TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 2 GROEP …...2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8 Alle...

9
© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 3 1 / 1 TIPS VOOR OUDERS | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8 ACHTERGRONDINFORMATIE Uitleg Deze les is een vervolg op les 1. De kinderen oefenen met de zeven leesstrategieën. De nadruk ligt op de strategie waarmee ze in les 1 hebben geoefend: Vragen stellen. Het onderwerp sluit ook aan bij les 1: vliegtuigstrepen en blauwe lucht. Benodigdheden de les zonder antwoorden, op papier: hiermee gaat je kind aan het werk de les met antwoorden, op papier of digitaal: hiermee kun je de les nakijken START 5 MIN Veel kinderen zijn gewend om deze les zelfstandig te maken. Vraag of dat voor jouw kind ook geldt. Nee? Dan kun je het op weg helpen met onderstaande tips. Bij niet alle vragen zijn tips opgenomen, alleen bij de vragen die mogelijk problemen geven. Bekijk de informatie bij Wat ga je doen? Neem samen Wat ga je doen? op pagina 1 door. Benadruk dat je kind de teksten pas ná stap 3 mag lezen. Het maakt dus eerst de vragen bij stap 1 tot en met 3. Teksten Verken samen kort de teksten op pagina 2 en 3: Waarom is de lucht blauw? en Weet je dit al over ... vliegtuigstrepen? Lees de titels en de kopjes en bekijk de foto’s. VRAGEN 25 30 MIN Vraag 1 Als je kind er niet uitkomt, doe vraag 1a dan hardop voor: ‘Ik wil weten wat tekst 1 voor soort tekst is. Ik kijk naar de tekst. De tekst is duidelijk opgebouwd: ik zie een vetgedrukte inleiding en vier alinea’s met kopjes erboven. Dat lijkt me een artikel, in een tijdschrift bijvoorbeeld. Het is geen nieuwsbericht, waar dan staat er meestal een plaats, een datum en een verslaggever bij. De tekst geeft informatie over de blauwe lucht. Het is dus ook geen verslag van een leesboek of een folder van het vliegveld.’ Bij vraag 1b: ‘Tekst 2 kun je vinden op een website. Dan zie ik aan de link aan het einde van de tekst: Klik hier voor weetje #6. Blijkbaar kun je meer weetjes lezen op deze website, want dit was weetje #5. Dat zie ik aan het opvallende vetgedrukte woord.’ Bij vraag 1c: ‘Een artikel in een tijdschrift en een weetje op een weetjeswebsite zijn allebei informatieve teksten. Je leest een informatieve tekst, omdat je iets wilt weten of leren. Dat leesdoel past dus bij beide teksten.’ Vraag 2 Bij het globaal lezen lees je de tekst niet helemaal. Je kijkt alleen naar de foto’s en je leest de titel, de kopjes en de opvallende woorden. Ook lees je de eerste en de laatste zin van elke alinea. Zo kun je voorspellen waar de teksten over gaan. Vraag 4 Lees tekst 1 samen. Zijn er woorden die je kind lastig vindt? Zoek die samen op in het woordenboek. Vraag 4 gaat over bijwoorden. Een bijwoord geeft bijvoorbeeld een tijdstip aan, een plaats of de manier waarop iets gebeurt. Voorbeelden zijn er, hier, daar, waar, toen, straks, daarmee, zo en combinaties met voorzetsels, zoals erin, hierop, daarvan. Om uit te zoeken wat de schrijver bedoelt met een bijwoord, kun je een vraag stellen. Bij 4b: Waar zijn geen wolken? Bij 4c: Waar zie je er maar één van? Vraag 6 Een WH-vraag is een vraag met Wat, Wie, Waar, Wanneer, Welke, Waarom of Hoe. Bij teksten van dezelfde tekstsoort kun je dezelfde WH-vragen stellen. Bij vraag 1 heeft je kind de tekstsoort van beide teksten al achterhaald. Vraag 7 en 8 Vragen in een toets zijn belangrijke vragen over het onderwerp van de tekst. Vraag 10 Laat je kind de tekening eventueel maken: de zon, de aarde, de dampkring, de zeven kleuren die in golven van de zon naar de aarde gaan en opsplitsen in de dampkring. Vraag 12 Deze vraag kun je samen met je kind maken. Of laat je kind de toets per mail uitwisselen met een klasgenoot.

