Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan...

51
Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan 2008 Eerste tranche Zoetermeer, november 2007

Transcript of Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan...

Page 1: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

Programmaonderzoek

MKB en Ondernemerschap

Activiteitenplan 2008 Eerste tranche

Zoetermeer, november 2007

Page 2: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM bv. Het gebruik van cijfers en/of

teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits

de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm

ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke

toestemming van EIM bv. EIM bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of

andere onvolkomenheden.

The responsibility for the contents of this report lies with EIM bv. Quoting numbers or text

in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part

of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored

in a retrieval system, without the prior written permission of EIM bv. EIM bv does not

accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.

Page 3: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

3

Inhoudsopgave

1 Inleiding 5

2 Hoofdlijnen jaarprogramma 7

2.1 Datasets & modellen 7 2.2 Kennisopbouw 7 2.3 Kennisoverdracht 8

3 Datasets en modellen 11

3.1 Doelstelling en activiteiten van het deelprogramma 11 3.2 De datasets en modellen in vogelvlucht 11 3.3 Projecten eerste tranche 12 3.4 Vooruitblik tweede tranche 26

4 Kennisopbouw 27

4.1 Doelstelling en activiteiten van het deelprogramma 27 4.2 Programmering volgens visiepaper 27 4.3 Projecten eerste tranche 29 4.4 Vooruitblik tweede tranche 39

5 Kennisoverdracht 41

5.1 Doelstelling en activiteiten van het deelprogramma 41 5.2 Afstemming tussen de periodieke rapportages 41 5.3 Projecten eerste tranche 42 5.4 Vooruitblik tweede tranche 50

Page 4: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters
Page 5: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

5

1 Inleiding

Onderhavige notitie omvat de eerste tranche van het activiteitenplan 2008

van het programmaonderzoek 'MKB en Ondernemerschap'. Deze tranche is

opgesteld op basis van de adviezen van de Adviesraad en de richtlijnen van

de Programmacommissie.

Hoofdstuk 2 schetst in het kort de doelstellingen en accenten voor de drie

deelprogramma's - datasets & modellen, kennisopbouw, kennisoverdracht -

voor 2008. In de daarna volgende drie hoofdstukken 3-5 volgt een nadere

specificatie per deelprogramma. Achtereenvolgens komt in deze hoofdstuk-

ken aan bod: (i) korte aanduiding van doelstelling en activiteiten van het

deelprogramma, (ii) een overzicht van de activiteiten op projectniveau die

voor de eerste tranche worden voorgesteld en (iii) een vooruitblik op de

tweede tranche.

Page 6: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters
Page 7: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

7

2 Hoofdlijnen jaarprogramma

Dit hoofdstuk schetst in het kort de doelstellingen en accenten voor de drie

deelprogramma's - datasets & modellen, kennisopbouw, kennisoverdracht -

voor 2008 (paragraaf 2.1).

2.1 Datasets & modellen

Het deelprogramma Datasets & modellen vormt de basis van het program-

ma. Momenteel zijn er ongeveer twintig datasets beschikbaar, waarvan de

meeste jaarlijks geactualiseerd worden. Daarmee wordt het meer en meer

mogelijk ontwikkelingen in de tijd te analyseren en te volgen, hetgeen de

datasets steeds krachtiger en waardevoller maken. Het actualiseren en con-

tinueren van de reguliere datasets en modellen is derhalve een van de be-

langrijkste doelen voor 2008.

Daarnaast worden voor 2008 de volgende accenten gelegd:

− Verder verbeteren van de actualiteit van de data. Hierbij ligt het in de

bedoeling om zeer korte termijn conjunctuurinformatie (kwartaalcijfers)

te gaan verzamelen en te ontsluiten, met als doel beter in te kunnen

spelen op actuele ontwikkelingen. Kwartaalprognoses op nationaal ni-

veau vormen de eerste stap, waarna in tweede instantie getracht zal

worden op sectorniveau historische reeksen te verzamelen en kwartaal-

prognoses te produceren. Tevens wordt (in cofinanciering) een extra

update van de prognoses kerncijfers MKB in januari 2009 voorzien.

− Uitbouwen van cofinanciering van de datasets. Hierbij wordt cofinancie-

ring door de Universiteit van Tilburg en de NMa zeer waarschijnlijk ge-

continueerd in 2008 en worden o.a. MKB Nederland, de OECD, het HBD,

HBA en het Bedrijfschap Horeca als nieuwe partners van het Programma

Onderzoek voorzien. Tevens wordt in 2008 getracht cofinanciering voor

projecten in de zorgsector te realiseren.

− In 2008 zal meer aandacht worden besteed aan ondernemerschap vanuit

de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

zal worden bevraagd en gevolgd, er worden data verzameld m.b.t. in-

novatief ondernemerschap in de detailhandel, ambacht en horeca (cofi-

nanciering), in het MKB Beleidspanel worden conjunctuurvragen aan de

ondernemers gesteld en er zullen demografische gegevens van onder-

nemers als dataset in het programma worden opgenomen.

− De toegankelijkheid van de data blijft ook in 2008 een belangrijk aan-

dachtspunt. De ontsluitingsapplicatie en de thesaurus zijn operationeel

en worden nauwlettend gevolgd op toegankelijkheid en gebruiksgemak.

Er wordt ruimte gereserveerd voor activiteiten op dit onderdeel, tenein-

de verbeteringen in beide applicaties te kunnen doorvoeren.

2.2 Kennisopbouw

Het deelprogramma Kennisopbouw streeft naar de opbouw van vernieuwen-

de inzichten en systematische kennis rond de thema's Oprichtingsdynamiek

en MKB-bedrijfsprestaties. Er wordt daarbij ook aandacht gegeven aan in-

Page 8: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

8

ternationale en regionale aspecten van deze thema's. Voor 2008 worden de

volgende accenten gelegd:

− Programmering van de vrij inzetbare ruimte vindt plaats op basis van de

visiepaper. Recentelijk is een tweede editie van deze paper vastgesteld,

als leidraad voor de programmering van de kennisopbouw in de periode

2008-2009. In deze editie wordt extra aandacht gegeven aan onderne-

mend en innovatief gedrag, aan de diversiteit van ondernemerschap,

aan duurzaam ondernemen en aan ondernemerschap in de regio.

− Zoals afgelopen jaren al is gebleken leent het deelprogramma kennisop-

bouw zich bij uitstek voor coproductie met universiteiten en andere ken-

nisinstellingen. Ook bij de programmering van de coproductie wordt zo-

veel mogelijk vanuit de visiepaper gestuurd. De overgrote meerderheid

van de projecten in de kennisopbouw vindt nu plaats in coproductie.

− Cofinanciering (in geld) met ministeries, koepel- en brancheorganisaties,

financiële instellingen en andere organisaties wordt deels rechtstreeks

vanuit de visiepaper ontwikkeld, maar projecten ontstaan deels ook bot-

tom-up vanuit de vraagzijde. Twee belangrijke nieuwe projecten met co-

financiering in 2008 zijn de bij Data al genoemde uitbreiding van de

MKB-prognoses (toevoeging van een meetmoment in december/januari

en meer aandacht voor de plannen, percepties en opinies van onderne-

mers), en een groot onderzoek naar innovatief ondernemerschap in de-

tailhandel, horeca en ambacht. Ook vinden verkennende gesprekken

plaats over mogelijk onderzoek in cofinanciering op het terrein van on-

dernemerschap in de zorg, agrarisch en niet-agrarisch ondernemerschap

op het platteland, arbeidsmarkt en ondernemerschap, alsmede interna-

tionaal ondernemerschap.

2.3 Kennisoverdracht

De kennisoverdracht draagt er zorg voor dat de data, informatie en kennis

die opgebouwd worden in de overige twee deelprogramma's via een multi-

channel aanpak onder de aandacht van een breed publiek gebracht worden.

Accenten voor 2008 zijn:

− De voorgenomen samenwerking met Erasmus Research Institute for Ma-

nagement EUR/ERIM zal in 2008 handen en voeten gaan krijgen. Het

project ‘Expertisepagina Ondernemerschap’ is een van de activiteiten in

dit kader. Verder zal meer samengewerkt worden op het vlak van con-

gressen en symposia. Het project ‘Symposium boek over nale-

ving(skosten) wet en regelgeving MKB’ is daar een voorbeeld van. De

samenwerking zal het programmaonderzoek sterker op de kaart zetten

en leiden tot een grotere bekendheid en gebruik van de data, informatie

en kennis. De samenwerking zal ook leiden tot een grotere expertise

over en weer.

− In het kader van de cofinanciering zal in 2008 verder gewerkt worden

aan de eventuele oprichting van een Vereniging voor Ondernemende

Scholen. Ook dit betreft een externe samenwerking (w.o. onderwijsad-

viesorganisatie KPC Groep) met als doel de kennis uit het programma-

onderzoek verder te verspreiden en het gebruik te bevorderen. Inhoude-

lijk sluit dit bovendien aan op een van de speerpunten van het progam-

maonderzoek, namelijk een grotere aandacht voor ondernemerschap als

gedrag.

Page 9: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

9

− Ten slotte zal in 2008 de nodige inspanningen gericht zijn op het aanbo-

ren van cofinanciering en -productie. Het project ‘Ontwikkeling in- en

uitstroom (detailhandel)’ is een voorbeeld. Er zijn wellicht meer moge-

lijkheden gekoppeld aan het minionderzoek en de beleidscafé’s. Ook zijn

verdiepingen en specificaties naar aanleiding van de gepresenteerde da-

ta en informatie in de periodieke rapportages denkbaar.

Page 10: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters
Page 11: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

11

3 Datasets en modellen

3.1 Doelstelling en activiteiten van het deelprogramma

Het deelprogramma Datasets & modellen vormt de basis van het program-

ma. Momenteel zijn er ongeveer twintig datasets beschikbaar, waarvan de

meeste jaarlijks geactualiseerd worden. Daarmee wordt het meer en meer

mogelijk ontwikkelingen in de tijd te analyseren en te volgen, hetgeen de

datasets steeds krachtiger en waardevoller maakt.

De volgende activiteiten kunnen in dit deelprogramma worden onderschei-

den:

− actualiseren of nieuw opstarten van datasets

− beheer en onderhoud van datasystemen, waardoor zorg wordt gedragen

voor kwaliteitscontrole en ontsluiting van de informatie in het data-

warehouse

− beheer, onderhoud en doorontwikkeling van modellen. Deze modellen

hebben een intermediaire rol, in de zin dat van daaruit de prognoses

worden geproduceerd, die vervolgens in de datasets worden opgeno-

men. Feitelijk maken de modellen dus onderdeel uit van de dataverwer-

king. Zij verdienen bijzondere aandacht, gezien het hoge kennisniveau

dat vereist is om ramingmodellen te ontwikkelen en operationeel te ma-

ken en het grote belang voor de gebruiker van het kunnen leveren van

actuele informatie.

− investeringen in nieuwe producten in de vorm van inventarisatie- of

haalbaarheidsstudies en de bouw van nieuwe ontsluitings- of verwer-

kingsapplicaties.

3.2 De datasets en modellen in vogelvlucht

Voordat we in de volgende paragrafen op projectniveau de activiteiten van

het deelprogramma presenteren, geven wij in deze paragraaf een overzicht

van de datasets en modellen in vogelvlucht.

De ongeveer 20 datasets uit het deelprogramma laten zich als volgt indelen:

- Acht datasets rond bedrijfsprestaties van het MKB. Aandacht hierbij zo-

wel voor de kerngegevens (omzet, werkgelegenheid, winst, e.d.) als na-

dere verbijzonderingen naar financieringsgegevens, investeringen en

export. Daarnaast verbijzonderingen naar historische cijfers en progno-

ses, gehanteerde MKB-definitie (de Nederlandse of de Europese), secto-

ren en regio’s.

- Drie datasets rond de dynamiek van ondernemingen. Aandacht hierbij

voor het aantal actieve bedrijven, de dynamiek daarin en regionale ver-

bijzonderingen.

- Een dataset over het inkomen van ondernemers.

- Drie internationale datasets die benchmarking met het buitenland mo-

gelijk maken op ondernemersgebied.

- Vier bedrijvenpanels waarbij bedrijven jaarlijks geënquêteerd worden.

Naast het algemene en veelomvattende MKB-beleidspanel zijn er nog

meer gespecialiseerde panels: zo worden twee cohorten bedrijven ge-

volgd, die in hetzelfde jaar zijn opgericht, en zijn er een speciaal panel

van technologische bedrijven en een panel rond determinanten van be-

Page 12: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

12

drijfsprestaties. Deze panels worden onder andere veelvuldig gebruikt

voor onderzoek in de kennisopbouw (zie volgende hoofdstuk).

- Een bloemlezing uit de voorgaande datasets, voor quick reference op de

website.

Met deze datasets wordt naar onze inschatting een breed en afgewogen pa-

let geboden, dat recht doet aan de doelstelling van het programmaonder-

zoek. Deze keuze is ook in lijn met de visiepaper.

Daarnaast worden de volgende modellen onderhouden voor het maken van

de datasets die prognoses bevatten:

- de Prisma-modellenfamilie voor het maken van de prognoses kerngege-

vens MKB. Daarnaast levert dit model ook noodzakelijke input voor de

prognoses van de modellen die hierna genoemd worden.

- de Famos-module voor het maken van de prognoses omtrent financie-

ringsgegevens.

- Brunet voor het maken van prognoses van de inkomens van onderne-

mers.

Naast het maken van deze prognoses kunnen deze modellen ook gebruikt

worden voor beleids- en onzekerheidsanalyses.

3.3 Projecten eerste tranche

3.3.1 Actual isering datasets

Historische reeksen kerncijfers MKB (D0801)

In het kader van het project historische kerngegevens MKB beschikken we

thans voor 20 bedrijfsgroepen tijdreeksen 1996 -2005 gemaakt voor de di-

verse posten uit de exploitatierekening, de werkgelegenheid en het aantal

ondernemingen, en de investeringen. Indien van toepassing worden ontwik-

kelingen steeds in een volume- en een prijscomponent gesplitst. Dit is ge-

daan door de resultaten uit met name ‘Resultatenrekeningen MKB-sectoren’

(die grootteklassen onderscheiden) te koppelen aan de Nationale Rekenin-

gen. Deze dataset wordt voor onderzoeksdoeleinden gebruikt (o.a. model-

bouw); verder worden op basis van deze data ontwikkelingen zoals voor-

speld met PRISMA-MKB, in historisch perspectief geplaatst, waardoor de in-

terpretatie van modeluitkomsten verbetert.

We stellen voor de dataset uit te breiden met statistiekjaar 2006.

Contactpersoon Ton Kwaak

Prognoses kerngegevens MKB (D0802)

In het voorjaar verschijnt het Centraal Economisch Plan (CEP)van het CPB.

In het CEP wordt de verwachte ontwikkeling geschetst van de Nederlandse

economie in de jaren 2007, 2008 en 2009. Voor beleidsvormers is het van

belang te weten hoe deze ontwikkeling zich vertaalt naar de ontwikkelingen

van sectoren en de ontwikkeling van kleine, middelgrote en grote bedrijven.

Per sector worden prognoses gemaakt van onder andere de omzet, toege-

voegde waarde, winst, werkgelegenheid, zelfstandigen en investeringen.

Sinds 2004 wordt door het CPB geen sectorprognose meer gegeven. Hier-

mee is het maatschappelijk belang van de EIM-sectorprognoses sterk toe-

genomen. In toenemende mate maken maatschappelijke organisaties en in-

stellingen gebruik van de prognoses.

Page 13: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

13

De sectorprognoses worden gerapporteerd in Kleinschalig Ondernemen 2008

en in Ondernemen in Sectoren 2008. Tevens zijn de hoofdlijnen van beide

rapporten toegankelijk via de website www.ondernemerschap.nl in de ru-

briek ‘prognoses’. Onderdeel van deze rubriek van de website is de uitge-

breide database ‘Prognose kerngegevens MKB’. Deze database bevat exploi-

tatie- en werkgelegenheidsgegevens van een groot aantal (MKB-)sectoren,

die tesamen de Nederlandse economie vormen. Deze database verschijnt in

april op de website en wordt september en december geactualiseerd, op ba-

sis van de meest actuele macro-economische inzichten.

Contactpersoon Klaas Bangma

Kerncijfers Europese definitie MKB (D0803)

In vrijwel alle nationale statistieken wordt de grens van 100 werknemers

(wn) als afbakening van het midden- en kleinbedrijf (MKB) gehanteerd. Ook

in onze datasets, die van bestaande statistieken zijn afgeleid, wordt de 100

wn-grens gebruikt. Deze afbakening heeft in de datasets haar langste tijd

gehad.

De Europese grens, die voor MKB gehanteerd wordt, is 250 wn. Dat houdt

voor het CBS in dat voor de dataleveringen aan Eurostat deze grens al ge-

hanteerd wordt. In toenemende mate worden er vergelijkingen gemaakt

tussen het Nederlandse MKB en dat van andere EU-landen, waarbij deze

grens gehanteerd wordt.

