Praktijkboek - Counselling Coaching

227
© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 1 Academie voor Counselling en Coaching (ACC) Counselling en Coaching opleidingen door heel Nederland www.counselling.nl - www.coachacademie.nl Praktijkboek De dagen waarop we de praktijktrainingen geven variëren. Meestal houden we de praktijktrainingen op zaterdagen. Soms op doordeweekse dagen of op ochtenden, middagen of avonden. De praktijktraining bestaat uit 60 uur. Die 60 uur is verdeeld over 10 dagen van 6 uur en in sommige steden over 20 dagdelen of avonden van 3 uur. Totaal krijg je 40 lessen van anderhalf uur. Dat zijn 4 lessen per dag of 2 lessen op een dagdeel of avond. (Met de pauzes meegerekend duurt een dag 7 uur en een dagdeel 3 uur en een kwartier.) Bij de versnelde opleidingen volgen de lessen sneller op elkaar. Tijdens de eerste les vorm je een studiegroep. Je kunt tussen de lessen door bij elkaar komen om extra te oefenen. Dat is geen verplichting, wel erg leerzaam; het geeft je een verdieping van de praktijkervaring. In het praktijkboek staat een algemeen trainingsprogramma waarvan de individuele trainers soms iets kunnen afwijken. Het feitelijke programma hangt af van: de trainer, de groep, de feedback, actuele gebeurtenissen en vernieuwingen. De oefeningen en je praktijktrainer helpen je om je leerdoelen te bereiken. Het uiteindelijke leerdoel is om een professionele counsellor of coach te worden. Naast de meest toegepaste oefeningen geven we in dit praktijkboek ook veel extra oefeningen. Die kan de trainer gebruiken om het bestaande programma aan te passen. Je kunt de overgebleven oefeningen zelfstandig of samen met je studiegroep verkennen. Gebruik ze om je leerdoelen te halen. We geven 3 series van oefeningen weer: Voor Niveau 1: o Inleiding tot Counselling en Coaching o Inleiding tot Mensgericht Coachen Voor Niveau 2: o Intervisietraining, Marketing en Aanvullende Workshops. Voor je begint met de Praktijktrainingen is het nodig dat je de Ethische Code, de Feedbackregels, de uitgangspunten van Carl Rogers en de Hulpen voor Innerlijke Groei hebt bestudeerd en begint toe te passen. Door het toepassen van die regels creëren we een veilige omgeving, waarin we in alle openheid, eerlijkheid, echtheid en vertrouwen kunnen oefenen, werken aan onszelf en groeien als mens. (De Hulpen voor Innerlijke Groei staan in dit praktijkboek. De andere zaken in de Syllabus.) www.counselling.nl www.coachacademie.nl

Transcript of Praktijkboek - Counselling Coaching

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 1

Academie voor Counselling en Coaching (ACC) Counselling en Coaching opleidingen door heel Nederland

www.counselling.nl - www.coachacademie.nl

Praktijkboek

De dagen waarop we de praktijktrainingen geven variëren. Meestal houden we de praktijktrainingen op zaterdagen. Soms op doordeweekse dagen of op ochtenden, middagen of avonden. De praktijktraining bestaat uit 60 uur. Die 60 uur is verdeeld over 10 dagen van 6 uur en in sommige steden over 20 dagdelen of avonden van 3 uur. Totaal krijg je 40 lessen van anderhalf uur. Dat zijn 4 lessen per dag of 2 lessen op een dagdeel of avond. (Met de pauzes meegerekend duurt een dag 7 uur

en een dagdeel 3 uur en een kwartier.) Bij de versnelde opleidingen volgen de lessen sneller op elkaar. Tijdens de eerste les vorm je een studiegroep. Je kunt tussen de lessen door bij elkaar komen om extra te oefenen. Dat is geen verplichting, wel erg leerzaam; het geeft je een verdieping van de praktijkervaring. In het praktijkboek staat een algemeen trainingsprogramma waarvan de individuele trainers soms iets kunnen afwijken. Het feitelijke programma hangt af van: de trainer, de groep, de feedback, actuele gebeurtenissen en vernieuwingen. De oefeningen en je praktijktrainer helpen je om je leerdoelen te bereiken. Het uiteindelijke leerdoel is om een professionele counsellor of coach te worden. Naast de meest toegepaste oefeningen geven we in dit praktijkboek ook veel extra oefeningen. Die kan de trainer gebruiken om het bestaande programma aan te passen. Je kunt de overgebleven oefeningen zelfstandig of samen met je studiegroep verkennen. Gebruik ze om je leerdoelen te halen.

We geven 3 series van oefeningen weer:

Voor Niveau 1: o Inleiding tot Counselling en Coaching o Inleiding tot Mensgericht Coachen

Voor Niveau 2: o Intervisietraining, Marketing en Aanvullende Workshops.

Voor je begint met de Praktijktrainingen is het nodig dat je de Ethische Code, de Feedbackregels, de uitgangspunten van Carl Rogers en de Hulpen voor Innerlijke Groei hebt bestudeerd en begint toe te passen. Door het toepassen van die regels creëren we een veilige omgeving, waarin we in alle openheid, eerlijkheid, echtheid en vertrouwen kunnen oefenen, werken aan onszelf en groeien als mens. (De Hulpen voor Innerlijke Groei staan in dit praktijkboek. De andere zaken in de Syllabus.)

www.counselling.nl

www.coachacademie.nl

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 2

Inhoud Praktijkboek

Algemene Praktijk Informatie ................................................................................. 8 Data - Tijden - Lessen ....................................................................................................... 8 Randvoorwaarden ............................................................................................................ 9 Hulpen voor Innerlijke Groei ............................................................................................ 10 Opzet Praktijktrainingen ................................................................................................... 11 Leerstijlen - Model van Kolb ............................................................................................. 13 Leerstijlen volgens Vermunt .............................................................................................. 14 Johari Window ................................................................................................................ 15 Paradigma’s ..................................................................................................................... 16

Niveau 1 - Inleiding tot Counselling en Coaching - De Oefeningen: ................................. 17

Dag 1 - Bestudeer globaal: De Kunst van het Counsellen (Cd-pakket) ................................. 18 Les 1 (90) Introductie ......................................................................................... 18

Les 2a (30) Stilte ................................................................................................. 18 Les 2b (30) Luisteren ........................................................................................... 18 Les 2c (30) Parafraseren ...................................................................................... 18 Les 3a (30) Reflecteren ........................................................................................ 18 Les 3b (30) Open vragen en Samenvatten ............................................................. 18 Les 3c (30) Verderreikende vragen ....................................................................... 18 Les 4a (30) Gevoelens ......................................................................................... 18 Les 4b (30) Feedback geven ................................................................................. 18 Les 4c (30) Groepsevaluatie ................................................................................. 18 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 19

Dag 2 - Bestudeer grondig: De Kunst van het Counsellen (Cd-pakket) ................................ 26 Les 5a (30) Wat zijn Counselling en Coaching? .................................................... 26 Les 5b (30) Emoties voelen / herkennen (non-verbaal) .......................................... 26 Les 5c (30) Welk probleem speelt er? .................................................................... 26 Les 6 (90) Blijf bij de cliënt ................................................................................. 26 Les 7a (60) Counsel hoe het niet moet .................................................................. 26 Les 7b (30) Feedback ........................................................................................... 26 Les 8a (60) Vertrouwensband ............................................................................... 26 Les 8b (30) Onmiddelijkheid - Directheid - Assertiviteit - Echtheid ........................ 26 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 27

Dag 3 - Bestudeer globaal: Deskundig Hulpverlenen (Gerard Egan) .................................... 33 Les 9a (45) Inschatting van het probleem .............................................................. 33 Les 9b (45) Zich richten op een bepaald probleem en de exploratie ervan ............... 33 Les 10a (45) Uitdagen van de cliënt en het ontwikkelen van nieuwe perspectieven ... 33 Les 10b (45) Het stellen van doeleinden .................................................................. 33 Les 11a (45) Het ontdekken van mogelijke wegen naar het doel ............................... 33 Les 11b (45) Het kiezen van de meest geschikte route .............................................. 33 Les 12a (45) Actie; de route ten uitvoer brengen ..................................................... 33 Les 12b (45) Het evalueren van het hulpverleningsproces ........................................ 33 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 34

Dag 4 - Bestudeer grondig: Deskundig Hulpverlenen (Gerard Egan) ................................... 38 Les 13 (90) Nieuwe (potentiële) cliënt, komt voor de eerste keer ............................ 38 Les 14 (90) Fase 1 ................................................................................................ 38 Les 15 (90) Fase 2 ................................................................................................ 38 Les 16 (90) Fase 3 ................................................................................................ 38 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 39

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 3

Dag 5 - Bestudeer globaal: Stromingen in de Psychologie (W. E. Glassman / H. Geluk) Hoofdstuk 1 t/m 5 .................................................................... 42

Les 17a (45) Biologische Benadering ...................................................................... 42 Les 17b (45) Behavioristische Benadering ............................................................... 42

Les 18 (90) Cognitieve Benadering ....................................................................... 42 Les 19 (90) Psychodynamische Benadering ........................................................... 42 Les 20 (90) Humanistische Benadering ................................................................. 42 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 43

Dag 6 - Bestudeer globaal: Stromingen in de Psychologie (W. E. Glassman / H. Geluk) Hoofdstuk 6 t/m 9 .................................................................... 44

Les 21 (45) Ontwikkeling van het individu ............................................................ 44 Les 22 (90) Sociaal gedrag ................................................................................... 44 Les 23 (90) Psychische en psychiatrische problemen .............................................. 44 Les 24 (90) Stress ................................................................................................. 44 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 45

Dag 7 - Bestudeer globaal: An Introduction to Counselling (John McLeod) Hoofdstuk 1 t/m 11 .................................................................. 46

Les 25a (45) Werken met systemen: Familie / Bedrijf ............................................. 46 Les 25b (45) Werken met systemen: Familie / Bedrijf ............................................. 46 Les 26 (90) Multiculturele Benadering .................................................................. 46 Les 27 (90) Multiculturele Benadering .................................................................. 46 Les 28 (90) Merknamen en Marketing .................................................................. 46 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 47

Dag 8 - Bestudeer globaal: An Introduction to Counselling (John McLeod) Hoofdstuk 12 t/m 21 ................................................................ 48

Les 29a (45) De Macht van de Counsellor / Cliënt ................................................. 48 Les 29b (45) De Macht van de Counsellor / Cliënt ................................................. 48 Les 30a (45) Counsellen in diverse settings ............................................................. 48 Les 30b (45) Counsellen in diverse settings ............................................................. 48 Les 31a (45) Moraal, Waarden, Normen, Ethiek, Ethische Codes ........................... 48

Les 31b (45) Moraal, Waarden, Normen, Ethiek, Ethische Codes ........................... 48 Les 32 (90) Training / Supervisie / Intervisie ........................................................ 48 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 49

Dag 9 - Bestudeer globaal: Handboek ontwikkelingsgericht coachen (R. Vandamme) (M1-2) 50 Les 33 (90) Ontdek jezelf als coach - 5 unieke kenmerken van coaching ................. 50 Les 34 (90) Ontdek jezelf als coach - 6 vormen van coaching ................................. 50 Les 35 (90) Zoek het patroon - Personaliseren van het project ................................ 50 Les 36 (90) Zoek het patroon - Het opsporen van overtuigingen en waarden .......... 51 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 52

Dag 10 - Bestudeer globaal: Handboek ontwikkelingsgericht coachen (R. Vandamme) (M3-5) 53 Les 37 (90) Reflecteer over de wijze van aanpak - Eerste gesprek ........................... 53 Les 38 (90) Reflecteer over de wijze van aanpak - Tweede gesprek ......................... 53 Les 39 (90) Detecteer het niveau van zelfsturing - Zelfsturend team ....................... 54 Les 40a (75) Persoonlijke Transformatie ................................................................. 54 Les 40b (15) Afsluiting eerste Niveau ..................................................................... 54 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 55

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 4

Algemene Extra Oefeningen (A1 - A60) ..................................................................... 56

Cases: ............................................................................................................... 63 Algemene kort omschreven Cases ..................................................................................... 63

Voor Les 21a Schoolcounselling ...................................................................................... 66 Voor Les 22 Sociaal Probleem ....................................................................................... 67 Voor Les 29 Geheime Opdracht .................................................................................... 67 Voor Les 30b Groepscounselling ..................................................................................... 67 Voor Les 31a Ethische Dilemma’s ................................................................................... 68 Gedetailleerde Cases (C1 - C170) ......................................................................... 69 Geheime Cases - Cliënt (G1 - G13) .......................................................................... 91 Geheime Cases - Counsellor (G14 - G25) ......................................................................... 93

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 5

Niveau 1 - Inleiding tot Mensgericht Coachen - De Oefeningen: ...................................... 95

Dag 1 - Bestudeer globaal: De Kunst van het Counsellen (Cd-pakket) ................................. 96 Les 1 (90) Introductie ......................................................................................... 96 Les 2a (30) Stilte ................................................................................................. 96

Les 2b (30) Luisteren ........................................................................................... 96 Les 2c (30) Parafraseren ...................................................................................... 96 Les 3a (30) Reflecteren ........................................................................................ 96 Les 3b (30) Open vragen en Samenvatten ............................................................. 96 Les 3c (30) Verderreikende vragen ....................................................................... 96 Les 4a (30) Gevoelens ......................................................................................... 96 Les 4b (30) Feedback geven ................................................................................. 96 Les 4c (30) Groepsevaluatie ................................................................................. 96 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 97

Dag 2 - Bestudeer grondig: De Kunst van het Counsellen (Cd-pakket) ................................ 104 Les 5a (30) Wat zijn Counselling en Coaching? .................................................... 104 Les 5b (30) Emoties voelen / herkennen (non-verbaal) .......................................... 104 Les 5c (30) Welk probleem speelt er? .................................................................... 104

Les 6 (90) Blijf bij de cliënt ................................................................................. 104 Les 8b (30) Onmiddelijkheid - Directheid - Assertiviteit - Echtheid ........................ 104 Les 7b (30) Feedback ........................................................................................... 104 Les 8a (60) Vertrouwensband ............................................................................... 104 Les 7a (60) Counsel hoe het niet moet .................................................................. 104 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 105

Dag 3 - Bestudeer grondig: Het Counsel en Coach Werkboek ............................................. 110 Les 9a (45) Punt 1 - Problemen ............................................................................ 110 Les 9b (45) Punt 7 - Doelen .................................................................................. 110 Les 10a (45) Punt 2 - Het Probleem ........................................................................ 110 Les 10b (45) Punt 8 - Het Doel en Punt 9 - Het Leven ............................................. 110 Les 11a (45) Punt 3 - Onbewuste Schok .................................................................. 110 Les 11b (45) Punt 4 - Nieuwe Wegen ..................................................................... 110 Les 12a (45) Punt 5 - De Nieuwe Route - Actieplan ................................................ 110

Les 12b (45) Punt 6 - Bewuste Schok ...................................................................... 110 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 111

Dag 4 - Bestudeer grondig: Praktijkgids voor Coaches (Julie Starr) De vier fasen van een coachingsopdracht .................................. 112

Les 13 (90) Fase 1: Stel de context voor coaching vast ........................................... 112 Les 14 (90) Fase 2: Creëer inzicht en richting ........................................................ 112 Les 15 (90) Fase 3: Evalueer / bevestig het geleerde .............................................. 112 Les 16 (90) Fase 4: Afronding .............................................................................. 112 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 113

Dag 5 - Bestudeer grondig: Praktijkgids voor Coaches (Julie Starr) De vijf fundamentele Coachingsvaardigheden Barrières bij Coaching ............................................................. 115

Les 17a (45) Verstandhouding ............................................................................... 115 Les 17b (45) Intuïtie .............................................................................................. 115 Les 18a (45) Het eerste contact .............................................................................. 115 Les 18b (45) Je voelt er niet veel voor om een cliënt te helpen .................................. 115 Les 19 (90) Weerstanden ..................................................................................... 115 Les 20 (90) Feedback geven en ontvangen ............................................................ 115 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 116

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 6

Dag 6 - Bestudeer grondig: Handboek ontwikkelingsgericht coachen (Rudy Vandamme) Module 1: Ontdek jezelf als coach ............................................ 117

Les 21 (90) Ontdek jezelf als coach - 5 unieke kenmerken van coaching ................. 117 Les 22 (90) Ontdek jezelf als coach - 6 vormen van coaching ................................. 117

Les 23 (90) Ontdek jezelf als coach - Wat is Coaching? ......................................... 117 Les 24 (90) Ontdek jezelf als coach - LifeCoach op TV .......................................... 117 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 118

Dag 7 - Bestudeer grondig: Handboek ontwikkelingsgericht coachen (Rudy Vandamme) Module 2: Zoek het patroon ..................................................... 119

Les 25 (90) Zoek het patroon - Personaliseren van het project ................................ 119 Les 26 (90) Zoek het patroon - Het opsporen van overtuigingen en waarden .......... 119 Les 27 (90) Zoek het patroon - Het exploreren van het ontwikkelingsgebied ........... 119 Les 28 (90) Zoek het patroon - Het thematiseren van het ontwikkelingsgebied ........ 119 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 120

Dag 8 - Bestudeer grondig: Handboek ontwikkelingsgericht coachen (Rudy Vandamme) Module 3: Reflecteer over de wijze van aanpak ......................... 121

Les 29 (90) Reflecteer over de wijze van aanpak - Eerste gesprek ........................... 121 Les 30 (90) Reflecteer over de wijze van aanpak - Tweede gesprek ......................... 121 Les 31 (90) Reflecteer over de wijze van aanpak - Derde Gesprek .......................... 121 Les 32 (90) Reflecteer over de wijze van aanpak - Vierde Gesprek .......................... 121 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 122

Dag 9 - Bestudeer grondig: Handboek ontwikkelingsgericht coachen (Rudy Vandamme) Module 4: Volg de persoonlijke ontwikkeling ........................... 123 Module 5: Detecteer het niveau van zelfsturing ......................... 123

Les 33 (90) Volg de persoonlijke ontwikkeling - Eigen indeling .............................. 123 Les 34 (90) Volg de persoonlijke ontwikkeling - Eigen indeling .............................. 123 Les 35 (90) Volg de persoonlijke ontwikkeling - Eigen indeling .............................. 123 Les 36 (90) Volg de persoonlijke ontwikkeling - Eigen indeling .............................. 123 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 124

Dag 10 - Bestudeer grondig: Handboek Coachend Leiderschap (Rudy Vandamme) Les 37a (30) Beweging van binnenuit ..................................................................... 130 Les 37b (30) Leiderschapsprofielen ........................................................................ 125 Les 37a (30) Leiderschapsprofielen ........................................................................ 125 Les 38a (30) Hoe ervaren andere mensen je? ........................................................... 125 Les 38b (30) Stap in je rol ...................................................................................... 125 Les 38c (30) Stap uit je rol ..................................................................................... 125 Les 39 (90) Coachend Leiderschap ....................................................................... 126 Les 40a (45) Mensgericht Coachen - Laat alles los .................................................. 126 Les 40b (45) Groepsevaluatie Les 40a en Afsluiting eerste niveau ............................ 126 Extra Oefeningen ....................................................................................................... 127

Algemene Extra Oefeningen (A1 - A50) ..................................................................... 128

Cases: Gedetailleerde Cases (C1 - C69) ........................................................................................ 137

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 7

Niveau 2 - Specialist Counsellor of Coach - Aanvullende Oefeningen: .............................. 147 Overzicht Niveau 2 ........................................................................................................... 148 Inschrijving Niveau 2 ........................................................................................................ 149 Intervisie .......................................................................................................................... 150

Brainstormen ................................................................................................................... 156 Inleiding ...................................................................................................................... 156 Oefeningen .................................................................................................................. 159

Marketing ........................................................................................................................ 161 Hoe DOE je dat? ......................................................................................................... 161 Huiswerk Vooraf ......................................................................................................... 162 De Onderneming ......................................................................................................... 165 Promotie ..................................................................................................................... 167 Aandachtspunten ......................................................................................................... 168 Intervisie ..................................................................................................................... 169

Oplossingsgericht Counsellen ............................................................................................ 170 Inleiding ...................................................................................................................... 170 Oefeningen .................................................................................................................. 173

Aanvullende Workshops ................................................................................................... 174

Formulieren en Verklaringen: .................................................................................. 175 Inleiding .......................................................................................................................... 176 Ontvangen Feedback - 1 ................................................................................................... 177 Ontvangen Feedback - 2 ................................................................................................... 179 McFeedback ..................................................................................................................... 180 Rogeriaanse Reflectie ....................................................................................................... 181 Profiel Counsellor of Coach .............................................................................................. 182 Competentiematrix ........................................................................................................... 183 Evaluatie van je Studie ..................................................................................................... 185 Verklaring Trainer ............................................................................................................ 186 Verklaring Supervisor ....................................................................................................... 187 Verklaring Intervisiegroep ................................................................................................. 188 Verklaring Studiegroep ..................................................................................................... 189 Verklaring Counsellor / Coach ......................................................................................... 190

Verklaring Workshopgever ............................................................................................... 191 Verklaring Werkgever / Opdrachtgever ............................................................................. 192 Verklaring Cliënt .............................................................................................................. 193 Aanmelding Examens ....................................................................................................... 194 Kwaliteitscriteria en Diepgang .......................................................................................... 195 Counsellor, Coach Kiezen ................................................................................................. 196 Supervisor Kiezen ............................................................................................................. 198 Checklist - Niveau 1 .......................................................................................................... 200 Checklist - Niveau 2 .......................................................................................................... 202 Checklist - Niveau 3 .......................................................................................................... 204 Evaluatie van de Opleiding ............................................................................................... 206

Voorbeelden: ....................................................................................................... 212 Praktijkscriptie ................................................................................................................. 212 Dossier ............................................................................................................................ 214

Folder .............................................................................................................................. 217 Contract ........................................................................................................................... 218 Algemene Voorwaarden ................................................................................................... 219

Instructies voor de Trainer ..................................................................................... 227

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 8

Data - Tijden - Lessen

Actuele Data, Tijden en Trainingslocaties kun je vinden op onze site www.counselling.nl of mail / bel je praktijktrainer of het hoofdkantoor. Met de theorie kun je beginnen wanneer je wilt. De praktijktrainingen vangen meestal aan in januari en september.

Dagindeling van de Praktijkdagen op de Zaterdagen: 09:45 Zaal Open 10:00 - 11:30 Les 1 (of 5, 9, 13, 17, 21, 25, 29, 33, 37)* We beginnen precies om 10:00 uur. 11:30 - 11:45 Koffie / Thee pauze 11:45 - 13:15 Les 2 (of 6, 10, 14, 18, 22, 26, 30, 34, 38)* 13:15 - 13:45 Lunch 13:45 - 15:15 Les 3 (of 7, 11, 15, 19, 23, 27, 31, 35, 39)* 15:15 - 15:30 Koffie / Thee pauze 15:30 - 17:00 Les 4 (of 8, 12, 16, 20, 24, 28, 32, 36, 40)*

* De getallen tussen haakjes zijn de lesnummers van de opeenvolgende bijeenkomsten om die tijd. Les 1 is op dag 1 van 10:00 tot 11:30 en les 5 heb je om dezelfde tijd op dag 2 etc.

Lesindeling Je krijgt 4 lessen op een dag. (Of 2 op een avond.) Iedere les duurt 90 minuten. Het kan een oefening van 90 minuten zijn, 2 oefeningen van 45 minuten, 3 van 30 minuten of één van 60 en één van 30. Na iedere les is er even pauze. Houd bewust pauze, zodat je daarna weer fris aan de volgende oefeningen kunt beginnen. De getallen tussen haakjes, in het lesschema, zijn minuten. De trainers observeren, geven feedback, helpen of doen mee. Soms evalueer je met je trainingsgroep en soms met de hele groep of in 2 grote groepen. Beperk je in de praktijklessen tot het praktische gedeelte en hoe je de theorie kunt toepassen. Voor specifieke vragen over je studie, de pure theorie of organisatorische zaken kun je je studiecoach mailen of bellen.

Lesvoorbereiding De Theorie, Praktijktrainingen en de Leerdoelen vormen één geheel. Thuis neem je vooraf de theorie

door. De theorie leer je toepassen door de oefeningen in de praktijktraining, zodat je de gestelde leerdoelen haalt. Het is een pittig lesprogramma, zorg ervoor dat je vooruit werkt en na iedere bijeenkomst opschrijft hoe je de leerdoelen hebt behaald. Vraag na iedere oefening om feedback en werk die thuis uit. Je kunt gebruik maken van de feedbackformulieren (zie blz. 177 e.v.). Als je te lang wacht met het uitwerken van de praktijklessen is het mogelijk dat je vergeet wat je hebt geleerd. Mocht je lessen missen of bepaalde leerdoelen niet hebben behaald, dan is er nog geen man of vrouw overboord. De gemiste leerdoelen kun je inhalen door extra oefeningen of opdrachten.

Let goed op: Begin met het eind in gedachten! Zoals eerder aangegeven, neem al het relevante materiaal vooraf globaal door. Zoals Covey zegt: “Begin met het eind in gedachten.” Hij zegt dat met een hele goede reden. Lees daarom nu al

over de kwaliteitscriteria en hoe je een counsellor, coach of een supervisor kunt kiezen, aan welke criteria die dienen te voldoen en natuurlijk ook de checklist, zodat je er vanaf lesdag 1 al naar toe kunt werken. Die informatie kun je vinden in dit praktijkboek van blz. 194 t/m 201.

Let heel goed op: Begin gelijk na de eerste lesdag aan je scripties en houd al je leerervaringen goed bij. Dan heb je het grootste leereffect. Achteraf je scripties schrijven is haast onmogelijk en veel minder leerzaam. Je volgt een beroepsopleiding en dat vraagt enige zelfdiscipline.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 9

Randvoorwaarden

Bestudeer voordat je aan een Praktijktraining deelneemt:

De Ethische Code. (Zie Syllabus.)

De Feedbackregels. (Zie Syllabus.)

De Uitgangspunten van Carl Rogers. (Zie Syllabus.)

De Hulpen voor Innerlijke Groei. (Zie dit Praktijkboek.)

De benodigde literatuur voor die les. (Die staat aangegeven bij iedere lesdag.) Mocht je door omstandigheden in tijdgebrek komen, dan kun je de literatuur globaal bestuderen en op z’n minst de samenvattingen lezen. Tijdens de praktijktrainingen oefenen we alleen de praktijkoefeningen en investeren we geen tijd om te vertellen wat er in de literatuur staat, dat kun je zelf lezen. Hierdoor halen we het maximale profijt uit de 60 uur praktijktraining.

Andere Regels:

Roken mag alleen buiten en het is niet toegestaan om je peuken op straat weg te gooien.

Draag als beginnend Counsellor of Coach zorg voor je omgeving, je bent een rolmodel.

Draag zorg voor je eigen veiligheid en de veiligheid van anderen in alle opzichten.

Het is nodig dat je je houdt aan de huisregels van de trainingslocatie.

Je bent er te gast en je helpt mee met het klaarzetten en opruimen van de stoelen of tafels.

Ook is het is fijn als je meehelpt met het wassen en afdrogen van de koffie- of theekopjes.

Volg de instructies van de trainer.

Houd de tijd in de gaten. Zowel tijdens de oefeningen als de pauzes. Begin en stop op tijd.

Het is een mooie bewustzijnsoefening om te zorgen dat je je bewust bent van de gesprekken.

Wees je bewust van jezelf, de ander, de oefening, de tijd en de omgeving.

Besef dat de regels er zijn om je te helpen een professioneel counsellor of coach te worden.

Huiswerk en Scripties.

Maak aantekeningen tijdens de les, zodat je later nog precies weet wat we hebben gedaan.

Vraag om feedback en geef anderen die erom vragen oprechte feedback.

Versla thuis de bereikte leerdoelen en verwerk die in je scriptie.

Werk de ontvangen feedback uit en breng de leerpunten in praktijk.

Bestudeer de lesstof voor de volgende training.

Bereid de nieuwe oefeningen eventueel voor.

Oefen regelmatig met je studiegroep en verwerk de resultaten (leerdoelen) in je scriptie.

Voer specifieke opdrachten, die je soms tijdens de les kunt krijgen, uit.

Als je een keer niet kunt, meld je dan van te voren af bij je trainer.

Mis je een les, haal die dan in met je studiegroep, bel of mail de leden van je studiegroep om te vragen wat er is gedaan, help elkaar en oefen met elkaar.

Vraag eventueel je trainer om extra oefeningen of aanvullende opdrachten.

Studiegroepen. Vorm tijdens de eerste dag studiegroepen van 3 tot 5 mensen. Hiermee oefen je buiten de lessen, bijvoorbeeld bij elkaar thuis. Je helpt elkaar met het behalen van je diploma. Meestal komen de leden van de studiegroep tussen de lessen door bij elkaar. Je kunt de extra oefeningen doen en hierbij letten op de reeds ontvangen feedback, de volgende lessen voorbereiden, intervisie geven of andere zaken die je wenst. Oefen in de les zoveel mogelijk met mensen die niet in je studiegroep zitten, zodat je het maximale leereffect hebt. Het groepsproces / de groepsdynamica, hoe je het ervaart, beïnvloedt en ermee omgaat maakt deel uit van je leerervaringen. Daarom geven we er geen aparte richtlijnen voor.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 10

Hulpen voor Innerlijke Groei Als je alleen de theorie bestudeert, dan kun je leuke lezingen geven, boeken schrijven, anderen vertellen wat ze al dan niet moeten doen, maar beslist niet counsellen of coachen. Als je alleen oefent in de praktijk, dan kun je veel leren, maar loop je het gevaar veel zaken over het hoofd te zien. Als je alleen naar je intuïtie luistert, dan word je een onbegrijpelijk orakel. Als je alles goed doet, maar je niet als Mens ontwikkelt, kan je schaduwzijde ongemerkt al je werk teniet doen. Daarom is het belangrijk om tegelijk aan je innerlijke ontwikkeling te werken. De ontwikkeling van jezelf als Mens is iets anders dan het vaktechnisch leren counsellen of coachen. Breng daarom ook de nu volgende zaken in praktijk. Let er bij jezelf op tijdens de lessen en het dagelijks leven. Hoe word ik Mezelf?

Een aantal hulpen hiervoor:

Onderzoek je eigen gewaarwordingen, denken, emoties, gedragingen, intuïtie, weerstanden, moeilijkheden en projecties. Ken Jezelf.

Oefen jezelf dagelijks in het Echt Zijn. (Begin met 1 minuut per dag.)

Voor je kunt Counsellen of Coachen, dien je veel zaken af te leren. De regels, oefeningen, trainers, je medestudenten en je cliënten helpen je hierbij. Dank ze hiervoor.

Weken aan jezelf is niet altijd even leuk. Soms zijn heftige of pijnlijke ervaringen juist het waardevolst. Leer die waarderen als strenge leermeesters.

Hoe groter de (externe) moeilijkheden worden tijdens je studie, hoe meer je kunt leren over jezelf, mits je dagelijks serieus en bewust studeert. Er is een reden dat jou dat nu overkomt.

Word jezelf ervan bewust hoe je met andere mensen omgaat. Wil ik dat ze zo met mij omgaan? Hoe ECHT ben je? Hoe Empathisch? Hoe Onvoorwaardelijk kun je een ander Accepteren?

Wij kunnen alleen mogelijkheden tot groei scheppen, we kunnen het niet voor je doen.

Alleen mensen die zichzelf als een beginner zien, kunnen iets leren en veranderen.

Oordeel nooit over anderen, niets is wat het lijkt. Een oordeel zegt meer over jezelf dan de ander.

Houd in je gedrag en uitspraken rekening met de gevoelens van andere mensen.

Help geen mensen die niet aan zichzelf willen werken.

Respecteer iedere religie, levensfilosofie of wereldbeeld.

We hebben respect voor studenten die hard werken aan zichzelf om Echt te worden.

We kunnen er alleen naar streven om een zo goed mogelijk counsellor of coach te worden.

Combineer steeds de Theorie, je Groei en de Praktijk.

Alleen iemand die Geeft zal Ontvangen.

Niet aflatende bewuste inspanning zal vroeg of laat worden beloond.

Groeipijnen zijn zinvol als je ze bewust ervaart. Ziek zijn van zelfmedelijden heeft geen nut.

Oefen dagelijks in de praktijk. Begin met hele kleine problemen.

Door andere (studenten) te onderwijzen leer je zelf heel veel. Leg aan anderen uit wat je leert.

Deze opleiding is niet een doel, maar een middel.

Leer jezelf te verplaatsen in de positie van een ander.

Verifieer alles wat je leert.

Enige zelfdiscipline is noodzakelijk om de studie te kunnen afronden.

Een cliënt help je het meeste door de staat van je eigen ontwikkeling, meer dan alle technieken en theorie bij elkaar. Toch heb je modellen van de werkelijkheid nodig.

Bij het counsellen of coachen gaat het niet om de hoeveelheid, maar juist om de diepgang.

Zeg alleen iets als het de cliënt helpt in zijn of haar proces.

Heb een Heilig Respect voor de Ander.

Bewuste inspanning levert goede resultaten, alleen aanwezig zijn heeft geen zin.

Een goede hulp bij innerlijke groei is te beseffen dat je ieder moment kunt sterven.

Gevorderde Empathie, zou je kunnen omschrijven als Bewuste Liefde.

Hier komen alleen mensen die aan zichzelf willen werken en groeien, zodat ze in staat zijn om anderen te helpen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 11

Opzet Praktijktrainingen Thuis kun je de theorie bestuderen (de cognitieve leerervaringen), mocht iets niet duidelijk zijn dan kun je ons altijd mailen of bellen met je vragen. Je kunt jezelf testen aan de hand van de meerkeuze vragen op het internet. Voor je innerlijke ontwikkeling kun je een onderwerp kiezen waar je nu aan toe bent. Je kiest iets wat bij je past en werkt hier gedurende het studiejaar aan.

Het Praktijkgedeelte is gebaseerd op Ervaringsgericht leren. Je leert door het te doen. Voor counselling, coaching en vele andere praktische beroepen is dat de beste methode van leren. Er zijn onderwijsinstellingen die praktische vaardigheden via het denken proberen te onderwijzen. Die gebruiken schriftelijk onderwijs, hoorcolleges of laten voornamelijk zien hoe anderen iets zouden doen, met theoretische discussies erover. Zowel de professoren of docenten als de studenten vermijden het echte doen en houden het bij droogzwemmen. Het resultaat van die methoden is dat men weet (denken) hoe iets zou moeten, maar het niet zelf kan doen. Na het

behalen van een diploma heeft men faalangst om daadwerkelijk aan de slag te gaan. Het gat tussen het theoretisch weten en het in de praktijk kunnen is te groot voor die mensen. Daarom besteden we het grootste deel van de praktijklessen aan het zelf doen. Als je leert zwemmen is de beste leermethode om het water in te gaan. Fietsen leer je op een fiets. Een lezing over hoe je kunt zwemmen of een boek met wetenschappelijke beschouwingen over een fiets of de geschiedenis van de fiets leert je geen praktische zaken. Een tweede belangrijk aandachtspunt is dat jezelf het instrument bent dat je gebruikt. Als counsellor of coach ben jezelf het instrument waarmee je anderen helpt. Je kunt anderen alleen helpen in de mate waarin je zelf bent ontwikkeld. Aangezien je andere mensen met hun emoties helpt, is het nodig om een gezonde emotionele ontwikkeling door te maken. Als je emotioneel niet goed in je vel zit, of je emoties onvoldoende hebt ontwikkeld is het niet mogelijk om anderen hiermee te helpen. De combinatie van Theorie, Innerlijke Groei en Praktijk vormt een ideale mix om te groeien in de richting die je het meeste aanspreekt. De ontwikkeling die de meeste studenten in een jaar tijd doormaken is heel groot. Soms vragen mensen zich af: “Kan ik echt in 10 maanden tijd leren counsellen of coachen? Het antwoord is: “Ja, dat kan heel goed, zeker als je je best ervoor doet en jezelf eerlijk en oprecht ervoor inspant.” Je krijgt het diploma niet op een presenteerblaadje. Je maakt in korte tijd een geweldig grote ontwikkeling door. Dat kan de nodige energie kosten. Werken aan jezelf is iets anders dan een studie wiskunde of het schaakspel doorgronden. Het kan soms pijnlijk of frustrerend zijn om te groeien. Dat is een normaal verschijnsel. Groeien gaat tot een bepaald niveau automatisch, daarna is er een zekere bewuste inspanning voor nodig. Zonder die inspanning is het niet mogelijk om jezelf verder te ontwikkelen.

Het resultaat van die inspanning is in alle gevallen positief.

Je komt er beter en sterker uit dan je eerst was. Bij de ontwikkeling van jezelf en het counsellen of het coachen van anderen spelen gevoelens een grote rol. De gevoelens van jezelf en die van een ander. Het ontwikkelen van empathie en later diepere empathie is een belangrijk onderdeel van de opleiding. Een eerste stap daartoe is de verkenning van onze gevoelens. In onze samenleving zijn die gevoelens jarenlang onderdrukt door onze opvoeding, het denken en de maatschappij.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 12

We helpen je in dit opzicht bij:

het bewust te worden van je eigen gevoelens.

je af te stemmen op de emotionele signalen van anderen.

je emoties te leren accepteren en te ontdekken dat er geen “goede” of “slechte” emoties bestaan, maar signalen die ons iets te vertellen hebben.

je emoties te leren verwoorden.

het leren scheiden van je eigen emoties van de emoties van de ander.

Rollenspelen en echt counsellen zijn hiervoor een krachtig middel. Naast empathie helpen we bij het ontwikkelen van je zelfbewustzijn. Je leert je eigen normen, waarden, moraal, ethiek en filters kennen. De oefeningen kunnen ook veel zaken triggeren waar je mogelijk lange tijd niet of nooit aan hebt gedacht. Je leert het verschil proeven tussen zuivere waarneming en projectie. In eerste instantie dien je juist veel af te leren, of weg te laten. Veel mensen zijn geneigd om: in te vullen, te projecteren, te adviseren en menen te weten wat voor een ander goed is. Eigelijk leven die mensen in een eigen droomwereld en zijn zich nauwelijks bewust van de ander. We leren je dus eerst

af om de standaardreacties op een hulpvraag te vertonen. Om dat te kunnen is het belangrijk dat je je eigen automatische patroon eerst ziet. Daarom is zelfwaarneming belangrijk. Hierdoor leer je jezelf kennen en van daaruit kun je een zelfbewustzijn laten ontstaan. Een zelfbewustzijn kan je helpen om je bewust te zijn van anderen en de behoeften van anderen. Je kunt ze dan helpen met hun eigen proces. Hoe vrijer je bent van je eigen automatismen, hoe beter je een ander hiermee kunt helpen. We werken ook met leerdoelen. Een leerdoel is bijvoorbeeld: “In staat zijn om te parafraseren.” Hierdoor kunnen we flexibel om gaan met de wegen naar dat leerdoel en zijn vrij in de keuze van de methode om dat te leren. Inhoudelijk kunnen we de lessen samen met de studenten aanpassen, afhankelijk van de behoefte die er op een bepaald moment leeft. Ook buiten de opleiding heb je als student een grote vrijheid om te onderzoeken hoe je je leerdoelen kunt behalen. Tijdens de praktijktrainingen streven we naar een grote verscheidenheid aan onderwerpen, zodat je als counsellor of coach in staat bent om mensen met uiteenlopende problemen te helpen. Daarom streven we naar diverse groepen, die zoveel mogelijk een weerspiegeling zijn van de samenleving. De rollenspelen helpen je goed, omdat je in een veilige omgeving kunt oefenen, mogelijk wat meer risico’s durft te nemen dan bij echte cliënten en omdat je de mogelijkheid hebt om feedback te krijgen van je medestudenten en de trainers. We hebben 2 soorten van rollenspel:

Waarbij je jezelf bent / speelt.

Waarbij je in de huid van een ander kruipt. De eerste is heel leerzaam voor jezelf, je leert veel zaken van jezelf als cliënt zijnde. De tweede optie is heel leerzaam, want je leert je goed in de situatie van anderen in te leven. Hoe is het om..........? In de meeste gevallen bevelen we aan om met je eigen materiaal te werken, gewoon jezelf te zijn, met je eigen problematiek of uitdagingen. Soms is het nodig om een rol te spelen, omdat je bepaalde problemen niet hebt en ook niet gehad hebt. Voor de counsellor of coach is het leerzaam om een grote verscheidenheid aan cases voorgeschoteld te krijgen en te oefenen met veel verschillende mensen. Hoe meer variatie, hoe groter je zelfvertrouwen wordt. Uiteindelijk leer je in de verscheidenheid kleurrijke patronen te zien. De hoofdtaak van de observeerder is om eerlijke, objectieve en behulpzame feedback te geven aan de counsellor. Dat is een vaardigheid die je leert. De trainer verdeelt zijn of haar tijd gelijkmatig over de verschillende groepen. Het is niet mogelijk dat de trainer bij iedere oefening bij elk groepje aanwezig is. Daarom is het belangrijk dat iedereen goed leert observeren en goede feedback leert geven. Zuiver observeren is de eerste stap om iemand te kunnen helpen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 13

Leerstijlen - Model van Kolb Iedereen heeft een persoonlijke leerstijl, dat wil zeggen; een manier van omgaan met leerstof en leeractiviteiten. Er zijn verschillende modellen om leerstijlen in kaart te brengen. Het model van Kolb maakt onderscheid tussen vier fasen van het leerproces: 1. Concreet ervaren (“sensing/feeling”); eerst doe je iets en dan ontdek je wat de gevolgen daarvan zijn.

Zo’n ervaring is vaak emotioneel gekleurd. Je ervaart al doende wat werkt en wat niet werkt. Het ervaren hoe je kunt counsellen en coachen doe je in de Praktijk(lessen).

2. Reflectief observeren (“watching”); je bekijkt wat er gebeurd is en daarover ga je nadenken en verder

fantaseren. Je ziet niet alleen wat er is gebeurd, maar probeert ook de oorzaken en achtergronden daarvan te ontdekken en te bedenken wat de mogelijke gevolgen zouden kunnen zijn. De ontvangen Feedback, Zelfreflectie en het omschrijven van de behaalde Leerdoelen helpen je hierbij.

3. Analyseren en abstract denken (“thinking”); je zoekt een theorie (verklaring, model, concept).

Hierdoor hoop je aan hetgeen je ervaren hebt en waarover je hebt nagedacht een zekere voorspelbaarheid te kunnen koppelen. Dat doe je als je de theorie bestudeert.

4. Actief experimenteren (“doing”); je gaat toetsen of de in de vorige fase ontdekte theorie werkelijk

klopt. Niet alleen door je eerste handeling te herhalen, maar ook door die theorie toe te passen op andere, soortgelijke situaties. Dat doe je via Innerlijke Groei en een volgende Praktijksituatie.

Kolb stelt dat mensen een voorkeursstijl hebben, waarmee ze het liefst beginnen en waaraan ze de meeste tijd besteden. Het is belangrijk om alle fasen van het leerproces te doorlopen, omdat ze essentieel zijn voor effectief leren. (Ontdek je eigen leerstijl, zodat je weet hoe je het makkelijkst kunt leren en aan welke stijlen je extra aandacht dient te geven. Op internet kun je diverse testen vinden.)

Kolb pleit er daarom voor dat je extra aandacht besteedt

aan de leeractiviteiten waarin je je minder goed thuis voelt.

Praktische tips, m.b.t. de vier fasen in het model van Kolb: 1. Doener

Ga een directe ervaring opdoen.

Los een probleem op.

Spring in het diepe met een uitdagende taak.

2. Bezinner / Dromer

Maak vooraf een plan.

Neem de tijd voor lastige beslissingen.

Neem de tijd om je ervaringen te overdenken.

3. Denker / theoreticus

Zoek goed gestructureerde leermiddelen.

Leg verbanden met kennis die je al hebt.

Zoek intellectuele uitdagingen.

Bestudeer theoretische concepten, modellen en systemen.

4. Beslisser / pragmaticus

Leg verbanden tussen de leerstof en je werk.

Richt je op praktische zaken.

Zoek iemand die je iets kan demonstreren.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 14

Leerstijlen volgens Vermunt

Vermunt onderscheidt vier leerstijlen: 1. Ongericht leren. 2. Reproductiegericht leren. 3. Toepassingsgericht leren. 4. Betekenisgericht leren.

De Ongerichte leerders leren alles wat ze tegenkomen, zonder enige structuur. Ze scheiden de

hoofdzaken niet van de bijzaken. Ze vragen zich niet af waar de opgedane kennis voor kan dienen. Ze verwachten van hun trainer of coach dat die precieze aanwijzingen geeft over wat en hoe ze iets moeten doen. Ze hebben geen zelfsturend vermogen. Ze zijn stuurloos en erg onzeker over de opleiding. “Zeg me wat en hoe ik het moet doen.”

De Reproductiegerichte leerders vragen zich niet af waarom ze iets moeten leren, maar zijn gericht op het

uit het hoofd leren. Zij structureren en zien verbanden. Zij vragen hun trainer of coach om voorbeelden. Ze hebben een laag zelfsturend vermogen. Voor deze studenten is leren het onthouden van feiten en begrippen. “Laat zien hoe het moet.”

De Toepassingsgerichte leerders houden niet zo van abstracte theorieën. Zij proberen alles het liefst in de

praktijk uit. Eerst doen, dan denken. Zij stellen zich onafhankelijk op van hun trainer of coach. Ze hebben een gemiddeld zelfsturend vermogen. Ze vinden het leuk om te leren. Ze willen ruimte krijgen om vragen te stellen. De Betekenisgerichte leerders zijn erg met de leerstof bezig, ze leggen dwarsverbindingen, stellen

kritische vragen, zoeken naar het nut van het geleerde en houden hun eigen studie in de gaten. Ze stellen zich onafhankelijk op van hun trainer of coach. Deze speelt vooral een rol als partner, om mee te discussiëren. Ze hebben een hoog zelfsturend vermogen. Ze leren voor een beroep.

De meest succesvolle leerstijl bij de Academie voor Counselling en Coaching. Door de aard van het beroep en de opleiding is het nodig dat je zelfsturend vermogen vergroot wordt en je een Toepassingsgerichte of nog liever een Betekenisgerichte leerder bent of wordt. Volgens Vermunt

is een leerstijl geen persoonlijkheidskenmerk; een leerstijl kun je veranderen. Als je mensen gaat counsellen of coachen dien je op die manier te kunnen leren. Dat is de reden waarom we (de ACC en de trainers) weinig sturing geven. Hoe minder sturing we geven, hoe sneller je het leert en hoe beter je het je toekomstige cliënten kunt leren. Zorg dat je je leerstijl 3 of 4 eigen maakt, want anders zul je moeilijk het diploma kunnen halen. De meeste studenten bij de Academie hebben die leerstijl al. Een klein deel misschien nog niet helemaal. Wees gerust je hebt een jaar de tijd. Het is echt te leren, zeker nu je deze informatie hebt.

Een diepgaande manier van leren zou kunnen zijn:

Bereid thuis de lesstof voor de praktijktrainingen goed voor.

Ga tijdens de trainingen volledig op in de oefeningen; ervaren, voelen en doen.

Besteed tijdens de trainingen ruim aandacht aan het geven en ontvangen van feedback.

Verwerk je leerervaringen in je leerdoelen scriptie.

Vergelijk de geleerde theorie met je praktijkervaring.

Leg verbanden tussen je Professionele Groei en je Innerlijke Groei.

Ga dieper op de materie in met je studiegroep. Oefen specifieke zaken.

Bestudeer de nieuwe theorie.

Neem de ontvangen feedback van de vorige keer vlak voor de les nog een keer door.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 15

Johari Window Het Johari Window laat verschillende gebieden van jezelf zien.

Weet ik van mezelf. Weet ik niet van mezelf.

Wet

en a

nd

eren

van

mij

.

1 - Vrije ruimte / Open 2 - Blinde Vlek

Wet

en a

nd

eren

nie

t van

mij

.

3 - Privé 4 - Verborgen Talent

Door het Ontvangen van Feedback wordt gebied 2 kleiner. Je leert wat je nog niet wist, maar wat anderen wel van je weten. Door Feedback te geven en dingen van jezelf te vertellen wordt gebied 3 kleiner. Anderen leren je beter kennen. Gebied 1 wordt groter. Het resultaat van beide acties is dat je een aantal verborgen talenten (4) ontdekt. Het is nu Ontdekt Talent (OT). Het Johari Window toont aan dat je anderen hiervoor nodig hebt en elkaar kunt helpen groeien.

Weet ik van mezelf. Weet ik niet van mezelf.

Wet

en a

nd

eren

van

mij

.

1 - Vrije ruimte / Open

Fee

db

ack

On

tvan

gen

2 - Blinde Vlek

Feedback Geven / Van jezelf vertellen. OT

4 - Verborgen Talent

Wet

en a

nd

eren

nie

t van

mij

.

3 - Privé

Hoe meer je geeft, hoe meer je ontvangt.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 16

Paradigma’s Ons paradigma is ons referentiekader. Net als een landkaart geeft het ons een model van de werkelijkheid. Met behulp van een groot aantal modellen van die werkelijkheid zoeken we ons een weg door het leven.

Er zijn kaarten die weergeven hoe de dingen echt zijn en er zijn kaarten die weergeven hoe we

denken dat dingen zouden moeten zijn; namelijk onze waarden. De meeste kaarten die we kennen en dagelijks gebruiken zijn benaderingen van een werkelijkheid. Het is een filosofische vraag of we überhaupt de objectieve werkelijkheid wel (kunnen) kennen. De paradigma’s beïnvloeden ons leven, gedrag en gevoel. Ze vormen de lens waardoor we de wereld waarnemen. Soms is die lens schoon, soms is die vies, soms heeft die een kleur en soms is die vervormd. De focus is ook niet altijd even optimaal. De meeste mensen leven in een droomwereld. Ervaringen kunnen ervoor zorgen dat je blik op de werkelijkheid verandert. Soms dienen we eerst met ons hoofd tegen een muur aan te lopen om zeker te zijn dat er een muur is. Zo overtuigd kunnen we zijn van ons gelijk. Nog altijd zijn er tal van conflicten en blazen mensen zichzelf en anderen op vanwege een ander model van de werkelijkheid.

Als counsellor en coach ga je uit van de werkelijkheid van je cliënt. Je begeeft je in zijn of haar wereld.

Je helpt om binnen die wereld naar mogelijkheden te zoeken. Dat kan alleen door de kaarten, het paradigma van de ander te verkennen. Niet door je eigen kaarten te uploaden. Zuiver waarnemen (voor zover dat kan) is belangrijk. Een heilig respect voor de waarden van de ander ook. Voel je de noodzaak om een ander te veranderen, dan zit je al fout. Iemand kan alleen veranderen als hij of zij zelf die noodzaak voelt. Willen veranderen is iets anders dan van een probleem af willen komen of een uitdaging aan willen gaan.

