Trendbureau Overijssel - Verslag Jaarcongres 'Toekomst van de Middenklasse' (05-11-2015)

14
Verslag Jaarcongres Trendbureau ‘DE TOEKOMST VAN DE MIDDENKLASSE’ HENGELO, 5 NOVEMBER 2015 Aart Jan de Geus Charles Leadbeater Robert Went

description

Het Trendbureau Overijssel schrijft een toekomstverkenning 'Waar verdient Overijssel z'n geld mee in 2030?'. De afgelopen maanden hebben we concepten daarvan besproken met bedrijven, het onderwijs, maatschappelijke organisaties en overheden. Het was opvallend hoe vaak we het signaal kregen dat mensen met middelbare opleiding hun baan verliezen: door automatisering en robotisering, bezuinigingen, de crisis of toegenomen eisen aan het werk. Mensen maken zich daar zorgen over: krijgen we te maken met een grote groep werklozen en tweedeling in de maatschappij? De Overijsselse geluiden staan niet op zich. In Den Haag en ook in andere landen staat de toekomst van de middenklasse op de agenda. Tijdens het jaarcongres bespraken de hierboven beschreven toonaangevende sprekers uit Duitsland, Engeland en Nederland de situatie. Wat zijn de diagnoses? Welke ontwikkelingen en tegenbewegigingen zijn er te zien? En ze gaven aan welke beleidsmaatregelenen mogelijk zijn?

Transcript of Trendbureau Overijssel - Verslag Jaarcongres 'Toekomst van de Middenklasse' (05-11-2015)

Page 1: Trendbureau Overijssel - Verslag Jaarcongres 'Toekomst van de Middenklasse' (05-11-2015)

Verslag Jaarcongres Trendbureau‘DE TOEKOMST VAN DE MIDDENKLASSE’

HENGELO, 5 NOVEMBER 2015

Aart Jan de GeusCharles LeadbeaterRobert Went

Page 2: Trendbureau Overijssel - Verslag Jaarcongres 'Toekomst van de Middenklasse' (05-11-2015)
Page 3: Trendbureau Overijssel - Verslag Jaarcongres 'Toekomst van de Middenklasse' (05-11-2015)

De toekomst van de middenklasse staat op de agenda! Signalen uit Overijssel, maar ook uit binnen- en buitenland brengen beelden dat het lastig definieerbare begrip ‘de middenklasse’ op meerdere manieren onder druk staat: economisch, sociologisch en cultureel. Maar wie is de middenklasse precies? Staat zij echt onder druk of valt het mee? Welke ontwikkelingen spelen een rol en is het ook mogelijk invloed uit te oefenen op het welzijn van de middenklasse?

Kortom, genoeg reden voor een verdiepende middag over ontwikkelingen, tegenbewegingen en mogelijkheden die nieuw perspectief bieden. We gaan met elkaar in gesprek in de voor deze gelegenheid eigentijds en interactief ingerichte stadhuiszaal van de gemeente Hengelo.

Henk Jan Meijer, voorzitter van de programmaraad van het Trendbureau en burgemeester van Zwolle, schetst in het welkomstwoord een dreigende tweedeling met een situatie van veel middelbaar geschoolden, waar steeds minder werk voor te vinden is. Dit in een situatie, waarbij in Nederland het werkgelegenheidsaandeel van middenberoepen met 7% is afgenomen vanaf 1993.

Het gaat niet alleen om werk en inkomens. Ook vermogens en opleidingniveaus drukken hun stempel. Bovendien schetst hij een toenemende sociaal-culturele polarisatie, waarbij groepen zich niet gehoord voelen. De recente debatten over vluchtelingen laten dit versterkt zien.

Waarom de middenklasse?

Aart Jan de Geus, voorheen minister van sociale zaken en voorzitter van de OECD te Parijs en nu voorzitter van de Bertelsmann Stiftung in Duitsland, definieert de middenklasse als ‘mensen die moeten werken voor hun brood en dat ook met succes doen’. Zijn kernvraag is: ‘kan er glans komen op de middenklasse?’

