Welkom, Ondernemerschap, Panteia - …ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a200318.pdf7 2000 en is een...

62
Maatschappelijk verantwoord ondernemen in het midden- en kleinbedrijf dr. R. Hoevenagel Zoetermeer, mei 2004

Transcript of Welkom, Ondernemerschap, Panteia - …ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/a200318.pdf7 2000 en is een...

Maatschappelijk verantwoord

ondernemen in het midden- en

kleinbedrijf

dr. R. Hoevenagel

Zoetermeer, mei 2004

2

ISBN: 90-371-0921-7

Bestelnummer: A200318 Prijs: € 40,- Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt ge-

financierd door het Ministerie van Economische Zaken.

Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: www.eim.nl/mkb-en-ondernemerschap.

De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt

vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM. EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.

The responsibility for the contents of this report lies with EIM. Quoting of numbers and/or text as an explanation or support in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM. EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.

3

Inhoudsopgave

1 Inleiding 5 1.1 Een e l i ted i scuss ie voor g rote bedr i j ven? 5 1.2 Een kort overz i cht 6 1.3 Maatschappel i jke ve rs lag legging 8 1.4 De k leren van de ke ize r? 9 1.5 Onderzoeksaanpak 10 1.6 Leeswi j zer 10

2 Maatschappeli jk verantwoord ondernemen 11 2.1 Een ongelukk ige formule r ing 11 2.2 Van a l le t i jden, dus geen hype 11 2.3 Def in i t ie 12 2.4 Vier essent ië le aspecten 13 2.5 Een p i ramide of spee lve ld? 14

3 Het midden- en kleinbedri jf 17 3.1 Def in i t ie van het midden- en k le inbedr i j f 17 3.2 De scheefhe id van he t pa r t icu l ie re bedr i j f s leven 17 3.3 De p laats in de p roduct ieketen 19 3.4 Vier essent ië le aspecten 20 3.5 De ro l van de bedr i j f somgeving 21 3.6 Conclus ie 23

4 Een conceptuele confrontatie 25 4.1 Vele keuzes z i jn mogel i jk 25 4.2 Tegengeste lde essent ië le aspecten 26 4.3 Omdat het moet 27 4.4 Omdat het hoort 28 4.5 Omdat het loont 29 4.6 Conclus ie 29

5 Wat zeggen ondernemers? 31 5.1 In le id ing 31 5.2 EZ Ondernemerschapsmoni tor : e ind 2000 31 5.3 Kenniscent rum en info rmat iecentrum: zomer 2001 33 5.4 MKB-Be le idspane l : na jaar 2001 36 5.5 MKB-Be le idspane l : e ind 2002 39 5.6 EZ Ondernemerschapsmoni tor : beg in 2003 42 5.7 Wat v inden ondernemers? 43

6 Wat zeggen deskundigen? 45 6.1 In le id ing 45 6.2 Essent ie van maatschappel i jk verantwoord ondernemen 45 6.3 Maatschappel i jk verantwoord ondernemen en het MKB 46 6.4 Het bewerkste l l igen van een succesvo l le int roduct ie 47

4

6.5 Vers lag legging en de ro l van de consument 48 6.6 Resumé 49

7 Conclusies 51 7.1 In le id ing 51 7.2 De stand van zaken 51 7.3 Voorde len en kansen 52 7.4 Welke bedr i j ven z i jn gevoe l ig? 53

Literatuur 55

Bij lagen

I Gehanteerde v ragenl i j s t met deskundigen 57 I I Deelnemende organisa t ies 59

5

1 Inleiding

1.1 Een elitediscussie voor grote bedrijven?

Op de vraag 'Is maatschappelijk verantwoord ondernemen alleen iets voor grote bedrij-ven, of kunnen kleine bedrijven er ook iets mee?' antwoordde één van de geïnterview-

de deskundigen: 'maatschappelijk verantwoord ondernemen is een elitediscussie voor de grote spelers in het bedrijfsleven.' Het is grappig dat met dit antwoord - uiteraard onbedoeld - de centrale vraagstelling van dit rapport: wat kan het midden- en kleinbe-drijf met maatschappelijk verantwoord ondernemen? kort en krachtig lijkt te worden beantwoord: weinig.

Moeten we hier dan maar de analyse stoppen? Is maatschappelijk verantwoord onder-nemen inderdaad voor een bedrijf pas interessant wanneer er van buitenaf substantiële druk op wordt gelegd en hierdoor de reputatie - leidend tot omzetverlies - van het be-

drijf op het spel staat? (Van Tulder en Van der Zwart, 2003). Of biedt maatschappelijk verantwoord ondernemen elk bedrijf - klein en groot - kansen die ze zelf kunnen op-pakken? Anders geformuleerd: gaat het bij maatschappelijk verantwoord ondernemen

in essentie om een defensieve houding of om een actieve houding van de ondernemer? Wanneer de defensieve houding de boventoon voert, zal het midden- en kleinbedrijf

weinig aan kunnen met het fenomeen maatschappelijk verantwoord ondernemen, sim-pelweg omdat dit soort bedrijven over het algemeen geen grote maatschappelijke druk van buitenaf ervaren. Echter wanneer maatschappelijk verantwoord ondernemen een

bedrijf nieuwe kansen biedt, is het zinvol om na te gaan in hoeverre kleine bedrijven hiervan kunnen profiteren.

De uitspraak over een 'elitediscussie' is niet geheel ongegrond. Zo gaat het in het debat over maatschappelijk verantwoord ondernemen vaak om aspecten die van belang zijn voor de grote bedrijven. Om drie voorbeelden te geven:

− Verslaglegging: er is al geruime tijd een discussie gaande over de vraag of een be-drijf een (goedgekeurd) maatschappelijk verantwoord verslag dient te hebben, en zo ja waar dat verslag dan uit moet bestaan.

− Export: op dit moment dient een onderneming die een aanvraag indient voor een exportfaciliteit een inspanningsverklaring te tekenen over de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. Dit betekent dat het bedrijf aangeeft om naar

vermogen deze richtlijnen toe te passen. − Test: de Consumentenbond laat in zijn testen van consumentenproducten het the-

ma maatschappelijk verantwoord ondernemen steeds vaker meewegen. Hiertoe

worden bedrijven die meedoen aan zo’n test gescreend op diverse maatschappelij-ke activiteiten: naast de goedkoopste, de meest groene ook de meest verantwoor-de koop!

Voor het midden- en kleinbedrijf zijn de hierboven genoemde voorbeelden vooralsnog niet relevant. Zo is verslaglegging voor deze bedrijven veelal niet op zijn plaats, exporte-

ren de meeste van deze ondernemingen niet of nauwelijks - men is meer lokaal en regi-onaal gericht dan nationaal en internationaal - en hebben de testen van de Consu-mentbond meestal betrekking op merkproducten van multinationale ondernemingen.

Wanneer specifiek gekeken wordt naar het midden- en kleinbedrijf in de discussie over maatschappelijk verantwoord ondernemen, dan blijken er twee aspecten te zijn waarop

6

- door de overheid - wordt ingezet: het opzetten van een kennis- en informatiecentrum op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen en het ondersteunen van

het programma Steeds Beter. Een kennis- en informatiecentrum op het gebied van maatschappelijk verantwoord on-

dernemen lijkt overbodig, immers uit de Ondernemerschapsmonitor winter 2002-2003, van het Ministerie van Economische Zaken komt naar voren dat 72% van de bedrijven in Nederland aangeeft zich bezig te houden met maatschappelijk verantwoord onder-

nemen, een stijging met 20% ten opzichte van twee jaar geleden (EZ, 2003). Aan de andere kant heeft 54% van de ondernemers die zeggen bezig te zijn met maatschappe-lijk verantwoord ondernemen behoefte aan aanvullende informatie hierover. Toch zal

het voor het bestuur van het Kenniscentrum een grote uitdaging zijn om het midden- en kleinbedrijf in groten getale gebruik te laten maken van de faciliteiten van zo’n ken-niscentrum. Uit een onderzoek van EIM naar best practices op het gebied van milieu in

het midden- en kleinbedrijf blijkt namelijk dat een persoonlijke benadering - individuele afspraken maken, telefonisch nabellen - ‘broodnodig’ is om ondernemers bij milieupro-jecten te betrekken (Beemsterboer et al., 2001).

Het programma Steeds Beter lijkt goed op de karakteristieken van het midden- en kleinbedrijf te zijn toegesneden. Het programma is gestart door de Stichting Samenle-

ving & Bedrijf (zie ook www.samen.nl) en richt zich op het stimuleren van maatschappe-lijk verantwoord ondernemen in de grotere steden. Met behulp van banken en de Ka-mers van Koophandel worden lokale bedrijvennetwerken gevormd en onderhouden.

Hierbij doet men vooral een beroep op bedrijven die al belangstelling hebben getoond voor maatschappelijk verantwoord ondernemen én die belang hebben bij bijvoorbeeld een schone buurt, betere voorzieningen of een schoner imago. Wanneer de bedrijven-

netwerken zijn gevormd, wordt vervolgens in samenwerking met de gemeente gekeken naar kansrijke lokale initiatieven.

Ondanks dit laatste initiatief blijft het midden- en kleinbedrijf een buitenbeentje in de huidige discussie rond maatschappelijk verantwoord ondernemen. Belangrijke niet-gouvernementele organisaties zoals Amnesty International en Greenpeace zijn meer ge-

focust op het reilen en zeilen van multinationale ondernemingen dan op de maatschap-pelijke activiteiten van kleine bedrijven. En zonder druk van buitenaf wordt de discussie over maatschappelijk verantwoord ondernemen een geheel andere dan die nu op con-

gressen en internet wordt gevoerd, namelijk: wat voor kansen biedt deze vorm van on-dernemen kleine en middelgrote ondernemingen? In hoeverre heeft het zin voor on-dernemers om hiermee aan de slag te gaan? Wanneer wegen de voordelen op tegen de

nadelen? De bovenstaande vragen staat centraal in dit rapport. Op analytische wijze en gesteund

door kwantitatief materiaal wordt bekeken of het midden- en kleinbedrijf iets aankan met maatschappelijk verantwoord ondernemen, en zo ja op welke wijze.

1.2 Een kort overzicht

Het debat rond maatschappelijk verantwoord ondernemen is inhoudelijk in Nederland

pas goed op gang gekomen na de affaire Brent Spar. Staatssecretaris van Economische Zaken in het tweede kabinet-Kok, Gerrit Ybema, heeft de discussie in Nederland daarna aangezwengeld en op een politiek niveau gebracht, onder andere door de Sociaal Eco-

nomische Raad (SER) om een advies te vragen over hoe de overheid met dit fenomeen dient om te gaan. Dit advies, getiteld De winst van waarden, verscheen in december

7

2000 en is een ijkpunt in de huidige discussie rond maatschappelijk verantwoord on-dernemen (SER, 2000).

De kern van het SER-advies was: probeer niet met wet- en regelgeving belangrijke on-derdelen van het proces rond maatschappelijk verantwoord ondernemen vast te leggen.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt door de SER gezien als een veelzijdig verschijnsel waarop stringente regelgeving verstikkend zou werken.

De visie van de Nederlandse overheid op maatschappelijk verantwoord ondernemen is vastgelegd in een nota van 30 maart 2001 (EZ, 2000). Deze nota is een reactie op het SER-advies en onderschrijft zijn analyse en aanbevelingen. De regering wil

maatschappelijk verantwoord ondernemen op vele manieren aanmoedigen en volgt de SER in de overtuiging dat wet- en regelgeving hiertoe niet het geëigende instrument is. Zoals de opvolger van Gerrit Ybema, staatssecretaris Joop Wijn, het in het voorwoord

van het Statusrapport 2002 over maatschappelijk verantwoord ondernemen aangeeft: 'op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen reikt de overheid de on-dernemer de hand in plaats van het opgeheven vingertje' (EZ, 2002).

Eind 2002 heeft staatssecretaris Joop Wijn een zevenpuntenplan op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen opgesteld waarin de rol van de overheid

voor de komende jaren wordt toegelicht In het plan komen veel activiteiten naar voren die onder Paars II geïnitieerd zijn, namelijk: − De overheid ziet zichzelf als facilitator en als change-agent die partijen in de maat-

schappelijke arena bij elkaar brengt en uitdaagt tot samenwerking en overleg. − De overheid gaat de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen actief

promoten.

− De overheid gaat een tweejarig universitair onderzoeksprogramma op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen financieren.

− De overheid gaat een multi-stakeholdersplatform oprichten om de opgedane kennis

op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen te borgen en te de-len.

− De overheid richt een kenniscentrum op waar met name kleine bedrijven hun vra-

gen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen kunnen stellen. − De overheid acht zichzelf verantwoordelijk voor een beter en duurzamer inkoopbe-

leid.

Momenteel blijkt dat vooral bij communicatie- en milieuadviesbureaus, accountants en de universitaire wereld het onderwerp maatschappelijk verantwoord ondernemen een

vaste plaats lijkt te hebben ingenomen. Adviesbureaus adverteren met specifieke in-strumenten waarmee bedrijven gemakkelijk kunnen nagaan in hoeverre men maat-schappelijke druk van buitenaf kan verwachten.1 Twee belangrijke websites zijn

www.duurzaamondernemen.nl (van milieuadviesbureau BECO) en www.duurzaam-ondernemen.nl (van milieuadviesbureau DHV). Daarnaast dient ook de website van het Ministerie van Economische Zaken bezocht te worden, wil men op de

hoogte blijven van de actuele stand van zaken op het gebied van maatschappelijk ver-antwoord ondernemen (www.minez.nl).

1 Het milieuadviesbureau DHV ontwikkelde in dit verband de zogeheten Sustainability ScoreCard.

8

1.3 Maatschappelijke verslaglegging

Verslaglegging is een belangrijk onderdeel van maatschappelijk verantwoord onderne-men. Wanneer multinationale ondernemingen aangeven goed om te gaan met het mili-

eu en de sociale omstandigheden in ontwikkelingslanden, willen kritische groeperingen in binnen- en buitenland daarvan concrete bewijzen zien. Transparantie en openheid zijn belangrijke randvoorwaarden in de discussie over maatschappelijk verantwoord on-

dernemen. Wat is de stand van zaken op het gebied van verslaglegging? Allereerst is door de Raad

voor de Jaarverslaggeving - op verzoek van staatssecretaris Gerrit Ybema - gekeken naar de mogelijkheden voor een verslaglegging door bedrijven over de maatschappelij-ke aspecten van hun activiteiten. In juni 2002 heeft de Raad hiertoe conceptrichtlijnen

gepubliceerd voor verslaggeving over maatschappelijk verantwoord ondernemen in het financiële jaarverslag: de ontwerp-richtlijn 400 (Raad voor de Jaarverslaggeving, 2002). Deze richtlijn is ter becommentariëring breed verspreid, waarbij ook verschillende niet-

gouvernementele organisaties zijn opgenomen. Naast de aangepaste Richtlijn 400, die een vrijwillig karakter kent, en de bijbehorende handreiking Maatschappelijke verslag-legging van de Raad voor de Jaarverslaggeving kunnen ook genoemd worden de door

het Global Reporting Initiative (GRI) gepubliceerde 2e richtlijnen voor duurzaamheids-verslaglegging (GRI, 2002). Deze richtlijnen bevatten een lijst van ruim vijftig kernindica-toren waarover door een bedrijf gerapporteerd moet worden plus een aantal indicato-

ren waarover vrijwillig gerapporteerd kan worden. Vanuit het bedrijfsleven is veel kritiek gekomen op de door het GRI gewenste mate van

detaillering. Men is veel meer gecharmeerd van de aangepaste richtlijn 400 van de Raad voor de Jaarverslaggeving omdat deze een raamwerk biedt waarbij de concrete invulling van de bedrijven zelf moet komen. Niet-gouvernementele organisaties vinden de aan-

gepaste richtlijn 400 daarentegen te vrijblijvend en (blijven) pleiten voor een verplichte vorm van maatschappelijke verslaglegging.

Wat nauw samenhangt met een maatschappelijke verslaglegging is de verificatie van zo’n verslag. Accountants zijn er echter nog niet van overtuigd dat zij in staat zijn om een maatschappelijk verslag adequaat te toetsen1. Met het milieu - via de verplichte mi-

lieujaarverslagen - en met de financiën van een bedrijf weet men wel raad, maar met indicatoren op sociaal gebied, waartoe onder meer mensenrechten en integriteit wor-den gerekend, is een accountant minder vertrouwd. Door sommige accountants wordt

dan ook gepleit voor de inzet van multidisciplinaire teams bij de verificatie van maat-schappelijke jaarverslagen: accountants geholpen door ethici, juristen, criminologen, bedrijfskundigen en gedragswetenschappers.

Op dit moment publiceren een aantal grote bedrijven naast hun financiële cijfers ook maatschappelijke en milieujaarverslagen, zich daarbij baserend op de GRI-richtlijnen.

Het aantal is nog bescheiden. Uit een onderzoek dat de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) onder 47 Nederlandse beursgenoteerde ondernemin-gen uitvoerde, bleek dat 12 ondernemingen een verslag over de duurzaamheidaspecten

hadden uitgebracht, waarvan drie een integraal duurzaamheidsverslag. De kwaliteit van de verslagen werd gering genoemd, wat volgens de onderzoekers vooral te wijten is aan het ontbreken van standaarden (VBDO, 2002).

1 Zie de discussie op www.accountingweb.nl

9

1.4 De kleren van de keizer?

Wat opvalt in het debat rond maatschappelijk verantwoord ondernemen is dat er wei-nig kritische geluiden doorheen klinken. Beleidsmakers, adviesbureaus en de universitai-

re wereld zien deze vorm van ondernemen als iets blijvends en vanzelfsprekends. Zo is het voor zowel voormalig staatssecretaris Gerrit Ybema als Joop Wijn duidelijk dat maatschappelijk verantwoord ondernemen de nieuwe vorm van ondernemen van de

21e eeuw is. En, zeggen ze daarbij, daar is voor bedrijven geen ontkomen aan (EIM, 2001; EZ, 2002).

Als er kritische geluiden zijn, hebben die enerzijds betrekking op de mogelijke verplich-tingen rond maatschappelijk verantwoord ondernemen en anderzijds op de huidige rol van bedrijven in het maatschappelijke krachtenveld. Ter illustratie komen hieronder drie

criticasters aan het woord. De Vereniging FME-CWM, bij monde van haar voorzitter Kraaijeveld, verzet zich tegen

het idee dat bedrijven min of meer een maatschappelijke verplichting hebben om het leed van de wereld te verzachten, of dat ze verplicht worden hun inspanningen op mili-eu en sociaal gebied te publiceren in een maatschappelijk verslag. Niet alleen legt dat

extra administratieve inspanningen op, het is ook een verspilling van geld en tijd omdat zo’n verslag slechts door een kleine groep wordt gelezen. Bovendien worden met dat soort verslagen vooral de kassen van de consultants en accountants gespekt, omdat ze

weer voor veel geld geverifieerd moeten worden. Daarnaast is Kraaijeveld een aanhan-ger van de econoom Milton Friedman, die vindt dat de enige maatschappelijke verant-woordelijkheid van bedrijven het maken van winst is. Immers, dan kunnen zij zorgen

voor de continuïteit van hun onderneming, voor werkgelegenheid en inkomen voor hun werknemers. Ondernemen is per definitie maatschappelijk. Als er bedrijven zijn die ver-der willen gaan, is dat volgens Kraaijeveld prima, maar verplichting daartoe is uit den

boze (Kraaijeveld, 2002). De tweede criticaster is David Henderson, voormalig chef-econoom van de OESO. Zijn

betoog is dat ondernemingen die winst maken per definitie goed bezig zijn. Als voor-beeld haalt hij Bill Gates aan, die met de producten en diensten van Microsoft de wel-vaart meer heeft bijgebracht dan met al zijn donaties en schenkingen bij elkaar. Ook

wordt wederom de econoom Milton Friedman erbij gehaald die zegt dat wanneer on-dernemingen een sociale verantwoordelijkheid hebben buiten het maximaliseren van winst, ze de omvang en inhoud van die verantwoordelijkheid niet kunnen inschatten

(NRC Handelsblad, 2003). Tot slot is er kritiek te horen van voormalig voorzitter van MKB-Nederland Hans de

Boer. Zijn kritiek richt zich met name op het certificeren van maatschappelijke jaarver-slagen. Volgens hem leidt elkaar geformaliseerd de maat nemen tot een ‘hellend vlak’ en is het bovendien onnodig. 'Ook zonder geformaliseerde maatschappelijke jaarversla-

gen kan men door de bank genomen vertrouwen hebben in het Nederlandse bedrijfsle-ven.' Binnen de regels die door overheden zijn gesteld doet een ondernemer volgens De Boer het goed als hij zorgt voor winst en continuïteit. Dat betekent namelijk dat hij

diensten levert waar de samenleving behoefte aan heeft. Voor de externe kosten die niet worden meegenomen in individuele bedrijfsbeslissingen heb je de collectieve be-sluitvorming. Zolang je binnen die collectief vastgestelde regels opereert, hoef je je als

ondernemer niet te schamen voor wat je doet. 'Natuurlijk kun je ieder mens daarnaast aanspreken voor steun bij bepaalde zaken, maar daar heb ik geen certificaat voor no-dig. Het leidt bovendien tot stigmatisering van diegene die iets toevallig niet doet, en

dat moeten we niet willen. Vandaar mijn oproep aan de ING’s van deze wereld om te

10

stoppen met te laten zien hoe goed je wel niet bezig bent. Het feit dat je er bent, dat je niet bent opgepakt, dat je belasting betaalt en niemand onnodig schade berokkent is

goed genoeg voor mij. Stop met die flauwekul. Dit worden de kleren van de keizer.' (De Boer, 2002).

