Programmabegroting 2021...Agendanummer: Portefeuillehouder: I. van der Sloot Onderwerp:...
Transcript of Programmabegroting 2021...Agendanummer: Portefeuillehouder: I. van der Sloot Onderwerp:...
-
Programmabegroting 2021
-
Samenstelling College van Burgemeester en Wethouders
Burgemeester B. Koelewijn
Secretaris N. Middelbos (a.i.)
Wethouders J.P. van de Sluis G. Meijering
A. Holtland I. van der Sloot
Samenstelling Gemeenteraad
Voorzitter B. Koelewijn
Griffier H.A. van der Meulen
Christen Unie Gemeente Belang Kampen CDA
J.W. Schutte
M.M. Koster J. Marskamp
M.R. Wiltjer-Rozema P. Bergstra G.M. Wellenberg
K. Posthumus S. Azer J.E. de Kleine-Brink
A. Zweers S. Zwitser E.J. van de Wetering-de Groot
H. Pruijssen H.A. Prinsen
K.E.G.H. van der Kolk
GroenLinks PvdA SGP
J.H. Jansen J.G. Tabak K. van den Bosch
N. Jeurink M. Haveman S. Nentjes
E.G. Burgman B. van den Belt
R.A.M. Bouwman J.Th. Noorland
VVD Kampen Sociaal D66
B. Keulen A.J. Boddeus G.H. Wijnja
M.B. Spijkerman L. Bastiaan
H.J. Bruins
-
Voorstel voor de raad
Raadsvergadering van
(in te vullen door Griffie)
:
Agendanummer
(in te vullen door Griffie)
:
Portefeuillehouder : I. van der Sloot
ONDERWERP
Programmabegroting 2021
BESLUIT
1. De meerjarenbegroting 2021-2024 vast te stellen;
2. De programmabegroting 2021 vast te stellen met:
a. Een totaal aan baten op de exploitatierekening van € 159.175.872
b. Een totaal aan lasten op de exploitatierekening van € 158.739.242
3. Het positieve saldo van € 436.630 te storten in de algemene reserve en deze te verrekenen met het resultaat in de
post onvoorzien structureel van € 419.895 en de post onvoorzien eenmalig van € 16.735;
4. In te stemmen met de voorgestelde aanvullende beheersmaatregelen sociaal domein, waarmee in 2021 een
besparing wordt gerealiseerd van € 409.000;
5. In te stemmen met de voorgestelde aanvullende beheersmaatregelen procesoptimalisatie, waarmee in 2021 een
besparing wordt gerealiseerd van € 174.000;
6. In te stemmen met het opnemen van een stelpost voor volumeontwikkeling en indexatie sociaal domein in de
meerjarenbegroting 2021-2024 van € 500.000 structureel met ingang van 2022.
KERNBOODSCHAP
Nadat we in het voorjaar van 2019 werden geconfronteerd met de grootste bezuiniging voor de gemeente Kampen ooit en het
financiële beeld in het voorjaar van 2020 verder leek verslechterd, zien we nu bij de Programmabegroting 2021 een voorzichtige
positieve ontwikkeling van ons begrotingssaldo. Naast de voorspoedige implementatie van de voorgenomen bezuinigingen ligt
ook de uitkomst van de meicirculaire daaraan ten grondslag. Echter, onder andere vanwege de onvoorspelbare ontwikkeling
met betrekking tot de gevolgen van de Coronacrisis adviseert het college om alsnog te kiezen voor nieuw financieel beleid en
aanvullende structurele beheersmaatregelen, en eveneens uitermate terughoudend te blijven als het gaat om
budgetverhogingen zowel incidenteel als structureel.
Ons college staat voor een realistische en behoedzame begroting en daarom hebben we het risicoprofiel van onze gemeente
geactualiseerd. We zien per saldo een stijging van het risicoprofiel als gevolg van de verslechterende economische
omstandigheden die het gevolg zijn van de Coronacrisis. In het vervolg van deze nota gaan we nog nader in op de impact die
de Coronacrisis heeft, zowel op het risicoprofiel als op de begroting zelf. Ondanks de stijging van het risicoprofiel zijn de
reserves nog voldoende om de risico’s op te vangen maar er is daarin de laatste jaren wel sprake geweest van een negatieve
trend. Om deze trend om te buigen, legt het college nu een begroting aan u voor inclusief een reservering voor de versterking
van de vermogenspositie. Daarmee willen we weer voldoende ‘vlees op de botten krijgen’ zodat we beter in staat zijn om
-
eventuele tegenvallers op te vangen maar vooral ook zodat we in de toekomst weer verder kunnen investeren in onze mooie
gemeente!
BEOOGD EFFECT
Een duurzaam sluitende, realistische en behoedzame begroting.
KADERS
Uitgangspunt voor de programmabegroting is de Perspectiefnota 2021. In de perspectiefnota zijn alle voorstellen van nieuw
beleid en bezuinigingen integraal afgewogen. Na de vaststelling van de perspectiefnota zijn er nog enkele ontwikkelingen
geweest die hebben geleid tot bijstelling van de begroting. Deze bijstellingen zijn een gevolg van autonome ontwikkelingen of
besluiten die door ons genomen zijn. Eveneens zijn er bij de perspectiefnota aanvullende maatregelen aangekondigd welke
door ons college de afgelopen periode nader zijn uitgewerkt en waarover wij u in de bestuurlijke toelichting bij de
programmabegroting uitgebreid informeren.
KANTTEKENINGEN
Na een aantal jaren aanzienlijk te hebben ingeteerd op de reserves is het van belang de weerstandscapaciteit te verhogen voor
onvoorziene én onvoorspelbare zaken. Gezien alle onzekerheden adviseren wij uw raad om uitermate terughoudend te zijn als
het gaat om de invoering van nieuw beleid. De onderbouwing hiervan leest u in de bestuurlijke toelichting bij de
programmabegroting.
COMMUNICATIE
Na vaststelling van de begroting door uw raad wordt er een Begroting in één oogopslag gepubliceerd via onze eigen kanalen en
in de Brug.
BIJLAGEN
Programmabegroting 2021
Kampen, 6 oktober 2020
Burgemeester en wethouders van Kampen,
de wnd. secretaris, de burgemeester,
drs. N. Middelbos drs. mr. B. Koelewijn
-
Agendanummer:
Portefeuillehouder: I. van der Sloot
Onderwerp: Programmabegroting 2021
De Raad van de gemeente Kampen,
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 6 oktober 2020;
gelet op artikel 189, 190 en 191 van de Gemeentewet;
besluit:
1. De meerjarenbegroting 2021-2024 vast te stellen;
2. De programmabegroting 2021 vast te stellen met:
a. Een totaal aan baten op de exploitatierekening van € 159.175.000
b. Een totaal aan lasten op de exploitatierekening van € 158.738.000
3. Het positieve saldo van € 437.000 te storten in de algemene reserve en deze ten laste te brengen van de post
onvoorzien structureel van € 420.000 en de post onvoorzien eenmalig van € 17.000;
4. In te stemmen met de voorgestelde aanvullende beheersmaatregelen sociaal domein, waarmee in 2021 een
besparing wordt gerealiseerd van € 409.000;
5. In te stemmen met de voorgestelde aanvullende beheersmaatregelen procesoptimalisatie, waarmee in 2021 een
besparing wordt gerealiseerd van € 174.000;
6. In te stemmen met het opnemen van een stelpost voor volumeontwikkeling en indexatie sociaal domein in de
meerjarenbegroting 2021-2024 van € 500.000 structureel met ingang van 2022.
Kampen, 12 november 2020
De Raad van de gemeente Kampen,
drs. H.A. van der Meulen, griffier drs. mr. B. Koelewijn, voorzitter
-
Inhoudsopgave
Bestuurlijke toelichting ................................................................................................................................................................. 9
Financiële kaders ...................................................................................................................................................................... 25
Programma's ............................................................................................................................................................................. 27
Totaal overzicht programmabegroting .................................................................................................................................... 28
Grafische weergave verhouding baten en lasten per programma .......................................................................................... 29
Programma 0 Bestuur en ondersteuning ................................................................................................................................... 30
Programma 1 Veiligheid ............................................................................................................................................................ 33
Programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat ........................................................................................................................... 36
Programma 3 Economie ............................................................................................................................................................ 40
Programma 4 Onderwijs ............................................................................................................................................................ 44
Programma 5 Sport, cultuur en recreatie ................................................................................................................................... 47
Programma 6 Sociaal domein ................................................................................................................................................... 51
Programma 7 Volksgezondheid en milieu ................................................................................................................................. 55
Programma 8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing ......................................................................... 59
Algemene dekkingsmiddelen ..................................................................................................................................................... 64
Overhead .................................................................................................................................................................................. 67
Vennootschapsbelasting ........................................................................................................................................................... 70
Reserves ................................................................................................................................................................................... 71
Paragrafen ................................................................................................................................................................................ 73
Paragraaf 1 Lokale heffingen .................................................................................................................................................... 74
Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing ............................................................................................................ 83
Paragraaf 3 Onderhoud Kapitaalgoederen .............................................................................................................................. 104
Paragraaf 4 Financiering ......................................................................................................................................................... 111
Paragraaf 5 Bedrijfsvoering ..................................................................................................................................................... 116
Paragraaf 6 Verbonden partijen............................................................................................................................................... 122
Paragraaf 7 Gemeentelijk grondbeleid .................................................................................................................................... 148
Bijlagen ................................................................................................................................................................................... 155
I Beleidsindicatoren / kengetallen ..................................................................................................................................... 156
II Overzicht structureel en eenmalig per programma ........................................................................................................ 159
III Specificatie van reserves en voorzieningen .................................................................................................................. 169
IV Overzicht EMU-saldo ................................................................................................................................................... 172
V Overzicht programma's en taakvelden .......................................................................................................................... 173
-
9
Bestuurlijke toelichting
Kernboodschap
Nadat we in het voorjaar van 2019 werden geconfronteerd met de grootste bezuiniging voor de gemeente Kampen ooit en het
financiële beeld in het voorjaar van 2020 verder leek verslechterd, zien we nu bij de Programmabegroting 2021 een voorzichtige
positieve ontwikkeling van ons begrotingssaldo. Naast de voorspoedige implementatie van de voorgenomen bezuinigingen ligt
ook de uitkomst van de meicirculaire daaraan ten grondslag. Echter, onder andere vanwege de onvoorspelbare ontwikkeling
met betrekking tot de gevolgen van de Coronacrisis adviseert het college om alsnog te kiezen voor aanvullende structurele
beheersmaatregelen en eveneens uitermate terughoudend te blijven als het gaat om budgetverhogingen zowel incidenteel als
structureel.
