Transfer 1, jaargang 20

32
vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs jaargang 20 | september 2012 1 topstudenten halen banden met china aan | groen licht voor niche en nfp | deskundigen over toekomst meeneembare beurs | buitenlandse student worstelt nog vaak met bankrekening | intercultureel lab helpt docenten transfer PVV H A R M B E E RTE M A PvdA T A N J A J A D N ANA N SI N G D66 P A U L V A N MEE N E N CDA S A N D E R D E RO U W E VVD A N N E - W I L LU C A S SP J A S P E R V AN DIJK Kosmopolieten en eurosceptici over internationalisering

description

Transfer, vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs, nummer 1 van jaargang 20 (2012-2013)

Transcript of Transfer 1, jaargang 20

Page 1: Transfer 1, jaargang 20

vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs

jaargang 20 | september 20121topstudenten halen banden met china aan | groen licht voor niche en nfp | deskundigen over toekomst meeneembare beurs | buitenlandse student worstelt nog vaak met bankrekening | intercultureel lab helpt docenten

transfer

PVV

HARM BEERTEMA

PvdA

TANJA JADNANANSING

D66

PAUL VAN MEENEN

CDA

SANDER DE ROUWE

VVD

ANNE-WIL LUCAS

SP

JASPER VAN DIJK

Kosmopolieten en

eurosceptici

over internationalisering

Page 2: Transfer 1, jaargang 20

1Transfer is een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek. Transfer is ook online: www.transfermagazine.nl. Transfer is een uitgave van de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Verschijnt negen keer per jaar.

RedactieEls Heuts (hoofdredacteur), Annelieke Zandvliet en Gerald Schut

Aan dit nummer werkten meeFloor Boon, Annemieke Bosman, Thomas von der Dunk, Han van der Horst, Yvonne van de Meent, Annette Posthumus, Martine Postma

BeeldShawn Baldwin/The New York Times/Redux, Niels Bongers, bsip, Bram Budel/Hollandse Hoogte, Dijkstra BV/ANP, Henriëtte Guest, Bastiaan Heus/HH, Peter Hilz/HH Hilz & Verhoeff/HH,Roos Koole/ANP XTRA, Jerry Lampen/ANP Royal Images, Alan Richardson/EPA/AFP, Kim Steffers, Siebe Swart/HH, Jozien Wijkhuis

RedactieraadRies Agterberg (DUB), Sebastiaan den Bak (Nether), Riekele Bijleveld (Universiteit Twente), Patrick Cramers (Codarts), Joep Huiskamp (TU Eindhoven)

RedactieadresNuffic, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag, tel.: 070 – 4260126 / 4260144 / 4260122fax: 070 – 4260399e-mail: [email protected], [email protected], [email protected]: www.transfermagazine.nl

AbonnementenTransfer is gratis verkrijgbaar. Geïnteresseerden kunnen zich voor een gratis abonnement aanmelden via www.ikabonneermij.nl/transfer.

AbonnementenadministratieDUO-tijdschriftenservicePostbus 6813500 AR Utrechttel.: 030 – 263 1089

Vormgeving en lay-outSabrina Luthjens BNO en Christina Schürmann (www.makingwaves.nl)

DrukDrukkerij Deltahage, Den Haag

Overname artikelenHet overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de hoofdredactie.

OmslagDe beoogde onderwijswoordvoerders in de nieuwe Tweede KamerIllustratie: Making Waves

Transfer 2, jaargang 20, verschijnt op 25 oktober 2012.

Kosmopolieten versus eurosceptici De afgelopen twee jaar kreeg internationalisering veel aandacht van de politiek. In de debatten ging het er soms hard aan toe. Kosmopolieten, kosten-batendenkers en eurosceptici kruisten met elkaar de degens. Buitenlandse studenten kosten Nederland alleen maar geld, vond een aantal partijen. De toon van het debat veranderde toen uit onderzoek van het CPB bleek dat internationale studenten, als ze hier na afloop van hun studie blijven werken, de Nederlandse staat geld opleveren. Inmiddels is een nieuwe Tweede Kamer aangetreden. Transfer nam deze zomer een voorschot op de verkiezingen en interviewde zes (beoogde) onder-wijswoordvoerders over het belang van internationalisering. De partijen zijn het roerend met elkaar eens dat studenten internationale ervaring moeten opdoen. Maar daarmee houdt de overeenstemming op. “Als die jongens en meisjes naar het buitenland willen, kunnen ze ook een jaartje gaan back-packen. Daar hoeft de overheid geen geld in te steken”, stelt PVV-lid Harm Beertema. Het CDA vindt dat Nederland het voortouw moet nemen om meer studenten over de grens te laten studeren. Sander de Rouwe verbindt daar namens zijn partij een meetbaar doel aan. In 2020 moet 25 procent van de Nederlandse afgestudeerden internationale studie-ervaring hebben opgedaan. Dat gaat een stuk verder dan de 20 procent die de Europese ministers in 2009 op de Bologna-conferentie afspraken. Wat Jasper van Dijk (SP) betreft moet ‘Brussel’ zich vooral niet bemoeien met de uitwisseling van studenten. En volgens Tanja Jadnanansing van de PvdA wordt het hoog tijd dat de politiek een visie ontwikkelt op internationalisering in plaats van op incidenten te reageren, zegt zij in deze Transfer.Maar het gaat natuurlijk niet alleen om beleid. Onder de noemer internatio-nalisering worden bij hogescholen en universiteiten de meest uiteenlopende taken verricht. Daar wordt het werk gedaan, vaak door bevlogen mensen die ervan overtuigd zijn dat internationale samenwerking bijdraagt aan een wereld waar meer begrip voor elkaar is. In een nieuwe rubriek brengt Transfer deze mensen en hun werk in beeld. Om op die manier een nog vollediger beeld te geven van het brede terrein internationalisering.

els [email protected]

t r a n s fe r

Page 3: Transfer 1, jaargang 20

i n h o u d

En verder

2 Colofon en redactioneel 4 Nieuwsberichten 13 Opening academisch jaar 19 Column Thomas von der

Dunk 23 Aanpakken: internationaliseerders aan het werk 24 Buitenlandse student worstelt nog vaak met

bankrekening 26 Intercultureel lab Hanzehogeschool werkt 28 Mobiliteit in beeld 2012: de opvallendste

punten 30 Gelezen: boeken over internationale samenwerking 31 Agenda

8 Zes onderwijswoordvoerders over internationaliseringHoe een nieuw kabinet zich straks zal opstellen tegenover internationalisering, is nog volstrekt onduidelijk. De onderwijswoordvoerders van de verschillende partijen zijn het op dit punt bepaald niet met elkaar eens. Transfer neemt een voorschot op lastige onderhandelingen tussen kosmopolieten, kosten-batendenkers en eurosceptici.

14 Summer in Asia moet banden met China versterken Dertig Nederlandse topstudenten volgden deze zomer een summer school in Hong Kong en Shanghai. Het initiatief – van de Nederlandse universiteiten, de overheid en het bedrijfsleven – is bedoeld om de banden met China aan te halen. “Het is echt belangrijk dat Nederlandse studenten naar China gaan, anders missen we de boot.”

16 Evaluatie: NICHE en NFP kunnen beter en goedkoperDe capaciteitsopbouwprogramma’s NICHE en NFP doen goed werk, blijkt uit evaluaties van beide programma’s die net voor de zomer verschenen. Maar er is ook kritiek: het kan nog beter én goedkoper. Transfer peilt de reacties op de uitkomsten van de evaluatie.

20 Hoe verder met meeneembare studiefinanciering?Nederland mag van het Europees Hof van Justitie niet meer de zogenaamde 3-uit-6-eis hanteren om te bepalen of een student in aanmerking komt voor meeneembare studiefinanciering. Wat betekent dat voor de uitvoerbaarheid en de kosten van de maatregel, die Nederland destijds invoerde om de studentenmobiliteit te stimuleren? Een rondgang langs deskundigen.

t r a n s fe r

Page 4: Transfer 1, jaargang 20

n i e u w s b e r i c h t e n

Nieuwe internationale studenten worden voortaan door de Rijksuniversiteit Groningen gewezen op het belang van een goede ziektekostenverzekering. De universiteit beveelt daarbij de verzekering van AON aan vanwege de uitgebreide dekking. De extra aandacht is het antwoord van de RUG op

eerder dit jaar gesignaleerde problemen in de zorg waarmee buitenlandse studenten te maken kunnen krijgen. Veel verzekeringen vergoeden geen behan-deling van psychische klachten die al bestonden voordat de student naar Nederland kwam, of hebben strenge toetredingseisen. Doordat de RUG daarnaast in de afgelopen jaren twee fte heeft bezuinigd op studentenpsychologen, bleken steeds meer buiten-landse studenten moeite te hebben de juiste psychi-sche hulp te vinden. “Er is geen sprake van een levensgroot probleem, maar er waren haperingen en wij willen niet dat internationale studenten het slachtoffer worden van bezuinigen”, zegt decaan Jooske Doorenbos. “Daarom hamert de Internationale Service Desk op een goede verzekering.” Een ander probleem voor buitenlandse studenten is dat veel psychische hulpverlening alleen in het Nederlands beschikbaar is. Daarom verwijzen de studentenpsychologen hen voortaan door naar de nieuwe praktijk INTER-PSY die in verscheidene talen behandelingen aanbiedt. (GS)

Studenten in het Verenigd Koninkrijk betalen vanaf 1 september 2014 voor hun studiejaar slechts 15 procent van het collegegeld als zij als uitwisselings student minstens twee trimesters in het buitenland doorbrengen. Zo hoopt de Engelse minister van Hoger Onderwijs David Willetts de geringe mobi-liteit van Engelse studenten te stimuleren.Het Verenigd Koninkrijk is wereldwijd nummer 25 als het gaat om uitgaande studenten-mobiliteit. De deze maand tot

maximaal 9.000 pond verhoogde collegegeldtarieven dreigen uitwisselingsperiodes als Erasmus nog minder aantrekkelijk te maken voor studenten aan Engelse instel-lingen: voor een hoog collegegeld zouden ze aan een beduidend goedkopere continentale univer-siteit studeren. Naast de bijdrage van 15 procent van de student ontvangen Engelse universiteiten vanaf 2014 een toelage van 25 procent van het collegegeld van financieringsorganisatie HEFCE. Deze toelage is ook beschikbaar voor uitwisselingen die buiten het

Erasmusprogramma plaatsvinden. Tot op heden geven Britse instel-lingen studenten een vrijstelling van maximaal 3.000 pond van het collegegeld voor een Erasmusjaar in het buitenland. Critici vreesden dat uitwisselingsprojecten na de collegegeldverhoging voor studenten veel duurder zouden uitpakken. Willetts reageerde met zijn aankondiging op het rapport Recommendations to Support UK Outward Student Mobility dat hem eerder in 2012 was aange-boden. (GS)

RUG wijst internationale student

op verzekering

Korting voor studenten VK in buitenland

Foto

: Roo

s Koo

le/A

NP

XTR

A

| september 2012 | transfer4

Page 5: Transfer 1, jaargang 20

Amerikaanse studenten ontvingen vorige maand van uitwisselingsorganisatie CIEE een fiets voor hun aanstaande studiejaar in Amsterdam. CIEE regelt voor hen

ook huisvesting, inschrijving voor examens en zelfs een mobiele telefoon. CIEE adviseerde de studenten hun fiets goed op slot te zetten. (GS)

Van de EU-studenten die in het Verenigd Koninkrijk een studielening zijn aangegaan loopt bijna de helft achter met terugbetalen. Dit meldde Times Higher Education, vlak voordat de studieleningen in het VK deze maand werden verhoogd naar 9.000 pond (11.500 euro) per jaar. Critici vrezen dat veel van deze leningen nooit terugbetaald zullen worden. In Nederland zijn VVD, D66, PvdA, GroenLinks voor-standers van invoering van een leenstelsel. 42 procent van de EU-studenten blijkt zijn lening niet volgens schema terug te betalen. Bahram Bekhradia van het Higher Education Policy Institute stelt dat het Verenigd Koninkrijk ‘geen hard middel heeft om EU-studenten te dwingen tot terugbeta-

ling’. “Hoe meer EU-studenten zich dat realiseren, hoe meer er hier zullen komen studeren,” verwacht hij. Conservatief parlementariër Peter Lilley zegt dat als terugbetaling niet kan worden afgedwongen “het land iets anders zal moeten verzinnen om niet langer de rest van de EU te subsidiëren door hun allerslim-sten hier gratis onderwijs te geven.”EU-studenten hebben in het VK dezelfde rechten op een studielening als Engelse studenten. Maar terwijl terugbetalingen in het Verenigd Koninkrijk automatisch worden ingehouden op het salaris van voormalige studenten, is het in de rest van de EU aan studenten zelf om hun voormalig studieland te infor-meren over de hoogte van hun salaris. (GS)

Helft EU-studenten loopt achter met terugbetaling lening aan VK

Tweewieler voor Amerikaanse studenten

Foto

: Joz

ien

Wijk

huis

transfer | september 2012 | 5

Page 6: Transfer 1, jaargang 20

Foto

: Ala

n R

icha

rdso

n

Meer nieuws op www.transfermagazine.nl. Vanaf

25 september worden de belangrijkste berichten

opgenomen in de digitale tweewekelijkse

nieuwsbrief van de Nuffic: Nuffic News.

