Programmabegroting 2017

153
BEGROTING 2017 Leerdam, 13 oktober 2016

Transcript of Programmabegroting 2017

Page 1: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 Leerdam, 13 oktober 2016

Page 2: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 2

Programmabegroting 2017

Colofon:

Gemeente Leerdam

Afdeling Bedrijfsvoering – Team Financiën Dokter Reilinghplein 1

4141 DA Leerdam

Telefoon: (0345) 636363 Mail: [email protected]

Internet: http://www.leerdam.nl

Page 3: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 3

Inhoudsopgave Aanbiedingsbrief en leeswijzer .................................................................................... 5 Het Programmaplan .................................................................................................... 9

Programma 0: Bestuur en ondersteuning ................................................................................... 10 Programma 1: Veiligheid ............................................................................................................. 23 Programma 2: Verkeer, vervoer en waterstaat ........................................................................... 27 Programma 3: Economie ............................................................................................................. 32 Programma 4: Onderwijs ............................................................................................................. 38 Programma 5: Sport, cultuur en recreatie ................................................................................... 43 Programma 6: Sociaal domein .................................................................................................... 48 Programma 7: Volksgezondheid en milieu .................................................................................. 60 Programma 8: Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing ....................... 66

Financiële begroting .................................................................................................. 71

Financieel Perspectief 2017-2020 ............................................................................................... 72 1. Inleiding ................................................................................................................................ 72 2. Begroting na Perspectiefnota en technische bijstellingen ................................................... 72 3. Uitkomsten 2e voortgangsrapportage 2016 ........................................................................ 74 4. Septembercirculaire 2016 gemeentefonds .......................................................................... 75 5. Te honoreren wensen .......................................................................................................... 76 7. Uitgangspunten bestaand financieel beleid ......................................................................... 86 8. Incidentele baten en lasten in de begroting ......................................................................... 87 9. Investeringen volgens investeringsplan 2017...................................................................... 88 10. Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen. ......................................................................... 88 11. Resumé voorstellen. ............................................................................................................. 89

Paragrafen ................................................................................................................. 90

Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing ................................................................. 91 Paragraaf lokale heffingen ........................................................................................................... 96 Paragraaf financiering ................................................................................................................ 104 Paragraaf bedrijfsvoering .......................................................................................................... 108 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen .................................................................................... 115 Paragraaf verbonden partijen .................................................................................................... 121 Paragraaf grondbeleid ............................................................................................................... 128 Paragraaf projecten ................................................................................................................... 133

Vaststellingsbesluit .................................................................................................. 135 Bijlagen .................................................................................................................... 136

Bijlage I: Investeringsplan 2017-2020 ....................................................................................... 137 Bijlage II: Berekening EMU-saldo .............................................................................................. 138 Bijlage III: Overzicht buitensportaccommodatiebeleid .............................................................. 139 Bijlage IV: Kengetallen............................................................................................................... 140 Bijlage V: Totaal overzichten baten en lasten programma’s ..................................................... 142 Bijlage VI: Lijst met gebruikte afkortingen ................................................................................ 152

Page 4: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 4

Page 5: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 5

Geachte raadsleden, Voor de zomer is in uw Raad de perspectiefnota besproken en vastgesteld. In deze nota zijn de kaders geschetst voor de begroting 2017. Met de perspectiefnota als uitgangspunt is de begroting 2017 opgesteld. Daarbij zijn de aanpassingen vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording en afspraken met onze partners Zederik en Vianen verwerkt en zijn eveneens de uitkomsten uit de septembercirculaire 2016 en de structurele doorwerking van de 2e Voortgangsrapportage 2016 opgenomen. Op basis van de uitkomsten is het mogelijk gebleken om daarnaast nog een aantal wensen te honoreren. Thans presenteren wij u een sluitende begroting, waarbij het door uw raad voorgestane financiële inkomsten- en uitgavenbeleid is vertaald in concrete uitgangspunten en bedragen. Wij vertrouwen er op dat we in goede samenwerking met uw Raad de voornemens uit de begroting 2017 ten uitvoer gaan brengen en wensen u een constructieve behandeling van deze Programmabegroting 2017 toe. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Leerdam de secretaris, de burgemeester, Mevr. S. van Heeren dhr. T.P.J. Bruinsma

Aanbiedingsbrief en leeswijzer

Page 6: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 6

Inleiding en leeswijzer

Inleiding Met ingang van 2017 is het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) ingrijpend veranderd. Als gevolg van die veranderingen ziet de indeling van deze begroting er anders uit dan u gewend bent. Zoals in de Perspectiefnota reeds is aangekondigd trekken Leerdam, Vianen en Zederik hierin één lijn. Hieronder lichten we de belangrijkste wijzigingen uit de BBV toe. Programma’s en taakvelden Het BBV schrijft voor de gemeenten in hun informatievoorziening aan derden (zoals het CBS en Ministeries) een verplichte indeling in negen programma’s en daarbij behorende taakvelden moeten volgen. Hoewel we in de presentatie van een begroting hier van af mogen wijken, is met Vianen en Zederik gekozen deze nieuwe indeling in de begroting toe te passen. De drie begrotingen worden hiermee niet alleen beter vergelijkbaar, ook maakt dit het in elkaar schuiven van drie afzonderlijke begrotingen voor 2018 relatief eenvoudiger. Indicatoren Met ingang van 2017 zijn 39 indicatoren verplicht. De gedachte hierachter is dat gemeenten beter onderling te vergelijken zijn. De indicatoren worden voor het grootste deel ontleend aan openbare bronnen en bijgehouden op de website ‘waarstaatjegemeente.nl’. In deze begroting worden de indicatoren vermeld zoals ze op dit moment op deze website opgenomen zijn. In elk programma zijn de meest recente meetgegevens die over Leerdam beschikbaar zijn opgenomen als referentiewaarde. In sommige gevallen is het lastig de indicatoren te duiden. De indicatoren kennen verschillende bronnen en kennen verschillende jaren als ijkpunt. Het is puur de stand van zaken zoals de website ‘waarstaatjegemeente.nl’ nu weergeeft en is daarmee dus geen prognose voor de toekomst. Ook maakt dit dat de indicatoren in veel gevallen geen meetinstrument voor toetsing van het eigen gemeentelijke beleid zijn. Uiteraard vinden wij, samen met Vianen en Zederik, het belangrijk ook indicatoren op te nemen waarmee wél het eigen beleid gemeten kan worden. Elke afzonderlijke gemeente heeft om die reden een aantal eigen indicatoren opgenomen in de begroting. Indicatoren waar de afgelopen jaren te weinig gegevens over bekend waren of moeilijk meetbaar bleken te zijn, zijn weggelaten. In de toelichting op het Programmaplan is aangegeven hoe we met deze indicatoren zijn omgegaan. Overhead Een andere grote verandering in 2017 is de gewijzigde opzet van de overhead. De overhead is nu opgenomen in programma 0, taakveld 0.4. In de oude opzet van de begroting werd de overhead naar alle producten verdeeld door een opslag in de uurtarieven op te nemen. Nu worden de overheadkosten als een afzonderlijk taakveld in de begroting verantwoord. Naar de taakvelden, ofwel de ‘oude producten’, worden alleen de directe salariskosten doorberekend van medewerkers die binnen dat taakveld werken. Met deze wijziging zijn de kosten van de overhead inzichtelijker in de begroting opgenomen. Deze wijziging lijkt op het oog een daling van de kosten op taakvelden waar een tarief tegenover staat. Dit wordt verder uitgelegd onder ‘Tarieven’. Rentebeleid Het rentebeleid is ook anders geregeld in het nieuwe BBV. De veranderingen zijn: • Het BBV geeft een dringende aanbeveling (het is nog geen verplichting) om geen rente

toe te rekenen aan het eigen vermogen. Die lijn volgen wij, evenals Vianen en Zederik. • Aan grondexploitaties (indien er geen sprake is van projectfinanciering) mag het

gemiddelde rentepercentage van de opgenomen leningen doorberekend worden, rekening houdend met de verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen (EV/VV).

• Aan kapitaallasten wordt omslagrente toegerekend. Het saldo van ontvangen en betaalde rente wordt omgeslagen over het totaal van de vaste activa. In Leerdam levert dat 1% rente op kapitaallasten op. Dat percentage was 4,5%. Deze systematiek levert dan ook een nadeel op voor de begroting (toegelicht onder de technische bijstellingen in het financieel hoofdstuk).

Page 7: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 7

Tarieven In het (gewijzigde) BBV zijn geen voorschriften opgenomen over de berekening van de gemeentelijke tarieven en heffingen. Voorschriften hiervoor zijn onder meer opgenomen in de Gemeentewet. Deze voorschriften zijn ongewijzigd. De wijzigingen in de systematiek van de overhead en de rente, kunnen ingrijpende gevolgen hebben voor de tarieven en dus voor de inkomsten in de begroting. Minder rente op kapitaallasten en geen toerekening van overhead leidt tot lagere lasten en dat zou moeten leiden tot lagere tarieven. Dat levert een nadeel in de inkomsten van de begroting op. Het BBV staat echter toe dat extracomptabel (buiten de boeken) een berekening wordt gemaakt waarin een hogere rente wordt gerekend op kapitaallasten waar een tarief tegenover staat en ook de overhead in de berekening van tarieven wordt opgenomen. In de paragraaf Lokale heffingen is de berekeningswijze van de gemeentelijke heffingen en tarieven 2017 opgenomen. In deze berekening is rekening gehouden met de overheadkosten van de gemeente en is de rente op basis van een bestendige gedragslijn toegerekend aan de gemeentelijke tarieven en heffingen.

Leeswijzer Deze Programmabegroting 2017 bestaat grofweg uit drie delen:

1. Het Programmaplan, waarin per programma wordt toegelicht wat er de komende jaren in Leerdam staat te gebeuren, wat het beoogde maatschappelijk effect hiervan is en wat de bijbehorende kosten zijn;

2. De Financiële begroting, waarin de financiële keuzes die worden gemaakt zijn toegelicht en waarin wordt aangegeven hoe de gemeente Leerdam een sluitend huishoudboekje blijft behouden;

3. De Paragrafen, waarin de achtergronden van het beleid thematisch worden toegelicht. Naast een aantal verplichte paragrafen zoals weerstandsvermogen, financiering en onderhoud kapitaalgoederen, wordt hier ook de laatste stand van zaken met betrekking tot projecten weergegeven.

In de bijlagen is nog aanvullende achtergrondinformatie terug te vinden zoals de beheerbegroting, de op stapel staande investeringen, het EMU-saldo enzovoorts.

1. Het Programmaplan (pag. 9 t/m 70):

Ik ben vooral geïnteresseerd in wat er de komende jaren in Leerdam staat te gebeuren en wat dat mag kosten.

De opzet van de programmabegroting is zodanig, dat de geïnteresseerde lezer niet alles behoeft te lezen. Zo gaat het Programmaplan over de concrete beleidsvoornemens van de gemeente. Het Programmaplan is ingedeeld in 9 beleidsprogramma’s, gekoppeld aan de nieuwe taakvelden, waarin antwoord wordt gegeven op de volgende kernvragen: - Wat willen we bereiken?; - Wat gaan we daarvoor doen?; - Welke ontwikkelingen zijn te verwachten?; - Wat zijn de kosten? Sinds de begroting 2016 worden de doelen uit het raadsprogramma beschouwd als het beoogd effect. Wat willen we de komende jaren bereiken in de Leerdamse samenleving? Dit gaat vergezeld van een aantal prestaties. Aan de effecten met bijbehorende prestaties worden meetbare indicatoren gekoppeld.

Page 8: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 8

Dit kan als volgt schematisch worden weergegeven: Naast de voorgaande gemeente-specifieke indicatoren, die zijn geënt op de in het raadsprogramma beschreven doelen, zijn gemeenten verplicht om met ingang van begrotingsjaar 2017 ook te rapporteren over een verplichte set aan beleidsindicatoren die door het Rijk worden vastgesteld. Per programma zijn zowel deze verplichte als de gemeentelijke indicatoren opgenomen. Het uitgangspunt bij deze indicatoren is dat zij tenminste eenmaal per jaar worden gemeten. Dat betekent dat in de tussentijdse Voortgangrapportages wordt gerapporteerd over de acties die worden ingezet om de streefwaarde te halen. Achteraf in de jaarrekening worden de meetgegevens met betrekking tot de indicatoren opgenomen.

2. De Financiële begroting (pag. 71 t/m 89):

Ik ben vooral geïnteresseerd in de financiële keuzes die worden gemaakt en hoe de gemeente Leerdam een sluitend huishoudboekje blijft behouden. De lezer die geïnteresseerd is in de achtergronden van de financiële keuzes die in deze Programmabegroting 2017 zijn gemaakt, behoeft alleen het hoofdstuk financiële begroting te lezen. Hierin staat tot in detail beschreven welke financiële ontwikkelingen sinds de Perspectiefnota 2017-2020 zijn opgetreden, hoe hiermee is omgegaan, welke extra middelen beschikbaar zijn gesteld en wat de keuzes zijn geweest met betrekking tot de door te voeren bezuinigingen. Het doel hiervan is om het huishoudboekje van de gemeente Leerdam in de praktijk sluitend te blijven houden.

3. Paragrafen (pag. 90 t/m 134):

Ik ben vooral geïnteresseerd in achtergronden van het beleid: in een thematische toelichting op een aantal belangrijke onderwerpen betreffende de financiële positie (de financiële gezondheid) en de ontwikkeling van de eigen organisatie van de gemeente Leerdam. Het is een wettelijke eis dat elke gemeente een aantal verplichte paragrafen in de programmabegroting opneemt. Deze paragrafen vormen een dwarsdoorsnede van de begroting op een specifiek terrein. De volgende paragrafen zijn in de programmabegroting van de gemeente Leerdam opgenomen:

- Weerstandsvermogen; - Verbonden partijen; - Lokale heffingen; - Grondbeleid; - Financiering; - Projecten. - Bedrijfsvoering; - Onderhoud kapitaalgoederen;

Beoogd effect 1

Prestatie(s)

Programma

Beoogd effect 2 enz.

Prestatie(s)

Wat willen we bereiken?

Wat gaan we daar voor doen?

Wordt gemeten met behulp van indicatoren

Page 9: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 9

Het Programmaplan

Page 10: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 10

Programma 0: Bestuur en ondersteuning

Programma 0: Bes tuur en onders teuni ng

De gemeente is als eerste overheid voor de burgers het aanspreekpunt. De gemeente vervult haar wettelijke taken en geeft uitvoering aan de door haar opgestelde beleidsagenda. Daartoe wordt de interactie tussen inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties van Leerdam, Raad, College en ambtelijke organisatie versterkt, zodat de burgers van Leerdam zich serieus genomen voelen en vanuit dat gevoel ook actief betrokken willen worden bij de vormgeving en uitvoering van beleid. Daarbij geven wij prioriteit aan het verbeteren van wijkgericht werken. De afstand tussen burger en bestuurder zal daardoor afnemen. Wij willen verbinden door de kracht van de samenleving te benutten. Wij willen dienstbaar zijn door als gemeente Leerdam er voor de Leerdammers te zijn. En wij willen ondernemend zijn door partner te zijn van alle organisaties in Leerdam.

Onder programma 0 – Bestuur en ondersteuning valt een aantal thema’s. Deze zijn hieronder weergegeven: 0 Bestuur en ondersteuning 0.1 Bestuur 0.1 Bestuur (Raad) 0.2 Burgerzaken 0.3 Beheer overige gebouwen en gronden 0.4 Overhead 0.5 Treasury 0.6 Belastingen 0.7 Alg. uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds 0.8 Overige baten en lasten 0.9 Vennootschapsbelasting 0.10 Mutaties reserves 0.11 Resultaat van de rekening baten en lasten Onder dit programma vallen de volgende verplichte beleidsindicatoren: Indicator Eenheid Referentiewaarde Formatie Fte per 1.000 inwoners 6,24 Bezetting Fte per 1.000 inwoners 5,79 Apparaatskosten Kosten per inwoner 469 Externe inhuur Kosten als % van totale

loonsom + totale kosten inhuur externen

6,09% (€ 594.000)

Page 11: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 11

0.1 Doelenboom Wat willen we bereiken? Wat gaan we daar voor doen?

1. Bestuur: Wij willen een bestuurskrachtige gemeente waarbij de rollen van raad en college voldoende tot hun recht komen.

1a. Wij betrekken inwoners, bedrijven en maatschappelijke instellingen vroegtijdig en actief bij voor hen relevante vraagstukken.

1b. De ambtelijke uren worden effectief ingezet waarbij de grootste prioriteiten en risico’s het zwaarst wegen

1c. Wij onderzoeken actief de mogelijkheden van bestuurlijke samenwerking met een meerwaarde voor bewoners, bedrijven en instellingen van Leerdam.

1d. Wij stimuleren en maken gebruik van (de resultaten van) onafhankelijk onderzoek bij het beoordelen van de doeltreffendheid van het uitgevoerde gemeentelijke beleid.

2.Dienstverlening: De kwaliteit van dienstverlening wordt verbeterd door een vraaggerichte, geïntegreerde aanpak. Daarbij worden alle kanalen (balie, telefoon, post en internet) ingezet.

2a. Implementeren I-NUP bouwstenen.

2c. De gemeente voldoet aan de VTH

kwaliteitscriteria 2.1

2b. Vorming Klantcontactcentrum.

Page 12: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 12

5a. Wij willen een meerjarig sluitende programmabegroting die ook structureel en reëel in evenwicht is. Deze begroting en andere P&C-producten zijn in overeenstemming met de nieuwe voorschriften van de BBV 2017 en is qua opzet en indeling afgestemd met de toekomstige fusiepartners.

5b. Wij willen actief sturen op de beheersing van onze belangrijkste risico’s, waarbij er sprake is van voldoende weerstandsvermogen.

5c. Wij willen dat de tarieven van de gemeente Leerdam niet meer dan trendmatig stijgen (ter compensatie van loon- en prijsontwikkeling).

5. Financiën: We voeren een meerjarig gezond financieel beleid, waarbij de lasten voor de burgers de komende jaren niet meer dan trendmatig stijgen.

3. Betrokkenheid: Burgers zijn tevreden over de kwaliteit van de openbare ruimte.

3a. Door het versterken van het verantwoordelijkheidsgevoel van inwoners meer tevredenheid en betrokkenheid creëren bij de inrichting en het onderhoud van de openbare ruimte.

4. Meldingen: De gemeente reageert snel en adequaat op het schoon, heel en veilig houden van de openbare ruimte.

4a. We sturen op correcte en transparante afhandeling van klachten en meldingen over de openbare ruimte. Afhandeling van meldingen vindt plaats op urgentie van de melding en binnen de daarvoor gestelde termijnen.

Page 13: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 13

5d. - Wij streven naar een zo breed mogelijke heffingsgrondslag voor de diverse belastingen. - Wij streven er naar om de belastingen maximaal in te vorderen maar wel rekening houdende met individuele omstandigheden. - Wij streven naar een kostendekkende dienstverlening (retributies). - Wij streven er naar om 99% van de reclames voor 1 oktober af te handelen.

6. Regeldruk: De (perceptie van) regeldruk wordt verminderd door het afschaffen van overbodige regels, stroomlijnen van noodzakelijke regels en het verstrekken van betere informatie aan burgers en ondernemers over nut en noodzaak van deze regels.

6a. Nieuwe regels op lokaal niveau worden getoetst op relevantie en nut en noodzaak alvorens tot invoering over te gaan.

6b. Bestaande regels worden getoetst op nut en noodzaak en waar mogelijk vereenvoudigd.

6c. Uitwerking APV light: nadere regels en beleid worden in samenwerking met de vakafdelingen uitgewerkt.

Page 14: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 14

0.2 Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen? Aan de in de doelenboom opgenomen effecten met bijbehorende prestaties worden in dit programma de onderstaande meetbare indicatoren gekoppeld. Indicatoren Beoogd effect Referentie- of

nulwaarde Streefwaarde 2017

1. Uitvoering Arhitraject i.c.m. vaststellen uitgangspunten nieuwe organisatie

Traject en blauwdruk n.v.t. Uitgangspunten nieuwe organisatie liggen vast

1. Onderzoeken lokale rekenkamer

Aantal onderzoeken 3 3

2. Geïmplementeerde I-NUP bouwstenen

Burger of bedrijf hoeft maar 1 keer gegevens aan te leveren

n.v.t. Alle bouwstenen zijn gerealiseerd en alle koppelingen zijn geregeld

2. Verder uitbouw TIC (Telefonisch Informatie Centrum)

Klantcontacten worden snel afgehandeld

Het TIC beantwoordt in het eerste contact product gebonden vragen over burgerzaken, verloren en gevonden spullen, meldingen APV en in de openbare ruimte

Uitbouw van directe telefonische vraagafhandeling naar producten van belastingen en diverse vergunningen APV

2. Gemeentelijke adviezen omgevingsvergunningen voldoen aan kwaliteitscriteria

Kwaliteit gaat omhoog

Wabo-taken voldoen niet aan kwaliteitscriteria

Er wordt voldaan aan kwaliteitscriteria

3. Tevredenheid Inwoners zijn tevreden over het beheer en de inrichting van de openbare ruimte.

Minimaal 90% van de openbare ruimte voldoet aan de kwaliteits- beelden van de CROW zoals vastgelegd in het KOR

Het aantal meldingen van ontevredenheid over het beheer en de inrichting van de openbare ruimte is gelijk of lager dan in 2016

4. Klachten en meldingen Inwoners zijn tevreden over de afhandeling van klachten en meldingen

98% afhandeling van meldingen binnen gestelde termijn van urgentie

90% van de meldingen wordt afgedaan binnen vijf werkdagen waarbij de prioritering en termijn afhankelijk is van de urgentie op basis van risico’s.

4. Klachten en meldingen Inwoners zijn tevreden over de afhandeling van klachten en meldingen

Digitaal meldingssysteem is 24/7 via internet bereikbaar. Telefonisch 24/7 bereikbaar voor calamiteiten.

100% bereikbaarheid

5. Meerjarig sluitende begroting en jaarstukken

Repressief toezicht Ja (2016) Ja

5. Fin. documenten en Goedkeurende Doc. + adm. nog Doc. + adm.

Page 15: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 15

Indicatoren Beoogd effect Referentie- of nulwaarde

Streefwaarde 2017

administratie in overeenstemming met nieuwe BBV 2017

accountantsverklaring conform BBV 2016

conform BBV 2017

5. Netto vrije ruimte binnen weerstandscapaciteit

Ruimte voor incidenteel nieuw beleid

€ 1,8 miljoen (jaarrekening. 2015)

Zo’n € 2,5 miljoen hoger = € 4,3 miljoen

5. Woonlasten voor meerpersoons huishoudens

Alleen compensatie voor loon- en prijsontwikkeling

€ 852 (2016) € 843 (o.b.v. afvalstoffenheffing -/- € 9 en gelijkblijvende opbrengst ozb en riool)

5. Plaats op de COELO ranglijst

Inzicht in relatieve woonlastendruk

351 (2016) < 351

5. Aanslagoplegging (combi) vóór 28-2

Geïntegreerd overzicht van opgelegde belastingen voor de belanghebbende

99% 100%

5. Afhandeling bezwaren Tijdige afhandeling, d.w.z. bezwaar is afgehandeld in het jaar van aanslag oplegging

n.v.t. Voor 1 oktober afgehandeld

5. Reclames en bezwaren Rechtmatigheid 95% wordt tijdig afgehandeld

99% wordt tijdig afgehandeld

6. Bestaande regelgeving Burger ervaart minder regeldruk

n.v.t. Bestaande regelgeving met betrekking tot evenementen wordt gescreend op nut en noodzaak.

6. APV-light Burger ervaart minder regeldruk

n.v.t. APV light wordt in 2017 aan de gemeenteraad aangeboden.

Page 16: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 16

0.3 Welke ontwikkelingen zijn te verwachten? Vijfheerenlanden Na een buitengewoon succesvol en voorspoedig verlopen traject gericht op het onderzoeken van draagvlak en haalbaarheid voor de totstandkoming van de nieuw gemeente Vijfheerenlanden is medio 2016 de voortgang vooralsnog gestokt. Dit omdat de provincies Zuid-Holland en Utrecht in een InterProvinciale Commissie (IPC) er niet in slaagden om met een gezamenlijk ondersteund herindelingvoorstel te komen. De hierdoor opgelopen vertraging maakt het onzeker of de herindeling van de gemeenten Vianen, Leerdam en Zederik voor 1 januari 2018 is afgerond. Desondanks willen wij in 2017 zodanige voortgang blijven boeken in ons bestuurlijke samenwerkingsproces zodat een herindeling per 1 januari 2018 nog altijd mogelijk blijft. Enerzijds om het momentum dat inmiddels is gerealiseerd in de ambtelijke en bestuurlijke samenwerking te behouden en waar mogelijk verder uit te bouwen. Anderzijds ook om naar onze burgers en bedrijven spoedig duidelijkheid te kunnen bieden over beleidsintenties van de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden wat betreft beleidsinhoud en de in voorgestane nieuwe wijze van werken. Bijvoorbeeld wat betreft het van “buiten naar binnen” werken in combinatie met kerngericht werken. Deze voortgang zal zichtbaar zijn bij de te zetten stappen in het kader van de vorming van één ambtelijke organisatie en voorts ook bij de verdergaande bestuurlijke samenwerking van de drie gemeenten in en buiten onze regio’s, het zogenaamde grensontkennend samenwerken. Vanzelfsprekend zal één en ander in nauwe samenwerking met de drie raden worden uitgevoerd. Geen beleidsarme begroting Deze programmabegroting 2017 is waarschijnlijk de op één na laatste begroting van de gemeente Leerdam. Vanzelfsprekend kunnen wij het ons niet veroorloven om een volledig beleidsarme begroting voor 2017 en 2018 op te stellen. Er zijn immers altijd keuzes die gemaakt moeten worden. Beleidsbijstellingen die uitgevoerd moeten worden. Dit kan ook gepaard gaan met extra geld in het kader van nieuw beleid. Wel is het zo dat wij eventuele keuzes wat betreft nieuw beleid in nauw overleg met de gemeenten Vianen en Zederik willen voorbereiden. Dit omdat onze keuzes hun doorwerking hebben naar de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden en dergelijke keuzes dus ook op draagvlak moeten kunnen rekenen bij deze gemeenten. Wij zullen deze afstemming doen plaatsvinden in het kader van het periodieke Arhi overleg waarin de wethouders financiën al dan niet samen met de toezichthoudende provincies periodiek de financiële stand van zaken van de drie gemeenten doornemen. Raadsplein Door middel van het Raadsplein werkt de gemeenteraad aan contactmomenten met de samenleving van Leerdam. Het raadsplein biedt gelegenheid tot informeel contact en het plenair aan de orde stellen van zaken die per deelgebied/wijk/dorpskern van de gemeente spelen, alsmede de stukken die in de raadsvergadering aan de orde komen. Het raadsplein vindt plaats in de week voorafgaand aan de raadsvergadering, telkens op een andere locatie in de gemeente. De tijdens het Raadsplein gemaakte afspraken blijven onder de aandacht van college en raad via een actiepunten/afsprakenlijst. Burgerzaken Het programma “operatie basisregistratie personen” (BRP) wordt in 2017 verder voorbereid op landelijke implementatie in 2018. Hierbij wordt binnengemeentelijke uitwisseling van persoonsgegevens efficiënter georganiseerd en de persoonsgegevens waar nodig aangepast, zodat te zijner tijd kan worden gemigreerd naar een nieuwe systematiek. De gehele overheid werkt dan altijd met actuele en uniforme gegevens, wat dienstverlening ten goede komt. De persoonsgegevens moeten kwalitatief goed en actueel zijn om invulling te geven aan de operatie BRP. En ook de processen met betrekking tot de BRP dienen op orde te zijn. Dit komt tot uiting in de zelfevaluatie BRP, metingen door de Rijksdienst voor identiteitsgegevens en het aantal openstaande adresonderzoeken. Onafhankelijk daarvan worden ook veiligheidsnormen van dienstverlening getoetst en wel in de zelfevaluatie reisdocumenten en DigiD audit.

Page 17: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 17

Digitale Agenda 2020 (DA2020) Het programma Operatie NUP is eind 2014 afgelopen maar was nog niet af. De Digitale Agenda 2020 is deels een voortzetting van Operatie NUP en de invoering van de bijbehorende bouwstenen (zie status overzicht I-NUP voor de gemeente Leerdam), die tezamen de Generieke Digitale infrastructuur (GDI) heten. Dit betekent tevens een nieuwe weg die ingeslagen gaat worden. Er wordt gekozen voor een meer proactieve houding tegenover nieuwe ICT-ontwikkelingen, collectieve opschaling op gebieden waar gemeenten zich niet onderscheiden, vereenvoudiging en standaardisatie van werkprocessen en een impuls in het opdrachtgeverschap richting softwareleveranciers. Welke investeringen dit vraagt is nu nog onbekend. Digitalisering afhandeling meldingen Het digitaal doen van meldingen openbare ruimte kan al enkele jaren via de site VerbeterdeBuurt.nl. De gemeente Leerdam staat met dit systeem in de top-10 van gemeenten in Nederland wat betreft klantvriendelijkheid en snelheid van afhandelen. Een nieuwe stap in het werken met verbeter de buurt is de digitale afhandeling van meldingen door onze medewerkers. Meldingen kunnen daarmee op locatie worden afgehandeld en van een actuele status worden voorzien. Dienstverlening: De Omgevingswet De Omgevingswet treedt 2019 in werking. De nieuwe wet regelt o.a.:

� het versnellen en verbeteren van besluitvorming in het brede fysieke domein � de integratie van plannen en toetsingskaders � minder vergunningen en meer algemene regels � het vergroten van bestuurlijke afwegingsruimte � het doelmatig uitvoeren van onderzoek.

Op dit moment is een werkgroep binnen VLZ-verband ingesteld hoe de thema’s (o.a. dienstverlening, informatievoorziening en automatisering, burgerparticipatie, Wet VTH), rondom de implementatie van de Omgevingswet kunnen worden opgepakt. Regeldruk: Deregulering en andere regelgeving (o.a. APV) De gemeente Leerdam heeft dienstverlening hoog in het vaandel staan door o.a. het verminderen van administratieve lasten en het optimaliseren van de dienstverlening. De gemeente Leerdam heeft hier de afgelopen jaren op in gezet en heeft geleid tot aanpassingen van verordeningen. Het proces van het laten vaststellen van een ‘APV-light’ (= minder regels) is samen met de gemeente Zederik doorlopen. In Leerdam is hiermee in 2015 de APV vastgesteld. Voor een groot deel op inhoud gelijk aan de APV van Zederik, maar op onderdelen lokaal ingevuld. Het proces om te komen tot minder regels is in 2016 verder opgepakt en zal in 2017 worden voortgezet, onder andere door het gezamenlijk uitwerken van de in de APV opgenomen mogelijkheid om nadere regels en aanwijzingsbesluiten vast te stellen. Komende grote zaken die voor de fusiedatum nog moeten plaatsvinden, worden gezamenlijk opgepakt met Vianen en Zederik. Overhead Om de gemeenteraad op eenvoudige wijze inzicht te geven in de totale kosten van de overhead van de gemeentelijke organisatie en ook meer zeggenschap over die kosten te geven, is in de nieuwe voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV 2017) een artikel opgenomen waarbij de gemeente verplicht wordt om in het programmaplan een apart overzicht op te nemen van de kosten van de overhead. Onder overhead worden de kosten opgenomen die verband houden met de sturing en ondersteuning van het primaire proces. Het gaat dan om de kosten van huisvesting, ICT, loonkosten afdeling Bedrijfsvoering en alle leidinggevenden, secretariaat e.d.). Dit artikel in de BBV 2017 leidt ertoe dat in de programma’s van de begroting 2017 alleen de kosten die betrekking hebben op het primaire proces worden opgenomen. In de tabel op de volgende pagina wordt op hoofdlijnen uiteengezet op welke wijze de overhead is opgebouwd.

Page 18: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 18

Omschrijving 2017 2018 2019 2020

UITGAVEN OVERHEAD

Afdeling bedrijfsvoering

-huisvesting gemeentelijk apparaat 398 550 554 558 -ICT 872 882 892 902 -P&O 1.179 1.195 1.211 1.228 -Communicatie 331 336 342 347 -Juridische Zaken 598 608 618 629 -Facilitaire Zaken 854 844 859 872 -Directie 126 129 132 134 -Financiën 684 697 711 725 -Bestuurssecretariaat 171 175 178 181

Totaal uitgaven afdeling bedrijfsvoering 5.213 5.416 5.497 5.576

waarvan loonkosten (ter kennisgeving) 2.588 2.640 2.693 2.842

Uitgaven Overhead andere afdelingen

-Dienstverlening 431 439 446 454 -Beleid (inclusief projecten/Broekgraaf) 360 367 374 381 -Regie 360 322 328 334

Totaal uitgaven overhead andere afdelingen 1.151 1.128 1.148 1.169

waarvan loonkosten (ter kennisgeving) 1.146 1.124 1.146 1.168

Totaal uitgaven overhead: taakveld 0.4 6.364 6.544 6.645 6.745

INKOMSTEN OVERHEAD

- huisvesting gemeentelijk apparaat -133 -136 -139 -143 - terugontvangst personeelskosten -92 -92 -94 -96 - vergoeding kosten facilitaire zaken -14 -14 -15 -15 - bijdragen Zederik/Giessenlanden JZ -294 -298 -302 -306 - inkomsten bijdr. Gem. overhead WMO -79 -80 -81 -82

Totaal inkomsten overhead: taakveld 0.4 -612 -620 -631 -642

Totaal netto kosten overhead 5.752 5.924 6.014 6.103

Een deel van de overhead wordt toegerekend aan - grondexploitaties en projecten (*1) 324 319 326 332 - specifieke toegerekende overhead aan Broekgraaf (*2) 77 78 78 79

*1): Opslag van 100% op de directe loonkosten van de productieafdelingen. Deze opslag wordt ook gebruikt bij de tariefbepaling voor de afvalstoffenheffing en rioolrechten zoals opgenomen in de nieuwe voorschriften van de BBV. Opslag van 100% is de resultante van in totaal zo'n € 12 miljoen aan netto apparaatskosten, waarvan dus netto € 6 miljoen directe loonkosten van de productieafdelingen en zo'n € 6 miljoen netto aan kosten overhead. *2): Betreffen specifieke kosten voor Broekgraaf zoals huisvestingskosten e.d.

Page 19: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 19

Treasury De nieuwe BBV 2017 heeft ook gevolgen voor de wijze van begroten en verantwoorden van de rente. In de paragraaf Financiering wordt hier uitgebreid op ingegaan. Belangrijkste wijziging betreft dat gemeenten vanaf 2017 rentekosten aan de taakvelden moeten toerekenen die maximaal 0,5% mag afwijken van het werkelijke percentage. Voor Leerdam betekent dit dat we voor de begroting 2017 rekening houden met een renteomslag percentage van 1%. Ten opzichte van de begroting 2016 betekent dit een 3,5% lagere omslagrente. In afwijking hiervan wordt ter bepaling van de tarieven rioolrechten voor 2017 met een wettelijk toegestane rente van 3% aangezien rioolinvesteringen. Een rentepercentage van 3% sluit meer aan bij de gemiddelde levensduur van rioolinvesteringen (zo’n 60 jaar). Belastingen We verwachten in 2017 aangesloten te zijn op de Landelijke Voorziening Wet waardering onroerende zaken (LV Woz). Daarmee is dan opnieuw een nieuw deel van het stelsel van basisregistraties (i-Nup) in Leerdam gerealiseerd. In 2017 zullen we gaan deelnemen aan de berichtenbox van mijnoverheid.nl. Een deel van de communicatie met de belastingplichtige burgers zal dan digitaal plaatsvinden. Na 2020 zal het lokale belastingstelsel waarschijnlijk worden herzien en verruimd. Hiermee komt het Rijk tegemoet aan de toenemende taken en verantwoordelijkheden van de gemeente. Een aantal bestaande belastingen zullen dan vervallen en nieuwe worden mogelijk. De verruiming van het gemeentelijk belastinggebied bedraagt per saldo (Leerdam) ongeveer 4 miljoen en zal gecompenseerd worden door een evenredige korting uit het gemeentefonds. Veel details over dit beleidsvoornemen zijn nog niet bekend en worden onder een volgend kabinet verder geconcretiseerd. Overige baten en lasten De overige baten bestaan met name uit de dividenduitkeringen van onze deelnemingen in Eneco en de BNG. De in de begroting opgenomen dividenduitkeringen zijn gebaseerd op de laatste winstuitkeringen die we als gemeente hebben ontvangen aangezien beide bedrijven geen winstverwachtingen voor de komende jaren presenteren. Onder de overige lasten worden verschillende stelposten verantwoord. Vennootschapsbelasting Wij verwachten dat de invoering van de vennootschapsbelastingplicht per 1 januari 2016 slechts marginale financiële consequenties voor de reguliere begroting maar ook voor de in exploitatie zijnde grondexploitaties. De invoering van de VPB heeft echter wel het nodige extra werk tot gevolg voor de organisatie omdat vanaf 1 januari 2017 periodiek aangifte moet worden gedaan over de activiteiten die onder de VPB-plicht vallen. In de loop van 2017 zal duidelijkheid ontstaan hoeveel tijd de organisatie hiervoor moet inzetten. Mutaties reserves Onder mutaties reserves worden vanaf 2017 beschikkingen over reserves verantwoord in verband met in de begroting gedane voorstellen om incidentele wensen e.d. te honoreren. Vanaf 2017 zijn er geen stortingen in de reserves meer geraamd omdat vanaf 2017 geen “bespaarde rente” over reserves gerekend wordt. Een belangrijk deel van deze bespaarde rente werd tot aan 2016 toegevoegd aan de reserves.

Page 20: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 20

0.4 Wat zijn de kosten? In de onderstaande tabel worden de in de begroting opgenomen lasten, de baten en het saldo op dit programma weergegeven. Hierbij wordt het bedrag dat in 2017 geraamd is vergeleken met de realisatie van het jaar 2015 en de actuele begroting 2016. Hierbij zijn de bedragen voor de vergelijkbaarheid omgezet van de voorheen 6 programma’s naar de nieuwe 9 programma’s. Echter, er is nog altijd sprake van grote verschillen, met name vanwege een andere toerekening van overheadkosten. Tenslotte is ook de ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo in de jaren 2018 tot en met 2020 geschetst. (bedragen x € 1.000; - = baten of lagere lasten) Overzicht van lasten en baten

Realisatie 2015

Actuele begroting

2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Lasten: - Bestaand beleid - Technische correcties

14.300

11.510

9.669

10

9.447

259

9.449

347

9.707

409 - Wensen

0 0 0 0

SUBTOTAAL LASTEN 14.300 11.510 9.679 9.706 9.796 10.116 Baten: - Bestaand beleid - Technische correcties - 2e voortgangsrapp. - Septembercirculaire - Belastingen - Wensen

44.272

37.779

37.448

71 -18 180 -27 858

38.081

-72 -18 607 -27 495

38.365

-71 -18 792 -27

0

38.894

-84 -18 936 -27

0

SUBTOTAAL BATEN 44.272 37.779 38.512 39.066 39.041 39.701 SALDO -/- 29.972 -/- 26.269 -/- 28.833 -/- 29.360 -/- 29.246 -/- 29.586 Tabel 1 – overzicht baten en lasten

De in de voorgaande tabel opgenomen ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo op dit programma wijkt op een aantal onderdelen af van de bedragen die in de actuele begroting 2016 zijn opgenomen. In de volgende tabel worden deze verschillen zoveel als mogelijk toegelicht. (bedragen x € 1.000; - = lagere lasten of hogere baten) Analyse ontwikkeling lasten en baten programma in vergelijking met begroting 2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Bestaand beleid Om een zo goed mogelijke vergelijking tussen de lasten en baten 2017 en volgende jaren met de cijfers van de begroting 2016 mogelijk te maken, zijn de voor 2016 geraamde kosten en opbrengsten voor de producten zo goed mogelijk verdeeld over de nieuwe taakvelden. Een volledige verdeling van de kosten en baten 2016 is echter niet volledig mogelijk doordat de kosten van het ambtelijk apparaat vanaf 2017 op een heel andere wijze binnen de programma’s verantwoord worden. De gewijzigde opzet van de begroting 2016 heeft ervoor gezorgd dat de vergelijkbaarheid tussen 2017 en 2016 op het gebied van overhead niet in detail te maken is. Een bedrag van € 2 miljoen in 2016 kon niet specifiek worden toegerekend aan programma’s, dit is uit praktische overwegingen in 2016 opgenomen onder programma 0.

-/- 1.510

-/- 2.365

-/- 2.647

-/- 2.918

Page 21: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 21

Analyse ontwikkeling lasten en baten programma in vergelijking met begroting 2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Het oplopende voordelig verschil is het gevolg van de groei van de algemene uitkering uit het gemeentefonds op basis van de meicirculaire 2016 die al in de Perspectiefnota 2017-2020 is meegenomen. Technische correcties: - rente riolering (gevolg BBV) - vervallen stelposten uit eerdere begrotingen - onderwijsachterstandenbeleid - hogere integratie-uitkering WMO (baten) - HHT o.b.v. meicirculaire 2016 - loonkosten - Vervallen budget kinderopvang toezicht en kwaliteit Deze technische correcties worden afzonderlijk toegelicht in het financieel hoofdstuk. 2e voortgangsrapportage 2016: In de 2e voortgangsrapportage 2016 is gemeld dat het dividend van Eneco structureel € 18.000 lager gaat uitvallen dan oorspronkelijk begroot. Septembercirculaire 2016: - consequenties septembercirculaire o.b.v. acres en volume- ontwikkelingen - reservering voor volumetoename Belastingen: - bijstelling raming opbrengst ozb o.b.v. volume/waarde - voorstel: schrappen 1,25% reële tariefsverhoging Wensen: Dekking van gehonoreerde wensen ten laste van: - algemene risicoreserve - algemene reserve grondexploitatie - reserve sociaal domein Op verschillende programma’s zijn voor 2017 (€ 1,6 miljoen) en 2018 (€ 220.000) aan incidentele gehonoreerde wensen opgenomen die worden gedekt door incidentele inzet van reserves. Voor een uitgebreide toelichting op deze gehonoreerde incidentele wensen wordt verwezen naar het financiële hoofdstuk.

+ 434 -/- 199 -/- 150 -/- 82 + 34

-/- 98 0 -/- 61

+ 18

-/- 180

0 -/- 180

-/- 32

+ 59 + 27

-/- 443 -/- 50

-/- 365 -/- 858

+ 435 -/- 84

0 -/- 82

+34 -/- 89 -/- 27 + 187

+ 18

-/- 707

+ 100 -/- 607

-/- 32

+ 59 + 27

-/- 160 0

-/- 330 -/- 495

+ 435 -/- 84

0 -/- 82

+34 0

-/- 27 + 276

+ 18

-/- 992

+ 200 -/- 792

-/- 32

+ 59 + 27

+ 434 -/- 28

0 -/- 96

+42 0

-/- 27 + 325

+ 18

-/- 1.236

+ 300 -/- 936

-/- 32

+ 59 + 27

TOTAAL -/- 2.564 -/- 3.091 -/- 2.977 -/- 3.317

Page 22: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 22

Hieronder is grafisch weergegeven hoe de baten, lasten en het begrotingssaldo zich ontwikkelen vanaf de realisatie 2015 tot en met 2020.

Grafiek 1 – ontwikkeling lasten, baten, saldo 2015-2020 Als gevolg van de gewijzigde opzet van de begroting 2017 t/m 2020 is een goed vergelijk met de jaren 2015 en 2016 niet goed mogelijk. De kolom 2016 bevat zo’n € 2 miljoen aan uitgaven die niet goed toe te rekenen zijn aan de andere programma’s en om die reden op programma 0 zijn geraamd.

-50.000

-45.000

-40.000

-35.000

-30.000

-25.000

-20.000

-15.000

-10.000

-5.000

0

5.000

10.000

15.000

2015 2016 2017 2018 2019 2020

Baten

Lasten

Saldo

Page 23: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 23

Programma 1: Veiligheid

Programma 1: Veiligheid

Openbare orde en veiligheid zijn basisbehoeften in onze samenleving. Wij beschouwen zorgen voor veiligheid dan ook als een van onze hoofdtaken. Wij willen dat Leerdam mensen de mogelijkheid biedt om in geborgenheid te wonen en te leven. Daarbij gaat het om zowel de fysieke veiligheid, bijvoorbeeld in geval van een crisis, als sociale veiligheid inclusief handhaving. De ambitie van het Integraal Veiligheidsbeleid Leerdam 2016-2020 is een gemeente waar mensen zich veilig voelen, de criminaliteitscijfers afnemen en het gevoel van veiligheid toeneemt. We willen dit bereiken door samen met burgers en veiligheidspartners zichtbaar de veiligheid te versterken. De leefbaarheid te verbeteren door buurtgericht te investeren in een veilige woonomgeving. Hierbij wordt de verbinding met het Sociaal Domein gelegd. a 1: Veilighei d

Onder programma 1 – Veiligheid valt een aantal thema’s. Deze zijn hieronder weergegeven: 1 Veiligheid 1.1 Crisisbeheersing en brandweer 1.2 Openbare orde en veiligheid Onder dit programma vallen de volgende verplichte beleidsindicatoren: Indicator Eenheid Referentie-

waarde Bron

Verwijzingen Halt Aantal per 10.000 jongeren 85,1 (2014) Bureau Halt Harde kern jongeren Aantal per 10.000 inwoners 1,2 (2014) KLPD Winkeldiefstallen Aantal per 1.000 inwoners 1,4 (2015) CBS Geweldsmisdrijven Aantal per 1.000 inwoners 3,9 (2015) CBS Diefstallen uit woning Aantal per 1.000 inwoners 2,2 (2015) CBS Vernielingen en beschadigingen (in openbare ruimte)

Aantal per 1.000 inwoners 5,3 (2015) CBS

Page 24: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 24

1.1 Doelenboom Wat willen we bereiken? Wat gaan we daar voor doen?

1. Mensen voelen zich veilig, de criminaliteitscijfers nemen af en het gevoel van veiligheid neemt toe. In de gemeente Leerdam hebben inwoners vertrouwen in elkaar, in de gemeente en in de politie. Inwoners letten op elkaar en hun omgeving en nemen hun eigen verantwoordelijkheid.

1c. Het Bureau Crisisbeheersing AV organiseert trainingen en oefeningen zodat wij voorbereid zijn op crises en rampen.

1d. De brandweer is actief in het voorkomen en bestrijden van brand.

1a. De activiteiten zijn uitgewerkt in het door het college vastgestelde Uitvoeringsplan 2016-2017.

