Taal Leerlijnen 250311

download Taal Leerlijnen 250311

of 12

Transcript of Taal Leerlijnen 250311

  • 8/17/2019 Taal Leerlijnen 250311

    1/12

    SLO – Leerlijnen Taal 250311 1

    Leerlijnen TAAL (Nederlands, Engels en Spaans) 

    Inleiding

    Leerlijnen formuleren en tussendoelen uitzetten voor taal betekent keuzes maken. Die keuzes dienen te worden verantwoord, zoveel mogelijk gebaseerd op wetenschappelijke

    inzichten en maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. De leerlijnen voor taal zijn uitgewerkt voor de Surinaamse context om recht te doen aan een „meer effectief enefficiënt onderwijssysteem, een rechtvaardig onderwijssysteem dat gelijke kansen biedt aan iedereen‟. Maar de leerlijnen Taal  zijn ook gericht op het creëren van „een

    internationaal concurrerende beroepsbevolking‟ (MinOV, 2009a).

    In de leerlijnen en tussendoelen is op landelijk niveau (macroniveau) beschreven wat  een leerling op een bepaald moment moet weten (kennis), kunnen (vaardigheden), willen

    (attitude) en vinden (opvattingen) op het gebied van taal. Het hoe, de pedagogisch didactische invulling, komt aan de orde op het moment dat er vertaalslagen naar de school

    (mesoniveau)- en de klassenpraktijk (microniveau) worden gemaakt.

    Procesverloop

    Op basis van diverse werksessies zijn er specifieke richtlijnen voor taal geformuleerd waaraan het nieuwe 11-jarige curriculum tenminste dient te voldoen volgens de taal- en

    onderwijsdeskundigen uit de verschillende onderwijssectoren van het lager- en voortgezet onderwijs. In het nieuwe curriculum is er aandacht voor:

    - De integratie van lezen en schrijven;

    - Meer samenhang binnen taal en de taalvaardigheden

    - Meer samenhang tussen taal en andere vak- en vormingsgebieden

    - Het leren van de schooltaal (het Nederlands)

    - Engels (vanaf de middenbouw) en Spaans (vanaf de bovenbouw)

    - Meertaligheid en respect voor alle talen die in Suriname worden gesproken.

    Vanuit deze richtlijnen is de taalgroep aan de slag gegaan met het formuleren van leerlijnen en tussendoelen voor de onderbouw (4-8 jaar), middenbouw (8-12) en de

    bovenbouw (12-15) zoals onderscheiden in het 11-jarig curriculum. Pendelend tussen praktijkervaringen (van de actoren uit de verschillende onderwijsvelden en

    ondersteuningsinstellingen) en de interventies van de taalexpert, is er een indeling van tussendoelen voor taal ontstaan. Belangrijk uitgangspunt daarbij is geweest dat taal

    vakspecifiek is (taal als doel), maar ook vakoverstijgend (taal als instrument om te leren, te communiceren en zich te uiten). Daarnaast is er bij de formulering van de

    taaldoelen steeds rekening gehouden met ontwikkelingspsychologische, leerpsychologische en sociaal-cultureel psychologische uitgangspunten. Tabel 2 geeft de indeling en

    onderverdeling voor taal als vak, intermediair en NT2/meertaligheid weer. (zie verder: Op weg naar een basisonderwijscurriculum)

    Tabel 2 Indeling voor het leergebied taal  Taal als vak Taal als intermediair NT2/meertaligheid

    taalsysteemkennistaalvaardigheden luisteren,spreken, lezen, schrijven entaalbeschouwingtaalattitude

    te communicerente conceptualiserende emoties te uitenzich cultureel te uiten

    NT1NT2 

  • 8/17/2019 Taal Leerlijnen 250311

    2/12

    SLO – Leerlijnen Taal 250311 2

    Leergebied Onderbouw (groep 1-4) Middenbouw (groep 5-8) Bovenbouw (groep 9-11)

    Taal als vak:Taalsysteemkennis

     Aan het eind van groep 4 beheersen alle

    kinderen:-  De vormaspecten van woorden die nodig

    zijn om te lezen en te schrijven. Quaspelling (alle klankzuivere klanken en 15niet-klankzuivere spellingpatronen,verbuigingen (bijvoorbeeld meervoud) ensamenstellingen).

    -  3000 woorden en hun betekenis-  het omgaan met het woordenboek met

    behulp van de leerkracht(jeugdwoordenboek).

     Aan het eind van groep 4 kunnen de leerlingen:-  het onderwerp, de persoonsvorm en het

    gezegde herkennen in gegeven zinnen.-  hun gedachte onder woorden brengen en

    erop reflecteren

    -  de leestekens . , ! ? : “” herkennen en de

    leestekens . , ! ? gebruiken in zinnen.-  een eenvoudige tekst opbouwen-  hun taalgebruik aanpassen aan gegeven

    situaties.

