Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

123
Met dank aan: Axamed, Comfortlift, FreeWheel, Handi-Move, Life & Mobility, Metra, Move all the way, Otto Bock, Permobil, Quingo, RGK, ROHO, Sunrise Medical en Vermeiren Hoofdstuk 8 Rolstoeltraining

description

PowerPointpresentatie Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8 Wivina De Keyser, Leslie Vincke, Henk Beyaert 2014

Transcript of Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

Page 1: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

Met dank aan: Axamed, Comfortlift, FreeWheel, Handi-Move, Life & Mobility, Metra, Move all the way, Otto Bock, Permobil, Quingo, RGK, ROHO, Sunrise Medical en Vermeiren

Hoofdstuk 8Rolstoeltraining

Page 2: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

1. Leeswijzer2. Het belang van rolstoeltraining3. Fasen in de rolstoeltraining4. De rolstoeltraining aan de individuele cliënt

aanpassen5. Kennis, vaardigheden en attitude6. Methodiek7. Trainingsomgeving en benodigdheden8. De ergotherapeut als rolstoeltrainer

Page 3: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

9. De rolstoeltrainingssessie10. De startfase van de rolstoeltraining11. De basisfase van de rolstoeltraining12. De activiteitenfase van de rolstoeltraining13. De participatiefase van de rolstoeltraining14. Elektronisch rolstoelrijden15. Oorzaken van het niet of verkeerd gebruik van rolstoelen

Page 4: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

1 Leeswijzer

• Deel van het totale revalidatieproces• Ergotherapeutische interventie• Geen doel op zich• Niet gericht op specifieke doelgroepen• Meest haalbare situatie• Proces aanpassen aan de individuele cliënt• Per fase doelstellingen, trainingsruimte en

benodigdheden• Elektronisch rolstoelrijden• Oorzaken niet of verkeerd gebruik van rolstoelen

Page 5: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

2 Het belang van rolstoeltraining

Integratie van de rolstoel in het dagelijks leven vraagt training

Page 6: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

3 Fasen in de rolstoeltraining

1. De startfase• Kennismaking • Probleeminventarisatie en -analyse• Prioriteiten• Doelstellingen en plan van aanpak bepalen

2. De basisfase• Start training• Basisvaardigheden

3. De activiteitenfase• Specifieke rolstoelvaardigheden

4. De participatiefase• Specifieke rolstoelvaardigheden• Extramuraal en eigen omgeving van de cliënt

Page 7: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

3 Fasen in de rolstoeltraining

Schema 8.1 p. 192-193: voorbeeld van een rolstoeltrainingsproces

Page 8: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

4 De rolstoeltraining aan de individuele cliënt aanpassen

• Voor manueel aangedreven rolstoelen

• Meest haalbare situatie– Met nodige flexibiliteit benaderen en aanpassen aan

cliënt

• Leerproces– Nodige tijd is individueel verschillend– Beïnvloeding door persoonlijke maar ook externe factoren

bv. methodiek, trainingsomgeving, -rolstoel en trainer

Page 9: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

5 Kennis, vaardigheden en attitudes

• Effectieve trainingsprogramma’s:

– kennisuitwisseling

– vaardigheden en activiteiten oefenen

– attitudes

Page 10: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

6 Methodiek

• Individueel of per twee – meest efficiënt– sommige vaardigheden ook in grotere groepen

• Motivatie van de cliënt stimuleren

• Duidelijke verbale instructies zijn belangrijk

• Handelingen voordoen + instructiefilmpjes

Page 11: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

7 Trainingsomgeving en benodigdheden

• Belang van trainingsrolstoel

• Trainingsruimten

• In de eigen omgeving

• Trainen in een virtuele omgeving

Page 12: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

8 De ergotherapeut als rolstoeltrainer

De rolstoeltrainer:• is didactisch sterk• heeft inzicht in de handelingsproblemen van de cliënt

en invloed op de rolstoeltraining• bouwt een vertrouwensrelatie op met de cliënt• werkt empowerend• garandeert de veiligheid • heeft de vaardigheden zelf onder de knie• is een goede observator

Page 13: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

9 De rolstoeltrainingssessies

9.1 Voorbereiding van de rolstoeltrainingssessies

• Trainingsomgeving en benodigdheden in orde?

• Is de cliënt er klaar voor?

