Programmabegroting gemeente Losser
Transcript of Programmabegroting gemeente Losser
Programmabegroting gemeente Losser
2018-2021
blz. 2 (van 135)
blz. 3 (van 135)
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ..................................................................................................................... 3
Aanbiedingsbrief .................................................................................................................. 4
Leeswijzer ............................................................................................................................. 7
1. Financiële positie ............................................................................................................. 8
1.1 Financieel perspectief....................................................................................................... 9
Beleidsbegroting ................................................................................................................ 13
2. Programmaplan .............................................................................................................. 14
2.1. Natuur en Ruimte .......................................................................................................... 15 2.2. Welzijn en Zorg ............................................................................................................. 27 2.3. Economie en Werk ........................................................................................................ 35 2.4. Bestuur en Dienstverlening ........................................................................................... 42
3. Paragrafen ...................................................................................................................... 50
3.1. Lokale Heffingen ........................................................................................................... 51 3.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing .................................................................... 59 3.3. Onderhoud kapitaalgoederen ........................................................................................ 65 3.4. Financiering ................................................................................................................... 74 3.5. Bedrijfsvoering .............................................................................................................. 78 3.6. Verbonden partijen ........................................................................................................ 80 3.7. Grondbeleid ................................................................................................................... 87
Financiële begroting .......................................................................................................... 91
4. Financiële positie ........................................................................................................... 92
4.1. Financiële positie ........................................................................................................... 92 4.2. Geprognosticeerde balans ............................................................................................ 96 4.3. Algemene risicoreserve ............................................................................................... 101 4.4. Staat van reserves en voorzieningen ........................................................................... 102 4.5. Incidentele baten en lasten .......................................................................................... 110
5. Voorstel en besluit ....................................................................................................... 113
6. Bijlagen ......................................................................................................................... 114
6.1. Beleidsindicatoren ....................................................................................................... 115 6.2. Financiële uitgangspunten ........................................................................................... 118 6.3. Taakvelden overzicht................................................................................................... 119 6.4. Beleidsverplichtingen en wensen ................................................................................ 121 6.5. Vervangingsinvesteringen ........................................................................................... 123 6.6. Actueel overzicht kapitaalgoederen ............................................................................. 125 6.7. Actuele beleidsdocumenten ........................................................................................ 127 6.8. Organisatieoverzicht .................................................................................................... 130 6.9. Lijst van afkortingen .................................................................................................... 131
blz. 4 (van 135)
Aanbiedingsbrief Inleiding
Hierbij bieden wij u de Programmabegroting 2018 aan. Met de voorliggende begroting zien wij
de Losserse toekomst optimistisch tegemoet. Niet alleen voor het resterende deel van deze
coalitieperiode, maar ook voor de jaren die volgen. In de komende periode worden nog
initiatieven/projecten afgerond en nieuwe in gang gezet. Daarnaast is de begroting 2018
voldoende robuust om (onverhoopte) tegenvallers op te vangen en risico’s financieel te
managen. Het doet ons deugd dat Losser, ondanks de uitdagingen die nog voor ons liggen,
zowel qua voorzieningen- en dienstverleningsniveau, als qua financiën, als een ‘gezonde’
gemeente is aan te merken, waar het prima wonen, werken en recreëren is.
We werken voor en met de samenleving: onze inwoners, ondernemers en instellingen. Een
samenleving die veel dingen zelf kan en verantwoordelijkheid neemt. Het college is ervan
doordrongen dat ze voor het resultaat afhankelijk is van de samenwerking met de
samenleving. We doen dit steeds meer en betrekken inwoners op onderwerpen die voor hen
relevant zijn. We zijn ons bewust dat als we in de toekomst relevant willen blijven voor onze
gemeenschap, het een continue investering vraagt in onze ontwikkeling van houding en
gedrag. De organisatieontwikkeling Expeditie Losser die eind 2015 is gestart, zetten we dan
ook in 2018 en aankomende jaren voort.
Beleidsaccenten in 2018
Sociaal domein
Vanwege kortingen op de rijksbudgetten binnen het sociaal domein in de komende jaren, blijft
de betaalbaarheid van de zorg een belangrijk aandachtspunt. Door meer samenwerking met
ketenpartners blijven we proberen om problemen vroegtijdig te signaleren en op te lossen,
om een beroep op duurdere maatwerkoplossingen zoveel als mogelijk te beperken.
Daarnaast werken we samen met de cliënt steeds integraler aan een zo zelfredzaam
mogelijke basis, waarbij ook het netwerk van de cliënt betrokken wordt. De inzichten
verkregen door de gemeentelijke monitor Sociaal Domein stelt ons in staat om op specifieke
ontwikkelingen te anticiperen.
Omgevingswet
De aanstaande Omgevingswet, waarvan de invoering nu is voorzien per 2020, vraagt ook in
2018 de nodige voorbereidingen. De in de vier programma’s op te stellen of te actualiseren
beleidsnota’s stemmen wij af op de bedoeling van de Omgevingswet.
Ondermijning
Ondermijning zal de komende jaren extra aandacht krijgen. Hiervan is sprake als de boven-
en onderwereld zich met elkaar vermengen. Georganiseerde criminaliteit ondermijnt het
lokale gezag, verslechtert veiligheid en leefbaarheid en levert schade op voor ondernemers.
Landelijk gezien wordt ondermijning een steeds groter probleem, ook Losser heeft hiermee te
maken. Het college wil hier daarom prioriteit van maken. In de Programmabegroting is
vooralsnog voor dit doel voorzien in een eenmalig budget van € 100.000. Naar verwachting
zal dit ook de komende jaren de nodige capaciteit kosten.
Handhaving
Bij de Kadernota is er budget beschikbaar gesteld om uitvoering te geven aan de handhaving
door Buitengewoon Opsporings Ambtenaren (BOA’s). Er kan hiermee nu ingezet worden op
de diverse gebieden zoals toezicht Drank- en horecawet, APV, parkeren en de naleving
afvalstoffenverordening. Ook kan er ondersteund worden bij de aanpak van ondermijning. Het
budget zal ingezet worden om onder andere BOA’s aan te stellen. Daar is administratieve en
blz. 5 (van 135)
juridische ondersteuning voor noodzakelijk. Naast loonkosten wordt het budget ook ingezet
voor aanschaf van ICT middelen en licenties, opleidingen en aanschaf van materialen.
Voorkomen en oplossen winkelleegstand centrum van Losser
In aanvulling op het Parapluplan voor het Centrum zal ter bestrijding en terugdringing van de
leegstand in het centrum aanvullend beleid worden ontwikkeld. Hierbij moet worden gedacht
aan maatregelen om ondernemers buiten het kernwinkelgebied te stimuleren om hun bedrijf
te verplaatsen naar leegstaande panden binnen het kernwinkelgebied en aan het uit de markt
halen van winkelvloeroppervlakte.
Volledig realiseren ambitie ‘Agenda van Twente’
Het college onderschrijft de volledige ambitie in de nieuwe investeringsagenda, de Agenda
voor Twente (2018-2022). De investeringen genereren naast maatschappelijk rendement ook
economische opbrengsten. De volledige ambitie houdt in dat we sterk inzetten op gerichte
marketing en lobby (verbonden met de uitgezette actielijnen) en op het binnenhalen van
landelijke en Europese subsidies, om tot een groter multipliereffect voor Twente te komen. De
inzet is dat de andere O’s (ondernemers en onderwijs) een vergelijkbaar bedrag gaan
bijdragen.
Duurzaamheid
Uw Raad heeft met het aannemen van de motie duurzaamheid het belang van dit onderwerp
duidelijk onderstreept. In 2018 wordt er een vernieuwde visie op duurzaamheid met een
uitvoeringsplan ter besluitvorming voorgelegd.
Projecten
In 2018 wordt er naast de diverse onderhoudswerkzaamheden, op diverse plaatsen in de
gemeente geïnvesteerd in de openbare ruimte. Voorbeelden hiervan zijn:
Herinrichting Gronausestraat Noord (incl. aanliggende parkeerterreinen) in de kern
Losser;
Herinrichting Lossersestraat/Essenweg en Dorpstraat in de kern De Lutte.
Kulturhus
Na een uitvoerige verbouwing en update van de technische installaties, is het gemeentehuis
vanaf 2018 het onderkomen voor vele maatschappelijke partners en de gemeentelijke
organisatie. Het komend jaar zal in het teken staan van intensivering van de onderlinge
samenwerking in het “Kulturhus”.
Bouwkundige projecten Twents Carmel College en De Fakkel
2018 is ook het jaar waarin andere grote bouwkundige projecten starten: de vernieuwbouw
van het Twents Carmel College en de vervanging van sporthal De Fakkel. In de eerste helft
van 2018 zullen de voorbereidingen worden getroffen om de projecten medio 2018 in gang te
zetten.
Tijdens de bouw van de nieuwe sporthal is het onderwijs gedwongen uit te wijken naar
andere accommodaties. Scholen worden zoveel mogelijk ondergebracht in bestaande
accommodaties. Uitwijken naar alternatieve accommodaties is echter nodig en hieraan zijn
kosten verbonden. Hier wordt een compensatie voor geboden.
Sterke financiële positie
In de voorliggende begroting zijn de actuele lasten en baten meegenomen. Recentelijk is een
CAO voor het gemeenteambtenaren gesloten. De achterbannen worden hierover
geraadpleegd. De effecten hiervan zijn niet in de begroting meegenomen, omdat niet duidelijk
is in welke mate gemeenten hiervoor via het Gemeentefonds worden gecompenseerd.
blz. 6 (van 135)
Door het gevoerde financieel beleid in de afgelopen jaren en het economische herstel heeft
Losser weer een gezonde financiële positie. De exploitatie is structureel sluitend, de
financiële risico´s zijn kleiner geworden en de reservepositie is verstevigd. Ook voor de
komende jaren staat het licht op groen. Op basis van dit stevige fundament is in de Kadernota
ruimte beschikbaar gekomen voor nieuw beleid in 2018. Het verheugt ons dat in de
voorliggende begroting, naast de prioriteiten die de raad bij de behandeling van de Kadernota
heeft bepaald, financiële ruimte is gevonden voor aanvullend nieuw beleid.
blz. 7 (van 135)
Leeswijzer Financiële positie
In hoofdstuk 1 vindt u een toelichting op het financiële kader.
Beleidsbegroting
De beleidsbegroting bestaat uit het Programmaplan en de verplichte paragrafen.
Het Programmaplan van de begroting 2018 is, in overeenstemming met het coalitieakkoord,
opgebouwd vanuit vier programma's, te weten:
1. Natuur en Ruimte
2. Welzijn en Zorg
3. Economie en Werk
4. Bestuur en Dienstverlening
Op 10 juni 2014 heeft de Raad ingestemd met het voorstel “Doorontwikkeling Planning &
Controlcyclus”. In 2015 heeft dit geresulteerd in een nieuwe opzet van de begroting met
daarin een doelenboom, indicatoren en speerpunten voor elk programma. Ook is aangegeven
dat de nieuwe opzet van de begroting in ontwikkeling is en dat er verder vorm aan moet
worden gegeven. Mede op basis van de aanbevelingen van de rekenkamercommissie en de
wijzigingen in de BBV zijn ook in de voorliggende begroting weer stappen gezet.
In het programmaplan wordt per programma antwoord gegeven op de volgende W-vragen:
Wat willen we bereiken?
Wat gaan we ervoor doen?
Wat mag het kosten?
Ieder programma start met de strategische doelen vanuit de Toekomstvisie Losser 2025
Samen Schatbewaarders en een doelenboom. De strategische doelen hebben we samen met
onze partners en de samenleving in 2013 geformuleerd. De strategische doelen hebben we
uitgewerkt in doelstellingen. De doelstellingen samen vormen de doelenboom.
In deze doelenboom wordt de verbinding tussen de beleidsdoelen (‘Wat willen we bereiken?’)
en de in te zetten producten (‘Wat gaan we ervoor doen?’) schematisch weergegeven. Het
betreft een samenvatting voor het hele programma.
In de tabel met speerpunten wordt toegelicht op welke wijze de verschillende producten
ingezet gaan worden voor het begrotingsjaar. Tot slot wordt de begroting 2018 per
programma weergegeven op productniveau. Hiermee krijgt u inzicht in de kosten per product.
De informatie met betrekking tot het bestaand beleid is terug te vinden in de bijlage van de
begroting. De gepresenteerde begroting is nog in ontwikkeling en krijgt in de komende jaren
nog verder vorm, mede op basis van de uitwerking van de diverse wijzigingen vanuit het
BBV.
Financiële begroting
In hoofdstuk 4 is een toelichting op het financieel perspectief opgenomen, bestaande uit een
resultatenoverzicht op programmaniveau en een overzicht van de ontwikkelingen van de
Algemene Risico Reserve, de overige reserves en de voorzieningen.
blz. 8 (van 135)
1. Financiële positie De planning en controlcyclus in de gemeente Losser bestaat uit vier documenten. Deze zijn
(in volgorde van de P&C cyclus): de Kadernota, de Begroting, de Bestuursrapportage en de
Jaarrekening.
De Kadernota heeft betrekking op het komende begrotingsjaar en de drie daarop
volgende jaren. De raad stelt (financiële) kaders voor de komende jaren.
De begroting gaat over het komende begrotingsjaar en borduurt voort op de
uitgangspunten die in de Kadernota zijn geformuleerd.
De Bestuursrapportage wordt in het begrotingsjaar behandeld. Deze rapportage geeft
inzicht in de begrotingsuitvoering en biedt de gemeenteraad de mogelijkheid om bij te
sturen.
De Jaarrekening is het sluitstuk van de P&C cyclus en wordt na afloop van het
begrotingsjaar aan de raad voorgelegd. Na vaststelling door de raad is het college
gedechargeerd voor het gevoerde financiële beleid.
blz. 9 (van 135)
1.1 Financieel perspectief
De Kadernota 2018-2021 is op 11 juli 2017 door de gemeenteraad gewijzigd vastgesteld.
In onderstaande tabel en het vervolg van deze paragraaf wordt u meegenomen in de
ontwikkelingen vanaf de vastgestelde kadernota 2018 tot de nu voorliggende begroting 2018.
Financiële begroting 2018 e.v. na kadernota (x
€ 1.000) 2018 2019 2020 2021
Stand kadernota 2018 -819 -259 164 243
1. Amendement Kadernota 2018:
- Starterslening -15 -22 -22 -22
- Agenda van Twente -90 -90 -90 -90
- Toeristisch Platform 30
Totaal amendementen KN 2018 -105 -82 -112 -112
Stand na vaststellen Kadernota 2018 -924 - 341 51 131
2. Circulaires gemeentefonds 310 432 425 544
3. Actualiseren personeelskosten -79 -79 -79 -79
4. Actualiseren begroting stichting WiL 300 253 116 77
5. Hogere bijdrage GBT 10 17 17 18
6. Meeropbrengst doorrekening uren 66 66 66 67
7. Extra kosten taxaties GBT -50 -50 -50
8. Coördinator armoedebestrijding -27
9. Aanvulling ODT 57 -23 -100 -100
10a. Pluspakket hondenbeleid -65
10b. Bijdrage clubhuis MAN -75
10c. Uitbreiding formatie control -45 -45 -45 -45
11. Actualisering afval -142 -144 -146 -149
12. Actualisering riool -85 22 6 11
13. Aanvullend krediet sporthal de Fakkel -36 -35
14. Aanvullend krediet MIP
15. Overige 53 77 88 210
Financiële situatie begroting 2018-2021 -697 184 313 650
Technische wijziging
16. Verrekening voorziening riool -328
Financiële situatie begroting 2018-2021 na
technische wijziging -1.024 184 313 650
17. Onttrekking/ dotaties aan Algemene risico
reserve 1.024 -184 -313 -650
Resultaat PB 2018-2021 0 0 0 0
blz. 10 (van 135)
Toelichting:
1. Amendement Kadernota 2018
Bij het instemmen met de Kadernota 2018 is middels een amendement een wijziging
aangebracht in de te honoreren wensen. Dit heeft in totaal een nadeel opgeleverd van €
105.000 voor 2018. Dit komt voort uit de wens om de regeling rondom de startersleningen te
continueren (€ 15.000) en extra middelen beschikbaar te stellen voor de Agenda van Twente
(€ 90.000).
2. Correcties circulaires
Na instemming met de Kadernota 2018 door de raad, zijn de effecten van de meicirculaire
2017 verwerkt. Dit heeft tot voordelige wijzigingen geleid ten opzichte van de prognose bij de
Kadernota 2018.
3. Actualiseren personeelskosten
Bij de raming is uitgegaan van de meest actuele informatie ten aanzien van de personele
bezetting. Daarnaast is de ABP-premie verhoogd wat de personeelskosten verhoogd.
4. Actualiseren begroting stichting Werken in Losser (WiL)
De begroting van de stichting WiL is op basis van de recente ontwikkelingen geactualiseerd.
De activiteiten die worden uitgevoerd door stichting WiL maken voortaan onderdeel uit van de
gemeentelijke begroting. Met name op het gebied van de loonkosten zijn er grote voordelen
onder andere door de uitstroom van enkele mensen. Ook heeft de meicirculaire een positief
effect op de begroting.
5. Bijstelling conform begroting GBT
De verhoging van de bijdrage vloeit voort uit de begroting 2018 van het GBT. Het betreft een
verplichte uitgave (gemeenschappelijke regeling).
6. Meeropbrengst doorrekening uren
Ingeschat wordt dat er structureel meer uren toegerekend kunnen worden naar
kapitaalwerken en Grondbedrijf. Voordeel is dat dit leidt tot een (beperkt) voordeel in de
gemeentelijke exploitatie en tot een zuiverder toerekening van de kosten.
7. Extra kosten taxatie GBT
Als gevolg van een besluit van de Waarderingskamer, is het GBT verplicht om de waarde van
WOZ-objecten op een andere wijze te gaan taxeren. In plaats van inhoud (m3), is de
oppervlakte van een object bepalend. Het GBT heeft recentelijk laten weten dat de extra
taxatiekosten naar verwachting gedurende drie jaar, € 50.000 per jaar zullen bedragen (in
totaal € 150.000).
8. Coördinator armoedebestrijding
Na positieve ervaringen met het huidig gevoerde armoedebeleid wordt voorgesteld voor
nogmaals een jaar budget beschikbaar te stellen voor het continueren van het huidige beleid.
9. Aanvulling ODT
Naar verwachting zal de Omgevingsdienst Twente (ODT) per 1 januari 2019 starten. Bij de
Kadernota werd er nog van uit gegaan dat de oprichting begin 2018 plaats zou vinden. Voor
2018 en 2019 werd in de Kadernota uitgegaan van een bijdrage van € 77.000. Nu de
oprichting een jaar naar achteren is geschoven, is dit bedrag in 2018 niet nodig. De verlengde
voorbereiding van de realisatie van de ODT vergt wel een transitiebegroting naar
verwachting voor Losser enkel € 20.000 aan kosten met zich meebrengt. Dit betekent voor
2018 een incidentele meevaller van € 57.000 ten opzichte van de kosten waar in de
Kadernota van werd uitgegaan. Voor de jaren daarna wordt vooralsnog uitgegaan van een
bijdrage van € 100.000 in totaal. Dit betekent dat voor het jaar 2019 € 23.000 extra nodig is
blz. 11 (van 135)
en voor 2020 en verder € 100.000. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar het
onderdeel Vergunningen in het programma 'Natuur & Ruimte'.
10.
Het financieel perspectief biedt ruimte om meer wensen uit de Kadernota 2018 te realiseren.
Dit is gebeurd in overeenstemming met de door de raad voorgestelde volgorde. De hoogst
geprioriteerde (drie) wensen zijn in de voorliggende begroting verwerkt, deze zijn:
10a. Pluspakket hondenbeleid
Er is bij de Kadernota 2018 al geld beschikbaar gesteld voor de aanschaf van materialen,
structurele kosten voor legen, onderhoud en communicatie. Door de keuze voor deze
plusvariant komt geld beschikbaar voor de inzet van een BOA om inwoners voor te lichten,
aan te spreken en indien nodig uiteindelijk te verbaliseren.
10b. Bijdrage clubhuis MAN
Realisatie Open Clubhuis betekent een stimulans voor de Losserse sport en verlaagt de druk
op de binnensportaccommodaties in de kern Losser.
10c. Formatie control
Na het terugnemen van de controlfunctie van de gemeente Enschede wordt deze functie voor
0,5 fte gecombineerd met de functie van regiefunctionaris samenwerking (ook 0,5 fte). De
afgelopen 2,5 jaar is gaandeweg duidelijk geworden dat de beschikbare formatie voor een
stevige en onafhankelijke invulling van de functie onvoldoende is gebleken. Te vaak moeten
er binnen de controltaken ongewenste keuzes worden gemaakt en is onvoldoende diepgang
mogelijk. Daarnaast is de combinatie met de functie van regiefunctionaris minder ideaal
gebleken.
11. Actualisering afval
De BTW-component wordt meegenomen bij de berekening van het tarief voor
Afvalstoffenheffing (en rioolheffing). Vanwege het feit dat de kosten zijn gedaald, mag minder
BTW via de tarieven verrekend worden. Ter illustratie wordt nog op het volgende gewezen. In
de begroting 2017 (bladzijde 13, bovenaan) is ook gewezen op het feit dat btw aan producten
wordt toegerekend, waardoor financiële ruimte ontstaat. Door de geraamde lagere btw-lasten
in 2018, kan minder BTW aan de heffingen worden toegerekend, waardoor nu dan ook een
nadeel ontstaat.
12. Actualisering riool
Eenzelfde verhaal als voor afval geldt ook voor de actualisering van het riool. Ook hier zijn de
kosten gedaald door onder andere de verlaging van de rentelasten en het naar achteren
schuiven van bepaalde investeringen. Dit zorgt in 2018 voor een incidenteel nadeel in de
exploitatie doordat er minder BTW verrekend kan worden in de tarieven. Met het actualiseren
van het vGRP wordt uitvoeriger gekeken naar de jaren na 2018.
13. Aanvullend krediet sporthal de Fakkel
Door hernieuwde inzichten is de verwachting dat er extra middelen nodig zijn om de
vernieuwbouw van sporthal de Fakkel re realiseren. Zo zijn er extra kosten voor de
sportinventaris, maar ook de architectuur in verband met de realisatie in de dorpskern.
Daarnaast is het budget nodig om de sporthal te laten voldoen aan de minimale eisen van de
gebruikers. Voorgesteld wordt hiervoor in eerste instantie € 800.000 extra te ramen. Bij dit
bedrag is nog geen rekening gehouden met eventuele extra huurinkomsten of lagere
gebruikslasten.
Bij de definitieve kostenopzet wordt ook de BTW nader bekeken. Het is op dit moment niet
duidelijk of ook rekening moet worden gehouden met btw als ‘kostencomponent’. De
blz. 12 (van 135)
jurisprudentie over dit onderwerp is 'in beweging'. Op dit gebied zal externe, specialistische
kennis worden ingeschakeld. In de voorliggende begroting is hiermee, vanwege de
onzekerheid, nog geen rekening gehouden.
In het voorjaar 2018 zal een volledig plan aan de raad gepresenteerd worden.
14. Aanvullende krediet MIP
Bij de voorbereiding van de Kadernota 2018 heeft het college besloten om een aantal
investeringen (tot een totaalbedrag van € 400.000) uit te stellen. Dit vanwege het financieel
perspectief bij de Kadernota 2018 – 2021. Het perspectief in de voorliggende begroting is
zodanig, dat het mogelijk is en het college het nodig vindt om de betreffende investeringen
voor de jaren 2020 en 2021 weer in het meerjarenperspectief op te nemen. Hier vloeien met
ingang van 2022 kapitaallasten uit voort. Het structurele perspectief in jaarschijf 2021 is
zodanig, dat ruim in de dekking wordt voorzien.
15. Overige
Naast de bovengenoemde wijzigingen zijn er ook nog enkele meer technische wijzigingen
gedaan ten opzichte van de Kadernota 2018. Te denken valt aan rentebijstellingen,
urentoerekening en kleine bijstellingen van de bijdragen aan derde partijen zoals de Regio
Twente en de Veiligheidsregio. Ook heeft er nog een verrekening van de loon- en
prijscompensatie binnen de DVO met Enschede plaatsgevonden.
16. Verrekening voorziening riool
Zoals hierboven aangegeven zijn de kosten voor het riool voor het komende jaar gedaald ten
opzicht van eerdere inschattingen; dit zou moeten leiden tot lagere tarieven. Echter, op dit
moment wordt gewerkt aan de actualisering van het vGRP. De verwachting is dat de kosten
(en daarmee de riooltarieven) in de toekomst weer sterk zullen toenemen. Een verlaging van
de tarieven in 2018 is om die reden ongewenst: de opbrengsten zijn in de toekomst nodig.
Nog belangrijker: er wordt een verkeerd signaal richting inwoners afgegeven. Om die reden is
het voorstel om de ruimte binnen de rioolexploitatie (ten gevolge van de lagere rentelasten) in
de voorziening te storten. Per saldo betekent dit een nadeel voor de exploitatie.
blz. 13 (van 135)
Beleidsbegroting
blz. 14 (van 135)
2. Programmaplan De gemeente Losser kent de volgende programma's:
2.1 Natuur & Ruimte
2.2 Welzijn & Zorg
2.3 Economie & Werk
2.4 Bestuur & Dienstverlening
De verdeling van de lasten 2018 (x € 1.000) over de programma's is als volgt:
blz. 15 (van 135)
2.1. Natuur en Ruimte
"Wonen in karakteristieke kerkdorpen met een uniek landschap"
Strategische doelen:
Behouden van het unieke landschap met ruimte voor economische ontwikkelingen.
Kwalitatief goede en levensloopbestendige woningen in vitale karakteristieke
kerkdorpen.
Goede verbindingen tussen kerkdorpen, natuurgebieden, omliggende steden en
(Duitse) buren.
Aantrekkelijk ondernemersklimaat.
Totstandkoming en uitwerking strategische doelen
De strategische doelen hebben we samen met onze partners en de samenleving in 2013
geformuleerd. Ze staan in onze toekomstvisie Losser 2025 Samen schatbewaarders van de
gemeente Losser. De strategische doelen hebben we uitgewerkt in doelstellingen. De
doelstellingen samen vormen de doelenboom. Wat we ervoor gaan doen om de
doelstellingen te behalen staat in de tabel daaronder.
Wat willen we bereiken?
Doelenboom Natuur en Ruimte
Doelstelling Producten Wat mag het kosten?
Behouden en versterken van de kernkwaliteiten in het landschap. Binnen de kaders
streven naar ontwikkelingsruimte voor bestaande en nieuwe bedrijvigheid in het
landelijk gebied. --> Landelijk gebied
--> Lasten 194
--> Baten 0
Zorgen voor een passende kwaliteit van bestaande woningen en de directe woon-
omgeving, onder andere faciliteren van langer thuis wonen. --> Wonen
--> Lasten 111
--> Baten 71
Het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik, vooral op het gebied
van wonen en bedrijvigheid. --> Grondbedrijf
--> Lasten 3.161
--> Baten 3.161
Behouden van de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente. -->
Handhaving --> Lasten 951
--> Baten 2
Ruimtelijke ordening --> Lasten 818
--> Baten 57
Vergunningen --> Lasten 793
--> Baten 402
Optimale bereikbaarheid van woningen, winkels en bedrijven. --> Verkeer en vervoer --> Lasten 210
--> Baten 38
We streven naar een duurzame, schone en veilige openbare ruimte die mededrager
is in het bereiken van de strategische doelen van de gemeente. -->
Afval en reiniging --> Lasten 1.873
--> Baten 2.117
Groen --> Lasten 1.145
--> Baten 53
Riolering en water --> Lasten 2.284
--> Baten 2.290
Wegen --> Lasten 2.171
--> Baten 47
Bedragen x 1.000 Euro's
Wat gaan we er voor doen / Speerpunten 2018
Doelstelling:
Behouden en versterken van de kernkwaliteiten in het landschap. Binnen de kaders streven naar
ontwikkelingsruimte voor bestaande en nieuwe bedrijvigheid in het landelijk gebied.
Landelijk gebied Uitvoeringsactiviteiten
In 2018 zal in samenwerking met de provincie en de betrokken
gebiedspartijen verder uitvoering worden gegeven aan:
De realisatie van de Ecologische Hoofd Structuur (EHS);
De verdere ontwikkelingsopgave voor de Natura 2000-gebieden
onder anderen door de vaststelling van Provinciale Inpassings
Plannen (PIP's);
De kavelruil op vrijwillige basis in het gebied Losser Noord CKO
(Coördinatiepunt Kavelruil Overijssel).
Faciliteren onderhoud en versterken landschapselementen.
Cascobeleid
Actualiseren van het Cascobeleid (Landschapsverbeteringsplan).
Doelstelling: Zorgen voor een voor ieder passende woon- en leefomgeving.
Wonen Uitvoering geven aan de in 2016 vastgestelde Woonvisie Losser 2016 en
de in 2017 vastgestelde Verordening Blijversleningen en Verordening
Startersleningen. Daarnaast blijven we jaarlijks prestatieafspraken maken
met Domijn. Uitvoering geven aan het realiseren van woningbouw volgens
de woonafspraken met de provincie Overijssel en de in 2017 vastgestelde
prioritering. Uitgangspunt is onderstaande locaties zo spoedig mogelijk tot
ontwikkeling te brengen en in 2018 hier de nodige stimulans aan te
geven. Kern Overdinkel:
Op de locatie van het voormalig Saksenstal Gerrit halfvrijstaande
woningen, prioriteit 3 (particulier eigendom en initiatief).
Op de locatie van het voormalig aannemersbedrijf
Elferink (half)vrijstaande woningen, prioriteit 3 (particulier eigendom
en initiatief).
Op de locatie van de voormalige basisschool
Kompas (half)vrijstaande woningen, prioriteit 3 (gemeentelijk
eigendom, start verkoop 2018).
Op de locatie Geurmeij de eerste fase afronden
met (half)vrijstaande woningen, prioriteit 3 (gemeentelijk eigendom,
uitgifte eind 2017, bouwrijp maken 2018).
Kern Losser
Start uitgifte bouwkavels in het bestemmingsplan Saller 2C,
prioriteit 1 (grotendeels eigendom gemeente).
Op het terrein aan de Ravenhorsterweg deels Collectief Particulier
Opdrachtgeverschap (CPO) in 2018 bouwrijp maken en start
verkoop woningen, prioriteit 4 (gemeentelijk eigendom).
Op het terrein van voormalig Keizers starten met de bouw van
hofjeswoningen, prioriteit 2 (particulier eigendom en initiatief).
Een herontwikkeling van het terrein van De Muchte starten met
blz. 18 (van 135)
deels maatschappelijke voorzieningen en deels woningbouw,
prioriteit 2 (deels eigendom gemeente).
Binnen het winkelgebied van Losser planvorming af te ronden met
betrekking tot het voormalig postkantoor (mogelijk
winkelvloeroppervlak en aantal appartementen, prioriteit 2) en
verplaatsing van de Jumbo naar de Kerkstraat 4.
Voor de herstructurering van winkelgebieden de in de woonvisie
Losser 2016 gereserveerde 65 woningen (prioriteit 2) hiervoor te
blijven reserveren.
Kern De Lutte
Op de locatie van het voormalig meelhandel Oosterbroek
(half)vrijstaande woningen realiseren (bestemmingsplan
vastgesteld, particulier eigendom en initiatief).
Herontwikkeling van het centrumcomplex Luttermolenveld met een
appartementen-/hotelcomplex, waarbij de benodigde woningbouw
vanuit het Luttermolenveld verschoven wordt naar dit complex,
prioriteit 3 (particulier eigendom en initiatief).
Kern Beuningen
Ontwikkeling locatie Lomanskamp II ten behoeve van de realisatie
van (half)vrijstaande woningen, prioriteit 7 (particulier eigendom en
initiatief).
Omgevingsvisie In 2018 vindt verdere implementatie plaats. Onder andere worden diverse
(deel)projecten en plannen van aanpak opgesteld. Waar kan en ook logisch
is zal mogelijk ook al met concrete uitvoering begonnen kunnen worden.
Een en ander aan de hand van het hetgeen is vermeld in het
Koersdocument dat in in 2017 in de raad wordt behandeld.
Doelstelling: Het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik, vooral op het gebied van wonen en
bedrijvigheid.
Grondbedrijf Zie aparte paragraaf in hoofdstuk 3.
Doelstelling: Behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente.
Ruimtelijke
ordening
Inrichting &
beheer van de
openbare ruimte
Inrichtings- en onderhoudskwaliteit openbare ruimte
De inrichtings- en onderhoudskwaliteit van de openbare buitenruimte
draagt in belangrijke mate bij aan de ruimtelijke kwaliteit van de
leefomgeving als geheel. Het onderhoudsniveau van de openbare ruimte is
vastgesteld op niveau B.
Bij investeringen in onderhoud en vervanging van voorzieningen in de
openbare ruimte worden zoveel mogelijk synergiekansen benut waardoor
het mogelijk wordt mede invulling te geven aan de strategische
beleidsdoelen van onze gemeente. Hiertoe wordt jaarlijks het MIP
(integraal meerjaren investerings- en onderhoudsprogramma voor de
openbare ruimte) geactualiseerd. Speerpunten uit het MIP voor 2018 zijn:
blz. 19 (van 135)
Kern Losser
Herinrichting Gronausestraat Noord (incl. aanliggende
parkeerterreinen).
Uitwerking visie centrum Losser (onderdeel van het Parapluplan
centrum Losser) in een uitvoeringsprogramma met deelprojecten.
Planvorming revitalisering winkelcentrum De Brink.
Voorbereiding en start uitvoering Brinkstraat en parkeerterrein
Langenkamp.
Continuering uitvoering wijkvernieuwing Irisstraat/Leliestraat.
Planvorming herinrichting Dinkeldal (deel Goormatenweg -
Hoofdstraat)
Kern De Lutte (uitwerking visie "Kwaliteitsimpuls De Lutte")
Planvorming centrumplein De Lutte.
Herinrichting Dorpstraat.
Herinrichting Lossersestraat/Essenweg.
Planvorming openbare ruimte Erve Boerrigter.
Kern Glane
Planvorming herinrichting Dinkeldal deel Duitse grens - Zoekerbrug
(mede op basis van visie "Kwaliteitsimpuls Glane" / Glane aan de
Dinkel).
Overkoepelend
Continuering vervanging openbare verlichting, schijf 2018.
Uitvoering Hondenbeleidsplan 2017-2022.
Standplaatsenbeleid gemeente Losser
Het bestaande standplaatsenbeleid dateert uit 1995. Diverse wet- en
regelgeving is sindsdien veranderd. Tevens is er de nodige jurisprudentie
uitgesproken verband houdende met standplaatsen. Tenslotte is het
huidige standplaatsenbeleid niet langer als actueel te beschouwen,
hetgeen kan leiden tot knelpunten in de uitvoering van het beleid.
Door het actualiseren van ruimtelijk beleid voor standplaatsen heeft de
gemeente een belangrijk instrument in handen, om het woon- en
leefklimaat voor de consument en het investeringsklimaat voor de
ondernemer te verbeteren. Met een standplaatsenbeleid kan de gemeente
sturen op locatie, aantal en diversiteit van standplaatsen.
Het opstellen van de beleidsnota heeft als doel om enerzijds ondernemers
duidelijkheid te bieden over hun mogelijkheden en positie. Anderzijds
schept het beleid voor de gemeente duidelijkheid over vergunningverlening
en handhaving.
Beleidsregels Planologische Afwijkingsmogelijkheden 2018
Het college van de gemeente Losser heeft op 11 oktober 2011 de
‘Beleidsregels Planologische Afwijkingsmogelijkheden Gemeente Losser’
vastgesteld. Door verschillende ontwikkelingen is dit beleid aan actualisatie
toe. Met het nieuwe beleid wordt hier invulling aan gegeven. Doel van de te
blz. 20 (van 135)
actualiseren beleidsregels is een verdere uitwerking geven aan de in artikel
4 bijlage II Besluit omgevingsrecht (Bor) gegeven mogelijkheden, met
name door het stellen van criteria.
Casco benadering Noordoost Twente
Met de casco-benadering beschikken de provincie Overijssel en de
gemeenten van Noordoost-Twente over een generieke methode om vorm
te geven aan de doelen voor het Nationaal Landschap: behoud en
ontwikkeling van het landschap inclusief al haar functies. De casco-
benadering leidt tot een landschap waarin de afzonderlijke
landschapstypen beter van elkaar te onderscheiden zullen zijn. Het huidige
beleid zal in 2018 worden geactualiseerd.
Notitie diverse beleidsontwikkelingen buitengebied
In verband met diverse trends en ontwikkelingen en ervaringen uit de
afgelopen periode is het gewenst om het diverse beleid in het buitengebied
tegen het licht te houden en te bekijken waar
aanpassing/aanvulling/actualisatie nodig is. Het uiteindelijke doel is
beleidsaanpassingen doorvoeren waarbij behoud en versterking van de
ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied centraal staan.