Ontvangers van Transfer Digitaal krijgen na die

datum automatisch Nuffic News toegestuurd.

Geen zorgverzekering, honderden boetesZeker enkele honderden buitenlandse studenten zijn beboet omdat zij hier een inkomen hebben, maar geen zorgver-zekering. Dat meldde NRC Handelsblad eind juli, op basis van een rondgang bij onderwijsinstellingen en deurwaar-ders. Veel studenten wisten niet dat zij een verzekering moesten afsluiten vanwege een betaalde stage of bijbaan, ook als zij verzekerd waren in eigen land. Dat is zo sinds de Zorgverzekeringswet in 2006 werd ingevoerd, maar het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) deelt pas sinds april 2011 boetes uit. Hoeveel buitenlandse studenten beboet zijn, weet het CVZ weet niet, omdat het niet registreert naar persoonskenmerken. Wie niet tijdig reageerde op een Nederlandstalige aanmaning, moest ruim 350 euro betalen. Daarna volgde eventueel nogmaals zo’n boete aangevuld met de kosten van een deurwaarder. In het uiterste geval sloot het CVZ na negen maanden een basisverzekering af met een opslag van 30 procent, die op het inkomen van de onverzekerde werd ingehouden.

2020: meeste hoogopgeleiden in ChinaIn 2020 is bijna 30 procent van de hoogopgeleiden in de leeftijd van 25 tot 34 jaar wereldwijd afkomstig uit China. Dat zijn er meer dan in de Verenigde Staten en de Europese Unie, die samen goed zijn voor een kwart van de jonge afgestudeerden. Achter koploper China is India de nummer twee, met 12 procent. Die verwachting op basis van de huidige trends bracht de OESO begin juli naar buiten. Het totale aantal 25- tot 34-jarigen met een diploma van een universiteit of hogeschool op zak zou uitkomen boven de 200 miljoen. De OESO benadrukt dat dit in werkelijkheid meer kan worden, omdat verschillende landen proberen het aandeel van afgestudeerden te vergroten. China streeft zelfs naar 20 procent in 2020, wat neerkomt op 195 miljoen Chinezen.

Kwart miljoen buitenlandse studenten in DuitslandVorig jaar stonden er meer dan 250.000 studenten uit het buitenland ingeschreven in Duitsland. Dit record bracht de Deutscher Akademischer Austausch Dienst deze zomer naar buiten. De buitenlanders maakten samen 11,4 procent uit van alle studerenden in het Duitse hoger onderwijs. Circa een derde komt uit Azië, met China – bijna 23.000 studenten – als voornaamste leverancier. Europa is goed voor ongeveer de helft van de internationale studenten in Duitsland. Met 115.500 Duitse studenten in het buitenland in 2009 is de mobiliteit er beter in evenwicht dan in de VS, Groot-Brittannië en Australië die meer internationale studenten hebben dan Duitsland. (AZ)

Nieuwsoverzicht zomer

Het gratis hoger onderwijs in Schotland trekt weer meer EU-studenten aan. Maar vooral het aantal Engelse studenten, die wél collegegeld moeten betalen, stijgt. Eind augustus waren er al meer dan 4.000 toegelaten, ruim een kwart meer dan vorig jaar rond die tijd. Bij studenten van het Europese continent ging het volgens de voorlopige cijfers om een toename met 3,6 procent tot het recordaantal van 3500 toelatingen, meldt The Telegraph. Op basis van Europese regelgeving hoeven zij net zomin als Schotse studenten collegegeld te betalen. Onderwijsminister Russell kondigde anderhalf jaar geleden aan maatregelen te willen nemen, omdat de Schotse belastingbetaler destijds al 75 miljoen pond (ruim 86 miljoen euro) per jaar kwijt was aan EU-studenten. Maar tot dusverre bleef de situatie ongewijzigd.Voor Engelse studenten gelden binnen het Verenigd Koninkrijk andere regels. Zij moeten wel collegegeld betalen en net als in Engeland kan dat dit studiejaar in Schotland oplopen tot maximaal 9.000 pond (11.500 euro). Het hogere aantal inschrijvingen leidt volgens Times Higher Education tot speculaties dat Engelse studenten gemakkelijker een plaats toegewezen krijgen, omdat zij geld meebrengen. In Engeland daalt het aantal inschrijvingen van EU-studenten met 17,4 procent ten opzichte van 2011. (AZ)

Schotland in trek bij EU- én

Engelse student

De Schotse universiteit St. Andrews

| september 2012 | transfer6

Page 7: Transfer 1, jaargang 20

Foto

: Sha

wn

Bald

win

/Th

e N

ew Y

ork

Tim

es/R

edux

Sinds 2004 heeft de Duitse fede-rale overheid bijna 2 miljard euro uitgegeven om haar universiteiten scherpere institutionele profielen te geven en hen op te stuwen in de vaart der ranglijsten. Het Excellenz Initiativ is daar volgens een nieuw rapport maar mondjesmaat in geslaagd, meldt The Chronicle of Higher Education. De voornaamste kritiek in het rapport van het Wissenschaftszentrum Berlin für Sozialforschung betreft de mislukte differentiatie van de

instellingen, een doel dat in Nederland ook nadrukkelijk op de agenda is gezet door de Commissie Veerman. Volgens onderzoeker Tim Flink zijn universiteiten weliswaar meer over hun profiel gaan nadenken, maar bedachten de meeste instel-lingen dezelfde soort programma’s en samenwerkingsverbanden. Met name interdisciplinaire program-ma’s voor jonge onderzoekers zijn populair gebleken. Hierdoor zijn instellingen juist meer op elkaar gaan lijken in plaats van minder.

Samenwerkingsverbanden met onderzoeksinstituten bestonden al vaak en worden nu simpelweg meer benadrukt.Flink was verbaasd tijdens zijn onderzoek te ontdekken dat onderzoekers nog steeds nauwe-lijks rekening houden met insti-tutionele strategieën zoals het Excellenz Initiativ beoogt. 90 procent van de onderzoekers geeft aan vooral zijn eigen interesses te volgen, slechts 5 procent meldt dat universiteits bestuurders een rol spelen in hun prioriteiten. (GS)

Het vuurwerk op de Shanghai-ranking komt dit jaar uit Saoedi-Arabië en China. De hoogste nieuwe binnenkomer op nummer 337 is de Saoedische King Abdulaziz University (KAU). De King Saud University stijgt door van 261 naar 202. China telt maar liefst zes nieuwe universiteiten op de lijst en heeft daarmee 42 instellingen in de Shanghai-ranking staan en streeft daarmee het Verenigd Koninkrijk (38) voorbij.Transfer signaleerde in februari dat Saoedische universiteiten als een speer omhoog schieten op de rankings. Dertig veelgeciteerde toponderzoekers verbonden zich afgelopen jaren aan Saoedische universiteiten en zorgden voor hoge scores op de citatie-index. In de citatiecategorie van de Shanghai-ranking scoort de KAU nu inderdaad hoger dan enige Nederlandse universiteit.

Bij de Nederlandse universiteiten maakt Wageningen een sprong van plaats 155 naar 136, blijkt uit een reconstructie door Transfer. Utrecht daalt naar nummer 53, Leiden naar 76. Leiden levert vooral punten in voor het aantal Nobelprijswinnaars dat aan de instelling verbonden is. Delft valt uit de top 200 (van 197 naar 214) en Tilburg blijft nog net in de top 500 (van 427 naar 479). Aan de klassering van de overige Nederlandse universiteiten verandert weinig. De RUG staat stabiel op 103. De VU (121) haalt de UvA (123) nipt in. Met de Radboud Universiteit (141), de EUR (169), de Universiteit Maastricht (287), de Universiteit Twente (351) en de TU Eindhoven (384) zijn alle Nederlandse universiteiten op de ranglijst vertegenwoordigd. (GS)

Duitse miljardeninjectie zorgt

niet voor profilering

Saoedische aanpak werpt

vruchten afDe King Saud University in Riyadh

transfer | september 2012 | 7

Page 8: Transfer 1, jaargang 20

HARM BEERTEMATANJA JADNANANSING

PAUL VAN MEENENSANDER DE ROUWE

ANNE-WIL LUCASJASPER VAN DIJK

z e s o n d e r w i j s w o o r d v o e r d e r s o v e r i n t e r n a t i o n a l i s e r i n g

Kosmopolieten en eurosceptici

houden Kamer verdeeld

| september 2012 | transfer8

Page 9: Transfer 1, jaargang 20

JASPER VAN DIJK

Het kan nog alle kanten op met het internationaliseringsbeleid van het nieuwe kabinet.

Dat studenten internationale ervaring opdoen, vinden alle partijen belangrijk.

Maar daarmee houdt de overeenstemming in de nieuwe Tweede Kamer wel op.

Kosmopolieten, kosten-batendenkers en eurosceptici verwijten elkaar emoties voor

feiten aan te zien. Zes fractiewoordvoerders over Duitse studenten, verengelsing van

het hoger onderwijs en de rol van ‘Brussel’.

z e s o n d e r w i j s w o o r d v o e r d e r s o v e r i n t e r n a t i o n a l i s e r i n g

Kosmopolieten en eurosceptici

houden Kamer verdeeld

transfer | september 2012 | 9

a c h t e r g r o n d

Foto

: AN

P/D

ijkst

ra

“Kijk verder dan je studie lang is, dat is mijn boodschap aan studenten. Ze richten zich nu vooral op een leuke studietijd, maar ze moeten een uniek product worden op de arbeidsmarkt. De VVD wil een sociaal leenstelsel invoeren, daardoor wordt de terugverdiencapaciteit belang-rijker. Buitenlandervaring kan helpen je te onderscheiden. Door

buiten je comfortzone te treden, ontwikkel je jezelf. Mijn jaartje high school in Canada was vormend, toen heb ik bedacht dat ik planologie wilde studeren.Instellingen moeten uitgaande mobiliteit stimuleren, nu richten ze zich nog te veel op hun eigen belang. Bij het werven van studenten in Engeland en Duitsland ging het vooral om studentenaantallen. Dat er bij sommige opleidingen les wordt gegeven in het Duits, vond ik helemaal bijzonder. Daar heb ik als eerste vragen over gesteld. Over internationalisering krijg je heel snel een zwart-wit discussie. Dat heb ik ook gezien met de studiefinanciering voor migrerend werknemers.

Toen de lat om daarvoor in aanmerking te komen omhoog ging, werd er meteen gezegd: ‘De VVD maakt het onmogelijk voor buitenlandse studenten om hier te komen studeren’. Ik werd weggezet als xenofoob terwijl de cijfers aantoonden dat de kosten uit de hand liepen. Het systeem werd echt misbruikt. De lat moet niet alleen omhoog voor studenten en instellingen, maar ook voor het ministerie van onderwijs. Uit de reactie van staatssecretaris Zijlstra op mijn motie over het budget voor internationaal beleid, bleek dat hij zelf ook niet veel zicht heeft op de besteding van de middelen. Ik heb de indruk dat

het geld naar clubjes gaat die zich met internationalisering bezighouden en dat het niet bij studenten en academici terecht komt. Daarom blijven we daar op hameren, ook bij de volgende begroting.

De komende jaren moeten we besluiten hoe we omgaan met buitenlandse nevenvestigingen. Dat hebben we nu on hold gezet, maar met zo’n inter-nationale campus kan je buitenlands talent interes-seren voor Nederland. Dan moeten we er wel voor zorgen dat er geen publiek geld weglekt.” (AZ)

nummer 28 op lijst VVD

woordvoerder hoger onderwijs sinds juni 2010

‘Veel geld gaat naar internationaliseringsclubjes

en niet naar studenten’

VVD

ANNE-WIL LUCAS

Page 10: Transfer 1, jaargang 20

Foto

: AN

P/D

ijkst

raFo

to: A

NP/

Dijk

stra

nummer 10 op

kandidatenlijst PVV

woordvoerder onderwijs sinds juni 2010

nummer 4 op lijst PvdA

woordvoerder hoger onderwijs sinds juni 2010

“Wij zijn tegen internationalisering als doel op zich. Zo’n internationa-liseringsagenda, daar gaan bestuur-ders mee aan de haal. Er zit nu zelfs een diplomaat in Saoedi-Arabië om studenten te werven, die dan tegen een hoger collegegeld hier komen studeren. Je zou kunnen zeggen: dat geld is mooi meegenomen. Maar die Saoedi’s leggen beslag op de infrastructuur die we nodig hebben voor onze eigen studenten. Het

is daarom vreemd dat de PVV de enige partij lijkt te zijn die vragen heeft bij de disbalans in studentenstromen. De SP steunde weliswaar mijn motie om werven in het buitenland te staken totdat er evenwicht is bereikt, maar kaart het probleem nauwelijks zelf aan.De disbalans opheffen door mobiliteit van Nederlandse studenten te bevorderen, vind ik geen goed idee. Waarom zou je dat doen? Als die jongens en meisjes naar het buitenland willen, gaan ze echt wel. Er gaan er ik weet niet hoeveel een jaartje backpacken. Zelf heb ik ook een jaar lang gereisd. Daar

heb ik veel van opgestoken. Op zich zou ik dat anderen wel aanraden. Maar de overheid hoeft daar geen geld in te steken. Een goede student internationale betrekkingen bedenkt zelf wel dat het slim is om een tijdje in het buitenland te studeren. Ik heb een opleiding Engels gedaan en langere tijd doorge-bracht in Engeland omdat dit mij goed leek voor de fluency. Dat heb ik zonder beurs gedaan. Erasmusbeurzen zijn ook niet nodig.De notitie van het CPB over kosten en baten van buitenlandse studenten was doordesemd van kosmopolitisch grachten-gordel-denken. Ook met meer gegevens is niet hard te maken dat zij Nederland voordeel opleveren. Het blijft een vorm van

immigratie, en die is al zo gigan-tisch. Als ze hier blijven, staan er andere maatschappelijke kosten tegenover, zoals die van inbur-geren. Ook voor hun familie die meekomt.Het is prima om topstudenten uit bijvoorbeeld China of Korea aan te trekken om in Delft of

