trendrapport 1.qxd 22-03-2006 13:26 Pagina 1 · Het aantal inwoners van ’s-Hertogenbosch groeit...
Transcript of trendrapport 1.qxd 22-03-2006 13:26 Pagina 1 · Het aantal inwoners van ’s-Hertogenbosch groeit...
1Gemeente ’s-Hertogenbosch Januari 2006
Trendrapport ’s-Hertogenbosch2006
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:26 Pagina 1
2Trendrapport ’s-Hertogenbosch
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:26 Pagina 2
Inhoudsopgave
1 Inleiding 5
2 De vijf I’s als algemene duurzame
trends 7
Individualisering 7
Informalisering 8
Informatisering 8
Internationalisering 8
Intensivering 8
3 Ontwikkeling Bossche bevolking 9
Groei bevolking door woningbouw 9
Bijna alle leeftijdsgroepen nemen in
omvang toe 9
Forse groei van het aantal ouderen 10
Bevolkingssamenstelling geen afspiegeling
meer van de Nederlandse bevolking 10
Demografische druk neemt toe 11
Steeds meer eenpersoonshuishoudens 11
Tweederde van de extra huishoudens
bewoont als alleenstaande een woning 12
Toename allochtone bevolkingsgroep 12
Grote verschillen tussen de wijken 12
4 Sociaal-culturele ontwikkelingen 14
Hoog opleidingsniveau, maar ook
hoge schooluitval 14
Sociale samenhang in buurt verzwakt 15
Achterstanden in inburgering 16
Dreigende sociale uitval 16
Sportief en steeds sportiever 18
Hoge cultuurparticipatie, maar dalende
tendens 19
Stabiel beeld leefbaarheid en wisselend
veiligheidsbeeld 20
5 Ruimtelijke ontwikkelingen 23
Naar een netwerkstad en meer en
intensiever ruimtegebruik 23
Meer passende woningen en woonmilieus 25
Dreigende verstopping (binnen)stad 27
Meer water en luchtkwaliteit onder druk 28
6 Economische ontwikkelingen 30
Blijvend sterke economische positie 30
Naar een kennis-, diensten- en creatieve stad 30
Meer beleven, meer bezoeken 31
Kwaliteit werklocaties steeds belangrijker 33
Blijvend sterke werkgelegenheidsfunctie 35
7 Bestuurlijke ontwikkelingen 37
Groeiende invloed van ‘Europa’ 37
Van government naar governance 37
Van nog meer rekenschap naar minder
rekenschap 38
Naar een flexibeler bestuur en organisatie 38
Van centralisatie naar decentralisatie 39
Tanende betrokkenheid en hardere toon
van de burger 39
Voortgaande digitalisering 40
8 Samenvatting 42
3Trendrapport ’s-HertogenboschInhoudsopgave
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:26 Pagina 3
Trendrapport ’s-Hertogenbosch4
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:26 Pagina 4
1 Inleiding
Bij de behandeling van de kadernota afgelopen voorjaar is aangekondigd
dat er begin 2006 een trendrapport zal verschijnen. De kadernota moet
immers steeds meer uitgroeien naar een daadwerkelijk kaderstellend
instrument voor het gemeentelijk handelen met meer beleidsmatige inhoud.
Dit veronderstelt ook een goed en tijdig zicht op de huidige en in de toe-
komst te verwachten ontwikkelingen in de stad.
Met het trendrapport wordt beoogd inzicht in de staat van de stad, en
ontwikkelingen daarin, te verkrijgen. Kennis hierover vormt een stevige
basis voor het besturen van de stad.
Het trendrapport wil vooral bewegingen in de stad laten zien en moet
antwoorden geven op vragen als ‘Waar staan we als stad?’ en ‘Welke
ontwikkelingen tekenen zich af?’ en ‘In welke richting en in welk tempo gaan
deze ontwikkelingen?’.
Het kijken naar bewegingen in de stad helpt ook om afstand te nemen
van het dagelijkse denken. In die zin vervult het trendrapport eveneens een
signalerende functie. Het is echter niet (beleids) evaluerend van aard.
5Trendrapport ’s-HertogenboschInleiding
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:26 Pagina 5
Met het trendrapport komt tevens een gemeenschappelijk referentiekader
beschikbaar zodat iedereen zich kan baseren op hetzelfde basismateriaal.
Als het ware kan iedereen kijken naar dezelfde foto.
Bij het opstellen van dit trendrapport is gebruik gemaakt van een
veelheid aan bronnen: diverse monitors, lokale onderzoeken en landelijke
verkenningen van verschillende ministeries, de vier planbureaus, WRR, CBS,
DNB, NIDI, RIVM, diverse kennis- en adviescentra, etc. Daarnaast is geput uit
vele gemeentelijke, regionale en provinciale bronnen.
De opbouw van het rapport is als volgt:
In hoofdstuk 2 wordt eerst een aantal algemene duurzame trends
besproken. Het zijn majeure bestendige maatschappelijke processen die al
lange tijd werkzaam zijn en ook de komende twintig jaar spelen op natio-
naal en internationaal niveau, maar eveneens hun invloed zullen hebben
op de Bossche samenleving, t.w. individualisering, informalisering,
informatisering, internationalisering en intensivering.
De betekenis van deze algemene trends voor de Bossche situatie komt
in de daarop volgende hoofdstukken terug.
Hoofdstuk 3 gaat over de bevolkingsontwikkeling in de stad, want
demografische ontwikkelingen geven in belangrijke mate de toekomstige
contouren aan.
In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op een aantal thema’s die van belang
zijn voor de sociaal-culturele pijler, zoals onderwijs, participatie, sport,
cultuur, welvaart, welzijn, volksgezondheid, leefbaarheid en veiligheid.
In hoofdstuk 5 worden belangrijke onderwerpen voor de fysieke pijler
gepresenteerd, zoals compacte stad en ‘landstad’, rood, groen en blauw
netwerk, wonen, bereikbaarheid en luchtkwaliteit.
In hoofdstuk 6 staan de ontwikkelingen op het gebied van werk en
economie centraal met aandacht voor de economische structuur, arbeids-
markt en werkgelegenheid.
Hoofdstuk 7 bevat een aantal tendensen die de komende jaren in
bestuurlijk/organisatorisch opzicht zullen spelen.
In hoofdstuk 8 wordt afgesloten met enkele samenvattende
beschouwingen.
6Trendrapport ’s-HertogenboschInleiding
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:26 Pagina 6
2 De vijf I’s als algemene duurzame trends
Door Paul Schnabel1 zijn vijf i’s geïntroduceerd als algemene en duur-
zame trends. Prominente algemene trends die zich op nationaal en/of
internationaal niveau voltrekken en die in min of meerdere mate invloed
hebben op de ontwikkelingen in ’s-Hertogenbosch. Het betreft hier maat-
schappelijke processen die al lange tijd gaande zijn en dat ook in de toe-
komst zullen blijven, die zich op een breed vlak van de samenleving manifes-
teren en vaak ook weer hun eigen tegenreacties oproepen. Ze doen zich voor
in veel vormen en op veel manieren, die vaak ook weer op zichzelf als stro-
mingen, ontwikkelingen of bewegingen worden gezien. Alhoewel niet op
voorhand is te zeggen hoe, in welke mate en in welke onderlinge samenhang
ze zich zullen manifesteren. Deze duurzame trends zijn:
Individualisering
Individualisering is het voortgaande proces van verminderde afhankelijk-
heid van het individu van een of enkele personen in zijn directe omgeving
1 Directeur van het Sociaal-Cultureel Planbureau
7Trendrapport ’s-HertogenboschDe vijf I’s als algemene duurzame trends
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:26 Pagina 7
en van toenemende vrijheid van keuze m.b.t. de inrichting van het eigen
leven. Individualisering manifesteert zich op velerlei wijzen, bijvoorbeeld in
meer keuzevrijheid voor het individu, meer eigen verantwoordelijkheid,
minder afhankelijkheid, vergroting van de heterogeniteit in de samenleving,
anonimisering, meer eenzaamheid, onverschilligheid, egoïsme, afname
sociale controle, verkleining huishoudens etc.
Informalisering
Informalisering houdt veel meer in dan louter het losser worden van
omgangsvormen. Informalisering laat zich in maatschappelijk opzicht op
vele manieren zien, zoals in de-institutionalisering van organisaties en
organisatievormen, opkomst netwerkorganisaties, vermindering gezag auto-
riteiten en formele structuren, vervaging scheidslijn privé en openbaar,
thuis en werk, werktijd en vrije tijd, juridisering van verhoudingen, ruimte
voor een eigen stijl etc.
Informatisering
Individualisering en informalisering worden versterkt door het proces
van informatisering. Informatisering heeft te maken met een verandering
van communicatie en interactie door de opmars van de informatie- en
communicatietechnologie (ICT). Informatisering sluit goed aan bij
internationalisering en intensivering. Het brengt de gehele wereld letterlijk
en figuurlijk dichterbij, werkt zeer tijdsbesparend en laat op ieder moment
en op elke plaats ruimte voor belevingsmogelijkheden. Informatisering
komt tot uiting in toegankelijkheid en beschikbaarheid van informatie,
informatiedichtheid en complexiteit, selecteren van informatie,
automatisering, integratie van functies etc.
Internationalisering
Internationalisering staat voor zowel de toenemende invloed van buiten
op onze eigen samenleving als het kleiner worden van de verschillen tussen
samenlevingen. Samenlevingen groeien als het ware naar elkaar toe.
We worden steeds meer wereldburger.
Internationalisering doet zich gelden in de globalisering van de economie,
cultuur en vrije tijd, Europese integratie en versterking van de invloed van
de EU, migratiebewegingen, internationale cultuur, massamobilisering etc.
Intensivering
Intensivering verwijst naar de veranderende dynamiek en de toenemen-
de betekenis van de belevingscomponent in het hedendaagse leven.
Intensivering wordt zichtbaar in een hoge waardering van beleving en
gevoel, modern hedonisme, behoefte aan variatie en verandering, toename
dynamiek, meer doen en meemaken,‘kort lontje’, toegevoegde waarde van
producten, ‘oppimpen’, tijdsdruk, onthaasting etc.
8Trendrapport ’s-HertogenboschDe vijf I’s als algemene duurzame trends
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:26 Pagina 8
3 Ontwikkeling Bossche bevolking
Groei bevolking door woningbouw
Het aantal inwoners van ’s-Hertogenbosch groeit van 134.000 in 2005
naar 154.700 in 2025, er van uitgaande dat er in die periode zo’n 15.000
woningen bijgebouwd worden. Deze groei is vergelijkbaar met die in de afge-
lopen 20 jaar: in 1985 waren er 113.600 inwoners (inclusief Rosmalen) en er
zijn sindsdien ruim 16.000 huizen bijgekomen.
In de achterliggende decennia kwam het grootste deel van de toename door
natuurlijke groei van de bevolking. In de komende decennia neemt de
natuurlijke groei steeds verder af doordat het sterftecijfer stijgt als gevolg
van de vergrijzing. De natuurlijke aanwas daalt dan ook van 530 naar
190 per jaar. Tweederde van de groei tot 2025 wordt dan ook veroorzaakt
doordat zich meer personen in de gemeente vestigen dan er weggaan. De
migratoire groei bedraagt gemiddeld 650 personen per jaar. Per saldo levert
dat elk jaar een flink vestigingsoverschot op van mensen tussen 15 en 30
jaar. Daartegenover staat een vertrekoverschot van kinderen, van dertigers
en van 75-plussers. De toestroom van jonge mensen houdt bovendien het
aantal geboorten op peil.