Flankerend beleid Centrum
Flankerend beleid is noodzakelijk ter bestrijding van toenemende leegstand
in het centrum, het centrum zo compact mogelijk te houden en om de in de
"Ruimtelijke Visie Centrum Losser" opgenomen
ontwikkelingsmogelijkheden te kunnen faciliteren. De middelen worden
ingezet om:
Ondernemers buiten het kernwinkelgebied te stimuleren om te
verplaatsen naar leegstaande panden in het centrum;
Bij nieuwe ontwikkelingen zonodig winkelmeters te schrappen
(planschade) en uit de markt te halen.
Ontwikkelingen LAGA-fietspad
Waterschap Vechtstromen is, samen met betrokken partners, in 2017
gestart met de planvorming ten behoeve van de herinrichting van de
Dinkel. Het bestaande LAGA-fietspad kan ten gevolge van deze
ontwikkelingen niet op de huidige locatie blijven liggen. Verder biedt deze
ontwikkeling tevens de kans de zo gewenste verlenging van het LAGA-
fietspad (de ontbrekende schakel tussen Goormatenweg en Hoofdstraat) te
realiseren. Het college gaat vanaf 2019 investeren in dit fietspad en heeft
dit meegenomen in de investeringsplanning. Echter, omdat de exacte
omvang van de investering nog niet bekend is, is er geen exact bedrag
opgenomen. Bij het opstellen van de Kadernota en Programma begroting
2019–2022 wordt de dan bekende informatie verwerkt en worden de
noodzakelijke kapitaalslasten geraamd. Daarnaast wordt de
kostenverdeling van het herinrichtingsproject (deel Duitse grens -
Hoofdstraat) nog nader uitgewerkt door de belanghebbende partijen.
Vergunningen Een naleefbaar en handhaafbaar kader voor activiteiten (evenementen,
bouwen, bedrijvigheid, enz.) is van belang voor een leefbare samenleving
en het behouden en versterken van de kwaliteit. Daarvoor hebben wij als
samenleving regels vastgesteld. Een groot deel daarvan betreft algemeen
geldende regels die landelijk voor alle vergelijkbare situaties hetzelfde zijn.
blz. 21 (van 135)
Op deze algemeen geldende regels kan rechtstreeks worden gehandhaafd.
Bepaalde situaties vragen om maatwerk en daarom moet daarvoor een
vergunning worden aangevraagd of een besluit voor nadere eisen worden
genomen.
Het op een adequaat niveau uitvoeren van de vergunningverlening binnen
de gestelde termijnen en met de beschikbare menskracht is een blijvende
prioriteit. Dit vraagt ook een oriëntatie op toekomstige regelgeving, zoals de
Omgevingswet.
Verbonden partij:
Regionale Uitvoerings Dienst (RUD) en Omgevingsdienst Twente
(ODT)
De RUD is verantwoordelijk voor een groot deel van de uitvoering van de
specialistische milieutaken die bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit van de
gemeente. In 2018 vindt er een overgang plaats van de RUD naar de ODT.
In de kadernota 2018-2021 zijn in de tabel in bijlage 1 (O&O) onder punten
6, 7 en 8 bedragen opgenomen die het gevolg zijn van de verplichte
oprichting van een omgevingsdienst voor Twente (ODT) in de vorm van
een Gemeenschappelijke Regeling (GR) per 1 januari 2018. Sindsdien
hebben zich ontwikkelingen voorgedaan die gevolgen hebben voor het
moment waarop en de hoogte waarin deze kosten zich gaan voordoen.
Tot begin september zaten de Twentse gemeenten en de provincie als
aanstaande deelnemers in de GR niet op één lijn wat betreft de inbreng
van het takenpakket. Begin september hebben de portefeuillehouders
uiteindelijk commitment gevonden op een voorstel waarin alle partners
dezelfde taken inbrengen in een op te richten ODT per 1 januari 2019. In
oktober is het de bedoeling dat de GR ook daadwerkelijk wordt getekend
nadat alle portefeuillehouders voor dit commitment mandaat hebben
opgehaald in hun college.
Start van de ODT per 1 januari 2019 betekent dat er op dit onderdeel in
deze begroting een aanpassing heeft plaatsgevonden.
De verlengde voorbereiding van de realisatie van de ODT vergt een
transitiebegroting 2018. Ingeschat wordt dat hierin een bijdrage van Losser
nodig is van € 20.000.
Voor de periode vanaf 2019 kan nog niet nauwkeurig worden aangegeven
wat de meerkosten voor deelname in de ODT gaan zijn. Naar verwachting
liggen die in de eerste twee jaren, gelet op de inbreng van het gehele
milieutakenpakket en de daarbij behorende formatie, tussen de € 100.000
en € 150.000. Na twee jaren kunnen deze substantieel afnemen door
bijstelling in onze eigen organisatie en te realiseren efficiency binnen de
ODT.
Handhaving Toezicht en handhaving
Toezicht en handhaving is gericht op het streven naar een goed/beter
naleefgedrag, zodat ook meer veiligheid ontstaat.
Op het gebied van toezicht en handhaving zijn de basisactiviteiten het
toezicht houden op en de handhaving van verleende
blz. 22 (van 135)
omgevingsvergunningen, toezicht op de naleving van milieuregelgeving
door bedrijven en handhaving in dit kader (inclusief juridische procedures).
Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de Regionale uitvoeringsdienst. De
controles op het brandveilig gebruik van gebouwen worden uitgevoerd door
de brandweer in afstemming met gemeente.
Aan het toezicht en de handhaving m.b.t. de Algemene Plaatselijke
Verordening en bijzondere wetgeving (zoals Drank- en horecawet) zal in
2018 verdere invulling kunnen worden gegeven. Door de komst van Boa’s
zal hiervoor capaciteit beschikbaar zijn, waardoor hierop praktisch kan
worden opgetreden en gehandeld.
Doelstelling: Optimale bereikbaarheid van woningen, winkels en bedrijven.
Verkeer en
vervoer
Om invulling te geven aan dit beleidsdoel wordt uitvoering gegeven aan
een samenhangend pakket van maatregelen. Speerpunten hierbij zijn:
Leveren van een bijdrage aan de regionale samenwerking verkeer
en vervoer.
Uitvoeren van incidentele verkeersmaatregelen.
Bevorderen gewenst rijgedrag door het plaatsen van mobiele
snelheidsdisplays.
Uitwerken parkeerplan centrum Losser binnen het kader van het
Parapluplan Losser.
Uitwerken verkeersmaatregelen De Lutte binnen het kader van de
visie "Kwaliteitsimpuls De Lutte".
Bevorderen openbaar vervoer door een continue pro-actieve
houding in diverse gremia met als doel het behouden van de
huidige voorzieningen.
Bevorderen verkeersveiligheid door o.a. verkeerskundige
aanpassingen in de infrastructuur integraal deel uit te laten maken
van herinrichtingsprojecten.
Doelstelling: We streven naar een duurzame, schone en veilige openbare ruimte welke mede drager is in het
bereiken van de strategische doelen van de gemeente.
Wegen Speerpunten voor 2018 zijn het uitwerken van het beleidsplan voor wegen,
bermen en fietspaden en de verdere implementatie van het integraal
beheerpakket voor Wegen, Kunstwerken en Openbare Verlichting
in samenhang met de BGT.
Het budget voor groot onderhoud en de bestemmingsreserve "Reserve
Wegen" worden opgenomen als dekkingsmiddel in het MIP en van daaruit
ingezet voor het veilig houden van wegen en het uitvoeren van groot
onderhoud in synergie met integrale herinrichtingsprojecten.
Groen Speerpunt voor 2018 is het verder bouwen aan de verbetering van het
groenbeheer door de verdere implementatie van het integraal
beheerpakket voor groen en speelvoorzieningen alsmede het vergroten
van de toepassingsmogelijkheden van dit pakket ten behoeve van het
uitvoeren van het groenonderhoud door het "Servicebedrijf
Losser". Daarnaast wordt verder gewerkt aan het opstellen van het
groenbeleid- en groenbeheerplan. De planning is erop gericht om het
blz. 23 (van 135)
groenbeleid- en –beheerplan in 2018 ter besluitvorming aan te bieden.
Afval en
reiniging
Continuering regierol inzameling huishoudelijk afval en exploitatie
afvalbrengpunt.
Naar aanleiding van het raadsbesluit (17Z00312/17.0003285) in 2017
wordt in 2018 de inzameling van het huis aan huisafval gewijzigd. De
invoering van gedifferentieerde tarieven (Diftar) wordt geëffectueerd. Om
het project Diftar tot een succes te maken is het college zich er
van bewust dat hiervoor een flinke omslag in scheidingsgedrag van
de inwoners voor nodig is. Door een goede projectvoorbereidingen en -
(continue) communicatiecampagne gaan we er vanuit dat de inwoners
overgaan tot het gewenste scheidingsgedrag. Goed scheiden loont en
is goed voor het milieu en de portemonnee.
Verbonden partijen:
Twence
Verwerkt het Losserse huisafval op duurzame wijze en draagt daarmee bij
aan de doelstelling dat een inwoner van Twente in 2030 nog slechts 50 kilo
restafval per jaar produceert.
Produceert 100% duurzame energie en draagt daarmee bij aan de CO2
doelstellingen van de Twentse gemeenten. In 2018 wordt er beleid
gemaakt om Twence als duurzaamheidbevorderaar in te zetten voor het
behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen van de aandeelhoudende
gemeenten
Twente Milieu
Zamelt in opdracht van de Gemeente Losser op efficiënte wijze het
huisafval in en draagt daarmee bij aan een schone, gezonde,
frisse Losserse leefomgeving.
Implementeert en voert het nieuwe vastgestelde afval beleid uit en draagt
daarmee bij aan de doelstelling om te streven naar dat een inwoner van
Twente in 2030 nog slechts 50 kilo restafval per jaar produceert.
Zet bij de uitvoering van haar taken waar mogelijk mensen in met een
afstand tot de arbeidsmarkt. Twente Milieu is de uitvoerende partij die voor
Losser de invoering van diftar begeleidt en uitvoert.
Riolering en
water
In 2018 ligt de nadruk op het afronden van het planproces om te komen tot
een herziening van het vGRP (verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan).
Rioolvervangingen en groot onderhoud vanuit het vGRP worden
opgenomen in het MIP en vandaaruit worden de investeringsgelden
doelmatig ingezet in integrale herinrichtingsprojecten. In 2018 ligt hierbij de
nadruk op de technische uitwerking van projecten in het centrum van de
kernen Losser en De Lutte.
Verder wordt uitvoering gegeven aan de gefaseerde vervanging en
renovatie van rioolgemalen in het buitengebied en wordt verder gewerkt
aan de implementatie van het integraal beheerpakket voor riolering en
voorzieningen ten behoeve van het stedelijk waterbeheer.
blz. 24 (van 135)
Wat mag het kosten?
Programma Natuur & Ruimte Realisatie
2016 Begroting
2017 Begroting
2018 Raming
2019 Raming
2020 Raming
2021
Lasten
Landelijk gebied 237 158 194 196 198 202
Wonen 185 84 111 120 122 123
Grondbedrijf 1.989 1.735 3.161 6.239 1.282 1.346
Handhaving 816 657 951 1.027 1.036 1.046
Ruimtelijke ordening 1.104 1.001 818 747 655 640
Vergunningen 1.344 897 793 803 815 830
Verkeer en vervoer 237 185 210 202 204 205
Afval en reiniging 1.744 2.005 1.873 1.879 1.881 1.864
Groen 1.212 1.098 1.145 1.155 1.180 1.188
Riolering en water 2.296 2.345 2.284 1.995 2.145 2.154
Wegen 1.724 2.182 2.171 2.329 2.480 2.537
Totaal - Lasten 12.887 12.348 13.712 16.692 11.997 12.134
Baten
Landelijk gebied 100 0 0 0 0 0
Wonen 124 70 71 72 73 74
Grondbedrijf 1.991 1.735 3.161 6.239 1.282 1.346
Handhaving 43 3 2 2 2 2
Ruimtelijke ordening 12 56 57 57 58 58
Vergunningen 319 424 402 401 402 402
Verkeer en vervoer 63 38 38 38 38 38
Afval en reiniging 2.140 2.437 2.117 2.123 2.125 2.104
Groen 8 58 53 54 54 55
Riolering en water 2.616 2.625 2.290 2.335 2.506 2.519
Wegen 181 50 47 47 48 48
Totaal - Baten 7.597 7.497 8.237 11.367 6.585 6.644
Storting reserves
Vergunningen 0 85 85 0 0 0
Mutaties overige reserves 1.089 12 12 12 12 12
Totaal - Storting reserves 1.089 98 98 12 12 12
Onttrekking reserves
Mutaties overige reserves 465 184 6 6 6 6
Totaal - Onttrekking reserves 465 184 6 6 6 6
Natuur & Ruimte 5.914 4.765 5.566 5.331 5.418 5.497
blz. 25 (van 135)
Toelichting
De financiële uitgangspunten uit de Kadernota 2018 zijn in de budgetten verwerkt. Belangrijk
om te noemen zijn: de verlaging van het gehanteerde rentepercentage waardoor de
kapitaallasten lager uitvallen, maar ook de prijsindex van 1,6% over de materiële budgetten.
Deze wijzigingen zijn niet per product toegelicht. In de toelichting beperken we ons om die
reden tot de overige wijzigingen ten opzichte van de begroting 2017.
De lasten bij het product ‘Landelijk gebied’ zijn licht gestegen door een herverdeling van het
totaal aan ambtelijke uren.
Conform de Kadernota 2018 zijn er onder andere extra gelden beschikbaar gesteld voor het
continueren van de startersleningen. Hierdoor is het budget bij het product ‘Wonen’ gestegen.
Het Grondbedrijf is budgettair neutraal opgenomen in de begroting. Dit houdt in dat de
uitgaven en inkomsten aan elkaar gelijk zijn. De daadwerkelijke oplevering van de complexen
zorgt voor schommelingen in de prognoses. Zo wordt verder geïnvesteerd in de Saller en het
Zijland. Dit zorgt voor een hogere raming in 2018 ten opzichte van 2017. Voor een nadere
toelichting verwijzen wij naar hoofdstuk 3.7 Grondbeleid.
Daarnaast heeft het beschikbaar stellen van budget voor de handhaving van de Drank en
Horeca wet (DHW) en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) conform de Kadernota
gezorgd voor een toename van het budget bij het product ‘Handhaving’. Deze gelden zijn
nodig voor het kunnen aannemen en faciliteren van Buitengewoon Opsporings Ambtenaren
(BOA’s). Zij kunnen handhaven op diverse gebieden zoals parkeren, Diftar, DHW en de APV.
Het geld dat beschikbaar komt is nodig om naast de loonkosten van de BOA’s, zelf ook
voldoende administratieve en juridische ondersteuning te kunnen betalen. Evenals de
benodigde ICT licenties, opleidingen en overige materialen. Daarnaast is het budget
‘Handhaving’ opgehoogd in verband met de te verwachten kosten voor de oprichting van de
Omgevingsdienst Twente (ODT).
Het budget voor Ruimtelijke Ordening is afgenomen door incidentele budgetten voor
bijvoorbeeld het Parapluplan Centrum Losser, voorbereidingskosten voor de Omgevingswet
en de investeringen in Squit die tot 2017 beschikbaar waren gesteld.
De opbrengsten van de leges zijn conform Kadernota 2018 bijgesteld bij het product
‘Vergunningen’. Daarnaast is de inschatting van het aantal uren dat besteed wordt aan
vergunningen licht naar beneden bijgesteld wat heeft gezorgd voor een daling van het totale
budget.
Voor het product ‘Verkeer en vervoer’ is er, zoals vastgesteld bij de Kadernota, budget
beschikbaar gekomen voor de aanschaf van twee mobiele snelheidsdisplays.
De begroting 2018 van het produkt Afval en reiniging is gebaseerd op de invoering van Diftar
met ingang van 2018. De kosten zijn berekend op basis van de realisatie van de afgelopen
jaren, aannames en ervaring van omliggende gemeenten bij de gewijzigde inzameling. De
afvalstoffenheffing mag volgens wetgeving maximaal 100% kostendekkend zijn. In het
bovenstaand overzicht zijn de baten echter hoger geraamd dan de lasten. Dit komt
doordat de betaalde btw buiten de begroting om mag worden toegerekend aan het product
Afval en reiniging.
De lasten op het product ‘Groen’ zijn gestegen. Deze stijging is het gevolg van minder
opdrachten verstrekken aan derden en daardoor een hogere doorberekening van kosten
vanuit het Service bedrijf.
blz. 26 (van 135)
Evenals voor de Afvalstoffenheffing mag ook de berekening van de rioolrechten conform
wetgeving maximaal 100% kostendekkend zijn. Hierbij mag 75% van de kosten voor
straatreiniging ook worden toegerekend. Voor wat betreft de toerekening van btw geldt het
zelfde als hiervoor bij de Afvalstoffenheffing is opgemerkt.
Reserves en voorzieningen
In 2017 staan er, onder andere voor de invoering van de omgevingswet, onttrekkingen uit de
reserves begroot die in 2018 niet plaatsvinden.
2.2. Welzijn en Zorg
"Gezonde en zelfredzame burgers"
Strategische doelen:
Adequaat voorzieningenniveau, bereikbare zorg en gevarieerd aanbod aan sport en
cultuur.
Stimuleren van inwonersparticipatie en eigen kracht volgens goed noaberschap.
Wat willen we bereiken?
Doelenboom Welzijn en Zorg
Doelstelling Producten Wat mag het kosten?
Burgers zijn zo lang en zoveel mogelijk zelfredzaam -->
Collectieve voorzieningen WMO --> Lasten 1.076
--> Baten 1
Kunst en cultuur --> Lasten 148
--> Baten 61
Maatwerkvoorzieningen WMO --> Lasten 6.422
--> Baten 475
Sport --> Lasten 202
--> Baten 2
Sportaccommodaties --> Lasten 2.297
--> Baten 588
De zorg voor de jeugd zo lokaal mogelijk aanbod-gericht organiseren. Daarbij in
acht nemen dat het kind centraal staat en de ouders zelf verantwoordelijk zijn. --> Jeugdzorg
--> Lasten 4.378
--> Baten 0
Burgers ervaren de dorpen als sociaal, leefbaar en veilig en dragen daar zelf ook
aan bij. -->
Welzijnsaccommodaties --> Lasten 595
--> Baten 44
Welzijnswerk --> Lasten 663
--> Baten 0
Het behouden van de kwaliteit van het onderwijs en het uitvoeren van de wettelijke
taken. -->
Kinderopvang --> Lasten 72
--> Baten 19
Leerlingenvervoer --> Lasten 488
--> Baten 9
Onderwijs --> Lasten 276
--> Baten 136
Onderwijshuisvesting --> Lasten 1.024
--> Baten 30
Bedragen x 1.000 Euro's
Wat gaan we er voor doen / Speerpunten 2018
Doelstelling:
Burgers zijn zo lang en zoveel mogelijk zelfredzaam.
Maatwerkvoorzieningen
Wmo Maatwerkvoorzieningen
Inwoners zijn zo veel mogelijk zelfredzaam en maken gebruik van eigen
kracht. Daar waar sprake is van een ondersteuningsbehoefte wordt in
eerste instantie gekeken naar het eigen netwerk of een algemene
voorziening. Wanneer sprake is van een situatie waarbij inwoners dit niet
op eigen kracht of met behulp van het eigen netwerk of algemene
voorzieningen kunnen regelen kan worden overgegaan tot het
verstrekken van een maatwerkvoorziening.Het verstrekken van de
maatwerkvoorzieningen is gericht op het individu. Het betreft
huishoudelijke ondersteuning, woon-, rolstoel-, vervoersvoorzieningen,
ondersteuning maatschappelijke deelname, ondersteuning zelfstandig
leven en kortdurend verblijf.
Mantelzorgconsulent
Door de inzet van een mantelzorgconsulent bieden we ondersteuning
aan mantelzorgers. We ontwikkelen naar behoefte van de mantelzorger
respijtmogelijkheden ter ontlasting van de mantelzorger.
Beschermd wonen en opvang
Beschermd wonen en opvang is beschikbaar voor de Losserse cliënten;
inwoners van de gemeente Losser die een indicatie hebben voor
beschermd wonen en/of opvang kunnen terecht bij deze voorzieningen.
Algemene
voorzieningen Wmo
Nota publieke gezondheid
Conform wettelijke verplichting wordt in 2018 de lokale nota publieke
gezondheid opgesteld. Dit betreft een integrale nota dat een relatie heeft
met alle gemeentelijke beleidsterreinen met betrekking tot
volksgezondheid. Hierin wordt tevens een voorstel uitgewerkt ten aanzien
van de benodigde personele inzet in de komende jaren.
Ondersteuning maatschappelijke initiatieven algemene
voorzieningen
Een goed algemeen voorzieningenniveau maakt het mogelijk dat
inwoners reguliere diensten kunnen afnemen. Hierdoor wordt er minder
een beroep gedaan op duurdere maatwerkvoorzieningen. Het is daarom
van belang om de infrastructuur van algemene voorzieningen op orde te
hebben.
De gemeente Losser ondersteunt initiatieven van maatschappelijke
partners en ondernemers die algemene voorzieningen willen realiseren.
We geven maatschappelijke partners de ruimte om algemeen
toegankelijke en betaalbare gemaksdiensten en sociale
ontmoetingsplekken te realiseren, waar met name inwoners met een
beperking behoefte aan hebben. Voor het realiseren van de algemene
voorzieningen dient aan de volgende randvoorwaarden te worden
voldaan: betaalbaar, toegankelijk, op basis van behoeften, voor iedereen
beschikbaar.
Scootmobielpool
In september 2017 zijn we gestart met een scootmobielpool. Dit is een
blz. 30 (van 135)
passende algemene voorliggende voorziening voor inwoners die de
scootmobiel niet als maatwerkvoorziening nodig hebben. Het gaat hierbij
om inwoners die de scootmobiel niet dagelijks nodig hebben.
Sport We bevorderen een gezonde en actieve leefstijl van inwoners door ze de
gelegenheid te bieden op verantwoorde wijze te sporten en bewegen. Dit
doen we tegen een aanvaardbare eigen bijdrage, in overeenstemming
met eigen aanleg, interesse en mogelijkheden. Ter stimulering maken we
gebruik van subsidies en van het instrument van
combinatiefunctionarissen.
Sportaccommodaties Kwaliteitsverbetering voorzieningen
We streven naar een kwaliteitsverbetering van sport- en recreatieve
voorzieningen, waarbij de inbreng van inwoners/verenigingen toeneemt
ten opzichte van de overheid.
Sporthal
In 2018 wordt verder gewerkt aan de planvoorbereiding voor de bouw
van een nieuwe sporthal in de kern Losser. Daarnaast wordt de
ontwikkeling gevolgd ten aanzien van de planontwikkeling van de
sporthal in De Lutte.
Zwembad
In verband met de pensionering van de manager en plaatsvervangend
manager is voor de periode oktober 2017-december 2018 gekozen voor
interim-management. In 2018 wordt onderzoek gedaan naar de
toekomstige aansturing van het zwembad.
Kunst en Cultuur In 2018 wordt uitvoering gegeven aan de in het vierde kwartaal van 2017
opgestelde kaderstellende cultuurvisie. Hierin wordt onder andere
aandacht besteed aan een meer integrale inzet van cultuur, bijvoorbeeld
binnen het Sociaal domein, binnen de Omgevingsvisie en als aanjager
ten behoeve van de Vrije tijdseconomie. Ook burgerparticipatie krijgt
hierin nadrukkelijk aandacht.
Met de provincie Overijssel zal overleg plaatsvinden over
subsidiemogelijkheden. In overleg met het culturele veld wordt gezocht
naar verbindende projecten.
Doelstelling: De zorg voor de jeugd zo lokaal mogelijk aanbod-gericht organiseren. Daarbij in acht nemen dat het
kind centraal staat en de ouders zelf verantwoordelijk zijn.
Jeugdzorg Lokaal algemene voorzieningen
We ontwikkelen lokaal algemene voorzieningen om te voorkomen dat
duurdere maatwerkvoorzieningen moeten worden ingezet. Denk hierbij
bijvoorbeeld aan vrijetijdsbesteding voor jongeren met een autistische
stoornis.
Preventie en vroegsignalering door samenwerking
Daarnaast zetten we in op preventie en vroegsignalering door
samenwerking met externe partijen. We treffen hiervoor de volgende
maatregelen:
We verhogen de inzet van schoolmaatschappelijk werk binnen
het onderwijs
blz. 31 (van 135)
We maken afspraken met huisartsen over samenwerking en
verwijzingen naar de jeugdzorg.
Bij sportverenigingen zetten we een sportcoach in ten behoeve
van vroegsignalering en om kinderen /groepen die het nodig
hebben extra begeleiding te geven.
We versterken de samenwerking met jeugdbescherming/
jeugdreclassering en maken afspraken over de inzet van
maatwerk.
We zetten extra thuisbegeleiding in bij gezinnen die het op eigen
kracht niet helemaal redden. Samen met ouders gaat de
thuisbegeleider aan de slag om weer greep te krijgen op de
opvoedsituatie. Uit ervaring is gebleken dat de inzet van
thuisbegeleiding duurdere vormen van zorg voorkomt.
We dragen bij aan het in stand houden van de
opvoedondersteunende website Loes.nl. Hier kunnen ouders
terecht met lichte opvoedvragen
HetCJG zoekt actief de verbinding met Wmo en participatie door
integraal te werken binnen een centrale toegang. Om de centrale
toegang inhoud te geven werken we met een integrale
methodiek, een integrale intake en een integrale regisseur. De
integrale regisseur is "het" aanspreekpunt voor de cliënt,
waardoor er nog meer dan voorheen wordt gewerkt in
overeenstemming met de uitgangspunten van: een gezin, een
plan, een regisseur.
Doelstelling: Burgers ervaren de dorpen als sociaal, leefbaar en veilig en dragen daar zelf ook aan bij.
Welzijnswerk In 2017 heeft onderzoek plaatsgevonden naar de uitvoering van
welzijnstaken door St. Fundament. De verbeterpunten uit het onderzoek
worden meegenomen in de (subsidie)afspraken voor de komende jaren.
Het welzijnswerk vormt als zodanig een algemene voorliggende
voorziening binnen het sociaal domein. Activiteiten dienen met name te
zijn gericht op signalering, ontmoeting, activering en vergroting van de
zelfredzaamheid van inwoners. Door de inzet van algemene voorliggende
voorzieningen kan de aanspraak op (duurdere) maatwerkvoorzieningen
worden verkleind.
Welzijnsaccommodaties Het lokale welzijnswerk werkt zo veel mogelijk outreachend binnen
dorpen en wijken. Stichting Fundament is verantwoordelijk voor de
uitvoering van haar taken op het terrein van welzijn, bibliotheekwerk en
muziekonderwijs. Zij participeert in het Kulturhus Losser, Overdinkel en
De Lutte. Vanaf eind 2018 zal zij ruimte huren binnen de accommodatie
van het Twents Carmelcollege voor het verzorgen van muziekonderwijs.
De huidige accommodaties worden zo snel als mogelijk afgestoten.
Doelstelling: Het behouden van de kwaliteit van het onderwijs en het uitvoeren van de wettelijke taken.
Onderwijs Samen met het onderwijs en in combinatie met het passend onderwijs
en jeugdzorg zorgdragen voor een eenvoudig maar effectief netwerk
rondom het opgroeiende kind. Leerplicht en RMC-taken zijn
gericht op het tegen gaan van voortijdig schoolverlaten en het behalen
blz. 32 (van 135)
van een minimum startkwalificatie. De monitoring van de groep
“kwetsbare jongeren” van 16 tot 23 jaar krijgt prioriteit.
Onderwijshuisvesting De gemeente draagt zorg voor adequate huisvesting van scholen. Hierbij
rekening houden met de toekomstige onderwijskundige ontwikkelingen
en de gevolgen voor de huisvesting van scholen. In 2018 wordt een start
gemaakt met de verbouw en uitbreiding van het Twents Carmel
College. Oplevering van het gebouw is begin 2019 gepland.
Leerlingenvervoer Er wordt voortdurend gestreefd naar een zo efficiënt en goedkoop
mogelijke uitvoering van het leerlingenvervoer, rekening houdende met
de bepalingen in de gemeentelijke verordening leerlingenvervoer. We
monitoren de nieuw ingeslagen weg rondom het doelgroepenvervoer dat
in de zomer van 2017 is gestart. Hiervan maakt leerlingenvervoer deel uit.
Kinderopvang We geven uitvoering aan de minimale wettelijke taken op het terrein van
de kinderopvang, te weten registratie en handhaving.
We geven in 2018 uitvoering aan de wettelijke vereisten voor
kinderopvang (3F taaleis) en aan de Asscherregeling. Alle kinderen in de
leeftijd van 2,5-4 jaar uit de gemeente Losser hebben recht op 6 uur
kinderopvang per week (41 weken per jaar). Ouders die hiervoor geen
tegemoetkoming in de kosten kinderopvang ontvangen vanuit de
belastingdienst, ontvangen een tegemoetkoming van de gemeente.
Hiermee nemen we de financiële belemmeringen voor deelname aan
kinderopvang weg. Alle kinderen in Losser krijgen hiermee gelijke kansen
voor een goede ontwikkeling en start in het basisonderwijs.
blz. 33 (van 135)
Wat mag het kosten?
Programma Welzijn & Zorg Realisatie
2016 Begroting
2017 Begroting
2018 Raming
2019 Raming
2020 Raming
2021
Lasten
Collectieve voorzieningen WMO 1.069 1.041 1.076 1.051 1.058 1.066
Kunst en cultuur 162 156 148 154 155 157
Maatwerkvoorzieningen WMO 5.496 6.304 6.422 6.423 6.474 6.479
Sport 224 197 202 198 180 183
Sportaccommodaties 1.997 1.675 2.297 1.726 1.830 1.834
Jeugdzorg 5.119 4.389 4.378 4.344 4.350 4.357
Welzijnsaccommodaties 1.085 689 595 519 520 517
Welzijnswerk 760 706 663 663 689 714
Kinderopvang 108 114 72 85 99 100
Leerlingenvervoer 526 504 488 493 499 506
Onderwijs 291 225 276 277 278 281
Onderwijshuisvesting 1.290 1.256 1.024 1.097 1.086 1.079
Totaal - Lasten 18.128 17.346 17.640 17.031 17.218 17.273
Baten
Collectieve voorzieningen WMO 0 1 1 1 1 1
Kunst en cultuur 41 60 61 62 63 64
Maatwerkvoorzieningen WMO 540 470 475 475 475 475
Sport 33 2 2 2 2 2
Sportaccommodaties 605 580 588 593 598 607
Welzijnsaccommodaties 91 44 44 44 44 44
Welzijnswerk 274 0 0 0 0 0
Kinderopvang 1 18 19 19 19 19
Leerlingenvervoer 0 9 9 9 9 10
Onderwijs 139 136 136 136 136 136
Onderwijshuisvesting 14 30 30 30 30 31
Totaal - Baten 1.739 1.350 1.365 1.371 1.377 1.388
Storting reserves
Mutaties overige reserves 13 0 0 0 0 0
Totaal - Storting reserves 13 0 0 0 0 0
Onttrekking reserves
Maatwerkvoorzieningen WMO 0 85 0 0 0 0
Sportaccommodaties 0 0 450 0 0 0
Jeugdzorg 0 25 0 0 0 0
Welzijnsaccommodaties 383 77 112 100 98 98
Mutaties overige reserves 71 168 168 118 91 68
Totaal - Onttrekking reserves 454 355 730 218 189 166
Welzijn & Zorg 15.949 15.641 15.545 15.443 15.652 15.719
blz. 34 (van 135)
Toelichting
Algemeen: een deel van de budgettaire wijzigingen wordt veroorzaakt door het toepassen van de
financiële uitgangspunten zoals genoemd in de Kadernota 2018. Anderzijds zijn er wijzigingen door
het verwerken van de taakmutaties uit diverse circulaires.
Door een ambtelijke herverdeling van uren kunnen er ook verschillen optreden in de budgetten
(onder andere Welzijnswerk en Leerlingenvervoer). Deze herverdeling heeft gemeentebreed geen
budgettair effect en wordt niet afzonderlijk toegelicht.
Bij de Kadernota 2018 is aangegeven dat er budget voor openbare gezondheidszorg beschikbaar
moet komen voor het opstellen van het beleidsplan Volksgezondheid. Hierdoor wordt het budget
'collectieve voorzieningen' iets opgehoogd.
In verband met de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep over de ondersteuning Wmo heeft
de gemeente haar beleid aangepast, wat leidt tot hogere kosten Huishoudelijke ondersteuning.
Deze kosten zijn verantwoord bij maatwerkvoorzieningen Wmo.
Het budget voor het product ‘Sportaccommodaties’ is toegenomen in verband met de geplande
vernieuwbouw van de sporthal De Fakkel. In de begroting wordt voorgesteld een aanvullende
budget van € 800.000 beschikbaar te stellen wat leidt tot een aanvullende kapitaallast van € 36.000
voor de eerste jaren. Daarnaast is er budget beschikbaar voor het afschrijven van de huidige
boekwaarde van de sporthal. Daarnaast is er budget beschikbaar voor alternatieve huisvesting voor
onder andere het onderwijs tijdens de periode dat de sporthal niet beschikbaar is.
Conform de Kadernota 2018 is extra budget beschikbaar gesteld ter reparatie van het tekort van
het muziekonderwijs Fundament.
Het budget voor Kinderopvang is afgenomen doordat bij de septembercirculaire 2016 vanaf 2018
de decentralisatie uitkering voor de versterking van peuterspeelzaalwerk is ingetrokken.
Het budget voor onderwijshuisvesting neemt jaarlijks af door de afname van de kapitaallasten.
Reserves en voorzieningen
De begrote onttrekking aan de reserve voor wat betreft de sportaccommodatie heeft betrekking op
de eenmalige afschrijving van de huidige sporthal de Fakkel vanwege de (ver)nieuwbouw van de
sporthal. Daarnaast wordt er bij vanuit de reserve Fundamentgelden voor het budget
welzijnsaccommodaties geld onttrokken ten behoeve van de incidentele reparatie van het tekort
van de muziekschool Fundament.
2.3. Economie en Werk
"Ondernemen en werken in de schatkamer van Twente"
Strategische doelen:
Aantrekkelijk ondernemersklimaat
Behouden en versterken van cultureel erfgoed als trekpleister voor toeristen
Activeren van sociale en arbeidsparticipatie
Wat willen we bereiken?
Doelenboom Economie en Werk
Doelstelling Producten Wat mag het kosten?
Bevorderen (arbeids)participatie, het ontwikkelen van de werkgeversbenadering
waarmee het arbeidsvermogen van de doelgroep wordt verzilverd. -->
Participatiebudget --> Lasten 525
--> Baten 20
Sociale werkvoorziening --> Lasten 5.218
--> Baten 1.130
Het bieden van een tijdelijk vangnet aan kwetsbare burgers bij het voorzien in de
primaire basisbehoeften met als doel de burger te stimuleren en begeleiden naar
een zelfstandige deelname aan de maatschappij. -->
Armoedebeleid --> Lasten 623
--> Baten 60
Bijstandsverlening --> Lasten 6.261
--> Baten 4.881
Huisvesting statushouders --> Lasten 144
--> Baten 0
Preventie en handhaving --> Lasten 94
Ruimte voor lokaal ondernemen en bevorderen ondernemerschap -->
Economische zaken --> Lasten 241
--> Baten 114
Gemeentelijke eigendommen --> Lasten 534
--> Baten 41
De gemeente Losser vermarkten als de Schatkamer van Twente waarin toerisme,
recreatie en ondernemerschap samen gaan met behoud van natuur- en
landschappelijke waarden. --> Toerisme
--> Lasten 282
--> Baten 11
Bedragen x 1.000 Euro's
Wat gaan we er voor doen / Speerpunten 2018
Doelstelling:
Bevorderen (arbeids)participatie, de bestaande regionale en lokale werkgeversbenadering continueren
en intensiveren waarmee het arbeidsvermogen van de doelgroep wordt verzilverd.
(Arbeids)Participatie Activering (arbeids)participatie
We willen mensen met een uitkering activeren om deel te nemen aan de
maatschappij, bij voorkeur via betaald werk. Via een gerichte regionale en
lokale werkgeversbenadering willen we de instroom in de uitkering verlagen
en de uitstroom uit de uitkering verhogen.In 2018 gaan we extra aandacht
besteden aan groepen die een langere afstand tot de arbeidsmarkt hebben
door de inzet van maatwerktrajecten.Daarnaast gaan we in Overdinkel
intensiever en meer nabij begeleiding geven aan de cliënten.
Laaggeletterdheid
Er komt meer aandacht voor laaggeletterdheid. Ook gaan specifieke
instrumenten ontwikkelen: duale trajecten waarin taal en (vrijwilligers)werk
gecombineerd worden.
Sociale
werkvoorziening
De focus is en blijft gericht op kostenbeheersing enerzijds en het continueren
van een detacheringspercentage van minimaal 70%.
Kostenbeheersing richt zich met name op het operationele resultaat
(inkomsten vanuit detacheringen, kosten van bedrijfsvoering). In dat verband
is het van belang dat de groenopdrachten voor derden blijvend kunnen
worden uitgevoerd.
De andere component, het subsidieresultaat, is niet/nauwelijks beïnvloedbaar
en sterk afhankelijk van de ontwikkeling van het rijksbudget WSW.