Ons college staat voor een realistische en behoedzame begroting en daarom hebben we het risicoprofiel van onze gemeente
geactualiseerd. We zien per saldo een stijging van het risicoprofiel als gevolg van de verslechterende economische
omstandigheden die het gevolg zijn van de Coronacrisis. In het vervolg van deze nota gaan we nog nader in op de impact die
de Coronacrisis heeft, zowel op het risicoprofiel als op de begroting zelf. Ondanks de stijging van het risicoprofiel zijn de
reserves nog voldoende om de risico’s op te vangen maar er is daarin de laatste jaren wel sprake geweest van een negatieve
trend. Om deze trend om te buigen, legt het college nu een begroting aan u voor inclusief een reservering voor de versterking
van de vermogenspositie. Daarmee willen we weer voldoende ‘vlees op de botten krijgen’ zodat we beter in staat zijn om
eventuele tegenvallers op te vangen maar vooral ook zodat we in de toekomst weer verder kunnen investeren in onze mooie
gemeented!
Bestuurlijke samenvatting
In 2019 werd u geconfronteerd met de grootste bezuinigingsopgave ooit voor de gemeente Kampen. Als raad heeft u
ingewikkelde beslissingen moeten nemen om het huishoudboekje van de gemeente Kampen structureel op orde te brengen. In
december 2019 hebben wij u geïnformeerd over verder oplopende structurele tekorten in het sociaal domein. Bij de aanbieding
van de Perspectiefnota 2021-2024 in juni jl. hebben wij u een toelichting gegeven op het verder verslechtere financiële beeld,
mede als gevolg van de Coronacrisis. De nadruk in de Perspectiefnota lag echter niet op de vrij besteedbare budgetten, deze
waren er immers niet. Ons college heeft bij de aanbieding van het financieel perspectief zichtbaar gemaakt wat de kaders zijn
om u een meerjarig sluitende begroting aan te kunnen bieden. De voorliggende begroting is daarom, evenals de
Perspectiefnota dat was, beleidsarm van aard. Inmiddels zijn de uitkomsten van de meicirculaire vertaald en hebben we meer
inzicht in de risico’s als gevolg van de Coronacrisis. Ons college heeft u bij de Perspectiefnota eveneens toegezegd realistisch
én behoedzaam te begroten, om een geflatteerd beeld te voorkomen. In deze begroting ziet u daarvan de effecten. Zo stellen
we bijvoorbeeld voor om de structurele volumegroei en indexatie in het sociaal domein mee te nemen in het meerjarenbeeld en
verzoeken we u in te stemmen met de reservering van middelen voor het herstel van de vermogenspositie.
Onze financiële situatie blijft van uw raad, de ambtelijke organisatie en ons college continu nadrukkelijke aandacht vragen.
Echter hoewel de middelen beperkt zijn en we nog steeds voor grote uitdagingen staan als gevolg van de bezuinigingen, zijn we
content met de ontwikkelingen die we zien als het gaat om het financiële bewustzijn binnen de ambtelijke organisatie. We lopen
voor op het implementatieplan van de bezuinigingen, het Actieprogramma sociaal domein wordt versneld uitgevoerd, er is meer
dan eerder inzicht én controle op de budgetten en we krijgen geleidelijk aan ook steeds meer grip en sturing op het sociaal
domein. Deze ontwikkelingen komen tot uiting in de financiële overzichten en de toelichting bij de voorliggende
-
10
programmabegroting. In deze programmabegroting is in het kader van de verbetering van de P&C-cyclus wederom een
verbeterslag gemaakt als het gaat om de leesbaarheid. Wij hopen hiermee uw raad ook te bedienen.
Overall kunnen we stellen dat we voorzichtig positief zijn over de ontwikkeling van ons begrotingssaldo. Een eerste analyse van
de septembercirculaire versterkt dat beeld voor de korte termijn, echter langjarig wordt dat niet gegarandeerd. Het
meerjarenperspectief blijft onzeker doordat er nog geen duidelijkheid is over de herverdeling van het gemeentefonds, het
Accress en de opschalingskorting. En hoewel we de risico’s als gevolg van de Coronacrisis scherp op ons netvlies hebben, is
het op dit moment nog onmogelijk de gevolgen exact in te kunnen schatten.
Gezien alle onzekerheden adviseren wij u dan ook om uitermate terughoudend te zijn als het gaat om de invoering van nieuw
beleid en stellen wij u voor om te kiezen voor aanvullende beheersmaatregelen en de versterking van de vermogenspositie. Na
een aantal jaren aanzienlijk te hebben ingeteerd op de reserves is het van belang de weerstandscapaciteit te verhogen voor
onvoorziene én onvoorspelbare zaken zoals bijvoorbeeld de gevolgen van de Coronacrisis. Hiermee geven wij eveneens
gehoor aan het advies van uw Auditcommissie om niet alleen te kijken naar de omvang van het weerstandsvermogen, maar ook
in de begroting een risicobuffer op te nemen om tegenvallers op te vangen. Bovendien geeft een degelijke buffer ook de ruimte
om voorzichtig weer te gaan nadenken over investeringen in onze mooie gemeente.
In de tabel hierna ziet u wat de keuzes die ons college aan u voorstelt betekenen voor het totale begrotingssaldo. Let wel: dit
overzicht betreft een totaalsaldo van zowel de incidentele als de structurele middelen. Een onderverdeling hiervan is te vinden
in het Totaaloverzicht Programmabegroting.
Voordeel (-), Nadeel (+) bedragen x € 1.000 2021 2022 2023 2024
Saldo PPN 2021 incl. meicirculaire 2020 -628 -3.064 -3.093 -3.636
Totaal ontwikkelingen na PPN 2021 774 545 315 -65
Saldo begroting 2021-2024 incl. ontwikkelingen 146 -2.519 -2.778 -3.701
Aanvullende maatregelen PPN 2021
Beheersmaatregelen SD -409 -380 -479 -479
Procesoptimalisatie -174 -100 -100 -100
Volumeontwikkeling en indexatie SD 0 500 1.000 1.500
Totaal aanvullende maatregelen PPN 2021 -583 20 421 921
Saldo begroting 2021-2024 incl. aanv. maatregelen -437 -2.499 -2.357 -2.780
Reservering voor herstel vermogenspositie 437 2.000 2.000 2.000
Restant saldo 0 -499 -357 -780
Leeswijzer
In de paragrafen hierna nemen we u stapsgewijs mee in de ontwikkeling van het begrotingssaldo. We beginnen met de
Perspectiefnota 2021 inclusief de meicirculaire. Vervolgens bieden we een overzicht aangevuld met de ontwikkelingen ná de
Perspectiefnota. Tenslotte komen wij bij u terug op de aangekondigde aanvullende maatregelen en de financiële vertaling
daarvan in de begroting.
-
11
Perspectiefnota 2021 incl. meicirculaire 2020
De begroting 2021-2024 is gebaseerd op het financiële kader uit de Perspectiefnota 2021. In de perspectiefnota zijn alle voorstellen
van nieuw beleid en bezuinigingen integraal afgewogen. Deze hebben wij één op één overgenomen in de begroting. Uitzondering
hierop betreft de geraamde verkoopopbrengst gronden Hanzewijk in relatie tot het Campusplan. Deze was per abuis meegeteld als
last in plaats van baat. Het saldo van de Perspectiefnota in kolom 2024 is hierop aangepast.
Na de Perspectiefnota is de meicirculaire verwerkt in de begroting. In onderstaande tabel is te zien wat de stand van zaken is van
de begroting 2021-2024 inclusief de uitkomsten van de meicirculaire.
Tabel PPN 2021 incl. meicirculaire 2020
Voordeel (-), Nadeel (+) bedragen x € 1.000 2021 2022 2023 2024
Saldo PPN 2021 (vastgesteld) 1.458 -295 -711 -1.845
- meicirculaire 2020 -2.086 -2.769 -2.382 -1.791
Saldo PPN 2021 incl. meicirculaire 2020 -628 -3.064 -3.093 -3.636
De positieve uitkomst van de meicirculaire 2020 is een gevolg van hogere rijksuitgaven en een lagere declaratie van gemeenten op
het BTW compensatiefonds. De hogere rijksuitgaven hebben een positief effect op het accres van het gemeentefonds. Het Kabinet
heeft het accres van 2020 en 2021 bevroren zodat wij zekerheid hebben over de hoogte van de algemene uitkering in 2021. In de
periode daarna kunnen de accressen nog wijzigen, bijvoorbeeld als gevolg van de verkiezingen van de Tweede Kamer als er een
nieuw kabinet wordt geformeerd.
Ontwikkelingen na Perspectiefnota 2021
Na de Perspectiefnota 2021 zijn er nog enkele ontwikkelingen geweest die hebben geleid tot bijstelling van de begroting. Deze zijn
een gevolg van autonome ontwikkelingen of besluiten die wij hebben genomen. In onderstaande tabel is te zien wat deze
ontwikkelingen zijn en de gevolgen ervan voor de begroting 2021-2024. Onder de tabel worden deze ontwikkelingen nader
toegelicht.
Tabel ontwikkelingen na PPN 2021
Voordeel (-), Nadeel (+) bedragen x € 1.000 2021 2022 2023 2024
Ontwikkelingen na PPN 2021
Lager dividend Kampereiland 341 170 170 170
Heroverweging verzelfstandiging stadsarchief -107 -107 -107 -107
Taakstelling Actieprogramma -1.096 -353 -165 -165
Volumegroei Sociaal Domein (corona) 1.949 0 0 0
Raming uitkering BUIG Corona-compensatie -880 0 0 0
Advieskosten aanbesteding en exploit. zwembad 2021 440 0 0 0
Onderzoek uitbreiding woonwagen locaties 50 0 0 0
Overige autonome ontwikkelingen 77 835 417 37
Totaal ontwikkelingen na PPN 2021 774 545 315 -65
-
12
Toelichting op de verschillende onderdelen
Lager dividend Kampereiland
In juni 2020 is het nieuwe Pachtprijsbesluit vastgesteld, met als gevolg dat de pachtprijzen in Noordelijk Weidegebied waar
Kampereiland onder valt, met 17 % dalen voor het jaar 2021. Dit leidt direct tot een minder resultaat in de NV en daardoor tot
een lagere dividend uitkering in 2021. Voor de jaren daarna is niet zeker hoe groot de daling zal zijn. Daarom wordt vanaf 2022
uitgegaan van de helft van de daling in 2021. De andere helft wordt als risico meegenomen in de paragraaf
weerstandsvermogen en risicobeheersing onder verbonden partijen
Heroverweging verzelfstandiging stadsarchief
De heroverweging van de verzelfstandiging van het stadsarchief is één van de beheersmaatregelen van 2020 en wordt
meegenomen in de 2e Bestuursrapportage. De vrijval van deze middelen is structureel en wordt daarom ook verwerkt in de
begroting 2021.
Taakstelling Actieprogramma conform matrix
Met de vaststelling van het actieprogramma door uw raad zijn wij voortvarend aan de slag gegaan met de maatregelen die daarin
beschreven zijn. We zien nu dat deze maatregelen eerder effect sorteren dan in de begroting was vastgelegd. Dit levert met name
in 2020 en 2021 een aanzienlijk voordeel op.