Transcript of TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 2 GROEP …...2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8 Alle...

Page 1: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 2 GROEP …...2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 3 ❮ 1 / 1 ❯

TIPS VOOR OUDERS | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8

achtergrondinformatie

Uitleg

Deze les is een vervolg op les 1. De kinderen oefenen met de zeven leesstrategieën. De nadruk ligt op de strategie waarmee ze in les 1 hebben geoefend: Vragen stellen. Het onderwerp sluit ook aan bij les 1: vliegtuigstrepen en blauwe lucht.

Benodigdheden

• de les zonder antwoorden, op papier: hiermee gaat je kind aan het werk• de les met antwoorden, op papier of digitaal: hiermee kun je de les nakijken

start 5 MIN

Veel kinderen zijn gewend om deze les zelfstandig te maken. Vraag of dat voor jouw kind ook geldt. Nee? Dan kun je het op weg helpen met onderstaande tips. Bij niet alle vragen zijn tips opgenomen, alleen bij de vragen die mogelijk problemen geven.

Bekijk de informatie bij Wat ga je doen? Neem samen Wat ga je doen? op pagina 1 door. Benadruk dat je kind de teksten pas ná stap 3 mag lezen. Het maakt dus eerst de vragen bij stap 1 tot en met 3.

TekstenVerken samen kort de teksten op pagina 2 en 3: Waarom is de lucht blauw? en Weet je dit al over ... vliegtuigstrepen? Lees de titels en de kopjes en bekijk de foto’s.

vragen 25 – 30 MIN

Vraag 1Als je kind er niet uitkomt, doe vraag 1a dan hardop voor: ‘Ik wil weten wat tekst 1 voor soort tekst is. Ik kijk naar de tekst. De tekst is duidelijk opgebouwd: ik zie een vetgedrukte inleiding en vier alinea’s met kopjes erboven. Dat lijkt me een artikel, in een tijdschrift bijvoorbeeld. Het is geen nieuwsbericht, waar dan staat er meestal een plaats, een datum en een verslaggever bij. De tekst geeft informatie over de blauwe lucht. Het is dus ook geen verslag van een leesboek of een folder van het vliegveld.’ Bij vraag 1b: ‘Tekst 2 kun je vinden op een website. Dan zie ik aan de link aan het einde van de tekst: Klik hier voor weetje #6. Blijkbaar kun je meer weetjes lezen op deze website, want dit was weetje #5. Dat zie ik aan het opvallende vetgedrukte woord.’ Bij vraag 1c: ‘Een artikel in een tijdschrift en een weetje op een weetjeswebsite zijn allebei informatieve teksten. Je leest een informatieve tekst, omdat je iets wilt weten of leren. Dat leesdoel past dus bij beide teksten.’

Vraag 2Bij het globaal lezen lees je de tekst niet helemaal. Je kijkt alleen naar de foto’s en je leest de titel, de kopjes en de opvallende woorden. Ook lees je de eerste en de laatste zin van elke alinea. Zo kun je voorspellen waar de teksten over gaan.

Vraag 4Lees tekst 1 samen. Zijn er woorden die je kind lastig vindt? Zoek die samen op in het woordenboek. Vraag 4 gaat over bijwoorden. Een bijwoord geeft bijvoorbeeld een tijdstip aan, een plaats of de manier waarop iets gebeurt. Voorbeelden zijn er, hier, daar, waar, toen, straks, daarmee, zo en combinaties met voorzetsels, zoals erin, hierop, daarvan. Om uit te zoeken wat de schrijver bedoelt met een bijwoord, kun je een vraag stellen. Bij 4b: Waar zijn geen wolken? Bij 4c: Waar zie je er maar één van?

Vraag 6Een WH-vraag is een vraag met Wat, Wie, Waar, Wanneer, Welke, Waarom of Hoe. Bij teksten van dezelfde tekstsoort kun je dezelfde WH-vragen stellen. Bij vraag 1 heeft je kind de tekstsoort van beide teksten al achterhaald.

