Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van...

69
Thorbecke De man van de grondwet Thorbecke en de grondwetsherziening van 1848 R. Verleisdonk | Meesterstuk | 25 juni 2013

Transcript of Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van...

Page 1: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

Thorbecke

De man van de grondwet

Thorbecke en de grondwetsherziening van 1848

R. Verleisdonk | Meesterstuk | 25 juni 2013

Page 2: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

2

Is de grondwet uit een conservatief en uit een liberaal element samengesteld? Dit,

mijnheer de President ontken ik. Van de aanvang af, in het grondplan, in de

grondgedachte is die wet liberaal. Wat in 1848 gedaan is, was zuivering, loutering in

dezelfde geest.

De stelling van de geachte spreker herinnerde mij een beweren van een vroeger lid

van deze vergadering, dat de Grondwet kan verklaard worden tweeërlei zin, in een

monarchistische en in een republikeinse zin. Zo dit waar is, verscheur dan de

Grondwet. Indien de Grondwet twee verschillende handvatsels heeft, dan is zij niet

geschikt om Grondwet, om beginsel van de regering te zijn.

Wat is het karakter der Grondwet? De Grondwet is wat wij zijn, niet eerst zijn van

1848 af, maar reeds voor 1848 waren. De Grondwet is monarchistisch liberaal. Te

zeggen, wat de geachte spreker beweert, dat de Grondwet uit twee verschillende

elementen bestaat, dat is aan de Grondwet verwijten hetgeen de geachte spreker

zeer terecht aan sommige ministeries, uit heterogene bestanddelen samengesteld,

verwijt. Indien hij niet wil dat een ministerie met zichzelf in tegenspraak zij, hoe kan

hij dan tweeërlei geest in de Grondwet dulden.

Thorbecke over zijn eigen grondwetsontwerp

Naar: Thorbecke, De scheppende kracht van de natie, E. Swart, blz. 45

Page 3: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

3

Voorwoord

Voor u ligt mijn scriptie in het kader de Lerarenopleiding Geschiedenis, gevolgd aan

de Fontys Hogescholen te Tilburg. Deze scriptie gaat over John Rudolph Thorbecke

en zijn verbintenis met de grondwetsherziening van 1848. Mijn interesse voor dit

onderwerp komt niet zomaar uit de lucht vallen. Na jaren van studie, zijn er veel

onderwerpen die mijn interesse hebben opgewekt. Mijn keuzemogelijkheden waren

groot en toch viel de keuze op Thorbecke.

Johan Rudolph Thorbecke inspireerde mij al in het middelbaar onderwijs. Zijn

aparte voorkomen, wat ook in lesmateriaal was terug te zien, vatte direct mijn

aandacht. Mijn kennis was van oorsprong minimaal en hoe groter mijn kennis werd,

hoe groter ook mijn bewondering. De start van mijn studie betekende voor mij ook

min of meer de start van een politieke carrière. Al op jeugdige leeftijd kwam ik voor

het eerst in aanraking met politiek en vandaag de dag ben ik actief binnen het

plaatselijk bestuur van D66 Helmond.

Het op de voet volgen van actuele politieke ontwikkelingen, heeft tevens

bijgedragen aan mijn historische ontwikkeling op staatkundig gebied. Waar komt

ons huidige staatsbestel vandaan en hoe kunnen we het nog verder moderniseren?

Met het schrijven van deze scriptie werd mij een unieke kans geboden, mezelf nog

verder te verdiepen in de basis van ons parlementair stelsel. Vandaar de keuze voor

Johan Rudolph Thorbecke in samenhang met de grondwetsherziening van 1848.

Het schrijven van de scriptie heb ik als een zeer leerzame periode ervaren. Het gaf

me veel nieuwe inzichten, verdere verdieping en voldoening. Dit geldt niet alleen

specifiek voor deze scriptie, maar voor al mijn studiejaren an sich. Graag wil ik

daarom alle docenten die hieraan hebben bijgedragen bedanken, in het bijzonder

natuurlijk de heer van Kempen. Zijn begeleiding bij het onderzoek en het schrijven

van mijn scriptie, heb ik als zeer prettig ervaren.

Als laatste wil ik een aantal mensen specifiek bedanken. Mijn ouders die mij de

mogelijkheid hebben geboden deze studie te volgen en mij ten alle tijden hebben

gestimuleerd, mijn vriendin die mij ten alle tijden heeft gesteund, mijn opa die mij al

vroeg leerde kennismaken met geschiedenis en politiek en natuurlijk overige familie

en vrienden op wiens steun ik mocht en kon rekenen.

Tilburg, Juni 2013

Robin Verleisdonk

Page 4: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

4

Inhoudsopgave

Inleiding 6

1. Onderzoeksopzet 9

1.1 Aanleiding voor het onderzoek 9

1.2 Onderzoeksdoel 9

1.3 Centrale onderzoeksvraag 9

1.4 Deelvragen 9

1.4.1 Welke voorgeschiedenis kent de

grondwetsherziening van 1848? 9

1.4.2 Welke persoonlijke denkbeelden

dienden als grondslag voor de grondwetsherziening? 10

1.4.3 Wat betekende de grondwetsherziening

voor het Nederlandse staatsbestel? 10

1.4.4 Hoe ontwikkelde het Nederlandse

bestuurssysteem zich na 1848? 10

1.5 Wetenschappelijke relevantie 11

1.6 Onderwijskundige relevantie 11

2. Welke voorgeschiedenis kent de Grondwetsherziening van 1848? 12

2.1 Inleiding 12

2.2 Natievorming onder Koning Willem I 12

2.3 Driemanschap 13

2.4 Een kleine nationale en liberale staat in Europa

(De Nederlanden vanaf 1830) 14

2.5 De opbouwende jaren 40 15

2.6 De Negenmannen 17

3. Welke persoonlijke denkbeelden dienden als grondslag

voor de grondwetsherziening? 20

3.1 Inleiding 20

3.2 Levensloop 20

3.3 Denkbeelden en idealen 24

Page 5: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

5

4. Wat betekende de grondwetsherziening voor het

Nederlandse staatsbestel? 28

4.1 Inleiding 28

4.2 Crisis en revolutie 28

4.3 Inhoud van de grondwet 36

5. Hoe ontwikkelde het Nederlandse bestuurssysteem

zich na 1848? 41

5.1 Inleiding 41

5.2 Thorbecke aan het roer 41

5.3 Aprilbeweging van 1853 44

5.4 Papo- Thorbeckianen 46

5.5 Tweede kabinet Thorbecke 47

5.6 Derde kabinet Thorbecke 48

5.7 Staatkundige erfenis 49

6. Conclusie 52

6.1 Inleiding 52

6.2 Het begin van de negentiende eeuw 52

6.3 Afbrokkeling van de centrale macht 53

6.4 Een aanzet tot herziening 54

6.5 Een argwanende Koning 55

6.6 De definitieve doorbraak 55

6.7 Van centraal bestuur naar een volksvertegenwoordiging 57

6.8 Een belangrijke rol voor Thorbecke 58

6.9 Het jaar 1848: een breuk in de Nederlandse geschiedenis 58

6.10 Een culturele en bestuurlijke breuk 59

Literatuur 60

Bronnen 67

Page 6: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

6

Inleiding

Dit onderzoek heeft betrekking op Johan Rudolph Thorbecke en de

grondwetsherziening van 1848. Het onderzoek kent meerdere aanleidingen.

Vandaag de dag staat de indeling van ons parlementaire stelsel nog steeds ter

discussie en desalniettemin is het stelsel allesbepalend voor het bestuur van ons

land. Mijn persoonlijke interesse in de Nederlandse politiek en een aantal

prangende vragen over de grondbeginselen van het Nederlands staatsbestel zijn de

aanleiding voor dit onderzoek. Daarnaast wordt deze interesse op dit moment

vooral aangewakkerd door de huidige plannen van het kabinet inzake de reductie

van het provinciaal bestuur. Waar ligt de oorsprong van het provinciaal bestuur en

weet men wel wat er bestuurlijk gezien wordt afgebroken? De totstandkoming van

ons parlementair stelsel kent namelijk een uitgebreide geschiedenis.

Handreikingen tot modernisering zijn binnen dit onderzoek niet terug te vinden.

Het onderzoek richt zich vooral op de voorgeschiedenis en de

ontstaansgeschiedenis van ons parlementair stelsel en dan met name de rol die

Thorbecke met zijn grondwetsontwerp hierin heeft gespeeld. Was Thorbecke wel zo

nauw betrokken bij deze herziening en was zijn invloed wel zo groot?

Het onderzoek is voornemens nieuwe inzichten te verschaffen. De historische

literatuur kent weinig onderzoeken naar de persoon Thorbecke en ook op het

gebied van de grondwetsherziening is er behoefte aan meer onderzoek. Zorgde de

grondwetsherziening van Thorbecke in 1848 voor een breuk of continuïteit in

de Nederlandse geschiedenis? De bovenstaande vraag is de hoofdvraag van dit

onderzoek, waarmee we indirect op zoek gaan naar de invloeden van Thorbecke en

zijn grondwetsherziening halverwege de negentiende eeuw. Verschillende zaken

zullen hierbij aan bod komen, waaronder de tijdsgeest, de politieke situatie in het

land en de aanleiding voor deze vergaande herzieningen.

Het eerste hoofdstuk richt zich op de onderzoeksopzet. Op welke manier is het

onderzoek samengesteld en welke onderzoekwijze is er gehanteerd? In dit

hoofdstuk komt onder andere de centrale vraagstelling aan de orde, alsmede de

onderzoeksvragen die beantwoord moeten worden om een antwoord te kunnen

geven op de centrale onderzoeksvraag.

Page 7: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

7

In het tweede hoofdstuk leest u over hetgeen zich afspeelde in de eerste helft van de

negentiende eeuw. Er gebeurde binnen een kort tijdbestek veel in de Nederlanden.

Nederland werd onder Koning Willem I zo langzamerhand een natie, totdat dit

proces abrupt werd verstoord door de Franse inlijving. Na de Franse nederlaag in de

Volkerenslag bij Leipzig kreeg Nederland de mogelijkheid zichzelf verder te

ontwikkelen. Het Driemanschap pleegde een staatsgreep, de grondwetten van 1814

en 1815, de afscheiding van België en de eerste aanzet tot een grondwetsherziening

door de Negenmannen in 1844. Allerlei gebeurtenissen die de revue passeren. Een

uitgebreide analyse doorgrondt de onrust in het land, die uiteindelijk een

belangrijke voorwaarde vormde voor de latere grondwetsherziening in 1848.

Het derde hoofdstuk schetst een beeld van de persoon Thorbecke. Zijn levensloop,

verschijnselen die zijn denkbeelden hebben beïnvloed en zijn uiteindelijke idealen

komen in dit hoofdstuk uitgebreid aan bod. Enkele geschriften van Thorbecke

zorgen voor een uitgebreide uiteenzetting, bijvoorbeeld zijn Aanteekening op de

grondwet en het Über das Wesen und den organischen Charackter der Geschichte. Aan

de hand van deze werken kan het Thorbeckiaans liberalisme worden gedefinieerd.

We lezen over Thorbecke ‘s afkeuring jegens de maakbare samenleving en zijn

verrassende motie tot de invoering van de armenwet. Tegenstrijdige handelingen en

aparte handelswijzen, bleken typerend voor de politicus Thorbecke.

Het vierde hoofdstuk beschrijft waarom die grondwetsherziening van 1848 achteraf

als groots de geschiedenisboeken is ingegaan. Wat maakte deze

grondwetsherziening zo bijzonder en wat was de aanleiding voor deze abrupte

wijziging? Enkele zaken worden binnen dit hoofdstuk uitvoerig besproken: de

onrust in binnen- en buitenland, een flexibele Koning Willem II, de grote rol die er

was weggelegd voor Dirk Donker Curtius en de inhoudelijke knelpunten binnen de

grondwetsherziening. In dit hoofdstuk blijkt met name dat de rol van Thorbecke bij

de realisatie van de herziening kleiner bleek te zijn dan velen denken.

Dat Thorbecke nadien een grote rol speelde bij de uitvoering van de herziening is

terug te lezen in hoofdstuk vijf. Binnen dit hoofdstuk leest u hoe het eerste kabinet

Thorbecke bestuurlijk Nederland drastisch veranderde en waarom de

Aprilbeweging in 1853 zorgde voor de val het eerste kabinet Thorbecke. Hoofdstuk

vijf beschrijft uitgebreid de bestuurlijke ontwikkelingen kort na 1848, de steeds

groter wordende populariteit van Thorbecke door katholieke medestanders en de

staatkundige erfenis van Thorbecke. Dit hoofdstuk werpt een blik op de dadendrang

van Thorbecke en laat zien wat er van de grondwetsherziening daadwerkelijk

terecht is gekomen.

Page 8: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

8

Het laatste hoofdstuk geeft antwoord op de hoofdvraag van dit onderzoek. Dit

antwoord is gebaseerd op de antwoorden die zijn gegeven op de daaraan

voorafgegane deelvragen. De grondwetsherziening wordt in perspectief geplaatst.

Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de

loep worden genomen. Waren deze veranderingen van zo’n grote aard dat er sprake

was van een breuk binnen de Nederlandse geschiedenis? Waarom pasten deze

veranderingen binnen het tijdsbesef? Deze vragen zullen worden beantwoord in het

laatste hoofdstuk van dit onderzoek.

Page 9: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

9

1. Onderzoeksopzet

1.1 Aanleiding voor het onderzoek

De grondwetsherziening van 1848 verdient verdere verdieping. Vele geschriften

over de herziening geven een kortzichtig beeld en richten zich enkel op de

hoofdpunten uit de herziening en gaan niet in op randvoorwaarden. Enkel

Thorbecke en Koning Willem II worden veelal genoemd omtrent hun persoonlijke

betrokkenheid. De grondwetsherziening is veel meer dan dat en kwam niet zomaar

uit de lucht vallen.

1.2 Onderzoeksdoel

Het doel van dit onderzoek is de grondwetsherziening van 1848 in een breder kader

te zetten. Er wordt gezocht naar de tijdsgeest, voorwaarden tot hervorming,

persoonlijke betrokkenheid in een breder perspectief en de daadwerkelijke

uitvoering. Zo leest u over de veranderende publieke opinie ten opzichte van het

Ancien Regime, de steeds groter wordende onrust en kans op revolutie, de grootse

betrokkenheid van Dirk Donker Curtius en de totstandkoming van vele organieke

wetten. Het onderzoek geeft een verdere verdieping en dient informatie afkomstig

uit literatuur zodanig te verweven, dat hier een duidelijk en samenhangend product

uit voortkomt. Dit product heeft het doel de grondwetsherziening in een breed

perspectief te beschrijven.

1.3 Centrale onderzoeksvraag

Zorgde de grondwetsherziening van Thorbecke in 1848 voor een breuk of

continuïteit in de Nederlandse geschiedenis?

1.4 Deelvragen

Uit de centrale onderzoeksvraag vloeien enkele deelvragen voort. Welke deelvragen

dat zijn en het belang hiervan komen aan bod in deze paragraaf.

1.4.1 Welke voorgeschiedenis kent de grondwetsherziening van 1848?

Alvorens er een blik op de grondwetsherziening zelf wordt geworpen is een

uiteengezette voorgeschiedenis essentieel. Deze deelvraag geeft geen aanleiding tot,

maar geeft wel een inkijk in het ontstaan van de Nederlandse natie begin

negentiende eeuw. Waar kwam die onrust aan de vooravond van de

grondwetsherziening vandaan? Hadden de Negenmannen hier iets mee te maken?

Deze vragen zullen allemaal beantwoord worden. Het is belangrijk te weten waar de

vorstelijke macht vandaan komt, alvorens er onderzoek wordt gedaan naar het

Page 10: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

10

protest tegen absolutisme. Zonder enige voorkennis is het moeilijk de

onderzoeksperiode op een goede manier te interpreteren en in zijn tijd te plaatsen.

Het is essentieel te weten wat eraan voorafging.

1.4.2 Welke persoonlijke denkbeelden dienden als grondslag voor de

grondwetsherziening?

Deze deelvraag maakt een koppeling tussen de grondwetsherziening van 1848 en

de persoon Thorbecke. Thorbecke ‘s handelswijze en denkbeelden worden binnen

dit hoofdstuk doorgrond. Thorbecke ‘s academische studiejaren in Duitsland en zijn

hoogleraarschap op het gebied van staatkundige en diplomatieke geschiedenis in

Gent zijn van grote invloed geweest op Thorbecke ‘s latere denkbeelden. Zo valt ook

te lezen dat Thorbecke in den beginne nog geen politiek dier was en dat hier door

jaren van staatkundige studies verandering in kwam. Voor de kwaliteit van het

onderzoek is het belangrijk kennis te hebben over de persoonlijkheid Thorbecke,

aangezien zijn ideeën en daden van grote invloed zijn geweest op de

grondwetsherziening. Al trad Thorbecke in deze niet individueel op, zijn invloed

was ontzettend groot.

1.4.3 Wat betekende de grondwetsherziening voor het Nederlands

staatsbestel?

Deze deelvraag omvat de kern van het onderzoek. Het is belangrijk om kennis te

hebben van het wetsontwerp en de daadwerkelijke herziening. Waarom was deze

herziening zo bijzonder? Om deze vraag te kunnen beantwoorden is het van belang

te weten wat er precies in het wetsontwerp stond en wat er na de herziening precies

veranderende in Nederland. Deze onderzoeksvraag bespreekt onder andere de

komst van directe verkiezingen, vrijheid van godsdienst en onderwijs en vrijheid

van vereniging. Het begrip ‘vrijheid’ zorgde voor grote een verandering, na jaren van

vorstelijk bestuur. Tevens lezen we over het procesverloop. De

grondwetsherziening geschiedde namelijk niet in een rap tempo. Hoe was de

stemming in het land en welke strubbelingen kwamen erbij kijken? Het antwoord

op deze vragen vindt u binnen dit hoofdstuk.

1.4.4 Hoe ontwikkelde het Nederlands bestuurssysteem zich na 1848?

Deze laatste deelvraag vormt een belangrijke voorwaarde om tot een goede

beantwoording van de hoofdvraag te komen. De daadwerkelijke invoering van de

nieuwe Grondwet en de daardoor ontstane organieke wetten geven aan of er sprake

is van een grote verandering binnen het Nederlands staatsbestel. Veranderde er

Page 11: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

11

aanzienlijk veel zodat er sprake was van een breuk in de tijd of kwamen vele

voorstellen van het wetsontwerp niet met een meerderheid door de kamer? Naast

een antwoord op deze vragen is het ook belangrijk een blik te werpen op de aard

van de veranderingen. De relevantie en de grootsheid van de hervormingen hebben

een grote rol op de impact. Wanneer er sprake is van veel veranderingen hoeft dat

niet per definitie een breuk te betekenen. Het kan zomaar zijn dat het

veranderingen van zeer kleine aard betreft, die weinig tot niets betekenen voor de

mensen in het land. Er moet sprake zijn van vergaande verandering, die van invloed

is op vele mensen binnen het land en daadwerkelijk een ‘breed gedragen’ en grootse

verandering met zich meebrengt.

1.5 Wetenschappelijke relevantie

Het in leven houden van de geschiedschrijving is van groot belang. Daarnaast is het

van belang dat er op basis van bestaande werken, nieuwe werken ontstaan met een

vernieuwde samenhang. Tevens is er de mogelijkheid nieuwe inzichten te bieden en

de historie in het huidige tijdsbesef te plaatsen. Dit onderzoek biedt vooral een

samenhangend verhaal omtrent de grondwetsherziening van 1848. Waar men

elders in het ene boek kan lezen over de grondwetsherziening en in het andere over

de persoonlijkheid Thorbecke, is het in dit onderzoek mogelijk over beide te lezen.

Er wordt als het ware gezocht naar een samenhang tussen persoonlijkheid en daden.