Bijna alle leeftijdsgroepen nemen in omvang toe
Door de bevolkingspiramides van 2005 en 2025 te vergelijken wordt de
bevolkingstoename goed zichtbaar. Ook blijkt, dat de toename zich voordoet
bij bijna alle leeftijden. Alleen de 35 t/m 44-jarigen nemen iets in aantal af.
De groei is het sterkst bij twee groepen: die van 20-29 en die van 50-79 jaar.
9Trendrapport ’s-HertogenboschOntwikkeling Bossche bevolking
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:26 Pagina 9
Forse groei van het aantal ouderen
Zoals overal, zijn ook in ’s-Hertogenbosch de gevolgen merkbaar van de
naoorlogse geboortegolf en de sterke daling van het aantal geboorten sinds
begin jaren zeventig. Ook hier gaat de bevolking sterk vergrijzen in de
komende decennia.
Over 20 jaar zal ’s-Hertogenbosch, net als heel Nederland, ruim anderhalf
maal zoveel 65-plussers tellen als in 2005. Dat zijn meer dan 9.000 ouderen
die erbij komen, bovenop het huidige aantal van 17.400.
Maar relatief gezien valt het enigszins mee. Dat komt door de forse groei van
’s-Hertogenbosch, vooral door migratie, die ervoor zorgt dat het percentage
65-plussers slechts beperkt stijgt: van 13% naar 17% van de bevolking. In heel
Nederland gaat het percentage omhoog van 14% naar 21%.
De meest zorgbehoevende groep is die van de 75-plussers. Deze groeit relatief
gezien nog trager in ’s-Hertogenbosch: van 5,5% nu naar 7% over 20 jaar, in
Nederland van 6% naar 9%. Hier speelt een rol dat er meer 75-plussers de
gemeente verlaten dan er binnenkomen.
Bevolkingssamenstelling in 2025 niet langer afspiegeling van
de Nederlandse bevolking
De leeftijdsopbouw van de bevolking van ’s-Hertogenbosch vormt in 2005
een redelijk goede afspiegeling van die van de Nederlandse bevolking. Alleen
heeft ’s-Hertogenbosch relatief wat minder jongeren tot 20 jaar, maar aan de
andere kant zijn er iets meer mensen van 25 tot 40 jaar.
Dat gaat veranderen in de komende decennia.
10Trendrapport ’s-HertogenboschOntwikkeling Bossche bevolking
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:26 Pagina 10
De groei van de Bossche bevolking wordt gedomineerd door een voortduren-
de netto instroom van personen tussen de 15 en 30 jaar. Een deel van hen
later weer uit de gemeente, maar een ander deel blijft in ’s-Hertogenbosch.
Tussen 2005 en 2025 worden ook zij ouder, zodat veel van de nieuwkomers
uit de beginperiode rond 2025 de veertig zijn gepasseerd. Bovendien zorgen
de nieuwkomers ervoor, dat het aantal geboorten enigszins stijgt.
De groei voorkomt dat de bevolkingssamenstelling te eenzijdig wordt,
met veel ouderen en weinig jongeren.
Demografische druk neemt toe
Tussen 2005 en 2025 stijgt het percentage 65-plussers als aandeel van
de 20-64-jarigen van 20 naar bijna 28. De druk van de 0-19-jarigen blijft in
de toekomst vrijwel constant met rond 35 procent. De totale druk van
zowel 0-19-jarigen als 65-plussers stijgt van ruim 56 procent nu naar zo’n
62 procent in 2025. Daarmee is de druk van het niet-werkende deel van de
bevolking op de zogenaamde ‘productieve’ leeftijdsgroep van 20-64 jaar in
’s-Hertogenbosch aanmerkelijk gunstiger dan het landelijke beeld. Dit geldt
zowel voor de jongeren als de ouderen.
Steeds meer eenpersoonshuishoudens
De bevolkingsontwikkeling is uiteraard ook bepalend voor de toekomsti-
ge huishoudenssamenstelling.
In 2005 wonen er ruim 60.500 particuliere huishoudens in ’s-Hertogenbosch:
22.500 eenpersoonshuishoudens en 38.000 meerpersoonshuishoudens,
waarvan ruim de helft een huishouden met kinderen is. Bijna 80% van de
eenpersoonshuishoudens bewoont als alleenstaande een woning. Vooral bij
jongeren is dat percentage een stuk lager: zij bewonen vaak gezamenlijk
met anderen een woonruimte. Meerpersoonshuishoudens wonen nagenoeg
allemaal zelfstandig in een huis.
Verdergaande individualisering en vergrijzing zorgen ervoor dat het aantal
eenpersoonshuishoudens in de stad met circa 40% zal toenemen tot 32.000
in 2025.
11Trendrapport ’s-HertogenboschOntwikkeling Bossche bevolking
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:26 Pagina 11
Tweederde van de extra huishoudens bewoont als
alleenstaande een woning
Maar terwijl landelijk het aantal meerpersoonshuishoudens nauwelijks
groeit, zullen het er in ’s-Hertogenbosch 15% meer zijn: 43.500. Dat komt
natuurlijk omdat zich veel jongeren in de stad vestigen, waardoor ook de
vergrijzing relatief gezien minder hard gaat en waardoor gezinsvorming
blijft optreden.
Het aantal van 9.500 eenpersoonshuishoudens dat erbij komt, resulteert in
een even groot aantal mensen die alleen in een woning wonen.
Toename allochtone bevolkingsgroep
Het aantal allochtonen zal tussen nu en 2025 groeien van 13.100 (10%)
naar ca. 18.000 (12%). Van deze groei wordt 80% veroorzaakt door het
toegenomen aantal allochtonen van de 2e generatie. Daarmee is deze groep
groter geworden dan die van de 1e generatie.
De Marokkaanse bevolkingsgroep blijft de grootste, gevolgd door inwoners
met een Turkse, Surinaamse en Antilliaanse achtergrond.
Grote verschillen tussen de wijken
Van de 12 wijken in ’s-Hertogenbosch is De Groote Wielen helemaal
nieuw. Daar worden 4.300 woningen gebouwd tussen 2005 en 2015 en in de
jaren daarna nog eens 2.000. In 2025 zal de wijk onderdak bieden aan 16.500
inwoners. In de overige 11 wijken tezamen worden in deze periode 8.900
woningen bijgebouwd en groeit de bevolking met slechts 4.200 personen.
Een groot deel van de extra woningen moet hier de toename van het aantal
kleine huishoudens opvangen. Alle andere wijken blijven stabiel of groeien
qua inwoners, alleen Maaspoort gaat krimpen als gevolg van ontgroening.
Maar ook in de samenstelling van de bevolking in de wijken doen zich
grote veranderingen voor. Zo zal in Maaspoort en in Rosmalen Noord het
aantal kinderen sterk verminderen. Aan de andere kant is er de vergrijzing
die zich overal aandient. De vraag naar seniorenwoningen en zorgvoor-
zieningen zal het grootst zijn in Rosmalen, Maaspoort en Noord.
12Trendrapport ’s-HertogenboschOntwikkeling Bossche bevolking
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:26 Pagina 12
13Trendrapport ’s-HertogenboschOntwikkeling Bossche bevolking
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:26 Pagina 13
4 Sociaal-culturele ontwikkelingen
Hoog opleidingsniveau, maar ook hoge schooluitval
Het opleidingsniveau in ’s-Hertogenbosch is relatief hoog; in de periode
2000-2002 had 37% van de Bosschenaren een HBO- of WO-opleiding tegen
32% in de andere grote Nederlandse steden en 30% in de Brabantse steden.
De vraag naar hooggekwalificeerd werk zal verder toenemen. Het opleidings-
niveau stijgt weliswaar mee, maar niet hard genoeg. Het aandeel van de
bevolking dat lager of gemiddeld is opgeleid zal slechts langzaam dalen.
De verwachting is dat een steeds groter deel van deze groep moeite zal
hebben om werk te vinden en te houden.
Het bezoek van kinderen aan voorschoolse voorzieningen in de stad is
vrij stabiel. De deelname aan peuterspeelzalen is iets minder geworden, maar
aan kinderdagverblijven juist enigszins meer. Onze stad scoort t.o.v. andere
steden gemiddeld in het aantal kindplaatsen in de dagopvang. Van de kin-
deren die naar het primair onderwijs gaan, heeft ongeveer 25% een achter-
stand. Dat is overigens in vergelijking met andere steden nog een vrij gunsti-
ge score. In het voortgezet onderwijs dreigt uitval onder kwetsbare jongeren,
vooral in het VMBO. Het ongeoorloofde schoolverzuim is het afgelopen jaar
weer iets toegenomen. Het aantal jongeren tussen de 18 en 23 jaar dat voor-
tijdig het onderwijs verlaat (1.000) is nog altijd veel te hoog. Het aantal jonge-
ren dat een startkwalificatie haalt, is relatief laag. Dit geldt vooral voor
allochtone jongeren. Bovendien blijken de uitvallers steeds jonger te zijn.
In de nabije toekomst zal het aantal kinderen van 0 t/m 3 jaar (van belang
voor kinderdagverblijven en peuterspeelzalen) nauwelijks toenemen. Nu zijn
6.600 kinderen in deze leeftijd, in 2025 6.800. Wel treden er binnen
14Trendrapport ’s-HertogenboschSociaal-culturele ontwikkelingen
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:26 Pagina 14
’s-Hertogenbosch grote verschuivingen op. De Groote Wielen zorgt voor een
enorme groei en de afname zit vooral in Maaspoort. Als gevolg van deze ver-
schuivingen zal een aantal voorzieningen moeten meeverhuizen met de vraag.
Er zal een lichte stijging zijn van het aantal basisschoolleerlingen van 12.700
nu naar 13.300 in 2025. In de meeste wijken treedt een daling op of er is
sprake van stabilisatie. De grootste daling doet zich voor in Maaspoort en
Rosmalen Noord, terwijl de groei uiteraard vooral in De Groote Wielen zit.
De groep leerlingen voor het voortgezet onderwijs zal met zo’n 5% groeien
van 9.000 nu naar 9.500 in 2025. De groei vindt natuurlijk plaats in De
Groote Wielen. De wijken Maaspoort, Noord en Rosmalen Noord laten een
terugloop zien, terwijl elders de situatie stabiliseert.
De jongerenpopulatie voor MBO en HBO groeit met zo’n 10% van 7.800 nu
naar 8.700 in 2025. Bijna de helft van hen volgt een vervolgopleiding; een
kwart aan één van de Bossche MBO- en HBO-instellingen, een kwart elders.
Behalve in De Groote Wielen zit de groei vooral in West, Empel, Engelen
en Rosmalen Noord.
Sociale samenhang in buurt verzwakt
In de sociale leefwereld van de Bosschenaar is onder invloed van met
name de individualiserings- en internationaliseringstendens een duidelijke
verschuiving opgetreden van buurtniveau naar global village2.
Informatisering zorgt voor een overgang van territoriale (gebiedsgerichte)
gemeenschappen naar digitale communities3. De sociale samenhang in de
buurt verzwakt. Zo is bijvoorbeeld het aantal buurtcontacten4 vanaf de
eeuwwisseling gedaald van 43% naar 29% in 2004. In de aandachtsgebieden
komt dit percentage nog lager uit. Ouderen zijn contactrijker in de buurt
dan jongeren.
2 De wereld is een dorp geworden als gevolg van nieuwe technologieën.3 Digitale platforms voor bestaande en nieuwe netwerken om, zonodig wereldwijd, informatie uit te wisselen.4 Percentage inwoners dat het (helemaal) eens is met de stelling: “Ik heb veel contact met andere buurtbewoners”.
15Trendrapport ’s-HertogenboschSociaal-culturele ontwikkelingen
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 15
Het rapportcijfer voor de sociale kwaliteit van de woonomgeving in
’s-Hertogenbosch is sinds 1996 gedaald van 6,7 naar 6,1 in 2003/2004.
