SK november 2008

12
GOLF VAN INBRAKEN | VOETBAL IS WETENSCHAP JONGE HARTEN ZET DOOR | BETALEN IN NATURA Abdolahs mooie lente Jaargang 25 - November 2008

description

Groninger Studentenkant november 2008

Transcript of SK november 2008

Page 1: SK november 2008

GOLF VAN INBRAKEN | VOETBAL IS WETENSCHAPJONGE HARTEN ZET DOOR | BETALEN IN NATURA

Abdolahs mooie lente

Jaar

gang

25

- Nov

embe

r 200

8

Page 2: SK november 2008

2 Groninger Studentenkrant Apart'ja & Cartoon

Apar

t’ja

Studenteninbraken: zie pagina 5Door Peter Valkema

Ze zingt, maakt beeldende kunst, en momenteel is Rickie Eden druk met haar nieuwste voorstelling waarin ze optreedt met papegaaien. Dit Groningse theaterdier leeft sinds enige tijd samen met deze bijzondere vogels: ‘Het zijn net kindjes van vier.’

Door Laura van DamFotografie: Jan Luursema

In een lange, haast sprookjesachtige, witte jurk loopt Eden ons tegemoet. In haar handen houdt ze een stok vast waar een eveneens witte papegaai, Lulu genaamd, aan bungelt. ‘Kom op, zonder handen’, beveelt ze, maar Lulu heeft daar niet zo veel zin in en klampt zich stevig vast. Eden leidt ons naar haar achtertuin waar ze via een raam haar woning inklautert. In een klein kamertje zijn een zitplek en een podium gecreëerd van waar de excentrieke vrouw en haar papegaaien truc na truc vertonen. Bij de slotact houdt ze een bord met allerlei gekleurde letters omhoog. ‘Waar is de blauwe P?’ vraagt ze. Na enkele pogingen wijst de papegaai de juiste letter aan. Zeven jaar geleden had Eden nooit gedacht dat ze later papegaaien in huis zou nemen. ‘Ik wou vroeger niet eens een papegaai, vond dat zo’n dier in de jungle thuis hoort. Toen leerde ik elf jaar geleden de kaketoe kennen, die witte. Ik keek in die oogjes en had gelijk zoiets van: wat een intelligentie zit daarin.’ De eigenaren van de vogel, die Lulu in een

kooi hadden laten zitten, brachten haar na een tijdje terug naar de dierenwinkel omdat ze onhandelbaar zou zijn. ‘Ik ben toen die winkel ingelopen en heb gezegd, wat ga je nou doen met die vogel? Hij was ondertussen al bang voor iedereen, dus ik heb er ook niet voor hoeven te betalen. Ik mocht hem gewoon zo meenemen.’ Snel voegt ze er aan toe: ‘Het is dat Lu’s en mijn lot met elkaar verbonden waren, dat ik dacht van: ik moet dit doen. Maar ik ben er heel erg op tegen hè, op een papegaai die je in de dierenwinkel koopt.’ Om te zorgen dat haar papegaaien wel genoeg beweging krijgen neemt Eden ze vaak mee op fietstochtjes. ‘Ja, die van mij gaan iedere keer mee op de fiets naar de markt. De tweede keer dat we er waren pakte ik m’n portemonnee en haalde hij gelijk geld eruit en gaf het aan de verkoopster.’ Ondanks de uitstapjes blijft het wonen met vier papegaaien af en toe lastig. ‘Het zijn gewoon kindjes van vier, en ze blijven ook altijd vier. Ook als ze honderd zijn.’ Inmiddels bevindt Eden zich al vele jaren in de kunstwereld, maar het scheelde niet veel of haar leven had er een tikkeltje anders uitgezien. ‘Ik wou

altijd professor in de biologie worden, alleen wiskunde, scheikunde, natuurkunde, dat was het helemaal niet. Heel jammer. Ik wilde zo graag de rest van mijn leven orang-oetankeutels op Borneo verzamelen. Dat leek me helemaal het einde.’ In plaats daarvan vertrok ze naar Parijs waar ze al zingend op straat als model werd ontdekt en een aantal jaren de Parijse catwalks bewandelde. Over haar toekomstplannen hoeft Eden niet lang na denken; graag zou ze nog eens met paard en

wagen de wijde wereld willen intrekken om onderweg voorstellingen met de vogels te geven. ‘Maar eerst een ezeltje om te beginnen, want ik ben niet rijk genoeg voor een paard. En het geeft ook het Jozef en Maria effect hè, dat iedereen zoiets heeft van: kijk nou toch, die lieverd.’ Het lijkt haar heerlijk om per dag te leven, zonder het geregel wat vooraf gaat aan elk optreden. ‘Ik wil gewoon het hele georganiseer ontvluchten, leren om over deze magische aarde te zwerven.’

‘Ik wil over deze magische aarde zwerven’

‘Ik wou altijd professor in de biologie worden’

Rickie Eden en haar papagaaien.

Page 3: SK november 2008

Het gesprek Groninger Studentenkrant 3

‘Nederland vraagt nu om mij’

Succesauteur Abdolah brengt Koran in de mode

Kader Abdolah, de auteur van het veelgeprezen ‘Het huis van de moskee’ en ‘De boodschapper’ is dit jaar de gastschrijver van de RUG. Abdolah, die eind oktober een eredoctoraat van de universiteit ontving, wilde eerst het aanbod afslaan. Hij bedacht zich: ‘Wat het leven je aanbiedt moet je niet weigeren.’

Door Merel Zeilstra en Joost Knaap

Fotografie: Jan Luursema

Tijdens de werkcolleges wordt Abdolahs vertaling van de Koran gelezen. ‘Ik speel de rol van hoogleraar of professor niet. Ik zeg: ga maar lezen en kom met commentaar.’ Zo wordt een ‘soera’, oftewel een hoofdstuk uit de Koran, volledig uitgepluisd. Abdolah zegt zelf steeds weer nieuwe dingen te ontdekken in de tekst. ‘Ik kom hier niet alleen om college te geven maar ook om college te krijgen’, legt de schrijver uit. Hij zegt te leren van de manier waarop zijn studenten tegen zaken aankijken en noemt hun onwetendheid ‘mooi’. ‘Ik leid de groep maar sta er ook middenin, samen praten we erover.’ De groep bestaat uit zestien studenten met verschillende academische achtergronden. Naast een studente Arabisch en een student filosofie is er bijvoorbeeld ook een geneeskunde studente in de groep. Er was veel animo voor het vak en met ruim zestig geïntereseerden is er geloot om een plek in Abdolah’s colleges. Pen als wapenNu Abdolah zo intensief in contact staat met Nederlandse studenten gaan zijn gedachten soms weer uit naar de tijd dat hij zelf Natuurkunde studeerde in Teheran. Het onbezorgde studentenleven kende hij er niet. ‘Het leven was heel serieus.’ De studenten waren met zware politieke onderwerpen bezig. Dingen die voor Nederlandse studenten normaal zijn konden niet in Iran. ‘Het contact met meisjes bestond nauwelijks. Drinken was ook niet aan de orde. Als we dronken dachten we dat we niet scherp genoeg zouden

zijn.’ Aan de lopende band werden studenten gearresteerd en gevangengezet. Er waren verschillende groeperingen die verzet pleegden tegen het bewind van de Sjah Mohammed Reza Pahlavi (politiek leider van Iran van 1941 tot 1979, red.). Abdolah sloot zich aan bij een partij die vrij radicaal was. Hij verhaalt: ‘Veel leden vonden dat ze de bergen in moesten trekken om gewapend verzet te plegen.’ Ché Guevara was een groot voorbeeld voor hen. Zelf heeft Abdolah altijd vreedzaam verzet gepleegd: ‘Mijn pen was mijn wapen.’ In Nederland nam Abdolah die pen weer ter hand, maar nu met een heel ander doel: om als schrijver erkenning te vinden. Toen hij nog worstelde met de nieuwe Nederlandse taal heeft hij heel veel hulp gehad van zijn buurvrouwen. Hij ging naar ze toe met een lijstje met vragen. Omdat hij zijn ambities niet durfde toe te geven, vertelde hij hen dat het voor huiswerkopdrachten was. Later keken ze zijn verhalen na en ook nu nog behoren sommigen tot een vaste groep vriendinnen, ‘jonge ladies’, die als eerste een manuscript onder ogen krijgt. Ongewenste zwangerschapOm het Nederlands onder de knie te krijgen begon Abdolah bij het begin en las ‘Jip en Janneke’. Daarna stortte hij zich op de Nederlandse poëzie, omdat de teksten kort waren en het gevoel dat uit gedichten spreekt hem aangrijpt. Abdolah vond het een uitdaging ingewikkelde gedichten volledig te begrijpen. Hij noemt Slauerhoff, Bloem, Nijhoff en Kopland als dichters die hem geïnspireerd hebben. Op het gebied van proza is Multatuli een groot voorbeeld geweest door zijn politieke betrokkenheid. Verder leest Abdolah de Perzische klassieken en wat Amerikaanse literatuur, maar richt hij zich toch voornamelijk op het Nederlandse taalgebied. Hoewel de auteur vaak moet zoeken naar de juiste woorden, zijn zijn boeken in prachtig Nederlands geschreven. Zijn poëtische taalgebruik is kenmerkend voor zijn recente werken. Abdolah’s boeken ‘De boodschapper’ en ‘De Koran’ vliegen als warme broodjes over de toonbank en waren genomineerd voor de NS publieksprijs. Terwijl vele lezers toegeven niet eens de Bijbel gelezen te hebben zijn nu

duizenden Nederlanders in het bezit van een Koran. Abdolah verklaart zijn succes als volgt: ‘Het is de tijd. Nederland vraagt nu om mij. Net zoals de tijd om Balkenende heeft gevraagd.’ Abdolah is van mening dat sommige mensen alleen in een bepaalde tijd, met bijbehorende omstandigheden, een succes kunnen worden. ‘Mijn succes is nu op een hoogtepunt, want het onderwerp spreekt iedereen aan. Eerst praten mensen met lelijke woorden over de Koran, maar opeens is de Koran in de mode.’ Van deze nieuwsgierigheid onder de Nederlanders maakt Abdolah gebruik. Een tulp op de voorkant van ‘De Boodschapper’ en typische Nederlandse symbolen als klompen en molens tussen de verzen van ‘De Koran’ maken de boeken erg toegankelijk. Op de vraag of Abdolah met zijn