1.6 Onderwijskundige relevantie

De grondwetsherziening van 1848 en de persoon Thorbecke zijn veelbesproken

binnen historische lesmethoden. Wel blijft de daar besproken kennis veelal vrij

basaal. Men spreekt niet over de persoonlijkheid Thorbecke, veelal wordt hij enkel

en alleen gerelateerd aan de grondwetsherziening zonder verdere toelichting. De

Negenmannen blijven vaak onbesproken en de herziening wordt veelal beschreven

op basis van enkele hoofdlijnen. Dit onderzoek heeft ervoor gezorgd dat mijn

persoonlijke kennis omtrent de grondwetsherziening van 1848 enorm is verbreed

en uitgediept. Dit onderzoek geeft mij als docent de mogelijkheid leerlingen hier

meer kennis over bij te brengen, simpelweg omdat ik als docent die kennis nu in

huis heb. Daarnaast biedt deze kennis mij de mogelijkheid op dit onderzoek voort te

borduren en mogelijkerwijs didactisch materiaal te ontwikkelen omtrent dit

onderwerp.

Page 12: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

12

2. Welke voorgeschiedenis kent de grondwetsherziening van

1848?

2.1 Inleiding

Binnen dit hoofdstuk leest u meer over hetgeen er voorafging aan de

grondwetsherziening van 1848. Zo leest u over de natievorming binnen Nederland,

de Belgische afscheiding en de wording van een Koninkrijk. Het vorstelijk gezag

verloor zijn populariteit en de vraag naar hervormingen werd alsmaar groter. De

Negenmannen worden uitgebreid in woord en daad beschreven, zij gaven tenslotte

de hervormingsgezindheid een gezicht. Met name de tijdsgeest, betrokken

persoonlijkheden en publieke opinie vormen een belangrijke spil binnen dit

hoofdstuk.

2.2 Natievorming onder Koning Willem I (1815-1830)

De periode van het Verenigd Koninkrijk der

Nederlanden, 1815-1830, was voor België en voor

Nederland een periode van transformatie. De Ancien

Regime- samenleving werd zo langzamerhand gedag

gezegd en de bouwenstenen voor een moderne

natiestaat werden gelegd. De naties van het Ancien

Regime kenden geen individualistische gelijkheid

voor de wet, maar zij steunden op

standenonderscheid. Men was overgeleverd aan

groepsrechten van allerhande lichamen, zoals

graafschappen, hertogdommen en kerkelijke

instellingen. Niemand verzette zich tegen deze

machtige lichamen, mede door een groots nationaal

bewustzijn gevormd door de langdurige samenleving

rond gemeenschappelijke instellingen, dynastie en staatsgodsdienst, en door vele

conflicten en oorlogen met buitenlandse vijanden. 1

In de tweede helft van de negentiende eeuw waren er zowel op economisch als

politiek vlak veel ontwikkelingen zichtbaar. De vrijheids- en gelijkheidsideeën van

de Verlichting ondermijnden de grondbeginselen van het Ancien Regime. De

regeringen dreven de centralisatie op en rationaliseerden de bonte verscheidenheid

1 L. Wils, Het Verenigd Koninkrijk van koning Willem I (1815-1830) en de natievorming, p. 502-503.

Koning Willem I

Page 13: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

13

van bestuurlijke en rechterlijke instellingen. ‘Ze ontwikkelden het verkeersnet,

verbeterden het onderwijs, stimuleerden het intellectuele leven en bevorderden de

tolerantie voor godsdienstige minderheden’. Tevens zorgde de industriële revolutie

voor een vergroting van de sociale en regionale mobiliteit. Dit alles schiep de

voorwaarden voor een transformatie van het bestuurlijk bestel en droeg bij aan de

natievorming. 2

Zoals vaker zichtbaar bij politiek- bestuurlijke transformaties, was het lastig de

filosofie direct om te zetten in de praktijk. Met name de Franse inlijving (1810-

1813) van het Koninkrijk Holland speelde hierin een grote rol van betekenis.

Nederland was het toneel van een zelfstandige eenheid. Terwijl in Nederland de

republiek bloeide, was er in Frankrijk een sterk gecentraliseerd gezag. Napoleon

bouwde de eenheidsstaat alsmaar verder uit. Nederland werd simpelweg een

Franse provincie. 3

2.3 Driemanschap

Na de Franse nederlaag in de Volkerenslag bij

Leipzig in oktober 1813 was het duidelijk dat

er een einde zou komen aan het Franse gezag

in Nederland. In november van dat jaar zou er

een staatsgreep plaatsvinden onder leiding

van het Driemanschap Van Hogendorp, Van

der Duyn van Maasdam en Van Limburg

Stirum. Zij zorgden ervoor dat vanaf

december 1813 Willem Frederik, Prins van

Oranje-Nassau kon opdraven als ‘Soeverein

Vorst’. Vanaf dat moment konden we spreken

van een Koninkrijk der Nederlanden en van ‘onze’ Koning Willem I. Tot 1814

regeerde hij als absoluut vorst, alle macht lag in zijn handen. Wel was bij zijn

benoeming als vastgelegd dat hij zou zorgen voor de opstelling van een grondwet.

Binnen deze grondwet moest een herziene staatsvorm worden opgenomen. Deze

grondwet kwam in 1814 dan ook tot stand en werd later herzien door de

internationale ontwikkelingen, op het Congres van Wenen. De Noordelijke en

2 L. Wils, Het Verenigd Koninkrijk van koning Willem I (1815-1830) en de natievorming, p. 502-503.

3 Van Deth, J. & Vis, J., Regeren in Nederland, Van Gorcum, Assen, 2006.

Het Driemanschap

Page 14: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

14

Zuidelijke Nederlanden werden namelijk herenigd. Zo konden ze een sterk blok

vormen tegen het net verslagen Frankrijk. 4

De grondwetten van 1814 en 1815 hebben voor een groot deel bijgedragen aan het

herzien van de absolutistische staatsvorm. Voor het eerst sinds eeuwenlang

absolutisme, kreeg Nederland weer een herziene staatsvorm. De grondwetten

bevatte contouren van een moderne staat met eenheid van wetgeving, bestuur,

rechtspraak en financiën. Zaken die voor die tijd in achterkamertjes en kleine

gemeenschappen werden geregeld en verre van openbaar waren. Wel bleef de

koningstitel bestaan en deze bleef ook overgaan op zijn nakomelingen. De grondwet

kende wel een rigoureuze aanpassing: ook de Koning moest zich gehoorzamen aan

de regels van de grondwet. De constitutionele monarchie deed zijn intrede. De

rechten van het volk bleven binnen deze grondwetten wel buiten beeld. Toch was er

sprake van een kleine vooruitgang, voor het eerst in Vaderlandse geschiedenis werd

het land bestuurd door provinciebesturen en de opgerichte Staten-Generaal (Eerste

en Tweede kamer), naast deze vormen van bestuur, was er wel nog steeds sprake

van een soeverein vorst. 5

2.4 Een kleine nationale en liberale staat in Europa

(De Nederlanden vanaf 1830)

De opstand in het Zuiden van de Nederlanden geïnitieerd door Willem I stuitte in

het Noorden op overwegend vaderlandslievende reacties. Alom steunde men de

Koning en diens pogingen de opstand van het ‘verachtelijk en muitziek Belgisch ras’

neer te slaan. Al snel wilden veel Noordelijke Nederlanders het liefst afstand doen

van het Zuiden. Voor oppositionele liberale geluiden, die in bescheiden mate vóór

1830 ook in het Noorden klonken, was in de toenmalige tijdsgeest geen ruimte. 6

De positie van de katholieken was een lastige, omdat katholicisme en opstand even

makkelijk met elkaar werden geassocieerd als liberalisme en opstand. Ondanks het

feit dat er door Willem I schutters richting het zuiden werden gestuurd, bleven de

zuidelijke katholieken trouw aan het gezag. De politieke strategie van de Koning om

niet aan het zuiden toe te geven, zorgde ervoor dat zijn onderdanen niet altijd even

loyaal waren aan zijn gezag. De financiële lasten van dit beleid waren ontzettend

hoog. Hierdoor verdween naar verloop van tijd ook de strijdlust. Dit had als

rigoureus gevolg, dat in 1839 de Koning eindelijk akkoord ging met de

4 Van Deth, J. & Vis, J., Regeren in Nederland, Van Gorcum, Assen, 2006.

5 Van Deth, J. & Vis, J., Regeren in Nederland, Van Gorcum, Assen, 2006.

6 J.C.H. Blom, E. Lamberts, Geschiedenis van de Nederlanden, HB uitgevers, Baarn, 2001, p. 314-315.

Page 15: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

15

scheidingsvoorwaarden. Dit zorgde voor grote opluchting bij zijn onderdanen en de

bevolking van de Noordelijke Nederlanden. Een groot deel van het huidige

Vlaanderen was vanaf dat moment geen onderdeel meer van de Nederlanden. 7

De financiële malaise die Nederland overhield aan de jarenlange strijd tegen het

Zuidelijke Nederland was er een van grote aard. Het is dan ook niet voor niets dat er

in de jaren erna een belangrijke rol was weggelegd voor de overheidsfinanciën

binnen de Nederlandse politiek. De financiële problematiek vormde de basis, voor

een tot op dat moment nog zwakke liberale oppositie. Voorstellen tot wijzigingen

binnen het bestuurlijk bestel (hoe beperkt ook) stuitten op zwaar Koninklijk verzet.

Het was duidelijk: Koning Willem I was niet bereid een gedeelte van zijn macht in te

leveren, ook al bleef deze inlevering maar beperkt. Het geldgebrek van de overheid

was niet het enige wat ervoor zorgde dat de populariteit van de Koning daalde. Zijn

onverzoenlijke houding tegenover een orthodoxe afsplitsing van de Nederlands

Hervormde Kerk in 1834 en zijn irritatie tegenover de katholieken droegen hier ook

aan bij. 8

2.5 De opbouwende jaren 40

Het einde van Willem ’s regering kwam met veel tumult. Het einde werd ingeluid

door zijn aanstaand huwelijk met de Belgische gravin Henriette d’Oultremont de

Wégimont, een vroegere hofdame van zijn overleden vrouw. Willem had naar alle

waarschijnlijkheid een langdurige buitenechtelijke verhouding met deze gravin

gehad en zij schonk hem twee kinderen. Uit alle hoeken van Nederland werd de

onrust groter en er kwam blijk van ongenoegen over de vorstelijke jaren van Koning

Willem I. ‘Jetje Dondermond’ was een Belgisch muiterswijf en daarbij ook nog eens

rooms- katholiek. Ook in het buitenland wekten Willem ’s trouwplannen verbazing.

De Britse Koningin Victoria schreef nieuwsgierig aan de Belgische Koning Leopold:

‘My dear Uncle, if you should hear anything more of Roi Guillaume’s marriage pray let

me hear it, as it is such an odd story’. 9 (Kikkert, J.G., 2010, p. 57-59)

Koning Willem I tekende in oktober 1840 zijn troonsafstand, die plaatsvond op

Paleis Het Loo bij Apeldoorn. Het aftreden kwam als een verrassing. Vorsten en

vorstinnen vervulden namelijk hun ambtstermijn tot de dood. Koning Willem I ging

tegen deze gebruiken in en besloot het volledig anders te doen. In zijn afscheidsrede

meldde hij de komst van een nieuwe grondwet. Deze was noodzakelijk geworden

door de afscheiding van België. Dit alles ‘om gevolg te geven aan het sedert lange tijd 7 J.C.H. Blom, E. Lamberts, Geschiedenis van de Nederlanden, HB uitgevers, Baarn, 2001, p. 314-315.

8 J.C.H. Blom, E. Lamberts, Geschiedenis van de Nederlanden, HB uitgevers, Baarn, 2001, p. 314-315. 9 J.G. Kikkert, De drie oranje koningen, Willem I, Willem II, Willem III, Aspekt, Soesterberg, 2010, p. 57-59.

Page 16: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

16

bij Ons bestaan hebbende voornemen, om de overige levensdagen, welke God ons

gunnen zal, in rust door te brengen’. Later zou Willem I de werkelijke reden van zijn

aftreden onthullen: ‘Ik deed het omdat ik alleen stond, en omdat ik alle gemoederen

in opwinding zag’. Het volk, dat zorgde voor onrust, had hem dus min of meer zover

gekregen en verjaagt. 10

De afscheiding van België bracht het Koninkrijk der Nederlanden terug tot ongeveer

de grenzen van de oude Republiek. De staat van voor de afscheiding, waarin Holland

sterk domineerde, verkeerde al sinds de jaren tachtig van de achttiende eeuw in een

voortdurende crisis. Opnieuw moest men zich gaan beraden over de interne en

bestuurlijke organisatie. Tevens moest men de positie van Nederland binnen Europa

gaan bepalen. Gedachten aan een grote rol van betekenis in internationaal verband,

zoals in de eeuwen daarvoor, moesten per direct opzij worden gezet. De

economische voorspoed was verdwenen en Nederland was weer een klein

kikkerlandje, zowel qua oppervlakte als inwonersaantal. In 1839 was het

inwonersaantal van Nederland gedaald tot bijna drie miljoen inwoners. 11

Onder sommige lieden werd in de jaren veertig van de negentiende eeuw zelfs

getwijfeld aan een zelfstandig voortbestaan van Nederland. In de praktische politiek

was die twijfel echter niet aanwezig. Nederland was een feitelijk bestaande, stevig

gefundeerde staat, die niet zomaar zou gaan verdwijnen. Er was grote twijfel over

de toekomst van het land en veel mensen hadden last van een gebrek aan

perspectief. Hier tegenover stond een tijd van romantisch nationalisme, waarin de

eigen aard van het Nederlandse volk en zijn grote mogelijkheden veel nadruk

kregen. Een groot voordeel: er was een rijk en groots verleden, dat misschien niet

zou terugkeren, maar wel als inspiratiebron kon dienen. De schilderkunst heeft hier

een belangrijke rol bij gespeeld: kunstwerken refereerden naar het verleden en

zorgden voor een positieve terugblik. 12

Teleurgesteld door de ervaringen binnen de roerige jaren dertig, nam men afstand

van een ‘grootse’ politiek. Economisch gezien leek het voordelig weg te blijven uit

internationale conflicten. Echter zorgde dit alleen maar voor financiële onzekerheid

en grote verliezen. Zonder dat men het besef had werd de grondslag gelegd voor een

lange periode van neutraliteit binnen de buitenlandse politiek. 13

10 J.C.H. Blom, E. Lamberts, Geschiedenis van de Nederlanden, HB uitgevers, Baarn, 2001, p. 315. 11 J.C.H. Blom, E. Lamberts, Geschiedenis van de Nederlanden, HB uitgevers, Baarn, 2001, p. 315. 12 J.C.H. Blom, E. Lamberts, Geschiedenis van de Nederlanden, HB uitgevers, Baarn, 2001, p. 316. 13 J.C.H. Blom, E. Lamberts, Geschiedenis van de Nederlanden, HB uitgevers, Baarn, 2001, p. 316.

Page 17: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

17

2.6 De Negenmannen

De nationale politiek bleef verre van neutraal en hield zich druk bezig met de

hervorming van het Koninkrijk der Nederlanden. In 1839 verscheen namelijk de

eerste druk van Thorbecke ‘s ‘Aanteekening op de Grondwet’ en eind 1844

presenteerden de Negenmannen hun voorstel tot grondwetsherziening, door

Thorbecke opgesteld, aan de Tweede Kamer. Thorbecke van huis uit geen liberaal,

bekende kleur met zijn rede over ‘het hedendaagsch staatsburgerschap’ in 1844.

Een halfjaar later vinden we namelijk zijn naam onder het voorstel der

Negenmannen. Pas toen liet Thorbecke merken daadwerkelijk bereid te zijn tot een

herziening van de grondwet. De jaren ervoor trad hij vooral op als adviseur en

commentator, er was dus sprake van een plots engagement. 14

Na 1840 werd Thorbecke zich zo langzamerhand wel bewust van zijn steeds groter

wordende populariteit. Hij schreef rond na de ontbinding van de Dubbele Kamer in

1840 namelijk het volgende:

‘Ik ben door een bescheiden, bedaard, jaren lang vervolgd onderzoek

voortgegaan tot het inzigt der noodzakelijkheid eener hervorming. En ik heb bij de

eerste gelegenheid in dezen geest gehandeld . Dat heeft men mij vooral kwalijk

genomen. Had ik enkel, als anderen tot dusver van verbetering gesproken al had ik

daarbij regtstreekse verkiezingen aangeprezen, men had het voorbijgelaten en mij

vergeven.’ 15 (van Holthoorn, F.L., p.184)

Wat hield het voorstel der Negenmannen nu precies in?

Nadat een grondwetsherziening, aangevraagd door de

Tweede Kamer in 1844 niet werd aangenomen door

Koning Willem II, gingen negen vooraanstaande

liberalen, uit alle gewesten van het land, in de aanval.

Zij dienden wetsvoorstellen in die een rechtstreekse

verkiezing van de Tweede Kamer diende te realiseren.

Volgens hen was het huidige kiesstelsel, met vele

plaatselijk regels te ingewikkeld. Daarnaast eiste men

ministeriële verantwoordelijkheid, regeling van het

bestuur van koloniën op wettelijke basis, het bij wet

vaststellen van de jaarlijkse begroting en het recht van

amendement. Het doel van deze voorstellen werd door

14 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 139. 15 F.L. van Holthoon, De genese van Thorbeckes organische staatsleer, p. 184

Koning Willem II

Page 18: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

18

de indieners als volgt beschreven: "meer eenheid en vastheid der uitvoerenden Magt,

vollediger wetgeving en wettelijke verantwoording". 16 Het is de vraag of de

Negenmannen zelf wel uit waren op aanname van de voorstellen of dat het de

bedoeling was enkel te zorgen voor een politieke stroomversnelling. 17

Het tijdsbesef speelde voor Thorbecke een belangrijke rol. De tijd was daar. Voor het

eerst was er een substantieel parlementair platform voor herziening geschapen. 18

Van januari tot eind mei 1845 vergaderde de Tweede Kamer over het al of niet in

behandeling nemen van het voorstel der Negenmannen. Op 31 mei 1845 besloot zij

met vierendertig stemmen tegen en eenentwintig voor, het voorstel der

Negenmannen te verwerpen. In het kabinetsberaad werd er door de Koning heftig

gereageerd op het voorstel der Negenmannen. Willem II zou de volgende opmerking

hebben gemaakt: ‘Dit voorstel nooit, al ware het schavot er naast’. 19

De liberalen moesten het doen met een nederlaag. Maar het voorstel kreeg in

tussentijd wel ontzettend veel aandacht. De liberale kranten schaarden zich achter

de Negenmannen, dat gold voor de Arnhemsche courant, de Vlissingse en de Tielse,

maar ook voor de net opgerichte Nieuwe Rotterdamsche Courant. 20

Het lijkt erop dat 1845 kan worden gezien als het moment dat een steeds bredere

publieke opinie zich losmaakt van de regering, zonder dat er overigens een

krachtige oppositie in het land van de grond kwam. Wel dreigde er gevaar uit

onverwachte hoek: de katholieke oppositie raakte steeds meer in liberaal vaarwater,

vooral toen duidelijk werd dat de vrijheid van kerkorganisatie en onderwijs waar de

katholieken voor pleitte, door de conservatieve ministeries van Willem II niet

zouden worden doorgevoerd. Het resultaat van dit alles was dat de regering en de

grote meerderheid van de Kamer werden gewantrouwd en niet als

volksvertegenwoordigers werden gezien.

Een groot deel van de Nederlanders werd onrustig en zagen de Kamerleden als

beambten van Koning Willem II en zijn regering. De regering deed weinig tot geen

moeite om het vertrouwen te herstellen. Integendeel: de oppositiegolf van 1845 was

voor Willem II een reden om met nog meer energie de verkiezingen te beïnvloeden.

De gouverneurs in de provincie kregen het bevel ervoor te zorgen dat er zo weinig

mogelijk liberalen werden verkozen. Dat was deels gelukt, maar hierdoor werd de

16 http://nl.wikipedia.org/wiki/Negenmannen 17 http://nl.wikipedia.org/wiki/Negenmannen 18 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 139. 19 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 139. 20 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 139.