Op een bepaald moment zullen de nationale statistieken overgaan van 100

naar 250 wn als MKB-grens, maar dit moment is nog niet bekend.

Wanneer dat gebeurt, zullen onze datasets ook de 250 wn MKB-grens moe-

ten hanteren.

Om een voorschot te nemen op die ontwikkeling en om in te spelen op de

Europese afspraken is een aparte dataset ontwikkeld voor een aantal kern-

variabelen, waarin de 250 wn MKB-grens wordt gehanteerd. Op deze wijze

doen we ervaring op met het maken van MKB-cijfers vanuit de 250 wn MKB-

definitie.

Contactpersoon Kees Bakker

Regionale kerncijfers MKB (D0804)

Om systematisch inzicht in te verkrijgen in de prestaties van het MKB op

regionaal niveau is de dataset 'Regionale MKB-data' ontwikkeld, waarin

kernvariabelen uit de Resultatenrekening, zoals productie, toegevoegde

waarde en werkgelegenheid, regionaal worden verbijzonderd. Hiertoe is ge-

keken naar de bruikbaarheid van diverse bronnen, zoals de Bedrijfslocatie-

monitor (CPB), Erbo, het Handelsregister, de gedeponeerde jaarrekeningen

(KvK), Lisa, Wijk en Buurt en Regionaal economische jaarcijfers (CBS).

Deze dataset bevat regionale data die aansluiten bij de kernvariabelen, be-

drijfsgroepen - en grootteklassenindeling van de dataset Korte termijn ra-

mingen kerncijfers MKB. Met name de MKB component en de consistentie

met bovengenoemde dataset maken de set Regionale data MKB uniek. De

behoefte aan regionale data binnen de Informatie systemen is groot (zie be-

schrijving Regionale bedrijvendynamiek)

Contactpersoon Ton Kwaak

Page 14: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

14

Resultatenrekeningen MKB-sectoren (D0805)

Resultatenrekeningen MKB-sectoren is een database met daarin uitvoerige,

onderling samenhangende gegevens over de omvang en structuur van het

bedrijfsleven. Het gaat om 108 bedrijfsgroepen, die voor wat betreft het

particulier bedrijfsleven zijn onderverdeeld in klein-, midden- en grootbe-

drijf. Het aantal variabelen bedraagt meer dan 60, onderverdeeld in de vol-

gende rubrieken: (1) macro-economische resultatenrekening, (2) bedrijfs-

economische resultatenrekening, (3) energierekening, (4) werkgelegenheid.

De samenhang bestaat daarin dat alle gegevens afkomstig zijn uit de CBS

Productiestatistieken. Hiertoe worden de cijfers uit deze statistiek consistent

en volledig gemaakt naar alle dimensies (variabelen, sector, grootteklasse,

jaren), door transformaties van het bronmateriaal en aanvullende ramingen

voor ontbrekende cellen. Dit maakt de dataset uniek ten opzichte van de

onderliggende bronnen. Naast het feit dat de dataset structuurinformatie

biedt op een lager aggregatieniveau dan de Korte termijn ramingen kerncij-

fers MKB, vormt de dataset de belangrijkste input voor de onderverdeling

naar kleinbedrijf, middenbedrijf en grootbedrijf van de dataset Historische

reeksen kerncijfers MKB, die op haar beurt de basis vormt voor de korte

termijn ramingen.

Contactpersoon Sjaak Vollebregt

Financiering MKB (D0806)

Elk jaar worden ten behoeve van de publicatie Kleinschalig Ondernemen

ramingen gemaakt van de financieringsstructuur van het MKB ten opzichte

van het grootbedrijf. Deze worden gemaakt met het financieringsmodel FA-

MOS. De ramingen worden geijkt op het meest recente jaar waarvoor de fi-

nancieringsgegevens (Statistiek Financiën Ondernemingen, SFO) beschik-

baar zijn. Het huidige basisjaar is 2004. De indeling in sectoren en grootte-

klassen in FAMOS sluit aan op die van PRISMA-K, het bedrijfstakkenmodel

van EIM dat de macro-economische ontwikkeling voor de korte termijn be-

schrijft.

De belangrijkste output van het FAMOS is een financieringsdataset die jaar-

lijks wordt ontsloten via de website. Deze dataset omvat de financierings-

structuur (verdeling activa-passiva) en een aantal financiële kengetallen

(current-ratio, solvabiliteit etc.) naar sector en grootteklasse. Er is regelma-

tig vraag naar gegevens uit deze dataset, zowel in het kader van de Quick

Service-faciliteit als eigen gebruik door derden.

Het doel van dit project is actualisering van de financieringsdataset. Dit be-

helst:

− het updaten van het basisjaar (één jaar ophogen)

− het maken van nieuwe kortetermijn ramingen (actualisering en prognose)

in het kader van Kleinschalig Ondernemen.

Contactpersoon Mickey Folkeringa

Exportthermometer (D0807)

Export maakt een belangrijk deel uit van de Nederlandse economie. De ko-

mende jaren zal dit belang toenemen, ook voor het MKB. Het belang, dat

aan exportprestaties wordt gehecht, blijkt uit het programma Starters Bui-

tenlandse markten (PSB), een initiatief van het ministerie van Economische

Zaken. Dit programma is speciaal gericht op het Nederlandse MKB en heeft

tot doel deze bedrijven te stimuleren om te gaan exporteren naar nieuwe of

Page 15: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

15

praktisch nieuwe buitenlandse markten. Exportactiviteiten staan hoog op

het belangenlijst van beleidsmakers.

Het project bestaat uit twee delen:

− export naar bestemming (produkten ingedeeld naar de SBI-klasse, waar-

in ze gefabriceerd worden), met CBS-gegevens gemaakt. Er zijn hier dus

geen uitvoergegevens van de groothandel.

− exportpotentieel (met grootteklasse indeling), gebaseeerd op ERBO-

gegevens.

De tabellen van export naar bestemming tonen de 2-digit SBI-klassen 15

t/m 37.

De tabellen voor het tweede deel tonen het exportpotentieel voor dezelfde

2-digit SBI-klassen en voor 17 dienstensectoren.

Contactpersoon Kees Bakker

Actieve ondernemingen en vestigingen (D0808)

De dataset BLISS Actieve Ondernemingen en Vestigingen bevatten informa-

tie op 4/5-digit niveau over het aantal bedrijven en vestigingen van bedrij-

ven in het naar bedrijfsgroepen en werknemersgrootteklassen verbijzonder-

de bedrijfsleven van Nederland. Via een dataverrijkinggsprogramma worden

voor beide datasets de door CBS afgeronde aantallen onthuld. Voor de

BLISS Actieve Ondernemingen dataset wordt daarnaast ook de grootteklas-

se >100 uitgesplitst. Deze informatie wordt jaarlijks actueel gehouden door

het verwerken van nieuwe inzichten bij CBS en uitbreiding met nieuwe

waarnemingsjaren.

Tijdens de uitvoering van het project van vorig jaar is gebleken dat de CBS

data (statline) verschillende problemen kent; zo worden de statline data re-

gelmatig herzien en toont de reeks verschillende gaten. Dit bemoeilijkt het

ontwikkelen/behouden van actuele reeksen Actieve Ondernemingen en Ves-

tigingen. Mogelijk biedt de CBS on-site faciliteit een oplossing hiervoor. Bin-

nen dit project wordt onderzocht in hoeverre het mogelijk is om de actieve

ondernemingen en vestigingen data zelf on-site te verzamelen in de ge-

wenste bedrijfsgroep-grootteklasseindeling o.b.v. micro-data.

De resultaten zullen worden vergeleken met resultaten van de gebruikelijke

actualisatie. Wanneer de nieuwe aanpak succesvol blijkt, dan zal in het ver-

volg deze route worden gevolgd. In het andere geval zal het project voort-

gezet worden op de gebruikelijke manier. Dan zal ook het dataverrijkings-

programma worden aangepast zodat ook rekening gehouden wordt met

randtotalen op hoger agregatieniveau (2-digit). Op dit moment gebeurt dit

nog niet, waardoor de onthulde aantallen op 2-digit niveau in sommige ge-

vallen aanzienlijk afwijken van de CBS aantallen.

Doel van het project:

− Pilot-studie waarin de mogelijkheden voor on-site dataverzameling wor-

den onderzocht

− Indien pilot niet succesvol: het aanpassen van het dataverrijkingspro-

gramma, zodat ook rekening gehouden wordt met 2-digit totalen.

− Het actualiseren van de reeksen BLISS Actieve Ondernemingen en BLISS

Vestigingen 1993 – 2007 resp. 2000-2007 met het statistiekjaar 2008

Contactpersoon Sita Tan

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid (D0809)

Het doel van het project is het actualiseren van bestaande tijdreeksen op

het gebied van bedrijvendynamiek (geboorte en opheffing van bedrijven) en

Page 16: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

16

bedrijfstypen (zoals snelle groeiers) en het actualiseren en aanvullen van

een database met individuele bedrijfsgegevens. Niet alleen door EIM-

onderzoekers, maar ook door beleidsmakers blijkt intensief gebruik gemaakt

te worden van gegevens over ondernemingendynamiek en bedrijfsprestaties

bij hun beleidsvorming en het schrijven van nota’s. De tijdreeksen op het

gebied van ondernemingendynamiek blijken voor beleidsmakers belangrijk

te zijn om onder andere het startersbeleid te kunnen monitoren. De gege-

vens en onderzoek op het gebied van bedrijfstypen heeft onder andere ge-

leid tot ontwikkelen van specifiek beleid gericht op het vergroten van het

aantal snel groeiende bedrijven in Nederland. De praktijk heeft uitgewezen

dat de gegevens ook bruikbaar zijn voor beleidsmakers bij gemeenten. Zij

kunnen de gegevens op nationaal niveau als een benchmark voor hun ge-

meente gebruiken.

In 2008 wordt specifiek aandacht besteed aan bruto banencreatie door aan-

nemen van de 1e werknemer.

Contactpersoon Klaas Bangma

Regionale bedrijvendynamiek (D0810)

In toenemende mate wordt de regio geïdentificeerd als de relevante eenheid

van analyse voor onderzoeken over de relatie tussen bedrijvendynamiek en

economische prestaties. Regio's zijn heterogeen in termen van aantallen

starters, stoppers etc. Dit project geeft een verbijzondering van de bedrij-

vendynamiek naar Corop gebieden. Het betreft het aantal oprichtingen, be-

drijfsbeëindigingen, faillissementen en verplaatsingen. In 2008 wordt deze

geactualiseerd.

Contactpersoon Ton Kwaak

Inkomens van ondernemers (D0811)

Het doel van dit project is drieledig:

− het produceren van ramingen 2006-2009 met BRUNET en het toevoegen

hiervan aan de Inkomens dataset

− het actualiseren van Inkomens met het statistiekjaar 2006

− het actualiseren van de Inkomensmonitor met het statistiekjaar 2006

BRUNET ramingen

Op basis van BLISS Inkomens data 2005 (het ‘basisjaar’) worden ramingen

2006-2009 gemaakt van het bruto-netto traject van zelfstandige onderne-

mers t.b.v. de voorjaarsramingen van Kleinschalig Ondernemen. Deze ra-

mingen zullen ook toegevoegd worden aan de dataset. Daarnaast wordt

BRUNET gebruikt om de inkomenseffecten van veranderingen in wet- en re-

gelgeving door te rekenen.

Inkomens

De datasets Inkomens Directeuren-grootaandeelhouders (DGA's) en zelf-

standigen (ZLF) bevatten gegevens over inkomens directeuren-

grootaandeelhouders (gedesaggregeerd naar inkomensbestanddeel en in-

komensdeciel) en van zelfstandigen (gedesaggregeerd naar inkomensbe-

standdeel en inkomenspercentiel). De datasets geven inzicht in de bruto en

netto inkomens van dga's en zelfstandigen en dienen met name als input

voor het BRUNET model (zie boven). In 2008 dienen de datasets geactuali-

seerd te worden met statistiekjaar 2006.

Contactpersoon Sita Tan

Page 17: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

17

Internationale benchmark ondernemerschap (D0812)

Ondernemerschap is één van de speerpunten van EZ-beleid. Een belangrijk

aspect daarbij is het bewaken en bevorderen van de concurrentiekracht van

Nederland op de internationale markt. Om beleid te kunnen ontwikkelen en

te voeren is het nodig om de Nederlandse situatie periodiek in internatio-

naal perspectief te plaatsen. Centraal hierbij staan de aspecten ‘bedrijven-

dynamiek’ en ‘snelgroeiende bedrijven’. In deze globale offerte wordt een

onderzoek gepresenteerd waarbij Nederland, net als in de voorgaande ja-

ren, wordt vergeleken met 10 andere landen. Deze benchmarklanden zijn:

België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, het VK,

de VS en Japan. In 1999 is een vergelijkbaar onderzoek in het kader van de

toen bestaande beleidsruimte gefinancierd en in 1996, 2001 en 2003 vanuit

de markt (EZ). Het project maakt in 2008, net als in de jaren 2004 tot en

met 2007, deel uit van het programmaonderzoek.

Contactpersoon Pauline de Jong-‘t Hart

Ondernemers internationaal (COMPENDIA) (D0813)

Sinds enige jaren onderhoudt EIM de dataset COMPENDIA. De dataset bevat

informatie over het aantal ondernemers in 23 OECD landen vanaf 1972. Het

unieke aan de dataset is dat OECD statistieken geharmoniseerd worden tus-

sen landen en over de tijd. De COMPENDIA dataset wordt inmiddels steeds

vaker gebruikt in internationaal onderzoek, zowel binnen als buiten EIM.1

Ook toont EZ jaarlijks belangstelling voor de laatste trends in onderne-

merschapsaantallen waarvoor COMPENDIA gebruikt wordt. Tenslotte wordt

de COMPENDIA dataset ontsloten via de website van het programmaonder-

zoek (www.eim.net). In het huidige project vindt de reguliere actualisering

tot en met 2007 plaats.

Als extra onderdeel in het project willen we het aantal landen uitbreiden

met (relatief) nieuwe OECD landen zoals Polen, Hongarije, etc. Hier bestaat

veel belangstelling voor vanuit EZ in het kader van de jaarlijkse Internatio-

nale Benchmark Ondernemerschap. In eerste instantie zal het alleen gaan

om de ondernemersratio-variabele (oftewel aantal ondernemers als percen-

tage van beroepsbevolking).

Er lopen momenteel contacten met de OECD, met als doel de COMPENDIA

methodiek toepasbaar te maken voor de OECD statistieken, zodat beide

partijen met één statistiek naar buiten te komen. Daartoe is in dit project al

een zekere inbreng van de OECD opgenomen en wordt tevens een pilot pro-

ject voorgesteld, waarbij in coproductie de methodiek verder wordt uitge-

werkt en beschreven, teneinde een bredere toepassing mogelijk te maken

(zie pilot self employment harmonisations).

Contactpersoon André van Stel

1 Zie bijvoorbeeld: Armour, J. and D.J. Cumming (2005), Bankruptcy Law and En-

trepreneurship, American Law & Economics Association Annual Meetings, Pa-

per 26.

En: Carree, M., A. van Stel, R. Thurik and S. Wennekers (2007), The relationship

between economic development and business ownership revisited, EIM Re-

search Report H200705.

Page 18: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

18

Nieuw ondernemerschap internationaal (GEM) (D0814)

Enige jaren geleden heeft een internationale research groep, onder leiding van

prof. Paul Reynolds van Babson College en de London Business School, het initi-

atief genomen voor een zogenaamde Global Entrepreneurship Monitor (GEM).

Hoofddoel is met vooraanstaande onderzoekers op het terrein van onderne-

merschap internationaal vergelijkbare data over ondernemerschap in een groot

aantal landen te verzamelen, te vergelijken en te analyseren, alsmede op basis

van deze data het effect van “entrepreneurial activity” op economische groei te

onderzoeken. Inmiddels doen hieraan 38 landen mee. Het is de bedoeling het

aantal deelnemende landen geleidelijk uit te breiden tot circa 50. Sinds 2001

participeert EIM, als partner voor Nederland, in het GEM-project.

De voornaamste doelen van het project zijn:

− Jaarlijks unieke gegevens verzamelen over de mate van “(nascent) en-

trepreneurial activity” en de “entrepreneurial framework conditions” in

Nederland.

− Toegang krijgen tot een grote, internationale databank met soortgelijke

gegevens voor alle deelnemende landen, zowel ten behoeve van bench-

marking als van modelbouw.

− Rapporteren over de ontwikkeling van het ondernemerschap in Neder-

land, in internationaal perspectief, en over de achtergronden van deze

ontwikkeling.

