V1, e-Business Blok 1 les 2, college en werkgroep Maandag 12 november 2007.
Taak na blok 2 – les 1 TAAK 9maaskei4.weebly.com/.../kanjerwerkboek_na_blok_2.pdfTaak na blok 2...
Transcript of Taak na blok 2 – les 1 TAAK 9maaskei4.weebly.com/.../kanjerwerkboek_na_blok_2.pdfTaak na blok 2...
© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 4 21
Naam: Datum:
Klas: Klasnummer:
Taak na blok 2 – les 1
Vul de schatting in.
Noteer de getallen onder elkaar.
Reken uit.
Vergelijk de som met de schatting.
1 627 + 1 522 =
s:
6 666 + 1 509 =
s:
2 347 + 862 =
s:
D H T E
+
D H T E
+
D H T E
+
De som ligt in de buurt
van de schatting.
ja
nee
De som ligt in de buurt
van de schatting.
ja
nee
De som ligt in de buurt
van de schatting.
ja
nee
1
Maak de optellingen.
Je mag tussenstappen noteren.
7 200 + 2 700 =
6 320 + 450 =
5 540 + 154 =
3 352 + 1 344 =
4 400 + 3 460 =
2
TAAK 9
meerdere schattingen mogelijk
1
1 6 2 7
1 5 2 2
3 1 4 9
1 1
6 6 6 6
1 5 0 9
8 1 7 5
1 1
2 3 4 7
8 6 2
3 2 0 9
7 200 + 2 000 + 700 = 9 200 + 700 = 9 900
6 320 + 400 + 50 = 6 720 + 50 = 6 770
5 540 + 100 + 50 + 4 = 5 640 + 50 + 4 = 5 690 + 4 = 5 694
3 352 + 1 000 + 300 + 40 + 4 = 4 352 + 300 + 40 + 4 =
4 652 + 40 + 4 = 4 692 + 4 = 4 696
4 400 + 3 000 + 400 + 60 = 7 400 + 400 + 60 = 7 800 + 60 = 7 860
3 149
1 600 + 1 500 = 3 100
8 175
6 500 + 1 500 = 8 000
3 209
2 500 + 1 000 = 3 500
© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 4 22
Ik vond de taak Ik maakte de taak alleen.
Ik kreeg hulp.
Opmerking ouders:
Vul de schatting in.
Noteer de getallen onder elkaar.
Reken uit.
Vergelijk het verschil met de schatting.
9 285 – 6 256 =
s:
4 494 – 385 =
s:
9 512 – 2 801 =
s:
D H T E
–
D H T E
–
D H T E
–
Het verschil ligt in de
buurt van de schatting.
ja
nee
Het verschil ligt in de
buurt van de schatting.
ja
nee
Het verschil ligt in de
buurt van de schatting.
ja
nee
3 meerdere schattingen mogelijk
. 10
5829
6 2 5 6
9203 4 1 0 9
583
4 4 9 4
10. . 10
9 5 1 2
1082
6 7 1 1
3 029
9 300 – 6 300 = 3 000
4 109
4 500 – 400 = 4 100
6 711
9 500 – 3 000 = 6 500
© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 4 23
A. Een evenwijdige aan een gegeven rechte tekenen.
Stap 1Leg de geodriehoek zo dat de rechte a samenvalt met een van de evenwijdige lijnen op de geodriehoek.
Stap 2Teken een rechte b langs de tekenzijde a//b (rechte a is evenwijdig met rechte b).
B. Evenwijdige aan een gegeven rechte a door een punt A tekenen als dat punt binnen het bereik van de geodriehoek valt.
Stap 1Leg de geodriehoek zo dat de tekenzijde evenwijdig is aan de rechte a.
Stap 2Verschuif de geodriehoek zo dat het punt A samenvalt met de tekenzijde.
Stap 3Teken een rechte b langs de tekenzijde a//b (rechte a is evenwijdig met rechte b).
a
ab
A
A b
a
a
Een evenwijdige aan een gegeven rechte a tekenen
MK 2
Naam: Datum:
Klas: Klasnummer:
TAAK 10Taak na blok 2 – les 2
Tip!
