Programmabegroting 2006

234
PROVINCIE NOORD-HOLLAND Programmabegroting 2006

description

Programmabegroting provincie Noord Holland 2006

Transcript of Programmabegroting 2006

Page 1: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D

Programmabegroting 2006

Page 2: Programmabegroting 2006

Programmabegroting 2006

Haarlem, 23 augustus 2005

Page 3: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■2

Page 4: Programmabegroting 2006

Inhoudsopgave■

Leeswijzer

1 De begroting in kort bestek

1.1 Inleiding en begrotingsopzet

1.2 Tussenrapportage collegeprogramma

1.3 De beleidsaccenten per programma

1.4 Kerngegevens provincie Noord-Holland

2 Programmaplan

2.1 Bestuur en burger

2.2 Bestuur en andere overheden

2.3 Wegen, verkeer en mobiliteitsmanagement

2.4 Openbaar vervoer

2.5 Water

2.6 Milieu

2.7 Recreatie en toerisme, natuur en landschap

2.8 Economie en landbouw

2.9 Welzijn en (jeugd)zorg

2.10 Kunst en cultuur

2.11 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting

Staf en ondersteuning

Financiering en algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

3 Paragrafen

Introductie op de paragrafen

3.1 Provinciale heffingen

3.2 Weerstandsvermogen

3.3 Onderhoud kapitaalgoederen

3.4 Financiering

3.5 Bedrijfsvoering

3.6 Verbonden partijen

3.7 Provinciaal grondbeleid

3.8 Provinciaal meerjarenprogramma infrastructuur (PMI)

3.9 Extra Investeringimpuls Noord-Holland

3.10 Kwaliteitsimpuls vitaal platteland

7

23

129

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 3

Page 5: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■4

4 Financiële begroting

4.1 Introductie op de financiële begroting

4.2 Financieel kader

4.3 Het overzicht van baten en lasten en de toelichting

5 Bijlagen

Ontwerpbesluit

5.1 Staat van investeringen en financiering

5.2 Staat van geactiveerde investeringen/deelnemingen

5.3 Overzicht van het verloop van de investeringskredieten

5.4 Specificatie van het verloop van investeringskredieten betreffende het Fonds Investeringen

Noord-Holland en UNA (inclusief extra investeringsimpuls Noord-Holland)

5.5 Overzicht EMU-saldo

5.6 Staat van verstrekte langlopende leningen

5.7 Staat van reserves en voorzieningen

5.8 Overzicht van het renteresultaat en de kapitaallasten

5.9 Staat van gewaarborgde geldleningen en andere garantieverplichtingen

5.10 MJR 2006-2009 per programma

5.11 MJR kapitaallasten 2006-2009

5.12 MJR reserves en voorzieningen 2006-2009

5.13 Subsidies buiten verordening 2006

173

179

Page 6: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 5

Leeswijzer Programmabegroting 2006

Deze programmabegroting begint met een overzicht in kort bestek. Daarin passeren

de beleidsaccenten voor 2006 in grove lijnen de revue en is de belangrijkste

financiële informatie voor 2006 samengevat.

Het programmaplan is ingedeeld in de elf programma’s,

zoals vorig jaar door Provinciale Staten (PS) is vastge-

steld. Voor ieder programma is de indeling als volgt:

■ De titel van het programma.

■ De doelstelling die wij met alle activiteiten willen

realiseren.

■ De productgroepen die onder het programma

vallen met vermelding van de eerstverantwoor-

delijke portefeuillehouder.

■ Onder de kop ‘Wat willen we bereiken?’ staan:

– de gewenste maatschappelijke effecten;

– de indicatoren die we gebruiken om het

bereik van de effecten te meten;

– de doestelling door vermelding van het ken-

getal (wat is het nu) en de streefnorm (waar

willen we naar toe);

– de rapportage en de vindplaats (bij welk ver-

antwoordingsdocument geven wij PS infor-

matie over het bereik van het maatschappelijk

effect en in welk document wordt over de

indicatoren gerapporteerd).

■ Onder de kop ‘Wat gaan we er voor doen?’ staan:

– het staande beleid en de belangrijkste regu-

liere activiteiten;

– de beleidsintensiveringen (het nieuwe beleid)

en daarvoor beschikbaar te stellen middelen;

– een toelichting op de beleidsintensiveringen.

■ Onder de kop “Meerjarige beleidsnota’s en ver-

ordeningen” staan de vigerende meerjarige

beleidsnota’s en verordeningen met vermelding

van de jaar (en maand) waarop PS deze hebben

vastgesteld.

■ Onder de kop ‘Wat mag het kosten’ staan:

– de meerjarenplanning van baten en lasten per

programma;

– de financiële vertaling van de beleidsaccenten

voor 2006 e.v.;

– de investeringsuitgaven voor zover van toe-

passing.

■ Afgesloten wordt met de paragrafen Extra

Investeringsimpuls Noord-Holland en Kwaliteits-

impuls Landelijk Gebied. In de eerstgenoemde

paragraaf wordt aangegeven welke projecten uit

dit programma gerealiseerd worden met midde-

len uit de Extra Investeringsimpuls Noord-

Holland (EXIN-H). In de laatstgenoemde para-

graaf wordt kort ingegaan op onze plannen over

het landelijk gebied. Beide onderwerpen zullen

separaat bij eerste begrotingswijziging worden

behandeld.

In het hoofdstuk paragrafen wordt ingegaan op de

opcenten, ons weerstandvermogen, uitgangspunten

bij het onderhoud van kapitaalgoederen, de wijze

van financiering, de bedrijfsvoering, verbonden par-

tijen, grondbeleid, het PMI en de EXIN-H.

In het hoofdstuk financiële begroting wordt o.a. de

financiële positie van de provincie uiteengezet.

In de bijlagen treft u de voordracht en het ontwerp-

besluit aan voor deze programmabegroting.

Page 7: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■6

Page 8: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 7

De begroting in kort bestek1■

1.1 Inleiding enbegrotingsopzet

De begroting 2006 is de derde programmabegroting

van de provincie Noord-Holland. Deze is opgesteld

binnen het kader van het Besluit begroting en ver-

antwoording provincies en gemeenten (BBV). De

begroting is bij uitstek een instrument waarmee

Provinciale Staten (PS) beleidsinhoudelijke en finan-

ciële kaders kunnen stellen.

Programma’s

De indeling van de begroting in de verschillende pro-

gramma’s is ongewijzigd. Conform de aanbevelingen

van de werkgroep duale begroting van PS is de struc-

tuur van de programma’s aangepast. Hierdoor biedt

de begroting meer inzicht in de programmainhoud.

Dat is wenselijk in verband met de kaderstellende en

controlerende taken van PS.

Elk programma begint met de doelstelling, gevolgd

door een overzicht van productgroepen en porte-

feuillehouders. Vervolgens komen de maatschappe-

lijke effecten aan de orde. Na de omschrijving daar-

van volgt steeds een driedeling: indicator, doelstel-

ling en vindplaats. De indicator geeft aan wat we wil-

len meten. De doelstelling omvat een kengetal (de

situatie nu) en een streefnorm. Bij rapportage is aan-

gegeven wanneer gemeten wordt en/of in welke

documenten wij uw Staten rapporteren over de

voortgang. Veelal gaat het hier om voorjaarsnota,

najaarsnota en jaarverslag/jaarrekening. Dat zijn de

veranwoordings- en sturingsprocucten uit de P&C-

cyclus, die uw Staten in april 2002 hebben vastge-

steld.

Beleidsaccenten

De begroting 2006 is de derde begroting die het col-

lege aan PS aanbiedt. Inmiddels is het college ruim

twee jaar in functie. Dat is een natuurlijk moment om

zowel terug als vooruit te kijken. Terugkijken op dat-

gene wat inmiddels gerealiseerd is en vooruitkijken

naar wat wij in de tweede helft van deze collegeperi-

ode nog willen realiseren. Per programma is nage-

gaan of en zo ja welke beleidsaccenten nodig zijn.

Niet alleen de terug- en vooruitblik in relatie tot het

collegeprogramma 2003-2007 kan aanleiding zijn tot

het benoemen van beleidsaccenten. Ook door PS aan-

genomen amendementen en moties (bijvoorbeeld bij

de kaderbrief 2006) en actuele ontwikkelingen kun-

nen daartoe aanleiding geven. Een statusoverzicht

van alle bij de kaderbrief aangenomen moties (en een

amendement) vindt u in een bijlage bij deze begro-

ting. Een bijzondere bron van beleidsaccenten vormt

de voorgenomen extra investeringsimpuls Noord-

Holland. Ter uitvoering van de investeringsimpuls

zijn tenminste beleidsaccenten nodig op de volgende

beleidsterreinen: weginfrastructuur; openbaar ver-

voer infrastructuur; zorginfrastructuur; versterking

van de economie in Noord-Holland Noord via de

cluster duurzame energie.

Paragrafen

Het BBV schrijft voor dat in de begroting een ver-

plicht aantal paragrafen wordt opgenomen. Deze

hebben betrekking op beleidslijnen van relevante

beheersaspecten en op de provinciale heffingen.

Naast de verplichte paragrafen zijn het provinciaal

meerjarenprogramma infrastructuur (PMI) en de

extra investeringsimpuls Noord-Holland opgeno-

men.

Page 9: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■8

Memorie van antwoord

Begin september ontvangt u de ontwerpprogram-

mabegroting. Aan het vaststellen van de begroting

2006 gaat een traject vooraf, waarin u met GS over

het voorliggende ontwerp in debat kunt gaan.

Allereerst is voorzien in een periode waarin de frac-

ties van PS vragen en opmerkingen schriftelijk kun-

nen indienen. Het college beantwoordt deze vragen

in de memorie van antwoord. Na ontvangst daarvan

kunt u de beleidsterreinen in de desbetreffende com-

missies gedetailleerd bespreken in aanwezigheid van

de betrokken portefeuillehouder(s). Het plenaire

debat volgt op 14 november 2005. Het college hoopt

op een vruchtbaar debat met uw PS. Na vaststelling

dienen GS de begroting 2006 in bij de minister van

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

1.2 Tussenrapportageuitvoering collegeprogramma‘Bruggen slaan’

Dit college ging ruim twee jaar geleden van start met

de ambitie bruggen te slaan tussen partijen die niet

‘van nature’ coalitiepartners zijn. Het wilde inhou-

delijke tegenstellingen overbruggen tussen traditio-

neel tegengestelde belangen. Daarbij moest het accent

op de uitvoering komen te liggen in plaats van op het

maken van plannen. Nu, ruim halverwege de colle-

geperiode, is het een goed moment een tussenbalans

op te maken en conclusies te trekken voor de periode

tot aan de verkiezingen van 2007.

Binnen het college is de wil om samen te werken

onverminderd aanwezig. De spreiding van sterk ver-

wante onderwerpen over verschillende portefeuilles

heeft, in combinatie met de wil tot samenwerking,

het denken en beslissen in grotere samenhang en met

oog voor alle belangen tot een natuurlijk proces

gemaakt.

Bij het maken van plannen wordt menige brug gesla-

gen, maar uiteraard komt het op de uitvoering aan.

Het college geeft in het streekplan en het ontwikke-

lingsbeeld invulling aan een ruimtelijke ontwikkeling

die inspeelt op terugdringing van de woon/werk-

pendel. De effecten daarvan zullen zijn een afne-

mende mobiliteit in het drukste deel van Noord-

Holland, minder milieubelasting en betere spreiding

van de werkgelegenheid. Bij de uitvoering van dit

beleid kan niet worden volstaan met stimulerings-

programma’s. Het college kiest voor een actievere

benadering via een Ontwikkelingsmaatschappij

Noord-Holland Noord. Landschapsbeleid, recreatie-

beleid en cultuurhistorisch beleid vinden elkaar

onder andere in de aanwijzing van de Stelling van

Amsterdam en het gebied Laag Holland als nationale

landschappen. Ook de Cultuurnota 2005-2008 legt

een verbinding tussen cultuurhistorie en toerisme en

recreatie. De beleidsterreinen wonen, welzijn en zorg

vinden elkaar in het gelijknamige integrale stimule-

ringsbeleid.

Wij zullen u voor uw vergadering van 14 november

een tot en met augustus 2005 bijgewerkt schematisch

overzicht van de uitvoering van het collegepro-

gramma toezenden. Daarin zullen wij per uitspraak

in het collegeprogramma aangeven hoe de stand van

zaken is voor wat betreft de uitvoering ervan.

1.3 De beleidsaccenten perprogramma, nieuw beleid enmoties

1 Bestuur en burger

De doelstelling

Het goed, betrouwbaar en duaal kunnen functione-

ren van het provinciaal bestuur. Het profileren van

het gewenste imago van het provinciaal bestuur, zijn

producten en diensten ten opzichte van de verschil-

lende doelgroepen. Het zorgdragen voor een deug-

delijke toepassing van wetgeving.

Page 10: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 9

De accenten

Het formuleren van duidelijk meetbare doelen - en

daarmee de afrekenbaarheid van beleid te vergroten

- was en is een aandachtspunt. In het verleden zijn

stappen in de goede richting gezet. PS hebben bij de

bespreking van de jaarstukken 2004 uitgesproken dat

de kwaliteit van deze (control)documenten beter

moet. De kwaliteit van de begroting (planning) hangt

daar nauw mee samen. Wij hebben aangegeven dat

de verbetering een wisselwerking moet zijn tussen

PS en het college. De werkgroep duale begroting

buigt zich over dit onderwerp.

Ter verbetering van onder andere de klantgerichtheid

en de service aan de inwoners wordt het één loket-

systeem ingevoerd. In de inrichtings- en uitwer-

kingsplannen voor de nieuwe organisatie en in het

kader van ‘andere overheid’ wordt de nieuwe werk-

wijze opgenomen. Naar verwachting gaat de nieuwe

provinciale organisatie op 1 januari 2006 van start.

De aangekondigde naslagdocumentatie (met rele-

vante provinciale informatie, instanties en personen)

voor de inwoners kreeg in 2003 vorm in een digitale

almanak op de voormalige website. Deze almanak

paste helaas niet in de navigatiestructuur van de

nieuwe website. In 2005 wordt de digitale almanak

alsnog aangepast.

Het voornemen de hoeveelheid regels kritisch te

bezien en waar mogelijk te verminderen is actief ter

hand genomen. Onderzocht is met name de regellast

van de provincie bij het midden- en kleinbedrijf.

Momenteel worden de resultaten van dit onderzoek

geïmplementeerd in de bedrijfsvoering van de pro-

vinciale organisatie.

Jongerenparticipatie is eveneens een beleidsaccent in

het programma bestuur en burger. Op basis van de

evaluatie van het succesvolle jongerenpanel is beslo-

ten dit instrument voort te zetten. Hiervoor is een

structureel budget nodig.

De provincie organiseert tal van evenementen, maar

een specifiek evenementenbeleid ontbreekt. Ook par-

ticipeert de provincie in evenementen van anderen.

Het beoogde evenementenbeleid biedt bestaande en

toekomstige initiatieven een algemeen provinciaal

kader, met de mogelijkheid afwegingen te maken.

Evenementen kunnen de provincie beter op de kaart

te zetten vanuit promotioneel belang (vergroting

naamsbekendheid, imagovorming), economisch

belang (toeristisch/recreatief, aantrekken van bui-

tenlandse bezoekers) en maatschappelijk belang (gro-

tere betrokkenheid inwoners, overbrugging van cul-

turele verschillen, participatiebevordering). Evene-

menten leveren zo een bijdrage aan het realiseren van

beleidsdoelstellingen op een breed provinciaal ter-

rein.

2 Bestuur en andere overheden

De doelstelling

Het bewaken van een gezond functioneren van

lagere overheden en het verbeteren van de relaties

met andere overheden.

De accenten

De bestuurlijke discussie over de toekomst van het

middenbestuur gaat niet alleen over de provincies,

maar ook over de verdeling van taken en bevoegd-

heden tussen rijk, provincies, plusregio’s (verlengd

lokaal bestuur zoals het ROA) en gemeenten en de

daarbij behorende bestuurskracht en schaalgrootte

van deze bestuurslagen. In het verlengde hiervan

wordt ook de rol van de provincie Noord-Holland in

de verschillende samenwerkingsverbanden, zoals

regio Randstad, P4, regionale samenwerking

Amsterdam en IPO, in 2006 opnieuw beoordeeld.

Het evaluatierapport van de regio Randstad, ver-

schenen in het najaar van 2005, geeft een belangrijke

aanzet.

De agenda voor de Europese strategie (AES) wordt

in 2006 verder uitgevoerd en bijgesteld op basis van

de in 2005 verschenen tussenrapportage. De AES

loopt tot 2007. Eind 2006 rapporteert het college over

de geboekte resultaten. Deze rapportage geeft mede

Page 11: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■10

richting aan het beleid voor de volgende collegeperiode.

PS hebben er op aangedrongen de economische

samenwerking met Pommeren (Polen) te verbreden.

De in 2004 met Pommeren gesloten overeenkomst

heeft betrekking op de beleidsvelden algemeen

bestuur, economie, milieu en cultuur. Tot en met 2007

is de verbrede samenwerking met Pommeren een

beleidsaccent.

3 Wegen, verkeer en

mobiliteitsmanagement

De doelstelling

Vlot en veilig verkeer door Noord-Holland. Wij rea-

liseren dat - voorzover binnen ons domein - door te

investeren in infrastructuur, door het beheer en

onderhoud van de provinciale wegen op orde te hou-

den, door plannen te maken en door subsidies te ver-

lenen aan andere wegbeheerders en organisaties.

De accenten

In het collegeprogramma is aangekondigd op grond

van een uit te voeren evaluatie voorstellen te doen

voor verbetering van de bereikbaarheid per auto, fiets

en openbaar vervoer. De evaluatie en actualisatie van

het verkeer en vervoerplan is nog niet gestart. Het col-

lege gaat dit beleidsaccent in 2006 uitvoeren. Op deel-

terreinen zijn al voorstellen gedaan voor verbetering

van de bereikbaarheid, zoals de uitvoering van de

fietsmotie, het Mediapark, de bereikbaarheid van de

kust, de N201, de Westfrisiaweg en de Zuidtangent.

GS werken aan betere bereikbaarheid van de

Noordkop door onder andere de Westfrisiaweg. In

juli 2005 hebben wij groen licht gegeven aan een gefa-

seerde aanpak van deze weg. De verdubbeling tot

2x2 rijbanen van de N203 tussen de A7 en de

Markerwaardweg heeft prioriteit. In de extra investe-

ringsimpuls Noord-Holland zijn middelen voor de

Westfrisiaweg gereserveerd. De aanbestedingsproce-

dure van de Randweg Beverwijk is bijna afgerond,

maar heeft vertraging opgelopen door uitspraken van

de Raad van State. De Randweg Beverwijk vormt der-

halve een beleidsaccent voor de tweede helft van deze

collegeperiode.

In de Extra Investeringsimpuls Noord-Holland

(EXIN-H) staat de Zuidtangent in het onderdeel

openbaar vervoerinfrastructuur op prioriteit één.

Onze inzet in 2006 omvat deelname aan en onder-

steuning van de uitwerking in Haarlem, betrokken-

heid bij het project Zuidtangent Oost en acties in het

kader van de rijksfinanciering (meerjarenprogramma

infrastructuur en transport).

In de EXIN-H zijn middelen toegewezen om vanaf

2006 de doorstromingsmaatregelen in de regio’s

Haarlem-IJmond en Gooi en Vechtstreek te continu-

eren. De maatregelen zijn in overeenstemming met

RegioNet korte termijn en de OV-visies in de desbe-

treffende regio’s.

Op zomerse dagen ondervinden verschillende plaat-

sen in de kuststreek hinder van lange files en par-

keerproblemen. De bereikbaarheid staat dan (ook

voor hulpdiensten) onder druk. De provincie Noord-

Holland helpt mee om de bereikbaarheid van de kust

te verbeteren. De eerste maatregelen zijn in 2004

genomen in Zandvoort en Bloemendaal. In 2005

volgden maatregelen in de gemeenten Bergen en

Zijpe. In de periode 2005 t/m 2007 worden middel-

lange termijnmaatregelen verder uitgewerkt en gere-

aliseerd. Hiervoor zijn middelen opgenomen in de

EXIN-H.

4 Openbaar vervoer

De doelstelling

Wij realiseren vlot, veilig en beschikbaar openbaar

vervoer door Noord-Holland voor iedereen. Dit

maken wij mogelijk door het toetsen van sociale vei-

ligheidsplannen van de vervoerders, het verstrekken

van subsidies aan vervoerders, het aanbesteden van

het openbaar vervoer en het monitoren van de

prestaties van vervoerders.

Page 12: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 11

De accenten

Om de kwaliteit van het openbaar vervoer zo goed

mogelijk te bewaken, geeft het college in 2006 prio-

riteit aan de prestatiemetingen van de vervoerders.

De meetgegevens worden vergeleken met de

gemaakte afspraken. Vervolgens worden de bonus-

malusregelingen toegepast. Bovendien krijgen deze

activiteiten meer aandacht door intensieve publiciteit.

De laatste jaren reizen elk jaar iets minder mensen

met het openbaar vervoer. Voor het behoud van een

levensvatbaar openbaar vervoer in onze provincie is

dat geen goede zaak. Samen met de gecontracteerde

vervoerder, de betrokken gemeenten en consumen-

tenorganisaties willen GS de licht dalende lijn omzet-

ten in een licht stijgende. Daarvoor wordt met de ver-

voerders een actieplan opgesteld en zo mogelijk al in

2006 uitgevoerd.

5 Water

De doelstelling

De provincie Noord-Holland staat voor een gerichte

en realistische aanpak van de wateropgaven in de

komende vier jaar, samen met waterbeheerders,

gemeenten en maatschappelijke partijen. Klimaat-

verandering, zeespiegelstijging en bodemdaling heb-

ben steeds meer invloed op het waterbeheer. De pro-

vincie werkt eraan dat wij in Noord-Holland veilig

kunnen wonen achter de dijken, geen natte voeten

krijgen bij hevige buien en dat de kwaliteit van het

water voldoet aan de eisen die het gebruik hieraan stelt.

De accenten

Vanaf 2006 investeert de provincie beduidend meer

geld in de uitvoering van beleid, met name in inte-

grale projecten, waar met de aanpak van waterover-

last en verbetering van de veiligheid en de water-

kwaliteit, ook de natuur en het landschap worden

versterkt en kansen voor recreatie worden benut.

De ontwikkeling van nieuw beleid in 2006 blijft

beperkt tot de –wettelijk verplichte- implementatie

van de Europese kaderrichtlijn water en de norme-

ring van regionale keringen. Daarmee geeft de pro-

vincie sturing aan een duurzame en uitvoerbare ver-

sterking van de waterkwaliteit in de komende decen-

nia en aan een kosteneffectieve versterking van de

veiligheid tegen regionale overstromingen.

De bepaling van realistische doelen en maatregelen

voor de waterkwaliteit, samen met onze waterpart-

ners (rijk, buurprovincies, waterschappen en ge-

meenten) en het betrekken van belanghebbenden bij

dat proces vragen een extra financiële inspanning in

de periode 2005-2009, ook van de provincie.

Tegelijkertijd neemt de inzet nieuwe beleidsvorming

meer dan evenredig af. Het resultaat is dat de begro-

ting voor Water, na verwerking van de kwaliteitsim-

puls landelijk gebied, in de komende jaren grofweg

gelijk blijft. Dan is er sprake van een verschuiving

van incidentele posten (voor nieuw beleid) naar

structurele posten (voor uitvoering van beleid). Het

provinciale Waterplan vormt daarbij het kader van

de beleidsuitvoering in de komende vier jaar.

De veiligheidsrisico’s door schade aan dijken ver-

oorzaakt door muskusratten moeten beperkt blijven.

In 2006 moeten de eerste resultaten van onze geïn-

tensiveerde muskusrattenbestrijding zichtbaar wor-

den.

PS hebben bij de kaderbrief een motie (14-9) aange-

nomen over schaduwwerking calamiteitenberging

De Ronde Hoep c.a. Deze motie is uitgevoerd (zie het

statusoverzicht van de moties in de bijlage).

6 Milieu

De doelstelling

Wij streven naar een schoon, veilig, gezond en duur-

zaam leef- en werkklimaat in Noord-Holland.

De accenten

Om de uitstoot van CO2 in Noord-Holland terug te

dringen blijft het CO2 Servicepunt gehandhaafd. Wij

verwachten dat het aanpassen van vergunningen van

Page 13: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■12

bedrijven met een hoog energieverbruik en het

beoordelen van de energieplannen per 2006 zal lei-

den tot een vermeden CO2-emissie van 500 kiloton.

In het collegeprogramma is opgenomen dat wij

gemeenten stimuleren om in hun bestemmingsplan-

nen aandacht te geven aan onder andere duurzame

energie, duurzaam bouwen en zongericht verkave-

len. Aan deze doelstelling is de afgelopen twee jaar

uitvoering gegeven via reguliere programma’s, kli-

maatovereenkomsten en het CO2 Servicepunt.

Een actuele ontwikkeling betreft de gevolgen van

Europese regelgeving inzake luchtkwaliteit. Wij zul-

len het provinciaal actieplan luchtkwaliteit 2005

voortvarend uitvoeren. Tegelijkertijd blijven wij

samen met het interprovinciaal overleg (IPO) en de

rijksoverheid onze invloed aanwenden om de

Europese regelgeving - waaraan thans niet naar de

letter kan worden voldaan - te versoepelen. Ook zul-

len wij voortvarend onderzoeken welke mogelijkhe-

den er zijn om bij de realisering van infrastructuur,

bedrijventerreinen en woningen in Noord-Holland

de luchtkwaliteit te verbeteren.

Tot en met 2009 worden extra middelen ingezet op

lucht, veiligheid en geluid. Omdat wij belang hech-

ten aan een goed functionerende CROS (commissie

regionaal overleg luchthaven Schiphol) verhogen wij

in 2006 onze bijdrage.

In 2006 geven wij ons succesvolle duurzaam ener-

giebeleid een impuls door deze te verbinden met de

economische ontwikkeling van Noord-Holland

Noord. We richten ons hierbij op twee doelstellingen:

■ Groei van de economie in Noord-Holland Noord

door activering van de in dat gebied aanwezige

knowhow op het gebied van innovatieve duur-

zame energietechnologie bij aldaar gevestigde

kenniscentra en bedrijven.

■ Daling van de CO2-uitstoot door het gebruik van

(innovatieve) duurzame energietechnieken te

bevorderen.

In 2005 is de doelstelling uit het collegeprogramma

van 200 Megawatt duurzaam opgewekte energie

gehaald. Voor 2007 ligt de lat op 300 Megawatt.

De provincie en haar handhavingpartners streven

naar professioneler toezicht en handhaving. Daarvoor

stimuleren GS onder andere de oprichting van milieu-

diensten. Om de regio’s tegemoet te komen in de

kosten voor het oprichten van milieudiensten is voor

2006 een bedrag van € 500.000,– gereserveerd. Dankzij

deze provinciale bijdrage kunnen de regio’s het ver-

eiste professionaliseringsniveau halen.

7 Recreatie en toerisme, natuur en

landschap

De doelstelling

De provincie streeft naar de versterking en ontwik-

keling van het landelijk gebied voor recreatie, toe-

risme, natuur en landschap in hun onderlinge samen-

hang en in relatie tot water en landbouw.

De accenten

Wij zullen onverminderd doorgaan met de uitvoe-

ring van de Agenda Recreatie en Toerisme; in het uit-

voeringsprogramma 2006 zullen wij de accenten voor

dat jaar aangeven. Het jaar 2006 staat ook in het teken

van de uitwerking (bijv. AmstelGroen) en de concrete

uitvoering van de aanleg van nieuwe recreatiegebie-

den (bijv. Geestmerambacht). Om deze nieuwe

groengebieden te kunnen toevoegen aan de bestaan-

de recreatieschappen worden gemeenschappelijke

regelingen opgesteld. Onze positiebepaling ten

opzichte van deze recreatieschappen werken wij in

2006 verder uit. Dit zal leiden tot het vaststellen van

een strategische visie.

De Waddenzee is eveneens een beleidsaccent. Wij

houden de gevolgen van de planologische kernbe-

slissing (PKB) waddenzee van de rijksoverheid voor

de economie in de Noordkop scherp in beeld.

Diverse ontwikkelingen, waaronder het verplaatsen

van de veerhaven in Den Helder, de ontwikkeling

Page 14: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 13

van de havens in Wieringen en Oudeschild en de

bouw van een getijdencentrale, zouden niet onmo-

gelijk moeten worden. Wij zullen ons dan ook

inspannen om de grens van de PKB Waddenzee iets

te verleggen.

Bij onze inspanningen ten aanzien van de nationale

en provinciale landschappen merken wij het natio-

naal landschap Laag Holland als beleidsaccent aan.

Wij zullen dit waardevolle open veenweidelandschap

beschermen en ontwikkelen door het subsidiëren van

projecten (o.a. voor het beter toegankelijk maken van

het gebied) en door het opzetten van een grondbank.

PS staten hebben bij de kaderbrief een motie (14-10)

aangenomen met betrekking tot een te houden

Noordvleugelconferentie over groen en landschap.

GS zullen het belang hiervan (ook) tijdens de vijfde

conferentie in november 2005 benadrukken. Zie hier-

voor het statusoverzicht van de moties in de bijlage.

PS hebben bij de kaderbrief een motie (14-9) aange-

nomen waarin het college de opdracht krijgt een

agenda vitaal landelijk gebied 2006-2010 op te stel-

len. Wij voeren deze motie uit door het instellen van

een “kwaliteitsimpuls landelijk gebied”, welke via

een eerste begrotingswijziging aan u zal worden

voorgelegd. Zie hiervoor ook het statusoverzicht van

de moties in de bijlage.

Het motto van ons collegeprogramma “Bruggen

slaan”, is bij uitstek van toepassing op de sectoren

openluchtrecreatie en toerisme. Via concrete jaarpro-

gramma’s bevorderen wij de integratie van toerisme

en recreatie door:

■ Een optimaal gebruik van schaarse ruimte en

kostbare voorzieningen.

■ Meer mogelijkheden door kostenverlaging en

inkomstenverhoging.

■ Meer transparantie in beleid in inzet van instru-

menten.

■ Meer mogelijkheden voor ondernemers daar op

in te springen.

■ Betere kansen voor toeristische ontwikkelingen in

en bij recreatieve voorzieningen.

■ Kansen voor een in economisch en maatschappe-

lijk vitaal platteland.

■ Mogelijkheden voor koppeling voor cultuur-

historie.

8 Economie en landbouw

De doelstelling

De provincie Noord-Holland investeert in een goed

en innovatief vestigingsklimaat voor ondernemin-

gen, ter bevordering van de werkgelegenheid en het

bruto regionaal product. Een sterk en sociaal Noord-

Holland begint met een gezonde economie.

De accenten

Om onze ambities op economisch terrein te kunnen

realiseren zijn vier beleidsagenda’s in uitvoering

genomen:

■ De economische agenda.

■ De agenda arbeidsmarkt en onderwijs.

■ De agenda landbouw en visserij.

■ De agenda recreatie en toerisme

(zie programma 7).

In Noord-Holland Zuid is vooral aan de orde hoe we

de internationale concurrentiepositie kunnen behou-

den. Deze staat onder zware druk. Dit vraagt om

nieuw elan en investeringen in kansrijke sectoren

zoals de mainports Schiphol en Noordzee-

kanaalhavens, Amsterdam als financieel centrum,

Flower mainport Aalsmeer en de mediacluster in het

Gooi. Onze inzet is om samen met het bedrijfsleven

op het niveau van de Noordvleugel hiervoor de

voorwaarden te creëren.

Extra aandacht is nodig voor Noord-Holland ten-

einde de woon-werk balans in evenwicht te krijgen.

In het ontwikkelingsbeeld (streekplan) Noord-

Holland Noord hebben wij een forse ambitie opge-

nomen om de groei van de werkgelegenheid ‘van

binnen uit’ te bevorderen.

Page 15: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■14

Met het oprichten van het Ontwikkelingmbedrijf

Noord-Holland Noord vergroten wij de slagkracht

van de regio door bestaande initiatieven te bundelen.

Het Ontwikkelingsbedrijf moet er voor zorgen dat de

regio goed in beeld is bij investeerders en dat de eco-

nomische potenties van de regio optimaal worden

benut.

De Landbouw- en visserijagenda 2004-2007 heeft als

speerpunten:

■ Biologische en duurzame landbouw.

■ Innovatie en ondernemerschap.

■ Perspectief voor de visserij.

De Agenda arbeidsmarkt en onderwijs 2004-2007

heeft de volgende speerpunten:

■ Voorkomen van voortijdige schoolverlaters.

■ Via leerwerkplekken toetreding van jongeren op

de arbeidsmarkt.

■ Stimuleren van ondernemerschap.

9 Welzijn en jeugdzorg

De doelstelling

Een voor alle Noord-Hollandse burgers algemeen

toegankelijke sociale infrastructuur met hoog-

waardige voorzieningen voor (jeugd)zorg en welzijn.

De accenten

Het integraal stimuleringsbeleid wonen-welzijn-zorg

willen wij verbreden en betrekken bij de extra

investeringsimpuls Noord-Holland (EXIN-H):

wonen-welzijn-zorg in kleine kernen. Op dit moment

bereiden wij hiertoe een projectplan voor.

In het uitvoeringsprogramma sociaal beleid 2005 is

opgenomen dat de provincie de opvang van dak- en

thuislozen wil ondersteunen. Zwerfjongeren zijn

daarbij nadrukkelijk inbegrepen. De provincie ont-

plooit daarvoor initiatieven in samenwerking met de

primair verantwoordelijke gemeenten. Het college

wil de verkenning van de dak- en thuislozenproble-

matiek operationaliseren. Daarvoor wordt een pro-

jectplan opgesteld in het kader van de EXIN-H.

De provincie Noord-Holland hecht aan leefbare

kleine kernen. Wij stimuleren leefbaarheid via de

sociale pijler van het investeringsbudget stedelijke

vernieuwing (ISV), wijksteunpunten en projecten

voor multifunctionele accommodaties. Het project

met de Hartwinkels is vertraagd door financiële pro-

blemen bij de beoogde marktpartij. GS hopen op het

moment dat de begroting 2006 aan PS ter besluitvor-

ming voorligt een besluit genomen te hebben over

een herstart. Voor multifunctionele accommodaties

wordt in het kader van de EXIN-H een projectplan

leefbaar platteland gemaakt.

Jeugdigen mogen niet te lang wachten op de jeugd-

zorg die ze nodig hebben. Het Aanvalsplan wacht-

lijsten jeugdzorg zorgt daarom voor meer plaatsen bij

jeugdzorginstellingen zodat meer jongeren tijdig zorg

krijgen. De wachtlijsten voor jeugdzorg moeten in

2006 dalen en bij het Advies- en Meldpunt

Kindermishandeling moeten ze helemaal weg zijn.

10 Kunst, cultuur en educatie

De doelstelling

De provincie Noord-Holland streeft naar een hoog-

waardig en toegankelijk aanbod van cultuur en naar

behoud, versterking en ontwikkeling van het cultu-

reel erfgoed.

De accenten

In het collegeprogramma schreven wij dat het verder

verlagen van de subsidie aan de kunstuitleen wordt

stopgezet. In de cultuurnota 2005-2008 is evenwel

besloten de (rijks)subsidie voor de kunstuitlenen in

de periode t/m 2008 geleidelijk af te bouwen tot

nihil. Dit is reeds besloten en het beleid zal worden

voortgezet in de jaren 2006 t/m 2008.

Een van de onderdelen van de cultuurnota 2005-2008

is het vergroten van de bekendheid en het publieks-

Page 16: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 15

bereik van erfgoed. Het streven is om in 2006 een erf-

goedhuis operationeel te hebben. Binnen dat erf-

goedhuis werken tal van organisaties samen ten aan-

zien van deskundigheidsbevordering, educatie, toe-

risme en andere aspecten. Tot de relevante organisa-

ties behoren in elk geval de Stichting Stelling van

Amsterdam, het Museaal & Historisch perspectief

Noord-Holland, het provinciaal archeologisch depot,

de Stichting Provinciale Atlas Noord-Holland en de

Provinciale molencommissie. Ook andere particuliere

instellingen en koepelorganisaties op het gebied van

cultureel erfgoed komen voor participatie in aan-

merking.

11 Ruimtelijke ordening en

volkshuisvesting

De doelstelling

Ruimte bieden aan wonen, werken, natuur en vrije

tijd in Noord-Holland. Wij realiseren deze ruimte

door in nauw overleg met onze omgeving uitvoe-

ringsplannen te maken voor nieuwe bouwlocaties,

bedrijventerreinen en kantoorlocaties, groen- en

watergebieden. Daarnaast beoordelen wij of gemeen-

telijke plannen aansluiten op het provinciale en rijks-

beleid, stimuleren wij in samenwerking met onze

omgeving de woningbouwproductie en verlenen wij

subsidies aan gemeenten voor stedelijke vernieuwing.

De accenten

Bebouwing of aanleg van infrastructuur vindt altijd

plaats door middel van passende landschappelijke

inpassing en waar nodig de aanleg van nieuwe

natuur- en recreatiegebieden. Open ruimten blijven

in beginsel bestemd voor groen/blauwe en agrari-

sche functies. Het verdient aandacht dat de verdich-

ting in het stedelijk gebied vertraagt, waardoor

bebouwing in uitleggebieden weer actueel wordt.

De provincie wil in 2006 nog intensiever betrokken

zijn bij het ontwikkelen en realiseren van ruimtelijke

projecten door middel van ontwikkelingsplanologie

en strategisch grondbeleid. De traditionele aanpak

wijkt voor een innovatieve aanpak. Het accent ligt op

grotere invloed en meer sturingsmogelijkheden in

een vroeg stadium van de planontwikkeling. Daarbij

wordt meer nadruk gelegd op het realiseren van

bovenlokale en regionale projecten die in de streek-

plannen zijn vastgelegd. Dit moet in 2006 onder meer

leiden tot een meer anticiperend grondbeleid en

intensieve samenwerking met gemeenten en private

partijen. Beoogd wordt om in 2006 een (ruil)grond-

bank te vestigen in Laag Holland voor het behoud

van de daar aanwezige cultuurhistorische waarden.

Om deze accenten te kunnen aanbrengen moet in

2006 de juiste kennis en expertise aanwezig zijn.

Wij blijven ons inzetten op het behoud van de main-

port Schiphol om de internationale concurrentiepo-

sitie van de regio te handhaven en te versterken. Wij

zijn betrokken bij de ontwikkelingen van de main-

port en de evaluatie van de Wet luchtvaart die in

2006 wordt afgerond. Met onze regionale partners

voeren wij een actieve lobby om te zorgen dat

Schiphol binnen de geldende milieu- en veiligheids-

grenzen kan groeien.

De provincie Noord-Holland speelt een belangrijke

rol in de samenwerking van de Noordvleugel. Wij

dragen de verantwoordelijkheid voor een dertigtal

afgesproken regionale acties.

Staf en ondersteuning

Geen specifieke beleidsaccenten.

Financiering en algemene

dekkingsmiddelen

Ons doel is dat leges kostendekkend blijven door

kostenverlaging en - in tweede instantie - door

inkomstenverhoging. Hieraan is gedeeltelijk al invul-

ling gegeven. Overigens vormen leges slechts een

gering deel van de algemene dekkingsmiddelen. Het

kostendekkend maken van leges wordt in 2006

gecontinueerd.

Page 17: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■16

Hieronder vindt u een resumerend overzicht van onze voorstellen voor nieuw beleid.

Vervanging meubilair bestuur Borghouts 210.000 0 0 0

Uitvoering evenementenbeleid Poelmann 700.000 500.000 0 0

Cultuurparticipatie (actieplan cultuurbereik) Kruisinga 1.057.300 1.057.300 1.057.300 0

Verbreding samenwerking met Pommeren Kruisinga 50.000 50.000 0 0

Beprijzing in de Noordvleugel Mooij 100.000 0 0 0

Voorbereiding uitvoeringsprogramma Hooijmaijers 315.000 200.000 100.000 100.000

Noordvleugelconferentie 2006

Strategische agenda Schiphol Hooijmaijers 385.000 250.000 100.000 100.000

Stimuleren woningbouwproductie Moens/Hooijmaijers 100.000 0 0 0

Coördinatie Waddenzeebeleid Poelmann 37.900 42.900 47.900 52.900

Sanering riooloverstorten Bergen en Beverwijk Poelmann 80.000 0 0 0

Normering van regionale waterkeringen Poelmann 150.000 150.000 75.000 75.000

Implementatie EU Poelmann 60.000 60.000 60.000 0

kaderrichtlijn Water / Waterkwaliteit

Toets veiligheid beweegbare bruggen Mooij 200.000 0 0 0

Meerjarenprogramma kunstwerken Mooij 250.000 0 0 0

overige vaarwegen

Leasen van dienstauto’s Poelmann 180.000 0 0 0

voor muskusrattenbestrijders

De provincie als netwerk voor Schipper 800.000 0 0 0

kenniseconomie en innovatie

Arbeidsmarkt en onderwijs Schipper 510.000 510.000 0 0

Innovatie en ondernemerschap Schipper 300.000 300.000 0 0

in de landbouw

Het uitvoeren van wettelijke Moens 350.000 350.000 350.000 350.000

taken inzake lucht, veiligheid en geluid.

Budget implementatie en uitvoering

LVG-beleid en ondersteuning gemeenten

Contributie landelijk meldpunt afvalstoffen Moens 64.800 0 0 0

Overdrachtskosten stortplaatsen Moens 40.000 0 0 0

“De Poel” en “Hollandse Brug”.

Stimuleringsbijdrage oprichting milieudiensten Moens 500.000 500.000 0 0

Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord Schipper 375.000 0 0 0

Verhoging bijdrage beheer Schipper 90.500 90.500 90.500 90.500

openluchtrecreatie

Bureau CROS Moens 190.000 0 0 0

(Commissie Regionaal Overleg Schiphol)

Beleidsvoorstellen begroting 2006 Portefeuille 2006 2007 2008 2009

Page 18: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 17

Totaal nieuw beleid ten laste 7.095.500 4.060.700 1.880.700 768.400

van algemene middelen

Huidige meerjarenraming -1.009.300 1.556.000 531.900 -4.295.300

Te dekken -8.104.800 -2.504.700 -1.348.800 -5.063.700

Voorstel voor dekking

Voorstel structureel om te buigen 4.000.000 5.000.000 5.000.000 5.000.000

Incidenteel saldireserve 4.104.800 63.700

(sluitend maken begroting)

Nieuwe meerjarenraming 0 2.495.300 3.651.200 0

Beleidsvoorstellen begroting 2006 Portefeuille 2006 2007 2008 2009

Page 19: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■18

Overzicht van moties (M) en amendementen (A) bij de kaderbrief 2006

A 14-1 Aangenomen Extra investeringsimpuls (aanvullende gegevens).

CDA, GrLinks, Te schrappen de punten 4 en 5 van voordracht 34 en op te nemen een nieuw punt 4 “Gedeputeerde Staten

D66, VVD opdracht te geven voor 12 september de gevraagde aanvullende gegevens voor de extra investeringsimpuls

Noord-Holland voor te leggen zodat 26 september 2005 PS kan besluiten over opcentenverhoging”.

Uitvoering Wij zullen er voor zorgen dat de gevraagde informatie eind augustus beschikbaar is voor uw Staten.

M 14-2 Aangenomen Extra investeringsimpuls (voorbereidingskrediet).

PvdA Dragen het college van GS op om tien miljoen euro voorbereidingskrediet opgenomen in de kaderbrief

ruimhartig mede toe te kennen aan lagere overheden en toegelaten instellingen.

Uitvoering Tijdig voor de vergadering van uw Staten op 26 september 2005 zullen wij een besluit nemen over een

voorstel voor de toekenning aan derden van bijdragen ten laste van het voorbereidingskrediet.

M 14-7 Aangehouden Extra investeringsimpuls (financiële dekking en opcenten MRB).

ONH/ Dragen GS op (a) de structurele meeropbrengst van € 2,3 miljoen aan opcenten op de MRB met ingang van

VSP 1 januari 2006 te reserveren / gebruiken voor dekking van de investeringsimpuls, (b) de in de kaderbrief 2006

geschrapte structurele bezuinigingen van € 5 miljoen toch te realiseren met ingang van 1 januari 2006 en dat

geld ook te reserveren / gebruiken voor dekking van de investeringsimpuls, (c) deze statenperiode de burger

(autobezitter) niet te belasten met een opcentenverhoging op de MRB, welk aantal dan ook.

Uitvoering In augustus stellen wij een voorstel over de extra investeringsimpuls vast. Dit voorstel zenden wij aan uw

Staten, zodat uw Staten daar in september over kunnen beraadslagen.

M 14-8 Aangehouden Schaduwwerking calamiteitenberging Ronde Hoep c.a.

CDA Dragen GS op hiervoor een passende uitwerking op te stellen die draagvlak heeft bij de grondeigenaren en

tevens te bezien of de te betalen bedragen ineens dan wel periodiek deels dan wel geheel kunnen worden

teruggevorderd bij rijkswaterstaat

Uitvoering De motie is besproken in de commissie ROV op 16 juni.en uitgevoerd door de aanvullende passage over

schaduwwerking in de voordracht voor Provinciale Staten op 4 juli.

M 14-9 Aangenomen Agenda vitaal landelijk gebied 2006-2010.

GrLinks, CDA, VVD, Dragen GS op een agenda vitaal landelijk gebied 2006-2010 op te stellen die een overzicht biedt van de

D66 beschikbare incidentele en structurele provinciale middelen en de incidentele en structurele kosten die

gedurende deze vijf jaren gemoeid zijn met aankoop, inrichting en beheer van natuur-, veenweide- en

recreatiegebieden, klassieke landinrichting en het platteland; de uitkomsten van deze agenda te betrekken

bij de opstelling van de begroting 2006.

Uitvoering In augustus stellen wij een voorstel over de kwaliteitsimpuls landelijk gebied vast. Dit voorstel zenden wij

aan uw Staten, zodat uw Staten daar in september over kunnen beraadslagen. Wij verwijzen naar de eerste

begrotingswijziging 2006 die u separaat wordt toegezonden, waarover ook in uw vergadering van

november een besluit genomen kan worden.

M 14-10 Aangenomen Noordvleugelconferentie groen en landschap.

D66, GrLinks, VVD, CDA Het college van GS te verzoeken samen met de provincies Flevoland en Utrecht te bevorderen dat in het

voorjaar van 2006 (2007) een volgende noordvleugelconferentie wordt gewijd aan het thema groen en

landschap teneinde een gezamenlijke visie en beleid op dit terrein in het noordelijke deel van de randstad te

formuleren, zodat de uitkomsten medio 2006 kunnen worden meegenomen in de besluitvorming van het rijk.

Uitvoering Wij pakken het verzoek op binnen het huidige beleid. Inmiddels hebben wij samen met de gemeente

Amsterdam een ambtelijke werkconferentie georganiseerd over het thema Groen en Landschap om op de

vijfde noordvleugelconferentie in november een voorstel i.c. te kunnen inbrengen en deze groene conferentie

in 2006 te kunnen bewerkstelligen.

Nr. en indiener(s) Status Onderwerp en dictum

Page 20: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 19

1.4. Kerngegevens provincie Noord-Holland

Oppervlakte in km2 provincie, land en water totaal, 1 januari 2004

Provincie Noord-Holland

Totale oppervlakte in km2 4.091,76

Land in km2 2.670,36

Water totaal in km2 1.421,41

Bevolkingsdichtheid. Inwoners per km2 provincie + regio-indeling

Provincie Noord-Holland 969

Corop-gebieden:

Kop van Noord-Holland 335

Alkmaar e.o. 833

IJmond 1.181

Agglomeratie Haarlem 1.680

Zaanstreek 1.376

Groot Amsterdam 1.667

Gooi en Vechtstreek 1.229

Aantal gemeenten, aantal per regio

Corop-gebieden:

Kop van Noord-Holland 22

Alkmaar e.o. 6

IJmond 5

Agglomeratie Haarlem 6

Zaanstreek 2

Groot Amsterdam 15

Gooi en Vechtstreek 9

Noord-Holland 65

Aantal waterschappen 3

Buisleidingen (gas) idem 800

Afvalverwerkingsinrichtingen. aantal (2004) 80

Industriële bedrijven aantal 9.548

Omzet toeristische sector. € over 2000 (x 1 miljard) 6,3

Toeristische overnachtingen. aantal 2004 (x 1 miljoen) 17,2

Musea en provinciale musea. Aantal (2004) 146

Monumenten. Idem (2004) 550

Ziekenhuizen. Idem (2004) 24

Verzorgingshuizen, 2004 191

Kerngegevens provincie Noord-Holland

Page 21: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■20

Veranderingen in de woningvoorraad in 2004

Noord-Holland 1.157.773 8.305 1.166.078

Corop-gebieden:

Kop van Noord-Holland 147.682 1.675 149.357

Alkmaar en omgeving 94.402 1.126 95.528

IJmond 79.110 280 79.390

Agglomeratie Haarlem 97.280 170 97.450

Zaanstreek 65.735 542 66.277

Groot-Amsterdam 567.649 4.018 571.667

Gooi en Vechtstreek 105.915 494 106.409

Effectieve woningvoorraad Voorraad begin Vermeer- Voorraad einde

Woningbouwproductie over 2004 periode deringen periode

Aantal inwoners provincie 2.559.477 2.573.120 2.587.265 2.599.103

Noord-Holland totaal (1 januari)

Aantal personenauto’s geregistreerd in 1.018.119 1.031.380 1.007.156 1.015.262

provincie Noord-Holland (1 januari)

Ziekenhuisgewonden in het verkeer in 1.581 1.594 1.645 1.317

provincie Noord-Holland totaal 2004

Ziekenhuisgewonden in het verkeer 62 62 64 51

per 100.000 inwoners idem

Dodelijke verkeersslachtoffers idem 151 137 142 103

Dodelijke verkeersslachtoffers 6 5 6 4

per 100.000 inwoners idem

2001 2002 2003 2004 2005

Page 22: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 21

Werkgelegenheid

Noord-Holland 1.246.713 1.292.390 1.320.960 1.328.558

Corop-gebieden:

Kop van Noord-Holland 135.005 135.966 139.306 142.905

Alkmaar en omgeving 88.246 90.519 92.127 95.076

IJmond 72.063 73.410 76.993 77.712

Agglomeratie Haarlem 90.657 94.153 96.526 95.435

Zaanstreek 62.618 59.969 63.250 61.577

Groot-Amsterdam 697.122 735.582 742.702 743.561

Gooi en Vechtstreek 101.002 102.791 110.056 112.292

Werkloosheid

Noord-Holland 37.000 48.000 65.000 78.000

Corop-gebieden:

Kop van Noord-Holland 4.000 6.000 6.000 10.000

Alkmaar en omgeving 3.000 5.000 4.000 7.000

IJmond 2.000 3.000 4.000 3.000

Agglomeratie Haarlem 4.000 3.000 3.000 7.000

Zaanstreek - 2.000 3.000 3.000

Groot-Amsterdam 20.000 25.000 39.000 41.000

Gooi en Vechtstreek 3.000 5.000 5.000 8.000

Werkloosheidspercentage

Noord-Holland 3,1% 3,9% 5,3% 6,3%

Corop-gebieden:

Kop van Noord-Holland 2,7% 3,6% 3,7% 5,7%

Alkmaar en omgeving 2,7% 4,1% 3,4% 6,7%

IJmond 2,6% 3,5% 5,1% 3,7%

Agglomeratie Haarlem 4,1% 2,9% 3,3% 6,8%

Zaanstreek - 2,4% 4,2% 3,7%

Groot-Amsterdam 3,5% 4,2% 6,6% 6,8%

Het Gooi en Vechtstreek 3,2% 4,7% 4,8% 6,9%

Overslag zeehavens Noord-Holland 68,3 70,4 65,5 73,8

hoeveelheden/gewicht (x 1 miljoen ton)

Overslag zeehavens Nederland 411,9 422,4 424,7 459,0

2000 2001 2002 2003 2004

Page 23: Programmabegroting 2006

Personeel en organisatie

■ Personeelslasten provincie Noord-Holland. De

totale lasten van het actieve personeel (exclusief

medewerkers van Provinciale en Gedeputeerde

Staten) over 2004 bedroegen € 78.996.000. Het

totaal inclusief uitkeringen Provinciale Staten,

wedden Gedeputeerde Staten en uitkeringen aan

voormalig personeel en voormalige GS-leden)

over 2004 kwam uit op € 84.265.000.

■ Formatieplaatsen provincie Noord-Holland. Het

aantal organieke formatieplaatsen op 31 decem-

ber 2003 was 1.421. Op 31 december 2004 was dit

afgenomen tot 1.342. Het aantal medewerkers op

31 december 2003 bedroeg 1.667, een jaar later

1.465.

■ Personeelsverloop (uit dienst). In 2004 hebben 242

medewerkers de provincie verlaten. Dit aantal is

inclusief de circa 100 medewerkers in het kader

van de verzelfstandiging van de onderafdeling

groenbeheer. In 2004 traden 43 nieuwe medewer-

kers in dienst. Vergeleken met 31 december 2003

waren er op 31 december 2004 zo’n 12% minder

medewerkers in dienst van de provincie Noord-

Holland.

■ Ziekteverzuim. Over 2004 bedraagt het gemid-

delde ziekteverzuimpercentage 6,8%. In 2003 was

dat 6,9%.

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■22

Page 24: Programmabegroting 2006

Programmaplan 2006

Page 25: Programmabegroting 2006

■24 P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D

Page 26: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 25

2.1 Bestuur en burger■

Het goed, betrouwbaar en duaal kunnen functioneren van het provinciaal bestuur.

Het profileren van het gewenste imago van het provinciaal bestuur, zijn producten

en diensten ten opzichte van de verschillende doelgroepen. Het zorgdragen voor

een deugdelijke toepassing van wetgeving.

Productgroepen

Provinciale Staten

Gedeputeerde Staten

Kabinetszaken

Juridische Kwaliteitszorg

Communicatie

Wat willen we bereiken?

Portefeuillehouder

mr. H.C.J.L. Borghouts

P.J.M. Poelmann

Tevredenheidsenquête onder Provinciale Staten over de statengriffie

Het percentage van de leden van PS dat vindt dat de vertegen-

woordigende rol goed uit de verf komt

Het percentage van de leden van PS dat vindt dat zij er goed in slagen om

de nieuwe relevante vraagstukken op de politieke agenda te krijgen

Het percentage van de leden van PS dat vindt dat hun kaderstellende

functie voldoende waar gemaakt wordt.

Het percentage van de leden van PS dat vindt dat zij hun controlerende

taak voldoende waarmaakt.

Het aantal door GS binnen de daarvoor gestelde termijn verleende

vergunningen en ontheffingen

Het aantal door GS binnen de daarvoor gestelde termijn genomen

beslissingen op subsidieverzoeken (obv deelverordeningen)

Streefnorm: cijfer 7,0

Kengetal: n. n. b.

Streefnorm: 70%

Kengetal 50%

Streefnorm: 70%

Kengetal: 47%

Streefnorm: 55%

Kengetal: 29%

Streefnorm: 60%

Kengetal:53%

Streefnorm: 85%

Kengetal: 85%

Streefnorm: 100%

Kengetal: niet beschikbaar1)

Rapportage vindt plaats bij:

jaarverslag van de staten-

griffie, de enquête die eind

2006 herhaald wordt en de

jaarstukken 2006

Het goed, betrouwbaar, herkenbaar en duaal functioneren van het provinciebestuur.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 27: Programmabegroting 2006

houden hoorzittingen en raadplegen de bevolking

door consultaties. Aan deze activiteiten wordt

bekendheid gegeven door:

■ het uitbrengen van persberichten;

Wat gaan we ervoor doen?

Provinciale Staten

Naast de reguliere commissievergaderingen en ver-

gaderingen van Provinciale Staten leggen de staten-

leden in commissieverband werkbezoeken af. Zij

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■26

Tijdig afgehandelde bezwaarschriften Streefnorm: 60%,

Kengetal: 34%

■ Rapportage vindt plaats bij:

– de voorjaarsnota 2006

– de najaarsnota 2006

– de jaarstukken 2006

– het jaarverslag van de HAC;

– het burgerjaarverslag 2006

Waarborgen juridische kwaliteit en het tijdig afhandelen van procedures.

Indicator Doelstelling Rapportage

Aantal ambtsbezoeken van de CdK

Het percentage adviezen over burgemeester benoemingen dat binnen 6

maanden na het vrijgeven van de vacature aan de minister zijn uitgebracht

Streefnorm: 20 per jaar

Kengetal: 19 per jaar

Streefnorm: 100% van de adviezen

Kengetal: 90%

Rapportage vindt plaats bij:

het jaarverslag CdK 2006 en

de jaarstukken 2006

Het herkenbaar functioneren van de commissaris van de Koningin als bestuursorgaan c.q. rijksorgaan en

vertegenwoordiger van de provincie.

Indicator Doelstelling Rapportage

■ Versterking van het imago van de provinciale rollen als - financier/ sub-

sidieverlener

– toezichthouder en handhaver

– coalitiepartner

– initiator

t.o.v. metingsresultaten zoals beschreven in de burgermonitor en het

stakeholdersonderzoek van 2004.

De streefnorm en het kengetal wordt

bepaald op basis van de 0-meting van

2005

2. Toename van het aantal vermeldingen

van de naam van de provincie na het

toekennen van subsidies of na (mede)-

financiering

■ Rapportage vindt plaats bij:

– de jaarlijkse trendmeting

– de jaarstukken 2006

De verschillende doelgroepen zien het provinciaal bestuur van Noord-Holland als:

■ een organisatie die haar rol als volksvertegenwoordiger herkenbaar uitdraagt;

■ een organisatie met duidelijke producten en diensten die een relevante bijdrage leveren aan de Noord-Hollandse

samenleving.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 28: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 27

■ vermelding op de internetsite van de provincie

(waarop ook meegeluisterd kan worden naar PS-

vergaderingen);

■ periodieke aankondigen op de provinciale pagina

van plaatselijke nieuwsbladen.

Speciale activiteiten van Provinciale Staten zijn de

jaarlijkse installatie van een jongerenpanel, de jaar-

lijkse Arondeuslezing en conferenties, zoals over het

Wieringerrandmeer.

Gedeputeerde Staten

2006 is het jaar vóór de statenverkiezingen. Zeker in

dit jaar moet blijken in hoeverre wij erin zijn geslaagd

de bruggen te slaan die ons voor ogen stonden bij de

vaststelling van het collegeprogramma in mei 2003.

Uit de midterm review over de stand van zaken van

de uitvoering van het collegeprogramma blijkt dat

veel voornemens inmiddels zijn uitgevoerd of dat de

uitvoering ter hand is genomen.

In 2005 is het dualisme geëvalueerd. De uitkomst van

de evaluatie moet aangeven of en zo ja welke wijzi-

gingen in het duaal functioneren tussen PS en het col-

lege nodig zijn. Indien noodzakelijk ondernemen wij

in 2006 activiteiten om de gewenste wijzigingen

vorm te geven.

Ook in 2006 wordt door de commissaris van de

Koningin een burgerjaarverslag opgesteld, dat

inzichtelijk maakt waar de burgerparticipatie en de

kwaliteit van de dienstverlening aan de inwoners

van Noord-Holland beter kunnen. In 2006 zal blijken

in hoeverre de reorganisatie van de ambtelijke orga-

nisatie effect heeft op de efficiëntie en effectiviteit en

daarmee op de kwaliteit van de dienstverlening.

In 2006 wordt verdere invulling gegeven aan het pro-

gramma e-provincies. Dit programma ontwikkelt op

generiek niveau producten die bijdragen aan de

elektronische dienstverlening en informatievoorzie-

ning van de provincie aan burgers, bedrijven en

instellingen. Eind 2007 verloopt 75% van de publieke

dienstverlening via het internet. Tevens moet de inzet

van ICT leiden tot deregulering, minder bureaucra-

tie en verlaging van administratieve lasten.

In 2006 worden de activiteiten met het jongerenpanel

voortgezet.

Het provinciaal bestuur maakt regelmatig gebruik

van vervoer door derden. Om het gewenste kwalita-

teitsniveau te waarborgen, wordt hiervoor alleen

gewerkt met bedrijven met een Taxi Keurmerk.

Kabinetszaken

De commissaris van de Koningin heeft als rijksor-

gaan een aantal taken die voortvloeien uit de

Ambtsinstructie. Deze hebben betrekking op burge-

meestersbenoemingen, advisering inzake (konink-

lijke) onderscheidingen, archivering en registratie

van de op de ambtsinstructie betrekking hebbende

stukken en werkbezoeken aan gemeenten. In de

ambtsperiode van de huidige commissaris wordt er

naar gestreefd elk jaar aan circa 20 Noord-Hollandse

gemeenten een werkbezoek te brengen.

Daarnaast is de commissaris regelmatig gastheer of

vertegenwoordiger van de provincie bij aangelegen-

heden van het Koninklijk Huis en bij het bezoeken of

ontvangen van relaties en klanten binnen en buiten

de provincie.

Om inzicht te geven in de uitvoering van deze taken

aan Provinciale Staten, inwoners van Noord-Holland

en externe partners, brengt de commissaris ieder jaar

een jaarverslag uit.

De belangrijkste externe partners bij het uitvoeren

van zijn taken zijn gemeenten, het ministerie van

BZK en diensten van het Koninklijk Huis. De belang-

rijkste taken/rollen van de provincie zijn onder meer

de (inhoudelijke) organisatie van werkbezoeken en

koninklijke bezoeken, procedurebegeleiding en advi-

sering inzake burgemeestersbenoemingen en

(koninklijke) onderscheidingen. Kritische succesfac-

toren zijn het zorgvuldig hanteren van procedures en

het in acht nemen van privacy en vertrouwelijkheid

bij burgemeestersbenoemingen en (koninklijke)

Page 29: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■28

onderscheidingen. Voor de werkbezoeken aan

gemeenten is een snelle rapportage naar GS en de

interne organisatie van belang, zodat informatie

gedeeld wordt en gemaakte afspraken een vervolg

kunnen krijgen.

Veel van genoemde taken zijn aan te merken als

“going concern” taken.

Communicatie

Om de burgers en overige doelgroepen van de pro-

vincie Noord-Holland bekend te maken met het pro-

vinciaal bestuur, zijn diensten en taken doen we in

2006 het volgende:

De profilering van het provinciaal bestuur (GS en PS)

is de kern van de corporate communicatie. Het hoofd-

doel van de provinciale communicatie is om bestuur,

diensten en producten duidelijk te profileren conform

het gewenste imago en tevens een bijdrage te leveren

aan de profilering van het duale stelsel.

Projectcommunicatiespecialisten verzorgen de com-

municatie van minimaal 50 provinciale projecten.

Een aantal concerntaken valt binnen het programma

Andere Overheid, zoals onze bijdrage aan het digi-

tale loket.

Overige activiteiten op het gebied van corporate

communicatie zijn het ontwikkelen, (laten) produce-

ren en implementeren van alle in- en externe com-

municatiemiddelen, het handhaven van de huisstijl,

het op aanvraag leveren van bijdragen aan de sta-

tencommunicatie, jongerencommunicatie, het rela-

tiemanagement van de commissaris van de

Koningin, het relatiegeschenkenbeleid en de voorbe-

reiding van de verkiezingen 2007.

Juridische Kwaliteitszorg

Het aantal bezwaarschriften en beroepszaken zal toe-

nemen als gevolg van de centralisering in de nieuwe

organisatie: De verwachte toename is 150 respectie-

velijk 100 (van 250 naar 400 bezwaarschriften en van

180 naar 280 beroepszaken). De juridische dienstver-

lening moet ondanks deze toename klantgericht en

kwalitatief hoogwaardig blijven. Wij zullen daarvoor

zorgdragen.

Evenementenbeleid

GS gaven in het voorjaar van 2005 opdracht om een

kader voor het evenementenbeleid op te stellen. Dit

inmiddels opgestelde beleid is in te passen in het

communicatiebeleid van de provincie Noord-

Holland in aansluiting op het sponsorbeleid, waaro-

ver op 9 november 2004 een notitie door GS is vast-

gesteld.

De provincie organiseert al jaren tal van evenemen-

ten, zonder dat dit onder de vlag van een evenemen-

tenbeleid is gebracht. Ook participeert de provincie

in evenementen van anderen. Het evenementenbe-

leid beoogt de bestaande en toekomstige initiatieven

een algemeen provinciaal kader te bieden, met de

mogelijkheid afwegingen te maken.

Evenementen kunnen de zichtbaarheid van de pro-

vincie in het brede maatschappelijk netwerk bevor-

deren, waardoor de beleidsontwikkeling en -uitvoe-

ring aan betekenis winnen.

Evenementen kunnen de provincie beter op de kaart

te zetten vanuit:

■ promotioneel belang (vergroting naamsbekend-

heid, imagovorming,)

■ economisch belang (toeristisme, recreatie, aan-

trekken buitenlandse bezoekers)

■ maatschappelijk belang (versterking betrokken-

heid inwoners, overbrugging culturele verschil-

len, participatiebevordering)

Hiermee dragen evenementen bij aan het realiseren

van beleidsdoelstellingen op een breed provinciaal

terrein.

Beleidsintensiveringen 2006.

Evenementenbeleid 700.000 500.000 0 0

Omschrijving 2006 2007 2008 2009

Page 30: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 29

Evenementen zoals themabijeenkomsten zijn, naast

informatieverzameling en monitoring van schrifte-

lijke en digitale bronnen, belangrijk voor het opvan-

gen van geluiden uit de omgeving van de provincie.

