Woordenlijst Nederlands

download Woordenlijst Nederlands

of 24

Transcript of Woordenlijst Nederlands

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    1/24

    a fortiori met meer reden; des te meer

    a priori van te voren; vooraf; alleen door redenering

    aanbesteding de ondernemers in de gelegenheid stellen erop in te schrijven

    aanmatigend laatdunkend/eigendunkelijkheid tonend

    abdicatie (vrijwillige) afstand (doen)

    abject verachtelijk; verwerpelijk

    abuis misvatting; vergissing; het mis hebbend

    accijns belasting op verbruiksgoederen; verbruiksbelasting

    acclamatie toejuiching

    accorderen een akkoord sluiten; goed overweg kunnen; overeenstemmen; toestaan

    accreditatie schriftelijk bewijs daarvan (krediet verschaffen)

    accumulatie opeenhoping, met name van kapitaal of andere inkomsten

    accuratesse nauwkeurigheid

    acquisitie het werven, aanwinst

    actieradius afstand waarover een werking zich uitstrekt, afstand die een vliegtuig of

    schip kan afleggen zonder bijtankenactualiseren actueel maken

    adept leerling, volgeling

    adequaat het origineel of iets anders evenarend, gelijkwaardig, geschikt voor het

    beoogde doel

    ad hoc voor dit doel in het bijzonder

    ad interim voorlopig

    ad rem ter zake, snedig, raak

    adagium spreekwoord, zegswijze, spreuk

    adhesie moleculaire aantrekkingskracht van 2 stoffen, instemming

    adolescent nog niet volwassen, maar ook geen puber

    adonis man of jongeling van zeldzame schoonheidaffectief geladen met gevoel

    affiniteit verwantschap tussen personen in geestelijk opzicht of tussen zaken,

    verbindingsneiging

    affreus verschrikkelijk, afschuwelijk

    aforisme betekenisvolle spreuk

    ageren handelend optreden, te werk gaan

    agglomeratie stad met haar voorsteden

    agitatie zenuwachtige opwinding

    agogisch van, betrekking hebbend op de agogiek (theorie menselijk handelen)

    aha-erlebnis gewaarwording die men heeft wanneer men plotseling iets begrijpt, inziet,

    plotseling een samenhang zietalchemie oude vermeende kunst om onedele metalen in goud en zilver te veranderen

    en een levenselixer te bereiden mbv steen der wijzen

    alert waakzaam, levendig

    allegorie symbolische voorstelling, iets dat naderhand geacht wordt iets anders te

    betekenen, hoewel er geen onderling verband bestaat

    allooi gehalte aan zuiver goud of zilver

    allure het indrukwekkend zijn, ontzag inboezemend

    altrusme onbaatzuchtigheid (tegenst. Egosme)

    ambiren streven, dingen naar, graag willen hebben

    ambivalent twee verschillende waarden of mogelijkheden hebbend

    ambulant niet bedlegerig, rondtrekkend

    amok in een toestand van bloeddorstige razernij raken waarin men iedereen gewapend aanvliegt

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    2/24

    amorf niet uit kristallen opgebouwd, vormloos

    ampel breedvoerig

    anagram woord dat door letterverplaatsing uit een ander woord gevormd wordt

    analoog overeenkomstig, gebruikmakend van wijzers bij weergave informatie

    anachronisme fout tegen tijdrekening, iets dat niet meer past in eigen tijd

    anarchie ontbreken van geordend bestuuranatomie leer vorm en inwendige bouw van organismen

    animeren opwekken, aanzetten, lust geven tot

    animo lust om iets te doen, aan iets deel te nemen

    animositeit vijandige gezindheid tussen personen

    annexeren inlijven, bij staat/gemeente trekken, in bezit nemen in algemeen

    annonce aankondiging, advertentie, bod

    antagonist tegenstander, buiger (spier), hoofdrolspeler als tegenspeler van protagonist

    antecedent voorafgaande zaak, het woord waarop betr.nw terugslaat

    antedateren antidateren (voorzien vroegere dagtekening dan werkelijke opstelling)

    anticiperen vooruitbeschikken, vooruitlopen op

    antipode tegenvoeterantirevolutionair tegen doelstellingen Fr. Revolutie 1789

    apathie psychische ongevoeligheid, onverschilligheid, lusteloosheid

    apert onmiskenbaar, voor iedereen duidelijk

    appelleren in hoger beroep gaan

    appetijtelijk eetlust opwekkend

    applicatie aanlegging verband, toepassing

    Apocalyps vd Openbaring van Johannes

    apotheose verheffen van keizers of helden tot goden, schitterend slottoneel

    arbitrage berechting geschil door arbiters, uitspraak arbiter, nauwkeurige berekening

    prijs van dezelfde goederen/effecten op verschillende plaatsen

    arbitrair willekeurig, eigenmachtig, scheidsrechtelijk

    archasch uit zeer oude periode van beschaving, ouderwets

    archipel eilandengroep, zee met talrijke eilanden

    aristocratisch eigen aan aristocratie (regering: leiding berusten bij hen die uitmunten mn

    beschaving, geboorte)

    artefact opzettelijk vervaardigd voorwerp, door ongeldig redeneren resultaat

    artificieel kunstig, kunstmatig

    ascetisch steng, vroom en sober

    aspect zijde, kant ve zaak

    aspiratie streven naar iets, inademing, met aanademing uitspraak klank

    assertief zelfbewust, zelfverzekerd, aanmatigendassimileren gelijkmaken, aanpassen, opnemen en verwerken voedingsstoffen

    athesme ontkenning bestaan van een god

    attaque aanval, beroerte, eerste tonen instrument

    attenderen op opmerkzaam maken op

    attest schriftelijk/gedrukt getuigenis, getuigschrift

    attribuut symbolisch kenmerk, bijvoeglijke bepaling, benodigdheden

    au fond in de grond vd zaak, eigenlijk

    auditief betrekking hebbend op het gehoorde

    auditorium gezamenlijke toehoorders, gehoorzaal universiteit

    aureool licht/stralenkrans hoofd Christus, glans

    auspicin onder leiding, toezicht, bescherming vanauthentiek betrouwbaar, geloofwaardig, echt