Koran-vertaling een tegenwicht wil bieden aan bijvoorbeeld Geert Wilders antwoordt hij afhoudend. ‘Nee, ik doe mijn eigen ding en hij ook.’ Enigszins opgewekt voegt Abdolah daar nog wel aan toe: ‘Hij heeft geen ruimte meer, zijn tijd is voorbij.’ Abdolah heeft na alle drukte die zijn recente werken teweeg hebben gebracht geen behoefte aan vakantie. ‘Schrijven is een mooie, zware innerlijke vakantie’, vertelt hij glimlachend. We kunnen zelfs over niet al te lange tijd een nieuw boek van zijn hand verwachten, ditmaal gericht op kinderen. ‘Een kinderboekenuitgeverij vroeg om een verhaal, en eerst dacht ik: dat is niks voor mij. Ik begon, en opeens was het boek er. Het is een mooi boek van ongeveer honderdvijftig pagina’s geworden.’ Abdolah vergelijkt het met een ‘ongewenste zwangerschap’ waar je toch een ‘prachtig kind’ aan overhoudt. Hij probeert van zijn succes, waar hij zeventien jaar lang hard voor gewerkt heeft, nu te genieten: ‘Ik bevind mij in een mooie lente’ Abdolah wil de studenten van tegenwoordig nog graag het volgende meegeven: ‘Blijf geloven in je droom en je talent, en dan moet je nog hard werken!’

‘Wilders heeft geen ruimte meer, zijn

tijd is voorbij’

Page 4: SK november 2008

4 Groninger Studentenkrant Nieuws & Achtergrond Nieuws & Achtergrond

Stem Amerikaanse studenten telt

Wie? Wat? Waterschap!Alles over de waterschapsverkiezingen van 13 t/m 25 november

De waterschapsverkiezingen staan voor de deur. Waarom is het belangrijk voor studenten om te gaan stemmen?

Door Anke van RavensteijnFotografie: Hanne van der Velde

Water wordt steeds belangrijker. Als we niet door Al Gore met schikbarende metingen van smeltende poolkappen om de oren worden geslagen, dan drukt de overheid ons wel met de neus op de feiten via een olijk spotje. Water stijgt en daalt, tsunami’s verwoesten hele leefomgevingen en in half Nederland zou het pootjebaden zijn geweest als wij niet zo goed dijken konden bouwen. En ook waterbesparing is belangrijk. Zo werd ons vroeger al door die bijdehante druppel van de voorlichtingscampagne in de oren geknoopt. Menig student vindt stromend water uit de kraan vanzelfsprekend. Water veroorzaakt geen enorme grilligheden in onze gemoedstoestand. In november zijn er desalniettemin nu verkiezingen over deze blauwe massa. Als student mag je ook je stem uitbrengen. Maar wat moet je hier over weten?Vandaag de dag zijn er veel belangen waar rekening mee

moet worden gehouden. Stedelingen, natuurbeschermers en recreatieve watergebruikers willen allemaal invloed. Carla Alma schaart zichzelf onder alledrie deze noemers en is lijsttrekker van Lijst 7, ‘Water Natuurlijk’. Alma legt uit dat

dit jaar voor het eerst partijen meedoen met de verkiezingen. ‘Vroeger stemde men op een persoon en dat was dan meestal óf een boer, óf een natuurlijkbeschermer, óf iemand uit het bedrijfsleven.’ Mensen kunnen nu, behalve op politieke partijen, ook specifiek stemmen op een partij die hun belang behartigt. Alma: ‘Dit geeft ook weer aan dat zeggenschap over water belangrijker wordt in de samenleving.’ Hoe zit dat dan in de stad Groningen? ‘Waterschappen worden ingedeeld naar stroomgebied. De stad Groningen ligt precies op een grens. Daarom kan het zijn dat je als student belasting betaalt aan waterschap Hunze en Aa’s of aan Noorderzijlvest. En dit bepaalt ook weer waar je op mag stemmen.’ Waarom is het belangrijk voor studenten om te gaan stemmen? ‘Stedelijk water is een ondergeschoven punt’, zegt Alma. ‘Er moet meer ruimte komen voor schoner water. Dus veiligere grachten en schonere parkvijvers in de stad. Juist studenten, die een groot deel van de stadsbevolking vormen, kunnen hier aan bijdragen.’ Als je een keer veilig in de Noorderplantsoenvijver wil donderen na een paar biertjes in de zon, is ‘Water Natuurlijk’ het dus helemaal voor jou. Andere partijen zijn naast PvdA, CDA, VVD, CU en Partij van de Dieren, onder andere ‘Nuchter Waterbeheer’ en ‘Werk aan Water’. Op http://waterschap.kieskompas.nl kun je je verder verdiepen in de verschillende partijen en hun standpunten over water. Daarnaast krijgt iedereen informatie en een stembiljet per

post opgestuurd en kun je die ook per post terugssturen.

Je hoeft dus niet eens de deur uit om van je democratische recht gebruikt te maken. Blijft er misschien nog wat tijd over om een keer extra te douchen.

Water is niet weg te denken uit de maatschappij.

‘Stedelijk water is een ondergeschoven punt’

De Waterschappen zijn de oudste democratische organen van Nederland. Vanaf het jaar 1100 gingen monniken en boeren terpen en wierden (woonheuvels) bouwen om de pootjes droog te houden. Om deze samenwerking in goede banen te leiden ontstonden hieruit uiteindelijk 22 bestuurlijke organen in de lage landen, de Waterschappen. Aan het hoofd van elk waterschap stond een democratisch gekozen ‘Dijkgraaf’. Boeren bleven echter lange tijd de ‘managers’ van het water. Zij regelden sloten rondom hun grond en waren nauw betrokken bij de bestuurlijke kant.

De race om het Amerikaanse presidentschap bereikte op 4 november zijn hoogtepunt: Election Day. Ook Amerikanen in het buitenland werden aangespoord te stemmen. Hoe beleefden zij de verkiezingsstrijd?

Door Thomas van den OeverFotografie: Jan Luursema

Zowel in 2000 als in 2004 won George W. Bush de Ameri-kaanse presidentsverkiezingen met een nipte voorsprong. Reden genoeg om aan te nemen dat elke stem daadwerkelijk telt. Zo ook de stemmen van Amerikaanse staatsburgers in het buitenland. Want ook die werden expliciet aangespoord te gaan stemmen middels een zogenaamde absentee ballot, die ingevuld en opgestuurd kon worden. Op die manier hebben Derek Bulthuis (22) en Gerbrich Miedema (27), beide student aan de RUG en Amerikaans staatsburger, al enkele weken voor 4 november op een presidentskandidaat gestemd.

Gevaarlijke uitsprakenBulthuis, student Filosofie en Geschiedenis, verhuisde met zijn Nederlandse vader en Amerikaanse moeder naar Nederland toen hij vier jaar oud was. Hij wil zichzelf geen Republikein noemen, maar zegt zich wel te identificeren met het gedachtegoed van die partij. Hij heeft dan ook op John McCain gestemd. Miedema, studente International economics and business, kwam naar Nederland om te studeren. Haar Nederlandse vader en Amerikaanse moeder wonen nog steeds in Californië. Barack Obama is de presidentskandidaat van haar keuze. Voor de verkiezingen zette ze zich in als vrijwilliger voor Obama’s campagne in Nederland via de organisatie Democrats Abroad. ‘Het is heel belangrijk dat Amerikanen in het buitenland mee

mogen doen met de verkiezingen. Ze hebben het voordeel van een perspectief van buitenaf.’ Bulthuis is het daar niet zonder meer mee eens. ‘Het hangt er natuurlijk wel een beetje vanaf hoe bekend je bent met de Amerikaanse politiek en de maatschappelijke toestand in het algemeen. Wat ik daarvan weet is gebaseerd op wat ik lees en hoor, niet op

wat ik beleefd heb. Ik denk dat die belevenis wel essentieel is voor je oordeel over wat er moet gebeuren’, redeneert hij. Miedema is teleugesteld over wat er door republikeinen over Obama gezegd is. ‘Hij zou een Arabier of een terrorist zijn. Dat soort uitspraken zijn heel gevaarlijk’, meent ze. ‘Ik vind wel dat er iets legitiems zit in de kritiek op de banden tussen Ayers (een voormalig terrorist die gewelddadig verzet pleegde tegen de overheid in de jaren ‘60, red) en Obama’, werpt Bulthuis tegen. ‘En McCain is

door sommige democraten ook wel vergeleken met de

Nazi’s’, voegt hij toe. Bovendien meent Bulthuis dat de Nederlandse media een vertekend beeld hebben geven van de race om het presidentschap. ‘Schandalig’, noemt hij de Nederlandse berichtgeving. Volgens hem volgden de media bijvoorbeeld slechts de peilingen die een gunstig resultaat voor Obama voorspelden en waren ze veel te happig op het publiceren van negatieve berichten over McCain. Miedema is het daar niet mee eens. ‘Ik lees de Economist en de NRC, en ook de NRC doet wel eerlijk verslag van beide kandidaten. Maar het is wel zo dat veel Nederlanders een voorkeur voor Obama hebben, dus soms moeten de media erop letten dat ze daar niet te veel op inspelen.’

