TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend...

44
www.installatiejournaal.nl VAKBLAD VOOR DE ELEKTROTECHNISCH INSTALLATEUR N° 01-02 Jaargang 38 Januari-Februari 2020 NTA voor prefab meterkasten p. 10 Meterkast met regenjas p. 14 Hoe groen is gasvrij? p. 1 6 All-Electric sorteercentrum p. 22 Netbeheerders waarschuwen p. 2 4 T weezijdig tandempaneel p. 26 BIPV past in de prefab-trend p. 32 DC schakelen p. 34 TECHNIEK Inspectie van elektrische installaties p. 12 MARKT Cybersecurity: op zoek naar balans p. 37 TREND Warmtapwater in all-electric woning p. 28 TECHNIEK Uniforme Objecten Bibliotheek p. 30

Transcript of TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend...

Page 1: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

www.installatiejournaal.nl

VAKBLAD VOOR DE ELEKTROTECHNISCH INSTALLATEUR

N° 01-02Jaargang 38 Januari-Februari 2020

NTA voor prefab meterkasten p. 10 Meterkast met regenjas p. 14 Hoe groen is gasvrij? p. 16 All-Electric sorteercentrum p. 22 Netbeheerders waarschuwen p. 24 Tweezijdig tandempaneel p. 26 BIPV past in de prefab-trend p. 32 DC schakelen p. 34

TECHNIEKInspectie van elektrische installaties p. 12

MARKTCybersecurity: op zoek naar balansp. 37

TRENDWarmtapwater in all-electric woningp. 28

TECHNIEKUniforme Objecten Bibliotheekp. 30

Page 2: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

Kijk voor meer info op wildkamp.nl/led

Alles wat je nodig hebt om de beste LED verlichting aan te leggen vind je bij Wildkamp

• Bespaar tot 90%

• Uitstekende lichtkwaliteit

• Hoge lichtopbrengst

• Fiscaal aftrekbaar

• Goed voor milieu en gezondheid

• Efficiënt in koude omgevingen

& trillingsbestendig

Installeer het beste licht!

Page 3: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een
Page 4: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

04 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

TIEN VRAGEN AAN

REDACTIONEEL / INHOUD

Meterkast met regenjas

Timmerfabriek Nijhuis Toelevering zet daarom steeds vaker vroeg in

het bouwproces prefab meterkasten met regenjas neer, zodat de

netbeheerders alvast met de aansluiting aan de gang kunnen.

Hoe groen is een gasvrije woning?

Gasvrij of all-electric is nog niet automatisch hetzelfde is als energie-

zuinig, hoe zit dat precies?

Thermografie & inspectie

Thermografie wordt regelmatig gebruikt als meetmethode voor het

inspecteren van elektrische installaties. Welke aspecten zijn vooral

belangrijk tijdens een thermografische inspectie?

14

16

12

‘Ik zou de grote diversiteit aan producten terug willen brengen’Joren van den Bos, Verkade Elektrotechniek

11

Marjolein Eilander [email protected] @meilander2

Cybercrime Steeds meer systemen zijn op afstand te regelen en te besturen. Dit

brengt risico’s met zich mee op het gebied van cybercrime. Toch is nog lang niet iedereen bin-

nen de installatiebranche doordrongen van het belang van cybersecurity. Techniek Nederland

gaf samen met andere partijen voorlichting over dit onderwerp.

Installatie Journaal bezocht een van de bijeenkomsten. Op p. 37

leest u het verhaal van Bas Labordus van The S-Unit, een orga-

nisatie van ethical hackers. Hij legt uit dat goede cybersecurity

uit drie onderdelen bestaat. Op p. 38 vertelt René van der Boon,

directeur van Leertouwer, over zijn ervaringen met cybersecurity.

In het volgende nummer nog meer over cybercrime en

online beveiliging.

M

g p g

nen de installatiebranche doordrongen van het

gaf samen met ande

Installatie Journaa

leest u het verhaa

nisatie van ethica

uit drie onderdelen

directeur van Leer

In het volge

online

Page 5: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

05Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

Cybersecurity

INHOUD

37Hacks kunnen vervelende gevolgen hebben. Hoe beperk je de risico’s?

DC Schakelen is vooral vlamboogpreventie

Er ontstaat al bij relatief lage DC-spanning een indrukwekkende vlam-

boog. Hoe is deze te voorkomen?

34

VERDER IN DIT NUMMER06 Nieuws20 FireSafety & Security Event

40 Productberichten42 Servicepagina/colofon

All-Electric sorteercentrum

In Deventer is in opdracht van het Leger des Heils een nieuw, landelijk

en energieneutraal sorteercentrum gebouwd. Het gebouw is gasloos

en all-electric.

Netbeheerders waarschuwen

Het jaar 2019 was zwaar voor netbeheerders. Het vele extra werk door

zonneparken, laadpalen en datacenters zorgde voor fors oplopende

wachttijden bij aansluitingen.

BIPV past in de prefab-trend

Op het gebied van zonnestroom is nog volop groei. Er zijn nog steeds

dakoppervlakken onbenut, en initiatieven om daar wat aan te doen. Maar

er is meer, zoals building integrated pv oftewel BIPV.

Tweezijdig tandempaneel

De opbrengst van zonnepanelen kan een forse sprong maken door twee

typen zonnecellen te combineren én ze dubbelzijdig te gebruiken.

22

24

32

26

Page 6: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

06 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

NIEUWS

Proeffabriek voor superbatterijen

Perovskiet zonnecellen: op zoek naar het juiste recept

Nieuwe versie Handboek Zonne-energie

Isso komt met een nieuwe versie van het Handboek

Zonne-energie. In het vernieuwde handboek staat meer

over energieopslag en veldsystemen.

De eerste versie van ‘Handboek Zonne-energie, Bouw-

kundige- en installatietechnische richtlijnen voor zonne-

energiesystemen’ kwam uit in 2012. In 2016 kreeg het

boek zijn eerste update. Isso verwerkte nieuwe ontwikke-

lingen in het handboek van 2019. Elk onderdeel is

opgebouwd conform het Model Kwaliteitsbeheersing

Klimaatinstallaties (MKK). In het boek staan ook referen-

tie-details voor het integreren van zonne-energiesyste-

men in daken en gevels. Handboek Zonne-energie is

vooral bedoeld voor professionals die met zonne-ener-

giesystemen werken.

De Leids-Eindhovense startup LeydenJar opent medio 2020 een proeffabriek voor de productie van een nieuwe generatie accu’s. De nieuwe accu’s zouden vijftig procent meer energie kunnen opslaan.

In de proeffabriek wil LeydenJar samen met

een aantal joint development partners aanto-

nen dat de batterijen geproduceerd kunnen

worden tegen dezelfde kosten als traditionele

lithium-ion batterijen. De toename van ener-

gieopslag is mogelijk dankzij het gebruik van

Kunstmatige Intelligentie is de cruciale factor in de ontwikkeling van opgespoten zonnecellen, zo menen Amerikaanse wetenschap-pers. Het zou een revolutie teweeg-brengen in de manier waarop we energie opwekken.

Onderzoekers van de University of Central Flo-

rida gebruikten kunstmatige intelligentie om de

materialen die gebruikt worden om perovskiet

zonnecellen te maken, te optimaliseren. Deze

perovskieten kunnen zowel in vaste als vloeiba-

re toestand worden verwerkt, hetgeen veel

een door LeydenJar gepatenteerde poreuze

siliciumstructuur. De nieuwe techniek werd

ontwikkeld in samenwerking met TNO. Christi-

an Rood, oprichter van LeydenJar. “Met de hui-

dige technologie is het moeilijk om nog meer

energie in een batterij te stoppen. LeydenJar

maakt een sprong van vijftig procent mogelijk,

zonder ingrijpende aanpassingen in het pro-

ductieproces. Daarmee zetten we grote stap-

pen in de groeiende vraag naar energieopslag.

Dat is van groot belang in toepassingen als

elektrisch rijden, elektrisch vliegen, consu-

mentenelektronica en opslag van duurzame

energie.” De Europese Unie steekt samen met

BOM Brabant Ventures, Doen Participatie en

informele beleggers zo’n vier miljoen euro in

het project.

flexibiliteit geeft in de manier om de zonnecel-

len aan te brengen.

Zo schetsen de onderzoekers voorbeelden om

met het materiaal bruggen, huizen en wolken-

krabbers te spuiten of te schilderen, zodat die

licht kunnen opvangen en omzetten in energie.

“Tot nu toe heeft de zonnecelindustrie vanwege

zijn efficiëntie vertrouwd op silicium. Maar dat is

oude technologie met grenzen. Het gebruik van

perovskieten heeft echter één grote barrière. Ze

zijn moeilijk te maken in een bruikbaar en stabiel

materiaal.” Het gaat dus nog wel enkele decen-

nia duren voordat de perovskiet spuitbussen in

de bouwmarkt liggen.

Page 7: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

07Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

NIEUWS

Feenstra-monteurs op de bakfiets

Toyota bouwt stad

met woningen op waterstof

Invoering BENG en nieuw energielabel opnieuw uitgesteldHet nieuwe BENG-stelsel dat de EPC-eisen ver-

vangt, zal op 1 januari 2021 worden ingevoerd.

Dit heeft Raymond Knops, plaatsvervangend

minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks-

relaties, aan de Tweede Kamer meegedeeld.

Oorspronkelijk zou het BENG-stelsel op 1 janu-

ari van het huidige jaar worden ingevoerd. Door-

dat er vertraging optrad bij de ontwikkeling van

de software die nodig is voor de BENG-reken-

methodiek (NTA 8800) werd de invoerdatum

afgelopen jaar bijgesteld. BENG zou op 1 juli

2020 worden ingevoerd.

Een aantal partijen uit de bouwwereld, verenigd

in het Lente-akkoord, gaf eerder al aan dat de

markt minstens zes maanden tijd nodig heeft om

BENG-projecten met de nieuwe software te kun-

nen doorberekenen.

Om op 1 juli van dit jaar te kunnen starten met

BENG zou de software dus eind 2019 klaar moe-

ten zijn. Dat bleek echter ook niet haalbaar, zo

schreef minister Knops – die de zieke Kajsa Ol-

longren vervangt – in november in een brief aan

de Tweede Kamer.

Dit is volgens hem “mede (…) gevolg van een

aantal geconstateerde omissies in de bepalings-

methode voor de energieprestatie van gebouwen

-de NTA 8800”.

Dat de software nog steeds niet klaar is, bete-

kent volgens partners van het Lente-akkoord

– waaronder Neprom, NVB-Bouw, Bouwend

Nederland en Aedes – dat invoering van het

BENG-stelsel op 1 juli 2020 ook niet meer haal-

baar is. In december vroegen ze het kabinet

daarom om uitstel tot 1 januari 2021.

Onlangs stuurde minister Knops een brief aan

de Tweede Kamer waarin hij instemt met dat

verzoek. “Alles afwegende heb ik besloten aan

het verzoek van de marktpartijen gehoor te

geven en de invoeringsdatum van BENG, de

bepalingsmethode NTA8800 en de invoerings-

datum van het nieuwe energielabel een half

jaar uit te stellen tot 1 januari 2021”, aldus de

minister.

Dat ook de invoering van het nieuwe energie-

label wordt uitgesteld, heeft te maken met het

feit dat de berekening van het nieuwe label

wordt gebaseerd op dezelfde (NTA 8800-)

methode als BENG.

In Amsterdam fietsen de eerste Feenstra-monteurs op elektrische bakfietsen van klant naar klant. Dit na een eerdere proef in de gemeente Utrecht.

“Maar liefst tachtig procent van de CO2 die we

als bedrijf uitstoten, is afkomstig van ons

wagenpark.” Dit zegt Arian Lodder, operatio-

neel directeur bij Feenstra. “Dit is voor ons

reden om te kijken hoe we deze uitstoot snel

kunnen verminderen. Op dit moment onder-

zoeken wij nog welk soort bakfiets het beste

past bij het soort werk dat een specifieke mon-

teur uitvoert. Het spreekt voor zich dat een

installatiemonteur andere behoeften heeft dan

een servicemonteur of een monteur beveili-

ging.” Feenstra kan dit onderzoeken dankzij de

samenwerking met DOCKR. Dit bedrijf levert

Een levend laboratorium, zo noemt Toyota het plan om aan de voet van de berg Fuji een stad te bouwen, met gebouwen die draaien op zonnepane-len en waterstof.

Het heeft veel weg van de stad van de toe-

komst: Toyota wil een proefstad bouwen waar

niet alleen de energievoorziening onder de loep

wordt gehouden, maar tevens wordt gekeken

naar andere aspecten van een toekomstgerich-

te gebouwde omgeving, zoals smart homes,

gerobotiseerd bouwen en slimme mobiliteit.

Sensoren, robots en kunstmatige intelligentie

moet de bewoners veiligheid, gezondheid en

comfort leveren.

De eerste paal van de stad zou begin 2021 de

grond in gaan. Woven City wordt in principe

gebouwd voor zo’n tweeduizend mensen - een

mix van onderzoekers en gewone bewoners -

maar rondom de oude Toyota-fabriek is volgens

president Akio Toyoda nog genoeg ruimte voor

uitbreiding.

Bjarke Ingels van architectenbureau BIG is ver-

antwoordelijk voor het ontwerp en presenteer-

verschillende soorten elektrisch vervoer: van

een kleine bakfiets tot een TukTuk. ’s Nachts

worden de fietsen automatisch bevoorraad

op de plek waar ze staan. De monteur kan

dan de volgende ochtend snel en met de juiste

materialen op pad.

de de plannen op het gadget-evenement

CES2020. Elektrisch vervoer ligt voor de hand,

speciale wegen worden aangelegd op basis van

de snelheid van de elektrische steppen, fietsen

en autonome voertuigen. Vanzelfsprekend

wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij

gekozen is voor houten woningen, die in een

mix van klassieke Japanse technieken en

moderne robotica zullen worden gerealiseerd.

De daken van de huizen bevatten zonnepanelen

die de elektrische energie leveren voor de

brandstofcellen in de woningen. Deze brand-

stofcellen vormen de kern van het energiesys-

teem van Woven City.

Page 8: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

08 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

NIEUWS

Technische Unie levert circulaire kabelgoten

Technische Unie wint Recycle Power Award

Nieuwe vestiging

Hoppenbrouwers

Techniek

Nieuw directieteam voor ElmaElma heeft sinds 1 december 2019 een nieuw

directieteam.

Een aantal mensen wisselde van functie na de

verkoop van het bedrijf aan Hydac eerder dat

jaar. Dit had zijn impact op de samenstelling

van de bedrijfsleiding. Dick Varel (l) blijft di-

recteur van Elma en behartigt de commercië-

le belangen van het bedrijf. Net zoals de afge-

lopen jaren is hij verantwoordelijk voor het

onderhouden en uitbouwen van klantrelaties

van met name Elma Systems. Dick Varel is

ook directeur bij Elro in Roemenië. Tymon Fie-

tjé (r) is nieuw binnen het directieteam. Fietjé was tot voor kort manager van de engineeringsafdeling

binnen Elma Systems. 1 december 2019 kreeg hij de algemene leiding van het complete bedrijf. Als gene-

ral manager richt Fietjé zich vooral op het optimaliseren van alle bedrijfsprocessen. Oud technisch direc-

teur Teunis van Vulpen blijft als technisch adviseur bij de organisatie betrokken.

Technische Unie brengt de oude ka-belgoten van een drukkerij in Utrecht terug de keten in. Dit in het kader van ‘circulair slopen’. Sinds eind november 2019 worden de kabelgoten verkocht via de webshop van de groothandel.

Technische Unie werkt voor dit project samen

met GBN, grond, bouw- en (sloop)afvalstoffen,

en Lek Mining, gespecialiseerd in circulair slo-

pen. Samen slopen ze een grote drukkerij in de

Merwedekanaalzone in Utrecht. Hans Christi-

Technische Unie is winnaar van de eerste Recycle Power Award. Dit voor het inzamelen van afgedankt elek-trisch gereedschap. De award wordt toegekend door de Stichting Verwij-dering Elektrisch Gereedschap.

De prijs moet bedrijven aanmoedigen meer

afgedankt elektrisch gereedschap in te zame-

len bij alle schakels in de keten. Technische

Unie realiseerde de inzameling van 84,5 pro-

cent van al het afgedankte elektrische gereed-

schap bij groothandels in Nederland. Dit hoge

Hoppenbrouwers Techniek opende eind november een vestiging op bedrijventerrein Steenakker in Breda.

Burgemeester Paul Depla was bij de opening

aanwezig en trapte het feestelijke moment let-

terlijk af. Het gaat om de elfde vestiging van

Hoppenbrouwers Techniek. Wesley Bleijenberg

is de vestigingsleider van Hoppenbrouwers

Breda. Er werken 25 mensen. Het bedrijf is nog

op zoek naar nieuwe medewerkers. Voor de

opening op 29 november werden klanten, rela-

ties, nieuwe buren van bedrijventerrein Steen-

akker uitgenodigd. Hoppenbrouwers was die

avond ook wedstrijdsponsor bij NAC-MVV. 22

kinderen van medewerkers gingen als ‘player

escorts’ met de teams het veld op. Hoppen-

brouwers wil in vijf jaar tijd groeien van 1.000

naar 2.500 medewerkers, verspreid over vesti-

gingen in heel Nederland. De komende tijd

onderzoekt Hoppenbrouwers ook de mogelijk-

heid zich te vestigen in de regio Rotterdam.

aans, business manager key accounts bij Tech-

nische Unie: “Ook wij denken na over onze rol in

circulariteit en de beschikbaarheid van materi-

alen en grondstoffen op lange termijn. Alles wat

gesloopt wordt, moet worden teruggebracht in

de keten.” Jurjen de Jong, manager verkoop-

kantoor Amsterdam bij Technische Unie: “Wij

hebben de materialen uit de drukkerij geclassi-

ficeerd aan de hand van het zogenoemde

10-R-model en geanalyseerd welke materialen

we als eerste in de keten gaan terugbrengen.

We starten met kabelgoten uit de drukkerij.

percentage is onder meer te danken aan pro-

motieacties op social media. MVO-manager

Ariane van Dijk nam de award namens Techni-

sche Unie in ontvangst. Dit gebeurde op een

feestelijke avond op de TU boot Blue Rhapsody.

Deze kunnen volwaardig worden hergebruikt.

In de toekomst willen we ook andere materialen

opnieuw de keten inbrengen. Denk hierbij aan

UTP-kabels en wandcontactdozen.”

