Thema 3Activiteit 5 Onvermoeibaar hart

Doelen 1 De kinderen weten dat verliefdheid veranderingen teweegbrengt in het lichaam.2 De kinderen ervaren dat ademhaling en hartslag beïnvloed worden door bewegingen.3 De kinderen ervaren hoe het voelt meerstemmig te musiceren.4 De kinderen kunnen een verhaal gepast dramatiseren in functie van het opwarmen van

lichaam en stem.5 De kinderen kunnen strofe en refrein van het lied Onvermoeibaar hart zingen.6 De kinderen kunnen de meerstemmigheid in het lied Onvermoeibaar hart zingen.

Eindtermen enleerplandoelen

ET GO! OVSG VVKBaO

2.42.5

2.4a2.5a

MUZ-LZ-5MUZ-LZ-6

MUZ-LZ-16MUZ-LB-2.2.3

MUZ-1.1MUZ-1.4MUZ-4.1

MUZ-11.1MUZ-13.2

6.3 MV-ALG-14

Leermiddelen Verliefdheid

Verhaal

Onvermoeibaar hart

Onvermoeibaar hart instrumentaal

Liedjestekst

Refrein

Strofe

Begeleiding meerstemmigheid

Liedstructuur

Kopieerblad

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

2 x

50'

beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media

1

6 Auteur Ruben Bruneel • Coördinatie Yves Bondue en Steef Coorevits

Melodie 1

Melodie 2

Melodie 3

1 InstapKlasgesprek

Verliefdheid

Opwarmen van lichaam en stem

Een ongelukkig liefdesverhaal

1.1 VerliefdToon de kinderen de prent over verliefdheid en vraag hen waarover deze prent gaat. Vertel hen dat wanneer mensen verliefd zijn, er heel wat gebeurt in het lichaam. Vraag de kinderen welke delen van ons lichaam precies anders reageren dan anders (hart klopt sneller, knikkende knieën, vlinders in de buik, hoofd denkt enkel aan die ander, onhandige handen …).Of ze dit nu vertellen uit ervaring of van-horen-zeggen speelt geen rol, ga het gesprek aan en duid alle vernoemde lichaamsdelen (hart, knieën, buik, hoofd, handen …) aan op de geprojecteerde afbeelding. Concludeer dat het hele lijf ‘lijdt’ onder de verliefdheid. Zeg hen dat ze een lied zullen zingen over een onvermoeibaar en verliefd hart en dat in drie stemmen.

1.2 Een ongelukkig liefdesverhaalMaar om het onvermoeibare hart te kunnen voelen en bezingen, moeten we eerst het lichaam wakker maken. Nodig de kinderen uit om plaats te nemen in de ruimte en vraag hen om het verhaal dat je zult vertellen te beleven en te ‘dramatiseren’. Vraag hen om tijdens het uitbeelden ter plekke te blijven staan. Vertel Een ongelukkig liefdesverhaal. Geef de kinderen voldoende tijd om de acties uit te voeren.

2KernLuisteren, oplossen van vragen en uitvoeren van opdrachten

Onvermoeibaar hart

Liedjestekst

Refrein

Onvermoeibaar hart

2.1 Presentatie van Onvermoeibaar hartLaat de kinderen een comfortabele luisterhouding aannemen en presenteer het lied een eerste maal. Deel ook de liedjestekst uit. Zing de twee strofes met aansluitend het refrein. De driestemmigheid die daarop volgt, wordt later gepresenteerd. Stel na het beluisteren een aantal (inhouds)vragen als:- Wat is adrenaline? (een hormoon dat energie geeft aan het lichaam) - Welke werkwoorden worden in het lied aan het hart gekoppeld? (kloppen, bonken, pompen,

zeggen, zingen, vertellen, schreeuwen, roepen). Wanneer de kinderen het antwoord schuldig blijven, zing dan het lied nogmaals en vraag om heel expliciet te luisteren naar wat je vroeg.