Vraag 7 en 8Vragen in een toets zijn belangrijke vragen over het onderwerp van de tekst.

Vraag 10Laat je kind de tekening eventueel maken: de zon, de aarde, de dampkring, de zeven kleuren die in golven van de zon naar de aarde gaan en opsplitsen in de dampkring.

Vraag 12Deze vraag kun je samen met je kind maken. Of laat je kind de toets per mail uitwisselen met een klasgenoot.

Page 2: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 2 GROEP …...2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je

2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8

Alle leesstrategieën

Wat ga je leren?

Je kunt straks:• de tekst bekijken voordat je gaat lezen (stap 1 t/m 3)• bedenken wat je moet doen als je het niet meer snapt (stap 4)• vragen over de tekst beantwoorden tijdens het lezen (stap 5)• van de tekst een plaatje maken in je hoofd (stap 6)• de tekst samenvatten (stap 7)

Wat ga je doen?

Een paar dagen geleden las je over vliegverkeer. Deze les heeft daar ook mee te maken. Bekijk de teksten. Maak stap 1 t/m 3. Lees dan de teksten helemaal en maak stap 4 t/m 7.

Weet je het nog?

Lezen doe je in zeven stappen. De vorige les heb je meer geleerd over stap 5: Vragen stellen.

Tip! Vind je vragen stellen moeilijk? Bekijk het filmpje dan nog eens.

Maak de vragen

VOOR HET LEZEN

STAP 1 Leesdoel bepalen1 Bekijk de teksten op bladzijde 2 en 3.a Wat is tekst 1 voor soort tekst? Kruis aan.

■ artikel in een tijdschrift ■ nieuwsbericht in de krant ■ folder van het vliegveld ■ verslag over een leesboek

b Waar kun je tekst 2 vinden? Markeer het goede antwoord.

Op een website met het weer / nieuws / moppen / weetjes.

c Welk leesdoel past bij beide teksten? Kruis aan.

■ Ik wil iets kopen. ■ Ik wil iets weten of leren. ■ Ik wil iets maken. ■ Ik wil voor mijn plezier lezen.

STAP 2 Voorspellen2 Lees de teksten globaal. a Stel, je wilt weten waarom de lucht blauw is. Wat besluit je? Kruis aan.

■ Ik lees tekst 1.■ Ik lees tekst 2.■ Ik lees beide teksten.■ Ik lees geen van beide teksten.

b Op de afbeelding naast tekst 2 staat een weerkaart. Lees de titel van tekst 2 nog eens. Waar gaat tekst 2 over, denk je? Vul in.

Over het verband tussen en

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 3 ❮ 1 / 4 ❯

Page 3: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 2 GROEP …...2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je

1

5

10

15

20

25

30

35

2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8

STAP 3 Kennis ophalen3 Als er geen wolken zijn, zie je blauwe lucht. Wat weet jij al over blauwe lucht? Maak een woordweb. Je mag extra lijnen in het web tekenen.

blauwe lucht

1 Waarom is de lucht blauw?

Wat valt je op als je naar de lucht kijkt? Je ziet niet alleen veel minder vliegtuigen, je ziet ook opeens hoe knalblauw de lucht is. Tenminste, als er geen wolken zijn. Hoe komt dat eigenlijk? Waarom is de lucht blauw?

ZonAls het nacht is, zie je geen kleur in de lucht. De lucht is dan zwart. Pas als de zon opkomt, verandert dat. De lucht wordt blauw. Dat komt dus door de zon, zou je denken, en dat klopt. De zon zorgt ervoor dat je überhaupt iets kunt zien op aarde. Maar het gekke is: het licht van de zon is helemaal niet blauw. Het licht van de zon is wit. Dan zou de lucht toch ook wit moeten zijn?

KleurenHet wordt nog gekker. Het licht van de zon is namelijk niet echt wit, dat lijkt alleen maar zo. In het echt bevat zonlicht zeven verschillende kleuren: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Die kleuren zie je ook allemaal in de lucht als het regent terwijl de zon schijnt. In de regenboog! Dus zonlicht bestaat uit zeven kleuren, maar daarvan zie je er maar één. Waarom?

