SK februari 2008

12

description

Groninger Studentenkrant februari 2008

Transcript of SK februari 2008

2 Groninger Studentenkrant Entree

ColofonGroninger StudentenkrantSt. Walburgstraat 22C9712 HX GRONINGENwww.studentenkrant.orgISSN 09270237

De Groninger Studenten-krant is een onafhankelijk blad gemaakt door en voor studenten van HBO- en WO-instellingen in Gro-ningen. Het verschijnt tien maal per jaar in een oplage van 6000 exemplaren die gratis worden verspreid op de RUG, de Hanzehoge-school en andere locaties in Groningen.

StichtingsbestuurVoorzitter: Mechteld Giesen (06- 48794318), Penningmeester: Ineke Berenpas (06-22732407), Acquisitie & PR: Jeroen van der Laan (06-26959465) en Joanne Wesselo (06-41737982)[email protected]

HoofdredactieRoza Freriks (06-16437744) en Jan Luursema (06-25035306)[email protected]

RedactieDieke de Boer, Iris Brook-man, Julia Gielingh, Emily Jacometti, Marjet Jans-sen, Laura Kroes, Maaike Piscaer, Karlijn Profijt, Anke van Ravensteijn, Lisa Rosing, Jesper Verhoef, Amerins Westra, Wanda van der Zee

FotografieJan Luursema (www.janluursema.nl) Hanne van der Velde (www.hannev.nl)Ewoud Rooks (www.erooks.nlLiza Wijma

VormgevingBas Geukes, Jan Luursema

MedewerkersPeter Valkema

DrukwerkGrafische Industrie de Marne

CoverfotoJan Luursema

Webmastervacature

Studentenkrant Februari 2008InhoudGesprek Patty Wageman

Pagina 3

Pagina 4

Pagina 6/7

Pagina 8

Achtergrond De leukste krakers van Nederland

Uitgespreid Studeren onder invloedStuderen is suf, droog en vrij snel stom vervelend. Voor iedereen die wel wat hulp kan gebruiken om geconcentreerd te blijven heeft de Stu-dentenkrant grondig onderzoek verricht. Van koffie tot XTC, van hasj tot RedBull; wij zochten het voor jullie uit.

Terwijl in Haagse achterkamertjes flink wordt gelobbyd om een kraakver-bod ingesteld te krijgen, gaan de vrijbuiters in het Noorden enthousiast door. Het Hollandse poldermodel, waarin de krakers rustige overleggen met gemeente en eigenaren, bloeit in het Noorden als nooit tevoren.

Sinds een jaar is het vak met het spel Stef Stuntpiloot permanent leeg in de Groninger speelgoedwinkels. Het kleuterspel is enorm populair onder studenten, met name bij het corps. Deze populariteit bereikte 10 januari een hoogtepunt tijdens het officiële Nederlands Studentenkampioen-schap. Lees op pagina 8 of de Vindi’s de eer hoog wisten te houden.

Er staat Nederland een ware revolutie te wachten. Na honderden jaren trouwe dienst moet het vertrouwde papieren plaatsbewijs het veld ruimen voor de digitale OV-chipkaart. Helaas voor de NS en de regering heeft de invoering van hun nieuwe elektronische speeltje voor de zoveelste keer vertraging opgelopen: de verwachte verschijningsdatum van 1 janu-ari 2009 is met zeker twee jaar uitgesteld. Een beetje moedeloos vragen we ons af: wat is er nu weer misgegaan?

Het nieuwste OV-product is op dit mo-ment al vier keer door het ijs gezakt. Na-dat de kaart eerst in Duitsland met succes was gekopieerd, hebben nu ook studenten in Nijmegen het stukje plastic gekraakt. Daarnaast blijken de afschrijvingen voor het digitale kaartje soms vele Euro’s te hoog te zijn en ook is onduidelijk of er wel correct met de persoonsgegevens wordt omgesprongen. Een groot drama dus. Belangrijker is echter de vraag: wat moeten we überhaupt met dat ding? Ik heb me werkelijk waar suf gepiekerd, maar ik kom er niet uit. De enigen die een voordeel uit de digitalisering kunnen halen zijn de overheid en de vervoersbedrijven, die met de nieuwe kaart een aardige hoeveelheid gegevens kunnen verzamelen over ons

reisgedrag. Zodra je je op het terrein van het vervoersbedrijf begeeft ben je geïden-tificeerd, of je dat nu wilt of niet. Niet al-leen worden reisgegevens globaal vastge-legd, maar iedere rit met bus, metro of taxi kan worden teruggeleid naar een persoon en adres. Big brother is watching you..

Maar wat moeten deze instanties nu ei-genlijk met al deze persoonlijke gegevens? Wat is het nut ervan? Zou het te maken kunnen hebben met feit dat onze overheid

graag zo veel mogelijk gegevens over ons verzameld in het kader van ‘terrorisme’. Zodat als er zodadelijk weer eens een trein wordt opgeblazen er in ieder geval direct kan worden nagegaan wie waar wanneer op het station was? Of is het gewoon een handig middeltje voor bedrogen vrouwen die door middel van de kaart precies kun-nen nagaan waar hun overspelige man was? Volgens de vervoersbedrijven is het opslaan van deze informatie nodig om te bepalen hoeveel bussen of treinen er moeten worden ingezet. Onzin dus. Want

waarom zou aan die informatie dan een naam en adres moeten worden gekop-peld? Naar mijn mening is de OV-chipkaart ge-woon weer een van de voorbeelden van de alsmaar groeiende controlestaat waarin we leven. Privacy lijkt een begrip te worden dat binnenkort niet meer tussen het rijtje klompen, kaas en molens past. De identi-ficatieplicht, talloze camera’s op straat, de mogelijkheid om telefoongesprekken af te luisteren en nu dus ook nog het traceren van ons reisgedrag: is er ergens nog een plaats waar we ongecontroleerd kunnen gaan en staan? Het is dan ook niet verwon-derlijk dat Nederland erg slecht scoorde in de privacylijst van de Britse organisatie Privacy International, die januari dit jaar verscheen. Ons land staat op de ranglijst met landen van de Europese Unie op de 21ste plaats. Maar even terug naar de OV-chipkaart. Hoelang het nog gaat duren is nog maar de vraag, maar komen gaat de kaart er zeker, aldus de verantwoordelijke staatssecretaris Tineke Huizinga. Tja, vol-gend jaar dus maar weer tevergeefs een extra pasfoto inleveren. Dat gaat dan de derde worden…

OV-chipkaart

Opi

nie

Door Peter Valkema

Doo

r M

aaik

e Pi

scae

r

Sport Stef Stuntpiloot

Big brother iswatching you

Er is een machtswissel op komst in het Groninger Museum. Jarenlang zwaaide Keest van Twist de scepter in het markante gebouw, maar bin-nenkort neemt Patty Wageman het over. De hoogste tijd om achter haar visie te komen. ‘Zonder kunst is je leven leeg.’

Het gesprek Groninger Studentenkrant 3

Nog even en Patty Wageman is voor een jaar directeur van het Groninger Museum. De huidige directeur, Kees van Twist, vertrekt voor een jaar naar Amerika om in september te beslissen of hij daar blijft. In ieder geval is Wageman tot februari 2009 de ‘grote baas’. ‘Dat vind ik niet eng,’ bezweert ze ons. Ze voerde immers al langer samen met Van Twist het beleid uit. ‘Ik krijg er wat verantwoordelijkheden bij, maar het museum loopt goed, dus veel moeilijkheden verwacht ik niet.’ Ze blijft nuchter over haar ‘macht’; ‘Er is weinig ruimte voor verandering, mede doordat al voor vier jaar alle plan-nen zijn vastgesteld.’ Voor Wageman is dat geen probleem: ‘Eenzaam aan de top staan zie ik niet zitten. Vooral niet in een ‘platte’ organisatie zoals het museum; iedereen werkt samen. Dat vind ik ook het leukst aan het werken in een museum. Je doet het met z’n allen, we hebben vooral heel veel lol. Het is niet zo, dat als ik over de gang loop mensen verschrikt opkijken: ‘Oeh, daar komt de directeur aan’.’ Ze vertelt verder over de sfeer in het museum, die heel an-

ders is dan bijvoorbeeld bij de KLM, waar ze een tijd als con-servator van de kunstcollectie werkte. ‘Dat was veel meer een bedrijfslocatie dan de creatieve omgeving van het mu-seum. Binnen een museum is de grens tussen privé-leven en werk veel vager, mede doordat het museum soms ook `s avonds open is. Het werk gaat door na vijf uur.’ Is het museum dan ook één grote familie? ‘Nee’, vindt Wageman: ‘Het Groninger Museum heeft een ambitieus programma, er wordt vooral hard gewerkt. Het is niet zo dat we hier eindeloos delibereren over wat kunst nou eigenlijk is. We

moeten wel een bedrijf gaande houden, waarbij salarissen, deadlines, educatie en PR allemaal een rol spelen.’

Hedendaagse kunstTyperend voor het Groninger Museum is onder andere de concentratie op 19e-eeuwse projecten, zoals de huidige ten-toonstelling over Russische Sprookjes, Volksverhalen en Legenden. Het gaat hierbij om kunst die door kunsthistorici wel eens vergeten wordt. ‘We gaan op zoek naar het on-bekende.’ Verder is ook het doorbreken van de grens tussen kunst en niet-kunst kenmerkend voor het museum, bijvoor-beeld door kleding van ontwerpers zoals Hussein Chalayan en Viktor & Rolf tentoon te stellen.

‘Het probleem met hedendaagse kunst is af en toe de directe dialoog tussen het Museum en de kunstenaar.’ In tegenstel-ling tot bij de 19e-eeuwse Russen gaat het daarbij immers om springlevende kunstenaars die uiteraard hun stempel op de tentoonstelling willen drukken. ‘Er ontstaan wel eens fricties: vaak is het de eerste tentoonstelling van een jonge kunstenaar, die een compleet eigen beeld in gedachten heeft.’ Hevige discussies kunnen hieruit ontstaan, aangezien het concept, als onderdeel van een vierjarig plan, door het museum al van te voren is bedacht.

Gesloten wereldIs de kunstwereld een harde wereld? ‘De museumwereld is gesloten, het gaat om het kennen van de juiste mensen en veel gezien worden. Door rond te hangen op de juiste ple-kken kom je als beginnend kunstenaar ver.’ Helaas is er in die leeuwenkuil van zien en gezien worden weinig ruimte voor jonge, nieuwe kunstenaars. ‘Het is een kwestie van ge-luk,’ beaamt de directrice. ‘Wanneer je net van de kunstaca-demie komt is het helaas niet alleen een kwestie van heel goed zijn, maar ook van de juiste tijd en de juiste plaats.’ Slechts een klein gedeelte van de geproduceerde kunst komt daadwerkelijk in een museum terecht, en daarvan gaat een nog kleiner gedeelte naar het buitenland. Niet alleen kunstacademiestudenten staat een pittige real-iteit te wachten na hun eindexamen, ook studenten kunstge-schiedenis hebben te kampen met een lage baankans na hun afstuderen. Toch heeft Wageman geen spijt dat zij destijds besloot haar passie te volgen. ‘Persoonlijke belangstelling is het belangrijkste, en je moet weten wat je doet’, licht zij haar keuze vastberaden toe. ‘Er studeren zoveel studenten Kunst-geschiedenis af, dat het moeilijk is aan de slag te kunnen. Maar als je goed genoeg bent, kom je er misschien wel.’ Ze heeft in de loop der jaren dan ook een indrukwekkend CV

opgebouwd; van vrijwillig schrijven voor een krant tot aan wonen en werken in musea in Amsterdam en Londen. Ook heeft ze ‘een dosis geluk’ gehad. ‘Alles wat ik heb gedaan heeft me gevormd, je kunt van te voren niet voorspellen hoe precies. Als je begint weet je eigenlijk nog van niets.’