Vraag bij volgende luisterrondes om zachtjes de tellen mee te tikken. Dit tikken kan met twee vingers tegen elkaar of met de handpalm tegen het hart. Bespreek achteraf deze ritmische begeleiding:

- Slaat het hart traag of eerder snel? Ging dit vlot? - Lukt het om bij het tikken nog aandachtig de tekst mee te volgen? Als alternatief kun je

de kinderen het ritmisch motief (ti ti ti ta tam) laten klappen dat zich laat horen tussen de verschillende muzikale zinnen van de strofe.

2.2 Aanleren van Onvermoeibaar hartHet refreinLeer via voor- en nazang het refrein aan. Deel het refrein op in twee zinnen: ‘Adrenaline giert door mijn lijf, ik weet mij geen blijf’ en ‘Alles is prachtig en alles is goed, ik kom naar jou toe’. Zing vervolgens het volledige refrein. Maak indien gewenst gebruik van de opname.

Aandachtspunt bij het zingen van het refrein is dat de lange tonen (‘lijf’,’ blijf’, ‘goed’ en ‘toe’) volledig uitgezongen worden. Geef de stukken (‘adrenaline giert’ en ‘alles is prachtig en’) ook voldoende vaart mee.

Als het refrein goed gekend is, zingen we het ganse lied. De strofes door de leerkracht, het refrein samen met de kinderen.

2

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media

6

Strofe

Onvermoeibaar hart

Begeleiding meerstemmigheid

Voor-en nazang

Melodie 1

Voor- en nazang

Melodie 2

Meerstemmig musiceren

Begeleiding meerstemmigheid

De strofesLeer nu de strofes aan. Dit kan via voor- en nazang of door het meezingen met behulp van de tekst en opname.

Aandachtspunt bij het zingen van het refrein is het goed aanvoelen van de rusten tussen de verschillende tekstflarden. Als hulpmiddel kunnen de kinderen (eventueel) het ritmisch motief (ti ti ti ta tam) meeklappen.

Zing na elke aangeleerde strofe het lied in zijn geheel. Wat ze kennen, zingen de kinderen mee.

2.3 Meerstemmig musicerenOp het einde van het lied worden drie melodieën boven elkaar geplaatst zodat er een meerstemmigheid ontstaat. De muzikale basis waarop deze melodieën gezongen worden, is dezelfde als het refrein. Maak gebruik van de opname, hierbij wordt de begeleiding x-aantal maal herhaald en kan naar hartenlust gerepeteerd worden. Zorg dat je zelf goed aanvoelt wanneer de herhaling start (loop van 4 akkoorden, 1 per maat). Maak ook gebruik van de ruimte. Zingen de kinderen in twee stemmen, plaats ze dan in twee groepen (links-rechts; tegenover elkaar; uit elkaars zicht). Idem voor het zingen in drie stemmen.

Tweetonige melodieEen eerste stem is een melodie die bestaat uit slechts twee tonen en die ritmisch gebaseerd is op het pompende ritme dat zo goed als het ganse liedje schraagt. Zing voor of laat beluisteren.

En het hart klopt hard en het hart bonkt luid.En het hard pompt bloed door mij hele huid.En het hart klopt hard en het hart bonkt luid.En het hard pompt bloed door mij hele huid.

Stel vragen. Waar ken je deze tekst van? (begin strofe 1) Waarvan herken je het ritme? (begeleiding, het ritmische motief dat we klapten) Laat de begeleiding lopen en zing de melodie mee. Nodig de kinderen uit om mee te zingen. Blijf deze melodie herhalen tot de kinderen hem zelfstandig kunnen zingen.

Tweestemmig zingenDe tweede melodie is het refrein en dus gekend. Laat de opname lopen en geef aan wanneer de kinderen het refrein mogen inzetten.

