Bureau de dépôt Bruxelles XAfgiftebureau Brussel X

vo c a t i o

2e trimestre 2002 | 2de trimester 2002

vocatioRevue trimestrielle de la Fondation Belge de la VocationDriemaandelijks tijdschrift van de Belgische Stichting Roeping

2002 6

Graphisme | VormGeVinG Marie-HélèneGrégoire.r é d a c t i o n | r e d a c t i e SéverineWindels.r e l e c t u r e | h e r l e z i n G NadineWampach,JanH.Verbanck.éditeur responsable | Verantwoordel i jke u itGeVerEdouardJakhian,Albertinaplein2placedel’Albertine,Bruxelles1000Brussel.

Fondation Belge de la VocationSous le haut patronage de Sa Majesté la Reine Fabiola

Place de l’Albertine 2, 1000 BruxellesTél. 02 213 14 90 | Fax 02 213 14 95E-mail : fbv.bsr@online.beSite internet : www.fondationvocation.beLe secrétariat est ouvert lundi, mardi et jeudi de 8h30 à 12h30 et de 13h30 à 17h, mercrediet vendredi de 8h30 à 12h30.

Vocatio est la revue trimestrielle de la Fondation Belge de la Vocation. Lancé en février 2001, ce magazine a pour but de faire connaître l’action de la Fondation par le biais des projets de ses lauréats.La Fondation Belge de la Vocation fut créée en 1963 par Emile Bernheim à l’exemple de la Fondation française de la Vocation fondée par Marcel Bleustein-Blanchet.Chaque année la Fondation décerne une quinzaine de bourses de 10 000 à des jeunes de nationalité belge ayant entre 18 et 30 ans et pouvant témoigner d’une véritable vocation. Elle leur donne l’appui financier et le soutien moral nécessaires pour l’accomplir et ce dans des domaines d’activités aussi divers que la médecine, les arts plastiques, le cinéma, la recherche scientifique, la littérature, etc. Elle attribue également une bourse spéciale de 25 000 , le Trèfle d’Or, décernée à un ancien lauréat pour distinguer un projet non commercial situé dans la lignée de la vocation déjà reconnue.

Vocatio is het driemaandelijkse tijdschrift van de Belgische Stichting Roeping. Het is in februari 2001 opgericht en heeft tot doel de Stichting bekend te maken via de projecten van haar laureaten.Emile Bernheim heeft de Belgische Stichting Roeping in 1963 opgericht naar het voorbeeld van de Fondation française de la Vocation, gesticht door Marcel Bleustein-Blanchet.Elk jaar reikt de Stichting beurzen van 10 000 uit aan een vijftiental jonge Belgen die tussen achttien en dertig jaar oud zijn en die kunnen getuigen van een werkelijke roeping ; de beurs verschaft hen de morele en materiële middelen om ze te realiseren. Alle domeinen komen in aanmerking : geneeskunde, literatuur, plastische kunsten, film, wetenschappelijk onderzoek… De Gouden klaver is een speciale beurs van 25 000 . Ze wordt jaarlijks door de Stichting uitgereikt en bekroont een niet-commercieel project van een oud-laureaat dat in de lijn ligt van de eerder erkende roeping.

Président d’honneur | ErevoorzitterClaude Wielemans

Président | VoorzitterEdouard Jakhian

Vice-présidents | OndervoorzittersChevalier EversBaronne VaxelaireBaron de PoschChevalier Leduc

Trésorier | SchatbewaarderEdouard De Ruydts

Belgische Stichting RoepingOnder de hoge bescherming van Hare Majesteit Koningin Fabiola

Albertinaplein 2, 1000 BrusselTel. 02 213 14 90 | Fax 02 213 14 95E-mail : fbv.bsr@online.beWebsite : www.stichtingroeping.beHet secretariaat is open op maandag, dinsdag en donderdagvan 8.30 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 17 uur ; op woensdagen vrijdag enkel van 8.30 tot 12.30 uur.

Ludo BekkersGabriel BelgeonneJean BingenThierry BoonFrance BorelHugues BoucherBaron Stijn ConinxBaron André DelvauxLydia Depauw-DeveenEric DesoppereAnnie Devreese-DeclerckRafaël D’HaeneJan Gybels

Edgar KestelootChristian KoninckxPierre LarocheChevalier LeducVicomte Louis le Hardÿ de BeaulieuMarc MendelsonGuy-Roland PâqueVicomte Ilya PrigogineLuc PutmanGustave StoopFrançois TerlindenPierre Van Damme

Membres | LedenMme Mickey BoëlRik De NolfFrançois Desclée de MaredsousFrie Dierickx VisschersJacques DopchiePaul DujardinRoger ForthommeEmmanuel JanssenVicomte Louis le Hardÿ de BeaulieuMme Jean MichielsBaron PhilippsonJacques Planchard, Gouverneur hreStéphane RosenblattBaudouin RuquoisDominique SnyersLuc Tayart de BormsJacques-Ch. Vanden SchrieckBaron VelgePaul Washer

Conseil d’administration | Raad van bestuur Jury

Secrétariat | SecretariaatSecrétaire général | Secretaris-generaalSylviane Jacquet de HaveskerckeDéléguée | AfgevaardigdeNicole GautierSecrétaire | SecretaresseBernadette Stevens

Nyiragongo 2002Gérald Ernst

Promotio 2002 Christian de Duve ionie

Mud MosquesSebastian Schutyser

Agenda

page 2 | pagina 2

page 4 | pagina 4

page 13 | pagina 13

page 16 | pagina 16

La tragédie d’une éruption annoncée De tragedie van een aangekondigde uitbarsting

1995

Mud MosquesSebastian Schutyser

1fr 1nl

Lemen moskeeën in MaliLes mosquées en terre du Mali

L’architecture dans l’art africain

Dans le domaine de l’art africain, l’architecture est souvent négligée. L’utilisation de matériaux non durables en est un des responsables principaux. A tort, car l’architecture africaine est une architecture vivante. Comme on passe la parole dans les cultures orales, les éléments essentiels de cette architecture sont préservés à travers les siècles.

Déjà depuis le moyen-âge on construit des mosquées en terre au Mali et dans les pays avoisinants. Ces mosquées constituent non seulement le cœur de l’architecture «soudanaise» (d’après le Soudan français, l’actuel Mali), mais elles témoignent également d’une grande originalité et d’une harmonie morphologique. La diversité des styles s’explique en premier lieu par la pénétration sociale de l’islam et par des conditions géographiques liées au sol et au climat.

Architectuur in de Afrikaanse kunst

In het spectrum van de Afrikaanse kunst komt de architectuur weinig of niet aan bod. Het gebruik van niet-duurzame materialen is daar voor een groot deel verantwoordelijk voor. Ten onrechte, want de Afrikaanse architectuur leeft. Orale culturen geven het woord door; zo ook zijn de essentiële kenmerken van de bouwstijlen in de loop van de eeuwen bewaard gebleven.

Sinds de Middeleeuwen staan er in de binnenlanden van Mali en de aanpalende gebieden moskeeën in leem. Zij vormen niet alleen het hart van de ‘Soedanese’ architectuur (genoemd naar het voormalige Franse Soedan, het huidige Mali), maar getuigen tevens van bijzondere originaliteit en vormharmonie. Vooral de sociale penetratie van de islam en geografische omstandigheden als klimaat en bodem bepalen de grote verscheidenheid in stijl.

1

1fr 1nl

L’introduction de matériaux et de méthodes de construction modernes constitue une menace importante pour cette architecture traditionnelle qui exige un entretien permanent. Les monuments célèbres comme la mosquée de Djenné n’en souffrent pas, bien sûr. Mais les milliers de petites mosquées de village, qui forment l’échine de ce style architectural, ne sont pas protégées par une organisation comme l’Unesco. Ou le statut d’«attraction » touristique. Trop souvent elle doivent laisser la place aux constructions en ciment.

Une image de beauté

Ce travail photographique se veut tout d’abord un hommage à la beauté de cette architecture méconnue. C’est pour cela que j’ai choisi une approche sobre, loin de l’esthétique des cartes postales et sans effets photographiques «épatants ». De la même façon que Hampaté Ba couchait en écrit la tradition orale de son peuple, les Peuls, l’auteur, ou dans ce cas le photographe, sert de boîte aux lettres pour transmettre la beauté de l’histoire.

L’utilisation d’une caméra technique (correction de perspective, format 4-5’’), la photographie noir et blanc et un procédé de tirage spécial mettent en valeur la morphologie et la structure des mosquées. Je fais en effet appel à des méthodes classiques. Ceci répond tant au niveau formel qu’au niveau du sujet aux principes de ce travail. La façon uniforme de photographier accentue la grande diversité des styles.