     Aan het eind van groep 8 beheersen alle

    leerlingen:-  de vormaspecten die te maken hebben

    met het lezen en schrijven van woorden-  de betekenis van 4000 – 6000 woorden

    (dagelijkse woorden enschooltaalwoorden)

     Aan het eind van groep 8 kunnen alleleerlingen:-  de betekenis van onbekende woorden

    zelfstandig opzoeken (in boeken of ICT)-  de lidwoorden, zelfstandige

    naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden,werkwoorden (zelfstandig, hulp enkoppel), voegwoorden, bijwoorden,voorzetsels, telwoorden,voornaamwoorden (persoonlijk,

    aanwijzend, bezittelijk, vragend)benoemen en gebruiken in zinnen

    -  onderwerp, persoonsvorm,naamwoordelijk of werkwoordelijkgezegde, lijdend voorwerp, bijwoordelijkebepaling van tijd en plaats correctgebruiken en benoemen in enkelvoudigeen samengestelde zinnen(nevenschikkend en onderschikkend)

    -  hun denken en handelen in goedecomplexe zinnen formuleren

    -  een tekst opbouwen en logische relatiesleggen tussen verschillende soorteninformatie in een tekst

    -  taal gebruiken in verschillende situaties encontexten

     Aan het eind van groep 8 begrijpen alleleerlingen:-  de betekenis van leestekens in allerlei

    soorten teksten en kunnen zij de meestvoorkomende leestekens in eigen tekstengebruiken

    -  de betekenis van zinnen en kunnen zijzinnen formuleren om observaties,

     Aan het eind van groep 11 kennen alle leerlingen:

    -  + Uitdrukkingen, gezegden en spreekwoorden (de

    meest voorkomende)  Aan het eind van groep 11 kunnen alle leerlingen:-  + bijwoordelijke bepaling van: graad, hoedanigheid,

    middel, doel, voorzetsel, voorwerp, bijvoeglijkebepaling en de bijstelling.

    -  + betrekkelijk voornaamwoord, onbepaaldvoornaamwoord (wederkerend, wederkerig)rangtelwoorden, hoofdtelwoorden (bepaald,onbepaald) tussenwerpsel

    -  onderscheid maken tussen hoofdzinnen en soortenbijzinnen en de functie ervan benoemen

  • 8/17/2019 Taal Leerlijnen 250311

    3/12

    SLO – Leerlijnen Taal 250311 3

    denken, en verklaren uit te drukken

    Taalbeschouwing Aan het eind van groep 8 kunnen de leerlingen:-  de taal beschouwen op vorm

    (zinsontleden en woordbenoemen),betekenis en taalgebruik (ingebruikscontexten)

    Taalbeschouwing Aan het eind van groep 11 kunnen de leerlingen:-  taal beschouwen op vorm (zinsontleden en

    woordbenoemen) en op betekenis en taalgebruik

    (in verschillende gebruikscontexten)

    Taal als vak:Taalvaardigheden

    Luisteren

    Spreken

     Aan het eind van groep 4 kunnen alleleerlingen:-  voor hen bestemde mededelingen en

    instructies in verschillende situatiesuitvoeren

    -  zich inleven in de spreker-  luisterstrategieën toepassen om met een

    doel te luisteren en het luisteren testructureren (samenvatten)

    -  kritisch luisteren: feiten en meningen

    onderscheiden

     Aan het eind van groep 4 kunnen alleleerlingen:-  klanken, woorden en zinnen nazeggen-  een eenvoudig gesprek op gang brengen,

    de aandacht van de groep vasthouden ende afgesproken beleefdheidsregels in achtnemen

    -  aan de hand van illustraties een logisch

    verhaal opbouwen-  aan leeftijdgenoten informatie verschaffen-  verslag uitbrengen over een behandeld

    onderwerp-  hun gedachten en meningen over een

    bepaald onderwerp vrij uiten

     Aan het eind van groep 8 kunnen alleleerlingen:-  mondelinge opdrachten correct uitvoeren

    waaruit blijkt dat ze zich kunnenconcentreren op geluiden, stemmen

    -  geluiden herkennen, stemmingen uitintonaties afleiden, hoofdzakenonderscheiden en een betoog volgen.

