Rode draad Lezen op de Basisschool Draad... · 2019. 10. 1. · De Rode Draad biedt materiaal...
Transcript of Rode draad Lezen op de Basisschool Draad... · 2019. 10. 1. · De Rode Draad biedt materiaal...
Rode draad Lezen op de Basisschool
- 2 -
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding ........................................................................................................................................... - 3 -
2. Leesbevordering met De Rode Draad............................................................................................. - 4 -
2.1 Lezen, leesbevordering en leesplezier................................................................................... - 4 -
2.2 Een structurele aanpak voor leesbevordering........................................................................ - 4 -
2.3 Het leesonderwijs op de basisschool ..................................................................................... - 5 -
2.4 De uitvoering van De Rode Draad ......................................................................................... - 8 -
3. Overzicht van activiteiten per jaargroep .......................................................................................... - 9 -
3.1 Groep 1/2................................................................................................................................ - 9 -
3.2 Groep 3................................................................................................................................. - 11 -
3.3 Groep 4................................................................................................................................. - 14 -
3.4 Groep 5................................................................................................................................. - 15 -
3.5 Groep 6................................................................................................................................. - 17 -
3.6 Groep 7................................................................................................................................. - 19 -
3.7 Groep 8................................................................................................................................. - 21 -
- 3 -
1. Inleiding
Op basisscholen en in bibliotheken gebeurt al veel op het gebied van lezen en leesbevordering. Het
stimuleren van het plezier in lezen is een gezamenlijk belang. Samenwerking tussen basisscholen en
bibliotheken ligt dus voor de hand.
Onder het motto ‘lezen is leuk’ is er een professioneel, gestructureerd en systematisch aanbod voor
leesbevordering ontwikkeld. Het heeft de titel De Rode Draad, lezen op de basisschool meegekregen.
De Rode Draad vormt de basis voor het leesbevorderingsaanbod van de bibliotheek aan de
basisschool. Een belangrijk doel van dit aanbod is het stimuleren van het plezier in lezen. De Rode
Draad is ontwikkeld door Cubiss in samenwerking met een aantal Brabantse bibliotheken.
Een belangrijk uitgangspunt van De Rode Draad is dat leerlingen elk jaar met boeken en lezen in
contact worden gebracht. Er wordt zo een lijn aangebracht van groep 1 tot en met groep 8. Het pakket
biedt een rode draad voor de totale ‘leesloopbaan’ van een leerling. De Rode Draad is geen kant-en-
klare methode voor leesbevordering, maar een totaalpakket met tips, ideeën en suggesties.
Hier vindt u achtergrondinformatie over De Rode Draad. Ook wordt er een overzicht gegeven van
activiteiten die er per jaargroep in De Rode Draad worden aangeboden.
- 4 -
2. Leesbevordering met De Rode Draad
2.1 Lezen, leesbevordering en leesplezier
Lezen
Lezen is leuk! Iedereen die van lezen houdt is het hier zeker mee eens. Lezen is ook heel belangrijk
want een goede lezer heeft het gemakkelijker op school en later in de maatschappij. Onze
kennismaatschappij vraagt nu eenmaal om mensen met een grote leesvaardigheid. Lezen is ook
belangrijk als communicatiemiddel en instrument om informatiebronnen te kunnen raadplegen. Lezen
is een basisvaardigheid voor het leven. Leesvaardigheid kan alleen maar ontstaan als er sprake is van
leesplezier. Om goed te kunnen lezen staat de ‘lol’ in lezen voorop. Het gaat hierbij vooral om het
affectieve proces bij het lezen van teksten. Hiermee bedoelen we de waardering die een lezer heeft of
krijgt voor een boek. Een boek laat de lezer meeleven met de hoofdpersoon en door het boek kan de
lezer zich verdiepen in gevoelens, stemmingen en motieven van anderen. Lezen levert op die manier
een bijdrage aan de eigen sociale en emotionele ontwikkeling van leerlingen.
Leesbevordering
Leesbevordering is het systematisch en structureel uitvoeren van activiteiten met als doel de
bereidheid tot lezen en de waardering voor lezen te ontwikkelen. Het gaat om alle inspanningen die
met name gedaan worden door scholen en bibliotheken om leerlingen aan het lezen te krijgen en te
houden. Leesbevordering heeft tot doel leerlingen in contact te brengen met allerlei soorten teksten en
ze bewust te maken van de eigen voorkeur voor bepaalde teksten. Daarnaast heeft het tot doel om
leerlingen zover te krijgen dat ze willen lezen en met waardering lezen. Kortom, leesbevordering staat
voor het bevorderen van een positieve houding tegenover lezen en boeken.
Leesplezier
Leesplezier is een belangrijk doel van leesbevordering. Om leerlingen plezier in lezen te laten
beleven, moeten ze ook weten wat er te lezen is. Met het aanbod wordt hierop ingehaakt door een lijn
aan te brengen in leesbevorderingsactiviteiten waarbij steeds het plezier in lezen wordt benadrukt.
Tegelijkertijd krijgen leerlingen veel kinderboeken aangeboden en krijgen ze inzicht in wat hen
aanspreekt en waarom dat zo is, zodat ze zelf hun keuzes leren maken uit genres, thema’s en
tekstsoorten. Ze leren waarderen en beoordelen, ze leren welk type lezer ze zijn en ze leren hun weg
te vinden in de grote berg boeken en nieuwe media zoals cd-roms en informatie op het internet.
De Rode Draad biedt materiaal waarmee aan de doelen voor leesbevordering gewerkt kan worden. Of
de doelen daadwerkelijk worden bereikt hangt mede af van het enthousiasme van de leerkracht, de
instelling van de leerling en het leesklimaat of de leescultuur op school en thuis. Uiteraard hangt het
ook af van de samenwerking met de bibliotheek.
2.2 Een structurele aanpak voor leesbevordering
Een structurele aanpak
In bibliotheken en op scholen gebeurt veel op het gebied van lezen en leesbevordering. Deze
initiatieven leveren echter niet altijd het gewenste resultaat op. Bibliotheken bieden vaak losse
activiteiten aan waaruit scholen een keuze kunnen maken. De structuur van deze activiteiten is soms
onduidelijk. Daarnaast besteden niet alle leerkrachten op de basisschool evenveel aandacht aan
- 5 -
leesbevordering. Er is ook sprake van een daling in de belangstelling voor lezen als vrijetijdsbesteding
(1) en van tegenvallende prestaties bij begrijpend lezen in het basisonderwijs (2).