Conservation photographique

De introductie van nieuwe bouwmethodes en –materialen (zoals cement) bedreigt de traditionele bouwstijl, die permanent onderhoud vereist, in zijn voortbestaan. Wereldvermaarde monumenten, zoals de moskee van Djenné in Mali, blijven buiten schot. Slechter vergaat het de duizenden kleine dorpsmoskeeën, die de eigenlijke ruggengraat van de buitengewone bouwstijl vormen. Ze fungeren niet als toeristische ‘attractie’ en ontberen de bescherming van een organisatie als de Unesco, waardoor ze maar al te vaak moeten wijken voor het oprukkende cement. Ironisch genoeg is de armoede de voornaamste buffer tegen het verlies van die culturele rijkdom.

Schoonheid in beeld

Dit fotografisch werk wil in de eerste plaats een eerbetoon zijn aan de schoonheid van die weinig gekende architectuur. Daarom heb ik gekozen voor een sobere, bijna abstraherende aanpak, zonder postkaartjesesthetiek of fotografische knaleffecten, net zoals auteur Hampaté Ba de orale traditie van zijn volk, de Peul, te boek stelde. Auteur en fotograaf zijn niet meer dan een doorgeefluik voor de schoonheid van het verhaal of het gebouw.

Het gebruik van een technische camera (perspectiefcorrectie, opnameformaat 4-5 inch), zwartwitfotografie en een bijzonder printprocédé (Viradon-toning) leggen de nadruk op vorm en structuur. Zo grijp ik terug naar klassieke methodes. Zowel vormelijk als inhoudelijk sluit dat aan bij de uitgangspunten van het werk. De bijna uniforme manier van fotograferen laat de grote verscheidenheid in stijlen sterker uitkomen.

2

Dans le même temps ce travail est un travail de conservation. Ce projet est consacré aux mosquées du delta intérieur du Niger, au Mali. Grâce à son rôle historique dans la propagation de l’islam en Afrique occidentale, cette région recèle une concentration très riche et variée d’anciennes mosquées. Mon objectif est de les inventorier systématiquement. Parce que comme les vieillards qui meurent en Afrique sans transmettre leurs secrets à une génération qui s’oriente de plus en plus vers des valeurs occidentales, les anciennes mosquées disparaissent, remplacées par de nouvelles constructions.

Fotografisch conserveren

Tevens is dit conserveringswerk. Het project is gericht op de binnendelta van de Niger in Mali. Door zijn historische rol in de verspreiding van de islam in West-Afrika herbergt het gebied een rijke, gevarieerde concentratie van lemen moskeeën. Die wil ik systematisch in beeld brengen. Net zoals de ouderlingen in Afrika sterven zonder hun geheimen door te geven aan de jeugd, die zich steeds meer op westerse waarden oriënteert, verdwijnen ook de oude moskeeën, terwijl nieuwe cementen bouwsels hun plaats innemen.

3

4

Céline Quairiaux

Promotio 2002 Christian de Duve ionie

Restauration de photographies

A vrai dire ma vocation s’est révélée lentement. Lorsque je suis entrée à l’ENSAV à l’atelier de conservation et de restauration des documents graphiques dirigé par Madame Anne Liénardy, j’espérais avoir l’occasion d’y apprendre la restauration de photos. Mais c’est seulement au cours d’un stage effectué en deuxième année au British Museum et suite à ma rencontre avec Madame Helen Sharp que ce souhait a petit à petit pris une forme définitive. De retour en Belgique, j’ai réussi à obtenir un stage au sein de l’Atelier de conservation et de restauration des photographies de la Ville de Paris, dirigé par Madame Anne Cartier-Bresson. Pour m’y préparer et afin de me familiariser avec les différents types de procédés, j’ai rencontré cet été des photographes, des marchands de photographies anciennes et le conservateur du musée de la photographie à Anvers. Cette année, je termine mes études à l’ENSAV. Avec cette bourse je pourrai me perfectionner encore un an dans des instituts à l’étranger. Cette expérience me sera indispensable pour collaborer à la sauvegarde du patrimoine photographique et à sa transmission aux générations futures.

Restauratie van foto’s

Als kind was ik gefascineerd door de fotografie maar eigenlijk heeft mijn roeping pas geleidelijk vorm gekregen. Toen ik na mijn humaniora in La Cambre begon met mijn studie conservatie en restauratie van grafische documenten, hoopte ik ook op een inwijding in de restauratie van fotografische documenten. Ik moest wachten tot mijn tweede jaar en een stage in het British Museum in Londen om die wens in vervulling te zien gaan. Na mijn terugkeer in België kreeg ik een stageplaats aangeboden in het Atelier de Conservation et de Restauration des photographies de la ville de Paris, onder begeleiding van mevrouw Anne Cartier-Bresson. Om mij op de stage voor te bereiden en vertrouwd te raken met de verschillende fotografische procédés, heb ik deze zomer fotografen, kunsthandelaars in oude foto’s en museumconservators ontmoet. Dit is mijn laatste studiejaar. Dankzij de beurs van de Stichting Roeping kan ik nog een jaar stage lopen in verschillende buitenlandse instituten. Die ervaring zal noodzakelijk zijn om mee te werken aan het behoud van ons fotografisch patrimonium.

Prix Nobel de Médecine | Nobelprijs geneeskunde

Nos lauréats | Onze laureaten

5

Fabian Jardon

Sofie Saller

Pianiste

Très tôt, j’ai réalisé ma passion pour la musique en écoutant les œuvres de Beethoven, Liszt, Verdi et Prokofiev interprétées par les plus grands. Le piano m’a tout de suite séduit. Je le trouvais beau et fort, j’étais fasciné par la diversité des sons, par les folles prouesses techniques et la plénitude des sentiments. Depuis la nuit des temps, l’homme trouve dans l’expression artistique et dans la musique en particulier la source indispensable de son bien-être. Elle constitue encore et toujours le reflet d’une société ou au contraire un moyen d’évasion voire de dénonciation de celle-ci. Je pense que notre monde a plus que jamais besoin de ce message, porteur des vraies valeurs humaines et d’espérance. C’est pour cette raison que, grâce à mon instrument, je veux faire passer le message universel de la beauté humaine et de la sincérité et, par le biais de l’enseignement, donner à chacun la chance de s’exprimer.

Pianist

Zeer jong al was ik mij bewust van mijn passie voor muziek, toen ik werken van Beethoven, Liszt, Verdi en Prokofiev beluisterde. Piano trok mij onmiddellijk aan: ik vond het een mooi en krachtig instrument; ik raakte gefascineerd door de veelheid van klanken, de technische virtuositeit en de ongebreidelde gevoelens die het opwekt.Ik ging naar het conservatorium en naar de Muziekkapel Koningin Elisabeth, waar Juliette Longrée-Poumay mij begeleidde. Het waren drie intense, studierijke jaren, waarin ik veel vooruitgang boekte. Muziek weerspiegelt de maatschappij, maar is ook een manier om eruit weg te vluchten of om ze aan te klagen. De wereld heeft meer dan ooit nood aan een humanistische, hoopvolle boodschap. Via mijn muziekinstrument wil ik de bode zijn van menselijke schoonheid en eerlijkheid. Via onderwijs wil ik ook eenieder de kans geven om zich uit te drukken. Dankzij de Belgische Stichting Roeping kan ik mijn opleiding voortzetten, deelnemen aan internationale wedstrijden en een cd opnemen.

Choreograaf - Regisseur

Tachtig percent van de communicatie tussen mensen gebeurt non-verbaal, zonder woorden. In veel dagelijkse situaties is de betekenis van woorden relatief, als ze niet overeenkomen met onze lichaamstaal. Sinds mijn kinderjaren ben ik gefascineerd door non-verbale gesprekken en de 1001 mogelijke lichaamshoudingen. Ook in mijn verdere studies en daarbuiten was het een centraal thema, een rode draad in mijn denken en handelen.Beweging, dans en video zijn voor mij toegankelijke media om kundig te worden in non-verbale communicatie en daar in artistieke projecten uiting aan te geven. Als choreograaf en regisseur wil ik alle zintuigen aanspreken en ben ik op zoek naar meer dan een traditioneel podiumproduct, waarbij het publiek voor het podium zit en kijkt. De beurs van de Stichting Roeping is een fantastische erkenning voor mijn dagelijks zoeken en creëren.

