# Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een...

126
gemeente Borger-Odoorn Hoofdstraat 50 7875 7875 AD EXLOO bus Postbus 3 7875 ZG EXLOO 14-0591 www.borger-odoorn.nl [email protected] 2017 .

Transcript of # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een...

Page 1: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

gemeente Borger-Odoorn Hoofdstraat 50

7875 7875 AD EXLOO bus Postbus 3 7875 ZG EXLOO

14-0591 www.borger-odoorn.nl [email protected]

2017 .

Page 2: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

2

Inhoudsopgave

Omschrijving Pagina Deel I 3 I.1 Inleiding 4 I.2 Recapitulatie lasten en baten per programma 5 I.3 Samenvatting en conclusies 6 I.4 Algemene uitgangspunten 9 I.5 Analyse op hoofdlijnen 16 Deel II 19 II.1 Programma 1 Politiek, bestuur, burgers 20 II.2 Programma 2 Wegen, verkeer, vervoer 24 II.3 Programma 3 Handel, recreatie, toerisme 26 II.4 Programma 4 Onderwijshuisvesting 29 II.5 Programma 5 Sport, cultuur, openbare ruimte 30 II.6 Programma 6 Sociaal domein 32 II.7 Programma 7 Milieu 38 II.8 Programma 8 Wonen, ruimtelijke ontwikkeling 40 II.9 Algemene dekkingsmiddelen 43 Deel III 45 III.1 Paragraaf A Lokale heffingen 46 III.2 Paragraaf B Weerstandsvermogen, risicobeheersing 56 III.3 Paragraaf C Kapitaalgoederen 69 III.4 Paragraaf D Financieel fundament 81 III.5 Paragraaf E Financiering, EMU-saldo 84 III.6 Paragraaf F Bedrijfsvoering 93 III.7 Paragraaf G Verbonden partijen 98 III.8 Paragraaf H Grondbeleid 102 III.9 Paragraaf I Demografische ontwikkelingen 108 Deel IV 111 IV.1 Meerjarenbegroting 2018-2021 111 Bijlagen 114 Bijlage I Dynamische prioriteitenlijst 115 Bijlage II Basisset beleidsindicatoren 116 Bijlage III Uitwerking coalitieakkoord 118 Bijlage IV Taakvelden nieuwe BBV 122 Bijlage V Overhead 124 Bijlage VI Afkortingen 125

Page 3: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

3

DEEL I ALGEMEEN Omschrijving Pagina I.1 Inleiding 4 Voorwoord 4 I.2 Recapitulatie lasten & baten per programma 5 Recapitulatie 5 I.3 Samenvatting & conclusies 6 Uitkomst programmabegroting 2017 6 Budget beleidsintensivering 2017 7 Ombuigingsopdracht 2017 7 Belastingtarieven, belastingdruk 2017 7 Uitkomst meerjarenbegroting 2018-2021 7 Budget beleidsintensivering 2018-2021 8 Mutaties reserves 8 I.4 Algemene uitgangspunten 9 Financiële uitgangspunten 9 Bestuursprogramma 2014-2018 9 Indexering budgetten (nullijn) 9 Gemeentefonds 9 Ontwikkeling begroting 14 Subsidiebeleid, subsidieplafond 2017 15 I.5 Analyse op hoofdlijnen 16 Saldo programmabegroting 16 Budget beleidsintensivering 16 Beleidsindicatoren 17 Incidentele lasten en baten 17

Page 4: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

4

I.1 INLEIDING

Voorwoord

Een van de belangrijkste documenten voor het bestuur van een gemeente ligt voor u, de programmabegroting 2017. Een programmabegroting waarin de septembercirculaire is verwerkt, zodat deze nu ook echt actueel is. De wens van de raad voor een extra bedrag van € 2 miljoen voor wegenonderhoud is hierin opgenomen, evenals de wens om de bedrijfsvoering niet opnieuw te korten. We sluiten dan toch nog af met een positief begrotingssaldo en een bedrag voor beleidsintensivering. Nu is de programmabegroting nog beleidsarm, zoals u ook kunt verwachten nu we nog geen richtinggevende uitspraken uit de kerntakendiscussie hebben. Wel hebben we nog vele wensen en behoeften, de een meer noodzakelijk dan de andere, die we in deze begroting nog niet gehonoreerd hebben. Het lijkt verstandig als die ook concreter uitgewerkt zijn, voor die zaken die niet samenhangen met de kerntakendiscussie, afgewogen bestedingsvoorstellen te gaan doen. In de kaderbrief bent u voor een deel al meegenomen in een aantal wijzigingen ten gevolge van financiële regelgeving van het rijk (BBV). De belangrijkste zijn dat uitgaven met maatschappelijk nut nu niet uit de exploitatie betaald worden, maar worden geactiveerd op de balans en vervolgens jaarlijks tot kapitaallasten leiden. Dit geeft een verschuiving in het financiële beeld ten gunste van het saldo beleidsintensivering (voor incidentele uitgaven) en ten nadele van het begrotingssaldo (voor structurele uitgaven). Een andere verandering is de verplichting de overheadkosten te verzamelen en zelfstandig te presenteren. Deze kosten zijn nu niet meer meegenomen in de programma's. Om de vergelijkbaarheid van gemeenten te vergroten zijn er ook taakvelden en beleidsindicatoren gepresenteerd. Wat zijn de financiële consequenties van de septembercirculaire? Het sociale domein (3D's) wordt in het gemeentefonds met maar liefst ruim € 1,7 miljoen gekort. Dat betekent scherpe analyse en monitoring van taken om in de toekomst binnen het nieuwe budget te blijven. Dit zal weer een nieuwe uitdaging zijn. Het accres, de verhoging van de algemene uitkering, wordt echter de komende jaren verhoogd en dat levert vanaf 2018 een positief beeld op. Zodanig zelfs dat we ondanks onze zorgen voor nu, ook met enige voorzichtigheid durven te stellen dat we het dieptepunt na vele jaren van bezuinigingen voorbij lijken te zijn. Bijna een historisch moment. Het totaal van de lokale lasten hebben we gelijk kunnen houden, dat hebben onze inwoners verdiend. Met elkaar willen we verder invulling gaan geven aan het uitvoeren van taken die we van wezenlijk belang achten en het versterken van de organisatie. We verwachten dat de kerntakendiscussie, hoe lastig ook, daar richting aan gaat geven. College van burgemeester en wethouders

Page 5: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

5

I.2 RECAPITULATIE VAN LASTEN EN BATEN

Recapitulatie

Hieronder staan per programma de geraamde baten en lasten voor het jaar 2017 evenals de algemene dekkingsmiddelen. Nieuw in deze opstelling is de presentatie van de overhead en de vennootschapsbelasting. In voorgaande jaren was de overhead al doorberekend in de programma's. Inclusief de mutaties op de reserves ontstaat het resultaat. tabel I.1 Exploitatie 2017

Omschrijving Baten Lasten Saldo

Programma 1 Politiek, bestuur, burger 469.877 4.788.390 -4.318.513Programma 2 Wegen, verkeer, vervoer 2.250 2.737.535 -2.735.285Programma 3 Handel, recreatie, toerisme 1.468.775 476.014 992.762Programma 4 Onderwijshuisvesting 0 1.004.660 -1.004.660Programma 5 Sport, cultuur, openbare ruimte 624.450 4.491.311 -3.866.861Programma 6 Sociaal domein 8.175.796 33.247.784 -25.071.989Programma 7 Milieu 5.138.081 4.133.826 1.004.255Programma 8 Wonen, ruimtelijke ontwikkeling 607.466 2.150.578 -1.543.111

Totaal programma's 16.486.695 53.030.097 -36.543.402

Treasury (0.5) 4.211.914 2.671.437 1.540.477OZB woningen (0.61) 5.176.878 0 5.176.878OZB niet-woningen (0.62) 420.514 0 420.514Belastingen overig (0.64) 0 232.713 -232.713Algemene uitkering gemeentefonds (0.7) 24.116.632 7.949 24.108.683Overige uitkeringen gemeentefonds (0.7) 14.384.377 0 14.384.377

Totaal algemene dekkingsmiddelen 48.310.315 2.912.099 45.398.216

Overhead (0.4) 139.568 8.351.329 -8.211.761Algemene lasten, baten 152.939 0 152.939Vennootschapsbelasting (0.9) 0 0 0Beleidsintensivering (0.8) 0 293.497 -293.497Calamiteiten, onvoorzien (0.8) 0 50.000 -50.000

Saldo van lasten en baten 65.089.518 64.637.022 452.496

Mutaties reserves en voorzieningen (0.10) 1.217.461 1.421.172 -203.711

Resultaat 66.306.979 66.058.194 248.785

Toelichting

Hieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de aanvang van het jaar € 293.497 beschikbaar is en dat voor calamiteiten € 50.000 is geraamd. Deze bedragen zijn inclusief de mutaties en voorstellen uit deel I van deze programmabegroting. Bij de algemene dekkingsmiddelen en de algemene baten en lasten zijn de (nieuwe) nummers van de (nieuwe) taakvelden weergegeven. De indeling in programma's kan per gemeente verschillen; de hiervoor bedoelde taakvelden presenteert elke gemeente gelijk; zie bijlage IV. In het volgende hoofdstuk (zie tabel blz. 8) is vermeld op welk programma de mutaties op de reserves betrekking hebben.

Page 6: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

6

I.3 SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Uitkomst programmabegroting 2017

Deze programmabegroting sluit met een voordelig saldo van € 248.785. In de kaderbrief 2017 is een voordelig saldo gepresenteerd van € 367.425. In hoofdstuk I.5 wordt een analyse gegeven van de afwijking ten opzichte van die prognose.

Budget beleidsintensivering 2017

Voor 2017 bedraagt het budget voor beleidsintensivering bij aanvang van het jaar € 293.497. In de kaderbrief 2017 is nog een stand gepresenteerd van € 696.997. In hoofdstuk I.5 wordt dit verschil verklaard.

Ombuigingsopdracht 2017

Het begrotingsjaar 2017 is het tweede jaar van de nieuwe ombuigingsopdracht voor de jaren 2016 t/m 2018 van drie jaren van elk € 500.000 structureel. Al vanaf het begrotingsjaar 2014 zijn ombuigingsvoorstellen voor deze jaren gedaan. In de kadernota's van de jaren 2014, 2015 en 2016 staan de afzonderlijke voorstellen toegelicht. Bij de behandeling van de kadernota 2016 is het restant in te vullen bedrag voor dat jaar van € 19.500 structureel ten laste van het begrotingssaldo gebracht. Ook is de extra OZB-verhoging van € 150.000 gestreept en doorgeschoven naar 2017 als nog nader in te vullen ombuiging. tabel I.2 Ombuigingen 2016-2018

Omschrijving 2016 2017 2018 totaalOmbuigingsopdracht 500.000 500.000 500.000 1.500.000Al ingevuld:

Aandeel bedrijfsvoering (20%) -100.000 -100.000 -100.000 -300.000Ingevuld kadernota 2014 -62.500 -37.500 -25.000 -125.000Ingevuld kadernota 2015 -318.000 -116.000 -102.000 -536.000Behandeling kadernota 2016 -19.500 150.000 130.500Restant 0 396.500 273.000 669.500Behandeling kaderbrief 2017 100.000 100.000Nog invullen 0 496.500 273.000 769.500

Bij de behandeling van de kaderbrief 2017 is besloten om het aandeel van € 100.000 voor de bedrijfsvoering terug te draaien. Voor het jaar 2017 bedraagt de ombuigingsopdracht daarmee € 496.500. De specificatie van de eerder - bij de kadernota's 2014 en 2015 - al ingevulde bedragen voor 2017 is als volgt. tabel I.3 Invulling opdracht 2017

Jaar, product, omschrijving Bedrag 20172014 164 Korting DVO Emmen 12.500

164 Inkoop (CPB terugverdienen) 25.000Telling 37.5002015 114 Energie OV 6.000

114 Onderhoud OV 10.000157 Stelpost beleidsintensivering 100.000

Telling 116.000Totaal 153.500

Het voorstel is om het restant in te vullen bedrag voor 2017 van € 496.500 te dekken middels financieel-technische maatregelen. In het traject om te komen tot de financieel-technische oplossing is een bedrag van € 125.000 ten laste gebracht van het begrotingssaldo en eveneens € 125.000 ten laste van het budget voor beleidsintensivering: samen € 250.000.

Page 7: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

7

Voor het resterende bedrag (€ 246.500) is de productie van de denktank bezuinigingen (zie kadernota 2014) doorgenomen. Hieruit zijn echter geen realistische en/of haalbare voorstellen naar voren gekomen. Voorgesteld wordt daarom om dit restantbedrag éénmalig (!) ten laste van het budget beleidsintensivering 2017 te brengen. Consequentie daarvan is echter, dat de structurele invulling doorschuift naar 2018. De keuze hiervoor verhoogt daarom de ombuigingstaakstelling voor 2018 met € 246.500, waardoor het nog in te vullen bedrag 2018 totaal € 519.500 wordt. Deze oplossing voor de invulling van de ombuigingstaakstelling 2017 is al verwerkt in de hierboven genoemde bedragen voor het begrotingssaldo van € 248.785 en beleidsintensivering van € 293.497.

Belastingdruk 2017

In de paragraaf lokale lasten in deze programmabegroting is een overzicht verstrekt van de ontwikkeling van de lokale lastendruk 2017. Dit betreft het totaal van de mutaties OZB, afvalstoffen en rioolheffing. Uit het overzicht in deze paragraaf lokale lasten blijkt dat in 2017 sprake is van een stijging van de OZB en de rioolheffing van totaal € 174.112. Het afvaltarief 2017 laat een daling zien € 70.744. Per saldo zou voor de drie heffingen dus sprake zijn van een stijging van € 103.368 (0,966%). Omdat in de jaarstukken 2015 een reserve afval is gevormd als gevolg van een voordelige exploitatie van totaal € 259.320 wordt voorgesteld in 2017 een deel van dit voordeel aan de burger terug te geven. Als een bedrag van € 103.368 uit deze reserve wordt onttrokken ten gunste van het afvaltarief wordt bereikt dat in 2017 geen sprake meer is van een stijging van de lokale lastendruk. Deze is dan dus 0%. tabel I.4 Belastingdruk

Omschrijving OZBReiniging heffingen

Rioolheffing Totaal Perc.

Opbrengst 2016 5.431.448 1.982.366 2.982.908 10.396.722mutaties

OZB + 2,75% 149.364 149.364 1,437%

Reinigingsheffingen -174.112 -174.112 -1,675%

Rioolheffing 24.748 24.748 0,238%

Totaal verhoging 149.364 -174.112 24.748 0 0,000%

Areaaluitbreiding 16.580 16.580Opbrengst 2017 5.597.392 1.808.254 3.007.656 10.413.302

In deze programmabegroting 2017 is dit voorstel om een bedrag van € 103.368 uit de reserve afval te onttrekken al verwerkt.

Uitkomst meerjarenbegroting 2018-2021

In de kaderbrief 2017 zijn de saldi van de jaarschijven 2018-2021 van de meerjarenbegroting gepresenteerd zoals hieronder aangegeven. Inmiddels kunnen deze saldi worden bijgesteld. tabel I.5 Meerjarenbegroting 2018-2021

Omschrijving 2018 2019 2020 2021Nieuwe raming (zie MJB deel IV) 1.301.381 1.328.838 1.277.344 1.193.830Raming kaderbrief 2017 418.340 305.560 186.902Hogere raming 883.041 1.023.278 1.090.442 1.193.830

-/- is nadeel Hieruit blijkt dat de geraamde saldi van de programmabegroting 2018-2021 voordelig zijn ten opzichte van de kaderbrief 2017. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de hogere uitkering gemeentefonds volgens de septembercirculaire 2016. Voor een toelichting op de verschillende mutaties wordt verwezen naar deel IV Meerjarenbegroting 2018-2021.

Page 8: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

8

Budget beleidsintensivering 2018-2021

Uit onderstaande tabel blijkt het beschikbare budget voor beleidsintensivering voor de jaren 2018 t/m 2021; dit is oplopend positief. De wijziging ten opzichte van de genoemde bedragen in de kaderbrief 2017 betreffen de verwerking van de ombuigingstaakstelling voor 2017 en de bijdrage voor Geopark De Hondsrug. tabel I.6 Saldi budget beleidsintensivering

Omschrijving 2018 2019 2020 2021Stand kaderbrief 2017 664.612 765.272 815.272Ombuigingstaakstelling 2017 -125.000 -125.000 -125.000Bijdrage Geopark -22.000 -22.000Toevoegen nieuwe jaarschijf 690.272Jaarlijkse ophoging 50.000Stand programmabegroting 2017 517.612 618.272 690.272 740.272

Met ingang van 2018 is de jaarlijkse ophoging van dit budget met € 66.300 als gevolg van de toevoeging van de extra opbrengst (jaarlijkse verhoging) van de toeristenbelasting en de woonforensenbelasting vervallen. Zie de kaderbrief 2017.

Mutaties reserves

Hierna is een tabel opgenomen, met daarin de stortingen in en onttrekkingen aan de diverse reserves, zoals verwerkt in zowel deze programmabegroting 2017 als de diverse schijven van de meerjarenbegroting. Deze mutaties vloeien voort uit eerdere besluitvorming door de raad. Grootste wijziging ten opzichte van vorig jaar betreft de mutatie in de reserve begrotingssaldo. In de kaderbrief 2017 is de (nieuwe) inzet van de reserve begrotingssaldo toegelicht. Dit in verband met de gewijzigde voorschriften over het activeren van maatschappelijk vastgoed. tabel I.7 Mutaties reserves

Omschrijving Progr 2017 2018 2019 2020 2021Egalisatie verfijning riolering 7 190.877 190.877 190.877 190.877 190.877Reserve begrotingssaldo A 925.000 851.250 778.750 707.500 637.500Rentetoevoeging A 305.295 312.211 321.875 334.056 422.894Totaal toevoegingen 1.421.172 1.354.338 1.291.502 1.232.433 1.251.271Egalisatie verfijning riolering 7 -106.485 -53.241Reserve riolering 7 -5.744Reserve afval 7 -103.368Herstructureringsfonds 8 -400.000 -400.000 -400.000 -84.089Reserve begrotingssaldo A -543.650 -614.275 -599.775 -422.775 -408.275Brede bedrijfsvoering A -38.914Gekoppelde reserves A -19.300 -9.516 -9.728 -9.950 -10.184Totaal onttrekkingen -1.217.461 -1.077.032 -1.009.503 -516.814 -418.459Totaal 203.711 277.306 281.999 715.619 832.812

Toelichting

Naar verwachting vindt in 2020 de laatste onttrekking voor projecten in het kader van herstructurering plaats; de reserve is daarna geheel aangewend. De (laatste) onttrekking aan de reserve brede bedrijfsvoering betreft de nieuwe functies BORG. Voor alle jaren is per saldo een storting in de reserves in beeld.

Page 9: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

9

I.4 ALGEMENE UITGANGSPUNTEN

Financiële uitgangspunten

Deze programmabegroting 2017 en de meerjarenbegroting 2018-2021 zijn opgesteld conform de financiële uitgangspunten en beleidskaders zoals genoemd en vastgesteld in de kaderbrief 2017.

Bestuursprogramma 2014-2018

Het coalitieakkoord 'Verbindend besturen naar een nieuw evenwicht' is uitgewerkt in een bestuursprogramma. Daarbij zijn de onderwerpen vertaald in projecten en actiepunten en voorzien van een planning. Bij de diverse programma's in deze programmabegroting zijn die projecten en actiepunten opgenomen. In de bestuursrapportages 2017-I en 2017-II en de jaarstukken 2017 geven we de voortgang van de realisatie aan. In de bijlagen is de totaallijst opgenomen.

Indexering budgetten (nullijn)

De ramingen van de budgetten voor loon- en prijsgevoelige producten in deze programmabegroting zijn opgesteld op basis van de nullijn (index = 0%). Daar waar sprake is van contracten (bv. budgetten voor energie) en/of nieuwe besluitvorming (bv. ramingen voor gemeenschappelijke regelingen) zijn de ramingen conform de nieuwe contracten en/of besluiten zoveel mogelijk gevolgd.

Gemeentefonds

De cijfers in de programmabegroting 2017 en meerjarenbegroting 2018-2021 zijn gebaseerd op de meest recente circulaire van het gemeentefonds en dat is de septembercirculaire 2016. In de bestuursrapportage 2016-I is de uitkering gemeentefonds nog geactualiseerd op basis van de september- en decembercirculaire 2015. In de loop van 2016 heeft het kabinet besloten de tweede tranche van 33% te honoreren van de financiële effecten van het onderzoek van het cluster Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing (VHROSV). Voor ons als plattelandsgemeente heeft dit onderzoek een voordelig effect. Het kabinet heeft besloten de laatste tranche van 33% niet te honoreren omdat er te veel onduidelijkheden zijn over het onderzoek. In 2015 is de eerste tranche al toegekend. In de septembercirculaire 2016 is de tweede tranche van het onderzoek verwerkt. Accressen 2016-2021

Een belangrijk onderdeel van de circulaire is de accresontwikkeling. Dit is de toename (en soms afname) van de uitkering gemeentefonds. De accresontwikkelingen vanaf de septembercirculaire 2015 t/m de septembercirculaire 2016 zijn onderstaand met de tussenstap van de meicirculaire 2016 weergegeven. tabel I.8 Uitkeringsfactor gemeentefonds

Omschrijving 2016 2017 2018 2019 2020 2021Septembercirculaire 2015 1,448 1,431 1,440 1,453 1,470Meicirculaire 2016 1,447 1,420 1,445 1,458 1,478 1,478Verschil -0,001 -0,011 0,005 0,005 0,008Meicirculaire 2016 1,447 1,420 1,445 1,458 1,478 1,478Septembercirculaire 2016 1,449 1,430 1,472 1,495 1,519 1,534Verschil 0,002 0,010 0,027 0,037 0,041 0,056Totaal verschil 0,001 -0,001 0,032 0,042 0,049 0,056

Page 10: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

10

Uit de tabel blijkt op de laatste regel de mutatie van de accressen in één jaar tijd. Onze programmabegroting 2016 is in de bestuursrapportage 2016-I geactualiseerd op basis van de septembercirculaire 2015. Dat gaf inclusief enige andere mutaties een voordeel van € 210.750. De lagere accressen als gevolg van de mei circulaire 2016 waren dus nog niet in onze programmabegroting verwerkt. Uit de tabel blijkt dat het accres-nadeel van mei 2016 voor de jaren 2016 en 2017 weer goed is gemaakt door de uitkomsten van de september circulaire 2016. Voor de programmabegroting 2017 en de meerjarenraming is de ontwikkeling van het accres ten opzichte van het voorafgaand jaar belangrijk. De accreseffecten zijn dan als volgt weer te geven. tabel I.9 Accreseffecten gemeentefonds

Omschrijving 2016 2017 2018 2019 2020 2021Uitkeringsfactor 1,449 1,430 1,472 1,495 1,519 1,534Mutatie -0,019 0,042 0,023 0,024 0,015Verschil in € -313.500 693.000 379.500 396.000 247.500

Opbouw uitkering gemeentefonds

De totale uitkering gemeentefonds is opgebouwd uit de volgende drie onderdelen: 1. algemene uitkering (mutaties hebben invloed op saldo van de programmabegroting); 2. decentralisatie- en integratie-uitkeringen (mutaties zijn in principe neutraal); 3. sociaal deelfonds (3D's) (mutaties zijn neutraal). De totale gemeentefondsuitkering per jaar kan als volgt in beeld worden gebracht. tabel I.10 Ontwikkeling gemeentefonds

Omschrijving 2016 2017 2018 2019 2020 2021Uitkering (sept.circ.) 40.443.890 38.553.698 39.116.846 39.408.512 39.737.647 40.236.141Mutatie -1.890.192 563.148 291.666 329.135 498.494Cumulatief -1.890.192 -1.327.044 -1.035.378 -706.243 -207.749

Toelichting

Uit de tabel blijken de verschillen tussen de opeenvolgende jaren. In tegenstelling tot de accressen blijkt hier ineens sprake te zijn van een fors cumulatief nadeel. Oorzaak hiervan is de lagere uitkering 2017 voor de 3D's (Jeugd, WMO2015, Participatie). Zoals eerder verwoord heeft echter alleen het onderdeel algemene uitkering invloed op het saldo van de programmabegroting. De andere twee onderdelen lopen voor de programmabegroting in principe neutraal. In de volgende tabel worden de begrotingseffecten verder inzichtelijk gemaakt.

Page 11: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

11

tabel I.11 Specificatie uitkering gemeentefonds

Omschrijving 2016 2017 2018 2019 2020 2021Algemene uitkering

Basisbedrag 16.715.115 17.053.035 17.203.904 17.337.571 17.468.329 17.594.161Uitkeringsfactor 1,449 1,430 1,472 1,495 1,519 1,534Uitkering 24.220.202 24.385.840 25.324.147 25.919.669 26.534.392 26.989.443Ink.maatstaf OZB -2.577.308 -2.562.326 -2.603.226 -2.644.783 -2.687.008 -2.729.913Groot onderhoud GF -30.752Suppletie VHROSV -60.807Suppletie OZB 130.215 97.662 65.108 32.554Totaal AU 21.742.357 21.860.369 22.786.029 23.307.440 23.847.384 24.259.530Decentralisatie- en integratie-uitkeringen

Combicoaches 103.500Peuterspeelzaalwerk 125.269 125.269RUD, VTH 64.954 64.954 74.423 74.423 74.423 74.423Gezond in de stad 87.000 87.000Asielinstr partieel effect 17.093Asielinstr partic integr 9.488Voorschoolse voorz. 22.982 45.964 68.946 91.928 114.911 137.893HHT 163.125WMO 2.038.244 2.123.367 2.123.367 2.123.367 2.141.513 2.230.516Totaal DU en IU 2.631.655 2.446.554 2.266.736 2.289.718 2.330.847 2.442.832Sociaal deelfonds

WMO2015 3.689.556 3.602.045 3.598.567 3.570.643 3.567.972 3.561.788Jeugdhulp 6.176.895 5.012.889 5.068.096 5.068.103 5.068.892 5.095.574Participatie 6.263.899 5.769.443 5.440.447 5.189.286 4.922.552 4.876.417Totaal 3D's 16.130.350 14.384.377 14.107.110 13.828.032 13.559.416 13.533.779Cumulatiekorting -60.472 -137.602 -43.029 -16.678Totaal uitkering GF 40.443.890 38.553.698 39.116.846 39.408.512 39.737.647 40.236.141Effect krimp -52.689 -110.669 -153.068 -190.594 -224.684Totaal raming 40.443.890 38.501.009 39.006.177 39.255.444 39.547.053 40.011.457

Toelichting 2016

In de bestuursrapportage 2016-I is de primaire raming in de programmabegroting al structureel verhoogd met € 210.750 en gebracht op totaal € 40.346.763. Deze verhoging was gebaseerd op de effecten van de septembercirculaire 2015 en enige kleinere mutaties van de decembercirculaire. In de komende bestuursrapportage 2016-II wordt de mutatie van het jaar 2016 verder verwerkt en toegelicht. Verhoogde asielinstroom

In de loop van 2016 zijn financiële afspraken gemaakt tussen het rijk en de VNG over de decentralisatie uitkering verhoogde asielinstroom. Deze afspraken zijn: 1. In 2016 en 2017 is per jaar € 190,5 miljoen beschikbaar. Totaal dus € 381 miljoen; 2. Het deel partieel effect (voor eerste jaarsopvang) bedraagt € 122,5 miljoen per jaar. Totaal dus € 245 miljoen. 3. Het deel voor participatie en integratie bedraagt € 68 miljoen per jaar. Totaal dus € 136 miljoen. 4. Er wordt uitgegaan van 43.000 te plaatsen vergunninghouders per jaar. Dit betekent dat per vergunninghouder de volgende bedragen beschikbaar zijn: - voor het partieel effect (1e jaarsopvang): € 2.848,84 - voor het participatie- en integratiedeel: € 1.581,40 - totaal voor beide onderdelen samen: € 4.430,24 5. Toekenning van de bedragen per vergunninghouder vindt achteraf plaats op basis van de realisatiecijfers per gemeente over de periode 1-1-2016 t/m 31-12-2017. 6. Achterstanden in de taakstellingen t/m 31-12-2015 worden in mindering gebracht op de gerealiseerde taakstellingen 2016 en 2017. 7. Een voorsprong per 31-12-2015 telt mee bij de realisatie van de taakstelling 2016/2017.

Page 12: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

12

Uit de laatste specificatie gemeentefonds blijkt dat voor het eerste halfjaar 2016 aan onze gemeente een bedrag van € 17.093 en € 9.488 is toegekend. Totaal dus € 26.581. Dit is voor zes geplaatste statushouders (6 x € 4.430,24). In volgende gemeentefondscirculaires vindt steeds de toekenning plaats over de voorafgaande periode op basis van de meest actuele maandcijfers van het COA/Opnieuw thuis. Toelichting 2017

tabel I.12 Uitkering gemeentefonds 2017

Omschrijving 2017 2016 Verschil MutatieAlgemene uitkering 21.860.369 21.742.357 118.012Cumulatiekorting -137.602 -60.472 -77.130Krimp -52.689 -52.689Telling 21.670.078 21.681.885 -11.807Decentr. en integr. uitk. 2.446.554 2.631.655 -185.101Sociaal deelfonds 14.384.377 16.130.350 -1.745.973Totaal 38.501.009 40.443.890 -1.942.881

Uit de tabel blijkt een totaal nadeel 2017 van € 1.942.881. Het onderdeel algemene uitkering heeft ten opzichte van 2016 een nadeel van € 11.807. Dit komt enerzijds door een lager accres in 2017 dan in 2016 en anderzijds door een voordeel van de tweede tranche onderzoek VHROSV. Omdat het rijk uitgaat van een toename van het aantal inwoners en bij ons sprake is van een krimpeffect is het effect hiervan voor het jaar 2017 van € 52.689 uitgezuiverd. De decentralisatie- en integratie-uitkeringen betreffen voor het jaar 2017 een vijftal uitkeringen waarvan de baten en lasten neutraal verlopen. De uitkering sociaal deelfonds betreft de 3D's. Uit de tabel blijkt dat de uitkering 2017 in totaal € 1.745.973 lager is dan de uitkering 2016. Grootste oorzaak hiervan is de overgang van het historisch model naar een objectief model en de korting die het rijk al eerder heeft aangekondigd bij de invoering van de decentralisatie in 2015. Op dit moment is het kader dat het rijksbudget leidend is voor de uitgaven van de 3D's. Nu het budget ruim € 1,7 miljoen lager is in 2017 zullen maatregelen genomen moeten worden om de uitgaven binnen het lagere budget te houden. Toelichting 2018

tabel I.13 Uitkering gemeentefonds 2018

Omschrijving 2018 2017 Verschil MutatieAlgemene uitkering 22.786.029 21.860.369 925.660Cumulatiekorting -43.029 -137.602 94.573Krimp -110.669 -52.689 -57.980Telling 22.632.331 21.670.078 962.253Decentr. en integr. uitk. 2.266.736 2.446.554 -179.818Sociaal deelfonds 14.107.110 14.384.377 -277.267Totaal 39.006.177 38.501.009 505.168

Uit de tabel blijkt een totaal voordeel 2018 van € 505.168. Het onderdeel algemene uitkering heeft ten opzichte van 2017 een voordeel van € 962.253. Dit komt grotendeels door een hoger accres in 2018 dan in 2017. Omdat het rijk uitgaat van een toename van het aantal inwoners en bij ons sprake is van een krimpeffect is het effect hiervan voor het jaar 2018 van € 57.980 uitgezuiverd. De decentralisatie- en integratie-uitkeringen betreffen voor het jaar 2018 een drietal uitkeringen waarvan de baten en lasten neutraal verlopen. De uitkering sociaal deelfonds voor de 3D's is in 2018 € 277.267 lager dan het jaar 2017. De oorzaken hiervan zijn dezelfde zoals omschreven bij het jaar 2017.

Page 13: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

13

Toelichting 2019

tabel I.14 Uitkering gemeentefonds 2019

Omschrijving 2019 2018 Verschil MutatieAlgemene uitkering 23.307.440 22.786.029 521.411Cumulatiekorting -16.678 -43.029 26.351Krimp -153.068 -110.669 -42.399Telling 23.137.694 22.632.331 505.363Decentr. en integr. uitk. 2.289.718 2.266.736 22.982Sociaal deelfonds 13.828.032 14.107.110 -279.078Totaal 39.255.444 39.006.177 249.267

Uit de tabel blijkt een totaal voordeel 2019 van € 249.267. Het onderdeel algemene uitkering heeft ten opzichte van 2018 een voordeel van € 505.363. Dit komt grotendeels door een hoger accres in 2019 dan in 2018. Omdat het rijk uitgaat van een toename van het aantal inwoners en bij ons sprake is van een krimpeffect is het effect hiervan voor het jaar 2019 van € 42.399 uitgezuiverd. De decentralisatie- en integratie-uitkeringen betreffen voor het jaar 2019 een drietal uitkeringen waarvan de baten en lasten neutraal verlopen. De uitkering sociaal deelfonds voor de 3D's is in 2019 € 279.078 lager dan in 2018. De oorzaken hiervan zijn dezelfde zoals omschreven bij het jaar 2017. Toelichting 2020

tabel I.15 Uitkering gemeentefonds 2020

Omschrijving 2020 2019 Verschil MutatieAlgemene uitkering 23.847.384 23.307.440 539.944Cumulatiekorting -16.678 16.678Krimp -190.594 -153.068 -37.526Telling 23.656.790 23.137.694 519.096Decentr. en integr. uitk. 2.330.847 2.289.718 41.129Sociaal deelfonds 13.559.416 13.828.032 -268.616Totaal 39.547.053 39.255.444 291.609

Uit de tabel blijkt een totaal voordeel 2020 van € 291.609. Het onderdeel algemene uitkering heeft ten opzichte van 2019 een voordeel van € 519.096. Dit komt grotendeels door een hoger accres in 2020 dan in 2019. Omdat het rijk uitgaat van een toename van het aantal inwoners en bij ons sprake is van een krimpeffect is het effect hiervan voor het jaar 2020 van € 37.526 uitgezuiverd. De decentralisatie- en integratie-uitkeringen betreffen voor het jaar 2020 een drietal uitkeringen waarvan de baten en lasten neutraal verlopen. De uitkering sociaal deelfonds voor de 3D's is in 2020 € 268.616 lager dan in het jaar 2019. De oorzaken hiervan zijn dezelfde zoals omschreven bij het jaar 2017. Toelichting 2021

tabel I.16 Uitkering gemeentefonds 2021

Omschrijving 2021 2020 Verschil MutatieAlgemene uitkering 24.259.530 23.847.384 412.146Krimp -224.684 -190.594 -34.090Telling 24.034.846 23.656.790 378.056Decentr. en integr. uitk. 2.442.832 2.330.847 111.985Sociaal deelfonds 13.533.779 13.559.416 -25.637Totaal 40.011.457 39.547.053 464.404

Uit de tabel blijkt een totaal voordeel 2021 van € 464.404. Het onderdeel algemene uitkering heeft ten opzichte van 2020 een voordeel van € 378.056. Dit komt grotendeels door een hoger accres in 2021 dan in 2020.

Page 14: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

14

Omdat het rijk uitgaat van een toename van het aantal inwoners en bij ons sprake is van een krimpeffect is het effect hiervan voor het jaar 2021 van € 34.090 uitgezuiverd. De decentralisatie- en integratie-uitkeringen betreffen voor het jaar 2021 een drietal uitkeringen waarvan de baten en lasten neutraal verlopen. De uitkering sociaal deelfonds voor de 3D's is in 2021 € 25.637 lager dan in het jaar 2020. De oorzaken hiervan zijn dezelfde zoals omschreven bij het jaar 2017. Sociaal Domein (3D's)

In onderstaande tabel is per decentralisatie de uitkering weergegeven voor de jaren 2016 t/m 2021. Zoals eerder toegelicht bij de uitkering 2017 wordt de dalende trend van de uitkering enerzijds veroorzaakt door de overgang van het historisch model naar het objectief model en anderzijds door de korting die het rijk al eerder heeft aangekondigd bij de invoering van de decentralisaties in 2015. Uit onderstaande tabel blijkt vooral dat de grootste daling van het rijksbudget zich voordoet in 2017 bij het onderdeel jeugdhulp. In de jaren daarna moet vooral het onderdeel participatie budget inleveren. tabel I.17 Sociaal deelfonds

Omschrijving 2016 2017 2018 2019 2020 2021Jeugdhulp 6.176.895 5.012.889 5.068.096 5.068.103 5.068.892 5.095.574WMO2015 3.689.556 3.602.045 3.598.567 3.570.643 3.567.972 3.561.788Participatie 6.263.899 5.769.443 5.440.447 5.189.286 4.922.552 4.876.417Totaal 16.130.350 14.384.377 14.107.110 13.828.032 13.559.416 13.533.779Mutatie

Jeugdhulp -1.164.006 55.207 7 789 26.682WMO2015 -87.511 -3.478 -27.924 -2.671 -6.184Participatie -494.456 -328.996 -251.161 -266.734 -46.135Totaal mutatie -1.745.973 -277.267 -279.078 -268.616 -25.637

Omdat voor de programmabegroting de budgetten taakstellend zijn (zie kaderbrief 2017) worden deze mutaties in het sociaal deelfonds ook gemuteerd op de beschikbare (zorg- en uitvoerings)budgetten.

Ontwikkeling begroting (BBV)

Per dit begrotingsjaar gaan diverse wijzigingen van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) in. Deze wijzigingen staan in het teken van de versterking van de positie van de gemeenteraad, de financiële vergelijkbaarheid van gemeenten en vergroting van het inzicht in de programmabegroting ten behoeve van de discussie over beleidskaders. Concreet gaat de wijzigingen over de invoering van voorgeschreven beleidsindicatoren en voorgeschreven taakvelden, een overzicht van de overhead en inzicht in de verbonden partijen. Beleidsindicatoren

Met ingang van het begrotingsjaar 2017 nemen alle gemeenten (verplicht) de lijst met vijftig beleidsindicatoren op in hun programmabegroting. Daarmee ontstaat beter zicht op de effecten van het beleid. De informatie wordt veelal landelijk geregistreerd, maar is afhankelijk van de gemeentelijke deelname aan beschikbare monitoren. Via de website waarstaatjegemeente.nl zijn de scores steeds actueel beschikbaar. Per programma zijn deze beleidsindicatoren weergegeven. Het is aan gemeenten zelf om op basis van de gemeentelijke ambitie eventueel streefwaarden te benoemen. In de bijlagen is de complete set opgenomen. Taakvelden

De vergelijkbaarheid van gemeenten moet vooral mogelijk worden door een lijst met (verplichte) taakvelden. Op basis hiervan delen alle gemeenten de lasten en baten van de programmabegroting in. In de financiële administratie draait deze indeling op de achtergrond mee. De presentatie in de programmabegroting blijft voor elke gemeente vrij. Ten opzichte van vorig jaar is onze opbouw per programma (1 t/m 8) niet gewijzigd. In de bijlagen is de indeling in taakvelden opgenomen.

Page 15: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

15

Overhead

Om de kunnen vaststellen welke kosten tot het primaire proces gerekend kunnen worden (en worden opgenomen bij de programma's) en welke kosten verband houden met de sturing en ondersteuning ervan (overhead, centraal geraamd), is een definitie voor overhead gemaakt. Deze is opgenomen in het BBV en daarmee landelijk uniform. In het BBV is een uitzondering op het centraal ramen van de overhead gemaakt voor de grondexploitaties en te activeren investeringen. Zie hiervoor de paragraaf Kapitaalgoederen en de paragraaf Grondbeleid. Kostendekkende tarieven

Omdat de overhead centraal wordt geraamd, is het niet meer mogelijk om het tarief bij een product/taakveld te bepalen. Om duidelijk te maken hoe de tarieven zijn berekend, zoals de toerekening van die overhead, is in de paragraaf Lokale heffingen een overzicht opgenomen, met daarin de berekening van de kostendekkendheid van de heffingen. Deze berekening van de tarieven gebeurt extracomptabel (buiten de programmabegroting) en deze methode is daarom in de paragraaf Lokale heffingen vastgelegd. Verbonden partijen

Met ingang van dit begrotingsjaar komen de verbonden partijen beleidsmatig aan de orde bij het betreffende programma. Daarmee ontstaat beter zicht op de koppeling tussen de uitvoering van de eigen taken en de uitvoering van taken bij de gemeenschappelijke regeling. In de paragraaf Verbonden partijen wordt volstaan met een recapitulatie. In beginsel gelden de nieuwe BBV-regels ook voor de verbonden partijen met rechtspersoonlijkheid (lees: GR). Rente

Over het wel of niet toerekenen van de rente aan de taakvelden is veel discussie geweest. Aanvankelijk was het advies van de commissie BBV om de rente (net als de overhead) centraal te ramen, maar uiteindelijk moet nu de rente, die direct verband houdt met een taakveld, op dat betreffende taakveld worden verantwoord. Voor het inzicht is daarom voorgeschreven dat in de paragraaf Financiering, EMU-saldo de toerekening wordt opgenomen. De VNG ontwikkelt op dit moment een concept voor de financiële verordening, waarin dit onderdeel ook wordt meegenomen. Zodra de VNG de modelverordening presenteert, bieden wij onze Financiële verordening, na screening, opnieuw ter vaststelling aan uw raad aan. Grondbedrijf

Door BBV-wijzigingen is ook de inrichting van het grondbedrijf veranderd. Dit betreft o.a. de volgende wijzigingen: - overboeking van de nog niet in exploitatie genomen gronden naar de materiële vaste activa; - maximale exploitatieduur van bestemmingsplannen in exploitatie van 10 jaar; - andere wijze van rentetoerekening; - invoering van de vennootschapsbelasting. In de paragraaf Grondbeleid worden de wijzigingen nader toegelicht.

Subsidiebeleid, subsidieplafond 2017

Met ingang van 2015 is het subsidiebeleid herzien. Vanaf 2016 weten de burgers wat ze kunnen verwachten als ze bij de gemeente aankloppen voor geld. Voortschrijdend inzicht heeft geleid tot een andere bepaling van het subsidieplafond: de gemeente kent vele reguliere betalingen in haar programmabegroting, maar slechts een deel is beschikbaar voor burgers om maatschappelijke activiteiten te ontplooien die vallen binnen de pijlers. tabel I.18 Subsidieplafond 2017

Pijler Jaarlijksesubsidie

Jaarlijkswerkbudget

Flexibelbudget

Totaal

Eigen kracht - 22.000 23.000 45.000Basisstructuur - 10.000 - 10.000Kennismaking, preventie - - 23.000 23.000Promotie 15.250 20.000 24.750 60.000Totaal 15.250 52.000 70.750 138.000 Het subsidieplafond voor 2017 bedraagt hiermee € 138.000.

Page 16: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

16

I.5 ANALYSE OP HOOFDLIJNEN

In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de afwijkingen die zich sinds de kaderbrief 2017 hebben voorgedaan op het saldo van de programmabegroting en het structureel budget voor beleidsintensivering.