Bijvoorbeeld. Meneer A heeft al maanden last van een kriebelhoest. Die is ontstaan door veel roken. Hij gaat naar de huisarts om een hoestdrankje. (Hij wil van het probleem af.) De arts adviseert hem om te stoppen met roken. Maar dat wil Meneer A niet. Dat zou een te ingrijpende verandering zijn. Hij wil van zijn probleem (hoesten) af, niet van het roken. In dit eenvoudige voorbeeld weet Meneer A wel dat er een mogelijk verband zou kunnen zijn tussen hoesten en roken, maar hij is er zich niet volledig bewust van. Maar een klein deel van hem weet dat en dat deel heeft geen zeggenschap.

We streven naar zo divers (veel verschillende paradigma’s) mogelijke groepen, zodat je je in veel verschillende werelden kunt leren inleven,

en het maximale leereffect kunt hebben. Hoe dieper we beseffen dat we in een droomwereld leven, hoe meer respect we voor het paradigma van de ander kunnen krijgen. Voor de mens zelf, achter het masker van kaarten kunnen we mogelijk empathie en mededogen voelen. Hij of zij zit net als wij gevangen in het web van illusies. Soms is het

makkelijker om het web waar de ander in gekleefd zit te zien, dan ons eigen doolhof waar we in rondhollen. Strijden of oorlogen voeren over wiens illusies beter zijn, lijkt me zinloos. De ander heeft meestal gelijk vanuit zijn of haar paradigma. Houd daar rekening mee als je feedback geeft of ontvangt. Je geeft je eigen waarneming, vanuit je eigen paradigma weer. Mogelijk heeft een ander hier iets aan. Er is geen goed of fout in de lessen, alleen de vraag:

“Hoe goed kan ik me inleven in de (gevoels)wereld van de ander en dat verwoorden?”

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 17

Counselling en Coaching

Praktijkoefeningen

Niveau 1

Dag 1 - Bestudeer globaal: De Kunst van het Counsellen (Cd-pakket) ..................................... 18

Dag 2 - Bestudeer grondig: De Kunst van het Counsellen (Cd-pakket) ..................................... 26

Dag 3 - Bestudeer globaal: Deskundig Hulpverlenen (Gerard Egan) ....................................... 33

Dag 4 - Bestudeer grondig: Deskundig Hulpverlenen (Gerard Egan) ....................................... 38

Dag 5 - Bestudeer globaal: Stromingen in de Psychologie (W. E. Glassman / H. Geluk) Hoofdstuk 1 t/m 5 ....................................................................... 42

Dag 6 - Bestudeer globaal: Stromingen in de Psychologie (W. E. Glassman / H. Geluk)

Hoofdstuk 6 t/m 9 ....................................................................... 44

Dag 7 - Bestudeer globaal: An Introduction to Counselling (John McLeod) Hoofdstuk 1 t/m 11 ...................................................................... 46

Dag 8 - Bestudeer globaal: An Introduction to Counselling (John McLeod) Hoofdstuk 12 t/m 21 .................................................................... 48

Dag 9 - Bestudeer globaal: Handboek ontwikkelingsgericht coachen (R. Vandamme) (M1-2) ... 50

Dag 10 - Bestudeer globaal: Handboek ontwikkelingsgericht coachen (R. Vandamme) (M3-5) ... 53

Algemene Extra Oefeningen (A1 - A60) ..................................................................... 56

Cases: .................................................................................................................................... 63 Algemene kort omschreven Cases ..................................................................................... 63 Voor Les 21a Schoolcounselling ...................................................................................... 66 Voor Les 22 Sociaal Probleem ....................................................................................... 67

Voor Les 29 Geheime Opdracht .................................................................................... 67 Voor Les 30b Groepscounselling ..................................................................................... 67 Voor Les 31a Ethische Dilemma’s ................................................................................... 78 Gedetailleerde Cases (C1 - C170) ......................................................................... 69 Geheime Cases - Cliënt (G1 - G13) .......................................................................... 91 Geheime Cases - Counsellor (G14 - G25) ......................................................................... 93

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 18

Praktijkdag 1

1 (90) - Introductie - Groep.

Wie zijn wij? / Wat doen we in het dagelijks leven? / Waarom volgen we deze opleiding? (1)

Vertrouwen / Emoties / Geheimhouding van het besprokene binnen de groep.

Belang van de Ethische Code, Feedbackregels, Uitgangspunten van Carl Rogers, e.a. regels.

Professionele Groei (Groei als Counsellor / Coach) en Innerlijke Groei (Groei als Mens).

Hoe voelen we ons op dit moment?

2a (30) - Stilte - Groep.

Wees 20 minuten stil. / Loop ontspannen rond. / Begroet elkaar in stilte.

Neem jezelf en anderen waar. / Ervaar jezelf in de groep. / Wie ben ik? / Wie zijn wij?

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om 20 minuten stil te zijn? (10)

2b (30) - Luisteren - 2 Mensen.

De één vertelt een recente gebeurtenis, de ander luistert met volledige aandacht. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om je verhaal te vertellen? Om te luisteren? (16)

2c (30) - Parafraseren - 2 Mensen.

De één vertelt een toekomstplan / droom, de ander parafraseert. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om je verhaal te vertellen? Hoe helpt parafraseren? (16)

3a (30) - Reflecteren - 2 Mensen.

De één vertelt een (emotionele) gebeurtenis uit het verleden, de ander reflecteert. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om je verhaal te vertellen? Hoe helpt reflectie? (16)

3b (30) - Open vragen en Samenvatten - 2 Mensen.

De één vertelt over zijn vakantie, de ander stelt open vragen en vat na afloop samen. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om je verhaal te vertellen? Hoe helpen de open vragen? (16)

3c (30) - Verderreikende vragen - 2 Mensen.

De één vertelt over zijn werk, de ander stelt verderreikende vragen. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om je verhaal te vertellen? Hoe helpen de vragen? (16)

4a (30) - Gevoelens - 5 Mensen.

Maak samen een lijst met min. 50 gevoelswoorden (positieve en negatieve gevoelens). (15)

Kies voor jezelf 1 ongewenste en 2 gewenste gevoelens die je vaak (of soms) hebt.

Vertel aan de andere mensen van je groepje hoe je jezelf vaak (of soms) voelt. (3)

Wissel 4 keer van rol.

4b (30) - Feedback geven - Groep.

Hoe kunnen we elkaar op de juiste manier feedback geven? Regels, gevoel, leermoment. (30)

4c (30) - Evaluatie eerste lesdag - Groep.

Wat hebben we vandaag geleerd? Hoe voelt dat?

Vorming Studiegroepen van 3 tot 5 mensen per groep. - Na afloop samen opruimen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 19

Dag 1 - Extra Oefeningen

E1-1 (30) - Introductie - Kennismaken - Groep.

Je geeft in 5 woorden weer wie je bent en in 1 gevoelswoord hoe je je nu voelt.

E1-2 (45) - Introductie - Kennismaken - Groep.

Ieder stelt zichzelf in 5 minuten aan zijn of haar buurman of -vrouw voor. (10)

Daarna wordt ieder door die buur aan de groep voorgesteld (1 minuut per persoon).

Hoe hebben we deze manier van voorstellen ervaren? (5)

E1-3 (45) - Introductie - Kennismaken - Groep.

Wees stil en loop door elkaar. (5)

Begroet elkaar, zeg je naam en hoe je je nu voelt. (Dat kan veranderen tijdens de oefening). (1)

Ga ermee door totdat je met iedereen kennis hebt gemaakt.

Hoe hebben we deze manier van voorstellen ervaren? (5)

E1-4 (45) - Introductie - Kennismaken - Groep.

Laat anderen raden wie je bent, wat je doet, welke relaties je hebt of waar je voor staat. (2)

(De groep kan raden naar beroep, leeftijd, hobby’s, type woning, normen, waarden, emoties, politieke voorkeur, automerk, menstype, geloof, getrouwd, kinderen, scholing etc.)

Geef na het raden aan wat al dan niet juist was en hoe het wel is. (2)

Daarna wijs je een nieuwe onbekende aan, die doet hetzelfde, totdat iedereen is geweest.

E1-5 (45) - Introductie - Namen Leren - Groep.

Je zit in een kring en ieder zegt duidelijk zijn of haar naam op het rijtje af.

De volgende ronde noemt 1 persoon alle namen op totdat hij of zij het niet meer weet.

De persoon bij wiens naam wordt gestopt noemt zijn of haar naam en de ander gaat verder.

Ga hiermee door totdat iedereen alle namen heeft opgenoemd.

Doe aan het begin en het einde van iedere dag 1 ronde, totdat iedere naam bekend is.

E1-6 (0) - Introductie - Namen Leren - Groep.

Zeg voordat je iets zegt bij de groepsevaluaties steeds eerst je naam.

Naast het leren van de namen is het ook een goede bewustzijnsoefening.

Als je vergeet om je naam te zeggen, gaat je beurt voorbij.

E1-7 (30) - Introductie - Namen Leren - Groep.

Maak een makkelijk te onthouden koppeling tussen je naam en je uiterlijk of persoonlijkheid.

Stel jezelf hiermee aan de groep voor. B.v. Bert met een Bril - Kale Karel - Vrolijke Victor.

E1-8 (0) - Introductie - Namen Leren - Groep.

Draag iedere bijeenkomst naambordjes en noem elkaar bij de naam.

E1-9 (30) - Introductie - Namen Leren - Groep.

Je vertelt iets over de betekenis of afkomst van je naam en hoe je die ervaart. (1)

E1-10 (45) - Introductie - Namen Leren - Groep.

In de eerste ronde noemt ieder zijn of haar naam op het rijtje af. (5)

Daarna noem je je naam nog een keer en leg je uit wat je kleding over jouw emoties vertelt.

E1-11 (10) - Introductie - Namen Leren - Groep.

Iedereen neemt voor alle aanwezigen een kopie van een foto met een korte beschrijving van zichzelf mee en deelt dat uit.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 20

E2-1 (45) - Stilte - Wie is de Ander? - Groep.

Zit stil in een kring. Voel jezelf zitten. Sluit je ogen en ontspan jezelf. (5)

Open je ogen weer. Een willekeurig persoon zegt duidelijk zijn of haar naam.

Laat die persoon en zijn of haar naam, ca. 1 minuut, in stilte op je inwerken. (1)

Daarna komt een volgende, totdat iedereen is geweest.

Sluit je ogen weer, wees 5 minuten stil en laat iedereen in gedachten en gevoel passeren.

Hoe hebben we deze oefening ervaren? (10)

E2-2 (30) - Stilte - Wie ben ik? - Groep.

Zit stil in een kring. Voel jezelf zitten. Volg je ademhaling. Sluit je ogen en ontspan jezelf.

Breng je gedachten tot rust en probeer te ervaren wie je werkelijk bent. (20)

Hoe hebben we deze oefening ervaren? (10)

E2-3 (30) - Stilte - Geleide Meditatie - Groep.

Doe met de groep een geleide meditatieoefening. (20)

Hoe hebben we deze oefening ervaren? (10)

E2-4 (35) - Stilte - Begroeten en Leeftijd - Groep.

Wees stil, loop rond en begroet elkaar in stilte. Ervaar jezelf en de anderen in de groep. (15)

Ga op het teken van de trainer in stilte op leeftijd staan. (Je gokt de leeftijd van de anderen.)

Als iedereen stilstaat noemt de jongste zijn of haar naam en leeftijd. Ga zo het rijtje af. (10)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om 20 minuten stil te zijn? (5)

Hoe was het om op leeftijd te gaan staan? (5)

E2-5 (35) - Stilte - Begroeten en Emoties - Groep.

Wees stil, loop rond en begroet elkaar in stilte. Ervaar jezelf en de anderen in de groep. (15)

Ga op het teken van de trainer in stilte op gevoel staan. (Je gokt het gevoel van de anderen.)

Er is een denkbeeldige lijn van veel negatieve emoties naar positieve emoties.

Als iedereen stilstaat noemt de eerste zijn naam en ervaren gevoel. Ga zo het rijtje af. (10)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om 20 minuten stil te zijn? (5)

Hoe was het om op gevoel te gaan staan? (5)

E2-6 (10) - Stilte - Opening en Afsluiting van de Dag - Trainingsdag - Groep.

Begin iedere trainingsdag met 5 minuten stil te zijn en sluit de dag af met stilte.

Bij het begin van de dag laat je door je heen gaan wat je ervan verwacht.

Bij de afsluiting ervan laat je door je heen gaan hoe je de dag hebt ervaren.

E2-7 (10) - Stilte - Opening en Afsluiting van de Dag - Thuis.

Begin thuis iedere dag met 5 minuten stil te zijn en sluit de dag af met stilte.

Bij het begin van de dag laat je door je heen gaan wat je ervan verwacht.

Bij de afsluiting ervan laat je door je heen gaan hoe je de dag hebt ervaren.

E2-8 (20) - Stilte - Opening en Afsluiting van de Dag - Trainingsdag - Groep.

Begin iedere trainingsdag met 10 minuten stil te zijn en sluit de dag af met de levende stilte.

Laat je gedachten tot rust komen, ervaar de diepere innerlijke stilte en de verbondenheid.

E2-9 (10) - Stilte - Te midden van Lawaai - Overal.

Onderzoek hoe je Innerlijk Stil kunt worden. Oefen hier dagelijks in.

Begin op stille, rustige plaatsen en oefen later onder moeilijkere omstandigheden.

E2-10 (5) - Stilte - Tijdens een Gesprek - Overal.

Onderzoek hoe je Innerlijk Stil kunt worden. Ervaar dagelijks stilte.

Wees Innerlijk Stil voor je een gesprek begint en later als je counselt of coacht.

Onderzoek hoe je je bewust kunt blijven van jezelf tijdens die stilte en later tijdens het gesprek.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 21

E2-11 (30) - Luisteren - 2 Mensen.

De één vertelt een verzonnen gebeurtenis, de ander luistert met alle aandacht. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om je verhaal te vertellen / te luisteren? (16)

E2-12 (20) - Luisteren - Het Bericht - Groep.

Zit in een kring.

De trainer fluistert bij de eerste een paar korte zinnen in zijn of haar oor.

Die fluistert wat hij of zij heeft gehoord naar zijn of haar buurman of -vrouw. (10)

Nadat het bericht ieders oren is gepasseerd, zegt de laatste het hardop.

Als het afwijkt van het oorspronkelijke bericht, laat dan ieder zeggen wat hij heeft gehoord.

Begin bij de laatste en ga de kring rond in omgekeerde volgorde. (10)

Wat leert deze oefening ons?

E2-13 (30) - Luisteren - Wat is er gezegd? - Groep.

De trainer leest een kort verhaal voor en stelt daarna een aantal vragen over de inhoud. (20)

Groepsevaluatie: Hoe goed kunnen we luisteren? Wat is invulling? (10)

E2-14 (30) - Luisteren - Woorden achter de woorden - 2 Mensen.

De “cliënt” vertelt een emotionele gebeurtenis in een onverstaanbare fantasietaal.

De “counsellor” communiceert in dezelfde fantasietaal en probeert de “cliënt” te begrijpen. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe goed konden we elkaar aanvoelen? (16)

E2-15 (10) - Luisteren - Echt Luisteren - Overal.

Luister dagelijks 10 minuten naar iemand.

(Zonder met je eigen verhaal, ideeën, adviezen, meningen of gedachten aan te komen.)

Je hoeft alleen maar Echt te Luisteren en te laten zien dat je interesse hebt in de ander.

10 minuten per dag kun je je volledige aandacht aan de ander geven.

E2-16 (10) - Luisteren - Met en Zonder geluid - Thuis.

Luister naar de TV zonder te kijken. (Bijvoorbeeld een toespraak van een President.) (5)

Kijk daarna naar hetzelfde programma, maar nu zonder geluid. (5)

E2-17 (10) - Luisteren - Je eigen stem - Thuis.

Neem regelmatig een counselgesprek op en luister naar je eigen stem.

E2-18 (15) - Luisteren - Stilte - Rust - Natuur.

Ga naar de natuur of stille plaatsen en luister daar. Luister op verschillende plaatsen.

Luister naar de bomen, de vogels, de wind, de zee, de regen, het onweer, de muggen,.... (15)

E2-19 (5) - Luisteren - Geheugen - 2 Mensen.

Laat iemand een rijtje (5 tot 20) willekeurige woorden oplezen en kijk hoeveel je er onthoudt. (5)

E2-20 (30) - Parafraseren - 2 Mensen.

De één vertelt een onaangename gebeurtenis, de ander parafraseert. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde de oefening? Effect parafraseren? (16)

E2-20 (30) - Parafraseren - 2 Mensen.

De één vertelt iets over zichzelf, de ander parafraseert. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde de oefening? Effect parafraseren? (16)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 22

E2-21 (30) - Parafraseren - 2 Mensen.

De één vertelt iets over een ongewenste situatie, de ander parafraseert. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde de oefening? Effect parafraseren? (16)

E2-22 (30) - Parafraseren - 2 Mensen.

De één vertelt waarom hij of zij deze opleiding doet, de ander parafraseert. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde de oefening? Effect parafraseren? (16)

E2-23 (20) - Parafraseren - Groep.

Twee mensen zitten voor de hele groep.

De één vertelt een recente gebeurtenis, de ander parafraseert. (10)

Groepsevaluatie: Wat deed de “counsellor” goed? Wat was het effect? Wat kon beter? (10)

E3-1 (30) - Reflecteren - 2 Mensen.

De één vertelt een emotionele gebeurtenis uit het verleden, de ander reflecteert. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde de oefening? Hoe hielp de reflectie? (16)

E3-2 (30) - Reflecteren - 2 Mensen.

De één kiest een angst en vertelt daarover, de ander reflecteert. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde de oefening? Hoe hielp de reflectie? (16)

E3-3 (30) - Reflecteren - 2 Mensen.

De één vertelt over hoe hij zijn (zij haar) partner heeft ontmoet, de ander reflecteert. (7)

(Of over het feit dat de ware nog niet is verschenen.)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde de oefening? Hoe hielp de reflectie? (16)

E3-4 (20) - Reflecteren - Groep.

Twee mensen zitten voor de hele groep.

De één vertelt een emotionele gebeurtenis, de ander reflecteert. (10)

Groepsevaluatie: Wat deed de counsellor goed? Wat was het effect? Wat kon beter? (10)

E3-5 (30) - Open vragen - 2 Mensen.

De één vertelt over zijn vakantie, de ander stelt open vragen.

Op het moment dat er een gesloten vraag wordt gesteld is de vrager af.

De ander is dan aan de beurt.

Groepsevaluatie: Hoe ging het stellen van open vragen? (15)

E3-6 (30) - Open vragen - Groep.

Iemand uit de groep vertelt iets over zichzelf.

De groepsleden mogen alleen open vragen stellen.

Degene die een gesloten vraag stelt, is dan aan de beurt om iets over zichzelf te vertellen.

Groepsevaluatie: Hoe ging het stellen van open vragen? (5)

E3-7 (30) - Open vragen en samenvatten - 2 Mensen.

De één vertelt over zijn werk of andere bezigheden, de ander stelt alleen open vragen.

Als er een gesloten vraag wordt gesteld, antwoord dan nadrukkelijk met ja of nee. (7)

Wissel na 7 minuten van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het stellen van open vragen je af? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 23

E3-8 (30) - Verderreikende vragen - 2 Mensen.

De één vertelt iets over zijn of haar toekomstdroom, de ander stelt verderreikende vragen. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe ging het gesprek? (16)

E3-9 (75) - Open vragen, verderreikende vragen, gesloten vragen en samenvatten - 2 Mensen.

De één vertelt iets over zijn of haar huis, de ander (speelt voor makelaar) stelt de vragen.

De makelaar maakt een gedetailleerde schets van het huis en de inrichting.

Hij geeft tevens een samenvattende beschrijving voor een toekomstige koper / huurder.

Contoleer of het geschetste plaatje en de samenvatting kloppen met de realiteit. (30)

Wissel van rol. (30)

Groepsevaluatie: Hoe ging het gesprek? (15)

E3-10 (75) - Open vragen, verderreikende vragen, gesloten vragen en samenvatten - 2 Mensen.

De één heeft 10 miljoen Euro en laat een droomhuis in een droomomgeving ontwerpen.

De ander speelt voor architect en stelt de juiste vragen om een schets te kunnen maken.

De architect maakt een gedetailleerde schets van het gewenste droomhuis en de inrichting.

Hij geeft tevens een samenvattende beschrijving van je droomhuis.

Contoleer of het geschetste plaatje en de samenvatting kloppen met je wensen. (30)

Wissel van rol. (30)

Groepsevaluatie: Hoe ging het gesprek? (15)

E3-11 (45) - Vaardigheden - Wensen - 2 Mensen.

Je bent een tovenaar of een goede fee en kunt slechts één wens vervullen voor de ander.

Voor je iemands wensen vervult help je de ander ontdekken wat hij of zij echt wil.

Vraag door, zodat je cliënt tot de beste wens kan komen. Alles is mogelijk, ook domme wensen. Wijs eventueel op de onvoorziene gevolgen van een bepaalde wens. Als iemand zegt: “Ik wens,. . . . . . . . .”, dan is het echt gewenst en is het niet meer terug te draaien. De wens moet binnen 15 minuten worden uitgesproken, anders is de wenskans verloren. Denk aan de tijd. De trainer geeft een signaal wanneer de tijd echt om is en er niet meer gewenst kan worden. (15)

Wissel van rol. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging de oefening? Kwamen we bij onze diepste wensen? (15)

E3-12 (45) - Vaardigheden - Wensen - 2 Mensen.

Je bent een listige tovenaar en kunt iedere wens vervullen. Je cliënt mag 7 wensen doen.

Je vraagt wat iemand wenst. Als iemand zegt: “Ik wens,.....”, dan is het echt gewenst en is het niet meer terug te draaien. Je neemt de wens heel letterlijk en geeft een omschrijving hoe de wens is uitgepakt. Dat doe je strikt naar de letter van de wens, maar wat niet is genoemd kun je zelf invullen op een zodanige manier dat de ander mogelijk niet zo blij is met zijn of haar wens.

Iemand kan bijvoorbeeld wensen dat hij heel rijk is. In een flits is hij heel rijk ...... èn op de vlucht voor de politie wegens de zojuist gepleegde bankoverval. Iemand wenst een bloedmooie vrouw, maar ze heeft een heel arrogant karakter. Iemand wenst te wonen in een mooi huis, en hij is er een interne knecht die het huis de hele dag aan het poetsen is. (15)

Wissel van rol. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging de oefening? Hoe goed kunnen we wensen? (15)

E4-1 (45) - Gevoelens - Groep.

Houd een brainstormsessie m.b.t. gevoelswoorden.

De groep roept en 1 persoon schrijft ze op (flip-over).

Ga door totdat niemand meer iets nieuws kan verzinnen. (20)

Kies voor jezelf 1 ongewenste en 2 gewenste gevoelens die je vaak (of soms) hebt.

Vertel aan de groep hoe je jezelf vaak (of soms) voelt. (1)

Daarna komt de volgende.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 24

E4-2 (10) - Gevoelens - Groep.

Houd aan het begin en het einde van de dag een snelle ronde m.b.t. hoe iedereen zich nu voelt.

Geef in één woord weer hoe je je nu voelt. Is er nog iets blijven liggen van de vorige keer?

E4-3 (30) - Gevoelens - Groep.

Kom steeds aan het begin van de dag tot een gezamenlijke stilte en wees je bewust van jezelf. (5)

Ieder vertelt iets over zijn of haar gevoelens van de afgelopen periode. (Willekeurige volgorde.)

Je kunt het in het kort vertellen, de groep waar je deel vanuit maakt, luistert. (25)

E4-4 (30) - Gevoelens - Groep.

Kies 2 tegengestelde emoties.

Leef je 7 minuten lang in de ene emotie in en daarna 7 minuten in de andere.

Loop met de hele groep door elkaar en begroet elkaar.

Maak eventueel een kort praatje en loop dan weer door. (14)

Groepsevaluatie: Wat is je opgevallen? (16)

E4-5 (5) - Gevoelens - Thuis.

Vertel regelmatig aan je partner, kinderen of vrienden wat je voor hen voelt. (5)

E4-6 (60) - Gevoelens - Thuis.

Deze oefening doe je puur voor jezelf. De brief die je gaat schrijven verstuur je niet.

Neem iemand in gedachten die jou vaak irriteert, of aan wie je een hekel hebt.

Schrijf die persoon een brief waarin je ongeremd al je emoties op hem of haar loslaat.

Schrijf ook hoe je wenst dat jullie relatie er van nu af aan uit gaat zien.

Je kunt die brief na afloop vernietigen.

Bespreek (met de mensen in je studiegroep) hoe je die oefening hebt ervaren.

E4-7 (10) - Gevoelens - Overal.

Observeer mensen in tal van verschillende situaties en kijk hoe hun gedrag wordt bepaald.

Van waaruit reageren ze in een bepaalde situatie?

Emotie, lichaam, denken, instincten of intuïtie? (10)

E4-8 (10) - Gevoelens - Overal.

Observeer jezelf in tal van verschillende situaties en kijk hoe je gedrag wordt bepaald.

Van waaruit reageer je in een bepaalde situatie?

Emotie, lichaam, denken, instincten of intuïtie? (10)

E4-9 (60) - Gevoelens - 2 Mensen.

Zit tegenover elkaar. De één neemt waar en reageert empathisch. De ander toont ware emoties.

Je kiest voor jezelf een emotie. Je gaat nu steeds een stapje verder. (2)

Je denkt alleen aan die emotie. (2)

Je gaat je intens inleven en probeert die emotie te voelen, zonder dat je die waarneembaar uit. (2)

Je betrekt je lichaam erbij. Je denkt eraan, je voelt hem en je lichaam geeft er uiting aan. (2)

Je identificeert je nu volledig met die emotie en reageert overeenkomstig. (2)

(Kies je voor verdriet, laat de tranen dan gerust vloeien, kies je voor vreugde, zing het dan uit.)

Kom weer tot jezelf. (5)

Wissel van rol. (15)

Evalueer met elkaar wat de observeerder waarnam. (15)

Groepsevaluatie. (15)

E4-10 (10) - Gevoelens - Overal.

Bestudeer intensief tal van reclames. Gedrukt, radio, TV, billboards, winkels, neon, etc.

Welke emoties proberen ze op te roepen?

Van welke psychologische factoren maken ze gebruik? (10)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 25

E4-11 (10) - Gevoelens - Thuis - Bioscoop.

Kijk hoe emoties door films worden opgeroepen.

Wat zijn de triggers? Hoe komt het dat je een emotie ervaart? (10)

E4-12 (25) - Feedback geven - Overal.

Let er de komende maand dagelijks op hoe je feedback geeft aan mensen.

Hoe geef je feedback? Heb je de verbeterdoelen daarbij voor ogen?

Hoe goed wordt de feedback geaccepteerd?

Wat kan er aan de feedback verbeterd worden? (10)

Bespreek de resultaten eventueel in de (studie)groep. (15)

E4-13 (60) - Feedback geven - Thuis.

Onderzoek hoe je in het verleden reageerde op feedback.

Vraag het aan je ouders, familieleden, vroegere vrienden of bekenden. (15)

Onderzoek hoe je er nu op reageert (huidige netwerk). (15)

Bedenk hoe je zou willen reageren over 3 weken. (15)

Bespreek de resultaten eventueel in de (studie)groep. (15)

E4-14 (30) - Feedback geven - Overal.

Vraag 3 keer per week onder verschillende omstandigheden om feedback. (5)

Kijk wat het met je doet.

Bespreek de resultaten eventueel in de (studie)groep. (15)

E4-15 (30) - Feedback geven - Overal.

Geef 3 keer per week onder verschillende omstandigheden bewust feedback. (5)

Kijk wat het met de ander doet. Vraag daar ook naar: “Hoe was het voor je om dat te horen?”

Bespreek de resultaten eventueel in de (studie)groep. (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 26

Praktijkdag 2

5a (30) - Wat zijn Counselling en Coaching? - Groep.

Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen counselling en coaching?

Groepsbrainstormen. (30)

5b (30) - Emoties voelen / herkennen (non-verbaal) - Groep.

Kies een emotie / gevoel.

Leef je intens in en ervaar in alle aspecten die emotie.

Loop met dat gevoel door de ruimte en begroet elkaar. (15)

Groepsevaluatie. (15)

5c (30) - Welk probleem speelt er? - 3 Mensen (CCO).

De cliënt heeft een echt probleem (niet te zwaar) of speelt (zie bij de cases) een probleem.

De counsellor exploreert d.m.v. counseltechnieken het probleem. (5)

De observeerder kijkt welke technieken er gebruikt worden en hoe het gesprek verloopt.

Na afloop geeft de observeerder feedback aan de counsellor. (5)

Wissel 2 keer van rol.

6 (90) - Blijf bij de cliënt - 3 Mensen (CCO).

De cliënt heeft een echt probleem (niet te zwaar).

De counsellor blijft bij de cliënt door te reflecteren, focussen, stilte en empathie. (15)

Blijf bij de cliënt (en los niets op of vlucht niet weg van de gevoelens, verzacht ze niet etc.).

Neem de emoties waar, verken ze in de diepte, zonder oordeel.

Wissel 2 keer van rol.

CCO-Evaluatie. (15)

Groepsevaluatie: Hoe is het voor de cliënt? Hoe goed lukt het volgen, zonder te sturen? (30)

7a (60) - Counsel hoe het niet moet - 3 Mensen (CCO).

De cliënt heeft een echt (klein) probleem of speelt (zie bij de cases) een probleem.

De counsellor gaat tegen alle regels in en maakt zoveel mogelijk verschillende fouten. (10)

De observeerder noteert wat de counsellor fout doet en hoe de cliënt hierop reageert.

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Welke fouten werden er gemaakt? Wat was het effect ervan voor de cliënt? (30)

7b (30) - Feedback - Groep.

Een counsellor counselt voor de groep een cliënt met een eenvoudig probleem. (10)

(Het maakt niet uit of er veel zaken goed of fout gaan, het gaat om de feedback die volgt.)

Gebruik een feedbackformulier. Leden van de groep geven na afloop feedback.

De trainer leert wat juiste / zinvolle feedback is en wat minder goede feedback is. (20)

8a (60) - Vertrouwensband - 3 Mensen (CCO).

De counsellor bouwt een vertrouwensband op met de cliënt. (15)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe kun je een vertrouwensband opbouwen? Wanneer krijg je als cliënt het gevoel dat je een counsellor of coach kunt vertrouwen? (15)

8b (30) - Onmiddelijkheid - Directheid - Assertiviteit - Echtheid - 3 Mensen.

Hoe ervaren wij elkaar? Wat vinden we van elkaar? Wat voelen we bij elkaar? (15)

Groepsevaluatie: Hoe kunnen we op een nette manier zeggen wat we voelen en denken? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 27

Dag 2 - Extra Oefeningen

1 op 1 Counsellen of Coachen in je eigen Praktijk. Door middel van deze oefening maak je kennis met het 1 op 1 counsellen in je eigen praktijk. De cliënt komt uit je eigen groep. Iedereen is in deze opdracht één keer counsellor of coach en één keer cliënt. Deze oefening is op basis van vrijwilligheid, het is geen verplichting. Het kan zijn dat je nog niet wilt counsellen, begin dan als cliënt. Zoek als cliënt een counsellor uit die bij je past of waarvan de “advertentie” je het meest aanspreekt.

De opdracht: Je counselt of coacht een medestudent in 3 consulten binnen 6 weken. De consulten vinden op een door de jouw gekozen locatie plaats, bijvoorbeeld bij je thuis. Tijdens deze oefening wordt een echt

consult gesimuleerd, zodat je kunt ervaren wat het is om iemand te counsellen of coachen in je eigen praktijk. De cliënt kan ervaren hoe het is om gecounseld of gecoacht te worden. Dit betekent dat:

Je als counsellor je door middel van een “advertentie” aanbiedt.

De cliënt zelf contact opneemt met een counsellor.

Er een vergoeding van € 25,- aan verbonden is per consult. o (De volgende keer worden de rollen omgedraaid en ontvang je het bedrag terug.)

Je een consult van anderhalf uur hebt.

De counsellors de cliënten als zodanig dienen te behandelen.

Er tijdens deze consulten niet wordt gesproken over de opleiding of andere zaken die je niet met een cliënt bespreekt. Er is alleen aandacht voor de cliënt.

Na ieder gesprek geeft je cliënt uitgebreid feedback. (Dat gebeurt in het echt niet op die manier.)

Interesse? Bespreek deze opdracht met de trainer. Kijk wie van de groep mee wil doen. Als je als counsellor aan de slag wilt schrijf dan in hooguit 10 zinnen wat jouw kwaliteiten zijn en waarom cliënten zich het beste bij jou kunnen aanmelden. Mail of geef die advertentie aan de coördinator, dat kan de trainer zijn, maar ook iemand anders. Hij of zij verzamelt de gegevens en zorgt ervoor dat je advertentie bij jouw potentiële cliënten komt. Op de praktijkdag krijg je de mogelijkheid om jezelf als counsellor of coach te presenteren. Na 6 weken volgt een evaluatie en worden de rollen omgedraaid; de cliënten worden dan counsellor. Ze bieden zich aan de groep nieuwe cliënten aan. Zorg dat je een nieuw koppel vormt. Deze oefening wordt als zeer leerzaam ervaren.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 28

E5-1 (30) - Wat zijn Counselling en Psychotherapie? - Groep.

Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen counselling en psychotherapie?

Groepsbrainstormen. (30)

E5-2 (30) - Wat zijn Counselling en Psychiatrie? - Groep.

Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen counselling en psychiatrie?

Groepsbrainstormen. (30)

E5-3 (30) - Wat zijn Coaching en Loopbaanbegeleiding? - Groep.

Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen coaching en loopbaanbegeleiding?

Groepsbrainstormen. (30)

E5-4 (30) - Wat zijn Therapie - Counselling - Coaching - Loopbaanbegeleiding? - Groep.

Wat zijn de verschillen en overeenkomsten?

Groepsbrainstormen. (30)

E5-5 (30) - Wat zijn Counselling? - 5 Mensen.

Kom tot een definitie van counselling, waarin je alle aspecten benoemt. (15)

Groepsevaluatie: Vergelijk de gevonden definities met elkaar. (15)

E5-6 (30) - Wat zijn Counselling? - 2 Mensen.

Leg aan iemand van een andere planeet uit wat counselling is.

De ander stelt naïeve vragen om het te begrijpen. (10)

Wissel van rol. (10)

Groepsevaluatie: Hoe ging het? (10)

E5-7 (60) - Wat zijn Counselling? - Thuis.

Bestudeer de verschillende definities, omschrijvingen m.b.t. counselling, coaching en therapie. Gebruik literatuur en internet. Kom tot een eigen definitie.

E5-8 (30) - Emoties voelen / herkennen - Groep.

Ieder kiest een emotie. Je loopt door elkaar heen. Je begroet elkaar en loopt weer door.

Je begint met de mildste vorm van die emotie en laat hem steeds intenser worden.

Op een teken van de trainer maak je hem steeds een stap je erger. o Je begint om er alleen aan te denken. (2) o Daarna ga je hem ook voelen. (2) o Je gaat hem steeds sterker voelen. (2) o Je geeft er non-verbaal steeds meer uiting aan. (2) o Je zit er helemaal in. (2) o Verbaal geef je er uiting aan. (2) o Daarna kom je weer terug tot jezelf. (2)

Groepsevaluatie (16)

E5-9 (30) - Emoties voelen / herkennen - Groep.

Iemand leeft zich in een emotie in voor de groep.

De groepsleden mogen open vragen stellen aan die persoon.

Er mag niet naar de emotie gevraagd worden, die dient geraden te worden.

Degene die de emotie juist raad, mag zich in een nieuwe emotie inleven. (30)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 29

E5-10 (30) - Emoties voelen / herkennen - Groep.

Loop met z’n allen door elkaar.

De trainer noemt 7 emoties (1 per 2 minuten).

Je krijgt per emotie 2 minuten de tijd om je geheel in te voelen en er uiting aan te geven. (14)

Groepsevaluatie. (16)

E5-11 (30) - Welk probleem speelt er? - 3 Mensen (CCO).

De cliënt heeft een echt probleem (niet te zwaar) of speelt (zie bij de cases) een probleem.

De counsellor exploreert d.m.v. counseltechnieken het probleem.

Als de counsellor een gesloten vraag stelt, antwoordt de cliënt alleen met ja of nee. (5)

De observeerder kijkt welke technieken er gebruikt worden en hoe het gesprek verloopt.

De observeerder vraagt hoe het was voor de cliënt en geeft feedback aan de counsellor. (5)

Wissel 2 keer van rol.

E5-12 (30) - Welk probleem speelt er? - 3 Mensen (CCO).

De cliënt heeft een echt probleem (niet te zwaar) of speelt (zie bij de cases) een probleem.

De counsellor probeert uit te vinden wat het probleem is d.m.v. gesloten vragen.

De cliënt antwoordt alleen d.m.v. ja of nee. (5)

De observeerder vraagt hoe het was voor de cliënt en de counsellor. (5)

Wissel 2 keer van rol.

E5-13 (60) - Welk probleem speelt er? - 3 Mensen (CCO).

De cliënt heeft een echt probleem (niet te zwaar).

De counsellor exploreert d.m.v. counseltechnieken de onderliggende emoties.

Wat zijn de gevoelens die de cliënt bij dat probleem ervaart?

Als de counsellor een gesloten vraag stelt, antwoordt de cliënt alleen met ja of nee. (15)

De observeerder kijkt welke technieken er gebruikt worden en hoe het gesprek verloopt.

Na afloop vraagt de observeerder hoe het voor de cliënt was en geeft de counsellor feedback. (5)

Wissel 2 keer van rol.

E6-1 (90) - Blijf bij de cliënt - 3 Mensen (CCO).

De cliënt bepaalt waar hij of zij over wil praten, dat mag van alles zijn.

De counsellor blijft bij de cliënt door te parafraseren, reflecteren, focussen, stilte en empathie.

De counsellor toont oprechte interesse in het verhaal van de cliënt en volgt. (15)

Wissel 2 keer van rol.

CCO-evaluatie. (15)

Groepsevaluatie. (30)

E6-2 (90) - Blijf bij de cliënt - 3 Mensen (CCO).

De cliënt bepaalt waar hij of zij over wil praten, dat mag van alles zijn.

De counsellor blijft bij de cliënt door te parafraseren, reflecteren, focussen, stilte en empathie.

De counsellor toont oprechte interesse in het verhaal van de cliënt en volgt.

De counsellor stemt zich ook af op de cliënt.

Dat kan o.a. door taalgebruik, ademhaling, houding en bewegingen. (15)

Wissel 2 keer van rol.

CCO-evaluatie. (15)

Groepsevaluatie. (30)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 30

E6-3 (90) - Blijf bij de cliënt - 3 Mensen (CCO).

De cliënt bepaalt waar hij of zij over wil praten, dat mag van alles zijn.

De counsellor blijft bij de cliënt door te parafraseren, reflecteren, focussen, stilte en empathie.

De counsellor probeert vooral te voelen wat de cliënt voelt en laat dit zien door empathie. (15)

Wissel 2 keer van rol.

CCO-evaluatie. (15)

Groepsevaluatie. (30)

E7-1 (60) - Counsel hoe het niet moet - 3 Mensen (CCO).

De cliënt heeft een echt (klein) probleem of speelt (zie bij de cases) een probleem.

De counsellor maakt met opzet een paar (subtiele) fouten. (10)

Na afloop proberen de cliënt en observeerder te raden wat die fouten waren.

CCO-evaluatie: Wat was het effect van die fouten? Hoe voelde dat voor de cliënt? (5)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Welke werden er gemaakt? Hoe voelde dat aan? (15)

E7-2 (30) - Counsel hoe het niet moet - Groep.

Een cliënt wordt gecounseld voor de hele groep.

De counsellor maakt een reeks (grove) fouten.

De groep noteert de mogelijke fouten en de gevolgen. (15)

Groepsevaluatie: Welke fouten zagen we en hoe had het beter gekund? (15)

E7-3 (30) - Counsel hoe het niet moet - Groep.

Een cliënt wordt gecounseld voor de hele groep.

De counsellor maakt een reeks (subtiele) fouten.

De groep noteert de mogelijke fouten en de gevolgen. (15)

Groepsevaluatie: Welke fouten zagen we en hoe had het beter gekund? (15)

E7-4 (30) - Counsel hoe het niet moet - 5 Mensen.

Maak een brainstormlijst van zaken die een counsellor of coach absoluut nooit mag doen. (30)

E7-5 (30) - Counsel hoe het niet moet - 5 Mensen.

Maak een brainstormlijst van zaken die een counsellor of coach beter niet kan doen. (30)

E7-6 (30) - Counsel hoe het niet moet - 5 Mensen.

Maak een brainstormlijst van zaken die je als cliënt niet fijn zou vinden als een counsellor of coach die zou doen. (30)

E7-7 (30) - Counsel hoe het niet moet - Groep.

Noem de onaangename zaken die je bij sommige hulpverleners wel eens hebt ervaren en wat het met je deed. (30)

E7-8 (30) - Feedback - Groep.

Een counsellor counselt voor de groep een cliënt met een eenvoudig probleem. (10)

(Het maakt niet uit of er veel zaken goed of fout gaan, het gaat om de feedback die volgt.)

Drie leden van de groep geven na het gesprek feedback aan de counsellor. (10)

De counsellor reageert tijdens het ontvangen van de feedback niet.

Nadat alle feedback is ontvangen geeft de counsellor aan: (10) o hoe de feedback voor hem of haar voelde. o welke feedback voor hem of haar het meest leerzaam is. o wat hij of zij met de feedback gaat doen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 31

E7-9 (45) Feedback - Groep.

Een counsellor counselt voor de groep een cliënt met een eenvoudig probleem.

De counsellor gaat door totdat hij of zij niet verder kan.

Dan stapt iemand uit de groep in de rol van counsellor, totdat hij of zij de taak overdraagt. (30)

(Het maakt niet uit of er veel zaken goed of fout gaan, het gaat om de feedback die volgt.)

Groepsfeedback.

De trainer geeft aan wat zinvolle feedback is en wat minder goede feedback is. (15)

E7-10 (50) - Feedback - Groep.

Een cliënt met een eenvoudig probleem kiest een counsellor uit de groep.

De counsellor gaat door totdat hij of zij niet verder kan.

Dan kiest de cliënt een nieuwe counsellor. (Kiest diverse malen.) (30)

(Het maakt niet uit of er veel zaken goed of fout gaan, het gaat om de feedback die volgt.)

Leden van de groep geven na afloop feedback.

De trainer geeft aan wat zinvolle feedback is en wat minder goede feedback is. (15)

E7-11 (30) - Feedback en Vertrouwensband - 2 Mensen.

Oefen in tweetallen, met de hele groep door elkaar.

1 persoon is geblinddoekt (of heeft steeds zijn of haar ogen gesloten).

De blinde legt een van te voren vastgestelde route af.

De begeleider gebruikt zijn of haar stem om te zeggen hoe de blinde het beste kan lopen. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe was het om blind te zijn? Hoe ging het leiden met de stem? (16)

E7-12 (30) - Feedback en Vertrouwensband - 2 Mensen.

Oefen in tweetallen, met de hele groep door elkaar.

1 persoon is geblinddoekt (of heeft steeds zijn of haar ogen gesloten).

De blinde legt een van te voren vastgestelde route af.

De begeleider leidt de blinde in stilte met zijn of haar hand, de blinde volgt in vol vertrouwen. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe was het om blind te zijn? Hoe ging het leiden met de hand? (16)

E7-13 (10) - Feedback en Vertrouwensband - 3 Mensen.

2 personen zijn geblinddoekt (of hebben steeds de ogen gesloten).

De blinde mensen zitten tegenover elkaar met koekjes tussen hun in. (Als je durft yoghurt.)

De derde geeft aanwijzingen hoe de blinde mensen elkaar en hem of haar kunnen voeden. (5)

Groepsevaluatie: Hoe was het om blind te zijn? Hoe ging het voeden? (5)

E8-1 (60) - Vertrouwensband - 3 Mensen (CCO).

De counsellor bouwt een vertrouwensband op met de cliënt. (10)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: o Hoe bouw je een vertrouwensband op? o Hoe bepaal je als cliënt of je een counsellor of coach kunt vertrouwen? o Ieder noemt 3 selectiecriteria waaraan een counsellor - voor jou - moet voldoen. (30)

E8-2 (45) - Vertrouwensband - 5 Mensen.

Onderzoek wat - voor jullie - de belangrijkste criteria zijn waaraan de counsellor of coach moet

voldoen wil je het gevoel hebben dat je hem of haar kunt vertrouwen.

Eerst brainstormen en stel dan een top 10 samen met de belangrijkste zaken bovenaan. (25)

Groepsevaluatie: Vergelijk de uitkomsten van de groepjes in de hele groep. (20)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 32

E8-3 (60) - Vertrouwensband - Groep.

Ieder wijst iemand aan die hij of zij het meeste vertrouwd en legt kort uit waarom. (20)

Zoek daarna iemand op met wie je nog niet geoefend en gesproken hebt.

Ieder vertelt iets over zichzelf aan de ander. (30)

Groepsevaluatie: Wat is er anders geworden tussen jullie door oefening? (10)

E8-4 (30) - Onmiddelijkheid - Directheid - Assertiviteit - Echtheid - 3 Mensen.

Kom tot een gezamenlijke definitie van Echtheid. (10)

Groepsevaluatie: Vergelijk de verschillende definities.

Wat is Echtheid? Hoe kun je zien of iemand Echt is? Hoe weet je of je Echt bent? (20)

E8-5 (30) - Onmiddelijkheid - Directheid - Assertiviteit - Echtheid - 3 Mensen.

Kom tot een gezamenlijke definitie van Assertiviteit. (10)

Groepsevaluatie: Vergelijk de verschillende definities.

Wat is Assertiviteit? Hoe kun Assertief zijn zonder een ander te kwetsen? (20)

E8-6 (45) - Onmiddelijkheid - Directheid - Assertiviteit - Echtheid - 3 Mensen (ABC).

A geeft een objectieve omschrijving over hoe B eruit ziet en wat B nu doet.

C observeert beiden en controleert of de omschrijving klopt of een interpretatie is.

Er is geen dialoog, alleen een omschrijvende monoloog. (10)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsdiscussie: Hoe ging de oefening? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 33

Praktijkdag 3 Neem als cliënt een klein emotioneel probleem, of iets waar je (soms) mee zit. De counsellor gebruikt deze dag het model van G. Egan. In iedere oefening ga je een stap verder. Maak het elkaar makkelijk, omdat het een oefensituatie is en we in 4 lessen alle fasen willen doorlopen, zodat we het model van begin tot eind kunnen oefenen. In werkelijkheid kan iedere stap langer of korter duren.

Om binnen de lestijd te blijven gebruiken we “Fast Forward”, zoals bij een videofilm. Doe na iedere

les steeds alsof het een week later is. Werk de hele dag in hetzelfde groepje van 3 Mensen (CCO).

Wissel steeds 2 keer van rol. Schud even de vorige rol van je af. Let als counsellor op de tijd!

9a (45) - Inschatting van het probleem.

De counsellor helpt de cliënt om uit te vinden wat er goed en verkeerd gaat in zijn leven.

De counsellor gebruikt de technieken en vaardigheden die bij de eerste fase horen.

Samen stellen ze een lijst op (Wat gaat er goed? - Wat gaat er verkeerd?). (10)

CCO-evaluatie: Hoe voelt de cliënt zich? De observeerder geeft feedback aan de counsellor. (15)

9b (45) - Zich richten op een bepaald probleem en de exploratie ervan.

De counsellor helpt de cliënt het probleem te vinden waar hij aan wil werken.

De counsellor helpt de cliënt dat probleem exploreren.

De cliënt komt tot een definitie van het probleem. (10)

CCO-evaluatie: Hoe voelt de cliënt zich? De observeerder geeft feedback aan de counsellor. (15)

10a (45) - Uitdagen van de cliënt en het ontwikkelen van nieuwe perspectieven.

Vat als counsellor samen (of laat de cliënt samenvatten) wat hiervoor is besproken.

Gebruik als counsellor je vaardigheden, zodat de cliënt nieuwe perspectieven gaat zien. (10)

CCO-evaluatie: Hoe voelt de cliënt zich? De observeerder geeft feedback aan de counsellor. (15)

10b (45) - Het stellen van doeleinden.

Help de cliënt zijn of haar doeleinden (SMART) te ontdekken. (10)

Wat wil de cliënt bereiken?

Groepsevaluatie les 9 en 10: Hoe ging het? Wat ging goed? Wat ging moeilijk? (15)

11a (45) - Het ontdekken van mogelijke wegen naar het doel.

Help de cliënt brainstormen over mogelijkheden om zijn of haar doel te bereiken. (10)

CCO-evaluatie: Hoe voelt de cliënt zich? De observeerder geeft feedback aan de counsellor. (15)

11b (45) - Het kiezen van de meest geschikte route.

Help de cliënt een fullproof actieplan opstellen. Gebruik de brainstormlijst. (10)

CCO-evaluatie: Hoe voelt de cliënt zich? De observeerder geeft feedback aan de counsellor. (15)

12a (45) - Actie; de route ten uitvoer brengen. Voor je cliënt begint met het actieplan ga je samen een krachtenveldanalyse uitvoeren. Bekijk de

bevorderende krachten en de belemmerende krachten. Onderzoek hoe je de bevorderende

krachten kunt versterken en de belemmerende kunt neutraliseren. (10)

CCO-evaluatie: Hoe voelt de cliënt zich? De observeerder geeft feedback aan de counsellor. (15)

12b (45) - Het evalueren van het hulpverleningsproces.

Evalueer als counsellor samen met je cliënt het hele hulpverleningsproces.

Rond de counselrelatie af. (10)

Groepsevaluatie: Hoe ging het counsellen? Hoe voelde het om gecounseld te worden? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 34

Dag 3 - Extra Oefeningen

Het Enneagram als Procesmodel. Neem als cliënt een klein emotioneel probleem, of iets waar je (soms) mee zit. De counsellor gebruikt deze dag het Enneagram als Procesmodel. In iedere oefening ga je een stap verder. Maak het elkaar makkelijk, omdat het een oefensituatie is en we in 4 lessen alle stappen willen doorlopen, zodat we het model van begin tot eind kunnen oefenen. In werkelijkheid kan iedere stap langer of korter duren.