    -  zich inleven in de spreker-  zelfstandig strategieën toepassen in

    schoolse situaties om zelfstandigluisterdoelen vast te stellen, samen tevatten en het luisteren te structureren

    -  kritisch.luisteren: onderscheid makentussen negatieve en positieveboodschappen

     Aan het eind van groep 8 kunnen alleleerlingen:-  intonaties van bepaalde rollen en

    stemmingen nabootsen-  allerlei vragen beantwoorden en allerlei

    opdrachten geven waaruit blijkt dat zereageren op stemmingen van anderen,

    -  een verhaaltje vertellen en/of een

    samenvatting maken n.a.v. (eigen)tekeningen of plaatjes

    -  fouten in boodschappen herkennen encorrigeren

    -  een monoloog opbouwen enononderbroken uitspreken

    -  de afgesproken beleefdheidsregelsgebruiken in gesprekken

     Aan het eind van groep 11 kunnen alle leerlingen:-  + een uiteenzetting door de leraar over bepaalde

    stof volgen-  Instructies volgen in verband met het uitvoeren van

    handelingen of opdrachten

    -  zich inleven in de spreker vanuit eenonbevooroordeelde / neutrale luisterhouding 

    -  strategieën herkennen en toepassen om informatieuit verschillende bronnen te halen

    -  kritisch luisteren: uit debatten argumentenonderscheiden

     Aan het eind van groep 11 kunnen alle leerlingen:-  vragen beantwoorden-  gesprekken voeren met verschillende doelen-  informatie verzamelen m.b.t. bepaald onderwerp en

    presenteren-  gevoelens, gewaarwordingen, verwachtingen

    uitspreken en kunnen plaatsen-  debatteren: argumenten verzamelen (speeches,

    monologen)

  • 8/17/2019 Taal Leerlijnen 250311

    4/12

    SLO – Leerlijnen Taal 250311 4

    LezenLeestechniek Aan het eind van groep 4 kunnen alleleerlingen:-  25 spellingpatronen herkennen (in allerlei

    woorden), benoemen, de denkwijzen erbijverwoorden en correct lezen

    -  zelfstandig de 25 bekendespellingpatronen herkennen, benoemenen lezen (in verschillende soorten teksten)

    Leesbegr ip Aan het eind van groep 4 kunnen alleleerlingen:-  onderscheid maken tussen verschillende

    soorten teksten die op hun niveau zijngeschreven (verhaal, versjes, gesprekken,informatieve teksten, et cetera)

    -  zelfstandig strategieën toepassen opteksten van hun eigen niveau: omzelfstandig leesdoelen vast te stellen,onbekende woorden te verhelderen,samen te vatten/ verbanden te leggen,conclusies te trekken en te controleren ofde leesdoelen zijn bereikt

    -  teksten gebruiken in allerlei soortensituaties en contexten

    Leesbeleving   Aan het eind van groep 4 hebben alleleerlingen:

    -  10 boeken gelezen en besproken

    -  kennisgemaakt met Surinaamsekinderboeken en leesboeken

    -  plezier/belangstelling getoond in lezen

    -  aangeven dat de betekenis van eengesproken taaluiting wordt beïnvloed doorde situatie en de vorm (inclusief intonatie,mimiek en gebaren)

    -  zelfstandig strategieën toepassen omzelfstandig spreekdoelen (spreekbeurtenof gesprekken) vast te stellen, inhoudeneraan te koppelen, mondeling samen te

    vatten en aan te passen aan specifiekecontexten of situaties

    -  zich kritisch uiten: onderscheid makentussen negatieve en positieveboodschappen

    Leestechniek Aan het eind van groep 8 kunnen alleleerlingen:-  de klanken en spellingpatronen in alle

    mogelijke (Nederlandstalige) combinatiesherkennen, de denkwijze erbij verwoordenen lezen.

    -  zelfstandig strategieën toepassen omonbekende woorden zelfstandig teontsleutelen.

    Leesbegr ip   Aan het eind van groep 8 kunnen alleleerlingen:-  onderscheid maken tussen verschillende

    soorten teksten (verhaal, poëzie, dialogen,toneelstukken etc,)

    -  gebruik maken van verschillendeschriftelijke informatiebronnen(bibliotheek, ICT/internet, woordenboekenetc.)

    -  aangeven dat de betekenis van tekstenwordt beïnvloed door de bedoelingen enopvattingen van de „schrijvers‟ 

    -  zelfstandig strategieën toepassen omzelfstandig leesdoelen vast te stellen ende noodzakelijke inhoud eraan tekoppelen, onbekende woorden /begrippen te verhelderen, samen te vatten/ verbanden te leggen, conclusies tetrekken, te controleren of leesdoelenbereikt zijn en teksten te gebruiken inallerlei contexten

    Leestechniek Aan het eind van groep 11 kunnen alle leerlingen:-  + techniek onderhouden + schema‟s en tabellen

    lezen

    Leesbegr ip Aan het eind van groep 11 kunnen alle leerlingen:-  uiteenlopende teksten die voorkomen in de

    maatschappij lezen (officiële documenten,krantenartikelen, en dergelijke)

    -  zelfstandig leesstrategieën toepassen om

    doelgericht informatie te verwerven in allerleisituaties binnen en buiten de school

    -  ICT gebruiken om informatie te zoeken en te lezen

    Leesbeleving Aan het eind van groep 11 hebben alle leerlingen:

    15 boeken uit de wereldliteratuur en deNederlandse literatuur gelezen, naast de 15Surinaamse boeken en algemene boeken