Chorégraphe – Metteur en scène

« 80 % de la communication humaine est non verbale ». En effet, la signification des mots semble relative si elle n’est pas en accord avec notre expression corporelle. Pourtant les gens sont souvent plus conscients des mots qu’ils prononcent que de la manière dont ils se comportent physiquement. Je suis depuis mon plus jeune âge fascinée par les conversations « silencieuses » de nos corps et par le nombre infini d’attitudes corporelles possibles et imaginables. Cet intérêt s’est également manifesté au cours de mes études et de ma vie en général ; il constitue un fil rouge dans mes actions et dans mes pensées. Le mouvement, la danse et la vidéo sont des moyens accessibles pour me perfectionner dans la communication non verbale et pour l’exprimer par le biais de projets artistiques. La bourse de la Fondation m’apporte un soutien énorme dans cette quête quotidienne de création.

6

Stanley DuchateauHet maken van animatiefilms

In de eerste plaats wil ik animatiefilms maken, maar ik wil animatie op een eigenwijze manier benaderen. Het is mijn doel eigenzinnige films af te leveren, die ook benaderbaar zijn voor mensen uit andere kunsttakken. Ik wil daarbij humor en lichtvoetigheid zeker niet uit het oog verliezen. Dat doel bereiken is niet eenvoudig, omdat animatie in België wel op een hoog niveau staat, maar moeilijk distributie vindt. De aanmaak is zeer duur. Toch doe ik er alles aan om mijn parcours voort te zetten. Animatie is voor mij het medium bij uitstek om mij uit te drukken; in tekst kon ik nooit mijn ideeën kwijt. Ik wil de Stichting van harte danken voor haar financiële en morele steun, die mij zeker op weg helpt om mijn roeping te realiseren.

Réaliser des films d’animation

Je suis d’avis que le film d’animation ne reçoit pas la reconnaissance qu’il mérite. Mon souhait est de réaliser des films personnels, accessibles à un public non averti et exprimant un sens de l’humour ou en tout cas une certaine légèreté. Réaliser ce rêve est difficile car même si le film d’animation possède un bon niveau en Belgique, les circuits de distribution y sont rares et faire un film coûte très cher. Néanmoins je suis déterminé à poursuivre mon parcours. Pour moi, le film d’animation constitue le moyen d’expression ultime car mes idées n’ont jamais pris forme sur papier. La bourse constitue un soutien moral et matériel qui me permettra de progresser dans la réalisation de ma vocation.

Fabienne CassiersMusicothérapie. Spécialisation dans le traitement des troubles de la communication

Ma vocation de musicothérapeute est à son origine le fruit d’un désir profond de concilier dans ma profession deux aspects fondamentaux de ma vie : la relation humaine et l’expression de soi par la musique. Dans le vaste champ d’applications que possède la musicothérapie, mon intérêt s’est accentué pour les personnes souffrant de troubles de la communication, et plus particulièrement les enfants autistes. J’y ai trouvé une signification toute particulière car à mon sens, avant d’être recherche esthétique, la musique est langage et communication. Son application thérapeutique dans le contexte non verbal à travers une approche corporo-sonoro-musicale vient compléter de façon nouvelle la psychothérapie classique qui utilise le langage verbal. Grâce à la Fondation Belge de la Vocation, j’ai pu travailler en Argentine, auprès d’un pionnier mondial de la musicothérapie, fondateur de ce modèle théorique : le Dr Rolando Benenzon. A mon retour en Belgique j’espère participer concrètement à l’évolution et à la reconnaissance de la profession par une pratique plus pointue et un apport concret au développement de la formation.

Muziektherapie. Specialisatie in de behandeling van communicatiestoornissen

Mijn roeping als muziektherapeute vindt zijn oorsprong in de vurige wens om twee fundamentele aspecten van mijn leven in mijn beroep te combineren: de menselijke omgang en de zelfexpressie via de muziek. In het ruime toepassingsgebied van de muziektherapie ging mijn aandacht meer bepaald naar personen met communicatiestoornissen, in het bijzonder naar autistische kinderen. Meer nog dan een esthetisch streven is muziek in mijn ogen immers een taal, een communicatiemiddel. De toepassing in een non-verbale context via lichamelijke, auditieve en muzikale benadering vult de klassieke, op taal gebaseerde psychotherapie op vernieuwende wijze aan. Het is geen muzikale bezigheidstherapie, maar een volwaardige psychotherapie.Na mijn specialisatieopleiding in Frankrijk en enkele jaren in de praktijk ben ik voor tien maanden naar Argentinië getrokken, waar ik heb mogen werken aan de zijde van dr. Rolando Benenzon, een pionier op wereldniveau in de muziektherapie.Met de beurs kan ik dat project voltooien. Na mijn terugkeer naar België hoop ik actief deel te nemen aan de uitbouw en de erkenning van dit beroep door een verfijnde praktijk en een concrete bijdrage aan de

7

Anne-Pascale TargéAnthropologie en milieu inuit

Fillette, les histoires des pays lointains me fascinaient. Depuis mon enfance, je suis habitée par cette envie de connaître les autres peuples et ce besoin de servir les personnes victimes de discrimination de par leurs différences. J’ai toujours eu cette certitude que je voulais consacrer ma vie à servir les personnes victimes d’exclusion dans la société. J’ai trouvé une réponse à cette vocation à travers un cours d’anthropologie lors d’un séjour au Canada. J’ai éprouvé un coup de foudre pour le peuple inuit ; je suis en admiration devant la richesse de sa culture et j’aimerais, par mes recherches anthropologiques, servir cette population victime de préjugés tenaces. Aujourd’hui, je réalise une maîtrise en anthropologie des Inuits à l’Université Laval au Québec où je suis membre d’un groupe de chercheurs dont les travaux portent sur les questions autochtones et circumpolaires. Cette bourse me permettra d’aller au-delà de ma formation limitée aux livres et aux cours, et d’aller m’immerger au sein de la population inuit pendant plusieurs mois pour effectuer des recherches anthropologiques.

Antropologie bij de Inuit

Als kind droomde ik van verre landen; verhalen over vreemde volken boeiden me mateloos. Ik wilde die andere volken leren kennen om hen te helpen in hun strijd tegen discriminatie. De overtuiging dat ik mij wil inzetten voor zij die door de maatschappij uitgesloten zijn, loopt als een rode draad door mijn leven.Het antwoord op die wens kwam er tijdens het vak antropologie, dat ik in Canada volgde: ik werd verliefd op de Inuit. Na mijn terugkeer in België heb ik bevochten dat ik mijn antropologiestudies aan de ULB kon aanvullen met een bijkomende opleiding in de taal en de cultuur van de Inuit in Parijs en Manchester. Ik kwam er in contact met kenners van de Inuit-cultuur.Momenteel werk ik aan de Laval-universiteit van Québec aan een antropologieverhandeling over de Inuit. Ik maak er ook deel uit van een researchgroep over autochtone en circumpolaire kwesties. Deze beurs zal me toelaten mijn theoretische kennis te ruilen voor een maandenlang verblijf onder de Inuitbevolking.

Ilona Regulski Onderzoek naar het ontstaan van het schrift in Egypte

Tijdens mijn studies in de Egyptologie ben ik gefascineerd geraakt door de vroege schriftsystemen bij de culturen van het oude Nabije Oosten. Door de vormevolutie van de eerste Egyptische schrifttekens te onderzoeken wil ik inzicht verwerven in de manier waarop het schrift zich in zijn ontstaansperiode (ongeveer 3400-2575 v.Chr.) ontwikkeld heeft. In de ruimere context van het onderzoek naar het vroege Egyptische schrift zou de studie van handschriften (paleografie) een belangrijke plaats moeten innemen. Op de foto ben ik bezig met het overtekenen van préhistorische rotskunst te el-Hosh, een site in Zuid-Egypte. Dit is belangrijk om het te kunnen publiceren aangezien foto’s meestal niet gedetailleerd genoeg tonen wat er wordt afgebeeld. Aangezien de documentatie in oude publicaties en opgravingverslagen onnauwkeurig en schematisch is, zal het nodig zijn de originele vroegste schriftdragers te verzamelen, te bestuderen en, indien mogelijk, handmatig te kopiëren. De belangrijkste reden waarom dat tot op heden nog niet gebeurd is, ligt in het feit dat een groot aantal van relevante objecten in het begin van de vorige eeuw over tal van musea verspreid is geraakt. Ook recent in Egypte gevonden geschreven documenten zijn daarbij van groot belang. Deze beurs maakt de omvangrijke en complexe taak van het samenbrengen nu mogelijk.

