Preview Levende Have februari 2013

7
Dit magazine verschijnt zes maal per jaar Los nummer: € 4,95 Jaargang 11 Februari 2013 Nieuwe serie: dorp vol dieren - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Meishan is een aartslui varken - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Brabanter: parmantige kip met een eigenwijze kuif - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Ezelstamboek knokt voor erkenning Alles over boerderijdieren 46 12 14 Alles over kippen Levende Have Levende Have Topgeiten in de hoogwaardige natuur van De Mariapeel NU Extra magazine over kippen GRATIS

description

Het magazine Levende Have is een onafhankelijk en fraai geïllustreerd tijdschrift voor de hobbymatige en kleinschalige houders van boerderijdieren. Het verschijnt zes keer per jaar. Nu met het kippentijdschrift Alles over kippen, 2 magazines voor de prijs van 1. In elk nummer 72 pagina's: verhalen en foto’s over het houden van dieren, praktische tips, adviezen van een voedingsdeskundige, dierenarts en jurist, rasbeschrijvingen, reportages en achtergrondartikelen.

Transcript of Preview Levende Have februari 2013

Page 1: Preview Levende Have februari 2013

Dit magazine verschijnt zes maal per jaar Los nummer: € 4,95 Jaargang 11 Februari 2013

Nieuwe serie: dorp vol dieren - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -Meishan is een aartslui varken - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -Brabanter: parmantige kip met een eigenwijze kuif- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -Ezelstamboek knokt voor erkenning

Alles over boerderijdieren

46

12

14

Alles

over

kippen

Levende HaveLevende Have

Topgeiten in de hoogwaardige natuur van De

Mariapeel

NU Extra magazine

over kippen

Gratis

Page 2: Preview Levende Have februari 2013

Burt van Ramshorst met Roos

Dijksma wil Europees verbod op giftige stoffen voor bijen

Staatssecretaris Dijksma wil een Europees verbod op bestrijdingsmiddelen die aantoonbaar schade-

lijk zijn voor bijen. Als ze zo’n Europees verbod niet voor elkaar krijgt, dan gaat ze de middelen in Neder-land verbieden.

De Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) heeft een herbeoordeling uitgevoerd van de effecten op bijen van drie werkzame stoffen uit de neonicoti-noïdegroep: imidacloprid, thiamethoxam en clothia-nidin. Volgens de EFSA is er een hoog risico voor bijen bij de toepassing op sommige gewassen.Deze waarschuwing geldt voor twee Nederlandse toepassingen: enthiamethoxam en clothiandin voor gebruik in maïs. Na advies van het College voor toe-lating van gewasbeschermingsmiddelen en biodiden (Ctgb) zal Dijksma er bij de Europese Commissie aan-dringen tegen deze toepassingen actie te ondernemen en datzelfde te doen voor de toepassing bij erwten. Er zijn nog te weinig gegevens om tot een volledig verbod van genoemde stof-fen en hun toepassingen te komen.

Cursus camelidynamicsOp 24 mei is er bij Yvonne en Peter Hamstra (Alpa-caoord) een introductiecursus over het houden van alpaca’s volgens de Camelidynamics methode. De dagen erna, op 25 en 26 mei, wordt de vervolgscur-sus gegeven. Deelnemers leren de vijf basisprincipes van Camelidynamics - vriendelijk - respectvol - veilig – efficiënt - leuk – toepassen bij het halsteren, het knippen van de nagels, het verweiden, drijven, en trailer laden. Aanmelden kan via www.alpacaoord.nl

schapen. De kwaliteit van de kudde is te danken aan strenge selectie en import van nieuwe bloedlijnen uit Zwitserland. De ooi die gewonnen heeft, stond eigenlijk op de nominatie om verkocht te worden. Nu het dier zulke goede cijfers heeft gehaald, blijft ze bij de kudde en zal ze worden ingezet als fokschaap.

Website voor paardenhooi

Via de nieuwe website www.paardenhooi kunnen leveranciers en gebrui-kers van paardenhooi met elkaar in contact komen. De initiatiefnemer

Ron Hofman wil ermee bereiken dat er in Nederland en België meer en vooral goed paardenhooi beschikbaar komt.

