page 27: Zoom op uw aanvullend pensioen

26 squared | het BBTK-magazine van de Kaderleden | oktober 2014

zijn 65 en pas dan zijn pensioen opneemt, betaalt slechts 10% belastingen. Op dat bedrag moeten er wel nog opcentiemen worden betaald. Het gedeelte van het kapitaal dat afkomstig is van winstdeling is onbelast. Als vuistregel kan je stellen dat je tussen de 75% en 80% netto overhoudt. Dat nettobedrag kan je laten omzetten in een maandelijkse rente. Dat maandelijks pensioenbedrag wordt vervolgens niet als een pensioen, maar wel als een roerend inkomen belast. 3% van het netto kapitaal is onderworpen aan een roerende voorheffing van 25%. %

Bestaat er een uitzondering op het verbod van afkoop voor de leeftijd van 60 jaar?

Op dat verbod bestaat er één grote uitzondering, namelijk in het kader van het verwerven van vastgoed. De wet luidt: “[…] om de aangeslotene in staat te stellen op het grondgebied van de Europese Unie onroerende goederen […] te verwerven, te bouwen, te verbeteren, te herstellen of te verbouwen.” (artikel 27§2 WAP).

De fiscale wetgeving spreekt over onroerende goederen gelegen in de Europese Economische Ruimte – dus ook IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. De mogelijkheid om het aanvullend pensioen voor de eindleeftijd voor vastgoed aan te wenden, moet wel expliciet vermeld staan in het pensioenreglement.

Er bestaan hiervoor twee

grote systemen. Ofwel dient het aanvullend pensioenkapitaal als onderpand voor een hypothecaire lening. In dat systeem betaalt men enkel interesten terug. Ofwel kan de verzekeraar een voorschot geven op het aanvullend pensioen. De modaliteiten voor zo’n voorschot zijn wel duidelijk wettelijk omschreven. Het ontvangen

Van bruto naar netto (aanvullend) pensioenkapitaalOpname op 62 jaar

Voorbeeld bruto pensioenkapitaal € 100.000 € 20.000(winstdeling)

_ RIZIV-bijdrage (3,55%) _ € 3.550 _ € 710

_ Solidariteitsbijdrage (2%) _ € 2.000 _ € 400

= Belastbaar bedrag = € 94.450

_ Belasting (16,5% x 1,07 = 17,655%) _ € 16.675

= NETTO = € 77.775 = € 18.890

= TOTAAL NETTO = € 96.665(80,6% bruto kapitaal)

In ons fictief voorbeeld houd je netto 80,6% van het oorspronkelijk kapitaal over. Bij de omzetting naar rente zal 3% van die rente jaarlijks belast worden als een roerend inkomen – via een roerende voorheffing van 25%.

Page 28: Zoom op uw aanvullend pensioen

27oktober 2014 | het BBTK-magazine van de Kaderleden | squared

kapitaal wordt niet onmiddellijk belast, maar wordt omgezet in een fictieve rente die wordt gespreid

over 10 tot 13 belastingjaren. Na de opname van uw aanvullend pensioen wordt u jaarlijks – tegen

progressief tarief – belast op een ‘fictief’ extra inkomen. %

Hoe zit de fiscaliteit van grensoverschrijdende pensioenen ineen?

Als kaderlid komt het wel eens voor dat u een gedeelte van uw carrière in het buitenland werkt. Soms wordt u dan aangesloten bij een buitenlands pensioenplan. De vraag stelt zich hoe dat aanvullend pensioen wordt belast. Het algemeen principe binnen

de OESO is dat een aanvullend pensioen wordt belast in de woonstaat. Indien u ondertussen terug in België woont, zal u hier belastingen moeten betalen. In de praktijk moet er wel altijd gekeken worden naar het specifiek dubbelbelastingsverdrag.

Sommige van die verdragen voorzien immers in een bijzondere regeling. Het Belgisch-Nederlands dubbelbelastingsverdrag schrijft zo voor dat ook de bronstaat – het land waar het pensioen werd opgebouwd – een heffing moet uitvoeren. %

Page 29: Zoom op uw aanvullend pensioen

Ô Wist je dat?Op www.bbtk.org, rubriek

“Mijn Rechten Online”, vind je een heleboel tips over een aantal nuttige thema’s:

� Bedrijfswagen � Loonbonus � Voordelen van allerlei aard:

telefoon, internet, enz. � Verplaatsingskosten � Werken met een beeldscherm � …

Heb je nog vragen? Stel ze dan gerust aan de BBTK-afgevaardigde van je bedrijf of aan je gewestelijke BBTK-afdeling! %

Ô In de volgende squared

Voordelen van alle aardGsm’s, tablet, bedrijfswagen… Soms lijkt het

erop dat je werkgever je in vanalles en nog wat uitbetaalt, behalve loon. Maar hoe zit het precies met deze voordelen? Wat kan, wat kan niet? Wat zijn de gevolgen? En hoe zit het met de belastingen? Deze vragen komen aan bod in de volgende Squared: ‘Voordelen van alle aard’. %

V.U.

: Erw

in D

e De

yn &

Myr

iam

Del

mée

| B

BTK

| Ho

ogst

raat

42

- 100

0 Br

usse

l | 1

0-20

14 |

Imag

es ©

foto

lia ©

shutt

erst

ock

© B

BTK