Deze ontwikkelingen leiden onder meer tot de vraag hoe het leesplezier bij leerlingen kan worden
gestimuleerd. Het is een vraag waar zowel bibliotheken als basisscholen mee te maken hebben.
Beide hebben er belang bij deze vraag op een professionele en gestructureerde manier aan te
pakken. Het ligt dus voor de hand dat bibliotheek en school structureel samenwerken om te zorgen
dat leerlingen plezier in lezen krijgen. De bibliotheek heeft de deskundigheid en de materialen in huis
om het onderwijs te adviseren over een structurele aanpak voor leesbevordering. Het onderwijs heeft
de ervaring in huis om activiteiten voor leesbevordering op een aansprekende en enthousiaste wijze
over te dragen aan de leerlingen.
Het doorlopend aanbod
De Rode Draad bevat een professioneel, gestructureerd en systematisch aanbod van
leesbevorderingsactiviteiten. Voor een groot deel zijn dat activiteiten die door bibliotheken in
samenwerking met de Provinciale Bibliotheek Centrale voor Noord-Brabant zijn ontwikkeld en die met
succes zijn uitgevoerd. Daarnaast zijn er ook activiteiten opgenomen die landelijk beproefd zijn, zoals
het jaarlijkse leesprogramma en Boekm@il.
Uitgangspunt van dit aanbod is dat leerlingen elk schooljaar met boeken, maar ook met digitale media,
in aanraking komen en met een of meer aspecten van lezen en leesplezier. De Rode Draad biedt een
doorgaande lijn voor leesbevordering van groep 1 tot en met 8. Het voordeel en belang hiervan is dat
de continuïteit wordt gegarandeerd. Elk jaar weer komen de leerlingen met één aspect van
leesbevordering in aanraking en in groep 8 hebben ze met alle onderdelen kennis gemaakt (de
zogenaamde cyclische aanpak). De leerlingen kunnen steeds terugvallen op de kennis en ervaring die
ze in een vorig jaar hebben opgedaan.
De Rode Draad vormt een basispakket dat de bibliotheken in het voorjaar aan de scholen aanbieden.
Met dit pakket in de hand zijn bibliothecarissen en leerkrachten samen bewust bezig met
leesbevordering op school en thuis.
De taak van de jeugdbibliothecaris
Bij de uitvoering van De Rode Draad heeft de bibliothecaris een belangrijke taak als consulent
leesbevordering voor leerlingen en leerkrachten. De bibliothecaris is immers de deskundige bij uitstek
als het gaat om leesbevordering. De jeugdbibliothecaris geeft advies en attendeert de leerkrachten op
verhalen en teksten die op school en ook thuis gebruikt kunnen worden. Dat kan zijn omdat een
verhaal in een bepaalde situatie goed bruikbaar is, omdat leerlingen er plezier aan beleven, omdat ze
er dingen in kunnen herkennen of omdat ze er informatie uit kunnen halen. De jeugdbibliothecaris
komt regelmatig op de school, heeft contact met de leerkracht en is goed op de hoogte van wat zich
op school afspeelt. Daardoor is hij goed in staat deskundig te adviseren over het aanbod. Voor een
goede uitvoering van de activiteiten is, naast de jeugdbibliothecaris, een goed boekenaanbod
noodzakelijk.
2.3 Het leesonderwijs op de basisschool
De inhoud van het onderwijs op de basisschool is afgeleid van de ‘Kerndoelen basisonderwijs’ (3).
Kerndoelen beschrijven de inhoud van het onderwijs en geven globaal aan wat het basisonderwijs
moet aanbieden aan kinderen van 4 tot 12 jaar.
- 6 -
Kerndoelen en leesbevordering
Leesbevordering wordt niet als zodanig genoemd bij de kerndoelen maar sluit prima aan bij de
leergebiedsspecifieke kerndoelen zoals ‘Nederlandse taal’. Het onderwijs in Nederlandse taal is erop
gericht dat de leerlingen:
- vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal doelmatig gebruiken in situaties die zich
in het dagelijks leven voordoen;
- kennis en inzicht verwerven omtrent betekenis, gebruik en vorm van taal;
- plezier hebben of houden in het gebruiken en beschouwen van taal.
De kerndoelen voor ‘Nederlandse taal’, gerangschikt naar de domeinen mondelinge taalvaardigheid,
leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en taalbeschouwing, hebben er onder andere betrekking op dat
leerlingen:
- gebruik kunnen maken van communicatiemiddelen en informatiebronnen;
- weten dat ze kunnen lezen met verschillende doelen;
- verschillende soorten teksten kunnen onderscheiden zoals informatieve teksten, verhalen,
poëzie of toneel;
- hun manier van lezen kunnen aanpassen aan een door henzelf of door de leerkracht
gesteld doel;
- hun ervaring, mening, waardering of afkeuring zowel mondeling als schriftelijk duidelijk
kunnen weergeven.
Er zijn ook leergebiedsoverstijgende kerndoelen die gaan over algemeen toepasbare kennis, inzichten
en vaardigheden. Deze kerndoelen zijn gegroepeerd rond thema’s zoals werkhouding, werken
volgens plan, gebruik van uiteenlopende leerstrategieën, zelfbeeld, sociaal gedrag en nieuwe media.
Leesbevordering kan aansluiten op diverse kerndoelen die bij de thema’s worden genoemd.
Kerndoelen en taalmethodes
De verschillende taal- en leesmethodes voor het basisonderwijs zijn gebaseerd op de kerndoelen. In
‘Een blauwdruk voor methoden voor taalonderwijs’ (4) worden aanwijzingen gegeven voor het
ontwikkelen van methoden voor Nederlandse taal. Hierin zijn concrete doelen voor lezen en taal
geformuleerd met een verdeling over de acht jaren van de basisschool. Voor mondelinge
taalvaardigheid, schriftelijke vaardigheden (inclusief de kerndoelen van de domeinen leesvaardigheid
en schrijfvaardigheid) en taalbeschouwing zijn streefdoelen geformuleerd. In het kader van
leesbevordering zijn onder andere beginnende geletterdheid, begrijpend lezen en luisteren,
leesplezier en kennis van tekstsoorten van belang. In de groepen komen hierbij de volgende aspecten
aan bod:
• Groep 1 en 2
Beginnende geletterdheid: leerlingen kunnen klanken, letters en woorden onderscheiden,
waarderen voorgelezen teksten en worden gemotiveerd om te leren lezen en schrijven.
Leesplezier: leerlingen kunnen met plezier luisteren naar vertelde en voorgelezen
verhalen, bijvoorbeeld met behulp van prentenboeken, en kunnen deze teksten ook
begrijpen.