• Zelfreflecties en feedback geven

Page 14: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

9 De rolstoeltrainingssessies

1. De cliënt begroeten

2. Doelstellingen bepalen en rolstoeltraining bespreken

3. Training

4. Evaluatie en afsluiting

9.2 Verloop van een rolstoeltrainingssessies

Page 15: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

9 De rolstoeltrainingssessies

9.3 Voorbereidende opdrachten

Page 16: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

10 De startfase van de rolstoeltraining

10.1 Inleiding

• Kennismaking

• Probleeminventarisatie en -analyse

• De nodige gegevens verzamelen

• Prioriteiten en doelen stellen

• Plan van aanpak opstellen

Page 17: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

10 De startfase van de rolstoeltraining

10.2 Doelstellingen in de startfase

• Therapeutgerichte doelstellingen– Gegevens verzamelen + probleemanalyse– Doelstellingen – Rolstoeltraining plannen

• Cliëntgerichte doelstellingen– Maakt kennis met de trainingsomgeving– Maakt kennis met de rolstoel– Start met rolstoelgewenning

Page 18: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

10 De startfase van de rolstoeltraining

10.3 Trainingsomgeving en benodigdheden

• Kennismaking

• Ruimte voor gesprek

Page 19: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

10 De startfase van de rolstoeltraining

10.4 Rolstoeltraining in de startfase

• Gegevensverzameling– Assessment– Doelbepaling– Plan van aanpak

• Kennismaking en rolstoelgewenning– Zo vlug mogelijk kennismaken met rolstoel– Nodige tijd is individueel afhankelijk– Beperking niet aanvaarden– Angst– Psychologische ondersteuning

Page 20: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

10 De startfase van de rolstoeltraining

10.4 Rolstoeltraining in de startfase

Casus

Henk

10.5 Opdracht

Page 21: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

11.1 Inleiding

• Aandacht voor de positionering in de rolstoel

• Verweven met het adviesproces

• Verder aan de rolstoel wennen

Page 22: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

11.2 Doelstellingen in de basisfase

• Therapeutgerichte doelstellingen– Optimale klimaat scheppen

• Cliëntgerichte doelstellingen– Rolstoelgewenning– Zitbalans– Liften ter preventie van decubitus– Transfers in en uit de rolstoel– De rolstoel aandrijven– De rolstoel afremmen– Draaien, achterwaarts rijden en parkeren, deuren gebruiken,

gebruik rolstoelonderdelen …

Page 23: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

11.3 Trainingsomgeving en benodigdheden

• Zitbalansoefeningen voor de spiegel• Recht voor- of achteruit rijden

– Oefenzaal of brede, rustige gangen– Strepen op de vloer– Banken en kegels

• Andere vaardigheden– Blokken, kegels, touwen, stoelen en banken

• Verschillende deurtypes en verplaatsbare wanden• Openbare ruimte

Page 24: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

Voorbereidende deelhandelingen voor transfers en ADL-activiteiten

– Veilig plaatsnemen en weer rechtstaan

– Rolstoel bedienen en (de)montage van rolstoelonderdelen

– Zitbalanstraining

– Het zitvlak ‘liften’ ter preventie van decubitus

Page 25: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

11.4.2 Aandrijvingstechniek manuele rolstoelen

Aandrijvingstechniek en overbelasting van bovenste ledematen

– Aandrijvingstechniek niet om het even!– Oorzaak van Repititive Strain Injury (RSI)– Mede door dagelijkse activiteiten zoals transfers, liften ….– Schouder- en polsproblemen– Verschillende beïnvloedende factoren,

• bv. aandoening of ziekte, geslacht, gewicht, omgevingsfactoren, aandrijvingstechniek ….

Page 26: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

11.4.2 Aandrijvingstechniek manuele rolstoelen

– arcingtechniek

– SLOP- en DLOP-techniek

– semicirculaire techniek

Te vermijden

Te vermijden

Page 27: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

11.4.2 Aandrijvingstechniek manuele rolstoelen

Twee beïnvloedende aspecten van de aandrijvingstechniek

– Bewegingsbaan van de bovenste ledematen (zithouding)

– Contact tussen hand en hoepel

Page 28: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

Voorwaarden voor gebruik van de juiste aandrijvingstechniek

1. Goede zithouding

2. Kennis, vaardigheden en attitude (competenties) van de rolstoelgebruiker

Page 29: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

Te vermijden aandrijvingstechnieken

• Fout bewegingspatroon moeilijk om terug af te leren

• Beïnvloedende factoren aandrijving rolstoel

– Lichaamsmaten van de rolstoelgebruiker

– De zitbreedte

– Het gewicht van de rolstoel

– De positie van de achterwielas

– Spiervermoeidheid

Page 30: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

Te vermijden aandrijvingstechnieken

De arcingtechniek of curvilineaire techniek

- Verspilling spierkracht

- Grote belasting, te kleine slaghoek

- Remming van opgebouwde snelheid

De arcing-

techniek

Volle pijl: aandrijvingsfaseStippellijn: herstelfase

Page 31: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

Te vermijden aandrijvingstechnieken

Single Looping Over Propulsion (SLOP)- en Double Looping Over Propulsion (DLOP)-techniek

- Grootste bedreiging voor het ontstaan van RSI

- Kenmerkend is de uitslaande beweging van de hand/pols op het einde van de aandrijvingsfase

Page 32: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

DLOPGrotere uitslaande beweging

In herstelfase direct terug naar

beginpunt

DLOPKleinere uitslaande beweging

In herstelfase onder de

propulsiebaan terug naar

beginpuntVolle pijl: aandrijvingsfaseStippellijn: herstelfase

Page 33: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

Nadelen SLOP- en DLOP-techniek

- Maakt geen gebruik van zwaartekracht

- Te kleine slaghoek

- Uitslaande beweging

- Onderbroken bewegingspatroon

Invloed van de zithouding!