Page 9: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

09Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

Kijk voor dagelijks nieuws op www.installatiejournaal.nl @InstallatieJNL @

NIEUWS

‘Warmtepomp wordt een onmogelijk te negeren factor’

van de belangrijke rol die zon en wind in de

komende jaren gaan spelen”, zegt Rolf Heynen.

Hij is directeur van onderzoeksbureau Dutch

New Energy Research. “Wat betreft warmte-

pompen leven er nog kritische vragen op het

gebied van geluid, prijs en energieverbruik. Wij

zien echter dat de sector hard werkt aan het

bieden van oplossingen, waardoor ook de

warmtepomp een onmogelijk te negeren factor

wordt.”

De sector ziet zelf onvoldoende woningisolatie

als de belangrijkste hinderpaal. Hoe minder

goed een huis geïsoleerd is, hoe meer energie

een warmtepomp verbruikt. Ook de hoge aan-

schafkosten worden vaak genoemd als uitda-

ging. Als de gasprijs de komende jaren verder

stijgt, zal de financiële aantrekkelijkheid van

warmtepompen echter fors toenemen, meldt

het rapport.

Aanbeveling voor

verlichting op

parkeerterreinen

Croonwolter&dros bouwt

virtuele trainingsomgeving

De Nederlandse Stichting Voor Ver-lichtingskunde (NSVV) schreef een nieuwe aanbeveling voor de verlich-ting van parkeergarages, parkeer-dekken en parkeerterreinen.

Croonwolter&dros bouwde voor de Westerscheldetunnel en de Sluiskil-tunnel een virtuele trainingsomgeving.

een trainer verschillende calamiteitenscena-

rio’s oefenen. De werking van de tunnel kan in

detail worden gesimuleerd. Croonwolter&dros

kan met de simulatieomgeving ook uitvoerige

tests doen. Bijvoorbeeld om te kijken hoe sys-

temen reageren na een update of een aanpas-

sing. Dit verhoogt de veiligheid van de tunnel.

Ook is er minder kans op falen omdat systemen

uitvoerig getest zijn.

In 2019 steeg het aantal verkochte warmtepompen naar ruim veertig-duizend. Dit is een stijging van 32 procent ten opzichte van 2018. Toen werden 30.481 warmtepompen verkocht. Dit staat in het Nationaal Warmtepomp Trendrapport 2020.

Het Nationaal Warmtepomp Trendrapport is

gebaseerd op een onderzoek onder installa-

teurs en fabrikanten. Dutch New Energy voerde

het onderzoek uit in opdracht van vakbeurs

Duurzaam Verwarmd en de Dutch Heat Pump

Association. In het Nationaal Warmtepomp

Trendrapport 2020 staat ook dat verwacht

wordt dat de Nederlandse markt met 24 pro-

cent verder groeit. Dit zou neerkomen op bijna

vijftigduizend verkochte warmtepompen.

“De maatschappij is inmiddels wel overtuigd

De aanbeveling geeft richtlijnen voor iedereen

die te maken heeft met het ontwerpen, vervan-

gen en beheren van verlichtingsinstallaties in

parkeergarages en op parkeerdekken en par-

keerterreinen. De aanbeveling gaat onder ande-

re in op de actuele eisen en richtlijnen op het

gebied van kwaliteit, duurzaamheid en verticale

verlichtingssterkte. In de aanbeveling is ook

aandacht voor de beoordelingen van lichtkwali-

teit, het uitvoeren van lichtmetingen en maatre-

gelen om tijdens de gehele levensduur van de

installatie een constante lichtopbrengst te reali-

seren. Deze activiteiten worden niet standaard

in een Programma van Eisen opgenomen.

NSVV vindt dat deze activiteiten niet mogen ont-

breken om de hoogste kwaliteit te bereiken en te

behouden. Door de aanbeveling toe te passen in

de praktijk wordt het eenvoudiger om de gewens-

te verlichtingskwaliteit helder te beschrijven, zegt

NSVV. Ook zou het ingewikkelde discussies ten

aanzien van het resultaat voorkomen.

Page 10: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

REGELGEVING

Bouwproces - Snelheid - Leidraad

Beginnen met de plaatsing van de meterkast

zet het bouwproces op z’n kop, want traditio-

neel worden gas, elektriciteit, water en telecom

als laatste aangesloten. Gevolg is dat de regel-

geving niet is afgestemd op deze bouwmetho-

de. Daar heeft een groot aantal partijen de

afgelopen tijd over nagedacht. Met als gevolg

dat Bouwend Nederland, nutsbedrijven en

mijnaansluiting.nl in september 2018 de lei-

draad ‘Vooraanleg huisaansluitingen in

modulaire bouw’ hebben gemaakt.

Daarin hebben ze hun werkwijze vastgelegd en

gaan ze in op de eigenschappen van de kasten.

Die zijn bijvoorbeeld wind- en waterdicht en

voldoen aan normen en eisen zoals Netcode,

NEN 1010, NEN 2768 en NEN-IEC 62262.

Aansluitvoorwaarden

Inmiddels is er een volgende fase aangebroken.

NEN gaat werken aan de NTA ‘Aansluitvoorwaar-

den prefab meterkast’. Het normalisatie-instituut

stelt: ‘ Om de prefab meterkast grootschaliger te

kunnen uitrollen, hebben tiental partijen, aange-

sloten bij MijnAansluiting.nl, een concept opge-

steld met aansluitvoorwaarden. Door gewijzigde

wet- en regelgeving rondom gasaansluitingen

vervalt veelal de gasaansluiting in de nieuwbouw.

Om die reden richt het document zich met name

op elektriciteit, water, telecom en een eventueel

centrale warmte distributieaansluiting.’

NEN 2768

De partijen hebben NEN gevraagd om het docu-

ment uit te werken tot een onafhankelijk en breed

gedragen afspraak. Daarvoor is de eerste fase

gestart: NEN heeft partijen opgeroepen om mee

te gaan werken aan het opstellen van de NTA. Dat

trok begin januari 2020 voldoende belangstelling

om echt te beginnen. Het is de bedoeling dat het

document gaat aansluiten op de bestaande NEN

2768 ‘Meterruimten en bijbehorende bouwkundi-

ge voorzieningen in woningen’ en op andere gere-

lateerde normen, zoals NEN 1010.

NTA voor de prefab meterkast in wording

Het blijft een wat wonderlijk gezicht: een leeg bouwterrein, met alleen hier en

daar een meterkast. Bouwbedrijven kiezen er steeds vaker voor om het

bouwproces te starten met het storten van de betonvloer en direct daarna de

meterkast te plaatsen. Ze zien veel voordelen.

Tekst Ferdinand Pronk Beeld Dura Vermeer

10 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

Page 11: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

11Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

10 VRAGEN AAN

01 Waarom hebt u voor dit vak gekozen?

Mijn passie ligt in de elektrotechniek. Vanaf

kleins af aan was ik al geïnteresseerd in tech-

niek. Ik koos zowel op middelbare schooltijd als

in mijn universitaire studie voor techniek.

02 Wat is uw specialisatie?

Onze specialiteit ligt vooral in de utiliteitsbouw.

Onze werkzaamheden bestaan vooral uit het

aanleggen van het volledige elektra- en data-

netwerk en van speciale en luxe verlichting.

Ook zijn we sterk in het adviseren over elektro-

technische vraagstukken.

03 Welke opleiding heeft u als laatste gevolgd?

Ik heb Technische Bedrijfskunde gestudeerd.

Dat is een technisch georiënteerde bedrijfs-

kundige studie waar economie en techniek

met elkaar worden gecombineerd.

04 Op welk project bent u het trotst en waarom?

Ik ben eigenlijk trots op al onze projecten. Het

hele team haalt erg veel voldoening uit onze

Joren van den BosFunctie Commercieel directeurLeeftijd 23Bedrijf Verkade ElektrotechniekPlaats RijnsburgAantal medewerkers 5

Tekst Marion de GraaffBeeld NFP Photography

eindresultaten. Toch geven sommige projecten

je een speciaal gevoel, zoals ons laatst

opleverde werk voor Arthrex. In dit vernieu-

wende kantoorconcept legden we zowel de

volledige elektra- en data-installatie als de

speciaal- en luxe verlichting aan.

05 Hoe verkoopt u zichzelf bij uw klanten?

Wij proberen altijd te laten zien waar Verkade

voor staat, namelijk efficiency, flexibiliteit,

betrouwbaarheid en kwaliteit.

06 Wat kan volgens u echt niet meer?

Niet meer gewaardeerd worden voor het werk

dat je oplevert. Alles moet snel, snel, snel

tegenwoordig. Door deze tijdsdruk vergeten we

wel eens onze waardering uit spreken of mee te

denken met een ander. Maar waardering en

samenwerking motiveren mensen en verhogen

de productiviteit!

07 Welke nieuwe techniek of welk nieuw product heeft de toekomst?

Duurzame producten, energiezuinige en

draadloze oplossingen. Verkade probeert hier

zo goed mogelijk op in te spelen door bijvoor-

beeld veel te werken met wifipunten en een

draadloos netwerk aan te bieden aan de klant.

08 Wat zou u in uw vak willen veranderen?

Ik zou de grote diversiteit aan producten terug

willen brengen. Voor één functie zijn altijd

meerdere producten verkrijgbaar, maar de

montage is steeds verschillend. Daar gaat

onnodig veel tijd en energie in zitten.

09 Waar zou u zich verder in willen bekwamen?

Wij willen ons portofolio graag verrijken met

meerdere disciplines in de data-installatie,

zoals het meten en keuren van de kwaliteit van

het netwerk.

10 Hoe ziet uw werk er over vijf jaar uit?

Waarschijnlijk zal er in de utiliteitsbouw een

verschuiving plaatsvinden richting de IoT

(Internet of Things). Er is al veel vraag naar

datasystemen, beveiligingsoplossingen en

overige systemen die allemaal via de Cloud met

elkaar in contact staan. Draadloze oplossingen

zijn hierin erg belangrijk.

Page 12: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

12 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

TECHNIEK

Camera’s - Reflectie - Emissiviteitscoëfficiënt

“De manier van meten is de afgelopen jaren

niet veranderd. Wel zijn de camera’s betaal-

baarder en toegankelijker geworden waardoor

installateurs er meer gebruik van maken”, ver-

telt Kees Compaan, manager sales en services

bij KWx Meetinstrumenten. “Je zet een camera

aan en je ziet meteen een weergave van de

infraroodstraling. Echter, die grotere toeganke-

lijkheid is tegelijkertijd ook een valkuil. Wie niet

alert is, kan de resultaten verkeerd interprete-

ren. Daarom is het belangrijk tijdens de ther-

mografische inspectie rekening te houden met

een aantal aspecten.”

1 Stroom moet aanwezig zijn

“Het lijkt een open deur, maar er moet wel

stroom aanwezig zijn”, zegt Compaan. “Een

installateur kan worden gevraagd om in een

industriële omgeving een inspectie van de elek-

trische installatie uit te voeren met een warm-

tebeeldcamera. De opdrachtgever geeft aan

dat het wellicht handig is om dit te doen tijdens

een onderhoudsstop of in het weekend. Draait

de productie op lage capaciteit of is de appara-

tuur uitgeschakeld dan loopt er weinig of geen

stroom. De geïnspecteerde onderdelen zullen

niet warm worden. Daarom adviseren we om in

deze gevallen (ook) elektrische metingen te

doen. Stroommetingen geven mogelijk wel een

indicatie of er wat aan de hand is.”

In sommige gevallen zal tijdens een inspectie

een extra belasting moeten worden aange-

bracht om toch stroom te laten lopen. Com-

paan: “Het klinkt logisch, maar in de praktijk is

dit niet altijd evident. Ga daarom altijd vooraf

even in gesprek met de opdrachtgever om

inzicht te krijgen in de reële situatie. Als je

metingen moet uitvoeren waarbij er sprake is

van vijf ampère, maar de normale belasting is

tien ampère, dan zul je je ervan bewust moeten

zijn dat bij vijf ampère de situatie nog prima

kan zijn, terwijl de temperatuur bij tien ampère

kritisch kan worden. Wees alert op de hoeveel-

heid stroom die aanwezig is en ga in gesprek

met de opdrachtgever.”

2 Houd altijd rekening met de reflectie

Een warmtebeeldcamera meet infraroodstra-

ling. Die straling wordt omgezet in een tempe-

ratuurbeeld. De thermograaf moet daarbij ken-

nis hebben van de materialen die hij meet en

de reflectie van de materialen om de meting

goed te kunnen interpreteren. “Glanzende en

gepolijste materialen zoals een blanke koperen

rail reflecteren doorgaans infrarood waardoor

de temperatuurweergave in het temperatuur-

beeld niet overeenkomt met de werkelijkheid.

Door de camera op hetzelfde onderdeel te rich-

ten, maar de hoek van de meting te verande-

ren, kun je nagaan of er sprake is van reflectie.

Ook het plakken van een stukje tape op het

reflecterende materiaal kan een oplossing zijn

om de werkelijke temperatuur te achterhalen.

Rekening houden met de reflectie is één van de

basisprincipes van thermografie. Dit wordt

alom onder de aandacht gebracht. In de prak-

tijk worden hier helaas nog steeds fouten mee

gemaakt.”

3 Houd rekening met de emissiviteits-

coëfficiënt

Ook de emissiviteitscoëfficiënt is een belang-

rijk aandachtspunt. Op warmtebeeldcamera’s

Thermografie en de inspectie van elektrische installaties

Thermografie wordt regelmatig gebruikt als meetmethode voor het inspecteren

van elektrische installaties. Welke aspecten zijn vooral belangrijk tijdens

een thermografische inspectie? Kees Compaan, manager sales en services bij

KWx Meetinstrumenten, aan het woord.

Tekst Evi Husson

Plak een stukje tape op het reflecterende materiaal om de werkelijke temperatuur te achterhalen

Page 13: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

13Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

TECHNIEK

bepaalt de emissiviteitscoëfficiënt de mate van

straling. Op een schaal van nul tot één bete-

kent nul weinig straling en veel absorptie ter-

wijl één staat voor een maximale straling en

daarmee minimale reflectie. “In een schakel-

kast heeft kabelisolatiemateriaal een bepaalde

emissiviteit of mate van straling, terwijl andere

componenten in de kast die bestaan uit andere

materialen een andere emissiviteit hebben. In

het beeld zie je dus vaak twee of meer verschil-

lende materialen met een andere emissiviteits-

coëfficiënt. Het kan er dus op lijken dat ze een-

zelfde temperatuur hebben, maar door een

andere emmissiviteitscoëfficiënt zijn ze moei-

lijk in één beeld met elkaar te vergelijken. Let

daarom als thermograaf altijd op een kleur- of

temperatuurschakering”, zegt Compaan. Hij

licht dit toe met een concreet voorbeeld. “Stel

dat het warmtebeeld laat zien dat een elektri-

sche kabel in z’n geheel warm is, dan is dit een

indicatie dat de kabel opwarmt doordat er

stroom loopt. Is de kabel aan de ene kant war-

mer dan aan de andere kant dan zie je in je

beeld een temperatuurgradiënt. De kabel kan

aan één kant zijn aangesloten op een warmer

onderdeel waardoor de kabel warmer is in de

richting van de warmtebron. Als thermograaf

moet je altijd alert zijn wanneer je tempera-

tuurgradiënten vaststelt. Het kan een indicatie

zijn voor extra warmteontwikkeling of over-

gangsweerstand.”

4 Zet een warmtebeeldcamera niet

op de automatische stand

Nog een regelmatig voorkomende fout, is dat een

camera staat ingesteld op de automatische

schaalverdeling. “Wanneer een thermograaf de

camera richt op een te inspecteren gebied, zal de

camera de koudste componenten in blauw-rood

weergeven. De warmste componenten krijgen de

kleuren geel en wit, ongeacht de werkelijke tem-

peratuur van de componenten. Heb je bijvoor-

beeld een beeld met een schakelcomponent van

zeventig graden en dit is de warmste component,

dan wordt deze wit weergegeven. De omliggende

schakelcomponenten die kouder zijn, worden in

het beeld minder warm getoond, maar hebben

mogelijk ook een hoge temperatuur (bijvoorbeeld

zestig graden). Ook deze ogenschijnlijk koelere

schakelcomponenten zullen verder moeten wor-

den onderzocht. Door de warmtebeeldcamera

niet op automatische stand te laten staan, voor-

kom je een vertekend beeld.”

5 Thermografie en verplichtingen

Tot slot geeft Compaan aan dat thermografie

reguliere inspectiemetingen niet vervangt. “Van-

uit de NEN 3140 wordt thermografie altijd als

aanvullend gezien op metingen. Het is dus vaak

geen verplichting om een thermografisch onder-

zoek uit te voeren. Wel vragen bedrijven steeds

vaker om een thermografische inspectie omdat

verzekeringsmaatschappijen dit eisen. Het is als

inspecteur altijd goed om even door te vragen bij

de opdrachtgever wat de achterliggende reden is

van de inspectie om een zo goed mogelijk beeld

te krijgen van de situatie en de omvang.”

* Kees Compaan sprak 23 januari op de kennis-

middag ‘Inspectie van elektrische installaties’.

Deze bijeenkomst werd georganiseerd door

Installatie Journaal.

THERMOGRAFIE EN ZONNEPANELEN

Bij pv-installaties is thermografie een handige en

snelle methode voor preventieve metingen. “De

opdrachtgever heeft er baat bij dat de zonnepa-

nelen goed functioneren omdat dit hem veel

energiewinst kan opleveren. Daarom vinden er

regelmatig preventieve thermografische inspec-

ties plaats om te controleren op defecte cellen of

diodes of niet-aangesloten strings. Zeker bij grote

pv-oppervlaktes op platte daken of weilanden is

de warmtebeeldcamera een handige tool die di-

rect inzicht geeft of er schade is aan zonnepane-

len. Zijn er indicaties die wijzen op een mogelijk

defect, dan kun je vervolgens met een meetin-

strument verder onderzoek doen om het exacte

probleem te achterhalen en op te lossen.”

De emissiviteitscoëfficiënt is een belangrijk aandachtspunt tijdens een inspectie.

Page 14: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

14 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

Prefab - Netbeheerder - Personeelstekort

TREND

De afgelopen twee jaar hebben zo’n duizend

meterkasten met regenjas de timmerfabriek

van Nijhuis Toelevering verlaten. De helft is

afgenomen door Nijhuis Bouw, waar Nijhuis

Toelevering een zelfstandig onderdeel van is.

