respectvol handelen kan niet zonder respectvol …€¦ · Web view2015/01/03 · Author Ingrid...

respectvol handelen kan niet zonder respectvol gedrageen leerlijn van waarneembare gedragsindicatoren

Ingrid Molein & Tine van SeverenDiocesane pedagogische begeleiding

Bisdom Gent

GEDRAGSFICHES STUDIEGEBIED PERSONENZORG

Januari 2015

1

SLAAG JIJ ERIN JOU ZO TE GEDRAGEN?

Gedragsfiches studiegebied personenzorgInspiratie-instrument als groeiwijzer- let wel: is noch evaluatie noch attituderapport!

2

SLAAG JIJ ERIN JOU ZO TE GEDRAGEN?VOORWOORD

Aan de hand van de leerplannen VVKSO van het studiegebied Personenzorg en de hierna opgesomde competentiewoordenboeken hebben we vanuit de diocesane pedagogische begeleiding Bisdom Gent een poging ondernomen om leraren te helpen bij het determineren van vaardigheden en attitudes in concreet observeerbaar gedrag. De gedragingen zijn uitgedrukt in gedragsindicatoren en zijn observeerbaar, actief en positief geformuleerd. Hiermee hebben we tot doel een jargon te ontwikkelen om leerlingen gerichter feedback te kunnen geven en beter te leren reflecteren. De leerling dient hierbij te evolueren van bewustwording naar integratie. Door ondersteuning en voortdurende reflectie in de verschillende graden, leert de leerling het gewenste gedrag in normale omstandigheden te stellen.

Deze gedragsindicatoren zijn voor iedereen eenduidig en afgebakend en kunnen als criteria worden gehanteerd.

Op het einde van deze bundel zijn als bijlagen een aantal ideeën mee opgenomen om de leerling bij aanvang van de graad zichzelf te laten inschatten. Dit kan voor de leerling een eerste middel zijn tot zelfreflectie. Door hier op regelmatige tijdstippen op terug te komen, kan het een hulpmiddel zijn om de persoonlijke groei van de leerling in kaart te brengen en op het einde van de graad tot een eensgezind besluit te komen. Deze conclusie, aangevuld met aanbevelingen en afspraken, kan worden meegenomen bij de aanvang van de volgende graad. Op deze manier wordt voor de leerling een individuele groeilijn uitgestippeld en kan zijn/haar gedrag worden bijgestuurd.

We hopen dat dit instrument bijdraagt tot verduidelijking van gedragsmatige doelen die in de leerplannen vervat zitten. Samen met kennis en vaardigheden dragen ze bij tot de totale ontwikkeling van de leerling.

Dit document is bedoeld als:

- Inspiratiebundel om attitudes in concreet observeerbare gedragingen te verwoorden.- Verduidelijkingsmiddel om (beroeps)attitudes die eigen zijn aan studierichtingen in het studiegebied

personenzorg in leerlinggerichte taal toe te lichten.- Communicatiemiddel om leerlingen bij het begin van een graad of een leerjaar te informeren over

het gedrag dat in het studiegebied personenzorg wordt beoogd.- Overzicht van gedragsindicatoren welke groeikansen mogen krijgen gedurende de gehele vorming.- Afbakeningsinstrument om gedragsindicatoren over de graden heen in een soort leerlijn te vatten.- Afstemmingsinstrument om als lerarenteam vanuit het specifiek gedeelte een gelijkgestemde visie

op attitudes te ontwikkelen.

Dit document is NIET BEDOELD:

- Als attituderapportering: noch als middel, noch als model.- Om als evaluatiemethodiek of beoordelingsinstrument te worden gehanteerd.

Hopelijk kan dit document leraren inspireren om met gedragsfiches aan de slag te gaan vanuit een geïntegreerde visie op de verschillende algemene doelen binnen het specifiek gedeelte van de studierichting.

Ingrid Molein en Tine Van Severen


3

SLAAG JIJ ERIN JOU ZO TE GEDRAGEN?VERANTWOORDING vanuit de leerplannen VVKSO en servicedocumenten

Vanuit een emancipatorische, dynamische en holistische mensvisie naar een visie op competentieontwikkelend leren.

In het studiegebied personenzorg staat het competentieontwikkeld leren centraal.

Wanneer leerlingen later kiezen voor tewerkstelling in de directe of indirecte zorg, is het belangrijk dat ze gebruikers benaderen vanuit een emancipatorische en dynamische mensvisie en dat ze zorg of begeleiding bieden vanuit een totaalvisie. Bovendien verwachten we van een beroepsbeoefenaar dat hij/zij in concrete situaties competent handelt. Dit wil zeggen dat hij/zij bij de uitvoering van een taak niet alleen beschikt over bepaalde vaardigheden en kennis, maar dat hij/zij zelf ook inschat welk geheel aan vaardigheden en kennis voor de uitvoering van die welbepaalde taak van toepassing is. Bovendien moet hij/zij de wil en de motivatie (attitude) hebben om een adequate oplossing te bedenken en toe te passen om de gebruiker bij de uitvoering van de taak te beluisteren en te betrekken, om indien nodig, iemand te raadplegen,…. Kortom, competent handelen gaat over het functioneren van de persoon als geheel, over zijn manier van doen in (vaak complexe) situaties.

Het gaat bij competenties niet alleen om wat iemand met zijn kennis en vaardigheden kan maar om wat hij/zij daadwerkelijk laat zien in reële, situaties. We verwachten dus van beginnende beroepsbeoefenaars dat zij hun kennis en vaardigheden vanuit een bepaalde attitude verankeren in hun handelen binnen welbepaalde situaties.

We kunnen dit slechts van leerlingen verwachten, als zij van bij het begin van de opleiding (in de 2de graad) de samenhang tussen de verschillende algemene doelstellingen van de studierichting niet alleen leren zien, maar ook ervaren dat je, om concrete activiteiten en opdrachten te kunnen uitvoeren, de kennis, vaardigheden en attitudes die werden aangeleerd binnen de algemene doelstellingen, moet combineren.

Wanneer we leerlingen willen begeleiden in het bereiken van competenties, is het belangrijk dat we leerlingen begeleiden in het zien en ervaren van de samenhang of samenspel tussen:

• kennis, vaardigheden en attitudes in functie van het bereiken van de leerplandoelstellingen;

• verschillende leerplandoelstellingen in functie van het bereiken van de algemene doelstellingen;

• verschillende algemene doelstellingen in functie van het bereiken van de competenties.