Contactpersoon Jolanda Hessels

MKB-Beleidspanel (D0815)

Het MKB Beleidspanel is begin 1999 van start gegaan. De aanleiding des-

tijds was een behoefte aan kennis over de impact van het overheidsbeleid

op het MKB. Wat is de kennis en houding van de ondernemers ten aanzien

van het gevoerde overheidsbeleid en hoe wordt hier door ondernemers in

hun bedrijfsvoering mee omgegaan?

Het huidige doel van het MKB Beleidspanel is drieledig:

− Het meten van ontwikkelingen in de tijd ten aanzien van het gedrag, de

meningen en prestaties van MKB--ondernemingen

− Cumulatie van kennis over het MKB in al zijn facetten

− Optimale ontsluiting van data voor externen.

In 2007 is voor het eerst gewerkt met vragensets van externe instanties

(waaronder het WODC en de RaboBank). Dit jaar wordt onder andere voor-

zien in cofinanciering met MKB-Nederland.

Contactpersoon Pieter Fris

Starters en jonge bedrijven (D0816)

Gedurende lange tijd worden binnen het programmaonderzoek cohorten

starters en jonge bedrijven gevolgd. Het in de tijd volgen van deze groepen

bedrijven levert waardevolle informatie op, onder meer over de ontwikkeling

van nieuwe en jonge bedrijven, de hierbij ervaren problemen en de factoren

die overleving en bedrijfsgroei beïnvloeden. Inmiddels is op deze wijze een

unieke longitudinale database opgebouwd met informatie over (de ontwik-

keling) van startende en jonge bedrijven in Nederland. Diverse cohorten

(een cohort bestaat uit bedrijven die in hetzelfde jaar gestart zijn) met ver-

schillende startjaren worden gevolgd. Dit maakt het mogelijk om vergelij-

kingen te maken met uitkomsten van metingen tussen de verschillende co-

horten. Zo kunnen we zien of en in hoeverre de ene lichting bedrijven zich

onderscheidt van een andere lichting.

Page 19: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

19

Er zijn 2 cohorten. Het jongste cohort bestaat uit starters in 2003 (tweede

helft), die op het dieptepunt van de laatste recessie een bedrijf zijn begon-

nen. Het tweede cohort bestaat uit starters in 1998, 1999 en 2000.

In 2008 worden beide panels voor het laatst benaderd, 5 en 10 jaar na de

start, met de bedoeling in 2009 een nieuw starterspanel op te starten.

Contactpersoon Dick Snel

Technologische bedrijven (D0817)

Technologiebedrijven zijn bedrijven die zelf R&D uitvoeren en die producten

ontwikkelen en/of vercommercialiseren met behulp van nieuwe technologie.

In het Nederlandse ondernemerschaps- en innovatiebeleid nemen technolo-

giebedrijven een belangrijke plaats in, maar in de praktijk zijn technologie-

bedrijven zeer moeilijk uit statistieken over het bedrijfsleven te destilleren.

Om meer te weten te komen over technologiebedrijven is EIM in 2005 een

panel gestart, bestaande uit 675 technologiebedrijven in het MKB. Deze

groep wordt gedurende vier jaar gevolgd. Eerdere metingen hebben plaats-

gevonden in november 2005, december 2006 en november 2007 (thans in

uitvoering).

In onderhavig project willen we in het najaar van 2008 de vierde, laatste

meting uitvoeren. Daarbij ligt het accent op een blok vragen waarmee we

de algemene prestaties van technologiebedrijven volgen, en die tot nu toe

jaarlijks zijn gesteld. Het stelt ons in staat om met de achtergrondkenmer-

ken die in 2005 zijn verzameld, longitudinale analyses uit te voeren.

Diverse wetenschappers en beleidsmakers hebben de mogelijkheden van

het panel technologiebedrijven reeds ontdekt. Met de Universiteit Utrecht is

de samenwerking het meest intensief. Verder denken diverse medewerkers

van EZ mee over de vragenlijsten en gebruiken de cijfers ter onderbouwing

van eigen beleid. Tenslotte gebruiken medewerkers van de universiteiten

van Utrecht, Rotterdam en Ottawa (Canada) de data voor het schrijven van

artikelen.

Contactpersoon Jeroen de Jong

Determinanten bedrijfsprestaties MKB (D0818)

De meeste datasets die worden verzameld in het programmaonderzoek MKB

en Ondernemerschap kijken naar de prestaties van MKB-bedrijven an sich.

Met de dataset Determinanten van Bedrijfsprestaties verzamelen we op sys-

tematische wijze informatie over verschillende aspecten van de bedrijfsvoe-

ring van MKB-bedrijven: ondernemerschap, innovatie, marketing, HRM en

perceptie van concurrentie. Deze dataset beoogt om beleidsmakers, onder-

nemers en adviseurs actuele inzichten te geven in factoren die ten grond-

slag liggen aan veel dynamiek in het MKB. De dataset Determinanten van

Bedrijfsprestaties is ook in 2006 en 2007 al verzameld; instrument hiervoor

is een telefonische enquête onder circa 2500 ondernemers die samen een

representatieve steekproef vormen voor het MKB. In dit project maken we

een update van de dataset door de telefonische enquête te herhalen en op

onderdelen aan te passen. Het project gebeurt met cofinanciering van de

Nederlandse Mededigings Autoriteit.

Contactpersoon Jeroen de Jong

Page 20: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

20

Tijdelijke organisaties (D0819)

Tijdel i jke organisat ies

Bedrijven opereren niet in een vacuüm, maar hebben talloze relaties. Om te

beginnen met hun klanten en toeleveranciers, maar vaak ook met andere

bedrijven, instellingen en organisaties.

Deze relaties kunnen veel verschillende vormen aannemen, maar steeds va-

ker is hierbij spraken van een of andere vorm van samenwerking. Naar sa-

menwerking tussen (MKB) bedrijven wordt al regelmatig onderzoek verricht,

maar dit onderzoek is vrijwel altijd gericht op samenwerkingsverbanden

voor onbepaalde duur (bijvoorbeeld co-makership, spin-offs, franchising,

deelname in een inkoop- of verkooporganisatie of deelname in een

branchevereniging).Deze samenwerkingsverbanden worden meestal onder-

zocht vanuit het perspectief van de deelnemende, ‘permanente’ organisa-

ties.

Naast deze meer duurzame relaties kunnen bedrijven ook tijdelijke samen-

werkingsverbanden aangaan. Met ‘tijdelijk’ bedoelen we dan, dat vooraf is

afgesproken wanneer de samenwerking ophoudt: op een bepaalde datum, of

bij afronding van een specifiek project. Merk op dat ‘tijdelijk’ niet hetzelfde

is als ‘van korte duur’: tijdelijke samenwerkingsverbanden kunnen diverse

jaren in stand blijven.

Over deze tijdelijke samenwerkingsverbanden is nog weinig bekend. EIM en

de Universiteit van Tilburg zijn in 2006 begonnen met een gezamenlijk on-

derzoek naar het hoe en waarom van tijdelijke samenwerkingsverbanden,

waarbij ten minste één bedrijf uit het MKB is betrokken. Twee belangrijke

noviteiten van dit onderzoek zijn de aandacht voor het tijdelijke karakter

ervan en de aandacht voor de wijze waarop de tijdelijke samenwerking

wordt georganiseerd: de tijdelijke organisatie zelf. Om dit te onderstrepen,

spreken we daarom van tijdelijke organisaties in plaats van tijdelijke sa-

menwerkingsverbanden.

Samenwerking EIM en UvT

In juni 2006 hebben EIM en het departement Organisatiewetenschappen

van de Universiteit van Tilburg (UvT-OW) een tijdelijke samenwerkingsover-

eenkomst gesloten. Het doel van deze overeenkomst is om gezamenlijk on-

derzoek te verrichten naar tijdelijke organisaties. In het bijzonder willen we

de bestaande kennis over de rol, antecedenten en prestaties van tijdelijke

organisaties in het MKB vergroten.

Op dit moment is een eerste dataset beschikbaar met gegevens over de

deelname van MKB bedrijven aan tijdelijke samenwerkingsverbanden. In het

najaar van 2007 zal een tweede dataset verzameld worden. De belangrijk-

ste bevindingen van beide datasets worden in de loop van 2007 en 2008

ontsloten.

Eén jaar is echter te kort om een nieuw onderwerp goed op de kaart te zet-

ten. Het huidige contract bevat daarom al principe-afspraken voor een ver-

lenging van de samenwerking met 2 jaar. Een dergelijke verlenging biedt de

mogelijkheid om nieuwe inzichten die bij de analyse van de eerste datasets

ontstaan, in vervolgonderzoek daadwerkelijk te kunnen toetsen. Daarnaast

ontstaat de mogelijkheid om de ontwikkeling van tijdelijke organisaties over

de tijd te monitoren. Gezien de tijdelijkheid van het onderwerp van deze

samenwerking (tijdelijke organisaties) heeft dit een duidelijke toegevoegde

waarde.

Contactpersoon Jan de Kok

Page 21: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

21

Kerncijfers MKB op de website (D0820)

Uit de praktijk is gebleken dat veel mensen op zoek zijn naar een beperkt

aantal cijfers over een bepaald thema of naar enkele basisgegevens over

het MKB of een sector daaruit. Nu kunnen zij hiervoor de zoekfunctie ge-

bruiken, bij de rapporten kijken of de datasets raadplegen. Dit is echter niet

de snelste en effectiefste manier.

Daarom is op de website een aparte sectie met een toegankelijke ontsluiting

van diverse informatie over het MKB uit de datasets.

Via de sectie van de website Kerncijfers is het de bedoeling gebruikers te

bedienen die een beperkt aantal cijfers of feiten in het kennisdomein ‘MKB

en Ondernemerschap’ zoeken. Doel van dit project is ervoor te zorgen dat

de ontsluiting via de kennissite verder verbeterd en de gegevens geactuali-

seerd worden. Met andere worden dat het aantal bezoekers wordt vergroot.

We willen dit bereiken door:

een eenduidige, logische en veelvuldig toegepaste zoekstructuur via on-

derwerpen/thema’s - als aanvulling op de huidige datasets en rapporten - te

geven;

het aanbieden van de gezochte kercijfers in de vorm van standaardtabellen;

service te bieden via doorverwijzing naar gerelateerde onderwerpen en (re-

cente) rapporten.

Contactpersoon Dick Snel

Aanschaf secundaire data (D0821)

Ten behoeve van het programma worden centraal door EIM alle benodigde

databronnen bij diverse leveranciers aangeschaft. Het gaat bijvoorbeeld om

bestellingen bij het CBS, Bureau v. Dijk/Elsevier, VVK, en de Europese

Commissie. De databronnen vormen de directe inputs voor de actualisatie

van diverse datasets. Centrale aanschaf heeft voordelen, onder andere in de

kostensfeer en de kwaliteitsbewaking. De kosten van secundaire databron-

nen, die voor meer dan één dataset worden gebruikt, worden uit dit project

gefinancierd.

Contactpersoon Sjaak Vollebregt

3.3.2 Nieuwe datasets

Innovatief ondernemerschap in detailhandel, ambacht en horeca

(D0822)

Dit betreft het datagedeelte van dit project dat beschreven staat bij de ken-

nisopbouw: B0813. Zie verder aldaar.

Demografische aspecten van ondernemers (D0823)

Een van de conclusies in het proefschrift van Wennekers getiteld “Entrepre-

neurship at country level” luidt dat technologische, demografische, sociale,

culturele en institutionele factoren een belangrijke bijdrage leveren aan de

verklaring van de mate van ondernemerschap in een land. Nu blijkt dat in

het Programma Onderzoek weinig data worden verzameld op het gebied van

dit soort aspecten en kenmerken van ondernemers. Het MKB Beleidspanel,

dataset technologische bedrijven verzamelen bijvoorbeeld wel aspecten van

ondernemingen, maar vrijwel niet van ondernemers. Aangezien onderne-

merschap de ‘key issue’ is van het Programma Onderzoek ligt hier een hiaat

in de informatievoorziening.

Page 22: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

22

In 2007 is een inventarisatie gemaakt van de bronnen, die dit soort gege-

vens leveren. Tevens is in 2007 op de kennissite www.ondernemerschap.nl

een databank geplaatst met verwijzingen naar bronnen op het gebied van

institutionele factoren. Wij stellen voor in 2008 een dataset te ontwikkelen,

die de demografische aspecten van (Nederlandse) ondernemers in kaart

brengt, zols geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, etniciteit, voor zover moge-

lijk verdeeld naar sector en regio. Hierbij dient te worden aangesloten bij de

aantallen, zoals vermeld in de ‘reeksen kerncijfers MKB’ en er wordt naar

gestreeft om de demografische cijfers als reeksen te presenteren .

De dataset wordt ontsloten op de kennissite en het ligt in de bedoeling een

minirapportage aan het onderwerp te wijden.

Contactpersoon Sjaak Vollebregt

3.3.3 Infrastructuur, investeringen en ontsluit ing datasets

Beheer en onderhoud datasystemen (D0824)

Binnen de datasystemen zijn de afgelopen jaren verschillende subsystemen

voor dataverwerking ontwikkeld, zoals Actieve ondernemingen en vestigin-

gen, Prognoses kerngegevens MKB, Inkomens en andere. Deze

(sub)systemen, het gaat hier om vaak complexe verwerkingsprogrammatuur

en (relationele) databases, dienen voor de periodieke productie zowel tech-

nisch als functioneel goed te blijven werken. Wat betreft technische aspec-

ten spelen de netwerkomgeving, de file- en databaseserver en de gebruikte

software een belangrijke rol. De kosten van de benodigde licenties worden

uit dit project gefinancierd. Wat betreft de inhoud zijn er jaarlijks kleine

veranderingen die zich kunnen aandienen.

Contactpersoon Pieter Fris

Clearinghouse MKB Data (D0825)

Het Clearinghouse MKB Data is een organisatievorm, waarbij de logistiek

van de dataprocessen (verzamelen, opslaan, bewerken en ontsluiten van

gegevens) centraal wordt gemanaged. De taken van het Clearinghouse zijn

de volgende:

− Zorg dragen voor tijdige leveringen van de datasets

− Plaatsen van nieuwe data in de centrale omgeving

− Zorg dragen voor een goed verlopend versiebeheer van de datasets

− Intermediaire functie in aanlevering en ontsluiting van de datasets

− Het runnen van de loketfunctie (dataloket)

− Onderhouden van de metadata (specificaties, classificaties)

Contactpersoon Steven Meppelink

Ontsluiting datasets (D0826)

In 2008 worden er binnen het deelprogramma informatiesystemen diverse

datasets geactualiseerd, zoals Actieve ondernemingen en vestigingen, Re-

sultatenrekening MKB sectoren, bedrijvendynamiek, e.d. Actualisatie bete-

kent meestal dat aan de bestaande jaren een recenter jaar wordt toege-

voegd.

Alle geactualiseerde datasets worden elk jaar zoveel mogelijk ontsloten. Bij

de ontsluiting staat het Internet (www.ondernemerschap.nl) centraal. De

laatste jaren is zeer veel datamateriaal via dit kanaal ontsloten.

Page 23: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

23

In 2008 vindt de ontsluiting, op een enkele uitzondering na, plaats via de

recent vernieuwde integrale applicatie. Dit bewerkstelligt een uniform user-

interface, wat het gebruikersgemak zeker ten goede komt. Daarnaast houdt

de applicatie het aantal ‘webhits’ per dataset bij, waardoor het gebruik is te

monitoren. Tevens dient ten behoeve van deze datasets de elektronische

datacatalogus (de toelichting) onderhouden te worden.

Contactpersoon Steven Meppelink

Onderhoud en uitbouw thesaurus (D0827)

In 2007 heeft de Thesaurus zijn intrede gedaan op de kennissite

www.ondernemerschap.nl. Deze applicatie is te zien als een zoekinstrument,

dat op basis van trefwoorden de relevante datasets selecteert. De Thesau-

rus is daarmee echter nog niet af; er zal altijd behoefte zijn aan aanpassin-

gen, met name wat de inhoud betreft. Immers, nieuwe datasets moeten

adequate trefwoordverwijzingen krijgen, maar ook bij bestaande datasets

kan het nodig zijn de trefwoorden te optimaliseren. Om dit te verwezenlij-

ken zijn er 2 kanalen: een optie voor de (externe) gebruiker om een mailbe-

richt te sturen en een speciale module in de applicatie, die de input van

trefwoorden ‘logt’. Tevens zal aan een themaspecialisten gevraagd worden

om over het idioom mee te denken.