Volumegroei sociaal domein en raming uitkering BUIG Corona-compensatie
We zien dat het aantal bijstandscliënten sinds de start van de Coronacrisis met ongeveer 10% is gestegen. Om deze reden
gaan we in de begroting 2021 incidenteel uit van een hoger aantal bijstandscliënten, namelijk 900, waarbij we er ook vanuit
gaan dat het Rijk dat (gedeeltelijk) compenseert in een hoger BUIG-budget en dat Kampen daarnaast recht heeft op een
vangnetuitkering. Per saldo zijn de extra kosten voor de gemeente Kampen in 2021 geraamd ruim een half miljoen euro.
Vooralsnog is dat incidenteel omdat we niet weten hoe de Coronacrisis zich na 2021 gaat ontwikkelen. Mede om deze reden
streven we in de meerjarenraming naar een positief begrotingssaldo, zodat we de zich voordoende nadelen kunnen opvangen.
Advieskosten aanbesteding en exploitatie zwembad
Wij hebben op 15 september een besluit genomen over het beschikbaar stellen van extra middelen voor de exploitatie van het
zwembad tot 1 januari 2022. Het bedrag wordt incidenteel meegenomen in de begroting 2021. De structurele effecten zijn
afhankelijk van de uitkomst van het aanbestedingstraject en zal daarom pas in 2021 helder worden.
Onderzoek uitbreiding woonwagen locaties
Op 17 februari 2020 hebben wij de startnotitie voor de Bouwsteen Wonen (onderdeel van de Omgevingsvisie) vastgesteld. De
gemeente ziet het als haar taak “om er voor te zorgen dat er een voldoende en gevarieerd woningaanbod is, die ruimte biedt
aan alle bevolkingsgroepen en leefstijlen.” Daartoe worden ook de woonwagenbewoners gerekend. Er is een tekort aan
standplaatsen voor woonwagens, gezien het aantal huishoudens, dat daarvoor op de wachtlijst staat. In de begroting voor 2020
is een bedrag opgenomen voor onderzoek naar uitbreiding van woonwagenlocaties, maar het is gebleken dat dat bedrag niet
voldoende is. Daarom hebben wij hiervoor een extra bedrag in de begroting voor 2021 opgenomen.
Overige autonome ontwikkelingen
De overige autonome ontwikkelingen zijn budgetbijstellingen als gevolg van autonome ontwikkelingen bovenop de stelpost die wij in
de Perspectiefnota 2021 hebben meegenomen voor loon- en prijscompensatie.
-
13
Het saldo van de programmabegroting laat, zonder aanvullende maatregelen, in 2021 een niet sluitende begroting zien van
€ 146.000 negatief. De begroting is voor de jaren 2022-2024 structureel in evenwicht, zodat wij voldoen wij aan de voorwaarden uit
het Toezichtkader van de provincie. Omdat wij hechten aan een duurzaam sluitende én realistische begroting komen we hierna bij
u terug op aanvullende maatregelen.
Aanvullende maatregelen Perspectiefnota 2021
In de Perspectiefnota 2021 is aangekondigd dat het college u bij de Programmabegroting 2021 zou informeren over aanvullende
maatregelen (sociaal domein, procesoptimalisaties en het integraal beheerplan) om te komen tot een duurzaam sluitende én
realistische begroting. Dat wil zeggen een begroting waarbij gestuurd wordt op een (structureel) positief begrotingsbeeld, zodat er
ook een buffer is om onzekerheden van toekomstige uitgaven op te kunnen vangen. Hieronder geven we per thema weer wat de
stand van zaken hiervan is en treft u een tabel aan waarin is opgenomen hoe de maatregelen zijn verwerkt in de concept
programmabegroting.
Tabel Aanvullende maatregelen PPN 2021
In onderstaande tabel zijn deze maatregelen opgenomen.
Voordeel (-), Nadeel (+) bedragen x € 1.000 2021 2022 2023 2024
Aanvullende maatregelen PPN 2021
Beheersmaatregelen SD -409 -380 -479 -479
Procesoptimalisatie -174 -100 -100 -100
Volumeontwikkeling en indexatie SD 0 500 1.000 1.500
Totaal aanvullende maatregelen PPN 2021 -583 20 421 921
Toelichting op de aanvullende maatregelen
Beheersmaatregelen sociaal domein
Aanleiding
Op 7 mei 2019 hebben wij uw raad geïnformeerd over de financiële tegenvallers binnen het sociaal domein. In de
raadsvergadering van 29 mei 2019 heeft u ons opdracht gegeven om concernbrede bezuinigingsvoorstellen van € 8 mln. voor
te bereiden. Het op een verantwoorde manier oplossen van de tekorten in het sociaal domein is een onderdeel van deze
opdracht. Dit heeft geleid tot een Plan van Aanpak sociaal domein, welke uiteindelijk is vertaald in een Actieprogramma Sociaal
Domein.
Vooruitlopend op het Actieprogramma is in het sociaal domein in 2019 ca. € 750.000 aan bezuinigingen gerealiseerd. In 2020
wordt ca. € 1,4 mln. gerealiseerd volgens het Actieprogramma, waar € 1,1 mln. was begroot.
Bij de eerste maandrapportages van 2020 bleek echter dat de budgetten in de begroting 2020 voor het sociaal domein op dat
moment niet aansloten op het niveau van de werkelijke kosten in sociaal domein. Met het vastgestelde Actieprogramma zetten
we de benodigde stappen om in vier jaar tijd € 4 mln. te bezuinigen op het sociaal domein om controle te hebben en houden op
de uitgaven. Echter, dit leek op dat moment onvoldoende te zijn om de nodige aansluiting op de begroting te realiseren.
In de Perspectiefnota hebben wij daarom aangekondigd om met aanvullende maatregelen te komen waarmee aan uw raad een
duurzaam sluitende én realistische begroting voor 2021 voorgelegd kan worden. Hierbij is er rekening mee gehouden dat deze
maatregelen in totaal structureel ca. € 1,5 miljoen moeten opleveren, waarvan ca. € 1,2 miljoen betrekking hebben op het
sociaal domein. Dit bedrag aan aanvullende beheersmaatregelen was ten tijde van de Perspectiefnota noodzakelijk om een
-
14
duurzaam sluitende begroting te kunnen realiseren voor 2021. Echter, ten aanzien hiervan is in de Perspectiefnota (pag. 3) de
volgende tekst opgenomen: ‘We hebben daarom een aantal aanvullende maatregelen in het sociaal domein geïdentificeerd en
deels al doorgerekend, dit kan leiden tot een substantiële besparing. Daarbij moet wel worden bedacht dat met deze
maatregelen, na alles wat al is opgenomen in het huidige actieprogramma, inmiddels de grenzen worden bereikt van wat
maatschappelijke en wettelijk haalbaar is. Het is aldus deels afhankelijk van de bestuurlijke keuzes die uw raad maakt hoe hoog
het te besparen bedrag komt te liggen.’
Financiële ontwikkelingen
Sinds de vaststelling van de Perspectiefnota door uw raad, hebben zich een aantal financiële ontwikkelingen voorgedaan.
Hierover bent u eerder in deze nota geïnformeerd en deze hebben vooral betrekking op de positieve uitkomst van de
meicirculaire en de eerste analyse van de septembercirculaire die eveneens een positief effect blijkt te hebben op onze
begroting. De effecten van de septembercirculaire worden zoals gebruikelijk pas verwerkt in de eerste Berap van 2021 en de
Perspectiefnota 2022-2025.
Tevens is op basis van de Perspectiefnota, welke gericht is op een realistische begroting, een aantal zaken reeds opgenomen
in voorliggende Programmabegroting:
Alle budgetten voor het sociaal domein zijn grondig geanalyseerd en waar nodig bijgesteld naar een realistisch niveau
Er is een extra buffer voor volumegroei en indexatie in het sociaal domein opgenomen
Het ritme van het Actieprogramma is aangepast
Bij het opstellen van de meerjarenbegroting 2020 – 2023 is de totale opbrengst van € 4,0 miljoen uit het actieprogramma
verdeeld over de komende vier jaar. Hierbij was de verwachting dat er in 2021 € 500.000 aan besparingen gerealiseerd ging
worden. In het voorjaar van 2020 is het actieprogramma opgesteld met daarin de nadere uitwerking van de besparingen. Hieruit
is gebleken dat het tempo van de besparingen hoger ligt dan eerder was voorzien. Dit betekent dat er in 2021 € 1,6 miljoen
bespaard kan worden in plaats van € 500.000. In de Raadsvergadering van 2 juli jl. hebben wij voorstellen ingebracht over de
invulling van deze besparing, onder andere in de eerste fase ‘herijking voorveld’ en het actieprogramma armoede.
Naast financiële ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden, sturen wij actief op het in control zijn en grip houden op de
uitgaven. Hiervan heeft u het een en ander kunnen zien in de kwartaalrapportages, die goed zijn ontvangen door uw raad. Het
college heeft daarnaast medewerkers vrijgemaakt in de ambtelijke organisatie die expliciet de opdracht hebben om grip te
houden op de maatregelen die we nemen en op de kosten in het sociaal domein.
Bovenstaande financiële ontwikkelingen en aanpassingen in de Programmabegroting leiden ertoe dat de aanvullende
beheersmaatregelen voor het sociaal domein heroverwogen kunnen worden in relatie tot het begrotingssaldo. In lijn met de
toezegging in de Perspectiefnota geven we uw raad inzicht in de keuze voor de omvang van het te besparen bedrag van
beheersmaatregelen en daarmee de te creëren ruimte in de begroting. We doen hierbij een voorstel voor een specifiek
scenario, maar delen de andere onderzochte scenario’s graag met u middels bijlage 2.
Uitwerking aanvullende beheersmaatregelen
Een tiental aanvullende maatregelen is middels een afwegingskader getoetst op een aantal criteria.
In bijlage 1 is een afwegingskader toegevoegd waarin de maatregelen en uitwerking hiervan kort worden toegelicht. Alle
maatregelen zijn aan de hand van een aantal criteria in beeld gebracht:
Inhoudelijk advies van afdeling beleid over de te nemen maatregel
-
15
Integraliteit beleidskader/actieprogramma. Het beleidskader is vastgesteld nadat de beheersmaatregelen zijn
opgesteld. Middels dit criterium brengen we in beeld hoe de maatregel zich verhoudt tot de uitgangspunten van het
beleidskader
Juridisch advies, met name aandacht voor eventuele juridische belemmeringen
Maatschappelijk risico, met name aandacht voor de impact van de maatregel op de samenleving en mogelijke
(politieke) risico’s
Financieel effect van de maatregel, omvang van de mogelijke bezuiniging
Uit deze uitwerking blijkt een aantal maatregelen juridisch niet haalbaar en/of grote maatschappelijke risico’s met zich mee te
brengen. Dit is weergegeven in het afwegingskader.
Extra alternatieve maatregelen
Na een grondige ambtelijke toets op een grote hoeveelheid mogelijke beheersmaatregelen in de zomer van 2020 leek de rek er
voor de korte termijn uit. Er is gekeken naar de beheersmaatregelen en tevens naar goede voorbeelden bij andere gemeenten.