Vanuit deze visie werden de leerplandoelstellingen handelingsgericht geformuleerd. Het is dan ook belangrijk om aan de hand van het gebruikte werkwoord in de leerplandoelstelling na te gaan welk handelen er van de leerling wordt verwacht en welke kennis (K), vaardigheden (V) en attitudes (A) hij/zij hierbij moet inzetten. De onderliggende doelen geven aan welke kennis, vaardigheden en attitudes de leerling kan inzetten in functie van het bereiken van de leerplandoelstelling. Deze onderliggende doelen zijn dan ook een hulpmiddel bij het formuleren van evaluatiecriteria.


4

SLAAG JIJ ERIN JOU ZO TE GEDRAGEN?In het kader van het belang van de samenhang tussen K, V en A in het concrete handelen, adviseren we dan ook nadrukkelijk om het evalueren van beroepsgerichte attitudes mee te nemen in de evaluatie van leerplandoelstellingen en ze niet apart te evalueren. De attitudes moeten dan geformuleerd en gespecifieerd worden als concreet waarneembare evaluatiecriteria (als gedrag dat men verwacht bij het bereiken van de doelstelling). De verschillende vormen van samenhang vooronderstellen telkens een hoger beheersingsniveau van de leerling. Bij de ontwikkeling van leerlijnen dient men hier ook rekening mee te houden.

Voor het team is de volgende vraag dan ook heel belangrijk: op welk moment verwacht men van leerlingen welk leren in samenhang?

Bron: servicedocumenten bij de leerplannen VVKSO studiegebied Personenzorg BSO-richtingen.

Bij het formuleren van evaluatiecriteria in termen van concreet waarneembaar gedrag, adviseren we volgende bronnen:

Competentiewoordenboek voor lager geschoolden – Napoleon revised – RESOC Kempen Iedereen competent – Gedragsmatig competentiewoordenboek voor kortgeschoolden – RESOC en

VDAB Functiecompetenties Willskracht.be Provincie Limburg Gedragsindicatoren competentielijst C-stick – JES vzw - Brussel

Deze zijn te downloaden: https://www.dropbox.com/sh/9pt5y5nhah7un5w/AAAuD0k4IrmupQj0q-S3kwQFa?dl=0


https://www.dropbox.com/sh/9pt5y5nhah7un5w/AAAuD0k4IrmupQj0q-S3kwQFa?dl=0

5


INHOUDSOPGAVE VAN DE GEDRAGSINDICATOREN

OMGAAN MET ZICHZELF......................................................................................................................................6

PERSOONLIJK VOORKOMEN .................................................................................................................................6

DOORZETTING.......................................................................................................................................................7

STRESSBESTENDIGHEID.........................................................................................................................................8

ASSERTIEF ZIJN......................................................................................................................................................9

EIGEN PRIVACY RESPECTEREN............................................................................................................................10

INITIATIEF............................................................................................................................................................11

ZELFRELECTIE & Zichzelf willen verbeteren.........................................................................................................12

OMGAAN MET ANDEREN...................................................................................................................................13

COMMUNICEREN en omgang.............................................................................................................................13

LUISTEREN...........................................................................................................................................................14

SPREKEN.............................................................................................................................................................15

OMGAAN MET GEZAG........................................................................................................................................16

OMGAAN MET REGELS........................................................................................................................................17

EMPATHIE EN INLEVINGSVERMOGEN.................................................................................................................18

SAMENWERKEN..................................................................................................................................................19

LOYALITEIT..........................................................................................................................................................20

INTEGRITEIT + privacy van anderen...................................................................................................................21

KLANTGERICHTHEID............................................................................................................................................22

OMGAAN MET TAKEN........................................................................................................................................23

METHODISCH WERKEN: taken plannen, structureren….....................................................................................23

METHODISCH WERKEN: taakuitvoering..............................................................................................................24

NAUWKEURIGHEID EN ZORGVULDIGHEID.........................................................................................................25

HYGIëNISCH WERKEN.........................................................................................................................................26

VEILIG WERKEN + bediening van apparatuur......................................................................................................27

FLEXIBILITEIT en omgaan met verandering.........................................................................................................28

BIJLAGEN


6


OMGAAN MET ZICHZELF

PERSOONLIJK VOORKOMEN

Definitie Aandacht hebben voor lichamelijke hygiëne, kledij, gedrag en taalDit gedrag is niet

gewenst: Je draagt onverzorgde of ongepaste kledij. Je maakt geen frisse of verzorgde indruk. Je past het uiterlijk voorkomen en wijze van optreden niet aan. Je houdt ook geen rekening met opmerkingen hierover.

In de 2de graad verwachten we van

jou:

Je ziet er verzorgd uit en ruikt fris. Je draagt proper gewassen kledij. Je doet inspanningen i.v.m. dagelijkse lichaamshygiëne. Je hebt een verzorgde lichaamshouding. Je bent beleefd en laat een positieve indruk na.


jou:

Idem 2de graad + Je draagt de gepaste kledij volgens de leersituatie en de stage. Je draagt de vooropgestelde (werk-)kledij en persoonlijke

beschermingsmiddelen (PBM’s). Je verzorgt je uiterlijk naar de standaardnormen van de organisatie ook al

komt dit niet overeen met de eigen stijl.

In dit specialisatiejaar

verwachten we van jou:

2de & 3de graad + Je informeert naar het gewenste voorkomen op de stageplaats. Je voorkomen is steeds aangepast aan de situatie. Je persoonlijk voorkomen is een voorbeeld voor anderen.

Aandachtspunt voor de leraar: rekening houden met de leefsituatie van de leerling cfr. kansarmoede…


7


OMGAAN MET ZICHZELF

DOORZETTING

Definitie Zich blijven inspannen om de vooropgestelde doelen te bereiken en de taken tot een goed einde te brengen

Dit gedrag is niet gewenst:

Je geeft snel op als iets niet lukt. Je hebt voortdurend aanmoediging nodig om je taken te maken. Je kan niet tegen een hoge werkdruk of moeilijke taken. Anderen kunnen niet op je rekenen.


jou:

Je brengt opgelegde taken tot een goed einde. Je vraagt beleefd hulp wanneer iets niet lukt. Je laat je niet ontmoedigen door tegenslagen.


jou:

Idem 2de graad + Je kan de werklast goed aan. Als iets niet lukt dan probeer je het eerst zelf

op te lossen. Je werkt verder als het geplande werk niet af is zoals vooropgesteld. Als er veel werk is of tijdens moeilijke momenten kan men op jou rekenen.



2de & 3de graad + Je bedenkt zelf doeltreffende oplossingen, bij extra taken, bij

moeilijkheden en/of onder bepaalde werkdruk. Je wil ongeacht de (moeilijke) omstandigheden altijd de vooropgestelde

doelen bereiken of het werk afmaken zoals voorzien. Je schrikt niet terug voor een hoge werklast of voor ingewikkelde

opdrachten. Men kan altijd op jou terugvallen.