De website bevat de nodige achtergrondinformatie over het zelf produceren van hooi. Hofman hoopt zo eigenaren van percelen gras te stuimuleren om

na uitgebreide en onder-bouwde hooi-analyses goed hooi te gaan leveren.“Vooralsnog is de vraag nog steeds groter dan het lokale aanbod als het gaat om geschikt hooi en zullen we nog moeten importeren”, aldus Hofman.

Goed hooi is volgens hem natuurlijk gerijpt. Het bevat een diversiteit aan grassen en kruiden, bestaat uit een beperkte hoeveelheid klavers, is niet gesealed, het gras krijgt een beperkte vaste bemesting, er wordt geen gebruik gemaakt van kunstmest, drijfmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Het bevat bovendien geen of zeer sporadisch Jacobskruiskruid.De hooianalyses worden uitgevoerd door de Stichting Bio Mentor. Wie goed paardenhooi kan aanbieden, kan kostenloos een vermelding krijgen op de website. Hofman beoordeelt of het hooi voldoet aan de voorwaarden van goed paardenhooi.Zie http://www.paardenhooi.nl/

Mooiste ooiRoos, de Wallisser

Schwarznase van Burt van Ramshorst uit Lochem, is op de algemene ledenver-gadering van de Vereniging Speciale Schapenrassen (VSS) uitgeroepen tot mooi-ste ooi. Het schaap had bij de keuring gemiddeld 85,90 punten gescoord.Van Ramshorst was in 2010 derde in de kuddecompeti-tie van de VSS. Hij beschikt over een mooie kudde Walisser Schwarznase

pag 7 Levende Have magazine voor hobbydierhouders

Page 3: Preview Levende Have februari 2013

Levende Have peilt de meningen over schuilstal-len. Een ruime meerderheid blijkt voor een wettelijke rege-ling. Doe mee aan de peiling en ga naar www.levendehave.nl

eens84%

oneens16%

Overheid moet schuil-gelegen-heid voor weide-dieren wettelijk regelen

Levende Have poll over schuilstallen

GD ontwikkelt nieuwe test voor leverbotDe Gezondheidsdienst voor Dieren heeft voor

het mestonderzoek op leverbot een nieuwe test ontwikkeld. Deze test maakt het onderzoek goedkoper.

De nieuwe test geeft zeer specifiek aan hoeveel leverboteieren er zitten in een gram mest. De verbetering en aanpassing van de onderzoeksme-thode maakt dat het onderzoek een stuk voorde-liger kan worden aangeboden (€ 24,- excl. btw en basiskosten).Het mestonderzoek is vooral zeer geschikt voor onderzoek naar leverbotresistentie. Mestonder-zoek op het moment van behandelen en twee weken na behandelen, geeft een goed beeld van de aanwezigheid van leverbotresistentie. Een goed onderzoek naar leverbotresistentie kan veel schade en slachtoffers voorkomen, aldus de GD.

Nederlandse landgeit genetisch gezien uniekDe Nederlandse landgeit is genetisch gezien uniek. Dit blijkt uit het zogeheten

Nordic Goat Project, een onderzoek van Wageningen Universiteit. Volgens voorzitter van de Landelijke Fokkersclub Nederlandse Landgeiten Johannes Tig-chelaar laat dit ras zich niet in een hokje plaatsen.

“De uit handel met Vikingen en Spanjaarden ontstane landgeit is doorontwikkeld tot een nu gedomesticeerde, grof geblokte geit met een harde, sobere inborst”, aldus Tigchelaar. Hij noemt de uitkomst van het Nordic Goat Project “belangwek-kend”. Geneticus Jack Windig van Wageningen Universiteit is betrokken bij het onderzoek naar landgeiten. Gekeken is of de Nederlandse landgeiten genetisch overeenkomen met landgeiten uit andere Europese landen. Volgens Windig neemt de Nederlandse landgeit een aparte plaats in. De resultaten van het onderzoek worden binnenkort gepubliceerd. Binnen de club is een discussie gaande over diversiteit. De fokkersgroep Midden Nederland propageert meer verscheidenheid. Dit om te voorkomen dat over tien jaar alle landgeiten in Nederland sterk op elkaar lijken. Er zou meer gefokt kunnen worden op variatie in kleur, aftekening, beenwerk en beharing, aldus Albert van der Streek. “Het aan-trekkelijke van het fokken met de landgeit is dat een eigen voor-keur van de fokker niet storend is, maar juist verrijkend voor het ras kan zijn, mits niet iedereen hetzelfde gaat doen.” Meer over de Nederlandse landgeit op pagina 23.