Op de lange termijn zien we kansen, maar voor 2021 lijken we de grenzen van wat maatschappelijk wenselijk is te bereiken.
Desalniettemin is gekomen tot vijf extra alternatieve maatregelen in lijn met het beleidskader en een voorstel voor structurele
besparing op Jeugd. Overigens moet opgemerkt worden dat een klein deel van het effect van de besparingen uit deze
aanvullende beheersmaatregelen buiten programma 6 van het sociaal domein valt (deze valt in programma 4, Onderwijs).
Scenario’s
Zoals eerder toegelicht, hebben wij verschillende scenario’s voor beheersmaatregelen onderzocht. De verschillende scenario’s
delen wij graag met uw raad via een separate notitie. U heeft immers het budgetrecht en ons college vindt het van belang om in
dit kader transparant te zijn over de maatregelen en consequenties hiervan.
Deze onderscheiden scenario’s omvatten de maatregelen, de inhoudelijke, juridische en maatschappelijke consequenties en
ten slotte het effect op het begrotingssaldo. De toelichting op de scenario’s en financiële uitwerking moet bezien worden in
relatie tot het afwegingskader. Tevens is het van belang om deze aanvullende beheersmaatregelen te blijven bezien in relatie
tot het Actieprogramma, waarvoor in 2021 een besparing van ca. € 1,6 mln. is begroot.
Alle inhoudelijke, juridische, maatschappelijke en financiële afwegingen in ogenschouw nemend kiezen wij voor besparingen,
waarbij wordt aangesloten op een realistische begroting. Hierbij nemen wij nog geen besparing op voor Jeugd. Er zit een
aanzienlijk risico in het bestendigen van de ingezette maatregelen op Jeugd op basis van een prognose van een halfjaar, bij de
eindafrekening van 2020 is hier een beter beeld van. Voorstel is dan ook om bij de eerste Bestuursrapportage van 2021
opnieuw de ontwikkelingen op Jeugd te bezien. Ook andere mogelijk positieve ontwikkelingen worden bij de Berap opnieuw
bezien, bijvoorbeeld het anders organiseren van schulddienstverlening en de inzet van het re-integratiebudget.
Voor dat laatste budget geldt dat de VNG visitatiecommissie begin 2021 een analyse en advies aan ons College uitbrengt over
het maken van gedegen afwegingen bij het inzetten van het (beperkte) re-integratiebudget. Mogelijke uitkomst van deze
analyse kan zijn dat een investering in het re-integratiebudget nodig is om zo een grotere besparing op de Inkomensregelingen
te realiseren.
Naast de overwegingen bij de eerste Berap, betrekken we de uitkomst van gunstige ontwikkelingen tevens bij de
Perspectiefnota van 2022 voor het structurele perspectief. In de periode tot de eerste Berap wordt u middels
kwartaalrapportages op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen in het Sociaal Domein en kunt u, waar nodig, hierop
bijsturen.
De totale besparing van de maatregelen in dit scenario is € 408.915. Tevens realiseren we in 2020 en 2021 een versnelling in
de uitvoering van het actieprogramma ten opzichte van de huidige ramingen. Dit heeft ook bijgedragen aan het positieve
begrotingsbeeld.
-
16
Advies
We adviseren om, in lijn met de begroting, realistisch en behoudend te zijn met betrekking tot de aanvullende
beheersmaatregelen in het sociaal domein. We stellen u voor om te kiezen voor scenario 3, waarin we nog geen besparing op
Jeugd opnemen in de begroting, en hebben dit scenario ook als zodanig verwerkt in onze concept programmabegroting. Gezien
de financiële ontwikkelingen, het door u vastgestelde beleidskader, de versnelling van het actieprogramma en de positieve
signalen op basis van de kwartaalrapportages, zien we dat er financiële ruimte ontstaat om de toegezegde € 1,2 mln. niet
geheel in te vullen. Bovendien achten we het zeer beperkt verantwoord om dergelijke vergaande beheersmaatregelen, met alle
maatschappelijke risico’s van dien, door te voeren. We zien dat op korte termijn de ruimte om grote bezuinigingen te realiseren
beperkt is. Er is met de bezuinigingen in 2019 en het Actieprogramma al heel scherp gekeken naar de mogelijkheden voor
besparingen op de korte termijn in het sociaal domein, daar zijn stevige keuzes in gemaakt in de afgelopen jaren. Het
doorvoeren van nog meer bezuinigingen zou de basis van het sociaal domein weg slaan, dit heeft een negatieve uitwerking op
het draagvlak in de samenleving voor verdere maatregelen vanuit het actieprogramma en naar verwachting tevens een negatief
financieel effect.
Voor de lange termijn zien we echter perspectief. We zien, zowel in Kampen als in andere gemeenten, dat transformeren tijd
kost. In de huidige financiële context is die tijd er niet altijd. Grote stappen in de transformatie van zorg en ondersteuning
worden vanaf 2022 verwacht. In lijn met het actieprogramma heeft de herijking van het voorveld fase II en herijking inkoop
(Jeugd, Wmo begeleiding, dagbesteding en wellicht huishoudelijke hulp en hulpmiddelen) in 2021 onze prioriteit. Door
structureel de ondersteuning en zorg anders te organiseren, kan tevens een structureel positief effect op de begroting voor het
Sociaal Domein gerealiseerd worden. De financiële effecten van herijking voorveld fase II en inkoop kunnen vanaf 2022 worden
geëffectueerd.
Procesoptimalisaties
In de Perspectiefnota 2021 is ook aangekondigd dat bijsturing gaat plaatsvinden door procesoptimalisaties. Met
procesoptimalisaties beogen wij onze interne werkprocessen te verbeteren. Daarmee kunnen verschillende doelen worden
beoogd zoals bijvoorbeeld verbetering van de efficiency en de dienstverlening. Eerder dan aanvankelijk gepland moet dat tot
een besparing gaan leiden. In de begroting 2021 en de meerjarenraming 2022-2024 is daarvoor nu de volgende reeks
opgenomen:
Procesoptimalisatie 2021 2022 2023 2024 2025
Taakstelling begroting 2020
200 300 400 500
Al gerealiseerd
-26 -26 -26 -26
174 274 374 474
naar voren brengen 174 274 374 474 474
nog te realiseren 174 274 374 474 474
Totaal effect op begroting 174 100 100 100 0
In 2021 moet dus een eerste besparing worden gerealiseerd van € 174.000. Dat loopt de jaren daarna op met telkens €
100.000. Momenteel vindt in de organisatie een inventarisatie plaats van kansrijke procesverbeteringen en het
besparingspotentieel dat daar mee samenhangt. Dit gaat leiden tot een agenda van procesverbeteringen die in 2021 worden
uitgevoerd. Van belang is dat deze agenda concreet (SMART) wordt zowel over de verwachte opbrengsten, als over de
investering die dat vraagt in 2021. Verder stellen we voor dat het college de raad via de cyclusdocumenten blijft informeren
over de voortgang en (financiële) realisatie van de procesoptimalisaties.
-
17
Integraal Beheer Plan
Het IBP is gebaseerd op de reguliere onderhouds- en vervangingsschema’s. Alles vanuit het vertrekpunt dat de huidige
kapitaalgoederen op een sober en doelmatig niveau kunnen worden onderhouden. In het voorjaar is aangegeven dat een
eventuele aanvullende besparing leidt tot fundamentele keuzes. Bij de PPN 2022 en de daaropvolgende perspectiefnota’s
worden eventuele keuzes in dat kader inzichtelijk gemaakt. Daarnaast zal er in de tweede helft van deze bestuursperiode een
aanvullende analyse op alle onderliggende budgetten worden gedaan, zoals dit reeds in het sociaal domein heeft
plaatsgevonden. Daarbij betrekken wij onder andere toekomstige ontwikkelingen zoals klimaatveranderingen en de invloed
daarvan op de structurele budgetten, zodat ook voor wat betreft het IBP naar een realistische meerjarenbegroting wordt
toegewerkt.
Volumeontwikkeling en indexatie sociaal domein
Onderzoek van de VNG over verwachte volumeontwikkeling en indexatie binnen het sociaal domein, maken ons duidelijk dat de
meerjarenbegroting sterk onder druk staat. De verwachte stijging doet zich vooral voor bij de Wmo. De toename van zorgbehoeften
o.a. door vergrijzing, langer zelfstandig wonen, afname beschikbare mantelzorgers en de invoering van het abonnementstarief
zorgen ervoor dat de Wmo-kosten de komende jaren blijven stijgen. Als wij toe willen groeien naar een duurzame begroting dan
moeten wij ook rekening houden met deze verwachte groei. Wij stellen daarom voor om vanaf 2022 jaarlijks een bedrag voor
volumeontwikkeling en indexatie sociaal domein op te nemen van € 500.000 structureel.
De verwachte volumeontwikkeling en indexatie in het sociaal domein in 2021 is al verwerkt op de verschillende beleidsvelden,
zodat de stelpost van € 500.000 structureel meegenomen wordt vanaf 2022.
Totaaloverzicht begroting 2021-2024 inclusief aanvullende maatregelen
Het is onze opdracht u een duurzaam sluitende én realistische begroting aan te bieden. We denken u door de opbouw in dit
voorstel stapsgewijs mee te hebben genomen in de opbouw van de Programmabegroting en de keuzes die wij als college daarbij
aan uw raad voorstellen. In onderstaande tabel ziet u het totaaloverzicht van de begroting inclusief de verwerking van de
beheersmaatregelen en stelpost voor volumeontwikkeling en indexatie in het sociaal domein.
Voordeel (-), Nadeel (+) bedragen x € 1.000 2021 2022 2023 2024
Saldo PPN 2021 incl. meicirculaire 2020 -628 -3.064 -3.093 -3.636
Totaal ontwikkelingen na PPN 2021 774 545 315 -65
Saldo begroting 2021-2024 incl. ontwikkelingen 146 -2.519 -2.778 -3.701
Aanvullende maatregelen PPN 2021
Beheersmaatregelen SD -409 -380 -479 -479
Procesoptimalisatie -174 -100 -100 -100
Volumeontwikkeling en indexatie SD 0 500 1.000 1.500
Totaal aanvullende maatregelen PPN 2021 -583 20 421 921
Saldo begroting 2021-2024 incl. aanv. maatregelen -437 -2.499 -2.357 -2.780
Reservering voor herstel vermogenspositie 437 2.000 2.000 2.000
Restant saldo 0 -499 -357 -780
-
18
Herstel vermogenspositie
Door de mindere financiële resultaten is het eigen vermogen van de gemeente Kampen de laatste jaren aanzienlijk geslonken. Met
als gevolg dat de solvabiliteit, een maatstaf voor de financiële gezondheid, onder de waarde is gekomen die de VNG beschouwt als
wenselijk voor gezonde gemeentefinanciën. Met de aanvullende beheersmaatregelen en uitkomst van de meicirculaire ontstaat er
nu in meerjarig perspectief weer zicht op een positief begrotingssaldo. Wij stellen voor dit begrotingssaldo grotendeels te reserveren
voor herstel van de vermogenspositie en het restant begrotingssaldo beschikbaar te houden als buffer voor eventuele tegenvallers
in het betreffende jaar, zonder dat onmiddellijk weer een beroep hoeft te worden gedaan op de algemene reserve. Hiermee komen
wij ook tegemoet aan het advies van uw auditcommissie dat wij als zeer waardevol beschouwen.