ControverseDat kunst behoorlijke controverse op kan wekken, bleek toen er onlangs een rel uitbrak rondom het Gemeentemu-seum Den Haag. Directeur Van Krimpen besloot uiteindelijk

een werk van Sooreh Hera niet tentoon te stellen. Op dit werk waren Iraanse homo’s te zien die maskers van de pro-feet Mohammed en Ali droegen. Wat vond Wageman hier-van? ‘Het is onze missie aan te zetten tot meningsvorming of het verwoorden daarvan. Als je iets aankoopt, moet je het ook tentoonstellen.’ Vond zij het laf van Van Krimpen? Ze is even stil. ‘Je moet doordenken waarmee je bezig bent en je de maatschappelijke consequenties realiseren,’ zegt ze ten slotte.

Ook het Groninger Museum heeft in het verleden dat soort

controverse opgewekt, bijvoorbeeld toen het ‘Piss Christ’ van Andres Serrano aan het publiek liet zien. De advertenties voor de tentoonstelling, waar foto’s van in urine onderge-dompelde kruisbeelden te zien waren, werden bijna door de rechter verboden, maar het Museum zette de tentoonstelling door. ‘Wij zijn een museum dat de discussie niet schuwt,’ benadrukt Wageman. ‘Maar je moet niet alleen provoceren om het provoceren. Je moet je steeds afvragen hoe je een dis-cussie wilt voeren.’

StudententenWageman noemt het fascinerende aan haar beroep ‘de meer-waarde van de kunst voor de maatschappij. Kunst geeft kleur en diepgang aan het leven.’ Die maatschappij is echter vaak van mening dat kunst te duur is en het gros van de bezoe-kers is boven de veertig jaar. Het Museum doet er dan ook van alles aan meer studenten over de drempel te trekken. ‘We organiseren bijvoorbeeld minimaal twee keer per jaar een museumsalon, in samenwerking met de studievereni-ging van Kunst Cultuur en Media. Bovendien zijn al eerder colleges gegeven in samenwerking met Kunstgeschiedenis.’ Ook worden studenten gelokt door middel van speciale activiteiten, ruimere openingstijden op vrijdagavond en is een museumjaarkaart voor hen goedkoper. ‘Het creëren van een draagvlak doen we al. Cultuur is cultuur en wordt al zwaar gesubsidieerd.’ Ze wil niet zo ver gaan dat studenten het Museum gratis zouden kunnen bezoeken. ‘Studenten betalen ook vijfentwintig euro om naar een concert te gaan.’

‘Ik kan me een leven zonder kunst niet voorstellen’ ver-klaart ze haar passie. ‘Zo saai, dat is toch vreselijk? Zonder kunst is je leven leeg.’ Ze spreekt met zichtbare afschuw over boekverbrandingen, fatwa’s op het werk van schrijvers. ‘Woord en beeld hebben een heel sterke werking. Ze vormen een verrijking van je leven.’

Achter de schermen van het Gro-ninger Museum ziet het er niet anders uit dan je verwacht: felle kleuren, elke kamer bekleed met een bijpassende vloerbedekking, hip meubilair. Jarenlang was direc-teur Kees van Twist het gezicht van dit opvallende museum, maar bin-nenkort neemt Patty Wageman het van hem over. Eens kijken of ze op kan tegen de flamboyante reputa-tie van Twist. Lachend: ‘Misschien ben ik wel heel saai.’

Door Roza Freriks en Karlijn Profijt

Fotografie: Liz Wijma

Machtswissel in Groninger Museum

‘Zonder kunst is je leven leeg’

De Groninger Studentenkrantis op zoek naar een

WEBMASTERen een

LAYOUTEROok nieuwe (web)redacteuren zijn altijd welkom!

Voor meer informatie bel/ mail de hoofdredactie: [email protected] (Jan) of 06-16437744 (Roza)

4 Groninger Studentenkrant Nieuws & Achtergrond Nieuws & Column

Willem Bos, voorzitter van de Groninger Studentenbond (GSb), neemt ons mee in de kraakscene van Groningen. Hij is één van de oprichters van de woonwinkel, een initiatief van de GSb, Rood (jongerenafdeling van de SP) en Dwars (jongerenafdeling van GroenLinks). Van hieruit wordt het kraken levend gehouden en kan iedere student met wilde plannen om advies vragen. ‘Er is nog altijd een tekort aan kamers en wat er is, is te brak of te duur,’ verklaart hij zijn aanhoudend activisme. ‘In het centrum staan nog altijd tienduizenden vierkante meters kantoorpanden leeg, ter-wijl aan de rand van de stad wordt bijgebouwd.’

Met gepaste trots haalt hij telkens weer z’n sleutels te voor-schijn om het ene na het andere pand van binnen te showen. Zelf woont hij in het oude postkantoor aan het Zuiderdiep. Het pand ernaast is ondertussen ook al gekraakt; ‘Een pand leeg laten staan naast een kraakpand, is vragen om proble-men.’ Eenmaal binnen duurt het niet lang voor de verhalen vol krakersromantiek loskomen; over de ontruiming van het Wolters-Noordhoff pand, ‘de grootste veldslag in Gro-ningen sinds de Tweede Wereldoorlog,’ en de wietplantage die werd aangetroffen bij een kraak op het Lage Der Aa, waar ‘Rood nog lang plezier van heeft gehad.’ De grootste klapper van dit jaar is uiteraard de kraak van het voorma-lige IBG-pand, waar ondertussen zo’n vijftig studenten hun intrek genomen hebben.

KrakerswalhallaUit zijn verhalen ontstaat een beeld van Groningen als het laatste krakerswalhalla, een terpdorp waar iedereen elkaar kent en de gemeente en de krakers goede betrekkingen onderhouden. Zelfs met de eigenaren van de gekraakte woningen zijn volgens hem na de eerste schrik en een kop koffie goede afspraken te maken.

De activist vertelt hoe agent Moorman vorig jaar het le-gendarische kraakpand Op Drift kwam ontruimen op de fiets, extra opgedoft omdat er media bij aanwezig zouden

zijn. Het kan toch niet allemaal zo leuk zijn? Het lijkt er wel op.‘Uiteindelijk moeten we toch allemaal in dit dorp leven,’ verklaart Bos de ontspannen sfeer in het Noorden. ‘Het is hier toch; ‘Jij bent een kakker, jij bent een kraker en we moeten samen een biertje drinken. We hebben een links college en een burgemeester die zelf ook niet vies was van een beetje activisme.’

ZwartboekToch valt niet te ontkennen dat er ook steeds meer nega-tieve geluiden te horen zijn. Zo gaf het vorige kabinet aan een kraakverbod wel te zien zitten, en zou er waarschijn-lijk nog steeds wel een kamermeerderheid zijn voor zo’n voorstel, mocht het er daadwerkelijk van komen. In de Gemeenteraad van Groningen is VVD’er Joost van Keulen bezig een zwartboek bij te houden van alle klachten die binnenkomen over de krakers, die toch ook zorgen voor heel wat burengerucht en branden. Het raadslid is van plan dit op te sturen naar Den Haag, om daar de druk op

te voeren.Bos is de eerste om toe te geven dat het niet altijd even lek-ker loopt. ‘Maar met kraken is het net als met voetbal, de hooligans halen altijd het nieuws.’ Die ‘hooligans’ zitten volgens hem vooral bij de autonomen; de krakers die niet verbonden zijn aan een organisatie. Ook Tanja Kirienko, raadslid voor de SP en voormalig bewoner van meerdere kraakpanden, kent de nare kantjes van de kraakwereld. ‘Vechtpartijen, geluidsoverlast, om twaalf uur ’s ochtends buiten zitten blowen en niets doen,’ echt een goede indruk op de buurt maakten haar medebewoners niet. ‘Als kraker moet je je ervan bewust zijn dat je een soort reclamebord van je beweging bent. Als een paar zich dan als Tokkies ge-dragen, komt dat de hele kraakscene niet ten goede.’

Mooie initiatievenHet zwartboek van collega Van Keulen maakt weinig in-druk. ‘Leuk voor zijn politieke spelletje,’ reageert ze laco-niek. ‘Maar misschien is het tijd voor een witboek, er zijn ook

heel wat positieve verhalen. Een buurt is vaak wel blij dat een pand gekraakt wordt, an-ders trekt het toch vaak drugs en daklozen aan, ontstaan er fikkies.’ Zeker in Groningen zijn er rondom de kraakscene heel wat mooie initiatieven ontstaan, zo zat de Happietar-ia, een restaurant gerund door vrijwilligers waar geld wordt ingezameld voor projecten in de derde wereld, in het IBG-pand en huisvest voormalig kraakpand ORKZ naast een bioscoop, een restaurant en een concertzaal een aantal kunstenaars.

Mocht het kraakverbod er dan toch komen, dan zou dit vol-gens Kirienko weinig positiefs brengen. ‘In alle omringende landen is er een verbod, maar daar wordt ook gekraakt. Al-leen gaat het daar hard tegen hard, met knokploegen van eigenaren en politie aan de ene kant, tegen een geradi-caliseerde kraakbeweging aan de andere kant.’ Het unieke poldermodel van Nederland komt de sfeer volgens haar juist ten goede. ‘Het is nu heel mooi wettelijk geregeld, wan-neer ze eruit moeten gaan de krakers meestal gewoon weg.’

Bos en z’n vrienden gaan voor-lopig gewoon door. ‘Kraken is één grote speeltuin,’ zegt hij lachend. Want hij mag dan te-gen ‘Het Systeem’ zijn, in Gro-ningen kwam de brandweer na de kraak van het IBG-pand netjes even controleren of het veilig was er te wonen. ‘En dat is toch wel hartstikke sympa-thiek van het systeem.’

Dat de huidige woningnood alles meevalt vergeleken bij de drama’s ten tijde van de kroning van Bea-trix mag duidelijk zijn. Toch blijft een enthousiaste kern van krakers voor ‘het recht op een dak boven je hoofd’ de koevoet hanteren. ‘Je pakt een beetje de vastgoedsector aan, helpt nieuwe gasten in Gron-ingen en je pakt een beetje de wo-ningnood aan,’ legt Willem Bos ons uit. Groningen blijkt een bolwerk van succesvol, maar o zo relaxt activisme. Voor zo lang het duurt.

