SK juni 2009

8
MEER VROUWEN AAN DE TOP | RECHTBANKVERSLAG ZUMBA-HYPE | FAILLIET VAN HET KAPITALISME? Jaargang 25 - Juni 2009 Alain Clark vliegt en zweeft

description

Groninger Studentenkrant juni 2009

Transcript of SK juni 2009

Page 1: SK juni 2009

MEER VROUWEN AAN DE TOP | RECHTBANKVERSLAGZUMBA-HYPE | FAILLIET VAN HET KAPITALISME?

Jaar

gang

25

- Jun

i 200

9

Alain Clarkvliegt en zweeft

Page 2: SK juni 2009

2 Groninger Studentenkrant Sport & Rechtbankverslag

Bernd ontpopt zich tot stalker van ‘Geil Doesje’Voor de rechtbank in Groningen staat Bernd. Hij vergelijkt zichzelf met Karst T. ‘Ook een man die alles heeft verloren.’

Tekst: Jos VonkIllustratie: Arizo Arijenzad Trots en zelfverzekerd loopt Bernd de rechtszaal binnen, waar hij mag plaatsnemen voor de drie rechters van de meervoudige strafkamer. Een ietwat pedante man, haren net gekamd, roze blousje en een klein beetje mascara. De ver gelijking kan al snel gemaakt worden met de zelf genoegzame baas van de The Office: David Brent.

Bernd wordt beschuldigd van mishandeling, stalking en poging tot onttrekking van een kind aan het ouderlijk gezag. Voorzitter van de rechtbank: ‘We hadden u niet zo snel terug verwacht.’

In februari werd Bernd voor verkrachting van zijn ex-vrouw vrijgesproken maar voor stalking moest hij wel boeten. Hij zat 66 dagen in voorarrest en kreeg als pre-ven tieve maatregel acht maanden voorwaardelijke ge vangenisstraf. Voorzitter: ‘We dachten dat u dat

wel zou afschrikken.’ Maar Bernd staat ver boven het Nederlandse straf recht.

Het begint in maart op de ma­nage, waar Bernd met zijn huidige vriendin ‘stiekem’ een bezoekje wil brengen aan zijn 9-jarige dochter. ‘Met de bedoeling om het kind mee te nemen’, in sinueert de officier van justitie. Dit terwijl hij vier maanden daarvoor afstand gedaan heeft van zijn ouderschap.

Mevrouw Does van de manege probeert het kind van Bernd weg te houden. Tijdens de achtervolging door een furieuze Bernd valt ze op de grond. Bernd: ‘Tijdens het rennen ben ik op haar hak gestapt.’ Heeft hij Does ook geslagen? Bernd doet alsof zijn neus bloedt: ‘Ik heb haar volgens mij niet geslagen.’ De manege zelf staat volgens Bernd ook nog het een en ander te wachten. ’Ik steek deze tent in de fik’, zou hij hebben geroepen.

Na deze emotionele strijd om zijn dochter probeert Bernd het goed te maken met een ‘excuus-kaartje’. Daarop staat een foto van hemzelf, waar hij volgens de rechter ‘behoorlijk stoer op staat’.

Zoals in zijn vorige strafzaak begint Bernd zich steeds meer te ontpoppen als een stalker. Hij stuurt Does verschillende mails met het dringende (lees:

dreigende) voorstel om de zaak via bemiddeling af te doen. Zijn steunvolle vriendin, die zwaaiend aan de rechters kenbaar maakt dat ze ook aanwezig is, zou dan wel als mediator kunnen fungeren

Uiteraard heeft Bernd met zijn kantoor humor, gelijk aan zijn evenbeeld, ook een hyvessite

gemaakt: geildoesje.hyves.nl. Officier: ‘Heeft u het blog ‘Hallo iedereen over 17 maand zien jullie mijn poesje’ ook gemaakt?’ Cynisch: ‘Een blog zegt u? Ik heb

de site alleen opgeschoond.’ De officier: ‘Maar heeft u dan ook het wachtwoord?’ Zeer onovertuigend: ‘Volgens mij niet.’ Door het ont­breken van enige hyves-kennis in de zaal, wordt de site verder maar gelaten voor wat het is.

Om kenbaar te maken dat mevrouw Does niet het enige slacht offer is vergelijkt Bernd zich­zelf met de Suzuki-bestuurder op Koninginnedag. ‘Ook een man die alles heeft verloren en wanhopig is’. De rechtbank schrikt van deze zorg wekkende vergelijking en drukt Bernd op het hart dat hij nog steeds veel heeft te ver liezen, doelend op zijn twee kinderen van 7 en 9.

Bernd, met grijns, weet meester

Fitnessrage Zumba haalt lood uit de schoenenStrak het strand op vergt niet langer bloed, zweet en tranen. De nieuwste fitnessrage Zumba combineert sporten met plezier.

Tekst: Rosanne SchepersFoto: Jan Luursema Zomerse muziek schalt de huis-kamer binnen. Massa’s goedlachse mensen draaien hun heupen op salsa, merengue, calypso en andere exotische beats. Telsell promoot de nieuwe rage Zumba: een workout programma dat fitness­ en dansbewegingen combineert. Onder het motto ‘Ditch the Workout, Join the Party!’ wordt afgestapt van het idee dat sporten niet leuk is.

Wat nu een wereldwijde hype is geworden, begon ooit met een vergeetachtig moment van geestelijk vader Beto Perez. De geboren Colombiaan vergat de muziek voor zijn fitnessles en moest noodgedwongen muziek gebruiken die hij luisterde in de auto. De geïmproviseerde les bleek een succesformule, en na introductie in de Verenigde Staten was de hype een feit. Menig celebrity zegt zijn of haar lichaam te danken te hebben aan Perez’ zomerse workoutmethode.

De hype rondom Zumba doet denken aan de Tae Bo-gekte van een

aantal jaren terug. Zevenvoudig karatekampioen Billy Blanks ontwik kelde een nieuwe manier om fit te worden, die een wereldwijd succes werd mede dankzij Telsell. Inmiddels zijn de op vechtsport ge baseerde groepslessen te volgen in elke zichzelf respecterende sportschool, en is Billy’s Boot­camp-dvd verbannen naar de uitverkoopbakken. Ook Telsell heeft afscheid genomen van Blanks en zijn workoutprogramma verruild voor de vrolijke beats van Beto Perez.

In Groningen wordt Zumba sinds enige tijd aangeboden door Zumba Holland, en het blijkt

enorm populair. Voorgaande locaties zoals de Sionskerk en Sportcentrum Balili konden het explosief groeiende ledenaantal niet meer aan, en per half april is Zumba Holland verhuisd naar

een eigen pand aan de Akeleiweg. Slechts twee weken na intrek werden de eerste lessen hier al gegeven, al is de verbouwing nog niet klaar. Prioriteit ligt bij een spiegel maar vooral ook bij een

podium, zodat de instructeur beter gevolgd kan worden. Toch is de nieuwe zaal nu al een verbetering ten opzichte van de oude locaties, en is er ondanks de grote opkomst voldoende ruimte om je vrij te bewegen.

Ook andere sportscholen bie den in middels Zumba aan, al gaat het hier veelal om niet­gecertificeerde instructeurs die zichzelf hebben opgeleid met de Telsell­dvd. Zo ook Mamboswingers, een dansschool

die Zumba voor een voordeliger tarief aanbiedt dan Zumba Holland. Al snel blijkt waarom: praktisch de enige overeenkomst met Zumba is de exotische muziek. De bij Zumba behorende passen en bewegingen zijn grotendeels niet terug te vinden in de wat amateuristische les.

