Vgt hh voorjaar 2009
Transcript of Vgt hh voorjaar 2009
VGT Hoofd/halsVoorjaar 2009
Ferry Lalezari
Vraag 89
• Sinusitis bij kinderen onder de 8 jaar onstaat meestal in de sinus ethmoidalis
• Juist Onjuist Weet niet
Ontwikkeling sinus
• Sinus ethmoidalis reeds aangelegd bij geboorte
• Sinus frontalis pneumatiseert vanaf 1-12 jaar
• Sinus maxillaris is zeer gering aangelegd bij geboorte (antrum maxillaris), groeit uit tot normale sinus voor 14e levensjaar
Ontwikkeling sinus
• Sinus sphenoidalis pneumatiseert rond 2e levensjaar
• Mnemonic voor aanlegvolgorde: Enraged Military Fought Saddam
• Dus:– 1 ethmoidalis– 2 maxillaris– 3 frontalis– 4 sphenoidalis
Ontwikkeling sinus
• Dus omdat de sinus ethmoidalis bij alle kinderen aanwezig is, is de kans op infectie daarin het grootst
Vraag 89
• Sinusitis bij kinderen onder de 8 jaar onstaat meestal in de sinus ethmoidalis
• Juist Onjuist Weet niet
Vraag 90
• De tongbasis is onderdeel van de oropharynx
• Juist Onjuist Weet niet
Naso/oropharynx
oropharynx
supraglottis
nasopharynx
Vraag 90
• De tongbasis is onderdeel van de oropharynx
• Juist Onjuist Weet niet
Vraag 91
• Bij een operatie aan de glandula parotis is er een risico op beschadiging van hersenzenuw VI
• Juist Onjuist Weet niet
Parotis
• De parotid space bestaat uit:– glandula parotis– takken van de a. carotis externa– takken van de v. retromandibularis– n. VII– lagen van de diepe cervicale fascie– takken van de auriculotemporale rami van n.
V3
Parotis
• De diepe lob van de parotis heeft contact met de facialis (n. VII)
• n. VI verloopt mediaal t.o.v. n. VII en eindigt in de orbita
Vraag 91
• Bij een operatie aan de glandula parotis is er een risico op beschadiging van hersenzenuw VI
• Juist Onjuist Weet niet
Vraag 92
• Patiënten met het syndroom van Sjögren hebben een 10 keer grotere kans op het krijgen van een maligne lymfoom dan de algemene populatie
• Juist Onjuist Weet niet
Sjögren
• Autoimmune aandoening (vermoedelijk)
• Chronische slijmvliesontsteking
• Droge ogen, droge mond, arthritis
• 10x meer kans op lymfoomontwikkeling, vaak voor voor het eerst uitend in de parotis
• 5% van Sjögrenpatiënten ontwikkelt NHL
Vraag 92
• Patiënten met het syndroom van Sjögren hebben een 10 keer grotere kans op het krijgen van een maligne lymfoom dan de algemene populatie
• Juist Onjuist Weet niet
Vraag 93
• Vervallen!
Vraag 94
• Ongeveer 25% van de ductus thyroglossus cysten bevindt zich buiten de middenlijn
• Juist Onjuist Weet niet
Ductus thyroglossuscyste
• Meest voorkomende niet-odontogene cyste in hoofd/hals-gebied
• 70% van congenitale palpable nekmassa’s
• Resten van het pad waarlangs de schildklier is afgedaald (tong hyoid)
• Geen schildklierweefsel in aanwezig
• In principe benigne, ~1% ontwikkelt carcinoom uit de cyste
Ductus thyroglossuscyste
• Voorkomen:– 65% infrahyoidaal– 20% suprahyoidale weke delen– 15% hyoidaal
• Voorkomen:– 75% midline– 25% off-midline
Vraag 94
• Ongeveer 25% van de ductus thyroglossus cysten bevindt zich buiten de middenlijn
• Juist Onjuist Weet niet
Vraag 95
• Vervallen!