Page 34: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

Correcte bimanuele aandrijvingstechniek

• Na halve baan aan te drijven (propulsie)

• Zonder uitslaande beweging

• Halve baan herstellen (recuperatie)

• Aandrijvingsfase en herstelfase zijn elkaars spiegelbeeld

De

semicirculaire

techniekVolle pijl: aandrijvingsfaseStippellijn: herstelfase

Page 35: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

Waarom goede aandrijvingstechniek?

• Invloed van een goede zithouding; gebruik van een grote slaghoek

• Gebruikmaken van zwaartekracht in de herstelfase

• Vloeiend bewegingspatroon

• Geen uitslaande beweging

Page 36: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

De aandrijvingstechniek en polsklachten

• 50 % van rolstoelgebruikers– Polsuitslagen– Vastnemen van de hoepels: powergrip– Herhalend patroon

• Oplossing: pushen - contactgrip

‘Niet pakken, maar

pushen’

Page 37: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

Correcte bimanuele aandrijvingstechniek

‘Niet uitslaan, maar

rondgaan’

‘Niet pakken, maar

pushen’

Volle pijl: aandrijvingsfaseStippellijn: herstelfase

De semicirculaire

techniek

Page 38: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

Alternatieve aandrijvingstechniek door middel van voeten

Personen met afunctionele lichaamszijde

Aandrijven met functionele arm en voeten (eventueel ondersteund door de andere zijde)

Trippelrolstoel met aangepaste zithoogte

De trippeltechniek

Page 39: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

Unilaterale aandrijving met een rolstoel met dubbele hoepel

Slechts één hand om aan te drijven• grootste hoepel: wielaandrijving

aan deze zijde• kleinste hoepel: wielaandrijving

aan de andere zijde

Probleem met ruimtelijk inzicht

Dubbele hoepel

Page 40: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

Unilaterale aandrijving met rolstoel met laterale duwstang

Interpretatie van de verschillende standen

Probleem met ruimtelijk inzicht

Laterale duwstang

Page 41: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

11.5 Achteruitrijden

• Trekbeweging aan de hoepel van vooraan op het wiel tot bovenop het wiel

• Traag handelen en over de schouder kijken

• Dubbele hoepel en laterale duwstang

Page 42: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

11.6 De rolstoel afremmen

• Door de romp naar achteren te bewegen en met gestrekte armen en handen op hoepels afremmen

• Rolstoelhandschoenen

• Met mate afremmen!

Page 43: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

• Ene wiel blokkeren en het andere wiel voorwaarts duwen

• Naar links, aan rechterwiel duwen

11.7 Draaien met de rolstoel

Scherpe bocht

voorwaarts naar links

Page 44: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

• Ene wiel blokkeren en andere wiel naar achteren trekken

• Naar links, aan linkerwiel trekken

11.7 Draaien met de rolstoel

Scherpe bocht

achterwaarts naar

links

Page 45: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

• Ene wiel voorwaarts duwen en andere wiel over een kleinere afstand voorwaarts duwen

• Naar links, aan rechterwiel grootste beweging uitvoeren

11.7 Draaien met de rolstoel

Flauwe bocht

voorwaarts links

Page 46: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

• Vanuit stilstand– Ene wiel achterwaarts trekken– Andere wiel over een kleinere afstand

achterwaarts trekken– Naar achteren rechts, grootste

trekbeweging op het linkerwiel

• In beweging– Linkerwiel naar achteren aandrijven– Rechterwiel zachtjes afremmen

11.7 Draaien met de rolstoelFlauwe bocht

achterwaarts rechts

Page 47: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

• Rond de eigen lichaamsas over 180°-360°

• Ene wiel voorwaarts, terwijl andere wiel achterwaarts– Terzelfdertijd– Naar links en rechts– Eventueel tijdens wheelie

• Vierkant op grond (1,5 m)

11.7 Draaien met de rolstoel

Axiaal draaien

Page 48: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

• Nodig in functie van:– vermijden van obstakels – rijden in enge ruimtes

• Geleidelijk de afstand verkleinen

• Zowel voor- als achterwaarts

• Bewegende obstakels vermijden

11.7 Draaien met de rolstoel

Slalommen

Page 49: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

• Vast programmapunt• De rolstoel zo opstellen zodat

de deur vrij kan bewegen– Naar het lichaam toe draaien– Van het lichaam weg draaien

• Verschillende deuren– Geen opstelvlak– Deurbreedte– Veerbelaste deuren– Glazen deuren– Verschillende klinken– Openbare ruimte