  • 8/17/2019 Taal Leerlijnen 250311

    5/12

    SLO – Leerlijnen Taal 250311 5

    Schrijven

    Taal als vak:Attitude

    (genieten van boeken, lezen voor de lol,met een boekje in een hoekje)

    Tekst s chr i jven/Stel len   Aan het eind van groep 4 kunnen alleleerlingen:

    -  allerlei soorten (informatieve, diverterendeen betogende) en type teksten (brief,verhalen, versjes, betoog, artikel,informatie) schrijven

    -  eenvoudige schrijfprocesstrategieën(stofvinding, tekstopbouw, goede zinnenformuleren, reflecteren op eigen tekst,presenteren) toepassen om zelfstandigeen tekst te schrijven passend bij eenopgegeven onderwerp, doel en publiek.

    -  in een leesbaar handschrift of met decomputer allerlei soorten teksten schrijvenen verzorgen (qua spelling en lay-out)presenteren

    Spel l ing Aan het eind van groep 4 kunnen alleleerlingen: -  20 spellingpatronen herkennen,

    benoemen, de denkwijze erbij verwoordenen correct spellen.

    strategieën toepassen om de 20aangeboden spellingpatronen teherkennen benoemen in onbekendewoorden en correct te schrijven in teksten 

     Aan het eind van groep 4 kunnen alleleerlingen:

    -  gericht hulp vragen aan vertrouwdevolwassenen (juf, ouders, opa/oma) in het

    Leesbeleving   Aan het eind van groep 8 hebben alleleerlingen:-  30 verschillende soorten boeken gelezen

    en besproken; het betreft boeken die temaken hebben met geschiedenis,stripverhalen, gedichten,et cetera)

    -  strategieën ontwikkeld om zelfstandig

    boeken te zoeken om voor de lol te lezenplezier beleefd, belangstelling getoondvoor het zelfstandig lezen van boeken(bezoek bibliotheek).

    Schrijven van teksten/stellen

     Aan het eind van groep 8 kunnen alleleerlingen: -  verschillende soorten (informatieve,

    diverterende en betogende) en typeteksten (verhaal, artikel, gedicht, brief etc.)schrijven

    -  strategieën toepassen om zelfstandig hetschrijven van teksten te plannen, te

    formuleren, te reviseren/te reflecteren, enpassend bij het doel, publiek en hetgekozen teksttype te presenteren (quaformulering, spelling en lay-out)

    -  via een leesbaar handschrift en of decomputer de verschillende type tekstenschrijven en verzorgd (spelling, lay-out endergelijke) presenteren

    Spel l ing Aan het eind van groep 8 kunnen alleleerlingen:-  alle voorkomende spellingpatronen correct

    spellen.-  strategieën/ denkwijzen toepassen om

    zelfstandig onbekende woorden correct tespellen

     Aan het eind van groep 8 kunnen en willen alleleerlingen:-  gericht hulp vragen aan leeftijdgenoten en

    vertrouwde volwassenen

    Schrijven van teksten

     Aan het eind van groep 11 kunnen alle leerlingen:-  school of beroepsgerichte teksten schrijven

    (sollicitatiebrief, klacht, verzoek, werkstukken, etc.)en verzorgen qua spelling, formulering en lay-out

    -  beredeneerde / beargumenteerde teksten schrijven

     Aan het eind van groep 11 kunnen en willen alleleerlingen:-  gericht hulp vragen aan volwassenen / vertrouwde

    personen, vrienden en onbekenden

  • 8/17/2019 Taal Leerlijnen 250311

    6/12

    SLO – Leerlijnen Taal 250311 6

    kader van diverse opdrachten die temaken hebben met luisteren, lezen,spreken en schrijven

    -  verzorgd en met respect spreken-  schriftelijke teksten die bedoeld zijn voor

    anderen qua formulering, spelling enpresentatie te verzorgen

    -  zich openstellen voor andere talen ende eigen taal met anderen delen

    -  zich verder ontplooien en scholen of werken(permanente educatie)

    Samenhang: Taal als intermediair in alle vak- en vormingsgebieden

    Communiceren 

    Conceptualiseren 

     Aan het eind van groep 4 kunnen alleleerlingen:-  de taalvaardigheden luisteren, spreken,

    lezen en schrijven inzetten om te pratenover wat ze geleerd hebben

    -  mondeling aangeven wat ze vinden vanwat ze geleerd hebben

    -  de communicatieve regels gebruikentijdens allerlei gesprekken om opgelijkwaardige manier en met respect voorelkaar, met elkaar te praten

    -  andere uitingsvormen (gebaren,symbolen) gebruiken om te communiceren

     Aan het eind van groep 4 kunnen de leerlingen:-  vakconcepten die tijdens andere vakken

    en activiteiten (zoals, Aardrijkskunde,Geschiedenis, Natuur Onderwijslessen)aan de orde komen gebruiken entoepassen in mondelinge en schriftelijkeopdrachten