Grote schokMet name inzake abortuswetgeving blijken de meningen van de twee emigranten ver uit elkaar te liggen. Miedema vindt abortus een persoonlijke keuze. Ze voorspelt dat ‘als McCain wint hij zal proberen abortus illegaal te maken’. Bulthuis meent dat het maar de vraag is of het een persoonlijke keus is om een ongeboren kind het leven te laten zien of niet. Hij vindt de bovengrens van 24 weken zwangerschap voor een abortus bovendien willekeurig. ‘Ik ben bijna in staat om op Geert Wilders te stemmen alleen omdat hij vindt dat de grens voor een abortus terug moet naar acht weken, ware het niet dat hij zo’n gevaarlijke gek is’, stelt hij. Hoewel het bij het ter perse gaan van deze krant nog niet bekend was wie de nieuwe president van Amerika is kunnen we er volgens Miedema vanuit gaan dat de gevolgen substantieel zullen zijn. Ze verwacht vooral dat de relaties met andere landen sterk zullen verbeteren. Bulthuis kan geen persoonlijke gevolgen van de verkiezing van de een of andere kandidaat noemen. Wel denkt hij dat de Nederlandse media wat uit te leggen hebben mocht McCain tot president worden verkozen. ‘Als McCain president wordt, zal het een grote schok zijn voor het Nederlandse publiek aangezien de media al een jaar lang doen of het een

Studenten Bulthuis (l.) en Miedema staan lijnrecht tegenover elkaar.

‘De Nederlandse berichtgeving

was schandalig’

Page 5: SK november 2008

Groninger Studentenkrant 5Nieuws & Achtergrond

‘Hij heeft bruut staan hakken om binnen te komen’

Golf van inbraken treft ook Groningse studenten

(Advertenties)

Het inbraakcijfer in Groningen is het afgelopen jaar sterk toegenomen. De politie maant studenten preventieve maatregelen te nemen, maar voor sommigen komt dit te laat. ‘Zelfs de biertjes in de koelkast waren verdwenen.’

Door Jesper VerhoefFotografie: Hanne van der Velde

‘De hele schuifpui was eruit getild, het is echt met bruut geweld gegaan.’ Student Geneeskunde Matthijs Rijsemus (23) vertelt openlijk over de recente inbraak in zijn studentenwoning in de Zeeheldenbuurt. ‘De Technische Recherche kwam langs om vingerafdrukken te nemen. Na ons moesten ze bij nog vier nabij gelegen huizen langs. De buurt is schijnbaar gewild bij inbrekers.’ Voor Rijsemus liep het relatief goed af: een oude Playstation, een mp3-speler en een flesje parfum was alles dat is meegenomen. Junks en laptopsBij het gros van de inbraken is de schade echter groter, benadrukt Nico Huismans van de politie Groningen. Als studentcontactfunctionaris is hij onder andere belast met het in kaart brengen van inbraken in studentenwoningen. En, belangrijker: met het proberen te voorkomen ervan. Huismans: ‘De inbrekers zijn praktisch allemaal junk. Binnen vijf seconden hebben ze de voordeur open, waarna ze vaak toegang hebben tot alle kamers. Dat laatste is misschien wel logisch, omdat in de meeste studentenwoningen een huiselijk gevoel heerst. De verzekering keert in zo’n geval echter niet uit.’ Simpele maatregel tegen dit soort inbraak is een anti-inbraakstrip. ‘Deuren met een dergelijke strip lopen

ze zo voorbij, dat proberen ze niet eens’, aldus de agent. De politiefunctionaris vervolgt: ‘Mensen beseffen niet dat een junk drugs móet hebben, hij is gewoon ziek. Laptops zijn gewild. Die raken ze zo kwijt bij hun heler. Eigenlijk is het gewoon een markt van vraag en aanbod.’ Het aanpakken van helers is echter lastig. Huismans: ‘Een

junk verraad nooit zijn heler, want dan verspeelt hij zijn adres voor cocaïne. Daarnaast is de junk zijn leven na een ontboezeming niet meer veilig.’ Studenten bewust maken dat een junk het ook op hún huis voorzien kan hebben is doel van de inbraakpreventie-campagne die op dit moment loopt. Naast het aanbrengen van een anti-inbraakstrip is de boodschap de voordeur altijd op het nachtslot te draaien. Knopje omDergelijke maatregelen hadden studente Anniek Boersma (20) evenwel niet kunnen helpen. Toen ze wop een zondag thuiskwam in haar appartement nabij Martiniplaza zag ze

dat haar flatscreen beeldscherm weg was. Ze riep direct haar huisgenoot. ‘Toen zag ik pas dat de stereo ook weg was, en werd het duidelijk.’ De inbreker was niet erg subtiel te werk gegaan. Boersma: ‘Hij heeft flink staan hakken om binnen te komen. Het kozijn van de deur was helemaal verwoest.’ De schade opnemend bleek ook de laptop van haar huisgenoot weg. Toch was de diefstal niet erg professioneel uitgevoerd. Boersma lachend: ‘Mijn digitale camera had hij laten liggen, maar er waren wél biertjes uit de koelkast verdwenen.’ De politie werd ingelicht, maar uiteindelijk losten de huisgenoten de zaak min of meer zelf op. ‘De broer van m’n huisgenoot keek op Marktplaats, en zag de vermiste laptop er opstaan.’ De dief bleek bereid af te spreken op z’n eigen adres, en kon zo uiteindelijk ingerekend worden door de politie. Boersma: ‘Na de inbraak werd ik wel wantrouwender. Als ik op straat fietste keek ik naar mensen met het idee: iedereen kan het gedaan hebben, iedereen kan een crimineel zijn.’ Rijsemus vult aan: ‘Nu ben jij het slachtoffer, volgende week iemand anders.’ Reden genoeg voor Huismans om te blijven benadrukken: ‘Iedere student kent wel iemand waar is ingebroken. Studenten móeten dan ook iets doen aan beveiliging, dat móet. Er moet een knopje om: dit kan ook bij jou gebeuren.’

‘De inbrekers zijn praktisch allemaal junk’

Page 6: SK november 2008

‘Allround conciërge - bewaker’ prijkt er op het bordje van Jan Dijkstra in het Heymansgebouw van de faculteit Gedrags- en Maatschappij- wetenschappen. Sinds juli 1999 is deze manus-van-alles werkzaam voor de RUG. ‘Het leukste van mijn functie is het omgaan met mensen. Je bent dan een soort spin in het web en dat vind ik heel leuk.’ Naast receptie en bewaking, verleent Dijkstra ‘allerlei hand- en spandiensten op de faculteit’. Ook is hij elke vrijdag ploegleider van de bedrijfshulpverlening. ‘Dan ben je verantwoordelijk bij calamiteiten. Twee weken geleden viel er nog één van de trap, daar moet je dan een ambulance voor bellen. De ploegleider coördineert dat.’ Een afwisselende functie dus, en dat is voor Dijkstra heel belangrijk. ‘Sommige mensen zitten maar te turen naar een schermpje. Dat is niks voor mij. Ik moet wel even weg kunnen lopen, om ergens iets op te lossen bijvoorbeeld.’ Het is duidelijk dat Dijkstra met veel plezier naar zijn werk gaat. ‘Eigenlijk heb ik te veel vakantiedagen. Het kost me altijd moeite om ze op te krijgen.’ Dit betekent niet dat hij naast zijn werk niets te doen heeft. Inmiddels is Dijkstra namelijk 36 jaar getrouwd en zelfs al twee keer opa geworden. ‘En thuis ben ik ook een heel bezig bijtje, hoor. Ik klus graag en ik heb ook een tuin en een kasje met tomaten en komkommers. Eigenlijk zit ik nooit stil. En uitslapen kan ik ook al niet.’ Dijkstra is van mening dat iedereen het werk moet doen dat bij hem past. ‘Je moet geen werk doen waar je niet capabel genoeg voor bent.’ Zelf zit hij op de goede plek. ‘Er zijn geen mindere kanten aan mijn baan. Natuurlijk zijn er wel dingen die ik niet zo leuk vind, maar so what?’ Deze positieve instelling komt Dijkstra ten goede in zijn werk. ‘Ik ben toch het visitekaartje van de universiteit!’ | MK

‘Eigenlijk zit ik nooit stil’

van het hoger onderwijs

‘Als je gaat noteren wat ik allemaal doe, heb je de hele krant nodig.’ Het is duidelijk dat Jos de Wiljes (‘zeg maar Jos hoor’), medewerker bij de afdeling Mariene Biologie, een breed takenpakket heeft. Hij beheert niet alleen het budget van de afdeling, voorts is hij onder andere verantwoordelijk voor het beheer van de apparatuur, waarvan hij enkele machines zelf heeft gebouwd. Op de afdeling houdt hij zich daarnaast bezig met onderwijstaken. De Wiljes: ‘Het onderwijs, het contact met de studenten, blijft toch wel erg leuk.’ Hoewel hij er door overige zaken minder tijd voor heeft, spreekt hij enthousiast over het ‘stimuleren van studenten en het aandragen van oplossingen bij problemen.’ Niet zonder trots wijst De Wiljes op een plank met boeken op z’n werkkamer. ‘Dit zijn proefschriften van studenten van deze afdeling.’ Reeds twintig jaar werkt De Wiljes op de afdeling, officieel Ocean Ecosystems geheten. Hij begon als analist, maar doet nu veel meer. ‘De aio’s hebben het meeste werk van analisten overgenomen, daarom heb ik mijn taak anders moeten vullen. Op een gegeven moment word je gevraagd wat erbij te doen. En ja, ik ben makkelijk: als ik zo wat voor de vakgroep kan betekenen, prima.’ Enkele jaren voor zijn pensioen geeft De Wiljes aan wel ‘aan het afbouwen te zijn’. Hij waarschuwt: ‘Je moet wel op tijd iemand aanstellen als mijn vervanger.’ Om metaforisch te benadrukken: ‘De motor heeft olie nodig. Wij, analisten, zijn die olie. We kunnen studenten enthousiasmeren om verder in het veld te gaan.’ Dit doet de zestiger onder andere middels een jaarlijkse excursie naar Corsica met een deel van de studenten. Want, zo betoont de nestor zijn passie voor het werk nog eens: ‘Het is elke keer weer verrassend. De onderwaterwereld is geen open boek, er is nog zo weinig over bekend. Dit braakliggend terrein blíjft intrigeren.’ | JV

