Ruimtelijke kwaliteit leeft in Tilburg!...In Tilburg heeft dit vorm gekregen in de integraal...

Ruimtelijke kwaliteit leeft in Tilburg!

Evaluatie van de Omgevingscommissie Gemeente Tilburg

Havenmeester Opdrachtgever: Van der Weegen Bouwgroep bv

Architect: inbo l Aron Bogers/ Jeroen Steenbergen

Onderzoek uitgevoerd door Ir.Jeanine van Hapert Kobalt Interimmanagement en advies BV Rijen 1 november 2013

1

Ruimtelijke kwaliteit leeft in Tilburg! Evaluatie van de Omgevingscommissie Gemeente Tilburg

Inhoudsopgave 0 Samenvatting en conclusies 2 1 Inleiding en opzet van het onderzoek 3 1.1 Inleiding 1.2 Opzet van het onderzoek 2 Doel, takenpakket en samenstelling 4 2.1 Doel en taken 2.2 Samenstelling 2.3 Conclusies en aanbevelingen 3 Kaders, werkwijze en ervaringen van de commissie 6 3.1 Toetsingskaders 3.2 Werkwijze 3.3 In gesprek met de commissie 3.4 Financiële kaders 3.5 Conclusies en aanbevelingen 4 De mening van de bezoekers 9 4.1 Bezoekersenquête 4.2 Aanvullende informatie 4.3 Conclusies en aanbevelingen 5 De relatie met bestuur en organisatie 11 5.1 Bestuur 5.2 De ambtelijke organisatie 5.3 Conclusies en aanbevelingen

Bijlagen 1 Bezoekersenquête: resultaten en vragenlijst 2 Overzicht overige bronnen

2

Samenvatting en conclusies Per 1 januari 2012 is de Omgevingscommissie Tilburg van start gegaan, een samenvoeging van de voormalige Welstandscommissie, Monumentencommissie en de Adviescommissie Stedelijk Groen (ASG). De gemeenteraad heeft het college daarbij verzocht om na ongeveer twee jaar haar functioneren te evalueren. Bij de benoeming van de commissie stelde de raad vragen over de aanwezigheid van voldoende locale kennis bij de commissie, over voldoende aandacht voor groenplannen en de inrichting van de openbare ruimte én over het realiseren van de beoogde bezuiniging. Centrale vraag is of de commissie erin is geslaagd de gewenste integraliteit tot stand te brengen. Hoe denken betrokken initiatiefnemers, architecten en adviseurs over de kwaliteit van de adviezen? Is de samenstelling van de commissie evenwichtig en hoe verloopt de communicatie? Door middel van een digitale enquête gericht aan alle bezoekers van de Omgevingscommissie in 2012/ 2013 en aan de hand van een groot aantal interviews met commissieleden, wethouders, ambtenaren, initiatiefnemers en enkele architecten zijn werkwijze en functioneren van de commissie onderzocht. Overall conclusie van het onderzoek is dat de commissie erin is geslaagd de beoogde integraliteit in haar advisering tot stand te brengen. De commissie adviseert eenduidig, over de grenzen van de respectievelijke deelgebieden welstand, monumenten, groen en openbare ruimte heen. Bezoekers, bestuurders en ambtenaren zijn – op een enkele uitzondering na - positief over de kwaliteit van het advies, de deskundigheid van de commissie en over de suggesties die worden gedaan om plannen te verbeteren. Uit de bezoekersenquête en de interviews blijkt dat de bezetting van de commissie met leden “van buiten” als positief wordt ervaren. Dit geeft ze een onafhankelijke kijk op de situatie, waardoor ontwerpers worden uitgenodigd om “buiten de kaders” te denken. Samenstelling en omvang van de commissie staan daarom eigenlijk niet ter discussie, hoewel misschien op termijn het aantal architecten (3) met één kan worden teruggebracht. De door de raad uitgesproken vrees dat de leden te weinig locale kennis zouden bezitten wordt niet herkend. De commissie zelf zorgt door het regelmatig bezoeken van locaties en het raadplegen van digitale bestanden dat haar kennis op niveau is. Dit wordt door het merendeel van de bezoekers ook zo ervaren. De omgevingscommissie heeft een adviserende en toetsende taak, waarbij voor de laatste de welstandsnota en monumentenwet als voornaamste kaders fungeren. Goede communicatie over de ontstaansgeschiedenis van een project en de afwegingen die daarbij zijn gemaakt, zijn essentieel om een plan goed en snel door de toetsingsfase/vergunningfase te kunnen loodsen. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij alle betrokken partijen. De toetsingskaders zijn helder, modern en actueel, hoewel niet overal volledig. Hier wordt met name gedoeld op spandoekreclames waar nu geen richtlijnen voor bestaan. De zorgen van de raad blijken voor wat betreft het onderdeel groenplannen en de inrichting van de openbare ruimte deels gegrond. Er worden op dit terrein weinig plannen aan de commissie voorgelegd. Betere communicatie over rol en taak van de commissie kan hierin verbetering brengen, zeker wanneer dit gepaard gaat met het borgen van een adviesaanvraag in reguliere processen. De kosten zijn in 2012 binnen de begroting gebleven. Ook voor 2013 is dit de verwachting. Maar groot of klein aanbod van plannen: de financiering blijft op hetzelfde niveau. Geadviseerd wordt dit met ingang van 2015 bij de herziening van de legesverordening opnieuw te bekijken. De wijze waarop ondersteuning van de commissie plaatsvindt door het ambtelijk apparaat wordt zowel door de commissie als door de betrokken externe partijen zeer gewaardeerd. Daarmee verloopt de communicatie tussen alle partijen soepel en snel. Tot slot: bestuurders en ambtenaren hebben allen met grote openheid en betrokkenheid aan het onderzoek meegewerkt. De respons van 49 % op de bezoekersenquête heeft een representatief beeld opgeleverd van ervaringen van initiatiefnemers, architecten en adviseurs.