- 7 -
• Groep 3 en 4
Er is veel aandacht voor aanvankelijk en voortgezet lezen. Het met plezier luisteren naar
vertelde en voorgelezen verhalen blijft belangrijk. Wat betreft leesplezier wordt het met
plezier verhalende teksten stillezen (vrij lezen) genoemd. Verder komen kenmerken van
tekstsoorten als verhalende en informatieve teksten, expressieve en poëtische teksten
aan bod.
• Groep 5 en 6
De aspecten zoals genoemd bij groep 3 en 4 worden voortgezet. Nieuw in groep 5 en 6 is
dat leerlingen zelf geschikte teksten kunnen kiezen. Bovendien krijgen leerlingen ervaring
met gesprekken over deze teksten. Het gebruiken en interpreteren van informatie uit
naslagwerken komt voor het eerst aan bod.
• Groep 7 en 8
De activiteiten uit de voorgaande jaren worden voortgezet en uitgediept. Leerlingen zijn in
staat steeds moeilijker verhalende, informatieve en expressieve teksten te begrijpen en
weer te geven. Nieuw hierbij is dat leerlingen desgevraagd gegevens over de schrijver
kunnen noemen, de tijd waarin het geschreven verhaal is en de tijd waarin het verhaal
speelt. Verder wordt verwacht dat leerlingen verhalen kunnen voorlezen op een zodanige
wijze dat de luisteraars in staat zijn de verhalen goed te volgen.
Doelen voor lezen en leesbevordering
De doelen die in De Rode Draad worden nagestreefd zijn onder andere afgeleid van de kerndoelen
voor het basisonderwijs. Daarnaast zijn ze afgestemd op de doelen van het leesbevorderingsproject
Fantasia; schoolleesplan voor de basisschool (5) en op de doelen in verschillende taal- en leesmetho-
den voor het basisonderwijs waarin leesbevordering een plek heeft.
De activiteiten van De Rode Draad zijn gebaseerd op een of meer accenten:
Groep 1/2 Voorlezen
Groep 3 Leren lezen en voorlezen/vertellen
Groep 4 Tekstsoorten
Groep 5 Zelf kiezen van boeken
Groep 6 Leren waarderen van boeken en leren zoeken in de bibliotheek
Groep 7 Schrijven van boeken
Groep 8 Plezier in lezen en media-educatie
Bij de verschillende accenten en activiteiten zijn doelen geformuleerd, die voornamelijk gericht zijn op
leerlingen. Doelen voor leerkrachten en ouders worden niet altijd bij de activiteiten genoemd maar zijn
wel meegenomen in de uitwerking van de activiteiten. Het gaat om de volgende doelen:
Leerlingen:
- lezen regelmatig boeken;
- hebben plezier in het lezen van boeken;
- maken kennis met verschillende soorten boeken en ontwikkelen een eigen smaak en
voorkeuren;
- maken kennis en gebruiken de verschillende mogelijkheden van de bibliotheek.
- 8 -
Leerkrachten:
- zijn op de hoogte van het belang van lezen, voorlezen en vertellen voor de ontwikkeling
van leerlingen;
- krijgen inzicht in de belangstelling van leerlingen, leesdrempels en leesniveaus van
boeken;
- maken kennis met verschillende soorten boeken en hun gebruiksmogelijkheden;
Ouders:
- worden gestimuleerd thuis voor te lezen en hun kinderen te motiveren tot lezen;
- zijn op de hoogte van de verschillende mogelijkheden van de bibliotheek.
2.4 De uitvoering van De Rode Draad
De tijd die nodig is voor uitvoering van het basispakket van De Rode Draad varieert per activiteit
tussen eenmalig een dagdeel en dagelijkse activiteiten gedurende een paar weken. In verschillende
lees- en taalmethodes is vrij lezen opgenomen in het lesrooster. De Rode Draad kan in de tijd van vrij
lezen aan bod komen. De activiteiten vinden op school plaats of tijdens een groepsbezoek in de
bibliotheek. Voor de activiteiten op school zijn uitgebreide handleidingen voor de leerkracht
beschikbaar. De groepsbezoeken in de bibliotheek worden met name door de bibliothecaris
uitgevoerd.
Het tweede deel van deze brochure biedt een overzicht van het soort activiteiten dat De Rode Draad
aanbiedt. Per jaargroep wordt beschreven wat de argumentatie is voor de gekozen accenten waaraan
wordt gewerkt. Ook wordt beschreven welke doelstellingen centraal staan, welke activiteiten daarbij
kunnen worden uitgevoerd en welke producten zijn ontwikkeld ten behoeve van de uitvoering van de
activiteit. De bibliotheek maakt meestal een keuze uit de verschillende activiteiten en biedt deze aan
de basisscholen aan. Bij elke afzonderlijke activiteit hoort een uitvoerige handleiding. Daarin is
uitgebreide informatie opgenomen over de inhoud en de aanpak van de activiteit.
- 9 -
3. Overzicht van activiteiten per jaargroep
3.1 Groep 1/2
Voorlezen
Plezier beleven aan een boek staat centraal bij De Rode Draad. Bij kleuters ligt het accent op
voorlezen. Voorlezen, het samen bekijken van en praten over prentenboeken, versjes lezen en liedjes
zingen is belangrijk.
Door voorlezen en plaatjes kijken komen kinderen actief en passief met taal in aanraking. Er is een
positieve samenhang vastgesteld tussen het voorlezen en het aanvankelijk en begrijpend lezen van
het kind. Ook speelt het boek een grote rol bij de ontwikkeling van fantasie en creativiteit, bij de
uitbreiding en herkenning van de leefwereld en bij het herkennen van en leren omgaan met
gevoelens. Dit komt nadrukkelijk aan de orde bij het werken met prentenboeken in de klas. Daarnaast
is voorlezen gewoon leuk. Redenen genoeg om het voorlezen blijvend te stimuleren, zowel op school
als thuis.
Verhalen, sprookjes, gedichtjes en prentenboeken nodigen uit tot samen praten over het boek in de
sfeer van gezellig samen zijn met een boek in een hoek. Door een prentenboek te verbeelden gaat
een boekfiguur echt leven voor de kinderen.
Activiteiten
1. Projecten in de klas
2. Groepsbezoek aan de bibliotheek
3. Ouders thuis
Activiteit 1: Projecten in de klas
Doelstelling:
- Leerlingen laten genieten van prentenboeken.