‘Wij zijn de olie die de motor draaiende houdt’

De stille kracht achter beeld en geluid

Tekst: Persis Bekkering, Mariet van Hasselt, Jelger Koops, Maartje Kroese, Herwin Thole, Jesper Verhoef

Henk-Jan Kooke geeft leiding aan de audio-visuele dienst van de faculteiten Rechten en Letteren. Hij spreekt met een trotse, enthousiaste toon over deze veelzijdige – maar vaak onopvallende – dienst. Deze dienst faciliteert hoofdzakelijk drie voorzieningen: registratie van colleges, media handling (editing, converting), en de uitgifte van media. De eerste voorziening is erg handig voor de massale colleges die bij tijd en wijle gehouden worden bij de faculteit Rechten. De registratie van colleges stelt de universiteit in staat om beelden live door te zenden naar naastgelegen zalen zoals momenteel in Pathé wordt gedaan. In een zaal geeft een docent college terwijl in twee andere zalen studenten op een groot scherm hetzelfde zien als de studenten die er live bij zitten. Op deze manier kan er op grotere schaal les gegeven worden. Ook kunnen geregistreerde colleges via een stream op internet gevolgd worden. Erg handig voor deeltijdstudenten, aldus Kooke. Ze kunnen de stream thuis bekijken en later naar believen terugkijken. Kooke spreekt verder over het converteren van media, dat ook tot zijn werkzaamheden behoort. Bijvoorbeeld als iemand beelden op een VHS naar een DVD wil branden: de audio-visuele dienst regelt het. Een andere vorm van media handling is het editen van bestanden, voornamelijk voor studenten Journalistiek. Het derde en laatste type voorziening dat de audio-visuele dienst levert is de uitgifte van media. Wie een presentatie wil geven en daarbij goed beeld en geluid nodig heeft, kan bij de dienst terecht. | JK

Conciërges,

caissières, mediathecarissen

en assistenten. Ze houden de RUG en

Hanze draaiende, maar blijven vaak op de

achtergrond. Tijd om deze helden in

de spotlight te zetten.

Steunpilaren

Foto: Hanne van der Velde

Foto: Jan Luursema

Page 7: SK november 2008

Berta Herder werkt al bijna vijfendertig jaar voor de RUG. Hoewel ze er ooit begon als naaister, is ze nu niet meer weg te denken achter de kassa van de kantine in het Harmoniegebouw. Dagelijks is ze hongerige en dorstige studenten van dienst bij het afrekenen van de heerlijkheden uit het assortiment. Op die manier heeft Herder al een behoorlijke kennissenkring opgebouwd: ‘Ik kom ze overal tegen. Laatst was ik in een doe-het-zelf-zaak, kwam ik een groep jongens tegen. Dat vinden ze mooi: ‘Bent u ook aan het shoppen?’ zeggen ze dan.’ Secuur en vriendelijk gaat de geboren Delfzijlse te werk. Ook internationale studenten kunnen rekenen op een hartelijke groet in hun eigen taal. ‘Thank you, have a nice day!’ Dit soort manieren zijn vanzelfsprekend voor de Christelijke kantinemedewerkster. Af en toe mist ze de beleefdheid bij de studenten. ‘Ik vind dat ze soms niet zo netjes meer zijn als voorheen. Dat is jammer.’ Zelf is Herder een heel behulpzaam type. ‘Ik heb ook een kennis, een mevrouw op leeftijd, die help ik graag als dat kan.’ Ondanks het geluk dat de vrijgezelle Herder uitstraalt, heeft ze ook mindere perioden gekend. ‘Ik was ziek, maar moest van de bedrijfsarts toentertijd wel gewoon aan het werk hier. Het zat zogenaamd tussen mijn oren. Toen zag ik het even niet meer zitten.’ Inmiddels heeft ze weer plannen te over, zoals het opknappen van haar nieuwe flat en het bijspijkeren van haar Frans. In ieder geval is de vrolijke blondine de komende jaren nog met veel plezier aan het werk bij de RUG. ‘Het contact met de studenten en de andere mensen die ik ontmoet, dat wil ik niet missen.’ | MK

‘Studenten zijn niet meer zo netjes’

Weinig sensatie zou je denken, een baan als mediathecaris. Drie mediathecarissen kwamen, na het afronden van hun studie ‘bibliotheek en documentatie voorziening’, terecht bij de mediatheek van de Hanzehogeschool. Ze vertellen honderduit over de vele boeken, catalogussen, bestanden en de steeds erger wordende bureaucratie op de Hanzehogeschool. Alleen de passie voor het vak lijkt ver te zoeken. Totdat de twee dames en heer over het verleden beginnen te praten, ‘toen je nog intens contact had met de student.’ Intens? ‘Ja, vroeger ging je nog met de studenten naar de Blauwe Engel.’ Er zijn veel liefdes ontstaan in de mediatheek. Eén mediathecaris heeft haar vriend opgepikt aan de balie. ‘Hij kwam vaak met me kletsen. Op een dag ben ik achter hem aangerend en heb ik heb gevraagd of hij na school wat met me wilde drinken’. Er is zelfs een mediathecaris die nu een zoontje heeft van een toenmalige student. Weinig sensatie als mediathecaris? Duidelijk een vooroordeel. | MvH

Liefde in de mediatheek

De studenten KCM en Kunstgeschiedenis kennen hem allemaal, want zonder hem stond er geen verse koffie in de Oude Boteringestraat 34. Zelfs de studenten van nummer 23 nemen de moeite naar de overkant te lopen voor hun dagelijkse bakkie. Toch blijft portier annex conciërge Jan bescheiden. Hij hoeft niet per se in de schijnwerpers. In zijn gezellige kamer, waar de goudvissen achteloos zwemmen en kunstposters het prikbord sieren, vertelt hij over zijn baan. Al vijf en een half jaar werkt hij in het faculteitsgebouw, waar hij naast de koffie ook apparaten

laat repareren, ’s ochtends de deur opent, toezicht houdt en docenten assisteert. Vanaf kwart voor acht is

hij dagelijks aanwezig. Zelf interesseert hij zich ook voor kunst en cultuur. Hij houdt de kranten bij over relevant nieuws, en regelt de posters op het raam aan de straat. En met de studenten kan hij goed overweg. Zo voert hij het voetbalteam van de studie aan. Hij heeft dus zeer uiteenlopende taken. Hoe heet zijn functie eigenlijk? ‘Tja, portier, conciërge… huisman. Nee, dat is een beetje overdreven. Ik probeer het gewoon iedereen naar de zin te maken.’ Wellicht is ‘onmisbaar’ een passender term. Zo ziet hij het niet, maar overbodig voelt hij zich ook niet. ‘Als het aan mij ligt, blijf ik hier nog wel even.’ | PB

Portier, conciërge en huisman

‘Dat is niks voor Dick, om te laat te komen’, zegt een collega. ‘Hij is boven taart aan het rondbrengen, want hij is vandaag jarig’, legt een andere collega uit. Twintig minuten later klinkt het ‘moi Dick’ door de zaal. Kleiwerd verontschuldigt zich en biedt een stuk taart aan. Het is tekenend voor de gemoedelijke sfeer bij Life, Science and Technology van de Hanzehogeschool. Kleiwerd is al 33 jaar laboratoriumassistent. Hij zet de proefjes klaar voor de practica en zorgt dat de stoffen en spullen besteld worden. Die stoffen zijn niet bepaald goedkoop. ‘Hier staat voor kapitalen’, vertelt Kleiwerd terwijl hij door het magazijn loopt. Honderden potten staan keurig op alfabet in de enorme stellages. ‘Studenten hebben geen idee hoe duur alles is’, zegt de inwoner van Garnwerd. ‘Soms gaat de voorraad van een stof voor een heel jaar er in één practicum doorheen. Ze kunnen tegenwoordig niet meer rekenen. Een rekenfout van een factor tien is gauw gemaakt.’ Zelf is Kleiwerd ook weleens de mist in gegaan. Voor een practicum waarbij ratten worden opengesneden was hij eens vergeten de beesten uit de vriezer te halen. ‘Ik heb ze maar in de magnetron gedaan. Af en toe even voelen totdat ik dacht dat ze ontdooid waren.’ Maar dat bleek een misrekening. ‘De ratten waren zo gaar dat de pootjes er al af vielen. Toen de studenten erin gingen snijden stonk het verschrikkelijk.’ Voor een andere proef met ratten was het belangrijk dat de milt zo vers mogelijk was. ‘De rat leefde nog en kroop over je nek. Het volgende moment werd met een schaar zijn kop eraf geknipt. Die proef doen we tegenwoordig gelukkig niet meer.’ Er zijn meer dingen veranderd in de loop der jaren. Vooral qua regelgeving. ‘Vroeger spoelden we alles nog door de gootsteen. Nu moeten we alle stoffen opslaan en inleveren bij een afvalverwerkingsbedrijf. Daar hangt een enorm prijskaartje aan. Maar het is logisch dat het niet meer kan.’ Volgens Kleiwerd wordt het steeds meer een papieren wereld. ‘Je kan minder je eigen gang gaan.’ Na een rondleiding door het gebouw staat er een student aan de balie. Hij zoekt een bepaalde stof. Zonder na te denken roept Kleiwerd: ‘Dat vind je in D0.33 in de een-na-achterste kast.’ Hij weet precies waar alles staat. Studenten kunnen dan ook niet om hem heen. ‘Docenten zeggen wel dat je vriendjes met mij moet blijven’, erkent Kleiwerd, ‘anders krijg je het moeilijk.’

Tekst: Persis Bekkering, Mariet van Hasselt, Jelger Koops, Maartje Kroese, Herwin Thole, Jesper Verhoef

Foto: Hanne van der Velde

‘Vroeger spoelden we alles door de gootsteen’

Foto: Jan Luursema

Page 8: SK november 2008

8 Groninger Studentenkrant

Cultuur & Sport

Melange van kunstvormenJonge Harten-festival verovert Groningen

Eind november wordt het Jonge Harten festival voor de elfde keer georganiseerd. Dit Groningse theaterfestival weet inmiddels nationaal de aandacht te trekken met een sterk programma, waarin zowel nationale als lokale amateurs en profs in de schijnwerpers staan.