Saldo programmabegroting

In de kaderbrief 2017 is voor het jaar 2017 een voordelig saldo van de programmabegroting gepresenteerd van € 367.425. Daarna dienen nog te volgende mutaties aangebracht te worden. In de raadsvergadering van juni jl. zijn twee bestedingsvoorstellen van 2016 gehonoreerd. Dit betreft in de eerste plaats de extra investering wegen van € 1 miljoen met een jaarlijkse kapitaallast van € 75.000 om een deel van de achterstand wegen in te lopen. In de tweede plaats betreft dit de extra bijdrage van € 17.627 als cofinanciering van Leader-projecten, als aanvulling op het reeds beschikbaar incidenteel bedrag in 2016 van € 35.000. Het totaal bedrag is dus € 52.627 met als insteek dat dit bedrag jaarlijks beschikbaar is. Omdat beide onderdelen, wegen en leader, structurele doorwerking hebben voor de programmabegroting 2017 en niet meer in de kaderbrief 2017 konden worden opgenomen is dit een nadeel voor de programmabegroting 2017. Door uw raad zijn daarna twee moties tijdens de behandeling van de kaderbrief 2017 aangenomen. De eerste motie betreft de extra investering van € 2 miljoen voor het wegwerken van een deel van de achterstand wegen. De kapitaallast hiervan bedraagt € 150.000 per jaar. In deze programmabegroting is dekking voor dit bedrag gevonden door verlaging van het budget vastgoed & geld met hetzelfde bedrag omdat dit budget naast de reguliere vastgoedbudgetten ook juist bedoeld is voor het wegwerken van achterstanden. Voor het begrotingssaldo heeft deze mutatie dus geen invloed. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Kapitaalgoederen. De tweede motie betreft het ongedaan maken van de korting van € 100.000 op de bedrijfsvoering. In deze programmabegroting is dit bedrag weer opgevoerd bij de nog in te vullen taakstellende bezuiniging 2017 waardoor dit nog in te vullen bedrag is verhoogd van € 396.500 naar € 496.500. Bij onderdeel I.3 is reeds aangegeven dat het nog in te vullen bedrag voor € 125.000 ten laste wordt gebracht van het begrotingssaldo. Het per saldo voordelig bedrag van € 133.987 betreft een saldo van allerlei kleinere mutaties op de verschillende programma’s en producten, zoals o.a. het actualiseren van de uitkering gemeentefonds, bijdragen aan nutsvoorzieningen, huren en pachten, waterschapslasten en bijdragen aan derden. tabel I.19 Saldo programmabegroting

Omschrijving Bedrag 2016Stand kaderbrief 2017 367.425Bestedingsvoorstellen 2016:

Extra investering wegen (€ 1 miljoen) -75.000Cofinanciering Leader -52.627Kaderbrief 2017:

Extra investering wegen (€ 2 miljoen) 0Invulling ombuigingstaakstelling -125.000Actualiseren diverse ramingen 133.987Stand programmabegroting 2017 248.785

Budget beleidsintensivering

In de kaderbrief 2017 is de budget voor beleidsintensivering 2017 berekend op € 696.997 Daarin zijn alle besluiten t/m de bestuursrapportage 2016-I verwerkt. Nadien zijn er nog besluiten genomen over de (voortzetting van de) gemeentelijk bijdrage aan Geopark De Hondsrug; voor elk van de jaren 2017, 2018 en 2019 bedraagt de bijdrage € 22.000.

Page 17: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

17

Ook is de invulling van de ombuigingstaakstelling voor 2017 verwerkt (zie hoofdstuk I.3.) en verder het voorstel voor een incidenteel werkbudget 2017 voor Cittaslow (zie bijlage DPL). tabel I.20 Beleidsintensivering

Omschrijving BedragStand kaderbrief 2017 696.997Ombuigingen 2017 structureel -125.000Ombuigingen 2017 incidenteel -246.500Voortzetting Geopark -22.000Werkbudget 2017 Cittaslow -10.000Stand programmabegroting 2017 293.497

Beleidsindicatoren

Om de programmabegroting inzichtelijker te maken en beter te kunnen vergelijken met andere gemeenten is een landelijke indicatorenset ontwikkeld. Door deze op te nemen in de programmabegroting en de jaarstukken worden de effecten van het beleid zichtbaar. Deze basisset kent totaal vijftig verplichte en facultatieve indicatoren. Via de website waarstaatjegemeente.nl presenteren alle gemeenten hun scores en deze zijn voor iedereen actueel beschikbaar. In de bijlagen is de complete set met beleidsindicatoren opgenomen. In deze basisset zijn vijf indicatoren benoemd die niet via landelijke bronnen beschikbaar komen, maar vanuit de eigen administratie worden gevuld. Deze vijf betreffen het taakveld Bestuur en organisatie en zijn: formatie, bezetting, apparaatskosten, externe inhuur en overheadkosten en zijn in onderstaande tabel weergegeven. tabel I.21 Beleidsindicatoren

Nr Indicator Eenheid Waarde 2017 1 Formatie FTE per 1.000 inwoners 6,43 2 Bezetting FTE per 1.000 inwoners 6,25 3 Apparaatskosten Bedrag per inwoner 615,89 4 Externe inhuur Percentage loonsom 4,77 5 Overheadkosten Percentage totale lasten 14,19

Incidentele lasten en baten

Mutatie reserves

Het vorig jaar is in de programmabegroting 2016 verwoord dat al onze lasten en baten in de programmabegroting kunnen worden gezien als structurele lasten en baten. Tijdens het jaarlijks overleg met de provincie is in september 2016 tijdens de tweede fase begrotingsonderzoek de afspraak gemaakt dat de jaarlijkse mutaties van de reserves vanaf de programmabegroting 2017 als incidenteel moeten worden gezien. In hoofdstuk I.3 van deze programmabegroting zijn de toevoegingen en onttrekkingen aan en van de reserves gespecificeerd weergegeven. Voor de jaren 2017 t/m 2021 kunnen de incidentele baten en lasten daarom als volgt worden weergegeven waarbij opgemerkt wordt dat een toevoeging aan de reserve een incidentele last is en een onttrekking een incidentele bate. tabel I.22 Mutaties reserves

Omschrijving 2017 2018 2019 2020 2021Toevoegingen 1.421.172 1.354.338 1.291.502 1.232.433 1.251.271Onttrekkingen -1.217.461 -1.077.032 -1.009.503 -516.814 -418.459Saldo 203.711 277.306 281.999 715.619 832.812

Page 18: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

18

Budget beleidsintensivering

Aanvullend kunnen ook de lasten (uitgaven) van het jaarlijks beschikbaar budget voor beleidsintensivering als een incidentele last worden beschouwd omdat het de gemeente in de eerste plaats vrij staat geen invulling te geven aan dit jaarlijks structureel beschikbaar budget en in de tweede plaats dit budget bij invulling bestemd is voor incidentele uitgaven. Voor de jaren 2017 t/m 2021 kan hiervan het volgend inzicht worden gegeven, waarbij wordt opgemerkt dat in onderstaande tabel het oorspronkelijk budget al is verminderd met het voorbeslag waartoe reeds is besloten. Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar de tabellen in hoofdstuk I.5 van deze programmabegroting. tabel I.23 Budget beleidsintensivering

Omschrijving 2017 2018 2019 2020 2021Beschikbaar budget 293.497 517.612 618.272 690.272 740.272Saldo 293.497 517.612 618.272 690.272 740.272

Totaal

Het totaal van de incidentele lasten en incidentele baten is nu als volgt weer te geven. tabel I.24 Incidentele lasten en baten

Omschrijving 2017 2018 2019 2020 2021Toevoegingen reserves 1.421.172 1.354.338 1.291.502 1.232.433 1.251.271Budget beleidsintensivering 293.497 517.612 618.272 690.272 740.272Totaal incidentele lasten 1.714.669 1.871.950 1.909.774 1.922.705 1.991.543Onttrekkingen reserves 1.217.461 1.077.032 1.009.503 516.814 418.459Totaal incidentele baten 1.217.461 1.077.032 1.009.503 516.814 418.459Per saldo incidentele lasten 497.208 794.918 900.271 1.405.891 1.573.084

Page 19: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

19

DEEL II PROGRAMMA'S In dit deel (ook wel programmaplan genoemd) komen per programma zowel beleid als budget in beeld. Alle gemeentelijke budgetten zijn ingedeeld in onderstaande programma's. Deze indeling is onze eigen indeling. Het staat elke gemeente vrij om de indeling te kiezen, die het best aansluit bij de beleidsuitvoering. Omschrijving Pagina II.1 Programma 1 Politiek, bestuur, burgers 20 II.2 Programma 2 Wegen, verkeer, vervoer 24 II.3 Programma 3 Handel, recreatie, toerisme 26 II.4 Programma 4 Onderwijshuisvesting 29 II.5 Programma 5 Sport, cultuur, openbare ruimte 30 II.6 Programma 6 Sociaal domein 32 II.7 Programma 7 Milieu 38 II.8 Programma 8 Wonen, ruimtelijke ontwikkeling 40 II.9 Algemene dekkingsmiddelen 43 Per programma wordt in beeld gebracht: - doelstellingen; - producten en verantwoordelijk cluster; - beleidsindicatoren; - projecten en actiepunten per product; - verbonden partijen; - budgetten: - 2017: programmabegroting 2017; - 2016: bestuursrapportage 2016-I; - 2015: jaarstukken 2015. Voor de vergelijking van de budgetten voor de jaarschijven wordt de actuele indeling gebruikt. Het verschil tussen de budgetten 2017 en 2016 wordt o.a. veroorzaakt door de boeking van de reserve nog uit te voeren werken; de restantbudgetten van 2015 zijn, na vaststelling van de jaarstukken 2015, toegevoegd aan de budgetten voor het jaar 2016. Voor meer inzicht in de samenstelling van de budgetten is gekozen voor een weergave van de ramingen van economische categorieën per programma. Die economische categorieën zijn met ingang van dit begrotingsjaar (nieuwe BBV): - Salarissen en sociale lasten; - Belastingen: lasten, baten; - Goederen en diensten: grond, duurzame goederen, pachten, sociale uitkeringen in natura,

ingeleend en uitgeleend personeel, huren, leges, rechten, overig; - Overdrachten: sociale uitkeringen in geld, subsidies, inkomensoverdrachten,

kapitaaloverdrachten; - Rente en dividend; - Verrekeningen: mutaties reserves, afschrijvingen, overig.

Page 20: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

20

1 hoofdstuk II.1

POLITIEK, BESTUUR, BURGERS

Doelstellingen

1. Betere dienstverlening: - verbeterde directe dienstverlening aan inwoners, bedrijven en instellingen; - snellere afhandeling van brieven en klachten; - verbetering informatievoorziening aan burgers; - dienstverlening wordt beoordeeld als transparant, feitelijk juist, begrijpelijk, integer en klantgericht. 2. Grotere betrokkenheid: - grotere betrokkenheid van inwoners bij gemeentelijke ontwikkelingen; - afstand tussen burgers en bestuur verder verkleinen; - herkenbare en duidelijke beleidspunten; goede publieke verantwoording; - vergroten vertrouwen van burgers in het bestuur van de gemeente. 3. Bewerkstelligen van een efficiëntere en kwalitatief beter gebruik van de voorzieningen in onze gemeente. 4. Bevordering veiligheid en risicobeheersing in de gemeente. 5. Het handhaven en uitdragen van de Cittaslow-kwaliteiten van onze gemeente: ruimte, rust, authenticiteit en onthaasting. Producten 100 Gemeenteraad GRIF

101 Burgemeester, wethouders SECR 102 Griffie GRIF 103 Rechtsbescherming VSO 104 Bevolkingszaken SEM 105 Bestuurlijke samenwerking SECR 106 Kabinet, representatie VSO 107 Communicatie VSO 108 Verkiezingen SEM 109 Ontwikkeling vastgoed REAL 110 Openbare orde, veiligheid VSO 111 Brandweer, hulpverlening VSO 112 Rampenbestrijding VSO 113 Belastingen FBC

Beleidsindicatoren

Nr B/F Indicator Eenheid Jaar Waarde 6 F Vertrouwen in de manier waarop

gemeente wordt bestuurd % - -

8 F Waardering inwoners algehele gemeentelijke dienstverlening

Score 1-10

2016 6,5

9 B Verwijzingen Halt Aantal per 10.000 jongeren

2014 64

10 B Harde kern jongeren Aantal per 10.000 inwoners

2014 0,3

11 B Winkeldiefstallen Aantal per 1.000 inwoners

2015 0,4

12 B Geweldsmisdrijven Aantal per 1.000 inwoners

2015 3,1

13 B Diefstallen uit woning Aantal per 1.000 inwoners

2015 2,3

14 B Vernielingen en beschadigingen (in de openbare ruimte)

Aantal per 1.000 inwoners

2015 3,7

Page 21: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

21

Nr B/F Indicator Eenheid Jaar Waarde 15 F Aandeel dat zich wel eens

onveilig voelt in de buurt

% 2013 23,5

16 F Mate van overlast van buurtbewoners

% dat in enige mate te maken heeft met overlast (heel veel, veel, soms)

- -

De nummers verwijzen naar de totaallijst; zie bijlagen. B: basisset / F: facultatief

Projecten en actiepunten

Prod Omschrijving Actiepunten Einddatum T1 T2 T3 105 Cittaslow; Handhaven

en uitdragen van de Cittaslow-kwaliteiten.

Self-audit Cittaslowcriteria, t.b.v. beter benutten Cittaslowkwaliteiten.

31-12-2017

109 Kern & kader; effectief en efficiënt huisvesten maatschappelijke functies, betaalbaar houden van voorzieningen.

Kern en kader III, dorpshuisfunctie: Drouwenermond en Valthermond-oost.

31-12-2017

Kern en kader IV, leefgebieden en sport: voetbal Odoorn/Exloo, Borger, tennis Valthe, Valthermond.

31-12-2017

Koersbepaling dienstverlening

De afgelopen jaren is door onze gemeente gewerkt aan het zo goed mogelijk uitvoeren en organiseren van de gemeentelijke dienstverlening. Onder andere vanuit de Antwoord© filosofie is gewerkt aan meer bereikbaarheid en betere dienstverlening. Het landelijke Antwoord© concept kende een horizon tot 2015. Deze aflopende tijdshorizon in combinatie met een veranderende omgeving en daarmee veranderende behoeften van onze inwoners was aanleiding om onze koers te herijken. Op grond van onderzoek, opgaven, belangen en behoeften is een zestal uitgangspunten voor de dienstverlening geformuleerd. Deze uitgangspunten zijn december 2015 vastgesteld. Aan de hand van (jaarlijkse) uitvoerings-agenda’s wordt de nieuwe koers vorm gegeven. Om het uitvoeringsniveau te monitoren zijn zes indicatoren vastgelegd. Verbonden partijen

Verbonden partij P-10 gemeenten Rechtsvorm Stichting, vereniging. Doelstelling Krachtenbundeling om gezamenlijk steviger gesprekspartner te zijn,

bij het behartigen van de specifieke belangen van grote plattelandsgemeenten met meerdere kernen.

Beleidsontwikkeling Er zijn steeds meer gemeenten (13) lid van de P-10. Actiepunten Herijking gemeentefonds, aantrekkelijk en maatwerk platteland,

samenspel met de stad.

Page 22: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

22

Verbonden partij Vereniging van Drentse gemeenten (VDG) Rechtsvorm Stichting, vereniging. Doelstelling Het bieden van een platform aan de leden voor communicatie en

afstemming. Beleidsontwikkeling Gekozen toekomstscenario: de basis moet op orde door het creëren

van een effectieve en efficiënte organisatie, hetgeen betekent dat intern de inhoudelijk kennis versterkt moet worden en de blik meer naar buiten moet. De focus komt te liggen op: 1 Kennis en expertise delen. 2 Netwerken en ontmoeten. 3 Afstemmen en afspraken maken. 4 Interne en externe verbindingen realiseren.

Actiepunten 1 Meer inhoud toevoegen aan het platform. 2 Meer aandacht voor innovatie en kennisdelen. 3 Zorgen voor meer verbinding tussen gemeenten onderling en

andere voor gemeenten belangrijke partijen. 4 Meer extern gericht. 5 Groter verbindend platform. 6 Grotere ambtelijke betrokkenheid vanuit de gemeenten. 7 Beter profileren richting VNG, rijk en provincie.

Verbonden partij Cittaslow international Rechtsvorm Stichting, vereniging. Doelstelling Tot de top behoren op het gebied van leefomgeving, landschap,

streekproducten, gastvrijheid, milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit (internationale keurmerk).

Beleidsontwikkeling Inmiddels zijn in Nederland 10 gemeenten lid van dit netwerk. Wereldwijd zijn circa 300 gemeenten lid. Doel van het internationale en landelijke netwerk is om kennis te delen.

Actiepunten 1 Uitdragen waarden Cittaslow. 2 Leren van elkaar (nationaal netwerk). 3 Supporters meer betrekken bij uitdragen en vormgegeven

Cittaslow (Borger-Odoorn). Verbonden partij Veiligheidsregio Drenthe (VRD) Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling. Doelstelling Vergroten van de fysieke veiligheid van de inwoners en bezoekers

van Drenthe. Beleidsontwikkeling Het ontwikkelen van de specialisatie natuurbrandbeheersing, verdere

ontwikkeling van evenementenadvisering en team brandonderzoek, uitruk op maat, arbeidsveiligheid.

Actiepunten Het verder vergroten van de rookmelderdichtheid, opzetten van vier jeugdbrandweerkorpsen, voorlichting geven over brandveiligheid op alle basisscholen in Drenthe, vakbekwaamheid brandweermedewerkers, het maken en in stand houden van verbindingen met netwerkpartners, het continu ontwikkelen van vakmanschap en via planvorming voorbereiden op crises, adviseren over netcentrisch werken in de witte kolom, adviseren over de geneeskundige aspecten bij evenementen en Model Grootschalige Geneeskundige Bijstand.

Page 23: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

23

Budgetten

Omschrijving Baten Lasten Saldo

Begroot 2017 469.877 4.788.390 -4.318.513Salarissen en sociale lasten 1.870.883 -1.870.883Belastingen 11.769 -11.769Goederen en diensten 465.677 387.072 78.605Overdrachten 4.200 1.852.180 -1.847.980Verrekeningen 666.486 -666.486

Begroot 2016 494.556 7.243.647 -6.749.091Salarissen en sociale lasten 1.179.884 -1.179.884Belastingen 11.461 -11.461Goederen en diensten 490.356 443.223 47.133Overdrachten 4.200 2.312.180 -2.307.980Verrekeningen 3.296.899 -3.296.899

Werkelijk 2015 1.237.339 6.485.261 -5.247.921Salarissen en sociale lasten 971.015 -971.015Belastingen 12.523 -12.523Goederen en diensten 1.233.279 556.495 676.784Overdrachten 4.060 1.848.609 -1.844.549Verrekeningen 3.096.618 -3.096.618 Toelichting

Hierin is het voorstel werkbudget 2017 Cittaslow (zie bijlage DPL) van € 10.000 verwerkt. Een nadere omschrijving van de kostensoorten is op blz. 19 gegeven.

Page 24: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

24

2 hoofdstuk II.2

WEGEN, VERKEER, VERVOER

Doelstellingen

1. Het zo efficiënt mogelijk inzetten wegenonderhoudsgelden door middel van de door de raad goedgekeurde prioriteringssystematiek. Prioriteit ligt bij de doorgaande wegen, kernontsluitingswegen en woonstraten. 2. De denktank plattelandswegen werkt aan creatieve oplossingen voor het wegwerken van onderhoudachterstanden aan plattelandswegen. Nagaan in hoeverre er een verfijning van de prioriteringssystematiek voor plattelandswegen mogelijk is. Trachten voor het wegwerken van deze onderhoudsachterstanden extra financiële middelen beschikbaar te krijgen. 3. Verlichting in het buitengebied terugbrengen naar minimaal niveau. Overgaan op duurzame en energiezuinige armaturen. 4. Het inrichten van de wegen conform GVVP. Producten 114 Wegen REAL

115 Verkeer REAL 116 Gladheidbestrijding REAL 117 Afwatering, vijvers REAL

Beleidsindicatoren

Nr B/F Indicator Eenheid Jaar Waarde 17 B Ziekenhuisopname na

verkeersongeval met een motorvoertuig

% 2014 9

18 B Overige vervoersongevallen met een gewonde fietser

% 2014 7

De nummers verwijzen naar de totaallijst; zie bijlagen. B: basisset / F: facultatief

Projecten en actiepunten

Prod Omschrijving Actiepunten Einddatum T1 T2 T3 114 Inhaalslag doorgaande

wegen. Voorbereiding en uitvoering. 31-12-2017

Herinrichting kruispunt Buinerveen.

Aanvraag subsidie i.s.m. dorpsbelangen.

1-8-2017

115 N34 aansluiting Exloo. Begeleiding. 1-7-2017 N34 aansluiting Klijndijk/Odoorn.

Begeleiding. 31-12-2017

116 Gladheidsbestrijding door derden.

Experiment. 31-12-2017

Page 25: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

25

Budgetten

Omschrijving Baten Lasten Saldo

Begroot 2017 2.250 2.737.535 -2.735.285Salarissen en sociale lasten 707.086 -707.086Belastingen 87.221 -87.221Goederen en diensten 2.250 992.214 -989.964Verrekeningen 951.015 -951.015

Begroot 2016 2.050 4.897.998 -4.895.948Belastingen 57.313 -57.313Goederen en diensten 2.050 2.802.357 -2.800.307Verrekeningen 2.038.327 -2.038.327

Werkelijk 2015 356.757 4.749.902 -4.393.145Belastingen 85.932 -85.932Goederen en diensten 355.257 2.451.908 -2.096.651Overdrachten 1.500 26.327 -24.827Verrekeningen 2.185.736 -2.185.736

Page 26: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

26

3 hoofdstuk II.3

HANDEL, RECREATIE, TOERISME

Doelstellingen

1. Het behouden / vergroten van de werkgelegenheid, waarbij het toerisme een belangrijke rol speelt. 2. Verbeteren van het ondernemingsklimaat. 3. Goede relatie met het bedrijfsleven. 4. Ondersteunen van projecten die de economie, het toerisme en de recreatie bevorderen. Producten 118 Lokale economie SEM

169 Recreatie, toerisme SEM

Beleidsindicatoren

Nr B/F Indicator Eenheid Jaar Waarde 7 F Waardering ondernemers

algehele gemeentelijke dienstverlening

Score 1-10

2016 6,5

19 F Waardering bereikbaarheid bedrijfslocatie voor bevoorrading

Score 1-10 2016 7,3

20 B Functiemenging % 2015 37,2 21 B Bruto Gemeentelijk Product Verhouding tussen

verwacht en gemeten product

2013 92

22 B Vestigingen (van bedrijven) Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar

2015 140,2

23 F Waardering vestigingsklimaat gemeente

Score 1-10 2016 6,2

24 F Waardering ondernemingsklimaat gemeente

Score 1-10 2016 6,5

De nummers verwijzen naar de totaallijst; zie bijlagen. B: basisset / F: facultatief

Projecten en actiepunten

Prod Omschrijving Actiepunten Einddatum T1 T2 T3 169 Uitvoering toeristisch-

recreatief beleidsplan. Opstellen lokaal toeristisch beleidsplan.

1-4-2017

Stimulering streekeigen ondernemen, met verbindingen met Geopark De Hondsrug. (samenwerking met Emmen, Coevorden, Aa en Hunze en Hoogeveen).

1-5-2019

Beleid toeristenbelasting. 31-12-2017 Aanpassing beleid B&B. 1-7-2017 Open science hub Horizon 2020 (afhankelijk van toekenning Europese subsidie).

31-12-2018

Page 27: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

27

Prod Omschrijving Actiepunten Einddatum T1 T2 T3 173 Uitvoering

economische beleidsplan.

Evaluatie en actualisatie economisch beleidsplan.

1-7-2017

Netwerkvorming en voorlichting ZZP'ers.

31-12-2017

Verbonden partijen

Verbonden partij Recreatieschap Drenthe Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling. Doelstelling Voldoende (openlucht) recreatie mogelijkheden voor eigen bevolking

en toeristen. Beleidsontwikkeling Om de concurrentiepositie van Drenthe te waarborgen wordt ingezet

op een samenhangend R&T-beleid en een toename van de investeringen in kwaliteit van product, promotie en marketing.

Actiepunten 1 Ontzorgen van gemeenten op gebied van toeristisch-recreatief beleid.

2 Doorgroeien naar hét routebureau van Drenthe. 3 Aanjagen van de bestedingen in de Drentse toeristisch-

recreatieve sector, zodat de werkgelegenheid op peil blijft. Verbonden partij Eems Dollard regio (EDR) Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling. Doelstelling Bevorderen van de regionale grensoverschrijdende samenwerking

van haar deelnemers op het gebied van ruimtelijke ordening, infrastructuur, bevordering van de regionale economie, cultuur e.d.

Beleidsontwikkeling Economie, technologie en innovatie

Agro-business, energie, maritieme sector en logistiek/handel, sensortechnologie, recreatie en toerisme, kennistransfer en netwerkvorming. Duurzame regionale ontwikkeling

Informatie- en communicatietechnologie, verkeer/logistiek, natuur-, landschaps- en milieubescherming, kennistransfer, netwerkvorming. Integratie en maatschappij

Onderwijs, cultuur, taal, kennistransfer en netwerkvorming. Actiepunten 1 Biobased business Economy

Twee uitéénlopende grensoverschrijdende projecten voor businesspartners en potentiële investeerders in de Bio-economie.

2 Nederlands-Duitse bibliothekendag najaar 2016

Thema: Samen grenzen verleggen. Welke rol spelen bibliotheken en (overheids-)instellingen bij opvang vluchtelingen?

3 Grenzeloos inzetten van zorgpersoneel

Nederlands-Duits project 'Zorgen voor…, zorgen dat…' over de grensoverschrijdende inzet van arbeidskrachten in de zorgsector.

4 Workshops scholieren

Europadagen voor Nederlandse en Duitse scholieren (o.a. Stenden Hogeschool Emmen en Kompetenzcentrum 3N Werlte).

5 Jaarlijkse Duits-Nederlandse handelsdag

Het ideale platform voor Duitse en Nederlandse ondernemers om nieuwe businesskansen op te doen en zakenpartners te ontmoeten.

6 INTERREG-project FOOD2020

Faciliteren van toekomstoffensief voor de Nederlands-Duitse grensoverschrijdende samenwerking tussen bedrijven, met experts en praktijkgerichte onderzoeksfaciliteiten om technologietransfer en innovatieontwikkeling bij bedrijven te stimuleren.

Page 28: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

28

Budgetten

Omschrijving Baten Lasten Saldo

Begroot 2017 1.468.775 476.014 992.762Salarissen en sociale lasten 224.148 -224.148Belastingen 1.451.407 297 1.451.110Goederen en diensten 17.368 67.780 -50.412Overdrachten 177.824 -177.824Verrekeningen 5.965 -5.965

Begroot 2016 1.503.005 809.630 693.375Salarissen en sociale lasten 89.379 -89.379Belastingen 1.385.107 264 1.384.843Goederen en diensten 17.368 91.205 -73.837Overdrachten 5.000 183.395 -178.395Verrekeningen 95.530 445.387 -349.857

Werkelijk 2015 1.258.072 682.507 575.565Salarissen en sociale lasten 92.399 -92.399Belastingen 1.239.183 96 1.239.087Goederen en diensten 18.889 69.456 -50.567Overdrachten 186.272 -186.272Verrekeningen 334.285 -334.285

Page 29: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

29

4 hoofdstuk II.4

ONDERWIJSHUISVESTING

Doelstellingen

Het multifunctioneel gebruik van de gemeentelijke gebouwen vergroten, met als doel leegstand te voorkomen. Zie ook programma 1, doelstelling 3. Product 121 Onderwijshuisvesting REAL

Projecten en actiepunten

Prod Omschrijving Actiepunten Einddatum T1 T2 T3 121 Onderwijshuisvesting. Inventariseren van de

huisvestingsbehoefte periode 2017-2025.

31-12-2017

Budgetten

Omschrijving Baten Lasten Saldo

Begroot 2017 0 1.004.660 -1.004.660Salarissen en sociale lasten 41.797 -41.797Belastingen 17.165 -17.165Goederen en diensten 383.580 -383.580Verrekeningen 562.117 -562.117

Begroot 2016 0 815.384 -815.384Belastingen 21.156 -21.156Goederen en diensten 229.824 -229.824Verrekeningen 564.404 -564.404

Werkelijk 2015 53.166 1.244.537 -1.191.371Belastingen 33.194 -33.194Goederen en diensten 53.166 292.771 -239.605Overdrachten 388.016 -388.016Verrekeningen 530.556 -530.556

Page 30: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

30

5 hoofdstuk II.5

SPORT, CULTUUR, OPENBARE RUIMTE

Doelstellingen

1. Zorgen voor een adequaat sport- en beweegaanbod door organisaties te faciliteren die bij sport en bewegen zijn betrokken. 2. Behouden en versterken van de karakteristieke opbouw van de dorpen. 3. Aandacht voor cultuurhistorische aspecten door behoud en versterking van karakteristieke (groen)elementen. 4. Het koesteren en ontsluiten van cultureel erfgoed. 5. Het openbaar groen zo veel als mogelijk is onderhouden op onderhoudsniveau 3 (redelijk niveau). 6. Streven naar gebiedseigen beplanting en eenvoud in materiaalgebruik. 7. Streven naar een eenduidig kwaliteitsniveau binnen de gemeente. 8. Uitvoering geven aan het uitvoeringsprogramma begraafplaatsen. Producten 128 Zwembaden JOS

129 Binnensport JOS 130 Buitensport JOS 132 Kunst, cultuur SEM 133 Groene ruimte REAL 134 Begraven REAL

Projecten en actiepunten

Prod Omschrijving Actiepunten Einddatum T1 T2 T3 132 Platform cultuur. Pilot faciliteren onderlinge

samenwerking lokale culturele partijen; onderzoeken of dit tot een lokaal platform kan leiden dat meedenkt in beleid.

31-12-2017

Uitzendrechten. Onderzoek naar eventuele verlenging uitzendmachtiging van RTV Borger-Odoorn.

1-3-2018

Openbaar kunstbezit. Inventarisatie en beleid t.a.v. openbaar kunstbezit.

1-3-2017

133 Gedifferentieerd groenbeleid.

Afronden discussie van gemeenteraad.

1-7-2017

134 Actualiseren grafadministratie; digitaal maken grafadministratie.

Onderzoek rechthebbenden. 31-12-2017

Renovatie begraafplaatsen; zorgen voor voldoende graf- en urnruimte en ontwikkelen beleid.

Het ruimen van graven. 31-12-2018

Page 31: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

31

Budgetten

Omschrijving Baten Lasten Saldo

Begroot 2017 624.450 4.491.311 -3.866.861Salarissen en sociale lasten 1.619.648 -1.619.648Belastingen 59.062 -59.062Goederen en diensten 606.382 1.794.681 -1.188.299Overdrachten 18.068 336.370 -318.302Verrekeningen 681.550 -681.550

Begroot 2016 631.926 6.201.431 -5.569.505Salarissen en sociale lasten 99.901 -99.901Belastingen 51.021 -51.021Goederen en diensten 613.858 2.603.505 -1.989.646Overdrachten 18.068 336.370 -318.302Verrekeningen 3.110.635 -3.110.635

Werkelijk 2015 644.039 5.466.844 -4.822.805Salarissen en sociale lasten 96.680 -96.680Belastingen 68.817 -68.817Goederen en diensten 611.241 2.241.478 -1.630.237Overdrachten 32.798 354.219 -321.421Verrekeningen 2.705.650 -2.705.650

Page 32: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

32

6 hoofdstuk II.6

SOCIAAL DOMEIN

Doelstellingen

1. Door middel van een integrale benadering (waarbij het gezin / het huishouden centraal staat) oplossingen zoeken mét de cliënt, zo eenvoudig en zo lokaal mogelijk. 2. Daarbij gebruikmakend van de eigen kracht van burgers en hun omgeving. 3. Het versterken van preventie en voorliggende voorzieningen. 4. Duurzame resultaten voor minder geld. Producten 122 Leerlingenvervoer SEM

123 Leerplicht JOS 124 Volwasseneneducatie SEM 125 Brede schoolsamenwerking JOS 126 Lokaal onderwijs JOS 127 Sportstimulering JOS 131 Bibliotheek SEM 135 Inkomen SEM 136 Werk SEM 137 Minima SEM

138 Maatschappelijke zorg JOS 139 Nieuwkomers SEM 140 Sociaal cultureel werk JOS 141 Kinderdagopvang JOS 142 Wmo SEM 143 Volksgezondheid SEM 172 Jeugdhulp JOS 174 Cultuureducatie SEM 175 Gebieds- en dorpsontwikkeling SEM

Bogen 1 Advies- en hulpaanvraag vanuit zelfregie

2 Preventieve, niet geïndiceerde voorzieningen 3 Geïndiceerde voorzieningen, groepen 4 Geïndiceerde maatwerkvoorzieningen, individu Beleidsindicatoren

Nr B/F Indicator Eenheid Jaar Waarde 25 B Absoluut verzuim Aantal per 1.000

leerlingen 2014 0

26 B Relatief verzuim Aantal per 1.000 leerlingen

2014 28

27 B Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (VSV'ers)

% deelnemers aan het VO en MBO onderwijs

2012 2,3

28 B Niet sporters % 2014 54,4 29 F Actieve deelname verenigings-

leven afgelopen 12 maanden % - -

30 B Banen Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd 15 - 64 jaar

2015 435,1

31 B Jongeren met een delict voor de rechter

% 12 t/m 21 jarigen 2012 1,64

Page 33: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

33

Nr B/F Indicator Eenheid Jaar Waarde 32 B Kinderen in uitkeringsgezinnen % 2012 4,18 33 B Melding kindermishandeling % 34 B Netto Participatiegraad % mensen tussen 15 en

67 jaar dat een baan heeft

2015 62,7

35 B Achterstandsleerlingen % 4 t/m 12 jarigen 2012 10,24 36 B Werkloze jongeren % 16 t/m 24 jarigen 2012 1,56 37 B Personen met een

bijstandsuitkering Aantal per 10.000 inwoners

2015 305,1

38 B Personen met een lopend re-integratietraject

Aantal per 10.000 inwoners

2015 175,3

39 B Jongeren (t/m 18 jaar) met jeugdhulp

% 2015 11,8

40 B Jongeren (t/m 18 jaar) met jeugdbescherming

% 2015 1,3

41 B Jongeren (t/m 23 jaar) met jeugdreclassering

% 2015 0,3

42 B Cliënten met een maatwerkarrangement WMO

Aantal per 10.000 inwoners

2015 765

45 F Waardering algehele persoonlijke gezondheid

Score 1-10 - -

De nummers verwijzen naar de totaallijst; zie bijlagen. B: basisset / F: facultatief

Transformatie sociaal domein

Terugblik

De jaren 2015 en 2016 zijn uitgetrokken voor de transformatie van het sociaal domein. 2015 stond met name in het teken van continuïteit van zorg voor de cliënt. In 2016 ligt de focus meer op het doorontwikkelen, inbedden en borgen van nieuwe werkwijzen en methoden in de eigen organisatie. Denk bijvoorbeeld aan het implementeren en migreren naar een nieuw registratiesysteem en er is hard gewerkt aan de ontwikkeling van monitoring- en evaluatiemethoden. Ook is de jeugdzorg opnieuw ingekocht. Verder zijn de PIOFACH-taken afgebouwd of intern geborgd. Vooruitblik

In de transformatie zijn we een eind op weg, maar willen verder. Zoals in de beleidsnota Sociaal domein 'Vanzölf, saomen 2017-2020' wordt geschreven, willen we vanaf 2017 het gelegde fundament verder bouwen met alle kennis en ervaringen die we hebben opgedaan. Hierbij ligt de nadruk op het creëren en versterken van verbindingen en integratie met aanpalende beleidsterreinen. Samen met onze inwoners en partners zoeken we nog meer mogelijkheden en slimme verbindingen binnen het sociaal domein én wat daar nauw mee verbonden is. Juist de verbinding met de beleidsterreinen die tot nu toe een minder prominente plek hadden in het sociaal domein, heeft onze aandacht. Hier zien we kansen om het vroegtijdig signaleren nog meer in te bedden in onze samenleving, om de inzet van zwaardere en langer durende zorg- en hulpverlening zoveel mogelijk te voorkomen. De gemeente ontwikkelt zich verder door in haar regierol en geeft hier op efficiënte en effectieve wijze invulling aan. De resultaten in het sociaal domein zullen geëvalueerd en gemonitord worden om zo tijdig bij te kunnen sturen. Twee keer per jaar zullen resultaten via de bestuursmonitor sociaal domein besproken worden, waar niet alleen het tellen, maar ook het verhaal achter de cijfers zullen verteld worden.

Page 34: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

34

Projecten en actiepunten transformatie

Omschrijving Actiepunten Einddatum T1 T2 T3 Transformatie jeugdhulp;

ontwikkeling integraal beleid (Drenthebreed en intern) in samenhang met de andere transformaties.

Afspraken jeugdhulp monitoren.

1-1-2019

Borgen onderdeel jeugdhulp in brede sociale domein.

1-1-2019

Transformatie jeugdhulp. 1-1-2019 Integrale beleidsnota sociaal domein 2017-2020.

Opstellen nota. 31-1-2017 Uitvoering geven aan de actiepunten van het beleidsplan sociaal domein.

31-12-2018

Doorontwikkeling regenboog.

Uitvoering uitvoeringsplan regie in het sociaal domein.

1-1-2018

Verbeteren preventief werken.

1-1-2018

Verder uitwerken ontschotte programmabegroting, één portemonnee.

1-1-2018

Het borgen en inbedden van de nieuwe werkwijzen in het sociaal domein.

1-1-2018

Overleg met zorgpartijen over de lokale mogelijkheden.

1-1-2018

Sociale thema’s in de dorpsagenda’s.

Voorzieningenniveau, leefbaarheid.

31-12-2017

BOCE samenwerking. Projecten en actiepunten BOOG 2 Preventieve, niet geïndiceerde voorzieningen

Omschrijving Actiepunten Einddatum T1 T2 T3 Uitvoering project brede

scholen, sport en cultuur (combicoach) en gezonde leefstijl. Kwaliteitsimpuls geven. Bevordering van gezonde leefstijl.

Kwaliteitsimpuls bewegingsonderwijs.

31-12-2017

Versterken lokale sportverenigingen.

31-12-2017

Organiseren naschools aanbod.

31-12-2017

Inzetten op preventieve interventies gezonde leefstijl (o.a. MRT, fidkids, etc.).

31-12-2017

Financiering combicoaches. 31-12-2017 Uitvoering project Gids (wordt geïntegreerd in het project Gezonde Leefstijl).

Het verbeteren van gezondheid bij inwoners met gezondheidsachterstanden.

1-1-2018

Kans voor de veenkoloniën: verbeteren van de gezonde leefstijl van de veenkoloniale inwoners.

In het kader van leefstijl: gezondheidsmakelaar en de openbare ruimte als middel voor beweging (beweegroute / dorpsommetjes).

1-1-2023

In het kader van participatie: 2GetThere, steunstructuur kwetsbare ouderen, 'Dorp van de toekomst' (uitdagen basisschoolleerlingen) en subsidiepot inwonersinitiatieven.

1-1-2023

Page 35: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

35

Omschrijving Actiepunten Einddatum T1 T2 T3 In het kader van zorgeffectiviteit: integrale ouderenzorg, goede start en gezonde zelfregie (aanpak laaggeletterdheid).

1-1-2023

Mantelzorg. Inzet sport en cultuur. 31-12-2017 Onderwijs. Invoering voorscholen n.a.v.

pilots. 31-12-2017

Laaggeletterdheid. Uitvoering geven aan actieplan laaggeletterdheid

31-12-2020

Projecten en actiepunten BOOG 3 Geïndiceerde voorzieningen, groepen

Omschrijving Actiepunten Einddatum T1 T2 T3 Ontwikkeling nieuwe

leerwerkstructuur BOCE. Het in BOCE verband verkennen van de dwarsverbanden tussen de Emco en het nieuwe leerwerkbedrijf Emmen.

1-3-2018

Uitwerking Akkoord van Westerlee.

60% van de WSW-medewerkers stroomt uit naar regulier werk.

1-1-2018

Relatie onderwijs en arbeidsmarkt.

Één van de speerpunten van de arbeidsmarktregio Drenthe.

31-12-2018

Publiek vervoer; 35 gemeenten en 2 provincies (Groningen / Drenthe), het OV Bureau Groningen / Drenthe werken samen om te komen tot een publiek vervoer model.

Het opzetten van een Publiek Vervoermodel voor Groningen en Drenthe onder het motto 'Lokaal waar het kan, regionaal waar het beter is'.

1-1-2018

Samen met diverse betrokkenen ontwikkelen van nieuw concept voor mobiliteit en bereikbaarheid van voorzieningen in krimpregio’s met een provinciegrensoverschrijdend karakter.

1-1-2018

Heroriëntering sociale zaken.

Keuze maken waar we de re-integratie van werkzoekenden per 1-1-2018 uitvoeren.

1-5-2017

Verbonden partijen

Verbonden partij GGD Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling. Doelstelling De GGD Drenthe bewaakt, beschermt en bevordert de gezondheid

van de inwoners van de twaalf Drentse gemeenten. Beleidsontwikkeling 1 Aansluiting uitvoering publieke gezondheidstaken bij de lokale

beleids- en uitvoeringsbehoeften en wensen. 2 Verbeterplan VTD: in 2017 is integratie van taken huiselijk

geweld en kindermishandeling gerealiseerd binnen VTD. 3 Nieuwe beleidsvisie 2017-2020 aan de hand van vier landelijke

bepaalde pijlers: Monitoring, signaleren en adviseren; Uitvoerende taken gezondheidsbescherming; Publieke gezondheid bij incidenten, rampen en crises; Toezicht houden.

Page 36: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

36

Actiepunten 1 Blijvend aansluiten bij de sociale teams; inbedding werkwijze VTD. OGGZ en de JGZ.

2 In 2017 is duidelijk hoeveel budget structureel nodig is voor goede uitvoering wettelijke taken VTD.

3 Er wordt samen met ambtenaren en bestuurders gewerkt aan de nieuwe beleidsvisie 2017-2020.

Verbonden partij EMCO Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling. Doelstelling Uitvoeren WSW voor mensen met een arbeidshandicap of een grote

afstand tot de arbeidsmarkt. Beleidsontwikkeling Het besluit uit 2009 om de EMCO-groep op te heffen is ingetrokken.

De transformatie van de EMCO-groep maakt onderdeel uit van de BOCE-samenwerking in Zuidoost-Drenthe. Er bestaat een nauw dwarsverband met de opbouw van een leerwerkbedrijf door de gemeente Emmen.

Actiepunten - Verbonden partij WEDEKA Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling. Doelstelling Uitvoeren WSW voor mensen met een arbeidshandicap of een grote

afstand tot de arbeidsmarkt. Beleidsontwikkeling Er bestaat een nauw dwarsverband met de uitvoering van het

Akkoord van Westerlee. Op termijn zal het restant van Wedeka en het restant van Synergon tezamen met vijf TDC's in Oost-Groningen een nieuwe organisatie gaan vormen. Dit betekent beëindiging van de huidige Wedeka.

Actiepunten Van de WSW-medewerkers 60% onderbrengen in het reguliere bedrijfsleven.

tabel II.1 Budgetten volgens regenboogmodel

Boog 1 Boog 2 Boog 3 Boog 4122 Leerlingenvervoer 470.212 459.556 10.657123 Leerplicht 40.109 40.109124 Volwasseneneducatie 788 788125 Brede schoolsamenwerking 2.047 1.757 289126 Lokaal onderwijs 198.749 120.382 41.117 37.250127 Sportstimulering 90.808 2.173 88.636131 Bibliotheek 511.395 511.395135 Inkomen 529.654 285 529.369136 Werk 6.312.265 5.753.063 559.202137 Minima 1.027.973 1.027.973138 Maatschappelijke zorg 151.582 171 151.411139 Nieuwkomers 4.642 4.642140 Sociaal cultureel werk 54.159 7.318 46.841141 Kinderdagopvang 61.491 61.491142 WMO 7.513.166 1.789.628 2.888.985 1.161.983 1.672.570143 Volksgezondheid 799.339 791.496 7.842172 Jeugdhulp 4.954.385 404.552 1.554.879 2.994.954174 Cultuureducatie 56.429 56.429176 Uitvoering 217.034 217.034Totaal 22.996.227 3.441.640 3.726.211 9.029.009 6.799.367

Product, omschrijvingRegenboogmodel

2017

Toelichting

Deze budgetten zijn excl. de (m.i.v. 2017) rechtstreeks toegerekende apparaatskosten en de bijdrage i.v.m. de DVO SWZ (BOCE); deze zijn (nog) niet in de bogen ingedeeld.