Ze geven snel inzicht hoe relevante spelers denken

over een onderwerp.

Bestuurlijke relevantie is het criterium voor het wel

of niet organiseren van een evenement. De provincie

organiseert veel ontmoetingen, zoals de nieuwjaars-

bijeenkomst en kennismakingsbijeenkomsten na de

verkiezingen. Het zwaartepunt ligt evenwel bij

inhoudelijke ontmoetingen: dagconferenties, sympo-

sia, officiële presentatie van beleidsnota’s.

Evenementen zijn ook te onderscheiden naar hun

omvang:

■ Grote evenementen van nationale schaal zullen

veel bezoekers trekken en veel media-aandacht

genereren (SAIL, Bevrijdingsfestival, Dance

Valley, beurzen als HISWA en op internationale

schaal MIPIM en Boot Düsseldorf);

■ Middelgrote evenementen bewegen zich op pro-

vinciale schaal (voorbeeld: culturele zomerpro-

gramma De Karavaan, Bevrijdingspop, Stelling-

maand);

■ Regionale evenementen kunnen een provinciale

kleur krijgen door bijdragen van

provinciewege (voorbeeld: Dam-tot-Damloop, Corus

schaaktoernooi, bloemententoonstellingen, vaar-

dagen Haarlem).

In het evenementenbeleid moet rekening worden

gehouden met deze en andere verschillen in relatie

tot de provinciale betrokkenheid en de profilerings-

mogelijkheden.

Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.

Verordening fractiebijdrage 02-2005

Reglement van orde Rekeningcommissie Noord-Holland 2003 01-2004

Verordening ambtelijke bijstand Provinciale Staten van Noord-Holland 2003 06-2004

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van PS commissie Noord-Holland 2003 06-2004

Reglement van orde voor vergaderingen en ander werkzaamheden van Provinciale Staten van Noord-Holland 06-2004

Verordening regelende de geldelijke secundaire en faciliterende voorwaarden voor het provinciaal bestuur 09-2004

Reglement van Orde Gedeputeerde Staten 01-1996

Instructie griffier der staten (= ambtsinstructie Provinciesecretaris) 05-1964

Verordening ambtelijke organisatie 09-1996

Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum

Page 31: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■30

Lasten

Beleidsaccenten 910.000 500.000 - -

Bestaand beleid 6.121.000 5.901.000 5.865.900 5.850.900

Totaal lasten 5.603.200 5.969.300 7.031.000 6.401.000 5.865.900 5.850.900

Baten

Beleidsaccenten

Bestaand beleid 53.600 53.600 53.600 53.600

Totaal baten 354.566 53.600 53.600 53.600 53.600 53.600

Resultaat voor bestemming 5.248.634 5.915.700 6.977.400 6.347.400 5.812.300 5.797.300

Ontrekking reserves - - - - - -

Storting reserves - - - - - -

Resultaat na bestemming 5.248.634 5.915.700 6.977.400 6.347.400 5.812.300 5.797.300

Investeringen

Beleidsaccenten - - - - - -

Bestaand beleid - - - - - -

Bijdragen derden - - - - - -

Onttrekking reserves - - - - - -

Saldo activering - - - - - -

Voorzieningen

Onttrekking voorzieningen - memorie memorie memorie memorie memorie

Storting voorzieningen 313.046 268.600 memorie memorie memorie memorie

Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Wat mag het kosten?

Page 32: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 31

Page 33: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■32

Page 34: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 33

2.2 Bestuur en andere overheden■

Bewaken van een gezond functioneren van lagere overheden en verbeteren van de

relaties met andere overheden.

Productgroepen

Bestuurlijke samenwerking

Financieel Toezicht

Archiefinspectie

Europese Zaken

Ontwikkelingssamenwerking

Handhaving openbare orde

Rampenbestrijding en civiel verdediging

Wat willen we bereiken?

Portefeuillehouder

P.J.M. Poelmann

A.M.C.A. Hooijmaijers

A. Moens

P.J.M. Poelmann

Mw. drs. R. Kruisinga

mr. H.C.J.L. Borghouts

Aantal regio’s die deelnemen aan de bestuurkrachtmonitor Streefnorm: 1 regio per jaar

Kengetal: 1 regio per jaar

Rapportage vindt plaats bij

– de voorjaarsnota 2006

– de najaarsnota 2006

– de jaarstukken 2006

Verbeteren van de samenwerking van gemeenten.

Indicator Doelstelling Rapportage

Er is geen indicator van het maatschappelijke effect1)

1) In het kader van de productenraming 2005 wordt gerapporteerd over de

verrichte activiteiten en de geleverde producten.

Rapportage vindt plaats bij:

– de voorjaarsnota 2006

– de najaarsnota 2006

– de jaarstukken 2006

Betere positionering van de provincie Noord-Holland t.o.v. andere overheden.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 35: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■34

Aantal preventieve gemeenten o.b.v. financiële positie en proces Streefnorm: 0

Kengetal: 6

Rapportage vindt plaats bij:

– de voorjaarsnota 2006

– de najaarsnota 2006

– de jaarstukken 2006.

Het behoud van financiële autonomie van gemeenten (het voorkomen van artikel 12-gemeenten).

Indicator Doelstelling Rapportage

Projecten die volgens projectplan verlopen De streefnorm is 100%

Het kengetal is: 85%

Rapportage vindt plaats bij:

– de voorjaarsnota 2006

– de najaarsnota 2006

– de jaarstukken 2006

Indicator Doelstelling Rapportage

■ Aantal gemeenten, waterschappen en politieregio’s met aangepaste

archiefverordeningen

■ Aantal gemeenten, waterschappen en politieregio’s met goede

archiefruimte

■ Aantal Regionaal-historische centra (RHC’s)

■ Aantal gemeenten aangesloten bij RHC’s

Streefnorm: 100%.

Kengetal: 90%

Steefnorm 100%

Kengetal: 63%

Steefnorm 7

Kengetal: 6

Steefnorm 100%

Kengetal: 93%

Rapportage vindt plaats bij:

– de najaarsnota 2006

Goed toegankelijke en goed beheerde papieren en digitale archieven van provincie, gemeenten, waterschappen,

politieregio’s en gemeenschappelijke regelingen.

Indicator Doelstelling Rapportage

Het leveren van een passende provinciale bijdrage aan structurele verbetering van de primaire levensomstandigheden

van burgers in arme landen en regio’s in de wereld.

Page 36: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 35

Hoeveelheid uitgevoerde taken uit het Werkplan Europa 2006.

(De taken uit het werkplan vloeien voort uit de doelstellingen die zijn

geformuleerd in de Agenda voor Europese Strategie 2003-2007)

Halverwege 2006 wordt apart gerapporteerd over de uitvoering van het

Werkplan Europa 2006. De rapportage wordt gekoppeld aan de

voorjaarsnota

Streefnorm: 100%

Kengetal: 90%

Rapportage vindt plaats bij:

– de voorjaarsnota 2006

– de najaarsnota 2006

– de jaarstukken 2006

Betere positionering van Noord-Holland in Europa voor het realiseren van provinciale doelstellingen met een

Europees belang en samenwerking met andere Europese regio’s.

Indicator Doelstelling Rapportage

Het percentage van gemeenten dat over tenminste 90% van de risico-

objecten informatie hebben aangeleverd

Streefnorm: 100%

Kengetal: geen kengetal beschikbaar

Rapportage vindt plaats bij:

– de voorjaarsnota 2006

– de najaarsnota 2006

– de jaarstukken 2006

Ook wordt op internet op de

risicokaart de stand van zaken

gegeven.

Het verbeteren van de coördinatie en communicatie op het gebied van veiligheid.

Indicator Doelstelling Rapportage

Het percentage rampenplannen van de Noord-Hollandse gemeenten dat

voldoet aan de vastgestelde toetsingscriteria

Streefnorm: 100%

Kengetal: geen kengetal beschikbaar

Rapportage vindt plaats bij:

– de bestuurlijke rapportage

GS/CdK inzake voor-

bereiding rampenbestrijding

aan BZK.

– de najaarsnota 2006

– de jaarstukken 2006

Het verbeteren van de voorbereiding op en de coördinatie van rampenbestrijding.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 37: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■36

Wat gaan we ervoor doen?

Bestuurlijke Samenwerking

2006 staat in het teken van een actieve ondersteuning

van initiatieven van gemeenten ter versterking van

hun bestuurskracht. Verschillende gemeenten in

Noord-Holland hebben inmiddels dergelijke initia-

tieven genomen, zoals samenwerking, herindeling of

een onderzoek naar het functioneren van de

gemeente.

Ook in 2006 blijven wij deze initiatieven actief onder-

steunen. Een discussie over de toekomst van het

middenbestuur gaat namelijk niet alleen over de pro-

vincies, maar ook over de verdeling van taken en

bevoegdheden tussen rijk, provincies, plusregio’s

(verlengd lokaal bestuur zoals het ROA) en gemeen-

ten en de daarbij behorende bestuurskracht en

schaalgrootte van deze bestuurslagen.

In het verlengde hiervan moeten ook de verschil-

lende samenwerkingsverbanden opnieuw beoor-

deeld worden, zoals regio Randstad, P4, regionale

samenwerking Amsterdam, IPO etc. Het evaluatie-

rapport van de regio Randstad, verschenen in het

najaar van 2005, geeft hiertoe een belangrijke aanzet.

Het public affairs beleid wordt eveneens voortgezet.

Onderdeel hiervan is de digitale nieuwsbrief ‘Noord-

Holland op de hoogte’. Deze nieuwsbrief wordt

benut om relevant nieuws uit Den Haag en Brussel

of ander collega-overheden te verspreiden.

Financieel toezicht

Het begrotingstoezicht op gemeenten is in beginsel

repressief. Als de financiële situatie of het financiële

proces binnen een gemeente daartoe aanleiding geeft

kunnen wij preventief begrotingstoezicht instellen.

Dit dient te voorkomen dat er zogenaamde artikel 12

gemeenten ontstaan.

Financieel toezicht heeft tot doel het vertrouwen van

de burger in een goed werkende overheid te bewa-

ken. Jaarlijks worden hiertoe analyses gemaakt van

de financiële positie en het financiële proces van

iedere gemeente in Noord-Holland. De uitgangs-

punten voor de beoordeling zijn vastgelegd in een

gemeenschappelijk toezichtkader, dat door alle toe-

zichthouders wordt gehanteerd (twaalf provincies en

het Rijk). De vigerende versie dateert van juni 2003.

Een geactualiseerde versie is in concept gereed. Ons

oordeel is openbaar en wordt aan de gemeentebe-

sturen bekend gemaakt.

Jaarlijks wordt in het analyseformulier een landelijke

toezichtthema opgenomen. Voor 2006 is dit thema ‘

verbonden partijen’. ‘Verbonden partijen’ zijn alle

instanties waarin een gemeente een bestuurlijk en

financieel belang heeft.

Archiefinspectie

Goed toegankelijke en goed beheerde, recente archie-

ven in papieren en digitale vorm zijn voor overheden

essentieel als eigen geheugen. Maatschappelijk zijn

ze van groot belang voor de democratische controle

op het handelen van de overheid door Provinciale

Staten, gemeenteraden en burgers. Individuele bur-

gers kunnen hun rechten terugvinden in overheids-

archieven, mits die goed op orde zijn. Historische

archieven van twintig jaar en ouder zijn een belang-

rijk onderdeel van het cultureel erfgoed. In Noord-

Holland wordt de publieke toegankelijkheid hiervan

gestimuleerd door de vorming van zeven regionale

historische centra, waar de historische archieven van

alle gemeenten, waterschappen en andere instellin-

gen toegankelijk zijn. Ook projecten die historische

archieven via internet beter toegankelijk maken wor-

den bevorderd, in aansluiting op het landelijke con-

venant archieven 2002.

Ontwikkelingssamenwerking

Jaarlijks worden er uit zo’n twintig projectvoorstel-

len van instanties circa tien projecten geselecteerd tot

een gezamenlijk bedrag van € 453.800,-. De betrok-

ken instanties stellen per project voortgangs-, finan-

ciële en evaluatierapporten op, die de provincie

beoordeelt.

Europese Zaken

De uitvoering van de Agenda voor de Europese

Strategie (AES) wordt voortgezet, rekening houdend

Page 38: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 37

met de tussenrapportage van medio 2005. De belang-

rijkste elementen zijn het verankeren van de resulta-

ten van Europaproof in de organisatie, professionele

informatievoorziening, adequate belangenbeharti-

ging in Brussel, Europese samenwerking en het

benutten van Europese subsidieprogramma’s. De

AES loopt tot 2007. Eind 2006 wordt een rapportage

opgesteld over de geboekte resultaten, die input

vormt voor de volgende collegeperiode.

Jaarlijks bieden wij aan PS het werkplan Europa aan

als vertaling van de Agenda voor Europese Strategie.

In 2006 loopt dit werkplan procesmatig, wellicht ook

inhoudelijk, parallel aan de productenraming die aan

PS wordt aangeboden. Via dit werkplan is de uit-

voering van het Europabeleid jaarlijks te volgen.

Europaproof. Onze inzet is een optimaal gebruik van

de hulpmiddelen om bij de uitvoering van taken in

overeenstemming met de relevante Europese regel-

geving te kunnen opereren.

Informatievoorziening. De digitale informatievoor-

ziening van ‘Noord-Holland op de hoogte’ zal wor-

den benut om relevant nieuws uit Brussel, Den Haag

of van andere collega-overheden te verspreiden (zie

ook productgroep Bestuurlijke Samenwerking).

Belangenbehartiging in Brussel. De lobby in Brussel

mikt op het benutten van de mogelijkheden die ont-

staan door de herziening van de structuurfondsen

per 2007 (regionaal beleid). Ook plattelandsontwik-

keling vraagt veel aandacht. Ten slotte oriënteren wij

ons op de relevantie van het in ontwikkeling zijnde

Europese ‘maritieme beleid’.

Europese subsidies. Het effectief benutten van

Europese subsidieprogramma’s blijft een harde doel-

stelling, hoewel veel subsidieprogramma’s aflopen

en de middelen (vrijwel) zijn uitgeput. Een goede

afronding van lopende projecten heeft daarom onze

aandacht. De provincie verwacht in 2006 aanmerke-

lijk minder middelen nodig te hebben dan in voor-

gaande jaren en dat de afrekening van de diverse

lopende projecten lager zal uitvallen dan begroot.

Voor de uitvoering van het EU-programma Leader+

is budget beschikbaar. De overige nieuwe projecten

worden zoveel mogelijk gefinancierd uit de vrijval

van middelen uit afgeronde projecten. Zijn de vrij-

gevallen middelen daarvoor niet toereikend, dan zul-

len wij bij het voorjaars- of najaarsbericht 2006 als-

nog vragen om extra middelen voor cofinanciering.

Samenwerking. De algemene samenwerking met

andere Europese regio’s omvat deelname in de

Noordzeecommissie en samenwerking met de regio

Pommeren in Polen.

Handhaving Openbare Orde en

Veiligheid

De coördinatie van taken op het gebied van veilig-

heid betreft zowel de provinciale samenwerking als

de samenwerking met externe partners (gemeenten,

hulpverleningsdiensten en bedrijven).

Rampenbestrijding en civiele

verdediging

Bij het toezicht gaat het om de kwaliteit en tijdigheid

van de voorbereiding van rampenbestrijding door

gemeenten, regio’s en beheerders van waterstaats-

werken. Dit omvat ook het al dan niet houden van

oefeningen en aanpassingen in de planvorming naar

aanleiding hiervan en de onderlinge afstemming tus-

sen de diverse partners en planfiguren.

Page 39: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■38

Vanuit deze begrotingspost wordt een groot deel van

de samenwerkingsactiviteiten met Pommeren (Polen)

gefinancierd. Naar aanleiding van een motie van PS

is deze aanvankelijk economische samenwerking

gestart. PS hebben het college gevraagd om deze

samenwerking te verbreden, wat beleidsmatig is

vastgelegd in de ‘Agenda voor Europese Strategie

2003-2007, Grip op Europa’ en waarover in 2004 een

overeenkomst met Pommeren is gesloten. De over-

eengekomen thema’s voor samenwerking zijn: alge-

meen bestuur, economie, milieu en cultuur. Deze the-

ma’s zijn uitgewerkt in activiteiten. Op 24 mei 2005

hebben wij ingestemd met het activiteitenplan dat PS

ter kennisname is toegezonden.

Beleidsintensiveringen 2006.

Verbreding samenwerking met Pommeren 50.000 50.000 0 0

Omschrijving 2006 2007 2008 2009

Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.

Gemeenschappelijke regeling Regio Randstad 2002

Verenigingsstatuut Interprovinciaal Overleg (IPO) 2003

Gemeenschappelijk minimum beleidskader (Contract tussen 12 provincies en rijk) GS: 2003

Deelverordening Ontwikkelingssamenwerking 06-2004

Agenda voor de Europese Strategie 2003-2007 02-2004

Cultuurnota Provincie Noord-Holland 2005-2008 11-2004

Archiefverordening Provincie Noord-Holland 11-1997

Landelijk convenant archieven 2002

Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum

Page 40: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 39

Lasten

Beleidsaccenten 50.000 50.000 - -

Bestaand beleid 2.743.200 2.741.600 2.581.600 2.581.600

Totaal lasten 2.443.463 4.406.900 2.793.200 2.791.600 2.581.600 2.581.600

Baten

Beleidsaccenten - - - - - -

Bestaand beleid - - - - - -

Totaal baten 74.656 - - - - -

Resultaat voor bestemming 2.368.807 4.406.900 2.793.200 2.791.600 2.581.600 2.581.600

Onttrekking reserves 759.776 2.616.800 816.800 816.800 816.800 816.800

Storting reserves 1.136.800 2.116.800 816.800 816.800 816.800 816.800

Resultaat na bestemming 2.745.831 3.270.100 2.793.200 2.791.600 2.581.600 2.581.600

Investeringen

Beleidsaccenten - - - - - -

Bestaand beleid - - - - - -

Bijdragen derden - - - - - -

Onttrekking reserves - - - - - -

Saldo activering - - - - - -

Voorzieningen

Onttrekking voorzieningen 59.994 memorie memorie memorie memorie

Storting voorzieningen 59.994 memorie memorie memorie memorie memorie

Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Wat mag het kosten?

Page 41: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■40

Page 42: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 41

2.3 Wegen, verkeer en mobiliteitsmanagement

Vlot en veilig door Noord-Holland.

Wij realiseren vlot en veilig verkeer door Noord-Holland, voorzover binnen ons

domein, door te investeren in infrastructuur, het beheer en onderhoud van de

provinciale wegen op orde te houden, door plannen te maken en subsidies te

verlenen aan andere wegbeheerders en een aantal organisaties.

Productgroepen

Verkeers- en vervoersplannen algemeen

Mobiliteitsmanagement

Vergunningverlening

Provinciale infrastructuur

Beheer provinciale wegen (incl. Zuidtangent)

Overige producten provinciale wegen

Noordhollandsch Kanaal

Overige vaarwegen

Wat willen we bereiken?

Portefeuillehouder

drs. C. Mooij

1 Gemiddelde snelheid per uur op aantal geselecteerde (maatgevende)

relaties op het hoofdwegennet (ca. 10); Streefnorm 60

2 Gemiddelde snelheid per uur op geselecteerde (maatgevende) realties

op het provinciale onderliggende wegennet Streefnorm: 50

Kengetal: Nog niet bekend.

Cijfermateriaal is pas in december 2005

beschikbaar

Document(en): Jaarrekening

2005, Nota Mobiliteit + PVVP

Moment: NJN

VLOT: Bereiken c.q. minimaal handhaven van een gemiddelde snelheid van 60 km per uur op het hoofdwegennet en

50 km per uur op het provinciale wegennet (BUBEKO).

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 43: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■42

Aantal verkeersslachtoffers in relatie tot verkeersintensiteit; lees het aantal

voertuigen per uur op aan te wijzen meetpunten

Streefnorm:

Terugbrengen:

1 aantal verkeersdoden op het gehele provinciale wegennet: 26 (2006)

en 24 (2010)

2 aantal verkeersslachtoffers (met ziekenhuisopname) op het gehele

provinciale wegennet: 260 (2006) en 254 (2010)

3 aantal verkeersdoden in de regiegebieden: 65 (2006) en 59 (2010)

4 aantal verkeersslachtoffers (met ziekenhuisopname) in de regie-

gebieden: 865 (2006) en 827 (2010)

Kengetallen:

Respectievelijk:

1. 28

2. 274

3. 70

4. 894

Documenten:

Jaarrekening 2005, PVVP +

Monitor Verkeersveiligheid

Moment: NJN

VEILIGHEID: Verminderen van het aantal verkeersslachtoffers, conform de doelstelling in VVPNH (= vertaling van de

rijksdoelstelling naar NH, mits het Rijk voldoende middelen beschikbaar stelt) zowel : voor het provinciale wegennet

in heel NH als alle wegen in de regiegebieden in NH (excl. ROA).

Indicator Doelstelling Rapportage

Vergunningen worden verstrekt binnen de termijn die de Awb daarvoor

stelt

Het percentage wegen, waarvan de onderhoudstoestand VOLDOENDE,

MATIG of ONVOLDOENDE is. Deze toestand stellen we jaarlijks middels

ARAN metingen vast

Resultaat van klanttevredenheidonderzoek over de infrastructuur van de

Zuidtangent door een enquête onder de gebruikers

Incidentmanagement: Personenauto’s worden 20 minuten eerder van de

weg gehaald en vrachtauto’s 2 uur eerder dan voor de invoering hiervan.

Bij het uitvoeren van werkzaamheden aan de weg is de vertraging voor

het autoverkeer maximaal 10 minuten.

Streefnorm: 95%.

Kengetal: 95%

Streefnorm:

- 81% voldoende

- 9% matig

- 10% onvoldoende

Kengetal:

- 78% voldoende

- 9% matig

- 13% onvoldoende

Streefnorm:

Rapportcijfer 7

Kengetal:

7

Streefnorm: personenauto’s: 95%

Streefnorm: vrachtauto’s: 95%

Streefnorm: 90%

Kengetal: nog onbekend

Moment: Jaarverslag

Moment: Jaarverslag.

Moment(en):

NJN en Jaarverslag

Moment: Jaarverslag.

Moment: Jaarverslag.

Provinciale wegen en busbanen voldoen aan de eisen van veiligheid, bereikbaarheid, comfort, aanzien, leefbaarheid

en milieu.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 44: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 43

Aantal incidenten door bedienfouten

Aantal incidenten door bedienfouten

Streefnorm: 4

Kengetal: 6

Streefnorm: 2

Kengetal: 3

Moment(en): VJN, NJN en

Jaarverslag

Moment(en): VJN, NJN en

Jaarverslag

VEILIG: Vaarwegen en kunstwerken voldoen aan de veiligheidsnormen.

Indicator Doelstelling Rapportage

Gebruikersaspecten:

1. Aantal malen gestremd met duur binnen een zeker interval

2. Aantal klachten over stremmingen door weg- en vaarweggebruikers

3. Aantal storingen aan kunstwerken

4. Aantal klachten over bediening door weg- en vaarweggebruikers

5. Onderhoud: Percentage oevers in onderhoudsstaat conform

vastgestelde kwaliteitsniveau

Gebruikersaspecten:

1. Aantal malen gestremd met duur binnen een zeker tijdsinterval

2. Aantal klachten over stremmingen door weg- en vaarweggebruikers

3. Aantal storingen aan kunstwerken

4. Aantal klachten over bediening door weg- en vaarweggebruikers

1. Korter dan 1 dag:

■ Streefnorm: 6

■ Kengetal: 7

■ Tussen 1 en 7 dagen:

■ Streefnorm: 4

■ Kengetal: 5

■ Langer dan 7 dagen:

■ Streefnorm: 3

■ Kengetal: 4

2. Streefnorm: 8

Kengetal: 10

3. Streefnorm: 115

Kengetal: 128

4. Streefnorm: 8

Kengetal: 10

5. Streefnorm: 88%

Kengetal: 78%

Streefdoel 2008: 94%

1. Korter dan 1 dag:

Streefnorm: 5

Kengetal: 6

Tussen 1 en 7 dagen:

Streefnorm: 6

Kengetal: 7

Langer dan 7 dagen:

Streefnorm: 7

Kengetal: 9

2. Streefnorm: 8

Kengetal: 10

3. Streefnorm: 150

Kengetal: 147

4. Streefnorm: 20

Kengetal: 25

Moment(en):

Gebruikersaspecten: VJN, NJN

en Jaarverslag.

Moment:

Onderhoud: jaarverslag

Moment(en):

VJN, NJN en Jaarverslag

VLOT: Vaarwegen en kunstwerken voldoen aan de functionele en beschikbaarheidseisen.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 45: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■44

Wat gaan we ervoor doen?

Verkeers- en vervoersplannen

Zuidtangent west (Haarlem CS-

Schalkwijk) en oost

(Amstelveen-Amsterdam ZO)

De Zuidtangent staat binnen de prioriteiten top vijf

van het Platform Bereikbaarheid Noordvleugel. Aan

de hand van nadere onderzoeken door provincie en

gemeente in 2005 (inpassing tunnel in historische

binnenstad en optimalisatie bestaande brug) neemt

de gemeente Haarlem in 2005/2006 besluiten over de

passage van het Spaarne (via een tunnel of de

bestaande brug). In de Extra Investeringsimpuls staat

de Zuidtangent in het onderdeel OV-infrastructuur

op prioriteit 1. Afhankelijk van de keuze en de uit-

spraken op de ingediende bezwaarschriften m.b.t. de

MIT 3 cyclus voeren wij in samenspraak met het

ROA overleg met de minister over een rijkssubsidie.

Onze inzet in 2006 bestaat derhalve uit participatie in

en ondersteuning van de uitwerking in Haarlem,

betrokkenheid bij het project Zuidtangent oost en

acties in het kader van de rijksfinanciering (MIT).

(Decentralisatie) spoor

De minister heeft niet ingestemd met ons voorstel tot

overname van de vier aangeboden contractspoorlij-

nen. Aangezien het spoor de ruggengraat is van het

openbaar vervoer, volgen wij de ontwikkelingen

nauwlettend en zetten we waar nodig - gevraagd en

ongevraagd - onze kennis en betrokkenheid in voor

een zo goed mogelijk treinproduct in Noord-Holland.

In het kader van de dienstregeling 2007 zijn dit jaar

onderhandelingen gestart om, in combinatie met op

te leveren spoor-infrastructuur, vanuit het RegioNet-

budget, te komen tot een betere dienstverlening aan

de reiziger. De NS heeft deze onderhandelingen

inmiddels eenzijdig afgebroken. Bezien wordt of en

op welke wijze de onderhandelingen worden vlot-

getrokken. Eveneens wordt in overleg met de

Platformpartners en RegioNetpartners bezien hoe wij

op het afbreken van de onderhandelingen reageren.

Onderdeel van deze spoor-infrastructuur vormt het

station Haarlem-West, dat in combinatie met een

integrale aanpak Zijlweg e.o. gerealiseerd kan wor-

den. Overleg met de gemeente Haarlem is noodza-

kelijk om de eigen bijdrage van Haarlem te bepalen.

De inzet bij het spoordossier blijft ook in 2006 voort

om in overleg met het Rijk en NS onze beleidswen-

sen gerealiseerd te krijgen, zowel in het noorden als

het zuiden van de provincie.

RegioNet korte termijn

In 2005 wordt een vervolg gegeven aan de doorstro-

mingsmaatregelen conform RegioNet korte ter-

mijn/Ov-visies in de regio’s Haarlem-IJmond en

Gooi/Vechtstreek.

In het kader van de Investeringsimpuls zijn midde-

len geprioriteerd om hier vanaf 2006 mee door te

gaan. De Staten hebben besloten het budget van

RegioNet te verhogen van € 4 naar € 15 miljoen,

waardoor grotere projecten aan bod kunnen komen.

Nog in 2005 wordt hiervoor een programma opge-

steld.

Rijksprogramma Noordvleugel

Gecoördineerde besluitvorming rond

(rijks)programma Noordvleugel

In 2006 beslist het rijk over een aantal majeure pro-

jecten, die bepalend zijn voor de ontwikkeling van de

Noordvleugel. De provincie speelt een belangrijke rol

en is betrokken bij zowel de individuele projecten als

de gecoördineerde besluitvorming en de ambtelijke

voorbereiding daarvoor. De projecten vallen deels

onder programma 3 (V&V) en deels onder pro-

gramma 11 (RO). De door het rijk genoemde projec-

ten zijn de planstudie Schiphol-Almere, de

Schaalsprong Almere, de Zuiderzeelijn, de IJmeer-

verbinding, de gebiedsuitwerking Haarlemeermeer

c.a., Mainport Schiphol (incl. de landzijdige bereik-

baarheid), de Zuidas en het door de provincie inge-

brachte (nog buiten het programma vallende) project

De Groene Uitweg. Ons doel is een besluitenpakket

dat in lijn ligt met het streekplan en het collegepro-

gramma. Het zal veel inzet vergen om de besluiten

voor te bereiden en maximaal te beïnvloeden.

Page 46: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 45

Planstudie Schiphol - Almere

De Planstudie Hoofdwegverbinding Schiphol-

Almere is gestart. Het rijk zal twee varianten bestu-

deren voor de hoofdwegverbinding tussen Schiphol

en Almere: de Stroomlijnvariant (De UITweg) en de

A6-A9 variant (langs de zuidkant van Amsterdam

Zuid-Oost). De Startnotitie en de ‘gewogen’ com-

mentaren daarop zijn input voor de op te stellen

Planstudie. In 2005 streeft het rijk naar afronding van

de Planstudie 1e fase, waarover medio 2006 besluit-

vorming plaatsvindt in relatie tot een aantal andere

rijksdossiers binnen het rijksprogramma Noord-

vleugel. Wij nemen bestuurlijk en ambtelijk deel in

de projectorganisatie. Onze inzet is dat er een oplos-

sing komt voor de verkeersproblematiek tussen

Almere en Amsterdam en dat deze oplossing wordt

gezocht in de Stroomlijnvariant.

Zuiderzeelijn

Vanaf medio 2004 zijn wij, het ROA en de gemeente

Amsterdam actief betrokken bij het project

Zuiderzeelijn. In dit dossier wordt al vanaf begin

2002 samengewerkt met Flevoland, Almere en het

rijk . Het rijk kiest voor een structuurvisie.

Op 8 december 2004 is in het platform Bereik-

baarheid Noordvleugel afgesproken de regio

Noordvleugel te laten participeren in het project

Zuiderzeelijn (intentieovereenkomst, programma van

eisen, samenwerkingsovereenkomst). Achtergrond

hierbij is dat het rijk middelen beschikbaar heeft voor

de Zuiderzeelijn en dat met de Zuiderzeelijn het

regionale openbaar vervoer tussen Almere,

Amsterdam en Schiphol verbeterd kan worden.

Tevens is er een nieuwe variant toegevoegd: de

Hanzelijn +++. De regio onderzoekt nog de moge-

lijkheden van de IJmeer verbinding. Medio 2006

moet besluitvorming plaatsvinden over de resultaten

van de marktconsultatie in samenhang met andere

projecten in het Noordvleugel programma. De voort-

gang in 2006 is mede afhankelijk van de uitkomsten

van het kamerdebat over het rapport van de

Tijdelijke Commissie Infrastructuur (TCI).

Zuidas

In het kader van de investeringsimpuls hebben wij

voorgesteld financieel te participeren in nader te

bepalen, herkenbare onderdelen van het Dokmodel

Zuidas, te dekken uit de investeringsimpuls verkeer

en vervoer. Als lid van het Permanent Publiek

Overlegorgaan Zuidas is de provincie actief betrok-

ken bij het proces rond de financiële inzet. In dit

orgaan stemmen rijk, Amsterdam, ROA en provincie

de bestuurlijke afwegingen, beleid en procedures

inzake de ontwikkeling van de Zuidas op elkaar af.

De Zuidas is een goed voorbeeld van een ontwikke-

ling waarin lokale en regionale overheden samen met

het rijk de handen ineenslaan en samenwerken met

het bedrijfsleven. Ook in 2006 moeten er belangrijke

besluiten genomen worden.

Landzijdige bereikbaarheid Schiphol

Wij hebben het trekkerschap op ons genomen van

deze studie, die in principe in 2005 wordt afgerond.

Het is nog niet duidelijk of en in hoeverre het door-

loopt in 2006, naast de inzet in het rijksprogramma,

maar een vervolg ligt wel in de rede.

Beprijzing

In deel 1 van de Nota Mobiliteit (2004) werd beprij-

zing van weginfrastructuur opnieuw op de rijks-

agenda geplaatst. Moties in de Tweede Kamer zetten

extra druk op dit dossier. In Noordvleugelverband

heeft de provincie zich voorstander getoond van het

beprijzen van infrastructuur. Op dit moment bereidt

het Kabinet een standpunt voor over beprijzen,

gericht op opname in deel 3 van de Nota Mobiliteit

(Kabinetsstandpunt). Onderdeel van deze voorberei-

ding is de instelling van het platform ‘Anders Betalen

voor Mobiliteit’ onder voorzittersschap van dhr.

Nouwen. Parallel aan dit traject bereiden partijen,

waaronder de provincie binnen de Noordvleugel-

samenwerking, zich voor op standpuntbepaling.

Al in 2005 is onze inzet nodig binnen de eigen gele-

dingen, de Noordvleugel (Amsterdam, ROA, Rijks-

waterstaat) en het IPO en andere koepels, gericht op

de ontwikkeling van betaald rijden en de positie van

Page 47: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■46

de provincie daarbinnen. Na vaststelling van de Nota

Mobiliteit zal er, afhankelijk van de besluiten en daar-

binnen mogelijk gemaakte regionale initiatieven, van

een meer uitvoeringsgericht traject sprake zijn.

Mediapark Hilversum

De minister van Verkeer en Waterstaat heeft het geza-

menlijk door de partijen (provincie, gemeenten,

TCN) ingediende voorstel gehonoreerd en een bij-

drage toegekend van € 25 miljoen. Daarnaast hebben

wij PS gevraagd om een bedrag van € 12,5 miljoen.

Medio 2005 wordt duidelijk of de gemeente

Hilversum en TCN een harde garantie kunnen geven

voor de regionale bijdrage ad € 12,5 miljoen. De pro-

jectorganisatie staat inmiddels op poten en er wordt

voortvarend gewerkt aan maatregelen voor een

betere bereikbaarheid van Hilversum. Op basis van

voorstellen worden de maatregelen vervolgens uit-

gevoerd binnen de gestelde termijn tot 2010. In 2006

is onze inzet nodig voor de projectorganisatie, de uit-

werking van maatregelen en het tot stand brengen

van de eerste investeringen.

Netwerkvisie/gebiedsgerichte aanpak

Samen met de Noordvleugelpartners werken wij aan

de Netwerkvisie Noord-Holland, die binnenkort

wordt afgerond. Het uitgangspunt voor optimalisa-

tie is een betere benutting van het bestaande hoofd-

wegennet. Wij verwachten dat er vervolgens vijf

gebieden worden aangepakt. Daarbij worden maat-

regelen geïntroduceerd (à la DVM) die passen in de

Netwerkvisie. Deze aanpak past goed in de Nota

Mobiliteit en daarom gaan wij uit van nauwe samen-

werking met Rijkswaterstaat. In dit verband werken

wij ook aan voorstellen die moeten leiden tot afspra-

ken over de toekomstige organisatie rond netwerk-

management. Wij hebben daarin een vooraanstaande

rol. Vanzelfsprekend zorgen wij voor een goede

afstemming met wegbeheerders over de planning en

fasering van uit te voeren projecten (afstemming

werk in uitvoering).

Mobiliteitsmanagement

Bereikbaarheid Kust

2004 stond in het teken van het project

Bereikbaarheid Kust, Bloemendaal/Zandvoort.

Voortbordurend op de ervaringen is in 2005 het pro-

ject Bergen/Zijpe uitgevoerd en worden de middel-

lange termijn maatregelen van het project

Bloemendaal/Zandvoort verder uitgewerkt en gere-

aliseerd. In ons voorstel voor de Extra Investerings-

impuls is hiervoor een bedrag opgenomen van € 4,5

miljoen (gespreid over de jaren 2005, 2006 en 2007).

Voor het project Bergen/Zijpe moeten ook uitvoe-

ringsmiddelen ter beschikking komen om structurele

maatregelen te kunnen realiseren. Wij denken hierbij

aan een investeringsclaim van in totaal € 4,0 miljoen

(2006: € 0,5 miljoen; 2007: € 1,25 miljoen en 2008:

€ 2,25 miljoen). In 2006 nemen wij het laatste deel van

de kust ter hand, te weten Castricum-Velsen.

Vergunningverlening

In 2006 worden op aanvraag ontheffingen/vergun-

ningen/toestemmingen verleend en worden er ver-

keersbesluiten opgesteld op basis van wet- en regel-

geving.

Provinciale infrastructuur

PMI 2006-2010

Veel projecten uit het PMI (Provinciaal

Meerjarenprogramma Infrastructuur) zijn opgeno-

men in het Collegeprogramma 2003-2007 en zijn

inmiddels in voorbereiding of uitvoering. In de meer-

jarenraming houden wij rekening met € 31,5 miljoen

als dekking van de kapitaalslasten. Daarnaast vinden

er vanaf 2005 structurele verhogingen van de kapi-

taalslasten plaats voor de uitvoering de van de Extra

Investeringsimpuls Noord-Holland.

Page 48: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 47

Aanpak verkeersonveiligheid

Wij intensiveren de aanpak van verkeersonveiligheid

op de provinciale infrastructuur. Voor de gebieden

buiten het ROA wordt dit geïntegreerd in de aanpak

van de regionale verkeersonveiligheid. Er worden

geen extra middelen geclaimd. Een en ander dient

naar onze mening tot stand te komen door herprio-

ritering binnen het PMI.

Uitvoering Masterplan N201

Met de goedkeuring door PS van de realisatieover-

eenkomst N201+ is de uitvoering van dit project

zeker gesteld. Voor een aantal onderdelen dient nog

definitieve besluitvorming plaats te vinden (aanslui-

ting A9 en zgn. Amstelpassage). Ook de ontwikke-

lingen rond het besluit luchtkwaliteit vereisen nadere

projectbesluiten. Voor de financiering wordt uit de

Extra Investeringsimpuls Noord-Holland € 31,3 mil-

joen bijgedragen en nog eens € 20 miljoen als risico-

reservering. Met deze bijdragen lijkt de realisatie van

de reconstructie N201 gewaarborgd. In 2006 hebben

continuering van de uitvoering en afronding van de

producten die nodig zijn voor rijksfinanciering prio-

riteit.

Reconstructie N242

Vanwege de gunstig uitgevallen aanbesteding van dit

project is in 2004 het krediet van € 120 miljoen naar

€ 70 miljoen verlaagd. Het provinciale financiële aan-

deel vermindert hierdoor. Deze middelen vallen vrij.

Bij de begrotingsbehandeling wordt aan PS gevraagd

of, en zo ja in hoeverre, de raming van deze verlaging

juist was.

Zo ja, dan kunnen PS een voorstel tot verhoging van

het krediet tegemoet zien. In 2006 staat dit “speer-

puntproject” in het teken van uitvoering. Een van de

voorgenomen acties is de omgeving goed te blijven

informeren over de voortgang.

5 Zuidtangent

De Zuidtangent is in ontwikkeling. Voor het weste-

lijke deel (onderdeel van het kerntraject) loopt voor

het gedeelte Schipholweg - Station Haarlem zoals

aangegeven een nadere studie. Wij verwachten dat in

2006 de voorbereiding en uitwerking aan de orde

zijn. Dit project maakt onderdeel uit van de Extra

Investeringsimpuls Noord-Holland. De uitgaven

(voornamelijk subsidie aan de gemeente Haarlem)

zullen hieruit moeten worden gedekt.

De zijtak Hoofddorp - Nieuw-Vennep is in uitvoe-

ring. De zijtak Hoofddorp - Aalsmeer - Uithoorn

wordt in 2006 in uitvoering genomen. Over de tak

Hoofddorp - Schiphol-Oost vindt in 2006 besluitvor-

ming plaats. De realisatiekosten worden in hoge mate

gedekt door subsidies, onder meer van het ROA. De

noodzakelijke eigen bijdrage van de provincie dek-

ken wij uit de reguliere middelen voor de ontwikke-

ling van de Zuidtangent.

Westfrisiaweg (Alkmaar - Hoorn)

Na besluitvorming over de aanpak van deze weg

(voorzien medio 2005) wordt de voorbereiding voor

uitvoering van delen van de Westfrisiaweg ter hand

genomen. De financiering van het provinciale aan-

deel moeten komen uit de Extra Investeringsimpuls

Noord-Holland.

Beheer provinciale wegen

Uitvoeren meerjarenprogramma

onderhoud aan de provinciale

weginfrastructuur (inclusief het

inlopen van de 3e tranche 25%

achterstallig onderhoud)

Wij werken sinds 2004 met de vernieuwde bekosti-

gingssystematiek van het Centrum voor Regelgeving

en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw

en de Verkeerstechniek (CROW). Daarvoor zijn de

onderhoudsniveaus voor verschillende categorieën

wegen vastgesteld. De vernieuwde bekostigings-

systematiek is niet van toepassing op het onderhoud

aan de Zuidtangent. Hiervoor is bij het CROW geen

regelgeving aanwezig of in ontwikkeling.

Binnen de vastgestelde kwaliteitsniveaus wordt de

Page 49: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■48

staat van onderhoud op basis van verschillende para-

meters als volgt vastgelegd: voldoende, matig of

onvoldoende. De kwaliteit wordt eens per jaar

bepaald via de zogenoemde Aranmetingen. Deze

gegevens vormen de basis voor de vastgestelde

meerjarenprogramma’s voor het onderhoud.

In 2006 voeren we het jaarplan 2006 van het meerja-

renprogramma 2006-2010 uit. Daarnaast en realise-

ren we de 3e tranche van het in 2004 gestarte, vierja-

rige programma om het achterstallig onderhoud in

te lopen. In combinatie met de uitvoering van het

vaste onderhoud worden hiermee de vastgestelde

onderhoudsniveaus gehaald en 25% van het achter-

stallig onderhoud ingelopen. Het vaste onderhoud

voeren we volgens jaarplanning uit.

Uitvoeren van het variabel onderhoud

Zuidtangent

Onderhoud is onvermijdelijk om de functionaliteit en

veiligheid van de Zuidtangent te blijven garanderen.

Er is sprake is van oplopende kosten voor het onder-

houd, onder meer als gevolg van vandalisme.

Besloten is het verwijderen van graffiti en herstel van

schade door vandalisme tot het hoogst noodzakelijke

te beperken, zodat deze kosten binnen redelijke pro-

porties blijven. Ook de herstelmaatregelen aan de

haltes en aan de baan zijn ingrijpender dan was voor-

zien. Gebleken is echter dat wij nog onvoldoende

inzicht hebben in de (soms in opdracht van derden)

aangelegde constructies. In de loop van 2005 is hier-

naar een nader onderzoek gestart. Een rapportage

hierover wordt eind 2005 verwacht. Daarbij zullen

ook voorstellen worden gedaan voor een (nieuwe)

normering voor beheer en onderhoud, waarbij de

esthetische kwaliteit van de Zuidtangent een rol blijft

spelen. In 2006 wordt het onderhoud uitgevoerd op

basis van deze rapportage. Het vaste onderhoud

wordt in 2006 opnieuw aanbesteed middels een over-

eenkomst met producteisen, die zijn gebaseerd op het

hoogwaardige concept van de Zuidtangent.

In 2005 zijn beheer- en samenwerkingsovereenkom-

sten gesloten met ROA en Haarlem, waarin de struc-

turele bijdrage van deze partijen aan het onderhoud

van het kerntraject is vastgelegd tot eind 2007. Gezien

de oplopende onderhoudskosten starten wij in 2006

besprekingen over de financiële bijdragen na 2007.

Daarbij is ook de gemeente Haarlemmermeer betrok-

ken.

Verkeersveiligheid enverkeersmanagement

Verkeersveiligheid

In 2006 stellen we opnieuw een monitor verkeers-

veiligheid op voor een analyse van de ongevallen in

relatie tot verkeersintensiteit, gedrag en inrichting

van de weg. Op basis van de analyse doen we voor-

stellen ter verhoging van de verkeersveiligheid.

Daarnaast participeren we in veiligheidsprojecten

van derden (bijv. politie) en adviseren we andere

overheden en burgers inzake verkeersveiligheid en

eventuele aanpassing van ontwerpen.

Verkeersmanagement

Verkeersmanagement bevordert de doorstroming en

de verkeersveiligheid. Het zorgt voor afstemming van

verkeersmaatregelen en samenwerking met andere

wegbeheerders. Onderdelen van verkeersmanage-

ment zijn Dynamisch Verkeersmanagement, regiore-

gie, verkeerscoördinatie en incidentmanagement.

Samen met Rijkswaterstaat, de gemeente Alkmaar en

politie zijn we gestart met Dynamisch Verkeers

Management (DVM) rond Alkmaar / Noord-

Holland Midden. In 2006 ronden we de koppeling

van de verkeersregelinstallaties af ten behoeve van

het reguleren van de verkeersstromen op de ring

rond Alkmaar. Het resultaat daarvan is een betere

doorstroming van het verkeer rondom Alkmaar.

Daarmee krijgt de laatste DVM-maatregel zijn beslag.

In 2004 is een bestuurlijk akkoord gesloten met

betrekking tot de regioregie in de regio Alkmaar. De

Page 50: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 49

regioregie is een overlegstructuur van de verschil-

lende wegbeheerders met als voornaamste doel

werkzaamheden aan de weg en evenementen op de

weg op elkaar af te stemmen. Hierdoor kan de over-

last voor de weggebruiker tot een minimum beperkt

blijven. Vanwege het succes in de regio Alkmaar en

de vele verbetermaatregelen die in het zuiden van de

provincie op stapel staan, waaronder de omlegging

van de N201, is inmiddels ook een regiegroep opge-

richt in Noord-Holland Zuid. In 2006 start een derde

regio-overleg in een nog nader te bepalen regio.

In het kader van de verkeerscoördinatie is VCP-GIS

een belangrijk hulpmiddel voor de afstemming van

wegwerkzaamheden en het realiseren van een goede

doorstroming op de provinciale wegen. In 2005 is dit

voor de burgers beschikbaar gesteld via internet. In

2006 gaan we dit systeem, afhankelijk van de resul-

taten van de in 2005 geplande evaluatie, verbeteren

en zo mogelijk uitbreiden tot een dynamisch route-

systeem. In dat geval worden via internet reisadvie-

zen verstrekt die rekening houden met wegwerk-

zaamheden.

Incidentmanagement heeft als doel de weg na een

incident zo snel mogelijk vrij te maken voor het ver-

keer. Wij ontwikkelen dit met vijf andere provincies

en zijn hiermee in 2005 gestart in de regio Alkmaar.

De provincie zorgt ervoor dat de benodigde over-

eenkomsten worden gesloten en participeert in de

kosten (o.a. administratiekosten Stichting Incident

Management en niet verhaalbare kosten). Na een

evaluatie in 2006 besluiten wij of het zinvol is inci-

dentmanagement in de hele provincie toe te passen.

In dat geval worden hiervoor met ingang van 2007

structureel middelen in de begroting opgenomen.

Overige producten provincialewegen

Deze productgroep omvat het beheer en verkoop van

vastgoed en productontwikkeling en innovaties.

Beheer en verkoop van vastgoed

In 2006 continueren wij de verkoop van overtollig

vastgoed (niet meer nodig voor provinciale doelein-

den). Het gaat vooral om stukken grond (overhoe-

ken) en opstallen. Voorts voltooien wij de juridische

overdracht van restanten van wegdelen tussen pro-

vincie en andere overheden.

Het toepasbaar maken van innovaties

Kunststof bij kunstwerken

In 2004 en 2005 is uitgebreid onderzoek gedaan naar

de toepassing van kunststof bij kunstwerken. Op

basis van de uitkomsten is besloten kunststof vaker

toe te passen, ook bij bestaande kunstwerken.

Toepassing van betonelementen bij rotondes

De toepassing van betonelementen bij rotondes

bevalt goed. Alle nieuwe rotondes worden voorzien

van betonelementen, wat de duurzaamheid van de

rotondes ten goede komt en de overlast voor het ver-

keer vermindert. In 2005 is ook gestart met het toe-

passen van betonelementen voor bestaande rotondes

die onderhoud behoeven. Begin 2006 wordt dit geë-

valueerd.

In samenwerking met TNO is in 2005 gestart met een

integraal afwegingsmodel, dat helpt bij het vaststel-

len van een oplossing die zowel duurzaam als

kosteneffectief is. In 2006 wordt de toepasbaarheid

van dit model beproefd.

Baggerspecie

In 2005 is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden,

voor- en nadelen en concrete randvoorwaarden

inzake het toepassen van baggerspecie in provinciale

infrastructuur. Het onderzoek wijst uit dat bagger-

specie zich het beste leent voor geluidswallen. In

2006 zoeken wij naar geschikte projecten.

Energie uit asfalt

De koers van het project energie uit asfalt is verlegd

van de N201 naar de N244 . Dit project wordt samen

met de gemeente Purmerend gerealiseerd.

Page 51: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■50

LED-verlichting

In 2004 en 2005 hebben wij onderzoek gedaan naar

het toepassen van LED-techniek bij verkeersregelin-

stallaties. De fabrikanten beschikken inmiddels over

een door KEMA goedgekeurde toepassing. In 2005

zijn testen gehouden met de onderverlichting en is

deze voor het grootste deel vervangen door LED. Bij

het groot onderhoud in 2006 komen de eerste auto-

maten en lantaarns aan bod. Deze techniek is in aan-

schaf duurder dan de conventionele, maar is goedko-

per in onderhoud en vermindert de uitstoot van CO2.

Noordhollandsch Kanaal

Uitvoering Meerjarenprogramma

(MPO) oeverherstel

Noordhollandsch kanaal

In 2006 start de derde uitvoeringsfase conform de in

2004 vastgestelde strategie van risicogestuurd beheer.

Daarnaast worden bij het vaste onderhoud knelpun-

ten aangepakt die een gevaar vormen voor de func-

tie van het kanaal en de oevers. Eind 2006 is 88% van

de oevers in een onderhoudsstaat conform het vast-

gestelde kwaliteitsniveau. Eind 2008 is het achter-

stallig onderhoud aan de oevers van het

Noordhollandsch Kanaal weggewerkt.

Uitvoering Meerjarenprogramma

(MPO) bruggen en sluizen

Noordhollandsch Kanaal

Het onderhoud aan bruggen en sluizen voeren wij uit

op basis van het in 2005 opgestelde meerjarenpro-

gramma 2006 - 2010. Hiervan wordt de eerste jaar-

schijf uitgevoerd, zijnde onderhoud aan acht beweeg-

bare bruggen (waaronder drie monumentale vlot-

bruggen), vier sluizen en twee pontveren. De meer-

jarenprogramma’s worden jaarlijks geactualiseerd op

basis van een vastgestelde beheerstrategie.

Overige vaarwegen

Uitvoering onderhoud overige

vaarwegen

Het onderhoud aan de oevers van de overige vaar-

wegen voeren wij uit op basis van een in 2005 opge-

steld meerjarenprogramma, waarvan de beleids-

doelstellingen zijn geformuleerd in het integraal

vaarwegenbeheerplan.

Het onderhoud aan de Ringvaart van de Haarlem-

mermeerpolder wordt via een overeenkomst uitge-

voerd door het Hoogheemraadschap Rijnland.

In 2006 volgt het meerjarenprogramma voor de 37

beweegbare bruggen van de overige vaarwegen en

in 2007 komen de sluizen aan bod. Daarbij houden

wij rekening met veranderde inzichten en omstan-

digheden, zoals arbo en milieu). In 2006 besteden wij

in het kader van veiligheid ook aandacht aan de toe-

genomen verkeersbelasting van de bruggen.

Vervanging kunstwerken overige

vaarwegen

Wij zijn gestart met het programma “vervanging

kunstwerken”, waarvan de programmering en de

financiële consequenties in 2005 zijn uitgewerkt.

Vanaf 2006 willen wij de bekostiging van vervan-

gingsprojecten uitsluitend regelen via het PMO en

niet meer via het PMI. Voor de begroting van 2007 en

volgende jaren leidt dit tot een extra behoefte aan

middelen ter dekking van de kapitaalslasten voor

vervanging van kunstwerken. Voor die dekking is

naar schatting € 6 à 7 miljoen per jaar nodig. Na de

besluitvorming worden in 2006 de eerste projecten in

uitvoering genomen. Voorbereidingskredieten wor-

den gevraagd in de voorjaarsnota 2006.

Page 52: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 51

Beprijzing Noordvleugel

Zie eerdere toelichting onder de tussenkop

‘beprijzing’.

Toets veiligheid beweegbare bruggen

In 2005 is onderzoek verricht aan ca. 15 kunstwerken

voor het opstellen van een vervangingsprogramma

kunstwerken. Het onderzoek was vooral gericht op

beweegbare bruggen in de provinciale stroomwegen

en was mede bedoeld om de kredieten voor achter-

stalling onderhoud nader te kunnen onderbouwen

Wij vervolgen dit onderzoek in 2006 met een tweede

tranche van kunstwerken om de programmering van

de vervanging van beweegbare bruggen te kunnen

bepalen. Centraal staat de toetsing van de bruggen

aan de toegenomen verkeersbelasting en -intensiteit

ter waarborging van de veiligheid van de objecten.

Inzage daarin ontbreekt tot op heden. Een uitkomst

kan ook zijn dat tijdelijke maatregelen worden voor-

gesteld om de staat van de bruggen op een minimaal

benodigd veiligheidsniveau te handhaven. De totale

kosten van dit onderzoek worden geraamd op

€ 200.000,–.

Meerjarenprogramma beweegbare

bruggen overige vaarwegen

In 2005 hebben we een meerjarenprogramma onder-

houd kunstwerken (bruggen, sluizen en pontveren)

van het Noordhollandsch Kanaal opgesteld. In 2006

gaan we dat opstellen voor de 37 beweegbare brug-

gen van de overige vaarwegen. Daarvoor dienen wij

specialistische deskundigheid extern in te huren. De

noodzaak van meerjarenprogramma’s onderhoud is

ingegeven door de behoefte aan outputgestuurd wer-

ken, dat door de langetermijnplanning integrale

afstemming mogelijk maakt met andere onderhouds-

activiteiten, inclusief die van andere beheerders zoals

Rijkswaterstaat en gemeenten.

In 2001 is door ons de normkostensystematiek voor

beweegbare bruggen ontwikkeld. In de afgelopen

jaren zijn andere inzichten en omstandigheden

(onder andere inzake arbo en milieu) ontstaan, die in

de meerjarenplannen worden meegenomen. Ook ont-

wikkelen wij normen voor de beschikbaarheid van

de kunstwerken voor met name vaarweggebruikers,

die wij PS ter instemming zullen voorleggen.

De totale kosten voor het Meerjarenprogramma

beweegbare bruggen van de overige vaarwegen

bedragen € 250.000,–.

Beleidsintensiveringen 2006.

Beprijzing Noordvleugel 100.000 0

Toets veiligheid beweegbare bruggen 200.000 0

Meerjarenprogramma kunstwerken overige vaarwegen 250.000 0

Omschrijving 2006 2007 2008 2009

Page 53: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■52

Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.

Verkeers- en Vervoersplan Noord Holland 2003

Voortschrijdend Provinciaal Meerjarenplan Infrastructuur (PMI) Jaarlijks

Wegenverordening Noord-Holland 1995 Febr. 1995

Scheepvaartwegenverordening Noord-Holland 1995 Febr. 1995

Normkostensystematiek onderhoud wegen 2003

Meerjarenprogramma onderhoud wegen Jan 2005

Meerjarenprogramma Zuidtangent Jan 2005

Normkostensystematiek Overige Vaarwegen April 1998

Noordhollandsch Kanaal (besluit tot overname van Rijk naar provincie) Juni 1994

Beheerstrategie en meerjarenprogramma oevers Noordhollandsch Kanaal Dec. 2004

Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum

Lasten

Beleidsaccenten 550.000 - - -

Bestaand beleid 120.233.400 100.609.800 86.254.400 86.083.700

Totaal lasten 96.474.600 106.259.300 120.783.400 100.609.800 86.254.400 86.083.700

Baten

Beleidsaccenten

Bestaand beleid 26.924.400 18.154.300 18.389.000 18.588.200

Totaal baten 25.346.529 16.867.300 26.924.400 18.154.300 18.389.000 18.588.200

Resultaat voor bestemming 71.128.071 89.392.000 93.859.000 82.455.500 67.865.400 67.495.500

Onttrekking reserves 43.310.013 35.419.600 42.130.400 17.533.500 2.000.000 2.000.000

Storting reserves 3.175.000 1.183.500 1.183.500 1.183.500 1.183.500 1.183.500

Resultaat na bestemming 30.993.058 55.155.900 52.912.100 66.105.500 67.048.900 66.679.000

Investeringen

Beleidsaccenten

Bestaand beleid 36.247.826 120.498.400 147.100.800 159.200.000 140.750.000 155.200.000

Bijdragen derden 20.434.900 26.774.500 95.000.000 128.780.000 151.900.000

Onttrekking reserves 30.981.600 19.915.000 68.475.500 20.000.000 4.000.000 4.000.000

Saldo activering 5.266.226 80.148.500 51.850.800 44.200.000 7.970.000 - 700.000

Voorzieningen

Onttrekking voorzieningen 13.362.000 13.152.300 6.823.400 6.823.400 6.823.400

Storting voorzieningen 63.602.300 43.911.100 135.248.600 6.992.100 6.931.900 6.908.400

Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Wat mag het kosten?

Page 54: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 53

300 Mediapark Hilversum 9.000.000 1.500.000 2.500.000 2.500.000 2.500.000 Investeringsimpuls:

2005: 500.000

2010: 3.000.000

Zuidelijke Randweg Zaanstad 15.000.000 15.000.000 Investeringsimpuls

Verkeersmanagement A8-A9 5.000.000 2.000.000 3.000.000 Investeringsimpuls

Omlegging A9 Badhoevedorp 15.000.000 15.000.000 Investeringsimpuls

Zuidtangent 51.000.000 1.000.000 8.000.000 17.000.000 25.000.000 Investeringsimpuls:

2010 e.v.: 61.500.000

RegioNet H’lem/IJmond/G&V 15.000.000 2.000.000 4.000.000 4.000.000 5.000.000 Investeringsimpuls

Zuidas Amsterdam 75.000.000 75.000.000 Investeringsimpuls/

reservering

301 Bereikbaarheid kust: 2.600.000 1.000.000 1.000.000 600.000 Investeringsimpuls

Zandvoort/ Bloemendaal

Bereikbaarheid kust: 4.000.000 500.000 1.250.000 2.250.000 Investeringsimpuls

Bergen/Zijpe

Totalen 300 t/m 306 192.150.000 113.550.000 17.500.000 23.500.000 32.500.000

Prd.nr. Product Prod. totaal

2006-2009 2006 2007 2008 2009 Opmerkingen

Extra Investeringimpuls Noord-Holland

Projecten in het kader van de Extra Investeringsimpuls Noord-Holland.

Page 55: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■54

Page 56: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 55

2.4 Openbaar vervoer■

Vlot, veilig en beschikbaar openbaar vervoer door Noord-Holland.

Wij realiseren vlot, veilig en beschikbaar openbaar vervoer door Noord-Holland

voor iedereen. Dit maken wij mogelijk door het toetsen van sociale

veiligheidsplannen van de vervoerders, het verstrekken van subsidies aan

vervoerders, het aanbesteden van het openbaar vervoer en het monitoren van de

prestaties van de vervoerders.

Productgroepen

Exploitatie openbaar vervoer en versnelde aanleg

infrastructuur

Wat willen we bereiken?

Portefeuillehouder

drs. C. Mooij

Reissnelheid van het Hoogwaardig OV

1) Dit geldt voor de concessiegebieden in Noord-Holland, t.w. Noord-Holland

Noord, Haarlem-IJmond en Gooi en Vechtstreek (exclusief het ROA-gebied).

Streefnorm: De gemiddelde reissnelheid

van de HOV-lijnen tijdens de spits: 39,5

km. De streefnorm voor 2015 is dat de

gemiddelde reissnelheid op iedere HOV-

lijn minimaal gelijk is aan 75% van de

maximaal toegestane gemiddelde snelheid

Kengetal: 38,5 km.

Document: Jaarverslag van de

drie concessies

Moment: NJB

VLOT: Voldoende hoge reissnelheid voor Hoogwaardig OV. 1)

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 57: Programmabegroting 2006

Wat gaan we ervoor doen?

Exploitatie openbaar vervoer

Concessiebeheer

De prestaties van de verschillende vervoerders wor-

den gemonitord om na te gaan of reizigers snel en

veilig met bus, OV-Taxi en vervoer over water door

Noord-Holland kunnen reizen. Het monitoren omvat

overleg met vervoerders, eigen onderzoek naar hun

prestaties en de opname van managementinformatie

van vervoerders in een monitoringsysteem. Dit

systeem houdt over een reeks van jaren informatie bij

over de belangrijkste kentallen van het collectief per-

sonenvervoer in Noord-Holland. Het monitoring-

systeem vormt de basis voor het concessiebeheer in

de komende jaren. De bevindingen leggen wij vast in

kwartaalrapportages en jaarverslagen voor de drie

concessies voor openbaar busvervoer in Gooi en

Vechtstreek, Haarlem/IJmond en Noord-Holland

Noord. Deze rapportages bevatten ook de resultaten

van de OV-Taxi in Haarlem/IJmond en Noord-

Holland Noord en van het vervoer over water. Voor

de Zuidtangent wordt een apart jaarverslag gemaakt.

Enige malen per jaar wordt overlegd met consumen-

tenorganisaties en gemeenten. Het monitoren van de

financiën verloopt via het actueel houden van de

meerjarenbegroting. Verantwoording over de finan-

ciën wordt afgelegd in de jaarrekening en in de rap-

portages aan het rijk.

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■56

Het gevoel van sociale veiligheid van reizigers in de bus. Streefnorm: 8,2 als gemiddeld reizigers-

oordeel voor sociale veiligheid.

Kengetal: de gemiddelde rapportcijfers

in 2004 voor de sociale veiligheid in de

bus zijn:

- G&V: 8,2

- H/IJ: 8,0

- NJN: 8,0

Documenten: Jaarverslag van

de drie concessies en de

klantenbarometer.

Moment: NJB

VEILIGHEID: Sociale veiligheid in het OV.

Indicator Doelstelling Rapportage

Percentage inwoners van Noord-Holland dat met OV en/of OV-Taxi kan

reizen.

Streefnorm: minimaal 80% van alle

inwoners wonen binnen 500 meter

(hemelsbreed) van een OV-halte en

100% kan over de OV-Taxi beschikken

Kengetal: Op dit moment kunnen alle

inwoners (80% woont binnen 500 meter

van een OV-halte) met het OV reizen.

Dit geldt ook voor de OV-taxi, met

uitzondering van een aantal inwoners in

Gooi en Vechtstreek en van Texel.

Documenten: Jaarverslag van

de drie concessies en de

OV/Taxi.

Moment: NJB

BESCHIKBAAR: Voldoende beschikbaarheid van OV en/of OV-Taxi voor iedereen.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 58: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 57

Ook in 2006 geven wij prioriteit aan deze activiteit.

Goed opdrachtgeverschap vereist dat wij de presta-

ties van vervoerders meten en hen houden aan

gemaakte afspraken. Dit laatste gebeurt door strikte

naleving van de met hen overeengekomen

bonus/malusregelingen. De publicitaire activiteiten

op dit vlak worden in 2006 geïntensiveerd.

OV-chipkaart

Wij streven er naar, in overleg met betrokken partijen,

op 1 januari 2007 de chipkaart in het openbaar ver-

voer ingevoerd te hebben in de drie concessiegebie-

den. Wij willen de chipkaart tenminste gelijktijdig in

de noordelijke randstad invoeren. In 2006 worden de

voorbereidingen voor de invoering getroffen. Het

streven is de chipkaart ook toepasbaar te maken voor

de OV-taxi.

OV-Taxi Gooi en Vechtstreek

In 2006 wordt de OV-Taxi Gooi en Vechtstreek aan-

besteed. Door invoering van de OV-Taxi kan de rei-

ziger alle plaatsen in deze regio met het openbaar

vervoer bereiken. Gooi en Vechtstreek is de laatste in

Noord-Holland waar de OV-Taxi wordt ingevoerd.

Fast Flying Ferries (bootverbinding

IJmuiden-Amsterdam)

In 2006 wordt de Fast Flying Ferries voor de eerste

keer aanbesteed. Daarmee zijn alle vormen van open-

baar vervoer aanbesteed waarvoor de provincie

opdrachtverlener is.

Aanbesteding concessie Noord-Holland

Noord

De voorbereiding van de aanbesteding van de con-

cessie Noord-Holland Noord start in 2006. Het pro-

gramma van eisen wordt opgesteld in overleg met

gemeenten en consumentenorganisaties.

Meer keuzereizigers in het openbaar

vervoer

In 2006 willen wij samen met gemeenten en organi-

saties nagaan hoe de dalende trend van reizigers-

aantallen is om te buigen in een lichte groei. Samen

met de gecontracteerde vervoerders wordt een actie-

plan opgesteld, dat zo mogelijk nog in 2006 tot uit-

voering komt. Het ombuigen van de dalende tendens

is nodig om het openbaar vervoer op termijn levens-

vatbaar te houden.