Door Roza FreriksFoto: Hanne vander Velde

‘Kraken is één grote speeltuin’

De leukste krakers zitten in Groningen

Studiepunten in ruil voor seks

In het Duitse Hildesheim is een professor voor de rech-ter verschenen omdat hij doctoraatsdiploma’s verkocht aan mensen die hier helemaal geen studie voor hadden gevolgd. Ook zou hij seks gehad hebben met studentes in ruil voor hoge cijfers. De hoogleraar gaf les aan de rechtenfaculteit van de universiteit van Leibnitz.

De ‘campus casanova’ zou zeker 184.000 euro hebben ontvangen van een consultatiebureau dat hem in con-tact bracht met zijn ‘klanten’, voornamelijk advocaten die hun CV wilden opsmukken met een doctorstitel.

De examenmethode van de professor kwam uitein-delijk aan het licht doordat twee van zijn vrouwelijke studentes hem als examinator weigerden omdat ze bang waren verdacht te worden van seksuele betrekkingen in ruil voor een goed cijfer.

In Nigeria gaan docenten iets minder subtiel te werk; sommigen van hen zien jonge meisjes als een sappige bonus voor hun werk. Aangerande of geïntimideerde meisjes die klagen bij de leiding van hun school krij-gen vaak te horen dat ze ‘de docent moet geven wat hij vraagt’. Tachtig procent van de vrouwelijke studentes ziet seksuele intimidatie als het grootste probleem ti-jdens hun studie. Dit onderwerp is echter een groot taboe in een land als Nigeria, waar de traditie van het re-specteren van ouderen belangrijker is dan het luisteren naar klachten van mishandelde vrouwen. (JL)

Bijna helft studenten slecht in Nederlands

Uit een onderzoek van het Taalcentrum van de Vrije Uni-versiteit (VU) blijkt dat bijna de helft van de eerstejaars VU-studenten moeite heeft met de Nederlandse taal. Omdat het al langer klachten regende over het abomi-nabele niveau van de schrijfvaardigheid van studenten

besloot de VU het onderzoek in te stellen.

Een derde van de 1100 studenten die meededen aan de (relatief eenvoudige) toets haalde zelfs niet eens een voldoende. De deelnemers bleken veel moeite te heb-ben met het vervoegen van werkwoorden (d/t-fouten), en van bepaalde vaste uitdrukkingen, zoals ‘schering en inslag’ wist 55% de betekenis niet.

De studenten zeggen het zelf ook wel erg te vinden dat ze zoveel fouten maken maar vinden dat het niet alleen aan hen ligt, omdat ze op de middelbare school bij Nederlands gewoon te weinig grammaticales hebben gehad.

De VU gaat in ieder geval maatregelen nemen: bin-nenkort krijgen alle eerstejaars een verplichte taaltoets. Iedereen die geen voldoende scoort op de toets moet een training volgen, die niet vrijblijvend is, aldus prof. Lex Bouter, rector magnificus van de VU. (JL)

Kort

jes

Groninger Studentenkrant 5Nieuws & Column

‘Van Lauwerszee tot Dollard tou’

Groningen heeft een nieuw wereld-record gevestigd! 2819 mensen zon-gen maandag 14 januari op de Grote Markt uit volle borst het Groningse volkslied, waarmee het record ‘met zoveel mogelijk mensen een volkslied zingen’ werd verbroken.

Door Lisa RosingFotografie: Ewoud Rooks

Het oude record stond op naam van de provincie Drenthe, waar vorig jaar 1013 mensen het Drentse volkslied ten ge-hore brachten. Naar aanleiding van het nieuwe Groningse record hebben de Drentenaren dan ook al laten weten dat zij volgend jaar zullen proberen om het record opnieuw te ver-breken, en ook uit Friesland komen gelijksoortige geluiden.

De organisatie van de recordpoging was in handen van een groepje studenten van de Hanzehogeschool, die de studie Facility Management doen. Hun opdracht was: ‘bedenk een evenement en voer het uit’. Op de vraag of de recordpoging serieus bedoeld was of dat het toch meer ging om een grapje, antwoordt Sander Kwint, één van de organisatoren: ‘In eerste instantie had het hele gebeuren inderdaad meer een ludiek karakter. Maar gaandeweg werd het evenement steeds groter. We zijn er ook twee blokken lang met negen mensen mee bezig geweest, dan breidt het zich al snel uit. En als de media zoiets eenmaal oppakken… Maar er zit ook wel een serieus karakter aan hoor. Het Groningse volkslied

speelt bij veel mensen toch een grote rol. En het is ook mooi dat we op deze manier iedereen, van jong tot oud, konden samenbrengen op de Grote Markt.’ Maar hoezeer leeft het Grunnens Laid eigenlijk onder de studenten? Kwint: ‘Stu-denten van Albertus en Vindicat moeten het Groningse volkslied tijdens de introductietijd uit hun hoofd leren, dat zegt wel wat.’ Toch geeft hij toe dat hij het volkslied zelf niet uit zijn hoofd kende: ‘Nee, in eerste instantie inderdaad niet, maar we hebben tijdens de voorbereiding met z’n allen hard geoefend.’

Rondom de recordpoging was een heel evenement georgan-iseerd. Burgemeester Wallage was uiteraard van de partij, en Rooie Rinus en Pé Daalemmer zongen het volkslied voor. De twee artiesten gaven de aanwezigen op de Grote Markt vlak van tevoren nog wat tips: ‘Je moet voorin je mond zingen, om je stembanden op te warmen!’

Uit een kleine rondgang langs een aantal aanwezige deel-nemers, bleek dat veel van hen het volkslied vroeger al op de basisschool leerden. Maar het waren vooral de ouderen die dit soort antwoorden gaven, en die dan ook in groten getale de Grote Markt bevolkten. ‘Ik doe mee omdat ik uit Groningen kom, en ik ken het volkslied al sinds ik klein was

helemaal uit mijn hoofd,’ aldus een 51-jarige man afkom-stig uit Ezinge. Een Groningse studente vertelt dat bij hun thuis de tekst van het Grunnens Laid op de wc hangt. Maar dat de organisatie van het evenement toch niet gerust was op dezelfde soort toewijding bij de rest van de deelnemers, blijkt uit het feit dat de hele tekst van het volkslied op de achterkant van de gratis te verkrijgen T-shirts stond gedrukt. En daar waren veel van de aanwezigen stiekem vast ook wel blij mee.

Grunnens Laid verovert plaatsje in Guinness Book of RecordsD

ieke

Wat je vroeger later wilde worden Ken je ze nog? De gedoodverfde vrienden- en vriendinnenboekjes die ieder meisje in groep drie met haar hartsvriendinnen uitwisselt? Steevast is de laatste vraag wat je later wil worden. Zonder enige vorm van schaamte vulde ik daar iedere keer, in mijn schijnheilige groep-3-handschrift, ‘caissière’ in. Natuurlijk ook moeder en dan wel van drie spelende koters. Om het perfecte Rouvoet-gezinnetje compleet te maken mag een ideale papa niet ont-breken. Je weet wel. Zo’n Joris Goedbloed. Zo’n rots in de branding. Zo’n man waar je op kan bouwen.

Laten we het concretiseren, een brand-weerman. Als er één type man geroman-tiseerd is, is het wel deze. In het holst van de nacht verlaat hij zijn bedje als bij jou het hele huis in vlammen opgaat. En na-tuurlijk redt hij nog net voor het te laat is je laatste kind van zolder en springt daarmee van driehoog naar benee.

In de loop der jaren verdwijnt zo’n beeld van later wat op de achtergrond. God-dank, anders zou ik nu al drie jaar bliepen bij de Albert Heijn achter de kassa. Toch vervaagt het niet geheel en heb ik nog altijd een heilig ontzag voor breedgeschouderde

brandweermannen. Tot zonet.

Een ineengedoken, klein gebrild mannetje staat voor onze voordeur. De checklist die hij voor zijn buik houdt is groot genoeg om zijn overtollige vetrollen volledig af te dekken. Of meneer ons huis even mag bekijken. Had na maanden de gemeente eindelijk ons paradijs goedgekeurd – voor ieder bezoek werd de keuken a-repre-sentatief gepoetst en stond de stofzuiger prompt niet meer in de gang – staat nu de volgende Melkertbaan op de stoep. En waar mag u wel niet van zijn meneer? ‘Ik ben van de brandweer.’

Bam.

Alle idealen gaan in vuur op. Dit is niet te blussen. Tijdens zijn tour door het huis, wanneer hij steeds ernstiger over zijn parmantige brilletje heen kijkt en hij steeds meer grote kruizen op zijn checklist plaatst, besef ik dat ik mijn droombeeld nog wat moet aanpassen.

Misschien is manager zijn zelfs nog beter.

Door Dieke de Boer

(adv

erte

nties

)

KOffIehaSj

XTC SNUIVeN SLIKKeN STUDeReN

aLCOhOL GUaRaNa

Tekst: Roza Freriks, Emily Jacometti, Marjet Janssen, Laura Kroes, Lisa Rosing, Jesper Verhoef

SPeeD

UITGeSPReID

Studeren is suf, droog en vrij snel stom vervelend. Dat lijkt althans de opvatting van de gemiddelde student. Dus zit iedereen koffie te drinken in de kantine van de UB, begint de meest slonzige bal plotseling z’n kamer op te ruimen en lijkt het opeens erg belangrijk je oude vrienden op te bellen. Voor iedereen die wel wat hulp kan gebruiken om geconcentreerd te blijven en niet direct de boeken in de steek te laten heeft de Studentenkrant grondig onderzoek verricht. Van koffie tot XTC, van hasj tot RedBull; wij zochten het voor jullie uit.

(JL)(EJ)

(ER)

Hödur Willemsen is wat drugs en studie betreft heel wat gewend. Het was aanvankelijk niet echt de bedoeling, maar het is wel voorgekomen dat hij met speed of XTC in z’n systeem boven de boeken kroop. Vooral speed bleek een onverwacht succes. ‘Meestal ben ik na een uitgaansavond heel suf, maar toen had ik genoeg ge-bruikt om het de volgende dag nog te voelen,’ vertelt de vierdejaars Rechten. ‘Ik had verwacht dat ik helemaal stuk zou zijn, maar ik was juist heel scherp.’ Na maanden gedemotiveerd te zijn, was Willemsen plotseling weer een hele dag aan het studeren. ‘Het gaf me de moed en energie om weer verder te kunnen.’Na een avond XTC valt het studeren hem een stuk zwaarder. ‘Het is geen tripmiddel, maar neigt wel iets meer die kant op. Het is toch een beetje een lovedrug; iedereen is leuk en lief en alles zo mooi en gezellig. Niet erg studiebevorderlijk, haha.’ Een dag later door de ‘downer’ heen studeren valt hem niet mee. ‘Alles lijkt de volgende

dag grijs en saai en naar. Ik ben dan minimaal twee dagen redelijk neerslachtig. Studeren lukte toen wel, maar het was beter gegaan zonder.’ Met mdma op studeren lijkt hem al helemaal geen plan. ‘Het is de meest pure vorm van XTC, dus als je dat slikt ben je al helemaal alleen bezig met liefde. En de dag daarna ben je helemaal stuk.’Ook het blowen voor een tentamen bleek niet echt te werken. ‘Ik word er heel erg nonchalant van, en dan verlies ik m’n scherpte en concentratie.’ Tot nu toe blijft hij vooral enthousiast over de speed. ‘Daar wil ik nog wel eens een tentamen mee maken.’ (RF)

(De naam Hödur Willemsen is gefingeerd)

In een donkere hotelkamer zit een verlopen journalist wanhopig naar een leeg computerscherm te staren. De deadline nadert met rasse schreden en hij grijpt naar zijn laatste redmiddel, zijn muze, de drankfles. Een volle nacht schrijven of studeren op een fles wodka. Hoe effectief is dat nou eigenlijk? Het antwoordt komt uit de diepste hoeken van mijn ergste kater ooit.