Doelstelling: Het bieden van een tijdelijk vangnet aan kwetsbare burgers bij het voorzien in de primaire
basisbehoeften met als doel de burger te stimuleren en begeleiden naar een zelfstandige deelname aan
de maatschappij.
Bijstand Burgers die niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien ontvangen
een uitkering. De uitkering is een vangnetvoorziening. Streven is het aantal
uitkeringen zo laag mogelijk te houden. Regionaal vindt maandelijks een
vergelijking plaats tussen de 14 gemeenten, waarin het aantal huishoudens
met een uitkering wordt weergegeven ten opzichte van een index. Losser
staat op deze index in de eerste 6 maanden van 2017 op 99,1 ten opzichte
van het regionale gemiddelde van 103,2. Voor 2018 streven wij naar een
index van 98.
Preventie en
handhaving
Onze acties (onder andere aan de poort bij de aanvraag van een uitkering)
zijn erop gericht alleen die mensen een uitkering te verstrekken die het echt
ook echt nodig hebben. Bij de intake wordt als eerste gekeken naar de
mogelijkheden van werk. Om misbruik en fraude gericht tegen te gaan,
werken we met risicoprofielen. Verder houden we, in samenwerking met de
Sociale Recherche Twente projectmatige thema controles.
Armoedebeleid Het Armoedebeleid is in 2016 geactualiseerd. Bestaande regeling en
ondersteuningsmogelijkheden worden beter en eenvoudiger toegankelijk
gemaakt. We werken aan een breder bereik, vooral onder mensen die in stille
armoede leven. We zetten zoveel mogelijk in op preventie. In 2017 is de inzet
voor kinderen en jongeren tot 18 jaar geïntensiveerd door de inzet van de
blz. 38 (van 135)
hiervoor bedoelde middelen van het Rijk. Deze inzet wordt in 2018
voortgezet. Daarbij werkt de gemeente intensief samen met lokale partijen
waaronder de Stichting Leergeld Losser.
Huisvesting
statushouders
Taakstelling huisvesting
Voor 2018 gaan we ons maximaal inspannen om de taakstelling huisvesting
statushouders te behalen.
Inburgerings- en integratietraject
Per 1 oktober 2017 is het participatieverklaringstraject een verplicht
onderdeel van de inburgering. Het participatieverklaringstraject is sinds
september 2016 al ingezet als onderdeel van de integratie.
De gemeente Losser wil de regie op statushouders terug voor wat betreft het
inburgerings- en integratietraject. Dit gaan we doen door statushouders eens
per twee maanden op te roepen voor een voortgangsgesprek. We gaan de
statushouders een extra dagdeel taal aanbieden in Losser dat gekoppeld is
aan onder andere sport, vrijwilligerswerk, stageplek. Hierdoor vergroten we
de kans dat statushouders integreren in hun eigen woonplaats en oefenen ze
de taal in de praktijk. Het doel is dat staushouders versneld hun
inburgeringsdiploma behalen en de kans op uitstroom uit de bijstand groter
zal zijn.
Vanwege de behoefte en succes van het Taalpunt zal hier verder in
geïnvesteerd worden door uitbreiding in het aantal uren en het opleiden van
meer vrijwilligers.
Doelstelling: Versterken van de economische structuur van de gemeente Losser en bijdragen aan een goed
ondernemersklimaat.
Economische zaken Uitvoeringsactiviteiten:
Laagdrempelig bereikbaar zijn voor ondernemers.
Zowel bestuurlijk als ambtelijk bedrijven bezoeken.
Periodiek (bestuurlijk) overleg met de lokale
ondernemersverenigingen.
Ondernemers met elkaar verbinden. Organiseren en faciliteren van
ondernemersbijeenkomsten.
Waar mogelijk initiatieven van ondernemers faciliteren.
Inspelen op actualiteiten.
Aandacht voor leegstand in de aantrekkelijke centra en op de
bedrijventerreinen.
Regionaal ontwikkelingen afstemmen en aansluiten bij Twentse
acquisitie en marketing.
Gemeentelijke
eigendommen
Op basis van de Vastgoednota gemeente Losser zijn de kostprijs dekkende
huren voor maatschappelijk vastgoed bepaald. De uitwerking van de
consequenties van een kostprijs dekkend huurtarief voor onze
maatschappelijke partners zijn in beeld gebracht.
blz. 39 (van 135)
Doelstelling: De gemeente Losser binnen Twente, Landgoed van Nederland vermarkten als levendige toeristisch en
recreatieve landschapsgemeente met behoud van haar natuur- en landschappelijke waarden.
Toerisme De rol van de gemeente is aanjagen, faciliteren en verbinden. Doel is -
samen met de ondernemers - meer overnachtingen en meer bestedingen in
de hele gemeente realiseren. Dit komt ten goede aan de leefbaarheid in de
kernen en de werkgelegenheid. Door:
Beschikken over goede recreatieve voorzieningen en de basis op
orde hebben. Knelpunten in routes waar mogelijk oplossen en het
toeristisch aanbod in de gemeente vergroten.
Ondernemers verbinden door de Schatkamer van Twente.
Inspelen op actualiteiten.
Waar mogelijk initiatieven van ondernemers faciliteren.
Bewaken van de uitvoering van het dynamische actieprogramma.
Hiervoor is in 2016 de basis is gelegd; de uitvoering is overgedragen
aan het opgerichte platform Toeristisch Genootschap Losser.
Beleving (laten) toevoegen, het beeldmerk van de Schatkamer van
Twente laden, o.a. door het thema smokkelen in Overdinkel samen
met inwoners en ondernemers verder uitbouwen.
Subsidie aan de VVV voor gastheerschap, informatievoorziening en
lokale productontwikkeling.
Samen met de overige Twentse gemeenten en Marketing Oost de
toeristische marketing van Twente, organiseren.
blz. 40 (van 135)
Wat mag het kosten?
Programma Economie & Werk Realisatie
2016 Begroting
2017 Begroting
2018 Raming
2019 Raming
2020 Raming
2021
Lasten
Participatiebudget 4.626 4.243 525 580 589 652
Sociale werkvoorziening 752 821 5.218 5.042 4.759 4.540
Armoedebeleid 520 585 623 596 599 604
Bijstandsverlening 6.584 6.083 6.261 6.243 6.254 6.267
Huisvesting statushouders 133 120 144 145 147 150
Preventie en handhaving 65 42 94 95 96 97
Economische zaken 233 226 241 229 224 225
Gemeentelijke eigendommen 860 580 534 539 545 552
Toerisme 258 225 282 246 247 248
Totaal - Lasten 14.030 12.924 13.922 13.716 13.461 13.335
Baten
Participatiebudget 52 17 20 20 21 21
Sociale werkvoorziening 179 0 1.130 1.080 950 930
Armoedebeleid 61 60 60 60 60 60
Bijstandsverlening 5.690 5.001 4.881 4.881 4.881 4.881
Huisvesting statushouders 27 0 0 0 0 0
Economische zaken 114 114 114 115 116 118
Gemeentelijke eigendommen 377 40 41 41 41 42
Toerisme 20 12 11 10 9 9
Totaal - Baten 6.520 5.245 6.257 6.207 6.078 6.061
Storting reserves
Mutaties overige reserves 160 0 0 0 0 0
Totaal - Storting reserves 160 0 0 0 0 0
Onttrekking reserves
Bijstandsverlening 0 33 84 0 0 0
Mutaties overige reserves 39 112 39 39 39 39
Totaal - Onttrekking reserves 39 145 122 39 39 39
Economie & Werk 7.631 7.534 7.543 7.470 7.344 7.236
Toelichting
Algemeen: een deel van de budgettaire wijzigingen wordt veroorzaakt door het toepassen van de
financiële uitgangspunten zoals genoemd in de Kadernota 2018. Anderzijds zijn er wijzigingen door
het verwerken van de taakmutaties uit diverse circulaires.
Door een ambtelijke herverdeling van uren ontstaan verschillen in de budgetten (onder andere:
Bijstandsverlening, Huisvesting statushouders, Preventie en Handhaving en Economische zaken).
Deze verschillen, die gemeentebreed geen budgettaire consequenties hebben, zullen niet
afzonderlijk worden toegelicht.
blz. 41 (van 135)
Door het opheffen van stichting WiL en vervolgens onderbrengen van de activiteiten in de
gemeentelijke organisatie, heeft er een verschuiving plaatsgevonden tussen het product
‘Participatiebudget’ en ‘Sociale Werkvoorziening’. Dit verklaart ook de toename van de baten bij de
Sociale Werkvoorziening. Dit was eerder gesaldeerd opgenomen in de begroting bij de lasten en
heeft nu geleid tot een toename bij zowel de lasten als de baten. Tevens is de begroting van de
stichting WiL op basis van de recente ontwikkelingen geactualiseerd. Met name op het gebied van
de loonkosten zijn er grote voordelen onder andere door de uitstroom van enkele mensen. Ook
heeft de meicirculaire een positief effect op de begroting.
Ten aanzien van de bijstandsverlening worden de extra inkomsten uit de Vangnetregeling twee jaar
nadien uitgekeerd. De omvang van dit bedrag is niet goed van te voren in te schatten. Voor 2018 is
in de begroting het inmiddels bekende bedrag opgenomen.
Het budget voor Gemeentelijke eigendommen is afgenomen door lagere kapitaallasten, met name
veroorzaakt door lagere rentelasten in combinatie met lagere kosten meerjarenonderhoudplanning.
Het budget voor ‘Toerisme’ is in overeenstemming met de Kadernota 2018 toegenomen met een
eenmalig budget voor het Toeristisch Genootschap Losser en een structureel budget voor de
Toeristische marketing Twente.
Reserves en voorzieningen
In 2017 staan er voor Armoedebestrijding en Begeleiding statushouders ontrekkingen in de
reserves begroot, die in 2018 niet plaatsvinden. In 2018 wordt geld uit de reserve Sociaal domein
onttrokken voor de doorontwikkeling in het Sociaal domein, door het tijdelijk aantrekken van een
transitiemanager.
blz. 42 (van 135)
2.4. Bestuur en Dienstverlening
"Een activerende en voorwaardenscheppende gemeente"
Strategische doelen:
Laagdrempelig bestuur en optimale publieksdienstverlening aan inwoners
Samenwerking in nieuwe allianties
Wat willen we bereiken?
Doelenboom Bestuur en Dienstverlening
Doelstelling Producten Wat mag het kosten?
Waarborgen tevredenheid over de kwaliteit van dienstverlening. Meer diensten
digitaal aanbieden. --> Burgerzaken
--> Lasten 529
--> Baten 445
Optimale (brand-)veiligheid waarin het accent verschuift van bestrijden naar
voorkomen. Het bieden van adequate brandweerzorg en het in stand houden van
een adequate organisatie voor gemeentelijke rampenbestrijding. -->
Openbare orde en veiligheid --> Lasten 178
--> Baten 5
Regionale crisisbeheersing --> Lasten 1.469
--> Baten 0
Inwoners meer betrekken bij hun directe leefomgeving en een hogere participatie
stimuleren. In gemeentelijke samenwerking als zelfbewuste én zelfstandige
gemeente een actieve rol vervullen. -->
Bestuursondersteuning --> Lasten 5.926
--> Baten 217
College van B&W --> Lasten 691
--> Baten 57
Raad --> Lasten 406
--> Baten 0
Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële
huishouding. -->
Algemene uitkering --> Lasten 0
--> Baten 31.944
Belastingen --> Lasten 421
--> Baten 4.963
Onvoorzien --> Lasten 156
--> Baten 0
Treasury --> Lasten 1.050
--> Baten 1.221
Bedragen x 1.000 Euro's
Wat gaan we er voor doen? / Speerpunten 2018
Doelstelling:
Waarborgen tevredenheid over de kwaliteit van dienstverlening. Meer diensten digitaal
aanbieden.
Burgerzaken Ontwikkelingen burgerzaken
Door de langere geldigheidsduur van paspoorten en identiteitskaarten, het
(gedeeltelijk) verdwijnen van de afgifte van rijbewijzen bij gemeenten en
de invloed van digitalisering, doen zich veel veranderingen voor in de
dienstverlening aan het publiek. Dit heeft consequenties voor de
bedrijfsvoering. Bekeken wordt welke gevolgen dit heeft voor de verdere
toekomst van de baliecontacten.
Bovengenoemde ontwikkelingen hebben zowel een kwantitatief effect
(minder contactmomenten met de klant, leidt tot minder uren inzet), als
een kwalitatief effect (door gewijzigde regelgeving zijn omvangrijkere en
complexere diensten nodig). Op dit moment is nog niet te voorzien of en
zo ja, welke financiële consequenties hier voor Losser uit voortvloeien.
Ook in 2018 wordt verder gewerkt aan de digitalisering van
dienstverlening. Zo worden nieuwe I-Burgerzakenmodules ingevoerd.
Proef centraal stemmen tellen gemeenteraadsverkiezingen
In maart 2018 worden de gemeenteraadsverkiezingen georganiseerd.
Daarbij wordt gestart met een proef met centraal tellen, in samenwerking
met het ministerie van Binnenlandse Zaken. Doel is het tijdrovende en
vermoeiende telproces efficiënter en betrouwbaarder te maken.
Doelstelling: Optimale (brand-)veiligheid waarin het accent verschuift van bestrijden naar voorkomen. Het bieden
van adequate brandweerzorg en het in stand houden van een adequate organisatie voor gemeentelijke
rampenbestrijding.
Openbare orde en
veiligheid
In 2018 wordt de wettelijk verplichte visitatie voor de organisatie van de
Veiligheidsregio Twente (VRT) uitgevoerd. Daarnaast wordt het regionale
Risicoprofiel geactualiseerd en door het Algemeen Bestuur vastgesteld. In
het kader van de aanstaande verkiezingen voor de gemeenteraad en de
vorming van nieuwe colleges van burgemeesters en wethouders wordt
door de VRT bijzondere aandacht gegeven aan voorlichting aan
gemeenteraden en training van loco -burgemeesters op gebied van
rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Regionale
crisisbeheersing
Verbonden partij:
Veiligheidsregio Twente
De VRT is een wettelijk verplichte gemeenschappelijke regeling. De
multidisciplinaire crisisorganisatie wordt gevormd door de kolommen:
Brandweer, Gemeenten (Bevolkingszorg), Communicatie, Politie en
geneeskundige hulpverlening (GHOR). De VRT heeft als doel
belangenbehartiging, beleidsmatige en operationele voorbereiding en
uitvoering op het gebied van fysieke veiligheid. Hieronder vallen:
brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en geneeskundige
hulpverlening bij ongevallen en rampen in regionaal verband.
blz. 45 (van 135)
Doelstelling: Inwoners meer betrekken bij hun directe leefomgeving en een hogere participatie stimuleren. In
gemeentelijke samenwerking als zelfbewuste én zelfstandige gemeente een actieve rol vervullen.
Raad Op 21 maart 2018 zijn er verkiezingen voor de gemeenteraad. De acties
zijn dit jaar vooral gericht op het inwerken van de nieuwe raad en de
vorming van een nieuw college van burgemeester en wethouders.
Aandachtspunt hierbij is het bepalen van de belangrijkste doelen voor de
komende jaren. Begin 2018 wordt de nieuwe burgemeester geïnstalleerd.
College van B&W Het college draagt bij en geeft inhoud aan een open stijl van besturen.
Kernbegrippen zijn samenwerking met en participatie door inwoners en
maatschappelijke partners. Nieuwe mogelijkheden worden nagegaan om
door de optimalisatie van (online) kanalen, de communicatieve kracht van
de gemeente verder te versterken.
Bestuursondersteuning Omgevingsbewust werken
In toenemende mate worden inwoners door de gemeente op allerlei
manieren actief betrokken bij het opstellen van beleid en vormgeven van
projecten; omgevingsgericht werken, communicatie en participatie worden
steeds belangrijker. Omgevingsbewust werken is dè rode draad in diverse
ontwikkelingen en projecten van de gemeente.
Burgerparticipatie en overheidsparticipatie
Om beter de focus aan te kunnen brengen op de manier waarop we
burgerparticipatie en overheidsparticipatie inzetten wordt in 2018 een nota
burgerparticipatie opgeleverd. Onderdeel van de nota zijn in ieder geval
een gezamenlijk gedragen definitie van de begrippen, een gezamenlijk
gedragen ambitie en een omschrijving van de rollen van binnen
de processen van burgerparticipatie en overheidsparticipatie.
Sociaal intranet
Eind 2017 wordt het 'Sociaal intranet' opgeleverd, dat de
omgevingsgerichtheid en integraal werken door medewerkers faciliteert en
stimuleert. In 2018 wordt actief gestuurd op het gebruik van sociaal
intranet.
Verbonden partijen:
Regio Twente
De Regio Twente heeft met inachtneming van wat in de regeling is
bepaald, tot doel in de Regio Twente de volgende belangen te behartigen:
volksgezondheid, jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning, sociaal-
economische structuurversterking, recreatie en toerisme en lobby. De
taakvelden van een groot aantal afdelingen zijn betrokken bij dit
samenwerkingsverband.
Via de Agenda Voor Twente beogen we sociaal economische
structuurversterking.
Euregio
De Euregio heeft de volgende doelen en taken:
De regionale grensoverschrijdende samenwerking van haar leden
te bevorderen, te ondersteunen en te coördineren.
blz. 46 (van 135)
Activiteiten ontwikkelen, programma’s en projecten voorbereiden
en uitvoeren, financiële middelen aanvragen, in ontvangst nemen,
daarover beschikken en aan derden doorgeven.
Voor haar leden actief ten behoeve van hun belangen en
uitsluitend grensoverschrijdend actief met het doel hun
gezamenlijke belangen tegenover internationale, nationale en
andere organisaties te behartigen.
bevordert grensoverschrijdende afstemming en coördinatie tussen
publiekrechtelijke instanties, overheden en maatschappelijke
groeperingen.
Adviseert leden, burgers, ondernemingen,
samenwerkingsverbanden, overheden en andere organisaties
over grensoverschrijdende aangelegenheden.
Sinds 2016 zijn de Nederlandse gemeenten formeel lid van de Euregio.
Sinds 1 januari 2016 is de nieuwe organisatiestructuur van kracht.
Doelstelling: Het bevorderen van een betrouwbare en voor de lange termijn houdbare financiële huishouding.
Belastingen Verbonden partij:
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
Door de wettelijke taak belastinginning en heffingen te laten verzorgen
door het GBT wordt door de gemeentelijke organisatie op een effectieve
en efficiënte manier uitvoering gegeven aan deze taak. Op deze manier
wordt de gemeente Losser in de gelegenheid gesteld om zich te richten op
de ontwikkelingen van de Twentse samenleving.
Treasury Verbonden partijen:
Bank Nederlandse gemeenten
De BNG Bank is de bank van en voor overheden en voor instellingen met
een maatschappelijk belang en daardoor de huisbankier van vele
Nederlandse gemeenten. De bank draagt duurzaam bij aan het laag
houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de
burger. Losser heeft vanuit haar historische aandeelhouderspositie primair
een financieel belang.
Enexis Holding (inclusief Vorderingen op Enexis, Verkoop
Vennootschap, Publiek Belang Electriciteitsproductie, CBL
Vennootschap, CSV Amsterdam)
Enexis heeft ten doel:
Het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie,
zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water.
Het in stand houden, beheren, exploiteren en uitbreiden van
distributie- en transportnetten met annexen voor energie.
Het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de
Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een
netbeheerder zoals daarin bedoeld.
Het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere
operationele en ondersteunende activiteiten.
blz. 47 (van 135)
De verwachting is dat in 2016 of 2017 een deel van het aandelenbezit in
Enexis wordt verkocht aan andere aandeelhouders.
De vijf SPV's zijn opgericht bij de verkoop van Essent aan RWE en
hebben een functie bij de juridische afwikkeling van de verkoop. De
bedoeling is dat deze entiteiten de komende jaren kunnen worden
ontbonden. Vitens is verantwoordelijk voor de uitoefening van een publiek
(drink)waterbedrijf daaronder begrepen de winning, productie, transport,
verkoop en distributie van water, evenals het verrichten van alles wat met
de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan
zijn, alles in de ruimste zin van het woord.
blz. 48 (van 135)
Wat mag het kosten?
Programma Bestuur &
Dienstverlening Realisatie
2016 Begroting
2017 Begroting
2018 Raming
2019 Raming
2020 Raming
2021
Lasten
Burgerzaken 488 468 529 578 418 405
Openbare orde en veiligheid 100 88 178 88 79 84
Regionale crisisbeheersing 1.425 1.508 1.469 1.427 1.428 1.428
Bestuursondersteuning 899 5.288 5.926 5.939 5.971 6.094
College van B&W 967 665 691 703 715 722
Raad 448 374 406 400 396 393
Belastingen 244 245 421 311 314 268
Onvoorzien 461 126 156 137 145 156
Treasury 1.337 1.013 1.050 1.086 1.161 1.161
Mutatie reserve
Bestuur&Dienstverlening 34 0 0 0 0 0
Totaal - Lasten 6.403 9.775 10.826 10.669 10.626 10.710
Baten
Burgerzaken 474 409 445 394 259 248
Openbare orde en veiligheid 3 5 5 5 5 5
Regionale crisisbeheersing 25 0 0 0 0 0
Bestuursondersteuning 22 0 217 221 226 230
College van B&W 55 56 57 57 58 59
Algemene uitkering 31.953 31.169 31.944 32.108 32.272 32.692
Belastingen 4.950 4.893 4.963 5.017 5.082 5.164
Onvoorzien -410 0 0 0 0 0
Treasury 2.931 1.675 1.221 1.208 1.318 1.279
Totaal - Baten 40.003 38.208 38.853 39.011 39.221 39.676
Storting reserves
Onvoorzien 3.041 71 0 0 0 0
Mutatie overige reserves 1.521 576 -264 85 341 714
Totaal - Storting reserves 4.562 647 -264 85 341 714
Onttrekking reserves
Burgerzaken 0 0 0 88 88 88
Onvoorzien 350 0 0 0 0 0
Mutatie overige reserves 107 154 364 -100 73 112
Totaal - Onttrekking reserves 457 154 364 -12 161 199
Bestuur & Dienstverlening -29.494 -27.940 -28.655 -28.245 -28.414 -28.451
Toelichting
Algemeen: een deel van de budgettaire wijzigingen wordt veroorzaakt door het toepassen van de
financiële uitgangspunten zoals genoemd in de Kadernota 2018. Anderzijds zijn er wijzigingen door
het verwerken van de taakmutaties uit diverse circulaires.
blz. 49 (van 135)
De dienstverlening voor de burger is toegenomen, waardoor zowel de baten (leges) als de lasten
(afdracht rijksleges, kosten bedrijfsvoering) zijn toegenomen. Vanaf 2020 zal de consequentie van
de veranderende geldigheidsduur van paspoorten en identiteitskaarten structureel invloed hebben
op de bedrijfsvoering, met als gevolg hiervan een verlaging van de baten en lasten.
Het budget voor openbare orde en veiligheid is toegenomen doordat bij de Kadernota 2018 extra
geld beschikbaar is gesteld ter bestrijding van ondermijning.
De bijdrage aan de Veiligheidsregio Twente (VRT) zal de komende jaren lager uitvallen.
Door het beschikbaar stellen van een budget voor de Agenda van Twente is het budget bij het
product ‘Bestuursondersteuning’ toegenomen.
De hogere kosten van College van B&W hebben te maken met de algemene stijging van
personeelslasten, die ook voor het ambtelijk apparaat geldt (met name stijging ABP-premie).
Het budget voor de raad is licht gestegen door het beschikbaar stellen van een inwerkprogramma
van de nieuwe raadsleden en kapitaallasten als gevolg van de aanschaf van I-pads.
Het budget Belastingen is toegenomen, vanwege de raming van hogere kosten voor de uitvoering
van het Hondenbeleidsplan 2017 - 2022 conform de Kadernota 2018. Daarnaast is voor 2018 een
raming van € 66.000 opgenomen, voor de realisatie van het zogenaamde 'Pluspakket' Uitvoering
Hondenbeleidsplan.
Onder Onvoorzien is, conform de Kadernota, een structurele ruimte van € 50.000 opgenomen
voor onvoorziene uitgaven.
Door de verlaging van de rente ontstaan op de verschillende begrotingsproducten voordelen, daar
waar kapitaallasten (rente) worden doorberekend. Hier tegenover staat een lagere rentebate binnen
het product ‘Treasury’, als gevolg van het feit dat minder rente aan de producten kan worden
doorberekend. Dit nadelige effecten binnen 'Treasury' wordt deels gecompenseerd door het feit dat
het dividend van Twence (raming € 200.000) weer in de gemeentebegroting wordt opgenomen (in
verleden werd dit gebruikt ter dekking van de kosten van de afgelopen Agenda van Twente).
Reserves en voorzieningen
De mutaties hebben betrekking op mutaties in de Algemene Reserve. Voor een uitgebreide
toelichting wordt verwezen naar hoofdstuk 4.3.
blz. 50 (van 135)
3. Paragrafen Dit hoofdstuk bestaat uit zeven in hetBBV voorgeschreven paragrafen. De onderwerpen van de
paragrafen zijn belangrijk voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente. De informatie
over deze onderwerpen is vaak versnipperd in de begroting opgenomen. De paragrafen zijn
daarom eigenlijk dwarsdoorsnedes van de verschillende programma’s.
Welke paragrafen zijn er?
De onderwerpen van de paragrafen zijn voorgeschreven door het Besluit Begroting en
Verantwoording (BBV). Het zijn onderstaande zeven paragrafen:
Lokale heffingen
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Onderhoud kapitaalgoederen
Treasury
Bedrijfsvoering
Verbonden partijen
Grondbeleid
blz. 51 (van 135)
3.1. Lokale Heffingen
Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking
vindt van haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering,
wijziging of intrekking van lokale heffingen dient door middel van een door de gemeenteraad vast te
stellen verordening te geschieden. De definitieve vaststelling van de tarieven door de
gemeenteraad vindt plaats in december 2017.
De lokale heffingen bestaan uit de gemeentelijke belastingen, rechten en retributies. Deze vormen
een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente, welke vooral door de burgers dienen te worden
opgebracht. Lokale belastingen worden onderscheiden in heffingen waarvan de besteding
gebonden dan wel ongebonden is. Ongebonden lokale heffingen (OZB en hondenbelasting)
worden tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend, omdat zij niet aan een inhoudelijk
begrotingsprogramma zijn gerelateerd. De besteding is niet gebonden aan een bepaalde taak.
Gebonden heffingen, zoals de afvalstoffen- en rioolheffing, worden verantwoord op het betreffende
programma en worden niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend.
Voor het betalen van rechten en retributies verricht de gemeente diensten. De kosten van de
gemeentelijke dienstverlening worden doorberekend in de tarieven. Het beleid is er op gericht deze
kosten zoveel mogelijk te beperken en daar waar mogelijk rechtvaardiger te verdelen. Hierdoor
wordt een evenwichtige lastenverdeling bereikt.
Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording dient de paragraaf betreffende de lokale
heffingen ten minste te bevatten:
1. De geraamde inkomsten;
2. Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
3. Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe bij
de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt
bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de
beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze
uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd.
4. Een aanduiding van de lokale lastendruk
5. Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.
De paragraaf Lokale Heffingen geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen en de
consequenties daarvan voor de inwoners van de gemeente Losser.
Overzicht inkomsten gemeentelijke heffingen (bedragen in euro’s x 1.000)
Omschrijving lokale last 2016 Raming 2016 Realisatie 2017 Raming 2018 Raming
Afvalstoffenheffing 379 470 409 445
Begraafplaatsrechten 1 1 1
BIZ 97 99 97 99
Forensenbelasting 20 24 21 21
Hondenbelasting 214 211 203 207
Leges burgerzaken 379 470 409 445
Leges omgevingsvergunning 381 311 414 390
Leges overig 38 54 29 34
Marktgelden 18 15 18 15
OZB eigenaren woning 3.997 4.007 3.964 4.017
OZB gebruikers niet-woning 490 506 495 504
blz. 52 (van 135)
Rioolheffing 2.215 2.1892. 2.597 2.349
Toeristenbelasting 210 202 210 214
Totaal 9.775 9.879 10.279 10.364
Van elke euro die huishoudens en bedrijven in Nederland aan belastingen en sociale premies
betalen gaat in 2017 3,4% naar de gemeenten. De decentrale overheden nemen samen 5% voor
hun rekening, de rijksoverheid 95%. Het aandeel van de gemeente Losser aan ontvangen
belastingen en retributies bedraagt in dit geheel 10,3 miljoen Euro.
Beleid ten aanzien van de lokale heffingen
Ontwikkeling tarieven
De tarieven voor de riool- en afvalstoffenheffingen worden geraamd op basis van het uitgangspunt
dat zoveel mogelijk wordt gestreefd naar 100% kostendekking. De voor 2017 geldende tarieven
voor de overige belastingen en rechten stijgen met een inflatiecorrectie, uiteraard met uitzondering
van die tarieven, die het rijk heeft vastgesteld, dan wel gemaximeerd. Op basis van het Centraal
Economisch Plan wordt uitgegaan van 1,78%.
Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
Gemeenten zijn beperkt in de soorten belastingen die ze mogen heffen. Deze zijn limitatief
opgesomd in de wet. Naast belastingen, heft de gemeente rechten en leges voor individuele
dienstverlening aan haar burgers. De tarieven van deze rechten en leges dienen zodanig
vastgesteld te worden dat de geraamde opbrengsten de geraamde kosten voor het verlenen van de
diensten niet overschrijden. De opbrengst van deze zogeheten gebonden heffingen dient alleen ter
bestrijding van de kosten die de gemeente voor de betreffende dienstverlening maakt. De
gemeentelijke kosten stijgen in 2018 gemiddeld met 0,8%. De opbrengsten van de belastingen en
overige heffingen worden in beginsel alleen aangepast aan de inflatiecorrectie. Deze bedraagt
1,08%. De gemeente is vrij in de besteding van de opbrengst van de ongebonden heffingen
(algemene belastingen). De gemeentelijke belastingen en retributies die in 2018 in Losser worden
geheven zijn:
blz. 53 (van 135)
Ongebonden belastingen: Gebonden belastingen:
Forensenbelasting Afvalstoffenheffing
Hondenbelasting Bijdrage Bedrijven Investering Zone
Onroerende-zaakbelasting Leges en Rechten
Toeristenbelasting Rioolheffing
Ongebonden belastingen
Forensenbelasting
Op grond van artikel 223 van de Gemeentewet kunnen gemeenten forensenbelasting heffen. De
forensenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel. Met de forensenbelasting kunnen gemeenten
de kosten van bepaalde voorzieningen ook verhalen op mensen die niet in de gemeente wonen,
maar wel gebruik maken van de voorziening. De forensenbelasting wordt door Nederlandse
gemeenten alleen geheven van mensen die meer dan 90 dagen een gemeubileerde woning ter
beschikking houden.
Hondenbelasting
Op grond van artikel 226 van de Gemeentewet kan van de houder van een hond hondenbelasting
worden geheven. De hondenbelasting is een algemene belasting. Dat houdt in dat de raad vrij is in
de bepaling van de opbrengst: er hoeft geen relatie met de kosten te zijn.
De hondenbelasting bedraagt een vast bedrag per hond per jaar. Indien een hond maar een deel
van het jaar gehouden wordt, is de houder van de hond hondenbelasting verschuldigd over dat deel
van het jaar dat hij of zij de hond in bezit heeft.
Onroerende-zaakbelastingen
Op basis van artikel 220 van de Gemeentewet kunnen gemeenten onroerende-zaakbelastingen
(OZB) heffen. De OZB is een algemene belasting, er is geen relatie tussen de heffing en bepaalde
taken van de gemeente. De opbrengst is onderdeel van de algemene middelen.
De OZB is een tijdstipbelasting. Dit betekent dat voor het bepalen van de belastingplicht de situatie
per 1 januari van het belastingjaar geldt. Veranderingen in de loop van het jaar, bijvoorbeeld de
verkoop van een huis, worden meegenomen in het volgende belastingjaar.
Belastingplichtige
Eigenaren van woningen;
Eigenaren van niet-woningen;
Gebruikers van niet-woningen.
Indien iemand zowel eigenaar als gebruiker is van een niet-woning, dan betaalt hij of zij beide
belastingenen.
Grondslag onroerende-zaakbelastingen: De grondslag voor de berekening van de OZB is de WOZ-
waarde van de onroerende zaak. Deze wordt jaarlijks opnieuw bepaald. Het tarief van de OZB
wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde. Voor iedere groep belastingplichtigen
wordt een afzonderlijk tarief vastgesteld. De hoogte van het tarief leidt tot de opbrengst die met de
begroting is vastgesteld. De beoogde opbrengst van de OZB per belastingplicht wordt eerst
vastgesteld. Vervolgens wordt op basis van de totale WOZ-waarde van de belastingplicht het OZB-
tarief berekend. De ontwikkeling van het OZB-tarief is dus naast de ontwikkeling van de OZB-
opbrengst afhankelijk van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt. Als de gemiddelde waarde op de
vastgoedmarkt stijgt, leidt dit tot een neerwaarste bijstelling van het OZB-tarief. Anders zou de
OZB-opbrengst evenredig meestijgen. Andersom geldt hetzelfde. Een negatieve
blz. 54 (van 135)
waardeontwikkeling van de vastgoedmarkt leidt tot een verhoging van het OZB-tarief, om te
voorkomen dat de OZB opbrengst daalt.
De tariefaanpassing op basis van de ontwikkeling van de vastgoedmarkt heeft voor de gemiddelde
eigenaar en gebruiker geen effect op de hoogte van de OZB-heffing. Immers, een gemiddeld
vastgoedobject volgt de ontwikkeling op de vastgoedmarkt.
Toeristenbelasting
Op grond van artikel 224 van de Gemeentewet kunnen gemeenten Toeristenbelasting heffen voor
overnachtingen van personen binnen de gemeente die niet als ingezetene in de gemeente zijn
ingeschreven. Voor zover de belasting wordt geheven van degene die gelegenheid tot verblijf biedt,
is deze bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de
belasting verschuldigd wordt.
De doelstelling is hetzelfde als bij forensenbelasting, namelijk dat de kosten van bepaalde
voorzieningen worden omgeslagen naar personen die er wel gebruik van maken, maar niet in de
gemeente wonen.
Gebonden belastingen
Afvalstoffenheffing
De wettelijke basis voor het heffen van afvalstoffenheffing is geregeld in artikel 15.33 van de Wet
Milieubeheer. Op basis van de Wet Milieubeheer heeft de gemeente de wettelijke taak om zorg te
dragen voor de inzameling van afvalstoffen die afkomstig zijn van particuliere huishoudens.
De inzameling van afval wordt sinds 1996 uitgevoerd door Twente Milieu. De verwerking van met
name restafval en GFT vindt plaats bij Twence. De kosten van de inzameling en verwerking van
afvalstoffen wordt betaald uit de afvalstoffenheffing.
Belastingplichtige: Inwoners zijn verplicht afvalstoffenheffing te betalen, ook als zij geen afval voor
inzameling aanbieden. De heffing wordt geheven van de gebruiker van een perceel waarvoor de
gemeente een wettelijke plicht tot inzameling heeft en de inzamelverplichting ook nakomt.
Grondslag afvalstoffenheffing: De grondslag voor de berekening van afvalstoffenheffing is niet
wettelijk vastgelegd. De gemeente is in principe vrij deze grondslag zelf te bepalen. De gemeente
Losser hanteert met ingang van 2018 als grondslag een vast bedrag plus een opslag naar aantal
aanbiedingen van restafval.
Veruit het grootste deel van de gemeentelijke kosten komt van het taakveld afval € 1.734.194. De
kosten zitten vooral in het daadwerkelijk inzamelen en verwerken van het bedrijfs- en
huishoudelijke afval. Ook het scheiden van afval en het recyclen ervan valt hieronder. Omdat er ook
bedrijfsafval op het taakveld is opgenomen worden niet alle kosten van het taakveld meegenomen.
Daarnaast begroten wij € 128.660 voor het taakveld overhead. Dit zijn kosten die worden gemaakt
door de sturing en ondersteuning van medewerkers in brede zin. Naar verwachting zal er € 106.290
worden uitgegeven aan taken die onder het taakveld verkeer en wegen vallen. Zo draagt het
schoonmaken en het schoonhouden van de wegen bij aan een afvalvrije openbare ruimte. Tot slot
zijn er kosten te verwachten € 61.065 die gemaakt zullen worden voor de heffing en invordering van
de afvalstoffenheffing. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken het versturen van aanslagen aan de juiste
personen. De kosten die hiervoor gemaakt worden, vallen onder het taakveld belastingen overig.
Bijdrage Bedrijven Investering Zones
Op basis van de Wet Bedrijven investeringszones kan een Bijdrage Bedrijven Investering Zones
worden opgelegd. Met deze bijdrage kunnen bedrijven in een bepaald gebied binnen de gemeente
worden verplicht om voor een periode van maximaal vijf jaar een financiële bijdrage te leveren.