1b. We ondersteunen en faciliteren het driemensschap (politie, jongerenwerk, gemeente) t.b.v. een gezamenlijke aanpak t.a.v. jeugd die op straat overlast en onveiligheid veroorzaakt (en ervaart). Jongeren (aanpak) en hotspots zijn hierdoor in beeld.

Page 25: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 25

1.2 Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen? Aan de in de doelenboom opgenomen effecten met bijbehorende prestaties worden in dit programma de onderstaande meetbare indicatoren gekoppeld. Indicatoren Beoogd effect Referentie-

of nulwaarde

Streefwaarde 2017

1. De beleving van veiligheid uitgedrukt in een rapportcijfer

Verbeteren 7,2 (2015) 7,5

1. Percentage bekendheid met boa’s

Stijgt 60%

1. Rapportcijfer betrokkenheid bewoners bij woonomgeving

Stijgt 6,6 (2013) 6,8

2. Percentage overlast door inwoners van hangjeugd

Daalt 9,2% (2013) 8%

2. Percentage jeugd dat zich ’s avond en ’s nachts onveilig voelt

Daalt 23% (2012) 22%

2. Percentage overlastmeldingen horeca

Daalt 14% (2015) 13%

2. Meldingen t.b.v. handhaving (algemeen)

Neemt toe 245 (2015) 270 (+10%)

1.3 Welke ontwikkelingen zijn te verwachten? Bestuurlijke schaalvergroting In de aanloop naar een (mogelijk) nieuw te vormen gemeente Vijfheerenlanden dient geanticipeerd te worden op veiligheidsthema’s die de (voormalige) gemeentegrenzen overschrijden. Organisatorisch zal dit ook de nodige gevolgen hebben. Radicalisering Radicalisering is een actueel onderwerp waarbij ook gemeenten steeds nadrukkelijker een rol hebben. Rijk en gemeenten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de aanpak van radicalisering. Gemeenten hebben bij uitstek een preventieve en signalerende rol. Gemeenten dienen sterk in te zetten op een vertrouwensrelatie met de islamitische gemeenschap, kennis en expertise bij frontlijnwerkers en zorg- en ondersteuning voor jongeren. Dit zal gevolgen kunnen hebben voor het Integraal Veiligheidsbeleid. 1.4 Wat zijn de kosten? In de onderstaande tabel worden de in de begroting opgenomen lasten, de baten en het saldo op dit programma weergegeven. Hierbij wordt het bedrag dat in 2017 geraamd is vergeleken met de realisatie van het jaar 2015 en de actuele begroting 2016. Hierbij zijn de bedragen voor de vergelijkbaarheid omgezet van de voorheen 6 programma’s naar de nieuwe 9 programma’s. Echter, er is nog altijd sprake van grote verschillen, met name vanwege een andere toerekening van overheadkosten. Tenslotte is ook de ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo in de jaren 2018 tot en met 2020 geschetst. (bedragen x € 1.000; - = baten of lagere lasten) Overzicht van lasten en baten

Realisatie 2015

Actuele begroting

2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Lasten: - Bestaand beleid

2.934

2.593

2.618

2.551

2.561

2.572

SUBTOTAAL LASTEN 2.934 2.593 2.618 2.551 2.561 2.572

Page 26: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 26

Baten: - Bestaand beleid

108

222

213

138

141

144

SUBTOTAAL BATEN 108 222 213 138 141 144 SALDO 2.827 2.371 2.406 2.413 2.420 2.428 Tabel 1 – overzicht baten en lasten

De in de voorgaande tabel opgenomen ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo op dit programma wijkt op een aantal onderdelen af van de bedragen die in de actuele begroting 2016 zijn opgenomen. In de volgende tabel worden deze verschillen zoveel als mogelijk toegelicht. (bedragen x € 1.000; - = lagere lasten of hogere baten) Analyse ontwikkeling lasten en baten programma in vergelijking met begroting 2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Bestaand beleid Er is binnen dit programma rekening gehouden met een jaarlijkse loon- en prijsstijging van 1%. De jaarlijkse bijdrage aan de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid is op een vast bedrag van € 1.795.000 begroot omdat de Veiligheidsregio binnen haar eigen begroting de jaarlijkse inflatie opvangt en niet aan de deelnemende gemeenten doorberekend.

+ 35 + 42 + 49 + 57

TOTAAL + 35 + 42 + 49 + 57

Hieronder is grafisch weergegeven hoe de baten, lasten en het begrotingssaldo zich ontwikkelen vanaf de realisatie 2015 tot en met 2020.

Grafiek 2 – ontwikkeling lasten, baten, saldo 2015-2020 De kosten en baten en saldo van programma 1 laten over de jaren heen slechts geringe afwijkingen zien.

Page 27: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 27

Programma 2:

Verkeer, vervoer en waterstaat Programma 2: Verkeer, vervoer en waterstaat

Dit programma omvat de wijze waarop de gemeente invulling geeft aan haar mobiliteitsbeleid, bestaande uit het beheer van wegen, straten en pleinen. Ook omvat dit programma verkeersmaatregelen, openbaar vervoer en parkeren. Tot slot is er aandacht voor waterkeringen, afwatering en landaanwinning. In programma 0 wordt aandacht besteed aan de afhandeling van klachten en meldingen in de openbare ruimte.

Onder programma 2 – Verkeer, vervoer en waterstaat valt een aantal thema’s. Deze zijn hieronder weergegeven: 2 Verkeer, Vervoer, Waterstaat 2.1 Verkeer en vervoer 2.2 Parkeren 2.3 Recreatieve haven 2.4 Economische havens en waterwegen 2.5 Openbaar vervoer Onder dit programma vallen de volgende verplichte beleidsindicatoren: Indicator Eenheid Referentiewaarde Bron Ziekenhuisopname na verkeersongeval met een motorvoertuig

% 5 (2014) VeiligheidNL

Overige vervoersongevallen met een gewonde fietser

% 7 (2014) VeiligheidNL

Page 28: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 28

2.1 Doelenboom Wat willen we bereiken? Wat gaan we daar voor doen?

1.Bereikbaarheid: De bereikbaarheid van Leerdam voor verschillende verkeersmodaliteiten verbeteren en vergroten.

1a. We gaan een Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan opstellen (GVVP) om de bereikbaarheids- en verkeersveiligheidsopgaven voor Leerdam in de komende jaren in beeld te brengen

2a. Faciliteren van de inbedding van verkeerseducatie in het basis en voortgezet onderwijs. Ook cursussen op gebied van verkeersveiligheid voor leeftijdsgroepen 18-24, 25-65 en 65+

1b. Lingebrug: 1. We continueren bestuurlijk overleg met de provincies over aanpak problematiek Lingebrug 2. We maken een verkeerskundig ontwerp voor kruising bij Lingebrug

2.Verkeersveiligheid: Inrichten van de openbare ruimte zodat fysieke en verkeersveiligheid wordt bevorderd. Educatie voor veilige verkeersdeelname.

1d. We ondersteunen het burgerinitiatief met kennis en kunde naar de eventuele haalbaarheid van een rondweg Oost

1c. We maken een bereikbaarheidsplan voor openbaar vervoer, auto en fiets voor de nieuwe wijk Broekgraaf

Page 29: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 29

2.2 Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen? Aan de in de doelenboom opgenomen effecten met bijbehorende prestaties worden in dit programma de onderstaande meetbare indicatoren gekoppeld. Indicatoren Beoogd effect Referentie-

of nulwaarde

Streefwaarde 2017

1. Waardering voor de bereikbaarheid van Leerdam

Leerdam is goed bereikbaar voor onze inwoners, bezoekers en bedrijven

7.4 (2013) 7.4

1. Bestuurlijke overeenkomst met provincies inzake oplossen problematiek Lingebrug

n.v.t. Overeenkomst

1. Projectvoorstel opleveren ontwerp kruising bij Lingebrug

n.v.t. Besluit raad

2. Veiligheidsbeleving fietspaden en wegen binnen bebouwde kom voor fietsers.

Onze wegen en fietspaden zijn veilig voor fietsers

n.v.t. 7,4

2. Inventarisatie verkeers-veiligheidsknelpunten Koningin Emmalaan

Verbeteren verkeersveiligheid

n.v.t. Vastgesteld uitvoeringsplan

2.3 Welke ontwikkelingen zijn te verwachten? Verkeer en vervoer Lingebrug: Ambitie is om via onderhandeling met de provincies, het waterschap Rivierenland en de gemeente Lingewaal te bewerkstelligen dat er een reconstructie van de brug gerealiseerd kan worden inclusief de aansluiting aan de Leerdamse zijde via een te realiseren rotonde Lingedijk/ Zuid Hollandweg. Uitvoering daarna gefaseerd. Parkeren We gaan in overleg met de bewoners van de wijken Oost en Varsseveld over het al dan niet invoeren van vergunninghoudersparkeren in deze wijken. Verder zoeken we naar een fraaiere uitvoering van de blauwe zone en een oplossing voor het laden en lossen. Openbaar vervoer: Het College heeft gesprekken gevoerd met de partners in de MerwedeLingeLijn (MLL) over het al dan niet aanleggen van station Broekgraaf. In een stuurgroep van de MLL in het najaar wil het college aan de partners in de MLL voorstellen station Broekgraaf niet aan te leggen. Wanneer dit besluit genomen wordt, wordt in 2017 de verdere uitwerking van de consequenties opgepakt. Overname wegentaak waterschap door gemeenten Het Waterschap Rivierenland wil de wegentaak in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden overdragen aan de gemeenten omdat dit niet tot de kerntaak van een waterschap behoort. Hierbij worden ook groen, kunstwerken en kabels en leidingen betrokken. Binnen de regio AV+ (AV en Vianen, Alblasserdam, Papendracht en Sliedrecht) zal verkend gaan worden wat de voor- en nadelen van het overdragen van de wegentaak zijn voor de gemeenten. Daarbij zullen diverse alternatieven onderzocht worden in het kader van grensontkennend samenwerken. Als uitgangspunt kan worden gehanteerd dat een overdracht (voor de burger) kostenneutraal moet zijn. Of dit mogelijk is of dat er voor de gemeente toch meer- of minderkosten zijn, kan nu nog niet bepaald worden.

Page 30: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 30

Uitvoeringsplan GVVP In 2017 zal het Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (GVVP) worden vastgesteld. In dit beleidsplan wordt de strategische visie voor de komende jaren vastgesteld. Om de doelen te bereiken wordt aansluitend aan dit beleidsplan een uitvoeringsplan opgesteld waarin voor de looptijd van het GVVP concrete maatregelen en de daarbij behorende kosten worden geprogrammeerd. Pas zodra de strategische visie is vastgesteld en duidelijk is welke maatregelen noodzakelijk zijn om die te realiseren, kan mogelijk extra krediet voor de jaren na 2017 nodig blijken. Daarvoor zullen kredietaanvragen gedaan worden. Parkeren Populierstraat We gaan in overleg met de bewoners Populierstraat en de eigenaar van het Wokrestaurant De Nieuwe Pauw over het al dan niet aanleggen van circa 30 extra parkeerplaatsen in de Populierstraat. Deze extra parkeerplaatsen moeten het huidige parkeerprobleem in de omgeving van het Wokrestaurant doen afnemen. Mits de eigenaar van het Wokrestaurant bereid is om te investeren in extra parkeerplaatsen, wordt de uitvoering ervan opgenomen in de aanbesteding voor de werkzaamheden voor het realiseren van de nieuwe ontsluitingsroute Broekgraaf via de Populierstraat. 2.4 Wat zijn de kosten? In de onderstaande tabel worden de in de begroting opgenomen lasten, de baten en het saldo op dit programma weergegeven. Hierbij wordt het bedrag dat in 2017 geraamd is vergeleken met de realisatie van het jaar 2015 en de actuele begroting 2016. Hierbij zijn de bedragen voor de vergelijkbaarheid omgezet van de voorheen 6 programma’s naar de nieuwe 9 programma’s. Echter, er is nog altijd sprake van grote verschillen, met name vanwege een andere toerekening van overheadkosten. Tenslotte is ook de ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo in de jaren 2018 tot en met 2020 geschetst. (bedragen x € 1.000; - = baten of lagere lasten) Overzicht van lasten en baten

Realisatie 2015

Actuele begroting

2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Lasten: - Bestaand beleid - 2e voortgangsrap. 2016

4.020

2.379

2.815

-23

2.919

-23

2.977

-23

2.943

-24 - Wensen

10 20 60 60

SUBTOTAAL LASTEN 4.020 2.379 2.802 2.916 3.014 2.979 Baten: - Bestaand beleid

76

72

70

72

73

75

SUBTOTAAL BATEN 76 72 70 72 73 75 SALDO 3.944 2.307 2.732 2.845 2.940 2.904 Tabel 1 – overzicht baten en lasten

De in de voorgaande tabel opgenomen ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo op dit programma wijkt op een aantal onderdelen af van de bedragen die in de actuele begroting 2016 zijn opgenomen. In de volgende tabel worden deze verschillen zoveel als mogelijk toegelicht.

Page 31: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 31

(bedragen x € 1.000; - = lagere lasten of hogere baten) Analyse ontwikkeling lasten en baten programma in vergelijking met begroting 2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Bestaand beleid De € 0,4 miljoen hogere uitgaven in vergelijk tot de begroting 2016 heeft te maken met de gewijzigde opzet van de begroting 2016 en de onder programma 0 genoemde € 2 miljoen lagere uitgaven. Op totaalniveau vallen deze verschillen tegen elkaar weg. De uitgaven op dit programma lopen wel op als gevolg van de jaarlijkse inflatie en areaaluitbreidingen bij de te onderhouden wegen. 2e voortgangsrapportage 2016. In de 2e voortgangsrapportage 2016 is het structurele voordeel van € 23.000 op het budget voor vervanging/onderhoud doseerpalen gemeld. Voorstel: te honoreren wensen:

- Kapitaallasten van een voorgenomen extra investering van € 500.000 in 2018 voor de Zuid-Hollandweg;

- Eenmalig budget voor technisch onderzoek pijlers Lingebrug (dekking uit alg. risicoreserve, progr. 0)

- Kapitaallasten van een voorgenomen investering van € 250.000 in 2017 kruising Emmalaan/Oranje Nassaulaan

+ 438

-/- 23

0

+ 10

0 + 10

+ 541

-/- 23

0

0

+ 20 + 20

+ 596

-/- 23

+ 40

0

+ 20 + 60

+ 561

-/- 24

+ 40

0

+ 20 + 60

Het eenmalig benodigd budget voor technisch onderzoek pijlers Lingebrug wordt gedekt vanuit de algemene risicoreserve die op programma 0 verantwoord wordt. Voor een uitgebreide toelichting op deze te honoreren wensen wordt verwezen naar het financiële hoofdstuk.

TOTAAL + 425 + 538 + 633 + 597

Hieronder is grafisch weergegeven hoe de baten, lasten en het begrotingssaldo zich ontwikkelen vanaf de realisatie 2015 tot en met 2020.

Grafiek 3 – ontwikkeling lasten, baten, saldo 2015-2020 Ook bij programma 2 is een goed vergelijk van de jaren 2017 en verder met de jaren 2015 en 2016 niet goed mogelijk door de gewijzigde opzet van de begroting. De toename van de uitgaven is het gevolg van de jaarlijkse areaaluitbreiding.

Page 32: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 32

Programma 3: Economie

Programma 3: Economie

Leerdam wil een zo aantrekkelijk mogelijke woon-, werk- en leefomgeving creëren voor haar inwoners, bedrijven en bezoekers. Daarbij is er zeker ook aandacht voor het economisch klimaat binnen Leerdam. Dit betekent aandacht voor de kwaliteit en het aanbod van de binnenstad (incl. de toeristische profilering). Daarnaast eveneens aandacht voor de kwaliteit van en de ontwikkelingsmogelijkheden op ons bedrijventerrein Nieuw Schaik. Eveneens stimuleren wij vanuit bovenstaande gedachte de ontwikkelingen op het gebied van recreatie en toerisme, juist om zoveel mogelijk mensen te bewegen om Leerdam Glasstad te bezoeken. Onder programma 3 – Economie valt een aantal thema’s. Deze zijn hieronder weergegeven: 3 Economie 3.1 Economische ontwikkeling 3.2 Fysieke bedrijfsinfrastructuur 3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen 3.4 Economische promotie Onder dit programma vallen de volgende verplichte beleidsindicatoren: Indicator Eenheid Referentiewaarde Bron Functiemenging % 46,5 (2015) LISA Bruto Gemeentelijk Product

Verhouding tussen verwacht en gemeten product

124 (2013) Atlas voor Gemeenten

Vestigingen (van bedrijven)

Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar

60,4 (2015) LISA

Page 33: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 33

3.1 Doelenboom Wat willen we bereiken? Wat gaan we daar voor doen?

1.Economie: Wij werken toe naar een duurzaam ruimtegebruik van bedrijventerrein Nieuw Schaik. We bieden bestaande (grote) bedrijven voldoende ontwikkelingsmogelijkheden.

1a. We maken een stappenplan en planning waarmee inzicht ontstaat in de ontwikkelingsmogelijkheden van bestaande (grote) bedrijven op Nieuw Schaik.

2. Binnenstad We werken toe naar een kernwinkelstructuur in de vorm van een anker met daarin een compact en compleet winkelaanbod. Waar mogelijk verbeteren we de kwaliteit van de inrichting van de binnenstad en we verbeteren het toeristisch profiel van de binnenstad, Leerdam Glasstad aan de Linge.

2a. We ondersteunen het herstructureren van 2 winkels en/of leegstaande winkelpanden in de binnenstad door een verplaatsing richting anker of verkleuring tot een andere functie of een tijdelijk gebruik.

2b. Bij de Glasroute Leerdam betrekken we de Hoogstraat / Kerkstraat en Zuidwal. Met extra aandacht voor inrichting en het faciliteren van (kleine) nieuwe initiatieven betrekken we de binnenstad meer bij het project Glasroute Leerdam.

1b. Op basis van de resultaten van een verkenning in Vijfheerenlanden-verband naar de mogelijkheden van aanleg van Glasvezel worden in 2017 vervolgstappen gezet.

1c. We pakken economisch beleid in VHL-verband op door bedrijventerreinen, regionale samenwerking, sociale vraagstukken m.b.t. arbeidsmarktparticipatie te inventariseren. We maken daarbij gebruik van de projecten als Triple Helix (samenwerking tussen overheid, onderwijs en ondernemers), Kennis krijgt kracht via bedrijfsleven (bevorderen kennisontwikkeling en ondernemerschap met beginnende bedrijven) en Onderwijs en overheid (samenwerking gericht op regionale leeropgave vanuit bedrijfsleven) om de afstand tot de arbeidsmarkt te gaan verkleinen.

Page 34: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 34

3.2 Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen? Aan de in de doelenboom opgenomen effecten met bijbehorende prestaties worden in dit programma de onderstaande meetbare indicatoren gekoppeld. Indicatoren Beoogd effect Referentie-

of nulwaarde

Streefwaarde 2017

1. Werkgelegenheid in (omgeving) Leerdam, vooral op max MBO+ niveau

Er is voldoende werkgelegenheid op max. MBO + niveau omdat dit aansluit bij het gemiddeld arbeidsprofiel van Leerdammers.

0 1 / 2 nieuwe en/of uitbreiding bestaande bedrijven in arbeidsintensieve industrie

2. Leegstand van winkelpanden, vernieuwing aanbod binnenstad.

Groei economie en werkgelegenheid bij detailhandel binnenstad door toe te werken naar een compacte en complete winkelstad met Leerdam Glasstad als profiel

16 (2016) Leegstaande panden

14

3. Het aanleggen van een aantrekkelijke wandelboulevard in binnenstad en tussen Glasmuseum en Glasblazerij.

Economische groei in de toeristische en culturele sector door het kwalitatief opwaarderen van de buitenruimte.

Fase 1 van 5 Glasroute Leerdam is uitgevoerd

Fase 2 planvorming voorbereiden (Stadspark)

3. Onderhouden en beheren van de openbare ruimte binnenstad conform Kwaliteitsplan Openbare Ruimte

Aantrekkelijke openbare ruimte in de binnenstad

n.v.t. 100% volgens KOR

3. Economische en toeristische promotie We versterken het imago van Leerdam Glasstad aan de Linge.

2c. We brengen de Stichting Stadsmanagement Leerdam onder in het Bedrijven Overleg Leerdam (BOL) zodat Stadsmanagement en Ondernemersfonds worden samengevoegd. We ondersteunen BOL bij het zoeken naar een nieuwe Stadsmanager.

3a. Samen met de werkgroep Marketing Leerdam Glasstad aan de Linge stellen we een visie / plan op waarmee Leerdam als Glasstad aan de Linge beter wordt gepromoot. We stimuleren initiatieven die het profiel van Leerdam Glasstad aan de Linge ondersteunen.

Page 35: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 35

3.3 Welke ontwikkelingen zijn te verwachten? Economische ontwikkeling Landelijk wordt opnieuw een groei verwacht voor de sector Recreatie & Toerisme. Leerdam wil daarvan profiteren door beter in te zetten op de marketing en promotie van Leerdam Glasstad aan de Linge. Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen De vorming van een ondernemersloket wordt onderdeel van het in 2017 op te stellen dienstverleningsconcept van de gemeente Vijfheerenlanden. Economische promotie (toerisme) Zie ‘economische ontwikkeling’. In 2016 is een denktank opgericht, bestaande uit vertegenwoordigers uit het Leerdamse bedrijfsleven en de glaswereld (Nationaal Glasmuseum, Royal Leerdam Crystal, Glasgalerieën) die zich buigt over de vraag hoe Leerdam beter op de markt gezet kan worden. De rol van de huidige VVV wordt daarbij kritisch onderzocht. De gedachten gaan uit naar een ontmoetingsplaats waar Leerdam weer toeristen en bezoekers informeert over de attracties in Leerdam en de regio. De werkgroep marketing onderzoekt ook de mogelijkheden om promotie op gang te brengen in samenwerking tussen de attracties en de gemeente. Regionale ontwikkelingen op het gebied van toerisme In de omliggende regio wordt er gesproken over de mogelijkheden om de rivier De Linge te verbinden met de Lek. Op lange termijn kan hierdoor een waterverbinding ontstaan tussen Leerdam en Vianen. Dit kan op termijn de toeristische mogelijkheden van Leerdam en Vijfheerenlanden sterk vergroten. Voor 2017 zal hiervoor inzet nodig zijn op bestuurlijk niveau. Glasvezel buitengebied De Provincie Utrecht, Gebiedsraad O-gen, Gebiedscommissie Utrecht-West en de Utrechtse gemeenten willen snel internet (breedband) beschikbaar maken voor het buitengebied. Dit is van cruciaal belang om de economische en maatschappelijke kansen van de buitengebieden in de provincie Utrecht te vergroten en te versterken. De toekomstige VHL-gemeenten hebben zich bij dit initiatief aangesloten en daartoe op 28 september 2016 een intentieverklaring getekend. Doel is om zogenaamde ‘witte percelen’, percelen die commercieel niet interessant zijn, in de gemeenten te voorzien van een snelle internet verbinding. In het eerste kwartaal 2017 zal meer duidelijkheid ontstaan over het vervolgtraject. Op dat moment komt ook meer duidelijkheid omtrent eventuele investeringen of garantstellingen die van de deelnemende gemeenten worden gevraagd. 3.4 Wat zijn de kosten? In de onderstaande tabel worden de in de begroting opgenomen lasten, de baten en het saldo op dit programma weergegeven. Hierbij wordt het bedrag dat in 2017 geraamd is vergeleken met de realisatie van het jaar 2015 en de actuele begroting 2016. Hierbij zijn de bedragen voor de vergelijkbaarheid omgezet van de voorheen 6 programma’s naar de nieuwe 9 programma’s. Echter, er is nog altijd sprake van grote verschillen, met name vanwege een andere toerekening van overheadkosten. Tenslotte is ook de ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo in de jaren 2018 tot en met 2020 geschetst.

Page 36: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 36

(bedragen x € 1.000; - = baten of lagere lasten) Overzicht van lasten en baten

Realisatie 2015

Actuele begroting

2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Lasten: - Bestaand beleid

476

322

231

234

237

241

- Wensen

315 135 110 110

SUBTOTAAL LASTEN 476 322 456 369 347 351 Baten: - Bestaand beleid

89

35

36

37

38

39

SUBTOTAAL BATEN 89 35 36 37 38 39 SALDO 387 286 420 332 309 312 Tabel 1 – overzicht baten en lasten

De in de voorgaande tabel opgenomen ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo op dit programma wijkt op een aantal onderdelen af van de bedragen die in de actuele begroting 2016 zijn opgenomen. In de volgende tabel worden deze verschillen zoveel als mogelijk toegelicht. (bedragen x € 1.000; - = lagere lasten of hogere baten) Analyse ontwikkeling lasten en baten programma in vergelijking met begroting 2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Bestaand beleid Door het wegvallen van verschillende voor 2016 gehonoreerde incidentele wensen valt het saldo bestaand beleid op dit programma vanaf 2017 zo’n € 90.000 lager uit. Hieronder worden uw raad nieuwe veelal incidentele wensen voorgesteld voor 2017 en verder te honoreren. Voorstel: te honoreren wensen:

- Marketing Leerdam Glasstad (2017 incidenteel) - Internationaal glassymposium - Inhuur stadsmanager - Verfraaiing entree Zuidwal (Dijkpark) - Stadspark - Verplaatsen ondernemingen naar Anker - Intentieovereenkomst glasvezel

De gemeenteraad wordt in deze begroting voorgesteld om de op dit programma opgenomen te honoreren incidentele wensen voor 2017 (€ 185.000) en 2018 (€ 25.000) te dekken uit de algemene risicoreserve die op programma 0 is opgenomen. Voor een uitgebreide toelichting op de hiervoor opgenomen wensen wordt verwezen naar het financiële hoofdstuk.

-/- 91

+ 45 + 70 + 25 + 15 + 60 + 10

0 + 225

-/- 89

+ 70 0

+ 25 + 15

0 0

+ 25 + 135

-/- 87

+ 70 0

+ 25 + 15

0 0

0 + 110

-/- 84

+ 70 0

+ 25 + 15

0 0

0 + 110

TOTAAL + 134 + 46 + 23 + 26

Page 37: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 37

Hieronder is grafisch weergegeven hoe de baten, lasten en het begrotingssaldo zich ontwikkelen vanaf de realisatie 2015 tot en met 2020.

Grafiek 4 – ontwikkeling lasten, baten, saldo 2015-2020

Programma 3 laat een sterke stijging van de lasten in 2017 en 2018 zien in verband met verschillende te honoreren incidentele wensen. Deze wensen worden vanuit de algemene risicoreserve gedekt (zie ook baten programma 0).

-150

-100

-50

0

50

100

150

200

250

300

350

400

450

500

2015 2016 2017 2018 2019 2020

Baten

Lasten

Saldo

Page 38: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 38

Programma 4: Onderwijs

Programma 4: Onderwijs

Dit programma heeft als doel om onderwijsachterstanden te verminderen. Hierbij wordt ingezet op het bevorderen van het beheersen van taal. Dit heeft betrekking op voor- en vroegschoolse educatie bij peuterwerk en kinderopvang. Verder zetten wij in op een goede onderwijshuisvesting. Doel hierbij is om samenhang te faciliteren tussen onderwijs, kinderopvang, peuterwerk, zorg en ondersteuning, sport en cultuur en de wijk. Daarnaast willen wij leegstand in onderwijsgebouwen terugdringen en een evenwichtige spreiding van leerlingen in de wijk bevorderen. Volwasseneneducatie, participatie, integratie en inburgering hebben een relatie met dit programma en maken onderdeel uit van programma 6 Sociaal Domein. Onder programma 4 – Onderwijs valt een aantal thema’s. Deze zijn hieronder weergegeven: 4 Onderwijs 4.1 Openbaar onderwijs 4.2 Onderwijshuisvesting 4.3 Onderwijsbeleid en leerling zaken Onder dit programma vallen de volgende verplichte beleidsindicatoren: Indicator Eenheid Referentiewaarde Bron Absoluut verzuim Aantal per 1.000 leerlingen 1 (2014) DUO Relatief verzuim Aantal per 1.000 leerlingen 42 (2014) DUO Vroegtijdig schoolverlaters zonder start- kwalificatie (vsv-ers)

% deelnemers aan het VO en MBO onderwijs

3,6 (2012) DUO

Page 39: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 39

4.1 Doelenboom Wat willen we bereiken? Wat gaan we daar voor doen?

1.Onderwijs: Het verminderen van de onderwijsachterstanden van individuele leerlingen.

1a.

• Actualiseren gemeentelijke visie op onderwijs, Onderwijs Achterstanden Beleid.

• Versterken van de samenwerking binnen de taalketen. Organiseren van een breed en afdoende aanbod van effectieve interventies.

1b. Bevorderen van de geletterdheid van onze jeugd door een adequaat VVE-en taalaanbod te realiseren met een goede ondersteuningsstructuur voor met name kinderen met een VVE indicatie, hun ouders en leerkrachten, aan de hand van OAB-nota Kansen Verzilveren.

2.Onderwijshuisvesting: Samenhang faciliteren tussen onderwijs, kinderopvang, peuterwerk, zorg, ondersteuning, sport en cultuur in de wijk (integraal kind centra) Efficiënt gebruik van voorzieningen waarbij leegstand wordt vermeden/voorkomen Realiseren van een evenwichtige spreiding van leerlingen

2. Hanteren van spreidingsgebieden waarbinnen de opgaven van onderwijs, integrale kind centra en huisvesting wordt uitgewerkt (zie IHPO 2016 – 2019) In West: We stimuleren de scholen om te komen tot planvorming IKC (integraal kind centra) en we starten een ontwerptraject voor een IKC nabij de Klim Op i.s.m. Logos, O2A5 en SKCN. In Noord: Op basis van een uitgewerkt vlekkenplan voor een campus in Noord brengen we de gebouwelijke consequenties in beeld (o.a. revitalisering). In Schoonrewoerd: Realiseren van de nieuwbouw voor de Noachschool, inclusief ruimte voor peuterwerk.

Page 40: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 40

4.2 Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen? Aan de in de doelenboom opgenomen effecten met bijbehorende prestaties worden in dit programma de onderstaande meetbare indicatoren gekoppeld. Indicatoren Beoogd effect Referentie-

of nulwaarde

Streefwaarde 2017

1. % VVE peuters dat in voorschool tenminste1 schaal groeit op “Cito taal voor Peuters” of vergelijkbare toets

Taalverbetering bij peuters

65 % in 2016 68%

1. % VVE peuters die voorschool bezoekt

Deelname van peuters aan VVE ter bevordering van de taalbeheersing

91% 93%

1. Aantal VVE peuters dat opstapje bezoekt met hun ouders

Bezoek opstapje van VVE peuters met hun ouders ter bevordering van de taalbeheersing

35 42

4.3 Welke ontwikkelingen zijn te verwachten? Harmonisatie financiering peuterwerk en kinderopvang Dit is voorzien per 1 januari 2018. Één van de onderdelen is dat financiering van peuteropvang voor kinderen uit kostwinnersgezinnen, anders dan nu het geval is, kan worden gefinancierd. Daarnaast is onduidelijk wat dit betekent voor de gemeentelijke rol bij peuterwerk. Afhankelijk van de rijksregelingen zal in 2017 duidelijk worden hoe we hiermee om kunnen gaan. Integraal Huisvesting Plan Onderwijs (IHPO) Het IHPO is in 2016 door de raad vastgesteld. Aan de uitvoering van dit plan wordt in 2017 verder uitvoering gegeven. Op grond hiervan wordt de nieuwbouw van de Noachschool in Schoonrewoerd gerealiseerd. Verder wordt er gewerkt aan de totstandkoming van een Integraal Kind Centrum in de nabijheid van Broekgraaf.

4.4 Wat zijn de kosten?

In de onderstaande tabel worden de in de begroting opgenomen lasten, de baten en het saldo op dit programma weergegeven. Hierbij wordt het bedrag dat in 2017 geraamd is vergeleken met de realisatie van het jaar 2015 en de actuele begroting 2016. Hierbij zijn de bedragen voor de vergelijkbaarheid omgezet van de voorheen 6 programma’s naar de nieuwe 9 programma’s. Echter, er is nog altijd sprake van grote verschillen, met name vanwege een andere toerekening van overheadkosten. Tenslotte is ook de ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo in de jaren 2018 tot en met 2020 geschetst.

Page 41: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 41

(bedragen x € 1.000; - = baten of lagere lasten) Overzicht van lasten en baten

Realisatie 2015

Actuele begroting

2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Lasten: - Bestaand beleid - Technische correcties

4.003

3.680

3.280 -120

3.110

3.108

3.066

- 2e voortgangsrapp. 2016

+12 +12 +12 +12

SUBTOTAAL LASTEN 4.003 3.680 3.172 3.122 3.120 3.078

Baten: - Bestaand beleid

1.117

837

837

838

838

838

SUBTOTAAL BATEN 1.117 837 837 838 838 838

SALDO 2.886 2.843 2.335 2.285 2.282 2.240 Tabel 1 – overzicht baten en lasten

De in de voorgaande tabel opgenomen ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo op dit programma wijkt op een aantal onderdelen af van de bedragen die in de actuele begroting 2016 zijn opgenomen. In de volgende tabel worden deze verschillen zoveel als mogelijk toegelicht. (bedragen x € 1.000; - = lagere lasten of hogere baten) Analyse ontwikkeling lasten en baten programma in vergelijking met begroting 2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Bestaand beleid De sterke daling van de uitgaven in vergelijk tot de begroting 2016 wordt bijna volledig veroorzaakt door de lagere rentekosten (1%) over de gedane investeringen voor onderwijsgebouwen. Tot aan 2016 werd nog een rente van 4,5% als omslagrente gehanteerd. Het voordeel loopt in de jaren erna verder op als gevolg van de jaarlijkse afschrijving over de boekwaarde. Technische correcties Ook in 2017 ontvangt de gemeente €150.000 aan middelen van het Rijk voor de onderwijsachterstandenbestrijding. Het in de begroting 2016 voor het jaar 2017 geraamde nadeel treedt dus niet op en wordt dus gecorrigeerd. Deze correctie leidt tot een incidenteel voordeel van € 120.000 op dit programma. De € 30.000 aan andere voordelen treden op in programma 5. 2e voortgangsrapportage 2016 In de 2e voortgangsrapportage 2016 is een structureel extra benodigd budget van ongeveer € 12.000 gemeld voor voorschoolse voorziening peuters.

-/- 400

-/- 120

+ 12

-/- 571

+ 12

-/- 573

+ 12

-/- 615

+ 12

TOTAAL -/- 508 -/- 559 -/- 561 -/- 603

Page 42: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 42

Hieronder is grafisch weergegeven hoe de baten, lasten en het begrotingssaldo zich ontwikkelen vanaf de realisatie 2015 tot en met 2020.

Grafiek 5 – ontwikkeling lasten, baten, saldo 2015-2020 Programma 4 laat vanaf 2017 slechts geringe afwijkingen in de baten, lasten en saldo zien.

Page 43: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 43

Programma 5: Sport, cultuur en recreatie

Programma 5: Sport, cul tuur en recr eatie

Dit programma gaat in op de beleidsterreinen sport en bewegen, kunst en cultuur. Door in te zetten op sport en bewegen bevorderen we participatie en gezondheid van onze burgers. Met K&C-beleid bevorderen we de participatie van burgers en dragen we bij aan de ontwikkeling van kinderen. Daarnaast draagt K&C-beleid in Leerdam ook bij aan de economische profilering van de stad Leerdam. (Recreatie en toerisme zijn ondergebracht bij programma 3 Economie.) Onder programma 5 – Sport, cultuur en recreatie valt een aantal thema’s. Deze zijn hieronder weergegeven: 5 Sport, cultuur en recreatie 5.1 Sportbeleid en activering 5.2 Sportaccommodaties 5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 5.4 Musea 5.5 Cultureel erfgoed 5.6 Media 5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie Onder dit programma vallen de volgende verplichte beleidsindicatoren: Indicator Eenheid Referentiewaarde Bron Niet sporters % 54,6 (2014) RIVM

Page 44: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 44

5.1 Doelenboom Wat willen we bereiken? Wat gaan we daar voor doen?

1.Sport en bewegen: Het faciliteren van een toekomstbestendige en duurzame inrichting van (buiten)sportaccommodaties.

1a. Faciliteren van het oplossen van de bij de sportverenigingen geïnventariseerde knelpunten om vitale sportverenigingen te krijgen.

1c. Financieren van de combinatiefunctionarissen om beweging van met name jongeren op school en in de buurt te stimuleren en om sportverenigingen sterker te maken.

1d. Deelnemen aan het landelijk programma Gezond in de stad (GIDS) gericht op het aanpakken van gezondheidsachterstanden door een sportieve gezonde leefstijl te bevorderen.

1b. Ondersteunen en faciliteren van een aantal buitensportverenigingen bij het realiseren van een toekomstbestendige en duurzame inrichting van buitensportaccommodaties.

2. Het versterken van het culturele klimaat door het stimuleren van initiatieven van culturele verenigingen en het stimuleren van samenwerking. (in samenhang met programma 3 economie)

2.Kunst & Cultuur Het versterken van het culturele klimaat in Leerdam.

Page 45: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 45

5.2 Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen? Aan de in de doelenboom opgenomen effecten met bijbehorende prestaties worden in dit programma de onderstaande meetbare indicatoren gekoppeld. Indicatoren Beoogd effect Referentie-

of nulwaarde

Streefwaarde 2017

1. Het percentage Leerdammers dat sport

Toename, 1 procentpunt per jaar

45% (2014) 48%

1. Nieuw sportpark Realisatie sportpark n.v.t. Uitvoering geven aan het raadsbesluit dat is genomen in 2016

1. Deelname aan GIDS Leerdam

Gezonde leefstijl 50 kwetsbare jongeren en 50 kwetsbare ouderen

50 kwetsbare jongeren en 50 kwetsbare ouderen

2. Het percentage kinderen op basisscholen dat muziekles op school krijgt

Toename, 8% per jaar 42% (2016) 50%

2. Het aantal basisscholen dat muzieklessen krijgt van de drie Leerdamse muziekverenigingen

5 (2016) 6

2. Rol Glasmuseum Het versterken van de rol van het Nationaal Glasmuseum als trekker van Kunst &Cultuur en Recreatie & Toerisme in Leerdam.

n.v.t. Glasmuseum als deelnemer in werkgroep citymarketing

2. Rol combinatiefunctionaris cultuur

Het versterken van de inzet van de Combinatiefunctionaris Cultuur.

n.v.t. Afspraken in het kader van subsidieverlening

5.3 Welke ontwikkelingen zijn te verwachten?

Sportaccommodaties De gemeente Leerdam ontwikkelt samen met de Leerdamse voetbalverenigingen Leerdam Sport ’55 en LRC, Hockey Club Leerdam (HCL) en Korfbalvereniging Ter Leede / De Jager een multifunctionele buitensportaccommodatie voor deze vier verenigingen. Het moet een sportpark worden dat naast multifunctioneel (voorzieningen worden door meerdere verenigingen gebruikt) ook een functie krijgt voor andere doelgroepen en organisaties, zoals scholen en instellingen voor zorg en welzijn. Het ontwikkelen van het plan en de besluitvorming binnen de betrokken sportverenigingen en de gemeenteraad staan gepland in 2016. In het financieel hoofdstuk is het Glaspark als wens opgenomen en wordt een voorstel gedaan hoe hiermee in meerjarig perspectief kan worden omgegaan. Openbaar groen en (openlucht) recreatie Leefgebiedenbenadering – natuurcompensatie Broekgraaf: De leefgebiedenbenadering is een compensatieplan voor het verlies van de leefgebieden van met name de heikikker en de rugstreeppad als gevolg van de ontwikkeling van Broekgraaf en vloeit voort uit de compensatieverplichting die in het kader van de ontheffing voor de Flora- en faunawet wordt gevraagd. De filosofie achter de leefgebiedenbenadering is het creëren en met specifieke ecologische maatregelen inrichten van kleinere leefgebieden voor heikikker en rugstreeppad, die als een kralensnoer met elkaar verbonden worden.

Page 46: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 46

Behalve ecologische maatregelen bevat het plan ook recreatieve maatregelen, zoals de aanleg van wandelpaden, plaatsen van bankjes en informatiepanelen. Zo ontstaat er ten westen van Leerdam een ecologische zone met recreatief medegebruik voor wandelaars en fietsers. Met de aanleg van wandelpaden en het inrichten van ecologische gebieden in de hier genoemde leefgebieden groeit het recreatieve netwerk in en rond Leerdam en wordt de toegang tot het buitengebied verbeterd (een wens uit WOP Leerdam west). De raad heeft in maart 2016 ingestemd met dit plan en een krediet ter beschikking gesteld voor de recreatieve maatregelen. De ecologische maatregelen worden gedekt door de grondexploitatie van Broekgraaf. In 2017 zal dit verder worden uitgevoerd en zal een passend beheerprogramma worden opgesteld. 5.4 Wat zijn de kosten? In de onderstaande tabel worden de in de begroting opgenomen lasten, de baten en het saldo op dit programma weergegeven. Hierbij wordt het bedrag dat in 2017 geraamd is vergeleken met de realisatie van het jaar 2015 en de actuele begroting 2016. Hierbij zijn de bedragen voor de vergelijkbaarheid omgezet van de voorheen 6 programma’s naar de nieuwe 9 programma’s. Echter, er is nog altijd sprake van grote verschillen, met name vanwege een andere toerekening van overheadkosten. Tenslotte is ook de ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo in de jaren 2018 tot en met 2020 geschetst. (bedragen x € 1.000; - = baten of lagere lasten) Overzicht van lasten en baten

Realisatie 2015

Actuele begroting

2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Lasten: - Bestaand beleid

2.939

2.637

3.224

3.309

3.339

3.356

- Wensen

210 410 500 500

SUBTOTAAL LASTEN 2.939 2.637 3.434 3.719 3.839 3.856 Baten: - Bestaand beleid

180

87

90

92

94

96

SUBTOTAAL BATEN 180 87 90 92 94 96 SALDO 2.758 2.549 3.345 3.627 3.745 3.760 Tabel 1 – overzicht baten en lasten

De in de voorgaande tabel opgenomen ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo op dit programma wijkt op een aantal onderdelen af van de bedragen die in de actuele begroting 2016 zijn opgenomen. In de volgende tabel worden deze verschillen zoveel als mogelijk toegelicht. (bedragen x € 1.000; - = lagere lasten of hogere baten) Analyse ontwikkeling lasten en baten programma in vergelijking met begroting 2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Bestaand beleid De € 0,6 miljoen hogere uitgaven in vergelijk tot de begroting 2016 heeft te maken met de gewijzigde opzet van de begroting 2016 en de onder programma 0 genoemde € 2 miljoen lagere uitgaven. Op totaalniveau vallen deze verschillen tegen elkaar weg. De uitgaven op dit programma voor bestaand beleid lopen daarnaast op, omdat op basis van de begroting 2016 vanaf 2018 rekening is gehouden met € 120.000 aan kosten (waaronder € 60.000 kapitaallasten op basis van een investering van € 1 miljoen) voor een te realiseren buitensportaccommodatie (Glaspark).

+ 584

+ 668

+ 695

+ 710

Page 47: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 47

Analyse ontwikkeling lasten en baten programma in vergelijking met begroting 2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Voorstel: te honoreren wensen: - Extra budgetruimte t.b.v. Glaspark - Wens archeologie - Wijkgericht werken, rol wijkambassadeurs - Budgetten t.b.v. (wijk/bewoners)initiatieven

De te honoreren incidentele wensen voor archeologie, wijkambassadeurs en initiatieven (€ 210.000 in 2017 en € 100.000 in 2018) worden gedekt uit de op programma 0 verantwoorde algemene risicoreserve. Inzake het Glaspark is voor 2018 rekening gehouden met een half jaar aan kosten. Voor een uitgebreide toelichting op de te honoreren wensen wordt verwezen naar het financiële hoofdstuk.

0 + 50 + 60

+ 100 + 210

+ 250 0

+60 + 100 + 410

+ 500 0 0

0 + 500

+ 500 0 0

0 + 500

TOTAAL + 794 + 1.078 + 1.495 + 1.210 Hieronder is grafisch weergegeven hoe de baten, lasten en het begrotingssaldo zich ontwikkelen vanaf de realisatie 2015 tot en met 2020.

Grafiek 6 – ontwikkeling lasten, baten, saldo 2015-2020

Programma 5 laat met name vanaf 2018 en 2019 een sterke stijging van de lasten en nadelig saldo zien in verband de budgetruimte die voor de realisatie van het Glaspark is vrijgemaakt.

