Thema 2Activiteit 5 Jij en ik

Doelen1 De kinderen ervaren de beweging van hun lichaam.2 De kinderen voelen de beweging van hun adem.3 De kinderen laten zich zien aan de ander.4 De kinderen worden zich bewust van hun lichaam en hun eigenheid.5 De kinderen gaan zorgend met elkaar om.

Eindtermen enleerplandoelen

ET GO! OVSG VVKBaO

4.1 4.1a-f MV-BWG-BG-1MV-BWG-BM-1

MV-BWG-BM-38

BEW-1.1 BEW-1.2

6.3 MV-ALG-13MV-ALG-19

Leermiddelen ‘Weet je wat ik vreemd vind?’

Partituur ‘Weet je wat ik vreemd vind?’

Presentatie ‘Dierenyogaletters’

Afbeeldingen ‘Dierenyogaletters’

Muziek - ‘Ijeilu’, James Asher - ‘Lily of the desert’, Brent Lewis & Peter Wood - ‘Earth shadow’, Deuter

Instructiefilmpje ‘Dierenyogaletters’

Instructiefilmpje ‘Ik maak mijn lijf wakker’

Instructiefilmpje ‘Ik adem’

Materialen Doos met doorzichtig deksel (voor ieder kind) Parels, stenen, keitjes … en ander klein materiaalPijpenragersTouwSchaarTijdschriftenPapierLijmSpiegeltje (voor ieder kind)Tekenmateriaal (kleurpotloden, stiften, wasco’s …)

Vooraf Deze activiteit bestaat uit een inleiding en 7 activiteiten die ongeveer 25 minuten duren. Je kunt de activiteiten aanbieden als tussendoortje of een keuze maken uit enkele activiteiten en deze aansluitend aanbieden.

Voorzie voldoende speelruimte, zodat de kinderen niet gehinderd worden tijdens het bewegen.

De Instructiefilmpjes vormen een bijkomende ondersteuning voor de leerkracht.

Je kunt als alternatief voor een doos met een doorzichtig deksel een schoendoos na de activiteit afsluiten met huishoudfolie.

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo1

7 x

25'

1

beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media

Auteur Vanessa Demeulemeester • Coördinatie Yves Bondue en Steef Coorevits

1Instap Ik ben ik en jij bent jij! We zien er allemaal anders uit en toch zijn er ook gelijkenissen. Twee

ogen, twee oren, één neus, handen, voeten en toch geen twee dezelfde.Beluister het lied ‘Weet je wat ik vreemd vind?’

We hebben allemaal een eigen naam: een voornaam en een familienaam. Met die naam worden we aangesproken. Die naam kun je zeggen en schrijven. De naam bestaat uit letters.En ook hier zijn er verschillen en gelijkenissen. Zijn er kinderen met dezelfde voornaam? Dezelfde familienaam? Wie heeft een voornaam, die begint met een ‘A’? Met een ‘B’? ...Die beginletters kan je niet alleen zeggen en schrijven, maar kun je ook uitbeelden met je lichaam.

2 KernBewegen

Presentatie ‘Dierenyogaletters’

Prenten ‘Dierenyogaletters’

Spel

Ijeilu

Denkoefening

2.1 DierenyogalettersProjecteer de dierenyogaletters. De kinderen zoeken de eerste letter van hun voornaam en proberen die houding na te bootsen.

TipJe kunt de dierenyogaletters afdrukken op kaartjes. De kinderen zoeken dan het kaartje met de eerste letter van hun naam. Kinderen met dezelfde letter gaan samen zitten.

Ga in een kring zitten. De kinderen stellen zich één voor één voor.Bv.‘Ik ben Mo en ik zit in de eerste klas. Het dier dat past bij de eerste letter van mijn naam is ‘muis’. In dierenyogaletter doe je dat zo.’ Vervolgens neemt het kind de bij de letter horende houding aan.

2.2 DierenyogaletterspelMaak een binnen- en een buitencirkel. Zorg dat de kinderen per twee tegenover elkaar staan en elkaar aankijken. De kinderen begroeten elkaar met een handdruk en zeggen hun naam. De kinderen in de binnencirkel beelden hun letter uit. Daarna wisselen we om. Zet een streepje muziek op. De twee cirkels stappen rond in tegengestelde richting. Als de muziek stopt herhalen we wat hierboven beschreven staat: handen schudden en uitbeelden. Eerst komt de binnencirkel aan de beurt, daarna de buitencirkel.

2.3 Ik ben ik en jij bent jijWe weten al dat er kinderen zijn met dezelfde naam of met dezelfde beginletter. Nu gaan we op zoek naar andere gelijkenissen!Vraag de kinderen: ‘Ga bij iemand staan die niet dezelfde letter heeft, maar toch iets heeft dat hetzelfde is als bij jou.’Laat de kinderen hier maar even op kauwen. Er zullen vragen komen. Laat kinderen origineel uit de hoek komen.