Eindhoven een PhD te doen. Maar dat moet dan vanuit de faculteiten zelf komen, die kennen de behoeften het best. En waarom zou je studenten theaterwetenschappen, letterkunde of sociologie hierheen halen? Daar hebben we er al genoeg van.” (AZ)

“Internationalisering heeft veel aandacht gekregen van de politiek toen de VVD gesteund door de PVV dacht: buitenlandse studenten kosten ons geld. Toen uit het CPB-onderzoek bleek dat zij geld opleveren, werd de toon van het debat veel milder. Ik pleit ervoor, dat we los van het geld uitspreken of we internationalisering nu wel of niet belangrijk vinden. Als politiek moeten we hierop een visie ontwikkelen. Staatssecretaris Zijlstra

heeft daarmee een begin gemaakt, maar we zijn er nog lang niet. Daarom wil ik absoluut doorgaan met deze portefeuille in een volgende kabinetsperiode. Ik raad de volgende staats-secretaris aan om zich te laten voeden door slimme mensen en een brede discussie te voeren met werkgevers over hoe je bijvoorbeeld buitenlandse studenten kunt behouden voor de Nederlandse arbeidsmarkt. Ook zou ik met hen willen bediscussiëren wat het een orga-nisatie of bedrijf oplevert als werknemers internationale erva-ring hebben. Benoem expliciet de competenties die jongeren kunnen verwerven door in het buitenland te studeren en wat

dat kan betekenen voor hun latere loopbaan. Ik houd iedere woensdagavond pizzasessies met studenten en vraag dan naar hun interesse om in het buitenland te studeren. Vaak krijg ik te horen dat ze dat niet gaan doen, er niet over nadenken of onvoldoende informatie hebben. Terwijl er veel goede informatie beschikbaar is. Ik denk dat studenten te veel op de korte termijn zijn gericht. Als je naar het buitenland gaat, moet je misschien inleveren op je relatie, je mooie kamer en je bijbaantje, maar op de lange termijn kun je van die ervaring veel profijt hebben. Ik zie het als taak van het onderwijs, de politiek en ouders om studenten daarvan bewust te maken. Op aandrang van mijn vader ben ik vanuit Suriname naar Nederland gekomen om rechten te studeren. Toen hij me

bezocht, zag hij dat ik bijna uitsluitend Surinaamse studenten kende. Hij hield me voor dat ik dan net zo goed in Suriname had kunnen blijven en adviseerde me om lid te worden van bijvoorbeeld een pleitgezel-schap. Ik heb daar veel aan had gehad. Het is zo verrijkend om

met mensen van een andere nationaliteit denkbeelden uit te wisselen. Ook daar zouden studenten beter in begeleid kunnen worden. Nu trekken ze toch vaak op met studenten van hun eigen nationaliteit.” (EH)

| september 2012 | transfer10

PVV

HARM BEERTEMA

‘Studenten die naar het buitenland willen, kunnen

ook een jaartje backpacken’

PvdA

TANJA JADNANANSING

‘Studenten zijn te veel op de

korte termijn gericht’

Page 11: Transfer 1, jaargang 20

Foto

: Bas

tiaan

Heu

s/H

HFo

to: B

astia

an H

eus/

HH

nummer 3 op lijst CDA

woordvoerder hoger onderwijs sinds juni 2010

“Internationalisering is voor mijn partij de grote uitdaging van de toekomst. Ik ging daarom vorig jaar november frank en vrij mijn eerste internationaliseringsdebat in en schrok van de toon. De teneur was dat buitenlandse studenten ons alleen maar geld kosten. Staatssecretaris Zijlstra ging daarin mee. Het kwam tot een confrontatie binnen de coalitie. De discussie

was niet gebaseerd op feiten, maar op gevoelens. Ik ben ook heel kritisch over het aanbieden van Duitstalige opleidingen die uitsluitend gericht zijn op Duitse studenten. Maar dat is een exces en is niet synoniem met internationalisering. Dit exces werd politiek misbruikt. Zijlstra is toen bijgedraaid en heeft het CPB een kosten-batenanalyse laten doen waaruit bleek dat internationale studenten juist geld opleveren. Een aantal partijen had die uitkomst kennelijk nodig. Maar voor het CDA is internatio-nalisering geen kosten-batenverhaal. Het gaat veel verder dan een eurootje meer of minder verdienen: het ontwikkelen van mensen, het brengen van welvaart en stabiliteit in de wereld. Ik vind dat er echt te weinig Nederlandse studenten de grens

over gaan. Dat is voor henzelf een gemiste kans. Tijdens mijn hbo-studie bestuurskunde ben ik een aantal maanden in Engeland geweest. De lessen daar zijn me het meest bijgebleven. Op de Bologna-conferentie in 2009 is afge-sproken dat in 2020 twintig procent van de afgestudeerden internationaal mobiel moet zijn geweest. Mijn inzet voor de komende periode is dat we dat verhogen naar 25 procent. Internationalisering moet in elk curriculum een plaats krijgen. Er is nu steeds weer discussie over erkenning van studiepunten. Een buitenlandverblijf tijdens de studie moet ook beter worden gestroomlijnd. Aan het begin van een opleiding moet je weten: in blok x is er ruimte om naar

het buitenland te gaan. Veel mensen vinden dat er dan meer geld beschikbaar moet worden gesteld. Daar ben ik heel aller-gisch voor. Geld maakt mensen lui en staat creativiteit in de weg. Het is hoog tijd dat interna-tionalisering inhoudelijk op

de politieke agenda komt. In de strategische agenda hoger onderwijs kwam het nauwelijks aan de orde. Er moet nu doorgepakt worden. Als ik daar een bijdrage aan kan leveren, wordt het een fanatieke bijdrage. Welke staatssecretaris er ook aan zal treden, hij of zij zal zich moeten voorbereiden op een stevig debat over 25 procent uitgaande mobiliteit in 2020.” (EH)

“Studeren in het buitenland was voor mij niet aan de orde vanwege de zorg voor mijn broer met het syndroom van Down. Na mijn studie wiskunde ben ik onder meer elf jaar directeur propedeuse geweest bij Avans Hogeschool, een instelling die voorop liep met internationali-sering. Je hoeft mij niet te vertellen dat internationalisering iets goeds is. Daar ben ik voor honderd procent van overtuigd.

Dat Nederland veel Duitse studenten bekostigt die hier studeren, hoort bij een open samenleving en open onderwijs. Het klinkt eigenlijk wel plezierig dat zij voor Nederlands hoger onderwijs kiezen. Blijkbaar is het aantrekkelijk. Mijn voorganger Boris van der Ham benadrukte dat het D66 ook om de kwaliteit van buitenlandse studenten gaat. Ik zie selectie aan de poort wel als een groot risico. Opleidingen moeten studenten juist beter maken, niet alleen de beste uitkiezen. Dat geldt ook voor buitenlandse studenten.Of ze Duitstalige opleidingen willen aanbieden, is aan de instellingen zelf. We willen niet de komst van buitenlandse

studenten beperken om balans te bereiken, maar liever faci-literen dat meer Nederlandse studenten naar het buitenland gaan. Hoe? Misschien door er meer positief over te spreken. Het bevorderen van internationalisering in het voortgezet onderwijs zou ook kunnen helpen, denk ik vanuit mijn ervaring daar. Als je die stap eenmaal hebt gezet, ga je tijdens je studie waarschijnlijk sneller naar het buitenland. Het is niet altijd alleen maar een kwestie van geld. Ook als het over verengelsing gaat heeft D66 niet de neiging het onderwijs te betuttelen. Universiteiten en hogescholen moeten zich richten op behoeften van studenten. Ik heb zelf op de heao lesgegeven in het Engels. Hoewel ik de taal goed spreek, vergde dat veel voorbereiding. Als er zorgen zijn over het taalniveau, moeten de instellingen dat oppakken. Ik zie daar geen rol voor de overheid, anders dan kwaliteits-

bewaking. D66 wil zoveel mogelijk buitenlandse studenten behouden voor de Nederlandse economie. Mijn persoonlijke inbreng is dat het mooi zou zijn als duurzaamheid meer ruimte krijgt in het hoger onderwijs. Dat betekent dat we

moeten voorkomen dat mensen permanent de hele wereld afreizen. Al doel ik daarmee natuurlijk niet op studenten-uitwisseling.” (AZ)

nummer 7 op

kandidatenlijst D66

beoogd woordvoerder onderwijs

transfer | september 2012 | 11

CDA

SANDER DE ROUWE

‘Internationalisering gaat verder dan een eurootje

meer of minder verdienen’

‘Best plezierig dat zoveel Duitse studenten voor

Nederland kiezen’

D66

PAUL VAN MEENEN

Page 12: Transfer 1, jaargang 20

Foto

: Hilz

&Ve

rhoe

ff/H

H

nummer 8 op lijst SP

woordvoerder hoger onder-wijs sinds november 2006

“Internationalisering is een goede zaak, dat is ons uitgangspunt. Uitwisseling hoort onlosmakelijk bij het hoger onderwijs. Maar wij plaatsen er wél kanttekeningen bij. Brussel hoeft zich er helemaal niet mee te bemoeien. Samenwerking tussen universiteiten is fantastisch, dat moet je niet gaan bureaucrati-seren. De ministers van onderwijs ontmoeten elkaar zoveel keer per jaar

in Brussel en voor je het weet gaan ze daar dan allerlei beleid zitten ontwikkelen. Dat willen we niet. Voor die Brusselse vergaderingen hebben we in de Tweede Kamer overleg met de minister. We vragen ons dan steevast bijna Kamerbreed af: ‘Wat zijn we hier nu allemaal aan het doen?’Internationalisering lijkt soms meer een doel geworden dan een middel. Uitwisseling moet om de juiste redenen gebeuren. Ik vind het verkeerd als Britse studenten om louter financiële redenen naar Nederland komen. Idem dito met die opleidingen in de grensstreek die volledig Duits zijn. Het ging de instellingen daar alleen om

het binnenhalen van zoveel mogelijk studenten. Daar gaat nu gelukkig iets aan gebeuren. Wij vinden dat instellingen geen geld moeten uitgeven aan reclamecampagnes om studenten te werven. Universiteiten en hogescholen zijn geen bedrijven. Onderwijsgeld moet naar de collegezalen, naar onderzoekers en docenten en niet naar alle clubjes eromheen. Het doel moet niet zijn om zoveel mogelijk studenten binnen te halen. Als de reclamecampagnes de spui-gaten uitlopen, mag er wat ons betreft een maximum komen aan het budget dat instellingen aan werving mogen uitgeven. We hebben bijvoorbeeld ook de onderwijsattaché in Saoedi-Arabië, die een ton per jaar kostte, aan de kaak gesteld.

Instellingen kunnen onder-zoeken of buitenlandse studenten hier om de juiste redenen willen komen studeren door bijvoorbeeld intakege-sprekken te voeren of door matching. Als er werkelijk verdringing van de Nederlandse student dreigt, zou je misschien

kunnen denken aan een numerus fixus. Als de verhouding tussen instroom en uitstroom te scheef wordt, moet je maat-regelen nemen. We houden daarvoor goed de vinger aan de pols, maar op dit moment is er geen noodzaak voor extra maatregelen.” (GS)

| september 2012 | transfer12

SP

JASPER VAN DIJK

‘Brussel hoeft zich niet met studentenuitwisseling te

bemoeien’

Page 13: Transfer 1, jaargang 20

a c t u e e lFo

to: J

erry

Lam

pen

/AN

P

Constantijn, die werkt voor het Kabinet van Eurocommissaris Kroes, legde uit dat het voor een academische instelling loont om naar buiten te kijken en samen te werken. “Niet alleen om meer EU-fondsen binnen te halen, maar om door vakge-noten te worden erkend als centrum van excellentie, om academisch talent en topstudenten van over de hele wereld aan te trekken.” Achter internationalise-ring moet volgens de prins dan ook geen financieel opportunisme, maar een bewuste strategische keuze zitten. Geld van de EU komt naar excellentie toe en niet andersom, aldus Constantijn.Als je geen topuniversiteit bent, valt er in Brussel niets te halen, weet ook collegevoorzitter Louise Gunning van de Universiteit van Amsterdam. Samenwerking, zoals met de VU in de Amsterdam Academic Alliance, is van belang voor de internatio-nale positionering. Maar in de concurrentie om de beste studenten en onderzoekers spelen ook voor-zieningen zoals huisvesting, sociale infrastructuur, middelen en de aanwezigheid van Engelstalig onder-wijs een rol. “Daar valt nog veel te winnen.”Sprekers bij andere universiteiten benoemden vaak eveneens hun internationale prestaties en ambities. Zo

heeft Wageningen het bijzonder kenmerk internatio-nalisering van de NVAO in de wacht gesleept en vijf procent meer masterstudenten uit het buitenland dan vorig jaar. En de Rijksuniversiteit Groningen, vaker dan ooit benaderd voor nieuwe vormen van interna-tionale samenwerking, wil e-learning gaan verkennen.