Page 37: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

37

Budgetten

Omschrijving Baten Lasten Saldo

Begroot 2017 8.175.796 33.247.784 -25.071.989Salarissen en sociale lasten 1.290.195 -1.290.195Belastingen 948 -948Goederen en diensten 46.397 20.193.409 -20.147.012Overdrachten 8.127.291 11.726.777 -3.599.486Rente en dividend 2.108 2.108Verrekeningen 36.455 -36.455

Begroot 2016 7.591.856 37.501.479 -29.909.623Salarissen en sociale lasten 405.375 -405.375Belastingen 722 -722Goederen en diensten 112.896 24.190.548 -24.077.652Overdrachten 7.476.852 11.001.798 -3.524.946Rente en dividend 2.108 2.108Verrekeningen 1.903.036 -1.903.036

Werkelijk 2015 7.777.681 35.183.097 -27.405.417Salarissen en sociale lasten 134.717 -134.717Belastingen 2.687 -2.687Goederen en diensten 78.121 14.895.166 -14.817.045Overdrachten 7.699.560 16.748.996 -9.049.436Verrekeningen 3.401.532 -3.401.532

Page 38: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

38

7 hoofdstuk II.7

MILIEU

Doelstellingen

1. Uitvoering geven aan de speerpunten van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). 2. Uitvoering geven aan de speerpunten van het milieubeleidsplan, afvalbeleidsplan en de uitvoeringsagenda duurzaamheid. Producten 144 Afval OW

145 Riolering REAL

146 Milieu OW

Beleidsindicatoren

Nr B/F Indicator Eenheid Jaar Waarde 43 B Omvang huishoudelijk restafval Kg/inwoner 2014 131 44 B Hernieuwbare elektriciteit % 2014 12,1

De nummers verwijzen naar de totaallijst; zie bijlagen. B: basisset / F: facultatief

Projecten en actiepunten

Prod Omschrijving Actiepunten Einddatum T1 T2 T3 144 Afvalbeleid. Evaluatie en maken

vervolgkeuzes. 1-6-2017

145 Samenwerking in de waterketen.

Uitvoeren tweede bestuursakkoord.

31-12-2017

146 Uitvoeringsagenda duurzaamheid.

Uitvoering jaarprogramma 2017.

31-12-2017

Duurzaamheid

Ook in 2017 is duurzaamheid een pijler van het coalitieakkoord 2014-2018. Wij zullen in overleg met uw raad voorstellen doen voor de uitvoeringagenda 2017. Conform de wens van uw raad gaan wij in 2017 verder met het verstrekken van duurzaamheid-/zonneleningen. Verbonden partijen

Verbonden partij Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling. Doelstelling De RUD Drenthe is ingesteld ter behartiging van de belangen van de

deelnemers (gemeenten en provincie Drenthe) op het gebied van de uitvoering van taken van toezicht op en handhaving van de milieuvoorschriften krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en van de milieuwet- en regelgeving van het betreffende ministerie, alsook voor de uitvoering van taken op het gebied van vergunningverlening krachtens deze wet- en regelgeving.

Beleidsontwikkeling - Actiepunten -

Page 39: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

39

Verbonden partij Stichting Esgeva / STIVAM Rechtsvorm Stichting, vereniging. Doelstelling Tariefafspraken over ingezameld bedrijfs- en huishoudelijk afval. Beleidsontwikkeling - Actiepunten - Verbonden partij Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) Rechtsvorm Coöperatie, vennootschap. Doelstelling Zorg voor de kwaliteit van het drink- en oppervlaktewater. Beleidsontwikkeling - Actiepunten 1 Uitblinken in de kernactiviteiten.

2 Vergroten van efficiency. 3 Realiseren van maatschappelijk toegevoegde waarde. 4 Duurzaam innoveren en samenwerken.

Budgetten

Omschrijving Baten Lasten Saldo

Begroot 2017 5.138.081 4.133.826 1.004.255Salarissen en sociale lasten 858.528 -858.528Belastingen 3.007.656 3.842 3.003.814Goederen en diensten 1.815.489 1.272.819 542.670Overdrachten 314.936 411.356 -96.420Verrekeningen 1.587.281 -1.587.281

Begroot 2016 5.273.506 4.884.768 388.738Belastingen 2.982.908 3.831 2.979.077Goederen en diensten 2.008.435 1.350.623 657.812Overdrachten 191.429 430.439 -239.010Verrekeningen 90.734 3.099.875 -3.009.141

Werkelijk 2015 5.438.283 4.469.422 968.861Belastingen 2.826.745 15.493 2.811.252Goederen en diensten 2.112.507 1.532.917 579.590Overdrachten 366.215 143.310 222.905Verrekeningen 132.816 2.777.701 -2.644.885

Page 40: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

40

8 hoofdstuk II.8

WONEN, RUIMTELIJKE ONTWIKKELING

Doelstellingen

1. De woningbehoefte binnen de gemeente afstemmen op de economische en demografische ontwikkelingen in de regio. 2. Kwaliteitsslag maken in bestaande woningvoorraad en woonomgeving in relatie met de huidige demografische ontwikkelingen in de gemeente. 3. Het bieden van ruimtelijke en wettelijke kaders ten behoeve van het behoud en de verbetering van een aantrekkelijke woon-, werk- en leefomgeving. 4. Bijdrage leveren aan de leefbaarheid. 5. Uitvoeren van het beleid met betrekking tot het beheren, onderhouden en verkopen van gemeentelijke gebouwen. 6. Via actief en faciliterend grondbeleid de ruimtelijke inrichting afstemmen op gemeentelijke plannen. Producten 147 Ruimtelijke ontwikkeling OW

148 Wonen SEM 150 Grondzaken OW 151 Herstructurering OW

Beleidsindicatoren

Nr B/F Indicator Eenheid Jaar Waarde 47 B Nieuw gebouwde woningen Aantal per 1.000

woningen 2013 0,8

48 B Demografische druk % 2016 60,7 De nummers verwijzen naar de totaallijst; zie bijlagen. B: basisset / F: facultatief

Projecten en actiepunten

Prod Omschrijving Actiepunten Einddatum T1 T2 T3 147 Actualisatie

bestemmingsplannen. Valthermond 1-2-2017 Nieuw-Buinen/Buinerveen. 1-3-2017 Buitengebied. 1-7-2017 Vijf dorpen plan. 1-10-2017

Windmolens; begeleiding windmolenpark(en).

Gemeentelijke belangen bewaken en besluitvorming inbrengen in planproces.

1-1-2020

Gebiedsontwikkeling Bronnegermaden.

In werkgroepverband de mogelijkheden onderzoeken.

31-12-2017

Planvorming starten. 1-1-2020 Leader programma Zuid-Oost.

Ondersteunen aanvragen. 31-12-2017

148 Implementatie woonplan.

Uitvoering woonplan 2016-2020.

1-1-2020

Duurzame woningmarkt.

Extra opvang statushouders.

Organiseren van extra woonruimte en goede begeleiding.

31-12-2017

Page 41: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

41

Prod Omschrijving Actiepunten Einddatum T1 T2 T3 150 Nota Grondbeleid. Herzien nota Grondbeleid,

i.v.m. nieuwe BBV-voorschriften.

1-7-2017

151 Herstructurering Nieuw-Buinen (Nije Daip).

Voortgang initiëren van het uitvoeringstraject.

1-4-2018

Gebiedsvisie De Monden.

Herstructurering. 31-12-2017

Hunzedal III. Herstructurering. 1-4-2018 Borger-centrum

De integrale plannen voor Borger-centrum, op de terreinen fysiek, identiteit en positionering en sociaal-maatschappelijk, zullen gefaseerd uitgevoerd worden. Ten behoeve hiervan is het masterplan Borger-centrum 'Samen bouwen aan een bruisende kern' gemaakt, dat de komende jaren als leidraad voor planning en realisatie zal worden gebruikt. In 2014 zijn we gestart met de realisatie van de eerste fase van het masterplan. Het tempo van realisatie van de verschillende fasen/onderdelen is afhankelijk van de beschikbare middelen. Er zijn vier schijven van € 500.000 beschikbaar gesteld voor de plannen, waarvan twee schijven zijn ingezet voor de realisatie van eerste fase. Voor deze fase is van de provincie een subsidie verkregen van € 500.000. In 2017 en 2018 zullen de parkeerpleinen bij de Borgerhof en bij het complex Weiteringzathe worden opgepakt en staat de upgrading van de laatste pleinwinkel gepland. Tevens staat de herontwikkeling van de aanhechting van Hoofdstraat-noord in 2018 gepland. Ten behoeve van de realisatie van de genoemde onderdelen resteren nog twee gemeentelijke projectschijven van € 500.000 en een finale subsidie van de provincie Drenthe van € 600.000. De besluitvorming over de plannen rond hergebruik/herontwikkeling van de locatie OMC staat gepland voor medio 2016/2017. Door de complexheid, de onderlinge verwevenheid van de programmaonderdelen en de invloed van externe omstandigheden kan aanpassing van de genoemde planning noodzakelijk zijn. Verbonden partijen

Verbonden partij Agenda voor de Veenkoloniën Rechtsvorm Stichting, vereniging. Doelstelling Bundeling van krachten voor de ontwikkeling van het veenkoloniaal

gebied. Beleidsontwikkeling - Actiepunten -

Page 42: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

42

Budgetten

Omschrijving Baten Lasten Saldo

Begroot 2017 607.466 2.150.578 -1.543.111Salarissen en sociale lasten 1.169.701 -1.169.701Belastingen 6.242 -6.242Goederen en diensten 596.066 726.637 -130.571Overdrachten 6.375 -6.375Rente en dividend 11.400 11.400Verrekeningen 241.623 -241.623

Begroot 2016 813.780 4.417.322 -3.603.542Belastingen 4.431 -4.431Goederen en diensten 632.724 1.979.458 -1.346.734Overdrachten 6.375 -6.375Rente en dividend 11.400 11.400Verrekeningen 169.656 2.427.058 -2.257.402

Werkelijk 2015 3.430.267 6.183.949 -2.753.682Belastingen 8.697 -8.697Goederen en diensten 2.077.359 2.811.054 -733.695Overdrachten 10.312 14.810 -4.498Rente en dividend 28.780 28.780Verrekeningen 1.313.817 3.349.389 -2.035.572

Page 43: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

43

hoofdstuk II.9

ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN

Producten 153 Lokale heffingen FBC

154 Gemeentefonds FBC 155 Dividend FBC 157 Beleidsintensivering, calamiteiten FBC 158 Algemene lasten en baten FBC 159 Mutaties reserves FBC 160 Saldo programmabegroting FBC

Beleidsindicatoren

Nr B/F Indicator Eenheid Jaar Waarde 1 B Formatie FTE per 1.000 inwoners 2017 6,43 2 B Bezetting FTE per 1.000 inwoners 2017 6,25 3 F Apparaatskosten Kosten per inwoner 2017 615,89 4 F Externe inhuur Percentage loonsom 2017 4,77 5 F Overhead % 2017 14,19 46 B Gemiddelde WOZ-waarde Duizend euro 2015 173 49 B Gemeentelijke woonlasten

eenpersoonshuishouden Euro 2016 725

50 B Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden

Euro 2016 781

De nummers verwijzen naar de totaallijst; zie bijlagen. B: basisset / F: facultatief

Verbonden partijen

Verbonden partij Bank Nederlandse gemeenten (BNG) Rechtsvorm Coöperatie, vennootschap. Doelstelling Gespecialiseerde financiële dienstverlening. Zo laag mogelijke kosten

maatschappelijke voorzieningen. Beleidsontwikkeling - Actiepunten - Verbonden partij BAN personeelsdienst Rechtsvorm Coöperatie, vennootschap. Doelstelling Aanvullen of opfrissen van kennis, vaardigheden en inzichten.

Deelnemersbijdrage algemeen en project Ruimbaan. Beleidsontwikkeling - Actiepunten - Verbonden partij Dimpact Rechtsvorm Coöperatie, vennootschap. Doelstelling Organiseren van samenwerking voor het laten ontwikkelen van een

oplossing voor gemeentelijke multi-channel dienstverlening (licentie, hosting, lidmaatschap).

Beleidsontwikkeling - Actiepunten -

Page 44: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

44

Budgetten

Omschrijving Baten Lasten Saldo

Begroot 2017 49.820.284 13.028.096 36.792.187Salarissen en sociale lasten 3.746.259 -3.746.259Belastingen 5.597.392 879.045 4.718.347Goederen en diensten 269.327 4.669.102 -4.399.774Overdrachten 38.501.009 38.501.009Rente en dividend 105.127 105.127Verrekeningen 5.347.429 3.733.690 1.613.738

Begroot 2016 57.556.663 6.690.063 50.866.600Salarissen en sociale lasten 3.268.589 -3.268.589Belastingen 5.431.448 555.166 4.876.282Goederen en diensten 124.534 4.809.213 -4.684.679Overdrachten 40.346.762 3.700 40.343.062Rente en dividend 148.657 148.657Verrekeningen 11.505.262 -1.946.605 13.451.867

Werkelijk 2015 59.322.490 13.190.225 46.132.265Salarissen en sociale lasten 3.961.081 -3.961.081Belastingen 5.255.297 754.587 4.500.709Goederen en diensten 292.884 4.504.204 -4.211.321Overdrachten 39.025.686 39.025.686Rente en dividend 84.616 84.616Verrekeningen 14.664.008 3.970.353 10.693.655

Toelichting

Dit betreft alle onderdelen van de algemene dekkingsmiddelen, de overhead, de algemene lasten en baten, de bedragen voor beleidsintensivering en calamiteiten en de mutaties in de reserves.

Page 45: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

45

DEEL III PARAGRAFEN Omschrijving Pagina III.1 Paragraaf A Lokale heffingen 46 Onroerende zaakbelastingen 46 Toeristenbelasting 47 Forensenbelasting 47 Reinigingsheffingen 48 Rioolheffing 50 Totale lastenstijging belastingen 2017 (belastingdruk) 52 Kostendekkendheid leges 54 III.2 Paragraaf B Weerstandsvermogen, risicomanagement 56 Weerstandscapaciteit 56 Niet geraamde risico's 58 Waardering verhouding weerstandscapaciteit / risico’s (ratio) 62 Risicobeleid 63 Verloop reserves 2015-2020 63 Kengetallen financiële positie 64 III.3 Paragraaf C Kapitaalgoederen 69 Wegen 70 Groen 73 Riolering 76 Gebouwen 78 Conclusie 80 III.4 Paragraaf D Financieel fundament 81 III.5 Paragraaf E Financiering, EMU-saldo 84 Renteresultaat 88 EMU-saldo 89 Geprognosticeerde balans 91 III.6 Paragraaf F Bedrijfsvoering 93 Algemeen 93 Personeel 94 Informatisering 96 III.7 Paragraaf G Verbonden partijen 98 III.8 Paragraaf H Grondbeleid 102 Financiële uitgangspunten 102 III.9 Paragraaf I Demografische ontwikkelingen 108

Page 46: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

46

A hoofdstuk III.1

LOKALE HEFFINGEN

Soorten belastingen en rechten

Gemeenten zijn beperkt in het aantal belastingen dat ze mogen heffen. De te heffen belastingen zijn limitatief opgesomd in de Gemeentewet. Naast belastingen heft de gemeente ook rechten zoals leges en retributies voor individuele dienstverlening aan haar burgers. De tarieven hiervan moeten zodanig worden vastgesteld dat de opbrengsten de kosten voor het verlenen van de diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt. De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen (algemene belastingen), waarvan de onroerendezaakbelastingen (OZB) de omvangrijkste is. De gemeentelijke belastingen en rechten die in onze gemeente worden geheven zijn: onroerendezaakbelastingen, toeristenbelasting, forensenbelasting, reinigingsheffingen (verzamelnaam voor reinigingsrechten en afvalstoffenheffing), rioolheffing en diverse leges en retributies. Uitbreiding gemeentelijk belastinggebied

De VNG pleit al jaren voor uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied. Door zo’n uitbreiding kunnen gemeenten meer inkomsten uit de eigen belastingheffing krijgen. Daar zal zeer waarschijnlijk tegenover staan dat de uitkering gemeentefonds met eenzelfde bedrag wordt verlaagd. Beoogd wordt dat hierdoor meer verschillen tussen gemeenten ontstaan doordat lokaal andere afwegingen worden gemaakt tussen de inkomsten en uitgaven. Belastingopbrengsten

In onderstaande tabel staan de totaal geraamde belastingopbrengsten 2017 en 2016. tabel III.A.1 Belastingopbrengsten

Nr. Onderdeel Bedrag 2017 Bedrag 2016 Verschil1 Onroerende zaakbelastingen 5.597.392 5.431.448 165.9442 Toeristenbelasting 1.314.000 1.254.000 60.0003 Forensenbelasting 137.407 131.107 6.300

Telling algemene belastingen 7.048.799 6.816.555 232.2444 Reinigingsheffingen 1.808.254 1.982.366 -174.1125 Rioolrechten 3.007.656 2.982.908 24.748

Telling gebonden heffingen 4.815.910 4.965.274 -149.364Totaal 11.864.709 11.781.829 82.880

In de navolgende onderdelen wordt een nadere toelichting gegeven van alle in de tabel genoemde afzonderlijke belastingen. 1. Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ), herwaardering

Vanaf het belastingjaar 2008 worden de WOZ-waarden van de onroerende zaken jaarlijks vastgesteld. De te betalen OZB wordt berekend door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met een vastgesteld tarief / percentage. De daarbij gehanteerde waarde peildatum ligt altijd één jaar voor het belastingjaar. Voor het belastingjaar 2017 is de WOZ-waarde per 1-1-2016 dus bepalend.

Page 47: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

47

Macronorm OZB

De macronorm houdt in, dat de opbrengst OZB van alle gemeenten samen niet meer mag stijgen dan de reële trendmatige groei van het bruto binnenlands product (raming 2017: 1,5%) plus de prijsontwikkeling nationale bestedingen (2017: 1,2%). Voor 2017 is de macronorm dus totaal 2,7%. In de meicirculaire van het gemeentefonds staat dat deze norm voor 2017 wordt gecorrigeerd met 0,73% tot 1,97% omdat gemeenten de norm van 2016 hebben overschreden. Periodiek wordt deze macronorm landelijk geëvalueerd. Bij de laatste evaluatie in 2014 werd geconstateerd dat de macronorm geen effectief instrument is om de lastenontwikkeling te beheersen. Zo is er bijvoorbeeld geen sanctie op overschrijding van de macronorm. Er is geadviseerd de macronorm af te schaffen. Het kabinet onderzoekt samen met de VNG of de macronorm is te vervangen door een woonlastennorm. Een individuele gemeente (= micro) mag dus afwijken van de macronorm. Conform de kaderbrief 2017 wordt voor onze gemeente voor het begrotingsjaar en de vier jaarschijven van de meerjarenbegroting, naast de jaarlijkse areaaluitbreiding, rekening gehouden met een verhoging van 2,75% per jaar. Opbrengsten en tarieven 2017 en 2016

tabel III.A.2 Onroerende zaakbelastingen

Onderdeel Opbrengst 2016

Tarief 2016

Opbrengst 2017

Tarief 2017

Meer opbrengst

Eigenarenbelasting woningen 4.260.076 0,2158% 4.390.232 n.n.b. 130.156Eigenarenbelasting niet-woningen 764.630 0,2158% 787.991 n.n.b. 23.361Gebruikersbelasting niet-woningen 406.742 0,1323% 419.169 n.n.b. 12.427Totaal 5.431.448 5.597.392 165.944

Tarief 2017

Omdat nog niet alle waarde gegevens per 1-1-2016 bekend zijn kunnen de tarieven voor 2017 nog niet definitief worden berekend. Deze zullen bij de behandeling van de belastingverordeningen (december 2016) aan de raad worden voorgelegd. Gezien onze meeropbrengst van 2,75% (€ 149.364) + areaaluitbreiding (€ 16.580) heeft dit geen invloed op de opbrengstraming voor de programmabegroting 2017. 2. Toeristenbelasting

De verhoging van de toeristenbelasting van 5 cent per jaar is vastgesteld voor de periode 2014 t/m 2017. Na dit tijdvak wordt opnieuw geëvalueerd over het vervolg. Voor het jaar 2014 is besloten het tarief voor de toeristenbelasting (toen € 1,00 per overnachting) eenmalig voor één jaar te bevriezen. Dit is conform het advies van het Recreatieschap Drenthe. Voor de jaren na 2014 wordt weer uitgegaan van een verhoging van € 0,05 per overnachting. In de Bestuursrapportage 2016-I is de opbrengstraming in de programmabegroting 2016 verlaagd met € 66.000 door een lagere opbrengst van de toeristenbelasting in de jaarstukken van 2015. tabel III.A.3 Toeristenbelasting

Onderdeel Opbrengst 2017

Opbrengst 2016

Tarief 2017

Tarief 2016

Opbrengst toeristenbelasting 1.314.000 1.254.000 € 1,15 € 1,10

3. Forensenbelasting

Naast de toeristenbelasting heft onze gemeente ook een forensenbelasting. De forensenbelasting wordt opgelegd ter zake van het ter beschikking hebben van een gemeubileerde woning door niet-inwoners. De hoogte van de heffing van deze belasting is afhankelijk van de WOZ-waarde van het object.

Page 48: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

48

Omdat de forensenbelasting conform de toeristenbelasting sterk is gelieerd aan recreatieve activiteiten loopt de tariefaanpassing van de forensenbelasting gelijk op met een tariefaanpassing van de toeristenbelasting. In de bestuursrapportage 2016-I is de opbrengstraming in de programmabegroting 2016 verlaagd met € 7.500 door een lagere opbrengst van de woonforensenbelasting in de jaarstukken van 2015. tabel III.A.4 Forensenbelasting

Onderdeel Opbrengst 2017

Opbrengst 2016

Tarief 2017

Tarief 2016

Opbrengst forensenbelasting 137.407 131.107 zie verordening

4. Reinigingsheffingen (combinatie afvalstoffenheffing en reinigingsrechten)

Sinds 1 juli 2000 wordt de afvalstoffenheffing geheven op basis van het zogenaamde Diftar-systeem. Hierbij wordt het ingezamelde huisvuil per woonhuis gewogen. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vastrechtgedeelte en een variabel gedeelte, waarvan de hoogte afhankelijk is van het aangeboden huisvuil. Uitgangspunt bij de afvalstoffenheffing is een 100% kostendekkend tarief inclusief de BTW-component. Voor de programmabegroting 2017 is rekening is gehouden met: 1. een aantal aansluitingen 2017 van 10.920 (2016; 10.910); 2. de resultaten van de aanbesteding gescheiden afvalstromen ABP in 2015; 3. de resultaten van de aanbesteding van het Huishoudelijk afval 2016; 4. de resultaten van de invoering van de afvalstoffenbelasting in 2016; 5. een inzamelingsfrequentie van 3-wekelijks; 6. aantal tonnages: HH-afval: 3.500 / GFT-afval: 1.450 / totaal: 4.950 7. de toerekening van kosten (uren/tractie) op basis van de jaarplannen 2017; 8. Een verlaging van ingeleverde afval op het ABP van 2.430 ton naar 2.375 ton. Vanaf 1 januari 2005 wordt ook het aangeboden afval op het afvalbrengpunt te 2e Exloërmond gewogen en per kilogram bij de burger in rekening gebracht. tabel III.A.5 Reinigingsrechten

OnderdeelTonnen 2017

Bedrag 2016

Bedrag 2017

VerschilTarief 2016

Tarief 2017

Aantal aansluitingen 10.910 10.920

Kosten afvalverwerking 1.672.637 1.271.622 -401.015Overhead (m.i.v. 2017) 0 239.537 239.537Kosten afvalverwerking 1.672.637 1.511.159 -161.478BTW, BCF gemeentefonds 354.463 354.463 0Kwijtschelding 46.000 46.000 0Onttrekking fonds -90.734 0 90.734Aanwending reserve 0 -103.368 -103.368Totale kosten afval 1.982.366 1.808.254 -174.112Opbrengst afvalbrengpunt 2.375 145.800 142.500 € 0,06 € 0,06Opbrengst vast tarief 1.044.742 873.600 € 95,76 € 80,00Opbrengst variabel tarief 4.950 792.000 792.000 € 0,16 € 0,16Afronding -176 154Totale opbrengst 1.982.366 1.808.254Lager bedrag 2017 t.o.v. 2016 -174.112Kostendekkendheid 100% 100%

Toelichting verschil kosten afvalverwerking

Het per saldo voordelig verschil van € 161.478 op de kosten van de afvalverwerking wordt hieronder toegelicht.

Page 49: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

49

Voordeel lager tarief voor HH-afval door nieuwe aanbesteding (€ 141.785): Door de aanbesteding in 2016 is het tarief per ton huishoudelijk afval medio 2016 verlaagd. In 2016 is rekening gehouden met een voordeel van een half jaar en in 2017 met een voordeel van een vol jaar. Het voordeel betreft 3.500 ton ingeleverd huishoudelijk afval van de 3-wekelijkse inzameling. Voordeel lager tarief door aanbesteding Grof HH-afval op ABP (€ 31.777): Door de aanbesteding in 2016 is het tarief per ton huishoudelijk afval medio 2016 verlaagd. In 2016 is rekening gehouden met een voordeel van een half jaar en in 2017 met een voordeel van een vol jaar. Het voordeel betreft 610 ton ingeleverd grof huishoudelijk afval op het ABP dat weer moet worden afgevoerd en gestort. Voordeel eigen inzameling papier/karton door scholen/verenigingen (€ 46.396): In 2016 was nog een raming opgenomen voor door de gemeente te betalen subsidiebedragen aan scholen en verenigingen voor inzameling van oud papier. Omdat deze partijen zijn overgegaan naar een eigen inzameling omdat dan een betere prijs kan worden verkregen is de gemeente voor de inzameling nu geen partij meer. Hierdoor behoeft de gemeente voor de ingezamelde kilo’s geen subsidie meer te betalen. Nadeel door invoering afvalstoffenbelasting (€ 54.956): In de loop van 2016 is de nieuwe afvalstoffenbelasting ingevoerd. Dit is een heffing op het verbranden van afval. De heffing bedraagt € 13 per ton voor het huishoudelijk afval en asbest en € 0,29 voor GFT afval. Bij het opstellen van de programmabegroting 2016 was nog geen invoeringsdatum van deze heffing bekend waardoor geen bedrag in 2016 hiervoor was opgenomen. Voor 2017 wordt deze heffing voor de 1e keer in de berekening van het afval tarief meegenomen. Nadeel als gevolg van diverse kleinere mutaties (€ 3.524): In 2017 hebben zich ten opzichte van 2016 per saldo op verschillende onderdelen diverse kleinere mutaties voorgedaan. Overhead (€ 239.537): Op grond van nieuwe BBV-voorschriften wordt de overhead ingaande 2017 niet meer toegerekend aan de verschillende programma’s maar wordt de overhead extra comptabel en op consistente wijze meegenomen in de tariefberekeningen. Voor de berekening van een consistent overheadspercentage zijn de kosten van taakveld overhead (0.4) gedeeld door de totale lasten. Dit geeft een percentage van 14,19%. Dit percentage is vervolgens toegepast op de totale lasten van het taakveld afval waarbij opgemerkt wordt dat dit de lasten betreft waarvan de baten al zijn uitgezuiverd. Dit betreft een totaal aan lasten van € 1.688.068. In de tabel is de berekende overhead van € 239.537 afzonderlijk weergegeven voor 2017. BTW/BCF/gemeentefonds: Het BTW-bedrag is het historisch bepaald bedrag op het moment van invoering van het BTW compensatiefonds (BCF). De algemene uitkering van onze gemeente is destijds met dit bedrag gekort voor voeding van het landelijk fonds BCF. Kwijtschelding: Het bedrag voor kwijtschelding 2017 is conform het bedrag 2016. Onttrekking in 2016 van de voorziening afval (€ 90.734): In de kadernota 2014 is, op basis van advies van de accountant, besloten de voorziening afvalstoffenheffing in drie jaar tijd volledig te laten vrijvallen ten gunste van het vaste tarief per aansluiting. In 2016 is de laatste termijn, zijnde het restantbedrag, van de voorziening vrijgevallen.

Page 50: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

50

Nieuwe wijziging BBV / nieuwe (egalisatie)reserve afval: Inmiddels zijn de boekhoudvoorschriften (BBV) weer gewijzigd. Deze wijziging houdt in dat gerealiseerde voordelen in de jaarstukken t.o.v. de 100% kostendekkendheid niet ten gunste van de algemene middelen mogen worden gebracht maar geboekt moeten worden in een (egalisatie)reserve afval mits deze voordelen zijn ontstaan door efficiency of hoger dan geraamde opbrengsten. Voordelen door andere oorzaken, zoals b.v. lagere kapitaallasten door onderuitputting, moeten worden gestort in een voorziening. Een nadeel in de jaarstukken kan worden verrekend met de (egalisatie)reserve. In de jaarstukken 2015 is het voordelig resultaat op afval van € 259.320 volledig gestort in de (egalisatie)reserve afval. Een voor-of nadelig resultaat 2016 zal ook ten gunste of ten laste van deze reserve worden gebracht mits deze zijn gerealiseerd op basis van efficiency en/of mutaties t.o.v. geraamde tariefopbrengsten. Zeer waarschijnlijk zal in 2016 ook weer een toevoeging aan de reserve plaatsvinden omdat medio 2016 een bedrag van € 273.629 is ontvangen als uitkering van het commanditair kapitaal Stivam. Omdat in 2016 de laatste onttrekking van € 90.734 van de 'oude' reserve heeft plaatsgevonden ligt het voor de hand om ook in 2017 een soortgelijk bedrag uit de reserve te halen en terug te geven aan de burger als een lastenverlichting afval. Voorgesteld wordt een bedrag van € 103.368 aan de reserve te onttrekken omdat dan m.b.t. de lokale lastendruk het effect wordt bereikt dat in 2017 sprake is van een lokale lastendruk van € 0. Voor een nadere toelichting zie het onderdeel 'Totale lastenstijging belastingen'. Opbrengst afvalbrengpunt (ABP): Het opbrengstbedrag ABP 2017 is ten opzichte van 2016 verlaagd door verlaging van het aantal ingeleverde tonnages afval op het afvalbrengpunt. De geraamde tonnages zijn nu meer in overeenstemming met de werkelijke tonnages. Het tarief ingeleverd afval op het Afvalbrengpunt bedraagt € 0,06 per kilo. Opbrengst variabel tarief: Het aantal tonnages is in 2016 verlaagd. Voor 2017 was er geen aanleiding om de tonnages te veranderen. Het variabel tarief per kilo bedraagt conform 2016 € 0,16. De opbrengstraming 2017 is hierdoor gelijk aan de opbrengstraming 2016. Opbrengst vast tarief: De totaal te dekken kosten afval 2017 bedragen € 1.808.254. Na aftrek van de opbrengst voor het afvalbrengpunt en het variabel deel resteert een bedrag van € 873.600 dat gedekt moet worden uit de opbrengst van het vast tarief. Het aantal aansluitingen voor 2017 bedraagt 10.920 (2016: 10.910). Het vaste tarief 2017 bedraagt € 80,00 per jaar. In 2016 was dit € 95,76, in 2015 € 110,32 en in 2014 € 118,34. De verlaging van het vast tarief 2017 t.o.v. 2016 bedraagt € 15,76 per aansluiting. Uitkering commanditair kapitaal Stivam medio 2016: In de paragraaf Lokale heffingen van de programmabegroting 2016 hebben wij al vermeld dat onze gemeente begin jaren negentig als Stivam-partner een bijdrage heeft geleverd aan de financiering van de vuilverbrandingsinstallatie GAVI te Wijster. De bijdrage was bedoeld om het verwerkingstarief voor de GAVI te verlagen. De kapitaalstorting van onze gemeente was totaal € 273.629. In een Heads of Agreement is afgesproken dat dit kapitaal aan het einde van de looptijd (1 juli 2016) zonder rentevergoeding aan de Stivam-partners wordt terugbetaald. Dit bedrag is medio juli 2016 door de gemeente ontvangen. De kans is hierdoor groot dat het onderdeel afval hierdoor in de jaarstukken 2016 voordelig wordt. Het voordeel zal in de (egalisatie)reserve afval worden gestort. 5. Rioolheffing

Basis voor de raming van de lasten en baten is het nieuwe GRP 2016. In 2015 is het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) van onze gemeente vanaf het jaar 2016 geactualiseerd en vastgesteld (raadsbesluit). Onze huidige en toekomstige ramingen van de lasten en baten van de riolering zijn in onze programmabegroting gebaseerd op dit nieuw GRP.

Page 51: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

51

In dit nieuw GRP is voor het eerste jaar (2016) rekening gehouden met een totale last van € 2.982.908. Door de 100% kostendekkendheid is ook de bate vanuit de rioolheffing geraamd tot hetzelfde bedrag. Voor de hoogte van de rioolheffing 2016 betekende dit een gemiddeld tarief van € 235,80 per aansluiting. Ook voor de programmabegroting 2017 en de meerjarenbegroting geldt het nieuw GRP als basis voor de tariefberekening. Het GRP is zodanig opgezet dat voor alle jaren sprake is een consistente lastenuitzet van 0,75% per jaar. Door de 100% kostendekkendheid dient de ontwikkeling van de hoogte van de rioolheffing gelijke tred te houden met de ontwikkeling van de lasten. Hierdoor is conform de stijging van de lasten ook sprake van een jaarlijkse consistente stijging van het riooltarief met 0,75%. Eventuele verschillen in de exploitatie kunnen worden gecompenseerd door een toevoeging of onttrekking uit de (egalisatie)reserve riolering. Aanvullend vindt, conform het GRP, jaarlijks een dotatie plaats aan de voorziening riolering. Deze voorziening wordt jaarlijks aangewend voor (gedeeltelijke) dekking van de jaarlijkse riool-vervangingsinvesteringen. Dit gegeven leidt tot het volgende beeld van de ontwikkeling van de lasten en baten riolering volgens het GRP voor 2016 en 2017. tabel III.A.6 Rioolheffing

Onderdeel 2016 2017Kosten riolering (excl. 6.1) 1.102.424 793.935Kosten verbrede riolering (excl. 6.1) 387.327 332.236Overhead (m.i.v. 2017) 0 341.694Totale exploitatielasten 1.489.751 1.467.865Kapitaallasten (6.1) riolering 1.026.443 1.124.286Kapitaallasten verbrede riolering 7.390 7.390Kap.lasten nwe invest. (stelpost) 52.277 49.483Compensabele BTW 251.877 263.737Storting in voorziening 155.170 100.662Mutatie egalisatiereserve 0 -5.767Totale kosten 2.982.908 3.007.656Opbrengst vast tarief 1.491.454 1.503.828Opbrengst variabel tarief 1.491.454 1.503.828Totale opbrengst (rioolheffing) 2.982.908 3.007.656Kostendekkendheid 100% 100%

Aantal aansluitingen 12.650 12.660Gemiddeld tarief per aansluiting 235,80 237,57

Stijging tarief 0,75%

Toelichting

Om de 5 jaar wordt een nieuw GRP opgesteld. Hierdoor kan altijd vroegtijdig worden geanticipeerd op veranderingen van het toekomstbeeld zoals geschetst in het huidige GRP. Als zich in de tussenliggende periode (geringe) afwijkingen voordoen kunnen deze worden gecompenseerd door de (egalisatie) reserve riolering. Hierdoor kan het riooltarief gelijke tred blijft houden met het tarief zoals berekend in het nieuw GRP waardoor het tarief de komende jaren niet of nauwelijks aan schommelingen onderhevig behoeft te zijn. Door nieuwe BBV voorschriften ingaande 2017 mogen de kosten overhead niet meer aan de verschillende programma’s worden toegerekend. De overhead wordt namelijk vanaf 2017 in één bedrag op taakveld 0.4 van de programmabegroting geboekt. Wel mag een deel van de overhead extra comptabel worden meegenomen voor de tariefberekening. Voor de berekening van een consistent overheadspercentage zijn de kosten van het taakveld overhead gedeeld door de totale lasten in de programmabegroting. Dit geeft een uitkomst van 14,19%. Dit percentage wordt vervolgens losgelaten op de totale lasten van het taakveld riool en de aan dit taakveld gerelateerde taakvelden. Dit betreft een totaal bedrag van € 2.407.991 De kapitaallasten betreffen de lopende en nieuwe investeringen. Jaarlijks vinden vervangingsinvesteringen plaats. Hieruit vloeien kapitaallasten voort. De kapitaallasten starten in het jaar nadat de investering heeft plaatsgevonden. Voor de riolering wordt in het GRP een afschrijvingstermijn van 25 jaar voor leidingen en bouwkundige onderdelen van pompputten van riolering aangehouden.

Page 52: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

52

Een termijn van 15 jaar voor mechanisch/elektrische vervanging van pompen en gemalen en een termijn van 5 jaar voor onderzoeken voor zover relevant. In het GRP is rekening gehouden met een rekenrente voor geactiveerde investeringen van 4,5%. Omdat de omslagrente 2017 lager is dan de rekenrente is het verschil conform de handreiking van de VNG van de kostenonderbouwing lokale heffingen als een opslag op de omslagrente opgevoerd. De stelpost voor de nieuwe investeringen van € 49.483 kan worden gesplitst in een bedrag voor reguliere riool onderhoudsinvesteringen van € 35.271 en een bedrag van € 14.212 voor afkoppelen. Compensabele BTW: In het nieuwe GRP is hiervan een doorrekening gemaakt. Conform art. 229b van de Gemeentewet wordt deze BTW meegenomen bij de lasten omdat dit voor de invoering van het BTW-compensatiefonds (BCF) ook al zo was en anders een niet bedoeld inkomstenverlies voor gemeenten zou zijn ontstaan omdat het gemeentefonds bij de invoering van het BCF tot eenzelfde bedrag is gekort. De storting in de voorziening betreft het vooraf sparen voor toekomstige vervangings-investeringen. De raming is conform het GRP. De onttrekking aan de reserve riolering betreft een bedrag van € 5.767. Dit betreft het verschil tussen de werkelijke lasten 2017 en de raming van de lasten 2017 volgens het GRP. Door dit bedrag uit de reserve te onttrekken wordt enerzijds weer een bedrag van de opgebouwde reserve aan de burger terug gegeven en anderzijds kan hierdoor gelijke tred worden gehouden aan de in het GRP geraamde jaarlijkse stijging van lasten en tarieven van 0,75% per jaar. Toelichting baten rioolheffing

Zoals eerder vermeld worden de jaarlijkse lasten van de riolering door de 100% kostendekkendheid volledig gedekt door de rioolheffing. De rioolheffing is opgebouwd uit een vast tarief per aansluiting en een variabel tarief per aansluiting. Beide heffingen bedragen afgerond 50% van het totaal van de lasten. De ontwikkeling van de rioolheffing o.b.v. de doorrekening van het GRP kan als volgt voor de jaren 2016 t/m 2021 in beeld worden gebracht. tabel III.A.7 Meerjarenoverzicht rioolheffing

Onderdeel 2016 2017 2018 2019 2020 2021Totale kosten 2.982.908 3.007.656 3.023.606 3.057.763 3.083.125 3.108.697Opbrengst vast tarief 1.491.454 1.503.828 1.516.303 1.528.882 1.541.563 1.554.349Opbrengst variabel tarief 1.491.454 1.503.828 1.516.303 1.528.881 1.541.562 1.554.348Totale opbrengst (rioolheffing) 2.982.908 3.007.656 3.032.606 3.057.763 3.083.125 3.108.697Kostendekkendheid 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Aantal aansluitingen 12.650 12.660 12.670 12.680 12.690 12.700Gemiddeld tarief per aansluiting 235,80 237,57 239,35 241,15 242,96 244,78

Stijging tarief 0,75% 0,75% 0,75% 0,75% 0,75%

Uit de tabel blijkt, dat de stijging van het tarief van de rioolheffing conform de stijging van de lasten riolering is en dus ook 0,75% p/jaar bedraagt. Totale lastenstijging belastingen 2017 (belastingdruk)

Op grond van eerdere besluitvorming is de OZB voor 2017 verhoogd met het reguliere percentage van 2,75%. Dit leidt tot een verhoging van de opbrengst met € 149.364. Het effect hiervan op de totale belastingdruk is 1,437%. Dit bedrag is exclusief de verhoging van de areaaluitbreiding van € 16.580 als gevolg van nieuw- en verbouw van objecten. Deze areaaluitbreiding leidt niet tot een lastenstijging voor de burger en wordt dus niet meegenomen in de berekening van de totale belastingdruk.

Page 53: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

53

De opbrengst reinigingsheffingen is met € 70.744 verlaagd. Het effect hiervan op de totale belastingdruk is -0,680%. De opbrengst rioolheffing is met € 24.748 verhoogd. Het effect hiervan op de totale belastingdruk is 0,238%. Het totaal effect van de lastenstijging van alle 3 heffingen tezamen geeft een stijging van de lokale lastendruk 2017 t.o.v. 2016 met € 103.368. Dit is 0,994%. tabel III.A.8 Belastingdruk oud

Omschrijving OZBReiniging heffingen

Rioolheffing Totaal Perc.

Opbrengst 2016 5.431.448 1.982.366 2.982.908 10.396.722mutaties

OZB + 2,75% 149.364 149.364 1,437%

Reinigingsheffingen -70.744 -70.744 -0,680%

Rioolheffing 24.748 24.748 0,238%

Totaal verhoging 149.364 -70.744 24.748 103.368 0,994%

Areaaluitbreiding 16.580 16.580Opbrengst 2017 5.597.392 1.911.622 3.007.656 10.516.670

Voorstel

Uit de tabel blijkt dat de lokale lastendruk per saldo in 2017 zal stijgen met € 103.368. Dit is 0,994%. Zoals bij het onderdeel afval in deze paragraaf al is opgemerkt, kan de lokale lastendruk worden beïnvloed door een deel van de egalisatiereserve afval (eind 2015: € 259.320) hiervoor aan te wenden. Voorgesteld wordt om een zodanig bedrag aan deze reserve te onttrekken dat hierdoor de stijging van de lokale lastendruk wordt geneutraliseerd tot nihil. Hiervoor is een onttrekking uit de reserve afval nodig van € 103.368. Bij het onderdeel afval in deze paragraaf is dit voorstel ook als zodanig verwerkt bij de tariefberekening afvalstoffen. De herziene tabel ziet er dan als volgt uit. tabel III.A.9 Belastingdruk nieuw

Omschrijving OZBReiniging heffingen

Rioolheffing Totaal Perc.

Opbrengst 2016 5.431.448 1.982.366 2.982.908 10.396.722mutaties

OZB + 2,75% 149.364 149.364 1,437%

Reinigingsheffingen -174.112 -174.112 -1,675%

Rioolheffing 24.748 24.748 0,238%

Totaal verhoging 149.364 -174.112 24.748 0 0,000%

Areaaluitbreiding 16.580 16.580Opbrengst 2017 5.597.392 1.808.254 3.007.656 10.413.302

Kwijtschelding gemeentelijke belastingen

Onze gemeente hanteert als kwijtscheldingsnorm 100% van de bijstandsuitkering. We maken daarmee, net als het overgrote deel van de Nederlandse gemeenten, gebruik van het recht dat lokale overheden hebben om de landelijke norm van 90% van het bijstandsniveau te verhogen tot maximaal 100% van die norm. Dit houdt in dat als men onder de norm komt, men in aanmerking komt voor kwijtschelding. Niet voor alle heffingen wordt kwijtschelding verleend. Voor kwijtschelding komt in beginsel alleen de afvalstoffenheffing (voor wat betreft het vastrechtgedeelte) in aanmerking. Sinds 2006 werken de waterschappen Hunze & Aa’s, Vechtstromen en de gemeente samen op het gebied van kwijtschelding van de lokale heffingen. De administratieve afhandeling van kwijtscheldingsverzoeken op het grondgebied van het waterschap Hunze & Aa’s wordt door dit waterschap afgehandeld. De afhandeling van verzoeken binnen het gebied van waterschap Velt & Vecht wordt gedaan door de gemeente. De samenwerking loopt goed en zal dus ook voor de komende jaren worden voortgezet.