Om binnen de lestijd te blijven gebruiken we “Fast Forward”, zoals bij een videofilm. Doe na iedere

les steeds alsof het een week later is. Werk de hele dag in hetzelfde groepje van 2 Mensen (CC).

Wissel steeds van rol. Schud even de vorige rol van je af. Let als counsellor op de tijd!

E9a-1 (45) - Punt 1 - Problemen.

Help je cliënt om alle mogelijke problemen in kaart te brengen, of alle aspecten van een deelgebied. Waar zit iemand nu mee? Wat zou iemand in zijn leven willen veranderen?

Kijk wat de meeste stress oplevert. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging het inventariseren? Hoe duidelijk zijn de mogelijke problemen? (15)

E9b-1 (45) - Punt 7 - Doelen.

Je helpt je cliënt om doelen te stellen. Wat wil iemand WEL? Brainstormen en SMART. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging het helpen bij het vinden van mogelijke doelen? (15)

E10a-1 (45) - Punt 2 - Het Probleem.

Help je cliënt ontdekken aan welk probleem hij of zij wil gaan werken. (15)

Groepsevaluatie: Hoe kon je tot “Het Probleem” komen? (15)

E10b-1 (45) - Punt 8 - Het Doel en Punt 9 - Het Leven.

Je helpt je cliënt om zijn Doel te ontdekken. Gebruik de Doelen, het Probleem en Het Leven (wat iemand uiteindelijk wil bereiken) als leidraad. Breng alles met elkaar in overeenstemming. Zorg voor een juiste en krachtige formulering. (15)

Groepsevaluatie: Hoe kwam je samen tot een juiste definitie van “Het Doel”? (15)

E11a-1 (45) - Punt 3 - Onbewuste Schok.

Je helpt je cliënt zijn situatie inzien. Je houdt het Doel tegenover het Probleem.

Samen onderzoek je welke zaken helpen om de mogelijke impasse te doorbreken. (15)

Groepsevaluatie: Hoe kon je je cliënt naar een zelfconfrontatie leiden? (15)

E11b-1 (45) - Punt 4 - Nieuwe Wegen.

Je helpt je cliënt om naar Nieuwe Wegen te zoeken. Wat kan er gedaan worden om het doel te bereiken? Brainstormen - SMART - Kosten / Baten Analyse. (15)

Groepsevaluatie: Hoe kon je je cliënt stimuleren om nieuwe wegen te vinden? (15)

E12a-1 (45) - Punt 5 - De Nieuwe Route - Actieplan.

Je helpt je cliënt om een Actieplan op te stellen. Vele kleine makkelijk haalbare concrete stappen bepalen het succes. Wat kan er gedaan worden om het doel te bereiken? (15)

Groepsevaluatie: Hoe kon je je cliënt helpen bij het opstellen van een Actieplan? (15)

E12b-1 (45) - Punt 6 - Bewuste Schok.

Maak een Krachtenveld Analyse.

Help je cliënt bij het vastleggen van zijn of haar Actieplan, zodat hij of zij het uitvoert. (15)

Help elkaar daar eventueel mee de komende tijd.

Groepsevaluatie: Hoe kon je tot concrete afspraken komen? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 35

Het vereenvoudigd 3-fasenmodel. Neem als cliënt een klein emotioneel probleem, of iets waar je (soms) mee zit. De counsellor gebruikt deze dag het vereenvoudigd 3-fasenmodel (Probleem - Doel - Route). In iedere oefening ga je een

stap verder. Maak het elkaar makkelijk, omdat het een oefensituatie is en we in 4 lessen alle stappen willen doorlopen, zodat we het model van begin tot eind kunnen oefenen. In werkelijkheid kan iedere stap langer of korter duren. Om binnen de lestijd te blijven gebruiken we “Fast Forward”,

zoals bij een videofilm. Doe na iedere les steeds alsof het een week later is. Werk de hele dag in

hetzelfde groepje van 2 Mensen (CC). Wissel steeds van rol. Schud even de vorige rol van je af.

De counsellor let op de tijd!

E9-2 (90) - Probleemfase.

Help de cliënt om zijn of haar problemen te exploreren en kom uiteindelijk tot de kern van het probleem, waar hij of zij aan wil gaan werken. (30)

Groepsevaluatie: Hoe konden we uitvinden wat het hoofdprobleem is? (30)

E10-2 (90) - Doelfase.

Help de cliënt om zijn of haar doelen te ontdekken en kom tot het hoofddoel. (30)

Groepsevaluatie: Hoe konden we uitvinden wat het hoofddoel is? (30)

E11-2 (90) - Routefase.

Help de cliënt om een Route uit te stippelen en een Actieplan op te stellen. (30)

Groepsevaluatie: Hoe konden we uitvinden welke route de cliënt kan en wil gaan? (30)

E12-2 (90) - Evaluatie.

Rond de sessies af en evalueer samen met je cliënt hoe de gesprekken zijn verlopen.

Waar heeft de cliënt veel aan gehad? Wat gaat hij of zij nu doen?

Op welke punten heeft de cliënt nog hulp nodig? (15)

Na de afronding met je cliënt, bespreek je als student - student met elkaar hoe het ging. Wat ging goed? Wat ging minder goed? Hoe had het beter gekund? (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging het counsellen vandaag? Wat was lastig? Wat ging goed? (30)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 36

Het Rogeriaanse model. Neem een (diepgaand) emotioneel probleem en gebruik het Rogeriaanse model om te counsellen. Het grote verschil met de voorgaande modellen is dat je veel meer door de cliënt zelf laat bepalen. Bij

de voorgaande modellen liet je de inhoud door de cliënt bepalen, maar nu ook de structuur van de gesprekken. De cliënt kiest waar hij of zij over gaat praten. Is het over een probleem, dan is dat prima, is het over oplossingen, dan is dat ook goed. Je probeert je als counsellor zo goed mogelijk in te leven in de wereld van de cliënt. Je hebt niet het idee dat er iets opgelost moet worden en stimuleert dat niet. Toch help je juist heel goed door de juiste omstandigheden te scheppen, waardoor de cliënt een stapje verder komt. Concentreer je dus op het scheppen van het juiste klimaat. Dat kan door: Echtheid, Empathie en Onvoorwaardelijke Acceptatie.

Echtheid

Empathie

Onvoorwaardelijke Acceptatie

Werk steeds in een groepje van 2 en wissel van rol. Na ieder gesprek is het een week later.

E9-3 (90) - Het eerste gesprek.

Help de cliënt bij het verwoorden van waar hij of zij het over wil hebben. (30)

Groepsevaluatie: Wat ging goed? Wat was moeilijk? Hoe kan het beter? (30)

E10-3 (90) - Het tweede gesprek.

Help de cliënt bij het verwoorden van waar hij of zij het over wil hebben. (30)

Groepsevaluatie: Wat ging goed? Wat was moeilijk? Hoe kan het beter? (30)

E11-3 (90) - Het derde gesprek.

Help de cliënt bij het verwoorden van waar hij of zij het over wil hebben. (30)

Groepsevaluatie: Wat ging goed? Wat was moeilijk? Hoe kan het beter? (30)

E12-3 (90) - Het vierde gesprek.

Help de cliënt bij het verwoorden van waar hij of zij het over wil hebben. (30)

Groepsevaluatie: Wat ging goed? Wat was moeilijk? Hoe kan het beter? (30)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 37

Het 10 stappenmodel. Neem als cliënt een licht emotioneel probleem, of iets waar je (soms) mee zit. De counsellor gebruikt vandaag het 10 stappenmodel. In iedere oefening ga je een paar stappen verder. Maak het elkaar

makkelijk, omdat het een oefensituatie is en we alle stappen willen doorlopen, zodat we het model van begin tot eind kunnen oefenen. In werkelijkheid kan iedere stap langer of korter duren. Om

binnen de lestijd te blijven gebruiken we “Fast Forward”, zoals bij een videofilm. Doe na iedere les

steeds alsof het een week later is. Werk de hele dag in hetzelfde groepje van 2 Mensen (CC).

Wissel steeds van rol. Schud even de vorige rol van je af. De counsellor let op de tijd!

Het 10 stappenmodel: Stap 1: Vooroverdenking - De cliënt denkt eraan om hulp te vragen. Stap 2: Contact maken - De cliënt neemt contact op met een counsellor of is er naar toe verwezen. Stap 3: Voorstelling maken van counselling - De cliënt vormt zich een beeld van de counsellor en het komende gesprek. Stap 4: De cliënt en de counsellor ontmoeten elkaar en een grote hoeveelheid emotionele zaken worden besproken.

Stap 5: Het probleem wordt helderder voor de cliënt. Hij ervaart een afname van de heftige emoties en krijgt het gevoel dat hij wordt begrepen. Stap 6: Andere zaken komen ter sprake. Mogelijk verwante problemen uit het verleden. Stap 7: Er beter mee omgaan en mogelijke veranderingen worden besproken. Stap 8: Veranderingen en de expressie van angsten voor de gevolgen van de veranderingen. Stap 9: Bereikte doelen. De cliënt is actiegericht en bereikt de eerste doelen. Stap 10: Afronding van de counsellingsrelatie.

E9-4 (90) - Het eerste gesprek - Stap 1 t/m 4.

Doe alles wat je aan het begin van het eerste gesprek hoort te doen. Vraag ook naar stap 1 t/m 3 Werk o.a. aan de vertrouwensband, leg uit hoe je werkt, de betalingsregeling etc. (10)

Help de cliënt bij het verwoorden van de emotionele zaken waar hij of zij last van heeft. (20)

Wissel van rol.

Groepsevaluatie: Wat ging goed? Wat was moeilijk? Hoe kan het beter? (30)

E10-4 (90) - Het tweede gesprek - Stap 5 en 6.

Ga door waar je gebleven bent en kijk hoever je komt. (30)

Wissel van rol.

Groepsevaluatie: Wat ging goed? Wat was moeilijk? Hoe kan het beter? (30)

E11-4 (90) - Het derde gesprek - Stap 7 en 8.

Help de cliënt bij het verwoorden van hoe hij of zij er beter mee om kan gaan.

Onderzoek mogelijke angsten voor de gevolgen van de veranderingen. (30)

Wissel van rol.

Groepsevaluatie: Wat ging goed? Wat was moeilijk? Hoe kan het beter? (30)

E12-4 (90) - Het vierde gesprek - Stap 9 en 10.

Help de cliënt bij stap 9 en 10.

(Gebruik als cliënt wat fantasie, aangezien je waarschijnlijk nog geen doelen hebt bereikt.) (30)

Wissel van rol.

Groepsevaluatie: Wat ging goed? Wat was moeilijk? Hoe kan het beter? (30)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 38

Praktijkdag 4 Neem als cliënt een klein emotioneel probleem, of iets waar je (soms) mee zit. De counsellor gebruikt deze dag het model van G. Egan. In iedere oefening ga je een stap verder. Maak het elkaar makkelijk, omdat het een oefensituatie is en we in 4 lessen alle fasen willen doorlopen, zodat we het model van begin tot eind kunnen oefenen. In werkelijkheid kan iedere stap langer of korter duren.

Om binnen de lestijd te blijven gebruiken we “Fast Forward”, zoals bij een videofilm. Doe na iedere

les steeds alsof het een week later is. Werk de hele dag in hetzelfde groepje van 3 Mensen (CCO).

Wissel steeds 2 keer van rol. Schud even de vorige rol van je af. Let als counsellor op de tijd!

13 (90) - Nieuwe (potentiële) cliënt, komt voor de eerste keer.

Leg aan de nieuwe (potentiële) cliënt, die niets van counselling weet, uit wat counselling is.

Leg uit hoe je te werk gaat en creëer een vertrouwensband. Je gaat nog niet counsellen (Intake).

Wel geef je informatie over counselling, je werkwijze en beantwoord je de vragen.

Kom tot een counsellingsovereenkomst voor 3 sessies. (20)

CCO-evaluatie: De observeerder geeft feedback aan de counsellor. (5)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Wat vertel je wel en wat vertel je niet? Doel eerste (intake) gesprek? (15)

14 (90) - Fase 1.

Je hebt de cliënt al uitgelegd wat counselling is en hoe je werkt.

Je gaat verder met de vertrouwensband opbouwen en begint te counsellen.

De cliënt geeft het tempo aan. Als counsellor volg je hem of haar. Je blijft bij de cliënt. (20)

CCO-evaluatie: De observeerder geeft feedback aan de counsellor. (5)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Doel eerste counselgesprek? Wat zou je bij jezelf willen verbeteren? (15)

15 (90) - Fase 2.

Het probleem is nu bekend en je gaat samen werken aan nieuwe perspectieven / doelen.

Wat wil de cliënt in de toekomst?

De cliënt geeft het tempo aan. Als counsellor volg je hem of haar. Je blijft bij de cliënt. (20)

CCO-evaluatie: De observeerder geeft feedback aan de counsellor. (5)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Doel counselgesprek in fase 2? Wat zou je bij jezelf willen verbeteren? (15)

16 (90) - Fase 3.

Het probleem en de doelen zijn bekend.

Je gaat samen met de cliënt kijken hoe die doelen te bereiken zijn.

Hoe wil de cliënt zijn of haar doelen bereiken?

De cliënt geeft het tempo aan. Als counsellor volg je hem of haar. Je blijft bij de cliënt. (20)

CCO-evaluatie: De observeerder geeft feedback aan de counsellor. (5)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Doel counselgesprek in fase 3? Wat zou je bij jezelf willen verbeteren? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 39

Dag 4 - Extra Oefeningen Neem als cliënt een klein emotioneel probleem, of iets waar je (soms) mee zit. De counsellor gebruikt deze dag het model van G. Egan. Maak het elkaar makkelijk, omdat het een oefensituatie is. Na iedere oefening ga je verder waar je na de vorige sessie gebleven was. Als je de hele dag in fase 1 blijft zitten, dan is dat prima. Laat de gesprekken een natuurlijk verloop hebben, kijk waar de cliënt aan

toe is. Doe na iedere sessie alsof het een week later is. Werk de hele dag in hetzelfde groepje van 3

Mensen (CCO). Wissel steeds 2 keer van rol. Schud even de vorige rol van je af. Let als

counsellor op de tijd!

E13-1 (90) - Nieuwe (potentiële) cliënt, komt voor de eerste keer.

Leg aan de nieuwe (potentiële) cliënt, die niets van counselling weet, uit wat counselling is.

Leg uit hoe je te werk gaat en creëer een vertrouwensband. Je gaat nog niet counsellen (Intake).

Wel geef je informatie over counselling, je werkwijze en beantwoord je de vragen.

Kom tot een counsellingsovereenkomst voor 3 sessies. (20)

CCO-evaluatie: De observeerder geeft feedback aan de counsellor. (5)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Wat vertel je wel en wat vertel je niet? Doel eerste (intake) gesprek? (15)

E14-1 (90) - Eerste gesprek.

Je hebt je cliënt al uitgelegd wat counselling is en hoe je werkt.

Je gaat verder met de vertrouwensband opbouwen en begint te counsellen.

Je cliënt geeft het tempo aan. Als counsellor volg je hem of haar. Je blijft bij je cliënt. (20)

CCO-evaluatie: De observeerder geeft feedback aan de counsellor. (5)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Doel eerste counselgesprek? Wat zou je bij jezelf willen verbeteren? (15)

E15-1 (90) - Tweede gesprek.

Je vervolgt het eerste gesprek.

De cliënt geeft het tempo aan. Als counsellor volg je hem of haar. Je blijft bij de cliënt. (20)

CCO-evaluatie: De observeerder geeft feedback aan de counsellor. (5)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Doel tweede counselgesprek? Wat zou je bij jezelf willen verbeteren? (15)

E16-1 (90) - Derde en laatste gesprek.

Je vervolgt het tweede gesprek.

Speel dat dit het laatste gesprek is. Rond de sessies goed af.

De cliënt geeft het tempo aan. Als counsellor volg je hem of haar. Je blijft bij de cliënt. (20)

CCO-evaluatie: De observeerder geeft feedback aan de counsellor. (5)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Doel derde counselgesprek? Wat zou je bij jezelf willen verbeteren? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 40

E13-2 (45) - Werf je cliënt.

Verdeel de groep in 2 groepen: 50% Counsellors en 50% Cliënten. De counsellors gaan naast elkaar op leeftijd staan. (De Marktplaats.) Iedere counsellor heeft 2 minuten om zichzelf en zijn of haar product voor te stellen. De oudste begint.

De cliënten staan op gelijke afstand van de counsellors. Ze kiezen een counsellor van wie ze het idee hebben dat hij of zij hun een stap verder kan helpen. Nadat een counsellor zich heeft voorgesteld, kan hij of zij gekozen worden door een cliënt. De cliënt die de counsellor als eerste bij de hand heeft genomen mag van zijn of haar diensten gebruik maken. In geval van twijfel beslist de trainer (veilingmeester).

Daarna is de volgende counsellor aan de beurt.

Wil nu nog niemand gebruik maken van de diensten van een counsellor, dan sluit die counsellor achteraan aan en krijgt later een herkansing.

Ga door totdat iedereen een counsellor heeft. (45)

E14-2 (45) - Eerste gesprek.

Als counsellor kun je zelf kiezen welk model je gebruikt. Dat kan het enneagram zijn, maar ook het 3-fasenmodel van Egan, het Rogeriaanse model of meer actiegericht. Kondig dat op de Marktplaats al aan.

Je begint nu het eerste gesprek met je cliënt. (35)

Evalueer met elkaar: Wat ging goed? Wat zou je als cliënt anders willen zien? (10)

E15-2 (45) - Tweede gesprek.

Het is een week later.

Je gaat verder met het counsellingsgesprek. (30)

Evalueer met elkaar: Wat ging goed? Wat zou je als cliënt anders willen zien? (5)

Groepsevaluatie. (10)

E16-2 (45) - Derde en laatste gesprek.

Het is een week later.

Je gaat verder met het counsellingsgesprek. (30)

Evalueer met elkaar: Hoe hebben de gesprekken je geholpen? (5)

Groepsevaluatie: Hoe goed voldeed de counsellor aan je verwachtingen? (10)

De ene helft van de groep is nu counsellor geweest. Na een halve dag worden de rollen omgedraaid en is de andere helft (die eerst cliënt was) counsellor. Begin weer helemaal opnieuw en werk met een andere partner.

E13-2 (45) - Werf je cliënt.

E14-2 (45) - Eerste gesprek.

E15-2 (45) - Tweede gesprek.

E16-2 (45) - Derde en laatste gesprek.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 41

Voor iedere oefening geven steeds 2 andere studenten een demonstratie en bespreken we hoe het ging in de hele groep. Als cliënt neem je een emotioneel probleem, of iets waar je soms mee zit of niet zo goed in bent en gebruik dat gedurende les 13 t/m 16. Als counsellor help je je cliënt zo goed mogelijk

op weg via een intakegesprek en drie counsellingssessies. Doe na iedere sessie alsof het een week

later is. Werk de hele dag in hetzelfde groepje van 2 Mensen (CC). Wissel steeds van rol. Schud

even de vorige rol van je af. Let als counsellor op de tijd!

E13-3 (90) - Nieuwe (potentiële) cliënt, komt voor de eerste keer.

Een counsellor en een cliënt zitten voor de hele groep.

Als counsellor leg je aan je nieuwe (potentiële) cliënt, die niets van counselling weet, uit wat counselling is.

Leg uit hoe je te werk gaat en creëer een vertrouwensband.

Je gaat nog niet counsellen.

Wel geef je informatie over counselling, je werkwijze en beantwoord je de vragen.

Kom tot een counsellingsovereenkomst voor één of meerdere sessies. (15)

Groepsevaluatie: Wat vertel je wel en wat vertel je niet? Wat is het doel van het eerste gesprek?

Stel samen een lijst op van punten die je in het gesprek aankaart. (30)

Oefen in tweetallen (CC) en ontvang je nieuwe cliënt. (15)

Wissel 1 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het? Welke knelpunten kom je tegen? (15)

E14-3 (90) - Eerste gesprek (of fase 1 van Egan).

Een counsellor en een cliënt zitten voor de hele groep.

Je hebt je cliënt al uitgelegd wat counselling is en hoe je werkt.

Je gaat verder met de vertrouwensband opbouwen en begint te counsellen.

De cliënt geeft het tempo aan. Als counsellor volg je hem of haar. Je blijft bij de cliënt. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging het gesprek? Wat ging goed? Wat zou je anders doen? (15)

Oefen in tweetallen (CC) en ontvang je nieuwe cliënt. (20)

Wissel 1 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het? Welke knelpunten kom je tegen? (20)

E15-3 (90) - Tweede gesprek (of fase 2 van Egan).

Een counsellor en een cliënt zitten voor de hele groep. Het is nu het tweede gesprek.

De cliënt geeft het tempo aan. Als counsellor volg je hem of haar. Je blijft bij de cliënt. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging het gesprek? Wat ging goed? Wat zou je anders doen? (15)

Oefen in tweetallen (CC) en ga verder waar je gebleven bent. (20)

Wissel 1 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het? Welke knelpunten kom je tegen? (20)

E16-3 (90) - Derde en laatste gesprek (of fase 3 van Egan).

Een counsellor en een cliënt zitten voor de hele groep. Het is nu het derde gesprek.

De cliënt geeft het tempo aan. Als counsellor volg je hem of haar. Je blijft bij de cliënt. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging het gesprek? Hoe kun je goed afronden? Wat ging goed? Wat zou je anders doen? (15)

Oefen in tweetallen (CC) en ga verder waar je gebleven bent en rond het laatste gesprek af. (20)

Wissel 1 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het? Welke knelpunten kom je tegen? (20)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 42

Praktijkdag 5

17a (45) - Biologische Benadering - 3 Mensen (CCO).

Kies vooraf één topic om je thuis in te verdiepen (Stress - Drugs - Alcohol - Overgang).

Zoek eventueel informatie op via gespecialiseerde literatuur, folders of internet.

Wat doet Stress, Drugs, Alcohol of de Overgang met je lichaam?

Wat is psychologisch? Wat is biologisch?

Leg aan je cliënt de biologische kant uit van het gekozen topic. Je counselt niet, je geeft alleen informatie en beantwoordt de vragen van je cliënt. (10)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het geven van informatie? (15)

17b (45) - Behavioristische Benadering - 3 Mensen (CCO).

Bestudeer hoe je iemand met een fobie of angst via de behavioristische benadering kunt genezen.

Zoek eventueel informatie op via gespecialiseerde literatuur of internet.

Leg aan een cliënt met een fobie of angst uit hoe je vanuit de behavioristische benadering werkt. Je counselt niet, je geeft alleen informatie en beantwoordt de vragen van je cliënt. (10)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het geven van informatie? Hoe duidelijk is die benadering? (15)

18 (90) - Cognitieve Benadering - 5 Mensen.

Maak een stresstest. (45)

Geef een korte presentatie / demonstratie van de test voor de hele groep.

De groep stelt vragen en geeft feedback. (45)

19 (90) - Psychodynamische Benadering - 2 Mensen (CC).

Kruip geheel in de huid van Freud en verken het onbewuste van je cliënt.

Mogelijke ingangen kunnen zijn: Hypnose, Vrije Associatie, Dromen, Symbolen, Versprekingen, Grapjes, Weerstanden, Seksuele Theorieën, Kindertijd, Overdracht, Verdedigingsmechanismen,

Eros en Thanatos, Id - Ego - Super-Ego, Complexen.

Ga uit het zicht van je cliënt zitten en indien mogelijk laat de cliënt ontspannen liggen.

Help je cliënt zoals hij gedaan zou hebben in zijn tijd. Gebruik je fantasie en overdrijf iets. (30)

Wissel van rol.

Groepsevaluatie: o Hoe voelde het voor de cliënt? o Hoe voelde het om Sigmund Freud te zijn? o Wat zijn de voor- en nadelen van zijn methode zoals die toen gebruikt werd? o Hoe is de psychodynamische benadering veranderd? (30)

20 (90) - Humanistische Benadering - 2 Mensen (CC).

Kruip geheel in de huid van Carl Rogers.

Help je cliënt zoals hij gedaan zou hebben in zijn tijd. (30)

Wissel van rol.

Groepsevaluatie: o Hoe voelde het voor de cliënt. o Hoe voelde het om Carl Rogers te zijn? o Wat zijn de voor- en nadelen van zijn methode zoals die toen gebruikt werd? o Hoe is de Rogers manier van counsellen aangepast aan deze tijd? (30)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 43

Dag 5 - Extra Oefeningen

E17-1 (90) - Verschillende Benaderingen van de psyche van de mens - 5 Mensen.

Onderzoek gezamenlijk de overeenkomsten en verschillen tussen de benaderingen.

(Biologische, Behavioristische, Cognitieve, Psychodynamische en de Humanistische.)

Kom tot een heldere definitie van iedere stroming. (45)

De definities van de groepjes worden in de grote groep met elkaar vergeleken. (45)

E18-1 (90) - Cognitieve Benadering - Groep.

Brainstorm over de verschillen en overeenkomsten tussen de cognitieve en de humanistische benadering. (90)

E19-1 (45) - Psychodynamische Benadering - Groep.

Iemand uit de groep speelt voor Sigmund Freud en geeft een korte lezing over zijn theorieën. Mogelijke ingangen kunnen zijn: Hypnose, Vrije associatie, Dromen, Symbolen, Versprekingen,

Grapjes, Weerstanden, Seksuele Theorieën, Kindertijd, Overdracht, Verdedigingsmechanismen, Eros en Thanatos, Id - Ego - Super-Ego, Complexen. (15)

Een nieuwe Freud geeft een demonstratie met een vrijwilliger uit het publiek. (15)

De derde Freud beantwoordt de vragen van het publiek. (15)

E19-2 (45) - Psychodynamische Benadering - Groep.

Voor de groep zit iemand die voor Freud speelt en iemand die zijn cliënt is.

Freud helpt de cliënt met zijn of haar problemen.

Hij gaat hiermee door totdat hij vastloopt en dan is een volgende Freud aan de beurt.

Mogelijke ingangen kunnen zijn: Hypnose, Vrije associatie, Dromen, Symbolen, Versprekingen, Grapjes, Weerstanden, Seksuele Theorieën, Kindertijd, Overdracht, Verdedigingsmechanismen, Eros en Thanatos, Id - Ego - Super-Ego, Complexen. (30)

Evalueer met elkaar. Hoe was het voor de cliënt? Hoe ging de psychoanalyse? (15)

E20-1 (45) - Humanistische Benadering - Groep.

Iemand uit de groep speelt voor Carl Rogers en geeft een korte lezing over zijn theorieën.

Mogelijke ingangen kun je vinden in de syllabus, op internet of diverse boeken. (15)

Een nieuwe Rogers geeft een demonstratie met een vrijwilliger uit het publiek. (15)

De derde Rogers beantwoordt de vragen van het publiek. (15)

E20-2 (45) - Humanistische Benadering - Groep.

Voor een groep Rogeriaanse Counsellors zit een cliënt.

De cliënt wil op een geheel Rogeriaanse manier worden geholpen en kiest een counsellor.

Die counselt totdat de cliënt een nieuwe counsellor aanwijst die verder gaat.

2 tot 5 counsellors komen zo aan de beurt. (30)

Evalueer met elkaar. Hoe was het voor de cliënt? Hoe ging het Rogeriaans Counsellen? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 44

Praktijkdag 6

21 (90) - Ontwikkeling van het individu - 3 Mensen (CCO).

Je werkt als schoolcounsellor. Een leerling of student heeft gisteravond zelfmoord gepleegd. Naar aanleiding van deze schokkende gebeurtenis komt iemand geheel overstuur je praktijkruimte binnenstormen. Je hebt 25 minuten om die persoon te counsellen. Je cliënt is een (ex-)vriend(in), medestudent, leerkracht, hoofd van de school, een ouder of iemand die hem of haar pestte. (25)

Wissel 2 keer van rol en kies daarbij steeds een andere rol voor de cliënt.

Groepsevaluatie: Hoe zijn je gevoelens als counsellor? Wat kun je in een korte tijd doen? (15)

22 (90) - Sociaal gedrag - 3 Mensen (CCC).

Je werkt als mediator bij een buurtbemiddelingsbureau en je krijgt 2 buren toegewezen die elkaar

willen aanvliegen. Ze hebben al maanden problemen met elkaar, elkaars cultuur, afkomst en gedrag. Nu is de emmer flink aan het overlopen. Als laatste redmiddel zijn ze naar jou gestuurd.

Eerst spreek je de buren apart! Daarna spreek je ze tegelijkertijd.

Je legt uit wat je wel en niet voor ze kan betekenen (wat je rol is). Je stelt duidelijke grenzen aan hun gedrag t.o.v. jou en elkaar in je kantoor. Daarna ga je inventariseren wat de mogelijke problemen kunnen zijn. Vervolgens onderzoek je wat een gemeenschappelijk doel kan zijn en hoe ze daar kunnen komen. (60)

Evalueer met elkaar. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging het? Wat is mediation? Wat is het verschil met counselling? (15)

23 (90) - Psychische en psychiatrische problemen - 3 Mensen (CCO).

Je counselt een cliënt die getrouwd is met iemand die een zware psychische stoornis heeft. De eerste jaren van hun huwelijk waren redelijk goed, maar geleidelijk aan begon de partner zich steeds vreemder te gedragen. Het huwelijk stond al op springen. Op aanraden van de huisarts loopt de partner bij een psychiater en moet medicijnen innemen om nog een beetje te kunnen functioneren (TV kijken). De liefde is al lang weg, de verzorging van de partner en het omgaan met die psychische problematiek zuigt energie, de kans op genezing is nihil, maar scheiden van

een zieke partner die je eeuwig trouw zou zijn, is niet ethisch. Bovendien wordt de partner agressief als de cliënt over scheiden begint. Je cliënt denkt wel eens aan zelfmoord om uit die uitzichtloze situatie te ontsnappen. (20)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het? Hoe neutraal kun je als counsellor blijven? (30)

24 (90) - Stress - 3 Mensen (CCO).

Maak een lijst van de zaken die je de laatste tijd irriteren, dwars zitten, ergeren, die anders moeten, vervelend zijn of ongewenste stress opleveren. Stel voor jezelf een top 10 samen. (10)

Als cliënt kom je hiermee bij je counsellor en vraag je hulp bij het maken van een actieplan.

De counsellor helpt je ontdekken wat je kunt doen. Niet zijn ideeën zijn van belang, maar hij gaat samen met jou op verkenning naar zaken die jou helpen. (20)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Na afloop vertelt ieder in de groep wat hij of zij de komende tijd gaat doen. (20)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 45

Dag 6 - Extra Oefeningen

E21-1 (45) - Ontwikkeling van het individu - 3 Mensen (CCO).

Je werkt als schoolcounsellor (zie bij de cases: blz. 66).

Je counselt een leerling, student, onderwijzer, leraar, docent of één van de ouders. (10)

CCO-evaluatie: De observeerder geeft feedback aan de counsellor. (5)

Wissel 2 keer van rol.

E21-2 (45) - Ontwikkeling van het individu - 2 Mensen (CC).

Ga naast elkaar staan aan het beginpunt van een (denkbeeldige) rechte lijn.

Die lijn stelt je levensloop voor vanaf je geboorte tot het heden.

Begin je levensloop vanaf je geboorte te vertellen. (Eventueel van de periode ervoor.)

De ander luistert en helpt je bij het vertellen ervan. Je bepaalt zelf het tempo.

Heb je een aantal jaren verteld, dan kun je een stapje verder.

Ga hiermee door totdat je bij het heden bent beland. (15)

Wissel 1 keer van rol.

Groepsevaluatie: Wat is de rode draad die je hebt kunnen ontdekken in je leven? (15)

E22-1 (90) - Sociaal gedrag - 3 Mensen (CCO).

Counsel een cliënt met een sociaal probleem (zie bij de cases blz. 67). (20)

CCO-evaluatie: Hoe was het voor de cliënt? Voelde die zich begrepen? (5)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Wat ging goed? Wat was moeilijk? Hoe zou je dat kunnen aanpakken? (15)

E23-1 (90) - Psychische en psychiatrische problemen - Groep.

Ieder verdiept zich vooraf in minimaal 1 psychische stoornis, je mag zelf kiezen welke.

Blader eventueel de DSM-IV door. (Leef je goed in, maar ook weer niet te goed. )

De cliënt en de counsellor zitten voor de hele groep.

De cliënt heeft een psychische stoornis.

De counsellor stelt vragen /counselt om te achterhalen welke stoornis de cliënt heeft.

(De cliënt zegt het niet, maar laat wel symptomen zien.)

De groepsleden proberen een diagnose te stellen en de stoornis te raden.

Als de stoornis geraden is, is een volgende cliënt en counsellor aan de beurt. (60)

Groepsdiscussie: Hoe kun je psychische stoornissen herkennen? Hoe ga je daar als counsellor mee om? Wat kun je wel doen? Wat kun je niet doen? Wat zegt de Ethische Code? (30)

E24-1 (90) - Stress - 3 Mensen (CCO).

Werk in een groepje van 3.

Een cliënt heeft zeer veel stress tot eventueel een burn-out.

De problemen zijn bekend. Het is ook bekend wat het doel is van die cliënt.

Bespreek de problemen en het doel vooraf met elkaar. (5)

Help de cliënt een uitgewerkt actieplan opstellen, zodat hij zijn doel behaalt.

Hoe bereikt de cliënt zijn of haar doel? (20)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Kan de cliënt met zijn of haar actieplan daadwerkelijk aan de slag? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 46

Praktijkdag 7

25a (45) - Werken met systemen: Familie / Bedrijf - 4 Mensen.

De rollen zijn: 3 counsellors / coaches en 1 manager van een grote zorginstelling. Er werken 120 mensen op diverse afdelingen en er wonen ca. 1000 ouderen. Er is counselling en coaching nodig voor het personeel, de bewoners en hun familie.

Je geeft een korte presentatie over wat je voor de zorginstelling kunt betekenen. Je stelt jezelf voor, presenteert een globaal plan van aanpak en brengt een offerte uit. Zorg ervoor dat je de order krijgt. (10)

Na de presentaties besluit de manager wie de winnaar is. Degene met het meest aantrekkelijke aanbod krijgt de order voor een jaar. De manager motiveert zijn of haar keuze. (5)

Evalueer met elkaar. (10)

25b (45) - Werken met systemen: Familie / Bedrijf - 3 Mensen (CCC).

De rollen zijn: een homoseksueel echtpaar (m/m of v/v) en een counsellor.

De relatie loopt “niet helemaal lekker”.

De counsellor legt uit wat hij of zij al dan niet kan betekenen,...........

Na de introductie en (zakelijke) afspraken begint hij of zij te counsellen (eerste gesprek). (35)

CCC-evaluatie: Hoe was het om mensen in een familiesysteem te counsellen? Hoe beviel de cliëntrol? (10)

26 (90) - Multiculturele Benadering - 3 Mensen (CCO).

Je krijgt een cliënt met een andere culturele of religieuze achtergrond dan jezelf. Je cliënt ervaart problemen met zijn omgeving, buren, werk of familie. Je cliënt heeft het idee dat die problemen voortkomen uit een andere cultuur of religie. Hij of zij voelt zich niet geaccepteerd en mogelijk zelfs gediscrimineerd. Ook al dat geklets in de media en de geschapen stereotypen doen je cliënt geen goed. Je cliënt probeert eerst uit te vinden of je hem of haar wel kunt helpen. Omdat je een andere culturele of religieuze achtergrond hebt, twijfelt hij of zij hier sterk aan.

Onderzoek of het mogelijk is om een vertrouwensband met elkaar op te bouwen. (25)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ga je om met cliënten vanuit een (hele) andere cultuur? Wat zijn de voor- of nadelen van een counsellor van dezelfde cultuur? (15)

27 (90) - Multiculturele Benadering - 5 Mensen.

Ga intensief met elkaar brainstormen over het volgende vraagstuk: o Wat zijn de mogelijkheden om mensen met verschillende religies / culturen / gebruiken

vreedzaam en in harmonie met elkaar te laten samenleven? In Nederland? Wereldwijd? o Welke praktische zaken kunnen we daadwerkelijk zelf doen om dat te bewerkstelligen? o Het gaat er niet om wat anderen kunnen doen, maar wat we zelf gaan doen. (30)

Na intensief brainstormen maak je van al die ideeën een Top10 Actieplan (SMART). (30)

Iedere groep presenteert zijn plan voor de hele groep. (30)

De reden van deze oefening is dat je als counsellor meer kunt zijn dan een 9 tot 5 counsellor. Het gaat er ook om wie je bent, wat je visie is en wat je voor anderen (de gemeenschap) doet. In veel

landen is een counsellor ook een “community worker”; iemand die zich voor een bepaalde gemeenschap (groot of klein) inzet. Die intergratie in een gemeenschap zorgt ook voor cliënten.

28 (90) - Merknamen en Marketing - 1 tot 5 Mensen.

Kom snel tot overeenstemming wat voor soort counsellings- of coachingsbedrijf je start. (4)

Ga samen intensief brainstormen hoe je de marketing ervan het beste kunt doen. (30)

Stel samen een actieplan op om zoveel mogelijk cliënten te krijgen. (20)

Geef een korte, flitsende presentatie voor de hele groep.

De groep stelt vragen en geeft korte feedback. (5)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 47

Dag 7 - Extra Oefeningen

E25-1 (45) - Werken met systemen: Familie / Bedrijf - 3 Mensen (CCC).

De rollen zijn: een counsellor of coach en twee directeuren van een bedrijf.

Overtuig de directeuren van de diensten die je aan het bedrijf kunt leveren. (12)

Wissel 2 keer van rol.

CCC-evaluatie: Hoe overtuigend kwam je over? Wat kan beter? Waar dien je op te letten? (9)

E25-2 (45) - Werken met systemen: Familie / Bedrijf - 3 Mensen (CCC).

De rollen zijn: een homoseksueel echtpaar (m/m of v/v) en een counsellor.

De relatie loopt “niet helemaal lekker”.

Één van de twee is: doof (oordopjes), blind (blinddoek), kan niet praten (tape) of is tot nek toe verlamd.

De counsellor legt uit wat hij of zij al dan niet kan betekenen,...........

Na de introductie en (zakelijke) afspraken begint hij of zij te counsellen (eerste gesprek). (35)

CCC-evaluatie: Hoe goed hield de counsellor rekening met de persoon die een handicap had? Hoe ging het counsellen binnen een familiesysteem? Hoe was het om een homoseksuele rol te spelen? (10)

E26-1(90) - Multiculturele Benadering - 3 Mensen (CCO).

Je cliënt is een leerkracht op een basisschool en zit overspannen thuis. De kinderen in de klas zijn heel divers en onhandelbaar voor je cliënt. Het was heel anders dan hij of zij zich had voorgesteld tijdens de opleiding. Een collega op een andere school heeft brave leerlingen en ze komt uitgerust thuis. Je cliënt heeft het idee dat die problemen voorkomen uit het soort kinderen dat ze heeft. Ze krijgen volgens haar thuis geen goede opvoeding en een deel is psychisch niet gezond. Banen liggen niet voor het opscheppen, ziek blijven kan niet, voor die klas staan ook niet.

Hoe kun je je cliënt helpen in deze voor haar uitzichtloze situatie. (25)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Wat waren de hoofdproblemen? Hoe kun je de cliënt verder helpen? (15)

E27-1 (90) - Multiculturele Benadering - 3 Mensen (CCO).

Je hebt een echtpaar als cliënt. De man heeft een totaal andere culturele of religieuze achtergrond dan de vrouw. Één familie was altijd al tegen hun huwelijk, de andere schoonmoeder vond het prima. Ze maken nu vaak ruzie om niks, vaak begrijpen ze elkaar niet. De ene partner vraag zich af of het niet beter is om te scheiden. De ander voelt zich alleen al door die gedachten in zijn of haar eer aangetast.

Onderzoek hun probleem en kom tot een counselovereenkomst. Hoe wil je hen de komende tijd gaan helpen? Overleg dat met hen. Wil je ze steeds beide tegelijk zien, apart, of een combinatie ervan. Hoeveel sessies spreek je af? Wat wordt het doel van de komende sessies? (25)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe goed gaat het? Wat kunnen we verbeteren aan onze vaardigheden? (15)

E28-1 (90) - Merknamen en Marketing - 1 tot 5 Mensen.

Bedenk wat voor counsellings- of coachingsdienst (specialisatie) je op de markt gaat zetten.

Omschrijf wat je biedt in 10 korte pakkende zinnen (reclame).

Bedenk een Bedrijfsnaam, een Domeinnaam voor je site en schets een Logo.

Wat kosten je diensten? (30)

Geef een korte, flitsende presentatie voor de hele groep.

De groep geeft feedback en draagt mogelijk verbeterpunten aan. (5)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 48

Praktijkdag 8

29a (45) - De Macht van de Counsellor / Cliënt - 3 Mensen (CCO).

De counsellor krijgt een geheime opdracht (zie blz. 67 en 93 e.v.) en gaat counsellen. (10)

Wissel 2 keer van rol met een nieuwe geheime opdracht.

Pas na afloop van alle rollenspelen mag je de opdrachten aan elkaar laten zien.

Groepsevaluatie: Hoe voelde het voor de cliënt? Hoe was het voor de counsellor? (15)

29b (45) - De Macht van de Counsellor / Cliënt - 3 Mensen (CCO).

De cliënt krijgt een geheime opdracht (zie blz. 67 en 91 e.v.) en laat zich counsellen. (10)

Wissel 2 keer van rol met een nieuwe geheime opdracht.

Pas na afloop van alle rollenspelen mag je de opdrachten aan elkaar laten zien.

Groepsevaluatie: Hoe voelde het voor de counsellor? Hoe was het voor de cliënt? (15)

30a (45) - Counsellen in diverse settings - 3 Mensen (CCO).

Een Nederlandse zakenman of -vrouw zit in een crisissituatie in Azië. De cliënt belt met zijn of haar mobieltje naar de counsellor.

Als counsellor heb je 10 belminuten om hem of haar te helpen. (10)

Zorg dat je elkaar niet kunt zien door: scherm, rug aan rug of gebruik het liefst echte mobieltjes.

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Welke verschillen ervoer je met face-to-face counselling? Hoe ervoer je de tijdsdruk? Waar dien je alert op te zijn bij (telefonische) crisisinterventie? (15)

30b (45) - Counsellen in diverse settings - 4 tot 7 Mensen.

Vorm diverse zelfhulpgroepen van 3 tot 6 mensen en een groepscounsellor.

In de groep zitten mensen met ongeveer hetzelfde probleem (zie bij de cases blz. 67).

De groep komt al een aantal maanden wekelijks bij elkaar.

De nadruk ligt op het bespreken van de problemen. Deze zijn (nu) nauwelijks op te lossen. De mensen die er aan toe zijn, kunnen leren beter met hun problemen om te gaan. (30)

Groepsevaluatie: Waar dien je op te letten bij het begeleiden van groepen? (15)

31a (45) - Moraal, Waarden, Normen, Ethiek, Ethische Codes - 3 Mensen (CCO).

Je krijgt als counsellor / cliënt een netelige case voorgeschoteld (zie bij de cases blz. 68).

Probeer jezelf hier op de meest ethische manier uit te redden. (10)

Denk aan het belang van je cliënt, die staat altijd op de eerste plaats, en de ethische codes.

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Aan welke zaken dien je te denken bij ethische dilemma’s? (15)

31b (45) - Moraal, Waarden, Normen, Ethiek, Ethische Codes - Groep.

Groepsdiscussie over Moraal, Waarden, Normen, Ethiek, Ethische Code. (45) 1. Hoe ver gaat je geheimhouding? Wanneer zou je die breken? Hoe zou je handelen? 2. Wat zou je doen als je cliënt hele andere Normen en Waarden heeft dan jij? Een ander

Geloof? - Drugsgebruik? - Geweld? - Abortus? - Zelfmoord? - Kindermishandeling?

3. Mogelijke andere punten aangedragen door de groep.

32 (90) - Training / Supervisie / Intervisie - 4 tot 6 Mensen.

Je bent de leider van een startende intervisiegroep van counsellors. Het is de eerste bijeenkomst.

Na een korte voorstelronde leg je de regels uit en geeft je aan welke intervisiemethode je hanteert.

Via die methode ga je met de groep intervisie bedrijven. Je doet niet inhoudelijk mee, maar leidt het groepsproces. (Wissel een paar keer van rol, de nieuwe gaat verder met hetzelfde proces.) (60)

Groepsevaluatie: Hoe gaat het leiden van een groep? Waar dien je allemaal op te letten? (15)

Discussie: Voor- en nadelen intervisie t.o.v. supervisie? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 49

Dag 8 - Extra Oefeningen

E30-1 (45) - Counsellen in diverse settings - Groep.

Je hebt een goedlopende counsellings- of coachingspraktijk.

Verzin een tekst voor je telefoonbeantwoorder. (5)

Lees die tekst aan de hele groep voor.

Ontvang hier feedback op. (40)

E30-2 (45) - Counsellen in diverse settings - Groep en (CC).

Werk met de hele groep door elkaar. (50% is slachtoffer en 50% is counsellor.)

Er is een treinramp gebeurt. Er zijn vele dodelijke slachtoffers en nog meer gewonden. Het is een grote chaos. Er is je gevraagd om samen met andere counsellors uit je klas te gaan counsellen.

Jullie counsellen de mensen die nog klem zitten. Het is wachten op een kraan die de wagon kan takelen en op speciale tangen om het staal open te knippen. De benen van je cliënt zitten klem en zijn gevoelloos, maar zitten er nog wel aan. Medisch gezien kan je cliënt het waarschijnlijk nog

wel even uithouden. Overal liggen mensen ergens onder of zitten ergens tussen. Maak een realistische opstelling.

Jullie taak is om je cliënten geestelijke bijstand te geven, totdat ze los gemaakt worden. (15)

Wissel daarna van rol. De nieuwe counsellors vangen ongeruste familieleden op. (15)

Groepsevaluatie: Hoe counsel je onder zeer zware omstandigheden? Wat doe je wel / niet? (15)

E31-1 (45) - Moraal, Waarden, Normen, Ethiek, Ethische Codes - 5 Mensen.

Stel een eenvoudige ethische code op, zonder te spieken in de bestaande ethische code.

Maak er eentje van 10 hoofdregels op volgorde van belangrijkheid. (15)

Lees ze aan de hele groep voor en vergelijk de codes van de groepen onderling. (30)

E31-2 (45) - Moraal, Waarden, Normen, Ethiek, Ethische Codes - Groep.

Discussie over Moraal, Waarden, Normen, Ethiek, Ethische Code.

Welke zaken zou je graag anders zien in de ethische code?

Is de ethische code door de eeuwen heen altijd gelijk? Zal die altijd zo blijven?

Welke aspecten zouden kunnen veranderen als de samenleving anders wordt?

Is er een objectieve ethiek, of gelden de maatschappelijke normen en waarden?

Hoe zit het in landen met geheel andere normen en waarden dan de onze? (45)

E32-1 (90) - Training / Supervisie / Intervisie - 3 Mensen (CSO).

Je bent counsellor en komt bij je supervisor om te bespreken hoe het gesprek deze morgen ging. Je bent nogal ontdaan van de treinramp, je vraagt je af of je het goed hebt gedaan en je zoekt hulp bij je supervisor. (20)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe werkt een supervisor? Wat heb je er aan als counsellor? (30)

E32-2 (90) - Training / Supervisie / Intervisie - 5 tot 7 Mensen.

Je bent de leider van een startende intervisiegroep van counsellors. Het is de eerste bijeenkomst.

Na een korte voorstelronde leg je de regels uit en geef je aan welke intervisiemethode je hanteert.

Via die methode ga je met de groep intervisie bedrijven. Je doet niet inhoudelijk mee, maar leidt het groepsproces. (60)

Het thema van deze bijeenkomst is de treinramp van vanmorgen. Hoe verging het ons?

Groepsevaluatie: Hoe gaat het leiden van een groep? Waar dien je allemaal op te letten? (15)

Discussie: Voor- en nadelen intervisie t.o.v. supervisie? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 50

Praktijkdag 9

33 (90) - Ontdek jezelf als coach - 5 unieke kenmerken van coaching - 3 Mensen (CCO).

Je cliënt heeft een werk gerelateerd probleem. Je coacht om samen te ontdekken wat er nog meer speelt of onder de oppervlakte zou kunnen liggen. Naast de gebruikelijke coachingsvaardigheden en -technieken, die je nu al redelijk zult kennen, let je erop dat je de 5 unieke kenmerken van coaching gaat gebruiken. (15)

De observeerder let hierop. Per kenmerk noteert hij of zij wat goed ging en hoe het beter kan. 1. Hoe goed kiest de coach voor het welzijn van de persoon? 2. Hoe goed bevordert de coach zelfverantwoordelijkheid? 3. Hoe mensvriendelijk is de coach? 4. Hoe goed speelt de coach in op ervaringen? 5. Hoe goed schept de coach een ondersteunend relatieveld?

CCO-evaluatie. (10)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe goed passen we de unieke eigenschappen toe? (15)

34 (90) - Ontdek jezelf als coach - 6 vormen van coaching - 3 Mensen (CCO).

Vervolg de gesprekken met je cliënt. Dezelfde groep dus. Speel dat het een week later is. Je gebruikt natuurlijk de benodigde coachingsvaardigheden en -technieken en de 5 unieke kenmerken van coachen. Daarnaast gebruik je nu ook de 6 vormen van coachen.

De observeerder let hierop. Per vorm noteert hij of zij wat goed ging en hoe het beter kan. 1. Hoe goed biedt de coach een ondersteunende aanwezigheid? 2. Hoe goed brengt de coach structuur aan en volgt hij of zij de vooruitgang? 3. Hoe goed stroomlijnt de coach de persoon en het project? 4. Hoe goed bevordert de coach de persoonlijke ontwikkeling? 5. Hoe goed helpt de coach om van de persoonlijke verandering een project te maken? 6. Hoe goed helpt de coach bij het plaatsen van de veranderingen in het ideaalmodel?

CCO-evaluatie. (10)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe goed gebruiken we de 6 vormen van coachen? (15)

35 (90) - Zoek het patroon - Personaliseren van het project - 3 Mensen (CCO).

Je cliënt heeft een aantal concrete problemen op zijn of haar werk of eventueel in zijn of haar gezin. Je helpt je cliënt om tot zelfreflectie te komen. Wat is het persoonlijke aandeel van je cliënt aan die situatie? (15)

De observeerder noteert per item wat goed ging en hoe het beter kan: 1. Hoe goed stelt de coach vragen naar de innerlijke ervaringen van de persoon? 2. Hoe goed stelt de coach persoonsgerichte vragen? 3. Hoe goed stelt de coach veralgemeniserende vragen? 4. Hoe goed parafraseert de coach op een personaliserende manier? 5. Hoe goed vraagt de coach om de geleverde feedback door derden aan de cliënt? 6. Hoe goed gebruikt de coach wat er tijdens de coaching gebeurt? 7. Hoe goed brengt de coach op enthousiaste wijze andere mogelijkheden ter sprake?

