Schoolgids 2015 2016 def

Schoolgids 2015-2016 Groen van Prinstererschool (deel 1)

Schoolgids 2015-2016 - Groen van Prinstererschool

2

Inleiding 4

De non/discriminatiecode 5

Hoofdstuk 1: algemene informatie

1.1 Contactgegevens 6

1.2 Verklaring van de naam 6

1.3 Schoolbestuur 7

Hoofdstuk 2: De missie van de school

2.1 De identiteit van de school 8

2.2 Missie van de school 8

2.3 Visie van de school 8

Hoofdstuk 3: Passend Onderwijs

3.1 Wet op het Passend onderwijs 10

3.2 Passend Onderwijs op onze school 10

Hoofdstuk 4: Het onderwijs

4.1 Het pedagogisch klimaat van de school 12

4.2 De onderwijskundige richting 13

4.3 Een doorgaande lijn 14

4.4 Rapportbesprekingen 14

4.5 Overgang primair onderwijs naar voortgezet onderwijs 15

Hoofdstuk 5: De organisatie van het onderwijs

5.1 De groepen 1 en 2 16

5.2 De groepen 3 t/m 8 19

5.3 Werken met Snappet 24

Hoofdstuk 6: Aannamebeleid

6.1 Aannamebeleid vier jarigen 26

Hoofdstuk 7: Zorg aan leerlingen

7.1 Hoe zorgen wij dat iedere leerling de nodige extra zorg krijgt? 27

7.2 De voortgang van leerlingen volgen in het leerlingvolgsysteem 27

7.3 Waar nodig extra begeleiding door de leerkracht of interne begeleider 27

7.4 Een systematische aanpak door het opstellen van een handelingsplan 29

7.5 Het digitale leerlingendossier 29

7.6 Het onderwijskundig rapport 29

7.7 Zorg voor kinderen met speciale behoeften 29

7.8 Wettelijk kader ten aanzien van zieke kinderen 30

7.9 Leerlingen met leerproblemen of sociaal emotionele problemen 30

7.10 Begaafde leerlingen 30

7.11 Samenwerking met externen 31

7.12 Pestprotocol 32

7.13 Meldcode huiselijk geweld en kindermisbruik 34

Hoofdstuk 8: Onderwijskundige ontwikkelingen

8.1 Jaarplan 35

Hoofdstuk 9: Het personeel

9.1 Het team 36

9.2 Stagiaires 36


3

9.3 Scholing van leraren 37

9.4 Vervanging 37

Hoofdstuk 10: Ouders en de Groen van Prinsterer

10.1 Contact ouders-school 38

10.2 Informatievoorziening 38

10.3 Informatieavond 38

10.4 Mijn Schoolinfo 38

10.5 De site van de Groen van Prinstererschool 38

10.6 De ouderraad 38

10.7 De medezeggenschapsraad 39

10.8 Klassenouder 39

10.9 De gedragscode 40

10.10 De ouderbijdrage 40

10.11 Let Op Luis-ouders 41

10.12 Schorsing en verwijdering 41

10.13 Klachten 43

Hoofdstuk 11: Regeling schooltijden en vakanties

11.1 De schooltijden 44

11.2 Inloop voor alle groepen 44

11.3 Vakantierooster en studiedagen 44

11.4 Wettelijke uren 44

11.5 Zieke kinderen 44

11.6 Buitengewoon verlof 45

11.7 Vakantieverlof 45

11.8 Te laat komen 46

Hoofdstuk 12: Praktische zaken

12.1 Bankrekeningnummer van de school 47

12.2 Welke materialen hebben de kinderen nodig 47

12.3 Besmettelijke ziekten 47

12.4 Centrum voor Jeugd en gezin 47

12.5 Fietsen 48

12.6 Gevonden voorwerpen 48

12.7 Jeugdbladen 48

12.8 Kerk 48

12.9 Kostbaarheden 49

12.10 Logopedie 49

12.11 Naschoolse opvang 49

12.12 Overblijven 49

12.13 Peuterspeeldoos ´De Speeldoos´ 50

12.14 Schoolmelk 50

12.15 Schoolreizen 51

12.16 Sponsoring 51

12.17 Sportevenementen 51

12.18 Schoolshirt 51

12.19 Schoolverzekering 51

12.20 Onderwijsinspectie 52

Deel 2

1. Team 54

2. Vakantie- en studiedagen 56

3. Schooltijden, bezetting OR, bezetting MR 57

4. Resultaten, belangrijke adressen 58


4

Inleiding

Geachte ouders/ verzorgers,

Als ouder(s)/verzorger(s) van de school verstrekken wij u graag deze schoolgids. De schoolgids is

opgebouwd uit 2 delen. In het eerste gedeelte vindt u informatie over de inrichting van de school en

het onderwijs. In het tweede gedeelte vindt u praktische informatie over het lopende schooljaar.

Jaarlijks krijgt u van de school een digitale schoolgids. Indien u graag een papieren exemplaar

ontvangt, kunt u die steeds bij de directie afhalen.

In de gids kunt u lezen hoe wij ‘onderwijs’ op de Groen van Prinstererschool vormgeven. De gids

geeft u een idee van de manier waarop wij werken, de manier waarop wij met kinderen omgaan, de

ontwikkelingen die de school doormaakt en de plannen die we hebben voor de toekomst.

Een lerende organisatie is nooit ‘klaar’. We proberen in deze gids een reëel beeld te laten zien van de

manier waarop wij werken aan de kwaliteit van ons onderwijs en de resultaten die onze school en

onze leerlingen in de afgelopen jaren hebben behaald.

Ons logo is een uiting van de manier waarop wij de kinderen en onze organisatie zien. Het is

samengesteld uit tekeningen van onze leerlingen en staat voor samenwerken, veiligheid en plezier;

kortom een school voor en vooral van leerlingen.

We hebben bij het samenstellen van deze gids zorgvuldig gewerkt. Mocht u onvolkomenheden

aantreffen of vragen hebben naar aanleiding van de inhoud, dan kunt u uiteraard contact met de

directeur opnemen. U kunt met ideeën/opmerkingen steeds terecht bij de directie van de school

Wij wensen u en uw kind(eren) een prettig schooljaar toe op de Groen van Prinstererschool.

Vriendelijke groeten,

Het team van de Groen van Prinstererschool


5

De non-discriminatiecode

“De Groen van Prinsterer” onderschrijft, net als vele andere scholen, de non-discriminatiecode:

“Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie

wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond ook, is

niet toegestaan”.

(Artikel 1 van de Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden.)

Dit betekent dat iedereen op onze school gelijk is. Dit betekent dat wij iedereen met respect

behandelen en benaderen.

Dit geldt voor alle leerkrachten, leerlingen, ouders/verzorgers en alle andere mensen die iets met de

school te maken hebben en zal regelmatig onderwerp van gesprek zijn.

Pesten is dus niet acceptabel. Als we merken dat een leerling zich schuldig maakt aan

onacceptabel-, agressief-, of pestgedrag dan melden we dit aan de ouders. Dat geldt ook voor

discriminerend gedrag en/ of discriminerende opmerkingen. Na de tweede melding volgt er een

gesprek met de ouders, zodat we samen kunnen kijken naar oplossingen.

Met nadruk vragen we het de school te melden als uw kind slachtoffer is van agressief of pesterig

gedrag. Samen kunnen we er wat aan doen.


6

Hoofdstuk 1 : Algemene Informatie 1.1 Contactgegevens Groen van Prinstererschool

tijdelijk adres :

Oranje Nassaustraat 1B

2271SJ Voorburg

telefoon : 070 3860512

e-mail : [email protected]

internet : www.gprinstererschool.nl

In de tweede helft van 2016 keren wij terug naar:

Paradijsstraat 51

2275 EK Voorburg

Onze school wordt gerenoveerd en een deel wordt nieuw gebouwd.

1.2 Verklaring van de naam De Groen van Prinstererschool is in 1931 opgericht als Protestants Christelijke school en vernoemd

naar de in Voorburg geboren Mr Guillaume Groen van Prinsterer (1801 – 1876). Hij was lid van de

Tweede Kamer en leider van de toenmalige Anti-Revolutionaire Partij (ARP), de eerste politieke partij

in Nederland. Daarnaast was hij advocaat in Den Haag.

Kenmerkend voor zijn werk was zijn sterke persoonlijke geloofsbeleving en de aandacht die hij had

voor politieke en sociale bewogenheid. Tijdens zijn politieke loopbaan maakte hij zich sterk voor de

gelijkstelling van het openbaar en het bijzonder onderwijs. Met bijzonder onderwijs wordt niet bedoeld

speciaal onderwijs maar de levensbeschouwelijke richting van de school zoals katholiek, protestant

en neutraal onderwijs.

Groen van Prinsterer beschouwde zichzelf niet als staatsman, maar als evangeliebelijder. In het boek

'Ongeloof en revolutie' beschreef hij de anti-revolutionaire staatsleer. Hij was voorstander van op

bijbelse grondslagen bestuurd protestants Nederland. In 1850 streefde hij naar een openbare

gezindteschool en verliet (enige jaren) de Tweede Kamer na aanvaarding van de Lager-onderwijswet

1857. Later keerde hij nog enkele keren terug. Groen van Prinsterer was een zeer ontwikkeld en,

ondanks zijn zwakke politieke basis, een gezaghebbend lid van de Kamer.


7

1.3 Het schoolbestuur: Lucas Onderwijs Elke school in Nederland heeft een schoolbestuur. Dit schoolbestuur is eindverantwoordelijk voor de

beslissingen die op de school worden genomen over het onderwijs dat wordt gegeven en over de

school als geheel.

De Groen van Prinsterer ressorteert onder een interconfessioneel bestuur (een bestuur waarin scholen

van meerdere geloofsrichtingen verenigd zijn), het bestuur van de Stichting Lucas Onderwijs.

Het bestuur is te bereiken via onze clusterdirecteur de heer K. van Putten, op het volgende adres:

Lucas Onderwijs

Bezoekadres: Saffierhorst 105, 2592 GK Den Haag

Postadres: Postbus 93231, 2509 AE Den Haag

Tel: 070-3001100


8

Hoofdstuk 2: De missie van de school 2.1 De identiteit van de school

De Groen van Prinstererschool is een Protestants Christelijke basisschool.

Dit wil zeggen dat we het Christelijk geloof als leidraad nemen. Tegelijkertijd geven we

levensbeschouwing vorm in brede zin. Respect, goede omgang met elkaar en een positief

schoolklimaat zijn hierbij sleutelwoorden.

Iedereen die onze uitgangspunten respecteert is welkom.

Wij zijn een open protestants christelijke school. Iedereen is op onze school welkom, ongeacht de

culturele of religieuze achtergrond. Wel verwachten wij dat ouders/verzorgers onze overtuiging

respecteren en aanvaarden dat hun kind ermee in aanraking komt en meewerkt aan activiteiten die

daarbij horen.

In ons onderwijsprogramma komt onze identiteit op twee manieren naar voren: Ten eerste door

kinderen bekend te maken met het geloof door verhalen te vertellen uit de Bijbel, liederen te zingen

en vieringen en ten tweede door zorg te hebben voor elkaar. Zorg voor elkaar betekent: zorg voor

een goede sfeer, zorg voor de individuele leerling en zorg in het onderwijsaanbod.

Door op deze twee manieren aandacht te geven aan onze identiteit willen wij bereiken dat onze

leerlingen in de maatschappij verantwoord omgaan met hun medemens en hun omgeving.

2.2 Missie van de school

Burgerschap:

Op onze school begeleiden we kinderen naar kritische en democratische burgers in onze multiculturele

samenleving. Om dit te bereiken leren we onze kinderen hoe zij geleerde en gevonden informatie op

een effectieve manier kunnen gebruiken.

Veiligheid:

We begeleiden onze kinderen in het maken van keuzes die recht doen aan henzelf, de groep en de

omgeving, dit alles binnen onze afgesproken waarden en normen.

Uitdagend en gedegen onderwijs op maat:

De leeromgeving wordt met kennis van zaken door de leraren, mede op basis van hun

observaties, leerbehoeften en vragen van kinderen, ontwikkeld. De leeromgeving wordt

gekenmerkt door moderne materialen, uitdagende ideeën en actuele werkvormen en maken dat

er voor de kinderen veel te leren en te ontdekken is in hun eigen tempo.

Kernwaarden:

Verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, talentontwikkeling en zorg voor jezelf en de ander zijn

onze de kernwaarden.

2.3 Visie van de school

Koersen op schoolontwikkeling en sturen op kwaliteit.

Als team en directie reflecteren we doorlopend onze uitgangspunten en leerresultaten en evalueren

we deze op basis van eigen ambitieuze criteria en van buitenaf vastgestelde beoordelingsnormen. We

willen kinderen in staat stellen zich te ontwikkelen op eigen niveau en naar eigen stijl. Daarbij vinden

we het belangrijk dat de kinderen zich veilig genoeg voelen om zichzelf te zijn zodat ze zich optimaal

kunnen ontwikkelen. Basisveiligheid is voor zowel kinderen als leerkrachten de kern van waaruit we

goed onderwijs kunnen geven. De belangen van de andere kinderen en de leerkracht zijn hierbij


9

medebepalend en kunnen voor grenzen zorgen. Als leerkracht hebben we een sturende en coachende

rol.

21st century skills:

De kinderen krijgen naast de basisvaardigheden tevens vaardigheden aangeleerd op de volgende

gebieden: samenwerken, zelfredzaamheid, creativiteit, omgaan met de digitale wereld, kritisch

denken en sociale en culturele vaardigheden. Deze vaardigheden zijn onderdeel van de 21st century

skills. We willen de kinderen medeverantwoordelijk maken voor hun leren, zowel op sociaal als op

cognitief gebied. We streven hierbij naar hoge opbrengsten waarbij we goed in het oog houden of een

kind zich ontwikkelt. We hebben het dan over ontwikkeling in brede zin.

Talentontwikkeling:

Gedurende hun schooltijd maken onze kinderen kennis met verschillende leervormen en stijlen ter

voorbereiding op hun latere leven. Ze mogen onderzoeken welke leerstijlen het beste bij hen passen

en hiermee wordt in het onderwijs waar mogelijk rekening gehouden. Op deze manier kunnen kinderen

hun sterke kanten inzetten om zich op andere vlakken verder te ontwikkelen. We stimuleren kinderen

om kennis en ervaring op te doen aan de hand van eigen onderzoeksvragen. We vinden het daarnaast

belangrijk dat kinderen in aanraking komen met verschillende activiteiten zoals sport, cultuur, drama,

natuur, techniek en muziek.

We vinden het belangrijk om volgens een duidelijke doorgaande lijn in de school te werken, waardoor

we gestructureerd aan gedifferentieerd onderwijs kunnen werken. We werken daarom volgens vaste

afspraken, die voor de leerlingen herkenbaar zijn, zodat de zelfstandigheid van de leerlingen steeds

meer wordt vergroot. Voor kinderen met extra ondersteuningsbehoeften is een zorgstructuur opgezet.

Professionaliteit:

Als team zijn wij bewust bezig met onze professionele ontwikkeling. Dit doen we door elkaar te

inspireren, van elkaar te leren en gebruik te maken van elkaars deskundigheden en creatieve talenten.

Hiertoe doen wij regelmatig aan deskundigheidsbevordering, individueel en teambreed.

Samenwerking school en ouder:

We streven ernaar dat de relatie ouder- school gebaseerd is op wederzijds vertrouwen, respect en

gelijkwaardigheid. Samen zijn we verantwoordelijk voor het welbevinden van het kind. Ouders hebben

een actieve rol binnen onze school. Zij denken en helpen mee met het beleid en de activiteiten. De

medezeggenschapsraad en ouderraad hebben hierin een sleutelpositie.

Kernpunten in onze visie zijn: zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid, leren volgens de

21st century skills en een sterke inzet van ICT om dat te faciliteren.

Bovenstaande komt samen in onze slogan:

Groenschool, waar we samen groeien.


10

Hoofdstuk 3: Passend Onderwijs 3.1 Wet op het Passend Onderwijs

Vanaf 01-08-2014 is de wet op het Passend Onderwijs van kracht.

De hoofdpunten van deze wet zijn:

- School heeft zorgplicht:

Ouders melden hun kind aan bij de school die hun voorkeur heeft. Binnen 6 tot 10 weken moet de

school een zo passend mogelijk aanbod op de eigen, een andere reguliere of een speciale school

binnen de regio regelen. De school heeft hierbij een zorgplicht.

- De school regelt de extra ondersteuning in de klas of een plek op een andere school of de plaatsing

in het speciaal onderwijs.

Ouders hoeven dus niet meer zelf een ingewikkelde indicatieprocedure te doorlopen. De landelijke

indicatiesystematiek is afgeschaft.

- Het accent verschuift van het medisch labelen van kinderen, naar wat zij daadwerkelijk nodig hebben

om onderwijs te kunnen volgen.

De onderwijsbehoefte is vanaf nu het uitgangspunt. In de Wet passend onderwijs wordt expliciet

gesproken over onderwijsondersteuning van leerlingen’.

- Scholen stellen een schoolondersteuningsprofiel op.

Hierin geven zij aan welke onderwijsondersteuning ze aan leerlingen kunnen bieden.

- Leraren worden opgeleid in het omgaan met verschillende soorten leerlingen in de klas. Hierdoor

kunnen leerlingen zo veel mogelijk extra ondersteuning in de klas krijgen, in plaats van daarbuiten.

3.2 Passend onderwijs en onze school Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband SPPOH (Stichting Passend Primair

onderwijs Haaglanden). Samen met alle basisscholen en scholen voor speciaal (basis) onderwijs in de

gemeenten Den Haag, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg zorgen we ervoor dat er voor elk kind een

passende onderwijsplek beschikbaar is. Op de website van het samenwerkingsverband

(www.sppoh.nl) staat aangegeven welke scholen zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband.

Ondersteuning binnen de basisschool

Het is ons streven om kinderen zo goed mogelijk onderwijs te geven op onze school. We denken

daarbij vanuit de mogelijkheden van onze leerlingen en helpen hen zo goed mogelijk die

mogelijkheden te benutten. Die hulp bij het leren noemen we ‘ondersteuning’.

Soms signaleren de leerkracht of de ouders dat de ontwikkeling van een kind niet helemaal naar

verwachting verloopt. In zo’n situatie willen we graag met de ouders overleggen. De leerkracht kan

daarbij de hulp inroepen van de intern begeleider van onze school. Dat is Anneke Liefers.

Basisondersteuning

Onze school heeft een ondersteuningsprofiel opgesteld. In dit schoolondersteuningsprofiel staat

beschreven wat onze school op het gebied van ondersteuning kan bieden. Alle scholen binnen het

samenwerkingsverband SPPOH hebben via hun besturen afspraken gemaakt over het niveau van de

basisondersteuning in de scholen. Iedere school binnen SPPOH biedt deze basisondersteuning. Dat

houdt in dat elke school haar basiskwaliteit op orde heeft, het dagelijks handelen altijd op de leerling

afstemt (handelingsgericht werken), een interne ondersteuningsstructuur heeft en een aantal

preventieve en licht curatieve interventies kan uitvoeren.

Voor onze school geldt dat de basisondersteuning zich richt op kinderen met een gemiddelde

intelligentie en een leerrendement tussen de 95% en 110%.

Wij houden rekening met verschillen in de ontwikkeling van kinderen door het werken met drie

instructiegroepen en zelfstandig werken volgens de GIP methode.


11

Extra ondersteuning

Voor sommige leerlingen is meer nodig dan basisondersteuning. Dat noemen we extra ondersteuning.

Onze school biedt weinig extra ondersteuning. Door de bezuinigingen zijn wij genoodzaakt geweest

grote groepen (gemiddeld 29 leerlingen) te maken en te bezuinigen op de extra handen in de klas.

Passend onderwijs geeft nieuwe structuren en andere financieringsvormen waarvan de uitwerking op

de school zichtbaar is in een aantal individuele arrangementen waarbij extra ondersteuning wordt

gegeven.

Wij bieden momenteel extra steun aan kinderen voor kinderen met een ontwikkelingsperspectief op

één van de vakken: technisch lezen, spelling, begrijpend lezen en rekenen & wiskunde.

Met de andere scholen binnen het samenwerkingsverband SPPOH zorgen we ervoor dat voor ieder

kind de juiste extra ondersteuning beschikbaar is. Dat kan door ambulante begeleiding bij ons op

school (een arrangement) of (tijdelijke) plaatsing op een andere school. Aan de inzet van extra

ondersteuning gaat altijd uitgebreid overleg vooraf met de ouders en de benodigde deskundigen. We

zoeken daarbij ook zoveel mogelijk de samenwerking met het centrum voor jeugd & gezin (CJG) in

ons werkgebied.

Tot slot

Belangrijk is te weten dat onze school gaat voor goed onderwijs. Wij streven er naar om altijd in

overleg met de ouders van onze leerlingen tot goed onderwijs en (indien nodig ) een optimale

ondersteuning van onze leerlingen te komen. Wanneer het, ondanks alle inspanningen, toch niet lukt

om tot een gezamenlijk plan voor de leerling te komen, kunt u ons altijd vragen contact op te nemen

met het samenwerkingsverband SPPOH. Samen met de adviseur van SPPOH kan dan besproken

worden hoe toch een bij de leerling passend plan kan worden gemaakt.

Voor specifieke informatie over het schoolondersteuningsprofiel verwijzen we naar onze website waar

het volledige profiel te lezen is.


12

Hoofdstuk 4: Het onderwijs 4.1 Het pedagogisch klimaat van de school Afsprakenkapstok

Om de sfeer goed te houden zijn er afspraken en regels nodig. Niet om vrijheid in te perken, maar

om grenzen te trekken. Dit zijn niet alleen praktische schoolregels, die betrekking hebben op,

bijvoorbeeld veiligheid (‘alleen lopen op het schoolplein’), maar ook afspraken die te maken hebben

met gedrag ten opzichte van elkaar. We hanteren in onze school een afsprakenkapstok die bestaat uit

drie basisafspraken:

1. Binnen is het wandelgebied en buiten hoeft dat lekker niet

2. We zullen goed voor de spullen zorgen, zodat ze weer te gebruiken zijn morgen

3. Voor groot en klein zullen we aardig zijn

In elke groep en op verschillende plaatsen in de school is deze afsprakenkapstok terug te vinden.

Methode Leefstijl om sociaal-emotionele vaardigheden te ontwikkelen

Omdat wij een goed schoolklimaat belangrijk vinden, gebruiken we de methode “Leefstijl”.

Deze methode is er op gericht om de sociaal-emotionele vaardigheden van kinderen te ontwikkelen.

Door deze methode besteden we op systematische manier aandacht aan ons schoolklimaat.

Leerlingenraad

Om onze school een voor onze leerlingen veilige en vertrouwde omgeving te laten zijn, vinden we het

belangrijk goed naar onze leerlingen te luisteren. Onze school heeft dan ook een leerlingenraad. Deze

raad vergadert ongeveer één maal per twee maanden met de directie. In de leerlingenraad zitten

leerlingen uit groep 5, 6, 7 en 8.

Ouders Als we praten over ‘sfeer op school’ is de rol van ouders belangrijk. Een positieve houding van ouders

ten opzichte van de school, aandacht voor de vragen van het kind en hulp als uw kind daarom vraagt,

zijn voor kind en school een steun in de rug. Op school hebben wij een ouderraad en klassenouders.

De ouderraad organiseert en ondersteunt activiteiten op school. De klassenouders zijn één of twee

ouders per leergroep die een actieve rol vervullen in de communicatie en de samenwerking tussen de

school en de ouders. Voor meer informatie over de betrokkenheid van ouders bij de school zie ook

hoofdstuk 6.


13

4.2 De onderwijskundige inrichting: gedifferentieerd onderwijs in jaarklassen en combinatieklassen.

Onze school werkt met een systeem van gedifferentieerd onderwijs. Dit houdt in dat onze leerlingen

die hulp en aandacht krijgen die bij hen past. Om dit doel te bereiken gebruiken wij het GIP-model

(van groepsgericht naar individueel pedagogisch handelen) voor zelfstandig werken. Het helpt ons

stapsgewijs te werken aan een doorgaande leerlijn in de school. Door dit model is er meer aandacht

voor de behoeften van de individuele leerling. Wanneer een leerling laat zien de stof volledig te

beheersen kan er gekozen worden voor verrijking van de leerstof.

Wanneer een leerling wat meer tijd en instructie nodig heeft of niet op het gemiddelde niveau kan

werken is dat binnen dit model mogelijk. Binnen de school wordt het aantal mogelijkheden voor

verrijking systematisch uitgebreid. In de dagelijkse praktijk betekent dit dat de leerkracht een korte

instructie geeft aan alle leerlingen en de leerlingen gaan vervolgens individueel aan het werk. De

leerkracht geeft tijdens het zelfstandig werken instructie aan individuen of kleine groepjes over de

leerstof.

Hoe werkt het GIP-model?

In alle groepen zitten kinderen die op verschillende niveaus werk aankunnen. De een is snel, de ander

langzaam, de derde wil graag uitleg op verschillende manieren, de vierde heeft aan een half woord

genoeg, en ga zo maar door. De grote verschillen die er bestaan tussen leerlingen stelt hoge eisen

aan de leerkracht om alle leerlingen datgene te bieden wat ze nodig hebben. Hiervoor hebben we een

gezamenlijke aanpak door het GIP-model.

Het zelfstandig werken met het GIP model

Het GIP-model richt zich in eerste instantie op een goed organisatie in de groep, waardoor de

leerlingen zelfstandig kunnen werken. De leerkracht krijgt daardoor de mogelijkheid om instructie en

begeleiding op maat te geven. Zelfstandig werk kun je dus zien als een voorwaarde voor het geven

van instructie aan individuele leerlingen of aan een groepje leerlingen. De leerlingen weten wanneer

ze zelfstandig moeten werken. Op het bord komt dan het stoplicht, die op rood gaat. De leerlingen

weten ook hoe lang het zelfstandig werken duurt met de aangegeven klok.

Regels tijdens het zelfstandig werken

In iedere groep gelden dezelfde regels. Natuurlijk zijn de bewoordingen in de bovenbouw iets anders

dan in de onderbouw. De regels komen hier op neer:

Staat het stoplicht op rood: de kinderen gaan zelfstandig in stilte aan het werk.

Als je een vraag hebt, leg je je vraagtekenkaartje neer. Wanneer de leerkracht een

ronde loopt, komt hij/zij je helpen.

Tijdens een groep stoplicht mag in eigen groepjes een ander geholpen worden.

De leerkracht loopt rondes

De leerkracht loopt volgens een vaste looproute rondes door de klas en gaat daarbij systematisch

langs alle leerlingen. De kinderen weten wanneer ze aan de beurt zijn. Er zijn 3 verschillende soorten

rondes:

Startrondes wordt meteen na de groepsinstructie gelopen. De leerkracht kijkt of alle

leerlingen aan het werk kunnen gaan, en helpt sommige leerlingen even op weg.

Hulprondes: de leerkracht geef individuele hulp aan kinderen

Afsluitende of evaluerende ronde: de leerkracht bespreekt met individuele kinderen het

werk of het werkproces.

Verlengde instructie

Tussen de verschillende rondes door geeft de leerkracht instructie aan individuele leerlingen of kleine

groepjes kinderen. De ene keer bepaalt de leerkracht al bij de voorbereiding van de les welke

leerlingen extra instructie gaan krijgen. Soms worden leerlingen aangewezen n.a.v. vragen tijdens

de hulpronde of vragen leerlingen zelf om verlengde instructie. Verlengde instructie is er ook voor

leerlingen die op een hoger niveau werken of een eigen programma volgen.


14

Het programma van de dag op het bord

Het programma van de hele dag hangt op het bord. De leerlingen weten daardoor hoe de schooldag

er uit ziet, ze weten wat er van hen wordt verwacht. Behalve het programma staat op het bord ook

genoteerd wat er in een bepaalde les aan de orde komt. En er is te zien wat voor werk er gedaan kan

worden als de leerling met de taak klaar is.

Gepersonaliseerd leren

In de groepen 5 tot en met 8 wordt gewerkt met Snappet, een tablet waarop voor een aantal vakken de

verwerking wordt gedaan. Op deze manier kan er heel goed gedifferentieerd worden, kinderen kunnen aan

hun persoonlijke doelen werken en nog beter op hun eigen niveau instructie krijgen. In hoofdstuk 5.3 leest

u meer over de Snappet.

Coöperatief leren

We hebben ons de afgelopen jaren verdiept in de organisatie in de groep, zelfstandige opdrachten en

materialen voor de leerlingen, verschillende instructiegroepen en de invoering van coöperatief leren.

Samen weet je meer dan alleen. Tijdens de instructie of momenten van zelfstandig werken overleggen

de leerlingen regelmatig of voeren ze samen een opdracht uit. Op sommige momenten tijdens het

leren is het goed deze samenwerking te structureren. Dit noemen we coöperatief leren. Belangrijk bij

coöperatief leren is dat iedereen een gelijke deelname heeft (positieve wederzijdse afhankelijkheid),

dat elke leerling verantwoordelijk is voor zijn taak in de groep (individuele verantwoordelijkheid) en

dat iedereen actief is (directe interactie). Daarnaast doet coöperatief leren een beroep op de

samenwerkingsvaardigheden van de leerlingen, die ze in hun latere leven ook zullen nodig hebben.

De coöperatieve werkvormen kunnen op verschillende momenten in het lesprogramma worden ingezet

en voor verschillende doelen (beheersing van de stof, informatie uitwisselen, stimuleren van de

denkvaardigheden, etc). Deze manier van werken sluit naadloos aan bij onze methode Leefstijl, die is

gericht op het ontwikkelen van de sociale vaardigheden.

4.3 Een doorgaande lijn

Een van de doelen waar wij naar streven is een ononderbroken ontwikkeling van alle kinderen. In de

team- en bouwvergaderingen onderzoeken wij de mogelijkheden om het onderwijs en de

onderwijsomgeving steeds beter op elkaar af te stemmen. Ook komt daar o.a. de overgang van de

kleuter naar groep 3 ter spraken Aan het einde van het schooljaar zorgen leerkrachten ervoor dat

alle informatie over de leerlingen wordt overgedragen aan de volgende leerkracht. Dit alles om de

ontwikkeling van elk kind zo goed mogelijk te laten verlopen.

4.4 Rapportbesprekingen

Vanaf groep 1 krijgen alle kinderen twee keer per jaar een rapport. Hierin staan de diverse vorderingen

(leervorderingen, de werkhouding en het gedrag van het kind) vermeld. Het eerste rapport ontvangt

u in februari en het tweede rapport aan het eind van het schooljaar. De kleuters die na 1 oktober op

school zijn gekomen krijgen in februari nog geen rapport. Kleuters die na 1 februari op school komen

krijgen aan het eind van het schooljaar nog geen rapport.

In november wordt u uitgenodigd voor een gesprek in de klas. Dit gesprek gaat met name over het

welzijn van uw kind. We informeren u hoe uw kind meedraait in de klas en we vragen u om informatie

over uw kind waar wij bij aan kunnen sluiten.

In februari wordt u uitgenodigd voor een gesprek in de klas. Dit gebeurt naar aanleiding van het eerste

rapport. Bij het tweede rapport wordt u uitgenodigd als er grote verschillen zijn ten opzichte van het

eerste rapport. De resultaten van Cito-toetsen van januari en van juni krijgt u ook met het rapport.

Tevens krijgt u een grafiek waarop u kunt zien hoe de ontwikkeling van uw kind is. Deze grafieken

worden vanaf groep 3 ook met de kinderen individueel besproken.


15

4.5 Op basis waarvan geven wij een schooladvies?

De uitstroom naar het voortgezet onderwijs zou iets kunnen zeggen over de kwaliteit van de school.

Daar zijn wij voorzichtig mee. De keuze voor voortgezet onderwijs is namelijk afhankelijk van drie

factoren:

- de capaciteiten van het kind

- de thuissituatie

- de kwaliteit van de basisschool

Voor dit laatste punt zetten wij ons optimaal in. Wij stellen ons als doel het maximale uit elk kind te

halen en er zodoende voor te zorgen dat het kind in de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs

terecht komt en op die school goed kan meekomen.

Basisschooladvies

Na groep 8 gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Voorburg en omgeving biedt u hierin

een scala van mogelijkheden. Met de scholen van het voortgezet onderwijs hebben wij regelmatig

contact over onze leerlingen. Elk jaar is er overleg met de brugklasmentoren over de leerlingen die

naar het voortgezet onderwijs gaan. Wij bespreken dan ook de leerlingen, die er al zitten en worden

op de hoogte gehouden van hun prestaties. Wij maken in ons onderwijs gebruik van hun commentaar

en tips. Men kan na de basisschool kiezen uit verschillende schooltypen die de leerlingen in diverse

richtingen opleiden. U zult , samen met uw kind, een geschikte school moeten kiezen. Bij deze

beslissing gaat het om uw mening, de mening van uw kind en het advies van de school.

In het najaar wordt er voor de ouders uit groep 7 en 8 een informatieavond georganiseerd. Tijdens

deze avond wordt u uitgebreid geïnformeerd over de structuur van het voortgezet onderwijs, het

schooladvies en het tijdpad van de advisering.

Op de ouderavond in november in groep 7 en 8 geeft de leerkracht aan u en uw kind een adviesrichting

In de maand oktober wordt de NIO-toets afgenomen in groep 8. Het advies wordt opgebouwd uit

meerdere componenten: NIO-toets, CITO leerlingvolgsysteem, rapporten, de mate van

zelfstandigheid en algemene ontwikkeling van het kind (motivatie, faalangst, interesse).

Wat is de NIO-toets?

NIO toets staat voor Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau.

Het verschil tussen de NIO toets en de Cito eindtoets is dat de Cito meet wat kinderen hebben geleerd

in 8 jaar onderwijs (de feitelijke schoolprestaties) en de NIO toets bepaalt wat kinderen ‘in huis

hebben’ (de mogelijke schoolprestaties). Er zijn 6 onderdelen die worden getoetst. 3 onderdelen

geven een verbale intelligentie (synoniemen, analogieën en categorieën), 2 onderdelen geven een

rekenkundige intelligentie (getallen en rekenen) en 1 onderdeel geeft een ruimtelijke intelligentie

(uitslagen) weer.

Dit schooljaar zal voor het eerst de centrale eindtoets niet betrokken worden bij de plaatsing in het

VO. In april 2016 wordt een verplichte eindtoets afgenomen. Wij gebruiken de centrale eindtoets van

Cito.


16

Hoofdstuk 5: de organisatie van het onderwijs.

De kinderen starten allemaal in een combinatiegroep 1/2. Als de kinderen naar groep 3 gaan wordt

er een keuze gemaakt voor de homogene stroom of voor de combinatiegroepenstroom. Een kind blijft

in principe 6 jaar in dezelfde stroom. Bij grote uitzondering, en steeds in overleg met ouders, kan er

beslist worden om een kind te verplaatsen van stroom. We hebben een aantal criteria vastgesteld

waarop wij ons baseren bij het verdelen van de kleutergroepen (vriendjes/vriendinnetjes, verdeling

zorgleerling, werkhouding van de leerling, mate van zelfstandigheid, taakgerichtheid, enz.). De

mening van ouders wordt ook steeds gevraagd.

De opbouw van de school is de volgende:

Een aantal organisatiegegevens van onze school:

Het leerlingaantal is ca. 360. De kinderen zijn verdeeld in 13 groepen.

Er is een intern begeleidster die de leerkrachten ondersteunt en ervoor zorgt dat de

kinderen die dat nodig hebben speciale hulp krijgen na gericht onderzoek.

We beschikken over een remedial teacher; zij begeleidt de leerkrachten bij de hulp aan

leerlingen met leerproblemen en geeft kinderen die dat extra nodig hebben individuele

hulp

Er is een vakleerkracht gymnastiek, voor alle groepen. De overige lessen lichamelijk

opvoeding worden door de groepsleerkracht gegeven

We werken volgens het GIP-model voor zelfstandig werken

Alle groepen maken gebruik van computers

We maken gebruik van het CITO Leerlingvolgsysteem en bij de kleuters ook van het

“KIJK” observatiesysteem

5.1 Het leerstof aanbod in de groepen 1 en 2: leren door te spelen

Op de Groen van Prinstererschool kiezen wij voor de combinatiegroep 1 en 2. Dat is een

bewuste keuze. Vier-, vijf- en zesjarigen zitten in een groep bij elkaar. Een vier, vijf- en zesjarige is

al spelend bezig en komt zo tot leren. Een zesjarige kan een vierjarige helpen en wegwijs maken

binnen de groep. Binnen een groep van vier-, vijf- en zesjarigen, is het samenspel onderling van groot

belang.

Kleuters leren al doende tijdens hun spel. De leerkracht speelt hierop in door ervoor te zorgen dat de

kinderen zich prettig voelen en door kinderen materialen aan te bieden waarmee zij zich goed kunnen

ontwikkelen. Materialen waarmee zij hun zintuigen oefenen en begrippen leren hanteren.

Door bijvoorbeeld met kleurenlotto te spelen leert een kind goed te kijken, kleuren te onderscheiden

en te benoemen. Of door in de blokkenhoek te spelen leert een kind met andere samen te werken,

met hoeveelheden te werken, afmetingen te schatten enz. Behalve dat het kind veel van zijn eigen

ervaringen leert, leert het kind ook van anderen; kinderen uit zijn groep en van de leerkracht. Door

het gericht aanbieden van materialen willen wij sturing aan die ontwikkeling geven. Bij oudere kleuters

gaan wij daar dieper op in.


17

In de klas praten en lezen we veel met de kinderen, zodat zij allerlei woorden leren kennen en goed

leren spreken. Dat is de belangrijkste voorbereiding op het latere taal- en leesonderwijs.

Als voorbereiding op het schrijfonderwijs gebruiken wij de methode “Schrijfkriebels”. Verder vinden

we het belangrijk dat de kinderen voldoende ruimte krijgen om zich te bewegen. Leren en bewegen

is onlosmakelijk met elkaar verbonden bij jonge kinderen.

Werken aan thema’s in projectvorm

Bij de kleuters wordt hoofdzakelijk in projectvorm gewerkt; elke drie à vier weken komt een ander

onderwerp aan de orde. Dit gebeurt vanuit de kring. Daarin komen taal-, rekenen creatieve

activiteiten aan bod. Naast liedjes zingen die met het onderwerp te maken hebben, komen er ook

andere muzikale aspecten aan bod.

Kinderen kunnen ook zelf een onderwerp aandragen. Als hun interesse naar een bepaald thema

uitgaat, proberen wij daar zoveel mogelijk op in te spelen. Seizoensgebonden thema's als Sinterklaas,

Kerst, Pasen en de jaargetijden komen vanzelfsprekend ieder jaar aan bod.

Centraal punt in de klas is de wand “achter de leerkracht” bij de kringopstelling. Hierop is voor de

kinderen belangrijke informatie samengebracht en zichtbaar gemaakt. Dit gebeurt door middel van

plaatmaterialen, pictogrammen en tekst. De volgende zaken zijn er te vinden: kalender,

dagritmekaarten, afspraken, het thema, hulpjes, etc.

Zelfstandig activiteiten kiezen en plannen

In de klas maken we gebruik van een planbord. De leerlingen kunnen zo zelfstandig een activiteit

kiezen. De kinderen kunnen iets kiezen waar ze zin in hebben en zijn dus betrokken bij wat ze kiezen.

Hierbij leren de kinderen ook plannen en keuzes maken.

De activiteiten worden in vaste hoeken uitgevoerd. Zo heeft iedere klas bijvoorbeeld een

constructiehoek, tekenhoek, lees- schrijfhoek, rekenhoek, enzovoort.

De kasten met spelmateriaal zijn ingedeeld naar niveau. Er is een groep 1 kast en een groep 2 kast

waar de kinderen zelfstandig uit kunnen kiezen.

De kinderen mogen kiezen uit beide kasten.

De kinderen van groep 1 spelen samen met een leerling van groep 2 of met “toestemming” van de

leerkracht, met de materialen voor groep 2.

De werkopdrachten worden zo gekozen, dat de kinderen dit zelfstandig moeten kunnen uitvoeren. De

kinderen hoeven niet te vragen of ze naar het toilet mogen, maar kunnen dit zien aan de ketting. Ook

zijn er dagritmekaarten zichtbaar in de klas. Voor de kinderen is het duidelijk hoe de dag verloopt.

Hier hoeven ze niet naar te vragen.

In groep 2 gaan we nog een stapje verder met het materialenboek. Hierin leren de kinderen zelf

registeren welk spel ze hebben gedaan. Ook gaan de kinderen oefenen met een weektaak.

Hiermee maken we bij de kleuters al een aanzet tot zelfstandig werken, die in de volgende groep

wordt voortgezet.

De meeste kinderen zitten twee tot drie jaar in een kleutergroep. Dat is afhankelijk van hun

geboortedatum, hun aard en aanleg.

Wanneer gaat mijn kind naar groep 3?

Kinderen die tot de kerstvakantie bij ons op school komen worden geplaatst in groep 1.

Alle kinderen van groep 1 gaan in principe na de zomer door naar groep 2.

In juni neemt de leerkracht bij alle kinderen van groep 1 de Cito-toetsen Rekenen voor kleuters en

Taal voor kleuters af. De ontwikkeling van de kleuters wordt gedurende de gehele kleuterperiode

gevolgd aan de hand van het leerlingvolgsysteem KIJK!.

Daarmee volgen wij de werkhouding, de motorische en cognitieve ontwikkeling, de zelfstandigheid en

de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind.

In januari nemen wij in groep 2 de Cito-toetsen rekenen voor kleuters en Taal voor Kleuters af. Naar

aanleiding van al deze bevindingen wordt in de loop van groep 2 besloten of een kind een twee- of

een driejarig traject gaat volgen.

In de oudergesprekken van november en maart bespreekt de leerkracht met de ouders welk traject

voor het kind het beste is. In mei wordt definitief besloten of het kind na de zomer zal starten in groep


18

3 of nog een jaar in groep 2 blijft. Het volledige beleid twee of driejarig traject ligt ter inzage bij de

directie.

Kinderen die na de kerstvakantie binnen komen worden geplaatst in de instroomgroep. Zij starten na

de zomervakantie in groep 1

Methoden

In de kleutergroepen wordt met verschillende methoden gewerkt. Dit zijn door experts uitgewerkte

lesmethodes die wij gebruiken ter aanvulling en ondersteuning van het aanbod vanuit de leerkracht.

Deze methoden sluiten aan bij de lesmethoden die we in de midden- en bovenbouw gebruiken.

Godsdienst Trefwoord

Taal Schatkist

Bas

Rekenen Schatkist en Pluspunt

Schrijven Schrijfdans

Beeldende vorming Uit de kunst

Sociaal-emotionele ontwikkeling Leefstijl

Techniek Techniektorens

Praktische zaken in de onderbouw 1 en 2

a. Wennen

Kinderen mogen met 3 jaar en 11 maanden maximaal 5 dagdelen wennen. De leerlingen krijgen een

uitnodiging waarin staat wanneer ze op school verwacht worden en bij wie ze in de klas komen. Ouders

en leerkracht overleggen met elkaar over de wendagen.

b. Eten en drinken

De kinderen mogen een beker met een melkproduct of vruchtensap meenemen, geen kool-

zuurhoudende drankjes. Het is prettig als de beker van het kind is voorzien van de naam. Wij vragen

ouders fruit schoongemaakt mee te geven in een bakje met de naam erop. De kinderen mogen niet

snoepen onder schooltijd, behalve bij traktaties. Op woensdag is het fruitdag. Alle kinderen nemen

dan als tussendoortje een stukje fruit mee.

c. Verjaardagen

Onze voorkeur gaat uit naar een gezonde traktatie. Daarnaast vinden wij het fijn als uitnodigingen

voor verjaardagsfeestjes buiten de school om worden gegeven. Dit om teleurstellingen te voorkomen.

d. Speelgoedmiddag

Wij willen het meenemen van speelgoed naar school zoveel mogelijk beperken. Vrijdagmiddag is

speelgoedmiddag. Dan mag speelgoed meegenomen worden. Het is de bedoeling dat kinderen met

elkaar met het meegebrachte speelgoed kunnen spelen. Speelgoed dat kan leiden tot agressief gedrag

of luidruchtig spel mogen de kinderen niet meenemen. (pistolen, oorlogsspeelgoed of speelgoed dat

geluid maakt)

e. Halen en brengen

Ouders van de kinderen uit groep 1 en 2 kunnen zowel ’s ochtends als ’s middags hun kind in de groep

brengen. De kinderen kunnen direct bij binnenkomst een activiteit kiezen. De leerkracht heet alle

kinderen persoonlijk welkom door middel van een handdruk. Om 8.30 uur verlaten de ouders de klas

en wordt de deur gesloten.


19

5.2 Het leerstofaanbod in groep 3 tot en met 8 Het leerstofaanbod in de groepen 3 tot en met 8 is breed. Natuurlijk maken taal en rekenen er een

belangrijk deel van uit. Deze vakken zijn immers nodig om bijvoorbeeld voor geschiedenis teksten te

kunnen lezen of voor aardrijkskunde kaarten te kunnen lezen. Om ons leerstofaanbod vorm te geven

gebruiken wij voor de verschillende vakgebieden methodes. Dit zijn uitgewerkt lesboeken die

aansluiten bij de richtlijnen die het ministerie geeft voor de inhoud van het onderwijs, de zogenoemde

kerndoelen basisonderwijs. Door van deze methodes gebruik te maken, zijn wij er zeker van dat alle

kinderen straks goed voorbereid naar de middelbare school gaan.

Welke methodes gebruiken wij?

De belangrijkste methodes voor de verschillende vakken zijn:

Godsdienst Trefwoord

Soc. Emot. vorming Leefstijl

Aanvankelijk lezen Veilig Leren Lezen

Nederlandse taal Taal Actief 4

Begrijpend/ Studerend Lezen Nieuwsbegrip XL

Technisch lezen Estafette

Rekenen/ Wiskunde Pluspunt

Schrijven Schrijftaal

Wereldoriëntatie Wijzer

Verkeer de Jeugdverkeerskrant van VVN

Muziek Trias traject waarbij één

leerlijn voor de school wordt ontwikkeld.

Beeldende vorming Uit de kunst

Techniek Techniektorens

Engels Take it Easy

Naast deze lesmethoden worden er voor verschillende vakken gebruik gemaakt van andere

materialen.

Deze paragraaf beschrijft kort welke verschillende leergebieden in ons onderwijs aan bod komen en

hoe wij het onderwijs daarin vormgeven.

Lezen In groep 3 wordt de start gemaakt met het aanvankelijk lezen. Er wordt begonnen met het aanleren

van de letters en de belangrijkste bouwstenen voor het lezen, namelijk de analyse en synthese, het

zogenaamde “hakken en plakken”.

De school gebruikt de methode Veilig leren lezen. Deze geeft de leerkracht handreikingen om het

leerproces goed te begeleiden en rekening te houden met verschillen in leesvaardigheid. Niet alle

kinderen hebben bij de start van groep 3 dezelfde beginsituatie. E kinderen kunnen al lezen, terwijl

anderen nog aan het begin van het leesproces staan. De nieuwste versie van Veilig Leren Lezen heeft

voor alle kinderen een leerstofaanbod dat aansluit bij hun eigen leesvaardigheid op dat moment.

Iedere dag even lezen is belangrijk voor elk kind!

Wij vinden het belangrijk dat kinderen veel plezier beleven aan lezen. Ouders kunnen aan dit

leesplezier een zeer belangrijke bijdrage leveren. Hoe meer een kind leest hoe beter het ook zal leren

lezen. Een goede leesvaardigheid gaat vrijwel zeker ontstaan wanneer er dagelijks gelezen wordt.

Tijdens het proces van het aanvankelijk lezen, in groep 3, is dagelijks 10 tot 15 minuten een goede

richtlijn. Het is beter om iedere dag even te lezen dan eens in de week een uur!

Nadat kinderen het lezen eenmaal onder de knie hebben, is het belangrijk om aan verbetering van

hun vaardigheden te blijven werken. Daarvoor zijn twee onderdelen belangrijk: technisch lezen –

technieken om woorden en teksten snel en vloeiend te kunnen lezen – en begrijpend lezen – de

gelezen tekst begrijpen en er vragen over kunnen beantwoorden


20

Vanaf groep 4 wordt voor technisch lezen de methode ‘Estafette” gebruikt. Estafette is een methode

die goed aansluit op veilig leren lezen, de methode heeft dezelfde opbouw en gebruikt dezelfde

pictogrammen, die is dus bekend voor de kinderen. Estafette verdeelt de leerlingen in 2 groepen: De

methodevolgers en de snelle lezers. De snelle lezers werken zelfstandig aan hun opdrachten. Alle

oefeningen zijn een voorbereiding op het met plezier lezen en beleven van teksten.

Vanaf groep 4 gebruiken wij naast het technisch lezen voor ons leesonderwijs de methode

“Nieuwsbegrip XL” voor begrijpend lezen. Nieuwsbegrip is een interactieve en aansprekende methode

voor begrijpend lezen die volledig gebaseerd is op actualiteit trekt.

Nieuwsbegrip staat voor; wekelijks teksten en opdrachten over een actueel onderwerp, de kinderen

leren vijf leesstrategieën, meer plezier in begrijpend lezen!

Taal en spelling

Als taalmethode gebruiken we Taal Actief 4. Taal Actief 4 werkt vanuit 4 speerpunten:

- werken op je eigen niveau: vanaf de eerste les wordt er in Taal Actief gedifferentieerd op drie

niveaus. Ook in de instructie wordt er gedifferentieerd. Taal Actief heeft een plusboek met daarin

een uitdagend programma voor taalbegaafde kinderen.

- Weet wat je leert!: Kinderen leren beter als ze weten wat en waarom ze iets leren. Met Taal

Actief worden ze daar bewust van gemaakt.

- Veel aandacht voor woordenschat: Taal Actief besteedt in het basisprogramma veel aandacht

aan woordenschat. Zo komen alle themawoorden meerdere keren aan de orde. Voor kinderen met

een beperkte woordenschat is er een aanvullen programma.

- Uitdagende spellingslijn: Per week wordt er één nieuwe spellingscategorie aangeboden en

worden er categorieën herhaald.

Schrijven

We werken in de groepen 3 tot en met 8 met de schrijfmethodes: Schrijftaal. Om te leren schrijven

en een persoonlijk handschrift te ontwikkelen is het belangrijk dat de (fijne) motoriek van de kinderen

goed wordt getraind. Ook is er veel aandacht voor individuele verschillen. Vanaf groep 4 werken we

ook met de methode Schrijftaal, hierbij ligt de nadruk op het schrijven.

De kinderen krijgen halverwege groep 3 een Stabilo van de school. Deze pen heeft een uitstekende

pengreep en het kind leert door de pen nog vloeiender te schrijven. Wanneer er iets met deze pen

gebeurt, is de regel dat u zelf voor een nieuwe Stabilo zorgt. Tot en met groep 6 moeten de kinderen

in de klas met Stabilo schrijven. Vanaf groep 7 mogen de kinderen met een balpen schrijven in de

schriften. Deze krijgen ze op school.

Rekenen en wiskunde

Voor het rekenonderwijs zijn we dit jaar in het vierde jaar dat we werken met de methode Pluspunt.

De leerlingen van groep 8 gaan, als laatste groep, ook gebruik van deze methode. Daarmee is,

stapsgewijs, de gehele methode in de school ingevoerd. Pluspunt is één van de nieuwste

rekenmethode in het basisonderwijs voor groep 1 t/m 8. Pluspunt is een heel duidelijke methode die

kinderen leert rekenen via een zorgvuldige, stapsgewijze opbouw van de lesstof met veel oefening en

herhaling. Pluspunt heeft een praktische differentiatie, waardoor elk kind rekenonderwijs op zijn

niveau krijgt. Bij de methode hoort een computerprogramma dat aansluit bij de leerstof.

Wereldoriënterende vakken

(Aardrijkskunde - Geschiedenis - Biologie – Natuurkunde - techniek)

Dit jaar wordt er voor het eerst gewerkt met een nieuwe methode “Wijzer”. Hierin zijn de wereld

oriënterende vakgebieden opgenomen. Dit is een methode voor alle groepen van het basisonderwijs

waarin de verschillende kennisgebieden, waar dit mogelijk en relevant is, in samenhang worden

behandeld. De methode doet die aan de hand van verschillende themalijnen over. Binnen deze

themalijnen komen thema’s aan de orde die de kinderen vanuit verschillende invalshoeken uitdiepen.

Wijzer sluit aan bij de eigen interesse en nieuwsgierigheid van kinderen en probeert die te stimuleren.

In groep 3 en 4 wordt er gewerkt uit een algemeen deel. Voor de groepen 5 tot en met 8 is de methode

gesplitst in drie delen: Een deel met accent op aardrijkskunde, een deel met het accent op


21

geschiedenis en een deel waarin het accent op natuur, techniek, milieu en samenleving ligt. De

methode Wijzer is ontwikkeld vanuit mondiaal perspectief en maakt actief en interactief leren mogelijk.

De groepen 3 t/m 8 kijken naar een TV serie uitgezonden door de NOT. Dit kan zijn de serie Huisje

Boompje Beestje en/of de serie Nieuws uit de Natuur. Groep 7 en 8 kijken naar het jeugdjournaal.

Jaarlijks werken we gedurende 2 weken rond 1 project. Alle activiteiten staan in het teken van het

project. Dit jaar is de projectweek in de maand maart. Het project sluiten we af met een kijkavond

voor alle ouders. Kinderen kunnen op die avond hun ouders in de school rondleiden en de opbrengst

van het project laten zien.

Verkeer

Voor verkeer werken wij in groep 3 t/m 8 met de Jeugdverkeerskrant van Veilig Verkeer Nederland.

Tijdens de verkeerslessen behandelen we onderwerpen, die nauw aansluiten bij de dagelijkse

belevingswereld van onze kinderen. De methode besteedt daarnaast veel aandacht aan de vijf rollen,

die het kind heeft in het verkeer. Deze rollen zijn:

- speler

- loper

- fietser

- passagier

- gebruiker van het openbaar vervoer

De verkeersregels en de verkeersborden komen aan bod. Het allerbelangrijkste is echter dat het kind

zich veilig gedraagt in het verkeer. De methode start vanaf groep 3. Groep 7 zal dit schooljaar

deelnemen aan het landelijke verkeersexamen.

Engels

Engels wordt gegeven in de groepen 5 t/m 8. In de groepen wordt gewerkt met de methode “Take is

easy”.

In de methode wordt aandacht besteed aan begrip, mondelinge uitdrukkingsvaardigheid en schrijven.

De onderwerpen die aan de orde vormen de basis voor het onderwijs in de Engelse taal in het

voortgezet onderwijs.

Expressievakken en cultuureducatie

De expressie omvat een aantal vormingsgebieden, te weten:

handvaardigheid

tekenen

muzikale vorming

dramatische vorming

Bij expressie gaat het om de ontwikkeling van de eigen creativiteit als bijdrage aan de harmonische

ontwikkeling van het kind. Met behulp van de subsidie ‘Bevordering cultuureducatie Primair Onderwijs’

zijn we gestart met de nieuwe methode ‘Uit de kunst’.

In deze methode wordt zowel aandacht besteed aan kunstbeschouwing als eigen creativiteit. De lessen

hebben per jaargroep een duidelijke opbouw in niveau. De methode daagt de leerling uit de creativiteit

te blijven ontwikkelen.

Voor muzikale vorming zijn wij een samenwerking aangegaan met Trias. In 2015-2016 komt er

wekelijks 25 keer een vakdocent Muziek in de klas voor onze muzieklessen. Het muziekonderwijs is

erop gericht de kinderen op een systematische wijze kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied

van de muziek bij te brengen. Ze leren de eerste beginselen van de taal van de muziek en ontdekken

hun eigen mogelijkheden.

Alle leerlingen van de school nemen deel aan het cultuurmenu van de gemeente Leidschendam-

Voorburg. Dit betekent dat de leerlingen een aantal keer per jaar een culturele instelling bezoeken.


22

Gedurende de acht jaren op de basisschool maken de leerlingen kennis met alle facetten van het

culturele leven in en om Voorburg.

Lichamelijke oefening

In alle groepen worden lessen gegeven in lichamelijke oefening. De kinderen van groep 1/2 gymmen

3 keer in de week. De kinderen van de groepen 3 tot en met 8 hebben twee keer gym per week. Op

maandag, dinsdag en woensdag krijgen de kinderen les van een vakleerkracht.

Wij werken met een jaarplan. Zo is er aansluiting tussen de vakleerkracht en de leerkrachten. Tevens

is een goede opbouw op deze manier gewaarborgd en wordt er efficiënter gewerkt tijdens het geven

van de gymlessen, omdat de ene groep opbouwt, de andere groep er gebruik van maakt en de

volgende groep de toestellen opruimt. Gezien de veranderingen in de opleidingen voor leraar, zijn niet

alle leraren meer bevoegd om gymles te geven, daardoor kan het zijn, dat niet de eigen

groepsleerkracht gym geeft, maar iemand anders van het team.

Gymkleding:

Korte broek en T-shirt of een gympakje.

Gymschoenen, voor de onderbouw het liefst met klittenband.

In verband met hygiëne en gebrek aan ruimte op de gangen is het voor de kinderen van groep 3 t/m

8 verplicht hun gymtas mee naar huis te nemen. U en uw kind, moeten er zelf aan denken deze tas

weer mee naar school te nemen op de dag dat uw kind gym heeft. Heeft uw kind tijdens de gymles

geen gymkleding bij zich is hij of zij genoodzaakt om in ondergoed te gymmen of niet mee te gymmen.

Godsdienst (groep 1 t/m 8)

Middels de methode “Trefwoord” besteden wij in alle groepen dagelijks aandacht aan onze christelijke

identiteit. De methode maakt gebruik van dagopeningen die aansluiten bij de leefregels van de school.

Alle groepen beginnen de dag met een dagopening “op niveau” (onder- midden- bovenbouw).

In Trefwoord wordt expliciet aandacht besteed aan de Christelijke feesten: Kerstmis, Pasen en

Pinksteren.

Het schooljaar wordt elk jaar geopend met een viering. Dit schooljaar is dit op woensdag 12 september

2012

Vanaf groep 5 brengen de leerlingen bezoeken aan verschillende geloofsinstellingen. Groep 5 bezoekt

een protestants-christelijke kerk, groep 6 bezoekt een katholieke kerk, groep 7 bezoekt een synagoge

en groep 8 bezoekt een moskee.

Actief burgerschap

Van basisscholen wordt verlangd dat zij gericht aandacht besteden aan actief burgerschap. Op onze

school doen wij dat door het gebruik van de methodiek Topondernemers, Trefwoord en Wijzer, waarbij

leerlingen onder andere allerlei onderwerpen onderzoeken die te maken hebben met burgerschap.

Daarnaast wordt aandacht besteed aan de verkiezingen, de staatsinrichting en Prinsjesdag. De

methode Leefstijl en de leerlingenraad zijn ook belangrijke voorbereidingen op het actief burgerschap

van onze leerlingen.

Praktische zaken Groep 3 t/m 8

a) Eten en drinken

De kinderen mogen een beker met een melkproduct of vruchtensap meenemen, geen koolzuur

houdende drankjes. Wilt u op de beker de naam van uw kind zetten. Als uw kind behoefte heeft aan

fruit, wilt u het dan schoongemaakt meegeven in een bakje met naam er op? Op woensdag is onze

fruitdag. Alle kinderen nemen dan fruit mee als tussendoortje. De kinderen mogen niet snoepen onder

schooltijd, behalve bij traktaties.


23

b) Verjaardagen

Onze voorkeur gaat uit naar een gezonde traktatie. Daarnaast vinden wij het fijn als u buiten de school

om, de uitnodigingen voor het kinderfeestje zou willen geven. Dit om teleurstellingen te voorkomen.

c) Huiswerk

Tot de schoolzaken, waarmee ouders thuis te maken krijgen, behoort huiswerk. We willen de kinderen

leren zich verantwoordelijk te voelen voor een opdracht of een taak, die thuis uitgevoerd moeten

worden. De kinderen leren stap voor stap hoe zij huiswerk moeten verwerken en verdelen. Dit is van

groot belang voor het voortgezet onderwijs, waar kinderen elke dag voor vele vakken huiswerk

krijgen. Als een kind te veel tijd en moeite aan het huiswerk moet besteden, is overleg met de

leerkracht altijd mogelijk en zelfs wenselijk. Vanaf groep 7 is het hebben van een schoolagenda

verplicht. In de praktijk blijkt dat ouders, door regelmatig inzien van de agenda, een goed overzicht

hebben van de taken.

Groep 6

In groep 6 wordt het begrip huiswerk geïntroduceerd. Alle leerlingen krijgen:

een snelhechter als huiswerkmap;

kalender van het schooljaar met toetsdata;

handleiding voor het voorbereiden van een spreekbeurt, boekenbeurt en werkstuk;

elke vrijdag in de oneven weken: oefenblad topografie.

Elke vrijdag in de even weken: een schrijftaak (in de laatste maanden van het

schooljaar)

Het huiswerk bestaat uit:

Tweewekelijks topografietoets (dit wisselt elkaar af op de vrijdagen);

Maakwerk (een schrijftaak) in de laatste maanden van het schooljaar.

Groep 7

In groep 7 wordt er toegewerkt naar bijna dagelijks huiswerk.

De leerlingen zorgen zelf voor een multomap en agenda.

Ouders zetten wekelijks een handtekening in de agenda voor gezien.

Iedere maandag wordt door de leerkracht gecontroleerd of er inderdaad getekend is.

De map gaat dagelijks mee naar van huis naar school en omgekeerd.

Het huiswerk wordt minimaal een week van te voren meegegeven.

Er wordt aan het einde van het jaar er naar toe gestreefd dat ze elke dag huiswerk

krijgen.

Minimaal 2 tot 3x per week een leertaak.

2 keer in de week een schrijftaak (1 x cijferen en 1 x werkwoorden of ontleden)

Groep 8

In groep 8 wordt er op dezelfde manier met huiswerk omgegaan als in groep 7.

De leerlingen zorgen zelf voor een multomap en een agenda.

In de agenda wordt het huiswerk genoteerd.

Het huiswerk wordt minimaal een week van te voren meegegeven.

elke dag huiswerk

- topografie (week 1 maken, week 2 leren)

- blokboek staatsinrichting (week 1 samenvatting, week 2 vragen oplossen)

- Engels, EHBO, … leren

- werkwoorden en ontleden

d) ICT

Alle ruimtes, van klaslokaal tot administratie, beschikken over multimedia computers. Groep 1 t/m 8

heeft voor de leerlingen 3 computers per lokaal. Deze computers zijn onderling verbonden door middel

van een netwerk. We werken sinds schooljaar 2011-2012 ook met I-pads in de groepen 3 tot en met


24

8 en sinds schooljaar 2014-2015 met Snappet tablets in groep 5 en 6. Dit schooljaar werken we in de

groepen 5 tot en met 8 met deze tablets.

Op onze school worden computers, I-pads en Snappets voor de volgende doeleinden gebruikt:

om de basisvaardigheden te leren

bij de verwerking van een aantal basisvakken

als remediërende hulp

om te leren werken met het Officepakket

als aanvullende educatieve software voor:

om te spelen

voor e-mail en Internet

als verzamelplek van belangrijke informatie (o.a. leerlingvolgsysteem)

als informatiebron

Via Kennisnet, een initiatief van het Ministerie van Onderwijs waarbij o.a. alle basisscholen van

Nederland zijn aangesloten, leren de kinderen vanuit alle werkplekken hoe zij bruikbare informatie

kunnen verzamelen. Vervolgens worden vaardigheden ingeoefend waardoor kinderen in staat

zullen zijn de gevonden informatie te verwerken.

In de groepen 3 tot en met 8 wordt gebruik gemaakt van een digitaal schoolbord.

e) Groep 8

Bij deze groep horen specifieke onderdelen, zoals:

De voorbereiding op het vervolgonderwijs door middel van o.a. gebruik van een agenda en het

structureel geven van huiswerk.

Voorlichting over het voortgezet onderwijs

Het adviseren t.a.v. het voortgezet onderwijs.

Het kamp

De centrale eindtoets en de NIO-toets.

Het volgen van Jeugd-E.H.B.O.-lessen

De musical-opvoering in de laatste schoolweek.

In het begin van groep 8 is er een aparte informatieavond voor de ouders van groep 8 over het

voortgezet onderwijs, advies en aanname procedure in het voortgezet onderwijs.

5.3 Werken met Snappet

Wij werken in groep 5 tot en met 8 met Snappet voor de vakken rekenen, taal, spelling en begrijpend

lezen. Ieder kind heeft zijn eigen tablet en verwerkt daarop de lesstof. Via de tablets van Snappet

krijgt ieder kind, naast de verwerking op het doel van de les, ook opdrachten aangeboden op zijn

eigen niveau. Hierdoor blijven de leerlingen uitgedaagd en gemotiveerd. Snappet sluit aan bij de

belevingswereld van kinderen en maakt zo leren leuker. En leerlingen die leren leuk vinden halen

binnen hun mogelijkheden de beste resultaten.

De opbouw van de lessen blijft gelijk. De leerkracht geeft eerst een interactieve instructie aan de

groep. Daarna verwerken de kinderen de lesstof digitaal op de tablet. Dit levert een aantal voordelen

op:

- Leerlingen krijgen direct feedback op hun gegeven antwoord. Ze krijgen een groene krul of

een rode streep. De leerlingen kunnen hun antwoorden direct corrigeren. De Snappet is dus

zelfcorrigerend.

- Vervolgvragen worden moeilijker of makkelijker op basis van de resultaten. Kinderen

kunnen dus op hun eigen niveau aan de slag.

- De Snappet biedt leerlingen inzicht in de mate waarin ze hun leerdoelen hebben bereikt.

- De Snappet biedt de kinderen extra oefenstof om te kunnen werken aan nog niet behaalde

leerdoelen. Kinderen worden zo mede-eigenaar van hun leerproces.

- De leerkracht kan tijdens les de vorderingen van de leerlingen direct volgen en besluiten

tot extra instructie en begeleiding daar waar nodig.


25

- De leerkracht heeft meer tijd voor het voorbereiden van de lessen, doordat het werk van

de kinderen niet hoeft worden nagekeken.

- Bij het voorbereiden van de les kan de leerkracht de informatie van Snappet gebruiken om

de les zo goed mogelijk afgestemd op de leerbehoeften van de groep in te richten.

- Snappet Tabletonderwijs ondersteunt de leerkracht bij het realiseren van passend en

opbrengstgericht onderwijs.


26

Hoofdstuk 6: Aannamebeleid Het is heel belangrijk om een goede keuze te maken voor een basisschool van uw kind. Wij vinden

het dan ook essentieel om bij de inschrijving voldoende tijd te hebben voor een rustig gesprek met

ouders/verzorgers. Dit kan tijdens de informatieochtend of tijdens een individueel gesprek.

Wij behouden ons het recht voor om kinderen in groep 2 t/m 8 niet te plaatsen. Plaatsing is afhankelijk

van de volgende factoren:

- groepsgrootte

- het aantal zorgleerlingen in een groep

- mogelijkheden om eventuele zorgleerlingen op te kunnen vangen.

6.1 Aannamebeleid vierjarigen Wij nemen per kalenderjaar 50 vierjarige leerlingen aan. Op deze manier zorgen wij voor een

evenwichtige verdeling van kinderen over de verschillende leerjaren. Kinderen kunnen vanaf drie jaar

worden ingeschreven. Voor deze leeftijd spreken we van een vooraanmelding. In oktober 2015 worden

de leerlingen geplaatst voor oktober 2016 t/m oktober 2017.

Criteria voor het toelaten van kinderen van de wachtlijst

1. De hoogste prioriteit geven wij aan de broertjes/zusjes van de kinderen die al bij ons

op school zitten. Wij verwachten van ouders van onze school dat zij broertjes of zusjes

voor aanmelden voor de 2de verjaardag. Anders kunnen zij geen gebruik maken van het

voordeel van dit criterium.

2. De kinderen die onze peuterspeelzaal “De Speeldoos” bezoeken.

3. Alle aanmeldingen van kinderen binnen het verzorgingsgebied.

4. De kinderen die buiten ons verzorgingsgebied wonen.

Op onze school zitten voornamelijk Voorburgse kinderen, maar door het speciale karakter van

Voorburg West betekent dat dat er ook kinderen zitten uit andere, nabij gelegen wijken uit andere

gemeenten. Het verzorgingsgebied van onze school strekt zich uit tot in de gemeenten Rijswijk en

Den Haag en wordt begrensd door de Vliet, de Broeksloot, de Haagweg, station Voorburg en Park

Leeuwenberg.

Wij zouden graag alle kinderen die zich aanmelden plaatsen bij ons op school, dit kan echter niet

omdat we over een beperkt aantal ruimten beschikken.


27

Hoofdstuk 7: Zorg aan leerlingen

7.1 Hoe zorgen wij dat iedere leerling de nodige extra zorg krijgt?

Gelukkig gaat het met heel veel kinderen goed; zij gedijen goed in het pedagogische klimaat van de

school en zij leren in voldoende mate bij. Toch sluit bij sommige kinderen het gewone

onderwijsleerproces soms, om zeer uiteenlopende redenen niet aan bij hun behoeften. In overleg met

de ouders proberen we de oorzaak hiervan te achterhalen en waar mogelijk het probleem aan te

pakken. De coördinatie van de leerlingenzorg en het leerlingvolgsysteem is in hand van de intern

begeleider.

Wanneer wij denken dat een aanvullend onderwijskundig onderzoek verstandig zou zijn bij een kind

wordt hierover altijd contact gezocht met de ouders en er volgt er een nagesprek met de ouders, de

leerkracht en de interne begeleider over de onderzoeksbevindingen. We bespreken dan ook met de

ouders hoe wij denken dat we het kind het beste kunnen helpen.

Indien uw kind extra zorg nodig heeft, kan het voorkomen dat wij uw kind in de interne zorgcommissie

bespreken (IZC) of in de school ondersteuningscommissie. De interne zorgcommissie bestaat uit: de

intern begeleider, de remedial teacher, de leerkracht(en) van uw zoon of dochter en eventueel

schoolmaatschappelijk werk. De school ondersteuningscommissie bestaat uit: de directeur, de intern

begeleider, de adviseur passend onderwijs, de school maatschappelijk werker, de leerkracht(en) van

uw zoon of dochter en eventuele externen. Ouders/ verzorgers worden ook uitgenodigd. Het doel van

deze besprekingen is met een brede blik naar uw kind te kijken en te bepalen wat uw zoon of dochter

aan specifieke zorg nodig heeft.

Mogelijke vervolgafspraken naar aanleiding van dit overleg kunnen zijn:

- adviezen aan de leerkrachten in de groep en/of aan ouders.

- een observatie door intern begeleider

- een onderzoek

- inzetten van diverse disciplines voor het bieden van hulp

- aanvragen van een individueel arrangement of toelaatbaarheidsverklaring

Ieder kind heeft recht op Onderwijs op Maat en om die reden hebben wij naast extra inoefenstof en

herhalingsstof ook materialen voor kinderen die extra uitdaging aankunnen naast de regulier

aangeboden leerstof. Wij vinden het belangrijk dat kinderen op hun eigen niveau kunnen werken en

passen daarom in sommige gevallen de leerstof aan. Deze kinderen zijn met andere materialen of

lesstof aan het werk in de groep.

7.2 De voortgang van leerlingen volgen in een leerlingvolgsysteem

Een leerlingen onderwijs volgsysteem (LOVS) bestaat uit een set van methodeonafhankelijke,

genormeerde toetsen. Deze toetsen betreffen vooral (de voorbereiding van) de instrumentele vaardigheden: lezen, hoofdrekenen, spellen, rekenen/wiskunde en begrijpend lezen.

We stellen ons als doel het optimale uit elk kind te halen. Dit is voor elk kind verschillend. Daarbij

streven we ernaar dat een leerling minimaal het niveau eind groep 8 haalt. Door middel van toetsen

en observaties houden we de ontwikkeling van uw kind nauwgezet in de gaten. Driemaal per jaar

worden de vorderingen van alle leerlingen doorgesproken door de intern-begeleider en de leerkracht.

De basisvaardigheden taal, lezen, rekenen, schrijven en de algemene ontwikkeling krijgen hierbij een

belangrijk accent. Ook de sociaal-emotionele ontwikkeling krijgt de volle aandacht. Om de

ontwikkeling van de leerling goed te kunnen volgen maken wij gebruik van methode gebonden toetsen

(bijvoorbeeld de afsluitende toets aan het einde van een hoofdstuk in het rekenboek) en

methodeonafhankelijke toetsen.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Norm_(standaard)


28

Methodeonafhankelijke toetsen uit ons leerlingvolgsysteem zijn:

- taal voor kleuters (CITO groep 1 en 2)

- Rekenen voor kleuters (Cito groep 1 en 2)

- AVI leestoets (Cito groep 3 t/m 8)

- DMT leestoets (Cito groep 3 t/m 8)

- Begrijpend lezen (Cito groep 4 t/m 8)

- Spelling (Cito groep 3 t/m 8)

- Rekenen en Wiskunde (Cito groep 3 t/m 8)

- NIO en centrale eindtoets (groep 8)

Scores:

I = goed (0-20% scoort hoger) II= ruim voldoende (20-40% scoort hoger) III= voldoende (40-60% scoort hoger) IV= onvoldoende (60-80 % scoort hoger) V = zwak (80-100 % scoort hoger

Alle gegevens van toetsen, observaties en onderzoeken worden bewaard. Hierdoor kunnen wij een

leerling ‘volgen’ gedurende zijn/haar weg door de basisschool. Indien wij merken dat uw kind op één

of meerdere onderdelen uitvalt, dan nemen wij steeds contact op met de ouders.

Het protocol Leesproblemen en dyslexie wordt nauwlettend gevolgd door de leerkrachten van groep

1 tot en met 8. Dit protocol is bedoeld om leerkrachten in het primair onderwijs een houvast te geven

bij het vroegtijdig onderkennen en aanpakken van leesproblemen. Uit onderzoek is gebleken dat hoe

eerder leesproblemen kunnen worden opgespoord, hoe groter de kans is dat een

interventieprogramma succes heeft. Dit is ook belangrijk voor het welbevinden van het kind op school.

In de kleutergroepen maken we gebruik van het “KIJK” ontwikkelingsvolgsysteem. Op basis van de

registraties ontvangen ouders een rapport en worden er groepsplannen opgesteld.

7.3 Waar nodig extra begeleiding door de leerkracht of de intern begeleider

Extra hulp kan gegeven worden door de leerkracht, maar soms ook door de remedial teacher. In dit

laatste geval wordt de begeleiding buiten de klas gegeven en waar mogelijk proberen we deze hulp

te geven in kleine groepjes. Het werken in kleine groepen is fijner voor kinderen en zij hebben een

grote stimulerende invloed op elkaar bij het verwerven van vaardigheden.


29

7.4 Een systematische aanpak door het opstellen van een handelingsplan

Op basis waarvan wordt een handelingsplan gemaakt?

In eerste instantie worden er geen handelingsplannen opgesteld. In de groepsplannen wordt gekeken

naar de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Door in te spelen op de onderwijsbehoefte willen we

ervoor zorgen dat de leerling de doelen haalt die voor zijn ontwikkeling nodig zijn. Aan het eind van

de groepsplanperiode kijkt de leerkracht of de doelen zijn gehaald.

De leerkracht analyseert de niet-methode gebonden toetsen (o.a. CITO’ s). Bij achterstanden, stelt

hij een handelingsplan op. Hij bespreekt dat met de intern-begeleider. Vervolgens worden ouders

geïnformeerd.

Bij structureel lage scores bij methode gebonden toetsen wordt ook een handelingsplan opgesteld.

Ook dit wordt met de intern-begeleider besproken en ouders worden geïnformeerd. Het is ook mogelijk

dat er een handelingsplan wordt opgesteld voor gedrag (concentratie, storend gedrag)

Door het opstellen van handelingsplannen brengen wij structuur aan in de geboden hulp. Het plan

bestaat uit identificeren van het probleem, schrijven van een plan van aanpak en een eind evaluatie.

De tijdsduur van een handelingsplan is in principe 6 weken. Daarna wordt middels de evaluatie

gekeken of de beoogde doelen zijn behaald en of verdere of andere hulp noodzakelijk is.

7.5 Het digitale leerlingendossier

Van elke leerling hebben wij een digitaal dossier. In dit dossier wordt bewaard: de aanmeldings-

formulieren, persoonsgegevens van de leerling, onderzoeksverslagen, externe en interne verslagen,

informatie die relevant is voor een goede begeleiding van onze leerlingen.

7.6 Het onderwijskundige rapport

Wanneer een leerling tussentijds de school verlaat dan wordt er een onderwijskundig rapport gemaakt.

In het onderwijskundige rapport geven we een overzicht van de ontwikkelingen en prestaties van een

kind in de jaren, dat het bij ons op school heeft gezeten. Het rapport wordt gemaakt door de leerkracht

en gezien door de directie. Aan de ontvangende school wordt het onderwijskundig rapport

toegestuurd. De ouder ontvangt een kopie van dit rapport.

7.7 Zorg voor kinderen met speciale behoeften

Voor kinderen die speciale behoeften hebben wordt, in samenwerking met de ouders, een

ontwikkelingsperspectief opgesteld. Regelmatig worden de gestelde doelen in het ontwikkelingsperspectief

met ouders geëvalueerd. Een van de vragen is telkens of de ontwikkeling nog volgens plan verloopt en of

de school de benodigde ondersteuning nog kan geven met eventueel ondersteuning van het

samenwerkingsverband. Als de school niet meer de benodigde ondersteuning, met hulp vanuit het

samenwerkingsverband, dan gaat de school op zoek naar een andere school voor dit kind. Een school die

beter in staat is de benodigde ondersteuning te beiden.

7.8 Wettelijk kader ten aanzien van zieke kinderen Hieronder volgt de letterlijke wettekst, die vertelt dat kinderen tot 16 jaar volledig leerplichtig zijn en

dat alleen bij ziekte vrijstelling van de leerplicht kan worden verleend.

“Als gevolg van artikel 2 van de Leerplichtwet zijn degene die het gezag over een jongere uitoefent

en degene die zich met de feitelijke verzorging van een jongere heeft belast verplicht ervoor te zorgen

dat de jongere als leerling van een school wordt ingeschreven en deze school ook na inschrijving

geregeld bezoekt.

De jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt heeft naast degene die het gezag over hem

uitoefent of met zijn feitelijke verzorging is belast zelf de verplichting de school waar hij is


30

ingeschreven geregeld te bezoeken. De hiervoor genoemde personen en de jongere van 12 jaar en

ouder zijn vrijgesteld van de omschreven verplichting indien de jongere wegens ziekte verhinderd is

de school te bezoeken. Een beroep op vrijstelling wegens ziekte kan slechts worden gedaan indien

daarvan binnen twee dagen na het ontstaan van de verhindering aan het hoofd kennis is gegeven, zo

mogelijk met opgave van de aard van de ziekte”.

7.9 Leerlingen met leerproblemen of sociaal emotionele problemen.

Wanneer leerlingen niet goed mee kunnen op school proberen wij, zoals de wet ook van ons verlangt,

zo lang mogelijk een aangepast programma voor dat kind te verzorgen; aan de onderwijsbehoefte

van het kind te voorzien. In overleg met groepsleerkracht, intern begeleider en remedial teacher wordt

gekeken hoe we het betreffende kind zo goed mogelijk kunnen begeleiden. Soms is dat hulp buiten

de klas en soms heeft een leerling ook binnen de klas een eigen programma. Bovendien worden voor

deze leerlingen ook handelingsplannen gemaakt, die in het archief bewaard blijven en zo een duidelijk

beeld geven van de vorderingen. Soms blijkt dat wij een kind toch niet die hulp kunnen geven waar

het recht op heeft. In dat geval laten wij het betreffende kind, met toestemming van de ouders, nader

onderzoeken. Wanneer blijkt dat dit kind inderdaad meer hulp nodig heeft dan wij kunnen bieden,

wordt ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband ingeschakeld. (zie ook hoofdstuk 3

7.10 Begaafde leerlingen.

Op bijna alle scholen zitten ook leerlingen die meer presteren dan andere leerlingen. Zij zijn eerder

met werk klaar, snappen de uitleg sneller dan andere leerlingen of hebben misschien helemaal geen

uitleg nodig. Het gevaar bestaat dat deze leerlingen zich gaan vervelen en daardoor misschien zelfs

wel andere kinderen gaan vervelen.

De school heeft materialen aangeschaft die werken in het driedimensionale vlak en op het gebied van

taalverrijking. Verder worden de leerlingen creatieve opdrachten geboden en gaan de leerlingen in de

bovenbouw aan de slag met verwerkingen op de computer.

Er zijn kinderen die naast de verrijkingsstof in de klas nood hebben aan extra uitdaging. Vanaf groep

5 kunnen deze kinderen deelnemen aan het klimopprogramma. Zij moeten op een plezierige manier

extra uitgedaagd worden om te leren, op hun eigen niveau.

Criteria voor groepsleerkrachten om leerlingen op te geven voor het klimopprogramma:

1. Cito-resultaten Begrijpend lezen en Rekenen een hoge I scoren.

2. De leerling scoort op methode gebonden toetsen structureel meer dan ruim voldoende.

3. De leerling beschikt over een grote mate van zelfstandigheid; de leerling moet

opdrachten grotendeels zelfstandig uit kunnen voeren.

4. De leerling kan geclusterd werken door middel van aparte werkprogramma’s.

5. De leerling heeft een goede, serieuze inzet zowel voor het reguliere werk in de klas als

voor de plus-opdrachten.

6. De leerling bezit een grote mate van creativiteit (= het op originele wijze oplossen of

bedenken van problemen).

7. De leerling heeft uitdaging nodig.

De school heeft voor dit klimopprogramma formatie beschikbaar gesteld en extra materiaal

aangeschaft, waarmee zij in de klas zelfstandig kunnen werken. Met de groepsleerkracht is

afgesproken dat deze kinderen gedurende een aantal uur in de week met dit speciale materiaal in de

klas mogen werken. Wekelijks krijgen deze kinderen, in kleine groepjes, twee uur begeleiding van de

klimopleerkracht. In deze tijd wordt er naast het begeleiden van de projecten, ook aandacht besteed

aan sociale vaardigheden en studievaardigheden.

Door de leerlingen extra uit te dagen met verrijkingswerk en opdrachten die tegemoet komen aan de

behoefte om op eigen niveau te kunnen ontwikkelen, trachten we aan de volgende pedagogische

aandachtspunten te voldoen.

binnen de groep


31

- en leerstrategieën

Door aan elk van deze doelen aandacht te besteden binnen en buiten het begeleidingsuur, proberen

wij op de behoefte van deze leerlingen in te spelen en hen vooruit te brengen.

7.11 Samenwerking met externen.

Onderwijs Advies

Als school zijn wij verbonden aan Onderwijs Advies (OA) voor onze onderwijsbegeleiding. De

schoolbegeleider vanuit het OA voert ,indien nodig, individuele onderzoeken bij kinderen uit.

Daarnaast maken wij gebruik van particuliere, BIG geregistreerde of NVO geregistreerde

onderzoekers.

Schoolmaatschappelijk werk (SMW)

Het schoolmaatschappelijk werk heeft een brugfunctie tussen leerling, ouders, school en

hulpverleningsinstellingen. Schoolmaatschappelijk werk is een vorm van doelgroepgerichte

hulpverlening als specifieke taak van het algemeen maatschappelijk werk.

Naast hulpverlening heeft de schoolmaatschappelijk werker de volgende taken: signaleren, consultatie

bieden, informatie en advies geven en doorverwijzen.

Wat doet de schoolmaatschappelijk werker?

De schoolmaatschappelijk werker biedt ondersteuning aan leerlingen, ouders en/of leerkrachten. De

schoolmaatschappelijk werker voert daartoe gesprekken met de leerling en/of de ouders van de

leerling. Als dit niet voldoende is om de problemen op te lossen, of als andere hulp nodig is, wordt

bekeken welke hulpverlening of instantie hiervoor geschikt is. Dan vindt verwijzing plaats.

De schoolmaatschappelijk werker participeert in de verschillende zorgnetwerken die er binnen de

scholen zijn. In deze structurele overlegsituaties worden signalen, ontwikkelingen, maar vooral

zorgwekkende leerling situaties besproken.

Enkele voorbeelden van problemen waarbij het schoolmaatschappelijk werk hulp kan bieden:

o pesten en gepest worden;

o sociale vaardigheden;

o problemen in de thuissituatie;

o problemen op school;

o gescheiden ouders;

o (rouw)verwerking;

o verslaving;

o depressieve gevoelens.

Ook biedt het schoolmaatschappelijk werk voor diverse leeftijdsgroepen verschillende vormen van

groepsmaatschappelijk werk aan (pesten, sociale vaardigheidstrainingen, e.d.). Deze SOVA

trainingen worden in overleg tussen ouders, school en maatschappelijk werk gegeven.

JGZ (Jeugdgezondheidszorg)

Wat is jeugdgezondheidszorg?

De jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen van de GGD volgen het groeiproces van ieder schoolgaand

kind. Dit gebeurt in aansluiting op de onderzoeken van de consultatiebureaus, voor kinderen van 0-4

jaar.

Samen met de ouders wil de jeugdgezondheidszorg ertoe bijdragen dat kinderen zich zo goed mogelijk

ontwikkelen. Daarom wordt het kind - gedurende de hele schoolperiode - enkele malen onderzocht.

Naast het lichamelijk onderzoek komen ook een aantal andere dingen aan de orde. Want gezondheid

is meer dan “niet ziek” zijn. Het betekent ook dat het kind thuis zonder problemen slaapt, eet, speelt,

omgaat met broertjes en zusjes, luistert, zich aan de regels houdt, enzovoort. Ook op school hoort

een kind zich lekker te voelen: kunnen leren, vriendjes en vriendinnetjes hebben, niet gepest worden

enzovoort.

Al deze zaken komen daarom naast de lichamelijke gezondheid van het kind aan de orde.


32

Wanneer wordt het kind onderzocht?

In groep 1-2 onderzoekt de logopedist de kinderen op verschillende aspecten van

spraak-taalontwikkeling, stemgebruik en mondgedrag.

In groep 2 worden alle kleuters onderzocht door de jeugdarts. Er wordt een lichamelijk

onderzoek gedaan, waarbij wordt gekeken naar gewicht, ogen, oren, houding en motoriek.

Daarnaast wordt in een gesprek met de ouders dieper ingegaan op het gedrag en het sociaal

functioneren van het kind.

In het jaar dat het kind negen wordt, krijgt het een inenting tegen de ziekten difterie,

tetanus en polio (de Dtp-prik) en tegen bof, mazelen en de rode hond. Voor deze vaccinaties

krijgt u een oproep thuisgestuurd.

In groep 7 geeft een jeugdverpleegkundige van de GGD een gezondheid les in de klas.

Daarna heeft zij een individueel gesprek met alle leerlingen en wordt een beperkt lichamelijk

onderzoek uitgevoerd.

In klas 2 van het voortgezet onderwijs worden de kinderen nogmaals voor een

onderzoek opgeroepen door de GGD.

De onderzoeken vinden in de loop van het schooljaar plaats. Voorafgaand aan alle onderzoeken krijgen

de ouders nadere informatie. Voor alleonderzoeken van leerlingen en gesprekken met leerlingen wordt

vooraf de toestemming van de ouders gevraagd. Alle informatie die de GGD over uw kind heeft, wordt

vertrouwelijk behandeld. Wanneer er bij het kind een probleem wordt geconstateerd, dan neemt de

JGZ medewerker zo spoedig mogelijk contact met de ouder op.

Onderzoek op verzoek

Heeft u zelf vragen over of zorgen over de gezondheid of de ontwikkeling, dan kunt u vrijblijvend

contact opnemen met de afdeling Jeugdgezondheidszorg.

JGZ Zuid-Holland West

Telefoon: 14070

E-mail: [email protected]

Website: www.jgzzhw.nl

De jeugdarts/jeugdverpleegkundige die aan onze school is verbonden is mw. Matulewicz.

U kunt ook bij de GGD terecht voor voorlichting en adviezen over bijvoorbeeld gezonde voeding,

pesten, hoofdluis, seksualiteit, beweging, spraak en gebit.

Leerlingen kunnen er tevens materiaal krijgen voor spreekbeurten en wekstukken.

Veilig thuis (voorheen Advies- en Meldpunt Kindermishandeling)

De taak van de school mb.t. kindermishandeling, waarbij de oorzaak buiten de school ligt, is het

signaleren en het aankaarten ervan bij de verantwoordelijke instanties. Indien wij als school

vermoedens van kindermishandeling hebben, zijn wij genoodzaakt het Veilig thuis te consulteren. De

school is niet verantwoordelijk voor de verandering van de situatie of de hulpverlening.

7.12 Pestprotocol

Wat is het pestprotocol ?

Het pestprotocol vormt de verklaring van het schoolbestuur, de directie, de leerkrachten en de ouders

waarin is vastgelegd dat men pestgedrag op school volgens een, vooraf, bepaalde handelwijze gaat

aanpakken. Uitgangspunt hiervoor is: De Groen van Prinsterer wil voor alle kinderen die de school

bezoeken een veilige school zijn. Dit brengt met zich mee dat wij expliciet stelling zullen nemen tegen

pestgedrag en concrete maatregelen zullen nemen wanneer wij pestgedrag signaleren of gemeld

krijgen.

Pesten of plagen?

Pesten is een wezenlijk en groot probleem. Pestgedrag vind je bij kinderen van alle leeftijden en in

alle bevolkingsgroepen. Het is belangrijk oog te hebben voor het onderscheid tussen pesten en plagen.

mailto:[email protected]

http://www.jgzzhw.nl/


33

Plagen is vaak een incidenteel, onbezonnen en spontaan negatief gedrag. M.a.w. het is eerder een

onschuldige, eenmalige activiteit waarbij humor een rol kan spelen. Het herhaaldelijk en langdurig

karakter ontbreekt hier. Het plagen speelt zich af tussen twee (kinderen of groepen) min of meer gelijken.

Wanneer een leerling echter gepest wordt, betekent dit dat hij continue het slachtoffer is van

pesterijen. Wat hij ook doet, het is nooit goed. Het pesten speelt ook niet tussen twee gelijken, maar

de onmacht van het slachtoffer staat tegenover de almacht van de pester.

Preventieve maatregelen:

De school vindt de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen belangrijk. Het

respectvol omgaan met elkaar, het luisteren naar elkaar en het accepteren dat iedereen uniek

is, vormen hierbij de uitgaanspunten.

Aan het begin van ieder schooljaar bespreekt de leerkracht met de leerlingen de meer

algemene afspraken en regels in de klas.

Expliciet wordt er aandacht besteed aan pestgedrag; wat is pestgedrag en wat doet de

leerkracht eraan indien het toch voorkomt.

De leerlingen worden gevoelig gemaakt voor wat zij elkaar aan kunnen doen. Dit

zal afhankelijk zijn van de leeftijd van de kinderen.

We streven naar algemeen te hanteren regels voor de gehele school.

Bij een probleem dat de leerling niet aan de leerkracht durft te vertellen, kan een kind

naar een leerkracht van eigen keuze gaan of de speciale anti-pestcoördinator. Deze leerkracht,

een zogenaamde vertrouwenspersoon voor de kinderen, koppelt het probleem vervolgens

terug naar de directeur. Geheimhouding van dit probleem moet bij deze terugkoppeling

gewaarborgd zijn.

Op weg naar een veilige school: een vijfsporenaanpak

Het is belangrijk om in zaken als pestgedrag duidelijk te monitoren hoe het verloop wordt behandeld,

want er is veel tijd mee gemoeid en er zijn ook vele betrokkenen.

Bij het signaleren van een pestprobleem dat de leerling niet aan de leerkracht durft te vertellen, kan

een kind naar een leerkracht van eigen keuze gaan.

De leerkracht zal helder en duidelijk moeten maken dat het ongewenste gedrag niet geaccepteerd

wordt. De leerkracht biedt in eerste instantie de gepeste leerling bescherming, spreekt met de pester

en zijn ouders en spreekt ook met de zwijgende middengroep en de meelopers. De leerkracht zelf

dient steunt te krijgen.

1. Hulp aan het gepeste kind

De begeleiding van het gepeste kind is van groot belang. Het kind kan zich eenzaam en slachtoffer

voelen en heeft recht op zorg vanuit de school. Er wordt nagegaan waarom het kind werd gepest en

getracht het kind weerbaarder te maken. Naast het voorkomen van nieuw pestgedrag moet er ook

gekeken worden naar het verwerken van de ervaringen. Dit kan gebeuren door:

• Gesprekken met de leerkracht van het kind. Naast incidentele momenten kunnen ook vaste

gesprekken worden gepland waarin het kind gevraagd wordt naar de vooruitgang. Het doel is zowel

het signaleren van nieuwe problemen als het verwerken van de eerdere ervaringen.

• Schriftelijke verwerking door het kind. Het kind krijgt de beschikking over een schrift dat op

elk gekozen moment door het kind kan worden ingevuld onder en buiten schooltijd. Het kind krijgt

op die manier de gelegenheid de ervaringen van zich af te schrijven of te tekenen.

2. Hulp aan de pester:

De pesters hebben ook recht op hulp, zij lijken namelijk niet in staat om op een normale wijze met

anderen om te gaan en hebben daar hulp bij nodig. Er wordt achterhaald wat de oorzaak is. Er wordt

getracht deze weg te nemen. Die hulp kan bestaan uit de volgende activiteiten:

• Een gesprek waarin wordt aangegeven welk gedrag niet geaccepteerd wordt op school en welk

gedrag wel gewenst is. Er wordt een schriftelijk verslagje van gemaakt.

• Een aantal vervolggesprekken onafhankelijk van de ontwikkelingen wat betreft het pesten

waarin het gedrag besproken wordt.

• Een duidelijke straf die volgt als het pestgedrag toch weer voorkomt.


34

3. Hulp aan de zwijgende middengroep en de meelopers

Als de groep eenmaal in beweging is gebracht, hebben kinderen die pesten veel minder te vertellen.

Dit in beweging brengen kan door zowel leerkracht als de ouders met de kinderen te laten praten over

hun rol. Er wordt gepraat over wat er is gebeurd in de groep, wat dit voor gevolgen heeft, ….

4. Hulp aan de ouders

Voor de ouders van het gepeste kind is het van belang dat de school ernst maakt met de aanpak van

het pesten. Met de ouders van het gepeste kind zal overleg zijn over de aanpak en de begeleiding van

hun kind. De ouders van de pesters moeten absoluut op de hoogte zijn van wat er met hun kind

gebeurt. Zij hebben er recht op te weten dat hun kind in sociaal opzicht bepaald zorgwekkend gedrag

vertoont en dat daar iets aan gedaan moet worden.

De ouders van de zwijgende middengroep en de meelopers moeten zich, te allen tijde, bij de leerkracht

kunnen melden als zij merken dat er een kind gepest wordt of last heeft van het pesten.

Praten over pesten is fundamenteel iets anders dan klikken. Ouders kunnen hun kind daarin

ondersteunen en begeleiden.

5. Hulp aan de leerkracht,

Dit gebeurt in de vorm van achtergrondinformatie over het verschijnsel, signalen, oorzaken, gevolgen

en concrete aanpakmogelijkheden.

Het volledige pestprotocol ligt ter inzage bij de directie van de school.

7.13 Meldcode huiselijk geweld en kindermisbruik

Een basisschool heeft een signaleringsfunctie wat betreft zorgen rondom de ontwikkeling van de

leerlingen. Onze school werkt met de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Mochten er

zorgen zijn rondom kinderen, dan zal dit met de ouders worden besproken.

Er kan besloten worden tot een melding bij Bureau Jeugdzorg als de school merkt dat de ontwikkeling

van een leerling ernstig wordt belemmerd. Dit wordt aan ouders gemeld.

Vanaf 1 juli 2013 is het werken met de meldcode een wettelijke verplichting voor alle organisaties die

met kinderen en volwassenen werken. Deze meldcode geeft richtlijnen voor scholen wat ze moeten

doen bij een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld.

De meldcode staat op de site van onze school onder informatie voor ouders.


35

Hoofdstuk 8: Onderwijskundige ontwikkelingen

8.1 Schoolplan Voor de komende jaren is een schoolplan opgesteld. Dit plan dient als uitgangspunt voor het beleid

en de actiepunten voor de komende vier jaren. Het plan is besproken met het team en de MR. Ouders

hebben ook mee gedacht in een bijeenkomst bij de start van het afgelopen schooljaar en tijdens een

extra ouderavond. Met de volgende vier onderwerpen willen we de komende jaren aan de slag gaan.

1. 21st century skills

Met speciale aandacht voor:

Samenwerken (op een coöperatieve wijze en n.a.v. eigen onderzoeksvragen)

Kritisch denken

ICT geletterdheid

Creativiteit Sociale en culturele vaardigheden

Wij van mening dat deze vaardigheden nodig zijn om onze leerlingen goed uit te rusten voor hun

verdere sociale en werkzame leven. Een groot deel van onze kinderen stroomt in met een goede

woordenschat en kennis van taal en rekenen. Deze gebieden worden uiteraard verder ontwikkeld op

onze school en daarbij willen wij onze kinderen wat extra's meegeven door een aanbod gericht op sociale en culturele vaardigheden en creativiteit.

2. Veilige school

Onze school wordt door kinderen en leerkrachten gezien als een prettige school waarin men zich

prettig en doorgaans veilig voelt. Veel ouders herkennen dit. Toch is er ruimte voor verbetering. Zo

willen we meer evenwicht in leerlingen die zichzelf heel makkelijk op de voorgrond zetten en leerlingen

die dit helemaal niet doen. Verder willen we een duidelijke, eenduidige lijn binnen de school neerzetten

op gebied van sociale omgang met elkaar en de wereld om je heen. Zoals de missie en visie duidelijk

maken, ligt het accent op de eigen verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en de onderdelen vanuit de

21st century skills die hierbij aansluiten. Met dit punt gaat een expertgroep komende twee jaar aan de slag.

Werken vanuit duidelijke, eenduidige gedragslijnen die zichtbaar zijn in de gehele school

Ieder is zich bewust van eigen verantwoordelijkheid voor zijn/haar gedrag.

Leerkracht – leerling - ouder vullen elkaar op een positieve manier vanuit hun eigen verantwoordelijkheid aan.

3. Doorgaande lijn

We willen binnen onze school meer zaken schoolbreed gaan afstemmen. Nu worden afspraken

regelmatig binnen de verschillende combinatiebouwen gemaakt (groep1/2, 3/4, 5/6 en 7/8). Komende

jaren willen we hierin nog meer één lijn voor de gehele school creëren.

4. Nieuwe methodes

Om modern en actueel les te blijven geven, willen we de volgende methodes gaan vervangen:

Wereldoriëntatie

Sociaal-emotioneel

Creatieve vakken Lezen groep 3

Deze punten zijn verder uitgewerkt in het jaarplan. Komend schooljaar ligt het accent met name op

de doorgaande lijn, het implementeren van de nieuwe methode wereldoriëntatie waarbij we wat meer

thematisch en aan de hand van door kinderen opgestelde onderzoeksvragen gaan werken en de drie

punten hierboven onder het kopje veilige school.


36

Hoofdstuk 9: Het personeel

9.1 Het team

In de bijlage van deze schoolgids en op de site van de school wordt vermeld welke leerkracht voor

welke groep staat gedurende het momenteel lopende schooljaar.

9.2 Stagiaires

Elk jaar bieden wij studenten van de PABO de gelegenheid om op onze school in de praktijk het vak

van leerkracht basisonderwijs te leren. Afhankelijk van hun studiejaar draaien studenten een dag per

week tot een hele week mee. Dit gebeurt altijd onder verantwoordelijkheid en toezicht van de

groepsleerkracht. Wij zijn niet alleen daartoe verplicht, maar vinden het een goede zaak op deze wijze

te helpen de school ook in de toekomst te voorzien van goed opgeleide collega’s. Bovendien is contact

met de Pabo en jonge collega’s voor een levendig en modern onderwijs van groot belang.

Ook bieden wij de mogelijkheid een LIO-stage (Leraar In Opleiding) te lopen. Dit is de afrondende

stage van de PABO, waarbij de student, die aan afstuderen toe is, over een langere periode min of

meer zelfstandig de groep draait, uiteraard onder begeleiding van de desbetreffende leerkracht.

Als school vinden we het belangrijk dat de begeleidende leerkracht zelf ook een aantal ervaringsjaren

in het onderwijs heeft.

9.3 Scholing van leraren

De Groen van Prinstererschool wil een eigentijdse school zijn. Dat betekent dat scholing op

verschillende terreinen wenselijk en noodzakelijk is.

De studiedagen van het lopende schooljaar vindt u terug in het tweede deel van deze schoolgids.

9.4 Vervanging bij ziekte

In de regio Den Haag is het soms moeilijk, zo niet onmogelijk, om bij ziekte vervanging te regelen

voor een groep. Uiteraard doen we al het mogelijke om dat wel te realiseren. Mocht dit toch niet

lukken, dan is er op school een zgn. “rampenplan”, waarbij de groep tijdelijk over de andere groepen

wordt verdeeld.

Binnen onze school is een regeling vastgesteld hoe de school dient te handelen bij vervanging. Uiterste

consequentie van deze regeling is, dat het mogelijk kan zijn dat een groep niet naar school kan komen.

Uiteraard worden de ouders daar zo snel mogelijk van op de hoogte gebracht.


37


38

Hoofdstuk 10: Ouders en de Groen van Prinsterer

10.1 Contact ouders-school

Wij vinden het belangrijk, dat er een goed contact is tussen de leerkracht van het kind en de ouders.

Hoe beter dit contact, des te beter voor het kind. Opvoeden is immers een samenspel tussen ouders

en de school. Een goed contact tussen ouders en leerkrachten heeft naast de zorg voor het individuele

kind ook een andere meerwaarde: betrokkenheid van ouders bij ondersteunende en organisatorische

zaken.

10.2 Informatievoorziening

We proberen de ouders zoveel mogelijk te informeren over het wel en wee van het kind en de gang

van zaken op school. Als u tussendoor wilt weten hoe uw kind zich ontwikkelt of u heeft andere vragen,

neem dan gerust contact met de leerkracht op voor een afspraak. De leerkrachten zullen dat andersom

ook doen als dat nodig is.

10.3 Informatieavond

Tijdens de informatieavond aan het begin van het schooljaar zal de groepsleerkracht aan de ouders

uiteenzetten wat er in het schooljaar staat te gebeuren in de groep. Ook zal de Ouderraad tijdens

deze avond de begroting presenteren en stelt de Medezeggenschapraad zich voor.

10.4 Mijn schoolinfo

Wij werken op school met Mijn Schoolinfo. Hiermee digitaliseren wij onze communicatie. U krijgt van

Mijn Schoolinfo een inlogcode. Gelieve u hiervoor aan te melden. Alle brieven, nieuwsbrieven,

ouderavonduitnodigingen en andere informatieve zaken gaan via Mijn Schoolinfo.

Iedere maand ontvangen de ouders via de e-mail een nieuwsbrief. Daarin staan alle

wetenswaardigheden van het schoolgebeuren. Door deze nieuwsbrief willen wij het aantal losse

brieven tot een minimum beperken. Wij bevelen de nieuwsbrief van harte bij u aan. Wilt u op de

hoogte blijven, leest u deze brief dan goed. Soms kan het zo zijn, dat u een extra editie van de

nieuwsbrief ontvangt. De nieuwsbrief is ook terug te vinden op de internetsite.

10.5 De site van De Groen van Prinstererschool (www.gprinstererschool.nl)

Op de site vindt u algemene zaken over de school, informatie over de Ouderraad en de

Medezeggenschapraad, informatie over de groepen en actuele activiteiten van de school.

Daarnaast staan er tal van foto’s op de site. Stelt u als ouder geen prijs op het plaatsen van foto's van

uw kind, dan kunt u dit schriftelijk aan de directie laten weten. Wanneer u na het bekijken van de site

geen prijs stelt op publicatie, kunt u ons dit schriftelijk laten weten. Wij zorgen dan dat de foto’s van

de site worden verwijderd.

10.6 De ouderraad

De ouderraad van de Groenschool ondersteunt de school bij allerlei activiteiten. Gemiddeld eens in de

6 weken vergaderen de OR-leden met een teamlid en een directielid. Tijdens deze bijeenkomsten

worden onder meer de activiteiten besproken die gedaan moeten/zullen worden.


39

Naast de ouderraad zijn er ook klassenouders actief in de school. Deze assisteren de groepsleerkracht

bij activiteiten voor een of meerdere groepen.

Doelstelling

De ouderraad stelt zich ten doel de school waar mogelijk te steunen bij de vervulling van haar taken

en de samenwerking tussen school en ouders te bevorderen.

De taken

De Ouderraad steunt de school door o.a.:

mee te denken en te overleggen over zaken zoals hoe om te gaan met de sfeer,

de omgangsvormen en de normen en waarden binnen de school.

het organiseren van of assisteren bij activiteiten als: sinterklaasfeest, Kerstmis,

schoolvieringen in de kerk, schoolexcursies, sportdag, etc.

De ouderraad probeert de samenwerking tussen school en ouders te bevorderen door:

regelmatig overleg te plegen met de directie, het team, de medezeggenschapsraad over zaken,

die de school, de ouders en de kinderen betreffen.

de jaarlijkse ledenvergadering te verzorgen

mee te denken en te overleggen over maatregelen, die de verkeersveiligheid kunnen

bevorderen op de routes van en naar school.

De huidige bezetting van de ouderraad vindt u in het tweede deel.

De ouderraad heeft ook een eigen mailadres: [email protected]

10.7 De medezeggenschapsraad

Aan onze school is een Medezeggenschapsraad (MR) verbonden. Iedere basisschool beschikt over een

Medezeggenschapsraad.

Deze raad bestaat uit een geleding van ouders (gekozen door de ouders) en een geleding van

leerkrachten (gekozen door de leerkrachten). De directeur van de school is adviserend lid.

De MR kijkt naar twee kanten: het reilen en zeilen van de school en de plannen en/of voorgenomen

besluiten van het bestuur ten aanzien van de Groen van Prinstererschool. Deze zaken worden gevolgd

en besproken, met als uitgangspunt: in goed overleg!

De MR doet het werk op basis van een reglement en op basis van de Wet Medezeggenschap Scholen.

Dit is een overeenkomst tussen MR en het bestuur van de school. Het geeft de rechten en plichten

aan van beide partijen. Via de MR kunnen de ouders en de leerkrachten invloed uitoefenen op zaken,

die vooral met beleid te maken hebben, maar soms op het praktische vlak kunnen liggen. De

vergaderingen van de MR worden in de nieuwsbrief aangekondigd. De agenda hangt voor de

vergadering ter inzage op het mededelingenbord.

De huidige bezetting van de medezeggenschapsraad vindt u terug in het tweede deel.

U kan contact opnemen met de MR via: [email protected]

10.8 Klassenouder

Het begrip klassenouder kan als volgt omschreven worden: klassenouders zijn één of twee ouders per

leergroep die een actieve rol vervullen in de communicatie en de samenwerking tussen de school

(leerkrachten en directie) en de ouders.

Functie/taakomschrijving klassenouder

Ten behoeve van de ouders: signaalfunctie/spreekbuis van de andere ouders in de groep. Als één of

meerdere ouders uit een groep een probleem heeft, kan dit voorgelegd worden aan de klassenouder.

De klassenouder adviseert in deze, bijvoorbeeld:



40

het probleem voorleggen aan de betreffende leerkracht;

het probleem voorleggen aan de directie;

het probleem voorleggen aan de ouderraad of MR

Ten behoeve van de leerkracht (indien gewenst): hulp en ondersteuning bij diverse klassenactiviteiten

zoals verjaardag leerkracht, excursies etc.

Het ondersteunen van de leerkracht hoeft niet voor elke ouder identiek te zijn. Daarnaast is het zo,

dat de klassenouder een schakelende rol heeft en deze dus niet altijd bij elke activiteit zelf aanwezig

behoeft te zijn. Ten behoeve van de ouderraad (indien gewenst): ondersteuning van de diverse

activiteiten zoals Sinterklaas, Kerstmis, Pasen, Sportdag, thema-avonden etc.

Naast genoemde punten mogen, namens of door klassenouders, geen andere activiteiten ondernomen

worden zonder overleg met leerkrachten en/of directie. Wanneer de klassenouder een schrijven wil

versturen naar de andere ouders van de groep, dan heeft er altijd van tevoren overleg plaats met de

leerkracht of directeur.

10.9 Gedragscode

De school heeft samen met de OR een gedragscode opgesteld voor ouders die op enigerlei wijze helpen

binnen de school.

Deze luidt:

De hulp wordt gegeven op basis van vrijwilligheid en enthousiasme

De ouders helpen onder verantwoordelijkheid van de leerkracht, het team en/of directie. Zij

behouden onder alle omstandigheden de leiding over de kinderen en de activiteiten waarbij hulp

geboden wordt

Als een kind een regel overschrijdt is het de hulpouder alleen toegestaan het kind corrigerend

toe te spreken. Helpt dit niet, dan waarschuwt de hulpouder de leerkracht

De hulpouder kan tijdens het verlenen van de hulp de leerkracht niet aanspreken over de

resultaten van haar of zijn kind

De school is verzekerd voor hulpouders in geval van wettelijke aansprakelijkheid of ongevallen

Een hulpouder is verplicht de privacy van het kind te waarborgen

Denkt u na het lezen van de beschrijving, dit is iets voor mij, dan kunt u zich in de eerste schoolweek

melden bij de leerkracht van uw kind.

De leerkracht bespreekt in overleg met het management de voordrachten. Soms is het prettig voor een

nieuwe leerkracht om een klassenouder te kiezen, die dit al eerder heeft gedaan. De school zal de nieuwe

klassenouders uitnodigen. Er zal besproken worden wat wel en niet verwacht wordt van de klassenouder.

Tijdens de informatieavond kan de klassenouder zich voorstellen en aangeven wat de ouders van de groep

van haar/hem kunnen verwachten.

10.10 De ouderbijdrage De vrijwillige ouderbijdrage is vastgesteld op: € 145,00 per kind, ongeacht het aantal kinderen. Ouders

van de kinderen die tussentijds instromen wordt een vrijwillige bijdrage gevraagd voor de resterende

maanden van het schooljaar. Het schooljaar is verdeeld in 10 maanden; van september tot en met juni.

Voor elke maand betaalt u vrijwillig een bedrag van € 14,50. Komt uw zoon/dochter bijvoorbeeld in maart

van het schooljaar dan wordt een vrijwillige bijdrage gevraagd voor de maanden april, mei en juni.

De penningmeester van de ouderraad zal u aan het begin van het schooljaar vragen om de vrijwillige

ouderbijdrage over te maken. De ouderbijdrage is een belangrijke bijdrage voor de vele activiteiten van

uw kinderen en wordt o.a. aan het volgende besteed:

onkosten bij festiviteiten als sinterklaas, Kerst, projectweek, sportdag, etc.

de Kinderboekenweek

kosten voor het overblijven

kosten voor het Trias muziektraject


41

Tijdens de informatieavond wordt het financiële overzicht van het afgelopen schooljaar en de begroting

voor het komende schooljaar gepresenteerd aan de ouders. De medezeggenschapsraad heeft

instemmingsrecht op de hoogte van de ouderbijdrage.

Mocht het, door onvoorziene omstandigheden, zijn dat u de ouderbijdrage wel wilt, maar niet kunt

voldoen voor uw kind/kinderen, dan is de mogelijkheid aanwezig om (in overleg met de directeur van de

Groen van Prinstererschool) tot een oplossing te komen. Neemt u hiervoor contact op met de directeur.

10.11 Let Op Luis-ouders (LOL)

Hoofdluis is nog steeds een lastig en hardnekkig verschijnsel op basisscholen. Alleen met inspanning van

alle betrokkenen kan hoofdluis met succes bestreden worden. Mocht u constateren dat uw kind hoofdluis

heeft opgelopen, meldt dit dan zo spoedig mogelijk bij de groepsleerkracht(en) en begin direct met de

behandeling. Voor meer informatie over de behandeling: www.luistelijf.nl

Na elke vakantie worden de leerlingen gecontroleerd op hoofdluis en/of neten door de zgn. ‘lol-ouders’.

Mocht bij uw kind iets geconstateerd worden, dan wordt u door de leerkracht persoonlijk op de hoogte

gesteld. Bij lopende luizen over het hoofd van het kind wordt u geacht uw kind op te komen halen. U start

dan de behandeling waarna het kind weer terug naar school kan. Na enkele weken wordt uw kind opnieuw

gecontroleerd.

10.12 Schorsing en verwijdering

Uitzonderlijk

Schorsing en verwijdering zijn zeer ingrijpende maatregelen om ernstig wangedrag bij te sturen en vindt

daarom bij uitzondering plaats en waarmee wij uiterst zorgvuldig omgaan. Vanzelfsprekend zullen wij u

bij ongewenst gedrag zo spoedig mogelijk informeren en in goed overleg met u trachten het gedrag te

verbeteren. Het inschakelen van professionele hulp kan een onderdeel zijn van ons advies.

Schorsing

Schorsing is aan de orde wanneer de school bij ernstig wangedrag van een leerling of

ouder(s)/verzorger(s) direct moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing.

Ernstig wangedrag kan bijvoorbeeld mishandeling zijn, diefstal of herhaald negeren van schoolregels.

In principe vindt schorsing pas plaats na overleg met de leerling, de ouder(s)/verzorger(s) en de

groepsleerkracht, tenzij de ernst van de zaak de tijd die dit overleg met zich meebrengt, niet toelaat. In

dat geval kan er zodra de procedure start, direct geschorst worden. De inspanningsverplichting van de

school ten opzichte van de leerling blijft in stand, dit betekent dat de school maatregelen neemt om de

opgelopen achterstand bij de leerling zoveel mogelijk te beperken (bijvoorbeeld huiswerk meegeven).

Het volgende inhoudelijke onderscheid kan ten aanzien van de schorsing worden gemaakt:

a. als disciplinaire maatregel

b. hangende een mogelijke verwijdering

c. als time out

Schorsingsprocedure

Een beslissing tot schorsing moet met de uiterste zorgvuldigheid worden genomen.

De school schakelt zo spoedig mogelijk de leerplichtambtenaar in.

De school kan zelf een leerling voor de duur van ten hoogste vijf schooldagen schorsen.

Van de schorsingsbeslissing worden de ouder(s)/verzorger(s)s meteen geïnformeerd .

De ouder(s)/verzorger(s) ontvangen het schriftelijk schorsingsbesluit met opgave van redenen.

Een afschrift van deze brief wordt in het dossier opgeborgen.

Bij schorsing stelt de school het bevoegd gezag schriftelijk in kennis.

http://www.luistelijf.nl/


42

Bij schorsing voor langer dan één schooldag stelt de school naast het bevoegd gezag, ook de Inspectie

van het Onderwijs en afdeling Leerplicht van de gemeente schriftelijk met opgave van redenen in

kennis.

De school maakt afspraken met de leerling en de ouder(s)/verzorger(s) om herhaling van problemen

te voorkomen.

Gesprekken met ouder(s)/verzorger(s) en afspraken worden schriftelijk vastgelegd en in het persoonlijk

dossier van de leerling opgeborgen De ouder(s)/verzorger(s) tekenen het verslag voor akkoord of voor

gezien.

Wij proberen schorsing te allen tijde te voorkomen door vroegtijdig met u als ouder in gesprek te gaan bij

ongewenst gedrag.

Verwijdering

Verwijdering van een leerling is een zeer ingrijpende maatregel die slechts in het uiterste geval en

vanzelfsprekend uiterst zorgvuldig moet worden genomen. Er moet sprake zijn van ernstig wangedrag van

de leerling of van ouder(s)/verzorger(s). Het gaat om ernstige verstoring van de rust of de

veiligheid op school zoals driftbuien of mishandeling . Of er is sprake van een onherstelbare verstoorde

relatie tussen school en leerling of de ouder(s)/verzorger(s).

Als redenen voor verwijdering kunnen worden aangevoerd:

een voortdurend storend agressief gedrag van de leerling waardoor de voortgang van het onderwijs

wordt verstoord en gegronde vrees is ontstaan voor de veiligheid van de medewerkers en/of de mede-

leerlingen;

bedreiging of agressief gedrag van de ouder(s)/verzorger(s) van de leerling waarbij herhaling niet is

uitgesloten en waardoor gegronde vrees is ontstaan voor de veiligheid van de medewerkers, de

leerlingen of voor de ongestoorde voortgang van het onderwijs;

de leerling een onevenredig groot deel van de schoolorganisatie vergt, waarbij niet of nauwelijks doelen

worden bereikt;

de school niet in staat is de leerling de pedagogische/didactische zorg te bieden die de leerling

behoeft;

wangedrag: het wangedrag dient afgezet te worden tegen de maatschappelijke normen en wat op

betreffende school geaccepteerd gedrag is, denk aan non-discriminatie gedragscode.

De beslissing over verwijdering van leerlingen , dat wil zeggen een definitieve ontzegging van de

toegang tot de school, berust bij het bevoegd gezag. Verwijdering van leerlingen is aan wettelijke

voorschriften gebonden. De school moet daarbij maatregelen nemen om de nadelen voor de leerling

gedurende die tijd zoveel mogelijk te beperken: op de school rust een inspanningsverplichting om voor de

leerling het onderwijs te blijven verzorgen.

Het besluit tot een definitieve verwijdering van een leerling geschiedt nadat het bevoegd gezag de

betrokken directie en leerkracht heeft gehoord en de ouder(s)/verzorger(s) van de leerling in de

gelegenheid heeft gesteld om gehoord te worden. Het overleg strekt er mede toe, na te gaan op welke

andere wijze de betrokken leerling onderwijs zal kunnen volgen. Hangende dit overleg kan de leerling

worden geschorst, opgelegd door het bevoegd gezag. Dit besluit wordt binnen twee weken

medegedeeld aan directie en ouder(s)/verzorger(s).

Verzoek om herziening

Indien de ouder(s)/verzorger(s) bezwaar maken (binnen 6 weken) tegen het verwijderingsbesluit, dient

het bevoegd gezag binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift te beslissen. Het CvB kan de

leerling, gedurende de behandeling van het verzoek om herziening van het besluit tot definitieve

verwijdering van de school, de toegang tot de school ontzeggen.

Inspanningsverplichting

Het moment waarop het besluit van het bevoegd gezag tot definitieve verwijdering kenbaar gemaakt

wordt aan de ouders, markeert tevens het begin van de periode waarin de school aantoonbaar een

andere school of instelling probeert te vinden. In principe vindt definitieve verwijdering niet eerder

plaats dan nadat de school ervoor heeft gezorgd dat een andere school of instelling bereid is de leerling


43

toe te laten. Pas nadat de school aantoonbaar gedurende deze periode zonder succes heeft gezocht

naar een zodanige school of instelling waarnaar kan worden verwezen, kan er pas tot definitieve

verwijdering van de leerling worden overgegaan. De school pleegt hierbij overleg met de afdeling

Leerplicht en de Inspectie van het Onderwijs .

10.13 Klachten (artikel 14 WPO)

Veruit de meeste klachten over ‘de dagelijkse gang van zaken in de school’ worden in goed onderling

overleg tussen betrokkenen opgelost. Mocht u er samen niet uitkomen, dan kunt u een klacht indienen bij

mevr. M.A. Kors van Lucasonderwijs. Haar telefoonnummer is 070-3001166 en haar emailadres is:

[email protected]

Ook kunt u zich rechtstreeks wenden tot de landelijke onafhankelijke klachtencommissie van stichting

Geschillencommissies bijzonder onderwijs (GCBO) t.a.v. klachten- beroeps-, bezwaren- en

geschillencommissies, Postbus 82324, 2508 EH Den Haag. Tel 070-3861697. Email [email protected]

Elke onderwijsinstelling is wettelijk verplicht een klachtenregeling op school ter inzage te hebben liggen

en aangesloten te zijn bij een (landelijke) klachtencommissie.

Vertrouwenspersoon

Onze school heeft twee vertrouwenspersonen. Deze hebben geen directe banden met de school en zijn

daarom objectief. U kunt contact opnemen met de vertrouwenspersoon als u vermoeden heeft tot of in

aanraking komt met vormen van seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten.

De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De

vertrouwenspersoon gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht en

ondersteunt d e klager hier desgevraagd bij. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere

procedure en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie.

De vertrouwenspersoon verwijst, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties

gespecialiseerd in opvang en nazorg.

Indien de vertrouwenspersoon aanwijzingen, doch geen concrete klachten bereiken, kan hij deze ter kennis

brengen van de klachtencommissie of het bevoegd gezag.

De vertrouwenspersoon neemt bij zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht. De

vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij in die hoedanigheid verneemt.

Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als vertrouwenspersoon heeft beëindigd.

De vertrouwenspersoon is ds. Sterrenburg, Schellinglaan 33, 2271 VD Voorburg, tel.: 070- 386 02 03

De vertrouwenspersonen van Lucas Onderwijs zijn de heren W. Boonekamp en A. Sterrenburg en Mevr. J.

te Raa. Het contactadres is het adres van Lucas Onderwijs; Saffierhorst 105, 2592 GK Den Haag.

Mevr. M.A.Kors van Lucas Onderwijs geldt als aanspreekpunt voor de vertrouwenspersonen. Haar

telefoonnummer is 070-3001166 en haar emailadres is: [email protected]

Ook de inspectie heeft een vertrouwensinspecteur tel. 0900 - 1113111

Klac

hten

rege

ling

St

ich

ting

Luc

as

Ond

erw

ijs





44

Hoofdstuk 11: Regeling schooltijden en vakanties

11.1 De schooltijden

De school begint voor alle groepen, elke dag, om 8.30 uur. Op maandag, dinsdag, donderdag en

vrijdag is de eindtijd 14.45 uur. Op woensdag om 12.15 uur.

De school heeft een continurooster. De kinderen van de groepen 1 tot en met 4 eten 30 minuten met

de leerkracht in de klas en spelen 30 minuten buiten. De kinderen van de groepen 5 tot en met 8 eten

15 minuten en spelen 30 minuten buiten. Buiten spelen gebeurt onder leiding van overblijfkrachten.

Komend schooljaar zullen twee pedagogisch medewerkers het overblijfteam komen versterken. Ook

zal er een goed activiteitenaanbod op worden gezet.

11.2 Inloop voor alle groepen

Vanaf 8.20 uur gaat de deur van de school open voor alle groepen. De kinderen gaan dan naar hun

eigen klas. Op deze manier kan iedereen op tijd komen. Als regel geldt: Als de deur openstaat, mogen

de kinderen naar binnen.

11.3 Vakantierooster en studiedagen

Het vakantierooster wordt jaarlijks vastgesteld in de regio Haaglanden. De data van het lopende

schooljaar vindt u terug op de jaarplanning en mijnschoolinfo. De data van de vakantie- en

studiedagen van dit jaar vindt u terug in het tweede deel van deze schoolgids.

11.4 Wettelijke uren

Het minimum aantal lesuren van groep 1 tot en met 8 is op alle basisscholen 7520 uur. Leerlingen in

de eerste 4 leerjaren (onderbouw) moeten ten minste 3520 uur les krijgen; in de laatste 4 leerjaren

(bovenbouw) is dit 3760 uur. Voor de resterende 240 uur kunnen scholen uit de volgende drie

mogelijkheden kiezen:

De lesuren kunnen bij de leerjaren 1 tot en met 4 worden ondergebracht.

De lesuren kunnen bij de leerjaren 5 tot en met 8 worden ondergebracht.

De lesuren kunnen gedeeltelijk bij de leerjaren 1 tot en met 4 en gedeeltelijk bij de leerjaren 5 tot en met 8 worden ondergebracht

Wij hebben gekozen voor het laatste model.

11.5 Zieke kinderen

Als een leerling door ziekte niet op school kan komen, moet zo spoedig mogelijk de school daarvan

op de hoogte gebracht worden (tussen 8.00 - 8.30 uur). Dit kan bij voorkeur via mijnschoolinfo. Op

deze manier komt de melding direct bij de leerkracht terecht. Mocht melden via mijnschoolinfo geen

optie zijn, dan kunt u de school telefonisch bereiken op nummer 070 – 386 05 12.

Als kinderen op school ziek worden willen wij de ouders van een kind uiteraard op de hoogte

brengen. Daarom is het van groot belang dat wij u telefonisch kunnen bereiken. Als u een ander

(mobiel) telefoonnummer hebt, verzoeken wij u dringend dit direct aan de school door te geven door

het nieuwe nummer in uw persoonlijke account van mijnschoolinfo te zetten.

Als uw kind niet mee mag doen met gymnastiek, willen we dat van uzelf horen! Wilt u uw kind in dat

geval een briefje meegeven of een bericht via mijnschoolinfo naar de leerkracht sturen.

Het schoolverzuim wordt maandelijks gemeld aan de schoolplichtambtenaar.


45

11.6 Buitengewoon verlof

Regelmatig komen ouders ons vragen of hun kind een dag of een middag vrij kan krijgen. De redenen

zijn velerlei: tandarts, bruiloft, vakantie, dagje uit met opa en oma etc. De school is niet bevoegd om

een leerplichtige leerling verlof te verlenen voor extra vakantie. Voor doktersbezoek e.d. moet u

contact opnemen met de school om de afwezigheid te melden. Overig buitengewoon verlof moet U

schriftelijk aanvragen, het liefst met bewijsstukken. De school is verplicht een

aanwezigheidsregistratie te voeren en we zijn tevens verplicht ongeoorloofd verzuim te melden bij de

leerplichtambtenaar.

Verlofformulieren zijn bij de directie te verkrijgen. Een aanvraag voor verlof in geval van gewichtige

omstandigheden moet bij voorkeur een maand van te voren of, als dit niet mogelijk is, uiterlijk twee

dagen na het ontstaan van de verhindering bij de directie worden ingeleverd.

De aanvraag wordt door de directie van de school beoordeeld - conform de richtlijnen van de afdeling

leerplicht van de Gemeente Voorburg. Op het formulier wordt aangegeven of er wel of niet

toestemming kan worden verleend, waarna de ouders een afschrift krijgen.

Over een verlofaanvraag voor tien dagen of minder beslist de schooldirectie. Betreft het een aanvraag

voor meer dan tien dagen, wordt deze doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar van de gemeente.

Daartoe dient u het formulier ‘Aanvraag vrijstelling schoolbezoek’ in te vullen - dat is bij de

schooldirectie verkrijgbaar.

Alleen wanneer het vanwege de specifieke aard van het beroep van een van de ouders/verzorgers

niet mogelijk is om tijdens de schoolvakanties op vakantie te gaan, kan eenmaal per schooljaar door

de schoolleiding vrij worden gegeven voor extra vakantie. Indien van toepassing moet bij uw aanvraag

een werkgeversverklaring gevoegd worden waaruit dit blijkt.

Verlof bij gewichtige omstandigheden:

In het geval van gewichtige omstandigheden kan verlof aangevraagd worden, b.v.

verhuizing (ten hoogste één dag);

bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten in de tweede t/m derde graad;

ernstige ziekte van ouders, bloed- of aanverwanten t/m de derde graad;

overlijden bloed- of aanverwanten;

het 25- 40- en 50-jarig ambtsjubileum en het 12,5- 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum

van ouders of grootouders (één dag).

Ook bij een bezoek aan een arts of therapeut kan u gevraagd worden een verlofformulier in te

vullen.

11.7 Vakantieverlof buiten de schoolvakantie alleen in speciale

gevallen

Alleen wanneer het vanwege de specifieke aard van het beroep van een van de ouders/verzorgers

niet mogelijk is om tijdens de schoolvakanties op vakantie te gaan, kan eenmaal per schooljaar door

de schoolleiding vrij worden gegeven voor extra vakantie. Indien van toepassing moet bij uw aanvraag

een werkgeversverklaring gevoegd worden waaruit dit blijkt.

Verder is het belangrijk om te weten dat:

de aanvraag minimaal vier weken van te voren moet worden ingediend;

de verlofperiode ten hoogste tien schooldagen mag beslaan;

de verlofperiode niet in de eerste twee weken van het schooljaar mag vallen.


46

11.8 Te laat komen

De school begint om 8.30 uur. De kinderen moeten op dat moment in de klas zitten. Het is namelijk

erg vervelend voor de leerkracht, medeleerlingen en de leerling in kwestie om daarna de klas binnen

te komen. Het stoort de lessen. De leerkracht registreert alles in het absentiesysteem en de ouders

worden geïnformeerd via de mail. Indien er vaker sprake is van te laat komen, zal de directie

maatregelen nemen. Indien er geen beterschap optreedt zijn wij verplicht om dit te melden bij

leerplicht.


47

Hoofdstuk 12: Praktische zaken

12.1 Bankrekeningnummer van de school

De meeste betalingen van ouders lopen via het gironummer van de ouderraad onze school. Dit

nummer is: NL75ABNA0240317874 t.n.v. Ouderraad Groen van Prinstererschool in Voorburg.

12.2 Welke materialen hebben de kinderen nodig?

In groep 3 krijgen de leerlingen eenmalig een etui met daarin de volgende zaken:

- schrijfpotlood

- stabilo (in de loop van het jaar)

- slijper

- 12 kleurpotloden

- lijmstift

- gum

- liniaal

Het is de zorg van ouders dat de etui zelf gevuld blijft. Wanneer er iets kapot of kwijt raakt van

bovenstaande spullen dient dit zelf vervangen te worden. In de kerstvakantie en in de zomervakantie

gaan de etuis mee naar huis.

Vanaf groep 6 moet iedere leerling zelf een huiswerkmap aanschaffen.

In groep 7 kopen de leerlingen een eenvoudige rekenmachine en schoolagenda.

In het begin van het schooljaar krijgen de ouders, van de leerkracht, een overzicht met de materialen

die de leerlingen moeten hebben.

Wilt u zorgen voor een goede tas?

12.3 Besmettelijke ziekten

Het is van belang dat ouders de school zo spoedig mogelijk berichten wanneer hun kind een dergelijke

ziekte heeft. Dit geldt vooral in het geval van "rode hond". Bij de schooldeur kunnen we dan bekend

maken dat er rode hond heerst. Als het noodzakelijk is nemen we contact op met de GGD.

12.4 Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Voor vragen over opvoeden en opgroeien (zie ook onder 7.12)

Opvoeden en opgroeien is niet altijd gemakkelijk en soms is informatie, advies of ondersteuning nodig.

In Leidschendam-Voorburg is één centraal punt voor alle vragen over opvoeden en opgroeien: het

centrum voor jeugd en gezin (CJG).

In het CJG is veel kennis en ervaring over opvoeden en opgroeien samengebracht in één

netwerkorganisatie. Dat heeft twee grote voordelen: snel antwoord op vragen en meteen hulp

wanneer dat nodig is.

Een antwoord op al uw vragen

Hebt u vragen over de gezondheid, de groei of de ontwikkeling van uw kind? Wilt u iets weten over

de opvoeding van uw kind of over uw zwangerschap? Het CJG weet de weg en weet wie u verder kan

helpen. U hoeft het dus niet zelf uit te zoeken. De hulpverlening of adviezen vanuit het CJG zijn gratis

en vrijwillig en als u dat wilt anoniem.

Veel informatie staat ook op www.cjg-lv.nl. Daar vindt u alles over opvoeden en opgroeien van

kinderen tot 23 jaar.


48

Spel- en Opvoedpunt

In het CJG is het Spel- en Opvoedpunt gevestigd. Daar kunt u spelmateriaal lenen. Een bibliotheek

voor spelletjes dus. Er is een een pedagoog aanwezig, die kan u helpen met vragen over opvoeden of

opgroeien. U kunt een afspraak met haar maken, maar zo binnenlopen is ook mogelijk.

Ook organiseert het Spel- en Opvoedpunt iedere woensdag- en vrijdagmiddag “Spelmiddagen”.

Tijdens deze middagen kunt u spelen met uw kind. Maar ook:

- Praten met andere ouders en ervaringen delen

- Uw kind kan met andere kinderen laten spelen

- Ouders ontmoeten met kinderen die bij u in de buurt wonen.

Bezoekadres Centrum voor Jeugd en Gezin Voorburg

Willem de Beijerlaan 147

2174 KV Contact: telefoonnummer 14070

www.cjg-lv.nl

Werkdagen van 09.00-16.00 uur

12.5 Fietsen

De kinderen mogen op de fiets naar school komen, als de afstand te groot is om te lopen. De ruimte

om de fietsen te stallen is beperkt. Daarom is de fietsenstalling in de eerste plaats bedoeld voor

kinderen, die echt op de fiets moeten komen.

Nog drie belangrijke opmerkingen:

1. zorgt u voor een goede, deugdelijke fiets,

2. de school is niet aansprakelijk voor schade aan of diefstal van de fiets.

3. niet fietsen op de stoepen bij de school en op het schoolplein.

Uit het oogpunt van veiligheid van uw en onze kinderen doen we een dringend beroep op u om zoveel

mogelijk lopend of op de fiets te komen. De parkeerruimte bij de school is erg beperkt en de straten

zijn zeer nauw.

12.6 Gevonden voorwerpen

Alle zaken, die bij of in de school worden gevonden, worden in de hal van de school verzameld aan

het kledingrek. Wilt u daar kijken als u iets kwijt bent? Voor elke vakantie wordt alles wat er nog ligt,

weggedaan.

12.7 Jeugdbladen

Via de school is een abonnement op een aantal jeugdbladen mogelijk. Aan het begin van het schooljaar

worden hiervoor formulieren uitgereikt. Informatie hierover kunt u krijgen bij de administratie.

12.8 Kerk

Wij hebben een samenwerking met de gemeente Open Hof. De dominee wordt nauw betrokken bij

het voorbereiden en vieren van de vieringen.

http://www.cjg-lv.nl/


49

12.9 Kostbaarheden

Laat uw kind geen waardevolle spullen of geld meenemen, tenzij dit strikt noodzakelijk is (b.v. overblijven).

Als regel geldt dat het niet is toegestaan kostbare zaken mee naar school te nemen. Denkt u daarbij aan

diverse geluidsdragers (zoals MP3 etc.), allerlei soorten videospelletjes e.d. In de klas zijn deze artikelen

niet nodig; ze kunnen alleen maar kapot gaan of kwijt raken. Zijn ze er toch, dan neemt de leerkracht ze

in en kunnen de ouders de spullen komen ophalen op school.

Het gebruik van mobieltjes door kinderen in de school is verboden. Van 8.20 tot 14.45 mogen de kinderen

deze niet gebruiken. In elke klas is er de mogelijkheid voor de kinderen om hem ’s ochtends in te leveren

bij de leerkracht. Hij wordt dan aan het einde van de dag weer teruggegeven. Wordt een kind toch gesnapt

met een mobieltje, maakt het geluid, of trilt het? Dan wordt het mobieltje ingenomen en dan krijgt het kind

het mobieltje pas aan het eind van de volgende dag weer terug. Voor een vrijdag betekent dat, dat het

mobieltje pas maandag weer terug wordt gegeven. Het verbod geldt ook tijdens de pauzes.

12.10 Logopedie

Bij de kleuters vindt er screening plaats door een gemeentelijke logopediste. Zij controleert de

leerlingen die door de groepsleerkracht zijn aangemeld. Indien noodzakelijk kan er met toestemming

van de ouders een uitgebreider onderzoek volgen. Bij het onderzoek wordt o.a. gekeken naar de

taalontwikkeling, de spraakontwikkeling, het stemgebruik en de mondmotoriek. Als dit noodzakelijk

is neemt de logopediste contact op over een behandeling.

Omdat er weinig uren beschikbaar zijn voor de schoollogopedie is het mogelijk dat er doorverwezen

wordt naar een particuliere logopedist(e). Voor informatie over de logopediste kunnen ouders terecht

bij de intern begeleider van de school Anneke Liefers

12.11 Naschoolse opvang

Aan onze school is een aantal organisaties voor naschoolse opvang verbonden.

1. Luuk Dak wordt gecoördineerd door de Stichting DAK.

Telefoonnummer: 070 369 15 29.

2. Sport en spel NSO Leeuwenbergh. Dit is bedoeld voor alle kinderen van 4 t/m 13 jaar die van

bewegen houden. Het motto is: bewegen is beleven.

Telefoonnummer: 070-3071345

3. CompaNanny Voorburg, Maanplein 1, 2516 CK Voorburg

Telefoon: 070-2055200

12.12 Overblijven

Overblijven, eten, gebeurt in de klas onder leiding van de leerkracht. Buiten spelen onder begeleiding

van overblijfkrachten. De overblijfgroep kent twee contact personen:

De directie van de school en Anita de Jager (overblijfcoördinator)

Mochten er vragen zijn kunt u altijd terecht bij een van deze contactpersonen.

Snoep en chips

Wij willen u vragen het meegeven van snoep te beperken tot een “snoepje”.

Chips, lolly en kauwgom zijn op school en dus ook tijdens de overblijf verboden en zullen worden

ingenomen.


50

12.13 Peuterspeelzaal “De Speeldoos”

Wij werken als school nauw samen met peuterspeelzaal ‘De Speeldoos”. Vanaf 1 augustus 2012 valt

de peuterspeelzaal onder “KIJK” Peuterspeelzalen; onderdeel van DAK kindercentra. De

peuterspeelzaal is gevestigd in ons schoolgebouw.

Het doel van de peuterspeelzaal is om peuters te laten spelen samen en naast andere peuters. Dit

zonder dat er een eigen ouder bij aanwezig is. De peuter kan er zo aan wennen om een ochtend of

middag zonder papa en mama te spelen. Bovendien leren de peuters spelenderwijs allerlei zaken ter

voorbereiding op de basisschool.

Het telefoonnummer van de Speeldoos is: 070 – 387 67 34.

De leidster van de peuterspeelzaal:

Paula Hoek - v/d Elst (hoofdleidster)

De speeldoos is 5 ochtenden en maandagmiddag geopend.

De openingstijden van de peuterspeelzaal zijn gelijk aan die van de Groenschool:

’s morgens van 8.30 uur tot 11.45 uur,

’s middags van 12.45 uur tot 15.00 uur en

op woensdags van 8.30 uur tot 12.00 uur

Voor verdere gedetailleerde informatie betreffende peuterspeelzaal “De Speeldoos” verwijzen wij

graag naar ons informatieboekje.

12.14 Schoolmelk

Wij bieden de mogelijkheid om de kinderen melk te laten drinken op school. Via een schoolmelk-

abonnement bij Campina kan deze service worden gegeven. U kunt kiezen uit 2 soorten melk: halfvolle

melk en Optimel. De betaling geschiedt d.m.v. een acceptgirokaart. Aanmelding kan op ieder

willekeurig moment. Formulieren met uitgebreide informatie zijn op school verkrijgbaar. Maris

Henriquez is contactpersoon voor de schoolmelk. Indien u uw abonnement wilt wijzigen of stopzetten,

dan moet u zelf de Melkunie bellen. Het telefoonnummer is: 0348 - 429880.

De eerste drie dagen na een schoolvakantie is er geen schoolmelk i.v.m. de bevoorrading van de

scholen. De melk wordt op school halverwege de morgen gedronken. Heeft uw kind geen schoolmelk,

dan mag het een beker of pakje drinken meenemen. Ook is een schoolmelk-abonnement voor de

overblijf mogelijk.


51

12.15 Schoolreizen

De schoolreizen op de Groenschool zijn in twee soorten te verdelen:

1. ééndaagse schoolreizen voor de groepen 1 t/m 7

2. een kamp voor groep 8

T.z.t. ontvangt u over de diverse schoolreizen (bestemming, kosten, data e.d.) bericht.

We gaan er vanuit dat alle leerlingen meegaan op schoolreis. Mocht een kind toch niet mee kunnen

gaan, dan is dat kind tijdens de schoolreisdag/-dagen normaal op school. Neemt u in dit geval

vroegtijdig contact op met de groepsleerkracht. Mocht uw kind niet meegaan, dan krijgt u de kosten

voor de attractie terug. Mocht u vanuit financieel oogpunt problemen hebben om uw kind(eren) mee

te laten gaan, neemt u in dat geval contact op met de directeur.

12.16 Sponsoring

Het Ministerie van Onderwijs heeft samen met zestien organisaties een convenant gesloten waarin

afspraken voor sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs zijn vastgelegd. Het convenant is

niet bedoeld om sponsoring te bevorderen of te bestrijden. Het bevat gedragsregels die scholen als

richtlijnen kunnen gebruiken bij hun sponsorbeleid. De regels geven aan waar scholen op moeten

letten, waar sponsors aan gebonden zijn, waar valkuilen zijn en hoe scholen inspraak van ouders en

leerlingen over sponsoring moeten organiseren. Die richtlijnen zijn vastgelegd in een brochure. Deze

brochure geeft onder andere richtlijnen uit dit sponsorconvenant weer. Ook wordt beschreven aan

welke wettelijke voorwaarden sponsoring op school moet voldoen. Daarnaast bevat de brochure een

checklist met praktische tips die kan worden gebruikt bij het afsluiten van een sponsorovereenkomst.

Het bestuur van de Lucas Onderwijs en de Medezeggenschapsraad van de Groen van Prinsterer

conformeren zich aan het convenant en aan hetgeen in de brochure is opgenomen. Mocht u iets willen

ondernemen vanuit uw bedrijf, dan stellen wij het op prijs wanneer u van tevoren altijd contact

opneemt .

12.17 Sportevenementen

Onze school neemt deel aan diverse sportevenementen o.a. de school Olympiade voor groep 5 t/m 8,

het voetbaltoernooi voor groep 3 t/m 8, het korfbaltoernooi enz. De kinderen, die aan deze toernooien

willen meedoen, krijgen daarover vroegtijdig bericht. Deelname aan deze toernooien wordt

georganiseerd door de ouderraad. We verwachten van onze leerlingen, dat ze tijdens deze activiteiten

zich sportief en correct gedragen. Is dit niet het geval, dan neemt de school maatregelen.

Het dragen van een schoolshirt tijdens sportevenementen is verplicht.

Ook organiseert de school zelf een jaarlijkse sport- en speldag. Jaarlijks wordt er ook meegedaan aan

de Koningsspelen.

12.18 Schoolshirt

Op school zijn schoolshirts te koop. Deze kosten 10 euro per stuk. De shirts worden tijdens

sportevenementen gedragen.

12.19 Schoolverzekering

Het schoolbestuur heeft voor alle leerlingen een scholierenongevallenverzekering afgesloten. De

directie stelt zich niet aansprakelijk voor vermissing of vernieling van jassen, fietsen of andere

voorwerpen uit de klas, school, schoolplein en gymzaal.


52

12.20 Onderwijsinspectie

De taak van de inspectie om scholen te toetsen aan de wettelijke voorschriften en advies te geven op

welke wij zij het onderwijs kunnen aanpassen en verbeteren. De inspectie doet dit door middel van

Regulier Schooltoezicht.

Het adres van de inspectie basisonderwijs is:

Inspectie Basisonderwijs

Postbus 51

www.postbus51.nl

www.owinsp.nl

Tot Slot

Wij hopen dat wij u met deze schoolgids goed hebben kunnen informeren over onze school.

Mocht u nog suggesties hebben, mailt u het dan aan ons.

[email protected]

Het team van de Groen van Prinstererschool rekent op positieve inbreng van ouders, zodat we met

elkaar er weer een heel fijn schooljaar van kunnen maken.

Ons motto blijft:

Hebt u klachten zeg het ons, bent u tevreden zeg het anderen!

http://www.postbus51.nl/



53

Schoolgids 2015-2016 Groen van Prinstererschool (deel2)


54

Veel dingen in en om de school zijn aan veranderingen onderhevig. Naast de schoolgids hebben wij

daarom deze bijlage opgesteld. Hierin vindt u informatie als: de schooltijden, het vakantierooster,

de groepsindeling, adressen en telefoonnummers, etc.

1. Het team

De mensen uit de onderstaande lijst werken op de Groen van Prinstererschool.

Sanne van Beek

Annet van den Beemt

Dewi van den Berg

Angelina Codron

Anja Dalebout

José van Duijvenbooden

Youri Deelen

Cecile Goedée

Manon de Groot

Monique van der Ham

Maris Henriquez

Jacqueline Heijnis

Maud van Heel

Annemieke Huitsing

Debbie Hoogendoorn

Widjay Jagesser

Anneke Liefers

Panda Nieuwenhof

Marcel Prosman

Esther Ruël Engelman

Els Schippers

Debbie Sluimer

Sandra van der Stek

Rick Venmans

Bas Vernooij

Anneke de Waard

Mariëtta Wanders

Michael Wolters

Op peuterspeelzaal de Speeldoos is werkzaam:

Paula Hoek


55

Formatieplaatje 2015-2016

Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

1/2 a Esther Esther Esther Esther Youri

1/2 b Jacqueline Jacqueline Jacqueline Sanne Sanne

1/2 c Monique Monique José Monique Monique

1/2 d Mariëtta Mariëtta Mariëtta/Maud Maud Maud

3A Angelina Angelina Angelina Manon Manon

3B/4B Els Els Els Dewi Dewi

4A Dewi Panda Panda Panda Panda

5A José José Rick Rick Rick

5B/6B Anja Anja Anja Annemieke Annemieke

6A Marcel Marcel Marcel Bas Marcel

7A Sandra Cecile/Sandra Cecile Cecile Cecile

7B/8B Debbie H Debbie H Bas Debbie H Debbie H

8A Michael Michael Michael/Sandra Michael/Sandra Michael

Klimop-programma: Annemieke (maandag)

Gymnastiek: Debbie S (maandag, dinsdag)

Youri (woensdag)

Administratie: Maris (dinsdag en donderdagmiddag)

IB: Anneke L (woensdag, donderdag en vrijdag)

RT: Anneke de W. (donderdag)

Leesspecialist: Els (maandag, dinsdag en woensdag)

Rekenspecialist: Rick (woensdag, donderdag en vrijdag)

Taalspecialist: Michael (maandag t/m vrijdag)

Specialist Jonge kind: Jacqueline (maandag, dinsdag en woensdag)

Conciërge: Widjay (alle dagen)

Directie: Annet (directeur, maandag t/m donderdag)

Bas (Leerkracht met directietaken, maandag, dinsdag en vrijdag)

Lokaal indeling

Gebouw aan de Oranje Nassaustraat

Begane grond vanaf de trap: groep 3A, groep 3B/4B

1e etage vanaf de trap: groep 4A, groep 5A

Zolder vanaf de trap: groep 5B/6B, groep 6A

Gebouw aan het Oosteinde

begane grond vanaf de ingang: groep 1/2A, groep 1/2B, groep 1/2C, groep 1/2D

1e verdieping vanaf de trap: groep 8A, groep 7B/8B

Zolderverdieping: groep 7A


56

2. Vakanties en studiedagen

De Groen van Prinstererschool wil een eigentijdse school zijn. Dat betekent dat scholing op

verschillende terreinen wenselijk en noodzakelijk is.

Vakantiedagen: Herfstvakantie 19-10-2015 t/m 23-10-2015 Sinterklaasmiddag 04-12-2015 school eindigt om 12.00 uur Kerstmiddag 18-12-2015 school eindigt om 12.00 uur Kerstvakantie 21-12-2015 t/m 01-01-2016 Voorjaarsvakantie 22-02-1016 t/m 26-02-2016 (let op: 19-02 studiedag, lln. vrij) Paasweekeind 25-03 2016 t/m 28-03-2016 Koningsdag 27-04-2016 Meivakantie 02-05-2016 t/m 13-05-2016 Pinksteren 16-05-2016 Zomervakantie 11-07-2016 t/m 19-08-2016 Studiedagen groep 1 t/m 8: Maandag 21-09-2015 Vrijdag 20-11-2015 Vrijdag 29-01-2016 Vrijdag 19-02-2016 Woensdag 06-04-2016 Maandag 06-06-2016 Studiedagen groep ½: Maandag 28-09-2015 Woensdag 6-04-2016 Verhuisdagen: Donderdag 07-07-2016 Vrijdag 08-07-2016


57

3. Schooltijden De school begint voor alle groepen, elke dag, om 8.30 uur. Op maandag, dinsdag, donderdag en

vrijdag is de eindtijd 14.45 uur. Op woensdag om 12.15 uur.

De school heeft een continurooster. De kinderen van de groepen 1 tot en met 4 eten 30 minuten met

de leerkracht in de klas en spelen 30 minuten buiten. De kinderen van de groepen 5 tot en met 8 eten

15 minuten en spelen 30 minuten buiten.

Buiten spelen gebeurt onder leiding van overblijfkrachten en pedagogisch medewerkers.

4. Bezetting ouderraad

De ouderraad kent thans de volgende bezetting:

Naam Moeder/vader van

Gerben Verhoef (voorzitter) Ole

Jan Hoiting (Secretaris) Bas en Wim

Edzard de Ruyter de Wildt (penningmeester) Renée

Arie Groen Anne

Marianne Veldhuizen Lise en Sem

Priya Poeran Tara en Syon Kansen

Tina Noya Hugo

Nicole Smits Jens

Arend Steunenberg Bram

5. Bezetting medezeggenschapsraad

Simone de Bakker-Löhner (voorzitter)

Paradijsstraat 95

2275 EM Voorburg

070 – 3904606

Moeder van Jonas en Nathan

Jim Keijser

Flaviusstraat 1

2275 VG Voorburg

06-41076291 Vader van Sterre

Sven Louwers (secretaris)

Regentesselaan 19

2281 VB Rijswijk

070-7802075

Vader van Sam, Tomi en Evi

Namens het personeel hebben zitting in de personeelsgeleding:

Annemieke Huitsing

Esther Ruël - Engelman

Michael Wolters


58

6 . Resultaten van het onderwijs

Bij deze willen wij de volgende opmerking maken: de resultaten van het onderwijs zijn niet alleen

afhankelijk van de kwaliteit van het gegeven onderwijs, maar ook van de startvaardigheden en de

mogelijkheden van het kind. Wij willen daarnaast benadrukken dat niet het eindresultaat, maar het

proces daar naartoe de kwaliteit van je onderwijs maakt. Op onze basisschool zijn in de afgelopen

schooljaren (2009-2015) de volgende schooladviezen afgegeven:

schooltype 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013-2014 2014-2015

VMBO K-B 0% 11 % 0 % 7 % 3 % 9,5 % 8 %

VMBO-T 32% 5 % 19 % 19 % 14% 9,5 % 14 %

HAVO 25% 34 % 26 % 24 % 31 % 31 % 33 %

VWO 43% 50 % 55 % 50 % 52 % 50 % 45 %

7. Belangrijke adressen

Groen van Prinstererschool

tijdelijk adres :


2271SJ Voorburg

telefoon : 0703860512

e-mail : [email protected]

internet : www.gprinstererschool.nl

Schoolbestuur: Lucas Onderwijs

Saffierhorst 105

2592 GK Den Haag

Postadres:

Postbus 93231

2509 AE Den Haag

Tel: 070 – 300 1100

Fax: 070 – 300 9499

www.lucasonderwijs.nl

Inspectie

Postbus 51

0800-8051

www.postbus51.nl

www.owinsp.nl

Klachtencommissie voor

het primair onderwijs

Postbus 82324

2508 EH Den Haag

Tel 070-3861697.

Email [email protected]

Leerplichtambtenaar:

Mevr. G. Morgenstond

070-3009538

Dak Kindercentra

Noordwal 10

2513 EA Den Haag

Tel: 070-750.21.00

www.dakkindercentra.nl

http://www.postbus51.nl/



59

Locaties:

-) Luuk Dak

Fonteyenburglaan 34

2275 Voorburg

Tel: 070-387.26.99

-) Luuk Dak

Fonteyenburglaan 38

2275 CZ Voorburg

Tel:070-319.41.14

Peuterspeelzaal KIJK De Speeldoos

tijdelijk adres :


2271SJ Voorburg

070 387 67 34

aanmelden:

Telefonisch: 070 750 21 10 (Afdeling Aanmelding & Plaatsing*)

E-mail afdeling Aanmelding & Plaatsing: [email protected]

Sport en spel NSO Leeuwenbergh

Lindelaan 7

2495 BA Den Haag Telefoon: 070-3071345

Fax: 070-3071340

Email: [email protected]

www.nsoleeuwenbergh.nl

Melkunie Schoolmelkvoorziening

Postbus 42 / De Bleek 1

3440 AA Woerden

0348-429.880

www.schoolmelk.nl

tel:070-319.41.14

Schoolgids 2015 2016 def

Documents

Transcript of Schoolgids 2015 2016 def