Contactpersoon Steven Meppelink

Pilot self-employment harmonisations (D0828)

Sinds jaren onderhoudt EIM de dataset COMPENDIA. De dataset bevat in-

formatie over het aantal ondernemers in 23 OECD landen vanaf 1972. De

dataset wordt jaarlijks geactualiseerd en ontsloten via de Kennissite MKB en

Ondernemerschap. In COMPENDIA wordt het aantal ondernemers, zoals ge-

publiceerd door de OECD in de publikatie OECD Labour Force Statistics, ge-

harmoniseerd voor 23 landen zodat de cijfers vergelijkbaar zijn tussen lan-

den en over de tijd. Afgelopen voorjaar heeft EIM een bijeenkomst georga-

niseerd met medewerkers van de Statistics Directorate van de OECD, waar-

bij de in COMPENDIA gehanteerde harmonisatiemethoden werden toege-

licht. Een belangrijke conclusie van de bijeenkomst was dat het harmonise-

ren van de ruwe OECD data van het grootste belang is, en dat de correctie-

methoden van EIM daarvoor een goed startpunt vormen. Daarom werd tij-

dens de bijeenkomst het voorstel gedaan om samen met OECD een working

paper te schrijven dat uitgebracht moet worden als OECD Statistics Working

Paper. Het inhoudelijke doel van het project is om in overleg met OECD te

kijken of de correctiemethoden verbeterd kunnen worden en of de metho-

den ook toepasbaar zijn op lagere aggregatieniveaus (sectoren). Hiertoe zal

een pilotstudie met OECD worden uitgevoerd waarbij voor een drietal lan-

den onderzocht wordt in hoeverre de methoden toepasbaar zijn op sectorni-

veau.

Een belangrijk nevendoel van het project is dat EIM internationale erken-

ning krijgt voor het werk op het terrein van het verrijken van (internationa-

le) data. Het uitbrengen van een gezamenlijk EIM/OECD working paper zal

de internationale reputatie van EIM als data-expert vergroten. Daarnaast

beoogt het project een startschot te zijn voor een langdurige samenwerking

tussen OECD en EIM op het terrein van dataverrijking en data-uitwisseling.

Contactpersoon André van Stel

Page 24: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

24

Post-mortem analyse prognoses MKB (D0829)

In 2006 is voor het eerst een analyse van de voorspelkwaliteit van de korte

termijn prognoses gemaakt; de huidige reeks betref statistiekjaar 2003 en

2004. De bedoeling is deze analyse uit te breiden met statistiekjaar 2005.

In het project maken we een vergelijking met de prognoses voor 2005 (die

uit 2004 en die uit 2005 zelf) met de realisaties. Tevens kan – door verge-

lijking met eerdere analyses – de ontwikkeling van de voorspelkwaliteit ge-

monitored worden.

Hieraan worden indicaties voor de verdere verbering van de voorspelkwali-

teit ontleend.

Contactpersoon Ton Kwaak

3.3.4 Modellen

PRISMA, onderhoud en uitbouw (D0830)

De modellen PRISMA-K, PRISMA-M, PRISMA-R en PRISMA-MKB worden in

het bijzonder gebruikt binnen het Programmaonderzoek MKB en Onderne-

merschap, ten behoeve van met name publieksrapportages. Input voor de

modellen komt uit twee bronnen: datasets en kennisopbouw. Regelmatig

onderhoud is nodig om de modellen actueel te houden, én om de kwaliteit

en de doelmatigheid van het ramingsproces verder te verbeteren. Verleggen

van de basisjaren voor de verschillende onderdelen van PRISMA behoren tot

dit onderhoud, alsmede de implementatie en tests van nieuwe of gewijzigde

modelrelaties. In het bijzonder wordt in 2008 aandacht besteed aan PRIS-

MA-R (regionale verbijzondering), waarbij de uitkomsten uit het voorstel

‘verbetering modelrelaties PRISMA-R’ worden geïmplementeerd.

Contactpersoon Ton Kwaak

BRUNET, onderhoud (D0831)

BRUNET is hét instrument voor het maken van actuele ‘inkomensplaatjes’

voor zelfstandigen en DGA’s, en het analyseren van de effect van diverse

maatregelen in de fiscale sfeer op de inkomens van zelfstandigen en DGA’s.

De aan het model ten grondslag liggende database met gegevens voor het

basisjaar moet geüpdate worden in het licht van nieuw beschikbaar geko-

men statistisch materiaal (uit project ‘Inkomens van ondernemers’) . Verder

moeten de modelparameters worden aangepast in het licht van nieuwe re-

gelgeving. Tevens wordt een post-mortem analyse uitgevoerd, waarbij de

ramingen en de realisaties met elkaar worden vergeleken; dit kan immers

aanleiding zijn tot verdere modelverbetering.

Het resultaat is een operationeel BRUNET-model t.b.v. prognoses en be-

leidsanalyses aangaande de inkomens van ondernemers (zelfstandigen en

DGA’s)

Contactpersoon Ton Kwaak

Kwartaalprognoses BBP (D0832)

EIM maakt al vele jaren jaarvoorspellingen van de Nederlandse economie,

verbijzonderd naar sectoren en grootteklassen. Ontwikkelingen op de zeer

korte termijn blijven echter achterwege, terwijl omslagen in de conjunctuur

te veel buiten het zicht blijven. Interpretaties van ontwikkelingen in het lo-

pende kwartaal zijn vaak moeilijk te maken. Zet de ontwikkeling door, of

zwakt deze juist af, c.q. wordt deze versterkt? Derhalve is het zinvol behal-

ve een kijk te hebben op de ontwikkelingen in de afgelopen kwartalen`(is in

Page 25: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

25

2007 opgestart), ook zicht te hebben op de verwachte ontwikkelingen in de

komende kwartalen. Kwartaalvoorspellingen maken het ook beter mogelijk

om tijdig conjunctuuromslagen te zien aankomen. De kwaliteit van de voor-

spellingen in het lopende jaar t.b.v. Kleinschalig Ondernemen wordt hier-

door beter. Beleidsmatig is deze informatie ook zeer relevant.

Het idee is om een model te ontwikkelen en toe te passen op basis van en-

kele leading indicators, waarmee op basis van oordelen en ontwikkelingen in

de afgelopen kwartalen een voorspelling van de nabije toekomst wordt ge-

maakt.

Contactpersoon Wim Verhoeven

Verdieping PRISMA-R (D0833)

Het model ‘PRISMA-R’ wordt gebruikt om regionale vooruitberekeningen

voor de korte termijn te maken; ook wordt er recente structuurinformatie

op provinciaal niveau aan ontleend. De noodzaak om dergelijke structuurin-

formatie modelmatig te ramen is erin gelegen dat statistische bronnen al-

leen met grote vertraging (3 tot 4 jaar) beschikbaar is.

In zijn huidige vorm ontstaan regionale verschillen vooral door structuur-

verschillen tussen regio’s. Dit doet geen recht dat bepaalde bedrijftakken

regionaal verzorgend zijn, andere juist footloose, en weer andere juist sterk

locatiegebonden (denk aan landbouw, delfstoffenwinning). Deze globale of-

ferte behelst het verrijken van PRISMA-R met dergelijke regionale verschil-

len.

Contactpersoon Ton Kwaak

3.3.5 Coördinat ie en kwaliteitsmanagement

Adviesgroep datasets & modellen (D0834)

Voor het beleid rond de datasets en modellen is het van grote waarde de

mening van externe deskundigen te vernemen en relevante onderwerpen

met hen te bediscussiëren. Het doel is dat de Adviesgroep zich een oordeel

vormt over verschillende aspecten van het deelprogramma Datasets en mo-

dellen en adviseert over de mogelijkheden om deze aspecten te verbeteren

en/of de strategische keuzes die ten aanzien van de informatiesystemen

gemaakt moeten worden.

De Adviesgroep heeft de opdracht om zich een oordeel te vormen over ver-

schillende aspecten van het deelprogramma Informatiesystemen (zie onder)

en te adviseren over de mogelijkheden om deze aspecten te verbeteren

en/of de strategische keuzes die ten aanzien van de informatiesystemen

gemaakt moeten worden. De Adviesgroep bestaat uit Luuk Klomp (EZ),

Frans Hoeven (CBS), Hans Stol (Stol Advies), John Sloof (VVK), Wim Boon-

stra (Rabobank Nederland), Gerrit de Wit (EIM), Pieter Fris (EIM) en Jan

van der Linden (EIM). Daarnaast kunnen, afhankelijk van het onderwerp,

andere betrokkenen worden uitgenodigd bij een vergadering van de Advies-

groep.

Contactpersoon Pieter Fris

3.3.6 Doorlopende projecten vanuit vorig jaar

Vanwege de overprogrammering uit het vorige jaar zullen er een aantal pro-

jecten uit vorig jaar doorlopen in het huidige jaar. In dit stadium is nog niet

volledig te specificeren om welke projecten het hierbij gaat. Dat zal dan ook

Page 26: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

26

gebeuren in de tweede tranche. Naar onze inschatting zullen de volgende

projecten gedeeltelijk doorlopen vanuit het vorige jaar:

− Resultatenrekeningen MKB sectoren

− Inkomens van ondernemers

− Internationale benchmark ondernemerschap

− Technologische bedrijven

− Fusies en overnames

− Dynamische verklaringen bedrijfsgrootteverdelingen

− Vergroting bedrijfszekerheid PRISMA-K

3.4 Vooruitblik tweede tranche

Voor de tweede tranche verwachten we nog enkele voorstellen:

− De ontwikkeling en productie van kwartaalstatistieken MKB.

− De eerste aanzet tot verzameling van data met betrekking tot de zorg

(en eventueel het onderwijs), voortvloeiend uit de speerpunten t.a.v. co-

financiering.

− De ontwikkeling van een dataset met informatie over ZZP’ers.

Page 27: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

27

4 Kennisopbouw

4.1 Doelstelling en activiteiten van het deelprogramma

Het deelprogramma Kennisopbouw heeft tot doel de vernieuwing en verbe-

tering aan te jagen van het onderzoeksprogramma 'MKB en Onderne-

merschap'. Op deze manier wordt er samenhangende kennis opgebouwd

rond de thema's ondernemerschap en bedrijfsprestaties. Binnen het deel-

programma Kennisopbouw zijn drie subdoelen te onderkennen namelijk:

− verkenningsfunctie: waar staan we, waar moeten we naar toe?;

− ontwikkelingsstudies: proeftuin voor datasets & modellen, en;

− toepassingen: sector- en themaspecifieke studies.

In de geselecteerde projecten (zie paragraaf 4.2) komen deze drie subdoe-

len naar voren.

De in de projecten opgebouwde kennis levert input voor de verbetering en

vernieuwing in de datasets & modellen. Hierbij gaat het veelal om de ver-

kenning van witte vlekken in de kennis over MKB en ondernemerschap. Het

levert tevens directe kennis, die wordt ontsloten via publieksgerichte rap-

portages (toegepast) en onderzoekergerichte papers. Ook wordt vanuit het

deelprogramma Kennisopbouw resultaten gepresenteerd op wetenschappe-

lijke congressen en gepubliceerd in internationale wetenschappelijke tijd-

schriften.

4.2 Programmering volgens visiepaper

Op hoofdlijnen biedt het voorgestelde palet van projecten voor de eerste

tranche van Kennisopbouw 2008, in combinatie met een aantal vanuit 2007

overlopende projecten, een evenwichtige invulling van de strategische ken-

nisbehoefte zoals gesignaleerd in paragraaf 5 van de visiepaper. Daarbij zal

het leeuwendeel van het voorgestelde programma tot stand komen met co-

financiering, met name in coproductie met andere onderzoeksinstellingen.

De in de visiepaper onderscheiden hoofdthema's, te weten Oprichtingsdy-

namiek en Bedrijfsprestaties MKB, komen in het voorgestelde werkpro-

gramma ruimschoots aan bod, met enige nadruk op het thema Bedrijfspres-

taties. Enkele lacunes in het palet zullen in de tweede tranche worden inge-

vuld (zie paragraaf 4.4).

Oprichtingsdynamiek

Binnen dit thema worden vier subthema's onderscheiden. Bij cultuur en in-

stituties loopt een groot onderzoek naar opportunity costs van onderne-

merschap door in 2008, wordt de tweede fase van de programma-evaluatie

van het startersbeleid ingezet en wordt empirisch onderzoek gestart naar de

effectiviteit van ondernemerschaponderwijs. Bij resources voor bedrijfsop-

richtingen loopt een longitudinaal, internationaal vergelijkend onderzoek

naar nascent entrepreneurship door vanuit 2007. Ook is bovengenoemd on-

derzoek naar ondernemerschaponderwijs relevant voor dit subthema. Op dit

deelterrein is ruimte om in de tweede tranche een nieuw onderzoek te for-

muleren. Bij sectoren en ondernemerstypen is in 2008 veel actie gepland.

Twee lopende onderzoeken worden in 2008 afgerond (ondernemerschap in

de zorg; spin-outs van universiteiten), terwijl er drie nieuwe worden opge-

Page 28: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

28

start (entry en exit, fase 3; succesfactoren van bedrijfsoverdrachten; et-

nisch ondernemerschap op gemeentelijk niveau). Bij effecten van oprich-

tingsdynamiek zal het lopende project over ondernemerschap en regionale

banencreatie worden afgerond en zal veel aandacht uitgaan naar het on-

langs aangevangen ambitieuze project naar de tweezijdige relatie tussen

ondernemerschap en economische ontwikkeling. Ook bij dit subthema is er

ruimte voor nieuw onderzoek in de tweede tranche.

Bedrijfsprestaties MKB

De visiepaper heeft het grote belang van de prestaties van bestaande be-

drijven en van ondernemend gedrag van zowel ondernemers als werkne-

mers benadrukt, waarbij belangrijke kennislacunes op dit terrein werden

geconstateerd. Binnen Bedrijfsprestaties MKB moet er daarom ruime aan-

dacht uitgaan naar de vele aspecten van bedrijfsgroei, naar samenwerking

en netwerken, alsmede naar ondernemend gedrag en intrapreneurship.

Binnen dit thema worden drie subthema's onderscheiden. Bij resources, in-

novatief gedrag en andere succesfactoren loopt één project door vanuit

2007 (determinanten van bedrijfsgroei). Er worden vier nieuwe onderzoeken

opgestart (meting, determinanten en consequenties van 'opportunities'; ge-

bruikersinnovatie in het MKB; meten van ondernemend gedrag in organisa-

ties; ondernemerschap en opleidingsniveaus). Bij institutionele voorwaarden

voor innovatie en bedrijfsgroei worden twee nieuwe projecten voorgesteld.

Dit zijn determinanten en effecten van duurzaam ondernemerschap, alsme-

de prevalentie en aanpak van juridische problemen in het MKB (cofinancie-

ring met het WODC). Bij schaalvraagstukken en bedrijfsprestaties naar sec-

toren loopt één project door vanuit 2007 (nieuwe samenwerkingsvormen),

en staan er drie nieuwe op de rol. Dit zijn het belang van transactiekosten

voor schaalgrootte, het al genoemde innovatief ondernemerschap in detail-

handel, horeca en ambacht (in cofinanciering) en een verkennend onder-

zoek naar sociaal ondernemerschap.

Internationale en regionale aspecten

In diverse hierboven voorgestelde projecten wordt ook aandacht gegeven

aan internationale of regionale aspecten. Deze facetten zijn daarnaast soms

zelfstandig object van onderzoek. Bij internationale aspecten lopen enkele

van dergelijke projecten over naar 2008. Dit betreft onder meer onderzoek

naar de rol van het MKB in internationale ketens en netwerken, en naar de

opkomst van kop-staartbedrijven in het MKB. Nieuw voorgestelde projecten

betreffen onderzoek naar internationale activiteiten van MKB bedrijven in

opkomende markten en onderzoek naar zgn. 'born global' bedrijven. Bij re-

gionale aspecten zullen enkele lopende onderzoeken in 2008 worden afge-

rond. Op regionaal terrein is derhalve nog ruimte voor nieuwe projectvoor-

stellen in de tweede tranche.

Page 29: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

29

4.3 Projecten eerste tranche

In deze paragraaf worden de projecten voor de eerste tranche achtereen-

volgens kort toegelicht.

4.3.1 Nieuw ingediende projecten

Effecten ondernemerschapsproject in groep 8 basisschool (B0801)

De hedendaagse maatschappij wordt, meer dan de naoorlogse ‘managed

economy’, gekenmerkt door dynamiek en turbulentie. Dit betekent veel

kansen voor zelfstandig ondernemerschap, maar vereist ook ondernemend

gedrag van werknemers. Het onderwijs moet toekomstige generaties toe-

rusten voor deze ‘ondernemende economie’. Jonge mensen moeten daarom

op school ondernemende kwaliteiten en managementvaardigheden kunnen

ontwikkelen alsmede kennis over ondernemerschap kunnen opdoen. Uit

psychologisch onderzoek blijkt dat ondernemende kwaliteiten zoals initia-

tief, creativiteit, zelfredzaamheid, autonomie, doorzettingsvermogen en een

positieve houding jegens kansen en risico’s heel goed (zo niet het best) al

op jeugdige leeftijd kunnen worden ontwikkeld. Daarnaast kan ook op jonge

leeftijd begonnen worden met het bijbrengen van managementvaardigheden

zoals planning, organisatie, voortgangscontrole en doelbewaking.