DampkringLaten we eens kijken naar de weg die zonlicht aflegt. Die weg is zo’n 150 miljoen kilometer: de afstand tussen de zon en de aarde. Het is geen rechte weg. Alleen tot de dampkring gaat zonlicht rechtdoor naar de aarde. In de dampkring – de beschermende laag van 1000 kilometer om de aarde heen – gaat het licht opeens alle kanten op. Dat komt doordat het botst op deeltjes van zuurstof en stikstof. Die botsingen splitsen het licht op. De zeven kleuren van het zonlicht verspreiden zich dus. Verspreidt blauw zich dan het best?

GolvenJa, van alle zeven kleuren in het zonlicht verspreidt blauw zich het best. Dat heeft te maken met de manier waarop licht beweegt. Die beweging gaat in golven. Elke kleur heeft zijn eigen golflengte. Rood en geel bewegen zich bijvoorbeeld in lange golven. En blauw beweegt zich juist in heel korte golven. Nu raad je het al: kleuren met een korte golflengte worden beter gesplitst in de dampkring. Het blauw van het zonlicht komt daardoor van veel meer kanten op de aarde terecht. Daarom zie je dus blauwe lucht!

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 3 ❮ 2 / 4 ❯

Page 4: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 2 GROEP …...2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 3 ❮ 3 / 4 ❯

2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8

2 Weet je dit al over ... vliegtuigstrepen?

Weetje #5 Meteorologen gebruiken vliegtuigstrepen om het weer te voorspellen. Echt waar! Als er korte witte strepen in de lucht te zien zijn, dan is de lucht droog. Dat betekent dat er mooi weer op komst is. Zijn de strepen echter langer,dan is de lucht vochtiger. 1 weten de weerdeskundigen: het weer gaat omslaan. Het gaat misschien wel regenen! Ziezo, weer wat nieuws geleerd. Klik hier voor weetje #6.

Maak de andere vragen

TIJDENS HET LEZEN

STAP 4 Herstellen4 Lees tekst 1 helemaal. a Lees in tekst 1: Tenminste ... zijn. (r. 4 en 5) Welk woord uit deze zin is een bijwoord van plaats? Markeer het antwoord in de tekst.

b Wat bedoelt de schrijver met dat bijwoord? Schrijf op.

c Lees in tekst 1: Dus ... één. (r. 20 en 21) In deze zin zie je het bijwoord daarvan. Wat bedoelt de schrijver met dit bijwoord? Vul in.

Je ziet maar één

5 Lees tekst 2 helemaal. a Wat past het best op plaats 1? Kruis aan.

■ Eerst ■ Hoezo ■ Straks ■ Zo

b Kijk naar het woord dat je bij 5a hebt aangekruist. Dit is een bijwoord. Wat geeft dit bijwoord aan? Markeer het goede antwoord.

een plaats / een tijd / de manier waarop iets gebeurt

STAP 5 Vragen stellen

Weet je het nog? Vragen stellen

Je kunt teksten van dezelfde tekstsoort vergelijken door dezelfde WH-vragente stellen. Bijvoorbeeld: Wat leer ik? Welke schrijver gebruikt de beste argumenten? Welke tekst haalt mij over? Welke tekst past het best bij mijn smaak? In welke tekst staat de beste uitleg? Ook kun je tijdens het lezen belangrijke WH-vragen voorspellen. Dat is handig als je een tekst moet leren voor een toets.

6 Je hebt tekst 1 en tekst 2 gelezen. Kun je deze teksten met elkaar vergelijken door dezelfde WH-vragen te stellen? Kruis aan.

■ Ja, met de WH-vraag: wat leer ik?■ Ja, met de WH-vraag: welke tekst haalt mij over?■ Ja, met de WH-vraag: welke tekst past het best bij mijn smaak?■ Nee, want het zijn verschillende tekstsoorten.