3

Hoofdstuk 1 Inleiding en opzet van het onderzoek 1.1 Inleiding Met het inwerking treden van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in 2010 is een groot aantal vergunningen voor bouwen, wonen, monumenten, natuur en milieu geïntegreerd binnen één omgevingsvergunning. In combinatie met de wens tot vermindering van regeldruk en het voorkomen van tegengestelde adviezen vanuit verschillende adviescommissies is op 1 januari 2012 door de gemeenteraad van Tilburg de Omgevingscommissie ingesteld. Deze commissie is in de plaats gekomen van 3 commissies die het college en de raad eerder adviseerden over ruimtelijke kwaliteit: de welstandscommissie, de monumentencommissie en de adviescommissie stedelijk groen (ASG). Bij de installatie van de commissie heeft de gemeenteraad een aantal kritische kanttekeningen geplaatst bij opzet en financiering. Zo waren er vragen over de locale kennis van de commissieleden, over of er wel genoeg aandacht zou zijn voor groen en de inrichting van de openbare ruimte en of de beoogde bezuiniging wel gehaald zou worden. De raad wilde daarom het functioneren van de commissie na ongeveer twee jaar evalueren. De evaluatie is in de tijd gezien iets naar voren gehaald. Het huidige college hecht er aan deze evaluatie zelf uit te voeren en de resultaten ervan nog in 2013 aan de raad voor te leggen. 1.2 Opzet van het onderzoek Doel van de evaluatie is om te kijken of de beoogde integraliteit en kwaliteit van adviseren door de nieuwe manier van werken ook feitelijk wordt bereikt. Om hier zicht op te krijgen moet onder meer antwoord worden gegeven op de volgende vragen: Is er sprake van toegevoegde waarde door het advies van de commissie? Krijgt de commissie de juiste plannen op het juiste moment ter advisering voorgelegd? Is er draagvlak voor de adviezen van de commissie? Wordt de commissie voldoende ondersteund bij haar werk? Zijn er verbeteringen mogelijk in proces, doorlooptijd of efficiency? Worden aanvragers en college goed en tijdig geïnformeerd over het advies? Zijn de door de raad gestelde financiële kaders voldoende om de taak goed te kunnen uitvoeren? Om het antwoord op deze vragen te achterhalen is gewerkt volgens de systematiek van 360 graden feedback. Hieraan is op de volgende wijze invulling gegeven:

- een digitale bezoekersenquête, uitgevoerd door het Informatie- en Kenniscentrum van de gemeente, verzonden naar alle 126 bezoekers (extern en intern) die de afgelopen 18 maanden een plan bij de commissie hebben gepresenteerd

- een tiental interviews met bestuurders, management en ambtenaren van verschillende afdelingen

- interviews met de commissie, haar voorzitter en vice-voorzitter - een zevental aanvullende (telefonische) interviews met architecten, bouwers, ontwikkelaars en

een ondernemer in aansluiting op de bezoekersenquête.

Tot slot is onderzoek gedaan naar beschikbare beleids-, toetsings- en financiële kaders voor de commissie. Per hoofdstuk zijn de bevindingen gerapporteerd en aanbevelingen opgenomen.

4

Hoofdstuk 2 Doel, taken en samenstelling 2.1 Doel en taken Ingrepen in de bebouwde omgeving hebben grote invloed op de beleving van ruimtelijke kwaliteit. De gestage transformatie van dorp naar stad in Tilburg is daar een voorbeeld van. Maar juist vanwege het ingrijpende en beeldbepalende karakter van die ontwikkelingen is zorgvuldigheid vereist. Het stadsbestuur laat zich daarom bij haar taken op dit terrein adviseren door onafhankelijke deskundigen. In Tilburg heeft dit vorm gekregen in de integraal werkende Omgevingscommissie. Deze wens tot integraliteit komt enerzijds voort uit gewijzigde regelgeving in het kader van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo), maar anderzijds ook uit de wens van college en raad om te werken met eenduidige, niet tegenstrijdige adviezen van één commissie die zelf een weging maakt van de belangen van de verschillende (ruimtelijke) vakgebieden binnen een project. Aan de Omgevingscommissie zijn door de raad de volgende wettelijke taken toebedeeld:

- het functioneren als welstandscommissie conform de Woningwet - het functioneren als monumentencommissie conform de Monumentenwet

De Omgevingscommissie heeft opdracht om een deel van de adviestaken uit te voeren van de

- Adviescommissie Stedelijk Groen, zoals die door de raad in 2008 is ingesteld. De Omgevingscommissie brengt tot slot op verzoek, danwel uit eigen beweging advies uit over

- Schetsplannen, structuurplannen, bestemmingsplannen, beeldkwaliteitplannen, plannen voor de inrichting van de openbare ruimte én zaken die het ruimtelijk erfgoed betreffen.

Voor de laatste twee categorieën projecten moet de commissie in stelling worden gebracht: anders gezegd, moeten de projecten vanuit de ambtelijke organisatie of door derden aan de commissie voor advies worden aangeboden. De rol van de commissie is er in deze gevallen een van sparringpartner. Vanuit ontwerpuitgangspunten kunnen in deze rol verbetervoorstellen worden gedaan en kan de ontwerper worden uitgedaagd om het plan op een hoger niveau te brengen. Uiteraard moet daarbij voorkomen worden dat de commissie zelf op de stoel gaat zitten van de ontwerper. Complexer wordt het daar waar de commissie een andere taak krijgt toebedeeld, zoals momenteel het geval is in de Spoorzone. Het kwaliteitsteam voor dit gebied is opgeheven en een aantal taken zijn verdeeld over de Supervisor en de Omgevingscommissie. Deze taakomschrijving vraagt nog om verheldering en verdieping. Ze mag niet conflicteren met de toetsende rol van de commissie in de fase van vergunningverlening. Ook is nog onvoldoende duidelijk of dit wellicht gepaard gaat met extra ureninzet van de commissie. 2.2. Samenstelling Bij de installatie van de commissie is gezocht naar een goede balans tussen de verschillende vakgebieden. Commissieleden moeten bewezen deskundig zijn in hun vak en ze moeten goede communicatieve vaardigheden hebben. Een uitvoerige selectieprocedure heeft geleid tot aanstelling door de gemeenteraad van de volgende leden per 1 januari 2012:

- Drs. Ben Verfürden (voorzitter) - Ir. Niels Drijvers (architect en restauratiedeskundige uit Oisterwijk) - Ing. André Houtman (landschapsarchitect uit ’s Hertogenbosch) - Ir. Heike Löhmann (architect uit Amsterdam) - Drs. Leon van Meijel (kunst- en cultuurhistoricus uit Nijmegen) - Maarten Raaijmakers (architect en restauratiedeskundige uit Breda) - Christine de Ruijter (stedenbouwkundig architect uit Antwerpen)