1.5 Onderzoeksaanpak

‘De kleren van de keizer’ een ‘elitediscussie voor grote bedrijven’: de terminologie rond

het thema maatschappelijk verantwoord ondernemen en het midden- en kleinbedrijf is niet mals. Toch ontbreekt het tot nu toe aan een analytisch kader waarbinnen deze uit-spraken gefalsificeerd kunnen worden. Dit rapport tracht in deze leemte te voorzien.

Het basisidee achter het onderzoek is een beantwoording van de vragen: wat kan het midden- en kleinbedrijf aan met maatschappelijk verantwoord ondernemen? In hoever-re biedt het kleine bedrijven kansen, en zo ja welke? En wat zijn de voor- en nadelen

van deze vorm van ondernemen? Om deze vragen te beantwoorden wordt allereerst stilgestaan bij de twee kernbegrip-

pen van dit rapport: maatschappelijk verantwoord ondernemen en midden- en kleinbe-drijf. Wat zijn de essentiële aspecten van beide begrippen en in hoeverre zijn er aan-knopingspunten? Na deze conceptuele analyse komen de ondernemers zelf aan het

woord: wat vinden zij van maatschappelijk verantwoord ondernemen en wat doen ze er aan? Vervolgens worden de meningen van enkele deskundigen op dit gebied gepeild. Aan het eind van het rapport wordt de balans opgemaakt en wordt teruggegrepen op

de centrale vraag: wat kan het midden- en kleinbedrijf met maatschappelijk verant-woord ondernemen?

Het onderzoek is gestart met het inventariseren van rapporten, artikelen en Tweede Kamerstukken op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Naast de-ze deskresearchfase hebben interviews plaatsgevonden met verschillende deskundigen

en zijn in het MKB-Beleidspanel van EIM op twee momenten een aantal vragen gesteld over maatschappelijk verantwoord ondernemen.

1.6 Leeswijzer

In het volgende hoofdstuk wordt stilgestaan bij het begrip maatschappelijk verantwoord

ondernemen. Getracht wordt de essentiële aspecten van dit begrip er uit te lichten. In hoofdstuk 3 wordt eenzelfde procedure gevolgd voor het begrip midden- en kleinbe-drijf: wat zijn de typische eigenschappen van deze bedrijven? In hoofdstuk 4 volgt een

eerste confrontatie van beide begrippen. De hoofdstukken 5 en 6 larderen de voor-gaande analyse met kwantitatief materiaal. Eerst wordt ingegaan op de meningen van de ondernemers in het midden- en kleinbedrijf. Vervolgens komen de meningen van

deskundigen aan bod. Het rapport wordt afgesloten met een concluderend hoofdstuk waarin de kansen van maatschappelijk verantwoord ondernemen voor het midden- en kleinbedrijf worden belicht.

11

2 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

2.1 Een ongelukkige formulering

Qua naamgeving is maatschappelijk verantwoord ondernemen ongelukkig geformu-leerd. Immers, betekent het dat bedrijven die zich hier niet mee bezighouden maat-

schappelijk onverantwoord ondernemen? Dit terwijl ze zich netjes aan de heersende wetgeving houden en producten en diensten verkopen waar vraag naar is. Nee, natuur-lijk niet. In het SER-advies wordt daarom voornamelijk gesproken over maatschappelijk

ondernemen en wordt aangegeven dat het bijvoeglijke naamwoord ‘verantwoord’ staat voor verantwoording afleggen in plaats van voor netjes, goed en integer ondernemen.

Hoewel deze toelichting op zich hout snijdt omdat transparantie een belangrijk onder-deel vormt van maatschappelijk verantwoord ondernemen, blijkt toch dat er bij onder-nemers in het midden- en kleinbedrijf verwarring heerst rond dit begrip. Voorbeelden

hiervan zijn te vinden in de onderzoeken uit paragraaf 5.2 tot en met 5.5 van dit rap-port. In de verschillende telefonische enquêtes werd aan de ondernemers die aangaven aan maatschappelijk verantwoord ondernemen te doen, gevraagd om hiervan concrete

voorbeelden te geven. Veel gehoorde antwoorden waren: 'ik zit in de dienstverlening', 'ik ben kapper' of 'ik hoor de verhalen van mijn klanten aan' (zie hoofdstuk 5).

De genoemde voorbeelden laten zien dat het begrip maatschappelijk verantwoord on-dernemen ongelukkig geformuleerd is. Een andere naamgeving is daarom zeker aan te raden, al is het maar om het onderzoek naar deze vorm van ondernemen - met andere

woorden, monitoring - op een hoger niveau te kunnen brengen. De term maatschappe-lijk verantwoord ondernemen neigt naar vakjargon voor onderzoekers en beleidsmakers en dekt voor betrokkenen in het veld niet de lading.

2.2 Van alle tijden, dus geen hype

Ondanks de problemen met de term maatschappelijk verantwoord ondernemen moet erkend worden - en in het SER-advies wordt dit ook gedaan - dat deze vorm van onder-nemen in essentie niet iets nieuws is. Ook aan het begin van de vorige eeuw werd door

sommige ondernemers meer voor hun arbeiders gedaan dan door de toenmalige wet-geving werd opgelegd, zoals een goede huisvesting, (bij)scholing en het opzetten van zieken- en spaarfondsen voor de werknemers (SER, 2000). Uiteraard speelde het eigen-

belang van de ondernemers ook in die tijd een rol: men had liever gezonde en tevreden arbeiders dan stakingen. En omdat de genoemde voorbeelden nog geen betrekking hadden op het milieu werd meestal gesproken over sociaal ondernemerschap (hoewel

de betrokken ondernemers het waarschijnlijk als de normaalste zaak van de wereld be-schouwden).

In de jaren tachtig heeft het milieuelement in de discussie rond maatschappelijk ver-antwoord ondernemen zijn plaats gekregen. Het verschijnen van het zogeheten ‘Brundtland-rapport’ in 1987, en in Nederland het RIVM-rapport ‘Zorgen voor Morgen’,

vormde hiervan de schriftelijke mijlpalen. Naast de term sociaal ondernemen kwam de term duurzaam ondernemen in zwang. Overigens ook op het gebied van milieu zijn er altijd al bedrijven geweest die meer deden dan de heersende milieuwetgeving hun

voorschreef. Soms zagen ze dat gewoon als hun maatschappelijke taak (rentmeester-schap), soms zagen ze hierbij kansen (kosten-batenanalyse).

12

Toch is de huidige vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen anders dan de vroegere uitingsvormen sociaal ondernemen of duurzaam ondernemen. Dit komt door

de invloed van drie onderling samenwerkende stromingen: − een globaliserende informatieoverdracht; − een mondiger en verontruste burger;

− een terugtrekkende overheid. De huidige informatieverstrekking via internet zorgt ervoor dat alle relevante informatie

snel bij veel personen terechtkomt. Konden bedrijven vroeger nog onopgemerkt be-paalde zaken in bijvoorbeeld de Derde Wereld doen, tegenwoordig is dat niet meer het geval. Sterker nog: in het huidige tijdperk is het bijna onmogelijk voor een onderneming

om maatschappelijke misstanden verborgen te houden. De druk van buitenaf wordt gevoed door een mondiger en meer verontruste burger. En

deze burger wordt ondersteund door niet-gouvernementele organisaties die professio-neel opereren, zoals de Consumentenbond, Milieudefensie, Amnesty International, NO-VIB, Stichting Max Havelaar, Landelijke India Werkgroep, Fair Trade en de Stichting Na-

tuur en Milieu. Deze organisaties scannen min of meer continu de maatschappelijke im-pact van bedrijven in Nederland en in het buitenland.

En tot slot krijgen bedrijven in de huidige tijdsgeest - zeker in het westen - meer en meer ruimte van de overheid om van oudsher publieke zaken, zoals veiligheid, naar zich toe te trekken. Zo zoeken in het kader van het zogenoemde grotestedenbeleid de gro-

tere gemeenten in Nederland bijvoorbeeld actief samenwerking met bedrijven - die ze hun partners noemen - om gezamenlijk plaatselijke problemen op te lossen.

De combinatie van deze drie elementen zorgt ervoor dat het onderwerp maatschappe-lijk verantwoord ondernemen zeker geen hype vormt of iets is voor alleen betere eco-nomische tijden, tenminste wanneer we het hebben over de maatschappelijke druk van

buitenaf waardoor de reputaties - leidend tot omzetverlies - van bedrijven op het spel staan.

2.3 Definitie

Er zijn verschillende definities van maatschappelijk verantwoord ondernemen in omloop.

De bekendste is die van de SER in zijn advies aan staatssecretaris Gerrit Ybema. Volgens de Raad bepalen in de kern twee elementen of met recht van maatschappelijk verant-woord ondernemen kan worden gesproken (SER, 2000):

− Het bewust richten van de ondernemingsactiviteiten op waardencreatie in drie di-mensies - profit, people, planet - en daarmee op de bijdrage aan de maatschappe-lijke welvaart op langere termijn.

− Een relatie met de verschillende belanghebbenden onderhouden op basis van door-zichtigheid en dialoog, waarbij antwoord wordt gegeven op gerechtvaardigde vra-gen uit de maatschappij.

Volgens de SER omvat maatschappelijk verantwoord ondernemen mede de corebusi-ness van een bedrijf. Daarmee zet hij zich af tegen de definitie die Gerrit Ybema han-

teerde in zijn adviesaanvraag aan de SER: ‘een bedrijf neemt een zichtbare rol in de maatschappij op zich die verder gaat dan de corebusiness en dan waartoe de wet ver-plicht, en die leidt tot toegevoegde waarde voor het bedrijf en de maatschappij.’ (zie

SER, 2000). In de eerder genoemde reactie op het SER-advies past de regering overigens haar definitie aan. Volgens het 2e kabinet-Kok ligt het maatschappelijke verantwoorde

13

karakter van een bedrijf vooral besloten in de actieve en vrijwillige - maar niet vrijblij-vende - maatschappelijke rol die het op zich neemt en die verder gaat dan het in acht

nemen van wettelijke voorschriften. Volgens het adviesbureau Good Company houdt maatschappelijk verantwoord onder-

nemen in dat een bedrijf bewust en structureel inhoud geeft aan zijn maatschappelijke rol, op een wijze die verder gaat dan de wet verplicht, en die leidt tot toegevoegde waarde voor bedrijf én maatschappij (zie www.goodcompany.nl). Hoewel deze om-

schrijving nauw verwant is aan die van de SER, gaat men een stap verder door een on-derscheid te maken naar in-company investment en community investment: − Onder in-company investment worden verstaan inspanningen van ondernemers om

de bedrijfsactiviteiten en -processen ethisch, sociaal of ecologisch verantwoord in te richten, alsmede het afleggen van verantwoording en het voeren van een dialoog met belanghebbenden.

− Onder community investment vallen investeringen in de samenleving die vanuit een zekere maatschappelijke betrokkenheid worden gedaan. Het gaat daarbij om activi-teiten die niet tot de gangbare bedrijfsactiviteiten horen.

Naast deze conceptuele onderverdeling hanteert Good Company ook een piramide waarin trapsgewijs wordt aangegeven wanneer een bedrijf op maatschappelijk verant-

woorde wijze onderneemt. Hieronder is de figuur opgenomen uit het werkboek maat-schappelijk verantwoord ondernemen in de detailhandel (HBD, 2001; www.mvo.hbd.nl).

figuur 1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen als piramide

Bron: HBD (2001).

2.4 Vier essentiële aspecten

Uit de voorgaande piramide van Good Company en de eerdere definitie van de SER zijn vier essentiële aspecten af te leiden die een belangrijke rol spelen rond maatschappelijk

verantwoord ondernemen.

Verder dan door de wet verp l i cht Allereerst draait het bij maatschappelijk verantwoord ondernemen om activiteiten die

verder gaan dan door de wet verplicht worden. Dit levert een duidelijke scheiding op:

Economische verantwoordelijkheid nemen, winstgevendopereren (basis waarop alle andere activiteiten zijn gestoeld)

Wettelijke verplichtingen naleven envoldoen aan regelgeving

In-company investment

Community investment

Liefdadigheid

Maatschappelijkverantwoordondernemen

'Gewoon'ondernemen

Economische verantwoordelijkheid nemen, winstgevendopereren (basis waarop alle andere activiteiten zijn gestoeld)

Wettelijke verplichtingen naleven envoldoen aan regelgeving

In-company investment

Community investment

Liefdadigheid

Maatschappelijkverantwoordondernemen

'Gewoon'ondernemen

14

een bedrijf dat zich aan de wet houdt, doet niet aan maatschappelijk verantwoord on-dernemen. Een logisch gevolg hiervan is dat activiteiten die vallen onder de koepel

maatschappelijk verantwoord ondernemen per definitie vrijwillig zijn. Het bedrijf moet niets, maar wil iets uit zichzelf: ofwel omdat men kansen ziet, ofwel omdat men een dreigend omzetverlies wilt reduceren.

Bewuste en st ructure le act i v i te i ten Een tweede essentieel aspect rond maatschappelijk verantwoord ondernemen is dat de betreffende activiteiten bewust moeten gebeuren en structureel van aard moet zijn. Er

dient een visie achter te liggen waarom een bedrijf aan de slag gaat met maatschappe-lijk verantwoord ondernemen. Zo’n visie is essentieel omdat het hier om een andere manier van ondernemen gaat. Idealiter is deze bedrijfsvisie (door het management) op

papier gezet.

Win-winact i v i te i ten Een derde aspect is dat er tegelijk waardecreatie moet plaatsvinden op de terreinen pro-fit, planet en people. Simpel gezegd: de maatschappelijke activiteiten die door het be-drijf worden ondernomen, moeten waarde opleveren voor het bedrijf (profit) én voor de

maatschappij (people en/of planet). Immers, het gaat bij het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen om ondernemen, om continuïteit, om winst en omzet ma-ken. Wanneer er geen sprake is van een win-winsituatie, bijvoorbeeld wanneer de acti-

viteit alleen goed is voor de maatschappij maar niet voor het bedrijf, spreekt men over liefdadigheid (zie figuur 1).

Transparante act iv i te i ten Een laatste essentieel aspect rond maatschappelijk verantwoord ondernemen is de transparantie van de bedrijfsprestaties voor buitenstaanders. Wat men zegt te doen moet - indien gewenst - door externe partijen gestaafd kunnen worden. Of zoals in het

SER-advies wordt aangegeven: een belangrijk onderdeel van maatschappelijk verant-woord ondernemen is dat er een open dialoog plaatsvindt met de omgeving van het bedrijf. Juist de wijze van verantwoording afleggen en het kunnen aantonen van een

objectieve en gecontroleerde verslaglegging van de bereikte resultaten vormt momen-teel een van de belangrijkste discussies rond maatschappelijk verantwoord ondernemen.

2.5 Een piramide of speelveld?

Hoewel met de vier voorgaande essentiële aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen het kaf van het koren kan worden gescheiden, blijft het begrip onder-

zoekstechnisch problemen opleveren. Dit komt omdat alleen de randvoorwaarden van maatschappelijk verantwoord ondernemen worden aangegeven, zonder een nadere in-vulling en ordening van de verschillende maatschappelijke activiteiten.

Om het probleem beter te duiden worden in figuur 2 drie bedrijven met elkaar vergele-ken. Deze bedrijven verschillen in hun maatschappelijke activiteiten. Zo ‘scoort’ (op een

fictieve schaal) bedrijf A hoog op het gebied van de sociale aspecten (people), is bedrijf B vooral goed bezig qua winstgevendheid (profit) terwijl bedrijf C het meeste doet aan milieuaspecten (planet). De simpele vraag is: welk bedrijf onderneemt het meest op

maatschappelijk verantwoorde wijze?

15

figuur 2 Drie bedrijven vergeleken

Bron: EIM, 2003.

Een antwoord op deze vraag is niet te geven. In de huidige situatie is bedrijf A net zo maatschappelijk verantwoord bezig als de bedrijven B en C.1

Waarom is een gedetailleerd onderscheid niet te geven? Simpelweg omdat er zeer veel verschillende maatschappelijk verantwoorde activiteiten kunnen worden ontplooid. Hoewel aan de activiteiten zelf wel een aantal criteria kunnen worden opgelegd (zie de

vorige paragraaf), is dat niet mogelijk ten aanzien van het aantal activiteiten noch ten aanzien van het type activiteiten. Vandaar dat in dit rapport het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen eerder gezien wordt als een speelveld met duidelijk afgeba-

kende zijkanten dan als een piramide of ladder waarbij een ordening tussen bedrijven is aan te geven.

Analoog aan figuur 1 kan worden gesteld dat het speelveld van maatschappelijk ver-antwoord ondernemen zich bevindt tussen de stippellijnen van de piramide van Good Company. Binnen dit speelveld kan een bedrijf van alles ondernemen. Zo kan een bak-

ker bijvoorbeeld brood uit Kenia bakken en een deel van de meerprijs terugsluizen naar startende bakkerijen in Kenia. Een kledingzaak kan kleding weigeren die met behulp van kinderarbeid is gemaakt. Een supermarkt kan bewust 5% van zijn assortiment vul-

len met biologische voedingswaren. Zo zijn er talloze voorbeelden te bedenken. En al deze voorbeelden vallen binnen het speelveld van maatschappelijk verantwoord ondernemen wanneer ze vrijwillig van aard zijn, bewust en structureel zijn opgezet, er

sprake is van een win-winsituatie en wanneer de genoemde activiteiten door externen gestaafd kunnen worden.

Omdat er noch door de overheid noch door het bedrijfsleven zelf eisen worden gesteld aan het aantal en type maatschappelijk verantwoorde activiteiten dat moet worden uit-gevoerd om te kunnen spreken van een maatschappelijk verantwoorde onderneming, is

1 Hierbij wordt voor het gemak even afgezien van het feit dat alle drie de onderdelen ‘people’, ‘profit’ en ‘planet’ niet op een dimensie te meten zijn.

0

10

20

30

40

50

60

70

80

Bedrijf A Bedrijf B Bedrijf C

People Profit Planet

16

een objectief kwantitatief inzicht in de mate waarin het bedrijfsleven in Nederland aan maatschappelijk verantwoord ondernemen doet niet te geven. Niet zonder reden vindt

momenteel deze vaststelling plaats via de eigen perceptie van de ondernemers.1

1 Daarbij in acht nemend de moeilijkheden die ondernemers ondervinden met het begrip maatschap-pelijk verantwoord ondernemen.

17

3 Het midden- en kleinbedrijf

3.1 Definitie van het midden- en kleinbedrijf

Het midden- en kleinbedrijf (MKB) bestaat uit een heterogene groep ondernemingen. Zo omvat het kappers, voetverzorgingsbedrijven, ambulante handelaren, detaillisten,

banken, verzekeraars, accountantsbureaus, hotels, restaurants, cafés, aannemers, bouwbedrijven, installateurs, schilders, reclamebureaus, rijscholen, groothandelaren, vervoersbedrijven, taxicentrales, zinkgieterijen, drukkerijen, garages en noem maar op.