Bij Zumba Holland werken daaren tegen gecertificeerde in­struc teurs, allen opgeleid door instructeurs uit de VS. Zumba Holland heeft zijn eigen Beto Perez gevonden in Marlon Connor, sport­ en fitnessinstructeur en Guinness Book of Records-houder op het gebied van mensen in beweging. De goedlachse Connor heeft zich helemaal gevonden in de nieuwe fitnessvorm en mag naast lesgeven nu ook instructeurs opleiden in Nederland en België. Ook zal hij betrokken zijn bij het introduceren van nieuwe vormen van Zumba zoals Zumba Toning, een variant met gewichten.

De zomerse fitnessrage beperkt zich niet tot fanatieke sport-schooljunkies maar wil iedereen enthousiasmeren. Het succes blijkt uit het gevarieerde publiek dat op de les sen afkomt. Manon Groenewold, medewerkster bij Zumba Holland, benadrukt de ongedwongen sfeer van de fitnessles. ‘Het moet geen concurrentiestrijd zijn, het gaat er niet om wie het het beste doet, iedereen moet mee kunnen doen en er plezier in kunnen hebben.’

Opvallend is wel dat de sportieve lingen op één man na allemaal vrouwen zijn. Feit blijft dat de hype onder de dames is aangeslagen en voorlopig nog niet het lot van Bootcamp Billy zal ondergaan.

Mede dankzij Telsell is Zumba een hype geworden.

Opvallend is dat de sportievelingen allemaal vrouw zijn, op één man na

Plasman naast zich. Allereerst probeert deze de schokkende Koninginne dag vergelijking goed te praten (na afloop van de zaak: ‘De grootste vijand in een proces, is je eigen cliënt’). Vervolgens vraagt hij voor alle feiten vrijspraak, vanwege onvoldoende bewijs.

Plasman: ‘Tot slot’, omtrent de elektronische enkelband van Bernd, ‘meneer wil nog op vakantie naar Frankrijk.’ Rechter: ‘Frankrijk? Ik dacht Texel?’ Bernd: ‘Geen Texel, want de kinderen gaan niet mee.’

Uitspraak: 33 dagen onvoorwaarde­lijke ge vangenisstraf, contact verbod met zijn ex en kinderen, zes maanden elektronisch toezicht en een werkstraf van 240 uur.

Bernd stuurt een ‘excuuskaart’ waar hij ‘behoorlijk stoer op staat’

Page 3: SK juni 2009

Het gesprek Groninger Studentenkrant 3

‘Het kapitalisme is een bodemloze put’Communiste Annabelle Schouten strijdt tegen uitbuiting

CommunisteAnnabelle Schouten verklaart het kapita­lisme failliet. Een gesprek over fas­cisme, foute beeld­vorming en de onvermijde lijke Geert Wilders. ‘We hebben in de geschiedenis eerder gezien waar verrechtsing op uit kon draaien.’

Tekst: Jesper Verhoef en Herwin TholeFoto’s: Hanne van der Velde

In Nederland is nog geen revolutie uitgebroken. Ondanks de crisis. Dat beaamt Annabelle Schouten (27), bestuurs lid van de Communistische Jongeren-beweging (CJB). ‘Maar men sen gaan zich wel vragen stel len. Er gaan miljarden naar banken en ik verlies mijn baan: hoe kan dat? Die bewustwording, dat is onze taak.’

De twintiger, in het dage lijks leven werkzaam bij een uitge-verij, hoopt dat op een dag het kapi ta lisme zal verdwijnen. ‘Het kapi talisme is gewoon failliet. De cri sis is niet het gevolg van een

paar doorgeslagen bankiers, het is echt eigen aan het systeem. Het is alsof je geld in een bodem loze put gooit, je ziet er nooit meer iets van terug.’

Een kentering op korte termijn verwacht Schouten niet. De stap van kapitalisme naar socialisme is moeilijk op korte termijn te realiseren – zeker in Nederland. Ze stelt: ‘Waar we hier iets met praten op kunnen lossen doen we dat. Als in Frankrijk een werkgever een boer laat gaan mensen bij wijze van spreken al de straat op, dat is niet te vergelijken met Nederland.’

Joegoslavië­oorlogDe CJB kent een relatief korte historie. Pas eind 2003, na een demonstratie tegen het eerste kabinet Balkenende, werd de beweging opgericht, een voortvloeisel uit de NCPN Jongeren. Schouten was lid van het eerste uur en is tegenwoordig bestuurslid en webredacteur van het CJB-magazine Voorwaarts.

Haar keuze voor het commu­nisme komt voort uit de drang om onrecht vaardigheid te bestrijden. ‘Ik begreep als kind niet waarom zwarte mensen werden uitgescholden. Op school was ik de enige die zich links noemde.’ Schouten kwam via demonstraties

in contact met linkse organisaties. Vooral de NAVO­oorlog in het voormalig Joegoslavië opende haar ogen. ‘Die oorlog was gebaseerd op leugens. Het werd gepre senteerd als bescherming van minder heden, maar ook niet­militaire doelwitten werden geraakt.’ Schouten bezocht na de oorlog zelf Kosovo. ‘Soms lag alles in puin behalve het wapendepot. Ik denk ook dat er bewust burgers zijn geraakt.’

De reden voor de bombar­dementen? ‘Joegoslavië was een pain in the ass.’ Het land moest zich conformeren aan het Westen, iets dat de twintiger ergert. ‘Wie zijn wij om te zeggen: je moet het doen zoals wij? Dat is aan het volk daar.’

Schouten was zo vol van de oorlog en zijn gevolgen dat ze er op 18-jarige leeftijd een dagboek over schreef. Het verscheen in kleine oplage bij uitgeverij Woudenberg en werd volgens de auteur goed ontvangen. De burgemeester van Woudenberg wilde haar graag spreken. ‘Die man was van het CDA, en was het met een hoop dingen niet eens. Toch zei hij dat het heel anders in elkaar zit dan je krijgt voorgespiegeld.’ Lachend: ‘Heb ik toch een CDA­burgemeester aan het denken gezet.’

Zwarte gespuisEen ander belangrijk thema van de CJB is het anti­fascisme. Een demonstratie van de extreem-rechtse Nederlandse Volksunie mocht recentelijk door gaan, terwijl een tegen demonstratie uit angst voor rellen verboden werd. Schouten: ‘Het is wrang dat zo’n

demonstratie werd toegestaan, terwijl ze met symbolen lopen en leuzen uiten die verboden zijn. Steeds meer niet-activisten nemen deel aan tegendemonstraties, die willen dat zwarte gespuis ook niet. En díe mensen worden dan hard aangepakt door de politie, dat is heel onrechtvaardig.’ Het liefst zou de CJB’er de demonstraties verboden zien. ‘Er zijn grenzen aan de vrijheid van meningsuiting. Wij zeggen altijd: fascisme is geen mening, fascisme is een misdaad.’

Zoals bij de de Joegoslavië-oorlog hekelt Schouten ook bij dit

onderwerp de media – al ziet ze het niet als samenzwering. ‘Misschien wil men onze boodschap wel niet horen, omdat hij té kritisch is. De mensen die de touwtjes in handen hebben, de gevestigde partijen, willen het niet. Ook de NOS, opereert niet onafhankelijk genoeg van de staat – uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat RTL4 accurater is in het weergeven van feiten.’

Blijft de vraag waarom het rechtse geluid wel ingang vindt, zeker in de politiek. Schouten: ‘De verrechtsing is vrij hard gaande. Waar Janmaat nog voor veroordeeld werd, werd later door Verdonk uitgevoerd. Zelfs binnen de PvdA zijn geluiden te horen die in de buurt van Wilders komen.’