Page 48: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 48

Programma 6: Sociaal domein

Programma 6: Soci aal domein

Programma 6: So ciaal domein

Kijkend naar het sociaal domein en de verantwoordelijkheid van de gemeenten dan ligt de grootste uitdaging in het laten meedoen van een ieder in de maatschappij. Meedoen moet dan gezien worden als het hebben van een plek in de maatschappij waarbij je deel uit maakt van een groep waarin je je persoonlijke bijdrage kan leveren aan het collectieve/groepsbelang. Dat levert waardering op, in welke vorm dan ook. Het meedoen in het sociaal domein zit met name op het vlak van een vorm van (gepaste) dagbesteding, van vrijwillig tot betaald “werk”. Het hebben van zo’n dagbesteding leidt tot waardering in de vorm van persoonlijk welbevinden, groeimogelijkheden, invloed hebben op/in je omgeving, financiële mogelijkheden en meer zelfstandigheid. Het effect daarvan is dat het stimulerend werkt op de zelfredzaamheid. Het wegnemen van belemmeringen om zo zelfstandig mogelijk mee te doen is dus een belangrijke opgave voor de gemeenten. Daarvoor moeten ook belemmeringen op het gebied van gezondheid, educatie, sociale vaardigheden, etc. zoveel mogelijk worden weggenomen. De gemeente wil de mens als geheel benaderen door op de verschillende levensgebieden tegelijkertijd in te zetten. Onze inzet is echter niet vrijblijvend. We gaan uit van wederkerigheid. Burgers en maatschappelijke partners zijn in onze optiek ook zelf aan zet om een bijdrage aan de samenleving te leveren. Verder is deze transformatie nodig om maatwerk aan cliënten en burgerinitiatieven te kunnen leveren, mensen in hun eigen kracht te kunnen zetten en zoals hiervoor ook al is vermeld de kracht van de samenleving te mobiliseren. Dit is ook nodig om zwaardere zorg zo mogelijk te voorkomen of om zo lang mogelijk uit te stellen. Daarnaast zullen de basisvoorzieningen in de zorg, zoals maatwerkvoorzieningen, huishoudelijke hulp en dagbesteding voor iedereen betaalbaar en bereikbaar zijn. We werken aan een sluitend geheel van netwerken zodat alle (kwetsbare) doelgroepen voldoende worden bereikt. Met de uitvoeringsagenda sociaal domein zijn we hiermee gestart in 2016 en dit zullen we in 2017 voortzetten en daar waar nodig uitbreiden. Onder programma 6 – Sociaal Domein valt een aantal thema’s. Deze zijn hieronder weergegeven: 6 Sociaal Domein 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 6.2 Wijkteams 6.3 Inkomensregelingen 6.4 Begeleide participatie 6.5 Arbeidsparticipatie 6.6 Maatwerkvoorzieningen Wmo 6.7 Maatwerkdienstverlening 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 6.72 Maatwerkdienstverlening 19- 6.8 Geëscaleerde zorg 6.81 Geëscaleerde zorg 18+ 6.82 Geëscaleerde zorg 18-

Page 49: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 49

Onder dit programma vallen de volgende verplichte beleidsindicatoren:

Indicator Eenheid Referentiewaarde Bron Banen Aantal per 1.000 inwoners

in de leeftijd 15 - 64 jaar 568 (2015) LISA

Jongeren met een delict voor de rechter

% 12 t/m 21 jarigen 2,4% (2012) Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel

Kinderen in uitkeringsgezinnen

% kinderen tot 18 jaar 3,9% (2012) Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel

Netto arbeidsparticipatie

% van de werkzame beroepsbevolking t.o.v. de beroepsbevolking

63,9% (2015) CBS

Achterstandsleerlingen

% 4 t/m 12 jarigen 19,7% (2012) Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel

Werkloze jongeren % 16 t/m 22 jarigen 1,1% (2012) Verwey Jonker Instituut – Kinderen in Tel

Personen met een bijstandsuitkering

Aantal per 10.000 inwoners

298,2 (1-1-2016) CBS

Lopende re- integratievoorzieningen

Aantal per 10.000 inwoners van 15 - 64 jaar

366,9 (2015) CBS

Jongeren met jeugdhulp

% van alle jongeren tot 18 jaar

10,4% CBS (2015)

Jongeren met jeugdbescherming

% van alle jongeren tot 18 jaar

1,5 % CBS (2015)

Jongeren met jeugdreclassering

% van alle jongeren van 12 tot 23 jaar

0,7% CBS (2015)

Cliënten met een maatwerk-arrangement WMO

Aantal per 10.000 inwoners

Onbekend bij waarstaatjegemeente.nl, Uit applicatie: 700

CSAM applicatie

Page 50: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 50

6.1 Doelenboom Wat willen we bereiken? Wat gaan we daar voor doen?

1.Samenkracht en burgerparticipatie: het doorbreken van de traditionele rolverdeling tussen gemeenschap en gemeente met als doel een gemeenschap die zich verantwoordelijk voelt voor Leerdam en in staat is om duurzaam in haar eigen behoefte te voorzien.

1a. Burgerparticipatie: Stimuleren en faciliteren van burgers en maatschappelijke organisaties bij het nemen van initiatieven door: - actief de verbinding te zoeken met de samenleving - actief te participeren in netwerken - verantwoordelijkheid te delen - ondersteuning te bieden en te faciliteren - voortdurend de synergie te zoeken tussen reguliere beheermaatregelen en burgerwensen

1.b. Samenkracht - actief samenwerken met wijk- en dorpsraden en hun positie versterken - samenwerking en netwerkvorming bevorderen tussen maatschappelijke partners in Leerdam - Continueren van de subsidie regeling Eigen Kracht / Burgerkracht. Deze subsidieregeling gaan we ook evalueren.

2a. Zelfredzaamheid Het vergroten van de zelfredzaamheid van burgers met een beperking door: - Inzet formele en informele hulp onder meer door sociale netwerkversterking. - Versterken 0de lijn, conform de nota Eigen Kracht en Burgerkracht aan zet

2.Participatie: Herstel of versterking van de zelfredzaamheid voor wie het nodig heeft, op het gebied van werk, inkomen en deelname aan de maatschappij. Statushouders vormen hierbinnen een specifieke doelgroep.

2b. Werk en scholing - Avres begeleidt werkzoekenden naar (on)betaald werk en biedt garantiebanen aan de doelgroep - Lokale aanhechting stimuleren en faciliteren voor het activeren van uitkeringsgerechtigden en het regionale arbeidsmarktbeleid via: het netwerk van lokale en regionale partners; de uitvoering van het Plan van de Arbeid; SROI; de samenwerking tussen St. SamenDoen en Avres; betrekken van ondernemers. - Taalonderwijs bieden aan volwassenen die laaggeletterd zijn of de Nederlandse taal onvoldoende machtig zijn.

Page 51: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 51

2c. Inkomensondersteuning - Avres biedt inkomensondersteuning en schulddienstverlening. Gemeente en Avres zetten gezamenlijk in op preventie van schulden door gerichte voorlichting rond “life events”. - De samenwerking van organisaties die schuldhulpverlening bieden lokaal stimuleren. - Gemeente biedt maatwerk en geeft daarbij invulling aan wederkerigheid. - Coördineren en faciliteren van het Armoedepact.

3. Jeugd Iedere jongere vindt zijn plek in de maatschappij. Voor de jeugdigen en zijn ouders of verzorgers die het nodig hebben (degenen die tot een kwetsbare doelgroep behoren) bieden we een passend aanbod aan hulpverlening.

3a. We geven opdracht aan onze subsidiepartners (o.a. jongerenwerk, jeugdgezondheidszorg, het sociaal team) om tijdig (dreigende) problemen te signaleren en passende (opvoed)ondersteuning, coaching of hulpverlening aan te bieden aan jongeren en ouders en professionals. Zo nodig wordt doorgeleid naar andere, zwaardere vormen van (geïndiceerde) hulp.

3b. - Met en via het jongerenwerk, de combinatiefunctionarissen, de jongerenraad en overige organisaties worden jongeren gestimuleerd om actief mee te doen binnen de samenleving. - Ook gaan we aan de slag met de vorming van een kinderraad. - Het jongerencentrum M3 wordt dienstbaar gemaakt aan meer beleidsdoelen

Page 52: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 52

6.2 Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen? Aan de in de doelenboom opgenomen effecten met bijbehorende prestaties worden in dit programma de onderstaande meetbare indicatoren gekoppeld Indicatoren Beoogd effect Referentie- of

nulwaarde Streefwaarde 2017

1. Burgerparticipatie: betrokkenheid

Toename betrokkenheid bewoners bij leefbaarheid in buurt

Score 6,6 (2013) Score 7.

1. Samenkracht: wijk- en dorpsraden

Sterke wijk- en dorpsraden die werken met wijkplannen

Alle wijk- en dorpsraden beschikken over een wijk- of dorpsplan

De wijk- en dorpsplannen zijn geactualiseerd

2. Zelfredzaamheid - Het aantal mensen dat

bemiddeld is naar vrijwilligerswerk

- Het aantal zorgvrijwilligers

- Het aantal mantelzorgers dat wordt ondersteund

Herstel of versterking van zelfredzaamheid voor wie het nodig heeft, op het gebied van werk, inkomen en deelname aan de maatschappij

110 0-meting 2016 0-meting 2016

110 Neemt toe Neemt toe

4 Sociaal Team en Wmo-loket Bevorderen van Laagdrempelige integrale toegang tot zorg en ondersteuning voor huishoudens en jeugdigen met complexe en meervoudige vragen die niet binnen het eigen netwerk of de basisvoorzieningen kunnen worden opgelost.

4a. Doorontwikkelen van één toegang tot ondersteuning, hulp en informatie (Sociaal Team en Wmo): - Verbeteren werkprocessen - Inzet op verbetering doorlooptijden van

meldingen en kwaliteit beschikkingen - Scholing en training - Versterken communicatie en

bekendheid - Versterken samenwerking met

preventief en vrijwillige kader met behulp van SamenDoen

- Verbetering registratiesysteem en daarmee de lokale monitoring

- Ook in VHL-verband

Page 53: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 53

Indicatoren Beoogd effect Referentie- of nulwaarde

Streefwaarde 2017

2. Werk en scholing - Uitstroom vanuit de P-

wet naar werk - Netto arbeidsparticipatie - Aantal deelnemers

taaltrajecten NT1 en NT2

Herstel of versterking van zelfredzaamheid voor wie het nodig heeft, op het gebied van werk, inkomen en deelname aan de maatschappij

30 63,9 5 NT1 65 NT2

30 64 10 NT1 60 NT2

3. aantal bereikte kwetsbare jongeren

Ondersteunen van kwetsbare jongeren

79 79

4. Tevredenheid over bereikbaarheid 1 toegang

Klanttevredenheid blijft gelijk

98% 98%

4. Goed registratiesysteem Goede monitoring van 3 naar 2 registratiesystemen

4. Doorlooptijd van een melding (Wmo)

Klanttevredenheid gaat omhoog

77% van het aantal meldingen is binnen 6 weken afgehandeld

80% van het aantal meldingen is binnen 6 weken afgehandeld

4 Doorlooptijd van een aanvraag (Wmo)

Klanttevredenheid gaat omhoog

57% van het aantal aanvragen is binnen 2 weken afgehandeld

80% van het aantal aanvragen is binnen 2 weken afgehandeld.

6.3 Welke ontwikkelingen zijn te verwachten? Visie op het sociaal domein De twee belangrijkste uitgangspunten voor de visie op het sociaal domein zijn dat we ten eerste als gemeente een vangnetfunctie hebben voor onze burgers vanuit de zorg- en participatiewetgeving, ten tweede willen dat iedereen zoveel mogelijk kan meedoen aan onze maatschappij. Het gemeentelijk vangnet bestaat uit o.a. maatwerkvoorzieningen in de zorg, huishoudelijke hulp en dagbesteding. Deze moeten voor iedereen bereikbaar en betaalbaar zijn. Daarnaast kent het vangnet onder meer ook voorzieningen op het gebied van inkomensvoorziening (bijstand) en middelen op het gebied van armoedebestrijding op grond van de participatiewet. Het vangnet moet op orde zijn en blijven. Het zoveel mogelijk iedereen laten meedoen in de maatschappij is de grote uitdaging. Door de decentralisaties heeft de gemeente veel meer verantwoordelijkheden en middelen gekregen om hieraan zelf invulling te geven. Om daar vorm en inhoud aan te gaan geven wordt gewerkt vanuit de volgende visie. Meedoen zien we als het hebben van een plek in de maatschappij waarbij je deel uitmaakt van een groep waarin je je persoonlijke bijdrage kan leveren aan het collectieve/groepsbelang. Dat levert waardering op, in welke vorm dan ook. Het meedoen in het sociaal domein zit met name op het vlak van een vorm van (gepaste) dagbesteding, van vrijwillig tot betaald “werk”. Het hebben van zo’n dagbesteding leidt tot waardering in de vorm van persoonlijk welbevinden, groeimogelijkheden, invloed hebben op/in je omgeving, financiële mogelijkheden en meer zelfstandigheid. Het effect daarvan is dat het stimulerend werkt op de zelfredzaamheid. Het wegnemen van belemmeringen om zo zelfstandig mogelijk mee te doen is dus een belangrijke opgave voor de gemeenten. Daarvoor moeten verder ook belemmeringen op het gebied van gezondheid, educatie, sociale vaardigheden, etc. zoveel mogelijk worden weggenomen. Hiermee komen we meer aan de voorkant in plaats van in zorg. De gemeente wil de mens als geheel benaderen door op de verschillende levensgebieden tegelijkertijd in te zetten. Onze inzet is echter niet vrijblijvend. We gaan uit van wederkerigheid. Burgers en maatschappelijke partners zijn in onze optiek ook zelf aan zet om een bijdrage aan de samenleving te leveren.

Page 54: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 54

De benodigde veranderingen vormen de transformatieopgave. Deze moet leiden tot onder meer maatwerk aan cliënten, ondersteuning van burgerinitiatieven, mensen in hun eigen kracht zetten en daarmee de kracht van de samenleving mobiliseren. Dit is ook nodig om zwaardere zorg zo mogelijk te voorkomen of om zo lang mogelijk uit te stellen. In het volgende model is het bovenstaande gevisualiseerd: Pijlers: Criteria voor de inzet van de vrijvallende middelen sociaal domein (reserve sociaal domein): Tot nu toe zien we dat ongeveer de helft van de gemeentelijke middelen in het sociaal domein gaan naar de zorg. We willen een grotere inzet op de pijlers arbeidsmarkt, educatie en sociale cohesie, omdat daar de basis wordt gelegd om mee te doen aan de samenleving. Daarnaast zetten we in op preventie om zorg zoveel mogelijk te beperken. Vanuit onderstaande criteria voor de inzet van de reserve sociaal domein komen we tot een (beperkte) verandering in de verdeling over de 4 pijlers in het sociaal domein. Dit bekent een grotere inzet op arbeidsmarkt, educatie en sociale cohesie en een ten opzichte van de huidige reguliere middelen op de gemeentebegroting iets beperktere extra inzet op zorg. Mede op basis van de evaluatie van de projecten die worden bekostigd uit de vrijvallende middelen sociaal domein 2016 bekijken we hoe we omgaan met de verwachte reserve sociaal domein 2017 en de verdeling over de pijlers. Hieronder treft u de criteria voor de inzet voor de inzet van de reserve sociaal domein, die door ons worden onderschreven: • Slimmere en effectievere inzet gericht op meedoen: prioriteit bij arbeidsmarkt, dan

educatie en sociale cohesie en daarna zorg; • De gemeentelijke vangnetfunctie moet op orde blijven voor diegene die niet of beperkter

kunnen meedoen; • Preventief gaat boven curatief; • Opgave gericht; • Onontkoombaar/verplichtingen/politiek-bestuurlijk gevoelde noodzaak. De maatschappelijke opgave Voor Leerdam is op basis van de nu beschikbare informatie het volgende beeld van de belangrijkste maatschappelijke opgaven per pijler opgesteld. Opgave arbeidsmarkt De opgave ligt op een betere aansluiting van educatie op de (regionale) arbeidsmarkt, beperken schooluitval e.d., ondersteuning door: maatwerk, persoonlijke ontwikkeling, aanpak schulden, interesseren ondernemers voor onze doelgroep (ontzorgen ondernemers), alternatieven voor wie niet kan, tegenprestatie. Opgave educatie De opgave ligt hier op het voorkomen en aanpak van vroegtijdig schoolverlaten en versterken van volwasseneneducatie, aanpak van laaggeletterdheid bij ouders en kinderen.

Page 55: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 55

Opgave zorg De opgave liggen op het terrein van het ondersteunen van ouderen en dementie, aanpak schuldenproblematiek, verkennen en aanpak psychiatrische problematiek en begeleiden van licht verstandelijk beperkten. Opgave sociale cohesie De opgave betreft met name de discussie over normen en waarden (voor wat hoort wat). Belangrijke onderdelen in die discussie voor het komende jaar zijn de verdere invulling van de integratie, de spanning tussen individualisering versus verantwoordelijkheid voor de samenleving en het verder invullen van de wederkerigheidsgedachte in onze gemeenschap. Voorstel: Voor de aanpak van deze opgaven en het op orde houden van de vangnetfunctie wordt de volgende dekking voorgesteld. Structurele inzet Een bedrag van €845.000 wordt in de begroting 2017 structureel opgeraamd als uitgavenbudget. Hier tegenover staat een aframing voor hetzelfde bedrag ten laste van de reguliere Wmo-middelen. Afgaand op de overschotten in 2015 en 2016 is het realistisch te veronderstellen dat deze middelen kunnen worden ingezet voor de onderstaande doelen, zonder dat dit leidt tot een overschrijding. Door op deze manier te begroten wordt tegemoet gekomen aan opmerkingen die zijn gemaakt tijdens de informatieve raad over de reserve sociaal domein op 4 oktober jl. Deze kosten beschouwen we als onontkoombaar om de transformatie verder te kunnen vormgeven. Samenvattend is het beeld dat de circa 8,5 ton die de afgelopen 2 jaar overbleef nu structureel wordt omgezet naar uitgavenbudgetten. Het gaat dan om de volgende inzet:

Personele inzet beleid 300.000

Continueren sociaal team (adm. medewerker) 40.000

Personele inzet Wmo uitvoeringsorganisatie 100.000

Laten vervallen eigen bijdragen (boven wettelijk minimum) 200.000

Continueren sociaal team (maatsch. werker oa. schulden) 50.000 Integratie en discussie normen en waarden/ Verantwoordelijkheid samenleving en veranderende rol overheid 100.000

Continueren eigen kracht/burgerkracht aan zet 35.000

Aanjaagfunctie SamenDoen/peer to peer 20.000

TOTAAL 845.000 Projecten en activiteiten met een incidenteel karakter: Budget innovatie en opgavegericht werken De reserve sociaal domein bedraagt €1.695.000,-- . In meerjarenperspectief verwachten we ook in de komende jaren een overschot dat naar de reserve sociaal domein vloeit. Deze middelen worden ingezet voor incidentele activiteiten en projecten. In de tweede helft van 2017 evalueren we deze inzet en komen we met (aanvullende) voorstellen voor 2018 en 2019. In het Budget innovatie en opgavegericht werken zijn de projecten ondergebracht die we in de komende 2 jaar willen financieren. In deze twee jaar wordt er in totaal €695.000 aan de reserve sociaal domein onttrokken voor deze onderwerpen.

Page 56: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 56

Projecten en activiteiten vanuit het Budget innovatie en opgavegericht werken Vanuit dit budget willen we in 2017 en 2018 (jaarlijks) de volgende projecten/activiteiten bekostigen: 2017 2018 • Arbeidsmarkt (budget participatie, lokale aanhechting) € 50.000 € 50.000 • Educatie (continueren taalproject, vormen netwerk/

problematiek in beeld) € 75.000 € 75.000 • Zorg

o Noodfonds € 50.000 € 50.000 o Schuldenpreventie rondom life-events € 25.000 € 25.000 o Dementievriendelijke gemeente € 30.000 € 30.000 o Consultatiebureau’s voor ouderen bij alle

huisartsen € 40.000 € 40.000 o Verbeteren relatie formele-informele zorg

m.b.t. Jeugdgezondheidszorg (JGZ) € 10.000 € 0 Huis van de Wijk west € 25.000 € 0

o Borging/leiding SamenDoen € 60.000 € 60.000

Totaal €365.000 €330.000 Risicoreserve Sociaal Domein Wat resteert (circa €1 miljoen) is ongeveer 10% van de totale middelen die we voor de integratie-uitkering sociaal domein (voor de gedecentraliseerde taken sociaal domein sinds 2015) ontvangen. Dit kan worden ingezet voor het opvangen van tegenvallers, zoals de claim van Avres (€615.000 minus de tegemoetkoming van het rijk is €415.000), algehele risicoreserve sociaal domein en een flexibel budget. Deze laatste posten zijn om die reden niet meer apart opgenomen bij de gewenste uitgavenbudgetten. Samenkracht en burgerparticipatie In 2016 wordt een visie op wijkgericht werken opgesteld. Daarin zal ingezet worden op meer samenwerkingen tussen de wijk- en dorpsraden, de inwoners en overige maatschappelijke partners in Leerdam. Dat beleid is gestoeld op de visie van de gemeente op de participatieve samenleving, waarin meer ruimte en verantwoordelijkheid wordt overgelaten aan de lokale gemeenschap. Hieruit zullen voorstellen voortkomen met financiële gevolgen. Arbeidsparticipatie: Materieel t.b.v. inzet Avres De nieuwe participatiewet geeft aan dat er extra arbeidsplaatsen moeten worden ingevuld door mensen met en afstand tot de arbeidsmarkt. Ook de gemeenten in onze regio dienen hierin hun verantwoordelijkheid te nemen. De afdeling Regie (Team Voorbereiding & Uitvoering (“de buitendienst”)) zoekt actief naar mogelijkheden om invulling te geven aan deze opgave. Ontwikkeling van huidige medewerkers om deze mensen aan te sturen biedt mogelijkheden om arbeidsbeperkten in te zetten op uitvoerende werkzaamheden. Het huidige en beschikbare materieel op de gemeentewerf is afgestemd op het nu aanwezige aantal medewerkers en is tot het minimum beperkt. Door het plaatsen van extra medewerkers in de toekomst zal mogelijk extra materieel nodig zijn om dit te faciliteren. Samen met AVRES zal gezocht worden naar (aanvullende) financiering. In de Perspectiefnota is reeds besloten dat dekking voor een eventueel gemeentelijk aandeel in deze kosten binnen het sociaal domein moet worden gezocht. Maatregelen Huishoudelijke ondersteuning Naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) op 18 mei 2016 is het beleid met betrekking tot de huishoudelijke ondersteuning gerepareerd, waardoor de kosten voor de huishoudelijke ondersteuning hoger zullen zijn dan het voorgaande jaar. Overigens wordt wel verwacht dat deze kosten kunnen worden opgevangen binnen de totale begroting voor de Wmo.

Page 57: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 57

Eigen bijdrage In 2016 is het beleid met betrekking tot de eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen aangepast. Hierdoor zullen er minder inkomsten zijn als gevolg van minder opgelegde eigen bijdragen. De aanpassing van het beleid met betrekking tot de eigen bijdragen leidt tot een financieel nadeel voor de gemeente van ongeveer € 200.000. Dit effect is structureel in de begroting verwerkt zoals aangegeven op pagina 58. Inkoop Begeleiding De maatwerkvoorziening begeleiding wordt in 2016 resultaatgericht ingekocht voor 2017. De ingangsdatum van het resultaatgericht werken is naar verwachting 1 juli 2017. Doordat de tarieven voor de zorgaanbieders ook aangepast worden vanaf 1 juli 2017, zullen de kosten voor deze maatwerkvoorziening mogelijk hoger zijn dan in 2016. Overigens wordt wel verwacht dat deze kosten kunnen worden opgevangen binnen de totale begroting voor de Wmo. Overig inkoop In 2017 zullen de contracten van de hulpmiddelen, de trapliften en de sociaal medische advisering aflopen. Er zullen in 2016 en 2017 nieuwe aanbestedingen volgen. Het is op dit moment nog onduidelijk welke gevolgen deze aanbestedingen zullen hebben op de begroting Leerlingenvervoer Voor het schooljaar 2017-2018 zal het leerlingenvervoer weer opnieuw worden aanbesteed. In 2016 werd dit leerlingenvervoer weliswaar aanbesteed voor meerdere jaren. Bij deze aanbesteding trad echter de onverwachte omstandigheid op dat de inschrijvingen niet met elkaar vergeleken konden worden om een winnaar te bepalen. De aanbesteding is dan ook ingetrokken en voor het schooljaar 2016-2017 is gewerkt met een tijdelijke overeenkomst met een vervoerder. Privacyverordening De privacyverordening zal vanaf 25 mei 2018 van kracht zijn. De verordening bevat de nieuwe regels voor verwerking en bescherming van persoonsgegevens. Het is op dit moment nog onduidelijk welke gevolgen dit heeft voor het cliëntvoortgangsbewakingssysteem van de Wmo uitvoeringsorganisatie.

Page 58: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 58

6.4 Wat zijn de kosten? In de onderstaande tabel worden de in de begroting opgenomen lasten, de baten en het saldo op dit programma weergegeven. Hierbij wordt het bedrag dat in 2017 geraamd is vergeleken met de realisatie van het jaar 2015 en de actuele begroting 2016. Hierbij zijn de bedragen voor de vergelijkbaarheid omgezet van de voorheen 6 programma’s naar de nieuwe 9 programma’s. Echter, er is nog altijd sprake van grote verschillen, met name vanwege een andere toerekening van overheadkosten. Tenslotte is ook de ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo in de jaren 2018 tot en met 2020 geschetst. (bedragen x € 1.000; - = baten of lagere lasten) Overzicht van lasten en baten

Realisatie 2015

Actuele begroting

2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Lasten: - Bestaand beleid

19.986

21.133

22.729

22.966

23.027

23.129

- Wensen 365 330 0 0 SUBTOTAAL LASTEN 19.986 21.133 23.094 23.296 23.027 23.129 Baten: - Bestaand beleid

5.050

6.131

6.114

6.134

6.154

6.175

SUBTOTAAL BATEN 5.050 6.131 6.114 6.134 6.154 6.175 SALDO 14.937 15.002 16.980 17.162 16.873 16.954 Tabel 1 – overzicht baten en lasten

De in de voorgaande tabel opgenomen ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo op dit programma wijkt op een aantal onderdelen af van de bedragen die in de actuele begroting 2016 zijn opgenomen. In de volgende tabel worden deze verschillen zoveel als mogelijk toegelicht. (bedragen x € 1.000; - = lagere lasten of hogere baten) Analyse ontwikkeling lasten en baten programma in vergelijking met begroting 2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Bestaand beleid De budgetten voor uitvoering van het sociaal domein voor 2017 en volgende jaren zijn aanzienlijk hoger in vergelijk tot 2016. Voor een deel heeft dit te maken met de opgetreden onderuitputting op de uitvoering van de Wmo waardoor bij de 1e voortgangsrapportage 2016 het uitvoeringsbudget eenmalig met € 0,8 miljoen is verlaagd en toen gestort is in de reserve sociaal domein (op programma 0). De stijging van de uitgaven bestaand beleid heeft echter met name te maken met de hogere rijksvergoedingen die we als gemeente via de algemene uitkering voor het sociaal domein ontvangen. Deze op programma 0 geraamde uitkeringen worden conform onze vaste beleidslijn volledig als uitgavenbudgetten opgenomen. Voorstel: te honoreren wensen:

- Budgetten voor apparaatskosten uitvoering sociaal domein en WMO

- Dekking vanuit budgetten sociaal domein - Eenmalige budgetten sociaal domein

+ 1.613

+ 845 -/- 845 + 365 + 365

+ 1.735

+ 845 -/- 845 + 330 + 330

+1.871

+ 845 -/- 845 0

0

+1.952

+ 845 -/- 845 0

0

Page 59: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 59

Analyse ontwikkeling lasten en baten programma in vergelijking met begroting 2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

De structurele benodigde budgetten om het sociaal domein uit te kunnen voeren worden gedekt vanuit de beschikbare exploitatiebudgetten ten behoeve van het sociaal domein. Het eenmalig benodigde extra budget van in totaal € 695.000 (€ 365.000 in 2017 en € 330.000 in 2018) worden gedekt vanuit de op programma 0 verantwoorde reserve sociaal domein. Voor een toelichting/specificatie van deze aan de emeenteraad voorgestelde te honoreren wensen wordt erwezen naar het financiële hoofdstuk.

TOTAAL + 1.978 + 2.065 + 1.871 + 1.952

Hieronder is grafisch weergegeven hoe de baten, lasten en het begrotingssaldo zich ontwikkelen vanaf de realisatie 2015 tot en met 2020.

Grafiek 7 – ontwikkeling lasten, baten, saldo 2015-2020 De sterke stijging van de uitgaven vanaf 2017 voor de uitvoering van het sociaal domein zijn in de grafiek goed zichtbaar.

Page 60: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 60

Programma 7: Volksgezondheid en milieu

Pro Programma 7: Vol ksg ezondhei d en mili eu

Gezondheid draait niet meer om de afwezigheid van ziekte of beperking, maar om het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. Dit wordt bevorderd door in te zetten op het versterken van mentale weerbaarheid en ondersteuning van kwetsbare groepen, het stimuleren van een gezonde leefstijl bij jeugd en zwangere vrouwen, het bevorderen van eigen kracht en vitaliteit bij ouderen. Wij streven naar een gezonde leefomgeving waarin bewoners worden beschermd tegen hinder en overlast bijvoorbeeld door lawaai of geur. Leerdam wordt een duurzame gemeente die voorziet in de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen. Bij alle beleid staat duurzaamheid dan ook centraal. Traditionele milieuthema’s staan in het teken van duurzaamheid en zijn ingebed in andere beleidsterreinen. Doelmatigheid staat bij de inzameling van afvalwater en afvalstoffen voorop. Daarbij streven wij naar een circulaire economie waarin geen afval meer bestaat. Begraafplaatsen worden duurzaam ingericht.ramma7: Volksgezo ndheid en mil ieu

Onder programma 7 – Volksgezondheid en milieu valt een aantal thema’s. Deze zijn hieronder weergegeven: 7 Volksgezondheid en milieu 7.1 Volksgezondheid 7.2 Riolering 7.3 Afval 7.4 Milieubeheer 7.5 Begraafplaatsen en crematoria Onder dit programma vallen de volgende verplichte beleidsindicatoren: Indicator Eenheid Referentiewaarde Bron Omvang huishoudelijk restafval

Kg per inwoner 223 (2013) CBS

Hernieuwbare electriciteit

% 0,3 (2014) RWS

Page 61: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 61

7.1 Doelenboom Wat willen we bereiken? Wat gaan we daar voor doen?

1. Volksgezondheid: Bevorderen van het vermogen van inwoners om zich aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen.

1. Uitvoeren lokaal gezondheidsbeleid, o.a. het versterken van mentale weerbaarheid van kwetsbare groepen, stimuleren gezonde leefstijl bij jeugd en zwangere vrouwen, bevorderen eigen kracht en vitaliteit bij ouderen.

2. Duurzaamheid: Leerdam wordt een duurzame gemeente, om op deze manier een bijdrage te leveren aan een beter milieu.

2a. Uitvoering geven aan het regionaal opgestelde duurzaamheidbeleid met een daaraan gekoppeld actieplan.

2b. - Energiebesparing particulieren: De

bestaande woningvoorraad via Het Nieuwe Wonen. (via inzet van wooncoaches/energieloket bewustwording stimuleren en overhalen tot het nemen van maatregelen en opwekking duurzame energie).

- Bedrijven: inzetten op energiebesparing en op stimulering opwekking duurzame energie (bijv. zonnepanelen)

2c. We spannen ons met de werkgroep Team 2015 in om de status fairtrade gemeente te krijgen

2d. Het stimuleren van de bewustwording over natuur- en milieueducatie en duurzaamheid via communicatie en projecten op scholen.

Page 62: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 62

7.2 Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen? Aan de in de doelenboom opgenomen effecten met bijbehorende prestaties worden in dit programma de onderstaande meetbare indicatoren gekoppeld. Indicatoren Beoogd effect Referentie-

of nulwaarde

Streefwaarde 2017

1. Uitvoeren lokaal gezondheidsbeleid door o.a. het versterken van mentale weerbaarheid van kwetsbare groepen, stimuleren gezonde leefstijl bij jeugd en zwangere vrouwen, bevorderen eigen kracht en vitaliteit bij ouderen.

Verbeteren gezondheid

Is op dit moment nog onbekend.

De resultaten, behorende bij de doelstellingen van de nota gezondheidsbeleid, worden (in samenspraak met de Dienst Gezondheid & Jeugd en betrokken partijen) per specifiek project geformuleerd.

2. We stimuleren een duurzame manier van leven met als een speerpunt Het nieuwe Wonen.

Verminderen energieverbruik huishoudens via energielabel

n.v.t. In 2017 hebben 300 woningeigenaren een woonadvies-/energiebesparingsadvies ontvangen. 10% van deze woningeigenaren hebben maatregelen genomen die hebben geleid tot het nemen van minimaal 2 energielabelstappen

2. Leerdam voldoet aan de criteria Fairtrade gemeenten

In 2017 is Leerdam een fairtrade gemeente

n.v.t. 100%

2. Promotie duurzaamheidsacties

Leerdam wordt een duurzame gemeente

n.v.t. De gemeente brengt minimaal 2 acties in het kader van de landelijke duurzaamheidsdagen onder de aandacht en faciliteert deze.

3. Hondenpoep/zwerfafval Kwaliteit van de openbare ruimte is gedurende het hele jaar op orde en constant van niveau

100% conform KOR

100% conform KOR

3.Schoon, heel en veilig: Gebruiksvriendelijk inrichten en kwalitatief onderhouden van de ruimte op buurtniveau bevorderen.

3. We voorkomen overlast door hondenpoep of

zwerfafval.

Page 63: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 63

7.3 Welke ontwikkelingen zijn te verwachten? Volksgezondheid Met de gemeente Vianen, Zederik en de Dienst Gezondheid & Jeugd of de GGD Utrecht (afhankelijk van de provinciekeuze) zal in 2017 gewerkt worden aan een afgestemd gezondheidsbeleid. Gezondheidsbevordering vergt een integrale aanpak door verbindingen te leggen tussen de publieke gezondheid en ander beleidsterreinen zoals het sportbeleid, ruimtelijke ordening, armoedebeleid, welzijn en openbare orde en veiligheid. De diverse beleidsterreinen binnen het sociale domein zijn niet losstaand, zij hebben allen raakvlakken met het integrale gezondheidsbeleid. Met lokale middelen zal in samenwerking met handhaving en de Dienst Gezondheid & Jeugd gewerkt worden aan een integrale aanpak alcohol- en drugspreventie onder jongeren. GRP In 2015 is een Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) opgesteld. In 2019 moet een nieuw GRP worden opgesteld door de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden. Om het mogelijk te maken om met de start van de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden per 1 januari 2018 over één rioolheffing te beschikken zullen daarvoor al in 2017 de nodige voorbereidingen voor het nieuwe GRP getroffen moeten worden. De kosten voor zowel het opstellen van het GRP als voor de harmonisatie van de rioolheffing worden gedekt uit lopende gelden voor rioleringsbeheer. Aansluiting Regiekamer WSRL In 2016 is een begin gemaakt met het aansluiten van de rioolgemalen van Leerdam op de Centrale Regiekamer van het Waterschap Rivierenland (WSRL). Daarmee krijgen zowel waterschap als gemeente meer kijk en grip op de gezamenlijke (afval)waterketen. Als met de eerste aansluiting van 2016 goede ervaringen worden opgedaan kunnen vanaf 2017 de overige rioolgemalen worden aangesloten. E.e.a. zal worden vastgelegd in een afvalwaterakkoord tussen gemeente en het waterschap. Zowel in 2016 als in 2017 zullen hiervoor werkzaamheden worden uitgevoerd. De kosten hiervan worden gedekt uit het lopende rioolbudget. Aanpak wateroverlast ten gevolge van hevige regenval In 2014 is een “Plan van aanpak wateroverlast door hevige regenval” opgesteld en door het college goedgekeurd. Aanleiding waren de zeer hevige regenbuien in de zomer van 2011 die veel wateroverlast hebben veroorzaakt. In 2017 wordt deze aanpak verder uitgevoerd, bijvoorbeeld door: − de herinrichting van het gebied ten zuiden van de Tiendweg; − intensivering van metingen van waterhoogten in het rioolstelsel. Deze metingen geven

inzicht om voor de nog resterende kwetsbare gebieden van Leerdam de juiste maatregelen te kunnen nemen;

− het vaststellen van z.g. aanwijsgebieden voor het verplicht afkoppelen van hemelwater door burgers en bedrijven en het intensief gebruik van communicatiemethoden om hen te stimuleren om hemelwateroverlast beperkende maatregelen op eigen terrein te nemen.

Afval Binnen het project VANG zijn alle ondergrondse containers geplaatst en komt de nadruk te liggen op communicatie over de nieuwe wijze van inzamelen met het doel een gedragsverandering bij de burgers te bewerkstelligen. Gronddepot In Leerdam bestaat geruime tijd de wens tot het realiseren van een gronddepot voor tijdelijke grondopslag. Milieuhygiënisch biedt een depot voordelen doordat ontgraven gebiedseigen grond tijdelijk opgeslagen kan worden en later in een ander project kan worden toegepast. Aanvoer van grond van buiten de regio of buiten de regio zal hierdoor veel minder vaak voorkomen. Ook biedt een depot de mogelijkheid om, tijdens de uitvoering van projecten in de openbare ruimte, tijdelijk grond op te slaan bij ontgravingen. Een gronddepot, voorzien van de juiste vergunningen, werkt kostenbesparend op projecten in de openbare ruimte omdat grondtransport kan plaatsvinden binnen de eigen gemeentegrenzen. In 2017 zal een onderzoek worden uitgevoerd naar de mogelijkheden van een dergelijk depot voor Leerdam. Daarbij wordt ook geanticipeerd op de komende herindeling.

Page 64: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 64

Begraafplaats: masterplan beheer In 2017 wordt een masterplan (incl. uitvoeringsbesluit) voor de Leerdamse begraafplaatsen opgesteld. Dit masterplan voorziet in een globale inrichtingsvisie per begraafplaats. Op basis van dit plan wordt een meerjarenplanning opgesteld voor grootschalig onderhoud. Daarbij wordt aangesloten op de reeds opgestelde capaciteitsbegroting en de daaraan gekoppelde ruimingsplanning. Het masterplan zal worden voorzien van een uitvoeringsagenda waarbij enkele grootschalige activiteiten worden voorzien. Het gaat dan met name om grootschalige ruimingen, herziening van paden en grafveldenstructuur en de uitbreiding van begraafplaats Tiendweg / Populierstraat. Dit betekent concreet dat vanaf 2018 extra middelen gevraagd zullen worden voor de begraafplaats. Uitbreiding begraafplaats Tiendweg Leerdam Uit een recent capaciteitsonderzoek is gebleken dat vanaf medio 2030 extra ruimte nodig is om aan de begraafbehoefte te kunnen voldoen. De mogelijkheden binnen de bestaande contour van de begraafplaats zijn beperkt zodat op termijn een keus gemaakt moet worden voor uitbreiding op gronden in de nabije omgeving (groenstrook Populierstraat / exploitatiegebied Broekgraaf) of uitbreiding op een locatie elders. In 2017 zullen (de kosten van) de uitbreidingsmogelijkheden nader worden onderzocht. Evident is dat op termijn grote(re) investeringen nodig zijn om aan de capaciteitsvraag te voldoen.

7.4 Wat zijn de kosten? In de onderstaande tabel worden de in de begroting opgenomen lasten, de baten en het saldo op dit programma weergegeven. Hierbij wordt het bedrag dat in 2017 geraamd is vergeleken met de realisatie van het jaar 2015 en de actuele begroting 2016. Hierbij zijn de bedragen voor de vergelijkbaarheid omgezet van de voorheen 6 programma’s naar de nieuwe 9 programma’s. Echter, er is nog altijd sprake van grote verschillen, met name vanwege een andere toerekening van overheadkosten. Tenslotte is ook de ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo in de jaren 2018 tot en met 2020 geschetst. (bedragen x € 1.000; - = baten of lagere lasten) Overzicht van lasten en baten

Realisatie 2015

Actuele begroting

2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Lasten: - Bestaand beleid

6.407

5.359

5.127

5.108

5.150

5.202

- Wensen -

25 10 10 10

SUBTOTAAL LASTEN 6.407 5.359 5.152 5.118 5.160 5.212 Baten: - Bestaand beleid - Voorstel rioolrechten

6.199

5.554

5.445

0

5.517

0

5.598

0

5.684

0

SUBTOTAAL BATEN 6.199 5.554 5.445 5.517 5.598 5.684 SALDO 208 -/- 196 -/- 293 -/- 399 -/- 438 -/- 472 Tabel 1 – overzicht baten en lasten

De in de voorgaande tabel opgenomen ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo op dit programma wijkt op een aantal onderdelen af van de bedragen die in de actuele begroting 2016 zijn opgenomen. In de volgende tabel worden deze verschillen zoveel als mogelijk toegelicht.

Page 65: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 65

(bedragen x € 1.000; - = lagere lasten of hogere baten) Analyse ontwikkeling lasten en baten programma in vergelijking met begroting 2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Bestaand beleid Het hogere voordelig saldo op dit programma is met het gevolg van de lagere uitgaven voor het rioolbeheer omdat de rentekosten over de gedane rioolinvesteringen vanaf 2017 aanzienlijk lager uitvallen. Vanaf 2017 rekenen we per saldo 3% rente door aan de rioolexploitatie terwijl in 2016 nog met 4,5% rente rekening is gehouden. De lagere rente leidt er ook toe dat de voordeel in de jaren 2018 en verder oplopen. Te honoreren voorstel inzake rioolrechten:

- Schrappen 2,5% tariefsverhoging voor 2017 - Dekking uit de voorziening egalisatie riolering

Het schrappen van 2,5% voorgestelde tariefsverhoging voor 2017 leidt tot € 72.000 lagere jaarlijkse opbrengsten uit rioolrechten. Dekking vindt plaats vanuit de egalisatie-voorziening. Het schrappen van de tariefsverhoging is mogelijk door de lagere rentekosten. Te honoreren wensen: - stimuleringsmaatregel opwekking duurzame energie - energieloket De te honoreren wens inzake de stimuleringsmaatregel opwekking duurzame energie wordt gedekt vanuit de op programma 0 verantwoorde algemene risicoreserve van de gemeente. Voor een nadere toelichting bij deze wensen wordt verwezen naar het financiële hoofdstuk.

-/- 122

+ 72 -/- 72

0

+ 15 + 10 + 25

-/- 213

+ 72 -/- 72

0

0 + 10 + 10

-/- 252

+ 72 -/- 72

0

0 + 10 + 10

-/- 286

+ 72 -/- 72

0

0 + 10 + 10

TOTAAL -/- 97 -/- 203 -/- 242 -/- 276 Hieronder is grafisch weergegeven hoe de baten, lasten en het begrotingssaldo zich ontwikkelen vanaf de realisatie 2015 tot en met 2020.

Grafiek 8 – ontwikkeling lasten, baten, saldo 2015-2020 Het voordelig saldo op dit programma neemt jaarlijks iets toe.

Page 66: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 66

Programma 8: Volkshuisvesting, ruimtelijke

ordening en stedelijke vernieuwing Programma 8: Vol kshuisvesti ng, rui mtelij ke or dening en stedelij ke verni euwi ng

Leerdam wil een zo aantrekkelijk mogelijke woon-, werk- en leefomgeving creëren voor haar inwoners, bedrijven en bezoekers. Het ontwikkelen van een lokale woonvisie waarbij o.a. de gevolgen van veranderingen in de bevolkingsopbouw en het scheiden van wonen en zorg worden meegenomen, moet samen met de regionale woonvisie bijdragen aan de opgave om vraaggericht en duurzaam te gaan bouwen. Hierbij wordt vooral ingezet op het afronden van lopende projecten en het binnen ruimtelijke en financiële kaders zorgvuldig afwegen of nieuwe initiatieven in gang gezet gaan worden. Met duurzaam bedoelen we zowel het gebruik van verantwoorde materialen en technieken als zorg voor een zo laag mogelijk energieverbruik. Onder programma 8 – Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing valt een aantal thema’s. Deze zijn hieronder weergegeven: 8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing 8.1 Ruimtelijke ordening 8.2 Grondexploitaties 8.3 Wonen en bouwen Onder dit programma vallen de volgende verplichte beleidsindicatoren: Indicator Eenheid Referentiewaarde Bron Gemiddelde WOZ-waarde Duizend euro 206 (2015) CBS Nieuw gebouwde woningen

Aantal per 1000 woningen

8,1 (2013) Basisregistratie adressen en gebouwen

Demografische druk % 57,8 (2016) CBS Gemeentelijke woonlasten eenpersoonshuishouden

In Euro’s 852 (2016) COELO

Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden

In Euro’s 852 (2016) COELO

Page 67: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 67

8.1 Doelenboom Wat willen we bereiken? Wat gaan we daar voor doen? 8.2 Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen? Aan de in de doelenboom opgenomen effecten met bijbehorende prestaties worden in dit programma de onderstaande meetbare indicatoren gekoppeld. Indicatoren Beoogd effect Referentie-

of nulwaarde

Streefwaarde 2017

1. Gedifferentieerd woonmilieu in Leerdam

Leerdammers hebben een passende woning in een aantrekkelijke woon-, werk- en leefomgeving. Dit wordt geboden via:

- Nieuwbouw - Herstructurering

- Stabilisatie sociale huur

Gemiddeld 70 woningen per jaar, 75 in 2016 40%

Realisatie van 150 woningen: 100 in Broekgraaf en 50 elders in de gemeente 40%

1. Aantal startersleningen Vergroten mogelijkheden starters op de woningmarkt

6 (2016) 10

1. Het passend huisvesten van de aan Leerdam gekoppelde statushouders

Voldoende wooneenheden voor statushouders bieden

100% huisvesten taakstelling, 53 in 2016

huisvesten taakstelling 2017 en voorsprong op 2018 ca. 55 in 2017

1.Wonen: Het vraaggericht toevoegen van woningen aan het Leerdamse woningbestand. Hiermee bevorderen we een aantrekkelijke woon-, werk en leefomgeving. Tevens zorgdragen voor de adequate huisvesting van statushouders

1b. Het passend huisvesten van de aan Leerdam gekoppelde statushouders en dit doen we door samenwerking met de samenwerkingspartners (KleurrijkWonen en Vluchtelingenwerk).

1a. Uitvoering geven aan de bestaande regionale woonvisie en de lokale woonagenda, waarin o.a. ingezet wordt op vraaggericht bouwen.

Page 68: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 68

8.3 Welke ontwikkelingen zijn te verwachten? Nieuwe Omgevingswet De huidige verwachting is dat de nieuwe Omgevingswet in werking treedt in 2019. Vanuit de samenwerking VLZ is er in 2016 een intergemeentelijke werkgroep mee aan de slag gegaan met de voorbereiding en het definiëren van de opgave voor de nieuwe organisatie De impact van de nieuwe Omgevingswet heeft niet alleen betrekking op het taakveld RO maar heeft een bredere implicatie. In 2017 zal er verder gewerkt worden en zal concreter aandacht besteedt worden aan de gevolgen voor de (nieuwe) organisatie. Naast een technisch inhoudelijk spoor zal er dan ook veel aandacht zijn voor de veranderde verhouding tussen gemeente en burgers en bedrijven. Daarnaast zal er dan meer inzicht komen in de gevraagde investeringen voor bijvoorbeeld I&A en competentieontwikkeling van medewerkers. In aanloop naar de manier van werken in de geest van de aankomende Omgevingswet wordt nader onderzocht of het nieuwe Bestemmingsplan Broekgraaf als een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte opgesteld kan worden. Huisvesting statushouders a) Taakstelling Statushouders: Verwacht wordt dat de taakstelling in 2017 nagenoeg

vergelijkbaar zal zijn als in 2016 gezien de afgenomen toestroom van vluchtelingen in Nederland. Hierdoor wordt voorgesteld om het budget voor 2017 gelijk te houden aan 2016.

b) Kamergewijze verhuur: In de Perspectiefnota 2017 heeft de gemeenteraad voor de begroting 2017 € 25.000 beschikbaar gesteld voor kamergewijze verhuur.