Het enige formele bindmiddel tussen de bovengenoemde bedrijven is het feit dat het bij het MKB gaat om kleine bedrijven en middenbedrijven, en niet om grote bedrijven. Waar de grens tussen de middenbedrijven en de grote bedrijven precies ligt is echter

onduidelijk. Zo zijn er verschillende definities in omloop. De criteria voor het Europese MKB zijn: het bedrijf heeft minder dan 250 werknemers in

dienst, heeft een jaarlijkse omzet van minder dan 40 miljoen euro (of een balanstotaal van minder dan 27 miljoen euro) en het bedrijf is voor niet meer dan 25% in het bezit van één of meer organisaties die zelf geen MKB zijn. In Nederland wordt een andere

definitie gehanteerd: een Nederlands MKB-bedrijf is een particulier bedrijf met minder dan 100 personen in dienst (Bangma en Peeters, 2003, zie ook ww.eim.net).

In Nederland is het bedrijfsleven ingedeeld in twee klassen: het niet-particuliere en het particuliere bedrijfsleven. Tot het particuliere bedrijfsleven worden ondernemingen ge-rekend met een winstoogmerk, waarbij de prijsvorming door de markt wordt bepaald

en waarbij er geen grote overheidsbemoeienis is. Dat betekent dat sectoren zoals de landbouw (waarbij de prijsvorming voor een deel tot stand komt via ingrijpen van de Europese Unie], openbaar nut, exploitatie van onroerend goed (woningbezit), de ge-

zondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (onderwijs, politie, justitie, open-baar bestuur) niet tot het particuliere bedrijfsleven worden gerekend.

Qua omvang is de Nederlandse definitie van het MKB - minder dan 100 personen in dienst - eenduidig, wat betreft de indeling van het particuliere bedrijfsleven is ze dat niet. Door economische, politieke en maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de liberali-

sering van telecommunicatie en energiedistributie, is in de laatste jaren de omvang van het particuliere bedrijfsleven toegenomen. Ook delen van de gezondheidszorg zouden tegenwoordig tot het MKB gerekend kunnen worden.

3.2 De scheefheid van het particuliere bedrijfsleven

In 2002 waren er in totaal 714.000 particuliere en niet-particuliere ondernemingen in Nederland. Ongeveer een kwart hiervan valt onder het niet-particuliere bedrijfsleven (170.000). Van het particuliere bedrijfsleven (544.000 bedrijven) valt 99% onder de de-

finitie van het MKB. Om de scheefheid wat betreft de grootte van de ondernemingen te accentueren: 7.200 van alle actieve ondernemingen in Nederland hadden in 2002 100 of meer personen in dienst. Ook het MKB is wat betreft de grootte van de onderneming

scheef verdeeld: zo bestaat 92% van het MKB uit bedrijven met minder dan 10 perso-nen in dienst (kleinbedrijf) en 8% uit bedrijven met 10 t/m 99 personen in dienst (mid-denbedrijf). Figuur 3 geeft een samenvattend overzicht van de situatie in 2002.

18

figuur 3 Het Nederlandse bedrijfsleven in 2002

Bron: EIM, 2003.

Wanneer gekeken wordt naar de verschillende sectoren waaruit het bedrijfsleven is op-gebouwd - zie tabel 1 - dan blijkt dat de zakelijke dienstverlening, de detailhandel, de

groothandel en de bouw de vier grootste sectoren in het MKB zijn. Tezamen omvatten deze sectoren tweederde van het midden- en kleinbedrijf.

tabel 1 Het midden- en kleinbedrijf in 2002

Sector Aantal ondernemingen %

Zakelijke dienstverlening 127.000 24

Detailhandel 83.000 15

Groothandel en autoreparatie 78.000 14

Bouwnijverheid 72.000 13

Industrie 47.000 9

Horeca 38.000 7

Transport en telecommunicatie 29.000 5

Overige dienstverlening 25.000 5

Verhuur 22.000 4

Financiële instellingen 15.000 3

Cultuur, sport en recreatie 3.000 1

Totaal 539.000 100

Bron: EIM, 2003.

Om de scheefheid van het particuliere bedrijfsleven verder te illustreren worden in fi-

guur 4 de bovengenoemde vier sectoren onderscheiden naar grootteklasse, tezamen met de rest van het MKB en het GB.

Actieve ondernemingen in Nederland (714.000)

Niet-particulier(170.000

Particulier (544.000)

MKB (539.000)

GB (5.000)

MB (43.000)

KB (496.000)

19

figuur 4 De scheefheid van het particuliere bedrijfsleven

Bron: EIM, 2003.

Wanneer aselect steeds 10 particuliere bedrijven in Nederland telefonisch benaderd zouden worden, zal gemiddeld in acht keer van de gevallen een ondernemer de tele-foon opnemen die ofwel zelfstandig is zonder personeel ofwel maar één persoon in

dienst heeft. En naar verwachting zal in tweederde van de gesprekken deze persoon werkzaam zijn in de bouw, detailhandel, groothandel en autoreparatie of zakelijke dienstverlening.

3.3 De plaats in de productieketen

Het midden- en kleinbedrijf is belangrijk voor de Nederlandse economie. Zo wordt on-geveer de helft van de omzet van het particuliere bedrijfsleven gegenereerd in het MKB. In termen van de werkgelegenheid is het belang van het MKB nog groter: bijna zes van

de tien banen in het particuliere bedrijfsleven zijn banen in het midden- en kleinbedrijf (Bangma en Peeters, 2003). Zoals figuur 4 laat zien, worden veel van deze banen ver-vuld door zelfstandigen zonder personeel.

Qua bedrijfsomgeving is het MKB voornamelijk lokaal georiënteerd. Zo komen de klan-ten veelal uit dezelfde regio, neemt men werknemers in dienst uit dezelfde streek en

werkt het bedrijf met toeleveranciers en installateurs uit de directe omgeving. Slechts in een minderheid van de gevallen is de oriëntatie nationaal of zelfs internationaal. Vaak gaat het dan om speciale sectoren, zoals het transport en de groothandel (zie

www.eim.net). De afzetstructuur van het MKB wijkt af van die van het grootbedrijf: het MKB is veel

meer gericht op de binnenlandse markt, terwijl het grootbedrijf een belangrijk deel van zijn omzet realiseert uit exportactiviteiten. Wanneer nader gekeken wordt naar de drie afzetmarkten waarop bedrijven in het MKB actief zijn, ontstaat het beeld in tabel 2.

Overig MKB (<2wp): 27%

Overig MKB (10-99 wp): 17%

Grootbedrijf(>99wp): 1%

Handel en reparatie (<2wp): 11%

Zakelijke diensten (<2wp): 20%

Detailhandel (<2wp): 13%

Bouwnijverheid (<2wp): 11%

20

tabel 2 Afzetstructuur van het MKB (%)

intermediaire

leveringen consumptie export

Industrie 55 12 33

Vervoer en communicatie 55 15 30

Groothandel 32 29 39

Detailhandel 2 95 3

Horeca 20 80 0

Bouwnijverheid 97 2 1

Zakelijke en overige dienstverlening 73 18 9

Autosector 58 33 9

Totaal* 54 33 13

* Gewogen met de percentages in tabel 1.

Bron: Bergers & Haverkamp Project Communicatie, 2003.

Uit deze tabel blijkt dat voor een meerderheid van het MKB de intermediaire leveringen - business to business - de belangrijkste afzetmarkt vormen, gevolgd door consumptie

en export. Wanneer een algemeen oordeel zou moeten worden gegeven over de plaats van het MKB in de productieketen, dan blijkt deze plaats vooral nationaal georiënteerd te zijn, tussen de bedrijven onderling en tussen de bedrijven en consumenten.

Wanneer gekeken wordt naar de acht sectoren in tabel 2, zijn er grofweg drie groepen te onderscheiden (zie de grijs gearceerde delen). De consumptieve markt is zeer belang-

rijk voor de detailhandel en de horeca (gemiddeld 90% voor de twee sectoren). Voor de bouwnijverheid, de zakelijke, overige en financiële dienstverlening en de autosector vormen intermediaire leveringen de hoofdmoot van de omzet (gemiddeld 78%). Export

is, relatief gezien, het belangrijkst voor de industrie, de groothandel en de vervoerssec-tor (gemiddeld 34%).

3.4 Vier essentiële aspecten

Net als in het voorgaande hoofdstuk wordt het gemiddelde MKB-bedrijf getypeerd met behulp van vier essentiële aspecten.

Kle in Voor de meeste MKB-bedrijven (82% van de bedrijven heeft minder dan 2 werkzame personen in dienst) geldt dat het de ondernemer is die zich behalve met het afhandelen

van de dagelijkse bezigheden ook bezig dient te houden met aanpalende bedrijfstaken zoals marketing, administratie, in- en verkoop, overleg met de gemeente, het bijhouden van de nieuwste ontwikkelingen, enzovoort. Dit omdat er binnen het bedrijf weinig

mogelijkheden zijn om taken te delegeren. Gegeven het tijdbeslag van de dagelijkse bezigheden, zal de MKB-ondernemer relatief weinig tijd kunnen besteden aan aanpa-lende bedrijfstaken (zie Hoevenagel en Uit Beijerse, 1999). Daarom wordt er nauwelijks

een optimale keuze gemaakt uit de verschillende informatiebronnen die er voor de on-dernemer zijn (zie Mensen et al. 2003).

21

Corebus iness staat centraa l Los van dit tijdgebrek is er ook een zekere desinteresse voor bedrijfszaken die niet direct te maken hebben met de corebusiness van het bedrijf. Men zal zich pas in dit soort za-

ken gaan verdiepen wanneer ze de corebusiness bedreigen of concrete kansen bieden. Zoals een adviseur het aangaf: 'Als een ondernemer te veel tijd moet besteden aan za-ken die niet tot zijn corebusiness behoren, dan moet je als adviseur op het juiste mo-

ment met een heel goed verhaal komen, wil je hem geïnteresseerd krijgen. Het advies moet passen, betaalbaar zijn en op korte termijn geld opleveren' (Bergers & Haverkamp Project Communicatie, 2003). Bedacht dient te worden dat de meeste MKB-onderne-

mers hun bedrijf vanuit ‘het vak’ hebben opgezet, daar hebben ze veel kennis over en dat vinden ze ook het leukst om te doen.

Kortetermi jnor iën tat ie Kleinere bedrijven hebben over het algemeen minder mogelijkheden - zowel fysiek als financieel - om te experimenteren met geheel nieuwe zaken dan grote bedrijven. Men

kan niet zo maar even ‘iets’ proberen zonder dat er een achterliggende zekerheid is dat het experiment (op korte termijn) rendement oplevert. Immers, vaak is er in het bedrijf maar één productielijn aanwezig of staat het aanbod aan diensten vast. Kleine wijzigin-

gen die hierop min of meer logisch aansluiten en relatief weinig risico met zich mee-brengen worden wel snel doorgevoerd. In dit opzicht is het MKB juist door de kleine omgang en de informele werkwijze in staat om snel in te springen op nieuwe ontwikke-

lingen (zie Hoevenagel en Uit Beijerse, 2000). Echter bij nieuwe grote investeringen of veranderingen gaat een MKB-ondernemer meestal uit van een terugverdientijd van maximaal 4 jaar.

Moei l i jk te bewegen Of een MKB-ondernemer in beweging komt is situationeel bepaald en hangt sterk sa-men met de invloed van de externe prikkel op het primaire bedrijfsproces. Over het al-

gemeen komt men pas in beweging bij een verstoring van het primaire bedrijfsproces - zowel van buitenaf als van binnenuit geïnitieerd - of wanneer er concrete mogelijkhe-den zijn om het primaire bedrijfsproces substantieel te verbeteren. Het gemiddelde

MKB-bedrijf is moeilijk in beweging te krijgen en is eerder reactief dan proactief (zie Jonkers et al., 2001). Wat hiermee samenhangt is dat de gemiddelde MKB-ondernemer weinig terugkoppeling krijgt vanuit zijn bedrijfsomgeving. Corrigerend optreden van

aandeelhouders, vakbonden en een raad van commissarissen ontbreekt over het alge-meen en ook intern zijn dergelijke feedbackmechanismen vaak afwezig. Hierdoor heb-ben problemen in het MKB meestal een acuut karakter: er wordt pas ingegrepen wan-

neer de nood echt aan de man is.

3.5 De rol van de bedrijfsomgeving

In de omgeving van een gemiddeld MKB-bedrijf bevinden zich veel partijen. In principe kan die bedrijfsomgeving worden ingedeeld in drie schillen (zie figuur 5): − Tot de binnenste schil behoren partijen zoals familieleden van de eigenaar, omrin-

gende en collega-ondernemers, ondernemersverenigingen, eventueel personeel, klanten van het bedrijf, nutsbedrijven, leveranciers, installateurs en accountants. Deze partijen worden regelmatig door de ondernemer geraadpleegd en kunnen zo

invloed uitoefenen op het bedrijfsproces van de ondernemer. − De middelste schil bevat partijen die minder vaak door de MKB-ondernemer wor-

den geconsulteerd. Men kan denken aan banken en verzekeringsmaatschappijen,

22

de gemeente en provincie, politie en brandweer, inspectiediensten, brancheorgani-saties, de plaatselijke Kamer van Koophandel, aannemers en architecten.

− In de buitenste schil bevinden zich veelal adviserende partijen. die onder andere subsidies verstrekken, de Rijksoverheid via haar ministeries, universiteiten en Brus-sel.

figuur 5 Bedrijfsomgeving van een MKB-onderneming

Bron: Jonkers et. al. (2001).

De bedrijfsomgeving kan op verschillende manieren MKB-ondernemers prikkelen om op een maatschappelijk verantwoorde wijze te gaan ondernemen. Zo kunnen banken en

verzekeringsmaatschappijen een prikkelende werking uitoefenen via hun kredietverle-ning of via hun verzekeringsvoorwaarden. Ook niet-gouvernementele organisaties, zoals Amnesty International, Greenpeace of Milieudefensie, proberen - indirect via de media

en de burger - een prikkelende werking uit te oefenen. Men zal dit veelal niet op het niveau van het individuele bedrijf doen, maar eerder op het niveau van een gehele sec-tor, zoals de landbouw. Ook de gemeente, de Rijksoverheid en ‘Brussel’ kunnen via

wet- en regelgeving invloed uitoefenen op het functioneren van een MKB-bedrijf. Men kan hierbij denken aan het huidige milieubeleid, arbowetgeving en overheidsbeleid op het gebied van veiligheid en hinder. De tendens is de laatste jaren evenwel dat de over-

heid minder wet- en regelgeving probeert uit te vaardigen op het bedrijfsleven. De invloed van brancheorganisaties op het reilen en zeilen van MKB-bedrijven is minder

groot dan veel overheidsdiensten verwachten (zie Bertens et. al., 1999). Dit soort orga-nisaties zijn namelijk veel meer een gezamenlijke spreekbuis voor de aangesloten leden dan een orgaan dat probeert de werkwijze van de aangesloten leden te veranderen.

Veel brancheorganisaties zijn daarvoor ook te klein in omvang. De belangrijkste taak is erin gelegen om de wet- en regelgeving vanuit Den Haag of Brussel te toetsen, de leden voor te lichten en bij concrete problemen door te verwijzen naar deskundigen. Via hun

vakbladen of informatieloketten op internet vormen ze wel een gemakkelijk - en voor veel MKB-ondernemers betrouwbaar - informatiekanaal voor initiatieven vanuit de Rijksoverheid. Interessant in het kader van dit onderzoek is dat veel brancheorganisaties

een vakkeurmerk afgeven om hun leden te onderscheiden van niet-leden. Uiteraard oefenen klanten - dit kunnen afnemers of consumenten zijn - de meeste druk

uit op het MKB-bedrijf wanneer ze in de winkel of bij levering van het tussenproduct vragen naar bijvoorbeeld milieuvriendelijke producten. Tot op heden hebben de milieu-zaken die leefden onder de Nederlandse burgers - dierenwelzijn, afvalscheiding, ener-

familieconcurrenten,

collega’spersoneel

wijk/buurt

klantennuts-bedrijven

leveranciers

accountants

installateursondernemers-verenigingen

MKB

banken verzekeraars

gemeente

politie

brandweer

provincie

Kamers vanKoophandel

branche-organisatie

architecten

aannemers koepel-organisaties

waterschap

inspectie-diensten

arbo-diensten

ministerieVROM

ministerieEZ

Novem

RIVM

websites

EU

ministerieV&W

Syntens

senter advies-bureaus

ministerieSZW

publieks-campagnesvakbladen

ECN

kenniscentrumMVO Amnesty Greenpeace

commerciëlebureaus

universiteiten

ministeriefinancien

TNO

rijksdiensten

familieconcurrenten,

collega’spersoneel

wijk/buurt

klantennuts-bedrijven

leveranciers

accountants

installateursondernemers-verenigingen

MKB

banken verzekeraars

gemeente

politie

brandweer

provincie

Kamers vanKoophandel

branche-organisatie

architecten

aannemers koepel-organisaties

waterschap

inspectie-diensten

arbo-diensten

ministerieVROM

ministerieEZ

Novem

RIVM

websites

EU

ministerieV&W

Syntens

senter advies-bureaus

ministerieSZW

publieks-campagnesvakbladen

ECN

kenniscentrumMVO Amnesty Greenpeace

commerciëlebureaus

universiteiten

ministeriefinancien

TNO

rijksdiensten

23

giebesparing - echter nog weinig effect gehad op de aankoophandelingen van de Ne-derlandse consument. Vanuit de consument geredeneerd worden er nog weinig prikkels

gegeven aan MKB-bedrijven om meer milieuvriendelijke diensten en producten te ver-kopen.

Vanuit de afnemer geredeneerd zijn de prikkels serieuzer van aard. Een MKB-bedrijf dat tussenproducten levert aan een producent die merkartikelen verkoopt en die - om wel-ke reden dan ook - door niet-gouvernementele organisaties onder druk wordt gezet om

milieuvriendelijker te gaan produceren zal die eisen doorgeven aan zijn leveranciers. Dit sneeuwbaleffect is in de jaren negentig door de Rijksoverheid opgepakt. Zo heeft het ministerie van VROM1 bijvoorbeeld geen apart milieubeleid voor het MKB, maar pro-

beert het deze bedrijven milieuvriendelijker te krijgen door vooral de grote afnemers van deze bedrijven aan te pakken. Dit soort afnemers (Unilever, Philips, Heineken, Ahold, Shell) zijn zichtbaar voor de overheid en relatief eenvoudig aan te pakken. Uit-

gangspunt daarbij is dat de markt ervoor zorgt dat ook de kleinere onderliggende MKB-bedrijven aan de scherpere eisen van de afnemer zullen gaan voldoen om hun omzet niet mis te lopen.

3.6 Conclusie

Het MKB bestaat uit zeer veel kleine bedrijven. In deze bedrijven staat de ondernemer centraal. Hij is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in het bedrijf en rea-geert over het algemeen pas op externe prikkels wanneer het centrale bedrijfsproces

bedreigd wordt. Een ander essentieel aspect van het gemiddelde MKB-bedrijf is dat er niet veel ruimte is om risico’s te lopen.

Er zijn verschillende partijen die invloed (proberen) uit (te) oefenen op de gemiddelde MKB-ondernemer. In de binnenste en meest invloedrijke schil kunnen worden aange-troffen: de familieleden van de eigenaar, omringende en collega-ondernemers, eventu-

eel personeel, klanten van het bedrijf, nutsbedrijven, leveranciers, installateurs en ac-countants.

Partijen die momenteel een belangrijke rol spelen in de discussie rond maatschappelijk verantwoord ondernemen - Den Haag, Brussel, diverse niet-gouvernementele organisa-ties, universiteiten en adviseurs - komen niet in de binnenste schil voor, maar in de bui-

tenste schil. Wanneer men de MKB-ondernemingen in de gewenste richting wil prikke-len dienen deze organisaties andere organisaties in de binnenste schil te ‘bewerken’, zoaks de klanten van het MKB-bedrijf.