Page 54: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

54

Kostendekkendheid leges

Op grond van nieuwe BBV-voorschriften wordt in deze paragraaf ook inzicht gegeven in de kostendekkendheid van de leges. De kostendekkendheid leges wordt berekend conform regelgeving en jurisprudentie. Dit betekent onder andere dat uitgaven voor het opstellen van beleid en uitgaven voor bezwaar- en beroepsprocedures als gevolg van regelgeving niet mogen worden meegenomen. Bij de omgevingsvergunningen mogen de kosten voor handhaving, toezicht en controle met uitzondering van de eerste controle en de kosten voor milieu en sloop (uitgezonderd monumenten) eveneens niet worden meegenomen. De kostendekkendheid van de leges is per titel en hoofdstuk beoordeeld. Titel I betreft de algemene dienstverlening waaronder bijvoorbeeld de burgerlijke stand, reisdocumenten, rijbewijzen vallen. Voor titel I geldt, dat de totale opbrengsten de totale kosten per titel niet mogen overschrijden. Een overschrijding (hogere opbrengst) van één of meerdere hoofdstukken in een titel is wel toegestaan voor zover dit wordt gecompenseerd door onderschrijdingen op andere hoofdstukken. In vakjargon heet dit dat kruissubsidiëring is toegestaan. Titel II betreft de dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving (omgevings-vergunning). Vanaf 2014 is er een aparte legesverordening omgevingsvergunning. Ook binnen deze legesverordening omgevingsvergunning is kruissubsidiëring toegestaan. Om kleine bouwplannen haalbaar en betaalbaar te houden is er met name sprake van kruissubsidiëring tussen de grote en kleine bouwplannen. Het loslaten van deze kruissubsidiëring leidt tot onaanvaardbaar hoge tarieven voor de kleine bouwplannen. Titel III betreft de dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn. Hier is een overschrijding (opbrengst hoger dan kosten) per hoofdstuk niet toegestaan. Toelichting

Indien voor een specifieke lege (bijna) geen vraag is, zijn voor dit onderdeel geen kosten en opbrengsten begroot. In de kolom dekkingspercentage (zie tabellen hierna) staat dan n.v.t. opgenomen. De overhead wordt op grond van de nieuwe BBV-voorschriften ingaande 2017 niet toegerekend aan de programma’s maar mag wel extra comptabel worden meegenomen in de tariefberekeningen. Conform het BBV moet de overhead op consistente wijze worden toegerekend. Hiervoor kan de overhead worden toegerekend volgens een systematiek op basis van totale lasten of een systematiek op basis van totale uren. Voor het toerekening van de overhead aan de tarieven voor de belastingen wordt het (standaard)systeem gebruikt van de totale lasten. In bijlage V is de berekening hiervoor gespecificeerd. De uitkomst is een opslagpercentage van 14,19%. Omdat de leges uit de algemene legesverordening grotendeels een directe relatie hebben met de personeelslasten door de ambtelijke inzet is gekozen voor toerekening van de overhead op basis van een opslag van het uurtarief. Hiervoor zijn de totale overheadkosten gedeeld door het aantal productieve uren op de overige taakvelden. Het opslagtarief bedraagt hier € 49,64. Dit tarief is vermenigvuldigd met de geraamde productieve uren. Tariefvaststelling

De nieuwe tarieven voor de leges zullen zoals gewoonlijk in de decemberraad in een apart voorstel aan de raad worden voorgelegd om te worden vastgesteld.

Page 55: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

55

Overzichtstabellen van de kostendekkendheid titel I, II en III

tabel III.A.10 Algemene dienstverlening

Hfdstk OmschrijvingTotale

kosten, incl. overhead c.a.

Totaleopbrengst

Dekkings-percentage

1 Burgerlijke stand 90.192 22.972 25%2 Reisdocumenten, ID 189.410 123.817 65%3 Rijbewijzen 119.524 73.417 61%4 Verstrekking BRP 55.509 6.665 12%5 Verstrekking kiesregister n.v.t.6 Verstrekking WBP n.v.t.7 Bestuursstukken 5.870 750 13%8 Vastgoedinformatie n.v.t.9 Overige publiekszaken 24.485 5.866 24%10 Gemeentearchief n.v.t.11 Gereserveerd n.v.t.12 Leegstandswet 5.119 1.305 25%13 Kansspelen 2.407 599 25%14 Verkeer en vervoer 35.633 6.012 17%15 Diversen 32.204 12.956 40%16 Aansluiting riolering 590 590 100%

Totaal 560.943 254.949 45%

tabel III.A.11 Fysieke leefomgeving (omgevingsvergunning)

Omschrijving BedragDekkings-percentage

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente 274.031Inkomsten, excl. heffingen 0Netto kosten 274.031Toe te rekenen overhead 215.289Toe te rekenen BTW 21.422Totale kosten 510.742Opbrengst heffingen -382.745 75%Verschil 127.997 tabel III.A.12 Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk OmschrijvingTotale

kosten, incl. overhead c.a.

Totaleopbrengst

Dekkings-percentage

1 Horeca 6.641 2.899 44%2 Organiseren van evenementen 332 5 2%3 Prostitutiebedrijven n.v.t.

Overzichtstabellen kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten en marktgelden

tabel III.A.13 Verordening lijkbezorging

Hoofdstuk OmschrijvingTotale

kosten, incl. overhead c.a.

Totaleopbrengst

Dekkings-percentage

n.v.t. Lijkbezorgingsrechten 390.166 150.000 38% Opmerking: de totale kosten zijn inclusief het onderhoud aan de gehele begraafplaats. tabel III.A.14 Verordening marktgelden

Hoofdstuk OmschrijvingTotale

kosten, incl. overhead c.a.

Totaleopbrengst

Dekkings-percentage

n.v.t. Marktgelden 11.667 7.260 62%

Page 56: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

56

B hoofdstuk III.2

WEERSTANDSVERMOGEN, RISICOMANAGEMENT

Inleiding

De paragraaf Weerstandsvermogen en risicomanagement dient inzicht te verschaffen in het feit in hoeverre onze gemeente financieel in staat is om niet geraamde risico’s te kunnen opvangen. Om hier inzicht in te krijgen zijn de volgende drie onderdelen van belang: - wat is de omvang van onze weerstandscapaciteit; - wat is de omvang van onze niet geraamde risico’s; - wat is de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de niet geraamde risico’s. De verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s wordt vervolgens uitgedrukt in een ratio/kengetal. De paragraaf is de laatste jaren grondig herzien. Verschillende redenen lagen hieraan ten grondslag. Belangrijkste reden was dat wij als college de inhoud van deze paragraaf meer van eenvoud en duidelijkheid wilden voorzien. Gelijktijdig zijn ook de nieuwe adviezen van de commissie BBV en de op- en aanmerkingen van de accountant, provincie en van uw raad in de nieuwe paragraaf verwerkt. Financiële kengetallen (nieuw)

De commissie BBV heeft 5 nieuwe financiële kengetallen verplicht voorgeschreven om vanaf de programmabegroting 2016 en jaarstukken 2015 op te nemen. Wij vermelden aan het eind van deze paragraaf de uitkomsten van deze kengetallen. Verloop van de reserves en voorzieningen (nieuw)

In deze paragraaf is, mede op verzoek van de provincie, ook een overzicht opgenomen van het verloop van de reserves en voorzieningen voor de komende jaren. Weerstandscapaciteit

Bij dit onderdeel is geïnventariseerd in welke mate de gemeente in staat is om niet in de programmabegroting geraamde risico’s in financiële zin op te vangen. In z’n algemeenheid zijn de niet begrote financiële risico’s te dekken uit: - reserves en voorzieningen; - financiële ruimte structureel en incidenteel in de programmabegroting; - onbenutte belastingcapaciteit; - stille reserves die op korte termijn contant kunnen worden gemaakt. De reserves zijn onder te verdelen in een algemene reserve, een vrije reserve en bestemmingsreserves. Omdat onze reserves zijn ingezet als financieringsmiddel voor onze bezittingen kunnen deze (papieren) reserves niet zo maar worden aangewend. Aanwending van een reserve heeft namelijk tot gevolg dat een deel van onze bezittingen dan op een andere manier gefinancierd moet worden, zoals bijvoorbeeld door het aantrekken van een korte of lange geldlening. De voorzieningen worden in gemeenteland in tegenstelling tot de reserves als vreemd vermogen gezien. De voorzieningen liggen in principe vast en aan voorzieningen kan in tegenstelling tot reserves niet zo maar een andere bestemming worden gegeven.

Page 57: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

57

Specificatie reserves en voorzieningen

De specificatie van de totale reserves en voorzieningen is als volgt. tabel III.B.1 Reserves en voorzieningen

Omschrijving Programma-begroting 2017

Ultimo 2016 Ultimo 2015

Algemene reserve 4.423.370 4.423.370 4.423.370Verfijningsuitkering riolering -834.830 -834.830 -865.978Vrije reserve 2.003.375 2.003.375 2.947.822Bestemmingsreserves 14.563.613 14.563.613 16.861.742Voorzieningen 2.469.939 2.469.939 2.267.469Totaal 22.625.467 22.625.467 25.634.425

Toelichting

Het saldo van de jaarstukken 2015 van € 1.876.409 is in de laatste kolom verwerkt als toevoeging aan de vrije reserve. Door mutaties in de bestuursrapportage 2016-I en door de bestedingsvoorstellen is per saldo een bedrag van € 944.447 aan de vrije reserve onttrokken waardoor eind 2016 een bedrag resteert van € 2.003.375. De afname van de bestemmingsreserves per ultimo 2016 wordt grotendeels veroorzaakt door de afboeking van de bufferreserve grondbedrijf voor het plan Nieuw Veenlanden, een onttrekking aan het herstructureringsfonds en door een lagere raming van de reserve nog uit te voeren werken. Specificatie financiële ruimte structureel en incidenteel in de programmabegroting

In de programmabegroting hebben we verschillende budgetten voor financiële ruimte. Deze budgetten zijn als volgt te specificeren. tabel III.B.2 Begrotingsruimte

Omschrijving 2017 2016 2015Saldo van de begroting 248.785 310.455 373.751Budget voor calamiteiten 50.000 65.900 65.900Budget beleidsintensiviering 293.497 74.667 135.840Totaal 592.282 451.022 575.491

Opmerking

Het begrotingssaldo is het bedrag dat beschikbaar is in de programmabegroting van dit dienstjaar. Het budget voor calamiteiten is een budget dat jaarlijks bij de start van het begrotingsjaar beschikbaar is. In de kaderbrief 2017 is dit bedrag verlaagd tot € 50.000. De stelpost voor beleidsintensivering is het bedrag dat beschikbaar is in de programmabegroting van dit dienstjaar. Toelichting onbenutte belastingcapaciteit

Ondanks het feit dat wij de opbrengst OZB in principe onbeperkt kunnen verhogen is toch sprake van een onbenutte belastingcapaciteit van nihil. Dit komt door de definitie voor de onbenutte belastingcapaciteit op grond van de financiële verhoudingswet. De tarieven in onze gemeente zijn zodanig dat in de riool- en afvalstoffenheffing geen ruimte meer is en de OZB-tarieven ook hoger zijn dan de door het rijk bepaalde minimum tarieven. Toelichting stille reserves

Stille reserves zijn reserves die in principe aan het zicht zijn onttrokken maar die wel een waarde kunnen vertegenwoordigen. Een voorbeeld van een stille reserve is een gebouw of vervoermiddel dat al volledig is betaald en afgeschreven maar nog wel een verkoopwaarde heeft. Een ander voorbeeld van een stille reserve is ons bezit van 80.340 aandelen van de BNG. De nominale waarde en tevens balanswaarde van deze aandelen is € 200.850. De werkelijke waarde (verkoopwaarde) hiervan ligt aanmerkelijk hoger. Op basis van het eigen vermogen van de BNG (€ 3.739 miljoen) zal de werkelijke waarde van ons aandelenbezit rond de € 5,4 miljoen zijn. Voor de weerstandscapaciteit hebben wij conform voorgaande jaren het bedrag voor de stille reserves PM geraamd.

Page 58: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

58

Niet geraamde risico’s

Bij dit onderdeel is geïnventariseerd op welke onderdelen de gemeente financiële risico’s loopt die niet door begrotingsramingen zijn afgedekt. Bij het volgend onderdeel is hiervan een overzicht verstrekt. Vanaf het jaar 2015 zijn de in een geldbedrag uitgedrukte risico’s niet meer voor een periode van 4 jaar genomen. Reden hiervan was dat zowel onze accountant als de provincie ons toen hebben geadviseerd het aantal jaren terug te brengen tot 1 jaar. Ook zijn toen twee nieuwe onderdelen toegevoegd. Het eerste onderdeel betreft het in beeld brengen van de kans dat het risico zich voordoet (zeer klein = 10%, klein = 30%, gemiddeld = 50%, groot = 70% en zeer groot = 90%). Het tweede onderdeel betreft het in beeld brengen of het risico incidenteel of structureel is. Aanvullend worden in deze nieuwe paragraaf alle in beeld gebrachte risico’s elk afzonderlijk nader toegelicht. Overzicht niet geraamde risico’s

tabel III.B.3 Risico's

Omschrijving Bedrag Kans Incidenteel Structureel TotaalAccres gemeentefonds 500.000 50% 250.000 250.000Decentralisaties 1.000.000 50% 500.000 500.000Btw-compensatiefonds (BCF) 100.000 50% 50.000 50.000Bodemsanering 100.000 30% 30.000 30.000Planschade 100.000 30% 30.000 30.000Verzekeringen 200.000 30% 60.000 60.000Juridische procedures 200.000 50% 100.000 100.000Garantieverplichtingen 150.000 10% 15.000 15.000Rente 150.000 30% 45.000 45.000Gemeenschappelijke regelingen 700.000 50% 350.000 350.000Grondexploitatie 3.000.000 50% 1.500.000 1.500.000Verlofstuwmeer 1.000.000 50% 500.000 500.000Krimp 250.000 50% 125.000 125.000Vastgoed 1.000.000 50% 500.000 500.000Totaal 8.450.000 680.000 3.375.000 4.055.000

Toelichting

Uit de tabel blijkt, dat 14 verschillende risico’s zijn benoemd. Van elk risico is het maximaal risicobedrag benoemd en is het percentage weergegeven van de kans dat het risico zich voordoet. Hierbij valt op, dat het hoogste percentage 50% is. Dit heeft als reden dat wanneer de kans hoger wordt ingeschat dan 50% voor dit onderdeel wel een (hogere) raming in de programmabegroting was opgenomen. In de kolommen incidenteel en structureel is het bedrag vermenigvuldigd met het percentage. Een risico wordt als incidenteel gezien als wordt ingeschat dat het risico zich maximaal 1 x per 4 jaar kan voordoen en als structureel als dit vaker dan 1 x per 4 jaar wordt ingeschat. Risico accres gemeentefonds

Onze ervaring is, dat het accres gemeentefonds door het rijk in elke nieuwe circulaire over het gemeentefonds wordt herzien. Dit kan zowel voor- als nadelig zijn. De laatste jaren was het vaak zo dat het accres gemiddeld nadeliger uit viel. Oorzaak hiervan was dat het rijk de rijksbegroting nog niet op orde had en er nog steeds bezuinigd werd. De gemeenten betaalden door de normeringsafspraak (trap op trap af systeem) met het rijk door een lager accres hier ook een deel van. Soms kan een lager accres ook worden gezien als minder meer. De hoogte van het risicobedrag is bepaald op € 500.000. Dit is afgerond 2% van de basisuitkering gemeentefonds. Dit is exclusief het bedrag voor de drie decentralisaties. De kans dat het risico zich voordoet wordt op gemiddeld geraamd (50%) omdat het rijk in de eerste plaats zijn begroting nog niet op orde heeft en in de tweede plaats de Europese Unie ook steeds meer zeggenschap krijgt. Het rijk wordt hierdoor steeds meer gedwongen de tekorten van de begroting verder terug te brengen. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op vaker dan 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als structureel ingeschat.

Page 59: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

59

Risico decentralisaties / 3D's

Vanaf 1-1-2015 zijn de taken voor de drie decentralisaties jeugd, zorg en werk naar de gemeenten overgeheveld. Het risico bestaat dat het rijk tussentijds op eerder toegekende budgetten gaat korten. Ook bestaat het risico dat tussentijds of aan het eind het jaar voor uitvoering onvoldoende budget beschikbaar is. Dit b.v. omdat een extra beroep op het budget wordt gedaan en ook door open eind regelingen. Een ander risico is de beperkte sturingsmogelijkheid op de financiën. Voor het verkrijgen van financieel inzicht zijn we deels afhankelijk van andere partijen zoals de SVB, PIONN en zorgaanbieders. Van deze partijen zijn wij als gemeente afhankelijk dat zij de basis goed op orde hebben waardoor wij tijdig financiële informatie krijgen aangeleverd. Daarnaast worden onze eigen interne processen verder doorontwikkeld zodat de informatie ook tijdig verwerkt kan worden. De hoogte van het risicobedrag is bepaald op € 1.000.000. Dit is afgerond ca. 6% van het totaal budget van ca. € 16 miljoen voor de drie decentralisaties. De kans dat het risico zich voordoet wordt voor op gemiddeld geraamd (50%) door vooral de open eind onderdelen die in de decentralisaties zitten opgesloten. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op vaker dan 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als structureel ingeschat. Risico BTW-compensatiefonds (BCF)

Het BCF is in 2003 ingevoerd. Bij de invoering is het fonds gevoed door inbreng van de gemeenten zelf. De uitkering gemeentefonds is gelijktijdig verlaagd. Tegenover de lagere uitkering gemeentefonds staat dat bijna al onze budgetten in de programmabegrotingen vanaf dat moment vrij van BTW zijn geraamd. Op dit onderdeel worden het risico in beeld gebracht dat minder BTW wordt gedeclareerd bij het fonds dan dat jaarlijks wordt ingehouden op de uitkering gemeentefonds. De hoogte van het risicobedrag is bepaald op € 100.000. Dit is afgerond 3% van het gemiddeld bedrag dat jaarlijks bij het fonds wordt gedeclareerd. De kans dat het risico zich voordoet wordt op gemiddeld geraamd (50%). Dit percentage wordt lager als onze gemeente meer gaat investeren dan gemiddeld in Nederland het geval is. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op vaker dan 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als structureel ingeschat. Risico bodemsanering

Het risico bestaat dat de gemeente een eigen bijdrage moet betalen voor niet geraamde en niet voorzienbare bodemsaneringskosten. Het risicobedrag wordt ingeschat op € 100.000. De kans dat het risico zich voordoet wordt op klein geraamd (30%) omdat onze gemeente de laatste jaren hier niet op wordt aangesproken en tevens het ontwikkelen van nieuwe uitbreidingsplannen op een laag pitje staat. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op maximaal 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als incidenteel ingeschat. Risico planschade

Het risico bestaat dat de gemeente een bijdrage moet betalen voor niet geraamde en niet voorzienbare planschade. Het risicobedrag wordt ingeschat op € 100.000. De kans dat het risico zich voordoet wordt op klein geraamd (30%) omdat onze gemeente de laatste jaren hier niet op wordt aangesproken en tevens het ontwikkelen van nieuwe uitbreidingsplannen op een laag pitje staat. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op maximaal 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als incidenteel ingeschat. Risico verzekeringen

In de praktijk blijkt, dat vooral bij rampen en ernstige ongevallen altijd kosten kunnen resteren die niet door een verzekeringspolis worden gedekt. Het risicobedrag wordt ingeschat op € 200.000. Dit is afgerond het gemiddeld bedrag dat de laatste jaren als jaarpremie wordt betaald. De kans dat het risico zich voordoet wordt op klein geraamd (30%) omdat een ramp of ernstig ongeval zoals hier bedoeld zich maar sporadisch voordoet. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op maximaal 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als incidenteel ingeschat. Risico juridische procedures

Het risico bestaat, dat de gemeente wordt geconfronteerd met juridische procedures en/ of juridische claims waardoor een bedrag als schadevergoeding moet worden betaald. Omdat het risicobedrag moeilijk is in te schatten is het bedrag gebaseerd op hetzelfde bedrag dan bij het vorig onderdeel (verzekeringen) wordt gehanteerd. Een risicobedrag dus van € 200.000.

Page 60: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

60

De kans dat het risico zich voordoet wordt op gemiddeld geraamd (50%) omdat er wereldwijd sprake is van zowel een groei van het aantal juridische claims als ook voor wat betreft de hoogte van de bedragen. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op minimaal 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als structureel ingeschat. Risico garantieverplichtingen

Het risico dat de gemeente loopt ten aanzien van garantieverplichtingen is niet groot te noemen. Dit komt omdat allerlei achtervangconstructies als 1e waarborg zijn ingebouwd. Het totaalbedrag aan gewaarborgde geldleningen bedraagt afgerond € 30 miljoen. Het risicobedrag wordt ingeschat op een half procent. Dit is een bedrag van € 150.000. De kans dat het risico zich voordoet wordt op zeer klein geraamd (10%) door de goede 1e achtervangconstructie zoals het waarborgfonds. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op maximaal 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als incidenteel ingeschat. Risico rente

In de programmabegroting wordt voor de rente op de kapitaalmarkt (lange geldleningen) voor investeringen rekening gehouden met een rekenrente van 5%. Voor de rente op de geldmarkt (korte geldleningen) wordt voor onze financieringsbehoefte rekening gehouden met 3,5% rente. Het renterisico wordt ingeschat op het verschil in percentages tot de door ons gehanteerde rekenrente van 5% voor de kapitaalmarkt. Als wordt uitgegaan van een maximaal financieringstekort van € 10 miljoen bedraagt het risicobedrag 1,5% van € 10 miljoen = € 150.000. De kans op een hogere rente dan hiervoor genoemd wordt op klein geraamd (30%) omdat de huidige rente voor zowel kort- als lang geld nog steeds extreem laag is. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op maximaal 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico wel als incidenteel ingeschat. Risico gemeenschappelijke regelingen (GR)

Met betrekking tot de GR'en loopt de gemeente het risico dat financiële tekorten achteraf door de deelnemende gemeenten moeten worden aangezuiverd. Het risicobedrag wordt ingeschat op € 700.000. Dit bedrag is afgerond 25% van het gemiddeld bedrag van afgerond € 2,8 miljoen dat jaarlijks aan de zes belangrijkste gemeenschappelijke regelingen wordt betaald. De kans dat het risico zich voordoet wordt op gemiddeld geraamd (50%) door vooral de toename van het aantal GR'en (recent nog VRD en RUD). De kans dat het risico zich voordoet wordt op minimaal 1 x per 4 jaar ingeschat en is dus structureel. Risico grondexploitatie

Het onderdeel waar de gemeente altijd het grootste financiële risico liep betreft de gronden van het grondbedrijf (GB). Vele gemeenten hebben de laatste jaren fors op hun grondposities moeten afboeken. Door een nieuwe wijziging van de begrotingsvoorschriften (BBV) is getracht deze risico’s voor het GB te verminderen. De BBV-commissie heeft namelijk besloten dat de in het GB aanwezige zgn. nog niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) nog voor 2017 moeten worden overgeboekt naar de reguliere exploitatie. Het gevolg hiervan is, dat de lasten van deze gronden niet meer door het grondbedrijf bij de boekwaarde van deze gronden kunnen worden opgeteld. Dit met als achtergrond dat deze lasten kunnen worden gecompenseerd uit een (hogere) vierkante meter prijs van de gronden. Naast de NIEGG- gronden geldt de overboeking ook voor de boekwaarde van de cultuurgronden en de overige gronden waaronder de gronden van Daalkampen IV. Totaal is hierdoor een boekwaarde van het GB naar de reguliere exploitatie overgegaan van afgerond € 6 miljoen. In dit bedrag zijn de reeds opgebouwde voorzieningen voor verwachte verliezen verrekend. Op het moment dat deze gronden te zijner tijd daadwerkelijk in exploitatie worden genomen worden deze gronden weer ingebracht in het grondbedrijf, maar dan tegen de dan geldende marktwaarde. Door deze verandering kan het GB zich in principe financieel geen buil meer vallen aan deze categorie gronden. Wel houdt deze verandering in, dat in plaats van het grondbedrijf, nu de reguliere exploitatie van de gemeente (begrotingssaldo) het risico van deze gronden loopt. De gemeente heeft volgens de nieuwe voorschriften t/m 2019 de tijd om de boekwaarde van de gronden eventueel stapsgewijs in overeenstemming te brengen met de marktwaarde.

Page 61: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

61

Voorheen moest een verschil direct door het GB als een verlies worden genomen. In het GB resteren nu nog de reeds in exploitatie genomen gronden. Deze gronden hebben een boekwaarde begin 2016 van afgerond € 4,3 miljoen. Zoals bekend werden de risico’s van het GB altijd afgedekt door de bufferreserve grondbedrijf. Deze risico’s betroffen echter hoofdzakelijk de risico’s van de naar de gemeente overgeboekte NIEGG-gronden. De bufferreserve grondbedrijf heeft eind 2016 een hoogte van afgerond € 1,75 miljoen. De afboeking van het plan Nieuw-Veenlanden is hierin al verwerkt. In principe zou de BBV-wijziging tot gevolg hebben dat de bufferreserve nu niet meer geldt voor de gronden van het GB maar meer voor de naar de gemeentelijke exploitatie overgeboekte gronden. Voorgesteld wordt om hier op dit moment hier nog geen verandering in aan te brengen. In de loop van 2017 zal nader worden bekeken welk beleid in de toekomst het meest passend is door de veranderingen van de nieuwe BBV-voorschriften. Dan zal ook nader worden geanalyseerd of de gemeente m.b.t. de NIEGG gronden dezelfde of andere risico’s loopt. Voor deze paragraaf wordt daarom voorshands nog uitgegaan van eenzelfde risicoberekening als voorheen: 50% van de boekwaarde van de meest risicovolle plannen en dat zijn de naar de gemeente overgeboekte gronden. Dit betekent een risicobedrag van 50% van € 6 miljoen en dus een bedrag van € 3 miljoen. De kans dat het risico zich voordoet wordt op gemiddeld geraamd (50%). Dit betreft dus een risicobedrag van € 1,5 miljoen. Het risico wordt als structureel benoemd omdat de kans dat het risico zich voordoet op minimaal 1 x per 4 jaar wordt ingeschat. Risico verlofstuwmeer

Een neveneffect van een toename van de werkdruk in onze organisatie is een toename van het verlofstuwmeer. De kans bestaat dat hierop een beroep wordt gedaan als het niet lukt het verlofstuwmeer weer tot normale proporties terug te dringen. De hoogte van het risicobedrag wordt ingeschat op afgerond € 1 mln. de kans dat het risico zich voordoet wordt als gemiddeld ingeschat (=50%). Omdat er van wordt uitgegaan dat het risico zich niet vaker dan 1 x per vier jaar kan voordoen wordt het risicobedrag als incidenteel gezien. Risico krimp

Onze gemeente is zich als een van de eerste gemeenten in Nederland bewust geworden van het verschijnsel krimp als demografische ontwikkeling. Dit verschijnsel kan nadelige financiële effecten hebben zoals bijvoorbeeld voor de uitkering gemeentefonds. Deze uitkering wordt op krimpgevoelige onderdelen lager omdat in dit soort gemeenten de stijging van bijvoorbeeld het aantal inwoners of aantal leerlingen of aantal woningen etc. lager is dan de gemiddelde stijging in Nederland. Het nadelig effect wordt in onze gemeente versterkt door het feit dat bij ons sprake is van een daling van aantallen in plaats van een stijging lager dan het gemiddelde in Nederland. Het risicobedrag voor krimp wordt ingeschat op € 250.000. Dit is afgerond 1% van de uitkering gemeentefonds exclusief de 3D's. De kans dat het risico zich voordoet wordt op gemiddeld geraamd (50%). gezien de ervaring dat onze gemeente de laatste jaren op de diverse onderdelen ook steeds met krimp heeft te maken en wij de toekomstige effecten bij andere gemeenten niet goed kunnen inschatten. Omdat de kans dat het risico zich voordoet op minimaal 1 x per 4 jaar wordt ingeschat wordt het risico als structureel ingeschat. Risico vastgoed

De gemeente bezit zowel maatschappelijk als strategisch vastgoed. Dit vastgoed kan soms 'onder water' staan wanneer de boekwaarde hoger is dan de marktwaarde. Ook is in sommige gevallen vastgoed overgedragen aan nieuwe eigenaren met daaraan gekoppeld een genormeerd subsidiebedrag. Beide onderdelen kunnen leiden tot bijstellingen met financiële gevolgen en dus loopt de gemeente hier ook financiële risico’s. De omvang hiervan is tot dusverre nog niet inhoudelijk onderzocht. Een startbedrag van afgerond € 1 miljoen als risico voor dit onderdeel lijkt aannemelijk. De kans dat het risico zich voordoet wordt op gemiddeld geraamd (50%). Omdat er van wordt uitgegaan dat het risico zich minimaal 1 x per 4 jaar voordoet wordt het risico als structureel ingeschat.

Page 62: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

62

Risico’s die zich de laatste jaren hebben voorgedaan.

In het voorgaande zijn 14 verschillende risico’s benoemd. Sommige benoemde risico’s hebben zich de laatste jaren ook daadwerkelijk voorgedaan. Zo hebben zich mutaties voorgedaan in het accres gemeentefonds, het sociaal domein (lees: de 3D's), de rente, de gemeenschappelijke regelingen, de grondexploitatie en in het vastgoed. Dit waren zowel voor- als nadelige mutaties. In de tussenrapportages, zoals de bestuursrapportage I en bestuursrapportage II, zijn deze mutaties verwerkt en verrekend met het begrotingssaldo en/of het budget beleidsintensivering. Waardering verhouding weerstandscapaciteit / risico’s (ratio)

De berekening van het weerstandsvermogen (capaciteit gedeeld door risico’s) levert als uitkomst een getal op (ratio). Vanaf de programmabegroting 2012 wordt door onze gemeente, in navolging van andere gemeenten, de volgende gangbare indeling aangehouden. tabel III.B.4 Scoretabel weerstandsvermogen

Ratio AanduidingGroter dan 2,0 UitstekendTussen 1,4 en 2,0 Ruim voldoendeTussen 1,0 en 1,4 VoldoendeTussen 0,8 en 1,0 MatigTussen 0,6 en 0,8 OnvoldoendeLager dan 0,6 Zeer onvoldoende

Ratio berekening

De ratio van de weerstandscapaciteit wordt berekend door het totaalbedrag aan weerstandscapaciteit te delen door het totaalbedrag van de risico’s. In deze nieuwe berekening voor het totaalbedrag aan weerstandscapaciteit nemen wij van het onderdeel reserves slechts de algemene reserve en de vrije reserve mee. In voorgaande jaren werden hier ook de bestemmingsreserves bij betrokken. Met betrekking tot de structurele ruimte in de programmabegroting wordt het begrotingssaldo, het bedrag voor calamiteiten en het bedrag voor beleidsintensivering meegenomen. De overige twee onderdelen, te weten de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves zijn voor de weerstandscapaciteit p.m. geraamd. De hoogte van het bedrag aan weerstandscapaciteit is nu als volgt te specificeren. tabel III.B.5 Weerstandscapaciteit

Omschrijving Programma-begroting 2017

Totaal

Algemene reserve 3.558.540Vrije reserve 2.003.375Telling reserves 5.561.915Begrotingssaldo 248.785Budget calamiteiten 50.000Budget beleidsintensivering 293.497Telling structurele ruimte 592.282Onbenutte belastingcapaciteit pmStille reserves pmTotaal 6.154.197

Het totaalbedrag aan risico’s bedraagt € 4.055.000. De ratio is dus € 6.154.197 / € 4.055.000 = 1,52 en kan worden aangeduid als ruim voldoende. In de vorige programmabegroting (2016) was sprake van eenzelfde ratio (1,52) maar was het bedrag aan weerstandscapaciteit € 5.070.934 en het bedrag aan risico’s € 3.345.000.

Page 63: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

63

Risicobeleid

Met een ratio van 1,52 en een aanduiding voor ons weerstandsvermogen van 'ruim voldoende' zijn wij tevreden. De ratio ligt t.o.v. 2016 op hetzelfde niveau. Om onze financiën gezond te houden en ook de ratio tussen onze weerstandscapaciteit en onze risico's op voldoende niveau te houden hebben wij in 2005 al de paragraaf Financieel fundament ontwikkeld. Een ander doel van de paragraaf Financieel fundament was om eerder zicht te krijgen op gedwongen toekomstige bezuinigingsmaatregelen waardoor deze maatregelen eerder en ook meer fasegewijs kunnen worden ingevoerd. In de paragraaf Financieel fundament zijn de maatregelen omschreven die zorg moeten dragen voor de financiële robuustheid van onze programmabegroting. Deze robuustheid houdt o.a. in dat er bijna altijd mogelijkheden moeten zijn om gemakkelijk en flexibel in te kunnen spelen op ongewenste of financieel nadelige situaties. Dit mag ook worden omschreven als: zorg ervoor dat wanneer er financiële tegenvallers zijn, en die zijn er bijna elk jaar, dat er ook reële kansen zijn op financiële meevallers ter compensatie van de tegenvallers. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Financieel fundament. Verloop reserves 2015-2020

Algemeen

Het inzicht in het verloop van de reserves en voorzieningen voor de komende jaren is van belang om o.a. het verloop van onze financieringspositie te kunnen berekenen. Hierdoor kan tijdig worden geanticipeerd op bijvoorbeeld een oplopend financieringstekort. In de paragraaf Financiering, EMU-saldo wordt hier nader op ingegaan. Uit het overzicht blijkt, dat sommige reserves en voorzieningen in de loop der jaren hoger worden en andere lager. Verhogingen ontstaan in de meeste gevallen door rentetoevoegingen en in andere gevallen door bijdragen vanuit de exploitatie. Lagere bedragen worden veelal veroorzaakt omdat bepaalde reserves bewust zijn ingesteld om in de loop der jaren te worden aangewend. tabel III.B.6 Reserves en voorzieningen

Omschrijving Ultimo 2015 Ultimo 2016 Ultimo 2017 Ultimo 2018 Ultimo 2019 Ultimo 2020Algemene reserve 4.423.370 4.423.370 4.423.370 4.423.370 4.423.370 4.423.370Verfijningsuitkering riolering -865.978 -834.830 -750.438 -612.802 -421.925 -231.048Vrije reserve 2.947.821 2.003.375 2.150.988 2.300.995 2.461.393 2.633.774Bestemmingsreserves 16.861.742 14.563.613 14.535.319 14.522.255 14.450.183 14.797.285Voorzieningen 2.267.469 2.469.939 2.452.803 2.590.837 2.728.871 2.866.905Totaal 25.634.424 22.625.467 22.812.042 23.224.655 23.641.892 24.490.286

Algemene reserve

Er zijn voor de algemene reserve in deze periode geen mutaties gepland. Verfijningsuitkering riolering

Deze reserve verfijningsuitkering riolering is in deze periode nog negatief maar zal in 2022 nihil zijn. Vrije reserve

De vrije reserve groeit in deze periode door rentetoevoegingen van de vrije reserve zelf en door overboekingen van rentetoevoegingen van andere reserves. De vrije reserve wordt in de praktijk ook gebruikt voor vereffening van de resultaten van jaarstukken en soms als aanvulling voor het budget beleidsintensivering als dit budget onvoldoende is om noodzakelijke incidentele bestedingsvoorstellen te kunnen honoreren.

Page 64: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

64

Bestemmingsreserves

De totaalbedragen van de bestemmingsreserves zijn aflopend. Dit komt door de al eerder genomen besluiten om jaarlijks bedragen te onttrekken van onder andere de reserve herstructurering, de reserve nog uit te voeren werken, de reserve begrotingssaldo, de reserve bedrijfsvoering en de reserve kern & kader. Door eventuele batige saldi van jaarrekeningen kunnen in betreffende jaren ook weer toevoegingen aan reserves ontstaan. Voorzieningen

De totaalbedragen van de voorzieningen zijn oplopend. Dit wordt vooral veroorzaakt door de jaarlijkse toevoeging aan de voorziening wethouderspensioenen. Kengetallen financiële positie

De financiële positie van een gemeente is soms lastig te bepalen. Dit geldt zeker voor de onderlinge vergelijking tussen gemeenten. Om dit te verbeteren is het vanaf 2016 verplicht dat alle gemeenten op een gelijke manier financiële kengetallen ontwikkelen om een beter inzicht te krijgen in de financiële positie van een gemeente. Onderstaand zijn de uitkomsten vermeld van de nieuwe kengetallen. tabel III.B.7 Kengetallen

OmschrijvingProgramma begroting

2017

Programma begroting

2016

Programma begroting

2015

Jaar stukken

2015

Jaar stukken

20141. Netto schuldquote 54% 53% 64% 53% 61%2. Netto schuldquote gecorr. verstr. leningen 50% 48% 59% 49% 56%3. Solvabiliteitsratio 30% 30% 33% 33% 35%4. Grondexploitatie 7% 12% 3% 13% 13%5. Structurele exploitatieruimte -1% 1% -1% 2% 1%6. Belastingcap. woonlasten meerpers.huish. 109% 110% 113% 113% 113%

Provinciale signaleringswaarden m.b.t. de kengetallen

De Provincie heeft eind 2015 een eerste indeling gemaakt m.b.t. tot een soort van normering van de kengetallen. Daarbij zijn de uitkomsten ingedeeld in categorie A, B en C waarbij categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest risicovol. tabel III.B.8 Signaleringswaarden kengetallen 2017

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C1. Netto schuldquote < 90 % 90-130 % > 130 %2. Netto schuldquote gecorrigeerd < 90 % 9-130 % > 130 %3. Solvabiliteitsratio > 50 % 20-50 % < 20 %4. Grondexploitatie < 20 % 20-35 % < 35 %5. Structurele exploitatieruimte < 0 % 0 % > 0 %6. Belastingcapaciteit < 95 % 95-105 % > 105 %

Geconcludeerd kan worden dat onze kengetallen vooral in categorie A (minst risicovol) van de provinciale normering vallen. Toelichting 1 en 2 Netto schuldquote

De netto schuldquote wordt berekend door de netto schuld te delen door het totaal van de baten. Om ook inzicht te krijgen in hoeverre sprake is van doorlenen van gelden wordt de netto schuldquote weergegeven in zowel met als zonder verstrekte leningen. Voor het verslagjaar 2017 bedraagt de ongecorrigeerde netto schuldquote 54%. De gecorrigeerde schuldquote bedraagt 50%.

Page 65: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

65

In de VNG-uitgave 'Houdbare gemeentefinanciën' is aangegeven dat als de netto schuldquote ligt tussen 100% en 130% dat dan sprake is van een hoge schuldquote met als code oranje. Boven de 130% ligt de schuldquote in de gevarenzone (code rood) en doet de gemeente er verstandig aan de schuld te verlagen. Zoveel te lager de schuldquote beneden de 100% ligt zo veel te veiliger (groener) het kengetal van de schuldquote is. tabel III.B.9 Kengetal netto schuldquote

OmschrijvingProgramma begroting

2017

Programma begroting

2016

Jaarstukken 2015

Jaarstuken 2014

Saldo vast schulden 19.520.000 24.011.000 29.257.000 25.171.000Saldo netto-vlottende schulden 23.156.000 21.088.000 12.926.000 15.257.000Saldo overlopende passiva 3.159.000 3.159.000 3.159.000 3.587.000Telling 45.835.000 48.258.000 45.342.000 44.015.000Af:

Saldo uitzettingen -6.018.000 -6.018.000 -6.005.000 -5.665.000Saldo liquide middelen -12.000 -12.000 -12.000 -12.000Saldo overlopende activa -4.295.000 -4.295.000 -4.771.000 -2.460.000Telling -10.325.000 -10.325.000 -10.788.000 -8.137.000Netto schuldquote 35.510.000 37.933.000 34.554.000 35.878.000Totaal van de baten 66.274.000 62.969.000 65.645.000 58.922.000Kengetal netto schuldquote 54% 60% 53% 61%

tabel III.B.10 Kengetal netto schuldquote gecorrigeerd

OmschrijvingProgramma begroting

2017

Programma begroting

2016

Jaarstukken 2015

Jaarstuken 2014

Netto schuldquote 35.510.000 37.933.000 34.554.000 35.869.000Af:

Leningen aan overige verbonden partijen -1.663.000 -1.663.000 -1.663.000 -1.521.000Overige langlopende leningen -929.000 -929.000 -929.000 -1.340.000Netto schuldquote gecorrigeerd 32.918.000 35.341.000 31.962.000 33.008.000Totaal van de baten 66.274.000 62.969.000 65.645.000 58.922.000Kengetal netto schuldquote 50% 56% 49% 56%

Geconcludeerd kan worden dat het kengetal van onze schuldquote ruim in de veilige zone groen ligt. Het verloop heeft een dalende trend. Dat heeft enerzijds te maken met een mutatie van de schulden en anderzijds met een mutatie van het totaal van de baten. Het totaal van de baten is bijvoorbeeld vanaf 2015 gestegen door de Rijksbudgetten voor het sociaal domein. In de loop der jaren verwachten wij steeds meer inzicht te krijgen in het verloop van het kengetal en in de vergelijking van kengetallen met andere gemeenten. Toelichting 3 Solvabiliteitsrisico

De solvabiliteitsratio wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het balanstotaal. De solvabiliteitsratio geeft aan welk deel van de bezittingen van de gemeente (activa) gefinancierd worden met eigen vermogen (onze reserves). In de VNG-uitgave 'Houdbare gemeentefinanciën' is aangegeven dat wanneer de solvabiliteitsratio hoger is dan 30% dit als voldoende kan worden bestempeld en lager dan 20% als onvoldoende. In het algemeen geldt dus, dat hoe hoger de uitkomst is, hoe gunstiger het voor de gemeente is. tabel III.B.11 Kengetal solvabiliteit

Kengetal 2017 2016 2015 2014Eigen vermogen 20.478.000 20.155.000 23.367.000 24.161.000Totale vermogen 68.766.000 70.883.000 70.515.000 69.910.000Solvabiliteitspercentage 30% 28% 33% 35%

Page 66: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

66

Geconcludeerd kan worden dat het solvabiliteitspercentage voor onze gemeente nog als voldoende kan worden aangemerkt. In de loop der jaren verwachten wij steeds meer inzicht te krijgen in het verloop van het kengetal en in de vergelijking van kengetallen met andere gemeenten. Toelichting 4 Grondexploitatie

Het kengetal van de grondexploitatie gaf het vorig jaar informatie over de boekwaarde van de nog niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) plus de boekwaarde van de al in exploitatie genomen gronden (BIE). De boekwaarde van beide gronden werden bij elkaar opgeteld en vervolgens uitgedrukt in verhouding tot de totale gemeentelijke baten. Door een BBV- wijziging zijn de gemeenten in 2016 verplicht om de nog niet in exploitatie genomen gronden, de cultuurgronden en overige gronden (Daalkampen IV) over te boeken naar de reguliere exploitatie van de gemeente. Dit betekent dat de bij de berekening van het kengetal in de programmabegroting 2017 alleen nog maar de boekwaarde van de gronden in exploitatie wordt meegenomen. tabel III.B.12 Kengetal grondexploitatie

OmschrijvingProgramma begroting

2017

Programma begroting

2016

Jaarstukken 2015

Jaarstukken 2014

Niet in exploitatie genomen bouwgronden 0 4.169.000 4.158.000 4.169.000Bouwgronden in exploitatie 4.292.000 4.292.000 4.292.000 3.559.000Totaal 4.292.000 8.461.000 8.450.000 7.728.000Saldo van de baten 65.089.518 63.278.000 65.645.000 58.922.000Kengetal 7% 13% 13% 13%

Te zien is, dat door de BBV-wijziging de uitkomst van het kengetal in 2017 ook behoorlijk afwijkt van de vorige uitkomsten. Er is (nog) geen VNG-norm gepresenteerd m.b.t. de hoogte van dit kengetal. In de loop der jaren verwachten wij steeds meer inzicht te krijgen in het verloop van het kengetal en in de vergelijking van kengetallen met andere gemeenten. Een juiste en actuele boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend door verkoop van de bouwkavels. De accountant moet ieder jaar beoordelen of de gronden tegen de actuele waarde op de balans zijn opgenomen. Toelichting 5 Structurele exploitatieruimte

Het kengetal structurele exploitatieruimte geeft aan welke reële structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te kunnen dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. De bedragen van de lasten en baten van de exploitatie moeten worden gezuiverd van de incidentele bedragen voor zover die aanwezig zijn. Bij onderdeel I.5 van de programmabegroting is toegelicht elke lasten en baten als incidenteel worden gezien. Er is (nog) geen VNG-norm gepresenteerd m.b.t. de hoogte van dit kengetal.