1

5

Page 5: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 2 GROEP …...2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 3 ❮ 4 / 4 ❯

2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8

7 Bekijk tekst 1 nog eens.a Welke WH-vraag krijg je niet in een toets, denk je? Kruis aan.

■ Waardoor gaat het zonlicht in de dampkring alle kanten op? ■ Waarom verspreidt de kleur blauw zich beter dan geel?■ Wat valt je op als je naar de lucht kijkt?■ Welke zeven kleuren zitten er in zonlicht?

b Lees de tweede WH-vraag bij 7a. Wat is het antwoord op deze WH-vraag? Markeer het in de tekst. Het zijn twee zinnen.

8 Bekijk tekst 2 nog eens.a Welke WH-vraag kun je hierover in een toets krijgen? Vul in.

Hoe voorspel

b Wat is het antwoord op de WH-vraag bij 8a? Vul in.

Bij korte strepen

Bij langere strepen

STAP 6 Visualiseren9 Lees in tekst 2: Meteorologen ... voorspellen. (r. 3 en 4)a Deze zin gaat over een doel en een middel. Aan welk signaalwoord zie je dat? Markeer het in de tekst.

b Wat is het middel en wat is het doel? Vul het schema in.

NA HET LEZEN

STAP 7 Samenvatten10 Stel, je wilt onthouden hoe het komt dat de lucht blauw is. Met wat voor soort samenvatting lukt dat het best? Kruis aan.

■ grafiek ■ tekening ■ tijdbalk ■ woordweb

Kijk terug

11 Kijk nog eens naar je antwoorden op vraag 1 en 2. Klopten ze? Verbeter ze zo nodig. Kijk ook naar vraag 3. Wat weet je nu nog meer? Schrijf dat erbij met een andere kleur.

Tijd over?

12 Maak een toets over tekst 1. Doe het zo:- Bedenk bij alinea 2 t/m 5 twee belangrijke WH-vragen. - Schrijf de vragen op een apart blaadje.- Ruil je blaadje met een ander kind. Maak elkaars toets.

Tip! Wil je weten hoe vliegtuigstrepen onstaan in de lucht? Ga naar de website van Willem Wever en typ vliegtuigstrepen in het zoekveld. Lees de tekst.

Page 6: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 2 GROEP …...2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je

2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8

Alle leesstrategieën

Wat ga je leren?

Je kunt straks:• de tekst bekijken voordat je gaat lezen (stap 1 t/m 3)• bedenken wat je moet doen als je het niet meer snapt (stap 4)• vragen over de tekst beantwoorden tijdens het lezen (stap 5)• van de tekst een plaatje maken in je hoofd (stap 6)• de tekst samenvatten (stap 7)

Wat ga je doen?

Een paar dagen geleden las je over vliegverkeer. Deze les heeft daar ook mee te maken. Bekijk de teksten. Maak stap 1 t/m 3. Lees dan de teksten helemaal en maak stap 4 t/m 7.

Weet je het nog?

Lezen doe je in zeven stappen. De vorige les heb je meer geleerd over stap 5: Vragen stellen.

Tip! Vind je vragen stellen moeilijk? Bekijk het filmpje dan nog eens.

Maak de vragen

VOOR HET LEZEN

STAP 1 Leesdoel bepalen1 Bekijk de teksten op bladzijde 2 en 3.a Wat is tekst 1 voor soort tekst? Kruis aan.

■■ artikel in een tijdschrift ■ nieuwsbericht in de krant ■ folder van het vliegveld ■ verslag over een leesboek

b Waar kun je tekst 2 vinden? Markeer het goede antwoord.

Op een website met het weer / nieuws / moppen / weetjes.

c Welk leesdoel past bij beide teksten? Kruis aan.

■ Ik wil iets kopen. ■■ Ik wil iets weten of leren. ■ Ik wil iets maken. ■ Ik wil voor mijn plezier lezen.

STAP 2 Voorspellen2 Lees de teksten globaal. a Stel, je wilt weten waarom de lucht blauw is. Wat besluit je? Kruis aan.

■■ Ik lees tekst 1.■ Ik lees tekst 2.■ Ik lees beide teksten.■ Ik lees geen van beide teksten.

b Op de afbeelding naast tekst 2 staat een weerkaart. Lees de titel van tekst 2 nog eens. Waar gaat tekst 2 over, denk je? Vul in.