1 Een uitzondering vormt het inmiddels afgesloten programma Schoner Produceren, dat alleen toe-gankelijk was voor MKB-bedrijven

25

4 Een conceptuele confrontatie

4.1 Vele keuzes zijn mogelijk

Een ondernemer die besluit om aan maatschappelijk verantwoord ondernemen te gaan doen, kan kiezen uit een veelheid aan activiteiten. In figuur 6 is hiervan een - niet uit-

puttend - overzicht gegeven. Men kan ‘iets maatschappelijks ’ gaan doen op sociaal ge-bied, op milieugebied of op economisch gebied. En wat men van plan is om te gaan doen kan binnen het bedrijf spelen of buiten het bedrijf. Voorts kan men de voorgeno-

men activiteit met behulp van financiële middelen steunen, met behulp van menskracht of door middel van het beschikbaar stellen van het materiële bezit van het bedrijf, bij-voorbeeld vrachtauto’s.

figuur 6 Verschillende maatschappelijk verantwoorde activiteiten

Bron: EIM, 2003.

Uit figuur 6 blijkt dat de meeste voorbeelden op milieugebied zich binnen het bedrijf

afspelen: energiebesparing, afvalscheiding, algemene milieuzorg. Indirect wordt door dit soort maatregelen het algemene milieu in Nederland verbeterd. De voorbeelden op sociaal en economisch gebied (die elkaar overlappen) spelen zich veelal buiten het be-

drijf af tenzij het gaat om een sociaal personeelsbeleid. Enkele van deze voorbeelden hebben betrekking op de export- en importactiviteiten van de bedrijven. De wijze waar-op een bedrijf de voorgenomen maatschappelijke activiteit kan uitvoeren, geschiedt

grotendeels met behulp van financiële middelen en het inzetten van het personeel of de directeur. In mindere mate geschiedt de steun door het beschikbaar stellen van materi-eel.

In figuur 6 wordt in essentie een overzicht gegeven van waar de activiteiten plaatsvin-den (de eerste 5 criteria) en wat de ondernemer gaat doen om de voorgenomen activi-

teit te realiseren (de laatste 3 criteria). Of de voorgenomen activiteit binnen het speel-

op

soc

iaal

geb

ied

op

mili

euge

bied

op

eco

nom

isch

geb

ied

bi

nnen

het

bed

rijf

bu

iten

het

bed

rijf

m

.b.v

. fi

nanc

iële

mid

dele

n

m

.b.v

. in

zet

men

skra

cht

m

.b.v

. m

ater

ieel

bez

it

Sponsoren van een sportclub x x xGeld kerstpakketten naar een goed doel x x x xMedewerkers helpen bij ideële projecten x x x xMateriaal ter beschikking stellen x x x xOverschakelen op groene stroom x x xEnergiebesparing in pand stimuleren x x xAfvalscheiding in pand stimuleren x x x xKerstpakketten met Fair Trade producten x xSociaal personeelsbeleid voeren x x x xISO milieucertificaat halen x x x xOndernemers in 3e wereld steunen x x xGeen producten met kinderarbeid verkopen x x x x xMilieuvriendelijke producten verkopen x x x xGeen handel met 'foute' regimes x x xPapierverbruik verminderen x x xActief rekening met omwonenden bedrijf x x x xToeleveranciers op mvo beoordelen x x x x x

26

veld van maatschappelijk verantwoord ondernemen (zie hoofdstuk 2) valt, kan niet op basis van een omschrijving van de activiteit beoordeeld worden. Daarvoor is in ieder ge-

val informatie nodig over het win-wingehalte van die activiteit en over de structurele inbedding van de activiteit in de ondernemersstrategie van het bedrijf.

Kort door de bocht; het sponsoren van een sportclub (eerste voorbeeld in figuur 6) is uiteraard een maatschappelijke activiteit. Deze activiteit krijgt echter pas een plaats bin-nen het speelveld van maatschappelijk verantwoord ondernemen wanneer ze op struc-

turele basis geschiedt (dus ook in tijden van recessie) en wanneer naast de sportclub ook het bedrijf baat heeft bij deze maatschappelijke activiteit. Immers, anders gaat het om een geval van liefdadigheid. Baat voor een bedrijf vergt dat het bedrijf op de een of

andere wijze aan zijn klanten duidelijk maakt dat men bezig is met maatschappelijke sponsoring en dat zijn klanten dit economisch gezien waarderen.

De realiteit is dat veel bedrijven sportclubs en dergelijke sponsoren. Echter in tijden van recessie worden dit soort uitgaven als eerste verminderd of zelfs stopgezet. Voorts zijn klanten van de bedrijven vaak niet op de hoogte welke maatschappelijke zaken een be-

drijf sponsort. 'Ik loopt daar niet mee te koop, ik doe het gewoon omdat het zo hoort'. In zo’n situatie zou de sponsoringactiviteit uit het speelveld van maatschappelijk ver-antwoord ondernemen verwijderd dienen te worden omdat het dan niet meer gaat om

een vorm van ondernemen maar om een vorm van liefdadigheid.

4.2 Tegengestelde essentiële aspecten

Wanneer gekeken wordt naar de essentiële aspecten waaraan een activiteit moet vol-doen wil ze op het speelveld van maatschappelijk verantwoord ondernemen kunnen

plaatsnemen, dan gaat het om een activiteit die niet door de wet verplicht wordt, een activiteit die bewust en structureel wordt uitgevoerd (ingebed in de onderneming), een activiteit waarbij zowel bedrijf als maatschappij baat heeft en een activiteit die transpa-

rant wordt uitgevoerd. En wanneer gekeken wordt naar de essentiële aspecten van een gemiddeld MKB-bedrijf,

dan gaat het om een bedrijf waarin de ondernemer (eigenaar of directeur of oprichter) de meeste ondernemingstaken moet vervullen. Dan gaat het om een bedrijf waarin de corebusiness centraal staat. Het gaat ook om een bedrijf met weinig financiële ruimte

om te experimenteren. Tot slot is de ondernemer over het algemeen reactief: randzaken worden pas belangrijk wanneer die het centrale bedrijfsproces bedreigen.

De verschillende aspecten overziend, lijkt het erop dat de essentiële aspecten van maat-schappelijk verantwoord ondernemen en die van het gemiddelde MKB-bedrijf elkaar niet versterken. In figuur 7 is dit gevisualiseerd aan de hand van een ‘maatschappelijk

verantwoord ondernemingswiel’ waarin de bovengenoemde acht essentiële aspecten zijn verwerkt.

27

figuur 7 Het maatschappelijk verantwoord ondernemingswiel

Bron: EIM, 2003.

In figuur 7 zitten verschillende tegenstrijdigheden. Allereerst zit er een tegenstrijdigheid tussen de aspecten ‘verder dan de wet‘ en ‘reactief’: pas in beweging komen als het bedrijfsproces wordt bedreigd. Voorts zijn de baten van maatschappelijk verantwoorde

activiteiten voor een bedrijf niet altijd op korte termijn zichtbaar of zelfs te kwantifice-ren (‘win-win’). Dit gegeven staat min of meer haaks op het feit dat veel MKB-bedrijven weinig financiële ruimte hebben om grote risico’s te nemen. Als derde voorbeeld geldt

de tegenstrijdigheid tussen ‘transparantie’, iets wat altijd leidt tot meerwerk, en het ‘ge-brek aan tijd (voor randzaken)’ van de MKB-ondernemer.

Uit deze tegenstellingen kan de conclusie getrokken worden dat het maatschappelijk verantwoord ondernemingswiel - zeker wat betreft het gemiddelde MKB-bedrijf - niet vanzelf zal gaan draaien. In figuur 7 is dit gevisualiseerd door middel van vier ‘MKB-

spaken’ in het wiel. Er zijn krachten van buitenaf nodig om deze spaken weg te nemen en het wiel te laten draaien; krachten die de essentiële aspecten van een MKB-bedrijf neutraliseren.

4.3 Omdat het moet

Een sterke kracht die het maatschappelijk verantwoord ondernemingswiel - ook bij het MKB - zeker zal laten draaien, heeft te maken met wensen (eisen) vanuit de stakehol-ders van het bedrijf (de bedrijfsomgeving). Als bijvoorbeeld veel klanten bij een kleding-

zaak wegblijven omdat men vermoedt of weet dat de kleren met behulp van kinderar-beid zijn gemaakt, heeft de detaillist weinig keuze. Zijn bedrijfsproces wordt in gevaar gebracht, dus dient hij dit proces te herzien (alle andere essentiële aspecten ten spijt).

Hij zal in zo’n geval de kledinglijn moeten aanpassen om de klanten weer terug te win-nen. Overigens gaat het hierbij om een late reactie: een bekend gezegde luidt: imago komt te voet en verdwijnt te paard. Met andere woorden, klanten zullen niet zo maar

terugkomen. Een vergelijkbaar proces is het afgelopen jaar te zien geweest bij Albert Heijn waar klanten op een gegeven moment wegbleven door fraude bij het moeder-concern Ahold. Met behulp van een enorme prijzenoorlog probeert men de klanten

Win-winReactief

Bewust,Structureel

Core-business

Weinigrisico

Verder dan de wet

Tijd-gebrek

Transparant

Win-winReactief

Bewust,Structureel

Core-business

Weinigrisico

Verder dan de wet

Tijd-gebrek

Transparant

28

weer terug te halen, in de wetenschap dat ook de meeste verontwaardigde burgers zo goedkoop mogelijk hun boodschappen willen doen.

Naast de consument kunnen ook andere klanten eisen stellen omtrent het bedrijfspro-ces van een MKB-onderneming. Wanneer een onderneming relatief laag in de produc-

tieketen zit en de betreffende afnemer een groot deel van zijn omzet bepaalt, dan is de keuze gauw gemaakt en wordt het bedrijfsproces aangepast. Om Albert Heijn nogmaals als voorbeeld te nemen: dit supermarktconcern heeft in de afgelopen tien jaar zijn mili-

eueisen aan boeren en tuinders in Nederland flink aangescherpt. Voor de toeleveran-ciers was er dan ook weinig keuzemogelijkheid. Het streven van Albert Heijn om een substantieel deel van het verse voedselaanbod in de winkel biologisch te laten zijn,

heeft veel boeren en tuinders doen besluiten om op termijn om te schakelen naar de biologische teelt. Uiteraard is indirect de consument voor deze ‘biologische’ ontwikke-lingen verantwoordelijk. 1

Voorts kunnen in dit kader ook de banken, verzekeraars en lagere overheden genoemd worden. Wanneer deze instanties strenge eisen stellen aan het bedrijfsproces kan de

MKB-ondernemer veelal niets anders doen dan deze op te volgen. Banken kunnen zo’n ‘negatieve’ invloed uitoefenen via hun kredietstelling, verzekeraars via hun premies en gemeenten via de vergunningverlening. De genoemde instanties kunnen ook een ‘posi-

tieve’ invloed hebben. Zo kunnen banken de MKB-ondernemer stimuleren zich te profi-leren op maatschappelijk verantwoord gebied door de ondernemer een lagere rente in het vooruitzicht te stellen. En gemeenten kunnen bedrijven die goed met maatschappe-

lijk verantwoord ondernemen bezig zijn een eenvoudiger regelgeving aanbieden. De essentie van deze eerste vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen - om-

dat het moet - is dat zonder de genoemde krachten vanuit de bedrijfsomgeving de ge-middelde MKB-ondernemer niet met maatschappelijk verantwoord ondernemen aan de slag gaat.

4.4 Omdat het hoort

Een tweede kracht die het maatschappelijk verantwoord ondernemingswiel - ook in het MKB - zeker zal laten draaien, heeft te maken met een overtuiging van binnenuit. Een MKB-ondernemer kan aan maatschappelijk verantwoord ondernemen doen omdat

hij/zij vindt dat dat hoort. Achter deze overtuiging kan zich een reformatorische achter-grond bevinden, maar net zo goed een humane of socialistische. Omdat de ondernemer een centrale rol speelt in de onderneming zal zijn overtuiging richtinggevend zijn: zowel

voor het centrale bedrijfsproces als voor de maatschappelijk verantwoorde activiteiten die worden ontplooid.

De ondernemer die naast zijn werk 's avonds diverse maatschappelijke bestuurszaken op zich neemt, vormt een goed voorbeeld van deze stroming, maar ook de ondernemer die een deel van de gerealiseerde winst terugsluist naar degenen (in de derde wereld)

die de producten gefabriceerd hebben. En wat te denken van de ondernemer die uit overtuiging alleen maar scharrelvlees verkoopt of fair trade producten. Op zich zijn er

1 Opgemerkt dient te worden dat de eisen van de afnemers zich vooral toespitsen op de productiewij-ze van de toeleveranciers, zoals een meer milieuvriendelijke productiewijze, en niet zozeer op het feit dat de toeleveranciers een geheel andere wijze van ondernemen - maatschappelijk verantwoord - gaan voeren.

29

op dit gebied heel veel voorbeelden te geven. Ook de sponsoring van lokale clubs en het schenken aan goede doelen vallen hieronder. In essentie voert deze stroming terug

naar de ‘actieve middenstand’ uit de jaren zestig van de vorige eeuw: de ondernemer die het dorp hielp en niet alleen uit was op geldelijk gewin.

Deze vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen is stabieler van aard dan de voorgaande vorm. Pas wanneer de ondernemer in zijn bedrijf wordt opgevolgd kan er een verandering plaatsvinden. Een zwak punt van deze vorm is echter het ‘win-win’ as-

pect. Veel ondernemers vinden het namelijk een vanzelfsprekendheid dat men een on-derdeel is van de omringende maatschappij. Men is gewoon begaan met die maat-schappij. Geldelijk gewin halen uit die maatschappelijke activiteiten past veelal niet bin-

nen dit maatschappijbeeld. Men zal over het algemeen dan ook niet te koop lopen met de goede zaken die men vertoont.

4.5 Omdat het loont

Een derde kracht die het maatschappelijk verantwoord ondernemingswiel zal laten

draaien, heeft te maken met de verwachte voordelen die deze vorm van ondernemen met zich meebrengt. Wanneer het verrichten van maatschappelijk verantwoorde activi-teiten de ondernemer meer baten dan kosten zal opleveren, mag verwacht worden dat

de ondernemer die activiteiten zal gaan uitvoeren. Zo kan het voor een onderneming voordelig zijn om zich te profileren als een maatschappelijk verantwoord bedrijf. Dit kan door een beter imago meer omzet opleveren, gemakkelijker kredietverlening bij de

banken, een betere omgang met diverse overheidsinstanties, gemakkelijker toegang tot fiscale voordelen, minder verloop bij de medewerkers, een goede verstandhouding met de directe werkomgeving, enzovoorts. De potentiële baten zijn zeker aanwezig. Echter

om die baten te realiseren dient er wel het een en ander in de bedrijfsvoering te veran-deren. De mate waarin die aanpassingen (extra kosten) opwegen tegen de verwachte baten, gekoppeld aan de hardheid en snelheid van die baten, bepaalt in essentie of een

onderneming op maatschappelijk verantwoorde wijze gaat ondernemen. Een zwak punt van deze vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen vormt het

‘structurele’ aspect. Wanneer de kosten-batenverhouding in de toekomst anders uitvalt, zal deze achterliggende kracht wegvallen. Daarentegen vormt het ‘win-win’aspect een sterk punt van deze vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen. De baten

voor het bedrijf worden immers pas gerealiseerd wanneer het bedrijf aan zijn bedrijfs-omgeving laat zien hoe maatschappelijke verantwoord men bezig is.

4.6 Conclusie

Uit de voorgaande paragrafen - die een conceptuele confrontatie behelzen tussen het

gemiddelde MKB-bedrijf en maatschappelijk verantwoord ondernemen - kan de conclu-sie getrokken worden dat deze vorm van ondernemen niet spontaan door een meer-derheid van de MKB-ondernemingen zal worden omarmd. Om deze conclusie te onder-

bouwen worden in tabel 3 de drie genoemde krachten om het wiel draaiende te krijgen geconfronteerd met de acht aspecten uit figuur 7.

Uit tabel 3 komt naar voren dat bij de eerste twee krachten de essentiële aspecten van de gemiddelde MKB-onderneming ‘niet van toepassing’ zijn. Immers, wanneer men maatschappelijk verantwoord onderneemt omdat ‘het moet’ is er geen keuzemogelijk-

heid aanwezig. En wanneer men maatschappelijk verantwoord onderneemt omdat ‘het

30

hoort’ is deze vorm van ondernemen al in de onderneming geïncorporeerd. Wel zijn er bij deze twee krachten verschillen te signaleren ten aanzien van de essentiële aspecten

op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zo speelt het ‘win-win’ aspect in de tweede situatie (het hoort) geen grote rol, terwijl dit in de eerste situatie cruciaal is (het moet).

Bij de derde kracht (omdat het loont) zijn de essentiële aspecten van het gemiddelde MKB-bedrijf wel relevant. Ondernemers moeten er namelijk van overtuigd worden dat

de nieuwe vorm van ondernemen - op relatief korte termijn - meer baten oplevert dan kosten. In zo’n situatie vormen het weinig tijd hebben van de ondernemer, het risico-mijdende gedrag en de centrale rol van het bedrijfsproces belangrijke spaken in het

wiel.

tabel 3 Krachtenanalyse maatschappelijk verantwoord ondernemen

omdat het moet omdat het hoort omdat het loont

Win-win ++ -- ++

Verder dan de wet -/+ ++ +

Bewust, structureel -/+ ++ -/+

Transparant + - +

Weinig risico n.v.t. n.v.t. spaak

Tijdgebrek n.v.t. n.v.t. spaak

Reactief n.v.t. n.v.t. spaak

Corebusiness n.v.t. n.v.t. spaak

Bron: EIM, 2003.

In een situatie waarbij maatschappelijk verantwoord ondernemerschap voornamelijk ge-stimuleerd wordt en niet van bovenaf wordt opgelegd, is de meeste winst te behalen bij

de krachten ‘omdat het moet’ en ‘omdat het loont’. De categorie ondernemers die aan maatschappelijk verantwoord ondernemen doet ‘omdat het hoort’ zal op korte termijn namelijk niet schrikbarend toenemen (los van het feit dat het hierbij vaak eerder om een

vorm van liefdadigheid gaat dan om maatschappelijk verantwoord ondernemen). De potentie van de eerste kracht is momenteel nog gering. Enerzijds leggen de grotere

bedrijven hun toeleveranciers alleen concrete eisen op ten aanzien van hun productie-wijze (milieu, kinderarbeid) en niet ten aanzien van hun wijze van ondernemen, ander-zijds zijn er nog weinig verontruste consumenten die omwille van sociale en milieuas-

pecten bepaalde bedrijven in het MKB boycotten. Het effect van de derde kracht - omdat het loont - komt aan bod in het volgende

hoofdstuk, waarin MKB-ondernemers aangeven wat voor verantwoorde activiteiten men vertoont én waarom men dat doet.

31

5 Wat zeggen ondernemers?

5.1 Inleiding

Door EIM is in de afgelopen drie jaar op vijf momenten, via telefonische enquêtes, aan MKB-ondernemers gevraagd of zij zich in hun bedrijf bezighielden met maatschappelijk

verantwoord ondernemen. Bij een positief antwoord werd steeds gevraagd om een kor-te omschrijving te geven van de verrichte activiteiten. Ook kwam in de meeste enquêtes ter sprake of men de maatschappelijk verantwoorde activiteiten naar buiten bracht en

wat men als meerwaarde zag van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het eerste en het vijfde onderzoek (zie tabel 4) vonden plaats in het kader van de zoge-

naamde ondernemerschapsmonitor die EIM uitvoerde voor het Ministerie van Economi-sche Zaken. Het eerste onderzoek betrof een nulmeting waarin het ministerie inzicht wenste te krijgen in de stand van zaken op het gebied van maatschappelijk verant-

woord ondernemen in het MKB (eind 2000), het vijfde onderzoek betrof een 1-meting om de ontwikkelingen in 2001 en 2002 vast te stellen (begin 2003).

Het onderzoek voor het kennis- en informatiecentrum op het gebied van maatschappe-lijk verantwoord ondernemen vond in de zomer van 2001 plaats. Het staat min of meer los van de andere vier onderzoeken omdat de hoofdmoot van de enquête voornamelijk

een peiling betrof van de behoeften van MKB-ondernemers aan zo’n centrum. De andere twee onderzoeken zijn uitgevoerd met behulp van het MKB-Beleidspanel in

het kader van het EZ-programmaonderzoek. Op twee momenten - 2001 en 2002 - zijn aan de ongeveer 1.500 leden van dit panel enkele vragen over maatschappelijk verant-woord ondernemen voorgelegd.