Ondanks het gunstige meerjarig beeld van de begroting moet nog rekening worden gehouden met een aantal overwegingen.
Deze zijn:
1. De financieel economische gevolgen van corona
2. Uitkomst van de septembercirculaire 2020
1. De financieel economische gevolgen van corona
De economische gevolgen van de Coronacrisis brengen risico’s en onzekerheden met zich mee voor de begroting 2021. Hier
komen we later in deze nota op terug. Daar waar met redelijke zekerheid sprake is van inkomstenderving of hogere uitgaven,
zijn deze meegenomen in de begroting. Vooralsnog is dat alleen nog de verwachte toename van het aantal
bijstandsuitkeringen. De hogere uitgaven zijn deels opgevangen door inkomsten vanuit de BUIG en door het naar voren halen
van het resultaat op het actieprogramma sociaal domein.
2. Uitkomst van de septembercirculaire 2020
De septembercirculaire 2020 is na Prinsjesdag openbaar gemaakt. Eventuele effecten hiervan maken geen onderdeel uit van
de begroting 2021-2024.
Het aanvullend compensatiepakket Coronacrisis medeoverheden die op 31 augustus jl. is gepubliceerd, maakt onderdeel uit
van de septembercirculaire.
De financiële gevolgen van deze circulaire moeten nog worden berekend en daarover zullen wij u nader informeren in een
separate raadsbrief.
Vooruitlopend hierop melden wij dat in de circulaire op twee onderdelen wordt ingegaan op compensatie voor 2021:
1. Opschalingskorting
Gezien de toegenomen financiële druk bij gemeenten door corona heeft het kabinet besloten de oploop in de
opschalingskorting voor gemeenten in de jaren 2020 en 2021 incidenteel te schrappen.
Dit leidt tot een verhoging van de algemene uitkering van het gemeentefonds van € 70 miljoen in 2020 en € 160
miljoen in 2021.
Voor 2021 zal dit naar verwachting voor Kampen een voordeel van ongeveer € 450.000 opleveren.
2. Steunpakket lokale culturele infrastructuur
Er komt een steunpakket van € 150 miljoen beschikbaar, opdat gemeenten in staat worden gesteld deze
infrastructuur te ondersteunen. Een nadere invulling voor dit steunpakket wordt nog verder door het ministerie van
OCW uitgewerkt.
Dit zal voor 2021 naar verwachting voor Kampen een voordeel geven van ongeveer € 420.000. De verplichtingen die
hieruit voortvloeien zijn ook nog niet bekend.
-
19
Daarnaast wordt in de septembercirculaire voor het jaar 2022 eenmalig aanvullend € 300 miljoen toegevoegd aan het
jeugdhulpbudget om de transitie- en transformatiedoelen van de decentralisatie te realiseren.
In 2019 tot en met 2021 zijn hiervoor ook al incidentele budgetten aan toegekend. De VNG maakt zich samen net de
gemeenten sterk om de gemeenten structureel te compenseren. Voor Kampen zal dit een incidenteel voordeel opleveren van
ongeveer € 1 miljoen.
De risico’s en onzekerheden als gevolg van de Coronacrisis op de Programmabegroting
Bij de bespreking van de Perspectiefnota in het voorjaar is eveneens toegezegd bij de Programmabegroting terug te komen op
de impact op de begroting als gevolg van de Coronacrisis. Deze crisis – en de verslechtering van de economie die er het
gevolg van is – brengt onzekerheden met zich mee voor de begroting 2021. We weten inmiddels met zekerheid dat de
wereldeconomie in een forse recessie is beland. Ook het CPB raamt voor de Nederlandse economie een krimp van 6 % in
2020, gevolgd door een gematigd economisch herstel in 2021. De meeste andere instituties, zoals de Nederlandse Bank en het
IMF, zien soortgelijke scenario’s zij het dat de percentages wat van elkaar afwijken. Het tempo waarin de economie zich zal
kunnen herstellen hangt uiteraard rechtstreeks samen met de mate waarin het virus zelf onder controle komt en daarover valt
ook nog weinig met zekerheid te zeggen.
Wel is duidelijk dat de economische recessie nog een ‘tweede orde-effect’ zal hebben o.a. in de vorm van een oplopende
werkloosheid. In het basisscenario van het CPB verdubbelt de werkloosheid in 2021 t.o.v. het niveau van 2019. De oplopende
werkloosheid en de inkomensonzekerheid van veel huishoudens zullen naar verwachting ook een negatief effect gaan hebben
op de huizenmarkt. Tijdens de kredietcrisis in 2008 daalden de huizenprijzen nog hard. Van een daling is op dit moment
weliswaar nog geen enkele sprake, maar de Nederlandse Bank, en enkele commerciële banken, gaan voor 2021 uit van een
daling van de huizenprijzen met enkele procenten. Al eerder dit jaar had het economisch bureau van de ABN AMRO een daling
van de bouwproductie voorspeld als gevolg van de stikstof- en PFAS-crisis. De gevolgen van de Coronacrisis komen daar nog
bovenop. We houden er ook rekening mee dat er in 2021 geen sprake zal zijn van een dividenduitkering van Enexis en Vitens
of dat deze substantieel lager zal uitvallen.
Deze ontwikkelingen en onzekerheden hebben vanzelfsprekend ook invloed op de financiële huishouding van gemeenten en de
verbonden partijen. Voor Kampen onderscheiden we de volgende categorieën inkomsten en uitgaven waar deze crisis ook in
2021 effect zal of kan hebben:
De inkomsten uit lokale heffingen en leges
De ontwikkeling van de grondexploitaties
De uitgaven in het sociaal domein
Verbonden partijen, deelnemingen en subsidierelaties van de gemeente
Extra inzet van het gemeentelijke apparaat, zoals voor handhaving
Daar waar met redelijke zekerheid sprake gaat zijn van inkomstenderving of hogere uitgaven, moeten deze als ‘harde’
tegenvaller op de begroting worden gezet. In alle andere gevallen is sprake van een risico dat wordt meegenomen in de
paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing van de Programmabegroting 2021. Dit geactualiseerde coronarisico wordt
vanzelfsprekend meegenomen in de bepaling van het risicoprofiel en daarmee in de omvang van de benodigde
weerstandscapaciteit. Hierna geven we een toelichting op de onderscheiden categorieën.
-
20
Inkomsten uit lokale heffingen en leges
De Coronacrisis heeft vooralsnog niet geleid tot kwijtschelding van heffingen of leges. Wel is aan veel ondernemers uitstel
verleend. We houden in 2021 rekening met het risico dat een klein deel van de heffingen en leges uiteindelijk niet inbaar zal
blijken te zijn met name als de economische crisis leidt tot een stijging van het aantal ondernemers met betalingsproblemen en
van het aantal faillissementen. We schatten nu in dat we over een bedrag van ca. € 100.000 een hoger debiteurenrisico lopen.
Daarnaast zien we dat de leges bij burgerzaken enigszins achterblijven door de Coronacrisis. Het gaat om enkele tienduizenden
euro’s. We houden ook rekening met dit risico in 2021.
Bij de bouwleges zien we in 2020 een aanzienlijk financieel voordeel ontstaan, waarover in de 2e berap wordt gerapporteerd.
Van de voorspelde inzinking in de bouwproductie is vooralsnog geen sprake. Niettemin houden we er in het risicoprofiel van de
begroting 2021 wel rekening mee dat er dan spiegelbeeldig sprake zal zijn van een terugval in de bouwleges. Op het hiermee
samenhangende risico voor de grondexploitaties gaan we hierna nog afzonderlijk in.
Bij de parkeeropbrengsten zien wij, na een aanvankelijke terugval aan het begin van de Coronacrisis, in de loop van 2020 een
duidelijk herstel. Bovendien heeft het Rijk de gemeenten financiële compensatie geboden op dit onderdeel, zodat over geheel
2020 mogelijk geen nadeel te verwachten is. Als de economische crisis in 2021 doorzet is een terugval in de
parkeeropbrengsten niet uit te sluiten. Daarbij is nog onzeker of het Rijk opnieuw compensatie gaat bieden. Vooralsnog houden
wij in de risicoparagraaf rekening met een (geringe) terugval in de parkeeropbrengsten < 10 %.
Ook bij de verhuur van gemeentelijke vastgoed, met name van commercieel vastgoed met een horecafunctie, is er een risico op
inkomstenderving. Het gaat hier om echter om een risico over een relatief gering bedrag (ca. € 30.000).
De ontwikkeling van de grondexploitaties
Zoals gezegd was de verwachting van veel banken en instituties dat de Stikstof- en de PFAS-crisis al een remmende werking
zou hebben op de bouwproductie en daarmee op de uitgifte van bouwgronden. Dit effect heeft zich nog niet voorgedaan.
Integendeel zien wij ten tijde van de opstelling van deze begroting nog steeds dat de onderliggende schaarste op de
woningmarkt leidt tot stijgende prijzen. Dat is een landelijk beeld en de situatie in Kampen vormt daarop geen uitzondering.
Niettemin gaan de meeste voorspellingen ervan uit dat de negatieve impact van de Corona-uitbraak op de economie, ook gaat
leiden tot een vertraging in de bouwproductie en de uitgifte van gronden. Dit is gebaseerd op de verwachting dat de
economische crisis gaat doorwerken in de inkomens van grote groepen huishoudens en daarmee op de vraag naar woningen.
Dit is naar verwachting een tijdelijk effect, omdat de onderliggende schaarste aan woningen op langere termijn het beeld blijft
bepalen.
Met dit gegeven in het achterhoofd hebben wij rekening gehouden met het risico’ van een tijdelijke crisis in de woningmarkt.
Daarbij zijn twee scenario's doorgerekend: het basisscenario is een vertraging van de gronduitgifte met 1 jaar en worst case
van 2 jaar. Aannames zijn dat de rente in deze situatie niet stijgt of worst case met maximaal een half procent en dat daarnaast
sprake is van een prijsdemping of een kleine prijsdaling in de bouw door het stilvallen van de productie. Daarnaast
veronderstellen we dat de crisis ook een drukkend effect heeft op de grondopbrengst van -0,5 tot -1,0 %. Deze scenario's leiden
(met weging 50/50) tot een verlies van ca. € 5 miljoen aan rentelasten en additioneel ca. € 700.000 per jaar aan dekking voor
apparaatskosten. De rentelasten, alsmede de effecten van prijs- en opbrengstfluctuaties komen daarbij ten laste van de reserve
Grondbedrijf. Verder is er sprake van een risico op afwaardering van de voorraden gronden. Ook dit risico vloeit voort uit een
eventuele vertraging van de economische ontwikkeling en meer specifiek van de bouwproductie. Dit risico is eveneens
ingeschat op ca. € 5 miljoen en komt in eerste instantie eveneens te laste van de reserve Grondbedrijf. In tweede instantie is de
-
21
Algemene reserve aangewezen als de reserve Grondbedrijf op enig moment onvoldoende saldo zou hebben. In de paragraaf
Weerstandsvermogen en Risicobeheersing wordt de samenhang tussen beide reserves nog nader toegelicht.