Dit is een score rond het gemiddelde van de middelgrote steden. De GSB-
aandachtsgebieden kennen een opvallende lage score op sociale cohesie (5,3).
De score op de sociaal-economische index5 is beter. De stad neemt een
veertiende plaats in onder de 50 grootste steden van Nederland. Daarmee is
de sociaal-economische positie sinds 1994 aanmerkelijk verbeterd.
Achterstanden in inburgering
In ’s-Hertogenbosch wonen ongeveer 13.000 niet-westerse allochtonen
(10% van het totaal aantal inwoners). Sinds 1998 hebben 1.200 personen deel-
genomen aan inburgeringstrajecten. Voor zo’n 10% tot 15% van hen geldt dat
ze een dusdanig niveau hebben bereikt dat ze worden vrijgesteld van de
plicht tot inburgering in het kader van de Wet Inburgering. Er is dus nog
steeds sprake van serieuze achterstanden.
Dreigende sociale uitval
Het gemiddeld besteedbare inkomen per huishouden lag in
’s-Hertogenbosch in 2002 met 30.400 euro in de buurt van het landelijke
gemiddelde. Hiermee scoort de stad goed in vergelijking met andere grote
Brabantse en Nederlandse steden. Wel is er sprake van een groeiende armoe-
de en die loopt ook sneller op dan het landelijke gemiddelde. In 2005 had
11,2% van de huishoudens in ’s-Hertogenbosch (=6.500 huishoudens) een laag
inkomen6. In 2002 was dit nog 9%. De lage inkomensgrens vertegenwoordigt
voor alle huishoudens hetzelfde welvaartsniveau en lag in 2003 op voor een
alleenstaande op 10,2 duizend euro. Voor andere typen huishoudens is de
lage inkomensgrens vastgesteld door een opslagfactor toe te passen, die is
gebaseerd op de feitelijke extra kosten van huishoudens met een andere
omvang en samenstelling. Na 2003 is gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling.
5 Bijstand, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, armoede, laagopgeleiden, participatie vrouwen,
banen en groeisectoren.6 Minder dan 105% van het sociaal minimum.
16Trendrapport ’s-HertogenboschSociaal-culturele ontwikkelingen
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 16
De armoede doet zich vooral voor bij de eenoudergezinnen, eenpersoons-
huishoudens en niet westerse allochtonen.
Bosschenaren blijken in vergelijking met andere stedelingen qua bele-
ving van hun eigen geluk en gezondheid redelijk tevreden te zijn. Toch is er
sprake van een groeiende groep mensen met overgewicht of bovenmatig
alcoholgebruik ook onder steeds meer jongeren.
Tevens neemt de vereenzaming sterk toe, vooral onder ouderen, alleen-
staanden, allochtonen, uitkeringsgerechtigden en lager opgeleiden (vaak is
er sprake van een cumulatie). Zo’n 5% van de Bosschenaren heeft minder
dan een maal per maand contact met anderen.
In 2005 hadden ongeveer 25.000 Bosschenaren (19%) tijdelijke of permanente
zorg of maatschappelijke ondersteuning nodig. In 2015 zal dit aantal zijn
gestegen tot ruim 30.000 (23%). Dit is een toename met meer dan 20%.
Vooral de toename van het aantal (kwetsbare) ouderen ligt ten grondslag
aan deze groei. In Rosmalen en Maaspoort zal een verdubbeling van de
vraag naar zorgvoorzieningen optreden. Ook in West en Noord zal de vraag
naar zorgvoorzieningen sterk toenemen. De wijk Zuidoost kent al een voor-
zieningenniveau dat is afgestemd op een omvangrijke seniorenpopulatie.
Hier is de toename van het aantal ouderen zeer gering.
17Trendrapport ’s-HertogenboschSociaal-culturele ontwikkelingen
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 17
Op dit moment behoren tot de categorie potentiële kwetsbare burgers in
’s-Hertogenbosch 15.000 gehandicapten, 1.700 kwetsbare jongeren,
16.500 kwetsbare ouderen, 400 dak- en thuislozen en 1.500 overbelaste
mantelzorgers. Alle signalen wijzen erop dat deze aantallen in de toekomst
alleen maar zullen toenemen.
De extramuralisering 7 leidt in de stad tot een specifieke woningbouw
opgave tot 2020 van 1.500 woningen in de categorie ‘extramuraal’ wonen
ofwel ‘seniorenplus woningen’.
De vraag naar welzijnsvoorzieningen en zorgvoorzieningen (niet-AWBZ)
stijgt met 7% tussen nu en 2015. De vraag naar AWBZ-zorg, zoals huis-
houdelijke verzorging, ondersteunende en activerende begeleiding,
verdubbelt bijna in dezelfde periode.
Ongeveer een op de drie Bosschenaren doet vrijwilligerswerk. Ouderen
zijn oververtegenwoordigd. Recente landelijke onderzoeken wijzen erop
dat de bereidheid om vrijwilligerswerk te verrichten in de toekomst zal
afnemen. Vooral jongeren tonen weinig animo. Hoewel mensen nog steeds
bereid zijn zich als vrijwilliger in te zetten, zijn de voorwaarden waaronder
sterk aan verandering onderhevig. Het belang van altruïsme als dominante
drijfveer om actief te zijn als vrijwilliger neemt af.
Ongeveer 18% van de Bosschenaren verricht mantelzorg. De druk op het
vrijwilligerswerk en de mantelzorg neemt tot 2015 sterk toe als gevolg van
de stijgende vraag naar zorg en maatschappelijke ondersteuning.
Sportief en steeds sportiever
De maatschappelijke inbedding van sport impliceert dat ontwikkelingen
als individualisering, informalisering, commercialisering en schaal-
vergroting niet aan haar voorbij gaan. Nog steeds is de sport in
’s-Hertogenbosch met haar vele verenigingsleden en vrijwilligers een
cruciale bindende factor. De afgelopen jaren is het percentage sporters in
de stad alleen maar gestegen. Deze score ligt duidelijk boven het
Nederlandse gemiddelde en is ook veel hoger dan voor een aantal andere
grote steden. ‘s-Hertogenbosch is eigenlijk steeds sportiever geworden.
Ruim de helft van de sporters doet dat in verenigingsverband.
Wel treedt duidelijk een verschuiving op van georganiseerd naar
ongeorganiseerd sporten. Met name individuele sporten als fitness, golf,
fietsen, skeeleren/skaten, zwemmen, schaatsen en joggen zijn sterk in
opkomst. Tegelijk heeft zich een nieuw aanbod ontwikkeld. Inspelend op
een koopkrachtiger en veeleisender sportpubliek bieden ondernemers
7 Het sturen op de vrijwel volledige afbouw van verzorgd wonen binnen instellingen.
18Trendrapport ’s-HertogenboschSociaal-culturele ontwikkelingen
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 18
commerciële faciliteiten aan om te sporten en te bewegen, die op afroep
beschikbaar zijn. Daarbij verschuiven ook de aard en de functie van de
sportbeoefening. Deze aard is minder terug te vinden in de onderlinge
wedijver in formele competities en meer in de intrinsieke beleving van
de tak van sport zelf of in het onderhouden (in conditie blijven) van het
eigen lichaam.
Door de vergrijzing zullen de komende jaren vooral sporten die bij ouderen
populair zijn, zoals wandelen, fietsen, zwemmen en golf meer in de belang-
stelling komen staan.
Hoewel de toenemende aandacht voor de volksgezondheid, de campagnes die
de overheid voert voor een gezondere leefstijl en de stappen die verzekeraars
zetten op dit terrein doen vermoeden dat het maatschappelijke bewustzijn
van het belang van sport en bewegen voor de gezondheid zal stijgen en dus
daadwerkelijk zal resulteren in actiever worden, bewijst recent onderzoek
juist het tegendeel. Onze leefstijl wordt steeds ongezonder en het bewegen
komt onder druk te staan.
Hoge cultuurparticipatie, maar dalende tendens
Wanneer ’s-Hertogenbosch wordt vergeleken met een aantal andere
steden, bevindt de gemeente zich samen met Maastricht en Nijmegen, in
de top 3 wat betreft cultuurparticipatie8 door inwoners.
De deelname aan cultuur in ’s-Hertogenbosch is de afgelopen jaren echter
gedaald. Deze afname heeft vooral plaatsgevonden onder groepen die wat
dit betreft al zwak stonden (jongeren, laag opgeleiden en lage inkomens).
Niet bekend is of deze ontwikkeling zich ook in andere steden heeft
voorgedaan. Hiermee is de reeds bestaande tweedeling met betrekking
tot cultuurdeelname in de Bossche maatschappij groter geworden. Eén
positieve uitzondering: Jongeren bezoeken, bioscoopbezoek uitgezonderd,
meer lokale culturele voorstellingen dan een aantal jaren terug.
8 Betreft bezoek (zowel eigen stad als daarbuiten) aan: podiumkunsten en cultureel erfgoed.
19Trendrapport ’s-HertogenboschSociaal-culturele ontwikkelingen
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 19
Ook met betrekking tot de amateurkunst, is de deelname door jongeren,
laag opgeleiden en Bosschenaren met een laag inkomen, ten opzichte van
2001 gedaald. Daar waar 65% van de jongeren tot 24 jaar in 2001 iets aan
amateur cultuur deed, is dit aandeel gedaald tot 50% in 2004.
In het culturele profiel van de stad nemen vooral het culturele erfgoed en
de vele (grootschalige) evenementen een dominante positie in.
Overigens laten de effecten van nieuwe culturele voorzieningen als de
Verkadefabriek, The Factory en SM’s zich nog niet volledig duiden.
Hoewel een toenemend opleidingsniveau het cultuurbereik bevordert, zal
in de komende jaren ook de competitie om de vrije tijd blijven stijgen. Het
vooruitzicht van het cultuurbereik ligt dan ook besloten in het toekomstige
evenwicht in de spanning tussen deze twee ontwikkelingen.
Stabiel beeld leefbaarheid en wisselend veiligheidsbeeld
’s-Hertogenbosch staat landelijk gezien op een zesde positie in de rang-
orde van slecht naar beter scorende Nederlandse gemeenten ten aanzien van
veiligheid. Dit op basis van politiecijfers over 2004. De zesde positie van
’s-Hertogenbosch is vooral te wijten aan het grote aantal vermogensdelicten,
waaronder auto-inbraken (positie 2), autodiefstal (positie 7), woninginbraken
(positie 3) en winkeldiefstal (positie 7).
20Trendrapport ’s-HertogenboschSociaal-culturele ontwikkelingen
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 20
21Trendrapport ’s-HertogenboschSociaal-culturele ontwikkelingen
Overlast en criminaliteit vinden vaak plaats door jongeren. In de
criminaliteitscijfers zijn niet westerse allochtone (vooral Marokkaanse)
jongeren sterk oververtegenwoordigd.
De laatste jaren zijn, in lijn met de landelijke ontwikkelingen, de (beleids)-
inspanningen op het gebied van veiligheid in de stad geïntensiveerd. De vei-
ligheidssituatie in de stad heeft dan ook het afgelopen jaar een positieve ont-
wikkeling doorgemaakt. De index staat, na een dieptepunt in 2003, weer op
eenzelfde niveau als in 2002. Verbeteringen deden zich met name voor ten
aanzien van onveiligheidsgevoelens, drugsoverlast, ‘schoon en heel’ en
verkeer.