Vergunningverlening, toezicht en handhaving In 2015 is een modelverordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) opgesteld, deze regelt de gemeentelijke zorg voor een veilige en gezonde fysieke leefomgeving voor zover die gestalte krijgt in de kwaliteit van uitvoering en handhaving van het omgevingsrecht. Met het model kunnen de gemeenten (en overigens ook de provincies, waarvoor dezelfde kwaliteitseisen gelden) op meer uniforme wijze de kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken regelen. Het model is door de VNG en het IPO gezamenlijk opgesteld en geschikt voor zowel gemeentelijke als provinciale verordeningen. Uitgangspunt daarbij is dat de modelverordening wordt overgenomen of anders gemotiveerd wordt waarom er andere kwaliteitseisen zijn geformuleerd (conform het principe 'pas toe of leg uit'). De concept verordening die in 2015 is opgesteld wordt in op basis van de input van de provincie aangepast. Daarnaast zal een plan van aanpak opgesteld worden waarin staat hoe Leerdam aan de landelijke kwaliteitseisen kan voldoen. Mogelijk kan dit in samenwerking met de gemeente Zederik en de gemeente Vianen opgesteld. Doel is om eind 2017 een vastgesteld plan van aanpak en vastgestelde verordening op te leveren. Private Kwaliteitsborging Bouw De toetsing vooraf of aan de eisen van het Bouwbesluit voldaan kan worden verschuift van de gemeenten naar de markt. Voor gemeenten betekent dit minder werk voor vergunningverlening maar ook minder legesopbrengsten. Handhaving (toetsing achteraf) blijft wel bij de gemeenten. Invoering van de private kwaliteitsborging was voorzien voor 2017 maar lijkt vooralsnog uitgesteld. Het rijk noch VNG kunnen een inschatting geven van het financiële effect voor gemeenten. De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, die namens vier gemeenten de bouwtaken uitvoert, probeert met een passend personeelsbeleid hier op voor te sorteren. De ontwikkelingen volgen wij en mede in het kader van de nieuw te vormen gemeente zal samen met Zederik en Vianen naar inpassing gezocht worden.

Page 69: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 69

8.4 Wat zijn de kosten? In de onderstaande tabel worden de in de begroting opgenomen lasten, de baten en het saldo op dit programma weergegeven. Hierbij wordt het bedrag dat in 2017 geraamd is vergeleken met de realisatie van het jaar 2015 en de actuele begroting 2016. Hierbij zijn de bedragen voor de vergelijkbaarheid omgezet van de voorheen 6 programma’s naar de nieuwe 9 programma’s. Echter, er is nog altijd sprake van grote verschillen, met name vanwege een andere toerekening van overheadkosten. Tenslotte is ook de ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo in de jaren 2018 tot en met 2020 geschetst. (bedragen x € 1.000; - = baten of lagere lasten) Overzicht van lasten en baten

Realisatie 2015

Actuele begroting

2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Lasten: - Bestaand beleid

2.408

6.439

6.760

9.107

6.864

6.714

- Wensen

50 0 0 0

SUBTOTAAL LASTEN 2.408 6.439 6.810 9.141 6.898 6.749 Baten: - Bestaand beleid

1.030

6.267

5.846

8.224

5.983

5.836

SUBTOTAAL BATEN 1.030 6.267 5.846 8.224 5.983 5.836

SALDO 1.378 172 964 917 915 913 Tabel 1 – overzicht baten en lasten

De in de voorgaande tabel opgenomen ontwikkeling van de lasten, de baten en het saldo op dit programma wijkt op een aantal onderdelen af van de bedragen die in de actuele begroting 2016 zijn opgenomen. In de volgende tabel worden deze verschillen zoveel als mogelijk toegelicht. (bedragen x € 1.000; - = lagere lasten of hogere baten) Analyse ontwikkeling lasten en baten programma in vergelijking met begroting 2016

Begroting 2017

MJB 2018

MJB 2019

MJB 2020

Bestaand beleid De € 0,7 miljoen hogere uitgaven in vergelijk tot de begroting 2016 heeft te maken met de gewijzigde opzet van de begroting 2016 en de onder programma 0 genoemde € 2 miljoen lagere uitgaven. Op totaalniveau vallen deze verschillen tegen elkaar weg. Te honoreren wens: - budget planschade Deze te honoreren wens wordt gedekt vanuit de op programma 0 verantwoorde algemene reserve grondexploitatie. Voor een nadere toelichting bij deze wens wordt verwezen naar het financiële hoofdstuk.

+ 742

+ 50

+ 711 + 709 + 706

TOTAAL + 792 + 711 + 709 + 706

Page 70: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 70

Hieronder is grafisch weergegeven hoe de baten, lasten en het begrotingssaldo zich ontwikkelen vanaf de realisatie 2015 tot en met 2020.

Grafiek 9 – ontwikkeling lasten, baten, saldo 2015-2020

Op programma 8 wordt de grondexploitatie verantwoord. De lasten en baten hiervoor fluctueren jaarlijks sterk wat het grillig verloop van de lasten en baten verklaard. Het nadelig saldo wijzigt nauwelijks omdat bij de grondexploitatie sprake van een financieel sluitende exploitatie.

Page 71: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 71

Financiële begroting

Page 72: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 72

Financieel Perspectief 2017-2020

1. Inleiding

In deze Programmabegroting 2017 van de gemeente Leerdam worden de bestuurlijke doelstellingen van de gemeente Leerdam vertaald in beleidsmatige consequenties en in te maken keuzes. In dit hoofdstuk worden de financiële uitgangspunten van de programmabegroting 2017 en de meerjarenraming 2018-2020 van de gemeente Leerdam gepresenteerd. Eerst wordt ingegaan op de technische bijstellingen die consequenties hebben op de uitkomsten van de Perspectiefnota 2017 die in juni 2016 door de gemeenteraad is vastgesteld. De Perspectiefnota vormt namelijk het uitgangspunt voor de totstandkoming van deze begroting. Na de Perspectiefnota zijn er gewijzigde inzichten of nieuwe ontwikkelingen beschikbaar gekomen en verwerkt in de cijfers. Dit betreft o.a. de septembercirculaire 2016 van het Gemeentefonds maar ook technische bijstellingen door met name de nieuwe boekhoudregels van de Rijksoverheid (nieuw BBV). Deze wijzigingen in vergelijking met de Perspectiefnota 2016 worden inhoudelijk en financieel toegelicht. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een overzicht van de in de Perspectiefnota opgenomen wensen en hoe hiermee wordt omgegaan (Noot: indien wensen in het financieel hoofdstuk worden gehonoreerd dan zullen deze inhoudelijk worden toegelicht bij de desbetreffende programma’s).

2. Begroting na Perspectiefnota en technische bijstellingen

(bedragen x € 1.000; V = voordeel, N = nadeel)

Omschrijving 2017 2018 2019 2020 Uitkomst Perspectiefnota

2017-2020 180 N 214 V 428 V 683 V

a. Rente riolering (gevolg BBV) 434 N 435 N 435 N 434 N

b. Vervallen stelposten uit eerdere begrotingen

199 V 84 V 84 V 28 V

c. Onderwijsachterstandenbeleid 150 V - - - d. Hogere integratieuitkering Wmo (oud) 82 V 82 V 82 V 96 V

e. HHT obv meicirculaire 2016 34 N 34 N 34 N 42 N

f.

Loonkosten 98 V 89 V - -

g. Vervallen budget kinderopvang toezicht en kwaliteit

- 27 V 27 V 27 V

Uitkomst begroting 2017-2020 na Perspectiefnota en technische bijstellingen

119 N 27 V 152 V 358 V

De begroting 2017 laat in het eerste jaar nog een beperkt nadeel van € 119.000 zien. Voor de jaren 2018 tot en met 2020 worden echter overschotten verwacht die oplopen van € 27.000 in 2018 tot € 358.000 in 2020. Met uitzondering van 2017 betekent dit een verslechtering ten opzichte van de Perspectiefnota. De belangrijkste oorzaken voor deze verslechtering zijn in de bovenstaande tabel opgenomen en worden hierna toegelicht. Toelichting (technische) bijstellingen in begroting a. Rente riolering In de nieuwe BBV is ook een uniforme rentetoerekening opgenomen die alle gemeenten moeten toepassen. Op basis van deze wettelijke regels mag de gemeente als het ware alleen de werkelijk betaalde rente over de verschillende taakvelden verdelen via een zogenaamd omslagpercentage. Voor onze gemeente resulteert dit in een omslagpercentage van afgerond 1%, dus aanmerkelijk lager dan de 4,5% rekenrente die wij in de begroting 2016 nog

Page 73: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 73

hanteerden. Aan de andere kant wordt op advies van de Commissie BBV vanaf 2017 geen bespaarde rente over ons eigen vermogen meer berekend. Beide aanpassingen leiden op het eerste gezicht niet tot voor- of nadelen. De lagere rentekosten over gedane investeringen worden teniet gedaan door het wegvallen van opbrengsten uit bespaarde rente over het eigen vermogen. Nader beschouwd heeft deze gewijzigde regelgeving wel nadelige consequenties voor de gemeente bij de rioolexploitatie. De gewijzigde rentesystematiek leidt er namelijk toe dat er in totaliteit zo’n € 0,9 miljoen minder rente aan de rioolexploitatie wordt toegerekend. Deze rentekosten werden in 2016 nog gedekt vanuit de opbrengst rioolrechten. Het totale bedrag die we als gemeente aan rente betalen over aangetrokken geldleningen is echter niet gewijzigd en komt door deze systematiek vanaf 2017 niet meer ten laste van de rioolexploitatie maar wordt omgeslagen naar andere taakvelden. Het is echter toegestaan om bij riolering een ander rentepercentage te hanteren aangezien rioolinvesteringen aanzienlijk langer meegaan (veelal 60 jaar) en rekening moet worden gehouden dat gedurende de levensduur de gemiddelde door de gemeente te betalen rente hoger dan 1% zal gaan uitvallen. Om te bepalen welk rentepercentage een gemeente mag doorbereken, is een formule ontwikkeld. Deze formule is te technisch om hier nader te omschrijven. Het invullen van deze formule resulteert in een rentepercentage van 3,12% ofwel 2,12% hoger dan de 1% waarmee rekening is gehouden. Deze 2,12% extra toegerekende rente resultaat dat we bijna € 0,5 miljoen aan extra rente kunnen toerekenen aan de rioolexploitatie. Per saldo beperken we het nadeel voor de gemeente dan tot ruim € 0,4 miljoen. b. Vervallen stelposten uit eerdere begrotingen In de begrotingen van 2015 en 2016 was voorzichtigheidshalve rekening gehouden met een aantal stelposten op uitgavenbudgetten in relatie tot de ontwikkeling van de algemene uitkering. Een voorbeeld hiervan is de structurele korting van € 135.000 op de algemene uitkering die is toegepast als reservering om hogere kosten op wegenonderhoud, onderhoud plantsoenen, bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen e.d. door volumetoenamen (meer inwoners, woonruimten) op te vangen. Nu is binnen de begroting 2017 op de taakvelden onderhoud wegen, plantsoenen e.d. rekening gehouden met een toename van de onderhoudskosten door de leefgebiedenbenadering in Broekgraaf. Ook is binnen de budgetten voor het wegenonderhoud rekening gehouden met een volumetoename door nieuw aangelegde wegen in bijvoorbeeld Broekgraaf. Om die redenen stellen wij voor om de structurele correctie op de algemene uitkering nu te schrappen aangezien binnen de uitgavenbudgetten al met deze toenamen rekening is gehouden. Hetzelfde geldt voor de inschatting van de inflatie in deze jaren. In de begroting 2017 zijn de werkelijk te verwachten uitgaven geraamd en de actuele verwachtingen met betrekking tot de inflatie. Sinds enige jaren hanteren we in de begroting het uitgangspunt om € 1 miljoen aan ambtelijke kosten aan projecten en kostendekkende producten toe te rekenen. De afgelopen jaren bleek dit in de praktijk soms lastig haalbaar te zijn. Door het uitgangspunt om aan compensabele activiteiten 100% overhead toe te rekenen wordt er met ingang van de begroting 2017 het volledige bedrag aan toe te rekenen ambtelijke kosten gerealiseerd. Tenslotte is bij de bepaling van de hoogte van de algemene uitkering de ontwikkeling van zogenaamde maatstaven (zoals aantal inwoners, bijstandsgerechtigden, woonruimten e.d.) geactualiseerd. Deze vallen gunstiger uit dan de gegevens die in de Perspectiefnota zijn gehanteerd. Het bijstellen van de ramingen op de eerdergenoemde onderdelen levert in combinatie met het vervallen van de hiervoor opgenomen stelposten een budgettair voordeel op van € 199.000 in 2017, aflopend tot € 28.000 in 2020. c. Onderwijsachterstandenbeleid In de Perspectiefnota 2016-2019 was, anticiperend op het voornemen van het Rijk om de middelen voor onderwijsachterstandenbeleid (OAB) te verlagen, rekening gehouden met een financieel nadeel van € 150.000 in 2016. Bij de begroting 2016 echter bleek dat de middelen een jaar verlengd werden waardoor het begrote nadeel is opgeschoven naar 2017. Inmiddels is duidelijk dat afschaffing van deze middelen vooralsnog niet aan de orde is waardoor het geraamde nadeel in ieder geval in 2017 niet zal optreden. Momenteel rekent het ministerie van OC&W aan een nieuw bekostigingsmodel voor de jaren 2018 en daarna. Op het moment dat meer duidelijkheid bestaat over de gevolgen voor de gemeentebegroting wordt dit opnieuw bekeken.

Page 74: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 74

d. Integratieuitkering Wmo (oud) De middelen voor de ‘oude’ Wmo worden met ingang van 2017 voor de gemeente Leerdam opwaarts bijgesteld. Aangezien er geen directe koppeling is te leggen tussen de ontvangen rijksmiddelen en de diensten die de gemeente verleent is het geen automatisme (zoals dat wel gebeurt bij de drie decentralisaties in het sociaal domein) om de uitgavenbudgetten exact mee te laten bewegen met de rijksvergoeding. Vooralsnog is er geen aanleiding om de te verwachten uitgaven voor 2017 aan te passen. Hierdoor leidt de verhoging van het budget tot een voordeel voor de gemeentebegroting. e. HHT obv meicirculaire 2016 In de meicirculaire 2016 zijn extra middelen voor de huishoudtoeslag (HHT) toegekend. Deze middelen worden toegevoegd aan de uitgavenbudgetten. f. Loonkosten De ontwikkeling van de loonkosten verloopt voor het grootste deel conform de eerder uitgesproken verwachtingen. Bij eerdere begrotingen ingeboekte bezuinigingen op de formatie zijn dan ook ongewijzigd opgenomen in deze Programmabegroting 2017. Dit echter met één uitzondering. Een medewerker die in 2018 met pensioen zou gaan is met ingang van 2017 al niet meer werkzaam voor de gemeente Leerdam waardoor de per 2019 ingeboekte bezuiniging al vanaf 2017 tot een budgettair voordeel leidt. g. Vervallen budget kinderopvang, toezicht en kwaliteit Met ingang van 2017 vervalt het rijksbudget dat wij ontvingen voor de versterking van toezicht en handhaving kwaliteitseisen in de kinderopvang. De afgelopen jaren zijn hierop vrijwel geen uitgaven gedaan. Daarom kan ook het uitgavenbudget voor dit onderdeel komen te vervallen.

3. Uitkomsten 2e voortgangsrapportage 2016

bedragen x € 1.000; V = voordeel, N = nadeel)

Prg. Omschrijving 2017 2018 2019 2020 Uitkomst begroting 2017-2020 na

technische bijstellingen 119 N 27 V 152 V 358 V

0 Dividend eneco 18 N 18 N 18 N 18 N

2 Doseerpalen 23 V 23 V 23 V 23 V

4 Voorschoolse Voorziening Peuters 12 N 12 N 12 N 12 N

Subtotaal structureel effect 2e Voortgangsrapportage 2016

7 N 7 N 7 N 7 N

Uitkomst begroting 2017-2020 na 2e voortgangsrapportage 2016

126 N 20 V 145 V 351 V

In de 2e Voortgangsrapportage 2016 is een aantal meldingen opgenomen met structurele consequenties. De bovenstaande meldingen hebben structureel een negatieve invloed op het begrotingssaldo voor in totaal € 5.000, -. Een uitgebreide toelichting op de hier genoemde posten is terug te vinden in de 2e Voortgangsrapportage 2016.

Page 75: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 75

4. Septembercirculaire 2016 gemeentefonds

Op 20 september jl. verscheen de septembercirculaire 2016 van het Gemeentefonds. Vanwege de stijging van de rijksuitgaven vanaf 2017 groeien de accressen van het gemeentefonds op macro-niveau de komende periode elk jaar fors. Dit leidt ook op lokaal niveau voor Leerdam tot een hogere uitkering. Daarnaast heeft de ontwikkeling van de zogenaamde maatstaven (aantal inwoners, aantal woonruimten en andere demografische factoren) voor Leerdam gunstige gevolgen voor de Algemene Uitkering. Deze beiden ontwikkelingen samen zorgen er voor dat de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds voor Leerdam zeer positief uitpakt. In 2017 wordt er nog een extra uitkering verwacht van € 180.000. Dit loopt de jaren daarna op naar € 1,2 miljoen in 2020. Aangezien een deel van de ontwikkeling van deze groei haar oorsprong kent in zogenaamde ‘volumetoenamen’ is het te verwachten dat ook het kostenniveau in deze periode zal groeien. Deze zijn zoveel als mogelijk verwerkt in deze begroting, onder anderen bij de areaaluitbreiding en de ontwikkeling van een aantal andere uitgavenbudgetten. Voorzichtigheidshalve wordt van het verwachte voordeel op de Algemene Uitkering vanaf 2018 rekening gehouden met een reservering voor deze volumetoenamen van € 100.000 per jaar. Daarnaast maakt de stijging van de Algemene Uitkering het – in tegenstelling tot de situatie bij de Perspectiefnota 2017-2020 – mogelijk om de opbrengstverhoging op de ozb vanaf 2017 volledig achterwege te laten. De geschetste ontwikkelingen zijn samengevat in de onderstaande tabel: bedragen x € 1.000; V = voordeel, N = nadeel)

Prg. Omschrijving 2017 2018 2019 2020

Uitkomst begroting 2017-2020 na technische bijstellingen en 2e voortgangsrapportage

126 N 20 V 145 V 351 V

Algemene uitkering (Gemeentefonds) 180 V 707 V 992 V 1.236 V Reservering voor volumetoenamen - 100 N 200 N 300 N

Schrappen verhoging ozb 2017 59 N 59 N 59 N 59 N

Uitkomst begroting 2017-2020 na septembercirculaire

5 N 568 V 878 V 1.228 V

De budgetten binnen het sociaal domein zijn zoals verwacht ten opzichte van de meicirculaire (en dus de meest recente ramingen) licht gedaald. Echter, ten opzichte van begrotingsjaar 2016 stijgen de Leerdamse ontvangsten op het sociaal domein nog altijd, met name op het gebied van Jeugd. Kort gezegd is de stijging van de budgetten binnen het sociaal domein als gevolg van de septembercirculaire minder groot dan waar we tot nu toe rekening mee hadden gehouden. Voor de Jeugdwet gaat het om € 120.000 structureel. Voor de Wmo is dit € 170.000 minder in 2017, aflopend naar € 129.000 minder in 2021. Een deel hiervan wordt weer gecompenseerd door een minder negatieve cumulatieregeling. Op het gebied van Participatie zijn er in de septembercirculaire geen noemenswaardige veranderingen opgetreden. Bovenstaande mutaties in de te verwachten rijksmiddelen voor deze taken zijn, zoals gebruikelijk, budgettair neutraal verwerkt in deze begroting.

Grafiek 1: ontwikkeling algemene uitkering gemeentefonds 2017-2020

0

10.000

20.000

30.000

40.000

2015 2016 2017 2018 2019 2020

Page 76: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 76

5. Te honoreren wensen

Bij de raadsbehandeling van de Perspectiefnota 2017-2020 is onder beslispunt 4 aangegeven dat de begroting 2017 wordt opgesteld “op basis van bestaand beleid, mogelijk aangevuld met nog niet (in de Perspectiefnota) gehonoreerde wensen, op het moment dat de actuele financiële ontwikkelingen dit toelaten.” Na het verschijnen van de septembercirculaire 2016 is pas duidelijk geworden dat de ruimte om wensen te honoreren inderdaad beschikbaar is. Bij het opstellen van de begroting 2017 is er gekeken naar twee soorten wensen: 1) wensen die zijn opgenomen in de Perspectiefnota, maar niet zijn gehonoreerd; 2) nieuwe wensen die zijn toegevoegd op basis van actuele ontwikkelingen sinds het opstellen van de Perspectiefnota. In deze paragraaf zijn de geïnventariseerde en gehonoreerde wensen opgenomen en toegelicht. Hierbij is het uitgangspunt dat wensen met een incidenteel karakter worden gedekt met incidentele middelen, gefinancierd vanuit de algemene reserve. De voorgestelde dekking is in dit geval ook aangegeven. De overige wensen - met een meer structureel karakter - worden verwerkt in het meerjarenperspectief. Ad 1) Wensen uit de Perspectiefnota: Glaspark De Leerdamse voetbalverenigingen Leerdam Sport ’55 en LRC, Hockey Club Leerdam(HCL) en Korfbalvereniging Ter Leede / De Jager kampen al jaren met accommodatieproblemen. Het plan Glaspark Leerdam behelst één gezamenlijk multifunctioneel sportpark met een brede maatschappelijke doelstelling. Het plan Glaspark is een gedegen uitwerking van de haalbaarheidsstudie uitgevoerd door de verenigingen zelf. Het plan is opgebouwd rondom 3 thema’s: het sportieve concept, het ruimtelijke concept en beheer, exploitatie en investeringen. Er is een zorgvuldige afweging gemaakt tussen de locaties LRC en Leerdam Sport / De Punt. De locatie Leerdam Sport / De Punt zou bezien vanuit het sportieve en het ruimtelijke concept de voorkeur verdienen. De financiële consequenties voor de exploitatie van Broekgraaf zijn echter zo groot dat de locatie van LRC de voorkeur heeft gekregen. Een locatie die overigens ook ruim voldoende scoort er de doelstellingen van Glaspark te kunnen realiseren. Toepassing van het bestaande buitensportaccommodatiebeleid van de gemeente Leerdam, waarbij de gemeente 60% van de lasten draagt en de verenigingen 40%, leidt tot lasten die de verenigingen onmogelijk kunnen opbrengen. Wanneer deze verhouding wordt bijgesteld naar 70% ten laste van de gemeente en 30% ten laste van de verenigingen dan is dit financieel wel haalbaar. Dit is overigens in lijn met de uitgangspunten zoals deze ook in de gemeente Vianen worden toegepast. Op het moment van schrijven is het plan Glaspark in een afrondende fase. In die fase moeten er nog wel een aantal belangrijke beslissingen worden genomen door alle partijen. Uiteindelijk hebben de Algemene Ledenvergaderingen van de sportclubs en de Gemeenteraad het laatste woord over het al dan niet doorgaan van het initiatief voor het Glaspark. In de gemeentebegroting hebben wij, voor een bedrag van € 250.000 in 2018 oplopend tot € 500.000 structureel vanaf 2019, wel alvast financiële ruimte gecreëerd voor de dekking van kapitaallasten en onderhoudskosten van een basisvariant die voldoet aan de uitgangspunten van de gemeente en die voldoet aan de normen van de sportbonden. Wensen van de sportclubs die hierboven uitkomen zullen door hen zelf gefinancierd moeten worden. Budgettaire consequenties: € 250.000 in 2018, € 500.000 structureel vanaf 2019 Archeologie/Toerisme en recreatie (incidenteel) In september 2015 is er voor de opgraving van de fundamenten van de Schoonrewoerdse Poort een krediet beschikbaar gesteld. Bij het beschikbaar stellen van het krediet heeft de raad aangegeven iets van de Schoonrewoerdse Poort in de openbare ruimte terug te willen zien. Dit tonen van het historisch erfgoed van de stad op deze plek en op andere plekken in de stad moet gebeuren op een manier dat het de aantrekkelijkheid van de stad voor bijvoorbeeld toeristen vergroot. Hierbij kan gedacht worden aan mooi vormgegeven informatiepanelen bij de vier historische ingangen van de stad (Veerpoort, Steigerpoort, Hoogpoort en Schoonrewoerdse Poort), het hofje van mevrouw Van Aerden, de Grote Kerk en de Zuidwal. Op deze panelen wordt een korte historie van de objecten weergegeven en een relatie van het object tot de geschiedenis van Leerdam. Daarnaast staan er afbeeldingen van het object op eventueel i.c.m.

Page 77: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 77

foto’s van opgravingen. Door middel van smartphone of tablet kan via het paneel meer informatie over het object of de stad Leerdam gevraagd worden. Bij het paneel voor de Schoonrewoerdse Poort zou het mogelijk moeten zijn om de poort (en de opgegraven fundamenten) via zogenaamd “augmented reality” beleefbaar te maken voor burgers, scholen, toeristen etc. De poort wordt dan als een daadwerkelijk aanwezige poort beleefd. Ook vondsten die wellicht straks in een depot liggen kunnen zo beleefbaar en bijna grijpbaar worden gemaakt. Om deze bewustwording van de Leerdamse geschiedenis voor diverse groepen mogelijk te maken is een investering van € 50.000 nodig. Budgettaire consequenties: € 50.000 in 2017; dekking uit algemene reserve Marketing ‘Leerdam Glasstad aan de Linge’ Een van de grootste oorzaken van een teruglopend aantal bezoekers aan het Nationaal Glasmuseum is een tekort aan capaciteit en middelen voor marketing en promotie. Bij het Nationaal Glasmuseum is vanwege de financiële problemen vrijwel het gehele promotie en marketing budget wegbezuinigd. Gelijktijdig heeft de gemeente Leerdam fors bezuinigd op de VVV waardoor Leerdam Glasstad te weinig wordt gepromoot. De werkgroep Marketing Leerdam Glasstad stelt voor om met alle betrokken lokale en regionale toeristische en culturele partners een website op te zetten voor de toeristische informatievoorziening en promotie van Leerdam Glasstad, Beleef Leerdam aan de Linge. Gelijktijdig wil de werkgroep een pand in de binnenstad huren om een bemenste toeristische informatiebalie in te richten. De werkgroep Marketing Leerdam Glasstad is van mening dat de toeristische informatievoorziening en promotie bij voorkeur binnen de gemeente Leerdam kan worden ontwikkeld. De werkgroep adviseert de gemeente Leerdam dan ook om de subsidie aan de VVV te stoppen per 2018. Budgettaire consequenties: € 45.000 incidenteel en € 70.000 structureel. Het incidentele budget van € 45.000 is aangekondigd in de Perspectiefnota; voorgesteld wordt dit te dekken uit de algemene reserve. In een apart raadsvoorstel (planning eind 2016) zal worden toegelicht waarom een structurele component is toegevoegd aan de wensenlijst. Het raadsvoorstel wordt gelijktijdig ingediend met het voorstel voor verlenging Stadsmanagement en leidt tot € 70.000 aan structurele kosten. Internationaal Glassymposium (incidenteel) De werkgroep Marketing Leerdam Glasstad komt met een structureel plan voor betere toeristische informatievoorziening en promotie van Leerdam Glasstad. In 2017 wordt er echter een nieuwe Glasmanifestatie georganiseerd door het Nationaal Glasmuseum, Royal Leerdam Crystal en Studio De Oude Horn. Achter de schermen is er inmiddels een samenwerkingsverband tussen Novy Bor, Leerdam, Murano en worden er Zweedse, Tsjechische en Italiaanse glasblazers benaderd. Geprobeerd wordt om Dave Chihuly als eregast naar Leerdam te halen. De organisatie en kosten worden gedragen door de eerder genoemde organisaties. De gemeente Leerdam wil als gastheer er voor zorgen dat internationale gasten een goede verblijfsplaats krijgen in Leerdam. Een wil ook meehelpen aan de promotie van dit evenement. Hiervoor vragen wij een eenmalig budget. Deze aanvraag is eerder genoemd in de Perspectiefnota en zal worden meegenomen in een apart raadsvoorstel (eind 2016) of worden gecombineerd met het raadsvoorstel Marketing Leerdam Glasstad. Deze activiteit moet in samenhang bezien worden met de voorgaande wens Marketing ‘Leerdam Glasstad aan de Linge’ en de afspraken met de Stadsmanager. Budgettaire consequenties: € 70.000 incidenteel; dekking uit algemene reserve Stadsmanager De ondernemersverenigingen in Leerdam hebben een evaluatie opgesteld van het Stadsmanagement in de afgelopen jaren. Uit de evaluatie komt naar voren dat het voor de economische en toeristische profilering van Leerdam van belang is om vanaf 2017 opnieuw te werken met een Stadsmanager. De nieuwe Stadsmanager wordt ondergebracht in een nieuwe ondernemersvereniging waarin twee bestaande verenigingen fuseren (stichting Ondernemersfonds Leerdam SOL en stichting Stadsmanagement Leerdam). De LOV en Savel nemen deel in deze overkoepelende stichting. Met de BKL zijn gesprekken om ook deel te nemen aan een overkoepelend overleg. Naar verwachting zal BKL informeel deelnemen aan stadsbrede overlegstructuren. De nieuwe Stadsmanager zal op inhuurbasis worden aangesteld zodat rekening kan worden gehouden met de nieuwe fusiegemeente Vijfheerenlanden. Het profiel van de nieuwe Stadsmanager wordt afgestemd met de planontwikkeling die plaatsvindt in de werkgroep Marketing Leerdam Glasstad. Deze financiële wens is eerder al in de

Page 78: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 78

Perspectiefnota genoemd en wordt eind 2016 uitgewerkt in een apart raadsvoorstel (gelijktijdig met het raadsvoorstel voor Marketing Leerdam Glasstad). Hierbij wordt ingestoken op een periode van 2 jaar, tot aan de bestuurlijke fusie. Als daarna besloten wordt het contract te continueren dan is hiervoor budgettaire ruimte beschikbaar. Deze activiteit moet in samenhang bezien worden met de voorgaande wensen Marketing ‘Leerdam Glasstad aan de Linge’ en het internationaal Glassymposium Budgettaire consequenties: € 25.000 structureel Zuid Hollandweg Doordat de provincie Zuid Holland heeft vastgesteld dat niet zij, maar waterschap Rivierenland en de gemeente Leerdam eigenaar zijn van het noordelijke deel van de Lingebrug, heeft het project vertraging opgelopen. Het project zal op zijn vroegst in 2018, na reconstructie van de N484, kunnen worden uitgevoerd. De provincie Gelderland heeft onderzoek laten uitvoeren naar de technische staat van de brug. Hieruit blijkt dat de brug aangepast moet worden met daarbij een nieuwe fietsbrug dan wel geheel of gedeeltelijk vervangen moet worden. Gelderland en Zuid-Holland hebben gekozen voor het aanpassen van de bestaande brug in combinatie met een nieuwe fietsbrug. Leerdam heeft aangegeven het hier niet mee eens te zijn en kiest voor een geheel nieuwe brug of een brug met een nieuw wegdek. In deze gevallen blijft het namelijk mogelijk een rotonde aan te leggen bij de kruising met de Lingedijk en de Kerkstraat. Gezien de conditie van de brug zullen er op korte termijn barrières moeten worden aangebracht waardoor de fietspaden nog smaller zullen worden dan ze nu al zijn. Op korte termijn zal daarom een besluit genomen moeten worden op welke wijze de Lingebrug aangepakt moet worden. Voorgesteld wordt om een variant waarbij de rotonde binnendijks komt te liggen te onderzoeken waardoor de brug niet verbreed hoeft te worden. Naast het budget wat al gereserveerd staat is er nog een aanvullend budget benodigd om uitvoering te kunnen geven. Budgettaire consequenties: Een extra investering van circa € 500.000 die vanaf 2019 leidt tot een 20-jaar lopende jaarlijkse kapitaallast van circa € 40.000. Planschade (incidenteel) Bij de afhandeling van planschade is het uitgangspunt dat de onderzoekskosten worden meegenomen in de grondexploitatie. In sommige gevallen – bijvoorbeeld bij actualisatie van een bestaand plan – is het niet mogelijk om de kosten te verhalen op een initiatiefnemer. Om de afhandeling van degelijke planschade zaken mogelijk te maken is het wenselijk dat voor deskundige inhuur een gering budget beschikbaar wordt gesteld. Om een aanvraag planschade te kunnen beoordelen is het wettelijk verplicht om hiervoor een deskundige in te zetten. Deze deskundigheid hebben we zelf niet in huis. Aangezien de aanleiding tot planschadezaken doorgaans begint bij een grondexploitatie wordt voorgesteld een eenmalig budget van € 50.000 in te stellen, waaruit deze kosten betaald kunnen worden en deze te dekken uit de algemene reserve grondexploitatie. Budgettaire consequenties: € 50.000; dekking uit algemene reserve grondexploitatie Nieuwe ontwikkeling: Stimuleringsmaatregel opwekking duurzame energie (incidenteel) In het Nationaal Energieakkoord voor duurzame groei is afgesproken dat we in Nederland in 2020 o.a. minimaal 14% duurzame energie opwekken. Hier wordt op diverse manieren hard aan gewerkt. Ook de gemeente Leerdam werkt aan deze doelstelling. Duidelijk is dat we deze doelstelling, met de huidige inzet in Leerdam, niet gaan halen. Leerdam heeft echter maar beperkte middelen om het zelf opwekken van duurzame energie te stimuleren. Eén van de mogelijkheden is het verstrekken van een stimuleringssubsidie aan verenigingen met een eigen accommodatie. Het in werking stellen van deze stimuleringsregeling kan net het steuntje in de rug zijn die verenigingen nodig hebben om zonnepanelen aan te schaffen en op deze wijze hun benodigde energie duurzaam op te wekken. Doordat verenigingen gebruik maken van duurzame energie is de kans groot dat dit ook een stimulerende werking heeft naar de leden van de verenigingen zodat ook zij over gaan tot het opwekken van eigen duurzame energie. Stimulering niet alleen van bovenaf, maar ook van onderaf. In 2016 wordt hiertoe eerst beleid opgesteld, waarbij gekeken wordt naar de invulling van de Stimuleringssubsidieregeling. Budgettaire consequenties: € 15.000; dekking uit algemene reserve

Page 79: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 79

Monumentale begraafplaats Lingedijk, BRIM subsidie (incidenteel) Voor het renoveren van de monumenten (poort, baarhuisje en graven) op de begraafplaats Lingedijk is eind vorig jaar een uitvraag gedaan naar de kosten. Deze zijn in totaal ca. € 45.000. Op basis hiervan is ook een subsidieaanvraag gedaan. Deze is nog niet toegekend maar er zal zeker minimaal 50% cofinanciering nodig zijn. Een extra claim van minimaal 22.500 is dan nodig. Deze claim ten laste brengen van de grafrechten lijkt, gezien exploitatieresultaten, niet haalbaar. Daarbij kan de vraag gesteld worden of renovatie van het monument ten laste gebracht kan worden van de rechten die door de huidige rechthebbenden worden opgebracht. Budgettaire consequenties: € 23.000; dekking uit algemene reserve Groen – Verfraaiing entree Leerdam Zuidwal – Dijkpark Ter verfraaiing van de entree van Leerdam gezien vanaf de Linge leeft de wens om deze te verfraaien met bloemen zoals deze in het verleden in het gehele centrum aanwezig waren. Inmiddels wordt hier ook op eigen initiatief invulling aan gegeven door particulieren en ondernemers. Om de entree van Leerdam aan de Zuidwal en het nieuw ingerichte Dijkpark ter plaatse van de Glazen toren te verfraaien met deze zogenoemde “Hanging Baskets” is structureel een budget benodigd van ca € 15.000 voor het leveren, aanbrengen en onderhouden/bewateren van deze voorziening gedurende het seizoen. Na eerdere bezuinigingsrondes is hier binnen de huidige begroting geen ruimte meer voor. Budgettaire consequenties: € 15.000 structureel Ad 2) Nieuw geïnventariseerde wensen Verkeersveiligheid Naar aanleiding van een ongeval met dodelijke afloop op de kruising Koningin Emmalaan/Waterloop heeft het college het initiatief genomen om verkeerstechnische knelpunten op de Koningin Emmalaan te inventariseren. In samenwerking met de wijkraad wordt deze inventarisatie besproken op het Heerenlanden College, de basisscholen in de wijk Oost en met de wijkbewoners. Het resultaat van deze gesprekken leidt tot een totaaloverzicht aan knelpunten op de Koningin Emmalaan. Deze worden in overleg uitgewerkt in verkeerstechnische aanpassingen met een uitvoeringsplan voor zowel de korte als middellange termijn. In de begroting 2017 wordt rekening gehouden met kosten voor de realisatie van het uitvoeringsplan. Vooralsnog betreft dit een indicatieve post, zodra meer bekend is zal een concreet bedrag worden opgenomen. Budgettaire consequenties: indicatie, kapitaallast van € 20.000 per jaar vanaf 2018 Wijkgericht werken; rol wijkambassadeurs (incidenteel; 2 jaar) De rol van de wijkambassadeur is in ontwikkeling. Vanuit het sociaal domein is de stichting ‘Samen Doen’ actief om de sociale opgaven te verbinden met vrijwilligers in onze samenleving. De verbinding met het fysieke domein komt daarbij nog niet voldoende tot stand. Geconstateerd kan verder worden dat de wijkambassadeurs vooral ingezet worden op het contact met de wijkraden terwijl in het sociaal domein vanuit de opgave wordt gewerkt. Om ook in het fysieke domein de beweging te kunnen maken naar werken vanuit de opgave is het van belang dat de verbinding tussen beide domeinen wordt gelegd. Daarbij moet de opgave in het fysieke domein inzichtelijk worden gemaakt. De wijkplannen die al zijn gemaakt zijn daar een eerste aanzet toe. Het gesprek met inwoners en maatschappelijke partners in de wijk kan daar nog een extra verdieping op aan brengen. De aanpak binnen het project ‘Achter de Pijp’ is daar een goed voorbeeld van. In 2017 worden de ambassadeurs ingezet op de verbinding tussen sociaal en fysiek, op het in beeld brengen van de (integrale) opgave van de wijk en het organiseren van de kracht in de samenleving rondom deze opgave. Daarbij wordt de samenwerking gezocht met de partners in het sociaal domein. Deze nieuwe invulling van de ambassadeursrol zal in 2017 om extra capaciteit vragen. Budgettaire consequenties: € 60.000 incidenteel in 2017 en € 60.000 in 2018; dekking uit algemene reserve

Page 80: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 80

Stadspark De eerste fase van het project Glasroute Leerdam, het Dijkpark, is bijna gereed. Aan het Dijkpark met De Glazen Toren wordt begin 2017 nog een recreatiesteiger toegevoegd. Nu al kunnen we zeggen dat het gebied een mooie metamorfose heeft ondergaan. Het heeft inmiddels ook geleid tot een kosteloze investering van de firma Buijs Leerdam B.V. in fraaie parkhekken. We willen het project Glasroute Leerdam daarom graag voortzetten en verder fasegewijs uitvoeren. Van belang daarbij is dat het college de aandacht bij het project Glasroute Leerdam vooral legt op de betere verbindingen richting en in de binnenstad. Fase 2 van de Glasroute Leerdam is daarom het Stadspark bij de Glasblazerij en fase 3 zou dan de ‘Onderdoorgang Lingebrug’ moeten zijn. Wat ook van belang is dat de Glasroute Leerdam niet alleen van Zuidwal naar Glasmuseum loopt maar dat ook de Hoogstraat en Kerkstraat in de wandelroute worden meegenomen. Hierdoor wordt de winkelstad beter verbonden met het project Glasroute Leerdam en worden wandelaars verleid om vanaf de Glasroute ook de binnenstad te bezoeken. Voor fase 2 van het project Glasroute Leerdam is € 80.000 subsidie aangevraagd bij de provincie Zuid-Holland in het kader van Gebiedsdeal 4 van de regio AV. Eind januari 2017 neemt de provincie Zuid-Holland een besluit. De regio AV moet dan nog wel de gevraagde € 1,2 miljoen verdelen over meer dan 20 projecten. Er is nog geen definitief besluit over welk project hoeveel krijgt maar ambtelijk gezien is er ook vanuit de regio AV veel draagvlak voor uitvoering van het Stadspark in Leerdam. De provincie Zuid-Holland stelt als eis dat de gemeente, net als eerder bij het Dijkpark, 50% van de financiering op zich neemt. Dat betekent dat wij in 2017 een bedrag van € 80.000 als wens meenemen in de begroting om het Stadspark te kunnen realiseren. Wij verwachten een klein budget over te houden van het project Dijkpark maar dat budget is nodig om in het Stadspark de millenniumklok van Bernard Heesen te restaureren en om op de Hoogstraat en Kerkstraat met minimale maatregelen en een beperkt budget aan te geven dat de Glasroute Leerdam ook die straten omvat. Van het genoemde benodigde bedrag van € 80.000 kan € 20.000 worden gedekt binnen bestaande groenbudgetten. Budgettaire consequenties: € 60.000 incidenteel Lingebrug Voor de aanpak van de Lingebrug verwachten wij dat een nader technisch onderzoek naar de technische staat van de brugpijlers noodzakelijk is. Om de voortgang in de aanpak van de brug te bespoedigen stellen we voor dat de gemeente in eerste instantie deze kosten voor haar rekening. Budgettaire consequenties: € 10.000 incidenteel; dekking uit algemene reserve Wijkinitiatieven In de achterliggende jaren is veel ervaring opgedaan met wijkgericht werken. Naast het project 'mensen maken de wijk' is onder andere inhoud gegeven aan het programma 'premie op actie+'. Aansluitend is conform het raadsprogramma de pilot wijkgericht werken opgestart. Wijkraden hebben wijkplannen opgesteld en vanuit de organisatie zijn wijkambassadeurs aangesteld. De rol van de wijkambassadeur zal in 2017 een verdere ontwikkeling doormaken. Vanuit het sociaal domein is de stichting ‘Samen Doen’ actief om de sociale opgaven te verbinden met vrijwilligers in onze samenleving. Om ook in het fysieke domein de beweging te kunnen maken naar werken vanuit de opgave is het van belang dat de verbinding tussen beide domeinen wordt gelegd. Daarbij moet de opgave in het fysieke domein inzichtelijk worden gemaakt. De wijkplannen die al zijn gemaakt zijn daar een eerste aanzet toe. Het gesprek met inwoners en maatschappelijke partners in de wijk zal daar nog een extra verdieping op aan brengen. De aanpak binnen het project ‘Achter de Pijp’ is daar een goed voorbeeld van. In 2017 worden de ambassadeurs ingezet op de verbinding tussen sociaal en fysiek, op het in beeld brengen van de (integrale) opgave van de wijk en het organiseren van de kracht in de samenleving rondom deze opgave. Door het wegvallen van bovengenoemde uitvoeringsprogramma's ontbreekt het aan financiële ruimte om (burger)initiatieven rondom deze opgave ook financieel te ondersteunen. Reden waarom voorgesteld wordt om naast de inzet van de wijkambassadeurs ook budgettaire ruimte te creëren voor initiatieven tot € 20.000 (daarboven wordt de raad geconsulteerd). Overigens is het niet zo dat hiermee het signaal wordt afgegeven dat de gemeente burgerinitiatieven per definitie ook financiert, veelal zal sprake zijn van co-financiering of andere vormen van samenwerking. Budgettaire consequenties: € 100.000 in 2017 en € 100.000 in 2017; dekking uit algemene reserve

Page 81: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 81

Frictiebudget verplaatsing ondernemingen binnenstad naar anker. Om de voorbereiding van gewenste verplaatsingen mogelijk te maken stellen we voor een klein budget beschikbaar te stellen. Budgettaire consequenties: € 10.000 incidenteel Apparaatskosten Wmo uitvoeringsorganisatie en Voorzieningen Apparaatskosten Wmo Uitvoeringsorganisatie Vanwege de beoogde fusie met Vianen en Zederik worden vacatures bij de Wmo uitvoeringsorganisatie opgevuld met inhuur. Daarnaast hebben de hoeveelheid contracten voor de maatwerkvoorziening begeleiding en de extra controles voor de SVB tot gevolg dat er meer capaciteit nodig is. De apparaatskosten zullen hierdoor stijgen met zo’n € 50.000 ten opzichte van het vorige jaar. Apparaatskosten Voorzieningen De gemeente heeft in 2017 voor de statushouders naar verwachting ook te maken met een hogere taakstelling dan voorgaande jaren. De capaciteit ten behoeve van deze hogere taakstelling is nooit aangepast. Verwacht wordt dat er minimaal een even grote capaciteit nodig is als in 2016. Daarnaast wordt er steeds vaker een beroep gedaan op een woonurgentie door inwoners van de regio Alblasserwaard Vijfheerenlanden. In de laatste twee jaar is er sprake van een verdubbeling. De capaciteit ten behoeve van deze woonurgenties is nooit aangepast. Verwacht wordt dat er minimaal een even grote capaciteit nodig is als in 2016. De apparaatskosten zullen hierdoor stijgen met zo’n € 50.000. Budgettaire consequenties: € 100.000 structureel; dekking uit structurele middelen sociaal domein zoals toegelicht bij programma 6 (pagina 58) onder de post Personele inzet Wmo uitvoeringsorganisatie Energieloket De gemeente Leerdam wil woningeigenaren op een laagdrempelige, ontzorgende wijze stimuleren duurzame, energiebesparende maatregelen te nemen in hun woning. Hiervoor heeft de gemeente de campagne Het Nieuwe Wonen opgezet. Via diverse (communicatie)kanalen krijgen woningeigenaren informatie over duurzaam en levensloopbestendig wonen. We zetten hiervoor o.a. wooncoaches in. Met het inrichten van een fysiek Energieloket in Leerdam bieden wij woningeigenaren, maar ook huurders een laagdrempelige en onafhankelijke mogelijkheid om ter plekke te kunnen zien welke mogelijkheden er voor hen zijn. Technische toepassingen worden ten toon gesteld en woningeigenaren/huurders kunnen direct en onafhankelijke informatie krijgen over het nemen van maatregelen gericht op energiebesparing, duurzaam wonen, levensloopbestendig wonen en domotica. Hierdoor worden de toepassingen veel tastbaarder en begrijpelijk. De ruimte wordt tevens gebruikt voor het houden van informatieavonden over de genoemde onderwerpen, het biedt het ruimte voor ontmoetingen tussen burgers die gezamenlijk verduurzamingsprojecten (b.v. collectieve inkopen, opzetten van energie coöperaties) willen opzetten en het biedt een werkplek aan de wooncoaches. Een haalbaarheidsonderzoek heeft uitgewezen dat de exploitatiekosten voor het inrichten van een fysieke Energieloket uitkomen op €10.000 per jaar. Budgettaire consequenties: € 10.000 structureel

Page 82: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 82

Op basis van de in deze paragraaf genoemde argumenten wordt voorgesteld om de te honoreren wensen als volgt in het financieel meerjarenbeeld te verwerken (de hieronder niet genoemde – incidentele – wensen zijn voorzien van een alternatief dekkingsvoorstel): bedragen x € 1.000; V = voordeel, N = nadeel)

Prg. Omschrijving 2017 2018 2019 2020 Beschikbare ruimte begroting na

septembercirculaire 5 N 568 V 878 V 1.228 V

5 Glaspark - 250 N 500 N 500 N

3 Marketing Leerdam Glasstad - 70 N 70 N 70 N

3 Stadsmanager 25 N 25 N 25 N 25 N

2 Zuid-Hollandweg - - 40 N 40 N

3 Verfraaiing entre Zuidwal (Dijkpark) 15 N 15 N 15 N 15 N

2 Verkeersveiligheid - 20 N 20 N 20 N

7 Energieloket 10 N 10 N 10 N 10 N

Subtotaal gehonoreerde structurele wensen

50 N 390 N 680 N 680 N

Uitkomst begroting 2017-2020 na honorering bovenstaande wensen

55 N 178 V 198 V 548 V

Na de te honoreren wensen sluit het begrotingsjaar 2017 met een beperkt tekort van € 55.000. Dit eenmalige tekort wordt gedekt uit de algemene risicoreserve van de gemeente waarin voldoende vrije ruimte in aanwezig is. Indien de eenmalige lasten en baten (zie hiervoor het onder paragraaf 8 opgenomen overzicht) voor 2017 buiten beschouwing zou worden gelaten, is er voor 2017 sprake van een materieel voordelig saldo van € 31.000. Voor de jaren 2017 tot en met 2020 sluit de begroting met oplopende voordelige saldi van ongeveer € 0,2 miljoen in 2018 en 2019 naar ruim € 0,5 miljoen in 2020. Indien we de jaarschijf 2021 zouden toevoegen aan het schema, laat dit dienstjaar een voordelig saldo zien van € 567.000. Dus niet alleen in 2017, maar ook na 2021 is er sprake van structureel materieel evenwicht. De volgende pagina bevat het overzicht van baten en lasten in de begroting waarbij de in voorgaande paragrafen beschreven technische bijstellingen, consequenties van de 2e voortgangsrapportage 2016, de septembercirculaire 2016 en te honoreren wensen verwerkt zijn in de cijfers.