WakkerMinister Verhagen (EL&I) noemde in Leiden de opbouw van de kenniseconomie als grote opgave voor de toekomst. Meteen daarna trok Paul Schnabel, direc-teur van het Sociaal Cultureel Planbureau, in twijfel of het Nederland ooit zou gaan lukken in de top 5 van kenniseconomieën te komen. Daartoe moet meer geld worden uitgetrokken voor Research en Development, betoogde hij, net zoals Duitsland de afgelopen jaren heeft gedaan: ‘vasthoudend innoveren’. Landen met een andere houding tegenover inves-teren in hoger onderwijs zullen de slag om de slimste mensen winnen, vreest de Maastrichtse collegevoor-zitter Martin Paul, een zorg die de Groningse rector Elmer Sterken deelt. Zijn collega Bas Kortman van de Radboud Universiteit schrikt er soms wakker van. “Ik heb dan gedroomd dat onze beste mensen en masse naar China verkassen, omdat ze genoeg hebben van krimpende budgetten, topsectoren en de aantasting van hun wetenschappelijke autonomie.”In Utrecht droomde staatssecretaris Zijlstra hardop over de toekomstbestendigheid van het hoger onder-wijs dankzij zijn beleid. Over ruim tien jaar is de kwaliteit met sprongen omhoog gegaan, denkt hij. “En dat zie je overal terug: zoals het in 2025 nog altijd afwachten is wie er op nummer 1 staat in de top 2000, Bohemian Rhapsody of Hotel California, zo zullen de universitaire rankings dan dezelfde traditionele tweestrijd laten zien tussen Harvard en Utrecht.” Al erkende Zijlstra dat hier de wens misschien de vader van de gedachte was.

annelieke zandvliet

‘Internationalisering moet strategische keuze zijn’Wetenschap is internationaal. En dus had de opening van het academisch jaar bij veel universiteiten weer

een internationaal tintje. Prins Constantijn hield in Rotterdam zelfs een lezing met internationalisering

als thema en drong er op aan financieel opportunisme daarbij niet leidend te laten zijn.

transfer | september 2012 | 13

Prins Constantijn sprak in Rotterdam de gastrede uit

Page 14: Transfer 1, jaargang 20

“Dat China belangrijk is in economisch, politiek en cultureel opzicht, wisten we natuurlijk wel. Maar nu ik er zelf ben geweest, realiseer ik me pas hoe veel we van de Chinezen kunnen leren”, vertelt Anne-Marie Droste (21). De derdejaars natuurwetenschap en innovatiemanagement én bestuurs- en organisatie-wetenschap aan de Universiteit Utrecht is een van de dertig topstudenten die deze zomer deelnamen aan de Netherlands-Asia Honours Summer School, NAHSS. Het project is een initiatief van de TU Delft, de Universiteit Utrecht en consultancy kantoor McKinsey & Company. Doel: meer Nederlandse studenten stimu-leren om een studie of stage in China te volgen. Want dat zijn er nog veel te weinig, zegt Wouter Feldberg, beleidsadviseur internationalisering van de Universiteit Utrecht en mede-organisator van de NAHSS: “Elk jaar komen zo’n 5.000 Chinese studenten naar Nederland, maar slechts een kleine driehonderd Nederlandse studenten gaat naar Azië. China drukt een steeds groter stempel op onder meer de wereldeco-nomie en dus is het belangrijk dat er jonge Nederlandse professionals zijn met kennis over dat land.”

VoorhoedeDie conclusie trok de Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) eerder dit jaar ook al. De raad acht het van groot belang dat meer studenten en onderzoekers van kennisinstellingen naar China gaan, omdat zij het fundament vormen van de relatie met China. Daarnaast moeten Nederlandse bedrijven, overheden en universiteiten de krachten bundelen, aldus de AWT in het eerder dit jaar verschenen adviesrapport De Chinese handschoen.De summer school is een eerste concrete uitwerking van de aanbevelingen van de raad. Het zes weken durende programma bestond uit variërende cursussen in onder meer Asian Business,

International Business en Chinese Culture and Society aan de University of Hong Kong. Er waren ontmoe-tingen met de Nederlandse consul en bedrijven zoals ING en ABN Amro en de studenten kregen Chinese buddy’s, leeftijdgenoten met wie ze op stap gingen in de stad. Daarna was er een businessweek in Shanghai, waar Nederlandse bedrijven werden bezocht als AkzoNobel, PWC, DSM, Philips en Randstad. De geselecteerde studenten (twaalf bèta-, twaalf gamma- en zes alfastudenten) zijn afkomstig van alle Nederlandse universiteiten. Zij moeten een voor-hoede gaan vormen om de samenwerking met China te verbeteren en te zorgen dat de informatievoorzie-ning over China aan Nederlandse studenten toegan-kelijker wordt.De studenten kregen bovendien een belangrijke opdracht mee: zoek uit wat de ideale formule voor een dergelijke summer school in Azië is en hoe die structureel kan worden gemaakt. Daartoe werden ze ingedeeld in vijf groepen met ieder een specifieke onderzoeksvraag. Anne-Marie Doste: “Ons groepje moest onderzoeken waarom studenten die wel geïn-teresseerd zijn in China, uiteindelijk vaak tóch niet gaan. Wat zijn de barrières?” Belangrijkste uitkomst: “Er is geen centraal informatie-of aanspreekpunt. Niet zoals bijvoorbeeld bij het Erasmusprogramma of voor studeren in de Verenigde Staten.”

OnoverzichtelijkZo’n centraal punt moet er wel komen, vinden de studenten. Stéphane Jager (21), derdejaars werk-tuigbouwkunde in Delft, ondervond aan den lijve hoe moeilijk het is om het precieze studieaanbod te achterhalen. “Er zijn veel losse, kleine initiatieven, dat maakt het onoverzichtelijk.” Vanaf september studeert hij een halfjaar Chinese taal en business aan de Fudan University in Shanghai.

n e d e r l a n d s e s t u d e n t e n v o l g e n s u m m e r s c h o o l i n c h i n a

‘De Chinezen hebben ons allang ingehaald’Er moet één centraal informatiepunt over studeren in China komen. Dat concluderen dertig Nederlandse

topstudenten die deze zomer deelnamen aan Summer in Asia, een summer school in Hongkong en

Shanghai, georganiseerd door Nederlandse universiteiten, de overheid en het bedrijfsleven.

| september 2012 | transfer14

a c h t e r g r o n d

Page 15: Transfer 1, jaargang 20

De reis was voor de studenten een openbaring, vertelt Kim Steffers (21), derdejaars technische bedrijfskunde in Eindhoven. “We waren het er alle-maal over eens: China is geen emerging market meer. Ik vond het overweldigend om met eigen ogen te zien hoe groot de bedrijven zijn, wat de cultuurver-schillen zijn en hoe rijk de oostkust is. De combinatie studeren, bedrijven bezoeken en cultuur opsnuiven werkt uitste-kend.” Dat vindt Stéphane Jager ook. “De Chinezen hebben ons allang inge-haald”, zegt hij. “Bij de bedrijven die we hebben bezocht, worden de Nederlandse expats al vervangen door lokale mensen. Die nemen ook vaker leidinggevende posi-ties in. Het is echt belangrijk dat er Nederlandse studenten die kant op gaan, anders missen we de boot.” Voor Jager was de summer-school nuttig. “Ik heb veel contacten gelegd, visite-kaartjes verzameld. Ik wil écht aan de slag in China.” Anne-Marie Droste: “Netwerk-technisch is zo’n project perfect.” Het klinkt Wouter Feldberg als muziek in de oren. “Dit project is geslaagd als het aantal studenten dat kiest voor een verblijf in Azië groeit en als de inte-resse voor een studie daar toeneemt. Deze groep

studenten fungeert eigenlijk als een soort promotie-team.”De studenten zelf hebben dat goed begrepen. Al tijdens de cursus spraken ze af dat ze bij terugkomst ieder minimaal honderd andere studenten enthou-siast gaan maken voor het programma. Droste: “We hebben in China (via internet) een onderzoek gedaan

onder negenhonderd Nederlandse studenten. Een van de conclusies was dat studenten ergens enthou-siast over worden als ze erover horen via andere studenten.”Volgens Feldberg is een voor-deel van de summerschool dat de studenten er geen studievertraging door oplopen én dat het ze relatief weinig kost. De totale reissom van 4.500 euro per persoon wordt

opgebracht door de universiteiten, ministeries en het bedrijfsleven. Dit jaar hoefden de studenten zelf alleen hun eten en drinken in Hongkong en Shanghai te betalen. Feldberg: “Dit is een unieke publiek-private samenwerking. Een heel simpel plan eigen-lijk. Vreemd dat we er niet eerder op zijn gekomen.” De summerschool gaat wat hem betreft zeker door. “De call voor de tweede ronde is in het najaar.”

annette posthumus

“Het is echt belangrijk dat

Nederlandse studenten naar

China gaan, anders missen

we de boot”

Foto

: Kim

Ste

ffers

transfer | september 2012 | 15

De reis naar China was voor de Nederlandse studenten een openbaring.

Page 16: Transfer 1, jaargang 20

‘Capaciteitsopbouw is een kwestie van lange adem’o n t w i k k e l i n g s p r o g r a m m a ’ s n i c h e e n n f p m o g e n v e r d e r

Beurzenprogramma NFP en capaciteitsopbouwprogramma NICHE, dat zich richt op het versterken

van het hoger onderwijs in ontwikkelingslanden, voldoen aan de verwachtingen. Maar het kan altijd

beter. En met minder geld. Dat blijkt uit de evaluatie van beide programma’s. Transfer peilde de reacties.

| september 2012 | transfer16

a c h t e r g r o n dFo

to: b

sip

Page 17: Transfer 1, jaargang 20

‘Capaciteitsopbouw is een kwestie van lange adem’Onderwijs hoort niet meer tot de prioriteiten binnen het ontwikkelingssamenwerkingbeleid. Toch had demissionair staatssecretaris Ben Knapen goed nieuws voor de bezoekers van de conferentie Shaping the Future, waar begin juli de toekomst van de Nederlandse ontwikkelingsprogramma’s NICHE en NFP werd besproken. Voor beleidsspeerpunten als het verbeteren van voedsel-zekerheid en watermanagement zijn goedopgeleide professionals nodig. NFP en NICHE leveren een nuttige bijdrage aan die capaciteitsopbouw, vindt de staatssecretaris. “Daarom verdienen deze programma’s het om te worden voortgezet”, aldus Knapen. Aanleiding voor de confe-rentie waren de evaluatie van beide programma’s die net voor de zomer verschenen. Via het NFP (Netherlands Fellowship Programme) kunnen mid-career professionals een volledige beurs krijgen voor een opleiding in Nederland. Van 2002 tot 2010 maakten zo’n 12.750 studenten hier gebruik van, wat in totaal ongeveer 244 miljoen euro kostte. Bij NICHE (Netherlands Initiative for Capacity development in Higher Education) gaat het om versterking van het onderwijs- en trainingsaanbod in ontwikkelingslanden zelf. De afgelopen tien jaar besteedde de Nederlandse overheid daar onge-veer 270 miljoen aan. Buitenlandse Zaken betaalt beide programma’s en liet ze onlangs evalueren. De uitkomsten waren grotendeels positief, maar de onderzoekers kraakten ook kritische noten.

LoodgietersNICHE besteedt al meer aandacht aan de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt dan zijn voorganger NPT, maar de afstemming op de arbeidsmarkt kan nog beter. Chris van den Borne van Saxion Hogeschool snapt die kritiek. “Bij NICHE-projecten wordt vaak het Nederlandse onderwijs naar zuidelijke landen geëxporteerd. Dat sluit niet altijd aan bij de plaatse-lijke arbeidsmarkt.” Bij een project in Vietnam, waar Saxion bij betrokken is, probeert men het anders te doen. “Daar maken we opleidingen meer competence based en bouwen een stage in.” Maar het zou nog

beter kunnen, door ook het Nederlandse mbo een rol te geven, vindt Van den Borne. “Er is in Vietnam veel behoefte aan loodgieters en installateurs.” Hoewel Saxion zich profileert met internationali-sering, is de hogeschool “niet geweldig actief met NICHE”. Partnerlanden geven vaak de voorkeur aan samenwerking met een universiteit, omdat ze het

hbo niet kennen en opleidingen op PhD- en masterniveau gewenst zijn. Samenwerken met een univer-siteit ziet Van den Borne niet als de oplossing. “Wij hebben er moeite mee om een PhD op te leiden die vervolgens overgekwalificeerd is voor een baan in eigen land.” Dat ook de staatssecretaris het belang van aansluiting bij de lokale arbeidsmarkt benadrukt, ervaart

Van den Borne als steun voor de Saxion-visie. “Mijn ideaalplaatje zou zijn om projecten uit te voeren met de hele beroepskolom. Eventueel aangevuld met Nederlandse bedrijven. Maar het wordt wel lastig om daar een programma op te schrijven.”