Page 67: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

67

tabel III.B.13 Kengetal structurele exploitatieruimte

OmschrijvingProgramma begroting

2017

Programma begroting

2016

Jaarstukken 2015

Totale lasten programmabegroting 2017 67.242.960 63.710.884 74.702.549Af incidentele lasten

- toeoegingen reserves -1.421.172 -451.122 -8.263.172- (restant) budget beleidsintensivering -293.497 -74.667 -30.169Totaal (A) structurele lasten 65.528.291 63.185.095 66.409.208

Totale baten programmabegroting 2017 67.491.745 64.021.339 76.578.957Af incidentele baten

- onttrekkingen reserves -1.217.461 -1.052.281 -10.933.734Totaal (B) structurele baten 66.274.284 62.969.058 65.645.223

Totaal ( C) Saldo lasten - baten (A-B) -745.993 216.037 763.985

Kengetal (C/B) -1,13% 0,34% 1,16%

Toelichting

In deze begroting is bij onderdeel 1.5 toegelicht dat met de provincie tijdens het overleg over de tweede fase begrotingsonderzoek 2016 is afgesproken dat de mutaties van de reserves als incidenteel moeten worden gezien evenals de nog vrije bestedingsruimte van het budget beleidsintensivering. In deze aangepaste tabel is hiermee rekening gehouden. De hierboven bij Totaal C vermelde bedragen kunnen als volgt nader worden verklaard. tabel III.B.14 Saldo lasten (C )

Omschrijving 2017 2016 2015Saldo exploitatie -248.785 -310.445 -1.876.409Saldo mutaties resrves -203.711 601.159 2.670.562Saldo beleidsintensivering -293.497 -74.667 -30.169Totaal -745.993 216.047 763.984

Conclusie

Voor dit kengetal is nog geen VNG-norm ontwikkeld. In de loop der jaren verwachten wij steeds meer inzicht te krijgen in het verloop van het kengetal en in de vergelijking van kengetallen met andere gemeenten. Toelichting 6 Belastingcapaciteit (woonlasten meerpersoonshuishouden)

De belastingcapaciteit wordt berekend door de totale woonlasten van een meerpersoonshuishouden in jaar T (2017) te vergelijken met het landelijk gemiddelde van jaar T-1 (2016). Dat de woonlasten van een jaar worden vergeleken met het landelijke gemiddelde van het voorafgaand jaar heeft te maken met het feit dat voor het jaar 2017 nog geen definitieve cijfers bekend zijn om het landelijk gemiddelde te berekenen. De woonlasten betreft de lasten van de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. De bedragen van het landelijke gemiddelde zijn gebaseerd op de COELO-cijfers.

Page 68: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

68

tabel III.B.15 Kengetal belastingcapaciteit

OmschrijvingProgramma begroting

2017

Programma begroting

2016

Jaarstukken 2015

Jaarstukken 2014

Onroerende zaakbelastingen 382,72 372,48 362,25 351,98Rioolheffing 237,57 235,80 222,98 217,78Afvalstoffenheffing 165,59 181,70 207,35 216,37Totaal gemeentelijke woonlasten jaar T 785,88 789,98 792,58 786,13Landelijk gemiddelde (COELO) jaar T-1Onroerende zaakbelastingen 268,00 263,00 256,00Rioolheffing 193,00 189,00 186,00Afvalstoffenheffing 263,00 263,00 262,00Verschil 724,00 715,00 704,00 697,00Kengetal 109% 110% 113% 113%

Als de uitkomst van het kengetal boven de 100% ligt betekent dit dat de lastendruk in onze gemeente boven de lastendruk van het landelijk gemiddelde van het vorig jaar ligt. Dit landelijk gemiddelde is berekend volgens de gegevens van de Atlas van de lokale lasten van het COELO. Nadere toelichting verschil tarieven gemeente 2017 met de COELO-cijfers van 2016. tabel III.B.16 Vergelijking COELO

Lokale lasten Borger-Odoorn COELO VerschilOZB 382,72 268,00 114,72Rioolheffing 237,57 193,00 44,57Afvalstoffenheffing 165,59 263,00 -97,41Totaal 785,88 724,00 61,88

Uit de tabel blijkt, dat ons OZB-tarief € 114,72 hoger is dan het landelijk gemiddelde van vorig jaar en de rioolheffing € 44,57. De afvalstoffenheffing is € 97,41 lager. De totale lastendruk is € 61,88 hoger dan het landelijk gemiddelde.

Page 69: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

69

C hoofdstuk III.3

KAPITAALGOEDEREN

Inleiding

In deze paragraaf wordt het beleidskader gegeven over het onderhoud van: wegen, groen, riolering en gebouwen. Deze paragraaf geeft daarmee een dwarsdoorsnede van de programmabegroting, uitgaven voor onderhoud kapitaalgoederen komen immers op diverse beleidsvelden voor. Het voorzieningenniveau en de kwaliteit hiervan is mede bepalend voor de hoogte van de jaarlijkse onderhoudslasten. Met het onderhoud van de kapitaalgoederen is een belangrijk deel van de programmabegroting gemoeid. Een goed overzicht is daarom belangrijk om een goed inzicht te krijgen in de financiële positie. Verder wordt in deze paragraaf de stand van zaken weergegeven met betrekking tot het project vastgoed en geld. Dit project is bedoeld om budget beschikbaar te stellen voor het inlopen van achterstanden in het vastgoed.

Kaders

In zowel de kaderbrief 2017 als in de financiële verordening staan meerdere bepalingen die gelden voor de investeringen kapitaalgoederen. Door het gewijzigde BBV moeten investeringen met maatschappelijk nut (weer) worden geactiveerd ingaande 2017 en moet hierop worden afgeschreven. In de kaderbrief 2017 zijn de effecten van deze wijziging in de voorschriften beschreven. Nadelen kunnen worden gecompenseerd door incidentele voordelen. Afgesproken is om deze tijdelijke voordelen te storten in de reserve begrotingssaldo. Dit geldt voor de kapitaalgoederen wegen en openbare verlichting, groen, gebouwen en water. De investeringen van riolering vallen onder economisch nut en worden al geactiveerd. Verder zijn de geldende beleids- en beheerstukken samengevat in de navolgende tabel. tabel III.C.1 Beleids- en beheersplannen kapitaalgoederen

Kapitaalgoed Beheers-, beleidsplan VastgesteldAlgemeen Kern en kader 2003

Kadernota vastgoedbeleid 2007Notitie vastgoed en geld 2007

Wegen Meerjarige prioriteitsplanning wegen 2005Beleidsplan openbare verlichting 2008

Groen Groenbeleidsvisie Onze groene ruimte 2006Groenbeleidsvisie Groen met je doen 2006Bermbeheerplan 2007Bosbeheerplan 2008Visie Ruimte voor de laatste rustplaats 2008-2018 2008Nota speelruimtebeleid Ruimte voor jou 2008Kwaliteitsniveau openbaar groen 2015

Riolering Beleidsnota rioleringen in GRP 2016-2020 2015Gebouwen Vastgoedbeleid, deelnota gebouwen 2007Water Beleidsnota water, onderdeel GRP 2016-2020 2015

Vastgoed en geld

Vanaf 2014 wordt het budget vastgoed met stappen € 50.000 per jaar verhoogd. Bij de kadernota 2015 is besloten om in de jaarschijf 2016 het budget vastgoed en geld niet te verhogen met € 50.000. Het bedrag wordt ingezet voor de bezuinigingsopdracht 2016. Deze korting wordt niet hersteld, is dus structureel. In 2017 wordt het budget, zoals voorgesteld, weer verhoogd met € 50.000. Daarnaast heeft de raad op 23 juni 2016 besloten om in de programmabegroting 2017 nog een extra bedrag van € 2 miljoen voor wegen beschikbaar te stellen. Dit geeft een extra structurele exploitatielast in 2017 van € 150.000.

Page 70: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

70

Besloten is dit bedrag ten laste te brengen van het budget vastgoed en geld. Door een verlenging van de eindtermijn met 3 jaar t/m 2026 kan het streefbedrag van € 500.000 voor vastgoed en geld alsnog gerealiseerd worden. tabel III.C.2 Vastgoed en geld

Omschrijving 2011 2012 2013 2014 2015 2016Herstel 150.000 -66.815 0 50.000 50.000 0Totaal beschikbaar 150.000 83.185 83.185 133.185 183.185 183.185

2017 2018 2019 2020 2021Herstel -100.000 50.000 50.000 50.000 50.000Totaal beschikbaar 83.185 133.185 183.185 233.185 283.185

2022 2023 2024 2025 2026Herstel 50.000 50.000 50.000 50.000 22.345Totaal beschikbaar 333.185 383.185 433.185 483.185 505.530

Uit de tabel blijkt dat in 2017 het beschikbare budget € 83.185 bedraagt. Bedrag herstel jaarschijf 2017: structurele verhoging van € 50.000 verminderd met structurele last investering wegen (€ 2 miljoen) van € 150.000 is -/- € 100.000. Bij de jaarlijkse invulling van dit budget zal worden gekeken hoe om moet worden gegaan met de nieuwe BBV-regels. Wegen

Gemeentelijk bezit

tabel III.C.3 Verhardingen binnen en buiten de bebouwde kom

Eenheid Aantal Rijbanen algemeen m2 1.435.734Rijbanen landbouwwegen m2 698.892Voetpaden m2 126.690Fietspaden m2 302.662Overige verhardingen m2 193.895Totaal verhardingen m2 2.757.873

Omschrijving

Beleid

Jaarlijks worden alle openbare verhardingen onderworpen aan een visuele inspectie volgens de CROW-systematiek. De verzamelde gegevens worden ingevoerd in het geautomatiseerde wegbeheersysteem. De gemeente onderhoud niet alle verhardingen volgens de CROW-normen. Bij collegebesluit van 15 januari 2004 is een eigen onderhouds- en prioriterings-systematiek vastgesteld. Onderhoudssystematiek

Gekeken wordt onder meer naar de functie van de verharding. Deze functie is uitgesplitst in een 7-tal categorieën: 1. Doorgaande wegen, 2. Kernontsluitingswegen, 3. Woonstraten, 4. Landbouwontsluitingswegen, 5. Landbouwwegen, 6. Fietspaden en 7. Voetpaden. De verhardingen met categorie 1 en 2 worden nagenoeg volgens de CROW-normen opgevoerd. Bij categorie 3, 6 en 7 wordt meer schade getolereerd. De verhardingen in de categorie 4 en 5 worden pas opgevoerd als de schade zodanig ernstig is dat de verkeersveiligheid in het geding komt. Na bovenstaande toetsing ontstaat een technische en financiële onderhoudsplanning voor de komende drie jaar: de meerjarenplanning REAL. Ieder voorjaar, na de weginspecties, wordt deze meerjarenplanning aangepast, afgestemd met de andere vakgebieden, en vastgesteld door het college. Deze lijst vormt de basis voor het jaarlijkse onderhoudsinvesteringsprogramma. Prioriteringssysteem

Page 71: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

71

Het budget voor wegenonderhoud is onvoldoende om al het noodzakelijke onderhoud uit te voeren. Om verantwoorde keuzes te kunnen maken tussen de projecten welke wel in uitvoering worden genomen en welke niet, is door het cluster REAL een prioriteringssystematiek ontwikkeld. Verkeersveiligheid, de kans op mogelijke schadeclaims, comfort en de gevolgkosten bij uitstel van onderhoud worden o.a. betrokken in deze systematiek. Immers, een weg kan er goed uitzien terwijl uitstel van onderhoud leidt tot hogere kosten op langere termijn. Middels deze prioriteringssystematiek kan het college uitvoerings- en budgetkeuzes maken. Reservering wegengelden bij onderhoudsachterstand

Om de onderhoudsachterstand bij wegen te beperken worden restkredieten weer ingezet voor groot onderhoud wegen. Beheer en onderhoud

Klein onderhoud: Onder klein onderhoud verstaan we het aanbrengen van slijtlagen, het dichten van scheuren in asfalt, het plaatselijk repareren van slechte plekken, het dichten van kleine gaten en het aanpakken van voorkomende calamiteiten. Op basis van de jaarlijkse visuele inspectie van de wegen wordt een project 'klein wegenonderhoud' opgesteld. Op prioriteit worden de calamiteiten en onderhoudsmaatregelen binnen het beschikbare budget uitgevoerd. Groot onderhoud: Op basis van de meerjarenplanning REAL stelt het college in het voorjaar het onderhoudsinvesteringsprogramma vast, welke ter informatie wordt aangeboden aan de gemeenteraad. Conform het inkoop- en aanbestedingsbeleid worden de projecten in de markt gezet. Speerpunten groot onderhoud 2017

1. Aanbrengen extra deklagen: Uit de jaarlijkse wegeninspectie is gebleken dat veel doorgaande asfaltwegen de komende jaren moeten worden voorzien van een nieuwe deklaag. Denk hierbij aan de weg tussen Buinen en Buinerveen, de weg tussen Borger en Drouwen, de weg tussen Exloo en Buinen en het Zuideind/Hoofdstraat in Drouwenerveen. Het gaat om een investering van ca. € 3 miljoen. Het huidige onderhoudsbudget is te beperkt om deze maatregelen tijdig uit te voeren. Uitstel van tijdig asfaltonderhoud leidt echter tot hogere kosten. Om dit te voorkomen is in 2016 € 1 miljoen geïnvesteerd. In de programmabegroting 2017 is door de raad € 2 miljoen beschikbaar gesteld. Hiermee kunnen we dit jaar de achterstanden bij de doorgaande (asfalt)wegen inlopen. 2. Fietspad Zuiderdiep Valthermond: Het fietspad langs Zuiderdiep, tussen de Valtherblokken en de Vrijheidslaan, is zeer slecht, voornamelijk door opdrukkende boomwortels. Het project staat al jaren op de meerjarenplanning REAL en is aangemeld voor een provinciale subsidiebijdrage. 3. Reconstructie Middenweg Eesergroen: De Middenweg, tussen de N34 in Borger en de Brammershoopstraat in Eesergroen, is slecht van kwaliteit. Hoewel het hier gaat om een landbouwontsluitingsweg. Vanwege het beperkte onderhoudsbudget wordt aan deze categorie wegen nauwelijks onderhoud gepleegd. Omdat de weg onderdeel uitmaakt van verschillende fietsroutes, is toch het plan opgepakt het onderhoud van deze weg naar voren te halen. Temeer omdat de aansluitende N34 net is gereconstrueerd. Opzet is een goedkopere experimentele wegconstructie te gebruiken vanuit de denktank plattelandswegen. Project denktank plattelandswegen

Door budgettaire beperkingen binnen het wegenonderhoud worden de knelpunten bij deze wegen steeds groter, waarbij bij meerdere wegen sprake is van zeer onwenselijke situaties welke middels bebording onder de aandacht van de weggebruiker worden gebracht. Een denktank van specialisten (aannemers, ingenieursbureaus en de gemeente) heeft getracht technische en financiële oplossingen voor dit probleem te vinden. Dit heeft onder meer geresulteerd in de aanleg van een achttal proefvakken welke in de toekomst wellicht kunnen dienen als goedkopere alternatieven voor onderhoud van plattelandswegen.

Page 72: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

72

Het project wordt financieel gesteund door de provincie. Elk wegvak wordt vier jaar lang gemonitord en jaarlijks worden de vakken geïnspecteerd. Per jaar verschijnt een technisch evaluatierapport. Het project loopt nog tot 2021. Financien

Door de extra investering van € 3 miljoen (bruto bedragen) kunnen de achterstanden op de doorgaande wegen worden weggewerkt. Het structurele budget voor wegenonderhoud is echter niet voldoende. Op basis van ons wegenareaal is jaarlijks € 2,1 miljoen noodzakelijk om de verhardingen goed te onderhouden. Op dit moment is het totaalbudget voor wegen vastgesteld op € 1.148.544. Hierdoor loopt de onderhoudsachterstand jaarlijks op. Het totaalbudget bestaat uit gelden voor groot- en klein onderhoud. Met ingang van 1-1-2017 wordt conform de nieuwe BBV-voorschriften het groot onderhoud (ongeveer € 800.000) geactiveerd. Hiervoor is een stelpost van € 60.000 (kapitaallasten) opgenomen in de programmabegroting. Openbare Verlichting

Gemeentelijk bezit

tabel III.C.4 Openbare verlichting

Omschrijving Eenheid Aantal Lantaarnpalen st. 6.480

Beleid

De gemeente streeft er naar de openbare verlichting in iedere situatie te optimaliseren zodat recht wordt gedaan aan de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en leefbaarheid. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de meest energiezuinige armaturen. De uitgangspunten hiervoor staan vermeld in het beleidsplan openbare verlichting 2007-2017. Vervanging van openbare verlichting vindt zo mogelijk plaats bij reconstructiewerkzaamheden aan de weg. Daarnaast wordt projectmatig verouderde armaturen vervangen door energiezuinige verlichting. Hierbij wordt onder meer gebruik gemaakt van LED-technologie. Zoals aangegeven loopt de geldigheid van het huidige beleidsplan af. Dit jaar wordt het beleidsplan aangepast, waarin ook het gebruik van de nieuwe LED-technologie wordt toegevoegd. Beheer en onderhoud

Project reductie openbare verlichting buitengebied: Op plaatsen waar de verkeers- en sociale veiligheid niet in het geding is, kunnen we toe met minder straatverlichting. Het doel is onder meer een reductie van ca. 25% van het aantal masten in het buitengebied. De eerste twee fasen zijn afgerond. Dit betreft het zuidelijke deel van de gemeente. Inmiddels is begonnen met de voorbereiding van de derde fase van het energiezuiniger maken van de verlichting in het buitengebied. Dit betreft het noordoostelijke kwadrant van de gemeente.

Financien

In het gemeentelijk verlichtingsplan zijn de bestaande knelpunten en de reguliere vervangingen van masten en armaturen opgenomen. Het plan voorziet in een financiering tot en met 2017. Met ingang van 2017 worden de investeringen (€ 160.000) uit het gemeentelijke verlichtingsplan conform de nieuwe BBV-voorschriften geactiveerd. Hiervoor is een stelpost van € 12.000 (kapitaallasten) opgenomen in de programmabegroting.

Page 73: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

73

Groen

Gemeentelijk bezit

tabel III.C.5 Gemeentelijk groen

Omschrijving Eenheid Aantal 2016 Aantal 2017Bos(plantsoen) m2 2.910.586 3.017.958Heesters m2 116.015 110.235Gras, gazon, berm m2 5.450.126 5.498.012Sportvelden m2 213.620 220.102Waterpartijen, greppels (ged.) m2 468.957 579.045Volkstuinen m2 20.722 22.471In gebruik gegeven grond m2 481.535 380.793Totaal oppervlakte groen m2 9.661.561 9.828.616Bomen st 46.000 45.756

opmerking:

- inclusief groen op sportparken, zwembaden, begraafplaatsen en rond scholen

- het bijhouden van wijzigingen na renovatieprojecten is een continu proces

Beleid

Het integraal groenbeleid is in 2006 vastgesteld. Hierbij is de groenbeleidsvisie Onze groene ruimte een groenvisie op hoofdlijnen en de visie Groen moet je doen een uitwerking van deze hoofdlijnen per groenbeleidsthema. Beide visies zijn nog actueel, met uitzondering van de benodigde financiën en het onderhoudsniveau. Voor behoud en ontwikkeling van de bomen (thema bomen) wordt gewerkt aan een bomenwaardenkaart. Deze zal tevens ter ondersteuning zijn voor de boomverordening. Beheer en onderhoud

Het beleid is per groenthema voor beheer en onderhoud verder uitgewerkt. Voor alle thema's is in het groenbeheerprogramma per beplantingsvak het groentype bepaald en zijn de bijbehorende onderhoudsmaatregelen vastgesteld. Afgelopen jaren is als gevolg van bezuinigings- en efficiëntiemaatregelen op het groen het budget van groen naar beneden bijgesteld. In 2006 was het onderhoudsniveau vastgesteld op niveau 3 (basisniveau, conform niveau B van het CROW); vanaf 2013 is dit bijgesteld naar een onderhoudsniveau dat uitgaat van zoveel mogelijk niveau 3 en anders niveau 4. Het onderhoudsniveau van groen wordt vijf á zes keer per groeiseizoen gemonitord aan de hand van schouw op een willekeurige locatie. Hiervan wordt jaarlijks een notitie gemaakt. De conclusie op basis van huidige en eerdere rapportages is, dat niet gedurende het hele groeiseizoen in 2017 gemeente breed onderhoudsniveau 3 kan worden gehaald. Er wordt getracht door middel van efficiënter en anders werken en/of areaalverkleining het groenonderhoud op niveau 3 te houden. Het financiële kader is hiervoor in 2017 echter niet toereikend. Voor het thema bermen is het bermbeheerplan in 2005 door het college vastgesteld en in 2015 herzien en aangepast. Voor het thema landschappelijke elementen is het bosbeheerplan in 2008 vastgesteld en nog actueel. Voor dit thema is ook een omvormingsplan uitgewerkt voor singels langs wegen. Het kader voor boomcontrole is in 2004 vastgesteld. Er wordt gewerkt aan een nieuw kader voor boomcontrole en voor beheer en onderhoud van bomen. In het boombeheerprogramma worden de boomcontroles en uitgevoerde werkzaamheden aan de bomen vastgelegd. Achterstallig groenonderhoud en renovatie

Bij de boomveiligheidscontrole begin 2016 van een derde van ons bomenbestand bleek dat er sprake is van achterstallig boomonderhoud. Er is budget beschikbaar gesteld, zodat in het winterseizoen van 2016-2017 kan worden gestart met het inlopen van deze achterstand. Tijdens de schouw in het groeiseizoen wordt ook de technische staat van het groen beoordeeld. Aan de hand daarvan wordt jaarlijks de meerjarenplanning REAL voor het groen bijgewerkt en wordt het benodigde renovatiebudget uitgerekend.

Page 74: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

74

Het benodigd budget in 2016 is € 1.621.501. In de meerjarenplanning REAL is aangegeven in welke wijken plantsoenen en bomen (boombestanden) gerenoveerd moeten worden. Deze wordt jaarlijks, gelijktijdig met planningen van wegen en riolering, vastgesteld door het college en ter info aan de raad aangeboden. Financiën

Het totale budget voor groen bedraagt € 2.292.451. Voor derden leveranties is een bedrag opgenomen van waaruit o.a. Emco en Wedeka worden betaald. Van het totale budget is € 98.000 bestemd voor onkruidbestrijding. Voor renovatie en het wegwerken van achterstallig onderhoud is jaarlijks beperkt budget beschikbaar. Globaal dient jaarlijks 2-5% van het bestaande groenareaal gerenoveerd of vervangen te worden. Hiervoor zou jaarlijks een bedrag van € 437.800 beschikbaar moeten zijn. Het vervangen van het groen wordt zoveel mogelijk uitgevoerd tijdens reconstructie van wegen en projecten van riolering / afkoppelen of uit het jaarlijkse budget vastgoed en geld. Vanuit het project BORG 2018 is gestart met het (nog) beter monitoren van uren van de buitendienst. Voor 2018 kunnen wellicht deze gegevens worden meegenomen. Begraafplaatsen

Beleid

Voor de begraafplaatsen is in maart 2008 de visie begraafplaatsen Ruimte voor de laatste rustplaats vastgesteld. Dit beleid is nader uitgewerkt in een ruimtelijke Inrichtingsvisie begraafplaatsen Borger-Odoorn voor alle acht begraafplaatsen. Beide visies zijn nog actueel. tabel III.C.6 Kengetallen

Omschrijving Aantal Begraafplaatsen 8 Begrafenissen 2015 73 Bijzettingen urnen 2015 19

Beheer en onderhoud

Voor begraafplaatsen is het onderhoudsniveau voor groen vastgesteld op niveau 2 (goed niveau, conform niveau A van het CROW). Voor gebouwen op de begraafplaatsen is dit vastgesteld op conditieniveau 2 (goed niveau). Het onderhoudsniveau voor begraafplaatsen staat onder druk doordat er voor onderhoud in het openbaar groen algemeen minder uren en budget beschikbaar is. Gemiddeld gezien zakt het gestelde onderhoudsniveau op begraafplaatsen bij groeizaam weer tijdelijk onder het door de raad vastgestelde niveau. Achterstallig onderhoud en renovatie

Met de vaststelling van de Inrichtingsvisie begraafplaatsen Borger-Odoorn is eveneens inzicht gekregen in mogelijk beschikbare grafruimte, de hoeveelheid huurgraven uitgegeven vóór 2005 en vervallen grafmonumenten, het te renoveren groen en de gebouwen. Voor de renovatie is in totaal € 345.000 beschikbaar gesteld. Er is inmiddels € 278.000 besteed. Het bedrag is gebruikt voor planvorming (ruimtelijke visie), de aanleg van diverse urnenvoorzieningen, renovatie en/of sloop van gebouwen, renovatie van groen, poorten en verharding, realisatie van graven door omvormen van groen en ophogen van het terrein. Bij renovatie worden de doelstellingen uit Ruimte voor de laatste rustplaats voor de grafcapaciteit, inrichting en kwaliteit nagestreefd. Dit is niet helemaal mogelijk omdat er slechts een deel van het benodigde budget beschikbaar is gesteld. Er wordt veel tijd gestoken in het nazoeken van familie van slecht onderhouden graven en huurgraven van vóór 2005. Het huidige budget is nu nog onvoldoende om al deze graven te verwijderen. Financiën

Het totale budget voor begraven excl. de inkomsten uit begraafrechten en de vergoedingen onderhoud graven bedraagt € 415.592. Voor derden leveranties is een bedrag opgenomen van € 73.876. Voor 2016 is een bedrag beschikbaar gekomen om een deel van de huurgraven en slecht onderhouden graven te verwijderen.

Page 75: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

75

Sportvelden

Beleidskader

In 2010 is de sport en beweegnota Sport zet in beweging vastgesteld. Hierin is op hoofdlijnen aangegeven welke kant we als gemeente uit willen met voetbal. In de beleidsnotitie Leefgebied en sport uit 2014 zijn kaders aangegeven hoe de gemeente omgaat met (met name de accommodaties van) voetbal en tennis. Beide nota’s zijn nog actueel. tabel III.C.7 Kengetallen

Omschrijving Aantal Sportparken 10 Wedstrijdvelden 20 Trainingsvelden 5

Beheer en onderhoud

In 2015 is een bestek voor twee jaar voor alle (groot) onderhoudswerkzaamheden aan de sportvelden opgesteld en aanbesteed; met een optie tot verlenging met één extra jaar. Van deze optie is inmiddels gebruik gemaakt. De kwaliteitseis voor de sportvelden is dat zij moeten voldoen aan de KNVB-norm. De eigen dienst onderhoudt de singels en bomen op en rondom de sportvelden. De verenigingen zorgen zelf voor klein onderhoud, zoals het speelklaar maken van de velden, belijning aanbrengen, zwerfafval verwijderen, afvalbakken legen, overhangend groen terugsnoeien etc. Daarnaast wordt door een aantal verenigingen boventallige sportvelden die zij willen blijven gebruiken, zelf onderhouden. Deze boventallige velden zijn in 2014 uit het gemeentelijk onderhoud genomen. Alle sportvelden (bestek en boventallig) worden regelmatig (1x per drie weken) gecontroleerd op de KNVB-norm. Een keer in de drie jaar wordt de kwaliteit bepaald door ISA-sport, waarbij de sportvelden worden beoordeeld op bodem, waterhuishouding, vlakheid en grasbestand. Hiervan wordt een kwaliteitszorgrapportage per veld opgesteld, waarin een onderhouds- en bemestingsadvies per veld wordt gegeven. Achterstallig onderhoud en renovatie

Achterstallig onderhoud op de sportvelden is voornamelijk te vinden bij meubilair zoals doelen, ballenvangers en hekwerken. Hiervoor is geen budget meer beschikbaar. Jaarlijks was een budget beschikbaar van € 47.000 voor het renoveren van een sportveld. Dit budget is toegevoegd aan de aanbesteding. Mocht in de toekomst een renovatie van een sportveld noodzakelijk zijn dan is hier geen budget meer voor opgenomen in de programmabegroting. Financiën

Voor het uitbesteden van de onderhoudswerkzaamheden aan de sportvelden is een budget begroot van € 126.915. Daarnaast is er nog een budget begroot van € 18.501 voor de kosten van bemesting e.d. Speeltuinen

Beleidskader

In april 2008 is de nota speelruimtebeleid Ruimte voor jou vastgesteld. In deze nota zijn de hoofdlijnen bepaald voor het spelen en ontmoeten. Om uitvoering te kunnen geven aan de nota is het uitvoeringsplan Ruimte voor jou 2010-2017 op- en vastgesteld in 2010. Deze nota’s zijn beiden nog actueel. tabel III.C.8 Kengetallen

Omschrijving Aantal Speeltoestellen 356 Locaties, beheer verenigingen 46 Locaties, beheer peuterspeelzalen 4 Locaties, beheer gemeente 12

Page 76: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

76

Beheer en onderhoud

Nieuwe en bestaande buitenruimtes moeten voldoen aan het warenwetbesluit attractie en speeltoestellen (WAS). Beheer en onderhoud wordt zoveel mogelijk door bewoners op eigen kracht uitgevoerd. Er zijn 62 speellocaties, 46 hiervan worden door 32 speeltuinverenigingen beheerd. Met deze beheerders zijn overeenkomsten afgesloten. De gemeente heeft hierbij een adviserende, ondersteunende (financieel) en controlerende rol. De overige locaties worden door de stichting peuterspeelzalen en de gemeente onderhouden. Achterstallig groenonderhoud en renovatie

Bij speeltuinen is geen achterstallig onderhoud geconstateerd. Renovatie van toestellen wordt door de beheerders in overleg met de gemeente uitgevoerd. De gemeente stelt hiervoor 75% subsidie beschikbaar. Financiën

Het totale budget voor speeltuinen bedraagt € 87.387. Dit budget is voldoende om de toestellen goed te onderhouden en veiligheid te garanderen. Er was vanuit het uitvoeringsplan jaarlijks € 20.000 beschikbaar gesteld voor nieuwe initiatieven. Dit budget is er vanaf 2016 niet meer. Dit betekent dat er geen financiële ruimte is voor nieuwe speellocaties, behalve in uitbreidingsplannen; daarbij is budget in de exploitatieopzet is meegenomen. Riolering

Gemeentelijk bezit

tabel III.C.9 Gemeentelijk riool

Omschrijving Eenheid AantalVrijvervalriolering km 238Drukriool (vrijvervalleidingen) km 22Persriolering km 109Rioolgemalen st 32Minigemalen (buitengebied) st 469Bergbezinkbassin st 1Overstorten gemengde stelsel st 44Huisaansluitingen st 12.435Straatkolken st 11.125Iba's st 98Infiltratievoorzieningen st 700 De totale vervangingswaarde van de ondergrondse infrastructuur (incl. bovenliggende verharding) bedraagt ruim € 80 miljoen. Beleid

GRP en afvalwaterplan: Op 10 december 2015 is door de gemeenteraad het nieuwe gemeentelijke rioleringsplan (GRP) 2016-2020 vastgesteld. Hierin is het beleid vastgelegd ten aanzien van de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater. In het samenwerkingsverband Noordelijke vechtstromen is een gezamenlijk afvalwaterplan geschreven. Dit afvalwaterplan, dat vorig jaar ter kennisgeving aan de raad is aangeboden, bevat de gezamenlijke visie, context en ambitie van alle partijen uit de afvalwaterketen Noordelijke vechtstromen. Samenwerking in de waterketen: Onze gemeente ligt in twee waterschappen, het waterschap Vechtstromen en het waterschap Hunze en Aa's. We richten ons in de samenwerking in de waterketen in eerste instantie op het gebied Vechtstromen. Hierin vallen naast ons ook de gemeenten Emmen, Coevorden, Ommen, Hardenberg, het waterschap Vechtstromen en Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD). Eind 2016 is het nieuwe uitvoeringsprogramma bestuursakkoord II afvalwaterketen Noordelijke Vechtstromen 2016-2020 vastgesteld.

Page 77: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

77

Het vorige uitvoeringsprogramma richtte zich meer op de kostenbesparing. Dit is inmiddels grotendeels gerealiseerd. Het huidige uitvoeringprogramma zal zich meer richten op: Kwaliteit, kwetsbaarheid en duurzaamheid. In de periode 2016 – 2020 worden de volgende projecten onderzocht. tabel III.C.10 Samenwerking in de waterketen

Kostenbesparing (minder meerkosten) Operationele doelen 1. Gezamenlijk natuur en terreinbeheer. Lagere budgetten. 2. Standaardisatie gemalen. Lagere budgetten. 3. Gezamenlijk uitvoeren ondersteunende activiteiten, zoals ICT, heffen en innen etc.

Lagere budgetten.

Duurzaamheid Operationele doelen 4. Riothermie (haalbaarheidsstudie). Haalbaarheid getoetst. 5. Waterbewustzijn en educatie. Waterbewust gedrag (afkoppelen, minder

frituurvet en doekjes in riolering dus minder storingen etc.) en positieve media aandacht voor water.

Verminderen kwetsbaarheid Operationele doelen 6. Opzetten personeelspool. Bijdrage aan sociale duurzaamheid,

kennisborging en continuïteit. Kwaliteit Operationele doelen 7. Personele inzetbaarheid. Minder inhuur en hogere kwaliteit

beleidsvoorbereiding en besluitvorming. 8. Equa plus. Ideeën getoetst op haalbaarheid

businesscases. 9. Uniformering registratie. Klantvriendelijkheid omhoog, meer

betrouwbare gegevens voor assetmanagement.

10. Klimaat-actieve Stad. Projecten worden uitgevoerd met + (Kas). 11. GRP. Uniform/integraal beleid; hogere kwaliteit

van beleid door groepsintelligentie. 12. Waterkwaliteitsspoor. Hogere kwaliteit van de uitvoering. 13. Meten en monitoren. Betere onderbouwing maatregelen op basis

van inzicht in functioneren. 14. Regenwaterstructuurplan. Minder wateroverlast.

De samenwerking met het waterschap Hunze en Aa’s wordt niet vergeten. Dit waterschap is agenda lid van het samenwerkingsverband Noordelijke Vechtstromen en sluit regelmatig aan bij overleggen. Hiernaast vindt er twee keer per jaar ambtelijk overleg plaats en als er samenwerkingsmogelijkheden zijn met Hunze en Aa’s zal hierop worden ingespeeld. Afkoppelen

Het afkoppelen van regenwater van de riolering is al jaren lang één van de speerpunten van ons beleid. Ook in 2017 gaan wij hiermee door. Voor de uitvoering wordt ons eigen team BORG ingezet. Daarnaast wordt, waar mogelijk, het afkoppelen gecombineerd met rioolvervanging- en wegreconstructieprojecten. Voor 2017 wordt ingezet op het dorpsvernieuwing plan Buinerveen en Borger-centrum. Beheer en onderhoud

Reiniging en inspectie: De afgelopen jaren is veel energie gestoken in het detaillistisch in kaart brengen van de technische staat van de riolering. Dit detaillistische beeld wordt verkregen door het maken van een inhaalslag op gebied van video inspecties. Oude riolen waarvan geen recente video inspectie aanwezig waren, zijn alsnog geïnspecteerd en beoordeeld op kwaliteit. De inspecties worden gecombineerd met het reinigen van de riolering. Door het in beeld brengen van de kwaliteit van de riolering kan nu nog nauwkeuriger de technische restlevensduur worden berekend met als resultaat een betere financiële planning op langere termijn.

Page 78: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

78

Vervanging of renovatie riolering en gemalen: Bij rioolvervanging gaat de voorkeur uit naar een gecombineerde aanpak met de bovengrondse inrichting. Indien de bovengrondse infrastructuur nog niet aan vernieuwing toe is, wordt een keuze gemaakt tussen vervanging of renovatie. Bij renovatie wordt de bestaande buis aan de binnenzijde voorzien van een nieuwe wand (relining). Met de huidige technieken kan dit financieel aantrekkelijker zijn dan vervangen. Voor renovatie en vervanging van riolen en gemalen is een gekapitaliseerd bedrag opgenomen in de programmabegroting. Deze stelpost is voor 2017 kosten dekkend, hierdoor is de kwaliteit van ons stelselsysteem gewaarborgd. Financiën

Het totale budget 2017 voor riolering bedraagt € 2.374.183. Het onderhoudsbudget voor riolen in 2017 bedraagt € 1.090.360 (incl. eigen dienst, overhead). De financiële paragraaf die bij het GRP hoort, gaat uit van een jaarlijkse stijging van de rioolheffing van 0,75% om het beheer en onderhoud van de riolering kostendekkend te houden. Gebouwen

Gemeentelijk bezit

tabel III.C.11 Gemeentelijke gebouwen

Kern Aantal 2016

m2 BVO 2016

Aantal 2017

m2 BVO 2017

1e Exloërmond 0 0 0 02e Exloërmond 5 7.204 4 6.9392e Valthermond 0 0 0 0Borger 21 10.504 19 10.274Bronneger 0 0 0 0Bronnegerveen 0 0 0 0Buinen 2 467 2 467Buinerveen 1 138 1 138Drouwen 0 0 0 0Drouwenermond 1 311 1 311Drouwenerveen 0 0 0 0Ees 2 917 1 917Eesergroen 0 0 0 0Eeserveen 0 0 0 0Ellertshaar 0 0 0 0Exloërveen 0 0 0Exloo 8 10.013 8 10.013Klijndijk 0 0 0 0Nieuw-Buinen 6 3.475 5 3.475Odoorn 5 1.703 5 1.072Odoornerveen 0 0 0 0Valthe 3 887 3 887Valthermond 6 1.263 4 703Westdorp 0 0 0 0Zandberg 0 0 0 0Totaal 60 36.882 53 35.196

exclusief onderwijs, inclusief in verkoop zijnde panden en marktkasten

Page 79: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

79

De gemeentelijke gebouwen kunnen worden verdeeld in de volgende categorieën. tabel III.C.12 Categorie gebouwen

Kern Aantal 2017

Gemeentelijk vastgoed 5Maatschappelijk vastgoed 5Binnensport 8Buitensport 8Zwembaden 2Onderwijs 3Strategisch vastgoed 15Diversen 7Totaal 53

Beleid

Er wordt in 2017 een verdere afname van gemeentelijke gebouwen verwacht door de uitvoering van het project kern & kader III (o.a. de dorpshuizen). Maar ook door sloop zal het aantal gebouwen afnemen. In 2017 wordt Kern & kader III, volgens verwachting, afgerond. Voor Drouwenermond en Valthermond-Oost is het traject ingezet om te komen tot een verzelfstandiging van het dorpshuis. Momenteel is men in de afrondende fase met de uitvoering van het realiseren van een dorpshuis in de MFA Exloo. Na oplevering verhuist het dorpshuis van 'De Smidswal' naar deze nieuwe locatie. Ook wordt de uitvoering van Leefgebieden en sport voortgezet. Met diverse voetbal- en tennisverenigingen zijn vergaande onderhandelingen gaande. De verwachting is dat er ook verschillende (sport)accommodaties kunnen worden overgedragen. Het binnen- en buitenonderhoud van de schoolgebouwen is overgedragen aan de betreffende schoolbesturen. Alleen voor nieuwbouw en uitbreidingen van scholen draagt de gemeente nog een verantwoordelijkheid. Door het dalende aantal (basis)schoolleerlingen kunnen in de toekomst meer onderwijsgebouwen vrijkomen. Als er geen strategische redenen zijn om deze gebouwen te houden dan worden deze gebouwen te koop aangeboden.

Beheer en onderhoud

Door een extern bedrijf zijn halverwege 2016 voor veel gebouwen conditiemetingen uitgevoerd volgens de wettelijke norm NEN 2767. Op basis van deze metingen worden de meerjarenonderhoudsplannen (MJOP) voor de komende tien jaar opgesteld. Aan de hand hiervan wordt duidelijk of er jaarlijks voldoende budget beschikbaar gesteld word om de gebouwen op de gewenste manier te onderhouden. Bij voldoende budget kunnen we dit gaan uitvoeren. Indien er onvoldoende budget is dan zal er een prioritering moeten plaats vinden voor het uitvoeren van het (planmatig)onderhoud. Tevens is er binnen de programmabegroting budget vrijgemaakt voor klachten-, klein onderhoud en de wettelijk verplichte keuringen zoals legionella, NEN, brandbestrijdingsmiddelen en dergelijke. De gebouwen die niet meer functioneel zijn of in de verkoop staan, worden op een aangepaste wijze onderhouden die past bij de toekomstige functie van het gebouw. Financiën

tabel III.C.13 Budget gebouwenonderhoud

Omschrijving Programma-

begroting 2016 Programma-

begroting 2017 Groot onderhoud 375.000 395.482 Klachtenonderhoud 48.078 45.078 Contracten e.d. 68.310 64.697 Totaal 491.388 505.257 Een deel van het groot onderhoud (€ 41.180) wordt geactiveerd. Het gebrek aan middelen is de komende jaren zeer waarschijnlijk nog aanwezig en prioritering van onderhoud blijft daarom noodzakelijk. De exacte bedragen die benodigd zijn zullen in het najaar van 2016 bekend zijn, nadat de rapportages van de MJOP's definitief zijn.

Page 80: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

80

Conclusie paragraaf Kapitaalgoederen

Het herstel van de vastgoedbudgetten loopt tot 2026. Hiermee zullen op de taakvelden wegen, groen en gebouwen onderhoudsachterstanden tot een acceptabel niveau moeten worden beperkt. Met name de werkzaamheden welke op termijn een toename van kosten geven bij niet adequaat onderhoud zullen hoog geprioriteerd staan in de meerjarenplanning om te worden uitgevoerd.