Page 83: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 83

6. Overzicht van baten en lasten in de begroting (consolidatie)

LASTEN

prog. Omschrijving

Begr. MJB MJB MJB

nr. programma 2017 2018 2019 2020

Totaal programmaplan: 56.744 59.400 57.182 57.402

0 Bestuur en ondersteuning 9.205 9.167 9.214 9.477

1 Veiligheid 2.618 2.551 2.561 2.572

2 Verkeer, vervoer en waterstaat 2.802 2.916 3.014 2.979

3 Economie 456 369 347 351

4 Onderwijs 3.172 3.122 3.120 3.078

5 Sport, cultuur en recreatie 3.434 3.719 3.839 3.856

6 Sociaal domein 23.094 23.296 23.027 23.129

7 Volksgezondheid en milieu 5.152 5.118 5.160 5.212

8 Volksh.vesting, ruimt. ordening en sted. vernieuwing

6.810 9.141 6.898 6.749

Totaal algemene middelen 187 191 196 200

lokale heffingen (prog. 0) 176 180 184 188

Algemene uitkering (prog. 0) 0 0 0 0

Dividend (prog. 0) 0 0 0 0

Onvoorziene uitgaven (prog. 0) 11 11 12 12

Rente (prog. 0) 0 0 0 0

Resultaat voor bestemming 56.931 59.590 57.377 57.602

mutaties reserves 287 349 386 439

Resultaat na bestemming 57.218 59.939 57.763 58.041

Baten

prog. Omschrijving

Begr. MJB MJB MJB

nr. programma 2017 2018 2019 2020

Totaal programmaplan: 20.058 22.474 20.371 20.368

0 Bestuur en ondersteuning 1.407 1.423 1.451 1.481

1 Veiligheid 213 138 141 144

2 Verkeer, vervoer en waterstaat 70 72 73 75

3 Economie 36 37 38 39

4 Onderwijs 837 838 838 838

5 Sport, cultuur en recreatie 90 92 94 96

6 Sociaal domein 6.114 6.134 6.154 6.175

7 Volksgezondheid en milieu 5.445 5.517 5.598 5.684

8 Volksh.vesting, ruimt. ordening en sted. vernieuwing

5.846 8.224 5.983 5.836

Page 84: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 84

Totaal algemene middelen 36.006 36.861 37.264 37.794

lokale heffingen (prog. 0) 5.586 5.599 5.612 5.625

Algemene uitkering (prog. 0) 29.577 30.419 30.810 31.326

Dividend (prog. 0) 728 728 728 728

Onvoorziene uitgaven (prog. 0) 0 0 0 0

Rente (prog. 0) 115 115 115 115

Resultaat voor bestemming 56.064 59.335 57.635 58.162

Bestemming 1.099 783 326 427

Resultaat na bestemming 57.163 60.117 57.961 58.588

Saldo

prog. Omschrijving

Begr. MJB MJB MJB

nr. programma 2017 2018 2019 2020

Totaal programmaplan: 36.686 36.926 36.810 37.034

0 Bestuur en ondersteuning 7.798 7.744 7.763 7.996

1 Veiligheid 2.406 2.413 2.420 2.428

2 Verkeer, vervoer en waterstaat 2.732 2.845 2.940 2.904

3 Economie 420 332 309 312

4 Onderwijs 2.335 2.285 2.282 2.240

5 Sport, cultuur en recreatie 3.345 3.627 3.745 3.760

6 Sociaal domein 16.980 17.162 16.873 16.954

7 Volksgezondheid en milieu -293 -399 -438 -472

8 Volksh.vesting, ruimt. ordening en sted. vernieuwing

964 917 915 913

Totaal algemene middelen -35.818 -36.670 -37.068 -37.594

lokale heffingen (prog. 0) -5.410 -5.419 -5.428 -5.438

Algemene uitkering (prog. 0) -29.577 -30.419 -30.810 -31.326

Dividend (prog. 0) -728 -728 -728 -728

Onvoorziene uitgaven (prog. 0) 11 11 12 12

Rente (prog. 0) -115 -115 -115 -115

Resultaat voor bestemming 867 256 -258 -560

Bestemming -813 -434 60 13

Resultaat na bestemming 55 -178 -198 -548

Page 85: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 85

In de hierna volgende grafieken is weergegeven hoe de lasten (grafiek 2) en baten (grafiek 3) zich in de komende periode 2015-2020 ontwikkelen c.q. zich hebben ontwikkeld. Hierbij is het totaalbedrag per jaar verdeeld over de 9 programma’s.

Grafiek 2 – ontwikkeling lasten in de periode 2015 t/m 2020 excl. grondexploitatie.

Grafiek 3 – ontwikkeling baten in de periode 2015 t/m 2020 excl. grondexploitatie.

0

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

60.000

70.000

2015 2016 2017 2018 2019 2020

Volksh.vesting, ruimt. ordening ensted. Vernieuwing

Volksgezondheid en milieu

Sociaal domein

Sport, cultuur en recreatie

Onderwijs

Economie

Verkeer, vervoer en waterstaat

Veiligheid

Bestuur en ondersteuning

-70.000

-60.000

-50.000

-40.000

-30.000

-20.000

-10.000

01 2 3 4 5 6 Volksh.vesting, ruimt. ordening

en sted. Vernieuwing

Volksgezondheid en milieu

Sociaal domein

Sport, cultuur en recreatie

Onderwijs

Economie

Verkeer, vervoer en waterstaat

Veiligheid

Bestuur en ondersteuning

Page 86: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 86

7. Uitgangspunten bestaand financieel beleid

De uitgangspunten voor samenstelling van deze begroting zijn opgenomen in de Perspectiefnota 2017-2020 zoals door de gemeenteraad is vastgesteld in de raadsvergadering van 30 juni 2016.

• Loon-/ prijs- en renteontwikkeling.

De begroting 2017 en verder wordt opgesteld op basis van de aanwezige formatie per 1-4-2016 inclusief de afgesproken CAO verhoging met 3%. Voor wat betreft de prijsontwikkeling wordt aangesloten op de meicirculaire waarin rekening wordt gehouden met een prijsstijging van 1%. In de begroting 2016 was nog gerekend op een prijsstijging van 0,75%. Voor 2018 en volgende jaren zal met de gemeenten Vianen en Zederik tot afspraken moeten worden gekomen over de hoogte van de loon- en prijsontwikkeling die in de gemeente Vijfheerenlanden wordt gehanteerd. De renteontwikkeling staat nader omschreven in hoofdstuk 3, paragraaf financiering.

• Tarieven leges, belastingen, huren e.d.

Bij de Perspectiefnota 2017-2020 is voorgesteld om: - de leges, de huren, de precariorechten, de marktgelden en brandweerrechten

trendmatig te verhogen met 2,5%; - de tarieven voor de rioolrechten maximaal met 2,5% verhoogd worden; - de tarieven van de afvalstoffenheffing (bewoner woning) kostendekkend te laten zijn; - en de tarieven van de onroerende zaakbelasting zodanig aan te passen dat de

geraamde opbrengst (exclusief nieuwbouw) voor 2017 1,25% hoger uitkomt. Vanaf 2018 wordt geen tariefsverhoging toegepast.

Ook de tarieven voor de leges, belastingen en huren zullen voor de toekomst in VHL-verband geharmoniseerd moeten worden. Bij de begroting 2017 zal daartoe al een eerste stap kunnen worden gezet om te voorkomen dat in 2018 een erg grote sprong gemaakt moet worden. Aangezien Leerdam op dit moment de hoogste tarieven heeft, zal als we nu een eerste stap naar harmonisatie willen zetten, een tariefsverhoging voor 2017 in ieder geval achterwege moeten blijven. In deze begroting wordt de gemeenteraad dan ook voorgesteld om de voorgestelde 2,5% verhoging van het rioolrecht en de 1,25% verhoging van de onroerende zaakbelastingen niet toe te passen voor 2017. De financiële consequenties hiervan zijn reeds vertaald in de paragraaf lokale heffingen en verwerkt in de tabel op de voorgaande pagina.

• Investeringsplan 2017-2020

In de programmabegroting 2017 wordt een geactualiseerd overzicht van het investeringsplan 2017-2020 opgenomen. Voor de periode vanaf 2018 zullen alleen geplande noodzakelijke vervangingsinvesteringen op het investeringsplan worden opgenomen. Tot nieuwe investeringen kan alleen de nieuwe gemeente besluiten.

• Ramen op basis van bestaand beleid

Bij de samenstelling van de begroting 2017 wordt net als bij vorige begrotingen zo min mogelijk nieuwe beleidsvoornemens opgenomen tenzij deze als bestuurlijke prioriteit in het Raads- en Collegeprogramma zijn opgenomen. De begroting 2016 wordt derhalve op basis van bestaand beleid opgesteld. Dit ook natuurlijk in verband met de voorgenomen fusie per 1-1-2018.

Page 87: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 87

8. Incidentele baten en lasten in de begroting

Pr. Omschrijving 2017 2018 2019 2020

BEGROTINGSSALDO -55 178 198 548

Incidenteel lasten bestaand beleid

0 Incidenteel lasten stortingen reserves 0 0 0 0

8 Lasten Grondexploitatie 5.339 7.704 5.451 5.290

0 Burgerzaken: telefonisch informatiecentrum 25 0 0 0

4 Kinderopvang 26 0 0 0

Gehonoreerd bij begroting 2016: 0 Archieven Schoonrewoerd/Kedichem 35 0 0 0

Te honoreren bij begroting 2017: 2 Lingebrug (technisch onderzoek pijlers) 10 0 0 0

3 Verplaatsen onderneming naar Anker 10 0 0 0

3 Intentieovereenkomst Glasvezel 0 25 0 0

3 Marketing Leerdam Glasstad 45 0 0 0

3 Internationaal Glassymposium 70 0 0 0

3 Stadspark 60 0 0 0

5 Archeologie/Toerisme en recreatie 50 0 0 0

5 Wijkgericht werken, rol wijkambassadeurs 60 60 0 0

5 Budget initiatieven wijkgericht 100 100 0 0

6 Beleid Samenkracht en burgerparticipatie 365 330 0 0

7 Stimuleringsmaatregel opwekking duurzame energie 15 0 0 0

7 Monumentale begraafplaats Lingedijk 23 0 0 0

8 Planschade 50 0 0 0

TOTAAL INCIDENTEEL LASTEN 6.283 8.219 5.451 5.290

Incidenteel baten bestaand beleid

0 Incidentele onttrekkingen reserves - - - -

8 Baten Grondexploitatie 5.339 7.704 5.451 5.290

Te honoreren bij begroting 2016: 0 dekking algemene risicoreserve 443 160 0 0

0 dekking reserve sociaal domein 365 330 0 0

0 dekking alg. reserve grondexpl 50 0 0 0

TOTAAL INCIDENTEEL BATEN 6.197 8.194 5.451 5.290

MATERIEEL SALDO BEGROTING 31 203 198 548

Page 88: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 88

Uit het voorgaande overzicht komt naar voren dat, indien de in de begroting 2017 t/m 2020 opgenomen incidentele lasten en baten buiten beschouwing worden gelaten, de meerjarenramingen voor 2017 t/m 2020 ruimschoots materieel sluitend zijn. Indien de jaarschijf 2021 aan deze lijst zou worden toegevoegd, zou deze een materieel voordelig saldo voor 2021 te zien geven van € 557.000.

9. Investeringen volgens investeringsplan 2017

De afschrijvingslasten van het investeringsplan 2017-2020 zijn in de begroting 2017 en meerjarenramingen 2018-2020 verwerkt. Onderstaand overzicht geeft de in bijgevoegd investeringsplan voor 2017 geplande investeringen weer. In het jaar van aanschaf c.q. realisatie van de investering zijn geen kapitaallasten (rente en afschrijving) opgenomen. Deze lasten worden, conform de huidige nota investerings- en afschrijvingsbeleid, in volle omvang opgenomen in het jaar volgend op de investering. De kapitaallasten voor de voor 2017 geplande investeringen komen pas in 2018 voor het eerst in de begroting. De investeringen 2017 zijn in twee categorieën verdeeld. Categorie A betreft investeringen waarvoor de gemeenteraad in de begroting het bedrag beschikbaar stelt en de verdere beslissingsbevoegdheid mandateert aan het college. In het onderstaand overzicht gaat dit op voor noodzakelijke vervangingen van materialen en materieel alsmede voor de rioolinvesteringen op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde meerjarig gemeentelijk rioleringsplan (GRP). De in het onderstaand overzicht met een A aangegeven investeringen worden in de 1e wijziging van de begroting 2017 direct geraamd. Categorie B betreft investeringen waarvoor de gemeenteraad de beslissingsbevoegdheid aan zichzelf houdt. Voor 2017 zijn er geen dergelijke categorie B-investeringen.

10. Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen.

Artikel 20 van de BBV schrijft voor dat in de uiteenzetting van de financiële positie bij de begroting ook aandacht wordt besteed aan de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerealiseerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Hierbij gaat het niet om de jaarlijks in de begroting opgenomen normale salariskosten en dergelijke van het personeel maar gaat het om verplichtingen als wachtgelden, vakantiedagen, IZA-premie voor niet-actieven enz., waarbij de nadruk ligt op het vergelijkbaar volume. In de begroting 2017 en meerjarenramingen voor 2018 t/m 2020 is rekening gehouden met de verplichtingen die de komende jaren voor de gemeente voortvloeien uit wachtgelden, pensioenen van het personeel en bestuurders. Tevens is rekening gehouden met de gebruikelijke uitkeringen voor vakantiegeld, eindejaarsuitkeringen, uitkeringen in het kader van de levensloopregeling en de jaarlijkse IZA-premies voor de niet-actieven.

Pr. Activanr. Omschrijving Bedrag Categorie

investering

0 926 Audiovisuele hulpmiddelen Hofje € 57.604 A

0 973 Telefooninstallatie stadskantoor € 177.306 A

0 1079 Audiovisuele hulpmiddelen stadskantoor € 60.804 A

7 1091 GRP 2017: Verv./reparatie vrijvervalriool € 590.000 A

7 1092 GRP 2017: Mechanisch bouwkundig € 76.000 A

7 1093 GRP 2017: Telemetrie € 45.000 A

Totaal € 1.006.714

Page 89: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 89

11. Resumé voorstellen.

De raad van de gemeente Leerdam, gelezen de aangeboden Programmabegroting 2017; gelet op de bepalingen in de Gemeentewet b e s l u i t: 1. de opbrengst van de OZB met ingang van 2017 niet te verhogen; 2. het tarief van de afvalstoffenheffing met 3,6% te verlagen van € 250,20 in 2016 naar

€ 241,20 in 2017; 3. het tarief voor de rioolheffing ten opzichte van 2016 stabiel te houden op € 266,16 in

2017; 4. de leges (met uitzondering van de bouwleges), de huren, de precariorechten,

marktgelden en hondenbelasting trendmatig met 2,5% te verhogen. Waar dit van toepassing is, worden bij de leges de rijksmaxima gevolgd;

5. de naheffingsaanslagen parkeerbelastingen te verhogen tot het landelijk maximum; 6. de parkeergelden niet te verhogen; 7. de begrafenisrechten te verhogen conform het besluit van 3 maart 2011; 8. conform het besluit bij de begroting 2014 om het gemiddelde legestarief voor

bouwvergunningen vanaf 1-1-2014 in vier jaarlijks gelijke stappen te verhogen van 2,1% naar 2,6%: het gemiddelde legestarief voor bouwvergunningen te verhogen van 2,5% in 2016 naar 2,6% in 2017;

9. alle hiervoor genoemde wijzigingen te verwerken in de belastingverordeningen en tarieventabellen en deze vast te stellen;

10. alle in het hoofdstuk Financiële begroting genoemde en verwerkte technische bijstellingen, mutaties i.v.m. de 2e voortgangsrapportage 2016, aanpassingen vanwege de Septembercirculaire 2016 en te honoreren wensen vast te stellen;

11. de incidentele wensen hierbij te dekken uit incidentele middelen, te weten € 603.000 uit de algemene reserve, € 695.000 uit de reserve sociaal domein en € 50.000 uit de algemene reserve grondexploitatie.

12. Dat met het honoreren van de wensen ruimte binnen de meerjarenbegroting gecreëerd voor het uitvoeren van deze wensen. Op het moment dat er nog een beslissing moet worden genomen over de wijze van uitvoering dan is in het financieel hoofdstuk aangegeven dat er een separaat raadsvoorstel over deze wens wordt opgesteld;

13. het investeringsplan en de aangegeven behandelwijze vast te stellen zoals aangegeven en de voor 2016 genoemde A-investeringen bij de 1e begrotingswijziging 2017 te verwerken.

14. de Programmabegroting 2017 voor het overige vast te stellen zoals aangegeven. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 3 november 2016, de griffier, de voorzitter,

Page 90: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 90

Paragrafen

Page 91: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 91

Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing

Algemeen

Bij het weerstandsvermogen gaat het om de mate waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid veranderd moet worden. Het gaat dus om de robuustheid van de begroting. Het weerstandsvermogen geeft inzicht in het vermogen van de gemeente om onverwachte ontwikkelingen op te vangen. Concreet bestaat het weerstandsvermogen van de gemeente Leerdam uit twee componenten: − Het weerstandsvermogen in de balans:

De vrij besteedbare c.q. herbesteedbare reserves en stille reserves.

− Het weerstandsvermogen binnen de exploitatie: Budgetruimte, inkomens verhogende maatregelen en belastingcapaciteit. De lokale lasten kunnen dus niet los worden gezien van het weerstandsvermogen omdat verhoging van de lastendruk ten koste daarvan gaat.

Omdat het weerstandsvermogen van de gemeente wordt gebruikt om bepaalde risico’s af te dekken, zijn deze twee begrippen met elkaar verbonden. In de paragraaf weerstandsvermogen worden dan ook de risico’s en hun samenhang met het weerstandsvermogen behandeld. De raad is er verantwoordelijk voor dat de begroting sluitend is. Een sluitende begroting zonder weerstandsvermogen betekent dat iedere tegenvaller een probleem gaat opleveren. In dat geval staan de programma’s en daarmee het beleid van de gemeente onder druk. Een buffer is daarom wenselijk. Hoe groot die buffer moet zijn, is afhankelijk van het gemeentelijke risicoprofiel. Het is aan de gemeente zelf om te bepalen wat een passende omvang van het weerstandsvermogen is. In het Besluit begroting en verantwoording, is opgenomen dat de gemeente moet aangeven welke risico’s het gemeentelijke vermogen kunnen aantasten en welke capaciteit (middelen) er beschikbaar zijn bij tegenvallers. Hierbij moet zijn aangegeven wat het beleid is ten aanzien van de risico’s, de capaciteit en de relatie tussen beide. Naast dat er voldoende middelen moeten zijn om risico’s op te vangen, is het ook belangrijk dat de gemeente aan haar verplichtingen kan voldoen. Daarvoor wordt de term solvabiliteit gebruikt. De solvabiliteitsratio geeft de verhouding van het eigen vermogen tot het totale vermogen weer. Hier wordt dus niet gekeken naar de risico’s van de gemeente, maar naar de betalingsverplichtingen en of men hieraan kan voldoen. De schuldratio is precies het tegenovergestelde; deze meet de verhouding van het vreemd vermogen tot het totale vermogen. Hier gaat men dan uit van de bruto schuld. Bij de netto schuld worden de huidige schulden eerst verminderd met langlopende uitzettingen, kortlopende vorderingen en uitzettingen, liquide middelen (kas, bank, giro) en overlopende activa. Weerstandsvermogen in 2017

De weerstandscapaciteit in de balans De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Leerdam is de optelsom van alle elementen uit de begroting en balans die kunnen worden ingezet om niet-begrote tegenvallers te dekken. De algemene reserves, die vrij besteedbaar zijn, en de stille reserves en begrotingspost onvoorzien vormen samen de weerstandscapaciteit in de balans.

Page 92: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 92

Op grond van de in de raad van 26 juni 2014 vastgestelde actualisatie Nota risicomanagement, weerstandsvermogen en reserves en voorzieningen is de algemene reserve in twee delen gesplitst in een niet-vrij en vrij aanwendbaar gedeelte. Het niet vrij besteedbare deel is bestemd voor specifiek benoemde risico’s en dekking van de berekende weerstandsbehoefte. De minimumomvang van het niet vrij aanwendbare gedeelte is dus de benodigde weerstandsbehoefte. Dit houdt in dat, zodra het minimale bedrag wordt aangesproken, dit deel van de reserve weer aangezuiverd moet worden ter dekking van de risico’s. De gemeente Leerdam hanteert voor het niet vrij besteedbare deel van de algemene reserve een norm van minimaal 100% van de berekende weerstandsbehoefte. Voor deze Begroting 2017 is een nieuwe berekening gemaakt op basis waarvan de minimumomvang van het niet vrij besteedbare gedeelte is bepaald. Onder de stille reserves hebben we rekening gehouden met minimaal € 2 miljoen aan vrijval uit de € 5,5 miljoen aan bestemmingsreserves die als gevolg van de bij de jaarrekening 2015 noodzakelijke herlabeling van voorzieningen in bestemmingsreserves zijn ontstaan. In een afzonderlijk aan uw raad voorgelegd voorstel, die gelijktijdig met deze begroting wordt behandeld, wordt de gemeenteraad voorgesteld om het najaar van 2016 zal aan de gemeenteraad een voorstel worden voorgelegd waarin een kleine € 5 miljoen kan vrijvallen ten gunste van de algemene risicoreserve. Vanuit deze vrijval wordt vervolgens € 450.000 gereserveerd voor Achter de Pijp zodat de algemene risicoreserve met zo’n € 4,45 miljoen groeit. Ook kan er € 83.000 aan de algemene reserve grondexploitatie worden toegevoegd. Voor de exacte details verwijzen wij u naar het betreffende raadsvoorstel. Andere stille reserves zijn beperkt van omvang. Gezien het in gang gezette beleid om gebouwen die niet voor de openbare dienst bestemd zijn af te stoten, zullen eventuele stille reserves ‘vanzelf’ geleidelijk aan naar voren komen. Echter, het aantal af te stoten panden is beperkt en dit afstoten leidt vaak tot inkomstenderving. De algemene reserve grondexploitatie is specifiek afgezonderd voor het opvangen van tekorten op gemeentelijke bouwgrondexploitaties. Volgens de meest recente risicoanalyse bij Broekgraaf (begin 2016) is het risicobedrag € 6,13 miljoen. De algemene reserve grondexploitatie samen met de binnen de grondexploitaties zelf aanwezige weerstandscapaciteit moet zodanig zijn om minimaal het totale risicobedrag van € 6,13 op te vangen. De weerstandscapaciteit binnen de exploitatie De hoogte van de post voor onvoorziene uitgaven is in de Programmabegroting 2017 vastgesteld op € 11.000. In totaal levert het bovenstaande de volgende weerstandscapaciteit op (stand na verdeling voordelig resultaat jaarrekening 2015): Omschrijving Bedrag Weerstandscapaciteit in Balans €15.228.000 Algemene reserve vrij aanwendbaar (*1) € 2.369.000 Algemene reserve niet vrij aanwendbaar € 2.686.000 Algemene reserve grondexploitatie € 5.639.000 Vrije ruimte binnen bestemmingsreserves die op basis van afzonderlijk Raadsvoorstel aan algemene risicoreserve (€ 4.451.000) en reserve Grondexploitatie € 83.000) worden toegevoegd.

€ 4.534.000

Weerstandscapaciteit in exploitatie € 11.000 Begrotingspost onvoorzien € 11.000 Totaal weerstandcapaciteit € 15.239.000

(*1): Bedrag is inclusief € 313.000 toevoeging door bestemming van het voordelig resultaat op de jaarrekening 2015. De aanwijsbare weerstandscapaciteit betreft dus een bedrag van € 15,2 miljoen. In vergelijking met de Programmabegroting 2016 (€ 9,6 miljoen) kan worden geconstateerd dat de weerstand-capaciteit sterk is toegenomen met € 5,6 miljoen. De belangrijkste oorzaken voor deze toename

Page 93: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 93

zijn de toevoegingen aan de algemene reserve vrij aanwendbaar en algemene reserve grondexploitatie door de resultaten van de jaarrekening 2015 en de € 4,5 miljoen vrijval vanuit de bestemmingsreserves. De groei van de algemene reserve vrij aanwendbaar impliceert dat het risicoprofiel van de gemeente is verbeterd. Echter, ook de risico’s zijn toegenomen. Financiële risico’s met betrekking tot de Vijfheerenlanden, de decentralisaties in het sociaal domein en projecten zoals het Glaspark zijn hier voorbeelden van. Per saldo zijn wij van mening dat de gemeente Leerdam over voldoende weerstandcapaciteit beschikt om deze risico’s op te kunnen vangen. Risicomanagement In 2012 is gestart met het verbeteren van het risicomanagement. Toen is ook de risico-inventarisatie volledig geactualiseerd en sindsdien actualiseren wij onze risico’s organisatiebreed twee keer per jaar bij het opstellen van de Programmabegroting en de Jaarstukken. In juni 2014 is het verbetertraject afgerond met het vaststellen van de nieuwe Nota risicomanagement, weerstandsvermogen en reserves en voorzieningen. In de nota is vastgesteld wat de kaders voor het weerstandsvermogen van de gemeente Leerdam zijn en op welke wijze de risico’s moeten worden beheerst. Naast de risico’s actualiseren wij ook de gekozen beheersmaatregelen en de toewijzing van deze maatregelen aan verantwoordelijken twee keer per jaar. Daarnaast monitoren we tweemaandelijks de belangrijkste risico’s in de ambtelijke managementrapportage. Door de Lokale rekenkamer Leerdam is in 2015 het risicomanagement van de gemeente Leerdam wederom onderzocht. De Rekenkamer concludeert dat het risicomanagement van de gemeente Leerdam voldoet aan de daarvoor te stellen normen. Berekening omvang weerstandsbehoefte De hiervoor berekende weerstandscapaciteit is bestemd om onverwachte ontwikkelingen op te vangen. Daarbij is de algemene reserve grondexploitatie bestemd om de risico’s in de grondexploitatie op te vangen (deze worden toegelicht in de paragraaf grondbeleid). De overige weerstandscapaciteit is bedoeld om de overige risico’s op te vangen. De per balansdatum aanwezige weerstandscapaciteit staat daarbij tegenover de meest recentelijk geïnventariseerde risico’s. Dit betreft de volgende clusters van posten. Omschrijving Strategische

risico's Operationele

risico's Schade risico's

Financiële risico's

Totaal

Beheer openbare ruimte 0 40.000 175.550 0 215.600 Beheer huisvesting 15.000 142.500 0 0 157.500 Vergunningen en handhaving 0 50.250 100.000 0 150.250 Verbonden partijen / subsidies 0 260.000 0 0 260.000 Garanties 0 0 0 123.500 123.500 Grondexploitatie en projecten 0 40.000 0 50.000 90.000 Inkoop en aanbesteding 0 12.500 60.000 0 72.500 Financiën 0 320.000 0 303.500 623.500 Apparaat 0 401.000 110.000 0 511.000 Overig 150.000 100.000 0 0 250.000

Totaal 165.000 1.366.250 445.550 477.000 2.453.850

In het kader van de Programmabegroting 2017 zijn geen nieuwe risico’s aan het risico-overzicht toegevoegd. Wel is een herijking van het risico-overzicht geweest. Dit leidt per saldo tot een daling van ruim € 100.000 ten opzichte van het in de Programmabegroting 2016 opgenomen bedrag van € 2.581.050. Er is sprake van een verhoging van het risico en het schadebedrag met betrekking tot het beheer van de vergoeding van proceskosten in het verband van het verliezen van beroepszaken met name op het gebied van belastingen. Deze verhoging wordt ruimschoots gecompenseerd door een verlaging van het risico op de decentralisaties van de rijkstaken (onderdeel van de strategische risico’s). Dit op basis van de ervaringen van de afgelopen periode.

Page 94: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 94

Niet in het overzicht opgenomen is het risico op oninbare debiteuren. Dit risico is afgedekt door de aanwezigheid van een balansvoorziening oninbare debiteuren. Wanneer de benodigde weerstandsbehoefte van € 2.453.850 wordt afgezet tegen het niet vrij aanwendbare deel van de algemene risicoreserve van € 2.686.000 dan kan een weerstandsratio worden berekend van 104%. Het meerdere boven de 100% ofwel € 232.000 zou in principe kunnen vrijvallen ten gunste van het vrij aanwendbare deel van de algemene risicoreserve. Dit doen we op dit moment nog niet omdat nog niet volledig zicht is op alle risico’s in verband met de voorgenomen fusie tot de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden. Aanvullend op de hiervoor genoemde risico’s is ook sprake van relevante risico’s bij de grondexploitaties in het algemeen, en bij de grondexploitatie Broekgraaf in het bijzonder. Bij de jaarrekening 2015 is de risicoanalyse voor Broekgraaf geactualiseerd. Uit deze risicoanalyse komt een totaal risicobedrag van € 6,13 miljoen. Deze analyse laat ook mogelijkheden tot optimalisaties zien van € 2,77 miljoen, waardoor het risicosaldo op € 3,36 miljoen uitkomt. De optimalisaties laten wij zoals gebruikelijk buiten beschouwing bij bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit voor de grondexploitaties. De algemene reserve grondexploitatie heeft een omvang van € 5,64 miljoen. Op zich niet voldoende voor dekking van het totale risicobedrag van € 6,13 miljoen. De in exploitatie zijnde grondexploitaties Broekgraaf, HLC locatie Eksterlaan en HLC locatie Molenlaan bevatten zelf ook ruim € 2 miljoen aan weerstandscapaciteit waardoor de totale weerstandscapaciteit binnen de grondexploitaties op bijna € 7,65 miljoen uitkomt. Per saldo is de weerstandscapaciteit zo’n € 1,5 miljoen hoger dan benodigd. Op basis van de risico’s en kansen zijn bij de jaarrekening 2015 ook drie scenario’s doorgerekend: een positief scenario, een negatief scenario en een Broekgraaf light scenario (waarbij 650 woningen worden gerealiseerd i.p.v. de ruim 1.000). Deze scenario’s resulteren in saldi van € 9,1 miljoen negatief (worstcase) en € 8,1 miljoen nadelig (Broekgraaf Light) tot € 8,7 miljoen positief (best case). Het negatief scenario zal nooit optreden omdat we in het geval dat we Broekgraaf niet volledig zouden mogen c.q. kunnen ontwikkelen, we overstappen naar het Light scenario. Rekening houdend met de tekortvoorziening van € 0,8 miljoen voor Broekgraaf is de weerstandscapaciteit van € 7,65 voldoende om het Broekgraaf Light scenario te kunnen opvangen.

Page 95: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 95

Risicobeheersing in 2017

Met ingang van begrotingsjaar 2017 zijn de nieuwe voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording 2016 van kracht geworden. De nieuwe voorschriften richten zich op uitvoeringsinformatie, in P&C-documenten verplicht op te nemen beleidsindicatoren en financiële kengetallen, informatie over verbonden partijen en een aantal meer technische onderwerpen. Deze voorschriften zijn vanaf 2017 van kracht. Vanaf de jaarrekening 2015 moeten de navolgende financiële kengetallen in P&C-documenten worden opgenomen: Verplichte kengetallen financiën

Rekening 2015

Begroting 2016

Begroting 2017

Begroting 2018

Begroting 2019

Netto schuldquote (% netto schuld van de totale inkomsten voor bestemming reserve)

72% 94% 74% 68% 67%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen

n.v.t. n.v.t. 68% 63% 62%

Solvabiliteitsratio 36% 26% 25% 26% 26% Schuldratio/debtratio (% lange en kortlopende schulden van het balanstotaal)

64% 74% 75% 75% 74%

Voorraadquote* (% voorraden grond e.d. van totale inkomsten)

35% 42% 37% 35% 36%

Structurele exploitatieruimte (absoluut)

364.000 (V)

€ 334.000 (V)

€ 31.000 (V)

€ 203.000 (V)

€ 198.000 (V)

Structurele exploitatieruimte (relatief; als % van totale lasten)

0,63% 0,61% 0,05% 0,38% 0,34%

Belastingcapaciteit (Woonlasten t.o.v. landelijk gemiddelde)

120% 859 (716)

118% 852 (723)

116% 836 (723)

n.v.t. n.v.t.

* Voor de gemeente Leerdam heeft dit in de praktijk alleen betrekking op de grondexploitaties. Het hiervoor weergegeven model kent twee graadmeters, de netto schuldquote en de schuldratio/debtratio. De netto schuldquote beoordeelt de schuld als aandeel van de op de exploitatie verantwoorde inkomsten exclusief bijdragen uit reserves. Eenvoudig gezegd betekent een netto-schuldquote van 100% dat de schuldenlast de omvang heeft van de jaaromzet. Het model beoordeelt een netto schuldquote tot 100% als goed (groen), tussen 100% en 130% is het opletten (oranje) en boven de 130% is bijsturing gewenst (rood). Met het kengetal schuldratio/debtratio wordt beoordeeld in hoeverre het bezit op de balans (zoals gemeentelijke investeringen in gebouwen e.d.) is belast met schulden. Een debtratio van 100% betekent dat de gemeente evenveel bezittingen heeft als schulden. De gemeente heeft dan geen eigen vermogen. Het model beoordeelt een debtratio tot 70% als goed (groen), tussen de 70% en 80% is het opletten (oranje) en boven de 80% is bijsturing gewenst (rood). Het model noemt ook één factor die het beeld kan nuanceren. Een grote voorraad bouwgrond kan het beeld namelijk vertekenen (voorraadquote). Ook in Leerdam geeft de hoge voorraadquote een vertekend beeld. Bij de jaarrekening 2015 is de voorraad bouwgrond sterk afgenomen door de verkoop van ruim € 5 miljoen aan gronden. Sinds de jaarrekening 2015 staan beide graadmeters (debtratio en netto schuldquote) op groen.

Page 96: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 96

Algemeen De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen, heffingen en retributies en de consequenties die deze hebben voor de inwoners van de gemeente Leerdam. Verhouding gemeentelijke inkomsten

Bij de lokale belastingen wordt een onderscheid gemaakt tussen:

• De zuivere belastingen waarvan de opbrengst voor de algemene dekkingsmiddelen is. Er is geen beperking naar hoogte van de belasting of te besteden doel van de opbrengst. Belangrijkste belasting zijn de onroerendezaakbelastingen.

• De heffingen voor openbare dienstverlening en waarvan de opbrengst besteed moet worden aan het doel waarvoor de heffing in het leven is geroepen. De belangrijkste voorbeelden zijn de afvalstoffenheffing en rioolheffing.

• Retributies: hierbij gaat het verhalen van de kosten van (openbare) dienstverlening, waarbij het individuele belang overheerst. Een belangrijk voorbeeld zijn de leges voor een vergunningsaanvraag.

Verhouding gemeentelijke belastingen, heffingen en retributies

58%23%

13%6%

Algemene uitkering

Lokale heffingen

Specifieke uitkeringen

Overige inkomsten

39,8%

1,0%

18,2%

23,4%

0,9%

0,3%

3,1%4,3% 1,7%

7,3% O.Z.B.

Hondenbelasting

Afvalstoffenheffing

Rioolrechten

Reclamebelasting

Marktgelden

Lijkbezorgingsrechten

Parkeerbelasting

Precariorechten

Leges

Paragraaf lokale heffingen

Page 97: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 97

Lokale heffingen in 2017

Beleid van de gemeente Leerdam Het beleid over de lokale belastingen, heffingen en retributies vloeit voort uit het wettelijk kader, met name de Gemeentewet, de Algemene wet rijksbelastingen en de Invorderingswet. Voor Leerdam zijn verder van belang: • Verschillende belastingverordeningen/beleidsregels • Het college/raadsprogramma 2014-2018 • Perspectiefnota • Het gemeentelijk rioleringsplan Leerdam 2016-2020 Leerdam kent zo’n tien verschillende lokale belastingen, heffingen en retributies. Deze zijn gelegitimeerd door een belastingverordening die jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld. Daarbij wordt rekening gehouden met de uitgangspunten van de perspectiefnota en eerdere besluitvorming. • De opbrengst van de ozb stijgt beleidsmatig met 1,25 procent. Hierbij wordt wat betreft de

tarieven ook rekening gehouden met de marktontwikkeling in Leerdam van de onroerende zaken (herwaardering) en de gevolgen van bezwaarschriften.

• De tarieven van de afvalstoffenheffing en rioolheffing zijn kostendekkend, en dragen ook de kosten voor: � de kosten van straatreiniging (30% ten laste van de afvalstoffenheffing en 30% ten

laste van de rioolheffing); � kwijtschelding met betrekking tot deze belastingen en de kosten van verlening van

kwijtschelding; � de BTW m.b.t. deze activiteiten die in mindering is gebracht op de algemene uitkering.

De tarieven voor de overige belastingen stijgen met 2,5%, met uitzondering van de rechten voor lijkbezorging (3,5%), parkeerbelastingen (0%) en reclamebelastingen (0%). Lokale belastingen, heffingen, retributies en ontwikkelingen BELASTINGEN Onroerende zaakbelastingen Deze belasting heeft onder andere tot doel middelen te genereren om zo mede ons eigen beleid te financieren. In het verleden zijn de tarieven ieder jaar beleidsmatig gestegen met een bepaald percentage, in 2016 was dit 2,5%. In de perspectiefnota is de wens uitgesproken om de tariefstijging te matigen om het verschil te matigen tussen Vianen, Leerdam en Zederik. Vanaf 2018 is het voornemen om de tarieven in Leerdam niet verder te laten stijgen. De belastingopbrengst is behalve op het tarief ook gebaseerd op de waarde van de onroerende zaak. Het gaat om woningen en niet- woningen (onder andere bedrijfspanden, percelen en trafo’s). De waarde van woningen en niet-woningen wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld, waarbij het peiljaar telkens een jaar opschuift. Voor 2017 geldt de waarde op 1 januari 2016. Als de gemiddelde waarde is gestegen met bijvoorbeeld 3%, worden de tarieven verlaagd met 0,5% (2,5% minus 3%). Als de gemiddelde waarde is gedaald, bijvoorbeeld met 5%, moeten de tarieven met 7,5% stijgen om de gewenste opbrengst te realiseren. Het Europees Hof heeft beslist dat de gemeente de waarde van elk object niet alleen op € 1.000 nauwkeurig moet vaststellen, maar bij betwisting ook moet bewijzen dat deze waarde ook niet meer dan € 1.000 te hoog of te laag is vastgesteld. Als de gemeente niet kan bewijzen dat de waarde exact goed is vastgesteld, kan de bezwaarmaker per object een vergoeding voor de gemaakte kosten ontvangen van tussen de € 400 en € 1.200, -. De verwachting is dat in 2017 ongeveer € 20.000, - aan dergelijke vergoedingen uitgekeerd moet worden. Het lijkt erop dat het bedrag aan schadevergoedingen na aanvankelijk forse stijgingen zich op dit niveau stabiliseert. In deze begroting wordt een tariefvoorstel gedaan voor de ozb op basis van de op moment van schrijven bekende economische waarde. Pas na de definitieve oplevering van de nieuwe herwaardering aan einde van het jaar is de nieuwe economische waarde van de gemeente bekend. De oplevering kan mogelijk aanleiding geven tot een aangepast voorstel.

Page 98: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 98

Op grond van een wetswijziging werd verwacht dat huurders veelvuldig bezwaar zouden gaan maken, omdat de huur vanaf 2016 gedeeltelijk wordt bepaald door de Woz-waarde. Dit bleek niet het geval. Bij de berekening van de tarieven wordt rekening gehouden met de geschatte kosten van de bezwaarafhandeling (+0,5%). Deze stijging wordt verminderd met de verwachte economische waardedaling (-/- 1%) voor woningen en waardestijging (+1%) voor niet-woningen. Dit betekent een tariefstijging van respectievelijk (nominaal) 1,5% voor woningen en een waardedaling van 0,5% voor niet-woningen. In afwijking van de Perspectiefnota is voor 2017 geen reële tariefsverhoging van 1,25% toegepast.

Belasting/heffing Tarief 2016 Tarief 2017 Opbrengst 2015

Raming 2016

Raming 2017

Onroerende zaakbelastingen (1):

- gebruikers niet woning 0,2754% 0,2740% € 719.265 € 730.200 € 769.000 - eigenaren woningen 0,1607% 0,1631% € 2.757.662 € 2.871.900 € 2.870.000 - eigenaren niet woning 0,3478% 0,3461% € 1.109.122 € 1.093.700 € 1.093.000

Hondenbelasting De hondenbelasting is net als de ozb een algemene belasting. Er worden echter ook de kosten van speciale voorzieningen mee gedekt om het groen te onderhouden. Ook zijn er plaatsen aangelegd waar honden mogen poepen. Daarnaast worden er schepjes en zakjes beschikbaar gesteld om de overlast die gepaard gaat met het houden van honden zo veel mogelijk tegen te gaan. Er wordt jaarlijks ook een controleactie gehouden, om het bestand van hondenbezitters actueel en de opbrengst op niveau te houden.

Belasting/heffing Tarief 2016

Tarief 2017

Opbrengst 2015

Raming 2016

Raming 2017

Eerste hond € 85,68 € 87,84 Tweede en volgende hond € 114,12 € 117,00 € 119.272 € 119.800 € 124.000 Kennel € 313,92 € 321,84 Reclamebelasting voor Ondernemersfonds Leerdam Op 8 mei 2013 is op basis van een initiatief van ondernemers uit de binnenstad en de wijk West ingestemd met de oprichting van een Ondernemersfonds en dit te voeden door het instellen van een reclamebelasting. De inkomsten uit de reclamebelasting worden daartoe beschikbaar gesteld via een subsidie aan de Stichting Ondernemersfonds Leerdam. De netto-opbrengst van wordt na aftrek van een bijdrage in de kosten van heffing en invordering als subsidie aan de Stichting Ondernemersfonds verstrekt en is op programma 2 (product economie) geraamd. Het tarief wordt voor 2017 niet verhoogd.

Belasting/heffing Tarief 2016 Tarief 2017 Opbrengst 2015

Raming 2016

Raming 2017

Reclamebelasting € 350 vast + 0,055% woz-waarde

€ 350 vast + 0,055%

woz-waarde € 96.864 € 103.000 €103.000

Page 99: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 99

HEFFINGEN

Afvalstoffenheffing De gemeente Leerdam is verantwoordelijk voor het inzamelen en afvoeren van het huishoudelijke afval. Sinds 2012 zijn de werkzaamheden uitbesteed aan GR Waardlanden. Naast de afvalinzameling wordt aan de inwoners van Leerdam de mogelijkheid geboden om op geregelde tijden grof afval aan de straat te zetten of om dit zelf aan te bieden op de milieustraat aan de Handelsstraat.

Belasting/heffing Tarief 2016 Tarief 2017* Opbrengst 2015

Raming 2016

Raming 2017*

Afvalstoffenheffing (gezinnen) € 250,08 € 241,20 € 2.144.921 € 2.090.400 € 2.099.300

*Tarief en raming afvalstoffenheffing gebaseerd op meerjarenraming. Nog geen rekening gehouden met werkelijke kostentoerekening 2016.

Rioolheffing De kosten van verbetering, vervanging en onderhoud van het rioolstelsel worden verhaald op iedereen die is aangesloten op het gemeentelijke rioolstelsel. Deze kosten worden via een tarief per 300 m3 afgevoerd water doorberekend. De kosten die nu en in de toekomst worden gemaakt, zijn opgenomen in het Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP 2016-2020). Bedrijven betalen naar rato van hun verbruik, met een minimum dat gelijk is aan dat van een gezin. In de Perspectiefnota voor 2017 is door de raad besloten om de rioolheffing vanaf 2016 alleen nog te corrigeren voor inflatie. In deze begroting wordt voorgesteld deze verhoging in zijn geheel achterwege te laten, om voor wat betreft de lokale lasten alvast dichter toe te groeien naar de beoogde herindelingspartners Vianen en Zederik.

Belasting/heffing Tarief 2016 Tarief 2017 Opbrengst 2015

Raming 2016

Raming 2017

Rioolheffing gezinnen en producenten € 266,16 € 266,16 € 2.251.652 € 2.705.400 € 2.777.100

RETRIBUTIES

Marktgelden De marktgelden worden in rekening gebracht bij de standplaatshouders van de wekelijkse markt. De grondslag hiervoor is de oppervlakte van de stand- of staanplaats die we per m2 beschikbaar houden. Het beleid is dat tarieven voor individuele dienstverlening kostendekkend zijn. Het is echter ook de bedoeling om de weekmarkt van Leerdam aantrekkelijk te houden voor de marktstandhouders. Dit brengt kosten met zich mee. Het tarief van Leerdam moet daarbij concurrerend zijn met dat van andere markten.