De Geus belicht deze middag mede de Duitse situatie. De middenklasse is in zijn de optiek van de Geus een economisch verschijnsel en aldus kunnen wij er iets aan doen. Het gaat de Geus niet alleen om ongelijkheid, maar hoe de ontwikkeling van mensen ten gunste kan plaatsvinden. Studies van de OESO onderbouwen dat ‘inequality’ niet alleen moreel, maar ook economisch ongewenst is. Er is in de kern geen ideologische strijdbijl nodig, maar het besef van de schadelijke situatie voor de economie. Dat biedt kansen voor groepen om zich te verenigen op de politieke agenda’s.

VERANDERENDE SAMENLEVINGDe Geus laat zien hoe de samenleving is veranderd. In de 19-e eeuw werkten mensen met veel bezit niet en behoorden de overigen tot ‘the working poor’. In de 20-ste eeuw kreeg men met de komst van de vakbeweging aan baan gerelateerde verworvenheden. Er was sprake van armoe onder werklozen: ‘the non-working poor’. Inmiddels verkeert Duitsland in een situatie, waarbij de middenklasse in Duitsland als aandeel van de bevolking geslonken is van 65% tot 58%. De onderklasse is daarbij twee keer zo hard gegroeid als de bovenklasse% van de werkende bevolking. Daarnaast is een polarisatie te zien tussen goedbetaalde en vaste banen enerzijds en 40% aan ‘atypische’ onzekere en slechter betaalde werkgelegenheid anderzijds. 40% van de Duitse werkenden heeft namelijk inmiddels te maken met tijdelijk werk, freelance werk en diverse vormen van flexibele contracten. De lonen in de atypische

‘Mensen die moeten werken voor hun brood’

Page 4: Trendbureau Overijssel - Verslag Jaarcongres 'Toekomst van de Middenklasse' (05-11-2015)

werkgelegenheid liggen gemiddeld op 60% van de vaste banen. Daar komt bij dat de behoefte aan routinematige kantoorarbeid afneemt (door digitalisering e.d.) en er vooral behoefte is aan zeer hoog-opgeleiden.

Ook in het democratisch bestel schets De Geus een vorm van polarisatie, waarbij de niet- stemmers vaak ook degenen zonder baan zijn. Tegelijkertijd is de Duitse middenklasse verdeeld over het thema vluchtelingen en wordt de islamfobie opmerkelijkerwijs in Duitsland het hardst geuit in steden waar de Islam het minst voorkomt. Onder de jongere generatie is gelukkig de afkeuring van vreemdelingenhaat (40%) nog altijd groter dan de angst voor vreemdelingen (28%).

De Duitse middenklasse worstelt ook met het thema gezin. Anders dan in Nederland voelen Duitse vrouwen zich veel meer gedwongen te kiezen tussen werk of gezin. De combinatie van langdurige ouderschapsverlof (waarbij het lastiger is om terug te keren in een baan) en de matige mogelijkheden tot deeltijdwerk beïnvloeden deze keuzen die splijtend doorwerken op de sociale samenhang in Duitsland. Ook het huwen van partners met een soortgelijk opleidingsniveau werkt door in de segmentering.

JE KUNT NIET MAKKELIJK ‘OPKLIMMEN’Terwijl we gemiddeld veel ouder worden, (gemiddeld!) hogere inkomens hebben en er nog nooit zo lang vrede was, bestaat er toch veel ontevredenheid in de middenklasse. De reden die De Geus geeft is dat je niet zo makkelijk kunt opklimmen: ‘es gibt kein Aufstiegchancen’. Terwijl we inmiddels een zeer hoge levensverwachting hebben, zijn opleidingen, banen en relaties geen ticket voor het leven meer. Er is met andere woorden een samenhang van trends die in zijn totaliteit een uitholling van de perspectieven voor de middenklasse oplevert.