Page 81: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

81

D hoofdstuk III.4

FINANCIEEL FUNDAMENT

Inleiding

Deze niet verplichte paragraaf ervaren wij als een paragraaf die voor onze gemeente een belangrijke meerwaarde heeft voor versterking van onze financiën. Jaarlijks wordt hierdoor bij het opstellen van de programmabegroting gefundeerd nagedacht hoe het financieel fundament van onze financiën verder kan worden verstevigd. Door eerder genomen maatregelen periodiek te evalueren en door tevens tijdig in te spelen op allerlei veranderingen kan vaak weer een nieuw element aan deze paragraaf worden toegevoegd. Onderstaand wordt eerst een uiteenzetting gegeven van het algemeen financieel beeld. Daarna volgt een opsomming van eerder genomen financiële maatregelen vanaf de start van deze paragraaf. Algemeen financieel beeld

Vanaf het jaar 2008 worden gemeenten geconfronteerd met meer financiële tegenvallers dan meevallers. Dit wordt vooral veroorzaakt door de bezuinigingen die onze regering moet doorvoeren om weer een gezonde financiële overheid te worden. Ook door Europese regelgeving wordt het rijk hiertoe gedwongen. Door gemaakte afspraken tussen rijk en gemeenten krijgen de gemeenten ook een deel van de bezuinigingen op hun bordje door vooral kortingen in het gemeentefonds. Als bezuinigingen, zoals kortingen op het gemeentefonds, tijdig door het rijk bekend worden gemaakt kan hier door gemeenten ook tijdig op in worden gespeeld. Helaas is dit steeds minder het geval. Steeds meer worden gemeenten namelijk tussentijds geconfronteerd met besluiten dat uitkeringen nog in de loop van het jaar zelf worden verlaagd. In de jaren 2008 t/m 2010 heeft onze gemeente elk jaar afzonderlijke ombuigingsmaatregelen genomen. In de vervolgperiode 2011 t/m 2015 is 5 jaar lang elk jaar € 1 miljoen omgebogen (totaal dus € 5 miljoen). Op dit moment zitten we in een traject waarbij voor de jaren 2016 t/m 2018 nog een bedrag van structureel € 500.000 per jaar moet worden omgebogen. Wij hopen dat na deze bezuinigingsronde van 3 maal € 500.000 het niet meer nodig is dat aanvullende ombuigingen nodig zijn. De drie decentralisaties

Vanaf het jaar 2015 hebben de gemeenten een verantwoordelijkheid met betrekking tot de drie decentralisaties (jeugdzorg, WMO2015 en participatie). Uit de jaarstukken 2015 blijkt, dat wij de taken van de 3D's in dat jaar hebben kunnen uitvoeren binnen de door het rijk beschikbaar gestelde budgetten. Of dit beeld van 2015 ook hetzelfde beeld zal zijn voor de jaren na 2015 is nog zeer de vraag. De rijksbudgetten worden namelijk elk jaar aangepast. Enerzijds omdat de huidige verdeelmodellen voor de budgetten worden omgebouwd van een historisch model naar een meer objectief model en anderzijds omdat het rijk niet schroomt om budgetten aan te passen na een evaluatie van afgesloten boekjaren. Met de werkelijke uitgaven zijn in 2015 de eerste ervaringen opgedaan. De werkelijke uitgaven kunnen elk jaar anders zijn door bijvoorbeeld een toename van het beroep op een regeling. Hierdoor kan een nieuw financieel probleem ontstaan. Door (financiële) ontschotting, oftewel een compensatie door een meevaller op een ander budget, kan mogelijk het probleem worden verzacht. Maar de onzekerheid zal op dit terrein nog wel in de komende jaren blijven. Het blijft van groot belang dat over- en onderschrijdingen van budgetten zo snel mogelijk worden geanalyseerd om te voorkomen dat nieuwe ramingen van budgetten uit de pas gaan lopen of onbeheersbaar worden. Ook kan het nodig zijn dat het kwaliteitsniveau van de zorg- of dienstverlening (tijdelijk) neerwaarts moet worden aangepast. Wij gaan daar nog niet van uit maar zullen daar uit financieel belang wel rekening mee moeten houden. Kortom de risico’s voor gemeenten, en dus ook voor onze gemeente, blijven door de drie decentralisaties van het rijk naar gemeenten ook in 2017 nog steeds aanwezig.

Page 82: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

82

Tot dusverre doorgevoerde maatregelen in deze paragraaf

2004 Met incidentele meevallers structurele ruimte vrijmaken 2007 Overhevelen investeringen naar exploitatie 2009 Kort geld lenen in plaats van lang geld lenen 2009 Stopzetten geplande uitzetting van budgetten 2010 Ombuigingsopdracht 2011 t/m 2015 2010 Reservering korting gemeentefonds van € 600.000 per jaar 2012 Personeelskosten niet meer activeren 2012 Exploitatiebudget voor beleidsintensivering 2013 Verdere ophoging van budget beleidsintensivering blijft nodig 2013 Financieel beleid met betrekking tot toekomstige investeringen 2014 Nieuwe ombuigingsopdracht van 3 maal € 500.000 Nieuwe maatregelen

2016 Wijziging BBV (investeringen wegen weer activeren): In de kaderbrief 2017 is op grond van een wijziging van de begrotingsvoorschriften (BBV) besloten dat onze jaarlijkse uitgaven voor wegen weer worden geactiveerd. Een gevolg hiervan is dat voor de jaarlijkse uitgaven wegen in principe ook weer geldleningen moeten worden afgesloten waardoor sprake zal zijn van een toename van het vreemd vermogen. In het kader van het verstevigen van ons financieel fundament is besloten het voordeel in de exploitatie te storten in de reserve begrotingssaldo. Dit om enerzijds ons eigen vermogen in de pas te laten lopen met het oplopend vreemd vermogen en anderzijds om jaarlijks weer een tiende deel van het extra budget van de reserve begrotingssaldo aan de exploitatie te kunnen toevoegen. Wij zullen ervaring moeten opdoen met de uiteindelijke effecten van de maatregelen zoals in de kaderbrief 2017 verwoord. Invulling taakstellende bezuinigingen 2017 en 2018: Op dit moment loopt het proces van de kerntakendiscussie. Richtinggevende uitspraken zijn hiervan nog niet bekend. Dit was reden om het nog in te vullen ombuigingsbedrag voor de programmabegroting 2017 van afgerond € 500.000 ten laste te brengen van zowel het begrotingssaldo als het budget beleidsintensivering. Het deel hiervan dat nog niet structureel is afgedekt is doorgeschoven om te worden ingevuld in 2018. Verwacht wordt dat op moment van invulling van de taakstelling 2018 wel richtinggevende uitspraken over de kerntakendiscussie bekend zijn en invulling van de ombuiging 2018 gerichter kan plaatsvinden. Om de pijn van nog te nemen ombuigingsmaatregelen te verzachten wordt tevens voor de insteek gekozen om financiële meevallers, indien verantwoord, in eerste instantie aan te wenden voor terugdringing van de hoogte van het nog om te buigen bedrag 2018. BBV-wijzigingen met betrekking tot het grondbedrijf: De laatste jaren werden veel gemeenten geconfronteerd met verliezen van het grondbedrijf. Veelal omdat afgeboekt moest worden op te hoog oplopende boekwaarden van gronden. Door een BBV-wijziging moeten de nog niet in exploitatie genomen gronden in 2016 worden overgeboekt van het grondbedrijf naar de reguliere exploitatie van de gemeente. Hierdoor is het niet meer mogelijk dat de boekwaarde van deze gronden jaarlijks wordt verhoogd met de jaarlijkse exploitatielasten zoals rente- en overige exploitatielasten. Deze lasten moeten nu direct worden genomen. Voorheen werd er rekening mee gehouden dat deze lasten door het grondbedrijf op termijn kunnen worden gecompenseerd uit de opbrengsten van grondverkopen.

Page 83: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

83

Conclusies genomen maatregelen

Geconcludeerd kan worden dat wij over alle tot dusver getroffen maatregelen in het kader van versteviging van ons financieel fundament positief zijn gestemd. Vooral door het jaarlijks groeiend budget voor beleidsintensivering is onze programmabegroting flexibeler geworden. Dit extra budget kan de ene keer worden ingezet om tegenvallers (nog) beter te kunnen opvangen, een andere keer om sneller uitvoering te geven aan een bestedingsvoorstel en weer een andere keer om een deel van de bezuinigingen mee in te vullen. In de programmabegroting 2017 zijn enige belangrijke wijzigingen van de begrotingsvoorschriften (BBV) doorgevoerd zoals een andere toerekening en inzicht van de overheadkosten en de eerder genoemde veranderingen m.b.t. de maatschappelijke investeringen. Aanvullend zijn de risico’s voor het grondbedrijf verlaagd omdat de nog in exploitatie genomen gronden als gevolg van een BBV-wijziging vanaf 2017 naar de gemeente zijn overgebracht. Ook dit is in de programmabegroting 2017 verwerkt. Slot

Op dit moment loopt het traject van de kerntakendiscussie als onderdeel van het eerder opgestart traject van een begrotings- en formatiescan van onze gemeente. Eén van de doelen hiervan is dat meer inzicht wordt verkregen in een eventueel gat tussen onze ambities en onze huidige budgetten en ook in de mogelijkheden om eventuele gaten te dichten.

Page 84: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

84

E hoofdstuk III.5

FINANCIERING, EMU-SALDO

Algemeen

De wet financiering decentrale overheden (wet FIDO) bevat kaders voor de uitvoering van de financieringsfunctie door de decentrale overheden. De belangrijkste uitgangspunten van de wet FIDO zijn het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid en het beheersen van renterisico’s. Verder heeft de wet een macro-budgettaire doelstelling. Deze doelstelling houdt in het beheersen van het zogenaamde EMU-tekort van 3% van het BBP. Een berekening van ons aandeel treft u aan het eind van deze paragraaf aan. Gemeentefinanciering

Geldleningen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. De financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) en de exploitatieruimte te gebruiken teneinde het renteresultaat te optimaliseren. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn uitsluitend onderhandse leningen (geldleningen waarbij rechtstreeks contact bestaat tussen geldgever en geldnemer). Bij het aantrekken van een nieuwe vaste geldlening worden minimaal twee offertes gevraagd. Financieringsomvang

Gemeenten hebben meestal structureel een financieringsbehoefte. Dit houdt verband met het, volgens de boekhoudvoorschriften voorgeschreven, stelsel van baten en lasten. Volgens dit stelsel worden de lasten gespreid over de jaren waarin de investering wordt afgeschreven. Het is van belang dat de lasten en de baten hierbij in evenwicht zijn. Gelijktijdig leidt dit voor gemeenten tot de noodzaak om investeringen te financieren. Zoals hierboven is aangeven houdt de financieringsomvang hoofdzakelijk verband met de hoogte van de totale kapitaalschuld. Het verschil tussen de boekwaarde van de investeringen en de financieringsmiddelen wordt in onderstaande tabel zichtbaar gemaakt. tabel III.E.1 Financieringspositie

Financieringspositie per 1 januari begroot 2017 begroot 2016Boekwaarde geactiveerde investeringen -56.265.824 -51.157.737Reserves 22.625.467 20.981.491Geldleningen 24.011.431 29.257.331Totaal financieringsmiddelen 46.636.898 50.238.822Financieringstekort (-) / -overschot (+) -9.628.926 -918.915

Uit de tabel blijkt, dat het financieringstekort 2017 is opgelopen. De verhoging komt voor een groot deel door het feit, dat de nog niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) van het grondbedrijf, de cultuurgronden en de overige gronden (Daalkampen IV) in 2016 zijn overgeboekt van het grondbedrijf naar de reguliere exploitatie gemeente. Deze gronden werden volgens de voorschriften (BBV) voorheen onder de voorraden geadministreerd die niet in deze opzet werden betrokken. Aanvullend wordt de mutatie veroorzaakt door het feit, dat in 2016 is afgelost op de geldleningen, is afgeschreven op boekwaarden en er is in 2016 geïnvesteerd. Het financieringstekort wordt door de gemeente gefinancierd met rekening courant krediet en aanvullend met kort geld/kasgeld. Conform ons financieel beleid wordt het financieringstekort zo veel mogelijk gefinancierd met het goedkope kortgeld/kasgeld. Verloop financiering op de langere termijn

Het verloop van onze financieringsbehoefte op de langere termijn kan op basis van de huidige gegevens als volgt inzichtelijk worden gemaakt.

Page 85: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

85

tabel III.E.2 Financiering

Financieringspositie 2016 2017 2018 2019 2020 2021Investeringen -51.157.737 -56.265.824 -54.148.703 -51.987.409 -49.828.891 -47.667.482Reserves 20.981.491 22.625.467 22.812.042 23.224.655 23.641.892 24.490.286Geldleningen 29.257.331 24.011.431 19.520.573 15.450.094 12.254.683 9.309.271Overschot/tekort -918.915 -9.628.926 -11.816.088 -13.312.660 -13.932.316 -13.867.925

Financieringsverloop 2017 per kwartaal

Op grond van voorschriften en wensen van de provincie als financieel toezichthouder dient ook jaarlijks inzicht te worden gegeven in het verwachten verloop per kwartaal van onze financieringsbehoefte. Dit inzicht is vooral belangrijk als sprake is van een overschrijding van de kasgeldlimiet. Uit bovenstaande tabel blijkt, dat het tekort in het jaar 2017 zal oplopen van € 9,6 miljoen naar € 11,8 miljoen. Dit is een verhoging van € 2,2 miljoen. Er mag van worden uitgegaan dat dit tekort per kwartaal oploopt met gemiddeld € 550.000. De werkelijkheid kan afwijken van dit gemiddelde omdat dit gemiddelde wordt beïnvloed door de momenten waarop onze uitgaven/investeringen plaatsvinden en ook door de momenten van aflossingen. Rentelasten

Ons financieel beleid is gericht op minimalisering van onze jaarlijkse rentelast. De rente van zowel kort geld (< 1 jaar) als lang geld (> 1 jaar) liet jarenlang een dalende trend zien en stabiliseert zich nu al langere tijd op een minimaal niveau. De rente voor het korte geld is zelfs door de nulgrens heen gegaan. Dit houdt in dat onze gemeente een rentebedrag ontvangt na het aantrekken van kortgeld in plaats van dat onze gemeente hiervoor rente betaalt. Voor ons een extra reden om zoveel mogelijk van ons financieringstekort met het goedkopere kort geld te financieren. De (rente)risico’s zijn minimaal omdat in de programmabegroting voor de rente van het financieringstekort wordt uitgegaan van 3,5%. Zolang de werkelijke percentages lager zijn, kan in de loop van het jaar ook een (incidentele) rentemeevaller worden ingeboekt. Als in de loop van het jaar een vaste geldlening wordt aangetrokken zal het financieringstekort weer lager worden. Schatkistbankieren

Het verplicht schatkistbankieren is eind 2013 ingevoerd en houdt in, dat overtollige geldmiddelen van een gemeente als gevolg van een financieringsoverschot, rentedragend door het rijk worden afgeroomd. Door de huidige lage rentestanden geeft het rijk hiervoor geen of een minimale rentevergoeding. Ons financieringsbeleid is tot dusverre zodanig dat slechts in uitzonderingsgevallen sprake is van afroming door het rijk van overtollige geldmiddelen omdat bij ons veelal sprake is van een financieringstekort.

Kasgeldlimiet

Een belangrijk uitgangspunt van de wet FIDO is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van openbare lichamen. Om een grens te stellen aan kortlopende financiering is in de wet FIDO de kasgeldlimiet opgenomen. De kasgeldlimiet is formeel begrensd op 8,5% van de totale lasten. In 2015 zijn de lasten fors toegenomen door de drie decentralisaties. Dit heeft geleid tot een uitzetting van de baten en lasten in onze programmabegroting van afgerond € 9 miljoen. Voor 2017 bedraagt de kasgeldlimiet afgerond € 5,6 miljoen (8,5% van € 66 miljoen). Omdat per 1 januari 2017 het financieringstekort van onze vaste activa wordt geraamd op afgerond € 9,6 miljoen is sprake van een overschrijding. De insteek van ons financieel beleid met betrekking tot een overschrijding is, dat een (tijdelijke) overschrijding van de kasgeldlimiet wordt geaccepteerd zolang sprake is van een lagere en goedkopere rente voor het korte geld ten opzicht van het lange geld en onze renterisico’s minimaal blijven. Aan een overschrijving van de kasgeldlimiet is geen sanctie verbonden. Aanvullend wordt opgemerkt, dat op verschillende momenten gedurende het jaar de hoogte van het financieringstekort ook kan worden beïnvloed door mutaties in de vlottende activa waaronder bijvoorbeeld de resterende gronden van het grondbedrijf vallen en de openstaande bedragen voor debiteuren en crediteuren.

Page 86: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

86

Renteontwikkeling / rentevisie

Vanaf het moment dat de (mondiale) financiële crisis zijn intrede deed (2008) is de rente op de kapitaal- en geldmarkt sterk gedaald. Dit geldt zowel voor de korte- als de lange rente. Op momenten dat sprake is van een oplopende rente wordt uit voorzorg geconsolideerd (omzetten van kortgeld in langgeld). Hierdoor is in 2014 een bedrag van € 15 miljoen geconsolideerd (10 x € 1,5 miljoen) en in 2015 een bedrag van € 10 miljoen. De consolidatie van € 15 miljoen heeft zodanig flexibel plaatsgevonden (10 x € 1,5 miljoen) dat jaarlijks ook weer een redelijk bedrag kan worden gefinancierd met kort geld. In 2015 is een bedrag van € 10 miljoen geconsolideerd met een looptijd van 10 jaar tegen 0,9% rente omdat de rentemarkt in 2015 weer grilliger werd door de onrust of Griekenland. Ondanks het feit dat op dit moment (september 2016) de geluiden van een structureel economisch herstel luider worden is nog geen trend te zien van oplopende rentes. Of deze stabiliteit van de rente zich ook in 2017 voortzet is moeilijk te overzien en te voorspellen. Als de vraag naar geld wereldwijd groter wordt zal de kans op een oplopende rente waarschijnlijk ook weer toenemen. Wat voor onze gemeente belangrijk is, is het feit dat onze renterisico’s minimaal zijn. Een plotseling stijgende rente zal niet direct grote financiële gevolgen hebben. Financieringsbehoefte

Omdat jaarlijks wordt geïnvesteerd in bijvoorbeeld onze wegen, in rioleringswerken, in groot onderhoud en in vervoermiddelen zal in komende jaren nog sprake blijven van een (her)financieringsbehoefte. De hoogte van de financiering kan ook worden beïnvloed door een verschil tussen aflossingsbedragen van leningen en afschrijvingsbedragen van onze vaste activa. Hierdoor zullen wij periodiek moeten afwegen of een (nieuwe) financiering het beste met kort- of lang geld kan worden ingevuld. Belangrijke ontwikkelingen

Door een BBV-wijziging (wijziging van begrotingsvoorschriften) is het vanaf 2017 weer verplicht dat op investeringen met maatschappelijk nut wordt afgeschreven. Dit heeft tot gevolg dat vanaf 2017 op onze jaarlijkse uitgaven voor het taakveld wegen weer moet worden afgeschreven. Een dergelijke mutatie heeft onder andere tot gevolg dat door de activering van de jaarlijkse uitgaven vaste geldleningen moeten worden afgesloten. In de kaderbrief 2017 hebben wij de gevolgen hiervan voor onze programmabegroting nader toegelicht. Gehanteerde rentepercentages

Conform de kaderbrief 2017 worden de volgende rentepercentages gehanteerd. tabel III.E.3 Rentepercentages

Omschrijving PercentageRente kort geld (totale financieringstekort) 3,5Rekenrente oude investeringen modelstaat C 5,0Rente nieuwe investeringen 2,5Rente uitgezette middelen 2,0Rentetoevoeging reserves 2,5Omslagpercentage kapitaallasten *) 2,5

*) Het verschil tussen de rekenrente voor kapitaallasten en de werkelijke rentelasten komt tot

uitdrukking in het saldo van de financieringsfunctie. Voor 2018 geldt het nieuwe BBV.

Schuldpositie van de gemeente

De laatste jaren is steeds meer aandacht gekomen voor de schuldpositie van de gemeenten. Onze schuldpositie betreft de geldleningportefeuille die op basis van de huidige gegevens voor de periode 2016 t/m 2021 als volgt inzichtelijk kan worden gemaakt.

Page 87: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

87

tabel III.E.4 Schuldpositie

Jaar Boekwaarde 1-1 Aflossing Boekwaarde 31-12 Rente Gem. perc.2016 29.257.331 5.245.900 24.011.431 655.037 2,24%2017 24.011.431 4.490.858 19.520.573 533.302 2,22%2018 19.520.573 4.070.479 15.450.094 426.493 2,18%2019 15.450.094 3.195.411 12.254.683 340.686 2,21%2020 12.254.683 2.945.411 9.309.272 265.830 2,17%2021 9.309.271 2.373.703 6.935.568 199.817 2,15%

Toelichting

Uit de tabel blijkt, dat de boekwaarde van de schulden zal afnemen. In de praktijk blijkt echter dat periodiek weer extra geld nodig is om bijvoorbeeld onze nieuwe investeringen te kunnen blijven betalen en ook is weer extra geld nodig voor herfinanciering ingeval de aflossingsbedragen hoger zijn dan de vrijval van geldmiddelen uit afschrijvingen. Uit de laatste kolom in de tabel blijkt, dat het gemiddeld rentepercentage van de geldleningen rondom de 2,2% schommelt. Enkele jaren geleden lag dit gemiddeld percentage nog rond de 3,5% waardoor geconcludeerd kan worden dat onze rente uitgaven ook in de afgelopen jaren fors zijn afgenomen. Uit de voorlaatste kolom blijkt, dat ook voor de komende jaren nog steeds sprake zal zijn van een doorgaande lagere trend van de rente. Maar de werkelijkheid hiervan kan snel anders worden als nieuwe geldleningen moeten worden aangetrokken tegen een hogere rente. Renterisiconorm / renterisico

De renterisiconorm is bepaald op 20% van het begrotingstotaal. Dit is voor 2017 een bedrag van € 13.211.639. Uit bovenstaande tabel blijkt, dat het aflossingsbedrag 2017 € 4.490.858 bedraagt. Dit is ruim binnen de risiconorm. Ook voor volgende jaren blijven wij ruim binnen de risiconorm. Het renterisico is in onze gemeente geminimaliseerd omdat in de programmabegroting voor herfinanciering (is oplopend financieringstekort) rekening wordt gehouden met een rentepercentage van 3,5% voor het totaal financieringstekort. Dit percentage is hoger dan het gemiddelde rentepercentage in bovenstaande tabel. Uit deze tabel blijkt dat het renterisico op de vaste schuld tot en met 2021 binnen de wettelijk gestelde normen blijft en dat dit niet leidt tot een verhoogd risico. Verstrekte leningen

Door de gemeente zijn in het verleden ook langlopende geldleningen verstrekt. Deze verstrekte langlopende leningen betreffen voornamelijk leningen verstrekt aan de BNG (belegging verkoopopbrengsten aandelen Bouwfonds), aan (welzijns)instellingen die een publiek belang behartigen en aan ambtenaren (op basis van vastgestelde arbeidsvoorwaarden). Het risico dat de gemeente bij de uitstaande geldleningen loopt, kan als minimaal worden beschouwd. Hieronder de verstrekte geldleningen (x € 1.000). tabel III.E.5 Leningen UG

Restant % Restant % Restant %Overheidsbanken 1.504 51,26% 1.521 53,16% 1.663 64,16%Overige 1.430 48,74% 1.340 46,84% 929 35,84%Totaal financieringsmiddelen 2.934 100% 2.861 100% 2.592 100%

Jaarstukken 2014Programma

begroting 2016RisicogroepJaarstukken 2015

Kasbeheer

Het liquiditeitsgebruik wordt beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en op de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt er op toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig worden nagekomen. Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd via de BNG.

Page 88: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

88

Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet in rekening courant. Bij het uitzetten van gelden zijn dit daggeld, rekening courant, schatkistbankieren en deposito’s. De gemeentelijke kaspositie is dagelijks aan schommelingen onderhevig. Om de saldi optimaal te beheren wordt gebruik gemaakt van het pakket van de BNG en schatkistbankieren. Op basis van het BNG-arrangement trekt de bank voor de gemeente daggelden aan bij een schuld in rekening courant en zet de bank daggeld uit bij een tegoed in rekening courant. Het voordeel hiervan is dat de tarieven van daggeld gunstiger zijn dan de tarieven voor rekening courant. EMU-tekortruimte / Wet Hof

De EMU-tekortruimte is de ruimte waarmee de netto schuld van de overheid in een jaar mag groeien. De Wet Hof stelt, dat de decentrale overheden (provincies. gemeenten en waterschappen) naast de inspanning van het rijk een gelijkwaardige inspanning leveren bij het streven om te voldoen aan de Europese doelstellingen van de programmabegroting. De totale EMU-tekortruimte voor de drie decentrale overheden is bepaald op maximaal 0,50% van het bruto binnenlands product (BBP). Het aandeel van de gemeenten hierin is 0,34%, van de provincies 0,10% en van de waterschappen 0,06%. In de septembercirculaire 2014 van het gemeentefonds is vermeld dat de referentiewaarde van onze gemeente (groei van de netto-schuld) voor 2015 is berekend op € 2.434.000. Deze individuele referentiewaarde is geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een gemeente op basis van zijn begrotingstotaal in de gezamenlijke tekortnorm heeft. Door het kabinet is afgesproken dat bij overschrijding van de norm geen sancties worden toegepast. In de septembercirculaire 2017 is vermeld, dat de gemeenten nog dit jaar zullen worden geïnformeerd over de uitkomst van de EMU-norm voor 2017. Renteresultaat

Nieuwe regelgeving

De commissie BBV heeft nieuwe richtlijnen opgesteld met betrekking tot de rente. Hiervoor is een notitie rente 2017 door deze commissie uitgebracht met als doel bevordering van een eenduidige uitvoering door gemeenten. De rente richtlijnen voor de grondexploitatie staan beschreven in de notitie grondexploitatie. In eerste instantie was het de bedoeling dat de notitie rente volledig voor de programmabegroting 2017 van toepassing zou zijn. Door nieuwe inzichten is echter besloten onderdelen van de notitie rente uit te stellen tot 2018. Hierdoor hebben gemeenten in 2017 op onderdelen van de toerekening rente nog keuzevrijheden. Zo geldt er bijvoorbeeld voor 2017 nog geen maximering van het renteresultaat. Richtlijnen Rente

De richtlijnen van de commissie zijn onder te verdelen in stellige uitspraken en aanbevelingen. Een gemeente mag van een stellige uitspraak afwijken als de gemeente van oordeel is dat door specifieke omstandigheden een andere lijn beter past en ook BBV-proof is. Een aanbeveling van de commissie is bedoeld als een richtinggevende uitspraak. Rente eigen vermogen

Onze gemeente heeft eigen vermogen (onze reserves) en zet dit eigen vermogen in als financieringsmiddel voor onze activa (onze bezittingen). De commissie heeft de stellige uitspraak dat als rente over het eigen Vermogen wordt berekend dit percentage maximaal het gewogen samenstel van de externe rentelasten over de lange- en korte financieringsmiddelen mag zijn. Onze gemeente hanteert een rentepercentage over het eigen vermogen van 2,5% en dit percentage conflicteert niet met deze stellige uitspraak. Het toerekenen van rente aan taakvelden/producten vindt plaats via het nieuwe taakveld treasury. Renteschema

De commissie adviseert in deze paragraaf Financiering, EMU-saldo een renteschema op te nemen om meer inzicht te geven in de rentelasten, het renteresultaat en de rentetoerekening. Het renteschema voor 2017 ziet er als volgt uit.

Page 89: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

89

tabel III.E.6 Renteschema

Omschrijving Bedrag TotaalExterne rentelasten (korte en lange financiering)- rente vaste geldleningen ( E) 533.302- rente waarborgsommen 216- rente kort geld (financieringstekort) 337.012Externe rentebaten 0Saldo rentelasten en -baten 870.530Doorberekende rente aan grondexploitaties -50.443Doorberekende rente aan projecten 0Aan taakvelden toe te rekenen externe rente -50.443Rente eigen vermogen 571.084Rente voorzieningen 0Aan taakvelden toe te rekenen rente 571.084Totaal toe te rekenen rente 1.391.171Toegerekende rente (omslag) 2.434.000Renteresultaat (onderdel taakveld 0.5 Treasury) -1.042.829

Toelichting

Externe rentelasten: De boekwaarde van de vaste geldleningen is per 1-1-2017 € 24.011.431. - de te betalen rente 2017 bedraagt € 533.302; - dit geeft een gemiddeld rentepercentage van 2,22%. Het financieringstekort 2017 is berekend op € 9.628.926. - het rentepercentage over het financieringstekort is vastgesteld op 3,5%; - dit geeft een rentelast 2017 van € 337.012. De rentelasten van de grondexploitatie 2017 bedragen. - de boekwaarde van de gronden in exploitatie is € 3.828.807,98; - het rentepercentage hierover is berekend op 1,499%; - dit geeft een rentebedrag van € 57.382,01. -de lasten van de nog uit te voeren werken bedraagt € 226.836. - het rentepercentage hierover is berekend op 0,749%; - dit geeft een rentelast van € 2.243,18. - de baten van de nog te verwachten verkopen bedragen € 1.225.361. - het rentepercentage hierover is berekend op 0,749%; - dit geeft een rentebate van € 9.182,19. - per saldo bedraagt het rentebedrag grondexploitatie € 50.443 (€ 57382,01 + € 2.243,18 -/- € 9.182,19). Interne rentelasten: De boekwaarde van onze reserves (modelstaat D) is per 1-1-2017 € 22.625.467. - het rentepercentage over de reserves is vastgesteld op 2,5%; - dit geeft een rentebedrag van € 571.084. De aan te taakvelden toe te rekenen rente is het totaal van de externe en interne rentelast. In werkelijkheid (modelstaat C van investeringen) is een hoger bedrag aan de taakvelden toegerekend. Het verschil wordt in 2017 als renteresultaat op het taakveld treasury tot uitdrukking gebracht. Vanaf 2018 moet dit verschil ook over de taakvelden worden verdeeld. EMU-saldo

Volgens artikel 20 van de BBV dient in de programmabegroting een berekening van het EMU-saldo worden opgenomen van het vorig begrotingsjaar, het begrotingsjaar en het jaar volgend op het begrotingsjaar.

Page 90: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

90

Het EMU-saldo wijkt af van het begrip exploitatiesaldo waar gemeenten mee werken. Een belangrijk verschil is, dat het exploitatiesaldo van gemeenten alleen betrekking heeft op baten en lasten van de exploitatierekening, terwijl bij het bepalen van het EMU-saldo ook kapitaaltransacties zoals investeringen en aan- en verkopen van grond worden betrokken. Daarnaast verschilt de behandeling van onder meer het interen op reserves, onttrekken van voorzieningen en de opbrengsten uit de verkoop van deelnemingen/aandelen. Voor de berekening van het EMU-saldo van gemeenten moet daarom op het exploitatiesaldo van een gemeente een aantal correcties en aanvullingen worden gemaakt. tabel III.E.7 EMU-saldo

Omschrijving Effect 2016 2017 20181. Exploitatiesaldo voor bestemming - -291.000 -452.496 -1.578.6872. Afschrijvingen + 2.040.000 2.117.000 2.161.0003. Storting in voorzieningen + 283.000 210.000 198.0004. Investeringen - -1.660.000 -3.660.000 -1.660.0005. Baten derden - 0 0 06. Desinvesteringen + 0 0 07. Aankoop gronden - -349.000 -299.000 -288.0008. Baten grondexploitatie + 873.000 1.225.000 956.0009. Lasten voorzieningen derden - 0 0 010. Lasten t.l.v. reserves - 0 0 011. Verkoop effecten - 0 0 0Totaal 896.000 -859.496 -211.687

Toelichting

Het verschil in 2017 op nummer 4 (investeringen vaste activa) wordt veroorzaakt door de in de programmabegroting geraamde extra investering van € 2 miljoen voor wegen.

Page 91: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

91

Geprognosticeerde balans

Volgens artikel 20 van de BBV dient in de programmabegroting een geprognosticeerde begin- en eindbalans van het begrotingsjaar te worden opgenomen. Onderstaand is het verloop weergegeven vanaf de balans vanaf de jaarstukken 2015 t/m de programmabegroting 2017. tabel III.E.8 Geprognosticeerde balans 2015-2017

ACTIVA 01-01-2015 31-12-2015 PASSIVA 01-01-2015 31-12-2015

Vaste activa Vaste passiva

- Invest. economisch nut 42.571 41.589 - Eigen Vermogen 24.161 23.367

- Invest. Maatschappelijk nut 6.151 5.689 - Voorzieningen 1.735 2.267

- Financiele vaste activa 3.104 2.795 - Vreemd Vermogen 25.171 29.257

Totaal vaste activa 51.826 50.073 Totaal vaste passiva 51.067 54.891

Vlottende activa Vlottende passiva

- Voorraden 9.939 10.116 - Nog in te vullen financiering / kasgeld 10.000 5.000

- Uitzettingen 5.665 6.018 - Bank- en girosaldi 3.261 3.029

- Liquide middelen 21 12 - Overige vlottende schulden 1.995 4.435

- Rekening courant

- Overlopende activa (nog te ontv.) 2.460 4.295 - Overlopende passiva (nog te bet.) 3.588 3.159

Totaal vlottende activa 18.085 20.441 Totaal vlottende passiva 18.844 15.623

Totaal vaste en vlottende activa 69.911 70.514 Totaal vaste en vlottende passiva 69.911 70.514

ACTIVA 01-01-2016 31-12-2016 PASSIVA 01-01-2016 31-12-2016

Vaste activa Vaste passiva

- Invest. economisch nut 41.589 47.091 - Eigen Vermogen 23.367 20.155

- Invest. Maatschappelijk nut 5.689 6.380 - Voorzieningen 2.267 2.470

- Financiele vaste activa 2.795 2.795 - Vreemd Vermogen 29.257 24.011

Totaal vaste activa 50.073 56.266 Totaal vaste passiva 54.891 46.636

Vlottende activa Vlottende passiva

- Voorraden 10.116 4.292 - Nog in te vullen financiering / kasgeld 5.000 13.624

- Uitzettingen 6.018 6.018 - Bank- en girosaldi 3.029 3.029

- Liquide middelen 12 12 - Overige vlottende schulden 4.435 4.435

- Rekening courant

- Overlopende activa (nog te ontv.) 4.295 4.295 - Overlopende passiva (nog te bet.) 3.159 3.159

Totaal vlottende activa 20.441 14.617 Totaal vlottende passiva 15.623 24.247

Totaal vaste en vlottende activa 70.514 70.883 Totaal vaste en vlottende passiva 70.514 70.883

ACTIVA 01-01-2017 31-12-2017 PASSIVA 01-01-2017 31-12-2017

Vaste activa Vaste passiva

- Invest. economisch nut 47.091 45.407 - Eigen Vermogen 20.155 20.478

- Invest. Maatschappelijk nut 6.380 5.947 - Voorzieningen 2.470 2.453

- Financiele vaste activa 2.795 2.795 - Vreemd Vermogen 24.011 19.520

Totaal vaste activa 56.266 54.149 Totaal vaste passiva 46.636 42.451

Vlottende activa Vlottende passiva

- Voorraden 4.292 4.292 - Nog in te vullen financiering / kasgeld 13.624 15.692

- Uitzettingen 6.018 6.018 - Bank- en girosaldi 3.029 3.029

- Liquide middelen 12 12 - Overige vlottende schulden 4.435 4.435

- Rekening courant

- Overlopende activa (nog te ontv.) 4.295 4.295 - Overlopende passiva (nog te bet.) 3.159 3.159

Totaal vlottende activa 14.617 14.617 Totaal vlottende passiva 24.247 26.315

Totaal vaste en vlottende activa 70.883 68.766 Totaal vaste en vlottende passiva 70.883 68.766

BALANS REKENING 2015

BALANS BEGROTING 2016

BALANS BEGROTING 2017

Toelichting

In de balans van 2016 is de overboeking van de gronden van het grondbedrijf (voorraden) naar de regulier exploitatie van de gemeente (investeringen met economisch nut) verwerkt. Het resultaat van de geprognosticeerde balansmutaties zijn per saldo verwerkt bij het onderdeel 'nog in te vullen financiering / kasgeld'.

Page 92: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

92

Geprognosticeerde balans meerjarenbegroting 2018 t/m 2020

Volgens artikel 22 van de BBV dient in de meerjarenbegroting voor de drie jaren volgend op het begrotingsjaar een geprognosticeerde begin- en eindbalans te worden opgenomen. Onderstaand is het verloop weergegeven van de jaren 2018 t/m 2020. tabel III.E.9 Geprognosticeerde balans 2018-2020

ACTIVA 01-01-2018 31-12-2018 PASSIVA 01-01-2018 31-12-2018

Vaste activa Vaste passiva

- Invest. economisch nut 45.407 43.700 - Eigen Vermogen 20.478 20.755

- Invest. Maatschappelijk nut 5.947 5.492 - Voorzieningen 2.453 2.591

- Financiele vaste activa 2.795 2.795 - Vreemd Vermogen 19.520 15.450

Totaal vaste activa 54.149 51.987 Totaal vaste passiva 42.451 38.796

Vlottende activa Vlottende passiva

- Voorraden 4.292 10.116 - Nog in te vullen financiering / kasgeld 15.692 23.009

- Uitzettingen 6.018 6.018 - Bank- en girosaldi 3.029 3.029

- Liquide middelen 12 12 - Overige vlottende schulden 4.435 4.435

- Rekening courant

- Overlopende activa (nog te ontv.) 4.295 4.295 - Overlopende passiva (nog te bet.) 3.159 3.159

Totaal vlottende activa 14.617 20.441 Totaal vlottende passiva 26.315 33.632

Totaal vaste en vlottende activa 68.766 72.428 Totaal vaste en vlottende passiva 68.766 72.428

ACTIVA 01-01-2019 31-12-2019 PASSIVA 01-01-2019 31-12-2019

Vaste activa Vaste passiva

- Invest. economisch nut 43.700 42.016 - Eigen Vermogen 20.755 21.037

- Invest. Maatschappelijk nut 5.492 5.017 - Voorzieningen 2.591 2.729

- Financiele vaste activa 2.795 2.795 - Vreemd Vermogen 15.450 12.255

Totaal vaste activa 51.987 49.828 Totaal vaste passiva 38.796 36.021

Vlottende activa Vlottende passiva

- Voorraden 10.116 4.292 - Nog in te vullen financiering / kasgeld 23.009 17.801

- Uitzettingen 6.018 6.018 - Bank- en girosaldi 3.029 3.029

- Liquide middelen 12 12 - Overige vlottende schulden 4.435 4.435

- Rekening courant

- Overlopende activa (nog te ontv.) 4.295 4.295 - Overlopende passiva (nog te bet.) 3.159 3.159

Totaal vlottende activa 20.441 14.617 Totaal vlottende passiva 33.632 28.424

Totaal vaste en vlottende activa 72.428 64.445 Totaal vaste en vlottende passiva 72.428 64.445

ACTIVA 01-01-2020 31-12-2020 PASSIVA 01-01-2020 31-12-2020

Vaste activa Vaste passiva

- Invest. economisch nut 42.016 40.347 - Eigen Vermogen 21.037 21.753

- Invest. Maatschappelijk nut 5.017 4.525 - Voorzieningen 2.729 2.867

- Financiele vaste activa 2.795 2.795 - Vreemd Vermogen 12.255 9.309

Totaal vaste activa 49.828 47.667 Totaal vaste passiva 36.021 33.929

Vlottende activa Vlottende passiva

- Voorraden 4.292 4.292 - Nog in te vullen financiering / kasgeld 17.801 17.732

- Uitzettingen 6.018 6.018 - Bank- en girosaldi 3.029 3.029

- Liquide middelen 12 12 - Overige vlottende schulden 4.435 4.435

- Rekening courant

- Overlopende activa (nog te ontv.) 4.295 4.295 - Overlopende passiva (nog te bet.) 3.159 3.159

Totaal vlottende activa 14.617 14.617 Totaal vlottende passiva 28.424 28.355

Totaal vaste en vlottende activa 64.445 62.284 Totaal vaste en vlottende passiva 64.445 62.284

BALANS BEGROTING 2018

BALANS BEGROTING 2019

BALANS BEGROTING 2020

Toelichting

Het resultaat van de geprognosticeerde balansmutaties zijn per saldo verwerkt bij het onderdeel 'nog in te vullen financiering / kasgeld'.

Page 93: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

93

F hoofdstuk III.6

BEDRIJFSVOERING

Algemeen

In de kaderbrief 2017 begonnen we het hoofdstuk bedrijfsvoering met de onderstaande tekst, die we hieronder citeren, omdat deze nog een hoge actualiteitswaarde heeft.

Het beeld van de (bedrijfsvoering van) onze organisatie is in de afgelopen jaren (2014–2016)

er een geweest van grote ontwikkelingen, veel tijdelijk personeel, improvisatie en bij veel van

onze medewerkers zeer hoge werkdruk. Ook was het een periode van enorme creativiteit en

improvisatievermogen: talenten, passend bij de expeditie in het sociaal domein. Ook de

doorontwikkeling van onze buitendienst (team BORG) vanuit de vastgestelde visie is in deze

periode met veel energie in gang gezet.

Tegelijkertijd mag niet over het hoofd worden gezien, dat dit ook ten koste van iets is

gegaan: deze periode is ook gekenmerkt door stagnatie in de (ontwikkeling van de) reguliere

bedrijfsvoering, hoog ziekteverzuim en structureel overwerk en toenemende verlofstuwmeren.

Niet vreemd in een organisatie die in zijn basisformatie is afgestemd op het uitvoeren van

reguliere taken en maar beperkt is toegerust om grote ontwikkelingen op te pakken en tot

een goed einde te brengen. De onderzoeken door bureau Berenschot bevestigen dit beeld.

Zo langzamerhand kristalliseert de expeditie in het sociaal domein zich uit en komen we op

bekend terrein. Zoal eerder al aangegeven, verwachten wij u uiterlijk bij de

programmabegroting 2017 een goed beeld te kunnen geven van de structureel voor onze

nieuwe taken in het sociaal domein benodigde formatie. (…)

Vooruitblik naar 2017

Toch zal onze organisatie in 2017 - noch in de jaren daarna - niet weer in de 'beheer-stand'

kunnen gaan staan. De maatschappij verandert, en daarmee ook onze rol in de maatschappij.

Wij als gemeente moeten en willen mee veranderen; de Omgevingswet komt er aan, met

mogelijk vergaande gevolgen voor takenpakket, basishouding en competenties van een fors

aantal van onze medewerkers, verdergaande digitalisering van de dienstverlening, maar ook

van de interne werkprocessen, vragen om (veel) aandacht.

Dit beeld brengt ons tot de verwachting, dat zonder corrigerende maatregelen, de werkdruk in

de organisatie hoog zal blijven.

Sociaal domein, nieuwe taken

Als het gaat om het sociaal domein en daarbinnen onze nieuwe taken, klopt het dat we inmiddels een vrijwel afgerond beeld van de structureel benodigde formatie hebben. Toch willen we nu nog even de tijd nemen, om te bezien of en - zo ja - in hoeverre de korting op ons budget voor de nieuwe taken in het sociaal domein van € 1,75 miljoen tot aanpassingen moet leiden, niet alleen in onze beleidsregels maar ook in de bedrijfsvoering van dit nieuwe onderdeel.

Relatie met kerntakendiscussie

Inmiddels zijn wij samen met uw raad aan de kerntakendiscussie begonnen. Uw raad heeft daarbij nadrukkelijk aangegeven deze discussie langs meer principiële lijnen te willen voeren en geen verband te willen leggen met ombuigingen en deze programmabegroting. Wij voorzien, dat wij tot het voorjaar 2017 nodig zullen hebben om de kerntakendiscussie af te ronden en tot richtinggevende uitspraken te komen. De uitkomsten van deze discussie kunnen uiteraard ook gevolgen hebben voor onze organisatie. Groei (op onderdelen), krimp (op andere onderdelen), verandering van profiel behoren allemaal tot de mogelijke consequenties van de uitkomsten van de kerntakendiscussie. Wij zullen te zijner tijd bezien, hoe de uitkomsten van de kerntakendiscussie vertaald moeten worden naar keuzes voor onze organisatie.