• Verschillende methodes

11.8 Een deur openen en sluiten

Deuren openen en

sluiten

Page 50: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

11 De basisfase van de rolstoeltraining

1. Veilig plaatsnemen in een rolstoel

2. Een rolstoel met bilaterale hoepel aandrijven

3. Een rolstoel met laterale duwstang aandrijven

11.9 Opdrachten

Page 51: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Verder bouwen op basisvaardigheden

• Combineren tot complexere vaardigheden en activiteiten– bv. balanceren op twee wielen– Individueel aanpassen – Doel: De zelfstandigheid van

cliënt vergroten– Intra- en extramuraal

• Proefweekends thuis

12.1 Inleiding

Page 52: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

12.2 Doelstellingen van de activiteitenfase van de rolstoeltraining

• op twee wielen balanceren• zichzelf redden wanneer hij het balanspunt

voorbijschiet en zich voor een val behoeden• weer plaatsnemen in de rolstoel na een val• verschillende transfers in en uit de rolstoel

uitvoeren• hellingen op- en afrijden

De

cliënt

kan

Page 53: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

12.2 Doelstellingen van de activiteitenfase van de rolstoeltraining

• veilig een drempel op- of afrijden• over greppels en putten rijden• zich over verschillende ondergronden en

oneffen terrein voortbewegen• een korte trap op- en afgaan met zijn rolstoel,

met en zonder begeleider• de rolstoel gebruiken in functie van de

persoonlijke verzorging en huishoudelijke activiteiten

De

cliënt

kan

Page 54: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Turnmat, riem, ringen, zachte ondergrond

• Oefenruimte met een schuine helling, drempels, bakken met kiezelstenen

• Reële buitenruimte/woonomgeving

• Trappen

12.3 Trainingsomgeving en benodigdheden

Page 55: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Noodzakelijk voor de actieve rolstoelgebruiker

• Noodzaak i.f.v. andere ADL-activiteiten

• Moeilijkere vaardigheid; vraagt training, durf en gewenning

12.4 Balanceren op de achterwielen

WHEELCHAIR

WHEELIE

Page 56: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

1. ontspannen houding met de rug tegen de rugleuning van de rolstoel

2. klein beetje achteruit rijden3. brengt voorwielen van de grond door de hoepels

hard voorwaarts te duwen 4. met de rug tegen de rugleuning van de rolstoel

blijven zitten als de voorwielen van de grond komen

5. balanceert het zwaartepunt precies boven de wielas door de hoepels voor- en achterwaarts te bewegen

12.4 Balanceren op de achterwielen methode

WHEELCHAIR

WHEELIE

Page 57: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Eerste stap: met begeleider– Neemt plaats achter de rolstoel– Blokkeert de achterwielen met zijn knieën– Neemt de rugleuning van de rolstoel vast– Kantelt de rolstoel naar achteren– Herhaal deze beweging zonder dat de voorwielen de ondergrond

raken

12.4 Balanceren op de achterwielen

Met begeleider

Page 58: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Tweede stap: – De cliënt legt zijn handen op de hoepels – Probeert dezelfde beweging uit te voeren aan de hand van de

hoepels– De begeleider blijft de achterwielen nog blokkeren– De voorwielen mogen de grond niet raken

12.4 Balanceren op de achterwielen

Met begeleider

Page 59: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Derde stap:– Cliënt voert dezelfde beweging uit zonder dat de rolstoeltrainer de

achterwielen blokkeert– De rolstoeltrainer blijft aanwezig in het kader van de veiligheid

12.4 Balanceren op de achterwielen

Met begeleider

Page 60: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Verschillende methodes:

– riem aan het rolstoelframe

– ringen

12.4 Balanceren op de achterwielen

Page 61: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Belangrijk om een achterwaartse val te oefenen• Reflex om volgende bewegingen uit te voeren:

– Kin tegen de borst houden– Ene arm naar achteren om de valsnelheid te breken– Met de andere arm het wiel vasthouden om te vermijden dat de

rolstoel wegschiet

• Nood aan romp- en zitbalans!

12.5 Vallen vermijden en terug overeind komen

Achterwaarts val

Page 62: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Om terug overeind te komen zijn volgende bewegingen nodig:– Zich met de ene hand wegdrukken van de grond– Met de andere hand een krachtige ruk aan de hoepel geven

• Nood aan romp- en zitbalans

12.5 Vallen vermijden en terug overeind komen

Overeind komen

Page 63: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Verbeteren van de zelfstandigheid op het vlak van bedmobiliteit en transfers

• Gebruik van hulpmiddelen, hulp van derden

• Team• Grondtransfer• Transfer in en uit de auto

12.6 Transfers in en uit de rolstoel

Page 64: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Hellingen die niet te steil zijn

• Rolstoel in balans

• Voldoende kracht, uithoudingsvermogen en veiligheid zijn belangrijk

12.7 Hellingen op en af rijden

Helling oprijden

Page 65: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Gebruik van het eigen lichaamsgewicht– Oprijden: naar voren– Afrijden: naar achteren