5

Zowel in de beleving van de commissie zelf als in de ogen van de bezoekers is de samenstelling evenwichtig en in balans. Alle vakgebieden zijn ingevuld met gerenommeerde ontwerpers met een goede staat van dienst. De leden vullen elkaar – ook naar eigen zeggen - goed aan. Door de harmonische samenwerking in de commissie komen alle vakgebieden goed tot hun recht. De verschillende commissieleden tonen respect voor elkaars bijdragen. Na afloop van de eerste zittingsperiode – eind 2014 – kan worden geëvalueerd of een aantal van drie architecten waarvan 2 restauratiedeskundigen, nog steeds nodig is. Eén restauratiearchitect zou voldoende kunnen zijn. Alle leden van de Omgevingscommissie komen van “buiten”. Ze hebben in principe zelf geen opdrachten in Tilburg en kunnen daarom onafhankelijk adviseren. De zorg dat er bij de leden beperkte locale kennis aanwezig is blijkt niet terecht. Noch uit de bezoekersenquête, noch uit de overige interviews is gebleken dat leden niet goed geïnformeerd zijn over de locale kaders waarbinnen een project wordt ontwikkeld integendeel: 78 % van de bezoekers vond dat de commissie goed op de hoogte was van de specifieke locale situatie. De leden hebben dan ook direct na de start van de commissie een inwerk- en excursieprogramma doorlopen om vertrouwd te raken met het werkgebied en de diverse ontwikkellocaties. Aanvullend gaan leden van de commissie vooraf vaak zelf kijken naar een locatie die geagendeerd staat voor een vergadering. De zittingstermijn van de leden is 3 jaar. Zij kunnen eenmalig herbenoemd worden voor eenzelfde termijn. Tussentijds vertrek van leden leidt direct tot vacatures. In principe benoemt de gemeenteraad de leden van de commissie. Hiermee zijn veel administratieve handelingen gemoeid en het kost bijzonder veel tijd. Bij een goed functionerende commissie en een zorgvuldige selectieprocedure is er geen reden voor de gemeenteraad om af te wijken van de voordracht van het college. In verband met de gewenste continuïteit bij onverhoopt vertrek van een van de leden én uit praktische overwegingen is het mandateren van de aanstellingsbevoegdheid van leden van de commissie door de raad aan het college aan te bevelen. 2.3 Conclusies en aanbevelingen

- Bijzondere taken voor de commissie mogen niet conflicteren met haar toetsende rol in het vergunningen traject.

- Evalueer na afloop van de eerste zittingsperiode (eind 2014) of drie architecten in de commissie, waarvan twee restauratiedeskundigen, wel nodig zijn.

- Onafhankelijkheid van de leden is een eerste vereiste. Afstand helpt daarbij. Op dit moment is geen gebrek aan locale kennis geconstateerd in de adviezen van de commissie. De zorg van de gemeenteraad op dit punt blijkt onterecht.

- Aanbevolen wordt het aanstellen van leden van de Omgevingscommissie in de toekomst te mandateren aan het college, met het oog op de gewenste snelheid.

6

Hoofdstuk 3 Kaders, werkwijze en ervaringen van de Omgevingscommissie 3.1 Toetsingskaders In het werk van de commissie kan onderscheid worden gemaakt in formeel toetsende taken, zoals bij welstand en monumentenzorg, en in adviestaken in het kader van vooroverleg en ruimtelijke ontwikkelingen; dit zowel in fysieke zin als in het groene domein. Voor de toetsende taken in het kader van de vergunningverlening gelden als kaders:

- De welstandsnota 2012 - De Monumentenwet en de Monumentenverordening - Alle vigerende bestemmingsplannen - Beeldkwaliteitplannen van de verschillende gebieden

Voor het adviserende werk van de Omgevingscommissie zijn door college en raad vastgestelde beleidsdocumenten relevant. Deze geven in principe de speelruimte aan waarbinnen de commissie kan werken:

- Het reglement op de Omgevingscommissie - De huidige Structuurvisie 2020 en de in ontwikkeling zijnde structuurvisie 2040 - De verschillende gebiedsvisies zoals er zijn voor noord, zuid, de binnenstad, de Spoorzone, het

buitengebied etc. - De structuurvisie linten - De nota groen - Bomenverordening / Tilburg BoomT - De nota biodiversiteit

Commissie en (enkele) bezoekers van de commissie missen een kader om reclames op frames met spandoeken te kunnen bijsturen. Een hiaat in de regelgeving zorgt ervoor dat deze reclames niet vergunningplichtig zijn. Er vindt dus vooraf ook geen welstandstoets plaats. Achteraf handhavend optreden kan wel, maar is omslachtig. Daarnaast is er voor moderne vormen van reclames in de vorm van LED-kranten en beeldschermen geen vastomlijnd beleid. Wel zijn er uitgangspunten geformuleerd. De vraag is of een extra regel gewenst is om reclames in doeken vooraf te kunnen toetsen en of daarbij aangehaakt kan worden op reeds bestaande kwaliteitsgebieden zoals opgenomen in de welstandsnota. 3.2 Werkwijze De commissie heeft in de loop van haar korte bestaansrecht haar werkwijze op onderdelen steeds praktischer vorm gegeven volgens het adagium: “aandacht waar het moet en vrijheid waar dat kan”. Dat heeft ertoe geleid dat de Omgevingscommissie al direct bij de start in januari 2012 een voorstel heeft uitgewerkt hoe voorzitter, afzonderlijke leden en secretariaat van de commissie invulling kunnen geven aan de in het reglement van de commissie omschreven mandaatregeling. In de praktijk wordt hier veelvuldig gebruik van gemaakt. Daarnaast heeft de commissie besloten slechts een maal per 4 weken voltallig te vergaderen, met daartussen in, in kleiner comité een vergadering voor de kleinere plannen. De samenstelling van deze subcommissie is afhankelijk van de inhoud van de aangeboden plannen. De voorzitter zit alle vergaderingen voor. Het secretariaat stelt de agenda op en levert bij de meeste bouwplannen een pre-advies aan, gebaseerd op de welstandsnota en op de uitgangspunten voor het werken aan monumenten. Van de vergaderingen wordt een verslag opgesteld dat meestal binnen 5 dagen naar de belanghebbenden wordt verzonden. Vaak wordt nog aanvullend contact gezocht, meestal telefonisch, om het advies indien nodig te verhelderen. Aanvragers stellen deze werkwijze zeer op prijs. De portefeuillehouder ontvangt steeds een afschrift van de verslagen. Als aanpassingen aan een (bouw)plan nodig zijn wordt het plan zo mogelijk in de eerstvolgende vergadering opnieuw geagendeerd. Snelheid is gewenst om overschrijding van de in de Wabo genoemde termijnen te voorkomen. De huidige werkwijze blijkt hierin goed te voldoen.