DoodzondeTijdens de conferentie leidde Van den Borne discus-sies over de motieven van hogescholen en universi-teiten om deel te nemen aan de capaciteitsopbouw-programma’s. “Hogescholen willen een verbinding leggen met hun toegepast onderzoek, onderwijs of stages. Universiteiten hebben het gevoel dat projecten moeten bijdragen aan kwaliteitsverhoging en de ranking van hun instelling”, zo vat Van den Borne de inbreng samen. Die motieven sluiten vaak niet aan bij de vraag uit ontwikkelingslanden en daar-door staat de belangstelling voor het capaciteitsop-bouwprogramma onder druk, blijkt uit de evaluatie.De aanbeveling van de onderzoekers om binnen NICHE langdurige samenwerking mogelijk te maken, vond weerklank. De projecten duren nu maximaal vier jaar. “Dat is doodzonde. De mooiste resultaten moeten dan wellicht nog komen”, vindt Han Aarts van de Universiteit Maastricht. “Capaciteitsopbouw is een kwestie van lange adem.” Als het aan hem lag zou NICHE daarom partnerschappen faciliteren van tien jaar of langer. “Knip die termijn op en laat een

“ Wij gaan geen PhD

opleiden die vervolgens

overgekwalificeerd is voor

een baan in eigen land”

transfer | september 2012 | 17

Page 18: Transfer 1, jaargang 20

project met goede resultaten, waar bijvoorbeeld 2 miljoen voor was uitgetrokken, na vier jaar doorgaan met nog een paar ton. ” De aanbevelingen van de consultants die het beur-zenprogramma NFP evalueerden, zijn minder goed ontvangen. De drie extreme opties voor de toekomst die zij noemen [zie kader], waaronder het opheffen van NFP, komen uit de lucht vallen na het positieve beeld dat de onderzoekers schetsen van de resultaten. “Het enige lichtpuntje is de aanbeveling cofinan-ciering mogelijk te maken”, stelt Erwin Ploeger van UNESCO-IHE. Hij bracht dat punt ook naar voren bij de door hem voorgezeten sessie over selectie van bursalen. Daar klonk de angst dat co-financiering tot administratieve rompslomp leidt. Maar dat hoeft volgens Ploeger niet, als instellingen het geld voor de geselecteerde NFP-studenten in de vorm van een lumpsum krijgen en dat aanvullen met middelen voor shared scholarships. “Wij kunnen dan meer studenten uitnodigen. Er zijn toch altijd genoeg aanmeldingen. En er zijn ook veel donoren die graag studenten willen steunen, maar het bedrag van een volledige beurs te hoog vinden.” Ploeger schat zo het huidige aantal van circa negentig NFP-studenten bij UNESCO-IHE met vijftig procent te kunnen verhogen.

GecompliceerdWieke Blaauw van het International Institute of Social Studies heeft twijfels over cofinanciering. “Fondsen stellen verschillende eisen aan rappor-tages”, zegt ze. “En sommige hebben als voorwaarde dat de student geen andere beurs mag ontvangen. Dan wordt het gecompliceerd.” Blaauw ziet meer in partiële beurzen waarbij studenten ook een deel van de kosten moeten dragen. Het ISS heeft daar al erva-ring mee. “Een beurs die bestaat uit zestig procent van het collegegeld trekt al veel studenten over de drempel.” Bij het goedkoper maken van het programma door studenten onderwijs te laten volgen in de eigen regio of via e-learning, zoals de onderzoekers voorstellen, heeft Blaauw eveneens bedenkingen. E-learning is geen kwestie van “even je onderwijs op internet zetten. En door hier onderwijs te volgen, bouwen de studenten een netwerk op en verbreden ze hun horizon. Als het onderwijs verplaatst wordt naar de herkomstregio’s, zullen de NFP’ers zich geen Nederlandse alumni voelen.”

Meer dan waterStaatssecretaris Knapen wil NFP en NICHE nauwer verbinden aan de vier speerpunten water, voedselze-kerheid, seksuele gezondheid en veiligheid en rechts-orde. Maar over de focus op die thema’s is nog veel discussie, stelt Erwin Ploeger, die ook bestuurslid is

van het Platform for International Education voor Nederlandse instellingen die actief zijn in de ontwik-kelingssamenwerking. “Iedereen is het er over eens dat je die thema’s in ieder geval niet te smal moet opvatten. Voor het versterken van de watersector heb je ook accountants en juristen nodig, dus een breder pakket aan kennis dan over water alleen.” Buitenlandse Zaken buigt zich nu over de evalua-ties en opbrengsten van de conferentie. Als het aan staatssecretaris Knapen ligt, leidt dit tot “een meer strategische bijdrage van onze kant, met meer effect”.

annelieke zandvliet

n i c h e - p r o j e c t e n m e e r r i c h t e n o p a r b e i d s m a r k t

NICHE-projecten komen over het algemeen tegemoet aan de behoeften

van partnerlanden en de vragende organisaties, stelt consultancybureau

Ramboll in zijn evaluatie. Maar ze zouden meer gericht moeten zijn op de

vraag van de arbeidsmarkt in plaats van het hoger onderwijs. Daarnaast

kan de organisatorische inbedding worden verbeterd door niet alleen te

focussen op curriculumontwikkeling, infrastructuur en academische oplei-

ding, maar een holistische benadering te kiezen. Het mogelijk maken van

langdurige samenwerking binnen NICHE kan de duurzaamheid van de

bereikte resultaten vergroten. De betrokkenheid van Nederlandse onder-

wijsinstellingen is cruciaal, maar staat onder druk. Omdat de projecten

gebaseerd zijn op de vraag uit partnerlanden, sluiten ze onvoldoende aan

bij de beleidsprioriteiten van Nederlandse universiteiten en hogescholen.

Alle betrokkenen vinden NFP waar-

devol, concludeert onderzoeksbu-

reau Ecorys in de evaluatie van het

beurzenprogramma. Niet alleen de

alumni profiteren van de kennis

die zij opdoen in Nederland, ook

hun werkgevers hebben er baat bij.

Al zou een betere lokale inbedding

het effect kunnen vergroten. Voor

bedrijven en instellingen in de zui-

delijke landen is NFP zeer relevant,

omdat het onderwijs daar vaak

niet aansluit bij de arbeidsmarkt-

vraag. Dat het beurzenprogramma

een bijdrage levert aan armoede-

bestrijding op nationaal niveau is

lastig te bewijzen. De opbrengsten

voor Nederland kunnen groter

worden door via NFP-alumni de

relaties met de herkomstlanden te

versterken. Ecorys adviseert moge-

lijkheden te bekijken om de kosten

van NFP te verlagen door bijvoor-

beeld cofinanciering en e-learning

in te zetten. Daarnaast schetst het

onderzoeksbureau drie ‘extreme

opties’ voor de toekomst:

• NFP beëindigen en beurzen

onderbrengen bij andere capa-

citeitsopbouwprogramma’s,

zoals NICHE

• nadruk op bilaterale betrekkin-

gen en op internationalisering

van het Nederlandse HO

• nadruk op capaciteitsopbouw

n f p z o u g o e d k o p e r k u n n e n

| september 2012 | transfer18

Page 19: Transfer 1, jaargang 20

c o l u m n

19transfer | september 2012 |

De langstudeerboete gaat voor-lopig door. Maar of deze boete een lang leven beschoren zal zijn, moeten we afwachten. Dat hangt af van de uitkomst van de ver kiezingen en vooral van de kabinets formatie. De nodige partijen hebben zich er al tegen verklaard. En dan kan het zo weer afgelopen zijn met dit vertoon van ‘daadkracht’. De langstudeerboete zou dan niet de eerste maatregel zijn, en zeker niet de eerste maat-regel van het kabinet-Rutte, die met veel bombarie op basis van een krappe Kamermeerderheid wordt inge-voerd, tot allerlei paniekmaatregelen bij de betrok-kenen leidt, en vervolgens weer sneuvelt.Ik laat de vraag of zij rechtvaardig is, nu even liggen. Men kan dienaangaande in elk geval constateren dat politici voor studenten blijkbaar andere normen hanteren dan voor huizenbezitters. Bij de hypo-theekrenteaftrek, immers, worden oude gevallen ontzien met het argument dat de huizenbezitters met bepaalde verwachtingen bepaalde verplichtingen zijn aangegaan en daarop hun gedrag hebben afge-stemd. Dit argument schijnt voor dezelfde politici ten aanzien van studenten plotseling niet meer te gelden.Maar laten we de vraag kiezen of het doel van de boete wordt bereikt – en of er geen (voorspelbare) neveneffecten zullen optreden, die de bereikte ‘winst’ – om het jargon van het ministerie even over te nemen – op het ene terrein op een ander terrein weer teniet zullen doen.De eerste berichten lijken Zijlstra gelijk te geven: door de dreigende boete zijn veel studenten inder-daad plotseling heel hard gaan werken, om hun scriptie nog voor het begin van het nieuwe acade-misch jaar af te ronden, of om nog snel dat allerlaatste tentamen te halen. Die materiële prikkel werkt.

Maar dan. Veel studenten zal het ongetwijfeld net niet lukken, omdat er toch op het laatst iets tussenkomt. Ze zakken voor dat tentamen. Of ze komen met een scriptie die ondermaats is, of maar uiterst matig: financieel afge-dwongen haast werkt een zesjes-cultuur in de hand. En was de poli-tiek daar niet ook heel erg op tegen?Belangrijker: wat gebeurt er, als studenten de termijn of de zes eigenlijk net niet halen? Krijgen zij

dan inderdaad die boete? De student in kwestie zal er alles aan doen om dat te voorkomen. Dat kan hij niet meer zelf – daarvoor is hij afhankelijk van de docent. Reken maar dat die onder druk wordt gezet om niet al te streng te zijn, en die taal- of reken- of denkfout voor deze ene keer door de vingers te zien. De docent zal daar in veel gevallen gevoelig voor zijn: die wil een ander ook niet bij het begin van zijn loopbaan meteen met een megaschuld opzadelen.Kortom: de meeste lastminutestudenten krijgen straks vast inderdaad net op tijd hun papiertje en gaan niet meteen bij hun afstuderen failliet. Alleen: wat is dat dan waard? Even veel als pakweg het papiertje van sommige opleidingen van InHolland, die dankzij de Theo-route voor langstudeerders ook prachtige slagingspercentages konden overleggen?Ik kan de Kamervragen voor over een jaar nu alvast schrijven: is de staatssecretaris ervan op de hoogte dat er klachten zijn over studenten die hun diploma maar nét hebben gehaald, maar die ernstige lacunes in hun kunnen of kennen vertonen? En heeft de staatssecre-taris al enig idee waardoor dat komt?

thomas von der dunk

Thomas von der Dunk is cultuurhistoricus en publicist.

Langstudeerboete

Foto

: Hen

riëtt

e G

uest

Page 20: Transfer 1, jaargang 20

Foto

: Bra

m B

udel

/ H

olla

ndse

Hoo

gte

e x p e r t s z i e n a l t e r n a t i e v e n v o o r 3 - u i t - 6 - e i s

Hoe nu verder met meeneembare studiefinanciering?Het Europees Hof van Justitie heeft deze zomer de Nederlandse 3-uit-6-verblijfseis voor meeneembare

studiefinanciering afgeschoten. Transfer vroeg aan deskundigen: wat nu?

| september 2012 | transfer20

a c h t e r g r o n d

Page 21: Transfer 1, jaargang 20

Toen het Europees Hof van Justitie de Nederlandse 3-uit-6-eis voor meeneembare studiefinanciering afwees als discriminerend, doemde bij velen direct een schrikbeeld op. Als de meeneembare beurs ook bereikbaar werd voor studenten die niet minimaal drie van de voor-gaande zes jaar in Nederland hebben gewoond, zou dat dan niet leiden tot hordes Europeanen die een weekje in de kassen in het Westland komen werken om een Nederlandse studiebeurs voor zichzelf of hun kinderen te regelen? Volgens Ronald van Ooik, die zich als jurist aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) in het onderwerp verdiept, is dat risico grotendeels afgedekt. Om na hun vertrek uit Nederland nog steeds aanspraak te maken op een beurs, zou Nederland hen nog steeds als migrerend werknemer moeten beschouwen. “En dat hoeft Nederland alleen te doen als de studie die deze persoon wil volgen, verband houdt met zijn of haar werk in Nederland. Die kans is klein als iemand een studentenbaantje of zomerklusje had.”

Torenhoge kostenToch maakten, na de uitspraak in juni, velen zich zorgen over torenhoge kosten die op Nederland af zouden komen door het afschaffen van de 3-uit-6-eis. Tijdens de rechtszaak over de kwestie haalde Nederland een risicoanalyse aan van CHEPS, het centrum voor studie naar hogeronderwijsbeleid van de Universiteit Twente. Dat concludeerde dat het afschaffen van de eis de Nederlandse staatskas maar liefst 175 miljoen euro per jaar zou kosten. Driekwart daarvan zou opgaan aan Nederlandse kinderen in het buitenland, die door de 3-uit-6-eis tot nu toe geen recht op meeneembare studiefinanciering hebben. Die cijfers brachten demissionair staatssecretaris Halbe Zijlstra snel tot het besluit dat de regel voor Nederlanders gewoon blijft gelden. Van het Europees Hof mag een land zijn eigen onderdanen immers wél discrimineren.Volgens de CHEPS-schatting, uit 2010, blijft dan nog een financieel risico van 43 miljoen euro per jaar over. Dat bedrag zou gaan naar kinderen van grensarbei-ders die door de 3-uit-6-eis eerder geen recht op een meeneembare beurs hadden. De advocaat-generaal

die het Europees Hof adviseerde, wees deze schatting van de hand als onrealistisch, omdat CHEPS veron-derstelde dat hoge percentages Oost-Europese migre-rend werknemers in Nederland kwamen werken,

maar in eigen land bleven wonen. Hans Vossensteyn van CHEPS, mede-auteur van het rapport, blijft erbij dat de uitspraak van het Hof Nederland tien tot tientallen miljoenen euro's per jaar kost. "Maar dat kun je ook zien als een bedrijfsrisico. Als je mobiliteit wilt stimuleren, moet je het probleem ook niet overdrijven. Als we naast Nederlandse ook een paar Europese

studenten helpen, dan is dat mooi voor hen.”