In de GSB-aandachtsgebieden laat het veiligheidsindexcijfer de laatste jaren
verhoudingsgewijs een enigszins positievere ontwikkeling zien dan de stad
als totaal. Desondanks staan de GSB-aandachtsgebieden er gezamenlijk nog
steeds slechter voor dan de afzonderlijke wijken in de gemeente (uitgezon-
derd de Binnenstad). Een aantal opvallende zaken waaruit de slechtere posi-
tie van de GSB-aandachtsgebieden blijkt, is een twee keer zo hoge score dan
gemiddeld op: het aantal inwoners dat zich vaak onveilig voelt in de eigen
buurt, huiselijk geweld en drugsoverlast.
De ontwikkeling van de informatisering geeft aanleiding tot geheel
nieuwe vormen van criminaliteit, maar maakt tevens de bestrijding van
criminaliteit in het algemeen beter mogelijk door nieuwe opsporingstech-
nieken, beveiligingsmogelijkheden en de koppeling van gegevensbestanden.
Verwacht wordt dat de criminaliteit in de toekomst sterk zal lijken op de
criminaliteit van nu. Zij zal instrumenteel (financieel gewin) of expressief
door de intensivering van de beleving (geweld, agressie) van karakter zijn.
De daders zullen vooral jongeren zijn en daarnaast carrièrecriminelen.
Bovendien zal de dreiging van overtuigingsmisdadigers groter worden.
Voor het gemeentelijke beleid is het besef van belang dat burgers enerzijds
niet veel vertrouwen hebben in de huidige instituties van politie en justitie
en anderzijds verwachten dat criminaliteit en onveiligheid in de toekomst
sterk toenemen.
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 21
De Bosschenaar beoordeelt de leefbaarheid van de buurt met het
rapportcijfer 7,1. Wat de fysieke kwaliteit van de woonomgeving
(verloedering) betreft, scoort ’s-Hertogenbosch temidden van andere
steden gemiddeld. Tussen 2000 en 2004 is de mate van verloedering9 in
’s-Hertogenbosch op een gelijk niveau gebleven.
De belangrijkste problemen in de eigen buurt die volgens bewoners met
voorrang moeten worden aangepakt, zijn achtereenvolgens: rommel op
straat (zwerfvuil), overlast parkeren, verkeersveiligheid, hondenpoep en
overlast van (hang)jongeren. Daar waar het met de rommel op straat,
hondenpoep en verkeersveiligheid de goede kant op lijkt te gaan, is de
parkeerproblematiek evenals de jeugdproblematiek de afgelopen twee
jaar toegenomen.
9 Hondenpoep, rommel op straat, bekladding van muren, vernieling.
22Trendrapport ’s-HertogenboschSociaal-culturele ontwikkelingen
trendrapport_1.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 22
5 Ruimtelijke ontwikkelingen
Naar een netwerkstad en meer en intensiever ruimtegebruik
Alle voornoemde algemene trends hebben ook gevolgen voor het ruimte-
lijke beleid en zijn concepten. Zo zal de bevolkingsontwikkeling (incl. huis-
houdensverdunning) leiden tot fors meer ruimtegebruik. De banden van
individuen met de directe sociale en fysieke omgeving worden losser of in
ieder geval minder exclusief. Voorts worden de identiteit en leefstijl steeds
belangrijker bij de keuze van de woonplek. Dit zal zich nog nadrukkelijker
gaan voordoen als de keuzevrijheid op de woningmarkt groter wordt, wan-
neer bijvoorbeeld het woningaanbod in de toekomst toeneemt. Ook ontstaat
er behoefte aan een grotere belevingswaarde van de (openbare) ruimte en
aan duurzaamheid. Bovendien zal de vrijetijdssector steeds belangrijker wor-
den, ook in ruimtelijke zin. Temeer omdat de vrijetijdssector sterk aan
schaalvergroting onderhevig is. Met name de voortgaande internationalise-
ring en het functioneren in grotere ruimtelijke verbanden stellen steeds
hogere eisen aan het bepalen van de eigen positie en identiteit van de stad.
De beschreven algemene trends komen samen in het begrip netwerksamen-
leving en in het verlengde daarvan in de term netwerkstad. Begrippen die in
de nabije toekomst voor de stad steeds belangrijker worden. Er ontstaan
steeds meer pluriforme netwerken op een wisselend schaalniveau, zoals
Waalboss, Brabantstad, Zuid-Nederland, A2-zone veelal gestoeld op een
taakgerichte samenwerking. Zo heeft het nijpende ruimtegebrek in
’s-Hertogenbosch geleid tot de netwerkstad Waalboss. Deel uitmakend van
23Trendrapport ’s-HertogenboschRuimtelijke ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 23
deze netwerken krijgen de eigen kleur en identiteit van de stad steeds meer
betekenis. Niet alleen economisch gevoed, maar ook als aantrekkelijke
woonstad met veel voorzieningen en een rijke cultuurhistorie.
In het recente verleden werd er een strikt onderscheid gemaakt tussen
stad en platteland. Denk bijvoorbeeld aan de rode en groene contouren uit
de vijfde nota Ruimtelijke Ordening. In de nabije toekomst zullen de ‘rode,
groene en blauwe functies’ minder met de rug naar elkaar staan, maar
steeds meer in samenhang tot ontwikkeling worden gebracht.
De rode, groene en blauwe netwerken overstijgen het gemeentelijke
schaalniveau, waardoor er sprake zal zijn van meer toenadering tussen ‘stad’
en ‘land’. De tegenstelling tussen stad en land zal steeds meer vervagen. Voor
onze stad zijn er daarom mogelijkheden om zich zowel tot ‘compacte stad’
als ‘landstad’ te ontwikkelen met aandacht voor stedelijk èn suburbaan/
landelijk wonen, waaraan volgens recent onderzoek steeds meer behoefte
zal bestaan.
24Trendrapport ’s-HertogenboschRuimtelijke ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 24
De hiermee gepaard gaande overgang in de ruimtelijke ordening van
meer toelatingsplanologie (in plannen aangeven wat mag en wat niet mag)
naar meer ontwikkelingsplanologie (in plannen inspelen op de verwachte
maatschappelijke dynamiek op langere termijn, waarbij de verschillende
ruimtebehoeften op een innovatieve manier met elkaar worden verbonden
en steunend op een actieve inbreng van alle belanghebbenden) kan hierbij
goede diensten bewijzen.
De komende jaren zal er ook meer aandacht gevraagd worden voor
situationeel en meervoudig ruimtegebruik dat op een efficiënte wijze
veranderingen mogelijk maakt. Vanwege ontwikkelingen als veroudering,
individualisering, intensivering en informatisering moet het ruimtegebruik
in tijd gezien steeds sneller aangepast worden en dat vereist de nodige
flexibiliteit. Zo moet de woning ‘mee kunnen groeien’ met het huishouden.
Verkeersstraten moeten kunnen worden omgezet in speelstraten en vice
versa. De binnenstad vervult een belangrijke functie als decor voor steeds
wisselende evenementen en activiteiten, hetgeen nauw samenhangt met
een intensivering van het ruimtegebruik.
Nieuw en bestaand zullen steeds meer hand in hand gaan. Enerzijds krij-
gen we te maken met doorgaande veranderingen en verdwijnende functies
(demografische ontwikkelingen, verdwijnende bedrijven en voorzieningen,
functieveranderingen zoals de Verkadefabriek). Anderzijds doen zich ook
nieuwe toevoegingen voor als gevolg van de toekomstige ruimtevraag. Dit
alles geeft ook nieuwe impulsen in buurten en wijken, waardoor ze beter
in balans blijven. Dit vraagt echter wel om meer visievorming voor de duur-
zame ontwikkeling van alle Bossche wijken i.c. het meer levensloopbestendig
maken van de wijken.
Meer passende woningen en woonmilieus
De waardering voor het wonen in ’s-Hertogenbosch is al jarenlang
hoog. In 2004 scoorde de stad als vierde beste woonstad van Nederland. Qua
huizenprijzen neemt de gemeente dan ook een top tien positie in binnen
de vijftig grootste steden met de hoogste huizenprijzen buiten de randstad.
Dit wordt mede ingegeven door de krapte op de woningmarkt.
Tot 2025 moeten er nog zo’n 15.000 woningen worden bijgebouwd. 9.000
Woningen zijn voor de eigen inwoners, 6.000 woningen voor mensen van
elders. De gemiddelde woningbezetting zal nog verder dalen van 2,33
personen nu naar 2,12 in 2025.
Een substantieel deel van de nieuwbouw circa 6.000 woningen is gepland
in De Groote Wielen. De overige 9.000 nieuwe woningen zijn voor het
merendeel geconcentreerd in de westelijke spoorzone en de A2-zone. In
de komende jaren zal een blijvend stijgend aandeel binnen de nieuwbouw
25Trendrapport ’s-HertogenboschRuimtelijke ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 25
worden gerealiseerd in het kader van de herstructurering van stadswijken,
waarmee de vervanging van de na-oorlogse woningbouw goed op gang
begint te komen.
Gelet op de toenemende differentiatie in leefstijlen en branding in wijken
zal in de nabije toekomst het accent meer liggen op het eigen karakter van
de onderscheiden drie hoofdwoonmilieus in onze stad, te weten centrum-
stedelijk -,buitencentrum - en groenstedelijk milieu met alle verdere
gradaties van dien en met bijzondere aandacht voor senioren en starters.
De toenemende individualisering en vergrijzing leiden tot meer en
kleinere huishoudens die echter ook om steeds meer woonruimte vragen. De
verdergaande individualisering binnen het gezin heeft een grotere behoefte
aan ruime woningen met flink wat eigen ruimte per gezinslid tot gevolg.
In de praktijk betekent dat voor nieuwbouwwoningen grotere woningen op
kleine kavels. Een hoge waardering van de privacy wordt steeds belangrijker.
Informalisering leidt tot een flexibeler gebruik van de woning.
Alleenstaanden kampen steeds meer met de betaalbaarheid van hun
woning. In de komende jaren bestaat er in onze stad vooral een grote behoef-
te aan passende woningen voor senioren en betaalbare koopwoningen voor
starters en huurders.
26Trendrapport ’s-HertogenboschRuimtelijke ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 26
De woonwensen voor de toekomst gaan vooral in de richting van meer
van hetzelfde: nieuwere ruime flexibele huizen, bijdetijdse domotica, (bad,
keuken en tuin) inrichting als ‘roerende’ zaken, grotere kavels en meer
parkeermogelijkheden. Er zal een verdergaande intensivering van de woon-
beleving plaatsvinden. De woning wordt meer en meer gezien als vorm van
zelfexpressie.
Wonen is een dure voorziening en dat roept de vraag op welke begrenzingen
financieel en dus ook ruimtelijk worden gesteld aan de woonwensen en
woonbehoefte van de Bossche bevolking.
Dreigende verstopping (binnen)stad
De afgelopen jaren is de mobiliteit sterk gestegen. Ook in de nabije toe-
komst zal de mobiliteit blijven toenemen, onder meer door de groei van de
stad en een nog steeds stijgend autobezit. Tot 2025 vermeerdert het wagen-
park in onze stad met circa eenderde. De modal split10 heeft de afgelopen
jaren nauwelijks wijzigingen ondergaan en zal naar verwachting ook in de
nabije toekomst niet substantieel veranderen.
10 De verdeling van de verplaatsingen over de vervoerwijzen.
27Trendrapport ’s-HertogenboschRuimtelijke ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 27
Door deze aanzienlijke groei van de mobiliteit zal het een complexe
opgave worden om enerzijds de bereikbaarheid van de stad te kunnen garan-
deren en anderzijds invulling te geven aan de steeds strenger wordende eisen
voor de leefbaarheidsaspecten luchtkwaliteit en geluidhinder. Verstopping
van de stad wordt steeds meer voelbaar. De knelpunten manifesteren zich
vooral in en rond de binnenstad en aan de rand van de stad in aansluiting op
het hoofdwegennet.