Page 94: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

94

Omdat de kerntakendiscussie meer tijd vraagt dan oorspronkelijk voorzien, en omdat onze financiële situatie nog weer aan verandering onderhevig is, stellen wij ook de presentatie van het bij de kaderbrief 2017 aangekondigde Masterplan organisatieontwikkeling 2016-2020 uit. De relaties met de mogelijke uitkomsten van de kerntakendiscussie zijn te groot. Concreet betekent dit, dat we de onderdelen formatie, huisvesting, toerusting ICT en maatregelen op het gebied van duurzame inzetbaarheid aanhouden, totdat wij u een bestedingsvoorstel kunnen voorleggen dat is afgestemd met en afgewogen tegen de inhoudelijke bestedingsvoorstellen, die ons college de komende tijd ook wil bezien. Efficiencyverbetering

Wel zullen wij met kracht doorgaan met maatregelen rond efficiencyverbetering van onze organisatie. We sturen scherp op de tijdige afhandeling van brieven, meldingen en facturen. Inmiddels is de brede invoering van (digitaal) zaakgericht werken een feit en leggen we dit najaar de laatste hand aan de invoering van projectmatig werken. We moet duidelijk zijn, dat de implementatie van deze nieuwe werkwijzen tijd vraagt. De doorontwikkeling van beide zal in 2017 plaats vinden. Het dashboard voor de bedrijfsvoering dat wij ontwikkelen, om ook uw raad op de belangrijkste parameters van de bedrijfsvoering op een overzichtelijke manier te informeren over thema's en trends, zullen we verder uitwerken, inclusief een aansprekende grafische presentatie. Samenwerken en uitbesteden

Ook vertragen we niet als het gaat om vraagstukken rond het samenwerken met of laten uitvoeren van taken door andere gemeenten of de markt. Veel van onze werksoorten en de daarbij behorende producten en diensten zijn kwetsbaar, omdat we van een vakspecialisme vaak maar één of hooguit twee deskundigen in dienst hebben. Om die kwetsbaarheid op te vangen kijken we - vanzelfsprekend - naar verbreding van de takenpakketten van onze medewerkers, zodat zij meerdere vakgebieden beheersen. Dit gaat echter lang niet bij alle werksoorten op. Alternatief kan dan zijn, dat we kijken naar andere gemeenten of naar marktpartijen. De lange termijnvisie richt zich primair op samenwerking in Zuidoost-Drenthe verband met Emmen en Coevorden (BOCE), waarbij, mede op grond van de evaluatie in 2012 naast het gastheermodel, ook andere varianten tot de mogelijkheden behoren. Inmiddels is de focus van deze samenwerking - naast de bedrijfsvoering - ook gericht op de onderdelen die bijdragen aan de versterking van de regio Zuidoost-Drenthe. Daarnaast worden andere samenwerkingsverbanden niet uitgesloten, of worden zelfs wettelijk voorgeschreven, zoals de arbeidsmarktregio en de Samenwerking in de waterketen, de Regionale uitvoeringsdienst Drenthe (RUD) en de Veiligheidsregio Drenthe (VRD). Een belangrijke taak die we bij al deze samenwerkingsverbanden zullen blijven houden is die van opdrachtgever/regisseur. Hierbij zal het nodig zijn om de capaciteit en kwaliteit in huis te hebben of te organiseren. Wij moeten in de rol van opdrachtgever/regisseur invulling kunnen geven door bijvoorbeeld het stellen van kaders, en het maken van resultaatafspraken en de uitvoering daarop te monitoren. Personeel

Wij willen kwalitatief goed toegerust personeel, een goede werkomgeving, goed werkgeverschap en een prettige werksfeer. Dit geldt altijd al, maar des te meer, nu de ontwikkelingen die wij hiervoor geschetst hebben een stevig beroep doen op de flexibiliteit van veel van onze medewerkers. Waar de aard van de werkzaamheden het toe staat, bieden wij medewerkers ook de mogelijkheid om thuis te werken, zodat zij zelf kunnen kiezen, waar ze het meest effectief hun werk kunnen doen. Het voorkomen van verzuim en het terugdringen van bestaand verzuim blijft onder de gegeven omstandigheden ook een belangrijk speerpunt. Een eigentijds personeelsbeleid gericht op de duurzame inzetbaarheid van ons medewerkers, wordt in 2017 verder vorm gegeven. Wij hebben in 2017 2% van de loonsom beschikbaar voor opleidingen en trainingen. Onderbesteding van dat budget is een reëel risico, omdat veel van onze medewerkers niet of nauwelijks aan opleiding en training toekomen. Hiermee is dit, gelet op de interne en externe ontwikkelingen, een van de aandachtspunten voor onze organisatie.

Page 95: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

95

Rechtspositie

De huidige CAO heeft een looptijd tot 1 mei 2017. De voorbereidingen voor de onderhandelingen over een nieuwe CAO zijn inmiddels gestart. Wij houden in de begroting 2017 rekening met een CAO ontwikkeling/premieaanpassing van 2,5%. Per 1 januari 2017 wordt, als onderdeel van het per 1 januari 2016 ingevoerde beloningshoofdstuk, het individueel keuzebudget (IKB) ingevoerd. Het IKB sluit aan bij de wens van de werknemers voor meer keuzevrijheid. Het nieuwe beloningshoofdstuk zorgt voor minder regels en zal de mobiliteit van medewerkers tussen gemeenten bevorderen. Volumeafspraak bedrijfsvoering

In 2009 is met uw raad een meerjarige volumeafspraak gemaakt over de omvang van de bedrijfsvoeringbudgetten. Het budget wordt jaarlijks geïndexeerd met 3% op de loonkosten gerelateerde budgetten. De indexering is primair bedoeld voor het opvangen van periodieke verhogingen, stijging van de sociale lasten en voor de CAO-gevolgen. Bij de kadernota 2013 is besloten om deze indexruimte tevens te gebruiken voor het structureel op niveau brengen van de kosten voor informatisering en tractiemiddelen. Voor de periode 2012-2015 was een ombuigingstaakstelling van totaal € 1 miljoen afgesproken. Voor de jaren 2016-2018 is de lijn doorgetrokken dat de bedrijfsvoering een aandeel van 20% van de totale ombuigingsopdracht levert. Uw raad heeft besloten om de ombuigingsopdracht op de bedrijfsvoering voor 2017 ongedaan te maken. Dit neemt niet weg dat we voor een enorme opgave staan om de druk op onze organisatie te verminderen. In de tabel hieronder kunt u zien, hoe deze taakstelling is verwerkt. Zo hebben wij in de periode 2013-2017 inmiddels ruim 15 FTE bezuinigd door natuurlijk verloop. De ontstane vacatureruimte hebben we slechts in uitzonderingssituaties structureel ingevuld. tabel III.F.1 Budgetten bedrijfsvoering

Omschrijving 2013 2014 2015 2016 2017Salariskosten 10.319.657 10.263.070 10.111.560 10.370.239 10.719.097ICT 1.820.020 1.757.393 1.670.291 1.667.393 1.667.393Tractie 610.594 619.682 619.682 620.079 620.079Overig 1.478.691 1.456.169 1.466.096 1.467.395 1.467.395Totaal 14.228.962 14.096.314 13.867.629 14.125.106 14.473.964

tabel III.F.2 Invloed op bedrijfsvoeringsbudget

Omschrijving 2013 2014 2015 2016 2017Indexering budget 341.365 347.606 352.154 357.477 382.858Taakmutaties 0 -54.193 51.652 0 -34.000CAO-gevolgen 0 -97.000 -291.750 -286.333 -253.302Indalen overhead werkplein -100.000 0 0 0 0ICT, i-MOP, tractie -50.000 -100.000 -100.000 0 0Taakstelling 2011-2016 -200.000 -250.000 -300.000 -100.000 0Netto invloed op flexibele schil -8.635 -153.587 -287.944 -28.856 95.556

tabel III.F.3 Ontwikkeling formatie (FTE)

Omschrijving 2013 2014 2015 2016 2017Taakuitbreiding 0,000 0,000 3,000 2,000 1,100Taakvermindering, afstoten 0,000 -1,000 -1,000 -1,000 0,000Bezuiniging, efficiencymaatrgelen -2,200 -2,750 -4,230 -5,440 -1,300Totaal -2,200 -3,750 -2,230 -4,440 -0,200

Verzuim

Wij hebben sinds 1 september 2016 een nieuwe Arbodienst, na een gezamenlijke aanbesteding, dezelfde als in Emmen en Coevorden. Samen met de nieuwe bedrijfsarts richten wij ons ook in 2017 weer op het voorkomen en reduceren van verzuim, vanuit de constatering dat dit op het moment van schrijven van deze tekst (oktober 2016) nog steeds hoog is.

Page 96: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

96

Verlofstuwmeer

In de kaderbrief 2017 schreven wij het volgende:

Ondanks onze inspanningen daartoe, verwachten wij, dat het verlofstuwmeer niet geheel in

het geplande tempo van 1/5 per jaar tot 2020 teruggebracht zal kunnen worden. Voor veel

medewerkers lukt met mogelijk wel, maar er blijven altijd medewerkers op wie wij een beroep

doen dat groter is, dan de formele aanstellingstijd inclusief de verlofrechten.

Het spanningsveld dat wij hierboven beschrijven blijft ook in 2017 bestaan. Waar het een aantal medewerkers lukt om hun verlofstuwmeer te reduceren door bijvoorbeeld een halve dag in de week minder te werken of vaker vakantieverlof op te nemen, blijft het werk liggen of wordt door andere collega's gedaan, die er dan weer niet in slagen om hun overschot aan verlofuren op te nemen. In een aantal gevallen hangt het hebben en niet kunnen reduceren van verlofstuwmeren ook af met de personele knelpunten die we hebben. Concrete voorstellen daarover volgen, zoals hierboven aangeven, na vaststelling van deze programmabegroting. Ondanks deze beperkingen, heeft de reductie van het verlofstuwmeer onze voortdurende aandacht. Informatisering & automatisering

De wijzigingen op gebied van informatisering en automatisering zijn voornamelijk gebaseerd op landelijke ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen vertalen we naar onze eigen Informatiseringsmeerjaren ontwikkelplan (i-MOP), waarin wij op planmatige wijze werken aan de verbetering van onze informatisering en dit onderdeel te laten worden van een goede bedrijfsvoering. De i-MOP is een richtinggevend document dat aangeeft welke strategische keuzes de gemeente maakt en welke zaken ze de komende jaren op het gebied van informatisering wil realiseren. Agenda digitaal 2017 (Kabinetsbeleid)

Vanuit het huidige kabinet wordt ingezet op de verbetering van de digitale dienstverlening. Hierbij zijn er concrete doelen benoemd die in 2017 gerealiseerd moeten worden.

Dienstverlening moet beter

De digitale dienstverlening door de overheid moet beter. Dit is afgesproken in het regeerakkoord. Burgers en bedrijven moeten uiterlijk in 2017 zaken die ze met de overheid moeten regelen, digitaal kunnen afhandelen. Voorbeelden zijn het aanvragen van een vergunning of het indienen van een bezwaarschrift. Voor wie dat wil, blijven niet-digitale alternatieven bestaan. Onder de overheid valt het geheel aan bestuursorganen van de rijksoverheid, gemeenten, provincies en waterschappen. Het beoogde doel is dat burgers de overheid sneller en makkelijker kunnen vinden en dat ze zaken kunnen doen op de plek en het tijdstip die hen het beste uitkomen.

Kabinet visie, Digitaal 2017 Deze visie is vertaald naar een programma dat in een aantal plateaus naar een situatie in 2020 moet leiden, waarbij burgers en bedrijven zelf regie kunnen voeren over hun zaken met de digitale overheid. De plateaus daarbij zijn: 1. Informatie digitaal aanbieden; 2. Transacties digitaal kunnen doen; 3. Een toegankelijke digitale overheid (2017). We lopen op schema wat betreft deze ontwikkelingen en zullen in Dimpact verband de nodige stappen nemen. Hierbij zullen gemeenten zich ook steeds meer aansluiten bij ontwikkelingen als MijnOverheid.nl

Page 97: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

97

Visie op dienstverlening 2020 (VNG)

Tot 2015 was het Antwoord® concept leidend voor de ontwikkeling van de gemeentelijke dienstverlening. Hierbij hebben wij de stap gemaakt van taakgericht werken naar meer proces en klantgericht werken. Door de VNG is voor de komende jaren een nieuwe visie op dienstverlening waarbij er meer vanuit één overheid wordt gedacht, ontwikkeld.

Basis op orde, werken aan de toekomst

Dienstverlening draait om mensen

Wij zijn als gemeenten de meest nabije overheid, het visitekaartje voor de gehele overheid. Wij als gemeenten moeten meebewegen met veranderingen. Eigenlijk kunnen we helemaal niet meer spreken over dienstverlening van gemeenten. De inwoner staat centraal en dus moeten we zorgen dat hun leefomgeving het vertrekpunt is: ik start een bedrijf, ik ga verhuizen, ik zoek werk. En in die werkelijkheid is er maar één overheid. Onze inwoners maken daarin namelijk geen onderscheid. Daarbij hebben wij als gemeenten een bijzondere positie. Wij staan immers het dichtst bij onze inwoners. We zijn benaderbaar en kunnen worden aangesproken op dingen die niet goed gaan. Dingen die wij niet goed doen, maar soms ook op dingen die de overheid - in brede zin - niet goed doet.

VNG visie op dienstverlening 2020 In de visie van de VNG staat twee zaken centraal die ook in de nieuwe i-MOP weer naar voren komen: 1. De basis op orde. Hiermee wordt bedoeld dat we doorgaan met digitaliseren van basisinformatie. Daardoor ontstaat de mogelijkheid om optimaal gebruik te maken van moderne ICT. Daarmee moet de dienstverlening verbeteren en de gemeente in staat worden gesteld om nog slimmer te werken. 2. Van organisaties naar organiseren. Hiermee wordt het verbeteren van de samenwerking tussen organisaties bedoeld. Er is namelijk steeds meer sprake van het werken in ketens, wat betekent dat verschillende organisaties afspraken met elkaar maken hoe ze dat samen organiseren. Hiermee wordt de focus verplaatst van techniek naar de basis van goede dienstverlening, namelijk dat het vooral mensenwerk is.

Page 98: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

98

G hoofdstuk III.7

VERBONDEN PARTIJEN

Inleiding

De uitvoering van enkele taken hebben we uitbesteed aan een verbonden partij. In een verbonden partij heeft de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang. Het bestuurlijk belang bestaat uit vertegenwoordiging in het bestuur of uit stemrecht. Het financieel belang betekent aansprakelijkheid bij niet nakoming van verplichtingen door de verbonden partij. De gemeente heeft met veel meer instellingen een financiële (subsidie, inkoop) relatie, maar geen bestuurlijk belang. Bij alleen zo'n financieel belang, is er geen sprake van een verbonden partij. Aan het einde van deze paragraaf is een overzicht opgenomen met partijen waarmee wordt samengewerkt. Verbonden partijen hebben rechtspersoonlijkheid en kunnen gemeenschappelijke regelingen, stichtingen, deelnemingen of derde partijen zijn. Een gemeenschappelijke regeling en een stichting voeren over het algemeen een gemeentelijke taak uit. Het gemeentelijk aandeel in het nadelig saldo van een gemeenschappelijke regeling vormt een verplichte uitgaaf op de gemeentebegroting; aan een stichting wordt een exploitatiebijdrage verstrekt. Bij deelnemingen bezit de gemeente aandelen in een vennootschap en kan er sprake zijn van een dividenduitkering. Bij derde partijen is meer sprake van bundeling van activiteiten. 2017

Met ingang van dit begrotingsjaar komen de verbonden partijen beleidsmatig aan de orde bij het betreffende programma. In deze paragraaf kan daarom worden volstaan met een recapitulatie inclusief het bestuurlijk en financieel belang. tabel III.G.1 Verbonden partijen

EDR (Eems Dollard regio) Bad Nieuweschans Bestuurlijk belang Burgemeester J. Seton is lid AB

Wethouder A. Trip is plv. lid AB Financieel belang 40014

werkelijk 2015 begroot 2016 begroot 2017 € 2.915 € 2.916 € 2.615

eigen vermogen vreemd vermogen primo 2017 ultimo 2017 primo 2017 ultimo 2017 € 1.625.454 € 1.625.454 € 1.116.286 € 1.116.286

VRD (Veiligheidsregio Drenthe) Assen Bestuurlijk belang Burgemeester J. Seton is lid AB Financieel belang 40945

werkelijk 2015 begroot 2016 begroot 2017 € 1.027.602 € 1.027.602 € 1.138.717 eigen vermogen vreemd vermogen

primo 2017 ultimo 2017 primo 2017 ultimo 2017 € 2.412.900 € 1.916.900 € 18.916.400 € 19.219.300

Recreatieschap Drenthe Diever Bestuurlijk belang Wethouder A. Trip is lid AB Financieel belang 40502

werkelijk 2015 begroot 2016 begroot 2017 € 77.940 € 75.245 € 72.369

eigen vermogen vreemd vermogen primo 2017 ultimo 2017 primo 2017 ultimo 2017 € 561.917 € 549.065 € 500.503 € 500.503

Page 99: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

99

EMCO Emmen Bestuurlijk belang Wethouder J.F.A. Alberts is lid en plv. voorzitter AB en DB

Wethouder A. Trip is plv. lid AB Financieel belang 40517

werkelijk 2015 begroot 2016 begroot 2017 € 32.242 € 174.250 € 136.896

eigen vermogen vreemd vermogen primo 2017 ultimo 2017 primo 2017 ultimo 2017 € 1.818.000 € 1.346.000 € 13.902.000 € 13.351.000

WEDEKA Stadskanaal Bestuurlijk belang Wethouder J.F.A. Alberts is lid AB en DB

Wethouder A. Trip is lid AB Financieel belang 40517

werkelijk 2015 begroot 2016 begroot 2017 € 0 € 230.000 € 272.897

eigen vermogen vreemd vermogen primo 2017 ultimo 2017 primo 2017 ultimo 2017 € 4.481.000 € 3.204.000 € 7.716.000 € 8.766.000

GGD (Gemeenschappelijke gezondheidsdienst) Assen Bestuurlijk belang Burgemeester J. Seton is plv. lid AB

Wethouder J.F.A. Alberts is lid AB Financieel belang 40674, 40677, 41099, 40680, 41045

werkelijk 2015 begroot 2016 begroot 2017 € 769.712 € 775.832 € 790.452

eigen vermogen vreemd vermogen primo 2017 ultimo 2017 primo 2017 ultimo 2017 € 2.229.000 € 2.355.000 € 2.195.000 € 2.195.000

RUD (Regionale uitvoeringsdienst) Assen Bestuurlijk belang Burgemeester J. Seton is plv. lid AB en DB

Wethouder F.A.J. Buijtelaar is lid AB en DB Financieel belang 40767

werkelijk 2015 begroot 2016 begroot 2017 € 223.033 € 358.642 € 388.101

eigen vermogen vreemd vermogen primo 2017 ultimo 2017 primo 2017 ultimo 2017 € 528.930 € 546.930 € 2.330.536 € 2.096.544

Cittaslow International Orvieto (TR) Italy Bestuurlijk belang Burgemeester J. Seton is lid BO Cittaslow Nederland Financieel belang 41305

werkelijk 2015 begroot 2016 begroot 2017 € 2.500 € 2.500 € 2.500

VDG (Vereniging van Drentse gemeenten) Emmen Bestuurlijk belang Burgemeester J. Seton is lid AB

Wethouder J.F.A. Alberts is plv. lid AB Financieel belang 40014

werkelijk 2015 begroot 2016 begroot 2017 € 9.840 € 8.412 € 9.497

P-10 gemeenten Hengelo (Gld) Bestuurlijk belang Burgemeester J. Seton is lid AB

Wethouder J.F.A. Alberts is lid AB Financieel belang 41250

werkelijk 2015 begroot 2016 begroot 2017 € 6.655 € 7.000 € 5.000

Stichting Esgeva / STIVAM Zwolle Bestuurlijk belang Wethouder F.A.J. Buijtelaar is lid AB Financieel belang 40687

werkelijk 2015 begroot 2016 begroot 2017 € 0 € 4.000 € 0

Page 100: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

100

Agenda voor de Veenkoloniën Stadskanaal Bestuurlijk belang Wethouder A. Trip is lid stuurgroep Financieel belang 41234

werkelijk 2015 begroot 2016 begroot 2017 € 10.000 € 10.000 € 5.000

WMD (Waterleidingmaatschappij Drenthe) Assen Bestuurlijk belang Gemeente is aandeelhouder (55 aandelen)

Wethouder F.A.J. Buijtelaar vertegenwoordigt gemeente Financieel belang 40081

werkelijk 2015 begroot 2016 begroot 2017 € 0 € 0 € 0

BNG (Bank Nederlandse gemeenten) 's-Gravenhage Bestuurlijk belang Gemeente is aandeelhouder (80.340 aandelen A)

Wethouder A. Souverein vertegenwoordigt gemeente Financieel belang 40991, 41229

werkelijk 2015 begroot 2016 begroot 2017 € 0 € 0 € 0

BAN personeelsdienst Assen Bestuurlijk belang Gemeentesecretaris P. Post vertegenwoordigt gemeente Financieel belang 50020

werkelijk 2015 begroot 2016 begroot 2017 € 3.766 € 3.733 € 3.779

Dimpact Enschede Bestuurlijk belang Wethouder A. Souverein vertegenwoordigt gemeente Financieel belang 50289

werkelijk 2015 begroot 2016 begroot 2017 € 117.352 € 117.351 € 117.351

Samenwerking

Als gemeente nemen we deel in diverse samenwerkingsverbanden, partnerschappen en dergelijke waarmee we ook een financiële relatie hebben, zonder dat het in formele zin verbonden partijen zijn. Hieronder een opsomming. tabel III.G.2 Samenwerking, niet verbonden partij

Programma Omschrijving 1 Driehoek zuidoost Drenthe 1 Stichting veiligheidszorg Drenthe, Ben Kwijt 2 Verkeers- en vervoersberaad Drenthe 3 Drentse bedrijfslocaties 3 MKB Drenthe 4 Stichting OPO 4 Esdal college 5 Hunebedcentrum 5 Sport Drenthe 5 Staatsbosbeheer 5 Stichting landschapsbeheer Drenthe 5 Stichting bestemming Borger-Odoorn 6 Akkoord van Westerlee 6 Arbeidsmarktregio Drenthe 6 Biblionet Drenthe 6 DOP Nieuw-Buinen 6 Gemeentelijk kredietbank 6 Jeugdbescherming Noord 6 Jeugdcultuurfonds 6 Jeugdhulpregio Drenthe 6 Jeugdsportfonds 6 Kans voor de veenkoloniën 6 MEE Drenthe 6 Peuterwerk

Page 101: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

101

Programma Omschrijving 6 Publiek vervoer 6 Regionaal werkbedrijf 6 Stichting sociale teams 6 Tinten 6 Voedselbank Zuidoost Drenthe 6 Werkplein Zuidoost Drenthe 8 Anticipeerregio bevolkingsdaling 8 Drents platform 8 Drentse commissie landelijk gebied 8 Leader (LOS, LAG) 8 Lefier 8 Regio Oost Drenthe 8 Vitaal platteland 8 Woonservice A Belastingregio Drenthe A BOCE (SZW, I&A)

Page 102: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

102

H hoofdstuk III.8

GRONDBELEID

Algemeen

In de paragraaf Grondbeleid wordt de raad jaarlijks geïnformeerd over: - de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert; - de te verwachten resultaten (actuele prognose); - de onderbouwing van de geraamde winstneming; - de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves in relatie tot de risico’s van grondzaken. Grondbeleid

Door problemen op de woningmarkt zijn de afgelopen jaren woningbouwplannen opgeschort, met als gevolg dat plannen financieel onder druk kwamen te staan. Alle mogelijke maatregelen zijn/worden genomen om de financiële tegenvallers zoveel mogelijk te beperken en daar waar nodig, zijn deze gedekt middels een voorziening. Verder wordt niet meer gekozen voor een actief grondbeleid, tenzij de belangen zo groot zijn dat een uitzondering moet worden gemaakt. Immers het bereiken van sommige gemeentelijke doelstellingen blijft afhankelijk van grondposities. Deze situationele benadering is destijds al grotendeels vastgelegd in de notitie grondbeleid. Stand van zaken bestemmingsplannen / kaveluitgifte

Bij de meeste bestemmingsplannen was sprake van een stagnerende verkoop van bouwkavels. Alleen in het bestemmingsplan Daalkampen II te Borger werden de geprognosticeerde verkopen tot nu toe gehaald en is er sprake van een toenemende vraag. In laatstgenoemd bestemmingsplan zijn ook in de afgelopen periode (in samenwerking met ontwikkelaars) weer woningbouwprojecten gerealiseerd. Deze projecten (Kranssteen en Maalsteen) zijn ondertussen afgerond (verkocht). Ondertussen ontstaat ook weer een toenemende belangstelling voor particuliere woningbouw. Er zijn diverse opties verleend en naar verwachting zal, als gevolg van de groei op de koopwoningmarkt de belangstelling voor bouwkavels toenemen. Om het aanbod aantrekkelijker te maken voor een bredere groep, wordt momenteel ook overwogen om de kaveltypes in Daalkampen II aan te passen (2^kap/geschakeld). Hierbij wordt tevens onderzocht op welke locaties in de gemeente behoefte is aan nieuw te bouwen woningen. In het kader van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking is dit gegeven relevant, immers bij de vaststelling van een nieuw bestemmingsplan moet deze behoefte worden aangetoond. Contingenten uit krimpgebieden kunnen dan eventueel overgeheveld worden naar een gebied waar veel vraag is. In het grondbedrijf zijn negen plannen in exploitatie genomen, waarvan drie met een verwacht negatief eindresultaat. Tot dusver leveren de in uitvoering zijnde plannen in hun totaliteit een positief eindresultaat op. Drentse Horn (Nieuw-Veenlanden)

Het samenwerkingsverband met de gemeente Stadskanaal en Lefier is beëindigd. Per 1 juni 2016 is de gemeente eigenaar van de gronden in Nieuw-Veenlanden en heeft de verdere exploitatie van het plan op zich genomen. In 2016 dient het bestemmingsplan Nieuw-Veenlanden te worden herzien (actualisatie). Tevens zal de exploitatieopzet van het plan worden geactualiseerd. Tot dusver zijn in dit plan 56 van de plusminus 100 kavels verkocht. Bedrijventerreinen

Doelstelling van de bedrijventerreinen is om plaatselijke ondernemers de mogelijkheid te bieden zich hier te vestigen/uit te breiden en nieuwe bedrijven van buiten de gemeente aan te trekken. Aangezien de afgelopen jaren de verkopen minimaal waren, staan alle drie bedrijventerreinen financieel onder druk en sluiten met een negatief resultaat. Hiervoor is een voorziening gevormd. Echter ook wat betreft de bedrijventerreinen constateren wij naar jarenlange stilstand weer een toenemende belangstelling. In 2016 zijn op het bedrijventerrein Aan de Strengen In Borger drie kavels verkocht en momenteel lopen er nog diverse opties.

Page 103: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

103

Overzicht kaveluitgifte diverse bestemmingsplannen (juli 2016)

tabel III.H.1 Kaveluitgifte

Kern Plan Kavels

Totaal Verkocht Restant Woningbouw in aantallen

Odoorn Langhieten II 82 81 1 2e Exloërmond Exloërkijl III 32 31 1 Valthermond Plaats 62 33 18 15 Buinen Lijnstukken II 21 18 3 Drouwen Tiekamp III 19 17 2 Borger Daalkampen II *) 98 78 20 Bedrijventerreinen in m²

Borger Aan de Strengen 33.955 7.155 26.800 2e Exloërmond Noorderkijl II 75.306 73.446 1.860 Nieuw-Buinen Drentse Poort 98.521 88.633 9.888

*) Inclusief Fibula

Het plan Nieuw-Veenlanden is nog niet in dit overzicht opgenomen, omdat in de loop van

2016 het plan definitief wordt ingevuld, met daarbij een geactualiseerde exploitatieopzet.

Vennootschapsbelasting (VPB)

Per 1 januari 2016 vervalt de vrijstelling van vennootschapsbelasting voor Nederlandse overheidsbedrijven. Dit houdt in dat de gemeente 25% van de winst die met commerciële activiteiten is verdiend moet afdragen. Het grondbedrijf is een commerciële activiteit. Voor de berekening van de af te dragen vennootschapsbelasting worden de verschillende bestemmingsplannen geclusterd, m.a.w. winsten en verliezen van de verschillende bestemmingsplannen worden met elkaar verrekend. De uitkomst van deze berekening bepaalt of de gemeente vennootschapsbelasting over het jaar moet afdragen. Voor 2017 wordt nog geen afdracht verwacht. Financiële uitgangspunten

BBV-voorschriften grondexploitatie

Per 1-1-2016 zijn de nieuwe BBV-voorschriften met betrekking tot grondexploitaties van kracht. Het grondbedrijf is vanaf 1-1-2016 ingericht volgens de nieuwe voorschriften. Meest ingrijpende wijzigingen ten opzichte van de oude voorschriften zijn de volgende: 1. In het grondbedrijf mogen alleen de grondexploitaties worden opgenomen als hiervoor een grondexploitatiecomplex is vastgesteld middels een raadsbesluit. Een grondexploitatiecomplex is een ruimtelijk plan, voorzien van een financiële vertaling. Hierin is opgenomen een overzichtskaart, beschrijving bouwkavels, bouwvolume, omschrijving werkzaamheden en een grondexploitatiebegroting. 2. De categorieën niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG’s) en overige gronden vervallen binnen het grondbedrijf en staan vanaf 1 januari 2016, op de reguliere post materiële vaste activa (MVA, strategische gronden) van de gemeente. De overboeking vindt plaats tegen de boekwaarde zoals opgenomen in het grondbedrijf per 31-12-2015. Het is vanaf 1-1-2016 niet meer toegestaan om (rente)kosten aan deze gronden toe te rekenen. 3. Maximale duur grondexploitatie bedraagt 10 jaar. Hier kan alleen van worden afgeweken als dit goed wordt gemotiveerd en tevens is voorzien van risico beperkende beheersmaatregelen om de onzekerheden en risico’s die gepaard gaan met een langere looptijd op te vangen. 4. Rente die wordt toegerekend aan grondexploitaties moet worden gebaseerd op de werkelijke rente van het vreemd vermogen. Het betreft een gewogen gemiddelde rentepercentage naar verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen. Voor 2017 is een percentage van 1,499% berekend. Bij verliesgevende plannen moet de rente berekend worden over de bruto boekwaarde. De voorziening mag dan niet in mindering worden gebracht op de boekwaarde bij deze berekening.

Page 104: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

104

5. De discontovoet voor berekening van de contante waarde van het verlies bij verliesgevende grondexploitaties is gelijkgesteld aan het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone. Naast bovengenoemde wijzigingen zijn er nog wijzigingen betreffende de actualisaties, de kosten die opgenomen mogen worden in een exploitatie, bovenwijkse voorzieningen en onder welke voorwaarden kosten alsnog geactiveerd mogen worden bij een plan in voorbereiding. Deze zijn voor de gemeente minder ingrijpend, omdat al gewerkt wordt volgens deze regels. De paragraaf Grondbeleid 2017 is opgesteld conform de nieuwe BBV-voorschriften. Nu deze duidelijkheid er is, kan in 2017 de nota Grondbeleid worden herzien. Grondexploitaties in het grondbedrijf

Onder het grondbedrijf mogen uitsluitend grondexploitaties worden gerangschikt waarbij de gemeente zelf de gronden bezit en zelf de werkzaamheden uitvoert (actief grondbeleid). Het startpunt van een dergelijke bouwgrond in exploitatie (BIE) is het raadsbesluit waarin wordt besloten tot vaststelling van een grondexploitatiecomplex, inclusief een grondexploitatiebegroting. Indien de gemeente alleen faciliteert in een grondexploitatie van een private partij worden vorderingen verwerkt op de gemeentelijke balans en niet in het grondbedrijf. Dit betekent voor de gemeente, dat met ingang van 2016 alle bestemmingsplannen in exploitatie (BIE’s) binnen het grondbedrijf blijven en dat alle niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG’s) en de overige gronden worden overgeboekt naar de post materiële vaste activa. In de bestuursrapportage 2016 II worden deze wijzigingen verwerkt. Binnen het grondbedrijf zijn op 1-1-2016 negen plannen actief. Uitgangspunt bij het opstarten van een nieuw bestemmingsplan binnen het grondbedrijf is minimaal een sluitende exploitatie. Hiermee wordt bedoeld dat alle kosten, zowel voor bouwkavels als voor de gemeenschapsvoorzieningen (o.a. wegen, riolering, plantsoenen en openbare verlichting), worden gedekt uit de opbrengsten van de te verkopen bouwkavels. Hiervan wordt alleen afgeweken als hiervoor zwaarder wegende argumenten zijn dan de kostendekkendheid (bijv. werkgelegenheid). Voor het verwachte verlies wordt dan direct een voorziening getroffen. Ontwikkelingen 2016/2017 gronden in exploitatie

Per 1 juni 2016 is de samenwerkingsverband De Monden BV met de gemeente Stadskanaal en woningstichting Lefier met betrekking tot de ontwikkeling van Nieuw-Veenlanden beëindigd. Wij gaan nu zelfstandig verder met de exploitatie/ontwikkeling van dit bestemmingsplan. In 2016 wordt verder onderzocht wat de (on)mogelijkheden zijn van het plan. Vanaf 1 juni 2016 is dit plan opgenomen in het grondbedrijf. In de loop van 2016 komen wij met een nieuwe invulling van het plan met daarbij een geactualiseerde exploitatieopzet. Met betrekking tot het huidige plan Daalkampen II wordt gemeld dat wij hier bezig zijn met een onderzoek om te kijken of het wenselijk is om het plan anders in te delen c.q. te knippen. Dit naar aanleiding van marktontwikkelingen c.q. de lange looptijd. Naar aanleiding van de nieuwe Woonvisie wordt in 2016 een start gemaakt met een studie om te kijken of het noodzakelijk is om het beschikbare contingent bouwkavels te herverdelen over de verschillende bestemmingsplannen. De overige plannen worden doorgezet zoals in afgelopen jaren. Bij deze plannen gaat het hoofdzakelijk om de verkoop van de laatste kavels. Bufferreserve/voorzieningen grondbedrijf

Deze reserve dient ter dekking van onvoorzienbare risico’s (conjuncturele- en marktrisico’s) en als buffer om voorzieningen op te bouwen op grond van verwachte verliezen. Vooral bij bestemmingsplannen, met een langere looptijd, zijn de risico’s voor de grondexploitatie groot. De overboeking van de NIEGG’s en overige gronden naar de materiële vaste activa heeft ook gevolgen voor de bufferreserve en de opgebouwde voorzieningen. De wenselijke hoogte van de bufferreserve werd mede bepaald door deze gronden en daarom wordt een splitsing gemaakt in een deel dat voor de BIE’s beschikbaar blijft en een deel dat beschikbaar blijft voor de oude NIEGG’s en overige gronden. Dat deze reserve ook beschikbaar blijft voor de oude NIEGG’s is noodzakelijk om eventuele afwaarderingen te kunnen dekken. Uiterlijk 31-12-2019 moet een toets plaatsvinden of de boekwaarde nog marktconform is, gebaseerd op de dan geldende bestemming. Is dit niet het geval dan moet worden afgewaardeerd. Het blijft van groot belang om ieder jaar de wenselijke hoogte opnieuw te bepalen.

Page 105: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

105

De bufferreserve wordt, indien noodzakelijk, gevoed door eventuele winstnemingen uit het grondbedrijf. Voor diverse NIEGG’s was reeds een voorziening opgebouwd, omdat de boekwaarde de marktwaarde oversteeg. Deze voorzieningen zijn in mindering gebracht op de bruto boekwaarde van deze gronden. De netto boekwaarde is vervolgens overgeboekt naar de post materiële vaste activa van de gemeente. Voorzieningen

Binnen het grondbedrijf worden voorzieningen opgebouwd voor grondexploitaties met een verwacht verlies. Bij de jaarlijkse actualisaties wordt berekend of de opgebouwde voorzieningen moeten worden aangepast en of nieuwe voorzieningen moeten worden opgebouwd. Bij de berekening van de gewenste hoogte wordt gebruik gemaakt van de contante waarde methode (hoeveel moeten wij inleggen om bij beëindiging van de exploitatie het verlies te kunnen dekken). De afgelopen jaren werd bij deze berekening gerekend met de netto boekwaarde (bruto boekwaarde-opgebouwde voorziening). Volgens de BBV is dit niet meer toegestaan en wordt vanaf 1-1-2016 gerekend met de bruto boekwaarde. De voorzieningen worden gevoed door eventuele winstnemingen uit het grondbedrijf en uit de bufferreserve. Indien in een jaar de benodigde bijboeking op de voorziening hoger is dan de winstneming en het rentevoordeel, dan wordt het restant gedekt uit de bufferreserve. Winst- en verliesneming grondexploitatie

Winst wordt genomen bij het afsluiten van het bestemmingsplan of tussentijds als aan het volgend kader wordt voldaan:

Indien de boekwaarde van het plan positief is en deze tevens hoger is dan € 50.000 dan wordt winst genomen. De hoogte van de te nemen winst wordt bepaald door de boekwaarde per 31-12 te verminderen met de nog te maken kosten, de af te dragen vennootschapsbelasting (VPB) en het bedrag van de rentecomponent.

Door tussentijds winst te nemen wordt getracht de winstneming een meer structurele karakter te geven. Begrotingstechnisch wordt vooraf geen rekening gehouden met winstnemingen, waardoor de risico’s voor de gemeente minimaal zijn. De afgelopen jaren zijn geraamde winsten teruggelopen vanwege de economische situatie. In 2016 was sprake van een aantrekkende vraag naar bouwkavels, zowel particulier als projectbouw. Verwacht wordt dat deze trend zich in 2017 voortzet. Aanwending winsten

Winsten uit het grondbedrijf worden volgens onderstaande volgorde ingezet: - voor de opbouw van een voorziening voor eventuele verliesgevende plannen; - voor aanvulling van de bufferreserve tot de gewenste hoogte; - voor herstructureringsprojecten tot een bedrag van maximaal € 5.500 per woning; - een restant wordt toegevoegd aan de vrije reserve. Aangezien herstructurering meer is dan een fysieke aanpassing, ook maatschappelijke en welzijnsfactoren komen aan bod, zijn de criteria behorende bij het herstructureringsfonds verruimd en sluiten nu aan bij de hoofddoelstelling van het programma herstructurering. Uitgaven die passen binnen deze doelstelling kunnen ook gedekt worden uit dit fonds. De (wenselijke) hoogte van het fonds moet jaarlijks worden beoordeeld. Financiële positie

De exploitatieopzetten worden jaarlijks geactualiseerd. Op basis van deze opzetten worden de verwachte eindresultaten berekend. Onderstaand een overzicht van de financiële stand van zaken per 1-1-2016 (jaarstukken 2015). In dit overzicht zij alleen die bestemmingsplannen opgenomen die voldoen aan de stellige uitspraak van de BBV-commissie met betrekking tot bouwgrond in exploitatie.

Page 106: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

106

tabel III.H.2 Financiën grondbedrijf

Omschrijving Bedrag Boekwaarde gronden in exploitatie 4.734.894

(netto)Winstneming per 1-1-2016 160.000 Verwachte winst 2016-2034 (6 woningbouwplannen) 2.403.402 Verwachte verlies (nom.) 2016-2028 (3 bedrijventerreinen) 494.134 Verwachte netto winst 1.909.268

Verwacht nettoverlies (CW) 2016-2028 (3 bedrijventerreinen) 422.756 Opgebouwde voorziening verliezen 442.500

Stand bufferreserve per 1-7-2016 *) 2.862.295 Stand herstructureringsfonds per 1-1-2016 **) 1.847.077 *) Hiervan is € 1.113.120 beschikbaar gesteld voor de afwikkeling van Nieuw-Veenlanden.

**) Dit bedrag is grotendeels geoormerkt voor het herstructureringsprojecten Nije Daip te Nieuw-

Buinen en Hunzedal te Borger.

Op basis van de geactualiseerde exploitatieopzetten wordt door het grondbedrijf over de jaren 2016 t/m 2034 een positief resultaat verwacht van € 2.403.402. Een garantie voor deze berekende verwachte nettowinst kan niet worden gegeven. Het bedrag voor het verwacht netto verlies wordt zowel nominaal als contant (CW) weergegeven, omdat voor de bepaling voor de hoogte van de voorziening gerekend wordt met de contante waarde methode. De verliezen worden door deze voorziening afgedekt. Door een lange looptijd van grondexploitaties zijn er onzekerheden ten aanzien van de geplande faseringen, het rentepercentage en de te verwachten stijgingen of dalingen van kosten en opbrengsten. Bovengenoemde risico’s kunnen van grote invloed zijn op de winstverwachting van de grondexploitaties. Het is duidelijk dat met name wanneer de financiële resultaten van de grondexploitaties tegenvallen, daarmee ook de financiële positie van de gemeente meer onder druk kan komen te staan. Om dit risico te minimaliseren is de maximale looptijd van een exploitatie in de nieuwe BBV-voorschriften vastgesteld op 10 jaar (voortschrijdend). Hiervan mag alleen gemotiveerd van worden afgeweken en moet zijn geautoriseerd (raadsbesluit). Binnen het grondbedrijf lopen twee plannen met een looptijd langer dan 10 jaar. Het betreft de plannen Daalkampen II (18 jaar) en Aan de Strengen (12 jaar). Daalkampen II: Dit plan wordt gefaseerd uitgevoerd, zowel voor wat betreft de aanleg van de infra als de verkoop van kavels. Omdat ook kosten zijn gemaakt die drukken op alle fases (geluidswal/rotonde) is gekozen voor één exploitatieopzet en niet voor een exploitatieopzet per fase. In de loop van 2016 wordt onderzocht of het huidige plan in stand gehouden moet worden m.b.t. de fasering/invulling. Dit naar aanleiding van vragen uit de markt en de opgestelde nieuwe woonvisie. Wij stellen voor om dit onderzoek af te wachten en vooralsnog de huidige fasering aan te houden. Aan de Strengen: Omdat het merendeel van de werkzaamheden (infra) in dit plan reeds zijn uitgevoerd, de verkopen behoedzaam zijn geraamd (komende jaren 1 per jaar) en voor het verwacht verlies reeds een voorziening is getroffen, lijkt het ons niet noodzakelijk om de exploitatie verder aan te passen. De risico’s zijn o.g.v. deze feiten voldoende afgedekt en stellen daarom voor om het plan in zijn huidige vorm door te laten lopen. Om de risico’s van alle plannen zoveel mogelijk in te perken worden de exploitaties ieder jaar per 31-12 geactualiseerd (jaarstukken). Mocht tijdens het jaar een plan worden gewijzigd waaruit grote financiële gevolgen voortvloeien, dan zal de raad tussentijds een voorstel worden gedaan tot wijziging van de exploitatieopzet en wordt deze opnieuw vastgesteld.

Page 107: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

107

Solvabiliteit

Een goede graadmeter voor de financiële positie van het grondbedrijf is de solvabiliteit. Hierbij wordt bekeken in hoeverre het grondbedrijf in staat is de schulden af te lossen bij directe beëindiging van alle activiteiten. Uitgaande van de situatie per 1 januari 2016 (exclusief de vm. NIEGG’s en overige gronden) is berekend dat het grondbedrijf solvabel is. Dit houdt in dat de boekwaarde van € 4.734.894 volledig wordt afgedekt door de opgebouwde voorzieningen voor verliesgevende plannen en de waarde van de in het grondbedrijf aanwezige bezittingen. De afgelopen jaren is de solvabiliteit steeds verder teruggelopen door afnemende grondverkopen en oplopende rentebijschrijvingen. Aangezien de markt aantrekt verwachten wij dat het grondbedrijf ook de komende jaren solvabel blijft.

