Woordenlijst groep 5 - Lezen, rekenen, CITO oefenen ... op maat...1 Woordenlijst groep 5 Week 1 In...

7
1 Woordenlijst groep 5 Week 1 In woorden die beginnen met ge-, ver-, be- hoor je een u, maar je schrijft een e geboord gemalen begeer beleven bezit verleren gebouw gemeten begin beloof bezoek verlicht gedacht genoeg begrijpt belopen verband verlies geducht gerecht Week 2 Een lange klank aan het eind van een klankgroep. Is de klank lang, zet er dan één op de gang. drama jaren moment regen droge jawel motor rekening dure kajuit muren rode ega kale muziek ruwe enorm kleding namen ruzie Week 3 Een lange klank aan het eind van een klankgroep. Is de klank lang, zet er dan één op de gang. eten kleren negen samen even knopen nota schade fase konijn noten schaduw foto koning olie schalen gaten kwade oma graden Week 4 Herhaal deze woorden schapen behang belucht verbinden verlopen gegeten gericht beheer gele lading opa schema gluren lage open schepen goedkope late oranje scholen Week 5 Een lange klank aan het eind van een klankgroep. Is de klank lang, zet er dan één op de gang. leden oren serie gratis lege paden staking grote lelijk paling student gure leren platen studie haken lokaal poging tekening haren Week 6 Hoor je aan het eind van een woord een lange klank, dan schrijf je er een. Hoor je een ee, dan schrijf je er twee. bijna daarna diploma ga hierna hoera ja piano nee radio ree stro slee vlo stee ziezo tree zo twee vee Week 7 Korte klank aan het eind van een klankgroep. Is de klank kort, dan lig- gen er twee medeklinkers op m’n bord. aantallen druppel kladden ongelukken schrikken verre akker emmer klappen onmiddellijk sissen verschillen allang felle klassen ontdekken slimme verschrikkelijk alle flessen Week 8 Herhaal deze woorden lelijk mede negen olie poten wereld la lama na oma opa orka pa aantallen alles bedden bestellen blokken doffe drukke

Transcript of Woordenlijst groep 5 - Lezen, rekenen, CITO oefenen ... op maat...1 Woordenlijst groep 5 Week 1 In...

Page 1: Woordenlijst groep 5 - Lezen, rekenen, CITO oefenen ... op maat...1 Woordenlijst groep 5 Week 1 In woorden die beginnen met ge-, ver-, be- hoor je een u, maar je schrijft een e geboord

1

Woordenlijst groep 5Week 1

In woorden

die beginnen

met ge-, ver-,

be- hoor je een

u, maar je

schrijft een e

geboord

gemalen

begeer

beleven

bezit

verleren

gebouw

gemeten

begin

beloof

bezoek

verlicht

gedacht

genoeg

begrijpt

belopen

verband

verlies

geducht

gerecht

Week 2

Een lange

klank aan het

eind van een

klankgroep. Is

de klank lang,

zet er dan

één op de

gang.

drama

jaren

moment

regen

droge

jawel

motor

rekening

dure

kajuit

muren

rode

ega

kale

muziek

ruwe

enorm

kleding

namen

ruzie

Week 3

Een lange

klank aan het

eind van een

klankgroep. Is

de klank lang,

zet er dan

één op de

gang.

eten

kleren

negen

samen

even

knopen

nota

schade

fase

konijn

noten

schaduw

foto

koning

olie

schalen

gaten

kwade

oma

graden

Week 4 Herhaal deze

woorden

schapen

behang

belucht

verbinden

verlopen

gegeten

gericht

beheer

gele

lading

opa

schema

gluren

lage

open

schepen

goedkope

late

oranje

scholen

Week 5

Een lange

klank aan het

eind van een

klankgroep. Is

de klank lang,

zet er dan

één op de

gang.

leden

oren

serie

gratis

lege

paden

staking

grote

lelijk

paling

student

gure

leren

platen

studie

haken

lokaal

poging

tekening

haren

Week 6

Hoor je aan

het eind van

een woord een

lange klank,

dan schrijf je

er een.

