Thema 5Activiteit 5 Water vermomd: ijssculpturen

Doelen 1 De kinderen kunnen met hun lichaam passend op een signaal reageren. 2 De kinderen imiteren elkaars houdingen. 3 De kinderen leggen de link tussen het thema en hun expressie en uitdrukkingen in de

bewegingen. 4 De kinderen bewegen als smeltend ijs langzaam naar de grondlaag en doseren hun

bewegingsenergie. 5 De kinderen houden rekening met elkaars bewegingen/houdingen bij het maken van een

tableau vivant.6 De kinderen tonen belangstelling voor de bewegingen van anderen.

Eindtermen enleerplandoelen

ET GO! OVSG VVKBaO

4.34.44.6

4.1f4.2b4.4a4.4b4.4g4.6b

MV-BWG -BG-7MV-BWG -BG-9MV-BWG-BM-3MV-BWG-BM-5MV-BWG-BM-6MV-BWG-BM-8MV-BWG-BM-9

MV-BWG-BM-10MV-BWG-BM-37MV-BWG-BM-40

BEW-1.2 BEW-2.3 BEW-4.1BEW-5.1BEW-5.2

6.4 MV-ALG-05MV-ALG-13MV-ALG-19

Leermiddelen Smeltend ijsblokje

Smeltende ijssculptuur

Spotify: - Ólafur Arnalds – Fyrsta- Ludovico Einaudi – Fly- Sigur Rós - Valtari

IJssculptuur 1

IJssculptuur 2

IJssculptuur 3

IJssculptuur 4

IJssculptuur 5

Knipblad ijssculpturen

Materiaal HandtromBelletjesLang voorwerp (ijsstaf)

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

1 x

50'

beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media

1

1 Auteur: Ellen Hardyns – Coördinatie: Yves Bondue en Steef Coorevits

1 InstapKlasgesprek

Ontspannings-oefeningLang voorwerp (ijsstaf)

Handtrom

Belletjes

1.1 Koning WinterStart de les met de uitleg over het thema water. Leg de link via water naar ijs en bevriezen.

Als opwarmer laat je de kinderen een tikspel spelen. Baken het terrein af indien nodig, spreek af waar de kinderen wel of niet mogen lopen.De ijskoning (de tikker) kan de kinderen aantikken met zijn ijsstaf. Gebruik hiervoor een lang voorwerp. De staf is zo koud dat de getikte kinderen onmiddellijk ‘bevriezen’.Stimuleer de kinderen die aangetikt zijn om zo snel mogelijk te stoppen met bewegen. Ze moeten zo stil mogelijk blijven staan.

De vrije lopers kunnen de bevroren kinderen helpen door hen te ‘ontdooien’. Hiervoor moeten ze samen een opdracht uitvoeren. Een vrije loper gaat in precies dezelfde houding voor een ‘bevroren’ medeleerling staan. Indien de houding voldoende wordt nagebootst, mogen de kinderen weer meedoen.

Varieer dit spel voldoende door op tijd een nieuwe tikker aan te duiden (of twee nieuwe tikkers). Je kunt de verlossers vragen in spiegelbeeld te gaan staan of net naast de ‘bevroren’ leerling.Indien nodig geef je de ijskoning naast de staf nog een extra attribuut zodat de tikker voldoende herkenbaar is.

1.2 Bevroren op je plaatsNu lopen de kinderen vrij rond, maar bij het horen van de handtrom blijven ze zo snel mogelijk onbeweeglijk staan, net alsof ze bevroren zijn. Horen ze de handtrom een tweede keer, dan lopen ze terug verder. Stimuleer de kinderen om een eigen weg te volgen, elk kind loopt individueel door de ruimte.

Verdeel de kinderen in twee groepen: groep 1 en groep 2. Geef dezelfde opdracht als hierboven, maar bij het horen van de handtrom gaat enkel groep 1 bevriezen terwijl groep 2 blijft verder lopen. Bij het horen van de belletjes gaan de vrije lopers in spiegelbeeld bij een standbeeld staan. De kinderen blijven in deze houding staan tot ze ‘ontdooid’ worden door het eindsignaal. Laat de kinderen (eventueel na een aantal keren de opdracht te hebben uitgevoerd) wisselen van rol.Het is niet de bedoeling dat kinderen op zoek gaan naar een expressieve houding maar dat ze snel reageren op het signaal en hun beweging stoppen. Voor de nabootser is het belangrijk goed waar te nemen en zo exact mogelijk de houding te imiteren.

2

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media

1

2KernKlasgesprek

Groepswerk

IJssculptuur 1

IJssculptuur 2

IJssculptuur 3

IJssculptuur 4

IJssculptuur 5

Knipblad ijssculpturen

Klasgesprek

Smeltend ijsblokje

Smeltend ijssculptuur

2.1 IJssculpturenVerzamel de kinderen in een kring voor een kort gesprek. Vraag de kinderen wat er typisch is aan een ‘bevroren’ houding. Bevroren houding = je mag niet meer bewegen. Leg de link met ijs: water bevriest bij temperaturen onder het vriespunt. Het water ‘vloeit’ niet meer. Het verandert van vloeibare vorm naar vaste vorm. Laat de kinderen aan het woord over hun ervaringen. Misschien hebben ze al eens geschaatst of gegleden op ijs.