7

3.3 In gesprek met de commissie De commissie heeft als missie een meedenkende commissie te willen zijn, erop gericht om kansen tot vergroting van ruimtelijke kwaliteit in brede zin niet onbenut te laten. Doel van de commissie is uitdrukkelijk om altijd in een constructieve sfeer in gesprek te blijven met de aanvrager, zonder aan helderheid in te boeten. De aanvrager heeft recht op een duidelijk advies van de commissie; een advies waarin goed geformuleerd is hoe de gewenste kwaliteit bereikt kan worden. Opgemerkt wordt dat een advies van de commissie de architect vaak sterkt in zijn eigen visie en deze zelfs aanscherpt of verheldert. Hoewel de commissie in principe onafhankelijk kan adviseren onderkent zij wel degelijk de kaderstelling van de politieke besluitvorming. Mocht dit in voorkomende gevallen tot fricties leiden dan wordt dit expliciet gecommuniceerd met het college. De voorzitter neemt hiertoe het initiatief. De commissie heeft er begrip voor dat het gemeentebestuur meer ruimte wil geven aan initiatieven vanuit de markt. Zij vindt echter ook dat een dergelijke manier van werken vraagt om heldere kaders vanuit de gemeente, kaders waarbinnen externen kunnen ontwikkelen en kwaliteit kunnen leveren, passend bij de ambities van de stad. De commissie ziet dan ook in de nieuwe Structuurvisie 2040 een kans om richting te geven aan ruimtelijke ontwikkelingen, om gebieden te verbijzonderen en om gerichte inspanningen vanuit de gemeente te sturen. Het aspect “advisering groenprojecten en ontwerpen voor de openbare ruimte” is nog onvoldoende uit de verf gekomen. De intern geïnitieerde opgaven worden (nog) niet volgens een regulier proces ter advisering aangeboden. Kleinschalige plannen worden nu, zonder advies, maar wel aan de hand van de inmiddels vastgestelde nota groen, de bomenverordening en andere beleidskaders volledig intern uitgewerkt. Daarvoor is de commissie niet meer nodig. Voor grootschalige plannen daarentegen is nog geen vaste routing uitgewerkt. Dit is een punt van aandacht. De commissie zelf zou zich graag verder ontwikkelen en de mogelijkheid willen onderzoeken om een aantal aspecten van de stad aan de hand van thema’s te bespreken met onderdelen van de organisatie. Doel is de beleidskaders te verhelderen en de uiteindelijke kwaliteit van producten te verhogen. In dat kader spreekt de commissie haar zorg uit over het op niveau houden van kennis en kwaliteit binnen de organisatie. Door de reorganisatie is met het vertrek van medewerkers veel kennis verloren gegaan of intern versnipperd, in dit geval over de twee afdelingen Ruimte en Ruimtelijke uitvoering. De zo gewenste kwaliteit van de transformatie van Tilburg kan niet alleen bereikt worden door de adviezen van de Omgevingscommissie alleen. Daarvoor is de synergie nodig van alle betrokkenen. De basiskwaliteit van de plannen die aan de commissie worden voorgelegd bepaalt uiteindelijk welke verbeteringen er nog mogelijk zijn. Kwaliteitsverbetering van een slecht plan, levert namelijk niet altijd een goed plan op; in het gunstigste geval een matig plan. Kwaliteitsverbetering van een goed plan daarentegen kan met een commissie-advies groeien naar een bovengemiddeld plan. 3.4 Financiële kaders In 2012 was een totaal bedrag beschikbaar voor vergoeding aan de commissieleden van 75.000 euro. Dit bedrag is niet overschreden. Ook in 2013 wordt geen overschrijding verwacht. De totale kosten van secretariaat en Omgevingscommissie worden geheel gefinancierd uit de legesopbrengsten van omgevingsvergunningaanvragen. De taak van de commissie is echter breder: een wettelijke taak in het kader van de omgevingsvergunningen en een bredere adviserende taak in de aanloopfase van plannen en projecten.

8

Het vaste bedrag dat nu voor de commissie beschikbaar is, 75.000 euro, houdt geen rekening met een variërend aanbod in het aantal bouwplannen of projecten dat voor advies wordt voorgelegd. Bij een aantrekkende markt zou dat tot capaciteitsproblemen in het vergunningentraject kunnen leiden. Voor 2015 staat een herijking van de systematiek van opbouw van de legesverordening in de planning. Het zou goed zijn om dan ook aandacht te schenken aan de tweeledige opdracht van de commissie. De financiering van de commissie kan dan daaraan worden aangepast bijvoorbeeld door:

- Een vast percentage van de legesinkomsten van bouwen monumentenaanvragen te reserveren voor advisering door de commissie en voor ondersteuning van het commissiesecretariaat. Met een vast percentage wordt in dat geval automatisch de beoogde flexibiliteit ingebouwd ten behoeve van een groter of kleiner aanbod aan plannen.

- Uren voor advisering van bijzondere projecten kunnen worden doorbelast naar het desbetreffende project, of zoals dat nu gebeurt via de vaste post voor de Omgevingscommissie.

- Beleidsnotities (voor het formuleren van toetsingskaders of anderszins) horen sowieso niet tot de kosten van de commissie. Deze kosten zijn randvoorwaardelijk en worden geacht te horen bij de algemene dienst.

3.5 Conclusies en aanbevelingen

- De toetsingskaders voor de commissie zijn actueel, modern en bij de tijd, met uitzondering van beleid op het terrein van reclames op doeken in spanframes en LED schermen.

- De commissie geeft op correcte wijze invulling aan haar opdracht en de gekozen werkwijze voldoet.

- De adviesaanvraag voor de grotere groenprojecten moet beter geborgd worden in de interne processen, om daarmee invulling te geven aan de opdracht van de raad voor wat betreft de taak van de Adviescommissie Stedelijk Groen.

- Overweeg om bij aanpassing van de legessystematiek in 2015 de financiering van de wettelijke toetstaak van de omgevingscommissie meer afhankelijk te maken van het aanbod aan plannen (meer vergoeding bij een groot aanbod, minder vergoeding bij een klein aanbod).

- Specifieke taken van de commissie zouden afzonderlijk doorbelast moeten kunnen worden.