‘Bijzonder gezicht’

De meterkast wordt geplaatst zodra het beton

op beganegrondvloer is gestort. Opeens verrij-

zen op de nog kale bouwplaats zomaar tien of

twintig meterkasten. Van verre zijn ze al te zien,

Meterkast met regenjas

Door lange wachttijden bij netbeheerders is het steeds risicovoller om bij nieuw-

bouw tot de oplevering te wachten met de aansluiting van het water- en elektrici-

teitsnetwerk. Timmerfabriek Nijhuis Toelevering zet daarom steeds vaker vroeg

in het bouwproces prefab meterkasten met regenjas neer, zodat de netbeheer-

ders alvast met de aansluiting aan de gang kunnen.

Tekst Richard Mooi

als pilaren staan ze in op een bouwlocatie. “Een

bijzonder gezicht”, vindt projectleider Andres

Slot van Nijhuis Toelevering. Ook door de rood-

kleurige hoes, de jas. “Het jasje is een soort

tentzeil.”

Vanaf dat moment kunnen de netbeheerders

elektra, water en data en/of cai naar binnen-

brengen en aansluiten. De meterkast fungeert

dan meteen als bouwstroomkast, in plaats van

een aparte bouwstroomaansluiting. Als de

meterkasten staan, bouwt Nijhuis met prefab-

elementen de woning op. Pas als het huis water-

dicht is, gaat de regenjas uit en terug naar de

timmerfabriek in Rijssen voor hergebruik.

Dat woningbouwers de meterkast al vroegtijdig

op de bouw willen hebben, heeft alles te maken

met de wachttijden bij netbeheerders door per-

soneelstekort. Normaliter wordt een woning vlak

voor oplevering aangesloten op het water- en

elektriciteitsnetwerk. Daar op te wachten, is

steeds vaker een risicovolle zaak. Staat er een

steiger in de weg, of gaat er wat mis in de plan-

ning, dan duurt het maanden voordat netbe-

heerders een monteur opnieuw lang kunnen stu-

ren. De woning is soms al klaar, maar bewoners

mogen er niet in omdat de elektra ontbreekt.

Door nu de meterkast al vroeg in het bouwpro-

ces klaar te plaatsen, kunnen de netbeheerders

sneller aan de slag. Als er iets mis gaat,

Steigers

Niet alleen moederbedrijf Nijhuis Bouw is afne-

mer van de prefabmeterkasten. Ook Koop-

mans, onderdeel van bouw- en installatiecon-

cern TBI, laat meterkasten in de fabriek in

Twente bouwen. De prefabmeterkasten gaan

mee in het bouwproces van de grotendeels uit

prefab opgebouwde woningen. De meterkast

komt niet in weer en wind te staan, en heeft

daarom geen regenbestendige jas.

Bij Nijhuis Bouw is de planning nog kritischer

dan bij de meeste andere bouwbedrijven. Het

bedrijf werkt met vaste steigers om de wonin-

gen, die staan behoorlijk in de weg voor de

graafmachines van netbeheerders. “De nuts-

bedrijven willen dat het tracé vrij is. Daarom

moet al voor dat de steigers er staan, de meter-

kast voorzien zijn van een stroomaansluiting.

Koopmans werkt met flexibele steigers die

geen obstakel vormt als de netbeheerders de

kabels en waterleiding leggen. “Bij Koopmans

wordt de ruwbouw klaargemaakt, en dan

komen de netbeheerders.”

Pvc- en waterleidingen zijn al in de meterkast gemonteerd

Page 15: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

15Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

Zonder automaten

De prefabmeterkast wordt in de fabriek al van

de groepenkastbehuizing voorzien. Nog zonder

automaten en aardlekschakelaars. Dat zijn

diefstalgevoelige componenten, weten ze bij

Nijhuis Toelevering. Ook pvc- en waterleidingen

zijn al in de meterkast gemonteerd. Ze kunnen

zo op de elektra- en waterleidingbuizen op de

vloeren worden aangesloten. Ook zijn er al

gaten in de meterkastwanden geboord. “Elke

gaatje dat niet geboord hoeft te worden scheelt

werk op de bouw. Dan hoef je zevenhonderd

gaten per jaar minder te doen.”

Bij Koopmans gaat het prefaben van de meter-

kast nog een stapje verder. Ook het inbouwre-

servoir van het toilet is op de achtermuur van

de meterkast gemonteerd. De timmermannen

bij Nijhuis Toelevering ze zijn geen installateur.

De leidingen die in de meterkast worden

gemonteerd, komen kant-en-klaar bij Nijhuis

Toelevering aan, waterleidingen geperst en al.

Ze hoeven alleen maar in de beugels te worden

geklikt. Dat geldt ook voor de pvc-elektrabui-

zen. “De voormontage van leidingen gaat wel

steeds een stap verder”, ontdekt Slot.

Seriematige bouwprojecten

De prefabmeterkast is interessant voor serie-

matige bouwprojecten, niet voor één of twee

huizen. De maken van de mal voor de meter-

kast kost tijd, en dus geld. De prefabkasten

hoeven niet in één keer te worden afgenomen.

Het kan ook worden verspreid over meerdere

kleine projecten, mits het gaat om hetzelfde

woningontwerp. “Het ontwerp moet één keer

gedaan worden, en dan ga je het ontwerp alleen

nog aanpassen om het te vernieuwen. Je gaat

niet iedere keer het wiel uitvinden.” Het con-

cept leent zich ook minder goed voor traditione-

le aanbestedingen. Het bouwbedrijf wil zijn

investeringen in de prefabmeterkast terugzien in

de offerte, maar de installateur vindt de voorde-

len maar lastig te verwerken. “Terwijl die voorde-

len er wel degelijk zijn”, zegt Slot. “Ik zag laatst

dat de e-installateur voor één meterkast wel vijf

keer naar zijn auto moest lopen. Voor het moe-

derbord, de schakelaars, een bos leidingen en

het inbouwreservoir. Dat kostte veel tijd, want hij

kon niet met de auto op het terrein. Vijf keer tien

minuten lopen is bijna een uur voor één meter-

kast.” Uit berekeningen blijkt dat een prefabkast

niet duurder is dan een traditionele kast. De

besparing zit ‘m vooral in de bouwplaatskosten

doordat woningen sneller worden opgeleverd.

Smart Urban oplossingen, connectiviteit

en eenvoudige processen. Maak uw

gebouwen volledig geschikt voor intelli-

gente infrastructuren en een toekomst-

gericht energiebeheer. De fabrikanten

op de Light + Building zorgen dat u weer

helemaal bij bent.

Connecting. Pioneering. Fascinating.

[email protected]

Tel. +31 (0) 70 262 90 71

Techniek

die verbindt.

8 t/m 13. 3. 2020 Frankfurt am Main 20

JAAR

Page 16: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

16 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

Gasnet - Duurzaam - Verwarmen

MARKT

Hoe groen ben je als consument bezig als je de

gasmeter uit je woning laat verwijderen, of ver-

huist naar een woning die al geen gasaanslui-

ting (meer) heeft? En hoe goed ben je als

installateur over alle ins-en-outs geïnformeerd

als je daar in alle eerlijkheid over moet advise-

ren? Het blijkt in ieder geval dat gasvrij of all-

electric nog niet automatisch hetzelfde is als

energiezuinig.

Het is een belangrijke vraag, die in meerdere

varianten gesteld kan worden: hoe groen, duur-

zaam of energiezuinig is een gasvrije of all-

electric woning? Het is alleen niet altijd duide-

lijk wat de verschillen zijn tussen groen,

duurzaam of energiezuinig. En misschien zou je

je vraag beter anders kunnen formuleren. Voor

alle duidelijkheid, een woning wordt all-electric

genoemd als elektrische stroom wordt gebruikt

voor zowel het koken, het verwarmen van de

ruimtes, als het bereiden van warmtapwater.

Zo’n woning heeft geen gasaansluiting nodig,

dus je kunt haar ook gasvrij noemen. Anders-

om is een gasvrije woning niet perse all-elec-

tric, want het verwarmen van de verschillende

ruimtes zou bijvoorbeeld ook kunnen met een

cv-installatie die houtpellets stookt. Om het

niet ingewikkelder te maken, gaat het vervolg

van dit artikel over all-electric woningen.

Discussie over gasnet

Er woedt momenteel een voor het grote publiek

wat verborgen discussie over hoe verstandig

het is om ons fijnmazige aardgasnet zomaar op

te doeken. Zelfs als je als overheid geen aard-

gas meer kunt (of beter gezegd: wilt) aanbie-

den, zou je het gasnet kunnen inzetten voor het

transport van alternatieve gassen in de vorm

van biogas, groen gas of waterstof. Al is het

nou ook weer niet zo dat ons gasnet overal in

goede staat is. Achterstallig en toekomstig

onderhoud zal nodig blijven.

Aan de andere kant zal het sterk gestegen

decentrale aanbod en de oplopende vraag naar

elektriciteit verzwaring van de distributienet-

ten nodig maken. Door de huidige te beperkte

capaciteit gebeurt het in bepaalde delen van

Nederland al dat geplande zonne- en windpar-

ken niet op het (huidige) net kunnen worden

aangesloten. Ook dat probleem vergt grote

investeringen.

Laten we verder gaan met begrip groen uit de

centrale vraag van dit artikel. Dat begrip is al zo

vaak misbruikt, dat het vrijwel onbruikbaar is

geworden. Toch zijn er wel enkele goed-omlijn-

de begrippen die het woord groen als vaste

begeleider hebben. Bijvoorbeeld groene

stroom en groen gas. Straks meer over groene

stroom.

Wat is duurzaam?

Na het redelijk vage begrip groen, volgt het in

de loop van de jaren in betekenis verschoven

begrip duurzaam. Vroeger - zeg meer dan der-

tig jaar geleden - gebruikte vrijwel iedereen het

begrip duurzaam in de betekenis van ‘gaat niet

zo makkelijk kapot’. Het ging dan over duurza-

me materialen, duurzame spullen en duurzame

(handels)relaties. Beton, koper en marmer

waren bijvoorbeeld duurzaam, net als Duitse

auto’s. Het is duurzaam(heid) in de betekenis

van de Engelse woorden durable en durability’.

Tegenwoordig worden termen duurzaam en

duurzaamheid vooral gebruikt voor ‘systemen’

- en hun voortbrengselen - die in principe zon-

der problemen misschien wel tot het einde der

tijden door kunnen blijven draaien. Waar zowel

wij, als de generaties na ons nog van kunnen

profiteren. Voortbrengselen die ‘hernieuwbaar’

zijn, dat wil zeggen steeds weer worden aange-

vuld. Zo wordt bijvoorbeeld gesproken over

duurzame ecosystemen, duurzame

landbouw(producten) en duurzame energie. In

het Engels heten duurzaam en duurzaamheid

Hoe groen, duurzaam of energiezuinig is een gasvrije woning?

Gasvrij of all-electric is nog niet automatisch hetzelfde is als energiezuinig,

hoe zit dat precies?

Tekst Joost Melten

Gasvrij is nog niet automatisch hetzelfde als energiezuinig

Page 17: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

17Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

MARKT

in deze moderne betekenis sustainable respec-

tievelijk sustainability.

Wat is duurzame energie?

Duurzame energie is energie afkomstig uit

bronnen die op menselijk schaal bezien nooit

zullen opraken. Laten we het erop houden dat

die bronnen ongelooflijk lang voor ons beschik-

baar zullen zijn. Het gaat dan over de zon en

over het binnenste van de aarde. Van de zon

kunnen we duurzame energie opvangen in de

vorm van warmte, elektrische energie en -als

we het duurzaam aanpakken- biomassa. De

zon is via een omweg ook de bron van bijvoor-

beeld windenergie, golfenergie, getijdenener-

gie en de aloude waterkracht. Het binnenste

van de aarde is op haar beurt de bron voor geo-

thermie, beter bekend als aardwarmte. De zon

vormt overigens ook de inspiratie voor het nog

steeds in ontwikkeling zijnde kernfusie-proce-

dé, wat je ook een onuitputtelijke, dus duurza-

me energiebron kunt noemen. Als het allemaal

lukt natuurlijk. En als er niet te veel misgaat,

anders valt het niet meer onder duurzaam.

Niet duurzaam

Eindige, niet-duurzame energiebronnen zijn

bekend: turf, bruinkool, steenkool, aardolie en

aardgas. Een belangrijk verschil met duurzame

energiebronnen is dat de voorraden eindig zijn.

Volgens velen hoort ook kern(splijtings-)ener-

gie in dit rijtje thuis, wegens de eindigheid van

de splijtbare grondstoffen. En ook vanwege de

juist relatieve duurzaamheid van het resulte-

rende afval. Als een systeem dat in principe

duurzaam is een ander systeem negatief beïn-

vloedt, doet dat ernstig afbreuk aan de duur-

zaamheid. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik

van biomassa als dat resulteert in het kappen

van bossen of het telen van bijvoorbeeld mais

of koolzaad op gronden die ook gebruikt zou-

den kunnen worden voor de teelt van voedsel-

gewassen. Hoe snel kunnen we de CO2 die bij

het in energie omzetten van biomassa vrijkomt

weer vastleggen in nieuwe biomassa? Het

hangt er dus maar vanaf of je het gebruik van

biomassa duurzaam kunt noemen.

Wat is groene stroom?

Groene stoom kun je definiëren als stroom uit

duurzame energiebronnen. Volgens veel ener-

gieproducenten - en de overheid - valt biomas-

sa hier ook onder, wat dus nog maar zeer de

vraag is. Groene stroom staat tegenover grijze

stroom, tegenwoordig afkomstig uit steenkool

en aardgas. Uiteraard levert ons elektriciteits-

net een mix van groene en grijze stroom.

Page 18: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

www.installatiejournaal.nl

VAKBLAD VOOR DE ELEKTROTECHNISCH INSTALLATEUR

N°12Jaargang 37

December 2019

Personeelstekort aanpakken p. 10

PROJECTBrandventilatie zorgt voor

laadvermogen stekkerauto’s

p. 14

MARKTVisie op de

energietransitie

p. 30, 34, 36 & 40

TRENDAardgasloos en de

woninginstallatie

p. 16

TECHNIEK

Fouten bij

schakelkasten

p. 24

Page 19: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

19Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

MARKT

HOE GROEN IS DE STROOM IN NEDERLAND?

Volgens het rapport ‘Onderzoek duurzaamheid

Nederlandse stroomleverancier, 2019’*, werd in

2018 16,3 procent van het totale Nederlandse

elektriciteitsgebruik binnen de landsgrenzen op-

gewekt uit hernieuwbare bronnen, inclusief het

(bij)stoken of vergisten van biomassa. Volgens

hetzelfde rapport bestond de in Nederland gele-

verde elektriciteit (de ‘leveringsmix’) in 2018 voor

circa 45 procent uit groene stroom. Het verschil

is te verklaren uit de aankoop van zogeheten Ga-

ranties van oorsprong, waarmee energieleveran-

ciers hun Nederlandse grijze stroom kunnen ‘ver-

groenen’. De GvO’s horen bij groene stroom die

elders in Europa is opgewekt, in een land -bijvoor-

beeld Noorwegen- dat veel meer groene stroom

produceert dan het volgens Europese regels zou

hoeven produceren. De stroom die bij die GvO’s

hoort blijft gewoon in het land van oorsprong,

maar mag daar geen groene of duurzame stroom

meer heten. Het etiket groen gaat over op de zelf-

de hoeveelheid grijze, in Nederland opgewekte

stroom. Terwijl er dus geen spat minder CO2 is

uitgestoten, niet in Europa en niet in Nederland.

* Onderzoek duurzaamheid Nederlandse stroomle-

verancier, 2019 Consumentenbond, Natuur& Milieu,

Greenpeace en Wise (World Information Service on

Energy), nov 2019.

Wat is energiezuinig?

Lastig. Wat de een zuinig noemt, kan een ander

verspillend vinden. Misschien is de term ‘ener-

giezuiniger’ makkelijker te omschrijven. Dan

gaat het er dus om of een all-electric woning

energiezuiniger is dan een vergelijkbare woning

waarin de warmte uit de verbranding van gas

komt. (We laten hier verder buiten beschou-

wing dat bij het fabriceren en transport van

installaties in alle gevallen ook energie wordt

gebruikt.)

Hoe vergelijk je elektriciteit met gas?

Als bewoner van een huis met een cv-combike-

tel op aardgas kun je aan de hand van de jaaraf-

rekening van je energieleverancier zien hoeveel

kubieke meters gas je het voorgaande jaar hebt

verbruikt en hoeveel kilowattuur aan elektrici-

teit. Als je ook zou willen weten hoeveel energie

je uit gas en hoeveel energie uit elektriciteit je

hebt verbruikt, moet je gaan rekenen. Mis-

schien wil je ook wel weten hoeveel meer of

minder energie je gebruikt dan je buren in hun

all-electric huis.

Joules

Om hier achter te kunnen komen zou je zowel

het aantal kilowattuur elektriciteit als het aan-

tal kubieke meters gas moeten omrekenen

naar het aantal joules, de SI-eenheid voor ener-

gie. Zo vertegenwoordigt een kWh elektriciteit

3,6 Megajoule (3,6MJ) aan energie. Hetzelfde

zou je ook kunnen doen voor het gebruikte gas.

Maar zij gewaarschuwd: dit omrekenen naar

joules leidt tot getallen die voor de meeste

mensen nogal nietszeggend zijn.

Veel handiger is de vuistregel dat een m3

Gronings aardgas net zoveel nuttige warmte-

energie levert als 8 à 9 kWh elektriciteit.

(Omgekeerd levert een kWh elektriciteit dan

ongeveer evenveel nuttige warmte als 0,12 m3

aardgas.) Daarbij is al rekening gehouden met

het verschijnsel dat het rendement van gas bij

het verwarmen van tap- en cv-water iets lager

ligt dan het vrijwel honderd procent rendement

bij het elektrisch verwarmen van water.

Wat is duurder, verwarmen met gas

of met elektriciteit?

Op basis hiervan zou je ook kunnen berekenen

wat bij de huidige consumentenprijzen voorde-

liger is als bron van warmte: het gebruik van

gas of het gebruik van elektra. Een m3 gas kost

de consument in 2019 60 à 70 cent, een kWh

elektriciteit 21 à 25 cent. Aangezien 8 kWh

elektriciteit ongeveer € 1,85 kost, ben je

momenteel ongeveer drie keer (185:65) zo

duur uit als je in plaats van een cv-combiketel

op gas, de aansluiting op het elektriciteitsnet

gebruikt om je huis te verwarmen met een

elektrische cv of met elektrische radiatoren. En

om warmtapwater te maken met een elektri-

sche boiler. (Dit soort apparatuur valt onder

het begrip ‘weerstandsverwarming’.)

Wat is duurder, verwarmen met gas of

met een warmtepomp?