Door Persis BekkeringFotografie: Chris Herzfeld

Voor cultuurbarbarisme is in Groningen geen plaats. Met in de zomer Noorderzon, het Groninger Studenten Cabaretfestival in het najaar en Noorderslag in januari is er op cultureel vlak keuze genoeg. Het nog jonge festival Jonge Harten biedt van allerlei kunstgebieden een bijzondere mix, zodat cultuurliefhebbers hun hart op kunnen halen. Met bijna vijftig voorstellingen op het programma zullen van 21 tot 28 november de Groningse theaters goed gevuld zijn. Bijna alle theaters in de stad werken mee aan het festival; de Oosterpoort, Grand Theatre en de Stadsschouwburg zijn slechts drie grote namen uit de lijst. Met ‘Jonge Harten op reis’ reikt het zelfs verder: ook in Assen, Veendam en Delfzijl zullen er opvoeringen vertoond worden.

Vechtkunst is theaterWie bij ‘theater’ direct denkt aan toneel, heeft het mis. Op Jonge Harten staan niet alleen acteurs, maar ook dansers, acrobaten en beeldend kunstenaars. De grenzen van theater worden opgerekt tot aan de rand van de kunst. Taal, beeld, film en zelfs vechtkunst passeren de revue. Een mooi voorbeeld is de voorstelling ‘Appris par corps’ van het Frans-Canadese Compagnie un loup pour l’homme. Dit duo is internationaal een groot succes met hun debuut. De artiesten

zijn opgeleid als acrobaten en dat is in hun opvoering

duidelijk te zien. Maar het is allesbehalve een circusshow. Met slechts hun lichamen als instrument, vertolken ze een gevoelige boodschap over broederschap en vertrouwen. Soms onder begeleiding van filmische muziek, meestal in pure stilte. Ze maken gebruik van zoveel technieken en kunstvormen, dat het moeilijk is ze in een hokje te plaatsen. Als noodoplossing wordt het daarom ‘bewegingstheater’ genoemd: hieronder kunnen alle kunstvormen zich scharen.

Rauw sprookjeBij een groot festival horen BN’ers. Jonge Harten heeft

Egbert-Jan Weeber, Tygo Gernandt en Sanne Vogel op het programma. Zij spelen in RAAF, volgens de aankondiging een ‘rauwe en sprookjesachtige voorstelling’. Een rauw sprookje: wederom een bijzondere combinatie in theatervorm gegoten. Niet alleen nationale coryfeeën zijn goed vertegenwoordigd, ook de internationale scene is erbij. Het Australian Dance Theatre zal bij velen een belletje doen rinkelen. Zij zijn al bezig met een tour door Nederland en doen op zaterdag 22 november Groningen aan. Tegenvoeters from down under zijn niet de enige talenten op het programma. De organisatie werkt intensief samen met lokale (lees: Groningse) amateurgezelschappen, zoals de Jeugd Theaterschool en Noorderlingen. Het Hanze Instituut voor Sportstudies (HIS) treedt samen met Club Guy & Roni op in een dansvoorstelling. Op deze manier brengt het festival allerlei groepen onder de aandacht: nationaal en internationaal, professioneel en amateuristisch, nieuw en gevestigd.

Plasterks fiatAfgelopen maanden is er in de media druk gediscussieerd over de nieuwe subsidietoedelingen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Vele spreekwoordelijke koppen rolden in de theaterwereld, wat minister Plasterk de nodige kritiek heeft opgeleverd. Jonge Harten werd gespaard. De commissie Theater van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten oordeelde positief. Lovende woorden als ‘toonaangevend festival voor jongeren op het gebied van theater’, of ‘een landelijke voorbeeldfunctie’ kenmerken de cultuurnota. In dat opzicht heeft de jonge organisatie alle winden mee. Genoeg geld, beroemde artiesten, een groot publiek. Toch dromen ze van meer, groter, beter - althans, dat lijken ze tussen de regels door te willen. In hun toekomstplannen schrijft het bestuur in ambtelijke taal: ‘Jonge Harten versterkt haar regionale functie door kennisoverdracht op het gebied van educatie en crossover tussen amateurs en professionals, en door samenwerking op het gebied van programmering.’ In dit web van ingewikkeld taalgebruik zitten mooie ambities verstopt. Voor Groningen is dit goed nieuws. Immers, het zet de stad in cultureel opzicht stevig op de kaart.

Het Australian Dance Theater treedt 22 november op in Groningen.

Topvoetbal en wetenschap bundelen krachtenAjax en FC Twente investeren in een eigen sportacademie. Met de kennis van universiteiten willen ze aansluiting krijgen bij de internationale voetbaltop. Werkt FC Groningen ook nauw samen met het hoger onderwijs?

Door Herwin Thole De Noorse coach Egil Olsen leidt voetbaldwerg Noorwegen in de jaren ‘90 naar de tweede plek op de FIFA-ranglijst. Hij doet dit met behulp van uitgebreide videoanalyses en computerberekeningen. Ondanks het succes van zijn methode wordt hij meewarig aangekeken door de conservatieve voetbalwereld. Recent is Jan van Halst bekend geworden met digitale voetbalanalyses. De voormalig voetballer van FC Twente en Ajax haalt via een computer beelden terug en zet lijnen en cirkels om te laten zien waar het mis of juist goed ging. ‘Van Halst loopt voorop’, zegt Jos van Hillegersberg. Hij is hoogleraar en opleidingsdirecteur van bedrijfsinformatietechnologie aan de Universiteit Twente (UT). ‘Voetbal is in Nederland nog vrij traditioneel. Er kan zo ontzettend veel meer op sportgebied. Buitenlandse topclubs lopen daarin ver voor.’ FC Twente wil niet achterblijven en zoekt de samenwerking met de Universiteit Twente. Een hightech sportacademie moet het resultaat zijn. Van Hillegersberg meent dat er ook op medisch gebied kan worden samengewerkt. ‘Bij AC Milan meet men de spierbelasting van de spelers per wedstrijd. Hierdoor kunnen ze tijdig wisselen en blessures voorkomen. In Nederland meten we hoeveel kilometers een speler maakt

in negentig minuten, maar dat kan samen met de UT nog verder uitgebouwd worden. FC Twente staat daar open voor.’ In Amsterdam werkt de Vrije Universiteit (VU) al samen met Ajax. Het medisch centrum van de VU adviseert bij de blessurebehandeling van spelers en de faculteit der Bewegingswetenschappen ontwikkelt programma’s op het gebied van spiertraining en coaching. ‘Wetenschappers kunnen veel voor professionele sporters betekenen’, zegt decaan Peter Beek. ‘Een spierfysioloog kan bijvoorbeeld de maximale capaciteit van iemands spieren meten, kijken hoeveel hij onbenut laat, om vervolgens een op maat gemaakt trainingsprogramma te maken.’ Ook denkt Beek dat aan waarneming en spelinzicht van spelers via wetenschappelijke technieken veel te verbeteren valt. Ajax wil op het eigen sportpark De Toekomst een ‘innoverend, toonaangevend voetbalkennisinstituut’ vestigen, het Ajax Football Centre. Hierbij wordt niet alleen met de VU samengewerkt, maar ook met de Universiteit van Wageningen, die de club op het gebied van voeding ondersteunt. Het instituut moet Ajax terugbrengen aan de internationale top. ‘Ajax is wat achterop geraakt’, zegt Ed Lefeber, manager verenigingszaken in een persbericht op de Ajax-site. ‘We moeten een inhaalslag maken.’ Dat erkent ook Beek. Medewerkers van zijn faculteit zijn al in de slag met clubs als Liverpool en Everton uit Engeland. Hoe zit het met de samenwerking tussen FC Groningen en de RUG? Net als Ajax werkt de club samen met bewegingswetenschappen, maar in Groningen is dit beperkt tot de jeugdelftallen. De faculteit doet al zeven jaar onderzoek naar het herkennen van jonge talenten. ‘We meten alles: lichaamsbouw, fysieke kwaliteiten als conditie en sprintvermogen, tactisch inzicht en mentale kwaliteiten’, zegt Chris Visscher, voorzitter van de sportsectie

Bewegingswetenschappen. ‘Je haalt de sporter in partjes uit elkaar en beoordeelt ieder onderdeel op zichzelf en in relatie met elkaar. Door dat jaren achtereen te doen, krijg je een beeld van hoe een talent zich ontwikkelt en kan je conclusies trekken over of die sporter wel ‘snel genoeg’ gaat.’ Uit het onderzoek blijkt dat uitblinkers zich vooral onderscheiden door hun tactisch inzicht. De RUG werkte ook samen met TNO, de VU, Philips en PSV bij het Fit for Football-project. In een zogenaamd veldlab wordt de positie, snelheid, acceleratie en hartactiviteit van spelers gemeten. Doordat dit real-time gebeurt, kan een trainer tijdens een wedstrijd de prestaties van het team en individuele spelers beoordelen. PSV heeft deze wetenschappelijke methode toegepast in de jeugdopleiding. Richard van Elsacker, hoofd communicatie FC Groningen, zegt geen tijd te hebben voor een reactie. De club kan derhalve niet aangeven of het van plan is de samenwerking met het hoger onderwijs te intensiveren.