9

Hoofdstuk 4 De mening van de bezoekers 4.1 Bezoekersenquête De mening van de bezoekers geeft een goed beeld van het functioneren van de Omgevingscommissie. Alle bezoekers, waaronder ontwikkelaars, opdrachtgevers, architecten, aannemers en adviseurs zijn gevraagd een digitale enquête in te vullen. Het ging sinds januari 2012 in totaal om 126 personen, waarvan 16 ambtenaren. Zij konden de enquête anoniem invullen. 62 bezoekers hebben dit ook daadwerkelijk gedaan. Een goede respons van 49 %. Een viertal informatieve vragen betroffen jaar, type plan, voorbereiding en aantal behandelmomenten. Daarna is in de vorm van stellingen gevraagd naar hoe het bezoek aan de commissie verliep, hoe de planbehandeling plaatsvond, en hoe men de kwaliteit van het advies heeft ervaren. De vragenlijst werd afgesloten met een aantal vragen over het belang van ruimtelijke kwaliteit in verschillende gebieden in de stad. Voor eventuele suggesties of contactgegevens was afzonderlijke ruimte beschikbaar. De integrale resultaten van de enquête en de vragenlijst zijn terug te vinden in bijlage 1. Hier zijn de belangrijkste samengevat. Algemeen

- 72 % van de respondenten heeft in 2013 de commissie bezocht - 87 % van de aanvragen betroffen bouwplannen - 72 % had vooraf kennis genomen van de criteria in de welstandsnota - 38 % van de plannen was direct akkoord, en nog eens 35 % na 2 behandelmomenten

Het bezoek Bezoekers weten waar ze moeten zijn, worden correct ontvangen en vinden grosso modo dat er voldoende tijd was om het plan toe te lichten. De commissie luistert naar de argumenten van de planindieners en bleek goed op de hoogte van de locale situatie. De kwaliteit van het advies

- 59 % vindt het advies objectief, terwijl nog eens 22 % hier neutraal in staat - 77 % vindt het advies deskundig, met aanvullend 10 % neutraal - 67 % vindt het advies integraal, met aanvullend 21 % neutraal - 69 % is het eens met het advies, en 21 % staat hier neutraal tegenover - 69 % vindt het advies helder en duidelijk, 14 % neutraal - 73 % vindt het schriftelijk advies begrijpelijk gemotiveerd, met aanvullend 10 % neutraal - 56 % vindt dat de commissie efficiënt werkt, met aanvullend 28 % neutraal - 78 % vindt dat de commissie snel werkt, met 9 % neutraal - 69 % vindt dat het advies heeft bijgedragen aan de kwaliteit van het plan, met 18 % neutraal - 74 % heeft het advies als ondersteunend ervaren, met daarbij nog eens 16 % neutraal - 74 % is positief over de commissie, terwijl 12 % daar neutraal in staat

Een bijzonder hoge tevredenheidscore onder de bezoekers van de commissie. Maar los daarvan is het belangrijkste dat hiermee helder wordt dat de Omgevingscommissie toegevoegde waarde heeft in het ontwerpproces. De blik van buiten doet er toe. De wijze waarop de commissie dit doet, open, correct, maar helder, wordt door alle betrokkenen zeer gewaardeerd. Ruimtelijke kwaliteit Bij de bezoekers is gepeild hoe belangrijk – in algemene zin – men het aspect ruimtelijke kwaliteit vindt. Ruimtelijke kwaliteit moet in dit kader gezien worden als kwaliteit van beleving en uiterlijke verschijningsvorm van de bebouwde omgeving. Een en ander zoals ook bedoeld in de welstandsnota. Uit de enquête blijkt dat

- 98 % ruimtelijke kwaliteit in de woonomgeving belangrijk vindt - 98 % vindt dat ook voor het centrum - 97 % vindt dit voor monumentale gebouwen en gebieden - 91 % voor het buitengebied en - 66 % voor bedrijventerreinen

10

Suggesties tot verbetering van de werkwijze De verschillende suggesties van de bezoekers om de werkwijze van de commissie te verbeteren zijn zeer divers van aard en variëren van het aanvullen van beleid op het aspect reclame-uitingen tot: “meer adviseren, minder mee-ontwerpen”. Een enkele opmerking betreft de financiële gevolgen van het advies van de commissie, waarbij de investering of de onderhoudskosten duurder uitpakken. Eén bezoeker heeft de benadering door de commissie als niet prettig ervaren en dit ook toegelicht. Tot slot pleit een van de respondenten voor uitbreiding van de commissie met leden gespecialiseerd in ecologie en duurzaamheid. De enquête is opgesteld en uitgezet in goede samenwerking met het informatie- en kenniscentrum van de gemeente Tilburg. Dit centrum heeft ook de rapportage verzorgd (zie bijlage 1). 4.2 Aanvullende informatie Acht bezoekers hebben naam en telefoonnummer genoteerd met het verzoek de informatie uit de enquête mondeling te kunnen aanvullen. Met zeven hiervan is ook daadwerkelijk contact geweest. De reacties bleken zeer divers en vaak terug te voeren op opmerkingen die eerder al in de enquête waren gemaakt onder de kop: suggesties tot verbetering.

- Twee reacties waren positief over de commissie hadden verder niets toe te voegen. - Een architect vindt dat de commissie teveel ontwerpadviezen geeft. Hij vindt de commissie te

groot, te breed en te log. Maar ere wie ere toekomt: zijn ontwerpen hebben wel aan kwaliteit gewonnen. Ook het feit dat er een Omgevingscommissie is die naar bouwplannen kijkt, staat wat hem betreft niet ter discussie.

- De bouwer van het Talent Square en de studentenhuisvesting in het Magazijnkwartier vindt dat zij soms te gedetailleerde adviezen geeft. Graag nodigt hij de commissie uit voor een bezoek aan de projecten om de kijken hoe de adviezen van de commissie in de praktijk hebben uitgepakt.

- Staatsbosbeheer vindt dat de commissie zich meer tot de hoofdlijnen zou moeten beperken en zich bewust zou moeten zijn van de financiële gevolgen (met name voor het onderhoud) van de adviezen van de commissie. Het betrof hier een kleuradvies.

- Een landschapsarchitect vindt de natuurcomponent in de commissie wat ondergesneeuwd. Integraliteit is een groot goed, maar het groen komt minder aan bod dan voorheen.

- Een ondernemer tot slot vindt dat de Omgevingscommissie zich meer zou moeten verdiepen in nieuwe technieken rond reclame. Hiermee zou je veel “rotzooi” kunnen voorkomen. Hij heeft zelf vooringenomenheid ervaren bij de commissie. Daar waar je Led wel gebruikt bij bushaltes en als kunstuiting, ervaart hij drempels bij reclame-uitingen. Hij vraagt om kaders vanuit de gemeente voor nieuwe reclame-uitingen en om het opruimen van vlaggen en spanframes.