Zeer onwaarschijnlijkOok Sacha Garben van de London School of Economics vindt de paniek die over het vonnis is ontstaan, overdreven. De mogelijkheid die Zijlstra opperde om de meeneembare studiefinanciering vanwege de kosten dan maar helemaal af te schaffen, vindt ze niet slim. “Dat zou pas duur zijn! Voor de overheid is het natuurlijk het goedkoopst als iedereen in het buitenland gaat studeren.” Garben rekent voor dat een jaar bekostiging voor een student aan een Nederlandse universiteit de overheid ruim twee keer zo veel kost als een jaar basisbeurs voor uitwo-nenden. Met andere woorden: als de studenten die nu meeneembare studiefinanciering ontvangen, toch maar in Nederland gaan studeren, dan is Nederland veel duurder uit dan nu. Garben noemt het ‘zeer onwaarschijnlijk’ dat door de uitspraak van het Hof grote hoeveelheden Polen in Nederland komen werken om meeneembare studiefi-nanciering voor hun kinderen te regelen. “Dat veron-derstelt ten eerste dat mensen op de hoogte zijn van de regeling. Dat lijkt me al niet aannemelijk. Ik vind het ook naïef om te denken dat iemand zomaar zijn spullen pakt en naar Nederland komt.” Ze wijst er ook op dat werkzaamheden 'echt en niet marginaal' moeten zijn als iemand wil meetellen als Europees werknemer. “De Nederlandse rechter heeft hier ruimte om opzichtig misbruik te voor-komen.” Om dat risico helemaal uit te sluiten, zou de Nederlandse wetgever volgens haar een alternatieve integratie-eis moeten stellen.

e x p e r t s z i e n a l t e r n a t i e v e n v o o r 3 - u i t - 6 - e i s

Hoe nu verder met meeneembare studiefinanciering?

“Met wat cosmetische

aanpassingen kan de

huidige regeling misschien

best overeind blijven”

transfer | september 2012 | 21

Page 22: Transfer 1, jaargang 20

Nederland wil voor het einde van het jaar een andere maatregel voorstellen. Volgens Gareth Davies, hoogleraar Europees recht aan de Vrije Universiteit Amsterdam, hoeft dat helemaal niet zo ingewikkeld te zijn. Hij denkt dat de huidige regeling met wat “cosmetische aanpassingen” misschien best over-eind kan blijven. Davies legt uit dat het Europees Hof het Nederlandse doel om via meeneembare studiefinanciering de mobiliteit te bevorderen, legitiem vindt en het eveneens legitiem vindt om de groep die er recht op heeft, te beperken tot mensen die een band hebben met Nederland. “De zaak is verloren omdat Nederland niet kon uitleggen waarom uitgerekend de 3-uit-6-eis daarvoor geschikt is.”

Vermoeden van integratieOok Anne Pieter van der Mei, onderwijsjurist aan de Universiteit Maastricht, denkt dat de oplossing misschien helemaal niet zo moeilijk hoeft te zijn. “Als ik een ambtenaar was, zou ik zeggen: we passen de 3-uit-6-eis toe als een weerlegbaar vermoeden van integratie. Een kind van een migrerend werknemer kan dan ook op andere manieren aantonen dat het voldoende band met Nederland heeft om recht te hebben op meeneembare studiefinanciering.” Hoewel het Europese arrest alleen de situatie in Nederland betreft, is Nederland zeker niet het enige land dat verblijfseisen stelt aan het recht op meeneembare studiefinancierng. Duitsland, Denemarken, Zweden en Finland doen het ook. Zweden past zijn verblijfseis sinds de uitspraak in de Nederlandse zaak niet meer toe, meldt Linda Norman Torvang, directeur studiefinanciering van het Zweedse ministerie van Onderwijs. Net als Nederland wil ook de Zweedse regering voor het einde van het jaar een alternatieve maatregel voor-stellen. Wat het vonnis betekent voor de gang van zaken in de andere landen die een verblijfseis hanteren, is nog onduidelijk. Van der Mei weet wel dat bij het Europees Hof onlangs drie zaken zijn aangespannen tegen de Duitse ‘3-uit-3-eis’, die stelt dat iemand de laatste drie jaar in Duitsland moet hebben gewoond om meer dan één jaar meeneembare studiefinan-ciering te kunnen krijgen. Uitspraken in die zaken worden over anderhalf jaar verwacht. Intussen is nog niets vernomen van de spoedwet-

geving die Halbe Zijlstra direct na de Europese uitspraak aankondigde. Om exorbitante kosten voor de Nederlandse schatkist te voorkomen, wilde hij een plafond van 45 miljoen euro (het huidige budget bij 9.000 gebruikers) instellen voor de meeneembare studiefinanciering. Het ministerie van OCW kon eind augustus nog niet zeggen wanneer de spoedwet klaar is, en ook niet hoe het budget dan verdeeld zou moeten worden.

TerugkeereisHet principe ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’ zou niet eerlijk zijn, de volledige pot verdelen over het totale aantal aanvragen niet praktisch. In dat laatste geval zouden studenten van tevoren niet weten hoeveel beurs ze krijgen. “Daardoor blijven juist de studenten over die zonder beurs ook wel naar het buitenland zouden zijn gegaan. Aan hen hoef je die beurs nu net níet te geven”, onderbouwt Hans Vossensteyn (CHEPS).Zijlstra heeft gezegd dat hij een terugkeereis als mogelijk alternatief voor de 3-uit-6-eis ziet. In dat scenario zou de meeneembare beurs een lening zijn die pas een gift wordt wanneer de afgestudeerde terugkeert naar Nederland. Dit voorstel stuit op veel scepsis bij de experts. “Het belichaamt precies het tegenovergestelde van wat de EU met studentenmo-biliteit wil bereiken, namelijk een mobiele beroeps-bevolking”, zegt Sacha Garben. Ronald van Ooik weet dat het ministerie van OCW al jaren broedt op een EU-bestendige beperking van de meeneembare studiefinanciering. Zolang die niet wordt gevonden, kan Nederland volgens hem eenvoudig besparen door de beurs bijvoor-beeld alleen voor masterstudies toe te kennen, of door de geografische dekking te verkleinen. Ook een systeem à la het AOW-stelsel zou aankno-pingspunten kunnen bieden: inwoners van Nederland zouden met ieder verblijfsjaar meer recht op meeneembare studiefinanciering kunnen opbouwen. Hans Vossensteyn ziet zo’n systeem wel zitten. “Ik zou dat zeker proberen”, zegt hij. Meer duidelijk-heid over de zaak volgt in december. Dan informeert Halbe Zijlstra of zijn opvolger de Tweede Kamer over mogelijke alternatieven voor de 3-uit-6-eis.

gerald schut

| september 2012 | transfer22

Page 23: Transfer 1, jaargang 20

Drie weken luieren aan het strand zit er voor Germaine Poot in de zomer niet in. Juli en augustus zijn voor haar juist druk, druk, druk. Zwaartepunt is de tweede helft van augustus, als de internationale studenten aankomen. “Dat zijn de leukste, maar ook de zwaarste weken van het jaar”, vindt ze. Als centraal aanspreekpunt in die hectische weken wordt ze over-stelpt met mailtjes en telefoontjes en vliegt ze van het ene naar het andere overleg. Maar ze sjouwt ook met voedselpakketjes, vertelt ze lachend. Het eerste deel van het programma in Delft staat in het teken van onder meer ontvangst, kennisma-king en taalverwerving. In het tweede deel staat het onderwijs centraal. De studenten werken dan aan een miniproject, waardoor ze kennismaken met de Nederlandse manier van onderwijzen.

WasstraatDe TU Delft trekt drie dagen uit voor het ophalen van de studenten van Schiphol. Dit jaar waren er duizend nieuwkomers. “Dat zijn lange dagen”, vertelt Poot. “Als onze Schipholshuttle rijdt, zijn we van ’s morgens acht tot ’s nachts twee uur in touw. Want ze komen natuurlijk op verschillende tijden aan. We leveren ze af op hun kamer, voorzien van een voedselpakketje, en stellen ze zelfs aan hun buren voor.” Germaine Poot wordt bijgestaan door een team

van acht leden en 45 coaches die de internationale studenten begeleiden bij zo’n 250 activiteiten. Een ander belangrijk onderdeel van het programma is wat Poot en haar collega’s plastisch ‘de wasstraat‘ noemen. Vertegenwoordigers van de gemeente, huisvestings-organisatie DUWO, GGD en de bank komen op de TU samen om de noodzakelijke administratieve zaken te regelen. Het huisvestingscontract wordt getekend en de gemeente schrijft de studenten in de gemeen-telijke basisadministratie in. “Het is veel werk om dat voor zo veel studenten goed te organiseren, maar het is ontzettend handig dat al die formaliteiten op één dag kunnen worden afgewerkt”, aldus Poot.De voorbereidingen voor de introductieperiode, die veertien dagen duurt, beginnen al in november. Germaine Poot, die voor het International Office werkt, is er dan een dag per week mee bezig. Maar dat loopt snel op. “De zomer vind ik een fijne tijd om te werken”, zegt ze. “Ik kan me dan hierop focussen omdat er weinig andere activiteiten zijn.”Haar plezier in dit werk ontleent ze aan de studenten zelf. “Als we ze van Schiphol ophalen, zijn ze vaak moe en de eerste dagen voelen ze zich ontheemd. Maar gaandeweg zie je ze blijer worden. Dat geeft zo veel voldoening.”

els heuts

‘Gaandeweg zie je ze blijer worden’

Foto

’s: H

enrië

tte

Gue

st

Onder de noemer internationalisering worden in het hoger onderwijs de meest uiteenlopende taken

verricht. In deze nieuwe rubriek spreekt Transfer internationaliseerders over hun werk. Germaine Poot is

manager van het introductieprogramma voor internationale studenten aan de TU Delft.

transfer | september 2012 | 23

a a n p a k k e n

Page 24: Transfer 1, jaargang 20

Illus

trat

ie: N

iels

Bon

gers

Toen de Amerikaanse Erin Thoes (23) vorig jaar naar Amsterdam kwam om een master Europese Studies te doen, was een van de punten op haar actielijstje het openen van een bankrekening. “Ik hoorde dat ABN Amro een goede reputatie had in Amsterdam. Maar het bleek heel omslachtig om daar een reke-ning te openen, omdat dat via de UvA geregeld moest worden.” Ze benaderde de universiteit, die haar uiteindelijk doorstuurde naar ING. "Daar had ik – gelukkig – binnen no time een rekening", vertelt Thoes. Intussen waren er wel weken verstreken.

Bankrekeningen voor internationale studenten – het klinkt niet als een heel spannend onderwerp. Toch gaan er grote logistieke operaties achter schuil. En doen er zich – mede daarom – terugkerende problemen bij voor. Kom je als buitenlandse student in Nederland, dan is het vaak noodzakelijk om hier een rekening te hebben. Niet alleen voor het dage-lijkse betalingsverkeer (pinnen met een creditcard kost circa 4,50 euro per transactie), maar ook omdat beurzen van Nederlandse instellingen vaak alleen op een Nederlandse rekening kunnen worden gestort.

b a n k l o o p t n i e t e r g h a r d v o o r b u i t e n l a n d s e s t u d e n t

Rekening openen nog altijd een flinke klusEen bankrekening openen in Nederland – het klinkt zo eenvoudig. Maar ondanks sterk verbeterde regels

ondervinden buitenlandse studenten er nog altijd problemen mee. Hoe kan dat?

| september 2012 | transfer24

a c h t e r g r o n d

Page 25: Transfer 1, jaargang 20

Frusterend“En dan zijn er ook nog studenten die vooraf ruim 10.000 euro moeten overmaken naar de onderwijsin-stelling”, zegt Ilse Schenk van het Mobstacles-team van de Nuffic, dat obstakels voor buitenlandse studenten probeert op te heffen. “Dat is collegegeld, maar daar zit ook leefgeld bij. Dan komt de student hier en kan hij niet bij zijn geld. Niet echt een prettige start van een jaar in het buitenland.” Schenk herinnert zich dat in het verleden een burger-servicenummer (BSN) vereist was om een bankrekening te kunnen openen. “Het kon weken duren voordat studenten dit binnen hadden. Daarom is nu met het minis-terie en met de banken afgesproken dat een bewijs van inschrijving aan de betreffende instelling samen met een huurcontract voldoende is om een rekening te mogen openen. Helaas gaat dat in de praktijk nog vaak mis. Dat vind ik heel frustre-rend. Wij proberen procedures voor internationale studenten te vergemakkelijken, maar zoiets kan echt roet in het eten gooien.”Hogescholen en universiteiten hebben wisselende ervaringen met het openen van rekeningen voor hun buitenlandse studenten. Bij de Vrije Universiteit Amsterdam gaat het tegenwoordig heel soepel, vertelt International Office-coördinator Henny Smit. “Wij hebben nu goede afspraken met ING. Met een verkla-ring van inschrijving en een huurcontract kunnen buitenlandse studenten daar direct na aankomst een rekening openen. Deze wordt binnen twee weken geactiveerd.” In het verleden liep het wel eens stroever, weet Smit. “Toen kon het weken duren.”