• Indien voldoende ruimte ook in slalom mogelijk– Veiliger– Minder beangstigend

• Antikiepsteunen

12.7 Hellingen op- en afrijden

Helling afrijden

Page 66: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

12.8 Drempels op- en afrijden

• Niet altijd mogelijk

• Drempels oprijden– Rijd voorwaarts naar de stoep– Balanceer op 2 wielen– Nader de stoep– Voorwielen laten zakken indien boven de stoep– Lange trekbeweging om de achterwielen op de stoep te trekken

Drempels oprijden

Page 67: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Drempels afrijden– Hoge stoep niet mogelijk– Balanceren– Voorzichtig tot de rand rijden– Voorzichtig van de rand rijden– De voorwielen laten zakken– Ook mogelijk achterwaarts

12.8 Drempels op- en afrijden

Drempels afrijden

Page 68: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Putten en greppels leren vermijden en overbruggen• Trainen

– Nabootsen met twee turnmatten – Opgraderen (klein-groot, traag-snel … )– Voorkomen met voorwielen in put, greppel

• Methode– Afremmen op het juiste moment– Voorwielen opheffen en voorwaarts rijden– Voorwielen net voorbij de put of greppel laten neerkomen

• Met trippeltechniek best achterwaarts• Begeleider

12.9 Over putten en greppels rijden

Page 69: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Hoogpolig tapijt, gras, grind, zand, asfalt met regengootjes, (mozaïek)kasseien …

• Meer kracht uitoefenen op de hoepels • De neiging om meer naar voren te buigen met de romp

– Meer druk op de voorwielen – Bemoeilijkt de rolstoelaandrijving

• Kunst om te rijden met minder druk op de voorwielen– Meer druk op de achterwielen– Al balancerend– ‘Halve wheelies’

• Trippeltechniek achterwaarts

12.10 Op een oneffen ondergrond rijden

Page 70: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Verschillende methodes• Uitdaging en risicovol• Indien mogelijk vermijden• Oefenen met 2 begeleiders

• Trap op en af zonder rolstoel– Op het zitvlak– Handen en voeten– Begeleider brengt de rolstoel

Trappen vermijden

12.11 Trappen op- en afgaan met en zonder een begeleider

Page 71: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Met rolstoel– Veiligheidsgordel– Rug naar de trap– Omhoog trekken aan de

leuning van de trap– In achterovergekantelde

positie– Laatste trap!

• Hulp van derden– Zeker 2 begeleiders aan de

voor- en achterkant van de rolstoel

– Derde begeleider Trap

pen

opga

an

12.11 Trappen op- en afgaan met en zonder een begeleider

Page 72: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Nog altijd risicovol, maar minder inspannend

• Met rolstoel– Achterwaarts

– Gebruik trapleuning • Beide handen links en rechts• Eén hand op de leuning, de andere hand op de hoepel

– Naar voren leunen

– Achterwielen laten afdalen

12.11 Trappen op- en afgaan met en zonder een begeleider

Trappen afgaan

Page 73: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Met rolstoel– Voorwaarts

– Indien treden diep genoeg zijn en minder dan 5 treden!

– In achterovergekantelde positie

– Hulp van derden

12.11 Trappen op- en afgaan met en zonder een begeleider

Trap

pen

afga

an

Page 74: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Oefenen van zelfzorg• Deelhandelingen• Hulpmiddelen• Aangepaste omgeving• Transfer eigen

woonomgeving• Gekoppeld aan transfer

12.12 Gebruik van de rolstoel in functie van de persoonlijke verzorging (ADL)

Page 75: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De Activiteitenfase van de rolstoeltraining

• Intramuraal: maaltijden bereiden, schoonmaken, was doen ….

• Extramuraal: boodschappen …

• Eigen woonomgeving

12.12 De rolstoel in functie van huishoudelijke activiteiten gebruiken

Page 76: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

12 De activiteitenfase van de rolstoeltraining

Casus

Henk

Page 77: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

• Herintegratie in de maatschappij

• Psychologisch moeilijke stap• Zeker de stap naar de

woonomgeving maken, indien nog niet gebeurd

• Werkomgeving• Vrijetijdsomgeving• Definitieve rolstoelkeuze

13.1 Inleiding

Page 78: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

• De cliënt integreert in maatschappij:

– hij woont

– hij werkt

– hij heeft een zinvolle tijdsbesteding

13.2 Doelstellingen in de participatiefase van de rolstoeltraining

Page 79: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

• De cliënt is zelfstandig op het vlak van maatschappelijke mobiliteit:– zich in het verkeer begeven en op de openbare weg

verplaatsen;– een roltrap gebruiken;– het openbaar vervoer nemen met zijn rolstoel;– in een openbare ruimte functioneren zoals bv. het station …