Geen van de telefonisch geïnterviewden heeft de commissie overigens als hindermacht ervaren, al vond men het soms wel lastig! 4.3 Conclusies en aanbevelingen

- De belangrijkste conclusie uit de bezoekersenquête is dat de commissie werkelijk kwaliteit toevoegt aan de besproken plannen. 69 % van de ondervraagden is deze mening toegedaan, 18 % staat hier neutraal in en 13 % van de bezoekers deelt deze mening niet.

- De commissie levert integrale, heldere adviezen, is deskundig en werkt snel en correct. - Ruimtelijke kwaliteit is een issue voor de bezoekers van de commissie - Een toetsingskader voor moderne vormen van reclame met LED-kranten en schermen, maar

ook voor spandoeken in frames zou praktisch zijn.

11

Hoofdstuk 5 De relatie met bestuur en organisatie 5.1 Bestuur Bestuurlijk verantwoordelijk portefeuillehouder welstand, monumenten en architectuur in het college van Tilburg is wethouder Marieke Moorman. Tevens is zij projectwethouder Spoorzone. Onder haar verantwoordelijkheid zijn de toetsingskaders van de commissie ontwikkeld en vastgesteld. De wethouder die qua proces het meest te maken heeft met de Omgevingscommissie is Joost Möller met in zijn portefeuille onder andere ruimtelijke ordening en vergunningen. Vrijwel direct na haar installatie heeft de Omgevingscommissie een kennismakingsgesprek gevoerd met het college, waarin doelstellingen en werkwijze met elkaar zijn gedeeld. Vervolgens is na een half jaar stilgestaan bij de wederzijdse ervaringen. Daarbij is gesproken over bestuurlijke kaders en doelen, over stedenbouwkundige uitgangspunten en over hoe om te gaan met de verschillende aspecten rond cultuurhistorie en monumenten. De voorzitter van de commissie heeft los hiervan nog min of meer regelmatig contact gehad met de verantwoordelijk portefeuillehouder. Bestuurlijk is men de mening toegedaan dat de Omgevingscommissie in haar korte bestaan heeft bijgedragen aan het voorkomen van tegenstrijdige adviezen op de terreinen welstand en monumenten. De communicatieve vaardigheden van de verschillende commissieleden maakt daarbij dat uitgebrachte adviezen in vruchtbare bodem vallen bij de initiatiefnemers. Deze constatering wordt onderschreven door de resultaten van de bezoekers enquête. Minder dan voorheen ervaart het bestuur bestuurlijke aandachtspunten in de adviezen van de commissie. Degene die nog voorkwamen, betroffen vooral “overloopprojecten”, waarvan de voorbereiding nog grotendeels onder het regime van de oude commissies tot stand is gekomen. Wel wordt er bestuurlijk aandacht gevraagd voor het feit dat er soms tegenstrijdige adviezen worden afgegeven door de vakafdelingen en de commissie. Dit leidt soms bij initiatiefnemers tot verwarring, waarna bestuurders vervolgens worden benaderd om een en ander weer vlot te trekken. 5.2 De ambtelijke organisatie Met een groot aantal medewerkers uit de organisatie zijn interviews gehouden over hun ervaringen met de Omgevingscommissie, over knelpunten en over suggesties hoe het beter kan. Bij deze gesprekken waren medewerkers betrokken van de afdelingen Ruimte, Dienstverlening, Ruimtelijke uitvoering en Programma-, Project- en Interimmanagement. Ook ambtelijk wordt de algemene conclusie gedeeld dat de Omgevingscommissie in haar huidige vorm en samenstelling goed en snel functioneert. De relatie tussen commissie, secretariaat en ambtenaren is goed en de lijnen zijn kort. Het feit dat groen- en inrichtingsplannen nog te weinig aan de commissie worden voorgelegd wordt onderkend. Hoe hierin verbetering te brengen is onderwerp van overleg. Procesmatig kunnen ook enkele andere praktische verbeteringen worden doorgevoerd om nog sneller tot resultaat te komen. De rol van het commissiesecretariaat en het daaraan toebedeelde mandaat voor kleine plannen, is daarbij cruciaal. Continuïteit, kwaliteit en formatie-omvang moeten op de taak blijven afgestemd. Uit alle interviews blijkt dat door tijdig in gesprek te gaan met de commissie het uiteindelijke vergunningentraject van een plan soepeler verloopt. Gezocht wordt naar nog andere mogelijkheden om tijd te winnen, want het blijft een feit dat menige vergunningaanvraag onder flinke tijdsdruk (van de Wabo) moet worden afgehandeld. Alle genoemde praktische aandachtspunten zijn verzameld en teruggekoppeld met de betreffende afdelingen. Ze zullen stuk voor stuk worden uitgewerkt en opgepakt. Deze aandachtspunten hebben overigens geen directe invloed op het functioneren van de Omgevingscommissie zelf, en vallen daarom als zodanig buiten het onderzoeksveld van deze evaluatie.

12

5.3 Conclusies en aanbevelingen

- De Omgevingscommissie adviseert integraal (voor zover het de ruimtelijke aspecten betreft) en op een goed niveau. De snelheid van afhandeling is goed.

- De communicatie tussen commissie en organisatie is open en verloopt soepel. - Continuïteit, kwaliteit en formatie-omvang van het ambtelijk secretariaat zijn van grote invloed

op het functioneren van de commissie.

- Bijlage 1 bij de rapportage: Ruimtelijke kwaliteit leeft in Tilburg!

Tabellenrapportage

Bezoekers omgevingscommissie

2013

Gemeente Tilburg

Informatievoorziening

Informatie- en Kenniscentrum

Augustus 2013

2

INHOUDSOPGAVE

Inleiding 1

Onderzoeksresultaten 3

Bijlage 1: Suggesties om de werkwijze van de commissie te verbeteren en/of te veranderen 9

Bijlage 2: Vragenlijst 11

Rapportage Bezoekers Omgevingscommissie, 2013 - Gemeente Tilburg/Informatievoorziening/IKC 1

INLEIDING

De Omgevingscommissie is een door de gemeenteraad ingestelde commissie die het college adviseert over

onderwerpen die van belang zijn voor de visuele en cultuurhistorische kwaliteit van de fysieke leefomgeving

(zowel gebouwd als groen). De commissie is op 1 januari 2012 gestart met haar adviestaak en is een

samenvoeging van de voormalige Welstandscommissie, Monumentencommissie en de Adviescommissie

stedelijk groen. Voor die datum adviseerden deze commissies onafhankelijk van elkaar.

Tijdens de instelling van de commissie is besloten de werking van de commissie binnen twee jaar te evalueren.