Integratie en WilhelmusEn dan is toch de naam weer gevallen: Wilders. Schouten wil mensen duidelijk maken waar Wilders werkelijk voor staat. ‘Hij komt bijna nooit met zijn ‘andere’ programma in het nieuws. Wij hebben tijdens de KEI-week een tentamen gemaakt voor nieuwe studenten, met als onderwerp Wilders. Dan niet met vragen over de islam, maar met vragen over onderwijs. Dan zie je dat hij vóór bezuinigingen in het Hoger Onderwijs stemt. Zo is zijn sociale programma, of moet ik zeggen a­sociaal.’

Het integratiedebat verbergt volgens Schouten sowieso andere tegenstellingen. ‘Het gaat er niet om of iemand moslim is of niet. Integratie gaat om het beheersen van taal, níet om het Wilhelmus uit je hoofd kennen.’ Lachend: ‘Dat ken ik ook niet, trouwens.’ Ze vervolgt serieus: ‘De mensen moeten haast Nederlandser zijn dan de Nederlanders zelf. Het hele debat wordt een beetje in het absurde getrokken. Het woord

allochtoon staat haast gelijk aan terrorist of crimineel. Het algemene beeld dat geschetst wordt is dat de criminaliteit ander allochtonen veel hoger is. Ook al zou dat zo zijn, wat heeft het dan voor zin om te zeggen: het was weer een Marokkaan? Dat draagt helemaal niet bij aan de oplossing.’

De communiste ziet de op­komst van Wilders binnen een bredere ontwikkeling. Ze trekt een historische parallel, en waarschuwt: ‘De hele samenleving verhardt. Dat hebben we eerder gezien in de geschiedenis, het is niet leuk om te zien waar dat op uit kan draaien.’

Had Schouten zelf de macht dan zou ze het heel anders doen. Vooral uitbuiting zou ze aanpakken. Vurig betoogt ze: ‘Er is hier gewoon uitbuiting, óók van mensen die denken dat ze goed verdienen. Wij krijgen maar een kruimeltje van wat er verdiend wordt.’ De gevolgen laten zich

volgens de communiste raden. ‘In Nederland is vermoeidheid ziekte nummer één. Ik merk om me heen dat collega’s burn­outs krijgen. Stress komt door maximale uitbuiting door bedrijven. Mensen hebben misschien niet meteen door hoe het zit, maar ze gaan wel morren. Ze raken overspannen, of uiten het op een andere manier.’

Tegenwicht tegen kapitalismeSchouten, die zelf Geschiedenis studeerde, heeft een duidelijke kijk op het verleden. Ze erkent dat na de val van de Muur het kapitalisme geen serieuze tegenstand heeft

gekend. Ze is echter hoopvol over socialistische regeringsleiders in Latijns-Amerika, vooral over Chávez (Venezuela). ‘Wat in Venezuela gebeurt is inspirerend. Al beseffen we dat we dat model niet zo maar naar Europa kunnen importeren.’

Ze ziet bij Chávez geen dicta-toriale trekjes. Omstandigheden dwingen hem ertoe de macht te concentreren. ‘Venezuela ligt constant onder vuur. Als alle geweren op je gericht zijn, heb je een stabiele macht nodig.’

Daarnaast wijst Schouten er op dat er in Venezuela vrije ver­kiezingen zijn, alhoewel demo-cratie volgens de communiste meer inhoudt dan dat. ‘Het feit dat je inspraak hebt in het product dat je maakt, dat is democratie in de praktijk. Alles wordt eigendom van iedereen. Twintig partijen in een kiessysteem hebben is niet de hoogste vorm van democratie.’

Niet alleen over Venezuela bestaat een verkeerd beeld, volgens Schouten is dat ook het geval bij de voormalige Soviet­Unie. Ze vindt de geschiedschrijving gekleurd, en niet-strokend met hetgeen ze van Oost-Europeanen zelf heeft gehoord. ‘De enigen die over het socialisme mogen oordelen en het mogen véroordelen, zijn degenen die eronder hebben geleefd.’ Ze benadrukt: ‘Er waren ook een hoop dingen goed, zonder dat ik de dingen die fout zijn gegaan onder het tapijt wil vegen.’

Paradijs of realiteit?Wat opvalt is dat Schouten conse-quent over ‘socialisme’ spreekt, en niet over ‘communisme’. Ze erkent dat op dat tweede begrip een stigma ligt, maar dat is niet de reden. ‘Socialisme is het eerste stadium na kapitalisme. Commu­nisme is een compleet klasseloze samen leving. Dat heeft nog nooit bestaan, behalve in de oertijd. Des­alniettemin blijft dat wel het doel.’

De uitspraak geeft aan dat Schouten pragmatischer geworden is, zonder haar idealen te verliezen. Ze erkent dat ze in de loop der jaren minder radicaal is geworden. ‘Het marxisme is een levende leer. Op het moment dat het soort Bijbeltekst wordt, houdt het op marxisme te zijn. Je past constant standpunten aan, dat doe ik zelf ook.’ Haar strijdbaarheid lijdt er in elk geval niet onder, want ze blijft

stellig: ‘Voor ons is het socialisme geen paradijs, het is gewoon een realiteit die er ooit zal zijn.’

Reageren? Stuur een mail naar [email protected] of kijk op www.studentenkrant.org.

‘Stress en burn-outs zijn het gevolg van maximale uitbuiting door bedrijven’

‘Integratie gaat om het beheersen van taal, niet om het kennen van het Wilhelmus’

Schouten: ‘Fascisme is geen mening, fascisme is een misdaad.’

Page 4: SK juni 2009

4 Groninger Studentenkrant Achtergrond

RUG wil glazen plafond aan diggelenRoep om meer vrouwelijke hoogleraren klinkt door

Nederland heeft vergeleken met andere landen een enorm laag percen­tage vrouwelijke hoogleraren. Ook aan de RUG werken niet genoeg vrouwe­lijke professoren, vindt het College van Bestuur. Wat is er nodig voor meer vrouwen aan de top?

Tekst: Persis Bekkering en Lise EversFoto: Jan Luursema

Het Britse Oxford deed onlangs een auditie voor rolmodel in de kwestie ‘vrouwelijke hoogleraren’. De universiteit stelde de dichteres Ruth Padel aan als professor poëzie, een felbegeerde en prestigieuze post. Na slechts negen dagen legde zij haar functie al weer neer, toen bekend werd dat zij haar concurrent zwart had gemaakt. Collega-dichteressen beschuldigen de universiteit van seksisme en ‘old boys’­streken. Oxfords poging is mislukt.

Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa zijn er zorgen over het lage aantal vrouwelijke hoogleraren aan universiteiten. Nederland heeft reden genoeg om stevig te piekeren, want met 11 procent vrouw bungelen wij bijna onderaan de Europese ranglijst. De ambitie is om in 2011 dit percentage tot 15 procent opgeschroefd te hebben – de Europese norm voor 2010 is 25 procent. Diverse convenanten en fondsen moeten dit waar gaan maken. De Rijksuniversiteit Groningen doet er een schepje bovenop door naar 17 procent te streven.