Alle paardachtigen (paarden, pony’s, ezels) in België die bui-

ten worden gehouden, moeten kun-nen worden opgestald of beschikken over een natuurlijke beschutting hetzij een schuilhok.

De per 10 januari gewijzigde Belgische wet op het dierenwelzijn voorziet in twee opties: wie een stal heeft waar de paarden naar toe kunnen, hoeft in de wei geen

beschutting te hebben; wie niet kan opstallen, is wettelijk verplicht in de wei te een schuilgelegenheid te maken voor de paarden. Die beschutting kan bestaan uit een schuilhok, maar het kan ook een natuurlijke beschutting zijn.De nieuwe wet is het resultaat van het advies van de Raad voor Dierenwelzijn over paarden die buiten worden gehouden. Een speciale werkgroep heeft richtlijnen opgesteld die gehanteerd kunnen worden door inspecteurs van de dienst dierenwel-zijn en die ook verspreid kunnen worden bij eigenaren en toekomstige eigenaren van paarden.Al eerder regelde de Belgische overheid dat schuilhokken onder bepaalde voorwaar-den zijn vrijgesteld van een vergunning. Het gaat dan om een eenvoudige construc-tie, waarin een of meer weidedieren tijdelijk kunnen verblijven.

Stal of schuilgelegenheid verplicht in België

pag 8

Page 4: Preview Levende Have februari 2013

Tekst: Jinke HestermanFoto’s: Jan Smit/Dierenbeeldbank

De kudde Nederlandse landgeiten die al jarenlang helpt bij het beheer van natuurgebied De Mariapeel, bestaat uit topdieren. Bij de keuring van de fokkersclub oogstten ze veel waardering. Tot verrassing van de beheerders van Staatsbosbeheer. “We wisten niet dat onze geiten zó goed zijn.”

Het regent complimenten in de Mariapeel. “Hier loopt de top van de Nederlandse landgeit”, noteren de keurmees-

ters van de landelijke fokkersclub Doeke Nicolai en Albert Thalen bij hun bezoek aan de indrukwekkende kudde. Ze zijn gekomen om 24 van de honderd geiten te keuren. “Ziet er in één oogopslag fantastisch uit”, zo luidt hun oordeel. Ook bij nadere bestudering komen er lovende woorden: “De oudere

dieren hebben brede koppen en een geweldige hoornpartij.” Alle 24 geiten krijgen acht punten voor hun kop. Ook de mid-denhand van de geiten oogst waardering. Daarvoor krijgen ze het volle aantal punten. Het beenwerk is eveneens prima in orde. Zeven geiten krijgen daarvoor de volle twaalf punten. Gemiddeld scoren de gekeurde geiten 85 punten. “Topkwali-teit”, aldus de keurmeesters. De beheerders Rob van Veghel, Sjra Veugen en Martin Car-ree van Staatsbosbeheer, eigenaar van de kudde, weten dat ze prima geiten hebben rondlopen - dat merken ze dage-lijks - maar dat ze zó goed zijn, verraste hen toch. De hoge punten danken de geiten aan hun fokkers, maar ook aan de omstandigheden waaronder ze worden gehouden. Martin:

Honderd Nederlandse landgeiten voorkomen dat natuurgebied dichtgroeit

Topgeiten in de hoogwaardige natuur van De Mariapeel

pag 23 Levende Have magazine voor hobbydierhouders

Page 5: Preview Levende Have februari 2013

“Ze krijgen hier alles wat ze nodig hebben. Kennelijk bevat de vegetatie precies de goede voedingsstoffen. In het begin voerden we in de winter niet bij, maar daar zijn we op terug gekomen. Het idee was dat ze, als je ze niet bijvoert, flink van de berken gaan eten. In de praktijk bleek juist dat als je ze in de winter wel bijvoert en ze in een goede conditie houdt, dat ze het dan beter doen in de begrazing.”