Gelukkig is de situatie niet zo somber als het

lijkt. Anders dan bijvoorbeeld bij elektrische

radiatoren of een elektrische cv zetten warmte-

pompen de elektrische energie die ze vergen

niet een-op-een om in warmte, maar gebruiken

ze de stroom om relatief laagwaardige warmte

uit lucht, water of bodem op te waarderen tot

hoogwaardiger, bruikbare warmte. De hoeveel-

heid nuttige energie die ze zo kunnen verplaat-

sen is drie à vier keer zo groot als de elektri-

sche energie die ze gebruiken. Oftewel: ze

gebruiken drie à vier keer minder elektriciteit

dan de eerder genoemde weerstandsverwar-

ming. De energiekosten bij toepassing van een

warmtepomp in een woning liggen daardoor

ongeveer op het zelfde niveau of iets lager dan

in een vergelijkbaar huis met een cv-combiketel

op aardgas.

Daarbij moeten we in gedachten houden dat

een warmtepomp bij de aanschaf duurder is

dan een gasketel. Maar ook dat de overheid van

plan is de belasting op elektriciteit te verlagen

en die op aardgas te verhogen. En, dat een

woning erg goed moet zijn geïsoleerd bij toe-

passing van een warmtepomp.

Hoe duurzaam is een warmtepomp?

Als we kijken naar duurzaamheid in de beteke-

nis van durable dan kunnen we zeggen dat de

levensduur van een - goed onderhouden -

warmtepomp naar schatting op ongeveer vijf-

tien jaar zal liggen, met uitschieters naar bene-

den en naar boven. Ongeveer net zolang als een

moderne cv-ketel. Als we kijken naar duur-

zaamheid in de betekenis van sustainable, zal

het er sterk van afhangen hoe de te gebruiken

elektrische stroom is opgewekt. Als je alle

stroom die een warmtepompsysteem nodig

heeft zelf duurzaam opwekt - bijvoorbeeld met

zonnepanelen op je dak- kun je je verwarmings-

systeem sustainable noemen. Als je stroom

gedeeltelijk of helemaal via het elektriciteitsnet

inkoopt, moet het honderd procent groene

stroom zijn. Van een leverancier/producent die

een grotere vraag naar groene stroom opvangt

door meer groene stroom te laten produceren.

En niet door meer ‘Garanties van oorsprong’ in

te kopen (zie kader).

Hoeveel CO2 komt vrij door mijn

keuze?

Er valt wat voor te zeggen om verwarmingssys-

temen en woningconcepten te gaan vergelijken

op basis van de, bij een bepaalde keuze te ver-

wachten CO2-uitstoot. Zeg maar de CO2-voetaf-

druk van het geheel. Want de hele exercitie die

we van-gas-los noemen, draait vooral om het

terugdringen van die CO2-uitstoot. Om goed te

kunnen vergelijken is het nodig dat er duidelijke

cijfers beschikbaar komen over de huidige en te

verwachten CO2-uitstoot van een in Nederland

geproduceerde kWh elektrische stroom, onder-

verdeeld naar de gebruikte energiebronnen.

Page 20: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

20 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

Bedrijfsvoering - Informatievoorziening - Beveiliging

MARKT

Voor het FireSafety & Security Event leveren de

vakbladen Brandveilig.com, Security Manage-

ment, Facto en Installatie Journaal als media-

partners inhoudelijke ondersteuning. Doel van

het FireSafety & Security Event is de beveili-

gingsmarkt te stimuleren om te schakelen naar

nieuwe dienstverlenings- en verdienmodellen,

met de focus op 2025.

Behoefte aan nationaal platform

“Samen één vakbeurs voor de hele dienstverle-

ningsketen in de beveiligingssector; dat was de

wens van de leden van de drie samenwerkende

brancheverenigingen”, schetst Erwin Schoe-

maker, directeur van Federatie Veilig Neder-

land. “Producenten, leveranciers en installa-

teurs hebben behoefte aan een nationaal

platform om trends en ontwikkelingen in de

beveiligingsmarkt te tonen en kennis te delen.

Maar de grote commerciële beurzen in het vak-

gebied zijn op hun retour.”

Schoemaker: “Daarom hebben we afgelopen

zomer de koppen bij elkaar gestoken en onze

achterban gevraagd of we als verenigingen zelf

een beurs zouden moeten organiseren. De res-

pons was voldoende om de stap te wagen. In

juni hebben we de knoop doorgehakt en zijn we

gestart met de organisatie. Binnen drie maan-

Beveiligingsdienstverlening op het FireSafety & Security Event 2020

De Brabanthallen in Den Bosch zijn op 8 en 9 april het decor voor de eerste editie

van het FireSafety & Security Event. De vakbeurs is een initiatief van de branche-

organisaties Federatie Veilig Nederland, Techniek Nederland en de Vereniging

Erkende Beveiligingsbedrijven (VEB).

Tekst Rob Jastrzebski

den was 64 procent van de stands in hal 7 met

7.200 vierkante meter al verkocht. Dat zegt iets

over de behoefte aan een laagdrempelige en

toonaangevende vakbeurs in onze sector.”

Innovatie in dienstverlening

Toonaangevend wil zeggen: met toegevoegde

waarde voor bedrijven die werkzaam zijn in de

beveiligingssector. Het FireSafety & Security

Event heeft de ambitie leveranciers, installa-

teurs en klanten ‘de weg te wijzen’ in het snel

veranderende dienstverleningslandschap in de

samenleving. Jan Kuipers, voorzitter van de

VEB, ziet de markt voor safety- en securitydien-

sten snel veranderen en daar moeten bedrijven

in de keten in zijn ogen goed op inspelen.

Kuipers: “In oktober hebben we met de drie

brancheverenigingen een themacongres voor

265 bezoekers georganiseerd, waarin we de

blik hebben gericht op 2025. Bestaan bedrijven

die nu volop werkzaam zijn in de beveiligings-

sector dan nog? En zo ja, geldt dan nog het ver-

dienmodel van 2019/2020? We zien in de

samenleving een sterke trend naar nieuwe

dienstverleningsconcepten. Met als rode draad

dat de eindklant steeds vaker vraagt om slim-

me en kostenbesparende oplossingen voor

bedrijfsvoering, informatievoorziening en

beveiliging.” Snelle en ingrijpende veranderin-

gen op het gebied van ICT-infrastructuur en

telecom maken dat mogelijk, vertelt Kuipers.

“Dedicated ICT-verbindingen via koperlijnen

worden in hoog tempo vervangen door IP-ver-

bindingen en services in de cloud. Klanten zoe-

ken oplossingen in het ‘EMVI’ model, een Eco-

nomisch Meest Voordelige Investering. Daar

moeten de aanbieders in de beveiligingsmarkt

dan ook hun aanbod en hun verdienmodel op

inrichten. De hele samenleving is in transitie

naar innovatieve dienstverlening en daarbij kan

de beveiligingssector niet achterblijven. De

installatiebranche zit, net als de eindklant, niet

meer te wachten op conservatieve techniek. IP

en clouddiensten worden bepalend voor alle

dienstverleningsbranches, ook voor de beveili-

gingssector.”

De klant ontzorgen

Ook voorzitter Fred van Poelgeest van de vak-

groep Beveiliging binnen Techniek Nederland,

“IP en clouddiensten worden bepalend voor alle dienstverleningsbranches”

Page 21: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

21Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

MARKT

v.l.n.r: Kevin Donders (account manager Vakmedianet), Fred van Poelgeest (Techniek Nederland), Arjen de

Kort (hoofdredacteur Security Management), Erwin Schoemaker (Federatie Veilig Nederland), Marcel van

Duijn (hoofdredacteur Brandveilig.com), Jan Kuipers (VEB) en Gerard Dessing (hoofdredacteur Facto).

voelt die noodzaak tot verandering bij de colle-

ga’s in de sector. Waar bedrijven tot dusver

voor hun ICT-diensten moesten investeren in

lokale techniek en intelligentie, zal die de

komende jaren steeds meer op afstand komen

te staan. Het leidt tot ontzorging van de klant,

die geen omkijken meer heeft naar eigen ser-

vers en niet meer zelf zijn hard- en software

hoeft te updaten, maar dit via een dienstverle-

ningsovereenkomst kan uitbesteden.

Ook beveiligingsoplossingen in de cloud zijn de

realiteit van morgen. Het kan bedrijven han-

denvol geld schelen aan investeringen als zij

voor hun brandmeldcentrales, beveiligingscen-

trales en cameratoezichtnetwerken geen eigen

servers met besturingssoftware meer in stand

hoeven te houden, maar die eenvoudig via een

multifunctionele router als service uit de cloud

kunnen betrekken.

Toekomstproof

Het thema ‘dienstverleningsmodellen voor

leveranciers en installateurs in 2025’ wordt ook

doorgetrokken naar de vakbeurs in april. Fred

van Poelgeest verwacht van de exposanten dat

zij hun aanbod op dit thema afstemmen. “Con-

creet vragen we van alle bedrijven die naar het

FireSafety & Security Event komen: presenteer

innovatieve beveiligingsoplossingen waar de

hedendaagse klant behoefte aan heeft en bied

comfort: een integraal serviceaanbod via een

toekomstbestendige technische infrastructuur.

Een deel van de bedrijven in de beveiligings-

branche denkt en werkt nog steeds te conser-

vatief wat betreft verbindingen en informatie-

opslag en deels is dat ook een gevolg van de

regelgeving en certificeringseisen. Maar de

wereld om ons heen verandert echt, net als de

relatie tussen leveranciers en hun klanten. Om

over vijf jaar nog te kunnen bestaan, moeten

leveranciers en installateurs hun bedrijfsmodel

en dienstverlening toekomstproof maken.”

Hele keten

Met zo’n doelstelling heeft het FireSafety &

Security Event méér nodig dan alleen een bre-

de uitstalling van de stand der techniek en

innovatieve producten. Er is ook ruimte voor

inhoudelijke themalezingen en visies, waarvoor

op verschillende plaatsen op de beurs spea-

kerscorners worden ingericht. Ook is er op bei-

de beursdagen in de ochtend een kort congres-

programma, waar actuele thema’s, trends en

uitdagingen voor de beveiligingsbranche wor-

den geadresseerd. Die inhoudelijke kant van

het evenement wordt verzorgd door media-

partners, die hiervoor op zoek gaan naar

gezaghebbende experts in het vakgebied.

Qua opzet en inhoud gaat de nieuwe vakbeurs

zich volgens VEB-voorzitter Jan Kuipers onder-

scheiden van eerdere beurzen. Zowel wat

betreft exposanten als de beoogde doelgroe-

pen omvat de beurs het volledige bedrij-

venspectrum: van fabrikanten tot leveranciers,

installateurs, securityprofessionals, adviseurs,

system integrators. Alle schakels in de keten:

van detectie, via melding en signaaloverdracht

en alarmopvolging tot respons en manbewa-

king, worden belicht. Kuipers: “De kracht van

de samenwerking van de drie brancheorgani-

saties is dat we samen die totale keten bestrij-

ken en complementair zijn aan elkaar. Omdat

de drie bedrijvenverenigingen gezamenlijk de

organisatie voor hun rekening nemen, krijgt de

beurs ook een ander karakter dan soortgelijke

commerciële vakbeurzen. Het is een beurs zon-

der winstoogmerk en het evenement wordt

geëxploiteerd door een stichting. Dat leidt tot

aanzienlijk lagere tarieven voor exposanten.

Bovendien zijn toegang, parkeren en catering

voor de bezoekers gratis.”

Exposanten

FireSafety & Security 2020 mikt op minimaal

tweeduizend bezoekers uit de beveiligingssec-

tor en op circa zestig tot tachtig exposanten.

Erwin Schoemaker is er op grond van de stand

van zaken medio december van overtuigd dat

de nieuwe vakbeurs een succes zal worden.

“Het expositieprogramma wordt gedragen

door de 35 grote namen uit de wereld van

fabrikanten, leveranciers en installateurs. Die

hebben allemaal al ingetekend. Aanvankelijk

dachten we zo’n driekwart van de grote hal van

de Brabanthallen te kunnen vullen, maar

inmiddels biedt die hal van 7.200 vierkante

meter al niet meer zoveel vrije plaatsen. We

hebben een optie op uitbreiding naar een twee-

de hal voor het geval dat het aantal aanvragen

voor standruimte die beschikbare ruimte over-

stijgt.”

BEURSINFORMATIE

Datum: woensdag 8 en donderdag 9 april 2020

Plaats: Brabanthallen, Diezekade 2,

5222 AK ’s-Hertogenbosch

Openingstijden:

woensdag 8 april: 11.00-18.30 uur,

donderdag 9 april: 11.00-18.00 uur

Aanmelden? kan via www.fssevents.nl

Page 22: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

22 GawaloJanuari-Februari 2020

Gasloos - All-Electric - VRF

PROJECT

De wens van opdrachtgever Leger des Heils

was heel duidelijk: hun nieuwe sorteercentrum

moest een duurzaam gebouw worden met een

duurzame installatie. Dat past helemaal bij het

doel van het gebouw: gebruikte kleding een

tweede leven geven.

Het nieuwe sorteercentrum in Deventer staat

op een strategische plek op een bedrijventer-

rein langs de A1. Vanaf die plek gaan de ver-

schillende ReShare kledingwinkels in Neder-

land bevoorraad worden. Ook het transport van

en naar het centrum gebeurt milieubewust met

vrachtwagens die op elektriciteit of op gas rij-

den.

Locaties

Leger des Heils maakt gebruik van zo’n 250

locaties in heel Nederland. Wilbert Vedder, spe-

cialist installatietechniek van het Leger des

Heils: “Dat zijn centra voor dag-nachtopvang,

kantoorpanden voor de bedrijfsbureaus, ReS-

hare-winkels, zorgcentra voor drugsverslaaf-

den en noem maar op. We hebben het land ver-

deeld in twaalf regio’s en per regio is een

facilitair team verantwoordelijk voor het dage-

lijks onderhoud van de locaties aldaar. Nieuw-

bouw, verbouw en renovatie verloopt via een

centrale vastgoedafdeling en wordt van daaruit

als project begeleid.”

Bij nieuwbouw neemt het Leger des Heils zelf

een aannemer in de arm, vertelt Vedder. In het

geval van het sorteercentrum in Deventer

kreeg Dijkham Bouw de opdracht voor de

bouw. “We hebben afgesproken dat zij het

gebouw op een bepaalde datum turnkey zou-

den opleveren. Vervolgens hebben ze zelf ver-

schillende partijen ingeschakeld, waaronder

vanPanhuis Hoogeveen, onderdeel van Top

Installatiegroep, voor de installaties. VanPan-

huis Hoogeveen heeft zowel de elektrotechni-

sche als de werktuigbouwkundige installaties

gerealiseerd. Als Leger des Heils willen we

graag betrokken zijn bij het ontwerp en de uit-

voering. Ik zit dus bij alle bouwvergaderingen

en heb ook tijdens de bouw regelmatig even

meegekeken.”

VRF-unit

Het Bouwbesluit geeft wat kaders voor duur-

zaamheid, maar al gauw werd besloten om een

stap verder te gaan. Wilbert Vedder: “Het is een

enorm complex van vijfduizend vierkante

meter, dus er is nogal wat vermogen nodig. Het

gebouw is gasloos en all-electric. Op het dak

staan twee warmtepompen. In de sorteerhal is

vloerverwarming gelegd met een totale slang-

lengte van bijna elf kilometer met een Western

warmtepomp met een vermogen van 116 kW als

opwekker.”

In de kantoorruimte met kantine en kleedruim-

tes is een VRF-unit opgehangen, vertelt Vedder.

“Die is aangesloten op een LG-warmtepomp

van 18 kW. Zo’n variable refrigerant flow (VRF-)

systeem, ook wel satelliet-unit genoemd, kan

All-electric sorteercentrum voor Leger des Heils

In Deventer is in opdracht van het Leger des Heils een nieuw, landelijk en energie-

neutraal sorteercentrum gebouwd. Het gebouw, waarin gebruikte kleding een

tweede leven krijgt, is gasloos en all-electric. Installatiebedrijf vanPanhuis Hoog-

eveen heeft zowel de elektrotechnische als de werktuigbouwkundige installaties

gerealiseerd.

Tekst Marion de Graaff

In de sorteerhal is vloerverwarming gelegd met een

totale slanglengte van bijna elf kilometer.

Page 23: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

23Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

prima als verwarming dienen. Het is een soort

ventilator-convector gekoppeld aan een lucht-

behandelingskast. Het was mogelijk geweest

om met dat systeem zowel te verwarmen als te

koelen, maar dan was er veel meer vermogen

nodig geweest. Het is toch een kwestie van pri-

oriteiten.”

Zonnepanelen

“Dat geldt ook voor zonnepanelen, daar zien we

in verband met de kosten voorlopig nog even

van af, maar ze gaan er in de nabije toekomst

zeker komen.”

Projectleider Jan Jager van vanPanhuis Hoog-

eveen geeft aan: “Met het berekenen van de

dakconstructie is er al rekening mee gehouden,

die is verzwaard en dus direct geschikt voor

plaatsing. In de hoofdverdeelkast hebben we

alvast een aansluiting gemaakt.”

Wilbert Vedder: “We moesten keuzes maken.

Het was voor de regelgeving niet nodig om

direct pv-panelen te laten plaatsen, maar dat

zijn we in de toekomst zeker van plan. Er pas-

sen heel wat panelen op het dak. De grote hal

bestaat uit twee gedeelten: aan de ene kant

komt de kleding binnen en wordt gesorteerd,

aan de andere kant wordt de kleding opgesla-

gen en klaar gemaakt voor het transport naar

de ReShare winkels, waarvan er op dit moment

elf in heel Nederland zijn.”

Warmtepomp en vloerverwarming

Er zijn meerdere manieren om zo’n grote hal te

verwarmen. Vedder: “De combinatie warmte-

pomp en vloerverwarming is gekozen omdat

het voor de mensen die in de hal werken heel

comfortabel is. Convectoren laten lucht circu-

leren en dat is in een omgeving met veel stof-

deeltjes - er wordt straks jaarlijks vijf miljoen

kilo gebruikte kleding gesorteerd - niet aan te

raden. Infraroodpanelen aan het plafond had

gekund, maar dan is alleen het bovenste deel

van de hal warm. Vloerverwarming is hier de

beste oplossing.”

Naast de installaties voor de warmtevoorzie-

ning heeft vanPanhuis Hoogeveen in de grote

hal een wtw-kast geïnstalleerd voor de ventila-

tie. Jan Jager: “Verder is het hele pand in het

kader van de duurzaamheid voorzien van ruim

250 armaturen voor ledverlichting. Er is een

eigen zwakstroominstallatie voor de camera-

beveiliging gerealiseerd, alsmede een ontrui-

mingsinstallatie en een gebouwbeheersys-

teem.”