Vraag 96
• Op een T1-gewogen MRI heeft het posterieure deel van de hypofyse normaliter een hoger signaal dan het anterieure deel
• Juist Onjuist Weet niet
Hypofyse
Hypofyse
• Hypofyse achterkwab = neurohypofyse = adenohypofyse
• Scheidt uit: prolactine, groeihormoon, TSH, FSH, LH, ACTH en MSH (melanocyt stimulerend hormoon)
• Slaat op: ADH en oxytocine
• Aparte bloedvoorziening van de a. hypophysialis inferior
Hypofyse
• Neurohypofyse bevat veel eiwit en vet
• T1 is vetplaatje
• Dus achterkwab is hoog van signaal op T1-gewogen opnames
• Maximale hoogte hypofyse 10 mm
Vraag 96
• Op een T1-gewogen MRI heeft het posterieure deel van de hypofyse normaliter een hoger signaal dan het anterieure deel
• Juist Onjuist Weet niet
Vraag 97
• Een micro-adenoom kleurt meestal intenser aan op MRI dan het normale deel van de hypofyse
• Juist Onjuist Weet niet
Hypofyseadenoom
• Veel voorkomende toevalsbevinding bij obductie (tot 27%)
• Klinisch alleen van belang als hormoonspiegels gestoord zijn
• Micro-adenoom = <10 mm
• Macro-adenoom = ≥10 mm
Hypofyseadenoom op MRI
• Hypofyseadenoom vaak iets hypo-intens op blanco T1 t.o.v. de hypofyse
• Signaalintensiteit op T2 wisselend• Na Gd kleurt de hypofyse fel en
homogeen aan (rijkelijk doorbloed)• Contrastuitsparingen wijzen op
microadenoom• Adenomen zijn blijkbaar minder goed
doorbloed dan normaal hypofyseweefsel
Hypofyseadenoom
Vraag 97
• Een micro-adenoom kleurt meestal intenser aan op MRI dan het normale deel van de hypofyse
• Juist Onjuist Weet niet
Vraag 98
• De voorkeurslokalisatie van een intracranieel chordoom is de clivus
• Juist Onjuist Weet niet
Chordoom
• Zeldzame (1:2.000.000), langzaam groeiende laaggradige bottumor
• Ontstaat uit notochordale restcellen
• Groeit in de neuraxis, dus in midline
• 35% craniaal
• 50% sacrum
• 15% wervelkolom
Chordoom
• Meest voorkomende intracraniële locatie is de clivus
• Soms ook schedelbasis en parasellaire regio
Chordoom
• Histologisch (meestal) vrijwel benigne, wel lokaal zeer agressief
• Complete resectie nagenoeg onmogelijk, nabestraling helpt
• 100% recidief…
• Overall prognose dus slecht
Clivus
Clivuschordoom
• Typisch: hoog signaal op T2
• Aankleuring na Gd
• 50% toont calcificaties op CT
Vraag 98
• De voorkeurslokalisatie van een intracranieel chordoom is de clivus
• Juist Onjuist Weet niet
Vraag 99
• Vervallen!
Vraag 100
• Het glomus tympanicum is gelokaliseerd in het binnenoor
• Juist Onjuist Weet niet
Glomus tympanicum
• Benigne tumor
• Ontstaat uit glomus lichamen, en is dus een paraganglioom
• Glomuslichamen zitten in het middenoor
• Piepgeluid in je oren na een avondje in de disco? Glomuslichamen…
Middenoor vs. binnenoor1. Schedel2. Gehoorgang3. Oorschelp4. Trommelvlies5. Ovaal venster6. Malleus7. Incus8. Stapes9. Labyrinth10. Cochlea11. n. cochlearis12. Buis v. Eustachius
Buitenoor: 1, 2, 3Middenoor: 4, 5, 6, 7, 8, 12Binnenoor: 9, 10, 11
Middenoor vs. binnenoor
• Dus: binnenoor bestaat uit cochlea, labyrinth en gehoorszenuw
• De rest is middenoor
Vraag 100
• Het glomus tympanicum is gelokaliseerd in het binnenoor
• Juist Onjuist Weet niet
(Beeld)Vraag 166
• De afwijking in de linkersinus maxillaris is meer waarschijnlijk een mucocèle dan een retentiecyste
• Juist Onjuist Weet niet
Mucocèle
• Slijmvliescyste
• Wordt beschouwd als sinusitis complicatie
• Voorkomen:– 65% sinus frontalis– 25% sinus ethmoidalis– 10% sinus maxillaris– <1% sinus sphenoidalis
Mucocèle
• Geeft botdistorsie en verdunning van cortex, m.n. goed zichtbaar op CT
Retentiecyste
• Ontstaat door verstopping van een ostium van een sinus
• Geeft geen botverandering
(Beeld)Vraag 166
• De afwijking in de linkersinus maxillaris is meer waarschijnlijk een mucocèle dan een retentiecyste
• Juist Onjuist Weet niet