Over het verband tussen vliegtuigstrepen en het weer.

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 3 ❮ 1 / 4 ❯

Page 7: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 2 GROEP …...2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je

vraag 4a

vraag 7b

1

5

10

15

20

25

30

35

2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8

STAP 3 Kennis ophalen3 Als er geen wolken zijn, zie je blauwe lucht. Wat weet jij al over blauwe lucht? Maak een woordweb. Je mag extra lijnen in het web tekenen.

blauwe lucht

1 Waarom is de lucht blauw?

Wat valt je op als je naar de lucht kijkt? Je ziet niet alleen veel minder vliegtuigen, je ziet ook opeens hoe knalblauw de lucht is. Tenminste, als er geen wolken zijn. Hoe komt dat eigenlijk? Waarom is de lucht blauw?

ZonAls het nacht is, zie je geen kleur in de lucht. De lucht is dan zwart. Pas als de zon opkomt, verandert dat. De lucht wordt blauw. Dat komt dus door de zon, zou je denken, en dat klopt. De zon zorgt ervoor dat je überhaupt iets kunt zien op aarde. Maar het gekke is: het licht van de zon is helemaal niet blauw. Het licht van de zon is wit. Dan zou de lucht toch ook wit moeten zijn?

KleurenHet wordt nog gekker. Het licht van de zon is namelijk niet echt wit, dat lijkt alleen maar zo. In het echt bevat zonlicht zeven verschillende kleuren: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Die kleuren zie je ook allemaal in de lucht als het regent terwijl de zon schijnt. In de regenboog! Dus zonlicht bestaat uit zeven kleuren, maar daarvan zie je er maar één. Waarom?

DampkringLaten we eens kijken naar de weg die zonlicht aflegt. Die weg is zo’n 150 miljoen kilometer: de afstand tussen de zon en de aarde. Het is geen rechte weg. Alleen tot de dampkring gaat zonlicht rechtdoor naar de aarde. In de dampkring – de beschermende laag van 1000 kilometer om de aarde heen – gaat het licht opeens alle kanten op. Dat komt doordat het botst op deeltjes van zuurstof en stikstof. Die botsingen splitsen het licht op. De zeven kleuren van het zonlicht verspreiden zich dus. Verspreidt blauw zich dan het best?

GolvenJa, van alle zeven kleuren in het zonlicht verspreidt blauw zich het best. Dat heeft te maken met de manier waarop licht beweegt. Die beweging gaat in golven. Elke kleur heeft zijn eigen golflengte. Rood en geel bewegen zich bijvoorbeeld in lange golven. En blauw beweegt zich juist in heel korte golven. Nu raad je het al: kleuren met een korte golflengte worden beter gesplitst in de dampkring. Het blauw van het zonlicht komt daardoor van veel meer kanten op de aarde terecht. Daarom zie je dus blauwe lucht!

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 3 ❮ 2 / 4 ❯

Page 8: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 2 GROEP …...2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 3 ❮ 3 / 4 ❯

vraag 9a

2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8

2 Weet je dit al over ... vliegtuigstrepen?

Weetje #5 Meteorologen gebruiken vliegtuigstrepen om het weer te voorspellen. Echt waar! Als er korte witte strepen in de lucht te zien zijn, dan is de lucht droog. Dat betekent dat er mooi weer op komst is. Zijn de strepen echter langer,dan is de lucht vochtiger. 1 weten de weerdeskundigen: het weer gaat omslaan. Het gaat misschien wel regenen! Ziezo, weer wat nieuws geleerd. Klik hier voor weetje #6.

Maak de andere vragen

TIJDENS HET LEZEN

STAP 4 Herstellen4 Lees tekst 1 helemaal. a Lees in tekst 1: Tenminste ... zijn. (r. 4 en 5) Welk woord uit deze zin is een bijwoord van plaats? Markeer het antwoord in de tekst.

b Wat bedoelt de schrijver met dat bijwoord? Schrijf op.

in de lucht c Lees in tekst 1: Dus ... één. (r. 20 en 21) In deze zin zie je het bijwoord daarvan. Wat bedoelt de schrijver met dit bijwoord? Vul in.