Deze bijdrage wordt gebruikt om investeringen in het betreffende gebied ter bevordering van de
leefbaarheid, de veiligheid, de ruimtelijke kwaliteit of nader publiek belang in de openbare ruimte te
bekostigen. Bij de uitvoering wordt om doelmatigheidsredenen zoveel mogelijk aangesloten bij de
blz. 55 (van 135)
Wet WOZ en de OZB. Voor het centrum van Losser is een nieuwe BIZ tot stand gekomen voor de
periode 2017-2021. Voor de uitvoering van de BIZ centrum Losser is Centrum Management Losser
onze gesprekspartner.
Leges en rechten
De mogelijkheid tot het heffen van leges is geregeld in artikel 229, lid 1, b van de Gemeentewet. De
gemeente levert op aanvraag van individuele burgers een uiteenlopend pakket aan diensten. Door
het heffen van leges worden de kosten die hiervoor worden gemaakt in principe verhaald op de
burger die de dienst afneemt. Voorbeelden zijn het verstrekken van een paspoort of het verlenen
van een vergunning. Degene die de dienst aanvraagt betaalt ook de leges. De heffingsmaatstaf is
zeer divers en wordt vermeld in de tarieventabel die hoort bij de legesverordening.
Rioolheffing
De wettelijke basis voor het heffen van rioolheffing ligt in artikel 228a van de Gemeentewet. In de
rioolheffing worden kosten doorgerekend die verbonden zijn aan het in stand houden van het
gemeentelijk rioleringsstelsel.
Met de invoering in 2008 van de Wet gemeentelijke watertaken heeft de gemeente naast de
zorgplicht voor het afvoeren van huishoudelijk afvalwater en regenwater ook de zorgplicht voor het
grondwater. Daarmee is ook de mogelijkheid ontstaan om de kosten die verbonden zijn aan de
taken die voortvloeien uit de Wet gemeentelijke watertaken, toe te rekenen aan de rioolheffing. De
rioolheffing is een bestemmingsheffing (bestemming is watertaken), er staan geen aanwijsbare
tegenprestaties tegenover. De gemeente Losser hanteert één rioolheffing voor alle
watertaken. Elke gemeente is verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vast te stellen. In
een GRP wordt meerjarig inzicht gegeven in de kosten die gemaakt worden voor de instandhouding
van het gemeentelijk rioolstelsel. Eind dit jaar wordt het GRP 2017-2020 vastgesteld en bepaald dat
deze jaarlijks wordt geactualiseerd. De kosten die hiervoor worden gemaakt, worden met de
rioolheffing verhaald op de eigenaren van woningen en niet-woningen en de gebruikers van
objecten die meer dan 500m3 afvalwater lozen.
Kostendekkendheid
De leges zijn in de tarieventabel van de legesverordening ingedeeld in drie titels:
Titel 1, algemene dienstverlening;
Titel 2, dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning;
Titel 3, dienstverlening vallend onder Europese dienstrichtlijn.
Op grond van artikel 229b van de Gemeentewet mag de legesverordening als geheel bezien
maximaal kostendekkend zijn. Niet elke post zal dus afzonderlijk op zijn kostendekkendheid worden
beoordeeld. Dit laatste zou ook moeilijk realiseerbaar zijn gezien het feit dat de kosten voor de
individuele diensten moeilijk zijn te bepalen. Dat neemt niet weg dat een gemeente wel een
kostendekkendheid per dienst of per samenhangende groep van diensten mag nastreven, als de
gemeente in dit opzicht maar een consequente lijn volgt.
Op grond van het bovenstaande is het mogelijk om kruissubsidiëring toe te passen. Onder
kruissubsidiëring wordt verstaan: het hoger stellen van tarieven van leges voor sommige diensten
om daarmee de tarieven voor andere diensten laag te kunnen houden. Daarnaast kan bij de
tariefstelling uitdrukking worden gegeven aan het profijtbeginsel. Dat is een aparte beleidsmatige
afweging. Onderlinge verschillen in - op zichzelf geoorloofde - kostendekkingspercentages tussen
groepen van diensten zijn niet in strijd met de wet of met enig algemeen rechtsbeginsel.
De mogelijkheden tot kruissubsidiëring zijn door de komst van de Europese Dienstenrichtlijn
(EDR) beperkter geworden. De EDR maakt kruissubsidiëring binnen een cluster van
samenhangende vergunningstelsels mogelijk. Dit betreft alleen de diensten aan dienstverrichters
blz. 56 (van 135)
waarop de EDR van toepassing is (titel 3 van de Legesverordening). De wetgever heeft hierin geen
aanleiding gezien om artikel 229b van de Gemeentewet te wijzigen. De EDR doorkruist daarmee de
wettelijke regeling van artikel 229b Gemeentewet.
Bij de introductie van de Wabo in 2010 (omgevingsvergunning, zie Titel 2 van de
Legesverordening) ging de wetgever ervan uit dat kruissubsidiëring tussen het cluster
omgevingsvergunning en andere in de legesverordening opgenomen dienstverleningen niet
mogelijk is. De wens van de wetgever is echter niet in een wettelijke bepaling vastgelegd, zodat in
principe artikel 229b van de Gemeentewet onverkort geldt. Wij gaan echter uit van maximaal 100%
kostendekkendheid binnen titel 2.
Voor een aantal tarieven binnen titel 1 geldt dat deze door het rijk zijn gemaximeerd: paspoorten,
rijbewijzen, kansspelen en wet bescherming persoonsgegevens.
De lasten worden niet volledig gedekt door de opbrengsten. Overzicht van taakvelden die geheel of
deels in de heffing worden meegenomen (bedragen x € 1.000):
Activiteitengroep Lasten
taakveld Overhead BTW Totale
lasten Heffingen
(baten) Overige
baten Totaal
baten Kostendekkendheid
Afvalstoffenheffing
(afvalstofffenheffing) 1.734 129 172 2.115 1.660 455 2.115 100%
Kwijtschelding
afvalstoffenheffing 80 80
Rioolheffing 2.292 149 182 2.623 2.592 31 2.623 100%
Kwijtschelding
rioolheffing 0 0
Subtotaal
heffingen 3.770 277 392 4.432 3.953 486 4.439 100%
Titel 1: Leges
algemene
Dienstverlening
484 48 15 547 491 44 535 98%
Titel 2:
dienstverlening
vallend onder de
fysieke
leefomgeving/
vergunningen
436 43 11 480 408 2 410 84%
Titel 3:
dienstverlening
vallend onder de
Europese
dienstrichtlijn
2 0 0 2 1 0 1 42%
Subtotaal leges 922 91 26 1.040 900 46 945 91%
Totaal 4.692 368 418 5.472 4.853 532 5.385 98%
Begraafrechten
Op grond van artikel 229 van de Gemeentewet wordt een vergoeding gevraagd voor het gebruik
van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de
begraafplaatsen. De heffing wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven zoals die in de
verordening begraafrechten zijn opgenomen. De tarieven worden jaarlijks verhoogd met de
inflatiecorrectie.
blz. 57 (van 135)
Marktgelden
Op grond van artikel 229 van de Gemeentewet kan de gemeente een recht heffen voor het ter
beschikking stellen van een standplaats op een deel van de openbare ruimte die gebruikt wordt
voor een markt. Belastingplichtig is degene aan wie de standplaats beschikbaar is gesteld. We
willen de kosten en de opbrengsten van de markt meer in balans brengen en onderzoeken hiertoe
de mogelijkheden.
Verwachte kosten
In totaal verwachten we het komende jaar € 2.622.694 aan kosten te maken om deze zorgplichten
na te komen. Veruit het grootste deel van de gemeentelijke kosten komt van het taakveld riolering €
2.291.891. De kosten zitten vooral in daadwerkelijk nakomen van onze gemeentelijke watertaken
op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater.
Daarnaast begroten wij € 148.563 voor het taakveld overhead. Dit zijn kosten die wij maken door de
sturing en ondersteuning van medewerkers in brede zin. Naar verwachting zullen wij € 35.430
uitgeven aan taken die onder het taakveld verkeer en wegen vallen. Zo passen we wegen en
straten op zo een manier aan dat het hemelwater bij hevige regenval enige tijd op straat kan
worden geborgen en vertraagd kan afvloeien. Dit voorkomt overbelasting van het stelsel bij
piekbelasting. Tot slot verwachten wij kosten € 22.795 te maken voor de heffing en invordering van
de rioolheffing. Deze kosten vallen onder het taakveld belastingen overig.
Woonlastenontwikkeling/lastendruk
De hoogte van de gemeentelijke woonlasten krijgt regelmatig aandacht in de media. Onder
woonlasten verstaan we: onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. Het zijn
belastingen en tarieven waarmee ieder huishouden in een gemeente jaarlijks te maken krijgt.
Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert
jaarlijks de Atlas van lokale lasten. Men vergelijkt daarin per gemeente de woonlasten van een
woning met een voor die gemeente gemiddelde waarde. De tariefsaanpassingen voor de OZB,
afval- en rioolheffing leiden voor een gemiddeld gezin (met eigen woning) tot de volgende
woonlastenontwikkeling voor 2018:
Woonlastenontwikkeling 2015 2016 2017 2018
OZB eigenaren (2018: 1,78% lastenverhoging) 333,70 335,69 341,72 347,80
Afvalstoffenheffing 140 ltr. 174,24 174,24 176,12 179,20
Afvalstoffenheffing 240 ltr. 224,76 224,76 227,19 201,83
Rioolheffing 214,11 214,11 250,00 250,00
Voor de eigenaar/bewoner van een woning betekent dit een stijging van 1,19% wanneer men in het
bezit is van een 140 liter restcontainer en een daling van 2,35% voor de eigenaar/bewoner met een
240 liter restcontainer. Voor de huurder van een woning stijgen de woonlasten met 1,75% wanneer
men in het bezit is van een 140 liter restcontainer en dalen deze lasten met 11,16% wanneer men
in het bezit is van een 240 liter restcontainer, omdat hij/zij geen onroerende-zaakbelastingen en
rioolheffing eigenarendeel betaalt.
Kwijtscheldingsmogelijkheden
De gemeente moet bij het vaststellen van kwijtschelding landelijke regels toepassen. Binnen deze
mogelijkheden zijn de volgende eigen beleidskeuzes gemaakt:
Voor de ozb en de afvalstoffenheffing is kwijtschelding mogelijk, waardoor minima geen
woonlasten betalen;
Voor extra containers wordt geen kwijtschelding afvalstoffenheffing verleend
blz. 58 (van 135)
Bij de normkosten van bestaan wordt uitgegaan van 100% van de bijstandsnorm;
Ondernemers voor de privébelastingen zijn gelijkgesteld met particulieren;
Kosten voor kinderopvang worden in aanmerking genomen als uitgaven bij de berekening
van de betalingscapaciteit en;
Bij de normkosten van bestaan voor AOW’ers wordt uitgegaan van 100% van de netto
AOW-norm.Voor de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen in het kader van het
minimabeleid is voor 2018 uitgegaan van een totaalbedrag van € 95.000.
blz. 59 (van 135)
3.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Het weerstandsvermogen geeft een indicatie van de mate waarin de gemeente tegenvallers kan
opvangen zonder dat de uitvoering van taken in gevaar komt. Het weerstandsvermogen bestaat uit
de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit (de middelen en mogelijkheden waarover de
gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en de benodigde
weerstandscapaciteit (alle risico’s waarvoor geen dekkingsmaatregelen zijn getroffen en die van
materiele betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie). Het verhoudingsgetal,
beschikbare weerstandscapaciteit ten opzichte van de benodigde weerstandscapaciteit noemen we
het ratio weerstandsvermogen. In de raadsvergadering van 11 juli 2016 heeft uw raad besloten de
gewenste ratio van het weerstandsvermogen naar boven bij te stellen van D naar C,
waarderingsklasse 1,0-1,4. Oftewel de beschikbare weerstandscapaciteit dient minimaal 100% tot
140% van de benodigde weerstandscapaciteit te bedragen.
Relevante wetgeving en gemeentelijk beleid
De wetgeving en het gemeentelijk beleid voor het weerstandvermogen zijn vastgelegd in:
Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten 2003 (art. 9, 11 en 26).
Financiële verordening gemeente Losser.
Nota weerstandsvermogen en risicomanagement 2012.
28 mei 2013 Raadsbesluit gebruik stille reserve voor bepaling weerstandscapaciteit.
Het wettelijke kader van BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) stelt dat de paragraaf
betreffende het weerstandsvermogen ten minste moet bevatten:
1. Een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
2. Een inventarisatie van de risico’s;
3. Het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s;
4. Een kengetal voor de:
1. (a) Netto schuldquote;
(b) Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen;
2. Solvabiliteitsratio;
3. Grondexploitatie;
4. Structurele exploitatieruimte;
5. Belastingcapaciteit.
De paragraaf is conform deze opbouw.
Inventarisatie van de weerstandcapaciteit
Met weerstandscapaciteit bedoelen we alle middelen en mogelijkheden waarover de gemeente
Losser beschikt om tegenvallers te bekostigen. De weerstandscapaciteit bestaat in de gemeente
Losser uit de algemene risicoreserve, vrij aanwendbare reserves en een beperkt deel van de stille
reserves op gronden en gebouwen.
Algemene risicoreserve
Zoals in hoofdstuk 4 "Financiële positie”, de tabel Algemene Risico Reserve, laat zien is de stand
van de algemene risicoreserve voor ultimo 2017 € 6.327.000. In deze tabel wordt tevens een
overzicht gegeven van de verwachte ontwikkeling van de algemene reserve over de periode 2018
tot en met 2021. Tevens worden ook nu weer de gelden uit de reserve 'Afboeking Grond'
toegerekend aan de weerstandscapaciteit (á € 750.000).
blz. 60 (van 135)
Stille reserves
Van een stille reserve is sprake wanneer de marktwaarde c.q. de verkoopwaarde van een activum
(gronden en onroerend goed) hoger is dan de boekwaarde. Bij de vaststelling van de jaarrekening
2012 op 28 mei 2013 is besloten een beperkt deel van de stille reserves te gebruiken bij het
bepalen van de aanwezige weerstandscapaciteit. Hierbij wordt enkel gekeken naar de stille
reserves in de verkoopbare gronden en panden en niet naar de stille reserves in de deelnemingen.
Het vaststellen van de stille reserves gebeurt zeer behoudend. Voor de stille reserves van
gebouwen wordt de WOZ-waarde verminderd met de boekwaarde en van het resterende bedrag
wordt 25% gebruikt als weerstandsvermogen. Voor de gronden wordt de verkoop waarde bepaald
op € 5 per m2. Van deze waarde is 50% genomen om te kunnen dienen als weerstandsvermogen.
Voor het bepalen van de omvang van de stille reserves wordt periodiek de waarde van de stille
reserves bepaald. Dit heeft geleid tot een wijziging in het bedrag dat voor de stille reserves mee
kan worden genomen voor de bepaling van de weerstandscapaciteit. Er hebben zich geen grote
wijzigingen voor gedaan waardoor de waarde van de stille reserves slechts licht is gestegen.
De waarde van de stille reserves voor de begroting 2018 is slechts licht gestegen ten opzichte van
de stand bij de jaarrekening 2016 en bedraagt € 2.240.285.
Zoals onderstaande tabel laat zien is de beschikbare weerstandscapaciteit ultimo 2017 €
9.317.285 is.
Beschikbare weerstandscapaciteit ultimo 2017
Componenten:
Algemene risicoreserve € 6.327.000
Reserve afboeking grond € 750.000
Stille reserves, gebouwen en gronden € 2.240.285
Prognose stand eind jaar 2017 € 9.317.285
Inventarisatie van de risico's
In de vastgestelde nota Weerstandsvermogen en risicomanagement is aangegeven dat het
risicomanagement, net zoals de bepaling van de stille reserves, aan de P&C cyclus wordt
gekoppeld. De risico's worden daardoor periodiek onder de aandacht gebracht en bijgesteld. Dit
heeft voor de begroting slechts geleid tot kleine wijzigingen in de geïnventariseerde risico's.
Uitgangspunten bij de beoordeling van de risico's zijn:
Normale bedrijfsvoeringsrisico's niet bij de risico's worden opgenomen.
Risico's van diverse afdelingen die een gelijksoortige oorzaak hebben worden
samengevoegd.
Verzekerde risico's worden niet meer opgenomen (denk bijvoorbeeld aan de
aansprakelijkheidsverzekering).
Gevolg van deze inventarisatie is dat het totaal van de geïnventariseerde risico's €
5.033.000 bedraagt. Het betreft hier het geschatte geldelijke gevolg van alle geïnventariseerde
risico's (exclusief de risico's van het grondbedrijf).
Met behulp van een risicoscore kunnen de risico's worden geprioriteerd en wordt inzichtelijk welke
risico's het meest belangrijk zijn.
blz. 61 (van 135)
In onderstaande tabel worden de tien grootse risico's weergegeven.
De 10 grootste risico’s begroting 2018:
Nr. Onderwerp Risico Invloed
1. Overige onvoorziene risico's Te denken valt aan calamiteiten binnen de gemeente,
extreem weer, bedrijfsongeval, overig onvoorziene
zaken die leiden tot financiële nadelen.
23,88%
2. Schommelingen in de
conjunctuur
Als gevolg van schommelingen in de
conjunctuur kunnen zowel aan de kosten als de
opbrengsten kant onvoorziene nadelige
incidentele effecten optreden.
16,78%
3. Garantstellingen Door de leningverstrekker wordt er een beroep
gedaan op de garantstellingen.
11,16%
4. Het participatiebudget is
ontoereikend
Het subsidieresultaat (participatiewet) is negatief
(loonkosten zijn hoger dan de rijksubsidie).
7,96%
5. Wet werk en bijstand:
rijksbijdrage is ontoereikend om
bijstandsuitkeringen van te
betalen
Het gemeentelijk aandeel overstijgt het
maximaal (wettelijk vastgelegde) aandeel van
10%. Ontwikkeling aantal bijstandsgerechtigden
is lastig te beïnvloeden en is met name
afhankelijk van de economische ontwikkelingen.
7,16%
6. Invoering ODT Door de invoering van de Odt loopt de
gemeente het risico boventallig personeel te
krijgen in verband met vernieuwde
kwaliteitseisen.
4,77%
7. Verbouwing Twents Carmel College Het risico bestaat dat de belastingdienst niet akkoord
gaat met de aftrek van de BTW voor het schoolmodel
wat leidt tot een eenmalig financieel nadeel.
3,98%
8. Budget Jeugd Door open eind financiering en daardoor een
onvolledig beeld van de uitgaven is het budget
Jeugd mogelijk niet toereikend en moeilijk
beheersbaar.
3,32%
9. Budget Bijzondere Bijstand Door open eind financiering en een wisselend
aantal aanvragen is het budget Bijzonder
Bijstand mogelijk niet toereikend en moeilijk
beheersbaar.
3,19%
10. Voorzieningen algemeen
(woningaanpassing, rolstoelen,
vervoer en huishoudelijke hulp).
Financieel tekort door open eind financiering.
Aantal aanvragen en gebruik van voorzieningen
neemt nog steeds toe.
2,40%
Risico's grondbedrijf
In februari 2014 heeft de raad een nieuwenota Grondbeleid vastgesteld. Ten aanzien van het
risicomanagement van het grondbedrijf is gekozen voor een andere werkwijze dan in de periode
daarvoor. Naast projectgebonden risico’s wordt er nu door het Grondbedrijf ook gekeken naar niet
projectgebonden risico’s. Ofwel ook de conjuncturele risico’s worden geïnventariseerd en
gekwantificeerd. Deze risico’s zijn vaak niet beïnvloedbaar binnen de projecten en liggen op het
vlak van macro-economische trends en wet- en regelgeving van hogere overheden. Te denken valt
aan spreidingsrisico’s rondom gehanteerde parameters. Hiermee ontstaat er een vollediger en
betrouwbaarder beeld van de risico’s binnen het grondbedrijf.
blz. 62 (van 135)
De vereiste weerstandscapaciteit voor de grondexploitaties is ongewijzigd ten opzichte van de
jaarrekening 2016. Wij handhaven een vereiste weerstandscapaciteit ter hoogte van € 1.430.000.
Ratio weerstandsvermogen en verwachte ontwikkelingen
Benodigde weerstandcapaciteit:
De geïnventariseerde risico’s zijn de basis voor de risicosimulatie welke uitgevoerd wordt om te
berekenen welk bedrag er nodig is om deze risico’s in financiële zin af te dekken. Uit de gevolgde
risicosimulatie volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van
€ 3.949.432.
Beschikbare weerstandscapaciteit:
De weerstandscapaciteit bestaat in de gemeente Losser uit de algemene risicoreserve, vrij
aanwendbare andere reserves en een beperkt deel van de stille reserves op gronden en
gebouwen. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt ultimo 2017 € 9.317.285.
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, wordt afgezet tegen de
beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het ratio
weerstandsvermogen.
De gemeente streeft hierbij een ratio weerstandsvermogen tussen de 1,0 en 1,4 na. Oftewel de
beschikbare weerstandscapaciteit dient minimaal 100% tot 140% van de benodigde
weerstandscapaciteit te bedragen.
Ratio weerstandsvermogen eind 2017 (uitgangspunt 2018)
= € 9.317.285 : € 3.949.432 = 2,4
De ratio weerstandsvermogen komt, naar verwachting, eind 2017 daarmee uit op 2,4 en bevindt
zich boven de door de raad vastgestelde wenselijke bandbreedte van 1,0 - 1,4.
Ontwikkeling in het ratio weerstandsvermogen
Vanaf 2011 worden er inventarisaties uitgevoerd om alle mogelijke risico’s in beeld te krijgen. Met
ingang van 2012 is er periodiek een risico-inventarisatie uitgevoerd om na te gaan of het aantal
risico’s en de omvang van de financiële gevolgen van de risico’s zijn gewijzigd. Daarnaast kunnen
er ook maatregelen worden getroffen die de risico’s verkleinen. De tabel hieronder geeft een
overzicht van de ontwikkeling van het ratio weerstandsvermogen vanaf deze eerste inventarisatie in
2011.
Ontwikkeling ratio
weerstandsvermogen 31-12-
2011 31-12-
2012 31-12-
2013 31-12-
2014 31-12-
2015 31-12-
2016 31-12-2017
(begroot)
Ratio weerstandsvermogen 1.00 0.23 0.41 0.69 1.34 1.87 2.4
In de Nota Weerstandsvermogen en risicomanagement is aangegeven dat wanneer het
weerstandsvermogen nog niet voldoet alle meevallers respectievelijk het rekeningresultaat prioritair
bestemd wordt om het weerstandsvermogen weer op een financieel verantwoord niveau te
brengen. Hier is nu direct geen sprake van.
blz. 63 (van 135)
Prognose ratio weerstandsvermogen 2017 en verder
Verwachte ontwikkeling weerstandscapaciteit ultimo 2017 tot en met 2021
Component 2017 2018 2019 2020 2021
Aanwezig weerstandsvermogen € 9.317.000 €
8.624.285 € 8.755.285 € 8.969.285 € 9.521.285
Benodigd weerstandsvermogen €
3.949.432 €
3.949.432 €
3.949.432 € 3.949.432 € 3.949.432
Prognose ratio
weerstandsvermogen 2,4 2,2 2,2 2,3 2,4
In bovenstaande tabel is de verwachte ontwikkeling ratio weerstandsvermogen weergegeven bij
gelijkblijvende risico's. De weergegeven ratio's zijn berekend inclusief het jaarresultaat 2016 en alle
toevoegingen aan de algemene risico reserve die zijn vastgesteld in de meerjaren begrotingen van
2013 t/m 2017.
Financiële kengetallen
Het BBV schrijft voor dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing, in aanvulling
op de ratio weerstandsvermogen, een verplichte set van vijf financiële kengetallen moet worden
opgenomen. De invoering van de set van vijf kengetallen is bedoeld om de financiële positie
inzichtelijker te maken.
Kengetallen worden veel gebruikt als analyse-instrument. Kengetallen hebben als voordeel dat, bij
correct gebruik, gemeenten op relevante onderdelen rationeel met elkaar vergeleken kunnen
worden. Er kleven ook nadelen aan het gebruik van kengetallen:
Kengetallen hebben slechts betrekking op het verleden en geven geen zekerheid over de
toekomst.
Kengetallen zijn veelal slechts een momentopname.
Kengetallen zijn vaak gebaseerd op aannames (veronderstellingen).
Financiële kengetallen rek. 2016 Begroting
2017 Begroting
2018 Raming
2019 Raming
2020 Raming
2021
1A Netto schuldquote 49,4% 60,6% 42,3 % 56,3 % 54,4 % 54,0 %
1B Netto schuldquote gecorrigeerd
voor alle verstrekte leningen 39,3% 48,4% 35,3 % 49,7 % 47,3 % 47,1 %
2 Solvabiliteitsratio 29,3% 23,4% 30,4 % 28,8 % 29,3 % 29,9 %
3 Grondexploitatie 9,9% 5,2% -2,3 % -0,7 % -8,9 % -9,8 %
4 Structurele exploitatieruimte 9,0% 1,1% 1,4 % -0,6 % -0,2 % -0,8 %
5 Belastingcapaciteit 101% 107% 104% n.n.b. n.n.b. n.n.b.
Om meer inzicht in de financiële positie te bieden, worden de kengetallen in hun onderlinge relatie
beschouwd en van een adequate toelichting voorzien. De kengetallen maken daarmee
inzichtelijk(er) over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele
lasten te kunnen dekken of opvangen. Hierbij wordt in de tabel de ontwikkeling over de jaren in
beeld gebracht.
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen
middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten op de exploitatie
blz. 64 (van 135)
drukken. Omdat er bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald,
wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te
berekenen zowel inclusief, als exclusief de doorgeleende gelden. Op die manier wordt duidelijk wat
het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de
schuldenlast. De VNG hanteert een kritische waarde 130%, hier bevinden zowel de netto
schuldquote inclusief als exclusief de doorgeleende gelden met respectievelijk 42,3 % en 35,3
% beduidend onder. De gemeente bevindt zich hiermee in de categorie gemeenten met het laagste
risico.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is op de langere termijn
aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Dit ratio geeft de mate aan waarin de gemeentelijke
bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Anders gezegd: het aandeel van het eigen vermogen
in het totaal vermogen. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale
vermogen, hoe gezonder de gemeente. In bovenstaande tabel zijn de voormalige reserves Riool en
reiniging opgenomen als voorziening conform wijziging BBV en daarmee uit het eigen vermogen
verdwenen. De gemeente bevindt zich hiermee in de categorie gemeenten met een
gemiddeld risico.
Kengetal grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grondpositie (boekwaarde) zich verhoudt tot de
totale (geraamde) baten. Dit kengetal alleen, heeft slechts een beperkte waarde. De relatie vraag
en aanbod woningbouw of bedrijventerrein, planning etcetera spelen een hierbij tevens een cruciale
rol. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden
terugverdiend bij de verkoop. Het kengetal wordt negatief omdat de boekwaarde op de balans van
de grondpositie in de jaren 2019 en 2020 negatief is. Dit houdt in dat de verwachting is dat er winst
gemaakt wordt. De gemeente bevindt zich hiermee in de categorie gemeenten met het laagste
risico.
Structurele exploitatieruimte
Dit financiële kengetal geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de vastgestelde
begroting is. Zoals in de tabel weergegeven, is er voor de jaren 2016 tot en met 2028 sprake van
een positief saldo exploitatieruimte. De gemeente bevindt zich hiermee in de categorie gemeenten
met het laagste risico.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte
van het landelijke gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen,
wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB,
de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente. De
belastingcapaciteit scoort met 104% boven het landelijk gemiddelde. De gemeente bevindt zich
hiermee in de categorie gemeenten met een gemiddeld risico.
blz. 65 (van 135)
3.3. Onderhoud kapitaalgoederen
Samenvatting
Gemeenten beschikken over kapitaalgoederen zoals groenvoorzieningen en plantsoenen, wegen,
bruggen, riolering, water, vijvers, sport- en speelvoorzieningen, gebouwen, c.a. Deze gemeentelijke
eigendommen, noodzakelijk voor een goede leefomgeving, vertegenwoordigen een grote waarde.
Investeren in onderhoud en vervanging is noodzakelijk om deze kapitaalgoederen ook op lange
termijn in stand te houden.
In juli 2013 is de “Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte” (2014-2018) door de raad vastgesteld.
Op basis van deze overkoepelende strategische nota is en wordt gewerkt om de gehele - integrale -
beheercyclus te optimaliseren en te verankeren in de gemeentelijke beleidscyclus. Hiervoor is een
traject van meerdere jaren opgezet waarin nieuwe beheerpakketten worden aangeschaft,
geïmplementeerd en operationeel gemaakt, beheer- en beleidsplannen per beheerdiscipline
worden opgesteld en de strategie inzake vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte, samen
met de raad, verder wordt uitgewerkt.
Centraal bij de beheercyclus staat de strategie om, vanuit het integraal beheer en inrichting van de
openbare ruimte, mede invulling te geven aan het bereiken van de strategische doelen van de
gemeente, zowel inhoudelijk als qua proces.
In 2018 ligt de nadruk op de verdere implementatie en het operationeel maken van het
aangeschafte integrale beheerpakket zodat per vakdiscipline de beheerplannen opgesteld kunnen
worden. Tegelijkertijd vindt implementatie en integratie met de BGT (Basisregistratie Grootschalige
Topografie) plaats. Verder zal in 2018 het Groenbeheerplan worden opgesteld en wordt de
beleidsnota Wegen en het vGRPII aan de raad aangeboden.
Op gebied van afvalinzameling heeft de raad in december 2013 ingestemd met de gezamenlijke
ambitie "Afvalloos Twente in 2030". Ook Losser werkt stapsgewijs aan deze ambitie. Zo is in 2017
besloten tot de invoering van ‘diftar’ met ingang van 1 januari 2018.
Ten aanzien van de vervangingsinvesteringen is de systematiek van het Integraal Meerjaren
Investerings- en onderhoudsprogramma voor de openbare ruimte (MIP) verder uitgewerkt en
ingebed in de P&C-cyclus. Middels het MIP wordt erop gestuurd om met investeringen in de
openbare ruimte mede invulling te geven aan ruimtelijke ontwikkelingen en het bereiken van
strategische gemeentelijke doelen.
Kaders/Doelen
Algemeen
In het coalitieakkoord “Naar een nieuwe samenwerking” (2014-2018) heeft het college aangegeven
dat de “Toekomstvisie gemeente Losser 2025; samen schatbewaarders van de gemeente Losser
met de daarin geformuleerde doelen, een belangrijke stip aan de horizon is bij ontwikkelingen en
uitvoering van projecten. Een goed ingerichte en goed onderhouden openbare ruimte, als directe
woon- en werk- en leefomgeving, is van groot belang bij het bereiken van deze strategische doelen.
Ten aanzien van de financiële positie van de gemeente Losser, wil het college steeds verder kijken
dan de komende vier jaar om een solide toekomst van Losser te waarborgen. Onzekere factoren
die de financiële situatie beïnvloeden, waaronder het MIP voor de openbare ruimte, worden jaarlijks
verder uitgewerkt en geactualiseerd.
In algemene zin is het uitgangspunt in het coalitieakkoord opgenomen om wettelijke taken op een
minimumniveau uit te voeren. Verder is de intentie om in de begroting een budget beschikbaar te
houden voor cofinanciering voor mogelijke subsidies.
blz. 66 (van 135)
Voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte betekent dit dat het MIP verder wordt
uitgewerkt en dat de reeds gehanteerde werkwijze om synergie te bereiken door waar mogelijk
beheerbudgetten mede in te zetten als cofinanciering voor integrale uitvoeringsprojecten in de
openbare ruimte, wordt voortgezet.
Dit beleid heeft middels de voorgaande programmabegrotingen en de kadernota 2018-2021 geleid
tot het vrijmaken van investeringsruimte voor investeringen in de openbare ruimte voor de komende
jaren. Dit betreft aanvullende financiering van uitvoeringsprogramma’s die behoren bij bijvoorbeeld
de “Kwaliteitsimpuls De Lutte” en het Parapluplan Losser” en integrale
herinrichtingsprojecten welke bijdragen aan gemeentelijke beleidsdoelen zoals verkeersveiligheid
en bereikbaarheid, recreatieve infrastructuur, investeringen in vitale dorpscentra, etc.
In de doelenboom van het programma Natuur en Ruimte is bovenstaande verder uitgewerkt.
Strategisch kader
In de “Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte” (2014-2018) is vastgelegd dat de openbare
ruimte op een kwaliteitsniveau “B”, voor de onderdelen groen, reiniging en weg- en straatmeubilair
wordt onderhouden (op basis van de landelijke CROW-systematiek). Voor wegen wordt het
kwaliteitsniveau “C” gehandhaafd met de ambitie om in de dorpscentra het kwaliteitsniveau “B” te
bereiken.
In het algemeen geldt dat op basis van langjarige gemiddelden en landelijke kengetallen blijkt dat
het beschikbare budget voldoende is om een kwaliteitsniveau “C” te realiseren. Door de inzet van
relatief goedkope arbeid (SW-medewerkers) is het mogelijk het door de raad vastgestelde
kwaliteitsniveau “B”, voor de onderdelen groen, reiniging en weg- en straatmeubilair, te realiseren.
Hiertoe is vanaf 2016 het “Servicebedrijf Losser” (integratie van de gemeentelijke buitendienst met
het voormalig SW-bedrijf) ingezet. Wel blijkt dat door personeelsverloop dit uitgangspunt steeds
meer onder druk komt te staan. Dit aspect zal nader belicht worden op het moment dat de Nota
Kapitaalgoederen Openbare Ruimte wordt herzien.
Servicebedrijf
Met ingang van 1 januari 2016 is het Servicebedrijf ‘Losser’ operationeel. Het Servicebedrijf is de
uitvoerende organisatie waarin SW-medewerkers, de ambtenaren van de buitendienst en
uitkeringsgerechtigden vallend onder de participatiewet samenwerken. De organisatie richt zich op
het uitvoeren van het dagelijks beheer, het uitvoeren (herstel)werkzaamheden en het reiniging van
de openbare ruimte en gebouwen, maar richt zich ook op het uitvoeren van werkzaamheden in het
sociale domein (voor hulpbehoevenden) zoals tuinonderhoud, boodschappen doen, kleine klussen
uitvoeren, etc.).
In 2018 ligt de nadruk op het door ontwikkelen van het Servicebedrijf. De bedrijfsvoering zal verder
worden geoptimaliseerd. Daarnaast zal het uitvoeren van werkzaamheden binnen het sociale
domein, verder worden uitgebouwd. Extra aandacht zal worden besteed om binnen het service
bedrijf meer mensen vanuit de participatiewet (tijdelijk) aan het werk te krijgen zodat zij zich
kansrijker kunnen maken voor een plaatst op de arbeidsmarkt. Het gaat hier om
werkervaringsplaatsen, re-integratiemogelijkheden en stageplaatsen.
Strategie
Om de ambitie van de vastgestelde onderhoudskwaliteit te behalen wordt de volgende strategie
gevolgd:
Sturen op kwaliteit
De onderhoudswerkzaamheden worden gestuurd op het door de raad vastgestelde
onderhoudsniveau. Vanwege het feit dat beschikbare financiële middelen onder druk staan
betekent dit dat voor alle voorzieningen in de openbare ruimte dat de levensduur zo ver mogelijk
blz. 67 (van 135)
wordt opgerekt als mogelijk is binnen de afgesproken kwaliteit, om zodoende kosten te besparen.
Met deze strategie worden “de grenzen” wat meer opgezocht. Daarom is het belangrijk om het
verloop van de technische kwaliteit en van de onderhoudskwaliteit van de voorzieningen in de
openbare ruimte intensiever te volgen (middels kwaliteitsinspecties en schouwrondes).
Vervangingsinvesteringen en herinrichting openbare ruimte (via MIP)
De Nota Kapitaalgoederen heeft betrekking op het (dagelijks) onderhoud van de openbare ruimte
en gaat niet in op de vervanging of herinrichting van de openbare ruimte. Hierin voorziet het MIP
(integraal meerjarig investering- en onderhoudsprogramma voor de openbare ruimte).
De basis van het MIP wordt gevormd door de vervangingsplannen die per beheerdiscipline (op
basis van periodieke kwaliteitsinspecties) worden opgesteld. Het MIP bevat een lijst van technisch
urgente projecten gecombineerd met synergie-kansen. Dit zijn projecten waarmee door samenloop
van onderhoud, vervanging en nieuw beleid, op basis van synergie, meerdere doelen bereikt
kunnen worden. Door de integrale aanpak krijgen ook ‘derden’ kansen om aan te haken bij
investeringen in de openbare ruimte (bijvoorbeeld de woningbouwvereniging, nutsbedrijven) en zijn
er wellicht bijdragen mogelijk vanuit andere overheden en/of bijdragen van derden (bijvoorbeeld bij
ontwikkellocaties). Op basis van het MIP worden jaarlijks, bij de kadernota, voor de meest urgente
vervangingsinvesteringen en/of synergiekansen, ontbrekende financiële middelen aangevraagd.
De raad besluit middels kadernota en programmabegroting over deze kredieten. Indien geen of
onvoldoende kredieten en/of vervangingsbudgetten beschikbaar worden gesteld, moet er worden
“doorbeheerd”. Dit betekent dat vanuit het onderhoudsbudget, met dagelijks onderhoud en kleine
maatregelen, de omgeving veilig wordt gehouden. Dit kan leiden tot het doorschuiven van de
deelbudgetten die al wel beschikbaar waren (bijvoorbeeld bij rioolvervangingen kan dit voorkomen).