Adrenaline giert door mijn lijfIk weet mij geen blijfAlles is prachtig en alles is goedIk kom naar jou toe

Verdeel vervolgens de groep nu in twee. De ene groep zingt melodie 1, de tweede groep melodie 2. Laat de opname lopen. Geef teken aan groep 1 om hun melodie in te zetten. Ze blijven deze melodie herhalen. Als dit goed loopt, geef je teken aan groep 2. Ook zij blijven hun melodie herhalen. Maak met een (hand)teken duidelijk wanneer de kinderen moeten stoppen met zingen. Evalueer het resultaat. Lukte het om je eigen stem te blijven zingen? Hoe klonk het? Blijven we samen tot het einde? Wissel nu de melodieën van groep en laat de tweestemmigheid nogmaals klinken.

Tip: ‘dirigeer’ de puls of de tellen mee. Dit kan met een maatslag (maat van 4) maar evengoed door op- en neergaande bewegingen van de handen. Maak bij elke nieuwe inzet oogcontact met de groep en zing of lip duidelijk de beginwoorden mee.

3

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media

6

4

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

uzeundo

beweging - drama / muzisch taalgebruik - beeld - muziek - media

6

Melodie 3

Begeleiding meerstemmigheid

O-o-o-ohDe derde melodie heeft een makkelijke tekst maar is ritmisch en stemtechnisch wellicht de moeilijkste. Laat de melodie horen (opname OH melodie 3) horen of zing de melodie voor met de begeleiding.

O-o-o-ohO-o-o-oh O-o-o-ohO-o-o-oh

Nodig de kinderen uit om mee te zingen. Al zingend leren ze aanvoelen wanneer een nieuwe O-o-o-oh wordt ingezet. Geef met je handen aan dat de laatste oh lang mag klinken (open handen). Deze melodie is ook wat hoger dan de andere. Laat de kinderen met een lichte stem zingen.

Vraag wie makkelijk deze melodie kan zingen. Maak met hen een derde groep. Zing nu het lied in drie stemmen. Laat de opname lopen. Geef teken aan groep 1. Zij blijven hun melodie herhalen. Geef teken aan groep 2. Zij blijven hun melodie herhalen. Geef teken aan groep 3. Zij blijven hun melodie herhalen. Om te stoppen geef je teken aan elke groep apart. Groep 1 stopt, terwijl de anderen nog doorzingen. Groep 2 stopt, groep 3 zingt nog door. Groep 3 stopt. Evalueer opnieuw deze samenzang. Bouw deze driestemmigheid nog een aantal maal op. Besteed voldoende aandacht aan het starten en stoppen van de verschillende melodieën.

Tip: De derde melodie start na het slotwoord (‘toe’) van melodie 2.

3 Afsluiter

Onvermoeibaar hart

Liedstructuur

Beschouwen

Kopieerblad

3.1 Uitvoering van Onvermoeibaar hartTot slot zingen we het lied Onvermoeibaar hart in zijn geheel. Overloop eerst met de kinderen de structuur van het lied. De structuur hieronder die ook terug te vinden is op afbeelding 2, is de structuur van de opname. Voel je vrij om zelf de op- en afbouw van de meerstemmigheid te bepalen.- intro (4 maten)- strofe 1 (14 maten)- refrein (2x 8 maten) - strofe 2 (14 maten)- refrein (2x 8 maten) - tussenspel (4 maten)- inzet melodie 1 (8 maten)- inzet melodie 2 (8 maten)- inzet melodie 3 (8 maten)- driestemmigheid (extra 8 maten)- afslaan melodie 1 ( na 8 maten)- afslaan melodie 2 (na 8 maten)- afslaan melodie 3 (na 8 maten)

3.2 ReflectieElk kind krijgt een uitprint van het kopieerblad en geeft een persoonlijk antwoord op de vragen onderaan het blad. Het blad kan toegevoegd worden aan een muzische map of portfolio.

4 Tips Wanneer het lied heel goed gekend is en de driestemmigheid als vanzelf loopt, plaats dan

eens de kinderen door elkaar verspreid in de ruimte en zing het lied.

Je kunt deze activiteit ook geven in de periode rond Valentijn.