Michiel Warmenbol • Coördinatie Yves Bondue en Steef...
Transcript of Michiel Warmenbol • Coördinatie Yves Bondue en Steef...
Thema 8Activiteit 8 Mmm, wat een lekkere boterham!
Doelen 1 De kinderen ervaren de verschillende ruimtelagen binnen een beweging en maken hiervan gebruik bij het dansen.
2 De kinderen kunnen zich inleven in de vorm en beweging van verschillende voedingswaren.
3 De kinderen kunnen in groep een bewegingsverhaal maken.4 De kinderen durven een dansstukje te brengen voor hun klasgenoten.
Eindtermen enleerplandoelen
ET GO! OVSG KathOndVla
4.24.34.44.5
4.4.1.24.4.1.54.4.1.94.4.2.3
4.4.2.184.4.2.204.4.2.194.4.2.26
MV-BWG-BG-10MV-BWG-BM-12MV-BWG-BM-36MV-BWG-BM-38MV-BWG-BM-41MV-BWG-BM-44MV-BWG-VB-18
BEW-1.2BEW-3.1BEW-3.2BEW-3.3BEW-4.2BEW-4.3BEW-5.2BEW-6.3
6.36.4
MV-ALG-05MV-ALG-13MV-ALG-20MV-ALG-21
Leermiddelen Spotify: Yann Tiersen – La Plage
Cirque du Soleil – Zydeko
Thomas Newman – Arose
Soorten brood
Vooraf Druk de foto’s van de soorten brood af.
uzeundo
uzeundo
uzeundo
uzeundo
uzeundo
uzeundo3
2 x
50'
1
beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media
Auteur Michiel Warmenbol • Coördinatie Yves Bondue en Steef Coorevits
1 InstapKlasgesprek
Soorten broden
1.1 KlasgesprekVraag de kinderen wat er in hun brooddoos zit. Bespreek of dit bij iedereen hetzelfde is. Welke soorten brood kennen ze? Laat de foto’s van de soorten brood al eens zien. Zeg hen dat je om brood te maken, verschillende ingrediënten nodig hebt. Die gaan we vandaag al bewegend bij elkaar voegen.
1.2 Opwarming- Iedereen komt in een kring staan. Je geeft de opdracht om elk lichaamsdeel één voor één
rond te draaien, van kop tot teen. Als dat goed gaat, kun je er twee opnoemen die ze tegelijk moeten bewegen.
- Maak een stap naar voor en doe een beweging voor. De kinderen imiteren de beweging allemaal samen. Zeg hen dat ze moeten afwisselen in hoge en lage bewegingen. Zo komt iedereen één voor één aan de beurt.
2 Kern
Yann Tiersen - La Plage
Thomas Newman – Arose
Soorten broden
Cirque du Soleil – Zydeko
2.1 Uitbeelden van ingrediënten- Je legt uit wat de ingrediënten van brood zijn en hoe ze eruit zien: water, bloem, gist (je zegt
dat dit het brood doet rijzen), zout, suiker, boter of olie.- Iedereen stapt door de ruimte. Telkens wanneer je in je handen klapt, zijn de kinderen een
ander ingrediënt van brood (water, bloem, zout, gist). Ze uiten hierbij hun eigen interpretatie van de ingrediënten. Laat hen hier variëren in hoogte en richting.
- Iedereen kiest nu een verschillend ingrediënt dat ze gaan uitbeelden. Als ze elkaar tegenkomen, reageren ze in hun lichaamsbeweging en blijven ze even bij elkaar hangen en bewegen ze op de muziek. Zet de muziek van Yann Tiersen op voor deze oefening.
- Als er zout bij gist wordt gedaan, krijg je een rijzende reactie. Verdeel de ene helft van de klas in zout en de andere in gist. Ze lopen door elkaar en zeggen hardop wat ze zijn. Ze geven elkaar een hand als ze elkaar tegenkomen. Bij twee zoutjes of twee gistjes gebeurt er niets. Als een zoutje een gistje een hand geeft, groeien ze samen traag omhoog om uiteindelijk te ontploffen. Zeg hen wel dat ze niet tegen elkaar mogen botsen.
- We zitten nu in de broodmachine. Elk ingrediënt (kind) komt één voor één de broodmachine binnen en beweegt zich als hiervoor al geoefend was. Na een tijd ontstaat er één groot kleverig deeg en moeten de kinderen zien rond te draaien in groep. Geef hen aanwijzingen waar de deegbal naartoe gaat (links, beneden, achter …). Gebruik hiervoor het lied van Thomas Newman.
2.2 Bewegingsverhaal maken- Neem de foto’s van verschillende soorten brood er weer bij. De foto’s worden in een grote
cirkel op de grond gelegd. Verdeel de kinderen in vijf groepjes, zodat elk groepje bij een foto staat. Ze beelden de vorm uit van het brood op hun foto, en bewegen zo verder naar de volgende foto. Iedereen draait met de klok mee. Dat doen ze op het ritme van liedje Zydeko.
- Een boterham in een brooddoos maakt veel bewegingen mee op een dag. Omhoog, omlaag, uit elkaar, schudden, vallen. Elk groepje kiest nu een van de broodsoorten die ze net hebben uitgebeeld. Ze maken nu een bewegingsstukje van wat het brood meemaakt op een dag. Vanaf het smeren tot het opeten. Ze moeten daarbij goed gebruikmaken van de ruimte (hoog, laag, alle plaatsen van het speelvlak benutten). Dat stukje wordt aan elkaar getoond. Geef de kinderen uit het publiek de opdracht om te kijken of ze het verloop er kunnen uithalen, en of het groepje de ruimte genoeg gebruikt. Na elke voorstelling worden de bewegingsverhalen besproken.
2
uzeundo
uzeundo
uzeundo
uzeundo
uzeundo
uzeundo3
beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media
3 AfsluiterKlasgesprekBeschouwen
Bespreek met de kinderen wat ze ervan vonden. - Waren de verhaaltjes allemaal duidelijk? - Wat was er moeilijk aan het bewegen in groep? - Hoe kon je samen bewegingen maken zonder te praten? - Wat vond je het fijnst om te doen?- ...
4 Tips Deze les kun je ook toepassen op andere thema’s, zoals bv. gezonde voeding.
Je kunt een aantal kinderen ook foto’s of filmpjes laten maken van de dansstukjes. Zo kan één iemand foto’s nemen van de gezichten, iemand anders van de benen. Of laat ze een foto nemen als ze laag bij de grond bewegen, of net hoog. Op die manier leren de kinderen gericht kijken naar wat er gebeurt en kun je aftoetsen of ze de opdracht goed uitvoeren.
3
uzeundo
uzeundo
uzeundo
uzeundo
uzeundo
uzeundo3
beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media