Page 59: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■58

Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen

Verkeers en Vervoersplan Noord Holland 2003

Toekomstvast Openbaar Vervoer in Noord-Holland 2001

Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum

Lasten

Beleidsaccenten - - - -

Bestaand beleid 55.380.600 53.512.100 53.990.700 55.179.100

Totaal lasten 82.211.714 53.532.600 55.380.600 53.512.100 53.990.700 55.179.100

Baten

Beleidsaccenten

Bestaand beleid 43.233.800 42.278.000 43.085.200 44.205.000

Totaal baten 60.878.563 43.255.500 43.233.800 42.278.000 43.085.200 44.205.000

Resultaat voor bestemming 21.333.151 10.276.100 12.146.800 11.234.100 10.905.500 10.974.100

Onttrekking reserves 14.142.267 1.300.800 2.699.900 1.787.200 1.458.600 1.222.300

Storting reserves 10.006.125 3.020.400 1.944.800 1.944.800 1.944.800 1.944.800

Resultaat na bestemming 17.197.009 11.995.700 11.391.700 11.720.300 11.391.700 11.696.600

Investeringen

Beleidsaccenten - - - - - -

Bestaand beleid - - - - - -

Bijdragen derden - - - - - -

Onttrekking reserves - - - - - -

Saldo activering - - - - - -

Voorzieningen

Onttrekking voorzieningen 41.702.100 43.044.700 42.055.200 42.856.800 43.928.200

Storting voorzieningen 1.435.300 40.266.800 43.044.700 42.055.200 42.856.800 43.928.200

Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Wat mag het kosten?

Page 60: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 59

Page 61: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■60

Page 62: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 61

2.5 Water■

De provincie Noord-Holland werkt aan veiligheid tegen overstroming, het

verminderen en beter beheersbaar maken van de risico’s van wateroverlast en

watertekort en aan het waarborgen en waar nodig verbeteren van de kwaliteit van

het oppervlakte- en grondwater. Dat doet zij in samenwerking met de

waterbeheerders, gemeenten en maatschappelijke partijen.

Productgroepen

Kustvisie

Waterschapsaangelegenheden

Veiligheid en waterkeringen

Muskusrattenbestrijding

Integraal Waterbeheer

Grondwaterbeheer

Wat willen we bereiken?

Wij willen de volgende maatschappelijke effecten op

het gebied van water bereiken:

1 De inwoners van Noord-Holland tegen overstro-

mingen vanuit zee beschermen, waarbij ons

beleid zich richt op de komende 50 jaar.

2 Het overstromingsrisico door falen van primaire

en regionale keringen 2 verminderen en beter

beheersbaar maken op een betaalbare wijze.

3 De risico’s van wateroverlast of overstromingen

beperken door het aantal vangsten van muskus-

ratten de komende jaren op te voeren, hun ver-

spreiding te verminderen en de beverrat te elimi-

neren.

4 De inwoners van Noord-Holland beter bescher-

men tegen wateroverlast en -tekort en de water-

kwaliteit van oppervlakte- en grondwater verho-

gen op grond van doelstellingen en maatregelen

die aansluiten bij het (beoogde) gebruik. De maat-

regelen waar mogelijk integreren met natuur,

landschaps- en recreatiedoelen en daarmee de

kwaliteit van de leefomgeving en de kosteneffec-

tiviteit van onze maatregelen verhogen.

5 Kwantitatief en kwalitatief goed grondwater

behouden, vooral met het oog op een duurzaam

veilige drinkwatervoorziening en het terugdrin-

gen van de verdroging van de duinen, het Gooi

en de Vechtplassen.

6 Transparant en effectief waterbeheer in samen-

werking met de waterbeheerders.

Portefeuillehouder

P.J.M. Poelmann

Page 63: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■62

■ Hoogte, stabiliteit en bekleding van de primaire waterkeringen

■ Gemaakte keuzen over kustverdedigingstrategieën voor zwakke

schakels.

2) Primaire keringen: dijken van IJsselmeer, Markermeer en waddenzee;

regionale keringen; dijken langs binnenwateren.3) Behoudens de Hondsbossche Zeewering.

Streefnorm voor 2006 is:

■ de primaire waterkeringen voldoen aan

de huidige wettelijke normen.3)

■ In 2006 ligt er met het oog op toe-

komstige veiligheid een integraal plan

voor de versterking van zwakke

schakels.

Hoogte, stabiliteit en

bekleding van primaire water-

keringen worden getoetst in

kader van de 5-jaarlijkse

toetsing door waterschappen.

Wij rapporteren bij de

jaarstukken.

Bescherming tegen overstroming vanuit zee.

Indicator Doelstelling Rapportage

■ Geïmplementeerde afspraken over samenwerking en rolverdeling tussen

waterschappen en provincie, (GS besluit van 29 maart 2005)

■ Correct en op tijd doorlopen van alle wettelijke procedures.

Streefnorm voor 2006 is:

■ Dat gezamenlijke afspraken met de

waterschappen zijn geïmplementeerd.

■ alle wettelijke procedures correct en

op tijd zijn doorlopen.

Wij rapporteren bij de

jaarstukken.

Juni 2006: evaluatie van de

implementatie van de 26

afspraken ter modernisering

van de relatie provincie-

waterschappen

Realiseren van effectief en transparant waterbeheer met waterbeheerders.

Indicator Doelstelling Rapportage

■ Hoogte en stabiliteit van primaire en regionale waterkeringen.

■ Periodieke oefeningen i.v.m. mogelijke overstromingen en actuele

getoetste calamiteitenplannen

Streefnorm voor 2006 is:

■ Dat de primaire waterkeringen zijn

getoetst aan de geldende norm voor

veiligheid;

■ Dat de regionale waterkeringen zijn

aangewezen en genormeerd.

■ Dat de calamiteitenplannen door ons

zijn beoordeeld en minimaal 1 maal

geoefend.

Wij rapporteren bij de

jaarstukken.

Bescherming tegen overstroming door primaire en regionale keringen.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 64: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 63

■ Het aantal gevangen muskusratten per bestrijders uur

■ Besmettingsgraad (vangsten per bestrijders uur) per regio

■ Verspreidingsgraad per regio

Wij hebben voor eind 2009 de volgende

streefnormen bereikt:

■ Vangsten gestabiliseerd rond 4300

ratten

■ Op niet meer dan 42% van het

grondgebied komt de muskusrat voor.

De kentallen voor 2006 zijn:

■ Vangsten 13.000 ratten

■ Op max. 64% van het grondgebied

komt de muskusrat voor.

Wij rapporteren bij VJB, NJB

en jaarstukken

Het beperken van de schade door muskusratten.

Indicator Doelstelling Rapportage

■ Door waterschappen toegepaste werknormen voor overlast.

■ De toestand van de waterkwaliteit.

Streefnorm is:

■ dat in 2006 de waterschappen

uitvoeringsplannen gereed hebben om

de wateroverlast aan te pakken o.b.v.

werknormen.

■ dat in 2009 de ecologische water-

kwaliteitsdoelen (KRW) zijn vastgesteld,

dat in 2015 aan deze doelstellingen

wordt voldaan en dat in 2006 de

minimaal te handhaven waterkwaliteit

wordt vastgelegd (minimum niveau is

in elk geval de situatie in 2000).

Resultaten van de aanpak van

de wateroverlast en

verbetering van de

waterkwaliteit worden gemeld

in kader van jaarlijkse

bestuursrapportage van de

waterschappen.

Wij rapporteren bij de

jaarstukken.

Bescherming tegen wateroverlast en watertekort en verhogen waterkwaliteit.

Indicator Doelstelling Rapportage

■ Hoeveelheid onttrokken grondwater voor drinkwatervoorziening

■ Oppervlak verdroogd gebied.

Streefnorm voor 2006 is:

■ dat maximaal 22 miljoen m3 grond-

water wordt onttrokken voor drink-

watervoorziening als optimum om

enerzijds verdroging te bestrijden en

anderzijds een betrouwbare drink-

watervoorziening te garanderen.

■ dat het oppervlak verdroogd gebied

30% minder is dan in 1985 (kengetal:

in 2004 was verdroging met 25%

teruggebracht t.o.v. 1985).

Grondwatertoestand wordt

gemeten in kader van het

Jaarverslag grondwaterbeheer,

de verdroging via de

tweejaarlijkse kaart van de

verdroging in Nederland.

Wij rapporteren bij de

jaarstukken.

Kwantitatief en kwalitatief goed grondwater behouden.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 65: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■64

Wat gaan we ervoor doen?

In januari 2006 wordt het provinciale Waterplan 2006-

2010 vastgesteld. Het Waterplan staat voor een

gerichte en realistische aanpak van de wateropgaven

in de komende vier jaar, samen met onze bestuurlijke

partners.

Klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodem-

daling hebben steeds meer invloed op het waterbe-

heer. In het Waterplan staat in hoofdlijnen beschre-

ven wat de provincie de komende vier jaar doet om

veilig te kunnen wonen achter de dijken, geen natte

voeten te krijgen bij hevige buien en er voor te zor-

gen dat de kwaliteit van het water voldoet aan de

eisen die het gebruik hier aan stelt.

Vanaf 2006 investeren wij beduidend meer geld en

tijd in de uitvoering van beleid. Tegelijkertijd neemt

de inzet op de wettelijk verplichte nieuwe beleids-

vorming meer dan evenredig af. Het resultaat is dat

de begroting voor Water in de komende jaren grof-

weg gelijk blijft. Wel is er sprake van een verschui-

ving van incidentele posten (voor nieuw beleid) naar

structurele posten (voor uitvoering van beleid). Het

provinciale Waterplan vormt het kader van de

beleidsuitvoering in de komende vier jaar.

Uitwerking van beleid

Zoals aangegeven steken wij slechts beperkte tijd en

energie in de uitwerking van (nieuw) beleid.

Wettelijk verplicht beleid wordt de komende vier jaar

uitgewerkt op twee terreinen:

■ Implementatie van de kaderrichtlijn Water

■ Normering van de regionale keringen

Wettelijke taken

Wij gaan door met de uitvoering van onze wettelijke

taken, inclusief toezicht, veiligheid, keringen en

grondwaterbeheer.

Wat betreft veiligheid is het project Kustvisie een

speerpunt. Wij werken via een integrale aanpak van

de kustzone met veiligheid als uitgangspunt. De uit-

werking in 2006 is financieel geregeld. Daarnaast

werken wij aan de tijdige uitvoering van de dijkver-

sterking Enkhuizen-Hoorn. Wij hebben het initiatief

genomen om de financiering hiervan door het rijk

rond te krijgen.

Muskusrattenbestrijding

Wij willen mogelijke veiligheidsrisico’s als gevolg

van muskusratten zoveel mogelijk beperken. In 2006

zijn de eerste resultaten van de ingezette intensive-

ring zichtbaar door een toename in het aantal vang-

sten. De jaren daarna zullen de vangsten en de ver-

spreiding afnemen.

Wij zijn betrokken bij een landelijk verkenning naar

de nut en noodzaak van de bestrijding van muskus-

ratten deze verkenning moet het inzicht geven in de

vraag of de aanpak van de muskusratten nader

onderzoek vraagt en wat daarbij de relevante onder-

zoeksvragen zijn.

Normering regionale keringen

De provincie stelt als toezichthouder op de water-

schappen normen vast voor regionale waterkeringen

inzake bescherming tegen overstromingen. De nor-

men maken de burger duidelijk waaraan de regionale

waterkeringen moeten voldoen en geven waterbe-

heerders inzicht in de benodigde investeringen. In

2006 worden normen vastgesteld voor een deel van

Beleidsintensiveringen 2006.

Normering regionale waterkeringen 150.000 150.000 75.000 75.000

Muskusrattenbestrijding lease autos 180.000

Sanering riooloverstorten Bergen en Beverwijk 80.000

Implementatie EU kaderrichtlijn water 60.000 60.000 60.000

Omschrijving 2006 2007 2008 2009

Page 66: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 65

de regionale waterkeringen en boezemkaden. Voor

de normering van de overige regionale waterkerin-

gen zijn studies en berekeningen nodig. Leidraden

worden opgesteld voor het toetsen en ontwerpen van

regionale waterkeringen. De provincie draagt bij aan

onderzoek naar kosteneffectieve maatregelen om aan

het gewenste veiligheidsniveau te voldoen en naar

de mogelijke integratie met andere versterkings-

maatregelen.

In 2006 worden samen met andere provincies leidra-

den opgesteld voor het ontwerpen en versterken van

regionale waterkeringen, kunstwerken en het beheer

en onderhoud. Tevens wordt de systematiek voor

normering geactualiseerd. In 2007 houden wij op

basis van de toetsingsresultaten voor boezemkaden

de (aangepaste systematiek voor) normering

opnieuw tegen het licht. Dit vergt ook onderzoek

naar toepassing van kosteneffectieve maatregelen en

naar de normering van overige regionale waterke-

ringen. In 2008 en 2009 ligt het accent op de inpassing

van verbeterings- en versterkingswerken.

Leaseauto’s muskusrattenbestrijding

De provincie breidt het aantal bestrijders tijdelijk uit

tot 15 fte. Zij dienen goed te zijn uitgerust om zich

naar en in het werkterrein te verplaatsen. Een aantal

muskusrattenbestrijders rijdt momenteel nog in

privé-auto’s. Om het uitsrustingsniveau van de

medewerkers te verbeteren en de herkenbaarheid

van de provincie bij de uitvoering van haar bestrij-

dingstaak te vergroten, sluiten wij in 2006 een full

operational leasecontract af voor dienstauto’s, reke-

ning houdend met de outsourcing van de bedrijfs-

vervoerstaak.

Sanering riooloverstorten Bergen en

Beverwijk

Op 21 september 2004 is besloten een actieve rol te

spelen in de sanering van de riooloverstorten op het

strand te Egmond en Wijk aan Zee. Hoewel de ver-

antwoordelijkheid hiervoor primair ligt bij de betrok-

ken gemeenten, liggen er raakvlakken met de pro-

vinciale beleidsvelden zwemwater en de blauwe

vlag. Zolang de pijpen aanwezig zijn op het strand,

krijgen deze badplaatsen geen blauwe vlag. Sanering

van de pijpen leidt tot schoner zwemwater, herin-

voering van de blauwe vlag en een impuls voor

recreatie en toerisme.

Wij nemen het initiatief tot saneren van de beide

overstorten. Daarvoor moeten de technische oplos-

singen, de kostenplaatjes en de standpunten van alle

partijen in beeld worden gebracht. Op bestuurlijk

niveau zijn keuzes nodig en afspraken over een

kostenverdeling. Pas dan kan tot daadwerkelijke

sanering worden overgegaan. Dit gebeurt in eigen

beheer door de gemeenten.

Implementatie EU-kaderrichtlijn Water

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is sinds

december 2000 van kracht. De KRW verplicht alle lid-

staten in Europa tot het opstellen van op elkaar afge-

stemde Stroomgebiedbeheerplannen om de kwaliteit

van grond- en oppervlaktewater te verbeteren.

Noord-Holland is samen met haar waterpartners

(Rijk, buurprovincies, waterschappen en gemeenten)

verantwoordelijk voor het uitwerken van de richtlijn.

Het gaat om een wettelijke verplichting. Daarom zijn

wij met onze waterpartners in 2003 het regionale

samenwerkingsverband Rijn-West aangegaan. Voor

de periode 2005-2009 moeten wij gezamenlijk haal-

bare en realistische kwaliteitsdoelen bepalen en aan-

duiden hoe en wanneer wij deze doelen gaan berei-

ken. Haalbaar betekent integraal afgewogen, maat-

schappelijk acceptabel, betaalbaar en technisch uit-

voerbaar. De EU zal ons afrekenen op de resultaten.

De KRW maakt de wijze waarop wij en onze water-

partners met beleidsdoelen in het waterbeheer

omgaan minder vrijblijvend. Dit vereist een zorgvul-

dig proces en een intensivering van de bestaande

inzet. In samenwerking met onze partners is het

werkproces uitgewerkt en beschreven in het regio-

nale ‘Werkplan deelstroomgebied Rijn-West 2005-

2009’. In 2015 zijn deze gebiedsgerichte, haalbare en

realistische kwaliteitsdoelen als uitwerking van de

‘goede toestand’ voor de verschillende waterlicha-

men grotendeels behaald. Voor de waterlichamen

Page 67: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■66

waarvoor in 2009 duidelijk is dat het bereiken van de

kwaliteitsdoelen meer tijd vergt, gaan 2021 en moge-

lijk 2027 als termijnen gelden. In 2027 verkeren alle

oppervlaktewaterlichamen in de vastgestelde ‘goede

toestand’.

Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.

400 Kustvisie

Kustvisie 2050 10 juni 2002

420 Waterkeringen

Verordening op de waterhuishouding en waterkeringen NH 22 okt 1991

Interprov. Verordening waterbeheer Rijnland 14 dec 1998

Interprov. Verordening waterhuishouding Amstel, Gooi en Vecht 10 juni 2002

Verordening regionale waterkeringen Eind 2005

430 Integraal beheer oppervlaktewater

Verordening op de waterhuishouding en waterkeringen NH 22 okt 1991

Provinciaal Waterhuishoudingsplan Stilstaan bij Stromen 17 sep 2001

Provinciaal Waterplan 2006-2010 Jan. 2006

Provinciaal milieubeleidsplan 2002-2006 21 okt 2002

Streekplan Noord-Holland Zuid 17 feb. 2003

Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord 25 okt. 2004

441 Grondwater

Grondwaterverordening Noord-Holland 1998 29 mrt 1999

Grondwaterheffingsverordening Noord-Holland 1998 16 nov 2000

Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum

Page 68: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 67

Wat mag het kosten?

Lasten

Beleidsaccenten 470.000 210.000 135.000 75.000

Bestaand beleid 2.583.600 1.784.000 1.691.800 1.554.700

Totaal lasten 5.882.301 3.864.300 3.053.600 1.994.000 1.826.800 1.629.700

Baten

Beleidsaccenten

Bestaand beleid 2.105.900 2.117.000 1.998.200 1.808.600

Totaal baten 2.836.163 1.457.800 2.105.900 2.117.000 1.998.200 1.808.600

Resultaat voor bestemming 3.046.138 2.406.500 947.700 - 123.000 - 171.400 - 178.900

Onttrekking reserves 1.685.444 - - - - -

Storting reserves 607.100 - - - - -

Resultaat na bestemming 1.967.794 2.406.500 947.700 - 123.000 - 171.400 - 178.900

Investeringen

Beleidsaccenten - - - - - -

Bestaand beleid - - - - - -

Bijdragen derden - - - - - -

Onttrekking reserve - - - - - -

Saldo activering - - - - - -

Voorzieningen

Onttrekking voorzieningen 113.900 memorie memorie memorie memorie

Storting voorzieningen 1.007.200 memorie memorie memorie memorie memorie

Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Page 69: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■68

Page 70: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 69

2.6 Milieu■

De provincie Noord-Holland streeft naar een schoon en veilig Noord-Holland.

De provincie Noord-Holland streeft naar een veilige fysieke leefomgeving.

De provincie Noord-Holland streeft naar een veilig, gezond en duurzaam

leef- en werkklimaat.

Productgroepen

Coördinatie Milieubeleid

Afvalstofenbeleid, bagger

Bodembescherming

Bodemsanering

Nazorg gesloten stortplaatsen (na 1996)

Lucht, Veiligheid en Geluid

Duurzame energie

Vergunningverlening

Handhaving

Regierol milieuwethandhaving

Ontgrondingen

Wat willen we bereiken?

Portefeuillehouder

A. Moens

Volume verwijderde bagger De streefnorm is verwijderen van

300.000 m3 in 2006

Wij rapporteren bij de

jaarstukken

Voortgang in de verwijdering van bagger uit Noord-Hollandse vaarwegen.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 71: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■70

Onthulling aardkundig monument.

Toetsing bestemmingsplannen op bodemaspecten.

De streefnorm – en kengetal – is de

onthulling van tenminste 1 aardkundig

monument.

De streefnorm is dat alle door de

provincie te beoordelen bestemmings-

plannen worden getoetst op bodem-

aspecten.

Het kengetal is: 100%.

De normen hebben wij

vastgelegd in het GS-besluit

nr. 2002-43948 d.d. 02/03.

Wij rapporteren bij Najaars-

nota of in de jaarstukken.

De normen hebben wij

vastgelegd in de Leidraad

omgevingsbeleid.

Wij rapporteren bij Najaars-

nota.

De provincie Noord-Holland streeft naar het behoud voor toekomstige generaties van waardevolle

bodemkwaliteitsaspecten in 80 unieke en zeldzame gebieden.

Indicator Doelstelling Rapportage

Het oppervlakte en/of volume nog te saneren of beheersbaar te maken

verontreinigde grond.

Realisatie Meerjaren-programma Bodembescherming (MJP) 2005-2009.

De streefnorm – en kengetal – is een

jaarlijkse actualisatie van het oppervlakte

en/of volume verontreinigde grond, op

basis van onderzoek en door de

provincie, gemeenten en marktpartijen

uitgevoerde saneringen.

De streefnorm is: jaarlijks afdoende

voortgang realiseren voor een volledige

uitvoering van het MJP 2005-2009. Met

als speerpunten: het programma

Gasfabrieken, Masterplan ’t Gooi,

Ilperveld, Anna’s hoeve, waterbodems en

grondwatersanering. Een kengetal is door

de aard, complexiteit en duur van

bodemsaneringtrajecten niet van toepassing.

Wij rapporteren in de jaar-

stukken.

De normen hebben wij

vastgelegd in het MJP 2005-

2009 (GS 11/04).

Wij rapporteren over de

voortgang van het MJP bij

Voor- en Najaarsnota en in de

jaarstukken.

De provincie Noord-Holland beoogt in 2030 de bodemverontreiniging te hebben gesaneerd of beheersbaar gemaakt.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 72: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 71

Uitvoering nazorgplannen De streefnorm is: de nazorg op na 1996

gesloten stortplaatsen wordt conform

vastgestelde nazorgplannen uitgevoerd.

Een kengetal is nog niet van toepassing,

omdat de eerste stortplaatsen pas in de

loop van 2006 gesloten worden en aan

ons worden overgedragen.

De normen liggen vast in

nazorgplannen. (In 2006 voor

Hollandse Brug in Huizen en

de Poel in Zaanstad.)

Wij rapporteren in de jaar-

rekening nazorgfonds 2006.

De provincie Noord-Holland ziet er, door het effectueren van nazorgplannen, op toe dat de omgeving van na 1996

gesloten stortplaatsen geen nadelige effecten ondervindt.

Indicator Doelstelling Rapportage

Voor Luchtkwaliteit:

Voortgangsrapportage uitvoering provinciaal actieplan luchtkwaliteit.

Voor geluid:

Vermindering gemeten geluidbelasting bij toptien ‘provinciale’ Wm-

bedrijven en provinciale wegen.

Voor externe veiligheid:

Een risicokaart met alle risicovolle activiteiten met gevaarlijke stoffen

(bedrijven,transport) en toetsingskader groepsrisico.

Voor Geur:

Vermindering aantal klachten/meldingen bij de toptien geurknelpunten

‘provinciale’ Wm-bedrijven.

Voor luchtkwaliteit:

In 2006 worden de streefwaarden voor

de verschillende stoffen voor 75% niet

meer overschreden.

Voor geluid:

Vermindering aantal (ernstig)

geluidgehinderden t.o.v. 2000.

Voor externe veiligheid:

Verhogen veiligheid door uitvoeren

projecten uit programma’s EV-1 en EV-2.

Voldoen aan grenswaarde voor plaats-

gebonden risico voor nieuwe situaties

Voor Geur:

Halveren aantal geurgehinderden in 2006

t.o.v. 2000

Wij rapporteren bij de

jaarstukken

Het accommoderen van de verdere uitbouw van infrastructuur en woningbouw binnen voorgeschreven EU

regelgeving.

Indicator Doelstelling Rapportage

Reductie kg CO2 Reductie CO2 met 0,3 Mton

Toename opgesteld vermogen

windenergie met 35 MW.

Wij rapporteren in de

jaarstukken

Bijdrage aan de vermindering van het broeikaseffect en groei van de werkgelegenheid in bouw en onderhoud van

installaties in de sector duurzame energie.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 73: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■72

Wat gaan we ervoor doen?

Het bewaken en verbeteren van de fysieke leefom-

geving tegen reële kosten blijft het uitgangspunt. In

2005 werd vooral het westen van het land gecon-

fronteerd met de ingrijpende gevolgen van Europese

regelgeving inzake luchtkwaliteit. Grote infrastruc-

turele projecten en woningbouw zijn door uitspraken

van de Raad van State op zijn minst vertraagd en

vragen om herbezinning. Het kan niet de bedoeling

zijn dat Noord-Holland op slot gaat. Om die reden

zijn onze inspanningen in 2006 gericht op enerzijds

steun aan IPO en rijk om de europese regelgeving (in

de tijd) te versoepelen en anderzijds om zeer voort-

varend mogelijkheden te onderzoeken om de Noord-

Hollandse infrastructuur, bedrijventerreinen en

woningbouw te kunnen realiseren. Wij geven (samen

met gemeenten) met kracht uitvoering aan de maat-

Adequate vergunningen en ontheffingen

Naleefgedrag regels

De streefnorm is: tenminste 70% van de

vergunningen / ontheffingen wordt in

2006 op tijd afgegeven.

Het kengetal is: 60%

De streefnorm is: in 2006 worden

kernvoorschriften – voorschriften die de

kern vormen van de bescherming van

belangen waartoe een regeling of

beschikking strekt – voor tenminste 80%

nageleefd, aanvullende voorschriften

voor tenminste 70% en resterende voor

tenminste 50%.

Het kengetal is: in ontwikkeling

De normen leggen wij vast in

de productenraming. Wij

rapporteren bij voor- en

najaarsnota en in de

jaarstukken.

De normen hebben wij in 06-

2004 vastgelegd in het

Handhavingsuitvoerings-

programma 2005-2006 m.b.t.

de milieuhandhaving van de

provincie Noord-Holland. Wij

rapporteren in de hand-

havingrapportage-PS 2006.

De provincie Noord-Holland streeft na dat onder haar bevoegd gezag vallende bedrijven en activiteiten gestelde

milieukwaliteits- en veiligheidseisen niet overschrijden respectievelijk actief bijdragen aan verbetering van de

milieukwaliteit en veiligheid.

Indicator Doelstelling Rapportage

Inzet van bagger in m3 als alternatief voor primaire winning

Aantal vergunningen voor primaire winningen

Streefnorm voor 2006 is:

Dat de inzet van bagger als alternatief

tenminste op het niveau van 2005 ligt.

Dat er in beginsel geen vergunningen

voor primaire winning worden afgegeven.

Wij rapporteren bij de

jaarstukken.

Het voorzien in de behoefte aan bouwgrondstoffen met minimalisatie van landontginning en beperken van primaire

winning van bouwgrondstoffen op het land.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 74: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 73

regelen die zijn vastgelegd in het provinciaal actie-

plan luchtkwaliteit 2005. Ter uitvoering van de

Europese richtlijn omgevingslawaai stellen wij in

2006 geluidsbelastingkaarten op voor provinciale

wegen en zullen wij burgers en gemeenten daarover

informeren.

Het baggerprogramma Noord-Hollandse vaarwegen

ligt op koers. Na het voltooien van één traject en vier

knelpunten in 2005 kan eind 2006 het gehele

Noordhollandsch Kanaal van Den Helder tot

Zaanstad voldoen aan de maritieme en waterhuis-

houdkundige eisen. Wij zetten de bagger o.a. in als

grondstof/bouwstof voor natuur en wegen.

Het duurzaam energiebeleid heeft succes en krijgt in

2006 een wending door deze te verbinden met de

ontwikkeling van de economie in de Kop van Noord-

Holland. Dit vergt een investeringsimpuls van € 10

miljoen. Het accent leggen we bij de doorontwikke-

ling van veelbelovende technieken voor offshore

windparken, duurzame voertuigtechniek en zonne-

cellen. Onze inspanningen voor vergroting van het

geplaatste vermogen windenergie gaan onvermin-

derd door. In 2005 was de doelstelling uit het colle-

geprogramma reeds bereikt (200 MW). Nu richten we

ons vizier op 300 MW voor eind 2007.

De groei van Schiphol heeft grote gevolgen voor het

milieu. In 2006 voltooit de CROS (Commissie

Regionaal Overleg Schiphol) de dit jaar ingezette pro-

fessionalisering. Dit omvat de vorming van een

rechtspersoon voor de CROS en gewijzigde verhou-

dingen met de omgeving en de luchtvaartsector.

Om te voorzien in de behoefte aan bouwgrondstof-

fen met minimalisatie van landontgrondingen is in

2004 het bouwgrondstoffenplan vastgesteld. Voor de

uitvoering daarvan werken wij ook in 2006 via twee

sporen: een uitvoeringsstrategie voor primaire win-

ning en een strategie om hergebruik en zuiniger

gebruik te stimuleren. Anticiperend op de markt-

werking in 2008 voeren wij een terughoudend ver-

gunningenbeleid voor primaire winning van bouw-

grondstoffen.

Voorts informeren wij de inwoners van Noord-

Holland over milieubeleidthema’s (ontwikkelingen

en speerpunten, veiligheidsaspecten en zwemgele-

genheden) en de daaraan gerelateerde procedures via

internet en andere kanalen, zoals:

■ de beleidseffectmonitor, rapportages en evalua-

ties;

■ contacten met burgers, bedrijven en doelgroepen

door bestuurders en ambtenaren;

■ speciale informatiebijeenkomsten en hoorzittin-

gen;

■ RTV N-H, publieksfolders (zoals de jaarlijkse

zwemfolder) en projectborden (billboards);

■ de Milieuklachtentelefoon, inclusief het Groen

Meldpunt, de Zwemwaterinformatielijn en het

Afvalinformatiepunt;

■ de maandelijkse provinciale pagina in de huis aan

huisbladen;

■ publicaties over (voorgenomen) besluiten e.a.;

Daarnaast voeren wij met onze handhavingpartners

ook in 2006 de 24-uurs Milieuestafette uit. Deze jaar-

lijkse, provinciebrede activiteit genereert veel publi-

citeit voor milieuhandhaving.

Beleidsintensiveringen 2006.

Verhoging budget voor lucht, veiligheid en geluid € 350.000 € 350.000 € 350.000 € 350.000

Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS) € 190.000

Landelijk meldpunt afvalstoffen (LMA) € 64.800

Overdrachtskosten stortplaatsen ‘De Poel’en ‘Hollandse brug’ € 40.000

Stimuleringsbijdrage oprichting milieudiensten € 500.000 € 500.000

Omschrijving 2006 2007 2008 2009

Page 75: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■74

Verhoging budget voor lucht, veiligheid

en geluid

In de jaren 2006-2009 versterken wij onze inzet op

lucht, veiligheid en geluid versterken met € 350.000

per jaar (€150.000 voor lucht, €100.000 voor externe

veiligheid en € 100.000 voor geluid). Aanleidingen

voor deze beleidsintensivering zijn de toenemende

zorg over de luchtkwaliteit in onze regio, de groei-

ende invloed van Europese milieunormen op ons

handelen en recente ontwikkelingen in het

Rijksbeleid.

Commissie Regionaal Overleg

luchthaven Schiphol (CROS)

Bij de oprichting van de Commissie Regionaal

Overleg luchthaven Schiphol (CROS) in 2003 heeft de

provincie besloten deze commissie te ondersteunen

door kantoorruimte en provinciale medewerkers

beschikbaar te stellen. Vorig jaar hebben wij de inzet

van medewerkers ter ondersteuning van de CROS

afgebouwd en vond de commissie elders kantoor-

ruimte. Er is nu alleen nog een financiële ralatie.

Omdat wij groot belang hechten aan een goed func-

tionerende CROS, verhogen wij de jaarlijkse bijdrage

voor 2006 met € 190.000 tot € 400.000.

Landelijk Meldpunt Afvalstoffen

(LMA)

Participatie in het LMA is van belang voor effectieve

handhaving. De contributie wordt jaarlijks vastge-

steld en is voor 2006 fors verhoogd met € 64.767 tot

een bedrag van € 421.767. Wij zullen in 2006 het lid-

maatschap evalueren en o.a. kijken naar de verhou-

ding tussen kosten en baten.

Overdrachtskosten stortplaatsen

‘De Poel’en ‘Hollandse brug’

Op basis van de Wet milieubeheer zijn wij verant-

woordelijk voor de ‘eeuwig durende’ nazorg van na

1996 gesloten stortplaatsen. Om die nazorg te

bekostigen beheren wij een nazorgfonds, dat wordt

opgebouwd met aan exploitanten van stortplaatsen

opgelegde heffingen. Dit jaar worden voor het eerst

stortplaatsen gesloten (de Poel, Hollandse Brug) en

aan ons overgedragen. Voordat wij daartoe kunnen

overgaan, laten we een inspectieonderzoek uitvoeren

om te bepalen of de stortplaatsen voldoen aan de

gestelde eisen. De kosten daarvoor ad. € 40.000

mogen niet ten laste worden gebracht van het

nazorgfonds en kunnen niet worden verhaald op de

exploitanten. Vooralsnog ramen we de kosten niet

structureel, omdat er nog teveel onzekerheden zijn.

Stimuleringsbijdrage oprichting

milieudiensten

Wij streven samen met onze handhavingpartners

naar professioneler toezicht en handhaving.

Daarvoor wordt onder andere de oprichting van

milieudiensten gestimuleerd. Om de regio’s te hel-

pen met het oprichten van milieudiensten is voor

2006 een bedrag gereserveerd van € 500.000 ter

bestrijding van de frictiekosten. Met deze provinci-

ale bijdrage kunnen deze regio’s het vereiste profes-

sionaliseringsniveau halen.

Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.

Het Provinciaal MilieuBeleidsplan (PMP) 2002-2006 21 oktober 2002

PMV (herzieningaanvulling voorzin voor januari 2006) Januari 2001

Landschapschoonverordening 2005

Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum

Page 76: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 75

Extra investeringimpuls Noord-Holland

Investeringsimpuls duurzame energie

In 2004 hebben PS besloten tot een investeringsim-

puls van ruim een half miljard euro. Elders in deze

begroting wordt de investeringsimpuls integraal

gepresenteerd.

Binnen de investeringsimpuls is € 10 miljoen geoor-

merkt voor investeringen in de cluster Duurzame

Energie, gericht op twee doelstellingen:

■ Groei van de economie in Noord-Holland Noord

door activering van de in dat gebied aanwezige

knowhow op het gebied van innovatieve duur-

zame energietechnologie bij aldaar gevestigde

kenniscentra en bedrijven, teneinde tot een eco-

nomisch rendabele bedrijvencluster te komen.

■ Daling van de CO2-uitstoot door het gebruik van

(innovatieve) duurzame energietechnieken te

bevorderen.

Aan de investeringsimpuls duurzame energie wordt

met zes projecten uitvoering gegeven. Het gaat zowel

om voortzetting en/of versterking van succesvol

bestaand beleid als om nieuw beleid. Dit nieuwe

Lasten

Beleidsaccenten 1.144.800 850.000 350.000 350.000

Bestaand beleid 19.292.100 17.693.000 17.701.200 17.705.300

Totaal lasten 62.510.664 27.991.300 20.436.900 18.543.000 18.051.200 18.055.300

Baten

Beleidsaccenten

Bestaand beleid 16.993.400 16.993.400 16.993.400 16.993.400

Totaal baten 57.024.951 17.234.700 16.993.400 16.993.400 16.993.400 16.993.400

Resultaat voor bestemming 5.485.713 10.756.600 3.443.500 1.549.600 1.057.800 1.061.900

Onttrekking reserves 2.219.982 7.881.700 memorie memorie memorie memorie

Storting reserves 146.000 memorie memorie memorie memorie memorie

Resultaat na bestemming 3.411.731 2.874.900 3.443.500 1.549.600 1.057.800 1.061.900

Investeringen

Beleidsaccenten - - - - - -

Bestaand beleid - - - - - -

Bijdragen derden - - - - - -

Onttrekking reserves - - - - - -

Saldo activering - - - - - -

Voorzieningen

Onttrekking voorzieningen 15.959.200 12.341.500 12.341.500 12.341.500 12.341.500

Storting voorzieningen 29.286.900 12.224.800 12.764.400 12.749.200 12.757.400 12.761.500

Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Wat mag het kosten?

Page 77: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■76

beleid is alleen mogelijk dankzij de investeringsim-

puls en krijgt bovendien op een nieuwe, innovatie

wijze vorm. De financiële planning voor de zes pro-

jecten ziet er als volgt uit. De jaarschijf 2005 is mee-

genomen om inzichtelijk te maken welke projecten

reeds in 2005 zijn gestart.

DE-01 Windturbinepark Wieringermeerdijk € 250.000 € 200.000 € 200.000 € 650.000

DE-02 CO2 servicepunt/deelverordening € 17.500 € 807.500 € 775.000 € 400.000 € 2.000.000

duurzaam energiepakket

DE-03 Stichting Duurzaam Texel € 116.000 € 116.000 € 116.000 € 348.000

DE-04 Realisatie Facility Center voor maak- € 50.000 € 2.400.000 € 50.000 € 2.500.000

industrie duurzame energietechnieken

DE-05 Realisatie Kenniscentrum Duurzame € 140.000 € 200.000 € 200.000 € 200.000 € 740.000

Energie door ATO

DE-06 Bevordering Innovatieve duurzame pm pm pm pm € 3.700.000

energietechnieken

€ 457.500 € 3.723.500 € 1.341.000 € 716.000 € 9.938.000

2005 2006 2007 2008 totaal

Page 78: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 77

Page 79: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■78

Page 80: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 79

2.7 Recreatie en toerisme, natuur en landschap

De provincie streeft naar de versterking en ontwikkeling van het landelijk gebied

voor recreatie, toerisme, natuur en landschap in hun onderlinge samenhang en in

relatie tot water en landbouw.

Productgroepen

Beleidsvoorbereiding Gebiedsprogramma’s

landelijk gebied

Realisatie gebiedsprogramma’s landelijk gebied

Ontwikkeling openluchtrecreatie en toerisme

Beheer openluchtrecreatie

Ontwikkeling natuur

Beheer natuur

Landschapsbescherming en advisering

Wat willen we bereiken?

Wij noemen hier de maatschappelijke effecten die wij

uiteindelijk willen bewerkstelligen in de

Noord-Hollandse samenleving. Voor dit programma

gaat het in 2006 om:

1 Een per gebied met de regionale partners over-

eengekomen samenhangend integraal pro-

gramma. Dit behandelt de inrichting of ontwik-

keling enerzijds en het beheer (behoud en onder-

houd) van landelijk gebied anderzijds. Het doel

van dit alles is om over voldoende recreatie en

toerismevoorzieningen te beschikken, natuur-

waarden te behouden of te vergroten, landschap-

pelijke kenmerken en verscheidenheid te waar-

borgen, waterberging en schoon water te realise-

ren en economische ontwikkeling van platteland

te stimuleren en in stand te houden.

2 Het uitvoeren van deze gebiedsprogramma’s. Dit

kan door het realiseren van nieuwe waterstruc-

turen, openbaar toegankelijke groengebieden en

recreatieve en ecologische verbindingen, die aan

een beheerder kunnen worden overgedragen.

3 De realisatie van recreatieve projecten die bijdra-

gen aan voldoende, aantrekkelijke en goed

bereikbare recreatiemogelijkheden, een vergro-

ting van de werkgelegenheid, de bestedingen in

het toerisme en het toegankelijker maken van cul-

tuurhistorische locaties.

4 Het verhogen van het gebruik van de recreatie-

voorzieningendoor een goed beheer van vrij toe-

gankelijke recreatievoorzieningen, aangepast aan

de behoefte van de recreant en het verhogen van

de efficiency en bestuurlijke slagkracht van het

beheer van de recreatieschappen.

5 De afronding van de provinciale ecologische

Portefeuillehouder

A. Moens, J.J. Schipper, P.J.M. Poelmann en

A.C.M.A. Hooijmaijers

P.J.M. Poelmann, J.J. Schipper en A. Moens

J.J. Schipper

J.J. Schipper

A. Moens

A. Moens

P.J.M. Poelmann

Page 81: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■80

hoofdstructuur (PEHS) in 2018, het realiseren van

stimulerings- en beschermingsmaatregelen voor

(bedreigde) soorten en het voorkomen dan wel

bestrijden van schade door en overlast van dieren.

6 Het in stand houden dan wel verhogen van de

beoogde natuurkwaliteit en de optimale beleving

daarvan.

7 Het behouden en ontwikkelen van landschappe-

lijke verscheidenheid en samenhang zoals om-

schreven in de Landschappelijke Basisstructuur.

■ Aantal gebiedsprogramma’s in voorbereiding

■ Aantal gebiedsprogramma’s gereed voor uitvoering

4) In voorbereiding zijn uitbreiding SGP Geestmerambacht en Horstermeerpolder en

wij maken in 2006 gereed voor uitvoering Nationaal Landschap Laag-Holland, land-

inrichting Zeevang, SGP AmstelGroen en Groene Uitweg. Daarnaast dragen wij bij aan

de feitelijke uitvoering van veel gebiedsprogramma’s (landinrichtingen, SGB, SGP’s).

De streefnorm voor 2006 is:

■ dat wij een met de regionale partners

overeengekomen provinciaal meer-

jarenprogramma landelijk gebied uit-

brengen.

■ Dat wij 2 gebiedsprogramma’s in

voorbereiding hebben en 4 gebieds-

programma’s gereed maken voor

uitvoering 4)

Wij rapporteren bij de

jaarstukken.

Met regionale partners overeengekomen gebiedsprogramma’s landelijk gebied.

Indicator Doelstelling Rapportage

■ Aantal gerealiseerde ha water en groengebied

■ Het aantal gerealiseerde kilometers wandel-, fiets- en ecologische

verbindingen en bruggen.

De streefnorm is dat wij in 2006 (doen)

realiseren:

■ Totaal 792 ha recreatie en natuur

waarvan

– 130 ha SMG

– 195 ha SGP HMGroen

– 150 ha Groene AS

– 150 ha FINH landinrichting

– 85 ha Geestmerambacht

– 80 ha Diemervijfhoek

■ Totaal 14 km verbindingen waarvan:

– 1 km Diemervijfhoek

– 13 km Geestmerambacht

■ Totaal 54 ha waterberging waarvan

– 35 ha FINH landinrichting

– 19 ha Geestmerambacht

■ 1 brug in Geestmerambacht

Wij rapporteren bij de

jaarstukken.

Het realiseren van gebiedsprogramma’s landelijk gebied.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 82: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 81

■ Aantal opgeloste knelpunten in recreatieve routenetwerken;

■ Aantal toeristische overnachtingen.

De streefnorm voor 2006 is:

■ Het wegnemen van 10 knelpunten in

recreatieve routenetwerken;

■ Het aantal toeristische overnachtingen

stijgt met 2,5%.

Meting vindt plaats via de

monitor bij jaarprogramma

Agenda Recreatie en

Toerisme.

Wij rapporteren bij de

jaarstukken.

Realisatie van recreatieve en toeristische projecten.

Indicator Doelstelling Rapportage

Vergroten gebruik recreatiegebied:

■ Groei aantal bezoeken recreatiegebieden

■ Aantal vastgestelde/uitgevoerde plannen van recreatieschappen voor

voorzieningen voor nieuwe doelgroepen

Wegwerken achterstallig onderhoud:

■ Aantal gestarte projecten voor wegwerken achterstallig onderhoud.

De streefnorm voor 2006 is:

■ 5% groei van het aantal bezoeken aan

recreatiegebieden in 2005 t.o.v. 2003

■ Minimaal 12 vastgestelde en/of

uitgevoerde plannen.

■ Minimaal 30 projecten om achterstallig

onderhoud weg te werken zijn

uitgevoerd.

Meting vindt plaats via de

monitor bij jaarprogramma

Agenda Recreatie en

Toerisme.

Wij rapporteren bij de

jaarstukken.

Goed beheer van recreatie en toeristische voorzieningen.

Indicator Doelstelling Rapportage

■ Toename nieuwe natuur in ha. en ecologische verbindingszones in km.

■ Uitbreiding particulier natuurbeheer in ha.

■ Uitgekeerd bedrag aan schade door dieren

■ Toename nieuwe natuur in 2006 met

400 ha en ecologische

verbindingszones met 17 km

■ Uitbreiding particulier natuurbeheer in

2006 met 150 ha

■ Het aan dierschade uitgekeerde bedrag

is met 10% afgenomen t.o.v. 2005.

Meting van realisatie natuur

vindt plaats i.k.v. de

Milieumonitor, schade

meldingen via verslagen van

Landelijk Faunafonds

Wij rapporteren bij de

jaarstukken.

Realisatie van natuur en bescherming van dier- en plantensoorten.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 83: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■82

Wat gaan we ervoor doen?

De prioriteit van het programma recreatie en toe-

risme, natuur en landschap blijft net als in 2005 lig-

gen bij de uitvoering. Het gaat om:

■ de uitwerking van het gebiedsgerichte beleid; we

ontwikkelen instrumenten om de inrichting en

het beheer van het landelijk gebied efficiënter en

effectiever te maken. Rijk en provincies hebben

hiertoe samen met de gemeenten en waterschap-

pen een nieuw sturingsmodel voor het landelijk

gebied ontwikkeld (het project ILG -

Investeringsbudget Landelijk Gebied).

■ de integrale uitvoering van projecten in het lan-

delijk gebied; zodra het beleid is vertaald in inte-

grale gebiedsprogramma’s kan de voorbereiding

van de uitvoering beginnen; de provincie heeft

veelal de regie bij het uitvoeringsgereed maken

van deze gebiedsgerichte projecten; in bepaalde

gevallen heeft de provincie ook een rol bij de fei-

telijke uitvoering, in andere gevallen wordt deze

overgelaten aan derden.

■ de uitvoering van het sectorale recreatie-, natuur-

en landschapsbeleid.

Natuurbeleid

Op het gebied van natuur blijft onze inzet gericht op

(versnelde) realisatie van de provinciale ecologische

hoofdstructuur (PEHS). Om de beoogde maatschap-

pelijke effecten op het gebied van natuur te realise-

ren. voeren wij het tempo van de uitvoering van de

PEHS op. Het voor deze versnelling beschikbare

bedrag zetten wij in voor de aankoop van natuurge-

bieden, voor de inschakeling van particulieren bij het

beheer en voor het wegnemen van bestaande knel-

punten in natuurgebieden. Het gaat in 2006 om toe-

■ Vastgestelde beheersplannen van natuurorganisaties

■ Mate waarin natuurdoeltypen daadwerkelijk zijn gerealiseerd in de

PEHS.

Streefnorm is:

■ In 2006 zijn beheersplannen en

jaarverslagen van PWN, Landschap NH

en GNR in PS commissies besproken

■ In 2006 is er een instrument voor het

meten van de kwaliteit van de natuur.

Wij rapporteren bij de

jaarstukken.

Instandhouden en verhogen natuurkwaliteit.

Indicator Doelstelling Rapportage

■ Aantal woonschepen dat nog niet in het kader van bestemmingsplan is

geregeld

■ Aantal zieke iepen

■ Meetbaar instrument voor meting van de kwaliteit van het landschap.

Streefnorm voor 2006 is:

■ Aantal woonschepen dat niet geregeld

is, is gedaald met 20% ten opzichte

van 2005.

■ Aandeel zieke iepen is afgenomen van

5 naar 2,5% (kerngetal: aandeel zieken

iepen in NH 2005 is 5%).

■ In 2006 is er een monitor landschap

operationeel.

Wij rapporteren bij de

jaarstukken.

Behouden en ontwikkelen landschap.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 84: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 83

voeging aan de PEHS van ruim 500 hectare, waarbij

wij nadrukkelijk particulieren willen betrekken bij het

beheren van de natuur.

Openluchtrecreatie en toerisme

In 2006 werken wij de discussie over onze positiebe-

paling ten opzichte van de recreatieschappen verder

uit. Onze inzet is daarbij gericht op een intensiever

gebruik en duurzame instandhouding van de voor-

zieningen en het aanpassen van de voorzieningen

aan de behoefte van de hedendaagse recreant.

Daarbij vinden wij het erg belangrijk dat inkomsten

en uitgaven in de recreatieschappen duurzaam in

evenwicht zijn. Volgens ons moet er nadrukkelijk

worden gekeken naar de mogelijkheden tot verwer-

ving van inkomstenbronnen uit exploitabele ele-

menten. Tenslotte hebben wij besloten geen funda-

mentele wijziging van de organisatie via de gemeen-

schappelijke regelingen door te voeren.

De Agenda Recreatie en Toerisme geeft aan wat de

provincie in de periode 2004-2007 concreet wil berei-

ken op het gebied van recreatie en toerisme. De

Agenda heeft een integrale opzet; niet alleen recrea-

tie en toerisme zijn stevig verknoopt, óók landbouw

en cultuurhistorie komen nadrukkelijk aan bod. In

2006 gaan wij onverminderd door met de uitvoering

van de Agenda via een jaarlijks uitvoeringspro-

gramma. Wij richten ons daarbij op uitvoeringspro-

jecten in groengebieden, verbetering van het recrea-

tief-toeristisch netwerk, de kust, water en toeganke-

lijkheid van cultuurhistorie.

Behalve de bestaande recreatieschappen staan er nog

enkele Strategische Groenprojecten (SGP’s) in de stei-

gers: Tussen IJ en Z, Geestmerambacht, AmstelGroen

en Vechtstreek. Het jaar 2006 staat in het teken van de

uitwerking van de plannen en de concrete uitvoering.

Landelijk gebied

In 2005 zijn wij gestart met de uitwerking van een

nieuw sturingsmodel voor het landelijk gebied, in

de vorm van het programma Investeringsbudget

Landelijk Gebied. Wij nemen daarbij de regie over

van het rijk voor de uitvoering. Daartoe zullen wij

een meerjarig programma voor de periode 2007-

2013 opstellen. Hierin geven wij aan welke doelen

wij in het landelijk gebied willen realiseren, welke

middelen wij daarvoor beschikbaar hebben en

welke prestaties wij daarvoor gaan leveren.

Uitgangspunten zijn ‘afmaken waar wij aan begon-

nen zijn’ en ‘schoon schip maken in financieel en

organisatorisch opzicht’. Wij achten de inrichting

van gebieden onlosmakelijk verbonden met het

daarop volgend beheer. In 2006 werken wij aan

terugdringing van het aantal deelverordeningen om

te komen tot één subsidieregeling voor ILG. Voorts

passen we de interne organisatie aan en werken we

aan het opstellen van een provinciaal uitvoerings-

progamma 2007-2013.

In de Nota Vitaal Platteland is aangegeven dat voor

de inrichting van de Strategische Groenprojecten

het rijk een nieuwe normkostensystematiek gaat

hanteren. Hierdoor is onduidelijk wat de rijksbij-

drage de komende jaren zal zijn. In het kader van

het ILG gaan wij hierover onderhandelingen voe-

ren. Door de gronden te verwerven, kunnen wij

deze gebieden veiligstellen. Daarbinnen willen wij

nadrukkelijk agrariërs betrekken bij het beheer. Met

rijk en de regio willen wij hierover een strategische

discussie voeren.

In 2005 is het Nationaal Landschap Laag-Holland

tot stand gekomen. Wij zetten in op het duurzaam

ontwikkelen het gebied, waarbij behoud van kwa-

liteiten en het goed beheren gekoppeld worden aan

een verantwoorde ontwikkeling van andere func-

ties, zoals woningbouw. De kern van de problema-

tiek is het gebrek aan middelen voor een duurzaam

beheer van natuur –en landschap. Wij willen nu

voortvarend aan de lag met de realisering van pro-

jecten die het beoogde doel dichterbij brengen.

Naast de middelen van EU, rijk en regio, achten wij

daartoe provinciale investeringen noodzakelijk, uit-

gaande van de ambitie van provincie en regio

gericht op behoud en ontwikkeling van bet bestaan-

de cultuurlandschap.

Naast het Nationaal Landschap Laag-Holland wer-

ken wij ook aan de inrichting van het Nationaal

Page 85: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■84

Landschap Groene Hart.

In 2005, doorlopend in 2006, zetten wij fors in op

het project De Groene Uitweg tussen Amsterdam

en Almere. De Uitweg heeft twee doelen. Ten eerste

gaat het om het realiseren van een betere weg tus-

sen Noord-Holland Zuid en Almere, in verband

met het uitgroeien van Almere tot de vierde stad

van Nederland. Ten tweede willen we deze ontwik-

keling aangrijpen voor een versterking van de

ruimtelijke kwaliteit van het omliggende gebied

(water, groen, landschap en verstedelijking). Wij

willen stevig staan in het proces van de tracéstudie

Van RWS voor de berinding A6-A9. Dit brengt de

nodige proceskosten met zich mee.

Bij het uitvoeringsprogramma Ontwikkelingsbeeld

Noord-Holland Noord is het project Noordboog

met de aantekening ‘belangrijk” opgenomen. Nadat

in 2005 de ambities van alle betrokkenen (vooral

landbouw, natuur en landschap, water en recreatie

en toerisme) voor deze robuuste ecologische ver-

bindingszone in beeld zijn gebracht, wordt in 2006

een concreet uitvoeringsprogamma opgesteld. Een

andere robuuste ecologische verbindingszone is

Van kust tot kust. Nadat wij in 2005 de begrenzing

hebben geregeld, kan in 2006 naar verwachting tot

uitvoering worden overgegaan.

Coördinatie Waddenzeebeleid

Het Waddenzeebeleid staat volop in de politieke

belangstelling. De planologische kernbeslissing

Waddenzee, het op te richten Waddenfonds, de

Werelderfgoednominatie, de bestuurlijke organisatie

in combinatie met over te dragen taken vanwege de

Natuurbeschermingswet en de internationale samen-

werking vergen ook op provinciaal niveau besluit-

vorming. Via de Stuurgroep Waddenprovincies

(SWP) werken Noord-Holland, Friesland en

Groningen aan dit gezamenlijke beleid. Verder vindt

er via het Coördinatiecollege Waddengebied (CCW)

afstemming plaats met de regionale en landelijke

overheid.

Eind 2003 heeft de SWP besloten de begroting 2004-

2007 te verhogen, teneinde adequaat te kunnen

inspelen op belangrijke Waddenonderwerpen. Wij

hebben daarmee op 30 september 2003 ingestemd.

Zowel voor 2004 als voor 2005 is de begroting op dit

hogere ambitieniveau aangepast, maar niet structu-

reel gemaakt. Beide jaren bedroeg de begroting in

totaal € 217.100,–. Op 1 april 2005 heeft de SWP de

begroting voor 2006 vastgesteld en in principe inge-

stemd met de meerjarenbegroting 2007 t/m 2009. In

het CCW is ingestemd met de begroting voor het

CCW.

De begroting is opgebouwd uit de volgende onder-

delen: bijdragen aan secretariaat Stuurgroep

Waddenprovincies (SWP), secretariaat Coördinatie-

college Waddengebied (CCW), Interwad (website),

rampenplan en onvoorzien.

Verhoging bijdrage beheer

openluchtrecreatie

Een verhoging van de bijdrage aan de recreatie-

schappen is nodig door een verhoging van de parti-

cipantenbijdrage aan het Alkmaarder- en Uitgeester-

meer en aan Groengebied Amstelland, die deels

wordt gecompenseerd door een verlaging van de bij-

drage in de andere schappen. Zie de tabel.

Beleidsintensiveringen 2006.

Coördinatie Waddenzeebeleid 37.900 42.900 47.900 52.900

Verhoging bijdrage beheer openluchtrecreatie 90.461 90.461 90.461 90.461

Omschrijving 2006 2007 2008 2009

Page 86: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 85

In hoofdlijn zijn er twee redenen voor deze verho-

gingen en verschuivingen:

1 De provincie gaat meer bijdragen in het

Alkmaarder- en Uitgeestermeer en minder in

Spaarnwoude, Het Twiske, Geestmerambacht en

Landschap Waterland. Dit is in verband met een

afspraak met 5 gemeenten die uit het

Alkmaarder- en Uitgeestermeer overstappen naar

een van de andere schappen. Deze verschuiving

is budgettair neutrale.

2 De nieuwe regels rond de BBV. De recreatie-

schappen mogen investeringen in zaken met

maatschappelijk nut (fietspaden, beschoeiingen

en dergelijke) niet meer over meer jaren afschrij-

ven. Als dit in het verleden wel gebeurde, moet

dit versneld worden afgelost. Nieuwe investerin-

gen moeten direct ten laste van de begroting wor-

den gebracht. In Het Twiske, Geestmerambacht

en Landschap Waterland speelde dit probleem

beperkt en is dit vooralsnog binnen de begroting

opgelost, door het uit de reserves te halen of door

een verschuiving in de begroting. In Spaarn-

woude was niet afgeschreven op investeringen

met maatschappelijk nut, dus speelt dit probleem

gelukkig niet. In het Alkmaarder- en Uitgeester-

meer en Groengebied Amstelland is het wel een

groot probleem. Het gaat hier om substantiële

bedragen. Er zijn geen reserves waaruit dit opge-

lost kan worden en een verschuiving levert in de

begroting direct een knelpunt op voor beheer en

onderhoud of lopende afspraken. Vandaar dat

een verhoging van de participantenbijdrage hier

noodzakelijk is. Dit wordt nu bij alle participan-

ten voorgelegd ter afweging in hun begroting.

Alkmaarder- en Uitgeestermeer

Spaarnwoude (excl. kosten Groene Weelde)

Het Twiske

Geestmerambacht

Landschap Waterland

Groengebied Amstelland

Totaal

TTeekkoorrtt

478.164

635.198

827.798

204.000

320.361

772.640

3.238.161

359.500

686.900

840.500

217.700

324.100

719.000

3.147.700

9900..446611

Recreatieschap Begroot (conform ingediende begrotingen Voorlopig beschikbaar in provinciale

recreatieschappen) begroting 2006 (info FEZ)

Page 87: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■86

Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.

Agenda Recreatie en Toerisme 2004-2007 16 feb 2004

Landschapsverordening 4 juli 2005

Verordening vrijstelling Flora- en Faunawet 23 sep 2002

Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord 25 okt. 2004

Streekplan Noord-Holland Zuid 17 feb. 2003

Projectennota Streekplan NHZ 19 april 2004

Deelverordening landschapselementen NH 13 sep 2004

Raamplan Haarlemmerméér groen 7 mrt 2000 GS

Deelverordening Groene As NH 13 dec 2004

Deelverordening Groene Long 15 mrt 2004

Nota Natuurbeleid 2005 ‘Noord-Holland Natuurlijk!’ 4 juli 2005

Deelverordening Fonds Natuur en Landschapsbescherming 3 nov 1997,

14 juni 2004

Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum

Page 88: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 87

Lasten

Beleidsaccenten 128.400 133.400 138.400 143.400

Bestaand beleid 29.392.500 24.964.600 18.685.900 15.259.000

Totaal lasten 17.823.426 32.741.325 29.520.900 25.098.000 18.824.300 15.402.400

Baten

Beleidsaccenten

Bestaand beleid 542.600 997.400 495.100 358.600

Totaal baten 3.808.022 4.238.700 542.600 997.400 495.100 358.600

Resultaat voor bestemming 14.015.404 28.502.625 28.978.300 24.100.600 18.329.200 15.043.800

Onttrekking reserves 8.135.431 21.261.600 17.967.200 14.128.000 7.856.200 memorie

Storting reserves 8.395.077 4.019.800 3.285.800 3.285.800 3.315.800 3.315.800

Resultaat na bestemming 14.275.050 11.260.825 14.296.900 13.258.400 18.329.200 11.728.000

Investeringen

Beleidsaccenten - - - - - -

Bestaand beleid - - - - - -

Bijdragen derden - - - - - -

Onttrekking reserves - - - - - -

Saldo activering - - - - - -

Voorzieningen

Onttrekking voorzieningen 8.600 memorie memorie memorie memorie

Storting voorzieningen 1.052.300 memorie memorie memorie memorie memorie

Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Wat mag het kosten?

Page 89: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■88

Page 90: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 89

2.8 Economie en landbouw■

De provincie Noord-Holland investeert in een goed vestigingsklimaat voor

ondernemingen.

Programma 8 is er op gericht de economie in

Noord-Holland te versterken.

Hoe deze ambities te realiseren is vertaald naar

‘things-to-do-today’ in 3 zgn. beleidsagenda’s (allen

looptijd t/m 2007) :

– de economische agenda

– de agenda arbeidsmarkt & onderwijs

– de agenda landbouw & visserij

Dit programma omschrijft de financiële inzet die

nodig is voor de uitvoering van deze agenda’s in

het jaar 2006. Het onderwerp toerisme is opgeno-

men in programma 7 (GS: wij beschouwen recrea-

tie en toerisme als 1 beleidsveld).

Productgroepen

Regionale economie

Lucht- en zeehavenregio’s

Herstructurering bedrijventerreinen

Water als economische drager

Arbeidsmarkt

Landbouw & visserij

Portefeuillehouder

J.J. Schipper

drs. C. Mooij

A.M.C.A. Hooijmaijers

J.J. Schipper

J.J. Schipper

J.J. Schipper

A. Moens

J.J. Schipper

Page 91: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■90

Wat willen we bereiken?

■ door de regionale partners gerealiseerde extra arbeidsplaatsen

■ gerealiseerde kennisclusters

In 2008 zijn in Noord-Holland 10.000

extra arbeidsplaatsen tov 2000

In 2008 zijn in Noord-Holland 3

kennisclusters: agriport NH, multimedia,

duurzame energie

Jaarlijks via de monitor RES-en

Jaarlijks via voorjaarsnota

Regionale economie: waar mogelijk groei en waar niet mogelijk behoud van werkgelegenheid in de Noord-Hollandse

regio’s door benutting aanwezige economische potenties, het stimuleren van innovatie en ondernemerschap.

Indicator Doelstelling Rapportage

Aantal door gemeenten herstructureerde bedrijventerreinen en

percentage ruimtewinst

Jaarlijks wordt 250 hectare bedrijven-

terrein geherstructureerd met 15%

ruimtewinst en 10% inzet voor duur-

zaamheidsmaatregelen

Jaarlijks via HIRB voortgangs-

rapportage

Herstructurering bedrijventerreinen: minder beslag op beschikbare ruimte in Noord-Holland voor werklocaties.

Indicator Doelstelling Rapportage

Geen

Water als economische drager: betere benutting van de economische potentie van de aanwezige vaarroutes in

Noord-Holland met accent op watersport, watergebonden bedrijvigheid en goederenvervoer over water.

Indicator Doelstelling Rapportage

door gemeenten en ontwikkelaars gerealiseerde bedrijventerrein en

kantoorlocaties rondom de mainport Schiphol én in het

Noordzeekanaalgebied

2-jaarlijks via voortgangs-

rapportage masterplan en

rapportage SADC

Lucht- en zeehavenregio’s: versterken van de internationale concurrentiepositie van Noord-Holland-Zuid.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 92: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 91

Wat gaan we ervoor doen?

Economie

De economische agenda 2004 - 2007 kent twee speer-

punten:

■ voor Noord-Holland-Noord: verbeteren van de

woonwerkbalans;

■ voor Noord-Holland-Zuid: versterken van de

internationale concurrentiepositie.

De economische groei zat in de eerste helft van deze

collegeperiode op een dieptepunt. In Noord-Holland-

Zuid was de economische groei 0,2% en in Noord-

Holland-Noord zelfs nihil. Noord-Holland deed het

hiermee slechter dan Nederland als geheel met een

economische groei van 0,4%. De 4 daaraan voor-

gaande jaren kenmerkten zich juist door een hoog-

conjunctuur met 3,7% economische groei voor

Nederland, waarbij Noord-Holland het relatief beter

deed met 4,2%. De vooruitzichten voor de komende

2 jaar lijken beter: 1,3% economische groei, maar de

werkloosheid in Noord-Holland stijgt naar verwach-

ting weer (van 4% naar 6%).

Wij willen, samen met economische partners in de

regio, de ons beschikbare instrumenten inzetten om

deze effecten te stabiliseren. Hiertoe voeren wij een

actieve lobby in Brussel en Den Haag om besluiten te

stoppen die de werkgelegenheid in de Kop negatief

beïnvloeden. Samen met partners in de regio richten

we een ontwikkelingsbedrijf op om de krachten te

bundelen. Ook werken wij aan het uitbouwen van

agriport Aalsmeer en het mogelijk maken van agri-

port A7, aan het behouden van multimediacluster in

Amsterdam en het Gooi voor Noord-Holland. Wij

beseffen dat we de invloeden van de wereldmarkt,

de olieprijs en consumentenvertrouwen op de eco-

nomie niet kunnen beïnvloeden. Maar onze rol is

wezenlijk waar het gaat om het scheppen van econo-

mische voorwaarden, het bij elkaar brengen van par-

tijen en het co-financieren van duurzame investerin-

gen.

Arbeidsmarkt en onderwijs

De agenda arbeidsmarkt en onderwijs 2004 - 2007

kent 3 speerpunten:

■ voorkomen van voortijdig schoolverlaten;

■ via leerwerkplekken toetreding van jongeren op

Aantal probleemjongeren dat deelneemt aan een werkervaringsproject en

aantal leerwerkplekken

Eind 2006 zijn 250 probleemjongeren

ingestroomd in eenwerkervaringsproject

en 250 nieuwe leerwerkplekken

gerealiseerd .

Jaarlijks bij najaarsnota.

Arbeidsmarkt: betere aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt.

Indicator Doelstelling Rapportage

Areaal en afzet biologisch en duurzaam geteelde gewassen 6% biologische landbouw in 2007 Jaarlijkse rapportage over

ingezette subsidies, promotie-

campagne en monitoring van

areaalsgroei/groei afzet

Landbouw en visserij: Het bevorderen van de biologische en duurzame landbouw, het bieden van perspectief voor de

visserij.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 93: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■92

de arbeidsmarkt;

■ stimuleren van ondernemerschap.