In het basisonderwijs heeft dit in de afgelopen jaren geleid tot het opkomen

van nieuwe didactische stromingen, zoals het ‘ontwikkelingsgericht onder-

wijs’ en ‘ervaringsgericht onderwijs’, en tot specifieke projecten en spellen.

Een bekend voorbeeld van het laatste is BizWorld, waarbij leerlingen uit

groep 8 van de basisschool onder begeleiding van een echte ondernemer

een eigen bedrijf in vriendschapsbandjes opzetten. BizWorld is in 1992 in de

VS ontstaan en in 2001 in Nederland geïntroduceerd. Sindsdien hebben al

meer dan 100 basisscholen hieraan meegedaan. Tot op heden is echter nog

weinig of niets bekend over het effect hiervan op de ondernemende kwali-

teiten, managementvaardigheden of ondernemerschapskennis van de deel-

nemende scholieren.

Het voorgestelde project, dat in coproductie tussen het aan de UvA gelieer-

de Amsterdam Center of Entrepreneurship ACE en het programmaonderzoek

en in samenwerking met BizWorld en een aantal basisscholen zal worden

uitgevoerd, beoogt deze effecten op een wetenschappelijk verantwoorde

wijze te gaan meten. Als onderdeel van het project zal ook een meetschaal

voor een aantal ondernemende eigenschappen worden ontwikkeld.

Contactpersoon: Sander Wennekers

Programmaevaluatie startersbeleid, deel 2008 (B0802)

Dit betreft het tweede rapport in het kader van een 4-jarige programma-

evaluatie van twee decennia startersbeleid, die uit zal monden in een dis-

sertatie in coproductie met Stichting Panteia/EUR. Het eerste rapport

(2007) bevat een sociaal-economische en theoretisch eclectische historische

analyse van de beleidnota’s van het Ministerie van Economische Zaken uit

de jaren 1982-2003. In het tweede rapport zal het beleidsproces van de be-

leidsinstrumenten worden onderzocht. Hoe is het beleid tot stand gekomen,

hoe is het geïmplementeerd? Wat ging goed, wat ging fout, wat waren

struikelblokken? Is er een beleidscyclus te herkennen?

Page 30: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

30

Tevens zal het krachtenveld van politiek en belangenorganisaties worden

onderzocht voor wat betreft van toepassing op het ondernemerschapbeleid.

Vragen als Hoe ziet het krachtenveld in dit beleidsveld er uit? Welke belan-

gengroepen bestaan er; en welke invloed hebben zij op de inhoud van het

beleid, of zelfs op het feit dat het beleid überhaupt bestaat? Wat is de ver-

houding van het democratisch proces ten opzichte van dit beleidsveld? zul-

len worden beantwoord. Het benodigde bronnenmateriaal zal hier hoofdza-

kelijk worden geput uit interviews met de betrokken beleidsactoren in de

periode 1982-2003 en uit achtergrondliteratuur.

Contactpersoon: Sander Wennekers

Entry en exit, fase 3 (B0803)

Diverse onderzoeken tonen aan dat bedrijvendynamiek (entry en exit van be-

drijven) positief bijdraagt aan de economische ontwikkeling van landen en re-

gio’s. Zie bijvoorbeeld Fritsch en Mueller (2004) en van Stel en Suddle (2007).

Over de manier waarop entry en exit bijdragen aan groei is echter nog maar

weinig bekend. Hiervoor is kennis nodig van de determinanten van entry en exit

alsmede de onderlinge samenhang tussen entry en exit. Wat zijn de incentives

en barriers om een markt te betreden of te verlaten? Wat is de samenhang tus-

sen entry en exit enerzijds en bedrijfsprestaties anderzijds? Wat is het causale

verband tussen entry en exit? Leidt een verhoogd aantal entries tot een hoger

aantal exits (displacement) of leidt een verhoogd aantal exits tot een hoger aan-

tal entries (replacement)? De laatste jaren is binnen het programmaonderzoek

een veelbelovende onderzoekslijn ontstaan waarin deze vragen beantwoord wor-

den. In eerdere onderzoeken zijn aparte modellen gespecificeerd waarbij onder

meer de relatie tussen het aantal bedrijven in een markt en het gemiddelde

winstniveau is geschat, alsmede de onderlinge relatie tussen entry en exit. Beide

modellen zijn ingebed in een evenwichtsstructuur waarbij ook aanwijzingen zijn

gevonden dat de relaties anders liggen in situaties van undershooting (er zijn

relatief weinig bedrijven in de markt) en overshooting (veel bedrijven). Het hui-

dige project beoogt om de eerdere modellen te integreren zodat een alomvat-

tend model ontstaat die de onderlinge relatie tussen entry, exit en bedrijfspres-

taties (winstniveau) beschrijft. Econometrische schatting van een dergelijk drie-

vergelijkingen model biedt een schat aan inzicht in de werking van markten.

Zoals in eerdere jaren wordt samengewerkt met studenten van het Econome-

trisch Dispuut (EUR) en met André van Stel en prof.dr. Andrew Burke (Cranfield

University).

Contactpersoon: André van Stel

Primary determinants of successful business transfer in SME’s

(B0804)

This project represents a continuation of an important research stream in

the research program on SMEs and Entrepreneurship. It capitalizes on a

rather extensive set of variables already collected but not fully analysed

within the existing SME Policy Panel. This research project focuses primarily

on the following research question: What are the primary determinants of

successful business transfer in SMEs?

The key independent variables (available from the dataset) include succes-

sor characteristics, planning characteristics, other characteristics of the

transfer process, including duration of the process, ease of transfer, and

emergency nature of the transfer, and finally, type of transfer (family to

family, family to nonfamily). Other independent variables will also be ex-

Page 31: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

31

plored. Control variables include company characteristics such as company

size, age, ownership structure and sector. Dependent variables include fi-

nancial performance variables subsequent to the transfer.

There should be sufficient data already in the MKB Beleidspanel for an initial

article. Part of the completion of the project would include a proposal for

follow up research. Use could be made of more sophisticated analysis tech-

niques to simultaneously estimate different equations such as structural

equation modeling and/or 3SLS Estimators.

Business transfer is an important theme in the vision statement. Recent

studies continue to show the trends of an aging business owner population,

with inadequate preparation for the transfer situation. However, there is

still quite limited quantitative empirical research to provide adequate policy

guidance regarding the SME group. Preliminary research suggests for in-

stance, that the strongly advocated use of advisors and written succession

planning may not necessarily influence post-transfer performance (Uhlaner,

Meijaard, and Floren, 2007). Results would be highly useful for both gov-

ernment policy makers and service providers attempting to assist this group

of entrepreneurs.

Contactpersoon: Petra Gibcus

Beter inzicht in nieuw ondernemerschap (B0805)

Er is in Nederland nog onvoldoende bekend over de verdeling van etnische

ondernemers naar nationaliteit, branche en locatie. EIM heeft dit jaar een

onderzoek uitgevoerd voor het NICIS met aandacht voor de economische

kansen van etnische diversiteit waarbij gesprekken zijn gevoerd in Amster-

dam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Opvallend was het enorme gebrek

aan gegevens op dit gebied. Ook met het oog op de door het CBS verwachte

toename van het aantal Oost-Europeanen in Nederland lijkt het relevant om

dergelijke gegevens te verzamelen. EIM beschikt reeds over enkele gege-

vens van de Kamers van Koophandel.

Het belangrijkste doel van het onderzoek betreft het inzichtelijk maken van

de verdeling van etnische ondernemers naar nationaliteit, branche en loca-

tie. Aan de hand van deze gegevens kan ook worden vastgesteld wat de pe-

netratiegraad van etnische ondernemers is in verschillende Nederlandse

gemeenten en hoe die zich de laatste 3 jaar heeft ontwikkeld. Tevens zal

worden gekeken naar verklarende factoren in het ondernemersklimaat, bij-

voorbeeld door te vergelijken met het aandeel van de etnische bevolking in

een regio/gemeente (CBS-cijfers) of werkloosheidscijfers (survivalist entre-

peneurs). Hierbij valt te denken aan kwalitatief onderzoek gericht op de

meest etnisch ondernemende gemeente en de minst etnisch ondernemende

gemeente.

In dit project zal worden samengewerkt met de RABO-bank.

Contactpersoon: Coen Bertens

Typen opportunities: meting, determinanten en consequenties

(B0806)

In de literatuur over ondernemerschap en innovatie is nog verbazingwek-

kend weinig bekend over de typen opportunities die ondernemers nastre-

ven. Dit is een van de centrale richtingen voor toekomstig onderzoek die

Scott Shane aangeeft in zijn boek ‘A general theory of entrepreneurship’.

Een bekende tweedeling is het onderscheid tussen Schumpeteriaanse en

Kirzneriaans opportunities. Kort gezegd gaat Schumpeter uit van onderne-

Page 32: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

32

mers die met het exploiteren van opportunities hun omgeving uit evenwicht

brengen en voor grootschalige veranderingen zorgen. In de opvatting van

Kirzner zijn ondernemers juist abitrageurs die door informatie-assymmetrie

marktkansen waarnemen die anderen niet zien. Het nastreven van opportu-

nities zorgt dan juist voor evenwicht in markten.

In dit project willen we onderzoek doen naar het voorkomen van beide ty-

pen opportunities bij technologiebedrijven. Met het ‘panel technologiebe-

drijven’ beschikt het programma over een waardevolle bron van informatie

over beide typen opportunities. Normaliter mag worden aangenomen dat

Schumpeteriaanse opportunities veel schaarser zijn dan Kirzneriaanse, maar

bij technologiebedrijven ligt dit anders: zij opereren op het snijvlak van

nieuwe technologische kennis en toepassingen waardoor we een brede

spreiding verwachten in de aard van opportunities. In de meting van het

technologiepanel begin 2007 hebben we gevraagd naar de typen opportuni-

ties die in het recente jaar zijn nagestreefd. Daarmee ontwikkelen we een

meetschaal voor het type opportunity. Vervolgens leggen we een relatie met

andere variabelen in het panel, waaronder de kennis en ervaring van de on-

dernemer, persoonlijkheidskenmerken, de manier waarop beide typen op-

portunities worden gerealiseerd, en wat daarbij knelpunten zijn. Het belang

voor beleidsmakers is evident: het zijn Schumpeteriaanse opportunities die

meer tot de verbeelding spreken en dit onderzoek maakt duidelijk welke

specifieke succesfactoren daarvoor gelden.

Het onderzoek voeren we uit in coproductie met de Erasmus Universiteit

(Orietta Marsili).

Contactpersoon: Jeroen de Jong.

Gebruikersinnovatie in het MKB (B0807)

Gebruikers zijn een belangrijke bron van ondernemerschap. Nieuwe of ver-

anderde behoeften van gebruikers kunnen de aanleiding zijn om een nieuw

bedrijf te starten of om binnen een bestaand bedrijf te innoveren (corporate

entrepreneurship). Recent is echter onder aanvoering van Eric von Hippel

(MIT) het inzicht ontstaan dat gebruikers niet uitsluitend een bron zijn van

ideeën, maar ook kunnen bijdragen aan de realisatie van opportunities. Veel

gebruikers blijken als zij een product hebben aangeschaft daar later zelf nog

verbeteringen in aan te brengen om het product meer geschikt te maken

voor de eigen situatie. Praktische voorbeelden zijn doktoren die medische

apparaten modificeren, en kitesurfers en mountainbikers die hun materiaal

zelfstandig verder ontwikkelen. Met dergelijke vondsten kunnen leveranciers

hun voordeel doen en bedrijfstakken tot grootschalige veranderingen wor-

den aangezet. Gebruikersinnovatie lijkt met name voor het MKB relevant

omdat juist MKB-bedrijven over weinig eigen middelen beschikken om op-

portunities te implementeren.

Grootschalig onderzoek naar het voorkomen en de betekenis van gebruiker-

sinnovatie in het MKB is echter wereldwijd niet voorhanden. Met deze studie

willen we in deze lacune voorzien. Het doel van de studie is drieledig: 1. het

in kaart brengen van gebruikersinnovatie in het Nederlandse MKB, ofwel in

hoeverre bedrijven zelf aan gebruikersinnovatie doen, in welke sectoren,

grootteklassen, etc., 2. ontwikkelen en testen van geschikte indicatoren en

3. analyseren in hoeverre MKB-bedrijven profiteren van gebruikersinnova-

tie, ofwel in hoeverre leidt dit fenomeen tot nieuw ondernemerschap. We

maken hiervoor gebruik van enkele indicatoren die in 2007 zijn verzameld

Page 33: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

33

als onderdeel van het informatiesysteem ‘determinanten van bedrijfspresta-

ties’, maar zullen waarschijnlijk ook nieuwe gegevens verzamelen.

Het onderzoek voeren we uit in coproductie met de Sloan School of Mana-

gement van het Massachuchets Institute of Technology (Eric von Hippel).

Contactpersoon: Jeroen de Jong.

Meten van ondernemend gedrag in organisaties (B0808)

De ondernemersschapsliteratuur heeft de afgelopen 20 jaar veel aandacht

besteed aan corporate entrepreneurship, oftewel ondernemerschap binnen

bestaande, veelal grote organisaties. Het zwaartepunt ligt daarbij op het

bedrijfsniveau, bijvoorbeeld onderzoek naar new business venturing en

spin-offs, maar ook is er aandacht voor generieke ondernemende activitei-

ten van bestaande bedrijven. Een gerelateerd begrip is ondernemend ge-

drag van werknemers binnen organisaties (‘intrapreneurship’). In het visie-

paper wordt terecht geïdentificeerd dat dit terrein nog weinig ontgonnen is,

terwijl ondernemende werknemers naar alle waarschijnlijkheid veel bijdra-

gen aan de totstandkoming van innovatie en groei van de bedrijvigheid, zo-

wel in het MKB als in het grootbedrijf. Om die reden is in 2007 een litera-

tuurstudie uitgevoerd waarin wordt bekeken wat ondernemend gedrag van

individuen in bestaande organisaties inhoudt, hoe dit kan worden gemeten,

en hoe intrapreneurship zich verhoudt tot het gedrag van zelfstandige on-

dernemers. Op basis van de bevindingen stellen we voor in 2008 een empi-

risch project uit te voeren om een meetschaal voor intrapreneurship te ont-

wikkelen en daarmee onderzoek te doen naar de determinanten en effecten

van intrapreneurship in het MKB.

Contactpersoon: Sander Wennekers

Ondernemerschap en opleidingsniveaus (B0809)

Een speerpunt van het huidige beleid is het stimuleren van onderne-

merschap onder studenten in het hoger onderwijs. Hoogopgeleide onderne-

mers behalen betere bedrijfsprestaties en groeien sneller. Aangenomen

wordt dat ook op macro-niveau hoogopgeleide ondernemers bijdragen aan

innovatie en economische groei. Echter deze aanname is niet empirisch ge-

toetst, en er zijn ook tegenargumenten denkbaar. Zo zijn afgestudeerde

jongeren die een eigen bedrijf beginnen niet beschikbaar voor een baan in

loondienst, en wellicht komen hoogopgeleide mensen (bijvoorbeeld technici)

wel beter tot hun recht als ze zich op hun vak kunnen concentreren dan

wanneer ze allerlei managementtaken moeten verrichten als ondernemer.

Of wellicht dragen hoogopgeleiden via intrapreneurship in grote bedrijven

wel meer bij dan in een baan als zelfstandige. Een interessante onderzoeks-

vraag is dan ook of landen met een hoger aandeel hoogopgeleide onderne-

mers daadwerkelijk hogere niveaus van innovatie en economische groei be-

halen. Een aanverwante vraag is of dit effect afhankelijk is van het oplei-

dingsniveau van de bevolking. Ofwel, heeft een discrepantie in het oplei-

dingsniveau van de ondernemerspopulatie versus het opleidingsniveau van

de bevolking economische consequenties? Wanneer er relatief weinig hoog-

opgeleiden zijn in de bevolking, zou het positieve effect van meer hoogop-

geleide ondernemers kleiner kunnen zijn omdat de pool van hoogopgeleiden

dan als het ware wordt ‘leeggezogen’ door het ondernemerschap.

Het onderzoek voeren we uit in coproductie met prof.dr. Mirjam van Praag

en André van Stel (Universiteit van Amsterdam).

Contactpersoon: André van Stel

Page 34: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

34

Determinants and consequences of sustainable entrepreneurship

(B0810)

This project provides the opportunity to continue some preliminary thesis

research carried out by Martina Parsic under the supervision of Lorraine Uh-

laner and to capitalize on data already collected within the MKB

BeleidsPanel. The key focus of this project is to identify important determi-

nants, concomitants and consequences of sustainable (duurzaam) entrepre-

neurship with special emphasis on the following clusters of variables:

Independent variables: Organization context (company size, age, sector,

ownership structure); Human capital (education, background of the primary

directors/owners); Allocation of resources (e.g. R/D investment, innovation

investment, etc.)