Page 19: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

19

kloof tussen de regering en publieke opinie alleen maar groter. De regering gooide

nog meer kolen op het vuur door twee persprocessen, tegen respectievelijk de

Arnhemsche Courant en de Staatkundige Tooverlantaarn. Deze processen werden in

1845 aangespannen wegens kritiek op de troonrede, sleepten zich het hele jaar

1846 voort en vergrootte eerder de kracht van de liberale oppositie dan die van de

regering. 21

Tot slot was er nog een andere omstandigheid die de positie van de regering

verzwakte. Dit was de persoonlijkheid van de Koning zelf. Willem II miste de

werkkracht en de bestuurlijke talenten van zijn vader. Hij waande zich vooral een

flamboyant figuur die graag misbruik maakte van zijn machtspositie. Niet de juiste

eigenschappen om het land te regeren, zeker niet in (financieel) moeilijke tijden.

Bovendien was Willem II impulsief en beïnvloedbaar, hij raakte in vele schandalen

verwikkeld, hij liet zich geld afpersen, kortom vele stommiteiten, die een Koning

niet mag begaan. De stoelpoten werden langzaamaan onder de regering vandaan

gezaagd en politiek- bestuurlijke hervormingen kwamen steeds dichterbij. 22

21 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 140-141 22 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 142

Page 20: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

20

3. Welke persoonlijke denkbeelden dienden als grondslag voor

de grondwetsherziening?

3.1 Inleiding

In het volgende hoofdstuk wordt de persoon Thorbecke uitgebreid beschreven.

Ondanks het feit dat Thorbecke niet als enige betrokken was bij deze belangrijke

grondwetsherziening, was zijn rol van grote en onschatbare waarde. In de volgende

paragrafen worden zijn levensloop en herkomst van denkbeelden beschreven. De

door Thorbecke geschreven werken, waarin zijn politieke ideologie uitgebreid naar

voren komt, blijven ook niet onbesproken.

3.2 Levensloop

‘De man die hier begraven leit, stak uit in onuitstekendheid.’ Aldus een van de

honderdzes grafschriften die Multatuli, Nederlands schrijver, bedacht voor de man

die vaak wordt gezien als de belangrijkste staatsman uit de geschiedenis van ons

Nederlands Koninkrijk, Johan Rudolph Thorbecke. 23

Geen lovende woorden van Multatuli, hij had een zeldzaam grote hekel aan de

liberale voorman, die hij beschouwde als een middelmatig figuur met een lage

intelligentie en een groot gebrek aan politiek inzicht. De denigrerende opvattingen

van Multatuli worden door weinigen onderschreven. Een paar dagen na het

overlijden van Thorbecke schreef de antirevolutionaire voorman Abraham Kuyper

het volgende:

‘Met Thorbecke ’s afsterven is aan Neêrlands volk zijn grootste staatsman

ontvallen, gekeurd naar den stempel dien onze eeuw voor Staatslieden sloeg. Rekenend

naar den maatstaf door hem zelf ons nog voor kort geboden: dat de echte staatsman

“uit zijn doen gekend wordt, en minder door zijn woord regeert dan door zijn karakter

en het vertrouwen, dat hij, handelende, inboezemt. Moest hij vruchteloos zijn evenknie

zoeken onder Hollands politieke mannen.’ 24 (van der List, G.A., 1993, p.23)

23

G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p.23

24 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het

Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 23

Page 21: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

21

De meningen over J.R. Thorbecke na zijn

overlijden waren verdeeld. Toch blijkt uit de

grote belangstelling na zijn overlijden, dat hem

een groot algemeen Nederlands belang wordt

toegeschreven. Dit bleek toen Thorbecke in 1972,

op zijn honderdste sterfdag uitgebreid werd

herdacht. Bij deze plechtigheid waren koningin

Juliana en premier Biesheuvel aanwezig en

spraken enkele wetenschappers en politici vol lof

over de overleden staatsman.

Johan Rudolph Thorbecke werd als kind van een tabakshandelaar, op 14 januari

1798 in Zwolle geboren. Tot vreugde van zijn ouders toont hun zoon zich een

ijverige en voorbeeldige jongen. Hij is intelligent en leergierig, en kan door een

redelijke financiële bijdrage van zijn zeker niet rijke ouders, een behoorlijke

opleiding volgen. In 1815 besluit hij richting Amsterdam te trekken, waar hij zich

stort op de studie der klassieke letteren, een studie die hij in 1818 in Leiden zal

voortzetten. Nadat Thorbecke in 1820 promoveerde op een academisch proefschrift

over de Romeinse redenaar Asinius Pollio, reisde hij met een studiebeurs naar

Duitsland. Alwaar hij onder meer de universiteiten van Marburg, Göttingen, Giessen,

Heidelberg en Berlijn bezocht. De vier Wanderjahre, waarin hij door Duitsland

reisde, zijn belangrijk geweest voor zijn persoonlijke en geestelijke ontwikkeling.

Thorbecke ontdekte in het Duitsland van begin negentiende eeuw namelijk de

Romantiek. Hij raakt niet alleen sterk onder de indruk van de dochter van de Duitse

denker Tieck, hij maakt ook kennis met de ideeën van de Historisch Rechtsschool.

Deze school kan men beschouwen als een romantische reactie op het

natuurrechtelijke denken van de rationalistische verlichtingsfilosofen. 25

Nadat Thorbecke niet in aanmerking kwam voor een leerstoel in Utrecht, reisde hij

in 1825 richting de Belgische stad Gent. Hij kreeg het verzoek hier aan de slag te

gaan als buitengewoon hoogleraar aan de faculteit der bespiegelende wijsbegeerte

en letteren. Hij aanvaardt het aanbod in dank en hij verzorgt zes jaar lang met veel

plezier onderwijs op het gebied van de politieke en diplomatieke geschiedenis en de

statistiek. Een vakgebied waar hij in Duitsland al eerder studies op had verricht,

Thorbecke ging dus niet geheel onervaren aan de slag. Door een van zijn studenten

wordt Thorbecke later als volgt beschreven: ‘een mager, stijf, zorgvuldig gekleed

Hollands heertje, dat zeer afgezonderd leeft en het grootste deel van de tijd op zijn

studeerkamer doorbrengt’. Een ijverige docent, die zijn werk met veel plezier en 25 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 24

Reformatisch Dagblad uit 1972

Page 22: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

22

voldoening uitvoert. In 1830 is Thorbecke verplicht zijn functie neer te leggen,

aangezien het Koninkrijk der Nederlanden uiteenvalt en Gent hier dus niet langer

onderdeel van is. Thorbecke was bedroefd, vooral aangezien hij zelf principieel

tegen deze afscheiding was. 26

Met een grootse weemoed naar de mooie tijden in Gent, vertrekt Thorbecke richting

Leiden, waar hij als werkloze een financieel verschrikkelijke tijd doormaakt. Totdat

hij in maart 1831 wordt benoemd als buitengewoon hoogleraar in de Leidse

juridische faculteit. Hij zal hier studenten opleiden in de diplomatie en politieke

geschiedenis. Drie jaar later wordt hij zelfs hoogleraar in de rechtsgeleerdheid aan

dezelfde faculteit. Thorbecke steekt ook hier, net als in Gent, veel tijd in het

voorbereiden van zijn colleges. Hij ziet het geven van goed en deskundig onderwijs

als een plicht en als zijn belangrijkste taak. Bij studenten en collega’s dwingt dit

respect af, maar geliefd worden zit er voor Thorbecke niet in. Zijn stroefheid, zijn

eigengereidheid en zijn hooghartigheid spelen hem in zijn hele leven parten en

staan vele vriendschappen in de weg. 27 De enige waarmee Thorbecke wel een

hechte en warme relatie had, dat was de vrouw die hij in 1836 huwt, Adelheid, de

negentienjarige dochter van de weduwe Solger uit Dresden, die hij nog kent vanuit

zijn tijd in Duitsland. 28 De volgende briefwisseling (Amsterdam, 12 november

1838) getuigt hiervan:

‘Mijn lief zoet engelachtig wijfje! Ik zit hier bij ’t ontbijt,

en wil u nog gauw, eer ik gestoord word, zeggen, hoe hartelijk

ik naar u verlang. Heeft mijn klein zoet wijfje aan mij gedacht?

Zal mijn klein zoet lief wijfje ook vandaag en morgen aan mij

denken? Ik verzoek mijn zoet wijfje mij hartelijk lief te hebben,

want dat is mijn leven en hoogst geluk. Ik zit hier hoog, over de

daken in de mooi gekleurde herfstlucht te kijken, en ontmoet er

mijn ogelijntjes. Ja, mijn engelachtig wijfje heeft mij lief, ik zie

het. Ik zoen die lieve ogelijntjes, mijn licht en lust. Zoen ons

Jetje van vader, en zeg haar, dat ik morgen er weder ben.

Vaarwel, mijn engelshartje. Slaap wel van nacht, en wees

ook in de slaap bij mij. Want wie ben ik? Uw Thorbecke.’ 29

(Hooykaas, G., 2005, p. 74)

26 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 24-25 27 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 24-25 28 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 24-25 29 G. Hooykaas, Thorbecke. Een leven in brieven, Boom, Amsterdam, 2005, p. 74

Thorbecke en Adelheid

Page 23: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

23

De vele briefwisselingen tussen Adelheid en Thorbecke die nog bewaard zijn

gebleven tonen een heel ander beeld van Thorbecke. De brieven geven weinig blijk

van een kille en arrogante staatsman. Hij liet zich daarnaast ook liefdevol uit over

zijn vader: ‘die heerlijke man’ met ‘zijn weemoedige, innige en glanzende blik’. Als

briefschrijver toont Thorbecke zich sentimenteel en liefdevol, wat we als zeer

opmerkelijk kunnen beschouwen.

In de jaren dertig van de negentiende eeuw, de periode waarin hij zich binnen de

muren van de universiteit op de wetenschap stort, krijgt Thorbecke een steeds

groter wordende belangstelling en interesse in de praktische politiek. Hij volgt de

politieke ontwikkelingen en werpt geregeld een kritische blik op het Nederlands

staatsbestel. Hij twijfelt aan de autocratische en centralistische politiek van Koning

Willem I. Terwijl hij daarvoor aanhanger was van de Koning der Nederlanden.

Thorbecke ziet de noodzaak het bestuurlijk bestel te veranderen, niet zozeer omdat

de oude orde verwerpelijk zou zijn of vanwege volkssoevereiniteit, maar meer ter

bescherming van de vaderlandse traditie. Er is steeds vaker sprake van een

revolutionaire dadendrang, waartegen hij Nederland wil beschermen. Oftewel

‘preserve by changing’, zoals de conservatieve Edmund Burke het mooi beschreef.

Het is mogelijk iets in stand te houden door veranderingen toe te laten, zo blijft de

houdbaarheid intact. 30

De groeiende hervormingsgezindheid van Thorbecke en zijn

toenemende afkeer van de zijns inziens bekrompen status-

quo-politiek komen goed naar voren in een aantal

geschriften die hij publiceert vanaf 1839, het

verschijningsjaar van zijn ‘Aanteekening op de Grondwet’. 31

Thorbecke doet hierin een oproep tot constitutionele

hervormingen in de vorm van een behoedzaam

geformuleerd wetscommentaar, vanwege zijn uitwerking

ooit getypeerd als ‘een schot in een slapend woud’. Een

van de meest in het oog springende werken uit deze

reeks: ‘Over het hedendaagsch staatsburgerschap’ (1844)

heeft een duidelijke boodschap: ‘de invoering van het algemeen kiesrecht is in de

toekomst onvermijdelijk’. 32

30 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 25-26 31 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 26 32 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 26

Aanteekening op de grondwet

Page 24: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

24

‘Dat het beginsel van algemeen stemregt in de Staatsgeschiedenis onzer eeuw

ligt, schijnt even onmiskenbaar, als dat zij het gestadig, schoon trapsgewijze tracht te

verwezenlijken. Het is juist wat deze tijd van den vorigen onderscheidt.’ (van der List,

G.A., 1993, p. 26)

Kort na het verschijnen van zijn rede over Hedendaagsch staatsburgerschap wordt

Thorbecke door de kiezers uit Zuid-Holland afgevaardigd naar de Tweede Kamer.

De geleerde professor wordt gaandeweg steeds meer een gedreven politicus.

Thorbecke gaat als volksvertegenwoordiger voortvarend van start, vele initiatieven

volgen, waaronder het voorstel der Negenmannen: ‘Waarin men liet regeren zonder

er zich aan te bekreunen, wie het deed, of welk regt hij er toe had. Regtstreekse

verkiezing is, al mogt hare theorie niet de beste zijn, onvermijdelijk geworden.’

Belangrijkste verzoek: het onschendbaar maken van de Koning. 33

Tevens vond Thorbecke het van belang te komen tot een open samenleving, waarin

de delen zoals provincies en gemeenten, een zelfstandige kracht zijn en een eigen

ontwikkeling door te kunnen maken, terwijl ze toch enigszins met elkaar verbonden

blijven. Kortom, Thorbecke voelde zich geroepen het Nederlands staatsbestel

grondig te herzien en dat alles op een rechtvaardige en democratische manier.

3.3 Denkbeelden en idealen

‘Het streven en drijven, het opzoeken van ontijdige nieuwigheden in staat en

kerk, onze tijd eigen, is geen geïsoleerd verschijnsel. Het is dezelfde geest, die in

ontdekking van de wetten en krachten van de natuur een tot dusver ongekende vlucht

neemt, en voor nijverheid en verkeer zo verbazende middelen schept, dat schier niets

meer onmogelijk schijnt. Maar men ziet wel eens over het hoofd, dat men staat en

maatschappij niet hervormt, gelijk de wetenschap. Men schept feiten niet als

denkbeelden. Zodra het op handelen aankomt, is de eerste vraag: zijn voorwaarden

aanwezig? Is hetgeen men zich voorstelt mogelijk?’ 34 (Swart, E., 2007)

De bovenstaande tekst schreef Thorbecke in een van zijn vele briefwisselingen.

Thorbecke hekelde conservatisme en stilstand. De verlichting bracht vele

vernieuwingen en ontdekkingen op wetenschappelijk en filosofisch gebied, de

politiek bleef veelal achter. Volgens Thorbecke was het mogelijk met dezelfde geest

die heerste binnen de natuurwetenschap, ook de politiek grondig te hervormen. Het 33 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 25-26 34 E. Swart, Thorbecke. De scheppende kracht van de natie, Van Gennep, Amsterdam, 2007.

Page 25: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

25

handelen zou teveel vooraf worden gegaan door vragen en twijfel. Op basis van

bovenstaande denkbeelden mogen we concluderen dat Thorbecke al tijdig het

ideaal had het staatkundige bestel van Nederland grondig te herzien. Kortom:

vooruit denken en niet in de het besef des tijd blijven hangen.

Thorbecke was in zijn jonge jaren zeer geïnteresseerd in wetenschap en filosofie,

door zijn arbeidsverplichtingen binnen de universiteit en daarnaast nog zijn

politieke arbeid, bleef een groot wetenschappelijk en filosofisch werk uit. Een

gebrek aan inspiratie of simpelweg tijdsgebrek? Het komt maar zelden voor. Een

geroemd staatsman, zonder één groot werk waarin hij zijn denkbeelden

systematisch uiteenzet. Desalniettemin valt er op basis van zijn beschouwingen en

vele redevoeringen een samenhangend maatschappijbeeld te creëren. Een visie die

vandaag de dag nog door vele mensen gedragen wordt en op vele momenten zelfs

nog actualiteitswaarde kent. 35

Het uitgangspunt van Thorbecke ‘s filosofie is te achterhalen in het jaar 1924. In dit

jaar schreef hij het volgende opstel: Über das Wesen und den organischen Charakter

der Geschichte. Centraal in dit zeer abstracte betoog staat de gedachte dat de

geschiedenis moet worden opgevat als ‘ein werdendes Ganze’ en de maatschappij

als een organisme dat voortdurend weer aan verandering onderhevig is, net zoals

bij een organisme hangen de delen onverbrekelijk samen met het geheel. 36 Volgens

Thorbecke is de geschiedenis een geleidelijk proces, waarin revolutionaire pogingen

de geschiedenis radicaal te veranderen om tot een nieuwe maatschappij te komen,

vaak enkel destructief werken. 37

Thorbecke geloofde dan ook niet in een maakbare samenleving. Hij geloofde niet in

een rechtvaardige maatschappij, die zou kunnen worden gecreëerd vanuit rationeel

geformuleerde beginselen. Recht is ontstaan vanuit de geschiedenis en is afhankelijk

van grootschalige maatschappelijke processen. Men moet dit systeem niet willen

veranderen op basis van hersenspinsels, irreële, in een studeerkamer bedachte,

theoretische constructies. Deze denkbeelden geven navolging aan Duitse romantici

Savigny en Eichhorn, zijn tijd in Duitsland had dan ook een grote invloed op zijn

denkbeelden. 38

35 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 29 36 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 29 37 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 29 38 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 29

Page 26: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

26

De Franse Revolutie was volgens Thorbecke een voorbeeld van hoe het niet moest.

Over de Revolutie schreef hij het volgende: ‘het had in één klap het kunstig

raderwerk van privileges en vrijheden, dat de vorst in zijn macht beperkte,

weggevaagd, waardoor de staatsmacht grenzeloos werd.’ 39 De Europese

grootmachten hadden volgens Thorbecke het recht en de plicht de grootse

volkskracht en de verspreide chaos een halt toe te roepen.

Rousseau was volgens Thorbecke dan ook een

verwerpelijk denker. De voorgeschreven leer van de

volkssoevereiniteit, diende namelijk als theoretisch

uitgangspunt voor de revolutionairen. Samuel van Houten

(liberaal) reageerde krachtig. Thorbecke zou geen liberaal

genoemd mogen worden wanneer hij de filosofie van de

‘volkssoevereiniteit’ niet erkende.

We komen even terug op Thorbecke ‘s inhoudelijke werk, het Über das Wesen und

den organischen Charakter der Geschichte. Een werk met sterk conservatieve

neigingen, daarnaast wijkt het flink af van eerdere werken van Britse en Franse

liberalen, geschreven in de achttiende en negentiende eeuw. Thorbecke schrijft

vrijwel niets over het individualisme, de bescherming van het individu en het recht

op individuele ontplooiing. Allerlei zaken die kenmerkend waren voor het moderne

liberalisme, geschapen tijdens de Verlichting. Thorbecke bleek niet gecharmeerd

van het liberalisme dat gericht was op de positie van het individu. Het individu was

verre van ondergeschikt aan het collectief, maar hij benadrukte ten alle tijden het

belang van een functioneel en organisch verband tussen het collectief en individu.

Het individu ontwikkelt zich volgens Thorbecke in een wisselwerking met wat er

zich in zijn omgeving afspeelt. 40

39 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 29 40 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 29-30

Samuel van Houten, liberaal

Page 27: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

27

We kunnen Thorbecke dan ook een conservatieve liberaal

of een liberale conservatief noemen. Hij zag namelijk de

noodzaak van veranderingen en het gevaar lag volgens

hem niet in de verandering, maar veelal juist in het niet-

veranderen. In welke mate het historisch- organische

denken van de politicus Thorbecke een grote rol speelde,

zien we in 1853 wanneer hij in een debat met Groen van

Prinsterer (antirevolutionair kamerlid) het volgende zegt:

‘Niet wij, maar de geschiedenis, die telkens nieuw leven te

voorschijn roept, heeft grote veranderingen te weeg

gebracht, en die veranderingen kunnen wij leiden tot

heilzame resultaten, in zoverre wij zelven schakels zijn in

de groote keten der geschiedenis.’ Volgens Thorbecke

schreef hij geen geschiedenis, maar voerde hij de wil van

de geschiedenis uit.

Ondanks het feit dat Thorbecke in zijn organische visie de staat een voor liberale

begrippen grote rol toedicht, vond hij dat de overheid op sociaal- economisch vlak

bescheiden moest blijven. Op het sociaal- economische vlak zien we de echte

liberaal terug in Thorbecke. Zo hechtte hij veel waarde aan particulier bezit en vond

hij dat belastingen en onteigeningen tot een minimum moesten worden beperkt.