Page 108: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

108

I hoofdstuk III.9

DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN

Inleiding

Vele gemeenten en ook onze gemeente worden geconfronteerd met verschuivingen in de leeftijdsopbouw van de bevolking. Mensen worden ouder en er worden minder kinderen geboren; de zogenaamde ontgroening en dubbele vergrijzing. Het aantal ouderen (65+) stijgt in onze gemeente de laatste jaren gemiddeld met 216 per jaar en het aantal jongeren (tot 20 jaar) daalt de laatste jaren gemiddeld met 121 per jaar. Het onderstaande overzicht toont dit verloop aan. De genoemde verschuiving in leeftijdsopbouw heeft naast de werkgelegenheid ook vooral gevolgen voor de beleidsvelden onderwijs en wonen, welzijn en zorg. Aantal inwoners (per 1-1) en leeftijdsgroepen laatste vijf jaar (CBS: gemeentefonds)

tabel III.I.1 Inwoners

Omschr. 2016 2015 2014 2013 2012 aantal afw% aantal afw% aantal afw% aantal afw% aantal afw%

Inwoners 25.371 -0,51 25.502 -0,49 25.627 -0,12 25.659 -0,77 25.859 -0,32

wv -20 5.292 -2,31 5.417 -2,83 5.575 -1,05 5.634 -3,64 5.847 -0,92

wv 65+ 5.879 -2,73 5.723 -2,88 5.563 4,49 5.324 4,52 5.094 4,90

Toelichting afwijking aantallen

Het verloop van de in de vorige tabel geconstateerde afwijkingen kunnen van de afgelopen vier jaren als volgt in beeld worden gebracht. tabel III.I.2 Mutaties aantallen

Jaar Daling aantal

inwoners

Daling aantal 20-

Stijging aantal 65+

2013 -200 -213 2302014 -32 -59 2392015 -125 -158 1602016 -131 -125 156Totaal -488 -555 785

Het aantal inwoners is volgens de aantallen gemeentefonds in 2016 afgenomen met 131 ten opzichte van 2015. Dit verschil kan op basis van onze eigen bevolkingsgegevens (met een gering verschil) als volgt worden verklaard. tabel III.I.3 Specificatie mutaties

Omschrijving 2016 2015Overlijdens 269 231Geboorten 181 182Overschot, tekort -88 49Vertrokken 1.276 1.178Vestigingen 1.230 1.106Overschot, tekort -46 72Verschil BRP 3 4Totaal -131 125

Page 109: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

109

Regionale samenwerking Oost-Drenthe

In de brief van de minister voor Wonen en rijksdienst van 19 december 2014 aan de Eerste en Tweede Kamer is de Samenwerkingsagenda krimp aangekondigd. Met alle krimp- en anticipeerregio’s (Oost-Drenthe is een anticipeerregio) wordt rijksbrede ondersteuning van regio's in afspraken vastgelegd. Dit geldt ook voor de eigen ambities en activiteiten van regio's en van de betreffende provincies. Vandaar dat de samenwerkingsagenda met BZK ook breed van opzet is. De ondersteuning van het rijk sluit aan bij de behoeften van de regio. In de regio Oost-Drenthe (vooralsnog onder de paraplu van Vitaal platteland) is een succesvolle samenwerking aangegaan op alle sociaal- maatschappelijke opgaven in deze regio. Te noemen zijn: onderwijs- arbeidsmarkt, wonen- leefomgeving, (incl. voorzieningen) en recreatie-toerisme. De hiervoor genoemde onderwerpen uit Vitaal Platteland vormen de basis voor de samenwerkingsagenda met BZK. Woonvisie

Het afgelopen jaar is er gewerkt aan de herijking van de woonvisie 2016+. De woonvisie schetst een beeld tot 2020 met een doorkijk naar 2025. Borger-Odoorn is een krimpgemeente en om die reden zullen er minder woningen worden gebouwd dan gesloopt. De herijkte woonvisie is beschreven op basis van drie pijlers: 1. Leefbaarheid/aandacht voor bestaande voorraad; 2. Beschikbaarheid: voor iedere doelgroep een woning; 3. Betaalbaarheid: een passende prijs. De herijkte woonvisie zal eind 2016 aan de gemeenteraad ter vaststelling worden voorgelegd. Leefbaarheid

In 2011 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de veronderstelde en ervaren leefbaarheid in onze gemeente. Op basis hiervan is de gemeente onder meer ingedeeld in vier gebieden die ieder min of meer een eenheid vormen als het gaat om voorzieningengebruik e.d. Inmiddels is vanuit het sociaal domein vastgesteld, dat qua hulpvragen De Hondsrug als één gebied beschouwd kan worden. Zo zijn er sinds 2015 drie sociale teams actief: Het Veenland (Nieuw-Buinen e.o.), De Monden (Valthermond e.o.) en De Hondsrug (Borger, Exloo, Odoorn e.o.). De sociale teams en hun schilpartijen dragen voor een belangrijk deel bij aan de leefbaarheid. Daarnaast wordt op allerlei manieren gekeken in hoeverre bewoners zelf een bijdrage kunnen leveren aan de leefbaarheid in hun dorp (zoals bijv. de ontwikkeling van Dorps ontwikkelingsplannen, de mogelijkheid van lokale subsidie voor bewonersactiviteiten). Leegstand

Een belangrijk onderdeel in de paragraaf Demografische ontwikkelingen is de leegstand van maatschappelijk vastgoed (bijv. de vrijkomende schoolgebouwen). Leegstand van gebouwen blijft een nadrukkelijk aandachtspunt. Wij zullen de leegstand voortdurend blijven monitoren en een onderzoek starten naar de kansen en mogelijkheden van vrijkomende gebouwen. Financieel nadeel gemeentefonds

Op macro niveau wordt door het rijk nog steeds uitgegaan van een landelijke groei van het aantal inwoners en ook van het aantal woningen. Onze gemeente heeft net als vele andere plattelandsgemeenten echter te maken met een (structurele) daling van het aantal inwoners. Voor ons als krimpgemeente betekent dit een extra nadeel door een lagere uitkering gemeentefonds. De (macro) prognoses van het rijk zijn volgens de meicirculaire van het gemeentefonds als volgt. tabel III.I.4 Groeipercentages rijk (meicirculaire 2016)

Omschrijving 2016 2017 2018 2019 2020 gemiddeld

Inwoners 0,42% 0,43% 0,43% 0,39% 0,37% 0,41%Woonruimten 2,04% 1,00% 1,00% 1,00% 1,00% 1,21%

Het rijk gaat dus uit van een gemiddelde stijging van het aantal inwoners voor de komende vijf jaar van afgerond 0,41% per jaar. Het vorig jaar was dit gemiddeld 0,30%. In onze gemeente is echter sprake van een gemiddelde daling van het aantal inwoners vanaf 2012 van 488. Dit is gemiddeld 0,47% per jaar.

Page 110: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

110

De financiële effecten voor de maatstaf inwoners van het gemeentefonds kan als volgt in beeld worden gebracht. tabel III.I.5 Maatstaf inwoners gemeentefonds

Omschrijving 2016 2017 2018 2019 2020 2021Prognose rijk 25.371 25.475 25.579 25.684 25.790 25.895Eigen uitgangspunt 25.371 25.252 25.133 25.015 24.897 24.780Verschil 0 -223 -446 -669 -892 -1.115Bedrag per inwoner 152,92 152,92 152,92 152,92 152,92Berekening -34.142 -68.263 -102.364 -136.446 -170.510Uitkeringsperc. (meicirc.) 1,420 1,445 1,458 1,478 1,478Totaal -48.481 -98.640 -149.247 -201.668 -252.014

Toelichting

Uit de tabel blijkt, dat het financieel effect van het uitgangspunt van het rijk (stijging van het aantal inwoners) ten opzichte van de werkelijkheid in onze gemeente (daling van het aantal inwoners) voor ons voor de periode 2016-2022 een totaal nadeel betekent van € 252.014. Dit is ruim € 50.000 per jaar. In 2016 was dit nadeel € 40.000 per jaar. Conclusies

Op basis van de inhoud van deze paragaaf kan het volgende worden geconcludeerd: - door daling van het aantal inwoners is onze gemeente een krimpgemeente; - onze gemeente heeft door deze daling een gemiddeld nadeel van € 50.000 per jaar; - dit gemiddeld nadeel is progressief (2015: € 35.000 / 2016: € 40.000 / 2017: € 50.000. In deze opzet is het nadeel van lagere groei woningen (nog) niet meegenomen.

Page 111: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

111

DEEL IV MEERJARENBEGROTING 2018 - 2021

De mutaties in de jaarschijven 2018 t/m 2021 kunnen als volgt worden weergegeven. Op de afzonderlijke posten in het overzicht wordt een toelichting gegeven. tabel IV.1 Meerjarenbegroting 2018-2021

Meerjarenbegroting begroot begroot begroot begroot2018 2019 2020 2021

Saldo begroting 248.785 1.301.381 1.328.838 1.277.344Mutaties dienstjaar:

1 Beleidsintensivering -50.000 -50.000 -50.000 -50.0002 Kapitaallasten en investeringslasten -137.916 -36.020 -31.871 -46.0083 Prijsstijging 0 0 0 04 Bedrijfsvoering -305.528 -406.007 -406.495 -406.9005 Gemeentefonds 879.753 422.863 436.596 295.5566 Belastingopbrengsten 180.782 185.753 190.861 196.1097 Overige -33.995 -89.132 -190.585 -72.271Totaal mutaties voor bezuinigingsopdracht 533.096 27.457 -51.494 -83.514

Bezuinigingsopdracht 2016-2018, nog invullen 519.500 0 0 0

Geactualiseerd begrotingssaldo 1.301.381 1.328.838 1.277.344 1.193.830 -/- is nadeel 1. Beleidsintensivering

Vanaf 2010 wordt jaarlijks een bedrag van € 50.000 toegevoegd aan beleidsintensivering. In de kadernota 2013 is besloten dat de hogere opbrengst toeristenbelasting en woonforensenbelasting ook aangewend wordt voor ophoging van het budget voor beleidsintensivering. In de kaderbrief 2017 is besloten dat de verhoging van de toeristen- en woonforensenbelasting voorlopig geldt t/m 2017. Na 2017 zal opnieuw worden geëvalueerd over het vervolg. Vanaf 2018 wordt het budget beleidsintensivering dus (voorlopig) niet meer verhoogd door een extra opbrengst van genoemde belastingen. tabel IV.2 Beleidsintensivering

Beleidsintiveringenbegroot

2018begroot

2019begroot

2020begroot

2021Totaal

Beleidsintensivering -50.000 -50.000 -50.000 -50.000 -200.000Extra opbrengst toeristenbelasting 0 0 0 0 0Extra opbrengst woonforensenbelasting 0 0 0 0 0

Totaal ophoging nieuw beleid -50.000 -50.000 -50.000 -50.000 -200.000

2. Kapitaallasten en investeringslasten

Jaarlijks vallen kapitaallasten vrij. Het betreft hier het totaal van de rente en afschrijving. Voor een aantal onderdelen van de reguliere bedrijfsvoering worden de vrijvallende kapitaallasten gereserveerd om de continuïteit te kunnen waarborgen.

Page 112: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

112

Voor het onderdeel riolering worden jaarlijks investeringsuitgaven gedaan. De kapitaallasten die hier uit voortvloeien worden in de meerjarenbegroting geraamd. tabel IV.3 Investeringen

Kapitaallasten en investeringslastenbegroot

2018begroot

2019begroot

2020begroot

2021Totaal

Vrijvallende kapitaallasten -91.922 26.373 43.714 12.813 -9.022Investeringslasten riolering -35.271 -35.271 -35.271 -35.271 -141.084Reservering vrijval:

- automatisering -9.378 -5.515 0 -4.794 -19.687- tractie -1.345 -21.607 -40.314 -18.756 -82.022

Totaal -137.916 -36.020 -31.871 -46.008 -251.815

3. Reservering prijsstijging

In de meerjarenbegroting wordt uitgegaan van de nullijn voor prijsgevoelige mutaties. Er is dan ook geen bedrag gereserveerd voor het opvangen van de gevolgen van prijsstijgingen. 4. Bedrijfsvoering Voor de bedrijfsvoering wordt een stijging van 3% per jaar aangehouden. De raming is bedoeld voor het opvangen van periodieke verhogingen, voor verhoging van de sociale lasten en voor de CAO-ontwikkelingen. De bedrijfsvoering draagt, met uitzondering van het jaar 2017, voor 20% bij in de bezuinigingstaakstellingen voor de jaren 2016-2018. tabel IV.4 Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoeringbegroot

2018begroot

2019begroot

2020begroot

2021Totaal

Kosten bestuur -23.937 -24.416 -24.904 -25.309 -98.566CAO, period., soc. lasten, marge loonkosten -381.591 -381.591 -381.591 -381.591 -1.526.364Taakstelling bedrijfsvoering 2016-2018 100.000 0 0 0 100.000

Totaal -305.528 -406.007 -406.495 -406.900 -1.524.930

5. Gemeentefonds

De hoogte van de uitkering gemeentefonds wijzigt jaarlijks. De wijzigingen in het gemeentefonds kunnen als volgt worden weergegeven. In hoofdstuk I.4 zijn de mutaties nader toegelicht. tabel IV.5 Gemeentefonds

Gemeentefondsbegroot

2018begroot

2019begroot

2020begroot

2021Totaal

Basisuitkering 962.253 505.363 519.096 378.056 2.364.768Integratie-uitkeringen -179.818 22.982 41.129 111.985 -3.722Sociaal deelfonds -277.267 -279.078 -269.000 -25.637 -850.982

Totaal 505.168 249.267 291.225 464.404 1.510.064

Aanp. budgetten integratieuitkeringen 179.818 -22.982 -41.129 -111.985 3.722Aanp. budgetten sociaal domein 277.267 279.078 269.000 25.637 850.982

Totaal 457.085 256.096 227.871 -86.348 854.704

Totaal algemene uitkering 962.253 505.363 519.096 378.056 2.364.768

Behoedzaamheid, 5 punten per jaar -82.500 -82.500 -82.500 -82.500 -330.000

Netto Algemene Uitkering 879.753 422.863 436.596 295.556 2.034.768

Page 113: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

113

6. Belastingen en rechten

OZB: De jaarlijkse verhoging voor de jaren 2018 t/m 2021 is gebaseerd op een verhoging als gevolg van aan- en verbouw en op grond van een tariefstijging van 2,75%. Rioolheffing: Voor de rioolheffing geldt het kader van 100% kostendekking. Het vastgestelde Gemeentelijke rioleringsplan (GRP) vormt de basis voor de ontwikkeling van de opbrengsten. Reinigingsheffingen: Voor de reinigingsheffingen geldt het kader van 100% kostendekking. Omdat de lasten in de programmabegroting jaarlijks worden geactualiseerd en de baten hiermee gelijke tred houden wordt de meerjarenbegroting op dit onderdeel niet gemuteerd. Toeristenbelasting: Conform het uitgangspunt van het Recreatieschap werd jaarlijks uitgegaan van een verhoging van € 0,05 per overnachting per jaar. In de kaderbrief 2017 is besloten om de jaarlijkse verhoging van € 0,05 per overnachting nog niet door te voeren maar eerst te evalueren over het vervolg. Forensenbelasting: De forensenbelasting is afhankelijk van de hoogte van de WOZ-waarde van het object en wordt gerelateerd aan de procentuele verhoging van de toeristenbelasting. Leges: De leges worden jaarlijks met 2,75% verhoogd. De bouwleges worden niet verhoogd, doordat hier een directe relatie bestaat met de (ontwikkeling van) bouwkosten. tabel IV.6 Belastingen, leges, rechten

Belastingopbrengstenbegroot

2018begroot

2019begroot

2020begroot

2021Totaal

OZB 173.258 178.022 182.918 187.948 722.146Rioolheffing 0 0 0 0 0Reinigingsheffingen 0 0 0 0 0Toeristenbelasting 0 0 0 0 0Forensenbelasting 0 0 0 0 0Leges en overige 7.524 7.731 7.943 8.161 31.359

Totaal 180.782 185.753 190.861 196.109 753.505

7. Overige mutaties

De overige mutaties bevatten onderwerpen waarvan de besluitvorming in het verleden heeft plaatsgevonden en waarvan de effecten van invloed zijn op de meerjarenbegroting. tabel IV.7 Overige mutaties

Overige mutatiesbegroot

2018begroot

2019begroot

2020begroot

2021Totaal

Afbouw reservering begrotingssaldo -14.500 -14.500 -177.000 -14.500 -220.500Reserve begr.saldo, maatsch. vastgoed 85.125 85.125Herstructureringsprojecten -400.000 -400.000 -84.089 -84.089 -968.178Inzet reserve herstructurering 400.000 400.000 84.089 84.089 968.178Afbouw verfijningsuitkering riolering -53.244 -53.244 0 0 -106.488Herstel korting vastgoed -50.000 -50.000 -50.000 -50.000 -200.000Overige, per saldo -1.376 28.612 36.415 -7.771 55.880

Totaal -33.995 -89.132 -190.585 -72.271 -385.983

Page 114: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

114

BIJLAGEN Nummer, omschrijving Pagina I Dynamische prioriteitenlijst 115 II Basisset beleidsindicatoren 116 III Uitwerking coalitieakkoord 118 IV Taakvelden nieuwe BBV 122 V Overhead 124 VI Gebruikte afkortingen 125

Page 115: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

115

BIJLAGE I Dynamische prioriteitenlijst (DPL)

In onderstaand overzicht is de DPL (Dynamische prioriteitenlijst) aangevuld met onderwerpen die in de pijplijn zitten c.q. waar mogelijk in de komende jaren budget voor nodig is. tabel B.1 Dynamische prioriteitenlijst

Product, omschrijving 2017 2018 2019 2020104 FAZ Modernisering Gba I pm105 PM Budget Cittaslow S 10.000109 REAL Vastgoed, budget gebouwen S pm114 REAL Vastgoed, budget wegen S pm114 REAL Herinr kruising Noorderstr/Zuiderdp Buinerveen S 26.250115 REAL Maatregelen N34 Klijndijk (Ro-procedure) I pm124 SEM Actieplan laaggeletterdheid I pm127 JOS Project combicoaches, onderwijs S 37.000128 JOS Onderzoek overdracht zwembaden I pm133 REAL Vastgoed, budget groen S pm133 REAL Omvormen singels en heesters naar gras I 50.000133 REAL Vijveronderhoud I 12.600134 REAL Begraafplaatsen 2e fase (50%) I 50.000136 SEM Decentralisatie Wsw I pm138 JOS Digitaal Jongerenplatform I pm146 OW Extra projecten duurzaamheid 2016 S 10.000146 OW Extra projecten duurzaamheid 2016 (7 jaren) I 7.500146 OW Extra projecten duurzaamheid 2017 S 27.500146 OW Extra projecten duurzaamheid 2017 I 12.500160 FBC Restant ombuigingstaakstelling 2018 S 519.500164 MT Bedrijfsvoering, efficiency S pm164 MT Bedrijfsvoering, formatie S pm164 MT Bedrijfsvoering, duurzame inzetbaarheid S pm164 MT Bedrijfsvoering, huisvesting S pm164 MT Bedrijfsvoering, Ict S pmTelling structureel 73.750 556.500 0 0Telling incidenteel 132.600 0 0 0

Dekking van incidentele bedragen (I) alleen in het aangegeven jaar; dekking van structurele bedragen (S) met ingang van c.q. vanaf het

aangegeven jaar.

Het voorstel is om als werkbudget Cittaslow 2017 incidenteel € 10.000 te honoreren. In deel I van deze programmabegroting is invulling gevonden voor het restant van de ombuigingsstaakstelling 2017. Een bedrag van € 246.500 schuift door naar 2018. Het nieuwe bedrag voor 2018 is daarmee € 519.500. Sinds de vorige bestuursrapportage zijn de volgende onderwerpen vervallen.

product, omschrijving 2016 2017 2018 2019114 Extra invest. groot wegenonderh. € 3 miljoen REAL S 225.000133 Wegwerken achterstallig onderhoud bomen REAL I 156.000133 Boomcontrole REAL I 25.000147 Cofinanciering Leader-projecten OW S 17.627 35.000159 Ophogen reserve Kern en kader PM I 534.000159 Aanvullen bufferreserve grondbedrijf OW I 200.000164 Bedrijfsvoering, huisvesting MT I 75.000

Page 116: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

116

BIJLAGE II Basisset beleidsindicatoren

Om de vergelijkbaarheid van gemeenten te verbeteren, nemen alle gemeenten met ingang van het begrotingsjaar 2017 de lijst met vijftig (verplichte) beleidsindicatoren op in hun programmabegroting. De informatie wordt veelal landelijk geregistreerd, maar is afhankelijk van de gemeentelijke deelname aan beschikbare monitoren. Via de website waarstaatjegemeente.nl zijn de scores steeds actueel beschikbaar. Bij elk programma staan de betreffende indicatoren; hieronder de totaallijst. tabel B.2 Beleidsindicatoren

Nr B/F Pr Indicator Eenheid Jaar Waarde Taakveld 0 Bestuur en ondersteuning 1 B A Formatie FTE per 1.000 inwoners 2017 6,43 2 B A Bezetting FTE per 1.000 inwoners 2017 6,25 3 F A Apparaatskosten Kosten per inwoner 2017 615,89 4 F A Externe inhuur Percentage loonsom 2017 4,77 5 F A Overhead % 2017 14,19 6 F 1 Vertrouwen in de manier waarop

gemeente wordt bestuurd % - -

7 F 3 Waardering ondernemers algehele gemeentelijke dienstverlening

Score 1-10

2016 6,5

8 F 1 Waardering inwoners algehele gemeentelijke dienstverlening

Score 1-10

2016 6,5

Taakveld 1 Veiligheid 9 B 1 Verwijzingen Halt Aantal per 10.000

jongeren 2014 64

10 B 1 Harde kern jongeren Aantal per 10.000 inwoners

2014 0,3

11 B 1 Winkeldiefstallen Aantal per 1.000 inwoners

2015 0,4

12 B 1 Geweldsmisdrijven Aantal per 1.000 inwoners

2015 3,1

13 B 1 Diefstallen uit woning Aantal per 1.000 inwoners

2015 2,3

14 B 1 Vernielingen en beschadigingen (in de openbare ruimte)

Aantal per 1.000 inwoners

2015 3,7

15 F 1 Aandeel dat zich wel eens onveilig voelt in de buurt

% 2013 23,5

16 F 1 Mate van overlast van buurtbewoners

% dat in enige mate te maken heeft met overlast

- -

Taakveld 2 Verkeer, vervoer, waterstaat 17 B 2 Ziekenhuisopname na

verkeersongeval met een motorvoertuig

% 2014 9

18 B 2 Overige vervoersongevallen met een gewonde fietser

% 2014 7

19 F 3 Waardering bereikbaarheid bedrijfslocatie voor bevoorrading

Score 1-10 2016 7,3

Taakveld 3 Economie 20 B 3 Functiemenging % 2015 37,2 21 B 3 Bruto Gemeentelijk Product Verhouding tussen

verwacht en gemeten product

2013 92

22 B 3 Vestigingen (van bedrijven) Aantal per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar

2015 140,2

Page 117: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

117

Nr B/F Pr Indicator Eenheid Jaar Waarde 23 F 3 Waardering vestigingsklimaat

gemeente Score 1-10 2016 6,2

24 F 3 Waardering ondernemingsklimaat gemeente

Score 1-10 2016 6,5

Taakveld 4 Onderwijs 25 B 6 Absoluut verzuim Aantal per 1.000

leerlingen 2014 0

26 B 6 Relatief verzuim Aantal per 1.000 leerlingen

2014 28

27 B 6 Vroegtijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie (VSV'ers)

% deelnemers aan het VO en MBO onderwijs

2012 2,3

Taakveld 5 Sport, cultuur, recreatie 28 B 6 Niet sporters % 2014 54,4 29 F 6 Actieve deelname verenigings-

leven afgelopen 12 maanden % - -

Taakveld 6 Sociaal domein 30 B 6 Banen Aantal per 1.000

inwoners in de leeftijd 15 - 64 jaar

2015 435,1

31 B 6 Jongeren met een delict voor de rechter

% 12 t/m 21 jarigen 2012 1,64

32 B 6 Kinderen in uitkeringsgezinnen % 2012 4,18 33 B 6 Melding kindermishandeling % 34 B 6 Netto Participatiegraad % mensen tussen 15 en

67 jaar dat baan heeft 2015 62,7

35 B 6 Achterstandsleerlingen % 4 t/m 12 jarigen 2012 10,24 36 B 6 Werkloze jongeren % 16 t/m 24 jarigen 2012 1,56 37 B 6 Personen met een

bijstandsuitkering Aantal per 10.000 inwoners

2015 305,1

38 B 6 Personen met een lopend re-integratietraject

Aantal per 10.000 inwoners

2015 175,3

39 B 6 Jongeren (t/m 18 jaar) met jeugdhulp

% 2015 11,8

40 B 6 Jongeren (t/m 18 jaar) met jeugdbescherming

% 2015 1,3

41 B 6 Jongeren (t/m 23 jaar) met jeugdreclassering

% 2015 0,3

42 B 6 Cliënten met een maatwerkarrangement WMO

Aantal per 10.000 inwoners

2015 765

Taakveld 7 Volksgezondheid, milieu 43 B 7 Omvang huishoudelijk restafval Kg/inwoner 2014 131 44 B 7 Hernieuwbare elektriciteit % 2014 12,1 45 F 6 Waardering algehele persoonlijke

gezondheid Score 1-10 - -

Taakveld 8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, stedelijke vernieuwing 46 B A Gemiddelde WOZ-waarde Duizend euro 2015 173 47 B 8 Nieuw gebouwde woningen Aantal per 1.000

woningen 2013 0,8

48 B 8 Demografische druk % 2016 60,7 49 B A Gemeentelijke woonlasten

eenpersoonshuishouden Euro 2016 725

50 B A Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden

Euro 2016 781

B: basisset / F: facultatief Toelichting

De indicatoren zijn verplicht ingedeeld op basis van de nieuwe taakvelden. De eerste vijf beleidsindicatoren zijn uitvoeriger gepresenteerd in hoofdstuk 1.5.

Page 118: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

118

BIJLAGE III Uitwerking coalitieakkoord

Het coalitieakkoord 'Verbindend besturen naar een nieuw evenwicht' is uitgewerkt in een bestuursprogramma. Bij alle programma's zijn de betreffende projecten en actiepunten weergegeven. Voor de voortgang worden de volgende kleuren gebruikt:

afgewerkt

volgens planning

niet volgens planning

nog niet gestart Onderwerp Planning uitvoering Voortgang in kadernota Nr, product, omschrijving 2015 2016 2017 2018 2016 2017 2018

LEEFBAARHEID (omgeving en voorzieningen) 1 133 Budget 'Schoon, heel, veilig' dat

bedoeld is om burgerinitiatieven te stimuleren, wordt gehandhaafd.

inmiddels regulier

2 147 College nodigt kernen uit om een dorpsagenda voor de toekomst op te stellen.

inmiddels regulier

3 147 Gemeente faciliteert wijkschouwen die worden georganiseerd op initiatief van een dorps- of buurtvereniging.

4 109 Kern en Kader 3 wordt afgerond; 'Minder maar Beter' blijft uitgangspunt voor voorzieningen; het vier leefgebiedenbeleid wordt voor onze voorzieningen verder uitgewerkt; mogelijk kunnen voorzieningen gebundeld worden.

5 130 De komende jaren wordt samen met de sportverenigingen het beleid voor binnen- en buitensportaccommodaties verder ingevuld; voor zover mogelijk streven we naar het overdragen van accommodaties aan verenigingen.

6 147 De effecten van ons voorzieningenbeleid moeten goed worden gemonitord.

KANSEN voor CITTASLOW en GEOPARK 7 105 Cittaslow: wij willen deze kwaliteiten

waar mogelijk nog meer verbeteren; in beleid op het gebied van de leefomgeving, milieu/duurzaamheid en recreatie en toerisme spelen de Cittaslow-uitgangspunten nadrukkelijk een rol.

8 169 Borger-Odoorn heeft een unieke ligging met haar centrale plek op de Hondsrug. Dit biedt kansen voor de promotie van ons gebied en voor recreatie en toerisme. Wij benaderen initiatieven voor het versterken en benutten van Cittaslow en Geopark daarom positief.

Page 119: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

119

Onderwerp Planning uitvoering Voortgang in kadernota Nr, product, omschrijving 2015 2016 2017 2018 2016 2017 2018

WELZIJN, ZORG 9 142 Visie / Regenboogmodel / Het op

lokaal niveau vormgeven van de decentralisaties zien wij als een ontdekkingsreis en een zoektocht. Daarbij is maatwerk noodzakelijk. Uitgangspunt is ontschot denken, zowel in aanpak als in het inzetten van budgetten. Wij informeren de gemeenteraad volledig en tijdig over nieuwe ontwikkelingen en keuzes die moeten worden gemaakt. Daarbij overleggen wij met alle betrokkenen tijdig en goed, waarbij de gemeente nadrukkelijk haar verantwoordelijkheid neemt en de regie voert.

10 142 Naast de actieve betrokkenheid van de inwoners is het belangrijk dat er een goede afstemming plaatsvindt tussen de eerstelijns zorgaanbieders en de gemeente. De eerste stappen zijn reeds gezet.

11 142 Wij vinden het belangrijk om mantelzorgers en vrijwilligers zo goed mogelijk te ondersteunen.

12 127 Gezonde leefstijl: Gezamenlijk met combicoaches, andere partijen en de inwoners zelf zoeken wij passende oplossingen voor meerdere doelgroepen die ook op langere termijn blijven werken.

13 122 Vervoer: de gemeente blijft de komende jaren extra aandacht geven aan het afstemmen van diverse vervoersstromen. Dit moet leiden tot effectiever en efficiënter vervoer in onze gemeenten.

ONDERWIJS 14 126 Waar nodig faciliteren wij de

vrijwillige samenwerking tussen het openbaar en het bijzonder onderwijs.

15 126 Taalachterstanden moeten vroegtijdig gesignaleerd worden.

16 126 Wij werken aan een nauwe relatie tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt (door creëren stage- en werkervaringsplekken).

Page 120: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

120

Onderwerp Planning uitvoering Voortgang in kadernota Nr, product, omschrijving 2015 2016 2017 2018 2016 2017 2018

RUIMTE en DUURZAME ONTWIKKELING 17 147 Gemeente beschikt over actuele

bestemmingsplannen: college zorgt voor plan van aanpak voor het actualiseren van de bestaande bestemmingsplannen.

18 147 Vrijkomende gebouwen, w.o. boerderijen kunnen goed benut worden voor kleinschalige bedrijven. Initiatieven van inwoners voor hergebruik treden we positief tegemoet, met respect voor belangen van omwonenden.

inmiddels regulier

19 148 Het is noodzakelijk het Woonplan 2010-2014 te actualiseren.

20 147 Windmolens: Wij vinden draagvlak onder de bevolking voor het plaatsen van windmolens erg belangrijk. Daarom faciliteren wij een onafhankelijk draagvlakonderzoek.

21 146 De nota Duurzame ontwikkeling wordt herijkt.

22 146 De gemeente faciliteert initiatieven van inwoners op het gebied van duurzame ontwikkeling.

23 148 Onderzocht wordt of de gemeentelijke voorlichting op het gebied van energiebesparing kan worden verbeterd.

24 109 De gemeente kiest zelf ook zoveel mogelijk voor duurzame oplossingen, bijvoorbeeld bij eigen gebouwen.

ECONOMIE 25 118 Goede voorlichting aan bedrijven en

het bevorderen van onderlinge contacten en samenwerking (netwerken) stimuleren economische bedrijvigheid en daarmee werkgelegenheid.

inmiddels regulier

26 118 In onze gemeente werkt een groot aantal Zzp'ers en ambachtslieden. Daarom is er extra aandacht voor startende ondernemers.

inmiddels regulier

27 118 Verder is een goede digitale infrastructuur met mogelijkheden voor de nieuwste toepassingen (breedband) voor veel kleinschalige bedrijvigheid erg belangrijk. De gemeente ondersteunt kansrijke en betaalbare initiatieven van inwoners en bedrijven op dit gebied.

28 118 Op het gebied van duurzame economie worden steeds meer initiatieven genomen. Ook deze initiatieven worden zoveel mogelijk door de gemeente ondersteund.

inmiddels regulier

Page 121: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

121

Onderwerp Planning uitvoering Voortgang in kadernota Nr, product, omschrijving 2015 2016 2017 2018 2016 2017 2018

DIENSTVERLENING 29 107 1. Onze inwoners worden zo goed

mogelijk in staat gesteld om de benodigde gemeentelijke informatie en gewenste diensten te krijgen. 2. Bij de wijze waarop de gemeentelijke dienstverlening is ingericht, staan de wensen van de inwoners centraal. 3. De inwoner houdt de keuze hoe hij of zij contact met de gemeente wil: via persoonlijk contact, op papier, via een toegankelijk website of app, via social media of per telefoon. 4. De gemeente is volledig transparant over haar dienstverlening (wat de inwoners van haar mogen verwachten). Zij stelt daarom concrete servicenormen op en maakt deze openbaar.

FINANCIËN 30 105 1. Gezonde financiële huishouding:

solide financieel beleid; Wij dekken in principe structurele uitgaven met structurele inkomsten en wegen nieuwe uitgaven zorgvuldig af. 2. De bezuinigingstaakstellingen die in onze meerjarenbegroting staan, worden ingevuld. 3. Uitgangspunt voor de coalitiepartijen is dat de lasten voor de inwoners de komende vier jaar zo min mogelijk worden verhoogd. 4. De financiële informatie is zowel voor de raad als voor de burger transparant.

inmiddels regulier

Toelichting

Afhankelijk van de hier gepresenteerde voortgang kan de uitwerking eventueel worden bijgesteld. Mochten er financiële claims uit de uitwerking voortkomen, worden die gemeld. Enkele onderwerpen zijn al onderdeel geworden van het reguliere werk.

Page 122: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

122

Bijlage IV Taakvelden nieuwe BBV

De nieuwe BBV-voorschriften per 2017 hebben vooral de vergelijkbaarheid van gemeenten als basis. Daarom zijn er verplicht voorgeschreven taakvelden gedefinieerd. Deze dienen als basis voor de informatievoorziening van de gemeente aan het rijk, het CBS, etc. Deze taakvelden draaien op de achtergrond mee in de financiële administratie. De presentatie waarvoor een gemeente kiest in de programmabegroting, is vrij. Ten opzichte van vorig jaar is onze opbouw per programma (1 t/m 8) niet gewijzigd. Hieronder staan de voorgeschreven taakvelden zoals gebruikt voor de informatievoorziening voor derden (IV3 � IV4ALL) inclusief de bijbehorende raming. Het totaal van alle ramingen in 2017 is zowel voor onze eigen indeling in programma's en producten (zie blz. 5) als de BBV-indeling in taakvelden uiteraard gelijk. tabel B.3 Taakvelden

Taakveld Omschrijving Raming 2017 0 Bestuur en ondersteuning 0.1 Bestuur 1.596.097 0.2 Burgerzaken 204.326 0.3 Beheer overige gebouwen, gronden 610.749 0.4 Ondersteuning organisatie (overhead) 8.211.761 0.5 Treasury -1.540.477 0.61 OZB woningen -5.176.878 0.62 OZB niet-woningen -420.514 0.64 Belastingen, overig 232.713 0.7 Gemeentefonds -38.493.060 0.8 Overige baten, lasten 190.557 0.10 Mutaties reserves 203.711 0.11 Saldo 248.785 1 Veiligheid 1.1 Crisisbeheersing, brandweer 1.211.806 1.2 Openbare orde, veiligheid 169.550 2 Verkeer, vervoer, waterstaat 2.1 Verkeer, vervoer 2.622.205 3 Economie 3.1 Economische ontwikkeling 29.201 3.3 Bedrijfsloket, -regelingen -5.418 3.4 Economische promotie -1.016.885 4 Onderwijs 4.1 Openbaar basisonderwijs 113.259 4.2 Onderwijshuisvesting 878.955 4.3 Onderwijsbeleid, leerlingenzaken 988.521 5 Sport, cultuur, recreatie 5.1 Sportbeleid, -activering 18.506 5.2 Sportaccommodaties 1.008.318 5.3 Cultuurpresentatie, -productie, -participatie 125.062 5.4 Musea 133.109 5.5 Cultureel erfgoed 1.746 5.6 Media 528.471 5.7 Openbaar groen, (openlucht) recreatie 2.494.746 6 Sociaal domein 6.1 Samenkracht, burgerparticipatie 2.794.147 6.2 Wijkteams 2.221.851 6.3 Inkomensregelingen 2.360.948

Page 123: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

123

Taakveld Omschrijving Raming 2017 6.4 Begeleide participatie 5.631.078 6.5 Arbeidsparticipatie 745.521 6.6 Maatwerkvoorzieningen WMO 58.498 6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 4.385.854 6.72 Maatwerkdienstverlening 18- 2.968.538 6.82 Geëscaleerde zorg 18- 2.026.144 7 Volksgezondheid, milieu 7.1 Volksgezondheid 953.212 7.2 Riolering -852.496 7.3 Afval -636.509 7.4 Milieubeheer 483.401 7.5 Begraafplaatsen 279.916 8 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, stedelijke vernieuwing 8.1 Ruimtelijke ordening 791.228 8.2 Grondexploitatie, niet bedrijventerreinen -48.937 8.3 Wonen, bouwen 668.683 Totaal 0 Toelichting

Het BBV kent dus een taakveld 6 Sociaal domein. Voor de vergelijkbaarheid van de gemeenten vallen hieronder voor elke gemeente dezelfde taakvelden 6.1 t/m 6.82. Onze eigen programmabegroting kent een afwijkend programma 6 Sociaal domein. Hieronder vallen namelijk andere onderwerpen, thema's dan het taakveld 6 Sociaal domein van het BBV. Om verwarring te voorkomen noemen we de onderliggende onderwerpen in onze programmabegroting producten en niet zoals in het BBV taakvelden.

Page 124: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

124

BIJLAGE V Overhead

Een van de aanleidingen voor wijziging van het BBV betreft een beter inzicht in de overhead. Met ingang van dit begrotingsjaar wordt de overhead daarom niet meer verdeeld over de diverse programma's, maar centraal geraamd (apart in beeld gebracht) zie presentatie in hoofdstuk 1.2 en uitleg in hoofdstuk 1.4. Voor de overhead is een landelijk verplicht gestelde definitie (taakveld 0.4) gemaakt. De definitie van overhead luidt: alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Het uitgangspunt is, dat kosten zoveel mogelijk direct worden toegerekend aan de betreffende taken/activiteiten. Dit betekent dat alle bedrijfskosten die direct verbonden zijn aan activiteiten/taken/producten die gericht zijn op de externe klant, in de betreffende taakvelden moeten worden geregistreerd. De overhead wordt centraal begroot en verantwoord op het taakveld 0.4 Overhead. De kosten van overhead zijn in 2017: tabel B.4 Overhead

Onderdeel Adm. kosten-plaatsen

Huisvesting Ambtelijk apparaat

Tractie Totaal

Salarissen 716.177 2.849.085 3.565.262Belastingen 7.691 1.040 8.731Goederen, diensten 3.039.341 468.399 584.936 56.876 4.149.552Verrekeningen 45.528 453.153 12.715 511.396Rente, dividend -23.180 -23.180Totaal 3.777.866 929.243 3.446.736 57.916 8.211.761

Ten behoeve van het bepalen van de tarieven, wordt een deel van deze kosten extracomptabel toegerekend aan die producten. Voor deze toerekening wordt het bedrag van de overhead uitgedrukt in een percentage van de totale lasten. Dit percentage is: € 8.211.761 / (€ 66.058.194 -/- € 8.211.761) = 14,19%.

Page 125: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

125

BIJLAGE VI Afkortingen

tabel B.5 Afkortingen

Afkorting Voluit ABP Afvalbrengpunt ARBO Arbeidsomstandigheden BAN Bestuursacademie Nederland B&B Bed and breakfast BBP Bruto binnenlands product BBV Besluit begroting en verantwoording BCF BTW compensatiefonds BGT Basisregistratie grootschalige topografie BIE Bestemmingsplannen in exploitatie BNG Bank Nederlandse gemeenten BOCE Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen BORG team Beheer openbare ruimte en gebouwen BOPZ Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen BRP Basisregistratie personen BVO Bruto vloeroppervlakte BZK Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties CBS Centraal bureau voor de statistiek COA Centraal orgaan opvang asielzoekers COELO Centrum voor onderzoek van de economie van lagere overheden CPM Contactpunt mantelzorg CROW Centr. voor regelgeving, onderz. in grond-, water- en wegenbouw en verkeerstechn. CW Contante waarde DIFTAR Differentiatie afvaltarieven DOP Dorpsontwikkelingsplan DPL Dynamische prioriteitenlijst DVO Dienstverleningsovereenkomst EDR Eems Dollard regio EMU Economische en monetaire unie E-HRM Electronic HRM FIDO Financiering decentrale overheden GBA Gemeentelijke basisadministratie GBKN Grootschalige basiskaart Nederland GBLT Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus - Tricijn GF Gemeentefonds GGD Gemeenschappelijke gezondheidsdienst GIDS Gezond in de stad GKB Gemeentelijke kredietbank GRP Gemeentelijk rioleringsplan GVVP Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan HRM Human resource management IBA Individuele behandeling van afvalwater ISA Instituut voor sportaccommodaties IV3 Informatievoorziening voor derden IV4ALL Informatievoorziening voor allen IMOP Informatiserings meerjaren onderhoudsplanning I4all Informatie voor allen KING Kwaliteitsinstituut Nederlandse gemeenten LAG Lokale actiegroep LEA Lokale educatieve agenda LOS Lokale ontwikkelingsstrategie MJOP Meerjaren onderhoudsplanning MRT Motorisch remedial teaching MVA Materiële vaste activa

Page 126: # Programmabegroting 2017 - Borger-OdoornHieruit blijkt dat de programmabegroting 2017 sluit met een overschot van € 248.785. Ook is te zien dat voor beleidsintensivering bij de

Programmabegroting 2017

126

Afkorting Voluit NASB Nationaal actieplan sport en bewegen NIEGG Niet in exploitatie genomen gronden NUP Nationaal uitvoeringsprogramma OOV Openbare orde en veiligheid OVBO Ondernemersvereniging Borger-Odoorn PIOFAH Personeel, informatisering, organisatie, financiën, administratie, huisvesting PIONN Platform Internationaal Ondernemen Noord-Nederland PVA Plan van aanpak REAL cluster Realisatie RIEC Regionaal informatie en expertise centrum RTA Regionaal transitiearrangement RUD Regionale uitvoeringsdienst SEM cluster Sociaal economisch en maatschappelijk beleid SVB Sociale verzekeringsbank TDC Training en diagnosecentrum T&R Toerisme en recreatie VPB Vennootschapsbelasting VRD Veiligheidsregio Drenthe VSO cluster Visie, strategie, ondersteuning VTD Veilig thuis Drenthe WAS Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen WBP Wet bescherming persoonsgegevens WGR Wet gemeenschappelijke regelingen WMO Wet maatschappelijke ondersteuning WSW Wet sociale werkvoorziening WWB Wet werk en bijstand ZBB Zero base budgetting ZIF Zorg innovatie forum ZZP'er Zelfstandige zonder personeel