Het gebruik van de transferia groeit voorspoedig. Met het perfectioneren
van de fietsinfrastructuur en de openbaar vervoerverbindingen tussen
transferia (eigen infra, conflictvrij, comfortabel, hoogfrequent, milieuvrien-
delijke vervoermiddelen) en vooral de binnenstad zal het gebruik alleen
maar toenemen.
Meer water en luchtkwaliteit onder druk
Duurzaamheid gaat in essentie over de kwaliteit van leven en de
mogelijkheden om die kwaliteit in de toekomst te handhaven. Het vraagstuk
van de steeds schaarser wordende fossiele energiebronnen is al langer een
belangrijk aandachtspunt. Zo wordt er aandacht besteed aan duurzaamheid
in de woningbouw en op bedrijvenlocaties, er wordt gezocht naar mogelijk-
heden van windenergie en in de eigen gemeentelijke gebouwen worden de
nodige energiezuinige maatregelen getroffen.
De kwestie van de klimaatverandering en de stijgende waterspiegels lijkt
de ver van mijn bed show, maar deze bewegingen zijn door de ligging van
’s-Hertogenbosch in een delta (“putje van Brabant”) hoogst relevant. Om
deze problematiek het hoofd te kunnen bieden, zal de komende tijd moeten
worden ingezet op lange termijn projecten als regionale waterberging,
hoogwaterbescherming, een geactualiseerd gemeentelijk riolerings- en
baggerplan e.d. Het toenemende wateroppervlak in wijken de komende jaren
als gevolg van de waterberging (in sommige wijken treedt een verdubbeling
28Trendrapport ’s-HertogenboschRuimtelijke ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 28
op van het wateroppervlak!) geeft ook kansen in de sfeer van de beleving
van de woonkwaliteit in de openbare ruimte.
In veel grote steden staat de luchtkwaliteit onder druk. In de Randstad en
Noord-Brabant is de lucht relatief gezien meer verontreinigd dan in de rest
van Nederland. Europese regels dwingen overheden de luchtkwaliteit te
verbeteren. Behalve tot effecten op de gezondheid leidt een slechte lucht-
kwaliteit ook tot vertraging of het stopzetten van bouwplannen en het
aanleggen van wegen.
De luchtverontreiniging wordt onder meer veroorzaakt door autoverkeer
en is afkomstig van import vanuit het buitenland en nationale en lokale
bijdragen. Met een gezamenlijke Europese, nationale en lokale aanpak krijgt
de verbetering van de luchtkwaliteit de komende jaren topprioriteit.
29Trendrapport ’s-HertogenboschEconomische ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 29
6 Economische ontwikkelingen
Blijvend sterke economische positie
’s-Hertogenbosch staat qua economische prestaties al jarenlang in de
top tien van Nederland. In 2004 nam onze stad een vijfde plaats in. Een
dergelijke lijst voor de grote steden levert zelfs de eerste plaats op. Daarmee
is ’s-Hertogenbosch een toplocatie in Nederland. Overigens is de recessie van de
afgelopen jaren wel zichtbaar. De prestaties tussen steden onderling lopen
minder ver uiteen dan in de jaren negentig van de vorige eeuw toen er nog
sprake was van hoogconjunctuur. Sterke groei is schaars gebleken.
Na jaren in zwaar weer te hebben gezeten, laat de economie op dit moment
weer enige lichtpuntjes zien. De werkloosheid daalt, het aantal vacatures stijgt,
de beurs bloeit opnieuw op, de economie groeit meer dan verwacht (vooral
dankzij de export) en het vertrouwen van ondernemers en consumenten neemt
weer ietsje toe, alhoewel de pessimisten nog altijd de overhand hebben.
Naar een kennis-, diensten- en creatieve stad
Onder meer vanwege internationalisering is het karakter van de bedrijvig-
heid fundamenteel aan het veranderen, momenteel het meest zichtbaar in de
industrie. Vooral de laagwaardige productie-onderdelen binnen de maakindus-
trie verdwijnen door het verplaatsen van productievestigingen (‘offshoring’) of
door uitbesteding (‘outsourcing’) voor een deel naar lage lonenlanden in het
voormalige Oostblok en Azië. De verplaatsing van de laagwaardige maakindus-
tire vormt een bedreiging voor de onderkant van de arbeidsmarkt, maar biedt
tegelijkertijd kansen voor het behoud van andere meer hoogwaardige kennis-
activiteiten. Het is een onomkeerbaar proces, dat nauwelijks te beïnvloeden is.
30Trendrapport ’s-HertogenboschEconomische ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 30
Tegen een uurtarief van minder dan een dollar valt ook niet meer te con-
curreren. Nederland, en ook onze regio, zal het in de komende jaren dus steeds
meer moeten hebben van kennisintensieve en hoogwaardige activiteiten. Het
zal daarom moeten beschikken over een vestigingsklimaat dat kan concurreren
met dat van andere landen en regio’s in Noordwest Europa. Deze verschuiving
van industrie naar de dienstensector is ook in ’s-Hertogenbosch al jarenlang
waarneembaar, zowel in de werkgelegenheid als in het aantal vestigingen.
Binnen de benoemde speerpuntsectoren dienstverlening, (groot)handel, ICT
en kennisimpuls dienen zich qua werkgelegenheid enige bijzondere catego-
rieën aan die (hoewel ook conjunctuurgevoelig) de komende jaren aan belang
zullen winnen en tot nieuwe speerpunten kunnen uitgroeien. Kansen lijken
met name te liggen in (toegepaste) innovatieve en creatieve bedrijvigheid11.
Meer beleven, meer bezoeken
Ook in toeristisch opzicht doet ’s-Hertogenbosch het goed. In 2004 hebben
1,7 miljoen mensen tezamen ruim 5,3 miljoen bezoeken aan de stad gebracht.
In dit opzicht is ’s-Hertogenbosch een echte ontmoetingsstad. Alleen de vier
grote steden trekken meer bezoeken. De meeste bezoekers komen voor het
funshoppen. Daarbij wordt ook de horeca aangedaan.
11 In de creatieve bedrijvigheid zijn onder meer werkzaam: wetenschappers, onderzoekers,
ICT-ers, ingenieurs, architecten, radio en TV-radiomakers, journalisten, musici,
reclamemakers, fotografen, film- en videomakers, entertainers, ontwerpers, vormgevers,
schrijvers en kunstenaars.
31Trendrapport ’s-HertogenboschEconomische ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 31
Trends als vergrijzing van de babyboomers (incl. een sterke groei nog de
komende 10 jaar van het aantal vervroegd uittredenden uit het arbeids-
proces met een welgevulde beurs) en intensivering dragen ertoe bij dat het
aantal bezoeken nog aanzienlijk kan toenemen.
De landelijke ontwikkelingen in de detailhandel zijn ook in
’s-Hertogenbosch zichtbaar. De filialisering (winkels als onderdeel van een
(inter)nationale keten) zal ook de komende jaren doorzetten. Toch kent de
stad in vergelijking met andere steden nog veel kleinere winkels die zich
juist van de winkelketens proberen te onderscheiden en veelal gevestigd zijn
in de aanloopstraten van het kernwinkelgebied. Ook worden de winkels
gemiddeld steeds groter.
Was ’s-Hertogenbosch al een handels- en dienstenstad, internationalise-
ring van de economie en informatisering leiden ertoe dat ’s-Hertogenbosch
zich steeds meer ontwikkelt in de richting van een kennis- en dienstenstad.
Trends als individualisering en intensivering leiden ertoe dat de belevings-
economie sterk in opkomst is. Er is steeds meer sprake van een snel verande-
rende dynamiek en een toenemende betekenis van de belevingscomponent
van producten en diensten.
32Trendrapport ’s-HertogenboschEconomische ontwikkelingen
0
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 32
In de belevingseconomie kopen mensen als het ware hun eigen
identiteit in specifieke culturele segmenten. Met toerisme, recreatie en
creatieve bedrijvigheid als sterke troeven op dit terrein kan de positie
van ’s-Hertogenbosch als belevingsstad verder worden uitgebouwd.
Kwaliteit werklocaties steeds belangrijker
Internationalisering en informatisering hebben de laatste jaren veel
invloed gehad op de werklocaties. Zo zijn er in de (woon)wijken veel arbeids-
plaatsen bijgekomen. De pc en internet maken het van huis uit werken
steeds gemakkelijker.
Het verdwijnen van laagwaardige productie-onderdelen van de maak-
industrie zorgt ervoor dat het karakter van met name oudere bedrijven-
terreinen verandert en dat er verloedering dreigt op te treden. Voor verou-
derde bedrijventerreinen is de komende jaren een tendens waarneembaar
van intensivering en revitalisering en wellicht in sommige gevallen
functieverandering.
’s-Hertogenbosch heeft zich in de jaren negentig van de vorige eeuw
ontwikkeld tot een sterke kantorenstad. Ondanks de verschuiving naar
dienstensectoren is de opname van kantoorruimte sinds 2001 flink
afgenomen. Dit komt vooral door het terugvallen van de vraag in de
zakelijke dienstverlening en ICT als gevolg van de conjuncturele neergang.
De kantorenmarkt zit in een overgangssituatie van een aanbiedersmarkt
(met een tekort aan kantoorruimte) naar een vragersmarkt (met een over-
aanbod aan kantoorruimte). Ook in de komende jaren zal er nog sprake
zijn van leegstand. De leegstand treft zowel de bestaande kantoorpanden
als de nieuwbouw, maar de kans op leegstand is bij bestaande panden het
grootst. In het kwalitatief hoogwaardige segment is merkbaar dat de markt
weer voorzichtig begint aan te trekken. Wel is de verwachting dat de
spectaculaire uitbreiding van kantoorruimte die zich rond de eeuwwisseling
heeft voorgedaan, de komende decennia niet geëvenaard zal worden. Een
opvallende trend is dat de kantorenmarkt steeds meer een huurdersmarkt
33Trendrapport ’s-HertogenboschEconomische ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 33
lijkt te worden. Grote instellingen, zoals bijvoorbeeld het CBS sluiten
steeds meer een langjarig huurcontract met vastgoedbeleggers en project-
ontwikkelaars.
De uitgifte van bedrijventerreinen stagneert al jaren. Dit beeld is ook te
zien in de andere grote Brabantse steden. In de B5 heeft onze stad het laagste
netto oppervlak aan bedrijventerreinen. Met de komst van nieuwe bedrijven-
terreinen, zoals Treurenburg, Empel Zuid en de Groote Vliet, herstructure-
ring en verdichting van bestaande bedrijventerreinen en het aantrekken van
de economie zal dit gaan veranderen. Meer en meer wordt in de toekomst de
kwaliteit van belang. Bedrijven zullen steeds meer aantrekkelijke bedrijvenlo-
caties verwachten met nog meer aandacht voor de segmentering. Zij zullen
ook minder monofunctioneel van karakter worden. Zo zal in alle bedrijfstak-
ken een stijging van de meer kantoorhoudende werkgelegenheid optreden.
De vraag naar bedrijventerreinen neemt de komende 15 jaar nog toe, maar
wel in een lager tempo dan in de jaren negentig. Na 2020 neemt de groei
langzaam verder af.