Onorthodoxe maatregelenOok de Radboud Universiteit (RU) Nijmegen heeft sinds een paar maanden afspraken die veelbelovend zijn voor het komende jaar. “De bank heeft simpelweg toegezegd dat alle buitenlandse studenten welkom zijn. We weten nog niet hoe goed het in de praktijk zal gaan, maar de intenties om het dit jaar beter te doen, zijn er van beide kanten”, vertelt hoofd International Office Marian Janssen. In het verleden nam de RU wel eens haar toevlucht tot onorthodoxe maatregelen om problemen met bankreke-ningen voor buitenlandse studenten te voorkomen. “Zo hebben we wel eens tijdelijke debetkaarten verstrekt; kaarten waarop je geld kon zetten, zodat studenten ermee konden betalen.” Janssen denkt dat dat vanaf nu niet meer nodig is. “Ze krijgen nu gemakkelijker toegang tot een rekening met bijbehorende pinpas.”Hoewel veel instellingen dus concrete problemen

hebben ondervonden met bankrekeningen voor buitenlandse studenten, is er volgens de banken zelf geen vuiltje aan de lucht. Woordvoerders van zowel ING als ABN Amro verwijzen naar lande-lijke regelgeving en zeggen dat het ook zonder BSN geen probleem is om een rekening te openen. Maar Ilse Schenk van Mobstacles kent de praktijk: “Die afspraken mogen landelijk gelden, in de praktijk blijken regio’s, filialen en zelfs individuele medewer-kers ander beleid te hanteren. Als een bankbediende

de echte regels niet kent, trekt de internationale student aan het kortste eind.”Waar alle instellingen mee te maken hebben, is verscherpte regelgeving voor studenten uit landen waar-tegen internationale sancties van kracht zijn. Voor Iraniërs en Syriërs bijvoorbeeld is het extra lastig om hier een rekening te openen. Het kost extra tijd, extra documenten en dan nog kunnen banken op grond

van de sancties weigeren een rekening te openen. “Uiteindelijk lukt het vaak wel”, zegt Birgitte van Steen van de Rotterdam Business School, “maar er gaat heel wat extra tijd overheen.”

Levenslang bindenWaarom is het ondanks uniforme regels in de praktijk toch vaak zo moeilijk om internationale studenten een bankrekening te laten openen? “Omdat zij voor banken geen aantrekkelijke klanten zijn”, vermoedt Mariana de Visser van de afdeling studentenservices van de Universiteit van Amsterdam (UvA). “De banken kunnen Nederlandse studenten levenslang aan zich binden, voor buitenlandse studenten gaat dat niet altijd op.”Met een jaarlijkse instroom van ongeveer 1.800 inter-nationale studenten heeft de UvA de bankwereld ervan kunnen overtuigen dat deze categorie klanten wel interessant is. De Visser: “In het verleden had studentenservices alleen afspraken met ABN Amro, tegenwoordig maken we vooral gebruik van ING. Dat komt mede door een verandering in de werkwijze van ABN Amro, waardoor de procedure om een reke-ning te openen langer duurt dan bij ING. En snelheid is voor studenten juist cruciaal.”De Amerikaanse UvA-studente Erin Thoes heeft weinig gehad aan de nieuwe afspraken tussen de UvA en de banken. “Ik zit nu bij ING, maar die blijkt geen Engelse versie van internetbankieren te hebben. Het blijft dus behelpen, maar ik ben al lang blij dat ik een rekening heb.”

floor boon

“Als een bankbediende de

echte regels niet kent, trekt

de internationale student

aan het kortste eind”

transfer | september 2012 | 25

Page 26: Transfer 1, jaargang 20

“Schrijf geen beleidsstuk, stel geen commissie in, maar ga met gemotiveerde collega’s aan de slag en maak gebruik van het ripple effect.” Dat adviseerde Milton Bennett, goeroe op het gebied van inter-culturele communicatie toen medewerkers van de Hanzehogeschool Groningen hem na afloop van een lezing vroegen hoe ze zijn ideeën in praktijk konden brengen. “Dat hebben we letterlijk genomen”, zegt Marcel van der Poel, docent aan de International Business School (IBS) van de Hanzehogeschool.Het is woensdagmiddag, begin juli. In het MBA-lokaal zet Van der Poel, die zelf een master inter-culturele communicatie volgt in de VS, de tafels in een kring. De docent vertelt ondertussen over het Intercultural Competence Learning Lab, waar op initiatief van hem en een collega sinds september 2011 maandelijks een groep IBS-medewerkers bij elkaar komt. “We hebben het ‘lab’ genoemd omdat dat trendy klinkt, maar vooral omdat we nog leren hoe we het moeten doen”, legt Van der Poel uit. De deelnemers doen mee op eigen initiatief en in hun vrije tijd. Dat er behoefte is aan intervisie door de cultuurver-schillen waarmee ze in hun werk te maken krijgen, blijkt wel uit het feit dat van de oorspronkelijke twaalf deelnemers er tien nog bij deze laatste sessie zijn. Slechts twee deelnemers vielen onderweg af; één omdat een contract niet werd verlengd, een ander had het te druk.

Drievoudig vervolgDe pilot met het Intercultural Competence Learning Lab (ICLL) blijkt zo succesvol dat het dit studiejaar een drievoudig vervolg krijgt binnen de school. Negen deelnemers gaan in het nieuwe studiejaar door met de bijeenkomsten. Daarnaast zijn er acht aanmeldingen voor een nieuwe groep, waarvoor docenten zijn benaderd die lesgeven aan eerste-jaars. Verder heeft het managementteam van de IBS

besloten een vergelijkbaar traject te volgen onder begeleiding van een externe expert. Met wat geld uit het ‘vernieuwingspotje’ vergoedt de school, die in meerderheid inter-nationale studenten heeft, een deel van de uren die in het ICCL worden gestoken.Rond één uur druppelen de deel-nemers binnen voor de laatste

bijeenkomst van het jaar. Het is een groep met verschillende nationaliteiten. Een deelnemer is nog vol van de net afgeronde accreditatieprocedure, een ander verontschuldigt zich vast omdat zij later deze middag tentamens moet ophalen. Marcel van der Poel deelt het programma uit, dat in grote lijnen uit vaste onderdelen bestaat. Het eerste is ‘your month’. Twee deelnemers vertellen over een recent voorval waarbij cultuurverschillen een rol speelden. Deze keer spreken twee docenten die een werk-groep met eerstejaars begeleiden. Waar in het eerste semester alles goed ging, namen aan het eind van het studiejaar de spanningen toe. Een student uit

s u c c e s v o l p r o j e c t w o r d t v o o r t g e z e t e n u i t g e b r e i d

Intercultureel lab geeft docenten steun in de rug

“Collega’s met heel andere

achtergronden blijken

met dezelfde dingen te

worstelen”

De International Business School van de Hanzehogeschool kent sinds vorig jaar een

Intercultural Competence Learning Lab. Dit initiatief, waarbij deelnemers interculturele

ervaringen bespreken, werd in januari gekozen als beste van een aantal goede voorbeelden

op internationaliseringsgebied. Transfer nam een kijkje in het ‘laboratorium’.

| september 2012 | transfer26

r e p o r t a g e

Page 27: Transfer 1, jaargang 20

Foto

: Pet

er H

ilz /

HH

Saoedi-Arabië werd boos toen een jongere Duitse controleerde of alle werkgroepleden hun taken wel uitvoerden. Hij vond dat niet van respect en vertrouwen getuigen. Gepikeerd klopten beide studenten bij hun begeleiders aan. Die hadden de hele werkgroep aan tafel gezet. Iedereen had zijn verhaal mogen doen. “De studenten dachten dat hun persoonlijkheden het probleem waren, niet de cultuur”, blikken de docenten terug. “Wij vroegen de betrokkenen uit te leggen waarom ze zo deden. Aan het eind was er oogcontact en werden er handen geschud. De druk was verdwenen. Daarna bleek deze groep een van de beste groepen te zijn en spraken de studenten steeds over ‘wij’.”

CornflakesRegelmatig klinkt er gelach tijdens de ICLL-sessie. Collega’s herkennen elkaars verhalen. ‘Your month’ wordt gevolgd door ‘your intrigue’, waarbij de deelnemers een onderwerp kunnen kiezen om uit te diepen. Een marketingdocente vertelt dat ze de invloed van cultuur op branding wil opnemen in haar lessen. Zo flopte de introductie van cornflakes in India, waar een koud ontbijt niet gangbaar is. Kellogg’s moest het product aanpassen voor warme melk. Ook didactiek krijgt aandacht binnen het lab, evenals theorie of onderzoek op het gebied van inter-culturele communicatie. Honours-studenten werden ingeschakeld om te vertellen over de islam en over discriminatie binnen de school. De ICLL-deelnemers houden hun eigen ontwikkeling bij in een logboek, maar kunnen die ook vaststellen

op basis van een begin- en een eindtoets en een gesprek met Van der Poel. Verder brengen ze adviezen uit aan het management van de school. Die worden soms overgenomen, zoals het advies om slechts docenten met interculturele competenties over dit onderwerp les te laten geven. De suggestie om Engels weer de voertaal te maken, werd niet overgenomen.

KonijnenholTijdens de laatste sessie wordt ook teruggeblikt. In de vorm van een tekening of met steekwoorden geven de deelnemers aan wat ze hebben geleerd. Een konij-nenhol blijkt te verwijzen naar Alice in Wonderland. “Vooraf dacht ik te weten hoe het zit”, licht de teke-naar toe. “Dit jaar ben ik in een konijnenhol gekropen en heb ik ervaren dat je zaken van verschillende kanten kunt bekijken. Ik zit nu met meer vragen, maar had ook enkele ‘eureka’-momenten. Collega’s met heel andere achtergronden blijken met dezelfde dingen te worstelen.” De sfeer tijdens de bijeenkomsten, waarin elke cross-culturele ervaring ter sprake kon komen zonder oordelen, wordt unaniem geroemd. Dan staat er een groepje docenten voor de deur. Het zijn toekomstige ICLL-deelnemers, die zijn uitge-nodigd voor een sneakpreview. Gezamenlijk doen de aanwezigen een oefening, waarbij iedereen moet aangeven of bijvoorbeeld ‘respect voor oude mensen’ universeel is of voortkomt uit cultuur of persoonlijk-heid. De meningen lopen uiteen. Het onderstreept wat een ‘veteraan’ zegt over ICCL: “Het is complex.”

annelieke zandvliet

transfer | september 2012 | 27

Cultuurverschillen: complex, maar interessant

Page 28: Transfer 1, jaargang 20

| september 2012 | transfer28

Ruim 4 miljoen jongeren pakten in 2010 hun koffers om in het buitenland te gaan studeren, blijkt uit de meest recente cijfers van de OESO. Al twee decennia neemt de internationale studentenmobiliteit toe. En dat zal de komende jaren zo blijven. Veel landen kunnen namelijk niet voldoen aan de toenemende vraag naar hoger onderwijs. Bovendien heeft de kenniseconomie die in veel landen in opkomst is, een war for talent tot gevolg. Nederland is maar een kleine speler op de markt van de mondiale studenten-mobiliteit, met een marktaandeel van 1,2 procent. Maar ook hier neemt het aantal internationale studenten toe. Vorig studiejaar volgden ruim 87.000 buitenlandse studenten een volledige studie of een deel daarvan in ons land; een stijging van 8,1 naar 8,4 procent in vergelijking met het jaar daar-voor. Die percentages komen uit de Nuffic-publicatie Mobiliteit in beeld 2012, die vorige maand verscheen. Het rapport biedt een gedetailleerd inzicht in de Nederlandse mobiliteit. Over de studenten die hier een volledige opleiding volgen (diplomamobiliteit), is meer bekend dan over de buitenlanders die een korte periode in ons land doorbrengen om studiepunten te vergaren (studiepuntmobiliteit).

Bulgaren en GriekenRuim 56.000 buitenlandse studenten volgden vorig collegejaar een bachelor of master in Nederland. Dat waren er zo’n 3.000 meer dan in september 2010. Net zoals voorgaande jaren komt het leeuwendeel (25.000) uit Duitsland. Dat leidde de afgelopen jaren tot heftige debatten in de politiek. Onder druk van de Tweede Kamer verzocht staatssecretaris Zijlstra universiteiten en hogescholen in de grensstreek wat minder fanatiek te werven bij onze oosterburen. Hoewel het aantal Duitse studenten vorig studiejaar met ongeveer duizend toenam, is de groei voor het eerst sinds jaren gehalveerd.

m o b i l i t e i t s m o n i t o r : m e e r s t u d e n t e n k i e z e n n e d e r l a n d

Waar komen onze buitenlandse studenten vandaan?

Bulgarije staat vierde op de

lijst van leveranciers van

buitenlandse studenten

Wereldwijd maken ieder jaar meer studenten de keuze om in het buitenland te gaan

studeren. Ook Nederland pikt daar een graantje van mee. Het aantal internationale

studenten groeit gestaag. Waar komen ze vandaan en welke studies zijn favoriet?