8. Hoe goed maakt de coach het coachingskader duidelijk?

CCO-evaluatie. (10)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe goed ging het personaliseren van het project? Wat was lastig? (15) Zie volgend blad voor de laatste oefening van deze dag.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 51

Vervolg van Dag 9

36 (90) - Zoek het patroon - Het opsporen van overtuigingen en waarden - 3 Mensen (CCO).

Vervolg de gesprekken met je cliënt. Dezelfde groep dus. Speel dat het een week later is. Help de cliënt bij het in kaart brengen van zijn of haar Situatie, Gedragingen, Vaardigheden, Overtuigingen, Waarden, Rollen, Identiteit en Missie. (Gebruik de piramide.) Onderzoek waar er verandering mogelijk is. (20)

CCO-evaluatie. (5)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het in kaart brengen van de verschillende onderdelen? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 52

Dag 9 - Extra Oefeningen

Zie voor extra Coach Oefeningen bij de opleiding Mensgericht Coachen. Je kunt zelf kiezen welke oefeningen het beste bij je aansluiten.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 53

Praktijkdag 10 Werk vandaag met mensen met wie je nog niet eerder hebt gewerkt. De cliënt kiest zoals gewoonlijk een eigen case. Mag pittig zijn. Als coach doorloop je de volgende stappen om je cliënt te helpen:

1. Verifiëer en schep het coachingskader. 2. Beluister de aanleiding. 3. Stem af op de wijze van zelfsturing en op de manier waarop de persoon gecoacht wil worden. 4. Exploreer het ontwikkelingsgebied. 5. Bepaal het soort proces. 6. Thematiseer het ontwikkelingsgebied. 7. Bepaal het niveau van zelfsturing. 8. Formuleer het werkdoel. 9. Koppel het werkdoel aan een bijkomend doel op het niveau van zelfsturing. 10. Vraag naar evidenties en geloof in vooruitgang. 11. Doe interventies.

12. Ontwerp projecten en sluit af. 13. Consolideer het resultaat van de coaching.

De werkgever, een uitkeringsinstantie of anders een familielid betaalt voor de gesprekken. Er is geld voor 2 gesprekken van 20 minuten. Speel steeds dat het een week later is. Kijk hoe ver je komt. Houd rekening met het feit dat je slecht 2 gesprekken hebt en het tempo van de cliënt. Zorg dat je cliënt zo ver mogelijk komt in die 2 gesprekken en na een goede afronding zelfstandig verder kan. (In je studiegroep kun je meer tijd nemen om deze oefening uit te diepen.)

37 (90) - Reflecteer over de wijze van aanpak - Eerste gesprek - 3 Mensen (CCO).

Je hebt 20 minuten voor je eerste gesprek.

De observeerder doet vandaag 2 zaken: o Houdt bij hoe goed de coach het proces stuurt en de juiste (meest zinvolle) vragen stelt. o Schrijft een schematisch verslag van de gesprekken (Rapportage). Dat verslag geeft de

observeerder na afloop aan de cliënt mee, zodat die er thuis mee verder kan. Zorg dat het helder, duidelijk, begrijpelijk en leesbaar is. Werk het thuis op de pc uit en mail het aan de cliënt en de coach.

CCO-evaluatie: De observeerder geeft een samenvatting van wat er bij de cliënt naar boven is gekomen en feedback aan de coach. (10)

Wissel 2 keer van rol.

38 (90) - Reflecteer over de wijze van aanpak - Tweede gesprek - 3 Mensen (CCO).

Speel dat het een week later is. Ga in het tweede gesprek verder waar je gebleven bent.

De observeerder doet hetzelfde als in de vorige opdracht.

CCO-evaluatie: De observeerder geeft een samenvatting van wat er bij de cliënt naar boven is gekomen en feedback aan de coach. (5)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ver zijn we gekomen? Mogelijke knelpunten in het proces? (15) Zie volgend blad voor de volgende oefeningen van deze dag.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 54

Vervolg van Dag 10

39 (90) - Detecteer het niveau van zelfsturing - Zelfsturend team - 5 Mensen (CCCCC)

Je bent een groepscoach. Je coacht mensen die op het laagste niveau van zelfsturing zitten.

De groep van 4 overlegt zonder de coach erbij welke rol ze gaan spelen. (3)

De gedemotiveerde, gestuurde groep komt je kantoor binnensjokken. (Maak het de coach niet te moeilijk, maar wel pittig, met wat addertjes onder het gras.)

Je eerste taak is ............. (30)

CCCCC-evaluatie: Hoe ervoer de groep de coach? (5)

Wissel 1 keer van rol.

Groepsevaluatie: Waar dien je op te letten bij het coachen van groepen? Hoe kun je beginnen om zelfsturing te leren? (20)

40a (75) - Persoonlijke Transformatie - 5 Mensen.

Zit in een kring en sta open voor elkaar. Zeg niets. Kijk elkaar om de beurt aan. Schrijf de sterke en minder sterke punten op die je bij iedereen op dit moment voelt, inclusief jezelf. Het gaat om zaken in de persoonlijkheid, het gedrag, de emoties en hoe iemand overkomt. Wees zo eerlijk en

zuiver mogelijk, pas op projecties. Gebruik intuïtie, gevoel en zien. (20)

Vraag aan de andere deelnemers hoe ze jou waarnemen. Vergelijk dat met je eigen waarneming.

Vraag om feedback en hoe je het beste kunt werken aan je minder sterke punten, zodat je ze kunt transformeren naar sterke punten. (8)

Help de anderen hun kwaliteiten te verbeteren door zuivere feedback. (32)

Vertel in de hele groep de leerpunten die je bij jezelf hebt ontdekt en hoe je daar de komende tijd aan gaat werken. Kort en bondig. Dat kan best lastig zijn, toch is het nodig om het te kunnen, aangezien je van je cliënten hetzelfde verwacht. (15)

40b (15) - Afsluiting eerste niveau: Wat hebben we geleerd, hoe gaan we verder......

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 55

Dag 10 - Extra Oefeningen

Zie voor extra Coach Oefeningen bij de opleiding Mensgericht Coachen. Je kunt zelf kiezen welke oefeningen het beste bij je aansluiten.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 56

Algemene Extra Oefeningen

A1 - Culturen en Religies. We streven naar zo divers mogelijke groepen. Groepen die een afspiegeling vormen van de samenleving. Toch kan het zo zijn dat niet iedere groep zo divers is als we eigenlijk zouden willen. Onderzoek hoe je je zou kunnen verdiepen in mensen van diverse culturen of religies. Dat kan door erover te lezen, maar ook door die mensen te ontmoeten en tijd vrij te maken om over hun en jouw achtergrond te praten. Je kunt via stadsgidsen ideeën opdoen waar je verschillende soorten mensen kunt ontmoeten. Een fraai boek is: Een wereld van religies - John Bowker - 200 pagina’s - Uitgeverij: Lannoo - Kok - ISBN: 90.435.0056.9

A2 - Bewustwording van wat je eet. Je bent wat je eet. Soms geef je je cliënten huiswerk op. Als mensen erg ongezond leven, kan het helpen als je ze een dagboek laat bijhouden van wat ze per dag eten en drinken. Hierdoor krijg je samen met je cliënt inzicht in zijn of haar eetpatroon. Om te ervaren hoe dat is, dien jezelf gedurende

een week zo’n dagboek bij te houden. Spreek met iemand in je studiegroep af om dat samen te doen en daarna elkaar daarop te counsellen. Je schrijft alles op wat er door je mond naar binnenkomt. Dus ook de alcoholische consumpties, vitaminepillen, medicijnen, sigaretten etc. Daarnaast zet je de hoeveelheid en het tijdstip. Nadat je het overzicht hebt gemaakt kun je samen met je counsellor bedenken wat je anders zou willen.

A3 - Bewustwording van wat je uitgeeft. Sommige mensen hebben financiële problemen. Soms komt dat doordat ze niet goed met geld kunnen omgaan. Ze geven meer uit dan ze ontvangen. Een manier om inzicht te krijgen in iemands financiële gedrag is om je cliënt alle uitgaven en inkomsten gedurende een maand te laten noteren. Daarna kun je samen onderzoeken op welke zaken er bezuinigd kan worden. Natuurlijk houd je ook rekening met de grote uitgaven die buiten die maand vallen. Om je in te leven kan het helpen dat jezelf op die manier je financiële dagboek bijhoudt. Daarna kun je je laten counsellen om te kijken welke uitgaven echt nodig zijn. Noteer ieder Eurocentje en alles wat je daar voor terug krijgt.

A4 - Counsellingspraktijk. Stel je hebt een budget van 1 miljoen Euro, je dient alles op te maken aan de meest luxueuze counselpraktijk. Geef een gedetailleerde beschrijving hoe die eruit gaat zien. Teken plattegronden, schets de omgeving, geef aan wat waar staat. Gebruik je fantasie. Als je wilt counsellen op een luxe jacht, dan kan dat, maar er zijn nog veel meer mogelijkheden. Heb je personeel in dienst, dan mag dat ook. Motiveer na afloop de keuzes die je hebt gemaakt. Vergelijk de uitkomsten met elkaar.

A5 - Counselling en Creatieve Therapie. Maak een tekening van een dier dat een weerspiegeling is van jezelf. Met welk dier kun je je het beste vereenzelvigen? Als je klaar bent kun je elkaar hiermee counsellen. De counsellor stelt vragen aan de hand van de tekening. “Wat is voor jou de betekenis van die kleur?” “Wat vertelt die vorm jou?” “Welke eigenschappen van dit dier heb je ook?” “Wat zijn de sterke en zwakke punten van deze hond?” Een tekening kan op die manier een opening vormen tot exploratie van jezelf. De counsellor dient natuurlijk niets in te vullen, maar probeert door vragen te ontdekken hoe de cliënt zichzelf ziet.

A6 - Drama Therapie. Kies een situatie die je met een groep na kunt spelen. Bijvoorbeeld een situatie op je werk die je dwars zit. Of een situatie in je gezin of familie. Een familiefeestje? Iedereen kan wel een situatie met meerder personen bedenken die hij of zij niet erg leuk vond en waar je mogelijk nog mee zit. Kies het juiste aantal personen en vertel ieder zijn of haar rol. Jij speelt jezelf en levert het script. Je kunt kijken hoe je reageerde en hoe je liever had willen reageren. De counsellor is de regisseur en kan diverse extra technieken gebruiken, zoals de film stopzetten, terugspoelen, het verhaal een andere wending geven, de acties en het plot veranderen. Je kunt hierdoor leren om anders te reageren in bepaalde situaties. Controleer na afloop hoe ieder zich voelt.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 57

A7 - Schrijf je eigen grafrede. Hoe wil je dat mensen over je denken als je bent overleden? Laten we ervanuit gaan dat je een bovengemiddelde leeftijd bereikt. Schrijf een tekst die je kinderen, kleinkinderen, vrienden, collega’s of bekenden zouden kunnen voorlezen. De tekst geeft weer hoe je in de laatste 20 jaar van je leven

was. Nadat je die tekst hebt geschreven, kun je samen met je counsellor kijken of je al zo bent, of welke zaken je mogelijk in je leven wilt veranderen.

A8 - Nog maar 1 maand te leven. Stel je krijgt net te horen dat je nog maar 1 maand te leven hebt, wat zou je in die maand gaan doen? Je counsellor heeft je al over de eerste schok heen geholpen en je gaat nu bij je counsellor langs om te onderzoeken hoe je die maand gaat invullen. (Je mag ook voor 1 jaar kiezen.)

A9 - Introductie Schoolcounselling. Op een grote middelbare school ben je aangenomen als schoolcounsellor. Schrijf een presentatie uit die je voor de klas kunt houden. Je begint met een opening. Je stelt jezelf voor. Je legt uit wat counselling wel en niet is. Je vertelt hoe je werkt, waar ze je kunnen vinden, hoe ze een afspraak kunnen maken, hoe het staat met de geheimhouding etc. Daarna geef je de klas de gelegenheid tot het stellen van vragen en rond het geheel af. Houd die speech voor een groep mensen om te oefenen.

A10 - Familierelaties. Neem een heel groot vel papier. Teken hierop je familiestamboom. Begin met jezelf en je gezin en ga dan terug in de tijd zover je kunt. Onderzoek samen met je counsellor de (onverwerkte) gevoelens die je hebt m.b.t. je familieleden.

A11 - Vrienden en Goede Bekenden. Neem een heel groot vel papier. Maak 3 horizontale kolommen. Zet jezelf in het midden van de middelste kolom. Aan de linkerkant zet je alle vroegere vrienden en goede bekenden die je nu niet of nauwelijks ziet. Ga gerust terug tot de kleuterschool of eerder. (Mensen die je kent uit een vorig leven kun je daar ook bij zetten.) In de middelste kolom zet je mensen met wie je nu een goede band hebt. In de rechter kolom omschrijf je mensen met wie je nu nog geen (vriendschaps)band hebt, maar wel zou willen hebben. Je kunt namen gebruiken, maar als je die mensen nog niet hebt ontmoet, kun je een omschrijving geven hoe die persoon zou zijn, wat je aan hem of haar zou hebben, of kunt geven. Zelfstandig of samen met je counsellor kun je het schema gebruiken om verschillende zaken te

onderzoeken. Wat hebben je vroegere vrienden je gebracht? Wat heb je hun gegeven? Hoe is die relatie beëindigd? Welke gevoelens koester je nu voor hun? Met wie zou je nu een band willen hebben? Hoe zou je dat kunnen bereiken? Hoe is je relatie met je huidige vrienden / goede bekenden? Met wie zou je geen relatie meer willen hebben? Waarom niet? Met wie zou je een diepere relatie willen? Wat verwacht je ervan? Hoe zou je kunnen werken aan de nieuwe toekomstige relaties?

A12 - Straatruzie - Drama. (Niet in het echt doen, alleen als rollenspel.) Twee mensen spelen een van te voren afgesproken conflict. (Spreek iets af zonder de counsellor erbij.) Iemand heeft bijvoorbeeld een kras gemaakt op de auto van de ander en die ontkent het. Of twee mensen willen tegelijk dezelfde parkeerplaats. Of iemand zag dat zijn of haar partner met een ander zoende. De twee menen allebei het gelijk aan hun kant te hebben en de ruzie escaleert behoorlijk. Ze zitten op de grens van fysiek geweld. Ze schreeuwen, schelden, tieren en zijn er heel emotioneel onder. De counsellor komt toevallig voorbij en wil voorkomen dat ze met elkaar op de vuist gaan. Je probeert ze met je stem tot bedaren te brengen. Hoe waren de gevoelens van de deelnemers? Wat ging er door de bemiddelaar heen? Wat was makkelijk? Wat was moeilijk? Wat zou je in het echt doen?

A13 - Wat is Counselling? Onderzoek via internet welke definities de verschillende beroepsverenigingen aan counselling geven. Kijk ook bij de buitenlandse. Welke elementen komen bij de meeste definities naar voren. Maak je eigen definitie. Vergelijk die met de definities die anderen hebben gemaakt.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 58

A14 - Wat is het verschil tussen counselling en andere vormen van hulpverlening? Kijk of je 5 grote verschillen kunt vinden. Vergelijk de verschillen die je hebt gevonden met de uitkomsten van de andere studenten. Kom tot een gezamenlijke lijst met verschillen.

A15 - Wie help je d.m.v. counselling? Maak een lijst met 5 kolommen. In de eerste kolom zet je met welke problemen je nu mensen zou counsellen. In de tweede kolom mensen die je na je studie van het eerste jaar zou kunnen helpen. In de derde kolom de mensen die je na het behalen van het tweede niveau zou counsellen en in de derde kolom de mensen die je na niveau 3 zou counsellen. In de vijfde kolom, mensen die je nooit zou counsellen. Je kunt kijken naar de aard van het probleem, bijvoorbeeld problemen op het werk, verlieservaringen, crisissituaties, zaken uit het verleden, verslavingen, mislukte relaties. Je kunt ook kijken naar de emotionele diepgang van de problemen. Vergelijk na afloop de uitkomsten met elkaar en motiveer je keuzes.

A16 - Theoretische verschillen. Groepsdiscussie: Welke psychologische stromingen kennen we? Wat zijn de verschillen tussen die stromingen? Wat zijn de sterke en zwakke punten van iedere stroming? Welke benadering zou je voor welk probleem gebruiken?

A17 - Welke factoren beïnvloeden het counsellingsgesprek negatief? Groepsdiscussie: Welke factoren beïnvloeden het counsellingsgesprek negatief? Je kunt denken aan zaken waar de counsellor last van kan hebben, zoals stress, persoonlijke problemen, maar ook aan storende factoren, zoals een telefoon die afgaat. Kom tot een grote brainstormlijst.

A18 - Non-verbale communicatie en houding. Groepsdiscussie: Welke houding is goed om te counsellen? Welke non-verbale communicatie kun je gebruiken om je cliënt zo goed mogelijk te helpen? Hoe bewust zijn we ons van onze non-verbale communicatie?

A19 - Aanraken. Groepsdiscussie: Wanneer raak je een cliënt wel en niet aan. Waar liggen de grenzen van jou en je cliënt? Hoe zit het met verschillende culturen?

A20 - Eigenschappen van een voorbeeldige counsellor. Groepsdiscussie: Stel je kunt een perfecte counsellor ontwerpen. Welke (karakter)eigenschappen zou je hem of haar geven? Je kunt denken aan zaken zoals: eerlijkheid, betrouwbaar, empathisch,..... Nadat die counsellor af is. Kun je kijken welke van die eigenschappen je al hebt en aan welke je nog wilt werken. Wat kun je doen om het goede in jezelf te versterken?

A21 - Projectie. Onderzoek samen met je counsellor op welke momenten je aan projectie doet. Wanneer projecteer je iets op andere mensen?

A22 - Verdedigingsmechanismen. Onderzoek samen met je counsellor welke verdedigingsmechanismen je gebruikt.

A23 - Overdracht. Groepsdiscussie: Wat is overdracht? Wie van ons heeft wel eens overdracht meegemaakt als hij of zij

iemand counselt. Hoe gaan we daar mee om?

A24 - Tegenoverdracht. Groepsdiscussie: Wat is tegenoverdracht? Wie heeft wel eens tegenoverdracht meegemaakt als hij of zij iemand counselt. Wat vertelt het je? Hoe gaan we daar mee om?

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 59

A25 - Dromen. Vraag aan je cliënt of hij recent een droom heeft gehad die hem nog goed bijstaat. Help je cliënt bij de analyse van de droom. Door bijvoorbeeld de volgende vragen (of soortgelijke vragen) te stellen:

Welke naam zou je die droom geven?

Omschrijf in 1 woord de emotionele atmosfeer van die droom.

Omschrijf in 1 woord de locatie van die droom.

Omschrijf de tijd (tijd van de dag, het jaar, je leven) van de droom.

Welke elementen komen in je droom voor?

Begin met het meest in het oogspringende element en ga daarover vrij associëren.

Vraag aan de verschillende elementen in je droom, wat ze in je droom doen.

Wat zou het verband zijn tussen je droom en je dagelijks leven of het probleem dat je nu hebt?

Wat zijn de sleutelwoorden in je droom?

Wie zijn de sleutelpersonen?

A26 - Gezinnen. Groepsdiscussie: Onderzoek in de groep: wie uit wat voor gezin komt. Let daarbij op het aantal kinderen en welke positie iemand inneemt. Is iemand als eerste geboren, als tweede, als derde, of als

laatste? Is iemand enig kind, of komt iemand uit een groot nest. Hoe heeft dat je leven beïnvloed?

A27 - Foto van je zelf als kind. Neem een foto mee van jezelf uit de tijd dat je nog een kind was. De counsellor helpt je praten over die tijd. Hoe voelde je je toen? Wat wilde je worden? Waar hield je je mee bezig? Wat vond je van je ouders? Waarom koos je juist deze foto? etc.

A28 - Levensstadia. Welke indeling voor levensstadia sluit het beste bij jouw levensloop aan? Vergelijk je eigen levensloop met die indeling. Welke zaken kloppen? Welke zaken zijn anders?

A29 - Empathie en Sympathie. Werk in een groep van 4 mensen en maak een definitie van Empathie en Sympathie, zodat je duidelijk het verschil kunt zien. Vergelijk in de grote groep de definities met elkaar.

A30 - De Basis. Welke 3 pijlers beschouwde Rogers als belangrijkste bij het counsellen? Door welke technieken en vaardigheden kunnen we die naar buiten laten komen?

A31 - Maslov. Groepsdiscussie: Hoe ziet de piramide van Maslov eruit? Hoe staat het met onze behoefte-bevrediging? Welke behoeftes zijn volledig bevredigd en welke nog niet helemaal of helemaal niet? Hoe beïnvloedt een niet bevredigde behoefte de stap naar een hogere behoefte? Ken je mensen die volledig zelfgeactualiseerd zijn? Welke uitzonderingen op zijn piramide kun je bedenken? Wat zou daarvoor een verklaring kunnen zijn?

A32 - Vrijheid - Existentialisme. Wat is vrijheid? Wat is vrijheid in counselling? Hoe helpt vrijheid een cliënt? Stel dat je alles open laat en iemand volledig vrij, hoe goed zou dat iemand helpen of juist niet? Hoe goed zou een

selectieve structuur en grenzen kunnen helpen? Hoe staat het met deze opleiding? Wie zou volledige vrijheid in dit leven aankunnen? Hoe zou de wereld eruit zien als iedereen dat zou kunnen? Wat zou de voorwaarde zijn om die vrijheid aan te kunnen?

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 60

A33 - Rollen - Werkelijke Zelf. Maak voor jezelf een lijst met rollen die je dagelijks speelt. Wanneer ben je wie? Rollen zijn bijvoorbeeld: vader, kind, werknemer, werkgever, student, klant,... Hoe staat de rol in verhouding tot wie je werkelijk bent? Hoe zien mensen je? Zien ze je rol of je werkelijke zelf? Wat zie je van andere

mensen?

A34 - Bedrijfscounselling. Groepsdiscussie: Wat zijn de voor- en nadelen van een externe counsellor t.o.v. van een interne counsellor bij een bedrijf of een instelling zoals een school?

A35 - Luisteren of Praten. Hoeveel % van een gesprek luister je, in het dagelijks leven, naar de ander en welk % praat jezelf? Hoe ligt de verhouding als je counselt? Ieder schrijft voor zichzelf de percentages op. Daarna ga je die met elkaar vergelijken. Let er tijdens de gesprekken die je voert op of het ingeschatte % klopt.

A36 - Counsellingsvaardigheden in het dagelijks leven. Hoe gebruik je counsellingsvaardigheden in het dagelijks leven? Bijvoorbeeld thuis, op je werk of bij vrienden, familie of bekenden? Wat is het effect daarvan? Ken je mensen die geen counsellor zijn,

maar het van nature al goed zouden kunnen? Welke eigenschappen hebben die mensen?

A37 - Trauma. Groepsdiscussie: Wie heeft wel eens een trauma opgelopen? Hoe kwam dat? Hoe ben je er vanaf gekomen? Van welke aspecten heb je nog last? Hoe ga je daar mee om? Wat voor soorten trauma’s kennen we? Hoe kun je mensen met een trauma het beste helpen?

A38 - Afstand - Zones Hoe dicht laat je mensen bij je komen? Wat voelt prettig? Maakt het verschil uit wie die persoon is? Maak een tekening met jezelf in het middelpunt en trek daar cirkels om heen. Geef de afstanden aan. Hoeveel zones kun je bedenken? Welke mensen laat je in de eerste instantie tot waar naderen? Waar zet je een cliënt? Oefen met iemand uit de groep hoe de verschillende afstanden voelen. Waar zou je die persoon plaatsen? Hoe zou je de verschillende zone’s kunnen noemen?

A39 - Euthanasie. Stel dat counsellors zouden mogen helpen bij zelfdoding. (Dat mag niet, maar stel.) Wie zou je dan wel helpen en wie niet? Hoe zou je dat aanpakken? Stel je hebt in het echt een cliënt die serieus dood wil, hoe zou je hem of haar helpen?

A40 - Gevoelens voor verschillende soorten mensen. Wat voor soort mensen vind je erg prettig? Wat voor soort mensen heb je liever niet in je buurt? Wat zou je doen als je iemand van de laatste groep als cliënt krijgt?

A41 - Opstelling. Welke opstelling van stoelen zou je kiezen als relatiecounsellor? Hoe zou je de partners t.o.v. jou laten zitten? Mogelijk kun je verschillende opstellingen uitproberen en kijken wat het beste bevalt.

A42 - Het counsellen van kinderen. Als je kinderen counselt, zou je dat op dezelfde manier doen als bij volwassen mensen? Wat zou je hetzelfde doen en wat zou je anders doen? Je kunt denken aan zaken als veiligheid, de ethische code,

verantwoordelijkheid, wetten, zelfwerkzaamheid, ontwikkeling, vrijheid, thuissituatie, etc.

A43 - Teken je probleem. Ieder kiest een emotioneel probleem of een situatie waar hij of zij mee zit (of zat) en tekent dat. Gebruik vormen, kleuren, patronen. (Het hoeft geen kunstwerk te worden, aangezien we niet opleiden tot kunstenaar. Als je last hebt van perfectionisme, laat je dan eerst daar op counsellen.) Gebruik je intuïtie en creativiteit. Laat het vanzelf komen. Nadat iedereen het heeft getekend, ga je elkaar hiermee counsellen. De counsellor stelt vragen naar aanleiding van je tekening.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 61

A44 - Verlieservaringen. Ga terug in de tijd en voel welk verlies je het meeste heeft geraakt. Bespreek dat verlies met je counsellor. Bespreek wat het met je gedaan heeft en wat het je nu nog doet.

A45 - Scheiding. Wie is er wel eens gescheiden of heeft gescheiden ouders? Bespreek met je counsellor wat de aanleiding was, hoe dat voor je voelde en hoe je ermee omging. Mogelijk zie je naast de nadelen ook voordelen van die scheiding.

A46 - Hoe is je studieplek? Als je een goede studieplek hebt, kun je beter studeren. Kijk hoe je studieplek is. Welke zaken vind je er goed aan? Welke zaken zou je anders willen? Hoe kun je dat realiseren?

A47 - Onaffe zaken. Onaffe zaken kosten vaak een hoop energie. Je zou ze eigenlijk moeten doen, maar.............. Maak voor jezelf een lijst met onaffe zaken. Schrijf alles op wat je de komende tijd eigenlijk zou moeten doen. Daarna ga je die zaken ordenen in: Vandaag doen - Deze week doen - Doen voor .... - Uitbesteden - Niet doen. Vervolgens werk je je lijstje af. Je kunt ook wekelijks een lijst maken van

zaken die je de komende week gaat doen.

A48 - Mishandeling. Groepsdiscussie: Een vrouw wordt thuis door haar man die alcoholist is mishandeld. Zowel zij als haar kinderen krijgen er regelmatig flink van langs. Ze komt bij je langs om te praten over haar problemen. Hoe ga je haar helpen? Welke vorm van counselling zou je toepassen?

A49 - Groepscounselling. Oefen in een groep van 4 tot 5 mensen en een counsellor. Spreek vooraf af wat voor groep het is en welk aspect je van het counsellen wilt oefenen. De groepsleden kunnen diverse rollen vervullen, bijvoorbeeld: de lolbroek, het zwijgzame type, een dominant type, iemand die steeds aan het woord wil zijn, etc. De counsellor kiest rollen met wie hij of zij de meeste moeite zal hebben.

A50 - Sociaal Netwerk. Het werken als counsellor of coach kan veel van je vragen. Daarom kan het goed zijn om deel uit te

maken van een netwerk van mensen die je eventueel kunnen ondersteunen, of helpen op diverse gebieden. Breng je gehele Netwerk in kaart. Neem een groot vel papier en zet jezelf in het midden. De mensen in je netwerk zet je om je heen. Als ze dicht bij je staan zet je ze dicht bij. Staan ze verder van je af, dan zet je ze verder. Je kunt zowel familie, vrienden als bekenden erin zetten. Als je iedereen hebt, dan geef je aan wat je van hun kunt ontvangen en wat je hun kunt geven. Zijn er zaken die je misschien nodig hebt, maar die niet geleverd kunnen worden door je netwerk? Hoe zou je je netwerk kunnen uitbreiden, zodat de mensen die dat kunnen leveren wel in je netwerk zitten. Het kan om van alles gaan, bijvoorbeeld, kinderoppas, personeel of iemand bij wie je kunt uithuilen etc.

A51 - Geheimen. Verken voor jezelf de zaken die je nooit aan iemand zou vertellen, ook niet aan de mensen die het dichtste bij je staan. Welke zaken zijn dat? Wat denk je dat er zou gebeuren als je die zaken zou vertellen aan een ander? Hoe is het voor je om dat geheim te houden? Zou je ze aan je counsellor vertellen? Hoe open zullen je cliënten zijn?

A52 - Schaduwzijde. Verken regelmatig je schaduwzijde. Laat er empathisch licht op schijnen en kijk wat het met je doet.

A53 - Ideale Baan. Stel je hebt het geluk dat je net bent ontslagen en terwijl je aan het bedenken bent wat je nu zult gaan doen, komt er een tovenaar die je in een ideale baan kan toveren. Je mag kiezen wat je wilt. Naast die baan tovert hij er ook alle benodigde vaardigheden bij. Wat voor werk zou je de rest van je leven willen doen? Waar zou je dat willen doen? Hoeveel zou je bruto willen verdienen? Maak samen met je counsellor een Actieplan om daar te komen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 62

A54 - Ideale bezigheid. Stel je mag er een half jaar tussenuit, zonder enige consequentie. Je hebt de mogelijkheid en het geld om in een parallelle realiteit te vertoeven. Je kunt er een half jaar verblijven en komt daarna weer op hetzelfde punt uit als waar je vertrokken bent, zodat niemand wat merkt. Ben je toevallig op weg

naar huis, dan kom je net zoals iedere dag op tijd thuis aan. Je bent echter wel een half jaar ergens anders geweest. Wat zou je in dat half jaar allemaal willen doen. Geld is geen probleem. Gebruik een ruime fantasie. Je mag jezelf naar iedere willekeurige plek transporteren in iedere willekeurige tijd. Als je in de prehistorie wilt leven, dan kan dat. Besef wel dat daar geen supermarkt staat.

A55 - Lichaamstaal. Voor de groep nemen 1 of 2 mensen een houding aan, maken een gebaar, of laten een gezichts-uitdrukking zien. De mensen uit de groep proberen te raden wat de betekenis hiervan is. Degene die het raadt mag alleen of samen met iemand anders iets uitbeelden.

A56 - Wie wil je als cliënt? Maak een lijst met mensen die je nu als cliënt wilt en kunt helpen. Maak een tweede lijst van mensen die je na afronding van niveau 1 kunt en wilt helpen door counselling. Wat dien je nog te leren om die mensen te kunnen helpen? Wie zou je na niveau 2 willen en kunnen helpen?

A57 - Ethische Code. Voor de eerste les heb je de ethische code bestudeerd. Werk in een groep van 5 mensen en kijk wat jullie er nog van hebben onthouden. Ontwerp uit je hoofd / geheugen een ethische code en zet erin wat je denkt dat erin zou horen. Als die klaar is kun je die vergelijken met de ethische code die je hebt gehad. Noteer welke zaken je eventueel bent vergeten of afwijken.

A58 - Eigen Oefening voor jezelf. Verzin zelf oefeningen, zodat je de leerpunten m.b.t. de ontvangen feedback kunt oefenen.

A59 - Eigen Oefening voor een ander. Verzin een oefening voor een ander, zodat hij of zij de leerpunten m.b.t. de ontvangen feedback kan oefenen.

A60 - Eigen Oefening voor de hele groep. Verzin een verrassende oefening voor de hele groep of je studiegroep.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 63

Cases - Korte Omschrijving Het beste is om te oefenen met bestaande problemen, of problemen (uitdagingen) die je al eens hebt gehad, omdat je je dan als “cliënt” goed kunt inleven, waardoor het makkelijker is om te counsellen. Mocht er niet zo snel een probleem naar boven komen, dan volgen hier een aantal cases waaruit je kunt kiezen. Kies het liefst een case waarin je jezelf emotioneel goed kunt inleven, anders merkt de counsellor een incongruentie (Emoties, verstand, lichaam vertellen iets anders.). Daarnaast kan het goed zijn om je in te leven in situaties die je niet hebt meegemaakt. Hoe zou het voelen om zo’n probleem te hebben? Het helpt je om empathisch te worden. Leef je gerust in. Probeer te denken en voelen vanuit een bepaalde situatie. Als je niet kunt kiezen, laat het toeval dan beslissen. Iedere case is de moeite waard. Mocht dat ook niet lukken, vraag dan aan je trainer om een case.

Pas de case aan de oefening aan: Let op in welke fase de cliënt zit en begin van daaruit te werken. Neem steeds een ander probleem. Bij deze “Kort Omschreven Cases” kun je veel fantasie gebruiken.

Algemene cases voor diverse lessen. 1. Iemand met kanker vraagt zich af: “wel of geen chemotherapie?”. 2. Iemand die twijfelt aan het nut van counselling. 3. Een cliënte die na 2 jaar nog niet over de dood van haar moeder heen is. 4. Een werknemer die last heeft van rokende collega’s. 5. Een vrouw die seksuele problemen heeft met haar man. 6. Een middenstander die na 5 jaar nog steeds geen winst maakt. 7. Een manager die problemen heeft met de nieuwe bedrijfscultuur na de overname. 8. Een cliënt die aan het revalideren is en het gevoel heeft dat het niet lukt. 9. Een buurtbewoner die de waarde van zijn huis ziet dalen door de aanleg van een weg. 10. Iemand die radeloos is door een beurscrash. 11. Iemand die twijfelt over haar geloof.

12. Een cliënt is nog niet gewend aan zijn of haar stoma. 13. Een cliënt in een criminele buurt. 14. Een cliënt die discrimineert. 15. Een oudere die moeite heeft om mee te komen met de huidige samenleving. 16. Een natuurbeschermer in de gevangenis. 17. Zenuwen voor de grote dag. 18. Een ambtenaar die stress heeft door saai werk. 19. Leerling die al van 3 scholen is weggestuurd. 20. Een boefje van 12 jaar. 21. Iemand met een rookprobleem. 22. Een stevige drinker. 23. Een nieuwe manager die zich nog niet op zijn plek thuis voelt. 24. Een sporttrainer die van seksueel misbruik is beschuldigd. 25. Een counsellor denkt erover om een eigen praktijk op te zetten. 26. Iemand die geopereerd moet worden.

27. Een cliënt die voor het eerst komt. 28. Iemand die zijn zenuwen de baas wil blijven. 29. Een cliënt heeft moeite met de whiplash van haar man. 30. Een zakenman bereidt zich voor op een rechtszaak. 31. Een ouder die zijn of haar kinderen op een andere school wil plaatsen. 32. Een man wiens vrouw de komende 4 jaar in de gevangenis moet zitten. 33. Een cliënt die op zoek is naar haar doelen. 34. Iemand die geen keuzes kan maken. 35. Een vrouw in het bejaardentehuis.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 64

36. Iemand wiens artikel door een blad is geweigerd. 37. Iemand wiens dochter van 8 al een jaar spoorloos is. 38. Een vader heeft ruzie met zijn zoon. 39. Een vrouw met eventueel een postnatale depressie.

40. Een werkloze die maar niets kan vinden. 41. Iemand die de aanleg van een snelweg door een uniek stukje Nederland wil stoppen. 42. Een man met een dominante vrouw. 43. Iemand die op sterven ligt. 44. Een schrijver zonder inspiratie. 45. Iemand die voor goede gesprekken langskomt. 46. Een directeur van een bouwbedrijf die zijn concurrenten uit de markt wil drukken. 47. Een burgemeester van een grote stad die van fraude wordt verdacht. 48. Een nieuwe cliënt die de kat uit de boom kijkt. 49. Een cliënt die steeds over iets anders begint. 50. Iemand met astma. 51. Bemiddeling in een taxioorlog. 52. Een demonstrant die tegen wapenstokken, peperspray, stenguns en opsluiten is. 53. Iemand die alles heeft verloren door een grote brand.

54. Een verliefde die zijn vriendin met haar ex zag. 55. Een vrouw in de overgang. 56. Iemand die zijn geslacht wil laten veranderen. 57. Een cliënt met zeer zware schulden. 58. Iemand die gezien heeft hoe haar buurman in elkaar werd geslagen. 59. Iemand die aan het afslanken is. 60. Een vrouw die gepasseerd is voor een topfunctie. 61. Een cliënt die aan zijn relatie werkt. 62. Iemand die zich niet thuis voelt in een bepaalde bedrijfscultuur. 63. Een man die het gezeur over zijn schoonzoon (van zijn eigen vrouw) zat is. 64. Iemand met infostress. 65. Een jong stel vraagt zich af: “Wel of geen kinderen?” 66. Een verpleegster die mogelijk met AIDS besmet is geraakt. 67. Iemand die wil dat je een kennis van hem of haar counselt. 68. Een model van 30 die nu wat moeilijk aan de slag komt. 69. Een afdelingschef die vreemd is gegaan met een personeelslid. 70. Een beschermd opgevoed meisje dat op kamers wil. 71. Iemand die mogelijk helderziend is maar twijfelt. 72. Een cliënt die aanraakangst heeft. 73. Een cliënt met onbekende klachten. 74. Een moeder wier dochter van 10 gepest wordt op school. 75. Een man wiens vrouw alleen maar aan haar carrière werkt. 76. Een cliënt verdenkt haar zoon van drugsgebruik. 77. Iemand die vorige week in elkaar is geslagen. 78. Een jong getrouwd stel dat na een jaar weer aan scheiden denkt. 79. Een man die een vrouw heeft die het huishouden verslonst. 80. Een oma met een zwaar gehandicapte kleindochter. 81. Twee zeer goede vrienden hebben na 28 jaar ruzie gekregen. 82. Iemand die last heeft van geluidsoverlast. 83. Iemand die problemen heeft met adoptiekinderen. 84. Een dankbare cliënt die je 1000 Euro fooi wil geven. 85. Een gokverslaafde. 86. Een cliënt die meent dat de aarde vergaat. 87. Een zoon zit ermee dat zijn rijke vader een jong vriendinnetje heeft. 88. Een werkgever met personeelsproblemen. 89. Iemand met chronische vermoeidheid. 90. Iemand met veel werkstress. 91. Een bedrijfsarts met gewetensproblemen. 92. Iemand die een kloon overweegt.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 65

93. Een cliënt die zoekt naar de diepere betekenis van het leven. 94. Een agrariër in de schulden. 95. Een IT’er aan de coke. 96. Een moeder die zich geen raad meer weet nu haar laatste dochter het huis uit is.

97. Man met een vrouw in de overgang. 98. Een vrouw van 70 die depressief is, omdat ze haar kinderen al verloren heeft. 99. Bemoeizuchtige schoonouders. 100. Een vrouw na haar scheiding. 101. Een man in de VUT. 102. Een vrouw die voor haar hulpbehoevende moeder zorgt. 103. Man en vrouw kunnen het niet eens worden over de vakantie. 104. Een zus maakt zich zorgen om haar broer. 105. Een leerkracht die verliefd is op een 18-jarige studente. 106. Een vrouw is op weg om assertiever te worden. 107. Een student die seks heeft gehad met zijn tekenlerares. 108. Iemand die wordt gechanteerd. 109. Een vader die wil dat zijn zoon het gaat maken. 110. Een vrouw die een man heeft met ADHD.

111. Een cliënt die vaak nerveus is. 112. Iemand met ernstige financiële problemen, omdat ze niet goed met geld om kan gaan. 113. Een teamlid met problemen. 114. Een stagiair die niet goed kan opschieten met zijn begeleider. 115. Een kind met nachtmerries. 116. Iemand met reuma. 117. Een cliënt die tussendoor bij een helderziende is geweest. 118. Een cliënt die een eigen bedrijf wil beginnen. 119. Een workaholic van 40 die een hartaanval heeft gehad. 120. Een vrouw met een borstkanker. 121. Een cliënt met rugpijn. 122. Een vrouw die uit de prostitutie wil stappen. 123. Een ongeneeslijk zieke die hulp bij zelfdoding wil. 124. Een cliënt is verliefd op de counsellor. 125. Een jongen heeft besloten om bij zijn ouders weg te gaan. 126. Een cliënt die klaagt over een collega counsellor. 127. Iemand die vroeger misbruikt is geweest. 128. Iemand met smetvrees. 129. Een cliënt probeert de schade op zijn verzekering te verhalen. 130. Een voetballer die moet wennen aan zijn nieuwe team. 131. Iemand heeft last van de kinderen. 132. Een trouwe werkneemster die op straat is gezet. 133. Een sollicitant die niet aan de bak komt ondanks 200 serieuze sollicitaties. 134. Een cliënt van wie de zoon zelfmoord heeft gepleegd. 135. Een vrouw die wil dat haar man verandert. 136. Een potentiële cliënt die wil weten wat counselling is. 137. Een cliënt die spontane abortus heeft gehad. 138. Iemands volkstuintje moet wijken voor een nieuwe wijk.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 66

Cases voor les 21a (Schoolcounselling). 1. Een student is van school gestuurd. 2. Een docent heeft iets met een studente. 3. Een docent heeft een burn-out.

4. Een leerling gebruikt drugs. 5. De ouders van een leerling gaan scheiden. 6. Een broertje van een studente is verongelukt. 7. Iemand heeft examenvrees. 8. Een docent wil zich omscholen. 9. De directeur wordt helemaal gek van alle eisen die er aan hem gesteld worden. 10. Een ouder twijfelt over de kwaliteit van het onderwijs. 11. Een ruzie tussen diverse leerlingen. 12. Een studente is zwanger, ze weet niet van wie. 13. Een student denkt dat hij een enge ziekte heeft. 14. Iemand twijfelt aan zijn of haar seksuele geaardheid. 15. Een leerling is verliefd op een docent. 16. Een student is in het verleden door zijn neef seksueel misbruikt. 17. Een student zit zwaar in de schulden.

18. Een docent is door een studente herkend in de rosse buurt waar zij haar beurs aanvulde,..... 19. Steekpartij in de klas. Counsel dader, slachtoffer, klasgenoten of de docent. 20. Medestudente wordt het land uitgezet. Counsel haar, haar medestudenten of haar docent. 21. De fiets van iemand is al 3 keer gestolen op het schoolplein, wil niet meer naar school. 22. Studente weet “iets (criminaliteit)” over anderen, maar weet niet of ze moet “klikken”. 23. Ouders willen de dealers bij de poort weg hebben. Politie heeft geen tijd. 24. Meisje heeft alcoholistische vader. 25. Problemen met de studiekeuze. 26. Geen motivatie om te leren. 27. Geloofsproblemen,..... bestaat God nog wel? 28. Kan geen kamer vinden, slaapt nu bij tante, maar die is niet te pruimen. 29. Bedreigingen via sms en e-mail. 30. Eenzaamheid. 31. Intelligente jongen of meisje wordt door de groep gepest. 32. Meisje van 18 mag niet stappen van haar ouders.

33. Vriendin gaat vreemd. 34. Iemand ontdekt per ongeluk dat zijn of haar vader niet zijn of haar biologische vader is. 35. Gescheiden pa (12 jaar niet gezien) wil weer een rol spelen in het leven van de student(e). 36. Tijdgebrek, zoveel verplichtingen, zo weinig tijd. 37. Student met dodelijke ziekte vraag zich af of de studie nog zinvol is voor hem of haar. 38. Ramp in een afgebrand studentenhuis. 5 doden en 3 zwaargewonden. Counsel docenten,

medestudenten, de zwaargewonden, de huisjesmelker, de veroorzaker van de brand, familieleden van de slachtoffers of de omwonenden,...... etc.

39. Iemands vader blijkt er radicale ideeën op na te houden. 40. Student komt na een misdaad weer vrij en gaat verder met zijn studie.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 67

Cases voor les 22 (Sociaal probleem). 1. Iemand is verkracht. 2. Een man geeft zijn vrouw wel eens een hengst ter correctie. 3. Werknemer wordt op zijn werk gepest.

4. Politieagente voelt zich gediscrimineerd door haar collega’s. 5. Een manager misdraagt zich regelmatig na wat glaasjes. 6. Iemand voelt zich gediscrimineerd (ras, geloof, kleur of status,......). 7. Iemand discrimineert regelmatig anderen. 8. De buren misdragen zich (lawaai, stank, rommel, vage vrienden, dealen of bedreigen,.....). 9. Groep gooit regelmatig zwaar vuurwerk in de tuin van iemand. 10. Intimidatie van verplegend personeel naar ouderen toe. 11. Mogelijk misbruik in een peuterspeelzaal? 12. Vrouw mag niet werken van haar man. 13. Winkelier voelt zich onveilig. 14. Machtsmisbruik door een meerdere. 15. Vrouw of man is getrouwd met een psychopaat, alcoholist of verslaafde,...... 16. Vrouw is getrouwd met iemand die een oorlogstrauma heeft. (Counsel de vrouw of de man.) 17. Ouders hebben een kind dat zich niet sociaal kan gedragen, ze zijn radeloos.

18. De klanten van het rustige buurtcafé zijn steeds ruiger geworden en maken de dienst uit. De eigenaar durft er iets van te zeggen en komt om hulp.

19. Meisje komt steeds dezelfde potloodventer tegen op weg naar huis. 20. Arrestant is zwaar mishandeld tijdens het verhoor.

Cases voor les 29 (Geheime opdracht). Vraag aan je trainer om die opdracht.

Cases voor les 30b (Groepscounselling - Zelfhulpgroep van:....). 1. AIDS-patiënten. 2. Alcoholisten. 3. Slachtoffers van een zedenmisdrijf. 4. Ouders van aan drugs verslaafde kinderen.

5. Partners van gokverslaafden. 6. Partners van workaholics. 7. Seksverslaafden. 8. Kinderen van oorlogsmisdadigers. 9. Incestslachtoffers. 10. Rookverslaafden. 11. Kankerpatiënten. 12. Mensen met een partner in de gevangenis. 13. Werkeloze mensen zonder opleiding. 14. Werkeloze IT’ers. 15. Mensen die een zeer grote ramp hebben meegemaakt. 16. Uitgeprocedeerde asielzoekers. 17. Leerkrachten die het gezag voor de klas hebben verloren. 18. Mensen die op hun werk worden gepest. 19. Mensen die willen afvallen.

20. Mensen met een gehandicapt kind. 21. Mensen met ADHD. 22. Mensen die zwaar in de schulden zitten, omdat ze niet met geld kunnen omgaan.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 68

Cases voor les 31a (Ethische dilemma’s). 1. Een cliënt wordt verliefd op de counsellor. 2. Een counsellor wordt verliefd op de cliënt. 3. De counsellor krijgt misschien een zakenrelatie met de cliënt.

4. Een cliënt wil zelfmoord plegen. 5. Een cliënt wil een ander vermoorden (de verkrachter van zijn dochter). 6. Een cliënt houdt zich keer op keer niet aan zijn (betalings)afspraken. 7. Je zit als counsellor zelf bijna aan een burn-out. 8. Een cliënt zegt dat ze door een collega, die je kent van een jaarvergadering, is misbruikt. 9. Een cliënt heeft zelfmoord gepleegd en een familielid zegt je nu dat hij je gaat aanklagen. 10. Je hebt een brief ontvangen van de rechtbank waarin je gesommeerd wordt om een dossier te

op te sturen. Het gaat om een dossier van iemand die verdacht is van een zwaar misdrijf. Je bespreekt dat nu met je cliënt.

11. Je hebt als counsellor een professionele blunder gemaakt en bespreekt dit nu met je supervisor. 12. Je counselt iemand en ontdekt dat hij of zij zijn of haar eigen kind misbruikt. 13. Je supervisor blijkt aan de drank verslaafd te zijn en zijn vrouw te mishandelen. 14. Je komt een cliënt tegen in een gay bar. 15. Een arts / psycholoog / psychiater belt op om inlichtingen over een cliënt.

16. Een cliënt met AIDS wil het niet tegen zijn partner zeggen. Heeft wel onveilige seks. 17. Een vrouw is zwanger van de buurman en wil dat geheim houden voor haar man en buurman. 18. Een cliënt heeft een probleem dat te moeilijk voor je is. 19. De cliënt heeft hetzelfde probleem waar jij al jaren mee tobt. 20. Er is bij je ingebroken en de dossiers zijn verdwenen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 69

Gedetailleerde Cases Werk het liefst met echte problematiek. Het kan voorkomen dat je bepaalde problematiek niet tegen het lijf loopt, terwijl het toch belangrijk is om hiermee te oefenen. Neem deze cases regelmatig door en kijk of er zaken zijn waarmee je wilt oefenen, zodat je een ruime ervaring krijgt, ook in lastige situaties. Oefen ook de cases waar je een afkeer van hebt. Mogelijk zit daar een oud zeer. Dat kan beter nu naar boven komen, dan tijdens het counsellen van een echte cliënt.

C1 - Oneerlijke beoordeling - Woede - Ontslag nemen?

Cliënt: Tijdens de jaarlijkse beoordeling, op je werk, heb je vorig jaar met je baas afspraken gemaakt. Dat waren afspraken over hoe je je werk zou doen, over een te volgen opleiding en je inzet. Je hebt je zo goed als het kon aan al die afspraken gehouden. Net kreeg je weer een beoordelingsgesprek. Je baas had van alles en nog wat op je aan te merken en je krijgt niet de verwachtte loonsverhoging, terwijl je collega dat wel krijgt. Je bent er nu van overtuigd dat het er oneerlijk aan toe gaat. Het is gewoon een kwestie van vriendjespolitiek en bruinwerkerij. Je bent woedend en vraagt jezelf af of je

aanwezigheid daar nog wel zinvol is.

C2 - Vakantie krijgen - Ziekmelden?

Cliënt: Je werkt in de verpleging en wilt samen met je partner in juli op vakantie. Je partner heeft dan 3 weken vrij. Dit is nu al de derde keer dat je vakantie is geweigerd op een tijdstip dat je weg wilt en kan met je partner. Steeds gaan de wensen van anderen, met name mensen met kinderen, voor. De afdeling is al jaren te krap bezet en je ziet er geen verandering in komen. Het werk gaat je steeds meer tegen staan. Je hebt al te veel overuren en geen tijd om ze op te maken. Ziekmelden en toch weggaan zou een optie zijn, maar dat is niet zo eerlijk en dan zit een ander in de problemen, om nog maar te zwijgen van de cliënten die verpleging nodig hebben. Je kunt geen kant meer op en hoopt dat de counsellor je uitkomst kan bieden.