De werking van de arbeidsmarkt baart velen zorgen,

jongeren komen niet aan de bak. Daarom hebben we,

op verzoek van PS, een apart beleid hiervoor ont-

wikkeld om bruggen tussen school en werk te slaan.

Landbouw en visserij

De Landbouw- en visserijagenda 2004-2007 kent 3

speerpunten:

■ biologische en duurzame landbouw;

■ innovatie en ondernemerschap;

■ perspectief voor de visserij.

Landbouw en visserij zijn economische sectoren, met

ondernemers die produceren wat de markt vraagt.

Voor de bollenteelt en de glastuinbouw zijn die

marktperspectieven gunstig. Sectoren als de akker-

bouw en veehouderij staan onder druk door een

afbouw van Europese subsidies en wereldwijde con-

currentie. Dit vraagt aanpassingen van bedrijven

zoals schaalvergroting en verbreding. Het kan echter

ook leiden tot het stop zetten van agrarische acti-

viteiten. Onze rol ligt met name in de ruimtelijke

ordening. Wij bieden economisch sterke sectoren als

de glastuinbouw en de bollenteelt ruimte om te

groeien in projectvestigingen, zoals vastgelegd in

streekplan en ontwikkelingsbeeld. Voorbeelden hier-

van zijn Hollands Bloementuin voor de bollenteelt en

de locaties Alton, Grootslag, Agriport A7 en

Rijsenhout voor de glastuinbouw. Voorts willen wij

in het landelijk gebied de landbouw, recreatie, natuur

en waterdoelen zo goed mogelijk op elkaar afstem-

men en laten aansluiten op hedendaagse eisen van-

uit bedrijfsvoering, landschapsbeleving en waterber-

ging. Wij doen dit door de financiering van Stivas,

die op vrijwillige basis kavelruilen uitvoert. Daar-

naast zullen wij, voor zover de financiën dat toelaten,

innovaties in de landbouw en visserij stimuleren,

zodat deze sectoren blijven vernieuwen en tevens

duurzamer gaan produceren. Voor die verduurza-

ming - waaronder ook de groei van de afzet van de

biologische landbouw - stellen wij subsidies beschik-

baar om riskante, vernieuwende projecten van de

grond te tillen. Maar ook hier geldt dat de markt (de

consument) bepaalt of de doelstelling van 6 % biolo-

gisch in 2007 daadwerkelijk wordt bereikt.

Ontwikkelingsbedrijf

Noord-Holland-Noord

In het ontwikkelingsbeeld Noord-Holland-Noord is

de ambitie opgenomen om het forensenverkeer terug

te dringen door meer werkgelegenheid in de regio

mogelijk te maken. Als uitvoeringsinstrument daar-

voor is in het bijbehorende uitvoeringsprogramma

een ontwikkelingsbedrijf genoemd. Deze moet alle

bestaande initiatieven ter versterking van de regio-

nale economie bundelen en daarmee efficiënter en

krachtiger maken. In 2005 is gestart met de voorbe-

reidende werkzaamheden en het creëren van draag-

vlak bij de beoogde regionale deelnemers.

Arbeidsmarkt en onderwijs

Eind 2004 hebben PS de agenda arbeidsmarkt en

onderwijs vastgesteld. Ten opzichte van ons plan

wensten zij een aantal aanvullende initiatieven, met

name om schooluitval onder jongeren te voorkomen.

Dit heeft er toe geleid dat in 2006 en 2007 € 510.000

meer nodig is voor uitvoering van de agenda dan

was geraamd (en waarin was voorzien in de meerja-

renbegroting).

Kennisalliantie

Op 30 mei 2005 hebben PS met algemene stemmen

een initiatiefvoorstel aangenomen waarin zij ons

opdroegen tot een kennismaatschappij (werktitel) te

komen met een aantal taken en hiervoor een voorstel

uit te werken. Op 5 juli hebben wij een voorstel

besproken om, in navolging van Zuid-Holland, te

komen tot een kennisalliantie. Tevens constateerden

wij dat de middelen om dit te realiseren ontbraken.

Indien PS toch verder wil met een kennisalliantie, is

in 2006 een voorbereidingskrediet van € 800.000

nodig.

Page 94: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 93

Innovatie en ondernemerschap

In de Landbouw- en visserijagenda 2004-2007 is voor

het speerpunt Innovatie en Ondernemerschap geen

geld gereserveerd, terwijl in het bijbehorende

Uitvoeringsprogramma wel een aantal belangrijke

actiepunten is geformuleerd.

Dit zijn onder meer:

■ de realisatie van een regionaal innovatie- en ken-

nisnetwerk;

■ de medefinanciering van de regionale innovatie-

beurs Agrinova;

■ de ontwikkeling van praktijknetwerken tussen

biologische en gangbare land- en tuinbouw;

■ de opzet van een actieprogramma met nieuwe

initiatieven ter verbreding van de landbouw,

waaronder agrarisch natuurbeheer en zorgboer-

derijen;

■ het operationeel maken van de Landbouw Effect

Rapportage (LER).

Bij de vaststelling van de landbouwagenda heeft

provinciale staten aan ons verzocht om de financie-

ring van het speerpunt Innovatie en Ondernemer-

schap ad € 300.000,- per jaar voor de jaren 2006 en

2007 te betrekken bij de begroting 2006.

Bij de begroting 2007 wordt nogmaals een claim van

gelijke omvang ingebracht.

Beleidsintensiveringen 2006.

Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord € 375.000

Arbeidsmarkt en onderwijs € 510.000 € 510.000

Kennisalliantie € 800.000

Innovatie en ondernemerschap € 300.000 € 300.000

Omschrijving 2006 2007 2008 2009

Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen

Economische agenda 10/02/ 2004 (GS)

Masterplan noordzeekanaalgebied 15/01/1996 (PS)

Programma HIRB 08/12/2003 (PS)

Streekplan Noord-Holland-Zuid, (onderdeel werklocaties)

Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland-Noord (onderdeel werklocaties) 12/09/2005 (PS)

Agenda Arbeidsmarkt en Onderwijs 31/01/2005 (PS)

Landbouw- en visserijagenda 2004-2007 31/01/2005 (PS)

Deelverordening Landbouw en visserij Noord-Holland 2004 25/10/2004 (PS)

Programma duurzame bollenteelt in binnenduinrand 2005-1007 24/01/2005 (ELE)

Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum

Page 95: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■94

Wat mag het kosten?

Lasten/baten programma 8.

Lasten

Beleidsaccenten 1.985.000 810.000

Bestaand beleid 14.549.700 13.264.100 6.078.900 6.047.700

Totaal lasten 17.897.433 20.537.700 16.534.700 14.074.100 6.078.900 6.047.700

Baten

Beleidsaccenten

Bestaand beleid 34.000 34.000 34.000 34.000

Totaal baten 2.300.706 34.000 34.000 34.000 34.000 34.000

Resultaat voor bestemming 15.596.727 20.503.140 16.500.700 14.040.100 6.044.900 6.013.700

Onttrekking reserves 9.932.285 11.191.840 7.951.000 6.916.400 31.200 memorie

Storting reserves 4.275.762 - memorie memorie memorie memorie

Resultaat na bestemming 940.204 9.311.300 8.549.700 7.123.700 6.013.700 6.013.700

Investeringen

Beleidsaccenten - - - - - -

Bestaand beleid - - - - - -

Bijdragen derden - - - - - -

Onttrekking reserves - - - - - -

Saldo activering - - - - - -

Voorzieningen

Onttrekking voorzieningen memorie memorie memorie memorie memorie

Storting voorzieningen - memorie memorie memorie memorie memorie

Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Page 96: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 95

Page 97: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■96

Page 98: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 97

2.9 Welzijn en (jeugd)zorg■

Een voor alle Noord-Hollandse burgers algemeen toegankelijke sociale

infrastructuur, met hoogwaardige voorzieningen op het gebied van (jeugd)zorg

en tweedelijns welzijnsvoorzieningen

Productgroepen

Sociaal beleidskader

Volksgezondheid

Jeugdhulpverlening

(incl. Educatie en bijzondere onderwijsprojecten)

Wat willen we bereiken?

A De provincie streeft naar een grotere mate van

integratie, diversiteit en emancipatie.

B De provincie streeft naar een goede sportinfra-

structuur en een toename van sportdeelname,

met speciale aandacht voor ouderen, jongeren en

gehandicapten.

C De provincie streeft naar een sluitende keten in

jeugdbeleid voor de jeugd tussen de 4 en 23 jaar.

D De provincie streeft naar een verhoging van de

sociaal-culturele omgevingskwaliteit met speciale

aandacht voor het platteland en sociale cohesie.

E Alle inwoners van de provincie Noord-Holland

kunnen 7 dagen per week en 24 uur per dag een

beroep doen op de THD’.

Portefeuillehouder

Mw. drs. R. Kruisinga

Mw. drs. R. Kruisinga

A. Moens

Page 99: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■98

a./b/c/d Percentage gemeenten/instellingen dat tevreden is over de

ondersteuning van de steunfunctie-instellingen.

Percentage gemeenten/instellingen dat de ondersteuning daadwerkelijk

heeft kunnen toepassen.

e. Bereikbaarheid Telefonische hulpdienst

In 2005 wordt gestart met de

welzijnsmonitor. De streefnormen voor

2008 worden bepaald op basis van het

voor de welzijnsmonitor uit te voeren

klanttevredenheidsonderzoek.

De streefnorm is: de telefonische

hulpdiensten zijn 24 uur per dag

bereikbaar. Deze norm is in de afgelopen

jaren reeds bereikt.

In de Welzijnsmonitor.

Beschikbaar: bij VJB 2006

Jaarverslagen THD’s

Beschikbaar: bij VJB 2006

Indicator Doelstelling Rapportage

3.a.1 Aantal wachtenden voor geïndiceerde jeugdzorg (bij gelijkblijvende

instroom).

3.a.2 Wachttijd in dagen.

3.a.3 Aantal wachtenden bij het AMK.

3.a.4 Het aantal regio’s met een zorgstructuur rond scholen

3 b. Percentage voortijdige schoolverlaters tussen de 18 en 24 jaar

3.a.1. + 2.Streefnorm: Het aantal

wachtenden dat langer dan 45 werk-

dagen wacht op geïndiceerde jeugdzorg

is eind 2008 gereduceerd tot nul.

3.a.3 Streefnorm: Er is geen wachtlijst: na

een melding van kindermishandeling start

het onderzoek altijd binnen vijf werk-

dagen (de landelijke normtijd) in 2006.

3.a.4 Streefnorm: In alle 6 regio’s is rond

onderwijs een zorgstructuur gerealiseerd

3b. Streefnorm: Het onderzoeksrapport

met aanbevelingen over o.a. een

sluitende registratie is nog niet definitief.

Zolang de registratie nog niet sluitend is,

is het niet mogelijk hier een streefnorm

voor 2006 te noemen.

- Kwartaalrapportages aan de

commissie Sociale Infra-

structuur

- Jaarverslag uitvoerings-

programma jeugdzorg

3 In jaarverslag over 2006

Indicator Doelstelling Rapportage

(Streefnorm en kengetal) (vindplaats)

De provincie streeft naar een betere afstemming tussen vraag en aanbod in de jeugdzorg, zodat de gewenste zorg

binnen landelijke geaccepteerde wachttijden voorhanden is. Bij bestuurders en beleidsmedewerkers van gemeenten is

meer inzicht verkregen in de omvang van de problematiek rond schooluitval in eigen regio. Door middel van

voorbeeldprojecten zijn mogelijkheden aan hen aangereikt om het percentage schooluitval terug te brengen en hierin

mee te gaan in de landelijke richtlijn (terugbrengen van 15% naar 8% in 2010).

Page 100: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 99

Wat gaan we ervoor doen?

Sociaal Beleid

De provincie levert een bijdrage aan diversiteit,

gelijkwaardigheid en zelfredzaamheid van haar bur-

gers. Om dit te bereiken financiert de provincie 4

instellingen die het uitvoerend werk van gemeenten,

instellingen en burgers ondersteunen op lokaal en

regionaal niveau door het aanbieden van kennis en

informatie. Bovendien is er de mogelijkheid om sub-

sidie aan te vragen voor projecten waarin actuele

maatschappelijke projecten op een nieuwe eigentijdse

manier worden opgepakt. In 2006 willen wij de sport-

deelname van de Noord-Hollandse burger verder sti-

muleren. Het provinciale welzijnsterrein wil door

samenwerking met andere beleidsterreinen (zoals

stedelijke vernieuwing, wonen,welzijn en zorg) bij-

dragen aan de oplossing van sociale problemen.

Bovendien subsidieert de provincie de Telefonische

a Aantal gemeenten waar een samenhangend voorzieningenpakket

aanwezig is.

b Ambulances die binnen 15 minuten na melding ter plaatse zijn.

c Eén effectieve, slagvaardige organisatievorm i.p.v. 6 regiokantoren.

Kengetal:

In 2004 was in geen enkele gemeente

een samenhangend voorzieningenpakket.

Streefnorm:

In 2009 is in minimaal 10 gemeenten een

samenhangend voorzieningenpakket.

In alle gemeenten (uitgezonderd

Amsterdam) heeft de provincie een

bijdrage geleverd aan een meer samen-

hangend voorzieningenpakket.

Kengetal:

Op dit moment komt 93% van de

ambulances op tijd.

Streefnorm:

In geval van spoed is 95% (of meer) van

de ambulances binnen 15 minuten na

melding aanwezig.

Kengetal:

6 regionale organisaties (RPCP’s) voeren

het zorgvragersbeleid uit.

Streefnorm:

Eén effectieve, slagvaardige en profes-

sioneel aangestuurde zorgvragers-

organisatie voor geheel NH, m.u.v.

Amsterdam, samengesteld uit de huidige

RPCP’s, m.u.v. APCP/Amsterdam;

De resultaten van de monitor

van het WWZ stimulerings-

programma (lijn 1) worden in

Voor- en Najaarsbericht

gepresenteerd.

De resultaten van lijn 2 van

het Stimuleringsprogramma

(dvo’s Wijksteunpunten,

Mantelzorg, Wonen Plus,

Kleinschalige Woonvormen

Dementerenden) worden

periodiek per dvo gemonitord

en gepresenteerd in VJB en NJB.

Jaarlijks overzicht per regio

van de behaalde prestaties.

Tevens wordt gerapporteerd

in de jaarstukken.

Over de implementatie van de

nieuwe organisatievorm in

2006 zal aan PS in voor- en

najaarsbericht worden

gerapporteerd .

a Samenhangend voorzieningenniveau op het gebied van wonen, welzijn en zorg voor mensen met een zorgvraag in

wijken en buurten.

b Goed gespreide standplaatsen voor het ambulancevervoer.

c Verbetering van collectieve en individuele behartiging van de zorgvragersbelangen.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 101: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■100

Hulpdiensten, waarbij wordt gestreefd naar 24 uurs

bereikbaarheid. Ook de leefbaarheid op het platte-

land zal in 2006 onze aandacht hebben.

Jeugdzorg

De provincie heeft een spilfunctie in de Noord-

Hollandse jeugdzorg. Dat is de hulp voor kinderen

en jongeren met ernstige opgroei- of opvoedingspro-

blemen en kinderen van wie het lichamelijke of psy-

chische welzijn bedreigd wordt. De hulpverlening

gebeurt door vier regionale jeugdzorginstellingen en

een specialistische instelling die in verschillende pro-

vincies werkzaam is. Vaak vindt de hulpverlening

plaats op verzoek van de jongeren en/of hun ouders.

Het gebeurt ook dat de rechter bepaalt dat een kind

of jongere beschermd moet worden. Er is dan sprake

van justitiële jeugdbescherming of jeugdreclassering.

Een bijzondere positie is er voor het Advies- en

Meldpunt Kindermishandeling (AMK). De provincie

subsidieert het AMK als onderdeel van het Bureau

Jeugdzorg.

De jeugdzorg kent wachtlijsten. De provincie zet

extra geld in om die terug te dringen. Dit gebeurt met

voorrang bij het AMK: daar moet de wachtlijst in

2006 helemaal weg zijn. Bij andere delen van de

jeugdzorg moet hij in 2006 flink dalen.

Wij zetten ons er ook voor in dat de hulp beter aan-

sluit bij de vraag en voor de versterking van de posi-

tie van jeugdzorgcliënten. En op meer samenwerking

op concrete onderwerpen tussen het gemeentelijke

jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg.

Daarnaast onderneemt de provincie in 2006 acties die

ertoe moeten leiden dat er minder jongeren voortij-

dig de school verlaten.

Intensivering lijn 1 en lijn 2 van het

Stimuleringsprogramma Wonen,

Welzijn en Zorg

De vraag naar zorg en welzijn neemt door de ver-

grijzing sterk toe. Vroeger gingen ouderen en gehan-

dicapten die zorg nodig hadden vaak naar een ver-

zorgingshuis of instelling. Tegenwoordig willen de

meeste ouderen en gehandicapten zo lang mogelijk

thuis blijven wonen. Daarom heeft de provincie een

Stimuleringsprogramma voor Wonen, Welzijn en

Zorg opgesteld.

Met de invoering van de nieuwe Wet maatschappe-

lijke ondersteuning (WMO) krijgen de gemeenten de

wettelijke taak om hiervoor te zorgen. Veel gemeen-

ten hebben moeite om dit goed te regelen. Dat komt

door een gebrek aan kennis, ambtenaren of geld. De

provincie heeft, indien de gemeenten daarom ver-

zoeken, de mogelijkheid om gemeenten waar nodig

te ondersteunen.

De komende jaren wordt het Stimulerings-

programma WWZ verder uitgebreid:

Lijn 1: de provincie stelt subsidie beschikbaar voor

vijf nieuwe meerjarige voorbeeldgemeenten

in het landelijk gebied. In deze voorbeeldpro-

jecten wordt onder regie van de gemeente een

compleet en samenhangend aanbod van

wonen, welzijn en zorg gerealiseerd. Dit bete-

kent dat er in de gemeente voldoende wonin-

gen zijn met zorg en welzijn voor ouderen en

gehandicapten.

Lijn 2: in alle andere gemeenten stelt de provincie

subsidie beschikbaar voor:

■ Wijksteunpunten Breed (wijkgebouwen voor

zorg, informatie en recreatie).

■ Wonen Plus (diensten door vrijwilligers bij hulp-

vragers aan huis).

■ Kleinschalige Woonvormen Dementerende (hui-

zen voor dementerende ouderen).

■ Mantelzorg (ondersteuning voor familie of vrien-

den die voor hulpbehoevende mensen helpen).

Dak- en thuislozenbeleid en

zwerfjongeren

Centrumgemeenten investeren onvoldoende in de

problematiek van dak- en thuislozen/zwerfjongeren.

Er zijn te weinig opvangplaatsen, er is onvoldoende

aandacht voor preventie, ketenaanpak en reïntegra-

tie. De provincie ondersteunt de gemeenten bij het

Page 102: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 101

oplossen van deze knelpunten, waarbij een geïnte-

greerde aanpak centraal staat. Dat houdt in dat er

aandacht is voor opvang, preventie, ketenaanpak en

reïntegratie.

Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.

Stimuleringsprogramma Wonen, welzijn, zorg apr. 2004

Nota ‘ Zorg verbetert het leefklimaat in NH’ okt. 2004

Deelverordeningen:

■ Wijksteunpunten breed

■ Mantelzorg

■ Kleinschalige woonvormen voor ouderen met dementie apr. 2005

Nota Ambulancezorg in Noord-Holland 2001-2004 dec. 2000

Spreidingplan ambulancezorg in Noord-Holland 2001-2006 dec. 2004

Kadernota Zorgvragersbeleid 2004-2007 febr. 2004

Nota ‘ Projecten Extra investeringsimpuls voor zorg en welzijn, jeugdzorg en sociaal-culturele infrastructuur’ mei 2005

Sociaal Beleidskader 2005-2008 13 sept. ‘04

Deelverordening Sociaal Beleid Noord-Holland 2005 13 sept. ’04 (wordt aangepast 4 jul. ’05)

Beleidskader jeugdzorg 2005-2008 dec. 2004

Aanvalsplan wachtlijsten jeugdzorg 2005-2008 dec. 2004

Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum

Page 103: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■102

Extra investeringimpuls Noord-Holland

Lasten

Beleidsaccenten - - - -

Bestaand beleid 92.796.000 91.747.600 87.421.200 82.490.000

Totaal lasten 80.885.748 70.747.100 92.796.000 91.747.600 87.421.200 82.490.000

Baten

Beleidsaccenten

Bestaand beleid 65.048.600 65.048.600 65.048.600 65.048.600

Totaal baten 59.035.966 50.749.400 65.048.600 65.048.600 65.048.600 65.048.600

Resultaat voor bestemming 21.849.782 19.997.700 27.747.400 26.699.000 22.372.600 17.442.300

Onttrekking reserves 4.872.547 2.881.400 1.515.200 152.000 memorie memorie

Storting reserves - - - - - -

Resultaat na bestemming 16.977.235 17.116.300 26.232.200 26.547.000 22.372.600 17.442.300

Investeringen

Beleidsaccenten - - - - - -

Bestaand beleid 27.798 250.000 773.900 1.714.868 - -

Bijdragen derden - 250.000 - 1.714.868 - -

Onttrekking reserves 27.798 - 773.900 - - -

Saldo activering - - - - - -

Voorzieningen

Onttrekking voorzieningen 68.722.500 64.934.200 64.934.200 64.934.200 64.934.200

Storting voorzieningen 2.954.500 67.948.600 64.934.200 64.934.200 64.934.200 64.934.200

Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming

2004 2005 2006 2007 2008 2009

De beleidsveranderingen in 2006.

860 (EII ZW1) Vijf meerjarige WWZ-voorbeeldprojecten in het € 800.000 € 1.400.000 € 1.400.000 € 1.400.000

landelijk gebied

860 (EII ZW4) Kleinschalig wonen voor mensen met dementie € 1.080.000 € 1.080.000 € 1.080.000 € 1.080.000

860 (EII ZW5) WonenPlus 2006 t/m 2007 € 375.000 € 375.000 – –

860 (EII ZW7) Dak en thuislozen beleid/Zwerfjongeren € 250.000 € 250.000 € 250.000 € 250.000

Prod.Nr. Omschrijving 2006 2007 2008 2009

Wat mag het kosten?

Page 104: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 103

A Impulsprogramma Zorg-Infrastructuur.

ZW1 Vijf voorbeeldprojecten WWZ in kleine gemeenten (gestart in 2005) € 5 miljoen

ZW2 Wijksteunpunten Breed (gestart in 2005) € 11 miljoen

ZW3 Mantelzorg (gestart in 2005) € 1,5 miljoen

ZW4 Kleinschalig wonen voor ouderen met dementie € 4.320.000,-

ZW5 Wonen plus € 750.000,-

ZW6 b. Leefbaar Platteland 2: pilot-project Hartwinkels (gestart in 2005) b. € 1,5 miljoen

ZW7 Opvang zwerfjongeren en daklozen € 1 miljoen

ZW8 Stimuleren breedtesport/Sportinfrastructuur (gestart in 2005) € 1 miljoen

JZ1 Aanvalsplan Jeugdzorg (gestart in 2005) € 10,3 miljoen

JZ2 Aansluiting met gemeentelijk beleid (gestart in 2005) € 3,1 miljoen

JZ3 Zorgaanbod voor jongeren met ernstige gedragsproblematiek (gestart in 2005) € 9 miljoen

Nr. Project Geraamd bedrag

Page 105: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■104

Page 106: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 105

2.10 Kunst, cultuur en educatie■

De provincie Noord-Holland streeft naar een hoogwaardig en toegankelijk aanbod

van cultuur en naar behoud, versterking en ontwikkeling van het cultureel erfgoed.

Productgroepen

RTV Noord-Holland

Cultuur

Cultureel Erfgoed

Bibliotheekwerk

Wat willen we bereiken?

Portefeuillehouder

A. Moens

Mw. drs. R. Kruisinga

a. Kijk – en luisterdichtheid naar RTV N-H in relatie tot de landelijk

gemiddelde waarden bij regionale omroepen

b. Mate van waardering van de programma’s door de Programmaraad van

RTV Noord-Holland

a. Streefnorm: Hoger of gelijk aan

landelijk gemiddelde van alle regionale

omroepen

b. Streefnorm: Geen Provinciale

doelstelling ivm de Mediawet

a. Wij rapporteren jaarlijks in

het derde kwartaal via het

rapport ‘Kwaliteit en kwanti-

teit van de regionale omroep’.

b. Jaarverslag van de

programmaraad (onderdeel

van de jaarlijkse rapportage)

Er wordt in voldoende mate naar RTV N-H gekeken en geluisterd. De waardering voor de radio- en TV programma’s is

voldoende.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 107: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■106

a. Het percentage mensen dat deelneemt aan culturele activiteiten5).

b. Het aantal gemeenten dat cultuurbeleid 6) voert.

c. Het aantal steunfunctie-instellingen dat afspraken over product- en

prestatie-analyse in het plan heeft opgenomen.

5) Culturele activiteiten zijn activiteiten op het gebied van theater, dans, beeldende kunst, media,muziek, literatuur en cultureel erfgoed.6) Gemeentelijk cultuurbeleid is visie-ontwikkeling op de culturele activiteiten die regulier onderdeel gaan vormen van het gemeentelijk beleid.

a. Streefnorm: 90%, excl.Amsterdam

(Kengetal: in 2004 83%)

b. Streefnorm: 43 (Kengetal: 33 in 2004)

c. Streefnorm: 7 (Kengetal: 0 in 2004)

a. extern onderzoek in 2008

b. najaarsnota 2006

c. najaarsnota 2006

De provincie streeft naar een kwalitatief hoogwaardig en goed toegankelijk aanbod van cultuur, met daarbij speciale

aandacht voor de Jeugd.

Indicator Doelstelling Rapportage

a Het aantal provinciale plannen waarin de cultuurhistorische component

expliciete aandacht krijgt.

b Het aantal projecten waarbij zowel de cultuuractoren als de

cultuurfactoren zijn ingebracht in ruimtelijke ordeningsprocessen.

c Aantal archeologische vindplaatsen die bewaard kunnen worden door

middel van financiële compensatie aan agrariërs en waarover publiciteit

gegenereerd wordt.

a Streefnorm: 5 provinciale plannen.

b Streefnorm: 15 – 20 projecten.

c Streefnormen:

Groetpolder-de Gouw: 1 nieuw

beschermd terrein van ca. 8 ha.

Oer-IJ: 4 nieuwe vindplaatsen van ca. 5

ha.

a Voorjaarsnota 2006,

najaarsnota 2006 en het

jaarverslag 2006.

b Voorjaarsnota 2006,

najaarsnota 2006 en het

jaarverslag 2006.

c Beleid is neergelegd in

‘Cultuur verbindt’ , op basis

van het projectrapporten

‘Met zorg vereeuwigd’ en

‘Behoud en beheer van

archeologische vindplaatsen

in het Oer-IJ-gebied’. Er

wordt gerapporteerd

middels de voorjaarsnota,

najaarsnota en de

jaarrekening.

Een door cultuur(historie) geïnspireerde inrichting van de openbare ruimte waardoor de kwaliteit en de identiteit van

gebieden wordt vergroot en meer bekendheid wordt gegeven aan de geschiedenis en identiteit van de verblijfs-

omgeving.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 108: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 107

Wat gaan we ervoor doen?

Stelling van Amsterdam

De Stelling van Amsterdam heeft een grote cultuur-

historische en landschappelijke betekenis. De pro-

vincie Noord-Holland wil de Stelling behouden en

versterken door voor de lange termijn (2020) in te zet-

ten op de doelstellingen, zoals die in het Streekplan

Noord-Holland Zuid zijn verwoord:

■ Behoud van de ruimtelijke samenhang.

■ Versterken van de herkenbaarheid en de

gebruikswaarden.

Dit is voor de kortere termijn tot 2008 vertaald in 4

deelthema’s:

■ Het vergroten van de publieke toegankelijkheid.

■ Het behouden, restaureren en toegankelijk maken

van het militair-historisch complex.

■ Het versterken van de ruimtelijke samenhang en

de landschappelijke herkenbaarheid.

■ Het vergroten van de economische betekenis.

Dit is uitgewerkt in het Gebiedsprogramma Stelling

van Amsterdam 2005-2008 . Het Gebiedsprogramma

is door het college van GS vastgesteld op 10 mei 2005.

Vaststelling door PS is voorzien op 4 juli 2005.

Archeologie

In 2006 richt de provincie Noord-Holland zich ten

aanzien van de archeologie op het realiseren van een

open depot in gebouw Mercurius, het behouden van

archeologische vindplaatsen in het landelijke gebied,

de uitwerking van de gevolgen van het Verdrag van

Malta en de actualisering van de archeologische

monumentenkaart van Noord-Holland. Daarnaast

blijft de provincie de huidige taken en bevoegdheden

uitvoeren, zoals vondstmeldingen, het beheer van het

archeologische depot en het toetsen van diverse plan-

nen en besluiten op archeologische aspecten.

Cultuurnota

In de Cultuurnota 2005-2008 (Cultuur Verbindt) wor-

den drie kerntaken onderscheiden:

■ cultuureducatie;

■ culturele planologie;

■ cultuurbehoud.

De voorstellen in het kader van de begroting 2006

houden hier rechtstreeks verband mee.

a Aantal leden van bibliotheken

b Aantal basisbibliotheken

a Streefnorm: jaarlijks 2% toename

ledental ten opzicht van het jaar ervoor;

b Kengetal: 2 nieuwe basisbibliotheken

juridisch gevormd (mei 2005).

Streefnorm: minimaal 6 nieuwe

basisbibliotheken zijn najaar 2006

gevormd;

a wij rapporteren over het

ledental 2005 met

voorjaarsbericht 2006.

b tussentijds inhoudelijk

verslag Bibliotheek-

vernieuwing NH in opdracht

van OCW (mei 2006);

De provincie streeft naar een kwalitatief en goed toegankelijk netwerk van bibliotheekvoorzieningen, door middel

van de vorming van basisbibliotheken en een adequate ondersteuningsstructuur.

Indicator Doelstelling Rapportage

Beleidsintensiveringen 2006.

Cultuurparticipatie (Actieplan Cultuurbereik) € 1.057.257 € 1.057.257 € 1.057.257

Omschrijving 2006 2007 2008 2009

Page 109: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■108

Een van de doelstellingen uit de Cultuurnota is het

vergroten van de bekendheid en publieksbereik van

erfgoed. Om dit te stimuleren, is de planning er op

gericht om in 2006 een Erfgoed operationeel te heb-

ben.

Het Actieplan Cultuurbereik wil in samenwerking

met gemeenten en scholen cultuurparticipatie ver-

groten en cultuureducatie verbeteren. Om het bezoek

aan de musea te stimuleren, wordt bijgedragen aan

de kwaliteitsverbetering van enkele musea.

In het kader van cultuurbehoud wordt een speciaal

accent gelegd op behoud- en beheerprogramma’s

archeologie en de Stelling van Amsterdam.

Provinciale Staten hebben bij besluit van 13 decem-

ber 2004, nr.86 inzake de vaststelling van de provin-

ciale cultuurnota 2005-2008 ‘Cultuur verbindt’ onder

punt 14. het volgende besloten: “Voor de jaren 2005

tot en met 2008 jaarlijks een bedrag beschikbaar te

stellen van € 1.057.257,- voor het Actieplan cultuur-

bereik 2005-2008. De dekking hiervoor te vinden in

2005 vanuit het surplus van de saldi reserve en dit te

regelen bij het Voorjaarsbericht. Bij de programma-

begroting 2006 zal worden aangegeven op welke

wijze dekking voor de jaren 2006 tot en met 2008 zal

plaatsvinden.”

Als maatschappelijk effect streeft de provincie naar

een kwalitatief hoogwaardig en goed toegankelijk

aanbod van culturele voorzieningen met speciale

aandacht voor de jeugd. Door het Actieplan

Cultuurbereik uit te voeren, wordt het publieksbereik

en de actieve deelname aan kunst en cultuur van de

Noord-Hollandse bevolking (excl. Amsterdam) ver-

groot en de cultuureducatie in het onderwijs ver-

sterkt. Dit gaat op een dusdanige manier, dat leerlin-

gen van 4 tot 18 jaar in een doorgaande leerlijn ken-

nis opdoen van kunst en cultuur in hun omgeving.

De doelstellingen zijn onder meer dat in 2008 mini-

maal 90% van de Noord-Hollandse bevolking (excl.

Amsterdam) deelneemt aan culturele activiteiten, dat

eind 2008 75% van de scholen een cultuureducatief

beleid heeft dat opgenomen is in het schoolbeleids-

plan en dat eind 2008 in geheel Noord-Holland net-

werken erfgoededucatie voor het voortgezet onder-

wijs functioneren.

Op 17 december 2003 zijn de staatssecretaris van

OCW, het IPO en de VNG overeengekomen het

Actieplan Cultuurbereik 2001-2004 wegens succes

met vier jaar te verlengen. Aan het Actieplan

Cultuurbereik 2005-2008 doen OCW, de 12 provincies

en 30 grote gemeenten in Nederland mee. Voor het

Actieplan Cultuurbereik stelt OCW, in de vorm van

een brede doeluitkering, jaarlijks € 0,79 per inwoner

beschikbaar mits Noord-Holland eenzelfde bedrag

per inwoner beschikbaar stelt. Voor Noord-Holland

komt dit op een jaarlijks bedrag van € 1.057.257,–,

gebaseerd op het totale aantal inwoners minus de

inwoners van Amsterdam, Alkmaar, Haarlem,

Haarlemmermeer en Zaanstad. Deze vijf gemeenten

hebben evenals Noord-Holland een aanvraag voor

een specifieke uitkering voor het Actieplan

Cultuurbereik 2005-2008 bij OCW ingediend.

OCW heeft onze aanvraag goedgekeurd en bij besluit

van 29 april 2005 aan Noord-Holland op grond van

de Regeling uitkeringen cultuurbereik 2005-2008,

voor de jaren 2005-2008 een specifieke uitkering ver-

strekt van in totaal € 4.229.028,– ( € 1.057.257,– per

jaar). Een van de verplichtingen waaronder de bij-

drage is versterkt, is die van medefinanciering: “De

eigen bijdrage van uw provincie is ten minste even

hoog als de verstrekte uitkering (artikel 6, eerste lid,

sub a, Regeling uitkeringen cultuurbereik 2005-

2008).”

Page 110: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 109

Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.

Cultuurnota 2005-2008 Uitvoering geven aan de vier pijlers: cultuurparticipatie, cultuureducatie, culturele planologie en cultuurbehoud. 13-12-2004

Cultuurparticipatie (Actieplan Cultuurbereik) 13-12-2004

Bibliotheekplan Noord-Holland Maart 2003

Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum

Lasten

Beleidsaccenten - - - -

Bestaand beleid 31.897.700 29.899.900 29.871.300 29.529.000

Totaal lasten 33.361.451 31.970.700 31.897.700 29.899.900 29.871.300 29.529.000

Baten

Beleidsaccenten

Bestaand beleid 4.315.600 4.369.000 4.449.800 4.505.900

Totaal baten 6.519.827 3.532.800 4.315.600 4.369.000 4.449.800 4.505.900

Resultaat voor bestemming 26.841.624 28.437.900 27.582.100 25.530.900 25.421.500 25.023.100

Onttrekking reserves 4.733.553 5.315.000 2.175.400 1.336.500 2.055.400 1.300.000

Storting reserves 1.207.100 1.107.100 1.107.100 1.107.100 1.107.100 1.107.100

Resultaat na bestemming 22.315.171 24.230.000 26.513.800 25.301.500 24.473.200 24.830.200

Investeringen

Beleidsaccenten - - - - - -

Bestaand beleid - - - - - -

Bijdragen derden - - - - - -

Onttrekking reserves - - - - - -

Saldo activering - - - - - -

Voorzieningen

Onttrekking voorzieningen 615.000 1.638.500 1.638.500 1.638.500 1.638.500

Storting voorzieningen 461.000 2.288.200 1.638.500 1.638.500 1.638.500 1.638.500

Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Wat mag het kosten?

Page 111: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■110

E Impulsprogramma Sociaal-Culturele Zorg in brede zin.

CC1 Vergroting bekendheid en publieksbereik erfgoed Reeds toegezegd € 100.000

CC2 Verbetering van museum aanbod Reeds toegezegd € 2.300.000

CC8 Behoud en beheer archeologie € 1,2 miljoen

Nr. Project Geraamd bedrag

Page 112: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 111

Page 113: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■112

Page 114: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 113

2.11 Ruimtelijke ordening envolkshuisvesting

Ruimte bieden aan wonen, werken, natuur en vrije tijd in Noord-Holland

Wij realiseren deze ruimte door in intensief overleg met onze omgeving op uitvoering

gerichte plannen te maken voor nieuwe bouwlocaties, bedrijventerreinen/kantoor-

locaties, groen- en watergebieden. Daarnaast beoordelen wij gemeentelijke plannen op

passendheid in provinciaal en rijksbeleid, stimuleren wij in samenwerking met onze

omgeving de woningbouwproductie en verlenen wij subsidies aan gemeenten voor

stedelijke vernieuwing.

Productgroepen

Strategische beleidsontwikkeling

Realisatie ruimtelijk beleid

Gemeentelijke plannen

Stedelijke vernieuwing

Wonen

Wat willen we bereiken?

Portefeuillehouder

A.M.C.A. Hooijmaijers

A. Moens

Planologische vertaling van de projecten zoals opgenomen in het

Uitvoeringsprogramma Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord

(algemene indicator)

Tussen 2005 en 2015 ruimte bieden in Noord-Holland Noord.

Indicator Doelstelling Rapportage

(Streefnorm en kengetal) (vindplaats)

Tot 2015 kan er tenminste 390 hectaren bedrijventerrein worden

gerealiseerd

Streefnorm: 390

Kengetal: 390

Document:

Ontwikkelingsbeeld NHN

Moment: NJB

Ruimte geven aan 390 ha bedrijventerreinen.

Indicator Doelstelling Rapportage

(Streefnorm en kengetal) (vindplaats)

Page 115: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■114

Aan de hand van opgaven die volgen uit het uitvoeringsprogramma NHN,

indien noodzakelijk streekplanherziening(en) doorvoeren. Begin 2006, op

basis van verkenning, keuze go/ no go voor de Noordboog (robuuste ecol.

verbinding).

Streefnorm: Verwerving van een deel van

800 ha (voornamelijk bollengrond) in het

westelijk deel van de Noordboog)

Kengetal: 240 ha in westelijk deel Noord

boog in bezit (Wieringerrandmeer-project)

Document: Ontwikkelings-

beeld NHN

Moment: NJB

Ruimte geven aan 2056 hectaren nieuwe natuur voor de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur.

Indicator Doelstelling Rapportage

Volgens het provinciaal Waterplan hebben de waterschappen in 2006 de

wateropgave per polder bepaald. Aanpak via fijnmazige maatregelen

Streefnorm: Fijn-mazige maatregelen (niet

in ha uit te drukken)

Kengetal: Het kengetal

is niet bekend

Document: Ontwikkelings-

beeld NHN

Moment: NJB

Ruimte geven aan 825 hectaren voor wateropvang.

Indicator Doelstelling Rapportage

In 2006 hebben de drie regio’s een regionale woonvisie opgesteld waarin

wordt opgenomen hoeveel woningen gerealiseerd gaan worden en op

welke locaties

Streefnorm: Plancapaciteit van in totaal

45.000 woningen (waarbij rekening wordt

gehouden met een planuitval van 30%).

Van de nog te zoeken plancapaciteit

(7.400 woningen, inclusief planuitval:

9.600 woningen) dient 40% in het

bestaand stedelijk gebied te liggen.

Kengetal: 28.900 woningen in bestaande

plannen, waarvan 8.000 in bestaand

stedelijk gebied

Document: Monitor

woningbouwproductie

Moment: NJB

Ruimte geven aan 34.500 woningen.

Indicator Doelstelling Rapportage

7) Dit is de ruimtelijke plancapaciteit in 2004 (gerekend moet echter worden met een planuitval van circa 30%).

Kengetal: 161.400 7)

Tussen 2005 en 2015 ruimte bieden in Noord-Holland Zuid.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 116: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 115

In de periode tot 2030, 5.600 hectaren groen en recreatie planologisch

mogelijk maken

Streefnorm: 0 (prioriteit wordt voorlopig

gegeven aan het realiseren van de

bestaande groene plannen)

Kengetal: 0

Document: Streekplan

Noord-Holland Zuid

Moment: NJB

Ruimte geven aan 5.600 hectaren groenvoorziening en recreatief groen.

Indicator Doelstelling Rapportage

a In 2006 wateropgave bekend voor Bovenkerkerpolder en

Horstermeerpolder

b Eventuele start streekplanprocedure voor locatie waterberging

in Haarlemmermeer-Zuid

c Besluit over noodzaak calamiteitenberging in Ronde Hoep

Streefnorm: Niet bekend

Kengetal: 0

Streefnorm: 50 ha, 1 miljoen m_

Kengetal: 0

Streefnorm: Niet bekend

Kengetal: 0

Document: Streekplan

Noord-Holland Zuid

Moment: NJB

Ruimte geven aan waterberging.

Indicator Doelstelling Rapportage

a Eind 2006 door PS vastgestelde evaluatienota streekplan NHZ waarin

duidelijkheid wordt gegeven of er nog steeds een zoekopgave is van

1.000 ha bedrijventerrein, op basis van:

■ Monitor Ontwikkelingsstrategie (Schipholgebonden bedrijven)

■ Nota ELM (naam?)

■ Besluit over Wijkermeerpolder

b Uitwerking Haarlemmermeer- Bollenstreek met extra ruimte voor

bedrijventerreinen tot 2030

Streefnorm: Niet bekend.

Kengetal: 640

Streefnorm: Max. 90 ha voor opvang

tekort Zuid-Kennemerland

Kengetal: geen

Document: Streekplan

Noord-Holland Zuid

Moment: Jaarrekening

Document: Streekplan

Noord-Holland Zuid

Moment: Jaarrekening

Ruimte geven aan 1.000 hectaren bedrijventerreinen.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 117: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■116

In 2006 vastgestelde streekplanuitwerking voor de ontwikkeling van

Bloemendalerpolder-KNSF. Daarmee maken wij 4.500 woningen

planologisch mogelijk.

In 2006 vastgestelde gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek.

Daarmee maken we ruimte voor 10 tot 20.000 woningen planologische

mogelijk.

Eind 2006 door PS vastgestelde evaluatienota streekplan NHZ waarin

duidelijkheid wordt gegeven of de ambitie van 50% stedelijk verdichting

uit het streeplan gerealiseerd kan worden. Ook wordt duidelijk of het

noodzakelijk is de zoekopgave voor het gebied al dan niet te effectueren.

Streefnorm: Ruimte voor 4.500 woningen

waarvan circa 700 woningen in de

bebouwde kom van Muiden en Weesp

Kengetal: 0

Streefnorm: Ruimte voor 10.000 tot

20.000 woningen in uitleglocaties tot 2030

Kengetal: 0

Streefnorm: Plancapaciteit van circa

158.000 woningen (waarbij rekening wordt

gehouden met een planuitval van 30%)

Kengetal: 141.000 woningen in

bestaande plannen, waarvan 106.400 in

binnenstedelijke plannen

Document: ‘Voortgang van de

woningbouwcapaciteit in

Noord-Holland Zuid’ (tussen-

balans 2004), GS, 15 maart

2005 en Streekplan NHZ

Moment: NJB

Document: Uitvoerings-

programma streekplan Noord-

Holland Zuid

Moment: NJB

Document: Streekplan

Noord-Holland Zuid

Moment: Jaarrekening

Ruimte geven aan 166.000 woningen in de periode tot 2020, waarvan 155.000 woningen binnen Noord-Holland Zuid.

Indicator Doelstelling Rapportage

In 2006 realiseren wij tenminste 2 streekplan-uitwerkingen/-herzie-

ningen (Bloemendalerpolder en Wieringerrandmeer) waarin het Rood-

voor-Groen concept is verwerkt.

Streefnorm: 2

Kengetal: 0

Document: Streekplan

Noord-Holland Zuid

Moment: NJB

Rood-voor-Groen concepten betrekken bij de streekplanuitwerkingen.

Indicator Doelstelling Rapportage

Het tekort aan woningen voor starters Streefnorm: tekort van 17.775 woningen

(2010)

Kengetal: tekort van 32.000 woningen

(2002)

Document: Monitor

woningbouwproductie

Moment: NJB

Het verminderen van het tekort aan woningen onder starters en daarmee het terugdringen van de wachttijden.

Indicator Doelstelling Rapportage

Gevarieerd aanbod: inventarisatie woningbouwplannen, incl. woonmilieus

Voldoende: urgent tekort onder woningen voor starters

Een gevarieerd en voldoende woningaanbod in koop- en huur in Noord-Holland voor starters en senioren.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 118: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 117

Wat gaan we ervoor doen?

Strategischebeleidsontwikkeling

Strategische Agenda Schiphol

Net als voorgaande jaren blijven wij ons inzetten op

het behoud van de Mainport Schiphol om de inter-

nationale concurrentiepositie van de regio te hand-

haven en te versterken. In dit kader is in 2005 een

convenant gesloten met onze regionale partners, het

Rijk en de luchtvaartsector. Daarmee willen we

komen tot de uitvoering van maatregelen die deze

positie handhaven en versterken , alsook de main-

portstrategie naar de metropolitane strategie te ver-

ruimen.

Daarnaast blijven wij betrokken bij zowel de ont-

wikkelingen van de Mainport als de evaluatie van de

Wet luchtvaart die in 2006 wordt afgerond. Wij voe-

ren met onze regionale partners een actieve lobby om

te zorgen dat Schiphol binnen de geldende milieu- en

veiligheidsgrenzen kan groeien en daarmee haar

Mainport- en HUB-positie kan handhaven. Daarmee

a Aantal gemeenten dat is gestart met de uitvoering van ISV-

activiteiten in 2006

b Aantal gemeenten dat in aanmerking komt voor UNA-ISV middelen

Streefnorm: 25 gemeenten

Kengetal: 0

Streefnorm: 6 à 10 gemeenten

Kengetal: 0

Document: -

Moment: JR

Document: PS-besluit 03-6

Moment: NJB

Leefbaarheid en vitaliteit in steden vergroten door te investeren in sociaaleconomische en fysieke ruimte van de

steden.

Indicator Doelstelling Rapportage

Indicator voor senioren: het aantal 0-treden woningen en het aantal te

creëren woonvormen voor verzorgd wonen.

Streefnorm: 33.400 0 treden woningen

(tot 2010) en 7.500 plaatsen in woon-

vormen (tot 2010)

Kengetal: 0

Document: Beleidsdocument

VROM/VWS (2004)

Moment: NJB

Bouw van 33.400 0-treden woningen en het creëren van 7.500 plaatsen in woonvormen voor verzorgd wonen in de

periode 2005-2010.

Indicator Doelstelling Rapportage

Het aantal woningen dat betrokken is bij aanjaagacties Streefnorm: 11.797

Kengetal: 4.943 (1-6 2004 t/m 1-6-2005)

Document: Voort-

gangsrapportage Wonen

(1-7-2005)

Moment: NJB

Versnelde bouw van 3.000 woningen in de provincie door inspanningen van de provincie in de periode 2004 tot en

met 2007.

Indicator Doelstelling Rapportage

Page 119: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■118

zijn behoud en groei van veel arbeidsplaatsen in de

regio gemoeid. Wij zijn nu gereed om deze provinci-

ale hoofdtaak tot uitvoering te brengen, maar hebben

daar meer capaciteit voor nodig.

Uitvoeringsprogramma 4e

Noordvleugelconferentie

De gezamenlijke overheden in de Noordvleugel van

de Randstad hebben gekozen voor een verdergaande

samenwerking om de internationale concurrentiepo-

sitie van de regio te versterken. Zonder samenwer-

king staat die positie op de tocht, terwijl dit gebied

de economische motor van Nederland is. Wij spelen

een belangrijke rol in deze samenwerking en dragen

de verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van een

groot aantal afgesproken regionale acties (31 in

totaal). De uitvoering van deze acties, hetgeen vaak

in samenwerking met gemeenten plaatsvindt, heeft

hoge prioriteit bij ons. Het betreffen activiteiten op

het gebied van infrastructuur, woningbouw, econo-

mische ontwikkeling, die een lange uitvoeringstijd

kennen. Daarnaast vervullen wij de rol van vice-

voorzitterschap van de Noordvleugelsamenwerking.

Wij zijn nu gereed om deze provinciale hoofdtaak tot

uitvoering te brengen, maar hebben daar meer capa-

citeit voor nodig.

Nota Ruimte en de Uitvoeringsagenda

Nota Ruimte

a Partiële herziening: In 2005 hebben wij de

Gebiedsuitwerking

Haarlemmermeer/Bollenstreek uitgevoerd in

opdracht van het ministerie VROM. Omdat deze

gebiedsuitwerking op onderdelen verschilt met

het huidige streekplan Noord-Holland Zuid, leidt

dit in 2006 tot een partiële streekplanherziening.

b Uitvoering Nota Ruimte: De gestarte realisatie

van het uitvoeringsprogramma Nota Ruimte en

de vertaling naar provinciale projecten zetten wij

in 2006 voort. Het Rijk neemt in 2006 over een

aantal projecten uit de Nota Ruimte na afronding

van studies een definitief besluit. Het gaat onder

meer om Uitweg, de IJmeerverbinding en de

schaalsprong Almere. Wij willen de besluitvor-

ming van het Rijk ten gunste van het provinciale

beleid beïnvloeden. Daartoe ontplooien we

diverse activiteiten, zoals deelname aan diverse

ambtelijke en bestuurlijke overleggen en afstem-

ming op Noordvleugelniveau.

Ontwikkelingsplanologie

De opgaven voor de provincie zijn groot. De druk op

de ruimte in Noord-Holland neemt steeds meer toe.

Van de provincie worden, als (boven)regionaal regis-

seur, heldere keuzes en beslissingen gevraagd. Wij

willen op een adequate wijze invulling geven aan de

omslag in het denken over de ruimte. De essentie is

van ordenen naar ontwikkelen om te buigen. De

koers is nog niet helemaal helder, want deze hangt

ook af van de nieuwe Wet op de ruimtelijke orde-

ning. Daarin krijgenprovincies ruimere bevoegdhe-

den dan in de huidige wet. Ontwikkelingsplanologie

is een instrument van integrale gebiedsontwikkeling,

waarin publieke en marktpartijen in een gezamenlijk

proces streven naar verbetering van de ruimtelijke

kwaliteit, door uitvoering en financiering van een

aantal samenhangende ruimtelijke projecten. Dit

vraagt een pro-actieve en ontwikkelende rol van de

provincie, naast de traditionele coördinerende en

toetsende rol.

In samenwerking met de provinciaal bouwmeester

passen wij ontwikkelingsplanologie toe in situaties

waarin ontwikkelingsgericht werken daadwerkelijk

toegevoegde waarde heeft. In 2006 werken wij aan

het verder uitbouwen van de ontwikkelingscompe-

tenties (kennis, vaardigheden en attitude), waarover

wij moeten beschikken wil gebiedsontwikkeling een

succes worden. Deze actualiseringslag vindt plaats

langs het spoor van ontwikkeling, vorming en trai-

ning en via de toepassing van ontwikkelings-plano-

logie in complexe projecten.

Ontwikkelingsplanologie is een cruciaal instrument

voor de provincie ter versterking van de samenwer-

king met gemeenten, maatschappelijke organisaties,

marktpartijen en burgers.

Page 120: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 119

Strategisch grondbeleid

De oprichting van een grondbank voor Laag-Holland

hebben wij in 2005 geïnitieerd. Ook voerden we een

kaderstellende discussie over de vormgeving van het

provinciaal strategisch grondbeleid. Wanneer er vol-

doende samenwerkende partners voor een grond-

bank in Laag-Holland zijn gevonden, gaan wij in

2006 over tot een definitieve oprichting van de

grondbank.

In 2006 gaan wij ook over tot de implementatie en

uitvoering van de kaders die door Provinciale Staten

in 2005 zijn vastgesteld. Dit kan betekenen dat wij

grondbeleidinstrumenten sterker inzetten voor een

aantal nog te selecteren projecten uit de uitvoerings-

programma’s van de twee streekplannen en hiervoor

een organisatie opzetten.

Realisatie ruimtelijk beleid

Uitvoering Streekplan Noord-Holland

Zuid: projectennota

Wij voeren het Streekplan Noord-Holland Zuid uit

op de volgende onderdelen:

■ afronding van de streekplanuitwerking voor

Bloemendaler-polder/KNSF;

■ voor het gebied tussen de A4/A5 en oude

Schipholweg loopt de streekplanuitwerking op

basis van een besluit dat is genomen over het al

of niet omleggen van de A9;

■ tevens herzien wij het streekplan in verband met

de verlenging van de reserveringstermijn voor

het banenstelsel Schiphol.

Uitvoering streekplan Noord-Holland

Noord: uitvoeringsprogramma

Wij voeren het Streekplan Noord-Holland Noord uit

voor het volgende onderwerp:

het project BES/CAL wordt door ons in 2005 met een

bestuursovereenkomst bekrachtigd; de start van de

realisering is voorzien in september 2006.

Taskforce Intensief ruimtegebruik

Wij voeren de acties van de Taskforce intensief ruim-

tegebruik zodanig uitdat de verdichtingopgave in

Noord-Holland Zuid een nader invulling krijgt. Ook

krijgen gemeenten handvatten aangereikt voor de

vraag, hoe intensief ruimtegebruik concreet vorm

kan krijgen. Dit zal leiden tot een aantal adviezen en

publicaties over de mogelijkheden tot ruimtewinst

van woningbouw- en bedrijvenprojecten in de pro-

vincie en de selectie van een aantal best practices.

Gemeentelijke plannen

Actualisering bestemmingsplannen

Wij blijven bevorderen dat gemeenten hun verou-

derde bestemmingsplannen daadkrachtig actualise-

ren. Dit doen wij door de uitvoering van de gemeen-

telijke plannen van aanpak te bewaken. Zonodig pas-

sen wij artikel 37 van de Wet op de Ruimtelijke

Ordening toe. Dit artikel geeft ons de bevoegdheid

gemeenten een aanwijzing te geven om het bestem-

mingsplan te herzien. Zo dragen wij er aan bij dat de

ruimtelijke ordening is gebaseerd op actuele bestem-

mingsplannen engaranderen wij de burger rechtsze-

kerheid.

Implementatie herziene Wet op de

ruimtelijke ordening

De herziene Wet op de ruimtelijke ordening treedt

naar verwachting op zijn vroegst in 2007 in werking.

Het is daarom noodzakelijk om in 2006 de nodige

voorbereidingen te treffen. Zolang de wettelijke

behandeling van het wetsvoorstel niet is afgerond, is

het moeilijk te voorspellen of deze wijzigingen

beperkt of ingrijpend van aard zijn. Mocht onze

goedkeuring van door gemeenteraden vastgestelde

bestemmingsplannen vervallen, zoals nu in het ont-

werp zit, dan bouwen wij de Leidraad Provinciaal

Ruimtelijk Beleid om naar een provinciale verorde-

ning. Dan bekijken wij ook welke maatregelen nodig

zijn om gebruik te maken van de bevoegdheden om

provinciale bestemmingsplannen te maken of pro-

Page 121: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■120

vinciale projectprocedures (voorheen art. 19 WRO) te

doorlopen.

Wonen

Naar één woningmarkt voor

huurwoningen in Noord-Holland

In 2006 zoeken we naar manieren om de burger meer

keuze te geven bij het zoeken naar huurwoningen in

Noord-Holland. We streven ernaar om grenzen tus-

sen woningmarktregio’s te beslechten en het beschik-

bare aanbod aan huurwoningen op een inzichtelijke

manier aan de woningzoekende te presenteren.

Aanjaagteam stimuleren

woningbouwproductie

Dit betreft een aanjaagactie waar wij op maat én op

locatie bijdragen om de woningbouwproductie te

versnellen. In 2006 wordt een aantal probleemloca-

ties in Noord-Holland bijgestaan door dit aanjaag-

team. Dit gebeurt zodanig, dat de woningbouwpro-

ductie op deze plek sneller gerealiseerd kan worden.

Daarnaast bewaakt het aanjaagteam onze zoektocht

naar mogelijkheden om onze eigen procedures waar

mogelijk te verkorten. Dat moet op zo’n manier

gebeuren, dat uitvoering van onze wettelijke taken

niet onnodig vertragend werkt in het planproces.

Voorbereiding uitvoeringsprogramma

Noordvleugelconferentie 2006

Deze activiteit draagt bij aan de versterking van de

internationale concurrentiepositie van de regio. Dat

uit zich in handhaving en versterking van de werk-

gelegenheid en welvaart in de regio op de lange ter-

mijn (2030). De actie draagt ertoe bij, dat economische

groei mogelijk wordt gemaakt. Aan de fysieke rand-

voorwaarden daarvoor wordt voldaan, door bij-

voorbeeld voldoende en goede huisvesting en dito

bedrijventerreinen te hebben. Daartoe moeten nu met

het Rijk afspraken worden gemaakt over aantallen

woningen, infrastuctuur, locaties en moet met de

regio worden gesproken over bedrijventerreinen en

kantorenterreinen, over de ontwikkeling en groei van

Schiphol en dergelijke.

Het betreft intensivering van bestaand beleid.

De Noordvleugelactiviteiten en de bijdrage daaraan

van de provincie zijn bestaand beleid. De uitvoering

en onze ambitie daarin een stevige rol te spelen, ver-

gen meer inzet dan is voorzien in het clusterplan

Beleid en meer middelen dan is opgenomen in de

lopende begroting.

Bij de Voorjaarsbegroting 2005 zijn incidenteel extra

middelen ter beschikking gesteld voor 2005 (tijdelijke

inhuur/onderzoek en dergelijke). Het huidige voor-

stel is deze intensivering structureel te maken vanaf

2006.

Het bedrag is bestemd voor:

a Inhuren externe expertise: 2006 € 225.000,–;

2007 t/m 2009 € 110.000,– per jaar.

a Onderzoek en advies. Op basis van de ervaringen

Beleidsintensiveringen 2006.

Noordvleugel 315.000 200.000 100.000 100.000

Schiphol 385.000 250.000 100.000 100.000

Stimuleren woningbouwproductie 100.000

Omschrijving 2006 2007 2008 2009

Page 122: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 121

van de afgelopen twee jaar is hiervoor jaarlijks

een extra bedrag nodig van € 50.000,– voor advi-

sering en € 40.000,– voor onderzoek.

Op deze wijze leveren wij een volwaardige inhoude-

lijke bijdrage inzake het woningbouwprogramma,

infrastructuur, werklocaties en groenontwikkeling

aan het document voor de Noordvleugelconferentie

2006 en de activiteiten die voortvloeien uit het uit-

voeringsprogramma van de Noordvleugel.

De voortgang van de Noordvleugelactiviteiten is

afhankelijk van de overeenstemming in de regio. Een

mijlpaal in de uitvoering is de Noordvleugel-

conferentie 2006.

Strategische agenda Schiphol

Wij willen bijdragen aan een internationaal concur-

rerende vestigingsklimaat in de regio Schiphol. Het

gaat ons om de ruimtelijk-economische ontwikkeling

in de regio in de vorm van bedrijventerreinen,

woningbouw, infrastructuur en ontwikkeling van de

leefomgeving binnen de gestelde (milieu) randvoor-

waarden.

Sinds tweede helft 2004 hebben wij met de regionale

samenwerkingspartners het beleid geïntensiveerd.

Dit heeft geleidtot onder meer een Uitvoerings-

programma korte termijn, gezamenlijk uitbesteed

onderzoek en een gezamenlijk optrekken in rijkspro-

gramma’s.

Het vaststellen van het Uitvoeringsprogramma

houdt in dat wij ons gesteld zien voor een uitbrei-

ding van de taken van het Schipholteam. Het gaat

om het (doen) uitvoeren van onderzoek, procesbege-

leiding en het inhuren van externe expertise, om de

slagvaardigheid van de uitvoering te vergroten .

De gevraagde middelen stellen het Schipholteam in

staat om onze regionale verantwoordelijkheid te

nemen voor:

■ de aansturing van ons strategische Schipholteam;

de regionale werkgroep Bestuurlijke Regio

Schiphol (BRS) : het voeren van het voorzitters-

schap en secretariaat, directeurenoverleg en de

BRS en de voorbereiding en uitvoering van alle

door de BRS aan ons opgedragen maatregelen;

■ uitvoering van de door de BRS geaccordeerde

maatregelen van het Uitvoeringsprogramma (dit

is het verbreed mainport-programma korte ter-

mijn; projectopdrachten)

■ het bevorderen van het draagvlak en met het oog

daarop structureren en afstemmen van de com-

municatie (communicatieplan);

■ het ontwikkelen van een lange termijnvisie op de

mainportontwikkeling (opdracht GS 17 mei 2005);

het (doen) leveren van bijdragen aan onder meer pro-

jecten in het kader van de Noordvleugel, gebiedsuit-

werking Haarlemmermeer/Bollenstreek en inbreng

in de rijksprojecten Mainport en Evaluatie

Schipholwet (MEIS)

De extra middelen maken de door BRS/GS

gevraagde uitvoering van de eerder genoemde reeks

maatregelen en projecten mogelijk. Samen met de

regio maken wij over de twintig projecten die zijn

opgenomen in het uitvoeringsprogramma afspraken

in een uitvoeringsconvenant, dat in het najaar is vast-

gesteld.

Mijlpalen in de uitvoering

Het uitvoeringsconvenant is opgedragen door het

College en de BRS. Wij willen een blijvende pro-

actieve rol in dit dossier spelen en gaan ervan uit dat

opeenvolgende GS-colleges (2007-2011 en verder)

deze politiek-bestuurlijke prioriteit voortzetten. De

gevraagde extra middelen zijn bestemd voor reali-

sering van de in het uitvoeringsconvenant vervatte

maatregelen en de daaruit te starten projecten. Voor

deze projecten dragen wij deels financiële verant-

woordelijkheid, maar ook willen wij met samenwer-

kingspartners afspreken voor welke projecten zij ver-

antwoordelijkheid nemen.

De belangrijkste mijlpalen die wij willen halen, zijn:

■ sluiten uitvoeringsconvenanten: 10-2005

■ bepalen lange-termijnstrategieën: 11-2005

■ afronding Economische Effect rapportage: 11-2005.

Page 123: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■122

■ Noordvleugelconferentie: 11-2005 (resultaten EER,

uitvoeringsconvenant en diverse onderzoeken).

■ Aanjagen uitvoeringsproces: geheel 2006.

■ (eventuele) streekplanherziening baanherconfi-

guratie: 3-2006.

■ lange-termijnvisie in PS: 3-2006.

■ participatie in de Evaluatie Schipholwet Tweede

Kamer; 4/5-2006.

■ implementatie communicatie en draagvlakstrate-

gie: geheel 2006.

■ inbreng in het rijkstraject Mainport Schiphol:

geheel 2006.

Stimuleren woningbouwproductie

Wij willen de planvorming en realisatie van woning-

bouwopgaven versnellen door gemeenten te stimu-

leren met maatwerkacties, procedureversnelling en

inzet van expertise.

Wij zijn van plan het bestaande beleid te intensive-

ren.

In juli 2005 nemen wij kennis van de Voortgangs-

rapportage van de activiteiten in 2005. In oktober

2005 wordt op basis van een evaluatie een go/no go-

besluit voor 2006 genomen. Wij bieden ons besluit

aan Provinciale Staten aan in het vierde kwartaal van

2005.

De bijbehorende kosten bedragen € 80.000,– voor

inhuur expertise/menskracht en € 20.000,– voor com-

municatie. (werkconferenties)

Dit moet uiteindelijk leiden tot enerzijds financiële

doorlichtingen en adviezen voor locaties met finan-

ciële knelpunten daar waar dat volgens provinciaal

beleid van belang is en kansrijke locaties die met een

kleine impuls versneld kunnen worden. Anderzijds

gaat het ook om de inhuur van maatwerkexpertise

die ervoor zorgt dat de stagnatie in de ontwikkeling

van een woningbouwlocatie wordt doorbroken en

gaat het om de organisatie van enkele themabijeen-

komsten op maat.

Om de uitvoerbaarheid hiervan te waarborgen, is dit

zeer zeker een beleidsaccent wat betreft bewaking en

actie van proces en resultaten.

Mijlpalen in de uitvoering

Cruciaal is het go/no-go besluit in het najaar. Op

grond daarvan bepalen wij of en zo ja, welke mijlpa-

len gehaald moeten worden in 2006. Onze verwach-

tingen zijn: een toename van het aantal te bouwen

woningen en een versnelling van het proces.

Meerjarige beleidsnota’s en verordeningen.