Gisteren besloot ik op initiatief van mijn liefste hoofdredactie om een nacht door te halen achter mijn boeken met een fles wodka als stimulans. Het vak wat ik binnen één nacht mijn hersenpan in moet raggen is slaapverwekkend, maar misschien helpt de drank. Rond middernacht is het laatste restje cafeïne uit mijn systeem verdwenen en strompel ik naar de vriezer. De gekoelde fles wodka is nog vol en belooft een lange nacht. Het eerste glaasje doodt al mijn smaakpapillen en verbrandt de volledige route naar mijn maag. De glaasjes die volgen gaan soepel naar binnen. Na de eerste glaasjes gaat het lezen een stuk soepeler, maar of ik de stof nog wel opneem weet ik niet. Meer glaasjes volgen en het lezen van de stof gaat steeds moeilijker. De letters dansen voor mijn ogen en de tekst die ik nog moet doorspitten is letterlijk verdubbeld.

Wanneer ik de volgende morgen met mijn hoofd op mijn toetsenbord wakker wordt kijk ik op de klok. Dankzij mijn volledig comateuze staat heb ik niet alleen mijn wekker, maar ook mijn tentamen gemist. Ik denk dat de conclusie hier nogal voor de hand liggend is; Ik drink nooit meer! En voor het leren zet ik volgende keer weer gewoon een grote pot koffie. (EJ)

Studeren met wat hulp van buiten is niets nieuws. Gerard de Zwart, Pabo-docent, haalde zijn eindexamens eind jaren zeventig al met hulp van een snuifje speed. ‘Ik wilde heel vlug al-lemaal boeken doornemen dus snoof het om fit en alert te blijven. Het ging echt om een heel klein beetje, een derde of een halve dosis. Ik legde dan alles klaar op m’n bureau – kladblok, boeken, een pen, verder niets. Dan was het een kwestie van snuiven en zat ik helemaal gefo-cussed te wippen op m’n stoel.’

Het beviel de docent, die tot dan toe alleen ‘voor de lol’ had gebruikt prima. ‘Van speed krijg je heel veel energie en dat wil je dan ook uiten, waardoor je het gevoel krijgt dat je de infor-matie heel snel opneemt. Het was ook allemaal stof die ik eerder al eens had gezien, dus dan is het één grote aha-erlebnis.’ Wel vraagt hij zich af wat nou precies het effect van de speed was. ‘Je kan je afvragen hoeveel suggestie erbij zit. Je merkt wel wat, maar je kunt jezelf ook opfokken. Je stelt je in op heel erg speedy studeren en dan kan je dat ook.’Spijt heeft De Zwart totaal niet. ‘Als je het voorzichtig doet, bijna medicinaal gebruikt, dan kan het best.’ Dit geldt ook voor z’n studenten en eigenlijk ook wel voor zijn zoon, die dit jaar zijn eindexamen doet. Had De Zwart zijn eindexamens ook gehaald zonder wat hulp? ‘Tsja, dat is achteraf moeilijk te zeggen. Ik denk dat ik ongeveer twee keer zo veel werk heb verzet.’ (RF) (De naam Gerard de Zwart is gefingeerd)

Koffie is natuurlijk hét studiestimulerende goedje bij uitstek. Of, aan de andere kant, hét studieontwijkend gedrag-genererende goedje bij uitstek… vooral in tentamentijd blijven veel studenten vaak genoeg twee uur lang in de kantine van de UB hangen onder het mom van: ‘even een kopje koffie halen’.

Maar wat blijkt nou: hoewel de cafeïne in koffie een opwekkend effect heeft, zitten er ook mindere kanten aan ‘het zwarte goud’, zoals het ook wel wordt genoemd. Zo worden door koffie de bloedvaten minder elastisch, waardoor het geheugen van iemand die koffie heeft gedronken, iets minder goed werkt. Ook veroorzaakt koffie meer stress. Hierdoor ontstaat een verslavend effect. Bij de meeste studenten zal deze infor-matie een verbaasde reactie opleveren: werkt het geheugen minder goed door het drinken van koffie? Dan zijn al die uren dat je tijdens het studeren in de rij voor de koffieautomaat hebt doorgebracht, dus zeker voor niks geweest. Misschien is een kopje thee dan een goed alternatief: een kopje daarvan bevat namelijk minder cafeïne (gemiddeld 30 mg per kopje) dan een kop koffie (gemiddeld 75 mg per kopje). Enigszins verwarrend zijn al deze verhalen wel: af en toe hoor je van mensen dat ‘uit onderzoek is geblek-en’ dat het energieopwekkende effect van koffie allemaal onzin is, terwijl het toch algemeen bekend is dat cafeïne dat effect wel heeft? Ondanks alle verschillende verhalen denk ik persoonlijk dat ik het toch gewoon bij koffie houd: of het effect nou denkbeeldig is of niet, als het mij helpt om een hele dag aan mijn scriptie te zitten, vind ik het goed. (LR)

Van de zaden van de Guaranaplant is het gebruikelijk thee te trekken. Deze zaden bevatten een stof die doet denken aan caffeïne. De stof, genaamd tetramethylxanthine heeft namelijk ook een oppeppend effect. De vraag was of je hier dan ook een lange tijd goed geconcentreerd bij kan stu-

deren. Mijn ervaring is niet positief.

Na het drinken van twee kopjes van de thee studeerde ik een aantal uren normaal door, er was voor mij nog geen duidelijk effect merkbaar, nog een aantal kopjes dan maar. Langzaam merkte ik dat ik meer energie begon te krijgen. Maar ik had door die energie juist niet het gevoel dat ik beter kon studeren. Meer had ik het idee dat ik een heel eind zou kunnen hardlopen. Achteraf las ik dan ook dat Guarana-thee vooral goed te gebruiken is wanneer je een sportieve prestatie moet leveren. De belangrijkste reden dat Guarana-thee gedronken wordt is echter het afslank-ende effect. De stoffen uit de zaden van de Guaranaplant stimuleren namelijk de stofwisseling en stillen je eetlust. Dat laatste heb ik dan ook wel gemerkt, normaal heb ik onder het studeren veel eten nodig, ik eet tijdens het studeren denk ik wel drie keer zoveel snacks als in een normale situ-atie. Na het drinken van de Guarana-thee had ik daar echter helemaal geen behoefte meer aan.

Conclusie: studeren onder invloed van Guarana werkt voor mij niet goed. (MJ)

Natuurlijk heb ik vaker geblowd, maar nooit tijdens het leren. Wat dat betreft is het nieuw, en dat twee dagen voor een belangrijk tentamen. Herkansing geschiedenis, voor m’n propedeuse. Niet iets wat me geruststelt. Aan de andere kant: dit is wel wat je noemt het nuttige met het aangename verenigen.

Als ik de joint hasj ’s avonds aansteek zit ik goed in de stof, en dat blijft zo. Tenminste: dat denk ik. Tot ik na pakweg een kwartier merk dat ik dezelfde zin al vier keer eerder gelezen heb. ‘Kom op, even erbij blijven’, spreek ik mezelf moed in. Misschien moet ik gewoon geli-jk de samenvatting van internet gaan leren. Als m’n computer opstart voel ik vermoeidheid in me opkomen. Met een goeie hijs probeer ik deze te verdrijven, de joint is nu half op. De zinnen op het scherm lezend, besef ik dat het een slecht idee was: het draagt niet bepaald bij aan m’n scherpte. Snel plof ik op de bank neer, waar ik even voor me uitkijk. Wíl ik het tentamen eigenlijk wel halen? Waarom doe ik dan mee met zo’n testje? Of stel ik me aan?

Dit overdenkend is de joint zo goed als op geraakt. Ik besluit er het beste van te maken en pak m’n boek erbij. Het lijkt iets beter te gaan, en een half uur lang leer ik gestaag door. Een makkelijke paragraaf verder steek ik een tweede joint op. Ietwat overmoedig, blijkt al snel: na een paar te grote trekjes kijk ik glazig voor me uit. Vergeet die test maar, denk ik, terwijl ik op bed plof. Met de lichten aan val ik in slaap. Met verrassende scherpte leer ik de volgende dag het tentamen, nu zonder joint. Het tentamen haal ik met een 5,7. Of het blowen me hierbij geholpen heeft? Dat niet, maar lekker slapen deed ik zeker. (JV)

RITaLIN

haSj

SNUIVeN SLIKKeN STUDeReN

ReDBULL

GUaRaNa

Fotografie: Jan Luursema, Emily Jacometti, Ewoud Rooks, Hanne van der VeldeUITGeSPReID

Studeren is suf, droog en vrij snel stom vervelend. Dat lijkt althans de opvatting van de gemiddelde student. Dus zit iedereen koffie te drinken in de kantine van de UB, begint de meest slonzige bal plotseling z’n kamer op te ruimen en lijkt het opeens erg belangrijk je oude vrienden op te bellen. Voor iedereen die wel wat hulp kan gebruiken om geconcentreerd te blijven en niet direct de boeken in de steek te laten heeft de Studentenkrant grondig onderzoek verricht. Van koffie tot XTC, van hasj tot RedBull; wij zochten het voor jullie uit.

(HvdV)

Van de zaden van de Guaranaplant is het gebruikelijk thee te trekken. Deze zaden bevatten een stof die doet denken aan caffeïne. De stof, genaamd tetramethylxanthine heeft namelijk ook een oppeppend effect. De vraag was of je hier dan ook een lange tijd goed geconcentreerd bij kan stu-

deren. Mijn ervaring is niet positief.

Na het drinken van twee kopjes van de thee studeerde ik een aantal uren normaal door, er was voor mij nog geen duidelijk effect merkbaar, nog een aantal kopjes dan maar. Langzaam merkte ik dat ik meer energie begon te krijgen. Maar ik had door die energie juist niet het gevoel dat ik beter kon studeren. Meer had ik het idee dat ik een heel eind zou kunnen hardlopen. Achteraf las ik dan ook dat Guarana-thee vooral goed te gebruiken is wanneer je een sportieve prestatie moet leveren. De belangrijkste reden dat Guarana-thee gedronken wordt is echter het afslank-ende effect. De stoffen uit de zaden van de Guaranaplant stimuleren namelijk de stofwisseling en stillen je eetlust. Dat laatste heb ik dan ook wel gemerkt, normaal heb ik onder het studeren veel eten nodig, ik eet tijdens het studeren denk ik wel drie keer zoveel snacks als in een normale situ-atie. Na het drinken van de Guarana-thee had ik daar echter helemaal geen behoefte meer aan.