Hoor je een

ee, dan schrijf

je er twee.

bijna

daarna

diploma

ga

hierna

hoera

ja

piano

nee

radio

ree

stro

slee

vlo

stee

ziezo

tree

zo

twee

vee

Week 7

Korte klank

aan het eind

van een

klankgroep.

Is de klank

kort, dan lig-

gen er twee

medeklinkers

op m’n bord.

aantallen

druppel

kladden

ongelukken

schrikken

verre

akker

emmer

klappen

onmiddellijk

sissen

verschillen

allang

felle

klassen

ontdekken

slimme

verschrikkelijk

alle

flessen

Week 8 Herhaal deze

woorden

lelijk

mede

negen

olie

poten

wereld

la

lama

na

oma

opa

orka

pa

aantallen

alles

bedden

bestellen

blokken

doffe

drukke

Page 2: Woordenlijst groep 5 - Lezen, rekenen, CITO oefenen ... op maat...1 Woordenlijst groep 5 Week 1 In woorden die beginnen met ge-, ver-, be- hoor je een u, maar je schrijft een e geboord

2

Week 9

Korte klank

aan het eind

van een

klankgroep.

Is de klank

kort, dan lig-

gen er twee

medeklinkers

op m’n bord.

emmer

flessen

frisse

gekke

gemakkelijk

gladde

kennen

lappen

liggen

natte

ongelukken

paddenstoel

rapport

schipper

tassen

vallen

wanneer

zwakke

klokken

oplossen

Week 10 Is de klank

lang, dan staat

er eentje op de

gang. Is de

klank kort,

dan liggen er

twee op m’n

bord.

pagina

papa

pinda

poema

pyjama

ra

sla

sta

vla

auto

smalle

verslikken

alleen

frisse

knallen

oppasser

snelle

vertellen

alles

Week 11 Is de klank

lang, dan staat

er eentje op de

gang. Is de

klank kort,

dan liggen er

twee op m’n

bord.

nu

kiwi

dictee

foto

paraplu

fee

kliko

mee

waarmee

zee

gekke

knappe

oppervlakte

sommen

vervallen

apparaat

gemakkelijk

knoppen

overwinning

spannend

Week 12 Herhaal deze

woorden

bijna

diploma

ga

hierna

ja

hoera

oma

opa

orka

poema

sla

verwarring

appel

gesprekken

koffer

paddestoel

spullen

vette

applaus

getallen

Week 13

Ingewikkelde

verkleinwoor-

den

balletje

ballonnetje

belletje

biggetje

heggetje

kannetje

karretje

mannetje

spinnetje

stalletje

tonnetje

weggetje

blaadje

gaatje

glaasje

paadje

scheepje

vaatje

fotootje

jojootje

Week 14

Deze woorden

bestaan uit

twee losse

woorden. Let

op elk woord

apart, maar

schrijf ze aan

elkaar.

glimlach

lichtblauw

rolschaats

stoelpoot

vluchtstrook

gloeilamp

lichtgrijs

roomijs

stokstijf

voetbal

gootsteen

lijfwacht

schatkist

stoofpeer

voetspoor

hooiberg

lijmpot

schoensmeer

stoomboot

voetstap

Week 15

Deze woorden

bestaan uit

twee losse

woorden. Let

op elk woord

apart, maar

schrijf ze aan

elkaar.