De groei van de economie is uiteraard de belangrijkste factor achter de
ruimtevraag. Groeiende productie en uitbreiding van werkgelegenheid leiden
in de regel tot extra ruimtebehoefte en daardoor tot ruimtegebrek op de
plaats waar het bedrijf is gevestigd. Ruim tweederde van de behoefte aan
nieuwe bedrijventerreinen is het gevolg van de toename van de werkgelegen-
heid. Dat de vraag naar bedrijventerreinen nog doorgroeit, komt verder onder
meer doordat bedrijven zich steeds meer vestigen op bedrijventerreinen in
plaats van op verspreide locaties in steden en dorpen. Daardoor komt op die
plaatsen ruimte vrij die geschikt is voor bijvoorbeeld woningbouw. Daarnaast
blijft het ruimtegebruik per werkende in industrie en logistiek naar verwach-
ting een gestage toename vertonen. Maar tegelijkertijd verschuift werkgele-
genheid van sectoren met een groot ruimtebeslag per werkende (vooral indus-
trie en logistiek) naar sectoren met een kleiner ruimtebeslag, vooral naar de
dienstverlening. Deze verschuiving heeft ook tot gevolg dat een steeds groter
deel van de mensen in kantoren werkzaam is. Dit tempert de totale vraag
naar bedrijventerreinen enigszins, maar stimuleert de vraag naar kantoor-
ruimte, die zich voor een deel op bedrijventerreinen manifesteert.
Het aandeel van de industrie in het ruimtebeslag van bedrijventerreinen zal
naar verwachting dalen, maar het aandeel logistieke diensten zal duidelijk
toenemen. In geringere mate geldt de toename ook voor zakelijke dienst-
verlening (kantoren) en voor consumentendiensten, zoals winkels met een
groot vloeroppervlak. Daardoor vervaagt langzamerhand het onderscheid
tussen bedrijventerreinen en andere typen werklocaties, zoals winkelgebieden
of kantoorlocaties.
34Trendrapport ’s-HertogenboschEconomische ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 34
Blijvend sterke werkgelegenheidsfunctie
De werkgelegenheidsfunctie van de stad blijft sterk. Dit wordt zichtbaar
in de verhouding van het aantal arbeidsplaatsen ten opzichte van de beroeps-
bevolking. ’s-Hertogenbosch scoort in dit opzicht op eenzelfde niveau als
Eindhoven (waarbij Eindhoven overigens in absolute zin wel veel meer
arbeidsplaatsen telt) en veel hoger dan de overige Brabantse steden.
De werkgelegenheid in ’s-Hertogenbosch heeft zich aan het einde van de
vorige eeuw zeer voorspoedig ontwikkeld. Sinds 2001 neemt de werkgelegen-
heid weer wat af. Momenteel telt de stad circa 93.000 arbeidsplaatsen. De aan-
trekkingskracht van ’s-Hertogenbosch als werkgelegenheidsgemeente is groot.
Dit betekent veel pendelaars; de inkomende pendel (44.000 personen wonen
elders en werken in onze stad) is twee keer zo groot als de uitgaande pendel.
De werkloosheidsontwikkeling volgt de economische conjunctuur. Was er
eind jaren negentig sprake van een scherpe daling, sinds 2001 stijgt het
werkloosheidspercentage gestaag. In november 2005 waren ongeveer 6.800
Bosschenaren werkloos. Dit is 10,5 procent van de beroepsbevolking.
Landelijk gezien bedraagt de werkloosheid volgens het Centrum voor Werk en
Inkomen 9,1 procent. In vergelijking met de andere Brabantse steden is de
werkloosheid hier relatief laag. Er zijn tekenen van verbetering zichtbaar.
De werkloosheid stijgt niet meer.
35Trendrapport ’s-HertogenboschEconomische ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 35
Vooral oudere (langdurig) werklozen profiteren het minste van het
aantrekken van de economie. Jongeren, niet-westerse allochtonen en lager
opgeleiden hebben het meeste last van de recessie. De werkloosheid onder
deze groep is dalend nu er weer meer banen komen. Het meest zorgwekkend
zijn de jongeren die zonder diploma de opleiding verlaten. Er worden steeds
minder vacatures aangeboden op laag- of ongeschoold niveau.
In de verwachtingen over de toekomst van de arbeidsmarkt zijn de vol-
gende thema’s relevant. De huidige Bossche beroepsbevolking omvat ruim
65.000 personen. Verwacht wordt dat de beroepsbevolking de komende 20
jaren met zo’n 9.000 personen zal toenemen tot ruim 74.000. Dit is een stij-
ging van circa 15 procent. Als gevolg hiervan zal de werkgelegenheidsvraag
van Bosschenaren aanzienlijk toenemen. Het arbeidsaanbod zal sterker dan
nu bepaald gaan worden door ouderen, vrouwen en allochtonen. Dat is even-
eens een direct gevolg van de demografische ontwikkelingen. Tegelijkertijd,
maar niet gelijk over de groepen verdeeld, stijgt het gemiddelde opleidings-
niveau. Daardoor veranderen de eisen die aan het werk en de werkomgeving
worden gesteld; meer autonomie en meer afwisseling.
Door de internationalisering en informatisering zal de werkgelegenheid
steeds meer uit hooggekwalificeerde banen bestaan. Aan de onderkant van
de arbeidsmarkt zal door de internationale concurrentie minder werk wor-
den aangeboden. Wel zal de vraag naar persoonlijke dienstverlening door
relatief laag geschoolden sterk toenemen.
Zowel de kwaliteit van het werk als de kwaliteit van de werkorganisatie en
de arbeidsverhoudingen zullen veranderen als het Angelsaksische model12
verder wordt ingevoerd.
De individualisering zal leiden tot een toenemende behoefte aan mogelijk-
heden om zelf de werktijden en werkplek te bepalen, arbeid en zorg te
kunnen combineren en de levensloopbaan flexibel te regelen.
In de komende jaren wordt er meer flexibiliteit en mobiliteit op de arbeids-
markt verwacht. De tijd van de baan voor het leven is voorbij, mensen
moeten meer multi-inzetbaar zijn en de band tussen werkgever en werk-
nemer wordt losser. Daar hoort ook een leven lang leren bij.
Ook staat de toekomst in het teken van een hogere arbeidsproductiviteit,
meer efficiency en een hogere werkdruk.
Opleidingsniveau, ICT-kennis en sociale en communicatieve vaardigheden
bepalen op de toekomstige arbeidsmarkt meer en meer wie mee kan en
wie niet. De ongelijkheid op de arbeidsmarkt zal toenemen en de belonings-
verschillen zullen groter worden.
Het overheersende beeld voor de toekomst is dat van een dynamische en
flexibele arbeidsmarkt met grote variaties in arbeidsrelaties en
loopbaanpatronen.
12 Gaat uit van zoveel mogelijk zelfregulerende werking van de markt.
36Trendrapport ’s-HertogenboschBestuurlijke ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 36
7 Bestuurlijke ontwikkelingen
Groeiende invloed van ‘Europa’
Internationalisering leidt tot een toenemende invloed van Europa op de
afzonderlijke lidstaten en samenlevingen. Ondanks de huidige impasse en de
uitgestelde grondwet komt Europa steeds dichterbij. Naar verwachting ont-
wikkelt Europa zich op lange termijn van vierde naar eerste bestuurslaag,
hoewel de lidstaten nog geen overeenstemming hebben bereikt over het
eindstation van de Europese Unie. Zo hebben de internationale betrekkingen
steeds meer invloed op het functioneren binnen Nederland en de inrichting
van het Nederlandse staatsbestel. De rechtsstaat wordt meer en meer vorm-
gegeven op supranationaal niveau. De relatie met de EU speelt daarom een
belangrijke rol bij de sturingsvisie en besluitvorming van de Nederlandse
overheid. Ook onze gemeente, andere overheden, bedrijven, instellingen en
maatschappelijk organisaties, al dan niet in samenwerkingsverbanden, zul-
len zich, meer dan nu het geval is, moeten gaan richten op het traject van
Europese beleidsvorming en beleidsuitvoering. Bijvoorbeeld omdat Europese
subsidies steeds belangrijker worden.
Voor de gemiddelde burger is Europa nog steeds de ver van mijn bed show.
Alhoewel de invloed van Europa aan de hand van meer concrete situaties,
zoals de EU-normen voor luchtkwaliteit, meer lijkt te gaan leven. Het ligt
echter niet in de lijn der verwachting dat de burger zich in de nabije
toekomst werkelijk verbonden toont met Europa.
Van government naar governance
De informalisering, intensivering en democratisering van de samenle-
ving komt politiek mede tot uitdrukking in een verschuiving van het accent
van government naar governance: De overheid realiseert zich in toenemende
mate dat ze het niet meer alleen voor het zeggen heeft.
Overheidssturing gebeurt minder top/down. Bij governance gaat het erom dat
de overheid veel meer samenwerkt met belanghebbenden en andere maat-
schappelijke partners. De sturing vindt vaak plaats in netwerken die verschil-
lende partijen bij elkaar brengen. In plaats van formele institutionele beleids-
vorming binnen de overheid vormen steeds meer maatschappelijk contracten
dan de basis voor deze samenwerking tussen overheid en betrokken partners.
Mooie voorbeelden van deze vormen van samenwerking in onze gemeente
zijn de PPS voor de ontwikkeling van het Paleiskwartier, de PPS voor het
ombouwen tot snelweg van een stuk van de A59 en het Veiligheidshuis.
37Trendrapport ’s-HertogenboschBestuurlijke ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 37
Van nog meer rekenschap naar minder rekenschap
Governance ging in eerste instantie gepaard met nog meer transparantie
en rekenschap. De publieke verantwoording werd in toenemende mate geïn-
tensiveerd om prestaties, maatschappelijke effecten, financiën en bedrijfs-
voering zichtbaar te maken voor de zelfbewuste en assertieve burger. De enor-
me hoeveelheid en de mate van detaillering van de verantwoordingsregels
leidt op zijn beurt weer tot veel bureaucratie, het gevaar van vermijdingsge-
drag, geen risico’s meer durven nemen, alleen werken op de afgesproken
normen, minder innovatiekansen e.d. Als tegenbeweging ontstaat nu de roep
om minder rekenschap, meer op hoofdlijnen aan de hand van een beperkt
aantal kernindicatoren.
Naar een flexibeler bestuur en organisatie
Informalisering en individualisering leiden ertoe dat voorzieningen en
beleid die decennia lang goed hebben gewerkt steeds minder lijken aan te
sluiten bij de leefwereld van de moderne burger. De samenleving ontgroeit de
bestaande institutionele kaders. Basisinstituties beginnen te kraken.
De-institutionalisering is een logisch gevolg hierop. Er ontstaat behoefte aan
een flexibeler bestuur en organisatie. Het is steeds minder gefixeerd in starre
structuren, hiërarchie en formalisme, maar meer taak en resultaatgericht.
Dat vraagt om snelle schakelaars en het opzoeken van flexibele werkverban-
den alsook diversiteit in samenwerkingsvormen en samenwerkingspartners
met een scherp oog voor de plaats die je inneemt in de keten en het schaalni-
veau, zoals Waalboss, Brabantstad en Europa. De rol van de gemeente ontwik-
kelt zich steeds meer in de richting van regisseur.
38Trendrapport ’s-HertogenboschBestuurlijke ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 38
Van centralisatie naar decentralisatie
De lokale overheid staat het dichtst bij de burger en kan dan ook in veel
gevallen het beste beoordelen wat er moet gebeuren. Vanuit dit besef worden
er steeds meer (majeure) taken en bevoegdheden aan de gemeente overge-
dragen, zoals de implementatie van de Wet Werk en Inkomen, de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning, de Wet Inburgering, de Wet Educatie
Beroepsonderwijs en de Nota Ruimte. Decentralisatie stelt echter wel steeds
hogere eisen aan de bedrijfsvoering.
Tanende betrokkenheid en hardere toon van de burger
Burgers maken zich zorgen om de toekomst van de maatschappij.
Maar deze zorgen vertalen zich niet in een directe betrokkenheid bij de
samenleving, integendeel zelfs. Het aantal mensen dat het vertrouwen in
overheid en politiek verliest, wordt steeds groter. En ook de bereidheid en
mogelijkheden om zich in te zetten voor de overheidszaak vermindert.