Kleur de lijnen die evenwijdig lopen in dezelfde kleur.1
© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 4 24
Ik vond de taak Ik maakte de taak alleen.
Ik kreeg hulp.
Opmerking ouders:
Teken door A een rechte b die evenwijdig loopt met c.2
A
c
Reken uit.
Je mag tussenstappen noteren.
7 400 + 800 =
5 400 + 960 =
3 900 + 700 =
800 + 4 860 =
7 600 + 518 =
6 500 + 2 700 =
4 800 + 3 940 =
2 250 + 3 800 =
3
b
7 400 + 600 + 200 = 8 000 + 200 = 8 200
5 400 + 900 + 60 = 5 400 + 600 + 300 + 60 = 6 000 + 300 + 60
= 6 300 + 60 = 6 360
3 900 + 100 + 600 = 4 000 + 600 = 4 600
800 + 4 000 + 800 + 60 = 4 800 + 800 + 60 = 4 800 + 200 + 600 + 60
= 5 000 + 600 + 60 = 5 600 + 60 = 5 660
7 600 + 500 + 10 + 8 = 7 600 + 400 + 100 + 10 + 8
= 8 000 + 100 + 10 + 8 = 8 100 + 10 + 8 = 8 110 + 8 = 8 118
6 500 + 2 000 + 700 = 8 500 + 700 = 8 500 + 500 + 200
= 9 000 + 200 = 9 200
4 800 + 3 000 + 900 + 40 = 7 800 + 900 + 40
= 7 800 + 200 + 700 + 40 = 8 000 + 700 + 40 = 8 700 + 40 = 8 740
2 250 + 3 000 + 800 = 5 250 + 800 = 5 250 + 750 + 50
= 6 000 + 50 = 6 050
© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 4 25
Naam: Datum:
Klas: Klasnummer:
TAAK 11Taak na blok 2 – les 7
Tip!
Los de vermenigvuldigingen op.
Gebruik de positietabel.
10 × 36 = 100 × 40 =
10 × 234 = 100 × 80 =
D H T E D H T E
10 × 36 =
100 × 40 =
10 × 234 =
100 × 80 =
1
Los de vermenigvuldigingen op.
10 × 38 = 10 × 1 000 =
10 × 298 = 10 × 543 =
100 × 73 = 100 × 32 =
10 × 430 = 10 × 803 =
100 × 27 = 100 × 33 =
2
TD D H T E
Tien- dui zend tal
Dui zend tal Hon derd tal Tien tal Een heid
3 5 6 3 7
100 ×
10 ×
De positietabel gebruiken om te vermenigvuldigen met 10 of 100
G/B 3
380 10 000
2 980 5 430
7 300 3 200
4 300 8 030
2 700 3 300
360 4 000
2 340 8 000
3 6 3 6 0
4 0 4 0 0 0
2 3 4 2 3 4 0
8 0 8 0 0 0
© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 4 26
Ik vond de taak Ik maakte de taak alleen.
Ik kreeg hulp.
Opmerking ouders:
Tip!
Los de vermenigvuldigingen op.