Conclusie: studeren onder invloed van Guarana werkt voor mij niet goed. (MJ)

Ritalin wordt gebruikt door mensen met ADHD of concentratieproble-men. Om die laatste reden is David drie jaar geleden begonnen met het slikken van dit medicijn. Door het slikken van Ritalin kan David zich beter concentreren bij het studeren. Het maakt je heel erg scherp en gefocust, waardoor je helemaal kunt opgaan in datgene wat je aan het doen bent. ´Het zorgde ervoor dat ik structuur kreeg in mijn hoofd´. David slikte 3 keer per dag een halve pil Ritalin, na een tijdje is hij dit gaan afbouwen naar een lagere dosis. Helaas heeft het middel vervelende bijwerkingen, zodra je niets te doen hebt maakt het je erg opgefokt en onrustig. Daarnaast wordt je ontzettend kritisch; ´het is moeilijk om met anderen om te gaan wanneer je zo kritisch bent, eigenlijk vind je iedereen irritant en oninteressant.´ Dit

gaf hem een ontevreden gevoel, bovendien zijn de nawerkingen lastig, zodra het medicijn be-gint uit te werken krijgt David last van schommelingen in zijn buien. ´Je gaat heel erg heen en weer tussen boos, opgefokt en depressief.´Ook kreeg hij op de lange duur last van hartklop-pingen. David is sinds een jaar gestopt met het slikken van Ritalin, door de vervelende bijwerkin-gen is hij over gegaan op een ander medicijn, Concerta. `Dit wordt selectief toegediend, 1 keer per dag slik ik een pil en het zorgt ervoor dat ik 3 a 4 keer per dag een kleine dosis krijg toegediend.´ Hierdoor krijgt hij minder heftige reacties wanneer het uitwerkt. (LK)

Vierentwintig blikjes RedBull om één nacht door te halen en mijn tentamen te leren, dát noem je goede voorbereiding. Ik weersta de verleiding om gewoontegetrouw mijn RedBull te mengen met een flinke scheut rode wodka, en trek mijn eerste blikje open.

Het eten vormt nog een goede bodem wanneer de eerste chemische golf mijn maag raakt. Wanneer je RedBull in een glas giet zie je pas hoe fluoriserend groen en geel het drankje precies is. De rest van de nacht drink ik dan ook maar direct uit de blikjes.

Het studeren gaat de eerste paar uur prima en mijn helderheid lijkt zelfs toe te nemen dankzij het drankje. Na een paar uur beginnen mijn huisgenoten af te taaien en kruipen allemaal richting hun nest, ik trek nog een blikje open.

Na een paar uur beginnen zich langzaam een aantal bijverschijnselen voor te doen. Het begint met trillende handjes, gevolgd door koude rillingen. In de hoop dat het gewoon vermoeidheid is trek ik een trui aan en drink nog een bulletje. Volledig gesloopt sleep ik me de volgende ochtend in mijn trainingspak, ongedoucht en met ongepoetste tanden naar de gevreesde tentamenhal. Mijn tentamen is godzijdank ‘multiple-gok’ en ik sleep me erdoorheen. Tijdens het tentamen begint mijn maag steeds meer te rommelen en te borrelen. Snel raffel ik mijn tentamen af en ren naar het toilet. Wanneer mijn vorige avondmaal er in versneld tempo uitkomt diep ik het laatste blikje RedBull uit mijn tas en lees uit verveling het label. Onderaan lees ik ‘laxerende bijwerkingen bij overmatig gebruik’.

RedBull is een prima middel om te kunnen studeren, maar drink met mate als je niet de rest van je weekend op kruipafstand van het toilet wilt doorbrengen. (EJ)

Natuurlijk heb ik vaker geblowd, maar nooit tijdens het leren. Wat dat betreft is het nieuw, en dat twee dagen voor een belangrijk tentamen. Herkansing geschiedenis, voor m’n propedeuse. Niet iets wat me geruststelt. Aan de andere kant: dit is wel wat je noemt het nuttige met het aangename verenigen.

Als ik de joint hasj ’s avonds aansteek zit ik goed in de stof, en dat blijft zo. Tenminste: dat denk ik. Tot ik na pakweg een kwartier merk dat ik dezelfde zin al vier keer eerder gelezen heb. ‘Kom op, even erbij blijven’, spreek ik mezelf moed in. Misschien moet ik gewoon geli-jk de samenvatting van internet gaan leren. Als m’n computer opstart voel ik vermoeidheid in me opkomen. Met een goeie hijs probeer ik deze te verdrijven, de joint is nu half op. De zinnen op het scherm lezend, besef ik dat het een slecht idee was: het draagt niet bepaald bij aan m’n scherpte. Snel plof ik op de bank neer, waar ik even voor me uitkijk. Wíl ik het tentamen eigenlijk wel halen? Waarom doe ik dan mee met zo’n testje? Of stel ik me aan?

Dit overdenkend is de joint zo goed als op geraakt. Ik besluit er het beste van te maken en pak m’n boek erbij. Het lijkt iets beter te gaan, en een half uur lang leer ik gestaag door. Een makkelijke paragraaf verder steek ik een tweede joint op. Ietwat overmoedig, blijkt al snel: na een paar te grote trekjes kijk ik glazig voor me uit. Vergeet die test maar, denk ik, terwijl ik op bed plof. Met de lichten aan val ik in slaap. Met verrassende scherpte leer ik de volgende dag het tentamen, nu zonder joint. Het tentamen haal ik met een 5,7. Of het blowen me hierbij geholpen heeft? Dat niet, maar lekker slapen deed ik zeker. (JV)

8 Groninger Studentenkrant

(Advertenties)

Eén schap is sinds een jaar per-manent leeg bij iedere Groningse speelgoedwinkel. Het schap van Stef. Stef Stuntpiloot. Het kleuter-spel bereikt tegenwoordig een ge-heel andere doelgroep. Anderhalf jaar geleden breidde het Amster-damse corps de spelregels uit. Als piloot Stef een kippetje uit het hok zou slaan, betekende dat een adje voor de eigenaar het desbetref-fende kippenhok. Deze studen-tenversie sloeg aan in Groningen. Dit leidde tot het eerste officiële Nederlands Studentenkampioen-schap Stef Stuntpiloot.

Door Dieke de BoerFoto: Jan Luursema

Tien januari staat op het punt een legendarische datum te worden in de Groninger Sportgeschiedenis. Blijkbaar was ook de ACLO hiervan overtuigd, want zij steunen het nieuwe ‘sportieve’ evenement. De sfeer in café Heming-ways is desalniettemin vooral relaxt; hier zijn in de eerste plaats een hoop studenten een spelletje aan het doen zijn en bier aan het drinken. Bovenin het café prijkt op vijftien sta-tafels het spel Stef Stuntpiloot. Los van deze wedstrijd-tafels, is één tafel tot ‘speed table’ benoemd. Hierop staat een opgevoerd exemplaar van Stef. De ‘niet roken’ bordjes die overal hangen doen vermoeden dat het hier om ware top-sport gaat. De Steffers zijn voor een deel uitgedost met snor-ren, pilotenpakjes, of kippen op het hoofd. De namen doen niet onder voor deze originaliteit. Teams als ‘Al KEIda’ en ‘Wij wippen het best (met Stef)’ spelen vanavond mee.

Stef is in the air!Paul de Leeuw zingt op de achtergrond alle piloten toe of ze met hem mee willen vliegen naar de regenboog. Dit is het startsignaal voor de poulewedstrijden. Teams van twee gaan de strijd met elkaar aan voor de best of 11 games. De opstelling met de teamgenoten tegenover elkaar blijkt ide-aal te zijn voor de nodige high fives. Aan de tafel bij scheidsrechter Menno hangt al snel een gemoedelijke sfeer. In koeienletters staat op zijn shirt dat hij altijd gelijk heeft.

Hij is nu scheidsrechter bij de wedstrijd tussen TukTuk en Air Strampel. Terwijl Stef zijn pilotenbril opdoet, zetten de deelnemers deze juist af om nog wat te kunnen zien onder de sfeerverlichting. Luid klinkt ‘Stef is in the air!’. Stef cir-kelt en cirkelt en bereikt uiteindelijk zijn vaste rondje. Met een biertje in de linkerhand en de rechterwijsvinger op het hefboompje volgen de vier deelnemers nauwlettend hun idool. Na veel aah’s en oeh’s verliezen de mannen van Air Strampel weer hun laatste kippetje. Ze hebben tot nu toe alleen nog maar verloren. ‘Wind tegen, regen tegen, hagel tegen,’ zo verklaart Gerard. ‘Met een glimlach hebben we onze nederlaag ondergaan.’

LudiekHet idee van dit NSK is in oktober bedacht door Tim van Nispen, de voorzitter van de avond. De officiële aandui-ding van een NSK is aangevraagd bij het ACLO-bestuur. Zij moesten er een tijdje over nadenken, maar nu kijkt AC-LO-vicevoorzitter Ellen van Hegelsom goedkeurend naar alle fanatieke poulewedstrijden. ‘We hebben al een NSK Knikkeren en Achteruitsprinten gehad. Dit past prima in dat rijtje met ludieke evenementen’.

Na een rustpauze volgen de kwartfinales en hier komen we de echte diehards tegen. De dames van Gado Gado en de heren van de Houten Katten houden hun ogen strak op Stef. Die draait nog steeds even trouw. De houten katten hebben de ultieme strategie door: exact zo hard drukken dat Stef precies op het kippetje van de buurvrouw terecht

komt en zodat zij haar kippen niet kan verdedigen. Hier gaat een jarenlange voorbereiding aan vooraf. ‘Ik heb dit spel als kind vaak gedaan,’ zo verklaart één van de Houten Katten het succes.

Een opmerkelijke aanwezige deze avond is Thijs van Don-gen. Vanuit Maastricht heeft hij vier uur in de trein gezeten om mee te kunnen doen aan dit evenement. Maastricht is inmiddels bekend met Stef. ‘Vanuit Groningen is het overgekomen, maar bij ons is het nog veel kleinschaliger.’ Ook Popko Dijkema, beheerder bij de ACLO, valt op in de menigte. Met zijn zestig jaren is hij de oudste aanwezige. ‘Ik

ben zeer belangstellend,’ verklaart hij zijn aanwezigheid.

FinaleOm middernacht zitten de meeste Stefs alweer in hun doos. Op een gouden tafelkleedje staat de laatste Stef die de finale mag vliegen. Team L’air en Toppertje strijden hier om de titel van de eerste enige echte Nederlandse Studentenkam-pioenen Stef Stuntpiloot. Daar waar de hype begonnen is, bij het corps, komt hij ook weer terug, aangezien alle vier de finalisten lid zijn van studentenvereniging Vindicat. De vier heren nemen de sport zeer serieus, want er is een echte trainingsavond aan vooraf gegaan. Christiaan en Pim van L’air blijken uiteindelijk de beste vliegkunsten te bezitten. Als verklaring voor de winst, noemen ze nog één maal hun motto. ‘Hoge vluchten, harde crashes!’