    -  hun denken over allerlei vakonderwerpen

    onder woorden brengen, beschrijven,interpreteren en eenvoudige redeneringenopzetten

     Aan het eind van groep 8 kunnen alleleerlingen:-  de taalvaardigheden luisteren, spreken en

    lezen inzetten om actief en sociaal te leren-  mondeling en schriftelijk aangeven wat ze

    vinden van wat ze geleerd hebben-  de luister-, lees-, spreek- en

    schrijfstrategieën in alle vakken inzettenvoor het actief en sociaal leren (ominstructies te begrijpen, sociaal, cultureleregels te begrijpen (burgerschap/socialecohesie))

    -  de communicatieve regels (verbaal en

    non-verbaal: mimiek, gebaren enintonatie) gebruiken tijdens allerlei soortengesprekken om op gelijkwaardige manieren met respect met elkaar te praten

     Aan het eind van groep 8 kunnen de leerlingen:-  vakconcepten die tijdens andere vakken

    en activiteiten (zoals, Aardrijkskunde,Geschiedenis, Natuur Onderwijslessen)aan de orde komen gebruiken entoepassen in mondelinge en schriftelijkeopdrachten 

    -  mondeling en schriftelijk logische relaties

    leggen tussen verschillende soorteninformatie uit verschillende bronnen -  hun denken en redeneringen over allerlei

    vakonderwerpen onder woorden brengenen presenteren in mondelinge enschriftelijke teksten 

     Aan het eind van groep 11 kunnen de leerlingen:-  de taalvaardigheden en strategieën luisteren,

    spreken en lezen zelfstandig toepassen in bekendeen onbekende communicatieve situaties

    -  zelfstandig hun taalgebruik aanpassen aanverschillende soorten situaties (samen sporten,winkel) en contexten (schoolcontext, ander land…) 

    -  zelfstandig argumenten formuleren om keuzes temaken (Welke baan neem ik en waarom? Stemmenop een partij? Op welke en waarom?) en hunmening uiten (debatteren, stelling poneren)

    -  de communicatieve regels (verbaal en non-verbaal:mimiek, gebaren en intonatie) flexibel gebruiken in

    verschillende contexten(Niet in alle culturen/contexten gelden dezelfdecommunicatieve regels; harmonisch communicatie-model (ongeacht leeftijd of positie mogen mee-praten) tegenover (hiërarchisch communicatie-model (afhankelijk van leeftijd en positie mogenmeepraten)

     Aan het eind van groep 11 kunnen de leerlingen:-  Concepten uit de vakgebieden zelfstandig

    gebruiken in vervolgopleidingen, beroep ofmaatschappij. 

    -  Zelfstandig informatie uit verschillende bronnenverzamelen (gesproken/geschreven teksten,beelden, media..) en die zien als eensamenhangend geheel 

    -  hun denken en redeneringen over concrete en

    abstracte onderwerpen binnen en buiten de schoolonder woorden brengen (mondeling, beelden,schriftelijk….) 

    -  een voorstelling maken van verschillende beroepenen studiemogelijkheden (Wat wil je worden? Watheb je daarvoor nodig (opleiding/baan)? Hoe pak jedat aan..) 

  • 8/17/2019 Taal Leerlijnen 250311

    7/12

    SLO – Leerlijnen Taal 250311 7

    Emoties uiten

    Cultuur

     Aan het eind van groep 4 kunnen de leerlingen:-  verschillende emoties benoemen-  zich emotioneel uiten in gesprekken,

    verbaal (inclusief intonatie) en non-verbaal(mimiek, gebaren)

     Aan het eind van groep 4 kunnen de leerlingen:-  woorden en begrippen die bij onderwijs en

    opvoeding een rol spelen gebruikentijdens gesprekken om inzicht te krijgen inelkaars culturen

    -  enkele betekenisvolle woorden uit deverschillende culturen gebruiken ingesprekjes (bijv.: feestvieren /feestdagen,begroeten, etc. Relatie leggen metgeschiedenis, biologie, (eten),aardrijkskunde, cultureel erfgoed, muziek

    et cetera

     Aan het eind van groep 8 kunnen de leerlingen:-  verschillende emoties begrijpen en onder

    woorden brengen-  hun emoties uiten in allerlei soorten

    gesprekken en teksten met verschillendedoelen

    -  emoties bij anderen herkennen en

    erkennen

     Aan het eind van groep 8 kennen de leerlingen -  de diepe en brede betekenissen van

    woorden en begrippen die bij onderwijs enopvoeding een rol spelen om inzicht tekrijgen in elkaars cultuur.

