Preview kreukelbaardkronieken

10

description

 

Transcript of Preview kreukelbaardkronieken

Page 1: Preview kreukelbaardkronieken
Page 2: Preview kreukelbaardkronieken

De Kreukelbaardkronieken

Als mens tussen de kabouters, mijn fantastische ervaring.

Page 3: Preview kreukelbaardkronieken

De Kreukelbaardkronieken

Peter Lohbeck 2015

Page 4: Preview kreukelbaardkronieken

Inhoud 1 Koffie bij Kreukelbaard 5

2 De Rozentuin 16 3 Eikenhart 22 4 Uilenbabbels 29 5 Tijd 36 6 Het Verdrietige Elfje 44 7 Het Mysterie van het Belletje 50 8 Naar de Sterren 58 9 De Kreukelbaard 64 10 Het Stiltebos 73 11 De Tovenaar 81 12 Winter in het bos 94 13 De Eikeltjesrace 101 14 Lente 108 15 De Grote Picknick 115 16 Het Strandavontuur 127 17 Het Bos op Stelten 135 18 De Droomdansers 142 19 De Kronieken 149

20 Gedonder in het bos 159 21 Drakendrama 172

Page 5: Preview kreukelbaardkronieken

1. Koffie bij Kreukelbaard Vandaag ben ik begonnen om de verhalen op te schrijven van kabouter

Kreukelbaard. Waarom? Omdat ik het leuk vind om dat te doen en omdat

kabouter Kreukelbaard mij dit heeft gevraagd. Nu zul je vast denken: ‘Wie

is die “kabouter Kreukelbaard” dan wel en waarom heeft hij dit speciaal

aan mij gevraagd?’ Nou dat komen we in een van zijn verhalen wel aan de

weet hoor. Het is in ieder geval zo dat ik kabouter Kreukelbaard al hééél

lang ken.

Vroeger toen ik nog klein was maakte ik al contact met zijn vriendjes

en pas veel later leerde ik hem ook zelf kennen, doordat ik voor het slapen

gaan, kabouterverhaaltjes wilde vertellen aan mijn twee dochtertjes. Dus

kabouter Kreukelbaard is al een oude bekende van me. En nou zeg ik oude

bekende, maar hij is veel en veel ouder dan ik ben hoor!

Hij  is  al  367  jaar.  Het  is  een  leuk  klein  manneke  van  zo’n  50  cm  groot.  

Hij heeft een rode broek aan met een hemels blauw-wit geblokt jasje en

natuurlijk een rode puntmuts. Aan zijn voetjes draagt hij bruine leren laars-

jes met veters. Een leuk ventje om te zien. Hij heeft altijd rode wangetjes

van de buitenlucht. En natuurlijk heeft hij een lange witte baard die af en

toe helemaal in de war zit. Daarom hebben ze hem ook Kreukelbaard

genoemd. En er is nog een reden waarom hij zo heet maar dat vertel ik je

later.

We gaan Kreukelbaard tijdens zijn dagelijkse bezigheden in de bossen

volgen en dan luisteren we naar wat hij allemaal te vertellen heeft en wat we

dan kunnen gaan meemaken. Hij heeft gezegd dat hij altijd precies weet

waar ik ben en hij weet dan ook altijd wanneer ik met hem mee wil, want

hij kan contact met me maken via mijn gedachten, zomaar “plomp” in mijn

hoofd. Grappig hè? Het is net of hij mij al veel beter kent dan ik hem.

Voor vandaag was ik bij Kreukelbaard op de koffie uitgenodigd om

eens goed kennis met hem te maken. Dus ik was al vroeg onderweg naar het

Page 6: Preview kreukelbaardkronieken

bos waarvan ik denk dat hij daar woont. Welk bos vraag je nu natuurlijk,

maar dat kan elk willekeurig bos zijn. Hij heeft me dan ook gezegd dat ik

naar een bos moet gaan waarvan ík denk dat er kabouters wonen. Aan de

rand van dat bos wacht hij me dan op en brengt hij me naar een plek waar

hij wat werk te doen heeft, of waar hij woont of waar iets gaat gebeuren of

wat hij me gewoon wil laten zien. En dat hoeft dus niet precies het bos te

zijn waar ik nu naar toe loop. Spannend hoor, maar ja we zullen wel zien.

Dus daar stond ik dan aan de rand van een mooi bos waarvan ik wist

dat het hele smalle paadjes had en spannende plekjes, waar je jezelf overal

kon verstoppen. Ik besloot een paar stappen op   zo’n   paadje te zetten en

vroeg me gelijk af of kabouter Kreukelbaard wel zou komen opdagen en of

hij wel wist naar welk bos ik was gegaan.

‘Ha, twijfelde je aan  me?’ hoorde ik ineens achter me, en ja hoor daar

stond hij in zijn blauw-wit geblokt jasje en rode broek. Zijn puntmuts een

beetje scheef op zijn hoofd en een mooie witte baard, waar geen kreukel in

te bekennen was. In zijn hand had hij een stok waar aan de bovenkant één

blaadje aan groeide.

‘Nou, ben je uitgekeken? Nog nooit een kabouter gezien of zo?

Kom we gaan op weg’ zei hij.

Hij draaide zich om en liep een paadje in. Ik ging hem achterna en besefte

dat ik terug liep naar de rand van het bos waar ik net vandaan gekomen was.