Relatie tussen het MIP en de meerjarenbegroting
In het MIP wordt op hoofdlijnen integraal inzichtelijk gemaakt welke (vervangings-) investeringen en
projecten in de openbare ruimte de komende vier jaar een rol gaan spelen. Het MIP is echter een
dynamisch plan waarop vele externe factoren invloed hebben. Om deze reden is ervoor gekozen
steeds de investeringen die de komende 2 jaar concreet worden, op te nemen in de
programmabegroting. Hierbij wordt alleen voor het komende jaar daadwerkelijk besloten om
kredieten en budgetten voor vervangingen en investeringen beschikbaar te stellen.
In 2018 wordt, conform het MIP, slechts in geringe mate ‘beslag’ gelegd op investeringsruimte
binnen de programmabegroting maar wordt verder uitvoering gegeven aan (deels al lopende)
projecten die worden gefinancierd uit reeds eerder beschikbaar gestelde kredieten (o.a. vGRP),
subsidies en reserves (w.o. de reserve wegen).
De nadruk ligt in 2018 op het formeren van uitvoeringsprogramma’s die gebaseerd zijn op de visies
Kwaliteitsimpuls De Lutte en het Parapluplan centrum Losser. Tegelijkertijd wordt gewerkt aan de
technische voorbereiding en uitvoering van deelprojecten die onder deze uitvoeringsprogramma’s
vallen.
Burgerparticipatie inzake keuzes en prioriteitsstelling en proces
Via het MIP worden uiteindelijk door de raad beslissingen genomen inzake prioritering en keuzes
t.a.v. aanvullende financiële middelen. De strategie is dat technische noodzaak (vervangings-
investeringen) de basis is van het MIP. De eerste prioriteit volgt dus uit de technische noodzaak tot
onderhoud en/of vervanging van een voorziening.
Het MIP wordt tevens gebruikt om transparantie te bereiken voor andere investeerders in de
openbare ruimte, maar ook voor burgers. Via het reguliere proces van dorpsraden en
belangengroeperingen hebben burgers - bij gelijke technische noodzaak - invloed op keuzes. Zodra
een project vanuit het MIP is geïnitieerd wordt een planproces opgestart waarbij inwoners en
belanghebbenden vanaf het begin van het project worden meegenomen De wijze waarop het
blz. 68 (van 135)
planproces wordt ingericht is afhankelijk van de aard en omvang van het project.
Kerncijfers
De totale vervangingswaarden van de kapitaal goederen in Losser wordt geschat op ruim € 260
miljoen. De tabel van kapitaalgoederen in de bijlage (hoofdstuk 6.6) geeft een overzicht van de in
beheer zijnde kapitaalgoederen. Deze areaalgegevens komen voort uit het nieuwe beheerpakket
dat momenteel wordt geïmplementeerd. Een onderdeel van het implementatietraject is de
samenhang met het project “BGT” dat eveneens nog niet is afgerond. De in de tabel genoemde
areaalgegevens vormen nog een momentopname, maar geven al een veel beter beeld dan
voorgaande jaren.
Beleidsplannen
Op basis van de “Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte” (2014-2018) is en wordt er gewerkt om
de gehele, integrale, beheercyclus te optimaliseren en te verankeren in de gemeentelijke
beleidscyclus. Hiervoor is een traject van meerdere jaren opgezet waarin nieuwe beheerpakketten
worden aangeschaft en geïmplementeerd, beheer- en beleidsplannen worden opgesteld en de
strategie inzake vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte, samen met de raad, verder wordt
uitgewerkt.
Centraal bij de beheercyclus staat de strategie om, vanuit het integraal beheer en inrichting van de
openbare ruimte, mede invulling te geven aan het bereiken van de strategische doelen van de
gemeente, zowel inhoudelijk als qua processen. Bij het opstellen van de beleidsnota’s per
vakdiscipline wordt uitgewerkt op welke wijze daaraan invulling wordt gegeven.
Beheerplannen
Met uitzondering van het vGRP met bijbehorend kostendekkingsplan zijn er momenteel geen
vastgestelde beheerplannen per vakdiscipline op basis waarvan de financiële vertaling naar de
begroting heeft plaatsgevonden. Tot op heden wordt gewerkt met historisch gegroeide
jaarbudgetten en ervaringscijfers.
Wel heeft in 2013, in het kader van het opstellen van de Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte,
een toets op hoofdlijnen plaatsgevonden op basis van langjarige gemiddelden en landelijke
kengetallen. Hieruit blijkt dat het beschikbare budget voldoende is om een kwaliteitsniveau “C” te
realiseren. Door de inzet van relatief goedkope arbeid (SW-medewerkers) is het mogelijk het door
de raad vastgestelde kwaliteitsniveau “B”, voor de onderdelen groen, reiniging en weg- en
straatmeubilair, te realiseren.
Vervangingsinvesteringen
De Nota Kapitaalgoederen Openbare Ruimte gaat niet in op vervangingsinvesteringen. Structurele
vervangingsinvesteringen zijn niet beschikbaar. Hiervoor wordt de beschreven strategie via het MIP
gevolgd.
Inhaalslag
Het opstellen van beheerplannen en de financiële vertaling hiervan naar de begroting maakt deel
uit van de bovenvermelde inhaalslag inzake de verbetering van de beheercyclus en de afstemming
met de programmabegroting. Dat geldt voor alle beheerdisciplines (muv de gemeentelijke
watertaken).
In 2018 wordt verder gewerkt aan de inhaalslag zodat per vakdiscipline de beheerplannen (inclusief
vervangingsplannen) opgesteld kunnen worden. Het streven is erop gericht om in 2018 de
beheerplannen voor groen en wegen af te ronden..
blz. 69 (van 135)
Ontwikkelingen
Het bereiken van onderhoudsniveau “B” is mede afhankelijk van de inzet van relatief goedkope
arbeid (SW-medewerkers). In 2015 is besloten om het SW-bedrijf gedeeltelijk te integreren met de
gemeentelijke buitendienst en een gemeentelijk “Servicebedrijf” op te richten. Het servicebedrijf is
op 1 januari 2016 van start gegaan en gaat, binnen de kaders van de wet Markt en Overheid,
steeds nadrukkelijker de rol van “Opdrachtnemer” invullen op basis van werkomschrijvingen en
bestekken die zijn gebaseerd op de vastgestelde (en nog vast te stellen) beheer- en
beleidsplannen. Hiermee worden meerdere beleidsdoelstellingen ingevuld: een betere bewaking
van de afgesproken beheerkwaliteit waarbij tevens kansen worden geboden aan mensen met een
afstand tot de arbeidsmarkt.
Uitwerking per beheersdiscipline
Wegen
Onder het product Wegen vallen meerdere beheerdisciplines:
Wegen en verhardingen
Openbare verlichting
Gladheidsbestrijding
Recreatieve fietspaden
Straatmeubilair (inclusief toeristische bewegwijzering)
Civieltechnische kunstwerken (bruggen, viaducten, beschoeiingen, etc.)
Beleidskader
Voor alle beheerdisciplines die vallen onder het product Wegen geldt dat ze deel uit maken van de
Nota Kapitaalgoederen. Daarnaast vindt de uitwerking per beheerdiscipline plaats in beleid- en
beheerplannen.
Hieruit voortvloeiende financiële consequenties
Vervangingsinvesteringen en budgetten voor groot onderhoud worden opgenomen in het MIP
waarbinnen de integrale afweging inzichtelijk wordt gemaakt.
De hoogte van de noodzakelijke onderhoudsbudgetten voor onderhoud en vervanging wordt
bepaald via de kwaliteitsinspecties en (deels nog op te stellen) sectorale beleid- en beheerplannen.
Vertaling naar de begroting
De (vervangings)investeringen worden via het MIP verankerd in de Kadernota en de
Programmabegroting.
De budgetten voor groot en klein onderhoud zijn opgenomen in de exploitatiebegroting. De
komende jaren wordt eraan gewerkt om de budgetten in de exploitatiebegroting te baseren op de
sectorale beleid- en beheerplannen.
Riolering en Water
Beleidskader
Op 18 december 2012 is het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2013-2016 door de
raad vastgesteld. In december 2016 is het vigerende vGRP met een jaar verlengd. In dit verbrede
GRP is naast de afvalwaterzorgplicht, ook de zorgplicht voor grondwater en hemelwater pgenomen.
Besloten is om uit te gaan van een behoudend en sober basisscenario en om de reserve riolering in
te zetten om een deel van de kosten te dekken.
Het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) gaat een steeds nadrukkelijker rol spelen op gebied
van Water en waterketen. Samenwerking in de afvalwaterketen, verbetering van de doelmatigheid,
klimaatontwikkelingen, etc. zijn ontwikkelingen die steeds belangrijker worden. Deze landelijke
ontwikkeling wordt vertaald naar de regio’s. In Twente heeft dit geresulteerd in “Waterwinst 2.0”.
blz. 70 (van 135)
Met deze intentieverklaring spreken de 14 Twentse gemeenten, samen het waterschap, de
bereidheid uit om samen te werken in de (afval)waterketen teneinde te kunnen komen tot een
structurele kostenbesparing in de keten. Daarnaast zijn kennis en kwetsbaarheid speerpunten in
“Waterwinst 2.0”. Naar verwachting wordt in 2018 het NBW geactualiseerd.
In 2017 is door de 14 Twentse gemeenten ook gewerkt aan het opstellen van nieuw
beleidsdocument dat gericht is op de opgaven in de toekomst. Naar verwachting wordt dit beleid in
2018 vastgesteld.
Samenhang met het beheer van de openbare ruimte.
Investeringen in rioolvervangingen bieden vaak kansen om ook de bovenliggende openbare ruimte
opnieuw in te richten. De financiële middelen voor deze herinrichting kunnen niet ten laste van het
vGRP gebracht worden. Hiervoor worden andere dekkingsmiddelen ingezet zoals onder andere het
budget “Groot onderhoud Wegen”, aanvullende investeringsbudgetten (via MIP en ‘nieuw beleid”)
en wordt getracht externe bijdragen te verwerven.
Het budget voor groot onderhoud aan wegen staat onder druk, waardoor dit gevolgen heeft voor de
planning van het uitvoeringsprogramma van het vGRP. Om de synergiekansen niet verloren te
laten gaan moet er geschoven worden in de planning waardoor investeringen in rioolvervangingen
soms iets uitgesteld worden.
In de periode 2016-2017 is een hydraulische herberekening van de rioolstelsels in alle woonkernen
uitgevoerd. De resultaten van deze berekeningen en de verbeteringsmaatregelen vormen
belangrijke input voor het nieuwe vGRP II, inclusief bijbehorend kostendekkingsplan. Medio 2017
is gestart met het planproces om te komen tot het vGRPII. Naar verwachting kan in het eerste
kwartaal 2018 dit beleidskader worden vastgesteld.
Hieruit voortvloeiende financiële consequenties
De financiële consequenties zijn opgenomen in het Kostendekkingsplan dat integraal deel uit maakt
van het vGRP. Op basis van het kostendekkingsplan wordt de hoogte van de rioolheffing bepaald.
Vertaling naar de begroting
Het kostendekkingsplan is overgenomen in de exploitatiebegroting.
Groen en Landschap
Beleidskader
Groen en Landschap maakt deel uit van de Nota Kapitaalgoederen. Daarnaast vindt de uitwerking
per in beleid- en beheerplannen.
Daarnaast draagt deze beheerdiscipline ook in belangrijke mate bij aan de ruimtelijk kwaliteit van
de leefomgeving. Niet voor niets worden de termen “groen en lommerijk” genoemd als kernwaarden
in de centrumvisies voor Losser en De Lutte. Om hier invulling aan te geven heeft de raad in 2016
het Groenstructuurplan (“Groene ambitie”) vastgesteld.
Verdere kaders worden gevormd door o.a. wetgeving welke bijvoorbeeld bepalen dat gemeenten
niet langer chemische onkruidbestrijding mogen toepassen. Ook de inzet van SW-medewerkers via
het nieuwe “Servicebedrijf Losser” (dat zich nog in de implementatiefase bevindt) blijft een
belangrijk aandachtspunt omdat het behalen van het vereiste onderhoudsniveau hiervan mede
afhankelijk is.
Deze kaders worden verwerkt in de beleid- en beheerplannen voor groen en landschap Deze wordt
in 2018 ter vaststelling aan de raad voorgelegd.
Hieruit voortvloeiende financiële consequenties
Op dit moment is de hoogte van het beschikbare onderhoudsbudget voor groen nog gebaseerd op
historisch gegroeide gegevens en is er geen jaarlijks krediet beschikbaar voor vervangings-
blz. 71 (van 135)
investeringen. In 2017 is gestart met het opstellen van beleid- en beheerplannen voor groen en
landschap, inclusief het actualiseren van het beheerareaal (in samenhang met de implementatie
van de BGT). Zodra deze plannen zijn vastgesteld is bekend welke onderhoudsbudgetten en
vervangingsinvesteringen noodzakelijk zijn om het door de raad vastgestelde onderhoudsniveau in
stand te kunnen houden.
Vertaling naar de begroting
De komende jaren wordt eraan gewerkt om de onderhoudsbudgetten in de exploitatiebegroting te
baseren op de vastgestelde beleid- en beheerplannen.
De (vervangings)investeringen voor groen en landschap worden via het MIP verankerd in de
Kadernota en de Programmabegroting.
Onkruidbestrijding: Vanaf het voorjaar 2016 is het voor gemeenten verboden om onkruid op
verharding te bestrijden met glyfosaat. Ook heeft de gemeenteraad van Losser zelf opgeroepen om
het gebruik van dit middel te stoppen. Vanaf die tijd wordt het onkruid op verharding bestreden met
behulp van een heteluchtmachine / brander. Het resultaat van deze methode is minder dan de
chemische bestrijding die tot dan toe werd toegepast. Dit wordt veroorzaakt door ongunstige
weersomstandigheden voor de bestrijding en doordat wortels veelal niet afsterven door het
branden, waardoor het groen weer relatief snel terug komt.
Hoewel de discussie over het gebruik van glyfosaat in de openbare ruimte weer oplaait, zullen wij
op voorhand geen voorstellen doen om dit middel opnieuw in te zetten. Overwogen wordt om als
gemeente zelf een heteluchtmachine en een paar handbranders aan te schaffen.
Gemeentelijke gebouwen en vastgoed
Beleidskader
De Vastgoedlijst eigendom gemeente Losser vormt de basis voor keuzes in het aanhouden dan wel
afstoten van locaties. Daarbij spelen budgettaire redenen maar ook de wens om de mogelijkheden
van privatisering nader te bekijken, een rol. Daarnaast is met ingang van 1 juli 2014 de Wet Markt
en Overheid van kracht. Hierin zijn gedragsregels voor overheden opgesteld om
concurrentievervalsing tegen te gaan. Voor vastgoed geldt dat ten minste een kostprijs dekkende
huur wordt doorberekend, tenzij de Raad daar gemotiveerd van af wil wijken. Dit laatste zal voor het
maatschappelijk vastgoed het geval zijn, terwijl voor commerciële partijen de marktconforme
huurprijs blijft gelden. In de Vastgoednota gemeente Losser is dit nader uitgewerkt en vastgelegd.
Hieruit voortvloeiende financiële consequenties
De vertaling van het beleid naar de begroting vindt plaats middels het MOP-gebouwen.
Bovengenoemde Vastgoednota heeft gevolgen voor de mate van onderhoud van de verschillende
panden en daarmee het benodigd budget voor het MOP in de toekomst. Het benodigd budget voor
het MOP is daarom medio 2016 opnieuw geïnventariseerd en geïnspecteerd. Er is gebruik gemaakt
van een landelijk geaccepteerde methodiek in conditiemeting (Rgd-BOEI richtlijn
Rijksgebouwendienst). De resultaten en budgettaire consequenties daarvan zijn eind 2016 aan de
raad voorgelegd. Er zijn keuzes gemaakt in het aanhouden dan wel afstoten en op voorhand slopen
van panden. De panden die worden behouden moeten op een redelijk niveau worden onderhouden
om kapitaalvernietiging tegen te gaan. Voor een redelijk niveau van onderhoud is met ingang van
2017 voor deze panden tenminste een conditiescore: 3 conform de Rgd-BOEI aangehouden.
Vertaling naar de begroting
Het MOP is opgenomen in de exploitatiebegroting. Investeringen in gebouwen lopen separaat via
“nieuwe beleid” in de Kadernota en Programma begroting.
Duurzaamheid
Beleid: Duurzaamheid is een breed begrip en hier wordt op vele vlakken (inkoop, diensten,
blz. 72 (van 135)
projecten, openbare ruimte) invulling aan gegeven. Een concrete ambitie met doelstelling is in
september 2012 door de raad in haar Visie op Duurzaamheid en het daaruit voortkomende
Duurzaam Energie Beleid vastgesteld. Hierin is de ambitie voor de gemeente Losser uitgesproken
om 20% CO2-reductie en 20% duurzame energie in 2020 (ten opzichte van 1990) te realiseren.
Omdat hierin geen extra financiële middelen worden ingezet, anders dan de verstrekte subsidie van
de Provincie, zal de rol van de gemeente beperkt blijven tot een stimulerende en faciliterende rol.
De belangrijkste inspanningen die hiervoor worden gedaan, volgens het beleidsstuk: Inspanningen
gericht op energiebesparing, binnen de gemeentelijke beïnvloedingssfeer, liggen op het gebied van
voorlichting, voor zowel huishoudens als bedrijven.
Inspanningen op het gebied van de duurzame energieproductie liggen bij biomassa. Zonne-
energiesystemen zullen zich grotendeels autonoom ontwikkelen. De gemeente kan wel proberen
deze ontwikkeling te versnellen.
Uitvoering: Met een Uitvoeringsprogramma wordt met name gericht op de bebouwde omgeving,
particuliere woningen. Dit betreft in de gemeente Losser ook de grootste groep voor wat betreft het
energieverbruik en levert daarmee de meeste winst op.
Veel besluiten worden bewust of onbewust al genomen vanuit de duurzaamheidsgedachte.
Duurzaam inkopen van koffie en papieren bekers, toepassing van duurzamere betonproducten,
hergebruik van materialen, afvalscheiding, zonnepanelen op het gemeentehuis, opvang en het
afkoppelen van regenwater, een duurzaam schoolgebouw, mensen met afstand tot de arbeidsmarkt
die deelnemen in het Servicebedrijf, zijn daar concrete voorbeelden van.
Samenwerking: Voor de energietransitie zoeken we samenwerking op in de regio. Met de
Noordoost Twentse gemeenten hebben we op 30 maart 2017 een radenbijeenkomst georganiseerd
bij de Methoeve in Weerselo. Daarnaast wordt samengewerkt met Twence als
duurzaamheidsbevorderaar van de regio en in Twente wordt met 13 samenwerkende gemeenten
de Twentse Energie Strategie (TES) gezamenlijk opgesteld.
Met de Noordoost Twentse gemeenten hebben we de intentie om in 2023 20% van het energie en
gasverbruik van heel Noordoost Twente met gezamenlijke projecten te gaan opwekken door middel
van: Biogasprojecten, hergebruik van restwarmte, zonnevelden, diepe geothermie. Ook wordt
gekeken naar de (on)mogelijkheden voor windenergie in verschillende vormen. Hiervan wordt een
kansenkaart gemaakt en worden ook nieuwe kansrijke technieken op de voet gevolgd.
Nieuwe duurzaamheidsvisie: De gemeenteraad heeft op 8 november 2016 een motie aangenomen
en daarin het college gevraagd met een plan van aanpak te komen voor een breed gedragen
duurzaamheidsbeleid voor de gemeente Losser. De gemeenteraad is in juni 2017 geïnformeerd
over dit plan van aanpak over welk proces wordt gevolgd om te komen tot een nieuwe
duurzaamheidsvisie. Vaststelling van dit beleid staat gepland in het voorjaar 2018.
Financiën
In de reguliere begroting is structureel budget opgenomen voor klein en groot onderhoud van alle
vakdisciplines. Voor een overzicht van de beschikbare budgetten wordt verwezen naar de
betreffende tabel die is opgenomen in het hoofdstuk Programma plan – programma Natuur &
Ruimte. Vervangingsinvesteringen en investeringen in kapitaalgoederen en openbare ruimte vinden
plaats via het MIP en “nieuw beleid / investeringen”. De high-lights zijn opgenomen in onderstaande
tabel.
blz. 73 (van 135)
Planning speerpunten 2018 (periode 2017-2019)
Omschrijving Gerelateerd aan Inschatting
kosten
Kern Losser
Gefaseerde wijkvernieuwing Irisstraat-Leliestraat te
Losser. (doorlooptijd 2016 t/m 2019) Fasering sloop en nieuwbouw
Domijn.
Kaveluitgifte De Saller.
€ 1.200.000
Gefaseerde planvoorbereiding en uitvoering
Gronausestraat: afronding Gronausestraat Zuid. Parapluplan centrum Losser. € 1.100.000
Gefaseerde planvoorbereiding en uitvoering
Gronausestraat: technische voorbereiding en start
uitvoering Gronausestraat Noord (P. Schaafsplein –
Oranjestraat).
’t Zijland. € 4.200.000
Uitvoering Brinkstraat Parapluplan centrum Losser € 300.000
Planproces revitalisering winkelcentrum de Brink Parapluplan centrum Losser € 230.000
Voorbereiding uitvoering herinrichting parkeerterrein De
Langenkamp (inbegrepen bij voorbereiding
Gronausestraat).
Parapluplan centrum Losser Opgenomen
binnen raming
Gronausestraat
Kern De Lutte
Kwaliteitsimpuls De Lutte; uitvoering herinrichting
Lossersestraat/Essenweg Visie “Kwaliteitsimpuls De
Lutte”, hydraulische
herberekening rioolstelsel
De Lutte.
€ 1.000.000
Kwaliteitsimpuls De Lutte; uitvoering Dorpstraat; wegvak
Bentheimstraat – Luttermolenweg – Irenestraat. Visie kwaliteitsimpuls De
Lutte, hydraulische
herberekening en
rioolvervanging.
Ruimtelijke ontwikkelingen.
€ 1.000.000
Kwaliteitsimpuls centrum De Lutte; planvorming
openbare ruimte omgeving Erve Boerrigter. Visie kwaliteitsimpuls De
Lutte, hydraulische
herberekening en
rioolvervanging.
€ 230.000
Planvorming centrumplein De Lutte Kwaliteitsimpuls De Lutte PM
Overkoepelend
Vervanging openbare verlichting, jaarschijf 2018 Gedeeltelijk in samenhang
met uitvoeringsprojecten MIP.
Resterende vervanging op
basis van vervangingsplan.
€ 600.000
Planvorming herinrichting Dinkeldal (Duitse grens –
Hoofdstraat). Natura 2000 PM
blz. 74 (van 135)
3.4. Financiering
Treasurybeleid
De Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet fido) geeft de kaders aan waarbinnen decentrale
overheden de treasuryactiviteiten moeten uitvoeren. Het doel hiervan is de bevordering van een
gezonde financiering, het bijdragen aan het behouden van de goede kredietwaardigheid en
handhaving van de positie van decentrale overheden op de kapitaalmarkt.
Op 24 maart 2015 is het Treasurystatuut 2015 vastgesteld door de raad. Hierin zijn de
beleidskaders inzake treasury opgenomen. In het treasurystatuut worden onder meer de verdeling
van taken en bevoegdheden vastgelegd. Ook is de verantwoordingsrelatie inzake het
treasurybeleid tussen de gemeente Enschede en de gemeente Losser vastgelegd. Nieuw
opgenomen zijn de regels voor het verplichte schatkistbankieren.
De doelstellingen van het treasurybeleid zijn o.a.:
Het tegengaan van ongewenste financiële risico’s, zoals renterisico’s, kredietrisico’s,
liquiditeitenrisico’s en koersrisico’s.
Het minimaliseren van de rentekosten van de uitstaande leningen, binnen de
randvoorwaarden van de wettelijke normen uit de Wet fido zijnde de renterisiconorm en de
kasgeldlimiet.
Renterisicobeheer
Onder financiële risico’s worden zowel renterisico’s (van vaste en vlottende schuld) als
kredietrisico’s, liquiditeitenrisico’s en koersrisico’s verstaan. De Wet fido geeft een aantal verplichte
elementen aan die het risico beperken. Een belangrijke eis uit de Wet fido is dat de uitvoering van
de treasuryfunctie uitsluitend de publieke taak dient en dat het beheer prudent (verstandig) dient te
zijn.
De gemeente Losser is niet voornemens om uitzettingen te doen in de komende begrotingsjaren.
Daarnaast bezit zij uitsluitend een aantal aandelenpakketten in het kader van de publieke taak.
Informatie over deze bedrijven zijn opgenomen in de paragraaf verbonden partijen. Door de
wetswijziging van de Wet fido in 2009 is ook het verstrekken van geldleningen aan
gemeentepersoneel niet meer toegestaan. De portefeuille met personeelshypotheken wordt dan
ook afgebouwd.
Daarnaast wordt zeer terughoudend omgegaan met het verstrekken van leningen. Er zijn slechts
leningen verstrekt vanuit de deelnemingen in Vitens en Enexis. De risico’s vanuit deze leningen zijn
nihil. Van de vier leningen die verstrekt zijn aan Enexis bij de verkoop van de aandelen van Essent,
is overigens al een drietal vervroegd afgelost.
Ook met garanties wordt terughoudend omgegaan. De uitstaande garanties op geldleningen
stammen allen uit de jaren 90. Bij deze garanties zijn geen zekerheden c.q. onderpand verkregen.
De risico’s die hieruit voortvloeien zijn meegenomen bij de berekening van het
weerstandsvermogen. Daarnaast heeft Losser een achtervangpositie bij het Waarborgfonds
Sociale Woningbouw (WSW) voor verstrekte leningen aan corporaties. De risico’s hiervan zijn ook
ingeschat op nihil, aangezien er naar de huidige inzichten geen aanwijzingen zijn dat het WSW niet
aan haar garantieverplichtingen zal voldoen en de gemeente zal aanspreken op haar
achtervangpositie. Het WSW beschikt over de hoogst mogelijke rating (AAA) voor
kredietwaardigheid.
blz. 75 (van 135)
Omslagrente
Vanaf de begroting 2018 gelden de nieuwe BBV-regels voor de berekening van de omslagrente. De
omslagrente is gebaseerd op de gemiddelde rente van de opgenomen leningen alsook de
rentelasten van de kortlopende leningen. Daarnaast moeten de rentebaten van verstrekte leningen
(de leningen die zijn uitgegeven aan verbonden partijen en de personeelshypotheken) in mindering
worden gebracht.
Omschrijving 2018
Externe rentelasten korte en lange financiering 1.046.993
Externe rentebaten (o.a. rente personeelshypotheken) -124.164
Totaal door te rekenen externe rente 922.829
Rente aan grondexploitaties 9.074
Rente projectfinanciering (Kulturhus) -47.125
Saldo toe te rekenen externe rente 884.778
Rente over eigen vermogen 0
Rente over voorzieningen 0
Toe te rekenen rente 884.778
Toegerekende rente aan boekwaarden -874.778
Renteresultaat rente 9.847
Boekwaarde cf. geprognosticeerde balans 43.746.571
Omslagrente - niet afgerond 2,00%
De omslagrente wordt verlaagd van 3% in 2017 naar 2% in de begroting 2018. De omslagrente
mag namelijk worden afgerond naar 0,5%. De rekenrente voor de grondexploitaties is hoger dan de
omslagrente doordat hiervoor een andere rekenmethode van toepassing is. Dit percentage is de
gemiddelde rente van de opgenomen leningen, alsook de rentelasten van de kortlopende leningen.
Daarnaast moet rekening worden gehouden met de verhouding eigen en vreemd vermogen.
Renteresultaat
Het renteresultaat voor 2018 is € 491.000 ten opzichte van het resultaat uit de programmabegroting
2017-2020. De verlaging van de omslagrente naar 2% zorgt voor lager rentevoordeel van €
669.000. Hier staat echter tegenover dat de budgetten voor kapitaallasten met eenzelfde bedrag
zijn verlaagd in de begroting. Daarnaast zijn de rentelasten lager dan eerder begroot door de
aanhoudend lage rentestanden. De dividenduitkering van Twence is zoals aangegeven
losgekoppeld van de Agenda van Twente en wordt meegenomen in het renteresultaat (voordeel €
200.000). In de Kadernota 2018 was op beide ontwikkelingen al geanticipeerd.
Kasgeldlimiet
Voor het beperken van de renterisico’s is in de Wet fido ook een norm voor de kortlopende
schulden opgenomen, de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is het bedrag dat de gemeente als
gemiddelde netto vlottende schuld (vlottende schulden -/- vlottende middelen) maximaal mag
hebben.
blz. 76 (van 135)
De kasgeldlimiet bedraagt voor de komende jaren:
Berekening kasgeldlimiet (x € 1.000) 2018 2019 2020 2021
1. Begrotingstotaal (grondslag van berekening kasgeldlimiet) 56.100 58.108 53.249 53.401
2. Vastgesteld percentage 8,5% 8,5% 8,5% 8,5%
3. Kasgeldlimiet (1x2) 4.769 4.939 4.526 4.539
Aangezien de korte rente momenteel aanzienlijk lager is dan de rente op langlopende leningen zal
maximaal gebruik worden gemaakt van de ruimte binnen de kasgeldlimiet. Zo worden de
rentelasten geminimaliseerd.
Renterisiconorm
In de Wet fido is bepaald dat de gemeente binnen de renterisiconorm moet blijven. Het
uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op de langlopende
schulden (schulden met een looptijd van één jaar of langer). Dit gebeurt door het aanbrengen van
spreiding in de looptijden van de leningen. Hiermee wordt voorkomen dat een groot deel van de
leningen tegelijk opnieuw moet worden afgesloten, met het risico van snel oplopende rentelasten.
De renterisiconorm beoogt in de kern dat de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen totaal niet
meer dan 20% van de totale begroting van baten en lasten mogen bedragen. Uit de onderstaande
tabel blijkt dat de gemeente Losser in de komende jaren de norm niet zal overschrijden:
Berekening renterisiconorm (x € 1.000) 2018 2019 2020 2021
1. Begrotingstotaal 56.100 58.108 53.249 53.401
2. Vastgesteld percentage 11.220 11.622 10.650 10.680
3. Renterisiconorm (1x2) 20% 20% 20% 20%
4. Aflossingen 2.800 2.800 2.467 2.267
5. Ruimte onder renterisiconorm (3-4) 8.420 8.822 8.183 8.413
Beleidsvoornemens treasuryfunctie
In 2018 gaat de treasuryfunctie zich bezig houden met:
De verdere optimalisering van de geprognotiseerde balans, waardoor de omslagrente en
het hieruit voortvloeiende renteresultaat beter kunnen worden bepaald.
De verdere verbetering van de investeringsplanningen. Nauwkeuriger
investeringsplanningen leiden tot een betere inschatting van de financieringsbehoefte en
hiermee ook tot optimalisatie van de aan te trekken financiering.
Limieten 2018
In de treasuryparagraaf dienen conform artikel 16, lid 3 van de Financiële verordening jaarlijks de
limieten voor het opnemen van kredieten in rekening-courant, het uitzetten van tijdelijk overtollige
geldmiddelen en het aantrekken van langlopende geldleningen vastgesteld. De Raad stelt hiermee
de grenzen vast waarbinnen het college in 2018 kan financieren of beleggen.
De limieten voor 2018 zijn:
Limiet opnemen krediet in rekening-courant bedraagt 110% van de kasgeldlimiet (€ 4,8
miljoen voor 2018). De limiet is dus € 5,2 miljoen groot. Deze limiet geeft aan hoeveel
maximaal kortlopend gefinancierd kan worden. Overigens wordt deze limiet wel tijdelijk
blz. 77 (van 135)
overschreden zoals toegestaan vanuit de Wet fido. Daarin is opgenomen dat de
kasgeldlimiet twee kwartalen achtereen overschreden mag worden. Gezien de zeer lage
rentestanden voor kortlopende leningen wordt hier maximaal gebruik van gemaakt.
Limiet voor uitzetten tijdelijk overtollige middelen bedraagt 0,4 miljoen euro voor het jaar
2018. Deze limiet is gelijk aan het zogenaamde drempelbedrag die geldt vanuit het
verplichte schatkistbankieren. De gemeente mag tot maximaal dit bedrag overtollige
middelen uitzetten conform het gestelde in de Wet fido. De resterende overtollige middelen
dienen verplicht bij de schatkist te worden ondergebracht. Het is overigens niet
waarschijnlijk dat er overtollige middelen zijn om uit te zetten.
Limiet aantrekken langlopende leningen wordt vastgesteld op 10 miljoen euro voor het jaar
2018. Hiermee kan de ingeschatte financieringsbehoefte voor 2018 worden ingevuld en is
het mogelijk om eventueel vroegtijdig financieringen af te sluiten voor de komende jaren,
indien de renteontwikkeling hiertoe aanleiding geeft.
blz. 78 (van 135)
3.5. Bedrijfsvoering
Samenwerking Enschede – Losser
De bijdrage voor de gesloten dienstverleningsovereenkomst aan de gemeente Enschede komt in
2018 uit op € 4.058.226. Voor de mutaties ten opzichte van de bijdrage 2017 (€ 3.961.244) wordt
verwezen naar paragraaf 1.2 ‘Financieel perspectief’, onder punt 8.
Informatievoorziening
Algemeen
2018 blijft in het teken staan van de doorontwikkeling van de digitale overheid. Speerpunten in de
vele plannen zijn onder andere: 'open en transparant', 'massaal digitaal', participatie,
samenwerking, veiligheid, maar ook hoe borgen we de privacy in voldoende mate. Veel is al gereed
maar er is nog het nodige te doen. Het kost tijd om de landelijke en eigen ambities te realiseren.
Ontwikkelingen
Een groot aantal ontwikkelingen komt op ons af. Hierbij is te denken aan: de vorming van de
Generieke Digitale Infrastructuur, de vorming van de regionale Omgevingsdienst (ODT), de
Omgevingswet en Operatie BRP (Basis Registratie Personen). Maar ook de doorontwikkeling in het
sociale domein en de opkomst van Open- en Big data. Er zijn veel ontwikkelingen en initiatieven.
De kunst is om hier regie op te voeren. Dat gebeurt door afstemming en sturing op projecten voor
de primaire domeinen.
In 2018 ligt de nadruk op samenwerking. Het landelijke credo van 'meer samen doen' (in VNG
terminologie ‘collectivisering’ genoemd) moet daadwerkelijk resultaat opleveren. Binnen Twente
(SSNT) krijgt samenwerking in de zogenaamde TwenteCloud meer en meer vorm. De regionale
digikoppeling regelt op dit moment al diverse koppelingen voor de Twentse gemeenten naar
landelijke voorzieningen. Dit wordt in 2018 verder uitgebouwd.
Als gemeente beschikken wij over veel gegevens waarmee zorgvuldig moet worden omgegaan.
Het inrichten van adequaat gegevensmanagement wordt in 2018 verder vormgegeven. Voor
ontwikkelingen als data-gedreven sturing bij het aanpakken van vraagstukken in het primair
domein wordt beleid opgesteld.
Digitalisering werkprocessen
Voor Publieksdienstverlening wordt de applicatie iBurgerzaken ingevoerd en burgers kunnen vanaf
medio 2018 meer digitale producten van huis uit regelen. De invoering van de landelijke
Basisregistratie Personen is door het kabinet stopgezet. Hoe nu verder is nog niet bekend.
Het project Losser Flexibel en Verbonden krijgt in 2018 een vervolg en organisatiebreed worden
bedrijfsprocessen verder gedigitaliseerd en gekoppeld aan landelijke voorzieningen. Bijvoorbeeld
aan de Berichtenbox op Mijn Overheid. Nieuwe ontwikkelingen worden zoveel mogelijk binnen de
huidige informatiearchitectuur gerealiseerd.
Een specifiek aandachtsgebied is het Sociaal Domein. De transitie naar integraal werken binnen
de afdeling Werk, Inkomen en Zorg wordt in 2018 gevolgd door aanpassingen binnen de
informatievoorziening.
Digitalisering heeft directe gevolgen voor de documentaire informatievoorziening (DIV). De
werkzaamheden binnen het werkveld veranderen en verschuiven van het einde van het proces
naar het begin. De zogenaamde DIV ‘er 3.0 is niet meer uitvoerend, maar vooral voorwaarden
scheppend als regisseur en adviseur van de informatiehuishouding. Dit veranderingsproces is in
2017 voor Enschede en Losser ingezet en moet uiteindelijk leiden naar een goede en verantwoorde
ondersteuning van digitaal werken in Losser.
blz. 79 (van 135)
Op dit moment wordt gewerkt aan het zogenaamde Handboek substitutie. In dit handboek wordt
beschreven hoe de analoge documenten vervangen kunnen worden door digitale exemplaren. Dit
is een belangrijke stap en een voorwaarde om te komen tot volledig digitaal werken in Losser. De
verwachting is dat de aanpak en de genomen maatregelen rondom het archiefbeheer ervoor zullen
zorgen dat de gemeente in voldoende mate voldoet aan de eisen van de Archiefwet 1995 en dat
het toezichtsregime voor het archief in 2018 weer groen zal worden.