5 × 64 =
5 × 12 =
5 × 160 =
50 × 18 =
50 × 68 =
50 × 22 =
9 × 800 =
9 × 370 =
9 × 82 =
11 × 260 =
11 × 87 =
11 × 76 =
3
■ Vermenigvuldigen met 5 en met 50 5 × getal = (10 × getal) : 2 5 × 62 = (10 × 62) : 2 = 620 : 2 = 310 50 × getal = (100 × getal) : 2 50 × 48 = (100 × 48) : 2 = 4 800 : 2 = 2 400
■ Vermenigvuldigen met 9 en met 11 9 × getal = (10 × getal) − (1 × getal) 9 × 230 = (10 × 230) − (1 × 230) = 2 300 − 230 = 2 070 11 × getal = (10 × getal) + (1 × getal) 11 × 62 = (10 × 62) + (1 × 62) = 620 + 62 = 682
Natuurlijke getallen handig vermenigvuldigen
G/B 2
(10 × 64) : 2 = 640 : 2 = 320
(10 × 12) : 2 = 120 : 2 = 60
(10 × 160) : 2 = 1 600 : 2 = 800
(100 × 18) : 2 = 1 800 : 2 = 900
(100 × 68) : 2 = 6 800 : 2 = 3 400
(100 × 22) : 2 = 2 200 : 2 = 1 100
(10 × 800) – (1 × 800) = 8 000 – 800 = 7 200
(10 × 370) – (1 × 370) = 3 700 – 370 = 3 330
(10 × 82) – (1 × 82) = 820 – 82 = 738
(10 × 260) + (1 × 260) = 2 600 + 260 = 2 860
(10 × 87) + (1 × 87) = 870 + 87 = 957
(10 × 76) + (1 × 76) = 760 + 76 = 836
© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 4 27
Naam: Datum:
Klas: Klasnummer:
TAAK 12Taak na blok 2 – les 8
Noteer de tijd op de digitale klok.
Het is namiddag. Het is ochtend. Het is ochtend.
: : :Het is middag. Het is avond. Het is namiddag.
: : :
1
Vul in.
1 uur bestaat uit minuten.
1 uur bestaat uit keer 5 minuten.
1 minuut bestaat uit seconden.
1 dag bestaat uit uren.
1 uur bestaat uit kwartieren.
2
13:20
12:05
1 1: 10
23: 15
07:20
13:25
60
12
60
24
4
© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 4 28
Ik vond de taak Ik maakte de taak alleen.
Ik kreeg hulp.
Opmerking ouders:
Vul het digitale uurwerk in.
Het is namiddag. Het is namiddag. Het is nacht.
: : : : : :
3
Vul de juiste tijd in op de digitale klokken.
Tijdens de tijdrit van de Tour was er maar weinig verschil tussen verschillende
renners.
De eerste heeft 02 : 21 : 17 gefietst. De tweede fietste 4 seconden langer. En daar-
na, op 1 seconde kwam de derde aan. De vierde had 45 seconden achterstand op
de derde.
Tweede Derde Vierde
: : : : : :
4
Los op.
Je mag tussenstappen noteren.
3 200 – 1 100 =
6 780 – 650 =
8 000 – 1 600 =
5
15:50:28
02:2 1:2 1
15:03:36
02:2 1:22
00:0 1: 17
02:22:07
(3 200 – 1 000) – 100 = 2 200 – 100 = 2 100
(6 780 – 600) – 50 = 6 180 – 50 = 6 130
(8 000 – 1 000) – 600 = 7 000 – 600 = 6 400
© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 4 29
Naam: Datum:
Klas: Klasnummer:
TAAK 13Taak na blok 2 – les 10
Teken een driehoek, een vierhoek en een zeshoek.
Gebruik een meetlat en/of geodriehoek en tekenpotlood.1
Tip!
Naam vierhoek Eigenschappen zijden Eigenschappen hoeken
Vierkant 4 gelijke zijden2 paar evenwijdige zijden
4 rechte hoeken
Rechthoek 2 paar gelijke zijden2 paar evenwijdige zijden
4 rechte hoeken
Ruit 4 gelijke zijden2 paar evenwijdige zijden
overstaande / tegenoverliggende hoeken zijn gelijk
Parallellogram 2 paar gelijke zijden2 paar evenwijdige zijden
overstaande / tegenoverliggende hoeken zijn gelijk
Eigenschappen van zijden en hoeken bij vierhoeken aanduiden
MK 5
meerdere oplossingen mogelijk
© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 4 30
Ik vond de taak Ik maakte de taak alleen.
Ik kreeg hulp.
Opmerking ouders:
Verbind de punten.
Welke vierhoek krijg je? Noteer de best passende naam.
Kruis de passende eigenschappen aan.
2
4 rechte hoeken
4 gelijke zijden
2 paar gelijke zijden
2 paar evenwijdige zijden
Teken de gevraagde figuur.
Deze figuur heeft geen 4 gelijke hoeken, maar de overstaande of tegenover-
liggende hoeken zijn wel gelijk.