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    3/24

    autodidact iemand die zijn kennis door zelfstudie heeft verkregen

    autonomie zelfbestuur, zelfstandigheid vd menselijke wil, vrije wil

    aversie afkeer

    bacchanaal woest drinkgelag

    badinerend spottend, gekscherend, de draak stekende met bagatelliseren voorstellen als een bagatel (kleinigheidje)

    bakermat land waar men opgegroeid is, plaats wording/oorsprong

    ballotage stemming over toelaten van iemand als lid sociteit, herstemming

    balorig niet meer naar raad en rede luisterend, gemelijk

    banaal te alledaags, plat

    barbarij onmenselijkheid, wreedheid, barbaarsheid

    Bargoens geheime taal boeven, onbegrijpelijke vaktaal voor buitenstaanders

    barok onregelmatig, grillig, overladen

    basaal fundamenteel, basis

    bedillen kleingeestig kritiseren, vitten, bazig willen regelen

    beklijven vast worden, duurzaam worden, blijven, van lange duur zijnbekoren iemand sterk aantrekken

    belendend aangrenzende

    belijdend openlijk voor overtuiging uitkomend, aanhanger zijnde van iets

    beschimpen kwetsend bejegenen, uitschelden

    besognes aangelegenheden, bezigheden

    bevroeden begrijpen, vermoeden

    bezoldiging het bezoldigen (loon geven), salaris, soldij, loon v ambtenaren

    bibliofiel liefhebber van boeken

    bibliografie lijst/verzamelwerk boeken, artikelen over 1 onderwerp, beschrijven boeken

    binnale eens in 2 jaar plaatsvindend evenement

    bigamie geliktijdig met 2 personen gehuwd zijn

    bilateraal tweezijdig

    biotoop milieu waarin bep, diersoort gewoonlijk leeft, levensgebied

    blamage schande, oneer

    blas onverzadigd en daardoor ongevoelig voor bep. plezier of vermaak

    blasfemie godslastering, heiligschennis

    bon-vivant iemand die luchthartig geniet van wat het leven aan goede dingen geeft,

    losbol, doordraaier

    bonafide te goeder trouw, betrouwbaar

    boud vol zelfvertrouwen, stoutmoedig

    bourgeoisie van de burgerstand branche tak ve wetenschap, handel, nijverheid; zijlinie, afdeling, vak

    bravoure durf, dapperheid, zelfverzekerde vaardigheid

    brisant snel ontploffend, explosie veroorzakend

    bruuskeren onheus bejegenen, tegen zich in het harnas jagen

    budgettair begrotings-

    cadans ritmische beweging

    calamiteit grote ramp, algemene nood, ellende

    caleidoscopisch als in een caleidoscoop

    canaille gespuis, gepeupel, janhagel

    canard verzonnen krantenbericht

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    4/24

    canon wet, geheel vd door kerk erkende Bijbelboeken, lijst vd heiligen, jaarlijks op te brengen bedrag,

    zang (ander moment inzetten)

    capaciteit vermogen, kracht, bekwaamheid, geschiktheid, vatbaarheid

    capitulatie overeenkomst betreffende de overgave ve vesting, overgave

    carte blanche onbeperkt volmacht

    casustiek rechtstoepassing die vd beslissing van concrete gevallen naar een regelpoogt te komen, beschrijving ve ziektegeval

    catastrofaal als een catastrofe (ramp)

    categorisch stellig, afdoend, onvoorwaardelijk, zonder omwegen

    causaal oorzakelijk, redengevend

    causeur gezellige prater

    celluloid mengsel collodion en kamfer, het filmwezen

    cerebraal de hersens betreffend, verstandelijk

    ceremonieel geheel vd gebruiken bij feesten, plechtstatig, vol plichtplegingen

    cesuur verssnede, snijding, grens

    chantage het chanteren, afpersing

    chargeren belasten, bezwaren, overdrijven, charge uitvoerencharismatisch charisma hebbend (genadegift, gave, persoonlijke uitstraling)

    charlatan kwakzalver, beunhaas, windbuil

    charmeur man die zijn charme uitspeelt tegenover vrouwen

    choreograaf beoefenaar van de choreografie (dansfiguren)

    civiel burgerlijk

    clausule afzonderlijke bepaling ve overeenkomst waardoor een punt wordt uitgebreid

    of beperkt

    clementie genade, goedertierenheid, welwillendheid

    clou glanspunt, grote attractie, het essentile

    coalitie verbond, vereniging van 2 of meer partijen tegen maatschappelijke vijand

    codicil stuk waarin een erflater over ondergeschikte punten beschikt, toevoegsel

    testament, aanhangsel, toevoeging

    coducatie opvoeding/onderwijs van meisjes en jongens samen

    cognitief betrekking hebbend op, behorend bij het kennen

    cohesie onderlinge aantrekking vd moleculen ve lichaam; onderlinge samenhang

    concidentie samenloop van omstandigheden

    collaboreren als collaborateur optreden (in een bezet land samenwerken met vijand)

    colofon slotwoorden waarin vermelding van schrijver/drukker etc staan

    colportage het colporteren (boek/tijdschrift rondgaan voor intekenaren, rondstrooien)

    columbarium bewaarplaats van urnen in of bij een crematorium of op een kerkhof

    communiqu officile mededeling mn aan dagbladencommunis opinio publieke opinie

    compact dicht, vast, ineengedrongen en daardoor beperkt van omvang in soort

    competent bevoegd, bekwaam, rechtmatig toekomend, geldig

    compilatie maken ve werk/boek uit boeken van verschillende schrijvers, verzamelwerk

    comprimeren samenpersen

    compromis minnelijke schikking, overeenkomst, vergelijk

    compromitteren in verdenking/in opspraak brengen

    concept opzet, plan, ontwerp, ruwe schets

    concessie vergunning, bewilliging, terrein, gebied, tegemoetkoming aan tegenpartij

    concilie kerkvergadering

    conclaaf afgesloten vertrek waarin de kardinalen voor pauskeuze vergaderen,vergadering