8


OMGAAN MET ZICHZELF

STRESSBESTENDIGHEID

Definitie Onder druk, bij tegenslagen, bij kritiek, in of na moeilijke situaties efficiënt blijven functioneren


Je maakt in moeilijke situaties teveel fouten. Je reageert onbeleefd op anderen in stresssituaties. Je haalt verschillende taken door elkaar als je onder druk staat. Je raakt in paniek als iets misloopt. Je durft daarbij geen hulp te vragen.


jou:

Je durft fouten toegeven en je leert eruit. Je blijft beleefd ook als het moeilijk gaat. Je blijft rustig bij tegenslag, weerstand of teleurstelling. Je kan je gevoelens van verdriet of boosheid onder controle houden. Je vraagt hulp bij je taakuitvoering wanneer je stress ervaart.


jou:

Idem 2de graad + Je kan routinetaken tot een goed einde brengen als je stress ervaart. Je blijft kalm in moeilijke situaties ook wanneer iemand op jouw vingers

kijkt. Je reageert rustig op onaangename opmerkingen en/of gebeurtenissen. Je kan je werk hervatten na een stresssituatie.



2de & 3de graad + Je voert taken volledig en correct uit, ook als het moeilijk gaat. Je houdt het overzicht op afgewerkte en niet-afgewerkte taken. Je slaagt erin niet alledaagse taken uit te voeren in stresssituaties.


9


OMGAAN MET ZICHZELF

ASSERTIEF ZIJN

Definitie Voor eigen mening, belangen, of gevoelens opkomen met respect voor de anderen en zichzelf


Je geeft je deelname aan een gesprek te snel op. Je kan je mening niet weergeven in een gesprek. Je kan geen neen zeggen, je laat je door anderen beïnvloeden. Je laat je te vlug overtuigen door andere meningen. Je reageert ongemakkelijk, onbeleefd of agressief als anderen naar je

mening vragen.


jou:

Je geeft je mening in een persoonlijk gesprek. Je uit op een aangepaste manier je mening in de klasgroep. Je aanvaardt rustig tegenargumenten of kritiek op jouw mening.


jou:

Idem 2de graad + Je drukt je mening uit in samenhangende zinnen. Je uit ook op stage je mening op een aangepaste manier. Je motiveert je eigen mening tegenover de klasgroep. Je reageert beleefd op tegenargumenten of kritiek. Je komt op een gepaste manier voor je eigen belangen op. Je geeft je eigen doelen en grenzen op sociaal aanvaardbare wijze aan



2de & 3de graad + Je geeft spontaan en op een gestructureerde wijze je mening weer. Je past je gesprekshouding aan de gesprekspartner(s) aan. Je kan je eigen mening toelichten en verdedigen. Je beantwoordt vriendelijk op een duidelijke, gestructureerde manier de

argumenten van anderen. Je straalt zelfvertrouwen uit.


10


OMGAAN MET ZICHZELF

EIGEN PRIVACY RESPECTEREN

Definitie Het afschermen van de persoonlijke levenssfeer, denkwereld, lichaam en privéruimte om storende invloeden van de buitenwereld te vermijden


Je deelt teveel persoonlijke informatie met teveel personen. Je bent onvoldoende discreet over je leef- en denkwereld. Je respecteert je eigen privéruimte onvoldoende. Je hebt onvoldoende respect voor je eigen bezittingen.


jou:

Je kan onderscheid maken tussen belangstelling, nieuwsgierigheid, onbescheidenheid en indiscretie.

Je geeft geen onnodige informatie over je eigen denk- en leefwereld aan derden.

Je deelt persoonlijke en vertrouwelijke informatie enkel met een beperkt aantal personen.

Je laat niet iedereen toe in privéruimtes.


jou:

Idem 2de graad + Je respecteert de privacy van anderen. Je kan op stage werk en privé gescheiden houden. Je durft de grenzen van je privacy aangeven.



2de & 3de graad + Je respecteert steeds de privacy van jezelf en de andere bij het geven van

informatie aan derden. Je durft opkomen voor jezelf en anderen als de privacy geschonden wordt.


11


OMGAAN MET ZICHZELF

INITIATIEF

Definitie Liever uit zichzelf beginnen dan passief afwachten, kansen signaleren en ernaar handelen


Je wacht tot iets wordt opgedragen. Je wacht bij onverwachte problemen gewoon af.


jou:

Je voert opdrachten, zonder meer, uit. Je neemt beperkte initiatieven, maar zal eerder afwachten. Je gaat relatief snel met problemen naar de leidinggevende(n). Je wijkt uitzonderlijk af van de regels en enkel met goedkeuring van de

leidinggevende(n).


jou:

Idem 2de graad + Je zoekt en neemt kansen om het werk te verbeteren. Je kijkt zelf nog wat moet gedaan worden en begint daar direct aan. Je verwoordt voorstellen tot verbetering bv. i.v.m. stageopdrachten. Je bent steeds in de weer om de kwaliteit van jouw werk te verbeteren.



2de & 3de graad + Je zoekt bijkomende taken, integreert deze in jouw werk, en neemt

berekende risico’s, zonder eigengereid over te komen. Je neemt gepaste initiatieven/oplossingen en deelt deze mee aan de

leidinggevende(n). Je zoekt eerst zelf naar de oplossing van een probleem alvorens hulp in te

roepen.


12


OMGAAN MET ZICHZELF

ZELFREFLECTIE & ZICHZELF WILLEN VERBETEREN

Definitie Kan eigen sterke en zwakke punten verwoorden en weet hoe zijn/haar gedrag op anderen overkomt.


Je kent je sterke en zwakke kanten niet. Je houdt geen rekening met aanbevelingen. Je vindt complimenten, kritiek en feedback krijgen niet belangrijk. Je kan niet om met complimenten, kritiek en feedback.


jou:

Je kan jouw belangrijkste kwaliteiten en aandachtspunten inschatten. Je praat positief over jezelf. Je kan benoemen wat je zelf belangrijk en waardevol vindt. Je kan complimenten en kritiek van anderen aannemen. Je probeert feedback te begrijpen, en vraagt om uitleg. Je staat open voor aanbevelingen en tips van anderen. Je probeert de minimale kwaliteitsnormen te halen.


jou:

Idem 2de graad + Je kan jouw belangrijkste kwaliteiten en aandachtspunten verwoorden. Je kan beleefd verwoorden waar jouw grenzen liggen. Je denkt na over de gevolgen van wat je doet of niet doet. Je gaat na wat jouw handelen betekent voor de anderen. Je neemt complimenten en kritiek van anderen ernstig. Je houdt rekening met aanbevelingen en tips van anderen. Je toont dat je feedback krijgen apprecieert om jezelf of je werk te

verbeteren. Je kan je gevoelens verwoorden als je feedback krijgt. Je zoekt zelf actief informatie bij mogelijke bronnen die je daartoe kunnen

inspireren of helpen. Je probeert de kwaliteit van het eigen werk te verbeteren.