Page 9: SK november 2008

Cultuur & Column Groninger Studentenkrant 9

‘Ik droomde ervan hier op te treden’

Hoe ver ga jij voor een paar aardappels om de financiële crisis door te komen? Wouter Bos begint zenuwachtig met geld te smijten en de Amerikaanse verkiezingen maken er een hot item van. Genoeg redenen om eens na te denken over alternatieve manieren om aan ons hachje te komen. Echter, als we ons de pakjes voorgesneden kip van de Appie niet meer kunnen veroorloven en zelf op rooftocht moeten gaan naar loslopende kippen, dán spreekt het hele gebeuren pas echt tot de verbeelding. Deze niet-econoom gaat zich in ieder geval pas zorgen maken als de achteruitgang van de economie rechtstreeks voelbaar is in de portemonnee. Misschien ligt deze enigszins naïeve visie aan mijn onvermogen om een voorstelling te maken van het financiële systeem. In feite blijken de grote geldbonzen geen haar beter te zijn. Ook zij zijn de weg kwijtgeraakt in het web van financiële mechanismen. Hebben deze heren in krijtstreep misschien al in hun studententijd geleerd met niet zelf verdiend en geleend IBG-geld te goochelen en zo gaten met gaten te dichten? Als student heb je niet veel, dus ook niet veel te verliezen. Wij zijn daarbij gewend zeer creatief aan onze eerste levensbehoeften te komen als we de Stufi er doorheen gejast hebben. Ach, eten we toch gewoon een paar dagen pannenkoeken of gaan we even op bierdieet? Echter, vanwege ons lage inkomen behoren we tot de meest kwetsbaarste groep in de maatschappij. Als we de speculaties moeten geloven, dan eten wij straks droog brood. Omdat ik op economisch vlak wat minder bedeeld ben, schakel ik maar over op een praktische manier van denken. Hoe zorg ik dat ik in eventuele toekomstige barre tijden mijzelf kan blijven bedruipen? Ik schijn niet slecht te zijn in masseren, dus ik denk dat ik er in deze stressperiode mijn bijbaantje van ga maken. Ik mag de schouders van de op het randje van faillissement staande bakker vast wel even los maken voor een vers meergranenbrood. Gewoon terug naar de goede oude tijd van de ruilhandel en ik overleef de crisis wel.

Wanda van der Zee

Colu

mn

Betalen in natura

Gaan we toch gewoon op bierdieet?

Eind oktober vond het 22e Gronin-ger Studenten Cabaret Festival plaats. Twee kandidaten spraken vooraf over hun kansen, de concurrentie en hun toekomst als cabaretier. ‘Een echte boodschap heb ik niet.’

Door Wanda van der ZeeFotografie: Ewoud Rooks

De dag dat de eerste drie deelnemers hun kunsten gaan vertonen, woensdag 29 oktober, gaan we door de artiesteningang de stadsschouwburg in. Binnen worden we warm verwelkomt door het enthousiaste bestuurslid Lisette Rietbergen die de externe contacten van het festival doet. ‘Jullie zijn er al, helemaal toppie! Na een rondleiding langs vele trappen, bloemenmeisjes, geluidsmensen en decorstukken belanden we in de artiestenfoyer waar luidruchtig gezongen wordt voor de jarige Groningse filosofiestudent en deelnemer Alexander Ploeg. Even later begint deze deelnemer in een lege en donkere stadschouwburgzaal alvast wat zenuwachtig te pingelen op zijn gitaar. In het midden van de zaal zit regisseuse Wimie Wilhelm in het duister, waar hij zijn stukjes van het laatste commentaar voorziet. ‘Alex, schat, doe dat maar effe overnieuw.’ Ploeg plakt een stuk tape op de plek waar hij moet staan en begint vervolgens uit volle borst een liefdesliedje uit zijn show te spelen. Wilhelm: ‘Hooo, die gitaar kan echt niet, veelste hard. Ja, zo is het prima.’ Vervolgens hoeft alleen nog de afstelling van het licht geregeld te worden met de

technici en Ploeg is helemaal klaar voor zijn show. Na zijn optreden vertelt Ploeg: ‘Ik zat vroeger hiernaast op school en zat weleens op de trap naar de stadsschouwburg te staren. Ik droomde ervan hier ooit op te treden en nu sta ik er vanavond!’ Ziet hij zijn medespelers als grote concurrentie? ‘Ik vind ze allemaal erg goed, maar zou het het minst erg vinden om te verliezen van mijn collega Rayan Panday. We zijn ondertussen vrienden geworden en helpen elkaar met grapjes. Zo van: zou je het niet zo en zo zeggen?’ Over zijn eigen cabaret stelt Ploeg: ‘Ik heb eigenlijk niets te melden. Ik schets meer een plaatje dan dat ik een boodschap heb.’ Gaan wijsbegeerte en cabaret goed samen volgens de filosofiestudent? ‘De kunst van cabaret is om mensen zo weinig mogelijk te laten nadenken. Bij filosofie ben je op zoek naar de waarheid. Bij cabaret ben je op zoek naar grappige dingen. Ik maak dus maar een klein afstapje.’ Rayan Panday doet ook mee aan het festival. Zijn voorouders komen uit India, zijn ouders uit Suriname en hij is geboren en getogen in Zaandam, Noord-Holland. ‘Door de aanwezigheid van die drie culturen voel ik mij eigenlijk nooit helemaal één ding, vandaar dat het thema van mijn show ‘drie keer Rayan’ is’. Wilde hij altijd al cabaretier worden? ‘Ik heb veel met muziek en durf gerust naar de buitenwereld uit te spreken dat ik daar toekomst in zie, een toekomst als caberatier is altijd een stille droom geweest. Je bent namelijk erg kwetsbaar als je uitspreekt grappig te zijn.

Als mensen niet om je grappen lachen dan kan je wel door de grond zakken, maar als mensen wel lachen om je dan is dat het mooiste gevoel van de wereld.’

Verslag finaleDe Utrechtse cabaretgroep Kurk heeft het Groninger Studenten Cabaret Festival gewonnen. De publieksprijs ging naar hun stadsgenoot Herman Otten. Rayen Panday mocht de persoonlijkheidsprijs in ontvangst nemen. De jury: ‘Het spelplezier spatte er af bij Kurk, het was verzorgt en professioneel wat ze hebben laten zien en ze hebben het gebracht met een gezonde dosis fantasie, humor en ernst.’ Over Panday wil de jury kwijt: ‘Panday stipt dingen aan maar diept het niet uit, maar hij boeit en amuseert het publiek in hoge mate.’

Cabaretgroep Kurk is de winnaar van het Groninger Studenten Cabaret Festival 2008.

Page 10: SK november 2008

BlindnessDoor Carolien Lindeman

Het is weer tijd voor een Amerikaanse rampenfilm, maar wel met een menselijk tintje. Een onbekende Amerikaanse stad wordt getroffen door een epidemie van “witte blindheid.” Opeens verliezen mensen massaal hun zicht met alle desastreuze gevolgen van dien. Een naamloos echtpaar, gespeeld door Julianne Moore en Mark Ruffalo, wordt samen met andere blinden in quarantaine gezet. Moore blijkt immuun voor de ziekte en ziet als enige wat er gebeurt. Zo is zij getuige van de anarchie die al snel ontstaat en doet denken aan het beruchte Stanford prison experiment waar studenten werden ingedeeld in bewakers en gevangenen. Daar was mishandeling al snel aan de orde van de dag was. Zo ook in Blindness waar onder leiding van een blinde, ‘De Koning’ (Gael García Bernal), de anderen geterroriseerd worden. Eén van de gruwelijkste scenes is die waar Bernal de vrouwen dwingt met hun lichaam te betalen voor eten. Het lukt regisseur Fernando Meirelles prima om de slechtste kant van mensen te tonen en dit heeft van tijd tot tijd een nogal deprimerend effect. Hoewel dit gegeven je toch wel rauw op je dak valt, valt er hoop te putten uit Moore’s acties. Terwijl ze de vreselijkste dingen ziet zet ze toch door en loodst haar man en een groepje andere blinden door het leven. Uiteindelijk blijft er echter toch het gevoel dat de film moet laten zien hoe slecht mensen in essentie zijn. Ondanks dat negatieve gegeven is er op een vreemde manier toch nog humor verwerkt in de film. Al voel je je lichtelijk schuldig als je weer zit te grinniken om een struikelende blinde. Blindness is dus niet een film voor een gezellig avondje uit, maar kan je wel aanzetten tot een discussie. Vooral of je het eens bent met Meirelles negatieve kijk op de mensheid of dat er toch nog hoop is.

Ladyhawke - LadyhawkeDoor Friso Razer

Bij het horen van de naam Ladyhawke moest ik gelijk denken aan de gelijknamige film met Rutger Hauer, een geheel in soft-focus opgenomen avonturenfilm midden uit de jaren 80. Het verbaast dan ook niet

dat het debuutalbum van deze Nieuw-Zeelandse sterk teruggrijpt op het bombastische, licht melancholische, geluid van dat tijdperk. Ladyhawke past in het snel groeiende rijtje van de zogenaamde indie-disco groepen als CSS, The Gossip en The Sounds; opgewekte, dansbare muziek met een alternatief randje. Waar het geluid van deze groepen soms echter wat groezelig klinkt, is Ladyhawke voorzien van een sterk gepolijst laagje, waardoor ze ook voor het grote publiek erg toegankelijk is. Deze toegankelijkheid doet echter niets af aan de muziekale geloofwaardigheid van Pip Brown, de vrouw achter dit eenmans project. Ze is sterk beïnvloed door de grote iconen uit de jaren 80, die bijna voelbaar aanwezig zijn op dit eerste album. Zo refereert de single Paris Is Burning sterk aan de new wave klassieker Cars van Gary Numan, klinkt de power pop van The Bangles door in My Delirium en is het intro van Back Of The Van een ode aan het legendarische Jump van Van Halen. Ondanks de constante verwijzingen aan een reeds veelbezocht tijdperk, klinkt Ladyhawke nergens stoffig en gedateerd. Door het gebruik van frisse elektro-clash geinspireerde klanken en stevige dosis indie, slaagt ze er in een fris eerste album neer te zetten vol met aanstekelijke nummers die nog tijden in je hoofd blijven zitten.