    -  Bijv.: feestdagen (culturele groepen)worden in de klas besproken enkelewoorden uit die cultuur gebruiken ingesprekken

     Aan het eind van groep 11 kunnen de leerlingen:-  omgaan met verschillende emoties in bekende en

    onbekende situaties-  hun emoties uiten en een plaats geven

    (kanaliseren… tot 10 tellen, in het kanaal springenom af te koelen! Iemand t roosten. Reageren op

    voordringen in de winkel))-  emoties bij anderen (h)erkennen en op een gepaste

    manier reageren (troosten als iemand verdrietig isvanwege een sterfgeval)

     Aan het eind van groep 11 kunnen leerlingen:

    -  Zich inleven in elkaars cultuur en respect tonenvoor uitingen die typisch zijn voor een bepaaldecultuur en die uiten in taal (Bijv.: in een Chinesewinkel een groet uitbrengen in het chinees om telaten zien dat je hen tegemoet wil komen/respectwil tonen, maar ook om met elkaar in gesprek tekomen over de verschillen (toiletbezoek anders percultuur daarover kunnen praten met elkaar zonderbij voorbaat te oordelen) 

    NT2

    -  Een onderinstromend kind (een kind datnog geen onderwijs heeft gevolgd en hetNederlands niet als moedertaal heeft) kanbinnen één jaar de lessen in de klasvolgen en begrijpen (op schooltaalniveau).

    -  Een onderinstromend kind functioneertbinnen twee jaar op hetzelfde niveau alseen NT1 kind dat het reguliere onderwijsheeft gevolgd 

    -  Een zij-instromend kind (een kind datgeen Nederlands spreekt en in eenandere taal al onderwijs heeft gevolgd)kan binnen één jaar de lessen in de klasvolgen en begrijpen (op schooltaalniveau).

    -  Een zij-instromend kind functioneertbinnen twee jaar op hetzelfde niveau alseen NT1 kind dat het reguliere onderwijsheeft gevolgd.

    -  Een zij-instromende leerling in het vervolgonderwijskan binnen één jaar de lessen in de klas volgen enbegrijpen (op schooltaalniveau).

    -  Een zij-instromende leerling functioneert in desamenleving binnen twee jaar op hetzelfde niveauals een NT1 leerling die het reguliere onderwijsheeft gevolgd.

    Meertaligheid

    Woordenschat en attitude  Aan het eind van groep 4 kunnen de leerlingen:-  Woorden uit Sranan, Engels, en

    plaatsgebonden talen begrijpen enuitspreken. Het betreft woorden die temaken hebben met jezelf voorstellen,

     Aan het eind van groep 8 hebben de leerlingen:-  een woordenschat opgebouwd van

    Sranantongo en plaatsgebonden talen enkunnen die woordenschat gebruiken inalledaagse situaties binnen en buiten de

     Aan het eind van groep 11 hebben de leerlingen:

    -  een woordenschat opgebouwd van Sranantongo enplaatsgebonden talen en kunnen die woordenschatgebruiken in alledaagse situaties op school enbuiten school. Het betreft woorden die te maken

  • 8/17/2019 Taal Leerlijnen 250311

    8/12

    SLO – Leerlijnen Taal 250311 8

    Engels

    begroeten en thema‟s die zich daarvoorlenen (klederdrachten, voedsel…) 

    -  Attitude: Respect opbrengen voor deeigen taal en die van anderen door kenniste nemen van gewoontes en gebruiken(dmv spelletjes, liedjes, boekjes, tellen inandere talen)

     Aan het eind van groep 4 kunnen alleleerlingen:-  eenvoudige dialogen voeren, bijvoorbeeld

    kennismaking waarbij wordt gegroet envoorgesteld en waarbij gevraagd wordtwie de ander is waarop antwoord moetvolgen

    school. Het betreft woorden diebijvoorbeeld te maken hebben met samenspelen op het schoolerf, tijdens sport,muziek of andere activiteiten buitenschool.(Sranan is de geaccepteerde lingua francain Suriname. Tijdens radio/tv uitzendingensoms eerst Nederlands dan Sranan of

    omgekeerd).) 

     Attitude: Respect opbrengen voor de eigen taalen die van anderen door kennis te nemen vangewoontes en gebruiken (dmv spelletjes,liedjes, boekjes, tellen in andere talen)

     Aan het eind van groep 8 kennen de leerlingenvan het Engelse taalsysteem:-  44 (20 klinkers/24 medekl.)-  1500 – 2000 woorden (passief en actief)-  11 woordsoorten: werkwoord, zelfstandig

    naamwoord, bijwoord, voornaamwoord,voorzetsels en lidwoorden

    -  onderw., gez., lijdendvw., meew.vw.,

    bepalingen-  vragende zinnen, ontkennende zinnen,

    ondergeschikte zinnen: enkelvoudige ensamengestelde zinnen

    VaardighedenMondeling en schrifteli jk

     Aan het eind van groep 8 kunnen de leerlingen -  eenvoudige dialogen voeren over

    alledaagse onderwerpen-  alle soorten teksten, recepten, brieven,

    advertenties kunnen lezen (Geen langeteksten, teksten die functioneel zijn)

    hebben met samen spelen op het schoolerf, tijdenssport, muziek of andere activiteiten buiten school.(Sranan is de geaccepteerde lingua franca inSuriname. Tijdens radio/tv uitzendingen soms eerstNederlands dan Sranan of omgekeerd). 