De uitgaven in het sociaal domein
De Coronacrisis heeft in het sociaal domein met name effect op de inkomensregelingen. Het aantal bijstandscliënten is sinds
heb begin van de crisis in Kampen gestegen van ruim 800 naar bijna 900. Nu de economie ‘op slot zit’ en de werkloosheid fors
gaat stijgen, leert de ervaring dat het aantal bijstandscliënten, met een zekere vertraging, ook een stijgende lijn gaat vertonen.
Om deze reden gaan we in de begroting 2021 incidenteel uit van een hoger aantal bijstandscliënten, namelijk 900, waarbij we er
ook vanuit gaan dat het Rijk dat (gedeeltelijk) compenseert in een hoger BUIG-budget en dat Kampen daarnaast recht heeft op
een vangnetuitkering. Per saldo zijn de extra kosten voor de gemeente Kampen in 2021 geraamd op ca. € 0,55 miljoen.
Vooralsnog is dat incidenteel omdat we niet weten hoe de Coronacrisis zich na 2021 gaat ontwikkelen. Mede om deze reden
streven we in de meerjarenraming naar een positief begrotingssaldo, zodat we zich voordoende nadelen kunnen opvangen.
Daarboven bestaat het risico dat het aantal bijstandscliënten nog hoger uitvalt en dat het Rijk dat niet of onvoldoende
compenseert. Dat risico is geraamd op € 400.000. Dat is gebaseerd op een aantal van 925 bijstandscliënten en betreft de
kosten van één jaar. Dit wordt meegenomen in het risicoprofiel in de begroting 2021.
Om het risico te beperken moeten we zoveel mogelijk inzetten op een efficiënte inzet van het re-integratie-budget o.a. door
meer collectieve werkactiviteiten te organiseren via het Werkcafé bij Impact en preventieve inzet op jongeren in samenwerking
met het PRO/VSO onderwijs. Regionaal is de Taskforce Werk in het leven geroepen. We maken hier zoveel mogelijk gebruik
van om mensen die door corona in de bijstand terecht gekomen zijn weer aan het werk te krijgen, eventueel via korte
scholingstrajecten.
Bij de WMO zien we nog steeds een stijging van het aantal deelnemers. Deze is echter grotendeels trendmatig en dus niet zo
zeer corona gerelateerd. Wel is er in 2020 sprake geweest van niet geleverde ondersteuning die wel is doorbetaald aan de
leveranciers. Tot en met augustus gaat het om een bedrag van ca. € 87.000. Er gaat mogelijk een probleem ontstaan als er
sprake gaat zijn van inhaalzorg. Het rijk biedt daar weliswaar compensatie voor maar het is de vraag of dat voldoende is. Ook
wanneer er opnieuw een corona-uitbraak plaatsvindt, kan dit leiden dit tot extra kosten. De ondersteuning wordt doorbetaald,
terwijl er niet altijd geleverd is. Bovendien kan het zijn dat tijdens de uitbraak niet geleverde ondersteuning door mantelzorgers
is opgevangen die daardoor overbelast raken en daarna zelf ondersteuning nodig hebben. In de risicoparagraaf in de begroting
2021 is als te voren rekening gehouden met het risico van een overschrijding van het WMO-budget. Dit risico is dus niet
uitsluitend corona gerelateerd.
Bij de jeugdzorg zien we, net als bij de WMO, dat bepaalde zorg niet is geleverd maar wel is doorbetaald aan de
zorgleveranciers met tegenover staande compensatie door het Rijk. Als gevolg van Corona zien we een stagnatie van
meldingen. Diagnostiek en behandeling konden niet altijd tijdig en effectief plaatsvinden. Hierdoor mag verwacht worden dat
behandelingen verlengd worden (oprekking van indicaties) ook in 2021. Of dit plaats zal vinden en hoe groot de financiële
gevolgen hiervan kunnen zijn, is moeilijk in te schatten. We houden in het risicoprofiel in de begroting 2021 rekening met een
risico van enkele tonnen.
-
22
Verbonden partijen, deelnemingen en subsidierelaties van de gemeente
Corona en de daaruit voortvloeiende economische crisis heeft natuurlijk ook impact op de financiële huishouding van
organisaties waar de gemeente een bestuurlijk en/of financieel belang in heeft of waar de gemeente een subsidierelatie mee
onderhoudt.
In juni 2020 is het nieuwe Pachtprijsbesluit vastgesteld, met als gevolg dat de pachtprijzen in Noordelijk Weidegebied waar
Kampereiland onder valt, met 17 % dalen voor het jaar 2021. Dit leidt direct tot een minder resultaat in de NV en daardoor tot
een lagere dividend uitkering (van circa € 340.000). Dit is niet corona-gerelateerd maar ook voor de jaren daarna is er wel
sprake van een verhoogd risico op een lagere dividenduitkering. Dit dividend is immers rechtstreeks afhankelijk van de
exploitatie van het gebied en van de prijsontwikkeling op de wereldmarkten van grondstoffen. In de risicoparagraaf gaan we uit
van een risico op een lager dividend voor de helft van het bedrag in 2021 dus zo’n € 170.000.
De culturele instellingen zijn in Kampen, net als in veel andere gemeenten, voor hun voortbestaan mede afhankelijk van
subsidies van de gemeente. Inmiddels is bekend geworden dat het Rijk de gemeenten, zowel in 2020 als in 2021, financiële
compensatie biedt om de lokale culturele instellingen extra financiële steun te kunnen bieden. Dit steunpakket wordt nog verder
uitgewerkt door het ministerie van OCW. In 2021 gaat het landelijk om een bedrag van € 150 miljoen voor compensatie van
coronaschade bij lokale culturele voorzieningen. In Kampen hebben de culturele voorzieningen in 2020 nog geen beroep
gedaan op aanvullende financiële steun door de gemeente. Het verdient aanbeveling om hier in 2021 wel rekening mee te
houden. Met name de Stadsgehoorzaal en Quintus zijn immers voor hun voortbestaan mede afhankelijk van eigen inkomsten
die door de Coronacrisis sterk onder druk staan. Ook het museum heeft in 2020 al te maken gehad met een inkomstenderving
van ca. € 45.000
Bij Impact zien we dat de Coronacrisis een negatieve invloed heeft op de omzet en daarmee op het bedrijfsresultaat. In 2020 is
de orde grootte ongeveer € 500.000. Daartegenover heeft het Rijk financiële compensatie geboden in dezelfde orde van
grootte. Daartegenover zien we bovendien dat het subsidieresultaat juist verbeterd is. Dit wordt bepaald door de Wsw-bijdrage
van het Rijk. Voor 2021 wordt een zelfde beweging verwacht. Er is een risico dat het bedrijfsresultaat slechter uitpakt als gevolg
van corona maar daartegenover staat een verbetering van het subsidieresultaat. Per saldo houden we rekening met een klein
risico < € 100.000 dat de gemeente Kampen in 2021 meer moet bijdragen aan Impact.
Zoals bekend wordt voor het zwembad middels een aanbesteding een andere exploitant gezocht. In afwachting daarvan vraagt
de tijdelijke exploitatie een hogere bijdrage van de gemeente. Deze is in de begroting 2021 verwerkt. Deze bijdrage kan
mogelijk nog hoger uitvallen als de coronacrisis in 2021 negatieve impact blijft houden op de exploitatie van het zwembad. Ook
Voor de jaren na 2021 bestaat het risico dat de bijdrage van de gemeente hoger uitvalt dan nu in de meerjarenraming is
opgenomen. Beide risico’s zijn meegenomen in de risicoparagraaf van de voorliggende begroting.
Ook de overige sportinstellingen kunnen door de Coronacrisis te maken krijgen met een inkomstenderving waarvoor ze een
beroep doen op de gemeente. In 2020 doet de gemeente Kampen mee aan een landelijke compensatieregeling die het rijk
daarvoor in het leven heeft geroepen. Het risico zal zich in 2021 naar verwachting opnieuw voordoen, waarbij het uiteraard nog
onduidelijk is of het rijk daarvoor opnieuw (volledige) compensatie gaat bieden. Ook hiermee houden we rekening in de
risicoparagraaf van de begroting. De veiligheidsregio en de GGD hebben uiteraard ook te maken met extra kosten omdat zij een
cruciale rol vervullen in de bestrijding van de crisis. Zij worden daarvoor in 2020 door het rijk gecompenseerd en wij gaan er
vooralsnog vanuit dat dit in 2021 ook het geval zal zijn.
-
23
Extra inzet van het gemeentelijk apparaat
De Coronacrisis vraagt ook extra inzet van het gemeentelijk apparaat met name op het terrein van Openbare Orde en Veiligheid
& Toezicht & Handhaving. De extra inzet van de adviseur crisisbeheersing houdt een risico in voor de andere taken op het
gebied van Openbare Orde & Veiligheid. Daarnaast is er sprake van extra inzet op het gebied van handhaving in de vorm van 3
fte BOA. De verwachting is dat deze inzet in 2021 nog moet worden voortgezet. Voor deze inzet zijn in de begroting geen
middelen gereserveerd. Het kabinet stelt € 50 miljoen voor 2020 beschikbaar om gemeenten te compenseren voor de extra
toezicht- en handhavingskosten als gevolg van onder andere de extra inzet van boa’s, extra verkeersmaatregelen en andere
aanpassingen in de openbare ruimte. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de algemene uitkering. Het is uiteraard nog onzeker of
het Rijk ook in 2021 financiële compensatie zal bieden voor eventuele extra kosten op dit gebied. Vooralsnog beschouwen we
dit ook als een risico in de begroting 2021.
-
24
-
25
Financiële kaders
Inleiding
In de Kadernota begroting 2021 zijn de uitgangspunten verwoord voor de op te stellen Programmabegroting. In dit hoofdstuk
treft u een opsomming van de meest belangrijkste punten aan.
Uitgangspunten
Coalitieprogramma 2018-2022
Het Coalitieprogramma is voor het tekstuele gedeelte meegenomen als uitgangspunt (met inachtneming van de bijstelling
in verband met de bezuinigingen).
Budgetten 2021: nullijn
Groei inwoners en woningbouw (voor berekening Algemene Uitkering):
Inwoneraantal per 1/1/2021: 54.660
Aantal woningen per 1/1/2021: 22.547
De begroting is opgesteld op basis van bestaand ongewijzigd beleid, waarbij begrotingswijzigingen met structurele
doorwerking, inclusief de reeds vastgestelde voorstellen van nieuw beleid en bezuinigingen uit de Perspectiefnota 2021
zijn meegenomen.