GEEN NATUURVERSCHIJNSEL, MAAR KANSENOmdat de uitholling geen natuurlijk verschijnsel is, maar door economie en cultuur wordt gedreven, kunnen we er iets aan doen. De Geus schetst internationaal bewezen strategieën die perspectief bieden:

DESTABILISERENDE FACTOR VOOR SAMENLEVING ALS GEHEEL

In het debat met dagvoorzitter Hannie te Grotenhuis geeft De Geus mee hoe belangrijk het is buiten de eigen schotten te denken. Het aanbieden van scholing zou moeten aansluiten op wat mensen al zelf doen. Veel mensen vinden school helemaal niet leuk. Daar moeten we qua aanbod rekening mee houden. Werken en leren tegelijk met een coachende persoonlijke aanpak is bovendien zijn devies. Volgens de Geus zal in 2030 de meerderheid van de leerlingen van het MBO boven de dertig zijn. In het onderwijs zal ook de focus komen te liggen op het vergaren van kennis, boven het bezit van kennis. Ook zou er meer aandacht mogen zijn voor de zogenaamde ‘soft skills’: stressbestendigheid, conflictbeheersing etc. Het Duitse model van duale-vorming (bij een baas) heeft hierbij voordelen boven het Nederlandse.

1

2

3

4

5

Investering in privaat geregelde kinderopvang, waarbij kansarme kinderen vroegtijdig ‘meedoen’. Je kan niet vroeg genoegbeginnen om de ́Aufstiegchancen ́ te verhogen. De staat regelt daarbij de inkomenscompensatie.

De sociale zekerheid losmaken van het hebben van een bepaald type werk ofcontractsoort. De Nederlandse basisgezondheidsverzekering is daar een goed voorbeeld van.

Democratische participatie bij jonge kinderen tot 14 jaar stimuleren. Scholen kunnen hierin een rol nemen.

Een regelmatige ‘apk-check’ op vaardigheden ofwel een ‘skills passport’ zodat mensen bij de tijd blijven, zich bewust blijven van de mogelijkheden en risico’s op de arbeidsmarkt en een wegwijzer hebben in hun investering in het eigen kunnen.

Integratie en aansluiting van de onderklasse vooral via sport bevorderen vanuit de idee dat sport verbroedert en aldus de angst voor andere geloven en culturen kan helpen wegnemen.

Page 5: Trendbureau Overijssel - Verslag Jaarcongres 'Toekomst van de Middenklasse' (05-11-2015)
Page 6: Trendbureau Overijssel - Verslag Jaarcongres 'Toekomst van de Middenklasse' (05-11-2015)

De Geus is geen voorstander van een basis-inkomen. Het is ofwel te laag om rond te komen, ofwel veel te duur om in te voeren. Plus: de prijs van arbeid gaat omlaag, en dat betekent dat investeren in mensen minder aantrekkelijk wordt. In plaats van een basis- inkomen (met een ontkoppeling van werk en inkomen), pleit De Geus voor een garantie- inkomen, waarbij je mensen beloont die iets extra’s voor de samenleving doen. Dat kan je de facto al regionaal regelen. Gemeenten verschillen in hun voorwaarden om een bijstandsuitkering te krijgen.

Het debat wordt afgesloten met de woorden: “Er is een onderklasse die met erbarmen tegemoet getreden moet worden – dat blijft zeker van belang. Maar de nieuwe ontwikkeling is het ontstaan van een onzekere middenklasse. Die is vatbaar voor misleidingen. Als de middenklasse perspectief verliest heeft dat een destabiliserende factor op de samenleving als geheel. Dan verliest het bedrijfsleven zekerheden waarop men kan bouwen, dan verliest de politiek zekerheden waar men op kan bouwen”.

Page 7: Trendbureau Overijssel - Verslag Jaarcongres 'Toekomst van de Middenklasse' (05-11-2015)

tevredenheid en discipline. De meerderheid kent toenemende problemen met schulden. De mogelijkheid om omhoog te klimmen op de sociale ladder is er niet meer. Men voelt zich tekort gedaan.

ECHTE OPLOSSINGENVolgens Leadbeater moeten we serieus focussen op de middenklasse en echte oplossingen bieden, zodat de levenskwaliteit van de middenklasse verbetert. Hij ziet oplossingen door:Charles Leadbeater, adviseur van Tony Blair, auteur van ‘We Think’ en

‘The Frugal Innovator’, neemt ons mee in zijn verhaal over snelle innovatie terwijl de economie stagneert1. De slechte verdeling van opbrengsten en winsten bevorderen deze stagnatie. Grote groepen zijn niet ‘happy’ en dat is gevaarlijk, want je moet het samen doen in dit risicovolle leven, aldus Leadbeater. We hebben het vermogen als burgers om dingen samen de wereld te veranderen.