Concomitants: Other aspects of corporate social responsibility/social entre-

preneurship identified in previous research of the MKB Beleidspanel includ-

ing employee, charity, and community investment)

Dependent variables: Financial performance, including sales growth and

profitability; Innovation performance.

There should be sufficient data already in the MKB Beleidspanel for an initial

article. The project would also include follow up research.

Why is it useful to include this project?

Environmental and/or sustainable entrepreneurship is a new topic in the vi-

sion statement, and has been measured (but not fully analyzed) in several

past waves of the MKB Beleidspanel. The new Dutch government, in its

“regeerakkoord” has placed much closer attention to sustainable develop-

ment than previous cabinets. The knowledge base regarding the determi-

nants (and consequences) of sustainable entrepreneurship, however, espe-

cially with respect to SME’s, is still quite limited, according to a recently

completed thesis by Erasmus University Rotterdam graduate Martina Parsic

(making use of EIM data).

Contactpersoon: Ruud Hoevenagel

Juridische problemen in het MKB (B0811)

Dit project betreft een onderzoek naar de serieuze juridische problemen

waarmee het MKB wordt geconfronteerd en de wijzen waarop het MKB met

deze problemen omgaat. Het vormt een uitbreiding op een eerder onder-

zoek naar het gebruik van juridische voorzieningen door het MKB. Dit on-

derzoek wil antwoord geven op de volgende vragen:

a) welk type problemen hebben bedrijven met welke partij in welke omvang

te maken;

b) hoe vaak wordt welke type (rechts)hulp in welke probleemsituatie door

bedrijven gekozen;

c) in welke mate leidt de inschakeling van welk type (rechts)hulp tot oplos-

sing van het probleem.

Wat de serieuze problemen betreft, gaat het om:

* problemen over de BETALING van DOOR het bedrijf GELEVERDE goederen

of diensten

* andere problemen over DOOR het bedrijf GELEVERDE goederen of dien-

sten

* problemen over DE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN, HET LOON OF HET ONT-

SLAG VAN PERSONEELSLEDEN

* problemen rond het AANVRAGEN VAN VERGUNNINGEN

Page 35: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

35

* problemen over BELASTINGEN, HEFFINGEN EN/OF INVOERRECHTEN

* problemen over de BETALING van DOOR het bedrijf AFGENOMEN goederen

of diensten

* andere problemen over de DOOR het bedrijf AFGENOMEN goederen of

diensten

* criminaliteit

* overige problemen

Als mogelijke conflictpartijen worden onderscheiden: bedrijven, bur-

gers/individuen, werknemers, personeelsvertegenwoordiging, vakbond,

overheidsinstanties, overige organisaties, niet nader genoemde derden. Als

mogelijke (rechts)hulpverlener worden onderscheiden: advocaat, juridisch

adviseur (geen advocaat), deurwaarder, incassobureau, accountant, politie,

rechter, mediator, rechtsbijstandsverzekering, overige.

Met behulp van antwoorden op de voornoemde vragen kan het gebruik van

de bestaande (rechts)hulpvoorzieningen die het MKB ten dienste staan beter

worden geëvalueerd en kunnen eventuele beleidsmatige aanpassingen beter

worden geïmplementeerd.

Dit project wordt grotendeels uitgevoerd door het WODC.

Contactpersoon: Gerrit de Wit

Transactiekosten: waar hebben we het nu over? (B0812)

Transactiekosten zijn inmiddels een bekend begrip. Transactiekosten wor-

den wel gezien als alle kosten buiten de productiekosten om. Volgens een

recent onderzoek van de WRR (“Nederland handelsland”) zouden transactie-

kosten goed zijn voor ongeveer de helft van het Nederlandse BBP.

Transactiekosten worden zowel binnen bedrijven gemaakt als tussen bedrij-

ven onderling en tussen bedrijven en overheden. Transactiekosten gelden

als een belangrijke determinant voor bedrijfsgrootte. Bedrijven zullen groter

worden naarmate de kosten van het realiseren van transacties binnen be-

drijven lager zijn dan de kosten van het realiseren van transacties op de

markt (dwz tussen bedrijven). Hieruit volgt dat (inter)nationale en/of secto-

rale verschillen in transactiekosten een belangrijke determinant kunnen zijn

van (inter)nationale en/of sectorale verschillen in de grootteklassestructuur:

− Institutionele verschillen tussen landen kunnen resulteren in internatio-

nale verschillen in de omvang van de transactiekosten tussen bedrijven

en overheden1. Hoe hoger deze transaktiekosten zijn, hoe slechter de in-

ternationale concurrentiepositie van het bedrijfsleven. Door schaalver-

schillen zal dit voor het MKB wellicht zwaarder wegen dan voor het GB.

− Sectorale verschillen in de verhouding tussen interne en externe transa-

tiekosten kunnen sectorale verschillen in grootteklassen verklaren.

− Sommige bedrijven/sectoren/landen kunnen een comparatief voordeel

hebben in het realiseren van transacties tov andere bedrij-

ven/sectoren/landen. Volgens de WRR geldt dit bijv. voor Nederland (zie

het rapport “Nederland handelsland”).

Om te bepalen of transactiekosten daadwerkelijk grootteklasse-verschillen

tussen sectoren en/of landen kunnen verklaren, moeten er empirische ge-

gevens over de hoogte van transactiekosten worden verzameld. Dit blijkt

1 Administratieve lasten of nalevingskosten kunnen hier een belangrijk onderdeel van vor-

men.

Page 36: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

36

bijzonder moeilijk te zijn. Sterker nog, ondanks de aandacht voor dit con-

cept bestaat er nog geen concrete invulling van.

In samenwerking met prof. Frank den Butter zou EIM hier verandering in

kunnen brengen, door dit begrip meetbaar te willen maken. Dit willen we

doen door het begrip beter af te bakenen (en daarbij ook de overeenkom-

sten en verschillen met verwante begrippen te bespreken, zoals administra-

tieve lasten en nalevingskosten). Vervolgens kunnen we een voorstel doen

om het begrip verder te operationaliseren, waarbij we rekening zullen hou-

den met de uitvoerbaarheid ervan (welke gegevens zijn al beschikbaar, wel-

ke gegevens kunnen alsnog verzameld worden?).

Contactpersoon: Jan de Kok

Innovatief ondernemerschap in detailhandel, horeca en ambacht

(B0813)

Samen met HBD, HBA en Koninklijke Horeca Nederland wordt door EIM ge-

werkt aan de voorbereiding van een mogelijk groot en meerjarig project

over innovatief ondernemerschap in detailhandel, ambacht en horeca. Eerst

is een projectidee uitgewerkt en bilateraal bij bovengenoemde organisaties

aangereikt. Deze hebben vervolgens interesse getoond. Het projectidee om-

vat een kwantitatief en een kwalitatief deel. In kwantitatief opzicht denken

wij aan een studie die een beeld moet bieden van omvang en aard van de

vernieuwing. Hiervoor zou een enquête onder zowel jonge als langer geves-

tigde bedrijven een verdieping kunnen geven. In kwalitatief opzicht denken

wij aan cases (interviews) over de knelpunten, de drempels, de realisaties,

de verwachtingen en de succesfactoren bij zowel nieuwe als bestaande be-

drijven die innoveren. Een dergelijke studie zou moeten resulteren in oplos-

singsrichtingen, in voorbeeldcases, in checklists e.d. voor bedrijven die aan

de vooravond staan van ingrijpende vernieuwingen.

Een nadere uitwerking van het projectidee zal in oktober met de betrokken

organisaties besproken worden.

Contactpersoon: Frans Pleijster

Sociaal ondernemerschap (B0814)

Met het toelaten van marktwerking in sectoren die voorheen het domein van

de overheid behoorden zijn er private instellingen ontstaan die deze taken

overnemen. Het betreft een breed scala aan activiteiten, variërend van bij-

voorbeeld hospices (sterfhuizen) tot kinderopvang, kringloopwinkels en

werkervaringsbedrijven. Maar ook bedrijfsactiviteiten in de context van de

‘prachtwijken’ hebben een duidelijk maatschappelijke functie.

Dergelijke ondernemingen worden vaak sociale ondernemingen genoemd.

Een algemeen geldende definitie daarvoor bestaat echter niet, en ook maat-

schappelijke ondernemingen, social enterprises en zelfs MVO zijn termen die

in deze context vaak vallen. Vaak betreft het Stichtingen zonder winstoog-

merk, maar zeker niet altijd. Een deel werkt met veel vrijwilligers. Soms

stelt de overheid subsidie beschikbaar, die doorgaans niet alle kosten dekt.

Fundraising kan dan een instrument zijn om tekorten te dekken, maar ook

het verkopen van producten of diensten. De instellingen zijn dan ook heel

verschillend, bijvoorbeeld in de mate waarin zij commercieel opereren. De

motivatie en de taakopvatting van de ondernemer, voor zover aanwezig,

verschilt eveneens sterk.

Het voorgestelde project gaat in op de vraag hoe we deze ondernemingen

en ondernemers kunnen typeren. Is überhaupt sprake van onderne-

Page 37: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

37

men/ondernemerschap in de gebruikelijke zin van het woord? Hoe onder-

nemend zijn de ondernemingen in termen van dynamiek/groei en procesin-

novatie? Verschilt dat wellicht per sector?

Omdat nog erg veel onduidelijk is, wordt voorgesteld om in eerste instantie

een vóóronderzoek te houden naar de haalbaarheid van onderzoek op dit

terrein, en naar het draagvlak hiervoor in de sector/branches. Daarbij zal

ook nadrukkelijk gelet worden op de mogelijkheden van co-financiering. In

het kader van deze verkenning is verder relevant te inventariseren wat de

meest in het oog springende beleidsaspecten (problemen, kansen onderne-

merschap, bijdrage aan oplossen maatschappelijke problemen, etc.) zijn die

voor deze ondernemingen van belang zijn. Op dit moment is het meest logi-

sche vervolgonderzoek het uitzetten en analyseren van een vragenlijst in

enkele branches die zich richt op de genoemde aspecten.

Contactpersoon: Gerard Regter

MKB-bedrijven en opkomende markten (B0815)

Vanuit eerder onderzoek, onder andere in het programma, is bekend dat MKB-

bedrijven het vooral dicht bij huis zoeken als het gaat om internationalisering

(Hessels et al., 2005). Er is echter ook een groep MKB-bedrijven die kansen be-

nut in opkomende markten (zoals markten in Midden- en Oost-Europa, in La-

tijns-Amerika en diverse markten in Azië), wat vaak wordt gezien als een onder-

nemende stap, aangezien MKB-bedrijven veelal beperkt zijn in hun financiële en

menselijke bronnen. Vanuit onder andere de overheid en diverse branche-

organisaties is er ook veel aandacht voor om activiteiten van MKB-bedrijven in

dergelijke opkomende markten te bevorderen. In dit project wordt onderzocht of

het profiel van MKB-bedrijven die actief zijn in opkomende markten verschilt van

MKB-bedrijven die uitsluitend internationaal actief zijn in andere ontwikkelde

landen. Er is voorzien in analyses met het MKB-Beleidspanel en mogelijk met de

ENSR-Entreprise Survey.

Er wordt samengewerkt met Madeleine Kemna van de Erasmus Universiteit Rot-

terdam.

Contactpersoon: Jolanda Hessels

Drivers of Export in New Ventures (B0816)

In dit onderzoek wordt onderzocht wat determinanten zijn (op micro-niveau) van

exportgerichtheid in zowel de pre-start (nascent) fase als in de eerste jaren na

de start van een eigen onderneming. In wetenschappelijk onderzoek is er in toe-

nemende mate aandacht voor nieuwe bedrijven die het domein waarin ze opere-

ren als internationaal beschouwen al vanaf de start van het bedrijf (McDougall,

1989) en studies voor verschillende landen wijzen op een groei van deze zoge-

naamde ‘born globals’ (Rennie, 1993; Knight and Cavusgil, 1996) of ‘internatio-

nal new ventures’ (Oviatt and McDougall, 1994). Er zijn al diverse studies ge-

weest naar bepalende factoren, maar deze studies zijn vaak gebaseerd op kleine

steekproeven voor slechts één land of een beperkt aantal landen. We maken in

dit onderzoek gebruik van micro-data van de Global Entrepreneurship Monitor

voor een groot aantal landen. Ook is er vooralsnog weinig aandacht besteed aan

de kenmerken van de internationale ondernemer, terwijl de rol van de onderne-

mer juist als bepalend wordt gezien voor het gedrag en de prestaties van kleine-

re bedrijven (McDougall, 1989; Miesenböck, 1988). In dit project willen we met

name nader bekijken wat de rol is van menselijk en sociaal kapitaal van de on-

dernemer op het gebied van ondernemerschap. Nieuwe bedrijven zijn in het bij-

zonder afhankelijk van de kennis, de ervaring en de netwerken die de eigenaren

Page 38: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

38

met zich meebrengen. Wanneer ondernemers al eerder ervaring hebben met een

eigen bedrijf kan dit ertoe leiden dat ze met een nieuw bedrijf eerder geneigd

zijn om actief te worden op buitenlandse markten (Shrader et al., 2000). Het

idee is dat eerdere ervaring met een eigen bedrijf zowel ondernemersvaardighe-

den als vertrouwen geeft, waardoor de ondernemers efficienter zijn in de be-

sluitvorming en in het runnen van het nieuwe bedrijf (Gimeno, Folta, Cooper and

Woo, 1997). Hierdoor hebben ze meer tijd over om zich te concentreren op

markten in het buitenland. Mensen die eerdere ervaring hebben met het starten

van een eigen bedrijf hebben ook vaardigheden ontwikkeld om kansrijke moge-

lijkheden te herkennen (Shane, 2003), en kunnen daardoor ook beter in staat

zijn om kansen in het buitenland te herkennen. Ze hebben ook mogelijk al een

relevant netwerk ontwikkeld. In aanvulling hierop besteden we ook aandacht

aan de mate waarin de nieuwe ondernemer gericht is op innovatie. Eerder on-

derzoek heeft aangetoond dat product- en diensteninnovatie en gebruik van

vernieuwende technologieën een belangrijke motivator is voor nieuwe bedrijven

om te gaan internationaliseren (McDougall, 1989; McDougall et al., 1994; Oviatt

and McDougall, 1995; Roberts and Senturia, 1996; Keeble, Lawson, Smith,

Moore and Wilkinson, 1998). Het project is onderdeel van het proefschrift van

Jolanda Hessels.

Er wordt samengewerkt met Siri Terjesen van Texas Christian University en met

Pia Arenius van Turku School of Economics.

Contactpersoon: Jolanda Hessels

Wetenschappelijke artikelen (B0817)

Veel onderzoeken binnen het deelprogramma Kennisopbouw lenen zich voor

een wetenschappelijke publicatie in de vorm van een congrespaper of artikel

in een wetenschappelijk tijdschrift. De EIM-publicatie moet dan veelal nog

wel bewerkt worden. Voor deze extra bewerkingsslag wordt een apart bud-

get gereserveerd. De kennisuitwisseling met de internationale onderzoeks-

gemeenschap op het terrein van MKB en ondernemerschap is cruciaal voor

de kwaliteit en vernieuwing van het programma.

Contactpersoon: Gerrit de Wit

4.3.2 Kwaliteitsmanagement

Petit Comité (B0818)

Het Petit Comité speelt een belangrijke rol bij de formulering van de ver-

schillende onderzoeken die worden opgezet binnen het Programmaonder-

zoek. De leden van het Petit Comité hebben een brede expertise en zeer

ruime onderzoekservaring. Daarnaast zorgt het Petit Comité voor een kriti-

sche reflectie bij de onderzoeksopzet en draagt zij namen aan voor (acade-

mische) meelezers/coproducenten.

Contactpersoon: Gerrit de Wit

Commissie Scales (B0819)

De Commissie Scales bestaat uit externen die (met name kwantitatieve)

projecten beoordelen op hun kwaliteit en suggesties doen voor verbeterin-

gen. Ten opzichte van het Petit Comité houdt de Commissie Scales zich

meer bezig met de afronding van het onderzoek.

Contactpersoon: Gerrit de Wit

Page 39: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

39

4.3.3 Doorlopende projecten vanuit vorig jaar

Vanwege de overprogrammering uit het vorige jaar zullen er een aantal pro-

jecten uit vorig jaar doorlopen in het huidige jaar. In paragraaf 4.2 is al

aangeduid om welke projecten het hierbij gaat.

4.4 Vooruitblik tweede tranche

Vanuit lopende projecten en uit contacten met externe organisaties ver-

wachten wij dat zich begin 2008 kansen voor nog enkele projecten met co-

financiering in geld zullen aandienen. Ten eerste lopen er momenteel ge-

sprekken met een grote financiële instelling over mogelijke sponsoring van

de GEM of andere vormen van samenwerking. Ook zijn er gesprekken met

de ministeries SZW en OCW, en met organisaties in de zorgsector, in de

landbouw en de ruimtelijke ordening.