Beveiliging en privacy
De zorg rond digitale veiligheid geldt voor iedereen en security als randvoorwaarde moet een
vanzelfsprekend onderdeel van de gemeentelijke governance zijn. Een gemeente kan echter niet
alles regelen en een afbakening is nodig waar de verantwoordelijkheid begint en waar die ophoudt.
We moeten voldoen aan wetgeving waaronder Algemene Verordening Gegevensveiligheid (AVG)
en andere randvoorwaarden voor cybersecurity. Dit betekent dat we verantwoordelijk zijn om de
basis op orde te hebben en te houden als het gaat om de aan ons toevertrouwde gegevens van
burgers en bedrijven. Aanpak en uitvoering wordt ondersteund door het progammaplan digitale
veiligheid, waarin een scala aan maatregelen (gedrag, proces, technisch) zijn gebundeld en tot
uitvoer worden gebracht.
Ensia (Eenduidige Normatiek Single Information Audit)
Ensia is een initiatief van de VNG en de ministeries van BZK, I&M en SZW en heeft tot doel om een
zo efficiënt en effectief mogelijk ingericht verantwoordingsstelsel voor informatieveiligheid te
ontwikkelen. Het gaat daarbij om horizontale verantwoording naar de raad en verticale
verantwoording rond landelijke voorzieningen. In 2018 wordt de eerste verantwoordingsrapportage
aan de raad gedaan.
Communicatie
In het najaar van 2017 wordt het sociaal intranet opgeleverd en in gebruik genomen. Dit is een
belangrijk instrument om de onderlinge communicatie en samenwerking tussen medewerkers,
dwars door alle organisatiestructuren heen, te ondersteunen en te bevorderen. Een sociaal intranet
bevordert ook het ‘Werken vanuit de bedoeling’ waarbij het erom gaat dat iedere medewerker zijn
toegevoegde waarde levert voor de samenleving/de burger.
In 2018 wordt de Communicatievisie gemeente Losser opgesteld.
Personeel
Strategische personeelsplanning
De gemeente Losser wil bewust sturen op de personeelssamenstelling, waarbij de richting wordt
bepaald door de organisatiekoers en ontwikkelingen in de omgeving. De vraag daarbij is altijd:
‘hebben we de juiste kwaliteit, capaciteit en flexibiliteit voor de juiste kosten op de juiste opgaven?’
Deze vraag moet worden vertaald naar concrete acties van de verschillende afdelingen en wordt
ondersteund met de juiste middelen zoals up-to-date formatie- en bezettingsoverzichten.
Wet normalisering rechtspositie ambtenaren
In 2020 wordt de arbeidsrechtelijke positie van ambtenaren gelijk getrokken met die van
werknemers. Ambtenaren vallen daarmee niet meer onder het bestuursrecht, maar onder het
civielrecht. De gevolgen zijn dat er een nieuwe cao wordt opgesteld, er moet worden bijgeschoold
in civiel arbeidsrecht, nieuwe afspraken en procedures in het geval van geschillen moeten worden
gemaakt en nieuwe beleidsregels moeten worden opgesteld. In 2018 wordt een start gemaakt met
de implementatie.
blz. 80 (van 135)
3.6. Verbonden partijen
Inleiding
Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s is het
gewenst dat in de begroting aandacht wordt besteed aan derde-rechtspersonen, waarmee de
gemeente een band heeft. Voor deze begrotingsparagraaf ligt het criterium daarvoor bij de vraag of
de gemeente bij deze partijen een bestuurlijk en financieel belang heeft. Het gaat dan concreet om
deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen.
Onder bestuurlijk belang wordt in dit verband verstaan: het hebben van een zetel in het bestuur of
het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter
beschikking heeft gesteld die achtergesteld zijn in geval van faillissement van de verbonden partij
en/of dat financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente.
Beleid verbonden partijen
Het beleid met betrekking tot verbonden partijen is neergelegd in de Nota verbonden partijen. Deze
nota wordt in 2017 geactualiseerd.Een gemeente kan grotendeels zelf bepalen op welke wijze een
taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te
nemen, maar kan ook kiezen voor gezamenlijke uitvoering in een gemeenschappelijke regeling of
anderszins buiten de gemeentelijke organisatie via een privaatrechtelijke rechtspersoon.
Verbonden partijen voeren een gemeentelijke taak uit. Het neerleggen bij de verbonden partij levert
dan financiële of bestuurlijke voordelen op.
Beheer verbonden partijen
In de Nota verbonden partijen wordt verder ingegaan op de rol van de raad. Daardoor kan de raad
invulling geven aan de toezichthoudende rol. De gemeente houdt de uiteindelijke
verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen. Kernvragen zijn of de
doelstelling nog steeds overeenstemmen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de
gemeente via de verbonden partij gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire
beslag en de financiële risico's die de gemeente met de verbonden partij kan lopen en de daaruit
voortvloeiende budgettaire gevolgen. De gemeente moet steeds de afweging maken welke aanpak
de beste garantie biedt dat de taak wordt uitgevoerd op een manier zoals de gemeente dat voor
ogen staat. De gemeente moet ook afwegen op welke manier de gemeente voldoende inhoudelijk
en financieel toezicht heeft binnen de uitvoering van een taak.
Besluit begroting en verantwoording (BBV) en verbonden partijen
Voor de informatie per verbonden partij wordt aangesloten bij de het BBV. De wijzigingen uit het
BBV van de afgelopen jaren, waarbij de laatste ingerijpende wijziging uit 2016, zijn in deze
paragraaf verbonden partijen opgenomen. Hierbij wordt nog het volgende opgemerkt. De informatie
over de omvang van het eigen vermogen, vreemd vermogen en het resultaat is nader
gespecificeerd. Dit bekent dat in de begroting de informatie uit de begrotingen van de verbonden
partij worden opgenomen. Bij de jaarrekening wordt vervolgens aansluiting gezocht met de
informatie uit de jaarrekeningen van de verbonden partijen. Niet bij alle verbonden partijen wordt de
balans voor het komende jaar geprognotiseerd. En ook is niet voor alle verbonden partijen een
begroting beschikbaar aangezien de gemeente niet in alle gevallen instemming moet verlenen aan
de begroting. Voor deze verbonden partijen zal de informatie uit de meest recente jaarrekening
worden opgenomen.
Wijzigingen en actualiteiten verbonden partijen
Regionale uitvoeringsdienst en Omgevingsdienst Twente
Vanaf 1 januari 2018 wordt de samenwerking in de vorm van de Regionale Uitvoeringsdienst (op grond van een bestuursovereenkomst) beëindigd. Het bijgestelde
takenpakket wordt ondergebracht in een verplichte gemeenschappelijke regeling, de Omgevingsdienst Twente.
Stichting WIL
De Stichting WIL is tot 1 januari 2018 belast met het werkgeverschap van de Wsw-medewerkers van de gemeente Losser. Vanaf 1 januari gaat de gemeente Losser het
werkgeverschap zelf uitvoeren. Over deze wijziging is de raad ingelicht.
Lijst met verbonden partijen
In de onderstaande lijst staan de verbonden partijen van de Gemeente Losser met de conform de gewijzigde BBV verplichte informatie.
Bestuurlijk belang Financieel belang Risico's en kansen Eigen
vermogen
begin
2018
Eigen
vermogen
eind 2018
Vreemd
vermogen
begin
2018
Vreemd
vermogen
eind 2018
Jaarresultaat
2018
Regio Twente
(Enschede) De Twentse gemeenten zijn
vanaf 1 januari 2016 met één lid
vanuit het college
vertegenwoordigd in het
algemeen bestuur. Dit lid heeft
ook een plaatsvervanger. De
gemeente Losser wordt
vertegenwoordigd door
burgemeester Gebben, terwijl
wethouder Van Rees
plaatsvervangend lid is. De
gemeenteraad is bij de Regio
Twente betrokken via de
zogenaamde Twenteraad.
In de begroting van de Regio
Twente wordt het geraamde
bedrag van de gemeente
opgenomen en in de
jaarrekening van de Regio
Twente wordt het werkelijk
verschuldigde bedrag van de
gemeente vastgesteld. De
bijdrage is afhankelijk van het
aantal inwoners. De bijdrage in
2018 bedraagt ongeveer €
990.000.
De uitgaven voor de Regio
Twente moeten in de pas
blijven lopen met de
gemeentelijke financiële
mogelijkheden.
€ 3,972
miljoen € 6,748
miljoen € 1,888
miljoen €1,756
miljoen € 0
Stadsbank Oost
Nederland
(Enschede)
Elke gemeente wordt in het
algemeen bestuur
vertegenwoordigd door een
door het college van
burgemeester en wethouders
aan te wijzen
vertegenwoordiger. Het dagelijks
bestuur bestaat uit 8 leden,
De gemeente Losser is
afnemer van producten
schuldhulpverlening van de
gemeenschappelijke regeling
voor een bedrag van ca. €
140.000.
De gemeente is
verantwoordelijk voor
integrale
schuldhulpverlening, waarbij
zowel aandacht is voor
preventie, vroeg signalering
en nazorg. De gemeente
€ 1,539
miljoen € 1,541
miljoen n.n.b. n.n.b. € 0
blz. 82 (van 135)
waarin in ieder geval zitting
hebben de AB-leden uit de
gemeenten Almelo, Hengelo en
Enschede. De voorzitter wordt
door het AB uit zijn midden
aangewezen. De gemeente
Losser wordt in het Algemeen
bestuur vertegenwoordigd door
wethouder Hassink. Wethouder
Wildschut is plaatsvervanger.
Elk lid heeft in de vergadering
van het algemeen bestuur één
stem.
kan zelf beslissen of zij
meer taken wil inkopen of
om basistaken die nu nog
door de Stadsbank worden
verricht, zelf weer te gaan
uitvoeren.
Crematoria Twente
(Enschede) OLCT is een collegeregeling. Er
is een algemeen bestuur waarin
alle betrokken gemeenten met
elk een lid - benoemd door het
college van een deelnemende
gemeente uit zijn midden. Het
dagelijks bestuur bestaat uit vijf
leden, die door het AB uit zijn
midden worden benoemd met
dien verstande dat drie van de
vijf zetels worden ingenomen
door leden van de deelnemende
gemeenten, waarvan het
inwoneraantal op 1 januari van
het jaar waarin de keuze plaats
vindt, minder is dan 40.000. De
gemeente Losser wordt in het
algemeen bestuur
vertegenwoordigd door
wethouder Van Rees.
Wethouder Hassink is
plaatsvervanger. Wethouder
Van Rees is tevens lid van het
dagelijks bestuur.
Crematoria Twente / Oost
Nederland B.V. keert jaarlijks
dividend uit aan OLCT, die het
dividend aan de deelnemende
gemeenten uitkeert naar rato
van het aantal crematies van
ingezetenen. Voor het jaar
2017 bedraagt
de winstuitkering € 15.000.
De risico’s inzake de
Crematoria Twente zijn
voornamelijk financieel.
Door de vele verwachte
investeringen staat de winst
voor de komende jaren
onder druk. Voor de
gemeente Losser betekent
een lagere winst van de
Crematoria Twente dat een
lagere dividenduitkering
wordt ontvangen.
€ 1,591
miljoen € 1,591
miljoen € 0 € 0 € 359.000
Veiligheidsregio
Twente (Enschede) De Veiligheidsregio Twente is
een rechtspersoonlijkheid
bezittend openbaar lichaam,
bestaande uit een algemeen
De aangesloten gemeenten
betalen voor 2018 hun
verplichte bijdrage naar een
door het algemeen bestuur
De bijdrage van de
gemeente is afhankelijk van
het behaalde resultaat bij de
Veiligheidsregio. Wordt de
€ 118.000 € 157.000 € 53,9
miljoen € 53,1
miljoen € 0
blz. 83 (van 135)
bestuur, waarin elke gemeente
is vertegenwoordigd door de
burgemeester en een dagelijks
bestuur bestaande uit vijf leden.
Besluitvorming in het algemeen
bestuur vindt plaats bij gewone
meerderheid. Echter bij de
vaststelling van de begroting en
rekening beschikt het lid over
het aantal stemmen dat wordt
bepaald door het aantal
inwoners. De burgemeester
wordt in het algemeen bestuur
vervangen door de loco-
burgemeester.
vastgestelde systematiek. De
bijdrage voor Losser bedraagt
€ 1.426.991.
taakstelling niet gehaald,
dan kan dit van invloed zijn
op de gemeentelijke
bijdrage.
Twentebedrijf
(Enschede) Het Twentebedrijf heeft de vorm
van een
bedrijfsvoeringsregeling. De
gemeente Losser wordt in het
bestuur vertegenwoordigd door
wethouder Van Rees. Zijn
plaatsvervanger in het bestuur is
wethouder Hassink.
Het Twentebedrijf voert nog
geen activiteiten uit en heeft
voor 2018 nog geen eigen
begroting.
Verdere samenwerking kan
voor Losser tot voordelen
leiden op met name het vlak
van: kwaliteit, continuïteit en
minder kwetsbaarheid.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Gemeentelijk
Belastingkantoor
Twente
Wethouder Hassink maakt deel
uit van het algemeen bestuur.
Zijn plaatsvervanger is
wethouder Wildschut. De
stemverhouding in het algemeen
bestuur is verdeeld naar rato
van het aantal inwoners. Iedere
deelnemer met meer dan
100.000 inwoners heeft drie
stemmen, met meer dan 50.000
inwoners twee stemmen en met
minder dan 50.000 inwoners één
stem.
De gemeentelijke bijdrage
wordt bepaald aan de hand
van tariefdifferentiatie. Bij
tariefdifferentiatie worden
tarieven per verdeelsleutel
vastgesteld en de
deelnemende gemeente
betaalt naar rato voor het
aantal "verdeelsleutels" dat is
afgenomen. Verschuivingen in
aantallen of wijzigingen in het
tarief van een verdeelsleutel
ten opzichte van voorgaand
jaar kunnen er in resulteren
dat de onderlinge
verhoudingen tussen
gemeentelijke bijdragen
veranderen.
Het GBT voert drie keer per
jaar een risico inventarisatie
uit, waarbij alle risico's
worden benoemd. Eventule
calamiteiten kunnen van
invloed zijn op de bijdragen
van de verschillende
deelnemers.
€ 661.000 € 661.000 € 4,1
miljoen € 4,1
miljoen € 61.000
blz. 84 (van 135)
Omgevingsdienst
Twente Dit is per 1 januari 2018 de
verplichte gemeenschappelijke
regeling waarin taken op het
gebied van vergunningverlening
en handhaving zijn
ondergebracht. Het college wijst
één lid en één plaatsvervangend
lid voor het Algemeen Bestuur
aan.
De Omgevingsdienst zal pas
per 1 januari 2019 volledig
operationeel zijn.
Het risico van de
netwerkorganisatie is
afstemming.
n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
Vennootschappen en corporaties
Bank Nederlandse
Gemeenten (Den
Haag)
Het aandeel van de gemeente
Losser bedraagt 0,03%. De gemeente bezit 17.550
aandelen à € 2,50. De
dividendopbrengst over 2016
bedroeg € 28.782.
De gemeente loopt het
risico minder inkomsten te
ontvangen door
teruglopende
dividendopbrengsten.
n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
Enexis Holding N.V.
(Den Bosch) Het aandeel van de gemeente
Losser bedraagt 0,02%. Dit
percentage wijzigt in 2017.
De Gemeente Losser bezit
21.310 aandelen (0,014%),
waar jaarlijks dividend over
wordt uitgekeerd. Het dividend
over 2016 was € 12.500.
De gemeente loopt het
risico minder inkomsten te
ontvangen door
teruglopende
dividendopbrengsten.
€ 3.704
miljoen € 3.804
miljoen € 3.814
miljoen n.n.b. € 200 miljoen
Vitens (Zwolle) Het aandeel van de gemeente
Losser bedraagt 0,7%. De gemeente Losser bezit
25.480 gewone aandelen à €
1 nominaal, waarop jaarlijks
dividend wordt uitgekeerd.
Voor 2017 is door Vitens €
3,32 per aandeel aan dividend
uitbetaald. Voor 2018 wordt
een dividend van € 0,90
verwacht.
De gemeente loopt het
risico minder inkomsten te
ontvangen door
teruglopende
dividendopbrengsten.
€ 526,3
miljoen € 525,7
miljoen € 1.223,8
miljoen € 1.233,9
miljoen € 13 miljoen
Twente Milieu
(Enschede) De gemeente heeft een
zeggenschap heeft van 5,3% in
NV Twente Milieu. De
directeuren en commissarissen
worden benoemd, geschorst en
ontslagen door de algemene
vergadering van
aandeelhouders.
De gemeente Losser bezit
5,3% van de aandelen.
Twente Milieu keert geen
dividend uit. Bij een positief
jaarresultaat en een
solvabiliteit van 25% wordt het
dividend verrekend in de
kostprijs van het product of de
geleverde dienst.
De gemeente loopt het
risico minder inkomsten te
ontvangen door
teruglopende
dividendopbrengsten.
€ 8,037
miljoen € 8,044
miljoen € 11,731
miljoen € 11,218
miljoen € 7.000
blz. 85 (van 135)
Twence (Hengelo) Losser heeft 3,48 % van de
gewone aandelen van Twence.
Vanwege de sterk inhoudelijke
inbreng wordt de gemeente
Losser in de Algemene
vergadering van
aandeelhouders
vertegenwoordigd door de
vakinhoudelijke wethouder.
Losser heeft 29.607 aandelen
à € 1 in bezit. Er wordt een
dividenduitkering en een
borgstellingsprovisie
ontvangen.
De gemeente loopt het
risico minder inkomsten te
ontvangen door
teruglopende
dividendopbrengsten.
€ 124
miljoen € 124
miljoen € 150
miljoen € 150
miljoen € 9 miljoen
Wadinko (Zwolle) Het aandeel van de gemeente
Losser in de onderneming
bedraagt 2,3%
De gemeente Losser bezit 55
aandelen van de in totaal
2.389 aandelen. Voor de
periode 2013-2017 is het
beleid om € 500 per aandeel
uit te keren.
De gemeente loopt het
risico minder inkomsten te
ontvangen door
teruglopende
dividendopbrengsten.
n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
Publiek Belang
Electriciteitsproductie
('s-Hertogenbosch)
Het aandeel van de
gemeente Losser bedraagt
0,02%
Losser bezit 0,02% van de
waarde. De gemeente loopt het
risico minder inkomsten te
ontvangen door
teruglopende
dividendopbrengsten.
€ 1,620
miljoen € 1,6
miljoen - - -/- € 20.000
Verkoop
Vennootschap ('s-
Hertogenbosch)
Het aandeel van de gemeente
Losser bedraagt 0,02%. Losser bezit 0,02% van de
waarde. De gemeente loopt het
risico minder inkomsten te
ontvangen door
teruglopende
dividendopbrengsten.
€ 100.000 € 60.000 - - -/- € 40.000
CBL-Vennootschap
('s-Hertogenbosch) Het aandeel van de gemeente
Losser bedraagt 0,02%. Losser bezit 0,02% van de
waarde. De gemeente loopt het
risico minder inkomsten te
ontvangen door
teruglopende
dividendopbrengsten.
$ 120.000 $ 70.000 - - -/- $ 50.000
CSV Amsterdam ('s-
Hertogenbosch) Het aandeel van de gemeente
Losser bedraagt 0,02%. Losser bezit 0,02% van de
waarde. De gemeente loopt het
risico minder inkomsten te
ontvangen door
teruglopende
dividendopbrengsten.
€ 800.000 € 600.000 - - -/- € 200.000
Vordering op Enexis
('s-Hertogenbosch) Het aandeel van de gemeente
Losser bedraagt 0,02%. 0,014% van de waarde. De
lening is opgedeeld in 4
De gemeente loopt het
risico minder inkomsten te
€ 35.000 € 27.500 € 356,3
miljoen € 356,3
miljoen -/- € 7500
blz. 86 (van 135)
deelleningen met verschillende
looptijden (met looptijden van
3. 5, 7 en 10 jaar). De eerste
lening is in 2012 volledig
afgelost , de tweede lening is
in 2013 afgelost. In 2016 is de
derde lening afgelost.
ontvangen door
teruglopende
dividendopbrengsten.
Overige verbonden partijen (bestuursovereenkomst)
Regionale
Uitvoeringsdienst Het bestuur van de Regionale
Uitvoeringsdienst bestaat uit
vijftien leden zijnde de
vertegenwoordigers van de
deelnemende colleges. Het
bestuurslid wordt aangewezen
door het college. Voor de
gemeente Losser is dit
burgemeester Gebben.
Plaatsvervanger
is wethouder Van Rees
De Regionale
Uitvoeringsdienst functioneert
nog totdat de
Omgevingsdienst Twente
operationeel is.
De RUD moet zorgen voor
een kwaliteitsslag en
efficiënter werken. Het risico
van de netwerkorganisatie
is afstemming.
n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
Euregio
(Gronau/Enschede) De EUREGIO is een
samenwerkingsverband van 129
Nederlandse en Duitse
gemeenten, steden en (Land-
)Kreise. De Euregio heeft een
Algemeen Bestuur, een
Euregioraad en een dagelijks
bestuur. Losser heeft twee
vertegenwoordigers in het
Algemeen Bestuur (de heer
Haamberg en de heer Van
Rees) en vanuit het Algemeen
Bestuur één vertegenwoordiger
in het Euregioraad (de heer
Haamberg).
De gemeente Losser betaalt
vanaf 1 januari 2016 een
lidmaatschapsbijdrage van €
0,29 per inwoner.
Eventule
ontwikkelingen kunnen van
invloed zijn op de bijdragen van
de verschillende deelnemers.
€1,3
miljoen € 1,4
miljoen € 34
miljoen € 35
miljoen € 5.449
3.7. Grondbeleid
Inleiding
Deze paragraaf schetst de kaders en uitgangspunten van het grondbeleid van de gemeente Losser.
Doel en uitgangspunten grondbeleid
De Nota grondbeleid is in 2014 geactualiseerd. In 2015 is daar nog aan toegevoegd dat een kavel
in omvang kan worden aangepast (maximaal 15%) zonder dat de grondprijs opnieuw moet worden
getaxeerd. Hiermee kan snel worden ingespeeld op vragen van kopers. In 2016 is het uitgiftebeleid
verder geactualiseerd met als doel de kavelverkoop verder te stimuleren. Tezamen met het
aantrekken van de woningmarkt werpen voorgenoemde maatregelen hun vruchten af. Er zijn in
2017 zestien kavels en vier groenstroken notarieel geleverd, welke in 2016 al verkocht zijn danwel
in optie zijn uitgegeven. Formeel rekenen we deze verkopen toe aan boekjaar 2017. Verder zijn er
negentien kavelopties uitgegeven.
Volgend jaar wordt de Nota grondbeleid opnieuw tegen het licht gehouden en zo nodig
geactualiseerd.
Woningbouwprogrammering
Als kader voor de lokale woonvisie van Losser is eind 2014 een Twentse woonvisie opgesteld. Aan
de hand van die woonvisie zijn gedurende 2015 tussen provincie en gemeenten woonafspraken
ontwikkeld. Deze uitgangspunten vormen de basis voor een nieuwe gemeentelijke woonvisie. Naar
aanleiding van Primos 2016 zijn er nieuwe woonafspraken gemaakt met de provincie. De gemeente
Losser mag voor de periode 2017 tot en met 2026 de woningvoorraad met maximaal 710 woningen
uitbreiden. Kijkend naar de plancapaciteit passen de huidige plannen binnen dit contingent. Dat
betekent dat de gemeentelijke uitbreidingsplannen doorgang kunnen vinden. Om te voorkomen dat
in de toekomst de plancapaciteit alsnog de behoefte gaat overschrijden, wordtdeze toets periodiek
uitgevoerd.
Ontwikkelingen
Vennootschapsbelasting (Vpb)
Met de huidige inzichten bedraagt de indicatie van de totaal te betalen Vennootschapsbelasting
voor het grondbedrijf ruim € 200.000. Dit is lager dan aanvankelijk geschat. Afhankelijk van de
werkelijke realisatie dient de Vennootschapsbelasting verspreid over de looptijd van de
grondexploitaties (tien jaar) jaarlijks afgedragen te worden. Er zijn landelijk nog steeds diverse
discussiepunten met betrekking tot de berekening van de Vpb die impact kunnen hebben op de
uitkomst. In de komende jaren zal de te verrekenen Vpb schommelingen vertonen. Op basis
hiervan is bij de vaststelling van de bestuursrapportage besloten om in de begroting uit te gaan van
een gemiddelde jaarlijkse last voor het grondbedrijf van € 30.000 en de afwijkingen hierop te
verrekenen via een in te stellen reserve ‘Verrekening Vennootschapsbelasting’.
Grondexploitatie
Er is een aantal ‘nieuwe gemeentelijke initiatieven’ waarvan de haalbaarheid wordt onderzocht.
Hierbij valt te denken aan de herontwikkeling aan de Ravenhorstenweg 1, de voormalige
Aloysiusschool, een perceel gelegen aan de Invalsweg te Overdinkel en de Nitertweg te Losser.
Indien er nieuwe grondexploitaties door de raad geopend worden dan zal dit tevens van invloed zijn
op de berekende Vennootschapsbelasting.
Actuele vermogenspositie grondexploitatie
Jaarlijks worden de uitkomsten van de grondexploitaties afgezet tegen de kostprijsopzetten en
worden verschillen die zich voordoen ten opzichte van de kostprijsopzet tot het jaarresultaat
blz. 88 (van 135)
gerekend. De uitgaven en inkomsten worden verwerkt in de boekwaarde zodat deze overeenkomt
met het bedrag van de kapitaaluitgaven aan het einde van het boekjaar. Jaarlijks wordt de
grondexploitatie herzien met als vertrekpunt de boekwaarde. De vermogenspositie van de
grondexploitatie bestaat uit twee componenten, te weten:
het geïnvesteerde vermogen van de complexen per 31-12-2016 (boekwaarde);
de prognoses van de complexen (exploitatieopzetten).
Het laatste onderdeel is belangrijk bij de beoordeling van de resultaatontwikkeling in de komende
jaren en bij de beoordeling van de actuele vermogenspositie van de grondexploitatie. In de
raadsvergadering van 11 juli 2017 zijn de herziene grondexploitaties vastgesteld. Voor
de berekening van de grondexploitaties is het noodzakelijk om parameters vast te stellen. De
gehanteerde parameters zijn in de Nota van Uitgangspunten vastgesteld door het college. Voor de
volledigheid vermelden we deze in onderstaande tabel.
2017 2018 2019 2020 >
Kosten 0% 3% 3% 2%
Opbrengsten 0% 1% 2% 2%
Rente 2,29% 2,28% 2,33% 2,39%
In exploitatie genomen plannen (bedragen in €)
Complex Boekwaarde
31-12-2016 Prognose
eindresultaat Einddatum
prognose Resultaat
31-12-2017
Saller -142.000 8.563.000 31-12-2024 7.270.000
Lutte Zuid -48.000 470.000 31-12-2017 470.000
Luttermolenveld 1.003.000 75.000 31-12-2021 68.000
Geurmeij 2.070.000 521.000 31-12-2026 422.000
't Zijland -1.735.000 135.000 31-12-2019 129.000
Totaal 1.148.000 9.764.000 8.359.000
De Saller
Het complex bestaat uit een gerealiseerd deel (Saller 1) en een deel dat in ontwikkeling is (Saller
2). Saller 2 bestaat uit drie fasen: 2A, 2B en 2C. Gelijktijdig met het bestemmingsplan voor Saller 2
is de exploitatieopzet in 2010 door de Raad vastgesteld. In 2015 is het bouwrijp maken van fase 2A
en 2B afgerond. Hierbij zijn aanbestedings-, synergie en rentevoordelen behaald ten gunste van
het resultaat. In 2015 is tevens gestart met het gefaseerd woonrijp maken van fase 2B.
Het woonrijp maken van fase 2B is afgestemd op de bouw van woningen. In dat kader is in 2017
een deel van de bijbehorende woonrijp werkzaamheden verricht. Medio 2017 zijn er zeven kavels
en vier groenstroken geleverd, welke in 2016 al verkocht zijn. Formeel worden deze kavels toe aan
het boekjaar 2017 toegerekend. Verder is er één kaveloptie uitgegeven. Hiermee verloopt de
particuliere kavelverkoop conform prognose.
Vooruitlopend op de formalisering van de aanvullende afspraken over fase 2B verwachten we
daarnaast dat onze contractpartner eind 2017 de tweede tranche zal afnemen, bij benadering circa
vijftien kavels. De eerste tranche (achttien kavels) is al conform afgerekend. De aanvullende
afspraken zijn tevens verwerkt in de vastgestelde grondexploitatie. In 2017 zijn de voorbereidingen
gestart voor de uitwerking van het bestemmingsplan voor fase 2C. Na vaststelling kan aansluitend
het bouwrijp maken aanvangen. Niettemin blijft de opstelling van onze contractpartner van invloed
op de planning. Voor de levering van kavels is op basis van het contract nader overleg tussen
blz. 89 (van 135)
partijen vereist. Ondanks het vertrouwen in het bereiken van een minnelijke oplossing voor fase 2B
kan een moeizaam vervolgproces voor fase 2C niet worden uitgesloten.
De Lutte Zuid
Dit complex is in 2004 in exploitatie genomen. Het bevat de realisatie van een bedrijventerrein en
een woningbouwgedeelte. Alle kavels op het bedrijventerrein zijn ultimo 2007 verkocht en van dit
deelplan is tevens het woonrijp maken afgerond. In boekjaar 2009 en 2010 zijn winsten
gerealiseerd van € 350.000 en € 170.000. Het bouwrijp en woonrijp maken is nagenoeg gereed. De
nog uit te voeren werkzaamheden zijn minimaal en worden afgestemd op de realisatie van de
woningen. Van de vier kavels zijn er medio 2017 drie geleverd, welke in 2016 reeds verkocht zijn
danwel in optie zijn uitgegeven. Formeel rekenen we deze toe aan het boekjaar 2017. Resteert er
nog één kavel.
't Luttermolenveld
Het bestemmingsplan Luttermolenveld is in februari 2009 in werking getreden en vanaf januari
2010 is het plan onherroepelijk. Eind 2010 heeft de gemeente conform de overeenkomst van
februari 2006 circa 11.000 m² bouwrijpe grond afgenomen van de projectontwikkelaar. Waarna het
complex in 2011 in exploitatie is genomen. Ter verbetering van de ontsluiting heeft de gemeente in
2016 overeenstemming bereikt over de verwerving van een perceel. Verder is in 2016 gestart met
de bouwrijp werkzaamheden van de insteekweg en nabijgelegen sloot ter verbetering van de
verkaveling. Hiervoor is het bestemmingsplan gewijzigd. Na verkoop en realisatie van de woningen
worden de resterende woonrijp werkzaamheden uitgevoerd. Medio 2017 zijn er zes kavels
geleverd, welke in 2016 al verkocht zijn dan wel in optie uitgegeven. Formeel worden deze kavels
aan het boekjaar 2017 toegerekend. Verder zijn er veertien kavelopties uitgegeven. Hiermee
verloopt de kavelverkoop boven verwachting. Het leveren van maatwerk kavels biedt gegadigden
de flexibiliteit tot op zekere hoogte te schuiven met perceelgrenzen, dan wel kavels samen te
voegen. Dit speelt bij de in optie genomen kavels. Hierdoor is het programma in zijn totaliteit van 31
naar 28 kavels aangepast. Niettemin sluit het aanbod beter aan bij de marktvraag. Dat vertaalt zich
in het animo en het feit dat de verkopen boven verwachting verlopen.
Geurmeij
In het complex de Geurmeij staan circa 90 woningen gepland. Anticiperend op het
capaciteitsvraagstuk, waarbij de toekomstige behoefte aan woningen wordt afgestemd op het
woningcontingent, is er een gefaseerde aanleg voorzien in vier fasen. De knip in fasen is zodanig
ingericht dat er ruimtelijk gezien per fase een afgerond geheel wordt gevormd. In de eerste fase zijn
momenteel veertien kavels gepland. De voorbereidingen van de bouwrijp werkzaamheden van de
eerste zeven kavels, gelegen aan de Pastoor van Laakstraat, zijn in 2016 gestart. In 2017 zijn deze
werkzaamheden nagenoeg afgerond. Daarnaast is er een aanvang gemaakt met het woonrijp
maken van dit deel. Pas na de bouw van de woningen worden de resterende woonrijp
werkzaamheden uitgevoerd. Medio 2017 zijn er vijf kavelopties uitgegeven. De voorbereiding van
de bouwrijp werkzaamheden van de resterende kavels in de eerste fase en een deel van de tweede
fase zijn gestart. Verder is in 2015 de termijn voor het indienen van planschadeclaims verstreken.
De laatste planschadeclaims zijn in 2016 gehonoreerd. Namens vijf reclamanten loopt er nog één
beroepsprocedure tegen het collegebesluit tot planschadevergoeding. Uitspraak is naar
verwachting eind 2017.
’t Zijland
In 2008 is er een overeenkomst gesloten tussen de gemeente Losser en Domijn. Als gevolg van de
markomstandigheden en gewijzigde regelgeving kon Domijn het oorspronkelijk programma niet
realiseren. De gemeente en Domijn hebben daarom heronderhandeld over een aangepaste
overeenkomst. Eind 2013 is deze overeenkomst ondertekend. Uitgangspunt van de gewijzigde
overeenkomst vormen de financiële afspraken zoals deze in 2008 zijn vastgelegd. Over de
meerkosten archeologie zijn aanvullende afspraken gemaakt. Op basis van de nieuwe
blz. 90 (van 135)
overeenkomst is in 2013 krediet bij de Raad aangevraagd waarbij de grondexploitatie ’t Zijland
formeel geopend is. In 2015 is begonnen met de bouwrijp werkzaamheden rondom de negentien
grondgebonden woningen in de eerste fase. In 2016 is gestart met de bouw van deze woningen. In
2017 zijn aansluitend de bijbehorende woonrijp werkzaamheden verricht. Daarnaast is Domijn in
2016 gestart met de bouw van één van de twee appartementencomplexen in fase twee. Medio
2017 is het appartementencomplex gereedgekomen en opgeleverd. Naar verwachting wordt in
2018 begonnen met de bouw van het tweede appartementencomplex. De voorbereidingen voor de
resterende bouw en woonrijp werkzaamheden zijn gestart en worden naar verwachting eveneens in
2018 gestart.
blz. 91 (van 135)
Financiële begroting
blz. 92 (van 135)
4. Financiële positie 4.1. Financiële positie
In de kadernota hebben we u geïnformeerd over de te verwachten financiële situatie voor de
komende jaren. Dit resulteerde bij de kadernota in een totaal overzicht. Bij de behandeling van de
kadernota in juli is de kadernota vastgesteld. Op basis van uitspraken van uw raad is het financieel
kader geactualiseerd. In onderstaand overzicht ziet u de stand van de begroting 2018.
Uitgangspunten voor het opstellen van deze begroting zijn begroting 2017, de september- en
decembercirculaire 2016, de vastgestelde kadernota 2018 en de meicirculaire 2017. Daarnaast zijn
er wijzigingen in de begroting aangebracht door onder meer de actualisering van
investeringsplanningen, verlaging van de rekenrente naar 2,00%, technische correcties en
verwerking van loon- (2,3%) en prijscompensatie (1,6%); zie hiervoor paragraaf 6.2). De circulaires
zijn verwerkt op basis van de informatie zoals we in de betreffende raadsinfo-brief aan u hebben
verstrekt.