     Attitude: Respect opbrengen voor de eigen taal endie van anderen door kennis te nemen van

    gewoontes en gebruiken (dmv spelletjes, liedjes,boekjes, tellen in andere talen)

     Aan het eind van groep 11 kunnen de leerlingen op hetgebied van de vaardigheden:Luisteren

    -  alle fonetische klanken herkennen, waarnemen,identificeren en onderscheiden

    -  verschillende genres herkennen, waarnemen enonderscheiden. Bijvoorbeeld: gedichten, versjes,muziek

    -  door middel van hun gedrag tonen dat zij

    mondelinge instructies, opdrachten hebbenbegrepen en kunnen uitvoeren

    -  toon, intonatie en gevoelswaarde herkennen ofidentificeren, beheersen en uiten

    Spreken

    -  fonetische klanken uitspreken-  woorden en klanken goed articuleren-  In verschillende creatieve uitingsvormen een

    voordracht doen. Bijvoorbeeld: gedichten, drama,rollenspel

    -  toon intonatie en gevoelswaarde herkennen ofidentificeren en beheersen en uiten. Onderscheidmaken tussen uitspraken met verschillendeintonaties. Bijvoorbeeld: beleefdheidsvormen

    -  beschrijving geven van verschillendewaarnemingen (thema gebonden: bijvoorbeeldbelangrijke incidenten of gebeurtenissen)

    -  debatteren, presenteren, rapporteren

    -  instructies geven en opvolgen Lezen

    -  in verschillende genres teksten kunnen lezen.

    -  begrijpend kunnen lezen Schrijven

  • 8/17/2019 Taal Leerlijnen 250311

    9/12

    SLO – Leerlijnen Taal 250311 9

    Spaans

    -  beschrijvingen geven van visueel materiaal(plaatjes, posters, foto‟s) 

    -  composities schrijven, precies, brieven etc.-  ideeën listen, notuleren-  korte beschrijvingen geven van bijvoorbeeld foto‟s,

    posters, plaatjes-  een scrapbook in elkaar zetten en een beschrijving

    geven

    -  identificeren en parafraseren van relevante

    informatie uit verschillende teksten-  poëzie schrijven

    -  door middel van georganiseerde structuren eenstuk schrijven, zij het van een lees- of luisteractiviteit. 

    Att i tude

    -  bereidwilligheid tonen/ gemotiveerd zijn om in hetEngels op zelfstandige wijze te kunnencommuniceren met elkaar of met de leerkracht. Zemoeten tevreden terugblikken naar het 11 jarigbasis onderwijs voor het vak Engels. Het kind moetinzicht hebben voor alle talen, maar vooral deEngelse taal. Ze moeten een zelfverzekerd entevreden gevoel op na houden dat zij het Engels inalle situaties kunnen gebruiken.

     Aan het eind van groep 11 kunnen alle leerlingen:Taalsysteem24 klanken500 – 1000 woorden (passief en actief)11 woordsoorten: Lidwoorden, zelfst. naamw. bijv.naamwoorden, werkw.,voegw., voornaamw.zinsdelen: ond., gez., lijdendvw., meew.vw., bepalingen

    Vaardigheden Luisteren   Aan het eind van groep 11 kunnen de leerlingen:basisinformatie begrijpen over verschillende thema‟s(familie, winkelen), korte boodschappen,aankondigingen, berichten, Spaanse muziek

    Spreken  eenvoudige beschrijving of presentatie geven vanmensen, woon- en werkomstandigheden. Gevoelens enemoties uiten in korte zinnen

    lezen  uit eenvoudige teksten van een half A4 advertenties,

  • 8/17/2019 Taal Leerlijnen 250311

    10/12

    SLO – Leerlijnen Taal 250311 10

    brieven, folders, recepten, et cetera specifieke informatiehalen en begrijpen

    SchrijvenSpaanse teksten met enkelvoudige en eenvoudigesamengestelde zinnen (en, maar, omdat) schrijven overthema‟s als familie, school, wonen (half A4)

    Luikjes Luikje 1: taalvaardigheid  spreken  

    Luikje 2: Bij meertaligheid  

    Luikje 3: Bij taal als vak, taalattitude :

    Luikje 4: Bij taal als intermediair, emoties

    uiten

    Luikje 5: Bij meertaligheid  

    Luikje 6: Bij taal als intermediair, comm uniceren  

    Luikje 7: Bij taal als vak, leesbeleving  

    Luikje 8: Bij Engels en Spaans

    LuikjesLuikje 1: Bij taalvaardigheid  spreken ob (inleven)Voorbeeld: taalgebruik bij het schoolhoofd is anders dan wanneer je bij je vriendje bent. 