De honderd landgeiten – vrijwel allemaal vrouwelijke dieren met een enkele gecastreerde bok - zijn in hun element op de Mariapeel. Ze hebben er ruim tweehonderd hectare tot hun beschikking. Dat hoogwaardige natuurgebied mogen ze helemaal op hun geheel eigen manier beheren. Zo zetten ze hun scherpe tanden in takken, twijgen, en boomstammen en doen ze zich te goed aan een grote hoeveelheid bladeren. Ook de hei mogen ze – met mate - te grazen nemen. Nietsontziend banen ze zich een weg door het struikgewas. Vooral de berken moeten het ontgelden. Dat is ook de bedoeling. Waren er geen geiten, Staatsbosbeheer zou al het opschot met de zaag moeten aanpakken.

Diergaarde BlijdorpDe geschiedenis van de kudde landgeiten gaat terug naar de jaren zeventig. In die tijd restten er nog maar weinig dieren van dit unieke Nederlandse geitenras. Hoewel de ‘all weather goat’ in het verleden zeer geliefd was bij boeren, vanwege de gehardheid, de melkgift, het vlees en de vacht, moesten dege-nen die het ras wilden redden, goed zoeken naar geschikte geiten. In diergaarde Blijdorp bevonden zich twee exempla-ren. Dr. van Bemmel, die in 1958 het allerlaatste paar geiten, afkomstig uit het Goois Natuurreservaat, naar Diergaarde Blijdorp bracht, bouwde van daaruit een kleine fokgroep op.

Boomstammen schillen, dat is hun hoofdtaak

Geiten te herkennen aan nummer op hoorns

De kudde geiten van Staatsbosbeheer houdt uit

zichzelf afstand tot het publiek dat het natuurge-

bied bezoekt. De dieren zijn “redelijk wild”, zoals

de beheerders het uitdrukken, maar hun vaste

verzorgers weten ze vrij eenvoudig te lokken met een

emmer voer. ’s Winters krijgen ze hooi en brok bijge-

voerd, maar ook haver en spelt. Deze twee gewas-

sen worden door Staatsbosbeheer zelf geteeld. Dat

scheelt in de kosten.

Bij hun toezicht op de geiten krijgen de beheer-

ders hulp van leden van de Landelijke Fokkersclub

Nederlandse Landgeit. Zo staan Astrid en Mark

Welten uit Liessel en Jan Swinkels uit Heusden in de

lammertijd paraat. Zij houden onder meer bij welke

lammeren bij welke moeders horen. Leplammeren

gaan met hen mee naar huis. Zelf beschikken ze

inmiddels over een groep van twintig landgeiten

en twaalf bokken. De bokken gaan in de zomer-

maanden naar natuurgebied Het Zinkske, onderdeel van het natuurgebied van Staatsbosbeheer. Ook brengen ze het

hele jaar door geregeld een bezoekje aan de Mariapeel om te zien hoe het met de geiten gaat en vooral ook om te

genieten van de mooie natuur. Wietse en Zus Velthuijs uit Schijndel geven niet alleen fokadviezen en zoeken geschikte

bokken uit, ze helpen bij het bekappen en bekijken de geiten wanneer deze iets mankeren. Om te kunnen communi-

ceren over de geiten dragen ze een nummer op de hoorns. Dit nummer is vanaf een afstand goed zichtbaar.

pag 24

Page 6: Preview Levende Have februari 2013

Aan deze rubriek werkten mee: Jinke Hesterman, Marion van ’t Land, Jan Smit. Eindredactie: Marion van ’t Land. Foto’s: Jan Smit/Dierenbeeldbank.