In de klas wordt een aantal weken met een prentenboek gewerkt. In het kader van De Rode Draad
zijn rondom verschillende prentenboeken projecten beschreven:
• Schild-Muis-Octo-Vogel-Bok
• Bentje en de Bruine Beer
• De Mooiste Vis van de Zee
• Toveren Bibaba Boek
• Een heel bijzondere dag
• Schatjesdag
Bij het introduceren, voorlezen en verwerken van een prentenboek kan de leerkracht gebruik maken
van materialen zoals een vissenpakje, stoffen maskers, een koffer met droomsokken of een
tovenaarsmantel. Op deze manier wordt het prentenboek speels gepresenteerd en uitgewerkt.
- 10 -
Activiteit 2: Groepsbezoek aan de bibliotheek
Doelstellingen:
- Leerlingen laten genieten van een prentenboek.
- Leerlingen kennis laten maken met de bibliotheek.
De organisatie van deze activiteit is in handen van de bibliothecaris. Deze stuurt de kleuters een
officiële uitnodiging om op bezoek te komen en overlegt met de leerkracht wat er op school aan
voorbereiding kan worden gedaan. In de bibliotheek komt een prentenboek tot leven. Binnen het
kader van De Rode Draad zijn hiervoor projecten uitgewerkt rondom prentenboeken zoals :
• Ik voel een voet (M. Rinck & M. van der linden)
• De Kist (L. Pauli)
• Dansend Blad (G. Elschner)
Direct bij binnenkomst worden de kleuters in de sfeer van het boek gebracht, waarbij gebruik wordt
gemaakt van allerlei materialen. De verwerking van het bezoek vindt later plaats in de klas. In de
bijbehorende handleiding is uitgebreide informatie over deze activiteit opgenomen.
Bibliotheken kunnen zelf aan het groepsbezoek een eigen invulling geven door activiteiten rondom
een ander prentenboek te organiseren.
Activiteit 3: Ouders thuis
Doelstellingen:
- Belang van voorlezen benadrukken bij ouders.
- Ideeën voor leuke prentenboeken bieden aan ouders.
- Interactie tussen ouder en kind verstevigen.
- Leerlingen laten genieten van prentenboeken.
- Ouders betrekken bij activiteiten op school.
In de klas en in de thuissituatie wordt eenzelfde prentenboek voorgelezen, waarna
verwerkingactiviteiten plaatsvinden. Het is de bedoeling dat ouders worden gestimuleerd thuis voor te
lezen. Ze ontvangen een boekenlegger met voorleestips of een strippenkaart met uitnodiging voor de
bibliotheek. Er kunnen ook ouderbijeenkomsten worden georganiseerd rondom het thema voorlezen.
Hierbij is in het kader van de Rode Draad een product ontwikkeld; “Voorlezen is Leuk”.
- 11 -
3.2 Groep 3
Leren lezen en voorlezen/vertellen
In groep 3 leren leerlingen lezen. Ze leren letters en klanken aan elkaar koppelen. Ze leren
geschreven woorden herkennen en begrijpen en ze leren betekenis te geven aan een schriftelijke
tekst. Het zelf gaan lezen in een ‘echt’ leesboek is voor veel leerlingen een hele belevenis. Velen
ontwikkelen in deze fase een enorme leeshonger.
Ouders zijn geïnteresseerd in het proces van leren lezen. Het in de bibliotheek kunnen vinden van
geschikte eerste leesboekje op het juiste niveau is dan belangrijk. Informatie over de leesmethode en
de verschillende leesseries en AVI-niveaus kan daarbij een goede hulp zijn.
Vanaf het moment dat leerlingen zelf gaan lezen wordt er vaak minder voorgelezen. Veel ouders
denken wellicht dat voorlezen dan niet meer nodig is. Maar juist nu is het belangrijk de voorleestraditie
voort te zetten. Voorlezen is immers geen surrogaat voor niet zelf kunnen lezen maar het draagt bij tot
de ontwikkeling van een goede emotionele band tussen de voorlezer en het kind. Daarnaast is het van
belang voor de taalontwikkeling, het stimuleert de creativiteit en het bevordert de kennisbehoefte. Een
variant op het voorlezen is het vertellen van verhalen.
Activiteiten
1. Projecten in de klas
2. Groepsbezoek aan de bibliotheek
Activiteit 1: Projecten in de klas
• Verhalenparel
Doelstelling:
- Samen met leerlingen een boek beleven
- Leerlingen plezier laten beleven aan het voorlezen van boeken
Een project waarmee de leerkracht gedurende een aantal weken met een speciaal voorleesritueel
werkt. In de klas komt een schelp met daarin een wonderlijke verhalenparel. De verhalenparel kan in
een viertal kleuren oplichten. Deze kleuren worden gekoppeld aan verschillende verhalenthema’s. Als
de leerkracht over de verhalenparel wrijft en een spreuk uitspreekt geeft de parel een rood, groen,
blauw of een geel licht. Afhankelijk van de lichtkleur biedt de leerkracht een verhaal aan dat aansluit
bij een thema. Accent: voorlezen en vertellen.
- 12 -
• Er was eens...
Doelstellingen:
- Samen met leerlingen sprookjes beleven
- Leerlingen maken op hun eigen leesniveau kennis met sprookjes en sprookjesachtige
verhalen
Met een groot sprookjesboek in de klas worden vijf verschillende sprookjes geïntroduceerd. De
uitvoering van dit project vindt plaats op school en duurt een vijftal weken. Het gaat om de volgende
sprookjes: Roodkapje, Doornroosje, De stukgedanste schoentjes, De koning met de paardenoren en
de Kikkerkoning. Elke week staat een sprookje centraal.
Bij de introductie van het sprookje opent de leerkracht het grote sprookjesboek en daar vinden
leerlingen een opdracht, bijvoorbeeld een speurtocht, die hen leidt naar het sprookje van de week. De
binnenzijde van het sprookjesboek bestaat uit prikbordmateriaal zodat het als achtergronddecor voor
de verteltafel kan dienen maar ook als presentatiebord voor werkstukjes van de kinderen.
.
• Het Letterwinkeltje
Doelstellingen:
- Samen met leerlingen een boek beleven.
- Spelen met letters en woorden; bij deze activiteit gaat het niet om het het aanleren van
letters en klanken.
- Leerlingen bekend maken met eenvoudige leesboekjes, prentenboeken, voorleesboeken,
liedjes en versjes.
Een project met als uitgangspunt het boek Het Letterwinkeltje van Marianne Busser en Ron Schröder.
In de klas komt een klein letterwinkeltje te staan. Dit heeft de vorm van een groot formaat boek en kan
opengeklapt worden tot een winkeltje. Gedurende het project wordt dagelijks een letter aangeboden,
samen met een prentenboek, leesboek, liedje of versje waarin de aangeboden letter een rol speelt.