Recherche sur les origines de l’écriture en Egypte

Au cours de mes études d’égyptologie j’ai développé une véritable fascination pour les premiers systèmes d’écriture des anciennes cultures du Proche-Orient. En étudiant l’évolution morphologique des premiers signes d’écriture égyptiens, je souhaite comprendre comment cette écriture s’est modifiée dans sa première phase de développement (de 3400 à 2575 avant J.-C. environ). Sur la photo on me voit en train de décalquer un dessin sur un rocher à el-Hosh, un site dans le sud de l’Egypte. Ces décalques sont utilisées pour des publications car sur une photo le rendu des détails est souvent insuffisant. La documentation qu’offrent les anciennes publications et les rapports de fouilles est synthétique et imprécise. Il importe donc de rassembler, d’étudier et si possible de copier manuellement les anciens supports d’écriture d’origine. La bourse me permettra d’effectuer les voyages nécessaires à la réalisation de mon étude et de travailler dans plusieurs musées et instituts internationaux.

8

Vanja d’AlcantaraÉcriture et réalisation cinématographiques

Des histoires. De multiples histoires… Elles sont partout : chaque instant de la vie est un univers à raconter, chaque être humain est un personnage à créer. Dans cette démarche d’observer le monde qui m’entoure et de trouver le juste langage pour le partager, le cinéma me semble avoir été depuis toujours une évidence. A travers l’écriture et la réalisation de films, qu’ils soient de fiction ou documentaires, j’aime l’idée de se servir de la vie elle-même comme matière première. Riche et inépuisable. La Bourse de la Vocation me permettra de prendre le temps de rassembler les sources nécessaires pour développer d’une part un projet de documentaire en Afrique, et d’autre part l’écriture d’un long métrage.

Scenarioschrijven en filmregie

Overal zijn er ontelbare verhalen. Elk levensmoment is een vertelbaar universum, elke mens is een potentieel personage. De filmtaal gebruiken om mijn blik op de wereld met anderen te delen, leek mij altijd al een evidentie. Tegenover die wereld wil ik mijn plaats vinden, mij engageren. In het schrijven en regisseren van zowel fictiefilms als documentaires gebruik ik het leven zelf als een rijke, onuitputtelijke materie. Dankzij de beurs van de Stichting kan ik tijd besteden aan het opzoekwerk dat nodig is voor de uitbouw van een documentaire in Afrika, en aan het schrijven van een langspeelfilm.

Alphonse Cacciatore | Régis Pelletti Spectacle à base de percussions. Renforcement des liens sociaux par la musique

Cela fait sept ans maintenant que nous sommes animateurs-percussions et que nous travaillons ensemble. Grâce à cela, nous participons à de nombreux projets qui visent à sensibiliser les participants au rythme, à la musique dans un but d’éducation permanente.Notre parcours nous a permis de travailler dans différents milieux tels que des écoles primaires, secondaires, techniques, des établissements pour personnes handicapées, l’enseignement spécial,… Cette expérience acquise au fil des années nous a amenés à réaliser un projet de spectacle de percussions basé sur les battements du cœur (élément fondamental, commun à tous les êtres humains) où les participants proviendraient d’horizons différents, sans restriction : enfants, adolescents, adultes, personnes handicapées. Grâce à la bourse nous pourrons prendre en charge l’achat des différents matériaux pour la fabrication de tous les instruments qui seront réalisés par les participants, ainsi que les bâches peintes éléments majeurs du décor et une partie de la réalisation des costumes.

Percussievoorstelling. Sociale banden versterken door muziek

Sinds zeven jaar geven we samen percussieworkshops en werken we mee aan projecten die de deelnemers sensibiliseren voor ritme en muziek met het oog op permanente vorming. In de loop der jaren kregen we de kans in uiteenlopende instellingen te werken: lagere, middelbare en technische scholen, buitengewoon onderwijs en gehandicaptentehuizen.Stilaan groeide het idee om een voorstelling rond percussie op te zetten, gebaseerd op de hartslag. De bedoeling is te werken met een heterogene groep kinderen, tieners, gehandicapten... Wij danken de Stichting voor haar interesse en het vertrouwen dat ze ons project «Cœur» geeft. Dankzij die belangrijke steun kunnen we materiaal aankopen voor de instrumenten, die de deelnemers zelf zullen maken, en voor het vervaardigen van de decors en een deel van de kostuums. Uit de erkenning zullen we motivatie putten om ons werk in dezelfde humanistische geest verder te zetten.

9

Anne KwaspenRestauratie en conservatie van textiel en kostuums

De liefde voor textiel ontstond al in mijn kindertijd, toen ik vaak uren in mijn eentje zat te borduren. Ze kwam concreet tot uiting tijdens mijn hogere studies; ik volgde verschillende opleidingen voor patroniste. Sinds enkele jaren werk ik in de modewereld; dat combineer ik met mijn huidige studie.Die ervaring is een grote troef in de verdere ontwikkeling van mijn roeping: ik wil namelijk bijdragen tot het bewaren van de onschatbare rijkdom en schoonheid van de textielkunst, in het bijzonder kostuums en accessoires. Veel stukken wachten op bescherming, conservatie of restauratie, maar de autoriteit en de mankracht ontbreekt. In België, ooit het centrum van de textielkunst, is er geen enkel restauratieatelier gespecialiseerd in kostuumrestauratie.Met de beurs zal ik stage lopen aan het Fashion Institute of Technology in New York enin het kostuumatelier van het Palazzo Pitti in Firenze. Dat biedt me een andere kijk, wat onontbeerlijk is om mijn visie op kostuumconservatie verder te ontwikkelen.

Restauration et conservation de textiles et de costumes anciens

Mon amour pour le textile se manifestait déjà enfant lorsque seule dans mon coin je passais des heures entières à broder. Plus tard, j’ai tout naturellement effectué mes études supérieures dans ce domaine et je les ai complétées par différentes formations de patronnière. Je travaille donc dans le milieu de la mode depuis quelques années et je combine cette activité avec mes études actuelles. Mon expérience professionnelle constitue un atout important dans l’évolution future de ma vocation. En effet, je rêve d’apporter ma contribution à la sauvegarde de l’art textile, en particulier à la conservation des costumes et des accessoires. Bon nombre de pièces méritent d’être protégées et attendent soit une conservation soit une restauration, mais les initiatives et le savoir-faire manquent. Grâce à la bourse, je suivrai un stage au Fashion Institute of Technology à New York et un stage au Palazzo Pitti à Florence. Ces différentes approches me permettront d’élargir ma propre optique de la conservation des costumes.

Nicolas DeletailleVioloncelliste

Après avoir étudié la musique depuis 1991 aux Conservatoires royaux de Mons et de Bruxelles, j’ai été reçu à la Chapelle musicale Reine Elisabeth pour le cycle 1998-2001 puis à la Julliard School à New York. Aujourd’hui, tout en continuant à accumuler du savoir et à expérimenter la vie, je mûris de nombreux projets qui seront bientôt rendus publics.Le premier projet est lié à l’instrument arpeggione auquel Schubert a dédié une magnifique sonate. Il s’agit d’apprendre cet instrument tombé dans l’oubli dès sa création au dix-neuvième siècle et de jouer la sonate de Schubert de cette manière ; il s’agit également de susciter de nouvelles compositions pour cet élégant instrument. Ce projet est en cours de réalisation. J’espère pouvoir ensuite réaliser un enregistrement de manière à permettre à un grand nombre de mélomanes d’apprécier ce travail d’envergure. Je désire également me procurer un violoncelle piccolo pour pouvoir jouer la sixième suite de Bach.

Cellist

Vanaf 1991 studeerde ik muziek aan de koninklijke conservatoria van Bergen en Brussel, tussen 1998 en 2001 aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth en sindsdien aan The Juliard School in New York. Mijn toekomstplannen omvatten een aantal projecten die weldra publiek zullen worden. Het eerste betreft het instrument ‘arpeggione’, waar Schubert een prachtige sonate voor schreef. Doel is vooreerst om het haast van bij zijn ontstaan in de vergetelheid geraakte instrument te bespelen en de sonate van Schubert te brengen. Vervolgens zouden er nieuwe composities voor het elegante instrument moeten komen. Dat project krijgt stilaan vorm. Tevens hoop ik een opname te kunnen maken om een groot publiek van muziekliefhebbers warm te maken voor dat belangrijk initiatief. Tenslotte wens ik ook een piccolo cello te kopen om de zesde suite van Bach te spelen.