C3 - Gemaakte fout - Gebrek aan zelfvertrouwen.

Cliënt: Je hebt al een paar keer een grove fout gemaakt op je werk. Hoewel je collega’s het dom vinden, rekenen ze het je niet al te zwaar aan. Iedereen maakt fouten en fouten zijn er om van te

leren. Je baas is wat minder blij en heeft je erop gewezen dat het mensenlevens kan kosten. Je werkt er al 3 jaar en er mag van je verwacht worden dat je geen fouten meer maakt. Je doet wel erg je best en bent niet zo nonchalant als je collega’s. Je wilt alles goed doen, maar het lukt steeds maar niet. Het lijkt wel alsof je steeds meer fouten gaat maken. Je vraagt je af of je wel geschikt bent voor dat werk.

C4 - Zwanger? - Wat nu?

Cliënt: Je hebt al een paar maanden een soort van vriend en gebruikt de pil. Nu ben je al een week over tijd en vraagt jezelf af of je zwanger bent van hem. Je houdt wel van hem, maar dan meer als tijdelijke toy boy dan als vader van je kind. Je bent 15 jaar ouder en hij is nog erg onvolwassen. De pil is niet altijd even betrouwbaar en je neemt hem niet altijd op hetzelfde tijdstip in. Ook heb je een keer buikgriep gehad. Er gaat zoveel door je heen. Stel dat je nu echt zwanger bent? Abortus? Alleen opvoeden? Moet je het je vriendje vertellen? Hoe zou hij hierop reageren? Nog even wachten?

C5 - Ontslag - Huishouden doen?

Cliënt: Je leeft samen met een vaste partner. Jullie hebben beide een goede baan. Vorige maand ben je ontslagen. Je partner vindt het erg voor je, maar zegt genoeg voor jullie beide te verdienen. Jij voelt je helemaal aan de kant geschoven. Waar jullie eerst beiden het huishouden deden, doe jij dat nu voor de kost. Het is niet je hobby, sterker nog; je haat huishouden. Maar je kunt zo snel geen baan vinden. Je denkt aan omscholing, bijscholing, kinderen krijgen, vakantie, emigreren. Het is een grote chaos in je hoofd. Heb je daar nu 5 jaar hard voor gewerkt. Het CWI komt met domme voorstellen en de uitkeringsinstanties hebben al 4 maanden niets betaald, omdat ze er nog niet uit zijn of je recht hebt op een uitkering. Je hebt het gevoel gek te worden.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 70

C6 - Familie die ver weg woont - Zieke moeder - Promotie.

Cliënt: Je komt uit een ver land. Je bent hierheen gekomen om hard te werken en geld naar huis te sturen. Eens per 2 jaar ga je 3 weken op bezoek bij je familie aldaar. Je hebt gisteren bericht gekregen dat je moeder ernstig ziek is. Als je niets te doen had, was je gelijk vertrokken. Maar je zit nu net in

een project dat over een week succesvol afgerond moet zijn. Je bent de leider van dat project en je verwacht een flinke promotie waar je al jaren voor hebt gewerkt. Door nu weg te gaan kom je weer terug bij af. Maar je moeder kun je ook niet alleen laten. Je moeder zegt dat je voor je toekomst moet werken en dat als haar tijd komt er toch niets aan te doen is. Je broer en zussen vinden dat je meteen moet komen en geld meenemen voor de medische verzorging. Geld heb je al gestuurd, maar hoe zit het nu met jezelf?

C7 - Handicap - Geen werk - Discriminatie?

Cliënt: Je hebt een handicap en hebt het gevoel dat je daarom voor iedere baan wordt geweigerd. Hoewel er tal van subsidies zijn als iemand je aanneemt en er veel wetten zijn om dat te stimuleren, kom je nergens aan de slag. Werkgevers zijn bang dat je minder goed werk levert of dat je snel ziek wordt, wat hen weer op kosten jaagt. Je wilt erg graag werken om zelfstandig te zijn. Je voelt je nu dubbel gehandicapt en wilt niet langer leven als profiteur van de samenleving. Een samenleving die toch niets om je geeft. Vrijwilligerswerk zie je niet zitten. Je kunt veel dingen doen, net zo goed als iemand die geen handicap heeft. Niet alles, maar dat kan een ander ook niet.

C8 - Rugpijn en Geloof.

Cliënt: Je bent gelovig en doet veel vrijwilligerswerk. Je zorgt voor hulpbehoevenden. Je hebt het gevoel dat God je dat heeft opgedragen en dat je hierdoor na je dood een betere tijd tegemoet kunt gaan. Je doet het natuurlijk niet daarom, maar je wilt wel een Godsvruchtig leven leiden. Je rug doet steeds meer pijn en volgens de artsen is er niets aan te doen. Het is hernia en je zou het eigenlijk rustig aan moeten doen en zeker niet tillen. Maar je vindt het belangrijker om voor anderen te zorgen dan om je eigen welzijn in dit tijdelijk leven te denken.

C9 - Gearrangeerd Huwelijk - Geheime Liefdesrelatie.

Cliënt: Toen je 4 jaar was, hadden je ouders al een huwelijk voor je geregeld. Het is nu tijd om de plannen tot uitvoer te brengen. Je hebt al een paar jaar een geheime liefdesrelatie met iemand anders. Je kunt het je ouders en nog minder je aanstaande schoonouders zeggen dat je al een ander hebt. In feite moet je je verplichtingen nakomen. Je had nooit een liefdesrelatie mogen beginnen. Je geliefde

heeft wel begrip voor je, maar die meent dat het beter is om voor jullie relatie uit te komen: “Schatje,

we leven in Nederland in de 21ste eeuw en niet meer tussen de geiten.” Maar je kunt het gewoon niet. Al jaren

verzin je uitvluchten. Je schoonfamilie heeft nu al heel lang geduldig op je gewacht. Je denkt aan zelfmoord, wegvluchten, emigreren, betere uitvluchten, zorgen dat de ander jou niet wil. Je weet het niet meer.

C10 - Geldgebrek - Oneerlijk.

Cliënt: Je werkt bijna dag en nacht via tal van uitzendbaantjes. Maar door de prijsstijgingen kom je steeds meer in de financiële problemen. Aan promotie of loonsverhoging schijnen ze niet te doen. Je vrienden hebben lekker een uitkering, beunen er een paar uurtjes per week bij en zitten op rozen. Het is tegen je principes en je vindt het niet eerlijk. Eigenlijk gaan jouw belastingcenten naar hen toe.

C11 - Geld vergokt - Bedrog - Leven vergokt.

Cliënt: Je hebt ontdekt dat je partner gokverslaafd is. Je houdt van je partner, maar hij of zij heeft je jaren lang bedrogen en bestolen. Dat kwam vorige week uit. Jullie zijn bankroet. Er is beslag gelegd

op jullie bedrijf, waar je keihard voor hebt gewerkt. Je partner heeft er 100.000,- Euro doorheen gejaagd en heeft ook nog tal van schulden bij vage en duistere figuren. Je hebt uit kwaadheid een monitor uit het raam gegooid. Jij zit ook in de schulden, ondanks spaarzaam gedrag en 60 uur per week werken. Je hebt een erg dubbel gevoel. Je voelt je gebruikt, misbruikt, maar weet ook dat je partner ziek is en daarom kun je hem of haar niet verlaten. Bovendien zit je nu ook in de schulden. Je ziet het niet meer zitten om weer opnieuw te beginnen. 10 jaar van je leven zijn bedrogen en vergokt.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 71

C12 - Nieuwe Baan?

Cliënt: Je hebt een fijne baan bij de overheid, maar je hebt toevallig gesolliciteerd op een topfunctie, om te kijken hoe goed je nog in de markt lag. Toevallig werd je uitgenodigd voor een gesprek, daarna had je een tweede gesprek en een week later kreeg je het contract opgestuurd. Je was haast al

aangenomen. Je weet niet wat je wilt. De nieuwe baan betaalt een heel stuk beter, en biedt veel uitdagingen. Het is hard werken. Weggaan bij de overheid is ook het opgeven van veel verworven zekerheden. Ook dien je te verhuizen en zou je partner aldaar iets moeten vinden. En wat als je ontslag krijgt in je proeftijd? De kinderen willen blijven wonen bij hun vriendjes. Het is wel een baan waar je alleen van had kunnen dromen. Je komt er alleen niet uit.

C13 - Homofilie - Uitkomen.

Cliënt: Je weet al jaren dat je van mensen van hetzelfde geslacht houdt. Je hebt vele wisselende contacten gehad. Je bent je wilde haren kwijt en hebt al 2 jaar een vast maatje. Je vraagt je af of het niet eens tijd wordt om dat met je ouders te bespreken. Je wilt wel, maar je bent bang dat je ze verdriet aandoet, of dat ze je nooit meer willen zien. De ouders van je maatje leven niet meer, dus die heeft dat probleem niet.

C14 - Flirten met leerkrachten.

Cliënt: Je bent een 17-jarige leerlinge en voelt je aangetrokken tot mannelijke leerkrachten. Je bent uitdagend gekleed en zit tijdens de lessen met ze te flirten. Je studieresultaten zijn vrij laag. Vorige week omarmde je een leerkracht en begon hem te zoenen. Hij heeft je naar de schoolcounsellor gestuurd. Jij ziet het probleem niet zo en vindt dat hij zich maar moet laten counsellen. Waarom zijn ze nou zo preuts hier? Je weet echt wel hoe je veilig kunt vrijen.

C15 - Welke therapie?

Cliënt: Je bent een onzekere cliënt die voor het eerst bij deze counsellor komt. Je wilt precies weten hoe de counsellor te werk gaat. Je vraag je af of de counsellor een Rogeriaans, Psychodynamisch, Gestalt, TA of een Oplossingsgerichte counsellor is, omdat je er wel het een en ander vanaf weet.

C16 - Liefdesverdriet - Studieproblemen.

Cliënt: Je wordt gecounseld, omdat je vaste verkering is verbroken en je er niet overheen schijnt te komen. Je hebt nog niets gedaan voor de komende examens. Je zegt dat het allemaal niet zo vaart loopt, maar de counsellor krijgt het gevoel dat je het niet gaat halen op die manier.

C17 - Laatste Strohalm.

Cliënt: Je hebt nu 10 sessies gehad en het is tijd om de counselrelatie te beëindigen. Het probleem waarvoor je kwam is voor een groot deel opgelost. Jij wilt daar niets van weten, omdat je counsellor je al die tijd zo goed geholpen heeft. Er zijn nog zoveel gebieden waarop je hulp nodig hebt. Je vindt het onverantwoord dat de counsellor de sessies wil stoppen. Je zou niet weten bij wie je anders terecht kunt. Als er iets met je zou gebeuren, dan heeft hij het op z’n geweten.

C18 - Ontwijkend Gedrag?

Cliënt: Je komt nu voor de derde keer bij de counsellor. Je relatie is verbroken. Je hebt al wat over jezelf verteld. Je hebt duidelijk uitgelegd wat er allemaal mis was gegaan. Vaak spring je van de hak op de tak. Dan heb je het weer over je relatie, dan weer over je ouders, en daarna weer over je baas. Op momenten dat de counsellor het wil hebben over je gevoelens, ontwijk je dat steeds door ergens anders over te praten, of je ontkent dat je je verdrietig, gekwetst, alleen of in de war voelt.

C19 - Afspraken afzeggen.

Cliënt: Je hebt met je counsellor een counselcontract voor 7 sessies afgesproken. Je hebt er 3 gehad en wilt de andere 4 sessies afzeggen en natuurlijk niet betalen. Het probleem is nog lang niet verholpen, maar je hebt het idee dat een andere counsellor je beter kan helpen. Je hebt nu al zoveel slechte counsellors en therapeuten gehad, dat je je tijd niet verder wenst te verdoen. Vorige week heb je iemand ontmoet die je zo zal kunnen helpen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 72

C20 - Verandering - Weerstanden.

Cliënt: Je hebt al een aantal sessies gehad en het lijkt erop dat je niet veel verder gekomen bent. Bij iedere mogelijke verandering begin je steeds te protesteren. Dit kan niet omdat,......... Dat kan ook niet want,....... Die richting zou een optie zijn maar,.....

C21 - Geboren Mislukkeling?

Cliënt: Het lijkt erop dat je een geboren mislukkeling bent. Alles wat je ooit gedaan hebt is uitgelopen op een mislukking. Ook de counselsessies hebben je nog niet veel verder gebracht. Je wilt een verklaring van de counsellor en weten wat je nou moet doen om van je leven een succes te maken. Je hebt al boeken proberen door te nemen over positief denken, maar die waren steeds uitgeleend in de bibliotheek. Vrienden heb je nooit gehad en de baantjes die je krijgt, verlies je steeds. Behalve TV kijken heb je geen echte hobby’s. Je gelooft dat het de schuld is van je ouders en de regering.

C22 - Afdwalende Gedachten.

Cliënt: Je kunt je moeilijk concentreren bij de counsellor. Vaak zit je aan andere zaken te denken en hoort maar half wat hij of zij vraagt. Je lichaam is er wel, maar je gedachten zijn ergens anders.

C23 - Te laat komen.

Cliënt: Je komt nu al voor de tweede keer een kwartier te laat bij de counsellor.

C24 - Vergeten om te komen?

Cliënt: Je had gisteren een sessie met je counsellor. Vandaag bel je je counsellor op om te vertellen dat je het straal vergeten bent en wilt een nieuwe afspraak maken. Je was het niet vergeten, maar kwam een bekende tegen en jullie zijn lekker naar het strand gegaan.

C25 - Brede Schouders.

Cliënt: Je doet het huishouden, zorgt voor jullie kinderen, werkt voor halve dagen en staat altijd klaar voor familieleden en vrienden. Maar als jezelf eens hulp nodig hebt, lijkt het wel of niemand iets voor je wil doen. Iedereen is druk. Je hebt al jaren geen tijd meer gehad voor jezelf. Je bent helemaal op en vraagt je af waar je het nog voor doet. Je houdt van jullie kinderen en je partner, maar je hebt het gevoel dat het je allemaal te veel wordt.

C26 - Eenzaamheid.

Cliënt: Je bent erg eenzaam. Je hebt nog nooit een echte relatie gehad. Je bent zelfs nog maagd. Al je vroegere vrienden zijn al getrouwd en hebben kinderen. Je broers en zussen zijn ook al jaren voorzien. Je vraagt je af waar dat aan ligt. Je vindt al jaren dat het eens tijd wordt, maar zelfs tal van advertenties en dating bureaus hielpen je niet. Voor je de hoop opgeeft ga je nog even naar een counsellor om uit te vinden of je wel normaal bent.

C27 - Net niet de Ware.

Cliënt: Je hebt over gebrek aan belangstelling van de andere sekse niet te klagen. Je hebt al redelijk wat potentiële partners ontmoet. Je zou er haast een boek over kunnen schrijven. Vaak bleef het bij een one night stand, maar soms duurde het kennismakingsproces wel een paar weken. Ondanks al die leuke en soms wel minder leuke ontmoetingen ben je nog niet de ware tegen gekomen. Je wilt wel een vaste relatie, maar je bent vaak snel uitgekeken op anderen. Je wilt iemand die je blijft boeien en prikkelen, maar de meeste mensen zijn zo saai.

C28 - Gedumpt - Waarom?

Cliënt: Je ontmoette 3 weken geleden een fantastisch iemand. Het klikte geweldig en jullie smeedden het ijzer toen het heet was. De volgende ochtend was het aambeeld (of de hamer) vertrokken. Alleen de lakens die nu wel in de was konden, wat lege flessen en een paar woorden op een Post-it velletje gaven aan dat het geen droom was geweest. “Heb genoten, maar ik houd het hierbij. X X X” Degene die je hebt ontmoet wil niets meer met je te maken hebben en ook geen verklaring geven. Hij of Zij negeert je of gaat je uit de weg. Als je zo doorgaat zal hij of zij je aangeven voor stalken.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 73

C29 - Verhuisd.

Cliënt: Je bent een half jaar geleden verhuisd. Je voelt je nog steeds niet thuis in je nieuwe huis en de nieuwe woonomgeving. Je nieuwe baan bevalt je wel goed, maar het huis en de mensen in de wijk zijn heel anders dan je had verwacht. Weer een keer verhuizen is haast geen optie gezien de

wachtlijsten en kopen kan ook niet. Je voelt je gevangen zitten.

C30 - Welwillende Cliënt.

Cliënt: Een half jaar geleden heb je je partner verloren. Je gelooft dat je nu wel over je verdriet heen zou moeten zijn, maar dat is nog niet zo. Je kinderen vinden dat je weer mensen moet gaan ontmoeten, en dat je niet kan blijven treuren. Je bent door hen naar de counsellor gestuurd en wilt alles doen wat die je zegt, zodat je van je verdriet af komt.

C31 - Alles gaat prima.

Cliënt: Je hebt al een keer met je counsellor gesproken over je drugsgebruik en toen heb je gezegd dat je zou stoppen. Nu kom je bij je counsellor, omdat je studieresultaten slecht zijn. Als hij je vraagt naar je drugsgebruik, lieg je erover. Je voelt dat je counsellor wel doorheeft dat je een beetje economisch bent met de waarheid, maar daar kom je niet voor. Je hebt eh,..... gewoon examenvrees.

C32 - Baan niet gekregen.

Cliënt: Het lukte je vorige week niet om de baan te krijgen die je altijd zo graag had willen hebben. Nu de counsellor je vraagt hoe dat voor je voelt, zeg je dat je die baan eigenlijk toch niet zo leuk vond.

C33 - Afslanken, maar.....

Cliënt: Je wilt al jaren afslanken, maar het komt er steeds niet van. Je wilt wel een dieet volgen en aan sport doen, maar een fiets om te oefenen is te duur. Je moet nog even sparen.

C34 - Verloren vriend - Zelfmoord - Treinen.

Cliënt: Je hebt 2 jaar geleden een vriend verloren. Hij is voor de trein gesprongen. Met de trein gaan durf je sindsdien niet meer. Ook durf je niet in de buurt te komen van een rails en over een rails gaan durf je helemaal niet. Hierdoor kun je nauwelijks in de rest van Nederland komen. Je wordt steeds depressiever en bent bang dat je straks ook zelfmoord gaat plegen. Je wilt het niet, en gaat het ook niet doen, maar stel je voor dat je het toch doet. Soms spelen er van die gedachten door je hoofd. Bij

je vriend was ook niets te merken van zijn plannen en mogelijk was hij het nooit van plan geweest.

C35 - Reorganisatie.

Cliënt: Je hebt een reorganisatie meegemaakt. Je klaagt bij de bedrijfscounsellor over het feit dat iedereen te lijden heeft onder de manier waarop er met het personeel wordt omgegaan. Het is gewoon schandalig. Er wordt met niemand z’n wensen en gevoelens rekening gehouden.

C36 - Moeder.

Cliënt: Je hebt al jaren lang geprobeerd om aan de relatie met je moeder te werken. Nu werk je er aan met de hulp van de counsellor, maar dat schijnt ook niet te werken. Het is gewoon de schuld van je moeder en daar kan counselling niets aan veranderen.

C37 - Liefdesrelatie met de Counsellor.

Cliënt: Je hebt een korte relatie gehad met je vorige counsellor, maar je vorige counsellor heeft je te kennen gegeven dat hij of zij hiermee niet verder wil gaan, omdat het slecht is voor zijn of haar

carrière. Je bent nu bij een nieuwe counsellor en vraagt je af of het wel zin heeft. Het lijkt erop dat alles mislukt door jouw schuld.

C38 - De Afwas.

Cliënt: Gisteren sloegen de stoppen bij je door. Je partner had ondanks de afspraken die jullie hadden gemaakt de vaat laten staan. Je kwam thuis en kon niet koken, omdat de vaat van gisteren er nog stond. Je ging die toen zelf maar afwassen. Toen je partner thuis kwam ging die in een rechte lijn naar de TV, zonder je op te merken. Je werd zo boos dat je de hele teringzooi door het raam smeet, je jas en schoenen aantrok, naar buiten rende en in woede de deur extreem hard achter je dichttrok.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 74

C39 - In de steek gelaten.

Cliënt: Je kreeg gisteren een sms’je van je partner waarin stond dat hij of zij bij je weggegaan is. Je bent stom verbaasd. Niet dat de vonken van jullie 8-jarig samenzijn er nog vanaf sprongen, maar je hebt nooit enige signalen opgevangen. Nu is je partner er met een ander vandoor en laat jou met de

kinderen alleen achter. Je zit zonder geld en inkomen. Je hebt weinig opleiding of werkervaring en hebt altijd voor de kinderen gezorgd. Straks word je je huis uitgezet, omdat je de huur niet kunt betalen. Geld voor eten is ook al op. Je hebt geen vrienden of familie die willen helpen. De sociale dienst staat op het standpunt dat je partner voor je levensonderhoud moet zorgen. Naast boos en verbaasd ben je ook radeloos. Je vraagt je af of je partner nog terugkomt. Je hoopt dat alles een boze droom is en dat het weer goed komt, maar je bent ook woedend op je partner.

C40 - Ander gedrag - Eerste gesprek - Counsellen vanuit een andere rol (Hoofd Verpleeghuis).

Cliënt: Je bent normaal gesproken altijd vrolijk. De gasten en het andere personeel weet je altijd op te vrolijken. Vandaag staat het huilen je dichterbij dan het lachen. Er is iets gebeurt waardoor je niet vrolijk bent en je je moeilijk op je werk kunt concentreren. Je wilt er niet met je collega’s over praten.

Counsellor: Je werkt als hoofd van een verpleeghuis. Je vraagt je af wat er met ... aan de hand zou kunnen zijn en hebt hem of haar uitgenodigd om erover te praten.

C41 - Moeilijke thuissituatie - Eerste gesprek - Counsellen vanuit een andere rol (Leerkracht).

Cliënt: De relatie met je ouders is erg slecht. De relatie tussen je ouders onderling ook. Mogelijk gaan ze scheiden. Je oudere broer pest je. Je voelt je onzeker over alles en je cijfers dalen.

Counsellor: Je werkt als leerkracht op een school en ziet dat een leerling in de loop van de tijd steeds stiller wordt. Je hebt gevraagd of hij of zij na de les er even over wil praten.

C42 - Uitgeschakeld - Eerste gesprek - Counsellen vanuit een andere rol (Vriend).

Cliënt: Je bent altijd sportief geweest. Soms deed je 3 sporten tegelijk. Door een ongelukkige val kun je de komende jaren nauwelijks meer sporten. Je begint depressief te raken.

Counsellor: Je bent al jaren bevriend met hem of haar en ziet je vriend(in) in een zwart gat wegglijden. Je wilt er nu eens serieus over gaan praten met hem of haar.

C43 - Kanker - Eerste gesprek - Counsellen vanuit een andere rol (Winkelier).

Cliënt: Je kwam vroeger vaak in de stad om zaken te kopen, rond te kijken of om vrienden te ontmoetten. Nadat je te horen hebt gekregen dat je kanker had, had je nergens meer zin in. Waarom

iets kopen als je ieder moment dood kunt gaan? Je bent vaak ziek van de medicijnen. Je bent ondertussen gescheiden van je partner. Je wacht eigenlijk alleen maar totdat je eindelijk eens genezen bent of doodgaat. Nu zit je tussen de wal en het schip.

Counsellor: Je ziet een bekende klant in je winkel. Je had hem of haar al maanden niet meer gezien. Het valt je op dat hij of zij sterk is afgevallen en wezenloos rondloopt. Omdat het rustig is wil je kijken of je hem of haar kunt helpen. Het is toch net lunchpauze.

C44 - Helpt Counselling?

Cliënt: Je werkt in de bibliotheek en bent verliefd geworden op een klant. Je houdt van dezelfde boeken en zijn of haar uitstraling. Je weet precies wat hij of zij leest, wat je klant doet, waar die woont en ook dat hij of zij vrijgezel is. Veel kun je afleiden uit de literatuur die hij of zij iedere week komt lenen. Je wilt echter veel meer dan alleen de boeken afstempelen, maar bent te verlegen om ook maar iets te zeggen. Een vriend zei dat counselling mogelijk een optie is. Je vraagt je af hoe een counsellor kan helpen. Je hebt nu een eerste gesprek om dat uit te vinden.

C45 - Ze maken je gek.

Cliënt: Je hebt het niet zo op hulpverleners. Die zijn er voor psychisch gestoorden. En als je het niet bent, dan maken ze je wel gek. Je vader heeft ook al eens een tijdje in een inrichting gezeten en dat was hem niet goed bevallen. Een vriendje op de lagere school verdween ook zomaar in een inrichting, terwijl je altijd normaal met hem speelde en niets vreemds had gezien aan hem. Je hebt een aantal problemen waar je zelf niet uit kan komen, maar je wilt wel volledige zeggenschap over jezelf behouden. Je wilt zelf beslissen wat je doet en denkt. Voorzichtig probeer je uit te vinden of deze counsellor te vertrouwen is.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 75

C46 - Moeilijk om over te praten.

Cliënt: Je komt voor het eerst bij een counsellor. Je hebt een zwaar probleem en vindt het erg moeilijk om erover te praten. Iedere keer als je wilt zeggen wat er mis met je is, lijkt het wel alsof je keel wordt dichtgeknepen. Je kunt dan geen woord meer uitbrengen. Het lukt je wel om over andere

zaken te praten.

C47 - Stoppen met Studie.

Cliënt: Je bent student psychologie en vraagt jezelf af of je de studie moet afmaken. Je zit in het derde jaar, maar je twijfelt eraan of je het kunt halen. Het oorspronkelijke enthousiasme dat je eerst had is geheel verdwenen. Al dat psychologische gedoe staat je erg tegen. Je gaat naar de schoolcounsellor om te vragen wat het beste is dat je kunt doen.

C48 - Doorverwezen Cliënt.

Cliënt: Je bent door je huisarts naar een counsellor doorverwezen, omdat het tussen je oren zou zitten. Je gelooft het niet en denkt dat het lichamelijk is. Je gaat alleen maar om te bewijzen dat je geestelijk gezond bent.

C49 - Doorverwezen Leerling.

Cliënt: Je hebt op school gevochten en bent hiervoor naar de schoolcounsellor gestuurd. Je vindt het onzin. Je werd aangevallen en verdedigde jezelf. Hij lijkt je tijdsverspilling om er met de counsellor over te praten. Je kunt je eigen zaakjes prima opknappen. Je denkt dat de counsellor zo’n softie van je wil maken. “Hoe voelen we ons vandaag? - Yak” Je moet wel, want anders word je geschorst.

C50 - Abortus?

Cliënt: Je bent zwanger en wilt een abortus laten plegen. De huisarts wil dat je er eerst eens met een counsellor over gaat praten. Je weet al wat je wilt. Eigenlijk ook weer niet, maar je hebt geen geld voor nog een kind erbij. Als alleenstaande moeder heb je het al moeilijk genoeg met 2 kinderen. Je wilt geen vast relatie met de vader van het ongeboren kind. Je kent hem pas 4 maanden en hij is erg onbetrouwbaar. Je hebt de relatie met hem al verbroken.

C51 - Gewichtsverlies.

Cliënt: Je merkt dat je de laatste 3 maanden sterk bent afgevallen. Je bent al bij de huisarts geweest, maar zij kan niets vinden. Mogelijk dat het iets psychisch is. Je gaat naar een counsellor met de vraag

of hij of zij je kan helpen. Er zijn wat mogelijke oorzaken die in je achterhoofd spelen. Je hebt het afgelopen jaar het een en ander meegemaakt, bent wat meer gaan drinken, je hebt veel stress op je werk en er spelen nog wat zaken op het relationele vlak. Je gelooft niet dat er een verband kan zijn tussen je gewichtsverlies en die zaken. Voor de zekerheid ga je toch maar naar een counsellor.

C52 - Carrière of Kind?

Cliënt: Je hebt een topbaan en verdient lekker. Je hebt er hard voor gewerkt en na al die jaren van studeren en werken zit je in de geplande positie. Dat had je natuurlijk gevierd met je vriend die ook een fantastische baan heeft. Samen hebben jullie een aantal fantastische toekomstplannen. Helaas schijnt je wereld aan duigen te vallen door iets wat ongepland is. Je bent ongewenst zwanger geworden. Poepluiers spreken je toch al niet aan en zo’n klein handenbindertje nog minder. Je vriend gaat natuurlijk ook niet zijn baan opgeven. Het probleem is echter dat je altijd tegen abortus bent geweest. Je vond het iets voor domme ongeletterde vrouwen die zomaar zwanger raakte. Moesten ze maar de pil gebruiken. Je gebruikte de pil meestal wel, maar ergens moest er toch iets misgegaan zijn op vakantie. Abortus kan niet, kind krijgen al helemaal niet. Je voelt je niet eens moeder. Je wilt eerst nog van het leven genieten. Vol tegenstrijdige gevoelens ga je naar de counsellor.

C53 - Een manager die meer wil.

Cliënt: Je hebt intensief samengewerkt met je manager om een nieuw project op te zetten. Na afloop van een feestje nodigde die manager je uit om bij hem of haar thuis nog even wat te gaan drinken. Hoewel je er niet zoveel zin in had, stemde je toe. Bij hem of haar thuis bleek al snel dat hij of zij een oogje op je had en begon zich nogal op te dringen. (De manager is van hetzelfde geslacht als jij.) Je legde beleefd uit dat je niets voor hem of haar voelde en vluchtte weg. De volgende dag meldde je je ziek op je werk. Je schaamt je, je walgt van je manager, je voelt je bedrogen en denkt erover om .....

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 76

C54 - Leeg gat - Nieuwe activiteit?

Cliënt: Je hebt altijd fijn gewerkt en bent sinds een half jaar met pensioen. Je partner heb je drie jaar geleden verloren. Je hebt daar nog steeds veel verdriet van. Maar door je werk had je nog wat afleiding. Nu zit je hele dagen thuis. Eerst kon je je nog bezighouden, met alles opruimen, vrienden

bezoeken, wat dingetjes in de tuin doen,....... maar je begint je steeds meer te vervelen. Het hoeft allemaal niet meer zo voor je. Je raakt steeds depressiever en mensen blijven weg. Kinderen hebben jullie nooit gehad, omdat jullie niet zwanger konden raken. Je kunt daar met niemand over praten.

C55 - Geen zin om verder te leven.

Cliënt: Je bent 85 en woont in een verzorgingstehuis. Je kunt moeilijk lopen en je ogen gaan sterk achteruit. Je hebt geen familie meer en geen echte vrienden. Vroeger hield je van lezen en wandelen. Maar die zaken zijn nu erg vermoeiend. Je kunt bijna niks meer en je voelt je nutteloos. De dagen slepen zich voort en je vraagt je af waarom je nog moet leven. Bij de counsellor heb je het over de toestand in de wereld, hoe die negatiever is geworden met geweld, drugs en zondigheid. Je doet je wekelijkse beklag over het feit dat je leven zo uitzichtloos is. Eigenlijk zou je het liefst willen sterven, maar dat mag je niet wensen van de Paus.

C56 - Onverwerkt leed - Dood van je kind.

Cliënt: Je hebt drie jaar geleden een kind van 9 verloren door een verkeersongeluk. Je bent er nog steeds niet overheen. Je hebt de kinderkamer zo gehouden en bezoekt dagelijks het graf. Je voelt jezelf schuldig dat je hem of haar alleen op de fiets naar school hebt laten gaan. Je bent boos op de buschauffeur die geen voorrang gaf. Je haat de maatschappij die onveilige situaties creëert waardoor er jaarlijks vele verkeersdoden vallen. Je familie en vrienden zie je niet meer, omdat ze niet echt kunnen begrijpen wat je meemaakt. Je partner wil ook al verder met zijn of haar leven. Je gaat naar de counsellor, omdat anderen zeggen dat je er eens wat aan moet gaan doen.

C57 - Verdrongen misbruik - Fantasie? - Geaardheid.

Cliënt: Je bent een gezonde Hollandse jongen. Je bent in een warm gezin opgegroeid. Je hebt je studie afgerond, hebt nu een leuke baan en woont op jezelf. Door een documentaire op de TV kwamen er herinneringen uit het verleden naar boven. Je kunt je nu herinneren hoe een pastoor je vroeger heeft misbruikt. Je hebt er nooit met iemand over gepraat. Nu die herinnering naar boven is gekomen vraag je jezelf af waarom je dat al die tijd niet hebt geweten. Of heb je alles gedroomd, of verzonnen? Hoe zit het met je geaardheid? Ben je misschien toch homofiel? Kan dat de reden zijn dat

je nog nooit iets met een meisje hebt gehad? Vol verwarde en tegenstrijdige gevoelens beland je bij een counsellor.

C58 - Drop-out - Weggegooid leven?

Cliënt: Je bent gestopt met je studie. Het kwam er niet zo van, want je hield meer van feesten en andere sociale activiteiten. Je liet je studiebeurs nog wel doorlopen, want een uitkering zat er niet in. Studeren en werken zie je niet zitten. Je wilt wel eens iets gaan doen, maar dan moet het wel iets zijn waar je echt voor gaat. Op dit moment weet je het allemaal niet. Je vrienden heb je inmiddels uit het oog verloren, de studiebeurs is gestopt en ze zijn er achter gekomen dat je die ten onrechte hebt ontvangen en moet flink dokken. Je hebt je in de schulden gestoken, omdat je nogal vaak bij dames of heren van lichte en prettige zeden langsging om flink te experimenteren. Omdat je het leven toch al niet zag zitten deed je het regelmatig zonder condoom; dat vond je lekkerder. Op dit moment voel je jezelf een mislukkeling die al zijn kansen heeft verspeeld. Tot slot vraag je je af of je geen AIDS hebt. Je durft je niet te laten testen. Als je AIDS zou hebben, zou je misschien zelfmoord plegen.

C59 - Zwanger - Tiener.

Cliënt: Je bent een tiener (15) en zwanger geraakt op een feestje. De jongen met wie je samen was, zei dat hij hem er snel uit zou halen, maar vergat dat op het hoogtepunt. Kan ook niet aan alles tegelijk denken. Hij zei dat je waarschijnlijk toch niet zwanger zou raken, omdat de kans klein is. Je werd dat wel aangezien je menstruatie wegbleef. Je durfde steeds maar niets te doen en hoopte dat het vanzelf zou overgaan of dat je uit die nare droom zou ontwaken. Naar je huisarts durfde je niet en je ouders zouden je gelijk het huis uit sturen als ze er achter kwamen. Een zwangerschapstest die je via een vriendin kon krijgen wees uit dat je zwanger bent. Zij adviseerde je om met de schoolcounsellor te gaan praten.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 77

C60 - Treinmachinist - 3 keer zelfmoord is scheepsrecht.

Cliënt: Je bent een treinmachinist en vorige week maakte je de derde zelfmoord voor je venster mee. De eerste twee keer kon je je er nog overheen zetten. Je kreeg een soort collegiale hulp. “Het kan iedereen overkomen.” “De mensen kiezen er zelf voor.” “Maar goed dat je het niet hoeft schoon te

maken.” “Waarom maak je er geen opnames van en ga je die niet verkopen via internet?” “Jij scoort wel punten zo.” Een soort van galgenhumor, stoer doen en relativeren hielp je er iets doorheen. Je deed in ieder geval je werk. Nu weigerde je hele lichaam om naar je werk te gaan. Je meldde je ziek. Je wilt wel, maar je lichaam weigert gewoon. Je voelt gewoon dat de volgende suïcidale al weer klaar staat. Vanuit je werk krijg je 10 counselsessies aangeboden, waarna je weer aan de slag moet.

C61 - Geweld in de tram.

Cliënt: Je bent trambestuurder en vindt het werk niet meer leuk. Het werk wel, maar je klanten niet. Bepaalde lijnen en diensten zou je echt niet meer willen rijden. Je voelt je al ziek als je aan tram 9 denkt of aan nachtdiensten. Laat al die agressieve gasten maar lopen. Soms zou je gewoon willen doorrijden. Vorige week is een collega doodgestoken. Zelf word je geregeld bedreigd of vallen ze andere reizigers lastig. En dan lopen ze maar te zeiken dat je klantvriendelijk moet zijn. De laatste jaren ben je steeds meer gaan drinken om de stress de baas te worden. Roken mag je niet in de tram, maar je kunt niet de hele rit zonder, dus rook je toch. Je beoordelingen zijn slecht. Maar je vindt dat de leiding maar eens iets aan de problemen moet doen. Gewoon een grote klerenkast uit de sportschool op iedere tram of een zwaar bewapende commando. Ze kunnen beter hier de orde handhaven dan in een ver land.

C62 - Stemmen.

Cliënt: Je krijgt zaken door van hogere intelligenties. Vaak blijken die zaken te kloppen. Soms zijn het voorspellende dingen, soms zeggen stemmen wat je moet doen. Je hebt er niet om gevraagd en hebt er geen controle over. Je hebt er veel over gelezen. Of die stemmen zijn echt, of het zijn signalen vanuit je onbewuste, of je bent schizofreen. Uit angst voor veroordeling of opsluiting durf je er met niemand over te praten. Toch wil je weten wat je er nou mee moet doen. Ben je gek? Ben je helderziend? De moeilijkheid is dat die stemmen niet altijd gelijk hebben. Soms hoor je vreemde zaken. Soms blijven die dingen in je hoofd rondmalen. Eerst probeer je uit te vinden of je de counsellor kunt vertrouwen en wat hij of zij zou doen als je echt gek bent.

C63 - Helpen of verbreken vriendschap?

Cliënt: Een goede vriend van je is verslaafd geraakt aan de heroïne. Vroeger deden jullie leuke dingen samen. Lekker stappen, af en toe een blowtje. Jij ging gewoon verder met je studie, maar hij raakte helemaal aan lager wal. In het begin hielp je hem wel met geld, eten, onderdak en probeerde je met hem te praten. Je had de hoop dat hij zou genezen. Je probeerde hulp voor hem te zoeken, maar dat heeft allemaal niets opgelost. Je voelt al een tijd geen vriendschap meer voor hem en begint zijn gedrag spuugzat te worden. Je zou wel willen zeggen dat hij moet oprotten, maar je kunt hem dat niet duidelijk maken. Hij begint dan steeds weer zo zielig te doen, te zeggen dat niemand om hem geeft en dat je je vrienden niet in de steek mag laten. Nu jij het helemaal gemaakt hebt, is hij zeker te min voor je. Jullie waren van jongs af aan bloedbroeders en dat is voor eeuwig.

C64 - Doorgestuurd.

Cliënt: Je hebt een aantal sessies gehad bij een counsellor. Je probleem was blijkbaar te moeilijk voor hem en in overleg met jou en de nieuwe counsellor heeft hij je doorgestuurd. Je hebt nu de eerste sessie met je nieuwe counsellor. Je voelt er niet veel voor om weer je hele verhaal opnieuw te vertellen.

C65 - Rode oogjes en grote pupillen.

Cliënt: Je bent door een docent naar de schoolcounsellor gestuurd, omdat je volgens hem vaak stoned in zijn les zit. Hij zou dat aan je ogen kunnen zien. Volgens jou kom je aan die rode ogen, omdat je vaak tot laat in de avond aan het studeren bent of aan het gamen op internet. Je rookt wel eens wat, maar dat is alleen in het weekend en dat mag van je ouders. Je weet wel dat de docent gelijk heeft, maar komt hier niet voor uit. Het is niet zijn zaak wat je doet, nog minder van de counsellor. Freud was aan de coke en alle andere psycho’s hebben ook wel eens wat gebruikt.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 78

C66 - Vrijwilligerswerk - Geen Promotie naar een betaalde baan - Nieuwe Leidster.

Cliënt: Je doet al 5 jaar vrijwilligerswerk. Je helpt asielzoekers hun weg te vinden in Nederland. Je bent er ondertussen erg goed in geworden en de mensen zijn blij met je. Een vaste baan kun je steeds maar niet krijgen, omdat je alleen maar een M.A.V.O. diploma hebt. Om in een winkel te werken

ben je te oud, schoonmaken ben je niet dol op en fabrieken vind je stinken. Een vak leren zie je niet zitten. Waar je van baalt is dat je vorige maand een nieuwe leidster hebt gekregen, die van toeten nog blazen weet. Ze is aangenomen op haar papiertje, maar jij moet haar alles gaan uitleggen. Ze hadden beter jou op die positie kunnen zetten. Je mocht niet eens solliciteren, omdat je geen diploma’s had. Het werk gaat je steeds meer tegenstaan. Die domme trut met haar hakjes en mantelpakje.

C67 - Counselling helpt niet.

Cliënt: Je hebt net je baan verloren. Je bent overstuur. Je bent al eens naar een andere counsellor gegaan, omdat je relatie stuk liep en die counsellor heeft je toen niet goed kunnen helpen. Je hebt het idee dat counselling niet helpt.

C68 - Liever geheel opbranden dan voor de helft.

Cliënt: Je hebt erg veel last van een burnout. Je bent vaak ziek, maar je kunt het je niet veroorloven om je ziek te melden. Je kunt dan een promotie mislopen, ontslag krijgen of ze verlengen gewoon je

contract niet. Je moet zeker 50 uur per week werken en thuis ook nog veel zaken doen. Die baan heb je nodig om je huis te kunnen afbetalen en om voor je gezin te zorgen. Je ziet geen andere uitweg dan jezelf doodwerken, dan valt je tenminste niets te verwijten en lost de verzekering het huis af.

C69 - Net je vader.

Cliënt: Je hebt wat problemen op je werk. Daarvoor ben je naar een counsellor toegegaan. Je vindt dat de counsellor het goed doet en probeert zoveel mogelijk mee te werken. Hij doet je sterk denken aan je vader. Je laat aan het begin van de tweede sessie duidelijk merken hoe je op hem gesteld bent en hoe blij je bent dat je juist hem als counsellor hebt.

C70 - De counsellor is terug van vakantie.

Cliënt: Je werd al 5 maanden gecounseld. Tijdens de laatste sessie kreeg je te horen dat je counsellor 6 weken vakantie ging nemen om geheel uitgerust terug te komen. Je counsellor had het echt nodig en was al heel lang niet weggeweest. Je kreeg wat huiswerk mee en kon in noodgevallen een collega bellen. Je liep woedend de deur uit en trapte die dicht. Je komt nu op de afspraak na de vakantie. Je

bent nog steeds boos, maar je zit er ook mee dat je je zo hebt gedragen. Je vroeg je af of je wel zou gaan. Je counsellor had gelijk m.b.t. het feit dat je het zonder hem redde, maar je vond het verkeerd dat hij je zo in het diepe wierp. Hij heeft volgens jou erg onprofessioneel gehandeld.

C71 - De laatste minuut.

Cliënt: Je hebt er bijna een sessie opzitten. Je kon vrijuit jezelf exploreren en over alles wat je wilde praten. De tijd vloog om. Door iets wat de counsellor zei werd er iets getriggerd en heb je het gevoel dat je bij de kern (scheiden of niet) van je probleem bent aanbeland. Je wilt hier gelijk op doorgaan en er nog zeker een half uur aan vast plakken. Dat gaat niet, omdat de volgende klant straks aan de beurt is. Je blijft gewoon doorgaan en negeert de stopsignalen van de counsellor. Je kunt niet halverwege stoppen, zeker niet nu je op het punt van een doorbraak staat.

C72 - De super counsellor.

Cliënt: Je werd gecounseld door een hele goede counsellor. Het klikte heel goed. Jullie zaten helemaal op één lijn. Zij heeft je zo fantastisch op weg geholpen. Helaas verhuisde zij naar een ander

deel van Nederland. Bij je nieuwe counsellor begin je gelijk over hoe goed ze was en hoe ze werkte en hoe geweldig je je voelde na iedere sessie. Je spreekt de hoop uit dat deze counsellor ook zo goed werkt.

C73 - Onverwerkt Leed - Sterfdag.

Cliënt: Je partner is bijna een jaar geleden overleden. Je wordt vanwege het verlies al een 3 maanden gecounseld. De counsellor heeft je zojuist aan het feit herinnerd dat het volgende week een jaar geleden is dat je partner stierf. Je wordt boos op je counsellor. Je komt er om je beter te voelen en niet om zout in de wonde gewreven te krijgen. Je dreigt met weglopen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 79

C74 - Laatste sessie - Nog een probleem.

Cliënt: Het is de laatste sessie en het probleem waar je voor kwam is verholpen. Toch wil je doorgaan met counsellen, omdat je nog meer problemen hebt. Je bent nu aan deze counsellor gewend en wilt niet met een ander in zee gaan.

C75 - Eerste en Laatste Sessie.

Cliënt: Je bent voor het eerst bij een counsellor en je komt tot de conclusie dat je er niets aan hebt. Je wilt dat iemand je verdriet wegneemt en dat is na een uur nog niet gebeurd. Op het moment dat de counsellor een afspraak wil maken voor volgende week, zeg je dat je helemaal niets gehad hebt aan deze sessie en dat je beslist niet terug wilt komen. Je zal zeker niemand aanraden om hier langs te gaan. Je wilt niet voor deze sessie betalen, omdat je nu nog meer verdriet voelt.

C76 - Mogelijke Zelfmoord?

Cliënt: Je hebt net een sessie met je counsellor gehad en als je counsellor zegt: “tot volgende week”, geef je te kennen dat je volgende week waarschijnlijk niet meer zal leven.

C77 - Verborgen Probleem.

Cliënt: Je bent alcoholist, maar daar kom je niet voor. Er waren wat problemen op je werk en

counselling zou kunnen helpen. Vandaag kom je met een flinke kegel binnen en de counsellor vraagt zich af of het mogelijk zou zijn dat je wel eens iets drinkt. Je bent erg economisch met de waarheid. Je wordt boos als de counsellor doorvraagt. Daar kom je niet voor.

C78 - Beëindigen eerste sessie.

Cliënt: Je hebt 55 minuten gepraat over de pijn en het verdriet dat je hebt over je gehandicapte dochter.

Counsellor: Je bent je ervan bewust dat je nog maar 5 minuten hebt om het gesprek goed af te ronden.

C79 - Beëindigen eerste sessie.

Cliënt: Tijdens de sessie heb je het gehad over de slechte schoolresultaten en de ruzie die je had met je vriend(in). Op het moment ben je redelijk uitgeput van de lange dag en de sessie.

Counsellor: De sessie is bijna op z’n einde. Je ziet dat de cliënt moe is en rond de sessie af.

C80 - Beëindigen eerste sessie.

Cliënt: Je hebt je woede verkend en begint te begrijpen waar die vandaan komt. Je wilt vanaf maandag 3 sessies per week om er aan te werken.

Counsellor: Het is tijd, de volgende cliënt is er al. Rond de sessie goed en snel af.

C81 - Beëindigen van een sessie.

Cliënt: Je hebt je onzekerheid en je gevoelens van eenzaamheid verkend. De tijd van de sessie is om. Je gaat door met vragen stellen over counselling als de counsellor probeert de sessie te beëindigen.

Counsellor: Je probeert de sessie te beëindigen.

C82 - Beëindigen van een sessie.

Cliënt: Je hebt al veel verteld, maar tegen het einde van de sessie kom je pas tot de kern. De counsellor wil stoppen omdat het tijd is, maar jij wilt echter doorgaan, omdat je het gevoel hebt een doorbraak mee te maken.

Counsellor: Je probeert de sessie te beëindigen, omdat het tijd is.

C83 - Beëindigen van een sessie.

Cliënt: Het ging tijdens de sessie goed, je kon veel vertellen en je voelde je prima. Op het moment dat de counsellor de sessie wil afronden barst je in huilen uit en komen er nare gevoelens naar boven.

Counsellor: Je rond de sessie af, omdat het tijd is. Straks ga je met je zoontje naar zwemles. Je hebt nog 5 minuten.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 80

C84 - Beëindigen van een sessie.

Cliënt: Je legt flink beslag op de counsellor. Je domineert het gesprek en op het einde vertel je dat je gisteren dakloos geworden bent en zonder geld zit. Je wilt weten of de counsellor je kan helpen.

Counsellor: Je rond de sessie af. Over 5 minuten word je ergens anders verwacht.

C85 - Beëindigen van een sessie.

Cliënt: Je komt nu al 2 maanden bij de counsellor. Tegen het einde van deze sessie zeg je tegen je counsellor: “Het is gewoon niet eerlijk. Iedereen heeft vrienden en familie en nu moet ik weer een week wachten totdat ik je weer zie. Ik kan niet meer tegen die eenzaamheid. Ik wil je over 2 dagen weer zien. Als je echt zo empathisch zou zijn, dan kun je dat toch wel begrijpen. Maar voor jou is het alleen maar een baan. Ik zit ieder uur met mijn eenzaamheid.”

Counsellor: Je rond de sessie af. Over 4 minuten komt de volgende cliënt.

C86 - Beëindigen van een counsellingsrelatie.

Cliënt: Je hebt gesproken over de ruzie die je hebt met je ouders, je schoolresultaten en na 6 sessies heb je met je ouders afgesproken dat ze een kamer voor je huren. Je kunt nu zonder counsellor verder.

C87 - Beëindigen van een counsellingsrelatie.

Cliënt: Je bent in het verleden seksueel misbruikt door je vader. Je had er moeite mee om mensen te vertrouwen. Je bent nu een jaar gecounseld en voelt je een stuk zelfverzekerder. Je hebt het gevoel dat je nu zonder counselling verder kunt.

C88 - Beëindigen van een counsellingsrelatie.

Cliënt: Je voelde je schuldig over een aanrijding die je had veroorzaakt. Na 3 maanden durf je weer auto te rijden en kun je beter met je schuldgevoelens omgaan. Je gelooft dat je kunt stoppen met counselling.

C89 - Beëindigen van een counsellingsrelatie.

Cliënt: Je bent nu 3 keer gecounseld en hebt het gevoel dat je niet veel verder komt. Je zit niet op dezelfde golflengte als de counsellor. Je had nog 2 sessies staan, maar vindt dat een verspilling van tijd en geld.

C90 - Beëindigen van een counsellingsrelatie.

Cliënt: Je hebt een half jaar voor je zoon gezorgd toen hij leed aan een ernstige ziekte. Daarna is hij overleden. Je bent 4 maanden lang gecounseld en het gaat al wat beter met je. Je vertelt de counsellor dat je man vindt dat je geen counselling meer nodig hebt.

C91 - Beëindigen van een counsellingsrelatie.

Cliënt: Je vriend(in) ging er met een ander vandoor. Je eerste counsellor overleed na een aantal sessies. Bij je tweede counsellor ben je een heel eind gekomen, maar je kunt een nieuwe baan krijgen in een ander deel van Nederland. Je zou ook van deze counsellor afscheid moeten nemen. Het leven lijkt we een constante verlieservaring. Misschien moet je de nieuwe baan maar niet nemen?