MIDDENKLASSE IN LONDENBeeldend en schrijnend zijn de beschrijvingen van 3 mensen uit de Londense middenklasse die Leadbeater bezocht. Heftruckchauffeur Simon werkt al 25 jaar in dezelfde baan en zijn reële loon is niet gestegen. Ook het loon van zijn vrouw, medewerker in een apotheek, steeg niet. Een tweede kind is niet betaalbaar voor dit gezin. De 2 volwassen dochters uit het gezin van Cliff delen nog altijd hun kamer. Het huis is gehorig en sparen is nauwelijks mogelijk. Sarah, die een tijdje in Shanghai woonde, beschrijft haar ongenoegen in het dure democratische Engeland. In China voelde ze zich vrijer dan in de UK. Daar kon zij tenminste nog van alles kopen.

Leadbeater concludeert dat het kapitalisme tegenwoordig nog weinig van meerwaarde is voor de middenklasse. Gewone zaken als studeren, (hard) werken, een huis bezitten en een familie stichten is erg moeilijk geworden. Ook het beklimmen van ‘de ladder’ in de maatschappij bleek niet te doen. De middenklasse werkt keihard, knoopt de touwtjes aan elkaar en komt dan ook nauwelijks toe aan de geneugten in het leven, zoals uitgaan en vakanties. Een enkeling die zijn leven als ‘goed’ beschreef, bleek gezegend met goede sociale verbanden een sterke levenshouding van

‘Kapitalisme is niet meer van waarde’

12

3

4

betere huishoudinkomens: eerlijke banen zijn van levensbelang;

delen van kosten (nieuwe woonvormen, coöperatieve financiering, gemeenschappelijke kinderopvang, transport e.d.)

onze mogelijkheden om samen te werken (social purpose cooperations): we moeten de economie weer lokaal en van ons allemaal maken.

het gesprek aan te gaan over wat goed leven is.In de kern gaat het Leadbeater om meer ‘inclusieve’ vormen van delen. Het sociale contract in de maatschappij moet opnieuw geschreven worden. De rol van de grote instanties is beperkt. We moeten dit meer van burger tot burger zien te bereiken. Leadbeater pleit voor ‘Social Improvement Districts’ van circa 7000 huishoudens die zich op basis van bovenstaande organiseren en zodoende betere levens mogelijk maken.

1 Zie ook de longreader van Charles Leadbeater: The Whirlpool Economy, http://www.g7g20.com/articles/charles- leadbeater-the-whirlpool-economy

Aart Jan de Geus : “Terwijl we inmiddels een zeer hoge levensverwachting hebben, zijn opleidingen, banen en relaties geen ticket voor het leven meer.“

‘‘ ‘‘

Page 8: Trendbureau Overijssel - Verslag Jaarcongres 'Toekomst van de Middenklasse' (05-11-2015)

In het nagesprek vraagt de dagvoorzitter wat burgers en lokale of regionale overheden zelf kunnen doen. Leadbeater noemt als voorbeeld de Duitse, bij Freiburg gelegen, community Vauban, waar groepen op allerlei niveaus samen delen (auto’s, sociale hulp, duurzame bouwwijze, buurtverwarming). Het is een mooi voorbeeld van sociale innovatie en ondernemerschap binnen een gemeenschap.

Lokale overheden zijn belangrijk als het gaat om één ding dat cruciaal is in een stad: land. Een gezonde gronduitgifte is belangrijk en het mogelijk maken van betaalbare woonplekken. Daarnaast: burgers zijn constant bezig om hun leven en omgeving te verbeteren. Overheden kunnen daar platforms voor bieden.

Mensen kunnen zelf ook wat doen: relaties en zelfdiscipline zijn belangrijk om weerbaar te blijven.

‘Onzekere Middengroepen’

Robert Went, mede-auteur van de WRR-verkenningen ‘Hoe Ongelijk is Nederland?’ en ‘De Robot de Baas’ (te verschijnen), is genuanceerd over het begrip middenklasse. Hij vond maar liefst 156 definities. Vanuit een economische, sociologische en subjectieve ingang beschrijft Went veranderingen in onze maatschappij, waarbij hij zich afvraagt of de Nederlandse middenklasse wel echt zo onder druk staat. Op 8 december daarover meer in zijn nieuwste publicatie!