Aan het eind van het project is het letterwinkeltje gevuld met letters. Het project bestaat uit een
letterwinkeltje, een gevulde letterdoos en handleidingen voor de leerkracht en de bibliothecaris.
• Kamishibai
Doelstellingen:
- Samen met leerlingen een verhaal beleven.
- Leerlingen bekend maken met vertellingen met de Kamishibai.
De Kamishibai is een klein, draagbaar verteltheater dat oorspronkelijk uit Japan stamt. In het kleine
houten theatertje worden gelamineerde platen geschoven en aan de hand daarvan wordt een verhaal
verteld. De Kamishibaiverteller brengt de personages tot leven en door de beeldende vertelwijze
raken de leerlingen in de wereld van het verhaal. Zowel de leerkracht als de bibliothecaris kan de
vertelling uitvoeren. Van verschillende prentenboeken zijn sets met platen beschikbaar. In de
uitgebreide informatie bij deze activiteit wordt beschreven hoe de vertelling kan worden voorbereid,
waaraan de verteller moet denken als hij de vertelling uitvoert en hoe de vertelling verwerkt kan
worden.
- 13 -
Activiteit 2: Groepsbezoek aan de bibliotheek (met ouders)
Doelstellingen:
- Leerlingen plezier laten beleven aan het lezen van boeken.
- Leerlingen en hun ouders attenderen op eerste leesboekjes, prentenboeken en voor-
leesboeken en laten zien waar deze materialen te vinden zijn.
- Ouders informeren over de niveau-indeling van eerste leesboekjes.
- Ouders informatie geven over de verschillende leesseries.
- Ouders wijzen op het belang van voorlezen.
De organisatie van deze activiteit is in handen van de bibliothecaris. Bij deze activiteit worden
leerlingen en hun ouders wegwijs gemaakt in de bibliotheek, waarbij boeken die aansluiten op het
(beginnend) leesniveau van de leerlingen centraal staan. Aan de hand van voorbeelden van
prentenboeken en andere goede voorleesboeken worden ouders gewezen op het belang van
voorlezen thuis. Hiervoor is een speciale folder ontwikkeld “Lezen in groep 3”.
Binnen de Rode Draad zijn groepsbezoeken uitgewerkt rondom:
• Leonie verslindt boeken (L.Herbert)
• Monstertje Mo wil in een boek (E.Fontein)
- 14 -
3.3 Groep 4
Tekstsoorten
In groep 3 hebben de leerlingen leren lezen. Vanaf groep 4 worden de leerlingen volgens de
kerndoelen van het basisonderwijs in contact gebracht met allerlei soorten teksten. Onder tekstsoort
verstaan we de vorm waarin een verhaal is verwoord of uitgebeeld, zoals prentenboek, gedicht,
sprookje, leesboek of informatief boek. Om later boeken te leren kiezen en waarderen is het van
belang dat de leerling op de hoogte is van verschillende tekstsoorten.
Ook in groep 4 is blijven voorlezen en vertellen belangrijk waarbij accenten worden gelegd op het
navertellen van het verhaal en het beantwoorden van vragen over het verhaal.
Activiteit
1. Projecten in de klas
Activiteit 1: Projecten in de klas
Doelstelling:
- Leerlingen laten kennismaken met verschillende tekstsoorten.
• Sheherazade
Een ladekastje ter introductie van verschillende tekstsoorten. Leerlingen krijgen in de klas
verschillende soorten boeken aangeboden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een
ladekastje. In het ladekastje zitten zes attributen die verschillende soorten boeken
symboliseren. In het project staat elke dag een ander soort boek centraal. De bibliotheek zorgt
voor een collectie met verschillende prentenboeken, leesboeken, voorleesboeken,
sprookjesboeken, informatieve boeken of gedichtenbundels. In de uitgebreide handleiding
worden leuke suggesties gegeven voor de introductie en verwerking van de diverse soorten
boeken.
• De Spin
Leerlingen krijgen in de klas verschillende soorten boeken aangeboden. Daarbij wordt gebruik
gemaakt van het project ‘De spin’. Dit bestaat uit een wandkleed met vijf zakken waarin
verschillende soorten boeken zijn opgeborgen en een cd met een introductielied en dialogen
tussen een spin en een boekenworm in de bibliotheek. In het project staat elke dag een ander
soort boek centraal. De bibliotheek zorgt voor een collectie met verschillende prentenboeken,
leesboeken, voorleesboeken, sprookjesboeken, informatieve boeken of gedichtenbundels. In
de uitgebreide handleiding worden aantrekkelijke suggesties gegeven voor de introductie en
verwerking van de diverse soorten boeken.
- 15 -
3.4 Groep 5
Kiezen van boeken
In groep 5 zijn leerlingen toe aan het leren kiezen van boeken. Ze kunnen nu goed lezen, hebben zelf
met verschillende soorten boeken kennisgemaakt en gaan meer en meer hun eigen smaak
ontwikkelen. Hieraan vooraf gaat het leren kiezen uit een aanbod. Meestal wordt bij het zelfstandig
lezen in de klas gebruik gemaakt van een opdracht, er moeten vragen worden beantwoord, er moet
een verslag gemaakt worden of iets dergelijks. De keuze voor de leestekst is dan al gemaakt want de
opdrachtgever vormt de motivatie om iets te gaan lezen. Wie voor zichzelf gaat lezen, moet de keuze
zelf maken. De juiste keuze van een boek of verhaal is bepalend voor het leessucces.
Het kiezen van boeken berust op kennis van boeken en op zelfvertrouwen. Kennis van boeken wordt
bij leerlingen opgebouwd door hen voor te lezen, genres te introduceren, over boeken te praten, of
door een bibliotheekbezoek. Zelfvertrouwen ontstaat door leerlingen aan te moedigen, interesse te
tonen en te prijzen, maar vooral doordat ze zelf met plezier boeken lezen. Veel keuzes van boeken
komen tot stand doordat een vriend of vriendin het boek gelezen heeft, via de ouders, televisie of
andere media. Leerlingen moeten echter ook zelfstandig boeken leren kiezen.
Activiteit
1. Projecten in de klas
Activiteit 1: Projecten in de klas
• Leesprogramma op expeditie
Doelstellingen:
- Leerlingen leren keuzes te maken uit het grote aanbod van boeken.
- Leerlingen leren op welke criteria zij hun boekenkeuze kunnen baseren.
- Leerlingen stimuleren tot lezen via een beloningssysteem.