2

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo1

beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media

Yoga verstillingDoosParels, stenen of keitjesPijpenragersTouwSchaarTijdschriftenPapierLijmSpiegeltje

Energizer

Lily of the desert

2.4 Mijn doos en mijn spullenGeef ieder kind een doos met een doorzichtige bovenkant. Vertel hen dat ze in die doos spulletjes zullen verzamelen, die tonen wie ze zijn. Het kaartje met je dierenletter kan er ook in. Of je maakt zelf een tekening van het dier of je zoekt het dier in een tijdschrift en knipt het uit. Nu mogen ze nog allerhande spulletjes in de doos stoppen die iets vertellen over zichzelf. Bv.- Hoe oud ben je? Je steekt evenveel parels in de doos als je jaren oud bent. - Met hoeveel wonen jullie in jullie huis? Steek evenveel keien, knikkers, knopen … spulletjes

naar keuze in je doos. - Heb je huisdieren? Wat steek je in je doos voor je hond? Je kat?- Je draagt een bril? We knutselen er een met pijpenragers om in de doos te leggen.- Hoe groot ben je? Je mag op de grond gaan liggen. Naast jou leggen we een touw. We

knippen het touw zodat het even lang is als jezelf en steken het in de doos. - Wat is je lievelingskleur? Kleef een blad vol met snippers uit je lievelingskleur? Dan kan

iedereen goed zien dat die kleur bij jou hoort.- Wat kan er nog in de doos? Wat is speciaal voor jou? Iets van je hobby?- We steken ook een spiegeltje in de doos, dit is jouw gezicht, dit ben jij.

Tijd voor een tentoonstelling. De kinderen bekijken alle dozen? Wat lijken we op elkaar en toch zijn we verschillend! Iedereen is precies goed zoals hij is.

2.5 Ik maak mijn lijf wakkerBen je wakker? We kloppen onszelf eens goed wakker. ‘Maak een vuist met één hand; met die vuist gaan we stevig onze andere arm wakker kloppen. Doe het stevig maar doe jezelf geen pijn. Klop je arm wakker aan de voorkant, achterkant, van je vingers naar je schouder en weer terug. Heb je goed geklopt? Laat dan je armen hangen naast je lichaam en ‘voel’.’Hier is ‘voelen’ eigenlijk genoeg, het is niet de bedoeling dat iedereen verwoordt wat er gevoeld wordt. Bij voelen, gaat het enkel om het bewustzijn naar dat lichaamsdeel te brengen. Als je vraagt om te verwoorden, beginnen de kinderen weer na te denken. Wat zal ik moeten zeggen.Wat kinderen soms spontaan vertellen: ‘de arm is zwaarder, lichter, langer, kriebels in de arm …’

‘We gaan nu ook de andere arm wakker kloppen. En je borstkas. Je mag zelfs eens goed roepen! Trommelen op je buik (niet te hard). En je benen, je voeten. Vergeet je billen niet! Dan maak je je vuisten los en met losse vingers mag je ook je hele gezicht wakker tokkelen …’

TipDeze oefening kun je ook als tussendoortje doen, als je voelt dat de groep te veel ‘buiten’ zichzelf is, te veel energie heeft of als je net het gevoel hebt dat de energie wat meer moet aangewakkerd worden.

AdemoefeningSpiegel of venster

PartnerwerkAanraakoefening

Earth shadow

2.6 Ik ademAls we uitademen op een spiegel of op het venster dan kunnen we de damp van onze adem op de spiegel of het glas zien. Ga er maar in tekenen.

De kinderen gaan per twee achter elkaar zitten. Het eerste kind is de badkamerspiegel, de andere ademt goed uit in de spiegel en gaat dan schrijven. Je maakt een kokertje met je hand, zet je hand tegen de rug van degene voor je en blaas dan goed uit, je blaast een aantal keer op verschillende plaatsen op de rug.Wat schrijf je het liefste? Je eigen naam, kan je dat al? Of teken je een bloem? Of een zon? Of wat krabbeltjes … Teken met een vinger op de rug.En veeg daarna alles weg met je volle hand.Volg een laatste druppeltje met je vinger van boven aan de rug tot helemaal beneden.

3

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo1

beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media

3 AfsluiterMeditatieoefening

Earth shadow

PapierTekenmateriaal

We sluiten de activiteit af met een meditatieoefening. Geef de kinderen de volgende opdracht: ‘Sluit je ogen. Beeld je in dat je voor een grote spiegel staat. Kun je jezelf zien in de spiegel? Kijk maar goed, ja, met gesloten ogen. Zie je hoe goed je eruit ziet? Je ziet er blij en gelukkig uit. Je lacht. Ga nog maar wat dichter bij de spiegel staan, dichter bij die prachtige persoon in de spiegel. Voel maar, hoe het voelt in je lichaam om te weten dat jij net zo bijzonder bent als je spiegelbeeld.Als je voelt dat je er klaar voor bent, dan zet je in je gedachten opnieuw een stap naar achter. Je mag even dieper ademen, en daarna je ogen openen.’

Geef de kinderen nog even de tijd om op papier te tekenen hoe deze oefening voor hen was.

4 Tip Leer tijdens de taalles de houdingen aan die horen bij elke nieuwe letter.

4

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo1

beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media