• De cliënt draagt de verantwoordelijkheid voor het onderhoud en de reparaties aan zijn rolstoel

13.2 Doelstellingen in de participatiefase van de rolstoeltraining

De

cliënt

kan

Page 80: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

• Ideaal in de woon-, werk- en vrijetijdsomgeving van de cliënt

• Hulpmiddelen en woningaanpassingen

• Openbare ruimte

13.3 Trainingsomgeving en benodigdheden

Page 81: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

• Eerste weekendje thuis

• Timing individueel

• Doelstellingen– Ervaren hoe het handelen in

de eigen woonomgeving verloopt

– Knelpunten in de omgeving opsporen

13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving

Eerste weekend thuis

Page 82: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

• Voorwaarden– Medisch verantwoord?– Voldoende aangepaste

woonomgeving?– Sociale omgeving er klaar

voor?

• Emotionele aspect

• Plan van aanplak bijsturen na ‘proefweekend’

13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving

Eerste weekend thuis

Page 83: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Fysieke omgeving voorbereiden

– Door middel van huisbezoek– Probleemactiviteiten?– Haalbaarheid?– Woningaanpassingen?– Hulpmiddelen?

13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving

Fysieke omgeving

Page 84: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Sociale omgeving voorbereiden

– Begeleiding ADL

– Transfers

– Professionele hulp inschakelen

13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving

Sociale omgeving

Page 85: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

• Een aantal basisregels bij de begeleiding van rolstoelgebruikers

– Aandacht voor veiligheid en comfort

– Contact met de rolstoelgebruiker

– Remmen opzetten

– De rolstoel optillen

– Verkeersregels

13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving

Page 86: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Rolstoel kantelen door de begeleider

– Veel handelingen zijn gemakkelijker achterover gekanteld

– Trapbuis

– Pas op voor antikiepsysteem

13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving Rolstoel kantelen

Page 87: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

De rolstoel van het trottoir rijden door de begeleider

– Voor- of achterwaarts

– Voorwaarts• Nooit schuin• Altijd achterovergekanteld

13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving

Voorwaarts van stoep rijden

Page 88: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

• Rolstoel van het trottoir rijden door de begeleider

– Achterwaarts• Minder belastend voor de begeleider• Langer op de rijbaan! Veiligheid!

13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving

De stoep achterwaarts afrijden

Page 89: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

• De rolstoel op het trottoir rijden door de begeleider

– Voor- en achterwaarts mogelijk• Voorwaarts veiliger, vlugger en minder belastend voor de

begeleider

13.4 De integratie van het handelen met een rolstoel in de eigen omgeving

stoep oprijden

Page 90: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Inleiding• Recht op mobiliteit• Handbiken, rolstoel in het

verkeer• Openbaar vervoer• Vliegtuig• Is de rolstoelgebruiker

hiertoe in staat? • Eigen veiligheid en

veiligheid andere weggebruikers staat voorop

13.5 Maatschappelijke mobiliteit

handbiken

Page 91: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

InleidingErgotherapie ondersteunt maatschappelijke mobiliteit door:

– barrières te analyseren

– informatie over vervoersmogelijkheden te verstrekken

– hulpmiddelen en/of voorzieningen aan te reiken

– vaardigheden binnen de mogelijkheden van een veilige verkeersdeelname buitenshuis te oefenen

(Steultjens, Zajec, & Van Hees, 2013)

13.5 Maatschappelijke mobiliteit

Page 92: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Testing• Verantwoord dat de cliënt

deelneemt aan het verkeer? – functies van het bewegingsstelsel en

motorische vaardigheden– perceptie, waarnemingen– aandacht voor relevante informatie– geheugen– tempo in handelingen en reacties– ruimtelijk inzicht

• Cliënt met auditieve en visuele stoornissen

13.5 Maatschappelijke mobiliteit

Page 93: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Verkeersopvoeding en -vorming• Specifieke kennis,

vaardigheden en attitudes• Theoretische kennis van

verkeersregels en -tekens• Kennis ook kunnen toepassen:

verkeersgedrag • Vooraf testen en trainen in een

veilige omgeving vóór de stap naar de reële situatie

13.5 Maatschappelijke mobiliteit

http://webshop.ibsr.be/nl/product/detail/de-verkeersborden-ref-836

Page 94: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Verantwoordelijkheid

• Mag geen gevaar vormen voor zichzelf en anderen

• Soms gedwongen om zich afwijkend te gedragen

• Begeleiders van rolstoelgebruikers

13.5 Maatschappelijke mobiliteit

Page 95: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Handbiken of fietsen

• Langere afstanden

• Integratie in het dagelijks leven

• Stap voor stap aanleren

13.5 Maatschappelijke mobiliteit

Page 96: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Autorijden

• Kan één van de noden of doelstellingen van de cliënt zijn

• Evaluatie mogelijkheden cliënt

• Evenwichtsoefening tussen rechten/wensen en ieders veiligheid

• Doorverwijzen naar CARA– Evaluatie– Rijlessen– Aanpassingen auto

13.5 Maatschappelijke mobiliteit

Page 97: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Een quad of trike gebruiken