Dit komt mede door de verdergaande individualisering en daarmee
gepaard gaand groeiend egoïsme bij een aantal mensen. Maar het houdt ook
verband met intensivering. Met de enorme tijdsdruk die mensen voelen bij
het combineren van werk, sociaal leven, verplichtingen en vrije tijd.
Ook op macro-niveau staat de betrokkenheid van burgers onderling onder
druk. Steeds vaker wordt de vanzelfsprekende (belasting-)solidariteit tussen
bevolkingsgroepen (generaties, etnische groepen, sociaal-economische
klassen) ter discussie gesteld.
39Trendrapport ’s-HertogenboschBestuurlijke ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 39
Intensivering heeft ook tot gevolg dat burgers steeds mondiger en
zelfbewuster worden.
De burger stelt steeds zwaardere eisen en vaak ook wordt de toon harder.
Hij eist snelheid, duidelijkheid en niet in de laatste plaats zijn gelijk. De
bereidheid om genoegen te nemen met standaardoplossingen daalt en de
behoefte aan individueel maatwerk neemt toe. Dit stelt ook steeds hogere
eisen aan de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening.
Dit betekent tevens dat er een verschuiving optreedt in de gemeentelijke
kerntaak dienstverlening; van meer aanbodgericht naar meer vraaggericht.
De gemeente kan dit maatwerk het beste leveren door de integrale vraag van
de burger te (her)kennen vanuit het perspectief van de burger vanuit zijn
eigen leefomgeving.
40Trendrapport ’s-HertogenboschBestuurlijke ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 40
Voortgaande digitalisering
De afgelopen jaren is de informatie- en communicatietechnologie in een
stroomversnelling geraakt. Ook de gemeente heeft in korte tijd een flinke
digitaliseringsslag gemaakt.
De digitalisering heeft zowel intern als extern zijn weerslag op processen
en communicatie. Zo wordt gemeentelijke informatie meer en meer digitaal
beschikbaar gesteld.
De opmars van de digitalisering maakt dat burgers zeven dagen per week en
24 uur per etmaal producten en diensten kunnen bestellen. Momenteel
wordt er nog een beperkt aantal producten en diensten aangeboden, maar
dat zal in rap tempo worden uitgebreid. De voortgaande informatisering
maakt het mogelijk om uiteindelijk de burger centraal te stellen in de
gemeentelijke dienstverlening. Zo heeft de verdere ontwikkeling naar de
1-loket functie baat bij een voortgaande digitalisering. Daarnaast doen ook
de ‘self service concepten’ hun intrede, waarbij ict een belangrijke onder-
steunende rol speelt. Binnen tien jaar wordt multichanneling in de gemeen-
telijke dienstverlening toegepast om zo klanten te bedienen waarbij gestuurd
wordt op zoveel mogelijk gebruik van webselfservice, één centraal telefoon-
nummer, sms en beeldtelefoon. Ook de besluitvorming verloopt in de
toekomst meer digitaal.
41Trendrapport ’s-HertogenboschBestuurlijke ontwikkelingen
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 41
8 Samenvatting
Bij de behandeling van de kadernota in 2005 is het voorliggende trend-
rapport aangekondigd. Bij het stellen van beleidsmatige kaders is het belang-
rijk goed en tijdig zicht te hebben op zowel de huidige als de in de toekomst
te verwachten ontwikkelingen in ’s-Hertogenbosch. In dat opzicht heeft het
trendrapport vooral een signalerende functie.
5 I’s als duurzame trends
Rode draad in de rapportage zijn vijf algemene trends, ook wel
aangeduid als ‘de 5 i’s’. Dit zijn:
• Individualisering: meer keuzevrijheid voor het individu, meer eigen
verantwoordelijkheid, afname sociale controle.
• Informalisering: losser worden van de omgangsvormen en maatschap-
pelijke verbanden, vermindering gezag autoriteiten en formele
structuren, vervaging scheidslijn privé en openbaar, thuis en werk,
werktijd en vrije tijd.
• Informatisering: wijziging betekenis van informatie, informatie-
dichtheid en complexiteit, selecteren van informatie, versnelling van
communicatie en interactie door ICT, automatisering.
• Internationalisering: globalisering van de economie, cultuur en vrije
tijd, Europese integratie en versterking invloed EU, migratiebewegingen,
internationale cultuur, massamobilisering.
• Intensivering: hoge waardering beleving en gevoel, modern hedonisme,
behoefte aan variatie en verandering, toename dynamiek, meer doen en
meemaken,‘kort lontje’, tijdsdruk.
Daarnaast is voor de indeling van het trendrapport aangesloten bij de vier
pijlers uit de programmabegroting: ‘sociaal-cultureel’, ‘fysiek’, ‘werk en inko-
men’ en ‘stad van modern bestuur’. Natuurlijk mag in een trendrapport de
ontwikkeling van de Bossche bevolking de komende jaren niet ontbreken.
Deze vormt immers mede de basis voor de bewegingen in de verschillende
pijlers.
Bevolkingsontwikkeling
’s-Hertogenbosch groeit en blijft ondanks vergrijzing relatief jong
Voor ’s-Hertogenbosch wordt een groei verwacht naar bijna 155.000
inwoners in 2025. Deze groei – vergelijkbaar als in de afgelopen periode –
42Trendrapport ’s-HertogenboschSamenvatting
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 42
is gebaseerd op een toename van 15.000 woningen tussen 2005 en 2025.
Met de nieuwbouw van ongeveer 6.300 woningen tot 2025 ligt het zwaarte-
punt van de ontwikkelingen vooral in de nieuwe wijk de Groote Wielen.
De groei van ruim 20.000 inwoners is voor tweederde het gevolg van
migratie. Door een toenemende vergrijzing zal de natuurlijke groei namelijk
steeds verder afnemen. Deze hoge migratie levert elk jaar een flink
vestigingsoverschot op van mensen tussen de 15 en 30 jaar. Daartegenover
staat een vertrekoverschot van kinderen, dertigers en 75-plussers. De toe-
stroom van jonge mensen houdt bovendien het aantal geboorten op peil.
Gevolg van dit alles is dat ook de Bossche bevolking de komende decennia
sterk zal vergrijzen, maar dat het met de ontgroening eigenlijk wel meevalt.
De wijken laten een gedifferentieerde ontwikkeling zien. In sommige wijken
zijn de veranderingen niet zo groot, maar in Maaspoort en in Rosmalen
treden forse wijzigingen in de bevolkingssamenstelling op.
Sociaal-culturele ontwikkelingen
Dreigende sociale uitval
Over het algemeen ‘doet’ ’s-Hertogenbosch het sociaal gezien goed,
maar er zijn ook groepen die achterblijven. Vooral ouderen, alleenstaanden,
allochtonen, uitkeringsgerechtigden en lager opgeleiden dreigen buiten
de boot te vallen. Zo zal het naar verwachting voor laagopgeleiden steeds
moeilijker worden om werk te vinden en werk te houden. De vraag naar
hooggekwalificeerd werk zal immers toenemen. En hoewel het (relatief hoge)
opleidingsniveau van de Bosschenaren zal stijgen, zal dit geen gelijke tred
houden met deze vraag. De laatste jaren blijkt al dat het aantal huishoudens
dat moeite heeft om het hoofd boven water te houden, stijgt. Hoewel het
gemiddeld besteedbare inkomen per huishouden in ’s-Hertogenbosch onge-
veer gelijk is aan het landelijk gemiddelde, neemt het aandeel huishoudens
met een laag inkomen sneller toe dan gemiddeld. De armoede blijkt zich
vooral voor te doen bij de eenoudergezinnen en eenpersoonshuishoudens.
Ook is er naar verhouding veel armoede onder niet-westerse allochtonen.
Sociale samenhang in de buurt verzwakt
Gevolg van de toenemende individualisering en internationalisering is
dat er een duidelijke verschuiving optreedt van buurtniveau naar global
village. Daarnaast zorgt informatisering voor een overgang van territoriale
naar digitale communities. De sociale samenhang in de buurt verzwakt. In
een paar jaar tijd worden lagere cijfers gegeven voor het aantal buurtcontac-
ten, de sociale kwaliteit van de woonomgeving en de sociale cohesie. De
bewoners van de aandachtsgebieden zijn daarbij negatiever over de sociale
samenhang in hun buurt dan gemiddeld. Overigens blijken ouderen nog wel
veel op hun buurt gericht te zijn.
43Trendrapport ’s-HertogenboschSamenvatting
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 43
Meer sport, meer zorg, minder cultuur
Bosschenaren blijken, in vergelijking met de inwoners van andere
steden, qua beleving van hun eigen geluk en gezondheid redelijk tevreden
te zijn. Er zijn beduidend meer inwoners die aan sport doen dan in andere
gemeenten. De afgelopen jaren is dit ook alleen maar toegenomen. In het
sporten zien we ook de trend van individualisering terug. Hoewel ruim de
helft van de sporters in verenigingsverband sport, treedt er een verschuiving
op van georganiseerd naar ongeorganiseerd sporten. Ondanks de toename
van het aandeel sporters is er ook in ’s-Hertogenbosch een groeiende groep
mensen die met overgewicht kampt.
De vraag naar welzijns- en zorgvoorzieningen zal als gevolg van de
vergrijzing sterk toenemen. De bereidheid om vrijwilligerswerk te verrichten
zal in de toekomst afnemen.
Ook wat betreft de deelname aan cultuur zijn er beduidend meer inwoners
die iets aan cultuur doen dan in andere steden. Deze deelname is de
afgelopen jaren echter wel gedaald, en dan vooral onder groepen die wat
dit betreft al zwak stonden: jongeren, laag opgeleiden en mensen met een
laag inkomen. Belangrijk in het Bossche culturele profiel zijn het culturele
erfgoed en de vele (grootschalige) evenementen.
Stabiel beeld leefbaarheid en wisselend veiligheidsbeeld
In de leefbaarheid van de wijken hebben zich, naar het oordeel van de
bewoners, geen grote verschuivingen voorgedaan. De veiligheidssituatie laat
een meer wisselend beeld zien. Nadat de veiligheid in ’s-Hertogenbosch een
aantal jaren achtereen was afgenomen, lijkt de stad weer iets veiliger te zijn.
De gemeentelijke veiligheidsindex staat, na een dieptepunt in 2003, weer op
het niveau van het jaar daarvoor. Verbeteringen deden zich vooral voor bij
de onveiligheidsgevoelens, drugsoverlast, ‘schoon en heel’ en verkeer.
Landelijk gezien doet ’s-Hertogenbosch het relatief vrij slecht. Dit is vooral te
wijten aan het grote aantal vermogensdelicten, zoals auto- en woninginbra-
ken, winkel- en autodiefstal. De veiligheidssituatie in de aandachtsgebieden
is overigens (ondanks een sterke verbetering) nog iets slechter dan in de stad
gemiddeld. Ook de leefbaarheid in de aandachtsgebieden wordt slechter
dan gemiddeld beoordeeld. Ten aanzien van de leefbaarheid zijn belangrijke
thema’s: rommel op straat, verkeersveiligheid, hondenpoep, parkeeroverlast,
en overlast van (hang)jongeren. Vooral de laatste twee thema’s lijken een
steeds groter probleem te worden.