Maar het leek wel of het nu veel langer duurde. Ik zag de bosrand ook

helemaal niet meer. Het bos werd almaar dichter en dichter, en stiller. Ik

besloot de stoute schoenen aan te trekken en Kreukelbaard te vragen wat er

allemaal gebeurde. Nog voor ik de vraag kon stellen zei Kreukelbaard

zonder dat hij stopte of omkeek:

‘Op het moment dat wij contact maken zit je in mijn wereld en gaan er

dingen veranderen. En ja, het is nog steeds hetzelfde bos, wees maar

niet bang. Normaal gesproken, zie je het bos met de ogen van een

mens, en nu zie je ook mijn deel erbij. En zo kun je dan ook met andere

Page 7: Preview kreukelbaardkronieken

kabouters, of elfjes, of wat dan ook contact maken. Op deze manier

kun je nog heel veel meer ontdekken.‘

Terwijl ik achter Kreukelbaard aan liep werd het paadje langzaam breder en

kwamen we uiteindelijk uit op een mooi zandpad. Daar kwam Kreukelbaard

naast me lopen.

‘Zo, welkom in mijn bos’ zei hij. ‘Eerst maar eens naar mijn huisje

voor een kop koffie.’

Kreukelbaard liep naar een oude boom vol met paddenstoelen. Van die

platte zwammen die als afdakjes op de stam zitten. Kreukelbaard stapte op

de eerste zwam en daarna de tweede. Hij gebruikte de zwammen als een

trap om de boom in te klimmen. Hij keek achterom en vroeg of ik nog van

plan was om mee te komen of niet.

‘Maar….’ zei ik, ‘ik ben toch veel te groot en te zwaar om op die

zwammen te gaan staan, dan gaan ze stuk!’

Kreukelbaard lachte en zei:

‘Kijk nou eens naar jezelf, waarom denk je dat alles hetzelfde zou

blijven als je met mij het bos in gaat.’

Tot mijn verbazing zag ik dat ik tijdens het lopen een stuk kleiner was

geworden, net zo klein of groot, als kabouter Kreukelbaard! Hoe kan dit,

dacht ik en ik raakte een beetje in paniek.

‘Hoe moet dat straks als ik weer naar huis moet?’

‘Ach maak je niet druk, straks ben je weer jezelf, hoe wil je anders met

me mee in mijn huisje, nou kom op, klimmen en naar boven!’

riep Kreukelbaard.

Ik besloot maar te doen wat hij me vroeg en voorzichtig ging ik op de eerste

paddenstoel staan. Dat ging goed, deze brak niet af, en al gauw was ik bij

Kreukelbaard aangekomen die intussen voor een houten deurtje stond. We

gingen er doorheen en aan de binnenkant van de stam liep weer een trapje

naar beneden. Daar beneden zag ik een hele warme en gezellige huiskamer.

Kreukelbaard was al koffie aan het zetten en het rook heerlijk. Ik keek eens

even rond in het huisje en zag al gauw dat het kabouterleven best wel lijkt

Page 8: Preview kreukelbaardkronieken

op een mensenleven, alleen was alles dus veel kleiner. Ik keek uit het

raampje en merkte dat we halverwege de boom waren want ik had een leuk

uitzicht door het bos. Kreukelbaard kwam al met de koffie aan, en vroeg me

of ik het naar mijn zin had. Ik zei hem dat ik van de ene verbazing in de

andere viel en dat ik het heel erg fijn vond dat ik hem mocht bezoeken.

Kreukelbaard zat duidelijk genietend aan zijn koffie te nippen.

‘Ja’ zei hij, ‘het wordt tijd dat er eens iemand met mij mee loopt zodat

men ons verhaal kan horen, en daarom heb ik jou uitgekozen.’

‘Waarom mij dan?’ vroeg ik.

‘Dat is heel gemakkelijk, omdat jij nog gelooft in kabouters, elfjes en

andere wezens uit het bos. Omdat jij nog kan genieten als je door het

bos loopt en, misschien wel het belangrijkste, omdat jij eigenlijk ook

heel stiekem wel eens zegt dat je ook wel eens een kabouter, elfje, heks

of fee zou willen zien. Nou hier ben ik dan.’

Ik wist niet wat ik moest zeggen, maar hij had wel gelijk. Vaak heb ik ervan

gedroomd hoe het zou zijn om in een sprookje te leven, samen met alle

leuke en lieve wezentjes die daarin voorkomen.

‘Ja,  en  ook  de  wat  minder  lieve  wezentjes  hè,  want  die  bestaan  ook  en  die  

krijg je ook  te  zien  als  het  zover  is.’  

Oh oh waar ben ik aan begonnen. Ik werd heel benieuwd wat voor een

avontuur dit zou gaan worden.

‘En ik wil graag’ zei Kreukelbaard, ‘dat je van elke tocht die we ma-

ken, en van elk avontuur wat wij samen beleven, een verhaal schrijft.

Een verhaal voor de kinderen die nog in ons geloven, zodat ook zij het

kunnen doorvertellen. En zo komen er steeds meer kinderen die

nieuwsgierig worden naar onze wereld. En misschien gaan dan zelfs

de grote mensen, de volwassenen, ook nieuwsgierig worden. Het kind

in henzelf krijgt dan de kans om de verhalen te lezen, te vertellen of

voor te lezen. Want het wordt wel eens tijd dat iedereen weer een beet-

je terug komt naar de mooie dingen van de natuur, van het bijzondere

leven, van hoe het ook kan zijn.’

Page 9: Preview kreukelbaardkronieken
Page 10: Preview kreukelbaardkronieken