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    5/24

    concubinaat enigszins duurzame, buitenechtelijke samenleving

    conditie voorwaarde, beding, toestand, uithoudingsvermogen

    conditio sine qua non onvermijdelijke vereiste

    condoleance rouwbeklag

    confessioneel bep geloofsbelijdenis aanhangend/betreffend/overeenkomstig

    confidentie vertrouwelijkheid, vertrouwelijke mededelingconfisqueren verbeurdverklaren

    conform overeenstemmend met, in orde

    conformistisch conformisme betreffende (zich schikkend naar heersende mening inzake

    politiek etc.

    confrre confrater (medebroeder, ambtgenoot)

    cong ontslag

    conglomeraat samenklontering/-pakking/-hoping

    congruent overeenstemmend, gelijk en gelijkvormig

    conjunctuur samenstel van alle bewegingen die het economisch leven bepalen

    connotatie bijbetekenis, bijgedachte bij een woord

    consensus eenparig gevoelen, eenstemmigheidconservator bewaarder, persoon belast met het toezicht

    consideratie overweging, toegeeflijkheid, hoogachting

    consigne opdracht mn met betrekking tot maatregel van orde, wachtwoord

    consistent dicht, vast, duurzaam

    consolideren hecht en duurzaam maken, omzetten van schulden korte lange termijn

    consortium vereniging van banken, bedrijven, handelslui ter uitvoering ve project

    constellatie stand hemellichamen, stand van zaken, gesteldheid

    constipatie hardlijvigheid, verstopping, obstipatie

    constitutie staatsregeling, grondwet, lichaamsgestel

    constitutioneel volgens grondwet, met een grondwetconstructief opbouwend

    consultatie raadpleging, beraadslaging, overleg, deskundig/rechtsgeleerd advies

    contemplatie vrome overpeinzing

    contemporain hedendaags, eigentijds, van dezelfde tijd in het verleden

    contingent aandeel/deel hoeveelheid

    continueren voortzetten, voortgaan met, voortduren, laten voortduren

    conto rekening

    contra-expertise onderzoek of rapport vd contra-expert (deskundige vd tegenpartij)

    controverse strijd, tegenstelling

    conveniren gelegen komen, schikken

    conventioneel door de gewoonte voorgeschrevenconvocatie samenroeping, oproep, oproep om voor een rechtbank te verschijnen

    consternatie ontsteltenis, opschudding

    coperatief op samenwerking berustend, bereid tot samenwerken

    copieus overvloedig, rijkelijk

    corporatie gilde, genootschap, college, beroepsstand, vereniging

    corps diplomatique de gezamenlijke gezanten en leden van legaties bij een regering

    corpulent zwaarlijvig, gezet, dik

    correleren op elkaar betrokken zijn, onderling samenhangen

    corruptie bederf, oneerlijkheid (beroepsuitoefening)

    corvee werkzaamheden van huishoudelijke aard, onaangenaam werk

    coryfee uitblinkercoulant tegemoetkomend, niet krenterig

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    6/24

    coupure weglating deel film, afsnijding bocht, grootte waarin bankbiljetten worden

    uitgegeven, bij hoogwater afsluitbare opening in dijk

    courant lopend, gangbaar, gezocht

    crediteur schuldeiser, persoon/zaak van wie op rekening gekocht

    criticaster onbillijk/vitterig recensent, muggenzifter

    cruciaal kritiek, beslissend, doorslaggevendculmineren door meridiaan vd plaats gaan, toppunt bereiken

    cultiveren be-/aanbouwen, vormen, verbeteren, met zorg onderhouden

    curiosum iets zeldzaams

    curriculum levensloop, beknopt schriftelijk verslag

    cursiveren met schuine letter drukken

    curve kromme lijn (grafische voorstelling)

    cynisme koude/afwijzende houding tegenover idealisme/geestdrift

    de facto in feite

    desolaat verlaten, woest, in ontredderde toestand, diepbedroefd

    debacle algehele ondergang, ineenstorting, volslagen mislukkingdebatteren een debat voeren, redetwisten

    debiteren verkopen, op de debetzijde boeken

    debiteur schuldenaar, persoon/zaak aan wie op rekening verkocht

    decadentie achteruitgang, verval

    decennium tijdperk van tien jaar

    decent eerbaar, welvoeglijk, betamelijk

    deceptie teleurstelling, ontgoocheling

    decimeren een groot gedeelte ombrengen, sterk terugbrengen in aantal

    declameren gedichten voordragen

    declareren aangeven van goederen, opgeven van gemaakte onkosten

    deconfiture mislukking, pijnlijke afgang

    decorum uiterlijk welvoeglijke, passende

    decreet besluit, verordening

    dedain minachting

    deductie afleiding vh bijzonder uit het algemene, afgeleide waarheid, gevolgtrekking

    deemoedig vol, met deemoed

    defaitistisch van mening zijnde dat het beter is de strijd te staken omdat men wanhoopt

    aan de overwinning, moedeloze stemming

    deficit tekort, nadelig saldo

    degraderen in rang/aanzien verlagen, in een lagere klasse geplaatst worden

    delegatie afvaardiging, overdracht/opdracht van bevoegdheiddelegeren afvaardigen, overdragen

    delibereren beraadslagen, overleggen

    delicaat lekker, teer, fijn, kiesheid vereisend

    delinquent schuldige, overtreder

    delirium delier, waanzin, ijlende koorts

    demagogisch als een demagoog (leider van massa door volksmisleiding)

    demissionair ontslag genomen hebbend

    demografie statistische beschrijving vd bevolking

    denigrerend kleineren, afgeven op

    denivellering nivellering tegengaande (gelijkmaking)

    densiteit dichtheiddeplorabel jammerlijk, betreurenswaardig

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    7/24

    derailleren ontsporten, van de wijs raken

    deputatie afvaardiging, afgevaardigden

    desastreus rampzalig, vernietigend

    desavoueren wraken, niet erkennen

    desillusie ontgoocheling

    despotisch als een despoot (alleenheerser)destinatie (plaats van) bestemming

    destructief vernietigend, geneigd tot vernietigen

    detentie opsluiting, hechtenis, inbezithouding

    deus ex machina bovenaards wezen dat op het einde ve toneelspel verschijnt om de knoop te