C92 - Beëindigen van een counsellingsrelatie.

Cliënt: Je hebt al veel gevoelens verkend en je kunt ze nu een plaats geven. Waar je nog mee zit is het gevoel van jaloezie. Je hebt net van je counsellor te horen gekregen dat ze over een maand stopt met haar praktijk, omdat ze zwanger is en een jaar vrij wil nemen. Je voelt de oude gevoelens

(eenzaamheid, in de steekgelaten worden, afwijzing) weer naar boven komen en bent jaloers op de aandacht die haar kind straks gaat krijgen.

C93 - Beëindigen van een counsellingsrelatie.

Cliënt: Je broer was 8 jaar geleden overleden. Een half jaar geleden zocht je hiervoor de hulp van een counsellor. Je had toen gepland om na 6 maanden te stoppen met counselling. Nu het einde nadert voel je heftige gevoelens van verdriet en isolatie weer opkomen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 81

C94 - Beëindigen van een counsellingsrelatie.

Cliënt: Je komt bij je schoolcounsellor voor examenvrees. Gisteravond werd je door je ouders uit huis gezet. Je vraagt je af of je counsellor je kan helpen om een woonruimte te vinden. Je counsellor wil je doorverwijzen naar een gespecialiseerde counsellor die meer ervaring heeft op dat gebied. Jij

wilt dat niet, omdat je nu een goede relatie hebt met je schoolcounsellor en hem of haar volledig vertrouwt. Je wilt niet weer helemaal opnieuw beginnen.

C95 - Beëindigen van een counsellingsrelatie.

Counsellor: Je counselt een echtpaar. Je hebt ze geholpen om beter met elkaar te communiceren en te werken aan hun relatie. De man wil stoppen, omdat hij vindt dat hun probleem al voor een groot deel is opgelost. De vrouw wil doorgaan, omdat ze nog wat dingetjes ziet om aan te werken. Volgens de man kunnen ze dat ook zonder counsellor.

C96 - Beëindigen van een counsellingsrelatie.

Counsellor: Je counselt je cliënt al 3 maanden. Hoewel hij of zij voor iedere sessie betaalt, zegt hij of zij de helft van de sessies net voor ze aanvangen af. Dan is er dit, dan is er dat. Je hebt al uitgelegd hoe belangrijk het is om iedere keer te komen. Vorige week was hij of zij er weer niet. Je hebt het gevoel niet veel verder te komen met deze cliënt, omdat hij of zij zowel tijdens de sessies als erbuiten

steeds alles probeert te ontlopen. De hele wereld is overal schuldig aan, maar ook na confrontaties blijft hij of zij doorgaan met z’n gedrag. Na overleg met je supervisor heb je besloten om hem of haar door te verwijzen, omdat je waarschijnlijk niet de benodigde hulp kunt bieden.

C97 - Beëindigen van een counsellingsrelatie.

Counsellor: Je counselt een cliënt die problemen heeft met haar huwelijk. Na 10 sessies vertelt ze over vreselijke nachtmerries waarin ze als kind verkracht wordt door haar oom. Ze kan zich daar vaag wat van herinneren. Je bent niet geschoold op het gebied van seksueel misbruik en dient haar daarvoor door te verwijzen.

Cliënt: Je kunt moeilijk iemand anders in vertrouwen nemen. Het duurde je 10 sessies voordat je deze counsellor het toe durfde te vertrouwen. Je wilt niet weer opnieuw beginnen bij een ander.

C98 - Beëindigen van een counsellingsrelatie.

Counsellor: Je counselt een cliënt en het lijkt erop dat je niet veel verder komt. Je gaat steeds meer opzien tegen de sessies. Je krijgt al een vervelend gevoel als de afspraak nadert. Je hebt het met je

supervisor besproken.

C99 - Doorverwijzen van een nieuwe cliënt.

Counsellor: Je hebt 6 maanden geleden één van je ouders verloren. Je hebt het zo goed als het kon verwerkt. Een nieuwe cliënt blijkt zijn of haar partner te hebben verloren. Als je cliënt daar over begint, komen bij jou weer de gevoelens van verlies en verdriet naar boven. Je wilt je cliënt doorverwijzen, omdat je eigen gevoelens te veel in de weg staan.

C100 - Doorverwijzen van een nieuwe cliënt.

Counsellor: Na twee sessies blijkt je cliënt een drankprobleem te hebben. Je eigen broer is door zijn alcoholgebruik gestorven. Je kunt je cliënt niet verder helpen, omdat blijkt dat het alcoholprobleem de oorzaak is van andere problemen waarmee hij of zij in de eerste instantie mee kwam. Je wilt hem of haar doorverwijzen, maar je cliënt wil daar niets van weten, aangezien hij of zij het drankgebruik niet als een groot probleem ziet. Je herkent veel gedragspatronen die je broer ook had.

C101 - Doorverwijzen van een nieuwe cliënt.

Counsellor: Je cliënt blijkt vreemd te gaan en zich af te vragen of hij zal gaan scheiden om bij zijn nieuwe vlam te gaan wonen. Je eigen partner heeft je een paar maanden geleden voor een ander verlaten. Je merkt dat je gevoelens van walging en woede voor je cliënt gaat krijgen. Je besluit om je cliënt door te verwijzen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 82

C102 - Doorverwijzen - Geheimhouding?

Counsellor: Na 6 sessies blijkt je cliënt (23) seks te hebben gehad met een minderjarige (15). Je kunt door dit gegeven niet meer met je cliënt verder werken en wilt hem doorverwijzen. Met je supervisor heb je overlegd hoe je het beste kunt handelen. Hoe staat het met je geheimhouding en je

aangifteplicht?

C103 - Ander soort counselling.

Counsellor: Je counselt een cliënt en het blijkt dat het beter zou zijn als je cliënt met zijn of haar partner relatiecounselling zou gaan doen. Verwijs door naar een collega die daarin is gespecialiseerd.

C104 - Doorverwijzen - Einde nog niet in zicht?

Counsellor: Je werkt als bedrijfscounsellor en er is een limiet van 10 sessies per cliënt. Je counselt iemand die bang is dat ze weer last krijgt van eetstoornissen. Je zit aan de 9de sessie en je begint te vermoeden dat ze in het verleden seksueel misbruikt is geweest.

C105 - Doorverwezen - i.v.m. Pensioen.

Cliënt: Je counsellor is met pensioen gegaan en hij heeft je doorverwezen naar een collega die zijn praktijk overneemt. Je dossier heeft hij met jouw toestemming overgedragen. Je bent vandaag voor

het eerst bij je nieuwe counsellor. Je zit nog wel met het gevoel dat je liever met de meer ervaren counsellor was doorgegaan, dan een groentje die jonger is dan jij bent. Hoe kan iemand met zo weinig levenservaring jouw problemen nou begrijpen?

C106 - Doorverwezen - i.v.m. zelfdoding counsellor.

Cliënt: Je was niet de vrolijkste cliënt en je had het met je counsellor wel eens over je depressieve gevoelens. Je dacht wel eens aan zelfdoding, maar had het er niet over. Vorige week heeft je counsellor zichzelf omgebracht. Je bent helemaal van de kaart, als counsellors zichzelf niet in de hand hebben, wie dan wel? Van alles spookt er door je hoofd. Je voelt je ook schuldig. Misschien ving hij jouw gedachten en emoties op en maakte er toen een einde aan?

C107 - Doorverwezen - i.v.m. Ziekte counsellor.

Cliënt: Je had net je 5de sessie gehad toen je hoorde dat je counsellor plotseling in het ziekenhuis moest worden opgenomen. Het was moeilijk te zeggen hoe lang het zou duren voordat zij weer kon werken. Mogelijk zou het maanden duren. Je kreeg een lijst met adressen van counsellors die je

verder zouden kunnen helpen en belt er nu eentje op om uit te vinden of hij of zij je verder kan helpen.

C108 - Doorverwezen - i.v.m. verliefdheid counsellor.

Counsellor: Een collega counsellor heeft een cliënt naar je doorverwezen, omdat hij of zij verliefd begon te worden op zijn of haar cliënt. De cliënt weet dat niet. De counsellor heeft gezegd dat een collega meer competent is op het gebied van het probleem.

Cliënt: Je vond het vreemd dat je bent doorverwezen. Het ging eigenlijk best goed en jullie zijn al een heel eind gekomen. Nu moet je weer opnieuw beginnen. Mogelijk weet de nieuwe counsellor de reden. Dat is belangrijk voor je om te weten.

C109 - Doorverwezen - i.v.m. onethische counsellor.

Counsellor: Een counsellor heeft zich onethisch gedragen en kan moeilijk doorgaan met zijn of haar cliënt. (De cliënt kwam hem of haar in beschonken toestand in de kroeg tegen en....) Jij mag verder gaan met deze cliënt.

Cliënt: Je vertrouwen in de mensheid en nu ook in counsellors is flink gedaald. Je wilt nu zeker zijn dat deze counsellor een goede is en geen zuipschuit of iets anders. Kan hij of zij bewijzen dat hij of zij te vertrouwen is. De ander had ook een mooi verhaal, maar de praktijk bleek anders.

C110 - Grenzen - Tiener - Geheimhouding.

Counsellor: Je counselt een 16-jarige. Een ouder komt bij je langs en wil weten wat er allemaal besproken is. De ouder maakt zich zorgen om zijn of haar zoon. De jongen heeft je het een en ander verteld over zijn drugsgebruik (wiet) en een weggelopen vriendin. Ook dat zijn relatie met zijn ouders niet erg goed is. Hij vond zijn ouders erg controlerend en overbezorgd.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 83

C111 - Grenzen - Doorgeven bericht.

Cliënt: Je werd samen met je man gecounseld. Uiteindelijk besloten jullie toch uit elkaar te gaan. Je ex-man heeft zijn nieuwe adres niet aan je doorgegeven. Je man wilde een nieuw leven opbouwen en dat lukt beter zonder jou erbij. Hoewel jullie beide wilde scheiden, omdat het toch niets zou worden,

had je wel een claimgedrag en kreeg je vaak de neiging om het weer te proberen. Jullie hadden vrij lang een knipperlichtrelatie, wat uiteindelijk niets opleverde. De counsellor weet zijn nieuwe adres wel. Je blijkt zwanger te zijn en wilt dat de counsellor dat aan hem doorgeeft.

C112 - Grenzen - Goed woordje voor iemand doen.

Counsellor: Je counselde een tiener die verleden jaar geld en sieraden van zijn ouders stal. Hij had toen een moeilijke periode, omdat zijn ouders wilden gaan scheiden. Hij had hiervan niets uitgegeven en gaf het uiteindelijk terug. Vorige week bleek er 30 Euro op zijn werk te zijn verdwenen. Zijn baas verdenkt hem van diefstal en wil hem ontslaan. Zijn baas is op de hoogte van de moeilijke periode die hij vorig jaar had. De tiener komt nu bij je met het verzoek om met zijn baas te gaan praten, zodat hij zijn baan kan behouden.

C113 - Grenzen - Slaapplaats zoeken, aanbieden.

Cliënt: Je bent bij je ouders weggelopen. Ze mishandelden je en je wilt beslist niet naar ze terug. Je

hebt vannacht buiten geslapen en weet eigenlijk niet waar je heen kunt. De sociale diensten willen je niet helpen en de politie zegt niets te kunnen doen. Er wordt gesuggereerd dat het aan jou ligt en dat je maar gewoon naar je ouders terug moet. Je zou liever zelfmoord plegen dan dat. Je vraagt aan je counsellor of hij of zij je kan helpen aan een slaapplaats. Mogelijk een schuurtje of zijn of haar praktijkkamer. Die gebruikt hij of zij ‘s nachts toch niet.

C114 - Grenzen - Fraude.

Cliënt: Je werkt bij een bedrijf en hebt de bewijzen in handen van een grote fraude van je baas. Het blijkt dat je baas voor meer dan 10.000 Euro heeft gefraudeerd. Uit angst voor je baan durf je hem niet aan te geven. Je vraagt aan je counsellor of hij de gegevens die jij hebt verzameld kan doorspelen aan de juiste personen.

C115 - Grenzen - Discriminatie.

Cliënt: Je vertelt aan je nieuwe counsellor hoe slecht je vorige counsellor was. Hij is gewoon een racist. Vaak maakte hij racistische opmerkingen tijdens de counselsessies. Je wilt dat je nieuwe

counsellor daar iets aan gaat doen. Naast racist is hij ook een seksist en counselt hij maar matig. Hij is een schande voor de beroepsgroep.

C116 - Grenzen - Mishandeling.

Cliënt: Je bent een alleenstaande ouder. Je bent depressief, boos en hebt af en toe een baantje. Je hebt ook de zorg voor een 5-jarig meisje. Je dochter loopt vaak te zeuren en af en toe heb je het niet meer. Je houdt wel van haar maar soms ben je dat gejengel helemaal zat en geef je haar een paar flinke meppen. Je wilt het niet doen, en daarna schaam je jezelf er voor, maar je kunt het niet helpen.

Counsellor: Je counselt deze vrouw al enige maanden. Toen je haar thuis opzocht zag je haar dochter. Die zat helemaal onder de blauwe plekken en schrammen. De dochter gedroeg zich erg angstig en zag er flink verwaarloosd uit.

C117 - Grenzen - Diefstal.

Cliënt: Je bent een tbs-er die weer terug mag keren in de maatschappij. Je hebt in het verleden iemand neergestoken, maar je straf en behandeling zitten er bijna op. Je krijgt af en toe verlof om

alvast te wennen aan een uitzendbaan. Je biecht bij je counsellor op dat je geld hebt gestolen, omdat je wiet wou kopen. Je wilt dat hij dat niet aan de kliniek doorverteld, omdat je anders weer minder vrijheden krijgt. Je belooft om het terug te betalen.

C118 - Grenzen - Niet komen opdagen.

Counsellor: Je counselt een tbs-er die weer terug mag keren in de maatschappij. In het verleden had hij iemand neergestoken, maar zijn straf en behandeling zitten er bijna op. Tijdens zijn verlof counsel je hem. Vandaag komt hij niet opdagen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 84

C119 - Grenzen - Zelfdoding.

Cliënt: Door een ongeneselijke ziekte heb je al jaren last van chronische pijnen. Je dreigt uiteindelijk verlamd te raken. Na lang wikken en wegen heb je besloten om een einde te maken aan je leven en vertelt dat aan je counsellor. Dat doe je om de relatie goed af te ronden.

C120 - Grenzen - Ongeluk.

Cliënt: Je vriend(in) heeft je na 5 jaar gedumpt voor een ander. Je bent er helemaal kapot van. Je hebt alles geprobeerd om hem of haar terug te krijgen. Niets lukte. Vandaag kom je bij de counsellor op het idee om de rivaal per ongeluk aan te rijden, maar je hebt ook gelezen dat er gifsoorten gebruikt kunnen worden die moeilijk terug te vinden zijn. Dat is mogelijk de enige manier om je partner terug te krijgen. Je ziet er weer een stuk hoopvoller uit.

C121 - Grenzen - Euthanasie.

Cliënt: Je partner is langdurig (ongeneeslijk) ziek en zijn of haar gezondheid wordt steeds minder. De pijn wordt met morfine dragelijk gehouden. Het is een kwestie van tijd voordat je partner sterft. Nu is het niet meer mogelijk om met je partner te communiceren. Maanden geleden had je al met je partner afgesproken, dat als het zo ver zou komen, je aan euthanasie zou doen. Je verzocht de arts hierom, maar hij wil niet meewerken. Je besluit om het zelf te gaan doen, maar bent bang voor de

mogelijke gevolgen. Voor je er toe over gaat bespreek je het eerst met je counsellor. Mogelijk heeft hij of zij nog tips voor je.

C122 - Grenzen - Wraak.

Cliënt: Je dochter was seksueel misbruikt door haar oom. Na 4 jaar TBS is die meneer weer vrijgekomen. Hij belde je op om te zeggen dat hij genezen is en je wil zien om zijn excuses aan te bieden. Je hebt het hem niet vergeven en vindt dat ze die smeerlappen voor eeuwig moeten opsluiten of om z’n minst de doodstraf geven of zonder verdoving castreren. 4 jaar is veel te weinig voor het verpesten van het leven van je dochter. Je kunt het niet verkroppen dat hij het lef heeft om je weer lastig te vallen. Je wordt al vrij lang gecounseld door je counsellor en vraagt je af hoe je zo’n kerel het beste uit de weg kunt laten ruimen. Mogelijk kun je iemand inhuren, geld speelt geen rol. Er zijn genoeg specialisten op dat gebied. Voor een paar duizend Euro kom je een heel eind. Je weet alleen niet hoe je die kunt benaderen en welke te vertrouwen zijn. Zelf wil je het ook wel doen, maar je bent bang dat het mislukt, of dat je gepakt wordt.

C123 - Grenzen - Ongeluk.

Cliënt: Je hebt vorige maand per ongeluk iemand aangereden. Je schrok zo dat je doorreed. Je had 3 glazen bier op en bent voor je beroep afhankelijk van je rijbewijs. Je hebt nooit een ongeluk veroorzaakt en het zal ook nooit meer gebeuren. Je hebt vreselijke spijt en vraagt je af hoe het kon gebeuren. Je baalt er ook van dat je bent doorgereden. Je wilt in het reine komen met je geweten. Je biecht alles op bij een counsellor. Jezelf aangeven is voor jou geen optie, omdat het leven van de dode niet terugkomt en jouw vrouw en kinderen afhankelijk zijn van jou als kostwinner. Als je je baan verliest en eventueel in de gevangenis komt, dan is het leven van hen ook verpest. Wat kun je doen om met je geweten in het reine te komen en niet nog meer slachtoffers te maken?

C124 - Grenzen - Geldgebrek.

Cliënt: Je hebt een maand geleden je ontslag gekregen. Je hebt altijd gewerkt en hoopt weer snel een baan te krijgen. Je vindt het een vernedering om een uitkering aan te vragen. Je was er al mee begonnen, maar toen je bij de uitkerende instantie was, moest je meer dan een uur wachten en ben je weggegaan voordat je aan de beurt was. Je wilt liever je eigen geld verdienen, dan je handje

ophouden. Je hebt nu het vierde gesprek met je counsellor en op dit moment is je geld op. De andere 3 sessies had je wel betaald. Je vraagt aan je counsellor of je mag betalen als je weer werk hebt.

C125 - Grenzen - Geldgebrek.

Cliënt: Je kunt de baan van je leven krijgen, alleen je hebt geen geld om een net pak te kopen die je bij het sollicitatiegesprek nodig hebt. Je oude pak is iets versleten en uit de mode. Je vraagt aan je counsellor of hij of zij je 300 Euro kan lenen. Je belooft dat hij of zij het volgende week terug krijgt, omdat je het dan van je broer kunt lenen. Je wilt alles contractueel vast laten leggen en bent betrouwbaar. Je belooft dat je counsellor zelfs 350 terug kan krijgen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 85

C126 - Grenzen - Bloemen - Te laat met betalen.

Cliënt: Je brengt regelmatig een bos bloemen mee voor je counsellor. Je bent wel regelmatig te laat met betalen. Iedere keer heb je een goede reden waarom je niet meteen kunt betalen.

C127 - Grenzen - Envelop.

Cliënt: Je wordt gecounseld door een student counsellor. Je hebt 9 sessies gehad en dit is je laatste sessie. Je bent erg goed geholpen. Je hebt met je counsellor afgesproken dat de sessies Pro Deo waren. Je geeft je counsellor aan het einde van de laatste sessie een envelop met 200,- Euro. Je hebt het niet breed, maar je bent zo dankbaar dat je geholpen bent. Die hulp was eigenlijk onbetaalbaar.

C128 - Grenzen - Vriendschap.

Cliënt: Je kwam een half jaar geleden bij je counsellor, omdat je wat problemen had met je partner. De prik was een beetje uit jullie relatie. Je counsellor heeft je goed op weg geholpen en jullie huwelijk bruist weer, zo goed als het kan. Met je counsellor heb je ondertussen een goede band gekregen. Jullie zijn beide dol op zeilen. Jij hebt een gloednieuwe zeilboot gekocht en vraagt of je counsellor samen met zijn of haar partner zin heeft in een tochtje met jou en je partner. Na de laatste sessie zie je geen ethische problemen.

C129 - Grenzen - Verliefdheid.

Cliënt: Je bent verliefd geworden op je counsellor en hebt het gevoel dat hij of zij dat ook op jou is. Je weet dat counsellors niets met hun cliënten mogen beginnen en hebt voor je probleem (bindingsangst) een andere counsellor gezocht. Vandaag ga je je counsellor vertellen dat het je laatste sessie is en je wilt met hem of haar buiten de sessie afspreken, om elkaar op een andere manier te leren kennen. Je wilt best wachten tot na de ethische “bekoelingsperiode” van een maand, want wat is nou een maand op levenslang geluk?

C130 - Grenzen - Informatie.

Cliënt: Je bent de partner van iemand die deze counsellor heeft gecounseld. Je partner heeft je verlaten en de counsellor weet waar je partner woont. Je probeert het adres van je partner te krijgen via de counsellor. Je haalt alles uit de kast om er achter te komen waar je ex woont.

C131 - Verlies - Portemonnee.

Cliënt: Je hebt je portemonnee verloren. Naast een paar honderd Euro zat er ook de foto in van je eerste vriend(in). Het is al 3 jaar uit, maar je bent nog steeds verliefd en hoopt dat hij of zij zal terug komen. Gewoon wensen en positief denken. Zonder die foto lijkt het wel een stuk moeilijker.

C132 - Verlies - Carrière.

Cliënt: Na een aantal waarschuwingen ben je definitief van de universiteit gestuurd. Je wilde psycholoog worden, maar in het eerste jaar heb je het te bont gemaakt. Je dacht dat alles heel vrij was, maar blijkbaar waren ze redelijk burgerlijk op die universiteit. Ze stonden gewoon niet open voor nieuwe ideeën en wat experimenten. Jij vond het echter cool om een webcam op de dames docenten wc te plaatsen, zodat de rest van de klas kon zien hoe hun “juf” haar plas deed. Het ging je niet om het seksuele aspect, maar juist om de psychologische effecten die het had op de klas en de dame in kwestie. Serieus onderzoek leek je leuker dan de droge theorieën van dode lui die niet eens een pc hebben meegemaakt.

C133 - Verlies - Been.

Cliënt: Je hebt een jaar geleden je been verloren door een auto-ongeluk. Je kunt het verlies moeilijk

accepteren en hebt een hekel aan die prothese. Je kunt je been niet meer terugkrijgen, maar zonder je been voel je je maar een half mens.

C134 - Verlies - Moeder.

Cliënt: Je was erg gehecht aan je moeder. Na een langdurig ziekbed, waarbij je haar verpleegd hebt is ze uiteindelijk overleden. Na alles geregeld te hebben had je pas tijd om je verdriet onder ogen te komen. Je kunt het niet verdragen dat ze er niet meer is. De hele dag denk je aan haar, alles doet je aan haar denken. Je hebt je 2 maanden geleden al ziek gemeld en men wil dat je weer aan het werk gaat. Je bent er nog niet aan toe. Je hebt geen zin in eten en vraagt je af wat de zin is van het leven.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 86

C135 - Verlies - Geadopteerde Dochter.

Cliënt: Samen met je partner heb je 14 jaar geleden een meisje geadopteerd. Jullie konden geen kinderen krijgen. Het leek je een goed idee om iemand zonder ouders te helpen hier een goed leven op te bouwen. Het meisje kon moeilijk aarden, maar met veel moeilijkheden is ze hier toch redelijk

opgegroeid. Het laatste jaar hebben jullie vaak onenigheid gehad. Ze toont niet echt veel dankbaarheid naar jullie als ouder en doet waar ze zelf zin in heeft. Je wilt niet dat ze aan de drugs gaat en stelt duidelijke grenzen m.b.t. haar uitgaansgedrag. Na de laatste ruzie is ze stiekem weggelopen en jullie hebben al 3 weken niets meer van haar gehoord. Je voelt je schuldig, verward, verdrietig en maakt je ongerust. Met je partner heb je ook al ruzie gekregen over hoe je haar hebt opgevoed. Hij zou alles anders gedaan hebben. Mogelijk gaan jullie scheiden. Overstuur kom je bij de counsellor.

C136 - Komend Verlies.

Cliënt: Je hebt borstkanker en het is nodig om 1 borst te verwijderen. Je ziet erg tegen het verlies van je vrouwelijkheid op. Zal je man je nog aantrekkelijk vinden? Hoe zullen de mensen op straat op je reageren. Hoe moet het als je gaat zonnen? Zal de operatie succesvol zijn, of komt het terug?

C137 - Verloren Mannelijkheid.

Cliënt: Na 2 kinderen had je met je vrouw besloten om jezelf te laten castreren. Dat scheelt in pilgebruik. Twee jaar later was je gescheiden van je vrouw en kinderen. Die zie je nauwelijks. Later heb je een fijne vriendin gekregen en jullie willen bijna trouwen en,...... kinderen krijgen. Je wilt ook graag kinderen, maar je kunt het niet. Ze houdt veel van je, maar wil toch kinderen van zichzelf. Jij kunt niet accepteren dat ze straks een zaaddonor gaat gebruiken. Je wilt een kind van eigen vlees en bloed en niet een koekoekskind. Je weet wel dat er weinig opties zijn en je baalt dat je geen zaad meer kunt maken en je niets in de diepvries hebt liggen. Het begint ondertussen een conflict tussen jullie te worden.

C138 - Verloren Woonplaatsen - Vrienden - Jeugd.

Cliënt: Je bent 14 en hebt er ondertussen schoon genoeg van om steeds maar je ouders achterna te reizen. Je vader heeft een verantwoordelijke baan en verkast ieder jaar met zijn gezin naar een ander land om aldaar weer een project op te zetten. Materieel ontbreekt het je aan niets. De mooiste huizen, de beste scholen en genoeg geld, maar innerlijk voel je je een vreemdeling op een onbekende planeet. Je wilt geen echte vriendschappen meer aangaan als je die toch weer moet verbreken en die

alleen via internet kunt onderhouden. Je wilt net als andere kinderen een vaste woonplaats, met echte vrienden. Je bent boos om alles wat je ouders je hebben ontnomen; een normale jeugd.

C139 - Verloren Moeder - Stiefmoeder.

Cliënt: Je bent 15 en je vader was gescheiden toen je 12 was. Je koos ervoor om bij je vader te blijven, omdat je moeder verslaafd was aan de drank. Eigenlijk werd je in die keuze gemanoeuvreerd. Je vader had ook geen echte keuze en zat met jullie opgescheept. Je broer is al het huis uit. Vorige maand nam je vader een vriendin mee, om haar aan jullie voor te stellen. Je wist al gelijk dat jij en zij nooit goede vrienden zouden worden. Je haat haar, hoe ze doet, hoe ze eruit ziet, zo truttig. Ze gaat zelfs naar de kerk. Je vader is blijkbaar waanzinnig verliefd op haar. Hij kuste haar zelfs voor je neus. Yak. Je echte moeder is dan wel een zuipschuit, maar niet zo’n onechte trut.

C140 - Verloren Partner.

Cliënt: Je partner zat bij de blauwhelmen en kwam na een halfjaar terug. Na de eerste feesten en blijheid bleek hij of zij totaal veranderd te zijn. Na een maand vraag je je af of het ooit nog goed komt. Niet dat je partner gekke dingen doet, maar hij of zij is een totaal ander mens. Je vraagt je af wat daar allemaal is gebeurd. Je partner en de legerleiding zeggen er niet veel over. Je denkt erover om te gaan scheiden. Je partner wil er niets van weten en zegt tijd nodig te hebben, maar je ziet geen verbetering. Gisteravond schold hij of zij je helemaal verrot om niets.

C141 - Verloren Zoon.

Cliënt: Je zoon is aan de universiteit gaan studeren en woont aldaar op kamers. Je hebt er problemen mee dat je niet meer voor hem kunt zorgen. Je denk erover om dichterbij te gaan wonen, maar dat wil hij niet. Je voelt je verstoten. Tegelijkertijd moet je zijn studie betalen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 87

C142 - Verloren Scholing en Werk.

Cliënt: Je bent op zeer jonge leeftijd gaan werken en hebt nauwelijks scholing gehad. Door een fusie ben je overbodig geworden en op straat gezet. Je vindt dat onrechtvaardig, want je hebt meegeholpen om dat bedrijf op te bouwen. Je bent van mening dat als je vroeger maar naar school had kunnen/

mogen gaan, je dan directeur van dat bedrijf had kunnen zijn. Je moest de kost verdienen voor je ouders, broers en zussen. Je broer heeft het door zijn studie, (die jij in feite hebt betaald), wel ver geschopt. Je wordt door de familie gezien als de dommerik; iemand die niet kan studeren. Maar je hebt gewoon nooit de kans gehad. Je had je baan waar je trots op kon zijn, maar die is nu weggevallen, heb je niets meer. Je bent je gevoel voor eigenwaarde kwijt en veel oud zeer komt naar boven.

C143 - Verloren Partner.

Cliënt: Je hebt een half jaar een knipperlichtrelatie gehad. Eigenlijk pasten jullie niet bij elkaar, maar konden ook weer niet zonder elkaar. Je partner heeft nu een baan in het buitenland en jullie zien elkaar niet meer. Je partner mailde je dat hij of zij het ware geluk bij een ander heeft gevonden. Je wenste je partner veel geluk, maar loopt er wel stevig van te balen. Je had lange tijd het gevoel dat het best nog wat zou kunnen worden.

C144 - Rouw - Administratie.

Cliënt: Je partner is een half jaar geleden overleden. Je hebt moeite om daar overheen te komen. Hij of Zij deed altijd de administratie. Voor jou is het moeilijk om dat op te pakken. Je weet niet hoe de giro werkt, wat je wel of wat je niet moet betalen. Je weet niet eens welke rekeningen al betaald zijn. Er komen aanmaningen binnen voor zaken die je niet kunt thuisbrengen en van computers en creditcards weet je al helemaal niets. Je komt er gewoon niet uit.

C145 - Rouw - Erover praten.

Cliënt: Je bent 16 en je vader is een paar weken geleden gestorven aan kanker. Je wilt er met niemand over praten. Op school zit je voor je uit te staren.

C146 - Rouw - Uitgaan.

Cliënt: Je bent 18 en je moeder is een paar maanden geleden aan een hartaanval overleden. Zowel jezelf, als je vader en zus hebben veel verdriet. Je wilt je oude leven weer oppakken (uitgaan), maar voelt dat dat niet gepast is. Je voelt je al schuldig bij de gedachte eraan. Je kunt het niet maken om

dronken thuis te komen. Je bent niet in een feeststemming. Je hebt je vrienden al een paar maanden aan het lijntje gehouden. Je bent bang sociaal geïsoleerd te raken. Op school heeft iedereen lol en veel leuke verhalen, maar alles lijkt langs je heen te gaan, alsof je een buitenstaander bent.

C147 - Rouw - Geen tijd voor verwerking - Uitputting.

Cliënt: Je bent 3 maanden geleden weduwe of weduwnaar geworden. Je hebt de zorg voor 3 kinderen van 5, 7 en 9 jaar. Je doet het huishouden en werkt voor 35 uur per week. Op je werk heb je geen tijd en mogelijkheid om je verdriet te verwerken, je draait gewoon een knop om. Thuis wil je je voor je kinderen groot houden, ze hebben het al moeilijk genoeg. Maar als je ‘s nachts alleen in bed ligt huil je jezelf in slaap om de volgende dag weer doodmoe wakker te worden. Je bent de uitputting nabij.

C148 - Rouw - Verloren Dochter en je Partner heeft geen tijd.

Cliënt: Je hebt 3 maanden geleden je dochter (8) verloren door een verkeersongeluk. De dader is doorgereden en niet gepakt. Je hebt het gevoel dat je er alleen voorstaan met je verdriet. Je bent boos

op je partner, omdat die zichzelf begraaft in het werk en er niet met je over wil praten. Je partner staat op het standpunt dat jullie dochter niet terugkomt door erover te praten. Hij of Zij wil liever meteen een ander kind, voor jullie geen kinderen meer kunnen krijgen.

C149 - Rouw - Buurvrouw.

Cliënt: Je buurvrouw is haar man verloren. Sindsdien is ze erg depressief. Ze wil niet meer bij je op de koffie komen en verwaarloosd zichzelf. Je kunt het niet langer aanzien, maar weet niet goed wat je kunt doen om haar te helpen. Naar een counsellor of een andere hulpverlener wil ze niet.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 88

C150 - Verlies van homoseksuele relatie.

Cliënt: Je hebt een langdurige homoseksuele relatie gehad met je partner. Je partner is gisteren overleden. De familie van je partner heeft je nooit gemogen. Ze willen je niet op de begrafenis zien. Jullie gingen wel lang met elkaar om, maar woonden niet samen en hadden niets op papier staan. Je

kunt zelfs niet bij de spullen van je partner komen, hoewel je een sleutel had van elkaars huis. De familie heeft er gelijk een ander slot opgedaan. Je wilt niet dat ze bepaalde foto’s zien en je wilt je eigen spullen terug. Morgen is de begrafenis, hoewel je weet dat je partner liever gecremeerd zou worden, maar daar is de familie op tegen.

C151 - Verlies van homoseksuele relatie en jullie kinderen.

Cliënt: Je homoseksuele partner is overleden. Je partner had zijn of haar kinderen meegebracht uit zijn of haar vorige relatie. Je bent al die tijd een goede ouder voor die kinderen geweest. Ze zijn dol op je. Nu je partner is overleden, komt de ex van je partner ze opeisen. De kinderen willen niet, jij wilt niet en je overleden partner ook niet, maar je hebt hierover nooit wat laten vastleggen en het lijkt erop dat jullie aan het kortste eind trekken. De ex heeft een dure advocaat in de hand genomen, die soortgelijke zaken heeft gewonnen.

C152 - Rouw om een ongeboren kind - Vreemdgaande partner.

Cliënt: Je hebt een half jaar geleden een leuke meid ontmoet en het was gelijk raak. Ze raakte zwanger en je wilde graag met haar trouwen en voor het kind zorgen. In haar verliefdheid leek het haar ook wel wat, totdat ze een andere gozer ontmoette en besloot om abortus te plegen. Je moest het met een sms’je doen. Je was alles al aan het voorbereiden en in gedachte zag je jezelf al als trotse vader en nu heeft ze jullie kind gewoon vermoord, omdat ze vreemd gaat met een ander. Je wordt helemaal gek als je de abortus probeert voor te stellen. Ze heeft niets met jou overlegd. Je weet niet meer wat je moet doen, het was toch ook jouw zoon of dochter die is omgebracht?

C153 - Rouw om een ongeboren kind - IVF.

Cliënt: Het lukte al 5 jaar niet om zwanger te raken. Jullie hebben toen gekozen voor IVF. Je raakte zwanger, maar na 2 maanden verloor je je ongeboren kind. Het lijkt wel alsof het jullie niet is gegund om kinderen te krijgen. Je weet niet meer hoe je verder moet.

C154 - Verlies - Maagdelijkheid.

Cliënt: Je bent een net meisje en je ouders zijn zeer streng gelovig. Je dient als maagd het huwelijk in te gaan en ze hebben al een partner voor je. Hij is niet de kwaadste en je kunt moeilijk ontkomen aan de tradities van je familie. Naast de traditionele waarden en normen leef je ook in de Nederlandse cultuur en bent per ongeluk ontmaagd na een wilde vrijpartij op een ruig feest. Je ging helemaal uit je bol en was niet meer te houden. Jullie dachten wel aan condooms, maar je maagdelijkheid kun je daar niet mee beschermen. Je bent bang wat er zou gebeuren als je toekomstige traditionele man zal uitvinden dat je geen maagd meer bent. Je durft het niet te zeggen en de dag van jullie huwelijk komt steeds dichterbij. Afzeggen gaat ook niet. Je weet van vriendinnen dat ze voor zoiets een smoesje verzinnen, maar je wilt niet liegen.

C155 - Studeren - Verhuizen en Afscheid.

Cliënt: Je woont in een klein dorp en na de zomer ga je in Utrecht studeren. Je hebt er al een kamer gevonden en bent er helemaal klaar voor. Zelfs je ouders zijn enthousiast. Dat was een fijne meevaller, zeker gezien het feit dat je moeder altijd zo overbezorgd is. Een vriend met wie je een soort van verhouding hebt is minder blij. Hij is nog steeds stapel op je, maar jij bent een beetje op hem uitgekeken en wilt je liever op je studie en het studentenleven gaan richten. Wat weet hij nou van psychologie? Het was een leuke tijd met hem, maar jij wilt het gaan maken. Je weet alleen niet hoe je hem dat het beste kunt vertellen. Hij heeft al tegen het hele dorp verteld dat jullie gaan trouwen. Dat wilde je vroeger wel, maar nu je gaat studeren ligt de zaak anders. Je bent bang dat anderen je opportunistisch gaan vinden, nu je kunt gaan studeren.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 89

C156 - Studeren - Wat je hart je ingeeft of wat je ouders willen betalen?

Cliënt: Je mag van je ouders gaan studeren en ze willen het zelfs voor je betalen, alleen het moet dan wel iets zijn wat zinvol is in hun ogen. Je wilt naar de Kunst Academie, maar dat zien je ouders niet zitten. Met knutselen kun je volgens hen geen droog brood verdienen. Daar ben je het wel een beetje

mee eens, maar al die andere zaken vind je niet leuk. Met kunst zal het misschien niet makkelijk zijn om iets te verdienen, maar je gelooft wel dat je het in je hebt. Wat je oneerlijk vindt is dat je ouders je opleiding niet willen betalen en je zelf ook geen geld hebt om het te betalen. Je zus mocht wel studeren wat ze zelf wilde (Toerisme) en loopt nu stage op Curaçao.

C157 - Vriend komt niet meer zo vaak langs.

Cliënt: Je hebt een goede vriend met wie je jaren lang optrok. Hij is een half jaar geleden gaan studeren en in al die tijd maar 1 keer terug geweest. Jullie mailen en bellen wel eens, maar je hebt het idee dat het contact steeds minder wordt. Hij heeft het daar geweldig naar zijn zin en praat over de leuke mensen die hij aldaar ontmoet. Je denkt dat het een kwestie van tijd is voordat jullie vriendschap is doodgebloed. Je voelt je boos en verraden.

C158 - Zwanger van iemand.

Cliënt: Je hebt al 3 maanden een vaste vriend. Na een knallende ruzie ben je flink aan de haal

gegaan. Een week later hebben jullie het weer bijgelegd en de relatie is weer als vanouds. Je laatste menstruatie bleef uit en je bent in blijde verwachting. Nou ja blij? Je weet eigenlijk niet wie de vader is en wat je moet doen. Van die ene wip heb je je vriend natuurlijk nooit iets verteld, hij zou je vermoorden. Het kan best zijn dat het kind van je vriend is, maar het kan ook zijn dat het van die ander is. Straks lijkt het kind op die ander. Abortus is tegen je principes. Maar een kind zonder vader opvoeden en werken en studeren is ook niet mogelijk. Die andere gozer zie je echt niet zitten. Het was een leuke wip toen jullie dronken waren, maar de volgende dag hing je met je kop in de plee van walging om wat je had gedaan. Je voelt je nu behoorlijk dom.

C159 - Wie doet wat?

Cliënt: Je bent getrouwd met een flitsende manager. Zelf heb je ook een prima carrière opgebouwd. Na een romantische vakantie besloten jullie om zwanger te raken. Het lukte gelijk de eerste keer en jullie waren in de zevende hemel. Na 5 maanden begonnen er wat barstjes in jullie geluk te komen. Het bleek dat jullie beide geheel andere opvattingen hadden m.b.t. het opvoeden van jullie kindje. Je man was er automatisch van uitgegaan dat je zou stoppen met werken en het moederschap op je zou

nemen. Hij verdiende genoeg voor drie. Jij dacht meer aan een zwangerschapsverlof en dan beide voor halve dagen werken. Je baas heeft je liever voor halve dagen dan helemaal niet. Het is nu toch wat rustiger en als de markt weer aantrekt kan hij er een tweede halve kracht bijnemen. Je man werkt in een machobranche en daar is het niet eens bespreekbaar. Daar is het werken en geen gezeik. Liefst al je werk ook nog mee naar huis nemen. Waar je vooral mee zit is dat je man zelf er niet aan denkt om minder te gaan werken of een andere baan te zoeken. Hij vindt kinderen opvoeden iets voor vrouwen. Hij kan later wel sporten met zijn zoon, maar luiers verschonen, eten geven en aankleden is vrouwenwerk. Nu je een heel andere kant van hem ziet, twijfel je aan jullie relatie. Hij zegt dat het gewoon je hormonen zijn. Jij wilt meer dan alleen moeder zijn.

C160 - Luiwammes?

Cliënt: Je zoon is na zijn studie op de universiteit weer thuis komen wonen. Hij kon geen werk vinden en heeft ook geen uitkering. Hij blijft tot 12 uur in zijn nest liggen en voert niet veel uit. Je wordt niet goed van zijn apathisch gedrag.

C161 - Gezellig samen dingen doen?

Cliënt: Je bent getrouwd met een schat van een man. Je hebt een zware tijd gehad toen de kinderen de deur uit waren, maar je hebt een actief leven buitenshuis opgebouwd. Je geeft les op de volksuniversiteit, je bent lid van wat clubs en gaat geregeld met wat vriendinnen op stap. In het weekend onderneem je zaken met je man, zoals op bezoek gaan bij de kinderen of een dagje strand. Sinds 3 maanden is je man met pensioen en begint hij je steeds meer te claimen. Hij wil iedere dag dingen met je doen. Je kunt niet meer gewoon je gang gaan zoals eerst en voelt je verstikt. Je wilt dat hij ook eens iets gaat doen met zichzelf, maar dat wil hij niet. Heeft hij daarvoor nou zijn hele leven voor je gewerkt?

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 90

C162 - Wat is... eh... je weet wel?

Cliënt: Je komt uit een streng gelovig gezin. Over 2 maanden ga je trouwen. Je gelooft wel dat het een leuke man zal zijn, maar je hebt twijfels over, je weet wel. Je moeder heeft ooit eens gezegd dat het een pijnlijke plicht is voor iedere vrouw. Je wilt er meer over weten, maar durft er niet naar te

vragen of erover te praten. Je schaamt je erg. Je weet dat het een zonde is, maar ook iets wat je moet doen.

C163 - Stress en seks

Cliënt: Je hebt een fijne partner. Door zijn of haar werk heeft hij/ zij zeer veel stress. Van jullie wilde seksleven, zoals het vroeger was komt niet veel meer terecht. Van dagelijks en soms 2 of 3 keer op een dag is het gereduceerd tot een zielig restje van 1 keer in de maand. Je partner is dagelijks te moe om nog iets te doen.Voor jou is 1 keer in de maand veel te weinig. De prik is er nu wel helemaal af.

C164 - Promotie - Afkomst.

Cliënt: Je werkt al 5 jaar keihard voor een bedrijf. Je beoordelingen zijn altijd uitstekend. Al 3 keer hebben andere mensen promotie gemaakt die minder hard werken dan jij. Je vermoedt dat je afkomst daar iets mee te maken heeft, maar kunt dat niet hard maken. Het werk gaat je steeds meer tegenstaan en je vraagt je af of het wel zin heeft om zo hard te werken.

C165 - Openstaan voor Buitenlanders of toch maar niet?

Cliënt: Je stond altijd open voor vluchtelingen en tal van buitenlanders. Je was altijd tegen discriminatie en een voorvechter van gelijkheid. Vorige week is je vader neergestoken door iemand die niet in Nederland is geboren. Je merkt dat je door dit incident en de zaken die je steeds op het nieuws hoort van gedachte en gevoelens aan het veranderen bent m.b.t. bepaalde bevolkingsgroepen. Je wilt wel een multiculturele samenleving, maar het lijkt wel of er zoveel verkeerd gedrag is in bepaalde groepen, dat je het eigenlijk niet meer weet. Je voelt je niet meteen een rechtse, maar als je naar hun argumenten luistert, ga je denken dat ze mogelijk toch gelijk zouden kunnen hebben. Het lijkt wel alsof Nederlanders in hun eigen land niets meer te vertellen hebben. Je voelt je ook niet meer veilig op straat.

C166 - Partner is gehandicapt en wil scheiden.

Cliënt: Je partner heeft een auto-ongeluk gehad en is beide benen verloren. Hij of Zij is redelijk hersteld. Jullie huis is aangepast en de verzekering heeft veel vergoed. Jij helpt je partner zoveel als je kunt, je houdt nog even veel van hem of haar als voor het ongeluk. Maar je partner kan steeds minder hebben en wil scheiden, omdat hij of zij jou niet tot last wil zijn. Jij wilt er niets van weten.

C167 - Stress.

Cliënt: Je hebt al een tijd last van pijn in je borst. De artsen konden niets vinden en zeiden dat je je niet druk hoeft te maken, je bent kerngezond. Toch blijf je je zorgen maken. Je bent bang voor een hartaanval.

C168 - Stress.

Cliënt: Je weet dat je veel last hebt van stress. Je hebt alle verschijnselen. Je weet alleen niet wat je er aan kunt doen. Je wilt er vanaf, maar hoe? Je kunt moeilijk een sabbatical nemen.

C169 - Dreigende burn-out.

Cliënt: Je hebt een eigen bedrijf en om het hoofd boven water te houden moet je 60 tot 70 uur per week werken. Vroeger was dat wel te doen. Je was jong en het werk was eenvoudig. Nu is het zo

complex geworden, met computers, personeel, administratie en tal van zaken die regelmatig mis gaan. De markt is ook veeleisender geworden. Je hebt nu het gevoel dat je helemaal opgebrand bent, maar minder werken is geen mogelijkheid voor je, omdat je anders de tent wel kunt sluiten.

C170 - De overgang.

Cliënt: Je hebt tal van vage klachten. Van je huisarts heb je te horen gekregen dat je in de overgang zit, hij kon je wel wat voorschrijven. Je hebt het niet zo op pilletjes slikken, zeker niet na het lezen van de bijsluiter, en gaat naar je counsellor toe om te vragen wat de overgang nu precies met je doet en wat je er zelf aan kunt doen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 91

Geheime Cases - Cliënt Bij deze geheime cases speel je als cliënt een rol waarvan de counsellor niet op de hoogte is. Je bent om diverse redenen een beetje economisch met de waarheid. Het gaat erom dat de counsellor leert omgaan met lastige situaties en eventueel verborgen agenda’s. Speel het zo subtiel en onopvallend mogelijk, maar wel duidelijk. Maak het elkaar niet te makkelijk, maar ook niet extreem moeilijk.

G1 - Je bent cliënt. Op dit moment zit je langdurig in de ziektewet i.v.m. een burn-out. Die is medisch gezien eigenlijk wel over, maar je wilt absoluut niet terug naar je baan uit angst dat je weer stress krijgt. Die uitkering en een hoop vrije tijd bevallen je prima. Je hebt heerlijk de tijd om aan jezelf te werken en om leuke dingen te doen met je partner. Helaas ben je door je werkgever in een counseltraject gepraat in de hoop dat je beter wordt. Je wilt niet dat de counsellor ontdekt dat je al beter bent……… Je wilt zeker nog een jaar van je vrijheid genieten en daarna wat anders gaan doen………

G2 - Je bent cliënt. Althans je doet net alsof. Je hebt een afspraak bij een collega counsellor gemaakt, om uit te vinden hoe hij of zij te werk gaat. Je wilt alles over zijn werkwijze weten, om zo de kunst af te kijken. Probeer alles over zijn of haar bedrijfsvoering te weten te komen. Alle zakelijke aspecten dus. Omzet, aantal cliënten, welke opleiding, hoe lang bezig, referenties, ervaring. Maar ook welke technieken hij of zij gebruikt. Probeer uit te testen hoe hij of zij op bepaalde gedragingen reageert. Kijk wat de zwakke punten van de counsellor zijn en maak hier gebruik van. Bezorg de counsellor na afloop mogelijk een “minderwaardigheidscomplex”. Ga natuurlijk weg zonder te betalen, want het viel je echt tegen…………

G3 - Je bent cliënt. En verslaafd aan de coke. Hierdoor is je persoonlijkheid veranderd. Omdat er “wat probleempjes” waren binnen het gezin ben je even naar een counsellor gegaan, min of meer om iedereen gerust te stellen dat alles in orde is met je. Eigenlijk is je leven nu al een flinke puinhoop door je verslaving. Je

houdt je verslaving geheim. Stiekem heb je al flinke sommen geld verduisterd bij je baas, je partner en familie. Je staat diep in de schulden bij onderwereldfiguren, die je al een paar keer een kogel hebben toegestuurd met een foto van een man in een zwart motorpak. Bij iedere motor die je hoort krijg je al hartkloppingen. Je partner dreigt weg te lopen. (Die weet alleen dat er iets aan de hand is niet wat,

maar die is je heimelijke gedrag meer dan zat.) Het liefst zou je een flinke slag slaan om alle geldzorgen in 1 keer op te lossen. Nu even een counselgesprekje om iedereen tevreden te stellen……. Met mij gaat alles goed, het ligt aan anderen, zij hebben een counsellor nodig……….

G4 - Je bent cliënt. Het is nu de 10de sessie en je hebt eigenlijk geen probleem meer. De counsellor heeft je fantastisch geholpen. Heel goed zelfs. Hij of zij is de prins of prinses op het witte paard en je bent er helemaal verliefd op. Je gaat er alles aan doen om hem of haar te versieren of op z’n minst een afspraak buiten het counselgebeuren om te maken zodat jullie elkaar beter kunnen leren kennen. Je zou kunnen denken aan een romantische boswandeling, er zijn toch counsellors of coaches die met hun cliënten de natuur in trekken, dat lijkt je bijzonder heilzaam……..Picknickmand en een fles wijn mee,……. Je

bent idolaat van je counsellor en blijft hem of haar maar verliefd aanstaren. Voor de rest luister je niet zo naar wat er wordt gezegd.