Als het gaat om de werkgelegenheid, zien we wel dat er sprake is van baanpolarisatie. Het CPB laat zien dat het aantal banen voor de middelbaar opgeleiden ook in Nederland mindert – maar dit fenomeen is minder dan in veel andere landen2. Heel schematisch: MBO 0 en 1 gaan omlaag en MBO 3 en 4 gaan omhoog. De reden is digitalisering of robotica: routine-seerbare taken worden overgenomen. Went vraagt zich af of je deze ontwikkeling lineair kunt doortrekken.

Als er enkel wordt gekeken naar inkomen dan zijn er bij Went geen grote zorgen speciaal bij de middenklasse, maar veel meer ‘de onderkant’. Kijk je naar bredere factoren in het leven, zoals gevoelens en posities dan gaat de middenklasse wel steeds meer lijken op ‘de onderkant’. Men voelt zich meer onzeker over zaken als werk en gezinssituaties. Grote groepen hebben geen financiële buffers en er is een grote toename van alleenstaanden. Mensen krijgen ook steeds meer eigen (financiële) verantwoordelijkheden. Het eigen risico in de basisverzekering is daar een voorbeeld van.

In de kern gaat het Leadbeater om meer ‘inclusieve’ vormen van delen. Het sociale contract in de maatschappij moet opnieuw geschreven worden.

‘‘ ‘‘

2 Zie http://www.cpb.nl/publicatie/baanpolarisatie-in-nederland

Page 9: Trendbureau Overijssel - Verslag Jaarcongres 'Toekomst van de Middenklasse' (05-11-2015)
Page 10: Trendbureau Overijssel - Verslag Jaarcongres 'Toekomst van de Middenklasse' (05-11-2015)

SCHAKEN OP MEER BORDENWaar komt de onzekerheid van de middengroepen vandaag?Went geeft meerdere antwoorden. Ten eerste vraagt hij zich af hoeveel globalisering de mens kan verdragen. Er zijn verliezers in deze geglobaliseerde economie. Bij toename van het nationaal inkomen is veelal geen compensatie voor de groepen die erdoor benadeeld worden. Went beschrijft het trilemma van globalisering - democratie - nationale staten en hoe er doorwerking plaatsvindt, wanneer er op 1 van deze 3 fronten een verandering is. Je kan twee van deze krijgen, maar niet alle drie tegelijk.

In de tweede plaats speelt bij onzekerheid ook de ongelijkheid in vermogen een rol. Mensen zien de quote 500 en de bonussen van bankiers, en vergelijken dat met zichzelf. Bovendien is het mediane inkomen gedaald. Dit betekent niet per se dat de overheid iets moet doet. Herverdeling kan ook ‘predistributief’ – voordat de overheid herverdeelt. Kan je in de marktsector zelf verschillen kleiner krijgen. Dat heeft te maken met inkomens. Zelfs het IMF zegt nu dat het slecht is voor een land als de vakbonden te zwak worden en dat ongelijkheid economische groei mindert. Het kan ook door consumentendruk: in Canada bestaan stickers die op producten zichtbaar maken hoe de gelden verdeeld zijn. Ook gezonde winstdeling bij bedrijven en de rol van vakbonden hoort bij predistributie.

De derde reden voor onzekerheid is de digitalisering. Went propageert een actieve houding: hoe voorkomen we dat de robots ons de baas worden? Technologie overkomt je niet, we hebben invloed in hoe we deze inzetten in onze maatschappij. Het is nodig daarover meer in gesprek te gaan, partijen bij elkaar te brengen en te anticiperen op technologische ontwikkelingen. Betrek mensen bij de ontwikkeling van robots, zodat robots afgestemd zijn op wat mensen daadwerkelijk nodig hebben. En ook herscholingsprogramma’s kunnen veel beter afgestemd raken met het oog op de ontwikkelingen.

Wat de robots betreft geeft Went ook mee dat niet alles dat technisch mogelijk is er ook daadwerkelijk van komt. Economen en techneuten denken vaak dat wat volgens hun rationaliteit het beste is, zal gebeuren. Dat is niet zo. Bovendien duren ontwikkelingen vaak veel langer dan mensen geneigd zijn te denken: ́never confuse a clear view with a short distance ́. Waar zijn de fabrieken die de robots moeten produceren? Waar de mensen die het onderhoud moeten plegen? Ze zijn er nog niet.

