Bedrijfslogo

Governancecode Zorg

Thea Heeren

7 principes

1. Goede zorg

2. Waarden en normen

3. Invloed belanghebbenden

4. Inrichting governance

5. Goed bestuur

6. Verantwoord toezicht

7. Continue ontwikkeling

Kwaliteitskader verpleeghuiszorg en de governance code

Vereisten

• Elke zorgorganisatie borgt professionele inbreng in het aansturen van de organisatie door opname van een specialist ouderengeneeskunde, verpleegkundige of psychosociaal zorgverlener als lid van de Raad van Bestuur. Zolang dit (nog) niet is gerealiseerd dient er structureel overleg te zijn tussen de Raad van Bestuur met vertegenwoordigers van de genoemde beroepsgroepen.

• De leden van de Raad van Bestuur lopen op gezette tijden mee binnen het primaire proces van de eigen zorgorganisatie, zodat zij gevoel houden met het primaire proces op de werkvloer.

• Elke Raad van Bestuur van een zorgorganisatie voor verpleeghuiszorg werkt volgens de geldende versie van de Zorgbrede Governance Code.

• De leiderschapsstijl en gedrag van de Raad van Bestuur is ondersteunend aan dit kwaliteitskader verpleeghuiszorg.

• De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor de toepassing ervan en de Raad van Toezicht ziet hier actief en aantoonbaar op toe.

• De Raad van Bestuur stimuleert in het licht van kwaliteitsverbetering van verpleeghuiszorg de oprichting van een Verpleegkundige/verzorgende Adviesraad (VAR) dan wel een ProfessioneleAdviesraad (PAR) in zijn/haar organisatie, of door andere vormen waaronder digitale platforms.

1. Goede zorg (1)

• de maatschappelijke doelstelling en legitimatie van zorgorganisaties is:

– het bieden van zorg van goede kwaliteit waarbij

– de behoeftes, wensen, ervaringen en belangen van de

cliënten richtinggevend zijn.

1. Goede zorg (2)

Zorginstelling moet als privaatrechtelijke rechtspersonen functionerend in het semipublieke domein rekening houden met:• private,• professionele en• publieke belangen zoals kwaliteit, toegankelijkheid

en betaalbaarheid.

2. Waarden en normen (1)

• De raad van bestuur verwoordt de waarden en normen die voor de zorgorganisatie gelden

• Deze zijn duidelijk en vindbaar voor cliënten, verwanten, medewerkers en vrijwilligers

• De raad van bestuur bevordert een open aanspreekcultuur waarin dilemma’s besproken worden en fouten gemeld.

2. Waarden en normen (2)

• Integriteit belangrijk thema• Elke (schijn van) belangenverstrengeling moet

worden vermeden• Drie belangrijke thema’s in de dialoogsessies

integriteit van de NVZD :– botsende belangen

– omgaan met fouten

– integriteit is gelijk aan het volgen van de regels

2. Waarden en normen (3)

• Botsende belangen:– “ben ik nu eigenlijk loyaal aan mijzelf, aan de organisatie,

aan de mensen voor wie ik het doe of aan de regels of het stelsel?”

• Omgaan met fouten:– “er is een spanningsveld tussen veilige leercultuur en

nadruk op melden van misstanden of calamiteiten”

• Integriteit is gelijk aan het volgen van de regels:– ‘ik voel me soms genoodzaakt om van regels af te wijken,

bijv in een contract van de verzekeraar, vanwege goede zorg voor de cliënt”

4. Inrichting governance (1)

• De raad van bestuur en raad van toezicht zorgen dat zij hun functie zorgvuldig en conform de wettelijke en statutaire taak- en bevoegdheidsverdeling vervullen.

• De raad van bestuur neemt geen verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de raad van toezicht over en zorgt dat de raad van toezicht zijn functie integraal kan uitoefenen.

4. Inrichting governance (2)

• De raad van toezicht of zijn afzonderlijke leden nemen geen verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de raad van bestuur over en vervullen niet de bestuursfunctie.

• De inherente spanning tussen deze bestuurlijke en toezichthoudende functies die zich ook regelmatig manifesteert in de praktijk, kan worden gereduceerd door een gezamenlijke (statutaire) conflictregeling.

7. Continue ontwikkeling (1)

• Aandacht voor de deskundigheid en professionaliteit van bestuurders o.a. door:– organiseren van feedback en regelmatige reflectie op het

bestuurlijk handelen.

– externe intervisie

– coaching

– scholing/opleiding

– accreditatie via NVZD

• Jaarlijkse evaluatie in functioneringsgesprek met rvt

7. Continue ontwikkeling (2)

• Aandacht voor de deskundigheid en professionaliteit van toezichthouders o.a. door– ontwikkelings- en scholingsprogramma (bijv via cursussen

NVTZ)

– jaarlijkse evaluatie van de raad van toezicht die ten minste eenmaal per drie jaar door een onafhankelijke deskundige wordt begeleid

Nieuwe governance code

• Biedt ruimte en houvast• Ziet af van verplicht voorschrijven van gedrag • Geen afvinklijstjes• Vraagt wel invulling van de principes in woord en

gedrag• Nieuwe vragen voor vervolg:

– governance in zorgnetwerken

– ‘van wie is de zorg (instelling)?’