Voorpagina | Scholieren.com  · Web view= Belasting Toegevoegde Waarde. De afnemer betaald dit aan...

9
M&O samenvatting H12+ H13 H12 §1 Als een onderneming goederen contant verkoopt betekent dit dat ze het geld gelijk op hun rekening krijgen. Als een onderneming goederen op rekening verkoopt betekent dit dat ze het geld pas later krijgen en de goederen al eerder leveren. Als de eigenaar het eigen vermogen uitbreidt met contant geld is er ook sprake van geldontvangst. Ook het opnemen van een lening is geldontvangst. Je hebt natuurlijk ook uitgaven, dit zijn de volgende: De betaling van ingekochte producten: Contant -> meteen betalen. Op rekening -> later betalen. De betaling van de inkoopkosten: Soms moeten de vervoers- en verzekeringskosten zelf worden betaald. De loonkosten van het personeel: Maandelijks loon, loonbelasting en sociale premies moeten worden betaald. Interestbetalingen: Opgenomen leningen leiden tot interestbetalingen. Overige betalingen: Zoals betalingen voor reclame, aflossen opgenomen leningen, gemeentelijke heffingen. Als een bedrijf geld ontvangt spreken we van ontvangsten. Als een bedrijf geld ontvangt omdat ze producten hebben geleverd noemen we dit opbrengsten. Opbrengsten worden toegerekend aan de periode waarin de producten zijn geleverd. Uitgaven zijn betalingen. Kosten zijn goederen of diensten die nodig zijn voor het maken van de producten. (loonkosten, energiekosten) De waardedaling van kapitaalgoederen in een onderneming zijn ook kosten. Dit leidt tot afschrijvingskosten. Aflossing van een lening behoort niet tot de kosten, alleen de interest behoort tot de kosten. 1

Transcript of Voorpagina | Scholieren.com  · Web view= Belasting Toegevoegde Waarde. De afnemer betaald dit aan...

Page 1: Voorpagina | Scholieren.com  · Web view= Belasting Toegevoegde Waarde. De afnemer betaald dit aan de leverancier. 6% of 19%. (of niks of 0%) Toegevoegde waarde: Iedereen die het

M&O samenvatting H12+ H13

H12§1Als een onderneming goederen contant verkoopt betekent dit dat ze het geld gelijk op hun rekening krijgen.

Als een onderneming goederen op rekening verkoopt betekent dit dat ze het geld pas later krijgen en de goederen al eerder leveren.

Als de eigenaar het eigen vermogen uitbreidt met contant geld is er ook sprake van geldontvangst. Ook het opnemen van een lening is geldontvangst.

Je hebt natuurlijk ook uitgaven, dit zijn de volgende: De betaling van ingekochte producten: Contant -> meteen betalen.

Op rekening -> later betalen. De betaling van de inkoopkosten: Soms moeten de vervoers- en

verzekeringskosten zelf worden betaald. De loonkosten van het personeel: Maandelijks loon, loonbelasting en

sociale premies moeten worden betaald. Interestbetalingen: Opgenomen leningen leiden tot

interestbetalingen. Overige betalingen: Zoals betalingen voor reclame, aflossen

opgenomen leningen, gemeentelijke heffingen.

Als een bedrijf geld ontvangt spreken we van ontvangsten.Als een bedrijf geld ontvangt omdat ze producten hebben geleverd noemen we dit opbrengsten.Opbrengsten worden toegerekend aan de periode waarin de producten zijn geleverd.

Uitgaven zijn betalingen. Kosten zijn goederen of diensten die nodig zijn voor het maken van de producten. (loonkosten, energiekosten)

De waardedaling van kapitaalgoederen in een onderneming zijn ook kosten. Dit leidt tot afschrijvingskosten.

Aflossing van een lening behoort niet tot de kosten, alleen de interest behoort tot de kosten.

Bij uitgaven kan je ook de kosten die je maakt uitschrijven aan een andere periode. Namelijk als je inkopen moet doen voor de producten die je maakt, zoals grondstoffen, kan je deze neerzetten bij de periode wanneer je de producten verkoopt.

§2

1

Page 2: Voorpagina | Scholieren.com  · Web view= Belasting Toegevoegde Waarde. De afnemer betaald dit aan de leverancier. 6% of 19%. (of niks of 0%) Toegevoegde waarde: Iedereen die het

Brutowinst van product = Het verschil tussen de inkoopprijs en de verkoopprijs.Omzet = De totale geldopbrengst. (afzet x verkoopprijs)Afzet = De hoeveelheid goederen die in een bepaalde periode is verkocht.Brutowinst van periode = Het verschil tussen inkoopwaarde en omzet.