Veel dieren houden niet van al te koud water en drinken steeds minder naarmate het water dichterbij het vriespunt komt. Bij herkauwers zoals geiten, schapen en runderen, die bij een lagere wateropname meestal ook minder voer zullen opnemen, kan hierdoor een domino-effect aan pensproblemen ontstaan. Bij melkgevende dieren speelt dit probleem nog extra. Bovendien dreigt er een stagnatie in de melkgift. Varkens die te weinig drinken omdat ze het water te koud vinden, lopen een flink risico op een blaasontsteking. Vooral zeugen zijn hier gevoelig voor. Paarden en ezels zullen niet snel stoppen met drinken, maar van al te koud water kunnen zij wel koliek krijgen. Ververs daarom op koude winterdagen het drinkwater van boerderijdieren regelmatig, niet pas als de waterbak leeg is en niet pas als er ijs in ligt. Een scheut heet water toevoegen aan teveel afgekoeld water kan handig zijn. De dieren hoeven aan de andere kant ook niet verwend met warm water. Water uit het leidingennet heeft jaarrond een temperatuur die schom-melt tussen de 10 en 14 graden Celsius. Alleen het eerste beetje water uit de (bovengrondse) leiding kan op winterse dagen extra koud zijn. Gebruik dit eerste scheutje ijswater daarom niet voor kleine waterbakken, zoals de bakjes en flesjes voor konijnen.

Paarden willen altijd grazen, ook als ze ’s winters niet in de wei maar op een paddock of verhard plaatsje staan. Ze tasten de grond voordurend af, op zoek naar iets eetbaars. Zo kunnen ze flink wat zand binnenkrijgen, wat tot verteringsstoornissen en koliek kan leiden. Wil je weten of je paard zand in zijn darmen heeft? Neem dan een plastic of latex handschoen (een lange verloshandschoen is ideaal) en vul die met enkele mestballen (zonder zand van de grond) en warm water. Meng de boel een beetje door te kneden. Hang de handschoen

vervolgens een uurtje ergens op aan een knijper. Eventueel aanwezig zand zal onderin de vingers

van de handschoen zakken. Dit is duidelijk te voelen door in de vingertopjes van de handschoen te knijpen.

De zandkorrels voel je dan knisperen. Bij een doorzich-tige handschoen is zand ook duidelijk in de topjes te zien. Heeft een paard zand in de darmen, raadpleeg dan de dierenarts.

‘Ik geloof er geen sikkepit van’ is een uitdrukking die je gebruikt als je zeker weet dat er van een verhaal niets klopt. Een geit werd vroeger wel een sik genoemd,

een geitenkeutel heette een sikkepit. Vergeleken met de uitwerp-selen van andere boerderijdieren is de geitenkeutel natuurlijk wel erg bescheiden van formaat. Wie ergens niet eens een geitenkeutel van gelooft, gelooft er dus helemaal niets van.

Konijnen kun-nen goed tegen de kou, maar ze moeten wel lekker warm kunnen wegkruipen. Een behaaglijke slaap-plaats maak je eenvoudig door in het nachtgedeelte van het hok een flinke kartonnen (schoenen)doos te plaatsen, die net iets kleiner is dan het hokje zelf. Teken de ingang van het nachthok af op de doos en knip of snijd het gat uit. Leg een laagje stro op de bodem van het nachthokje en plaats de doos erbovenop. Prop flink wat stro in de ruimte tussen doos en hokwanden. Leg als laatste ook nog een laag stro bovenop de deksel van de doos. En ziedaar: een dubbelwandig, geïsoleerd nachthok.

Warm konijnenhok

Zand in paardendarmen

Geen sikkepit

Gevaren koud water

pag 27 Levende Have magazine voor hobbydierhouders

Page 7: Preview Levende Have februari 2013

Oud varkenHoe oud kan een varken worden? Lastig te zeggen. Het varken is nooit gefokt om lang mee te gaan. Alle varkensras-sen zijn in alle tijden en overal op de wereld in de eerste plaats gehouden voor hun vlees. Een varken werd en wordt geslacht op een moment dat je er meer geld aan voer in moet stoppen dan je er als vlees (of bij fokzeugen biggen) voor terugkrijgt. Veel ouder dan jongvolwassen mocht en mag een produc-tievarken niet worden. De primaire vet- en vleesfunctie van varkens zorgt er helaas ook vaak voor dat hobbyvarkens vroegtijdig overlijden. Overgewicht zorgt in de loop van de jaren voor een mindere werking van organen en voor ernstige bot-, gewrichts- en spierproblemen. Bovendien zijn veterinaire ingrepen bij varkens bovengemiddeld lastig. Maar bij een goede verzorging, een adequate voeding, veel beweging en een beetje geluk kan een hobbymatig gehou-den varken toch wel een respectabele leeftijd van zo’n twaalf tot twintig jaar halen. Kleine rassen worden gemid-deld ouder dan grote.