afwassen

bromvlieg

broodzak

feestdag

feestneus

handdoek

kaarsvlam

schoonmaak

stopbord

houtvlot

opbellen

sleepboot

stripboek

huissleutel

opvallen

sneeuwwit

vannacht

inpakken

postzegels

speelgoeddoos

Week 16 Herhaal deze

woorden

laatje

mamaatje

omaatje

opaatje

papaatje

parapluutje

strootje

hooikoorts

linksaf

schoolbank

stoomtrein

voordeur

hooivork

luchtbel

vuilniszak

jaszak

schiettent

stamppot

weggehaald

afwassen

Page 3: Woordenlijst groep 5 - Lezen, rekenen, CITO oefenen ... op maat...1 Woordenlijst groep 5 Week 1 In woorden die beginnen met ge-, ver-, be- hoor je een u, maar je schrijft een e geboord

3

Week 17

Je kunt niet

horen met

welke ij/ei of

au/ou je een

woord moet

schrijven. Die

woorden moet

je onthouden.

allebei

beddensprei

berggeit

breiwerk

breiwol

eigeel

eikenboom

eiwit

marktplein

piepklein

asgrauw

autoband

dauwdruppel

dauwtrappen

donkerblauw

gauwdief

kauwgom

klauwhamer

lauwwarm

lichtblauw

Week 18

Als je woord

dat eindigt op

een f of s

langer maakt,

wordt de f

vaak een v en

de s een z.

duiven

neven

grenzen

lezen

reizen

golven

proeven

grijze

matrozen

reuzen

graven

wolven

halzen

muizen

rozen

halve

bazen

huizen

neuzen

wezen

Week 19

Als je woord

dat eindigt op

een f of s

langer maakt,

wordt de f

vaak een v en

de s een z.

bedrijven

brieven

blijven

druiven

duiven

golven

leven

lieve

halve

neven

proeven

bazen

glazen

grenzen

grijze

huizen

laarzen

matrozen

neuzen

poezen

Week 20 Herhaal deze

woorden

spoortrein

sportterrein

stoomtrein

treinreis

vliegreis

zeilboot

zeilschip

zeiltocht

leven

dozen

kazen

poezen

lieve

glazen

laarzen

prijzen

wezen

rozen

reuzen

reizen

Week 21 Werkwoorden

zijn doewoor-

den die aange-

ven wat je

kunt doen.

Week 22

Als je aan het

eind van een

meerlettergre-

pig woord –ug

hoort, dan

schrijf je –ig.

aandachtig

eenvoudig

harig

matig

prachtig

veilig

aanwezig

eeuwig

heftig

menig

rafelig

verdrietig

aardig

enig

heilig

moedig

rustig

verstandig

afkomstig

ernstig

Week 23

Hoor je aan

het eind van

een woord met

meer letter-

grepen –luk,

dan schrijf je –

lijk.

aanvankelijk

bezwaarlijk

feitelijk

jaarlijks

noordelijk

vermoede

aanzienlijk

dadelijk

gebruikelijk

kerkelijk

onmogelijk

vreselijk

afhankelijk

dagelijks

gedeeltelijk

koninklijk

persoonlijk

vriendelijk

afschuwelijk

degelijk

Week 24 Herhaal deze

woorden

lastig

machtig

negentig

onrustig

plezierig

plechtig

prachtig

tijdig

veilig

weinig

geestelijk

kwalijk

pijnlijk

vrolijk

afzonderlijk

dergelijk

gerechtelijk

landelijk

plaatselijk

vrouwelijk

Page 4: Woordenlijst groep 5 - Lezen, rekenen, CITO oefenen ... op maat...1 Woordenlijst groep 5 Week 1 In woorden die beginnen met ge-, ver-, be- hoor je een u, maar je schrijft een e geboord

4

Week 25

Bij woorden

die in het

meervoud een

s krijgen,

komt er na een

lange klank

een ‘s, behalve

bij de ee.

auto's

diploma's

foto's

kilo's

kiwi's

kliko's

lama's

oma's

opa's

orka's

pagina's

paraplu's

piano's

pinda's

poema's

radio's

's avonds

's maandags

's morgens

Week 26 Is de klank

lang, dan staat

er eentje op de

gang. Is de

klank kort,

dan liggen er

twee op m’n

bord.

heden

lonen

probleem

totaal

helaas

malen

product

vermagering

hele

mate

koffie

pakken

stappen

vissen

bakken

gladde

komkommer

pannen

stekken

vlaggen

Week 27

Woorden met

een i in plaats

van ie moet je

onthouden.