Leerlingen hebben soms een zetje nodig om de smaak van lezen te pakken krijgen. De bedoeling van
het leesprogramma is om het lezen bij leerlingen te stimuleren door een kleine beloning in het
vooruitzicht te stellen bij het lezen (en verwerken) van een van tevoren vastgesteld aantal boeken. Op
deelnemerspasjes kunnen de leerlingen stickers plakken voor elk gelezen boek. Een landelijke
werkgroep werkt het leesprogramma jaarlijks rond een bepaald thema uit.
De school ontvangt van de bibliotheek een boekencollectie en de bijbehorende materialen van het
leesprogramma. Het leesprogramma kan worden uitgebreid met een activiteit waarbij leerlingen,
voorafgaand aan het programma, een aantal boeken krijgt geïntroduceerd d.m.v. een rad: om hen
warm te laten lopen voor deze activiteit. De Rode Draad biedt hiervoor jaarlijks een handleiding die
aansluit bij het jaarlijks thema.
- 16 -
• Boekentest
Doelstellingen:
- Leerlingen leren keuzes te maken uit het grote aanbod van boeken.
- Leerlingen leren op basis van welke criteria zij hun boekenkeuze kunnen maken.
De school ontvangt van de bibliotheek een collectie boeken met diverse niveaus, thema’s en genres
en met verschillende boekomslagen. Aan de hand van deze boekencollectie vertelt de leerkracht
welke elementen aan bod kunnen komen bij het kiezen van een boek. Leerlingen kiezen vervolgens
uit de collectie een boek dat hen op het eerste gezicht ‘leuk’ lijkt. Via het vragenforumulier Doe de
Boekentest beantwoorden leerlingen spelenderwijs vragen over het boek. Het aantal ja’s en nee’s op
vragen geeft een indicatie van de voorkeur van de leerling. De leerlingen kunnen zo zelfstandig hun
keuze maken om een boek wel of niet te gaan lezen. Deze activiteit kan ook een onderdeel zijn van
Boekenbal of het leesprogramma. Bovendien kunt u dit formulier gebruiken tijdens een groepsbezoek
in de bibliotheek.
• Boekenbal
Doelstellingen:
- Leerlingen leren op welke criteria zij hun boekenkeuze kunnen baseren.
- Leerlingen stimuleren tot lezen door op een speelse manier boeken aan te bieden.
Met het project Boekenbal maken leerlingen door middel van spannende geheimschriften kennis met
leuke leesboeken. Leerlingen grabbelen een bal uit de ballenbak. In de bal zit een boektitel gecodeerd
in geheimschrift. Na ontcijfering van dit geheimschrift gaan kinderen het boek lezen. In de ballenbak
zitten ook vijf gouden ballen die verwijzen naar een opdracht voor de hele klas.
Voor iedere leerling is er een werkboekje “een balboekje”, met tips voor het kiezen van boeken. Er is
ruimte om over circa 4 verschillende boeken iets op te schrijven. Bovendien staan hierin de
geheimschriften die nodig zijn voor het ontcijferen van de boektitels.
De bibliotheek zorgt zelf voor het vullen van de ballen met boektitels in geheimschrift. Zo kan de
bibliotheek zelf een keuze maken voor de samenstelling van een collectie. De handleiding bevat ook
een geplastificeerd kopijvel met daarop boektitels in geheimschrift.
Het project bestaat uit een ballenbak, 40 ballen waarvan 5 gouden, een katoenen tas, handleidingen
voor de bibliothecaris en leerkracht en een kopijvel met de boektitels in geheimschrift.
De balboekjes dienen apart besteld te worden.
- 17 -
3.5 Groep 6
Waarderen van boeken en leren zoeken in de bibliotheek
In groep 6 kunnen de kinderen al goed lezen, ze hebben met verschillende soorten boeken kennis
gemaakt en zijn druk bezig met het ontwikkelen van hun eigen smaak. Ze weten bovendien hoe ze
een boek kunnen kiezen. Na het kiezen komt de vaardigheid van het waarderen van boeken om de
hoek kijken. Is het gekozen boek wel een leuk of goed boek en wil de leerling het wel uitlezen? Het
waarderen van boeken is een onderdeel van de cirkel die hoort bij het lezen van boeken.
Inmiddels maken leerlingen gebruik van boeken bij bijvoorbeeld het houden van spreekbeurten of het
maken van werkstukken. Hierbij is het van belang dat leerlingen weten hoe bij een onderwerp de
juiste bronnen in het documentatiecentrum of in de bibliotheek kunnen worden opgezocht. Bij bronnen
gaat het zowel om informatieve en verhalende boeken als om digitale media.
Activiteiten
1. Projecten in de klas
2. Groepsbezoek aan de bibliotheek
Activiteit 1: Projecten in de klas
• Kilometerlezen
Een leesbevorderingsproject met online multi-mediaondersteuning.
In de klas komt een collectie boeken. Elke leerling kan wekelijks op de website
www.kilometerlezen.nl de gelezen bladzijdes invullen waar ze omgezet worden in leeskilometers. Zo
reizen ze door een digitaal landschap (ontwerp Wim Hofman) en komen onderweg langs verschillende
haltes. Daar krijgen ze via weblinks informatie over schrijvers, boektitels en boekfiguren.
Op de website wordt ook het totaal aantal leeskilometers van de klas bijgehouden. In de laatste
projectweek kan op de website een leesquiz gespeeld worden met alle leerlingen van de klas of met
meerdere klassen tegelijk waarbij de leesvlag veroverd kan worden. De leesquiz heeft betrekking op
de boeken uit de collectie. U koopt een licentie voor elke groep leerlingen die toegang geeft tot de
website www.kilometerlezen.nl. Elke leerling ontvangt bij aanvang een leespaspoort waarin ze de
leeskilometers kunnen bijhouden. Ook is hier plaats om de gelezen boeken te noteren en een
waardering in te vullen.
• Boekidool
Bekende tv-programma’s zoals Idols en het Songfestival zijn een inspiratiebron geweest voor dit
project waarbij jureren centraal staat. Elke leerling krijgt een opdrachtkaart met daarop tips die leiden
naar een specifieke boektitel. Op een formuliertje (determineerblokje) kan de leerling de boeken, die
niet beantwoorden aan de gestelde vragen, wegstrepen. Nadat de leerlingen de boeken hebben
gelezen, kunnen ze op een juryformulier hun waardering aangeven. In de laatste week van de
projectperiode krijgen kinderen een aantal fiches waarmee ze punten kunnen toekennen aan de
verschillende boektitels. Om de puntentelling zichtbaar te maken, komt er in de klas een standaard
met 9 spaarkokers voor de punten. Nadat alle leerlingen hun fiches hebben verdeeld over de kokers,
is het “boekidool” van de klas bekend.