2de & 3de graad + Je blijft jezelf voortdurend bekwamen in het eigen werk, de eigen

werkprocessen, en aanverwante aspecten. Je bevraagt de tevredenheid van zorgvragers/klanten/patiënten…. Je bevraagt de tevredenheid van andere betrokkenen. Je probeert zoveel mogelijk kennis van anderen op te nemen door vragen

te stellen aan ervaren personen. Je probeert je gedrag aan te passen aan terecht gekregen feedback. Je formuleert voorstellen ter verbetering van eigen handelen/gedrag. Je kijkt kritisch naar het resultaat van eigen werk om kwaliteit te halen.


13


OMGAAN MET ANDEREN

HOUDING EN VAARDIGHEDEN BIJ

COMMUNICEREN EN OMGANG

Definitie Een boodschap zodanig kunnen overbrengen dat de ander, voor wie de boodschap bedoeld is, deze op een correcte manier begrijpt. Op een correcte manier op zowel verbale als non-verbale boodschappen ingaan.


Je bent stroef in de omgang met collega’s, chefs of klanten. Je bent aan stemmingen onderhevig en niet altijd correct. Je neemt geen spontaan initiatief om een gesprek te beginnen Je bent niet geïnteresseerd om andere meningen of mensen te leren

kennen.


jou:

Je bent correct maar zakelijk in de omgang met collega’s, chefs of klanten.

Je toont interesse in andere mensen. Je beschouwt sociale contacten en een goede omgang eerder als een

opgedragen plicht. Het lukt nog niet altijd spontaan.


jou:

Idem 2de graad + Je bent aangenaam, vlot en spontaan in de omgang en het leggen van

contacten. Je probeert anderen op hun gemak te stellen. Je sociale contacten geven je een intrinsieke voldoening.

In dit specialisatiejaar verwachten we van

jou:

2de & 3de graad + Je stimuleert een gezonde groepscommunicatie. Je probeert ervoor te zorgen dat tegenstellingen op een goede manier

uitgepraat worden. Je tracht tegenstellingen op de klas- & werkvloer te verenigen. Je kan spannende situaties ontladen. Je blijft in alle omstandigheden sociaal en vriendelijk in de omgang.


14


OMGAAN MET ANDEREN


LUISTEREN

Definitie Is niet alleen horen wat de ander zegt maar ook begrijpen wat uitgelegd wordt en weten wat moet gedaan worden.


Je kijkt de ander niet aan. Je laat de ander niet uitspreken, onderbreekt hem/haar. Je bent bezig met andere zaken en laat desinteresse blijken. Je weet niet wat je moet doen na de uitleg.


jou:

Je richt je naar de spreker. Je kijkt de spreker aan. Je laat merken dat je naar de ander luistert. Je laat de ander uitspreken, onderbreekt hem niet. Je vraagt uitleg als je iets niet begrijpt. Je laat merken dat je de uitleg begrepen hebt. Je begrijpt wat je moet doen na de uitleg.


jou:

Idem 2de graad + Je luistert naar de ander ook al ben je het niet met hem eens. Je stelt alleen vragen als je iets niet begrijpt. Je stelt alleen vragen die iets te maken hebben met de uitleg.



2de & 3de graad + Je luistert actief: je gaat expliciet na of je de boodschap goed begrepen

hebt. Je reflecteert over het eigen luistergedrag.


15


OMGAAN MET ANDEREN


SPREKEN

Definitie Zijn/haar mening of ideeën overbrengen zodat de ander begrijpt wat hij/zij zegt.Dit gedrag is niet

gewenst: Je hapert veelvuldig, je kan je moeilijk uitdrukken. Je spreekt te vlug of te traag. Je bent moeilijk te verstaan, je articuleert te weinig. Je stelt geen of zinloze vragen, dwaalt af.


jou:

Je richt je naar de luisteraar(s). Je spreekt AN en articuleert duidelijk. Je maakt duidelijke, volledige zinnen. Je spreekt op een aangepast tempo. Je gebruikt gepaste woordenschat. Je kan je eigen mening verwoorden.


jou:

Idem 2de graad + Je weet wat belangrijk is om te zeggen en wat niet. Je komt snel tot de

kern van de zaak. Je verandert niet telkens van onderwerp. Je houdt rekening met wat de luisteraar al weet. Je zegt iets op een beleefde manier. Je gebruikt intonatie, gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal. Je gebruikt spontaan begroetingen bij aankomst, bij weggaan, bij

binnenkomen,… Je durft spontaan eenvoudige wensen van bv. smakelijk eten, van goede…,

van geluk…, uitspreken aan derden. Je gebruikt spontaan uitdrukkingen om te bedanken ook bij dagdagelijkse

en eenvoudige vragen en wensen.



2de & 3de graad + Je past je taal aan de luisteraar aan. Je past je manier van spreken aan de ander aan zonder te betuttelen. (cfr.

verkleinwoorden) Je geeft anderen de kans om iets te zeggen of een vraag te stellen. Je gaat na of de luisteraar je begrepen heeft.


16


OMGAAN MET ANDEREN

OMGAAN MET GEZAG

Definitie Kunnen aanvaarden dat iemand de baas is en feedback/opdrachten kunnen opvolgen


Je voert opgedragen taken niet uit. Je gaat in de verdediging bij het krijgen van feedback en houdt er geen

rekening mee. Je kan niet aanvaarden dat iemand leiding over je heeft.


jou:

Je aanvaardt het als je een opdracht krijgt van je leidinggevende en doet wat van je gevraagd wordt.

Je aanvaardt het als je leidinggevende zegt hoe je bepaalde dingen moet doen.

Je aanvaardt feedback van je leidinggevende.


jou:

Idem 2de graad + Je houdt rekening met gekregen feedback en stuurt je handelen bij. Je kan op een respectvolle manier uiten dat je het niet eens bent met je

leidinggevende. Je aanvaardt beslissingen van je leidinggevende. Je houdt rekening met de aard van de relatie die je hebt met de ander.



2de & 3de graad + Je vraagt spontaan feedback aan je leidinggevende en stuurt je handelen

steeds bij waar nodig. Je waardeert de deskundigheid van je meerdere. Je moedigt anderen aan je leidinggevende te respecteren.