10

Bio-ingenieur. Doctoraatsstudie ‘optimalisatie’ van de toepassingstechniek van spuittoestellen voor de fruitteelt

De liefde voor de tuinbouw en de aandacht voor techniek zijn mij met de paplepel ingegeven. Uiteindelijk vond ik in mijn job het perfecte compromis in de tuinbouwmechanisatie. Meer concreet ging ik mij verdiepen in de toepassingstechniek van gewasbeschermingsmiddelen in de tuinbouw. Daartoe dient men de bouw en de afstelling van de gebruikte toestellen, die vaak complex en divers van bouw zijn, te optimaliseren. Ondanks de groeiende aandacht voor milieuzorg gebeurt er in Vlaanderen relatief weinig onderzoek naar spuittoestellen voor de fruitteelt. De Universitat Polytecnica de Catalunya, Escola Universitaria d’enginyeria Tecnica Agricola de Barcelona, de Landesanstalt für Planzenbau und Planzenschuts en de Cornell University, Department of Agricultural and Biological Engineering, allemaal gerenommeerde instituten in het vakgebied, gaven reeds blijk van hun interesse in mijn onderzoek en boden mij een stageplaats aan. Met de beurs kan ik mijn verblijf aan één of meer van die instituten financieren.

Bio-ingénieur. Thèse de doctorat sur l’optimisation de la technique d’application des instruments à pulvérisation pour l’horticulture fruitière

L’amour pour l’horticulture et la curiosité pour la technique ont traversé mon enfance. Finalement, j’ai trouvé dans l’exercice de mon métier un compromis parfait entre ces deux pôles d’intérêt. J’étudie la mécanisation horticole et plus précisément la technique d’application des pesticides dans l’horticulture. Malgré un souci écologique prononcé, la Flandre entreprend peu de recherches en matière de machines à pulvérisation pour l’horticulture fruitière car leur faible valeur marchande et leur spécificité rendent ces recherches longues et onéreuses. Certains instituts étrangers situés dans des régions à forte activité horticole et/ou viticole consacrent, eux, une part importante de leurs recherches à ce type d’instruments. L’Universitat Polytecnica de Catalunya, l’Escola Universitaria d’Enginyeria Tecnica Agricola de Barcelona, la Landesanstalt für Planzenbau und Planzenschuts et la Cornell University, Department of Agricultural and Biological Engeneering, des instituts renommés dans ce domaine, ont déjà manifesté leur intérêt pour mon étude et m’ont proposé d’effectuer des stages. Grâce à la bourse, un séjour dans l’un ou plusieurs de ces instituts me permettra de rencontrer des spécialistes qui étudient le problème depuis plusieurs années.

Johanne VerbockhavenPhotographe

J’ai mené ma première mission photographique en Bretagne, avec tente et sac à dos, en solitaire. J’y ai pratiqué le paysage et la marche à pied en repartant à la découverte des sites préhistoriques. C’est au travers de la photographie que j’ai très vite pu exprimer un rapport au monde ; bien plus qu’un outil de production, elle a été vecteur de mes émotions autant que support de la pensée, de la recherche et de l’investigation. A présent, je ressens l’envie et la nécessité de passer au film et vise à la mise en place d’une structure légère de réalisation. Face à ce souhait, un projet pour moi fondamental, qui aborde la question des minorités, les Inuits plus précisément. Questionner la vision primitiviste que l’Occident entretient des peuples de traditions ou dits racines. La bourse me permettra de me consacrer à la préparation et à la réalisation de ce film chez les Inuits de l’Arctique canadien.

Fotografe

Mijn eerste fotografieopdracht heb ik in Bretagne uitgevoerd, tijdens een eenzame wandeling langs prehistorische sites. De fotografie is zeer snel het middel geworden, waarmee ik mijn verhouding tot de mij omringende wereld uitdruk. Ze is de drager van mijn emoties, maar ook van mijn gedachten, vragen en onderzoekingen; veel meer dus dan een productiemiddel.Ik voel de drang en de noodzaak om naar de film over te stappen en een eenvoudige structuur uit te bouwen voor de aanmaak van films. Die wens moet in vervulling gaan in de vorm van een project dat me nauw aan het hart ligt, waarin minderheden centraal staan, meer bepaald de Inuit. Doel is de ‘primitivistische’ visie van het Westen ten aanzien van dergelijke traditionele volken in vraag te stellen. Dankzij de steun van de Stichting kan ik mij eindelijk wijden aan de voorbereiding en het maken van een film over de Inuit van het Canadese Antarctica.

Annelies De Moor

11

Daniel HenryCréation textile

Alors que j’étais étudiant en création de mode à l’ENSAV-La Cambre, lors du premier cours de mailles, j’ai trouvé ma vocation. Une semaine plus tard je rejoignais l’atelier textile qui m’a permis de creuser au plus profond de moi-même et de m’épanouir. Ma vocation consiste à poursuivre mes recherches de création textile pour des créateurs de mode et plus particulièrement dans le développement de nouveaux aspects du tissu. Faire le lien entre la création et l’industrie est pour moi primordial. Passionné par la technologie textile ainsi que par les techniques traditionnelles, je travaille en collaboration avec des entreprises afin de produire mon travail industriellement. Depuis janvier 2002, j’ai ouvert un atelier de design textile que j’aimerais voir évoluer vers un atelier de type semi-industriel. Mon objectif est de réaliser des prototypes pouvant être reproduits industriellement, d’assumer de petites productions et également de produire des pièces uniques.

Textielontwerp

Ik heb mijn roeping ontdekt als student in de afdeling mode van La Cambre. Een week later vervoegde ik het atelier Textielontwerp; die overstap deed mijn creativiteit echt openbloeien. Mijn roeping bestaat erin mijn onderzoek naar textielontwerp voor modeontwerpers verder te zetten, meer bepaald het onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe aspecten van de stof. Een brug slaan tussen creatie en industrie is voor mij van essentieel belang. Mijn fascinatie voor zowel textieltechnologie als traditionele technieken brengt mij ertoe samen te werken met bedrijven die mijn werk op industriële wijze produceren.Sinds 2002 run ik een atelier voor textieldesign dat ik graag zou zien uitgroeien tot een bureau voor semi-industrieel ontwerp. Mijn doel is prototypes maken voor industriële productie en zelf instaan voor kleine producties en unieke stukken ontwerpen. Via workshops en lezingen in kunstscholen deel ik mijn ervaringen als textielontwerper ook met anderen.

Barbara Van WijnendaeleStraatkinderen- en straatjongerenproject

Als achttienjarige maakte ik voor het eerst kennis met straatkinderen en straatjongeren, nadat ik net het hoger secundair onderwijs achter de rug had. Twee maanden lang werkte ik toen als vrijwilliger in een organisatie voor straatkinderen in Nepal. Ik ging nog enkele keren terug naar Nepal en later ook naar Roemenië, waar ik een jaar lang als straathoekwerkster het grootste deel van mijn tijd doorbracht met kinderen en jongeren die al heel lang op straat leefden. Zo goed als ik kon, probeerde ik hun leefwereld en denkwijze te doorgronden en te begrijpen. Nadien schreef ik mijn ervaringen dankbaar op in mijn eindwerk antropologie.Alle straatkinderen en straatjongeren die ik in Nepal en Roemenië leerde kennen, hebben een diepe, onuitwisbare indruk op me gemaakt, vooral omwille van hun doorzettingsvermogen en hun levenslust, ondanks het geweld, de uitbuiting en de andere moeilijkheden waarmee zij op straat geconfronteerd worden. Vanuit die aangrijpende, rijke straatervaringen hoop ik mij op lange termijn voor hen te kunnen blijven inzetten. Dankzij de beurs zal ik binnenkort kennismaken met straatkinderen en jongeren in Nicaragua, waar ik een jaar als straathoekwerkster in een plaatselijke organisatie zal werken.

Projet enfants des rues

Ma première rencontre avec des enfants des rues date de la fin de mes humanités, l’année de mes 18 ans. Pendant deux mois j’ai travaillé comme bénévole pour une association qui s’occupe d’enfants des rues au Népal. Ce fut la première expérience d’une longue série d’échanges et de rencontres inoubliables avec ces jeunes sans-abri. Je suis retournée plusieurs fois au Népal ainsi que, quelques années plus tard, en Roumanie où j’ai travaillé un an comme éducatrice de rue, côtoyant des jeunes et des enfants livrés à eux-mêmes depuis très longtemps. J’ai essayé tant bien que mal de cerner et de comprendre leur mentalité et j’en ai rendu compte dans mon travail de fin d’études en anthropologie. Ces expériences sur le terrain me poussent à poursuivre mon travail d’éducatrice de rue. Grâce à la bourse je vais me rendre au Nicaragua pour y travailler durant un an dans une association locale.