PROJECT

De bouw verliep razendsnel. “We zijn begonnen

in mei”, vertelt Jager, “en we waren klaar in

oktober. Er was een strakke planning en als

iedereen die nakomt, kan het snel gaan. De

vloer is gestort voorafgaand aan de bouwvak

zodat het rustig kon drogen. Voor ons was dit

geen uitzonderlijke klus, maar het pand is wel

indrukwekkend vanwege het formaat.”

Pelletkachels en aggregaat

Het was wel nog spannend of het ReShare-sor-

teercentrum bij opening direct van alle all-elec-

tric voorzieningen gebruik zou kunnen maken.

Wilbert Vedder: “We hadden een eigen trafo-

huis nodig en dat had nogal wat voeten in de

aarde. Toen we de aanvraag deden, kregen we

te horen dat er ruim een half jaar levertijd was.

Dat was even schrikken en we zijn onmiddellijk

aan de slag gegaan met een noodscenario. De

tijdelijke oplossing moest bestaan uit pelletka-

chels en een aggregaat. Uiteindelijk bleek dat

niet nodig en werden we een maand na opening

aangesloten.

Nutsvoorzieningen

“Die ene maand hebben we kunnen overbrug-

gen met bouwstroom. Zes maanden, met de

wintermaanden daarin, was wel lastig gewor-

den. De druk op nutsbedrijven is groot omdat

er veel all-electric gebouwd wordt, en het ook

voor hen moeilijk is om goed personeel te vin-

den. Dat is best een probleem. Ze gaan met dit

soort aanvragen aan de veilige kant zitten. Als

ze zes maanden zeggen, maar het lukt uitein-

delijk veel sneller, dan ben je als klant natuurlijk

reuzeblij.”

Het Variable refrigerant flow (VRF-)systeem, ook wel satelliet-unit genoemd, is een soort ventilator-convector

gekoppeld aan een luchtbehandelingskast.

Het Leger des Heils maakt gebruik van zo’n 250 locaties in heel Nederland.

Page 24: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

24 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

Energietransitie - Technici - Wachttijden

MARKT

‘Op dit moment kunnen we niet al onze klanten

in alle gevallen op tijd aansluiten. Helaas ver-

wachten we dat dit de komende periode niet

verandert. Het kan zelfs zijn dat de doorlooptij-

den verder oplopen (…).’

Het was een standaard disclaimer op de web-

site van Mijnaansluiting.nl, een samenwerking

Netbeheerders: ‘Niet voor te stellen wat een werk op ons afkomt’

Het jaar 2019 was zwaar voor netbeheerders. Het vele extra werk door zonne-

parken, laadpalen en datacenters zorgde voor fors oplopende wachttijden bij

aansluitingen. Inmiddels is het probleem onder controle, maar toch waarschuwt

Martha van den Hengel, voorzitter van Mijnaansluiting.nl en directeur Aansluitin-

gen bij Liander, voor de toekomst.

Tekst Marije de Leeuw*

van alle netwerkbedrijven door heel Nederland.

Inmiddels is die boodschap niet meer zicht-

baar, maar het toont wel de druk waar netbe-

heerders mee te kampen hadden. 45 weken

wachten op een aansluiting, terwijl de wettelij-

ke termijn 18 weken is, was in 2019 niet

vreemd. Er is veel verbeterd, zegt Van den

Hengel, terugblikkend op het afgelopen jaar.

“Met het werven van extra technici, slimmer

werken en verbeterde samenwerking met aan-

nemers kunnen we de vraag beter aan.”

Dus 45 weken wachten is verleden tijd?

“De wachttijden zijn nog steeds vrij lang,

gemiddeld veertig weken. Het verschil is dat

bouwers dit inmiddels weten. Ze doen een aan-

vraag voor de aansluiting niet meer op het

allerlaatste moment, zoals voorheen altijd het

geval was. Ze zorgen nu dat ze dat ver van tevo-

ren aanvragen. En dus worden de doorlooptij-

den langer. We hebben met alle initiatiefne-

mers veel gesprekken gevoerd om dit te doen,

zodat wij onze planningen daarop kunnen aan-

sluiten.”

En die tekorten aan kabels?

“Ook dat is onder controle. Met name door de

snelle groei van zonneparken waren er veel

extra kabels nodig. We hebben afgelopen zomer,

toen het tekort speelde, gesprekken gevoerd

met kabelleveranciers en hen gevraagd extra te

produceren. Nu is dat weer redelijk op orde. Al

blijft beschikbaarheid van materiaal wel een

aandachtspunt in de hele sector door de toene-

mende vraag naar aansluitingen. Belangrijk is

dat we goed in gesprek blijven.”

Het klinkt alsof de grootste problemen

zijn getackeld. Toch waarschuwt u voor de

toekomst. Waarom?

“Omdat de energietransitie ervoor zorgt dat

Nederland de komende dertig jaar op de schop

MARTHA VAN DEN HENGEL

Martha van den Hengel is ruim drie jaar voorzit-

ter van Mijnaansluiting.nl, een samenwerking van

23 netwerkbedrijven door heel Nederland. De

organisatie helpt aannemers en netbeheerders

aansluitingen door het hele land naar eigen zeg-

gen klantvriendelijker te organiseren. Daarnaast

was ze tot begin 2019 directeur Aansluitingen bij

Netbeheerder Liander. Sinds ruim een jaar is ze

daar kwartiermaker uitvoering regionale energie-

transitie.

Page 25: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

25Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

MARKT

gaat. Het werk dat op ons afkomt is zo onwaar-

schijnlijk groot, dat is niet te realiseren met de

mensen die we nu hebben. Niet alleen voor net-

beheerders, ook voor bouwers en installateurs

is de uitdaging enorm. Naast de bestaande

bouw die van het aardgas af moet, krijgen we

laadpalen, zonneparken en elektrificatie van

het vervoer. Het is bijna niet voor te stellen wat

er allemaal op ons afkomt. Om dat allemaal te

realiseren, zijn er veel meer technici nodig.”

De tekorten aan technici blijven dus

groot, verwacht u?

“Klopt, jongeren kiezen niet zomaar meer voor

techniek. Ondertussen groeit de werkvoorraad

flink door. Een elektromonteur kan tegenwoor-

dig kiezen uit veertig banen. We moeten er als

maatschappij voor zorgen dat er meer meisjes

en jongens voor techniek kiezen. Techniek is

zo’n mooi vak en wordt echt zwaar onderge-

waardeerd.”

Zijn er andere oplossingen om de energie-

transitie toch te realiseren?

“Het belangrijkst is dat we ver vooruit gaan kij-

ken en daarop gaan plannen. En dan bedoel ik

niet alleen netbeheerders of bouwers, maar als

hele maatschappij. Cruciaal is dat je per regio

in kaart brengt wat er moet gebeuren. Honder-

den laadpalen per dag kun je niet tegelijk plaat-

sen. Je moet goed afstemmen wanneer je wat

gaat doen. De organisatie is heel belangrijk.

Daarbij is een goede samenwerking nodig.

Alleen dan gaat het lukken.”

En hoe is die samenwerking tussen

netbeheerders en bouwbedrijven?

“Die is sinds anderhalf jaar enorm verbeterd.

Het is ontzettend vervelend voor klanten dat er

vertragingen zijn ontstaan bij het aansluiten

van nutsvoorzieningen. Gaan zwartepieten of

elkaar de schuld geven, heeft geen zin. Dat

erkennen we inmiddels allemaal. Door betere

samenwerking tussen netbeheerders, bouwbe-

drijven en aannemers zien we flinke verbeterin-

gen en werken we ook samen aan mooie inno-

vaties.”

En nieuwe innovaties, kunnen die ook

bijdragen?

“Zeker. Wij zijn samen met bouwers bezig met

een prefab meterkast, een oplossing die veel

tijd gaat besparen. Op dit moment worden aan-

sluitingen in woningen altijd als laatste in het

bouwproces aangelegd, maar de bedoeling is

dat de prefab-meterkast direct na het storten

van de fundering al wordt geplaatst. We heb-

ben aan bouwbedrijven gevraagd of dit kon en

we zijn er via pilots achter gekomen dat dit voor

laagbouw mogelijk is. Kort voor oplevering slui-

ten we alles dan in een keer aan. De elektriciteit

en water zijn gelijk te gebruiken. We werken nu

aan de normering, en we verwachten dit in sep-

tember waarschijnlijk officieel in te gaan voe-

ren.”

Komt de energietransitie in gevaar?

“De energietransitie betekent een verbouwing

van onze totale leefomgeving. Het verwijderen

van aardgasnetten, het installeren van miljoe-

nen laadpalen, het aansluiten van duizenden

megawatts aan zonneweides en windparken.

Het is een enorme uitdaging. Als we slim en

efficiënt gaan werken, komen we een heel

eind.”

* Dit artikel stond eerder in Cobouw.

Martha van den Hengel, voorzitter van Mijnaansluiting.nl.

Page 26: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

MARKT

Rendement - Zonnecel - Perosvkiet

Traditionele zonnecellen op basis van silicium

zijn de afgelopen decennia voortdurend effici-

enter en goedkoper geworden. Goed nieuws

natuurlijk, maar helaas is de rek er zo langza-

merhand een beetje uit. “Het rendement van

commerciële silicium pv-cellen zit nu op zo’n

22 procent. Jaarlijks groeit dat door met

gemiddeld zo’n 0,4 procent. Maar verder dan

26-27 procent zullen we voor industrieel ver-

vaardigde cellen waarschijnlijk nooit komen,

mede omdat de kosten uiteindelijk onevenredig

snel zullen toenemen”, vertelt onderzoeker

Gianluca Coletti (TNO).

“Grote vraag is dus: wat nu? Door twee ver-

schillende types zonnecellen te stapelen tot

zogenoemde ‘tandemcellen’, kunnen we voor-

bij de fundamentele grenzen komen waar de

individuele cellen nu tegenaan lopen.”

De volgende generatie

Het Solliance Solar Research programma is

opgezet voor de ontwikkeling van de volgende

generatie ‘dunne-film’ zonneceltechnologieën.

Dit samenwerkingsverband van onder andere

het Nederlandse TNO en het Belgische imec

loopt al jaren voorop bij de ontwikkeling van

perovskiettechnologie. Aanvullend daaraan

heeft het zonne-energieteam van TNO in Pet-

ten (het voormalige ECN) een sterke positie op

het gebied van geavanceerde silicium zonne-

technologie. Zo ontwikkelde het team in de

afgelopen jaren ook een variant die aan beide

zijden zonlicht kan omzetten. Dat zorgt voor

meer opbrengst, omdat daarmee ook het indi-

recte en weerkaatste licht kan worden gebruikt

voor energieopwekking. Door perovskieten te

combineren met enkelzijdig werkend silicium

hebben de onderzoekers samen al hoog effici-

ente tandems weten te maken. Ze behoren

daarmee tot de wereldtop.

Het hele zonnespectrum

Combinatie van perovskiet zonnecellen met

tweezijdig werkend silicium is nieuw en maakt

een nog hogere energieopbrengst mogelijk ver-

telt Coletti, die programmamanager Tandem

Technology is in het TNO programma. “Voor-

deel van tandemcellen is dat de bovenste laag,

het perovskiet, UV- en zichtbaar licht efficiënt

omzet in energie, terwijl de onderliggende laag,

het silicium, infrarood licht efficiënt omzet. De

twee materialen samen zetten daarmee het

hele zonnespectrum efficiënt om en benutten

bovendien het licht aan voor- én achterzijde

van het paneel.”

Dertig procent rendement

De tweezijdig werkende tandemzonnecel waar-

aan zijn team werkt zit nu op een effectief licht-

naar-elektriciteit omzettingsrendement van

ongeveer dertig procent. De opbrengsteffecten

van materiaalcombinatie en tweezijdigheid zijn

daarbij opgeteld. Dat is ongeveer een derde

beter dan de energieopbrengst van de op dit

moment gebruikte industriële zonnecellen.

Maar Coletti denkt dat er in het tandemcon-

cept een totale groeipotentie zit tot wel veertig

procent. Dat is een belangrijke doorbraak. Het

mooie aan de twee gebruikte technologieën is

De doorbraak van het tweezijdige tandemzonnepaneel

De opbrengst van zonnepanelen kan een forse sprong maken door twee typen

zonnecellen te combineren én ze dubbelzijdig te gebruiken. Onderzoekers hopen

binnen een paar jaar een marktklaar concept te hebben.

Tekst Edo Beerda

Het omzettingsrendement zit nu op ongeveer dertig procent

26 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

Page 27: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

27Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

MARKT

dat ze beide nog lang niet aan hun limiet zitten.

Tweezijdige pv-panelen dringen al door tot

markt, maar het gebruik van perovskiet staat

feitelijk nog in de kinderschoenen.

Perovskiet

Perovskiet is een veelbelovende pv-technologie

omdat ze in potentie nog een stuk goedkoper

kan uitpakken dan silicium. Bovendien zijn de

samenstellende elementen, net als silicium,

ruim beschikbaar in de natuur. Het mineraal is

vernoemd naar de Russische mineraloog L.A.

Perovski (1792-1856).

Sinds het onderzoek naar perovskiet als pv-

materiaal een jaar of tien geleden startte, is het

gelukt de opbrengst ervan met tientallen pro-

centen op te krikken. Wetenschappers ontdek-

ten dat perovskiet eigenlijk een kristalstructuur

is die zich in diverse samenstellingen laat vor-

men. Een interessante eigenschap is, dat er

maar heel weinig van het materiaal nodig is om

een goed rendement te halen. Een standaard

silicium zonnecel is ongeveer 180 micrometer

dik, een pv-cel gemaakt uit perovskiet hoeft

slechts 1 micrometer dik te zijn. Dat maakt

energie opwekken in theorie goedkoper en een-

voudiger.

Net zoals de meeste andere dunne-film zonne-

cellen moeten perovskiet zonnecellen goed

worden ingepakt, onder meer om ze te

beschermen tegen de inwerking van vocht. Dit

kan, net als bij silicium zonnepanelen, met glas.

Maar omdat dunne film zonnecellen, zoals

perovskiet, zo dun zijn, kunnen ze ook op een

flexibele drager, zoals een plastic- of metaalfo-

lie, opgebouwd worden. In dat geval is er een

goede flexibele inpakking nodig. Bij TNO zijn

hiervoor goedkope inpaktechnologieën ontwik-

keld die momenteel door dunne-film zonnecel

producenten worden gebruikt en geëvalueerd.

Flexibele zonnepanelen kunnen dan weer

gebruikt worden voor lichtgewicht constructies

en voor gebogen oppervlakten.

Tweezijdig

“Het fundamentele onderzoek aan perovskiet

kan binnen drie tot vijf jaar afgerond zijn. Het-

zelfde geldt voor ons onderzoek naar tandem-

technologie”, zegt Coletti. In principe zou er

dus rond 2023-2025 een marktklaar product

moeten zijn. De International Technology Road-

map for Photovoltaic bevestigt dat.

Dat product móet wel tweezijdig zijn, want de

verwachting is dat rond die tijd een groot deel

van de standaard zonnepanelen die uit de

fabriek komen tweezijdig zal zijn. Voor de tradi-

tionele siliciumpanelen zit daar de groei in.

Er zijn uiteraard nog wel uitdagingen te over-

winnen voordat tandempanelen marktrijp zijn

- en helemaal voor de volgende stap richting

veertig procent omzettingsrendement. Hoe ga

je bijvoorbeeld de twee typen cellen in de tan-

dem met elkaar verbinden en hoe maak je er

één module van? In principe kun je kiezen of er

4, 3 of 2 draadjes uit zo’n module gaan komen.

Elke benadering heeft zijn effect op de produc-

tie- en systeemkosten, en dus op de uiteindelij-

ke kosten van elektriciteitsopwekking.

Opschaling nodig

Ook is er een opschaling nodig van de perovs-

kiettechnologie om echte stappen vooruit te

kunnen maken. Van een pv-oppervlak van pak-

weg honderd vierkante centimeter dat nu haal-

baar is, moet een sprong worden gemaakt naar

de omvang van een complete module. “De uit-

daging is hoge efficiëntie te bereiken op een

groot oppervlak én een grote stabiliteit”, legt

Coletti uit. “Dit product moet liefst meer dan

vijfentwintig jaar meegaan.”

Momenteel hebben verschillende groepen

wereldwijd succesvolle resultaten geboekt met

gestandaardiseerde versnelde verouderingstes-

ten. Tegelijkertijd komen er meer en meer belo-

vende testresultaten ter beschikking van perovs-

kiet zonnepanelen die enkele maanden tot meer

dan een jaar buiten zijn getest. “Ik ben dus vol

vertrouwen dat dit ook wel goed komt, want een

paar jaar geleden was de stabiliteit van perovs-

kiet zonnecellen niet meer dan een uur”, relati-

veert Coletti. “De ontwikkeling gaat razendsnel.”

Nog een uitdaging bij de doorontwikkeling van

perovskiet is dat de tot nu toe best presterende

vorm van het materiaal lood bevat. Hoewel in

kleine hoeveelheden aanwezig, is dit een

toxisch element en maakt normaal huis-, tuin-

en keukengebruik lastig. Zorgvuldig inpakken

van de verschillende cellagen en de module kan

dit probleem wellicht oplossen en bijdragen

aan verdere verhoging van de stabiliteit.

Opschalen

Solliance werkt vooral aan het perovskiet-deel

van de technologie, TNO in Petten werpt zich

op de integratie in een compleet paneel. Vol-

gens de technologieroadmap die het consorti-

um heeft uitgestippeld zou het rendement in

de komende paar jaar een grote stap moeten

maken. Binnen vijf jaar zou een rendement van

35 procent haalbaar moeten zijn. In samenwer-

king met Nederlandse marktpartijen zou snel

opschalen naar massaproductie mogelijk moe-

ten zijn.

Gaat het tweezijdige tandempaneel straks alle

bestaande panelen van de markt af vegen? Dat

is uiteraard sterk afhankelijk van de prijs. De

kans dat het paneel duurder zal zijn dan een

silicium paneel is groot. Maar daar staat tegen-

over de hogere opbrengst. Op minder opper-

vlak en met minder ondersteuningsconstruc-

ties, installaties en onderhoudswerk kun je dus

dezelfde opbrengst genereren als met stan-

daardpanelen. “In een land als Nederland, waar

grond kostbaar is, kan dat doorslaggevend

zijn”, denkt Coletti. “Als je de totale kosten en

opbrengsten tegen elkaar afweegt, zullen twee-

zijdige tandemmodules zeker concurrerend

worden. Daar twijfel ik niet aan.”