Wat betreft de 'top-down' programmering vanuit de programmaleiding ko-

men, bezien over de volle breedte van de thematiek van MKB en onderne-

merschap, in de voorgestelde eerste tranche van het jaarprogramma 2008

niet alle mogelijke onderwerpen aan de orde. In paragraaf 4.2 zijn met na-

me bij resources voor bedrijfsoprichtingen, bij effecten van oprichtingsdy-

namiek en op regionaal terrein leemtes geconstateerd. Hier is derhalve nog

ruimte voor nieuwe projectvoorstellen in de tweede tranche.

Page 40: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters
Page 41: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

41

5 Kennisoverdracht

5.1 Doelstelling en activiteiten van het deelprogramma

Doel van het deelprogramma Kennisoverdracht is het ontsluiten van data,

informatie en kennis, die in de andere deelprogramma's zijn opgebouwd. De

doelgroepen van het onderzoeksprogramma MKB en Ondernemerschap - be-

leidsmakers, intermediaire organisaties, onderwijs- en kennisinstellingen,

(georganiseerd) bedrijfsleven, media, onderzoeksbureaus en studenten -

moeten op een snelle, eigentijdse en eenvoudige wijze toegang hebben tot

de resultaten van het programma.

Om dit doel te verwezenlijken is een multichannel strategie ontwikkeld en

vinden de volgende activiteiten binnen de Kennisoverdracht plaats:

1 Website (www.ondernemerschap.nl): het continu onderhouden en

plaatsen van nieuwe content uit het programma.

2 Overige kennisoverdracht, zoals het leveren van data op maat n.a.v. ad

hoc vragen, het beheer van het Datalab, het geven van lezingen en het

organiseren van EIM Beleidscafés en een symposium.

3 Periodieke rapportages: het ontsluiten van geactualiseerde data, infor-

matie en kennis uit de Datasets & modellen, eventueel aangevuld met

beschikbare data en informatie van derden en vertaald naar de gebrui-

kers. Dit betreffen publicaties die jaarlijks geactualiseerd worden.

4 Ad hoc rapportages: minionderzoeken op verzoek, minirapportages

(naar aanleiding van minionderzoek, actualiteiten, EIM Beleidscafés,

MKB Beleidspanel, etcetera), publieksgerichte artikelen en een beperkt

aantal eenmalige rapportages.

5.2 Afstemming tussen de periodieke rapportages

De periodieke rapportages dragen er zorg voor dat na het actualiseren van

een dataset de bevindingen die volgen uit de nieuwe cijfers, bij een breed

publiek terecht komen. Afstemming van de diverse publicatiemomenten is

daarbij van belang, enerzijds voor de herkenbaarheid van de diverse pro-

ducten, anderzijds voor een spreiding over het gehele jaar. Daartoe hebben

wij de volgende publicatiecyclus ontwikkeld: zie onderstaand schema.

De ad hoc rapportages zullen verspreid over het jaar worden gepubliceerd,

maar zoveel mogelijk op de ‘stille momenten’ wat betreft de periodieke rap-

portages.

Elektronische updates op de website (w.o. de prognoses en bijbehorende

teksten) vinden plaats, zodra de datasets geactualiseerd zijn.

Page 42: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

42

Jaarcyclus periodieke rapportages

jan feb mrt apr mei juni juli aug sept okt nov dec

Periodieke rapportages

GEM (internationaal)

Kleinschalig Ondernemen

Ondernemen in de sectoren

MKB in regionaal perspectief

Bedrijvendynamiek & werkgelegenheid

Determinanten bedrijfsprestaties

Exportthermometer

Entrepreneurship in the Netherlands

Starters en jonge bedrijven

Internat. benchmark ondernemerschap

Minirapportages ad hoc

n.a.v. EIM Beleidscafé’s

n.a.v. metingen MKB Beleidspanel

overige

5.3 Projecten eerste tranche

5.3.1 Website

Beheer, onderhoud en content management (V0801)

Dit project zorgt ervoor dat de ontsluiting van de producten uit het pro-

grammaonderzoek zo efficiënt en goed mogelijk plaatsvindt richting de

doelgroepen. Het betreft: a. contentmanagement ofwel het technische be-

heer van de site, b. monitoring van het gebruik, verzamelen van feedback

en analyse ervan, én c. voortdurende vernieuwing en verbetering van de si-

te op basis van de gebruiksgegevens.

Dit laatste zal in 2008 beter gerealiseerd worden, omdat we nu over een

nieuwe website beschikken en daarmee het gebruik gedetailleerder bijge-

houden kan worden. Er zal meer vanuit het beheer en onderhoud gecom-

municeerd worden richting de leveranciers van content (actievere aanstu-

ring). Door deze vorm van proactief beheer en onderhoud verwachten we

beter te kunnen aansluiten bij de bezoekers en het gebruik van de website

te vergroten. Het resultaat is een professionele, gebruikersvriendelijke en

goed functionerende website.

Contactpersoon: Marvin van Velzen

Uitbreiding kennissite (V0802)

In 2007 is er druk gebouwd aan de nieuwe website ondernemerschap.nl.

Tijdens dit proces zijn er enkele kleine wijzigingen doorgevoerd in functio-

naliteit en een paar functionele uitbreidingen toegevoegd, maar de basis is

zo veel mogelijk in stand gehouden onder een nieuw uiterlijk.

In 2008 willen we de website uitbreiden in functionaliteiten om op die ma-

nier de huidige bezoekers meer te bieden en vooral ook om nieuwe bezoe-

kers aan te trekken. Het gaat dan om onder andere het vergroten de be-

Page 43: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

43

kendheid van het programma en de resultaten door aanwezig te zijn op an-

dere relevante websites, beter te scoren via zoekmachines, het vergroten

van het bereik van de nieuwbrieven, het toevoegen van referenties en door-

linken bij publicaties en het actualiseren van tools.

Contactpersoon: Marvin van Velzen

PR van het programma (V0803)

Actief bekendheid geven aan alles rondom het programmaonderzoek is cru-

ciaal om de vruchten van de opgebouwde data, informatie en kennis te

plukken. De doelgroepen worden o.a. bereikt via de landelijke en regionale

pers die door middel van dit project voorzien wordt van informatie over re-

cente onderzoeksresultaten. Daarnaast wordt een scala aan andere PR acti-

viteiten uitgevoerd. Concrete inhoud van het project: redactie van pers-,

onderzoeks- en nieuwsberichten, uploaden ervan op de kennissite en ANP,

maken van abstracts van publicaties, verzorgen van catalogus en informa-

tievoorziening rondom EIM-Beleidscafé's.

Contactpersoon: Hans de Wal

Expertisepagina Ondernemerschap op website (V0804)

Erasmus Research Institute for Management ERIM/EUR wil samen met het

programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap van EIM/Panteia een web-

pagina over Entrepreneurship inrichten. Deze pagina moet zowel een link

naar entrepreneurship research van EUR en EIM bevatten als actuele aan-

kondigingen van lectures en Beleidscafé’s, berichten over nieuwe publica-

ties, persberichten, interviews met onderzoekers en themaspecialisten en

andere features. Met een dergelijke expertisepagina zal niet alleen de be-

kendheid en het gebruik van programmaonderzoek vergroot worden, ook zal

dit het bezoek aan lezingen, beleisscafé’s en dergelijke stimuleren.

Contactpersoon: Wilma van Rijt

5.3.2 Overige kennisoverdracht

Dataleveringen op maat (V0805)

Dit project betreft de ontsluiting van kennis en informatie uit het program-

ma door middel van het beantwoorden van korte vragen. Die korte vragen

betreffen hoofdzakelijk het leveren van specifieke databestanden en tabel-

len. Het gaat om directe kennisoverdracht naar de diverse doelgroepen van

het programma; om maatwerk op uitdrukkelijk verzoek van de gebruikers.

Contactpersoon: Jacqueline Snijders

Lezingen (V0806)

Het project Lezingen omvat directe kennisoverdracht van de resultaten uit

het programma naar de diverse doelgroepen, vaak op uitdrukkelijk verzoek

van de gebruikers.

De volgende doelgroepen kunnen gebruik maken van deze faciliteit: be-

leidsmakers, intermediaire organisaties, commerciële adviesbureaus (ac-

countants, banken), onderzoekers bij universiteiten, kennisinstellingen en

onderzoeksbureaus, pers en andere media.

Contactpersoon: Jacqueline Snijders

Page 44: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

44

EIM Beleidscafés (V0807)

Een vorm van kennisoverdracht binnen het programmaonderzoek is het EIM

Beleidscafé. De meerwaarde hiervan is het rechtstreekse contact en interac-

tie met de doelgroepen van het programma. Het is vorm van kennisover-

dracht die onder andere kennis oplevert - aan de hand van de gevoerde dis-

cussies - en voor een follow-up met betrekking tot het betrokken beleids-

thema kan zorgen.

In 2008 is het streven om in het voor- en najaar een beleidscafé te organi-

seren.

Contactpersoon: Wilma van Rijt

Beheer Datalab (V0808)

De afgelopen jaren is het Datalab met succes gebruikt voor de externe ont-

sluiting van de primaire data uit het programma MKB en Ondernemerschap.

Het gaat hier met name om het Starterspanel, het Jonge Ondernemerspanel

en het MKB-beleidspanel. In 2007 hebben weer diverse externe bezoekers

van het Datalab gebruik gemaakt. Deze bezoekers kunnen zelf rekenen met

de microdata t.b.v. onderzoek en beleidsvragen. Dit project heeft tot doel

het continueren van het Datalab voor het gebruik van de primaire data in

2008.

Contactpersoon: Rob in ’t Hout

Symposium boek over naleving(skosten) wet en regelgeving MKB

(V0808)

Onder redactie van André Nijsen wordt in de serie ‘International Studies in

Entrepreneurship’ van Springer een ‘edited volume’ voorbereid over ‘Busi-

ness Regulation and Public Policy: The Costs and Benefits of Compliance’.

Hieraan werken (naast vele andere gerenommeerde internationale onder-

zoekers) vanuit het programmaonderzoek mee: André Nijsen, Peter van

Hoesel en Roy Thurik. Het beoogde project is bedoeld om rond de lancering

van het boek, waarschijnlijk in het najaar van 2008, middels een symposi-

um en een persbericht aandacht te vragen voor de belangrijkste bevindin-

gen en langs die weg de kennisoverdracht over dit thema te bevorderen.

Het Erasmus Research Institute for Management ERIM zal vanwege het stra-

tegisch belang van het onderwerp voor ERIM actief bijdragen aan de organi-

satie van het seminar.

Contactpersoon: André Nijssen

Drukwerk fysieke publieksgerichte rapporten (V0810)

Ook in 2008 zullen weer diverse rapporten gepubliceerd gaan worden. Hoe-

wel het aantal rapporten dat van de kennissite gedownload wordt, steeds

verder toeneemt, blijven de publieksgerichte fysieke rapporten zeker nog

van nut. We gaan uit van eenzelfde aantal als in 2007.

5.3.3 Periodieke rapportages

Kleinschalig Ondernemen (V0811)

Eind maart 2008 brengt het CPB het Centraal Economisch Plan 2008 uit.

Daarin wordt de verwachte ontwikkeling geschetst van de Nederlandse eco-

nomie in de jaren 2007, 2008 en 2009. Beleidsvormers willen weten hoe

deze ontwikkeling zich vertaalt naar ontwikkelingen van grootteklassen en

sectoren. Kleinschalig Ondernemen biedt primair de vertaling naar grootte-

klassen en verschijnt in het voorjaar (april: persbericht met voorjaarsprog-

Page 45: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

45

noses; eind mei - begin juni: volledige rapport). Doel is het samenstellen en

actualiseren van de periodieke rapportage 'Kleinschalig Ondernemen' en het

bijbehorende websiteproduct ‘Prognoses’.

In de rapportage wordt de actuele situatie beschreven van het Nederlandse

MKB in al zijn facetten. In 'Prognoses’ worden data en teksten uit de perio-

dieke rapportages 'Kleinschalig Ondernemen' en 'Ondernemen in de secto-

ren' (zie project V0812) elektronisch ontsloten via de kennissite.

Contactpersoon: Klaas Bangma

Ondernemen in de Sectoren (V0811)

De rapportage vormt samen met de periodieke rapportages 'Kleinschalig

Ondernemen' en 'MKB in regionaal perspectief' (zie V0613) één cluster van

kennisoverdracht omtrent de kortetermijnramingen. Terwijl 'Kleinschalig

Ondernemen' inhaakt op de dimensie grootteklasse, doet 'Ondernemen in de

Sectoren' dit naar sector. Het is een uniek product dat voorziet in een

maatschappelijke behoefte aan het op een handzame wijze openbaar be-

schikbaar zijn van kwantitatieve en kwalitatieve sectorinformatie. Die in-

formatie heeft EIM in huis in de vorm van basisinformatie (Datasets en mo-

dellen). De rapportage is een van de meest gedownloade publicatie.

Gebruikers van het product zijn onder andere de sector- en brancheorgani-

saties, beleidsmakers en adviseurs/financiers van het MKB. Voorgesteld

wordt om de publicatie van 2007 te actualiseren. Er zal wederom een actu-

eel thema - met inzet het MKB Beleidspanel - uitgewerkt gaan worden.

Contactpersoon: Wilma van Rijt

MKB in regionaal perspectief (V0813)

Dit project vormt het derde onderdeel van het reeds genoemde cluster van

kennisoverdracht omtrent de kortetermijnramingen (zie V0811 en V0812).

In 'MKB in regionaal perspectief' wordt de vertaalslag gemaakt van de ver-

wachte ontwikkeling van de Nederlandse economie in de jaren 2007, 2008

en 2009 - geschetst door het CPB in het Centraal Economisch Plan 2007 -

naar de verwachte ontwikkelingen voor het MKB in de regio's.

De behoefte aan MKB-gegevens op regionaal niveau neemt steeds verder

toe. Juist omdat MKB-ondernemingen vooral opereren op dit lage ruimtelijke

schaalniveau, en basisinformatie en benchmarkgegevens tot nu toe vooral

op landelijk niveau beschikbaar zijn.

Contactpersoon: Klaas Bangma

Global Entrepreneurship Monitor 2008 (V0814)

Doel van Global Entrepreneurship Monitor (inititatief van een internationale

research groep onder leiding van prof. Paul Reynolds van Babson College en

de London Business School) is met vooraanstaande onderzoekers op het

terrein van ondernemerschap unieke, internationaal vergelijkbare data over

ondernemerschap in een groot aantal landen te verzamelen, te vergelijken

en te analyseren, alsmede op basis van deze data het effect van 'entrepre-

neurial activity' op economische groei te onderzoeken. Sinds 2001 partici-

peert Nederland jaarlijks in dit GEM-project. Ieder jaar verschijnt naar aan-

leiding hiervan een Country Report en een Global Research Report over de

ontwikkeling van het ondernemerschap in Nederland, in internationaal per-

spectief, en over de achtergronden van deze ontwikkeling. En ieder jaar

wordt een bijdrage geleverd aan de opbouw van een nascentspanel voor

Nederland. Door beleidsmakers wordt GEM veel gebruikt t.b.v. internationa-

Page 46: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

46

le vergelijkingen. Daarom is dit project opgenomen als periodieke rapporta-

ge in 2008.

Contactpersoon: Jolanda Hessels

Entrepreneurship in the Netherlands, doorloop editie 10 (V0815)

Dit project ontsluit periodiek de meest actuele kennis met betrekking tot

een geselecteerd aspect van ondernemerschap en jaagt daarmee verdere

kennisontwikkeling aan. Het gaat hierbij om opgebouwde data en kennis

binnen het programma MKB en Ondernemerschap, aangevuld met internati-

onale inzichten van een buitenlandse expert. Tegen deze achtergrond wordt

ook altijd een beeld geschetst van het beleid dat het Ministerie van Econo-

mische Zaken voert met betrekking tot het gekozen onderwerp.

Gebruikers van de publicatie zijn nationale en internationale beleidsmakers

(Europese Commissie, OECD, nationale overheden), intermediaire organisa-

ties (brancheorganisaties) en wetenschappers. Zij gebruiken het als input

voor hun beleidsontwikkeling ten aanzien van MKB en ondernemerschap. In

2007 is een start gemaakt met de 10e editie en vanwege deze mijlpaal is

besloten om extra aandacht aan te besteden aan het product en de PR

daaromheen d.w.z. de bijeenkomst bij EZ met presentatiebijdragen van ver-

schillende buitenlandse experts. Vanwege deze uitgebreide jubileumeditie

zullen veel werkzaamheden in 2008 plaatsvinden.