    ontwarren, plotselinge onverwachte redder

    deviatie afwijking, koersverandering

    devies zinspreuk, geldswaarden

    devotie vroomheid, godsvrucht, verering

    diametraal diameter betreffende, lijnrecht tegenover elkaar

    diaspora het tussen andersdenkenden wonen leden kerkgenootschap/andere volken

    dichotomie tweedeling, vertakkingdictatoriaal van een dictator

    differentiatie het uiteenlopen, verscheidenheid

    diffuus verspreid, verstrooid, onduidelijk, onhelder, vaag, onscherp

    dilemma lastige keus tussen twee onaangename zaken

    dilettantisme beoefening ve kunst of wetenschap als liefhebber

    dirigistisch als bij dirigisme (geleide economie, streven naar staatsbemoeiing)

    discours gesprek, onderhoud, betoog, vertoog

    discreet kies, geheimen kunnende bewaren

    diskrediet toestand dat men geen vertrouwen geniet, gebrek aan krediet, slechte

    reputatie

    discrepantie tegenstrijdigheid, verschil

    discretie stilzwijgendheid, geheimhouding, kiesheid, eigen oordeel/inzicht

    dispensatie ontheffing, vrijstelling ve gebod/voorschrift

    disponibel beschikbaar

    disputeren wetenschappelijk redetwisten, twisten

    dissertatie academisch proefschrift

    distantie verte, afstand

    distinctie onderscheiding, fijne beschaafdheid

    dogmatisch op dogma gegrond/leerstellig, geen tegenspraak duldend, rechtlijnig

    dolen zonder doel zwerven, de waarheid niet kennen

    domicilie vaste verblijfplaats, wettelijke woonplaatsdomineren overheersen, op voorgrond treden, kunnen overzien, bestrijken

    doopceel bewijsstuk dat en wanneer men gedoopt is

    draconisch buitengewoon streng

    drastisch krachtig en snelwerkend, krachtig van toon, doortastend

    dualisme leer van twee tegenover of onafhankelijke naast elkaar staande beginselen,

    tweeslachtigheid

    duperen tot dupe maken, benadelen

    duplicaat dubbel exemplaar, afschrift

    duvelstoejager iemand die voor allerlei klusjes en ongeregelde werkzaamheden wordt

    ingezet, iemand die anderen tot hard werken aanzet

    dynamiek stuwkracht, vaart, gebruik vd graden van klanksterktedynastie vorstenhuis, regerend huis

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    8/24

    echec mislukking, nederlaag, tegenslag

    eclatant schitterend, daverend

    eclectisch ergo het beste uitkiezend (bijgevolg, dus)

    effectueren ten uitvoer brengen, verwezenlijken

    egards achting, ontzag, beleefdheidsbetuigingelectoraat het zijn/de hoedanigheden van kiezer, gezamenlijke kiezers/kiezersvolkelimineren verwijderen, uitwerpen, uitschakelen

    elite keur, bloem, kleine groep van voorname mensen

    embargo tijdelijk beslag op schepen, belemmering internationaal verkeer in vredestijd

    voor economische doeleinden, aan de pers tot bep. datum opgelegd verbod

    tot publiceren

    embleem zinnebeeld, onderscheidingsteken

    emiraten waardigheid of gebied van een emir

    emeritus rustend, gepensioneerd, iemand die zijn emeritaat heeft

    eminence grise raadgever op de achtergrond

    eminent uitmuntend, voortreffelijk, uitstekendemissie uitgifte, lozing, uitstoot, uitworp, verspreiding

    empathie inlevingsvermogen

    en grand comit in grote groep

    en plein publique in open publiek

    encycliek pauselijke zendbrief van algemene strekking

    enerverend zenuwachtig/prikkelbaar makend

    enfant terrible iemand die door afwijkend gedrag verlegenheid veroorzaakt

    enigma raadsel

    ensemble het geheel, samenspel, muziekstuk voor verschillende instrumenten,

    gezelschap, aantal bij elkaar passende dameskledingstukken

    entameren beginnen

    epicentrum punt in de aardoppervlakte, verticaal gelegen boven de haard van de

    aardbeving in de aardkost

    epidemisch als een in de vorm van een epidemie (heersende besmettelijke ziekte)

    epigoon navolger (mn in de kunst)

    epistel brief

    equipage paard met rijtuig

    equivalent gelijkwaardig, iets dat tegen iets anders opweegt, gelijkstaat met iets anders

    erosie afslijting/uitholling van land door werking wind/stromend water/zee/ijs

    eruditie hoge en algemene geleerdheid

    eruptie uitbarsting (vulkaan)escaleren geleidelijk of trapsgewijs uitbreiden

    escapade een plotseling uit de band springen

    escorte (gewapende) geleide

    esoterisch voor ingewijden

    essayist iemand die essays schrijft (bewuste subjectiviteit en verzorgde taal)

    essence het wezenlijke, krachtig uittreksel van aromatische stoffen, scheikundige

    bereide stof waarin smaak/geur geconcentreerd is

    essentie wezen van een zaak

    etherisch luchtig en licht, vergeestelijkt, hemels, snel verdampend en sterk riekend

    etiquette ceremonieel aan het hof, geheel beleefdheidsvormen

    etniciteit het tot een bepaalde etnische groep behoreneufemistisch verbloemend

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    9/24

    euforie gevoel welbehagen samen met vrolijkheid/oppervlakkige zelfverzekerdheid

    evenknie gelijke van een ander in verdiensten/kennis/kunnen, equivalent

    eventualiteiten mogelijk geval, gebeurlijkheid

    evident duidelijk, klaarblijkelijk, zonneklaar, in het oog springend

    evocatief gevoelens wakker roepend, beelden oproepend, suggestief

    evolutie ontwikkeling, mn geleidelijke ontwikkeling/groeiexcentriek uitmiddelpuntig, ongewoon, zonderling, buitenissig

    exceptioneel een uitzondering vormend, bij wijze van uitzondering

    exces uitspatting, buitensporigheid

    exegese verklaring

    exempel voorbeeld met name schrijfmodel

    exercitie oefening (militaire mars/wapenoefening), operatie, omvangrijk karwei

    existentie het bestaan

    exodus uitgang, uittocht

    exorbitant buitensporig

    expertise onderzoek door deskundigen, verslag van onderzoek, deskundigheid

    expliciet uitdrukkelijk exploreren navorsen, opsporingen verrichten in

    expos uiteenzetting van zaken, overzicht

    exquis uitgelezen, heerlijk smakend

    extatisch in of als in extase (onttrokken aan omgeving door verrukking etc.)

