Vgt techniek en kind 2009
description
Transcript of Vgt techniek en kind 2009
Voortgangstoets 09
Techniek (voorjaar 2009)Kinder (voorjaar 2009)
1. Röntgenbuis produceert energie: warmte en röntgenstralen
Bij 100 kV is dit 99% warmte en 1% “straling”
Röntgenbuis produceert energie: warmte en röntgenstralen
Bij 100 kV is dit 99% warmte en 1% “straling”
Juist
Buis
99 % warmte0.9 % remstraling0.1 % karakteristieke röntgenstralen
(nuttige stralen)
2. Raster: loden strips, plastic spacers
Voor mammografie, bucky en doorlichting kan hetzelfde raster worden gebruikt.
Raster: loden strips, plastic spacers
Voor mammografie, bucky en doorlichting kan hetzelfde raster worden gebruikt.
OnjuistGrid ratio: verhouding lood/plastic. Hoge ratio geeft hoge dosis, hoog
contrast, minder ruis.
<90 kV 8:1 ratio en > 90 kV 12:1 ratiomammo 4:1doorlichting 6:1Bucky 12:1
3. Stralingsdosis voor de patient stijgt met het kwadraat van focus-film afstand
Als de f-f afstand van 50 naar 75 cm stijgt neemt de dosis met factor 2,25 toe
Stralingsdosis voor de patient stijgt met het kwadraat van focus-film afstand
Als de f-f afstand van 50 naar 75 cm stijgt neemt de dosis met factor 2,25 toe
JuistOm dezelfde dosis op de plaat te
krijgen op 75 cm wordt de dosis 752/502=2,25 x oude dosis
4. spiraal CT met pitch 0.7 duurt 30 seconden
dezelfde CT met pitch 1.4 duurt 15 seconden
spiraal CT met pitch 0.7 duurt 30 seconden
dezelfde CT met pitch 1.4 duurt 15 seconden
JuistPitch is de tafelsnelheid. Dubbele snelheid = halve scanduur.
5. Bij dosismodulatie wordt de buisstruim aangepast aan de verzwakking (attenuatie).
De hoogste stroom wordt gebruikt bij het afbeelden van de longen (maximaal detail voor het afbeelden van longnodi).
Bij dosismodulatie wordt de buisstruim aangepast aan de verzwakking (attenuatie).
De hoogste stroom wordt gebruikt bij het afbeelden van de longen (maximaal detail voor het afbeelden van longnodi).
OnjuistDe hoogste stroom wordt gebruikt voor
bekken en schoudergordel. Maximale botmassa (verzwakking). Dus hoge stroom nodig.
MRI
Weefsels met een korte T2-relaxatietijd geven veel signaal op een T2-gewogen opname.
MRI
Weefsels met een korte T2-relaxatietijd geven veel signaal op een T2-gewogen opname.
Onjuist
T1 longitudinale relaxatietijd 63% herstel van magnetisatie.Energie overdracht van atoom aan ‘omgeving’.Vet: korte T1 relaxatie = hoog op T1.
T2 transversale relaxatietijd 63% verlies van magnetisatie. Energie overdracht van atoom tot atoom.Vet heeft korte T2 tijd, laag op T2 gewogen opname.
6. Het nut van spoiling bij MRI is om de resterende transversale magnetisatie na een excitatiepuls te verzwakken voordat de volgende excitatiepuls wordt gegeven.
Het nut van spoiling bij MRI is om de resterende transversale magnetisatie na een excitatiepuls te verzwakken voordat de volgende excitatiepuls wordt gegeven.
Goed
Gebruikt bij T1 om signaal te verbeteren.
7. Automatic Exposure Control zorgt ervoor dat bij elke patiënt dezelfde dosis wordt gebruikt.
Automatic Exposure Control zorgt ervoor dat bij elke patiënt dezelfde dosis wordt gebruikt.
OnjuistElke film evenveel belichting, dikkere
patiënt ontvangt hogere dosis
8. Bij de reconstructie van een CT-scan heeft de gebruiker de keuze uit verschillende reconstructiefilters. De keuze van het reconstructiefilter heeft invloed op de spatiële resolutie.
Bij de reconstructie van een CT-scan heeft de gebruiker de keuze uit verschillende reconstructiefilters. De keuze van het reconstructiefilter heeft invloed op de spatiële resolutie.
Goed
Reconstructie filter getal
Hoog (scherp)+ resolutie beter- meer ruis+ scherpe contouren
Laag (glad)+ contrast beter+ minder ruis- randen onscherper
Reconstructie filter getal
Hoog (scherp)+ resolutie beter- meer ruis+ scherpe contouren
Laag (glad)+ contrast beter+ minder ruis- randen onscherper
9. MRI-opnames met een gradiënt echo sequentie zijn gevoeliger voor metaalimplantaten dan die met een spin-echo-sequentie.
9. MRI-opnames met een gradiënt echo sequentie zijn gevoeliger voor metaalimplantaten dan die met een spin-echo-sequentie.
Goed
10. De 180 refocusering puls bij een spin-echo-sequentie compenseert voor zowel statische als dynamische magneetveldfluctuaties bij MRI.
10. De 180 refocusering puls bij een spin-echo-sequentie compenseert voor zowel statische als dynamische magneetveldfluctuaties bij MRI.