G5 - Je bent cliënt. Je werkt voor de consumentenbond en controleert tal van hulpverleners. Je doet net of je een probleem hebt en onderzoekt hoe goed of slecht deze counsellor is. Je licht zijn of haar bedrijfsvoering door, zijn of haar achtergrond en maakt valkuilen voor hem of haar tijdens het gesprek, om zijn of haar kennis en vaardigheden te testen. Na afloop geef je hem of haar een beoordeling.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 92

G6 - Je bent cliënt. Je wilt van je partner scheiden, omdat je al een tijdje een relatie buiten je huwelijk hebt met iemand met wie je het heel goed kunt vinden. Dat mag niemand weten. Scheiden zou dan te veel kosten: verdeling van bezittingen, boze familie etc. Want overspel is “not done”. Daarom haal je heel

onopvallend het bloed onder de nagels van je partner vandaan, zodat hij of zij jou mishandelt. Je weet je partner tot het uiterste te tergen, zonder zichtbaar bewijs. Je gebruikt ook de counsellor in je spel. Je bent er vanwege de grove mishandeling. Probeer de counsellor over te halen partij voor jou te kiezen, het een en ander op papier te zetten voor de rechtbank, zodat jij de goede partij bent en je niet anders kon dan scheiden, omdat je getrouwd bent met een “gevaarlijke gek”. Hierdoor red je je eer, de alimentatie en een groter deel van de bezittingen. Na de scheiding kom je dan heel “toevallig” je minnaar of minnares tegen…………

G7 - Je bent cliënt. En zeer eenzaam. Je hebt geen probleem, maar je hebt wel veel aandacht nodig. Geld speelt geen rol. Fake wat zaken en haal de counsellor over om minimaal 3 sessies per week te houden gedurende 6 maanden. Je zit er niet mee om een betaalde vriendschap aan te gaan, want niets is erger dan de muren die op je afkomen. Je pretendeert natuurlijk wel dat je zeer veel vrienden hebt, want je schaamt je dood voor je eenzaamheid.

G8 - Je bent cliënt. Er komen zaken uit het verleden bovendrijven. Je kunt de zaken, uit het verleden, die niet helemaal ok waren herinneren. Je hebt toen verschrikkelijke dingen gedaan. Je bent nooit gepakt, hebt het verdrongen, maar nu achtervolgt je geweten je. Je wordt al maanden badend in het zweet wakker. Mogelijk dat de zaak al verjaard is, mogelijk ook niet. Je wilt wel met je geweten in het reine komen, zodat de spoken uit het verleden je niet meer achtervolgen. Je wilt in geen geval de gevangenis in of boetes betalen. Buiten de wurggreep die het verleden op je heeft heb je een luxe leventje. (Het ging om pedofilie en moord op het slachtoffer of een grote overval met doden of een anarchistische aanslag op Shell die uit de hand liep en 10 levens kostte.) Probeer eerst uit te vinden of de counsellor aan geheimhouding doet en of hij of zij echt alles geheim houdt. Draai om de werkelijke zaken heen. Kom met hypothetische voorbeelden. Test de counsellor van alle kanten. Mocht je de indruk hebben dat zijn tong los zit, of dat hij of zij in gewetensnood komt, haak dan af met een smoesje. Kom nooit meer bij die counsellor terug.

G9 - Je bent cliënt. Althans dat lijkt zo. In werkelijkheid probeer je de counsellor JOUW product te verkopen. Dat kan zijn: je Geloof, een Sekte waar je lid van bent, een Piramidespel, een Witwaspraktijk. Je doet er alles aan om de counsellor te laten happen.

G10 - Je bent cliënt. Jij en je partner worden gecounseld. Je bent nu alleen bij de counsellor. Probeer er achter te komen wat je partner allemaal heeft gezegd toen hij of zij alleen met de counsellor was.

G11 - Je bent cliënt. Je weet wel dat je niet echt geholpen wilt / kunt worden. Je komt bij de counsellor om je goed te voelen. Tijdens het gesprek steel je energie van je counsellor. Je bent een echte hanger / energie zuiger en put die counsellor geheel uit. Je hebt er recht op………….. Daarna ga je nog wat bij de buurvrouw tappen………

G12 - Je bent cliënt. En gierig. Vakanties naar Spanje kunnen wel, maar je eist gratis sessies vanuit humanitaire overwegingen. Voor mensen helpen kan iemand toch geen geld vragen………..

G13 - Je bent cliënt. En platzak. Betalen kun je niet, maar je kunt wel je diensten aan de counsellor verlenen. Mogelijk een tuintje omspitten, op zijn of haar kinderen passen / administratie doen…………. Gratis hulp kun je niet accepteren en betalen kun je ook niet…….

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 93

Geheime Cases - Counsellor Een counsellor is ook maar een mens en kan fouten maken. Een klein foutje is te vergeven, maar sommige counsellors of coaches kunnen zelf ernstige problemen hebben. Hierdoor zijn ze niet goed in staat om hun cliënten optimaal te helpen. Soms bereiken ze het tegendeel van wat de bedoeling is. Soms hebben ze een verborgen agenda. In deze oefening kun je als cliënt het effect van onethisch gedrag ervaren, zodat je later als counsellor of coach je bewust bent van je macht en die alleen maar ten gunste van je cliënt gebruikt. Speel het zo subtiel en onopvallend mogelijk, maar wel duidelijk. Maak het elkaar niet te makkelijk, maar ook niet extreem moeilijk.

G14 - Je bent counsellor Dat zijn we natuurlijk allemaal. Maar jij bent de allerbeste counsellor die er is. Je hebt heel veel kwalificaties, workshops gevolgd, tal van erkenningen, en je hebt al zoveel mensen op wonderbaarlijke manier genezen dat je wel een tarief van 300 Euro per 45 minuten waard bent. Eigelijk begin je nog maar net, maar je gelooft heilig in het placebo-effect. Je aanpak bestaat eruit eerst de cliënt te overtuigen van hoe goed je bent, zodat daarna ieder willekeurig advies zal helpen om van zijn of haar problemen af te komen. Probeer vooral de schijn op te houden in het belang van je cliënt………..

G15 - Je bent counsellor En verslaafd aan het helpen van mensen. Het geeft je een goed gevoel. Je leeft van hun dankbaarheid en de energie die ze je geven. Zonder cliënten voel je je niet echt leven en futloos. Gelukkig komt er straks weer een cliënt met veel energie. Zuig die cliënt leeg. Wees een hanger / energiezuiger. Maak de cliënt daarom ook afhankelijk van je.

G16 - Je bent counsellor Eigenlijk vind je counsellen maar omslachtig. Je hebt zoveel jaar ervaring en kunt zeer goede adviezen geven. Vaak willen je cliënten het liefst zo snel mogelijk een advies. Dat bespaart een hoop emotioneel geklets. Laat de cliënt eventjes zijn hart luchten, dat helpt altijd, en kom dan snel tot de

kern van het probleem en geef een advies van hoe dat op te lossen is. Je bent de 15 - minuten counsellor. In 15 minuten doe je wat anderen in 10 sessies doen. Gebruik je autoriteit en charisma om dat aan de cliënt te bewijzen.

G17 - Je bent counsellor En waanzinnig verliefd op je cliënt. Door de hevige werkdruk zie je nauwelijks andere mensen, dus het lijkt het je wel gerechtvaardigd om wat met de cliënt te beginnen. Probeer hem of haar ertoe te verleiden om iets buiten de sessies af te spreken. Doe het subtiel en stap voor stap bewerk je de cliënt. Counsellen in het bos, met een hapje en drankje erbij. Laat ook in je non-verbale gedrag je liefde merken. Gedraag je als een verliefde puber of iets in die geest. Het probleem is inmiddels toch al verholpen, dus het mag best.

G18 - Je bent counsellor En je hebt zelf een zwaar probleem. Je aandacht gaat steeds uit naar dat feit. Je probeert de cliënt wel te helpen. Vrij snel kom je met een goed bedoelde zelfonthulling, alleen het loopt uit de hand, zodat

de cliënt eigenlijk jouw counsellor wordt. Je hebt nu echt een luisterend oor nodig.

G19 - Je bent counsellor Je ziet dat je cliënt erg gespannen is. Je zegt dat en gaat eerst even zijn of haar nek en schouders masseren, zodat hij of zij wat losser wordt. Zo ga je altijd te werk. Als de cliënt tegenstribbelt, kun je zeggen dat Jij de counsellor bent en weet wat goed is voor de cliënt. Mogelijk is die massage een ingang tot beter (persoonlijk) contact met je cliënt……..

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 94

G20 - Je bent counsellor En trainer. Je probeert de cliënt over te halen om een training bij je te doen, aangezien je daar veel meer mee verdient en het mogelijk heilzaam is voor de cliënt……….

G21 - Je bent counsellor En alcoholist. Je bent inmiddels in je persoonlijke leven al aan lager wal geraakt. Maar die paar cliënten die af en toe aanwaaien helpen je in je levensonderhoud te voorzien. Zeg maar drinkonderhoud. Je laat hiervan niets merken, maar ……. je bent al jaren over je top heen en weet niet goed meer wat je doet……….

G22 - Je bent counsellor Je doet je best zoals altijd. Alleen je gaat daadwerkelijk 2 keer tijdens het gesprek naar de wc. Je kunt

niet zeggen dat je erg veel hebt gedronken (10 pilsjes) en verzint een smoesje (ontgiftingskuur).

G23 - Je bent counsellor Je spreekt een prijs af aan het begin van de sessie. Aan het eind bereken je het dubbele, omdat het op zaterdag was en de genoemde prijs was de standaard prijs voor doordeweekse dagen. Het is niet meer dan logisch dat er voor de zaterdag het dubbele tarief geldt.

G24 - Je bent counsellor En bent aan het onderzoeken of het mogelijk is om samen te werken met je cliënt op zakelijk gebied. Dat kan heel therapeutisch zijn, volgens jou dan,………

G25 - Je bent counsellor En erg onzeker over het feit dat je het goed doet. Je probeert vooral geen fouten te maken. Je komt onzeker en zenuwachtig over. Controleer regelmatig bij de cliënt of alles naar wens is en of het zo gaat als hij of zij het zich had voorgesteld.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 95

Mensgericht Coachen

Praktijkoefeningen

Niveau 1

Dag 1 - Bestudeer globaal: De Kunst van het Counsellen (Cd-pakket) ..................................... 96

Dag 2 - Bestudeer grondig: De Kunst van het Counsellen (Cd-pakket) ..................................... 104

Dag 3 - Bestudeer grondig: Het Counsel en Coach Werkboek ................................................. 110

Dag 4 - Bestudeer grondig: Praktijkgids voor Coaches (Julie Starr) De vier fasen van een coachingsopdracht. ..................................... 112

Dag 5 - Bestudeer grondig: Praktijkgids voor Coaches (Julie Starr) De vijf fundamentele Coachingsvaardigheden

Barrières bij Coaching .................................................................. 115

Dag 6 - Bestudeer grondig: Handboek ontwikkelingsgericht coachen (Rudy Vandamme) Module 1: Ontdek jezelf als coach. ................................................ 117

Dag 7 - Bestudeer grondig: Handboek ontwikkelingsgericht coachen (Rudy Vandamme) Module 2: Zoek het patroon. ........................................................ 119

Dag 8 - Bestudeer grondig: Handboek ontwikkelingsgericht coachen (Rudy Vandamme) Module 3: Reflecteer over de wijze van aanpak. ............................ 121

Dag 9 - Bestudeer grondig: Handboek ontwikkelingsgericht coachen (Rudy Vandamme) Module 4: Volg de persoonlijke ontwikkeling. ............................... 123 Module 5: Detecteer het niveau van zelfsturing. ............................ 123

Dag 10 - Bestudeer grondig: Handboek Coachend Leiderschap (Rudy Vandamme) ................... 130

Algemene Extra Oefeningen (A1 - A56) ..................................................................... 128

Cases: Gedetailleerde Cases (C1 - C69) ........................................................................................ 137

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 96

Praktijkdag 1

1 (90) - Introductie - Groep.

Wie zijn wij? / Wat doen we in het dagelijks leven? / Waarom volgen we deze opleiding? (1)

Vertrouwen / Emoties / Geheimhouding van het besprokene binnen de groep.

Belang van de Ethische Code, Feedbackregels, Uitgangspunten van Carl Rogers, e.a. regels.

Professionele Groei (Groei als Coach) en Innerlijke Groei (Groei als Mens).

Hoe voelen we ons op dit moment?

2a (30) - Stilte - Groep.

Wees 20 minuten stil. / Loop ontspannen rond. / Begroet elkaar in stilte.

Neem jezelf en anderen waar. / Ervaar jezelf in de groep. / Wie ben ik? / Wie zijn wij?

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om 20 minuten stil te zijn? (10)

2b (30) - Luisteren - 2 Mensen.

De één vertelt een recente gebeurtenis, de ander luistert met volledige aandacht. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om je verhaal te vertellen? Om te luisteren? (16)

2c (30) - Parafraseren - 2 Mensen.

De één vertelt een toekomstplan / droom, de ander parafraseert. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om je verhaal te vertellen? Hoe helpt parafraseren? (16)

3a (30) - Reflecteren - 2 Mensen.

De één vertelt een (emotionele) gebeurtenis uit het verleden, de ander reflecteert. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om je verhaal te vertellen? Hoe helpt reflectie? (16)

3b (30) - Open vragen en Samenvatten - 2 Mensen.

De één vertelt over zijn vakantie, de ander stelt open vragen en vat na afloop samen. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om je verhaal te vertellen? Hoe helpen de open vragen? (16)

3c (30) - Verderreikende vragen - 2 Mensen.

De één vertelt over zijn werk, de ander stelt verderreikende vragen. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om je verhaal te vertellen? Hoe helpen de vragen? (16)

4a (30) - Gevoelens - 5 Mensen.

Maak samen een lijst met min. 50 gevoelswoorden (positieve en negatieve gevoelens). (15)

Kies voor jezelf 1 ongewenste en 2 gewenste gevoelens die je vaak (of soms) hebt.

Vertel aan de andere mensen van je groepje hoe je jezelf vaak (of soms) voelt. (3)

Wissel 4 keer van rol.

4b (30) - Feedback geven - Groep.

Hoe kunnen we elkaar op de juiste manier feedback geven? Regels, gevoel, leermoment. (30)

4c (30) - Evaluatie eerste lesdag - Groep.

Wat hebben we vandaag geleerd? Hoe voelt dat?

Vorming Studiegroepen van 3 tot 5 mensen per groep. - Na afloop samen opruimen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 97

Dag 1 - Extra Oefeningen

E1-1 (30) - Introductie - Kennismaken - Groep.

Je geeft in 5 woorden weer wie je bent en in 1 gevoelswoord hoe je je nu voelt.

E1-2 (45) - Introductie - Kennismaken - Groep.

Ieder stelt zichzelf in 5 minuten aan zijn of haar buurman of -vrouw voor. (10)

Daarna wordt ieder door die buur aan de groep voorgesteld (1 minuut per persoon).

Hoe hebben we deze manier van voorstellen ervaren? (5)

E1-3 (45) - Introductie - Kennismaken - Groep.

Wees stil en loop door elkaar. (5)

Begroet elkaar, zeg je naam en hoe je je nu voelt. (Dat kan veranderen tijdens de oefening). (1)

Ga ermee door totdat je met iedereen kennis hebt gemaakt.

Hoe hebben we deze manier van voorstellen ervaren? (5)

E1-4 (45) - Introductie - Kennismaken - Groep.

Laat anderen raden wie je bent, wat je doet, welke relaties je hebt of waar je voor staat. (2)

(De groep kan raden naar beroep, leeftijd, hobby’s, type woning, normen, waarden, emoties, politieke voorkeur, automerk, menstype, geloof, getrouwd, kinderen, scholing etc.)

Geef na het raden aan wat al dan niet juist was en hoe het wel is. (2)

Daarna wijs je een nieuwe onbekende aan, die doet hetzelfde, totdat iedereen is geweest.

E1-5 (45) - Introductie - Namen Leren - Groep.

Je zit in een kring en ieder zegt duidelijk zijn of haar naam op het rijtje af.

De volgende ronde noemt 1 persoon alle namen op totdat hij of zij het niet meer weet.

De persoon bij wiens naam wordt gestopt noemt zijn of haar naam en de ander gaat verder.

Ga hiermee door totdat iedereen alle namen heeft opgenoemd.

Doe aan het begin en het einde van iedere dag 1 ronde, totdat iedere naam bekend is.

E1-6 (0) - Introductie - Namen Leren - Groep.

Zeg voordat je iets zegt bij de groepsevaluaties steeds eerst je naam.

Naast het leren van de namen is het ook een goede bewustzijnsoefening.

Als je vergeet om je naam te zeggen, gaat je beurt voorbij.

E1-7 (30) - Introductie - Namen Leren - Groep.

Maak een makkelijk te onthouden koppeling tussen je naam en uiterlijk / persoonlijkheid.

Stel jezelf hiermee aan de groep voor. B.v. Bert met een Bril - Kale Karel - Vrolijke Victor.

E1-8 (0) - Introductie - Namen Leren - Groep.

Draag iedere bijeenkomst naambordjes en noem elkaar bij de naam.

E1-9 (30) - Introductie - Namen Leren - Groep.

Je vertelt iets over de betekenis of afkomst van je naam en hoe je die ervaart. (1)

E1-10 (45) - Introductie - Namen Leren - Groep.

In de eerste ronde noemt ieder zijn of haar naam op het rijtje af. (5)

Daarna noem je je naam nog een keer en leg je uit wat je kleding over jouw emoties vertelt.

E1-11 (10) - Introductie - Namen Leren - Groep.

Iedereen neemt voor alle aanwezigen een kopie van een foto met een korte beschrijving van zichzelf mee en deelt dat uit.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 98

E2-1 (45) - Stilte - Wie is de Ander? - Groep.

Zit stil in een kring. Voel jezelf zitten. Sluit je ogen en ontspan jezelf. (5)

Open je ogen weer. Een willekeurig persoon zegt duidelijk zijn of haar naam.

Laat die persoon en zijn of haar naam in stilte op je inwerken. (1 minuut!)

Daarna komt een volgende, totdat iedereen is geweest.

Sluit je ogen weer, wees 5 minuten stil en laat iedereen in gedachten en gevoel passeren.

Hoe hebben we deze oefening ervaren? (10)

E2-2 (30) - Stilte - Wie ben ik? - Groep.

Zit stil in een kring. Voel jezelf zitten. Volg je ademhaling. Sluit je ogen en ontspan jezelf.

Breng je gedachten tot rust en probeer te ervaren wie je werkelijk bent. (20)

Hoe hebben we deze oefening ervaren? (10)

E2-3 (30) - Stilte - Geleide Meditatie - Groep.

Doe met de groep een geleide meditatieoefening. (20)

Hoe hebben we deze oefening ervaren? (10)

E2-4 (35) - Stilte - Begroeten en Leeftijd - Groep.

Wees stil, loop rond en begroet elkaar in stilte. Ervaar jezelf en de anderen in de groep. (15)

Ga op het teken van de trainer in stilte op leeftijd staan. (Je gokt de leeftijd van de anderen.)

Als iedereen stilstaat noemt de jongste zijn of haar naam en leeftijd. Ga zo het rijtje af. (10)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om 20 minuten stil te zijn? (5)

Hoe was het om op leeftijd te gaan staan? (5)

E2-5 (35) - Stilte - Begroeten en Emoties - Groep.

Wees stil, loop rond en begroet elkaar in stilte. Ervaar jezelf en de anderen in de groep. (15)

Ga op het teken van de trainer in stilte op gevoel staan. (Je gokt het gevoel van de anderen.)

Er is een denkbeeldige lijn van veel negatieve emoties naar positieve emoties.

Als iedereen stilstaat noemt de eerste zijn naam en ervaren gevoel. Ga zo het rijtje af. (10)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om 20 minuten stil te zijn? (5)

Hoe was het om op gevoel te gaan staan? (5)

E2-6 (10) - Stilte - Opening en Afsluiting van de Dag - Trainingsdag - Groep.

Begin iedere trainingsdag met 5 minuten stil te zijn en sluit de dag af met stilte.

Bij het begin van de dag laat je door je heen gaan wat je ervan verwacht.

Bij de afsluiting ervan laat je door je heen gaan hoe je de dag hebt ervaren.

E2-7 (10) - Stilte - Opening en Afsluiting van de Dag - Thuis.

Begin thuis iedere dag met 5 minuten stil te zijn en sluit de dag af met stilte.

Bij het begin van de dag laat je door je heen gaan wat je ervan verwacht.

Bij de afsluiting ervan laat je door je heen gaan hoe je de dag hebt ervaren.

E2-8 (20) - Stilte - Opening en Afsluiting van de Dag - Trainingsdag - Groep.

Begin iedere trainingsdag met 10 minuten stil te zijn en sluit de dag af met de levende stilte.

Laat je gedachten tot rust komen, ervaar de diepere innerlijke stilte en de verbondenheid.

E2-9 (10) - Stilte - Te midden van Lawaai - Overal.

Onderzoek hoe je Innerlijk Stil kunt worden. Oefen hier dagelijks in.

Begin op stille, rustige plaatsen en oefen later onder moeilijkere omstandigheden.

E2-10 (5) - Stilte - Tijdens een Gesprek - Overal.

Onderzoek hoe je Innerlijk Stil kunt worden. Ervaar dagelijks stilte.

Wees Innerlijk Stil voor je een gesprek begint en later als je coacht.

Onderzoek hoe je je bewust kunt blijven van jezelf tijdens die stilte en later tijdens het gesprek.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 99

E2-11 (30) - Luisteren - 2 Mensen.

De één vertelt een verzonnen gebeurtenis, de ander luistert met alle aandacht. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om je verhaal te vertellen / te luisteren? (16)

E2-12 (20) - Luisteren - Het Bericht - Groep.

Zit in een kring.

De trainer fluistert bij de eerste een paar korte zinnen in zijn of haar oor.

Die fluistert wat hij of zij heeft gehoord naar zijn of haar buurman of -vrouw. (10)

Nadat het bericht ieders oren is gepasseerd, zegt de laatste het hardop.

Als het afwijkt van het oorspronkelijke bericht, laat dan ieder zeggen wat hij heeft gehoord.

Begin bij de laatste en ga de kring rond in omgekeerde volgorde. (10)

Wat leert deze oefening ons?

E2-13 (30) - Luisteren - Wat is er gezegd? - Groep.

De trainer leest een kort verhaal voor en stelt daarna een aantal vragen over de inhoud. (20)

Groepsevaluatie: Hoe goed kunnen we luisteren? Wat is invulling? (10)

E2-14 (30) - Luisteren - Woorden achter de woorden - 2 Mensen.

De “cliënt” vertelt een emotionele gebeurtenis in een onverstaanbare fantasietaal.

De “coach” communiceert in dezelfde fantasietaal en probeert de “cliënt” te begrijpen. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe goed konden we elkaar aanvoelen? (16)

E2-15 (10) - Luisteren - Echt Luisteren - Overal.

Luister dagelijks 10 minuten naar iemand.

(Zonder met je eigen verhaal, ideeën, adviezen, meningen of gedachten aan te komen.)

Je hoeft alleen maar Echt te Luisteren en te laten zien dat je interesse hebt in de ander.

10 minuten per dag kun je je volledige aandacht aan de ander geven.

E2-16 (10) - Luisteren - Met en Zonder geluid - Thuis.

Luister naar de TV zonder te kijken. (Bijvoorbeeld een toespraak van een President.) (5)

Kijk daarna naar hetzelfde programma, maar nu zonder geluid. (5)

E2-17 (10) - Luisteren - Je eigen stem - Thuis.

Neem regelmatig een coachgesprek op en luister naar je eigen stem.

E2-18 (15) - Luisteren - Stilte - Rust - Natuur.

Ga naar de natuur of stille plaatsen en luister daar. Luister op verschillende plaatsen.

Luister naar de bomen, de vogels, de wind, de zee, de regen, het onweer, de muggen,.... (15)

E2-19 (5) - Luisteren - Geheugen - 2 Mensen.

Laat iemand een rijtje (5 tot 20) willekeurige woorden oplezen en kijk hoeveel je er onthoudt. (5)

E2-20 (30) - Parafraseren - 2 Mensen.

De één vertelt een onaangename gebeurtenis, de ander parafraseert. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde de oefening? Effect parafraseren? (16)

E2-20 (30) - Parafraseren - 2 Mensen.

De één vertelt iets over zichzelf, de ander parafraseert. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde de oefening? Effect parafraseren? (16)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 100

E2-21 (30) - Parafraseren - 2 Mensen.

De één vertelt iets over een ongewenste situatie, de ander parafraseert. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde de oefening? Effect parafraseren? (16)

E2-22 (30) - Parafraseren - 2 Mensen.

De één vertelt waarom hij of zij deze opleiding doet, de ander parafraseert. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde de oefening? Effect parafraseren? (16)

E2-23 (20) - Parafraseren - Groep.

Twee mensen zitten voor de hele groep.

De één vertelt een recente gebeurtenis, de ander parafraseert. (10)

Groepsevaluatie: Wat deed de “coach” goed? Wat was het effect? Wat kon beter? (10)

E3-1 (30) - Reflecteren - 2 Mensen.

De één vertelt een emotionele gebeurtenis uit het verleden, de ander reflecteert. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde de oefening? Hoe hielp de reflectie? (16)

E3-2 (30) - Reflecteren - 2 Mensen.

De één kiest een angst en vertelt daarover, de ander reflecteert. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde de oefening? Hoe hielp de reflectie? (16)

E3-3 (30) - Reflecteren - 2 Mensen.

De één vertelt over hoe hij zijn (zij haar) partner heeft ontmoet, de ander reflecteert. (7)

(Of over het feit dat de ware nog niet is verschenen.)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe voelde de oefening? Hoe hielp de reflectie? (16)

E3-4 (20) - Reflecteren - Groep.

Twee mensen zitten voor de hele groep.

De één vertelt een emotionele gebeurtenis, de ander reflecteert. (10)

Groepsevaluatie: Wat deed de coach goed? Wat was het effect? Wat kon beter? (10)

E3-5 (30) - Open vragen - 2 Mensen.

De één vertelt over zijn vakantie, de ander stelt open vragen.

Op het moment dat er een gesloten vraag wordt gesteld is de vrager af.

De ander is dan aan de beurt.

Groepsevaluatie: Hoe ging het stellen van open vragen? (15)

E3-6 (30) - Open vragen - Groep.

Iemand uit de groep vertelt iets over zichzelf.

De groepsleden mogen alleen open vragen stellen.

Degene die een gesloten vraag stelt, is dan aan de beurt om iets over zichzelf te vertellen.

Groepsevaluatie: Hoe ging het stellen van open vragen? (5)

E3-7 (30) - Open vragen en samenvatten - 2 Mensen.

De één vertelt over zijn werk of andere bezigheden, de ander stelt alleen open vragen.

Als er een gesloten vraag wordt gesteld, antwoord dan nadrukkelijk met ja of nee. (7)

Wissel na 7 minuten van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het stellen van open vragen af? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 101

E3-8 (30) - Verderreikende vragen - 2 Mensen.

De één vertelt iets over zijn of haar toekomstdroom, de ander stelt verderreikende vragen. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe ging het gesprek? (16)

E3-9 (75) - Open vragen, verderreikende vragen, gesloten vragen en samenvatten - 2 Mensen.

De één vertelt iets over zijn of haar huis, de ander (speelt voor makelaar) stelt de vragen.

De makelaar maakt een gedetailleerde schets van het huis en de inrichting.

Hij geeft tevens een samenvattende beschrijving voor een toekomstige koper / huurder.

Contoleer of het geschetste plaatje en de samenvatting kloppen met de realiteit. (30)

Wissel van rol. (30)

Groepsevaluatie: Hoe ging het gesprek? (15)

E3-10 (75) - Open vragen, verderreikende vragen, gesloten vragen en samenvatten - 2 Mensen.

De één heeft 10 miljoen Euro en laat een droomhuis in een droomomgeving ontwerpen.

De ander speelt voor architect en stelt de juiste vragen om een schets te kunnen maken.

De architect maakt een gedetailleerde schets van het gewenste droomhuis en de inrichting.

Hij geeft tevens een samenvattende beschrijving van je droomhuis.

Contoleer of het geschetste plaatje en de samenvatting kloppen met je wensen. (30)

Wissel van rol. (30)

Groepsevaluatie: Hoe ging het gesprek? (15)

E3-11 (45) - Vaardigheden - Wensen - 2 Mensen.

Je bent een tovenaar of een goede fee en kunt slechts één wens vervullen voor de ander.

Voor je iemands wensen vervult help je de ander ontdekken wat hij of zij echt wil.

Vraag door, zodat je cliënt tot de beste wens kan komen. Alles is mogelijk, ook domme wensen. Wijs eventueel op de onvoorziene gevolgen van een bepaalde wens. Als iemand zegt: “Ik wens,. . . . . . . . .”, dan is het echt gewenst en is het niet meer terug te draaien. De wens moet binnen 15 minuten worden uitgesproken, anders is de wenskans verloren. Denk aan de tijd. De trainer geeft een signaal wanneer de tijd echt om is en er niet meer gewenst kan worden. (15)

Wissel van rol. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging de oefening? Kwamen we bij onze diepste wensen? (15)

E3-12 (45) - Vaardigheden - Wensen - 2 Mensen.

Je bent een listige tovenaar en kunt iedere wens vervullen. Je cliënt mag 7 wensen doen.

Je vraagt wat iemand wenst. Als iemand zegt: “Ik wens,.....”, dan is het echt gewenst en is het niet meer terug te draaien. Je neemt de wens heel letterlijk en geeft een omschrijving hoe de wens is uitgepakt. Dat doe je strikt naar de letter van de wens, maar wat niet is genoemd kun je zelf invullen op een zodanige manier dat de ander mogelijk niet zo blij is met zijn of haar wens.

Iemand kan bijvoorbeeld wensen dat hij heel rijk is. In een flits is hij heel rijk ...... èn op de vlucht voor de politie wegens de zojuist gepleegde bankoverval. Iemand wenst een bloedmooie vrouw, maar ze heeft een heel arrogant karakter. Iemand wenst te wonen in een mooi huis, en hij is er een interne knecht die het huis de hele dag aan het poetsen is. (15)

Wissel van rol. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging de oefening? Hoe goed kunnen we wensen? (15)

E4-1 (45) - Gevoelens - Groep.

Houd een brainstormsessie m.b.t. gevoelswoorden.

De groep roept en 1 persoon schrijft ze op (flip-over).

Ga door totdat niemand meer iets nieuws kan verzinnen. (20)

Kies voor jezelf 1 ongewenste en 2 gewenste gevoelens die je vaak (of soms) hebt.

Vertel aan de groep hoe je jezelf vaak (of soms) voelt. (1)

Daarna komt de volgende.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 102

E4-2 (10) - Gevoelens - Groep.

Houd aan het begin en het einde van de dag een snelle ronde m.b.t. hoe iedereen zich nu voelt.

Hoe voel je je nu? Geef je gevoel in één woord weer.

E4-3 (30) - Gevoelens - Groep.

Kom steeds aan het begin van de dag tot een gezamenlijke stilte en wees je bewust van jezelf. (5)

Ieder vertelt iets over zijn of haar gevoelens van de afgelopen periode. (Willekeurige volgorde.)

Je kunt het in het kort vertellen, de groep waar je deel vanuit maakt luistert. (25)

E4-4 (30) - Gevoelens - Groep.

Kies 2 tegengestelde emoties.

Leef je 7 minuten lang in de ene emotie in en daarna 7 minuten in de andere.

Loop met de hele groep door elkaar en begroet elkaar.

Maak eventueel een kort praatje en loop dan weer door. (14)

Groepsevaluatie: Wat is je opgevallen? (16)

E4-5 (5) - Gevoelens - Thuis.

Vertel regelmatig aan je partner, kinderen of vrienden wat je voor hen voelt. (5)

E4-6 (60) - Gevoelens - Thuis.

Deze oefening doe je puur voor jezelf. De brief die je gaat schrijven verstuur je niet.

Neem iemand in gedachten die jou vaak irriteert, of aan wie je een hekel hebt.

Schrijf die persoon een brief waarin je ongeremd al je emoties op hem of haar loslaat.

Schrijf ook hoe je wenst dat jullie relatie er van nu af aan uit gaat zien.

Je kunt die brief na afloop vernietigen.

Bespreek (met de mensen in je studiegroep) hoe je die oefening hebt ervaren.

E4-7 (10) - Gevoelens - Overal.

Observeer mensen in tal van verschillende situaties en kijk hoe hun gedrag wordt bepaald.

Van waaruit reageren ze in een bepaalde situatie?

Emotie, lichaam, denken, instincten of intuïtie? (10)

E4-8 (10) - Gevoelens - Overal.

Observeer jezelf in tal van verschillende situaties en kijk hoe je gedrag wordt bepaald.

Van waaruit reageer je in een bepaalde situatie?

Emotie, lichaam, denken, instincten of intuïtie? (10)

E4-9 (60) - Gevoelens - 2 Mensen.

Zit tegenover elkaar. De één neemt waar en reageert empathisch. De ander toont ware emoties.

Je kiest voor jezelf een emotie. (Je gaat in deze oefening steeds een stap verder.) (2)

Je denkt alleen aan die emotie. (2)

Je gaat je intens inleven en probeert die emotie te voelen, zonder dat je die waarneembaar uit. (2)

Je betrekt je lichaam erbij. Je denkt eraan, je voelt hem en je lichaam geeft er uiting aan. (2)

Je identificeert je nu volledig met die emotie en reageert overeenkomstig. (2)

(Kies je voor verdriet, laat de tranen dan gerust vloeien, kies je voor vreugde, zing het dan uit.)

Kom weer tot jezelf. (5)

Wissel van rol. (15)

Evalueer met elkaar wat de observeerder waarnam. (15)

Groepsevaluatie. (15)

E4-10 (10) - Gevoelens - Overal.

Bestudeer intensief tal van reclames. Gedrukt, radio, TV, billboards, winkels, neon, etc.

Welke emoties proberen die op te roepen?

Van welke psychologische factoren maken ze gebruik? (10)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 103

E4-11 (10) - Gevoelens - Thuis - Bioscoop.

Kijk hoe emoties door films worden opgeroepen.

Wat zijn de triggers? Hoe komt het dat je een emotie ervaart? (10)

E4-12 (10) - Feedback geven - Overal.

Let er de komende maand dagelijks op hoe je feedback geeft aan mensen.

Hoe geef je feedback? Heb je de verbeterdoelen daarbij voor ogen?

Hoe goed wordt de feedback geaccepteerd?

Wat kan er aan de feedback verbeterd worden? (10)

Bespreek de resultaten eventueel in de (studie)groep. (15)

E4-13 (60) - Feedback geven - Thuis.

Onderzoek hoe je in het verleden reageerde op feedback.

Vraag het aan je ouders, familieleden, vroegere vrienden of bekenden. (15)

Onderzoek hoe je er nu op reageert (huidige netwerk). (15)

Bedenk hoe je zou willen reageren over 3 weken. (15)

Bespreek de resultaten eventueel in de (studie)groep. (15)

E4-14 (60) - Feedback geven - Overal.

Vraag 3 keer per week onder verschillende omstandigheden om feedback. (5)

Kijk wat het met je doet.

Bespreek de resultaten eventueel in de (studie)groep. (15)

E4-15 (60) - Feedback geven - Overal.

Geef 3 keer per week onder verschillende omstandigheden bewust feedback. (5)

Kijk wat het met de ander doet. Vraag daar ook naar: “Hoe was het voor je om dat te horen?”

Bespreek de resultaten eventueel in de (studie)groep. (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 104

Praktijkdag 2

5a (30) - Wat zijn Counselling en Coaching? - Groep.

Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen counselling en coaching?

Groepsbrainstormen. (30)

5b (30) - Emoties voelen / herkennen (non-verbaal) - Groep.

Kies een emotie / gevoel.

Leef je intens in en ervaar in alle aspecten die emotie.

Loop met dat gevoel door de ruimte en begroet elkaar. (15)

Groepsevaluatie. (15)

5c (30) - Welk probleem speelt er? - 3 Mensen (CCO).

De cliënt heeft een echt probleem (niet te zwaar) of speelt (zie bij de cases) een probleem.

De coach exploreert d.m.v. de technieken het probleem. (5)

De observeerder kijkt welke technieken er gebruikt worden en hoe het gesprek verloopt.

Na afloop geeft de observeerder feedback aan de coach. (5)

Wissel 2 keer van rol.

6 (90) - Blijf bij de cliënt - 3 Mensen (CCO).

De cliënt heeft een echt probleem (niet te zwaar).

De coach blijft bij de cliënt door te reflecteren, focussen, stilte en empathie. (15)

Blijf bij de cliënt (en los niets op of vlucht niet weg van de gevoelens, verzacht ze niet etc.).

Neem de emoties waar, verken ze in de diepte, zonder oordeel.

Wissel 2 keer van rol.

CCO-Evaluatie. (15)

Groepsevaluatie: Hoe is het voor de cliënt? Hoe goed lukt het volgen, zonder te sturen? (30)

7a (60) - Coach hoe het niet moet - 3 Mensen (CCO).

De cliënt heeft een echt (klein) probleem of speelt (zie bij de cases) een probleem.

De coach gaat tegen alle regels in en maakt zoveel mogelijk verschillende fouten. (10)

De observeerder noteert wat de coach fout doet en hoe de cliënt hierop reageert.

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Welke fouten werden er gemaakt? Wat was het effect ervan voor de cliënt? (30)

7b (30) - Feedback - Groep.

Een coach coacht voor de groep een cliënt met een eenvoudig probleem. (10)

(Het maakt niet uit of er veel zaken goed of fout gaan, het gaat om de feedback die volgt.)

Leden van de groep geven na afloop feedback. Gebruik een feedbackformulier.

De trainer leert wat juiste / zinvolle feedback is en wat minder goede feedback is. (20)

8a (60) - Vertrouwensband - 3 Mensen (CCO).

De coach bouwt een vertrouwensband op met de cliënt. (15)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe kun je een vertrouwensband opbouwen? Wanneer krijg je als cliënt het gevoel dat je een coach kunt vertrouwen? (15)

8b (30) - Onmiddelijkheid - Directheid - Assertiviteit - Echtheid - 3 Mensen.

Hoe ervaren wij elkaar? Wat vinden we van elkaar? Wat voelen we bij elkaar? (15)

Groepsevaluatie: Hoe kunnen we op een nette manier zeggen wat we voelen en denken? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 105

Dag 2 - Extra Oefeningen

Spreek met elkaar af om ook de oefening van blz. 27 te doen. (Echt coachen inclusief betaling.)

E5-1 (30) - Wat zijn Coaching en Psychotherapie? - Groep.

Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen coaching en psychotherapie?

Groepsbrainstormen. (30)

E5-2 (30) - Wat zijn Coaching en Psychiatrie? - Groep.

Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen coaching en psychiatrie?

Groepsbrainstormen. (30)

E5-3 (30) - Wat zijn Coaching en Loopbaanbegeleiding? - Groep.

Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen coaching en loopbaanbegeleiding?

Groepsbrainstormen. (30)

E5-4 (30) - Wat zijn Therapie - Counselling - Coaching - Loopbaanbegeleiding? - Groep.

Wat zijn de verschillen en overeenkomsten?

Groepsbrainstormen. (30)

E5-5 (30) - Wat is Coaching? - 5 Mensen.

Kom tot een definitie van coaching, waarin je alle aspecten benoemt. (15)

Groepsevaluatie: Vergelijk de gevonden definities met elkaar. (15)

E5-6 (30) - Wat is Coaching? - 2 Mensen.

Leg aan iemand van een andere planeet uit wat coaching is.

De ander stelt naïeve vragen om het te begrijpen. (10)

Wissel van rol. (10)

Groepsevaluatie: Hoe ging het? (10)

E5-7 (60) - Wat is Coaching? - Thuis.

Bestudeer de verschillende definities, omschrijvingen m.b.t. counselling, coaching en therapie. Gebruik literatuur en internet. Kom tot een eigen definitie.

E5-8 (30) - Emoties voelen / herkennen - Groep.

Ieder kiest een emotie. Je loopt door elkaar heen. Je begroet elkaar en loopt weer door.

Je begint met de mildste vorm van die emotie en laat hem steeds intenser worden.

Op een teken van de trainer maak je hem steeds een stap je erger. o Je begint om er alleen aan te denken. (2) o Daarna ga je hem ook voelen. (2) o Je gaat hem steeds sterker voelen. (2) o Je geeft er non-verbaal steeds meer uiting aan. (2) o Je zit er helemaal in. (2)

o Verbaal geef je er uiting aan. (2) o Daarna kom je weer terug tot jezelf. (2)

Groepsevaluatie (16)

E5-9 (30) - Emoties voelen / herkennen - Groep.

Iemand leeft zich in een emotie in voor de groep.

De groepsleden mogen open vragen stellen aan die persoon.

Er mag niet naar de emotie gevraagd worden, die dient geraden te worden.

Degene die de emotie juist raad, mag zich in een nieuwe emotie inleven. (30)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 106

E5-10 (30) - Emoties voelen / herkennen - Groep.

Loop met z’n allen door elkaar.

De trainer noemt 7 emoties (1 per 2 minuten).

Je krijgt per emotie 2 minuten de tijd om je geheel in te voelen. (14)

Groepsevaluatie. (16)

E5-11 (30) - Welk probleem speelt er? - 3 Mensen (CCO).

De cliënt heeft een echt probleem (niet te zwaar) of speelt (zie bij de cases) een probleem.

De coach exploreert d.m.v. de technieken het probleem.

Als de coach een gesloten vraag stelt, antwoordt de cliënt alleen met ja of nee. (5)

De observeerder kijkt welke technieken er gebruikt worden en hoe het gesprek verloopt.

De observeerder vraagt hoe het was voor de cliënt en geeft feedback aan de coach. (5)

Wissel 2 keer van rol.

E5-12 (30) - Welk probleem speelt er? - 3 Mensen (CCO).

De cliënt heeft een echt probleem (niet te zwaar) of speelt (zie bij de cases) een probleem.

De coach probeert uit te vinden wat het probleem is d.m.v. gesloten vragen.

De cliënt antwoordt alleen d.m.v. ja of nee. (5)

De observeerder vraagt hoe het was voor de cliënt en de coach. (5)

Wissel 2 keer van rol.

E5-13 (60) - Welk probleem speelt er? - 3 Mensen (CCO).

De cliënt heeft een echt probleem (niet te zwaar).

De coach exploreert d.m.v. de technieken de onderliggende emoties.

Wat zijn de gevoelens die de cliënt bij dat probleem ervaart?

Als de coach een gesloten vraag stelt, antwoordt de cliënt alleen met ja of nee. (15)

De observeerder kijkt welke technieken er gebruikt worden en hoe het gesprek verloopt.

Na afloop vraagt de observeerder hoe het voor de cliënt was en geeft de coach feedback. (5)

Wissel 2 keer van rol.

E6-1 (90) - Blijf bij de cliënt - 3 Mensen (CCO).

De cliënt bepaalt waar hij of zij over wil praten, dat mag van alles zijn.

De coach blijft bij de cliënt door te parafraseren, reflecteren, focussen, stilte en empathie.

De coach toont oprechte interesse in het verhaal van de cliënt en volgt. (15)

Wissel 2 keer van rol.

CCO-evaluatie. (15)

Groepsevaluatie. (30)

E6-2 (90) - Blijf bij de cliënt - 3 Mensen (CCO).

De cliënt bepaalt waar hij of zij over wil praten, dat mag van alles zijn.

De coach blijft bij de cliënt door te parafraseren, reflecteren, focussen, stilte en empathie.

De coach toont oprechte interesse in het verhaal van de cliënt en volgt.

De coach stemt zich ook af op de cliënt.

Dat kan o.a. door taalgebruik, ademhaling, houding en bewegingen (15)

Wissel 2 keer van rol.

CCO-evaluatie. (15)

Groepsevaluatie. (30)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 107

E6-3 (90) - Blijf bij de cliënt - 3 Mensen (CCO).

De cliënt bepaalt waar hij of zij over wil praten, dat mag van alles zijn.

De coach blijft bij de cliënt door te parafraseren, reflecteren, focussen, stilte en empathie.

De coach probeert vooral te voelen wat de cliënt voelt en laat dit zien door empathie. (15)

Wissel 2 keer van rol.

CCO-evaluatie. (15)

Groepsevaluatie. (30)

E7-1 (60) - Coach hoe het niet moet - 3 Mensen (CCO).

De cliënt heeft een echt (klein) probleem of speelt (zie bij de cases) een probleem.

De coach maakt met opzet een paar (subtiele) fouten. (10)

Na afloop proberen de cliënt en observeerder te raden wat die fouten waren.

CCO-evaluatie: Wat was het effect van die fouten? Hoe voelde dat voor de cliënt? (5)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Welke werden er gemaakt? Hoe voelde dat aan? (15)

E7-2 (30) - Coach hoe het niet moet - Groep.

Een cliënt wordt gecoacht voor de hele groep.

De coach maakt een reeks (grove) fouten.

De groep noteert de mogelijke fouten en de gevolgen. (15)

Groepsevaluatie: Welke fouten zagen we en hoe had het beter gekund? (15)

E7-3 (30) - Coach hoe het niet moet - Groep.

Een cliënt wordt gecoacht voor de hele groep.

De coach maakt een reeks (subtiele) fouten.

De groep noteert de mogelijke fouten en de gevolgen. (15)

Groepsevaluatie: Welke fouten zagen we en hoe had het beter gekund? (15)

E7-4 (30) - Coach hoe het niet moet - 5 Mensen.

Maak een brainstormlijst van zaken die een coach absoluut nooit mag doen. (30)

E7-5 (30) - Coach hoe het niet moet - 5 Mensen.

Maak een brainstormlijst van zaken die een coach beter niet kan doen. (30)

E7-6 (30) - Coach hoe het niet moet - 5 Mensen.

Maak een brainstormlijst van zaken die je als cliënt niet fijn zou vinden als een coach die zou doen. (30)

E7-7 (30) - Coach hoe het niet moet - Groep.

Noem de onaangename zaken die je bij sommige hulpverleners wel eens hebt ervaren en wat het met je deed. (30)

E7-8 (30) - Feedback - Groep.

Een coach coacht voor de groep een cliënt met een eenvoudig probleem. (10)

(Het maakt niet uit of er veel zaken goed of fout gaan, het gaat om de feedback die volgt.)

Drie leden van de groep geven na het gesprek feedback aan de coach. (10)

De coach reageert tijdens het ontvangen van de feedback niet.

Nadat alle feedback is ontvangen geeft de coach aan: (10) o hoe de feedback voor hem of haar voelde. o welke feedback voor hem of haar het meest leerzaam is. o wat hij of zij met de feedback gaat doen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 108

E7-9 (45) Feedback - Groep.

Een coach coacht voor de groep een cliënt met een eenvoudig probleem.

De coach gaat door totdat hij of zij niet verder kan.

Dan stapt iemand uit de groep in de rol van coach, totdat hij of zij de taak overdraagt. (30)

(Het maakt niet uit of er veel zaken goed of fout gaan, het gaat om de feedback die volgt.)

Groepsfeedback.

De trainer geeft aan wat zinvolle feedback is en wat minder goede feedback is. (15)

E7-10 (50) - Feedback - Groep.

Een cliënt met een eenvoudig probleem kiest een coach uit de groep.

De coach gaat door totdat hij of zij niet verder kan.

Dan kiest de cliënt een nieuwe coach. (Kiest diverse malen.) (30)

(Het maakt niet uit of er veel zaken goed of fout gaan, het gaat om de feedback die volgt.)

Leden van de groep geven na afloop feedback.

De trainer geeft aan wat zinvolle feedback is en wat minder goede feedback is. (15)

E7-11 (30) - Feedback en Vertrouwensband - 2 Mensen.

Oefen in tweetallen, met de hele groep door elkaar.

1 persoon is geblinddoekt (of heeft steeds zijn of haar ogen gesloten).

De blinde legt een van te voren vastgestelde route af.

De begeleider gebruikt zijn of haar stem om te zeggen hoe de blinde het beste kan lopen. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe was het om blind te zijn? Hoe ging het leiden met de stem? (16)

E7-12 (30) - Feedback en Vertrouwensband - 2 Mensen.

Oefen in tweetallen, met de hele groep door elkaar.

1 persoon is geblinddoekt (of heeft steeds zijn of haar ogen gesloten).

De blinde legt een van te voren vastgestelde route af.

De begeleider leidt de blinde in stilte met zijn of haar hand, de blinde volgt in vol vertrouwen. (7)

Wissel van rol. (7)

Groepsevaluatie: Hoe was het om blind te zijn? Hoe ging het leiden met de hand? (16)

E7-13 (10) - Feedback en Vertrouwensband - 3 Mensen.

2 personen zijn geblinddoekt (of hebben steeds de ogen gesloten).

De blinde mensen zitten tegenover elkaar met koekjes tussen hun in. (Als je durft yoghurt.)

De derde geeft aanwijzingen hoe de blinde mensen elkaar en hem of haar kunnen voeden. (5)

Groepsevaluatie: Hoe was het om blind te zijn? Hoe ging het voeden? (5)

E8-1 (60) - Vertrouwensband - 3 Mensen (CCO).

De coach bouwt een vertrouwensband op met de cliënt. (10)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: o Hoe bouw je een vertrouwensband op? o Hoe bepaal je als cliënt of je een coach kunt vertrouwen? o Ieder noemt 3 selectiecriteria waaraan een coach - voor jou - moet voldoen. (30)

E8-2 (45) - Vertrouwensband - 5 Mensen.

Onderzoek wat - voor jullie - de belangrijkste criteria zijn waaraan de coach moet voldoen wil je

het gevoel hebben dat je hem of haar kunt vertrouwen.

Eerst brainstormen en stel dan een top 10 samen met de belangrijkste zaken bovenaan. (25)

Groepsevaluatie: Vergelijk de uitkomsten van de groepjes in de hele groep. (20)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 109

E8-3 (60) - Vertrouwensband - Groep.

Ieder wijst iemand aan die hij of zij het meeste vertrouwt en legt kort uit waarom. (20)

Zoek daarna iemand op met wie je nog niet geoefend en gesproken hebt.

Ieder vertelt iets over zichzelf aan de ander. (30)

Groepsevaluatie: Wat is er anders geworden tussen jullie door de oefening? (10)

E8-4 (30) - Onmiddelijkheid - Directheid - Assertiviteit - Echtheid - 3 Mensen.

Kom tot een gezamenlijke definitie van Echtheid. (10)

Groepsevaluatie: Vergelijk de verschillende definities.

Wat is Echtheid? Hoe kun je zien of iemand Echt is? Hoe weet je of je Echt bent? (20)

E8-5 (30) - Onmiddelijkheid - Directheid - Assertiviteit - Echtheid - 3 Mensen.

Kom tot een gezamenlijke definitie van Assertiviteit. (10)

Groepsevaluatie: Vergelijk de verschillende definities.

Wat is Assertiviteit? Hoe kun Assertief zijn zonder een ander te kwetsen? (20)

E8-6 (45) - Onmiddelijkheid - Directheid - Assertiviteit - Echtheid - 3 Mensen (ABC).

A geeft een objectieve omschrijving over hoe B eruit ziet en wat B nu doet.

C observeert beiden en controleert of de omschrijving klopt of een interpretatie is.