Bedragen in 1.000 euro's 2016 Realisatie 2017 Begroting 2018 Begroting
Programma Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo
Natuur & Ruimte 12.887 7.597 5.290 12.000 7.497 4.504 13.365 8.237 5.127
Welzijn & Zorg 18.128 1.739 16.390 17.347 1.350 15.997 17.641 1.365 16.276
Economie & Werk 14.030 6.520 7.510 12.923 5.245 7.678 13.921 6.257 7.664
Bestuur & Dienstverlening 3.768 806 2.962 3.410 701 2.709 3.788 742 3.045
Subtotaal 48.813 16.661 32.152 45.681 14.792 30.888 48.714 16.601 32.113
Algemene dekkingsmiddelen 1.581 39.607 -38.026 1.257 37.507 -36.250 1.471 37.894 -36.423
Overhead 593 0 593 5.352 0 5.352 5.759 217 5.543
Heffing VPB 30 0 30 -41 0 -41 30 0 30
Bedrag onvoorzien 431 -410 841 144 0 144 125 0 125
Subtotaal 2.635 39.197 -36.563 6.712 37.507 -30.795 7.385 38.111 -30.725
Totaal gerealiseerd saldo baten en lasten 51.448 55.859 -4.411 52.393 52.300 93 56.100 54.712 1.388
Natuur & Ruimte 1.089 465 624 98 184 -86 98 6 92
Welzijn & Zorg 13 454 -441 0 355 -355 0 730 -730
Economie & Werk 160 39 122 0 145 -145 0 122 -122
Bestuur & Dienstverlening 4.562 457 4.106 647 154 493 -264 364 -627
Gerealiseerd saldo van mutaties reserve 5.825 1.414 4.411 745 838 -93 -166 1.222 -1.388
Gerealiseerd resultaat 57.273 -57.273 0 53.137 -53.137 0 55.934 -55.934 0
Bedragen in 1.000 euro's 2019 Raming 2020 Raming 2021 Raming
Programma Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo
Natuur & Ruimte 16.340 11.367 4.973 11.634 6.585 5.049 11.770 6.644 5.126
Welzijn & Zorg 17.032 1.371 15.662 17.219 1.377 15.842 17.274 1.388 15.886
Economie & Werk 13.715 6.207 7.508 13.460 6.078 7.381 13.334 6.061 7.273
Bestuur & Dienstverlening 3.722 694 3.028 3.525 562 2.963 3.549 557 2.992
Subtotaal 50.809 19.639 31.170 45.838 14.602 31.235 45.927 14.650 31.277
Algemene dekkingsmiddelen 1.396 38.096 -36.699 1.474 38.432 -36.958 1.428 38.890 -37.462
Overhead 5.766 221 5.545 5.844 226 5.618 5.942 229 5.712
Heffing VPB 31 0 31 31 0 31 32 0 32
Bedrag onvoorzien 106 0 106 114 0 114 124 0 124
Subtotaal 7.299 38.317 -31.018 7.463 38.658 -31.195 7.525 39.119 -31.594
Gerealiseerd saldo baten en lasten 58.108 57.956 153 53.301 53.261 40 53.453 53.770 -317
Natuur & Ruimte 12 6 7 12 6 7 12 6 7
Welzijn & Zorg 0 218 -218 0 189 -189 0 166 -166
Economie & Werk 0 39 -39 0 39 -39 0 39 -39
Bestuur & Dienstverlening 85 -12 97 341 161 181 714 199 515
Gerealiseerd saldo van reserve 97 250 -153 354 394 -40 727 410 317
Gerealiseerd resultaat 58.206 -58.206 0 53.655 -53.655 0 54.180 -54.180 0
Toelichting
In bovenstaand overzicht zijn conform de voorschriften in de BBV de algemene uitkering, de
overhead, de verwachte lasten in het kader van de vennootschapsbelastingplicht en de post
onvoorzien separaat opgenomen. Hieronder is per onderwerp een verklaring opgenomen.
Voor een toelichting op de mutaties vanaf de Kadernota 2018 zie hoofdstuk 1.
Voor een specifieke toelichting per programma zie Hoofdstuk 2 bij de onderdelen 'Wat mag het
kosten'.
Algemene dekkingsmiddelen
Het belangrijkste component binnen de algemene dekkingsmiddelen is de algemene uitkering uit
het gemeentefonds.
Onder de algemene uitkering zijn de bedragen opgenomen waarvan wordt verwacht dat deze voor
de jaren 2018 tot en met 2021 van het rijk zullen worden ontvangen (Algemene uitkering uit het
gemeentefonds). Driemaal per jaar (mei, september en december) wordt de gemeente
geïnformeerd over de ontwikkelingen hierover. De basis voor de opgenomen bedragen in de
begroting 2018 is de stand van de algemene uitkering bij de ‘meicirculaire’. In deze circulaire is
ingegaan op de meest recente ontwikkelingen rondom de totale uitkering maar ook op zaken die
zich voordoen op het terrein van de aan gemeenten opgedragen (specifieke) taken, bijvoorbeeld
het Sociaal Domein. De hieruit voortkomende taakmutaties zijn door vertaald naar de budgetten die
hiermee samenhangen.
De mutatie voortkomend uit de septembercirculaire, die ten tijde van het opmaken van de begroting
2018 nog niet verschenen was, zullen bij de bestuursrapportage 2018 en de Kadernota 2019 in de
begroting verwerkt worden.
Overhead
Jaar 2018 2019 2020 2021
Totaal aan overhead 5.543 5.545 5.618 5.713
Voor meer informatie over de wijze waarop wordt omgegaan met overhead wordt verwezen naar de
Programmabegroting 2017. Bij de actualisering van de Financiële verordening wordt deze
werkwijze verder onder de loep genomen.
Voor het jaar 2018 is het percentage overhead ten opzichte van de totale begroting 9,9%.
Onvoorzien
Voor de kosten van voormalig en boventallig personeel is een bedrag in de begroting geraamd.
Daarnaast is er conform de Kadernota een bedrag van € 60.000 bestamd voor onvoorziene
tegenvallers. Tot slot zijn er nog enkele onverdeelde kosten die het budget onvoorzien iets lager
maken.
Vennootschapsbelastingplicht (Vpb)
Op basis van een verkennende analyse blijkt dat het grondbedrijf Losser Vpb plichtig zal worden.
De indicatie van de totale Vpb last is ongewijzigd en is circa € 300.000. Afhankelijk van de
werkelijke realisatie dient de Vpb verspreid over de looptijd van de grondexploitaties (10 jaar)
jaarlijks afgedragen te worden. Na afstemming met de belastingdienst kan de fiscale
openingsbalans met peildatum 1 januari 2016 vastgesteld worden.
blz. 96 (van 135)
4.2. Geprognosticeerde balans
Deze begroting bevat een geprognosticeerde begin- en eindbalans van het betreffende
begrotingsjaar. Daarnaast is voor de 3 jaren volgend op het begrotingsjaar ook een
geprognosticeerde balans opgenomen. Als basis is genomen de balans uit het jaarverslag 2016
waarbij de toestand per ultimo 2016 gelijk is aan die van 1 januari 2017.
Geprognosticeerde balans (bedragen * € 1.000 per 1/1)
Activa 2017 2018 2019 2020 2021 Passiva 2017 2018 2019 2020 2021
Immaterië
le vaste
activa
3 3 3 3 3 Eigen
Vermogen
16.9
25
16.8
32
15.4
44
15.2
91
15.2
51
Materiele
vaste
activa
44.2
85
43.7
47
51.7
48
53.0
37
54.4
63
Voorzienin
gen
6.54
1
6.79
8
7.51
1
7.90
4
8.30
4
Financiële
vaste
activa
5.77
3
3.94
9
3.91
7
3.88
3
3.84
9
Vaste
schulden
23.6
57
30.6
53
29.5
75
28.7
72
28.3
05
Vaste
activa
(totaal)
50.0
60
47.6
98
55.6
67
56.9
23
58.3
15
Vaste
passiva
(totaal)
47.1
23
54.2
83
52.5
30
51.9
68
51.8
60
Voorrade
n
1.16
7
-
1.27
2
-388 -
4.74
3
-
5.28
8
Vlottende
schulden
7.36
6
9.31
7
9.31
7
9.31
7
9.31
7
Vordering
en
3.87
2
5.02
9
5.02
9
5.02
9
5.02
9
Overlopen
de passiva
3.36
4
2.61
2
2.61
2
2.61
2
2.61
2
Liquide
middelen
43 14.1
13
3.50
7
6.04
5
5.09
0
Overlopen
de activa
2.71
0
643 643 643 643
Vlottende
activa
(totaal)
7.79
2
18.5
13
8.79
2
6.97
4
5.47
4
Vlottende
passiva
(totaal)
10.7
30
11.9
29
11.9
29
11.9
29
11.9
29
Totaal
Activa
57.8
53
66.2
12
64.4
59
63.8
97
63.7
89
Totaal
Passiva
57.8
53
66.2
12
64.4
59
63.8
97
63.7
89
Activa
Immateriële vaste activa
Mutaties op begrotingsniveau worden niet geraamd. Alleen het begrote verloop is zichtbaar
gemaakt. De balans uit het jaarverslag 2016 is als uitgangspunt genomen. Daarop worden de
begrote afschrijvingen in mindering gebracht.
Materiële vaste activa
Ook hier is als basis genomen de balans uit het jaarverslag 2016. Voorts is voor 2017 uitgegaan
van investeringen in met name het Kulturhus/gemeentehuis (3,2 miljoen euro), sport (3,3 miljoen
blz. 97 (van 135)
euro) en huisvesting Carmel (2,8 miljoen euro) en voor de jaren daarna van € 3 miljoen euro per
jaar. Dit bedrag is gebaseerd op de gemiddelde investeringen van de jaren 2012- 2016.
De verschillen in de voorgenomen investeringen worden veroorzaakt door de inbreng van de
restant kredieten die in het verleden zijn verleend (onder andere riolering).
Voor het verloop van het EMU saldo wordt voorts vermeld dat het verloop van de boekwaarde (x
1.000 euro) als volgt valt weer te geven:
Boekwaarde 1 januari 2017 44.285
Afschrijving -/- 3.095
Voorgenomen investeringen 2.557
Boekwaarde 1 januari 2018 43.747
Afschrijving -/- 1.813
Voorgenomen investeringen 9.815
Boekwaarde 1 januari 2019 51.748
Afschrijving -/- 1.711
Voorgenomen investeringen 3.000
Boekwaarde 1 januari 2020 53.037
Afschrijving -/- 1.574
Voorgenomen investeringen 3.000
Boekwaarde 1 januari 2021 54.463
Afschrijving -/- 1.513
Voorgenomen investeringen 3.000
Boekwaarde 1 januari 2022 55.950
Financiële vaste activa
Deze post bestaat uit 3 onderdelen, te weten
Deelnemingen
Gemeenschappelijke regelingen
Overige langlopende geldleningen
Er worden weinig mutaties verwacht ten aanzien van de aandelen. Om deze reden is het
gemiddelde van de van de laatste vijf jaren opgenomen. Dit geldt ook voor de gemeenschappelijke
regelingen. Voor de leningen is van de gemiddelde daling van de laatste vijf jaren uitgegaan.
Voorraden
Op basis van de geactualisserde bouwgrondexploitaties is de voorraad gronden in beeld gebracht.
Door de verwachte verkoop van gronden in met name de Saller ontstaan op termijn
negatieve boekwaardes (diverse complexen sluiten winstgevend).
blz. 98 (van 135)
Het verloop kan als volgt worden weergegeven ( x 1.000 euro):
Boekwaarde 1 januari 2017 1.167
Lasten 1.293
Opbrengst verkopen -/- 3.731
Boekwaarde 1 januari 2018 -/- 1.272
Lasten 3.161
Opbrengst verkopen -/- 2.277
Boekwaarde 1 januari 2019 -388
Lasten 1.884
Opbrengst verkopen -/- 6.239
Boekwaarde 1 januari 2020 -/- 4.743
Lasten 736
Opbrengst verkopen -/- 1.282
Boekwaarde 1 januari 2021 -/- 5.288
Lasten 687
Opbrengst verkopen -/- 1.346
Boekwaarde 1 januari 2022 -/- 5.947
Vorderingen
Bij de Vorderingen is uitgegaan van het gemiddelde van de balansen 2011 - 2016.
Liquide middelen
Liquide middelen is gebruikt als sluitpost, om activa- en passivazijde aan elkaar gelijk te maken.
Overlopende activa
Bij Overlopende activa is het gemiddelde genomen van de balansen 2011 - 2016.
Passiva
Eigen vermogen
Het verloop van de balanspost Eigen vermogen is, conform de mutaties zoals die in de financiële
administratie opgenomen zijn, verwerkt. Deze mutaties zijn conform de eerder door de
gemeenteraad genomen besluiten.
Voorzieningen
Het verloop van de post voorzieningen is conform de huidige besluitvorming geraamd en betreft het
verloop van de voorziening pensioenen wethouders, riolering en reiniging.
Vaste schulden
De prognose met betrekking tot deze post is ontleend aan de leningenadministratie. Voorts is
rekening gehouden met de herfinanciering, de kasgeldnorm van 8,5% van de begrotingsomvang en
de verwachte investeringen voor de komende jaren. De verwachte investeringen zijn gebaseerd op
de onder materiële vast activa aangegeven specifieke investeringen en de gemiddelden van de
laatste jaren (€ 3 miljoen). Doordat veel investeringen nog niet zijn afgerond en hiervoor nog niet in
de vaste financiering is voorzien, treedt hierdoor op begrotingsbasis een inhaaleffect op.
blz. 99 (van 135)
Vlottende schulden
Bij Vlottende schulden is het gemiddelde genomen van de balansen 2011 - 2016.
Overlopende passiva
Bij Overlopende passiva is het gemiddelde genomen van de balansen 2011 - 2016.
Berekening EMU-saldo
In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een aangesloten land
maximaal 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Het EMU-tekort wordt
bepaald door een gezamenlijk tekort van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen.
Gemeenten dienen in de begroting een raming van het eigen EMU-saldo op te nemen. De
Nederlandse gemeenten mogen gezamenlijk maximaal 0,38% van het tekort veroorzaken. Dit is
vastgelegd in de wet Houdbare overheidsfinanciën. De totale norm wordt verdeeld in
referentiewaarden over alle gemeenten.
Omschrijving 2017 2018 2019 2020 2021
o.b.v.
realisatie
o.b.v.
begroting
2018
o.b.v.
meerjaren-
raming
o.b.v.
meerjaren-
raming
o.b.v.
meerjaren-
raming
1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging
aan c.q. onttrekking uit reserves
(zie BBV, artikel 17c)
93 1.388 153 4 -352
2 Afschrijvingen ten laste van de
exploitatie
1.845 2.623 2.448 2.625 2.614
3 Bruto dotaties aan de post
voorzieningen ten laste van de
exploitatie
573 713 393 400 400
4 Investeringen in (im)materiële
vaste activa die op de balans
worden geactiveerd
2.556 9.815 3.000 3.000 3.000
5 Baten uit bijdragen van andere
overheden, de Europese Unie en
overigen, die niet op de exploitatie
zijn verantwoord en niet al in
mindering zijn gebracht bij post 4
0 0 0 0 0
6 Desinvesteringen in (im)materiële
vaste activa:
7 Aankoop van grond en de uitgaven
aan bouw-, woonrijp maken e.d.
(alleen transacties met derden die
niet op de exploitatie staan)
1.293 3.161 1.884 736 687
8 Baten bouwgrondexploitatie:
Baten voorzover transacties niet
op exploitatie verantwoord
3.731 2.277 6.239 1.282 1.346
9 Lasten op balanspost
Voorzieningen voorzover deze
transacties
316 0 0 0 0
blz. 100 (van 135)
10 Lasten i.v.m. transacties met
derden, die niet via de onder post 1
genoemde exploitatie lopen, maar
rechtstreeks ten laste van de
reserves (inclusief fondsen en
dergelijke) worden gebracht en die
nog niet vallen onder één van
bovenstaande posten
11 Verkoop van effecten:
Gaat u effecten verkopen? (ja/nee)
Zo ja wat is bij verkoop de
verwachte boekwinst op de
exploitatie?
Berekend EMU-saldo 2.078 -5.974 4.348 575 320
blz. 101 (van 135)
4.3. Algemene risicoreserve
Algemene risicoreserve 2017 2018 2019 2020 2021
Totaal algemene reserve 4.284 6.327 5.634 5.765 5.979
waarvan Reserve Kulturhus -77 -111 -100 -98 -98
Stortingen
1. Conform begroting voorgaande jaren 636 512 70
2. Resultaatbestemming 2016 1.652
Totaal stortingen 2.288 512 70
Onttrekkingen
3. Bijdrage dekking riool 108
4. Duurzaamheid 17 24 24
5. Bijdrage tekort Kulturhus 77 111 100 98 98
6. Onttrekking t.b.v. subsidieplan 43 45
Totaal onttrekkingen 245 181 124 98 98
Stand ultimo jaar 6.327 6.658 5.580 5.666 5.882
Resultaat kadernota 2018-2021 -924 -341 51 131
Resultaat progr. begr. 2018-2021 -100 526 262 519
Stand na verwerking resultaat PB
2018-2021
6.327 5.634 5.765 5.979 6.531
Toelichting
Het uitgangspunt voor de tabel is de geprognosticeerde stand van de algemene reserve vanuit de
jaarrekening 2016. Sindsdien hebben zich enkele mutaties voorgedaan die het meerjaren verloop
van de stand van de reserve beïnvloeden.
De punten 1 en 3 tot en met 6 zijn voortgekomen uit de begrotingen van voorgaande jaren. Punt 2
is de verwerking van het rekeningresultaat 2016 conform bestemmingsvoorstel.
Voor de toelichting op het resultaat kadernota en programmabegroting wordt hier verwezen naar de
kadernota 2018-2021 en de toelichting in hoofdstuk 1.1.
blz. 102 (van 135)
4.4. Staat van reserves en voorzieningen
Omschrijving Stand
31-12-
2017
Stortin-
gen
2018
Onttrek-
kingen
2018
Eind-
stand
2018
Eind-
stand
2019
Eind-
stand
2020
Eind-
stand
2021
Natuur en Ruimte
Reserve afboeking grond 750 0 0 750 750 750 750
Reserve handhaving Luttermolenveld 8 0 0 8 8 8 8
Reserve akoestische aanp. Gronausestr. 50 0 0 50 50 50 50
Reserve dorpsvisies 2008 5 0 0 5 5 5 5
Reserve grondexploitaite 150 0 0 150 150 150 150
Reserve omgevingswet 285 85 0 370 370 370 370
Reserve onderhoud wegen 2.419 0 0 2.419 2.419 2.419 2.419
Reserve vervanging lampen o.v. 12 12 0 25 38 50 62
Reserve vitalisering landelijk gebied 38 0 0 38 38 38 38
Totaal Natuur en Ruimte 3.718 98 0 3.816 3.828 3.841 3.853
Welzijn & Zorg
Reserve afboeking boekwaarde sporthal 450 0 450 0 0 0 0
Reserve frictiekosten 440 0 0 440 440 440 440
Reserve fundamentgelden muziekonderwijs 172 0 100 72 23 0 0
Reserve gezond in de stad 66 0 0 66 66 66 66
Reserve huishoudelijke toelage 140 0 0 140 140 140 140
Reserve privatisering
buitensportaccommodaties 21 0 0 21 21 21 21
Reserve impuls brede school 2009 206 0 0 206 206 206 206
Reserve Kulturhus Overdinkel 130 0 0 130 130 130 130
Reserve M.O.P. onderwijs.'10 100 0 0 100 100 100 100
Reserve N.A.S.B. '08-'09 69 0 0 69 69 69 69
Reserve sociaal domein 917 0 84 833 833 833 833
Totaal Welzijn & Zorg 2.710 0 634 2.076 2.027 2.004 2.004
Economie en Werk
Reserve participatie 86 0 0 86 86 86 86
Reserve M.O.P. gebouwen 676 0 0 676 676 676 676
Totaal Economie en Werk 762 0 0 762 762 762 762
Bestuur & Dienstverlening
Reserve aansluiting BRP-digitale
dienstverlening 438 0 0 438 350 263 175
Algemene reserve 6.327 -329 363 5.634 5.765 5.979 6.531
Reserve archiefbewerkingsplan 1 0 0 1 1 1 1
Reserve individueel Loopbaanbudget 30 0 0 30 30 30 30
blz. 103 (van 135)
Reserve investeringsbijdragen 2.391 0 159 2.233 2.074 1.916 1.757
Reserve conjunctuur-/frictiefonds 161 0 0 161 161 161 161
Reserve organisatie ontwikkelingen 38 0 0 38 38 38 38
Reserve referenda 40 0 0 40 40 40 40
Reserve uitwerking Kadernota '12 145 0 0 145 145 145 145
Reserve verrekening
vennootschapsbelasting 71 0 0 71 71 71 71
Totaal Bestuur & Dienstverlening 9.642 -329 522 8.790 8.675 8.681 9.020
Totaal - Generaal 16.832 -232 1.156 15.444 15.291 15.287 15.640
Toelichting
Voor de mutaties in 2018 wordt verwezen naar de toelichting van het desbetreffende programma in
hoofdstuk 2.
Programma Natuur en Ruimte
Reserve afboeking grond
Losser heeft samen met de regiogemeenten verder gewerkt aan het bieden van inzicht in de
gevolgen van de over programmering woningbouw. Naar verwachting is een substantieel deel van
de programmering hard. Op korte termijn zal de Losserse woonvisie aan de gemeenteraad worden
voorgelegd. De mogelijkheid bestaat dat besluitvorming op dit punt een nadelige invloed zal hebben
op het weerstandsvermogen. Om die reden is besloten om een bedrag van € 750.000 uit het
jaarrekening resultaat 2015 te bestemmen.
Reserve handhaving Luttermolenveld
Op 10 juni 2014 heeft de raad besloten bij bestemming van het jaarresultaat 2013 tot het instellen
van deze reserve. De gemaakte kosten voor inhuur zijn met deze reserve verrekend.
Reserve dorpsvisies 2008
Op 30 juni 2009 heeft de gemeenteraad bij bestemming van het jaarresultaat 2008 besloten tot het
instellen van deze bestemmingsreserve à € 128.000. De leefbaarheid van de kerkdorpen en
burgerparticipatie zijn speerpunten uit het collegeprogramma. Hiertoe zijn samen met burgers
dorpsvisies opgesteld en is door de raad middels amendement bij de voorjaarsnota op 24 juni 2008
budget voor de uitvoering beschikbaar gesteld. Op de resterende gelden ligt nog geen beslag.
Reserve grondexploitatie
De grondexploitatie is een vrij risicovolle activiteit. Om deze risico’s op te kunnen vangen, zonder
de algemene risicoreserve aan te moeten spreken, is in 2007 door uw raad besloten een reserve
grondexploitatie te vormen. Hierbij is bepaald dat indien het jaarresultaat van de overige
gemeentelijke activiteiten een negatief saldo vertoont, dit eerst wordt aangevuld. Het meerdere
wordt voor 50% bestemd voor de algemene reserve en de andere 50% voor de reserve
grondexploitatie. In geval van een tekort op de grondexploitatie wordt dit eerst ten laste van deze
reserve gebracht, een eventueel resterend tekort komt ten laste van de algemene middelen.
Reserve omgevingswet
Bij de bestuursrapportage 2016 is besloten om € 200.000 uit het resultaat te reserveren voor de
implementatie van de omgevingswet. Hieraan wordt incidenteel in 2017 en 2018 het resterende
budget voor de omgevingswet toegevoegd.
Reserve onderhoud wegen
Tijdens de bezuinigingsoperatie in mei 2009 is besloten, dat de jaarbudgetten van onderhoud
wegen volledig voor dit doel kunnen worden aangewend. Dat betekent dat een overschot via deze
blz. 104 (van 135)
reserve beschikbaar blijft en tekorten hieruit onttrokken kunnen worden. Dit zorgt ervoor dat bij
doorgeschoven werkzaamheden of onvoorziene uitgaven geen problemen ontstaan bij de
financiering. Inzet van deze reserve vindt plaats via het MIP (Integraal Meerjaren Investerings- en
Onderhoudsprogramma voor de Openbare Ruimte).
Reserve vervanging lampen Openbare Verlichting
Deze reserve is bedoeld voor de 4-jaarlijkse vervanging van de lampen van de openbare
verlichting. Jaarlijks wordt een bedrag à € 12.500 gereserveerd. Het maximum saldo van de
reserve is bepaald op € 50.000. In 2017 is in de begroting voor een bedrag van € 50.000 rekening
gehouden met de vervanging.
Reserve vitalisering landelijk gebied
Op 30 juni 2009 heeft de gemeenteraad bij bestemming van het jaarresultaat 2008 besloten tot het
instellen van deze bestemmingsreserve. Het betrof cofinancieringsmiddelen ten behoeve van
Vitalisering Landelijk Gebied. Tot en met 2013 is dit ingezet voor het PmjP. De subsidieperiode liep
tot 31 december 2013. Het restant van de co financiering was nog nodig voor de co financiering van
het info punt Poort Bulten bij het arboretum in 2017. Het resterende geld is bestemd om kosten te
dekken voor het Leader project.
Programma Welzijn en Zorg
Reserve afboeking boekwaarde sporthal
Bij de berap 2016 is besloten € 450.000 apart te zetten voor de afboeking van de boekwaarde van
sporthal de Fakkel op het moment dat er een nieuwe sporthal wordt gebouwd, naar verwachting is
dit het geval in 2018.
Reserve frictiekosten
Op het onderdeel 'Sociaal domein', specifiek de drie decentralisaties, is in 2015 een voordelig
resultaat geboekt. Bij de implementatie en uitvoering van de nieuwe taken in het Sociaal Domein,
wordt gaandeweg duidelijk dat het naar alle waarschijnlijkheid niet voor alle medewerkers haalbaar
is om aan de daarbij behorende eisen (kennis en vaardigheden) te voldoen. Dit leidt tot frictiekosten
waarvoor een bedrag van € 500.000 bij de jaarrekening 2015 is gereserveerd. Een deel van dit geld
wordt in 2017 besteed.
Reserve fundamentgelden muziekonderwijs
Bij de resultaatbestemming van 2017 is besloten de te veel betaalde gelden over de jaren 2014 en
2015 van de stichting Fundament die zijn terggevorderd te bestemmen. Deze middelen zijn nodig
om de komende twee jaar (2017 en 2018) tekorten op het Muziekonderwijs te compenseren.
Daarnaast vindt een tegemoetkoming in de kostenstijging plaats.
Reserve gezond in de stad
De gemeente Losser ontvangt via de decentralisatie-uitkering GIDS (Gezond In De Stad) middelen
(periode 2015-2017) om de aanpak van gezondheidsachterstanden verder vorm te geven. Bij de
resultaatbestemming 2015 is besloten het ontvangen bedrag 2015 te reserveren.
Reserve huishoudelijk toelage
In het collegebesluit van 18 augustus 2015 is besloten om in de maand december te evalueren
hoeveel dienstcheques er in het tweede half jaar voor de huishoudelijke hulp zijn afgenomen en
hoeveel van het budget is gebruikt, Dit heeft er toe geleid dat de doelgroep huishoudelijke toelage
is uitgebreid. Om de te verwachten kosten te kunnen dekken is bij de resultaatbestemming 2015
besloten hiervoor € 139.500 te reserveren.
Reserve privatisering buitensportgebied
De gemeenteraad heeft op 10 juli 2012 besloten bij bestemming van het jaarresultaat 2011 tot het
blz. 105 (van 135)
instellen van deze reserve. Kosten die betrekking hebben op de privatisering van het
buitensportgebied kunnen met deze reserve verrekend worden.
Reserve impuls brede school
In maart 2009 is een meerjarig convenant met het rijk gesloten om deel te nemen aan de impuls om
combinatiefuncties mogelijk te maken. De doelstelling van het rijk hiermee is om tenminste 2.500
combinatiefuncties te realiseren. Een combinatiefunctie is een functie waarbij een werknemer in
dienst is bij 1 werkgever maar werkzaam is voor twee of meer sectoren. Losser heeft gekozen voor
een samenwerking tussen onderwijs, sport en/of cultuur. Via de algemene uitkering ontvangen we
budget voor 3,9 FTE. Het niet gebruikte budget wordt in de reserve gestort en eventuele tekorten
worden uit de reserve gedekt.
Reserve bouw Kulturhus Overdinkel
Op 19 maart 2013 heeft de raad de nieuwe uitgangspunten voor deze beschikbare reserve gesteld.
De beschikbare € 400.000 is beschikbaar voor de inrichting van de openbare ruimte in relatie tot
het Kulturhus Overdinkel. In 2016 zijn daarom de kosten voor de realisatie van het centrumplein
Overdinkel verrekend met deze reserve. In de reserve blijft € 130.000 beschikbaar voor onderhoud
de komende vijftien jaar.
Reserve M.O.P. onderwijs '10
Zie onderbouwing ‘Reserve M.O.P. gebouwen’.
Reserve Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB)
De gemeente heeft gedurende de periode 2008 - 2012 hiervoor middelen ontvangen via de
algemene uitkering. Met de Vereniging Sport en Gemeenten is een convenant gesloten voor de
uitvoer van diverse beweeginterventies. De budgetten hiervoor zijn in de begroting opgenomen.
Met toestemming van de Vereniging Sport en Gemeenten wordt het restant van deze reserve
uitgegeven in de jaren 2015-2017 omdat de Provincie begin 2013 in het kader van de € 1.- regeling
€ 45.000 subsidie heeft verleend voor sport- en beweegactiviteiten. Het verschil budget en
realisatie wordt aan het eind van het jaar verrekend met de reserve.
Reserve sociaal domein
Op het onderdeel 'Sociaal domein', specifiek de drie decentralisaties, is in 2015 een voordelig
resultaat geboekt. Vanwege de onzekerheid die bestaat over de ontwikkeling van de uitgaven en
inkomsten binnen het 'Sociaal domein', is besloten om € 1.000.000 te bestemmen voor de vorming
van een reserve 'Sociaal domein'.
Programma Economie en Werk
Reserve Participatie
De reserve is ingesteld bij de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2014. Vanaf 2015 is het
participatiebudget geïntegreerd in de algemene uitkering. Het niet bestede deel participatiebudget
van 2014 van € 86.000 is bestemd in een reserve zodat dit budget beschikbaar blijft voor de
cliënten die ondersteuning nodig hebben bij een participatie- en/of integratieproject. Het project
Klant in Beeld geeft inzicht in de inzet van deze middelen.
Reserve M.O.P. gebouwen
Op 20 december 2011 heeft de gemeenteraad op basis van de najaarsnota besloten tot het
instellen van een reserve voor de M.O.P. gebouwen, inclusief de gebouwen van het onderwijs. Dit
omdat het M.O.P. meerjarig is onderbouwd en planmatig wordt weggezet. De reserve valt onder
twee programma's. Eventuele tekorten en overschotten worden aan het einde van het jaar met de
reserve verrekend.
blz. 106 (van 135)
Bestuur & Dienstverlening
Reserve aansluiting BRP-digitale dienstverlening
Bij de resultaatbestemming van 2017 is besloten een reserve in te stellen ter dekking van de kosten
voor de aansluirting bij de applicatie iBurgerzaken. Het bedrag van € 438.000 is bestemd voor de
aanschaf van de applicatie en de te maken projectkosten en de kosten voor het trainen van de
medewerkers. Daarnaast wordt de digitale dienstverlening richting Losserse burgers uitgebreid en
wordt de aansluiting met de BRP gerealiseerd.
Algemene reserve
De algemene reserves zijn alle reserves, niet zijnde bestemmingsreserves, die zijn bedoeld als
buffer (weerstandscapaciteit) voor het opvangen van financiële tegenvallers. Voorbeelden hiervan
zijn een tekort op de jaarrekening en niet voorzienbare risico's. Een toelichting op de algemene
reserve is hierboven opgenomen.
Reserve archiefbewerkingsplan
Op 30 juni 2015 heeft de raad besloten bij bestemming van het jaarresultaat 2014 tot het instellen
van deze reserve omdat er geen middelen beschikbaar waren om gevolg te geven aan de
aanbevelingen van de archief inspecteur. Met de vorming van de reserve zijn gelden beschikbaar
om achterstanden in archiefvorming en –bewerking aan te pakken. Na de afronding van de
werkzaamheden zijn de hiermee gepaard gaande lasten bij Losser in rekening gebracht en
betaald. Het resterende budget zal bij de jaarrekening 2017 vrijvallen.
Reserve opleidingen
Gelet op de overschrijding in het afgelopen jaar en de verwachting dat de noodzaak voor
opleidingen de komende jaren hoog is, is het noodzakelijk hiervoor reserve gelden beschikbaar te
hebben. De hogere kosten die verwacht worden vinden hun oorsprong onder andere in de drie
decentralisatie, expeditie Losser en veranderende wet- en regelgeving zoals de Omgevingswet die
aanstaande is.
Egalisatiereserve investeringsbijdragen
Op grond van BBV 2004 mogen bijdrage uit eigen reserves in investeringen met een economisch
nut niet in mindering worden gebracht op de boekwaarde van de investeringen. Hier is sprake van
een zogenaamde bruto verantwoording. In de praktijk houdt dat in, dat er een jaarlijkse vrijval van
deze reserve plaatsvindt op basis van het afschrijvingstermijn van het betreffende activum. Hierbij
wordt ook rekening gehouden met rente, zodat een en ander hetzelfde effect heeft als een netto
verantwoording, zij het dat de vrijval op grond van de regelgeving niet geschiedt via het betreffende
product (functie), maar via mutatie reserves en op deze wijze dus via de bestemmingen.
Reserve conjunctuur/frictiefonds
Op 12 mei 2009 heeft de raad bij het vaststellen van de bezuiniging besloten tot het instellen van
een conjunctuur-/frictiefonds in 2010 van € 1.000.000. Deze is bedoeld voor het opvangen van
tijdelijke, conjuncturele tegenvallers, waarbij te denken valt aan bijvoorbeeld niet door het rijk
gecompenseerde uitkeringsgelden en teruglopende leges. Tevens bedoeld voor opvang
frictiekosten in de vorm van eenmalige personele effecten als uitvloeisel van de organisatorische
aanpassingen. Ook de samenwerking met Enschede en het GBT en de daaruit voortvloeiende
frictiekosten vallen hieronder.
Reserve Organisatie ontwikkelingen
Deze reserve is bedoeld voor dekking van risico's voortvloeiende uit mogelijk verplichtingen en
kosten als gevolg van het organisatie ontwikkel traject. Door omstandigheden zijn er zaken door
geschoven naar 2017. In 2017 zal het resterende budget waarschijnlijk worden uitgegeven.
blz. 107 (van 135)
Reserve referenda
Bij de bestuursrapportage 2016 is besloten € 40.000 apart te zetten voor de organisatie van
referenda.
Reserve Uitwerking kaders Kadernota 2012-2015
Op 12 juli 2011 heeft de raad besloten bij het vaststellen van de kadernota 2012 eenmalig €
500.000 beschikbaar te stellen voor het realiseren van de benodigde structurele ombuigingen. Alle
ombuigingen zijn in de afgelopen jaren gerealiseerd, verwerkt in de begroting of teruggedraaid. Het
restant van de reserve wordt ingezet voor Losser Flexibel en Verbonden / organisatieontwikkeling.
In 2017 wordt bekeken of de reserve kan worden opgeheven.
Reserve verrekening vennootschapsbelasting
Deze reserve is ingesteld ter dekking van de kosten voor vennootschapsbelasting van de jaren
2016 en 2017.
blz. 108 (van 135)
Voorzieningen
Bedragen * 1.000 Euro Stand
1-1-
2018
Bestedingen
2018 Stortingen
2018 Eindstand
2018 Eindstand
2019 Eindstand
2020 Eindstand
2021
Bestuur en Dienstverlening
Voorz. pensioenen wethouders 3.528 0 258 3.786 4.051 4.323 4.595
Voorz. uitstroom personeel 71 0 0 71 71 71 71
Totaal Bestuur en Dienstverlening 3.600 0 258 3.858 4.123 4.395 4.666
Economie en Werk
Herstructurer.Ontmanteling Top Craft 778 0 0 778 778 778 778
Totaal Economie en Werk 778 0 0 778 778 778 778
Natuur en Ruimte
Voorz. Reiniging 442 0 35 477 512 547 582
Voorz. Riolering 1.979 0 420 2.399 2.492 2.584 2.677
Totaal Natuur en Ruimte 2.421 0 455 2.876 3.004 3.131 3.259
Totaal 6.798 0 713 7.511 7.904 8.304 8.703
Toelichting
Bestuur en Dienstverlening
Voorziening pensioenen wethouders
Op grond van BBV dient voor de pensioenverplichtingen, die de gemeente Losser heeft tegenover
bestuurders en oud-bestuurders dan wel tegenover hun nabestaanden, een voorziening te worden
gevormd. Op basis van actuariële berekeningen wordt er jaarlijks beoordeeld of deze voorziening
nog toereikend is. Uitkeringen van de pensioenen vinden jaarlijks plaats uit de voorziening en via
de exploitatie wordt deze voorziening aangevuld tot de noodzakelijke omvang.
Voorziening uitstroom personeel
Door uitstroom van een personeelslid is er een personele verplichting ontstaan tot en met 2021.
Jaarlijks vindt er een uitkering plaats uit deze voorziening.
Economie en Werk
Herstructurer.Ontmanteling Top Craft
Op basis van de notitie "Mensenwerk" hebben de drie deelnemende gemeenteraden in december
2011 besloten om de huidige uitvoeringsstructuur van zowel Gr-Wot als het uitvoeringsbedrijf Top
Craft te ontmantelen en over te gaan tot separate uitvoering van de WSW door de drie afzonderlijke
gemeenten. Als gevolg van deze beslissing is in de jaarrekening 2011 van Top Craft BV en het Gr-
Wot een voorziening "Herstructurering/ontmanteling" gevormd van € 8,3 miljoen ter dekking van
toekomstige kosten die verband houden met de herstructurering. Voor Losser resulteerde dit tot het
vormen van een voorziening ter hoogte van € 2,6 miljoen. De mutaties zijn tot 2017 verwerkt. De
stand van het Losserse deel van de voorziening bedraagt € 778.000. De herstructureringskosten
bestaan voor een groot deel uit wachtgeldregelingen en reïntegratiekosten. De wachtgeldregeling
heeft een duur van vijf jaar. De mutaties in de herstructureringskosten zijn ingeschat en leiden tot
een jaarlijkse daling van deze voorziening.
blz. 109 (van 135)
Natuur en Ruimte
Voorziening Reiniging
Het saldo van deze voorziening wordt in de volgende jaren in de tarieven verwerkt. Op deze wijze
worden behoudens (autonome) kostenstijgingen, onregelmatige schommelingen in de tarieven
beperkt. De afspraak was om de deze voormalige reserve af te bouwen naar maximaal € 500.000.
