Muziekles 10 groep 3/4/5 Beukenootjesblues 2017-2018

Doel leerlingen: de kinderen kunnen verschillende ritmes naspelen m.b.v. ritmekaarten. De kinderen kunnen de beukennotenblues begeleiden met boomwhackers, waarbij ze gebruik maken van het blues schema.

Doel leerkracht:- Op de juiste wijze uitdelen instrumenten- Op de juiste wijze werken met ritmekaarten- Lied aanleren met weggeefmethode- Lied begeleiden met boomwhackers, mbv bluesschema; goed leidinggeven

Nodig: boomwhackers, ritmekaarten eikel, paddenstoel, beukennootje, blad, beukenootjesblues via Gehrels online met partituur voor boomwhackers, bord en stift, blokfluit, gitaar.

Stap 1De kinderen zitten in de kring. Ik kom de klas binnen in regenkleding met een tas vol blaadjes, kastanjes, eikels etc. Ik vertel de kinderen dat ik naar het bos geweest ben. Het is nu echt herfst! Ik pak een paar blaadjes uit de tas en laat ze vallen. We zingen het lied 100.000 blaadjes en maken er bewegingen bij.

Stap 2Ik laat de ritmekaarten zien en speel ze voor: eikel, paddenstoel, beukennootje, blad. Spel; ik klap de kaart, kinderen spelen 1x na, ik speel opnieuw, kinderen zeggen het woord.Eerst op volgorde, dan door elkaar.Variatie; eikel stampen, paddenstoel klappen, beukenootje met vingers op de tafel, blad met twee vuisten op de tafel.

Stap 3Ik fluit de beukennootjesblues voor en daarna zing ik de beukennootjesblues, terwijl ik mezelf begeleid op de gitaar. Luistervraag; hoe vaak hoor je eikel? Beukenootje? Paddenstoel? Zingen; weggeefmethode;

- Laatste zin; eikel, paddenstoel, beukennootje, blad- Twee laatste zinnen etc.

Stap 3Ik vraag de kinderen om de beurt 1 van de kaarten te klappen, wij klappen dit na, daarna mag kind nummer 2 een kaart klappen, wij klappen dit allemaal na enzovoort. Intussen deel ik de boomwhackers uit; wie een boomwhacker heeft speelt hierop in plaats van te klappen. Ik deel de boomwhackers C (rood), F (licht groen)en G (donkergroen) uit (3 x 3) + 1 hoge C (rood)= 10 boomwhackers, helft van de klas; ik geef ze om en om, zodat ze later aan de buurman/vrouw kunnen doorgeven).

Stap 4

Ik laat het boomwhacker schema van de beukennootjesblues zien; we spelen mee met C (4maten) F (2 maten), C (2 maten) G (1 maat), F (1 maat) C (2 maten. Wie geen boomwhacker heeft zingt.Kinderen die nog geen boomwhacker hebben krijgen er nu ook één, want nu speelt G (donkergroen) ook met C (rood) mee, A (paars) met F (lichtgroen), B (roze) met donkergroen. (2 x 3 = 6 boomwhackers, met 2x hoge C, 8 boomwhackers, 2 overige kinderen spelen op klokkenspel/metallofoon late C mee).

Stap 5Ik leg uit dat als ik op mijn blokfluit speel, je steeds 1 noot hoort, net als bij de boomwhackers.Maar als ik op mijn gitaar speel, klinken er meer noten (snaren) tegelijk, dat heet een akkoord.Wij gaan u ook met akkoorden spelen.

We spelen de akkoorden van het bluesschema. Er klinken steeds drie verschillende tonen tegelijk. Ik verdeel de klas in drie groepen. Elke groep hoort bij een van de drie akkoorden. Er is dus een C-groep,een F-groep en een G-groep.

De C-groep krijgt de boomwhackers C - E en G De F-groep de boomwhackers F - A - C De G-groep de boomwhackers G - B - D. Ik schrijf het bluesschema op het bord:C/C/C/CF/F/C/CG/F/C/CIk wijs in het bluesschema op het bord,elke letter vier keer aan, dan weten de kinderen in welk tempo ze moeten spelen. Ik oefen dit enkele keren. Ik laat de kinderen naar elkaar luisteren. Spelen zij precies gelijk?

Eventueel; we hebben nu de tekst mee getikt. Dat heet het ritme. Kunnen we ook de maat spelen, dus de hele tijd 4 kwartnoten? Of achtste noten?

Tijd over? Stap 6Ik vertel dat deze akkoorden vaak gebruikt worden in de blues, muziek van mensen uit Afrika. Ik laat ze blues muziek ‘Albert’s alley’ horen en laat de kinderen meetikken met hun voet, 4 tellen in de maat. We kunnen hierbij ook ons eigen bluesschema meespelen!

Zie Beukenootjesblues via Gehrels online:

ei - kel

blad

pad-den-stoel

beu-ken-noot-je