Page 28: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

28 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

Boiler - Combiketel - Stand-Alone

TREND

In een woning zonder aansluiting op het aard-

gasnet bestaan verscheidene opties voor de

bereiding van warm water of - liever gezegd -

van warmtapwater. Bij sommige oplossingen

gaat het om stand-alone apparaten, die alleen

verwarmd water leveren voor één of meer tap-

punten in de woning. Vergelijkbaar dus met de

keuken- of badgeiser op aardgas.

Bij andere opties gaat het om combi-appara-

ten die ook zorgen voor de ruimteverwarming.

Vergelijkbaar met de cv-combiketel op aard-

gas. Allereerst aandacht voor enkele stand-

alone apparaten, die goed zijn te combineren

met bijvoorbeeld infraroodverwarming, elek-

trische vloerverwarming of elektrische radia-

toren.

Elektrische boiler

De elektrische boiler is een goed geïsoleerd

voorraadvat waarin een elektrisch element het

water opwarmt. Dat water wordt vervolgens

ook zo goed mogelijk op een vooraf ingestelde

temperatuur gehouden. Een dergelijke boiler is

verkrijgbaar in diverse volumes, afgestemd op

de behoefte aan warmtapwater.

Vooral de vraag naar warm water in de badka-

mer is belangrijk en die is afhankelijk van het

aantal bewoners en de keuzes die ze maken.

Bijvoorbeeld de keuze tussen een regendouche

of een waterbesparende douchekop, tussen

lang of kort douchen en tussen wel of niet vaak

in bad liggen.

Vuistregels voor de berekening van de gewens-

te capaciteit van warmtapwatertoestellen,

inclusief enkele voorbeeldberekeningen zijn te

vinden in de gratis van www.installatiejournaal.

Warmtapwater in een all-electric woning

Hoe regel je de warmtapwatervoorziening in een all-electric of

aardgasvrije woning?

Tekst Joost Melten

Gasvrij is nog niet hetzelfde als energiezuinig

Page 29: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

29Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

TREND

nl te downloaden whitepaper ‘Comfortabele

warmwatervoorziening’.

Mini-boilers

Het kan gebeuren dat het in de beleving van de

gebruiker(s) te lang duurt voor er echt warm

water bij een veelgebruikt tappunt aankomt.

Bijvoorbeeld bij de mengkraan boven het aan-

recht in de keuken. In dat geval bestaan er drie

optionele mini-boilers voor het lokaal bereiden

van warmtapwater: een close-in boiler, een

plintboiler en een heetwaterkraan. Met een zo

goed mogelijke thermische isolatie, om warm-

teverlies zoveel mogelijk te voorkomen.

Een close-in boiler heeft gewoonlijk een inhoud

van tien à vijftien liter water en kan worden

weggewerkt in een keukenkastje boven het tap-

punt of in het aanrechtkastje er onder. Een

plintboiler is een variant die is bedoeld om te

worden weggewerkt in de plint onder het aan-

rechtkastje. De inhoud gewoonlijk vijf à tien

liter water. Beide miniboilers worden aangeslo-

ten op de koudwaterleiding en leveren hun war-

me water via een warmwaterkraan of een

mengkraan af aan de gebruiker. In een nieuw-

bouw- of renovatiewoning is een warmwaterlei-

ding naar de keuken dus niet meer nodig, maar

wel een extra aansluiting op de koudwaterlei-

ding en op het elektriciteitsnet.

Kokendwaterkraan

Een kokendwaterkraan -ook wel heetwater-

kraan of zelfs kokendheetwaterkraan

genoemd- is verkrijgbaar in een aantal varian-

ten, van eenvoudig tot veelzijdig, die allemaal

op het elektriciteitsnet moeten worden aange-

sloten. Het geproduceerde hete water wordt

onder druk bewaard in een geïsoleerd vat, met

gewoonlijk een inhoud van drie á zeven liter.

Het eenvoudigste type word aangesloten op de

koudwaterleiding en levert via een kindveilige

kraan alleen (kokend)heet water. Koud- en

warmtapwater - bijvoorbeeld geleverd door

een elektrische boiler - moeten uit een gewone

mengkraan komen.

Drie-in-een

Een complexere uitvoering is een drie-in-een

combikraan, die zowel op de koud- als de

warmwaterleiding moet worden aangesloten.

De kraan kent drie standen: een voor koud

water, een voor warm, en een kindveilige voor

heet water. Een weer wat veelzijdiger uitvoering

levert in de warmwaterstand meteen warm

water, door het automatisch mengen van opge-

slagen heet water met koud water. Dit mengen

gaat door tot het moment dat er warmtapwater

van elders arriveert. Kokendwaterkranen en

andere boilers vallen onder de zogeheten voor-

raadtoestellen.

Voorbeelden van een doorstroomtoestel zijn de

bad- en keukengeiser op gas. De elektrische

tegenhanger van deze vertrouwde gasgeisers

is de zogeheten elektrische doorstroomverwar-

mer, een apparaat dat eigenlijk beter een ’elek-

trische geiser’ genoemd zou kunnen worden.

Combi’s

Naast de stand-alone elektrische apparaten die

warmtapwater bereiden, bestaan er ook appa-

raten die zowel ruimteverwarming verzorgen

als warmtapwater leveren. Vergelijkbaar met

de vertrouwde cv-combiketel op gas.

Een elektrische cv-ketel levert alleen warm

water voor ruimteverwarming. Voor warmtap-

water moet een aparte elektrische boiler of

elektrische geiser worden geplaatst. Er

bestaan evenwel ook elektrische cv-combike-

tels, een combinatie van een elektrische cv-

ketel met een elektrische geiser.

Er bestaan meerdere typen warmtepompen de

allemaal gemeen hebben dat ze de elektrische

stroom die ze vergen niet een-op-een omzetten

in warmte, maar gebruiken om relatief laag-

waardige warmte op te waarderen (op te pom-

pen) tot relatief hoogwaardige warmte. Die ver-

volgens vooral is te gebruiken voor

ruimteverwarming.

Warmtepompboiler

Zo haalt een lucht-waterwarmtepomp bruikba-

re warmte uit de buitenlucht. Ze kan warmtap-

water leveren via een al dan niet geïntegreerd

buffervat voor de opslag en eventuele naver-

warming van het water. Hetzelfde geldt voor

een bodem-waterwarmtepomp die warmte

haalt uit de bodem. Omdat het hier over voor-

raadtoestellen gaat, is het zaak om het boiler-

vat niet te krap te kiezen en net als bij een elek-

trische boiler goed te kijken naar de behoeften

en keuzes van de bewoners.

Zonneboiler

Een zonneboilersysteem bestaat uit twee com-

ponenten: het zonnewarmteverzameldeel en

het opslagvat voor het verwarmde water, de

eigenlijke boiler. De zonnewarmte kan worden

verzameld door één van de vele typen zonne-

collectoren, of door zogeheten thermische zon-

nepanelen (TPV), speciale zonnepanelen die

worden gekoeld met water. Daardoor presteren

deze beter en kunnen ze bovendien verwarmd

water leveren aan het voorraadvat. In het aard-

gastijdperk kon dat water worden naverwarmd

door een daarvoor geschikte cv-combiketel. In

een all-electric huis kan dat zo nodig met een

elektrische boiler.

Warmtenet

Voor de volledigheid moet ook de aansluiting

op een warmtenet genoemd worden als bron

van warmtapwater. Dit wordt via een warmte-

wisselaar bereid in een verdeelstation in de

straat of binnenshuis in de afgifteset.

Driefasenspanning

Wellicht overbodig om te zeggen, maar het is

natuurlijk van groot belang om goed naar het

wattage van de beoogde warmwaterbereider te

kijken en na te gaan of er in de meterkast eind-

groepen moeten worden bijgeplaatst, of de

woningaansluiting misschien moet worden ver-

zwaard en of er misschien zelfs een aansluiting

op driefasespanning nodig is. Gasvrij is nog

niet hetzelfde als energiezuinig.

Voor warmtapwater moet een aparte elektrische

boiler of elektrische geiser worden geplaatst.

Page 30: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

30 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

CAD - Modelleurs - Objecten

TECHNIEK

Een modelleur kan in een gebouwontwerp in

3D-CAD eenvoudig een leidingentracé tekenen.

Maar bij productselectie van een geschikte

pomp gaat het vaak mis. Waarom? Omdat

objecten ofwel niet gestandaardiseerd en niet

nauwkeurig genoeg zijn of omdat de technische

parameters ontbreken.

Modellen niet uitwisselbaar

De modelleur moet dus op zoek of maakt zelf

een object met de nodige aannames. “Gevolg is

dat modellen niet uitwisselbaar zijn of dat het

later op de bouwplaats misgaat. Het komt voor

BIM-versnelling door Uniforme Objecten Bibliotheek

De installatiebranche werkt al veel met 3D-CAD, maar dat is nog lang geen BIM.

Partijen in de keten schotelen elkaar nog vaak onbruikbare data voor.

De Uniforme Objecten Bibliotheek (UOB) moet daar verandering in brengen.

Productgeometrie wordt daarbij door de fabrikant zo aangeleverd dat een

modelleur ze direct kan importeren en toepassen.

Tekst Edo Beerda

dat de pomp door het verschil tussen het

3D-model en de daadwerkelijke maatvoering

uiteindelijk helemaal niet in de ruimte past”,

vertelt Martin Kreijenbroek van 2BA. “Daar ligt

het bestaansrecht voor de UOB.”

Databedrijf 2BA is, samen met Techniek Neder-

land, FME en achterliggende brancheverenigin-

gen zoals Fedet, de drijvende kracht achter

UOB. BIM-experts van de grote technisch

dienstverleners mochten samen met experts

van fabrikanten bepalen aan welke voorwaar-

den de bibliotheek en de toegepaste software

moeten voldoen. Dat moet in mei 2020 resulte-

ren in een eerste operationele versie van de

UOB.

Gestandaardiseerde objecten

Wat we dan precies hebben? In ieder geval kun-

nen bedrijven met een UOB-abonnement dan

beschikken over uniforme en gestandaardi-

seerde objecten voor tachtig procent van de

door hen getekende objecten. Staat elk object

er op die datum al in? “Nee, het is dan nog niet

compleet. Maar het aantal producten in de

UOB daarna snel toenemen”, vertel Kreijen-

broek. “Modelleurs kunnen dus binnen afzien-

bare tijd 3D-objecten uit de UOB importeren en

volwaardig BIM’men. Vanaf mei volgend jaar

vindt de modelleur onder zijn UOB-knop steeds

meer producten.”

Het ETIM-model (Elektro Technisch Informatie

Model) is een voorloper van de ontwikkeling

van de UOB. Dit door Nederlandse installa-

teurs ontwikkelde model beschrijft op unifor-

me wijze voor elke productsoort de technische

kenmerken inclusief taaltabellen voor de

meeste Europese talen.

Fabrikanten leveren die kenmerken aan, waar-

mee hun productspecificatie in deze talen

beschikbaar is. Dat bespaart veel tijd en het

vermindert de kans op fouten. Gebruikers kun-

nen eenvoudiger producten vinden op basis

van de standaard specificatiewijze.

Daarnaast zijn standaarden vastgesteld om

logistieke en prijsinformatie uit te wisselen om

te voorkomen dat er appels met peren worden

vergeleken.

Geen prijs per vier stuks dus bij de ene groot-

handel en per meter bij een andere. Standaar-

disering van data door ETIM werd een succes

op inkoop- en calculatieafdelingen. Maar de

modelleur bleek er in de praktijk veel minder

aan te hebben, omdat essentiële geometrische

informatie ontbrak. Daar moet de UOB veran-

dering in brengen.

2BA

2BA is in 2004 opgericht als non-profit datapool

door diverse branchepartijen uit de installatiewe-

reld. Zij ontvangt, controleert en distribueert pro-

duct- en handelsgegevens van meer dan vierhon-

derd fabrikanten naar bijna tweehonderd

groothandels en meer dan 2.100 installatiebedrij-

ven. De Universele Objecten Bibliotheek is voor

2BA een logische volgende stap, omdat het be-

drijf nu al gestandaardiseerde en gevalideerde

productdata voor de installatiebranche levert. De

CAD-kennis voor UOB wordt ingekocht bij de Ca-

dac Itannex Cooperation (CIC).

Page 31: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

31Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

TECHNIEK

In mei 2020 wordt de eerste operationele versie van de UOB verwacht.

Template objecten

Het standaardiseringsproces gaat stapsgewijs.

Eerste stap was het maken van gestandaardi-

seerde ETIM MC (Modelling Class) maatschet-

sen voor de 357 meest getekende objecten.

Hiermee kan de fabrikant de maatvoering van

producten gestructureerd vastleggen. De UOB

levert straks bij elke MC-maatschets een ‘tem-

plate-object’ - een sjabloon voor een stukje

code.

Wanneer de modelleur straks vanuit zijn CAD-

pakket een product zoekt, wordt hieruit in zijn

CAD-systeem een volwaardig CAD-object opge-

bouwd, gevuld met technische en geometrische

productdata van de fabrikant. Daarmee heeft de

modelleur dus een product met precies de juiste

afmetingen, technische kenmerken en identifi-

cerende parameters voor calculeren, bestellen

en uitvoeren van het project.

Slim softwarepakket

“Uiteindelijk wil je dat het softwarepakket zo

slim is, dat het uitsluitend zoekt naar afsluiters

met flensverbinding wanneer je een afsluiters

zoekt voor een leiding met flenzen. Je wilt dat

het systeem alles met draadverbindingen

negeert”, legt Kreijenbroek uit terwijl hij een

CAD-object tevoorschijn tovert. “De UOB is een

belangrijke stap om dat ideaal te bereiken.”

In een latere versie zal het ook mogelijk zijn

dat de inkoopafdeling per project een filter kan

instellen waarmee het CAD-systeem alleen

afsluiters van voorkeursfabrikanten selec-

teert. De modelleur krijgt dan de afsluiter in

zijn model met de juiste afmetingen, techni-

sche kwalificaties en aansluitingen en boven-

dien eentje die voldoet aan de eisen van de

inkoop.

Geometrie van kabelgoten

Voor elektrotechnische installaties geldt uiter-

aard hetzelfde: de UOB moet direct de geome-

trie van kabelgoten, armaturen, elektromoto-

ren en regelkasten voorschotelen. Modelleurs

kunnen ze dan zonder lang nadenken in hun

elektrotechnisch ontwerp inpassen. De ETIM-

MC maatschetsen en de fabrikantendata zijn

onafhankelijk van welke CAD-applicatie ook. Of

je nou Revit, Arkey, Archicad, DDS of Tekla

gebruikt, de diameters van een afsluiter of lei-

ding veranderen er niet door. Toch zijn in mei

2020 in de UOB versie 1.0 alleen templateob-

jecten voor Revit beschikbaar. “Waarom?

Omdat we met een kip-ei discussie zitten”, ver-

telt Kreijenbroek. “Je hebt voor deze applicatie

drie dingen tegelijk nodig: software, gebruikers

én data. Je moet ergens beginnen om gebrui-

kers en fabrikanten over de streep te trekken.

We willen UOB een swung geven door te star-

ten met Revit, omdat Nederlandse modelleurs

dit 3D-CAD-pakket het meest gebruiken voor

BIM-projecten. Omdat de objectenbibliotheek

een open standaard is, is het eenvoudig om er

ook in andere CAD-omgevingen gebruik van te

maken.”

Open platform

Gezien de behoeften van installateurs twijfelt

Kreijenbroek er niet aan dat alle CAD-huizen

uiteindelijk met UOB aan de slag zullen gaan.

Ze krijgen daarvoor inzage in de UOB-systema-

tiek – de UOB is een ‘open’ platform. Een soort-

gelijke situatie heeft hij gezien toen hij vijftien

jaar geleden met 2BA begon met data voor cal-

culatie en inkoop. Softwarehuizen die 2BA toen

als bedreiging zagen, verwijzen nu hun klanten

met data-problemen juist naar hen door. Stan-

daardisatie van productdata bleek voor hun

gebruikers enorme voordelen op te leveren.

Hetzelfde geldt straks voor de gestandaardi-

seerde aanlevering van geometrische product-

data, denkt hij.

UOB moet BIM versnellen

Wat dat betreft is het veelzeggend dat de zes-

tien grootste installatiebedrijven hebben dui-

delijk gemaakt dat ze een UOB zien als oplos-

sing om gebruik van BIM te versnellen. Deze

bedrijven hebben toegezegd de UOB te gaan

gebruiken. Samen hebben ze dertig procent

van de investeringskosten op tafel gelegd.

Dat maakt de UOB ook interessant voor fabri-

kanten. Voordeel voor hen is bovendien dat ze

straks niet langer specifieke productdata hoe-

ven te produceren en onderhouden voor indivi-

duele softwareleveranciers. Dat scheelt veel

tijd en geld. Een aantal fabrikanten is inmiddels

zelf begonnen hun producten volgens ETIM MC

uit te werken.Van de 3,5 miljoen producten die

bij 2BA zijn te vinden, zijn er ruim achthonderd-

duizend direct relevant voor de UOB. Het is nog

wel een enorm karwei om die allemaal vast te

leggen. Volgens Kreijenbroek zal het aantal van

357 MC-klassen snel verder uitbreiden. Hoewel

daarmee al tachtig procent van de meest gete-

kende objecten is gedekt, zal naar verwachting

het totaal aantal template-objecten uitkomen

op ongeveer tweeduizend.

Kosten van UOB

De kosten van een UOB-abonnement zijn

afhankelijk van het aantal werknemers. Een

bedrijf met 25 man personeel betaalt bij 2BA

nu 215 euro op jaarbasis. Als het ook de UOB

wil gaan gebruiken, stijgt de prijs naar zo’n 650

euro. “Dat is het waard omdat je er tijd en geld

mee bespaart”, denkt Kreijenbroek. “De

modelleur hoeft zijn tijd niet meer te besteden

aan zoeken of zelf maken van een object.

Bovendien zullen de faalkosten dalen, omdat je

veel betrouwbaardere objecten en uitwisselba-

re modellen krijgt.”

Page 32: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

32 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

Flexibel - Gevel - Zonnevelden

TREND

De opwekking van zonnestroom voor indirect

gebruik sterk in opkomst. Indirect wil zeggen

dat de stroom niet onmiddellijk door de opwek-

ker gebruikt wordt, zoals bij een woning of een

utiliteitsgebouw. Bij indirect gebruik gaat het

om grootschalige projecten. In Nederland zien

we hier en daar al een akker vol zonnepanelen,

de ‘oogst’ gaat naar het elektriciteitsnet.