Volgens Thorbecke kon de staat in de eerste plaats niet zorgen voor welvaart, de

overheid diende in de eerste plaats gunstige voorwaarden te scheppen voor de

handel en industrie. Toch gebeurde er in 1851 iets opmerkelijks. Thorbecke diende

een voorstel tot de komst van de armenwet in, de grootschalige armoede kon niet

langer opgelost worden door enkel liefdadigheid en om de armoede een halt toe te

roepen was overheidszorg vereist. Het wetsontwerp kreeg geen meerderheid in de

Tweede Kamer aangezien de kerkelijke armenzorg onder toezicht van de overheid

zou komen te staan. Dit konden de confessionelen binnen de kamer natuurlijk

moeilijk accepteren. Nadien zou er door Thorbecke nooit meer enkel initiatief

genomen worden op het gebied van sociale wetgeving. 41

41 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 31

Groen van Prinsterer antirevolutionair

Page 28: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

28

4. Wat betekende de grondwetsherziening voor het

Nederlandse staatsbestel?

4.1 Inleiding

Om erachter te komen wat de grondwetsherziening betekende voor het

Nederlandse staatsbestel, moeten we duidelijkheid zien te scheppen over wat er

zich kort daarvoor precies afspeelde. We gaan op zoek naar de aanleiding van deze

grootschalige verandering. We beginnen aan de vooravond van de

grondwetsherziening van 1848.

4.2 Crisis en revolutie

De politieke verhoudingen aan de vooravond van het jaar 1848 waren als volgt

verdeeld. De liberalen konden rekenen op een brede steun van de burgerstand, zij

genoten dan ook meer populariteit in de periferie dan in westelijk Nederland. De

regering op dat moment steunend op de conservatieve kern, voerde een botte en

meedogenloze politiek. Er was enkel een beetje ruimte voor liberalisme op

economisch terrein. De liberaal-conservatieve groep gezeteld in het midden van het

politieke landschap, had geen duidelijk eigen programma. Zij schipperden tussen

zowel liberalen als conservatieven en ondersteunden beide kampen waar mogelijk.

De kleine burgerij en de volksklassen hadden geen recht op politieke invloed, met

name wanneer de politiek in rustig vaarwater belandde, telden zij politiek niet mee. 42

Aan het einde van 1847 ontstond er nog meer politieke verharding en van politieke

vooruitgang was weinig sprake. Koning Willem II kondigde in september een

grondwetsherziening aan, maar deze mocht geen naam hebben. Een magere

herziening, van enorme daadkracht en veranderingsgezindheid was geen sprake. De

zittende kamer was niet geneigd tot hervormen, een motie betreffende de

grondwetsherziening kreeg welgeteld twee stemmen. De Koning was verre van

aimabel tegenover de hervormingsgezinde liberalen. Op zijn verjaardag, 6 december

1847, bracht hij een toast uit op het welzijn van de Nederlanden. Het welzijn van het

land was in zijn ogen niet gediend met de ‘vrijzinnige en hervormingsgezinde’

denkbeelden die her en der circuleerden. 43

42 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 144 43 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 144-145

Page 29: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

29

Binnen liberale kringen was er dan ook sprake van een pessimistische kijk op de

politieke vooruitzichten. Er was namelijk sprake van een tegenstelling tussen natie

en regering. De Arnhemsche courant schreef het volgende: ‘Als men een moeras wil

droogleggen, laat men toch ook de kikkers daarover niet stemmen’. (Stuurman, S.,

1992, p.144-145) Oftewel, de zittende Staten-Generaal, was verre van

hervormingsgezind en was niet van plan invloed van buitenaf toe te staan. 44

Eén probleem, buiten Nederland was er storm op komst. Februari 1848 bleek een

belangrijk sleutelmoment. In Napels boekten de revolutionairen een overwinning op

de koning van de Twee Siciliën. Twee weken later begon de revolutie in Parijs.

Eveneens als in 1830 was deze omwenteling in Frankrijk, een omwenteling voor

heel Europa. De liberale pers in Nederland dook direct op deze revolutionaire

ontwikkelingen. De chaos in Frankrijk toonde volgens hen aan dat een tijdige

ommekeer door middel van hervormingen, de enige manier was het tij in Nederland

nog te keren. De ondergang van de Franse regering, liet zien waartoe halsstarrig

conservatisme kon leiden. De conservatieve pers riep op tot rust en kalmte, men

moest zich volgens hen achter de regering scharen en een roep om hervorming

werd gezien als onverantwoord. Een ding was duidelijk, er was sprake van een

heldere tegenstelling, of meer macht naar de burger, of alle macht blijft bij de

conservatieve regering. 45

De angst voor revolutionaire opstanden bij de Staten-

Generaal was opzienbarend hoog. De Haagse stemming

sloeg om. In de eerste week van maart kwam de

meerderheid van de Tweede Kamer kwam tot het inzicht

dat verdergaande hervormingen noodzakelijk waren, maar

van enige concreetheid was nog geen sprake. Gezanten in

Berlijn, Frankfurt en Wenen kwamen met verontrustende

berichten. Op 6 maart berichtte de gezant te Wenen dat

von Metternich depressief was. Langzaamaan werd

duidelijk dat sommige Duitse vorsten begonnen waren

concessies te doen aan de oppositie. Reden hiervoor waren

de verontrustende berichten in de pers over wederom

nieuwe ´rampzalige´ gebeurtenissen. 46

44 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 144-145 45

S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 146-147 46 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 146-147

Von Metternich Oostenrijks staatsman

Page 30: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

30

De Staten-Generaal werd steeds angstiger en angstiger. Er vonden kleine opstanden

plaats in Amsterdam en radicale groeperingen zongen de Marseillaise. De atmosfeer

in het land was onzeker. De aandelenkoersen zakten en enkele spectaculaire

faillissementen droegen bij tot de algemene nervositeit. Europa bleef in een

revolutie verstrengeld, op 5 maart 1848 was Berlijn aan flinke demonstraties

onderhevig en in Frankrijk was er sprake van een bevel tot mannenkiesrecht. Een

dag later sprak de koning van Pruisen over bereidheid tot hervormingen. De

toekomst was in grote delen van Europa onzeker, zo ook in Nederland. 47

‘Welke partij zal Willem II kiezen? Zal hij met een even onbekwaam en

onervaren als impopulair en mistrouwd ministerie de hagchelijke gebeurtenissen die

verbeiden tegemoet gaan? Wij die geen voorstanders van geweldige revolutiën zijn en

naar de republiek niet haken, wij bidden: Schenk o God! Wijsheid denk koning.’ Bron: De Arnhemsche Courant op 12 maart 1848

Op de dag dat het bovenstaande

commentaar in de Arnhemsche

Courant verscheen, 12 maart

1848 om precies te zijn,

presenteerde de Haagse directeur

van politie, de heer Ampt, een

rapport aan de minister van

Justitie. In dit rapport werd de

minister erop gewezen dat de rust

alleen gehandhaafd kon blijven

wanneer er een vrijzinnige

herziening van de grondwet zou

komen. De koning werd natuurlijk die avond nog ingelicht en kreeg het rapport

onder zijn neus geschoven. Een dag later, 13 maart 1848 kunnen we spreken van

een kantelpunt in de Vaderlandse geschiedenis. Koning Willem II ging met veel pijn

in zijn hart om. Hij riep de voorzitter van de Tweede Kamer, Boreel van Hogelanden

bij zich en verklaarde dat hij bereid was een verdergaande herziening van de

grondwet te overwegen. 48

47 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 147 48 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 148

Oproer in Amsterdam (24 maart 1848)

Page 31: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

31

De ommekeer van Willem II bleef niet lang geheim, in de ochtenduren van 15 maart

kregen enkele Kamerleden er lucht van. Nadien duurde het niet lang alvorens het in

heel Nederland bekend was. Vlaggen werden gehesen, feestelijke verlichting werd

aangebracht, het land was in feeststemming. De regering diende zijn ontslag in, een

nieuw tijdperk deed zijn intrede.

Lodewijk Caspar Luzac (1786-1861) minister in de voormalige regering, een van de

Negenmannen van 1845 en metgezel van Thorbecke bracht diezelfde avond nog een

bezoek aan de Koning. Hij adviseerde de Koning direct een commissie ter herziening

van de Grondwet in te stellen, waar in ieder geval Thorbecke, Donker Curtius

(liberaal, 1792-1864) en Lightenveld (katholiek) onderdeel van moesten zijn. De

koning nam nog geen besluit, hierdoor was de onrust nog niet uit de lucht. 49

Nog op dezelfde dag kwamen de radicalen in beweging en heerste er in Den Haag

onrust onder de werklieden. Democraat Van Bevervoorde probeerde hier politiek

voordeel uit te halen en ondersteunde de radicalen. Achter de schermen speelde ook

Donker Curtius een rol. Hij moedigde samen met enkele andere liberalen Van

Bevervoorde aan om demonstraties te organiseren en ze schoven hem ook nog eens

wat geld in handen. Wel vroeg Donker Curtius om een garantie, de demonstraties

diende ordentelijk te verlopen, al mochten er wel ruiten van nog niet afgetreden

ministers sneuvelen. Diezelfde avond nog werd er gedemonstreerd en vroeg men de

Koning een stapje terug te doen. 50

Een dag later, 16 maart 1848, vroeg Koning Willem II om een gesprek met politiek

aartsvijand Dirk Donker Curtius. Dezelfde avond spraken ze nog met elkaar, terwijl

er buiten een groep van achtduizend demonstranten door de Haagse straten trok.

De Koning kwam met het verzoek aan Curtius, het ministerie van Justitie op zich te

nemen, aangezien er door het aftreden van vele ministers feitelijk geen regering

meer bestond. Donker Curtius speelde het spel, hij vroeg om bedenktijd en

overhandigde een conceptvoorstel ter benoeming van een grondwetscommissie.

Een definitief besluit werd nog niet genomen en de situatie bleef angstig en onzeker. 51

49 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 149 50 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 149 51 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 150

Page 32: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

32

Op 17 maart scheef Prinses Sophie, schoondochter van Willem II, aan haar Engelse

vriendin, Lady Malet het volgende: ‘In het rustige Den Haag ziet men vreemde

veranderingen en ongure types. De stad heeft een heel ander gezicht gekregen.’ 52

Diezelfde dag bracht Donker Curtius wederom een bezoek aan de Koning, ze gingen

verder met de onderhandelingen. Er waren wat twijfels over de formatie- opdracht

van de grondwetscommissie, Curtius hield voet bij stuk. De Koning tekende

uiteindelijk het besluit. De gevolgde procedure was hartstikke illegaal, maar in de

toenmalige omstandigheden was er niemand die daar een probleem van maakte. De

benoemde commissie bestond uit Thorbecke, Donker Curtius, De Kempenaer, Luzac

en de katholiek-liberaal Storm. Vier van de Negenmannen van 1845 dus, met daarbij

één nieuweling, Donker Curtius. We kunnen overduidelijk spreken van een radicaal-

liberaal gezelschap, die de macht van de Koning verregaand wilden inperken. De

Kamervoorzitter probeerde via een Engelse gezant Koning Willem II nog te

waarschuwen voor het radicaal-liberalisme, maar dat bleek tevergeefs. 53

Deze ontwikkelingen waren alles behalve glashelder.

Procedures verliepen niet zoals men gewend was en de

Koning hield zijn poot maar zelden stijf. Hij handelde buiten

zijn ministers om en het besluit tot invoering van een

grondwetscommissie was opgesteld door een man zonder

officiële functie binnen het staatsbestel, hij was zelfs geen

kamerlid. Des te opmerkelijker, op 19 maart 1848 werd

Donker Curtius ook nog eens demissionair minister van

Justitie, een week lang vormde hij in zijn eentje de regering

van Nederland. Wie had dat ooit gedacht: de conservatieven

waren in enkele weken tijd gepasseerd en opzij gezet, hun

wereld stond letterlijk op zijn kop. 54

De grondwetscommissie onder leiding van Thorbecke ging ijverig aan het werk en

produceerde in een rap tempo een nieuwe grondwet, met geëiste herzieningen. Dit

gedeelte leverde geen problemen op, de regeringsformatie daarentegen wel.

Thorbecke waande zich al op het ministerie van Binnenlandse zaken, het NRC

meldde op 23 maart zelfs zijn benoeming.

52 Haasse en Jackman, Vreemdelinge in Den Haag, p. 67 53 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 150 54 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 150

Dirk Donker Curtius

Page 33: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

33

Er kwam echter een kink in de kabel. De Koning trachtte toch

enige invloed te hebben op de regeringsformatie. Hij vroeg

graaf Gerrit Schimmelpenninck, de Nederlandse

ambassadeur te Londen, naar Den Haag te komen om te

helpen bij de formatie van een nieuwe regering. Hij

arriveerde op 22 maart in Den Haag en liet al snel blijken niet

tevreden te zijn met de gang van zaken rondom het

formatieproces. De commissie was in zijn ogen te

revolutionair en hij wenste niet dat Thorbecke en de zijnen

ook nog eens het landsbestuur in handen zouden krijgen. Het

was volgens hem al genoeg dat er überhaupt een

grondwetsherziening aan zat te komen. Hij was niet te spreken over de

commissieleden, zo schreef hij het volgende in zijn dagboek: Donker Curtius was

‘een der heetste ultra-liberalen’ en Thorbecke was ‘den allerslechtste uit de coterie der

Hollandsche Jacobijnen’. 55 Donker Curtius was in naam van de Koning al benoemd,

daar kwam Schimmelpenninck dus niet meer vanaf. Thorbecke wist hij wel buiten

de deur te houden, ondanks het feit dat Curtius tegenstribbelde. Thorbecke zelf was

witheet, de schuld lag bij de Koning, hij gedroeg zich volgens hem ‘als een kind’. Ook

zijn collega’s uit de commissie moesten het ontgelden, zij zouden zijn gezwicht voor

het veto van Schimmelpenninck om Thorbecke uit de commissie te weren. 56

Aan de situatie in het land veranderde weinig: onrust, onzekerheid en angst waren

waan van de dag. Donker Curtius voelde zich genoodzaakt snel een regering te

vormen, een mogelijke terugval van de vorst in conservatieve richting moest

namelijk worden voorkomen. Het kabinet Schimmelpenninck was gereed op 25

maart 1848, net op het moment dat er in Amsterdam sprake was van een grote

volksdemonstratie. In de weken daarna vonden er in de hoofdstad ook nog kleine

opstootjes plaats. Het eerste aandachtspunt van de nieuwe regering bleek de

openbare orde. De rust in het land moest wederkeren, de verlaging op accijnzen zou

hier volgens de nieuwe regering aan bij kunnen dragen. 57

De nieuwe regering was niets anders dan een compromis tussen de twee rivalen,

Schimmelpenninck en Donker Curtius. Behalve deze twee personen, bestond de

nieuwe regering uit de volgende bewindslieden: Luzac (liberaal), baron Nepveu

(conservatief), Lightenvelt (katholiek) en ten slotte admiraal Rijk, die afkomstig was

uit het oude kabinet. Met deze personen werd er niet voldaan aan de wens van 55 Schimmelpenninck, Notanda, p. 181 56 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 151 57 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 152

Gerrit Schimmelpenninck

Page 34: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

34

Thorbecke en Curtius, zij wilden namelijk een overwegend liberaal kabinet. Nu

waren er enkel twee echte liberalen vertegenwoordigd in het kabinet.

Schimmelpenninck ervoer dit als een succes en zorgde ervoor dat de

grondwetsherziening binnen de aanvaardbare perken bleef. 58

Schimmelpenninck zag Nederland in de aard van het Britse constitutiemodel, terwijl

Donker Curtius graag keek naar hoe onze Belgische zuiderburen het aanpakte. De

Belgische Grondwet was namelijk de liberaalste van het toenmalige Europa. Dit ging

in tegen de wens van Schimmelpenninck, hij streefde naar een sterke aristocratische

Eerste Kamer en naar een grootschalige zelfstandige macht voor de vorst. 59

Na het aantreden van de regering, liep het niet zoals verwacht. De liberale pers was

niet te spreken over het nieuwe kabinet en Thorbecke ’s afwezigheid werd zeer

betreurd. Schimmelpenninck was volgens de Arnhemsche Courant de grote

boosdoener. Thorbecke werkte daarentegen ijverig door aan het ontwerp van de

nieuwe grondwet, op 10 april 1848 was deze gereed en commissie keurde het

voorstel direct goed. Schimmelpenninck werd zelden of niet geïnformeerd over de

gang van zaken rond het wetsvoorstel. Hij werd ook niet ingelicht over de inhoud

van het ontwerp. In de vroege ochtend van 11 april 1848 ging Thorbecke met het

ontwerp naar de Koning en verkreeg van Willem II toestemming het ontwerp te

laten afdrukken bij de staatsdrukkerij. 60

Schimmelpenninck was natuurlijk woedend, hij was niet op de hoogte gesteld van

het ontwerp en de goedkeuring was ook al achter zijn rug om geregeld. Tevens

kwam hij er te laat achter en kon niets meer ondernemen tegen het listige

manoeuvre van J.R. Thorbecke. Natuurlijk was Donker Curtius wel op de hoogte, hij

had zo nu en dan wat informatie ontvangen over het ontwerp en kon alleen maar

blij zijn met deze aanstaande veranderingen. Het ontwerp van Thorbecke kreeg een

officiële status en het werd direct gesteund door de liberale pers. 61

58 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 152 59 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 152 60 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 152 61 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 152-153

Page 35: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

35

Schimmelpenninck begon zich steeds

ongemakkelijker te voelen. Het ontwerp wat

Thorbecke had opgesteld ging recht tegen

Schimmelpennincks opvattingen over de

parlementaire democratie in. Het was ‘anti-

monarchaal’ en zou vroeg of laat leiden tot

een republiek. Zijn woorden kregen weinig

gehoor, de publieke opinie werd overstemd

met liberale ideeën en de revolutionaire

bewegingen binnen Europa denderde door.

Ook binnen de regering begon het te rommelen, de katholiek-liberalen binnen het

kabinet voelde ook wel iets voor het ontwerp van Thorbecke. Binnen het ontwerp

was er namelijk sprake van een voorstel tot vrijheid van onderwijs en

kerkorganisatie, een zeer belangrijk punt voor de katholieken. De druk van

katholiek- Nederland werd via de pers openlijk opgevoerd. Door deze steeds grotere

druk moest minister Lightenveld (katholiek) wel overgaan naar het kamp van de

Thorbeckianen, dit gebeurde dan ook. Later volgde ook admiraal Rijk, enkel Nepveu

bleef zijn conservatieve beginselen trouw. Schimmelpenninck stond nagenoeg

alleen en zijn zaak leek verloren. 62

Schimmelpenninck zou Schimmelpenninck niet zijn als hij de strijd direct op zou

geven. Hij probeerde met een allerlaatste poging het tij nog te keren. Hij richtte zich

persoonlijk richting de koning en deed hem een voorstel. Hij gaf aan bereid te zijn

een conservatieve regering te vormen, wanneer de Koning achter hem zou staan.

Hiermee zou de Koning een groot deel van zijn macht behouden en de gevaren van

dit plan waren volgens Schimmelpenninck kleiner dan gedacht. Hij wilde het risico

nemen en vroeg de Koning of hij dit ook aandurfde. Willem II stotterde en besloot

geen antwoord te geven. Schimmelpenninck leek nu definitief verloren, aangezien

ook de steun van de Koning uitbleef. 63

Na afloop van het gesprek tussen de Koning en Schimmelpenninck, sprak de koning

met Kamervoorzitter Boreel van Hogelanden. De Koning sprak zich negatief uit over

de onenigheid in het kabinet, hij moest kiezen tussen Schimmelpenninck en

Thorbecke. Hij vroeg de Kamervoorzitter hoe de stemming was in de Tweede Kamer.