Je ziet maar één van de zeven kleuren.

5 Lees tekst 2 helemaal. a Wat past het best op plaats 1? Kruis aan.

■ Eerst ■ Hoezo ■ Straks ■■ Zo

b Kijk naar het woord dat je bij 5a hebt aangekruist. Dit is een bijwoord. Wat geeft dit bijwoord aan? Markeer het goede antwoord.

een plaats / een tijd / de manier waarop iets gebeurt

STAP 5 Vragen stellen

Weet je het nog? Vragen stellen

Je kunt teksten van dezelfde tekstsoort vergelijken door dezelfde WH-vragente stellen. Bijvoorbeeld: Wat leer ik? Welke schrijver gebruikt de beste argumenten? Welke tekst haalt mij over? Welke tekst past het best bij mijn smaak? In welke tekst staat de beste uitleg? Ook kun je tijdens het lezen belangrijke WH-vragen voorspellen. Dat is handig als je een tekst moet leren voor een toets.

6 Je hebt tekst 1 en tekst 2 gelezen. Kun je deze teksten met elkaar vergelijken door dezelfde WH-vragen te stellen? Kruis aan.

■■ Ja, met de WH-vraag: wat leer ik?■ Ja, met de WH-vraag: welke tekst haalt mij over?■ Ja, met de WH-vraag: welke tekst past het best bij mijn smaak?■ Nee, want het zijn verschillende tekstsoorten.

1

5

Page 9: TIPS VOOR OUDERS BLOK 4, WEEK 5, LES 2 GROEP …...2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8 Alle leesstrategieën Wat ga je leren? Je kunt straks: • de tekst bekijken voordat je

© MALMBERG | LEESLINK, NIVEAU 3 ❮ 4 / 4 ❯

2020 | BLOK 4, WEEK 5, LES 2 | GROEP 7-8

7 Bekijk tekst 1 nog eens.a Welke WH-vraag krijg je niet in een toets, denk je? Kruis aan.

■ Waardoor gaat het zonlicht in de dampkring alle kanten op? ■ Waarom verspreidt de kleur blauw zich beter dan geel?■■ Wat valt je op als je naar de lucht kijkt?■ Welke zeven kleuren zitten er in zonlicht?

b Lees de tweede WH-vraag bij 7a. Wat is het antwoord op deze WH-vraag? Markeer het in de tekst. Het zijn twee zinnen.

8 Bekijk tekst 2 nog eens.a Welke WH-vraag kun je hierover in een toets krijgen? Vul in.

Hoe voorspel je het weer met vliegtuigstrepen? b Wat is het antwoord op de WH-vraag bij 8a? Vul in.

Bij korte strepen wordt het mooi weer. Bij langere strepen wordt het slecht weer.

STAP 6 Visualiseren9 Lees in tekst 2: Meteorologen ... voorspellen. (r. 3 en 4)a Deze zin gaat over een doel en een middel. Aan welk signaalwoord zie je dat? Markeer het in de tekst.

b Wat is het middel en wat is het doel? Vul het schema in.

vliegtuigstrepen het weer voorspellen

NA HET LEZEN

STAP 7 Samenvatten10 Stel, je wilt onthouden hoe het komt dat de lucht blauw is. Met wat voor soort samenvatting lukt dat het best? Kruis aan.

■ grafiek ■■ tekening ■ tijdbalk ■ woordweb

Kijk terug

11 Kijk nog eens naar je antwoorden op vraag 1 en 2. Klopten ze? Verbeter ze zo nodig. Kijk ook naar vraag 3. Wat weet je nu nog meer? Schrijf dat erbij met een andere kleur.

Tijd over?

12 Maak een toets over tekst 1. Doe het zo:- Bedenk bij alinea 2 t/m 5 twee belangrijke WH-vragen. - Schrijf de vragen op een apart blaadje.- Ruil je blaadje met een ander kind. Maak elkaars toets.

Tip! Wil je weten hoe vliegtuigstrepen onstaan in de lucht? Ga naar de website van Willem Wever en typ vliegtuigstrepen in het zoekveld. Lees de tekst.