17


OMGAAN MET ANDEREN

OMGAAN MET REGELS

Definitie Zich aan regels en afspraken kunnen houden Dit gedrag is niet

gewenst: Je leeft regels en procedures niet na. Je komt gemaakte afspraken niet na. Je komt te laat zonder geldige reden. Je bent onwettig afwezig. Je aanvaardt geen opdrachten/feedback van leidinggevenden.


jou:

Je houdt je aan het schoolreglement. Je houdt je aan gemaakte afspraken. Als je te laat komt, heb je een geldige reden. Als je afwezig bent, is het gewettigd. Je aanvaardt opdrachten/feedback van je leidinggevenden.


jou:

Idem 2de graad + Je leeft regels en procedures na (veiligheidsregels, kledingvoorschriften,

omgangsregels…..) zowel op school als op stage. Je verwittigt tijdig als je te laat zal komen. Je regelt zo goed mogelijk op voorhand als je onverwacht afwezig bent. Je kan op een respectvolle manier uiten dat je het niet eens bent met je

leidinggevende.



2de & 3de graad + Je moedigt anderen aan de regels en procedures te respecteren. Je bent stipt en houdt je aan de duur van de pauzes. Je kan op een respectvolle manier regels of afspraken in vraag stellen.


18


OMGAAN MET ANDEREN

EMPATHIE EN INLEVINGSVERMOGEN

Definitie De vaardigheid of kunde je in te leven in de gevoelens, behoeften en wensen van anderen en eigen gedrag hierop af te stemmen.


Je dringt je eigen mening op. Je bekijkt alles vanuit je eigen standpunt en normen. Je houdt geen rekening met de gevoelens en leefwereld van anderen. Je kan je niet inleven in de ander zijn situatie.

In de 2de graad


Je toont respect voor de mening van anderen. Je toont respect voor de gevoelens van anderen. Je staat ervoor open dat anderen een andere mening hebben of andere

dingen belangrijk vinden. Je pest of plaagt anderen niet omwille van verschillende ideeën,

gewoonten, wensen, geloofsovertuiging, uiterlijkheden.In de 3de graad


Idem 2de graad + Je houdt rekening met de mening van anderen. Je houdt rekening met de gevoelens van anderen. Je houdt rekening met de situatie van anderen. Je houdt rekening met de cultuur van anderen. Je hebt aandacht voor het sociaal netwerk van anderen (familie, vrienden,

bezoek,…) Je zorgt ervoor dat je anderen niet kwetst. Je toont gezonde interesse in de leefwereld van de anderen. Je kan behoeften en wensen van anderen bevragen.



2de & 3de graad + Je benadert de ander steeds met respect voor zijn situatie, gevoelens,

mening, wensen en behoeften. Je probeert anderen op een professionele manier gerust te stellen, te

kalmeren, te troosten, te begrijpen, op te peppen, te helpen.


19


OMGAAN MET ANDEREN


SAMENWERKEN

Definitie Actief en gemotiveerd samen met anderen tot een gezamenlijk resultaat komen zowel op vlak van taken als relationeel


Je staat slechts open voor samenwerking afhankelijk van de personen met wie je moet samenwerken.

Je neemt zelf geen initiatieven tot onderlinge afstemming, overleg of een vlottere samenwerking.

Je beïnvloedt de groep op een negatieve wijze: duwt eigen werkwijze door, houdt informatie achter, houdt zich niet aan afspraken, zucht en klaagt,…


jou:

Je levert een bijdrage aan het groepsgebeuren en je laat ruimte aan de bijdrage van anderen.

Je komt de gemaakte afspraken na. Je zorgt voor een positieve groepsgeest. Je houdt rekening met de mening en de inbreng van anderen. Je geeft nodige informatie door Je springt bij als er hulp nodig is.


jou:

Idem 2de graad + Je vindt werken in groep belangrijk, en doet een bijdrage in het creëren

van een goede groepssfeer en samenwerking. Je kan je eigen mening opzij zetten in het belang van het gewenste

groepsresultaat. Je stelt je kwaliteiten ten dienste van de groep. Je vraagt anderen om hun mening/advies. Je staat open voor feedback en houdt er rekening mee. Je respecteert de gangbare sociale normen binnen het team.



2de & 3de graad + Je doet alles om een goede groepssfeer en vlotte samenwerking te

stimuleren, ook als het stroef loopt. Je spoort anderen aan om vlot en aangenaam samen te werken en de

gemaakte afspraken na te komen. Je stelt het groepsbelang voorop ten opzichte van eigenbelang. Je bent een steun voor anderen. Je kan feedback geven op een aangepaste manier. Je laat je positief uit over de prestaties van anderen.


20


OMGAAN MET ANDEREN

LOYALITEIT

Definitie Trouw zijn aan het beleid, de normen, waarden, procedures en afspraken van de organisatie en deze organisatie steunen.


Je houdt je niet aan gemaakte afspraken. Je gaat onzorgvuldig om met vertrouwelijke informatie. Je voegt je niet naar het beleid, de organisatie, doet niet wat van je

gevraagd/verwacht wordt. Je steunt de organisatie niet onvoorwaardelijk.


jou:

Je bent eerlijk en oprecht. Je komt gemaakte afspraken na. Je respecteert het schoolreglement. Je werkt mee aan een positief klimaat in de klas en op school. Je werkt mee aan een positief beeld over de school.


jou:

Idem 2de graad + Je respecteert de regels en procedures binnen de school/op stage. Je gaat zorgvuldig om met vertrouwelijke informatie. Je deelt geen informatie met derden over beroeps(stage)- gebonden

informatie. Je handelt volgens organisatiespecifieke kwaliteitseisen. Je toont steeds een respectvolle houding naar de school/stage-instelling. Je levert een actieve bijdrage tot het functioneren in de klas en in het

team.



2de & 3de graad + Je zet je naar best vermogen in tijdens de school- en stagetijd.


21


OMGAAN MET ANDEREN

INTEGRITEIT+ PRIVACY VAN ANDEREN

Definitie De eigenschap die wijst op oprecht en betrouwbaar zijn zoals bij het nemen van verantwoordelijkheid en het opvolgen van geldende regels. Privacy van anderen niet schenden.


Je houdt onvoldoende rekening met de deontologische regels van de school (schoolreglement) en/of de stageplaats (zoals werkplaatsreglement).