INVESTEREN IN DE EERSTE LEVENSJARENIs er inderdaad meer ongelijkheid of gaat het alleen om meer aandacht voor het fenomeen? Went denkt dat het allebei het geval is. Piketty heeft er meer aandacht voor gecreëerd. Maar het is echt zo dat de ongelijkheid tussen landen kleiner wordt (maar binnen landen groter), er is een verschuiving van het aandeel dat naar kapitaal gaat (meer) en arbeid (minder), en dat er binnen het aandeel arbeid de verdeling ongelijker is geworden.

In het debat met de zaal vraagt dagvoorzitter Hannnie te Grotenhuis wat we kunnen doen om de ‘uitholling’ tegen te gaan. Went geeft mee dat kinderen niet mogen opgroeien in situaties van geldzorgen. De eerste 4 tot 5 jaar in het opgroeien van een kind zijn daarbij van substantieel belang. De overheid kan dus beter een paar honderd euro in deze fase spenderen, want dat werkt in veel grotere mate door dan het betalen van een universitaire studie. Verder zou een algoritme (apps) mensen kunnen helpen om beter met geld om te gaan.

Robert Went: “Als er enkele wordt gekeken naar inkomen dan zijn er geen grote zorgen speciaal bij de middenklasse, maar veel meer ‘de onderkant’.”

‘‘ ‘‘

Page 11: Trendbureau Overijssel - Verslag Jaarcongres 'Toekomst van de Middenklasse' (05-11-2015)

‘Binden in onzekerheid’

Ank Bijleveld-Schouten, commissaris van de Koning, rond de middag af. Haar betoog richt zich op het feit dat we als samenleving moeten leren omgaan met onzekerheid en dat we opzoek moeten naar nieuwe vormen van binding in de samenleving.We gaan immers van een verzorgingsstaat naar een participatie- en netwerksamenleving, waarbij we merken dat een heleboel oude zekerheden ‘wankelen’. Ook deze nieuwe samenleving zou rechtvaardig moeten zijn met levenskwaliteit voor alle mensen.

De middenklasse kan niet meer zozeer als verbindende schakel in de maatschappij worden gezien en het is de vraag in hoeverre de vele symbolen van eenheid (8-uur journaal, koningshuis e.d.) nog behulpzaam zijn om ons eenheid te geven. We leven als Nederlanders minder in één wereld. Het levensgevoel, omgangsvormen, maar ook de economische situaties verschillen. I,6 miljoen mensen leven van een bijstands-, werkloosheid of arbeidsongeschikheidsuitkering. In Overijssel betreft dit ruim 110.000 mensen. Het recente vluchtelingenvraagstuk laat zien dat het debat over sociale stratificatie versterkt.

NOABUURSCHAP ZONDER SPRUITJESLUCHT.Bijleveld pleit voor een gezamenlijke verantwoordelijkheid om die binding en gemeenschappelijkheid vorm te geven. Noabuurschap zonder spruitjeslucht is nodig. Laten we die gemeenschappelijke zoektocht blijven oppakken met elkaar.

Juist omdat ongelijkheid geen natuurverschijnsel is. Het is niet iets wat ons overkomt. We kunnen er iets aan doen.

Page 12: Trendbureau Overijssel - Verslag Jaarcongres 'Toekomst van de Middenklasse' (05-11-2015)

AAN ELISE VAN DER LINDEN, KUNSTENARES TE DEVENTER, IS

GEVRAAGD EEN VIDEO TE MAKEN OVER HET THEMA VAN HET CONGRES.

DE VIDEO ‘ EXTRAPOLATION’ KUNT U HIER

Page 13: Trendbureau Overijssel - Verslag Jaarcongres 'Toekomst van de Middenklasse' (05-11-2015)

‘‘ ‘‘Juist omdat ongelijkheid geen natuurverschijnsel is. Het is niet iets wat ons overkomt. We kunnen er iets aan doen.

Page 14: Trendbureau Overijssel - Verslag Jaarcongres 'Toekomst van de Middenklasse' (05-11-2015)