(Komt er in de

volgende

klankgroep

een stomme e,

dan schrijf je

ie.

abrikoos

dominee

iglo

kilometer

miauw

rivier

Afrika

eskimo

India

kimono

militair

sigaar

Amerika

fabrikant

indiaan

kiwi

minister

viool

artikel

familie

Week 28 Herhaal deze

woorden

protest

wereld

hoge

mede

vla

auto

piano

ballen

glibberig

koppen

auto's

diploma's

foto's

kilo's

marine

minister

minuut

piloot

rivier

januari

Week 29

Woorden met

een i in plaats

van ie moet je

onthouden.

(Komt er in de

volgende

klankgroep

een stomme e,

dan schrijf je

ie.

klarinet

minuut

benzine

februari

juli

klimaat

olifant

dia

figuur

juni

kritiek

piloot

diamant

finale

kampioen

lampion

pionier

dieet

giro

kantine

Week 30 Is de klank

lang, dan staat

er eentje op de

gang. Is de

klank kort,

dan liggen er

twee op m’n

bord.

Woorden met

een i in plaats

van ie.

pure

woning

holen

meren

ramen

woningen

humeur

passagier

stellen

vlakke

bedden

grappig

krullen

passen

januari

klimaat

kritiek

lampion

limonade

liter

Week 31 Werkwoorden

zijn doewoor-

den die aange-

ven wat je

kunt doen.

Week 32 Herhaal deze

woorden

mode

rare

zaterdag

humor

radio

vlo

ziezo

nu

stemmen

vlammen

beginnen

hakken

kudde

pennen

finale

idee

juli

kilo

kilometer

kiwi

Page 5: Woordenlijst groep 5 - Lezen, rekenen, CITO oefenen ... op maat...1 Woordenlijst groep 5 Week 1 In woorden die beginnen met ge-, ver-, be- hoor je een u, maar je schrijft een e geboord

5

Week 1 categorie 11c:

woorden met

een stomme e

vooraan

bemalen

verdacht

verloren

gegoten

getal

behoort

bemoei

verdenken

vermaken

geheim

gevaar

behoren

beneden

verdriet

verminken

gehoord

gevangen

behoud

bepalen

verdrinken

verplicht

gekeerd

gevaren

bekeren

beraden

vergapen

verpoten

gelachen

gevecht

bekijken

berecht

vergeten

verstand

geleden

geweer

beklad

beslecht

verhaal

vertalen

geleerd

gezeur

bekoord

besluit

verjaardag

vervelen

gelopen

gezicht

belagen

bestaat

verkeer

verzacht

gelucht

gezond

belang

betalen

verkleur

meneer

geluid

bedacht

beleefd

bevrucht

verkregen

mevrouw

geluk

beducht

beleg

bezeer

verlaten

geboord

gebouw

gegoten

gekeerd

geluid

geluk

gemalen

genoeg

getal

gevecht

gezond

bedacht

begin

beheer

bekijken

beklad

bepalen

bezeer

bezit

verdenken

verdrinken

verkregen

verlicht

verstand

meneer

Week 2 Woorden met

een open let-

tergreep

molen

reden

loket

poten

toneel

apen

avonturen

banen

bomen

buren

dagen

dame

deze

draden

drama

ega

enorm

eten

fase

foto

gratis

grote

humeur

jawel

Week 6 categorie

15:lange

klank aan

eind van een

woord

paraplu

kiwi

dictee

fee

mee

twee

waarmee

Week 7 categorie 16:

korte klank

aan eind van

klankgroep

volwassen

beplakken

hekken

kussen

petten

stoffen

vonnis

beslissen

helling

lappen

plannen

stokken

vriendinnen

bestellen

hitte

latten

plassen

stoppen

vullen

binnen

Holland

lekker

poppen

stukken

wakker

bisschop

holle

lessen

portemonnee

takken

wanneer

bitter

hutten

letter

portretten

tassen

wetten

blikken

interesse

liggen

professor

tellen

willen

blokken

jammer

likken

programma

tennissen

winnaar

bommen

jassen

lippen

pudding

terras

witte

bossen

jullie

lokken

raketten

terrein

wollen

boterhammen

kanonnen

mannen

rapport

timmerman

zakken

brillen

kapotte

massa

ratten

toestellen

zeggen

brommer

kapper

matten

redding

toevallig

zinnen

bronnen

karretje

messen

rennen

trappen

zitten

bruggen

kassa

middag

ribben

trekken

zonnig

bussen

katten

midden

ridder

tussen

zullen

dapper

kennen

modder

rollen

vakken

zwakke

dikke

kennis

mussen

rubber

vallen

zwemmen

doffe

ketting

natte

schappen

vanmiddag

domme

kikker

netten

schipper

vannacht

drukke

kippen

nummer

schokken

velletje

Week 13 categorie

13b: inge-

wikkelde

verklein-

woorden

beloninkje

harinkje

kettinkje

koninkje

puddinkje

woninkje

balletje

belletje

kannetje

karretje

mannetje

spinnetje

stalletje

tonnetje

weggetje

blaadje

gaatje

glaasje

scheepje

fotootje

jojootje

laatje

mamaatje

omaatje

papaatje

parapluutje

strootje

beloninkje

kettinkje

koninkje

woninkje

Week 14 Samenge-

stelde woor-

den

schoolkrant

stoplicht

vouwfiets

hoorspel

luchtmacht

schoolplein

straathoek

vraagstuk

houtwerk

luchtpost

Page 6: Woordenlijst groep 5 - Lezen, rekenen, CITO oefenen ... op maat...1 Woordenlijst groep 5 Week 1 In woorden die beginnen met ge-, ver-, be- hoor je een u, maar je schrijft een e geboord