Investeringen
Bruto investeringen tot maximaal € 25.000 zijn, m.u.v. de aanschaf van bedrijfswagens, niet geactiveerd en dus als
eenmalige last begroot. De kapitaallasten van nieuwe investeringen in 2021 zijn over de eerste 1,5 jaar eenmalig
teruggeploegd.
Algemene Uitkering
De Algemene Uitkering is gebaseerd op de Meicirculaire 2020, waarbij uitgegaan wordt van lopende prijzen.
Autonome ontwikkelingen
Autonome ontwikkelen zijn verwerkt in deze begroting als bestaand beleid.
Inflatie
Het trendmatige verhogingspercentage is gelijk aan de werkelijke inflatie over 2019 zijnde 2,6%.
Rente toerekening op basis van de BBV
De rente die via het taakveld Treasury aan de taakvelden wordt doorbelast, wordt toegerekend op basis van een
omslagrente. De basis hiervoor is de boekwaarde van de activa die bij de taakvelden hoort. De omslagrente mag op een
veelvoud van een half procent worden afgerond. De omslagrente wordt berekend door de werkelijk aan de taakvelden toe
te rekenen rente (in Euro’s) te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd.
De omslagrente voor de algemene dienst is 2,5%.
De rentevoet van de door het Grondbedrijf te betalen rente aan de algemene dienst is 2,5% (nl. gemiddelde
werkelijke rentevoet gecorrigeerd voor verhouding eigen vermogen/totaal vermogen).
De zogenaamde NIEG en overige gronden worden niet meer belast met rentekosten.
Over de getroffen voorziening voor de wel in exploitatie genomen gronden moet rente worden vergoed.
Toerekenen en verantwoorden van overhead op basis van de BBV
In zijn algemeenheid wordt de overhead niet meer toegerekend aan de activiteiten maar in zijn totaliteit zichtbaar
gemaakt in het in de begroting opgenomen “Overzicht Overhead”.
De wetgever heeft een limitatieve opsomming gegeven van de kosten welke onder het begrip overhead vallen.
Waar het betreft de kosten van:
investeringen;
-
26
grondexploitatie en
projecten
mag toerekening wel plaatsvinden.
Dit is uit het oogpunt van kostenverhaal en budgettaire ruimte en mogelijkheden ook gedaan.
Voor overheidstarieven die maximaal een kostendekkend tarief mogen hebben (denk aan reiniging en riolering)
worden de overheadkosten niet verantwoord op het product maar maken ze wel onderdeel uit van de tariefstelling.
Uit oogpunt van efficiency en beperking van administratieve lasten is gekozen voor 1 integraal overheadtarief voor de
toerekening waarbij niet per definitie is gestreefd naar het maximaal toerekenen van de overhead aan de directe
kosten.
-
27
Programma's
-
28
Totaal overzicht programmabegroting
Baten en lasten per programma (totaal) Rekening
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Begroting
2022
Begroting
2023
Begroting
2024
Lasten
00 Bestuur en ondersteuning 18.579 6.308 4.632 4.805 4.787 4.787
01 Veiligheid 4.316 4.617 4.806 4.859 4.851 4.851
02 Verkeer, vervoer en waterstaat 9.231 9.448 8.328 8.489 8.747 8.749
03 Economie 13.792 13.501 1.254 1.049 991 992
04 Onderwijs 8.215 7.671 8.727 9.107 10.387 9.393
05 Sport, cultuur en recreatie 22.567 21.247 18.781 18.148 17.914 17.909
06 Sociaal domein 63.763 59.767 62.072 59.276 57.978 57.978
07 Volksgezondheid en milieu 10.636 11.422 11.224 11.394 11.468 11.386
08
Volkshuisvesting, ruimtelijke
ordening en stedelijke
vernieuwing
20.848 42.343 18.023 18.308 18.283 18.308
09 Algemene dekkingsmiddelen 1.406 934 974 2.021 4.595 7.586
10 Overhead 14.236 16.682 16.838 17.051 16.933 16.938
Totaal Lasten 187.591 193.938 155.659 154.508 156.934 158.878
Baten
00 Bestuur en ondersteuning -11.747 -3.235 -1.168 -1.168 -1.168 -1.168
01 Veiligheid -414 -418 -423 -423 -423 -423
02 Verkeer, vervoer en waterstaat -1.464 -1.426 -800 -800 -800 -800
03 Economie -16.128 -13.473 -146 -146 -146 -146
04 Onderwijs -1.169 -1.124 -1.113 -1.165 -1.165 -1.465
05 Sport, cultuur en recreatie -3.535 -3.309 -2.786 -2.759 -2.759 -2.759
06 Sociaal domein -16.630 -13.365 -15.814 -15.190 -15.483 -15.846
07 Volksgezondheid en milieu -9.959 -10.811 -10.433 -10.660 -10.784 -10.715
08
Volkshuisvesting, ruimtelijke
ordening en stedelijke
vernieuwing
-18.697 -42.940 -17.591 -18.614 -17.806 -17.453
09 Algemene dekkingsmiddelen -97.564 -101.562 -106.911 -108.794 -110.631 -112.395
10 Overhead -192 -113 -82 -82 -82 -82
Totaal Baten -177.498 -191.777 -157.265 -159.801 -161.247 -163.251
Geraamd saldo b&l 10.093 2.162 -1.606 -5.293 -4.313 -4.373
12 Beschikking over reserves -18.719 -10.196 -1.911 -605 -565 -565
Toevoeging aan reserves 7.086 10.627 3.081 3.399 2.521 2.158
Totaal reserve mutaties -11.633 431 1.170 2.794 1.956 1.593
Structureel 0 3.411 -420 -1.309 -2.110 -1.602
Incidenteel 0 -818 -17 -1.190 -247 -1.179
Geraamd Resultaat 2.593 -437 -2.499 -2.357 -2.780
Jaarrekening resultaat -1.540
-
29
Grafische weergave verhouding baten en lasten per programma
Programma Lasten Baten
00 Bestuur en ondersteuning 4.632 1.168
01 Veiligheid 4.806 423
02 Verkeer, vervoer en waterstaat 8.328 800
03 Economie 1.254 146
04 Onderwijs 8.727 1.113
05 Sport, cultuur en recreatie 18.781 2.786
06 Sociaal domein 62.072 15.814
07 Volksgezondheid en milieu 11.224 10.433
08 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing 18.023 17.591
09 Algemene dekkingsmiddelen 1.411 106.911
10 Overhead 16.838 82
12 Reserves 3.081 1.911
-
30
Programma 0 Bestuur en ondersteuning
A. Missie
De veranderende samenleving vraagt om een gemeente die dicht bij haar inwoners staat en ruimte geeft aan initiatieven van
inwoners, organisaties en bedrijfsleven. Een modern bestuur sluit hierop aan.
B. Context en achtergronden
Dit programma omvat uiteenlopende taakvelden, onder andere op het gebied van bestuur, burgerzaken en beheer overige
gebouwen en gronden. In het Coalitieprogramma 2018-2022 wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan het ontstaan van een
nieuwe verhouding tussen samenleving en overheid. Wat betekent dit voor de manier waarop we met elkaar omgaan? Hoe
waarderen we eigen initiatief en samenwerking?
Bestuursstijl, Inwonersparticipatie en communicatie
Als gemeente betrekken wij inwoners, wijken en buurten nadrukkelijker én in een zo vroeg mogelijk stadium bij de
besluitvorming.
Om dit te optimaliseren vinden in 2021 onder andere de volgende activiteiten plaats:
een leersessie inwonersparticipatie georganiseerd voor de raad en het college;
een training omgevingsgericht werken gegeven aan medewerkers van de ambtelijke organisatie
er wordt een voorstel gemaakt voor verbetering van besluitvormingsprocessen en de communicatie daarover (flexibel, snel
en zorgvuldig);
er wordt een voorstel gemaakt waarin waarden en rollen van raad, college en ambtelijke organisatie ten aanzien van
inwonersparticipatie wordt beschreven.
De gemeente is helder in waar ze voor staat, wat ze haar inwoners en ondernemers kan bieden en wat ze van hen verlangt. De
gemeente is open en transparant in haar (financieel) beleid en verantwoording afleggen is normaal. In 2021 wordt in dit kader
ingezet op een verdere verbetering van de Planning en Control-cyclus. Op dit moment vinden er gesprekken met de
auditcommissie plaats over de vormgeving hiervan.
De beoogde bestuursstijl is ook van invloed op de communicatiestijl van de gemeente. We willen letterlijk en figuurlijk goed
bereikbaar zijn. Daar hoort bij dat we aanspreekbaar zijn en communiceren via het communicatiekanaal dat de inwoner verkiest.
Dat kan telefonisch zijn of per brief, maar ook digitaal: via de e-mail of via social media. De gemeente geeft bij voorkeur
antwoord via hetzelfde kanaal dat de inwoner kiest.
In 2020 is een begin gemaakt met doelgroepencommunicatie waar we in 2021 een verdiepingsslag op willen maken. Van
belang is daarbij om antwoord te krijgen op vragen zoals: Hoe is de Kamper samenleving opgebouwd? Welke groepen
inwoners kunnen we onderscheiden? En hoe bereiken we die het beste?
Regionale samenwerking
De Regio Zwolle heeft een akkoord bereikt met het rijk over de Regio Deal Regio Zwolle.
De overeenstemming tussen het Rijk en de Regio Zwolle over de Regio Deal betekent een krachtige impuls voor de toekomst
van onze Regio aan de hand van vijf opgaven op het gebied van circulair ondernemen door het MKB, een toekomstbestendige
arbeidsmarkt, evenwichtige groei in de stad Zwolle en op het platteland, klimaatadaptatie en een duurzame governance.
Regio en Rijk investeren de komende vier jaar gezamenlijk ruim €87 miljoen om een impuls te geven aan de ontwikkeling van
Regio Zwolle. Het Rijk stelt een bijdrage van €22,5 miljoen beschikbaar uit de Regio Envelop. De regio spant zich gezamenlijk
in om een bijdrage van minimaal €64,55 miljoen te leveren. De Rijksbijdrage en de regionale cofinanciering zijn erop gericht dat
het investeringen van andere partijen in beweging brengt.
-
31
De gemeente Kampen is actief betrokken bij diverse actielijnen door onder andere in te zetten op:
het onderzoek naar een duurzame havenontwikkeling en energieopwekking in de Melmerpolder
de Human Capital Agenda
de climatecampus
In de begroting is voor het onderzoek duurzame havenontwikkeling en energieopwekking voor de jaren 2020 en 2021 75.000
euro per jaar begroot. Voor de Human Capital Agenda is voor de jaren 2020 tot en met 2023 93.000 euro begroot.
Dienstverlening Burgerzaken / KCC
Komend jaar houden we de fysieke dienstverlening op niveau. Waar zo mogelijk en zo nodig verbeteren we deze. Daarnaast
breiden we het algemene portaal uit met parkeervergunningen en verloren & gevonden.