Toon prenten van ijssculpturen en vraag de kinderen of ze dit al in het echt hebben gezien.

Verdeel de kinderen in groepjes van vier. Geef elke groep een prent van een ijssculptuur en geef volgende opdracht: Kijk goed naar de prent en maak een stilstaand beeld, een bevroren beeld. Probeer de ijssculptuur van op de foto uit te beelden. De kinderen krijgen even de tijd. Ondertussen kun je bij de groepjes langsgaan om te coachen waar nodig.Wat de kinderen doen hoeft geen exacte weergave te zijn van de foto, het dient enkel als inspiratiebron.

Op een afgesproken signaal tel je af, bijvoorbeeld van 5 naar 0. Dit aftellen geeft de kinderen de tijd om hun standbeeld te maken. Op 0 staat iedereen in zijn standbeeld.Indien je tijd hebt kun je de groepjes hun creatie (en hun prent) laten tonen aan de andere leerlingen.

2.2 Smeltende ijssculpturenVerzamel de kinderen en bekijk de filmpjes ter illustratie. Bespreek wat er gebeurt met ijssculpturen indien het warm wordt. Bespreek met de kinderen hoe je zou kunnen tonen dat je ijssculptuur smelt. De ijssculpturen veranderen van vorm, zakken langzaam (!) in elkaar (bewegen), worden kleiner, worden vormeloos, verdwijnen. Zorg dat er voldoende bewegingswoorden aan bod komen.

Geef de kinderen de opdracht om terug in hun ijssculptuurhouding te gaan staan. Bij het starten van de muziek gaan ze (samen) langzaam smelten. Bij deze opdracht moeten de kinderen elkaar aanvoelen en hun bewegingen en timing van de bewegingen op elkaar afstellen.

Groepswerk

Ólafur Arnalds – Fyrsta

2.3 GroepsimprovisatieDe kinderen gaan nu zelf aan de slag. Verdeel de kinderen in groepjes van 3 of 4. Geef ze de volgende opdracht: Maak met je groepje een zelf gekozen ijssculptuur. Je krijgt even de tijd om dit voor te bereiden.

Geef de kinderen de tijd om hun creatie voor te bereiden. Leg muziek op als achtergrond. Je kunt eventueel de prenten van de ijssculpturen projecteren ter inspiratie.

3

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media

5

4

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media

5

Ludovico Einaudi – Fly

Handtrom

Stop na een tijdje de muziek (als je merkt dat iedereen een standbeeld heeft gevonden en geoefend) en vraag de aandacht van de kinderen. Nu is de oefentijd voorbij en gaan ze echt aan de slag: Als de muziek speelt, maak je samen je ijssculptuur. Je blijft onbeweeglijk staan. Na een tijdje gaat je sculptuur echter smelten (geef het startsignaal de eerste keer aan). Probeer dit samen uit te voeren zonder af te spreken. Je voelt zelf wanneer een deel van het standbeeld begint te smelten. Idem vorige opdracht maar bij het horen van de trom staat iedereen weer stil. Hoor je de trom nog een keer, dan smelt je samen verder.

Wanneer alle sculpturen smelten geef je een paar keer na elkaar een slag op de trom. Zo maken de kinderen in het smeltproces een nieuwe tableau vivant.

Uitbreiding: laat de kinderen ook eens proberen om samen te smelten zonder dat je hier een signaal voor geeft. Ze moeten dan zelf aanvoelen wanneer het standbeeld begint te smelten en hun bewegingen op elkaar afstemmen.

3 AfsluiterBeschouwen

Sigur Rós - Valtari

Elk groepje komt aan bod en toont hun creatie voor de rest van de klas. Voor het werken met tableau vivant is het handig af te tellen zodat de kinderen zich kunnen organiseren. (Tel bijvoorbeeld af van 5 naar 0). Op 0 staat iedereen stil. Indien je dit wenst kan het ‘publiek’ de ogen sluiten en pas openen wanneer het standbeeld gebouwd is. Zo krijg je meer effect. Nadat de kinderen enkele seconden stilstaan, start je de muziek (als startpunt voor het smelten). Eventueel kan je met de handtrom nog enkele stilstaande momenten inlassen tijdens het smelten. Bespreek kort wat de kinderen beleefd hebben.

4 Tip Indien er nog tijd over is kun je de kinderen voor je laten staan. Daarna moeten ze je

bewegingen in spiegelbeeld imiteren. Maak trage gevarieerde bewegingen op rustige muziek. Maak de bewegingen niet te complex maar probeer oog te hebben voor details.