Uit de totale brutowinst moeten alle overige kosten worden betaald. Daarnaast moet er nog een deel overblijven voor de eigenaar van het bedrijf.

Brutowinstopslag = Een percentage van de inkoopprijs om de gewenste verkoopprijs te betalen. (wordt gebruikt als de onderneming zelf de verkoopprijs mag bepalen.)

Brutowinstmarge = Een percentage van de verkoopprijs om de gewenste inkoopprijs te bepalen zodat je wel steeds dezelfde winst hebt. (Als de verkoopprijs al vast staat en ze de goedkoopste inkoopprijs moeten zoeken)

Gewenste verkoopprijs = inkoopprijs + opslag brutowinstOpslag brutowinst = inkoopprijs x opslag% brutowinst

Bedrijfskosten = Alle kosten naast de inkoop van handelsgoederen.Nettowinst = Brutowinst – bedrijfskosten. (Inkomen van eigenaar bedrijf.)

Omzet = Inkoopprijs van omzet + brutowinstBrutowinst = Bedrijfskosten + nettowinst

2

Page 3: Voorpagina | Scholieren.com  · Web view= Belasting Toegevoegde Waarde. De afnemer betaald dit aan de leverancier. 6% of 19%. (of niks of 0%) Toegevoegde waarde: Iedereen die het

§3

Omzetbelasting = Belastingheffing op de consumptie van goederen en diensten.BTW = Belasting Toegevoegde Waarde. De afnemer betaald dit aan de leverancier. 6% of 19%. (of niks of 0%)Toegevoegde waarde:Iedereen die het product in handen krijgt voegt een beetje waarde aan het product toe, omdat iedereen het product bewerkt. In het begin is het product niet zo veel waard, maar het product word steeds meer waard.De toegevoegde waarde is dus de winst voor degene die deze waarde aan het product toevoegt. Het is de waarde vermeerdering van een product.

Voor een handelsonderneming (deze doet dus niks met het product, alleen verkopen) is de toegevoegde waarde hetzelfde als de brutowinst.

Toegevoegde waarde = waarde eindproduct – waarde ingekochte grond- en hulpstoffen – waarden diensten van derden.Over dit alles moet natuurlijk ook belasting worden betaald. De belasting wordt steeds door gerekend en uiteindelijk komt alle belasting neer op de consument. Dit moet ook zo. Uiteindelijk is de BTW dan 6% of 19% van de uiteindelijke verkoopprijs.

De verkoopprijs en de consumentenprijs zijn dus twee verschillende dingen.Verkoopprijs is ex. BTWConsumentenprijs is incl. BTW

Bij een het berekenen van de verkoopprijs word dus gerekend ex. BTW!!!BTW die een onderneming ontvangt hoort dus wel bij ontvangsten maar niet bij opbrengsten.De BTW die een onderneming aan een leverancier betaald is dus wel een uitgave, maar geen kost.

3

Page 4: Voorpagina | Scholieren.com  · Web view= Belasting Toegevoegde Waarde. De afnemer betaald dit aan de leverancier. 6% of 19%. (of niks of 0%) Toegevoegde waarde: Iedereen die het

H13§1Je hebt verschillende soorten kosten:

Inkoopkosten: Hieronder vallen alle kosten die samen hangen met de inkoop. (transportkosten, arbeidstijd, telefoonkosten)

Algemene kosten: Kosten voor huisvesting, interestkosten, kosten van financiële administratie, kosten van bedrijfsleiding.

Verkoopkosten: Deze kosten houden rechtstreeks verband met de verkoop. Loonkosten van verkopers, reclamekosten.

Je kan met verschillende opslagpercentages werken. Door voor elke soort kosten een ander opslagpercentage te creëren is er meer overzicht.

Opslagmethode = de totale inkoopkosten in een bepaald jaar worden uitgedrukt in een percentage van de inkoopprijs van alle gekochte goederen in dat jaar.

4

Page 5: Voorpagina | Scholieren.com  · Web view= Belasting Toegevoegde Waarde. De afnemer betaald dit aan de leverancier. 6% of 19%. (of niks of 0%) Toegevoegde waarde: Iedereen die het

§2

§3

VVP = Vaste verreken prijs. De geschatte verkoopprijs.

Overige kosten bestaan uit verkoopkosten en algemene kosten.

Op grond van ervaringen word de kostprijs in het plaatje berekend met geschatte cijfers. Deze worden uit voorgaande jaren gehaald. Het is het gemiddelde van cijfers van een aantal jaren.

5