Els Mussels • Coördinatie Yves Bondue en Steef...

3
uze undo 1 beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media Thema 1 Activiteit 3 sta eens even stil Doelen 1 De kinderen kunnen een eenvoudig bewegingsverhaal opbouwen. 2 De kinderen ontleden en onderzoeken muziekfragmenten via actief gericht luisteren. 3 De kinderen ervaren via goedgekozen muziekfragmenten de specifieke klankkleur van de groepen instrumenten. 4 De leerlingen maken kennis met traditionele muziek uit andere werelddelen. 5 De kinderen kunnen na het beluisteren van een muziekfragment hun indrukken verwoorden. 6 De kinderen kunnen een gegeven melodisch signaal herkennen en erop reageren. 7 De kinderen kunnen een door de leerkracht aangegeven ritme nabootsen. Eindtermen en leerplandoelen ET GO! OVSG VVKBaO 2.1 2.2 2.3 2.4 2.1a 2.2a 2.3 2.4 MUZ-MB-1.2.3 MUZ-MB-1.3.5 MUZ-MB-2.2.6 MUZ-MB-3.1.2 MUZ-MB-4.1.3.2 MUZ-SI-3.1 MUZ-2.1 MUZ-7.3 MUZ-10.4 MUZ-11.1 4.1 4.2 4.1 4.2 MV-BWG-BM-2 MV-BWG-BM-44 BEW-1 6.1 6.2 6.5 MV-ALG-13 MV-ALG-15 MV-ALG-19 Leermiddelen Standbeelden Lied ‘Wie staat in de kring?’ Lied ‘Wie staat in de kring?’ - instrumentaal Fluitspelers Fluitspelers - dwarsfluit: ‘Il Gardelino, Flute Concerto in D Major, Op. 10 N° 3’, Antonio Vivaldi - schalmei: ‘She moves through the fair’, Alan Hacker, Richard Burnett - bamboefluit: ‘The song of the four seasons’, The Ming Flute Ensemble Lied ‘Sta stil’ Lied ‘Sta stil’ – instrumentaal Partituur ‘Wie staat in de kring?’ Partituur ‘Sta stil’ Materiaal Triangel Lang touw Vooraf Zorg voor voldoende speelruimte, opdat de kinderen niet gehinderd worden bij het bewegen. Druk de foto’s van de fluitspelers af. 7 0 ' 1 Auteur Els Mussels Coördinatie Yves Bondue en Steef Coorevits

Transcript of Els Mussels • Coördinatie Yves Bondue en Steef...

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo1

beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media

Thema 1Activiteit 3 sta eens even stil

Doelen 1 De kinderen kunnen een eenvoudig bewegingsverhaal opbouwen.2 De kinderen ontleden en onderzoeken muziekfragmenten via actief gericht luisteren.3 De kinderen ervaren via goedgekozen muziekfragmenten de specifieke klankkleur van de

groepen instrumenten. 4 De leerlingen maken kennis met traditionele muziek uit andere werelddelen.5 De kinderen kunnen na het beluisteren van een muziekfragment hun indrukken

verwoorden.6 De kinderen kunnen een gegeven melodisch signaal herkennen en erop reageren.7 De kinderen kunnen een door de leerkracht aangegeven ritme nabootsen.

Eindtermen enleerplandoelen

ET GO! OVSG VVKBaO

2.12.22.32.4

2.1a2.2a2.32.4

MUZ-MB-1.2.3MUZ-MB-1.3.5MUZ-MB-2.2.6MUZ-MB-3.1.2

MUZ-MB-4.1.3.2MUZ-SI-3.1

MUZ-2.1MUZ-7.3

MUZ-10.4MUZ-11.1

4.14.2

4.14.2

MV-BWG-BM-2MV-BWG-BM-44

BEW-1

6.16.26.5

MV-ALG-13MV-ALG-15MV-ALG-19

Leermiddelen Standbeelden

Lied ‘Wie staat in de kring?’