12

Gérald ErnstVolcanologie: recherches sur les retombées de cendres des éruptions explosives et les risques associés

La volcanologie est une science passionnante. Les éruptions sont à la fois l’un des plus beaux et l’un des plus effrayants spectacles de la nature. La compréhension des éruptions est incomplète. Nous ne sommes pas encore capables d’en prédire le caractère. C’est toutefois une nécessité et un devoir humanitaire pour les volcanologues : plus de 500 millions de personnes vivent sur des volcans potentiellement dangereux, la plupart dans des pays pauvres. Ma vocation est de comprendre comment les éruptions explosives forment et dispersent leurs nuages de cendres. Ces éruptions peuvent avoir un impact climatique planétaire. Elles posent des risques au sol et pour le trafic aérien. Après avoir étudié la géologie et m’être spécialisé dans l’étude des magmas à l’Université de Liège avec Jean-Clair Duchesne, j’ai rejoint l’équipe de Steve Sparks (l’« Einstein » des éruptions) à l’Université de Bristol en Angleterre où j’ai pu acquérir une formation avancée en volcanologie et physique des éruptions, au sein du meilleur groupe. En 1994, à un moment critique, le Prix de la Vocation m’a permis de poursuivre cette formation. J’ai ainsi pu devenir un des rares spécialistes de

la dispersion des cendres et des risques associés. Après dix années d’un travail soutenu, je me trouve à présent au cœur d’efforts de portée internationale. Avec les meilleurs experts de l’observation des éruptions explosives par satellite, j’analyse les nuages volcaniques afin de pouvoir les détecter mieux et plus tôt, et de prédire leur progression. Ces efforts sont cruciaux pour pouvoir avertir les pilotes d’avion de la présence des nuages ; ceux-ci sont en effet capables de détruire les avions donc de mettre les passagers en péril. Les modèles de dispersion existants, utilisés pour la sécurité aérienne, sont inadéquats. J’ai été chargé de coordonner les efforts de développement de meilleurs modèles de dispersion pour les risques aériens à l’échelle internationale. Avec mon collègue George Walker, qui est le père de la volcanologie moderne, nous analysons les retombées de ce type d’éruptions et les risques associés. Nous essayons de comprendre comment une éruption d’intensité modérée (Vulcan, Papouasie, 1937) a provoqué l’un des pires désastres depuis l’éruption du Krakatau en 1883. A la suite de la catastrophe de Goma (Congo), je suis en train d’explorer, avec Steve Sparks, plusieurs initiatives importantes qui permettront de soutenir les efforts de nos collègues volcanologues dans les pays pauvres, particulièrement en Afrique. L’obtention du Trèfle d’Or va me permettre de redoubler d’efforts pour résoudre le problème de la dispersion des cendres. En particulier, j’ai besoin d’un support informatique plus conséquent pour mes travaux, de rendre visite à mes collaborateurs dans d’autres pays, et d’avancer plus rapidement dans les recherches sur la dispersion des cendres et les risques qui y sont liés. Certains de mes travaux récents se font en collaboration avec Alain Bernard, volcanologue belge de l’ULB. L’obtention du Prix me donne l’occasion d’attirer l’attention sur le fait que la volcanologie est une science passionnante, rigoureuse et importante de par ses applications pratiques, mais aussi de montrer que des Belges contribuent significativement à l’avancement des idées dans cette spécialité. Je voudrais pouvoir développer mes travaux depuis la Belgique avec Alain Bernard et j’espère que le FNRS me soutiendra dans ces efforts. La Belgique pourrait être à la tête des recherches sur la surveillance et l’étude des nuages d’éruptions par satellite, sur la physique des éruptions explosives et sur

Lauréat du Trèfle d’Or 2002 | Laureaat van de Gouden Klaver 2002

leurs effets. Vulkanologie: onderzoek naar asneerslag van uitbarstingen en aanverwante risico’s

Vulkanologie is een boeiende wetenschap. Vulkaanuitbarstingen zijn bij de knapste en tevens meest angstaanjagende natuurspektakels. De kennis van uitbarstingen is onvolledig. We zijn nog niet in staat om hun aard te voorspellen. Nochtans is dat een noodzaak en de humanitaire plicht van de vulkanologen. Meer dan 500 miljoen men-sen leven op potentieel gevaarlijke vulkanen, de meesten in arme landen. Mijn roe-ping bestaat uit het begrijpen van de vorming en de dispersie van as na een vulkaan-uitbarsting. De impact op het klimaat is meetbaar op wereldschaal. Er ontstaan problemen aan de grond en voor het luchtverkeer. Na mijn studies in de geologie en een specialisatie in het onderzoek naar magma aan de universiteit van Luik, met Jean-Clair Duchesne, heb ik het team van Steve Sparks (de Einstein van de vulkanolo-gie) aan de universiteit van Bristol vervoegd. In die buitengewone ploeg heb ik een voortgezette opleiding gevolgd in de vulkanologie en de fysica van uitbarstingen. In 1994 ontving ik op een scharniermoment een beurs van de Belgische Stichting Roe-ping, die me toeliet die opleiding te voltooien. Zo werd ik een van de weinige specialis-ten in de studie van asneerslag en aanverwante risico’s. Na tien jaar hard werken draag ik thans bij tot internationale initiatieven. Met de beste deskundigen inzake vul-kaanobservatie via satelliet analyseer ik vulkanologische wolken om ze beter en vroe-ger te kunnen opsporen en hun voortgang te kunnen voorspellen (figuur 4). Die ana-lyse is belangrijk om piloten voor de aanwezigheid van dergelijke wolken te kunnen waarschuwen. Ik ben belast met de coördinatie op wereldschaal van het onderzoek naar nieuwe dispersiemodellen voor de luchtvaart. Met collega George Walker, stich-ter van de moderne vulkanologie, trachten we de neerslag van dergelijke uitbarstin-gen en aanverwante risico’s te analyseren. We trachten te begrijpen hoe een vulkaan-uitbarsting van middelmatige intensiteit (Vulcan, Papouasië, 1937) aanleiding kon geven tot een van de grootste rampen sinds de uitbarsting van de Krakatau in 1883. Ten gevolge van de ramp in Goma (Kongo) onderzoek ik met Steve Sparks initiatieven om de inspanningen van onze collega’s vulkanologen in arme landen, meer bepaald in Afrika, te steunen. De Gouden Klaver zal me toelaten mij nog meer en beter toe te leg-gen op het probleem van de asdispersie. Ik heb nood aan betere computerprogram-ma’s en de mogelijkheid om mijn collega’s in het buitenland te ontmoeten, om snel vooruitgang te boeken in mijn onderzoek. Ik verrichtte enkele recente onderzoekingen met Alain Bernard, vulkanoloog aan de ULB. De Gouden Klaver geeft mij de mogelijk-heid om de aandacht te vestigen op de vulkanologie, een boeiende, nauwgezette wetenschap met belangrijke praktische toepassingen. Belgen leveren onbetwistbaar een belangrijke bijdrage aan de vordering en ontwikkeling ervan. Graag wil ik mijn onderzoek vanuit België verrichten, in samenwerking met Alain Bernard. Ik hoop dat het FNRS mij daarin zal steunen. België zou het voortouw kunnen nemen in het onder-zoek naar de satellietobservatie en -studie van vulkanische wolkenformaties, en in de fysica van de uitbarstingen en hun gevolgen.

13

1993

Nyiragongo 2002Gérald Ernst

1fr 1nl

L’éruption du volcan Nyiragongo ou la tragédie d’une éruption annoncée Chronologie des événements

8 janvier 2002. Une éruption anticipée avec bien peu de moyensLe Dr Dieudonné Wafula a étudié la sismologie et la volcanologie au Japon. Ce volcanologue congolais a ensuite passé des années à étudier et à surveiller le mont Nyiragongo (à 3469 m d’altitude, chaîne volcanique du Kivu, République démocratique du Congo, à la frontière du Congo et du Rwanda). Aux premiers jours de janvier 2002, il envoie des e-mails urgents à des collègues volcanologues et alerte les autorités locales de la probabilité élevée d’une éruption imminente. Il demande de l’aide aux Nations unies et à des volcanologues français comme Jacques Durieux, pour constituer une équipe de surveillance. Des rapports contradictoires parviennent aux Nations unies et à Jacques Durieux, qui n’ignorent pas que la surveillance du Nyiragongo est basée sur peu de choses sinon sur la conviction d‘un homme qui dispose d’un équipement et de moyens matériels rudimentaires pour opérer, la situation étant d’autant plus difficile qu’une guerre civile sévit depuis plusieurs années. Tout au plus, le Dr Wafula peut-il visiter le volcan régulièrement jusqu’à le connaître dans ses moindres recoins. Suite à l’éruption en janvier 2000 du volcan voisin (le Nyamuragira), qui est connecté par une fissure au Nyiragongo, il