In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste uitkomsten uit de vijf onderzoeken. Elk onderzoek komt daarbij apart aan bod. Bij twee van de drie buiten

het EZ-programma vallende onderzoeken bleek het mogelijk een secundaire analyse uit te voeren op de dataset, waardoor de resultaten veel beter met elkaar vergeleken kon-den worden. Ter illustratie wordt in tabel 4 een overzicht gegeven van de steekproeven

van MKB-ondernemers waaruit de onderzoeken bestonden.

tabel 4 Vijf onderzoeken over maatschappelijk verantwoord ondernemen

1-9 wp 10-49 wp 50-99 wp

EZ Ondernemerschapsmonitor: eind 2000 125 79 25

Kennis- en informatiecentrum: zomer 2001 88 74 30

MKB-Beleidspanel: najaar 2001 481 590 427

MKB-Beleidspanel: eind 2002 439 479 373

EZ Ondernemerschapsmonitor: begin 2003 in totaal 300

5.2 EZ Ondernemerschapsmonitor: eind 2000

Eind 2000 zijn ten behoeve van de Ondernemerschapsmonitor 300 ondernemers uit het particuliere bedrijfsleven ondervraagd over maatschappelijk verantwoord ondernemen

32

(EZ, 2001). Van deze 300 ondernemers behoorden er 229 tot het MKB. De vragenlijst bestond uit 19 vragen over maatschappelijk verantwoord ondernemen en 3 vragen over

de kenmerken van het bedrijf. Aan alle respondenten werd een definitie van maatschappelijk verantwoord onderne-

men voorgelezen alvorens de vraag werd gesteld of men zich bezighield met deze vorm van ondernemen. De definitie luidde als volgt: 'onder maatschappelijk verantwoord on-dernemen verstaan we dat bedrijven activiteiten verrichten die een meerwaarde hebben voor het bedrijf en de maatschappij. Het gaat dus om extra activiteiten die niet tot de kernactiviteiten van het bedrijf behoren of die wettelijk verplicht zijn, zoals bijvoorbeeld milieurichtlijnen en het voeren van een arbobeleid. Maatschappelijk verantwoord on-dernemen kan bijvoorbeeld tot uiting komen in het doen van vrijwilligerswerk, het on-dersteunen van goede doelen of het hebben van een ethische gedragscode.'1

In tabel 5 staat een overzicht van de positieve antwoorden op de vervolgvraag na deze definitie:'houdt uw bedrijf zich bezig met maatschappelijk verantwoord onderne-merschap?'. In de tabel is een onderscheid gemaakt naar de omvang van het bedrijf (3

groepen) en het bedrijfsproces (6 sectoren). Tussen haakjes in de tabel staat het aantal respondenten weergegeven waarop de percentages betrekking hebben.

tabel 5 Kenmerken van ondernemers die zeggen maatschappelijk verantwoord te

ondernemen

houdt zich bezig met maatschappelijk

verantwoord ondernemen (%)

Van alle MKB-ondernemers (n=229) 58

1-9 werkzame personen (125) 46

10-49 werkzame personen (79) 76

50-99 werkzame personen (25) 64

Landbouw (8) 63

Industrie en bouw (51) 57

Groothandel (22) 59

Detailhandel, horeca, reparatie (53) 57

Vervoer, opslag en communicatie (13) 69

Financiële en zakelijke dienstverlening (82) 58

Bron: EIM, 2003.

Uit tabel 5 valt af te lezen dat bijna zes van de tien ondervraagde MKB-ondernemers eind 2000 aangaven zich bezig te houden met maatschappelijk verantwoord onderne-

men. Bedrijven met 10 of meer werkzame personen in dienst houden zich hier vaker mee bezig dan bedrijven met minder dan 10 werkzame personen in dienst. De verschil-len tussen de zes sectoren zijn niet opzienbarend.

1 In de definitie komen twee van de vier essentiële aspecten aan bod: ‘win-win’ en ‘verder dan de wet’. Het structurele karakter en de transparantie ontbreken. Voorts dient te worden opgemerkt dat de drie voorbeelden die aan het eind van de definitie worden genoemd voor veel respondenten rich-tinggevend zijn geweest.

33

In tabel 6 worden enkele andere, saillante resultaten van de Ondernemerschapsmonitor vermeld. De percentages in deze tabel hebben betrekking op de 134 ondernemers

(58%) die aangaven zich in hun bedrijf bezig te houden met maatschappelijk verant-woord ondernemen.

tabel 6 Saillante resultaten van de EZ Ondernemerschapsmonitor 2000

van de ondernemers die zich bezighou-

den met maatschappelijk verantwoord

ondernemen (%)

Meerwaarde voor het bedrijf van maatschappelijk

verantwoord ondernemen:

- beter imago 22

- betere sfeer binnen het bedrijf 4

- aantrekkingskracht nieuwe werknemers 1

- bewustwording 6

- geen meerwaarde 25

Maakt niet naar buiten bekend dat bedrijf aan maat-

schappelijk verantwoord ondernemen doet

72

Bron: EIM, 2003.

Uit tabel 6 komt naar voren dat een kwart van de ondernemers die aangeven zich bezig

te houden met maatschappelijk verantwoord ondernemen geen meerwaarde voor het eigen bedrijf ziet van de verrichte activiteiten. Een vergelijkbaar percentage ziet als meerwaarde een beter imago van het bedrijf. Opmerkelijk is dat bijna driekwart van de

ondernemers niet bekend maakt dat men zich bezighoudt met maatschappelijk verant-woorde activiteiten. Dit lijkt erop te wijzen dat het bij MKB-ondernemers meer om een vorm van ‘stille’ liefdadigheid of betrokkenheid gaat dan om een andere vorm van on-

dernemen.

5.3 Kenniscentrum en informatiecentrum: zomer 2001

In het kader van de voorbereidingen voor een Kennis- en informatiecentrum maat-schappelijk verantwoord ondernemen zijn in de zomer van 2001 316 ondernemers on-

dervraagd. Het onderzoek vond plaats in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Triple Value Strategy Consulting (Stigter, 2001). De vragenlijst bestond uit 47 vragen die betrekking hadden op maatschappelijk verantwoord ondernemen en 4 vra-

gen over de kenmerken van het bedrijf. Het overgrote deel van de vragenlijst ging over de informatiebehoefte die bij onderne-

mers leeft op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen, over de orga-nisaties waar men informatie inwint en over de activiteiten die men van een Kennis- en informatiecentrum verwacht. Ten behoeve van dit onderzoek heeft een secundaire ana-

lyse plaatsgevonden op het meer algemene deel van de vragenlijst, voor ondernemin-gen met minder dan 100 werkzame personen in dienst (n = 192).

Aan alle respondenten werd de volgende definitie van maatschappelijk verantwoord ondernemen voorgelezen alvorens de vraag werd gesteld of men zich bezighield met deze vorm van ondernemen. Onder het begrip maatschappelijk verantwoord onderne-

34

men verstaan we activiteiten van bedrijven op milieu- en sociaal gebied die voordelen opleveren voor zowel het bedrijf als de maatschappij.1

In tabel 7 staat een overzicht van de antwoorden op de vervolgvraag na deze definitie: 'houdt uw bedrijf zich bezig met maatschappelijk verantwoord ondernemen?' Hierbij is tevens een onderscheid gemaakt naar de grootte van het bedrijf, het bedrijfsproces en of het bedrijf exporteert. Tussen haakjes staan de aantallen ondernemers weergegeven waarop de indeling betrekking heeft.

tabel 7 Kenmerken bedrijven die zeggen maatschappelijk verantwoord te onder-

nemen

houdt zich bezig met maatschappelijk

verantwoord ondernemen (%)

Van alle MKB-ondernemers (n=192) 69

1-9 werkzame personen (88) 50

10-49 werkzame personen (74) 85

50-99 werkzame personen (30) 83

Landbouw (7) 71

Industrie en bouw (57) 74

Groothandel (13) 77

Detailhandel, horeca, reparatie (33) 76

Vervoer, opslag en communicatie (7) 57

Zakelijke dienstverlening (45) 62

Overige dienstverlening (30) 60

Exporteert wel (43) 81

Exporteert niet (149) 65

Bron: EIM, 2003.

Uit tabel 7 blijkt dat bijna zeven van de tien ondervraagde MKB-ondernemers aangaven

zich bezig te houden met maatschappelijk verantwoord ondernemen. Net als in tabel 5 blijkt dat bedrijven met 10 of meer werkzame personen zich hiermee vaker bezighou-den dan bedrijven met minder dan 10 werkzame personen. Wat betreft de onderschei-

den sectoren valt op dat de sectoren vervoer, zakelijke en overige dienstverlening achter blijven. Tot slot blijkt dat bedrijven die exporteren vaker aangeven zich met maatschap-pelijk verantwoord ondernemen bezig te houden dan bedrijven die niet exporteren.

Aan de 192 ondernemers die aangaven aan maatschappelijk verantwoord ondernemen te doen is vervolgens gevraagd welke activiteiten het bedrijf ondernam. Volgens Stigter

(2001) liggen de genoemde activiteiten voornamelijk op het gebied van milieu en op het voeren van een verantwoord personeelsbeleid. Vanuit milieuoogpunt houden met name de kleinere bedrijven zich vooral bezig met afvalscheiding en de recycling van ma-

1 Deze definitie is een stuk eenvoudiger dan degene die in de EZ Ondernemerschapsmonitor aan de respondenten werd voorgelegd. Zo wordt alleen nog gesproken over het win-winaspect en komen de andere drie aspecten niet aan bod. Een verbetering is wel dat er geen voorbeelden worden gege-ven.

35

terialen. De grotere bedrijven geven vaker voorbeelden die te maken hebben met ener-giebesparing en het terugdringen van het grondstoffenverbruik. Op het gebied van per-

soneelsbeleid wordt veel aandacht geschonken aan veiligheid, variabele werktijden en het in dienst nemen van WAO'ers en allochtonen. Tevens is er de nodige aandacht voor scholing van de medewerkers. De maatschappelijke activiteiten komen tot uiting in

sponsoring van verenigingen en het doneren van gelden en middelen aan goede doe-len. Andere bedrijven houden zich bezig met vrijwilligerswerk. De grotere bedrijven zijn in hun maatschappelijke activiteiten meer gericht op het buitenland.

In tabel 8 worden enkele saillante resultaten van het vooronderzoek naar een Kennis- en informatiecentrum maatschappelijk verantwoord ondernemen vermeld. De percen-

tages in deze tabel hebben betrekking op de 132 ondernemers (69%) die aangaven zich in hun bedrijf bezig te houden met maatschappelijk verantwoord ondernemen.

tabel 8 Saillante resultaten onderzoek Kenniscentrum maatschappelijk verant-

woord ondernemen

van de ondernemers die zich bezig-

houden met maatschappelijk ver-

antwoord ondernemen (%)

Heeft nauwelijks/geen inzicht in de voordelen die maat-

schappelijk verantwoord ondernemen zijn bedrijf biedt 52

Heeft nauwelijks/geen inzicht in de eisen van klanten op

het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen 45

Heeft geen/weinig kennis over de wijze waarop het bedrijf

activiteiten op het gebied van maatschappelijk verantwoord

ondernemen kan uitvoeren 47

Heeft behoefte aan informatie over de voordelen die maat-

schappelijk verantwoord ondernemen voor bedrijf met zich

meebrengt 54

Bron: EIM, 2003.

Opmerkelijk in tabel 8 is dat een meerderheid van de ondernemers die aangeven zich bezig te houden met maatschappelijk verantwoord ondernemen weinig tot geen zicht heeft op de voordelen die deze vorm van ondernemen hun bedrijf biedt. En iets minder

dan de helft heeft weinig tot geen zicht in de eisen die klanten hebben ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Kennis over de wijze waarop het bedrijf ac-tiviteiten op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen kan uitvoeren

ontbreekt bij 47% van degenen die aangeven aan maatschappelijk verantwoord onder-nemen te doen. Tot slot is er bij een meerderheid van de ondernemers behoefte aan informatie over de voordelen van maatschappelijk verantwoord ondernemen (54%).

De resultaten in tabel 8 lijken erop te wijzen dat men aangeeft zich bezig te houden met maatschappelijk verantwoord ondernemen zonder precies te weten wat deze vorm

van ondernemen inhoudt. In hoeverre de eenvoudige definitie hier debet aan is, is moeilijk aan te geven.

36

5.4 MKB-Beleidspanel: najaar 2001

In het kader van het MKB-Beleidspanel1 zijn in oktober 2001 negen vragen meegeno-

men over maatschappelijk verantwoord ondernemen. In tegenstelling tot de twee voor-

gaande onderzoeken begon de vragenlijst met de vraag Kent u het begrip maatschap-pelijk verantwoord ondernemen. Aan degenen die hier een positief antwoord op gaven, werd vervolgens gevraagd of men het gevoel had dat het bedrijf aan maatschappelijk

verantwoord ondernemen deed. Degenen die een negatief antwoord gaven op de vraag of men het begrip kende, kregen eerst een omschrijving van maatschappelijk ver-antwoord ondernemen te horen voordat hen gevraagd werd of zij het gevoel hadden

dat het bedrijf aan maatschappelijk verantwoord ondernemen deed. De volgende om-schrijving werd voorgelezen: onder maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt verstaan dat bedrijven activiteiten verrichten die een meerwaarde hebben voor zowel het bedrijf als de maatschappij. Het gaat om extra activiteiten die niet tot de kernactivi-teiten van het bedrijf behoren of die vanuit de wet verplicht zijn.2 In figuur 8 wordt een overzicht gegeven van de gevoelens van de groep ondernemers die aangeven het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen wel te kennen en de groep ondernemers die aangeven het begrip niet te kennen.

figuur 8 Kent en doet aan maatschappelijk verantwoord ondernemen

Bron: EIM, 2003.

Figuur 8 laat een opmerkelijk beeld zien. Van de groep MKB-ondernemers die in eerste

instantie aangaven het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen te kennen, 70%, heeft 93% het gevoel dat hun bedrijf ook aan maatschappelijk verantwoord on-dernemen doet. Van de groep MKB-ondernemers die in eerste instantie aangaven het

begrip niet te kennen, 30%, heeft 49% - na het horen van de omschrijving - het gevoel dat hun bedrijf ook aan maatschappelijk verantwoord ondernemen doet (zie Hoevena-gel en Bertens, 2002).

1 Het MKB-Beleidspanel heeft tot doel periodiek de kennis, de houding en het gedrag van MKB-ondernemers ten aanzien van beleidsrelevante issues te achterhalen. Het panel bestrijkt alle sectoren uit het MKB. Vanaf 1999 wordt door EIM drie keer per jaar een representatieve groep bedrijven telefonisch ondervraagd. De on-dernemers zelf zijn de gesprekspartners. Het ondernemerspanel is onderverdeeld in acht sectoren. Voor elke sector worden drie grootteklassen onderscheiden: 0-9 wp, 10-49 wp en 50-99 wp.

2 Deze definitie is bijna identiek aan die uit de EZ Ondernemerschapsmonitor. Een groot verschil betreft het ontbreken van voorbeelden omdat die in het eerdere onderzoek sturend bleken te zijn.

Zegt het begrip maatschappelijkverantwoord ondernemen te

kennen

ja

nee

70%

30%

Heeft ook het gevoel aan maatschappelijk verantwoord

ondernemen te doen

ja

ja

93%

49%

Zegt het begrip maatschappelijkverantwoord ondernemen te

kennen

ja

nee

70%

30%

Heeft ook het gevoel aan maatschappelijk verantwoord

ondernemen te doen

ja

ja

93%

49%

37

Hoewel een betrouwbare verklaring voor dit verschil zonder aanvullende informatie van de ondernemers zelf, moeilijk te geven is, rijst het vermoeden dat het verschil in belang-

rijke mate te verklaren is door het feit dat een substantieel deel van de ondernemers in de eerste groep eigenlijk geen goed beeld heeft van wat het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen inhoudt. Het is in zo’n situatie gemakkelijk om aan te geven

dat het bedrijf aan maatschappelijk verantwoord ondernemen doet omdat anders de suggestie gewekt wordt dat het bedrijf onverantwoord bezig is. Ondernemers in de tweede groep konden aan de hand van de gegeven omschrijving een beter antwoord

geven of hun bedrijf daadwerkelijk maatschappelijk verantwoorde activiteiten ontplooi-de.

Aan de meting van het MKB-Beleidspanel over maatschappelijk verantwoord onderne-men hebben 1.498 MKB-ondernemers deelgenomen. In tabel 9 wordt een overzicht gegeven van de antwoorden op de vraag of men het gevoel had dat het bedrijf aan

maatschappelijk verantwoord ondernemen deed. In de tabel is een onderscheid ge-maakt naar de grootte van het bedrijf, het bedrijfsproces, de leeftijd van het bedrijf en of het bedrijf exporteert. Tussen haakjes staan de aantallen ondernemers weergegeven

waarop de indeling betrekking heeft.

tabel 9 Kenmerken bedrijven die zeggen maatschappelijk verantwoord te onder-

nemen

heeft het gevoel dat het bedrijf zich bezighoudt met

maatschappelijk verantwoord ondernemen (%)

Van alle MKB-ondernemers (n=1498) 80

1-9 werkzame personen (481) 71

10-49 werkzame personen (590) 83

50-99 werkzame personen (427) 87

Industrie (203) 84

Bouw (219) 80

Groothandel (99) 80

Detailhandel (150) 77

Hotel en pensions (86) 83

Restaurants en cafés (132) 86

Vervoer en aanverwante diensten (190) 81

Zakelijke dienstverlening (219) 71

Financiële dienstverlening (62) 92

Overige dienstverlening (138) 80

Bedrijf jonger dan 5 jaar (143) 71

6-10 jaar (253) 72

11-20 jaar (388) 80

21-40 jaar (331) 84

41 jaar of ouder (383) 86

Exporteert wel (107) * 87

Exporteert niet (479) 76

* De ‘exportvraag’ is aan een deel van het MKB-Beleidspanel gesteld.

Bron: EIM, 2003.

38

Opvallend in tabel 9 is het hoge percentage MKB-ondernemers dat aangeeft aan maat-schappelijk verantwoord ondernemen te doen. De uitkomsten van figuur 8 doen ver-

moeden dat de opzet van de vragenlijst hier verantwoordelijk voor is. Immers 66% van alle ondervraagde ondernemers heeft geen omschrijving gehoord van het begrip maat-schappelijk verantwoord ondernemen.

Ondanks het hogere niveau komen de eerder geconstateerde verschillen qua export en grootte van het bedrijf ook in tabel 9 naar voren. Van de onderscheiden sectoren blijft

de zakelijke dienstverlening wat achter. Tot slot blijkt dan jonge bedrijven minder vaak zeggen iets aan maatschappelijk verantwoord ondernemen te doen dan de gevestigde bedrijven.

Aan alle ondernemers die aangaven iets met maatschappelijk verantwoord ondernemen te doen, is gevraagd naar enkele concrete activiteiten. De genoemde activiteiten zijn zo

veel mogelijk ingedeeld aan de hand van figuur 6. Met andere woorden, gekeken is naar het type activiteit, of de activiteit intern of extern speelde en met behulp van wel-ke middelen de ondernemers die activiteiten mogelijk maakten. Deze open vraag is uit-

eindelijk aan 1.200 ondernemers gesteld en de gegeven antwoorden zijn ingedeeld in 13 categorieën. Figuur 9 geeft een overzicht van deze categorieën.

figuur 9 Voorbeelden van maatschappelijk verantwoorde activiteiten

Bron: EIM, 2003.

Figuur 9 biedt opmerkelijke inzichten. Allereerst blijkt dat 13% van de ondernemers geen voorbeeld wist te noemen, dat 5% aangaf zich netjes aan de regels te houden terwijl 11% beweerde dat hun bedrijf per definitie maatschappelijk verantwoord bezig

is. Een veelvoorkomend antwoord was dat men simpelweg aangaf wat het bedrijf deed: ‘ik zit in de dienstverlening’, of ‘ik heb een kapperszaak in een bejaardentehuis’.