    extramuraal buiten de muren

    extravagant buitensporig, dwaas, mal

    extravert naar buiten gekeerd, op de buitenwereld gericht

    extrinsiek niet tot het wezen vd zaak behorend, uitwendig, uiterlijk

    faade voorgevel, buitenkant waarachter iets anders schuilgaat dan het uitwendige doe vermoeden

    faciliteit voorzieningen en hulpmiddelen, wettelijke voorzieningen inzak het

    taalgebruik ten behoeve van een taalminderheid in tweetalige gemeenten,

    mn de mogelijkheid om de eigen taal te gebruiken in de betrekkingen met de

    overheid

    facsimile reproductie, foto van een stuk handschrift

    facultatief niet verplicht, ter keuze

    fait accompli voldongen feit

    falsificatie vervalsing, het falsificeren

    fameus veelbesproken, hooggeroemd, bijzonder, uitermate

    fanaticus fanatiek persoon

    fantoom angstwekkend droombeeld, spook, schim, model van een onderdeel vhmenselijk lichaam als oefen- en demonstratiemateriaal

    farce mengsel gemalen vlees/vis als vulsel, klucht, zotter vertoning

    federatie bond van samenwerkende lichamen, verenigingen

    feeriek toverachtig mooi

    fenomenaal buitengewoon, verbazingwekkend

    feodaal tot het leenstelsel behorend, beheerst door de adel

    fertiliteit vruchtbaarheid

    fervent vurig, geestdriftig

    fetisjisme fetisjdienst, seksuele aanleg waarbij lustgevoelens worden opgewekt door

    de voorliefde voor een bep. voorwerp

    fiasco grote mislukkingfiducie vertrouwen

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    10/24

    figurant iemand die op een toneel/film zwijgende rol vervult, onbeduidend iemand

    figuratief voorstellend/afbeeldend door middel van middelen

    figureren een plaats innemen, op een lijst/voordracht voorkomen, als figurant

    filantropisch menslievend, liefdadig

    fileren van bot/graat ontdoen, draadjes laten draaien, spinnen voor moulineren, beschilderen met cirkels

    of ovalenfine fleur de bloem, het beste, het puikje

    finesse fijnheid

    fingerspitzengefhl fijn gevoel, fijngevoeligheid (menselijke verhoudingen)

    fixeren vasthechten, bepalen, strak aankijken, onuitwisbaar, plotseling doden om

    wijziging te beletten, richten op/binden aan

    flagrant overduidelijk, onloochenbaar

    flamboyant vlammend, met vlamvormige tekeningen

    flaneren zorgeloos wandelen om te kijken en gezien te worden

    flankeren van terzijde dekken/bezetten/bestrijken, aan een zijde aanvullen met

    flatteus vleiend, flatterend

    flegmatiek onaandoenlijk, traag-kalm, onverstoorbaarfloreren het goed doen, bloeien

    fluctueren op- en neergaan, schommelen

    fluks met spoed, snel, aanstonds, dadelijk

    fnuikend een eind makend aan, beknottend

    formaliseren formeel maken

    fractioneel slechts in een breukgetal uit te drukken

    fragiel breekbaar, broos, zwak

    fragmentarisch stuks-, broksgewijze, uit fragmenten bestaande

    franchise openhartigheid, vrijheid van invoerrechten, niet-verplichting tot vergoeding

    beneden zeker percentage schade, deel vh inkomen waarover geen pensioen-

    of verzekeringspremie wordt betaald, franchising

    frappant treffend, opvallend, sprekend

    frase volzin, standaarduitdrukking, melodisch figuur in 1 adem gezongen

    frauduleus bedrieglijk, met fraude gepaard gaande

    frequenteren druk bezoeken

    frbelen vrijblijvend knutselen, prutsen

    fulmineren heftig uitvaren, tieren

    funest bijzonder schadelijkfungeren de taak waarnemen van, het ambt bekleden van, optreden als

    futiliteit onbeduidende kleinigheid, bagatel

    fysionomie gelaatsuitdrukking, gelaatstrekken, uiterlijk voorkomen

    gastronomie fijne kookkunst, fijnproeverij

    geaccidenteerd met hoogteverschillen, golvend, heuvelachtig

    geborneerd kleingeestig, kortzichtig, bekrompen

    gebrouilleerd in onmin levend

    gecorrumpeerd onbetrouwbaar/slecht geworden/gemaakt, bedorven

    gedecideerd beslist, vastberaden

    gedegenereerd goede eigenschap verloren zijn, ontaard

    gedetacheerd tijdelijk ergens anders naartoe gestuurd om er te werken

    gedisponeerd in een bep stemming, een geschikte aanleg hebbend

    gedistingeerd zich onderscheidend door fijne vormen, beschaafdgedoodverfd door iedereen genoemd, voorspeld als, verwacht