Zouden zij het voorstel van Thorbecke verwerpen? Boreel gaf aan dat dit sterk

afhankelijk zou zijn van de algemene toestand in binnen- en buitenland. Als er in

62 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 153 63 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 153

Revolutie in Frankrijk (1848)

Page 36: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

36

omringde landen directe verkiezingen worden ingevoerd, dan kan Nederland niet

achterblijven. Hij gaf de Koning het advies voorzichtig op te treden, als Donker

Curtius en Luzac zouden opstappen, wie zou dan Schimmelpenninck nog terzijde

staan, wie zou dan nog de kracht hebben het op te nemen ‘tegenover eene geheele

vijandige drukpers, tegen de gantsche liberale partij?’ 64

Willem II nam het besluit Thorbecke te steunen en niet langer meer achter

Schimmelpenninck te staan. De laatste week van de regering- Schimmelpenninck

ging tezamen met revolutionaire bewegingen in Wenen en Parijs. Op 13 mei 1848

deelde Donker Curtius de Kamer mee dat Schimmelpenninck zijn ontslag had

ingediend en dat er een nieuw kabinet zou worden samengesteld. Het nieuwe

kabinet was natuurlijk overwegend liberaal, Donker Curtius stond aan het hoofd van

dit kabinet en vroeg de natie om brede steun voor hervormingen. De regering ging

voortvarend te werk en diende het ontwerp van Thorbecke op 20 juni 1848 in bij de

Eerste en Tweede kamer. 65

4.3 Inhoud van de grondwet

Van april tot september 1848 stond

Nederland in het teken van pamfletten en

petities. Iedere dag stonden de kranten vol

met commentaren op de

grondwetsherziening. De herziening kende

vele aanpassingen, maar vijf hoofdpunten

bleken voor een groot deel van het

Nederlandse volk het belangrijkst. De

hoofdpunten bestonden uit de kwestie van

directe of getrapte verkiezingen, de vrijheid

van godsdienst en onderwijs, de vrijheid van

vereniging, de handhaving van de Eerste Kamer en de regeling van het koloniaal

bestuur. Vooral de eerste twee onderdelen deden veel stof opwaaien, het recht op

vrijheid van godsdienst en onderwijs was met name voor de katholieken ontzettend

belangrijk. Mochten zij overgaan tot het oprichten van bijzondere scholen?

Overigens waren er ook herzieningen waar men direct door was overtuigd,

bijvoorbeeld het verdwijnen van standen en rangen als politieke lichamen en de

wenselijkheid van ministeriële verantwoordelijkheid. 66 64 Boreel van Hogelanden, Herinneringen, p. 358,359 65 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 154 66 . Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 154

Het grondwetsontwerp (1848)

Page 37: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

37

De invoering van directe verkiezingen werd een groot struikelblok binnen de

herziening. De conservatieven trachtte het wetsvoorstel niet door de Tweede Kamer

te loodsen. De kans het voorstel tegen te houden leek groot, huidige Kamerleden

waren ook niet happig op de aanstaande verandering. Zij waren immers verkozen

binnen het oude oligarchische kiesstelsel en velen zouden door directe verkiezingen

verdwijnen uit de kamer. Voor de regering van Donker Curtius waren de directe

verkiezingen echter het fundament van de nieuwe constitutie en op dat punt wenste

zij niet toe te geven. De Koning stond pal achter de regering en invloeden vanuit met

name het buitenland bleven een belangrijke rol spelen. Door opstanden en

revoluties elders bleef ook in Nederland het grootste deel van de publieke opinie

vragen om hervormingen. Directe verkiezingen werden min of meer gezien als een

noodzaak. 67

De liberale pers voerde de druk hoog op. Thorbecke, maker van het wetsontwerp,

werd door de pers gesteund in zijn lijn en er werd aangedrongen op spoedige

verandering. Donker Curtius zou te traag handelen en hield teveel rekening met de

conservatieve Kamermeerderheid. Door de trage besluitvorming werd de druk

alleen maar groter en de ook de mensen in het land uitten hun grote zorgen. Steeds

meer pamfletten en petities werden verspreid en ondertekend. 68

De pamflettenoorlog stond vooral in het teken van de directe verkiezingen. De

conservatieven kwamen met verschillende bezwaren en vreesde voor teveel

inspraak van niet-wetende burgers. De brede massa van burgers zou vatbaar zijn

voor corruptie en de kennis van de gemiddelde burger reikte niet verder dan de

lokale en regionale politiek. Bovendien zou een overgang naar directe verkiezingen

op den duur zorgen voor de invoering van het algemeen kiesrecht, hier waren de

conservatieven niet happig op. De Utrechtse hoogleraar Vreede beweerde op basis

van de beginselen van Montesquieu dat een aristocratisch element noodzakelijk was

tussen de monarch en de demos. 69 Dit pamflet ging de liberalen niet in de koude

kleren zitten en er volgde spoedig een tegenaanval. Volgens hen was het de

stiekeme oligarchische politiek die had gezorgd voor revoluties in met name

Frankrijk. 70

67 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 155 68 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 155 69 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 155 70 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 155

Page 38: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

38

Naast oproer tegen de directe verkiezingen, was er ook sprake van onrust ten

aanzien van de andere hoofdpunten uit de aanstaande grondwetsherziening. De

vrijheid van vereniging, bleek ook tegenstand op te wekken. Oud-minister van Hall,

die in 1848 onder het pseudoniem Olivarius een hele serie pamfletten publiceerde,

was een fel tegenstander. 71 Volgens hem was het in tijden van onrust en beroering

zeer gevaarlijk mensen de vrijheid te geven zich onbeperkt te laten verenigingen.

Als het ware graaf je hiermee je eigen graf. Van Hall gaf de Banquet Réformistes en de

charistische agitatie in respectievelijk Frankrijk en Engeland als voorbeeld. De

regering was blij dat van Hall nagenoeg alleen stond en het dus zonder problemen

kon worden opgenomen in de grondwet. Wel werd er een toevoeging geplaatst, de

uitoefening zou bij wet wel beperkt kunnen worden. Voor het geval de vrijheid van

vereniging absurdistische waarden aan zou nemen. 72

In het geval van vrijheid van onderwijs en kerkelijke organisatie was er sprake van

een aanzienlijk groter probleem. Met name de conservatieven, die voornamelijk

hervormd waren, zouden bij deze herziening concurrentie krijgen van de Rooms-

Katholieken. Zij zouden hun vrijheid misbruiken met tirannieke bedoelingen. De

protestanten waren in gevaar en dat was tevens ook voor de conservatieven een

gevaar. Hun aanhang onder protestanten was behoorlijk, de katholieken kozen om

die reden dan ook een andere politieke richting. Gedurende de hele politieke crisis

van 1848 kozen zij de kant van de liberalen. 73

Het land bleef zich roeren. Steeds meer petities wisten de weg richting Den Haag te

vinden. Tot half mei ondersteunde bijna alle petities de koers van Donker Curtius en

Thorbecke. Van eind april tot begin juli ontving de Tweede Kamer in totaal

achthonderdachtendertig petities, in de rest van het jaar volgde er nog zo’n

zevenhonderd. Velen werden door kleine getalen ondertekend, er waren ook

petities bij die door meer dan honderd mensen waren ondertekend. Het gemiddelde

per petitie lag rond de twintig en veertig personen. Het totaal aantal mensen dat van

zich liet horen via een petitie lag tussen de 30.000 en 60.000 mensen. Vrij relatief,

maar een groot getal als je nagaat dat het aantal stemgerechtigden op dat moment

bestond uit ongeveer 85.000 Nederlanders. 74

71 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 157 72 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 157 73 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 157 74 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 157-158

Page 39: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

39

Een onderzoek naar de petities moest helderheid geven over de meningen in het

land. Er werden 838 petities onderzocht, deze waren ingediend in de maanden mei

en juni, het moment waarop de strijd om de nieuwe Grondwet het hevigst was. Het

onderzoek leverde de volgende resultaten op: in 325 petities werd het ontwerp van

Thorbecke op grote lijnen ondersteund, slechts 25 petities keerden zich in zijn

geheel tegen het ontwerp. De grootste verdeeldheid was zichtbaar op het punt van

vrijheid van onderwijs en kerkorganisatie, 306 petities keerden zich daartegen, 179

petities schaarden zich achter het voorstel, overigens waren 137 ondersteunende

petities afkomstig uit het katholieke Noord-Brabant. 75

Het onderzoek gaf een helder beeld van de situatie in het land. De petitieanalyses

verstrekten duidelijkheid op vier punten. Ten eerste, het conservatieve verzet was

zwak, er waren maar weinig petities die het oude bestel verdedigden. De

conservatieven beschikten buiten hun patricische elite niet over een dermate grote

aanhang. Ten tweede bleek het katholieke zuiden een omslag te hebben gemaakt, zij

waren tijdens de hevige strijd om de grondwetsherziening overwegend pro-liberaal.

Ten derde blijkt dat de conservatieven enkel een brede aanhang hadden rondom de

kwestie van vrijheid van onderwijs en kerkelijke organisatie. Ten slotte bleek vooral

het Noorden erg exceptioneel, zij hadden een behoorlijke steun voor

wetsontwerpen die verder gingen dan die van Thorbecke. 76

Thorbecke zelf voelde ook wel iets voor de verdergaande herziening van de groep

noorderlingen. In augustus publiceerde hij een Bijdrage tot de herziening der

Grondwet, deze bijdrage bekritiseerde het ontwerp van Donker Curtius op drie

punten. Hij wenste een afschaffing van de Eerste Kamer,

hardere garanties voor de parlementaire controle op het

koloniaal bestuur en een betere regeling van het recht van

vereniging.

In het najaar van 1848 was er nog geen sprake van echte

herzieningen. Terwijl de mensen in het land niet langer

konden wachten. Een nieuwe politieke crisis was nodig om

het tij te keren en de grondwet door beide kamers te

krijgen. Donker Curtius dreigde met aftreden, de koning

weigerde zijn aftreden en vroeg de Kamerleden persoonlijk

in te stemmen met de wetsvoorstellen rondom de

75 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 157-158 76 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 158

Leve de koning, leve de hervorming!

Page 40: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

40

grondwetsherziening. Zelfs na deze oproep kregen enkele onderdelen van het

wetsontwerp nog maar een krappe meerderheid in de Tweede Kamer. Ondanks dat

kon men in oktober 1848 spreken van een nieuwe grondwet. Het dwetsontwerp

werd door een krappe meerderheid ondersteund en zo werd het oude regime

weggevaagd. 77

De liberalen inclusief Thorbecke waren blij met behaalde resultaat. De belangrijkste

punten werden binnengehaald, enkel op drie punten stonden de liberalen met lege

handen. De door de conservatieven zo gevreesde vrijheid van onderwijs kwam er

wel, maar de openbare school kreeg in de tekst van de grondwet een

voorkeurspositie. De Eerste Kamer bleef intact, waar een groot deel van de liberalen

streefden naar een afschaffing van dit orgaan. Daarnaast werd het passief kiesrecht

nog steeds niet aan iedereen gegund, het werd enkel beperkt tot een sociaal-

economische elite. Enkel de mensen die een hoog belastingtarief betaalden hadden

het recht gebruik te maken van het passief kiesrecht. Het belangrijkste onderdeel

van de nieuwe grondwet was toch wel de komst van directe verkiezingen. Deze

werden voorgeschreven voor zowel de Tweede Kamer, Provinciale Staten en

gemeenteraden. 78

Het jaar 1848 diende niet alleen als het jaar van de grondwetsherziening. Het

markeert ook de emancipatie van het platteland. Niet enkel het centrum van het

land bemoeide zich met politieke. Door al het grondwetsgeweld en de steeds sterker

wordende publieke opinie lieten ook de provincies van zich horen. Noord- Brabant

streed door middel van petities voor vrijheid van onderwijs en kerkelijke

organisatie, dit alles om de Rooms-Katholieke belangen te verdedigen. Het noorden

wilde overgaan tot het afschaffen van de Eerste Kamer en streefde naar een

directere volksvertegenwoordiging. Na de invoering van de Kieswet in 1850 kreeg

het platteland nog meer invloed, vanaf dat moment was er de mogelijkheid voor

plattelandsdistricten om steden te overstemmen.

77 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 158-159 78 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 159

Page 41: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

41

5. Hoe ontwikkelde het Nederlandse bestuurssysteem zich na

1848?

5.1 Inleiding

Het volgende hoofdstuk beschrijft de daadwerkelijke ontwikkelingen in Nederland

nadat de grondwetsherziening door de meerderheid van de Tweede Kamer was

aangenomen. Zij bepalen de uiteindelijke waarde van de herziening die tot nu toe

alleen nog op papier werkelijkheid was geworden. De volgende onderwerpen

worden uitgebreid besproken binnen dit hoofdstuk: de dadendrang van het eerste

kabinet Thorbecke, de ontstane rumoer rondom de Aprilbeweging, de katholieke

aanhang van Thorbecke en Thorbecke ’s staatkundige erfenis.

5.1 Thorbecke aan het roer

Bij de verkiezingen in het najaar van 1848, de eerste directe verkiezingen, gingen de

liberalen met de winst aan de haal. Niet verrassend, de liberalen waren populair en

werden zowel stedelijk als landelijk gesteund. De liberalen hadden de meerderheid

en in de herfst van 1849 werd Thorbecke tot de regering geroepen. Er ging toch een

geringe tijd overheen voordat het zover was. Willem III, was op dat moment net

Koning der Nederlanden en geen aanhanger van de liberaal Thorbecke. In oktober

1848 schreef Willem III al een brief aan zijn vader, waarin hij overwoog zijn positie

als kroonprins op te geven, zijn achtjarig zoontje zou dan worden voorgedragen als

kroonprins. Willem III was niet gefascineerd van de liberalen en vond dat de

Koninklijke macht aan banden was gelegd en het had plaatsgemaakt voor

‘koninklijke invloed’.

Willem III was fel tegen de grondwet van 1848, het geesteskind van de volgens hem

verachtelijke Thorbecke. Al hetgeen waar Thorbecke voor stond daar leek Willem III

zich tegen te scharen. Hij was tegen de bisschoppelijke hiërarchie in de Nederlandse

Rooms-Katholieke kerk, tegen de uitbreiding van het kiesrecht, tegen directe

verkiezingen, tegen de emancipatie van de vrouw en andere achtergebleven

bevolkingsgroepen en hij was tegen de afschaffing van het cultuurstelstel in

Nederlands-Indië. 79 Ondanks enig protest van Koning Willem III werden al deze

wetsvoorstellen toch doorgevoerd. Door zijn norse houding en on-

aanspreekbaarheid in tijden van tegenslag was zijn populariteit ook onder de

79 J.G. Kikkert, De drie oranje koningen, Willem I, Willem II, Willem III, Aspekt, Soesterberg, 2010, p. 132

Page 42: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

42

Nederlandse bevolking miniem. Dit alles in het voordeel van de regerende liberalen,

die inmiddels wel konden rekenen op een brede steun van de publieke opinie.

In november 1849 was het dan zover, het kabinet Thorbecke I was een feit. Het

kabinet introduceerde zich met de slogan: ‘Wacht op onze daden’. Deze slogan stond

natuurlijk symbool voor alle hervormingen die dienden te worden doorgevoerd op

basis van de grondwetsherziening het jaar daarvoor. Het kabinet moest alle

herzieningen uit het wetsontwerp van 1848 omzetten naar organieke wetten. Het

kabinet Thorbecke I wist aardig te slagen in het behalen van deze doelstelling. Het

kabinet wist in 1850 de kieswet door de kamer te loodsen, zo werd het land

verdeeld in achtenzestig kiesdistricten. De stemming was geheim en er kwam een

twee-rondensysteem. De census varieerde van het grondwettige minimum van

twintig gulden in de plattelandsdistricten tot bedragen van rond de vijftig gulden in

de middelgrote steden, honderd gulden in Den Haag en honderdtwaalf gulden in

Amsterdam. Bij de gemeenteraadsverkiezingen gold telkens de helft van deze

bedragen. Kortom, het kiesstelsel werd heringericht en ook het platteland kreeg

zeggenschap. 80

Het electoraat in 1850 omvatte 10,7 procent van alle mannelijke inwoners van

drieëntwintig jaar en ouder. Voor de gemeenteraadsverkiezingen betrof het 18,8

procent. Als we deze cijfers vergelijken met de klassenstructuur binnen het

toenmalige Nederland, dan was er naast de adel, het patriciaat en de gegoede

burgerij ook stemrecht voor de rijke boeren in het Noorden en voor een behoorlijke

gedeelte van de kleine burgerij. Een kleine stap vooruit naar een democratischer

staatsbestel. 81

Naast de kieswet zorgde het Kabinet Thorbecke I ook nog voor een aantal andere

wetten, waaronder de gemeentewet. Deze wet was net als de kieswet een

voortvloeisel uit de grondwet van 1848. Door middel van deze wet kwam er een

einde aan het wettelijke onderscheid tussen steden en dorpen en vervielen de nog

bestaande voorrechten van steden, bijvoorbeeld het heffen van poortgeld. Naast dit

alles zorgde deze wet voor een bestuur dicht bij de mensen. Een door het volk

gekozen gemeenteraad zou voortaan dienen als hoogste orgaan voor het

gemeentelijk grondgebied. Burgemeester en wethouders waren als het dagelijks

bestuur binnen de kaders van de gemeenteraad en de rijksoverheid belast met de

80 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 159-160 81 S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992, p. 160

Page 43: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

43

huishouding van de gemeente en het uitvoeren van wetten, het zogenaamde

medebewind. 82

Niet alleen op gemeentelijk niveau kwam er een sterk bestuur. De provinciewet,

ingevoerd in 1850, regelde een sterk en gestructureerd bestuur binnen de

Nederlandse provincies. Deze organieke wet zorgde voor de samenstelling,

verkiezing en bevoegdheden van de Provinciale Staten. De

standenvertegenwoordiging werd afgeschaft en de provincie ging voortaan zelf over

zijn financiële huishouding. Daarnaast kon de provincie zijn eigen belastingen heffen

en verordeningen uitvaardigen. Het dagelijks bestuur was vanaf dat moment de

verantwoordelijkheid van de Gedeputeerde Staten, in de volksmond ook wel het

provinciebestuur genoemd. 83

Het kabinet zorgde niet alleen voor een sterk

bestuursstelsel, het bracht parlementair ook

meer zeggenschap. Door het verworven Recht

van enquête was er voortaan de mogelijkheid

voor het parlement of een ander

vertegenwoordigend orgaan, zoals de Staten-

Generaal en gemeenteraden, om een

onderzoek in te stellen naar een bepaalde

publieke zaak. Hierdoor kunnen bepaalde

zaken tot op de bodem worden uitgezocht door

een enquêtecommissie. Later is hier veelvuldig gebruik van gemaakt, bijvoorbeeld

inzake de Bijlmerramp, Bouwfraude, Integratie, Bankencrisis en binnenkort de Fyra.

Naast dit alles gaf het kabinet ook de economie een liberale schwung. De handel

werd namelijk geliberaliseerd door de afschaffing van doorvoerrechten en

tolheffingen op de Rijn en de IJssel. 84

Thorbecke bleek er aardig in geslaagd de aantekeningen uit het wetsontwerp van

1848 om te zetten in organieke wetten. De staat ontwikkelde zich onder het kabinet

Thorbecke I op een evolutionaire en organische wijze. Provincies en gemeenten

werden levenskrachtige delen van het geheel en zij vormden een sterke

maatschappelijke kracht in het nieuwe Nederlandse staatsbestel. Niet langer was er

sprake van een hiërarchisch en centralistisch stelsel. Er werd vertrouwd op de eigen

kracht van mensen. Deze zelfstandige krachten waren terug te zien binnen provincie,

82 http://www.parlement.com/id/vh8lnhrp8wt1/kabinet_thorbecke_i_1849_1853

83 http://www.parlement.com/id/vh8lnhrp8wt1/kabinet_thorbecke_i_1849_1853 84 http://www.parlement.com/id/vh8lnhrp8wt1/kabinet_thorbecke_i_1849_1853

Parlementaire enquête

Page 44: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

44

gemeente, vereniging en individu. De lagere overheden ontwikkelden zich op een

vrije manier en zij vormden de vertegenwoordiging der burgerij. De doorgevoerde

wetten tijdens de regeerperiode van Thorbecke I boden transparantie:

openbaarheid van bestuur stond voorop. De provincies kregen meer mogelijkheden

om dingen te regelen die tot hun eigen huishouding behoorden en zo werden ook

hun eigen belangen behartigd. De gemeentewet zorgde eveneens voor een

autonome en democratische inrichting van het gemeentebestuur. 85

Zelden was een kabinet zo succesvol in het uitvoeren van haar idealen. Er was

binnen het kabinet sprake van een plichtsbesef en grootse dadendrang. Dit alles had

er natuurlijk mee te maken dat men de tijdsgeest mee had en het kabinet handelde

met instemming van een breed draagvlak onder de Nederlandse bevolking. Zelden

werd de taak van een kabinet bij gunstigere openbare stemming aanvaard. 86

5.3 Aprilbeweging van 1853

Toch verliep niet alles binnen het Kabinet Thorbecke I zonder kommer en kwel. In

april 1853 ontstond de eerste grote crisis over de inrichting van de nieuwe politieke

ruimte die door de grondwet van 1848 was gecreëerd. De grondwet en de nadere

uitwerking daarvan had geleid tot polarisatie. Met name de armenwet leverde veel

discussie op. De weerstand tegen Thorbecke ‘s constitutionele programma

ontlaadde zich in de Aprilbeweging van 1853, die leidde tot de val van het kabinet.