De tarieven worden beleidsmatig met 2,5% verhoogd overeenkomstig het besluit in de Perspectiefnota 2017. Dit betekent dit dat het tarief in 2017 opnieuw niet kostendekkend is om de markt aantrekkelijk en concurrerend te houden. Een standaard marktkraam van 12m2 kost in 2016 in Leerdam € 386,52 per jaar, in 2017 wordt dit € 396,00.

Belasting/heffing Tarief 2016* Tarief 2017* Opbrengst 2015

Raming 2016

Raming 2017

Marktgelden € 32,21 € 33,00 € 17.790 € 40.000 € 34.900 *tarief per jaar voor 1m2 marktkraam

Leges De legesverordening bevat verschillende tarieven voor bijvoorbeeld huwelijksvoltrekking, reisdocumenten, rijbewijzen, bouwvergunningen en bestemmingsplanwijzigingen. Deze tarieven worden jaarlijks beleidsmatig verhoogd met gemiddeld 2,5%, waarna de bedragen worden afgerond. Daarbij wordt er op gelet dat het tarief door de verhoging niet boven de soms vastgestelde rijks maxima uitkomen (bijv. paspoorten).

Page 100: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 100

Hoewel steeds is gestreefd naar zoveel mogelijk kostendekkende tarieven, is uit een recent onderzoek van de rekenkamer gebleken dat in Leerdam niet alle tarieven 100% kostendekkend zijn. Dit betreft dan met name de bouwleges. Door het uitplaatsen van de uitvoering van bouw-en-woningtoezicht naar de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid en de Omgevingswet zijn de kosten van de leges voor de gemeente hoger geworden. Ook in vergelijking met andere gemeenten zijn de tarieven voor de bouwleges in Leerdam laag. Dit alles heeft geleid tot een nieuwe berekening van de kostendekking van de omgevingsvergunning. De leges voor een bouw- c.q omgevingsvergunning worden de komende jaren daarom stapsgewijs verhoogd om dit nadeel in te lopen. Met de tariefsverhoging 2,1% naar 2,6% verwachten we per jaar gemiddeld € 20.000 te kunnen inlopen. Lijkbezorgingrechten De Verordening begraafrechten kent vele verschillende tarieven die verband houden met de exploitatie van de begraafplaatsen in de gemeente Leerdam. Deze verordening is gebaseerd op de in 2011 vastgestelde verordening Begraafplaatsexploitatie en de Verordening op het beheer en gebruik van de begraafplaatsen. In verband met gewijzigde omstandigheden en om de financiële werkelijkheid weer in overeenstemming te brengen voor de langere termijn, is het uitgangspunt dat de tarieven kostendekkend zijn en jaarlijks beleidsmatig worden verhoogd met 3,5%. De opbrengsten kunnen van jaar tot jaar wisselen, afhankelijk van het aflopen van de meerjarige grafrechten, de behoefte aan verlenging ter voorkoming van ruiming en het werkelijke aantal sterfgevallen.

Parkeerbelasting Het heffen van parkeerbelasting heeft als doel het parkeren in het aangegeven gebied in en om het centrum te reguleren. Het tarief kent een differentiatie naar tijd. Het tarief hangt daarnaast af van de locatie van de parkeerplaats. We verstrekken ook parkeervergunningen. De verordening regelt ook het opleggen van een naheffingsaanslag bij overtreding. Het gemeentelijk beleid houdt in dat dit tarief gelijk is aan het maximum dat het Rijk stelt. Voor 2017 blijven de tarieven van parkeerbelasting en parkeervergunningen gehandhaafd op het niveau van 2016. De naheffingsaanslag parkeerbelasting wordt wel verhoogd in lijn met de landelijke tarieven.

Precario In de precarioverordening zijn tarieven opgenomen voor het in gebruik nemen van gemeentegrond. Gemeentegrond kan gebruikt worden voor reclamedoeleinden, kermissen, bouwketen, containers, terrassen enzovoort. Verschillende factoren zijn bepalend voor de hoogte van de aanslag (zoals oppervlakte, tijdsduur en soort gebruik). De heffing van precario vereist een intensieve handhaving. De (kwaliteit van de) controle kan de opbrengst merkbaar beïnvloeden. De precario wordt jaarlijks beleidsmatig met 2,5% verhoogd. Het belangrijkste tarief is de precariobelasting voor ondergrondse leidingen. De opbrengst voor de ondergrondse leidingen is het belangrijkste onderdeel en levert jaarlijks € 95.000 aan extra inkomsten op. Het onderwerp is in discussie, en we wachten de ontwikkelingen af. Kwijtscheldingsbeleid Voor mensen met de laagste inkomens bestaat de mogelijkheid van gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de lokale lasten. De regels voor kwijtschelding worden bepaald door de rijksoverheid, neergelegd in de Invorderingswet. Deze regels komen er op neer dat kwijtschelding mag worden verleend aan belastingplichtigen, die een inkomen hebben dat niet hoger ligt dan de bijstandsnorm. Gemeenten mogen hier in die zin van afwijken dat een lager inkomen wordt gehanteerd. De gemeente Leerdam hanteert de zogenaamde 100%-norm, hetgeen betekent dat inwoners van de gemeente Leerdam met inkomen op bijstandsniveau in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking komen. Gemeenten mogen zelf bepalen voor welke belastingen kwijtschelding wordt verleend. In de gemeente Leerdam is het kwijtscheldingsbeleid van toepassing op de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de onroerendezaakbelastingen. Het beroep op de kwijtscheldingsregeling stijgt sterk, enerzijds door groeiende armoede, en anderzijds door de sterk toegenomen zichtbaarheid van de belastingheffing in Leerdam. Voor kwijtschelding is in 2017 een totaalbedrag van € 285.000 geraamd (€ 150.000 voor rioolheffing en € 135.000, - voor afvalstoffen). Dit verloopt budgettair neutraal. De heffingskosten en inkomensderving worden verhoogd met de geraamde kosten voor

Page 101: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 101

kwijtschelding. De doorberekening van de kosten leidt uiteindelijk wel tot hogere tarieven voor afvalstoffenheffing en rioolheffing: de kwijtschelding wordt betaald door degenen die er niet voor in aanmerking komen. Leerdam in verhouding tot andere gemeenten – ontwikkeling woonlasten 2017 Jaarlijks publiceert het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) een atlas van de lokale lasten. In deze atlas wordt de belastingdruk van alle gemeente in Nederland weergegeven. De belastingdruk bij een gemiddelde omvang van het huishouden is berekend als de som van de ozb, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. In onderstaand overzicht wordt een vergelijking gemaakt van de belastingdruk voor het jaar 2015. Uit de (COELO) atlas, waarin de netto-woonlasten van gemeenten op een rij zijn gezet, blijkt dat Leerdam een 351e plaats van de ranglijst inneemt. De goedkoopste gemeente is net als vorig jaar Aalten (1e plaats) met een woonlast voor meerpersoonshuishouden van € 539. De duurste gemeente is nog steeds Blaricum (396e plaats) met een woonlast voor meerpersoonshuishoudens van € 1.215, -. Het ligt in de verwachting dat bij een samengaan van Vianen, Leerdam en Zederik en verder ongewijzigde omstandigheden de lokale lasten voor de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden tussen Vianen (€ 738) en Leerdam (€ 852, -) komen te liggen en de tarieven voor de huidige inwoners van Leerdam gemiddeld zullen dalen. In onderstaand overzicht wordt een vergelijking gemaakt met aangrenzende gemeenten van de belastingdruk over het jaar 2017:

Gemeente Lokale lasten

2016 Plaats/Coelo

2016 Lokale lasten

2015 Plaats/Coelo

2015 Aalten 539 1 € 520, - 1 Gorinchem 709 133 € 690, - 118 Culemborg 713 140 € 703, - 142 Vianen 738 183 € 712, - 155 Hardinxveld-Giessendam 778 258 € 745, - 219 Zederik 783 267 € 774, - 271 Giessenlanden 783 268 € 791, - 292 Lingewaal 792 284 € 773, - 269 Molenwaard 824 317 € 874, - 363 Leerdam 852 351 € 859, - 356 Geldermalsen 908 375 € 889, - 370 Blaricum 1215 396 1.198, - 393 Kostendekkendheid van tarieven

De hierna opgenomen tabellen geven de kostendekkendheid van het riool tarief en de afvalstoffenheffing weer. Door voorgestelde veranderingen die staan vermeld in de vernieuwing van de BBV, ontstaan er ogenschijnlijke voordelen op de kostendekkenheid van producten. Dit komt o.a. doordat de rente omslag moet worden berekend op basis van werkelijk betaalde rente alsmede komt het doordat de overhead en BTW-compensatie niet meer mag worden doorbelast op de producten. Hierdoor biedt de begroting geen volledig inzicht in de kostendekkendheid van de producten. De kosten die voorheen administratief doorbelast werden zullen nu in onderstaande tabellen (extra-comptabel) worden weergeven. Hierdoor wordt aanvullend extracomptabel een volledig inzicht geboden in de kostendekkenheid van de tarieven. Het toerekenen van de kosten kent een aantal financiële beleidskeuzes. Deze keuzen zullen hieronder worden weergegeven. 1. Toerekening overhead (extracomptabel): Op de loonkosten worden direct op het taakveld geboekt. Hierin zit geen opslag percentage van de overhead. Hierdoor moet er extra-comptabel overhead worden toegerekend aan de kostendekkende producten. In totaliteit heeft de gemeente zo’n € 12 miljoen aan kosten voor

Page 102: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 102

het ambtelijk apparaat geraamd. Deze € 12 miljoen is nagenoeg gelijk verdeeld over direct op de taakvelden verantwoorde loonkosten € 6 miljoen) en kosten overhead (zo’n € 6 miljoen op programma 0). Op basis van deze verhouding hebben we gekozen om ter compensatie van de overhead om 100% van de op dit taakveld geraamde loonkosten door te belasten op het product riool. Deze systematiek passen we ook toe bij de afvalinzameling en bij grondexploitaties en investeringsprojecten. 2. Berekening rentepercentage (extra-comptabel): Er is gekozen om te werken met een rente systematiek van begroting 2016 gecorrigeerd met de financieringsstructuur van de gemeente Leerdam. De omslagrente van de boekwaarde 2017 is 4.4%, dit gecorrigeerd voor het de financieringsstructuur (VV: 71.29%) is er een extra-comptabel rente percentage van 3,13%. De omslag rente van 1% wordt direct op het taakveld doorbelast. Hierdoor moet er nog extra-comptabel (3,13 – 1 =) 2,13 doorbelast worden over de boekwaarden van de rioleringsinvesteringen. 3. BTW kosten (extracomptabel): Op het moment dat een gemeente handelt als overheid of niet-ondernemer (op grond van een wettelijke bepaling) kan zij de BTW die is betaald over ingekochte goederen en diensten terugvorderen via het BTW-compensatiefonds. Gemeenten mogen deze compensabele BTW meenemen als kosten in de kostenonderbouwing van de leges en tarieven. Het BTW-compensatiefonds wordt namelijk gevuld met geld uit het gemeentefonds, zodat door de BTW compensatie de gemeente uiteindelijk een lagere uitkering uit het gemeentefonds ontvangt. Daarom heeft de wet het mogelijk gemaakt de omzetbelasting die is verschuldigd over het genoemde onderhoud als kostenpost mee te nemen bij het bepalen van de hoogte van de tarieven van: afvalstoffenheffing, reinigingsrechten en rioolrechten. Deze toerekening van de BTW-kosten passen we al vele jaren toe. Onderstaande tabel geeft de kostendekkendheid van het tarief riolering weer.

De € 2.824.500 aan kosten voor rioolbeheer wordt voor € 2.777.100 opgevangen uit de opbrengst rioolheffing. Het verschil van € 47.400 wordt onttrokken aan de egalisatievoorziening riolering waardoor een 100% kostendekking wordt gerealiseerd.

Berekening van kostendekkendheid van riool heffing

Kosten taakveld(en), incl. (omslag) rente 1.754.300

Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen -50.500

Netto kosten taakveld 1.703.800

Toe te rekenen kosten 1.703.800

Overhead incl. (omslag)rente 787.700

BTW 333.000

Totale kosten 2.824.500

Opbrengst heffingen 2.777.100

Bijdrage uit egalisatievoorziening riolering 47.400

2.824.500

Dekkingspercentage 100%

Page 103: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 103

Onderstaande tabel geeft de kostendekkendheid van het tarief afvalstoffenheffing weer.

Berekening van kostendekkendheid van afvalstoffenheffing

Kosten taakveld(en), incl. (omslag) rente 1.891.100

Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen -100.000 Netto kosten taakveld

Toe te rekenen kosten 1.791.100

Overhead incl. (omslag)rente 31.200

BTW 277.000

Totale kosten 2.099.300

Opbrengst heffingen 2.099.300

Dekkingspercentage 100%

Page 104: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 104

Paragraaf financiering Algemeen

Inleiding Het doel van deze paragraaf is om u te informeren over het treasurybeleid en de beheersing van de daaraan verbonden risico's. Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. Dit dient te gebeuren binnen de wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido). Het doel van deze wet is onder andere om op een verantwoorde, prudente en professionele wijze de inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie (financieringsactiviteiten) van de gemeente te regelen. Gemeentelijke kaders De kaders zijn vastgelegd in de vastgestelde "Financiële verordening gemeente Leerdam 2007" (Rb. 10 mei 2007). Dit op grond van artikel 212 Gemeentewet. Het gaat hierbij om kaders voor het uitvoeren van de financieringsfunctie zoals doelstellingen, richtlijnen en limieten die voor het college gelden. In het vastgestelde treasurystatuut is de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Het bevat met name protocollen voor de dagelijkse uitvoering. De onderwerpen die hierbij aan de orde komen zijn het kasbeheer, het risicobeheer, de financiering en de administratieve organisatie. Hoofddoelstelling van het beleid De hoofddoelstelling van het beleid is om inzicht te hebben in de lange termijn ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente. Het aangaan en verstrekken van geldleningen alsmede het verstrekken van garanties is alleen toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak. Hierbij mogen geen overmatige risico's worden gelopen. Het gebruik van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm is bedoeld als normstellend. Algemene ontwikkelingen De treasury activiteiten kunnen worden beïnvloed door zowel interne als externe ontwikkelingen. De interne ontwikkelingen bestaan uit het oppakken van grondbeleid, investeringsplannen en besluitvorming over uit- of inbesteding van taken. De belangrijkste externe ontwikkelingen zijn (internationale) economische indicatoren en de invloed hiervan op de geld- en kapitaalmarkt, alsmede wijzigingen in wet- en regelgeving. Het voorspellen van de renteontwikkeling is een lastige en bijna onmogelijke opgaaf, zeker op lange termijn. Niettemin kan het waardevol zijn om de bepalende factoren achter de rente in kaart te brengen, zodat een beeld ontstaat van de risico's en onzekerheden omtrent het verloop van de rente in de toekomst. Mede daarom is er dan ook sprake van een regelmatig contact met verschillende financiële instellingen. Voorbeelden hiervan zijn de BNG Bank, de Nederlandse Waterschapsbank en een aantal geldmakelaars. De Wet Houdbare Overheidsfinanciën De Wet Houdbare Overheidsfinanciën (wet Hof) is een vernieuwing in de financiële verhoudingen tussen het Rijk en de gemeenten, provincies en waterschappen. Deze wet bevat strengere regels om er voor te zorgen dat Nederland voldoet aan de EMU norm van maximaal 3% tekort op de begroting. Om dit te bereiken mag volgens de wet Hof de overheid in een jaar niet meer geld uitgeven dan ze in dat jaar aan geld binnen krijgt.

Page 105: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 105

Gemeenten, provincies en waterschappen dragen bij aan het begrotingstekort van de collectieve sector. De voorstellen in de wet Hof bepalen dat niet alleen het Rijk maar ook de lokale overheid zich moet houden aan de strengere begrotingsregels. Deze systematiek heeft gevolgen voor het doen en plannen van investeringen. De wet Hof is daardoor met name een probleem voor hele kleine lokale overheden en voor overheden die veel investeren en veel vermogen hebben. De VNG en het Interprovinciaal overleg (IPO) zijn zeer kritisch over het wetsontwerp geweest. Risicomanagement

Risicomanagement Risicomanagement is het identificeren en kwantificeren van risico's en het vaststellen van beheersmaatregelen. Hiermee worden activiteiten bedoeld waarmee de kans van optreden of de gevolgen van risico's worden beïnvloed. De risico's die binnen onze gemeente worden gelopen bij de uitvoering van de treasurytaak bestaan voornamelijk uit renterisico's. Om die risico's te beperken en te beheersen geldt er een kasgeldlimiet en is er een renterisiconorm ontwikkeld. Daarnaast verdient vooral het kredietrisico aandacht. Dit is het risico dat de gemeente loopt wanneer geldleningen worden verstrekt aan rechtspersonen die in voorkomende gevallen in financiële problemen zouden kunnen komen. In het treasusystatuut zijn algemene uitgangspunten opgenomen om dit risico te beperken. Treasurybeheer De leningenportefeuille In 2013 is voor de consolidatie van de vlottende schuld alsmede voor de financiering van project Broekgraaf één nieuwe geldlening van 20 miljoen euro afgesloten bij de BNG Bank. Het rentepercentage bedraagt 1,50%, de aflossing vindt over 5 jaar ineens in 2018 plaats. In 2014 is de looptijd van deze lening met 4 jaar verlengd tot en met 2022, eveneens tegen een rentevoet van 1,5%. Daarnaast is voor het laatst in 2014 een geldlening afgesloten van 10 miljoen met een looptijd van 15 jaar en tegen een rentevoet van 1,26%. De ontwikkeling van de huidige leningenportefeuille ziet er als volgt uit:

Lening Hoofdsom Wijze Stortings- Afloop- Coupon- Restant Wegingvan datum datum rente schuld

aflossing 1-1-2016BNG - 2008 10.000 Lineair 30-12-2008 30-12-2018 4,40% 2.000 5,99%BNG - 2009 10.000 Lineair 01-10-2009 30-09-2019 3,37% 2.750 8,23%BNG - 2013 20.000 Fixe 17-06-2013 18-06-2022 1,50% 20.000 59,84%BNG - 2014 10.000 Lineair 09-12-2014 30-12-2019 1,26% 8.667 25,94%TOTAAL VAN DE VASTE SCHULD 50.000 33.417 100,00%

(bedragen x € 1.000)

Interne financiering De financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door, indien mogelijk, de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken. Als gevolg van de wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) wordt met ingang van 2017 geen bespaarde rente over reserves en voorzieningen meer ten gunste van de exploitatie gebracht. Projectfinanciering Broekgraaf In de Perspectiefnota 2014-2017 is besloten een langlopende geldlening te sluiten van 20 miljoen euro. Inmiddels is in 2013 deze geldlening afgesloten tegen een jaarlijkse rentevergoeding van 1,5%. Dat betekent dat er voor het project Broekgraaf minder rentelasten hoeven te worden betaald. Gezien de lage rentestanden op de kapitaalmarkt is in 2014 de looptijd van deze lening met 4 jaar verlengd tot 2022.

Page 106: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 106

Toerekening van rente In onderstaand overzicht is de verdeling van de rente opgenomen. De totale rentelasten voor 2017 die aan de taakvelden worden toegerekend bedragen € 435.200 (afgerond). Daarmee komt het berekende omslagpercentage uit op 1%. Het resultaat op het taakveld treasury valt daarbij te verwaarlozen.

Beheersing risico’s Renterisicobeheer Renterisicobeheer is het bewust beperken van de negatieve invloed van toekomstige rentewijzigingen op het resultaat van de organisatie en op de waarde van rentedragende activa en passiva. Ook het minimaliseren van de rentekosten en het optimaliseren van de rentebaten behoren tot dit onderwerp. Met betrekking tot het risicobeheer worden, ingevolge het treasurystatuut, de volgende algemene uitgangspunten gehanteerd: 1. De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de "publieke taak" uitsluitend

verstrekken aan door de gemeenteraad goedgekeurde derde partijen. 2. De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze

uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico.

3. Het gebruik van derivaten is niet toegestaan. Om de renterisico's te beperken geldt er een kasgeldlimiet en een renterisiconorm. Kasgeldlimiet In de begroting 2017 wordt per 1 januari een financieringstekort geraamd van € 13,1 miljoen. De kasgeldlimiet voor 2017 bedraagt € 4.836 miljoen, zijnde 8,5% van het begrotingstotaal ad. 56.893 miljoen. Aangezien maximaal € 4.836 met kort geld mag worden gefinancierd zal er in 2017 vaste financiering worden aangetrokken. Voor de renteberekening hierover is een percentage gehanteerd van 0,70% en is rekening gehouden met een rentelast van € 59.000.

Externe rentelasten over korte financiering 59.000,00€ Externe rentelasten over lange financiering 577.137,50€

Externe rentebaten -€

Totaal toe te rekenen externe rente 636.137,50€

Rente die moet worden doorberekend aan GREX -300.000,00€ Rente die moet worden doorberekend aan GREX -15.584,62€ Rente projectfinanciering voor taakvelden -€

Saldo door te rekenen externe rente 320.552,88€

Rente eigen vermogen -€ Rente voorzieningen 114.598,90€

Aan taakvelden toe te rekenen rente 435.151,78€

Toegerekende rente aan taakvelden via omslag -434.954,36€

Renteresultaat op het taakveld treasury 197,42€

Page 107: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 107

Renterisiconorm Het begrip renterisiconorm is ingevoerd om zoveel mogelijk spreiding in de looptijden van leningen aan te brengen, en zodoende het renterisico bij herfinanciering van de vaste schuld te beheersen. Deze norm bedraagt 20% van het begrotingstotaal per 1 januari, met een minimum van 2,5 miljoen euro.

2017 2018 2019 2020 2021

Renterisico op vaste schuld budget budget budget budget budget

3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g) 0 0 0 0 0

3b. Nieuw verstrekte lange leningen (u/g) 0 0 0 0

4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld 0 0 0 0 0

5. Betaalde aflossingen 2.667 2.667 1.417 667 667

6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 0 0 0 0 0

7. Renterisico op vaste schuld (6) 0 0 0 0 0

Renterisiconorm

8. Omvang van de begroting per 1 januari 56.893 59.887 57.961 58.589 59.385

9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 20% 20% 20% 20% 20%

10. Renterisiconorm 11.379 11.977 11.592 11.718 11.877

Toets Renterisiconorm

10. Renterisiconorm 11.379 11.977 11.592 11.718 11.877

7. Renterisico op vaste schuld 0 0 0 0 0

11. Ruimte(+) / Overschrijding(-) (10 - 7) 11.379 11.977 11.592 11.718 11.877

(Bedragen x EUR 1.000)

Zoals uit voorgaand overzicht blijkt, heeft zal de gemeente Leerdam in 2017 voldoen aan de renterisiconorm. Ook meerjarig wordt geen overschrijding verwacht. Kredietrisico Dit is het risico dat wordt gelopen wanneer geldleningen worden verstrekt aan rechtspersonen die in voorkomende gevallen in financiële problemen zouden kunnen komen. In het treasurystatuut is vastgelegd dat de gemeente Leerdam overtollige middelen alleen mag uitlenen aan Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen met een solvabiliteitsrisico van 0% ofwel betrouwbare financiële instellingen met ten minste een AAA-rating van één van de volgende erkende rating-bureau’s: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat er op de korte termijn niet genoeg geld in kas is om aan de verplichtingen te voldoen. Om deze reden wordt er een liquiditeitsplanning opgesteld. Hierbij wordt er op toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen. Debiteurenbeheer Het debiteurenbeheer is gericht op het beperken van de uitstaande debiteurenomvang. Enerzijds gericht op het traject van totstandkoming van de nota en anderzijds gericht op de tijdige inning. In onze organisatie worden de nota's zoveel mogelijk door de financiële administratie vervaardigd en verzonden. Het team financiën van de afdeling bedrijfsvoering draagt mede zorg voor een tijdige inning. Crediteurenbeheer Bij de betalingen van facturen wordt rekening gehouden met de uiterste vervaldagen en/of te behalen kortingen wegens kredietbeperking. Uit een oogpunt van representativiteit staat een tijdige betaling voorop. Met behulp van de mogelijkheden binnen het in gebruik zijnde financieel systeem kan de afwikkeling van de ingekomen facturen nauwlettend worden gecontroleerd.

Page 108: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 108

Paragraaf bedrijfsvoering Algemeen

Doel van de paragraaf bedrijfsvoering In deze paragraaf wordt toegelicht hoe de gemeente Leerdam haar werk goed doet. Bedrijfsvoering is voor de burgers en het bedrijfsleven van de gemeente Leerdam de vaak onzichtbare achterkant van de producten en diensten die onze organisatie levert. Bedrijfsvoering heeft daarbij een onmisbare ondersteunende, richtinggevende en innoverende functie. Voldoende middelen, voldoende medewerkers met de juiste competenties en een goede informatievoorziening zijn daarbij onontbeerlijk. Missie en visie Het is de missie van de ambtelijke organisatie van de gemeente Leerdam om de bestuursorganen te ondersteunen bij het realiseren van de doelstellingen. Ook is de ambtelijke organisatie verantwoordelijk voor de diensten en producten waarvoor de gemeentelijke overheid zorg moet of wil dragen. Daarbij staat kwaliteit voorop. Dat wordt bereikt door aan de ene kant ondernemend, initiatiefrijk en creatief te werken. Aan de andere kant door systematisch, gestructureerd en resultaatgericht te werk te gaan. Taken worden planmatig en integraal uitgevoerd. Met de planning & controlcyclus wordt verantwoording afgelegd. Daarbij is de organisatie klantgericht en dienstbaar aan de burger en het bestuur. Dat vereist een open en communicatieve instelling. Waarbij de organisatie tegelijkertijd zakelijk is en de regels goed toepast. Om dat te bereiken moeten onze medewerkers flexibel zijn en taakvolwassen kunnen inspelen op veranderingen. Daarom hebben wij een personeelsbeleid dat kennis, vaardigheden en competenties de ruimte geeft en verder ontwikkelt. Al deze uitgangspunten en doelstellingen zijn vertaald in een mission statement voor de gemeentelijke organisatie dat in 2014 is opgesteld. Organisatie

Bestuurlijke samenwerking in de Vijfheerenlanden Op 13 februari 2014 presenteerde de commissie Schutte haar eindrapport over de bestuurlijke toekomst van de regio Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. De commissie Schutte adviseerde om te komen tot één gemeente Vijfheerenlanden bestaande uit de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik en zo mogelijk ook Lingewaal. In november 2015 hebben de raden van de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik zich definitief uitgesproken over de haalbaarheid van een fusie van de drie gemeenten en dus herindeling. Conclusie van dit alles is dat de totstandkoming van een gemeente Vijfheerenlanden kan rekenen op groot draagvlak bij inwoners, bedrijven en besturen van de drie gemeenten. Na dit buitengewoon succesvolle en voorspoedig verlopen traject is medio 2016 de voortgang vooralsnog gestokt. Dit omdat de provincies Zuid-Holland en Utrecht in de InterProvinciale Commissie (IPC) er niet in slaagden om met een gezamenlijk ondersteund herindelingsvoorstel te komen. De hierdoor opgelopen vertraging maakt het onzeker of de herindeling van de gemeenten Vianen, Leerdam en Zederik voor 1 januari 2018 is afgerond. Desondanks willen wij in 2017 zodanige voortgang blijven boeken in ons bestuurlijke samenwerkingsproces, dat een herindeling per 1 januari 2018 nog altijd mogelijk blijft. Enerzijds om het momentum dat is gerealiseerd in de ambtelijke en bestuurlijke samenwerking te behouden en waar mogelijk verder uit te bouwen. Anderzijds ook om naar onze burgers en bedrijven spoedig duidelijkheid te kunnen bieden over de beleidsintenties van de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden wat betreft beleidsinhoud en de voorgestane nieuwe wijze van werken. Bijvoorbeeld wat betreft het van “buiten naar binnen” werken in combinatie met kerngericht werken. Deze voortgang zal

Page 109: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 109

zichtbaar zijn bij de vorming van één ambtelijke organisatie en ook bij de verdergaande bestuurlijke samenwerking van de drie gemeenten in en buiten onze regio’s, het zogenaamde grensontkennend samenwerken. Vanzelfsprekend zal één en ander in nauwe samenwerking met de drie raden worden uitgevoerd. Personeel

Personeelsbeleid (HR beleid) Het HR beleid kent een looptijd van 2014-2018 waarmee de gemeente Leerdam het volgende wil bereiken:

• Medewerkers motiveren en stimuleren om zich te (blijven) bekwamen om aansluiting te hebben/houden met de diverse ontwikkelingen die op de gemeente Leerdam afkomen. Deze vloeien voort uit de toekomstvisie, de organisatievisie en de wettelijke taken.

• De duurzame inzetbaarheid van werknemers vergroten gezien het feit dat de organisatie zich in een overgangsfase naar een mogelijke herindeling bevindt en dat medewerkers binnen een aantal jaar mogelijk de stap gaan maken naar een nieuwe organisatie.

• Een aantrekkelijke en uitdagende werkgever zijn die zijn huidige en toekomstige medewerkers bindt en boeit waardoor het werkplezier wordt bevorderd.

De werkgroep HR beleid heeft uitvoering gegeven aan twee thema’s namelijk integriteit en gezondheid. In 2017 richten we ons, vanwege de aankomende fusie, verder op mobiliteit, loopbaanbegeleiding, beheersbare werkdruk en strategische personeelsplanning. Waarbij we zoveel mogelijk optrekken met de gemeente Vianen en Zederik. In 2017 gaan we de maatregelen invoeren en implementeren waaronder het Individueel Keuze Budget. Hiervoor zijn geen extra middelen nodig aangezien de kosten kunnen worden gedekt uit de beschikbare personele middelen. Opleiden en ontwikkelen (Leerdamse Leeromgeving) De gemeente Leerdam vindt het belangrijk dat haar medewerkers aansluiting hebben en houden met de ambities, uitdagingen en ontwikkelingen waar we als organisatie mee te maken hebben. Dit wil zij bewerkstelligen door het aanbieden van de Leerdamse Leeromgeving (LL). De LL kent een looptijd van 2015-2018 en het doel is om medewerkers de gelegenheid te bieden om: • zich verder te bekwamen in de competenties die vanuit de Leerdamse manier van werken

(waaronder de organisatievisie) relevant zijn. • zich voor te bereiden op het feit dat de gemeentelijke organisatie zich in een overgangsfase

bevindt en dat zij binnen een aantal jaren de stap gaan maken naar een nieuwe organisatie. Dit door te werken aan de eigen houdbaarheid en zelf regie te nemen op de eigen loopbaan. Onder meer door bewustwording en bevordering van brede inzetbaarheid, eventueel ook buiten de eigen functie en buiten de organisatie.

Hierbij worden we ondersteund door een extern bureau dat invulling geeft aan de leerbehoefte van onze medewerkers en de organisatie als geheel. Het programma van de LL is gericht op 3 pijlers namelijk de basis op orde, van buiten naar binnen en de fusie. De kosten worden gedekt uit de beschikbare opleidingsbudgetten. Daarnaast investeren we in vakgerichte opleidingen. Interne mobiliteit Mobiliteit is een waardevol instrument om medewerkers op de juiste plaats te krijgen en optimaal gebruik te maken van hun talenten. Werving en Selectie Vanwege de toekomstige fusie met Vianen, Leerdam en Zederik zijn er in VLZ afspraken gemaakt over invulling van vacatures. Hiermee zijn de afspraken in GLZ verband komen te vervallen. Het uitgangspunt bij deze afspraken is dat alle drie de gemeenten in principe geen nieuwe vacatures meer vast door externe medewerkers gaan invullen. Dit omdat we in de

Page 110: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 110

formatie maximale ruimte willen hebben om straks onze huidige medewerkers voldoende kansen en mogelijkheden te kunnen bieden bij de vorming van de nieuwe organisatie. Vijfheerenlanden We gaan aan de slag met o.a. een organisatie en formatieplan, het opstellen van een sociaal plan, harmonisatie arbeidsvoorwaarden en HR beleid. Daarnaast kunnen medewerkers gaan deelnemen aan werkgroepen waarbij ze (ten dele) kunnen worden vrijgesteld van hun reguliere werk. Verder zetten we via de Leerdamse Leeromgeving in op het meenemen van de leidinggevenden in het “ leiden van verandering” en de medewerkers door “regie te nemen op hun loopbaan”. Personeelsbestand (ook in cijfers) Per 1 januari 2016 was de toegestane personeelsformatie 123,7 fte. Gedurende 2016 neemt de formatie met 0,5 fte af vanwege het uitplaatsen van taken naar de Veiligheidsregio (VRZHZ). Daardoor komt de formatie per 1 januari 2017 uit op 123,2 fte. Onderdeel van die formatie is de griffie (1,67 fte). Niet in het totaalcijfer opgenomen zijn de formatie van het college van B&W (4,4 fte) en de bovenformatieve formatieplaatsen (1 fte). De bovenformatieve formatie is gedurende 2016 afgenomen met 2,5 fte. De (al jaren dalende) omvang van de formatie zal in de loop van 2017 en ook daarna verder afnemen als gevolg van inmiddels al vastgestelde bezuinigingen. De omvang van de formatie wordt steeds kritisch tegen het licht gehouden. Aan de ene kant is er mogelijk behoefte aan uitbreiding door nieuwe taken. Aan de andere kant worden taken afgestoten, worden vacatureanalyses gehouden en wordt de efficiency verbeterd. Met een buffer kan flexibel worden ingespeeld op deze ontwikkelingen. Dit is een vrij besteedbare ruimte binnen de formatie. De omvang van de buffer is 1,4 fte (gelijk aan 50 uur per week). De vrijvallende loonkosten als gevolg van vacatures evenals de budgetten van de buffer worden gebruikt om passende vervangingsmaatregelen te nemen bij capaciteitsproblemen. Externe inhuur Er wordt onverminderd strak gestuurd op inhuur van externen. Het afwegingskader dat daarbij gehanteerd wordt is dat de kosten van tijdelijke inhuur gedekt worden uit de beschikbare middelen zoals de zogenaamde ‘buffer’ en de vrijvallende loonkosten bij vacatures. Dit geldt zowel bij capaciteitsproblemen als gevolg van vacatures in de formatie en bij (langdurig) verzuim door ziekte. Arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim Al enkele jaren is er sprake van een hoog ziekteverzuim wat vooral wordt veroorzaakt door langdurig verzuim. Vanaf 2012 is er gestart met een plan van aanpak om dit ziekteverzuim te verminderen waarbij het streefcijfer< 5% is. Het verzuimcijfer in 2016 ligt boven het streefcijfer en in 2017 gaan we verder uitvoering geven aan preventieve maatregelen zoals het bespreekbaar maken van werkdruk, vitaliteit en efficiënter werken. In juni 2016 heeft er opnieuw een Medewerkers Tevredenheidsonderzoek plaatsgevonden waarvan op dit moment de resultaten nog niet bekend zijn. Deze resultaten worden vergeleken met de resultaten van het vorige MTO uit 2013 en gedurende 2017 worden verdere interventies ingezet. Integriteit De insteek bij het integriteitbeleid is het creëren van bewustwording. Daarbij ondersteunen wij onze medewerkers bij de dagelijkse afweging van belangen waarmee zij in hun werk te maken hebben. Deels heeft dit een opleidingsaspect. Deels heeft het ook een organisatorisch en instrumenteel aspect. In dat kader is er een verdere verbetering van het integriteitinstrumentarium gerealiseerd. In 2017 zal op de ingeslagen weg worden doorgegaan. In 2016 hebben zich tot op heden geen integriteitskwesties voorgedaan in de organisatie.

Page 111: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 111

Sturing

Uitvoering Raadsprogramma 2014 Met het unaniem vaststellen van het Raadsprogramma 2014 zijn de prioriteiten van de raad voor de huidige collegeperiode vastgelegd. Het raadsprogramma 2014 is uitgewerkt in een Uitvoeringsprogramma dat gelijktijdig met de Programmabegroting 2015 door de Raad is vastgesteld. Onderdeel van het Raadsprogramma is een van buiten naar binnen werkende gemeentelijke organisatie. Dit om een betere interactie met de Leerdamse samenleving te waarborgen. Daarbij moet er beter geluisterd en samengewerkt worden met de inwoners en bedrijven in Leerdam. Ook moet gezamenlijk gezocht worden naar oplossingen voor knelpunten en/of problemen. Het werken aan de daarvoor benodigde cultuuromslag kan alleen maar plaatsvinden binnen het kader van een bedrijfsvoering en werkprocessen die op orde zijn en op orde blijven. Deze prioriteiten blijven dan ook onverkort van toepassing voor onze gemeentelijke organisatie. Wij definiëren deze prioriteiten als “van buiten naar binnen” werken en “basis op orde”. In combinatie met de werkzaamheden ten behoeve van Vijfheerenlanden, betreft dit onze speerpunten voor het jaar 2017. Planning- & Control Het Rijk heeft op 17 maart 2016 het definitieve wijzigingsbesluit vernieuwing Besluit, Begroting en Verantwoording (BBV) gepubliceerd. Aanleiding voor de wijzigingen in het BBV vormen de adviezen van de door de VNG ingestelde adviescommissie Depla. De wijzigingen treden in werking vanaf het begrotingsjaar 2017 en zijn zichtbaar in de nu voorliggende Programmabegroting 2017 van de gemeente Leerdam. De wijzigingen beogen de toegankelijkheid van de begrotingen en jaarrekeningen van gemeenten, provincies en gemeenschappelijke regelingen te vergroten. Dit door meer eenheid (uniformering) te brengen in de wijze waarop cijfers en prestaties door de gemeenten worden gepresenteerd. Dit ter versterking van de horizontale verantwoording. Uniformering zorgt er ook voor dat begrotingen en prestaties tussen gemeenten beter vergelijkbaar worden. De wijzigingen in de Programmabegroting 2017 van de gemeente Leerdam zijn in nauw overleg uitgewerkt met onze Vijfheerenlanden collega’s van Zederik en Vianen. Zij hebben overeenkomstige wijzigen verwerkt in hun eigen begrotingen. Voordeel hiervan is dat de drie begrotingen vergelijkbaar zijn geworden - niet alleen in presentatie maar ook in onderliggende kostentoerekening en waarderingsmethoden – en dus beter onderling vergeleken en geconsolideerd kunnen worden. De nu voorliggende programmabegroting 2017 is mogelijk de laatste begroting van de gemeente Leerdam. Dit is geen beleidsarme begroting. Wel worden met ingang van deze begroting keuzes wat betreft onze beleidsprioriteiten en nieuw beleid in nauw overleg met de gemeenten Vianen en Zederik afgewogen. Dit omdat onze keuzes hun doorwerking hebben naar de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden en dergelijke keuzes dus ook op draagvlak moeten kunnen rekenen bij onze Vijfheerenlanden collega’s. Structuur in deze afstemming zal de komende periode worden aangebracht in het kader van het periodieke Arhi overleg. In dit overleg, dat gaat plaatsvinden vanaf het moment dat het herindelingsontwerp Vijfheerenlanden gereed is, zullen de wethouders financiën (samen met de toezichthoudende provincies) periodiek de financiële stand van zaken van de drie gemeenten bespreken. Dit waarborgt draagvlak voor voorstellen met financiële impact bij onze partners en waarborgt tevens een voorspoedige afhandeling van deze voorstellen door de toezichthoudende provincie. In ons geval de provincie Zuid-Holland. Wat betreft de praktische toepassing van planning & control binnen onze organisatie zullen naar verwachting in 2017 geen ingrijpende wijzigingen meer worden doorgevoerd. De focus ligt immers op het inrichten van de planning en control van de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden. Wel heeft de Accountant bij zijn verklaring over de Jaarstukken 2015 een aantal adviezen gedaan die wij vanzelfsprekend gaan opvolgen, voor zover deze al niet al opvolging hebben gekregen. Dit betreft bijvoorbeeld de inhoudelijke onderbouwing van reserves en voorzieningen en de verbetering van de control op het inkoopproces. Inkoop en aanbesteding De gemeente Leerdam is aangesloten bij het InkoopBureau Midden Nederland (IBMN). Het doel van IBMN is om financiële, kwalitatieve en procesmatige voordelen voor de deelnemende organisaties te realiseren. Daarbij wordt ingezet op doelmatigheid en rechtmatigheid.

Page 112: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 112

In 2016 heeft de aanbestedingswet diverse wijzigingen ondergaan. Dat betekent dat ook Leerdam deze wijzigingen in zijn inkoopbeleid moet verwerken. Dit zal samen gebeuren met de gemeenten Vianen en Zederik en met IBMN. Ook Vianen en Zederik zijn immers aangesloten bij IBMN. Uitgangspunt bij deze actualisering (en harmonisering) zal zijn het huidige inkoopbeleid van de gemeente Leerdam, dat door IBMN als het meest flexibel van de drie gemeenten wordt getypeerd. Met bijvoorbeeld veel ruimte voor het midden en kleinbedrijf. Eind 2016 zal ook het vernieuwde inkooptool door IBMN binnen de gemeente Leerdam worden uitgerold. Dit geeft in 2017 onze budgethouders meer ondersteuning bij de uitvoering van het inkoopbeleid. Juridische kwaliteitszorg Het team Juridische Zaken GLZ werkt net als de voorgaande jaren aan het verbeteren van de juridische kwaliteit binnen de GLZ-gemeenten. Hiertoe wenst het team Juridische Zaken GLZ in 2017 de juridische bewustwording binnen de drie gemeenten nog meer te vergroten. Dit draagt bij aan een gemeente die bewuste keuzes maakt en weet wat de consequenties zijn. De juridische adviseurs treden hierbij proactief, organisatiesensitief en oplossingsgericht op. De ambitie is dat de juridische adviseurs vaker en tijdig in het voortraject bij besluitvorming worden betrokken en de zichtbaarheid van het team Juridische Zaken binnen de drie gemeenten wordt vergroot. Naast het reguliere juridische advieswerk en de ondersteuning van de commissie bezwaarschriften, zet het team Juridische Zaken GLZ in op actieve informatievoorziening en het vergroten van het juridische kennisniveau binnen GLZ. In 2017 zullen door het team Juridische Zaken GLZ verdiepingscursussen Algemene wet bestuursrecht en een cursus Wob worden gegeven. Door nieuwsbrieven worden de collega’s op de hoogte gehouden van de juridische actualiteiten. Verder is het team Juridische Zaken GLZ in 2017 voornemens om in Leerdam en Zederik een pilot pré-mediation bij bezwaar te starten. In Giessenlanden loopt al een pilot. 2017 zal verder in het teken staan van de herindeling Vijfheerenlanden alsmede de ontvlechting van GLZ. In samenwerking met Juridische Zaken van Vianen zal er een visie voor Juridische Zaken Vijfheerenlanden worden opgesteld waarin onder meer de waarborging van de juridische kwaliteitszorg binnen de toekomstige gemeente Vijfheerenlanden zal worden uitgewerkt. Informatisering en communicatie

ICT Medio 2016 is in Vijfheerenlandenverband het plan van aanpak ICT vastgesteld. Doel van het plan van aanpak is om in de loop van 2017 te komen tot een samengevoegde ICT omgeving van de drie gemeenten Vianen, Leerdam en Zederik. Procesmatig vertoont het plan van aanpak grote overeenkomsten met het in 2010 opgestelde plan van aanpak om te komen tot samenvoeging van de ICT van de drie GLZ gemeenten Giessenlanden, Leerdam en Zederik. Het plan van aanpak heeft ruimte om eventueel ook de ICT dienstverlening aan de gemeente Giessenlanden te blijven continueren. Dit is afhankelijk van de plannen van de gemeente Giessenlanden wat betreft bestuurlijke samenwerking met de gemeente Molenwaard. Als uitwerking van het Plan van aanpak ICT Vijfheerenlanden zal in 2016 nog een financiële paragraaf worden opgesteld waarin de investeringsconsequenties worden bepaald. Deze investeringskosten moeten overigens niet per definitie als zogenaamde frictiekosten worden beschouwd. Investeringen in ICT zijn in 2015 en 2016 door de GLZ samenwerking waar mogelijk uitgesteld. Dat betekent dat de nodige investeringsruimte aanwezig is. Dienstverlening In de voorbereidingen op de te vormen gemeente Vijfheerenlanden wordt gewerkt aan een vast te stellen dienstverleningsconcept. De geschetste landelijke ontwikkelingen worden daarvoor bezien en indien van toepassing daarin opgenomen of krijgen een plaats in het dienstverlening ondersteunende informatiebeleidsplan. Hoe dan ook is in de gemeente Vijfheerenlanden een goed klantcontactsysteem noodzakelijk om dienstverlening gemeentebreed door te ontwikkelen en te bewaken op voortgang en uniformiteit. Tevens dient dit systeem de klant transparantie te bieden over de status van afhandeling van verzoeken. In 2016 is het telefonisch informatie centrum (TIC) op basis van de contourenschets dienstverlening voor diverse processen verder uitgebouwd naar eerstelijns afvang. In 2017 is het zaak deze ingeslagen weg te blijven volgen, zowel qua uitbouw van directe

Page 113: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 113

vraagafhandeling als ook continuïteit ten behoeve van deze klantcontacten. Hiermee wordt de link gelegd naar de geschetste ontwikkelingen in dienstverlening. Medio april 2016 is de nieuwe gemeentelijke website gerealiseerd, gebaseerd op het concept van toptaken. De omvang van de website is daarbij teruggebracht aan de hand van de meest gevraagde diensten, zodat er een goed beheersbare website is ontstaan. Hierbij is het aantal digitaal aangeboden producten met ruim 400 procent toegenomen. Voor ondernemers is de mogelijkheid toegevoegd om met eHerkenning veilig en snel diverse diensten af te nemen. Communicatie Met de inzet van communicatie willen we inwoners en ondernemers betrekken bij beleidsontwikkeling en maatschappelijke ontwikkelingen. De komende jaren verandert er veel voor inwoners. Zij moeten goed weten waar ze aan toe zijn. Speerpunt hierbij is de communicatie richting inwoners en bedrijven betreffende de bestuurlijke veranderingen met betrekking tot een gemeente Vijfheerenlanden. Een permanent speerpunt blijft het verder verbeteren van de externe schriftelijke communicatie zodat de inwoners de informatie van de gemeente als helder en transparant ervaren. Naast de inzet van communicatie richting inwoners willen we Leerdam ook meer gaan positioneren als potentiële woonomgeving. Als gemeente waar het prettig wonen, recreëren en ondernemen is. Niet alleen aandacht voor de verschillende nieuwbouwprojecten in Leerdam maar ook aandacht voor het brede scala aan voorzieningen en de centrale ligging in Nederland. Om Leerdam te profileren als ambitieuze gemeente werken wij samen met onze partners. Binnen de gemeentelijke organisatie zal communicatie worden ingezet bij de gewenste cultuuromslag ten behoeve van het ondersteunen van het “van buiten naar binnen werken”. Facilitair

Archief Jaarlijks wordt bij de jaarrekening van de gemeente Leerdam ook verantwoording afgelegd aan de provincie Zuid-Holland over de wijze waarop het archief van de gemeente Leerdam wordt beheerd. Aan de hand van Kritische Prestatie Indicatoren (KPI) wordt in beeld gebracht of het archief aan de eisen van de Archiefwet 1995 voldoet. De verbeterpunten zijn samen met het Regionaal Archief Gorinchem vastgelegd in een plan van aanpak. Met de uitvoering is 2015 gestart en in 2016 is hieraan vervolg gegeven. Ook in 2017 zal de uitvoering worden vervolgd. Hierbij zal worden aangesloten bij de werkzaamheden die vereist zijn in het kader van de samenvoeging. In 2016 is door een gespecialiseerd bureau een depotinspectie gehouden op mogelijke schimmels en ongedierte in de archiefruimte. De resultaten blijven binnen de normen. Kleine maatregelen zijn getroffen. In 2017 zal de inspectie worden herhaald. Onderdeel van de te nemen stappen in het kader van de Kritische Prestatie Indicatoren is het bewerken van de archieven van de voormalige gemeenten Schoonrewoerd en Kedichem. Deze archieven maken deel uit van het historisch archief van de gemeente Leerdam. Dit deel van het historisch archief is in 2014 niet overgebracht naar het Regionaal Archief Gorinchem, omdat het nog niet was bewerkt. Dit betekent dat de archieven nog toegankelijk gemaakt moeten worden (opschonen en opnieuw inventariseren). Het overbrengen van deze archieven naar het Regionaal Archief maakt het historisch archief van de gemeente Leerdam daar compleet. De kosten voor het bewerken van deze archieven (in totaal circa 75 strekkende meter) zijn geraamd op € 35.000, -. De kosten voor de diensten van het Regionaal archief bedragen € 3.000, - per jaar. In 2017 worden de werkzaamheden opgepakt die nodig zijn voor een goede afsluiting van de archieven en de werkzaamheden gericht op het archiefbeheer in de nieuw te vormen gemeente Vijfheerenlanden.