Nijmeegse girlpowerIn april promoveerde gender-wetenschapper Marieke van den

Brink aan de Radboud Universiteit Nijmegen met haar dissertatie Behind the scenes of science op dit actuele onderwerp. Voor haar onderzoek kreeg zij toegang tot bijna duizend dossiers van zeven uni versiteiten en zo kreeg ze inzicht in de processen vooraf-gaand aan de benoeming van een hoogleraar. Haar conclusies waren opzienbarend. Bijvoorbeeld dat bijna alle hoogleraren worden benoemd zonder openbare werving, wat officieel wel moet. In de benoemingscommissies zitten in de helft van de gevallen alleen maar mannen, en die gaan op zoek naar iemand die ze vertrouwen. Ook een man dus. ‘Mannen

worden stelselmatig overschat, vrouwen worden onderschat’, zegt Van den Brink in een interview met NRC Handelsblad. ‘Van een man zeggen ze: hij is niet zo goed in het geven van onderwijs, maar dat spijkeren we wel bij. Vrouwelijke kandidaten krijgen geen krediet.’ Vrouwen doen ook iets fout: ze laten hun ambitie niet blijken. ‘De meeste vrouwen denken: als ik maar hard genoeg werk, zien ze vanzelf wel hoe goed ik ben. Zo werkt het niet.’

Nog steeds mannenwereldDe RUG zegt zich bewust te zijn van deze mechanismen. Eén van de maatregelen die het bestuur heeft genomen, is de aanstelling van drie vrouwelijke professoren aan de Letterenfaculteit. Er waren geen vacatures, maar wel genoeg talentvolle vrouwelijke universitaire hoofddocenten.

Gerry Wakker, hoogleraar Oudgriekse taalkunde en sinds 1 juni decaan van de faculteit Letteren, is dankzij deze maatregel benoemd. Voelt ze zich wel serieus genomen, nu ze via een speciale manier benoemd is? ‘Ik heb al eens een hoogleraarsplek afgewezen, in Nijmegen. Ik had andere ideeën over het vak dan de Radboud Universiteit. Daarom weet ik dat ik in ieder geval ‘hoogleraarwaardig’ ben.’ Volgens haar is de universiteit nog steeds een mannenwereld, waar vrouwen niet automatisch gezag krijgen. ‘Als ik samen met de onderwijsdirecteur ergens ben – ik ben zijn baas –, wordt gauw aangenomen dat hij de leiding is en ik zijn secretaresse. Omdat hij man is.’

Ze is het met Van den Brinks conclusies eens. ‘De gemiddelde vrouw treedt minder op de voorgrond. Sibrand Poppema [de voorzitter van het college van bestuur, red.] heeft gezegd dat hij dikwijls aan vrouwen moet uitleggen dat ze geschikt zijn als hoogleraar, in plaats van andersom. Bij een man hoeft dat niet.’

Doet Groningen het beter dan andere universiteiten in Nederland, op het gebied van vrouwen aan de top? ‘We zijn wel goed bezig met bijvoorbeeld het Rosalind Franklin Fellowship. Hierdoor stimuleer je een mentaliteitsverandering.’ Want dat, benadrukt de decaan, is wat er nu nodig is voor meer

vrouwelijke hoogleraren. Een andere mentaliteit van mannen, die vrouwen moeten erkennen en vertrouwen. En van vrouwen, die hun ambities meer kenbaar moeten maken.

Uit een enquête van deze krant onder vijftig Groningse studenten, blijkt dat velen het lage aantal vrouwelijke professoren wijten aan hun kinderwens. Gerry Wakker heeft zelf drie kinderen. ‘Je ziet inderdaad wel dat veel vrouwelijke hoogleraren geen kinderen hebben. Voor mannen speelt dit probleem niet, die hebben vaak wel kinderen. Ik heb geluk gehad met de omstandigheden. Mijn man had geen fulltime

baan toen mijn carrière begon te lopen.’ Het is nu eenmaal zo, erkent ze, dat het krijgen van kinderen je wetenschappelijke publicatiestroom onderbreekt. Maar minister Ronald Plasterk (Onderwijs, Cultuur en Weten-schap) zei in een interview met Radio 1 dat het mogelijk moet zijn voor vrouwen om gezin en top-carrière te combineren. Dit vereist wel aanpassingen van de uni-versiteit, maar volgens hem gaat dat maar om enkele cruciale jaren.

Erbarmelijke toestandenEén van de andere manieren waarop Groningen probeert het aantal vrouwelijke hoogleraren op peil te krijgen is, zoals Wakker al noemde, door middel van het Rosalind Franklin Fellowship (RFF). Dit Fellowship, vernoemd naar een vrouwelijke chemicus die haar sporen heeft verdiend in het onderzoek naar DNA, biedt dit jaar 19 vrouwen de kans op een felbegeerd hoogleraarschap. Op 20 mei vond het Rosalind Franklin Symposium plaats waar de door wereldwijde advertenties

geworven vrouwen onder toeziend oog van minister Plasterk en prinses Màxima officieel geïnstalleerd werden. De vrouwen die zich de komende jaren weten te bewijzen zullen tot hoogleraar benoemd worden.

Plasterk geeft in zijn toespraak mogelijke historische verklaringen voor de erbarmelijke toestand aan de Nederlandse universiteiten. Hij zoekt verklaringen in de neutraliteit tijdens de Eerste Wereldoorlog maar ook in de 17e eeuw verworven rijkdom. Twee redenen waarom vrouwen niet aan het werk hoefden te gaan. De RUG is voornemens in 2010 nog eens 23 nieuwe RFF­posities beschikbaar te stellen.

Groningen heeft een goede naam hoog te houden als het gaat om academische vrouwen. 140 jaar geleden was de RUG de eerste universiteit die een vrouwelijke

studente toe liet.Hoogleraar Geschiedenis

na de Middeleeuwen Klaas van Berkel werkt op dit moment aan de Groningse Universiteitsgeschiedenis en is van mening dat de toelating van Aletta Jacobs op zichzelf niet zo’n bijzondere gebeurtenis was. ‘Aletta Jacobs kwam hier vanwege het simpele feit dat zij in Sappemeer woonde. Groningen was klein dus kon het geen enkele student bij voorbaat afwijzen.’ Volgens de hoogleraar kenmerkt Groningen zich nog steeds niet door emancipatoire voor-uitstrevendheid. Van Berkel ziet in het RFF een positieve ontwikkeling. ‘Je voorkomt hiermee dat vrouwelijke hoogleraren benoemd worden terwijl men in de wandelgangen heus wel wist dat het een politieke benoeming was.’

Blinde vlekUit de enquête onder Groningse studenten blijkt dat van zowel de vrouwelijke als mannelijke studenten iets meer dan de helft denkt dat vrouwen minder kans maken op een positie aan de academische top. Een enkeling denkt dat er komende jaren een verschuiving plaats zal vinden omdat ook het aantal vrouwelijke studenten reeds is toegenomen. Het lage aantal vrouwelijke hoogleraren wordt door de ondervraagde studenten niet zozeer gewijd aan pure discriminatie, als wel aan het ‘old-boys­network’. Het leeuwendeel van de ondervraagden is van mening dat vrouwen nu eenmaal andere carrièrekeuzes maken.

Die laatste opvatting lijkt nu juist het probleem te zijn. Er

zijn voldoende promovendae, voldoende vrouwelijke univer-sitaire docenten, dus genoeg potentieel. Zolang iedereen er vanuit gaat dat vrouwen ‘gewoon andere ambities’ hebben en vrouwen zelf het tegendeel niet van de daken schreeuwen, zal er vrouwelijk talent blijven ontbreken aan de academische top. Of, zoals van den Brink schrijft: ‘Je mist de kern van het probleem als de mensen die verantwoordelijk zijn voor het aantrekken van meer vrouwen zich niet bewust zijn van hun verkeerde veronderstellingen en blinde vlekken.’

Studenten wijten het lage aantal vrouwe-lijke hoogleraren aan hun kinderwens

‘Al gauw wordt aangenomen dat híj de leiding is en ik zijn secretaresse’

Prinses Máxima bij het Rosalind Franklin-symposium.

Page 5: SK juni 2009

Cultuur Groninger Studentenkrant 5

‘Ik sta niet met beide benen op de grond’Alain Clark wil stapje voor stapje de wereld veroveren

Na Nederland in een jaar tijd voor zich gewonnen te hebben, staat Alain Clark nu aan het begin van zijn internationale door­braak. ‘Ik ben gewoon iemand met een hoop ideeën en die wil ik kwijt’.

Tekst: Joost KnaapFoto’s: Jan Luursema

Voor Clark is het heel normaal dat hij in de muziek terecht is gekomen. ‘Het is eigenlijk heel natuurlijk gegaan’, vertelt de zanger. ‘Mijn vader heeft altijd in een bandje gezongen. Er was eigenlijk altijd wel muziek in en om het huis.’ Als kind was hij al aan het oefenen met speelgoedgitaartjes en goedkope keyboards om eigen nummers te componeren.

Op 16­jarige leeftijd kwam het moment dat hij wist dat hij van de muziek zijn beroep wilde maken. Clark schreef zich in voor talentenjachten en speelde liedjes

die hij zelf had geschreven. ‘Dat voelde zo goed dat ik wist: dit is gewoon wat ik wil doen. Dit is wat ik moet doen.’

Plotseling succesVanaf dat moment besloot Clark

zich serieuzer met muziek bezig te houden. Hij begon meer nummers te schrijven en spaarde ’s zomers om instrumenten en opnameapparatuur te kunnen kopen. ‘Zo is het begonnen, als een hele serieuze hobby, waar ik heel veel tijd en energie in stak.’ En eigenlijk is dat het nog steeds, lacht Clark. ‘Alleen op een ander niveau, natuurlijk.’

Op 19-jarige leeftijd vertrok de artiest in spé voor een periode van drie jaar naar de VS. Daar heeft hij veel geleerd, bijvoorbeeld over de manier van zakendoen in de muziekwereld. ‘Ik was toen vrij jong en dan moet je opeens meedraaien in een wereld die toch voornamelijk wordt geregeerd door volwassen zakenlui. Dat dwingt je ook om je te verdiepen in bepaalde dingen.’ Maar vooral aan het contact met andere artiesten heeft Clark veel gehad. ‘Door mee te kijken, af te kijken, vragen te stellen. Daar word je een betere muzikant van.’

Na deze eerste stappen in de muziekwereld en weer terug in Nederland schreef Clark nummers voor andere artiesten, produceerde muziek en bracht zelf een Nederlandstalig album uit. ‘Aan sommige projecten verdien je geld, andere projecten zie je meer als investering, maar muziek is na

mijn zestiende wel een fulltime ding voor mij geweest.’

De grote doorbraak kwam in 2007 met zijn eerste Engelstalige single This ain’t gonna work. Vanaf dat moment is het heel snel gegaan. In datzelfde jaar ontving

de popster een 3FM Mega Award. Natuurlijk is Clark heel blij met zijn plotselinge succes, zo vertelt hij enthousiast. ‘Als je de intentie hebt iets te delen met mensen, dan wil je natuurlijk dat mensen reageren. Als dat dan echt gebeurt is dat fantastisch. Dat is ook heel inspirerend voor nieuwe dingen die je dan weer doet of maakt. Het is een soort brandstof voor de motor die wel al draaide, maar nu op hogere toeren.’

Vliegen en zwevenHoe verklaart hij zelf zijn succes?

Clark wil graag met Alicia Keys en Stevie Wonder de studio in duiken

Het is toch vooral geluk hebben dat je nummer goed opgepikt wordt, vertelt de zanger. ‘Ik kan niet zeggen dat ik een bepaalde succesformule heb. Het is een combinatie van hard werken en een beetje geluk hebben.’ Clark heeft dan ook geen moeite zijn plotselinge succes te relativeren. ‘In principe sta ik niet met beide benen op de grond, want ik ben altijd aan het vliegen en aan het zweven’, grapt de artiest, maar hij voegt er aan toe: ‘Ik ben gewoon iemand met een hoop ideeën en die wil ik kwijt. En die kan ik ook kwijt. Je moet het niet ingewikkelder maken dan dat.’

Volgens Clark is de afgelopen periode een opeenstapeling van hoogtepunten is geweest. Maar als hij echt wat moet noemen, dan het duet met zijn vader (I’m so proud of

you). ‘Dat je met je vader alle grote zalen afgaat, om een liedje te spelen wat je ooit op een zondagmiddag met elkaar hebt opgenomen. Dat maken niet veel mensen mee. Daar kan ik echt van genieten.’

Inspiratie voor nummers komt eigenlijk overal vandaan. Van grote onderwerpen als de liefde tot iets dat hij ziet op straat of een gevoel dat hij op een bepaald moment heeft.’ Het is niet los te zien van hoe je je leven leidt. Alles wat je doet of meemaakt, voelt of niet voelt. Het is vaak een emotie die je vertaalt in muziek.’ Soms begint een nummer met een stuk tekst, maar soms is er eerst een melodie, waar dan later de tekst bij komt.

Opbouwende faseOok op internationaal gebied gaat het Clark voor de wind en timmert hij flink aan de weg. Eerste releases zijn al gedaan in Italië en Engeland. Zwitserland, Duitsland, Frankrijk en Spanje staan nog op het programma. In Engeland

Alain Clark zingt een duet met zijn vader tijdens een concert in De Oosterpoort in Groningen.

verloopt het nog ‘een beetje stroef’, vertelt de zanger. ‘We hebben wel veel positieve reacties gehad, maar de verkoop blijft nog een beetje achter.’ In Zwitserland is Clarks album echter binnengekomen in de top vijftig. Ook in Italië zijn de eerste resultaten ook hoopgevend. ‘Het is heel spannend. Het is echt een opbouwende fase, die veel tijd en energie nodig heeft.’

Alhoewel het heel voorspoedig gaat nuanceert Clark dit meteen. ‘Het hoeft niet te slagen. Het is niet zo dat ik aan de grond zit als het niet lukt. Ik zie het vooral als een leuke uitdaging, iets om er bij te willen.’ Clark droomt er van ooit nog eens de oceaan over te steken naar de VS. ‘De VS zijn bijna een werelddeel. Daar gaat heel veel voorbereiding aan vooraf, maar we zijn er wel mee bezig.’

Iets dat Clark graag nog zou willen bereiken is met een aantal van zijn ‘helden’ de studio in duiken. Artiesten als Stevie Wonder, Michael Jackson en Alicia Keys. Maar echt hele grote plannen voor de toekomst, behalve dan promotie in het buitenland, heeft Clark niet, zo besluit hij. ‘Ik wil doorgaan, groeien en beter worden. Verder ga ik gewoon lekker door waar ik mee bezig ben.’

Reageren? Stuur een mail naar [email protected] of kijk op www.studentenkrant.org.

In de Verenigde Staten leerde de artiest zaken doen in de muziekwereld

Page 6: SK juni 2009

6 Groninger Studentenkrant Cultuur

Cuba: de idylle en de tragedieIn Den Haag is de kunst van India te zien en Rotterdam opent zijn deuren voor Brazilië. Het Groninger Museum doet mee aan de trend met ‘Cuba! Kunst en geschiedenis van 1868 tot heden’.

Tekst: Persis BekkeringFoto: Hanne van der Velde Cuba, het land van de sigaren, van Buena Vista Social Club, van mooie vrouwen. De film Dirty Dancing 2 schetste er een idyllisch beeld van, een paradijs. Cuba’s geschiedenis is echter woelig en donker. Het eiland is arm en geïsoleerd. In de kunst komen beide dimensies samen, de idylle en de tragedie. Het Groninger Museum (GM) heeft zijn bontgekleurde muren tot eind september hiermee bekleed.

Voor de tweede keer heeft het Montreal Museum of Fine Arts een tentoonstelling voor het GM gemaakt. Het grote retrospectief over John William Waterhouse, dat nu doorreist naar Londen en Montreal, was succesvol met 143.000 bezoekers. Kees van Twist, algemeen directeur van het GM, over de tentoonstelling: ‘Het Groninger Museum wil kunst met geschiedenis verbinden. Hiermee hebben we dat specifiek voor Cuba gedaan, nu dit land op het punt van verandering staat.’

Geschiedenis in zwart­witDie verbinding tussen kunst en geschiedenis wordt het duidelijkst aan de hand van de vele foto’s die tentoongesteld zijn. Grote namen

als Walker Evans en Joaquin Blez geven, ieder op geheel eigen wijze, een tijdsbeeld van het eiland.

Blez was een echte society-fotograaf die in de jaren twintig in zijn exotische studio vele be-roemd heden portrett eerde. Zo­als Facundo Bacardí, de rijke zakenman met een rumbedrijf. Walker Evans had meer voorkeur voor het gewone volk, strijders en ellende. Hij fotografeerde de laatste dagen van president Machado die in 1933 na een algemene staking werd afgezet. Van zijn hand zijn foto’s van bloedende strijders en opstand, gemaakt met een snapshotcamera.

Door de foto’s als een docu­men taire naast elkaar te zetten zie je Cuba door de eeuw heen, zowel het bloeiende society- en nachtleven als de bittere armoede die het eiland kenmerken.

SmeltkroesDe beeldende kunst is divers, zoals Van Twist zei op de pers­bijeen komst: ‘Er valt voor iedereen wel wat te halen.’ De eerste zaal (1868­1927) laat realistische kunst zien, sterk gestoeld op Europese voorbeelden. Natuur, oogst, een huisknecht. Veel aandacht is er voor de onafhankelijkheidsstrijd tegen Spanje die in 1889 dankzij de Verenigde Staten beslecht werd. Afro­Cubanen, zwarte families die door slavernij naar het eiland zijn gehaald, bouwen mee aan de identiteit. Steeds keert die zoektocht naar het eigene, het unieke van Cuba terug in de beeldende kunst. Wat is eigen aan een land dat een smeltkroes is van volkeren, dat onderdrukt is door Spanje, beïnvloed is door de VS en Europa? Dat beeld is door de eeuw heen steeds weer aangepast

en veranderd en levert een brede tentoonstelling op met allerlei stijlen en stromingen.

Kritisch maar gekleurdAan engagement is geen gebrek in de tentoonstelling. Politieke helden als Che Guevara en Jose

Martí komen als icoon overal terug. Marcelo Pogolotti schildert van geëngageerd naar steeds grimmiger, steeds militanter. Tegen het kapitalisme, tegen het fascisme. De enorme bakstenen instal latie van Antonio Eligio Fernández, ‘De blokkade’, beeldt het handelsembargo van de VS

tegen Cuba uit. Ook al is de kunst kritisch, écht

oppositioneel is het nooit in deze overzichtstentoonstelling. Het hui dige régime van Castro maakt dat nog steeds onmogelijk. Veel kunstenaars vluchten naar Madrid of Miami om daar in alle vrijheid hun vak uit te oefenen. Door die beperking krijgt de tentoonstelling toch iets te idyllisch, het is niet realis tisch genoeg. De ellende van vóór de machtsgreep van Castro cum suis komt ruimschoots aan bod, maar de huidige situatie wordt in de tentoonstelling te veel bejubeld.

Veel onbekende kunstenaars zijn door het Montreal Museum ontdekt en uit hun isolement ge-haald. Grote, internationaal erk-ende namen zijn ook aanwezig. Eén van de topstukken was Now let’s play disappear van Carlos Ga-raicoa. Deze installatie is gemaakt op uitnodiging van een tentoon-stelling in Arnhem. Te zien is een model van een stad. De gebou-wen zijn kaarsen. Het zijn univer-seel bekende monumenten, zoals de Eiffeltoren. Alles brandt – de suppoost moet de kaarsen om de vier uur vervangen en aansteken. Drie camera’s zijn op de installatie gericht en projecteren het in een blauwig, koud licht op een televi-sie achter de brandende stad.

Als toeschouwer voel je het vuur en de warmte. Dit is de ge-

globaliseerde wereldstad: iedereen voelt het, het is heerlijk warm, maar het brandt weg. Het verdwijnt. Op de televisie ziet het er koud uit, en je voelt je geïsoleerd. Zo is Cuba: geïsoleerd en smeltend, maar stral-end en warm tegelijk.

Directeur Kees van Twist: ‘Op de tentoonstelling valt voor iedereen wel wat te halen.’

De tentoonstelling toont bloedende strijders, maar ook het societyleven

Colofon

De Groninger Studenten­krant is een onafhankelijk blad gemaakt door en voor studenten van HBO­ en WO-instellingen in Groningen. Het verschijnt tien maal per jaar in een oplage van circa zesduizend exemplaren die gratis worden verspreid op de RUG, de Hanzehogeschool en andere locaties in Groningen.

StichtingsbestuurVoorzitter en acquisitie: Wanda van der Zee (06­14278523), Penningmeester: Daniël [email protected]

HoofdredactieJesper Verhoef (06­42362986) en Herwin Thole (06­50817155)[email protected]

RedactiePersis Bekkering, Nicole van den Berg, Aemilia Brok, Laura van Dam, Lise Evers, Josien Hamming, Judith Katz, Joost Knaap, Carolien Lindeman, Rosanne

Schepers, Sarah Venema, Elske Woudstra, Wanda van der Zee

FotografieNol KlisJan Luursema www.janluursema.nl Ewoud Rookswww.erooks.nl Hanne van der Velde www.hannev.nl

VormgevingHerwin Thole

MedewerkersArizo Arijenzad, Peter

Valkema, Jos Vonk

DrukwerkGrafische Industrie de Marne

CoverfotoJan Luursema

WebmastersDaniël Smeding, Herwin Thole

Groninger StudentenkrantSt. Walburgstraat 22C9712 HX Groningenwww.studentenkrant.orgISSN 09270237

Page 7: SK juni 2009

Recensies Groninger Studentenkrant 7

Recensies

Fijne vunzige feestplaatPeachesI Feel Cream

Op haar vierde album doet de inmiddels 40­jarige Merril Beth Nisker, beter bekend als Peaches, wederom dat waar ze goed in is: ze voor ziet stampende en zwetende electrobeats van vunzige doch ge vatte teksten. Daarbij neemt ze ter loops alle seksuele conven-ties én het onderscheid tussen het mannelijke en het vrouwelijke op de hak, wat doorgaans resulteert in een hele hoop viezigheid en een heleboel geschokte reacties.

Ook I Feel Cream moet het voor al hebben van ‘Peaches being Peaches’, en daarmee leunt de electroclash-koningin wellicht wat te veel op het imago dat zij zichzelf jaren geleden aan mat. Waar haar debuut album The Teaches of Peaches na elk nummer wel een ‘zei-ze-dat­nou­echt?!’­reactie uitlokte, blijft het shock effect nu enigs­zins achterwege. Niet om dat haar teksten minder ranzig en sug ges tief zijn, maar simpelweg omdat het trucje allang niet meer nieuw is.

Desalniettemin levert ‘meer van hetzelfde’ in de handen van Peaches toch ook weer een fijne feestplaat op. Met name het door Digitalism ge pro du ceerde Mommy Complex is een uitstekend dans­ en stampnummer. Hierin komt Peaches als vanouds gevat uit de hoek door gekscherend te roepen: ‘No one is as oldskool as me!’, refererend aan haar eigen leeftijd. Ook haar samenwerking met Soulwax – eerste single Talk To Me – pakt goed uit, zonder dat het kenmerkende en cruciale Peaches­geluid teloor gaat. Meer van hetzelfde is in dit geval zo slecht nog niet. I Feel Cream is een prima plaat om tijdens een uit de hand gelopen feestje uit de kast te trekken.Nicole van den Berg

Interessant stukje bewust wording

Azar NafisiAlles wat ik verzwegen heb

Azar Nafisi groeide op in Iran ten tijde van de revolutie. Alles wat ik verzwegen heb is het waargebeurde

verhaal van haar jeugd, waarin de relatie met haar beide ouders een belangrijke rol speelt. Het ongelukkige huwelijk van haar ouders, de dominantie van haar moeder en de politieke situatie in Iran zijn de belangrijkste thema’s in dit boek.

Alles wat ik verzwegen heb is een boek dat traag op gang komt. Pas wanneer de poli tieke ge-beurtenissen in Iran elkaar in rap tempo opvolgen, krijgt ook het verhaal wat meer vaart. De er va­ringen van Nafisi ten tijde van de revolutie, waarbij de Sjah ten val komt en Ayatollah Khomeini de macht grijpt en de daaropvolgende oorlog met Irak geven, naast een goed beeld van de re cente Iraanse geschiedenis, een indringende en persoonlijke kijk op de gebeurtenissen. Ondanks dat blijft de schrijfster op de vlakte wat haar emoties betreft, waardoor het boek een beschouwend karakter heeft.

Literatuur heeft in Nafisi’s turbulente leven altijd een belangrijke rol gespeeld en haar door moeilijke periodes heen geholpen. ‘Ik leerde dat wat mijn vader me via zijn verhalen had gegeven een manier was om een

thuis voor mezelf te creëren dat niet afhankelijk was van geografie of nationaliteit of alles wat andere mensen me kunnen afpakken’. De verwijzingen naar bekende en minder bekende literaire werken geven Alles wat ik verzwegen heb meer diepgang, met hier en daar zelfs een filosofisch tintje.

Nafisi heeft een interes sant boek geschreven. De combinatie van per soonlijke ervaringen en re cente geschiedenis zorgt bij de lezer vooral voor een stukje bewust wording.Elske Woudstra

Mooi en goed ge-componeerd

Anna EnquistContrapunt

Eind vorig jaar verscheen bij uit-geverij De Arbeiderspers de nieuwe roman van Anna Enquist, die op de shortlist van de prestigieuze Libris Literatuurprijs terechtkwam. De

prijs ging aan haar neus voorbij.In Contrapunt studeert de naam-

loze hoofdpersoon (‘de vrouw’) op de Goldbergvariaties van J.S. Bach om haar verdriet te ver werken. Iedere variatie roept herinneringen

op aan het kind. Het zijn lieve, mooie herinneringen, die een beeld schetsen van een levenslustige dochter en een hechte relatie met de moeder.

Het boek is gelukkig niet zwaar en treurig zoals het auto-biografische Wachten op de schemering van Chaja Polak, die een zoon verloor. Enquist schrijft lichter, minder sentimenteel. Dat maakt het leesbaarder dan veel Nederlandse literatuur die altijd een depressieve hoofdpersoon schijnt te moeten hebben.

Enquists schrijfstijl is poëtisch, maar hinderlijke stijlbreuken voorkomen dat je wordt meegevoerd. Soms staat er opeens een frase in spreektaal, zoals ‘wat een gelul’, ‘teringzooi’ of ‘ze was lekker bezig’.

Enquist weet daarentegen zeer goed muziek in woorden uit te drukken en te analyseren. Maar er wordt wel enige kennis van klassieke muziek en harmonie verondersteld. Wie overweegt om Contrapunt aan te schaffen, doet er daarom goed aan te kiezen voor de uitgave met cd. Ivo Janssen speelt hier voortreffelijk alle Goldbergvariaties, die elk een hoofdstuk vormen van het boek.

Ergerlijk is Enquists neiging te veel en overvloedig uit te leggen, zodat er als lezer niets meer te ontdekken valt. Show, don’t tell! In het laatste hoofdstuk bijvoorbeeld schrijft ze wat allang duidelijk is: dat iedere variatie gekoppeld is

Gaiman. Coraline Jones verhuist met haar ouders naar een groot, oud huis. In de nieuwe buurt is weinig te doen en haar ouders hebben het te druk met hun werk om zich met haar te bemoeien. Buurjongetje Wybie ontdekt een pop met precies hetzelfde uiterlijk als Coraline.

Vanaf dat moment lijken fantasie en werkelijkheid in elkaar over te lopen: Coraline ontdekt een geheime deur in haar kamer die leidt naar een parallelle wereld, eentje die een stuk interessanter is dan de gewone. Haar ouders hebben tijd voor haar, het eten is lekker en de buurt machtig interessant. Het enige verschil is dat haar vervangende ouders knopen hebben in plaats van ogen. En als Coraline bij hen wilt blijven, staat daar een prijs op.

Verbluffend is de techniek waarmee het sprookje gemaakt is. Waar de meeste animatie films tegenwoordig van de computer komen, heeft Selick voor stop-motion gekozen waarbij alles met de hand gemaakt is. Alleen de gezichtsuitdrukkingen zijn computer geanimeerd. Dit spat dan ook van het scherm, want je wordt als het ware in de decors gezogen. Kleurrijke bloemen, echte bomen, katten en muizen waarvan je de haartjes kan tellen: álles is echt. De film is werkelijk een lust voor het oog.

Dat Selick niet over één nacht ijs is gegaan is duidelijk: bijna acht jaar werkte hij aan Coraline. Het is fantastisch om te zien hoe de stop-motion techniek verbeterd is in de vijftien jaar na Tim Burtons klassieker.

Een misvatting is echter dat de film alleen voor kinderen gemaakt zou zijn. Waar The Nightmare Before Christmas eigenlijk al op het randje was, gaat Coraline nog verder. Vooral in het tweede deel van de film, als blijkt dat Coralines nieuwe ouders niet het beste met haar voor hebben, komt de horror naar boven. Ouders liepen dan ook met hun (kleine) kinderen de bioscoopzaal uit. Voor volwassenen is Coraline echter een stuk beter geschikt, en liefhebbers van The Nightmare en The Corpse Bride worden op hun wenken bediend.Judith Katz

Volwassen stop-motionHenry SelickCoraline

Wie denkt aan de immens populaire stop­motion film The Nightmare Before Christmas, komt als eerste op Tim Burton. Hoewel Burton de film inderdaad geschreven en geproduceerd heeft, lag de regie in handen van Henry Selick.

Vijftien jaar na dato probeert Selick het zelf met Coraline. Het resultaat is een donker en macaber sprookje, dat door veel volwassenen overgeslagen zal worden. Onterecht, want de film ­ visueel een lust voor het oog - is door de horrorelementen geschikter voor 12 jaar en ouder dan voor de 6 jaar die er nu op is geplakt.

De film is gebaseerd op het gelijknamige boek van Neil

aan een bijpassende herinnering, welke ze dan opschrijft. Vervolgens benoemt ze dan ook nog eens haar stijl: ‘Terughoudend, want van sentiment moest zij niets hebben.’ Laat dat!

Contrapunt is mooi en goed gecomponeerd; Enquist heeft Bach op voortreffelijke wijze geanalyseerd. Maar het is niet de Libris waard.Persis Bekkering

advertentie

Page 8: SK juni 2009

Haal eruit wat erin zit!www.pitch-putt.nl

onbeperkt spelen

NU 19,-per maand

• Actiefl yer geldig tot 30-11-2009 • Looptijd abonnement één jaar met een opzegtermijn van 3 maanden • Actiefl yer geldig bij de vestiging Groningen van dinsdag t/m vrijdag, op vertoon van

je collegekaart. • Voor meer informatie bel/mail: 0522-451986/ [email protected]

Nu 3 maanden op proef

GRATIS clinicTegen inlevering van deze coupon, een clinic, over de technieken van het golf , incl. gebruik van materiaal. Clinic is op afspraak.

*Max. 1 coupon p.p. *Verloren, gebruikte of verlopen coupons kunnen niet worden ver-vangen of vergoed *Niet inwisselbaar voor geld of producten *Geldig tot 30-11-2009 *Geldig op vertoon van je lidmaatschap

Kom met je vrienden

Tegen inlevering van deze coupon mag je gratis twee vrienden meene-men om op een doordeweekse dag 18 holes te komen spelen.

*Max. 1 coupon p.p. *Verloren, gebruikte of verlopen coupons kunnen niet worden ver-vangen of vergoed *Niet inwisselbaar voor geld of producten *Geldig tot 30-11-2009 *Geldig op vertoon van je lidmaatschap

GRATIS consumpties

Tegen inlevering van deze coupon krijg je vier gratis drankjes.

*Max. 1 coupon p.p. *Verloren, gebruikte of verlopen coupons kunnen niet worden ver-vangen of vergoed *Niet inwisselbaar voor geld of producten *Geldig tot 30-11-2009 *Geldig op vertoon van je lidmaatschap

Sportief plezier voor iedereen

Speciaal voor studenten

P&P_1222_pst-studenten-A3.indd 1 01-04-2009 14:17:17

Colu

mn

Zeg maar iets andersBij de VPRO is een marathon­interview teruggevonden waarin Karel van het Reve vijf uur lang door Martin van Amerongen aan de tand gevoeld wordt. Ik ga niet uitleggen wie dit zijn, u bent tenslotte van de Google­generatie. Het interview werd gehouden op 15 augustus 1986, vier dagen voor mijn moeder mij ter aarde zou werpen. Toch klinkt het gesprek zelden verouderd. Sommige mensen praten alsof de tijd geen vat op hun taal kan krijgen. Ze blijven steeds begrijpelijk.

Van het Reve wist dat waarschijnlijk wel. Hij had een fascinatie voor mooi taalgebruik. Tegen het einde van

het vraaggesprek verzucht hij bijvoorbeeld dat hij graag eens een gesprek van twee dames in de trein van Groningen naar Maastricht zou willen afluisteren. Gewoon om op die manier het gesproken Nederlands te kunnen boekstaven.

‘Het hele gesprek wil ik uitgetypt en in boekvorm voor de geleerden. (…) Dan zou je voor het eerst weten hoe het Nederlands gesproken wordt. Dat is nu niet bekend, de geleerden weten dat niet.’

Interessant idee. Maar ik denk dat Van het Reve behoorlijk zou schrikken wanneer hij zijn experiment hedentendage ten uitvoer zou brengen. Zeker van

de woorden die in de spreektaal steeds te horen zijn, terwijl ze in de schrijftaal nauwelijks voorkomen. Hoe vaak zou er ‘zeg maar’ worden gezegd, en ‘weet je wel’ en ‘ik heb zoiets van’? Vaak, vrees ik. Vooral ‘zeg maar’ is een hardnekkige, dat als een virus door de Nederlandse taal spookt. Zoals bij ieder virus bestaat er geen onderscheid des persoons: van hoog tot laag is men er mee besmet.

Van Amerongen en Van het Reve hebben in het gehele interview niet een keer ‘zeg maar’ gezegd. Bestond dat toen nog niet? Wel zeiden ze vaak ‘waarachtig’ en ‘wat heet’. Waren dit wellicht de stopwoorden van de intellectuele elite rond 1986? Ik weet het niet. En daarmee wordt het belang van Van het Reves onderzoek onderstreept.

Ieder tijdperk heeft zijn eigen stopwoorden en we mogen niet zeggen dat het ene woord mooier is dan het andere. ‘Want’, zegt de taalkundige dan treffend: ‘de taal doet nu eenmaal zijn ding’. In zijn boek Het einde van de standaardtaal: Een wisseling van Europese taalcultuur beweert hoogleraar taalkunde Joop ter Horst dat de taal sinds 150 jaar flink aan het veranderen is. Dat is een onomkeerbaar proces, waarvan de gevolgen enorm zullen zijn voor het lezen en schrijven.

Dat zal allemaal wel, maar ik vind het jammer en leg me er lekker niet bij neer. Modewoorden kunnen de taal immers hopeloos gedateerd maken, waardoor de boodschap verloren gaat. Stopwoorden beperken de houdbaarheid van de taal. Dat is natuurlijk ook de echte betekenis van het woord: het zijn woorden waar we snel mee moeten stoppen. Dus zeg maar geen zeg maar meer.

Lise Evers

Stopwoorden beperk-en de houdbaarheid

van de taal

advertentie

Culin

aire

SK-

pade

Voedzame taco’sGuacamole is onmisbaar bij een Mexicaans gerecht. Het is een prima dipsaus, maar ook bij taco’s doet de avocadomousse het goed. De guacamole die in de supermarkt te koop is, is vaak een gladde massa. De avocado en andere ingrediënten zijn zodanig gepureerd dat ze niet meer afzonderlijk herkenbaar zijn. Bij Tacos zitten er echter stukjes in. Lekker, en tevens een teken dat het vers is.

De guacamole geeft aan dat Tacos meer is dan een doorsnee fastfood-restaurant. Fastfood voor fijn proevers, zo affi cheert het restaurant zich. We nemen plaats op het terras en bestellen Hertog Jan en een Mexicaans biertje, Dos Equis, die uit de fles geschonken worden. Terwijl enkele scooters voorbij knetteren neemt de vriendelijke serveerster de bestelling op.

Het menu ziet er simpel uit. Het gangbaarst is een tres-menu (vanaf €9,25), waarbij je betaalt voor drie taco’s en een bijgerecht. Voor het bijgerecht, salade of aardappelkoekjes, betaal je normaal bijna drie euro, maar nu ‘slechts’ €1,75. Waarom dit niet meteen in de menuprijs is verrekend is niet duidelijk.

Terwijl we binnen gaan zitten vanwege de kou, zet de serveester het voorgerecht op de lange tafel met barkrukken. De twee bakjes tortillachips, met de guacamole, zijn niet bijzonder maar voor de prijs prima. Het strakke interieur doet gezellig aan. Aan het plafond hangen drie rijen lampions die een oranje licht door de zaak schijnen. Het restaurant is nagenoeg

leeg. Als hoofdgerecht komen verschillende

soorten taco’s op tafel. De quesadilla met kip is pittig en vult goed. Ook de taco met in sinaasappelsap gebraden gemarineerd vlees valt in de smaak. De taco met aardappel, chorizo, kaas en groene pepertjes valt het zwaarst op de maag, misschien vanwege de overheersende kaas.

De bijgerechten zijn even simpel als de hoofdgerechten. De aardappelkoekjes zijn krokant, van binnen zacht, maar

een beetje flauw. De salade is al even eenvoudig: veel groen met dressing.

Het concept van Tacos verdient navolging. Het restaurant biedt goed vullende taco’s voor een redelijke prijs. Met een dergelijke locatie is het vreemd dat de zaak niet voller zit.

TacosA­straat 14050­3601718www.fastfoodvoorfijnproevers.nl

Tekst: Herwin TholeFoto: Jan Luursema