Zonneparken in sunbelt

In ons land gaan we uit van zo’n duizend effec-

tieve zonuren per jaar. Op het zuidelijk halfrond

is dat aantal twee tot drie keer hoger, en in die

sunbelt - de strook van landen die tussen de

Kreeftskeerkring en de Steenbokskeerkring

liggen - worden daarom meer en meer zonne-

parken gebouwd. Grootschalige solar power

plants met een systeemgrootte van meer dan

100 MegaWatt krijgen in de energiewereld de

classificatie utility-scale, omdat ze qua vermo-

gen vergelijkbaar zijn met kolencentrales en

andere grootschalige elektriciteitsvoorzienin-

gen.

Vervolgens is de verwerking van in de sunbelt-

regio opgewekte elektriciteit wel anders dan bij

een zonnepark in Nederland. Deels gaat het ter

plekke naar het net, maar een groot deel van de

stroom wordt omgezet in synthetische brand-

stoffen, want vloeistoffen zijn gemakkelijk en

zonder verlies te transporteren.

BIPV past in de prefab-trend

Op het gebied van zonnestroom is nog volop groei. Er zijn nog steeds dakopper-

vlakken onbenut, en initiatieven om daar wat aan te doen. Maar er is meer, zoals

building integrated pv oftewel BIPV.

Tekst Marion de Graaff

Flexibele pv-modules

Het Nederlandse bedrijf Hyet Solar produceert

flexibele pv-modules. Naar dergelijke lichtge-

wicht oplossingen is steeds meer vraag, aldus

Edward Hamers, chief technology officer bij

Hyet. “Voor het produceren van ons zonnefolie

gebruiken we dezelfde basismaterialen die

nodig zijn voor de vervaardiging van conventio-

nele pv-panelen. We gebruiken daar verschil-

lende depositiemethodes voor; algemeen

gezegd is dat het neerslaan van minerale stof-

fen en gassen op een vaste ondergrond.

Een van die stoffen is silicium. Bij het proces

gebruiken we aluminiumfolie als tijdelijke dra-

ger en bouwen dan laagje voor laagje op. Door

de aluminium basis kunnen we met hoge tem-

peraturen werken zodat er in de zonnecel goe-

de elektrische eigenschappen ontstaan. Aan

het einde van het proces wordt het aluminium-

folie verwijderd. De stoffen zijn dan aan elkaar

gesmolten en vormen zelf een folie.”

Verschillende technieken

Het ontwikkelen van het procedé had wel wat

voeten in de aarde. “Er komen verschillende

technologieën aan te pas”, legt Hamers uit. “We

hebben het hele proces zelf moeten uitvinden,

en hebben het met behulp van een aantal pv-

deskundigen, technici en machinebouwers voor

elkaar gekregen. Het punt is dat je met dergelijk

product pas op industriële schaal aan de slag

kunt, als het helemaal af is. Vergelijk het met

een auto: aan een exemplaar zonder stuur heb

je niets. Het moet compleet zijn en werken.”

Mobiele toepassingen

De toepassingen van een licht en flexibel pro-

duct zijn anders dan van de conventionele gla-

zen panelen. Ze zijn te verdelen in mobiele toe-

passingen en in gebouw-geïntegreerde

toepassingen. Mobiel is alles wat beweegt of

verplaatst kan worden, zoals containers,

vrachtwagens, tijdelijke voorzieningen, sche-

pen en noem maar op. Gebouw-geïntegreerd

heeft betrekking op de gehele gebouwschil.

Panelen op daken zijn nog steeds in trek, en

folie is zelfs mogelijk op een dak van golfplaten.

Façades van gebouwen kunnen ook uitstekend

dienen om zonnestroom op te wekken.

Building integrated pv

Hamers: “Gevels zijn nog een beetje een onont-

gonnen gebied, dus het potentieel daar is

enorm. De uitdaging van building integrated pv

(BIPV) is wel dat je niet alleen aan de normen

op het gebied van pv moet voldoen maar ook

aan de bouwnormen. Een groot pluspunt is dat

het helemaal past in de trend binnen de bouw-

en installatietechniek om steeds meer te prefa-

briceren.”

Page 33: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

33Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

TREND

Flexibele pv-modules laten zich relatief eenvou-

dig in verschillende gevelelementen opnemen,

vertelt Hamers. “Ze hoeven dan niet meer op

locatie gemonteerd te worden. In de ontwerp-

fase kan in bepaalde gevallen blijken dat er met

zonnefolie kan worden volstaan met een lichte-

re constructie. Dat bespaart materiaal en ook

de transportkosten van een licht en compact,

want op rol, te vervoeren zonnesysteem zijn

een stuk lager.”

Lage installatiekosten

De kosten voor pv-systemen worden gewoonlijk

uitgesplitst in de modulekosten enerzijds en de

balance-of-system costs anderzijds waar de

installatiekosten, de elektriciteitsvoorziening et

cetera. onder vallen. De modulekosten zijn voor-

al technologie gedreven en daarom gaan ze veel

harder naar beneden dan de installatiekosten.

Hamers: “Het is dus interessant voor produ-

centen om systemen te ontwikkelen waarvan

de installatiekosten lager liggen. Alleen op die

manier is er op systeemniveau winst te beha-

len. In de markt van de utility-scale wordt er

vooral geconcurreerd op prijs. Voor een flexibel

systeem is daar zeker plaats, juist omdat er op

rol geproduceerd wordt. Als je lengtes tot zo’n

dertig meter met twee kabels kunt aansluiten,

schiet het lekker op.”

Hyet Solar test op dit moment producten in een

woestijngebied, ergens in de sunbelt-regio.

“Het is belangrijk om te weten hoe de resulta-

ten onder die extreme omstandigheden zijn en

of je op die grote schaal mee kunt doen. De

markt is groot en de verwachte opbrengst is

hoog, vandaar dat er veel van de tests afhangt.

In het Midden-Oosten wordt nu nog veel olie

gewonnen, en daar hoort een enorme infra-

structuur bij. Die is - misschien met wat aan-

passingen - heel geschikt om synthetische

brandstoffen mee te transporteren. En zonne-

energie is natuurlijk bruikbaar voor het maken

van waterstof, een oplossing met een enorme

potentie die ook voor ons bedrijf interessant is.”

PV op water

Hamers en zijn collega’s houden de trends en

ontwikkelingen op het gebied van zonnestroom

nauwlettend in de gaten. Ze signaleren onder

andere dat er wereldwijd op steeds meer plek-

ken wateroppervlakken van pv worden voor-

zien. Hamers: “In Nederland gebeurt dat omdat

er weinig ruimte is. Bovendien vinden we wei-

landen vol met zonnepanelen niet mooi. Er zijn

plannen om drijvende zonnevelden aan te leg-

gen op binnenwateren, en als dat goed gaat

voor de Nederlandse kust. Op andere plaatsen

in de wereld kunnen zonnepanelen naast het

opwekken van elektriciteit nog een ander doel

dienen, namelijk het tegengaan van verdam-

ping. Er zijn veel landen waar het water in de

stuwmeren te snel verdampt door de felle zon.

Dat water is bedoeld als drinkwater, voor irriga-

tie en om stroom mee op te wekken; heel

belangrijk dus. Een pv-deklaag beschermt

enerzijds tegen de zon, en levert tegelijkertijd

elektriciteit op. Ook op kleine schaal is dat in te

zetten, door bijvoorbeeld irrigatiekanaaltjes in

India te overkappen. Twee vliegen in één klap,

geweldig toch?”

* Edward Hamers sprak 13 november op de

Sunday.

Folie is zelfs mogelijk op een dak van golfplaten

Als je lengtes tot zo’n dertig meter met twee kabels kunt aansluiten, schiet het lekker op.

Page 34: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

34 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

Preventie - Ionisatie - Wandcontactdoos

TECHNIEK

Het schakelen van gelijkstroom (DC) is een stuk

lastiger dan wisselstroom (AC). Bij AC gaat de

spanning honderd keer per seconde door het

nulpunt. Bij het schakelen of verwijderen van de

stekker uit een wandcontactdoos dooft de vlam-

boog automatisch. Die vlamboog ontstaat door

ionisatie van de lucht waardoor een geleidend

kanaal ontstaat. Bij AC is die ionisatie verdwe-

nen als de sinus door het nulpunt gaat.

Contacten vast

Bij DC is dat een ander verhaal. De lucht blijft

geïoniseerd, en blijft de stroom lopen bij het

afschakelen of verwijderen van connector. Ioni-

satie van de lucht vindt plaats vanaf zo’n 50

volt. Een alleen voor AC-geschikte schakelaar

verbrandt vanaf deze DC-spanning. Ook DC-

schakelaars die alleen geschikt zijn voor lage

spanning, bijvoorbeeld 12 of 24 volt, zijn onge-

DC-schakelen is vooral vlamboogpreventie

Nu gelijkstroom/spanning steeds meer in de belangstelling staat, rijzen er allerlei

prangende vragen over het schakelen van gelijkstroom. Er ontstaat al bij relatief

lage DC-spanning een indrukwekkende vlamboog. Hoe is deze te voorkomen?

Tekst Richard Mooi

schikt voor hogere DC-spanning. Na één keer

schakelen zitten de contacten vast. Hoe hoger

de spanning des te groter de afstand die de

vlamboog kan overbruggen.

Een mechanische schakelaar die geschikt is om

gelijkstroom te schakelen is in vergelijking met

een AC-schakelaar een stuk vernuft. De scha-

kelaar werkt pijlsnel. Meestal bestaat een DC-

schakelaar uit een draaiknop die bij een

bepaald punt ineens omklapt. Daarnaast moet

bij hoogvermogen de vlamboog worden

geblust. Dat kan in een bed van zand of olie, of

door in vacuüm te schakelen. Bij heel grote

spanningen en vermogens wordt de vlamboog

met een magneetveld wegblazen.

Ook bij AC vlambogen

Overigens bij hoge AC-spanning en stromen

ontstaan eveneens vlambogen, maar deze

duren in eerste instantie niet langer dan 1/50-

ste van een seconden, wanneer de sinus weer

door de nul gaat. Omdat bij de volgende sinus-

periode wel opnieuw een vlamboog kan ont-

staan, is snel schakelen ook hier een must.

Maar zelfs de kortdurende vlamboog die ont-

staat tot de eerstvolgende nuldoorgang kan al

schade aanrichten. Door de sterke stroom ont-

staat namelijk in die korte tijd een enorme hit-

te. Vacuümschakelaars en oliearme schake-

laars zijn bij hoogspanningsnetten (AC) het

meest gebruikt om vlambogen te blussen.

In Noord-Amerika bestaan nog kleine lokale

netten op 110 Vdc waarbij gebruikers stekkers

in een wandcontactdoos kunnen steken. Om te

voorkomen dat bij het verwijderen een vlam-

boog ontstaat, schakelt dit type wandcontact-

doos ook de DC-spanning af. Dat gebeurt nog

voordat de contactpunten van de stekker

fysiek geen verbinding meer hebben.

Solar

Ook de DC-schakelaar in de leidingen tussen

zonnepanelen en de omvormer moet geschikt

zijn voor het schakelen van gelijkstroom. Van-

wege de vlamboogdovende constructie zijn DC-

schakelaars een stuk prijziger. Meestal is de DC-

switch al in de omvormer ingebouwd. Als die

ontbreekt, is het verplicht om een DC-schake-

Snel schakelen is een must

Het schakelen van gelijkstroom (DC) is een stuk lastiger dan wisselstroom (AC).

Page 35: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

35Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

TECHNIEK

laar te monteren. Het lostrekken van een con-

nector bij systemen zonder DC-switch is levens-

gevaarlijk. Al bij systemen vanaf vier panelen

kan een grote vlamboog ontstaan, zo demon-

streert GreenGuys in Almere op de website. Wie

vergeet de DC-schakelaar uit te zetten, is alleen

bij omvormers van SolarEdge beschermd tegen

vlambogen. De omvormers hebben een inge-

bouwde vlamboogdetectie, maar die staat stan-

daard uitgeschakeld. Met deze functie kunnen

ook slechte verbindingen worden gedetecteerd.

Elektronisch schakelen

Mechanische schakelen van DC-netten wordt

nog veel gedaan, maar door de komst van ver-

mogenselektronica is het mogelijk om elektro-

nische schakelen. Dat gebeurt met mosfetten,

waarbij geen vlambogen ontstaan. Meestal

wordt een elektronische DC-schakelaar

gecombineerd met bewaakfuncties zoals aard-

lekken en kortsluitstromen. Ook is het in een

elektronische schakelaar eenvoudig om de

spanning te verlagen. Het nadeel van elektroni-

ca is de levensduur. Een mechanische schake-

laar kan wel dertig-veertig jaar meegaan, bij

elektronica is de levensduur beperkt tot tien-

vijftien jaar.

In toekomstige DC-omgevingen wordt bij hoge

spanningen (350 Vdc) apparatuur vast aange-

sloten. Stekkerapparaten worden waarschijnlijk

met USB-connectoren verbonden. Door de lage

spanning (max 20 V) is er geen gevaar voor

vlambogen.

Social Installatie

JournaalHet laatste nieuws op @InstallatieJNL

Page 36: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

In de panelenbouw staat de veiligheid van verdeel-systemen en besturingskasten voorop. Het boek ‘Panelenbouw is een vak apart’ helpt u om dit in de praktijk tot stand te brengen.

Vakkennis en normenHet boek besteedt aandacht aan de norm voor schakel- en verdeelsystemen, de NEN-EN-IEC 61439-serie. U leest wat de eisen in deze norm zijn en wat nu precies de achtergrond is van de eisen.

U krijgt inzicht in de actuele problematieken die van belang zijn bij de samenbouw van elektrisch materieel in een besturingskast. U vergroot uw kennis en het begrip van de eisen, die in de NEN-EN-IEC 61439 worden gesteld.

Nieuw: Panelenbouw is een vak apart

Meer informatie of bestellen? Ga naar www.vakmedianetshop.nl/panelenbouw

De NEN-EN-IEC 61439 nader verklaard

Auteur: Ir. R.J. (Roel) Ritsma

Voor wie?Dit boek is bedoeld voor paneelbouwers, elektrotechnische installateurs, adviesbureaus, inspectiebureaus, beheerders van elektrotechnische installaties, machinebouwers, docenten en studenten elektrotechniek.

Page 37: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

37Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

Beveiliging - Hackers - Kwetsbaarheden

MARKT

Techniek Nederland pakte de handschoen op

en gaf met een aantal partners voorlichting

over cybersecurity. Een van de sprekers was

Bas Labordus van The S-Unit.

Ethical hackers

The S-Unit is een organisatie van ethical hac-

kers. Ze testen systemen, inventariseren

kwetsbaarheden en risico’s, en ze geven advies

over cybersecurity. Bas Labordus werkt er als

security consultant en noemt zichzelf security

enthousiasteling. “Zelfs in mijn vrije tijd ben ik

altijd op zoek naar gaten en kieren om een sys-

teem binnen te komen”, grinnikt hij. “In een

hotel, een zwembad, op de basisschool als ik

mijn kind wegbreng. ‘Wat zou er zich boven dat

systeemplafond bevinden?’ Daar zie ik losse

draadjes… Of even mijn laptop op de hotelser-

ver aansluiten. Kan ik met mijn key card ook die

deur openmaken? En die? En die? Hier - bij de

TU in Zwolle, waar de voorlichting gegeven

wordt, heb ik aan de deur van de serverruimte

gevoeld. Die zat op slot, heel goed.”

Virtuele, openstaande deuren

Labordus lacht en gaat verder: “Het lijkt

logisch om een deur op slot te doen, maar heel

vaak wordt het nagelaten. En zo staan ook heel

veel virtuele deuren in systemen open. Dan is

het voor een hacker een piece of cake om bin-

nen te komen. De meeste hackers doen dat

voor de lol, gewoon om te zien hoe ver ze kun-

nen komen. Zo namen drie Chinese studenten

met behulp van een drone en een Raspberry Pi

de ZigBee-verbinding van een kantorencom-

plex over om vervolgens de verlichting te (ont)

regelen. Grappig, lastig misschien, maar niet

direct gevaarlijk. Toch moet je er niet aan den-

ken dat iemand iets kwaads in de zin heeft.”

Drietrapsraket

Labordus legt uit dat goede cybersecurity uit

drie onderdelen bestaat. “In de eerste plaats

moeten fabrikanten en leveranciers van soft-

ware zorgen dat het veilig is. Er zijn verschillen-

de methoden om dat te testen, waaronder de

OWASP top tien. De schakel daarna bestaat uit

partijen die systemen installeren en beheren.

Iedere installateur zou met zijn klanten af moe-

ten spreken wie er verantwoordelijk is voor het

uitvoeren van updates, voor het bewaren van

passwords et cetera. Na de fabrikant en de

installateur komt de gebruiker. Ook daar kan

heel veel mis gaan. Een goede beveiliging valt

of staat met gedrag. Je kunt een systeem nog

zo goed beveiligen, maar als een gebruiker zijn

passwords op zijn bureaublad heeft staan,

heeft dat allemaal geen enkele zin.”

Het draait allemaal om bewustwording. Installa-

teurs hebben daar een rol in, maar dan moeten

ze zelf wel weten wat ze doen en hoe het werkt.

De dringende oproep van Labordus is dan ook:

“Ten eerste: verdiep je in cybersecurity, en ten

tweede: zorg vervolgens dat je bij blijft, want de

veranderingen gaan ra-zend-snel!”

Attentie attentie voor cybersecurity

Hacks zijn aan de orde van de dag, ook in de installatiebranche. Vaak zijn ze on-

schuldig, maar toch maakt iedere hack pijnlijk duidelijk dat er kwetsbaarheden in

de beveiliging van installaties zitten. Hoog tijd dus om cybersecurity de aandacht

te geven die het nodig heeft.

Tekst Marion de Graaff

Installateurs moeten zelf wel weten wat ze doen en hoe het werkt

Page 38: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

38 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

Beveiliging - Hackers - Kwetsbaarheden

MARKT

Van der Boon stelt om te beginnen een hypothe-

tische vraag: “Waarom hebben we in Nederland

dijken: omdat we bang zijn voor water, of omdat

we comfortabel willen leven, met droge voe-

ten?” Om vervolgens zelf te antwoorden: “Ik

denk dat laatste. Deze metafoor kun je door-

trekken naar cybersecurity. Zijn we elkaar aan

het bezighouden met regeltjes om aan bijvoor-

beeld de AVG te voldoen? Of zijn we bewust

bezig om risico’s op het gebied van informatie-

beveiliging te beperken voor onze eigen bedrijfs-

continuïteit?”