Page 114: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 114

Gebouwenbeheer In 2016 is het meerjaren onderhoudsplan voor gebouwen geactualiseerd. In 2017 wordt gestart met de uitvoering van dit plan. Het gaat hierbij om klein onderhoud zoals schilderwerk aan diverse panden, waaronder de glasblazerij. Daarnaast worden diverse veiligheidsinstallaties vervangen. Afhankelijk van de voortgang in 2016 zal de uitvoering van de renovatie van het Moluks Ontmoetingscentrum in 2017 verder plaatsvinden. De verwachting is dat dit doorloopt tot het 2e kwartaal van 2017. 2017 zal ook in het teken staan van het maken van een huisvestingsplan voor de gemeente Vijfheerenlanden. Planvorming en uitwerking zal de nodige aandacht vragen van de gebouwbeheerder.

Page 115: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 115

Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen

Algemeen De gemeente Leerdam heeft op haar grondgebied een groot aantal kapitaalgoederen zoals gebouwen, wegen, constructies, riolering, water en groen. Het onderhouden van deze kapitaalgoederen is belangrijk omdat deze een grote bijdrage leveren aan de uitvoering van de programmadoelstellingen van de begroting van de gemeente Leerdam. (De staat van) deze kapitaalgoederen bepaalt voor een belangrijk deel ook het aanzien van de gemeente. Zij vervult met betrekking tot de kapitaalgoederen dan ook een rentmeesterrol. Onderhoud wordt niet alleen gepleegd voor de huidige gebruikers, maar ook voor alle toekomstige gebruikers, voor de volgende generatie. Een aantal van de taken, waarop kapitaalgoederen betrekking hebben, is verplicht. Zo heeft de gemeente een wettelijke plicht met betrekking tot het beheer van de riolering en het onderhoud van wegen. Achterstallig onderhoud bij kapitaalgoederen kan leiden tot risico’s en dit kan resulteren in een mogelijke aansprakelijkstelling van de gemeente. Kapitaalgoederen leggen een aanzienlijk beslag op de gemeentelijke middelen. Dit geldt niet alleen voor de aanschaf als investering, maar ook voor de jaarlijkse exploitatie- en onderhoudskosten die hier uit voortvloeien. Het gaat dan onder meer om de kosten van rente en afschrijving, groot en klein onderhoud en beheer. Kapitaalgoederen vergen een duurzame vorm van onderhoud – vaak gebaseerd op beginselen van economisch rationeel beheer - op basis van door de raad vast te stellen beleidskaders. De paragraaf kapitaalgoederen vormt voor de raad achtergrond- en raadpleeginformatie. Door vaststelling van de programmabudgetten stelt zij ook de daarin opgenomen beheer- en onderhoudsbudgetten voor kapitaalgoederen vast. De paragraaf kapitaalgoederen verschaft informatie over welke (beleidsmatige) uitgangspunten bij de aanwending van deze budgetten gehanteerd worden.

De kapitaalgoederen Kaders De gemeente heeft de verantwoordelijkheid voor het beheer van de openbare ruimte en gemeentelijke gebouwen. Dit zijn wegen, openbare verlichting, riolering, civiele kunstwerken, water, groen en gebouwen. Deze zogenaamde kapitaalgoederen hebben onderhoud nodig, zodat wij een veilig gebruik kunnen waarborgen. De kosten daarvan en de planning zijn vastgelegd in beheerplannen. Algemeen: Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR beeld) In 2011 is door de gemeente Leerdam de plan Kwaliteit Openbare Ruimte (KOR) vastgesteld. Dit plan beschrijft en laat zien welk kwaliteitsniveau de gemeente Leerdam nastreeft in de openbare ruimte.

Page 116: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 116

Algemeen: Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR beeld) Om de kwaliteitsambitie van het KOR waar te kunnen maken, is in 2013 het Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR) opgesteld. Eind 2013 heeft het College besloten om het HIOR toe te passen en hiermee de kwaliteit en beleving van de openbare ruimte in de verschillende wijken van Leerdam met elkaar in overeenstemming te brengen. Om dit te kunnen realiseren is de totale openbare ruimte opgedeeld in verschillende soorten gebieden, zoals woon- en werkgebieden, hoofd- en wijkinfrastructuur, en verblijfsgebieden (zie afb.). Per gebiedstype is een zorgvuldige afweging gemaakt ten aanzien van de wegprofielen, verhardingsmaterialen, het spelen, straatmeubilair, en de beleving van het openbaargroen en het water. De kwalitatieve kaders voor het beheer van de hiernavolgende kapitaalgoederen zijn opgenomen in het KOR. Vanuit de verschillende teksten wordt hier dan ook naar verwezen als basis voor het beheer. Het HIOR wordt verder uitgebreid met technische inrichtingseisen. Hierin staat welke technische eisen de gemeente Leerdam hanteert voor de inrichting van de openbare ruimte. Een goede technische invulling voorkomt beheerproblemen of versnelde vervanging in de toekomst. Eem Openbaar Groen Inrichting en beheer van openbaar groen behoort tot de kerntaken van de gemeente. De kaders voor inrichting en beheer van groen zijn vastgelegd in het groenbeleidsplan. Naast de visie op de groenstructuur is specifiek beleid opgesteld voor het beheersen van onkruid, het beheer van bomen, het uitgeven van snippergroen, ecologisch beheer en het uitvoeren van de kapregelgeving. De groene inrichting van de buitenruimte is een investering in leefbaarheid. Groen waarborgt een prettig woon- en leefklimaat. Reden om de groene ruimte duurzaam in stand te houden. Om dit te realiseren is een renovatiebegroting groen opgesteld. Deze begroting is de basis voor tijdige vervanging van de groene ruimte. De beheerstrategie van het groen is nader onderbouwd in het kwaliteitsplan openbare ruimte (KOR). Dit plan voorziet in een vastgesteld onderhoudsniveau. Dit ambitieniveau is op basis van beeld geformuleerd, hetzelfde beeld is leidend bij de uitvoering van beheer en onderhoud in de groene ruimte. Het KOR voorziet daarnaast in een financiële onderbouwing voor de te bereiken resultaten. Voor de Leerdamse natuurtuin (Varsseveld) is een separaat beheerplan opgesteld. Het plan voorziet in beheerafspraken m.b.t. de natuurzones, de speelzones en aanwezig meubilair en andere (speel)voorzieningen. Spelen Het beheer en onderhoud van de Leerdamse speelplaatsen is gebaseerd op de notitie 'ruimte om te spelen' (Leerdam 2005), de quick scan speelruimte 2010 en de beheermethode 'ladderdam'. In ladderdam zijn de locatie, omvang en inrichting van speelplekken gebaseerd op de grootte van de doelgroep, bestaande uit Leerdamse kinderen van 0 t/m 18 jaar. Om de veiligheid van de toestellen te waarborgen wordt jaarlijks een veiligheidsinspectie uitgevoerd. De resultaten van deze inspectie worden verwerkt in een digitaal logboek (play mapping). Ook tussentijdse schades en herstelwerkzaamheden worden in dit logboek verwerkt. Leerdam beschikt zo altijd over een up to date overzicht van de staat van onderhoud. Op basis van een afschrijvingsmodel worden toestellen tijdig vervangen. Bij de vervanging wordt rekening gehouden met de doelstellingen die in de quick scan en in het beleidsplan staan geformuleerd.

Page 117: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 117

Begraafplaatsen Het beheer van de Leerdamse begraafplaatsen is gebaseerd op het beheerplan begraafplaatsen 2003. In 2015 is het integraal beheer op de markt gezet op basis van een innovatieve aanbesteding. Met deze nieuwe werkwijze en de gestelde kaders wordt voldaan aan de eisen uit het KOR. Gemeentegronden In 2012-2013 heeft de gemeente een inventarisatie naar oneigenlijk gebruik van gemeentegronden uitgevoerd met als resultaat: 450 percelen van 5 m2 en meer in gebruik bij derden. Daarnaast is een start gemaakt met een evaluatie van het snippergroenbeleid. Op basis van de nu beschikbare gegevens is een strategie worden bepaald m.b.t. oneigenlijk gebruik. De bestemmingsreserve zoals gevormd uit de inkomsten uit verkoop van gronden zal worden ingezet om de grond die opnieuw in beheer en eigendom van de gemeente komen in te richten conform de eisen uit het KOR. Wegen Het wegenbeleidsplan uit 2014 geeft de beleidskaders voor de planperiode 2014-2018. Eind 2014 is de gemeenteraad inzicht gegeven in de financiële effecten hiervan voor de lange termijn. Daarvoor is onder meer onderzoek verricht naar de kwaliteit van wegfunderingen en deklagen. Door waar mogelijk bewust te kiezen voor low-budget onderhoud* wordt ruimte gecreëerd om met een beperkte verhoging van het jaarlijks onderhoudbudget (€ 74.000 /jr. vanaf 2016, gedurende 23 jaar) de uitgaven voor de eerstkomende 40 jaren beperkt te houden. Verwacht wordt dat de dekking voor deze extra financiële impuls te bereiken is door te bezuinigen op de uitgaven voor de rioleringszorg waardoor het totaal aan lastendruk a.g.v. weg- en rioolbeheer op de burgers en bedrijven in Leerdam niet of zeer beperkt zal toenemen. Onder low budget kan worden verstaan het niet vervangen van bestratingsmaterialen, het later vervangen van wegfunderingen, pleksgewijs repareren etc. In dit wegenbeleidsplan is niet alleen een technische kwalificatie de basis voor een ingreep maar wordt daarbij ook gekeken naar de mate waarin risico optreedt voor gebruik en functioneren. De globale weginspecties, wijkschouwen (op basis van het KOR) en een inschatting van het risico zijn de ingrediënten voor een risico gestuurde beoordeling van de weg. Uitvoering van maatregelen wordt in de regel pas dan ingepland wanneer er een onacceptabel risico optreedt. Civiele kunstwerken Het beheer en onderhoud van de civiele kunstwerken vindt plaats op basis van het beleidsplan civiele kunstwerken 2007 - 2010. Op basis van dit beleidsplan is een maatregelplanning opgesteld voor de kunstwerken die op dat moment in beheer en eigendom van de gemeente Leerdam waren. De uitvoeringskosten van deze maatregelplanning is afgedekt door een jaarlijkse budget uit de meerjarenbegroting. Openbare verlichting Het beheer en onderhoud van de Leerdamse verlichtingsinstallaties vindt plaats op basis van het in 2004 opgestelde “Stappenplan verbetering Openbare verlichting“. Daarnaast heeft de gemeente Leerdam het Klimaatconvenant tussen het Rijk en de VNG 2007-2012 ondertekend, waarin afgesproken is dat er in 2020, 20% energiebesparing is gerealiseerd en 20% duurzame energie wordt toegepast. De onderhoudsactiviteiten en gedeeltelijke renovaties van de verlichtingsinstallaties vindt plaats op basis van bovengenoemde documenten. De uitvoeringskosten van deze activiteiten is afgedekt door een jaarlijkse budget uit de meerjarenbegroting en de voorziening Onderhoud lichtmasten. De gerealiseerde besparingen op energiekosten worden ingezet voor nieuwe besparingsprojecten. Een actualisatie van het beleidsplan is onder andere gewenst in verband met, de “nieuwe” Richtlijn openbare verlichting (ROVL) uit 2011 en het Energieakkoord dat in september 2013 door de Sociaal-Economische Raad (SER) afgesloten is met meer dan 40 organisaties, waaronder de VNG. De effecten van genoemde documenten worden vertaald in het beleidsplan, waarvan de actualisatie in 2017 is voorzien.

Page 118: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 118

Watergangen De gemeente en het waterschap hebben in 2013 een gezamenlijk beheer- en onderhoudsplan voor de watergangen in stedelijk gebied opgesteld. Dit plan gaat uit van 3 functies (natuur, cultuur of gebruik), naast de overal geldende aan- en afvoerfunctie van water. Het maaibeheer van de watergangen en aanliggende oevers is in samenspraak met het groenbeheer afgestemd op de toegewezen functies. Vanaf 2014 vindt het maaibeheer op deze manier in een hernieuwd maaibestek plaats. Indien mogelijk vinden ook herinrichting van (delen van) watergangen plaats (aanleg natuurvriendelijke oevers, verdiepen). Het groot onderhoud (baggeren) van de watergangen is vastgelegd in het baggerprogramma 2010-2016. Jaarlijks wordt de dikte van de baggerlaag bepaald. Op grond hiervan besluit de gemeente of tot baggeren wordt overgegaan. De gemeente hanteert als uitgangspunt dat er minimaal 70 cm waterdiepte aanwezig moet zijn: bij een kleinere waterdiepte moet gebaggerd worden. Het waterschap hanteert een cyclus van 15-18 jaar: de hoofdwatergangen zal het waterschap op basis van het huidige programma in 2023 of 2026 opnieuw baggeren. In 2013 hebben waterschap en gemeente een zogeheten watersysteemanalyse uitgevoerd. Dit onderzoek geeft inzicht in de factoren die de waterkwaliteit in Leerdam-Noord bepalen. Naar aanleiding van dit onderzoek is in 2014 een maatregelenpakket opgesteld Vanuit het Stedelijk waterplan is de aanleg van een inlaat voor Leerdam Oost ter hoogte van Lingesteijn voorzien om deze wijk door te kunnen spoelen en de waterkwaliteit te verbeteren. In overleg met het waterschap lijkt realisatie in 2016 haalbaar. Ook vindt de verdere ontwikkeling van de Wateras plaats (nieuwe watergang tussen zwembad/ Meesplein – Schoolstraat/ Talmastraat en Raadsliedenbuurt). In 2015 is het gedeelte Schoolstraat –Talmastraat worden aangelegd, waarop de aanleg van de Voormolenvliet (gedeelte bij het zwembad) nog volgt. Met de uitvoering van deze 2 projecten is de Wateras voltooid. In 2015 is de Grote Wielsloot voltooid, aan de realisatie is bijgedragen vanuit het stedelijk waterplan. Deze watergang dient voor de afvoer van overtollig water uit de wijk Leerdam-West ten zuiden van de Tiendweg. Beschoeiingen Op basis van de meerjarenplanning 2012-2020 zal de gemeente in 2016 op diverse plaatsen beschoeiingen vervangen. Uitvoering conform en op basis van het handboek inrichting openbare ruimte (HIOR). In het kader van de overgang naar het integrale beheerprogramma OBSURV en het op te stellen IBOR is in 2016 een inventarisatie opgestart van alle beschoeiingen (materiaal en staat van onderhoud). Deze inventarisatie stelt ons in staat bewuste beheerkeuzes te maken. Op dit moment is geen structureel budget aanwezig. Wegmeubilair Nagenoeg alles wat in de openbare ruimte is geplaatst met het als doel het gebruik van deze openbare ruimte te reguleren valt onder “wegmeubilair”. Van bankjes tot straatnaambordjes, van hekwerken bij scholen tot maaibescherming bij bomen. Welke uitstraling en materialen gebruikt moeten worden en de technische uitwerking is opgenomen in het Handboek inrichting openbare ruimte. Er ligt (nog) geen beheerplan specifiek voor wegmeubilair. Beheer en onderhoud vindt plaats op ad hoc basis Riolering Gemeenten zijn wettelijk verplicht om een verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) op te stellen. Dit plan bepaalt in de gemeente Leerdam de normen voor de kwaliteit van het milieu en het onderhoud van de riolering. In 2015 is het nieuwe verbrede vGRP voor de periode 2016-2020 door de raad van de gemeente Leerdam vastgesteld. Met dit GRP is het z.g. risico gestuurd beheer van de gemeentelijke riolering geïntroduceerd. Dit houdt in dat vanaf 2016 de vervanging van rioolleidingen indien mogelijk niet eerder wordt uitgevoerd dan het moment dat verwacht wordt dat de risico’s voor disfunctioneren van het rioolsysteem te groot zijn geworden. Met het vGRP zijn de middelen aanwezig om de taken op gebied van vuilwaterriolering, hemelwater en grondwater jaarlijks aan te pakken. Jaarlijks wordt een managementsamenvatting met planning en financieel overzicht gemaakt, om eventuele veranderingen en verbijzonderingen van de te nemen maatregelen mogelijk te maken. Het gaat om veranderingen die worden veroorzaakt door onder meer toename en verslechtering van schadebeelden door tussentijdse rioolinspecties, afstemming met wegonderhoud, verkeers-aanpassingen, nieuwe wet- en regelgeving en overige ruimtelijke ontwikkelingen. In een aantal gevallen verschuift de uitvoering van in enig jaar voorgenomen

Page 119: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 119

rioleringswerkzaamheden door naar een volgend jaar. Een juiste verantwoording per jaar van geplande en uitgevoerde werkzaamheden wordt daardoor bemoeilijkt. Vanaf 2017 zal een doorkijk worden gegeven van de te nemen maatregelen voor een periode van 1-4 jaar. Hiermee zal onder meer de eerder genoemde jaarlijkse verantwoording worden vereenvoudigd en kan het plan ook gebruikt worden voor een Integraal beheerplan voor de gehele openbare ruimte. De uitgaven voor de werkzaamheden genoemd in het vGRP worden budgettair neutraal gedekt uit opbrengsten van het heffen van rioolheffing. Om de jaarlijkse fluctuatie van deze uitgaven mogelijk te maken, wordt gebruik gemaakt van een rioolegalisatievoorziening. In 2019 wordt naar verwachting voor de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden een nieuw GRP opgesteld. Als voorbereiding hierop en om het mogelijk te maken om bij de start van de nieuwe gemeente over één rioolheffing te beschikken worden in 2017 hiervoor harmonisatiewerkzaamheden uitgevoerd. Samenwerking in de afvalwaterketen Vanaf 2014 wordt in het kader van het Bestuursakkoord Water 2011, verder vorm worden gegeven aan de samenwerking tussen de AV-gemeenten, de gemeenten Papendrecht, Sliedrecht en Vianen alsmede het waterschap Rivierenland. Vanuit een verbindende samenwerkingsvorm wordt beoogd om door te groeien naar een georganiseerd verband met een financieel en kwalitatief optimaal takenpakket. Hiermee moet door doelmatig beheer van de afvalwaterketen de volgende resultaten worden bereikt: - een besparing van ca. 14 % in 2020; - vergroting van kwaliteit en innovatiekracht door bundeling van kennis en vermindering van kwetsbaarheid door bundeling van capaciteit. Met de uitkomsten van de in 2016 uitgevoerde landelijke monitor over de voortgang van de Samenwerking wordt verwacht dat ook de regio waar Leerdam deel uit maakt haar ambities gaat halen. Aanpak wateroverlast ten gevolge van hevige regenval In de zomer van 2011 is Leerdam getroffen door zeer hevige regenbuien, hetgeen veel wateroverlast heeft veroorzaakt. In 2014 is een “Plan van aanpak wateroverlast door hevige regenval” opgesteld en door het college goedgekeurd. In dit plan is voorgesteld een aantal maatregelen te treffen om ook voor de overige kwetsbare gebieden mogelijke herhaling in de toekomst zo veel mogelijk te beperken. Bij de lopende projecten wordt waar mogelijk en zinvol, ingestoken op afkoppelen van het verhard oppervlak door aanleg van hemelwaterriolering. Bij ontwerp van nieuwe riolering en bij vervanging van oude rioolleidingen wordt rekening gehouden met zwaardere buien en ook gekeken naar een water robuuste inrichting van de straat. Tijdelijk water op straat bij hevige neerslag is niet te voorkomen, maar mag geen overlast geven. Afstroming naar en in gebouwen dient zo veel mogelijk te worden voorkomen. Hierbij wordt niet alleen gezocht naar oplossingen ondergronds, in de riolering, maar met name ook naar maatregelen op maaiveldniveau zoals creëren van berging op straat, hemelwater langer vasthouden, afkoppelen en/of voorkomen van toestroming regenwater vanuit andere straten. De eerste ervaringen tijdens de hoosbuien van 2015 en 2016 zijn positief. Deze buien, welke niet het karakter hadden van 2011, hebben niet of nauwelijks tot problemen geleid. . Voorbeelden van de aanpak in 2017 zijn: 1e fase herinrichting van het gebied ten zuiden van de Tiendweg; intensivering van monitoring van het rioolstelsel om met behulp van de resultaten daarvan voor de nog resterende kwetsbare gebieden van Leerdam de juiste maatregelen te kunnen nemen; het vaststellen van z.g. aanwijsgebieden voor het verplicht afkoppelen van hemelwater door burgers en bedrijven alsmede het intensief gebruik van communicatiemiddelen om hen te stimuleren om op eigen terrein maatregelen te nemen om hemelwateroverlast te beperken.

Page 120: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 120

Onderhoud gebouwen In 2016 is het meerjarig onderhoudsplan voor gebouwen geactualiseerd. In 2017 wordt gestart met de uitvoering van dit plan. Het gaat hierbij om klein onderhoud zoals schilderwerk aan diverse panden, waaronder de glasblazerij. Daarnaast worden diverse veiligheidsinstallaties vervangen. Afhankelijk van de voortgang in 2016 zal de uitvoering van de renovatie van het Moluks Ontmoetingscentrum in 2017 verder plaatsvinden. De verwachting is dat dit doorloopt tot het 2e kwartaal van 2017. 2017 Zal ook in het teken staan van het maken van een huisvestingsplan voor de gemeente Vijfheerenlanden. Planvorming en uitwerking zal de nodige aandacht vragen van de gebouwbeheerder. Financiële consequenties Bedragen x € 1.000 Taakveld

Omschrijving Begroting 2016

Begroting 2017

MJB 2018 MJB 2019 MJB 2020

5.7

Onderhoud groenvoorziening Beleid/beheer groenvoorziening Speelvoorzienigen Beleid/beheer waterbeheer Onderhoud waterbeheer

1.491 108 165 343 41

1.503 99

165 283

-

1.516 100 166 286

-

1.528 101 167 288

-

1.539 102 166 291

-

7.2 Onderhoud riolering Beleid/beheer riolering

300 2.194

290 1.227

292 1.243

265 1.261

297 1.280

7.5 Beleid/beheer begraafplaatsen Begraven en onderhoud begraafpl.

104 343

93 379

90 347

91 316

93 309

2.1

Beleid/beheer wegen Onderhoud wegen Beleid/beheer openbare verlichting

1.763 402 410

1.736 319 416

1.822 319 420

1.851 319 424

1.781 321 428

TOTAAL 7.664 6.511 6.601 6.641 6.607

Page 121: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 121

Algemeen

Doel van de paragraaf verbonden partijen Een verbonden partij is een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke organisatie waarin de gemeente Leerdam een bestuurlijk en/of een financieel belang heeft. Een bestuurlijk belang betekent dat de gemeente zeggenschap heeft door vertegenwoordiging in het bestuur of via stemrecht. Een financieel belang houdt in dat de gemeente een bedrag ter beschikking stelt aan de verbonden partij of risico loopt door bijvoorbeeld garantstelling. Een verbonden partij voert veelal een gemeentelijke taak uit met een bestuurlijk of maatschappelijk belang. Participatie kan de gemeente niet alleen voordelen opleveren, maar ook financiële en bestuurlijke risico’s met zich meebrengen. De gemeente machtigt de verbonden partij taken uit te voeren, maar blijft zelf verantwoordelijk voor het realiseren van de afgesproken doelstellingen. Het college van Burgemeester en Wethouders bewaakt en stuurt zo nodig bij. De gemeenteraad controleert of de gemeentelijke taak conform de gestelde kaders wordt uitgevoerd. Zowel vanuit bestuurlijk, beleidsmatig en financieel oogpunt wordt verantwoording afgelegd over de activiteiten van verbonden partijen in de gemeentelijke begroting en jaarstukken. Dit gebeurt onder meer middels de paragraaf verbonden partijen. Beleidskader verbonden partijen In 2011 is de nota verbonden partijen gemeente Leerdam door de raad vastgesteld. In deze nota is het beleid van de gemeente Leerdam vastgelegd ten aanzien van verbonden partijen. De nota geeft de raad mogelijkheden om sturing te geven aan de verbonden partijen en daarop ook controle uit te oefenen. Middels de nota spreekt de raad onder meer uit dat: 1. Deelname aan een verbonden partij betekent voor de gemeente Leerdam het accepteren

van financiële en bestuurlijke risico’s. Om deze risico’s te beheersen is sturing vereist. Dit betekent dat de planning & controlcyclus van de verbonden partijen aan de voorkant aan moet sluiten op de gemeentelijke planning & controlcyclus.

2. De gemeente Leerdam wil nastreven dat de publiekrechtelijke verbonden partijen als start van hun jaarlijkse begrotingsproces bij alle (gemeenteraden van de) deelnemende partijen inventariseren wat per deelnemende partij de gewenste doelstellingen zijn en de kaders waarbinnen deze moeten worden gerealiseerd. In een Kadernota die door de verbonden partij dient te worden opgesteld kunnen deze dan worden afgewogen.

3. De gemeente Leerdam moet daar waar mogelijk streven naar een verzakelijkte verhouding met de verbonden partijen. Deze heeft kenmerken van een opdrachtgever – opdrachtnemer relatie en betreft zowel de kaderstelling als de wijze van uitvoering.`

4. Een beslissing om een samenwerking aan te gaan in een verbonden partij kan worden genomen aan de hand van beantwoording van zeven vragen in het hierna volgende afwegingskader: a) Is samenwerking noodzakelijk? b) Betreft het bij de samenwerking taken die het publieke belang dienen? c) Is volledige gemeentelijke betrokkenheid noodzakelijk? d) Zijn de risico’s van samenwerking te kwantificeren? e) Kan de samenwerking worden georganiseerd in een publieksrechtelijke rechtsvorm? f) Is de wijze van sturing en beïnvloeding geborgd? g) Is de schaalgrootte passend?

5. De informatievoorziening moet gestroomlijnd zijn. De “wat”-vraag hoort thuis bij het bestuur, de “hoe” -vraag bij de verbonden partij. Daarbij moet een gemeentelijk bestuurder in zijn rol als bestuurder van een verbonden partij zich laten ondersteunen door medewerkers van de verbonden partij en niet door medewerkers van de eigen gemeente. De bestuurder is immers actief als bestuurder van de verbonden partij en niet als wethouder van de gemeente die de taak heeft uitbesteed.

Paragraaf verbonden partijen

Page 122: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 122

Verbonden Partijen in 2017 Door de raad van de gemeente Leerdam is in 2015 per motie uitgesproken dat de raad - in aanvulling op de bepalingen uit de Wgr met betrekking tot de zienswijze termijn van acht weken op de begrotingen - ook een zienswijze termijn van zes weken wil hebben met betrekking tot de jaarrekeningen van GR’en. Dit standpunt van de raad is in 2015 ingebracht bij de gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente Leerdam deelneemt. De meeste GR’en zoals Avres, Regio AV, OZHZ, Waardlanden en OVL hebben inmiddels hun regeling aangepast. Hieronder staan de belangrijkste verbonden partijen van de gemeente Leerdam in 2016 toegelicht. Van deze verbonden partijen is zoveel mogelijk het publieke en bestuurlijke belang aangegeven. Ook gaan we in op de belangrijkste beleidsvoornemens van deze partijen voor 2017. Daarnaast behandelen we het financiële belang van Leerdam in de regelingen en de risico’s die hieraan verbonden zijn. Eventuele uittreding van Leerdam en Zederik uit GR’en leidt mogelijk tot een financieel risico. Ten aanzien van de mogelijke frictiekosten lijkt het ons logisch dat, wanneer er inderdaad sprake zal zijn van gedwongen uittreding door herindeling naar de Provincie Utrecht, wij hierover met elkaar in gesprek gaan. Het gaat hierbij om het bepalen van het saldo van alle frictiekosten en desintegratiekosten. Eventuele baten van te nemen maatregelen (bijvoorbeeld overname van overtollig geworden personeel) moeten naar onze mening worden afgetrokken van de bruto kosten. Daarnaast gaan wij ervan uit dat de gemeenschappelijke regelingen ook zelf maatregelen zullen nemen om de genoemde frictiekosten tot een minimum te beperken. De paragraaf wordt afgesloten met een financieel overzicht van de verbonden partijen. GR Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ te Dordrecht Publiek belang: De GR Gezondheid & Jeugd is gericht op de thema’s Publieke

Gezondheid, Onderwijs (en dan specifiek op het Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten (BLVS)) en het Jeugd Preventie Team (JPT. Daarnaast maakt de RAV (Regionale Ambulance Voorziening deel uit van de dienst. Ook is onderdeel van de dienst de Serviceorganisatie Jeugd: de backoffice voor de decentralisatie jeugd. De dienst richt zich mede op het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen en het stimuleren en inspireren van jongeren. Het bieden van een goede opleidingsbasis gericht op een gezonde en goed onderrichte toekomst is hierbij het uitgangspunt.

Betrokken partijen: Het betreft een samenwerkingsverband van zeventien gemeenten in de Hoeksche Waard, Drechtsteden, de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden.

Bestuurlijk belang: Namens onze gemeente heeft wethouder van der Leij zitting in het algemeen bestuur.

Financieel belang: Het Leerdamse aandeel in deze dienst betreft ongeveer 4,5% ofwel een bijdrage van € 5,15 miljoen in 2017. Meer dan 80% hiervan betreft de uitgaven in het kader van zorgkosten voortvloeiend uit de decentralisatie jeugd. De bijdragen voor de RAV worden betaald door zorgverzekeraars en het Rijk.

Risico’s: Het weerstandsvermogen van de dienst G&J is gering, terwijl de risico’s substantieel zijn. De Serviceorganisatie Jeugd heeft geen weerstandsvermogen/reserves. Tegenvallers t.o.v. de begroting komen ten laste van de gemeente.

Beleidsvoornemens: De dienst positioneert zich als een organisatie die - naast de uitvoering van de wettelijke taken - vooral gericht is op een beleidsmatige en regievoerende rol op het gebied van gezondheid, maatschappelijke zorg, onderwijs en jeugd. Voor de reguliere taken van de Dienst Gezondheid & Jeugd is er de afgelopen jaren een verbeterslag gemaakt, zo is er beter inzicht in de kostenveroorzakers. Ook in 2017 wordt nog een deel van het

Page 123: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 123

dekkingsplan uitgevoerd. De verwachting van de dienst is dat de bezuinigingen tijdig worden gehaald.

Programma: Programma 7 GR Omgevingsdienst ZHZ te Dordrecht Publiek belang: De omgevingsdienst ondersteunt gemeenten bij de uitvoering van hun

taken op het gebied van omgevingsrecht in het algemeen en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in het bijzonder. Alsmede taken op het gebied van vergunningverlening, handhaving en toezicht op grond van de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten.

Betrokken partijen: Het betreft een samenwerkingsverband van zeventien gemeenten in de Hoeksche Waard, Drechtsteden, de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden en van de Provincie Zuid-Holland.

Bestuurlijk belang: Namens onze gemeente heeft wethouder Meijdam zitting in het algemeen bestuur.

Financieel belang: De samenwerkende gemeenten betalen een inwonersbijdrage naar rato van het aantal inwoners en naar rato van de dienstverlening die wordt afgenomen. In 2017 wordt van Leerdam een bijdrage van bijna € 1,1 miljoen gevraagd. Dit is circa 4,9% van het totaal aan bijdragen van de deelnemende gemeenten en provincie Zuid-Holland.

Risico’s: De Omgevingsdienst heeft ook meerjarig een sluitende begroting. Het weerstandsvermogen bedraagt € 1,1 miljoen, Gegeven het risico profiel volstaat dit niveau van € 1,1 mln.

Beleidsvoornemens: Het is de ambitie van de dienst om een zo breed mogelijk pakket aan omgevingstaken uit te voeren. Inmiddels voert de dienst al voor 5 van de 18 deelnemers deze taken in volle breedte uit. De maatwerkgerichte dienstverlening van de dienst vindt daarbij plaats binnen dienstbreed afgesproken financiële en beheersmatige kaders. Daarbij wordt rekening gehouden met wettelijke ontwikkelingen op het gebied van private kwaliteitsborging in de bouw. Dit kan ertoe gaan leiden dat tot 43% van de werkzaamheden bij het verstrekken van bouwvergunningen gaan verdwijnen. In de achterliggende jaren is hard gewerkt aan het kwaliteitsniveau van de dienstverlening, de relatie met de bestuurlijke en ambtelijke opdrachtgevers en verdere optimalisering van de bedrijfsvoering. Met behoud van het goede wordt met ingang van 2017 een traject van doorontwikkeling in gang gezet om de organisatie voor te bereiden op nieuwe, majeure, ontwikkelingen. De komst van de Omgevingswet springt daarbij het meest in het oog. Die nieuwe wet vergt dat de organisatie en haar mensen nog meer oplossingsgericht en met integrale blik een bijdrage kunnen leveren aan maatschappelijk gewenste ontwikkelingen. De Omgevingsdienst participeert samen met gemeenten in regionale werkgroepen voor de invoering van de Omgevingswet.

Programma: Programma 0 en programma 8 GR Veiligheidsregio ZHZ (VRZHZ) te Dordrecht Publiek belang: De veiligheidstaken binnen de regio worden vorm gegeven volgens een

verplichte eigen gemeenschappelijke regeling. Dit is op basis van de Wet Veiligheidsregio (WVR). De brandweertaak en de GHOR vallen onder de regeling.

Betrokken partijen: Het betreft een samenwerkingsverband van zeventien gemeenten in de Hoeksche Waard, Drechtsteden, de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden.

Bestuurlijk belang: Namens onze gemeente heeft burgemeester Bruinsma zitting in het algemeen bestuur. Dit mede conform zijn wettelijke taken en bevoegdheden.

Page 124: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 124

Financieel belang: De gemeente zal in 2017 een bedrag van bijna € 1,8 miljoen voor brandweerzorg, huisvesting, overhead en maatwerk aan de VRZHZ ter beschikking stellen. Dat is ongeveer 4,6% van het totaal aan gemeentelijke bijdragen.

Risico’s: Door genomen en nog te nemen maatregelen o.a. in het kader van de vernieuwde brandweerzorg is het ondanks een aantal exogene ontwikkelingen niet nodig geweest de bijdragen van de gemeenten te verhogen. Op dit moment loopt een reorganisatie. Deze heeft gevolgen voor het aantal organisatieonderdelen. Bij het opstellen van de begroting was het niet mogelijk om hier rekening mee te houden. In de loop van 2016 zal de begroting voor 2017 hierop worden geactualiseerd middels een begrotingswijziging. Het weerstandsvermogen van € 389.000 is net voldoende voor de benodigde weerstandscapaciteit van € 369.000.

Beleidsvoornemens: In 2015 heeft de VRZHZ de laatste kazernes overgenomen van de gemeenten en heeft daarmee met ingang van 2016 ook het beheer van de kazernes overgenomen. Daarmee is de bijdrage aan VRZHZ gestegen. Momenteel wordt er door VRZHZ gewerkt aan een meerjarenbeleidsplan. De strategische beleidsdoelstellingen zijn geclusterd in 4 onderwerpen: risicobeheersing, operationele zorg en de voorbereiding daarop, de VR en haar omgeving en bedrijfsvoering. De begroting houdt al rekening met deze ingezette lijn. Op het gebied van Risicocommunicatie wordt er de komende periode hard getrokken aan een nader uit te voeren risicocommunicatiebeleid. Dat vergt bij de gemeentelijke partners inzet en beschikbaar stellen van middelen. Mogelijk dat voor Leerdam gerekend moet worden op een extra bijdrage van circa € 5.000 tot € 7.500 per jaar. Het betreft invulling geven aan de lokale verantwoordelijkheid om structureel iets aan risicocommunicatie te gaan doen.

Programma: Programma 1. GR Avres te Gorinchem Publiek belang: Avres voert de Participatiewet uit. Deze wet is er om zoveel mogelijk

mensen met of zonder arbeidsbeperking aan het werk te helpen. Avres is ontstaan uit de fusie tussen RSD en Avelingen Groep. Door de fusie van de twee organisaties is er één nieuw Werk-Leerbedrijf ontstaan. Dit maakt het makkelijker om taken op het gebied van werken, leren en inkomen op een goede manier uit te voeren. Avres ondersteunt zowel werkzoekenden als werkgevers.

Betrokken partijen: Dit is een gemeenschappelijke regeling voor de gemeenten Gorinchem, Giessenlanden, Hardinxveld-Giessendam, Leerdam, Molenwaard, Lingewaal en Zederik. De gemeente Hardinxveld-Giessendam treedt per 1-1-2018 uit de GR Avres.

Bestuurlijk belang: Namens onze gemeente is wethouder Bruggeman voorzitter van het dagelijks bestuur en algemeen bestuur en heeft wethouder Keppel zitting in het algemeen bestuur.

Financieel belang: Op het moment van samenstelling van de Leerdamse begroting waren het jaarplan en de begroting van Avres nog niet beschikbaar. Volgens de aangepaste planning van Avres verschijnt deze in het najaar van 2016.

Risico’s: Op het moment van samenstelling van de Leerdamse begroting waren het jaarplan en de begroting van Avres nog niet beschikbaar. Volgens de aangepaste planning van Avres verschijnt deze in het najaar van 2016.

Beleidsvoornemens: In overleg met de raden worden de beleidsvoornemens jaarlijks vastgelegd in het jaarplan.

Programma: Programma 6

Page 125: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 125

GR Alblasserwaard & Vijfheerenlanden te Gorinchem Publiek belang: Inhoud geven aan samenwerking op bovenlokale thema’s betreffende

verkeer en vervoer; volkshuisvesting; economie; toerisme; ruimte; duurzaamheid; cultuur en maatschappelijke ondersteuning (waaronder de regie op de Molenhopper).

Betrokken partijen: Dit betreft een samenwerkingsverband van de gemeenten Giessenlanden, Gorinchem, Molenwaard, Leerdam en Zederik. De gemeente Hardinxveld-Giessendam verlaat per 1-1-2017 de regio AV en treedt toe tot de Drechtseden.

Bestuurlijk belang: De bestuurlijk/politieke aansturing verloopt via de portefeuillehouders. Namens onze gemeente hebben burgemeester Bruinsma en wethouder Bruggeman zitting in het algemeen bestuur.

Financieel belang: De bijdrage in 2017 bedraagt € 153.000. Dit betreft 21,9% van de in 2017 door de GR te maken kosten. De kostenverdeling vindt plaats naar rato van het inwonertal. Daarnaast is een bijdrage van € 111.000 in de regiobegroting opgenomen voor werkzaamheden in het kader van jeugd en het sociaal domein.

Risico’s: De behoefte aan weerstandsvermogen is genormeerd op€ 250.000. De weerstandscapaciteit is echter gedaald naar € 170.000. Er volgt nog een notitie om een en ander te bezien. Daarnaast beschikt de regio AV over enkele bestemmingsreserves. De omvang van deze bestemmingsreserves bedraagt ruim € 1 miljoen en is grotendeels vrij besteedbaar. Voor nieuwe regio-initiatieven is bijna € 600.000 beschikbaar. Voor cofinanciering Leader en Maritieme Delta wordt jaarlijks € 55.700 uit het regiofonds gehaald. De financiële gevolgen in verband met het uittreden van de gemeente Hardinxveld-Giessendam zoals de financiering van de doorlopende kosten zoals overhead zijn verwerkt in de begroting 2017. Uitgangspunt is dat de doorlopende kosten gedurende 3 jaar (per jaar € 107.000) uit een in 2016 nieuw te vormen bestemmingsreserve worden gefinancierd. Bestuurlijke besluitvorming omtrent het uittreden (inclusief financiële condities) moet in 2016 plaatsvinden. Op dit moment is omvang van de nieuwe bestemmingsreserve zodoende een financieel risico

Beleidsvoornemens: Met als uitgangspunt continuïteit van beleid heeft het uittreden van de gemeente Hardinxveld-Giessendam geen gevolgen voor de taken en activiteiten van de AV. De begroting 2017 is beleidsarm op basis van de regioagenda 2015-2018 opgesteld.

Programma: Voornamelijk programma 0 Samenwerking Giessenlanden, Leerdam en Zederik (GLZ) Publiek belang: Een professionele en efficiënte ambtelijke organisatie wat betreft de

taakvelden personeel en organisatie; juridische zaken; ICT en de uitvoering van de Wmo.

Betrokken partijen: Dit betreft de gemeenten Giessenlanden, Leerdam en Zederik. Bestuurlijk belang: Namens onze gemeente heeft burgemeester Bruinsma zitting in de

Bestuursraad GLZ. De GLZ samenwerking is niet gebaseerd op een publiekrechtelijke grondslag. Het is dus geen gemeenschappelijke regeling met een algemeen en dagelijks bestuur.

Financieel belang: De verdeelsleutel is gebaseerd op inwoneraantallen. De gemeente Leerdam draagt 42,7% bij aan de voor gemeenschappelijke rekening gemaakte kosten van de GLZ samenwerking.

Risico’s: De drie GLZ gemeenten delen in het risico van de voor gemeenschappelijke rekening gemaakte kosten.

Beleidsvoornemens: De gemeente Giessenlanden heeft er in 2013 voor gekozen om de GLZ samenwerking niet verder door te ontwikkelen. In aanloop naar de herindeling naar de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden zal in 2017 de ontvlechting van de GLZ samenwerking nadrukkelijk op de agenda staan.

Programma: Programma 0 en 6

Page 126: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 126

GR Reinigingsdienst Waardlanden te Gorinchem Publiek belang: Reinigingsdienst Waardlanden is gespecialiseerd in het ophalen van

afval. Naast huishoudelijk afval wordt ook bedrijfsafval ingezameld. Dit gebeurt met gespecialiseerde reinigingsvoertuigen en dat waarborgt een efficiënte afvalinzameling.

Betrokken partijen: Dit betreft de gemeenten Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Leerdam, Molenwaard en Zederik.

Bestuurlijk belang: Namens de gemeente heeft wethouder Meijdam zitting in het algemeen bestuur.

Financieel belang: Het samengestelde tarief per aansluiting blijft in 2016 gelijk. Voor 2016 wordt van Leerdam een bijdrage van ongeveer € 1,38 miljoen gevraagd voor afvalinzameling en -verwerking. Het tarief per aansluiting blijft gelijk. Daarnaast is er nog een dienstverleningsovereenkomst van € 48.000 voor machinaal vegen.

Risico’s: In 2016 is de risico-inventarisatie geactualiseerd en zijn maatregelen gedefinieerd om de risico’s te verminderen. De beschikbare weerstandscapaciteit van € 1,03 miljoen is net voldoende voor de geactualiseerde norm van € 1 miljoen.

Beleidsvoornemens: In 2017 zal de invoering van “omgekeerd inzamelen” vooral gericht zijn op communicatie gericht op gedragsverandering. Hierbij staat het verminderen van restafval en het scheiden van afval naar herbruikbare grondstoffen voorop. De rendementen uit het omgekeerd inzamelen zullen uiteindelijk ook zichtbaar worden in de exploitatie van de GR.

Programma: Programma 7 Naast deze verbonden partijen met een groot financieel belang neemt de gemeente Leerdam in 2016 deel in een aantal verbonden partijen met een kleiner financieel belang. Verbonden partij Toelichting Recreatieschap Lingegebied te Tiel

Het Natuur- en recreatielandschap Lingegebied exploiteert recreatiegebieden in het Lingegebied.

GR Gevudo te Dordrecht

De GR Gevudo is aandeelhouder van een circa 18% belang in het afval- en energiebedrijf HVC te Alkmaar. De GR garandeert ook 18% van de door HVC voor afvalverwerking aangetrokken leningen en indirect staat de gemeente dus garant voor die leningen, waarvoor zij een garantieprovisie uitkering ontvangt. Bij de jaarrekening 2015 was dat € 53.000

Rom-S te Schelluinen

De Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Schelluinen-West realiseert een bedrijventerrein voor de transportsector in Schelluinen. Het betreft een PPS van de A&V gemeenten met de BNG.

MLL te Gorinchem De MLL heeft tot taak het verbeteren van de spoorverbinding door het uitbreiden van het aantal haltes en het aanpassen van de bestaande haltes en de omgeving. Leerdam is in de Bestuursovereenkomst (2006) en de Samenwerkingsovereenkomst (2009) de inspanningsverplichting aangegaan om een nieuwe halte Broekgraaf te realiseren en de kwaliteit van de bestaande stationsomgeving te verbeteren. In 2016 heeft de raad het college opdracht gegeven om de mogelijkheden te onderzoeken om halte Broekgraaf niet aan te leggen. Redenen hiervoor zijn de beperkte financiële mogelijkheden in de GREX Broekgraaf, de voorwaarden die het ministerie van I&M ons oplegt die betrekking hebben op de aanleg van een nieuwe gelijkvloers overweg bij Broekgraaf en de geringe afstand tussen het bestaande station en de geplande locatie van Halte Broekgraaf.

GR OVL te Hardinxveld-Giessendam

De GR openbare verlichting Lek en Merwede is verantwoordelijk voor het verzorgen - namens de deelnemende gemeenten - van het beheer en onderhoud van de openbare verlichting in de betreffende gemeenten.