Je komt afspraken niet na. Je geeft je fouten niet toe of schuift ze door naar een ander. Je bent niet altijd eerlijk en oprecht. Je schendt de wet op de privacy van anderen o.a. op sociale media.


jou:

Je komt afspraken en engagementen na. Je bent doorgaans eerlijk en correct. Je geeft fouten toe zonder ze door te schuiven naar anderen. Je gaat zorgvuldig om met vertrouwelijke informatie, ook op sociale

media. Je laat je niet beïnvloeden door anderen. Je roddelt niet. Je handelt naar de deontologische regels van de school (schoolreglement)

maar als het misloopt aanvaard je de gevolgen.


jou:

Idem 2de graad + Je gaat op een aanvaardbare wijze om met de deontologische regels van

de school (schoolreglement) en/of de stageplaats (zoals werkplaatsreglement).

Je respecteert het beroepsgeheim en de privacy van anderen, ook op sociale media.

Je laat geen toevertrouwde waardevolle zaken zoals een kassa onbewaakt achter.

Je draagt doorgaans bij tot een positief beeld over school en/of de stageplaats.



2de & 3de graad + Je bent een voorbeeld voor de anderen. Je moedigt anderen aan tot ethisch en sociaal aanvaardbaar gedrag. Je tracht positief corrigerend te werken samen met anderen. Je laat blijken dat je beroepsgeheim en privacy van anderen ernstig

neemt.


22


OMGAAN MET ANDEREN

KLANTGERICHTHEID

Definitie De klant/zorgvrager wegwijs maken i.f.v. producten en diensten en de eigen aanpak hierop afstemmen


Je probeert te helpen maar behandelt de klant/zorgvrager koel en kortaf. Je doet weinig moeite om vriendelijk en beleefd te zijn en te blijven. Je wimpelt de klant/zorgvrager af zonder verdere informatie.


jou:

Je volgt de essentiële regels van vriendelijkheid en beleefdheid op. Je vraagt zelf aan de klant/zorgvrager wat hij wil. Je bent bekommerd om een goede indruk na te laten. Je verwijst snel door als je geen oplossing kan bieden.


jou:

Idem 2de graad + Je informeert naar de tevredenheid van de klant/zorgvrager. Je helpt de klant/zorgvrager aan basisinformatie. Je respecteert afspraken met de klant/zorgvrager. Je hebt voldoende inlevingsvermogen om de klant/zorgvrager te begrijpen

en daarop in te spelen. Je kijkt ingevulde klantengegevens na en stelt bijkomende vragen om

onvolledigheden zelf aan te vullen. Je past je aan de klant/zorgvrager aan (taal, houding, etc..). Je verwijst klantgericht door als jezelf niet kan helpen.



2de & 3de graad + Je kan veeleisende klanten/zorgvragers aan ook al stellen die je geduld op

de proef. Je blijft vriendelijk, beleefd en klantgericht in alle omstandigheden, ook bij

onbeleefde opmerkingen van wachtende klanten/zorgvragers. Je doet maximale inspanningen opdat de klant/zorgvrager zich op

zijn/haar gemak zou voelen. Je informeert de klant/zorgvrager over standaardprocedures en

voordelen. Je legt met geduld informatie aan de klant/zorgvrager uit, rekening

houdend met andere wachtende klanten/zorgvragers en collega’s.


23


OMGAAN MET TAKEN


METHODISCH WERKEN: TAKEN PLANNEN, STRUCTUREREN…Definitie Eigen taken plannen en organiseren rekening houdend met beschikbare tijd,

plaats, praktische gevolgen voor zichzelf en anderenDit gedrag is niet

gewenst: Je denkt niet eerst na alvorens taken aan te vatten. Je werkt je taken niet af binnen de planning, je verliest tijd. Je hebt geen besef van tijdsduur van bepaalde taken. Je combineert geen taken. Je begint in willekeurige volgorde. Je vergeet zaken en/of je doet zaken fout.


jou:

Je begrijpt een gekregen planning en het belang ervan. Je werkt je taken af volgens de opgelegde planning. Je kan de volgorde van taken onder begeleiding plannen. Je meldt problemen als ze zich voordoen. Je werkt op een aanvaardbaar tempo.


jou:

Idem 2de graad + Je neemt de nodige documenten/opdracht eerst door alvorens de taken

uit te voeren. Je neemt het nodige materiaal op voorhand klaar. Je laat geen tijd verloren gaan en je werkt door.



2de & 3de graad + Je plant zelfstandig de volgorde van taken zoals in dagelijkse

omstandigheden wordt verwacht. Je plant je taken in een efficiënte volgorde. Je herschikt gekende taken als er iets tussenkomt zodat het einddoel toch

nog bereikt wordt. Je houdt goed overzicht van afgewerkte en onafgewerkte taken. Je meldt tijdig problemen volgens de procedures van de organisatie.


24


OMGAAN MET TAKEN


METHODISCH WERKEN: TAAKUITVOERING

Definitie Bereidwillig taken accepteren en volgens planning, afspraken en procedures uitvoeren


Je houdt geen rekening met instructies van anderen. Je werkt volgens eigen regels. Je stopt met routinetaken omdat je ze beu bent. Je neemt het niet nauw met planning, werkvolgorde, regels en

procedures. Je vindt het resultaat van eigen werk altijd wel ok. Je maakt fouten omdat je aandacht vaak en vlug verslapt.


jou:

Je voert je taken uit volgens duidelijke instructies. Je hebt aanmoediging nodig als je vaak dezelfde taak moet doen. Je aanvaardt/vraagt begeleiding om de taak volgens de regels en de juiste

werkwijze/volgorde uit te voeren. Je houdt voldoende aandacht bij het werk om een aanvaardbare kwaliteit

te halen. Je werkt op een aanvaardbaar werktempo.


jou:

Idem 2de graad + Je blijft aandachtig en correct werken als je lang dezelfde taak moet doen. Je werkt volgens de regels en voert uit volgens de juiste werkwijze. Je kijkt de kwaliteit van je werkresultaat na en probeert fouten zo goed

mogelijk te herstellen.



2de & 3de graad + Je werkt bereidwillig en geconcentreerd de taken af zonder al te veel

instructies. Je kan je taken aanpassen aan de regels van de organisatie. Je voert tussendoor taken uit die extra worden gevraagd. Je werkt aandachtig door in lastige situaties. Je bent kritisch voor de kwaliteit van eigen werk en streeft een beter

resultaat na.