Is de commissie in staat integrale, deskundige en onafhankelijke adviezen uit te brengen aan het stadsbestuur?

Om die reden is in augustus 2013 een digitale enquête uitgezet onder alle mensen die in 2012 of 2013 op

bezoek zijn geweest bij de Omgevingscommissie in de gemeente Tilburg. Dat kan een bezoek geweest zijn naar

aanleiding van een vooroverleg over een bouwplan, een aanvraag voor een omgevingsvergunning of

bijvoorbeeld om een eerder advies van de commissie te bespreken.

In totaal hebben 126 bezoekers via de mail een uitnodiging gekregen om de enquête via internet in te vullen.

Daarvan waren er 16 interne bezoekers (stedebouwkundigen).

Van alle 126 aangeschreven bezoekers van de Omgevingscommissie hebben er 62 meegedaan aan de enquête,

een respons van 49%. Dat is een prima respons.

In het volgende hoofdstuk wordt in tabelvorm vermeld wat de uitkomsten zijn van het onderzoek. Veel vragen

zijn gesteld in de vorm van stellingen. Daarbij konden de respondenten kiezen uit de volgende

antwoordcategorieën: 'Helemaal niet mee eens', 'Niet mee eens', 'Niet mee eens maar ook niet mee oneens',

'Mee eens' en 'Helemaal mee eens'.

Bij alle tabellen ligt het totaal onder de 62, omdat niet iedereen alle vragen heeft ingevuld. Door afronding

tellen de percentages in de tabellen niet altijd precies op tot 100%.

In bijlage 2 is de vragenlijst te vinden die voor het onderzoek is gebruikt.


ONDERZOEKSRESULTATEN

In welke jaar heeft u de Omgevingscommissie bezocht?

16 28%

42 72%

58 100%

2012

2013

Totaal

Aantal %

(Van de 62 respondenten hebben er 4 het jaar van bezoek niet ingevuld)

Wat was de reden van uw bezoek aan deOmgevingscommissie? (meerkeuzevraag)

53 87%

12 20%

10 16%

14 23%

Om een bouwplan te bespreken

I.v.m. de aanpassing/verbouwvan een monument

Voor een inrichtingsplan(groen/openbare ruimte)

In het kader van een

stedenbouwkundig plan

Aantalrespondenten

% van derespondenten

Heeft u vooraf kennis genomen van de criteria zoals die zijn opgenomen in deWelstandsnota 2012 (of structuurvisie voor stedenbouwkundige plannen)?

44 72%

12 20%

5 8%

61 100%

Ja

Nee

Niet van toepassing

Totaal

Aantal %

Hoe vaak bent u met de commissie over uw plan in gesprek gegaan?

23 38%

21 35%

8 13%

8 13%

60 100%

1 keer

2 keer

3 keer

4 keer

Totaal

Aantal %

Stelling over het bezoek aan de commissie: Ik ben goedgeïnformeerd over plaats en tijdstip van de vergadering.

1 2%

1 2%

27 45%

31 52%

60 100%

Helemaal niet mee eens

Niet mee eens

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %


Stelling over het bezoek aan de commissie: Ik ben goedgeïnformeerd over de procedure tijdens de vergadering.

1 2%

4 7%

10 17%

26 43%

19 32%

60 100%


Niet mee eens

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over het bezoek aan de commissie: Ik ben gastvrij ontvangen.

1 2%

2 3%

5 8%

27 45%

25 42%

60 100%


Niet mee eens

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over het bezoek aan de commissie: Er wasvoldoende tijd voor de planbespreking.

1 2%

3 5%

7 12%

34 57%

15 25%

60 100%


Niet mee eens

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over de ervaringen met de commissie: Debehandeling van mijn plan heeft correct plaatsgevonden.

2 3%

7 12%

38 66%

11 19%

58 100%


Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over de ervaringen met de commissie: Ik hebvoldoende mogelijkheden tot inspreken gekregen.

2 3%

6 10%

36 62%

14 24%

58 100%


Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %


Stelling over de ervaringen met de commissie: Erwerd naar mijn verhaal en argumenten geluisterd.

2 3%

3 5%

5 9%

33 57%

15 26%

58 100%


Niet mee eens

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over de ervaringen met de commissie: Decommissie was op de hoogte van de lokale situatie.

1 2%

7 12%

4 7%

31 53%

15 26%

58 100%


Niet mee eens

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over de ervaringen met de commissie: Het advies is objectief.

1 2%

10 17%

13 22%

25 43%

9 16%

58 100%


Niet mee eens

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over de ervaringen met de commissie: Het advies is deskundig.

1 2%

6 10%

6 10%

35 60%

10 17%

58 100%


Niet mee eens

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over de ervaringen met de commissie: De commissie heeftin haar advies met alle ruimtelijke aspecten rekening gehouden.

1 2%

6 10%

12 21%

31 53%

8 14%

58 100%


Niet mee eens

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %


Stelling over de ervaringen met de commissie: Ik benhet inhoudelijk eens met het advies.

2 3%

4 7%

12 21%

32 55%

8 14%

58 100%


Niet mee eens

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over de ervaringen met de commissie: Decommissie is helder in haar uitleg en conclusie.

1 2%

9 16%

8 14%

32 55%

8 14%

58 100%


Niet mee eens

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over de ervaringen met de commissie: Hetschriftelijke advies is begrijpelijk gemotiveerd.

2 3%

2 3%

6 10%

36 62%

12 21%

58 100%


Niet mee eens

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over de ervaringen met de commissie: Deintegrale adviescommissie werkt efficiënt (tijdwinst).

3 5%

6 11%

16 28%

21 37%

11 19%

57 100%


Niet mee eens

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over de ervaringen met de commissie: Desnelheid van de behandeling (door de commissie) is goed.

4 7%

4 7%

5 9%

33 57%

12 21%

58 100%


Niet mee eens

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %


Stelling over de ervaringen met de commissie: Hetadvies heeft bijgedragen aan de kwaliteit van het plan.

2 4%

6 11%

10 18%

29 51%

10 18%

57 100%


Niet mee eens

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over de ervaringen met de commissie: Ik hebhet advies als ondersteunend ervaren.

3 5%

3 5%

9 16%

32 56%

10 18%

57 100%


Niet mee eens

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over de ervaringen met de commissie: Ik heb eenpositieve indruk van de werkwijze van de commissie.

3 5%

5 9%

7 12%

30 53%

12 21%

57 100%


Niet mee eens

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over ruimtelijke kwaliteit: Ik vind de ruimtelijkekwaliteit belangrijk van de eigen woonomgeving.