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    11/24

    gensceneerd in scne gezet, als schijnvertoning opgevoerd

    gefingeerd verzonnen

    gekrakeel gekijf, gekibbel

    gelouterd gezuiverd, gereinigd, van gebreken/smetten ontdaan, veredeld

    gnant schaamtegevoelens oproepend, beschamend, pijnlijk

    generiek betreffende of eigen aan het geslacht of de soortgenocide het uitmoorden ve volk/ras, volkerenmoord

    gepikeerd op zijn tenen getrapt, geraakt, gekrenkt

    geprivilegieerd bevoorrecht

    gerant verantwoordelijk beheerder ve zaak, zaakleider

    gerepatrieerd in/naar het vaderland teruggekeerd

    geste gebaar

    gesticuleren gebaren maken

    geteisem schorem, tuig

    getourmenteerd gekweld, geplaagd, verontrust

    gevoeglijk zonder dat het ongepast is

    gewraakt bezwaar gemaakt tegen de deelname ve rechter aan de berechting ve bepzaak, omdat om bep redenen de rechterlijke onpartijdigheid schade zou

    kunnen lijden

    gezapig al te gemoedelijk

    gispen laken, afkeuren, berispen

    globaal ruw geschat, in grote lijnen, ongeveer, wereldwijd, mondiaal

    globetrotter wereldreiziger

    gotspe brutaliteit

    gracieus sierlijk, bevallig

    gradueel de graad betreffend, opklimmend, trapsgewijs

    grafologie de kunst om uit iemands schrift zijn karakter te bepalen, handschriftkunde

    grandeur grootheid, grootsheid, luister, aanzien

    gratificatie toelage boven het vastgestelde loon

    gravure afdruk ve gegraveerde koperen/stalen/houten plaat

    gremium gezelschap of groep van deskundigen/beleids-/discussiegroepje,

    toonaangevende groep op een bep gebied

    gribus onooglijke/armoedige buurt, achterbuurt, oud/bouwvallig huis

    griffier secretaris van sommige colleges, chef vd griffie

    gros twaalf dozijn, de meerderheid

    grotesk grillig van vorm, zonderling, lachwekkend zonderling, potsierlijk

    gunning toewijzing ve levering of werk

    habitu vast bezoeker (mn caf), stamgast

    habitus gedaante, houding, gedrag

    hallucinatie het waarnemen van in werkelijkheid niet voorkomende verschijnselen,

    zinsbegoocheling

    halsstarrig hardnekkig, koppig

    hedonistisch betrekking op hedonisme (leer dat genot het hoogste goed is)

    heikel lastig, netelig, hachelijk

    hereditair erfelijk

    herijking opnieuw geijkt worden

    herosch heldhaftig, dapper

    hielenlikker iemand die op een kruiperige manier vleithirarchie priesterheerschappij, rangorde in priesterambt

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    12/24

    hilariteit vrolijkheid, gelach

    hommage hulde, eerbewijs

    homogeen van hetzelfde geslacht, gelijksoortig

    humaan menselijk, menslievend, de mens betreffend

    humbug bluf, boerenbedrog, schijnvertoon

    hyperbool retorisch figuur vd overdrijving, een vd kegelsnedenhypocriet huichelaar, schijnheilige, huichelachtig, schijnheilig

    hypothese stelling die men als waarheid aanneemt, onderstelling

    hypothetisch op veronderstelling berustend, onzeker

    icoon geschilderde afbeelding van Christus, teken dat uiterlijk gelijkenis vertoont met datgene waarvoor

    het staat, pictogram, persoon die als het ware het gezicht is vd tijd waarin hij

    leeft

    idioom het taaleigen, dialect, tongval, eigen karakter

    idolaat bezeten op een dweperige manier

    idylle land/veld/herdersdicht, romantisch/liefelijk tafereel

    ignorant onwetendillumineren feestelijk verlichten, opwerken met doorschijnende kleuren

    illusie droombeeld, hersenschim, begoocheling

    illuster beroemd, doorluchtig

    imaginair denkbeeldig

    immanent inwonend, innerlijk, bijblijvend

    immoreel onzedelijk, strijdig met de goede zeden

    immuniteit ontheffing/vrijstelling van belasting, onaantastbaarheid, onvatbaarheid voor

    een ziekte

    impasse moeilijke positie, netelige toestand waaruit men zich niet redden kan

    imperatief bevelend, gebod, eis

    imperialistisch strevend naar de oppermacht

    impertinent onbeschaamd, brutaal

    implementeren invoeren, in toepassing brengen, uitvoeren

    implicatie verwikkeling in een zaak, hetgeen iets met zich meebrengt

    importantie belang

    impresario ondernemer van toneeluitvoering/concerten etc

    impulsief aandrijvend, aan een impuls vh ogenblik gehoor gevend

    in casu in dit geval

    in dubio in twijfel

    in extenso in zijn geheel, volledig

    inauguratie inwijding, plechtige bevestiging in enige waardigheidinboeten iets in plaats van iets anders zetten, verliezen

    incarnatie vleeswording, het mens worden

    incognito onder vreemde/aangenomen naam, verbergen van naam/stand

    incubatie het uitbroeden

    index register, inhoudsopgave, indexcijfer

    indicatie aanwijzing, verdenkingsgrond, vaststelling vd zorg die iemand nodig heeft

    indifferentie onverschillig, ongevoelig, lauwgelovig, onschadelijk, werkeloos

    indiscretie onbescheidenheid, onkiesheid, loslippigheid

    indolentie lusteloosheid, geestelijke traagheid

    inductie opwekking ve elektronisch of magnetisch veld in een naburig lichaam door

    een ander er niet mee in contact staand lichaam, afleiding vh algemene uithet bijzonder, het opwekken ve verschijnsel

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    13/24

    infaam eerloos, schandelijk

    infantiel behorend tot of voortkomend uit het kinderlijke stadium, kinderachtig

    inferieur ondergeschikt/lager in rang, van mindere kwaliteit, ondergeschikte

    infiltratie doorsijpeling, het onbewust overnemen van vreemd recht, het doordringen

    van kleine militaire eenheden in de vijandelijke linies, binnendringen in

    bepaalde kringen voor het verkrijgen van gegevensinherent onafscheidelijk verbonden met

    initiatie inwijding

    infrastructuur alle duurzame voorzieningen ve land, geheel auto/spoor/waterwegen

    insinuatie bedekte beschuldiging, beledigende toespeling, verdachtmaking,

    gerechtelijke aanzegging, betekening

    insisteren aandringen

    instigatie aansporing

    insubordinatie verzet tegen de krijgstucht of zijn meerdere, dienstweigering

    integer onkreukbaar, oprecht en fatsoenlijk

    integreren integraalrekenen, tot een eenheid maken, tot een eenheid worden

    intensiteit innerlijke kracht, mate van kracht, hevigheid van sterkteintermediair tussenkomst, bemiddeling, bemiddelaar, bemiddeling verlenend