10 Groninger Studentenkrant Recensies

Erwin Mortier - GodenslaapDoor Jesper Verhoef

De flaptekst van Erwin Mortiers nieuwe roman De Godenslaap belooft een weinig opwekkend verhaal. ‘We (mensen, JV) zijn muizen die in het looprad van het noodlot trappelen en we kunnen het tempo aan of niet.’ Hoofdpersoon Helena lijkt dat tempo zelf niet meer aan te kunnen. In een verzorgingstehuis blikt ze tijdens het schrijven van haar memoires terug op een lang leven. Haar jeugd speelt zich af in een Vlaams dorp in het Fin de Siècle. Als kind van nieuw opgekomen middenklassers, die sterk standbewust zijn, wordt ze met harde hand opgevoed. De lange, dromerige zinnen waarmee Mortier deze petit histoire optekent duiden de gemoedstoestand van de protegé uitstekend.Poëtisch taalgebruik en frivoliteiten van Helena worden niet op prijs gesteld, gedienstigheid aan de man en goed borduurwerk wel. Mortier laat zijn hoofdpersoon zo een krachtig beeld neerzetten van België aan het begin van de 20e eeuw. In sterke metaforen wordt beschreven dat er voor alles angst heerst voor het volk ‘beneden’, de arbeidsklasse waaraan ook Helena’s eigen familie ontsproten is. Helena aardt maar moeilijk in dit strakke keurslijf. Ze noemt haar moeder een ‘kil’ persoon, waarvan zelfs ‘haar gelukswensingen bij verlovingen of doopsels waren gekunsteld’. Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog komt een einde aan het omkaderde leven. Van het één op het andere moment gelden oude waarheden niet meer. Helena’s broer, die het leger in moet, verhaalt bijvoorbeeld dat ‘soldaten ratten als nette dieren gaan zien, want hoe houden ze hun pels zo proper?’ Tijdens de oorlog ontmoet Helena haar man, een Engelse soldaat. Het vormt het hoogtepunt van haar leven: kort na het staakt-het-vuren toont ze háár overwinning trots aan haar vader te Vlaanderen.

Het leven na de oorlog, haar verwekte dochter incluis, is Helena allengs meer gaan vermoeien. De bitterheid in haar woorden neemt de overhand. Jammer is dat Mortier dezelfde poëtische taal blijft bezigen, die hier maar moeilijk mee te rijmen valt. Naarmate de pagina zich aaneenrijgen bevalt Mortiers breedsprakige, somtijds pathetische taalgebruik dan ook minder en minder. Kenmerkend voorbeeld hiervan is het laten opdraven van verzorgster Rachida, die Helena aan het slot van het boek in slaap praat. Met de opvoering van deze Marokkaanse druipt de symboliek er wel erg zwaar vanaf: Helena’s dagen zijn geteld, een tijdperk is voorbij.

v

Recensies

DVD Film Boek

21: Las VegasDoor Maartje Kroese

Een film gebaseerd op een waargebeurd verhaal én geregisseerd door Kevin Spacey. Dat moet aanspreken, zullen producenten gedacht hebben. En terecht, want ondanks de vrij eenvoudige verhaallijn, gooit de film zowel in binnen- als buitenland hoge ogen. Hoofdpersoon van de film is Ben Campbell (Jim Sturgess), een verlegen studiebol die in financiële problemen komt. Om hem te helpen met het betalen van zijn collegegeld, vraagt wiskundedocent Micky Rosa (Kevin Spacey) hem bij zijn clubje rekenwonders dat, door kaarten te tellen, grote bedragen wint in Las Vegas. De groep studenten moet voorkomen dat hun werkwijze wordt opgemerkt door de casinobazen in de gokhoofdstad. Het is, zacht gezegd, verrassend dat de onwaarschijnlijk opzichtige gebaren die ze gebruiken de beveiliging niet opvallen. Uiteindelijk is het een menselijke neiging die dreigt roet in het eten te gooien: hebberigheid. Een opbloeiende romance tussen Ben en mooie tegenspeelster Jill (Kate Bosworth) maakt het verhaal compleet. Ook de spannende scènes aan de blackjacktafel voegen veel toe aan de ruim twee uur durende film. Geraffineerd camerawerk en onverwachte wendingen tegen het einde van de film, zorgen voor een onderhoudend geheel. Toch zal het weinig diepgaande verhaal van 21: Las Vegas het hart van de ware filmliefhebber misschien niet kunnen bekoren. Wat betreft de verhaallijn en personages is er, ondanks sterk acteerwerk, weinig nieuws aan de horizon. Kortom: een film die lekker weg kijkt, maar niet hoeft te rekenen op de originaliteitsprijs.

Naima El Bezaz – Het Gelukssyndroom Door Laura van Dam

Deze vierde roman van Naima El Bezaz begint niet bepaald veelbelovend: ‘Dit wordt geen meesterwerk, want pretenties heb ik niet.’ In haar naschrift schrijft ze dat het boek uit een persoonlijk verwerkingsproces is ontstaan,

namelijk dat van de depressie waarin ze verzeilt raakte na de publicatie van haar vorige roman De Verstotene. Dit boek, waarin ze beschrijft hoe een Islamitische vrouw zich probeert los te maken van de strenge regels die haar geloof en familie haar opleggen, leidde tot verschillende dreigementen uit de Islamitische gemeenschap. El Bezaz verloor daardoor haar gevoel van veiligheid. Centrale thema’s in dit boek zijn dan ook depressie en geluk. Wanneer Marit, de beste vriendin van de Islamitische Layla, haar op een dag laat weten ongeneeslijk ziek te zijn probeert Layla haar wanhopig te overtuigen van het nemen van medicijnen. Maar Marit is vastbesloten om van elke overgebleven minuut te genieten. Tot Layla’s frustratie weigert haar vriendin bovendien om over haar ziekte te praten waardoor ze het gevoel krijgt er helemaal alleen voor te staan met haar verdriet. In de op autobiografische elementen gebaseerde roman beschrijft El Bezaz vervolgens met erg mooi, soms haast poëtisch, taalgebruik hoe de dwang naar geluk de vriendschap tussen de twee vriendinnen in gevaar brengt. Want terwijl de steeds zieker wordende Marit haar op een laatste gezamenlijke reis naar Marokko probeert bewust te maken van al het moois in de wereld verliest het leven van Layla langzaamaan alle glans. Met deze nieuwe roman zal Naima El Bezaz zich ongetwijfeld nog minder populair maken in bepaalde Islamitische kringen aangezien depressie daar vaak nog als taboe geldt. Ze wil met behulp van dit meeslepende boek dit doorbreken: ‘Ik hoop dat dit boek (…) laat zien dat een depressie niet iets vreemds of

BOEK

CD

Page 11: SK november 2008

Het laatste woord Groninger Studentenkrant 11

Het laatste woord

ColofonDe Groninger Studentenkrant is een onafhankelijk blad gemaakt door en voor studenten van HBO- en WO-instellingen in Groningen. Het verschijnt tien maal per jaar in een oplage van zesduizend exem-plaren die gratis worden verspreid op de RUG, de Hanzehogeschool en andere locaties in Groningen.

StichtingsbestuurVoorzitter: Wanda van der Zee (06-14278523), Penningmeester: Daniël Smeding, Acquisitie en PR: Bernice [email protected]

HoofdredactieJesper Verhoef (06-42362986) en Herwin Thole (06-50817155)[email protected]

RedactiePersis Bekkering, Laura van Dam, Lise Evers, Roza Freriks, Romée Gramende, Mariet van Hasselt, Marinke Kerkhoff, Joost Knaap, Jelger Koops, Maartje Kroese, Carolien Lindeman, Thomas van den Oever, Anke van Ravensteijn,

Rosanne Schepers, Sarah Venema, Elske Woudstra, Wanda van der Zee, Merel Zeilstra

FotografieJan Luursema (www.janluursema.nl)Ewoud Rooks (www.erooks.nl)Hanne van der Velde (www.hannev.nl)

VormgevingHerwin Thole

MedewerkersPeter Valkema

DrukwerkGrafische Industrie de Marne

CoverfotoJan Luursema

Webmastervacature

Groninger StudentenkrantSt. Walburgstraat 22C9712 HX Groningenwww.studentenkrant.orgISSN 09270237

zoekt voor haar site een enthou-siaste nieuwe

WEBMASTER.

Lijkt het jou leuk om een nieuwssite gericht op studenten te bouwen en vorm te geven, rea-geer dan snel.

Voor meer informatie kan je na-tuurlijk ook altijd contact met ons opnemen.

Mail naar [email protected], of bel 06-50817155 (Herwin Thole)www.studentenkrant.org

De GroningerStudentenkrant

De inwoners van de VS hebben recent hun president gekozen. Nederlanders hebben niet de mogelijkheid hun politiek leider rechtstreeks te kiezen. Wordt het geen tijd Amerika achterna te gaan en dergelijke directe verkiezingen te houden?