Stef is in the air

Sport

hoge vluchten, harde crashes

De Groninger Studentenkrant

is op zoek naar een

WEBMASTERen een

LAYOUTEROok nieuwe (web)redacteuren zijn al-tijd welkom!

Voor meer informatie bel/ mail de hoofdredactie: [email protected] (Jan) 06-16437744 (Roza)www.studentenkrant.org

Uw advertentie hier? Dat kan!

Adverteren is al mogelijk vanaf 65 euro per maand!

Geïnteresseerd? Mail naar [email protected] en maak gelijk een geheel vrij-

blijvende afspraak!

Cultuur & Gluren bij Groninger Studentenkrant 9

Comedy Night in Simplon

Glur

en b

ij..

Humor is massavermaak geworden. Er gaat amper een weekend voor-bij of op tv is er een show van een bekende cabaretier te zien. Gro-ningse studenten kunnen echter ook volop aan hun trekken komen, zo organiseert Simplon elke maand een Comedy Night.

Door Jesper Verhoef

Deze woensdagavond staat cabaretgezelschap Comedy Café uit Amsterdam op het programma in poppodium Simplon. In de grote zaal is het rond kwart voor negen al redelijk ru-moerig. Alle stoeltjes zijn bezet, maar er stromen nog enkele groepjes studenten binnen. Aan de bar worden de eerste biertjes leeggedronken, terwijl naast me een gozer een joint opsteekt. Om negen uur komt de MC het podium op. ‘Laten we afspreken: mobieltjes uit.’ Na enkele grappen kondigt hij de eerste cabaretier aan, Omar Ahaddaf. In een optreden van ongeveer twintig minuten weet hij het publiek redelijk te be-koren. Vooral met grappen over zijn Marokkaanse afkomst scoort hij: ‘Ik woon zeven jaar in Nederland, maar ben nu pas goed geïntegreerd. Laat? Ik zeg wel ‘ns: beter laat dan terug.’ Iets later, vragend aan het publiek: ‘Wie volgt de poli-tiek? Niemand? Ik zelf ook niet hoor, de politiek volgt mij.’ Als tweede komt Reinier Meijer op, een blonde krullenbol. Met droge humor krijgt hij rap de lachers op zijn hand: ‘Ja, ik ben nogal mager, en m’n ex was dat ook. Als we seks hadden leek het wel mikado.’ In het vervolg springt de jonge Am-sterdammer continu van de hak op de tak. Een rode draad is er niet, maar het publiek lijkt er niet om te malen. Voor een tientje entree is het niveau behoorlijk. Na de twee op-tredens volgt een korte pauze. Een meisje aan de bar bestelt wat te drinken. ‘Leuk?’ vraagt de barkeepster. ‘Jawel, maar die tweede was een stuk leuker hoor.’

Als afsluiter mag Tom Sligting optreden. Hij is de meest er-varen cabaretier, en dat is te merken. Zijn optreden is meer samenhangend en herkenbaarder dan de vorige. Met grap-pen over vooral de relatie tussen mannen en vrouwen eta-leert hij in zijn optreden een bepaalde humor-van-alledag. Natuurlijk heeft hij wel eens een sekslijn gebeld, zegt hij: ‘Dan neemt zo’n meisje op met: “Hoi schatje, jij bent echt

een lekkere gozer.” En dan denk ik, hoe weet zij nou dat ik zo knap ben? Maar ineens begreep ik het: nummerherken-ning!’ Later: ‘Dames, ik ga de mythe ontkrachten dat man-nen géén twee dingen tegelijk kunnen. Als mannen seks met hun vriendin heb denken ze namelijk ook aan ándere vrou-wen. En dat niet één keer: altijd!’

Na afloop loopt de zaal, een kleine honderd man, snel leeg. Voor Sligting geen groot publiek: hij werkt inmiddels aan een eigen show, zegt hij na afloop. Hij zit al twaalf jaar in het vak, maakte de opkomst van het cabaret mee. Iedereen mocht het in het Comedy Café proberen, maar wat ik daar soms zag, poe, dat was niet best.’ Dreigt zulk kwaliteitsver-lies nu ook niet, door een overkill aan nieuwe cabaretiers?

Hij beaamt het volmondig, maar is niet bang voor z’n eigen brood: in het najaar hoopt hij zelf in de theaters op te mogen treden. De grote lijnen van zijn show heeft hij vanavond la-ten zien. ‘Waarom moet je een maatschappelijke boodschap hebben? Je wordt dan al snel badinerend.’

Wat doet de student? Eigenlijk helemaal niets. Goed, wat vita-mines adten dan. Want Rienk Douma, tweedejaars student Human Technology aan de Han-zehogeschool, is brak.

Door Julia GielinghOm 12 uur sta ik voor de deur van Rienk Douma (27) hij doet open in zijn pyjama met badjas eroverheen. Hij kijkt met een pijnlijke blik in zijn ogen. ‘Kater?’ vraag ik poeslief. ‘Ja, was een mooi feestje,’ antwoordt hij. ‘Technootjes’, en hij wrijft nog maar even over zijn kloppende hoofd.

Ik loop achter hem aan en kom in een typisch studenten-huis terecht met drie kamers en twee kleine keukentjes. Er heerst een gemoedelijke sfeer, hier en daar komen nog meer studenten, die net wakker zijn geworden, binnen. Het wordt zelfs druk; er wordt nog nagepraat over het feestje in Simplon en er wordt lekker ontbeten met tosti’s, vruchtensap en koffie. ‘Vitamientjes helpen tegen alles’, aldus een van de studenten. Er komt nog iemand aanwaaien, die verdacht veel lijkt op Douma. ‘Ja dat is mijn broer,’ verklaart hij grinnikend. Er wordt gelachen en iedereen zoekt een zitplek; na enige tijd gaat de televisie aan. We kijken naar Theo Jansen en zijn nieuwste creatie ‘Strandbeesten’, vreemde mecha-nische bouwsels die wandelen over het strand. Vanuit mijn ooghoeken merk ik de genietende blik van Dou-ma op, natuurlijk wil ik weten waarom. Douma gaat er even goed bij zitten en neemt nog een slok koffie. ‘Ik heb nog steeds affiniteit met techniek, ondanks dat ik anderhalf jaar geleden gestopt ben met een technische

studie en overgestapt ben naar Human Technology.’ Deze studie bevalt hem wel, ‘heeft meer met mensen te maken.’Na een paar uur waarin de student wat prutst met de luidsprekers die horen bij een groot projectiescherm, komen de studenten zowaar in actie. Honger. ‘Zullen we bij de overburen eten?’ vraagt Douma de groep. Een

paar minuten later zijn we bij de neef van Douma. We kijken direct op de bestellijst van de Taj Mahal, de te-lefoon wordt gepakt, de bestelling wordt gedaan. ‘Nog drie kwartier wachten’ zegt de neef balend. Hij loopt naar de keuken toe en pakt een zak snoep en legt ‘m op tafel, ‘Dan maar even zo’. Wanneer we dan toch rich-

ting de Taj Mahal lopen, praten we wat over stappen. ‘Als ik dit elke dag zou doen, dan worden mijn nieren zo groot zijn als basketballen’, concludeert Douma.We komen terug met een grote tas vol eten. Borden en bestek worden gepakt en iedereen smikkelt. De televi-sie gaat weer aan en er is op RTL 8 een documentaire over stokstaartjes. Er komt een zwanger stokstaartje

van een kilo in beeld. Douma verzit zich nog maar eens en plaatst een gepaste opmerking; ‘Mijn cavia woog twee kilo. Ja hij was veel te zwaar’. We babbelen nog wat door en dan ga ik maar eens op huis aan. Echt veel wijzer ben ik niet geworden, maar gezellig was het wel. En voorlopig vergeet ik m’n vitamientjes niet.

‘De seks leek wel mikado’

‘Straks worden mijn nieren zo groot als basketballen.’

Doordeweeks is Douma wél druk bezig in het lab van Humna Technology. Foto: Jan Luursema

Tom Sligting foto: Ewoud Rooks

10 Groninger Studentenkrant Achtergrond & Column

(advertentie)

emily

Brazilian house of Wax‘Heeft u dit al eens eerder gedaan?’ vraagt het meisje me. Ik schud mijn hoofd. ‘Nou bereidt u zich dan maar voor op het ergste!’ lacht ze. Fijn zo’n bemoedigende opmerking vooraf. Terwijl ik mijn kleding langzaam uittrek hoor ik vanachter het gor-dijntje gedempte pijngilletjes van mijn buurvrouw. Met enige tegenzin plant ik mijn kont op de koude tafel en positioneer me in de uitgelegde houding. Deze houding betekent dat je daar met je benen wijd ligt ter-wijl dat meisje regelrecht je doos in staart.

Na een relatie van vier jaar verdwijnt scheren langzaam van je prioriteitenli-jst. Mijn vriend hoor ik niet klagen, hij is allang blij dat hij op frequente basis seks heeft met een meisje in plaats van met zichzelf. Het is heus niet zo dat hij zich George in de jungle waant die zich met een hakmes een weg door de wildernis moet banen. Maar porno-niveau is mijn punani niet! Mijn poes begint ondertussen meer op een kat te lijken. Tijd voor actie.

Voor het eerst in mijn leven een af-spraak gemaakt bij de wax-salon. Ja geheel vrijwillig. Goed voorbereid met een wijde trainingsbroek en on-charmante witte onderbroek naar de salon getogen. Daar word ik geholpen door een superjong meisje in een wit uniform. Ik heb er bijster weinig ver-trouwen in en dit wordt alleen nog maar versterkt door het feit dat ze me mevrouw blijft noemen. Samen dalen we af naar een kelder waar de ruimtes alleen maar gescheiden zijn door

hippe en vooral flinterdunne witte gordijntjes.

Terwijl ze centimeter voor centimeter al mijn lieve schaamhaartjes er harte-loos uit loopt te rukken lig ik me te bedenken dat het baren van kinderen vast minder pijnlijk is dan dit. En ter-wijl ze systematisch plukjes schaam-haar er groepsgewijs uitjast blijft ze maar zeggen ‘relax mevrouw, gewoon relaxen’. Met deze uitspraak roept ze eigenlijk alleen maar moordneigingen op.

Tijdens het waxen schiet mijn vriend door mijn hoofd, híj zal wel blij zij met deze verandering, maar ik vraag me af of ook hij dit vrijwillig zou doen. ‘Free Willy’ noemen ze dat bij mannen, het zou wel een impuls zijn voor ons seksleven. Want nu bij mij straks alles weg is gaat dat van hem zo schuren. Ik zal het hem thuis eens voorstellen. En terwijl ze met een pincet de laat-ste hand legt aan mijn nieuwe land-ingsstrip sla ik een zucht van oplucht-ing. Nú kan ik wel relaxen.