    intermezzo tussenspel, gebeurtenis die een onderbreking vormt

    interpellatie vraag van een vd leden aan het bestuur om inlichtingen

    interruptie onderbreking, het in de rede vallen, onderbrekende opmerking

    interventie tussenkomst,

    intimideren bang maken en aldus proberen iets gedaan te krijgen

    intramuraal binnen de muren

    intrige slinks plan, kuiperij, verwikkeling in een roman

    intrigeren op slinkse wijze te werk gaan, nieuwsgierig maken

    intrinsiek innerlijk, tot het wezen van iets behorend

    introvert naar binnen gericht, op het innerlijk leven gericht, in zichzelf gekeerd

    irreversibel onomkeerbaar

    iteratief herhalend, werkwoord van herhaling

    jegens ten aanzien van, ten opzicht van, tegenover

    jeremiren jammeren, klagen

    jobstijding ongelukstijding

    joviaal gul en hartelijk

    jurisdictie rechtspraak, rechtsgebied, bevoegdheid ve rechtbank

    jurisprudentie rechtsgeleerdheid, rechtspraak, rechtsopvatting

    kadaverdiscipline gehoorzaamheid als ve willoos instrument

    kakafonie wanklank

    kaliber middellijn vd cilindrische ruimte van vuurwapens of van kogels,

    grootte/zwaarte, naam van gereedschappen

    kapittelen streng berispen, de les lezen

    kardinaal hoge rk kerkelijke waardigheidsbekleder, voornaamste

    kazemat onderaards bomvrij gewelf, bunker

    kentering het kenteren, verandering, wisseling van eb en vloed

    kinnesinne afgunst, na-ijver

    kolderiek vol onzin, lachwekkend, dwaas

    konterfeitsel afbeelding, portret

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    14/24

    kosmopoliet iemand die de hele wereld als zijn vaderland beschouwt en geen nationale

    vooroordelen heeft, wereldburger

    krachtens uit kracht van

    kuub kubieke meter

    kwinkslag geestig gezegde, aardige zet

    kwintessens het fijnste/beste van een zaak, de kern

    labyrint doolhof, verwarde/ingewikkelde zaak, deel van het gehoororgaan

    lacune gaping, weglating

    laken (ww.) effen wollen weefsel, grote lap linnen/katoen

    lamenteren weeklagen

    lanceren werpen, slingeren, afschieten, in stelling/in een gunstige positie brengen

    lankmoedig geduldig

    larderen met reepjes spek doorsteken of opvullen, spekken

    larmoyant huilerig, vol gehuil, aandoenlijk

    latent onzichtbaar

    laureaat gelauwerd, bekroond kunstenaar/geleerdelector lezer, docent van lagere rang dan een hoogleraar aan een universiteit, iemand die voor een

    uitgeverij manuscripten beoordeelt

    legaat testamentaire beschikking vd erflater over een bep bezitting, datgene wat krachtens zon

    beschikking verkregen wordt, pauselijk gezant

    legendarisch tot de legende behorend, volgens een legende

    legio ontelbaar

    legitiem wettelijk, wettig, echt, rechtmatig

    lemma eerste woord ve artikel in een woordenboek/ingang/titel-/trefwoord

    lethargie diepe slaap, doffe onverschilligheid

    lexicon woordenboek, alfabetisch geordend overzicht van termen in een vakgebied,

    woordenschat

    libertijns ve libertijn (vrijdenker, losbol), losbandig, zedeloos

    licentiepatent, verlof, vergunning, studieperiode van 2 jaar tot het behalen vd academische graag ve

    licentiaat

    liederlijk zedeloos, losbandig, vreselijk, erg

    lijdzaamheid berusting, geduld

    lijvig nogal dik, omvangrijk

    lingustisch taalkundig

    liquidatie vereffening, afwikkeling van zaken, verkopen van aanwezige goederen, het

    uit de weg ruimen van iemand

    liquiditeit vermogen of vatbaarheid voor directe betaling van vorderingenlitanie wisselgebed, reeks aanroepingen met antwoorden, een lange reeks

    liturgiehet geheel van gebeden, symbolen etc, verzameling van of boek met liederen gebeden, etc van een

    eredienst

    lobbyen vertrouwelijk spreken ter benvloeding van/ter beoordeling beslissing

    logenstraffen onwaarheid van iets aantonen

    logies nachtverblijf, logiesprijs

    logistiek leer vd logische gevolgtrekking, beheersing van alle goederenstromen,

    behorend bij de logistiek

    longitudinaal met betrekking tot de lengte, in de richting vd lengte, overlangs

    loos schalks, schijnbaar, alleen voor de vorm, in reserve, waarloos,

    loyaliteit getrouwheid aan vorst, wet en plicht, eerlijkheid, rechtschapenheidlucide helder, klaar