Verbindingen maken

Leertouwer is systeemintegrator op het gebied

van elektrotechniek, klimaatinstallaties en ICT.

Van der Boon: “Het woord systeemintegrator

maakt duidelijk wat we doen, namelijk systemen

aan elkaar knopen. We maken verbindingen tus-

sen processen, informatie en technologie. Dat

alles met elkaar samenhangt, brengt per defini-

tie risico’s met zich mee. In de afgelopen jaren

zijn elektrotechniek en werktuigbouwkunde

steeds meer in elkaar verweven geraakt, en dat

zal in de toekomst alleen maar toenemen.”

Installaties worden steeds complexer en zijn bij-

na altijd onderdeel van een netwerk of verbonden

met het internet. Van der Boon: “Dit brengt vei-

Cybersecurity: op zoek naar balans

Hacks kunnen onschuldig zijn, denk daarbij aan Ikea-hacks waar mensen op crea-

tieve wijze de Zweedse meubelen een nieuwe functie geven. Maar hacks kunnen

ook echt vervelende gevolgen hebben. Hoe beperk je de risico’s? René van der

Boon, directeur van Leertouwer, vertelt over zijn ervaringen met cybersecurity.

Tekst Marion de Graaff

“Maak aan je klanten duidelijk dat ze voorzichtig moeten zijn”

René van der Boon, directeur van Leertouwer.

Page 39: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

39Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

MARKT

ligheidsrisico’s met zich mee die je wilt inschat-

ten en waar je maatregelen op wilt treffen. Dat

kun je als installateur alleen doen op de onderde-

len waar je zelf invloed op kunt uitoefenen. Het is

dus erg belangrijk om je ook bewust te zijn van

onderdelen in de installatie waar je geen invloed

op hebt. Vaak leveren die wel veiligheidsrisico’s

voor je totale installatie op.”

Virtuele collega

“We zijn allemaal mensen, en dat maakt dit ook

zo’n lastig onderwerp”, gaat Van der Boon ver-

der. “Je kunt systemen met drie firewalls beveili-

gen, maar het komt vaak genoeg voor dat klan-

ten of de medewerkers bij klanten zich daar

helemaal niet bewust van zijn.” Veiligheid heeft

alles te maken met gedrag, en gedrag is juist

heel moeilijk te veranderen, benadrukt Van der

Boon. “Om dat intern goed tussen de oren te

krijgen, introduceerden wij een virtuele collega:

Ben Veilig. Hij schrijft blogs over cybersecurity,

geeft tips en houdt in de gaten of pc’s afgesloten

zijn. Als iemand een situatie ziet waar we moge-

lijk een risico lopen op het gebied van informa-

tiebeveiliging, dan kan hij Ben hierover informe-

ren. Achter Bens mailadres zit een 24/7

response team dat direct een risico-inschatting

maakt en actie onderneemt als dat nodig is.”

Securitysoftware

Leertouwer ondersteunt medewerkers ook met

speciaal ontwikkelde software die veel risico’s

voorkomt. “Een onderdeel van deze software is

ons monitoring operations centre waarmee we

allerlei IP-apparatuur zoals routers en firewalls

monitoren,” licht Van der Boon toe. “Daarnaast

levert de software allerlei slimme functies die

gericht zijn op het veilig beheren van ‘assets’

zoals configuratiebeheer en wachtwoordbeheer.

Vander Boon: “Daar hebben we een alarmerings-

flow achter gehangen die de dienstdoende mon-

teur waarschuwt als er iets aan de hand is, ook ’s

nachts. Elk asset heeft een gebruikersnaam en

een - gecodeerd opgeslagen - wachtwoord. Iede-

re keer als een medewerker een wachtwoord van

een klant opvraagt, wordt onder andere geregis-

treerd waar en hoe laat dat gebeurde. Het sys-

teem genereert wachtwoorden, die hoeven

medewerkers dus niet zelf te bedenken of te ont-

houden. Daarmee zijn ze ook altijd uniek. Ook dat

is een kwestie van veiligheid.”

Bewustwording creëren

“We hebben diverse informatiebeveiligingscerti-

ficaten maar toch moet je scherp blijven”, stelt

Van der Boon. “Dat geldt ook voor onze mede-

werkers, en daarom heb ik twee jaar geleden

een phishing-test laten uitvoeren. Het liep tegen

kerst en het ging om het uitzoeken van een

kerstcadeautje. Alle medewerkers kregen een

mail met een link. Door hun systeem-inlog op

een speciale pagina op de Leertouwerwebsite in

te voeren, kwamen ze bij een keuzepagina. Van

de twintig testpersonen gaven er negentien hun

gegevens weg. Eigenlijk was het prachtig: loyale

medewerkers die helemaal te goeder trouw zijn

en geloven in onze goede bedoelingen. Maar

vanuit het oogpunt van cybersecurity: foute

boel. Zowel de website als het mailadres waren

fake en de gegevens belandden bij de ethical

hacker. Enorm leerzaam want hackers zijn

steeds beter in social engineering: het psycholo-

gische spel om mensen te bespelen waardoor ze

niet goed opletten. Dit was een leerzaam

moment en heeft ons allemaal weer helemaal op

scherp gezet.”

Zoek naar de balans

Het gedrag van mensen is dus een risico; zowel

van medewerkers maar ook dat van de klanten.

Van der Boon: “Klanten die geen duidelijk bevei-

ligingsbeleid hebben en ons zomaar wachtwoor-

den geven, dat kan niet. De poort van een net-

werk open zetten zodat wij op afstand

onderhoud kunnen doen, maar elke cybercrimi-

neel met ons mee kan liften, dat willen we ook

niet. Het is misschien handig, maar het vraagt

om problemen. Ik wil in het systeem van een

klant kunnen als we eraan moeten werken, en

verder niet.”

Van der Boon: “Maak dus ook aan je klanten dui-

delijk dat ze voorzichtig moeten zijn. “En spreek

af wie wat doet, en op welk moment. Het is een

illusie om te denken dat je je veiligheid helemaal

voor honderd procent geregeld kunt hebben.

Wat we vandaag bedenken, is morgen achter-

haald. Maar we kunnen ons wel inspannen om

het zo goed mogelijk voor elkaar te hebben. Dat

doen we door risico’s te inventariseren en te

beoordelen, en vervolgens door maatregelen te

nemen.”

Te veel of verkeerde maatregelen hebben vaak

een averechts effect, weet Van der Boon: “men-

sen gaan dan omwegen zoeken waar meestal

nog veel meer risico’s aan verbonden zijn. Houd

het beheersbaar en zoek naar de balans tussen

werkcomfort en veiligheid.”

Techniek Nederland hield eind 2019 samen met

een aantal partners voorlichtingen over cyber-

security. René van der Boon was een van de

sprekers.

In het volgende nummer van Installatie Journaal

wordt meer aandacht besteed aan cybersecurity.

Page 40: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

40 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

PRODUCTBERICHTEN

Lichtgewicht werksneaker De VISMO Extralight Reform werksneaker

weegt 515 gram. De NRG 55 tussenzool e

werkt als een soort springveer en geeft

55 procent energie terug tijdens het lopen.

De Reform is uitermate geschikt voor de

installatie-, metaal- en transportsector en

voor werkzaamheden in magazijnen en de

lichte bouw. De schoen is speciaal ontwik-

keld om er lange dagen op te werken. De

bovenkant is van waterafstotend en slijtvast

Airmesh-textiel. De binnenvoering is zweet-

transporterend waardoor de voeten droog

blijven. De veiligheidssneakers vallen in

veiligheidsklasse S3 en zijn voorzien van

een aluminium beschermneus en kevlar

tussenzool. De neus en hak hebben een

beschermbumper.

VISMO NEDERLAND

www.vismonederland.nl

Monitoren verwarmingssysteem

Smartphone

TADO lanceert Software as a Service: tado° 360. Deze software ondersteunt energiebedrijven en

installatiebedrijven door op afstand de conditie van het verwarmingssysteem van een huis te con-

troleren en data te verzamelen die door installateurs kan worden gebruikt voor snellere, efficiënte-

re reparaties en onderhoud. Tado° ondersteunt en is compatibel met 95% van alle verwarmings-

systemen. De Slimme Thermostaat maakt verbinding met de ketel van de klant en brengt een

digitale verbinding van en naar de ketel tot stand voor zowel controle als analyse. Hiermee kunnen

energiebedrijven en installatiebedrijven op afstand de conditie van de ketel controleren door sta-

tistieken zoals waterdruk, pompsnelheid en foutmeldingen te analyseren.

TADO www.tado.nl

De ‘truly rugged’ Cat S52 van CATPHONES is 9.69mm dun en weegt 210 gram. Hij is daarmee dun-

ner dan veel gewone, breekbare smartphones met een beschermhoesje. Tegelijk kan de Cat S52

de zwaarste omstandigheden aan. Hij heeft dertig valtests van 1,5 meter hoogte op elke zijde

doorstaan, is zand-, stof- en waterproof en overleeft thermische schokken, extreem hoge

en lage temperaturen, vibratie- en tuimeltests en zoute nevel. De smartphone beschikt over

een 12MP dual pixel Sony-camera met f/1.8 diafragma en 1.4μm pixelgrootte en geavanceerde

multi-frame beeldverwerkingssoftware, voor een snelle en accurate focus en goede prestaties

bij weinig licht.

CATPHONES www.catphones.com

MarkeringssoftwareDe markeringssoftware smartScript van WAGO is bedoeld voor de thermotransferprinter

smartPrinter. De software is door specialisten nauwkeurig afgestemd op de markeringstaken

in de schakelkast. Alle toepassingen, printerdrivers en instellingen zijn in de software geïnte-

greerd. De installatie hoeft dus slechts één keer uitgevoerd te worden. Bediening en gebruik

zijn intuïtief en zelfverklarend. De markeringssoftware geeft alle bewerkingsstappen overzich-

telijk op het beeldscherm weer. Hierdoor is een snelle markering van alle producten van WAGO

alsook van geleiders, typeplaatjes en etiketten mogelijk.

WAGO www.wago.com/nl

Page 41: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

41Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

De grootste database van fysieke toegangscontrole-apparatuur

met technische beschrijvingen en projectfoto’s,vindt u op:

www.methon.nl

toegangscontrolesystemen en entreebeveiligingvoor voertuigen en voetgangers

levering - installatie - service

PRODUCTBERICHTEN

Stapelbare zadelstrook en stekerbaar opzetstukDe stapelbare zadelstrook van EATON is

geschikt voor alle 220 mm en 440 mm

brede Systeem 55 en Medusa groepen-

kasten incl. bevestigingsschroeven.

Geschikt voor pvc installatiebuizen 16

mm en 19 mm. De zadelstrook is stapel-

baar door middel van een eenvoudig klik-

mechanisme.

Met het nieuwe stekerbare opzetstuk kan

een stekerbare groepenkast worden

samengesteld. Het opzetstuk is voorzien

van tien uitbreekpoorten voor de plaat-

sing van GST18 of Winsta connectoren en

twee uitbreekpoorten voor dataconnec-

toren. Uitbreiden van een 220x

220 mm of 220x330 mm Systeem 55

groepenkast met het opzetstuk is moge-

lijk door een klikmechanisme.

EATON www.eaton.nl

Frequentieomvormers

M12 connector Yamaichi Electronics lanceert een nieuwe

M12 push-pull connector met een interne ver-

grendeling voor verschillende industriële toe-

passingen. Deze bij A & C SOLUTIONS te ver-

krijgen push-pull connector maakt snel en veilig aansluiten en

ontgrendelen eenvoudig. Het nieuwe M12 push-pull design is uitwis-

selbaar met standaard M12 connectoren. Het vergrendelingsmecha-

nisme van het push-pull design in zorgt voor een snelle en betrouw-

bare aansluiting en ontgrendeling. Dus in toepassingen met slecht

zicht of binnen een beperkte ruimte kan je door middel van ‘blind

plugging’ een betrouwbare verbinding realiseren. De fabrikant schat

in dat het tot 75 procent installatietijd bespaart.

A&C SOLUTIONS www.ac-solutions.be

Het aandrijvings-

portfolio van

SIEMENS is uitge-

breid met de Sina-

mics G120X-omvor-

mer. Deze is speciaal

ontworpen voor

gebruik in water-/

afvalwatertoepassin-

gen en in HVAC-sys-

temen. De omvor-

mers zijn

verkrijgbaar in een driefasige 3AC 200V spanningsvariant in het vermogensbereik tot 55 kW.

De nieuwe module voor de uitbreiding van de digitale en analoge in- en uitgangen verhoogt de

flexibiliteit en maakt een optimale aansturing van omvormergestuurde toepassingen mogelijk.

De Sinamics Gondersteunt Profibus, Modbus RTU, USS en BACnet MS/TP. Hij is voorzien van uit-

gebreide interfaces en kan eenvoudig worden geïntegreerd in bestaande of nieuwe systemen. Een

nieuw formaat omvormer is toegevoegd in het vermogensbereik van 2,2 kW tot 3 kW. Dankzij het

32 procent kleinere FSAD-formaat met kastafmetingen van 176,5 x 136,6 x 158 mm biedt de Sina-

mics V20 meer flexibiliteit en ruimtebesparing.

SIEMENS NEDERLAND www.siemens.nl

Warmtebeeldcamera Met de TiS60+ introduceert Fluke een warmte-

beeldcamera met een meetbereik tot 400 °C. De

warmtebeeldcamera is verkrijgbaar bij EURO-

INDEX. De camera heeft een resolutie van 320 x

240 pixels en maakt naast het IR beeld ook een

foto van het zichtbare spectrum. Met de IR-Fusion

technology kan het warmtebeeld en de foto met

elkaar worden geblend. Dit maakt het makkelijker

om objecten te herkennen en toch nauwkeurig de

temperatuur ervan af te lezen. Met de software en

de Connect-app kunnen de meetresultaten wor-

den gerapporteerd en met collega’s worden

gedeeld. EURO-INDEX www.euro-index.nl

Page 42: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

42 Installatie JournaalJanuari-Februari 2020

COLOFON & SERVICE

Adverteerdersindex

Wildkamp omslag 2

Messe Benelux Nederland p. 15

Methon p. 41

Hager omslag 3

Alklima omslag 4

Maand: Maart-AprilRedactiesluiting: 24 februari

Maand: MeiRedactiesluiting: 2 april

Maand: Juni-JuliRedactiesluiting: 13 mei

Suggesties, ideeën? Mail naar [email protected]

IN DE KOMENDE NUMMERS

Jaargang 38, nummer 1-2, januari-februari 2020Verschijnt 8x per jaarwww.installatiejournaal.nl

RedactiePr. Margrietlaan 32404 HA Alphen aan den [email protected]

Marjolein Eilander ([email protected])Maarten Legius ([email protected])Tieneke Wilms ([email protected])Gerard Vos ([email protected])

Medewerkers Edo Beerda, Sjef Cobben, Marion de Graaff, Evi Husson, Nico Klu-wen, Joost Melten, Hidde Middelweerd, Richard Mooi, Ferdinand Pronk.

UitgeverVakmedianet, Johan Schot ([email protected])www.vakmedianet.nl

Algemeen hoofdredacteurMaarten Legius ([email protected])T: 088 - 5840772

Vormgevingcolorscan bv, www.colorscan.nl

Basis ontwerpMotif Concept & Design, Naarden

Abonnementen en administratieJaarabonnement binnenland: € 220,-Digitaal abonnement: € 96,-

Alle prijzen exclusief 6% btw. Prijswijzigingen voorbehouden.Abonnementen kunnen worden opgegeven bij Vakmedianet Klantenservice, postbus 448, 2400 AK Alphen aan den Rijn o.v.v. “Tijdschrift INSTALLATIE JOURNAAL”. Telefoon 088-5840888, [email protected] abonnement kan op ieder gewenst tijdstip ingaan en geldt tot wederopzegging, tenzij anders overeengekomen. De minimum-looptijd van een abonnement is één jaar. Partijen kunnen ieder schriftelijk opzeggen tegen het einde van de abonnementsperiode, met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden. Vanwege de aard van de uitgave, gaat Vakmedianet uit van een za-kelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Wij verwerken uw gegevens voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Vakmedianet en zorgvuldig geselecteerde andere bedrijven. Als u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Vakmedianet, postbus 448, 2400 AK Alphen aan den Rijn. Voor informatie over onze leveringsvoorwaarden kunt u terecht op www.vakmedianet.nl.

DrukTen Brink, Meppel

ISSN 1385-3112

© 2019 Vakmedianet, Alphen aan den Rijn

Alle rechten voorbehouden.Behoudens de door de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De bij toepassing van art. 16b en 17 Auteurswet wettelijk verschuldigde vergoedingen wegens foto-kopiëren, dienen te worden voldaan aan de Stichting Reprorecht, Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, telefoon (023) 799 78 10. Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken op grond van art. 16 Auteurs-wet dient men zich te wenden tot de Stichting PRO, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, telefoon (023) 799 78 09. Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave ten behoeve van commerciële doeleinden dient men zich te wenden tot de uitgever. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, kan voor de afwezigheid van eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever deswege geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventueel voorkomende fouten en onvolledigheden.

Advertentie-exploitatie

Account managerGejo Flierman: 06-53227316e-mail: [email protected]

Page 43: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

Snelle montage. Modern design. Compact resultaat.

Een gestroomlijnde wandgoot die past bij elk project. Klein, groot, nieuwbouw of renovatie. Dankzij geïntegreerde koppelingen, minder losse onderdelen en het kunststof materiaal bespaar je waardevolle installatietijd. De nieuwe tehalit.BR65 kabelgoot komt in vier afmetingen en wordt geleverd met een universeel deksel. Ongeacht de hoeveelheid kabels die je gebruikt: een nette, compacte afwerking is gegarandeerd. Daarnaast sluit deze wandgoot naadloos aan op onze stekerbare inbouwcomponenten én op normale bekabeling. En moet je het hoekje om? Geen probleem. Met verschillende hulpstukken pas je de goot aan elke ruimte-indeling aan. In slechts een paar seconden.

Meer weten? Ontdek alle details op:hager.nl/br65

Bespaar waardevolle installatietijd

Nu verkrijgbaar: tehalit.BR65Trek de aandacht met een strakke afwerking

Page 44: TECHNIEK N° 01-02 Inspectie van elektrische installatiesen autonome voertuigen. Vanzelfsprekend wordt de stad duurzaam gebouwd, waarbij gekozen is voor houten woningen, die in een

DE KNOP MOET OM.

WWW.ZETDEKNOPOM.NU