De tragedie van een aangekondigde uitbarsting

De uitbarsting op 17 januari 2002 van de Nyiragongo, een vulkaan van 3 469 m hoogte in de Kivu-vulkaanketen in de Democratische Republiek Congo, op de grens tussen Congo en Rwanda, geldt nu al als een van de zwaarste van dit decennium: 147 doden, 12 000 verwoeste woningen, 8 000 daklozen en meer dan 30 000 vluchtelingen, verzameld in verschillende kampen. Meer dan 35 000 mensen zijn naar het naburige Rwanda gevlucht en naar Bukavu, ten zuiden van de vulkaan.Die cijfers zijn des te ondraaglijker, als je weet dat een Congolese vulkanoloog de ramp met een minimum aan meetinstrumenten maar met een nauwgezet observatievermogen meer dan een week voordien had voorspeld. De internationale en de lokale gemeenschap hebben zijn analyse genegeerd, waardoor de uitbarsting de omwonenden volledig verraste. Dr. Dieudonné Wafula kent zijn vulkaan nochtans goed. Regelmatig trekt hij eropuit om de toestand van de berg te evalueren. Na de uitbarsting van de naburige Nyamuragira in 2000 was hij ervan overtuigd geraakt dat de Nyiragongo de volgende zou zijn.Zijn vermoedens werden bevestigd, toen een aardbeving in oktober 2001 Goma trof en hij samen met zijn collega's belangrijke veranderingen waarnam in de krater van de Nyiragongo. Diepe vibraties teisterden de krater, die zwarte rook en gassen uitstootte. Bovendien was de vorm van het lavameer, dat sinds 1994 ongewijzigd was, veranderd en

© J

an D

e Ce

uste

r

14

1fr 1nl est convaincu que le Nyiragongo ne tardera pas à faire éruption. De fait, ses soupçons ne font que se confirmer et se renforcer: en octobre 2001, un tremblement de terre affecte Goma et le Dr Wafula et ses collègues notent un changement important dans le cratère du Nyiragongo. Celui-ci est à présent animé de vibrations profondes et émet une fumée noire de cendres et gaz. La forme du lac de lave dans le cratère, qui existe depuis 1994, a changé et son niveau est plus élevé. Des changements similaires sont observés le 4 janvier mais cette fois l’évolution est nettement plus prononcée.Jacques Durieux et les Nations-Unies raisonnent la qualité du travail du Dr Wafula mais estiment qu’il n’y a pas d’urgence. Les prédictions du volcanologue congolais, qui s’avéreront correctes, sont largement ignorées. Une aide d’urgence n’est pas jugée nécessaire. L’aide d’une équipe de surveillance ne lui sera accordée que lorsqu’il sera trop tard, après le début de l’éruption.

17 janvier, 9h30 du matin, heure locale. DrameUne éruption commence au Nyiragongo. Le volcan était calme depuis 1984. En 1984, son cratère vit le rétablissement d’un petit lac de lave. La dernière éruption majeure, toutefois, avait eu lieu 10 janvier 1977, faisant 2 000 victimes. Le 17 janvier 2002, comme en 1977, un lac de lave important remplissait le cratère avant l’éruption. La lave fut rapidement drainée le long de fractures dans le flanc du volcan, produisant trois rivières de lave très fluide. En 1977, les rivières de laves s’étaient déplacées avec une rapidité impressionnante, descendant les pentes du volcan à plus de 60 km/h. Au fil de la descente du volcan, la pente se fait moins forte et les rivières de lave se refroidissent, deviennent plus épaisses (ou visqueuses) et ralentissent leur progression. Celle-ci est suffisamment lente pour que les habitants aient le temps de fuir l’avancée des laves, mais probablement

het niveau was gestegen. Op 4 januari 2001 noteerde hij dezelfde vaststellingen, maar nog nadrukkelijker. Hij stelde de Verenigde Naties op de hoogte, maar die reageerden koeltjes: de Nyiragongo zal niet uitbarsten en als het toch gebeurt, zullen de omwonenden tijd genoeg hebben om te vluchten.Op 17 januari om half tien 's ochtends plaatselijke tijd barstte de Nyiragongo uit. De vulkaan was sinds 1984 niet meer actief geweest. De lava in de krater baande zich langs barsten in de vulkaanflanken een weg naarbuiten en begon aan een snelle afdaling. De inwoners hadden net tijd genoeg om te vluchten. Hun bezittingen moesten ze achterlaten. Een tweede uitbarsting volgde om vier uur 's middags. Een dag later was Goma al voor 30 tot 40% verwoest en als het ware in tweeën gesneden door een lavastroom van zestig meter breed. Andere gloeiende lavastromen hebben zich een weg gebaand door de stad tot in het gasrijke Kivu-meer, waar ze stomend afkoelden in het water. Tienduizenden mensen zijn op de vlucht geslagen; er is geen eten of drinken. De natuurramp heeft een humanitaire nood veroorzaakt, die in de onstabiele, door oorlog geteisterde regio een te zware tol zal eisen.

15

Bibliographie - Sources d’information sur le Nyiragongohttp://news.bbc.co.uk/hi/english/world/africa/

newsid_1773000/1773206.stmhttp://www.usaid.gov/hum_response/ofda/

DROC_vo_fs12_fy02.htmlhttp://www.iris.washington.edu/NEWS/congo.htmhttp://www.volcano.si.edu/gvp/volcano/region02/

africa_c/nyiragon/var.htmhttp://www.time.com/time/europe/photoessays/nyriagongo/Presse écriteCaught out again: The Goma volcano gave us a warning but no one

was listening, New Scientist, Editorial, 2 February 2002Tom Clarke, Seismic rumbling foretold Congo eruption. Nature 415: 353Steve Farrar, Should Goma be moved wholesale ? Times Higher,

February 1, 2002Articles specialisés et livre de vulgarisation sur le Nyiragongo avant 1972Haroun Tazieff (1979) Nyiragongo: The forbidden volcano. Cassell,

London, 287 pp.Haroun Tazieff (1977) An exceptional eruption: Mt Niragongo,

Jan. 10th, 1977. Bulletin of Volcanology 40: 189-200Alain Demant and others (1994) Volcanological and petrological

evolution of Nyiragongo, Virunga volcanic field, Zaire. Bulletin of Volcanology 56: 47-60

pas le temps d’emporter grand-chose de leur biens. Bien qu’elles soient à présent moins rapides, les laves brûlent tout sur leur passage. Cinq heures après le début de l’éruption, un satellite de la NASA survolant la région détecte la présence d’un nuage de gaz volcanique, contenant aussi des cendres volcaniques, emporté par les vents dominants vers l’ouest. Le nuage s’étend sur 200 km vers l’ouest et atteint une altitude de 10-12 km, ce qui représente un danger pour le trafic aérien. La présence d’un volumineux nuage de gaz indique que les émissions de lave sont également volumineuses et que les rivières de lave ont toutes les chances de parcourir de grandes distances, peut-être jusqu’à plusieurs dizaines de kilomètres. Par ailleurs, certains écologistes sont inquiets à propos des gaz volcaniques ainsi que de la fumée et des gaz de combustion libérés lorsque la végétation tropicale située sur le trajet des rivières de laves s’embrasent. C’est une menace pour les gorilles qui vivent dans les montagnes voisines. Vers 16 heures, une quatrième fissure s’ouvre sur les flancs du Nyiragongo. Cette zone avait subi des tremblements de terre dus à la poussée du magma vers la surface depuis le mois de mars 2001.

18 janvier. La population fuit Goma qui est détruite à 30-40%En une journée, les coulées de lave progressant à présent plein sud, ont atteint Goma et ensuite le lac Kivu. Une partie de Goma est détruite par les incendies provoqués par l’avancée des coulées, les habitants fuient par dizaines de milliers. Trois cent cinquante mille personnes se précipitent vers Gysenyi au Rwanda voisin et à Bukavu (au sud-ouest de Goma, sur les rives du lac Kivu, côté Congo). La ville est coupée en deux par une des coulées, large de 60 m. L’eau du lac Kivu, qui est une des sources principales d’eau

potable, devient progressivement impropre à la consommation. La destruction de la ville et la fuite massive des habitants laissent également ceux-ci rapidement privés de nourriture. Des enfants meurent de déshydratation.

Un bilan très lourdLe bilan de l’éruption du Nyiragongo est très lourd. Déjà on parle de la pire catastrophevolcanique de la décennie. 147 personnes ont perdu la vie, les habitations de12 000 foyers sont détruites, quelques 80 000 personnes sont à présent sans abri. Les camps de réfugiés comptent plus de 30 000 personnes. Au cœur de l’éruption, 350 000 Congolais ont fui vers le Rwanda proche et vers Bukavu au sud du volcan.Ce bilan est d’autant plus affligeant qu’un volcanologue congolais disposant detrès peu de moyens, sinon de bon sens et d’un sens aigu de l’observation, avaitprédit l’éruption une semaine à l’avance. Personne, y compris les autorités locales, n’a tenu compte de son analyse, de sorte que l’éruption a pris les habitants deGoma par surprise.