- 18 -
• Kraak de code
Kraak de code bestaat uit een kluisje met een cijferslot en een collectie boeken. Na het lezen van een
boek ontvangen de leerlingen steeds een code. Deze code bestaat uit een bladzijdenummer, een
regelnummer en een positienummer van de letter in de regel. De codes zoeken de leerlingen op in
een codeboek (De Kraak van Leonie Kooiker). Nadat alle letters door de leerlingen ‘bij elkaar gelezen
zijn’, ontstaat er een som in letters. De uitkomst van deze som is de code van het cijferslot van een
kluisje waarin het voorleesboek ligt. De leerkracht kan het kluisje meerdere keren laten kraken door
daarin steeds een andere verrassing te verbergen. In een krasboekje kunnen leerlingen de
waardering van de gelezen boeken weergeven (krassen). Bij het project horen handleidingen voor de
leerkracht en de bibliothecaris.
Activiteit 2: Groepsbezoek aan de bibliotheek
• Bibliotheekbezoek; de Biebvlieg, Waterspeurtocht en computerinstructie.
Doelstellingen:
- Leerlingen kennen het verschil tussen fictie en non-fictie.
- Leerlingen weten welke soorten materialen de bibliotheek uitleent.
- Leerlingen kunnen het computerzoeksysteem van de bibliotheek gebruiken.
- Leerlingen kunnen de juiste materialen in de kast vinden.
- Leerlingen kennen de betekenis van pictogrammen in de bibliotheek.
De leerlingen en hun leerkracht brengen een groepsbezoek aan de bibliotheek. Tijdens dit bezoek
geeft de bibliothecaris informatie over de verschillende materialen die in de bibliotheek te vinden zijn.
Vervolgens krijgen de leerlingen instructie in het leren opzoeken van materialen. Daarna gaan de
leerlingen met behulp van gerichte zoekopdrachten in groepjes aan de slag in de bibliotheek. Er zijn
opdrachten die zowel met als zonder de computer worden uitgevoerd.
• Biebexpeditie
Biebexpeditie is een overlevingstocht door de bibliotheek. Groepjes van maximaal 6 kinderen worden
uitgerust met een rugzak en een stappenteller en maken opdrachten die met boeken en met het
thema expeditie te maken hebben. Bijvoorbeeld de opdracht om een knoop in een touw te maken die
goed van pas komt als je iemand moet redden. Welke groep kan met de minste stappen alle
opdrachten volbrengen en ontdekt het eindpunt van de Biebexpeditie: het eiland TIKOPIA?
Accent: leesbeleving: de bibliotheek is een leuke plek waar vanalles te beleven en te ontdekken valt.
Boeken laten je avonturen beleven in je hoofd, maar zitten ook boordevol informatie die goed van pas
komt als je bijvoorbeeld op expeditie gaat.
- 19 -
3.6 Groep 7
Schrijven van boeken
In groep 7 kunnen leerlingen zelf een keuze maken uit de grote hoeveelheid boeken in de kast. Ze
weten welke boeken ze mooi of spannend vinden en hoe en waar ze die kunnen vinden. Leerlingen
vinden het vaak erg leuk om de persoon achter een boek te ontmoeten. Ze vragen de schrijver
meestal het hemd van het lijf. Een bezoek van een schrijver kan een extra stimulans zijn om meer van
zijn werk te gaan lezen. Informatie over het proces van schrijven en het maken van een boek past
goed bij het voorbereiden van een schrijversbezoek.
Activiteiten:
1. Projecten in de klas
Activiteit 1: Projecten in de klas
• Reizen met je Poot omhoog
Doelstellingen:
- Leerlingen kennis laten maken met gedichten
Een multidisciplinair project voor groep 7 rondom gedichten. Drama en literatuur worden hierin met
elkaar verbonden. Leerlingen lezen gedichten uit verschillende gedichtenbundels, praten over
gedichten, presenteren en kiezen gedichten. Deze activiteiten zijn een voorbereiding op het spelen
van een voorstelling waaraan alle leerlingen een bijdrage leveren (decor, muziek, spelers enz). De
tekst van deze voorstelling ‘Reizen met je poot omhoog’ is geschreven door Heleen Volman en bevat
verschillende bestaande gedichten. In deze voorstelling is ook plaats voor de drie favoriete gedichten
die door de klas zijn uitgekozen. Voor het keuzeproces van deze drie gedichten maken de leerlingen
een klassikale, digitale gedichtenbundel.
Een basisbibliotheek kan voor leerkrachten die met dit project willen werken een workshop
organiseren rondom het werken met gedichten. Een dergelijke workshop zal zeer inspirerend werken.
In de handleiding bibliothecaris worden hiervoor suggesties gegeven. Dit project is ontwikkeld in het
kader van de provinciale finale van de Nationale Voorleeswedstrijd Noord-Brabant 2008.
• Schrijver op Bezoek
Doelstellingen:
- Leerlingen kennis laten maken met de persoon achter een boek.
- Leerlingen extra gemotiveerd maken om boeken te lezen.
- Leerlingen inzicht geven in hoe een boek tot stand komt.
De bibliothecaris regelt het schrijversbezoek voor de school. In de klas wordt dit bezoek voorbereid
door het lezen van een aantal boeken van de betreffende schrijver. De handleiding voor de leerkracht
bevat verschillende werkvormen om het bezoek voor te bereiden. Voor de leerlingen is er een
werkboekje waarin hij informatie over de schrijver en zijn boeken kan opschrijven evenals vragen die
hij aan de schrijver wil stellen. Ter voorbereiding op het schrijversbezoek kan de leerkracht een of
meer videobanden tonen over het proces van schrijven en maken van een boek.
- 20 -
• Mystery guest
Een project dat de bezoekende schrijver kan onthullen. Dit met behulp van een raamwerk met bordjes
die verwijderd kunnen worden als de goede antwoorden gegeven worden door de leerlingen. Onder
de bordjes bevindt zich een totaalplaatje; bijvoorbeeld een foto van de schrijver.
• 1 tegen allen
Een uitdagingsspel tussen bibliotheek en klas.
De bibliotheek daagt de klas uit om een aantal opdrachten uit te voeren. Deze opdrachten staan op
een poster (A1-formaat). Bijvoorbeeld:
- maak een lijst van zes boeken die geschreven zijn door Jacques Vriens
- maak een rap over het onderwerp lezen en voer de rap uit voor de klas
- zoek in een kinderkookboek een lekker recept uit en maak dit klaar voor de bibliotheek
- ga met een groepje kinderen een uur boeken opruimen in de bibliotheek
Bibliotheek en klas tekenen voor dit spel een contract waarin een tegenprestatie van de verliezer
wordt vastgelegd. Suggesties hiervoor worden gegeven in de handleiding.