Deze figuur heeft 2 paar gelijke zijden en 2 paar evenwijdige zijden.
Welke figuur is dit?
3
Maak de deling.
Je mag een positietabel gebruiken.
3 800 : 100 = 470 : 10 =
2 340 : 10 = 8 500 : 100 =
4
38 47
234 85
parallellogram
Rechthoek
x
x
x
© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 4 31
Naam: Datum:
Klas: Klasnummer:
TAAK 14Taak na blok 2 – les 12
Verdeel het geheel in 4 gelijke stukken.
Noteer bij elk deel de passende breuk.
0 1
1
Verdeel de getallenas met potlood in 8 gelijke stukken.
Zet deze breuken op de getallenas op de juiste plaats: 12
, 22
, 14
, 18
en 78
.
Geef de breuken hiervoor eerst allemaal dezelfde noemer.
Gebruik de schrijflijn hieronder.
0 1
2
Reken uit.
12
van 12 = 57
van 70 =
27
van 21 = 3
16 van 32 =
35
van 25 = 1
18 van 36 =
38
van 48 = 45
van 40 =
3
14
14
18
24
12
34
78
44
22
12
= 48
, 22
= 88
, 14
= 28
, 18
en 78
6 50
6 6
15 2
18 32
© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 4 32
Ik vond de taak Ik maakte de taak alleen.
Ik kreeg hulp.
Opmerking ouders:
Kleur de gelijkwaardige breuken in dezelfde kleur. 4
13 3
15312
24 3
214
39 1
5515
48
Noteer < of >.
1/6 6/18 2/7 3/7 4/5 3/5 2/3 3/9
6
■ Gelijkwaardige breukenBreuken met een gelijke waarde.Je vindt gelijkwaardige breuken door:• teller en noemer te vermenigvuldigen met hetzelfde getal;
Bijvoorbeeld: 14 = 2
8 want je hebt teller en noemer 2 × genomen
14
= 28
• vereenvoudigen: teller en noemer te delen door hetzelfde getal.
Bijvoorbeeld: 412
= 13
want je hebt teller en noemer gedeeld door 3
412
= 13
Breuken gelijkwaardig maken en vereenvoudigen
G/B 16
Tip!
Noteer de eenvoudigste breuk.
2530
= 2432
= 1624
=
3035
= 2028
= 1224
=
1827
= 2036
= 5
15 =
5
13 3
15312
24 3
214
39 1
5515
48
5 3 2
6 5 1
2 5 1
6 4 3
7 7 2
3 9 3
< < > >
© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 4 33
Naam: Datum:
Klas: Klasnummer:
TAAK 15Taak na blok 2 – les 13
Voor het grootouderfeest wordt er gevraagd om cakes te bakken. Papa bakt er 4.
Help hem even het recept om te rekenen.
Recept voor 1 appelcake
250 g bloem 150 g boter
250 g suiker 4 eieren
500 g appels 3 lepels rozijnen
ingrediënten voor 1 cake voor 4 cakes
250
150
1
0
8
Jan JorisPiet
2
10
6
4
12
De wandeltocht
aant
al k
ilom
eter
Jan, Piet en Joris maken een wandeltocht. Maar Jan slaat zijn voet om en moet
stoppen. 2
Na hoeveel kilometer gebeurt dat?
Ook Piet wandelt de tocht niet uit.
Na hoeveel kilometer stopt Piet met
de wandeltocht?
Joris loopt de tocht helemaal uit.
Hoe ver heeft hij gewandeld?
4 ×
Jan moet na 5 kilometer stoppen.
Piet stopt na 7 kilometer.
Joris heeft 10 kilometer gewandeld.
bloem (in gram) 1 000
boter (in gram) 600
suiker (in gram) 250 1 000
eieren 4 16
appels (in gram) 500 2 000
rozijnen (in lepels) 3 12
© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 4 34
Ik vond de taak Ik maakte de taak alleen.
Ik kreeg hulp.
Opmerking ouders:
Hoeveel hebben de jongens allemaal samen gewandeld?