Dit is in het afgelopen jaar gebeurt.
Voorziening Riolering
De hoogte van het rioolrecht is gebaseerd op het kostendekkingsplan, dat onderdeel is van het
vernieuwde Gemeentelijke Rioleringsplan (vGRP). In december 2012 heeft de raad het vGRP
vastgesteld. Omdat het verloop van de voorziening door doorgeschoven planningen en de in zowel
2016 en 2017 aangepaste rente niet meer overeenkomt met het verloop van het vGRP is er voor
gekozen het rioolrecht ook voor 2017 niet aan te passen. De meerjarige reeks is overgenomen
vanuit het huidige vGRP. In 2018vindt de herziening van het vGRP met bijbehorend
kostendekkingsplan plaats. In dat kader vindt tevens de herijking van de voorziening plaats.
blz. 110 (van 135)
4.5. Incidentele baten en lasten
Onderstaande tabel laat zien dat de gemeente Losser geen structurele uitgaven met incidenteel
geld bekostigd.
Incidentele en structurele
lasten en baten 2018 2019 2020 2021
Bestuur & Dienstverlening
structurele lasten 10.659 11.006 11.267 11.751
incidentele lasten 250 100 62 37
Economie & Werk
structurele lasten 13.876 13.716 13.461 13.335
incidentele lasten 45 0 0 0
Natuur & Ruimte
structurele lasten 13.143 16.179 11.621 11.782
incidentele lasten 320 173 25 0
Welzijn & Zorg
structurele lasten 16.926 16.992 17.219 17.274
incidentele lasten 715 40 0 0
Totale lasten 55.934 58.205 53.654 54.179
Bestuur & Dienstverlening
structurele baten 39.216 38.999 39.381 39.875
incidentele baten 0 0 0 0
Economie & Werk
structurele baten 6.379 6.246 6.117 6.100
incidentele baten 0 0 0 0
Natuur & Ruimte
structurele baten 8.243 11.373 6.591 6.650
incidentele baten 0 0 0 0
Welzijn & Zorg
structurele baten 1.545 1.588 1.566 1.555
incidentele baten 550 0 0 0
Totale baten 55.934 58.206 53.655 54.180
Toelichting op de incidentele en structurele lasten en baten
Specificatie incidentele baten en lasten 2018 2019 2020 2021
Specificatie lasten
Pluspakket hondenbeleid 65 - - -
Extra kosten taxaxties GBT 50 50 50 -
Organisatie verkiezingen 25 50 - 25
blz. 111 (van 135)
Dekking Ipads / burg.particip. - - 12 12
Budget ondermijning 100 - - -
Inwerkprogramma Raad 10 - - -
Decembercirculaire 2016 armoedebestrijding
ouderen
3 - - -
Acquisitie Twente economische versterking 11 - - -
Bijdrage Toeristisch Genootschap Losser 30 - - -
Transitiekosten ODT 20 - - -
Flankerend beleid Centrum 200 100 - -
Woonvisie 2020 - 25 25 -
Extra kosten Invoering Omgevingswet 85 - - -
Twee mobiele snelheid displays 10 - - -
Belijning parkeerplaats 5 - - -
M.I.P. ontbrekende vervangings investering - 48 - -
Opstellen beleidsplan Volksgezondheid 25 - - -
Nieuwbouw Sportvoorziening extra afschrijving 450 - - -
Nieuwbouw Sportvoorziening tijdelijke huisvesting 90 40 - -
Bijdrage clubhuis MAN 75 - - -
Compensatie muziekonderwijs 75 - - -
Totaal incidentele lasten 1.330 313 87 37
Specificatie baten
Ontrekking reserve Sporthal de Fakkel 450 - - -
Ontrekking reserve Muziekschool 100 - - -
Totaal incidentale baten 550 - - -
Het BBV schrijft voor dat de meerjarenraming in de begroting ook een overzicht per jaar bevat van
de geraamde incidentele baten en lasten per programma. Dit is van belang om aan te kunnen
tonen dat zowel op de korte als de lange termijn geen structurele lasten worden gedekt met
incidentele baten. Bovenstaand overzicht laat voor alle jaren zien dat dit niet het geval is. Er zijn
immers meer incidentele lasten dan baten. De opgenomen lasten zijn ook in de begroting onder de
diverse budgetten terug te vinden en zijn het gevolg van de verwerking van eerdere
besluitvorming.
blz. 112 (van 135)
Structurele stortingen en onttrekkingen in en uit de reserves
Structurele stortingen en
onttrekkingen
Stand 1-
1-2018
Mutaties
2018
Stand
31-12-
2018
Stand
31-12-
2019
Stand
31-12-
2020
Stand
31-12-
2021
Reserve Grondexploitaite 150.000 150.000 150.000 150.000 150.00
Reserve Onderhoud Wegen 2.419.000 2.419.000 2.419.000 2.419.000 2.419.000
Reserve Gebouwen MOP 776.000 776.000 776.000 776.000 776.000
Reserve Verv. Lampen OV 12.500 12.500 25.000 38.000 50.000 62.000
Invest Bijdragen 2.391.000 -159.000 2.233.000 2.074.000 1.916.000 1.757.000
Totaal 5.748.500 -146.500 5.603.000 5.457.000 5.311.000 5.164.000
blz. 113 (van 135)
5. Voorstel en besluit VOORSTEL
1. Wij stellen u voor de begroting 2018 conform vast te stellen en kennis te nemen van de sluitende
meerjarenraming 2019-2021.
Het college van bergemeester en wethouders van Losser.
De secretaris, De Burgemeester,
BESLUIT
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad op 13 november 2017.
Griffier, Voorzitter,
blz. 114 (van 135)
6. Bijlagen
blz. 115 (van 135)
6.1. Beleidsindicatoren
Hieronder worden de indicatoren van het BBV gepresenteerd. De scores van Losser worden
vergeleken met de Nederlandse scores en met de gemeenten die < 25.000 inwoners hebben. Een
aantal indicatoren is al opgenomen in de sociale monitor. In 2018 zal er een doorontwikkeling
plaatsvinden van de planning en control cyclus. Tijdens dit proces wordt een discussie gevoerd
over de mate waarin de voorgeschreven indicatoren in de Losserse sturingsbehoefte voorzien, of
dat meer op de eigen situatie toegesneden indicatoren gewenster zijn. Daarom zijn de indicatoren
in deze bijlage opgenomen. Ook bij toekomstig nieuw beleid wordt nagegaan in hoeverre de
voorgeschreven indicatoren van waarde zijn als middel om te sturen.
blz. 116 (van 135)
Vergelijking Losser met <25.000 inwoners gemeenten
blz. 117 (van 135)
Vergelijking Losser met gemiddelde Nederland
blz. 118 (van 135)
6.2. Financiële uitgangspunten
Het voeren van een gezond financieel beleid en het opstellen van een (meerjaren)begroting kunnen
niet zonder duidelijke financiële randvoorwaarden, die borg staan voor een evenwichtig en
consequent financieel beleid. Het is daarom van belang dat de financiële uitgangspunten door de
raad worden onderschreven.
Algemeen
Voor de loon- en prijsontwikkeling wordt bij het opstellen van de (meerjaren)begroting
uitgegaan van de meest recente prognose van het CBS.
Prijscompensatie = indexering.
Op basis van BBP (Bruto Binnenlands Product) waarmee voor 2018 wordt gerekend in het
gemeentefonds.
We starten met het toerekenen van de kosten voor afschrijven en rente in het jaar nadat
een investering gereed is.
Investeringen die langer dan een kalenderjaar duren worden in het 2e jaar belast met de
toerekening van de rekenrente over het geïnvesteerde bedrag.
De rekenrente wordt verlaagd van 3,0 naar 2,0%.
De algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt berekend op basis van de mei-
circulaire voorafgaand aan het begrotingsjaar.
Subsidies: Het budget voor subsidies is budgettair neutraal verwerkt. Tijdens de begroting
kan ten gevolge van wijziging subsidiebeleid hiervan worden afgeweken.
Lokale heffingen: Inflatiecorrectie toepassen op lokale heffingen. Dit geldt voor de heffingen
waar geen directe kostenprijsberekening aan ten grondslag ligt (onroerendezaak-,
woonforensen-, toeristenbelasting en leges (voor zover niet wettelijk voorgeschreven)).
Demografische gegevens
Kerngegevens en
demografische
ontwikkelingen
2017 2018 2019 2020 2021
Inwoners 22.444 22.578 22.682 22.776 22.859
Woonruimten 9.626 9.626 9.626 9.750 9.900
Bijstandsontvangers 392 339 349 369 379
Uitkeringsontvangers 1.906 1.853 1.863 1.947 2.007
Minderheden 410 415 420 425 430
Bron: meicirculaire 2017.
Nominale ontwikkeling Begroting 2017 Begroting 2018 Meerjarenbegroting 2018-2021
Goederen en diensten 0,70% 1,60% Prijspeil 2018
Personeelskosten 0,80% 2,30% Prijspeil 2018
blz. 119 (van 135)
6.3. Taakvelden overzicht
Met ingang van de vernieuwde BBV zijn de gemeenten vanaf de begroting 2017 verplicht de baten
en lasten per taakveld weer te geven. Hieronder een overzicht.
Bedragen in 1.000 euro's N&R
Lasten N&R
Baten W&Z
Lasten W&Z
Baten E&W
Lasten E&W
Baten B&D
Lasten B&D
Baten Totaal
0.1 - Bestuur 0 0 0 0 0 0 1.609 57 1.552
0.10 - Mutaties reserves 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0.2 - Burgerzaken 0 0 0 0 0 0 531 446 86
0.3 - Beheer overige gebouwen
en gronden 0 0 0 0 69 40 0 0 28
0.4 - Ondersteuning organisatie 347 0 0 0 0 0 5.412 217 5.543
0.5 - Treasury 0 0 0 0 0 0 1.050 1.221 -171
0.61 OZB woningen 0 0 0 0 0 0 287 3.089 -2.803
0.62 OZB niet woningen 0 0 0 0 0 0 0 1.432 -1.432
0.64 Belastingen overig 0 0 0 0 0 0 134 207 -73
0.7 - Algemene en overige
uitkeringen Gemeentefonds 0 0 0 0 0 0 0 31.944 -
31.944
0.8 - Overige baten en lasten 0 0 0 0 0 0 125 0 125
0.9 - Vennootschapsbelasting
(VpB) 0 0 0 0 0 0 30 0 30
1.1 - Crisisbeheersing en
Brandweer 35 0 0 0 0 0 1.469 0 1.504
1.2 - Openbare orde en Veiligheid 273 10 6 0 0 0 178 5 442
2.1 - Verkeer en vervoer 2.335 85 0 0 0 0 0 0 2.250
2.4 - Economische haven en
waterwegen 16 0 0 0 0 0 0 0 15
2.5 - Openbaar vervoer 36 0 0 0 0 0 0 0 36
3.1 - Economische ontwikkeling 0 0 0 0 465 0 0 0 465
3.3 - Bedrijfsloket en regelingen 0 0 0 0 241 114 0 0 127
3.4 - Economische promotie 0 0 0 0 282 11 0 235 36
4.2 - Onderwijshuisvesting 0 0 988 30 0 0 0 0 957
4.3 - Onderwijsbeleid en
leerlingzaken 0 0 804 150 0 0 0 0 653
5.1 - Sportbeleid en activering 0 0 200 0 0 0 0 0 200
5.2 - Sportaccommodaties 0 0 2.297 588 0 0 0 0 1.709
5.3 - Cultuurpresentatie, productie
en participatie 0 0 245 0 0 0 0 0 245
5.4 - Musea 0 0 19 0 0 0 0 0 19
5.5 - Cultureel erfgoed 0 0 22 16 0 0 0 0 6
5.6 - Media 0 0 458 0 0 0 0 0 458
5.7 - Openbaar groen & 1.145 53 96 46 0 0 0 0 1.142
blz. 120 (van 135)
(openlucht) recreatie
6.1 - Samenkracht en
burgerparticipatie 0 0 1.050 57 13 0 0 0 1.006
6.2 - Wijkteams 0 0 1.198 0 0 0 0 0 1.198
6.3 - Inkomensregelingen 0 0 0 0 6.790 4.941 0 0 1.850
6.4 - Begeleide participatie 0 0 0 0 5.218 1.130 0 0 4.088
6.5 - Arbeidsparticipatie 0 0 0 0 525 20 0 0 505
6.6 - Maatwerkvoorziening (WMO) 0 0 3.555 475 0 0 0 0 3.080
6.71 Maatwerkdienstverlening 18+ 0 0 2.304 0 318 0 0 0 2.622
6.72 Maatwerkdienstverlening 18- 0 0 3.092 0 0 0 0 0 3.092
6.81 Geëscaleerde zorg 18+ 0 0 92 0 0 0 0 0 92
6.82 Geëscaleerde zorg 18- 0 0 450 0 0 0 0 0 450
7.1 - Volksgezondheid 0 0 753 0 0 0 0 0 753
7.2 - Riolering 2.084 2.289 0 0 0 0 0 0 -205
7.3 - Afval 1.733 2.115 0 0 0 0 0 0 -382
7.4 - Milieubeheer 879 4 0 0 0 0 0 0 875
7.5 - Begraafplaatsen 0 0 11 1 0 0 0 0 10
8.1 - Ruimtelijke ordening 964 59 0 0 0 0 0 0 905
8.2 - Grondexploitatie (niet
bedrijventerreinen) 3.161 3.161 0 0 0 0 0 0 0
8.3 - Wonen en bouwen 703 460 0 0 0 0 0 0 243
Total 13.712 8.237 17.641 1.365 13.921 6.257 10.826 38.853 1.388
blz. 121 (van 135)
6.4. Beleidsverplichtingen en wensen
Onderstaande beleidswensen en knelpunten zijn bij de Kadernota 2018 behandeld.
Overzicht van verwerkte knelpunten (o&o), tegenvallers en vervangingsinvesteringen.
Onderwerp 2018 2019 2020 2021
1. Privacy binnen het Sociaal Domein 24.000 12.000 12.000 12.000
2. Bijdrage regionale samenwerking verkeer en
vervoer. 9.020 9.020 9.020 9.020
3. Budget t.b.v. uitvoering verkeersmaatregelen 5.000 5.000 5.000 5.000
4. ICT-kosten Groslijstsystematiek
aanbestedingen 1.875 1.875 1.875 1.875
5. Budget oplossen personele knelpunten 100.000 100.000 100.000 100.000
6. Omgevingsdienst Twente 77.000 77.000 - -
7. Frictiekosten door ODT 25.000 25.000 25.000 25.000
8. Transitiekosten ODT 10.000 - - -
9. VRT:ontwikkeling IVZ platform 1.125 1.125 1.125 1.125
10 Daling aantallen reisdocumenten en rijbewijzen
(1) - - - -
11. Wijziging eigen risico BUIG budget
percentages 60.000 60.000 60.000 60.000
12. Ontwikkelingen digitale overheid 17.000 17.000 22.000 22.000
13. Extra kosten DIV 5.000 - - -
14. Verkiezingen - - - 25.000
15. Reparatie tekort muziekonderwijs Fundament 75.242 - - -
16. Indexering structurele subsidie Welzijn 32.904 63.394 94.971 128.200
17. Dekking uit in te stellen reserve (Fundament) (100.131)* (49.778) (22.591) -
18. Inzet DHW, APV/bijzondere wetten. 130.000 130.000 130.000 130.000
19. Verbeterplan WABO 50.000 50.000 50.000 50.000
20. Software afdelingen 98.000 40.500 40.500 40.500
21. Zaakgericht werken 15.900 8.400 8.400 8.400
22. Niet toetreden Dimpact (75.000) (75.000 (75.000) (75.000)
23. Inwerkprogramma voor de nieuwe Raad 10.000 - - -
24. Onvoorzien 50.000 50.000 50.000 50.000
25. Tijdelijke huisvesting onderwijs ivm bouw
sporthal 20.000 20.000 - -
26. Vervoer leerlingen 25.000 25.000 25.000 25.000
27. Actualisatie huren en pachten 61.144 61.944 62.744 63.544
28. Openluchttheater 3.500 3.500 3.500 3.500
29. Marktgelden 2.500 2.500 2.500 2.500
30. Actualiseren leges 36.889 36.889 36.889 36.889
31. Correctie bijdrage WSW (7) (4.668) (227.962) (310.437)
blz. 122 (van 135)
32. Bijdrage exploitatie Stichting WiL 103.000 121.000 60.000 (12.000)
33. Tekorten op sociaal domein 298.625 285.161 279.322 157.243
34. Investeringen O&O - 59.460 71.563 91.131
35. Actualisatie diverse budgetten (122.000) (112.000) (122.000) (117.000)
Totale kosten in euro’s 1.050.586 1.024.322 703.856 533.490
*Bedragen die tussen haakjes staan hebben positief effect op het geheel.
Gehonoreerde beleidswensen en investeringen met prioriteit
Onderwerp 2018 2019 2020 2021
1. Nieuwe Agenda van Twente 168.750 168.750 168.750 168.750
2. Toeristische marketing Twente 22.500 22.500 22.500 22.500
3. Ondermijning 100.000 - - -
4. Flankerend beleid Centrum 200.000 100.000 - -
5. Toeristisch Genootschap Losser 30.000 - - -
6. Uitvoering hondenbeleidsplan 2017- 2022 64.000 20.000 20.000 20.000
7. Woonvisie 2020 - 25.000 25.000 -
8. Opstellen beleidsplan Volksgezondheid 25.000 - - -
9. Belijning parkeerplaats Bookholtlaan 5.000 - - -
10. Tijdelijke huisvesting sportverenigingen i.v.m.
bouw sporthal 20.000 20.000 - -
11. Twee mobiele snelheid displays 10.000 - - -
12. Starterslening 7.500 15.000 22.500 22.500
13. Pluspakket Agenda van Twente 90.000 90.000 90.000 90.000
14. Pluspakket uitvoering hondenbeleidsplan 67.000 - - -
15. Bijdrage Open Clubhuis MAN 75.000 - - -
16. Uitbreiding formatie control 45.000 45.000 45.000 45.000
Totaal in euro’s 929.750 536.250 393.750 368.750
blz. 123 (van 135)
6.5. Vervangingsinvesteringen
Hieronder wordt een overzicht gegeven van de (vervangings)investeringen die waren opgenomen
in de Kadernota 2018.
Omschrijving Totaal
investering Start
investering Investering
gereed 2018 2019 2020 2021
1. MIP; ontbrekende
vervangingsinvestering
jaarschijf 2019
€ 800.000 2019 2021 - - - -
2. MIP; ontbrekende
vervangingsinvestering
jaarschijf 2020
€ 600.000 2020 2021 - - - -
3. MIP; ontbrekende
vervangingsinvestering
jaarschijf 2021
€ 800.000 2021 2021 - - - -
4. Rioolreinigingsaanhanger € 45.000 2018 2018 - 6.525 6.413 6.300
5. Rioolreinigingsaanhanger
(dekking) - € 45.000 2018 2018 - (6.525)* (6.413) (6.300)
6. Verreiker/ mobiele
graafmachine € 85.000 2018 2018 - 12.325 12.113 11.900
7. Klepelmaaier € 50.000 2018 2018 - 7.250 7.125 7.000
8. Smalspoortractor € 60.000 2018 2018 - 8.700 8.550 8.400
9. Stratenmakersauto € 55.000 2018 2018 - 7.975 7.838 7.700
10. Twee containers ABP € 25.000 2018 2018 - 3.000 2.950 2.900
11. Twee containers ABP
(dekking) - € 25.000 2018 2018 - (3.000) (2.950) (2.900)
12. Grasmaaier (klein) € 30.000 2019 2019 - - 4.350 4.275
13. Pickup € 30.000 2020 2020 - - - 4.350
14. Vrachtauto 4x4 met
kraan € 100.000 2021 2021 - - - -
15. Kolkenzuiger € 75.000 2019 2019 - - 10.875 10.688
16. Kolkenzuiger (dekking) - € 75.000 2019 2019 - - (10.875) (10.688)
17. Voertuig rioolonderhoud € 100.000 2020 2020 - - - 14.500
18. Voertuig rioolonderhoud
(dekking) - € 100.000 2020 2020 - - - (14.500)
19. Software € 283.000 diverse diverse - 23.210 31.588 47.506
20. Aanschaf iBurgerzaken € 438.000 2018 2018 - 96.360 94.608 92.856
21. Dekking reserve
aanschaf iBurgerzaken - € 438.000 2018 2018 - (96.360) (94.608) (92.856)
22. Kwaliteitsimpuls De
Lutte;
Uitvoeringsprogramma
fase II
€ 500.000 2019 2021 - - - -
23. Kwaliteitsimpuls centrum
Losser / Parapluplan
€ 500.000 2019 2021 - - - -
blz. 124 (van 135)
centrum Losser
Totaal € 4.769.000 - 59.460 71.563 91.131
*Bedragen die tussen haakjes staan hebben positief effect op het geheel.
Hieronder volgt een overzicht van de bij de begroting opgenomen nieuwe investeringen.
Omschrijving Totaal
investering Start
investering Investering
gereed 2018 2019 2020 2021
1. Aanvullend krediet
sporthal de Fakkel € 800.000 2018 2019 - - 36.000 35.000
2. Aanvullend krediet MIP
jaarschijf 2020 € 200.000 2020 2021 - - - -
3. Aanvullend krediet MIP
jaarschijf 2021 € 200.000 2021 2021 - - - -
Totaal € 1.200.000 - - 36.000 35.000
blz. 125 (van 135)
6.6. Actueel overzicht kapitaalgoederen
Kapitaalgoederen
Areaal Hoeveelheid Eenheid Areaal Hoeveelheid Eenheid
Groen Speeltoestellen
Bomen 11.399 st. Speeltoestellen 312 st.
Natuurlijke beplanting 387.564 m2 Speelondergrond zand 221 m2
Speelondergrond
rubberen tegels 5.602 m2
Bodembedekkende
heesters 17.744 m2
Heetsers/ botanische
rozen 74.930 m2 Verharding
Rozen 6.514 m2 Cementbeton 23.606 m2
Vaste planten 2.100 m2 Dicht asfaltbeton 497.960 m2
Wisselperk 33 m2 Elementen 695.485 m2
Totaal cultuurlijke
beplanting 101.321 m2 Opperblakbehandeling 448.000 m2
Overige 313.637 m2
Hagen 5.414 m2 Zeer open asfaltbeton 7.593 m2
Plantenbakken 22 st. Totaal verharding 1.986.281 m2
Berm 633.448 m2 Water
Gazon 394.169 m2 Duikers 13.781 m
Gazon met bollen 6.980 m2 Waterlopen 126.019 m
Kruidenrijk gras 18.050 m2 Beschoeiing 1.987 m
Natuurlijke oever 1.687 m2
Ruigte 29.766 m2 Kunstwerken
Wadi 20.123 m2 Faunaraster 3 st.
Totaal gras 1.104.222 m2 Steiger/ vlonder 6 st.
Stuw 4 st
Openbare verlichting Tunnels 1 st.
Lichtmasten 4.628 st. Vaste bruggen 49 st.
Straatmeubilair Riolering
Afvalbakken 243 st. Vrijverval riolering 167.527 m
Bebouwde komborden 73 st. Putten, vrijverval riool 4.153 st.
Verwijzing borden 268 st. Kolken 7.385 st.
Zitmeubilair 270 st. Drukriolering 165.229 m
Verkeersborden 3.640 st. Randvoorzieningen 5 st.
Straatnaamborden 1.006 st. Hoofdgemalen 17 st.
blz. 126 (van 135)
Schrikhekken 159 st. Tussengemalen 7 st.
Vlaggemasten 7 st. Minigemalen 576 st.
Plattegrondkosten 7 st. Centrale verdeelkasten
(electra) 35 st.
Welkomsborden 13 st. Meet en regelsystemen 33 st.
Verkeersspiegel 7 st.
Areaal vastgoed
Afvalinzameling Eigendienst 9 st.
Minicontainers GFT,
resten VEC 25.381 st. Maatschappelijk 55 st.
Bovengrondse container
glas 3 st. Commercieel 48 st.
Bovengrondse container
textiel 4 st.
Bovengrondse container
verpakkingen 10 st.
Ondergrondse container
glas 17 st.
Ondergrondse container
restafval 23 st.
Ondergrondse container
textiel 7 st.
Ondergrondse container
verpakkingen 5 st.
blz. 127 (van 135)
6.7. Actuele beleidsdocumenten
Beleidsdocument Datum
vaststelling Datum herziening
Natuur en Ruimte
Uitvoeringsnota speelterreinen 2001 nog in te plannen
Notitie speelvoorzieningen 2007 nog in te plannen
Gemeentelijk rioleringsplan vGRP 2013 - 2016 2012 2017/2018
Nota kapitaalgoederen openbare ruimte 2014 - 2018 2013 2018/2019
Verkeer en parkeerplan centrum Losser (onderdeel van het
Parapluplan centrum Losser) 2017
Categoriseringsplan Wegen op basis van Regionaal
uitvoeringsprogramma's duurzaam veilig 1999 opnemen in
gemeentelijk
mobiliteitsplan
Wegenlegger 2010 2017-2018
Landschapontwikkelingsplan 2008
Groenstructuurplan 2017
Bomenbeleidsplan 2018-2019
Beleidsnota Wegen (incl. gladheidsbestrijdingsplan) 2008 2018
Beleidsnota Openbare Verlichting 2017
Beleidsnota kunstwerken (inclusief vervanging) 2018/2019
Groenbeheer- en beleidsplan 2018
Beleidsnota Inzameling huishoudelijk afval 2017
Bouwverordening 2012
Milieuprogramma en uitvoeringsplannen RUD (regionaal) 2014
Actieprogramma VROM 2006
Welstandsnota 2013
Gladheidsbestrijdingsplan 2015 2019
Gemeentelijk mobiliteitsplan 2018-2019
Prestatieafspraken woningbouw gemeente - provincie 2016 2019
Gebiedsvisie Noordoost Twente 2012
Casco benadering in Noordoost Twente 2012 2018
Gemeentelijk gebouwen (RGDBoei) 2016
woonvisie 2016 2016
actualisatie concept-structuurvisie 2012 2017-2018
Bestemmingsplan buitengebied 2013 2023
Nota Grondbeleid 2014
herziene grondexploitaties 2014
Nota vastgoed gemeente Losser 2014 2019
Notitie karakteristieke gebouwen centrum Losser 2017 2018
Standplaatsenbeleid gemeente Losser 1995 2018
blz. 128 (van 135)
Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden 2011 2018
Opstellen flankerend beleid Centrum 2018
Notitie diverse beleidsontwikkelingen buitengebied 2018
Hondenbeleidsplan 2017
Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2016
Welzijn en Zorg
Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs 2013
Verordening Leerlingenvervoer 2017
Voor en vroegschoolse educatie 2012 2017
Buiten Schoolse Opvang: een nieuwe schakel in kinderopvang 1999
Integraal huisvestingsplan 2010 - 2018 2011
Nota algemeen sportbeleid 1997
Notitie binnensportaccommodaties 2013
Notitie privatisering buitensportaccommodaties 2010
Algemene subsidieverordening gemeente Losser 2009
Notitie Subsidiebeleid 2017-2018 2017
Uitvoeringsbesluit voor structurele waarderingssubsidies 2013 2013
Cultuurnota 2010
Cultuurvisie 2017
Erfgoedverordening 2010
Visie lokaal bibliotheekbeleid 2011 -2013 2011
Nota integraal jeugdbeleid 2016
Verordening Jeugdzorg 2014 2017
Veiligheidsbeleid jeugdzorg 2016
Startnotitie voor jeugd en gezin 2009
Verordening inburgering 2010
Nota ouderenbeleid 2009
Nota lokaal gezondheidsbeleid 2008 2018
Lokaal uitvoeringsprogramma gezondheidsnota 2013/2016 2013
Verordening, besluit en beleidsregels WMO 2017
Nota uitvoering Wet Tijdelijk Huisverbod 2009
Notitie Lokaal Bibliotheekbeleid Gemeente Losser 2011
Beleidsnota WMO 2017
Economie en Werk
Armoedebeleid 2016
Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015 gemeente Losser
Beleidsplan Participatiewet 2014
Plan van aanpak Werkzoekenden aan het Werk 2015
blz. 129 (van 135)
Plan van aanpak Activering en Participatie 2016
Beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2012-2015 2012 2017
Actieplan jeugdwerkloosheid Twente ‘Jongerenoffensief 2015-
2016’ 2015 verlengd t/m 2018
Beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2012-2015 2012 2017
Reclamebeleid 2014
Evenementenbeleid 2013 2018
Actieplan Recreatie en Toerisme 2016
Nota Verblijfsrecreatie Noordoost Twente 2013 2018
Bedrijventerreinenvisie gemeente Losser 2010 Komt met vaststelling
structuurvisie begin
2018 waarschijnlijk te
vervallen
Uitwerkingsnotitie locaties bedrijventerreinen 2011 Komt met vaststelling
structuurvisie begin
2018 waarschijnlijk te
vervallen
Verordening Bedrijveninvesteringszone Centrum Losser 2017-
2021 2016
Privacybeleid Sociaal Domein 2016
Bestuur en Dienstverlening
Collegeprogramma 2014 - 2018 2014
Algemene Plaatselijke Verordening 2010
Regionaal risicoprofiel 2011
Beleidsplan integrale veiligheid gemeente Losser 2013 - 2016 2013
Regionaal beleidsplan 2012
Regionaal crisisplan 2012
Uitvoeringsprogramma integrale veiligheid 2013
Wet Veiligheidsregio 2010
Besluit en organisatieplan één brandweer Twente 2012
Besluit overdrachtsdossier gemeente Losser - brandweer 2012
Toekomstvisie gemeente Losser 2025 2013
Notitie zelfstandig blijven: samenwerken moet! En zelfstandigheid,
wat is dat? 2010
Nota representatie 2010
Nota verbonden partijen 2011
Financiële verordening gemeente Losser (art. 212 Gemeentewet) 2017
Controleverordening (art. 213 Gemeentewet)
doorontwikkeling P&C-cyclus 2014 2018
Nota weerstandsvermogen en risicomanagement 2011
Nota reserves en voorzieningen 2017
blz. 130 (van 135)
6.8. Organisatieoverzicht
blz. 131 (van 135)
6.9. Lijst van afkortingen
A
AB Algemeen Bestuur
APV Algemene plaatselijke verordening
ATB All Terrain Bike
AU Algemene uitkering
AVA Algemene Vergadering van Aandeelhouders
Awb Algemene wet Bestuursrecht
AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
B
BAG Basisadministratie Adressen en gebouwen
BBP Bruto Binnenlands Product
BBV Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten
BCF Btw Compensatiefonds
BDU Brede Doeluitkering
BDUR Brede Doeluitkering Rampenbestrijding
BERAP Bestuursrapportage
BGT Basisregistratie Grootschalige Topografie
BHV Bedrijfs Hulpverlening
BIE Bouwgrond in exploitatie
BIG Baseline Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeente
BIZ Bedrijven investeringszone
BIZA Binnelandse Zaken
BNG Bank Nederlandse Gemeenten
Bofv Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen
BRP Basis Registraite Personen
BSO Buiten Schoolse Opvang
BSP Beleid, Strategie en Projecten
BTW Belasting Toegevoegde Waarde
BV Besloten Vennootschap
BW Burgerlijk Wetboek
BZK Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
C
CAK Centraal administratiekantoor
CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst
CAR Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling
CBL Cross Border Lease
CBS Centraal Bureau voor de Statistiek
CIO Chief Information Officer
CJG Centrum voor Jeugd en Gezin
COA Centraal Orgaan Asielzoekers
COELO Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden
CPO Collectief Particulier Opdrachtgeverschap
CROW Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw
blz. 132 (van 135)
CSV Claim Staats Vennootschap
CTOB Crematoria Twente/Oost Nederland BV
D
DB Dagelijks Bestuur
DDC Documentair Diensten Centrum
DHW Drank- en Horecawet
DIV Documentair Informatie Voorziening
DV Duurzaam veilig
DVO Dienstverleningsovereenkomst
E
EDR Europese Dienst Richtlijn
EHS Ecologische Hoofdstructuur
EMU Economische en Monetaire Unie
EPZ Elektriciteits-Productiemaatschappij Zuid-Nederland
F
Fido Financiering decentrale Overheden
Fvw Financiële verhoudingswet
G
GBA Gemeentelijke Basis Administratie
GBKN Grootschalige Basiskaart Nederland
GBT Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
GFT Groente Fruit en Tuin
GGD Gemeenschappelijke gezondheidsdienst
GHOR Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie
GO Georganiseerd Overleg
GRP Gemeentelijk Rioleringsplan
H
HALT Het Alternatief (instantie)
HNW Het Nieuwe Werken
HVO Hart voor Overdinkel
I
IAU Incidenteel aanvullende uitkering
IBD Informatie Beveiligingsdienst
IBO Intergemeentelijke Bedrijfsvoering Organisatie
IBOR Inrichting en Beheer Openbare Ruimte
ICS Informatie coördinatie en besturingseenheid
ICT Informatie en Communicatie Technologie
ID-ers In- en doorstromers
IGO Integraal Groot Onderhoud
IHP Integraal Huisvestingsplan
IKB Individueel Keuze Budget
blz. 133 (van 135)
IMG Investeren met Gemeenten
IMOP Integraal Meerjaren inversterings- en onderhoudsprogramma
IOAW/IOAZ Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen
IPC Integraal Planning en Controle Cyclus
IT Informatie Technologie
IPO Inter Provinciaal Overleg
K
KRW Kaderrichtlijn Water
L
LED Light Emmitting Diode
M
MIP integraal Meerjaren Investerings- en onderhoudsprogramma
MJB Meerjarige begroting
MFA Multifunctionele Accommodatie
MKB Midden en Klein Bedrijf
MOP Meerjarenonderhoudplanning
MT Managementteam
MPG Meerjaren programma Grondbeleid
MVA Materiële Vaste Activa
N
NASB Nationaal Actieplan Sport en Bewegen
NBW Nationaal Bestuursakkoord Water
NHR Nieuw Handelsregister
NNIEG Niet in exploitatie genomen gronden
NOT Noordoost Twente
NUP Nationaal Uitvoeringsprogramma
NV Naamloze Vennootschap
O
OKE Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie
OLCT Openbaar Lichaam Crematoria Twente
OR Ondernemingsraad
OZB Onroerende zaakbelasting
OZJB Organisatie voor Zorg en Jeugdhulp Twente
P
PBE Publiek Belang Electriciteitsproductie BV
P&C-cyclus Planning&Control cyclus
PGB Persoons Gebonden Budget
PLB Productie- en leveringsbedrijf
PmjP Provinciaal meerjaren programma
P2P Purchase to Pay
blz. 134 (van 135)
R
REO Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen
RGD-BOEI Rijks Gebouwen Dienst - Brand, Onderhoud, Energie, Informatie Wet- en regergeving
RO Ruimtelijke Ordening
R&T Recreatie en Toerisme
RUDDO Regeling Uitzettingen van Derivaten Decentrale Overheden
RUD Regionale Uitvoeringsdiensten
RWE Rheinisch-Westfalisches Elektrizitatswerk
S
SGBP Stroomgebiedsbeheerplan
SMI Sociaal Medische Indicatie
SON Stadsbank Oost Nederland
SPV Special Purpose Vehicles
SSNT Shared Service Netwerk Twente
SVLO Samenwerking Vennootschapsbelasting Lokale Overheden
SW Sociale Werkvoorziening
SWL Stichting Woningbelangen Losser
SZW Sociale Zaken en Werkgelegenheid
T
TAR Twentse arbeidsvoorwaarden regeling
TBT Twents Bureau voor Toerisme
TIP Toerisitische Informatie Punten
TOF Tubbergse Onderwijsfederatie
TOOM Terugdringing Ongewenste en Onechte Meldingen
U
UWO Uitwerkingsovereenkomst
UWV Uitvoerder van de sociale werkenmersverzekeringen
V
VCP Verkeerscirculatieplan
vGRP verbreed gemeentelijk rioleringsplan
VH Vergunningen en Handhaving
VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VON-prijs Vrij op naam prijs
Vpb Vennootschapsbelasting
VROM Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
VRT Veiligheidsregio Twente
VTH Vergunning, toezicht en handhaving
VVE Voor- en Vroegschoolse Educatie
VVV Vereniging Voor Vreemdelingenverkeer
V en W |Verkeer en Waterstaat
W
blz. 135 (van 135)
WABO Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
Wet fido Wet financiering decentrale overheden
Wgr Wet gemeenschappelijke regelingen
WIL Werken in Losser
WIZ Werk Inkomen en Zorg
WiW Wet inschakeling werkzoekenden
WMO Wet Maatschappelijk Ondersteuning
WON Wet onafhankelijk netbeheer
WOT Wet op het Onderwijstoezicht
WOT Werkvoorzieningschap Oost Twente
WOZ Wet waardering Onroerende Zaken
Wsw Wet sociale werkvoorziening
WSW Waarborgfonds Sociale Woningbouw
Wvg Wet voorziening gehandicapten
WW Wet werklozen
WWB Wet Werk en Bijstand