De grondwet van 1848 had voor een scherpe scheiding tussen kerk en staat gezorgd.

De kerkgenootschappen waren voortaan vrij om een eigen organisatievorm te

kiezen, men was voortaan vrij van staatsbemoeienis. De Rooms-Katholieke Kerk

werd op afstand als ‘missiegebied’ vanuit Rome bestuurd. Het enige wat ontbrak

was een eigen hiërarchisch bestuur. Na de grondwetsherziening verdwenen formeel

alle belemmeringen om een bisschoppelijke hiërarchie in te stellen. Ondanks deze

vrijstelling, duurde het nog tot 1853 voordat Rome hiertoe overging. De wijze van

aankondiging zorgde voor grote onrust. De regering was vooraf niet ingelicht over

de precieze vormgeving van de nieuwe bisschoppelijke hiërarchie. In pauselijke

stukken werd Nederland beschreven als het land van de calvinistische ketterij.

Utrecht werd verkozen als zetel voor de nieuwe aartsbisschop. Deze stad werd

namelijk in verband gebracht met de protestantse oorsprong van de Republiek.

Vanuit katholiek oogpunt was dit overigens een logische keuze. Utrecht was de zetel

van Willibrord en was daarom ook symbolisch voor de komst van het christendom.

85

http://nl.wikipedia.org/wiki/Kabinet-Thorbecke_II

86 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 33

Page 45: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

45

De plannen tot katholieke opleving werden

niet enthousiast onthaald. Zowel de niet-

religieuze conservatieven en protestanten

schaarde zich tegen de ontwikkelingen

rondom de Aprilbeweging van 1853.

Kamerleden van protestantse origine

vroegen de regering om protest aan te

tekenen bij het Vaticaan. Tegelijkertijd werd

er een petitie opgesteld om de instelling van

de bisschoppelijke hiërarchie tegen te

houden. De petitie bevatte niet een

staatsrechtelijk verzoek aan het parlement,

maar de vraag aan de koning het katholieke

herstel niet goed te keuren. In twee weken

tijd wist men aardig wat mensen achter de petitie te scharen, tweehonderdduizend

mensen tekende protest aan. Dat betrof ruim het dubbele van het aantal

stemgerechtigden. We konden vanaf dat moment, voor het eerst spreken van een

massale petitiebeweging waarbij ook het volk achter de kiezers werd opgetrommeld. 87

Thorbecke hield vast aan zijn standpunt en liet de katholieken vrij de

bisschoppelijke hiërarchie terug in te voeren. Een van zijn tegenstanders de

Groningse Theoloog Hofstede de Groot sprak van een ‘Lutherse Zwollenaar van

Duitse afkomst die ten diepste on-Nederlands was’. 88 In de jaren na de

Aprilbeweging bleef het onrustig. Diverse bladen bleven aandacht besteden aan het

‘katholieke gevaar’. De inhoud varieerde van beschaafd antikatholiek tot vulgaire

berichtgeving.

De Aprilbeweging zou uiteindelijk zorgen voor grote onrust binnen het kabinet

Thorbecke. Deze onrust brak uit toen ds. Bernard ter Haar op 15 april 1853 in het

openbaar de petitie aan koning Willem III aanbood met een passende toespraak:

‘Sire! Indien de Grondwet, in weerspraak met zich zelve en hetgeen zij belooft,

volstrekt onmagtig bleek te zijn, om de regten van al Uwe onderdanen, op godsdienstig

en kerkelijk gebied, tegenover elkander in het evenwigt te plaatsen, dan zouden wij dit

wel diep moeten betreuren, en beide Vorst en Volk moeten beklagen, maar daarom nog

geenszins vergeten, wat wij als gehoorzame en vreedzame burgers aan den Staat zijn

verschuldigd. Maar, Sire! wij meenen met het volste regt te mogen beweren, dat juist 87 Houkes, Christelijke vaderlanders, p. 40-41 88 J. Drentje, Thorbecke, een filosoof in de politiek, p. 422-423

Willem III wordt in Utrecht enthousiast onthaald door de protestantse volksbeweging

(1853)

Page 46: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

46

die gelijkheid, waarvan de Grondwet spreekt, door zoodanige invoering en erkenning

der hiërarchie niet gehandhaafd, maar verbroken en geschonden zal worden.’ 89

(Bosmans, J., 1994, p. 418)

Koning Willem III antwoorde niet met de door de verantwoordelijke ministers

opgestelde tekst. Hij gebruikte hele andere woorden:

‘Zegt aan allen, die gij vertegenwoordigt, dat deze dag de band tussen het Huis

van Oranje en Nederland nog hechter heeft vastgesnoerd’. (Kikkert, J.G., 2010, p. 148)

Met dit antwoord overtrad de koning zijn bevoegdheden nogal opzichtig. 90 Willem

III stond hatelijk tegenover het kabinet Thorbecke en wist dat de ministers zijn

scherpe toespraak niet voor hun verantwoordelijkheid konden nemen. Willem III

bracht de ministers in een onmogelijke positie. Hij maakte welbewust gebruik van

de Aprilbeweging om zich van het kabinet Thorbecke te ontdoen.

Het kabinet kwam ten val en het kabinet Thorbecke I was niet

meer. Willem III dacht hiermee zijn zin te hebben gekregen. Het

nieuwe kabinet kwam snel tot stand en het complexe vraagstuk

rondom de herinvoering van de bisschoppelijke hiërarchie

moest snel worden opgelost. De ironie wilde dat de opvolgers

van Thorbecke, de conservatief Floris van Hall (1791-1866), de

liberale grondwet niet wilde of durfde te wijzigen. Zo kon

ondanks alle kerkelijke en politieke turbulentie, de

bisschoppelijke hiërarchie toch worden ingevoerd. Zo werd

1853 toch de bevestiging van het wetsontwerp in 1848. 91

5.4 Papo- Thorbeckianen

Thorbecke bleef ondanks de val van zijn kabinet gematigd populair, met name

katholiek Nederland was erg gecharmeerd van J.R. Thorbecke. De katholieken zelf

beschikten niet over een politieke partij en ze hadden eveneens geen katholieke

volksvertegenwoordiger die voor hun rechten opkwam. De man achter het nieuwe

grondwetsontwerp werd door de katholieken vereerd, zijn ontwerp bevorderde

89 J. Bosmans, Het onbehaaglijke vaderland. De katholieke staatkunde en de Staat der Nederlanden in de negentiende en twintigste eeuw, BMGN, 1994, p. 418 90 J.G. Kikkert, De drie oranje koningen, Willem I, Willem II, Willem III, Aspekt, Soesterberg, 2010, p. 148 91 J.G. Kikkert, De drie oranje koningen, Willem I, Willem II, Willem III, Aspekt, Soesterberg, 2010, p. 149

Koning Willem III

Page 47: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

47

namelijk de emancipatie van de katholieken en effende een weg voor de komst van

het bisdom.

Thorbecke maakte hiermee geen vrienden binnen protestantse kringen, zij zagen

het Katholicisme als een gevaar. Thorbecke werd na de val van zijn kabinet wel

weer herkozen als Kamerlid. Deze herverkiezing dankte hij vooral aan een groot

aantal katholieke stemmen. Vele katholieken leken hun man in Den Haag te hebben

gevonden, ze zagen hem als een waardige volksvertegenwoordiger. Een nieuwe

stroming deed zijn intrede: de ‘Papo-Thorbeckianen’. Zij beschouwden zichzelf als

constitutionele katholieken, een vrijzinnige minderheid binnen de katholieke

wereld die onder meer scheiding van kerk en staat propageerde. Deze ‘liberale

vleugel’ riep veel weerstand op bij het gros van de conservatieve geloofsgenoten.

Deze weerstand was zo groot dat katholiek Nederland in het derde kwartaal van de

eeuw intern hopeloos verdeeld raakte. Op z’n zachtst gezegd: Thorbecke had iets

losgemaakt binnen katholiek Nederland. 92

Na de dood van Thorbecke in 1872 was de naam Papo-Thorbeckianen ontaard in

een scheldwoord voor dissidenten die in de eigen pers werden neergezet als

bevuilers van het katholieke nest. Omdat deze liberale katholieken hun Nederlandse

staatsburgerschap boven de loyaliteit aan de wereldkerk in Rome stelden, werden

ze gaandeweg naar de rand van hun eigen geloofsgemeenschap gedreven. Liberaal

Nederland keek daarbij niet geheel eenstemmig toe: het roerde zich actief en

verdedigde de Papo-Thorbeckianen in hun strijd te worden weggezet als

tweederangs staatsburgers binnen de katholieke gemeenschap. De liberalen hadden

er met grote invloed van Thorbecke een doelgroep bijgekregen om voor te strijden,

de liberale katholieken. 93

5.5 Tweede kabinet Thorbecke

Na het gedwongen aftreden van het eerste kabinet Thorbecke door omstreden

uitspraken van Koning Willem III rondom de Aprilbeweging en één regeerperiode in

de oppositiebanken keert Thorbecke terug aan het hoofd van zijn tweede kabinet.

Het tweede kabinet Thorbecke stond aan het roer van 31 januari 1862 tot en met 10

februari 1866. Dit kabinet hield zich vooral bezig met het verbeteren van de

Nederlandse infrastructuur. De aanleg van het Noordzeekanaal en de

Rotterdamsche Waterweg werden democratisch vastgelegd en ook de spoorwegen

kregen een enorme impuls. Thorbecke was als liberaal een groot voorstander van

particulier initiatief. Om die reden werd er op 3 mei 1863 een wet aangenomen 92 http://vorige.nrc.nl/krant/article1719230.ece 93 http://vorige.nrc.nl/krant/article1719230.ece

Page 48: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

48

omtrent de exploitatie van spoorwegen, die werden aangelegd volgens de

spoorwegwet van 1860. Eveneens werden de accijns op brandstoffen en

tolheffingen opgeheven. Met name de grootschalige bouwactiviteiten gaven het

kabinet de bijnaam ‘het kabinet met de spade op de schouder’. Een ondernemend

kabinet, wat risico’s nam en soms dan ook hevig tegenstand kreeg van de oppositie.

Zij vreesde voor de financiële onhaalbaarheid van alle doorgevoerde bouwprojecten.

Niet alleen de infrastructuur zou een rol spelen binnen het kabinetsbeleid, ook de

Wet op Middelbaar onderwijs werd aangenomen, hieruit is de HBS voortgekomen. 94

Bekend uit Thorbecke ‘s tweede regeerperiode is de uitspraak over de houding van

de regering ten opzichte van de kunst: ‘De kunst is geen regeringszaak, in zooverre de

Regering geen oordeel, noch eenig gezag heeft op het gebied der kunst’. Deze

uitspraak werd gedaan nadat een Kamerlid liet weten dat hij graag had gezien dat in

de door Willem III uitgesproken Troonrede een verwijzing was gemaakt naar: ‘de

algemene tentoonstelling te Londen, waar ook de Nederlandse kunst waardiglijk werd

vertegenwoordigd’. Thorbecke legde uit dat hij persoonlijk zeer geïnteresseerd was

in deze tentoonstelling, maar het geen regeringszaak vond hierover te berichten. De

regering mocht volgens Thorbecke geen oordelaar zijn van de wetenschap en kunst.

Het was ook tijdens deze regeerperiode dat Thorbecke een doodsbedreiging in zijn

brievenbus vond. Thorbecke was en bleef omstreden door zijn scherpe stellingname,

maar bleef ook mateloos populair, gezien het vaak enthousiaste onthaal wat hij

kreeg bij ambtsreizen door het land. 95

5.6 Derde kabinet Thorbecke

Enkele jaren na de val van het tweede kabinet stond Thorbecke wederom aan het

hoofd van een regering. Dit maal van 4 januari 1871 tot en met 4 juni 1872, dag van

zijn overlijden. Hij stierf weliswaar in het harnas. Dit kabinet kreeg eveneens als het

tweede kabinet een bijnaam: ‘Het kabinet met het geweer op den schouder’. Deze

bijnaam kreeg het kabinet door de maatregelen die werden genomen binnen het

defensie- apparaat. De oorzaak hiervoor was de internationale dreiging, met name

de uitspraken van Otto von Bismarck, kanselier van het Duitse keizerrijk, zorgden

voor veel opschudding binnen Europa. Thorbecke was niet gecharmeerd van de

Duitser en sprak over ‘een man zonder geweten’. Vanwege het overlijden van

Thorbecke na iets meer dan een jaar regeren, heeft dit kabinet vrijwel niets kunnen

uitrichten. Enkele memorabele momenten uit deze regeerperiode zijn onder andere

94 http://www.parlement.com/id/vh8lnhrp8wsr/kabinet_thorbecke_ii_1862_1866 95 http://nl.wikipedia.org/wiki/Kabinet-Thorbecke_II

Page 49: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

49

de eerste toelating van vrouwen tot de H.B.S. en Universiteit, Aletta Jacobs is hier

later het icoon van geworden. Meer dan tijdens zijn tweede regeerperiode werd

Thorbecke ‘links ingehaald’ door jongere liberalen als Samuel van Houten, die

vonden dat Thorbecke op sociaal gebied ouderwets optrad en weinig overhad voor

de minder bedeelden in de samenleving.

Tijdens het ziekte-bed van Thorbecke leefde de hele natie via de kranten met hem

mee. Vijf dagen voor zijn dood regelde hij de toelating van Aletta Jacobs als eerste

vrouwelijke student aan de Universiteit nog per telegram. Het getuigt van hart voor

de zaak en doorzettingsvermogen, als zelfs dit soort zaken hem nog bezighielden op

zijn ziekte-bed. Op 4 juni 1872 overleed Thorbecke aan de gevolgen van een

longontsteking. Zijn afscheidswoorden: ‘Breng aan allen, met wie ik zoo vele jaren

aan de belangen van het vaderland gewerkt heb, mijn laatste groeten en zeg hun, dat

de stervende vriend is heengegaan, erkentelijk voor den steun, die zovelen hem in

moeilijke tijden gaven. Drie dagen later zou Thorbecke naast zijn vrouw, die twee

jaar daarvoor was overleden, worden begraven. 96

5.7 Staatkundige erfenis

Thorbecke zag zichzelf als schepper van de gedecentraliseerde eenheidsstaat. Bij

zijn aantreden in 1848 gebruikte hij de slogan ‘Wacht op onze daden’. Wanneer we

een blik werpen op het eerste kabinet Thorbecke dan was er zeker sprake van

daadkracht. Hoe men ook over het karakter en het intellectuele niveau van

Thorbecke moge denken, als bestuurder en wetgever heeft hij veel tot stand

gebracht, dat kan men nauwelijks bestrijden. In 1866 schreef Thorbecke

terugblikkend op zijn leven, dat het zijn taak was geweest ‘de stichter van een stelsel

van liberale regering, in wetgeving en bestuur, te zijn’. De hoofdlijnen van dit stelsel

gaf hij in zijn Narede (1869) weer:

‘Zelfstandigheid der monarchische regering met onbeperkte, parlementaire

verantwoordelijkheid der Ministers, vrijgekozen Volksvertegenwoordigers, zelfstandig,

naar eigen inzigt en oordeel besluitende, zonder eenigen band met de kiezers, de

algemeene wetgeving gezamenlijk met het monarchistisch gezag uitoefenende, maar

zonder deelneming aan de uitvoerende magt, wier werking zij, door middel der

ministeriële verantwoordelijkheid, controleert: Selfgovernment van provincien en

gemeenten, leden van het geheel en als zoodanig ondergeschikt, doch tot

96 http://www.parlement.com/id/vh8lnhrp8ws9/kabinet_thorbecke_iii_1871_1872

Page 50: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

50

autonomische ligchamen geformeerd met eigen Vertegenwoordiging naar het beeld en

onder de hoede van het geheel’. 97 (van der List, G.A., 1993, p. 33)

Een flinke uiteenzetting in het oud-Nederlands waarin Thorbecke de basis van zijn

ideale maatschappij weergeeft. In zijn ogen moest het centralistisch stelsel

verdwijnen en moest de politiek op kortere afstand van de kiezers komen te staan.

Men moest af van een stelsel waarin de top beschikte en de basis slikte. De staat

diende zich op een evolutionaire en organische wijze te ontwikkelen. Dat moest

gebeuren via de interactie van zelfstandige eenheden, die op algemene instemming

berustten en elkaar controleerden. Provinciaal en gemeentelijk bestuur kwam er

door middel van de Provincie- en gemeentewet. Zij moesten belangrijke en

levenskrachtige delen van het geheel zijn, volgens Thorbecke de stuwende kracht

van de maatschappelijke evolutie.

Een liberale staat en een liberale regering moest de nadruk leggen op ‘de

bevordering van de zelfstandige kracht’. Deze zelfstandige kracht moest zichtbaar

worden in provincie, gemeente, vereniging en individu. Bevorderen, betekende

volgens Thorbecke, het scheppen van algemene voorwaarden, waaronder die

ontwikkeling mogelijk werd. 98

Een deel van zijn idealen verwezenlijkte Thorbecke al door de invoering van de

grondwet van 1848, waarvan hij gerust de geestelijke vader en architect genoemd

mag worden. Volgens zijn visie was de oude grondwet er een van ‘de slapende

burger’. Het sloot de volkskracht buiten en stimuleerde de burger niet tot een

staatsburgerschap. De nieuwe grondwet moest ervoor zorgen dat de burgerij het

gevoel had dat zij meeregeerde door haar een echte, eenvoudige

vertegenwoordiging in gemeentelijk, provinciaal en landelijk bestuur te schenken.

Thorbecke schiep hiermee een solide basis voor de toekomst. De Provincie- en

gemeentewet zijn lange tijd vrijwel ongewijzigd gebleven en dienen vandaag de dag

nog steeds als een belangrijk uitgangspunt. Verder zorgde het eerste kabinet

Thorbecke voor de invoering van de kieswet, deze bevatte de uitwerking van de

constitutionele beginselen. Deze kieswet zou in 1896 worden vervangen door een

nieuwe kieswet, nadat deze wet in 1887 al ingrijpend was veranderd. Thorbecke

schiep de voorwaarden voor iets wat we vandaag de dag een volwaardig

democratisch parlementair stelsel noemen. Er was sprake van een verdere

97 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 33 98 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 33

Page 51: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

51

uitbreiding van medezeggenschap en kiesrecht, de basis voor de huidige

bestuurlijke indeling in Nederland werd geschapen en de vorstelijke macht werd

enorm ingeperkt door de komst van de ministeriële verantwoordelijkheid. Door

Thorbecke hebben we vandaag de dag te maken met een bestuurlijk stelsel waarbij

de volgende partijen betrokken zijn: gemeenteraad, college van Burgemeesters en

Wethouders, Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten. Daarnaast zorgde de

grondwetsherziening ervoor dat de op dat moment al bestaande Eerste en Tweede

kamer voortaan werden verkozen door middel van directe verkiezingen. 99

Op basis van zijn daden, mag Thorbecke duidelijk worden gekenmerkt als een

daadkrachtige persoonlijkheid. Zijn intellectuele vermogen was misschien niet al te

hoogdravend, op praktisch gebied was dat zeer zeker wel het geval. Als pragmaticus

en anti-ideoloog zag Thorbecke het praktisch vormgeven, het ordenen en het

organiseren als zijn belangrijkste taken. Van zwaar aangezette ideologische

discussies moest Thorbecke niets hebben. In dat opzicht zou hij bij het huidige D66

aan het goede adres zijn. 100

Als doener heeft Thorbecke toch buitengewoon veel tot

stand gebracht tijdens zijn politieke carrière. Zijn

betekenis als staatsman liet zich moeilijk overschatten. De

grondlegger van onze parlementaire- democratische staat

heeft namelijk minder bereikt, dan hij wilde bereiken. Met

name zijn harde omgang met mensen en zijn veelvuldige

gebrek aan mensenkennis hebben hem vaak

tegengewerkt. Toch is zijn bijdrage aan de economische

en politieke modernisering van ons land van onschatbare

waarde. Hij was geen ideoloog met geweldige

redevoeringen en utopieën, met Hollandse nuchterheid

gaf Thorbecke aan welke hervormingen er op korte

termijn tot stand moesten en konden komen. Een

hervormer pur sang met daarnaast ook nog eens een

ontzettend grote dadendrang. Een eerbetoon voor deze

daden kreeg Thorbecke in de vorm van een standbeeld aan de kop van het naar hem

vernoemde Thorbeckeplein te Amsterdam.