Onjuist180 refocusering puls elimineert veld inhomogeniteiten
Spin Echo:
11. Bij een gezonde tiener ziet u in de thymus echografisch talrijke echogeni foci. Dit is een normale bevinding.
Bij een gezonde tiener ziet u in de thymus echografisch talrijke echogeni foci. Dit is een normale bevinding.
Goed
Thymoom
• meest voorkomende ant. med. lesie in volwassene
• 30% maligne• 35% myasthenia gravis• Bij aplastische anemie (50%
thymoom)• Bij hypo gammaglob (15%
thymoom)
Thymus
• op Xth tot 2 jr.• ant med. thymus tot bewezen iets
anders• past med. komt meest voor in kind.
12. De meest voorkomende congenitale afwijking van de bracheocephale vaten is een aberrante aftakking van de rechter arteria subclavia.Dit geeft een impressie op de voorzijde van de oesophagus.
12. De meest voorkomende congenitale afwijking van de bracheocephale vaten is een aberrante aftakking van de rechter arteria subclavia.Dit geeft een impressie op de voorzijde van de oesophagus.
Onjuist
13. Een kenmerkende bevinding bij meconiumaspiratie is een hyperinflatie van de longen.
13. Een kenmerkende bevinding bij meconiumaspiratie is een hyperinflatie van de longen.
Goed
• Bronchusobstructie
• Chem. pneumonie
• Kliniek verbetert eerst, dan X
• X: vlekkerig, hyperinflatie
• Pneumothorax / pneumomed
Meconium
14. Een onderdeel van het Poland syndroom is agenesie van de musculus latissimus dorsi.
14. Een onderdeel van het Poland syndroom is agenesie van de musculus latissimus dorsi.
Onjuist
• Agenesie m. pectoralis
• Ipsilateral syndactyly
• 1:30.000
• Oorzaak? a. subclavia?
Poland S.
Poland S.
Poland S.
15. Bij het merendeel van de niet-geopereerde kinderen met een tetralogie van Fallot is er toegenomen longvaattekening op de X-thorax.
15. Bij het merendeel van de niet-geopereerde kinderen met een tetralogie van Fallot is er toegenomen longvaattekening op de X-thorax.
Onjuist
Klomphart
Fallot
RV outflow obstructionRV hypertrophyVSDAO overriding
16. De meerderheid van de choledochuscysten staat niet in verbinding met de galwegen.
Fallot
X thorax• Klomphart (RV vergroot)• 25% Aorta rechts• kleine a. pulmonalis dus
afgenomen vaattekeningOK• VSD, RVO (shunts)
16. De meerderheid van de choledochuscysten staat niet in verbinding met de galwegen.
Onjuist
Kind / jong volwassenRisico maligneExcisie1. geelzucht 2. pijn (infectie) 3.
zwelling
Choledochuscysten
17. Zuigelingen met een malrotatie presenteren zich in het algemeen met gallig braken.
17. Zuigelingen met een malrotatie presenteren zich in het algemeen met gallig braken.
Goed
normaal: Treitz links (L2 proc. transv.)distaal mesenterium rechts onder
Malrotatie
korte radix mesenteriirotatie van mesenterium om asVMS en AMS compressie -> ischemieX: prox. duodenum verwijdUS: ams rechts vms linksCT: spiraal dundarm om AMS
Malrotatie
Malrotatie
Malrotatie
AMS re VMS li
18. Een complete ureterduplicatuur kan samengaan met een ectopische ureterocèle.Dit is een fenomeen van de onderpoolsureter.
18. Een complete ureterduplicatuur kan samengaan met een ectopische ureterocèle.Dit is een fenomeen van de onderpoolsureter.
Onjuist
Ectopie: uitmonding van ureter in blaashals of urethra.
Duplex: volledig dubbelsysteemOrthotopie: ureterocele tpv
anatomische uitmonding. ortho = goed.
Dubbelsysteem
Bovenpool: obstructieOnderpool: refluxEctopie mediaal en caudaal van normale inmonding.Associatie met ureterocele
Ureterocele
19. Bij een echografie van de buik van een meisje van 5 jaar vindt u een onderbreking van de infrahepatische vena cava inferior.Deze bevinding is geassocieerd met asplenie.
19. Bij een echografie van de buik van een meisje van 5 jaar vindt u een onderbreking van de infrahepatische vena cava inferior.Deze bevinding is geassocieerd met asplenie.
Onjuist • hemi azygos continuatie• hartafwijkingen• vroeger: associatie met asplenie en
polysplenie• Nu: vaak asymptomatisch
Hemiazygos continuatie
20. Follikelcysten en corpus granulosum cysten worden wel functionele ovariumcysten genoemd. Bij echografisch onderzoek van de buik van een meisje van 15 jaar vindt u een cyste van het ovarium met een diameter van 3 cm.Dit past bij de diagnose functionele cyste.
20. Follikelcysten en corpus granulosum cysten worden wel functionele ovariumcysten genoemd. Bij echografisch onderzoek van de buik van een meisje van 15 jaar vindt u een cyste van het ovarium met een diameter van 3 cm.Dit past bij de diagnose functionele cyste.
JuistDunwandig (<3mm)Klein (< 3 cm)Corpus luteum > 1cmEchoarmSoms bloeding
Ovarium
• Cyste: grens 3 cm• Teratoom: kind / adolescent
– echo: heterogeen– CT: vet / kalk / weke delen
• Torsie en infarct– kalkstippen in schrompel ovarium
Bloeding
Teratoom
Teratoom
Teratoom