Lied ‘Wie staat in de kring?’ - instrumentaal

Fluitspelers

Fluitspelers- dwarsfluit: ‘Il Gardelino, Flute Concerto in D Major, Op. 10 N° 3’, Antonio Vivaldi- schalmei: ‘She moves through the fair’, Alan Hacker, Richard Burnett- bamboefluit: ‘The song of the four seasons’, The Ming Flute Ensemble

Lied ‘Sta stil’

Lied ‘Sta stil’ – instrumentaal

Partituur ‘Wie staat in de kring?’

Partituur ‘Sta stil’

Materiaal TriangelLang touw

Vooraf Zorg voor voldoende speelruimte, opdat de kinderen niet gehinderd worden bij het bewegen.

Druk de foto’s van de fluitspelers af.

70'

1

Auteur Els Mussels • Coördinatie Yves Bondue en Steef Coorevits

1 InstapKlasgesprek

Standbeelden

Voer een gesprek over standbeelden. Heb je al een standbeeld gezien? Waar? Hoe ziet het standbeeld er uit?Toon de foto’s van de standbeelden: een stappende dame, een springende jongen, spelende kinderen.

Laat de kinderen naspelen wat de beelden doen: - stappen- springen- spelen met een bootje in het water

2KernBewegenTriangel

Zingen en bewegenTouw

Lied ‘Wie staat in de kring?’

2.1 OefenenEen standbeeld staat stil, het beweegt niet; hoewel het standbeeld wel beweging uitdrukt. Oefen dit met de kinderen.- De kinderen stappen. Wanneer ze de triangel horen, bevriezen ze meteen. De beide benen hoeven

niet bij iedereen op de grond te staan.- De kinderen springen. Wanneer ze de triangel horen, bevriezen ze meteen.

Bespreek het verschil met de vorige oefening. Bevriezen in de lucht kan niet, de voeten moeten eerst de grond raken.

- De kinderen spelen per twee met een denkbeeldig bootje. Wanneer ze de triangel horen, bevriezen ze meteen. Bespreek opnieuw het verschil. Zelfs het denkbeeldig bootje kan in gedachten stil blijven staan.

2.2 In de kringVorm met een lang touw een grote kring in het midden van de ruimte. Markeer het midden van de cirkel met een stip. Alle kinderen staan in een kring achter het touw. Wie wil er in de cirkel staan en een standbeeld maken van zichzelf?De kinderen worden op de stip uitgenodigd met een liedje.

Kunnen de klasgenootjes raden wat het standbeeld doet? Iedereen bootst het standbeeld na.Doe deze oefening enkele keren na elkaar. Nodig de kinderen telkens opnieuw in de kring uit met het liedje.

2

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo1

beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media

Luisteren

Fluitspelers

Fluitspelers

2.3 FluitspelersToon de drie prenten van de fluitspelers. Laat de kinderen vertellen wat ze zien. Hang de foto’s op in drie verschillende hoeken van de klas.De leerlingen mogen nu luisteren naar een stukje muziek en proberen de juiste foto te kiezen bij deze muziek. Ze maken hun keuze duidelijk door bij de foto te gaan staan en een standbeeld te worden.3

AfsluiterLied en dans

Lied ‘Sta stil’

We leren een dansje en een liedje dat de leskern vat.

Zing het lied terwijl je rondstapt in de klas. Laat de kinderen improviseren bij het klappen en het stampen. Tik op de triangel na ‘Sta eens even stil …’. Op dit teken bevriest ieder kind en wordt een standbeeld.

Zing het lied nog eens voor en klap nu het ritme voor (vier keer klappen). Laat de kinderen het ritme naklappen. Stamp het ritme voor (drie keer stampen), laat de kinderen herhalen.Oefen het klappen en het stampen een aantal keer.

Met de begeleiding kun je het lied en het dansje drie keer uitvoeren.

4 Tip Je kunt ook kiezen voor foto’s van standbeelden uit de omgeving van de school.

3

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo1

beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media