99 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 35-36 100 G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993, p. 35-36

Het standbeeld van Thorbecke op het naar hem vernoemde

Thorbeckeplein te Amsterdam

Page 52: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

52

6. Conclusie

6.1 Inleiding

Dit laatste hoofdstuk verwoord de conclusies van dit onderzoek. De conclusies

komen voort uit de resultaten/ bevindingen die in de voorgaande hoofdstukken zijn

beschreven.

6.2 Het begin van de negentiende eeuw

Nederland is anno 2013 ingericht volgens het wettelijk regime van Thorbecke, dat

stamt uit 1848. Dit model stelt dat Nederland ingericht dient te worden op basis van

een drietal territoriale bestuurslagen, namelijk het Rijk, de provincie en de

gemeente. Het was nadien nog aan enkele veranderingen onderhevig, maar de basis

is tot op heden nog steeds niet verdwenen. Voorafgaand aan deze wettelijke

herziening was er sprake van een rigoureus ander bestuur in Nederland. Binnen

deze conclusie worden de bestuurlijke veranderingen van de negentiende eeuw

gereconstrueerd.

In de gehele negentiende eeuw was Nederland aan vele veranderingen onderhevig.

Het mogen dan ook gerust roerige tijden worden genoemd. Aan het begin van de

negentiende eeuw was er in zowel Nederland als België sprake van een grote

transformatie. Het Ancien Regime werd langzamerhand gedag gezegd. Toch bleven

enkele bestuurlijke lichamen enorm machtig. We spreken dan met name over

graafschappen, hertogdommen en kerkelijke instellingen. Vrijwel iedereen

gehoorzaamde trouw deze gemeenschappelijke instellingen en van enig verzet was

geen sprake. Deze eensgezindheid was met name afkomstig uit de vele oorlogen en

conflicten, die hadden gezorgd voor een grootschalig nationalisme.

Het neerdalen van de Verlichting in Nederland vormde een grote bedreiging voor

het Ancien Regime. De regering ging hier dwars tegenin en gingen over tot

uitbreiding van het gecentraliseerd beleid. Door grote verbeteringen op het gebied

van infrastructuur en onderwijs schoten vele vorsten zichzelf in de voet. Mensen

werden slimmer en snakten naar een transformatie van het bestuurlijk bestel. Dat

Nederland later enkele jaren onderdrukt zou worden door een gecentraliseerd

Frans bestuur, maakte dit gevoel alleen nog maar sterker.

Na de Franse nederlaag in 1813 zorgde het Driemanschap door middel van een

staatsgreep voor de komst van het Koninkrijk der Nederlanden, met aan het hoofd

‘soeverein vorst’ Koning Willem I. Alle macht lag tot 1814 in zijn handen. Er was wel

Page 53: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

53

vooraf al afgesproken dat er een nieuwe grondwet zou gaan komen. Deze nieuwe

grondwet nam afstand van het absolutisme en kreeg met eenheid van wetgeving,

bestuur, rechtspraak en financiën de contouren van een moderne staat. Er kwam

een provinciaal bestuur en de Staten-Generaal werd opgericht. Zij hadden naast de

soeverein vorst enkele bestuurlijke taken die ze mochten verrichten. De eerste

stappen naar een modern bestuur zijn in die tijd gezet, alhoewel deze organen

veelal functioneerden als ‘trekpop’ van Koning Willem I.

6.3 Afbrokkeling van de centrale macht

Tot op dat moment had Koning Willem I weinig tegenstand vanuit de bevolking

mogen ontvangen. Hier zou later verandering in komen. Door de opstand van de

Zuidelijke Nederlanden (huidige België), de jarenlange oorlog en daaruit

voortkomende financiële malaise ontstond er een andere (publieke) opinie. Koning

Willem I was niet langer geliefd door het hele land. Deze onrust kwam niet alleen tot

stand door de grote financiële malaise; met name zijn negatieve opstelling

tegenover bestuurlijke hervormingen, de orthodoxe afsplitsing van de Hervormde

Kerk en de katholieken vormden een groot aandeel. De onrust werd alleen nog

maar groter toen bleek dat Willem I een buitenechtelijke verhouding had, waar twee

kinderen uit voortkwamen. De Nederlandse bevolking sprak schande en uiteindelijk

zou Koning Willem I in 1840 afstand doen van de troon. Kortom, het Koninklijk

gezag werd flink geschaad.

Na de troonsafstand werd de zwakte van het Koninklijk gezag steeds duidelijker. In

de jaren veertig van de negentiende eeuw gingen steeds meer toonaangevende

figuren zich bemoeien met de politiek en het landsbestuur. Thorbecke schreef in

1839 al zijn ‘Aanteekening op de Grondwet’. Thorbecke sprak zijn ongenoegen uit

over de status-quo-politiek en trachtte over te gaan tot constitutionele

hervormingen. Later in 1844 publiceerde Thorbecke wederom een

hervormingsgezind werk: ‘Over het hedendaagsch staatsburgerschap’. Hierin sprak

Thorbecke zelfs al over de onvermijdelijkheid van het algemeen kiesrecht in de

toekomst. Thorbecke was een toonaangevend persoon die zich bemoeide met de

politiek en opkwam voor een open samenleving met een groter democratisch

gehalte.

Thorbecke ‘s uitspraken werden gezien als ‘een schot in een slapend woud’. Zijn

werken maakte in het land dan ook vrijwel niets los. Later besloot Thorbecke de

handen ineen te slaan en medestanders te zoeken. Op deze manier zou er aanzet

worden gedaan tot serieuze en weloverwogen hervormingen. Het boegbeeld van

deze aanzet zijn de Negenmannen.

Page 54: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

54

6.4 Een aanzet tot herziening

De Negenmannen gingen gezamenlijk in de aanval, nadat een grondwetsherziening

in 1844 niet werd aangenomen door Koning Willem II. Zij streden voor een

rechtstreekse verkiezing van de Tweede Kamer, ministeriële verantwoordelijkheid,

regeling van het bestuur van koloniën op wettelijke basis, het bij wet vaststellen van

de jaarlijkse begroting en het recht van amendement. De Negenmannen poogden het

bestuurlijke bestel te veranderen. Op 31 mei 1845 besloot de Tweede Kamer op

basis van stemming het voorstel der Negenmannen te verwerpen. Wel

veroorzaakten de Negenmannen aardig wat consternatie. Met name Koning Willem

II was woedend: ‘Dit voorstel nooit, al ware het schavot er naast’. De tegenstellingen

tussen hervormingsgezinden en centraal bestuur werden door deze uitspraak nog

maar eens benadrukt.

Het voorstel der Negenmannen kan worden gezien als een belangrijke aanzet voor

de latere grondwetsherziening van 1848. Inhoudelijk gezien kende het vele

overeenkomsten en de Negenmannen hadden met hun voorstel iets losgemaakt

binnen de publieke opinie. Vele liberale kranten, waaronder de Arnhemsche

Courant, de Vlissingse-, de Tielse- en de net opgerichte Nieuwe Rotterdamsche

Courant, spraken vol lof of over het voorstel der Negenmannen. Het begin van een

doorbraak. Door deze lovende woorden namen steeds meer Nederlanders afstand

van de regering onder leiding van Willem II. De regering en een grote meerderheid

van de Tweede Kamer werden gewantrouwd en niet gezien als

volksvertegenwoordigers.

Koning Willem II leek weinig belang te hechten aan de opinie van de Nederlandse

bevolking. Hij trachtte zijn macht uit te breiden door nog meer invloed uit te

oefenen op de aanstaande verkiezingen. Gouverneurs kregen de taak ervoor te

zorgen liberalen uit het provinciebestuur te weren. De houding van Koning Willem

II was vergelijkbaar met die van vele andere vorsten die angstig waren voor

machtsverlies. De vorst ziet dat er aan zijn stoelpoten wordt gezaagd en probeert

vanuit een schrikreactie zijn macht nog verder aan te sterken. Geef vooral niet toe

aan ‘het volk’. Koning Willem II ging daarnaast ook de pers te lijf. De Arnhemsche

Courant en de Staatkundige Tooverlantaarn hadden kritiek op de troonrede en dat

vond Willem II reden genoeg voor het aanspannen van een persproces. Geen slimme

zet van de Koning; hij verloor zo nog meer vertrouwen en de liberale oppositie werd

alsmaar sterker. Koning Willem II gedroeg zich als een kat in het nauw.

Page 55: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

55

6.5 Een argwanende Koning

Binnen Nederland werd een grootse ommekeer steeds zichtbaarder. De vorst was

niet langer meer een persoon die ten alle tijde gesteund werd door het Nederlandse

volk. Zijn houding tegenover hervormingsgezinde ideeën waren hiervan de grootste

oorzaak. De Nederlandse bevolking zag mogelijkheden de politiek wezenlijk te

veranderen en te zorgen voor meer burgerlijke invloed. De oorzaken voor dit

andere denken zijn te achterhalen in de ideeënleer van verlichtingsfilosofen als

Rousseau en Locke, die eveneens trachtte de politiek menselijker te maken. Deze

verlichtingsideeën bereikte in de vroege negentiende eeuw ook Nederland en de

Negenmannen kunnen als verpersoonlijking worden gezien van deze

Verlichtingsideologie. Zij kwamen met hervormingsgezinde ideeën. Het waren die

ideeën die veel mensen van gedachte deed veranderen.

De veranderende publieke opinie maakte weinig indruk op regering en Tweede

Kamer. De Tweede Kamer bestond uit met name conservatieven en was tevens in

het bezit van adellijke privileges. Zij voelde weinig voor een grondwetsherziening.

Een motie inzake grondwetsherziening haalde eind 1847 welgeteld twee stemmen.

De Koning bleef argwanend reageren ten op zichtte van de liberalen en was niet

gediend van vrijzinnige en hervormingsgezinde denkbeelden. Er ontstaat zo

langzamerhand een tegenstelling tussen natie en regering. Niet geheel verrassend;

ook in vele andere Europese landen was er op dat moment sprake van diezelfde

tegenstelling.

6.6 De definitieve doorbraak

Het buitenland vormt een belangrijke spil in de aanzet tot Nederlandse

hervormingen. In februari van het jaar 1848 brak in Frankrijk, net als in 1830, een

revolutie uit. Deze Franse omwenteling zorgde binnen heel Europa voor een

omwenteling. Twee eerdere Franse revoluties eindigden namelijk ook al in het

voordeel van de opstandelingen. De liberale pers in Nederland dook direct op deze

Europese ontwikkelingen en Nederland zou een revolutie kunnen voorkomen door

direct over te gaan tot hervormingen. De burger was klaar met de oude denkbeelden

en het conservatisme; het was tijd voor vernieuwing.

Eindelijk kwam er in Den Haag binnen de Staten-Generaal het besef dat er

ingestemd diende te worden met bestuurlijke hervormingen. De angst voor

revolutionaire opstanden was inmiddels zo groot, dat men niet anders kon. Op 12

maart 1848 werd dit inzicht nog maar eens bevestigd door een rapport van de

Haagse politie-directeur. In dit rapport werd de minister van Justitie erop gewezen

Page 56: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

56

dat een vrijzinnige grondwetsherziening het enige middel zou zijn tot het

handhaven van de rust in het land.

Een dag later, 13 maart 1848, ging ook Koning Willem II noodgedwongen om en

veranderde zo in één nacht: ‘van conservatief naar liberaal’. De Koning was zich er

van bewust hiermee ook zijn eigen machtspositie grotendeels over boord te gooien.

De grondwetsherziening was voornemens de macht van de Koning in grote mate in

te perken. Deze dag gaat hiermee de geschiedenis in als een overwinning van ‘het

volk’ ten opzichte van de Nederlandse aristocratie, die werd vormgegeven door de

Koning en conservatieve regering.

Het jaar 1848 betekende een ideologische aanzet tot daadwerkelijke verandering.

Het belangrijkste punt wat door de liberalen werd binnengesleept was de komst van

directe verkiezingen. Vanaf dat moment was er voor burgers die een hoog

belastingtarief betaalde de mogelijkheid te stemmen voor de Tweede Kamer,

Provinciale Staten en de gemeenteraad. Van grootse democratisering was nog geen

sprake, maar de basis voor het latere algemeen kiesrecht lijkt in deze tijd te zijn

gelegd. Voor het eerst was er voor een klein deel van de Nederlandse bevolking iets

te kiezen.

Het eerste kabinet Thorbecke had de zware taak alle ideologische voorstellen op

papier daadwerkelijk uit te werken. Op basis van deze veranderingen is vast te

stellen hoe bepalend het nieuwe grondwetsontwerp van 1848 is geweest. Door de

grootse dadendrang van het kabinet veranderde er in de jaren vijftig van de

negentiende eeuw veel op staatkundig gebied. We spreken dan niet over

aanpassingen, maar meer over het aanleggen van een solide basis. Het begon in

1850 met de kieswet. Deze verdeelde het land in achtenzestig kiesdistricten en door

de aanpassing van de census kreeg ook het platteland meer zeggenschap. Later

volgde de gemeentewet, waardoor steden hun bevoorrechte positie verloren en er

werd gezorgd voor een gekozen bestuur dicht bij de burgers. Een gekozen

gemeenteraad zou voortaan dienen als hoogste orgaan op gemeentelijk grondgebied.

Het bestuur kwam in handen van burgemeester en wethouders, dit alles binnen de

kaders van de gemeenteraad. De provinciewet die datzelfde jaar werd ingevoerd,

regelde een sterk en gestructureerd bestuur binnen de Nederlandse provincies.

Page 57: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

57

6.7 Van centraal bestuur naar een volksvertegenwoordiging

Er werd afstand gedaan van de standenvertegenwoordiging en het dagelijks bestuur

lag in handen van de Gedeputeerde Staten. De basis voor gemeentelijk en

provinciaal bestuur werd door Thorbecke vastgelegd en vandaag de dag wordt deze

basis door zowel gemeenten als provincies nog steeds gehanteerd. Deze gemeente-

en provinciewet vormde niet alleen een solide basis, ze gaven de burger ook meer

zeggenschap. Adellijke privileges verdwenen binnen gemeente en provincie en de

sociaal- economische elite moest steeds meer macht uit handen geven na de

grondwetsherziening in 1848.

Niet alleen de adel boette flink wat macht in, ook protestantse lieden kregen

aanzienlijk minder zeggenschap. De Aprilbeweging staat symbool voor het verzet

van de conservatieven en protestanten ten opzichte van de grondwetsherziening en

dan met name de herinvoering van de bisschoppelijke hiërarchie binnen de

katholieke kerk. Het kabinet Thorbecke moest niets hebben van deze protesten en

was voornemens de plannen omtrent de bisschoppelijke hiërarchie gewoon door te

voeren. Koning Willem III gooide roet in het eten door zich openlijk uit te spreken

als medestander van de conservatieven en protestanten. Door de invoering van de

ministeriële verantwoordelijkheid was het eerste kabinet Thorbecke genoodzaakt af

te treden, aangezien zij verantwoordelijk werden gehouden voor de uitspraken van

de Koning. Nadien werd wederom pijnlijk duidelijk dat zowel de voorheen machtige

Koning als protestanten veel aan zeggenschap hadden moeten inleveren. Het

nieuwe kabinet, onder leiding van de conservatief Floris van Hall, durfde de liberale

grondwet namelijk niet te wijzigen. Het grootse enthousiasme onder de

Nederlandse bevolking inzake de grondwetsherziening zal hierbij een grote rol

hebben gespeeld. Het nieuwe kabinet was voornemens de rust en orde in het land te

bewaren. Thorbecke zou later electoraal gezien blijven schitteren, mede door de

steun van vele Katholieken die het zeer prettig vonden dat Thorbecke opkwam voor

de rechten van katholieke Nederlanders.

Tot zover de opsomming van hetgeen er de eerste helft van de negentiende eeuw

veranderde. Het is van groot belang deze gebeurtenissen binnen deze conclusie nog

eens op een rijtje te zetten. Deze gebeurtenissen geven blijk van een grote

hervormingsdrang bij zowel liberalen als een groot deel van de bevolking. Er werd

aan de vooravond van de herziening niet voor niets geprotesteerd in de straten van

Den Haag en Amsterdam. Het grondwetsontwerp van Thorbecke kreeg grote steun

vanuit alle lagen van de bevolking, dit werd mede duidelijk door de hoeveelheid

petities die zich vanuit het hele land achter Thorbecke schaarden. Thorbecke mag

Page 58: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

58

met zijn grondwetsontwerp dan ook gerust worden geïllustreerd als het symbool

van deze veranderingen.

6.8 Een belangrijke rol voor Thorbecke

Thorbecke was de voorloper op het gebied van constitutionele hervormingen. In

1839 deed Thorbecke al een oproep tot verandering in zijn ‘Aanteekening op de

Grondwet’ en in 1844 sprak Thorbecke in zijn werk ‘Over het hedendaagsch

staatsburgerschap’ al over de onvermijdelijkheid van het algemeen kiesrecht in de

toekomst. De kans is dan ook groot dat Thorbecke wist dat zijn constitutionele

hervormingen verdergaande gevolgen zouden hebben. Echter paste het ook in de

visie van Thorbecke om niet direct een groot aantal hervormingen door te voeren,

waaronder het algemeen kiesrecht. Ondanks het feit dat Dirk Donker Curtius

verantwoordelijk was voor de daadwerkelijke invoer van de grondwetsherziening,

bleef de rol van Thorbecke er een van grotere waarde. De ideeën kwamen uit zijn

koker, werden door Thorbecke opgeschreven en na aanname gerealiseerd in het

eerste kabinet Thorbecke. Achter de schermen verrichte Thorbecke waardevolle

werkzaamheden.

6.9 Het jaar 1848: een breuk in de Nederlandse geschiedenis

Het jaar 1848 illustreert een breuk binnen de Nederlandse geschiedenis. De

grondwetsherziening van dat jaar bevestigde een opinie die binnen de Nederlandse

samenleving al een langer leven kende en er werd als het ware gehoor gegeven aan

de Verlichtingsideologie. De koning leverde een groot deel van zijn zeggenschap in.

Niet geheel raar; deze afbouw van het Ancien Regime was immers al begonnen aan

het begin van de negentiende eeuw. De publieke opinie schaarde zich steeds vaker

tegen de vorstelijke macht in vele Europese landen, zo ook in Nederland. Deze

ontwikkelingen werden met vorstelijk ongenoegen bestreden. De decennia tot aan

de grondwetsherziening sputterde vele vorsten nog tegen. Er werd veelal

geprobeerd de machtspositie op allerlei wijzen te versterken. Door revoluties in het

buitenland en de grondwetsherziening in Nederland was er voor vele Europese

vorsten geen houden meer aan. De vorstelijke macht werd op grote schaal ingeperkt.

Waar Rousseau tijdens de Verlichting sprak over volkssoevereiniteit, werd ook deze

wens door de invoering van de provincie- en gemeentewet al een klein beetje

werkelijkheid. Naast de vorstelijke macht moest ook de adel een stapje terugdoen.