Ontwikkeling NHN, incl. uitvoeringsprogramma 2004

Streekplan NHZ, incl. uitvoeringsprogramma 2003

Streekplanuitwerking Randzone Saendelft 2004

Streekplanuitwerking Westrand 2005

Streekplanuitwerking Bedrijventerrein Amstelveen 2005

Streekplanherziening Parkeernorm Zuidas 2005

Streekplanherziening Ruimte voor Water 2005

Beleidsnota Regionale Woonruimteverdeling in NH 2004

Provinciale beleidskader Stedelijke Vernieuwing in NH 2005-2009 2005

Subsidieverordening Stedelijke Vernieuwing ISV II 2005-2009 2004

Vigerende meerjarige beleidsnota’s en verordeningen PS-datum

Page 124: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 123

Moties

Aanzet tot uitwerking motie 14-10

Aan de motie wordt uitvoering gegeven door de

wens van PS aan de orde te stellen in een vergade-

ring van de Bestuurlijke Kerngroep Noordvleugel. Of

de suggestie daar gevolg vindt, is echter de vraag,

want:

I In de Noordvleugelconferentie van 4 februari

2005 is aan de orde geweest wanneer een vol-

gende Noordvleugelconferentie zou moeten

plaatsvinden en zijn diverse onderwerpen

genoemd, waaronder groen en landschap, dat

overigens door gedeputeerde Hooijmaijers is

ingebracht. Besloten is om in oktober/november

2005 een vijfde conferentie te organiseren. In die

conferentie wordt de balans opgemaakt van de

vier eerdere conferenties. De kwestie van de

20.000 woningen kan dan aan de orde komen en

de actiepunten van de vierde conferentie worden

nagelopen. Daarnaast wordt teruggekoppeld

over het Programma Noordvleugel van minister

Peijs en wordt gekeken of er aanbevelingen kun-

Lasten

Beleidsaccenten 800.000 450.000 200.000 200.000

Bestaand beleid 26.665.600 23.543.900 23.335.500 23.335.700

Totaal lasten 39.611.209 34.893.700 27.465.600 23.993.900 23.535.500 23.535.700

Baten

Beleidsaccenten

Bestaand beleid 20.000.000 20.000.000 20.000.000 20.000.000

Totaal baten 29.357.115 20.000.000 20.000.000 20.000.000 20.000.000 20.000.000

Resultaat voor bestemming 10.254.094 14.893.700 7.465.600 3.993.900 3.535.500 3.535.700

Onttrekking reserves 8.509.142 7.753.600 4.233.900 1.764.700 1.500.000 1.500.000

Storting reserves 1.815.100 1.315.100 1.315.100 1.315.100 1.315.100 1.315.100

Resultaat na bestemming 3.560.052 8.455.200 4.546.800 3.544.300 3.350.600 3.350.600

Investeringen

Beleidsaccenten - - - - - -

Bestaand beleid - - - - - -

Bijdragen derden - - - - - -

Onttrekking reserves - - - - - -

Saldo activering - - - - - -

Voorzieningen

Onttrekking voorzieningen 18.000.000 20.000.000 20.000.000 20.000.000 20.000.000

Storting voorzieningen 10.422.000 20.205.600 20.259.800 20.309.800 20.365.900 20.365.900

Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Wat mag het kosten?

Page 125: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■124

nen worden gedaan voor de projecten in dat pro-

gramma. Er is nadrukkelijk besloten nu geen con-

ferentie over groen en water te beleggen. De

reden om het niet te doen, was dat er gemeente-

raadsverkiezingen zijn in het voorjaar van 2006

en men voor die tijd de uitkomst wil hebben afge-

rond van de vierde conferentie. Momenteel is de

volgende conferentie volop in voorbereiding.

II De Noordvleugelsamenwerking bestaat uit onge-

veer 30 overheidspartijen die gezamenlijk hun

agenda bepalen. Het is de vraag of Noord-

Holland, ondanks dat zij een belangrijk partner

in de Noordvleugel is, nu haar partners kan over-

tuigen om een recentelijk gezamenlijk genomen

besluit te veranderen.

III De provincie Utrecht maakt geen deel uit van de

Noordvleugel en samenwerking met Utrecht op

het gebied van groen en landschap vergt dus een

andere constellatie van samenwerking. Dit vraagt

voorbereiding en dus tijd.

IV Het programma Noordvleugel van minister Peijs

bevat geen expliciete groen- en landschapprojec-

ten. Als thema is het wel genoemd in dit pro-

gramma. Vanuit de Milieufederatie, Amsterdam

en Noord-Holland wordt daarom een bijeen-

komst op ambtelijk niveau belegd in oktober

2005. Deze bijeenkomstmoet leiden tot een eerste

aanzet van een gemeenschappelijke visie op het

thema groen en landschap. Als dit verrassende

resultaten oplevert, worden deze waarschijnlijk

onder de aandacht gebracht in de Noord-

vleugelconferentie van 18 november aanstaande.

Page 126: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 125

Staf en ondersteuning

Toelichting staf en ondersteuning

In het overzicht Staf en ondersteuning zijn de lasten

en baten weergegeven betreffende het voormalige

provinciaal personeel (wachtgelduitkeringen e.d.),

het voormalig personeel van gesubsidieerde instel-

lingen (subsidies in kosten wachtgelduitkeringen) en

het voormalig personeel van het ziekenhuis

Santpoort (kosten boetes IZR en IZZ e.d.) . Voorts zijn

daarin begrepen de lasten en baten betreffende eigen-

dommen niet voor de openbare dienst bestemd (bijv.

opbrengst huren panden) en de opbrengsten van

catering en drukwerk.

Ook zijn daarin opgenomen de vergoedingen voor

werkzaamheden verricht voor derden (bijv. via deta-

cheringen).

Lasten/baten staf en ondersteuning.

Lasten

Beleidsaccenten

Bestaand beleid 6.682.400 6.681.900 6.681.400 3.675.700

Totaal lasten 2.577.932 3.633.300 6.682.400 6.681.900 6.681.400 3.675.700

Baten

Beleidsaccenten

Bestaand beleid 1.569.200 1.586.200 1.603.700 1.621.900

Totaal baten 1.784.800 1.690.600 1.569.200 1.586.200 1.603.700 1.621.900

Resultaat voor bestemming 791.132 1.942.700 5.113.200 5.077.700 5.095.700 2.053.800

Onttrekking reserves - - - - - -

Storting reserves - - - - - -

Resultaat na bestemming

Investeringen

Beleidsaccenten - - - - - -

Bestaand beleid 1.956.772 3.378.285 memorie memorie memorie memorie

Bijdragen derden - - - - - -

Onttrekking reserves - - - - - -

Saldo activering 1.956.772 3.378.285 memorie memorie memorie memorie

Voorzieningen

Onttrekking voorzieningen - - - - - -

Storting voorzieningen - - - - - -

Exploitatie Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Page 127: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■126

Financiering en algemenedekkingsmiddelen enonvoorzien

Toelichting Financiering en algemene

dekkingsmiddelen

In het overzicht Financiering en algemene dekkings-

middelen zijn de lasten en baten weergegeven welke

niet in de programma’s en het overzicht Staf en

ondersteuning zijn opgenomen.

De belangrijkste onderdelen worden hieronder toe-

gelicht.

Apparaatskosten

De apparaatskosten zijn als een stelpost in de pro-

grammabegroting 2006 opgenomen. Deze zijn nog

niet verdeeld over de diverse programma’s resp. pro-

ductgroepen. Dit zal (evenals vorig jaar) gebeuren in

de productenraming 2006 aan de hand van de op te

stellen clusterplannen (voorheen afdelingsplannen).

De dalende trend in de eerste jaren houdt verband

met de bezuinigingstaakstelling op de apparaats-

kosten in samenhang met het reorganisatieproces.

Stelposten plus onvoorzien

Conform het bij de kaderbrief 2006 geactualiseerd

financieel kader van het collegeprogramma en op

basis van verdere GS-besluitvorming zijn de vol-

gende stelposten in de begroting en meerjarenraming

verwerkt:

Financiering en algemene dekkingsmiddelen.

Direct beïnvloedbare kosten:

Apparaatskosten 112.038.300 106.517.100 105.040.100 110.394.000 113.365.400

Stelposten + onvoorzien 10.222.200 9.985.300 11.410.900 10.116.700 11.826.000

Niet direct beïnvloedbare kosten:

Storting in reserves 16.359.700 20.245.200 11.245.200 11.295.200 11.295.200

torting in voorzieningen 8.071.800 386.700 402.200 418.300 435.100

Afschrijvingskosten (dis)agio 2.780.100 1.289.800 888.400 -

Totaal lasten 146.692.000 139.914.400 129.388.200 133.112.600 136.921.800

Baten

Bruto renteresultaat 25.555.300 29.527.900 21.719.500 19.825.800 17.478.400

Provinciefonds 106.930.200 110.040.200 115.266.400 119.274.600 121.966.000

Dividenden 7.939.900 7.939.900 7.939.900 7.939.900 7.939.900

Opcenten motorrijtuigenbel. 114.700.000 121.700.000 122.900.000 124.100.000 127.700.000

Onttrekking reserves 123.849.165 96.025.700 58.601.800 25.284.800 8.452.800

Stelposten 3.400.000 6.485.600 7.421.300 7.421.300 8.478.600

Overige baten 1.750.000 1.750.000 1.750.000 1.750.000 1.750.000

Totaal baten 384.124.565 373.469.300 335.598.900 305.596.400 293.765.700

Saldo 207.869.533 237.432.565 233.554.900 206.210.700 172.483.800 156.843.900

Rekening Begroting Raming Raming Raming Raming

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Page 128: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 127

Stortingen reserves en voorzieningen

en onttrekkingen

Voor een specificatie van de stortingen in reserves en

voorzieningen en van de geraamde onttrekkingen

wordt verwezen naar de bijlagen 5.7 en 5.13.

Bruto renteresultaat

De vanaf 2007 zichtbare jaarlijkse daling van de ren-

teopbrengst houdt met name verband met de te ver-

wachten terugloop van de FINH- en UNA-middelen.

Ook is er rekening mee gehouden dat de omvang

van de bestemmingsreserves per saldo zal terug-

lopen. In het “Overzicht van het renteresultaat en de

kapitaallasten” (staat 5.8) wordt een specificatie gege-

ven van het voor 2006 geraamde renteresultaat.

Provinciefonds

De ramingen van de uitkering uit het Provinciefonds

voor 2006 en volgende jaren zijn gebaseerd op de

gegevens van de junicirculaire 2005 van de Minister

van BZK. In hoofdstuk 4.2 (Financieel kader) is een

nadere specificatie van de geraamde bedragen voor

de jaren 2006 t/m 2009 opgenomen.

Dividenden

De dividendopbrengsten voor 2006 en volgende jaren

zijn geraamd op € 7.939.900. Een specificatie van het

geraamde bedrag luidt als volgt:

NV NUON € 5.000.000,–

NV PWN € 476.500,–

NV Afvalzorg € 1.111.800,–

NV BNG € 1.171.900,–

SADC NV € 127.600,–

NV NWB € 52.100,–

Totaal € 7.939.900,–

Opcenten motorrijtuigenbelasting

(MRB)

Voor een toelichting op de raming voor 2006 e.v.

wordt verwezen naar de paragraaf Provinciale hef-

fingen (hoofdstuk 3.1).

Stelpost Infra/Normkosten 7.899.900 1.478.400

Stelpost Nota “Toekomstvast openbaar vervoer” 740.000 740.000

Stelpost prijscompensatie gesubsidieerde instellingen 85.000 85.000

Stelpost prijsstijgingen 60.400 2.907.500

Stelpost structureel baggeren - 5.000.000

Stelpost onvoorziene uitgaven 1.200.000 1.200.000

Totaal lasten 9.985.300 11.410.900

Omschrijving stelpost lasten 2006 2007

Stelpost afrekeningsverschillen 1.000.000 1.000.000

Stelpost verwachte onderuitputting 500.000 -

Stelpost professionalisering inkoop en bezuiniging materiële apparaatskosten 1.242.900 1.742.900

Stelpost bezuinigingen programmabegroting 2006 3.742.700 4.678.400

Totaal baten 6.485.600 7.421.300

Omschrijving stelpost baten 2006 2007

Page 129: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■128

Page 130: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 129

Paragrafen3■

Het besluit begroting en verantwoording provincies

en gemeenten (BBV) schrijft de volgende paragrafen

voor:

■ Provinciale heffingen.

■ Weerstandsvermogen.

■ Onderhoud kapitaalgoederen.

■ Financiering.

■ Bedrijfsvoering.

■ Verbonden partijen.

■ Provinciaal grondbeleid.

Deze paragrafen lichten de beleidslijnen toe van

beheersaspecten met grote financiële invloed, grote

politieke betekenis of aanzienlijk belang voor de rea-

lisatie van beleidsprogramma’s.

De provincie heeft de paragrafen het afgelopen jaar

verbeterd, rekening houdend met de opmerkingen

en adviezen die het ministerie van Binnenlandse

Zaken en Koninkrijksrelaties als toezichthouder op

de begroting 2005 heeft gegeven.

Met name de paragrafen Onderhoud kapitaalgoede-

ren en Bedrijfsvoering zijn aangepast.

In de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen is een

veel betere relatie gelegd met het sinds kort in wer-

king zijnde jaarplan onderhoud (JPO) en het meerja-

renplan onderhoud (MPO).

Het is toegestaan om naar eigen inzicht paragrafen

toe te voegen. Voor de programmabegroting 2006 zijn

twee aanvullende, niet verplichte paragrafen opge-

nomen:

■ Provinciaal meerjarenprogramma infrastructuur

(PMI);

■ Extra investeringsimpuls Noord-Holland (EXIN-H).

Deze nieuwe paragrafen benadrukken het karakter

van de investerende provincie. De beleidskaders voor

het komende begrotingsjaar worden voor het PMI

samengevat in deze paragraaf. Het PMI zelf blijft een

afzonderlijk statenstuk. De paragraaf legt een duide-

lijke relatie tussen de geplande investeringen en de

in de begroting beschikbaar gestelde kapitaallasten-

budgetten.

De paragraaf Extra Investeringsimpuls Noord-

Holland brengt alle onder dit investeringspro-

gramma vallende projecten tezamen. Dat is noodza-

kelijk vanwege de beleidsmatige verantwoording,

omdat deze projecten investeringen bevatten die zul-

len worden geactiveerd en omdat deze investeringen

subsidies bewerkstelligen in beleidsvelden zoals

zorg, welzijn en cultuur.

Page 131: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■130

3.1 Provinciale heffingen

1 Inleiding

Belastingheffing is bedoeld ter financiering van col-

lectief tot stand gebrachte voorzieningen. Bij de

voortbrenging van overheidsvoorzieningen (alloca-

tie) hebben lagere overheden veel mogelijkheden om

eigen beleid te voeren, mede omdat het profijt van

veel voorzieningen beperkt blijft tot het grondgebied

van die lagere overheid.

Een eigen belastinggebied leidt tot een scherpere

afweging tussen de baten van overheidsvoorzienin-

gen en de op te leggen lasten aan burgers en bedrij-

ven. In het besluitvormingsproces verdient het eigen

belastinggebied daarom een eigen plaats.

In het duale stelsel normeren en controleren provin-

ciale staten. Doel van deze paragraaf is provinciale

staten de beleidslijnen van de diverse onderdelen te

kunnen laten vaststellen en controleren. In het colle-

geprogramma 2003-2007 wordt bij het financieel

kader aangegeven dat de dekking van de uitgaven

voor mobiliteit moet plaatsvinden vanuit de enige

provinciale belasting: de provinciale opcenten op de

hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting (“de

opcenten”). De opcentenheffing is een zuivere

belasting, wat betekent dat de opbrengst ervan

bestemd is als algemeen dekkingsmiddel.

2 Wat zijn lokale lasten?

Lokale lasten zijn inkomsten voor de provincie,

betaald door de burgers. Deze inkomsten worden

verkregen op grond van publiekrechtelijke regels.

Het zijn voornamelijk belastingen en heffingen, die

de provincie op grond van wettelijke bepalingen

oplegt aan haar inwoners en (in veel mindere mate)

het bedrijfsleven.

Lokale lasten omvatten:

1 Belastingen: uitvoering van collectieve vormen

van dienstverlening in het algemeen belang, maar

ook publiek - individuele vormen van dienstver-

lening zonder een duidelijke relatie tussen dienst-

verlening en belasting;

2 Heffingen: uitvoering van publiekrechtelijke

dienstverlening.

3 Retributies: individuele dienstverlening van typi-

sche overheidsdiensten van publiekrechtelijke

aard.

In deze paragraaf geldt de provinciale terminologie

voor lokale lasten:

■ algemene belasting: de opcenten.

■ heffingen: de Grondwaterheffing, de Ont-

grondingenheffing en de Nazorgheffing gesloten

stortplaatsen;

■ retributies: leges (in de Provinciewet rechten

genoemd).

3 Beleidsmatige aspecten van lokale

lasten

3.1 Besteedbaar inkomen/lastendruk

Belastingheffing heeft direct invloed op het besteed-

baar inkomen van de burger. Wettelijk is vastgelegd

dat het de provincie niet vrij staat onderscheid te

maken tussen haar inwoners of bedrijven aan te bren-

gen.

Het inkomensbeleid is een primaire verantwoorde-

lijkheid van het rijk. De provinciale opcentenheffing

heeft, gelet op de geringe financiële invloed en op de

groep van belastingplichtigen, nauwelijks tot geen

relatie met sociale aspecten en armoedebeleid.

Daarom laten zowel de provinciale belasting als de

heffingen, mede door hun aard, geen kwijtschelding

toe. Provinciale belastingen zijn mede, al is het in

geringe mate, bepalend voor de collectieve lasten-

druk en dus voor de omvang van het besteedbaar

inkomen. Vandaar dat de rijksoverheid, via de moni-

tor lokale lastendruk, de tariefontwikkelingen van

lokale belastingen en heffingen nauwlettend volgt.

3.2 Legitimering overheid(soptreden)

Wat krijgt de burger terug voor de betaling aan de

provincie? Er moet sprake zijn van een zeker even-

wicht tussen het ervaren van overheidsoptreden en

de hoogte van het te betalen bedrag. In de provincie-

Page 132: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 131

wet is vastgelegd dat heffingen en leges maximaal

kostendekkend mogen zijn. Een provincie mag der-

halve geen winst maken c.q. er mogen geen baten uit

heffingen en leges toevloeien naar de algemene

middelen. Bij overtreding hiervan kan de rechter de

desbetreffende heffingsverordening onverbindend

verklaren.

3.3 Algemene dekkingsmiddelen

De opbrengst uit de provinciale opcentenheffing

geldt als algemeen dekkingsmiddel.

De totale omvang van deze inkomsten wordt voor de

begroting 2006 geraamd op € 121,7 mln. Dit is ruim

een kwart van de uitgaven die de provincie voor haar

eigen exploitatie aanwendt.

4 Beleidsuitgangspunten lokale lasten

4.1 Belastingdruk

In het collegeprogramma 2003-2007 is afgesproken

om bezuinigingen op de uitkering uit het

Provinciefonds op te vangen met ombuigingen van

de uitgaven. Nieuw beleid dient binnen het kader

van de inkomsten te worden gefinancierd.

Tijdens het beleidsdebat 2006 bevestigden Provinciale

Staten dat de Extra investeringsimpuls Noord-

Holland (EXIN-H) mede gefinancierd wordt uit een

opcentenverhoging. Op 26 september 2005 besluiten

Provinciale Staten over de financiële dekking van de

EXIN-H (deels door zogenoemde “vrije” UNA-

middelen, deels door een eventuele opcentenverho-

ging). Pas na die besluitvorming is duidelijk of en

hoeveel de belastingdruk toeneemt. Het sinds 1 april

geldende tarief van 52,7 opcenten is vastgesteld bij

besluit van provinciale staten van 8 december 2003,

nr. 80 (Provinciaal blad 2003/57).

4.2 Profijt en belastingdruk

Hoewel het profijtbeginsel zich sterker manifesteert

bij heffingen dan bij belastingen, is een aanzienlijk

deel van de Noord-Hollandse burgers en vrijwel het

gehele bedrijfsleven niet betrokken bij in de opcen-

tenheffing. Een verhoging van het opcententarief ver-

groot de financiële druk op de groep die wél

belastingplichtig is en veroorzaakt een grotere dis-

crepantie tussen betalers en niet-betalers. De invoe-

ring op termijn van een kilometerheffing of andere

vorm van beprijzing kan de mogelijkheid tot het hef-

fen van provinciale opcenten onder druk zetten. In

voorstudies wordt de zogenaamde ingezetenenhef-

fing gezien als belangrijkste vervanger voor de moge-

lijk wegvallende opcentenheffing. Het moge duide-

lijk zijn dat een keuze voor deze heffingsvorm leidt

tot een forse verschuiving in lastendruk tussen de nu

wel en niet in de provinciale belastingheffing betrok-

ken belastingplichtigen.

5 Uitwerking van het provinciale beleid

Een beleid gericht op de kostendekking vergt inzicht

in de kostenstructuur en de kostentoerekening. Dit

beleid richt zich op de heffingen en rechten waarvoor

wettelijk is vastgelegd dat de provincie slechts

bepaalde respectievelijk de volledige kosten in de

heffingstarieven mag doorberekenen en daarop geen

winst mag maken. Dit beleid dient dan ook te begin-

nen met een adequate kostenbeheersing. Daarnaast

dient er een concrete kostentoerekening aanwezig te

zijn. Met het financiële systeem SAP, het tijdschrijven

en het maken van kostenberekeningen zijn de instru-

menten daartoe voorhanden. In het collegepro-

gramma wordt aangegeven dat leges in eerste instan-

tie kostendekkend worden door kostenverlaging (het

optimaliseren van efficiency) en in tweede instantie

door inkomstenverhoging. Dit houdt in dat nog niet

kostendekkende legestarieven worden opgetrokken

en dat tarieven die meer dan kostendekkend zijn

worden verlaagd tot op maximaal kostendekkend

niveau.

6 Noord-Hollandse opcentenheffing

interprovinciaal vergeleken

Als meerjarig referentiemateriaal kunnen de opcen-

tentarieven van andere provincies gebruikt worden.

Op basis van hun en onze opcententarieven en het

percentage van het jaarlijks wettelijk vastgesteld maxi-

mum aantal opcenten dat de provincies mogen heffen,

Page 133: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■132

ontstaat inzicht in de onderlinge verschillen en in de

(on)benutte belastingcapaciteit. Het maximum aantal

opcenten dat provincies mogen heffen is 99.0 per 1

april 2005 en 102,4 vanaf 1 april 2006. Aangetekend

wordt dat de tarieven van de andere provincies voor

2006 nog voorlopig zijn en nog vastgesteld dienen te

worden door hun provinciale besturen.

Interprovinciaal is er in 2006 opnieuw sprake van een

meer dan trendmatige tariefstijging. Noord-Holland,

dat veruit het laagste opcententarief hanteert, blijft

daar bij ongewijzigd beleid sterk bij achter.

7 Opcenten, beleid en cijfers 2005

(begroting programma 10,

productnummer 020)

In het Collegeprogramma 2003-2007 wordt aangege-

ven dat de dekking van de uitgaven voor mobiliteit

vanuit de opcenten, in het licht van de te verwachten

financiële kortingen van rijkswege, opwaarts moet

worden bijgesteld om de (extra) uitgaven en inkom-

sten voor mobiliteit in balans te houden. Dit leidde

tot een tariefsverhoging van 10 opcenten op 1 april

2004. De opbrengst per opcent in 2006 wordt

geraamd op ongeveer € 2,3 mln. Bij een tarief van

52,7 opcenten geeft dit een verwachte opbrengst van

€ 121,7 mln. De onbenutte belastingcapaciteit

bedraagt € 111,9 mln in 2006 en € 116 mln structureel

bij het huidige tarief van 52,7 opcenten.

8 Overige heffingen

8.1 Legesheffing (begroting, diverse

producten onder kostensoort 8110000)

Leges, zogenaamde rechten of retributies, zijn beta-

lingen die de overheid krachtens algemene regels

vordert ter zake van een concrete, door haar indivi-

dueel bewezen dienst. Het betreft werkzaamheden

die rechtstreeks en in overheersende mate verband

houden met dienstverlening ten behoeve van een

individualiseerbaar belang. Daarmee onderscheiden

de retributies zich van belastingen. Zuiver publiek-

rechtelijke handelingen van de overheid, zoals het

verlenen van vergunningen of ontheffingen, zijn

diensten in deze zin.

De opbrengstnorm, vermeld in artikel 225 Provincie-

wet, bepaalt dat de tarieven in een belastingverorde-

ning waarin gebruiks- of genotsretributies zijn gere-

geld, zodanig moeten worden vastgesteld dat de

geraamde baten niet uitgaan boven de geraamde

lasten ter zake.

In totaal wordt er in 2006 een opbrengst van ruim €

0,6 mln aan leges geraamd.

De meest recente legesverordening is door provinci-

Friesland 61,0 76,0 99,0 / 102,4 61,6 / 74,2

Groningen 75,0 76,8 99,0 / 102,4 75,8 / 73,7

Drenthe 75,9 77,4 99,0 / 102,4 76,6 / 75,6

Overijssel 73,1 74,0 99,0 / 102,4 73,8 / 72,3

Flevoland 62,5 63,4 99,0 / 102,4 63,1 / 61,9

Gelderland 78,1 79,0 99,0 / 102,4 78,9 / 77,2

Utrecht 71,7 74,1 99,0 / 102,4 72,4 / 72,4

Noord-Holland 52,7 52,7 99,0 / 102,4 53,2 / 51,5

Zuid-Holland 71,8 72,2 99,0 / 102,4 72,5 / 70,5

Noord-Brabant 68,3 69,7 99,0 / 102,4 69,0 / 68,1

Zeeland 69,3 69,3 99,0 / 102,4 70,0 / 67,7

Limburg 71,1 75,3 99,0 / 102,4 71,8 / 73,5

Provincies gemiddeld 69,3 72,8 99,0 / 102,4 70,0 / 71,1

Naam provincie Tarief opcenten Voorlopig Maximumtarief % benut

2005 tarief 2006 2005 / 2006 2005 / 2006

Page 134: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 133

ale staten vastgesteld bij besluit van 8 december 1997,

nummer 64 (Provinciaal blad 1997/72), de meest

recente tarieventabel bij besluit van 6 december 2004,

nummer 92 (Provinciaal blad 2004/67).

8.2 Nazorgheffing gesloten

stortplaatsen (begroting programma 5)

In de Leemtewet is op 1 april 1998 een regeling in de

Wet milieubeheer opgenomen (artikelen 15.44, 15.45

en 15.47) over de nazorg van operationele stortplaat-

sen. Dit zijn stortplaatsen waar het storten van afval-

stoffen niet vóór 1 september 1996 is beëindigd. In

deze wet is bepaald dat de provincies bestuurlijk en

financieel ervoor verantwoordelijk zijn dat deze stort-

plaatsen na sluiting geen nadelige gevolgen voor het

milieu veroorzaken. Daartoe dient eeuwigdurende

nazorg plaats te vinden. Dit vereist maatregelen om

bodembeschermende voorzieningen op gesloten stort-

plaatsen in stand te houden, te onderhouden, te her-

stellen en eventueel te vervangen. Ook regelmatige

inspecties van de bodembeschermende voorzieningen

en bodemonderzoek onder de stortplaats behoren tot

de provinciale taken.

Ter bestrijding van deze kosten is als bestemmings-

heffing een nazorgheffing ingesteld, die wordt gehe-

ven van de exploitanten van de operationele stort-

plaatsen. De opbrengst van de heffing, die via een

rekenmodel per stortplaats wordt berekend, wordt in

het uitsluitend voor nazorg bestemde Nazorgfonds

gestort. Het Nazorgfonds is een bij wet vastgestelde

rechtspersoon. In het Nazorgfonds wordt een zodanig

kapitaal opgebouwd, dat uit het rendement daarvan

de eeuwigdurende nazorg gefinancierd kan worden.

Het Nazorgfonds bevatte per 1 januari 2005 ruim €

25,9 mln. In 2005 is voor € 1,5 mln aan nazorgheffing

opgelegd. Per 1 januari 2006 zal het fonds ongeveer €

28,2 mln bevatten inclusief rentebaten.

De verordening Nazorgheffing is door provinciale sta-

ten vastgesteld bij besluit van 29 maart 1999, nummer

19 (Provinciaal blad 1999/25), de meest recente tarie-

ventabel bij besluit van 23 november 2004, nummer 85

(Provinciaal blad 2004/58).

8.3 Grondwaterheffing

(begroting programma 4)

In artikel 48 van de Grondwaterwet is aan Gede-

puteerde Staten de bevoegdheid toegekend om bij

wijze van een provinciale belasting een heffing in te

stellen wegens het onttrekken van grondwater. De hef-

fing is bestemd ter bestrijding van een groot deel van

de ten laste van de provincie komende kosten die zijn

verbonden aan het grondwaterbeheer, waaronder het

tegengaan van verdroging in bepaalde gebieden. De

kosten/batenverhouding wordt bij balansvoorziening

geregeld. Heffingsplichtig zijn de onttrekkers van

10.000 m_ of meer grondwater per heffingsjaar. Het

tarief bedraagt € 0,00808 per m2 netto onttrokken

grondwater. In 2006 wordt een opbrengst geraamd

van € 0,8 mln bij een ongewijzigd tarief. De vigerende

Grondwaterheffingverordening is door provinciale

staten vastgesteld bij besluit van 8 december 1997,

nummer 65 (Provinciaal blad 1997/75). Het meest

recente tarief bij besluit van 6 november 2000, nummer

78 (Provinciaal blad 2000/63). Gelet op de aanwezige

balansvoorziening is er geen aanleiding om het tarief

te verhogen of te verlagen.

8.4 Ontgrondingenheffing

(begroting programma 4)

In artikel 21f van de Ontgrondingenwet kunnen pro-

vincies de kosten van planvorming, coördinatie en

informatie voor 50% verhalen op de houders van ont-

grondingenvergunningen. Het tarief is in 2001 ver-

hoogd van ƒ 0,07 naar ƒ 0,16 (€ 0,0726 ) per m_ te ont-

gronden stoffen. Deze tariefsverhoging werd veroor-

zaakt door een uitbreiding van planning en onder-

zoek. Vooral het in kaart brengen van zandvoorko-

mens en het onderzoek naar beton- en metselzand in

de Noordzee zijn kostbaar. Het huidige tarief ad €

0,0726 per m_ blijft in 2006 gehandhaafd. Gelet op het

karakter van deze bestemmingsheffing wordt de voor-

ziening voor kosten en baten bij balans geregeld. Voor

2006 wordt een opbrengst geraamd van € 109.000,-.

De thans vigerende heffingverordening Ont-

grondingen is door provinciale staten vastgesteld bij

besluit van 6 november 2000, nummer 79

(Provinciaal blad 2000/64).

Page 135: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■134

3.2 Weerstandsvermogen

1 Inleiding

Sinds de Comptabiliteitsvoorschriften ‘95 (CV) kent

de provincie Noord-Holland een risicoparagraaf.

Deze omvat een uitwerking van de gesignaleerde

risico’s en de opstelling van het daarvoor aanwezige

financieel weerstandsvermogen. Tijdens de jaarlijkse

actualisatie van deze paragraaf bij de begrotingsop-

stelling en jaarrekening bleek het weerstandsvermo-

gen telkens toereikend.

In 2004 zijn deze voorschriften vervangen door het

Besluit Begroting & verantwoording (BBV ‘04).

Anders dan voorheen wordt daarin aandacht

gevraagd voor een kwantitatieve benadering van de

geïnventariseerde risico’s ter reële bepaling van het

(noodzakelijke) weerstandsvermogen van de pro-

vincies. Voor de provincie is dat geen onbekend gege-

ven. In de risicoparagrafen uit 2004 en voorgaande

jaren werd reeds volgens deze lijn gewerkt.

2 Artikelen Besluit Begroting &

Verantwoording 2004

In dit besluit (BBV ‘04) is bepaald dat de provincie in

haar programmabegroting en jaarrekening paragra-

fen moet opnemen die van belang zijn voor het

inzicht in de financiële positie van de organisatie. Een

van die paragrafen betreft het Weerstandsvermogen

(artikel 9-b). In deze paragraaf moet de provincie

haar risico’s naar de laatste stand van zaken bevesti-

gen, zowel bij de begroting als bij de vaststelling van

de jaarrekening. Deze paragraaf bevat tenminste de

volgende onderdelen:

a het beleid inzake de weerstandscapaciteit en de

risico’s;

b een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;

c een inventarisatie van de risico’s.

2.a Het beleid omtrent de

weerstandscapaciteit en de risico’s

Sinds 2000 beoordeelt de provincie potentiële risico’s

steeds meer vanuit het principe van Risico-

management (RM). Bij risico-inventarisatie geldt de

volgende gedragslijn:

■ de hantering van een eenduidige definitie van het

begrip risico;

■ het periodiek en waar nodig uitzetten van een

RM-vraaglijn bij de afdelingen als check-list ter

signalering, objectivering en actualisering van

nieuwe en bestaande risico’s.

In 2003 is toegewerkt naar de opstelling van een con-

cernbreed risicobeheersplan. Daarin zijn de gesigna-

leerde risico’s beschreven volgens een daartoe inge-

richt format, waardoor er per afdeling zicht is op:

■ de aard van de risico’s;

■ de achterliggende oorzaken en de kans van optre-

den;

■ de daarmee samenhangende (financiële) conse-

quenties en het risiconiveau;

■ de daarvoor ingezette beheersmaatregelen;

■ de verwachte looptijd en de wijze waarop de

monitoring is geregeld.

Vanaf 2004 genereert dit plan op basis van drie-

maandelijkse actualisatie de input voor de paragraaf

Weerstandsvermogen bij de Programmabegroting en

de Jaarrekening.

De optelsom van de daarin opgenomen financiële

risicogevolgen is richtinggevend voor het benodigde

financieel weerstandsvermogen in eerste aanleg.

2.b Een inventarisatie van de

weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit betreft het vermogen om

calamiteiten en financiële tegenvallers op te vangen,

zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van

de bestaande taken.

Dit vermogen omvat het geheel van vrij aanwend-

bare middelen en mogelijkheden binnen de financi-

ële positie van een organisatie. Het gaat dus om vrij

aanwendbare middelen vanuit bepaalde reservebe-

standdelen, voorzieningen en mogelijk alsnog te

genereren (onbenutte) inkomsten. Ook dient dient er

bij de opbouw en samenstelling van de weerstands-

capaciteit onderscheid gemaakt te worden tussen

Page 136: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 135

incidentele en structurele componenten.

Incidentele componenten ter bepaling van de weer-

standscapaciteit (in mln €).

Volgens de jaarrekening 2004 beschikte de provincie

Noord-Holland eind 2004 over de volgende vrij aan-

wendbare reservebestanddelen:

Structurele componenten ter bepaling van de weer-

standscapaciteit (in mln €).

De onbenutte belastingcapaciteit bij opcentenheffing

motorrijtuigbelasting voor 2006 (op basis van de

gewichtsuitdraai d.d. 2 juli 2005) is € 116,-

Totaal aan structurele ruimte € 116,-

De reserve “uitgestelde intenties” bevat middelen

voor bepaalde intenties en bestuurlijk geoormerkte

bedragen voor doeleinden waarvoor nog geen schrif-

telijke toezeggingen zijn gedaan. Voorts worden de

verwachte beleggingsopbrengsten van de algemene

en bestemmingsreserves elk jaar ingezet als algemeen

dekkingsmiddel. Daarom worden deze reservebe-

standdelen niet als vrij aanwendbaar meegenomen

in de berekening van de weerstandscapaciteit.

Per saldo resteren de stille reserve ad € 6,8 mln en de

onbenutte belastingcapaciteit bij de opcentenheffing

op de motorrijtuigenbelasting ad € 116,- mln voor de

berekening van de weerstandscapaciteit. De totale

weerstandscapaciteit voor 2006 bedraagt dus € 122,8

mln.

2.c Een inventarisatie van de risico’s

Hierbij wordt verwezen naar de bijlage van deze

paragraaf met een verkorte weergave van de geïn-

ventariseerde risico’s, als volgt gecategoriseerd:

A Juridische risico’s (waar aansprakelijkheid en

schadeclaims in het geding zijn);

B Risico’s beleidsvelden (met financiële onzekerhe-

den);

C Overige risico’s (met veelal niet op voorhand te

kwantificeren gevolgen);

D Vervallen risico’s.

In totaal gaat het om 50 risico’s, waarvan er 7 uit de

rapportage voor 2005 zijn komen te vervallen. Van de

43 resterende risico’s hebben 28 mogelijke financiële

consequenties. Het totaal aan gekwantificeerde finan-

ciële tegenvallers dat daaruit kan voortvloeien

bedraagt maximaal € 154,18 mln.

De gemiddelde kans dat deze € 154,- mln het weer-

standsvermogen zal belasten, is 48,52 %.

Hierbij wordt opgemerkt dat niet alle risico’s voor

het volledige bedrag en binnen één jaar zullen

“exploderen”. Dat hangt af van de verwachte afwik-

kelingsdatum, het feitelijk risicoverloop en het effect

Vanuit de algemene reserve € 64,2

saldireserve € 64,2

Vanuit bestemmingsreserves en fondsen € 274,6

reserve uitgestelde intenties € 2,5

reserve grondbeleid € 2,5

UNA-compartiment € 220,1

het niet nog niet schriftelijk verplichte deel € 49,5

Vanuit een stille reserve € 6,8

meerwaarde in al afgeschreven niet bedrijfsgebonden activa € 6,8

––––––––––

Totaal aan incidentele ruimte € 345,6

Reservebestanddelen Geraamd bedrag

Page 137: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■136

van de ingezette beheersmaatregelen. Er zijn immers

maatregelen getroffen om de desbetreffende risico’s

te verkleinen en hun gevolgen te beperken.

3 Conclusies over het

weerstandsvermogen

Het na beschouwing te relativeren bedrag onder 2.c.

(€ 154,2 mln) in relatie tot het daartoe benodigde

financieel weerstandsvermogen, geeft aan dat de

geïnventariseerde weerstands- capaciteit onder 2.b.

(€ 122,8 mln.) toereikend is ter afdekking van de

mogelijk optredende financiële risicogevolgen van de

hieronder - in de bijlagen - opgenomen risco’s.

Bijlage paragraaf weerstandsver-mogen. Verkorte risicoparagraaf2006.

A Juridische risico’s

A.1 Schadeclaim van Chipshol Holding

B.V. met betrekking tot Badhoevedorp-Zuid

In het streekplan Noord-Holland Zuid is een inspan-

ningsverplichting opgenomen jegens TeleVerde B.V.

om de gronden in Badhoevedorp-Zuid tot bedrij-

venterrein te ontwikkelen. Bij de uitwerking daarvan

loopt de provincie het risico dat door Chipshol (deels

economisch eigenaar van TeleVerde) een schadeclaim

zal worden ingediend.

A.2 Schadeclaim bij toepassing

bestuursdwang

Vanwege het opleggen van bestuursdwang na een

brand bij een grasdrogend bedrijf (firma Hartog),

loopt de provincie het risico dat deze firma de kosten

van de haar opgedragen maat- regelen op de pro-

vincie zal verhalen. De kans daarop is hoog.

Tegenpartij heeft tegen de bestuursdwang bezwaar

aangetekend, is door de Raad van State in het gelijk

gesteld en heeft onlangs een schadeclaim ingediend

van € 389.597,–. Ook is inmiddels door een andere

partij (een beroepsvisser) een schadeclaim ingediend

van ca. € 95.000,–.

A.3 Claims i.v.m. verleggen van kabels

en leidingen bij reconstructie van

wegwerken

Bij het realiseren van infrastructurele projecten loopt

de provincie het risico dat kabel- en/of leidingex-

ploitanten de projectkosten voor het verleggen van

kabels en leidingen op de provincie zullen verhalen.

De kans daarop is hoog. Inmiddels is door leiding-

beheerder NUON een claim ingediend van € 164.606,-.

Meer en hogere claims zijn niet uitgesloten.

A.4 Mogelijke claims wegens

vernattingsschade

Door het stoppen van de grondwaterwinning in

natuurgebieden (Kennemerduinen), loopt de pro-

vincie het risico dat er wateroverlast voor de omwo-

nenden optreedt met schadeclaims als gevolg.

Zonder preventieve maatregelen is de kans daarop

aanzienlijk. Dergelijke claims kunnen miljoenen

euro’s omvatten. De resultaten van de meetpro-

gramma’s wijzen vooralsnog niet op schade. De pre-

ventieve maatregelen lijken dus te werken, zodat de

kans als laag kan worden ingeschat en de mogelijke

schade beperkt blijft tot ca. € 1,- mln.

A.5 (Mogelijke) schadeclaims i.v.m.

Saneringsprojecten Bodemsanering

Komt te vervallen, zie D.1.

A.6 Delegatieregeling gemeente

Amsterdam

Vanwege de gedeeltelijke onrechtmatigheid van de

delegatieregeling en de geleden schade door vertra-

ging bij het verkrijgen van milieuvergunningen loopt

de provincie het risico van schadeclaim door gedu-

peerde bedrijven. De kans daarop is zeer hoog.

Betoncentrale Oost West B.V. heeft een claim inge-

diend ad. € 3.647.000,– (excl. rente en incassokosten).

De rechtbank heeft bij uitspraak van 11 mei 2005 de

primaire vordering van € 3,6 mln afgewezen. Zij

Page 138: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 137

heeft de provincie en de gemeente Amsterdam wel

aansprakelijk gesteld voor de winstderving van de

betoncentrale over een periode van twintig maanden,

terwijl de betoncentrale uitgaat van een langere scha-

deperiode dan 20 maanden. Subsidiair is € 1,5 mln.

gevorderd. De rechtbank wil deskundigenadvies

inwinnen over de feitelijke schade en zal op voorstel

van alle partijen (betoncentrale, gemeente en provin-

cie) deskundigen benoemen. Gemeente en PNH

beraden zich zowel hierover als over een eventueel

hoger beroep tegen deze uitspraak om de schadepe-

riode te verkorten. Het uiteindelijk door de rechter

toegekende schadebedrag zal op 50/50 basis door de

provincie en de gemeente Amsterdam worden

betaald.

Een tweede claim is aangekondigd door Coenhaven

B.V.. Meer claims zijn niet uit te sluiten, hoewel de

kans daarop kleiner wordt; de delegatieregeling is in

2002 gerepareerd.

A.7 Uitbreiding Luchthaven Schiphol

Komt te vervallen, zie D.2.

A.8 Schadeclaim in verband met

goedkeuring bestemmingsplan

‘Koepelbesluit’

Vanwege de ruimtelijke beperkingen van het

Koepelbesluit en de vernietiging van dit besluit door

de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van

State kan de provincie door gedupeerde projectont-

wikkelaars aansprakelijk worden gesteld voor het

niet meer kunnen verwezenlijken van hun oorspron-

kelijke plannen. In 2001 heeft een projectontwikke-

laar (Gewerbe im Park) reeds een pro forma schade-

claim ingediend. Het aantal nog in te dienen claims

door anderen is niet bekend. Door recente ontwikke-

lingen en door het verstrijken van de tijd neemt de

kans op meer claims echter af tot beneden

gemiddeld. Niettemin blijft het risico van claims

hoger dan € 2,5 mln bestaan.

A.9. Claim Chipshol i.v.m.

Groenenbergterrein

Vanwege twee vernietigingen van goedkeuringsbe-

sluiten van een wijzigingsplan door de Afdeling

bestuursrechtspraak van de Raad van State en de

daaruit voortgekomen schade- claim loopt de PNH

het risico van een schadevergoeding voor twee jaar

rentederving.

De kans daarop is aanzienlijk. Chipshol heeft een

claim ingediend die later is verhoogd tot € 118,5 mln

i.v.m. een door de minister opgelegd bouwverbod.

De provincie is tot nu toe uitsluitend veroordeeld tot

betaling van gederfde rente (21-01-’04). Chipshol is

hiertegen in hoger beroep gegaan. De uitspraak in

deze zaak wordt begin 2006 verwacht.

De vermelde claim is voor een groot deel (€ 97,2 mln)

eveneens neergelegd bij de Luchthaven Schiphol. De

rechtbank heeft de luchthaven inmiddels aansprake-

lijk geacht voor deze schade (12-01-’05). De hoogte

daarvan wordt momenteel bepaald door deskundi-

gen, waarna de rechtbank definitief uitspraak zal

doen. De te vergoeden rente, uitgaande van de bij

Schiphol geclaimde schade, kan oplopen tot ca. € 14,-

mln en hangt dus af van de uitspraak van de recht-

bank in het geding tussen Chipshol en Schiphol,

waarin de provincie zich heeft gevoegd. Deze uit-

spraak wordt begin 2006 verwacht.

A.10 Omzetting Besluit Beheer

Autowrakken

Het Besluit Beheer Autowrakken (Amvb) wijkt af

van de Europese richtlijn. Hierdoor loopt de provin-

cie het risico dat bij omzetting van dit Besluit in de

Milieuvergunningen van ruim 100 autodemontage-

bedrijven, deze bedrijven in beroep gaan, in het gelijk

worden gesteld en de vergunningen of handhavin-

gacties alsnog nietig worden verklaard.

Eind 2004 is de omzetting afgerond. Het risico van

schadeclaims blijft echter bestaan, omdat vanaf begin

2005 - conform voornoemde Amvb - wordt gecon-

troleerd en gehandhaafd of de extra investerings-

maatregelen door de branche zijn uitgevoerd. De

kans daarop is beneden gemiddeld. Als de investe-

Page 139: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■138

ringen niet zijn of worden gepleegd kunnen via het

bestuurlijke handhavingtraject juridische procedures

in gang worden gezet. Schadeclaims tot € 700.000,-

zijn daarbij niet uitgesloten.

A.11 Bezwaar- en beroepschriften Arriva

m.b.t. aanbestedingsprocedure O.V.

Doordat bij de aanbesteding van de concessie

Openbaar Vervoer in NHN een afgewezen vervoer-

der (Arriva) bezwaar en beroep heeft aangetekend,

loopt de provincie het risico dat de rechter Arriva als-

nog in het gelijk stelt. De kans daarop is gering.

Een dergelijke uitspraak kan leiden tot een nieuwe

aanbestedingsprocedure of tot een schadevergoeding

aan Arriva, die waarschijnlijk niet hoger zal zijn dan

€ 6,- à € 8,- mln.

Bij een evt. nieuwe aanbesteding van de concessie

NHN is vervolgens een schadeclaim te verwachten

van de huidige concessiehouder Connexxion, als

deze de huidige concessie niet mag voortzetten. Ook

in dit geval zal de schadeclaim hooguit € 6,- à € 8,-

mln bedragen.

Arriva eist in geen van de lopende procedures een

schadevergoeding, maar wel een nieuwe aanbeste-

ding als uit de juridische toets blijkt dat de gehan-

teerde methode voor NHN onjuist was. De zitting is

geweest, de uitspraak wordt verwacht in het derde

kwartaal van 2005.

A.12 Schadeclaim Van Asbeck

(‘Hippo-Tex’)

Vanwege een onterechte dwangsomoplegging bij een

privé paardrijbak in Laren loopt de provincie het

risico, dat zij (deels) moet opdraaien voor een scha-

declaim van de eigenaar (Van Asbeck). De eigenaar

is door de Raad van State in het gelijk gesteld en

heeft inmiddels een schadeclaim van € 27.000,– neer-

gelegd bij Gedeputeerde Staten. Naar verwachting

wordt de claim in de loop van 2005 afgehandeld.

A.13 Financiering bootverbinding

Connexxion FFF

Vanwege de niet eenduidige financieringswijze voor

de bootverbinding en verschillende verwachtings-

patronen is er een geschil over de uitleg van in het

verleden geschreven stukken over deze financiering

van deze bootverbinding Hierdoor loopt de PNH het

risico dat vervoerder Connexxion FFF een rechtszaak

aanspant en dat de rechter Connexxion in het gelijk

stelt. De kans daarop is beneden gemiddeld.

Connexxion stelt dat het recht heeft op circa twee jaar

extra Rijksbijdrage op basis van een brief van de pro-

vincie, die voor meerdere uitleg vatbaar is. Op ver-

zoek heeft Connexxion haar stelling onderbouwd en

aan de provincie toegezonden, met het verzoek om

alsnog tot betaling over te gaan. Dit risico kan een

financiële claim inhouden van maximaal € 1,7 mln.

A.14 Bezwaar Arriva m.b.t.

aanbestedingsprocedure O.V. in Gooi en

Vechtstreek

Er is door een afgewezen vervoerder (Arriva)

bezwaar ingediend tegen het besluit om haar offerte

terzijde te leggen. Hierdoor loopt de provincie het

risico dat de rechter dit in de beroepsfase honoreert,

met als mogelijk gevolgen een hernieuwde aanbe-

stedingsprocedure of het betalen van een schadever-

goeding. Dit risico kan een schadeclaim inhouden

van circa € 4,8 mln.

A.15 Beoordeling gemeentelijke plannen

Diverse factoren kunnen een zorgvuldige naleving

van de wettelijke beoordelingsbepalingen in de weg

staan. Hierdoor kan de provincie bij de beoordeling

van gemeentelijke plannen fouten maken of niet tij-

dig en/of juist handelen. Van de mogelijke gevolgen

zijn de juridisch/financiële het meest relevant. De

kans daarop is redelijk klein. Eventuele schadeclaims

kunnen oplopen tot zo’n € 25,- mln.

Page 140: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 139

A.16 Bedrijfsvoeringknelpunten

vergunningverlening & handhaving

Door knelpunten in de bedrijfsvoering bij de afdeling

M&B worden vergunningen op grond van de Wet

Milieubeheer soms niet op tijd verleend. Dit kan lei-

den tot schadeclaims door bedrijven. De kans daarop

is redelijk klein op grond van de verwachte effecten

van de ingezette beheersmaatregelen. Eventuele

claims kunnen oplopen tot in totaal ca. € 3,- mln.

B Risico’s beleidsvelden

B.1 Co-financiering Europese projecten

Enkele vakafdelingen van de provincie voeren

Europese projecten uit waarvoor de Europese

Commissie (EC) subsidie (heeft) verstrekt. Daarnaast

start de provincie in samenwerking met regionale en

internationale partners regelmatig nieuwe projecten

op waarvoor subsidie wordt aangevraagd bij de EC.

De Europese regelgeving stelt onder andere dat de

zogenaamde “lead partner” van zo’n project verant-

woordelijk en aansprakelijk is voor de uitkomst van

het gehele project. Dit breft zowel de inhoud, de uit-

voering, de voortgang en de kosten als het verhaal

daarvan op de projectpartners.

Waar de provincie optreedt als lead partner draagt zij

het financieel risico. Dat kan variëren van enkele ton-

nen tot miljoenen euro’s. Uitgaande van een goede

risicoafdekking richting en bij de partners is het eigen

directe risico voor Noord-Holland ca. € 3,- mln.

De kans daarop wordt ingeschat als gemiddeld. De

provincie is momenteel lead partner van acht

Europese projecten, samen goed voor ca. € 33,- mln

inclusief partnerbijdragen.

B.2 Bouwkundige staat huisvesting

jeugdhulpverleningsinstellingen

Komt te vervallen, zie D.3.

B.3 Reservering investeringsfonds RO

Noordzeekanaalgebied N.V. (RON)

Het is niet zeker dat de investeringsprojecten van de

Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzee-

kanaalgebied altijd het gewenste rendement opleve-

ren. Hierdoor bestaat de kans dat de RON het pro-

vinciale krediet van € 6,8 mln niet kan aflossen. Deze

kans is klein. Het maximale risicobedrag bij het mis-

lukken van alle investeringsprojecten wordt inge-

schat op € 3,5 mln, plus eventuele niet betaalde ren-

telasten.

B.4 Beheer en onderhoud Zuidtangent

Als belangrijkste financier, beheerder en onder-

houdsplichtige voor het kerntraject van de

Zuidtangent draagt de PNH het risico van tegenval-

lende beheers- en onderhoudskosten.

De kans daarop is zeer hoog. Voorlopig onderzoek

heeft uitgewezen dat baan en halten ernstige gebreken

vertonen. Daarnaast zijn de kosten wegens vanda-

lisme (vernielingen, graffiti e.d.) veel hoger dan voor-

zien. De financiële consequenties van het herstel van

schade en gebreken wordt geschat € 0,5 tot € 1,– mln..

B.5 Onderhoud oevers

Noordhollandsch Kanaal

Komt te vervallen, zie D.4.

B.6 Het Landelijk Faunafonds

Sinds het voorjaar van 2002 is de Flora- en Faunawet

van kracht. In het Besluit Faunafonds (Staatsblad 337,

jaargang 2002) van de rijksoverheid worden de pro-

vincies volledig verantwoordelijk gesteld voor de

voeding van dat fonds. De kans is aanzienlijk dat de

voeding van het fonds op enig moment onvoldoende

blijkt te zijn, c.q. dat daarin tekorten gaan ontstaan.

De provincie loopt dan het risico te moeten bijstor-

ten. Over de exacte omvang daarvan en de termijn

waarop deze bijstortingen noodzakelijk zijn valt nog

weinig te zeggen. Vooralsnog wordt uitgegaan van

een bedrag tussen de € 0,5 en € 1,– mln.

Page 141: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■140

B.7 Rente- en dividendinkomsten

Komt te vervallen, zie D.5.

B.8 Voorfinanciering dijkversterking

Medemblik-Enkhuizen

De provincie is betrokken bij de voorfinanciering van

het dijkversterkingproject Medemblik-Enkhuizen,

waarvoor nog geen gelden zijn vrijgemaakt en/of

onvoldoende suppletie door het Rijk is verstrekt.

Hierdoor kan de provincie geconfronteerd worden

met declaraties van het Waterschap, waarvoor nog

geen dekking is gevonden of aangegeven.

De kans daarop is beneden gemiddeld; er is een

minuut in productie waarin gevraagd wordt gelden

vrij te maken om deze declaraties te kunnen betalen.

Inmiddels zijn met het Waterschap afspraken

gemaakt over in te dienen declaraties, oplopend tot

ca. € 7,- mln. De eindafrekening met accountants-

verklaring wordt in het najaar van 2005 verwacht.

B.9 Recht op Jeugdzorg

Komt te vervallen, zie D.6.

B.10. Leerwerktraject

Komt te vervallen, zie D.7.

B.11 Kustplaatsen

Landelijk is er veel onduidelijkheid over ieders ver-

antwoordelijkheid voor stormschade in de buiten-

dijkse gebieden van de kustplaatsen. Dit geldt ook

voor het Kennermerstrand met het bebouwde gebied

rondom de jachthaven Seaport Marina. Waar zaken

nog niet wettelijk zijn geregeld, loopt de provincie

het risico dat schadeclaims worden ingediend.

De kans daarop is gering, want de kans op storm-

schade is ca. 1/500 per jaar. Alleen wanneer er sprake

is van onrechtmatig handelen (verwijtbaar gedrag)

en bij nadeelcompensatie en planschade is de pro-

vincie aansprakelijk.De financiële gevolgen daarvan

zijn op voorhand moeilijk te kwantificeren, maar

kunnen variëren van enkele tienduizenden euro’s bij

beperkte schade tot meer dan een miljard euro bij

complete verwoesting van het buitendijkse gebied.

Een en ander is afhankelijk van de zwaarte van de

storm, de omvang van de schade en de toerekening

daarvan aan anderen, zoals rijk, gemeente, eigenaren

en bewoners. Als de storm- en overstromingsschade

in buitendijks gebied van de Noord-Hollandse

kustplaatsen groter is dan enkele (tientallen) miljoe-

nen, moet er al snel een volledig beroep worden

gedaan op het rijk. De regering zal dan waarschijn-

lijk de Wet Tegemoetkoming Schade bij Rampen en

Zware Ongevallen (WTS) van toepassing verklaren.

Hier van uitgaande zou de maximale financiële con-

sequentie voor de provincie bepaald kunnen worden

op ca. € 15,- mln.

B.12 Provinciaal garantiebeleid

instellingen voor gezondheidszorg

Op 1 januari 2005 was de omvang van de provinciale

garantstellingen € 64,7 mln. Het merendeel betreft

gewaarborgde leningen aan instellingen voor

gezondheidszorg binnen en buiten de provincie (€

50,1 mln). Vanwege dit garantiebeleid loopt de pro-

vincie het risico op haar borgverplichtingen te wor-

den aangesproken. Die kans is gering. De totale

garantieverplichting per 01-01-2005 bedroeg € 50,1

mln voor elf instellingen Hiervan is ca. € 1,4 mln

sterk risicogevoelig door het ontbreken van het eer-

ste hypotheekrecht.

B.13 Masterplan N201

Als enige verantwoordelijke voor de uitvoering van

het project “Masterplan N201” ad € 562,- mln kan de

PNH geconfronteerd worden met budgetoverschrij-

dingen en meerkosten. De kans daarop is gemid-

deld, blijkens een uitgebreide risico-inventarisatie.

Voor de financiële risico’s, zoals zelf te dragen meer-

kosten, wordt rekening gehouden met een bedrag

van ca. € 20,- mln.

B.14. Pro Biblio

Op grond van de de vernieuwing van de subsidiere-

latie met ProBiblio, waarbij de provincie andere acti-

viteiten gaat inkopen, loopt de provincie het risico,

dat ProBiblio een deel van te maken kosten (wacht-

Page 142: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 141

gelden, bij- en nascholing) bij de provincie zal verha-

len. Die kans is zeer hoog. ProBiblio heeft herhaalde-

lijk gesteld dat de verandering door de provincies

Noord- en Zuid-Holland is ingezet en dat zij daarom

de frictiekosten moeten betalen.

B.15 Afwijzing subsidieverzoeken

Wanneer subsidieverzoeken worden afgewezen, kun-

nen aanvragers daar in principe bezwaar tegen aan-

tekenen. Dit kan financiële gevolgen hebben voor de

provincie. De kans daarop is boven gemiddeld, aan-

gezien veel aanvragers afhankelijk zijn van over-

heidssubsidie.

De financiële gevolgen zijn op voorhand moeilijk te

kwantificeren, maar kunnen afhankelijk van de con-

crete aanvraag oplopen tot boven de € 4,5 mln.

B.16 Realisatie van de zuid- en oosttak

van de Zuidtangent

Bij de financiering van voornoemde projectonderde-

len van de Zuidtangent loopt de PNH het risico dat

de voorbereidingskosten niet volledig door het ROA

vanuit Bonroute-subsidies worden gedekt. De kans

daarop is laag, want de subsidies zijn al geoormerkt

door het ROA. De risico’s zijn van financiële, poli-

tieke en/of bestuurlijke aard: het zelf dragen van

ongedekte kosten, annulering van projecten en ima-

goschade. Voor zelf te dragen kosten wordt rekening

gehouden met een bedrag van € 1,5 mln.

B.17 Realisatie projectplan N242

De RO-procedure kan leiden tot vertraagde uitvoe-

ring van het project N242. Hierdoor kan de provincie

als enige verantwoordelijke voor de uitvoering

geconfronteerd worden met budgetoverschrijdingen

en meerkosten. De kans daarop is gemiddeld, de

financiële gevolgen worden becijferd op ca. € 10 mln.

Daarnaast kan vertraging van het project bestuurlijke

consequenties hebben met een aanzienlijke impact.

B.18 Kustvisie - zwakke schakels

Volgens zijn meerjarenbegroting trekt het Ministerie

van Verkeer en Waterstaat pas in de periode 2015-

2020 substantieel geld uit om de zwakke schakels te

versterken. Wanneer de provincie de planvorming

voortzet, kan er een groot gat vallen tussen de afron-

ding van de plannen (2007) en start van de uitvoe-

ring. De kans daarop is aanzienlijk, want de meerja-

renbegroting V&W ligt al vast. De risico’s zijn van

financiële, politieke en/of bestuurlijke aard. Uitstel

van de uitvoering tast de geloofwaardigheid van de

provincie en het draagvlak voor de plannen aan. De

impact hiervan is bovengemiddeld. Bovendien bete-

kent uitstel dat een groot deel van de planvorming

opnieuw moet worden doorlopen, waarbij rekening

gehouden moet worden met meerkosten ten bedrage

van ca. € 1,5 mln.

C Overige risico’s

C.1 Automatiseringsbeveiliging

Vanwege aanwijsbare situaties en omstandigheden

loopt de PNH het risico dat het automatiseringsnet-

werk, het serverpark en de telecommunicatieappa-

ratuur uit vallen, waardoor bedrijfsprocessen tijde-

lijk geen doorgang kunnen vinden. Die kans is rede-

lijk laag, maar storingen, brand, diefstal, inbraak, hac-

king, het binnendringen van virussen en andere cala-

miteiten zijn nooit volledig uit te sluiten.

Calamiteiten in de centrale computerruimte kunnen

leiden tot gevolgschade op alle afdelingen, zoals het

verlies van tijd en arbeidsuren. De impact en schade

hangen sterk af van de aard en omvang van de cala-

miteit en laten zich moeilijk op voorhand kwantifi-

ceren.

C.2 Uitval P-View applicatie

Vanwege het niet of te laat ontvangen van de tape

met (salaris)mutaties door leverancier Centric, loopt

de PNH het risico dat de mutaties van de desbetref-

fende maand niet kunnen worden verwerkt.

Medewerkers kunnen dan schadeclaims indienen

wegens onzorgvuldig personeelsbeleid. Hoewel er

bij verzending en ontvangst altijd iets mis kan gaan,

is die kans beneden gemiddeld. In voorkomende

Page 143: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■142

gevallen heeft dit risico vooral organisatorische con-

sequenties. De impact daarvan is op voorhand moei-

lijk te kwalificeren en kwantificeren.

C.3 Beveiliging provinciale gebouwen

Bij onvoldoende toezicht, onder andere in situaties

met veel goederenverkeer door werkzaamheden van

derden in provinciale gebouwen, kunnen onbevoeg-

den met onzuivere bedoelingen de provinciale

gebouwen betreden en zich bezondigen aan vernie-

lingen, diefstal en dergelijke. Rekening houdend met

de getroffen beheersmaatregelen is de kans daarop

redelijk laag, maar het risico is voortdurend aanwe-

zig. De organisatorische, financiële en informatie-

consequenties (evalueren beveiligingmaatregelen,

vervangingskosten van gestolen apparatuur en

eigendommen van medewerkers) variëren per geval.

Ter beperking van schadegevolg vinden regelmatig

waarschuwingen plaats op intranet in verband met

diefstallen. De provincie is tegen diefstal verzekerd.

Medewerkers van de provincie kunnen alleen clai-

men, als het om diefstal van eigen goederen gaat, die

zij op verzoek van de leidinggevende naar de pro-

vincie hebben meegenomen. De impact en de nega-

tieve gevolgen laten zich moeilijk op voorhand kwa-

lificeren en kwantificeren.

C.4 (Geo)databestanden

Door het uitwisselen, beheren, interpreteren en

gebruiken van onbetrouwbare en niet valide

(geo)databestanden, alsmede door het gebruik van

(geo)databestanden waarvoor de provincie geen

gebruiksrecht heeft, loopt de provincie het risico dat

gebruikte of te gebruiken gegevens niet juist of vol-

ledig zijn, met alle gevolgen van dien. De kans

daarop is laag tot gemiddeld, want niet van alle aan-

wezige (geo)databestanden is de inhoud en/of kwa-

liteit beoordeeld en beschreven. Evenmin is zeker dat

alle aanwezige (geo)databestanden bekend zijn.

De eventuele gevolgen liggen voornamelijk op het

informatieve vlak (verkeerd, onzorgvuldig of onge-

autoriseerd gebruik van (geo)databestanden). De

impact en de negatieve gevolgen in termen van aan-

sprakelijkheid, imago en reputatie kunnen redelijk

groot zijn.

C.5 Steunfunctie-instellingen

De provincie loopt het risico, dat gesubsidieerde

instellingen failliet kunnen gaan. De kans daarop is

aanwezig, blijkens het anditrapport uit 2004 en de

gang van zaken bij Multiple Choice.

De gevolgen zijn overwegend van politieke en

bestuurlijke aard, zoals stagnerende beleidsuitvoe-

ring, imagoschade en negatieve media-aandacht. De

impact en de negatieve gevolgen voor de klanten van

de steunfunctie-instellingen (o.a. welzijnsinstellingen,

vrijwillegersorganisaties en gemeenten) kunnen aan-

zienlijk zijn.

C.6 Overschrijding subsidieplafonds

Bij subsidieverlening op basis van deelverordeningen

met door GS vastgestelde subsidie- plafonds loopt de

provincie het risico dat deze plafonds worden over-

schreden. Die kans is redelijk laag; bij tenderproce-

dures is er een goed overzicht van de ingediende

aanvragen en vindt er een duidelijke prioriteitstelling

plaats, die bovendien wordt gecontroleerd. Bij de op-

is-op regelingen is de kans op overschrijding even-

eens redelijk laag. De consequenties zijn vooral van

organisatorische aard (evalueren; zonodig anders

inrichten van werkinstructies en communicatielij-

nen). De impact en de negatieve effecten zijn als

gemiddeld te kwalificeren..

C.7 Normen Luchtkwaliteit

Vanwege de nieuwe Europese regelgeving kunnen

de normen voor luchtkwaliteit binnen de provincie

worden overschreden. De kans daarop is redelijk

hoog. De gevolgen zijn vooral van politieke en

bestuurlijke aard, zoals vertraging of stopzetting van

infrastructurele projecten.De impact hiervan is groot.

C.8 Project Windpark Wieringermeerdijk

Door het ontbreken van maatschappelijk en bestuur-

lijk draagvlak of als gevolg van uitkomsten van het

vogelonderzoek loopt de provincie het risico dat het

Page 144: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 143

windpark niet doorgaat. De kans daarop is aanwe-

zig. De realisatie van de doelstellingen ten aanzien

van duurzame energie komt daardoor onder druk te

staan. De impact daarvan is te kwalificeren als

gemiddeld.

C.9 Oprichting ontwikkelingsbedrijf

Noord-Holland Noord

Het lokale denken bij gemeenten kan er toe leiden

deze gemeenten niet participeren in het ontwikke-

lingsbedrijf. De kans daarop is beneden gemiddeld.

De gevolgen zijn vooral van politieke en bestuurlijke

aard (de ambitie uit het ontwikkelingsbeeld wordt

niet gerealiseerd; geen verbetering van woon-werk-

verkeer). De impact daarvan is aanzienlijk.