Een half uur pijn lijden, maar nu mag ik eindelijk weg. Ik breek uit mijn mij-mering en graai met mijn hand naar mijn ondergoed; de marteling is ein-delijk voorbij. Maar zodra ik me om-draai kijkt ik recht in de ogen van de assistente. Met een heldere glimlach kijkt ze me aan. ‘nou mevrouw het is klaar, ik denk dat het nu tijd is voor de achterkant!’ ……help.

Door Emily Jacometti

Sinds 2001 mogen artsen cannabis, ook wel wiet of mari-huana genoemd, als geneesmiddel voorschrijven en vanaf 2003 is medicinale cannabis (Cannabis flos) ook daadwer-kelijk bij de apotheek verkrijgbaar. Helaas was deze veel duurder dan cannabis uit de coffeeshop, zo betaalde je al snel negen euro per gram terwijl het in de coffeeshop zo’n zes euro kostte. ‘Voor veel patiënten was dit dan ook te duur en zij gingen over op cannabis uit de coffeeshop’, vertelt apotheker Jos Lüers ons. ‘Die mensen liepen zo ech-ter wel het risico dat de cannabis die zij daar kregen niet zuiver was en schadelijke stoffen bevatte.’ De MCN heeft in 2007 dan ook besloten een cannabisapotheek te openen, om op deze manier patiënten op een goedkope manier van goede cannabis te voorzien. Helaas was het niet mogelijk om een apotheek voor maar één product te handhaven. Apotheek Hanzeplein heeft dan ook de activiteiten van de cannabisapotheek overgenom-en. De cannabis blijft voor slechts 6,50 euro per gram be-schikbaar. Om het zo goedkoop te kunnen verkopen moet

de apotheek de cannabis die ze in pakketten van 250 gram aangeleverd krijgt zelf in porties van vijf gram verdelen. Lüers: ‘Veel apotheken hebben maar weinig klanten voor cannabis en raken de cannabis, die in porties van 250 gram is verpakt, nooit kwijt, voor deze apotheken kan dat dus niet uit. Bij ons gaat er echter wel 250 gram per week door.

In Nederland hebben we zo’n tweehonderd klanten en de cannabis sturen we dus door het hele land.’Mensen met veel verschillende klachten maken gebruik van deze medicinale cannabis. Meestal gaat het om mensen met MS (multiple sclerose) of kanker die cannabis gebruik-en als pijnverzachtend middel. Ook zijn er mensen die hun eetlust hebben verloren, cannabis zorgt ervoor dat deze

weer terugkomt. Als cannabis zo goedkoop verkrijgbaar is zul je misschien denken dat wanhopige junkies bij de apotheek komen bedelen naar cannabis. Dit gebeurt ech-ter niet vertelt Lüers. ‘Mensen weten dat ze zonder recept niks kunnen krijgen dus problemen hebben we er nog nooit mee gehad.’ Een ander idee is natuurlijk dat deze patiënten

er hele dagen stoned bij lopen, ook dit is echter niet het geval volgens apotheker Lüers: ‘Vervelende bijwerkingen voorkom je als je de goede dosis gebruikt. De juiste doser-ing is per persoon altijd erg verschillend, zo kan iemand aan een halve gram per week genoeg hebben terwijl een ander vijf gram gebruikt.’

In januari 2007 werd aan de Oost-ersingel de cannabisapotheek ge-opend. Deze apotheek, die geen andere medicijnen dan medici-nale cannabis verstrekt, is opgezet door de stichting Medicinale Can-nabis Nederland (MCN). Omdat de apotheek niet voor één product te handhaven was heeft Apotheek Hanzeplein de activiteiten van de cannabisapotheek overgenomen.

Door Iris Brookman en Marjet Janssen

Foto: Hanne van der Velde

Blowen tegen de pijn

Britney Spears - BlackoutDoor Julia Gielingh

De nieuwe CD van Britney Spears is in-derdaad een ware ‘Blackout’.Na de enorme media-aandacht voor haar leven: twee stukgelo-pen huwelijken, twee kinderen en haar kale kop, wordt het een grote uitdaging om Britney Spears te recenseren. Na haar eerder uit-gebrachte CD’s zoals ‘.. Baby one more time’ (1999) en ‘Toxic’ (2005) had ik er niet veel vertrouwen in. Lieve deuntjes en onschuldige teksten. Nu haar - inmiddels zevende - album uit is en de verwachtingen hoog zijn ben ik benieuwd. Open minded was het enige wat ik kon zijn. Die gedachte hielp, voor heel even. De eerste drie nummers zijn allemaal hetzelfde. Weinig variatie maar wel een redelijke beat. Weer veel intelligente teksten als ‘Look but don’t touch’ en het voorspelbare ‘I love you’. Een typische tiener-CD. Sommige tracks komen zelfs obsessief over, miss Spears kan niet zonder man en wil hem nu. Nogal jammer want miss Spears spreekt de tieners aan, zo worden zij onbewust ook afhankelijk. Het lijkt of ze hip probeert te zijn, wat maar niet wil lukken. Mijn ongezouten mening is dan ook: een saaie, voorspelbare en weinig zeggende CD. De tweede helft van de CD is een kopie van de eerste helft; alleen een an-dere tekst en dezelfde beat. Conclusie: niet veel soeps en weinig variatie. Dit album bevat niets nieuws en toont weinig lef. Deze blackout is dan ook niet aan te raden.

Willem Post - Het witte huisDoor Jesper Verhoef

Historicus en Amerika-kenner Willem Post speelt met zijn nieuwe boek Het witte huis handig in op de aan-

staande verkiezingen in de VS. Zeer ambitieus be-schrijft hij in één boek grote Amerikaanse presidenten uit het verleden, duidt hij het geloof in de grond-wet en introduceert hij de presidentskandidaten van 2008. Voor alles wil Post echter met de huidige president Bush afrekenen, ‘de kindkoning die aan de

hand van anderen loopt.’ De man ook die het grijpen van Saddam belangrijker achtte dan vrede in het Israël. Post concludeert vernietigend over diens regeringstijd-perk: ‘Het vermeende Romeinse Rijk [de VS] is tegen z’n grenzen aangelopen.’ En: ‘Amerika maakt aan het begin van de 21e eeuw een vermoeide indruk. Verned-erd. Bespot. Het land is toe aan een helingsproces.’Wíe dat proces, door Post als ‘back to normalcy’ geduid, zal moeten leiden blijft echter onduidelijk. Alle moge-lijke kandidaten worden tamelijk summier behandeld. Hillary Clinton krijgt de meeste aandacht, bijna al-tijd positief. Al tijdens het presidentenschap van haar man Bill zou ze volgens Post achter de schermen aan de belangrijkste touwtjes trekken. De kandidatuur van Obama wordt in vijf pagina’s afgeraffeld, de Republi-keinse kandidaten komen er nog bekaaider vanaf. Zo-doende blijft de lezer met een tamelijk bedrogen gevoel achter: de ondertitel Het presidentschap en de verkiezingen van 2008 dekt de lading slecht.Weliswaar leest het werk makkelijk weg door de vele feitjes, citaten en meningen, maar een duidelijke onder-werpsafbakening was niet overbodig geweest. In plaats daarvan lijkt de auteur vooral zijn kennis op vele uiteen-lopende fronten te willen etaleren, die onderling ech-ter maar weinig samenhangen. Ironisch genoeg weer-spiegelt het boek zodoende precies het Amerikaanse volk in de voorverkiezingen dezer dagen: het maken

van een eenduidige keuze blijkt geen sinecure.

Recensies Groninger Studentenkrant 11

Charlie Wilson’s WarDoor Laura Kroes

Charlie Wilson’s War biedt een boeiende en geestige inkijk in de Amerikaanse overheidsbureaucratie. De film is gebaseerd op een politiekhistorische gebeurtenis uit de tijd van de Koude Oorlog. Charlie Wilson (Tom Hanks) was een Democratisch congreslid uit Texas die zijn hoge status niet onder stoelen of banken schoof. Volgens de film beperkte zijn liederlijke leefstijl zich niet tot vele decadente feestjes en bijbehorend drankgebruik, maar ‘Charming Charlie’ trok die lijn ook door tot in zijn kabinet. Hij heeft enkel bloedmooie vrouwen met een gezegende cupmaat in zijn kantoor rondlopen die de dienst uitmaken.Samen met de ultraconservatieve en anticommunis-tische societydame Joanne Herring (Julia Roberts) en de complexloze, ongemanierde CIA-agent Gust Avrokotos (Philip Seymour Hoffman) trekt hij zich het lot van de Afghaanse Moedjahedien in hun strijd tegen de Sovjet-

Unie aan. Als vooraanstaand lid van een overheidscom-missie die oorlogsbudgetten toekent weet senator Wil-son al lobbyend het budget voor de wapenaanschaf van de Afghaanse strijders te verhogen van vijf miljoen naar enkele miljarden dollars. Dankzij de toegekende wapensteun aan de Afghaanse Moedjahedien, werd het Sovjetrussische leger een be-langrijke slag toegediend die het einde van Koude Oorlog inluidde. Een rake sneer naar de actuele Mid-den Oosten-oorlogspolitiek krijgt de kijker er als toetje bovenop.

De waargebeurde situatie waarin Charlie Wilson zich bevond, wordt aangegrepen om een universele en tijd-loze politieke satire te creëren. Dit gebeurt inclusief een hoogst actuele verwijzing naar de nare gevolgen van een weinig doordachte Amerikaanse buitenlandpoli-tiek. Zoals het een goede politieke satire betaamt heeft de film ballen, snedigheid en een ferme scheut bijtend sarcasme en heb je als kijker het gevoel dat je naar een rake afbeelding van de werkelijkheid kijkt. De vriend-jespolitiek en het diplomatieke gepoker komen niet on-bekend voor.