Hoeveel heeft Joris meer gewandeld dan Piet?
getal : 5 = (getal : 10) × 2 à bijvoorbeeld 400 : 5 = (400 : 10) × 2 = 40 × 2 = 80getal : 50 = ( getal : 100) × 2 à bijvoorbeeld 400 : 50 = (400 : 100) × 2 = 4 × 2 = 8
Natuurlijke getallen handig delen
G/B 14
Tip!
Maak de delingen.
Je mag tussenstappen noteren.
Kijk goed naar het voorbeeld in het onthoudkader.
800 : 50 =
3 000 : 5 =
730 : 5 =
6 000 : 50 =
3
(800 : 100) × 2 = 8 × 2 = 16
(3 000 : 10) × 2 = 300 × 2 = 600
(730 : 10) × 2 = 73 × 2 = 140 + 6 = 146
(6 000 : 100) × 2 = 60 × 2 = 120
De jongens hebben samen 22 kilometer gewandeld.
10 – 7 = 3
Joris heeft 3 kilometer meer gewandeld dan Piet.
© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 4 35
Naam: Datum:
Klas: Klasnummer:
TAAK 16Taak na blok 2 – les 17
Vul de schatting in.
Reken uit.
Vergelijk het product met de schatting.
4 × 382 =
s:
6 × 427 =
s:
3 × 263 =
s:
D H T E
3 8 2
×4
D H T E
4 2 7
×6
D H T E
2 6 3
×3
Het product ligt in de
buurt van de schatting.
ja nee
Het product ligt in de
buurt van de schatting.
ja nee
Het product ligt in de
buurt van de schatting.
ja nee
1
Vul de schatting in.
Schik de getallen correct onder elkaar.
Reken uit.
Vergelijk het product met de schatting.
7 × 816 =
Ik schat:
4 × 1 358 =
Ik schat:
D H T E
×
D H T E
×
2
meerdere schattingen mogelijk
meerdere schattingen mogelijk
3, 2, 14, 1
14, 1 3
1 5 2 8 2 5 6 2 7 8 9
8 1 6
5 7 1 2
1 3 5 8
5 4 3 2
7 4
5 712
7 × 800 = 5 600
5 432
4 × 1 400 = 5 600
1 528
4 × 400 = 1 600
2 562
6 × 400 = 2 400
789
3 × 250 = 750
© De Wiskanjers, Plantyn Kanjerwerkboek 4 36
Ik vond de taak Ik maakte de taak alleen.
Ik kreeg hulp.
Opmerking ouders:
Los het vraagstuk op.
De ouderraad koopt partytenten aan.
Ze kosten 158 euro per stuk. De school
heeft er 5 nodig voor het schoolfeest.
Hoeveel betaalt de ouderraad voor
5 partytenten?
Ik schat:
Bewerking:
Antwoordzin:
3 D H T E
×
Vul de schatting in.
Reken uit.
Vergelijk het quotiënt met de schatting.
4 656 : 3 =
s:
3 558 : 6 =
s:
6 989 : 7 =
s:
D H T E
D H T E
D H T E
D H T E
D H T E
D H T E
4
4 6 5 6 3
–3
¦¦
¦¦
¦¦
1 6¦¦
¦¦ 1 5 5 2
–1 5
¦¦
¦¦
1 5¦¦
–1 5
¦¦
0 6
–6
0
3 5 5 8 6
–3 0
¦¦
¦¦
5 5¦¦ 5 9 3
–5 4
¦¦
1 8
–1 8
0
6 9 8 9 7
–6 3
¦¦
¦¦
6 8¦¦ 9 9 8
–6 3
¦¦
5 9
–5 6
3
4, 2
1 5
5
8
0 97
998 r 3 E
7 000 : 7 = 1 000
593 r 0 E
3 600 : 6 = 600
1 552 r 0 E
4 500 : 3 = 1 500
5 × 160 = 500 + 300 = 800
5 × 158 = 790
De ouderraad betaalt 790 euro voor 5 partytenten.
meerdere schattingen mogelijk