Bij de overgebleven categorieën valt op dat 42% van de ondernemers interne voorbeel-den geeft van hun maatschappelijk verantwoorde activiteiten. Veelgenoemde antwoor-den waren: ‘ik doe aan afvalscheiding en energiebesparing’, ‘ik heb een milieuzorgplan’ en ‘ik zorg goed voor mijn personeel’. Veel gehoord was ook de opmerking; ‘ik heb werknemers uit de directe omgeving in dienst' en ‘ik heb allochtonen in dienst’.

15%13% 13%

1%

10%

2% 2%

7%

2%

6%

11%

5%

13%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

soci

aal (

inte

rn)

mili

eu e

n s

oci

aal

(in

tern

)

mili

eu (

inte

rn)

eco

no

mie

(in

tern

)

soci

aal (

exte

rn)

mili

eu (

exte

rn)

eco

no

mie

(ex

tern

)

spo

nso

rin

g

gif

ten

go

ede

do

elen

mili

eu, s

oci

aal,

spo

nso

rin

g

per

def

init

ie

vera

ntw

oo

rd

ho

ud

t zi

ch a

anre

gel

s

gee

n v

oo

rbee

lden

39

In 15% van de antwoorden werd verwezen naar sponsoringactiviteiten en naar het fi-nancieel ondersteunen van goede doelen en in 14% van de antwoorden werd expliciet

gewezen op activiteiten die buiten het bedrijf plaatsvonden. Hiervan bestond het gros uit vrijwilligerswerk of bestuurszaken. Figuur 9 overziend, kan geconcludeerd worden dat het begrip maatschappelijk verant-

woord ondernemen door MKB-ondernemers vooral gezien wordt als iets interns in het bedrijf, ofwel op milieugebied, ofwel op sociaal gebied. Karakteristiek is de volgende vertaling: ik doe aan maatschappelijk verantwoord ondernemen want ik scheid mijn af-val, zorg goed voor mijn personeel en ik sponsor de plaatselijke sportclub. Ik loop daar niet te koop mee.

5.5 MKB-Beleidspanel: eind 2002

In november 2002 zijn aan de leden van het MKB-Beleidspanel wederom enkele vragen

over maatschappelijk verantwoord ondernemen gesteld. Alvorens de vraag werd ge-steld of men iets aan maatschappelijk verantwoord ondernemen deed, werd eerst aan alle ondernemers een korte beschrijving voorgelezen: onder maatschappelijk verant-woord ondernemen wordt verstaan dat bedrijven activiteiten verrichten die een meer-waarde hebben voor zowel het bedrijf als de maatschappij. Het gaat hierbij om extra activiteiten die niet tot de kernactiviteiten van het bedrijf behoren of die vanuit de wet verplicht zijn.1

In totaal 1.291 MKB-ondernemers deden mee aan de meting in november 2002. In ta-bel 10 wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste antwoorden.

tabel 10 Kenmerken bedrijven die zeggen maatschappelijk verantwoord te ondernemen

verricht maatschappelijk verantwoorde activiteiten (%)

Van alle MKB-ondernemers (n=1291) 47

1-9 werkzame personen (439) 38

10-49 werkzame personen (479) 45

50-99 werkzame personen (373) 60

Industrie (210) 42

Bouw (198) 52

Handel (182) 48

Logies (139) 56

Vervoer (184) 36

Zakelijke dienstverlening (146) 49

Financiële instellingen (123) 55

Overige dienstverlening (109) 40

BV (701) * 49

Coöperatie (35) 86

Eenmanszaak (211) 36

VOF (182) 46

* Alleen de vier meest voorkomende rechtsvormen zijn in de tabel weergegeven.

Bron: EIM, 2003.

1 Deze definitie is identiek aan degene die in de eerdere meting van het MKB-Beleidspanel aan de ondernemers is gesteld.

40

Vergeleken met de meting van het MKB-Beleidspanel in 2001 is het percentage MKB-ondernemers dat aangeeft aan maatschappelijk verantwoord ondernemen te doen klei-

ner: 47% tegen 80%. Vermoedelijk is de opzet van de vragenlijst hier voor een belang-rijk deel debet aan. In tegenstelling tot de eerdere meting hebben alle ondernemers een omschrijving gehoord van het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen.1 On-

danks het lagere niveau komen de eerder geconstateerde verschillen qua grootte van het bedrijf ook in tabel 10 naar voren. Van alle onderscheiden sectoren blijft dit keer de sector vervoer wat achter. Tot slot blijkt dat coöperaties veel vaker iets doen met maat-

schappelijk verantwoord ondernemen dan bedrijven met een andere rechtsvorm. In figuur 10 wordt het percentage bedrijven weergegeven - onderscheiden naar sector

en grootte - dat zegt aan maatschappelijk verantwoord ondernemen te doen. Hieruit blijkt 78% van de grote MKB-bedrijven in de financiële dienstverlening aangeeft aan maatschappelijk verantwoord ondernemen te doen, gevolgd door de grote bedrijven in

de horeca (73%) en bouw (67%). De laagste percentages worden gevonden bij de klei-nere bedrijven in de vervoerssector (30%), bouw (32%) en financiële dienstverlening (33%).

figuur 10 Maatschappelijk verantwoord ondernemen naar sector en grootte

Bron: EIM, 2003.

In de vragenlijst is aan degenen die aangaven dat ze maatschappelijk verantwoorde ac-tiviteiten verrichten, gevraagd naar de aanleiding daartoe. Hieronder wordt getracht

een samenvattend beeld te geven van de vele antwoorden door de meest typerende samen te vatten. − We hebben een commercieel bedrijf maar ook tijd voor andere zaken. − Om aan onze klanten te laten zien dat wij het milieu hoog in het vaandel hebben − De reden is eigenlijk dat je in een heel klein plaatsje zit. − Belangrijk dat je naast het zakelijke ook maatschappelijk bezig bent. − Binding met de lokale gemeenschap. − Dat is in de loop van de tijd gewoon gegroeid. Dat is eigenlijk toevallig zo gelopen.

1 Het percentage van 47% sluit overigens goed aan bij het percentage van 49% uit figuur 8. Het laatste percentage betrof ondernemers die dezelfde definitie hadden gehoord.

35%

42%

50%

32%

57%

67%

46% 47%

52%49%

53%

73%

30%34%

44%

33%

47%

78%

48%45%

58%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

< 10 10-49 50+ < 10 10-49 50+ < 10 10-49 50+ < 10 10-49 50+ < 10 10-49 50+ < 10 10-49 50+ < 10 10-49 50+

Industrie Bouw Handel Horeca Vervoer Fin. Diensten Zak. Diensten

41

− Het komt op je pad en dan spring je bij. Het is geen bewuste beslissing geweest. − Omdat wij in diezelfde gemeenschap ons geld verdienen en iets terug willen doen. − Een stukje verbondenheid met de regio en met de mensen die een goed doel steu-

nen. − Dat wordt landelijk geregeld, we zijn landelijk bezig met maatschappelijk verant-

woord ondernemen, dat hoort bij ons bedrijfsbeleid. − Wij sponsoren een voetbalclub omdat je daar wat mensen kent. − Je onderscheidt je bedrijf zo ten opzichte van de concurrent, en het geeft een goe-

de naam aan het bedrijf. Positieve uitstraling. − Er staat een bord langs het voetbalveld met onze naam erop, dus ook vanwege de

naamsbekendheid. − Meestal word je gevraagd, het is vaak omdat ik sympathiseer met de vereniging. Uit deze antwoorden komt een beeld naar voren van MKB-bedrijven die maatschappe-

lijke verantwoorde activiteiten gaan ontplooien omdat ze daartoe gevraagd worden, omdat ze tot een kleine gemeenschap behoren, omdat ze deel uitmaken van een grote-re holding, omdat ze naamsbekendheid willen of omdat ze dat gewoon een normaal

iets vinden. In tabel 11 wordt nader ingegaan op de resultaten van de vraag of men aan externe

partijen bekendheid geeft aan het feit dat men maatschappelijk verantwoorde activitei-ten ontplooit.

tabel 11 Geeft bekendheid aan de ontplooide maatschappelijke activiteiten

geeft bekendheid aan maatschappelijke activiteiten (%)

Van alle MKB-ondernemers (n=607) 40

Industrie (89) 23

Bouw (103) 39

Handel (87) 36

Logies (78) 47

Vervoer (66) 33

Zakelijke dienstverlening (72) 29

Financiële instellingen (68) 71

Overige dienstverlening (44) 52

Bron: EIM, 2003.

Het blijkt dat vier van de tien MKB-ondernemers die aangeven aan maatschappelijk ver-antwoord ondernemen te doen dit ook aan de buitenwacht bekend maken. Wanneer gekeken wordt naar de verschillende sectoren, blijkt dat de financiële instellingen er in

dit verband positief uitspringen. Aan degenen die hun activiteiten niet naar buiten toe bekendmaakten is gevraagd naar

de achterliggende reden. Hieronder wordt getracht een samenvattend beeld te geven van de vele antwoorden door de meest typerende samen te vatten. − Omdat het een bijkomstigheid is, we willen niet dat het uit proportie getrokken

wordt. − Daar heb ik geen behoefte aan, ik wil er geen reclame voor maken, we doen het

voor onszelf.

42

− Wij vinden dat niet iedereen hoeft te weten welke verenigingen wij steunen. We hangen het niet aan de grote klok.

− Je hoeft dat niet aan de grote klok te hangen, maar als het ter sprake komt, zal hij er niet toe zwijgen.

− Dat soort dingen loop je niet te koop mee, anders zou je daar haast weer voordeel bij behalen en dan zie ik het niet als een maatschappelijke bezigheid.

− De meeste mensen in het dorp weten het wel. − Geen idee, bekend maken heeft volgens mij niet veel meerwaarde. − Dat doe je gewoon, daarvoor hoef je niet aan de weg te timmeren. − Behoort tot relatiemanagement en wij lopen er niet mee te koop. − Hoeft verder niemand te weten, daar doe ik het niet voor. − Omdat we dan waarschijnlijk overstelpt worden met dergelijke aanvragen. − Het heeft niet tot doel om dit als promotiemiddel te gebruiken. − Enerzijds omdat we erg bescheiden zijn, anderzijds kan de anders de vraag te groot

worden. Wij opereren in een gebied van een straal van 50 km en als we daar be-kendheid aan geven worden we gigantisch lastiggevallen.

Uit deze antwoorden komt een beeld naar voren van MKB-bedrijven die maatschappe-lijk verantwoorde activiteiten niet bekendmaken uit angst dat dan veel meer maat-schappelijke organisaties om geld komen vragen. Of omdat men vindt dat de vertoonde

activiteiten niet tot doel mogen hebben om er naamsbekendheid mee te bereiken. Je doet het gewoon en je loopt er niet mee te koop.

5.6 EZ Ondernemerschapsmonitor: begin 2003

Net als voor de Ondernemerschapsmonitor in het najaar van 2000 (zie paragraaf 5.2)

heeft EIM begin 2003 een telefonisch onderzoek gedaan onder 300 bedrijven ten be-hoeve van de Ondernemerschapsmonitor winter 2002-2003 (EZ, 2003). In tegenstelling tot de voorgaande onderzoeken was het niet mogelijk om een secundaire analyse op de

dataset te verrichten ten behoeve van dit onderzoek. De onderstaande resultaten vor-men dan ook een samenvatting van de publicatie die op de website van het Ministerie van Economische Zaken te vinden is. Deze resultaten hebben betrekking op zowel MKB-

bedrijven als grote bedrijven. Vergeleken met de eerder genoemde onderzoeken is het begrip maatschappelijk ver-

antwoord ondernemen opgesplitst in verschillende concrete activiteiten. Aan de 300 ondernemers zijn zes geselecteerde activiteiten voorgelegd, te weten: − het voeren van een specifiek beleid gericht op het opleiden van medewerkers;

− het voeren van een specifiek beleid gericht op het in dienst nemen van vrouwen, herintreders of gehandicapten;

− het voeren van een specifiek beleid gericht op het in dienst nemen van allochtonen;

− het treffen van maatregelen om het energieverbruik in het bedrijf te verminderen; − het stellen van eisen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen

aan de toeleveranciers;

− en voor bedrijven die investeren in of importeren vanuit ontwikkelingslanden of men bekend is met de OESO-richtlijnen.

Aan de ondernemers is gevraagd of zij deze activiteiten uitvoerden. Uit het onderzoek kwam naar voren dat 12% van de bedrijven zich met drie of meer van de bovenge-noemde activiteiten bezighield. Het voeren van een specifiek beleid gericht op het op-

leiden van medewerkers en het toepassen van energiebesparende maatregelen vorm-den hierbij de meest vertoonde activiteiten. Naast deze concrete activiteiten is aan het

43

begin van de vragenlijst aan de ondernemers gevraagd of zij het gevoel hadden aan maatschappelijk verantwoord ondernemen te doen. Op deze vraag gaf 72% van de be-

drijven een positief antwoord.1

Maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt in belangrijke mate ingegeven door

het gevoel van een ‘maatschappelijke plicht’. Meer dan 60% van de bedrijven geeft aan zich met maatschappelijk verantwoord ondernemen bezig te houden omdat dat ‘zo hoort’. De meerwaarde van maatschappelijk verantwoorde activiteiten ligt voornamelijk

in het creëren van een beter imago naar klanten en leveranciers. Bijna een derde van de ondernemers is deze mening toegedaan. Echter 25% van de bedrijven die zelf aange-ven met maatschappelijk verantwoord ondernemen bezig te zijn, ziet niet direct voorde-

len hiervan voor zijn bedrijf.

5.7 Wat vinden ondernemers?

In dit hoofdstuk zijn meer dan 3.000 MKB-ondernemers via vijf telefonische enquêtes aan het ‘woord’ gekomen. Hieronder staan de belangrijkste conclusies vermeld die uit

de veelheid aan antwoorden getrokken kunnen worden. Het percentage ondernemers dat van zichzelf vindt dat het bedrijf aan maatschappelijk

verantwoord ondernemen doet, fluctueert sterk. In figuur 11 is een samenvattend over-zicht gegeven van de uitkomsten in de verschillende onderzoeken.

figuur 11 Maatschappelijk verantwoord ondernemen: fluctuaties in deelname

Bron: EIM, 2003.

Uit figuur 11 komt naar voren dat de deelname aan maatschappelijk verantwoord on-dernemen afhankelijk blijkt te zijn van het wel of niet geven van een definitie - 3e on-derzoek - en de gedetailleerdheid van de definitie (1e en 2e onderzoek). Ook in het 5e

onderzoek bleek een groot verschil te bestaan tussen de eigen ‘maatschappelijke per-ceptie’ (72%) en het uitvoeren van concrete maatschappelijk verantwoorde activiteiten

1 Nadere analyse leerde dat 18% van deze bedrijven aan maatschappelijk verantwoord ondernemen deed conform de voorgaande geselecteerde activiteiten.

58%

69%

80%

47%

72%

93%

12%

49%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Ondern.monitor: eind2000

MVO-centrum: zomer2001

MKB-Beleidspanel:najaar 2001

MKB-Beleidspanel:eind 2002

Ondern.monitor:begin2003

44

(12%). Gegeven de grote verschillen kan geconcludeerd worden dat het begrip maat-schappelijk verantwoord ondernemen bij MKB-ondernemers niet eenduidig wordt geïn-

terpreteerd - een andere toelichting geeft een ander beeld - en over het algemeen een ander gevoel oproept dan wat er door beleidsmakers onder wordt verstaan.

Dit andere gevoel komt tot uiting in de voorbeelden van activiteiten die volgens de MKB-ondernemers maatschappelijk verantwoord zijn. Eigenlijk bestaat maatschappelijk verantwoord ondernemen volgens de gemiddelde MKB-ondernemer uit het goed om-

gaan met milieuzaken in het bedrijf, uit het voeren van een fatsoenlijk personeelsbeleid en dat lokale clubs en algemene goede doelen kunnen rekenen op een financiële bij-drage. Van de eerder genoemde essentiële aspecten van maatschappelijk verantwoord

ondernemen - win-win, transparant, structureel en meer dan moet - komt eigenlijk al-leen de laatste in de genoemde voorbeelden naar voren.

Wanneer gevraagd wordt waarom ondernemers de door hen genoemde maatschappe-lijk verantwoorde activiteiten uitvoeren, wordt vaak gewezen op de binding met de lo-kale gemeenschap waartoe men behoort, op het feit dat men gevraagd wordt om iets

maatschappelijks te gaan doen (sponsoren, goede doelen, vrijwilligerswerk), op het feit dat het eigenlijk gewoon zo hoort, en ten slotte op het feit dat de genoemde activitei-ten ook naamsbekendheid voor het bedrijf opleveren. Interessant is dat het ‘te koop

lopen’ met de ondernomen maatschappelijke activiteiten niet iets is dat je als onderne-mer doet. Met andere woorden, het win-winkarakter van maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt door een grote meerderheid van de ondernemers tegengesproken.

Geconcludeerd kan worden dat maatschappelijk verantwoord ondernemen door MKB-ondernemers niet gezien wordt als een vorm van ondernemen, maar eerder als een ui-

ting van betrokkenheid naar de (lokale) gemeenschap toe. Iets waarbij naamsbekend-heid is meegenomen, maar zeker niet het doel is.

Wellicht de beste manier om inzicht te krijgen in de aanwezigheid van maatschappelijk verantwoord ondernemen in het MKB is door de procedure uit paragraaf 5.6 te volgen: een definitie vermijden en concreet vragen naar deelname aan een aantal geselecteerde

maatschappelijk verantwoorde activiteiten. Het percentage van 12% in het onderzoek van de EZ Ondernemerschapsmonitor 2002-2003 zit ons inziens dan ook dichter bij de ‘waarheid’ dan het gemiddelde percentage van 63% uit de andere vier onderzoeken.

En misschien is de genoemde 12% ook een overschatting omdat de eerste twee van de zes activiteiten waaruit de ‘maatstaf’ bestond - energiebesparing en het opleiden van medewerkers - door bijna ieder bedrijf wel wordt uitgevoerd, los van maatschappelijk

verantwoord ondernemen.

45

6 Wat zeggen deskundigen?

6.1 Inleiding

Naast de MKB-ondernemers zijn ten behoeve van dit onderzoek ook deskundigen op het gebied van ondernemerschap en maatschappelijk verantwoord ondernemen ge-

vraagd naar hun visie op de relatie tussen maatschappelijk verantwoord ondernemen en het MKB. In totaal negen interviews hebben plaatsgevonden met vertegenwoordigers van het Ministerie van Economische Zaken, het Platform Maatschappelijk Ondernemen

Rotterdam, EIM bv, Stichting Stimular, Koninklijk Horeca Nederland, Good Company, Stichting NCW, Katholieke Universiteit Nijmegen en de Stichting Maatschappelijk On-dernemen. In bijlage II wordt de achtergrond van enkele van deze organisaties kort

toegelicht. Ten behoeve van de interviews is een vragenlijst opgesteld die uit vijf onderdelen be-

stond, te weten: vragen die betrekking hadden op de essentie van maatschappelijk ver-antwoord ondernemen, vragen omtrent het succes van maatschappelijk verantwoord ondernemen, vragen die ingingen op de vraag of er verschillen zijn tussen grote en

kleine bedrijven wanneer het gaat om maatschappelijk verantwoord ondernemen, vra-gen over de kansen die er op dit gebied zijn voor het MKB en tot slot vragen over de rol van de consument rond maatschappelijk verantwoord ondernemen. In bijlage I wordt

de gehanteerde vragenlijst weergegeven. In de volgende vier paragrafen wordt ingegaan op de meningen van de deskundigen

over de essentie van maatschappelijk verantwoord ondernemen (paragraaf 6.2), de rela-tie tussen maatschappelijk verantwoord ondernemen en het MKB (paragraaf 6.3), hoe een succesvolle introductie van maatschappelijk verantwoord ondernemen in het MKB

kan worden bewerkstelligd (paragraaf 6.4), de plaats van verslaglegging en de dualisti-sche rol van de consument (paragraaf 6.5). De meningen van de deskundigen zijn sa-mengevat en soms in de vorm van gestileerde uitspraken weergegeven. Aan het eind

van het hoofdstuk wordt een resumé van de belangrijkste bevindingen gegeven.