Charlie Wilson mag dan misschien een beetje op het belachelijke af als een onvoorwaardelijke vrouwengek geschetst worden, zijn ongeveinsde ontsteltenis en goedgelovigheid maken van hem toch een genuanceerd personage. Al wordt dit hoogstwaarschijnlijk ook door het acteerwerk van de immer innemende en oerdegelijke Tom Hanks teweeg gebracht. Ook de andere hoofdrol-spelers vervullen hun rol prima en er valt weinig op aan te merken. Julia Roberts is in de film perfect gecast als de listige lobbyiste. Daarnaast is Philip Seymour Hoffman niet voor niets genomineerd voor de Oscar voor beste mannelijke bijrol. Er zijn weinig andere acteurs die zo goed een uiterst schrandere, maar compleet smakeloze en humeurige CIA-agent kunnen vertolken, die zonder nadenken het kantoorraam van zijn grote baas inslaat en de ene cynische oneliner na de andere rondstrooit.

v

Recensies

DVD CD film

Live Free or Die Hard Door Iris Brookman

In het vierde deel van de Die Hard reeks gaat recher-cheur John McClane (Bruce Willis) opnieuw de strijd aan met de bad guys. Als hem wordt gevraagd om hacker Matt Farrell (Justin Long) op te pakken weet hij nog niet wat hem daar-na te wachten staat. Al snel blijkt dat een andere groep hackers een manier heeft gevonden om elk computerprogramma te hacken en zo de volledige digitale infrastructuur van de Verenigde Staten te beheersen. Totale chaos breekt uit onder de be-volking wanneer alle computergestuurde voorzienin-gen worden platgelegd. McClane en Farrell besluiten samen jacht te maken op deze hackers om zo de VS te redden. Langzaam wordt duidelijk wie deze hackers zijn en waarom zij alles plat leggen. Heel overtuigend is dit helaas niet waardoor de film eigenlijk alleen nog om McClane en zijn heldhaftige acties draait. Dit resulteert dan ook in een zwak plot waarin de actie die de hele film erg aanwezig is erg afzwakt.Geen liefdesscènes in deze film, het is twee uur non-stop actie die zeker niet gaat vervelen maar vaak wel iets te ver gaat. Heftige achtervolgingen, veel explosies en auto’s die helikopters in de lucht uitschakelen zijn al snel niet erg geloofwaardig meer. Het feit dat McClane altijd maar door blijft gaan, kalm blijft en zelfs af en toe een grapje maakt helpt ook niet echt mee. Geluk-kig is het acteerwerk van onder andere Bruce Willis van zo’n niveau, dat het de film nog enigszins aantrekkelijk maakt om te kijken. Voor een fan van explosieve en overdreven actie een echte must see maar verwacht geen emotionele diepgang en verrassende wendingen.

The Italian JobDoor Maaike Piscaer

Charlie Croker (Mark Wahlberg) en zijn voormalige mentor John Bridger (Donald Sutherland) stelen met en-kele handlangers een enorme hoeveelheid goudstaven in Venetië. Voor Bridger is het de laatste grote klus en dan weet de filmkenner het wel: dit gaat mis. Mede-dief en bendelid Steve verraadt de boel, gaat met het geld aan de haal en vermoordt Bridger. Een jaar later komen de overlevende bendeleden Steve weer op het spoor en besluiten ze het goud terug te stelen. Brid-ger’s dochter zal hen daarbij assisteren als kluizenkraak-ster. Steve komt echter achter de plannen van Charlie en zet de achtervolging in, wat een serie spectaculaire ach-tervolgingsscènes in Mini Coopers tot gevolg heeft.

Deze achtervolgingen zijn – hoewel ze onbe-wust toch een beetje op de lachspieren werken (James Bond-achtige praktijken in Mini’s?!) – wel het hoogtepunt van de film. Voor de rest is het verhaal gewoon te simpel. De bende van Charlie bestaat eigenlijk alleen maar uit stere-otypes, zoals de com-

puternerd, die met één druk op de knop van de compu-ter het hele verkeerssysteem van L.A. platlegt. Sure! En ook niet geheel onverwacht worden Charlie en Bridgers dochter aan het eind van de film hopeloos verliefd op elkaar. Diep nadenken bij deze film is dan ook niet gewenst. We hebben het hier namelijk over een groep bad guys die wraak wil nemen op een groep nog grotere bad guys. Toch moeten we sympathie krijgen met de eerste groep slechterikken en moeten we het feit dat deze jongens gewoon keihard en genadeloos wraak willen nemen en daarbij niet of nauwelijks worden tegengehouden door

agenten kennelijk als dood-normaal beschouwen. Tja...

BOeK

12 Groninger Studentenkrant Nadruk

Het afgelopen halfjaar heb ik voor mijn studie Inter-national Economics & Business een semester doorge-bracht aan de universiteit van Uppsala in Zweden. Zoals iedere uitwisselingsstudent heb je uiteraard bepaalde verwachtingen van het land van bestemming. Zijn de vooroordelen waar? Zijn er inderdaad zoveel blonde mensen? Rijdt iedereen Volvo? Is het er zoveel duurder?

Gek genoeg kwam ik erachter dat het antwoord op bo-venstaande vragen ‘ja’ is. OK, niet iedereen is blond, niet iedereen rijdt Volvo (wel veel trouwens), maar je ziet toch duidelijk een verschil op straat. In de supermarkt was ook te merken dat het een en ander duurder is dan in Nederland, maar de grootste verrassing staat je te wachten in de Systembolaget (de enige en staatsgeregu-leerde slijterij). En dat het in Zweden over het algemeen goed geregeld is kon ik al merken voor mijn vertrek. Mijn contactpersoon aan de economische faculteit stu-urde netjes een pakket vol informatie, er was een kamer geregeld en er was zelfs een buddy opgetrommeld die me zou komen ophalen van het station. Wat Uppsala zo bijzonder maakt als studentenstad, is dat het naast Lund de enige stad is die ‘studentnationer’ heeft (enkelvoud: nation, uitgesproken als ‘natgoon’).

Dit zijn een soort studentenverenigingen die ieder hun eigen provincie in Zweden vertegenwoordigen. Als student is het verplicht om lid te worden bij één van de dertien verenigingen, wat als uitwisselingsstudent zeker geen straf is. Elke nation heeft zijn eigen café en/ of nachtclub en sommigen hebben sportfaciliteiten, een muziekvereniging of zelfs een eigen bibliotheek. Velen organiseren speciale dingen voor buitenlandse studenten, maar ook de traditionele evenementen staan open. Zo hebben sommigen bijna iedere maand een ‘gasque’, een formeel diner waar veel gegeten en gedronken wordt en traditionele Zweedse liedjes ge-zongen worden. Dit alles met de nodige regels, zo is de zitvolgorde altijd man - vrouw; de man is de tafel-heer voor de vrouw rechts van haar en is er een speciale volgorde voor het toasten. Het zingen wordt uiteraard meer - in kwantiteit, niet kwaliteit - naarmate de alco-hol vloeit. Aangezien er na ieder lied getoast wordt is een gezellige avond gegarandeerd.

Wat verder opvalt is de ‘drang’ om overal een lange rij te creëren. Of je nu bij de informatiebalie van je faculteit staat of in een winkel, je moet op veel plekken een num-mertje trekken. Zou het iets te maken met de gehoor-zame mentaliteit? Aan de andere kant past men zich heel snel aan. Zo zul je niet snel een Zweed tegenkomen die geen Engels spreekt. Ondanks dat het Zweeds be-hoorlijk op Nederlands lijkt, is dat toch geen overbod-ige luxe. Het zal echter toch even duren voordat je met de enigszins gesloten Zweed een goed gesprek aan-gaat. Misschien heeft dit wel iets te maken met het feit dat het in november rond een uur of drie donker wordt. Gecombineerd met het niet al te warme Zweedse kli-maat is dat absoluut wennen, maar het is wel speciaal. Één ding is zeker: het half jaar in het buitenland heeft mijn verwachtingen meer dan overtroffen.

Vooroordelen over Zweden: wat is waar?

Lief dagboek,

Maandag 7 januari

Hij liet niets meer van zich horen na de be-wuste avond. Ik had mij voorgenomen het ook gewoon te laten voor wat het was, maar na een paar dagen begon het toch te knagen. Ik kan niet tegen situaties waarin ik niet weet waar ik aan toe ben, maar ben dan te laf om op de man af duidelijkheid te vragen. Gelukkig is daar in de moderne tijd een oplossing voor:e-mail. Ik schreef hem dus de het volgende:

‘Hoi,Ik wilde even zeggen dat, voor zover er iets was tussen ons, het nu wat mij betreft voorbij is. Ik ben mij aan het concentreren op de studie en wil mij minder laten afleiden door andere dingen. Verder moet er voor mij wel iets van liefde zijn om verder te kunnen met een jongen. Ik voel niets en ik denk jij ook niet... Sorry, en we zien elkaar vast nog wel eens. Groetjes van mij’

Dinsdag 8 januari

‘Hoi, Dat het over was, leek aan het einde van die avond vrij duidelijk. Wat dat betreft heb je gelijk. Even goede vrienden, en de groeten.’

De groeten. De groeten?!? Ik zou wel een plek kunnen bedenken waar hij die groeten in kan stoppen. Bah, wat een rotreactie. Nu laat hij het aan de ene kant lijken alsof ik de oorzaak ben van hoe het loopt en aan de andere kant doet hij er zo verdomd luchtig over dat ik me helemaal een slet voel. Waarom snapt hij niet dat ik met mijn mail-tje probeer uit te lokken dat hij zegt dat hij me niet kwijt wil? Blijkbaar kan het hem niets schelen.

Vrijdag 18 januari

Ik wil niet denken, niet voelen maar mezelf zoveel mogelijk verdoven. Nu ben ik helaas niet verslaafd aan roken, blowen of drinken dus moet ik het doen met chocola en een stapel dvd’s. Geen liefdesdra-ma’s maar bloedstollende horrorfilms waar ik überhaupt niet tegen kan. Ja, ik denk dat ik er zo wel overheen kom.

je studie is al duur genoeg

voor studenten met weinig centen

bestel je studieboeken op selexyz.nl

Vrijdag 8 februari: Preipop, bandjesfestival. A.S.G. Cleopatra

Zaterdag 9 februari: Club met Peren, dansavond. Simplon, 23.00

Zondag 10 februari: High Tea & Movie: The Other Boleyn Girl. MustSee, 15.00

Maandag 11 februari: Jazz Jamsessie. Usva, 21.30

Dinsdag 12 februari: Muziek in beeld, Theater. De Oosterpoort, 20.15

Woensdag 13 februari: Stevie Ann, Away from here. De Oosterpoort, 20.30

Donderdag 14 februari: Workshop liefdes-brieven schrijven, i.s.m. FlauweCult. Centrale Bibliotheek, 14.30

Vrijdag 15 februari: Door het oog van de filos-ofie, lezing. Usva, 20.30

Zaterdag 16 februari: Ik haat februari, dansavond. Simplon, 23.00

Zondag 17 februari: FC Groningen – AZ. Euroborg, 14.30

Maandag 18 februari: Balls!, dans. Stadsschouwburg, 20.15

Dinsdag 19 februari: Shots in the Dark 2: German underground cinema from the 70s. Vera, 21.00

Woensdag 20 februari: Jazz Impuls. De Oosterpoort, 20.30

Donderdag 21 februari: Medea, theater. Kruithuis, 20.30

Vrijdag 22 februari: Fame, musical. Martiniplaza, 20.15

Zaterdag 23 februari: The Postponers. Vera, 23.00

Zondag 24 februari: Internationaal Amor Badminton Toernooi. Sportcentrum ACLO

Maandag 25 februari: Comedytrain. De Oosterpoort, 20.15

Dinsdag 26 februari: See you in Vegas, Documentaire. Vera, 21.00

Woensdag 27 februari: Battle of the Poets, i.s.m. Flanor. Usva, 20.30

Donderdag 28 februari: StuKaFest. Diverse locaties, 20.30

Vrijdag 29 februari: Balkan Beats & Malavita. Simplon, 22.00

(advertenties)

Uitladderdoor Karlijn Profijt

Dag

boek

,van

een

maa

gd

Stud

ent

Korr

espo

nden

tD

oor

joha

n Va

hl