6

schoonzus

straatnaam

vrachtschip

houtworm

maanlicht

schoorsteen

strafschop

vrieskou

huisdeur

marktplein

schrijfles

strafwerk

vruchtbaar

huisvrouw

melkfles

schuilplaats

strijkplank

vuurpijl

ijsbeer

schuurdeur

taalfout

waslijn

ijspret

slagroom

tochtstrip

weegschaal

inktvlek

naailes

slotgracht

toernooi

weerkaart

kaarslicht

nachtrust

smeerpoets

treinreis

weerman

kantlijn

nachtslot

sneeuwbal

trouwdag

wijnfles

keelpijn

nachtvorst

sneeuwbui

trouwjurk

wijsneus

keerpunt

neerslag

sneeuwpop

trouwring

zangkoor

kerstfeest

neushoorn

sneltrein

tuinbouw

zeeleeuw

kijkdoos

nieuwbouw

spaarpot

tuin poort

zeeman

kleinzoon

nieuwjaar

speelplein

tuinslang

zeemeeuw

kletsnat

nijptang

speeltuin

valhelm

zeilboot

kleurboek

onweer

speerpunt

vangnet

zeilschip

kleurdoos

oorbel

speurneus

veerboot

zeiltocht

kleurkrijt

oorpijn

speurtocht

veerkracht

zeurkous

kleurstof

opzij

spierpijn

veerpont

zeurpiet

klokhuis

pechlamp

spoorbaan

veeteelt

zijkant

kniebroek

piepklein

spoorboom

verfkwast

zijstraat

kniekous

pijlsnel

spoortrein

verflucht

zoethout

knoeipot

pikzwart

spoorweg

verfpot

zonlicht

koelkast

prijsvraag

sportschoen

vetvlek

zoutvat

kruispunt

rechtbank

spreekbeurt

vierkant

zuurkool

lachbui

rechtdoor

springtouw

viltstift

zwaailicht

lachfilm

rechthoek

staanplaats

vleesmes

zwembroek

lamplicht

rijles

steelpan

vliegreis

leerboek

rijtuig

steenboor

vliegtuig

leesbeurt

roeiboot

steenkool

vloeistof

Week 13 categorie

17b: inge-

wikkelde

samenge-

stelde woor-

den

broodzak

feestneus

houtvlot

inpakken

kaarsvlam

opvallen

schiettent

sleepboot

speelgoeddoos

stopbord

vannacht

weggehaald

bromvlieg

feestdag

handdoek

huissleutel

jaszak

opbellen

postzegel

schoonmaak

sneeuwwit

stamppot

stripboek

Week 17 Woorden met

ij/ei of au/ou

allebei

breiwol

eiwit

berggeit

eikenboom

piepklein

schoolplein

zeilboot

spoortrein

eigeel

sportterrein

asgrauw

autoband

dauwdruppel

donkerblauw

kauwgom

klauwhamer

lauwwarm

lichtblauw

nauwkeurig

pauwoog

pindasaus

sauslepel

wenkbrauw

dauwtrappen

nauwkeurig

pausbezoek

pauwoog

pauzenummer

pindasaus

rauwkost

sauslepel

wenkbrauw

schoolplein

speelplein

Week 22 categorie 19:

woorden op -

ig

hevig

nalatig

schuldig

vijftig

akelig

geweldig

huidig

negentig

slordig

vorig

angstig

gierig

inwendig

nodig

spoedig

wazig

behoeftig

giftig

jarig

onrustig

stevig

weinig

bezig

glazig

jeugdig

onschuldig

tachtig

deftig

grondig

keurig

overbodig

tijdig

dertig

gunstig

krachtig

plechtig

treurig

driftig

haastig

lastig

plezierig

twintig

droevig

handig

machtig

potig

veertig

aandachtig

afkomstig

aardig

bezig

driftig

droevig

eenvoudig

enig

ernstig

grondig

handig

hevig

inwendig

jarig

keurig

Week 23 categorie 20:

woorden op -

lijk bedenkelijk

dodelijk

gevaarlijk

lelijk

redelijk

werkelijk

begrijpelijk

duidelijk

gewoonlijk

lichamelijk

schriftelijk

wonderlij~

behaaglijk

eerlijk

hartelijk

menselijk

sierlijk

behoorlijk

eigenlijk

hatelijk

moeilijk

tamelijk

belachelijk

eindelijk

heerlijk

mogelijk

tijdelijk

bewerkelijk

feestelijk

huwelijk

noodzakelijk

uiterlijk

aanzienlijk

afhankelijk

begrijpelijk

belachelijk

dadelijk

degelijk

duidelijk

feestelijk

gebruikelijk

gevaarlijk

hartelijk

huwelijk

Page 7: Woordenlijst groep 5 - Lezen, rekenen, CITO oefenen ... op maat...1 Woordenlijst groep 5 Week 1 In woorden die beginnen met ge-, ver-, be- hoor je een u, maar je schrijft een e geboord

7

jaarlijks

kwalijk

lelijk

noordelijk

pijnlijk

tamelijk

uiterlijk

vermoedelijk

vreselijk

vriendelijk

vrolijk

werkelijk

wonderlijk

Week 25 categorie 21:

's in meer-

voud

's nachts

's ochtends

's winters

's woendags

's zomers

's zondags

Week 27 categorie 22: i

als ie

limonade

piraat

diploma

gitaar

kapitein

liter

pisang

dirigent

idee

kilo

marine

prima

abrikoos

dia

diamant

dieet

diploma

eskimo

familie

figuur

sterren

volle

bellen

hebben

kunnen

perron

stille