Ruimtelijke ontwikkelingen
Naar een netwerkstad
De eerder genoemde vijf algemene trends laten zich ook in ruimtelijke
ontwikkelingen vertalen. Zo zal bijvoorbeeld individualisering en de daar-
mee samenhangende huishoudenverdunning leiden tot fors meer ruimtege-
44Trendrapport ’s-HertogenboschSamenvatting
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 44
bruik, zullen door informalisering de banden van individuen met de directe
sociale en fysieke omgeving losser worden en zal er door een toenemende
intensivering meer behoefte zijn aan variatie en verandering. Met name de
voortgaande internationalisering en het functioneren in steeds grotere ruim-
telijke verbanden stellen steeds hogere eisen aan het bepalen van de eigen
positie en identiteit van de stad. Als onderdeel van diverse netwerken
(Waalboss, Brabantstad, Zuid-Nederland) zal de eigen kleur en identiteit van
de stad steeds belangrijker worden. Een tweede betekenis die aan de term
netwerkstad toegekend kan worden is de afstemming van de rode, groene
en blauwe netwerken. In de nabije toekomst zullen stad, land en water
minder met de rug naar elkaar staan, maar steeds meer in samenhang tot
ontwikkeling worden gebracht.
Meer passende woningen en woonmilieus
Al jaren wordt ’s-Hertogenbosch hoog gewaardeerd als woonstad. Dit,
gecombineerd met de krapte op de woningmarkt en de samenstelling van de
woningvoorraad, leidt ertoe dat de prijzen van koopwoningen hoog zijn. Qua
huizenprijzen neemt de gemeente dan ook een top tien positie in binnen de
vijftig grootste steden met de hoogste huizenprijzen buiten de Randstad. Dit
betekent echter ook dat het voor alleenstaanden moeilijk is om een woning
te kopen. In de komende jaren bestaat er dan ook een grote behoefte aan
betaalbare koopwoningen voor starters en huurders. Door de toenemende
vergrijzing is er eveneens behoefte aan passende woningen voor senioren.
Tot 2025 moeten er nog zo’n 15.000 woningen worden bijgebouwd. 9.000
Woningen zijn voor de eigen inwoners, 6.000 woningen voor mensen
van elders.
Gelet op de toenemende differentiatie in leefstijlen wordt het eigen karakter
van de verschillende woonmilieus in de stad steeds belangrijker.
Dreigende verstopping (binnen)stad
De afgelopen jaren is de mobiliteit sterk gestegen, en zal de komende
jaren ook blijven toenemen. Door de groei van de bevolking en een toename
van het autobezit zal het aantal auto’s in‘s-Hertogenbosch eveneens fors
blijven groeien, terwijl de modal split de afgelopen jaren nauwelijks is
veranderd en naar verwachting ook niet substantieel zal veranderen.
Oftewel: de (auto)verstopping van de stad zal steeds sterker voelbaar zijn.
Knelpunten zijn vooral te vinden rond de Binnenstad, de binnenring en aan
de rand van de stad in aansluiting op het hoofdwegennet. Een positieve ont-
wikkeling van de laatste jaren is het toegenomen gebruik van de transferia.
De verwachting is dat het gebruik van transferia alleen maar zal groeien.
Meer water en luchtkwaliteit onder de norm
De bijzondere ligging van ’s-Hertogenbosch in een delta, maakt de stad
gevoelig voor klimaatverandering en de daarmee samenhangende stijgende
45Trendrapport ’s-HertogenboschSamenvatting
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 45
waterspiegels. Naast projecten als regionale waterberging en hoogwater-
bescherming levert het toenemende wateroppervlak in wijken ook kansen op
in de sfeer van de woonbeleving.
De luchtkwaliteit staat onder druk. Europese regels dwingen overheden de
luchtkwaliteit te verbeteren, anders dreigt vertraging of zelfs stopzetting
van bouwplannen. Daarom krijgt de verbetering van de luchtkwaliteit de
komende jaren topprioriteit.
Economische ontwikkelingen
Blijvend sterke economische positie
De economische recessie van de laatste jaren is ook ’s-Hertogenbosch
niet ongemerkt voorbij gegaan. Na de economisch zeer voorspoedige
jaren (eind jaren ’90) is het sinds 2001 minder goed gegaan. Toch zijn er
tekenen van herstel zichtbaar. De werkloosheid in Nederland daalt, het
aantal vacatures stijgt, de beurs bloeit opnieuw op en het vertrouwen
van burger en consumenten neemt weer iets toe. Ook in ’s-Hertogenbosch
zijn de eerste tekenen van herstel zichtbaar. Ondanks de magere jaren
heeft ’s-Hertogenbosch het relatief gezien sterk gedaan. Al jaren staat
’s-Hertogenbosch in de top 10 van steden met de sterkste economische
prestaties.
Naar een kennis-, diensten- en creatieve stad
’s-Hertogenbosch is van oudsher een handels- en dienstenstad. Interna-
tionalisering van de economie en informatisering leiden er echter toe dat
’s-Hertogenbosch zich steeds meer ontwikkelt in de richting van een kennis-
en dienstenstad. De verplaatsing van laagwaardige maakindustrie naar lage
lonenlanden vormt een bedreiging voor de onderkant van de arbeidsmarkt,
maar biedt tegelijkertijd kansen voor het behoud van andere meer hoog-
waardige kennisactiviteiten. Binnen de benoemde speerpuntsectoren
dienstverlening, (groot)handel, ICT en kennisimpuls dienen zich qua werk-
gelegenheid enige bijzondere categorieën aan die de komende jaren aan
belang zullen winnen en tot nieuwe speerpunten kunnen uitgroeien.
Kansen lijken met name te liggen in de (toegepaste) innovatieve en creatieve
bedrijvigheid. Het karakter van de Bossche bedrijventerreinen zal verder
veranderen met nog meer aandacht voor de segmentering. Ook zullen zij
minder monofunctioneel worden en meer kantoorhoudende werkgelegen-
heid gaan bevatten. De kantorenmarkt zit in een overgangsfase van een
aanbiedersmarkt (met een tekort aan kantoorruimte) naar een vragersmarkt
(met een overaanbod aan kantoorruimte). In het kwalitatief hoogwaardige
segment is merkbaar dat de markt weer voorzichtig begint aan te trekken.
Wel is de verwachting dat de spectaculaire uitbreiding van kantoorruimte
die zich rond de eeuwwisseling heeft voorgedaan, de komende decennia niet
geëvenaard zal worden. De vraag naar bedrijventerreinen neemt de komende
46Trendrapport ’s-HertogenboschSamenvatting
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 46
15 jaar nog toe, maar wel in een lager tempo dan in de jaren negentig.
Na 2020 neemt de groei langzaam verder af. Het toenemend gebruik van de
PC en internet maken het steeds gemakkelijker om van huis uit te werken.
Verwacht wordt dan ook dat de tendens van een stijgend aantal arbeids-
plaatsen in de (woon)wijken zich doorzet.
Blijvend sterke werkgelegenheidsfunctie
De aantrekkingskracht van ’s-Hertogenbosch als werkgelegenheids-
gemeente is groot. Het aantal arbeidsplaatsen is relatief hoog ten opzichte
van de beroepsbevolking. Dit betekent veel pendelaars; de inkomende pendel
is twee keer zo groot als de uitgaande pendel. Het aantal niet werkende
werkzoekenden blijft de laatste maanden ongeveer gelijk. Vooral oudere
(langdurig) werklozen profiteren het minst van het aantrekken van de
economie. De werkloosheid onder jongeren, niet-westerse allochtonen en
lager opgeleiden neemt af nu er weer meer banen komen. Het meest zorg-
wekkend zijn de jongeren die zonder diploma de opleiding verlaten. Er zijn
steeds minder vacatures op laag- of ongeschoold niveau.
De komende 20 jaar zal de Bossche beroepsbevolking naar verwachting met
circa 9.000 personen (15%) toenemen. De werkgelegenheidsvraag zal hiermee
navenant groeien. Ook moet rekening gehouden worden met een verdergaan-
de veroudering van de beroepsbevolking. Er zal de komende jaren dan ook
grote behoefte zijn aan een strategische afstemming van vraag naar en
aanbod van werk. Niet alleen in kwantiteit, maar ook in kwalitatieve zin
(b.v. opleidingsniveau en ervaring).
Meer beleven, meer bezoeken
Bezoekers komen graag naar ’s-Hertogenbosch. In 2004 staat ’s-Hertogen-
bosch met ruim vijf miljoen bezoeken op een vijfde plaats, direct achter de
vier grote steden. De meeste bezoekers komen voor het ‘funshoppen’, en
brengen daarbij meestal ook een bezoekje aan de Bossche horeca. Landelijke
detailhandeltrends als filialisering en grotere winkels gaan ook
’s-Hertogenbosch niet voorbij. Toch zijn er ook veel (kleinere) winkels die
zich met een eigen identiteit juist van deze winkelketens proberen te onder-
scheiden. Met de opkomst van de belevingseconomie kan deze variatie in
winkels, in combinatie met de historische Binnenstad, de komende jaren
een belangrijke troef zijn.
Bestuurlijke ontwikkelingen
Groeiende invloed Europa
Internationalisering leidt tot een toenemende invloed van Europa
op de afzonderlijke lidstaten en samenlevingen. Ondanks de huidige
impasse en de uitgestelde grondwet komt Europa steeds dichterbij. Europese
subsidies worden steeds belangrijker. Voor de gemiddelde burger is Europa
47Trendrapport ’s-HertogenboschSamenvatting
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 47
echter nog steeds de ‘ver van mijn bed’ show. Toch lijkt Europa aan de
hand van concrete situaties, zoals de EU-normen voor luchtkwaliteit,
meer te gaan leven.
Van government naar governance
De informalisering, intensivering en democratisering van de samen-
leving is politiek terug te zien in een verschuiving van het accent van
government naar governance: de overheid realiseert zich in toenemende
mate dat ze het niet meer alleen voor het zeggen heeft, maar veel meer met
andere belanghebbenden en maatschappelijke partners moet samenwerken.
De rol van de gemeente ontwikkelt zich steeds meer in de richting van
regisseur. Ook op het gebied van ‘rekenschap afleggen’ verandert er het
een en ander. In eerste instantie ging governance gepaard met nog meer
transparantie en rekenschap. Dit leidde echter tot veel bureaucratie, werken
op de afgesproken normen en vermijdingsgedrag. Een tegenbeweging op
‘meer rekenschap’ is nu dan ook ‘minder rekenschap’: meer sturen op
hoofdlijnen, aan de hand van enkele kernindicatoren.
Mondigere burger, tanende betrokkenheid
Ook de burger is de afgelopen jaren veranderd. Men is mondiger, zelf-
bewuster en assertiever geworden, verwacht meer maatwerk en ook meer
kwaliteit van bijvoorbeeld de gemeente. ’s-Hertogenbosch lijkt het hierin
redelijk te doen. De kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening wordt
door tweederde van de inwoners met een dikke voldoende beoordeeld. Dit is
beter dan een paar jaar geleden. Helaas lijkt de burger ook ‘af te haken’. De
interesse voor het bijwonen van bijvoorbeeld informatiebijeenkomsten of
wijk- en bestuursraden, of om contact op te nemen met een lid van de
gemeenteraad of een politieke partij, neemt af.
Tot slot
Vooruitkijken via de achteruitkijkspiegel
Belangrijk in een trendrapport zijn zowel de huidige, als de te
verwachten ontwikkelingen. Soms borduren de te verwachten trends voort
op de huidige trends: ‘vooruitkijken via de achteruitkijkspiegel’ dus. Soms
is er sprake van trendbreuken en nieuwe trends. Uit het rapport blijkt dat
niet overal de beweging goed en snel is. Toch zijn er ook vele sterke posities
en positieve bewegingen. Het zal de komende jaren een uitdaging zijn om
in te spelen op al deze bewegingen. Een hulpmiddel hiervoor kan ‘gediffe-
rentieerd meebewegen’ zijn: loslaten waar het kan, stimuleren waar nodig
en stevig aanpakken waar het moet.
48Trendrapport ’s-HertogenboschSamenvatting
trendrapport_2.qxd 22-03-2006 13:27 Pagina 48