    Luikje 2: Bij meertaligheid ob, Het Nederlands is de taal die in school en daarbuiten wordt gebruikt. Dit is bij wet vastgesteld.Het Nederlands omvat ook „Nederlandse‟ woorden die voornamelijk in Suriname of Vlaanderen worden gebruikt. Deze woorden zijn opgenomen in het woordenboek van de Nederlandse taal. Voor

    het Surinaams zijn er in 2005 (toetreding van Suriname tot de Taalunie) 500 woorden opgenomen (bijvoorbeeld het woord „okselmouwtje‟ naast t-shirt). De bedoeling is dat er 2010 2000Surinaamse woorden bijkomen.

    Luikje 3: Bij taal als vak, taalattitude mb: Samen leren van elkaars verschillende talen en elkaars talen willen delen: vier leerlingen spreken op het schoolerf Hindoestaans met elkaar. Je denkt dathet over jou gaat en dat het niet leuk is wat ze over je zeggen. Je gaat vragen aan de groep wat ze hebben gezegd. Het blijkt dat ze het over iets heel anders hebben. Als je het niet zou hebbengevraagd had het gemakkelijk tot misverstanden/miscommunicatie kunnen leiden.

    Luikje 4: Bij taal als intermediair, emoties uiten mb: Een jongen ligt voortdurend over. Hij voelt zich niet lekker. De juf heeft hem al een paar keer gesommeerd recht te gaan zitten en gezegd dat hijniet zo lui moet zijn. Na doorvragen blijkt dat hij honger heeft maar dat niet durft te uiten, hij schaamt zich om erover te praten. Door het gesprekje krijgt de juf meer inzicht in het wel en wee van deleerling. 

  • 8/17/2019 Taal Leerlijnen 250311

    11/12

    SLO – Leerlijnen Taal 250311 11

    Luikje 5: Bij meertaligheid mb,bb,  gedicht in verschillende talen (Sranan, Nederlands en Engels)

    Wan bon - Een boom - One tree

    Wan bonsomeni wiwiriwan bon.

    Wan libasomeni krikiala e go na wan se

    Wan edesomeni prakseriprakseri pe wan bun mus' de

    Wan Gadosomeni fasi fu anbegima wan Papa

    Wan Sranansomeni wiwirisomeni skinsomeni tongo

    Wan pipel

    Eén boomzovele bladerenéén boom.

    Eén rivierzovele krekenalle stromen naar één zee

    Eén hoofdzovele gedachtengedachten waar een goede tussen moet zitten

    Eén Godzoveel manieren om te aanbiddenmaar één enkele Vader

    Eén Surinamezoveel soorten haarzovele huidskleurenzoveel talen

    Eén volk

    One treeso many leavesone tree

    One riverso many creeksall flowing to one sea

    One headso many thoughtsthoughts among which one good one must be

    One Godso many ways of worshippingbut only one Father

    One Surinameso many hair typesso many skin colorsso many languages

    One people

    Luikje 6: Bij taal als intermediair, communiceren bb: Op school waar interactie tussen leraar en leerling en leerlingen onderling belangrijk is, gelden de communicatieve regels die passen bij hetharmonische communicatiemodel. Vaak zijn kinderen die uit een middenklasse milieu komen in het voordeel omdat voor de interactie impliciet uitgegaan wordt van het harmonischecommunicatiemodel. Leerlingen die van huis uit minder taal meekrijgen en niet gewend zijn alles te mogen zeggen zijn dan in het nadeel. (Zie ook het overzicht Taal in relatie met milieu, ervaringenen taalontwikkeling in de verantwoording.)

    Luikje 7: Bij taal als vak, leesbeleving bb, het belang van lezen en literatuur voor het opbouwen van een rijke en gevarieerde woordenschat als basis om: (1) goed met elkaar te kunnencommuniceren, (2) elkaars cultuur te leren verstaan, (3) genuanceerd/publieksgericht beroepsspecifieke gesprekken te kunnen voeren (zie krantenartikel hieronder) etc..

    Luikje 8: Bij Engels en Spaans bb , eenvoudige teksten lezen in het kader van de beroepsvoorbereiding in het Engels en het Spaans. De teksten kunnen in de les Nederlands worden voorbereidzodat de inhoud al begrepen is. Teksten met vergelijkbare inhouden kunnen dan in het Engels en of Spaans ook gelezen worden. Bijvoorbeeld een gebruiksaanwijzing (bij een apparaat) die de

    elektricien moet kunnen lezen in het Nederlands. Tijdens de Engelse of Spaanse les kan eenzelfde soort tekst ook worden geoefend. Dan blijft het leesonderwijs functioneel en wordt zowel het lerenvan een specifieke inhoud (van het beroep) als van de t aal ondersteund. 

  • 8/17/2019 Taal Leerlijnen 250311

    12/12

    SLO – Leerlijnen Taal 250311 12