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    15/24

    lucratief winstgevend, voordelig

    luguber huiveringwekkend

    lumineus lichtend, schitterend

    luttel klein, weinig, gering

    luwte windvrije plaats

    macaber

    machinatie

    maidenspeech

    malafide

    malaise

    malversatie

    manco

    mandaat

    mantra

    markant

    marchanderenmare

    marginaal

    masochistisch

    mastodont

    matineus

    mausoleum

    mecenas

    medivist

    meesmuilen

    megalomaan

    melancholie

    memorabel

    menage

    menagerie

    metafoor

    metafysisch

    metrisch

    metropool

    mimiek

    minaret

    mineurminkukel

    minutieus

    miraculeus

    mirakel

    misantroop

    misre

    mismoedig

    missive

    modaal

    modificeren

    modus operandimodus vivendi

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    16/24

    molest

    moloch

    monarchistisch

    mondain

    mondialisering

    monomaanmonotoon

    moraalridder

    moraliteit

    moratorium

    morbide

    moreel

    mores

    mortaliteit

    motto

    muilpeer

    multidisciplinairmultipliceren

    mutatie

    mutatis mutandis

    mystiek

    mystificatie

    narcist

    nasaal

    naturist

    navenant

    navrant

    necrologie

    neologisme

    nepotisme

    nihilist

    nipt

    nivellering

    nomenclatuur

    nominaal

    normalisatie

    notoirnuance

    numeriek

    nurks

    objectief

    obligaat

    obscuur

    obsessie

    obstinaat

    obstructie

    occultoccupatie

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    17/24

    octrooi

    oecumene

    oekaze

    oligarchie

    omineus

    omissieonbaatzuchtig

    onbesuisd

    onbezoldigd

    ongegeneerd

    onoorbaar

    onparlementair

    ontstentenis

    ontvankelijk

    onverlaat

    onversaagd

    ooftoogmerk

    opportuun

    oprisping

    opteren

    oratie

    ordonnans

    oreren

    orgie

    ornament

    ostentatief

    outilleren

    over de kling jagen

    panacee

    pandemonium

    pantoffelheld

    paradigma

    paradoxaal

    paralyseren

    parameter

    pariaparket

    parodie

    participatie

    partieel

    parvenu

    pastoraal

    pathetisch

    pathologisch

    pathos

    patjepeer

    patriarchaalpauper

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    18/24

    pedant

    pelgrim

    pendant

    penetreren

    penibel

    penitentieperiferie

    persiflage

    persisteren

    persona non grata

    pertinent

    pervers

    petitie

    pice de rsistance

    piteit

    pittoresk

    placeboplagiaat

    platitude

    plausibel

    plenair

    plot

    polariseren

    polemiek

    polythesme

    polyvalent

    pompeus

    poneren

    pontificaal

    portee

    portefeuillekwestie

    pose

    positioneren

    postulaat

    postuum

    postuur

    potentaat

    potentieelpotsierlijk

    pragmatisch

    prangend

    precair

    precedent

    precieus

    predestinatie

    predikaat

    prefect

    prefereren

    pregnantpreluderen

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    19/24

    prematuur

    premisse

    presidium

    pressie

    prestigieus

    pretentieusprevaleren

    preventief

    primaat

    primus inter pares

    probaat

    proclamatie

    profaan

    progressief

    proleet

    proliferatie

    prolongerenprominent

    promiscue

    pront

    proportioneel

    propositie

    protg

    protocol

    protserig

    provocatie

    provisorisch

    prozasch

    prudent

    psychogeriatrisch

    puriteins

    pyrrusoverwinning

    qualitate qua

    quarantaine

    querulant

    qui-vive

    quorum

    rabiaat

    rancune

    ratificeren

    ravissant

    ravitaillering

    reactionair

    reanimeren

    rebels

    recalcitrant

    receptiefrecette

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    20/24

    recidive

    reciprociteit

    reciteren

    reclassering

    recommanderen

    rectificerenredigeren

    reduceren

    redundant

    referaat

    referendum

    refereren

    reflecteren

    reformatie

    regentesk

    regressie

    regulierrehabiliteren

    rekel

    rekest

    relateren

    relatief

    relevantie

    relict

    reliek

    remedie

    reminiscentie

    remplaant

    repercussie

    repliceren

    represaille

    representatie

    reprimande

    reputatie

    requiem

    requisitoir

    resencent

    residerenresidu

    resoluut

    resonantie

    respectievelijk

    respijt

    ressentiment

    ressorteren

    restitueren

    restrictie

    retireren

    retoriekretorisch

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    21/24

    retraite

    retrospectief

    revelatie

    revenuen

    revisie

    revitaliserenriant

    rigide

    rigoureus

    riposteren

    risee

    routineus

    royalty

    royeren

    rudimentair

    sacraalsaillant

    salonfhig

    salonsocialist

    sanctioneren

    saneren

    sauveren

    savoir vivre

    scabreus

    scepsis

    schermutseling

    schimpscheut

    schoffering

    schotschrift

    schouwen

    schrobbering

    schroom

    scribent

    scrupuleus

    secularisatie

    sedert

    segmentsegregatie

    sektarisme

    semester

    senang

    seniel

    sensitiviteit

    sensueel

    sereen

    serieel

    significant

    simulerensinecure

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    22/24

    sinister

    sisyfusarbeid

    slabakken

    smalen

    snedig

    snevensnoodaard

    sodomie

    soelaas

    soevereiniteit

    soigneren

    sommeren

    sonoor

    souffleren

    souteneur

    specifiek

    specimenspectrum

    speculatief

    spijtoptant

    sponde

    sporadisch

    stagneren

    stampij

    stante pede

    stationair

    statuut

    stereotype

    stigmatiseren

    stipendium

    stipuleren

    stocijns

    stokebrand

    stringent

    stroken met(ww.)stroman

    struweel

    sub rosasubiet

    subliem

    sublimeren

    subordinatie

    subsidiair

    substraat

    subtiel

    subversief

    successierechten

    successievelijk

    sujetsummier

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    23/24

    summum

    superieur

    superlatief

    supplement

    suprematie

    surplussurrogaat

    sursance

    suspect

    suspenderen

    syllabe

    synergie

    synopsis

    tantaluskwelling

    technocraat

    temporiserentendentieus

    terminaal

    terra incognita

    theocratie

    timide

    tortuur

    totalitair

    trac

    traceren

    traineren

    transcendent

    transformatie

    transitie

    transparant

    trawant

    trias politica

    tribunaal

    trits

    triviaal

    trouvaille

    understatement

    uniform (bijv.nw.)

    urbanisatie

    urgentie

    usance

    utopie

    vacant

    vademecum

    vadsig

    validevaluta

  • 8/3/2019 Woordenlijst Nederlands

    24/24

    veinzen

    venerisch

    verbalisme

    verifiren

    verkwanselen

    vermaardvermeend

    vermetel

    veterinair

    veto

    vigerend

    vilein

    virulent

    visionair

    visitatie

    vitaal

    vivisectievolontair

    volumineus

    voluptueus

    voteren

    vousvoyeren

    vulgair

    vulgariseren

    winkeldochter

    witteboordencriminaliteit

    wraking

    wuft

    wulps

    wrevel

    xenofobie

    zenit

    zeperd

    zieltogend

    zwaktebodzwanenzang