Er is geen dialoog, alleen een omschrijvende monoloog. (10)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsdiscussie: Hoe ging de oefening? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 110

Praktijkdag 3 Neem als cliënt een klein probleem, of een situatie die je wilt verbeteren. De coach gebruikt deze dag het Enneagram als Procesmodel. In iedere oefening ga je een stap verder. Maak het elkaar makkelijk, omdat het een oefensituatie is en we in 4 lessen alle stappen willen doorlopen, zodat we het hele model kunnen ervaren. In werkelijkheid kan iedere stap langer of korter duren. Om binnen de lestijd

te blijven gebruiken we “Fast Forward”, zoals bij een videofilm. Doe na iedere les steeds alsof het

een week later is. Werk de hele dag in hetzelfde groepje van 2 Mensen (CC). Wissel steeds van

rol. Schud even de vorige rol van je af. De coach let strikt op de tijd!

9a (45) - Punt 1 - Problemen.

Help je cliënt om alle mogelijke problemen in kaart te brengen, of alle aspecten van een deelgebied. Waar zit iemand nu mee? Wat zou iemand in zijn leven willen veranderen?

Kijk wat de meeste stress oplevert. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging het inventariseren? Hoe duidelijk zijn de mogelijke problemen? (15)

9b (45) - Punt 7 - Doelen.

Je helpt je cliënt om doelen te stellen. Wat wil iemand WEL? Brainstormen en SMART. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging het helpen bij het vinden van mogelijke doelen? (15)

10a (45) - Punt 2 - Het Probleem.

Help je cliënt ontdekken aan welk probleem hij of zij wil gaan werken. (15)

Groepsevaluatie: Hoe kon je tot “Het Probleem” komen? (15)

10b (45) - Punt 8 - Het Doel en Punt 9 - Het Leven.

Je helpt je cliënt om zijn Doel te ontdekken. Gebruik de Doelen, het Probleem en Het Leven (wat iemand uiteindelijk wil bereiken) als leidraad. Breng alles met elkaar in overeenstemming. Zorg voor een juiste en krachtige formulering. (15)

Groepsevaluatie: Hoe kwam je samen tot een juiste definitie van “Het Doel”? (15)

11a (45) - Punt 3 - Onbewuste Schok.

Je helpt je cliënt zijn situatie inzien. Je houdt het Doel tegenover het Probleem.

Samen onderzoek je welke zaken helpen om de mogelijke impasse te doorbreken. (15)

Groepsevaluatie: Hoe kon je je cliënt naar een zelfconfrontatie leiden? (15)

11b (45) - Punt 4 - Nieuwe Wegen.

Je helpt je cliënt om naar Nieuwe Wegen te zoeken. Wat kan er gedaan worden om het doel te bereiken? Brainstormen - SMART - Kosten / Baten Analyse (15)

Groepsevaluatie: Hoe kon je je cliënt stimuleren om nieuwe wegen te vinden? (15)

12a (45) - Punt 5 - De Nieuwe Route - Actieplan.

Je helpt je cliënt om een Actieplan op te stellen. Vele kleine makkelijk haalbare concrete stappen bepalen het succes. Wat kan er gedaan worden om het doel te bereiken? (15)

Groepsevaluatie: Hoe kon je je cliënt helpen bij het opstellen van een Actieplan? (15)

12b (45) - Punt 6 - Bewuste Schok.

Maak een Krachtenveld Analyse.

Help je cliënt bij het vastleggen van zijn Actieplan, zodat hij of zij het uitvoert. (15)

Help elkaar daar eventueel mee de komende tijd.

Groepsevaluatie: Hoe kon je tot concrete afspraken komen? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 111

Dag 3 - Extra Oefeningen Een eenvoudig model om te coachen is de GROW-methode. Kies deze als het enneagram je niet aanspreekt of nu nog te moeilijk is.

G = Gewenste uitkomst Wat is het doel van de gesprekken? Wat wil je bereiken?

R = Realiteit Hoe is je huidige situatie?

O = Opties Welke opties heb je om bij je doel te komen?

W = Wil Wat wil je doen om bij je doel te komen?

Stap 1 Introductie, opening van het gesprek. De coach stelt zich voor. Legt uit hoe hij of zij werkt. De cliënt introduceert in het kort zijn of haar vraag. (5)

Stap 2 G = Gewenste uitkomst. De coach vraagt naar het doel m.b.t. de vraag en het doel van dit gesprek.

o Wat wil je bereiken? o Wanneer wil je het bereiken? o Wat wil je door dit gesprek bereiken? o Is het SMART? (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden) (10)

Stap 3 R = Realiteit. De coach vraagt naar de huidige situatie.

o Wat heb je tot nu toe aan gedaan? o Wat waren daarvan de resultaten? (10)

Stap 4 O = Opties. De coach vraagt naar welke opties er zijn voor de cliënt.

o Welke mogelijkheden heb je om bij je doel te komen? o Wat zijn de voor- en nadelen van die mogelijkheden? (10)

Stap 5 W = Wil. De coach vraagt naar de optie of een combinatie van opties die de cliënt wil gebruiken.

o Wat ga je doen? o Wanneer ga je het doen? o Kom je hierdoor bij je doel? o Welke hindernissen verwacht je? Hoe kun je die overwinnen? o Welke hulpmiddelen heb je nodig en hoe kun je daar aankomen? o Geef op een schaal van 1 tot 10 aan wat de kans is dat je deze actie uitvoert? (10)

E9-1 en E10-1 (180) - GROW-methode - 3 Mensen (CCO).

Coach je cliënt volgens de GROW-methode. (45)

CCO-evaluatie: Geef de coach Feedback (10)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het coachen volgens dat model? (15)

E11-1 en E12-1 (180) - GROW-methode - 3 Mensen (CCO).

Stel nieuwe groepjes (CCO) samen.

Neem een nieuw probleem of uitgangssituatie.

Neem de ontvangen feedbackpunten door en coach je nieuwe cliënt.

Vergelijk de nieuw ontvangen feedback na afloop met de eerste feedback.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 112

Praktijkdag 4 Neem als cliënt een klein probleem, of een situatie die je wilt verbeteren. De coach gebruikt deze dag het “Het 4-fasenmodel van Julie Starr”. In iedere oefening ga je een stap verder. Maak het elkaar makkelijk, omdat het een oefensituatie is en we in 4 lessen alle stappen willen doorlopen, zodat we het hele model leren kennen. In werkelijkheid kan iedere stap langer of korter duren. Om binnen de

lestijd te blijven gebruiken we “Fast Forward”, zoals bij een videofilm. Doe na iedere les steeds alsof

het een week later is en speel alsof je in die week aan jezelf hebt gewerkt en dus een paar stappen

verder bent. Werk de hele dag in hetzelfde groepje van 3 Mensen (CCO). Wissel steeds van rol.

Schud even de vorige rol van je af. De coach let strikt op de tijd!

13 (90) - Fase 1: Stel de context voor coaching vast - 3 Mensen (CCO).

Zorg voor een optimale coachomgeving.

Leg uit wat coaching is, wat je cliënt van je kan verwachten en wat jij van je cliënt verwacht.

Ethische code, geheimhouding, aantekeningen, controle vrijwilligheid cliënt.

Afspraken m.b.t. het aantal sessies, de data, tijden, locatie, eventuele derden en de betaling.

Creëer een vertrouwensband, stimuleer betrokkenheid bij de cliënt, wil tot verandering aanwezig?

Mogelijke gewenste (eerste) resultaten. (20)

CCO-evaluatie. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging het vaststellen van de context? (15)

14 (90) - Fase 2: Creëer inzicht en richting - 3 Mensen (CCO).

Leer je cliënt kennen.

Welke richting wil je cliënt op?

Help bij het ontwikkelen en formuleren van zijn of haar doelstellingen (SMART).

Help je cliënt inzicht te krijgen in zijn of haar situatie. Gebruik eventueel een test.

Help de cliënt het doel voor ogen te houden en zich in te zetten om het te bereiken. (20)

CCO-evaluatie. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging het ontdekken van de richting en het doel? (15)

15 (90) - Fase 3: Evalueer / bevestig het geleerde - 3 Mensen (CCO).

Controleer de vooruitgang t.o.v. het doel.

Evalueer de gesprekken, vraag en geef feedback.

Bevestig het geleerde en de vooruitgang.

Leg verband tussen de resultaten en het coachen. (20)

CCO-evaluatie. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging het meten van de vooruitgang / resultaten? (15)

16 (90) - Fase 4: Afronding - 3 Mensen (CCO).

Begin met het einde voor ogen: Hoe goed zijn de doelen behaald?

Zorg dat iedere betrokkene een goed gevoel overhoudt aan het coachen.

Help bij het opstellen van een plan voor persoonlijke ontwikkeling.

Stimuleer het leerproces, zodat het na de laatste sessie doorgaat.

Zorg dat je cliënt zich gesteund voelt. (20)

CCO-evaluatie. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging de afronding? Hoe goed kan je cliënt doorgaan zonder coach? Hoe hebben we het coachingsproces ervaren? Hoe bevalt het 4-fasenmodel ons? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 113

Dag 4 - Extra Oefeningen Neem als cliënt een klein probleem, of een situatie die je wilt verbeteren. De coach gebruikt vandaag het “Het 4-fasenmodel van Julie Starr”. Maak het elkaar makkelijk, omdat het een oefensituatie is.

Fase 1: Stel de context voor coaching vast.

Zorg voor een optimale coachomgeving.

Leg uit wat coaching is, wat je cliënt van je kan verwachten en wat jij van je cliënt verwacht.

Ethische code, geheimhouding, aantekeningen, controle vrijwilligheid cliënt.

Afspraken m.b.t. het aantal sessies, de data, tijden, locatie, eventuele derden en de betaling.

Creëer een vertrouwensband, stimuleer betrokkenheid bij de cliënt, wil tot verandering aanwezig?

Mogelijke gewenste (eerste) resultaten.

Fase 2: Creëer inzicht en richting.

Leer je cliënt kennen.

Welke richting wil je cliënt op?

Help bij het ontwikkelen en formuleren van zijn of haar doelstellingen (SMART).

Help je cliënt inzicht te krijgen in zijn of haar situatie. Gebruik eventueel een test.

Help de cliënt het doel voor ogen te houden en zich in te zetten om het te bereiken.

Fase 3: Evalueer / bevestig het geleerde.

Controleer de vooruitgang t.o.v. het doel.

Evalueer de gesprekken, vraag en geef feedback.

Bevestig het geleerde en de vooruitgang.

Leg verband tussen de resultaten en het coachen.

Fase 4: Afronding.

Begin met het einde voor ogen: Hoe goed zijn de doelen behaald?

Zorg dat iedere betrokkene een goed gevoel overhoudt aan het coachen.

Help bij het opstellen van een plan voor persoonlijke ontwikkeling.

Stimuleer het leerproces, zodat het na de laatste sessie doorgaat.

Zorg dat je cliënt zich gesteund voelt.

E13-1 (90) - Eerste sessie - 3 Mensen (CCO).

Doorloop met je cliënt fase 1 en 2. (20)

Wissel 2 keer van rol

CCO-evaluatie. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging het vaststellen van de context? Hoe ging het ontdekken van de richting en het doel? (15)

E14-1 (90) - Tweede sessie - 3 Mensen (CCO).

Speel dat het een week later is en doorloop met je cliënt fase 3 en 4 (20)

Wissel 2 keer van rol

CCO-evaluatie. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging het meten van de vooruitgang / resultaten? Hoe ging de afronding? Hoe goed kan je cliënt doorgaan zonder coach? Hoe hebben we het coachingsproces ervaren? Hoe bevalt het 4-fasenmodel ons? (15)

E15-1 (90) - Eerste sessie (Vorm een nieuwe groep CCO en herhaal oefening 13, houd rekening met de ontvangen feedback en mogelijk nieuwe inzichten. Verbeter jezelf. Neem een nieuwe uitdaging.)

E16-1 (90) - Tweede sessie (Vervolg oefening 15.)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 114

E13a-2 (30) - Soorten Coaches - 5 Mensen.

Maak een brainstormlijst: Waarom / waarvoor laten mensen zich Coachen? (10)

Maak een brainstormlijst: Wat voor soorten Coaches zijn er? (10)

Vertel aan de anderen: Welke soort van coachen jou het meeste aanspreekt en waarom. (10)

E13b-2 (30) - Oordelen - Vooroordelen - Paradigma - Groep.

Groepsdiscussie: Wat zijn oordelen? Wat zijn vooroordelen? In hoeverre hebben wij die? (10)

Wat is een Paradigma? (10)

Hoe kunnen we met deze zaken rekening houden tijdens het coachen? (10)

E13c-2 (30) - Luisteren - Groep.

De trainer leest het volgende verhaal voor: De winkelier heeft net het licht in de zaak uitgedaan, als een man binnenkomt die om geld vraagt. De kassa wordt geopend en de winkelier neemt de inhoud uit de kassa en geeft het aan de man. De man holt weg. De eigenaar van de zaak belt de politie.

Ieder geeft bij de volgende stellingen, voor zichzelf, aan of ze Juist, Onjuist of Onbekend zijn.

o Het is sluitingstijd als de man om geld vraagt. o De eigenaar van de zaak geeft de inhoud van de kassa aan de man.

o De dief holt met de inhoud weg. o De winkelier is het geld uit de kassa kwijt. o De winkelier belt de politie om aangifte te doen van diefstal. o In het verhaaltje komen voor: Een winkelier, een dief en de politie.

Bespreek daarna de uitkomsten met elkaar. Als er verschillen zijn, leg elkaar dan uit waarom een bepaalde stelling juist, onjuist of onbekend is. Ga hiermee door totdat iedereen het met elkaar eens is. (De trainer weet de antwoorden en waarom het zo is.)

E14-2 (60) - Feedbacklijst - 5 Mensen.

Maak een feedbacklijst die je kunt gebruiken bij het 4-fasenmodel van Julie Starr. Kijk eventueel naar de algemene voorbeelden in dit Praktijkboek en maak het specifiek. Gebruik je creativiteit. Er zijn vele vormen mogelijk. Welke punten zijn van belang om op te letten? Waar zou je feedback op willen hebben? (40)

Groepsevaluatie: Hoe ging het? Wat zijn de resultaten van de verschillende groepjes? (20)

Kom tot een gezamenlijke feedbacklijst die je straks gaat gebruiken. (30)

E15-2 (90) - Eerste sessie - 3 Mensen (CCO).

Doorloop met je cliënt fase 1 en 2. (20)

Wissel 2 keer van rol

CCO-evaluatie. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging het vaststellen van de context? Hoe ging het ontdekken van de richting en het doel? (15)

E16-2 (90) - Tweede sessie - 3 Mensen (CCO).

Speel dat het een week later is en doorloop met je cliënt fase 3 en 4. (20)

Wissel 2 keer van rol.

CCO-evaluatie. (15)

Groepsevaluatie: Hoe ging het meten van de vooruitgang / resultaten? Hoe ging de afronding? Hoe goed kan je cliënt doorgaan zonder coach? Hoe hebben we het coachingsproces ervaren? Hoe bevalt het 4-fasenmodel ons? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 115

Praktijkdag 5

17a (45) - Verstandhouding - 5 Mensen.

Brainstorm: Wat kan ik doen als coach om te zorgen voor een goede verstandhouding (vertrouwensband) met mijn cliënten. Zorg voor zeker 101 ideeën. (20)

Stel een individuele Top 10 samen van zaken die je gaat doen. Draag dat lijstje bij je. (10)

Groepsevaluatie: Ieder leest zijn of haar Persoonlijke Top 10 voor. Ontdek de overeenkomsten en verschillen. Mogelijk kun je je Top 10 aanpassen. (15)

17b (45) - Intuïtie - 5 Mensen.

Brainstorm: Hoe kan ik zuiver in contact staan met mijn intuïtie? Zorg voor 30 ideeën. (20)

Stel een individuele Top 3 samen van zaken die je gaat doen. Draag dat lijstje bij je. (10)

Groepsevaluatie: Ieder leest zijn Persoonlijke Top 3 voor. (15)

18a (45) - Het eerste contact (CCO).

Ga met de ruggen tegen elkaar zitten of gebruik je mobieltje.

Een cliënt die mogelijk behoefte heeft aan personal coaching belt je (coach) op. Hij of Zij heeft je telefoonnummer gehad van een goede vriend, maar wil eerst weten wie je bent, wat je doet, wat coaching is, wat het kost, of het wel zal helpen voor hem of haar,.... etc.

Als coach help je je potentiële cliënt over de drempel heen, zodat je eventueel tot een eerste afspraak kunt komen. (10)

Wissel 2 keer van rol.

CCO-evaluatie: Wat deed de coach goed? Wat kan worden verbeterd? (5)

Groepsevaluatie: Waar letten we op als we een potentiële cliënt voor het eerst spreken. (10)

18b (45) - Je voelt er niet veel voor om een cliënt te helpen - 3 Mensen (CCO).

Tijdens het eerste gesprek blijkt dat je potentiële cliënt verwachtingen heeft (van jou, coaching of zichzelf) waarmee je hem niet kunt helpen. Leg op een zo ethisch mogelijke manier uit dat je je cliënt hiermee niet kunt helpen. Bespreek met je cliënt welke wegen er wel mogelijk zijn. (10)

Wissel 2 keer van rol.

CCO-evaluatie: Wat deed de coach goed? Wat kan worden verbeterd? (5)

Groepsevaluatie: Wanneer help je iemand wel en wanneer niet? (10)

19 (90) - Weerstanden - 3 Mensen.

Als coach krijg je een cliënt die gestuurd is door zijn baas. Na 4 jaar trouwe dienst en prima inzet, is de productiviteit van de werknemer de afgelopen maanden gedaald. Hij wil er niet over praten en meldt zich steeds vaker ziek. Hij bezoekt je alleen maar, omdat hij gestuurd is en zit zijn tijd bij jou wel uit. Je cliënt gelooft niet dat coachen zal helpen en vraagt zich af wat je aan zijn baas rapporteert. Je hebt nu een eerste gesprek en kijkt of je samen tot een coachingscontract kunt komen. (15)

CCO-evaluatie: Hoe goed ging de coach om met de weerstanden? (5)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe kun je met weerstanden omgaan? (10)

20 (90) - Feedback geven en ontvangen - 5 Mensen.

Bedenk met elkaar een origineel script voor 2 opeenvolgende toneelstukjes. De sketches hebben als doel om managers te leren op de juiste wijze feedback te geven aan hun medewerkers. Laat een reeks voorbeelden zien met verkeerde feedback en daarna juiste feedback en wat de gevolgen daarvan zijn. Gebruik overdrijvingen, humor, drama, expressie etc. (45)

Iedere groep van 5 mensen geeft een uitvoering voor de hele groep (managers). (10)

Groepsevaluatie: Hoe ging het creatieproces? Vragen over feedback? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 116

Dag 5 - Extra Oefeningen

E17a (45) - Een Professionele Coach - Groep.

Nodig iemand uit die al coacht. Dat kan een student van niveau 2 zijn, die al werkt als coach, maar ook iemand anders. Hij of zij kan iets vertellen over zichzelf en hoe het coachen in de praktijk gaat. Je hebt de gelegenheid tot het stellen van vragen.

E17b (45) - Weerstanden - Groep.

Groepsdiscussie: o Wat zijn weerstanden? o Wat kan het nut zijn van weerstanden? o Welke soorten zijn er? Som ze allemaal op. o Per stuk: Hoe kun je ze herkennen? Hoe kun je er als coach mee omgaan? o Hoe uiten weestanden zich bij ons? Heeft ieder mogelijk een lievelingsmanier?

E18 (90) - Wat is Coaching? - 5 Mensen.

Maak samen een korte presentatie over wat Coaching is en wat de verschillen of overeenkomsten zijn met Counselling, Loopbaanbegeleiding, Psychotherapie, Leidinggeven, Maatschappelijk werk, trainen etc. (30)

Geef samen die presentatie voor de hele groep. (10)

Groepsfeedback: Hoe was het inhoudelijk? Hoe was de presentatie? Hoe duidelijk was de boodschap? Wat was goed? Wat kon beter? (10)

Na de feedback geeft de volgende groep hun presentatie.

E19 (90) - Wat helpt, wat helpt niet? - 5 Mensen.

Er zijn zaken die bevorderlijk zijn voor een goed communicatieproces. Er zijn ook zaken die de communicatie blokkeren, zoals:

o Adviseren, suggesties of oplossingen aandragen. o Met logische argumenten overreden, “omver redeneren”.

o Oordelen, bekritiseren, afkeuren, beschuldigen.

Maak met elkaar 2 brainstormlijstjes: 1. Met alle zaken die de communicatie tussen de coach en de cliënt bevorderen. 2. Met alle zaken die de communicatie tussen de coach en de cliënt tegen gaan. Wees hierin creatief en uitgebreid. “In je neus peuteren” is ook een goed voorbeeld. (30)

Maak daarna van beide een Top 10. (10)

Groepsevaluatie: Hoe luiden onze Top 10’s? (20)

Groepsdiscussie: Hoe goed communiceren we in het dagelijks leven, met vrienden, familie, op het werk? Wanneer houden we ons aan de juiste Top 10? Wanneer niet? Wat zijn dan de gevolgen? Ieder komt met praktijkvoorbeelden uit zijn of haar dagelijks leven. Wanneer het goed gaat en wanneer het mis gaat. (30)

E20a (45) - Estafette Coachen - 2 Groepen.

Een cliënt heeft een probleem of uitdaging en zit voor de groep met een coach. De coach begint bij het begin. De eerste kennismaking. De coach gaat door totdat hij of zij het even niet meer weet of de cliënt een andere coach wil. Iemand uit de groep neemt de rol van de coach over en gaat verder waar de coach is gebleven. Ga zo door totdat iedereen een keer coach is geweest. (45)

E20b (45) - Foutje,...... Bedankt - Groep.

Een cliënt wordt voor de groep door de trainer (of een student) gecoacht. De trainer doet het goed, maar maakt af en toe met opzet een foutje. De groepsleden zeggen stop als ze een foutje opmerken. De coach zegt dan of hij bewust een fout heeft gemaakt. Het gaat om echte fouten, zoals oordelen, adviseren, slecht luisteren, te veel gesloten vragen etc. Niet om futiliteiten. (15)

Wissel 2 keer van rol.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 117

Praktijkdag 6

21 (90) - Ontdek jezelf als coach - 5 unieke kenmerken van coaching - 3 Mensen (CCO).

Je cliënt heeft een werk gerelateerd probleem. Je coacht om samen te ontdekken wat er nog meer speelt of onder de oppervlakte zou kunnen liggen. Naast de gebruikelijke coachingsvaardigheden en -technieken, die je nu al redelijk zult kennen, let je erop dat je de 5 unieke kenmerken van coaching gaat gebruiken. (15)

De observeerder let hierop. Per kenmerk noteert hij of zij wat goed ging en hoe het beter kan. 1. Hoe goed kiest de coach voor het welzijn van de persoon? 2. Hoe goed bevordert de coach zelfverantwoordelijkheid? 3. Hoe mensvriendelijk is de coach? 4. Hoe goed speelt de coach in op ervaringen? 5. Hoe goed schept de coach een ondersteunend relatieveld?

CCO-evaluatie. (10)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe goed passen we de unieke eigenschappen toe? (15)

22 (90) - Ontdek jezelf als coach - 6 vormen van coaching - 3 Mensen (CCO).

Vervolg de gesprekken met je cliënt. Dezelfde groep dus. Speel dat het een week later is. Je gebruikt natuurlijk de benodigde coachingsvaardigheden en -technieken en de 5 unieke kenmerken van coachen. Daarnaast gebruik je nu ook de 6 vormen van coachen. (15)

De observeerder let hierop. Per vorm noteert hij of zij wat goed ging en hoe het beter kan. 1. Hoe goed biedt de coach een ondersteunende aanwezigheid? 2. Hoe goed brengt de coach structuur aan en volgt hij of zij de vooruitgang? 3. Hoe goed stroomlijnt de coach de persoon en het project? 4. Hoe goed bevordert de coach de persoonlijke ontwikkeling. 5. Hoe goed helpt de coach om van de persoonlijke verandering een project te maken? 6. Hoe goed helpt de coach bij het plaatsen van de veranderingen in het ideaalmodel?

CCO-evaluatie. (10)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe goed gebruiken we de 6 vormen van coachen? (15)

23 (90) - Ontdek jezelf als coach - Wat is Coaching? - Groep.

Geef een flitsende presentatie aan een groep potentiële cliënten over coaching. Je doel is om ze uit te leggen wat coaching is. Objectieve voorlichting. Je kunt vooraf aan de groep vertellen welke rol zij spelen. (Managers, werknemers, leerkrachten, verzorgend personeel, klas met middelbare scholieren, huismannen, of -vrouwen ....... ) (3)

Groepsfeedback over: Inhoud presentatie, hoe de coach overkwam, leerpunten voor de coach. (2)

Wissel van rol, totdat iedereen is geweest.

24 (90) - Ontdek jezelf als coach - LifeCoach op TV - Groep.

Iemand uit de groep speelt voor een beroemde LifeCoach die wekelijks op de TV een aantal mensen uit de zaal met tal van uitdagingen verder helpt. Naast de LifeCoach is er ook een presentator van het programma. Hij of Zij kondigt de LifeCoach aan, vraagt na afloop aan de

LifeCoach en de Cliënten, hoe ze het ervaren hebben. Hij of zij helpt ook bij de selectie van de nieuwe Cliënten en houdt de tijd in de gaten. Iedere cliënt heeft 10 minuten en moet dan verder kunnen. Naast de gebruikelijke coachingsvaardigheden, speelt ook snelheid, humor en confrontatie een rol. Het dient boeiend zijn om naar te kijken. (10)

Groepsevaluatie: Hoe ging het coachen? (5)

Na 1 ronde krijgen we een nieuwe cliënt en LifeCoach.

Er kunnen 6 coaches en 6 cliënten aan bod komen.

De presentator let op de tijd en leidt alles in goede banen. (Die wisselt na 3 rondes van rol.)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 118

Dag 6 - Extra Oefeningen

E21 (90) - Ontdek jezelf als coach - 5 unieke kenmerken van coaching - 3 Mensen (CCO).

Je cliënt heeft veel stress op het werk en in zijn of haar thuissituatie. Je coacht om samen te ontdekken welke stressbronnen er allemaal zijn. Naast de gebruikelijke coachingsvaardigheden en -technieken, die je nu al redelijk zult kennen, let je erop dat je de 5 unieke kenmerken van coaching gaat gebruiken. (15)

De observeerder let hierop. Per kenmerk noteert hij of zij wat goed ging en hoe het beter kan. 1. Hoe goed kiest de coach voor het welzijn van de persoon? 2. Hoe goed bevordert de coach zelfverantwoordelijkheid? 3. Hoe mensvriendelijk is de coach? 4. Hoe goed speelt de coach in op ervaringen? 5. Hoe goed schept de coach een ondersteunend relatieveld?

CCO-evaluatie. (10)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe goed passen we de unieke eigenschappen toe? (15)

E22 (90) - Ontdek jezelf als coach - 6 vormen van coaching - 3 Mensen (CCO).

Vervolg de gesprekken met je cliënt. Dezelfde groep dus. Speel dat het een week later is. Onderzoek samen hoe je cliënt de hoeveelheid stress kan reduceren. Je gebruikt natuurlijk de benodigde coachingsvaardigheden en -technieken en de 5 unieke kenmerken van coachen. Daarnaast gebruik je nu ook de 6 vormen van coachen. (15)

De observeerder let hierop. Per vorm noteert hij of zij wat goed ging en hoe het beter kan. 1. Hoe goed biedt de coach een ondersteunende aanwezigheid? 2. Hoe goed brengt de coach structuur aan en volgt hij of zij de vooruitgang? 3. Hoe goed stroomlijnt de coach de persoon en het project? 4. Hoe goed bevordert de coach de persoonlijke ontwikkeling. 5. Hoe goed helpt de coach om van de persoonlijke verandering een project te maken? 6. Hoe goed helpt de coach bij het plaatsen van de veranderingen in het ideaalmodel?

CCO-evaluatie. (10)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe goed gebruiken we de 6 vormen van coachen? (15)

E23a (60) - Ontdek jezelf als coach - Wat is Coaching? - 5 Mensen.

Brainstorm met elkaar over: “Het onderscheid tussen een Professionele Coach en diverse andere beroepen zoals, Counsellor, Therapeut, Adviseur, Maatschappelijk werker, Trainer, Docent.” Kom samen tot een sluitende definitie van wat een Coach is en wat een Coach doet. (30)

Iedere groep leest zijn uitgebreide definitie in de hele groep voor en gezamenlijk kijken we welke elementen er in de definities voorkomen. (30)

E23b (30) - Ontdek jezelf als coach - Wat is Coaching? - Groep.

Maak voor jezelf een makkelijk te onthouden korte definitie van wat een coach is of wat een coach doet. (5)

Loop met z’n allen door elkaar. Als je iemand tegenkomt, stel je jezelf voor en zeg je tegen elkaar je eigen definitie van coaching. Nadat je beiden elkaars definitie hebt gehoord, neem je afscheid en ontmoet je een nieuw persoon en wisselt definities uit. Ga hiermee door totdat je iedereen hebt gehad. (25)

E23c (30) - Ontdek jezelf als coach - Ik ga coachen en neem mee....... - Groep.

Kies een belangrijke coacheigenschap, -tool of -vaardigheid en noem die. De volgende student noemt de reeds genoemde zaken op en voegt zijn gewenste eigenschap eraan toe. Daarna is de volgende aan de beurt. Het is belangrijk om goed te onthouden wat er is gezegd, aangezien de rugzak steeds voller wordt.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 119

Praktijkdag 7

25 (90) - Zoek het patroon - Personaliseren van het project - 3 Mensen (CCO).

Je cliënt heeft een aantal concrete problemen op zijn of haar werk of eventueel in zijn of haar gezin. Je helpt je cliënt om tot zelfreflectie te komen. Wat is het persoonlijke aandeel van je cliënt aan die situatie? (15)

De observeerder noteert per item wat goed ging en hoe het beter kan: 1. Hoe goed stelt de coach vragen naar de innerlijke ervaringen van de persoon? 2. Hoe goed stelt de coach persoonsgerichte vragen? 3. Hoe goed stelt de coach veralgemeniserende vragen? 4. Hoe goed parafraseert de coach op een personaliserende manier? 5. Hoe goed vraagt de coach om de geleverde feedback door derden aan de cliënt? 6. Hoe goed gebruikt de coach wat er tijdens de coaching gebeurt? 7. Hoe goed brengt de coach op enthousiaste wijze andere mogelijkheden ter sprake? 8. Hoe goed maakt de coach het coachingskader duidelijk?

CCO-evaluatie. (10)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe goed ging het personaliseren van het project? Wat was lastig? (15)

26 (90) - Zoek het patroon - Het opsporen van overtuigingen en waarden - 3 Mensen (CCO).

Vervolg de gesprekken met je cliënt. Dezelfde groep dus. Speel dat het een week later is. Help de cliënt bij het in kaart brengen van zijn of haar Situatie, Gedragingen, Vaardigheden, Overtuigingen, Waarden, Rollen, Identiteit en Missie. (Gebruik de piramide.) Onderzoek waar er verandering mogelijk is. (25)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het in kaart brengen van de verschillende onderdelen? (15)

27 (90) - Zoek het patroon - Het exploreren van het ontwikkelingsgebied - 2 Mensen (CC).

De cliënt komt voor de eerste keer bij je. De introductie en de zakelijke afspraken heb je al gehad. Je helpt je cliënt bij de exploratie van zijn of haar ontwikkelingsgebied. Dat doe je aan de hand van de 13 gebieden in de spiraal: (35)

1. Het Coachingskader. 2. De Aanleiding. 3. De Huidige Toestand. 4. De eerste omschrijving van het Doel. 5. Verklaringen en Zelfbedachte Oplossingen. 6. Analyse van gedane Acties. 7. Contextfactoren die een rol spelen in het ontwikkelingsgebied. 8. Het Verleden. 9. Faits Divers. 10. Analyse van Vaardigheden. 11. Persoonlijkheidsfactoren. 12. Het niveau van Zelfsturing. 13. Observaties in het Hier en Nu.

Wissel van rol.

Groepsevaluatie: Hoe natuurlijk kun je het ontwikkelingsgebied exploreren? (20)

28 (90) - Zoek het patroon - Het thematiseren van het ontwikkelingsgebied - Groep.

Ga door met je cliënt. Samen ga je op zoek naar de thema’s die er spelen. De exploratie heb je al gehad. Ga verder met: Opsporen van opvallende informatie, Samenvatten, Veralgemeniseren, Typeren, Personaliseren, Consolideren en kom tot het Ontwikkelingsthema. (35)

Wissel van rol.

Groepsevaluatie: Hoe heeft het coachen je geholpen? Wat zou je coach beter kunnen doen? (20)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 120

Dag 7 - Extra Oefeningen Oefen dit model regelmatig met verschillende mensen, problemen, uitdagingen, omstandigheden, zodat het coachen je gemakkelijk afgaat en je je niet meer op het model hoeft te concentreren. Werk het liefst met echte mensen en echte uitdagingen. Daarnaast is het goed om met een grote verscheidenheid aan situaties te oefenen. Als je die niet in het echte leven tegenkomt, dan kun je bij de gedetailleerde cases kijken. Als je iedere week een case oefent, heb je er 52 in een jaar gedaan en een ruime ervaring opgedaan. De variatie ligt niet in het model, maar juist in de verdieping ervan in diverse situaties. Op het moment dat je het model en de technieken en vaardigheden kunt dromen, kun je alle aandacht naar je cliënt laten uitgaan. Veel oefenen en leren van je feedback is de aangewezen weg daarvoor. Voor een ander soort oefeningen kun je kijken bij Algemene Extra Oefeningen.

Oefen vanaf nu regelmatig met diverse modellen.

Kies specifieke (werk)situaties die je later verwacht tegen te komen

of help elkaar bij (werk)situaties en het opstellen van een persoonlijk ontwikkelplan.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 121

Praktijkdag 8 Werk vandaag met mensen met wie je nog niet eerder hebt gewerkt. De cliënt kiest zoals gewoonlijk een eigen case. Mag pittig zijn. Als coach doorloop je de volgende stappen om je cliënt te helpen:

1. Verifiëer en schep het coachingskader. 2. Beluister de aanleiding. 3. Stem af op de wijze van zelfsturing en op de manier waarop de persoon gecoacht wil worden. 4. Exploreer het ontwikkelingsgebied. 5. Bepaal het soort proces. 6. Thematiseer het ontwikkelingsgebied. 7. Bepaal het niveau van zelfsturing. 8. Formuleer het werkdoel. 9. Koppel het werkdoel aan een bijkomend doel op het niveau van zelfsturing. 10. Vraag naar evidenties en geloof in vooruitgang. 11. Doe interventies.

12. Ontwerp projecten en sluit af. 13. Consolideer het resultaat van de coaching.

De werkgever, een uitkeringsinstantie of anders een familielid betaalt voor de gesprekken. Er is geld voor 4 gesprekken van 20 minuten. Speel steeds dat het een week later is. Kijk hoe ver je komt. Houd rekening met het feit dat je slecht 4 gesprekken hebt en het tempo van de cliënt. Zorg dat je cliënt zo ver mogelijk komt in die 4 gesprekken en na een goede afronding zelfstandig verder kan.

29 (90) - Reflecteer over de wijze van aanpak - Eerste gesprek - 3 Mensen (CCO).

Je hebt 20 minuten voor je eerste gesprek. (20)

De observeerder doet vandaag 2 zaken: o Houdt bij hoe goed de coach het proces stuurt en de juiste (meest zinvolle) vragen stelt. o Schrijft een schematisch verslag van de gesprekken (Rapportage). Dat verslag geeft de

observeerder na afloop aan de cliënt mee, zodat die er thuis mee verder kan. Zorg dat het helder, duidelijk, begrijpelijk en leesbaar is. Werk het thuis op de pc uit en mail het aan de cliënt en de coach.

CCO-evaluatie: De observeerder geeft een samenvatting van wat er bij de cliënt naar boven is gekomen en feedback aan de coach. (10)

Wissel 2 keer van rol.

30 (90) - Reflecteer over de wijze van aanpak - Tweede gesprek - 3 Mensen (CCO).

Speel dat het een week later is. Ga in het tweede gesprek verder waar je gebleven bent. (20)

De observeerder doet hetzelfde als in de vorige opdracht.

CCO-evaluatie: De observeerder geeft een samenvatting van wat er bij de cliënt naar boven is gekomen en feedback aan de coach. (5)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ver zijn we gekomen? Mogelijke knelpunten in het proces? (15)

31 (90) - Reflecteer over de wijze van aanpak - Derde Gesprek - 3 Mensen (CCO).

Idem Les 29, maar nu derde gesprek.

32 (90) - Reflecteer over de wijze van aanpak - Vierde Gesprek - 3 Mensen (CCO).

Idem Les 30, maar nu vierde en laatste gesprek. Rond het goed af.

Groepsevaluatie: Hoe ver zijn we gekomen? Hoe ging het afronden? Wat leverden de gesprekken op? Hoe goed kunnen de cliënten nu zelfstandig verder? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 122

Dag 8 - Extra Oefeningen Oefen dit model regelmatig met verschillende mensen, problemen, uitdagingen, omstandigheden, zodat het coachen je gemakkelijk afgaat en je je niet meer op het model hoeft te concentreren. Werk het liefst met echte mensen en echte uitdagingen. Daarnaast is het goed om met een grote verscheidenheid aan situaties te oefenen. Als je die niet in het echte leven tegenkomt, dan kun je bij de gedetailleerde cases kijken. Als je iedere week een case oefent, heb je er 52 in een jaar gedaan en een ruime ervaring opgedaan. De variatie ligt niet in het model, maar juist in de verdieping ervan in diverse situaties. Op het moment dat je het model en de technieken en vaardigheden kunt dromen, kun je alle aandacht naar je cliënt laten uitgaan. Veel oefenen en leren van je feedback is de aangewezen weg daarvoor. Voor een ander soort oefeningen kun je kijken bij Algemene Extra Oefeningen.

Oefen vanaf nu regelmatig met diverse modellen.

Kies specifieke (werk)situaties die je later verwacht tegen te komen

of help elkaar bij (werk)situaties en het opstellen van een persoonlijk ontwikkelplan.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 123

Praktijkdag 9

Les 33 t/m 36 (360) - Volg de persoonlijke ontwikkeling. Werk vandaag met mensen met wie je nog niet eerder hebt gewerkt. De cliënt kiest zoals gewoonlijk een eigen case. Het liefst iets zeer persoonlijks met een emotionele lading. Als coach doorloop je de volgende stappen om je cliënt te helpen:

1. Emotionele aansturing en bewustwording. 2. Het mentale aspect aan het begin. 3. De integratie van hindernissen. 4. De start: het doorbreken van het patroon. 5. De kritieke fase. 6. De verbouwing van het geheel. 7. Naar bewuste competentie.

De tijdsindeling, de wijze van oefenen, feedbackmomenten, groepsgrootte, tijdsbewaking laten we geheel aan de studenten over. De trainer verleent passieve hulp. Dat wil zeggen dat de trainer alles over laat aan de groep en geen procesmatige of inhoudelijke sturing geeft. Wel is de trainer als observeerder aanwezig en kun je om feedback of hulp vragen. Kijk hoe je de persoonlijke ontwikkeling het beste kunt volgen.

Laat de standaard lesindelingen los,

maak gebruik van de optimale vrijheid, zodat je je eigen leerproces kunt sturen.

Groepsevaluatie:

Hoe ging het vinden van je eigen oefenstructuur? (15)

Hoe ging het volgen van de persoonlijke ontwikkeling? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 124

Dag 9 - Extra Oefeningen

E33 (90) - Detecteer het niveau van zelfsturing - Zelfsturingstest maken - 5 Mensen.

Ontwikkel een eenvoudige test om het niveau van zelfsturing te testen. Wees creatief en zorg dat je groep de beste / leukste test uitdenkt. (60)

Geef een korte presentatie voor de hele groep over je test. (5)

Groepsfeedback: Sterke punten van de test en mogelijke verbeterpunten. (5)

E34 (90) - Detecteer het niveau van zelfsturing - Zelfsturing testen - 2 Mensen (CC).

Test met de zojuist ontwikkelde test je cliënt om het niveau van zelfsturing te bepalen.

Zorg ervoor dat je getest wordt door een test die je niet zelf hebt gemaakt.

Onderzoek samen met je cliënt hoe je het niveau van zelfsturing een stapje hoger kunt maken.

Kom tot een actieplan, afhankelijk van het niveau en de wensen van je cliënt. (30)

CC-evaluatie: Hoe vond je de test? Hoe hielp het je tot zelfinzicht komen? Hoe goed sluit het actieplan aan bij wat je wilt? (5)

Wissel van rol en persoon. Je oefent dus met een ander persoon dan net. (30)

CC-evaluatie: Hoe vond je de test? Hoe hielp het je tot zelfinzicht komen? Hoe goed sluit het actieplan aan bij wat je wilt? (5)

Groepsevaluatie: Hoe goed voldeden de testen? Waar ga je aan denken bij een volgend ontwerp van een test? (20)

E35 (90) - Detecteer het niveau van zelfsturing - Zelfsturend team - 5 Mensen (CCCCC).

Je bent een groepscoach. Je coacht mensen die op verschillende niveau’s van zelfsturing zitten.

De groep van 4 overlegt zonder de coach erbij welke rol ze gaan spelen. (3)

De gedemotiveerde, gestuurde groep komt je kantoor binnensjokken. (Maak het de coach niet te moeilijk, maar wel pittig, met wat addertjes onder het gras.)

Je eerste taak is ............. (30)

CCCCC-evaluatie: Hoe ervoer de groep de coach? (5)

Wissel 1 keer van rol.

Groepsevaluatie: Waar dien je op te letten bij het coachen van groepen? Hoe kun je beginnen om zelfsturing te leren? (20)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 125

Praktijkdag 10

37a (30) - Beweging van binnenuit - 2 Mensen (CC).

Dagelijks doe je vele zaken. Bij welke zaken is er sprake van een beweging van binnen uit? Je coach helpt je die zaken in kaart te brengen. (15)

Wissel van rol.

37b (30) - Leiderschapsprofielen - 2 Mensen (CC).

Leidinggevenden komen bij een coach als het leidinggeven niet helemaal lukt. Men denkt in de eerste instantie dat het aan de medewerkers ligt. Vaak blijkt de oorzaak een patroon van de leider te zijn. De coach helpt je ontdekken welk patroon jij hebt. (Leidinggeven kun je ruim zien. Als je geen “leidinggevende” bent, leid je misschien het gezin, het huishouden, vrienden, familie, de hond,..... Je patroon kan in veel gevallen hetzelfde zijn.) (15)

Nadat je patroon in kaart is gebracht, ga je met je coach kijken wat je er aan kunt doen. (15)

Wissel van rol.

37c (30) - Beweging van binnenuit - 6 Mensen.

Kies een gespreksleider, die zorgt dat ieder aan bod komt en houdt de tijd in de gaten. (1)

Het groepsgesprek over de volgende topics: o Op welke voorbeelden baseer je je bewust of onbewust als je leiding geeft? (8) o Op welke voorbeelden baseer je je als je coacht? (8) o Hoe wordt jezelf het liefste gecoacht? (8) o Wat is de stijl van de huidige gespreksleider? (5)

38a (30) - Hoe ervaren andere mensen je? - 5 Mensen.

Ga in een kring zitten en schrijf spontaan achter ieders naam, inclusief je eigen naam, welke van de 5 rollen van nature het beste bij iemand past. De rollen zijn: Leider/Ondernemer, Manager/Organisator, Deskundige/Leraar, Coach/Katalysator, Collega/Vriend. (5)

De ingevingen worden met elkaar vergeleken. Ieder leest zijn ingeving op van persoon A.

Daarna zegt persoon A hoe hij zijn (zij haar) eigen natuurlijke rol ziet.

Bespreek eventueel de verschillen in waarneming / ingeving. (5)

Daarna is de volgende aan de beurt, totdat ieder is geweest.

38b (30) - Stap in je rol - Groep.

In welke van de 5 rollen (Leider/Ondernemer, Manager/Organisator, Deskundige/Leraar, Coach/Katalysator, Collega/Vriend) zit je het meest?

Verdeel de ruimte in 5 delen (4 hoeken en het midden) en ga bij mensen met dezelfde rol staan.

Kom in iedere subgroep tot een sluitende definitie van jullie rol. (20)

Iedere subgroep presenteert zijn definitie aan de gehele groep. (10)

38c (30) - Stap uit je rol - Groep.

Kies allemaal een rol die totaal anders is dan je normaal hebt / bent. Ben je altijd een net en braaf meisje, speel dan bijvoorbeeld een sloerie. Ben je een oprecht leider, speel dan een

kruiperige ondergeschikte. Heb altijd te weinig geld en niet veel succes, speel dan een rijke playboy. Ben je een huismus, speel dan een avonturier. Ben je eerlijk, wees dan oneerlijk.......

Leef je geheel in, denk hierbij aan de lichaamstaal, emoties en gedachten.

Onderga een persoonlijkheidverandering en neem een geheel nieuwe naam en identiteit aan. (5)

Doe vanuit die rol waar je zin in hebt in de groep. Stel jezelf voor, ga koffie drinken, kletsen, naar buiten, naar binnen, bezoek het toilet, wees toegankelijk of juist afgesloten. Wat je ook doet, blijf in die nieuwe rol. Neem de anderen waar vanuit die rol en hun nieuwe rol. Je bevindt je in een groep met onbekenden. Kijk met wie het klikt. (15)

Groepsevaluatie: Wat viel ons op? (10)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 126

39 (90) - Coachend Leiderschap - 3 Mensen (CCO).

Neem als medewerker een lastige / vervelende taak in gedachten die je onlangs van je leidinggevende hebt gehad. Als je geen leidinggevende hebt of geen lastige taken krijgt kun je je creatieve fantasie gebruiken. Je komt niet veel verder met die opdracht. Je leidinggevende is

natuurlijk gelijk daarna op vakantie gegaan en laat jou alles alleen opknappen.... Je hebt een afspraak gemaakt met zijn / haar vervanger, omdat je die opdracht niet ziet zitten. De vervanger is een Coachende Leider. De Coachende Leider helpt je een aantal stappen verder komen, nadat je hem / haar de opdracht hebt uitgelegd. (20)

CCO-evaluatie: Geef de Coachende Leider Feedback (10)

Wissel 2 keer van rol.

40a (45) - Mensgericht Coachen

Laat alles los, wees Jezelf en een hulpmiddel ten dienste van de ander.

Zoek iemand uit met wie je het goed kunt vinden. Je bent 45 minuten lang zijn of haar Persoonlijke Coach. Je kent elkaar al een tijd en helpt hem of haar bij het verbeteren van de kwaliteit van zijn of haar leven. Zowel bij persoonlijke als werkgerelateerde zaken kun je hem of haar helpen. Door de goede vertrouwensband kun je ook heel direct zijn. Bij deze oefening laat je de theorieën, modellen en vaardigheden los, wees gewoon jezelf en help de ander, zo mogelijk,

een stapje verder.

Geen rollenspel, maar echt coachen van iemand in een echte actuele situatie.

Na een relatief korte verkenning 5 tot 15 minuten van de uitgangssituatie, ga je met je cliënt naar het stellen van doelen en verkent mogelijkheden om die te behalen.

Aan het einde van het gesprek heeft de cliënt iets concreets in handen wat hij of zij gaat doen. Je kunt ook van rol wisselen en 2 korte gesprekken van 20 minuten voeren.

40b (45) - Groepsevaluatie oefening 40a en aansluitend

Afsluiting eerste niveau: Wat hebben we geleerd, hoe gaan we verder......

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 127

Dag 10 - Extra Oefeningen

E37 (180) - (2 coachgesprekken van 60 min. / 2 x 30 min. groepsevaluatie) - 5 Mensen (CCCCC)

- Het Coachen van een Lingeriezaak. Je bent als Coach ingehuurd om een slecht lopende winkel weer winst te laten maken en alle problemen op te lossen. Je hebt je Nieuwe Coachbureau een paar straten verder op en via mond-tot-mond reclame hebben ze alle vertrouwen in je. “De rijwielzaak om de hoek heb je toch ook maar mooi uit de rode cijfers gehaald.” (Rollenspel: 1 coach en 4 tot 5 cliënten: Ma, Pa, Dochter, 1 of 2 Winkelmeisjes)

Case: Het is een kleine zelfstandige lingeriezaak. Men verkoopt er hoofdzakelijk Luxe Dames Lingerie. Daarnaast heeft men 40% van de winkel gereserveerd voor beddengoed, zoals lakens en kussenslopen en luxe badhanddoeken. De winkel is opgericht in 1903 en steeds in de familie gebleven. Na 2 verhuizingen is de zaak alweer 30 jaar gevestigd in een fraai monumentenpandje

zonder hypotheek in het centrum van Delft. Men gaat voor kwaliteitsmerken en richt zich op de mensen die het zich kunnen veroorloven, of liever die het zich niet kunnen veroorloven om in een Zeeman onderbroek te lopen. Het was een zaak waar prinsessen en diplomatenvrouwen hun inkopen

deden. Al vanaf 1910 heetten ze: “Koninklijke Kleine Lotus”. De eigenaresse (58) heeft de leiding en staat dagelijks 4 uur in de zaak. Haar man (64) doet de administratie, inrichting en bestellingen. Hun dochter (35, gescheiden met 2 kinderen [4 en 7]) neemt de zaak over een half jaar over. Ze werkt er nu 4 uur per dag in. De eigenaar en eigenaresse willen met pensioen en rondreizen. De dochter zal hun voor de overname iedere maand € 3000,- betalen zolang ze leven of maximaal 10 jaar. Naast de moeder en de dochter zijn er 1 of 2 parttime winkelmeisjes die in de winkel helpen als het nodig is. (Zaterdagen, koopzondagen, koopavonden, voor de feestdagen en bij ziekte.) Hoe mooi alles mag lijken, in werkelijkheid liggen de zaken iets ingewikkelder. Een aantal mogelijke problemen bevinden zich in de schaduwzijde van het bedrijf. Zaken waar men niet veel over praat en bij de wekelijkse poetsbeurt onder het vloerkleed veegt. Zaken zoals:

- De jaaromzet is al jaren aan het dalen en bevindt zich nu op een dieptepunt van slechts € 300.000,-

- De edele clientèle van welleer gaat liever naar Parijs, Londen en New York. - Het “gewone werkvolk” komt er niet zoveel vanwege de prijs. - De mensen die er tussenin zitten houden de vinger op de virtuele knip van hun creditcard. - Er wordt gestolen (Door wie? De winkelmeisjes? De klanten?) - