Samenvatting Mod 2

37
Module 2, Prefab elementen 1 Samenvatting Module 2 Prefab elementen

Transcript of Samenvatting Mod 2

Page 1: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 1

Samenvatting

Module 2

Prefab

elementen

Page 2: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 2

Page 3: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 3

Samenvatting werkboek 2.1; PS- vloer

Vloeren:

Er zijn 2 soorten vloeren; dragende en vrijdragende vloeren.

Bij dragende vloeren wordt de vloerbelasting rechtstreeks op de onderliggende grond

overgedragen.

(ab fig 11.10 blz 241 )

Bij een vrijdragende vloer wordt de vloerbelasting via de muur overgedragen op de fundering

en daarna op de grond.

(ab fig 11.11 blz 241)

De combinatievloer:

Page 4: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 4

De combinatievloer bestaat uit:

- Dragende balken (liggers) van (voorgespannen) gewapend beton.

- Lichte vulelementen van lichtbeton of polystyreen.

- Druklaag van (gestort) beton en krimpwapening.

De combinatievloer wordt toegepast bij niet seriematige bouw; dan goedkoper dan prefab

vloeren.

- In veel verschillende maten te verkrijgen.

- Rekening houden met plaats van sparingen ivm wapening.

- Leggen volgens een legplan. Hierop staan aangegeven:

De vloervelden

Lengte en legrichting

liggers.

De flaprichting.

Sparingen en doorvoeren

Soort wapening

( wb fig 1.1 blz 1.00)

Werkvolgorde bij het leggen van combinatievloeren:

Page 5: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 5

1. Maatvoering.

2. Balken leggen.

3. Randbekisting.

4. Vulelementen.

5. Sparingen en doorvoeren.

6. Wapening.

7. Storten.

8. Afwerken.

Benodigdheden van materialen en gereedschappen:

- Kraan voor betonbalken meetlint

- Randbekisting handzaag/ schrobzaag

- Vulelementen hamer

- Wapening vlechttang/ betonschaar

- Beton kubel/ pomp/ laser/ schep/ hark

- Raveelijzer/ pvc doorvoeren purspuit.

Persoonlijke beschermingsmiddelen: (pbm,s)

Pbm eisen bescherming

Veiligheidshelm binnenwerk, geen beschadigingen stoten, schaven, vallende objecten

veiligheidsschoenen stalen neus en zool vallende objecten, spijkers

Werkhandschoenen grip, vochtregulerend snijden, schaven

Werkkleding doelmatig, comfortabel weersinvloeden, schaven

Liggers:

- Gemaakt van (voorgespannen) gewapend beton.

- Vorm van een omgekeerde T.

- Maximale overspanning is 6500mm

- Met kraan met hijsbanden of stroppen (gemaakt van kunstvezel, canvas of staalkabels)

op ongeveer de juiste plaats hijsen.

- Met de hand op de exacte plek leggen.

- Afstand tussen liggers wordt door afstandhouten (pielemannen) bepaald.

- Oplegging: staal 70mm, beton 80mm, metselwerk 90mm.

- Maximale belasting 6 kN/m1 anders een extra ligger ernaast. (belasting wordt

verdeeld)

Vulelementen:

- 2 soorten: lichtbeton en van polystyreen.

- Pasblokken/ passtroken voor elke lengte en breedte.

- Groot gewicht op vloer: Baddingen die op minimaal twee liggers rusten.

Polystyreen vulelementen (broodjes):

Nadeel: Onderkant kan niet afgewerkt worden.

Niet bestand tegen oplosmiddelen zoals thinner, terpentine, benzine en diesel

Voordeel: Hoge isolerend werking

In veel verschillende maten te verkrijgen.

- Gemaakt van EPS. (geëxpandeerd polystyreen schuim)

Page 6: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 6

- In massieve en in holle variant te verkrijgen.

(wb fig 1.6 en 1.7 blz 1.08)

- Isolatiewaarde tot 5,0 m2K/W

- Alleen bij begane grond vloer toegepast.

- Standaard lengte van 1200mm.

- Breedtes van 450 en 570mm.

- Naar passtrook toe werken.

- Geen koudebrug onder ligger door flap.

Lichtbeton vulelementen:

- Gemaakt van lichtbeton of cellenbeton (lichte toeslagstof met cement)

- In twee varianten verkrijgbaar; de holle en de massieve elementen.

Page 7: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 7

(wb fig 1.3 en 1.4 blz 1.06)

- Toegepast bij vloeren waar belasting groot is en warmte isolatie geen grote rol speelt.

- Holle elementen voor storten druklaag dichtmaken met pasblokken van glas- of

steenwol.

De lichte betonelementen worden niet voor een begane grond vloer gebruikt.

- Nadeel: Geen isolerende werking.

- Voordeel: Onderkant kan afgewerkt worden.

Druklaag:

- Geeft vloer stijfheid tegen doorbuiging.

- Verdeeld punt en lijnlasten over de liggers.

- Wordt boven op liggers en vulelementen gestort.

- Betonkwaliteit is minimaal B15.

- Druklaag minimaal 40mm dik.

- Transport met kruiwagen, transportband, betonpomp of betonstort silo. (kubel)

- Beton op juiste hoogte brengen met schep en/ of hark.

- Beton met een afreibalk of trilbalk afwerken. (werking uitleggen)

- Beton beschermen tegen uitdroging. (+20 graden) anders verhard beton niet genoeg.

- Beton beschermen tegen bevriezing (0 graden) anders stopt de verharding; vloer

verwijderen.

Page 8: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 8

Wapening:

- In druklaag aanbrengen tegen trekkrachten en scheurvorming.

- Een netwerk van gepuntlaste betonstaal. (FeB 500)

- Diameter van minimaal 5mm en maximaal 8mm.

- Maaswijdte van minimaal 150mm en maximaal 250mm.

- Extra wapeningsstaven plaatsen bij muur of sparing komt om de trekkrachten op te

vangen.

Verschillende kwaliteiten worden aangegeven met een code;

Fe = Ferrum of Ferro (=ijzer)

B = Beton

FeB = Betonijzer

500 = Productiemethode

HWL = Warmgewalst of warmgewalst en met water gekoeld, lasbaar

HK = Warmgewalst en daarna koudgevormd door torderen of rekken

HKN = Warmgewalst en daarna koudgeprofileerd, bestemd voor gepuntlaste

wapeningsnetten

HWN = Warmgewalst of warmgewalst en daarna met water gekoeld, bestemd

voor gepuntlaste wapeningsnetten

Op legplan staat aangegeven:

Rond 5 -150: staalkwaliteit in de kenmiddelijn (diameter) en de onderlinge afstand

van de staven in mm

Pijl: plaats van de staven (1e laag van onderen)

3 840: lengte van het net in mm

Randbekisting:

- Wordt ook wel kantplank genoemd.

- Rondom vloer zodat beton niet weg kan.

- Van hout of van kunststof.

Houten randbekisting:

- Gemaakt van steigerdelen.

- Met wig tussen de spouwmuur vastgeklemd.

- Kan voor en na het leggen van vulelementen geplaatst worden.

Page 9: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 9

( wb fig 1.9)

Kunststof randbekisting:

- Door fabrikant geleverd.

- Op hun plaats gehouden door vulelementen.

- Voor het leggen van vulelementen gesteld.

(wb fig 1.13 blz 1.18)

Page 10: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 10

Sparingen en doorvoeren:

- Grote sparingen behulp van raveelijzers:

stalen hoekprofiel tussen de liggers.

tussenliggende ligger rust op raveelijzer

- Krachten worden verdeeld.

(wb Fig 1.10)

- Raveelijzer is thermisch verzinkt.

- Kleine sparingen met schrobzaag inzagen of met een diamantboor boren.

- Rekening houden met de plaats van de liggers. (mag hier niet doorheen)

- Stuk pvc pijp gebruiken als doorvoer.

- Pvc pijp moet boven de afwerkvloer uitsteken.

- Voor het storten gaten dicht maken met purschuim.

Koude bruggen:

- Een verbinding van goed warmtegeleidende materialen tussen binnen en buiten.

(wb fig 1.11 blz 1.14)

- Hierdoor warmte van binnen naar buiten.

- Condensatie op plaats waar warm en koud elkaar treffen.

- Gevolg: schimmelvorming en vochtplekken.

Page 11: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 11

Kruipruimte:

- Tussen begane grond vloer en bodem.

- Wordt gebruikt voor onderhoud en reparatie van de leidingen. (water, gas, riolering,

verwarming of luchtverversing)

- Bodemafsluiting tegen stank; 100mm schoon zand, 50mm beton, 100mm

schuimbeton.

- Vrije hoogte minimaal 600mm. (bij gas en waterleidingen 800mm)

- Kruipgaten minimaal 500mm hoog.

- Speciale eisen bij gas en waterleidingen:

Vrije hoogte minimaal 800mm.

Bodemafsluiting waterdicht.

Vorstvrij.

Kruipluik minimaal 800x500mm zijn.

- Kruipluik van multiplex en gelast hoekstaal; krap inzagen en op hoogte stellen met

latten.

Page 12: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 12

Page 13: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 13

Samenvatting werkboek 2.2; Kanaalplaatvloer

De kanaalplaatvloer:

De kanaalplaatvloer is een vrijdragende vloer die bestaat uit:

(Wb fig 2.1 det1 blz 2.00)

- Beton.

- (Voorgespannen) wapening.

- Afwerkvloer.

Voor het leggen heb je nodig:

- Vloerplaten en passtroken.

- Bouwvilt of kunststofprofielen voor gemetselde oplegvlakken.

- Raveelijzers.

- Kanaaldeksels.

- Voegvulling.

- Afwerklaag.

Voordelen:

- Kost minder tijd op bouwplaats.

- Weer heeft weinig invloed op voortgang.

- Beter te plannen.

Nadelen:

- Achteraf geen wijzigingen mogelijk.

- Levertijd.

Begane grond vloer:

- Betonnen nokken die vloer dragen.

- Daartussen isolatie. (eps van 40 tot 100mm)

- Lengtes tot 7000mm.

- Dikte totaal 350mm. (100mm isolatie)

Page 14: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 14

Verdiepingsvloeren.

- Gladde onderzijde voor eenvoudige afwerking.

- Vellingkant om beschadigingen te voorkomen en oneffenheden tussen 2 platen te

verbloemen.

- Bij gladde bovenzijde geen afwerkvloer nodig.

- Kelkvoeg na leggen nat maken en vullen met mortel of spramex B15. (beton met

kleine grinddelen)

- Vloer pas belasten na verharding kelkvoeg.

- Omdat de voorgespannen wapening uit het midden is geplaatst, zijn de vloerplaten een

beetje rond getrokken. (zeeg)

- Onderzijde vlak mbv stempels. (plaatsen voor storten)

- Na vullen en verharding kelkvoeg stempels verwijderen.

Vele varianten (vbi.nl) zoals klimaatvloer, leidingvloer.

- Standaardbreedte 300mm, 600mm en 1200mm.

- Lengtes van standaardvloeren in woningbouw tot 8900mm verkrijgbaar.

- In utiliteitsbouw lengtes tot wel 18000mm verkrijgbaar.

- Diktes variërend van 120mm tot 400mm.

- Pasplaten (in alle lengtes en breedtes te verkrijgen) om vloerveld op gewenste breedte

te krijgen.

- Pasplaten hebben hijsogen.

Hole kokers (kanalen) om (40 %) gewicht te besparen.

- Bij woningscheidende wanden mogen vloeren niet doorlopen van ene naar andere

woning ivm geluidsoverlast

- Ter voorkoming van geluidsoverlast dichtmaken met deksels of minerale wol.

- Om vloerveld te verbinden (bij stalen balk) worden in de kokers stekeinden

(wapening) geplaatst en volgestort.

(wb fig 2.8 blz 2.13)

Belasting van de vloer:

- Bij wanden met een groter gewicht dan 3kN/m1 moet extra wapening geplaatst

worden.

- Bij wanden met een kleiner gewicht wordt de wand als gelijkmatig verdeelde belasting

in de berekening meegenomen.

Legplan:

Hierop staat aangegeven waar en hoe de platen gelegd moeten worden.

- Codering voor juiste plaats. (ivm wapening en sparingen)

Page 15: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 15

- Alle sparingen, doorvoeren en elektradozen zijn aangegeven.

- Aannemer geeft informatie en fabrikant maakt tekening.

Oplegging:

De vloerplaten moeten met een bepaalde afstand op de ondergrond gelegd worden.

- Staal 70mm, beton 80mm, metselwerk 90mm.

- Bouwvilt onder de vloer voor betere drukverdeling en voorkoming van afbrokkelen

van metselwerk.

- Bouwvilt wordt ongeveer 3mm ingedrukt.

- Lengte van bouwvilt is gelijk aan de oplegbreedte (bijv 1200mm) min 10mm.

- Kan ook met stelspecie of kunststof oplegstrip.

Sparingen en doorvoeren:

Grote sparingen (trapgat) met behulp van raveelijzers

- Stalen hoekprofiel tussen de vloerplaten.

- Tussenliggende vloerplaat rust op raveelijzer

- Krachten worden verdeeld en opgevangen door extra

wapening. (tekening)

- Raveelijzer is thermisch verzinkt tegen roesten.

Kleine sparingen en doorvoeren worden van te voren in de

fabriek aangebracht of achteraf met een diamantboor

geboord.

- Rekening houden met de plaats van de wapening.

(alleen door koker boren; niet bij de dammen)

- Sparing in koker maximaal 800mm lang. (bij een

vloerdikte van 150 en 180mm)

- Geen sparingen bij plaatsen waar extra wapening is

geplaatst.

- Doorvoeren worden aangegeven met codes/ tekens.

- Doorvoeren voor elektra, water en riolering.

- Diameter variërend van 30 tot 125mm.

Afwerkvloer:

Boven op de vloerplaten komt meestal een afwerkvloer als

vlakke eindafwerking.

- Zand- cementdekvloer of gietvloer/ (anhydriet = gips)

- Vloerverwarming in afwerkvloer/

- Elektra en waterleidingen kunnen in afwerkvloer.

- Is geen druklaag zoals bij combinatievloer en maakt dus geen deel uit van constructie.

- Druklaag wordt soms toegepast op kanaalplaatvloer en zorgt voor grotere stijfheid van

de constructie.

Transport:

De vloerplaten worden met een kraan op hun plaats gehesen.

- Met behulp van platen of vloerenklem.

- In kelkvoeg speciale ribbels waar klem invalt.

Page 16: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 16

(wb fig 2.5 blz 2.09)

- Klem blijft door gewicht vloer hangen.

- Regelmatig controleren op beschadigingen.

- Extra staalkabels onderlangs tegen vallen. (verwijderen 30cm voor plaatsen

vloerplaat)

- Vloerplaten op volgorde op vrachtwagen.

- Hoe groter de hoek van de staalkabels, des te groter de krachten in de kabel.

(aw fig 5.71 blz 221)

Page 17: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 17

- Gewicht van last onuitwisbaar aangegeven op last zelf.

- Maximale last van staalkabels zijn op staalkabel aangegeven en moet groter zijn dan

gewicht van de last.

- Hijsbanden gemaakt van canvas, kunststofvezels of staaldraad.

- Voor gebruik controleren op draadbreuk, beschadigingen, slijtage en roest.

Hijstechnieken:

Alleen met goede communicatie is veilig werken mogelijk.

- Machinist ziet niet altijd waar de last moet komen.

- Aanwijzingen door portofoon of met handgebaren. (zie arbowijzer blz 223)

Veiligheid:

Bij het leggen van de vloerplaten staat veiligheid voorop.

- Vooraf een randbeveiliging tegen vallen zoals een leuning of steiger rond gebouw.

- Gebruik van helm en veiligheidschoenen verplicht.

- Doelmatige werkkleding en handschoenen zijn aan te raden.

- Gebruik van vanglijn mogelijk. Valhoogte maximaal 1,5m.

Ribcassetevloer:

De ribcassetevloer bestaat uit:

- 2 of 3 liggers

- dunne plaat gewapend beton

- ps-schuim

- Rc waarde 3,0 m2 K/W

- Toegepast als begane grond vloer.

- Breedte 1200mm

Page 18: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 18

Page 19: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 19

Samenvatting werkboek 2.3; Breedplaatvloer

Breedplaatvloer:

De breedplaatvloer wordt ook wel bekistingsplaatvloer of schilvloer genoemd omdat ze de

traditionele bekisting vervangen.

- Is een vrijdragende vloer.

- Alleen als verdiepingsvloer toe te passen.

- Standaard breedte 2400 of 3000mm.

- Lengtes tot 12000mm mogelijk.

- Door groot eigen gewicht weinig geluidsoverlast.

De breedplaatvloer bestaat uit: (tekening)

- Dunne laag beton. (schil)

- Voorgespannen wapening of traditionele wapening met

tralieliggers.

- Druklaag (min. 150mm) van beton.

- Leidingen.

- Krimpnetten.

- Bijlegwapening.

- Afwerklaag.

Werkvolgorde bij het leggen van breedplaatvloeren:

9. Maatvoering.

10. Stempeljukken plaatsen.

11. Oplegvilt plaatsen.

12. Vloerplaten leggen volgens legplan.

13. Sparingen en doorvoeren aanbrengen.

14. Leidingen.

15. Wapening.

16. Randbekisting en raveelbekisting.

17. Druklaag storten.

18. Afwerken.

Benodigdheden van materialen en gereedschappen

- kraan voor vloerplaten en beton meetlint

- randbekisting handzaag

- vloerplaten stootijzer

- wapening vlechttang/ betonschaar

- beton kubel/ pomp/ laser/ schep/ hark

- schroefstempels hamer

- badding

- schoren

- plaatmateriaal (betonplex)

Page 20: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 20

De betonplaat:

- Is een laag beton (50-120mm dik) die de bekisting aan de onderkant vervangt.

- Betonkwaliteit B45.

- Onderkant glad afgewerkt.

- Voorzien van voorgespannen wapening.

- Aan hoofdwapening zijn tralieliggers bevestigd.

- Uiterst breekbaar door geringe dikte.

- Dikte in woningbouw 50mm.

- Zijkant met vellingkant afgewerkt om mooie aansluiting te krijgen en minder

beschadigingen tijdens transport.

- Voor storten druklaag; bovenkant schoonmaken voor goede hechting.

Onderstempeling:

- Plaatsen voordat schil gelegd wordt.

- Tijdelijke onderstempeling door rijen schroefstempels met baddingen.

(tek. Wb 3.8 blz 3.13)

- Fabrikant geeft plaats van onderstempeling aan op legplan

- Door onderstempeling ontstaat de zeeg (midden van vloer iets hoger, hierdoor lijkt de

vloer recht; 1/500ste

van de lengte)

- Stempels blijven staan tot druklaag is uitgehard. (28 dagen)

- Schroefstempels zijn op hoogte te stellen met een pen en schroefdraad.

- Schroefstempels worden ook wel jukken genoemd.

- Onderlinge afstand van de stempels tussen 1500 en 2000mm.

- Stempels moeten geschoord en gekoppeld worden om instorting te voorkomen.

- Op sloffen plaatsen om drukkracht te verdelen.

- Stempels met spijkers vastzetten op sloffen om verschuiving te voorkomen.

- Bij meerdere breedplaatvloeren boven elkaar moet je doorstempelen.

- Bij doorstempelen, stempels zoveel mogelijk boven elkaar.

Oplegging:

- Bovenkant van oplegging moet vlak zijn anders komen vloeren niet gelijk te liggen.

- Ook kans op breuk, scheurvorming en afschilferen.

- Te voorkomen door toepassen bouwvilt of kunststof strippen.

- De schil heeft een oplegging van 10 a 20mm op de ondergrond.

- Totale oplegging na storten druklaag; staal 70mm, beton 80mm, metselwerk 90mm.

Page 21: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 21

Tralieliggers:

- Wapeningskorf in vorm van driehoek.

- Onderzijde maakt deel uit van hoofdwapening.

- Geeft plaat/ vloer extra stijfheid.

- Worden gebruikt als aangrijpingspunt voor transport.

- Dienen als afstandhouders voor krimpwapening. (vastzetten met binddraad)

Legplan:

- Fabrikant levert legplan aan.

- Niet van afwijken anders komen de wapening, sparingen en doorvoeren niet op de

juiste plaats.

- Met stippellijnen wordt aangegeven waar de onderstempeling moet komen.

Wapening:

- Krimpwapening van 3 mazen breed over sluitnaden om scheurvorming te voorkomen.

- Soorten wapening die in de handel te verkrijgen zijn:

HWL = warmgewalst of warmgewalst en met water gekoeld, lasbaar.

HK = warmgewalst en daarna koudgevormd door torderen of rekken.

Bovenstaande zijn te gebruiken als bijlegwapening bij breedplaatvloeren.

HKN = warmgewalst en daarna koudgeprofileerd, bestemd voor gepuntlaste

wapeningsnetten.

HWN = warmgewalst of warmgewalst en daarna met water gekoeld, bestemd

voor gepuntlaste wapeningsnetten.

Bovenstaande worden gebruikt voor wapeningsnetten (krimpwapening).

FeB = betonijzer; Fe betekent Ferro (=ijzer) B staat voor beton.

Sparingen en doorvoeren:

- Op tekening aangegeven.

- Door fabrikant vooraf aangebracht.

- Achteraf aanbrengen met diamantboor of diamantzaag. (moeilijk en lelijke onderkant)

- Elektradozen ook van te voren ingestort.

Leidingen:

- In de neutrale laag tussen schil en krimpwapening.

- Vastzetten met binddraad aan tralieliggers en wapening.

- Dunne leidingen kunnen ook in de afwerkvloer aangebracht worden.

Randbekisting:

- In het werk aangebracht zoals bij combinatievloer.

- Op traditionele manier of met prefab bekisting.

- Altijd aan buitenkant van muur voor volledige oplegging na storten.

- Raveelbekisting bij grote sparingen toepassen.

- Geen raveelijzers nodig; krachten worden opgevangen door extra wapening in beton

- Raveelbekisting vastmaken op plaatmateriaal (watervast gelijmde triplex) in trapgat.

Page 22: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 22

Druklaag:

- Voor storten: - Schil schoon en nat maken voor goede hechting.

- Gaten en sluitnaden dichtzetten met cementspecie.

- Schoonmetselwerk afdekken en naden dicht tapen om doorlekken te

voorkomen.

- Kwaliteit beton minimaal B25.

- Verdichten met drijfrei of trilbalk.

- Na storten: - Beschermen tegen weerinvloeden.

- Gelekte betonspecie uit naden verwijderen.

- Onderstempeling verwijderen als beton is uitgehard.

Veiligheid:

- Voor het plaatsen van de schil een randbeveiliging aanbrengen.

- Sparingen en gaten dichtzetten met plaatmateriaal onder de schil.(stempels verlagen)

- Trappen een meter boven vloer uit laten steken.

- Trapgat voorzien van leuningen.

- Veiligheidshelm en schoenen verplicht.

- Doelmatige werkkleding en werkhandschoen zijn aan te raden.

Transport:

- Op legvolgorde op de vrachtwagen.

- Van vrachtwagen naar woning met een viersprong.

- Bij lengtes groter dan 7500mm een evenaar toepassen.

- Aangrijppunten zijn de buitenste tralieliggers of de hijsogen.

- Aangrijpen op 1/5 van de overspanning om schuinhangen te voorkomen.

- Bij onvoldoende aangrijppunten kan plaat in lengte of breedte breken.

- Zonder schokken of stoten plaat neerleggen om beschadigingen aan muur en stempels

te voorkomen.

- Druklaag storten met betonpomp of kubel.

Page 23: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 23

Samenvatting werkboek 2.4; Kleine elementen

Lateien:

Er zijn veel varianten die voor elke bouwmethode toe te passen zijn.

Lateien zijn in te delen naar materiaalsoort:

- Staltonlateien; gemaakt van gebakken steen met hierin voorgespannen wapening in

betonmortel.

(wb fig 4.4)

- Betonlateien; gemaakt van beton met voorgespannen wapening er in.

(wb fig4.3a blz 4.06)

Page 24: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 24

- Stalen lateien; gemaakt van thermisch verzinkt staal met een poeder coating.

(wb fig 4.2 blz 4.04)

Betonlateien:

- Gemaakt van B45 beton.

- Lateien voor buitengevels hebben milieuklasse 2.

- Vanwege groot eigen gewicht stellen met meerdere personen.

Stalen lateien:

- Lichter dan beton.

- Kan direct volle gewicht opvangen.

- In lengtes van 900 tot 3900mm.

Stellen van lateien:

- Lichte lateien direct in specie stellen.

- Zware lateien op hoogte stellen met wiggen en dan ondersabelen. (voeg tussen latei en

metselwerk met krimpvrije mortel vullen.)

- Altijd twee wiggen op elkaar gebruiken om kantelen te voorkomen.

(wb fig 4.6)

Page 25: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 25

- Exacte hoogte is aangegeven op profielen. (10mm boven bovenkant kozijn)

- Langs draad stellen.

- Zware lateien met hijsbanden of stroppen op plaats hijsen.

- Bouwvilt toepassen zodat latei kan werken. (uitzetten en krimpen)

- Aan zijkant latei, tussen het metselwerk, een stelruimte van 10mm aanhouden.

Werkvolgorde bij stellen lateien:

- Draad op juiste hoogte tussen profielen spannen.

- Latei met wiggen op hoogte stellen.

- Bij grote overspanning de ondersteuning aanbrengen.

- Ondersabelen

Lateiconstructies:

De lateiconstructie heeft een treklaag, een neutrale zone en een druklaag.

(wb fig4.1 blz 4.03)

- De treklaag is een drukvaste laag van beton of steen met wapening die de

trekspanningen opvangt en zit onderin de constructie.

- De druklaag is van drukbestendig materiaal zoals beton of steen en geeft de

constructie stijfheid en zit bovenin de constructie.

- In de neutrale laag zijn geen druk of trekspanningen aanwezig en zit tussen de druk en

treklaag in.

- Sparingen en doorvoeren in de neutrale laag.

- Latei mag niet op onderliggende onderdeel (kozijn) rusten. (10mm spelling) het moet

kunnen werken en voor stelruimte.

- Gewicht boven latei wordt verdeeld over de oplegging waar de latei op rust.

- Bij een overspanning tot 200mm; Oplegging 150mm. Overspanning langer; dan

200mm oplegging. Krachten worden over groter oppervlakte verdeeld.

Er zijn 2 soorten lateien:

- Samenwerkende lateien.

- Zelfdragende lateien.

Page 26: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 26

(wb fig4.3b blz 4.06) (wb fig4.3c blz 4.06)

Samenwerkende lateien:

- Latei met treklaag; het metselwerk er boven vormt druklaag.

- Is pas stevig als metselwerk uitgehard is.

- Ondersteunen bij overspanningen groter dan 1000mm en dan om de 1000mm.

Zelfdragende lateien:

- Hierin zijn de druk en treklaag al aanwezig.

- Is al verhard bij plaatsing.

- Bij neuslateien letten op koudebruggen.

Metselwerk:

- Metselwerk onder de latei moet een druksterkte hebben van 15N/mm2.

- De specie moet een druksterkte van 7,5 N/mm2 hebben.

Dilatatievoegen:

Zorgen er voor dat metselwerk kan werken zonder dat er scheurvorming ontstaat. (tekening)

- Dilatatie plaatsen op zwakste plek in gevel dus waar het minste metselwerk is.

- Meestal boven en onder grote kozijnen.

- Is een verticale voeg die uitzetting en krimpen

onzichtbaar maakt.

- Bij hoge gebouwen worden ook horizontale

dilataties aangebracht.

- Rekening houden met lateien; die scheuren niet.

Onderdorpels:

- Sluit de ruimte onder de deur af zodat er geen warmte verdwijnt.

- Gemaakt van hout, natuursteen, kunststeen (hardsteen of graniet) of beton.

Page 27: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 27

Stofdorpel:

- Toegepast bij binnendeuren.

- Gemaakt van kunststof of beukenhout.

- Stofdorpel bestaat uit een steldorpel en een stofdorpel. (zelf tekenen)

- Steldorpel houdt stijlen op juiste afstand.

- Stofdorpel wordt later geplaatst en houd stof en tocht tegen.

- Aan elkaar bevestigen door klemmen, met lijm of met schroeven. (niet zichtbaar)

- In natte ruimtes dorpels van natuursteen of kunststof.

Neuten:

- Een opzetstuk tussen de onderdorpel en de stijl.

- Gemaakt van natuursteen (hardsteen of graniet) of kunststof.

- Dorpel wordt tussen neuten geplaatst.

- Dorpel en neut uit een stuk wordt kussens genoemd.

(wb fig 4.8 blz 4.14)

- Met doken (stenen deuvels) en lijm met stijlen verbinden.

Stellen onderdorpel met neuten:

- Eerst neuten met wiggen tegen onderkant stijlen stellen.

- Dorpel er tussen plaatsen.

- Op hoogte stellen met wiggen.

- Ondersabelen.

- Wiggen verwijderen.

- Afwerken.

Bij het plaatsen van dorpel met kussens kan direct met het stellen van de onderdorpel worden

begonnen.

- Controle bij stellen op hoogte en op rechte lijnen (neut en stijl in een lijn); na stellen

letten op correcte ondersabeling.

- Voorkom beschadigingen na het stellen door de deur af te zetten of alles te

beschermen met latten.

Kantplanken:

Een kantplank komt onder het (deur) kozijn als daar geen metselwerk gepland is. De

kantplank dekt de spouw af. (doorsnede constructie zelf tekenen)

- Met rechte bovenkant of met sponning.

- Sponning valt in sponning van de onderdorpel voor betere waterafvoer.

- Bij hoekkozijnen in verstek.

- Naast standaard maten ook op aanvraag verkrijgbaar.

- In de specie op de fundering geplaatst.

- Zijkanten afkitten.

Page 28: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 28

Muurafdekkingen:

Muurafdekkingen dienen om het onderliggende metselwerk te beschermen tegen

weersinvloeden.

(plaatjes van diverse muurafdekkingen)

- Een overstek tegen lekwater is gewenst.

- Gemaakt van harde vorstbestendige materialen om stukvriezen te voorkomen.

- Altijd in het zicht dus hoge eisen aan stelwerk. (moet recht zijn)

- Materialen: dakpannen, beton, kunststof, metaal, natuursteen, baksteen.

- Zware elementen stellen mbv wiggen en dan ondersabelen.

- Lichte elementen direct in specie of lijm.

- Elementen langs draad stellen; bij lange muren meerdere profielen stellen. (max

9000mm)

- Hoekelementen in verstek aanbrengen.

Page 29: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 29

Kruipluik:

Een kruipluik geeft toegang tot de kruipruimte onder de begane grond vloer.

(wb. 4.12)

- Kruipgat bij leidingen minimaal 500x800mm of rond 540mm.

- Luchtdicht afsluiten ivm stank en vocht.

- Bij breedplaatvloer eerst kist (ivm druklaag) op hoogte stellen met daarop een gelast

hoekstaal vastgeschroefd.

- Bij kanaalplaatvloer alleen gelast hoekstaal stellen. (alleen afwerkvloer)

- Gelast hoekstaal met aangelaste ankers op vloer schroeven.

- Watervast verlijmd triplex (betonplex) gebruiken voor stelkist.

- Kist met beugels en pluggen aan vloer bevestigen.

- Bovenkant stalen omranding op peil hoogte. (bovenkant afgewerkte vloer)

- Kruipluik komt in stalen omranding te liggen.

- Kruipluik van geïsoleerde prefab vezelplaat.

- Kruipluik heeft een verzonken putdekselring om deze op te tillen.

- Kruipluik heeft afdichtingsstrippen om lucht tegen te gaan. (soort tochtstrip)

- Gat tijdens werkzaamheden afdekken.

Page 30: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 30

Geveldragers:

Zijn stalen hoekprofielen waar de buitengevel op gemetseld wordt.

(Wb fig 4.13 blz 4.23)

- Van roestvast staal gemaakt.

- Toepassen bij meer dan 5 bouwlagen.

- Bevestigd aan betonnen skelet (draagconstructie) met railsysteem of bouten.

- Minder dilatatievoegen nodig door gezamelijke werking van binnen en

buitenspouwblad.

- Gebogen metselwerk ondersteunen met korte stukken geveldragers.

- Dragers op hoogte stellen met behulp van slobgaten.

- Per project wordt de sterkte berekend.

Page 31: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 31

Bloktreden:

Zijn enkelvoudige traptreden en worden gebruikt voor het maken van trappen.

(wb fig 4.16 blz 4.26)

- Gemaakt van gewapend of voorgespannen beton of van natuursteen.

- Verkrijgbaar in veel verschillende varianten, kleur en afwerking.

- Op maat geleverd in lengtes tot 4500mm.

- Hoofdzakelijk buiten toegepast.

- Stellen op wiggen of stelblokken en daarna ondersabelen.

- Lichte elementen direct in de specie stellen.

- Bij volledige ondersteuning liggen de treden in specie.

- Bij oplegging op steunpunten is de rest van de treden vrijdragend.

- Bij uitkragende ondersteuning steekt de trede voorbij het steunpunt.

- Transport met hijsbanden of ingestorte schroefhulzen.

- Schroefhulzen zoveel mogelijk op plek waar je die niet meer ziet. (in muur)

- Hoogte van treden staan op profielen aangegeven; overhalen met draad en waterpas.

- Aantrede wordt op tekening aangegeven.

- Na stellen treden controleren door langs de voorzijde van de treden naar beneden te

kijken; moeten in een lijn zitten.

- Met compriband achterkant dichtzetten; hierdoor geen verlies ondersabelingsmortel.

Page 32: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 32

Page 33: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 33

Samenvatting werkboek 2.5; Houten elementen

Trappen:

Er zijn 12 soorten trappen:

- Rechte steektrap.

- Bordestrap.

- Enkelscheluwe trap.

- Dubbelscheluwe trap.

- Kwart met steektrap.

- Steek met kwart trap.

- Twee kwarten trap.

- Halve slag trap.

- Spiltrap met vierkant plattegrond.

- Spiltrap met cirkelvormig plattegrond.

- Wenteltrap.

- Engelse of rong trap.

(ab fig 13.6 blz 314)

Page 34: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 34

Een trap bestaat uit (muur) bomen, spil, treden, stootborden en welstuk

(ab fig 13.3 blz 311)

- De boom aan de muurzijde heet muurboom of

buitenboom

- De boom aan de vrije zijde heet vrije of binnenboom.

- Totale optrede is van bovenkant afgewerkte begane grond

vloer tot bovenkant afgewerkte verdiepingsvloer.

Eisen trap:

- Eisen bouwbesluit in 2003 aangescherpt vanwege

veiligheid en grotere mensen.

- De optrede is de afstand van bovenkant trede tot

bovenkant volgende trede. (Max 185mm) (ab fig 13.3 blz

311)

- De aantrede is de afstand van voorkant trede tot voorkant

volgende trede. (Min 220mm)

- De stootborden zitten tussen de tredes en maken de trap

dicht.

- Minimale breedte trap 800mm.

- Minimale vrije hoogte 2300mm.

- Bij een groter hoogteverschil dan 4 meter moet een

bordes geplaatst worden.

- Minimale aantrede is 220mm.

- Klim of looplijn op minimaal 300mm vanaf de zijkant.

- Vrije ruimte onder en bovenaan trap minimaal 800mm.

(wb fig 5.3 blz 5.06)

Trappen kunnen gemaakt worden van verschillende houtsoorten

zoals:

- Essen, eiken, grenen, iroko, meranti, merbau, teak of

vuren.

- In ‘twee onder een kap’ woning wordt trap gespiegeld.

- Zo laat mogelijk plaatsen. i.i.g. als woning wind- en waterdicht is.

- Beschadigingen na plaatsen voorkomen door treden in te pakken met folie en af te

dekken met plaatmateriaal.

- Opslaan in overdekte droge ruimte op vlakke en droge vloer.

Stellen van een trap:

- Hoogte bepalen vanuit het meterpeil.

- Traptreden exact waterpas stellen en de spil te lood stellen.

Page 35: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 35

- Trap met ankers aan verdiepingsvloer vastzetten.

- Welstuk als laatste plaatsen(na afwerkvloer)

- Welstuk is langer en breder zodat je die passend kan maken daarna vastschroeven en

afproppen.

- Bij geschilderde of beklede trappen kan muurboom aan muur bevestigd worden.

- Vastzetten (elke 500mm) onder de treden, als het kan achter stootbord. (gaten boren

voor plaatsen)

- Afstand peil en eerste trede gelijk aan optrede.

- Bomen aan onderkant vastzetten met doken (deuvels) of ankers, weggewerkt onder

afwerkvloer.

- Trapspil ook aan vloer bevestigen.

- Boven elkaar staande spillen met doken verbinden.

Werkvolgorde bij stellen:

- Peilhoogte aftekenen op spil en bomen.

- Gaten voor bevestiging voorboren.

- Juiste plaats van trap bepalen.

- Trap plaatsen.

- Bomen en spil op hoogte stellen met wiggen.

- Trap op exacte plaats zetten.

- Spil te lood stellen.

- Bomen en spil aan vloer verankeren.

- Muurbomen vastzetten.

- Welstuk pasmaken en vastzetten.

Leuningen en Balustrades:

- Geplaatst voor veiligheid van gebruiker.

- Minimale hoogte balustrade 1000mm.

- Horizontale balustrades verboden.

- Leuningen tussen 800 en 1000mm boven voorkant trede.

Prefab meterkasten:

De meterkast moet centraal geplaatst en binnen 3 meter vanaf hoofdingang geplaatst worden.

- Gemaakt van staal, aluminium of hout.

- Prefab bodemplaat los leverbaar.

- Verschillende vormen houten meterkasten mogelijk.

(wb fig 5.8 blz 5.14)

Page 36: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 36

- Frame van vuren, zijwand en deuren van geplastificeerd spaanplaat, achterwand van

18mm plaatmateriaal. (multiplex)

- Bevestigen met schroeven en pluggen.

Eisen meterkast:

- Minimale maat 750x310x2100mm.

- In meterkast zitten aansluitingen en meters voor gas, water en elektriciteit, telefoon,

internet en tv.

- Iedere leverancier heeft eigen plek en doorvoer.

- Onderste deel voor wateraansluiting en verdeling.

- Daarboven de gas aansluiting.

- In het midden de elektriciteit en telecom aansluitingen.

- Bovenin ruimte voor leidingen.

- Dagmaat minimaal 700 x 2000mm.

(ab fig 15.45 blz 385)

Page 37: Samenvatting Mod 2

Module 2, Prefab elementen 37

Werkvolgorde plaatsen prefab meterkast:

- Plaats aftekenen op vloer.

- Plaatsen vloerplaat.

- Plaatsen achterwand.

- Zijwanden aan frame bevestigen.

- Geheel op hoogte en te lood stellen.

- Wanden vastzetten aan muur.

- Deur plaatsen.

- Controle op bevestiging en maatvoering.