6.2 Essentie van maatschappelijk verantwoord ondernemen

Volgens één deskundige is de essentie van maatschappelijk verantwoord ondernemen in het MKB dat het gaat om ondernemen ‘uit een goed hart’. Voor de echt kleine be-

drijven is maatschappelijk verantwoord ondernemen te ver van het bed. Deze onderne-mers waarderen vooral een mooie etalage, een schone stoep, willen geen afval op straat of dichte rolluiken. De wat grotere bedrijven zien vooral het belang van de zorg

voor het personeel. Een bijdrage aan kinderopvang zien deze ondernemers bijvoorbeeld als een secundaire arbeidsvoorwaarde voor het personeel en niet zozeer als een aspect van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Voor veel ondernemers is de naleving

van een CAO in principe ook al maatschappelijk verantwoord ondernemen, want dat gebeurt meestal maar ten dele.

Volgens een andere deskundige is de essentie van maatschappelijk verantwoord onder-nemen dat je als bedrijf goed zicht hebt op wat je ermee wilt bereiken. Vooropstaat dat het een winst heeft voor zowel het bedrijf als de maatschappij. Maar een eigen doel-

stelling van het bedrijf is nodig, want anders verdwijnt het direct in economisch minder goede tijden. Dan beklijft het niet. Het moet ook voortkomen uit de core-business. Ook

46

onder maatschappelijk verantwoord ondernemen gaat het om continuïteit nastreven en winst maken.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen is voor een groot deel gewoon goed luiste-ren en om je heen kijken, en op verwachte veranderingen anticiperen. Deze vorm van

ondernemen kan een unique selling point worden voor sommige bedrijven en in die bedrijven een onderdeel gaan vormen van de marketingstrategie. Maatschappelijk ver-antwoord ondernemen is slimme marketing.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen wordt ook gezien als het begin van een ge-sprek met een bedrijf; wat wordt er verwacht van een bedrijf op sociaal, economisch en

milieugebied? Monitoring op dit gebied is een zeer lastige vraag. Het milieudebat was in dit verband relatief eenvoudig meetbaar omdat het om concrete zaken ging. Maat-schappelijk verantwoord ondernemen heeft echter ook een softe, nauwelijks objectief

meetbare impact. De essentie van maatschappelijk verantwoord ondernemen is dat het meer is dan wet-

geving. Echter de wetgeving op milieu- en sociaal gebied verschilt tussen landen, war-door maatschappelijk verantwoord ondernemen alleen landenspecifiek kan worden in-gevuld. Wanneer de wetgeving wordt versoepeld of aangescherpt neemt de ruimte om

maatschappelijk verantwoord te ondernemen toe of af. Maatschappelijk verantwoord ondernemen in 1930 was anders dan nu en nu is het is weer anders dan in 2050.

Eigenlijk is maatschappelijk verantwoord ondernemen niets anders dan het behouden en uitbouwen van de positieve externe effecten van het bedrijf en het neutraliseren van de negatieve effecten. De negatieve kant van het begrip maatschappelijk verantwoord

ondernemen bestaat eruit dat bedrijven kunnen aantonen dat ze hun negatieve externe effecten op milieu- en sociaal gebied keurig op orde hebben. Met andere woorden, af-valreductie, energiebesparing, geen producten aankopen of verkopen die met kinderar-

beid zijn gemaakt of uit regimes komen die de mensenrechten schenden, de omwo-nenden niet te veel belasten met vrachtverkeer of met het - ongewild - bieden van een hangplek voor jongeren. Aan de positieve kant gaat het om het vermaatschappelijken

van je bedrijfsvoering, om niet alleen te ondernemen vanuit het eigenbelang maar ook vanuit het belang van de maatschappij. Hierbij kun je meerdere kanten op: los van je corebusiness of aansluitend op je corebusiness, met behulp van financiële ondersteu-

ning of gerelateerd aan je bedrijfsprocessen. Proberen om datgene waar je als bedrijf goed in bent, voor een deel aan te wenden ten behoeve van de maatschappij.

6.3 Maatschappelijk verantwoord ondernemen en het MKB

De meeste deskundigen zijn het erover eens dat zowel grote als kleine bedrijven aspec-

ten van maatschappelijk verantwoord ondernemen kunnen uitvoeren. De kleine bedrij-ven kunnen in principe alle aspecten invullen, maar wel eenvoudiger dan het grootbe-drijf. Met name voor de sociale kant van maatschappelijk verantwoord ondernemen

staan kleinere bedrijven wel open, zeker wanneer ze zelf met de nadelen worden ge-confronteerd. Bijvoorbeeld inkomstenderving doordat hangjongeren de kopers verdrij-ven door hun aanwezigheid. Men kan zich zo met maatschappelijk verantwoord onder-

nemen profileren. Dan moeten ze samen met bewoners uit de omgeving problemen oplossen die met schoon en veilig te maken hebben (zwerfvuil, hangjongeren, drugs-overlast, etc.). Dat heeft een directe uitstraling, niet alleen voor de buurt, maar ook

voor de ondernemers en hun zaak.

47

De meeste MKB-ondernemers zijn echter niet bezig met maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daar hebben ze gewoon de tijd en de middelen niet voor. Volgens een

deskundige bestaat het debat op dit moment uit een discussie tussen de ongeveer 500 grootste bedrijven in Nederland, vele beleidsmakers en de universitaire wereld.

Er heerst een gevoel dat een belangrijk deel van het MKB het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen wel ergens heeft horen vallen. Maar het is wel een typisch beleidsbegrip en ondernemers zullen snel zeggen dat ze met hun bedrijf maatschappe-

lijk verantwoord ondernemen. Maar als er extra inspanningen uit voortvloeien voor de ondernemer zonder directe opbrengsten, is het natuurlijk trekken aan een dood paard. Het kan eigenlijk alleen slagen als het binnen een MKB-bedrijf echt goed wordt inge-

vuld, wanneer men het strategisch en structureel aanpakt. Geen losse dingen doen die men leuk vindt, maar ze onderdeel maken van de strategie van het bedrijf. Het mag geen groen vernislaagje zijn. Er moet een idee achter zitten en het moet door het ma-

nagement actief ondersteund worden. Vinden zij het belangrijk, dan zal dat wel gebeu-ren. Wanneer het alleen vanuit het personeel moet komen, heeft het niet veel kans om te slagen.

De relatie is evenwel niet makkelijk. Bij milieu kan men met nieuwe instrumenten een vorm van milieuzorg opbouwen. Dat levert op redelijk korte termijn bewustwording en

kostenbewustzijn op en dus ook acceptatie. Bij sociale vraagstukken is er een langer leerproces, bijvoorbeeld rond een beter personeelsbeleid. Als je aan ondernemers vraagt of ze problemen op sociaal gebied zien, of ze denken dat het beter kan, dan moet je

constateren dat MKB-ondernemers hierover vaak geen missie hebben, en al zeker niet op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Uiteraard is de maat-schappelijke betrokkenheid wel belangrijk bij ondernemers. Er is dan ook zeker aan-

dacht voor goede doelen. Ondernemers zijn immers actieve burgers. Op dit moment kan het gemiddelde MKB-bedrijf niet scoren met maatschappelijk ver-

antwoord ondernemen. Het moet nog echt uit het hart komen. Sponsoring gebeurt veel maar levert het bedrijf zelf nauwelijks iets op. Wie gaat er klappen voor een goed soci-aal beleid van een ondernemer? Bij de ondernemer gaat het om normen en waarden.

En een ondernemer is ook een mens. Er zijn nauwelijks ondernemers die uitsluitend hun eigen belang nastreven.

Een MKB-ondernemer gaat pas met nieuwe zaken aan de slag wanneer hij het nut er-van inziet. De ultieme vraag die dan altijd gesteld zal worden, is: wat betekent het voor mijn bedrijf? Plat gezegd: als er niks voor mij in zit, dan doe ik het niet. Wel groeit het

besef bij MKB-ondernemers dat men onderdeel is van een productieketen en dat je daarin steeds meer een eigen verantwoordelijkheid krijgt. Bijvoorbeeld, toeleveranciers van Albert Heijn moeten beseffen dat als Albert Heijn door de consument of niet-

gouvernementele organisaties aangesproken wordt op de kwaliteit van hun producten, er dan heel snel naar hen wordt gewezen.

6.4 Het bewerkstelligen van een succesvolle introductie

Algemeen erkend wordt dat het allerbelangrijkste bij een succesvolle introductie van

maatschappelijk verantwoord ondernemen is om uit te gaan van de voordelen voor de ondernemer. Laat zien waarom je als ondernemer het zou doen. Dus niet de maat-schappelijke doelen vooropstellen. Maar daarnaast ook aan de ondernemer laten zien

wat de gevaren kunnen zijn als men het niet doet. Dus aansluiten op imagoschade, om-

48

zetderving, uitgestoten worden in de productieketen, achterstand oplopen bij de con-current.

De introductie van maatschappelijk verantwoord ondernemen kan versneld worden, maar dan vooral door duidelijke doelstellingen bij de overheid. Het huidige overheidsbe-

leid is hier niet op gericht, men faciliteert wel maar initieert niet of nauwelijks. Zolang maatschappelijk verantwoord ondernemen niet door de overheid als een maatschappe-lijk doel wordt gezien en bedrijven er toch iets aan willen doen, moet je het eerlijk-

heidshalve beschouwen als een maatschappelijke hobby. Er moeten voor het MKB andere instrumenten worden bedacht om aan maatschappelijk

verantwoord ondernemen te gaan werken dan voor het grootbedrijf. Ondernemers mis-sen doorgaans de doorkijk naar 5 jaar vanaf nu. Kleine MKB-bedrijven vragen om een wijkgerichte benadering in plaats van een bedrijfsgerichte benadering. Het zal dan door

de lokale gemeente moeten worden opgepakt wil het een succes kunnen worden. Daarnaast geldt de partnershipbenadering: hoe kunnen de lokale problemen samen worden opgepakt? Het gaat vooral om lokale en regionale projecten.

Omdat het op dit moment geen groot aandachtspunt is voor de meeste ondernemers is er rond maatschappelijk verantwoord ondernemen zeker een rol voor de brancheorga-

nisaties en de overkoepelende organisaties (MKB-Nederland, HBD) weggelegd. Deze organisaties kunnen aan hun leden de good practices laten zien, en nagaan waar de maatschappelijke knelpunten en behoeften liggen. Dit wordt ook door steeds meer

brancheorganisaties zelf onderkend. Actief op dit gebied zijn bijvoorbeeld het Hoofd-bedrijfschap Detailhandel, Mitex (niet-brandbare kleding en eerlijke kleding), Branche-vereniging Wonen, drogisterijen (verpakkingsconvenant) en de doe-het-zelfbranche

(duurzaam hout).

6.5 Verslaglegging en de rol van de consument

6.5.1 Verslaglegging

Verslaglegging is voor het gemiddelde MKB-bedrijf niet nuttig, want niemand leest het.

Publiciteit moet gezocht worden via lokale kranten, door het in keten bekend maken, dus aan wie ze leveren zeggen 'zo werken wij, hier staan wij voor en daarom moet je zaken met ons doen.'

Een ondernemer zal een verslag over zijn maatschappelijk verantwoorde activiteiten zo lang mogelijk uitstellen, niet in de laatste plaats omdat hij collega-ondernemers geen

concurrentievoordelen wil geven. Bovendien worden dergelijke verslagen bijna niet ge-lezen. Natuurlijk er is een groep kritische consumenten, maar dat is slechts een kleine groep. Over het algemeen levert een verslag geen nieuwe klanten op, dus zal een MKB-

ondernemer daar geen tijd in steken.

6.5.2 De rol van de consument

De consument heeft zeker meer impact gekregen, maar heeft ook een Januskop: men is burgergericht en heeft een consumentgezicht. Waar legt de overheid de maatschappe-lijke verantwoordelijkheid precies neer: (alleen) bij de bedrijven of (ook) bij de consu-

ment? Op dit moment is de maatschappelijk verantwoorde rol van de consument on-derbelicht.

49

De burger is mondiger geworden en in de media wordt nog maar weinig verborgen ge-houden. Het gevaar om als merk geassocieerd te worden met fundamenteel foute

waarden, zoals kinderarbeid, is groot. Geen enkel bedrijf wenst zo’n imago. Shell heeft geleerd van de macht van de consument. Immers benzine is benzine en het is makkelijk om een vergelijkbaar standaardproduct te boycotten. Merkartikelen in een homogene

markt zijn daarom ook het meest kwetsbaar. Volgens een deskundige speelt in de discussie rond maatschappelijk verantwoord on-

dernemen en het MKB de consument geen rol van betekenis. Het gaat namelijk om het goede hart van de ondernemer. Niemand spreekt hem op zijn maatschappelijk verant-woorde activiteiten aan, ook de consument niet. En als klanten er niet om vragen, pakt

een marktgericht bedrijf het niet op, tenzij men vindt dat het zo hoort. Maatschappelij-ke zaken vormen voor de gemiddelde MKB-ondernemer dan ook vooral backoffice acti-viteiten en nauwelijks frontoffice.

6.6 Resumé

Wat uit de bovenstaande paragrafen opvalt, is dat de meeste deskundigen het win-wingehalte van maatschappelijk verantwoorde activiteiten voor het MKB als zeer rele-vant bestempelen. Zo wordt op verschillende momenten gewezen op het feit dat de

ondernemer moet kunnen worden overtuigd dat er op dit gebied iets voor hem te behalen is, want anders doet hij het niet. Ook wordt maatschappelijk verantwoord ondernemen in dit verband genoemd als een slimme vorm van marketing. Hier

tegenover staat de constatering dat voor de meeste kleine ondernemers maatschappelijk verantwoorde activiteiten iets is dat uit het hart komt. Het gaat om normen en waarden en heeft weinig tot niets met het eigenbelang van de ondernemer

te maken. Men is als ondernemer, net als burgers, betrokken bij de maatschappij en uit dit door het ondersteunen van diverse maatschappelijke goede doelen. Meestal is het dan ook een backoffice activiteit.

Wanneer een MKB-bedrijf actief met maatschappelijk verantwoord ondernemen aan de slag wil gaan, dan is het belangrijk dat dit eerst strategisch en structureel wordt opge-

pakt. Liever eerst goed denken ‘waarom’ en ‘hoe’ dan direct gaan ‘doen’ lijkt het ad-vies. Maatschappelijk verantwoord ondernemen moet actief omarmd worden door het management en ingebed zijn in de bedrijfsvisie. Zo’n werkwijze is nodig, want anders

verdwijnt het onderwerp direct in economisch minder goede tijden. Branche- en koepelorganisaties kunnen een rol vervullen bij de (verdere) introductie van

maatschappelijk verantwoord ondernemen in het MKB. Voorts speelt de gemeente een belangrijke rol. De introductie bij kleinere bedrijven vraagt veel meer om een wijkgerich-te benadering dan om een bedrijfsgerichte benadering. Een sleutelwoord is partnership:

hoe kunnen lokale problemen door de gemeente samen met de bedrijven worden op-gepakt.

51

7 Conclusies

7.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies van het onderzoek weergegeven. Zoals in het eerste hoofdstuk naar voren kwam, stond de volgende vraagstelling in het

onderzoek centraal: 'wat kan het midden- en kleinbedrijf met maatschappelijk verant-woord ondernemen?'. Hierop voortbouwend kwamen in hoofdstuk 1 twee aanvullende vragen aan de orde: 'heeft het zin voor de gemiddelde MKB-ondernemer om met maat-

schappelijk verantwoord ondernemen aan de slag te gaan?', en 'wat zijn de kansen van maatschappelijk verantwoord ondernemen in het MKB?'.

In de volgende paragrafen komen deze vragen aan bod. Allereerst wordt in paragraaf 7.2 de huidige stand van zaken rond maatschappelijk verantwoord ondernemen in het MKB weergegeven. Vervolgens wordt ingegaan op de voordelen en kansen voor een

bedrijf dat met maatschappelijk verantwoord ondernemen aan de slag gaat (paragraaf 7.3). Aan het eind van dit hoofdstuk wordt aan de hand van enkele criteria getracht een verdeling aan te brengen tussen MKB-bedrijven waarvoor maatschappelijk verant-

woord ondernemen wel interessant kan zijn en bedrijven waarvoor dat niet geldt.

7.2 De stand van zaken

Maatschappelijk verantwoord ondernemen, zoals beschreven in de paragrafen 2.4, 2.5 en 2.6, komt in het MKB nauwelijks voor. Wanneer de maatschappelijk verantwoorde

activiteiten die door de MKB-ondernemers zelf worden genoemd nauwkeurig geanaly-seerd worden blijkt dat het win-wingehalte sporadisch voorkomt, een bewuste en struc-turele inbedding in de meeste gevallen ontbreekt, en dat verslaglegging überhaupt niet

aan de orde is. Wel gaat het voor het grootste deel om activiteiten die verder gaan dan de wet verplicht.

Het niet structureel ingebed zijn van de maatschappelijk verantwoorde activiteiten in het gemiddelde MKB-bedrijf, en de geringe perceptie op het win-wingehalte van die activiteiten, zal zich uiten in een conjunctuurgevoeligheid van dit onderwerp. De con-

clusie is daarom te verdedigen dat in de huidige recessie veel bedrijven zullen gaan snij-den in hun uitgaven aan goede doelen en sponsoring. Ook het personeelsbeleid zal worden ontdaan van de diverse extra’s uit de hoogconjunctuur.

In figuur 12 wordt weergegeven waar op dit moment het gemiddelde MKB-bedrijf zich bevindt in het krachtenveld van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dit krach-

tenveld is in de vorm van een piramide weergegeven met op de hoekpunten de krach-ten ‘het moet’, ‘het loont’ en ‘het hoort’. Uit de figuur valt af te lezen dat het gemid-delde MKB-bedrijf aan maatschappelijk verantwoord ondernemen doet omdat het vindt

dat dat zo hoort: 'je streeft als ondernemer niet alleen eigenbelang na maar probeert ook iets terug te doen voor de maatschappij.' Als dit naamsbekendheid oplevert voor het bedrijf is dat mooi meegenomen, maar het vormt niet het uitgangspunt. Veel ge-

hoorde opmerkingen in de telefonische interviews waren: 'daar loop ik niet te koop mee', en 'dat ga ik niet aan de grote klok hangen'. Typerend in dit verband is de ‘angst’ bij MKB-ondernemers dat wanneer men er wel mee naar buiten treedt men overstelpt

zal worden met andere aanvragen voor andere goede doelen of sportclubs. Eigenlijk

52

kan in deze situatie niet meer gesproken worden over een vorm van ondernemen, maar over een uiting van maatschappelijke betrokkenheid.

figuur 12 Het MKB-bedrijf in het krachtenveld van maatschappelijk verantwoord on-

dernemen

Bron: EIM, 2003.

Een vergelijkbare opmerking geldt voor die MKB-bedrijven aan wie via hun plaats in de

productieketen door afnemers wordt opgelegd om met maatschappelijk verantwoord ondernemen aan de slag te gaan (omdat ‘het moet’). In de meeste gevallen gaat het dan om een concrete aanpassing van de productiewijze in die bedrijven en niet om een

omarming van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

7.3 Voordelen en kansen

Wil maatschappelijk verantwoord ondernemen een kans van slagen hebben in het MKB, dan dient het gemiddelde MKB-bedrijf in het krachtenveld van maatschappelijk verant-

woord ondernemen op te schuiven naar rechts: maatschappelijk verantwoord onder-nemen moet voor de ondernemer een wijze van ondernemen worden die ‘loont’ (zie figuur 13).

figuur 13 De kansen van maatschappelijk verantwoord ondernemen in het MKB

Bron: EIM, 2003.

'moet'

'loont''hoort'

MKB

Reactief

Core-business

Weinigrisico

Tijd-gebrek

'moet'

'loont''hoort'

MKB

Reactief

Core-business

Weinigrisico

Tijd-gebrek

'moet'

'loont''hoort'

MKB

'moet'

'loont''hoort'

MKB

53

Bedacht dient te worden dat in deze situatie de vier essentiële aspecten van het MKB-bedrijf kunnen gaan knellen: ondernemers hebben weinig tijd, houden zich bezig met

de corebusiness, kunnen weinig risico lopen en zijn wat betreft randzaken reactief. Deze aspecten moeten dan ook geneutraliseerd worden. Aangetoond dient te worden

dat maatschappelijk verantwoord ondernemen de ondernemer op korte termijn concre-te bedrijfsvoordelen oplevert (naast een goed gevoel). Deze voordelen kunnen overigens ook bestaan uit vermeden nadelen. Zo kunnen de gevaren worden aangegeven wan-

neer men niet met maatschappelijk verantwoord ondernemen aan de slag gaat, denk hierbij aan imagoschade, omzetderving en het achterblijven op de concurrent. Sommige bedrijven zijn hier gevoeliger voor dan andere (zie de volgende paragraaf).