• ‘Verkrijgbaar in alle maten en gewichten’, al dan niet met aanpassingen

• Motorwinkel

• Verzekering en aangepast rijbewijs nodig

• Populair in functie van de vrijetijdsbesteding

• Ook in het kader van productiviteit

• Vraag is vrij recent

13.5 Maatschappelijke mobiliteit

Page 98: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Openbaar vervoer gebruiken

• Grote invloed op de participatie van de cliënt

• Meeste bussen toegankelijk

• Reizen met de trein

13.5 Maatschappelijke mobiliteit

Openbaar vervoer gebruiken

Page 99: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Openbare ruimte

• Openbaar gebouw leren bereiken, betreden en gebruiken

• Automatische schuifdeuren

• Openbare toiletten, liften, drankautomaat …

• Roltrappen

13.5 Maatschappelijke mobiliteit

Openbareruimte

Page 100: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Voorbereiding van de participatie op het vlak van ‘leren en werken’• Leren en werken geeft structuur

en sociaal contact

• Maatschappelijke dimensie

• Verdient evenveel aandacht

• Beroep doen op de VDAB

13.5 Maatschappelijke mobiliteit

Leren en Werken

Page 101: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Voorbereiding van participatie op het vlak van ‘vrije tijd’• Rolstoelgebruiker minder beweging

in vergelijking met de periode voor de beperking

• Extra lichaamsbeweging en sport zijn belangrijk

• Handbiken• Sporten = participeren in

maatschappij• Individueel bekijken• Juiste sportrolstoel

13.5 Maatschappelijke mobiliteit

Sporten

Page 102: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Inleiding• Belangrijk in kader van efficiëntie en veiligheid• Slecht onderhoud soms de oorzaak van ongevallen• Verantwoordelijkheid van de gebruiker en/of de sociale

omgeving• Rolstoelverstrekker• Eenvoudige basisonderhoudstechnieken zelf kunnen

13.6 De rolstoel onderhouden

Page 103: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Frame onderhouden• Verchroomde onderdelen

– met zachte doek oppoetsen en weer laten glanzen

– koperpoets of speciale chroompoets

– ontvetten met methylalcholol

• Tectyl, zuurvrije vaseline of vet – beschermen tegen oxidatie– alleen in de winter

• In garages of speciaalzaken voor autobenodigdheden

• Frameonderdelen gebogen of loszitten?

13.6 De rolstoel onderhouden

Page 104: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

De spaken en aanhechtingspunten van hoepels controleren

• Regelmatig• Kapotte of gebogen spaken

zorgen voor verhoogde rolweerstand

• Meer kracht nodig om zich voort te bewegen

13.6 De rolstoel onderhouden

Page 105: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

De wielassen smeren en kleine wieltjes uitkuisen

Doet rolstoel soepel rijden– Assen regelmatig met olie

smeren– Vuil opgehoopt rond de

voorwielas verwijderen

13.6 De rolstoel onderhouden

Page 106: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

De bandenspanning

• Afhankelijk van het soort banden • Terug te vinden in speciale tabellen (in de handleiding van

de rolstoel of op het internet)• Bandendruk te hoog:

– minder wrijving met het wegdek, – minder vering – minder rijcomfort– aanbevolen bij zwaardere gebruikers

13.6 De rolstoel onderhouden

Page 107: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

De bandenspanning• Bandenspanning te laag

– Meer rolweerstand – Band verslijten sneller– Rolstoel minder stuurvast– Aanbevolen bij sneeuw en ijzel

• Voldoende hard: moeite om de band met de duim in te drukken

(Beumer, 1999)

13.6 De rolstoel onderhouden

Page 108: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Sporen van de rolstoel (Beumer, 1999)• Oorzaken:

– ongelijke bandenspanning links en rechts– kogellagers van de assen zijn niet goed afgesteld– onvoldoende of ongelijkmatige smering– verschillend loopvlak van banden (bv. bij nieuwe en versleten

band)– slepende rem, frame of kledingbeschermer– verwrongen frame of scheve voorwielvork t.o.v. het frame– asymmetrische belasting van de rolstoel door de

rolstoelgebruiker– voorwielvork die niet in 90° t.o.v. de ondergrond staat

13.6 De rolstoel onderhouden

Page 109: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

13 De participatiefase van de rolstoeltraining

Band vervangen (Beumer, 1999)

• Juiste type band en maat

• Begin altijd aan het ventiel en gebruik goede bandafnemers

• Werk voorzichtig en gebruik niet te veel kracht

13.6 De rolstoel onderhouden

Page 110: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

14 Elektronisch rolstoelrijden

• Belangrijkste aandachtpunten

14.1 Inleiding

Page 111: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

14 Elektronisch rolstoelrijden

• Veel ongelukken• Verkeersdeelname en veiligheid verdienen veel aandacht• Belang van goede visuele en mentale functies bij de cliënt• Rolstoelgebruikers moeten kunnen:

– bedieningsmiddelen gebruiken– sturen– Het hoofd draaien en achter zich kijken– stabiel zitten (oneffen ondergrond en in scherpe bochten)– zithouding aanpassen (bv. wanneer hij op een helling naar beneden rijdt)– met verschillende afstanden en weersomstandigheden omgaan– over kortere afstanden stappen wanneer dat noodzakelijk is

(EnableNSW and Lifetime Care en Support Authority, 2011)

14.2 Voorwaarden

Page 112: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

14 Elektronisch rolstoelrijden

• Dezelfde als bij een manuele rolstoel

• Eerst op intramuraal oefencircuit, dan extramuraal in de openbare ruimte oefenen

• In een virtuele wereld trainen • Stap naar de eigen woon-, werk-

en vrijetijdsomgeving

14.3 De trainingsomgeving en benodigdheden

Page 113: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

14 Elektronisch rolstoelrijden

De voorbereiding

• Eerst elektronica afstellen• Soms bijstellen tijdens de training• Stembediening; samenwerken

met logopediste en rolstoelverstrekker

• Onderhoud nog belangrijker• Begeleidersbediening

14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel

Page 114: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

14 Elektronisch rolstoelrijden

De basisbediening van de rolstoel• De rolstoel in- en uitschakelen

• voor- en achteruit rijden

• juiste ‘drive modes’ selecteren

• rolstoel versnellen

14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel

Page 115: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

14 Elektronisch rolstoelrijden

De basisbediening van de rolstoel• Stapsgewijs leerproces• Bediening afstemmen op gebruiker• Eerst de rolstoel in- en uitschakelen• Leren om altijd uit te schakelen als men

niet rondrijdt• Bediening van de rolstoel afhankelijk van

het bedieningssysteem• ‘Drive modus’ bepalen• Eenvoudige menustructuur bij personen

met cognitieve problemen• Bedienen van andere elementen van de

rolstoel

14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel

Page 116: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

14 Elektronisch rolstoelrijden

De basisvaardigheden

Achteruit rijden

• de joystick naar achteren trekken • op verschillende manieren:

– achteruit rijden door alleen in de achteruitkijkspiegel te kijken

– achteruit rijden met en zonder hindernissen

– …

14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel

Page 117: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

14 Elektronisch rolstoelrijden

De basisvaardigheden

Versnellen en vertragen

• In een grote ruimte zonder obstakels ontspannen enkele rondjes rijden

• Proberen versnellen en vertragen• Voorbeeld met joystick• Later in kleinere ruimtes trainen

of een kleinere ruimte afbakenen met behulp van kegels

14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel

Page 118: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

14 Elektronisch rolstoelrijden

De basisvaardigheden

Remmen

• Proberen met voorwielen vlak voor een kegel te stoppen

• Gedrag van de cliënt in noodsituaties testen

• Op droog als op nat wegdek remmen

14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel

Page 119: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

14 Elektronisch rolstoelrijden

De basisvaardigheden

Bochten nemen

• Eerst binnen en daarna pas buiten • In de regen en bij droog weer• Leren vertragen in bochten en

tijdens nemen van hindernissen• Gebruikmaken van verschillende

deurtypes Kort manoeuvrerenIn kleine ruimtes rijden Voor- en achterwaarts parkeren

14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel

Page 120: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

14 Elektronisch rolstoelrijden

Extramurale vaardigheidstraining

• Andere vaardigheden nodig:– op en van hellingen en drempels rijden, – over putten – en een oneffen ondergrond rijden (bv.

kasseien) …

• Noodzaak op de openbare weg zijn de bediening van:

– verlichting, – richtingaanwijzers, – claxon …

• Perfect inschatten van de accu

14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel

Page 121: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

14 Elektronisch rolstoelrijden

Extramurale vaardigheidstraining

• Verkeersvaardigheidstraining• Kennis verkeersregels• Afraden indien nodig• Richtingsveranderingen aangeven• Verlichting• Reflectoren

14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel

Page 122: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

14 Elektronisch rolstoelrijden

Elektronisch mobiliteitshulpmiddel onderhouden

• Zie manuele rolstoelen

• Onderhoud batterijen extra aandachtspunt

14.4 Onderdelen van de vaardigheidstraining met een elektronisch mobiliteitshulpmiddel

Page 123: Autonoom handelen met de rolstoel Hoofdstuk 8

15 Oorzaken niet of verkeerd gebruik van rolstoelen

Algemene fouten in het ergotherapeutisch handelen en proces

Fouten in het adviesproces

Fouten in de rolstoeltraining

Omgevingsfactoren

Redenen voor een goede integratie van de rolstoel in het dagelijks leven