16

MUSIQUE | MUZIEK

Marie Hallynckvioloncelle / celloJan Michielspiano15/5/2 q20.00De Singel, Antwerpen.Brewaeys / Defoort / Messiaen / NeuwirthInfo : 0800 21036

Eliot Lawsonviolon / viool19.05.02 q11.00Palais des Beaux-Arts, Bruxelles / Paleis voor Schone Kunsten, BrusselInfo : 02 507 82 00

PEINTURE | SCHILDERKUNST

Catherine WarmoesEspaces en échos. Partitions spatiales sur toiles.16/5/2 – 22/6/2L’Escale. Espace d’Art Contemporain44 avenue Maurice, 1050 Bruxelles.Info : 02 647 84 05www.escale.yucom.be

SCULPTURE | BEELDHOUWKUNST

Bénédicte HenderickLa vie à double tranchant19/5/2 – 7/7/2 Galerie Le Triangle Bleu sprl17 place Saint-Remacle, 4970 StavelotInfo : 080 86 42 94info@trianglebleu.be

PUBLICATION | PUBLICATIE

Visages de l’écritPhotographies de Pierre HoucmantÉdition La Renaissance du Livre

HandicirquePhotographies de Christophe SmetsCoédition Luc Pire – La Boîte à Images

FESTIVAL

WalpurgisFeniks Festival31/5/2 – 1/6/2 – 2/6/2 de Feniks, Borgerhout (Antwerpen).Info: www.walpurgis.be

ZOMERSTAGE INDISCHE DANS | STAGE D’ ÉTÉ DANSE INDIENNE

Jetty Roels29/6/2 – 4/7/2Bharata NatyamInfo : jetty.roels@skynet.be

PRIX | PRIJS

Marie Hallynck, lauréate de la Fondation Belge de la Vocation en 1992, a reçu le titre de musicien européen de l’année 2001 décerné par l’union de la presse musicale belge. Ce prix lui a été remis le 28 avril 2002 au Palais des Beaux-Arts de Bruxelles.

Marie Hallynck, laureate van de Belgische Stichting Roeping in 1992, ontving op 28 april 2002 de Prijs van de Unie van de Belgische Muziekpers voor Jonge musicus van het Jaar 2001. De prijsuitreiking vond plaats in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel.

CONCERT

Emmanuel Lurquin, et ses élèves joueront ensemble le dimanche 23 juin dès 16h30. Ce rassemblement exceptionnel de batteurs et joueurs de djembé auro lieu à la Ferme de Martinrou, 615 chaussée de Charleroi à 6220 Fleurus. Info : 071 81 63 32

Onze agenda spitst zich toe op de activiteiten van oud-laureaten.Notre agenda est consacré aux activités d’anciens lauréats.

Agenda

News

Graphisme | VormGeVinG Marie-HélèneGrégoire.r é d a c t i o n | r e d a c t i e SéverineWindels.r e l e c t u r e | h e r l e z i n G NadineWampach,JanH.Verbanck.éditeur responsable | Verantwoordel i jke u itGeVerEdouardJakhian,Albertinaplein2placedel’Albertine,Bruxelles1000Brussel.

Fondation Belge de la VocationSous le haut patronage de Sa Majesté la Reine Fabiola

Place de l’Albertine 2, 1000 BruxellesTél. 02 213 14 90 | Fax 02 213 14 95E-mail : fbv.bsr@online.beSite internet : www.fondationvocation.beLe secrétariat est ouvert lundi, mardi et jeudi de 8h30 à 12h30 et de 13h30 à 17h, mercrediet vendredi de 8h30 à 12h30.

Vocatio est la revue trimestrielle de la Fondation Belge de la Vocation. Lancé en février 2001, ce magazine a pour but de faire connaître l’action de la Fondation par le biais des projets de ses lauréats.La Fondation Belge de la Vocation fut créée en 1963 par Emile Bernheim à l’exemple de la Fondation française de la Vocation fondée par Marcel Bleustein-Blanchet.Chaque année la Fondation décerne une quinzaine de bourses de 10 000 à des jeunes de nationalité belge ayant entre 18 et 30 ans et pouvant témoigner d’une véritable vocation. Elle leur donne l’appui financier et le soutien moral nécessaires pour l’accomplir et ce dans des domaines d’activités aussi divers que la médecine, les arts plastiques, le cinéma, la recherche scientifique, la littérature, etc. Elle attribue également une bourse spéciale de 25 000 , le Trèfle d’Or, décernée à un ancien lauréat pour distinguer un projet non commercial situé dans la lignée de la vocation déjà reconnue.

Vocatio is het driemaandelijkse tijdschrift van de Belgische Stichting Roeping. Het is in februari 2001 opgericht en heeft tot doel de Stichting bekend te maken via de projecten van haar laureaten.Emile Bernheim heeft de Belgische Stichting Roeping in 1963 opgericht naar het voorbeeld van de Fondation française de la Vocation, gesticht door Marcel Bleustein-Blanchet.Elk jaar reikt de Stichting beurzen van 10 000 uit aan een vijftiental jonge Belgen die tussen achttien en dertig jaar oud zijn en die kunnen getuigen van een werkelijke roeping ; de beurs verschaft hen de morele en materiële middelen om ze te realiseren. Alle domeinen komen in aanmerking : geneeskunde, literatuur, plastische kunsten, film, wetenschappelijk onderzoek… De Gouden klaver is een speciale beurs van 25 000 . Ze wordt jaarlijks door de Stichting uitgereikt en bekroont een niet-commercieel project van een oud-laureaat dat in de lijn ligt van de eerder erkende roeping.

Président d’honneur | ErevoorzitterClaude Wielemans

Président | VoorzitterEdouard Jakhian

Vice-présidents | OndervoorzittersChevalier EversBaronne VaxelaireBaron de PoschChevalier Leduc

Trésorier | SchatbewaarderEdouard De Ruydts

Belgische Stichting RoepingOnder de hoge bescherming van Hare Majesteit Koningin Fabiola

Albertinaplein 2, 1000 BrusselTel. 02 213 14 90 | Fax 02 213 14 95E-mail : fbv.bsr@online.beWebsite : www.stichtingroeping.beHet secretariaat is open op maandag, dinsdag en donderdagvan 8.30 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 17 uur ; op woensdagen vrijdag enkel van 8.30 tot 12.30 uur.

Ludo BekkersGabriel BelgeonneJean BingenThierry BoonFrance BorelHugues BoucherBaron Stijn ConinxBaron André DelvauxLydia Depauw-DeveenEric DesoppereAnnie Devreese-DeclerckRafaël D’HaeneJan Gybels

Edgar KestelootChristian KoninckxPierre LarocheChevalier LeducVicomte Louis le Hardÿ de BeaulieuMarc MendelsonGuy-Roland PâqueVicomte Ilya PrigogineLuc PutmanGustave StoopFrançois TerlindenPierre Van Damme

Membres | LedenMme Mickey BoëlRik De NolfFrançois Desclée de MaredsousFrie Dierickx VisschersJacques DopchiePaul DujardinRoger ForthommeEmmanuel JanssenVicomte Louis le Hardÿ de BeaulieuMme Jean MichielsBaron PhilippsonJacques Planchard, Gouverneur hreStéphane RosenblattBaudouin RuquoisDominique SnyersLuc Tayart de BormsJacques-Ch. Vanden SchrieckBaron VelgePaul Washer

Conseil d’administration | Raad van bestuur Jury

Secrétariat | SecretariaatSecrétaire général | Secretaris-generaalSylviane Jacquet de HaveskerckeDéléguée | AfgevaardigdeNicole GautierSecrétaire | SecretaresseBernadette Stevens

Nyiragongo 2002Gérald Ernst

Promotio 2002 Christian de Duve ionie

Mud MosquesSebastian Schutyser

Agenda

page 2 | pagina 2

page 4 | pagina 4

page 13 | pagina 13

page 16 | pagina 16

La tragédie d’une éruption annoncée De tragedie van een aangekondigde uitbarsting

Bureau de dépôt Bruxelles XAfgiftebureau Brussel X

vo c a t i o

2e trimestre 2002 | 2de trimester 2002

vocatioRevue trimestrielle de la Fondation Belge de la VocationDriemaandelijks tijdschrift van de Belgische Stichting Roeping

2002 6