Bereikbaarheid
Bereikbaarheid is een doorlopend thema dat continue aandacht heeft. In 2020 zijn we gestart met nieuwe afspraken rond de
bereikbaarheid van de gemeente. Dit vergt ook in 2021 nog veel aandacht om te zorgen dat de afspraken goed worden
nageleefd. Ook toetsen we of de afspraken het beoogde effect hebben en indien nodig passen we de afspraken aan.
Voor het vergroten van de bereikbaarheid gaan we in 2021:
werken aan meer flexibiliteit voor het inzetten van onze medewerkers. Daarom starten we met het gebruik van chat als
extra kanaal voor de bereikbaarheid. Door te werken met chat kan een medewerker meerdere gesprekken tegelijkertijd
voeren.
over naar een nieuwe oplossing voor telefonie. Hiermee kunnen we flexibeler zijn in de inzet van onze medewerkers. Het
is dan makkelijker om medewerkers op drukke momenten vanuit huis bij te schakelen.
Digitale dienstverlening
Het digitaliseren van aanvraagmogelijkheden wordt in 2021 uitgebreid door de digitale geboorteaangifte implementeren. De
landelijke proef met het digitaal verlengen van een rijbewijs loopt al enige tijd, maar is nog niet beschikbaar voor brede uitrol.
Zodra dit definitief mogelijk is voor alle gemeenten, zullen wij die ook oppakken. Het is nog onduidelijk of dit al in 2021 is.
C. Wat gaat het kosten
De onderstaande afbeelding geeft een grafisch beeld van de lasten en baten binnen dit programma voor het komende
begrotingsjaar.
-
32
D. Samenhang en relatie met andere programma's
De in dit hoofdstuk omschreven inwonersparticipatie heeft samenhang met nagenoeg alle andere programma's.
E. Kaderstellende nota's
Nieuwe Agenda van de regio Zwolle: Regio Zwolle stapt over eigen grenzen (2018).
Overzicht lasten en baten per programma
Opbouw van programma: Bestuur en ondersteuning
Het programma is onderverdeeld in clusters met daaronder weer één of meerdere taakvelden
Cluster 1
0.1 Bestuur
0.2 Burgerzaken
Cluster 2
0.3 Beheer overige gebouwen en gronden
Totale lasten en baten (structureel en
eenmalig)
Rekening
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Begroting
2022
Begroting
2023
Begroting
2024
0 Bestuur en ondersteuning
Cluster 1
Lasten 5.092 3.907 3.891 3.915 3.897 3.897
Baten -692 -662 -677 -677 -677 -677
Saldo 4.400 3.245 3.214 3.238 3.220 3.220
Cluster 2
Lasten 13.487 2.401 741 890 890 890
Baten -11.055 -2.573 -491 -491 -491 -491
Saldo 2.433 -172 250 399 399 399
Totale lasten 18.579 6.308 4.632 4.805 4.787 4.787
Totale baten -11.747 -3.235 -1.168 -1.168 -1.168 -1.168
Totaal saldo 6.833 3.073 3.464 3.637 3.619 3.619
-
33
Programma 1 Veiligheid
A. Missie
Wij streven naar een gemeente met veilige wijken voor onze inwoners en waar het goed werken en recreëren is en die gastvrij
is voor haar bezoekers.
B. Context en achtergronden
Integraal veiligheidsplan
Het Integraal Veiligheidsplan 2019-2022 is de basis voor alle activiteiten binnen dit programma. Specifiek voor 2021 lichten we
er hieronder een aantal uit.
Ondermijning
Voor een effectieve aanpak van ondermijning wordt in 2021 wet-en regelgeving, waaronder het Bibob-beleid, geactualiseerd en
geïmplementeerd voor een effectieve aanpak van ondermijning. Het thema integriteit wordt nader uitgewerkt voor het bestuur,
de raad en de ambtelijke organisatie.
Wijkveiligheidsplannen
In 2021 wordt aan de hand van de resultaten van de veiligheidsmonitor (enquête die onder inwoners in 2020 is uitgezet) en de
onveilige punten die naar voren zijn gekomen uit gesprekken met bewoners, politie, instellingen en bedrijven, verwerkt in
wijkveiligheidsplannen.
Zorg en Veiligheid
In 2021 worden de diverse wetten die in 2020 van kracht zijn geworden, zoals de Wet verplichte GGZ en de Wet zorg en
dwang, waar nodig verder geïmplementeerd. Hierbij wordt nauw samengewerkt met het Zorg- en Veiligheidshuis en andere
partners, zowel binnen het zorg- als binnen het veiligheidsdomein.
Jaarwisseling
De jaarwisseling wordt door inwoners zeer verschillend ervaren. Waar de één de Kamper jaarwisseling ervaart als bijzondere
traditie die in ere moet worden gehouden, met het carbidschieten in de bebouwde kom, ziet de ander dit als problematische
overlast. Vanuit de gemeenteraad is opgeroepen om het beleid onder de loep te nemen, en door nauw overleg met inwoners tot
een breed gedragen invulling van de jaarwisseling te komen. Dit wordt in 2021 uitgewerkt.
Professionalisering van de crisisorganisatie
In 2021 wordt uitvoering gegeven aan het speerpunt professionalisering van de crisisorganisatie. Deze wordt zoveel mogelijk
inhoudelijk afgestemd en opgepakt met de 10 andere gemeenten binnen de Veiligheidsregio IJsselland.
Veiligheidsregio IJsselland
De nieuwe Europese wet- en regelgeving verplicht de Nederlandse overheid brandweervrijwilligers in vaste dienst te nemen of
verschillende dienstverbanden te hanteren. De Brandweerkamer doet in 2021 onderzoek naar de randvoorwaarden waaraan
moet worden voldaan om de uitzondering voor veiligheidsregio’s op te heffen, zodat kan worden voldaan aan de Wet
normalisering rechtspositie ambtenaren. Daarnaast is een strategische denktank samengesteld die gaat onderzoeken hoe de
brandweer in de toekomst georganiseerd kan worden. Wellicht biedt deze ontwikkeling een kans om flexibeler te worden als
veiligheidsregio.
De (financiële) consequenties voor de gemeenten zijn nog niet inzichtelijk.
-
34
C. Wat gaat het kosten
De onderstaande afbeelding geeft een grafisch beeld van de lasten en baten binnen dit programma voor het komende
begrotingsjaar.
D. Samenhang en relatie met andere programma's
Het programma Veiligheid heeft relaties met alle programma’s.
E. Kaderstellende nota's
Integraal Veiligheidsplan 2019-2022).
Regionaal Crisisplan (Veiligheidsregio IJsselland).
Algemene plaatselijke verordening.
Drank- en Horecawet.
Beleidslijn toepassen Wet Bibob.
Lokaal Coffeeshopbeleid.
Hennepconvenant.
Handhavingsarrangement artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid).
KVU convenant.
Nota Ketenbeleid.
Veiligheidsstrategie.
Meerjarenbeleidsplan Veiligheidsregio IJsselland.
Extern Veiligheidsbeleid.
-
35
Overzicht lasten en baten per programma
Opbouw van programma: Veiligheid
Het programma is onderverdeeld in clusters met daaronder weer één of meerdere taakvelden
Cluster 3
1.1 Crisisbeheersing en brandweer
1.2 Openbare orde en veiligheid
Totale lasten en baten (structureel en
eenmalig)
Rekening
2019
Begroting
2020
Begroting
2021
Begroting
2022
Begroting
2023
Begroting
2024
1 Veiligheid
Cluster 3
Lasten 4.316 4.617 4.806 4.859 4.851 4.851
Baten -414 -418 -423 -423 -423 -423
Saldo 3.902 4.199 4.383 4.437 4.429 4.429
Totale lasten 4.316 4.617 4.806 4.859 4.851 4.851
Totale baten -414 -418 -423 -423 -423 -423
Totaal saldo 3.902 4.199 4.383 4.437 4.429 4.429
-
36
Programma 2 Verkeer, vervoer en
waterstaat
A. Missie
De gemeente Kampen is goed bereikbaar voor alle vervoerswijzen, waarbij we streven naar verduurzaming van de mobiliteit en
het tegengaan van overbodig (vracht) verkeer. De openbare ruimte is aantrekkelijk, veilig en leefbaar. De infrastructuur nodigt
uit tot lopen en fietsen.
B. Context en achtergronden
Verkeersveiligheid, mobiliteit, bereikbaarheid en parkeren zijn van invloed op een aantrekkelijk woon-, leef- en vestigingsklimaat
van de stad en omliggende kernen. Speerpunten zijn: verbeteren van de verkeersveiligheid, verkeerscirculatie en het beperken
van doorgaand verkeer in de binnenstad, parkeerbeleid, een wegennet dat uitnodigend voor de fiets en bereikbaarheid van de
kernen met het openbaar vervoer. Ook duurzaamheid en klimaat (CO2) reductie wordt een steeds belangrijker onderdeel van
het mobiliteitsbeleid.
Verkeer en Vervoer en Verkeersveiligheid
Verkeercirculatieplan Kampen (VCP 2017-2030)
In 2017 is het Verkeerscirculatieplan (VCP) 2017 - 2030 vastgesteld. Als onderdeel van dit plan is in 2020 uitvoering gegeven
aan de implementatie van de fietsparkeerplaatsen in de binnenstad, met als doel de binnenstad aantrekkelijker, leefbaarder en
toegankelijker te maken voor bewoners en bezoekers. De maatregelen worden in 2021 geëvalueerd. Aan de hand van deze
evaluatie wordt aan de gemeenteraad een voorstel aangeboden voor de lange termijn.
Voor 2021 staat ook de realisatie van de parkeermagneet langs de Flevoweg gepland. Deze komt ter hoogte van de Korteweg.
Bij deze parkeermagneet worden ook voorzieningen voor (deel)fietsen gerealiseerd. Het doel van deze maatregel is om
bezoekers te verleiden hun auto langs de rand van het centrum te parkeren, zodat er minder verkeersbewegingen in de
binnenstad plaatsvinden, de parkeerdruk hier afneemt en de binnenstad gastvrijer wordt voor onze bewoners en bezoekers. Er
is hierbij een samenhang met de projecten verkeersmaatregelen Flevoweg en Herinrichting Oostzeestraat.
Verkeersmaatregelen Flevoweg Kampen
In 2020 is gestart met de uitwerking van een maatregelenplan voor het gedeelte van de Flevoweg, tussen de Europa-Allee en
3e Ebbingestraat in Kampen. Doel is de snelheid terug te brengen en het verbeteren van de verkeersveiligheid voor met name
de fietsers. Daarnaast is de wens dit deel van de Flevoweg meer aan laten sluiten bij de functie als Erftoegangsweg (30 km/uur)
en het Groene Hart. De Flevoweg blijft twee-richtingen verkeer en de binnenstad blijft ongewijzigd bereikbaar. Wel komt de weg
er anders uit te zien. In nauwe samenspraak met een i