C.10 Realisatie projectplan N197

Westelijke Randweg Beverwijk

Vanwege de recente uitspraak door de Raad van

State met schorsende werking jegens een mogelijk

ontoereikend flora- en faunaonderzoek kan de pro-

vincie - als verantwoordelijke voor de realisatie van

project N197 ad € 29,49 mln - geconfronteerd worden

met een ernstige vertraging. De kans daarop is zeer

hoog. Er wordt gerekend op meer dan zes maanden

vertraging t.o.v. de geplande start op 1-11-2005. Dit

heeft vooral politieke en bestuurlijke gevolgen voor

de gemaakte afspraken met de regio over de functi-

onaliteit (vertraagde ontsluiting van bedrijfsterreinen,

resp. vertraagde verbetering leefbaarheid bebouwde

kom) en de financiering (de vertraging compliceert

de met diverse partijen overeengekomen bijdragen).

De impact daarvan is te kwalificeren als veront-

rustend. Bovendien kan een feitelijke vertraging lei-

den tot budgetoverschrijdingen en meerkosten van-

wege indexatie.

C.11 Risico’s bij Staatssteun

Waar sprake blijkt van “verboden staatssteun” en de

ontvangende partij(en) deze niet (geheel) kan terug-

betalen, loopt de provincie het risicodat zij de gevol-

gen daarvan niet (volledig) kan terugdraaien. Dit

risico bestaat bij niet toegestane vormen van subsi-

dieverlening.(leningen, leningsgaranties, voorschot-

ten, e.d.). De kans daarop is gering, want bij het

opstellen van subsidieverordeningen is er altijd syste-

matische aandacht voor eventuele “verboden staats-

steun”. Bovendien wordt in het minutenformulier stil

gestaan bij de Europese regelgeving voor staatssteun

en wordt in elk geval voorzien in de beantwoording

van de vraag naar de europees rechtelijke conse-

quenties in deze. Tenslotte komt elk voorgenomen

GS-besluit langs een kwaliteitscommissie, waar ook

aandacht voor dit fenomeen bestaat.

Als er sprake is van “verboden staatssteun” zal de

Europese Commissie besluiten dat de ontvangende

partij de “onterecht verkregen gelden” aan de pro-

vincie moet terugbetalen. Kan de ontvanger dat niet,

dan kan hij failliet gaan of als dubieuze debiteur wor-

den aangemerkt.

Zelfs als terugbetaling geen probleem vormt, kan dit

het imago van de provincie aanzienlijke schade toe-

brengen. Tot op heden is dit niet gebeurd. Wel zijn

enkele voorgenomen GS-besluiten niet doorgegaan,

omdat dit zou leiden tot “verboden staatssteun”.

D Vervallen risico’s

D.1 (Mogelijke) schadeclaims i.v.m.

Saneringsprojecten Bodemsanering

Bij saneringsprojecten in twee Noord-Hollandse

gemeenten loopt de provincie het risico van schade-

claims ten bedrage van ca. € 0,7 mln. De kans daarop

is hoog. Inmiddels is aangegeven dat dergelijke risi-

co’s gedekt kunnen worden vanuit het

Meerjarenprogramma Bodemsanering, dat doorloopt

tot 2009.

D.2 Uitbreiding luchthaven Schiphol

De uitbreiding van de luchthaven Schiphol met de

vijfde landingsbaan en de daarmee samenhangende

aanpassingen van de wegen- en groenstructuur in de

noordelijke Haarlemmermeer kunnen schade ver-

oorzaken. De provincie is risicodrager voor schade

als gevolg van maatregelen voor de aanleg van de

Page 145: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■144

N22 en de vervoersbaan Zuidtangent. De kans

daarop is aanzienlijk. Inmiddels loopt de provincie

inzake Alkemade (mogelijke belastingschade door de

aankoop van zijn grond voor de N22 Zuid/N205)

geen financieel risico meer. Uit een arrest van de

Hoge Raad blijkt dat de provincie aan Alkemade

niets meer verschuldigd is.

D.3 Bouwkundige staat huisvesting

jeugdhulpverleningsinstellingen

Vanwege de beperkte financiële ruimte binnen de

doeluitkering jeugdhulpverlening voor noodzake-

lijke investeringen in gebouwen, loopt de provincie

het risico dat zij niet alle investeringsaanvragen kan

honoreren, zonder dat dit ten koste gaat van het

zorgaanbod of de eigen middelen. Die kans is gering,

want tot dusver konden alle binnen de criteria te

honoreren aanvragen - soms gefaseerd - worden toe-

gekend. Uit een inventarisatie bij de instellingen is

niet gebleken dat er veel of grote investeringsaan-

vragen zijn te verwachten die niet gehonoreerd kun-

nen worden. Bovendien is door PS bij de vaststelling

van de begroting 2005 een motie aangenomen voor

een extra investeringsimpuls van € 500 miljoen, waar-

van ca. € 95,- mln voor Zorg. Daarmee is dit risico

begrotingstechnisch ondervangen.

D.4 Onderhoud oevers

Noordhollandsch Kanaal (NhK)

Het beheer en onderhoud van het Noordhollandsch

Kanaal kan financiële knelpunten opleveren. De kans

daarop is zeer hoog. De vervanging van de boord-

voorzieningen van kanaal vergt de komende jaren

waarschijnlijk tientallen miljoenen euro’s. Sinds okto-

ber 2004 is er het meerjaren onderhoudsprogramma

voor het oeverherstel. Hierin is een extra investering

van ca. € 26 mln opgenomen voor de periode 2004-

2009. Voor de periode 2010-2014 resteert ca. € 14 mln

aan extra investeringen, maar dat vormt momenteel

geen reëel risico. Inmiddels hebben PS alle verbeter-

plannen voor het Noordhollandsch Kanaal gehono-

reerd. Het financiële risico is daarmee van tafel.

D.5 Rente- en dividendinkomsten

De geraamde baten op het provinciale vermogen

worden grotendeels ingezet als algemeen dekkings-

middel in de begroting. Door prijs- en volume-effec-

ten in het uitstaande vermogen loopt de provincie het

structurele risico van beleggingsopbrengsten die

achterblijven bij de raming. Ter beperking van dit

risico wordt de geraamde opbrengst uit vermogen,

zoals die is opgenomen in de meerjarenraming bij de

begroting, periodiek bijgesteld op basis van de laat-

ste renteontwikkelingen en het verwachte kasritme

voor de eerstvolgende jaren. Fluctuerende prijs- en

volume effecten worden derhalve begrotingstech-

nisch ondervangen, waardoor het risico kan verval-

len.

D.6 Recht op Jeugdzorg

Vanwege de Wet op de Jeugdzorg per 1-1-2005, waar-

mee cliënten recht kunnen doen gelden op provinci-

ale jeugdzorg, loopt de provincie bij het vigerende

zorgaanbod het risico dat de cliënt zijn aanspraak

daarop alsnog via de rechter kan afdwingen. De kans

daarop is aanzienlijk, want de huidige doeluitkering

van het Rijk verschaft op dit moment onvoldoende

middelen om in een adequaat zorgaanbod te voor-

zien. Op 13 december 2004 stelden PS het aanvals-

plan wachtlijsten vast. Reeds op 12 en 15 november

stelden PS de begroting 2005 vast en namen zij een

motie aan voor een extra investeringsimpuls van €

500 miljoen, waarvan circa € 95 miljoen voor Zorg.

Het dreigende structurele tekort vanaf 2005 is daar-

mee ondervangen.

D.7 Leerwerktraject

VROM honoreert hooguit 23% van de totale project-

kosten tot een maximum van € 440.640,–, waardoor

de provincie een eventueelnadelig verschil in de

afdekking uit eigen middelen moet betalen. De kans

daarop is redelijk hoog, want de ontwikkeling van de

kostenposten is neerwaarts, zodat VROM minder

dan het voornoemde maximum zal bijdragen. Het

nadelig verschil kan uitkomen op € 63.892,– . Uit de

voortgangsrapportage Leerwerktraject 2004 blijkt dat

Page 146: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 145

de provincie minder milieusubsidie nodig heeft

(€ 414.384,–) dan door VROM is toegezegd

(€ 440.640,–). Met het aangepaste subsidiebedrag kan

de provincie de harde verplichtingen nakomen,

waardoor het risico komt te vervallen.

3.3 Onderhoudkapitaalgoederen

Met een bevolking van ongeveer 2,5 miljoen inwo-

ners en een oppervlakte van 406.000 ha heeft de pro-

vincie Noord-Holland grote stukken openbare ruimte

in beheer. Voor goed onderhoud in dit gebied zijn

veel kapitaalgoederen nodig. In beheer zijn

(vaar)wegen, riolering, kunstwerken, groen, verlich-

ting en gebouwen. De kwaliteit van de kapitaalgoe-

deren en het onderhoud ervan zijn bepalend voor het

voorzieningenniveau en uiteraard de (jaarlijkse)

lasten. In 2006 vertegenwoordigt het onderhoud van

de kapitaalgoederen ongeveer 7,7% van de begroting.

De jaarlijkse lasten zijn als volgt onder te verdelen:

Het beleid voor het onderhouden van kapitaalgoe-

deren is opgenomen in de nota’s:

■ (Vaar)wegen: Normkostensystematiek Provincie

Noord-Holland (conform bekostigingssystema-

tiek van het Centrum voor Regelgeving en

Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw

en de Verkeerstechniek- CROW)

■ Onderhoud gebouwen: Meerjarenonderhouds-

plan 2003-2033 (facilitair bedrijf provincie Noord-

Holland)

Jaarprogramma 2006 en meerjaren-

programma 2006-2010 onderhoud

provinciale weginfrastructuur.

Het jaarprogramma 2006 en het meerjarenpro-

gramma 2006-2010 onderhoud provinciale weginfra-

structuur (=MPO wegen) geeft een gedetailleerd

inzicht in het uit te voeren onderhoud in 2006 en een

globaal inzicht in het te verwachten onderhoud in de

periode 2007-2010 met de bijbehorende financiële

gevolgen. Het onderhoud is te verdelen in variabel

onderhoud en vast onderhoud.

Variabel onderhoud is onderhoud dat niet periodiek

wordt uitgevoerd of een onderhoudscyclus heeft van

meer dan twee jaar en gericht is op de vervanging

van onderdelen van een constructie of zelfs de gehele

constructie.

Vast onderhoud wordt periodiek uitgevoerd en heeft

een onderhoudscyclus van maximaal twee jaar. Het

is gericht op het instandhouden van de infrastructuur

zonder grote vervangingen of reconstructies.

Variabel onderhoud bestaat uit de componenten

groot onderhoud en vervangingsinvesteringen. Aan-

gezien in dit MPO geen vervangingsinvesteringen

zijn gepland, betreft het variabel onderhoud hier

alleen groot onderhoud. Vast onderhoud bestaat uit

dagelijks en klein onderhoud (kleine reparaties en

vervangingen).

In dit MPO is het uitvoeringsprogramma leidend,

waarbij de provinciale weginfrastructuur moet vol

Onderhoud gebouwen regulier 300.000

Onderhoud gebouwen groot 686.700

Onderhoud tuinen 90.000

Onderhoud wegen (incl.groen) 29.638.600

Onderhoud vaarwegen 11.442.400

Totaal 42.157.700

Kostensoort Begroot bedrag 2006 in €

Page 147: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■146

doen aan door het provinciaal bestuur vastgelegde

kwaliteitsniveaus.

Dit MPO is dus een productgestuurde planning.

Eerst zijn alle werkzaamheden bepaald die nodig zijn

om de afspraken betreffende de kwaliteitsniveaus na

te kunnen komen. Vervolgens is bepaald welk bud-

get nodig is om deze werkzaamheden te kunnen uit-

voeren. Tot slot is dit noodzakelijke budget naast het

medio 2005 voorlopig beschikbare budget gelegd.

Door achterstallig onderhoud voldoet nog niet alle

infrastructuur aan het afgesproken kwaliteitsniveau.

In de jaren 2004-2007 wordt het achterstallig onder-

houd met 25% per jaar ingelopen met behulp van

aanvullende budgetten. In totaal is voor het wegen-

onderhoud in 2006 een bedrag nodig van

€ 32.428.600. In de begroting voor 2006 is echter

slechts een totaal budget van € 29.638.600 beschik-

baar. Dit betekent een tekort van € 2.790.000. Dit

wordt veroorzaakt door:

■ eerder dan in het vorige MPO gepland vervangen

van twee bruggen: € 1.400.000,–;

■ onvoorzien extra variabel onderhoud aan de

Zuidtangent: € 600.000,–;

■ benodigde middelen voor verkeersmanagement

en -besluiten: € 440.000,–;

■ het uitvoeren van landmeetkundig revisiewerk

dat in 2005 nog door eigen personeel wordt uit-

gevoerd, maar in 2006 zal worden uitbesteed:

€ 350.000,–;

Bij de voorjaarsnota 2006 worden PS gevraagd het

benodigde extra budget beschikbaar te stellen.

Wellicht kan dit in 2006 budgettair neutraal worden

opgelost door lager uitvallende kapitaallasten als

gevolg van een lager investeringsniveau in de afge-

lopen jaren. In het onderstaande overzicht is een spe-

cificatie weergegeven van het benodigde onder-

houdsbudget.

Uit te voeren werkzaamheden met financiële gevolgen:

310-11 Schades € 500.000

310-31 Strategisch beheer € 384.000

310-32 Variabel onderhoud € 17.203.500

310-33 Vast onderhoud wegen € 13.533.100

310-34 Verkeersmanagement en -besluiten € 458.000

310-35 Revisiewerkzaamheden € 350.000

Totaal nodig voor werkzaamheden onderhoud € 32.428.600

Beschikbare financiële middelen volgens ontwerp-begroting 2006:

310-11 Schades € 500.000

310-31 Strategisch beheer € 384.000

310-32 Variabel onderhoud € 15.203.500

310-33 Vast onderhoud € 13.533.100

310-34 Verkeersmanagement en -besluiten € 18.000

310-35 Revisiewerkzaamheden € 0

Totaal beschikbaar volgens ontwerp-begroting 2006 € 29.638.600

Kostensoort Bedrag in €

Page 148: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 147

In het onderstaande overzicht zijn de in het MPO

geraamde onderhoudsbedragen weergegeven voor

2006 t/m 2009. Zoals al is aangegeven zijn de in de

provinciale begroting beschikbare budgetten niet toe-

reikend om de totale kosten te dekken.

Onderhoud Noordhollandsch Kanaal en

overige vaarwegen

In 1995 is het beheer en onderhoud van het

Noordhollandsch Kanaal door de provincie overge-

nomen van het Rijk. Voor het onderhoud aan de

oevers zijn initieel extra investeringen nodig om het

kanaal - gegeven zijn functies - in een acceptabele

staat van onderhoud te krijgen. Op basis van een

nieuw ontwikkelde beheerstrategie is een vervan-

gingsprogramma voor de oevers opgesteld en is in

2005 gestart met een tweede uitvoeringstraject voor

de vervanging van 6,1 km oevers. De ontwikkelde

methodieken voor de oevers worden via administra-

tieve procedures in de organisatie ingevoerd, waar-

mee de bedrijfsvoering wordt verbeterd. Voor het

groot onderhoud van het Noordhollandsch Kanaal in

2006 is ca € 2,9 miljoen begroot. Voor de jaren 2007

t/m 2009 zijn de ramingen respectievelijk € 1,9, € 1,5

en € 0,7 miljoen. Voor regulier onderhoud en beheer

is jaarlijks ca € 1,7 miljoen beschikbaar. De uitvoering

van (groot) onderhoud geschiedt conform het jaar-

programma onderhoud (JPO) en het meerjarenpro-

gramma onderhoud (MPO) Noordhollandsch

Kanaal.

Het beheer en het onderhoud van de overige vaar-

wegen in beheer en onderhoud bij de provincie ver-

lopen eveneens volgens een JPO en een MPO

A: Schades 500.000 500.000 500.000 500.000

B: Strategisch Beheer 384.000 384.000 384.000 384.000

C: Verhardingen 8.049.480 7.840.000 8.000.000 8.000.000

D: Belijning 900.000 900.000 900.000 900.000

E: Verkeersregelinstallaties 1.453.500 1.225.000 837.000 1.219.000

F: Openbare verlichting 1.742.200 1.819.000 513.000 852.000

G: Baggeren wegsloten 250.000 714.000 714.000 714.000

H: Beschoeiingen 250.000 455.000 455.000 455.000

I: Beplantingen/bomen 320.000 320.000 320.000 320.000

J: Bermen 295.000 330.000 365.000 400.000

K: Kunstwerken 3.025.000 965.000 515.000 1.865.000

L: Gladheidmaterieel 120.000 354.400 203.200 109.500

M: Bewegwijzering 265.000 200.000 485.000 265.000

N: Bebording 120.000 80.000 80.000 80.000

O: Zuidtangent 600.000 600.000 600.000 600.000

P: Vast onderhoud 11.270.100 11.600.000 11.950.000 12.300.000

Q: Vast onderhoud Zuidtangent 2.263.000 2.330.000 2.400.000 2.475.000

R: Verkeersmanagement 458.000 400.000 410.000 420.000

Revisiewerkzaamheden 350.000 360.000 370.000 380.000

Totaal 32.428.600 31.376.400 30.001.200 32.238.400

Onderdeel 2006 2007 2008 2009

Overzicht programma kosten variabel en vast onderhoud wegen 2006-2009.

Page 149: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■148

Overige Vaarwegen. Voor groot onderhoud van deze

vaarwegen is structureel ca € 2,3 miljoen beschikbaar,

voor regulier onderhoud en beheer is dit structureel

ca € 4,2 miljoen. In samenhang met het provinciale

baggerprogramma wordt een beheer- en informatie-

systeem ontwikkeld voor de bodems van de vaar-

wegen. In 2005 is gestart met de implementatie daar-

van voor de vaarwegen die onderdeel uitmaken van

het Basisnet Beroepsvaart. Met dit systeem kunnen

de keuzes voor investeringen in de onderwaterbo-

dems beter worden onderbouwd en worden de

maatschappelijke effecten daarvan goed in beeld

gebracht.

Meerjarenplan onderhoud gebouwen

Inhoud van het onderhoudsplan

Het meerjarenplan onderhoud Gebouwen omvat al

het bouwkundig onderhoud aan de buitenzijde van

gebouwen, inclusief terreinvoorzieningen (hekwerk,

bestrating, beelden en tuinmuur) en de vervanging

van cv-installaties. Bovendien is voor elk gebouw een

post klachten c.q. regulier onderhoud opgenomen.

Duur van onderhoudsplan

Het onderhoudsplan heeft een planningshorizon van

30 jaar en werd in 2003 geïmplementeerd. Om de drie

jaar vindt er een herinspectie plaats (voor het eerst in

2005) en worden de onderhoudswerkzaamheden en

bedragen aangepast.

Onderhoud kapitaalgoederen

Het Facilitair Bedrijf beheert panden voor de huis-

vesting van medewerkers en panden voor de ver-

huur.

Het onderhoud wordt gesplitst in regulier en groot

onderhoud. In het reguliere onderhoud zijn ook de

onderhoudscontracten opgenomen. De kosten van

het reguliere onderhoud bedragen op jaarbasis totaal

ca € 300.000. Voor de periode 2006 - 2009 is er een

meerjarenplan onderhoud vastgesteld voor het exte-

rieur van de gebouwen in beheer bij het Facilitair

Bedrijf. Het betreft de volgende panden: Paviljoen

Welgelegen, Dreef 1, Dreef 3 (n.v.t. in verband met

nieuwbouw), Houtplein, Zijlweg (inclusief Schoon-

zichtlaan 2 en 8), Schoonzichtlaan 4, Florapark 5 en

6, Frederikspark 10 en 12, Paviljoenslaan 3, 5, 7/9.

Het onderhoud van de genoemde panden wordt

bekostigd uit het budget voor materieel. Van de pan-

den Welgelegenstraat 3 (dienstwoning) en Mercurius

(Wormerveer) wordt het onderhoud bekostigd uit

directe budgetten.

Het meerjarenplan onderhoud omvat al het bouw-

kundig onderhoud aan de buitenzijde van gebou-

wen, inclusief terreinvoorzieningen en de vervanging

van cv-installaties.

Hoewel er geen definitief plan is voor het onderhoud

van het interieur, is aan de hand van schattingen een

overzicht samengesteld van de hiervoor benodigde

budgetten. Dit betreft uitsluitend de panden in

beheer bij het Facilitair Bedrijf.

Het hoge bedrag in 2006 vloeit vooral voort uit groot

onderhoud aan gebouw Mercurius ad € 220.000,–

geraamd. Het betreft schilderwerk en het vervangen

van glas in bestaande stalen raamconstructies.

Waarschijnlijk zijn de beschikbare budgetten niet toe-

reikend om de kosten in 2006 te dekken. In dat geval

worden PS bij de voorjaarsnota 2006 gevraagd extra

budget beschikbaar te stellen.

Exterieur 449.700 184.900 316.000 214.600

Interieur 231.000 138.000 138.000 139.500

Totaal 680.700 322.900 454.000 354.100

Groot onderhoud 2006 2007 2008 2009

De kosten voor het groot onderhoud van de panden over de periode 2006-2009 zijn als volgt verdeeld.

Page 150: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 149

3.4 Financiering

Inleiding

Sinds de inwerkingtreding van de Wet financiering

decentrale overheden (Fido) op 1 januari 2001, gepu-

bliceerd in Staatsblad nummer 587 van 2000, is deze

paragraaf een verplicht onderdeel van de provinciale

begroting.

Een andere verplichting van genoemde wet is het

opstellen van een financieringsstatuut. De provincie

heeft dit statuut opgenomen in de Verordening finan-

cieel beheer. De herziening van de verordening werd

door provinciale staten vastgesteld bij statenbesluit

van 19 april 2004, voordracht nummer 25. De wijzi-

ging betreft de termijn waarop middelen belegd kun-

nen worden, te weten maximaal vijf jaar. Daarnaast

is toegevoegd het maximale bedrag dat bij een

wederpartij belegd kan worden, namelijk maximaal

€ 100 miljoen of een aandeel van 10% in het eigen

vermogen van de wederpartij (artikel 5.4, lid 5 en 6).

Op grond van genoemde wet en de daarop geba-

seerde regelingen zijn normen vastgesteld voor de

hoogte van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Voor de provinciale overheden geldt voor 2006 een

kasgeldlimiet van 7% over het totaal van de begro-

ting. Voor het renterisico geldt voor de provincies een

percentage van 20. Het renterisico op de vaste schuld

in een jaar wordt als volgt berekend: de som van het

bedrag aan herfinanciering en het bedrag aan rente-

herziening op de vast schuld mag niet meer bedra-

gen dan 20% van het totaal aan uitstaande geldle-

ningen. Tevens is aangegeven dat het uitzetten van

tijdelijk overtollige middelen op prudente wijze dient

te geschieden. Daarbij mogen geen overmatige risi-

co’s worden gelopen. Voor het beleggen van midde-

len mogen in het algemeen alleen financiële instel-

lingen als tegenpartij optreden. Die instellingen die-

nen ten minste een A-rating te bezitten.

Algemene ontwikkelingen

Bij het opstellen van deze financieringsparagraaf

(begin juli 2005) bestaat er nog steeds onzekerheid

over de mate van economisch herstel. Aandachts-

punten zijn de inflatieverwachtingen en het consu-

mentenvertrouwen. Deze zorgen voor een rentever-

goeding op zowel de geld- als kapitaalmarkt die

lager ligt dan vorig jaar. De referentiepunten op de

die markten zijn als volgt: voor de geldmarkt (drie-

maands deposito) wordt een vergoeding van 2,0%

(vorig jaar 2,3%) verwacht en voor de kapitaalmarkt

(tienjarige staatsobligatie) ligt de verwachting op een

rentevergoeding van 3,4% (vorig jaar 4,5%). Voor de

beleggingtermijn van drie tot vier jaar, waarin de pro-

vincie veel van haar beleggingen heeft onderge-

bracht, wordt een rendement van 2,5% per jaar (vorig

jaar 3%) verwacht. In 2005 heeft de provincie tot op

heden € 15,9 mln uitgezet in beleggingen met loop-

tijden van twee tot vier jaar ten laste van haar depo-

sito’s. Deze omzetting levert een hogere rentever-

goeding op dan de deposito’s. Voor 2006 leveren de

meerjarige beleggingen in totaal € 16,9 mln aan ren-

tebaten op. Hierop dient wel de afschrijving op agio

in mindering te worden gebracht ad € 2,8 mln voor

2006.

Risicobeheer

Volgens de ‘Handreiking Treasury’ van het Ministerie

van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties dient

in de financieringsparagraaf ingegaan te worden op

de risico’s ten aanzien van rente, krediet, liquiditeit,

koers, debiteuren en valuta, op het feit dat de uit-

voering van de treasuryfunctie uitsluitend de

publieke taak dient, dat het beheer prudent is en op

de vraag of voldaan wordt aan de kasgeldlimiet en

de renterisiconorm.

De maat voor het renterisico op de vlottende schuld

is de kasgeldlimiet. Uit hoofde van de Wet Fido geldt

als grondslag de omvang van de jaarbegroting per 1

januari. De grondslag voor 2006 bedraagt € 551 mln.

Vervolgens wordt de toegestane omvang van de kas-

geldlimiet bepaald. Uitgaande van 7 procent

bedraagt de kasgeldlimiet € 38,6 mln voor 2006. In

geen kwartaal mag deze limiet worden overschreden,

wat op basis van de huidige depositopositie ook niet

wordt verwacht.

Page 151: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■150

De maat voor het renterisico op de opgenomen en

uitgezette vaste schuld is de renterisiconorm. De ren-

terisiconorm is een bij ministeriële regeling aangege-

ven percentage van 20 over de stand van de vaste

schuld per 1 januari van enig begrotingsjaar. De ver-

kregen renterisiconorm wordt vergeleken met dat

deel van de vaste schuld dat in het begrotingsjaar

voor renteherziening in aanmerking komt, vermeer-

derd met het bedrag van herfinanciering.

Blijkens de laatste stand van de financiële vaste activa

staat er € 332 mln uit. Het bedrag van de renterisico-

norm is dan € 66,4 miljoen. Aan aflossingen in 2006

is € 93,8 miljoen begroot, ruim € 27 mln meer dan de

renterisiconorm.

Volgens artikel 36 van het Besluit Begroting en

Verantwoording 2004 (BBV) is een vastgestelde

balansindeling van de financiële vaste activa vereist,

te weten:

a kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen,

gemeenschappelijke regelingen en overige ver-

bonden partijen;

b leningen aan woningbouwverenigingen, gemeen-

schappelijke regelingen en overige verbonden

partijen;

c overige langlopende leningen

d overige uitzettingen met een rentetypische loop-

tijd van één jaar of langer;

e bijdragen aan activa in eigendom van derden.

Voor onderdeel a. wordt verwezen naar de paragraaf

Verbonden partijen.

b Leningen verstrekt aan deelnemingen € 27 mln

c Overige langlopende leningen € 13 mln

d Overige uitzettingen met een € 292 mln

rentetypische looptijd van

één jaar of langer _________

Totaal conform staat 6.2 € 332 mln

Investering en Financiële vaste activa etc.

De leningen vermeld onder b. betreffen leningen die

verstrekt zijn uit hoofde van publieke taak, te weten

NUON € 21,3 mln. en PWN € 5,4 mln.

De onder c. vermelde overige langlopende leningen

zijn op basis van bestuurlijke besluitvorming ver-

strekt aan Coöperatieve Visafslag Den Oever (€ 0,1

mln), gemeente Purmerend (€ 9,3 mln) en

Investeringsmaatschappij Noordzeekanaalgebied

C.V. (€ 3,3 mln).

De uitzettingen ad € 292 miljoen, vermeld onder d.,

zijn verstrekt uit hoofde van de Treasury. De uitzet-

tingen voldoen aan de eisen uit hoofde van de Wet

Fido. Het gaat om 13 verschillende financiële instel-

lingen en een gemeente. De leningsvormen zijn te

onderscheiden in onderhandse geldleningen, open-

bare obligaties en medium term notes.

De komende vijf jaar vallen verstrekte leningen en

uitzettingen als volgt vrij:

2006 € 92 mln, 2007 € 151 mln, 2008 € 44 mln, 2009

€ 4 mln en 2010 € 4 mln, dus in totaal € 295 mln. Deze

bedragen kunnen worden aangewend voor provin-

ciale investeringen.

Momenteel lopen er diverse investeringsprojecten,

met als grootste de extra investeringsimpuls ad € 500

mln. De besluitvorming daarover is nog niet afge-

rond, zodat nog geen totaalbedrag genoemd kan

worden. Gelet op de in vorige alinea genoemde

middelen en de aanwezige liquiditeiten zal de finan-

ciering in de eerstkomende jaren geen probleem vor-

men.

Garanties

De door de provincie gegarandeerde leningen, die

grotendeels door gezondheidsinstellingen bij insti-

tutionele vermogensverschaffers zijn opgenomen,

omvatten bijna € 48 miljoen. Als gevolg van aflossin-

gen daalt dit bedrag naar ruim € 43 miljoen ultimo

2006. Ten slotte heeft de provincie aan het begin van

het begrotingsjaar aan andere garantieverplichtingen

Page 152: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 151

tegenover derden een bedrag van ruim € 13 miljoen

uitstaan.

Derivaten

Van derivaten (afgeleide financiële producten, zoals

opties en termijncontracten) maakt de provincie geen

gebruik.

Valuta

De provincie bezit geen financiële activa in vreemde

valuta en kent dus geen valutarisico.

Liquiditeiten

Gelet op de bij (financiële) instellingen gestalde depo-

sito’s ad € 234 miljoen per juli 2005, worden er in

2006 geen liquiditeitsprobleem verwacht. Dit bedrag

is inclusief een bedrag van circa € 50 mln van derden

voor de reconstructie van de N201. De rentebaten

van dit laatste bedrag worden aan het project toege-

voegd. De deposito’s voldoen alle aan de ratingsei-

sen die gesteld zijn in de Wet Fido. In het kader van

relatiebeheer zijn bovengenoemde deposito’s onder-

gebracht bij zes instellingen.

Prudent beheer

Het prudent beheer van middelen draait om twee

aspecten: voldoende kredietwaardigheid van de

tegenpartij (debiteurenrisico) en een beperkt markt-

risico van de uitzetting. In de ministeriële “Regeling

uitzettingen en derivaten decentrale overheden” is

ingegaan op het begrip prudent. Gelet op de verde-

ling van de verstrekte langlopende leningen en uit-

zettingen en de spreiding van de kortlopend uitge-

zette middelen is naar onze mening invulling gege-

ven aan het begrip prudent beheer.

Publieke taak

Volgens de Wet Fido mogen openbare organen uit-

sluitend financiële transacties aangaan voor de uit-

oefening van de publieke taak. In het kader van de

uitoefening van de treasuryfunctie geschieden al de

transacties per definitie ten dienste van de publieke

taak.

3.5 Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering bij de overheid definiëren wij als de

sturing en beheersing van bedrijfsprocessen binnen

de overheid om de (beleids)doelstellingen te kunnen

realiseren. Het betreft zowel primaire als ondersteu-

nende processen. Bedrijfsvoering is geen doel op

zich; het uiteindelijke doel is immers het realiseren

van de door het bestuur vastgestelde (beleids)doel-

stellingen.

Missie

De missie van de provincie Noord-Holland is het

leveren van een concrete bijdrage aan de kwaliteit

van de Noord-Hollandse samenleving op alle terrei-

nen van de publieke dienstverlening.

Doel van de ambtelijke organisatie

De ambtelijke organisatie ondersteunt het college bij

het uitvoeren van het collegeprogramma. De afne-

mers zijn burgers, bedrijven, maatschappelijke orga-

nisaties en medeoverheden. De ambtelijke organisa-

tie is hiervoor slagvaardig en professioneel ingericht.

Scheiding beleid en uitvoering

De scheiding tussen beleid en uitvoering is een lei-

dend principe voor de inrichting van de nieuwe

organisatie. Om een betere sturing te realiseren is

deze indeling de basis van de hoofdstructuur. Dit

maakt het mogelijk gelijksoortige processen geza-

menlijk te organiseren, aangestuurd onder verant-

woordelijkheid van één directeur. In de hoofdstruc-

tuur staat de sturing van het concern centraal. Dit

concern bestaat uit drie productgroepen, te weten :

■ beleidsvoorbereiding en -evaluatie, onderge-

bracht in het cluster Beleid;

■ administratieve producten (Subsidies, Hand-

having en Vergunningverlening), ondergebracht

in het cluster SHV;

■ tastbare/zichtbare producten (onderhoud van

(vaar)wegen en realisatieprojecten), onderge-

bracht in het cluster Beheer & Uitvoering.

Page 153: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■152

Organisatie

Middelen centraal georganiseerd

In de hoofdstructuur zijn de bedrijfsvoeringsproces-

sen georganiseerd in een centraal cluster Middelen.

Het cluster Middelen ondersteunt elk cluster op de

gebieden financiën, personeel, organisatie, juridische

zaken, informatie, automatisering, facilitaire dienst-

verlening, communicatie en administratie. Tevens

levert het cluster Middelen de kaderstelling voor de

algemeen directeur. Een groot aantal van de facilitaire

en ICT-taken wordt uitbesteed. Het cluster Middelen

voert de regie over deze opdrachtverlening aan

externe partners.

Planning en Control

Voor sturing op het primaire proces en beheersing

van de ondersteunende processen zijn er in de orga-

nisatie specifieke planning- en controlinstrumenten.

Deze geven invulling aan de door Provinciale Staten

vastgestelde planning- en controlcyclus, waarin de

programmabegroting een centrale plaats inneemt. Op

basis hiervan stellen wij een productenraming vast,

waarin de planning van producten en activiteiten ter

uitvoering van de programmabegroting is opgeno-

men.

Deze werkwijze waarborgt een consequente koppe-

ling in de lijn van politieke doelstelling tot concrete

uitvoering. Door deze werkwijze zijn de voort-

gangsrapportages voor het college en PS direct te

herleiden tot de door PS vastgestelde programmabe-

groting. Deze lijn waarborgt tevens de inbreng van

PS in de voortgangsrapportages bij de voor- en

najaarsnota.

Om ook op het vlak van bedrijfsvoering een trans-

parante en duidelijke sturing te kunnen realiseren,

hebben wij ervoor gekozen de belangrijkste taakvel-

den in ondersteunende sfeer te integreren in de plan-

ning- en controlcyclus. Daarvoor brengen we de

doelstellingen en resultaten van de ondersteunende

processen op eenzelfde wijze in beeld als de primaire

processen.

Statengriffie PS GS

Controlunit Algemeen Directeur

MT

Cluster Beleid

Cluster Middelen

Cluster Beheer en UitvoeringCluster Subsidies, Handhaving en Vergunningen

Statengriffie PS GS

Controlunit Algemeen Directeur

MT

Cluster Beleid

Cluster Middelen

Cluster Beheer en UitvoeringCluster Subsidies, Handhaving en Vergunningen

De hoofdstructuur van de organisatie per 1 januari 2006.

Page 154: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 153

Voor de belangrijkste delen van de bedrijfsvoering en

de ondersteunende processen is in deze paragraaf

weergegeven wat we willen bereiken. Het betreft de

volgende taakvelden: Personeel en Organisatie,

Informatisering en Automatisering, Juridische zaken,

Communicatie, Facilitaire Zaken. Daarnaast geven

we in deze paragraaf weer wat we willen bereiken

voor twee specifieke taken in het productieproces:

Subsidies en Kennis & Strategie.

Personeel en organisatie

De afdeling Personeel en Organisatie (P&O) heeft als

doelstelling om samen met het lijnmanagement te

komen tot competente en betrokken medewerkers,

die op professionele wijze bijdragen aan het primaire

proces van de provinciale organisatie.

Kerntaken van P&O zijn het adviseren van het mana-

gement op rechtspositioneel gebied en personeelsbe-

leid, management development (werven en begelei-

den van trainees en het coachen en begeleiden van

potentials en leidinggevenden) en de personeels- en

salarisadministratie.

De ombouw naar een klantgerichte organisatie heeft

hoge prioriteit, omdat daarmee vorm wordt gegeven

aan de nieuwe organisatie. Het accent ligt op “anders

werken”, omdat dezelfde werkzaamheden moeten

worden uitgevoerd bij halvering van de materiele

lasten. Bovendien gaat er gewerkt worden met een

producten- en dienstencatalogus die duidelijkheid

biedt over het dienstenpakket aan de totale organi-

satie.

Het PSA-systeem P-view wordt vervangen door

SAP-HR, wat de personeels- en salarisadministratie

rechtstreeks koppelt aan het concernbrede financiële

systeem. Daardoor zullen de managementrapporta-

ges helderder zijn en beter afgestemd op de vraag.

In 2006 komt er een herijking van het totale HRM-

beleid en -instrumentarium. Dit moet leiden tot min-

der regelgeving en duidelijkere bevoegdheden. Een

en ander gebeurt in overleg met de Ondernemings-

raad en (eventueel) het Georganiseerd Overleg.

De functie Organisatieadvies en advies over oplei-

dingen zal, conform de aangegeven standpunten van

het bestuur, worden afgebouwd. Werkzaamheden op

deze terreinen zullen voortaan moeten worden inge-

huurd.

De speerpunten in 2006

■ Afhandeling van de personele aspecten van de

reorganisatie.

■ Ombouw naar klantgerichte organisatie van het

cluster Middelen.

■ Management development.

■ Effectieve transitie van het personeels- en salaris-

Voormalig personeel

Overige diensten voor derden

Afhandeling personele aspecten reorganisatie

Klantgerichte organisatie cluster Middelen

Management Development

Implementatie SAP HR

HRM-beleid en instrumentarium

Beleidsontwikkeling en advies op rechtspositioneel gebied

■ Correcte betaling uitkeringen voormalig personeel

■ Correcte salarisadministratie van door de provincie uit te betalen kosten

voor het IZR

■ Administratie detacheringen

■ Uitvoer regelingen Sociaal Plan

■ Opstellen rechtspositionele brieven

■ Inspelen op vraaggestuurde dienstverlening, HRM-instrumenten inzetten

ten behoeve van effectieve en klantgerichte werkwijze

■ Verdere professionalisering en begeleiding van management

■ Effectief verloop van P-view naar SAP HR en efficiënte implementatie en

uitvoering

■ Herijking personeelsbeleid na de reorganisatie

■ Adviseren management

Belangrijke activiteiten in 2006Productgroepomschrijving

Page 155: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■154

administratiesysteem van P-view naar SAP-HR.

■ Ontwikkeling en implementatie van HRM-beleid

en HRM-instrumentarium na de reorganisatie.

■ Beleidsontwikkeling en advisering op rechtspo-

sitioneel gebied.

Informatievoorziening enautomatisering

De afdeling Informatievoorziening en automatisering

zet zich in voor een optimale informatievoorziening

en geautomatiseerde ondersteuning van werkpro-

cessen bij de provincie.

De speerpunten in 2006

■ Implementatie plan van aanpak ICT-servicedesk

‘Nieuwe stijl’ (gericht op de verdere professiona-

lisering van de dienstverlening in het licht van de

missie van de cluster Middelen/aankomende

outsourcing).

■ Leveren van een adequate inhoudelijke bijdrage

voor het outsourcingtraject.

■ Consolidatie contract-, software- en licentiebe-

heer, te beleggen in de nieuwe cluster Middelen

c.q. regiefunctie richting de outsourcingpartner.

– Verder ontwikkelen en beheren van een (organi-

satiebrede) informatiearchitectuur, mede richting

geven aan een ‘vraaggestuurde publieke elektro-

nische dienstverlening (één loket)’, te beleggen in

de nieuwe cluster Middelen.

– Verstevigen van het functioneel applicatiebeheer

binnen de organisatie, te beleggen binnen de

nieuwe cluster Middelen.

Belangrijk aandachtspunt

Het in de overgangsperiode tot aan de outsourcing

waarborgen van ‘going concern processen’ en het

ondersteunen van de nieuwe clusters, onder andere

door het tijdig signaleren van eventuele knelpunten

en het zo nodig benoemen van nieuwe prioriteiten.

Een optimale informatievoorziening en geautomatiseerde ondersteuning van de

werkprocessen bij de provincie

■ Een voortdurende (her)ijking van de ICT-voorzieningen aan de verander-

ende omgevingseisen (over te dragen aan de nieuwe cluster Middelen)

■ De ontwikkeling en implementatie van (nieuwe) informatiesystemen

(gedeeltelijk over te dragen aan de nieuwe cluster Middelen)

■ De provinciaal medewerkers via een centraal computernetwerk kunnen

laten werken met op de functie toegesneden toepassingen, toegang tot

internet en intranet, bijbehorende randapparatuur en helpdesk-

ondersteuning (definitieve bepaling van het aantal werkplekken vindt

plaats als de definitieve huisvestingssituatie van de clusters bekend is).

■ Toegankelijke digitale gegevens

■ Een bedrijfszekere telecommunicatie (zowel vast als mobiel)

■ Interne afdelingsondersteuning (uit te voeren door c.q. in overleg met de

cluster Middelen)

Belangrijke activiteiten in 2006Productgroepomschrijving

Page 156: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 155

Juridische zaken

Juridische Zaken richt zich op verbetering van de

juridische kwaliteit van de door de provincie geno-

men beslissingen, zodat de rechtmatigheid van deze

beslissingen wordt gewaarborgd.

De going concerntaken zijn juridische adviezen, pro-

jectondersteuning, implementatie van nieuwe wet-

geving, opstellen van verordeningen, mandaten en

convenanten, het inschakelen van de huisadvocaat,

deskundigheidsbevordering, onderhouden van juri-

dische contacten en juridische informatievoorziening.

Voor een compleet beeld van de activiteiten van de

afdeling Juridische Zaken wordt verwezen naar het

programma Bestuur en Burger.

De speerpunten in 2006

■ Opzet contractbeheer.

■ Opzetten één loket schadezaken inclusief regeling

nadeelcompensatie.

■ Besluitvorming provincie Europaproof.

■ Inventariseren van convenanten en het doorlich-

ten op nut en effect.

■ Rechtmatigheid en bevoegd genomen besluiten.

Belangrijke aandachtspunten

■ Opdrachtgeverschap-opdrachtnemerschap vindt JZ

zeer belangrijk. Bij grote adviezen worden afspra-

ken gemaakt over de leveringstermijn, de inzet van

personeel en de kwaliteit van het geleverde advies.

Kleinere adviezen worden per e-mail bevestigd.

■ Er vindt voortdurend overleg plaats met/over cli-

ënten, zowel door de afdelingscontactpersoon als in

het managementoverleg juridische kwaliteit (MJK).

■ Het regisseren van juridische kwaliteitszorg

middels kwaliteitseisen en normen.

■ Juridisch adviseur aan organisatie/manage-

ment/bestuur (faciliteren van kwaliteitszorg).

Juridische Zaken (stafdeel) ■ Opzet contractbeheer

■ Opzetten éen-loket schadezaken inclusief nadeelcompensatieregeling

■ Besluitvorming provincie Europaproof

■ Inventariseren convenanten en het doorlichten op nut en effect

Belangrijke activiteiten in 2006Productgroepomschrijving

Page 157: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■156

Facilitaire zaken

De afdeling Facilitaire Zaken verzorgt een doelma-

tige en op het bedrijfsproces afgestemde huisvesting

voor de bestuurlijke en ambtelijke organisatie en

levert doelmatige, efficiënte en klantgerichte diensten

aan de primaire processen van de organisatie tegen

zo laag mogelijke kosten.

De afdeling wil de reguliere ondersteuning van de

organisatie op het huidige niveau houden. Hierbij

wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de nieuwe werk-

wijze van het cluster Middelen. De ‘oude’ afdeling ver-

zorgt in de nieuwe organisatie de outsouricng van

diensten tot in de overgang is voorzien. Deze wordt zo

uitgevoerd dat het serviceniveau op peil blijft.

Professionalisering inkoop

Het team inkoop en aanbesteding staat in voor het

strategische en tactische inkoopbeleid van de hele

organisatie. Daarnaast verzorgt het team de inkoop

van alle middelen voor de bedrijfsvoering van de

hele organisatie. De resultaten van het project ver-

antwoord aanbesteden (nieuwe aanbestedingsregels,

AO etc. waarover PS op 4 juli 2005 heeft besloten)

worden geïmplementeerd binnen de nieuwe organi-

satie. Daarbij vervult het team inkoop en aanbeste-

ding een centrale rol. Het doel is dat inkoop en aan-

besteding volgens de regels en tegen zo laag moge-

lijke kosten verlopen.

De speerpunten in 2006

■ Nieuwbouw en renovatie van de kantoorgebou-

wen begeleiden.

■ Een naadloze overgang bewerkstelligen van de

huidige diensten naar de outsourcing.

■ Professionalisering inkoop inrichten volgens het

clusterplan middelen.

Belangrijk aandachtspunt

■ Streven naar een hoge klantgerichtheid.

Huisvesting

■ Services

■ Begeleiden nieuwbouw Dreef

■ Aanpassen paviljoen Welgelegen

■ Vaststellen programma van eisen renovatie Houtplein

■ Verbetering provinciale archivering

■ Ondersteuning organisatie

■ Begeleiden overgang naar outsourcing van de diensten

■ Taxikeurmerk tbv vervoer GS-leden

■ Vervanging huidige FB-auto’s door gasauto’s

■ Verhogen aandeel biologische producten in de catering

Belangrijke activiteiten in 2006Productgroepomschrijving

Page 158: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 157

Communicatie

Communicatie levert de door het bestuur gewenste

bijdrage aan de profilering van het provinciaal

bestuur en haar diensten en producten.

De profilering van het provinciaal bestuur (GS en PS)

is de kern van de corporate communicatie. Het

hoofddoel van de provinciale communicatie is om

het bestuur, haar diensten en producten duidelijk te

profileren conform het gewenste imago en tevens een

bijdrage te leveren aan de profilering van het duale

stelsel.

De projectcommunicatiespecialisten verzorgen de

communicatie van minimaal 50 provinciale projec-

ten. Een aantal van de concerntaken van de afdeling

valt binnen het programma Andere Overheid, zoals

onze bijdrage aan het digitaal loket. Overige corpo-

rate communicatieactiviteiten zijn het ontwikkelen

en uitvoeren van alle interne en externe communica-

tiemiddelen, handhaving van de provinciale huisstijl,

op aanvraag leveren van bijdragen aan de Staten-

communicatie, jongerencommunicatie, het relatie-

management van de commissaris van de Koningin,

het relatiegeschenkenbeleid en de voorbereiding van

de verkiezingen 2007.

Speerpunten in 2006

■ versterken van het gewenste provinciale imago

en de verschillende rollen van het provinciaal

bestuur.

■ sterkere profilering van de diensten en producten

die door de keuzen van het provinciaal bestuur

tot stand komen.

■ bijdrage aan ‘Andere Overheid’ (ontwikkeling

één loket, elektronische handtekening etc. etc.)

■ (mede) ontwikkelen publieksvoorlichting.

■ stimuleren en faciliteren van interactieve beleids-

vorming.

■ versterken van de (regiogerichte) contacten met

de externe media.

Belangrijke aandachtspunten

■ de volksvertegenwoordiging in het duale stelsel

wordt duidelijker.

■ voorbereiding van verkiezingen 2007.

■ de producten en diensten van het provinciaal

bestuur zijn duidelijk.

■ het gewenste imago van het provinciaal bestuur

neemt toe.

■ de communicatieactiviteiten versterken elkaar

door de uitvoering van een geïntegreerd com-

municatiebeleid zoals verwoord in het door GS

op 16 september 2004 vastgestelde beleidskader

2003-2007.

Communicatie ■ projectcommunicatie rond beeldbepalende projecten

■ beheer provinciale website

■ ontwikkeling interne en externe communicatiemiddelen (brochures,

folders, jaarverslagen, televisieprogramma’s etc.)

■ organisatie bestuurlijke optredens en evenementen

■ versterking naambekendheid van de provincie door naamsvermelding na

verlening subsidies en (mede)financiering af te dwingen

■ eerste fase uitvoering voorbereidende activiteiten verkiezingen 2007

■ lijncommunicatie

■ advisering en ondersteuning afdelingen bij interne communicatie

■ intranet en interne magazines

Belangrijke activiteiten in 2006Productgroepomschrijving

Page 159: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■158

Subsidies

Efficiënt, effectief en rechtmatig subsidies verstrek-

ken en een optimale dienst verlenen aan haar interne-

en externe klanten. Dit doet de sector Subsidies in

samenwerking met de clusters Beleid en Middelen.

De sector Subsidies ontwikkelt deskundigheid op het

beleidsinstrument subsidies en adviseert het bestuur

en de genoemde clusters over de inzet van het subsi-

die-instrument.

Organisatie

Het proces subsidieverstrekking staat centraal in de

sector Subsidies. De formatie van 38 fte per 1 januari

2006 wordt ingezet voor de programma’s 1 tot en met

11 in de begroting.

Dit gebeurt in teamverband in de Units. Hierbij gel-

den de volgende overwegingen:

■ Flexibiliteit en stabiliteit: door teams verant-

woordelijk te stellen voor de uitvoering van een

subsidieregeling, ontstaat er meer flexibiliteit en

stabiliteit.

■ Betrokkenheid: de grootte van de teams is vol-

doende om het bovenstaande te bereiken en klein

genoeg om medewerkers maximaal te betrekken

bij het proces.

■ Motivering medewerkers/invloed op het werk:

bepaalde regeltaken, zoals planningsactiviteiten,

kunnen door de teams worden verzorgd. Dit ont-

last het management en motiveert de medewerkers;

■ Continue verbetering en verhoging van het leer-

vermogen van de afdeling: de teams zijn verant-

woordelijk voor de (eind)resultaten. Hierdoor

kan in teamverband continu worden gewerkt aan

het verbeteren van de prestaties. De teams kun-

nen van elkaar leren om zo tot verbeteringen te

komen.

Specialisten

Binnen de Sector zijn in het primaire proces financi-

eel specialisten werkzaam. Vanuit het cluster werkt

een kwaliteitsmedewerker voor subsidies aan kwali-

teitsverbetering van de werkwijzen. Vanuit het

cluster Middelen ondersteunen juridisch medewer-

kers het primaire proces. De administratief mede-

werkers worden ook ingezet in de frontoffice van het

cluster.

Taakverdeling

De sector Subsidies bestaat uit de units A en B. Elke

unit behartigt een aantal beleidsvelden.

Unit A: Cultuur, Educatie, Monumenten en

Archeologie, Zorg, Welzijn en Ouderen.

Unit B: Water, Natuur, Landschap, Openlucht-

recreatie en toerisme, Milieu, Landbouw, Bodem,

Ontwikkelingssamenwerking, Economie, FIN-H,

Vervoer en Infrastructuur.

Aansturing

De sector Subsidies maakt deel uit van het cluster

SHV. Het sectormanagement bestaat uit twee men-

sen, de sectormanager en de unitmanager. De sec-

tormanager en de unitmanager sturen beiden een

unit aan.

De speerpunten in 2006

■ Efficiënt, rechtmatig en doeltreffend uitvoeren

van subsidieverstrekking conform de opdracht

van de directie:

– Efficiency = het gemiddeld aantal behandelde

subsidieaanvragen per fte (primair proces);

– Rechtmatigheid = % gewonnen HAC zaken

t.o.v. totaal ingediend aantal HAC zaken voor

de afdeling Subsidies;

– Doeltreffendheid = % juist ingevoerde subsi-

diebedragen per maand = aantal verschillen

tussen SAP/Susy;

% volledig ingevoerde afhandeltermijnen per

maand;

volledig ingevoerde n.a.w. gegevens in

RBS_sub + aanvragers in Susy /RBS_sub.

■ Samenwerking met het cluster Beleid en inspelen

op hun wensen en doelstellingen:

– Tevredenheid = jaarlijkse meting & evaluatie;

Page 160: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 159

– Klant/leverancier of dienstverlener = % actu-

ele dienstverleningsovereenkomsten (of

samenwerkingsovereenkomsten) / DVO.

■ Een optimale dienstverlening aan de subsidie-

aanvragers en -ontvangers:

– Tevredenheid: Uitvoeren belangrijkste verbe-

terpunten o.b.v. tevredenheidsmeting 2004:

1 Het op de hoogte houden van nieuwe ont-

wikkelingen inzake het provinciale beleid

en subsidieregelingen;

2 De snelheid van subsidieverlening;

3 De helderheid/duidelijkheid van de aan-

vraagformulieren.

Belangrijke aandachtspunten

■ Afstemming beleid en uitvoering. Voor het uit-

voeren van het beleidsinstrument subsidies is

samenwerking tussen beleid en uitvoering essen-

tieel. Op managementniveau wordt samenge-

werkt voor de begrotingscyclus, het monitoren

van de uitvoering en het signaleren van noodza-

kelijke beleidswijzigingen. De medewerkers van

subsidies en beleid werken samen bij de voorbe-

reiding van bestuurlijke besluiten over subsidie-

verlening en bij de uitvoering van die besluiten.

■ ICT. Voor het uitvoeren, beheren en monitoren

van het beleidsinstrument subsidies is een auto-

matiseringsysteem nodig. Dit systeem moet mini-

maal de termijnen van alle deelprocessen van het

proces subsidieverstrekking monitoren en de

subsidieplafonds bewaken.

■ AO/werkprocessen. De afdeling Subsidies be-

staat nog maar kort. Al in 2005 kregen de werk-

processen bijzondere aandacht. De beschrijving

en implementatie van de werkprocessen is ook in

2006 aan de orde.

■ Het beleidsinstrument subsidies komt voor in diverse programma’s van de

begroting / productenraming.

■ Subsidieaanvragen beschikken.

Belangrijke activiteiten in 2006Productgroepomschrijving

Page 161: Programmabegroting 2006

Kennis en strategie

Samenhang en helderheid op strategisch gebied en

de organisatie voorzien van kennis op maat.

De speerpunten in 2006

■ Beleidsmonitoring verder vormgeven en veran-

keren.

■ Methodiek van strategische verkenningen veran-

keren in het beleidsproces.

■ Centraal ontsluiten en leveren van betrouwbare

(geografische) basisdata.

■ Adviseren over het doelmatig inzetten en uitbe-

steden van extern onderzoek.

■ Voor een aantal provinciale producten de infor-

matievoorziening in kaart brengen en optimali-

seren.

Belangrijke aandachtspunten

■ Bij het verlenen van een geo(data) opdracht krijgt

de aanvrager binnen een week een tijdsplanning.

■ 100% betrouwbaarheid van de geleverde pro-

ducten.

■ Alle contracten over aanschaf van basisdata wor-

den centraal beheerd.

Strategie

Beleidsmonitoring

(Geo)datavoorziening

Informatievoorziening

Onderzoeksadvisering

■ Uitvoeren werkplan strategische verkenningen 2006 waaronder de

Burgermonitor

■ Uitvoeren werkprogramma beleidsmonitoring 2006 waaronder het

adviseren over maatschappelijke effecten en indicatoren

■ Verder vormgeven van het Geoloket zodanig dat er eind 2006 via intranet

een toegankelijke geografische database is.

■ Stimuleren GIS zodanig dat eind 2006 de GIS-methodiek wordt ingezet bij

minstens drie nieuwe beleidsproducten

■ Uitvoeren werkprogramma informatievoorziening 2006, waaronder DURP

■ Adviseren bij formulering en uitbesteding van extern onderzoek, zodanig

dat we extern onderzoek zo effectief mogelijk inzetten.

Belangrijke activiteiten in 2006Productgroepomschrijving

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■160

Page 162: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 161

3.6 Verbonden partijen

Sinds 1 februari 2003 is het Besluit begroting en ver-

antwoording provincies en gemeenten van kracht.

Artikel 9 schrijft voor dat de begroting een para-

graaf verbonden partijen moet bevatten.

Een verbonden partij is een privaat- of publiek-

rechtelijke organisatie waarin de provincie een

bestuurlijk en een financieel belang heeft. Een finan-

cieel belang is een aan de verbonden partij ter

beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is

indien de verbonden partij failliet gaat dan wel het

bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien

de verbonden partij haar verplichtingen niet

nakomt. Een bestuurlijk belang is zeggenschap uit

hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur of

uit hoofde van stemrecht.

De verbonden partijen van de Provincie Noord-

Holland bestaan uit de provinciale deelnemingen,

de gemeenschappelijke regelingen waaraan wordt

deelgenomen en publiekrechtelijke rechtspersonen

waarmee een financieel en een bestuurlijk belang

zijn gemoeid.

Toelichting deelnemingen

Het college is op grond van de Provinciewet

bevoegd te besluiten tot privaatrechtelijke rechts-

handelingen van de provincie, dus ook tot het

beschikken over de aandelen en het uitoefenen van

aandeelhoudersrechten. Daarbij geldt dat wij PS op

verzoek of wanneer de uitoefening van de aandeel-

houdersrechten ingrijpende gevolgen voor de pro-

vincie kan hebben vooraf informatie geven.

Het stemrecht op grond van de aandeelhoudersre-

latie wordt uitgeoefend door een lid van het college

op basis van een plenair collegebesluit. Van de

belangrijkste deelnemingen worden de vergaderin-

gen van aandeelhouders bezocht. De informatie-

verstrekking vanuit de deelneming vindt plaats

door verzending van jaarstukken, begrotingen,

notulen etc.

Vertegenwoordiging

In 2005 is er definitief voor gekozen om tijdens deze

collegeperiode de belangen van de provincie bij de

deelnemingen primair via de aandeelhoudersrol te

behartigen. Wij zijn van mening dat dit uit vennoot-

schapsrechtelijk oogpunt de voorkeur verdient. Dat

betekent dat in de raden van commissarissen van de

provinciale deelnemingen geen leden van het college

zitting hebben. De aandeelhoudersrol is geplaatst in

de portefeuille van de gedeputeerde die belast is met

het beleidsveld. Teneinde het benodigde contact met

de belangrijkste deelnemingen (NUON, Afvalzorg,

PWN) te hebben, worden door het jaar heen ver-

schillende afstemmingsoverleggen gehouden tussen

de portefeuillehouder en bestuurders van de onder-

neming. Wij hebben PS voorgesteld periodiek over-

leg te plegen met de door of op voordracht van de

provincie benoemde commissarissen in de diverse

deelnemingen.

Wij vinden dat provinciale commissarissen die op

onze voordracht worden benoemd in ieder geval aan

een aantal (algemene) kwalificatievoorwaarden moe-

ten voldoen. Dit waarborgt het provinciale belang bij

de deelneming.

Op de internetsite van de provincie staat een register

van provinciale commissarissen, zodat ook voor der-

den duidelijk is hoe de provincie vertegenwoordigd

wordt.

De structuurregeling in het Burgerlijk Wetboek is ver-

anderd. Diverse deelnemingen (o.a. NUON, PWN en

Afvalzorg) vallen onder het structuurregime. In de

nieuwe structuurregeling is de direct door de over-

heid benoemde commissaris verdwenen. Wel bete-

kent de wijziging een uitbreiding van de aandeel-

houdersbevoegdheden, bijvoorbeeld door de bepa-

ling dat de algemene vergadering van aandeelhou-

ders de Raad van Commissarissen in zijn geheel naar

huis kan sturen. Wij maken ons sterk voor optimale

benutting van de verruimde zeggenschap bij de ven-

nootschappen waarin de provincie deelneemt en stre-

ven naar goede afstemming met de overige aandeel-

houders.

Page 163: Programmabegroting 2006

Deelnemingen.

1 N.V. Nuon 61.962.205 9,2 stemrecht AVA netwerkbeheer

2 N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland 6.806.703 100,0 stemrecht AVA drinkwatervoorziening

3 N.V. Afvalzorg 14.294.077 90,0 stemrecht AVA efficient gebruik

stortplaatsen

4 N.V. Watertransportmaatschappij 22.689 50,0 stemrecht AVA drinkwatervoorziening

Rijn Kennemerland WRK

5 Schiphol Area Development Company N.V. 2.479.464 18,1 stemrecht AVA ruimtelijke inrichting

Schipholgebied

6 N.V. Luchtvaartterrein Texel 12.252 5,2 stemrecht AVA geen

7 N.V. Ontwikkelingsmaatschappij Noord-Holland 45.378 100,0 stemrecht AVA verbetering economie

NH

Noord-Holland benoeming directie

8 Business Park Ymond C.V. 453.780 31,3 stemrecht AVA ontwikkeling

bedrijventerrein

9 Financieringsmaatschappij voor Regionale 18.605 100,0 stemrecht AVA ontwikkeling

Ontwikkeling van Noord-Holland ‘Firon’ B.V. economie

10 NV Regionale Ontwikkelingsmaatschappij 317.646 14,3 stemrecht AVA Ontwikkeling

voor het Noordzeekanaalgebied Noordzeekanaalgebied

11 Zeehaven IJmuiden N.V. 408.402 8,4 benoeming lid visserijbelangen

administratiekant.

12 N.V. Bank Nederlandse gemeenten 1.525.875 1,1 stemrecht AVA

13 Nederlandse Waterschapsbank N.V. 11.845 0,2 stemrecht AVA

14 N.V. Landelijke bouwkunst West-Friesland 45.378 21,3 stemrecht AVA geen

15 N.V. Oostindiëvaarder ‘Amsterdam’ 45 stemrecht AVA geen

16 Recreatie Noord Holland N.V. 370.000 100,0 stemrecht AVA beheer en onderhoud

recreatiegebieden

naam nominaal belang percentage belang (bestuurlijk) publiek doel

Samenwerkingsverband Randstad Bevordering van de ontwikkeling van het landsdeel west

Schadeschap Luchthaven Schiphol Bevordering afwikkeling schadevergoedingen uitbreiding Schiphol

Recreatieschap Spaarnwoude Beheer recreatiegebied

Groengebied Amstelland Beheer recreatiegebied

Recreatieschap Het Twiske Beheer recreatiegebied

Recreatieschap Geestmerambacht Beheer recreatiegebied

Landschap Waterland Beheer recreatiegebied

Recreatiegebied Alkmaarder-en Uitgeestermeer Beheer recreatiegebied

gemeenschappelijke regelingen Doel

Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Beheer fonds ten behoeve van de nazorg stortplaatsen

provincie Noord-Holland

publiekrechtelijk rechtspersoon Doel

Interprovinciaal Overleg belangenbehartiging provincies

vereniging Doel

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■162

Page 164: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 163

Het college ïnformeert PS over de ontwikkelingen bij

de deelnemingen via de paragraaf verbonden par-

tijen van de jaarrekening en anderszins als daar aan-

leiding toe is.

Ontwikkelingen

Naar hun aard worden de deelnemingen onder-

scheiden in (voormalige) nutsbedrijven, regionale ont-

wikkelingsmaatschappijen, beleggingen en overig.

De belangen in (voormalige) nutsbedrijven (NUON,

PWN, Afvalzorg) zijn vooral ontstaan vanwege hun

historische publieke belang. De voortgaande libera-

lisering van de energiemarkt maakt deze motieven

voor het aanhouden van deze deelnemingen minder

doorslaggevend. Regelmatig wordt beoordeeld of het

aanhouden van de belangen een provinciaal belang

dient. Voor de toekomst van onze deelneming in

NUON is de landelijke discussie over de positione-

ring van de energiesector van belang. Samen met de

andere aandeelhouders in NUON volgen wij die dis-

cussie op de voet.

Wij zien de drinkwatervoorziening, net als de rijks-

overheid, als een publieke taak en hebben geen voor-

nemen onze deelneming in NV PWN te verminde-

ren. Ten aanzien van NV Afvalzorg hebben PS uitge-

sproken dat deze vennootschap een publiek belang

dient. Uitbreiding van de activiteiten van Afvalzorg

buiten het gebied van Noord-Holland en Flevoland

(de huidige aandeelhouders) is niet uitgesloten, mits

de decentrale overheden in het desbetreffende gebied

daarvoor tot de vennootschap toetreden. Noord-

Holland zal echter altijd een bepalende meerderheid

in de vennootschap willen hebben.

Voor de participaties in regionale ontwikkelings-

maatschappijen gelden vooral sociaal-economische

motieven. Zolang de doelstelling van een ontwikke-

lingsmaatschappij nog niet is bereikt, blijft de pro-

vincie daarom in principe deelnemen, tenzij nieuwe

ontwikkelingen tot andere keuzes leiden.

De deelneming in NV Luchthaventerrein Texel dient

geen provinciaal belang meer. Deze aandelen worden

verkocht zodra ook het Rijk haar belang in de NV

opgeeft. Momenteel wordt onderhandeld over de

voorwaarden waaronder de overdracht zal plaats-

vinden. De afronding van de onderhandelingen

wordt in het najaar van 2005 verwacht.

De deelnemingen met een beleggingskarakter in de

Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse

Waterschapsbank dienen geen direct provinciaal

belang, maar worden aangehouden vanwege het

geringe risico en het hoge rendement.

De deelneming in NV Landelijke Bouwkunst West-

Friesland dient geen provinciaal belang en wordt

afgestoten zodra een koper is gevonden.

De aandelen in de NV Oost-Indiëvaarder Amsterdam

zijn ooit verkregen als relatiegeschenk en dienen geen

provinciaal belang. Gezien het te verwaarlozen

belang worden ze aangehouden.

Recreatie Noord-Holland NV beheert en onderhoudt

gebieden van zes recreatieschappen waarin de pro-

vincie deelneemt. Deze taak werd voorheen uitge-

voerd door de provinciale onderafdeling

Groenbeheer. Alle aandelen zijn bij de provincie

geplaatst. Er worden nadere afspraken gemaakt over

‘inbesteding’ van activiteiten van de onderneming

door de provincie.

NV Ontwikkelingsmaatschappij Noord-Holland kan

eventueel worden ingeschakeld bij de vormgeving

van het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord.