Stabiel op plaats 2 en 3 in de lijst van leveranciers van buitenlandse studenten staan China (4.300) en België (2.400). Opvallend is de opmars van Bulgaarse studenten, waardoor Bulgarije op een vierde plek staat. Vijf jaar geleden studeerden ruim zevenhon-derd Bulgaren in ons land, vorig jaar waren dat er 1.600. Een vergelijkbare ontwikkeling is te zien bij Griekse studenten. Ook hun aantal verdubbelde ruimschoots sinds 2007, tot ruim 1.400 (zie grafiek).

Volgens onderzoek van Studyportals, een website met informatie over buitenlandse studiemogelijkheden, kunnen we dit studiejaar een paar duizend nieuwe studenten verwachten uit Portugal, Spanje, Italië en Griekenland. Nederland neemt een tweede plek in op de voorkeurslijst

van deze studenten. Het onderzoek was voor de PVV aanleiding om begin augustus Kamervragen te stellen. “Deelt u de mening dat van de Nederlandse belastingbetaler niet gevraagd kan worden om de studie van Zuid-Europese studenten te bekostigen?”, vroeg PVV-Kamerlid Beertema. Staatssecretaris Zijlstra reageerde laco-niek. Hij wees op de kosten-batenanalyse van het CPB, waaruit blijkt dat buitenlandse studenten de Nederlandse schatkist financieel voordeel kunnen opleveren. Bovendien gaat het volgens Zijlstra om een relatief kleine groep. Vorig studiejaar kwamen in totaal 3.700 Zuid-Europese studenten naar Nederland.

SchijntjeOok steeds meer Britten weten de weg naar ons land te vinden. Het Verenigd Koninkrijk heeft per september de collegegelden verhoogd tot ruim 11.000 euro. In vergelijking daarmee is het Nederlandse tarief van 1.700 euro een schijntje. Afgelopen studie-jaar schreven zich 1.142 Britten in, tegen 945 het jaar daarvoor. De definitieve aanmeldingen voor dit

a c h t e r g r o n d

Page 29: Transfer 1, jaargang 20

transfer | september 2012 | 29

0

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

2011-122010-112009-102008-092007-08

0

400

800

1.200

1.600

2.000

2011-122010-112009-102008-092007-08

0

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

2011-122010-112009-102008-092007-08

0

400

800

1.200

1.600

2.000

2011-122010-112009-102008-092007-08

studiejaar zijn in oktober bekend, maar een instelling als de Universiteit Maastricht had op 1 augustus al een kleine achthonderd vooraanmeldingen van Britse studenten: een toename van 360. Het aantal daad-werkelijke inschrijvingen zal dus ook dit jaar stijgen. De buitenlandse studenten verdelen zich gelijkmatig over hogescholen en universiteiten: 51 procent kiest voor het hbo, 49 procent voor het wetenschappe-lijk onderwijs. De bacheloropleidingen trekken 75 procent van de internationale studenten. Opvallend is dat vorig jaar voor het eerst het wetenschappelijk onderwijs meer buitenlandse master- dan bache-lorstudenten telde. Op de universiteiten is ook de grootste groei in de inkomende diplomamobiliteit te

m o b i l i t e i t s m o n i t o r : m e e r s t u d e n t e n k i e z e n n e d e r l a n d

Waar komen onze buitenlandse studenten vandaan?zien. Het aandeel buitenlandse studenten steeg er van 7,7 naar 11,2 procent. In het hbo groeide het percen-tage beperkt, van 6 naar 6,8 procent. In absolute aantallen is de groei van de buitenlandse populatie in het hbo sinds 2005 afgenomen.

Meest internationale instellingHet domein Economie is favoriet onder internati-onale studenten. Van de ruim 27.000 buitenlandse wo-studenten deden er vorig jaar 7.000 een studie in deze sector. Ook in het hbo steekt dit vakgebied er met kop en schouders bovenuit. Bijna de helft van de ruim 28.000 buitenlandse hbo’ers koos voor Economie. Als er naar percentages wordt gekeken, ontstaat een heel ander beeld. In het wo is Landbouw met een buitenlandse populatie van ruim 23 procent de meest internationale sector. In het hbo is dat Taal en cultuur, met een vergelijkbaar aandeel. Dat hoge percentage is te danken aan de kunstop-leidingen. Daardoor verdient bijvoorbeeld de Gerrit Rietveld Academie met 46 procent buitenlandse studenten het predicaat ‘de meest internationale instel-ling voor hoger onderwijs in Nederland’. De universi-teit Maastricht is met 45 procent goed voor een tweede plaats. Qua aantallen scoort Maastricht met 6.662 buitenlandse studenten een eerste plaats, Fontys hoge-scholen volgt met 3.816 internationale inschrijvingen. Ons land ontvangt nog steeds veel meer studenten dan het uitzendt. In het collegejaar 2008/2009 gingen ongeveer 18.000 Nederlanders voor een gehele opleiding de grens over, zo’n 28.000 beperkten zich tot het behalen van studiepunten in het buitenland. Dat is meer dan in de voorgaande jaren, dus ook hier is groei te zien. Toch scoort Nederland onder het EU-gemiddelde. Ver weg gaan de meeste buitenlandgangers over het algemeen niet. Want wat zijn de populairste studiebestemmingen? Twee buurlanden: België en Engeland.

els heutsMobiliteit in beeld 2012 is te vinden op de website van de Nuffic:

www.nuffic.nl

h e r k o m s t l a n d e n d i p l o m a m o b i l i t e i t , t o p 3

Duitsland China België

h e r k o m s t l a n d e n d i p l o m a m o b i l i t e i t , t o p 4 t / m 8

Bulgarije Griekenland Ver. Koninkrijk Italië Frankrijk

Page 30: Transfer 1, jaargang 20

Dat het Nederlandse hoger onderwijs al sinds de jaren zeventig met de Vietnamese universiteiten samenwerkt, komt door de Vietnambeweging van weleer. Studenten en technici wilden hun helden, die het opnamen tegen een Amerikaans invasieleger van 600.000 man, meer bieden dan solidariteitsdemon-straties. Peter de Goeje, destijds student elektrotechniek in Delft, stichtte in 1971 met een aantal geestverwanten het Komitee Wetenschap en Techniek voor Vietnam. Met een mengsel van heimwee en ironie beschrijft De Goeje, later Bureau Buitenland-medewerker van de UvA, hoe de leden in revolutionair verband knut-selden aan apparaatjes die wellicht handig konden zijn in de strijd. Ook reviseerde men naaimachines die naar Vietnam werden gezonden, zonder dat iemand daar iets op terughoorde. De leden van het Komitee begonnen zelfs een woongroep waarin zij probeerden socialistisch te leven. Hanoi hield deze zelfbenoemde vrienden aanvanke-lijk op een afstand, maar in 1973 mocht voor het eerst een delegatie op bezoek komen. Die heeft de basis gelegd voor de latere banden met de Nederlandse

universiteiten. Lange tijd mochten Vietnamese docenten hun Nederlandse gasten niet thuis ontvangen en van vrij reizen in het land kon geen sprake zijn. Dat is allemaal losser geworden, toen de partij eind jaren tachtig besloot een kapitalistische ontwikkeling toe te laten.

FrustratiesDe Goeje geeft gedetailleerd weer hoe de bevlogen-heid van de jaren zeventig plaatsmaakte voor wat tegenwoordig als zakelijk wordt beschouwd. Hij maakt daarbij geen geheim van de frustraties die deze verandering bij hem teweegbracht. Toch geeft hij de lezer kans om zelf positie te kiezen. Menigeen zal vaststellen hoe de samenwerking met Vietnam steeds professioneler is geworden, zodat iedereen er voor zichzelf het maximale uit kan halen. Anderen zullen concluderen dat de instellingen hun oude idealisme hebben opgegeven om puur eigenbelang na te jagen. Zij zien hoe De Goeje zich stap voor stap moet aanpassen aan de werkelijkheid en ten slotte akkoord gaat met een baan, waarin hij met Vietnamprojecten zijn eigen salaris moet terug-verdienen. Is dat tragiek? Of maakt het de kans op duurzame samenwerking groter dan ideologische bevlogenheid die uiteindelijk niet meer is dan de waan van de dag? Juist omdat Peter de Goeje zijn lezers een eigen perspectief laat kiezen, heeft hij een belangrijk boek geschreven. Met solidaire groet hoort op de leeslijst te staan van iedereen die voor zijn werk met interna-tionale samenwerking te maken heeft. Je leert ervan voor je eigen praktijk. Daarom ook verdient De Goeje navolging. Ik kijk uit naar boeken over Angola en Mozambique, over Centraal-Amerika, over Tanzania en niet te vergeten Indonesië.

han van der horst

Peter de Goeje. Met Solidaire groet. Technische en wetenschappe-

lijke hulp aan Vietnam. Amsterdam 2012. Kit Publishers. ISBN 978

94 6022 206 1 NUR 686. Prijs: 24 euro.

Een leven voor VietnamOver internationale samenwerking in het hoger onderwijs wordt veel gepubliceerd. Historicus Han van

der Horst bespreekt maandelijks een nieuw boek. In de eerste aflevering van deze nieuwe rubriek Met

solidaire groet, technische en en wetenschappelijke hulp aan Vietnam, door Peter de Goeje.

| september 2012 | transfer30

g e l e z e n

Page 31: Transfer 1, jaargang 20

Hoeveel studenten zijn er in 2030 in de studentensteden? Hoe willen deze studenten wonen?Deze vragen staan centraal tijdens het landelijke congres ‘Wonen als student’ over studentenhuis-vesting op 27 september in Nijmegen. Meer informatie en aanmelden via www.wonenalsstudent.nl

Op 4 en 5 oktober vindt in Groningen de internationale conferentie met als titel Evoking Excellence in Higher Education and Beyond plaats. Een van de thema’s is het internationale perspectief, waar-onder ook internationale samenwerking valt. Meer informatie en aanmelden via www.hanze.nl

De Nuffic organiseert de Oriëntatiecursus Internationalisering voor beginnende internationalise-ringsmedewerkers op 11 en 12 oktober. Meer informatie en aanmelden via www.nuffic.nl/cursussen

De ACA belooft een ‘blik in de glazen bol’ tijdens het European Policy Seminar over hoger onderwijs in 2030, op 12 oktober in Brussel. Meer informatie en aanmelden via www.aca-secretariat.be

De eerste van een serie workshops over good practices in internationalisering binnen het hoger onderwijs, afwisselend georganiseerd door de Nuffic en haar Vlaamse zusterorganisatie Flamenco, vindt plaats op 6 november bij de Universiteit Antwerpen. Meer informatie en aanmelden via www.flamenco-vzw.be/nl/kalender/

september

2012oktober

2012

A G E N D A

Fairs

Journal of Studies in International Education

China Education ExpoBeijing 20–21 oktShanghai (27–28) oktAndere steden tot 3 novwww.chinaeducationexpo.com

PhD Workshop ChinaBeijing 24–25 novwww.phdchina.org

ICIEP, RuslandMoskou 6 oktSint Petersburg 7 oktwww.iciep.ru

Artikelen in de editie van september 2012 (Vol, 16, nr. 4):

Academic Mobility, Language, and Cultural Capital: The Experience of Transnational Academics in British Higher Education Institutions – Tejendra Jnawali Pherali

Study Abroad Experiences and Global Citizenship: Fostering Proenvironmental Behavior – Christopher J. Wynveen, Gerard T. Kyle en Michael A. Tarrant

Self-Efficacy, Perceived Social Support, and Psychological Adjustment in International Undergraduate Students in a Public Higher Education Institution in Malaysia – Yusliza Mohd. Yusoff

Seeing-Ourselves-in-the-World: Developing Global Citizenship Through International Mobility and Campus Community – David Killick

International Careers: The Gap Between Student Interest and Knowledge – Katherine N. Punteney

31transfer | september 2012 |

Cultureel Verdrag-beurzen

Cultureel Verdrag-beurzen deadline aanvraag aanvang studie

Duitsland, kort onderzoek 15 oktober vanaf maart

2013

Duitsland, architectenbeurs 1 november 1 oktober 2013

Duitsland, kunstenaarsbeurs 15 november oktober 2013

Mexico, speciaal programma 15 november 2013

Meer informatie via www.wilweg.nl/financiering/beurzen/cultureel-verdragbeurzen

Veel landen bieden studie- en onderzoeksbeurzen aan voor Nederlandse studenten - met name laatstejaars - en pas afgestudeerden, vaak in het kader van een Cultureel Verdrag met Nederland om de samenwerking op cultu-reel, educatief en wetenschappelijk gebied te bevorderen. Via hun universiteit of hogeschool kunnen studenten bij de Nuffic een aanvraag indienen voor zo’n CV-beurs. Studenten in een eerder studiejaar komen alleen in aan-merking voor een zomerbeurs.

Meer informatie via [email protected]

Page 32: Transfer 1, jaargang 20

Journal of Studies in International EducationHet vakblad voor professionals binnen de internationalisering van het hoger onderwijs

Abonnees van Transfer kunnen zich nu voor € 10,– per jaar aanmelden voor een online lidmaat schap op het Journal of Studies in International Education.Aanmelden kan via www.nuffic.nl/asie

Het Journal of Studies in International Education is een uitgave van de Association for Studies in International Education (ASIE).

Met onderwerpen zoals:• internationalisering van het curriculum;• mobiliteit van studenten en academici.