Door de provincie- en gemeentewet verloor de adel haar privileges binnen de

Provinciale staten en gemeenteraden. Het landsbestuur, provinciebestuur en

gemeentebestuur moesten een betere representatie worden van de Nederlandse

Page 59: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

59

bevolking. Het centraal bestuur behoorde tot het verleden, een systeem van

volksvertegenwoordiging bleek vanaf dat moment de toekomst. Het volk verdiende

meer zeggenschap, vroeg om meer zeggenschap en kreeg meer zeggenschap. Bij de

perikelen rondom de Aprilbeweging werd pijnlijk duidelijk dat het belang van

enkele vooraanstaande personen niet van belang was voor de regering, maar de

publieke opinie, die ook mede door de kranten werd bepaald.

6.10 Een culturele en bestuurlijke breuk

Cultureel gezien deed men afstand van een tijd waarin het vorstelijk bestuur de

overhand had. Voorheen had enkel de adel een beperkte invloed op het Nederlands

koningshuis. Deze adel beschikte over vele privileges en waren

oververtegenwoordigd binnen alle Nederlandse bestuursorganen. Het

Verlichtingsideaal brak met de oude denkbeelden en de samenleving was klaar voor

een moderniseringsproces. Het gelijkheidsbeginsel, burgerrechten, en

volkssoevereiniteit vinden hun grondslag in de periode van de Verlichting. Door de

komst van deze denkbeelden veranderde het wereldbeeld van veel mensen. Een van

de gevolgen van dit veranderende wereldbeeld was dat vele Europese vorsten niet

meer altijd konden rekenen op voorwaardelijke steun van het gehele volk. Het volk

was niet meer ´dom´ en kon ook niet meer ´dom´ worden gehouden. Ontwikkelingen

op het gebied van onderwijs, infrastructuur en filosofie zorgden voor een steeds

slimmer wordende mens, die zich niet zomaar naar de mond liet praten.

Bestuurlijk gezien moest hier gehoor aan worden gegeven. De almacht van de

koning verdween met de komst van de grondwetsherziening in 1848. Men brak met

de almachtige koning en de invloed van de Staten-Generaal, Provinciale Staten en

gemeenteraden, gekozen middels directe verkiezingen, werd alsmaar groter.

Hoewel het oude denken aan het begin van de negentiende eeuw al aan de kant

werd gezet, kan het jaar 1848 worden gezien als de definitieve breuk met het oude

denken. De grondwetsherziening is symbolisch voor deze breuk. Vanaf dat moment

is Nederland een nieuwe weg ingeslagen naar een modernere samenleving met een

modern landsbestuur. De hervormingen zoals doorgevoerd in 1848, vormen

vandaag de dag nog steeds een solide basis voor het Nederlandse staatsbestel. De

vraag of we wederom toe zijn aan bestuurlijke hervormingen zal binnen dit

onderzoek niet worden beantwoord. Binnen dit historische onderzoek wordt het

verleden bestudeerd en worden geen handreikingen gedaan voor de toekomst. Al

geldt er meestal wel een waarheid: ‘de geschiedenis zal het leren’.

Page 60: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

60

Literatuur

G.A. van der List

P.G.C. van Schie (red.)

Van Thorbecke tot Telders

Hoofdpersonen uit de geschiedenis van het

Nederlands liberalisme vóór 1940

Uitgeverij Van Gorcum, Assen/Maastricht, 1993

Binnen de literatuur is het moeilijk persoonlijk naslagwerk terug te vinden van

liberalen. Hoewel ze in met name de negentiende eeuw toch een stempel op de

Nederlandse politiek hebben gedrukt, komen ze er literair gezien zeer bekaaid vanaf.

Kijk bijvoorbeeld naar Thorbecke, een man met een redelijke staatkundige erfenis,

maar er is nooit een evenwichtige biografie over hem verschenen.

Het wetenschappelijk bureau van de VVD, de Teldersstichting, vond dat hier snel

verandering in moest komen. Zij kwamen met deze bundel van biografische

schetsen. In het boek worden tien vooraanstaande liberalen die tussen 1840 en

1940 een belangrijke rol hebben gespeeld in de vaderlandse politiek, kort en bondig

beschreven. Er is door de schrijvers vooral gelet op de levensloop, denkbeelden en

politieke daden. Als laatste wordt er bij iedere beschreven persoon een

waardeoordeel gegeven. Waren zijn daden liberaal verantwoord? Wat heeft deze

persoon uiteindelijk bereikt?

Dit boek mag worden gezien als ‘een redder in nood’. Met name de persoonlijke

eigenschappen en denkbeelden van Thorbecke waren in weinig literaire werken

terug te vinden. Van Thorbecke tot Telders geeft een heldere en korte uiteenzetting

over Thorbecke. Zijn levensloop, zowel privé als politiek, zijn geschreven werken en

zijn politieke daden komen allemaal terug in het boek van de Teldersstichting. Zeer

aangenaam om te lezen en erg overzichtelijk. Dit maakt het dan ook een ontzettend

bruikbaar naslagwerk.

Page 61: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

61

J.G. Kikkert

De Drie Oranjekoningen

Willem I, Willem II en Willem III

Uitgeverij Aspekt, Soesterberg, 2010

Jan Kikkert, schrijver van dit boek, mag een oranjekenner worden genoemd. Hij

schreef vele boeken over het Huis van Oranje. Van Willem van Oranje tot aan

Willem-Alexander, vrijwel niemand met koninklijke allure bleef onbeschreven.

Kikkert, van oorsprong een geschiedenisdocent, die op een laagdrempelige en

toegankelijke manier de lezers iets bij wil brengen over Koning Willem I, II en III.

Het boek omvat een bundeling van levensverhalen, met name de misstappen van

alle drie de Nederlandse koningen komen veelvuldig naar voren. Alle drie de

Oranjes bleken onbetrouwbaar en vatbaar voor overspel.

Met betrekking tot dit onderzoek, zijn met name Koning Willem II en Willem III

bestudeerd. Zij hebben de meeste affiniteit met het onderwerp, Willem II was

betrokken bij de Grondwetsherziening van 1848 en Willem III moest toezien hoe de

hervormingen nadien werden doorgevoerd. Dit alles zonder enige invloed van de

vorst zelf. Koning Willem II wordt in het boek afgeschilderd als een ‘zwakke’ vorst.

Een man die gevoelig was voor invloeden van buitenaf. Zo veranderde hij ‘in één

nacht van conservatief in liberaal’.

Willem III was een lastiger geval. Hij was enorm opvliegend en onberekenbaar. Het

meest interessant was zijn opstelling tegenover de Rooms-Katholieken. Ten tijde

van de discussie omtrent de bisschoppelijke hiërarchie in 1853, koos Willem III

openhartig voor de protestanten. Tevens een zeer belangrijk onderwerp binnen dit

onderzoek. De godsdienstvrijheid was namelijk onderdeel van de

hervormingsplannen van Thorbecke. Door de opstelling van Willem III en de

daaraan verbonden ministeriële verantwoordelijkheid kwam er een flinke kink in de

kabel. Het boek was op vele vlakken goed bruikbaar als naslagwerk. Het geeft

duidelijke persoonsbeschrijvingen, citaten en verslagen van gebeurtenissen met

daaraan gekoppeld de handelswijze van de koning. Deze drie aspecten zijn dan ook

duidelijk terug te zien binnen het onderzoek.

Page 62: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

62

G. Hooykaas

Thorbecke

Een leven in brieven

Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, Den Haag

Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2005

Aan de persoon en de denkbeelden van Thorbecke is in de literatuur weinig

aandacht besteed. Dit komt mede doordat Thorbecke zelf weinig inhoudelijks heeft

nagelaten. Niet geheel verbazingwekkend aangezien Thorbecke veelal bezig was

met zijn hoogleraarschap en de politiek. Wel heeft hij een groot scala aan brieven

achtergelaten die iets zeggen over zijn privé-persoonlijkheid en ze geven soms ook

inkijk in zijn politieke gedachtegang op het moment van schrijven.

Thorbecke stond in de politiek bekend als een gesloten en stroeve man. Hij wist

zaken en personen strikt gescheiden te houden, soms offerde hij zelfs

vriendschappen op voor het publiek belang. Toch bewijst dit boek dat Thorbecke

privé allesbehalve een koude technocraat was. Het boek geeft blijk van een

betrokken politicus, met gevoelige en soms emotionele trekjes. In de bloemlezing

worden met name persoonlijke zaken beschreven. Zijn oordeel over mensen en

situaties, zijn liefde voor vrouwlief Adelheid, zijn humeuren, vriendschappen en

ruzies, zijn felicitaties en condoleances en als laatste zijn appreciatie voor kunst en

landschap. De bundeling van brieven geeft een goed beeld van de persoon

Thorbecke.

Het boek op zichzelf leest niet lekker weg. Het kent geen vloeiende verhaallijn, maar

vormt wel een afspiegeling van de werkelijkheid. De opeenstapeling van brieven

zorgen voor een authentiek en verhalend boek. Met name het inkijkje in de persoon

Thorbecke en de beschrijving van zijn levensfasen maken dit boek een uitstekend

naslagwerk. Binnen mijn onderzoek zijn dan ook vooral citaten uit enkele brieven

terug te vinden. Deze waren bruikbaar om het kille en koude karakter van

Thorbecke te weerleggen.

Page 63: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

63

S. Stuurman

Wacht op onze daden

Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat

Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 1992

De titel wekt de illusie dat de auteur zich enkel richt op de daden van het liberalisme

op Nederlands grondgebied. Niets is minder waar. Het boek bevat een brede

uiteenzetting van staatkundig Nederland. Het boek begint met het ontstaan van het

begrip ‘natie’, de mythe rondom het begrip en de voor- en nadelen van de praktijk,

bijvoorbeeld het extreem nationalisme. Nadien neemt Stuurman je mee in een reis

door de tijd. De staatvorming in Nederland, de Belgische onafhankelijkheid, het

wonderjaar 1848, de hervormingsgezinde Samuel van Houten en de overgang van

radicaal liberalisme naar sociaal- liberalisme.

Een weerspiegeling van de Nederlandse natie met de bijbehorende liberale

invloeden. Hervormingsgezindheid, het inperken van koninklijke macht en het

invoeren van sociale wetgeving. Dingen die je vandaag de dag niet per direct zou

verwachten van liberalen. De geschiedenis leert dat de betekenis van de liberalen op

dit soort gebied juist verrassend groot is geweest.

Het boek betreft een belangrijk naslagwerk voor het onderzoek. De auteur beschrijft

uitgebreid de ontwikkelingen en gebeurtenissen. Geen enkel onderwerp komt er

met een halve bladzijde vanaf. Gesprekken worden geciteerd, krantenartikelen

worden naar voren gehaald en personen worden uitgebreid beschreven. Je kunt je

als het ware een beeld vormen bij hetgeen zich in die tijd heeft afgespeeld. Met

name het hoofdstuk over ‘het wonderjaar 1848’ was ontzettend bruikbaar. Er wordt

een voorgeschiedenis geschetst, de gemoedstand in het land komt duidelijk naar

voren en de perikelen rondom de grondwetsherziening worden tot in detail

beschreven. Er is zelfs terug te lezen wat demonstranten riepen bij demonstraties

tegen de vorst. Stuurman richt zijn blik niet alleen op Nederland, maar vergelijkt de

ontwikkelingen ook met revoluties zoals in Parijs en Wenen.

Met name de uitgebreide beschrijvingen en het inlevende aspect hebben ervoor

gezorgd dat dit boek veelvuldig is gebruikt als naslagwerk binnen dit onderzoek.

Het boek slaat vrijwel geen enkele betrokken persoon over en geeft op het gebied

van de Grondwetsherziening een zeer nauwe uiteenzetting van de strijd die er door

vele personen geleverd is om Koning Willem II zover te krijgen.

Page 64: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

64

E. Swart

De scheppende kracht van de natie

Het liberalisme volgens J.R. Thorbecke

Uitgeverij Van Gennep, Amsterdam, 2007

Auteur Erik Swart zet in zijn werk een groot aantal geschriften en uitspraken van

Thorbecke op een rijtje. Al deze informatie is voortgekomen uit parlementaire

redevoeringen, historische schetsen en de bijdrage tot de herziening der grondwet.

Het boek is opgedeeld in verschillende thema’s en geeft per onderwerp de visie van

Thorbecke weer. Dit gebeurt grotendeels door het gebruik van citaten. Het boek

vormt een goede bijdrage aan de literatuur. Er zijn namelijk weinig boeken te

vinden die de denkbeelden van Thorbecke zo uitgebreid en helder op papier zetten.

Daarnaast zijn veel besproken onderwerpen in dit boek nog steeds actueel, namelijk

het belang van vrijheid, de scheiding tussen kerk en staat en de rol van de overheid

in onderwijs en kunsten.

‘De scheppende kracht van de natie’ was met name bruikbaar door de vele

uiteenzettingen en aantekeningen. Deze geven een kijk op Thorbecke ‘s

denkbeelden. Het boek bevat vele aantekeningen, die door Thorbecke zelf zijn

geschreven. Deze aantekeningen zijn dus betrouwbaar en schetsen een helder beeld

van zijn denkbeelden. Het is geen reproductie van Erik Swart, die zijn interpretatie

geeft van Thorbecke ‘s visie.

Page 65: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

65

J.W. van Deth

J.C.P.M. Vis

Regeren in Nederland

Het politieke en bestuurlijke bestel in vergelijkend perspectief

Uitgeverij van Gorcum, Assen, 2000

Het boek ‘Regeren in Nederland’ betreft een fijne stok achter de deur. Hoe zit het

Nederlandse staatsbestel nu precies in elkaar? Wat is er in de loop der jaren

veranderd en staatkundig aangepast? Het boek geeft een duidelijk overzicht van de

politiek- bestuurlijke verhoudingen en schetst een duidelijke omschrijving van de

natievorming binnen Nederland.

Met name het laatste onderwerp was belangrijk binnen dit onderzoek. Het

onderzoek begint namelijk bij de natievorming onder Willem I. Hoe zijn wij als

Nederland na jaren van Franse overheersing een op zichzelf staande natie

geworden? Welke bijdragen leverde de grondwetten van 1814 en 1815?

Allerlei vragen waar aan de hand van dit naslagwerk een antwoord op is gevonden.

Het boek geeft een duidelijke inhoudelijke beschrijving van de grondwet en

beschrijft nadien aan welke veranderingen ze onderhevig is geweest. Naast de vele

objectieven beschrijvingen, geeft het ook een inkijk in de persoonlijkheid Willem I.

Hoe stelde hij zich op tegenover zijn ministers en hoe stond zijn vertrouwen in de

politiek ervoor?

Dit boek was een belangrijk hulpmiddel bij de start van mijn onderzoek. Het was

belangrijk eerst een uitgebreide voorgeschiedenis op papier te zetten, alvorens de

grondwet van 1848 daadwerkelijk zou worden besproken. Een zeer bruikbaar

naslagwerk, met veel algemene informatie die met name de start van het onderzoek

goed heeft gedaan.

Page 66: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

66

J.C.H. Blom

E. Lamberts (red.)

Geschiedenis van de Nederlanden

HB uitgevers, Baarn, 2003

De ‘Geschiedenis van de Nederlanden’ is een actueel overzichtswerk waarin zowel

de geschiedenis van Nederland en België, als de Nederlanden uitgebreid wordt

beschreven. Het boek is ideaal voor studenten en niet- professionals. Het biedt

namelijk een laagdrempelige blik op de Nederlandse geschiedenis. Het boek is niet

onderbouwd met voetnoten, maar kent wel een literatuuropgave.

De inhoud en de manier van schrijven zorgen voor een uitstekend naslagwerk. Door

de manier van schrijven wordt er snel een verantwoord beeld gevormd van een

bepaalde periode uit de vaderlandse en Belgische geschiedenis. Het laatste

hoofdstuk van dit werk vormt een belangrijke bron binnen mijn onderzoek. Binnen

dit hoofdstuk wordt het Nederland vanaf 1830 uitgebreid beschreven. De Belgische

opstandelingen die strijden voor onafhankelijkheid, de lastige positie binnen deze

strijd voor de zuidelijke katholieken, de uiteindelijke Belgische afscheiding en het

ontstaan van het Koninkrijk der Nederlanden. Allerlei zaken die zorgen voor een

heldere blik op het Nederland van de negentiende eeuw. Deze voorkennis is

belangrijk inzake de Grondwetsherziening van 1848. Het is belangrijk om te weten

hoe onze natie is ontstaan en waardoor we onder het gezag kwamen te staan van

een Koning der Nederlanden.

In tegenstelling tot het andere naslagwerk, dat vaak betrekking had op de

geschiedenis der Liberalen en Thorbecke, is dit een werk dat de Nederlandse en

Belgische geschiedenis op een zo objectief mogelijke manier weergeeft. In mijn ogen

zeer bruikbaar om de voorgeschiedenis omtrent het onderwerp van dit onderzoek

te duiden.

Page 67: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

67

Bronnen

Literatuur

Stuurman 1992

S. Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de

Nederlandse staat, B. Bakker, Amsterdam, 1992.

Hooykaas 2005

G. Hooykaas, Thorbecke. Een leven in brieven, Boom, Amsterdam, 2005.

Swart 2007

E. Swart, Thorbecke. De scheppende kracht van de natie, Van Gennep, Amsterdam,

2007.

Van der List & van Schie 1993

G.A. van der List & P.G.C. van Schie, Van Thorbecke tot Telders. Hoofdpersonen uit de

geschiedenis van het Nederlandse liberalisme vóór 1940, Van Gorcum,

Assen/Maastricht, 1993.

Van Holthoorn 1986

F.L. van Holthoon, De genese van Thorbeckes organische staatsleer, 1986.

Drentje

J. Drentje, Thorbecke Revisited. De rol van het doctrinaire liberalisme in de

Nederlandse politiek.

Wils

L. Wils, Het Verenigd Koninkrijk van koning Willem I (1815-1830) en de natievorming.

Page 68: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

68

Van Deth & Vis 2006

Van Deth, J. & Vis, J., Regeren in Nederland, Van Gorcum, Assen, 2006.

Blom & Lamberts (red.) 2001

J.C.H. Blom, E. Lamberts, Geschiedenis van de Nederlanden, HB uitgevers, Baarn, 2001.

Kikkert 2010

J.G. Kikkert, De drie oranje koningen, Willem I, Willem II, Willem III, Aspekt,

Soesterberg, 2010.

Bosmans 1994

J. Bosmans, Het onbehaaglijke vaderland. De katholieke staatkunde en de Staat der

Nederlanden in de negentiende en twintigste eeuw, BMGN, 1994, p. 418

Houkes

Houkes, Christelijke vaderlanders, p. 40-41

Boreel van Hogelanden

Boreel van Hogelanden, Herinneringen, p. 358,359

Schimmelpenninck

Schimmelpenninck, Notanda, p. 181

Haasse en Jackman

Haasse en Jackman, Vreemdelinge in Den Haag, p. 67

Page 69: Thorbecke. De man van de grondwet. - WordPress.com...Het betreft een uiteenzetting van gebeurtenissen waarbij veranderingen onder de loep worden genomen. Waren deze veranderingen van

69

Internetpagina’s

Negenmannen 2013

Geraadpleegd maart 2013 via http://nl.wikipedia.org/wiki/Negenmannen

Kabinet Thorbecke III

Geraadpleegd mei 2013 via

http://www.parlement.com/id/vh8lnhrp8ws9/kabinet_thorbecke_iii_1871_1872

Kabinet Thorbecke II 2013

Geraadpleegd mei 2013 via http://nl.wikipedia.org/wiki/Kabinet-Thorbecke_II

Kabinet Thorbecke I

Geraadpleegd mei 2013 via

http://www.parlement.com/id/vh8lnhrp8wt1/kabinet_thorbecke_i_1849_1853

Kabinet Thorbecke II

Geraadpleegd mei 2013 via

http://www.parlement.com/id/vh8lnhrp8wsr/kabinet_thorbecke_ii_1862_1866

Papo- Thorbeckiaan

van Wijnen, H. (2006) Papo-thorbeckiaan!

Geraadpleegd mei 2013 via http://vorige.nrc.nl/krant/article1719230.ece