In 2005 wordt de evaluatie van de provinciale deel-

nemingen uit 2000 geactualiseerd. Hierdoor kan het

publieke doel van de deelnemingen wijzigen.

Toelichting gemeenschappelijk

regelingen

Twee regelingen (Samenwerkingsverband Randstad

en Schadeschap Luchthaven Schiphol) voorzien in de

Page 165: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■164

afstemming van belangen tussen de diverse overhe-

den in de regio. Ook is de provincie actief in zes

recreatieschappen in het kader van landschapsbeheer

en het creëren van recreatievoorzieningen.

Toelichting overig

Het fonds nazorg gesloten stortplaatsen provincie

Noord-Holland is op grond van de Wet milieubeheer

tot stand gekomen als publiekrechtelijk rechtsper-

soon. Doel is het beheren van de gelden in het fonds

ter dekking van de kosten van de gesloten stort-

plaatsen.

De provincie is lid van het Interprovinciaal Overleg,

het IPO. Het IPO is een vereniging, waarvan alleen

de Nederlandse provincies lid kunnen worden. Met

deze samenwerking wordt beoogd de condities

waaronder provincies werken te optimaliseren en

provinciale vernieuwingsprocessen te stimuleren.

3.7 Provinciaal grondbeleid

Algemeen

De Nota Grondbeleid uit 1994 en de Tweede Nota

Grondbeleid 2001 “Met beide benen op de grond”,

zoals deze op 10 december 2001 door Provinciale

Staten is vastgesteld, vormen het uitgangspunt voor

aan- en verkoop en het beheer van onroerende zaken

die eigendom van deze provincie zijn en niet worden

benut voor de openbare dienst. Beide nota’s gaan uit

van het onderscheid tussen taakgebonden en antici-

perende aankopen. Ook strategische aankopen wor-

den vermeld, maar over de toepassing daarvan heeft

geen besluitvorming plaatsgevonden.

De toepassing van het grondbeleid heeft als regel

financiële consequenties en kan, afhankelijk van de

omvang van de bestede middelen, grote financiële

risico’s inhouden. In dit kader is het zinvol om voor

de uitvoering van het grondbeleid ook in 2006 goed

rekenschap te geven. Uitgegaan wordt van het vast-

gestelde beleid. Het, op basis van het collegepro-

gramma 2003 - 2007, gestarte onderzoek loopt nog

door naar de uitbreiding van de grondbeleidsinstru-

menten, inclusief een model van regionale ontwik-

kelingsmaatschappijen, een grondbank en een pro-

vinciaal grondbedrijf. Dergelijke ontwikkelingen

kunnen extra risico’s met zich mee brengen, die afge-

wogen moeten worden bij de ter zake te nemen

beslissingen. In dit verband wordt daarop hier niet

ingegaan.

Taakgebonden verwervingen

De taakgebonden verwervingen vinden plaats voor

concrete provinciale plannen. Meestal betreft dit

infrastructurele werken uit het Meerjarenprogramma

Infrastructuur. Voor alle aankopen gelden dezelfde

uitgangspunten t.a.v. prijsvorming, schadeloosstel-

ling en nadeelcompensatie. In dit kader wordt met

voorrang gewerkt aan een regeling in verband met

nadeelcompensatie voor claims van tracégedupeer-

den. Met in achtneming van de algemene uitgangs-

punten vraagt iedere transactie maatwerk, rekening

houdend met de specifieke feiten en omstandighe-

den. Zolang er nog geen definitief besluit tot uitvoe-

ring van het plan is genomen, maar de taakgebonden

verwervingen wel zijn gestart, vormt de vrije ver-

koopwaarde het uitgangspunt. Daarbij speelt het

plaatselijk prijsniveau een belangrijke rol. Naast de

vermogenschade wordt een vergoeding geboden

voor verhuis- en herinrichtingskosten en voor aan-

koopkosten van een vervangende onroerende zaak

(taxatie- en makelaarskosten, notariskosten e.d.). Als

concreet tot de uitvoering van een plan is besloten

vindt de verwerving plaats tegen vergoeding op ont-

eigeningsbasis. Indien op deze basis niet tot aankoop

kan worden gekomen, wordt vervolgens de onteige-

ning in gang gezet. De bekostiging van grondver-

werving vindt plaats vanuit de projectbudgetten

voor de uit te voeren infrastructuurplannen. In 2006

zijn voor diverse plannen aankopen aan de orde. In

financiële zin zijn de aankopen voor de omlegging

van de N201 en de reconstructie van de N242 de

belangrijkste. In de loop van 2005 werd er voor het

project Wieringerrandmeer een intentieovereenkomst

bereikt tussen de partijen. Hierdoor is het karakter

Page 166: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 165

van de verwerving gewijzigd van anticiperend naar

taakgebonden. Een samenwerkingsovereenkomst

wordt spoedig verwacht.

Anticiperende verwervingen

Het instrument anticiperende grondverwerving

wordt ingezet waar grond wordt aangeboden en op

termijn provinciale strategische doelstellingen gere-

aliseerd kunnen worden. De concrete plan- en

besluitvorming daarover laat dan nog op zich wach-

ten. De onroerende zaken worden aangekocht tegen

marktwaarde. Als de plannen geen doorgang vinden

kunnen de aangekochte onroerende zaken worden

afgestoten tegen de dan geldende marktwaarde. De

risico’s van dergelijke aankopen zijn gelegen in een

daling van de marktwaarde en rentelasten over de

periode van eigendom. Deze afspraken en regels zijn

neergelegd in de nota Financiële spelregels anticipe-

rende grondaankopen.

Voor anticiperend grondbeleid is een krediet van €

27,23 mln beschikbaar. Dit is een ‘revolving fund’,

omdat de gronden bij doorgang van het beoogde

plan ten laste komen van het planbudget. Het krediet

wordt dan voor hetzelfde bedrag aangezuiverd. Dit

gebeurt in 2005 voor het project Wieringerrandmeer.

Als voorgenomen plannen geen doorgang vinden,

kunnen de onroerende zaken tegen marktwaarde

worden verkocht. Voor eventuele verliezen en niet te

compenseren rentelasten is eind 2001 binnen de sal-

direserve een bedrag van € 2,7 mln geoormerkt als

risicoreserve grondbeleid. Deze risicoreserve is

slechts zeer beperkt aangesproken (stand ultimo

2004: € 2,6 mln).

Financiële positie anticiperend

grondbeleid

Over de taakgebonden en anticiperende verwervin-

gen rapporteert GS jaarlijks aan PS. In de jaarversla-

gen wordt gerapporteerd over de uitvoering van het

grondbeleid, de besteding van de beschikbare kre-

dieten en de risico’s inzake de anticiperende verwer-

vingen. Ultimo 2004 bedroegen de bestedingen ten

laste van het krediet voor anticiperende verwervin-

gen € 2,3 mln, terwijl er nog verplichtingen liepen tot

een bedrag van € 0,6 mln bij een boekwaarde van

€ 10,6 mln. De resterende bestedingsruimte per

31 december 2004 is € 16,0 mln.

Ultimo 2004 bedroegen de opbrengsten uit verkoop

van anticiperend verworven grond € 2,2 mln. Bij een

boekwaarde van € 2,1 mln resulteerde dit in een

winst van € 0,1 mln, die is toegevoegd aan de risico-

reserve. Er is nog geen zicht op nieuwe concrete

transacties. Wegens de correctieboeking voor de

Wieringerrandmeer resteert er bij aanvang van het

begrotingsjaar 2006 een budget van € 27,2 mln.

Voor twee grote strategische projecten loopt het in

2004 ingezette voorkeursrecht tot aankoop door een

aantal gemeenten krachtens de Wet voorkeursrecht

gemeenten verder door. Verwacht wordt dat in 2006

diverse percelen aan de provincie te koop worden

aangeboden (taakgebonden). Voor de rest van 2005

en 2006 bestaan er op dit moment geen concrete

nieuwe transacties. Wel wordt hierover nagedacht in

het kader van nieuw grondbeleid.

Risico’s anticiperend grondbeleid

De voornaamste risico’s van anticiperende grond-

aankopen zijn het niet doorgaan van de plannen

waarvoor grond is aangekocht, de rentebijschrijvin-

gen en een daling van de marktwaarde van de aan-

gekochte gronden. In 2005 is de hoogte van de

gemiddelde grondprijs (agrarisch) ongeveer € 2,60

per m2 (€ 26.000 per ha). Per 1 januari 2005 was het

negatieve saldo van geschatte winsten en verliezen

bij verkoop van de onroerende zaken in de huidige

staat een € 2,8 tot € 3,9 mln. Dit overstijgt de aanwe-

zige risicoreserve grondbeleid, die op dezelfde

datum € 2,6 mln bedroeg. Begin 2005 is aan PS een

voorstel voorgelegd tot ophoging van deze risicore-

serve. Voor deze ophoging zou een gedeelte kunnen

worden benut van de te verkrijgen opbrengst van een

verkoop van gronden in Heemstede. Inmiddels is

besloten om de helft hiervan toe te voegen aan de

risicoreserve.

Uiteraard moet bij alle komende transacties het risico

van de gehele portefeuille worden afgewogen in rela-

Page 167: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■166

tie tot de risicoreserve grondbeleid. Naar mate de

grondportefeuille groeit worden de risico’s groter en

wordt de risicobeoordeling steeds belangrijker. In het

kader van de nieuwe nota grondbeleid wordt de

financiële structuur van grondaankopen en vastgoed

beoordeeld en zo nodig aangepast. Ook in dit kader

moeten de genoemde financiële spelregels bezien

worden.

3.8 Provinciaalmeerjarenprogrammainfrastructuur (PMI)

Inleiding PMI 2006

Het provinciaal meerjarenprogramma infrastructuur

(PMI) geeft een jaarlijks voortschrijdend inzicht in de

geplande investeringen van projecten die in uitvoe-

ring genomen zijn. De projecten voor aanleg van

wegen zijn dynamische processen, die beïnvloed

worden door een turbulente omgeving met partijen

die uiteenlopende belangen hebben.

Dit heeft onder andere tot gevolg dat kasritmes en de

meerjarenbegrotingen voor de samenhangende kapi-

taallasten gedurende het boekjaar 2005 enkele keren

zijn aangepast.

Wij verwachten voor het begrotingsjaar dat de dyna-

miek hetzelfde zal zijn als in voorgaande jaren.

Bij het opstellen van de programmabegroting 2006 is

het PMI voor de jaren 2006-2010 nog niet beschik-

baar. De afwijking tussen de financiële verantwoor-

ding van het PMI in de programmabegroting 2006 en

het later dit jaar vast te stellen PMI 2006-2010 zal in

de voorjaarsnota 2006 gesynchroniseerd worden.

Wij streven ernaar voor het begrotingsjaar 2007 uit te

kunnen gaan van het PMI 2007-2011.

De kapitaallasten 2006 zijn berekend op basis van de

op 26 mei 2005 vastgestelde actualisering van het

PMI en een bijgewerkt kasritme van het PMI voor

2005.

In juli 2005 heeft vervolgens nog een neerwaartse bij-

stelling van het kasritme 2005 plaatsgevonden van

circa € 77 miljoen naar circa € 70 miljoen. Deze bij-

stelling is nog niet verwerkt.

Provinciale wegen 13.345.299 10.305.268 23.650.567 nummer 306

Achterstallig onderhoud vaarwegen 287.693 311.838 599.531 nummer 335

Totaal kapitaallasten 13.632.992 10.617.106 24.250.098

Meerjarenraming

Budget kapitaallasten 26.900.000

Investeringsimpuls 5.250.000

Totaal budget kapitaallasten 32.150.000

Onderschrijding 7.899.902

Omschrijving van de Investering Afschrijvingen Toegerekende Totaal van de Toelichting

rentelasten kapitaallasten

Kapitaallasten in PMI 2006

Page 168: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 167

De kapitaallasten 2007-2009 zijn berekend op basis

van de op 26 mei 2005 vastgestelde actualisering van

het PMI en een bijgewerkt kasritme van het PMI voor

2005. In juli 2005 heeft nog een neerwaartse bijstel-

ling van het kasritme 2005 plaatsgevonden van circa

€ 77 miljoen naar circa € 70 miljoen. Deze bijstelling

is nog niet verwerkt.

Conclusie

Op basis van bovenstaande cijfers is er voor de jaren

2006 en 2007 een onderschrijding in de kapitaallasten

van circa € 9, 4 miljoen (€ 7,9 miljoen + € 1,5 miljoen)

en voor de jaren 2008 en 2009 een overschrijding van

€ 3,2 miljoen (€ 1, 4 miljoen en € 1,8 miljoen). Per

saldo resteert een onderschrijding van € 6,2 miljoen.

Wij beogen de onderschrijding in te zetten voor over-

schrijdingen van volgende jaren.

Provinciale wegen 28.860.742 31.654.617 31.968.664

Achterstallig onderhoud vaarwegen 811.598 901.064 1.013.420

Totaal 29.672.340 32.555.681 32.982.084

Meerjarenraming

Budget kapitaallasten 25.900.000 25.900.000 25.900.000

Investeringsimpuls 5.250.000 5.250.000 5.250.000

Totaal budget kapitaallasten 31.150.000 31.150.000 31.150.000

Onder-en overschrijding 1.477.660 -1.405.681 -1.832.084

Omschrijving van de Investering Totaal van de Totaal van de Totaal van de

kapitaallasten 2007 kapitaallasten 2008 kapitaallasten 2009

Kapitaallasten in PMI 2007-2009

Page 169: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■168

3.9 Extra InvesteringsimpulsNoord-Holland (EXIN-H)

Begrotingsdebat 2005

Provinciale Staten hebben in het begrotingsdebat

2005 (15 november 2004) de uitgangspunten vastge-

steld voor een extra investeringsimpuls Noord-

Holland. PS willen een zeer krachtige investerings-

impuls geven op een aantal gebieden, met name

mobiliteit, economie in Noord-Holland Noord en

zorg. Bovenop de reguliere middelen willen PS de

komende jaren € 500 miljoen extra investeren om

grote knelpunten voortvarend op te pakken en toe-

komstgerichte oplossingen uit te werken. Deze extra

investering is als volgt verdeeld over een aantal pro-

gramma’s:

■ circa € 197,5 miljoen voor een Extra Investerings-

impuls Openbaar Vervoerinfrastructuur;

■ circa € 197,5 miljoen voor een Extra Investerings-

impuls Weginfrastructuur;

■ circa € 10 miljoen voor een Extra Investerings-

impuls Versterking Economie in Noord-Holland

Noord via de cluster duurzame energie;

■ circa € 95 miljoen voor een Extra Investerings-

impuls Zorginfrastructuur, waarvan circa € 66

miljoen voor zorginfrastructuur en circa € 29 mil-

joen voor sociaal-culturele zorg in brede zin.

Beleidsdebat 2006

Een belangrijke stap voorwaarts voor de concrete

invulling van de Extra Investeringsimpuls Noord-

Holland werd gezet in het beleidsdebat 2006 (30 mei

2005). PS stelden daarin een indicatieve groslijst vast

van de te ontwikkelen projecten. Tevens hebben PS

in dat debat bevestigd de Extra Investeringsimpuls

Noord-Holland mede te financieren uit een opcen-

tenverhoging. Het tijdstip van een opcentenverho-

ging ligt bij voorkeur zo dicht mogelijk bij het uit-

voeringsgereed zijn van de te realiseren projecten.

Een goede planning, begeleiding en voortgangscont-

role van de geselecteerde projecten is noodzakelijk.

Bij amendement 14-1 op de kaderbrief 2006 hebben

PS het college opgedragen vóór 12 september 2005

aanvullende gegevens te verstrekken over de projec-

ten opgenomen in de Extra Investeringsimpuls

Noord-Holland. PS willen op basis van de aanvul-

lende gegevens op 26 september 2005 besluiten over

de financiële dekking van de Extra Investerings-

impuls Noord-Holland (deels door zogenoemde

‘vrije’ UNA-middelen, deels door een eventuele

opcentenverhoging). Wij stellen ons voor dat de

resultaten van de bespreking van de ‘aanvullende

gegevens over de Extra Investeringsimpuls Noord-

Holland’ betrokken worden in het begrotingsdebat

2006. De conclusies en eventuele besluiten betref-

fende de Extra Investeringsimpuls Noord-Holland

worden dan opgenomen in een eerste wijziging van

de programmabegroting 2006 en in de productenra-

ming 2006.

Overzicht projecten Extra

Investeringsimpuls Noord-Holland

Onderstaand overzicht bevat de indicatieve groslijst

van de te ontwikkelen projecten in het kader van de

Extra Investeringsimpuls Noord-Holland, zoals door

Provinciale Staten vastgesteld op 30 mei 2005.

Page 170: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 169

Extra Investeringsimpuls Openbaar Vervoerinfrastructuur (beschikbaar € 197,5 miljoen).

Zuidtangent € 112.500.000

RegioNet Haarlem/IJmond + Gooi en Vechtstreek € 15.000.000

Bereikbaarheid Kust € 3.200.000

Zuid As Amsterdam € 75.000.000

Zuiderzeelijn1 –

Totaal indicatief investeringsbedrag € 205.700.000

1) Over uitwerking van het project ‘Zuiderzeelijn’ wordt pas besloten als er op rijksniveau meer duidelijkheid is over de realiseringskans

Indicatieve groslijst projecten Geraamd bedrag

Extra Investeringsimpuls Weginfrastructuur (beschikbaar € 197,5 miljoen).

N201 € 31.300.000

N201 reservering € 20.000.000

Media Park Hilversum € 12.500.000

N23 Westfrisiaweg € 100.000.000

Zuidelijke Randweg Zaanstad € 15.000.000

Natuurverbinding Naardermeer – Ankeveense Plassen 1) € 3.000.000

Oostweg Haarlem € 15.000.000

Verkeersmanagement A8-A9 € 5.000.000

Omlegging A9 Badhoevedorp / T106 € 15.000.000

Verbinding N244 –

Verbinding A208-A22 –

Ombouw N9 tot autoweg –

Totaal indicatief investeringsbedrag € 216.800.000

1) Het project ‘Natuurverbinding Naardermeer-Ankeveense plas’ is voorshands gehandhaafd op de projectenlijst Weginfrastructuur, maar is bij voorkeur te financieren uit de regulierebegroting of het PMI.

*) Gedeputeerde Staten werken de projecten van de prioriteitenlijst Weginfrastructuur vooralsnog uit binnen het beschikbare budget van € 197.500.000,–. De drie laatstgenoemde

projecten worden opgepakt nadat aan het voorgaande is voldaan.

Indicatieve groslijst projecten Geraamd bedrag

Page 171: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■170

Extra Investeringsimpuls Versterking Economie in Noord-Holland Noord via de cluster Duurzame Energie

(beschikbaar € 10 miljoen).

Windturbinepark Wieringermeerdijk € 650.000

Voortzetting CO2 Servicepunt en deelverordening duurzaam energiepakket in de jaren 2006 en 2007 € 2.000.000

St. Duurzaam Texel € 350.000

Realisatie Facility Center Duurzame Energie € 2.500.000

Realisatie van een Kenniscentrum Duurzame Energie door de ATO-NH € 800.000

Bevordering Innovatieve Duurzame Energie Technieken € 3.700.000

Totaal indicatief investeringsbedrag € 10.000.000

Indicatieve groslijst projecten Geraamd bedrag

Extra Investeringsimpuls Zorginfrastructuur (beschikbaar ca. € 66 miljoen).

Vijf voorbeeldprojecten WWZ in kleine gemeenten € 5.000.000

Wijksteunpunten Breed € 20.000.000

Mantelzorg € 3.000.000

Kleinschalig wonen voor ouderen met dementie € 4.320.000

Wonen plus € 750.000

a. Leefbaar Platteland 1: vitale voorzieningen € 2.500.000

b. Leefbaar Platteland 2: pilot-project Hartwinkels € 1.500.000

Opvang zwerfjongeren en daklozen € 1.000.000

Stimuleren breedtesport € 1.000.000

Kwaliteitsimpuls sportvoorzieningen € 2.000.000

Aanvalsplan Jeugdzorg € 10.400.000

Aansluiting met gemeentelijk beleid € 3.000.000

Zorgaanbod voor jongeren met ernstige gedragsproblematiek € 9.000.000

Verbetering spreiding speciaal onderwijs aan kinderen met gedragsproblemen € 3.000.000

Totaal indicatief investeringsbedrag € 66.470.000

Indicatieve groslijst projecten Geraamd bedrag

Extra Investeringsimpuls Sociaal-culturele Zorg in brede zin (beschikbaar ca. € 29 miljoen).

Vergroting bekendheid en publieksbereik erfgoed € 1.500.000

Verbetering van museum aanbod € 7.000.000

Verbetering en uitbreiding van theaters en podia € 4.500.000

Investeringen in (basis-)bibliotheken € 4.000.000

Stelling van Amsterdam € 6.000.000

Industrieel erfgoed Noordzeekanaalgebied € 3.500.000

Inzichtcentrum voor droogmakerijen en waterbeheer € 1.300.000

Behoud en beheer archeologie € 1.200.000

Totaal indicatief investeringsbedrag € 29.000.000

Indicatieve groslijst projecten Geraamd bedrag

Page 172: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 171

3.10 Kwaliteitsimpuls landelijkgebied

Provinciale Staten hebben tijdens de behandeling van

de Kaderbrief 2006 op 30 mei jongstleden de motie

14-9 ‘Vitaal Landelijk Gebied Noord-Holland’ una-

niem aangenomen. De motie bevat een kaderstel-

lende oproep aan GS om de financiën en eventueel

noodzakelijke maatregelen in kaart te brengen voor

een vitaal platteland.

Wij willen met het instellen van een kwaliteitsimpuls

landelijk gebied invulling geven aan deze motie. De

kwaliteitsimpuls landelijk gebied is bedoeld om in de

periode 2006-2013 bestaand beleid uit te voeren, met

andere woorden af te maken waar we als provincie

aan begonnen zijn. Er is in deze kwaliteitsimpuls

géén sprake van financiering van nieuw beleid. De

kwaliteitsimpuls is gericht op het wegwerken van

achterstallig onderhoud, het structureel regelen van

het beheer van gebieden, de provinciale cofinancie-

ring van de aankoop van gronden en de inrichting

van gebieden op de beleidsterreinen landbouw, recre-

atie, natuur, landschap en water. GS zijn van mening

dat de provincie met het instellen van deze kwali-

teitsimpuls landelijk gebied de verantwoordelijkheid

neemt om naast het formuleren van uitvoerbaar

beleid ook het beheer in het landelijk gebied structu-

reel te regelen; kortom ook voor toekomstige gene-

raties een vitaal platteland te realiseren.

Om gehoor te geven aan de motie hebben wij een

eerste verkenning uitgevoerd waaruit blijkt

dat om bovenstaande te realiseren er bovenop

bestaande middelen een aanzienlijk extra bedrag

nodig is voor de periode 2006-2013. Wij hebben deze

conclusie onderschreven en vervolgens besloten een

lijst te selecteren van uit te voeren projecten en pro-

gramma’s voor een maximale totale omvang van

circa € 50 mln. Om dit bedrag van circa € 50 mln. te

dekken stellen wij voor de opcentenheffing te verho-

gen met 2 opcenten met ingang van 1 april 2006 en

daarnaast incidenteel voor het jaar 2006 een bedrag

van € 4 mln. aan het surplus van de saldireserve te

onttrekken. Tenslotte hebben wij besloten voor de

financieel administratieve verwerking van deze voor-

stellen vooralsnog alle extra beschikbaar komende

middelen als reguliere begrotingsposten op te nemen.

Voor de periode na 2006 wordt de mogelijkheid van

een bestemmingsreserve onderzocht en afgewogen

bij de begrotingsvoorbereiding 2007.

Bovenstaande betekent dat er voor het jaar 2006 een

bedrag beschikbaar is van € 7,6 mln. Wij stellen aan

PS voor dit bedrag voor de volgende projecten en

programma’s aan te wenden:

■ Stimuleren biologische landbouw € 884.500,–

■ Investeringsregeling jonge boeren € 250.000,–

■ Landinrichtingsprojecten € 2.000.000,–

■ Uitvoering agenda recreatie € 700.000,–

en toerisme

■ Soortenbescherming € 65.600,–

■ Nationaal Landschap € 1.176.000,–

Laag Holland

■ Grondbank Laag Holland € 1.000.000,–

■ Tender water € 750.000,–

■ Wormer en Jisperwater € 245.000,–

■ Uitbreiden zwemlocaties € 100.000,–

■ Beleidsontwikkeling wateropgave € 70.000,–

■ Groene Hart € 125.000,–

■ Groene Uitweg € 135.000,–

■ Programma Investeringsbudget € 95.000,–

Landelijk Gebied

De eerste verkenning met daarin opgenomen een

nadere inleiding en onderbouwing van de tekorten

toegespitst op concrete projecten en programma’s

willen wij eind september met de commissie Natuur,

Water, Landschap en Milieu bespreken.

Voor de jaren 2007-2013 wordt een nadere priorite-

ring en programmering van deze kwaliteitsimpuls

voorzien in de loop van 2006. Wij achten het name-

lijk van groot belang om met deze kwaliteitsimpuls

landelijk gebied aan te sluiten bij het proces om tot

het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) te

Page 173: Programmabegroting 2006

komen. Met het rijk is in het kader van het ILG afge-

sproken dat wij daartoe voor de periode 2007-2013

een provinciaal meerjarenprogramma landelijk

gebied opstellen, waarin wordt aangegeven welke

doelen zullen worden gerealiseerd, waar dit in begin-

sel zal plaatsvinden, welke prestaties zullen worden

geleverd en met welke financiële middelen van rijk,

provincie en regionale partners. Over de uitvoering

van dit provinciaal meerjarenprogramma rappor-

teert de provincie jaarlijks.

Bij een separate voordracht, die u wel tegelijk met de

ontwerp-begroting 2006 ontvangt, worden de voor-

stellen in het kader van deze Kwaliteitsimpuls nader

onderbouwd.

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■172

Page 174: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 173

Financiële begroting4■

4.1 Introductie op de financiëlebegroting

In dit hoofdstuk geven wij aan welke budgettaire

ontwikkelingen zich na de vaststelling van de voor-

jaarsnota 2005 en de kaderbrief 2006 op 30 mei 2005

hebben voorgedaan.

Met de vaststelling van de kaderbrief 2006 bepaalden

uw Staten in mei de financiële kaders voor het in de

begroting 2006 uit te werken beleid. De kaderbrief

bevat echter slechts een financiële tussenstand op

basis van de op dat moment meest actueel beschik-

bare financiële stand van zaken.

Op basis van ontwikkelingen en nieuwe kennis, bij-

voorbeeld naar aanleiding van de junicirculaire, dient

dit financiële kader te worden aangepast. De lengte

van het voorbereidingsproces van de begroting ener-

zijds en de dynamiek in de financiële informatie

anderzijds, maakt dat het aanbieden van een defini-

tief financieel kader in mei van het jaar voorafgaande

aan het begrotingsjaar niet mogelijk is. Wij vragen

daarvoor uw begrip.

De budgettaire positie van de provincie voor 2006 en

volgende jaren laat zich per saldo nog iets ongunsti-

ger aanzien dan in de kaderbrief 2006 werd aange-

nomen. In de volgende paragraaf wordt nader inge-

gaan op het geactualiseerde financiële kader.

4.2 Financieel kader

Na de vaststelling van de kaderbrief 2006 hebben

zich nog enkele ontwikkelingen voorgedaan die van

belang zijn voor het financieel kader voor de pro-

grammabegroting 2006.

Ter toelichting op bovenstaand schema het volgende:

Regel 1 - Bijgestelde prijsindexering

2006 (definitieve CPB cijfers)

Het bij de voorjaarsnota 2005 voorlopig vastgestelde

prijsindexeringspercentage van 1,7% voor ‘tekort- en

budgetsubsidies in exploitatiekosten instellingen’,

‘materiële apparaatskosten’ en ‘materiële directe

kosten’ wordt aan de hand van de door het CPB

1 Bijgestelde prijsindexering (definitieve CPB cijfers) 867,5

2 Provinciefonds (lager accres op basis van junicirculaire 2005) -946,0 -1.160,0 -960,0 -1.275,0

Saldo mutaties na 7 juli 2005 -78,5 -1.160,0 -960,0 -1.275,0

Omschrijving (getallen x € 1.000) 2006 2007 2008 2009

Page 175: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■174

geactualiseerde consumentenprijsindexcijfers (CPI)

definitief vastgesteld op -0,05% (1,7% -/- 1,75%).

Het percentage is als volgt berekend (ten opzichte

van VJN 2005):

■ inflatie 2004 was geraamd: verschil 0,00 %

op 1,2 % en is uitgekomen

op 1,2%

■ inflatie 2005 was geraamd: verschil - 0,50 %

op 1,75 % en wordt 1,25%

■ inflatie 2006 was geraamd: verschil - 1,25 %

op 2% en wordt 0,75%

Correctie prijscompensatie : - 1,75 %

totaal voor 2006

Het hiermee gemoeide voordeel bedraagt voor de

exploitatie van het jaar 2006 € 867.500.

Regel 2 - Provinciefonds (op basis van

juni circulaire 2005)

Recent is van het ministerie van Binnenlandse Zaken

en Koninkrijkrelaties de zogeheten junicirculaire 2005

ontvangen. Deze circulaire bevat onder meer de actu-

ele ontwikkelingen ten aanzien van de accressen op

de uitkeringen uit het provinciefonds.

Onderstaand is aangegeven welke accrespercentages

in de junicirculaire worden genoemd en met welke

percentages bij de voorjaarsnota 2005 (op grond van

eerdere circulaires) rekening werd gehouden.

Uit de tabel blijkt dat met name voor 2006 met een

lager accres rekening wordt gehouden.

Dit heeft structurele doorwerking naar volgende

jaren.

In de junicirculaire speelt echter nog een belangrijke

ontwikkeling. Dat betreft de

verdere toevoeging van middelen voor de regionale

omroepen aan de uitkering provinciefonds. Eerder

zijn al bedragen tot circa € 65 miljoen voor dit doel

aan de uitkering toegevoegd, maar in de december-

circulaire 2003 provinciefonds werd aangegeven dat

een eerder aangekondigde aanvullende verhoging

van de uitkering provinciefonds per 1 januari 2004 in

verband met een overboeking van de begroting van

het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Weten-

schappen (OCW) van circa € 47 miljoen naar het

fonds geen doorgang zou vinden. Dit vloeide voort

uit het aanhouden van het wetsvoorstel ‘wijziging

van de Mediawet’ in verband met een nieuwe finan-

cieringsstructuur voor de regionale omroep.

Nu de Mediawet inmiddels gewijzigd is, wordt als-

nog met ingang van 2006 een bedrag van € 47,592

miljoen aan de uitkering provinciefonds toegevoegd.

Dit betekent dat de integratie-uitkering voor Noord-

Holland voor de omroepbijdragen met enkele mil-

joenen wordt verhoogd. Daar staat tegenover dat de

doeluitkering die de provincie thans nog ontvangt

van het Ministerie van OCW van € 2.586.600 zal

komen te vervallen. Vooralsnog wordt er vanuit

gegaan dat deze operatie voor de provincie budget-

tair neutraal zal verlopen, maar enig positief herver-

deeleffect voor Noord-Holland wordt niet uitgeslo-

ten.

Uitwerking bezuinigingstaakstellingen

Ons college heeft besloten in 2006 € 4 miljoen om te

buigen op de directe uitgaven en in 2007 structureel

€ 5 miljoen. Afgesproken is dat de bezuinigingen

“pondspondsgewijs” over de portefeuilles worden

verdeeld. Binnen ons college is reeds voor € 257.300

aan bezuinigingen in 2006 en voor € 312.600 aan

bezuinigingen in 2007 e.v. gevonden. De stelposten

2006 en 2007 e.v. van resp. € 4 miljoen en € 5 miljoen

Accres junicirculaire 2,62 2,07 3,83 2,83 2,74

Accres voorjaarsnota 2,16 2,99 3,95 2,66 2,93

Verschil + 0,46 - 0,92 - 0,08 + 0,17 - 0,19

Effect Noord-Holland - € 946.000 - € 1.160.000 - € 960.000 - € 1.275.000

Uitkeringsjaar 2005 2006 2007 2008 2009

Page 176: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 175

kunnen daardoor met genoemde bedragen worden

verlaagd tot respectievelijk € 3.742.700,– en

€ 4.687.400,–. Het overige gedeelte van de taakstel-

ling zal uiterlijk in oktober gevonden moeten wor-

den. Deze zullen wij vervolgens verwerken in de eer-

ste wijziging van de programmabegroting 2006 en de

productenraming 2006.

Actueel financieel kader 2006-2009

In de onderstaande tabel hebben wij de budgettaire

effecten aangegeven van de wijzigingen ten opzichte

van de kaderbrief 2006 / voorjaarsnota 2005. Daarna

is op elke regel een toelichting gegeven.

Ad 1 Dit was het financieel kader na de vaststelling

van de voorjaarsnota 2005/kaderbrief 2006

op 30 mei 2005.

Ad 2 Nadien is een aantal feiten bekend geworden

die tot aanpassing van het kader hebben

geleid.

Ad 3 Dit betreft de nieuwe meerjarenraming na

verwerking van de mutaties sub 2.

Ad 4 Dit zijn de bedragen voor nieuw beleid waar-

over ons college op 7 juli heeft besloten.

Ad 5 Deze besluitvorming zou zonder dekkings-

maatregelen tot genoemde tekorten leiden.

Ad 6 Gelet hierop is besloten tot een bezuiniging op

de directe uitgaven van € 4 miljoen in 2006 en

€ 5 miljoen in 2007 e.v.

Ad 7 In aanvulling hierop zijn in 2006 en 2009 (inci-

dentele) onttrekkingen aan de Saldireserve

noodzakelijk om de begroting 2006 en de

meerjarenraming 2009 sluitend te maken.

Ad 8 Met inachtneming van het vorenstaande

resteert voor de jaren 2007 en 2008 een

beperkte financiële ruimte.

1 Financieel kader zoals vastgesteld in de -930,8 +2.716,0 +1.491,9 -3.020,3

voorjaarsnota 2005/kaderbrief 2006

2 Saldo mutaties na 7 juli 2005 -78,5§ -1.160,0 -960,0 -1.275,0

3 Huidige meerjarenraming -1.009,3 1.556,0 531,9 -4.295,3

4 Totaal nieuw beleid t.l.v. algemene middelen -7.095,5 -4.060,7 -1.880,7 -768,4

5 Te dekken -8.104,8 -2.504,7 -1.348,8 -5.063,7

6 Ombuigingen 4.000,0 5.000,0 5.000,0 5.000,0

7 Incidenteel Saldireserve (sluitend maken begroting) 4.104,8 - - 63,7

8 Nieuwe meerjarenraming 0 2.495,3 3.651,2 0

Omschrijving (getallen x € 1.000) 2006 2007 2008 2009

Page 177: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■176

4.3 Het overzicht van baten enlasten en toelichting

Programma Rekening Begroting Begroting

2004 2005 2006

Totaaloverzicht van baten en lasten dienstjaar 2006

Burger en Bestuur

Lasten 5.969.300 7.031.000

Baten 53.600 53.600

Saldo 5.248.634- 5.915.700- 6.977.400-

Bestuur en andere overheden

Lasten 4.406.900 2.793.200

Baten - -

Saldo 2.368.807 4.406.900 2.793.200-

Vaar(wegen), verkeer en mobiliteitsmanagement

Lasten 106.259.300 120.783.400

Baten 16.867.300 26.924.400

Saldo 71.128.071 89.392.000 93.859.000-

Openbaar vervoer

Lasten 53.532.600 55.380.600

Baten 43.255.500 43.233.800

Saldo 21.333.151- 10.277.100- 12.146.800-

Water

Lasten 3.864.300 3.053.600

Baten 1.457.800 2.105.900

Saldo 3.046.138- 2.406.500- 947.700-

Milieu

Lasten 27.991.300 20.436.900

Baten 17.234.700 16.993.400

Saldo 5.485.713- 10.756.600- 3.443.500-

Recreatie en natuur

Lasten 32.741.325 29.520.900

Baten 4.238.700 542.600

Saldo 14.015.404- 28.502.625- 28.978.300-

Economische en landbouw

Lasten 20.537.140 16.534.700

Baten 34.000 34.000

Saldo 15.596.727- 20.503.140- 16.500.700-

Welzijn en (jeugd)zorg

Lasten 70.747.100 92.796.000

Baten 50.749.400 65.048.600

Saldo 21.849.782- 19.997.700- 27.747.400-

Page 178: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 177

Toelichting op de tabel:

Het totaaloverzicht van baten en lasten bevat:

a Per programma, of per programmaonderdeel, de

raming van de baten en lasten en het saldo.

b Het overzicht van de geraamde algemene dek-

kingsmiddelen en het geraamde bedrag voor

onvoorzien.

c Het geraamde resultaat voor bestemming, vol-

gend uit de onderdelen a en b.

d De beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan

reserves per programma.

e Het geraamde resultaat na bestemming, volgend

uit de onderdelen c en d.

Kunst, cultuur en educatie

Lasten 31.970.700 31.897.700

Baten 3.532.800 4.315.600

Saldo 26.841.624- 28.437.900- 27.582.100-

Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting

Lasten 34.893.700 27.465.600

Baten 20.000.000 20.000.000

Saldo 10.254.094- 14.893.700- 7.465.600-

Staf en ondersteuning

Lasten 3.633.300 6.682.400

Baten 1.690.600 1.569.200

Saldo 791.132- 1.942.700- 5.113.200-

Financiering en algemene dekkingmiddelen

Lasten/Onvoorzien 130.332.300 119.669.200

Baten 260.275.400 277.443.600

Saldo 207.869.533 129.943.100 157.774.400

Totaal lasten 526.879.265 534.045.200

Totaal baten 419.389.800 458.264.700

Resultaat 9.910.256 107.489.465- 75.780.500-

Saldo voor bestemming 107.489.465- 75.780.500-

Onttrekkingen aan reserves 123.849.165 96.025.700

Stortingen in reserves 16.359.700 20.245.200

Saldo na bestemming - -

Page 179: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■178

Page 180: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 179

5 Bijlagen■

Page 181: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■180

Page 182: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 181

Bijlage 5.1

Staat van investeringen en financiering

Page 183: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■182

5.1 Staat van investeringen en financiering dienstjaar 2006

Vermoedelijke Vermeerde- Verminde- Vermoedelijke Omschrijving stand per ringen ringen Afschrijvingen stand per Zie specificatie in Bijlage:

31-12-2005 2006 2006 2006 31-12-2006

€ € € € € ACTIVA

1. Immateriële activa 7.136.299 2.780.100 - 2.780.100 7.136.299 5.2

2. Materiële activa 282.499.060 193.148.000 95.250.000 55.904.400 324.492.660a. Investeringen met economisch nut 66.390.068 - - 2.256.500 64.133.568 5.2b. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut 216.108.992 193.148.000 95.250.000 53.647.900 260.359.092 5.2

3. Financiële vaste activa 89.355.965 - - - 89.355.965a. Deelnemingen 89.355.965 89.355.965 5.2b. Bijdrage aan activa in eigendom van derden - 773.900 - 773.900 - 5.2

4. Verstrekte langlopende leningen 341.798.100 372.600 93.824.300 - 248.346.400 5.6

Totaal 720.789.424 197.074.600 189.074.300 59.458.400 669.331.324

PASSIVA

6. Algemene reserves 144.471.600 4.500.000 4.104.800 144.866.800 5.7

7. Bestemmingsreserves 536.600.400 15.745.200 91.920.900 460.424.700 5.7

8. Voorzieningen 165.441.500 278.276.900 165.111.200 278.607.200 5.7

9. Opgenomen langlopende leningen - - - - -

Totaal 846.513.500 298.522.100 261.136.900 - 883.898.700

↓ ↓Overschot/ tekort aan financieringsmiddelen 125.724.076 88.843.300 214.567.376

mutatie

Page 184: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 183

Bijlage 5.2

Staat van geactiveerde investeringen/deelnemingen

Page 185: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■184

5.2 Staat van geactiveerde investeringen en deelnemingen

Oorspronkelijk Vermeer- Verminde- Oorspronkelijk Vermeer- Verminde- OorspronkelijkOmschrijving van de investeringen bedrag van de deringen ringen bedrag van de deringen ringen bedrag van de

investeringen in 2005 in 2005 investeringen in 2006 in 2006 investeringenbegin 2005 eind 2005 eind 2006

(kolom 2+3-4) (kolom 5+6-7)

2 3 4 5 6 7 8

€ € € € € € €1. IMMATERIELE ACTIVAa. kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen

en disagio:

1. Kosten verbonden aan het sluiten van geld-leningen en disagio 11.195.799 4.414.700 15.610.499 2.780.100 18.390.599

Subtotaal a. immateriële activa 11.195.799 4.414.700 - 15.610.499 2.780.100 - 18.390.599

b. kosten van onderzoek en ontwikkeling:

Subtotaal b. immateriële activa - - - - - - -

Totaal immateriële activa 11.195.799 4.414.700 - 15.610.499 2.780.100 - 18.390.599

2. MATERIELE VASTE ACTIVA

a. investeringen met een economisch nut

1. Krediet grondbeleid (incl.rentebijschrijving) 10.624.751 4.000.000 14.624.751 14.624.751

2. Landgoed "Marquette" te Heemskerk 1.495.206 1.495.206 1.495.206

3. Weidegronden landgoed "Marquette" 280.132 280.132 280.132

4. Wimmenummerduinen 2.942.897 2.942.897 2.942.897

5. Perceel Welgelegenstraat 3 te Haarlem 134.936 134.936 134.936

6. Houtpleincomplex te Haarlem*aankoop kantorencomplex en winkelruimten 28.815.044 28.815.044 28.815.044*optimalisering kantorencomplex 6.491.928 2.000.000 8.491.928 8.491.928

7. Voorbereidingskosten vervangende nieuwbouw provinciehuis te Haarlem 5.518.282 1.219.000 6.737.282 6.737.282

Idem, rentebijschrijving 480.500 159.285 639.785 639.785

Voorbereidingskrediet renovatie PaviljoenlaanWelgelegen

8. Perceel Paviljoenslaan 13-15 te Haarlem 209.702 209.702 209.702

9. Beveiliging bestuurscentrum Dreef 3 en Houtplein-gebouw 408.402 408.402 408.402

10. Onderkomens muskusrattenvangers 874.006 874.006 874.006

11. Restauratie en inrichting gebouw Mercurius teWormer als archeologisch depot 2.949.571 2.949.571 2.949.571

12. Vervanging technische infrastructuur* telefooncentrale en bekabeling 3.629.766 3.629.766 3.629.766

13. Meubilair CBD 680.506 680.506 680.506

14. Nieuwe website en intranet* aanvullend krediet 551.204 551.204 551.204

15. Financieel systeem 3.725.000 3.725.000 3.725.000

Subtotaal a. investeringen met economisch nut 69.811.833 7.378.285 - 77.190.118 - - 77.190.118

1

Dienstjaar 2005

Page 186: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 185

dienstjaar 2006

Dienstjaar 2006

Percen- Rente- Totaal van de Afschrijvingen Boekwaarde Boekwaarde Gemiddelde Toegerekende Totaal van detage per- afschrijvingen 2006 per per boekwaarde rentelasten kapitaallasten Toelichtingaf- cen- aan het begin 1-1-2006 31-12-2006

schrij- tage van 2006ving

(kol 5-11) (kol 8-11-12) (kol 13+14):2 (kolom 12+16)

9 10 11 12 13 14 15 16 17 18

€ € € € € € €

8.474.200 2.780.100 7.136.299 7.136.299 7.136.299 2.780.100 nummer 012

8.474.200 2.780.100 7.136.299 7.136.299 7.136.299 - 2.780.100

- - - - - - -

8.474.200 2.780.100 7.136.299 7.136.299 7.136.299 - 2.780.100

2,8 14.624.751 14.624.751 14.624.751 409.500 409.500 activering rentekosten

4 7,5 1.446.205 24.500 49.001 24.501 36.751 2.700 27.200 nummer 621

4 7,5 246.532 11.200 33.600 22.400 28.000 2.100 13.300 idem

4 7,5 1.412.667 117.700 1.530.230 1.412.530 1.471.380 110.500 228.200 idem

4 7,5 118.136 5.600 16.800 11.200 14.000 1.100 6.700 nummer 170

40jr/ann 4,5 1.472.840 335.500 27.342.204 27.006.704 27.174.454 1.230.400 1.565.900 apparaatskosten 13jr/ann 5,25 769.065 571.800 7.722.863 7.151.063 7.436.963 432.000 1.003.800 idem

2 - - 6.737.282 6.737.282 6.737.282 147.800 147.800 activering rentekosten

2 - - 639.785 639.785 639.785 11.200 11.200 activering rentekosten

activering rentekosten

4 7,5 173.142 8.400 36.600 28.200 32.400 2.400 10.800 apparaatskosten

15jr/ann 7 166.745 27.900 241.657 213.757 227.707 16.900 44.800 idem

3 1/3 7,5 383.083 29.100 490.923 461.823 476.373 35.700 64.800 nummer 421

4 7,5 962.571 118.000 1.987.000 1.869.000 1.928.000 144.700 262.700 nummer 839

10jr/ann 4,25 1.621.947 368.900 2.007.819 1.638.919 1.823.369 85.300 454.200 apparaatskosten

15jr/ann 6,5 330.144 49.600 350.362 300.762 325.562 22.800 72.400 idem

4jr/ann 5 405.504 145.700 145.700 0 72.850 7.300 153.000 idem

7jr/ann 4,75 1.291.509 442.600 2.433.491 1.990.891 2.212.191 115.600 558.200 idem

10.800.090 2.256.500 66.390.068 64.133.568 65.261.818 2.778.000 5.034.500

Page 187: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■186

5.2 Staat van geactiveerde investeringen en deelnemingen

Oorspronkelijk Vermeer- Verminde- Oorspronkelijk Vermeer- Verminde- OorspronkelijkOmschrijving van de investeringen bedrag van de deringen ringen bedrag van de deringen ringen bedrag van de

investeringen in 2005 in 2005 investeringen in 2006 in 2006 investeringenbegin 2005 eind 2005 eind 2006

(kolom 2+3-4) (kolom 5+6-7)

1 2 3 4 5 6 7 8

€ € € € € € €

b. Investeringen in openbare ruimte met een maatschappelijk nut

1. Provinciale wegen - 308.268.326 77.910.000 40.350.000 345.828.326 170.250.000 95.250.000 420.828.326

2. Achterstallig onderhoud vaarwegen - 7.042.339 150.000 7.192.339 2.700.000 9.892.339

3. Vervanging boordvoorzieningen NoordhollandschKanaal 595.000 595.000 20.198.000 20.793.000

Subtotaal b. investeringen in openbare ruimte met een maatschappelijk nut 315.310.665 78.655.000 40.350.000 353.615.665 193.148.000 95.250.000 451.513.665

Totaal materiële vaste activa 385.122.498 86.033.285 40.350.000 430.805.783 193.148.000 95.250.000 528.703.783

3. FINANCIELE VASTE ACTIVA

a. Deelnemingen

1. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten 1.525.875 1.525.875 1.525.875

2. N.V. Luchtvaartterrein Texel 12.252 12.252 12.252

3. Nederlandse Waterschapsbank N.V. 11.845 11.845 11.845

4. N.V. Ontwikkelingsmaatschappij Noord-Holland 45.378 45.378 45.378

5. N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland 6.806.703 6.806.703 6.806.703

6. N.V. NUON 61.962.205 61.962.205 61.962.205

7. N.V. Afvalzorg Noord-Holland 14.294.078 14.294.078 14.294.078

8. C.V. Business Park Ymond BPY 453.780 453.780 453.780

9. FIRON B.V.: 18.605 18.605 18.605

10. Schiphol Area Development Company N.V.:* deelname aandelenkapitaal 2.287.052 2.287.052 2.287.052idem,uitbreiding aandelenkapitaal 796.720 796.720 796.720

11. Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzee-kanaalgebied N.V. (RON) 317.646 317.646 317.646

12. Zeehaven IJmuiden N.V. 408.402 408.402 408.402

13. N.V. Landelijke Bouwkunst West-Friesland 45.378 45.378 45.378

14. N.V. Oostindiëvaarder "Amsterdam" 45 45 45

15. N.V. Groenbeheer 370.000 370.000 370.000

Subtotaal a. deelnemingen 89.355.965 - - 89.355.965 - - 89.355.965

b. Bijdragen aan activa in eigendom van derden

1. Bijdrage in het project Diemervijfhoek 47.474 250.000 297.474 773.900 1.071.374

Subtotaal b. bijdragen aan activa in eigendom van derden 47.474 250.000 - 297.474 773.900 - 1.071.374

T0TAAL GEACTIVEERDE INVESTERINGEN 485.721.736 90.697.985 40.350.000 536.069.721 196.702.000 95.250.000 637.521.721

Dienstjaar 2005

Page 188: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 187

dienstjaar 2006

Dienstjaar 2006

Percen- Rente- Totaal van de Afschrijvingen Boekwaarde Boekwaarde Gemiddelde Toegerekende Totaal van detage per- afschrijvingen 2006 per per boekwaarde rentelasten kapitaallasten Toelichtingaf- cen- aan het begin 1-1-2006 31-12-2006

schrij- tage van 2006ving

(kol 5-11) (kol 8-11-12) (kol 13+14):2 (kolom 12+16)

9 10 11 12 13 14 15 16 17 18

€ € € € € € €

10.305.300 63.650.600 nummer 306 01 en 306 024 div 136.455.711 53.345.300 209.372.615 231.027.315 220.199.965 <

1.687.500 1.687.500 activering rentekosten

311.800 599.500 nummer 3354 div 1.050.962 287.700 6.141.377 8.553.677 7.347.527 <

60.800 60.800 activering rentekosten

2,5 4,0 - 14.900 595.000 20.778.100 10.686.550 427.400 442.300 nummer 334

137.506.673 53.647.900 216.108.992 260.359.092 238.234.042 12.792.800 66.440.700

148.306.763 55.904.400 282.499.060 324.492.660 303.495.860 15.570.800 71.475.200

- 1.525.875 1.525.875 1.525.875

- 12.252 12.252 12.252

- 11.845 11.845 11.845

- 45.378 45.378 45.378

- 6.806.703 6.806.703 6.806.703

- 61.962.205 61.962.205 61.962.205

- 14.294.078 14.294.078 14.294.078

- 453.780 453.780 453.780

- 18.605 18.605 18.605

- 6,2 2.287.052 2.287.052 2.287.052 142.000 142.000 nummer 712 - 6,2 796.720 796.720 796.720 49.500 49.500 idem

- 317.646 317.646 317.646

- 7,5 408.402 408.402 408.402 30.900 30.900 nummer 712

- 45.378 45.378 45.378

- 45 45 45

- 5,0 370.000 370.000 370.000 18.500 18.500 nummer 611

89.355.965 89.355.965 89.355.965 240.900 240.900

297.474 773.900 773.900 nummer 911 (t.l.v. FINH)

297.474 773.900 - - - - 773.900

157.078.437 59.458.400 378.991.324 420.984.924 399.988.124 15.811.700 75.270.100

Page 189: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■188

Page 190: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 189

Bijlage 5.3

Overzicht van het verloop van de

investeringskredieten

Page 191: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■190

5.3 Overzicht van het verloop van de investeringskredieten dienstjaar 2006

Bijlage Cate- Besluit van provinciale Totaal Te besteden Nog te beste-num- gorie Omschrijving van de investeringsuitgaven staten krediet vanaf 2005 den in demer num- (begrotingswijziging) volgende

mer 2005 2006 dienstjaren

€ € € € €

5.2 1. IMMATERIELE ACTIVA

2. MATERIELE VASTE ACTIVA

a. investeringen met een economisch nut

2.0 Krediet voor anticiperende grondaankopen 1e/1994/10.12.2001 nr. 66 27.200.000 17.182.799 4.000.000 memorie 13.182.7992.0 Verkoop gronden

Optimalisering Houtpleincomplex2.1 * oorspronkelijk krediet voorjaarsbericht 2001 16.790.000

8.016.240 2.000.000 memorie 6.016.240* verlaging oorspronkelijk krediet voorjaarsbericht 2003 2.281.700-

2.1 Perceel Welgelegenstraat 3 te Haarlem voorjaarsbericht 2004 100.000 19.836 memorie memorie 19.836

Vervangende nieuwbouw Provinciehuis2.1 *voorbereidingskrediet; oorspronkelijk krediet najaarsbericht 2000 681.000 - - -2.1 * aanvullend krediet voorjaarsbericht 2002 1.600.000 - - -2.1 * aanvullend krediet najaarsbericht 2002 2.500.000 - - -2.1 * aanvullend krediet voorjaarsbericht 2004 3.219.000 2.460.553 1.219.000 memorie 1.241.553

8.1 * rentebijschrijving jaarlijkse begroting 282.861 159.285 159.285 - -

Voorbereiding ondergrondse parkeergarage Dreef2.1 * oorspronkelijk krediet voorjaarsbericht 2004 1.200.000 1.200.000 memorie memorie 1.200.000

51.291.161 29.038.713 7.378.285 - 21.660.428

b. investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut

Aanleg en reconstructie van provinciale wegen2.0 Grondaankopen diverse 145.720.109 110.175.347 15.000.000 - 95.175.3472.1 Overige investeringkosten 1) diverse 739.034.637 670.094.933 57.961.371 142.562.500 469.571.0624.1 Bijdragen aan derden diverse 10.650.109 5.199.146 4.103.529 1.000.000 95.6178.1 Rentebijschrijving diverse 2.532.600 2.532.600 845.100 1.687.500 -

897.937.455 788.002.026 77.910.000 145.250.000 564.842.026

4.1 Bijdragen van derden diverse 168.660.000- 90.002.400- 20.434.879- 26.774.500- 42.793.021-6.0 Bijdragen uit fondsen (zie Bijlage 6.6) diverse 119.594.822- 115.594.822- 19.915.121- 68.475.500- 27.204.201-

288.254.822- 205.597.222- 40.350.000- 95.250.000- 69.997.222-

Provinciale vaarwegen -2.1 Uitbesteed onderhoud diverse 10.359.020 1.750.172 150.000 2.700.000 1.099.828-8.1 Rentebijschrijving diverse 64.125 64.125 3.375 60.750 -

10.423.145 1.814.297 153.375 2.760.750 1.099.828-

2.1 Vervanging boordvoorzieningen NoordhollandschKanaal diverse 38.165.000 38.165.000 595.000 20.198.000 17.372.000

c. Bijdragen aan activa in eigendom van derden

4.1 Bijdrage in project Diemervijfhoek voorjaarsbericht 2000 2.786.211 2.738.768 250.000 773.900 1.714.8686.0 Afschrijving ten laste van Fonds investeringen N-H 821.342- 773.900- - 773.900- -4.1 Bijdrage andere participanten 1.964.869- 1.964.868- 250.000- - 1.714.868-

- - - - -

Investeringsuitgaven 1.000.602.972 859.758.804 86.286.660 168.982.650 604.489.494Inkomsten t.z.v. investeringsuitgaven 291.041.033- 208.335.990- 40.600.000- 96.023.900- 71.712.090-

Netto investeringsuitgaven 709.561.939 651.422.814 45.686.660 72.958.750 532.777.404

Vermoedelijke uitgavenin de begrotingsjaren

5.2

Page 192: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 191

Bijlage 5.4

Specificatie van het verloop van

investeringskredieten betreffende het Fonds

Investeringen Noord-Holland en UNA (inclusief Extra

Investeringsimpuls Noord-Holland)

Page 193: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■192

5.4 Specicatie van het verloop van investeringskredieten betreffende de reserve FINH en het UNA compartiment in de algemene reserve

Omschrijving van de investeringen Ontvanger/respectievelijk Besluit van Besluit van Provinciale Provinciale

Staten Staten

jaar/nummer datum

FINH EXCLUSIEF UNA-COMPARTIMENT

A. FINH-Projecten waartoe Provinciale Staten reeds

besloten hebben:

Projecten Eerste investeringsprogramma

1 Deelprojecten Groene As Deelverordening 1997-58 03-11-972 Zaans Museum Stichting Zaans Museum 1997-03 19-01-983 Australiehaven-Westpoort gemeente Amsterdam 1997-05 19-01-984 Uitbreiding Bollenarseaal (Anna Paulowna West) 1998-09 09-03-985 Herstructurering glastuinbouw:6 a. verbetering ontsluitingssituatie 1998-20 06-04-987 b. voorbereidings- en procesmanagement 1998-20 06-04-988 c. bevordering grondmobiliteit 1998-20 06-04-989 d. Inrichtingsplan Glastuinbouwgebied Het Grootslag Gemeenten Wervershoof en Andijk 2002-39 13-05-02

Subtotaal 1 t/m 9

Projecten Overgangsprogramma 1998

10 HAL-Groenstructuur: grondverwerving Heerhugowaard Zuid 1998-51 12-10-9811 Verbetering accommodaties jeugdhulpverlening 1e+2e tranche 1998-61 09-11-9812 Herstructurering industrieterrein Medemblik 1998-62 09-11-9813 HAL OpenbaarVervoer-corridor, deel a deelproject 1998-84 14-12-9814 Theater De Toneelschuur gemeente Haarlem 1998-86 14-12-9815 Uitdiepen Alkmaarder- en Uitgeestermeer 1998-87 14-12-9816 Oude Rijkswerf te Den Helder gemeente Den Helder 2000-55 13-11-0017 Zomer in de Kop: parkeerplaats Falga gemeente Den Helder 1998-90 14-12-9818 Bovenlanden Aalsmeer 1998-89 14-12-98

Subtotaal 10 t/m 18

Projecten investeringsprogramma 1999

19 Verbetering Haven Huizen gemeente Huizen 1999-50 13-09-9920 Business Park IJmond: deelproject Triport gemeente Velsen 1999-43 13-09-9921 Schouwburg/congrescentrum Hoorn gemeente Hoorn 1999-44 13-09-9922 Verbetering Vaarwegen De Zaan gemeente Zaanstad 1999-79 13-12-9923 Diemer Vijfhoek (voorm.PEN-eiland) provincie Noord-Holland 1999+vjn200524 Blauwe loper: Groenontwikkelingsplan HAL-gebied deelverordening 2000-15 21-12-9925 Duurzaam bedrijfsterrein de Trompet (Heemskerk) gemeente Heemskerk 1999-84 13-12-9926 Hemhavens Amsterdam; tweede fase gemeente Amsterdam 2000-3 17-01-0027 Gedeeltelijke herbouw en restauratie vier molens: div. (rechts)personen 1999-58 11-10-99

- De Twuyver J. Kriek- De Krijgsman Stichting Molen de Krijgsman

28 Buitendijksterrein de Pieterman (Edam-Volendam) gemeente Edam/Volendam 2000-62 25-09-00

Subtotaal 19 t/m 28

Projecten begroting 2000

29 Theater de Purmaryn (Purmerend) gemeente Purmerend 1999-55a 15-11-9930 Aansluiting op A7 Noorder-Koggenland gem. Noorder-Koggenland 1999-55a 15-11-9931 Museum In 't Houten Huis - Graft de Rijp gemeente Graft de Rijp 2000-35 15-05-0032 Gedeeltelijke herbouw en restauratie van molens: 2000-35 15-05-00

- De Zwarte Ruiter S. Siewertsz van Reesema- De Slootgaardmolen R.W. Goossens

33 Landschapspark Assumburg/Oud Haerlem gemeente Heemskerk 2000-35 15-05-0034 Therapie reumabad Stadsdeel De Baarsjes gemeente Amsterdam 2000-35 15-05-00

Subtaal 29 t/m 34

Page 194: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 193

dienstjaar 2006

Maximaal Restant Te besteden Afdeling Nummer krediet krediet in volgende begroting

dienstjaren

2005 2006 2007 2008 2009

€ € € € € € € €

2.070.539 1.975.852 1.975.852 WNLO 600 72794.116 67.800 17.000 17.000 17.000 16.800 - ZWC 830 73

2.268.900 324.400 324.400 - ELM 712 712.280.245 1.974.236 2.630.000 655.764- ELM 731 71

2.268.901 229.755 229.755 ELM 731 72794.100 125.400 31.400 31.400 31.400 31.200 - ELM 731 73

3.063.016 2.630.000 2.630.000- - ELM 731 741.471.600 1.425.075 386.500 386.500 289.900 362.175 ELM 731 75

15.011.417 8.752.500 759.300 434.900 338.300 48.000 - 1.912.018

4.991.600 1.458.600 1.458.600 WNLO 600 7311.833.700 250.000 250.000 ZWC 880 71

871.300 784.100 784.100 ELM 713 714.878.100 4.878.100 1.300.800 1.300.800 975.700 1.300.800 RWB 342 71

680.700 136.100 136.100 ZWC 830 701.477.100 295.400 147.700 147.700 WNLO 610 718.667.200 2.044.400 400.000 177.700 1.466.700 ELM 711 71

351.700 70.300 70.300 ELM 711 73473.860 68.500 68.500 ELM 731 76

34.225.260 9.985.500 1.848.500 1.478.500 975.700 - - 5.682.800

2.268.900 692.500 692.500 ELM 712 72907.600 181.500 181.500 ELM 713 70

3.857.100 771.400 771.400 - ZWC 830 71816.800 343.400 343.400 RWB 335 71821.400 773.900 250.000 773.900 151.700 401.700- RWB 911 71

1.043.700 1.043.700 1.043.700 WNLO 600 741.134.500 579.700 579.700 ELM 713 721.089.100 1.089.100 1.089.100 ELM 712 73

-195.700 39.100 10.000 4.600 19.500 5.000 ZWC 839 71171.200 34.200 34.200 ZWC 839 72

1.973.900 1.688.200 705.000 394.800 588.400 ELM 714 71

14.279.900 7.236.700 1.736.400 1.173.300 171.200 - - 4.155.800 -

680.700 9.000 9.000 ZWC 830 69830.400 830.400 830.400 - RWB 306 71794.100 158.800 158.800 ZWC 830 74

212.700 57.200 57.200 ZWC 839 74107.500 25.000 25.000 ZWC 839 75

2.745.400 676.100 549.000 127.100 WNLO 620 741.815.100 1.516.600 815.100 701.500 ZWC 880 73

7.185.900 3.273.100 2.194.500 - - - - 1.078.600

Vermoedelijke uitgaven in het begrotingsjaar

Page 195: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■194

5.4 Specicatie van het verloop van investeringskredieten betreffende de reserve FINH en het UNA compartiment in de algemene reserve

Omschrijving van de investeringen Ontvanger/respectievelijk Besluit van Besluit van Provinciale Provinciale

Staten Staten

jaar/nummer datum

Projecten begroting 2001

35 Goois museum te Hilversum gemeente Hilversum 2000-55 13-11-0036 Westergasfabriek,Stadsdeel Westerpark Amsterdam gemeente Amsterdam 2000-55 13-11-0037 Stelling van Amsterdam: Fort Spijkerboor Natuurmonumenten 2000-55 13-11-0038 Blauwe netwerk: diverse deelprojecten (ingetrokken VJB2004) deelverordening 2000-55 13-11-0039 Industrieel Erfgoedpark De Hoop - Uitgeest Stichting Industrieel Erfgoedpark De Hoop 2000-55 13-11-0040 Zeehaven IJmuiden Diverse locaties Zeehaven IJmuiden N.V. 2000-55 13-11-0041 Amsterdam Westhaven Fase 1 gemeente Amsterdam 2000-55 13-11-0042 Ecologische verbindingszones Amstelmeergebied 2001-34 21-05-0143 ACB-terrein Beverwijk gemeente Beverwijk 2001-34 21-05-0144 Restwarmteproject HVC 2001-34 21-05-0145 Paleiskade Haven Den Helder 2001-34 21-05-0146 Landinrichtingsprojecten 2001-2003 deelverordening 2001-40 22-05-01

- deelproject procesmanagement- deelproject projecten

47 Wijksteunpunten Plus deelverordening 2001-34 21-05-0148 Reacreatiegebied Geestmerambacht: waterrijke variant 2001-34 21-05-0149 Woon/werkproject Ridderikhoff Hoorn Stichting Stadsherstel Hoorn 2001-34 21-05-0150 Subsidies duurzame-energiepakket N-H 2001-2005 deelverordening 2001-45 22-05-01

Subtotaal 35 t/m 50

Projecten Begroting 2002

51 Fort Vijfhuizen St. Kunstfort Vijfhuizen 2001-55 5-11-0152 Renovatie Concertgebouw Haarlem gemeente Haarlem 2001-55 5-11-0153 Wielerbaan Alkmaar Gemeente Alkmaar 2001-55 5-11-0154 Natuurbrug Zanderij Crailoo St. het Goois Natuurreservaat 2001-55 5-11-0155 Kenniscentrum WMC+Wieringermeer St. Kenniscentrum WMC+ 2002-30 13-05-0256 ICT en Zorg 2002-30 13-05-0257 IKTC Zaanstad 2002-79 21-10-02

Subtotaal 51 t/m 57

Begrotingsjaar 2003

58 Groen- en waterplan IJmondgemeenten Gemeente Beverwijk, Heemskerk en Velsen 2002-70a59 Kunstijsbaan Hoorn Gemeente Hoorm 2002-70a60 Renovatie - overkapping Kunstijsbaan Haarlem Gemeente Haarlem 2002-70a61 Revitalisering Zaanse Schans: herbouw molen Het Jonge Schaap Stichting De Zaanse Molen 2002-70a62 Herstel Biotoop Ilperveld (Krediet verlaagd bij VJB2004) Stichting Noord-Hollands Landschap 2002-70a63 Den Helder Offshore Service&Logistics Center Gemeente Den Helder 2002-70a64 Bezoekerscentrum Natiomaal Park Duinen van Texel Stichting EcoMare Texel 2002-70a65 Fort Uitermeer (verhoging bij VJB 2003) 2002-70a/2003/4466 Deelsanering Ilperveld Integraal Stichting Noord-Hollands Landschap 2002-70a67 Herstructurering Bedrijventerreon Zandhorst 1 Heerhugowaard Gemeente Heerhugowaard 2002-70a

Subtotaal 58 t/m 67

Voorjaarsbericht 2004 + Begroting 2005

68 Reconstructie stadshaven Schagen Gemeente Schagen69 Trust waterrijke variant uitbr.recreatieschap Geestmerambacht Recretaieschap Geestmerambacht70 Realisatie van het Beheerpad Ilperveld Stichting Landschap Noord-Holland76 Therapiebad Bussum Gemeente Bussum77 Kleinschalige woonvormen voor mensen met dementie

Subtotaal 68 t/m 77

Page 196: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 195

dienstjaar 2006

Maximaal Restant Te besteden Afdeling Nummer krediet krediet in volgende begroting

dienstjaren

2005 2006 2007 2008 2009

€ € € € € € € €

Vermoedelijke uitgaven in het begrotingsjaar

1.021.000 51.100 51.100 - ZWC 830 752.268.900 2.268.900 453.800 1.815.100 ZWC 839 77

487.800 310.800 97.500 213.300 ZWC 839 78- - - WNLO nvt

730.200 252.800 127.100 146.100 20.400- ELM 714 722.948.400 1.125.600 786.200 786.200 589.800 1.036.600- ELM 712 76

771.400 771.400 771.400 ELM 712 772.104.600 2.074.100 551.100 551.100 420.800 551.100 WNLO 600 75

704.700 494.800 140.900 353.900 ELM 712 78626.700 125.300 125.300 - ELM 531 73

2.124.100 1.972.800 424.800 1.548.000 ELM 713 73-

212.000 190.100 69.200 69.200 69.100 17.400- WNLO 600 774.791.900 3.599.300 719.900 719.900 719.900 719.700 719.900 WNLO 600 786.479.100 5.013.900 1.883.600 1.361.300 1.769.000 ZWC 860 731.815.100 1.815.100 484.000 484.000 363.100 484.000 WNLO 610 73

830.400 166.100 166.100 ZWC 860 744.448.800 4.448.800 1.805.400 907.600 1.735.800 ELM 531 74

32.365.100 24.680.900 7.594.600 5.150.700 2.162.700 719.700 - 9.053.200

1.646.300 684.200 329.200 355.000 ZWC 839 792.268.900 1.147.100 565.100 453.800 128.200 ZWC 830 721.729.600 86.500 86.500 ZWC 802 714.537.800 1.078.000 500.000 327.900 250.100 WNLO 620 76

817.000 163.400 163.400 - ELM 715 71680.700 455.800 151.900 151.900 152.000 - ZWC 860 72

1.000.000 1.000.000 1.000.000 ELM 715 72

12.680.300 4.615.000 1.709.600 933.600 152.000 - - 1.819.800

4.487.075 3.626.800 897.400 897.400 897.400 897.500 37.100 WNLO 600 763.693.000 738.600 738.600 - ZWC 802 723.802.100 2.456.500 760.400 1.696.100 ZWC 802 73

884.900 857.200 236.000 236.000 176.900 208.300 ELM 714 73865.500 360.125 100.000 100.000 160.125 WNLO 600 70

1.069.300 1.069.300 427.700 213.900 427.700 ELM 713 74715.000 143.000 143.000 - WNLO 620 78798.650 730.200 730.200 - WNLO 610 72

1.600.000 466.900 235.300 235.300 235.300 320.000 559.000- WNLO 600 711.151.500 1.124.800 230.300 230.300 230.300 433.900 ELM 713 75

19.067.025 11.573.425 3.760.300 1.912.900 1.539.900 1.956.100 - 2.404.225

592.300 592.300 592.300 - ELM 711 751.815.000 1.815.000 1.215.000 200.000 400.000 WNLO 611 72

387.900 387.900 200.000 187.900 - WNLO 600 791.450.000 1.450.000 1.450.000 - ZWC 802 75

680.000 680.000 680.000 - ZWC 860 71

4.925.200 4.925.200 4.137.300 387.900 - - - 400.000

Page 197: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■196

5.4 Specicatie van het verloop van investeringskredieten betreffende de reserve FINH en het UNA compartiment in de algemene reserve

Omschrijving van de investeringen Ontvanger/respectievelijk Besluit van Besluit van Provinciale Provinciale

Staten Staten

jaar/nummer datum

TOTAAL FINH EXCLUSIEF UNA-COMPARTIMENT

UNA-COMPARTIMENT

A. UNA-projecten waartoe Provinciale Staten reeds

besloten hebben:

1 Algemeen voorbereidingskrediet UNA 2001-34 21-05-012 Voorfinanciering grondaankoop PEHS Staat der Nederlanden 2002-28 15-04-02

a. Renteloos krediet t.b.v. aankoop van grondenb. Proceskosten (inzet extra menskracht DLG)

3 Hermitage a/d Amstel a. kleine Hermitage Stichting Hermitage a/d Amstel 2002-41 13-05-02b. grote Hermitage Stichting Hermitage a/d Amstel 2002-41 13-05-02

4 N201+ 2003-8 13-01-035 Realisatie Wieringerrandmeer 2003-8 13-01-036 ISV-programma Noord-Holland 2002-2004 Hilversum, Den Helder,Zaandam,Beverwijk 2003-8 13-01-037 Voorbereidingskrediet Realisatie Wieringerrandmeer 2003-8 13-01-038 Voorbereidingskrediet NH Maritiem/ Water als ec. drager 2003-8 13-01-039 Ilperveld Integraal Noord-Hollands Lanschap 2003-8 13-01-03

10 Herstructurering en innovatief ruimtegebruik bedrijventerreinen diversen 2003-70 10-11-0311 Baggerprogramma Noord-Holland 1e tranche diversen 2003-70 10-11-0312 Vernieuwingsimpuls Openluchrecreatie diversen 2003-91 8-12-03

Deelprojecten Sociaal Culturele. Infrastructuur 13 Nieuwbouw Regionaal Historisch Centrum Hoorn Gemeente Hoorn 2003-61 26-06-0314 DeelprojecRevitalisering Sluis bij Kudelstaart Gemeente Aalsmeer 2003-61 26-06-0315 EBH-project Haarlem Gemeente Haarlem 2003-95 12-1-0416 Museum Pest- en Dolhuys Haarlem Stichting Pest- en Dolhuys 2003-95 12-1-0417 Projectplan Sportinfrastructuur Noord-Holland Sportservice Noord-Holland 2003-95 12-1-0418 2e tranche ISV Programma 2005-2010 (Taskforce

Ruimtewinst) vjn200520 Baggerprogramma Noord-Holland 1e tranche (2e bijdrage) begr200521 Voorfinanciering grondaankoop PEHS (2e tranche) incl.ecoduct Zandvoortselaan € 1 mln. begr200522 De Adelaar Gemeente Zaanstad vjn200523 Noord-Holland Maritiem/ Water als economische drager Gemeente Niedorp 2004-108 31-01-2005

- Ansjoviskade te Niedorp24 Programma Sociaal Culturele Infrastrucuur Diversen 2005-40/41 04-07-2005

Subtotaal 1 t/m 24

B. UNA-projecten waartoe Provinciale Staten nog niet

besloten hebben:

25 Zeepoort IJmond

Subtotaal 25

TOTAAL UNA-COMPARTIMENT ALGEMENE RESERVE

EXTRA INVESTERINGSIMPULS NOORD-HOLLAND

26 N201+ (zie ook UNA project 4) 2004-72 11-10-200427 Aanvalsplan Wachtlijsten Jeugdzorg 2005-33 04-07-200528 Aansluiting gemeentelijk jeugdbeleid 2005-33 04-07-200529 Wijksteunpunten Breed 2005-33 04-07-200530 Mantelzorg 2005-33 04-07-200531 2005-33 04-07-200532 Hart winkels 2005-33 04-07-200533 2005-33 04-07-200534 Aansluiting met gemeentelijk jeugdbeleid 2005-33 04-07-200535 Verbetering museumaanbod 2005-33 04-07-2005

Breedtesport

Zorgaanbod voor jongeren met ernstige gedragsproblematiek

Page 198: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 197

dienstjaar 2006

Maximaal Restant Te besteden Afdeling Nummer krediet krediet in volgende begroting

dienstjaren

2005 2006 2007 2008 2009

€ € € € € € € €

Vermoedelijke uitgaven in het begrotingsjaar

139.740.102 75.042.325 23.740.500 11.471.800 5.339.800 2.723.800 - 26.506.400

1.983.000 1.967.775 300.000 300.000 300.000 300.000 767.775 FEZ 179 31WNLO 620 79

12.160.000 12.160.000 12.160.000 620 79340.000 272.000 68.000 68.000 68.000 68.000 620 79

2.000.000 400.000 400.000 - ZWC 830 767.075.600 7.075.600 7.075.600 ZWC nvt

112.800.000 101.333.549 18.500.000 36.000.000 15.533.500 31.300.049 RWB 306 7229.000.000 29.000.000 29.000.000 WNLO nvt21.800.000 12.680.000 5.240.000 1.960.000 5.480.000 RWB 932 712.500.000 1.331.319 900.000 431.319 WNLO 600 81

850.000 802.737 250.000 250.000 302.737 ELM 711 727.750.000 7.750.000 4.000.000 1.500.000 1.500.000 750.000 WNLO 600 80

23.500.000 23.500.000 5.875.000 5.875.000 5.775.000 5.975.000 ELM 713 765.000.000 4.755.200 1.000.000 3.755.200 ELM 510 72

20.000.000 20.000.000 5.650.000 5.000.000 5.000.000 4.350.000 WNLO 610 75

250.000 50.000 50.000 - ZWC 830 78490.000 490.000 98.000 392.000 ZWC 839 69

1.400.000 1.400.000 500.000 400.000 500.000 ZWC 839 70900.000 900.000 300.000 600.000 ZWC 830 79

1.500.000 1.140.000 250.000 200.000 200.000 200.000 290.000 ZWC 802 74

723.000 723.000 524.000 186.000 113.000 - 100.000- RWB 911 725.000.000 5.000.000 5.000.000 - ELM 510 72

12.500.000 12.500.000 12.500.000 WNLO 620 79728.000 728.000 728.000 - WNLO 802 70815.200 815.200 815.200 ELM

3.300.000 3.300.000 3.300.000 ZWC

274.364.800 250.074.380 45.633.000 54.239.000 28.489.500 2.000.000 - 119.712.880

memorie ELM

- - - - - - - -

274.364.800 250.074.380 45.633.000 54.239.000 28.489.500 2.000.000 - 119.712.880

31.300.000 31.300.00010.300.000 10.300.000 2.200.000 2.500.000 2.800.000 2.800.000 - ZWC 880 75

100.000 100.000 100.000 - ZWC 880 7611.000.000 11.000.000 3.000.000 4.000.000 4.000.000 - ZWC 860 751.500.000 1.500.000 500.000 500.000 500.000 - ZWC 860 761.000.000 1.000.000 250.000 150.000 150.000 150.000 150.000 150.000 ZWC 802 761.500.000 1.500.000 100.000 500.000 500.000 400.000 - ZWC 802 779.000.000 9.000.000 2.000.000 2.000.000 2.000.000 2.000.000 1.000.000 - ZWC 880 773.000.000 3.000.000 600.000 600.000 600.000 600.000 600.000 - ZWC 880 782.300.000 2.300.000 1.150.000 1.150.000 - ZWC 830 68

Page 199: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■198

5.4 Specicatie van het verloop van investeringskredieten betreffende de reserve FINH en het UNA compartiment in de algemene reserve

Omschrijving van de investeringen Ontvanger/respectievelijk Besluit van Besluit van Provinciale Provinciale

Staten Staten

jaar/nummer datum

36 Vergroting bekendheid en publieksbereik erfgoed 2005-33 04-07-200537 Behoud en beheer archeologie 2005-33 04-07-200538 Voorbereidingskrediet Extra Investeringsimpuls 2005-33 04-07-2005

TOTAAL EXTRA INVESTERINGSIMPULS NOORD-HOLLAND

TOTAAL FINH + UNA + EXTRA INV.IMPULS

Page 200: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 199

dienstjaar 2006

Maximaal Restant Te besteden Afdeling Nummer krediet krediet in volgende begroting

dienstjaren

2005 2006 2007 2008 2009

€ € € € € € € €

Vermoedelijke uitgaven in het begrotingsjaar

100.000 100.000 100.000 - ZWC 839 671.200.000 1.200.000 250.000 316.700 316.700 316.600 - ZWC 839 68

10.000.000 10.000.000 1.000.000 3.000.000 3.000.000 3.000.000 - DIV 179 32

82.300.000 82.300.000 11.250.000 14.716.700 13.866.700 9.266.600 1.750.000 150.000

414.104.902 325.116.705 80.623.500 80.427.500 47.696.000 13.990.400 1.750.000 146.369.280

Page 201: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■200

Page 202: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 201

Bijlage 5.5

Overzicht EMU-saldo

Page 203: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■202

Bijlage 5.5 Berekening EMU-saldo provincie Noord-Holland dienstjaar 2006

onder- Omschrijving 2005 2006 2007deel

€ € € +1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit

reserves (zie BBV, artikel 17c) 107.489- 75.781- 47.357-

+2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 19.748 59.458 53.295

+3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 8.072 5.595 1.288

-4 Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 86.287- 168.983- 169.200-

+5 De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachteontvangen bijdragen van het rijk, de provincies, de EuropeseUnie en overigen 34.036 96.023 95.000

+6a Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) - - -

-6b Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa - - -

-7 Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-,woonrijp maken e.d. 4.000- - -

+8a Verkoopopbrengsten van grond (tegen verkoopprijs) - - -

-8b Boekwinsten op grondverkopen - - -

-9 Betalingen ten laste van de voorzieningen 166.838- 165.111- 151.718-

-10 Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen e.d.) wordenen die nog vallen onder één van de andere genoemde posten - - -

-11 Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen - - -

Berekend EMU-saldo 302.757- 248.798- 218.692-

x 1.000

Page 204: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 203

Bijlage 5.6

Staat van verstrekte langlopende leningen

Page 205: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■204

5.6 Staat van verstrekte langlopende geldleningen

Restant bedrag Bedrag van deOorspronkelijk Rente van de lening in de loop van

Omschrijving bedrag van de percen- per 1 januari 2006 tegeldlening Provinciale c.q. Koninklijke goed- tage 2006 verstrekken

Gedeput. Staten keuring leningen

€ € €Leningen aan deelnemingen

N.V. NUON 45.378.000 21-12-1995; 83 div. 17.454.200

N.V. NUON (achtergestelde converteerbarelening, retour 18 maart 2006) 3.906.500 3.906.500

N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland 28.588.200 div. div. 5.354.600

Recreatie Noord-Holland N.V. memorie

Overige langlopende leningen

Coöperatieve Visafslag Den Oever 226.900 21-12-1993; 21 - 106.500

Stadsverwarming Gemeente Purmerend 7.962.900 13-01-1997; 6 4,000 9.315.500 372.600

Investeringsmaatschappij Noordzeekanaal-gebied C.V. 6.800.000 3.317.600

Overige uitzettingen met een rente-typische looptijd van 1 jaar en langer

ABNAmro Bouwfonds 70.000.000 div. div. 70.000.000

Nederlandse Waterschapsbank 5.000.000 07-08-2003;30781 3,400 5.000.000

ING Bank 30.176.400 div. div. 30.176.400

Fortis Bank Nederland N.V. 30.857.000 div. div. 29.042.000

Credit Agricole Indosuez (Zero-lening) 18.151.200 2004-9311 - 18.151.200

Rabobank Nederland 25.000.000 17-03-2004; 4,500 25.000.00012919/12921

Europ Investeringsbank 5.700.000 2004-14566 8,500 5.700.000

LB Baden-Wuerttemberg 30.903.400 div. div. 30.903.400

Achmea Hypotheek Bank 30.000.000 div. div. 30.000.000

Friesland bank N.V. 10.000.000 13-07-2004/31678 3,640 10.000.000

F. van Lanschot bankiers N.V. 7.260.500 13-07-2004/31680 6,250 7.260.500

SNS Bank Nederland N.V. 5.227.500 15-07-2004/32144 5,875 5.227.500

Aegon N.V. 5.000.000 14-07-2004/32145 4,625 5.000.000

Gemeente Vlaardingen 5.000.000 14-09-2004/40361 2,840 5.000.000

BNG Capital Managemet B.V. 10.000.000 28-07-2005/35690 2,364 10.000.000

Totaal 381.138.500 325.915.900 372.600

Datum en nummer besluit van

Page 206: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 205

dienstjaar 2006

Bedrag van Restantbedragvan de lening

de rente of het de aflossing of of voorschot perrentebestand- het aflossings- 31 december

deel bestanddeel 2006

€ € €

940.800 3.490.500 13.963.700

3.906.500 -

400.200 1.143.500 4.211.100

memorie

25.000 81.500

386.700 9.688.100

memorie 3.317.600

2.841.000 70.000.000

170.000 5.000.000

1.121.800 21.100.800 9.075.600

562.200 29.042.000 -

- 18.151.200

1.125.000 25.000.000

366.100 5.700.000 -

1.447.100 6.693.400 24.210.000

808.100 20.000.000 10.000.000

364.000 10.000.000

376.900 7.260.500 -

307.100 5.227.500

231.200 5.000.000

142.000 5.000.000

- 10.000.000

11.590.200 98.362.200 227.926.300

Page 207: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■206

Page 208: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 207

Bijlage 5.7

Staat van reserves en voorzieningen

Page 209: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■208

5.7 Staat van reserves en voorzieningen

Vorig dienstjaar 2005

Num- Naam van de reserve of voorziening Saldo bij de Storting Toevoeging i.v.m. Onttrekkingmer aanvang van op peil houden

het dienstjaar van reserve(op kasbasis) of voorziening

1 2 3 4 5 6

€ € € €Algemene reserves

1. Saldireserve 64.255.700 14.203.200 23.387.6002. Eigen kapitaal wegens deelnemingen 89.400.300 memorie memorie

Totaal algemene reserves 153.656.000 14.203.200 23.387.600

Bestemmingsreserves

1. Reserve Investeringen Noord-Holland 80.552.800 - 28.761.500 2. Reserve voor BTW-afdrachten 17.298.300 1.733.500 memorie 3. Reserve Ontwikkelingssamenwerking 500.800 453.800 453.800 4. Reserve Kleine infrastructuurprojecten 8.351.100 1.183.500 4.902.500 5. Reserve Groot onderhoud wegen en vaarwegen 1.954.000 - 1.954.000 6. Reserve Openbaar vervoerprojecten 15.594.800 3.020.400 memorie 7. Reserve Grondverwerving en inrichting natuurgebieden 11.004.300 1.051.600 2.615.500 8. Reserve Ontwikkeling openluchtrecreatie 10.355.000 2.968.200 5.769.000 9. Reserve Herstructurering bedrijfsterreinen 6.467.500 - 1.500.00010. Reserve Cofinanciering Europese projecten 2.325.200 1.663.000 2.163.00011. Reserve Monumenten (Mr. F.J. Kranenburg monumentenfonds) 1.874.400 1.107.100 1.100.00012. Reserve Stedelijke vernieuwing 2.359.200 1.315.100 1.500.00013. UNA-Compartiment 452.786.200 - 56.155.00014. Reserve Uitgestelde intenties 2.568.400 - 2.568.40015. Reserve Grondbeleid 2.565.100 - -16. Reserve afwikkeling opheffing fondsen 17.991.800 - 3.002.000

Totaal bestemmingsreserves 634.548.900 14.496.200 - 112.444.700

Totaal reserves 788.204.900 28.699.400 - 135.832.300

Voorzieningen

1. Voorziening Stadsverwarming Purmerend 2.488.800 - 371.800 memorie 2. Voorziening Verlofsparen en arbeidsmarkttoelagen 185.100 memorie 20.000 3. Voorziening Kosten reorganisatie 30.645.800 - 7.500.000 4. Voorziening Pensioenen leden GS 313.000 268.600 memorie 5. Voorziening Rijksbijdrage interprovinciaal oefenbeleid 48.300 memorie 48.300 6. Voorziening Rijksbijdragen Gebundelde Doel Uitkering GDU/IBDV 25.751.700 6.823.400 481.700 10.152.300 7. Voorziening GOVERA 85.700 memorie 85.700 8. Voorziening Rijksbijdrage jaarplan vervoersmanagement 14.200 memorie 14.200 9. Voorziening Rijksbijdrage ROV 201.200 memorie memorie10. Voorziening Groot onderhoud wegen en vaarwegen 2.656.000 1.516.900 3.384.00011. Voorziening Openbaar vervoer 1.435.300 40.266.800 - 41.702.10012. Voorziening Aanleg N201 35.073.700 34.036.100 1.053.000 memorie13. Voorziening Rijksbijdrage planstudie kustvisie 395.600 memorie memorie14. Voorziening Bijdrage diffuse bronnen 113.900 memorie 113.90015. Voorziening Grondwaterheffing 497.700 memorie memorie16. Voorziening Bodemsanering 23.921.400 11.778.600 446.200 15.000.00017. Voorziening Rijksbijdrage leerwerktraject bodemsanering 100.400 memorie 100.40018. Voorziening Rijksbijdrage servicepunt duurzame energie 480.100 memorie 100.00019. Voorziening Rijksbijdrage impl. plan in milieuvergunningen 366.700 memorie memorie20. Voorziening Rijksbijdrage technische isolatie woningen 3.931.200 memorie 400.00021. Voorziening Regionale service punten ter versterking milieu 358.800 memorie 358.80022. Voorziening Rijksbijdrage beleid,lucht, veiligheid en geluid 128.300 320.000 memorie23. Voorziening Convenant Mainport en Groen 1.043.700 - memorie24. Voorziening Uitvoering Flora en Faunawet 8.600 memorie 8.60025. Voorziening Europese projecten 11.800 memorie 11.80026. Voorziening Rijksbijdrage tijd.stimul.reg.vrijwilligers werk 50.200 memorie 50.20027. Voorziening Rijksbijdrage cultuurbereik 360.100 200.00028. Voorziening Rijksbijdrage culturele planologie29. Voorziening Rijksbijdrage beeldende kunst 205.400 835.900 300.00030. Voorziening Rijksbijdrage cultureel erfgoed 115.000 memorie 115.00031. Voorziening Rijksbijdrage bibliotheekwerken 140.600 1.092.200 500.00032. Voorziening Rijksbijdrage primair onderwijs 139.800 139.80033. Voorziening Rijksbijdrage jeugdhulpverlening 2.904.300 67.808.800 68.532.50034. Voorziening Rijksbijdrage stedelijke vernieuwing 9.033.500 20.000.000 205.600 17.500.00035. Voorziening Rijksbijdrage Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS) 1.388.800 memorie 500.000

Totaal voorzieningen 144.094.800 185.247.200 2.558.300 166.837.600

Totaal generaal 932.299.700 213.946.600 2.558.300 302.669.900

Page 210: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 209

dienstjaar 2006

Saldo op het Storting Toevoeging i.v.m. Ontrekking Vermoedelijk saldoeind van op peil houden einde van het aan het einde van

het dienstjaar van reserve dienstjaar 2006 het dienstjaar(op kasbasis) of voorziening (op kasbasis)

7 8 9 10 11

€ € € € €

55.071.300 4.500.000 4.104.800 55.466.50089.400.300 memorie memorie 89.400.300

144.471.600 4.500.000 - 4.104.800 144.866.800

51.791.300 - 11.471.800 40.319.50019.031.800 1.592.100 memorie 20.623.900

500.800 453.800 453.800 500.8004.632.100 1.183.500 2.000.000 3.815.600

- memorie memorie18.615.200 1.944.800 1.399.100 19.160.900

9.440.400 804.600 2.535.500 7.709.5007.554.200 2.481.200 2.142.000 7.893.4004.967.500 memorie memorie 4.967.5001.825.200 363.000 363.000 1.825.2001.881.500 1.107.100 1.100.000 1.888.6002.174.300 1.315.100 1.500.000 1.989.400

396.631.200 memorie 68.955.700 327.675.500- memorie memorie -

2.565.100 4.500.000 memorie 7.065.10014.989.800 - memorie 14.989.800

536.600.400 15.745.200 - 91.920.900 460.424.700

681.072.000 20.245.200 - 96.025.700 605.291.500

2.860.600 - 386.700 memorie 3.247.300185.100 memorie memorie 185.100

23.145.800 - 10.000.000 13.145.800581.600 memorie memorie 581.600

- - - -22.904.500 6.823.400 394.800 13.152.300 16.970.400

- - - -- - - -

201.200 memorie memorie 201.200788.900 memorie memorie 788.900

- 43.044.700 43.044.700 -70.162.800 123.900.000 4.130.400 memorie 198.193.200

395.600 memorie 395.600-

497.700 memorie memorie 497.70021.146.200 12.341.500 422.900 12.341.500 21.569.100

-380.100 memorie memorie 380.100366.700 memorie memorie 366.700

3.531.200 memorie memorie 3.531.200358.800 memorie memorie 358.800448.300 memorie memorie 448.300

1.043.700 memorie memorie 1.043.700- -- -- -

160.100 660.000 660.000 160.100404.800 404.800 -

741.300 573.700 573.700 741.300- -

732.800 memorie memorie 732.800- -

2.180.600 64.934.200 64.934.200 2.180.60011.739.100 20.000.000 259.800 20.000.000 11.998.900

888.800 memorie memorie 888.800

165.441.500 272.682.300 5.594.600 165.111.200 278.607.200

846.513.500 292.927.500 5.594.600 261.136.900 883.898.700

Dienstjaar 2006

Page 211: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■210

Page 212: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 211

Bijlage 5.8

Overzicht van het renteresultaat en de kapitaallasten

Page 213: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■212

5.8 Overzicht van het renteresultaat en de kapitaallasten dienstjaar 2006

Uitgaven InkomstenCategorie Omschrijving c.q. c.q.

lasten baten

€ €

A. RENTERESULTAAT

5.0 Rente van opgenomen kasgeld en van andere kortlopendeschulden -

5.0 Rente van verstrekt kasgeld, van in rekening-courant uit-staande gelden en van andere kortlopende vorderingen 1.514.300

5.0 Rente van opgenomen langlopende geldleningen -

6.1 Afschrijving op geactiveerde kosten van agio op overgenomen verstrekte geldleningen (functie 012) 2.780.100

5.0 Rente van verstrekte langlopende geldleningen(zie Bijlage 5.6) 11.590.200

2.780.100 13.104.500

6.0 Doorberekende rente aan kostenplaatsen, functies enactiva (zie specificatie onder B.) 15.407.800

6.0 Op peil houden voorzieningen, niet op product 011 maarop functies -

Totaal 2.780.100 28.512.300 Af: lasten 2.780.100

Bijdrage renteresultaat aan HF0 product 011 per saldo 25.732.200

B. KAPITAALLASTEN

B1. RENTE

8.1 Op kostenplaatsen 1.912.700

8.1 Op producten 11.582.200

8.1 Geactiveerde rentekosten 2.316.800

Totaal rente 15.811.700

B2. AFSCHRIJVINGEN

6.1 Op kostenplaatsen 1.950.400

6.1 Op producten 54.727.900

6.1 Op rentekosten 2.780.100

Totaal afschrijvingen 59.458.400

Totaal te verdelen kapitaallasten 75.270.100

Page 214: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 213

Bijlage 5.9

Staat van gewaarborgde geldleningen en andere

garantieverplichtingen

Page 215: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■214

5.9 Staat van gewaarborgde leningen en andere garantieverplichtingen

Nummer Oorspron- Doel van de geldlening Door wie de geldlening is aangegaan kelijk % of deel bedrag gewaarborgd

provincie

1001 * 294.050 Aankoop, verbouwing en inrichting kliniek Brijder Stichting Noord-Holland 100 1002 * 89.395 Ged. aankoop, verbouw.- en inrichtingskosten idem 100

2005 * 453.780 Bouw en inrichting kliniek Limmen Stichting Geestelijke Gezondheidszorg 100Noord-Holland-Noord

2006 * 1.406.719 Uitbreiding en verbetering inrichting idem 100 2009 * 1.530.000 1ste fase nieuwbouw en renovatie psych. centrum idem 100 2010 * 1.531.508 Nieuwbouw en renovatie psych.centrum idem 100 2011 * 2.467.430 2e fase nieuwbouw en renovatie psych. centrum idem 100 2012 * 3.403.352 Idem idem 100 2013 * 2.382.346 Idem idem 100 2014 * 2.586.547 Idem idem 100

4019 * 2.722.681 Bouw gemeenschapscentrum en uitbreiding Stichting De Open Ankh Provincie Utrecht 40therapiecomplex Eemeroord

4020 * 3.101.588 Idem idem Provincie Utrecht 40 4021 * 3.122.008 Diverse projekten Zon & Schild te Amersfoort idem 100 4022 * 1.718.725 Vervangende nieuwbouw paviljoen Bergopwaarts idem 100

en renovatie paviljoen Berkenrode

10001 * 2.949.571 Grondaankoop t.b.v. bouw Kadijkerkoog Dr. M.J. Prinsenstichting 100 10002 * 3.573.519 1ste fase zwakzinnigeninrichting idem 100 10003 * 10.096.610 2e fase zwakzinnigeninrichting Kadijkerkoog idem 100 10004 * 3.333.016 3e fase zwakzinnigeninrichting Kadijkerkoog idem 100 10005 * 1.713.156 laatste fase Kadijkerkoog idem 100 10006 * 1.361.341 Gedeeltelijke vervanging 8,75%-lening 1977 idem 100

11001 * 2.722.681 Bouw Reigersdaal Esdégé-Reigersdaal 100 11002 * 2.994.949 Ged. bouw zwakzinnigeninrichtng Reigersdaal idem 100 11003 * 1.332.979 Reigersdaal idem 100 11004 * 14.600.378 Investeringen verdere bouw van verpleeghuis idem 100

Reigersdaal

13001 * 8.956.623 Bouw en inrichtingskosten 1e fase Stichting Leekerweide 100

17001 1.089.073 Bouw en inrichting verpleeghuis Amstelrade Mytyl Stichting Amstelrade Gemeente Amstelveen 83,333 17002 453.780 Idem idem Gem. Amsterdam /Amstelveen 50 17003 2.495.791 Idem idem Gem. Amsterdam /Amstelveen 50 17004 2.044.298 2e fase bouw en inrichting Amstelrade idem Gem. Amsterdam /Amstelveen 50

20002 * 1.128.098 Bouw verpleegtehuis Magnushof Zr. Kueter Stichting 100 20003 * 680.670 Idem idem 100 20004 * 1.361.341 Idem idem 100 20005 * 907.560 Idem idem 100

24001 * 3.781.532 Uitbreiding Lindendael Westfriese Zorggroep De Omring 100(Lindendael)

24002 * 3.403.352 Uitbreidings- en herstructueringswerken idem 100

27001 * 3.374.310 Bouw verpleeghuis Heemswijk Stichting Heemswijk 100 27002 * 3.403.352 Idem idem 100 27004 * 5.309.229 Gedeeltelijke financ. bouw verpleeghuis Heemswijk idem 100

28003 1.815.121 (Ver)nieuwbouwkosten huisvesting Provinciale St. Provinciale Bibliotheekcentrale 100 Bibliotheekcentrale NH

30002 431.091 Diverse investeringen Recreatieschap Alkm. Uitgeester Meer 100

33002 * 5.672.253 Aanpassing gebouw Eijkman, verbouw paviljoen Stichting Dennendal Prov. Utrecht/Zuid-Holland 30en aankoop 4 woningen

37001 1.724.365 Aanleg ontsluitingsweg T106 Schiphol Area Development Company 100N.V. te Schiphol

- 83.895 Hypothecaire geldleningen i.v.m. aankoop of Div. Ambtenaren 100bouw woonhuis

Totaal 119.604.063

Bij de met "*" aangeduide nummers van de borgstellingen is ten behoeve van de provincie zekerheid gevestigd op het onderpand.De met "#" gemerkte aflossingen betreft het aflossingesbestanddeel van de annuïteit.

Gevallen van gemeenschappelijke waarborging van de lening

lichamen

Namen van andere waarborgende

Page 216: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 215

dienstjaar 2006

Te waar- rente borgen

Prov. Staten Koninklijke % Gewaarborgd in Gewaarborgd c.q. Goedkeuring Totaal door 2006 Totaal door

Ged. Staten provincie provincie

€ € € € € €

21-10-1974;103 13-01-1975;010 5,5 108.907 108.907 10.891 98.016 98.01610-04-1978;015 21-10-1978;007 8,0 9.021 9.021 2.977 6.044 6.044

01-07-1965;004 27-08-1965;039 6,5 11.344 11.344 11.344 - -

25-01-1961;004 27-02-1961;007 6,25 70.336 70.336 35.168 35.168 35.16829-10-1979;080 27-02-1980;048 4,4 1.275.000 1.275.000 85.000 1.190.000 1.190.00029-10-1979;080 27-02-1980;048 5,65 1.276.256 1.276.256 85.084 1.191.172 1.191.17218-01-1982;005 17-05-1982;006 5,20 1.446.424 1.446.424 85.084 1.361.340 1.361.34018-01-1982;005 17-05-1982;006 5,72 2.042.011 2.042.011 113.445 1.928.566 1.928.56618-01-1982;005 17-05-1982;006 6,25 1.508.819 1.508.819 79.412 1.429.407 1.429.40710-06-1985;041 21-08-1985;003 6,2 1.293.273 1.293.273 64.664 1.228.609 1.228.609

01-06-1978;031 13-02-1979;009 6,35 453.780 181.512 90.756 363.024 145.210

01-06-1978;031 13-02-1979;009 5,88 620.681 248.272 103.371 517.310 206.92411-10-1982;092 16-12-1982;011 4,84 832.609 832.609 104.181 728.428 728.42813-06-1983;033 21-11-1983;010 7,75 902.325 902.325 42.968 859.357 859.357

21-10-1986;167 18-11-1986;025 6,7 907.560 907.560 113.445 794.115 794.11525-10-1976;085 01-07-1977;002 7,05 1.548.525 1.548.525 119.117 1.429.408 1.429.40804-12-1978;099 31-01-1979;009 7,75 3.533.814 3.533.814 252.415 3.281.399 3.281.39919-05-1980;019 21-08-1980;170 7,15 1.922.894 1.922.894 128.193 1.794.701 1.794.70114-11-1983;074 05-12-1997;97-3 6,06 963.651 963.651 107.072 856.579 856.57925-10-1976;085 01-07-1977;002 7,05 544.536 544.536 45.378 499.158 499.158

30-10-1972;128 18-05-1973;010 6,35 588.716 588.716 73.585 515.131 515.13110-06-1985;045 19-02-1986;010 6,68 998.316 998.316 99.832 898.484 898.48410-06-1985;045 19-02-1986;010 6,68 444.251 444.251 44.425 399.826 399.82626-05-1975;036 25-09-1975;003 5,8 5.862.273 5.862.273 442.436 5.419.837 5.419.837

29-10-1979;078 24-01-1980;020 7,875 5.373.974 5.373.974 358.265 5.015.709 5.015.709

26-01-1966;027 09-03-1966;008 6,375 71.177 59.314 71.177 # - -26-01-1966;027 25-11-1968;228 6,75 87.141 43.571 27.171 # 59.970 29.98509-04-1973;033 08-10-1973;005 6,45 1.017.604 508.802 144.242 # 873.362 436.68109-04-1973;033 08-10-1973;005 6,8 1.316.210 658.105 110.803 # 1.205.407 602.704

02-07-1969;092 29-09-1969;010 5,5 294.271 294.271 49.079 245.192 245.19202-07-1969;092 29-09-1969;010 7,53 128.784 128.784 18.397 110.387 110.38710-01-1972;222 30-03-1972;016 6,875 257.566 257.566 36.792 220.774 220.77410-01-1972;222 30-03-1972;016 7,05 171.706 171.706 24.530 147.176 147.176

19-11-1984;077 10-01-1985;012 6,2 2.079.842 2.079.842 189.077 1.890.765 1.890.765

19-11-1984;077 10-01-1985;012 5,9 2.042.011 2.042.011 170.168 1.871.843 1.871.843

15-06-1981;036 30-09-1981;002 8,35 1.861.681 1.861.681 116.356 1.745.325 1.745.32515-06-1981;036 30-09-1981;002 8,35 1.928.566 1.928.566 113.445 1.815.121 1.815.12115-06-1981;036 30-09-1981;002 8,125 1.964.869 1.964.869 152.016 1.812.853 1.812.853

18-04-1977;024 24-08-1977;006 7,1 272.268 272.268 90.756 181.512 181.512

13-12-1993;078 25-02-1994; 4,52 183.213 183.213 21.555 161.658 161.658

16-04-1984;025 29-06-1984;74 8,125 1.891.356 567.407 189.045 1.702.311 510.693

11-12-1995;066 - 7,91 674.130 674.130 149.041 # 525.089 525.089

22-10-1963;XXIX - div. 21.181 21.181 7.098 14.083 14.083

50.802.872 47.611.906 - 4.379.256 46.423.616 43.634.429

van het dienstjaar 2006gewone en

Restantbedragvan de lening aan het eindeDatum van het besluit

Restantbedragvan de lening aan het begin

van het dienstjaar 2006 Totaalbedrag

buitengewone aflossing

Page 217: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■216

6.10 Staat van gewaarborgde leningen dienstjaar 2006

Naam rechtspersoon Inhoud garantieverplichting looptijd gerealiseerde in bedrag aanspraken procenten

€ €

Recreatieschap Geestmer- Kapitaalkrediet t.b.v. investeringen t/m 2007 - 25 *) 5.344ambacht

Stichting Agrarisch Texel Nakoming verplichting jegens Rabobank Texel i.v.m. t/m 2007 - 100 204.201 max.geldlening voor grondverbeteringsproject op Texel

Co-financiering Europese Terugbetaling subsidie bij gebrekkige uitvoering en project divers 689.296 1)projecten bij niet terugbetaling door projectuitvoerder

Het Nationaal Groenfonds Uitvoering van het natuurbeleid divers - 6,20 9.005.071 2)

9.903.912

*) Volgens de gemeenschappelijke regelingen staan de participanten/deelnemers garant in de verhouding waarin zij participeren in het exploitatietekort van het recreatieschap

1) Betreft aandeel partners

2) Rente en aflossing komen t.l.v. van de van het rijk te ontvangen zgn. convenantsgelden.

Provinciaal aandeel

Page 218: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 217

Bijlage 5.10

Meerjarenraming 2006-2009 per programma

Page 219: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■218

5.10 De meerjarenraming 2007-2009 bedragen x € 1.000

BEGROTING MEERJARENRAMING2006 2007

Producten Lasten Baten Nadelig Lasten Baten Nadelig saldo saldo

€ € € € € €

Programma 1, Burger en Bestuur 7.031 54 6.977 6.401 54 6.347

Programma 2, Bestuur en andere overheden 2.793 - 2.793 2.792 - 2.792

Programma 3, (Vaarwegen), verkeer en 120.783 26.924 93.859 100.610 18.154 82.456 mobiliteitsmanagement

Programma 4, Openbaar vervoer 55.381 43.234 12.147 53.512 42.278 11.234

Programma 5, Waterhuishouding 3.054 2.106 948 1.994 2.117 123-

Programma 6, Milieubeheer 20.437 16.993 3.444 18.543 16.993 1.550

Programma 7, Recreatie en natuur 29.521 543 28.978 25.098 997 24.101

Programma 8, Economische en agrarische zaken zaken 16.535 34 16.501 14.074 34 14.040

Programma 9, (Jeugd)zorg en welzijn 92.796 65.049 27.747 91.747 65.049 26.698

Programma 10, Kunst, cultuur en educatie 31.898 4.316 27.582 29.900 4.369 25.531

Programma 11, Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 27.466 20.000 7.466 23.994 20.000 3.994

Programma 12, Staf en ondersteuning 6.682 1.569 5.113 6.682 1.586 5.096

Totaal van de Programma's 1 t/m 12 414.377 180.822 233.555 375.347 171.631 203.716

Programma 0, Financiering en algemene dekkingsmiddelen

011 Bruto voordelig renteresultaat over financieringsmiddelen 29.528 29.528 21.720 21.720

021 Uitkering uit het Provinciefonds 110.040 110.040 115.266 115.266

030 Motorrijtuigenbelasting 121.700 121.700 122.900 122.900

040 Dividenden 7.940 7.940 7.940 7.940

045 Voorzieningen algemeen 387 - 387- 402 - 402-

050 BTW baten 1.750 1.750 1.750 1.750

050 Afschrijvingskosten (dis)agio 2.780 2.780- 1.290 1.290-

050 Stelposten (o.a. prijscompensatie en onvoorzien) 9.985 6.486 3.499- 11.411 7.421 3.990-

050 Apparaatskosten 106.517 106.517- 105.040 105.040-

Programma 0 (exclusief mutaties reserves) 119.669 277.444 157.775 118.143 276.997 158.854

Saldo voor bestemming 75.780- 44.862-

080 Mutaties reserves 20.245 96.025 75.780 11.245 58.602 47.357

Saldo na bestemming - 2.495

Page 220: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 219

Dienstjaar 2006

MEERJARENRAMING MEERJARENRAMING2008 2009

Lasten Baten Nadelig Lasten Baten Nadelig saldo saldo

€ € € € € €

5.866 54 5.812 5.851 54 5.797

2.582 - 2.582 2.582 - 2.582

86.255 18.389 67.866 86.084 18.588 67.496

53.991 43.085 10.906 55.179 44.205 10.974

1.826 1.998 172- 1.630 1.809 179-

18.051 16.993 1.058 18.055 16.993 1.062

18.824 495 18.329 15.402 359 15.043

6.079 34 6.045 6.048 34 6.014

87.421 65.048 22.373 82.491 65.049 17.442

29.871 4.450 25.421 29.529 4.506 25.023

23.536 20.000 3.536 23.536 20.000 3.536

6.682 1.604 5.078 3.676 1.622 2.054

340.984 172.150 168.834 330.063 173.219 156.844

19.826 19.826 - 17.478 17.478

119.275 119.275 121.966 121.966

124.100 124.100 - 127.700 127.700

7.940 7.940 7.940 7.940

418 418- 435 435-

1.750 1.750 1.750 1.750

888 888- - -

10.117 7.421 2.696- 10.769 7.421 3.348-

110.394 110.394- 113.365 113.365-

121.817 280.312 158.495 124.569 284.255 159.686

10.339- 2.842

11.295 25.285 13.990 11.295 8.453 2.842-

3.651 -

Page 221: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■220

Page 222: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 221

Bijlage 5.11

Meerjarenraming kapitaallasten 2006-2009

Page 223: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■222

5.11 Overzicht van de in de meerjarenraming verwerkte kapitaallasten 2006-2009 dienstjaar 2006

bedragen x € 1.000

Nummerbegro- Omschrijving 2006 2007 2008 2009ting

€ € € €A: Apparaatskosten

Aankoop Houtpleincomplex en winkelruimten 1.565,9 1.565,9 1.565,9 1.565,9

Achterstallig en groot onderhoud Houtplein-complex 1.003,8 1.003,8 1.003,8 1.003,8

Perceel Paviljoenslaan 13-15 te Haarlem 10,8 10,0 9,3 8,7

Aankoop meubilair kantoorgebouw Dreef 3 72,4 72,4 72,4 72,4

Beveiliging bestuurscentrum en Houtplein-complex 44,8 44,8 44,8 44,8

Vervanging technische infrastructuur 454,2 454,2 454,2 454,2

Aanvullend krediet nieuwe website en intranet 153,0 - - -

Financieel systeem 558,2 558,2 558,2 558,2

Totaal A 3.863,1 3.709,3 3.708,6 3.708,0

B: Directe kosten

012 Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en disagio 2.780,1 1.289,8 888,4 -

170 Perceel Welgelegenstraat 3 te Haarlem 6,7 6,2 5,7 -

306.72 Reconstructie N242 (afschrijving ineens) 4.000,0 4.000,0 4.000,0 4.000,0

306.01 Aanleg van provinciale wegen 23.650,6 28.860,0 31.654,0 31.968,0

306.02 UNA realisatie N201+ 36.000,0 15.533,5 - -

334 Vervanging boordvoorzieningen Noordhollandsch

Kanaal 38,4 1.340,5 1.809,0 2.010,9

335 Achterstallig onderhoud vaarwegen 599,5 811,6 901,1 1.013,4

421 Onderkomens muskusrattenvangers 64,8 62,6 60,4 58,3

611 Deelneming in het aandelenkapitaal van de

N.V. Groenbeheer 18,5 18,5 18,5 18,5

621 Landgoed "Marquette" te Heemskerk 27,2 25,4 - -

621 Weidegronden landgoed "Marquette" 13,3 12,4 11,6 -

621 De Wimmenummerduinen 228,2 219,4 209,7 201,6

712 Deelneming in het aandelenkapitaal van deZeehaven IJmuiden N.V. 30,9 30,9 30,9 30,9

712 Deelneming in het startkapitaal van de N.V. Schipholontwikkelingsmaatschappij 191,5 191,5 191,5 191,5

839 Provinciaal archeologisch centrum Mercurius 262,7 253,8 245,0 236,1

911 FINH Diemervijfhoek 773,9 151,7 - -

Totaal B 68.686,3 52.807,8 40.025,8 39.729,2

C: Te activeren rentekosten 2.711,7 memorie memorie memorie

Totaal A + B + C 75.261,1 56.517,1 43.734,4 43.437,2

Page 224: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 223

Bijlage 5.12

Meerjarenraming reserves en voorzieningen

2006-2009

Page 225: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■224

5.12 Ontwikkeling van de stand van de reserves en voorzieningen

(Bedragen

Dienstjaar 2006 Dienstjaar 2007

Num- Naam van de reserve of voorziening Stand Stor- Storting Onttrek- Stand Stor- Storting Onttrek-mer per ting ivm rente- king per ting ivm rente- king

1-1-2006 toevoeging/ 1-1-2007 toevoeging/op peil op peilhouden houden

voorziening voorziening

€ € € € € € € €

Algemene reserves

1. Saldireserve 55.071,3 4.500,0 - 4.104,8 55.466,5 memorie - memorie 2. Eigen kapitaal wegens deelnemingen 89.400,3 memorie - memorie 89.400,3 memorie - memorie

Totaal algemene reserves 144.471,6 4.500,0 - 4.104,8 144.866,8 - - --

Bestemmingsreserves --

1. Reserve Investeringen Noord-Holland 51.791,3 0,0 - 11.471,8 40.319,5 0,0 - 5.339,82. Reserve voor BTW-afdrachten 19.031,8 1.592,1 - memorie 20.623,9 1.592,1 - memorie3. Reserve Ontwikkelingssamenwerking 500,8 453,8 - 453,8 500,8 453,8 - 453,84. Reserve Kleine infrastructuurprojecten 4.632,1 1.183,5 - 2.000,0 3.815,6 1.183,5 - 2.000,05. Reserve Groot onderhoud wegen en vaarwegen 0,0 memorie - memorie - memorie - memorie6. Reserve Openbaar vervoerprojecten 18.615,2 1.944,8 - 1.399,1 19.160,9 1.944,8 - 811,57. Reserve Grondverwerving en inrichting natuurgebieden 9.440,4 804,6 - 2.535,5 7.709,5 804,6 - 2.535,58. Reserve Ontwikkeling openluchtrecreatie 7.554,2 2.481,2 - 2.142,0 7.893,4 2.481,2 - 2.142,09. Reserve Herstructurering bedrijfsterreinen 4.967,5 memorie - memorie 4.967,5 memorie - memorie10. Reserve Cofinanciering Europese projecten 1.825,2 363,0 - 363,0 1.825,2 363,0 - 363,011. Reserve Monumenten (Mr. F.J. Kranenburg monu-

mentenfonds) 1.881,5 1.107,1 - 1.100,0 1.888,6 1.107,1 - 1.100,012. Reserve Stedelijke vernieuwing 2.174,3 1.315,1 - 1.500,0 1.989,4 1.315,1 - 1.500,013. UNA-Compartiment 396.631,2 0,0 - 68.955,7 327.675,5 0,0 - 42.356,214. Reserve Uitgestelde intenties 0,0 memorie - memorie - memorie - memorie15. Reserve Grondbeleid 2.565,1 4.500,0 - memorie 7.065,1 memorie - memorie16. Reserve afwikkeling opheffing fondsen 14.989,8 0,0 - memorie 14.989,8 0,0 - memorie

Totaal bestemmingsreserves 536.600,4 15.745,2 - 91.920,9 460.424,7 11.245,2 - 58.601,8

Voorzieningen

1 Voorziening Stadsverwarming Purmerend 2.860,6 0 386,7 memorie 3.247,3 - 402,2 memorie2 Voorziening Verlofsparen en arbeidsmarkttoelagen 185,1 memorie - memorie 185,1 memorie memorie4 Voorziening Kosten reorganisatie 23.145,8 0 - 10.000,0 13.145,8 - 4.000,05 Voorziening Pensioenen leden GS 581,6 memorie - memorie 581,6 memorie memorie6 Voorziening Rijksbijdrage interprovinciaal oefenbeleid 0,07 Voorziening Rijksbijdragen Gebundelde Doel Uitkering

GDU/IBDV 22.904,5 6.823,4 394,8 13.152,3 16.970,4 6.823,4 168,7 6.823,48 Voorziening GOVERA 0,0 memorie - memorie - memorie memorie9 Voorziening Rijksbijdrage jaarplan vervoersmanagement 0,0 memorie - memorie - memorie memorie10 Voorziening Rijksbijdrage ROV 201,2 memorie - memorie 201,2 memorie memorie11 Voorziening Groot onderhoud wegen en vaarwegen 788,9 memorie - memorie 788,9 memorie memorie12 Voorziening Openbaar vervoer 0,0 43.044,7 - 43.044,7 - 42.055,2 42.055,213 Voorziening Aanleg N201 70.162,8 123.900,0 4.130,4 memorie 198.193,2 memorie memorie memorie14 Voorziening Rijksbijdrage planstudie kustvisie 395,6 memorie - memorie 395,6 memorie memorie15 Voorziening Bijdrage diffuse bronnen 0,0 memorie - memorie - memorie memorie16 Voorziening Grondwaterheffing 497,7 memorie - memorie 497,7 memorie memorie17 Voorziening Bodemsanering 21.146,2 12.341,5 422,9 12.341,5 21.569,1 12.341,5 407,7 12.341,518 Voorziening Rijksbijdrage leerwerktraject bodemsanering 0,0 memorie - memorie - memorie memorie19 Voorziening Rijksbijdrage servicepunt duurzame energie 380,1 memorie - memorie 380,1 memorie memorie20 Voorziening Rijksbijdrage impl. plan in milieuvergunningen 366,7 memorie - memorie 366,7 memorie memorie21 Voorziening Rijksbijdrage technische isolatie woningen 3.531,2 memorie - memorie 3.531,2 memorie memorie22 Voorziening Regionale service punten ter versterking milieu 358,8 memorie - memorie 358,8 memorie memorie23 Voorziening Rijksbijdrage beleid,lucht, veiligheid en geluid 448,3 memorie - memorie 448,3 memorie memorie24 Voorziening Convenant Mainport en Groen 1.043,7 0 - memorie 1.043,7 - memorie25 Voorziening Uitvoering Flora en Faunawet 0,0 memorie - memorie - memorie memorie26 Voorziening Europese projecten 0,0 memorie memorie memorie - memorie memorie memorie27 Voorziening Rijksbijdrage tijd.stimul.reg.vrijwilligers werk 0,0 memorie - memorie - memorie memorie28 Voorziening Rijksbijdrage cultuurbereik 160,1 660,0 - 660,0 160,1 660,0 660,029 Voorziening Rijkbijdrage culturele planologie 0,0 404,8 - 404,8 - 404,8 404,829 Voorziening Rijksbijdrage beeldende kunst 741,3 573,7 - 573,7 741,3 573,7 573,730 Voorziening Rijksbijdrage cultureel erfgoed 0,0 memorie - memorie - memorie memorie31 Voorziening Rijksbijdrage bibliotheekwerken 732,8 memorie - memorie 732,8 memorie memorie32 Voorziening Rijksbijdrage primair onderwijs 0,0 memorie - memorie - memorie memorie33 Voorziening Rijksbijdrage jeugdhulpverlening 2.180,6 64.934,2 - 64.934,2 2.180,6 64.934,2 64.934,234 Voorziening Rijksbijdrage stedelijke vernieuwing 11.739,1 20.000,0 259,8 20.000,0 11.998,9 20.000,0 309,8 20.000,035 Voorziening Rijksbijdrage Besluit Locatiegebonden

Subsidies (BLS) 888,8 memorie - memorie 888,8 memorie memorie

Totaal voorzieningen 165.441,5 272.682,3 5.594,6 165.111,2 278.607,2 147.792,8 1.288,4 151.792,8

Totaal generaal 846.513,5 292.927,5 5.594,6 261.136,9 883.898,7 159.038,0 1.288,4 210.394,6

Page 226: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 225

dienstjaar 2006

x € 1.000)

Dienstjaar 2008 Dienstjaar 2009

Stand Stor- Storting Onttrek- Stand Stor- Storting Onttrek- Stand per ting ivm rente- king per ting ivm rente- king per

1-1-2008 toevoeging/ 1-1-2009 toevoeging/ 1-1-2010op peil op peilhouden houden

voorziening voorziening

€ € € € € € € € €

55.466,5 memorie - memorie 55.466,5 memorie - 63,7 55.402,889.400,3 memorie - memorie 89.400,3 memorie - memorie 89.400,3

144.866,8 - - - 144.866,8 - - 63,7 144.803,1

34.979,7 0,0 - 2.723,8 32.255,9 0,0 - memorie 32.255,922.216,0 1.592,1 - memorie 23.808,1 1.592,1 - memorie 25.400,2

500,8 453,8 - 453,8 500,8 453,8 - 453,8 500,82.999,1 1.183,5 - 2.000,0 2.182,6 1.183,5 - 2.000,0 1.366,1

- memorie - memorie - memorie - memorie -20.294,2 1.944,8 - 1.458,6 20.780,4 1.944,8 - 1.222,3 21.502,95.978,6 854,6 - 2.277,0 4.556,2 854,6 - memorie 5.410,88.232,6 2.481,2 - 2.142,0 8.571,8 2.481,2 - memorie 11.053,04.967,5 memorie - memorie 4.967,5 memorie - memorie 4.967,51.825,2 363,0 - 363,0 1.825,2 363,0 - 363,0 1.825,2

1.895,7 1.107,1 - 1.100,0 1.902,8 1.107,1 - 1.100,0 1.909,91.804,5 1.315,1 - 1.500,0 1.619,6 1.315,1 - 1.500,0 1.434,7

285.319,3 0,0 - 11.266,6 274.052,7 0,0 - 1.750,0 272.302,7- memorie - memorie - memorie - memorie -

7.065,1 memorie - memorie 7.065,1 memorie - memorie 7.065,114.989,8 0,0 - memorie 14.989,8 0,0 - memorie 14.989,8

413.068,1 11.295,2 - 25.284,8 399.078,5 11.295,2 - 8.389,1 401.984,6

3.649,5 418,3 memorie 4.470,0 435,1 memorie 4.905,1185,1 memorie memorie 185,1 memorie memorie 185,1

9.145,8 - 2.000,0 7.145,8 memorie 2.000,0 5.145,8581,6 memorie memorie 581,6 - memorie 581,6

17.139,1 6.823,4 108,5 6.823,4 17.247,6 6.823,4 85,0 6.823,4 17.417,6- memorie memorie - memorie memorie -- memorie memorie - memorie memorie -

201,2 memorie memorie 201,2 memorie memorie 201,2788,9 memorie memorie 788,9 memorie memorie 788,9

- 42.856,8 42.856,8 - 43.928,2 memorie 43.928,2198.193,2 memorie memorie memorie 198.193,2 memorie memorie memorie 198.193,2

395,6 memorie memorie 395,6 memorie memorie 395,6- memorie memorie - memorie memorie -

497,7 memorie memorie 497,7 memorie memorie 497,721.976,8 12.341,5 415,9 12.341,5 22.392,7 12.341,5 420,0 12.341,5 23.232,7

- memorie memorie - memorie memorie -380,1 memorie memorie 380,1 memorie memorie 380,1366,7 memorie memorie 366,7 memorie memorie 366,7

3.531,2 memorie memorie 3.531,2 memorie memorie 3.531,2358,8 memorie memorie 358,8 memorie memorie 358,8448,3 memorie memorie 448,3 memorie memorie 448,3

1.043,7 - memorie 1.043,7 - memorie 1.043,7- memorie memorie - memorie memorie -- memorie memorie memorie - memorie memorie memorie -- memorie memorie - memorie memorie -

160,1 660,0 660,0 160,1 660,0 660,0 160,1- 404,8 404,8 - 404,8 404,8 -

741,3 573,7 573,7 741,3 573,7 573,7 741,3- memorie memorie - memorie memorie -

732,8 memorie memorie 732,8 memorie memorie 732,8- memorie memorie - memorie memorie -

2.180,6 64.934,2 64.934,2 2.180,6 64.934,2 64.934,2 2.180,612.308,7 20.000,0 365,9 20.000,0 12.674,6 20.000,0 365,9 20.000,0 13.406,4

888,8 memorie memorie 888,8 memorie memorie 888,8

275.895,6 148.594,4 1.308,6 150.594,4 275.606,4 149.665,8 1.306,0 107.737,6 319.711,5833.830,5 159.889,6 1.308,6 175.879,2 819.551,7 160.961,0 1.306,0 116.190,4 866.499,2

Page 227: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■226

Page 228: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 227

Bijlage 5.13

Subsidies buiten verordening 2006

Page 229: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■228

5.13 Subsidielijst buiten verordening dienstjaar 2006

Subproduct Subsidieontvanger subsidienummer (subsidies zonder verordening) bedrag

100 21 Fracties uit Provinciale Staten 778.300130 21 Interprovinciaal overleg (IPO) 856.900130 41 Gemeente Amsterdam (RSA) 50.000130 81 Bestuurlijke organisatiezaken 100.000161 01 Lidmaatschappen 500166 16 ABP Centrum Maatwerk administratie 35.400166 22 Voormalig personeel gesubsidieerde instellingen 104.400304 32 Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid 590.000342 01 Exploitatiebijdragen openbaar vervoer:

Connexxion-OVTaxi 130.023Onbekende subsidie-ontvanger OV-taxi Zuidkennemerland 40.613Onbekende subsidie-ontvanger treintaxi Gooi en Vechtstreek 18.467Connexxion-FFF 1.223.049Gemeente Andijk 22.402Gemeente Bergen 112.718Gemeente Castricum 170.418Gemeente Drechterland 56.018Gemeente Enkhuizen 90.217Gemeente Graft de Rijp 32.396Gemeente Heerhugowaard 205.806Gemeente Heiloo 36.982Gemeente Hoorn 241.585Gemeente Langedijk 86.771Gemeente Medemblik 28.263Gemeente N-Koggenland 39.457Gemeente Obdam 41.194Gemeente Opmeer 51.216Gemeente Schermer 24.853Gemeente Stede Broec 92.876Gemeente Venhuizen 24.700Gemeente Wervershoof 34.756Gemeente Wester-Koggenland 59.805Gemeente Wognum 35.558Connexxion-OVTaxi 2.167.043Onbekende subsidie-ontvanger OV-taxi Zuidkennemerland 676.887Onbekende subsidie-ontvanger treintaxi Gooi en Vechtstreek 307.791Gemeente Alkmaar 2.806.671Gemeente Haarlem 1.574.083Provincie Flevoland 91.000Nog te beslissen 42.107.082

430 11 Rioleringen buitengebied 22.600500 01 Contributie Vereninging van Milieukundige 500

500 41 Milieufederatie Noord-Holland 394.100500 51 Interprovinciaal overleg ( IPO) 134.800530 81 Comm. Milieuhygiene voor de luchtvaart 500

531 11 Ontwikkelen/bevrorderen duurzame energiebronnen 40.200550 01 Contributies 500550 03 Gemeente Amsterdam 465.300550 15 Landelijk Meldingsbureau Afvalstoffen 486.600550 22 Bijdragen aan overheden regie handhavingsamenw. en profess. 442.400600 55 Uitvoeringsprogramma NHM 200.000600 56 Laag Holland 70.000610 02 Amsterdam Toerisme & Congres Bureau 827.900

Page 230: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 229

5.13 Subsidielijst buiten verordening dienstjaar 2006

Subproduct Subsidieontvanger subsidienummer (subsidies zonder verordening) bedrag

601 03 Stichting NORT Noordholland 200.000611 11 Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer 478.200611 12 Recreatieschap Spaarnwoude 895.200611 13 Recreatieschap het Twiske 827.800611 14 Recreatieschap Geestmerambacht 204.000611 15 Landschap Waterland 320.400 611 16 Groengebied Amstelland 772.600 612 17 Plassenschap Loosdrecht 394.800611 21 Rijwielpadenvereniging “Gooi en Eemland 26.800611 22 Stichting Landelijk Fietsplatform 3.200611 31 Bestuurlijk platform het Groene Hart 28.100620 51 Nationaal Groenfonds 703.400621 12 Stichting Goois Natuurreservaat 407.300621 33 Instituut voor Natuurbeschermingseducatie 152.900621 35 Stichting Samenwerkende Vogelwerkgroepen 5.500621 36 In Natura 135.000621 37 Stichting Landschap Noord-Holland 2.135.700621 30 Coördinatie beleid en beheer Waddenzee 167.100622 21 ROL/RAL 133.900711 11 RES IJmond 2000+

RES GooiRES Westfriesland/Noord-KennemerlandRES Kop van Noord-HollandTotaal 711 11 (verdeling nog onbekend) 2.640.200

712 11 Subsidie aanleg T106 199.700712 23 Bijdragen Noordzeehavens 222.900716 20 Herstelling 250.000718 12 Bijdragen in- en externe missies 45.000731 21 STIVAS 524.700731 26 Agrarische ondernemers 250.000731 42 Biologische landbouw 115.500731 61 POP/Rruraal ontwikkelingsplan 114.800731 65 Structuurverbetering visserij 46.000800 11 Stichting Regionale Omroep Noord-Holland (regionale radio) 6.509.100800 21 Stichting Regionale Omroep Noord-Holland (regionale televisie) 5.459.100802 10 Anne Frank Stichting 23.200802 20 Stichting Sportservice Noord-Holland 607.100

Stichting Primo 3.919.000St. A`damse Federatie van Steunf. Minderheden (evt. rechtsop- volgers ACB en SSA) 1.411.300Stichting Profor 461.700Voormalig Multiple Choice 1.311.900

802 40 Sport 45.500802 51 Telefonische hulpdiensten 505.100830 31 Stichting Kunst en cultuur 1.524.100

Zeven regionale steunfuncties kunsteducatie 1.924.800Stichting Artiance te Alkmaar 72.500Stichting Museaal en Historisch Perspectief 562.200Stichting Provinciale Atlas Noord-Holland 29.500Provinciaal steunpunt amateurkunst 585.400Historische verenigingen 22.700

830 32 Subsidies culturele planologie 225.200830 33 Kunstuitleen gemeente Hoorn 34.104

Page 231: Programmabegroting 2006

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■230

5.13 Subsidielijst buiten verordening dienstjaar 2006

Subproduct Subsidieontvanger subsidienummer (subsidies zonder verordening) bedrag

Kunstuitleen gemeente Haarlem 55.225Kunstuitleen gemeente Den Helder 31.378Kunstuitleen gemeente Amstelveen 40.976Kunstuitleen gemeente Hilversum 43.385Kunstuitleen gemeente Beverwijk 18.926Kunstuitleen gemeente Bergen 16.753Kunstuitleen gemeente Alkmaar 34.458Kunstuitleen gemeente Zaanstad 50.717Kunstuitleen gemeente Purmerend 37.102

830 34 Kernpodia popmuziek 113.400Stichting Toneelgroep Wederzijds 394.154Kalebas 125.460Stichting MUZ theater + Caspar Rapak (jeugdtheater) 308.814Speeltheater 103.463Danstheater Aya 110.092

839 30 Subsidies uitvoering cultuurnota 710.300840 11 Stichting Probiblio 3.946.400840 12 Wetenschappelijke steunfunctie 372.800860 01 Lidmaatschappen 500860 30 Bijdrage regiovisies 244.400860 40 Noord-Hollandse (regionale) patiënten-consumentenplatforms 1.727.800910 01 Nederlands instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volksh. 7.500

Lidmaatschappen 1.600912 21 Gemeente Amsterdam 74.200

Totaal 104.435.607

Page 232: Programmabegroting 2006

P R O G R A M M A B E G R O T I N G 2 0 0 6 ■ 231

Page 233: Programmabegroting 2006

Colofon

Uitgave

Provincie Noord-Holland

Postbus 123

2000 MD Haarlem

Tel.: (023) 514 31 43

Fax: (023) 514 40 40

Internetadres: www.noord-holland.nl

E-mailadres: [email protected]

Eindredactie

Provincie Noord-Holland

Afdeling Communicatie

Fotografie

Jur Engelchor, blz 33

Connexxion, blz 59

NUON, blz 75

Provincie Noord-Holland, overig

Grafische verzorging

Provincie Noord-Holland

MediaProductie

Papier

Hello matt, houtvrij MC

Oplage

500 exemplaren

Haarlem, augustus 2005

P R O V I N C I E N O O R D - H O L L A N D■232

Page 234: Programmabegroting 2006