Één stem op de macht, één stem op de controle daarvan! Ons land is lang niet zo democratisch als het lijkt. Eens in de vier jaar hebben mensen bij de Tweede Kamerverkiezingen de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de landelijke politiek. Dit door middel van het stemmen op de partij en persoon van hun keuze. Mocht de partij waarop je gestemd hebt winnen, betekent dat niet per definitie dat deze veel te zeggen krijgt in de daaropvolgende vier jaar. Dit is geheel afhankelijk van drie factoren. Allereerst van welke formateur er door de koningin benoemd word, ten tweede welke partijen de meerderheid vormen en tot slot wat de betrokken partijen uit de onderhandeling voor het regeerakkoord halen. Als kiezer heb je geen invloed op de machtsvorming, enkel op de controle zelf. De Jonge Democraten zijn van mening dat deze situatie verbeterd kan worden door de uitvoerende macht bij een gekozen president te leggen. Zowel op internationaal als op nationaal niveau wordt de rol van de persoon in de politiek steeds belangrijker. Op nationaal niveau is dat de laatste jaren bij Tweede Kamer verkiezingen al goed te merken. Zo herinnert iedereen zich nog de hype rondom Pim Fortuyn. Op het moment dat hij zich afsplitste van de partij waardoor hij was verkozen als lijsttrekker, Leefbaar Nederland, gingen verreweg de meeste mensen met hem mee. Ook na zijn dood heeft deze trend doorgezet. Naast zijn functie in Nederland krijgt ons staatshoofd een steeds groter rol op het wereldtoneel. We leven in een tijd van toenemende internationalisering. Hierbij dient gedacht te worden aan internationale problemen, zoals de kredietcrisis, de milieu- en energieproblematiek. Ook wordt de rol van internationale organisaties zoals de EU, de VN en de NAVO steeds groter. In deze verbanden heeft de premier een steeds belangrijkere functie als vertegenwoordiger van de Nederlandse politiek Een gekozen president kan moeilijk samengaan met een koningshuis. Wereldwijd zijn er nog een kleine dertig monarchieën, waarvan een behoorlijk aantal puur ceremonieel is. Ons land kent daaromtrent nog het verouderde systeem waarin de Koningin aan het hoofd van het kabinet staat. Het Koningshuis is een eeuwenoude traditie van Nederland, een bindende factor in de samenleving en een stukje cultuur dat zeker bewaard moet blijven. De politieke macht van de Koningin is echter onrechtvaardig en onverenigbaar met onze democratische grondbeginselen. Het feit dat de Koningin als enige in de Nederlandse samenleving politieke rechten kan ontlenen aan haar geboorte is behalve verouderd ook ongewenst. Als Jonge Democraten pleiten wij voor het voltooien van de Nederlandse democratie. De samenleving is veranderd, nu het politieke bestel nog. Laat ons zelf kiezen wie we als president willen. Laat ons zelf kiezen wie ons land vertegenwoordigd in het buitenland. Laat ons zelf kiezen, met één stem op de macht en één stem op de controle daarvan.

Jeroen van Leeuwen (Secretaris Politiek) en Chris-Jan Kamminga (Voorzitter)Groninger Jonge Democraten

Een gekozen premier legt de democratie lam Geen enkele democratie is perfect. Voortdurend wordt er nagedacht over aanpassingen en verbeteringen aan dit politieke systeem. Het idee van een gekozen premier maakt daarvan onderdeel uit. Uit een peiling begin dit jaar bleek dat ruim de helft van de Nederlanders rechtstreeks de minister-president wil kiezen. Hoewel dit plan de macht van het volk lijkt uit te breiden zal het een stok in het wiel van de parlementaire democratie zijn. De Tweede Kamer heeft in ons stelsel het mandaat en steun van de kiezers. Het laatste woord ligt bij de Kamer, niet bij de regering of de ministers. Maar een gekozen premier kan eveneens wijzen op de steun van het volk. Als de Kamer en minister-president dezelfde politieke koers varen, is er niet veel aan de hand. Maar wat als de politieke visies van elkaar verschillen? Wie buigt er voor wie? Twee kapiteins op één schip kan de democratie doen zinken. Onduidelijkheid over waar de macht ligt, leidt tot een onwerkbare situatie. Een mogelijk scenario gaat als volgt. Stel dat een PvdA’er als gekozen premier uit de bus komt, maar CDA en VVD hebben samen een meerderheid in de Tweede Kamer. De premier heeft nu geen werkbare parlementaire meerderheid waardoor de uitvoering van zijn beleid ernstig wordt belemmerd. De politiek wordt lamgelegd. De wil van het volk kan zich bovendien onmogelijk vertalen in het kiezen van één persoon. Stel: Bos, Balkenende, Wilders en Verdonk strijden om het premierschap. Bos krijgt 35 procent van de stemmen, Balkenende 30 procent, Wilders 20 procent en Verdonk 10 procent. Hoewel de kiezers zich in ruime meerderheid uitspreken voor een centrum-rechtse kandidaat, komt er dan toch een linkse premier. Het grote voordeel van een parlementaire democratie is dat er in de basis op politieke denkbeelden wordt gestemd. Mensen stemmen op de partij die hun ideaalbeeld van de samenleving vertegenwoordigd. De laatste jaren is door het mediacircus rondom verkiezingen de aandacht meer op personen komen te liggen. Met een gekozen premier zal deze kentering definitief zijn. Er zal niet meer worden gekozen op basis van inhoud, maar op de persoon die het beste overkomt op televisie. De vervlakking van de politieke campagne zoals in de Verenigde Staten ligt op de loer. Over Amerika gesproken: Het tweepartijenstelsel is beter geschikt voor het kiezen van een leider. Twee kandidaten kunnen het tegen elkaar uitvechten. Niet voor niets schuift in Nederland een vertrouwenscommissie twee kandidaten voor het burgemeesterschap naar voren. Ook bij verkiezingen die meerdere rondes kennen, zoals in Frankrijk, staan er uiteindelijk twee personen tegenover elkaar. Twee kandidaten zorgt voor duidelijk. In Nederland kan de kiezer op meer dan twee partijen stemmen en dus ook op meerdere kandidaat-premiers. Een onduidelijke en onwerkbare situatie ligt dan in het verschiet. Een gekozen premier betekent de doodsteek voor de parlementaire democratie.

Herwin Thole is hoofdredacteur van de Groninger Studentenkrant en studeert American Studies en Journalistiek

Reageren? Mail naar [email protected]

Page 12: SK november 2008

(Advertenties)

Culin

aire

SK-

Pade

Dag

boek

van

een

maa

gd

Maandag 6 oktober

Ik ben nog steeds in de ban van de nieuwe jongen op de gang. Alleen schrok ik toen ik achter zijn leeftijd kwam. Hij is achttien, en ik ben twintig. Kan dat? Toen ik dertien was, paste ik nog wel eens op elfjarige kinderen. Wanneer speelt leeftijd geen rol meer? Nu, heb ik besloten. Hij is zo lekker…

Woensdag 8 oktober

We hebben een date! Sinds ik in deze groezelige flat woon, wilde ik nog niet dood gevonden worden in de zogenaamde flatbar. Nu is het anders. Hij heeft gevraagd of ik er volgende week een biertje kom drinken. Hij is er onderhand al een stamgast. Wel een beetje triest als ik erover nadenk, maar wat maakt het uit?

Donderdag 16 oktober

Ik kom laat en al enigszins aangeschoten in de flatbar

aan, klaar voor mijn date. Hij is al verder heen dan

ik, maar evengoed zitten we al snel iets te knus naast

elkaar pullen bier weg te werken. We worden steeds

beschonkener en de spanning tussen ons wordt steeds

groter. Tegen de tijd dat ik mijn ogen losmaak van de

zijne, is de lelijke bar al helemaal leeg en beginnen we

ons richting de gang te bewegen. In de lift houden

we het niet meer. Hij drukt me tegen de wand en we

beginnen hevig te zoenen. Strompelend komen we de

gang binnen en zoenen verder in het lelijke tl-licht.

Zijn handen verdwijnen net onder mijn shirt als er

ineens een deur open gaat. Mijn buurjongen komt in

zijn autootjespyjama de gang ingelopen en wrijft nog

eens goed in zijn ogen als hij ons ziet. Ik trek snel mijn

kleren recht en trek een ongeloofwaardig onschuldig

gezicht. Het lijkt soms wel of ik in een slechte soap

speel.

Lief dagboek,

Zelfs op zondagavond wordt het kleine Italiaanse restaurant ‘Da Carlo’ aan het Gedempte Zuiderdiep druk bezocht. Op tijdstippen uiteenlopend van half zeven tot half tien komen er mensen binnen om aan een dinertje te beginnen. De sfeer in Da Carlo is kenmerkend voor de gemiddelde Italiaan: druk en chaotisch. Het interieur in het kleine tentje oogt vrij eenvoudig met nepplanten en flessen wijn die niet meer doen dan hun decoratieve functie vervullen. Natuurlijk zien we de het rood, wit en groen uit de Italiaanse vlag overal terug. Na een droge witte wijn besteld te hebben ontvangen we een zoete, maar dit wordt wel netjes en vlug opgelost. De kaart is zeer divers. Naast enorm veel verschillende

pizza en pastavarianten worden ook vlees- en visgerechten aangeboden. Wanneer de tafeltjes van andere gasten worden bespied, blijkt dat vooral de pizza’s en pasta’s in trek zijn en het vlees en de vis nauwelijks gegeten worden. Als voorgerecht eten we oesterzwammen in witte wijnsaus die ons erg goed bevallen. De bijbehorende broodjes met kruidenboter ontbreken helaas, maar nadat we er om vragen toont de

vriendelijke Italiaanse ober zich bewust van zijn fout. Terwijl hij naar zijn pizzabakkende collega wijst, zegt hij: ‘Sorry, hij heeft zoveel pizza’s gebakken, dat het

deeg bijna op is’. Door zijn natuurlijke Italiaanse charme en het feit dat hij alsnog met broodjes aan komt zetten blijkt het makkelijk hem te vergeven. Het bestelde hoofdgerecht, een simpele pasta arriabiata, is heerlijk. Spaghetti met een lichtscherp sausje, lekkere groenten en een overvloed aan olijven. Kortom, niks op aan te merken. Jammer is dan wel, dat de bestelde rode wijn de weg naar ons tafeltje niet vindt, en we er nogmaals om moeten vragen. De misstappen in de bediening maken de avond enigszins onrustig. Ook staan we wat erg snel weer op de stoep, doordat de bestellingen snel worden opgenomen en het eten ook snel verschijnt. Bij het weggaan maakt de pizzabakker nog wat grapjes en een praatje. Zo kan er weer gelachen worden om de chaotische Italianen. We vergeven de foutjes van de bediening en kijken terug op een geslaagde avond in Da Carlo. Het ontspannen gezellige restaurant gaat niet voor een Michelin-ster, maar doet gewoon waar het goed in is: grote hoeveelheden pasta’s en pizza’s op tafel zetten.

Ristorante Pizzeria ‘Da Carlo’Gedempte Zuiderdiep 36, Groningenwww.da-carlo.nl

Door Merel ZeilstraFotografie: Hanne van der Velde

De misstappen in de bediening maken de avond

enigszins onrustig

Sfeer en eenvoud bij de Italiaan