25


OMGAAN MET TAKEN

NAUWKEURIGHEID EN ZORGVULDIGHEID

Definitie Oog hebben voor details, voor goede en volledige uitvoering, voor maten en gewichten, voor orde en zorg


Je werkt slordig, chaotisch en met weinig zorg. Je laat gebruikt materiaal rondslingeren. Je neemt het niet nauw met maten, gewichten, afspraken, normen… . Je maakt regelmatig fouten. Je controleert het eigen werk praktisch niet.


jou:

Je werkt met zorg, maar nog niet foutloos. Je werkplek is meestal ordelijk en proper. Je bergt het gebruikte materiaal op in de juiste dozen, kasten,… Je controleert de staat van materiaal, machines, producten, werkplekken

onder begeleiding. Je komt met hulp en begeleiding tot een aanvaardbaar resultaat. Je ruimt de werkplek op rekening houdend met scheiding van afval.


jou:

Idem 2de graad + Je controleert eigen werk en je besteedt daarbij aandacht aan details. Je handhaaft ordelijkheid en je laat de werkplek altijd proper achter. Je weegt hoeveelheden af en je houdt je aan afgesproken normen. Je doet je best eigen fouten te herstellen ook al vraagt dit extra moeite. Je haalt een aanvaardbaar resultaat. Je ruimt de werkplek meermaals tussentijds op en laat ze netjes achter.



2de & 3de graad + Je hebt aandacht voor details, afwerking en finesses bij het uitvoeren van

een opdracht. Je kijkt zelf na of de taak volledig en verzorgd is afgewerkt alvorens een

nieuwe taak te beginnen. Je besteedt zorg en aandacht aan de afwerking van taken ook als er iets

tussenkomt. Je moet bij controle bijna geen fouten meer verbeteren. Je bent een voorbeeld op het vlak van ordelijkheid, en spoort ook anderen

aan om dit te zijn. Het eindresultaat beantwoordt aan de kwaliteitseisen. Je ruimt deskundig op rekening houdend met milieuvoorschriften. Je handelt preventief om fouten en slordigheden te voorkomen.


26


OMGAAN MET TAKEN


HYGIËNISCH WERKENDefinitie Gezondheid van jezelf en anderen vrijwaren door ziekteverwekkers te vermijden

en kruisbesmetting te voorkomenDit gedrag is niet

gewenst: Je kent de hygiëneregels niet en/of geeft niet aan deze te willen leren

kennen of concreet op te volgen. Je beseft niet of wil niet beseffen hoe belangrijk de hygiëneregels zijn voor

de organisatie, de collega’s en derden. Je blijft dezelfde fouten op de hygiëne maken na herhaalde opmerkingen.


jou:

Je zorgt voor een goede persoonlijke lichaams- en handhygiëne. Je kent de hygiëneregels nog niet voldoende, maar je geeft wel aan open

te staan voor deze regels. Je beseft het belang van de hygiëneregels wel, maar je moet nog

herhaaldelijk herinnerd worden aan de toepassing ervan. Je reageert positief op opmerkingen met betrekking tot het opvolgen van

de hygiëneregels. Je probeert in vaklokalen zoals keuken, verzorgingslokaal,… specifieke

hygiëneregels na te leven. Je hebt hierbij wel begeleiding, controle en toezicht nodig.


jou:

Idem 2de graad + Je kent de hygiëneregels, en past deze consequent toe. Je leeft ook specifieke hygiëneregels na die op stage gelden voor bepaalde

zorgvragers, doelgroepen en/of ruimtes.



2de & 3de graad + Je past de hygiëneregels spontaan toe omdat je het belang voor ieders

gezondheid ervan inziet. Je geeft het goede voorbeeld en spoort anderen op een positieve wijze

aan om hygiënisch te werken.


27


OMGAAN MET TAKEN


VEILIG WERKEN + BEDIENING VAN APPARATUUR

Definitie Gevaarlijke situaties voor zichzelf en anderen vermijden en risico’s en schade voorkomen, beheersen, verminderen en/of beperken


Je werkt niet veilig. Je gaat nonchalant om met het materiaal, machines of gereedschap. Je hebt geen inzicht in de gevaren voor jezelf, voor de collega’s of voor

derden. Je moet regelmatig worden gewezen op gevaren en voorschriften. Je hebt problemen om apparaten te bedienen.


jou:

Je werkt doorgaans veilig en volgens de basisvoorschriften (veiligheidsfiches).

Je gaat meestal op een veilige manier om met het materiaal, machines of gereedschap.

Je kan apparaten bedienen zoals aangegeven. Je hebt hierbij wel begeleiding, controle en toezicht nodig.


jou:

Idem 2de graad + Je werkt veilig en met de nodige beschermingsmiddelen. Je gaat doordacht en behoedzaam met het materiaal en machines om. Je kan de voorziene apparatuur met kennis van zaken bedienen volgens de

gebruiksvoorschriften. Je neemt voorzorgen om onveilige situaties te vermijden.



2de & 3de graad + Je hebt aandacht voor een veilige werkomgeving voor iedereen op de

werkplek. Je handelt spontaan preventief om zo onveilige of gevaarlijke situaties te

voorkomen. Je durft anderen beleefd op onveilig gedrag wijzen.


28


OMGAAN MET TAKEN

FLEXIBILITEIT EN OMGAAN MET VERANDERING

Definitie Zich aanpassen of schikken naar veranderende omstandigheden van werktijden, taken, werkwijzen, verantwoordelijkheden…


Je houdt je niet aan de begin- en eindtijden. Je stopt met je taak als de tijd of de voorraad op is. Je bent niet echt bereid om indien nodig een pauze over te slaan of te

verschuiven. Je verlaat de werkplek zonder je werk te controleren. Je bent niet bereid om onvoorziene taken uit te voeren of het werk van

een ander over te nemen.


jou:

Je houdt je aan de begin- en eindtijden van de werkregeling en de pauzes. Je meldt gebrek aan tijd of voorraad aan de verantwoordelijke. Je kan op vraag al eens onvoorziene taken of werk van een ander op zich

nemen.


jou:

Idem 2de graad + Je past je aan de werking van de stageplaats aan. Je houdt rekening met de behoeften en de wensen van de zorgvragers. Je kan indien nodig afwijken van de werkregeling en de voorziene pauzes

om je taken af te werken. Je herschikt gekende taken/werkwijzen als er iets tussenkomt. Je verlaat je werkplek pas na controle van jouw werkzaamheden. Je neemt indien nodig andermans werk over of voert onvoorziene taken

uit.



2de & 3de graad + Je kijkt vooruit, en neemt vooraf schikkingen om in te spelen op een

afwijking op het takenpakket of de uur- en pauzeregeling. Je doet als dat nodig is meer, sneller of ander werk dan afgesproken en je

past je aan. Je stelt mogelijke oplossingen voor als je een gebrek aan tijd of voorraad

ziet aankomen. Je controleert zelf en spontaan de kwaliteit van jouw werk en zorgt dat het

eindresultaat in orde is of in orde komt. Je bent bereid om onvoorziene taken uit te voeren of het van een ander

over te nemen indien nodig zou blijken en door de stagementor aan jou wordt gevraagd.