Een ‘binnenkomer’ in dit verband is gebruik te maken van maatschappelijke problemen die de corebusiness van het MKB-bedrijf kunnen bedreigen en de ondernemer min of

meer vanzelf in beweging zet. In eerste instantie dient hierbij gedacht te worden aan lokale problemen op sociaal gebied. De rol van de lagere overheid is in dit verband cru-ciaal. Het eerder genoemde grotestedenbeleid (hoofdstuk 2) had hiervoor als (financië-

le) kapstok kunnen fungeren omdat in het kader van dit beleid binnen de grotere ste-den op het gebied van integratie, veiligheid, criminaliteit, jeugdwerkloosheid en stads-vernieuwing vele projecten zijn geïnitieerd. Het mede oplossen van zo’n lokaal sociaal

probleem kan binnen een bedrijf een aanzet vormen tot een meer bewuste en structu-rele invulling van maatschappelijk verantwoord ondernemen, tenminste als het oplossen ervan het bedrijf ook concrete voordelen oplevert.

Er zit overigens wel een addertje onder het gras. Immers wanneer MKB-ondernemers meer maatschappelijk verantwoorde activiteiten gaan ondernemen en daarmee ook ac-

tief naar buiten toe gaan communiceren, zijn die ondernemers genoodzaakt om hun verantwoorde activiteiten te ’verslaan’. Dit kost tijd, levert over het algemeen geen nieuwe klanten op en kan het enthousiasme bij de MKB-ondernemer flink temperen.

Om ervoor te zorgen dat maatschappelijke verslaglegging in dit adaptatieproces niet de bottleneck vormt terwijl de gewenste transparantie toch bereikt wordt, ligt hier een taak voor de branche- en koepelorganisaties om dit, bijvoorbeeld via eenvoudig in te

vullen factsheets, met het bedrijfsleven te regelen.

7.4 Welke bedrijven zijn gevoelig?

Welk bedrijven in het MKB zijn het meest gevoelig voor maatschappelijk verantwoord ondernemen? Met andere woorden, waar moeten de beleidsinspanningen op gericht

worden? Op beide vragen is vooralsnog geen algemeen antwoord mogelijk. Het is bij-voorbeeld niet zo dat een detaillist meer voor maatschappelijk verantwoord onderne-men openstaat dan een aannemer, notaris of vervoersbedrijf. Om deze stelling te on-

derbouwen zijn in figuur 14 zes aspecten geformuleerd - analoog aan de definitie van maatschappelijk verantwoorde activiteiten - waarmee de ‘gevoeligheid’ van een MKB-bedrijf kan worden vastgesteld, Deze aspecten zijn onderverdeeld in twee categorieën:

intern en extern. De interpretatie van figuur 14 is als volgt: om de gevoeligheid van een bedrijf voor

maatschappelijk verantwoord ondernemen vast te stellen dient allereerst gekeken te worden naar het type product dat een bedrijf verkoopt (merkartikelen, importproduc-ten, dienstverlening, maatwerk, voedselproducten, veiligheid in het geding), vervolgens

naar de marktstrategie van het bedrijf (kwaliteit, prijsvechter, nastreven klantenbinding, service, korte termijn) en dan naar het type ondernemer (open voor veranderingen, ac-

54

tieve middenstander). De verkochte producten, de gevoerde strategie en het type on-dernemer bepalen voor een deel de gevoeligheid van het MKB-bedrijf.

figuur 14 Criteria voor de gevoeligheid voor maatschappelijk verantwoord onder-

nemen

Bron: EIM, 2003.

Voor een volledig beeld dient ook gekeken te worden naar het type markt waarop het

bedrijf actief is (concurrentieverhoudingen, aanbodmarkt, plaats in de productieketen, de ‘gevoeligheid’ van de klant), naar de bedrijfsomgeving (in hoeverre is deze omgeving gevoelig voor maatschappelijk verantwoord ondernemen) en de locatie van het bedrijf

(bedrijvenpark, winkelstraat, periferie, centrum, zichtbaarheid). Ook nu geldt dat het type markt waarop men actief is, de houding van de bedrijfsomgeving en de locatie van het bedrijf een deel van de gevoeligheid van het MKB-bedrijf bepalen.

Zo kan bijvoorbeeld verdedigd worden dat bedrijven die merkartikelen importeren uit de derde wereld, geen actief klantenbestand voeren, geen maatwerk leveren en veel

concurrentie ondervinden, gevoeliger zijn voor maatschappelijk verantwoord onderne-men dan bedrijven die bijvoorbeeld op bestelling maatwerk leveren, een actief klantenbestand onderhouden en op een bedrijventerrein zijn gevestigd.1

Om dit soort uitspraken op een niveau te brengen waarop beleidsmakers werken, is in-zicht nodig in de geldigheid van de verschillende criteria voor de sectoren en branches

in het MKB. Hiertoe dient het gehele MKB opnieuw ingedeeld te worden langs geheel andere scheidslijnen dan de huidige (die gebaseerd zijn op de bedrijfsprocessen). Het onderzoek dat hiervoor nodig is, dient nog te worden gestart.

1 Ook ten aanzien van de andere genoemde criteria zijn dit soort uitspraken te doen.

Markt

Bedrijfsomgeving

Locatie

Product

Strategie

Ondernemer

INTERN

EXTERN

Markt

Bedrijfsomgeving

Locatie

Product

Strategie

Ondernemer

INTERN

EXTERN

55

Literatuur

Tulder, R. van en A. van der Zwart (2003), Reputaties op het spel. Maatschappelijk ver-antwoord ondernemen in een onderhandelingssamenleving, Het Spectrum, Utrecht.

Ministerie van EZ (2003), Ondernemerschapsmonitor winter 2002-2003, Den Haag. Beemsterboer, P.J., K. Jaarsma en W.V.M. van Rijt-Veldman (2001), Hoe ‘groen’ is het MKB-milieubeleid, EIM, Zoetermeer. Jonkers, R., R. Hoevenagel, C.A.W. Bertens en A. van den Dool (2001), De energieke MKB-ondernemer: (on)mogelijkheden rond (on)bewust energiezuinig handelen, Res-Con, Haarlem.

SER (2000). De winst van waarden. Advies over maatschappelijk ondernemen, Nr. 11, Den Haag.

Ministerie van EZ (2000). Maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het perspectief vanuit de overheid. Notitie naar aanleiding van het SER-advies De winst van waarden, Den Haag.

Ministerie van EZ (2002), Maatschappelijk verantwoord ondernemen, Statusrapport 2002, Den Haag.

Raad voor de Jaarverslaggeving (2002), Ontwerp-Richtlijn 400 Jaarverslag, Amsterdam.

Global Reporting Initiative (2002), Richtlijnen voor duurzaamheidverslaggeving 2002, Amsterdam.

EU (2001), EU Groenboek, uitgave van de Europese Commissie aangaande Corporate Social Responsibility Green Paper consultation, 18 juli 2001.

Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (2002), Duurzaamheidverslagen langs de GRI-meetlat 2002, VBDO, Culemborg.

EIM (2001). MVO behoort tot de corebusiness van bedrijven: interview met Gerrit Ybe-ma, EIM in de Markt, vol.4. pp. 4-8.

Kraaijeveld, A. (2002), Maatschappelijk verantwoord ondernemen is een modeverschijn-sel. Speech ter gelegenheid van het congres ‘Duurzaam ondernemen in MKB’ op 28 ju-ni 2002.

Henderson, D. (2003), Ondernemer moet kapitalist durven te zijn, NRC Handelsblad, 31 mei 2003.

Boer, H. de (2002), De kleren van de keizer, In Ondernemen! pp.12-14, 2002.

Hoofdbedrijfschap Detailhandel (2001), Werkboek maatschappelijk verantwoord onder-nemen in de detailhandel, Den Haag.

56

Hoofdbedrijfschap Detailhandel (2001), Praktijkboek maatschappelijk verantwoord on-dernemen in de detailhandel, Den Haag.

Bangma, K.L. en H.M.M. Peeters (2003), Kleinschalig ondernemen 2003, EIM, Zoeter-meer.

EIM (2003), Actieve ondernemingen, dataset EIM, 2003 (www.eim.net).

EIM (2003), Actieve ondernemingen, EIM datanet, Zoetermeer. Hoevenagel, R. en R.P. uit Beijerse (1999), Het milieugedrag van MKB-ondernemers ver-klaard, EIM, Zoetermeer. Mensen, A.H.H.M. en W.V.M. van Rijt-Veldman (2003), De kortste route naar een ken-

nisrijk MKB, EIM, Zoetermeer. Bergers & Haverkamp Project Communicatie (2003), Communicatie met ondernemers in het MKB, Alphen aan den Rijn. Bertens, C.A.W., R.P. uit Beijerse en R. Hoevenagel (1999), Milieuactiviteiten van bran-cheorganisaties, EIM, Zoetermeer. Ministerie van EZ (2001), Ondernemerschapsmonitor, winter 2000-2001, Den Haag.

Stigter, H. (2001), Kennis en informatiecentrum MVO, EIM, Zoetermeer.

Hoevenagel, R. en C.A.W. Bertens (2002), Naar een systematische meting van de duur-zaamheidsprestaties van het MKB, EIM, Zoetermeer.

57

Bijlage I Gehanteerde vragenlijst met deskundigen

Afbakeningskwestie

− Wat verstaat u onder het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen? − Wat is voor u de essentie in het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen? − Wat is volgens u het verschil tussen maatschappelijk verantwoord ondernemen en

duurzaam ondernemen? − Is een heldere definitie en afbakening van maatschappelijk verantwoord onderne-

men noodzakelijk om te kunnen monitoren of Nederland op de goede weg is?

Succes of geen succes

− Is maatschappelijk verantwoord ondernemen volgens u een succes in Nederland? En waarom?

− Hoe meet u de mate van succes af? Wat voor indicatoren gebruikt u daarvoor?

− Wat is volgens u het succes of falen achter maatschappelijk verantwoord onderne-men?

− Kent u ervaringen uit andere landen op het gebied van maatschappelijk verant-

woord ondernemen?

Grote en kleine bedrijven

− Is maatschappelijk verantwoord ondernemen alleen iets voor de grote bedrijven, of kunnen kleine bedrijven er ook iets mee?

− Hoe kijken MKB-bedrijven volgens u aan tegen maatschappelijk verantwoord on-dernemen? Zien ze het als een kans of als een bedreiging?

− In hoeverre vindt u maatschappelijk verantwoord ondernemen een onderwerp voor

het MKB? − Hoeveel MKB-bedrijven doen volgens u aan maatschappelijk verantwoord onder-

nemen, of een onderdeel daarvan?

− In hoeverre denkt u dat het MKB zich met maatschappelijk verantwoord onderne-men kan profileren?

Kansen voor het MKB

− In welke sectoren liggen kansen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen? − Wat voor type MKB-bedrijven doen volgens u aan maatschappelijk verantwoord

ondernemen? Zijn er in dit verband duidelijke segmenten te onderkennen? − Op welk moment biedt maatschappelijk verantwoord ondernemen meerwaarde

voor MKB-ondernemers?

− Staan de kernwoorden van maatschappelijk verantwoord ondernemen (structureel, bewust, verantwoording) niet op gespannen voet met de typische eigenschappen van het MKB?

− Hoe kan een succesvolle introductie van maatschappelijk verantwoord ondernemen in het MKB worden bewerkstelligd?

− Hoe kan het kleinere MKB omgaan met de verantwoording naar de omgeving toe?

− Zijn er niet twee vormen van maatschappelijk verantwoord ondernemen? Een volle-dige voor de grote concerns en een gedeeltelijke voor de kleinere bedrijven?

58

− Dreigt maatschappelijk verantwoord ondernemen in zo’n situatie dan geen loos begrip te worden?

De rol van de consument

− In hoeverre is maatschappelijk verantwoord ondernemen conjunctuurgevoelig? − In hoeverre wordt maatschappelijk verantwoord ondernemen gedomineerd door

verontruste consumenten?

− Wanneer klanten niet vragen om maatschappelijk verantwoord ondernemen, pakt een marktgericht bedrijf dan ook maatschappelijk verantwoord ondernemen op?

59

Bijlage II Deelnemende organisaties

De Stichting Maatschappelijk Ondernemen (Stimo) is opgericht vanuit christelijk-sociale normen en waarden. Het beleid is in de loop van de jaren verbreed tot bewustwording van de ondernemer van maatschappelijke waarden en hier in de dagelijks praktijk zo

veel mogelijk naar handelen. Stimo wil met haar bouwstenen vorm en inhoud geven aan de maatschappelijke aspecten van het ondernemerschap. Binnen de stichting func-tioneert een curatorium met vertegenwoordigers uit verschillende maatschappelijke ge-

ledingen, politiek, bedrijfsleven, vakbeweging en universiteiten. Jaarlijks wordt door Stimo het Slot Zeist Congres georganiseerd. De stichting stelt hiervoor elk jaar een the-ma centraal dat aan de hand van wetenschappelijk onderzoek verder wordt uitgediept.

De resultaten hiervan vormen de bouwstenen voor de maatschappelijke aspecten van de doelstellingen en het beleid van MKB-Nederland.

De Stichting NCW maakt deel uit van de Vereniging VNO-NCW en heeft drie taken: het genereren van ideeën over vraagstukken van maatschappelijk verantwoord onderne-men, ethiek, levensbeschouwing en christelijk-maatschappelijk denken, bijvoorbeeld

door het uitgeven van publicaties, het organiseren van momenten van reflectie voor de Regionale Verenigingen van de Vereniging VNO-NCW en het participeren in de netwer-ken van maatschappelijk verantwoord ondernemen, ethiek, christelijk-maatschappelijke

organisaties en kerken. Jaarlijks organiseert de Stichting NCW het 'Bilderbergproject'. Over een actueel vraagstuk wordt een discussienota opgesteld, die wordt verspreid on-der de leden van de Regionale Verenigingen, Jong Management en andere geïnteres-

seerden. De nota wordt in het najaar besproken in studieclubs en kringen. De Stichting Stimular, opgericht door het bedrijfsleven en de overheden in de Rotter-

damse regio, is in 1990 gestart. De missie van Stichting Stimular is het stimuleren van Duurzaam Ondernemen in het MKB. De essentie van Duurzaam Ondernemen is het ver-beteren van de bedrijfsvoering in drie dimensies: het economisch rendement, de invloed

op de leefomgeving en de gevolgen voor mensen, binnen en buiten de onderneming. Voor MKB-ondernemers betekent Duurzaam Ondernemen: bewust kiezen voor bedrijfs-activiteiten die goed zijn voor alledrie de dimensies. Stimular werkt altijd samen met

MKB-ondernemers bij het ontwikkelen van nieuwe instrumenten om duurzaam te on-dernemen.

Good Company is als adviesbureau volledig gespecialiseerd in het ontwikkelen van stra-tegieën voor maatschappelijk verantwoord ondernemen bij bedrijven. Dat doet men al tien jaar en zij behoren daarmee tot de pioniers in het vak. Daarvoor hebben zij in de

loop der jaren methoden ontwikkeld die de mogelijke versterking van maatschappelijk verantwoord ondernemen voor een bedrijf inzichtelijk maken. Zij analyseren de situatie waarin een bedrijf zich bevindt, ontwikkelen in samenspraak de ‘maatschappelijke’ stra-

tegie, zorgen voor gedegen implementatie, draagvlak, voor structurele monitoring van de prestaties en de verslaglegging erover. Good Company levert maatwerk omdat geen twee bedrijven in hun ondernemendheid vergelijkbaar zijn. Het platform Maatschappelijk Ondernemen Rotterdam (MOR) bestaat uit 12 grote be-drijven uit Rotterdam. De doelstelling is het aantal leden uit te breiden naar 50 en uit te

groeien tot het Rotterdamse bedrijvennetwerk als het gaat om maatschappelijk onder-nemen. Elk lid heeft 5.000 euro ingelegd om een projectleider te betalen die maat-schappelijk verantwoord projecten ondersteunt. Daarnaast heeft de gemeente Rotter-

60

dam gelden toegezegd. Een concreet project waar het platform MOR zich voor inzet is het beschikbaar stellen van stageplaatsen en interne opleidingen voor jongeren uit de

omgeving Rotterdam die voortijdig van school dreigen te raken: het project ‘Voorwerk’.

61

De resultaten van het Programma MKB en Ondernemerschap worden in drie reeksen gepubliceerd, te weten: Research Reports, Strategische Verkenningen en Publieksrap-

portages. De meest recente rapporten staan (downloadable) op: www.eim.nl/mkb-en-ondernemerschap.

Recente Publieksrapportages

A200317 27-5-2004 Wordt de spoeling dun? A200316 22-4-2004 Entrepreneurial Attitudes Versus Entrepreneurial Activities

(GEM)

A200315 10-3-2004 Rechtsvormkeuze in het MKB A200314 12-3-2004 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid - periode 1987-

2002

A200313 18-2-2004 Het Eureka-gevoel van ICT-gebruik A200312 12-2-2004 Ondernemen in het Ambacht 2004 A200311 10-2-2004 Ondernemen in de Industrie 2004

A200310 5-2-2004 Ondernemen in de Diensten 2004 A200309 22-1-2004 Onevenredig belast! Administratieve lasten in het klein-

bedrijf 2002

A200308 20-1-2004 Ondernemen in de Detailhandel 2004 A200307 17-12-2003 Kansrijker door samenwerking A200306 10-12-2003 Ondernemen in de Groothandel 2004

A200305 30-10-2003 De innovativiteit van de Nederlandse industrie, 1998-2000

A200304 14-10-2003 Grenzen aan verantwoordelijkheid

A200303 15-9-2003 Monitor Administratieve Lasten Bedrijven 2002 A200302 1-7-2003 Entrepreneurship in the Netherlands; Knowledge transfer:

developing high-tech ventures

A200301 17-6-2003 Kleinschalig Ondernemen 2003 A200215 23-4-2003 Arbeidsomstandigheden en verzuim in het midden- en

kleinbedrijf

A200214 26-3-2003 Ondernemen in de Diensten 2003 A200213 1-4-2003 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid - Editie 2002 A200212 21-3-2003 Ondernemen in de Detailhandel 2003

A200211 26-3-2003 Ondernemen in de Groothandel 2003 A200210 18-3-2003 Hoe slim zijn jonge ondernemingen? A200209 14-3-2003 De kortste route naar een kennisrijk MKB

A200208 11-3-2003 Ondernemen in de Industrie 2003 A200207 6-3-2003 Ondernemen in het Ambacht 2003 A200206 10-12-2002 De innovativiteit van de Nederlandse industrie en dien-

stensector 2002 A200205 6-12-2002 Entrepreneurship Under Pressure A200204 1-10-2002 ZZP'ers in de tijd gevolgd

A200203 26-9-2002 Het belang van importeren voor het MKB A200202 10-10-2002 Kleinschalig Ondernemen 2002 A200201 29-7-2002 Het midden- en kleinbedrijf in de jaren 2003-2006

A200118 16-5-2002 Monitor Administratieve Lasten Bedrijven 2001 A200117 7-3-2002 De kracht van het idee A200116 28-3-2002 De innovativiteit van de Nederlandse industrie - Editie

2001: Ontwikkelingen in de tijd A200115 13-3-2002 The Long Road to the Entrepreneurial Society

62

A200114 8-3-2002 Monitor Administratieve Lasten Bedrijven 2000 A200113 14-2-2002 Voor wie niet altijd 'Kleinduimpje' in ondernemersland wil

blijven A200112 7-3-2002 Entrepreneurship in the Netherlands; Innovative Entrepre-

neurship: New Policy Challenges!

A200111 23-1-2002 Waarom investeren jonge bedrijven? A200110 17-1-2002 Stimulering van het MKB A200109 22-1-2002 Ondernemen in de Diensten 2002

A200108 22-1-2002 Ondernemen in de Detailhandel 2002 A200107 9-1-2002 Ondernemen in de Groothandel 2002