Contactpersoon: Jacqueline Snijders

Internationale Benchmark Ondernemerschap (V0816)

Ondernemerschap is één van de speerpunten van EZ-beleid. Een belangrijk

aspect daarbij is het bewaken en bevorderen van de concurrentiekracht van

Nederland op de internationale markt. Om beleid te kunnen ontwikkelen en

te voeren is het nodig om de Nederlandse situatie periodiek in internatio-

naal perspectief te plaatsen. Centraal bij deze positionering staan de aspec-

ten 'bedrijvendynamiek' en 'snelgroeiende bedrijven'. Dit project voorziet in

die behoefte. Het betreft een rapportage naar aanleiding van de jaarlijks te

actualiseren data binnen het deelprogramma Datasets & modellen.

Contactpersoon: Pauline de Jong

Determinanten van bedrijfsprestaties (V0817)

Vanaf 2006 verzamelt EIM in het programmaonderzoek systematisch gege-

vens over de determinanten van bedrijfsprestaties van MKB-bedrijven. Voor

58 sectoren en 2 grootteklassen worden gegevens verzameld (Datasets en

modellen) over ondernemerschap, innovatie, marketing, HRM en perceptie

van concurrentie. Dit gebeurt via het informatiesysteem Determinanten van

Bedrijfsprestaties, waarbij de NMa optreedt als co-financier.

De data worden op meso-niveau op de kennissite ontsloten en op microni-

veau in het datalab. Daarnaast worden zij ontsloten via de periodieke rap-

portages ‘Ondernemen in de Sectoren’ en in drie minirapportages. Dit pro-

ject heeft betrekking op dit laatste. De minirapportages gaan over: a. on-

dernemerschap in het MKB met overeenkomsten en verschillen tussen sec-

toren, b. een specifieke sector waarin alle determinanten van bedrijfspres-

taties aan de orde komen, en c. een nader in te vullen onderwerp.

Contactpersoon: Jeroen de Jong

Page 47: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

47

Starters en jonge bedrijven (V0818)

Gedurende lange tijd worden binnen het programmaonderzoek cohorten

starters en jonge bedrijven gevolgd. Het in de tijd volgen van deze groepen

bedrijven levert waardevolle informatie op, onder meer over de ontwikkeling

van nieuwe en jonge bedrijven, de hierbij ervaren problemen en de factoren

die overleving en bedrijfsgroei beïnvloeden. Het jongste cohort bestaat uit

starters in 2003, die op het dieptepunt van de laatste recessie een bedrijf

zijn begonnen. Het tweede cohort bestaat uit starters in 1998, 1999 en

2000. In 2008 worden beide panels voor het laatst benaderd, 5 en 10 jaar

na de start, met de bedoeling in 2009 een nieuw starterspanel op te star-

ten. Het doel van dit project is het samenstellen van twee minirapportages

op basis van de verzamelde informatie.

In de afsluiting van de starterscohorten 1998, 1999 en 2000 staan de erva-

ring van 10 jaar ondernemen centraal. In een uitgebreide minirapportage

worden deze ervaringen vergeleken met ervaringen uit het ‘94-panel. Ook

het cohort starters 2003 wordt na 5 jaar afgesloten. Het is mogelijk met dit

cohort vergelijkingen te trekken met starters uit een andere economische

situatie (1994, 1998/2000). In een beknopte minirapportage zal over dit

panel gerapporteerd worden over een nader te bepalen actueel thema.

Contactpersoon: Dick Snel

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid (V0819)

EIM heeft binnen het programmaonderzoek een groot aantal tijdreeksen op-

gebouwd op het gebied van bedrijvendynamiek en bedrijfstypen. Tevens is

een database opgebouwd met een groot aantal gegevens (balans, resulta-

tenrekening) van individuele bedrijven over een flink aantal jaren. Het rap-

port 'Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid' is gebaseerd op genoemde

tijdreeksen en gegevens. Beleidsmakers maken intensief gebruik van gege-

vens over ondernemingendynamiek en bedrijfsprestaties bij hun beleids-

vorming en het schrijven van nota's. Ook gebruiken zij het om onder andere

het startersbeleid te kunnen monitoren en specifiek beleid te ontwikkelen,

gericht op het vergroten van het aantal snel groeiende bedrijven in Neder-

land. Dit project betreft een actualisatie van het rapport uit 2007.

Contactpersoon: Klaas Bangma

MKB Exportthermometer (V0820)

EIM wordt regelmatig benaderd door diverse instanties, die informatie in-

winnen over de exportprestaties van het (industriële) MKB. EIM beschikt

over databestanden die het mogelijk maken om in de genoemde leemtes te

voorzien. Ieder jaar wordt dan ook de geactualiseerde data geanalyseerd en

de bevindingen ervan ontsloten via een minirapportage. Dit project biedt

inzicht in de omvang van de export van het MKB (industrie en diensten), de

ontwikkeling van die export, de omvang van het exportpotentieel van het

MKB, de ontwikkeling van dat exportpotentieel, de relevante afzetmarkten

voor het MKB en de verschuivingen in die afzetmarkten.

Contactpersoon: Maarten Overweel

Monitor Inkomens ondernemers (V0821)

De vraag naar data over inkomens uitgesplitst naar persoonskenmerken,

demografie, sociaal economische situatie en verschil in huishou-

dens/personen is de laatste tijd erg groot. De publicaties met betrekking tot

dit thema behoorden in 2007 tot de meest gedownloade en kregen ook veel

Page 48: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

48

persvermeldingen. Vanwege de structurele belangstelling naar deze data

wordt voorgesteld jaarlijks een minirapportage uit te brengen over de

nieuwste ontwikkelingen op dit gebied.

Dit project betreft het samenstellen van een minirapportage met daarin de

ontwikkelingen van de belangrijkste variabelen met betrekking tot de inko-

mens van ondernemers. Voorbeelden van deze variabelen zijn: besteedbaar

en belastbaar inkomen en winst uit onderneming, uitgesplitst naar per-

soonskenmerken. De minirapportage wordt gebaseerd op de Monitor Inko-

mens Ondernemers. Deze Monitor wordt jaarlijks ververst met de meest re-

cente CBS-gegevens (Datasets en modellen).

Contactpersoon: Pauline de Jong

Reviews (V0822)

Binnen het programmaonderzoek is in de loop der jaren over een aantal on-

derwerpen regelmatig gepubliceerd naar aanleiding van strategisch onder-

zoek of datasets en modellen. Vraag is wat deze onderzoeken en publicaties

feitelijk hebben opgeleverd.

− Wat is hun bijdrage geweest aan de kennisopbouw over dit onderwerp?

− Wat zijn de beleidsimplicaties geweest?

− Wat is de impact geweest op de ondernemend Nederland?

Eind 2007 wordt een eerste review afgerond over inkomens van onderne-

mers en de ontwikkeling ervan. Een tweede review over de U-shape staat

op de nominatie. In 2008 stellen we voor één review uit te voeren met be-

trekking tot een nader te bepalen onderwerp en de bevindingen daarvan te

publiceren in de vorm van een Nederlandstalige minirapportage.

Contactpersoon: Sander Wennekers

5.3.4 Overige rapportages

Minionderzoeken (V0823)

Dit project betreft de ontsluiting van de kennis en informatie uit het pro-

gramma door het beantwoorden van vragen waartoe een inspanning van de

onderzoekers benodigd is van meer dan 1 dag en maximaal 5 dagen. In

principe dienen de resultaten van deze activiteiten ontsloten te worden op

de kennissite. Van deze faciliteit kunnen beleidsmakers in ruime zin (bij-

voorbeeld Ministerie van EZ, andere ministeries, lagere overheden, Europe-

se Commissie, koepelorganisaties, vakbonden) gebruik maken.

Contactpersoon: Jacqueline Snijders

Minirapportages ad hoc (V0824)

Al enige jaren worden data, informatie en kennis ontsloten via minirappor-

tages. Deze vorm van ontsluiting is succesvol, gezien de vele reacties die

bij EIM binnenkomen naar aanleiding van een dergelijke publicatie. Speci-

fieke voordelen zijn: snelheid (inspelen op actualiteit), toegankelijkheid

(concreet en direct) en bereikbaarheid (afgestemd op grote doelgroep).

We onderscheiden twee groepen van minirapportages: a. naar aanleiding

van de metingen van het MKB-Beleidspanel en de EIM-Beleidscafés en b.

naar aanleiding van actualiteiten en kennisopbouw gedurende het jaar.

Contactpersoon: Wilma van Rijt

Publieksgerichte artikelen (V0825)

Ook in 2008 streven we er naar publieksgerichte artikelen te plaatsen naar

aanleiding van de onderzoeksbevindingen in vakbladen, ondernemersbla-

Page 49: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

49

den, branche- en sectorbladen en dergelijke, inclusief boekbijdragen en bij-

dragen aan congresbundels. Dit project maakt het mogelijk om data, infor-

matie en kennis uit het programma via een ander kanaal nog breder te ver-

spreiden. In dit kader hopen we ook vervolg te kunnen geven aan het leve-

ren van artikelen op periodieke basis aan enkele vakbladen.

Contactpersoon: Wilma van Rijt

MKB en de vergrijzing van de beroepsbevolking (V0826)

De vergrijzing van de (beroeps)bevolking zorgt voor een toenemende krapte

op de arbeidsmarkt. Het verandert echter niet alleen de omvang van de be-

roepsbevolking, maar ook de leeftijdsopbouw ervan. Het aandeel jongere

werknemers zal dalen en het aandeel oudere werknemers zal toenemen.

EIM brengt momenteel de gevolgen van de vergrijzing van de beroepsbevol-

king voor het Nederlandse MKB in beeld. Via een nieuw ontwikkeld model

wordt becijferd hoe ver vraag en aanbod van personeel (per leeftijdsgroep)

over 15 jaar uit elkaar zullen liggen. Vervolgens wordt berekend hoe sterk

de relatieve loonvoeten van de verschillende leeftijdsgroepen zullen veran-

deren om (per leeftijdsgroep) een evenwicht tussen vraag en aanbod tot

stand te brengen. Dit zal een nieuwe PRISMA-module (PRISMA-D) en een

Nederlandstalig onderzoeksrapport opleveren. In het rapport wordt ook

aandacht besteed aan de mogelijkheden voor het MKB om zich voor te be-

reiden op de gevolgen van de vergrijzing. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk individuele ondernemers uit het MKB

zich realiseren wat de omvang is van de gevolgen van de vergrijzing. Daar-

om is het zaak om de resultaten van het genoemde onderzoek niet alleen in

een onderzoeksrapport vast te leggen, maar ook in een publieksgerichte

rapportage, waarmee een breder publiek wordt bereikt.

Contactpersoon: Jan de Kok

Ontwikkeling in- en uitstroom (detailhandel) (V0827)

De afgelopen jaren is – dankzij het beschikbaar zijn van een unieke dataset

– binnen het programmaonderzoek onderzoek gedaan naar entries en exits

in de detailhandel. Dit onderzoek is gedaan in samenwerking met Andrew

Berke van de Cranfield University (Engeland) en het resultaat hiervan is een

aantal Engelstalige papers die zullen worden aangeboden aan wetenschap-

pelijke tijdschriften.

In dit project worden de wetenschappelijke bevindingen uit dit onderzoek

vertaald naar een Nederlandstalige publieksgerichte rapportage. Hiermee

wordt invulling gegeven aan één van de kerndoelstellingen van het pro-

gramma: het beschikbaar maken van recente wetenschappelijke inzichten

voor een breder publiek. Het Hoofdbedrijfsschap Detailhandel (HBD) is be-

reid dit project voor de helft te financieren.

Contactpersoon: Gerrit de Wit

Innovatief ondernemerschap: hoe en wat (V0828)

In het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap is met de jaren veel

kennis opgebouwd over innovatief ondernemerschap. Deze kennis willen we

aanvullen met wetenschappelijke en praktische inzichten van buiten het

programmaonderzoek, en ontsluiten in een praktijkgericht boek. Het boek is

erop gericht om concrete achtergronden en aanwijzingen te presenteren aan

ondernemers die willen innoveren. In het boek presenteren we:

Page 50: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

50

– Suggesties en stappen in het innovatieproces, gebaseerd op actuele

theorie/ wetenschappelijk onderzoek.

– Concrete voorbeelden van innovatieprojecten.

Het boek dient ondernemers te informeren over de do’s en don’ts van inno-

vatie, en te prikkelen om (meer) te innoveren. Ondernemers en adviseurs

van het MKB (commerciële adviseurs, accountants, banken) zijn de primaire

doelgroep. Daarnaast zal dit boek van waarde zijn voor studenten, met na-

me in het HBO.

Dit project wordt mede gefinancierd door de Stichting Kenniseconomie en

Innovatie Zoetermeer. Daarnaast zal Bodewes (Rotterdam School of Mana-

gement) meedoen als één van de auteurs.

Contactpersoon: Jeroen de Jong

Pilot toeleverantie voor Centres of Entrepreneurship (V0829)

De Adviesraad heeft geadviseerd om na te gaan in hoeverre het program-

maonderzoek een rol kan vervullen voor de nieuw op te richten Centres of

Entrepreneurship à la de Kauffmann Foundation in de Verenigde Staten. In

dit project worden de mogelijkheden nagegaan en een plan van aanpak op-

gesteld.

5.3.5 Doorlopende projecten vanuit vorig jaar

Vanwege de overprogrammering uit het vorige jaar zal een aantal projecten

uit vorig jaar doorlopen in het huidige jaar. In dit stadium is nog niet volle-

dig te specificeren om welke projecten het hierbij gaat. Dat zal dan ook ge-

beuren in de tweede tranche. Naar onze inschatting zullen de volgende pro-

jecten in ieder geval gedeeltelijk doorlopen vanuit het vorige jaar:

− Internationale benchmark Ondernemerschap

− Verbetering Statistieken

− Global Entrepreneurship Monitor 2007

5.4 Vooruitblik tweede tranche

Hoewel het deelprogramma Kennisoverdracht met de voorgestelde projecten

voor de eerste tranche budgettair gezien volledig ingevuld is, zijn er nog

enkele projecten die in de tweede tranche of later in 2008 wellicht voorge-

steld gaan worden. Het gaat om de volgende projecten:

Ondernemerschap in het onderwijs

Mede naar aanleiding van het in 2007 verschenen EIM-rapport over de aan-

dacht voor ondernemerschap in het basisonderwijs en het voortgezet on-

derwijs (VMBO, HAVO en VWO), hebben EIM en de onderwijsadviesorganisa-

tie KPC Groep, samen met enkele scholen, het plan opgevat een Vereniging

voor Ondernemende Scholen op te richten. Deze vereniging wil, met een

startsubsidie van het rijk en in cofinanciering met het Programmaonderzoek

en KPC groep, ondermeer relevant casemateriaal over ondernemerschap

voor uiteenlopende vakken ontwikkelen en op scholen uitproberen, alsmede

andere initiatieven ontplooien om ondernemerschaponderwijs in PO en VO

duurzaam te bevorderen.

Inmiddels ligt een eerste projectplan ter visie bij OCW en EZ. Het Program-

maonderzoek zal via het Deelprogramma Kennisoverdracht een inhoudelijke

Page 51: Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap Activiteitenplan ...ondernemerschap.panteia.nl/pdf-ez/r200708.pdf · de bedrijvenkant (als beroep en als gedrag). Een nieuw panel starters

51

bijdrage leveren aan leermiddelen voor ondernemerschaponderwijs en de

verspreiding hiervan bevorderen via een speciaal te bouwen website.

Boek International Entrepreneurship

Jolanda Hessels is een proefschrift aan het voorbereiden over internationaal

ondernemerschap. Het proefschrift zal in boekvorm verschijnen in 2008. Het

boek is een bundeling van diverse papers die een bijdrage leveren aan on-

derzoek op het gebied van internationalisering van MKB-bedrijven en nieu-

we bedrijven, en aan internationaal vergelijkend onderzoek naar onderne-

merschap. Veel van de papers die ten grondslag liggen aan het boek zijn in

de afgelopen jaren reeds verschenen of verschijnen eind 2007 als een on-

derzoekspaper in het kader van het programmaonderzoek. Om het boek uit

te kunnen brengen zullen de papers op diverse punten nog ge-upgrade

moeten worden en als één samenhangend geheel gepresenteerd moeten

worden met een overkoepelende inleiding en conclusie. Wanneer het boek

uitkomt zal het in electronische vorm op de kennissite worden gepubliceerd.

Voorbereiding Entrepreneurship in the Netherlands, editie 2009

Zoals vermeld zal in 2008 de 10e en dus feestelijke editie van ‘Entrepre-

neurship in the Netherlands’ verschijnen. In verband met de extra activitei-

ten hieromheen, zal de reeks in 2009 voortgezet worden. Omdat de voorbe-

reidingen - selectie van het thema, uitnodigen van buitenlandse experts

voor een bijdrage, etc - veel doorlooptijd vergen, is het wellicht zinvol om

eind 2008 met een eerste werkzaamheden te beginnen.