29


Bijlagen:

Onderwijsdeskundigen Robert Marzano en John Hattie bevestigen dat feedback geven een zeer grote invloed heeft op het leren van leerlingen, dit op het niveau van de taak, het niveau van het proces en het niveau van de zelfsturing.

Zelfobservatie, zelfbeoordeling en zelfsturing richten zich op het stimuleren van de groei. Om over het eigen gedrag en het eigen handelen te kunnen reflecteren zijn duidelijk waarneembare criteria onontbeerlijk.

Volgende voorstellen van mogelijke zelfreflectie en zelfinschatting door de leerlingen kunnen hierbij helpen. Er zijn drie mogelijke modellen opgenomen in deze bundel. Let wel: deze zijn als feedback hulpmiddel bedoeld en niet als evaluatiemethodiek of als attituderapport.

- Een zelfinschattingsrubriek per gedragsindicator die per fiche recto verso zou kunnen worden afgeprint.

- Lijsten met opsomming van alle gedragsindicatoren onderverdeeld per rubriek: omgaan met zichzelf, met anderen, met taken en waarbij telkens een zelfinschattingskader is voorzien.

- Vrij zakelijke opsomming van alle gedragsindicatoren waarbij de leerling de tussentijdse feedback kan samenvatten.


30


Zelfinschattingbij begin 2de graad

O ik zal het gewenste gedrag moeilijk bereiken

O Ik zal soms het gewenste niveau halen

O Ik zal het gewenste gedrag bereiken

O ik verwacht dat ik hier geen moeite zal mee hebben

Beoordeling einde 2de graad

Beoordeling A Beoordeling B

Je blijft dit gedrag vertonen. Jammer!

Je haalt af en toe een hoger niveau. Doorzetten!

Je vertoont gewenst gedrag. Houden zo!

Je haalt soms een hoger niveau.Schitterend!

Aanbevelingen & onderlinge afspraken

Zelfinschattingbij begin 3de graad





Beoordeling einde 3de graad






Aanbevelingen & onderlinge afspraken


31


Zelfinschattingbij begin 7de jaar





Beoordeling einde 7de jaar



Je blijft steken in een lager niveau. Doorzetten!


Je haalt altijd dit niveau.Proficiat!

Aanbevelingen


1

SLAAG JIJ ERIN JOU ZO TE GEDRAGEN? MET ZICHZEF GRAAD: STUDIERICHTING: NAAM LEERLING:


DOORZETTING STRESS-BESTENDIGHEID

ASSERTIEF ZIJN EIGEN PRIVACY RESPECTEREN

INITIATIEF ZELFRELECTIE & Zichzelf willen verbeteren


O Ik zal soms het gewenste gedrag bereiken



























Beoordeling aan het einde van ….. graad:






























2

SLAAG JIJ ERIN JOU ZO TE GEDRAGEN? MET ZICHZEF GRAAD: STUDIERICHTING: NAAM LEERLING:


DOORZETTING STRESS-BESTENDIGHEID

ASSERTIEF ZIJN EIGEN PRIVACY RESPECTEREN

INITIATIEF ZELFRELECTIE & Zichzelf willen verbeteren

Aanbevelingen en afspraken:

Leerling: Ouders: Lerarenteam:

MET ANDEREN GRAAD: STUDIERICHTING: NAAM LEERLING:


3


COMMUNICEREN en omgang

LUISTEREN SPREKEN OMGAAN MET GEZAG OMGAAN MET REGELS EMPATHIE EN INLEVINGSVERMOGEN

SAMENWERKEN



























































4

SLAAG JIJ ERIN JOU ZO TE GEDRAGEN? MET ANDEREN GRAAD: STUDIERICHTING: NAAM LEERLING:

COMMUNICEREN en omgang

LUISTEREN SPREKEN OMGAAN MET GEZAG OMGAAN MET REGELS EMPATHIE EN INLEVINGSVERMOGEN

SAMENWERKEN




5


LOYALITEIT INTEGRITEIT (+privacy van anderen)

KLANTGERICHTHEID



























6


LOYALITEIT INTEGRITEIT (+privacy van anderen)

KLANTGERICHTHEID




7

SLAAG JIJ ERIN JOU ZO TE GEDRAGEN? MET TAKEN GRAAD: STUDIERICHTING: NAAM LEERLING:

METHODISCH WERKEN: taken plannen, structureren

METHODISCH WERKEN: taakuitvoering


HYGIëNISCH WERKEN VEILIG WERKEN + bediening van apparatuur

FLEXIBILITEIT en omgaan met verandering



















































8

SLAAG JIJ ERIN JOU ZO TE GEDRAGEN? MET TAKEN GRAAD: STUDIERICHTING: NAAM LEERLING:

METHODISCH WERKEN: taken plannen, structureren

METHODISCH WERKEN: taakuitvoering


HYGIëNISCH WERKEN VEILIG WERKEN + bediening van apparatuur

FLEXIBILITEIT en omgaan met verandering

Opmerkingen en afspraken:


Inschattingsinstrument Ben ik Werk Tussentijdse vaststellingen AfsprakenGedragsfiches studiegebied personenzorgInspiratie-instrument als groeiwijzer- let wel: is noch evaluatie noch attituderapport!

9

SLAAG JIJ ERIN JOU ZO TE GEDRAGEN?gedragsindicatoren goed

inaan de winkel

Datum: Datum:

Hoe ben ik?1. Persoonlijk voorkomen2. Doorzetting 3. Stressbestendig4. Assertief zijn5. Eigen privacy respecteren6. Initiatief nemen 7. Zelfreflectie en zichzelf willen verbeterenHoe ga ik om met anderen?8. Communiceren en omgang9. Luisteren 10. Spreken 11. Omgaan met gezag 12. Omgaan met regels 13. Empathie en inlevingsvermogen 14. Zelfreflectie en zichzelf willen verbeteren15. Samenwerken 16. Loyaal zijn17. Integer zijn + privacy anderen respecteren18. Klantgericht zijnHoe ga ik om met taken?19. Methodisch werken: plannen, structureren20. Methodisch werken: taakuitvoering21. Nauwkeurig en zorgvuldig22. Hygiënisch werken 23. Veilig werken en bedienen apparatuur 24. Flexibel en omgaan met verandering


respectvol handelen kan niet zonder respectvol …€¦ · Web view2015/01/03 · Author Ingrid...

Documents

Transcript of respectvol handelen kan niet zonder respectvol …€¦ · Web view2015/01/03 · Author Ingrid...