EzelinnenmelkAan ezelinnenmelk worden veel goede eigenschap-pen toegeschreven. In vroeger tijden kregen te vroeg geboren baby’s, kinderen met groeiachterstanden en zieken de melk als medicijn te drinken. Ook nu nog is er een nichemarkt voor ezelinnenmelk als powerfood en natuurgeneesmiddel. Ezelinnenmelk is rijker aan eiwitten, suikers, vitaminen en mineralen en bevat minder vet dan koeienmelk. Qua samenstelling komt het in de buurt van menselijke moedermelk. Bij kinderen met koemelkallergie wordt vaak overgestapt op geitenmelk, maar ezelinnenmelk wordt nog beter verdragen. Ezelinnenmelk zou ook goed zijn voor de buitenkant: sinds Cleopatra zich baadde in ezelinnen-melk, heeft de melk de reputatie de huid jong en stra-lend te houden. Dat kan kloppen: melk neutraliseert bij huidirritaties, het melkzuur weekt dode huidcel-len los en de op de huid neerslaande vetten maken de huid zacht en glanzend. Maar dat geldt voor alle melk, niet alleen voor ezelinnenmelk.

Het melken van koeien, paarden, schapen en geiten verloopt grofweg volgens hetzelfde stramien: geboorte kalf/veulen/lammeren, spenen jonge dieren, periode van melken, moeder droogzetten, volgende geboorte. Melkgeiten kun je daarnaast ook doormelken en duurmelken. Bij doormelken wordt de droogstand overgeslagen; de drachtige geit wordt doorgemolken tot het volgende moment van aflammeren. Gezonde, stevige geiten kunnen dat prima aan, en de risico’s van het droogzetten (slepende melkziekte) houd je ermee beperkt. De biest van doorgemolken geiten is alleen van erg slechte kwa-liteit. Daarom is doormelken voor

hobbygeitenhouders die hun lammeren bij de moeder laten lopen niet geschikt. Bij duurmelken wordt een niet-gedekte of niet drachtig geworden geit meer dan een jaar lang gemolken, soms wel meerdere jaren achter elkaar. In tegenstelling tot koeien en schapen hebben (goede melk-)geiten namelijk niet elk jaar nakomelingen nodig om melk te blijven geven. Zolang er gevraagd (gedronken of gemolken) wordt, wordt er geproduceerd. In de professionele geitenbedrijven wordt al veel volgens de duurmelkmethode gewerkt, maar ook voor de hobbymatige melkgeitenhouder kan het interessant zijn. Voordeel is dat er zo het

hele jaar door melkopbrengst is, niet alleen tijdens de zomerpiek. Voor de geiten zou duurmelken niet belastender zijn dan het krijgen van lammeren, in tegendeel. Bovendien geeft duurmelken de thuismelker een oplossing voor de toch vaak problematische afzet van lammeren (‘Wat te doen met de bokjes?’).

Doormelken en duurmelken

Bevroren waterflesHet water in de drinkflessen van konijnen bevriest snel. Soms wordt geadviseerd om wat suiker of zout aan het water toe te voegen om bevriezing tegen te gaan. Niet doen! Beide zijn slecht voor de spijsvertering van konijnen. Beter is het gebruik van een thermo-hoesje om de fles, te koop bij dierenwinkels. Maar ook zo’n flessenjasje voorkomt niet dat het balletje in het drinknippeltje kan vast-vriezen. Als je dan nieuw water in de fles doet, kan het konijn nog steeds niets drinken. Het veiligst is een roulatiesysteem, waarbij je om de paar uur wisselt: het ene flesje kan dan bin-nen ontdooien terwijl het andere buiten hangt.

pag 28