Dit project kan gebruikt worden als extra activiteit tijdens de Rode Draad periode van de gehele school
(buiten het schrijversbezoek in een andere periode).
Het project bestaat uit handleidingen voor de bibliothecaris en leerkracht een contract en 5 posters in
een koker. Deze set posters (per 5 stuks) kan ook apart bijbesteld worden.
• Verteller in de klas
Verhalen vertellen is een belangrijke cultuuruiting en daarom een belangrijk onderdeel van
cultuureducatie. De bibliotheek regelt een verteller die voor een of meerdere groepen tegelijk een
voordracht houdt. Aanwijzigingen voor de organisatie van dit bezoek staan in de handleiding voor de
bibliothecaris. Ook een spelerslijst en een lijst met boekeingsadressen is opgenomen. In de
handleiding voor de leerkracht staan suggesties om het bezoek voor te bereiden.
- 21 -
3.7 Groep 8
Plezier in lezen en media-educatie
In de voorgaande jaren hebben leerlingen kennis gemaakt met tekstsoorten, genres en thema’s. Ze
hebben boeken leren kiezen, beoordelen en waarderen en hebben een schrijver ontmoet. In dit laatste
jaar is het vooral belangrijk om het plezier in lezen vast te houden. Humor, spanning en realiteit zijn
steekwoorden die bij deze leeftijd passen.
Belangrijk is dat het juiste boek op het juiste moment aan de juiste leerling wordt aangeboden.
In groep 6 kregen leerlingen een bibliotheekinstructie opdat ze in de bibliotheek en in het
documentatiecentrum op school kunnen zoeken gaan naar informatie over bepaalde onderwerpen,
schrijvers of boektitels. In groep 8 gaan de leerlingen steeds zelfstandiger op zoek naar informatie.
Informatie is ook te vinden op internet. Daarom moeten leerlingen ook met dit medium leren omgaan.
Over het algemeen hebben kinderen weinig moeite met de techniek, maar de interpretatie van de
gevonden informatie kan problemen opleveren.
Activiteiten
1. Projecten in de klas
Activiteit 1: Projecten in de klas
• Boeksurvival
Een project voor de leerlingen van groep 8 met online multimedia ondersteuning.
De leerlingen van groep 8 maken een gezamenlijk weblog waarin ze de ervaringen met het lezen van
boeken beschrijven: hoe overleven wij het lezen van boeken.
Het weblog bevat een vast stramien (template) met items die de leerlingen kunnen invullen: wie zijn
wij, survivaltips boeken lezen, boeken top tien van de groep, een poll, boekverslagen, leestypes van
de klas, interessante links en een vrij in te vullen veld.
Het project bestaat uit een handleiding bibliothecaris, en handleiding leerkacht.
Voor elke groep 8 dient u een apart licentie te kopen die voor eht schooljaar 2007-2008 toegang geeft
tot de website www.boeksurvival.nl
• Alsof
Het project bestaat uit een aantal activiteiten die allen toewerken naar een voorstelling;
praten met leerlingen over leeservaringen en inrichten van tentoonstelling hierover;
voorlezen aan groepjes kleuters; gesprek met leerlingen m.b.v. setje vragenkaartjes voor verwerking
in de uitvoering; integratie van Het Leesprofiel
De voorstelling zelf heeft dan als thema; lezen, woorden, voorkeuren en leeservaringen.
- 22 -
• Bekijk ’t maar
Doelstellingen:
- Leerlingen samen laten genieten van een verhaal.
- Leerlingen leren hun waardering voor boeken te formuleren.
- Leerlingen oog laten krijgen voor verschillende
- visies, meningen en uitingsvormen.
De school ontvangt een collectie boeken, videobanden van verfilmingen van deze boeken en diverse
attributen zoals een Oscar, filmblik, filmklapper en stembriefjes. In kleine groepjes lezen leerlingen een
boek en bekijken zij thuis of op school de verfilming van het boek. Elk groepje maakt een boekverslag
en bereidt een presentatie voor. Hierin houden ze een pleidooi waarom juist het door hen gelezen
boek de moeite waard is om met de gehele klas te bekijken door middel van de gelijknamige
video. Daarna worden door alle leerlingen stembriefjes ingevuld. Een filmblik doet dienst als stembus.
Telling van de stembriefjes wijst uit aan welke videoband de Oscar wordt uitgereikt. Aansluitend wordt
deze video klassikaal vertoond.
• Schrijvers van de Ronde Tafel
Doelstellingen:
- Leerlingen plezier laten beleven aan historische kinderboeken
- Vergroten van het historisch besef van kinderen
Dit project is mede mogelijk gemaakt door subsidies in het kader van cultuureducatie van de provincie
Noord-Brabant en de VOB.
Leerlingen van deze groep worden in contact gebracht met historische verhalen en schrijvers van
historische jeugdboeken. Deze laatste zijn verenigd in “De schrijvers van de Ronde Tafel” en
presenteren zichzelf op een dvd. De klas ontvangt ook een poster met daarop de Schrijvers van de
Ronde Tafel. (www.schrijversvanderondetafel.nl) Elke week krijgt de klas een brief waarin een van
schrijvers van de Ronde Tafel een opdracht geeft. Bijvoorbeeld: het maken van een Romeinse
maaltijd of het maken van een stamboek. Voor de uitvoering van de opdrachten moeten de leerlingen
het boek van de betreffende schrijver gelezen hebben.
De handleiding voor de leerkracht bevat meer verwerkingsopdrachten rondom de boeken van de
Schrijvers van de Ronde Tafel. Bovendien zullen er 3 interactieve opdrachten rondom historische
kinderboeken via internet door de kinderen te spelen zijn.
Naast het vergroten van het historische besef van leerlingen biedt dit project mogelijkheden om de
locale samenwerking tussen scholen, bibliotheken, musea en heemkundekring te vergroten. Door het
project Schrijvers van de Ronde Tafel op te nemen in De Rode Draad wordt leesbevordering
gekoppeld aan cultuureducatie. Zo komt cultuureducatie in het hart van het onderwijs te staan.
Het project bestaat uit een boekje, dit is de handleiding voor de leerkracht, een handleiding voor de
bibliothecaris, een set van 5 posters met daarop de Schrijvers van de Ronde Tafel en 5 sets brieven (
van 5 stuks) om achter te laten op de scholen. Deze posters en brieven kunnen ook apart bijbesteld
worden. Dit project past goed in Cultuureducatie primair onderwijs.