Eneco NV te Rotterdam

Op 31-1-2017 wordt Eneco gesplitst in een netwerkbedrijf en een energiebedrijf. De gemeente Leerdam wordt aandeelhouder van beide bedrijven.

IBMN te Vianen Het Inkoop Bureau Midden Nederland begeleidt de aangesloten

Page 127: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 127

Verbonden partij Toelichting gemeenten bij de uitvoering van aanbestedingsprocedures.

BNG te Den Haag De gemeente Leerdam is aandeelhouder. Oasen te Gouda De gemeente Leerdam is aandeelhouder.

Financieel belang met verbonden partijen in 2017 (bedragen x € 1.000; - = baten)

Verbonden partij 1 januari 2015 31 december 2015 Resultaat

2015

Leerdam 2017 EV VV EV VV € %

Gezondheid & Jeugd

721 9.894 9.375 22.561 4.906 V € 819 Inwonerbijdrage

€ 4.326 Serviceorganisati

e

4,3%

4,5%

Omgevingsdienst 1.019 4.458 1.805 6.0850 572 V € 1.060 4,9% Veiligheidsregio 6.385 49.064 6.083 68.323 68 V € 1.774 4,6% Avelingen Groep 2.860 6.037 2.410 5.995 68 N RSD 2.062 5.300 2.485 3.979 318 N Avres € 10.400 A&V 1.747 763 1.465 970 295 V € 153

Inwonerbijdrage € 111

Jeugd en sociaal domein

21,9%

GLZ n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 0 V 42,7% Waardlanden 1.204 12.713 987 15.389 71 N € 1.383 15,9% Lingegebied - - - - 0 V - - Gevudo 62 0 62 0 0 V - € 53 5,1% ROM-S (2014) 8.263 3.139 9.836 2.820 783 V - 7,4% MLL - - - - 0 V € 32 11,8% OVL 127 277 127 277 3 V € 33 8,6% IBMN Eneco (2014) 4.683.00

0 5.405.000 4.845.00

0 5.065.000 208.000

V - € 665 0,45%

BNG (2014) 3.582.000

149.923.000

4.163.000

144.348.000

226.000 V

- € 10 0,03%

Oasen (2014) 90.071 128.247 94.042 143.661 3.971 V € 0 2,8%

Page 128: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 128

Paragraaf grondbeleid Waar gaat deze paragraaf over?

In het eerste deel van deze paragraaf wordt een beschrijving gegeven van onze visie op het grondbeleid en de afgesproken algemene financiële kaders in samenhang met de ambities die de gemeente heeft op het gebied van volkshuisvesting en economische ontwikkeling. In het tweede deel wordt ook ingegaan op de reservepositie en de aanwezige risico’s bij gemeentelijke grondexploitaties. De belangrijkste risico’s bij de voorbereiding en uitvoering van gemeentelijke bouwplannen worden benoemd en ingegaan wordt op hoe deze risico’s worden beheerst. Een actualisatie van exploitatieberekeningen van de in uitvoering zijnde c.q. nog in uitvoering te nemen gemeentelijke grondexploitaties maakt tevens onderdeel uit van deze paragraaf.

Visie op het grondbeleid

In de Nota Grondbeleid “Regie en kwaliteit”, die in 2010 door de raad is vastgesteld, is de visie op het grondbeleid uitvoerig beschreven. Volstaan wordt met een korte samenvatting. Door middel van het ingrijpen op de grondmarkt wil de gemeente verschillende doelstellingen op het gebied van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, verkeer en vervoer, cultuur, sport en recreatie en de economische structuur realiseren. Daartoe voert de gemeente waar mogelijk een “actieve grondpolitiek”. Bij actief grondbeleid koopt de gemeente voor eigen rekening en risico gronden aan, maakt zij deze bouw- en woonrijp en verkoopt zij vervolgens bouwrijpe gronden aan derden. Bij facilitair grondbeleid is de grondexploitatie in handen van marktpartijen. De gemeente past dit toe wanneer projecten zeer risicovol zijn of wanneer de gronden in eigendom zijn van private partijen. Bij facilitair grondbeleid wordt op basis van een vooraf te sluiten (anterieure) overeenkomst het gemeentelijk kostenverhaal geregeld en worden locatie-eisen gesteld. Bij facilitair grondbeleid heeft de gemeente minder ruimte om gewenste doelstellingen te realiseren. In verband met de voorgenomen vorming van de gemeente Vijfheerenlanden zullen de nota’s grondbeleid van de drie gemeenten geharmoniseerd moeten worden. Onze huidige nota grondbeleid, die nu 6 jaar oud is, wordt in de tussentijd niet verder bijgesteld. Grondexploitaties: algemene financiële kaders

In de genoemde Nota grondbeleid zijn ook de financiële kaders omschreven die de gemeente hanteert bij de eigen gemeentelijke grondexploitaties (in jargon als GREX aangeduid): 1. Elke grondexploitatie (GREX) wordt minimaal eens per jaar (in principe bij de jaarrekening)

geactualiseerd. 2. De kosten van het gemeentelijk apparaat (loonkosten primair proces verhoogd met opslag

voor de overheadkosten) worden zoveel mogelijk (concreet op basis van geschreven uren) volledig toegerekend. Bij actief grondbeleid worden deze kosten gedekt uit de opbrengsten uit verkoop van grond. Bij facilitair grondbeleid worden de kosten meegenomen bij het kostenverhaal op de grondeigenaar/ontwikkelaar.

3. Uit voorzichtigheidsoogpunt wordt een batig saldo op een grondexploitatie pas aan de algemene reserve grondexploitatie toegevoegd indien deze daadwerkelijk gerealiseerd is.

Page 129: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 129

Een verwacht tekort op een grondexploitatie wordt direct genomen door hiervoor direct ten laste van de algemene reserve grondexploitatie een voorziening te vormen.

4. Een grondexploitatie wordt bij de jaarrekening afgesloten en dan vinden ook pas winstnemingen of vorming van een voorziening voor dekking van een tekort plaats.

Grondexploitaties: nieuwe ontwikkelingen Invoering Vennootschapsbelastingplicht (Vpb). Per 1 januari 2016 is de gemeente voor ondernemingsactiviteiten (zoals grondexploitatie) Vennootschapsbelastingplichtig. Voor grondexploitaties die na 1 januari 2016 nog in exploitatie zijn, (in ons geval Broekgraaf en de voormalige Heerenlanden College locaties Molenlaan en Eksterlaan) bestaat het risico dat jaarlijks over de in het dienstjaar gerealiseerde fiscale winst 25% Vpb-belasting moet worden afgedragen. Een extern bureau heeft eind 2015/begin 2016 een reële inschatting gemaakt naar de mogelijke financiële consequenties van de Vpb vanaf 2017. Vanaf 1 januari 2017 moet de gemeente namelijk de eerste aangifte Vpb (over 2016) bij de belastingdienst indienen. Deze berekeningen laten een maximale Vpb druk zien van zo’n € 40.000 ofwel € 100.000 lager dan onze eigen inschattingen voor de “winstlocaties” Molenlaan en Eksterlaan. Bij de jaarrekening 2015 hebben we de verwachte voordelige resultaten op deze twee locaties naar boven bijgesteld. De exacte consequenties van de invoering van de Vpb kan echter pas definitief worden bepaald wanneer we als gemeente een eerste aangifte hebben ingediend. Voornemen herziening BBV-verslaggevingregels rondom grondexploitaties. Vanaf 1 januari 2016 zijn de BBV-verslaggevingsregels rondom grondexploitaties gewijzigd:

• De maximale duur van grondexploitaties is op 10 jaar gesteld. Hiervan kan alleen gemotiveerd (na autorisatie van de gemeenteraad) worden afgeweken. In dat geval mag geen indexering meer worden toegepast voor opbrengsten later dan 10 jaar.

• Bij kostentoerekening aan bouwgrond in exploitatie moet verplicht worden aangesloten bij de kostenverhaalmogelijkheden zoals genoemd in de Wro.

• Er mag alleen de werkelijk betaalde rente aan grondexploitaties worden toegerekend. • Aan nog niet in exploitatie genomen gronden mogen geen kosten (rente en ambtelijke

inzet) worden toegerekend.

Deze regels passen wij toe. We hebben hier zelfs al op vooruitgelopen door bijvoorbeeld bij de grondexploitatie Broekgraaf al enkele jaren slechts de werkelijk betaalde rente (projectfinanciering) toe te rekenen. Grondexploitaties: reserve- en voorzieningenpositie begin 2017

Algemene reserve grondexploitatie: groei van € 5,6 miljoen na de jaarrekening 2015 naar € 6,82 miljoen eind 2017. De algemene reserve grondexploitatie vormt het weerstandsvermogen van de gemeentelijke grondexploitaties. Deze reserve vormt de buffer van waaruit tekorten op grondexploitaties gedekt worden en wordt gevoed door winsten op complexen aan deze reserve toe te voegen. Dergelijke mutaties worden altijd bij een jaarrekening uitgevoerd. Bij de laatste actualisatie is ook de risicoanalyse bijgesteld. Deze risicoanalyse komt uit op een totaal risicobedrag van Broekgraaf van € 6,13 miljoen. Deze analyse liet ook optimalisatiemogelijkheden zien van € 2,77 miljoen, waardoor het risicosaldo op € 3,36 miljoen uitkomt. Voor bepaling van de noodzakelijke weerstandscapaciteit laten we voorzichtigheidshalve deze optimalisatiemogelijkheden buiten beschouwing. Indien we kijken naar de verwachte ontwikkeling van de algemene reserve grondexploitatie voorzien wij een groei in omvang van € 5,64 miljoen na de jaarrekening 2015 naar € 6,82 miljoen vanaf eind 2017. Deze groei wordt veroorzaakt door de verwachte winsten op de vrijkomende locaties van het Heerenlanden College. Vanaf 2017 wordt geen rente meer

Page 130: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 130

bijgeschreven op de algemene reserve grondexploitatie in verband met de nieuwe regels in de BBV over hoe met rente moet worden omgegaan. Rekening houdend dat binnen de grondexploitatie Broekgraaf ook nog € 1,6 miljoen aan budget beschikbaar is voor onvoorziene uitgaven. Hiervan hebben we bij de jaarrekening 2015 50% ofwel € 0,8 miljoen meegenomen ter bepaling van de aanwezige weerstandscapaciteit. Met het meenemen van deze € 0,8 miljoen bedraagt de totale weerstandscapaciteit € 7,62 miljoen, dus ruim voldoende om het risicobedrag van € 6,13 miljoen op te vangen zonder rekening te hoeven met optimalisatiemogelijkheden. De hiervoor genoemde extra weerstandscapaciteit is overigens waarschijnlijk ook benodigd om de financiële consequenties van nieuwe ontwikkelingen op te vangen. Hiervoor zijn de stringentere BBV-verslaggevingsregels voor de grondexploitaties al beschreven. Bovendien kan de invoering van de vennootschapsbelastingplicht niet alleen consequenties hebben voor de vrijkomende locaties van het HLC maar ook voor de grondexploitatie Broekgraaf. Alhoewel voor deze grondexploitatie een tekort wordt berekend, kan dit vanuit fiscaal perspectief een geheel ander beeld geven. Hieronder wordt de ontwikkeling van de algemene reserve grondexploitatie vanaf vaststelling jaarrekening 2015 tot aan het eind van de in deze begroting opgenomen meerjarenperspectief weergegeven. Stand reserve na jaarrekening 2015 per 1-1-2016: € 5.639.000 Bij: rentetoevoeging 2016 (1,5%): + € 85.000 Verwachte stand reserve per 31-12-2016 € 6.299.000

Bij: rentetoevoeging 2017 (*2) n.v.t. Bij: mogelijke vrijval uit reserve bovenwijkse voorzieningen + € 70.000 Bij: voordelig resultaat locatie Molenlaan HLC (*1) + € 575.000 Bij: voordelig resultaat locatie Eksterlaan HLC (*1): + € 455.000 Verwachte stand reserve per 1-1-2018 € 6.824.000

Bij: rentetoevoegingen 2018 t/m 2020 n.v.t. Verwachte stand reserve per 1-1-2019 t/m 31-12-2020 € 6.824.000 (*1): De verwachte voordelige resultaten zijn gebaseerd op de laatste bijstellingen van deze grondexploitaties bij de jaarrekening 2015. Voor de locatie Molenlaan is er bij deze begroting ervan uitgegaan dat het voordelig resultaat pas in 2017 (een jaar later dan verwacht) door de gemeente wordt gerealiseerd. (*2): Vanaf 2017 wordt op basis van de nieuwe voorschriften van de BBV 2017 geen rente meer toegevoegd aan reserves. Voorziening dekking tekort complex Broekgraaf: € 840.000. Bij de jaarrekening 2015 is de grondexploitatie Broekgraaf voor het laatst herzien. Deze herziene grondexploitatie gaf bij het afsluiten van het complex eind 2029 een tekort van € 1.187.000 te zien, ofwel € 840.000 op basis van huidige waarde. Voor het laatst genoemde bedrag is bij de jaarrekening 2015 de tekortvoorziening met € 71.000 verlaagd. Jaarlijks moet 2,5% rente over de boekwaarde aan deze voorziening worden toegevoegd om eind 2029 een voorziening van bijna € 1,2 miljoen beschikbaar te hebben. Reserve bovenwijkse voorzieningen: omvang van € 271.000. Uit de reserve bovenwijkse voorzieningen worden de aanleg van infrastructurele werken of grootschalige groenvoorzieningen in het openbaar gebied bekostigd die een betekenis hebben die stijgt boven een individueel plan of grondexploitatie. In juli 2011 is de gemeenteraad op de hoogte gebracht dat er geen nota Bovenwijkse Voorzieningen wordt opgesteld omdat nut en noodzaak ontbreekt. Bij een eventuele nieuwe situatie wordt op grond van een verkeersmodel een bijdrage berekend en gevraagd. In deze voorziening worden de contractueel afgesproken bijdragen van ontwikkelaars voor te realiseren bovenwijkse voorzieningen gestort.

Page 131: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 131

Na de Nota risicomanagement heeft deze reserve een omvang van € 271.000 Hierop liggen de volgende claims:

- Realiseren ontsluiting Broekgraaf via Esdoornstraat: € 89.000; - Herstraten, aanleg riolering en verkeersdrempels in ’t Laantje van Van Iperen voor

€ 112.000;

Na realisatie van deze claims resteert nog zo’n € 70.000 in deze reserve die vervolgens, waarschijnlijk in 2017, kan worden toegevoegd aan de algemene reserve grondexploitatie. In voorbereiding/uitvoering zijnde particuliere bouwinitiatieven In 2017 zijn waarschijnlijk de navolgende bij private partijen in eigendom zijnde gronden nog in voorbereiding/ontwikkeling:

- De herstructurering van de locatie Siemensstraat in Leerdam West. - De Buitens van Van Iperen in Leerdam West (het Hartog en Bikker-terrein). - Herontwikkeling Europaplein: een commerciële ruimte uitbreiden en herinrichten van de

openbare ruimte (mogelijk dat dit project eind 2016 kan worden afgerond). - Ontwikkeling watertorenterrein. - Eiland van Heesen II.

Ten aanzien van deze projecten beperkt de inbreng van de gemeente zich tot een kaderstellende rol. De door de gemeente te maken kosten worden op de private partij verhaald, in eerste instantie via het afsluiten van een anterieure overeenkomst. Voor de stand van zaken en ontwikkelingen ten aanzien van deze particuliere bouwinitiatieven verwijzen wij naar de navolgende paragraaf Projecten. In uitvoering zijnde eigen gemeentelijke grondexploitaties

In 2017 zijn waarschijnlijk alleen de gebieden Broekgraaf en de locatie Eksterlaan van het HLC nog in ontwikkeling. We verwachten de locatie Molenlaan van het HLC in het voorjaar van 2017 definitief af te kunnen afsluiten. Voor de stand van zaken en ontwikkelingen m.b.t. de voorbereiding en uitvoering van deze gebiedsontwikkelingen verwijzen wij naar de navolgende paragraaf Projecten. In deze paragraaf Grondbeleid gaan we alleen financieel in op de eigen gemeentelijke grondexploitaties. In het navolgende overzicht zijn voor 2017 de verwachte uitgaven en inkomsten voor de nog in uitvoering zijnde complexen (Broekgraaf en HLC-locaties) weergegeven. De cijfers voor deze complexen zijn gebaseerd op de bij de jaarrekening 2015 bijgestelde exploitatieopzetten. Daarbij is nu voor de HLC-locatie Molenlaan ervan uitgegaan dat dit complex pas in het 1e kwartaal van 2017 kan worden afgesloten. Voor elk van de in uitvoering zijnde complexen is in het overzicht het verwacht eindresultaat tegen het dan geldende prijspeil opgenomen. Van het eindresultaat is vervolgens de contante waarde berekend om het resultaat tegen prijspeil 2017 weer te geven. Dit is een vereiste van de Toezichthouder (Provincie Zuid-Holland). In het overzicht staat de contante waarde cursief aangegeven.

Page 132: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 132

(- = negatieve boekwaarde ofwel de winst, + = positieve boekwaarde ofwel verlies; bedragen x 1.000)

Complex

Boekwaarde

per

1-1-2017

(werkelijk)

Vermeerdering/

vermindering in

2017 (raming)

Boekwaarde

eind 2017

Te maken

kosten /

opbrengsten

tot einde

exploitatie

Verwacht

eindresultaat

Broekgraaf

Uitgaven 32.874€ 5.955€ 38.829€ 40.637€ 79.466€

Inkomsten -10.752€ -4.576€ -15.328€ -62.950€ -78.278€

Saldo 22.122€ 1.379€ 23.501€ -22.313€ 1.187€

CW (31-12-2029)= 840€

HLC Molenlaan

Uitgaven 203€ 43€ 250€ 250€ 250€

Inkomsten -€ -825€ -825€ -825€ -825€

Saldo 203€ -778€ -575€ -575€ -575€

CW (01-04-2017)= -575€

HLC Eksterlaan

Uitgaven 185€ 111€ 296€ 296€ 296€

Inkomsten -€ -751€ -751€ -751€ -751€

Saldo 185€ -640€ -455€ -455€ -455€

CW (31-12-2017) = -455€

Totaal in exploitatie 22.510€ -39€ 22.471€ -23.343€ -1.447€

CW = -€ 190

Voor het complex Broekgraaf dat sluit met een verwacht tekort is een tekortvoorziening gevormd waarmee het verwachte eindresultaat van € 1.187.000 nadelig (huidige prijspeil: € 840.000 nadelig) gedekt wordt. De in 2017 nog in exploitatie zijnde vrijkomende locaties Molenlaan en Eksterlaan van het Heerenlanden College (HLC) sluiten met een verwacht voordelig resultaat van € 1.030.000. De HLC locatie Joost de Jongestraat is bij de jaarrekening 2015 afgesloten met een voordelig resultaat van € 106.000. In totaliteit leveren deze drie locaties daarmee ruim € 1,1 miljoen aan voordelige resultaten op. Al deze voordelige resultaten zijn c.q. worden toegevoegd aan de algemene reserve grondexploitatie.

Page 133: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 133

Paragraaf projecten PROJECTEN IN 2017 Buitens van Van Iperen Het project Buitens van Van Iperen is een initiatief van derden. Het betreft de bouw van 87 woningen in diverse woningtypen, verdeeld over 4 hoven met bijbehorende buitenruimte en parkeervoorzieningen. Het project heeft de afgelopen jaren enige vertraging opgelopen. Hiervoor zijn diverse oorzaken aan te wijzen. De bouw van de eerste woningen in hof 4 is begin 2015 gestart en zijn inmiddels opgeleverd. De woningen in hof 3 worden eind 2016 opgeleverd. Hetzelfde geldt voor de openbare ruimte. De bouw en oplevering van hof 2 en 1 is voorzien in 2017. Eind 2016 starten hiervoor de voorbereidingen. Broekgraaf Het project Broekgraaf is een gemeentelijk initiatief, waarbij tot 2029 circa 1000 woningen gefaseerd zullen worden gebouwd. Fase 1 is nagenoeg afgerond. De bouw van de twee-onder-een-kap woningen aan de Spiegellaan zal nog in 2016 worden gestart. Eind 2016 zullen in Broekgraaf ongeveer 130 woningen gerealiseerd zijn. In 2016 is ook de ontwikkeling van fase 4 voorbereid. In deze fase zal een zeer gedifferentieerd woningbouwprogramma voor diverse doelgroepen worden gerealiseerd. Van appartementen tot grondgebonden gezinswoningen en woningen voor ouderen. Van huur, beleggershuur tot koop in diverse prijssegmenten. Van vrije kavels voor zelfbouw en collectief opdrachtgeversschap tot projectbouw. Ook voor de Broekgraafzone zijn initiatieven ontwikkeld, die in 2017 ten dele zullen worden gerealiseerd. Naar verwachting zullen er in 2017 100 woningen worden gebouwd. In 2016 zijn ook de procedurele aspecten voor de verkeersontsluiting op de Tiendweg en de Koenderseweg afgerond. De aanleg van de Zuidelijke Ontsluitingsweg en de reconstructie van de Populierstraat en de kruising met de Tiendweg zullen in 2017 worden uitgevoerd, inclusief de aanleg van de parkeerplaatsen nabij de begraafplaats. Ook de definitieve ontsluiting op de Koenderseweg zal in 2017 worden gerealiseerd. Die zal naar verwachting medio 2017 worden opengesteld voor autoverkeer. Daarmee zal de tijdelijke ontsluiting ten zuiden van het bosje van het Zuid Hollands Landschap komen te vervallen en omgevormd worden tot een fiets-wandelpad. Ook de voorbereidingen en verder planontwikkeling van de ontsluiting op de Parallelweg (spoorwegovergang) zullen in 2017 worden opgepakt. Daarnaast zal in 2017 een start worden gemaakt met de integrale herziening van het bestemmingsplan Broekgraaf, dat in 2010 is vastgesteld. De laatste inzichten en ontwikkelingen zullen worden verwerkt in dat bestemmingsplan. Met het opstellen van het bestemmingsplan zal worden geanticipeerd op de invoering van de omgevingswet, die naar verwachting op 1 januari 2019 van kracht zal worden. HLC locatie Molenlaan De voormalige locatie van het Heerenlanden College aan de Molenlaan is na de hernieuwbouw van het Heerenlanden College in eigendom gekomen van de gemeente. Om deze locatie te herontwikkelen is een grondbod van de Kerkgemeenschap GGiN geaccepteerd. GGiN wil een kerk, parkeerterrein en twee aan de kerk dienstbare woningen op het terrein realiseren. De daadwerkelijke grondoverdracht vindt plaats op basis van een onherroepelijk bestemmingsplan. De voorbereidingen voor het bestemmingsplan zijn inmiddels gestart. Naar verwachting zal de benodigde planologische procedure in het eerste kwartaal 2017 zijn afgerond, waarna overdracht zal plaatsvinden. Vervolgens gaat de GGiN aan de slag met het slopen van het oude schoolgebouw en de verdere ontwikkeling van het gebied. HLC locatie Eksterlaan Na de hernieuwbouw van het Heerenlanden College aan de Eksterlaan is een deel van het perceel in eigendom gekomen van de gemeente. Voor deze locatie is een

Page 134: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 134

aanbestedingsprocedure doorlopen. Een aantal ontwikkelaars is gevraagd een stedenbouwkundig plan inclusief grondbieding in te dienen om de locatie te herontwikkelen voor woningbouw. In juni 2015 is de opdracht gegund aan ABB Ontwikkeling B.V. In de tweede helft van 2015 zijn de koop- en realisatieovereenkomst uitgewerkt en ondertekend en is de planologische procedure opgestart worden. Afhankelijk van de verkoop kan de bouw eind 2016 of begin 2017 starten. Ooievaarszoom Rond de zomer van 2011 is het project Ooievaarszoom na een lange voorbereidingstijd van start gegaan. Inmiddels zijn in totaal 28 woningen en de kerk in het centrale gedeelte van het plan opgeleverd. In 2016 is de ontwikkelaar gestart met de verkoop van fase 4. Deze verkoop verloopt langzaam, waardoor ook niet kan worden aangegeven wanneer gestart wordt met de bouw of wanneer de woningen worden opgeleverd. Watertoren In 2015 is door de projectontwikkelaar in overleg met de omwonenden van het watertorenterrein een plan gemaakt voor woningbouw op het terrein van de reinwaterkelders en een mix van woningbouw en kantoren in de watertoren. Voor de uitwerking van dit plan is in 2016 een overeenkomst tussen gemeente en projectontwikkelaar ondertekend en is de planologische procedure opgestart. In 2017 zal de bouw starten, zodat in 2018 de woningen en kantoren opgeleverd kunnen worden. Herstructurering Siemensstraat Kleurrijk Wonen heeft in de periode 2015-2020 een herstructurering van het gebied Siemensstraat, Rozen- en Tulpstraat en Lingeplein gepland. In 2014 is een plan gemaakt voor de herstructurering aan de Siemensstraat. In 2015 zijn de afspraken tussen de gemeente en Kleurrijk Wonen over dit project in een exploitatieovereenkomst vastgelegd en in 2016 is de planologische procedure gestart en afgerond en is het terrein bouwrijp gemaakt. In 2017 zal de omgevingsvergunningsprocedure worden afgerond en zullen de woningen gebouwd worden. De woningen en het openbaar gebied worden naar verwachting in het 1e kwartaal 2018opgeleverd. Glaspark Leerdam De gemeente Leerdam ontwikkelt samen met de Leerdamse voetbalverenigingen Leerdam Sport ’55 en LRC, Hockey Club Leerdam (HCL) en Korfbalvereniging Ter Leede / De Jager een multifunctionele buitensportaccommodatie voor deze vier verenigingen. Het moet een sportpark worden dat naast multifunctioneel (voorzieningen worden door meerdere verenigingen gebruikt) ook een functie krijgt voor andere doelgroepen en organisaties, zoals scholen en instellingen voor zorg en welzijn. Het ontwikkelen van het plan en de besluitvorming binnen de betrokken sportverenigingen en de gemeenteraad staan gepland in 2016. In het financieel hoofdstuk is het Glaspark als wens opgenomen en wordt een voorstel gedaan hoe hiermee in meerjarig perspectief kan worden omgegaan.

Page 135: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 135

Vaststellingsbesluit Aldus ongewijzigd/geamendeerd vastgesteld door de gemeenteraad der gemeente Leerdam in de openbare vergadering van 3 november 2016. De griffier, de voorzitter,

Page 136: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 136

Bijlagen

Page 137: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 137

Bijlage I: Investeringsplan 2017-2020

Page 138: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 138

Bijlage II: Berekening EMU-saldo

Page 139: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 139

Bijlage III: Overzicht buitensportaccommodatiebeleid In 2009 heeft de gemeenteraad de nota Buitensportaccomodatiebeleid vastgesteld. Sindsdien is een aantal investeringen gedaan in het kader van dit beleid. Het gaat om de volgende investeringen:

Buitensportvereniging Omschrijving investering Investerings bedrag

Start afschrijving

Hockeyclub Leerdam vervanging toplaag hockeyveld 140.307 2012

vervanging veldverlichting 34.086 2015

LRC renovatie hoofdveld en trainingsveld 100.000 2007

renovatie veld 2 inclusief verlichting 100.390 2012

Tennisclub Leerdam renovatie toplaag 6 velden en verlichting 117.012 2012

Tennisclub Kedichem vervanging coating tennisveld 16.635 2012

TOTAAL 508.430

Bovenstaande investeringen leiden tot een jaarlijkse kapitaallast voor de gemeente Leerdam ter grootte van € 30.328. De hoogte van de resterende stelpost bedraagt vanaf 2017 € 37.600.

Page 140: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 140

Bijlage IV: Kengetallen Wat is een kengetal? Een kengetal is een absoluut getal of een verhoudingsgetal, uitgedrukt in aantallen of bedragen. Kengetallen kunnen betrekking hebben op volumegrootheden, prijsgrootheden en waardegrootheden. In dit hoofdstuk worden de kengetallen weergegeven die betrekking hebben op de sociale structuur, de fysieke structuur en de financiële structuur van de gemeente Leerdam. Begroting 2016 Begroting 2017 Sociale Structuur Aantal inwoners Aantal éénouderhuishoudens Aantal huishoudens met een laag inkomen Leeftijdscategorieën: Aantal inwoners < 20 jaar Aantal inwoners > 64 jaar Leerlingen: Aantal leerlingen basisonderwijs Aantal leerlingen voortgezet onderwijs

20.654

622

2.717

4.949 3.940

2.090 1.022

20.657

625

2.727

4.954 3.934

1980 1.250

Fysieke Structuur Woningen: Aantal woningen Waarde woningen x € 1.000 Waarde niet-woningen x € 1.000 Ozb-waarde niet-woningen x € 1.000 Bedrijven: Aantal bedrijfsvestigingen Riool in km DWA riool in km HWA riool in km Overig/buiten gebruik in km Riool totaal in km Bergbezinkvoorzieningen in aantal stuks Gemalen in aantal stuks Pompunits drukriolering in aantal stuks Drukleiding in km Vacuümleiding in km Persleiding in km

8.579 1.857.000

247.000 247.000

1.661

57 23 18

4 102

4

30 328 48

2 8.3

8.962 1.750.000

335.000 285.000

1.661

58 27 22

6 113

4

33 328 45

2 6

Page 141: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 141

Begroting 2016 Begroting 2017 Fysieke Structuur (vervolg) Wegen in m2 Asfaltverharding in m2 Elementverharding in m2 Betonverharding in m2 Water: Waterbeheer in onderhoud in m2 Beschoeiingen in km Natuurvriendelijke oevers in km Groen: Aantal bomen Beplanting in m2 Gras in m2 Hagen in m2 Spelen: Aantal speelplekken Aantal speeltoestellen Begraven: Aantal begrafenissen Ruimingen Verlichting: Aantal lichtmasten

752.392 131.352 620.262

1.225

140.000 9

2.5

8.000 186.000 350.000

8.000

51 320

Plm. 100 Plm. 60

4.211

758.998 133.412 624.466

1.120

140.000 9

2.5

8.000 186.000 350.000

8.000

51 320

Plm. 100 Plm. 60

4.465

Financiële structuur (x € 1.000) Uitgaven bestaand beleid: Bouwgrondexploitaties Drie decentralisaties Toevoeging aan reserves Overige uitgaven Inkomsten bestaand beleid: Algemene Uitkering Rijksuitkering drie decentralisaties Opbrengst belastingen/retributies/rechten Bouwgrondexploitaties Onttrekking aan reserves Overige inkomsten

€ 55.164 € 5.772 € 9.698 € 427

€39.267

€ 55.164 € 18.902 € 9.698 € 11.565 € 5.772 € 385 € 8.842

€ 57.218 € 5.339 € 10.398 € 287 € 41.194

€ 57.218 € 19.179 € 10.398 € 11.702 € 5.339 € 1.204 € 9.396

Page 142: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 142

Bijlage V: Totaal overzichten baten en lasten programma’s Totale baten en lasten programma 0

LASTEN

taakveld Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

2017 2018 2019 2020

0.1 Bestuur 1.758 1.786 1.814 1.843

0.2 Burgerzaken 715 701 712 724

0.4 Overhead 6.496 6.544 6.645 6.747

0.5 Treasury 211 109 17 137

0.61 OZB-woningen 43 43 44 45

0.62 OZB-niet woningen 28 29 30 30

0.63 Parkeerbelastingen 4 4 4 4

0.64 Belastingen, overig 102 104 106 108

0.7 Alg. uitk. Gemeentefonds 0 0 0 0

0.8 Overige lasten en baten 37 38 38 39

0.10 Mutaties reserves 287 349 386 439

totaal lasten progr. 0 9.679 9.706 9.796 10.116

BATEN

prod. Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

0.1 Bestuur 0 0 0 0

0.2 Burgerzaken 396 406 416 426

0.3 Overhead 1.012 1.017 1.036 1.055

0.5 Treasury 842 842 842 842

0.61 OZB-woningen 2.870 2.870 2.869 2.870

0.62 OZB-niet woningen 1.862 1.862 1.863 1.863

0.63 Parkeerbelastingen 506 509 513 517

0.64 Belastingen, overig 349 357 366 376

0.7 Alg. uitk. Gemeentefonds 29.577 30.419 30.810 31.326

0.8 Overige lasten en baten 0 0 0 0

0.10 Mutaties reserves 1.099 783 326 427

totaal baten programma 0 38.512 39.066 39.041 39.701

Page 143: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 143

SALDO

prod. Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

0.1 Bestuur 1.758 1.786 1.814 1.843

0.2 Burgerzaken 319 295 297 298

0.4 Overhead 5.484 5.527 5.609 5.692

0.5 Treasury -631 -733 -825 -706

0.61 OZB-woningen -2.828 -2.827 -2.825 -2.824

0.62 OZB-niet woningen -1.834 -1.834 -1.833 -1.833

0.63 Parkeerbelastingen -502 -506 -510 -513

0.64 Belastingen, overig -247 -253 -260 -267

0.7 Alg. uitk. Gemeentefonds -29.577 -30.419 -30.810 -31.326

0.8 Overige lasten en baten 37 38 38 39

0.10 Mutaties reserves -813 -434 60 13

totaal saldi programma 0 -28.833 -29.360 -29.246 -29.586

Page 144: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 144

Totale baten en lasten programma 1

LASTEN

taakveld Omschrijving Begr. MJB

MJB MJB

2017 2018 2019 2020

1.1 Crisisbeheersing en brandweer 1.965 1.968

1.970 1.973

1.2 Openbare orde en veiligheid 653 583

591 599

totaal lasten progr. 1 2.618 2.551

2.561 2.572

BATEN

prod. Omschrijving Begr. MJB

MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

1.1 Crisisbeheersing en brandweer 82 83

85 87

1.2 Openbare orde en veiligheid 131 55

56 58

totaal baten progr. 1 213 138

141 144

SALDO

prod. Omschrijving Begr. MJB

MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

1.1 Crisisbeheersing en brandweer 1.884 1.884

1.885 1.886

1.2 Openbare orde en veiligheid 522 529

535 542

totaal saldi programma 1 2.406 2.413

2.420 2.428

Page 145: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 145

Totale baten en lasten programma 2

LASTEN

taakveld Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

2017 2018 2019 2020

2.1 Verkeer en vervoer 2.609 2.720 2.815 2.777

2.2 Parkeren 183 186 189 192

2.3 Recreatieve havens 3 3 3 3

2.5 Openbaar vervoer 7 7 7 8

totaal lasten progr. 2 2.802 2.916 3.014 2.979

BATEN

prod. Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

2.1 Verkeer en vervoer 47 48 49 51

2.2 Parkeren 0 0 0 0

2.3 Recreatieve havens 23 23 24 25

2.5 Openbaar vervoer 0 0 0 0

totaal baten programma 2 70 72 73 75

SALDO

prod. Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

2.1 Verkeer en vervoer 2.562 2.672 2.765 2.726

2.2 Parkeren 183 186 189 192

2.3 Recreatieve havens -20 -21 -21 -22

2.5 Openbaar vervoer 7 7 7 8

totaal saldi programma 2 2.732 2.845 2.940 2.904

Page 146: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 146

Totale baten en lasten programma 3

LASTEN Programma 3 Economie

taakveld Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

2017 2018 2019 2020

3.1 Economische ontwikkeling 105 107 109 111

3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen 63 78 54 54

3.4 Economische promotie 288 184 185 185

totaal lasten progr. 3 456 369 347 351

BATEN Programma 3 Economie

prod. Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

3.1 Economische ontwikkeling 0 0 0 0

3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen 36 37 38 39

3.4 Economische promotie 0 0 0 0

totaal baten programma 3 36 37 38 39

SALDO Programma 3 Economie

prod. Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

3.1 Economische ontwikkeling 105 107 109 111

3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen 27 41 16 16

3.4 Economische promotie 288 184 184 185

totaal saldi programma 3 420 332 309 312

Page 147: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 147

Totale baten en lasten programma 4 LASTEN Programma 4 Onderwijs

taakveld Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

2017 2018 2019 2020

4.1 Openbaar onderwijs 91 92 93 94

4.2 Onderwijshuisvesting 1.353 1.336 1.325 1.276

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken 1.728 1.694 1.702 1.708

totaal lasten progr. 4 3.172 3.122 3.120 3.078

BATEN Programma 4 Onderwijs

prod. Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

4.1 Openbaar onderwijs 0 0 0 0

4.2 Onderwijshuisvesting 2 2 2 3

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken 835 835 836 836

totaal baten programma 4 837 838 838 838

SALDO Programma 4 Onderwijs

prod. Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

4.1 Openbaar onderwijs 91 92 93 94

4.2 Onderwijshuisvesting 1.351 1.334 1.323 1.274

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken 893 859 867 872

totaal saldi programma 4 2.335 2.285 2.282 2.240

Page 148: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 148

Totale baten en lasten programma 5

LASTEN

taakveld Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

2017 2018 2019 2020

5.1 Sportbeleid en activering 43 44 44 45

5.2 Sportaccommodaties 390 697 949 950

5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 96 96 97 98

5.4 Musea 184 134 135 135

5.5 Cultureel erfgoed 30 30 30 31

5.6 Media 330 330 330 330

5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 2.361 2.387 2.253 2.267

totaal lasten progr. 5 3.434 3.719 3.839 3.856

BATEN

prod. Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

5.1 Sportbeleid en activering 0 0 0 0

5.2 Sportaccommodaties 33 34 35 36

5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 5 6 6 6

5.4 Musea 0 0 0 0

5.5 Cultureel erfgoed 11 11 11 12

5.6 Media 0 0 0 0

5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 40 41 42 43

totaal baten programma 5 90 92 94 96

SALDO

prod. Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

5.1 Sportbeleid en activering 43 44 44 45

5.2 Sportaccommodaties 357 663 914 915

5.3 Cultuurpresentatie, cultuurproductie en cultuurparticipatie 90 91 92 92

5.4 Musea 184 134 135 135

5.5 Cultureel erfgoed 19 19 19 19

5.6 Media 330 330 330 330

5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 2.321 2.346 2.211 2.224

totaal saldi programma 5 3.345 3.627 3.745 3.760

Page 149: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 149

Totale baten en lasten programma 6

LASTEN Programma 6 Sociaal domein

taakveld Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

2017 2018 2019 2020

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 2.059 2.013 1.745 1.752

6.2 Wijkteams 12 13 13 13

6.3 Inkomensregelingen 7.111 7.114 7.118 7.121

6.4 Begeleide participatie 5.813 5.673 5.565 5.462

6.5 Arbeidsparticipatie 482 517 543 565

6.6 Maatwerkvoorzieningen (Wmo) 1.506 1.524 1.542 1.561

6.7 Maatwerkvoorzieningen 18+ 11 11 11 12

6.72 Maatwerkvoorzieningen 18- 5.904 6.234 6.293 6.447

6.81 Geëscaleerde zorg 18+ 11 11 11 12

6.82 Geëscaleerde zorg 18- 185 185 186 186

totaal lasten progr. 6 23.094 23.296 23.027 23.129

BATEN Programma 6 Sociaal domein

prod. Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 26 26 27 27

6.2 Wijkteams 0 0 0 0

6.3 Inkomensregelingen 4.975 4.975 4.975 4.975

6.4 Begeleide participatie 0 0 0 0

6.5 Arbeidsparticipatie 0 0 0 0

6.6 Maatwerkvoorzieningen (Wmo) 724 734 744 754

6.7 Maatwerkvoorzieningen 18+ 0 0 0 0

6.72 Maatwerkvoorzieningen 18- 0 0 0 0

6.81 Geëscaleerde zorg 18+ 390 399 409 420

6.82 Geëscaleerde zorg 18- 0 0 0 0

totaal baten programma 6 6.114 6.134 6.154 6.175

SALDO Programma 6 Sociaal domein

prod. Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie 2.033 1.987 1.719 1.725

6.2 Wijkteams 12 13 13 13

6.3 Inkomensregelingen 2.136 2.140 2.143 2.146

6.4 Begeleide participatie 5.813 5.673 5.565 5.462

6.5 Arbeidsparticipatie 482 517 543 565

6.6 Maatwerkvoorzieningen (Wmo) 782 790 799 807

6.7 Maatwerkvoorzieningen 18+ 11 11 11 12

6.72 Maatwerkvoorzieningen 18- 5.904 6.234 6.293 6.447

6.81 Geëscaleerde zorg 18+ -379 -388 -398 -408

6.82 Geëscaleerde zorg 18- 185 185 186 186

totaal saldi programma 6 16.980 17.162 16.873 16.954

Page 150: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 150

Totale baten en lasten programma 7

LASTEN

taakveld Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

2017 2018 2019 2020

7.1 Volksgezondheid 718 689 690 690

7.2 Riolering 1.512 1.553 1.597 1.642

7.3 Afval 1.649 1.653 1.664 1.679

7.4 Milieubeheer 518 495 507 499

7.5 Begraafplaatsen en crematoria 485 455 426 422

7.6 Straatreiniging 270 273 277 281

totaal lasten progr. 7 5.152 5.118 5.160 5.212

BATEN

prod. Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

7.1 Volksgezondheid 0 0 0 0

7.2 Riolering 2.875 2.931 2.987 3.045

7.3 Afval 2.199 2.206 2.221 2.239

7.4 Milieubeheer 4 4 4 4

7.5 Begraafplaatsen en crematoria 367 377 386 396

7.6 Straatreiniging 0 0 0 0

totaal baten programma 7 5.445 5.517 5.598 5.684

SALDO

prod. Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

7.1 Volksgezondheid 718 689 690 690

7.2 Riolering -1.363 -1.377 -1.390 -1.403

7.3 Afval -550 -554 -557 -561

7.4 Milieubeheer 514 491 503 495

7.5 Begraafplaatsen en crematoria 118 79 40 27

7.6 Straatreiniging 270 273 277 281

totaal saldi programma 7 -293 -399 -438 -472

Page 151: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 151

Totale baten en lasten programma 8

LASTEN

taakveld Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

2017 2018 2019 2020

8.1 Ruimtelijke ordening 224 195 199 202

8.2 Grondexploitatie 5.389 7.704 5.451 5.290

8.3 Wonen en bouwen 1.197 1.241 1.249 1.257

totaal lasten progr. 8 6.810 9.141 6.898 6.749

BATEN

prod. Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

8.1 Ruimtelijke ordening 0 0 0 0

8.2 Grondexploitatie 5.339 7.704 5.451 5.290

8.3 Wonen en bouwen 507 520 533 546

totaal baten programma 8 5.846 8.224 5.983 5.836

SALDO

prod. Omschrijving Begr. MJB MJB MJB

nr. product 2017 2018 2019 2020

8.1 Ruimtelijke ordening 224 195 199 202

8.2 Grondexploitatie 50 0 0 0

8.3 Wonen en bouwen 690 722 717 711

totaal saldi programma 8 964 917 915 913

Page 152: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 152

Bijlage VI: Lijst met gebruikte afkortingen Afkorting: Staat voor: Apv Arhi

Algemene plaatselijke verordening Wet Algemene Regels Herindeling

ARR Algemene risicoreserve AV of A&V (Regio)

Regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

BAG Basisregistraties adressen en gebouwen BBV Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten BLVS Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten BNG Bank Nederlandse Gemeenten BRP Basisregistratie Personen BTW Belasting Toegevoegde Waarde B&W BZK CAO

Burgemeester & Wethouders ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties Collectieve Arbeidsovereenkomst

COELO Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden EMU Fido fte GAAV

Economische en Monetaire Unie Wet Financiering Decentrale Overheden Fulltime-equivalent Gemeenschappelijke Afvalwaterketen Alblasserwaard en Vijfheerenlanden

GBO Gebruiksoppervlakte Gevudo Gemeenschappelijke vuilverbranding Dordrecht GGiN Kerkgemeenschap Gereformeerde Gemeente in Nederland GHOR GIDS G&J

Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen Gezond in de stad Gezondheid & Jeugd

GLZ GOAL GR GREX

Samenwerkingsverband gemeenten Giessenlanden-Leerdam-Zederik Gegevensvoorziening Omgevingswet voor Activiteiten in de Leefomgeving Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijke Grondexploitaties

GR-AV Gemeenschappelijke Regeling Alblasserwaard-Vijfheerenlanden GRP GVVP HIOR HLC HOF

Gemeentelijk rioleringsplan Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan Handboek Inrichting Openbare Ruimte Heerenlanden College Wet Houdbare Overheidsfinanciën

HR Human Resources HVC Huisvuilcentrale IBMN Inkoop Bureau Midden Nederland IBOR Integraal Beheer Openbare Ruimte ICT Informatie- en Communicatie Technologie IenM IPO

ministerie van Infrastructuur en Milieu Interprovinciaal Overleg

IZA JPT JZ

Instituut Ziektenkostenverzekering Ambtenaren Jeugd Preventie Team Juridische Zaken

KCC KOR KPI

Klant Contact Centrum Kwaliteit Openbare Ruimte Kritische Prestatie Indicatoren

LL LOV

Leerdamse Leeromgeving Leerdamse Ondernemers Vereniging

MIRT Meerjarenprogramma Investering in Ruimte en Transport MJB Meerjarenbegroting

Page 153: Programmabegroting 2017

BEGROTING 2017 153

MKB Midden- en Kleinbedrijf MT MTO

Management Team Medewerkerstevredenheidsonderzoek

n.t.b. NVRD

Nader te bepalen Nederlandse Vereniging voor Afval en Reinigingsmanagement

OAB Onderwijs Achterstanden Beleid OC&W ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap Ozb Onroerende zaakbelasting P&C planning en control PGB Persoonsgebonden budget PM P&O

Pro Memorie Personeel & Organisatie

PPS PvA

Publiek Private Samenwerking Plan van Aanpak

RAG Regionaal Archief Gorinchem RIEC RO

Regionaal Informatie en Expertise Centrum Regionale Omgevingswet

ROM-S ROVL

Regionale Ontwikkelings Maatschappij Schelluinen West Richtlijn Openbare Verlichting

RSD Regionale Sociale Dienst SBBL SER SGP

Stichting Beveiliging Bedrijventerrein Leerdam Sociaal-Economische Raad Staatkundig Gereformeerde Partij

SMART ST SW TIC

Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden sociaal team Stichting Welzijn Telefonisch Informatiecentrum

VLZ Samenwerkingsverband gemeenten Vianen-Leerdam-Zederik VNG Vpb VR VTH

Vereniging Nederlandse Gemeenten Venootschapsbelasting Veiligheidsregio Wetsvoorstel Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

VVE Vroege- en Voorschoolse Educatie Wmo wet maatschappelijke ondersteuning WOZ Waardering Onroerende Zaken WSW Wet Sociale Werkvoorziening WVR Wet Veiligheidsregio WWB Wet Werk en Bijstand ZHZ Zuid-Holland Zuid