1 2%

27 48%

28 50%

56 100%

Neutraal

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over ruimtelijke kwaliteit: Ik vind deruimtelijke kwaliteit belangrijk van het centrum.

1 2%

20 36%

35 63%

56 100%

Niet mee eens

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %


Stelling over ruimtelijke kwaliteit: Ik vind de ruimtelijkekwaliteit belangrijk van monumentale gebouwen en gebieden.

1 2%

1 2%

15 27%

39 70%

56 100%


Niet mee eens

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over ruimtelijke kwaliteit: Ik vind de ruimtelijkekwaliteit belangrijk van het (groene) buitengebied.

5 9%

23 41%

28 50%

56 100%

Niet mee eens maar

ook niet mee oneens

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %

Stelling over ruimtelijke kwaliteit: Ik vind deruimtelijke kwaliteit belangrijk van bedrijventerreinen.

3 5%

16 29%

20 36%

17 30%

56 100%

Niet mee eens

Niet mee eens maarook niet mee oneens

Mee eens

Helemaal mee eens

Totaal

Aantal %


BIJLAGE 1: SUGGESTIES OM DE WERKWIJZE VAN DE COMMISSIE TE VERBETEREN EN/OF TE VERANDEREN

• Als ondernemer in tankstations heb ik ervaren dat de commissie flexibeler zou kunnen zijn t.a.v. nieuwe

technieken zoals LED lichtkranten en dergelijke. Je geeft ondernemers hiermee de mogelijkheid

efficiënter te communiceren met afnemers. Voordeel is dat andere vormen zoals b.v. spandoeken niet

meer nodig zijn. Nieuwe technieken kunnen dus leiden tot een rustiger straatbeeld. Uiteindelijk kon ik

de commissieleden hier ook van overtuigen.

• Commissie veranderde vaak het standpunt en kwam iedere keer met een eigen beleving (individueel).

• De enquête is vooral gericht op externe aanvragers van advies. Het is wat lastiger om hier als

werknemer van de gemeente i.c. stedenbouwkundige bij te dragen.

• De rol van de verschillende commissieleden is onduidelijk. De rol van voorzitter kan veel duidelijker en

efficiënt vormgegeven worden. De leden geven vaak een persoonlijk gekleurde reactie, niet altijd

kijkend of concepten kunnen worden ondersteund of versterkt door het commentaar van de

commissie. De voorzitter zou dit in goede banen moeten leiden. De benadering van de klant is

inhoudelijk niet erg vriendelijk. Een commissie is van groot belang, een open houding en collegialiteit

van commissieleden ook.

• Heb de gesprekken als erg prettig ervaren.

• Het traject voordat een aanvraag in behandeling genomen wordt (ontvankelijk verklaard), neemt teveel

tijd in beslag. Verder is het niet mogelijk om grotere bestanden per e-mail te verzenden.

• Ik heb alleen telefonisch overleg gehad vandaar dat een aantal vragen neutraal zijn beantwoord. Het

welstandsadvies was in eerste aanleg absoluut niet duidelijk. Door contact te leggen werd het advies

duidelijk gemaakt. Ik vond dat welstand niet naar het groter geheel heeft gekeken. Heb ook het gevoel

dat ze hun eigen plannen hebben bijgesteld omdat zij aan de hand van door ons gemaakte schetsen

zagen dat hun advies eigenlijk voor hun ogen nog niet deugdelijk genoeg was. Uiteindelijk zijn de kosten

van het bouwplan 15% hoger geworden vanwege de absurde eisen van welstand.

• Ik werk voor de gemeente bij de afdeling Ruimte en mijn rol bij de commissie kan veranderen. Onze

afdeling is verantwoordelijk voor het Ruimtelijk beleid en is opdrachtgever voor ruimtelijke projecten.

Het kan daarom zijn dat ik vanuit de gemeente als initiatiefnemer bij de commissie ben, maar ik heb

ook een toetsende rol. De vragen in de enquête adresseren voornamelijk initiatiefnemers.

• In het kader van bezuinigingen vindt ik dat er wel erg veel uren en mankracht besteed worden aan dit

onderdeel, voor een dergelijk simpel plan op een bedrijventerrein.

• Meer adviseren, minder mee-ontwerpen.

• Rijdend door de stad valt mij op dat de openbare ruimte vooral verrommelt door reclame-uitingen en

bewegwijzering. Zou de commissie haar bevoegdheden kunnen uitbreiden en ook hier haar advies over

kunnen geven?

• Staatsbosbeheer had een deskundig landschapsarchitect bij. Het gevaar bestond erin dat de architecten

in de commissie vervallen tot een welles-nietes spelletje (mooi/lelijk discussie) met onze architect

(zonder buiten te kijken). Het is goed om wat mensen met de voeten op de vloer te hebben staan, die

ook de kant bezien van de andere partij. Doorgegeven aanpassingen hebben altijd een financiële

consequentie voor de andere partij. Dat lijkt vergeten te worden. Ik was wel blij dat de commissie op

mijn verzoek meteen mee naar buiten ging om op locatie te gaan kijken.

• Te weinig aandacht voor groene aspecten. Natuur en landschap is slechts een klein deel van de

beoordeling en valt weg in het meer integrale advies. Dit geldt ook voor duurzaamheid. Dus naast een

landschapsarchitect (meer openbare ruimte) ook ecologie en duurzaamheid een vertegenwoordiging

geven.

• Wensen van de commissie stroken geregeld niet met de wensen van de architect. Ook budgetten voor

bepaalde doelgroepen (b.v. studenten) kunnen een architectonisch beeld met zich meebrengen.

BIJLAGE 2: VRAGENLIJST

1

Bijlage 2 bij de rapportage: Ruimtelijke kwaliteit leeft in Tilburg! Overzicht overige bronnen

- Raadsvoorstel inzake instellen Omgevingscommissie en vaststellen Reglement op de Omgevingscommissie vastgesteld op 23 mei 2011

- Raadsvoorstel Benoeming leden omgevingscommissie vastgesteld 19 december 2011 - Raadsbesluit tot vaststelling van een wijziging van het Reglement op de

Omgevingscommissie, vastgesteld 19 maart 2012 - Jaarverslag 2012 Omgevingscommissie gemeente Tilburg

Ruimtelijke kwaliteit leeft in Tilburg!...In Tilburg heeft dit vorm gekregen in de integraal...

Documents

Transcript of Ruimtelijke kwaliteit leeft in Tilburg!...In Tilburg heeft dit vorm gekregen in de integraal...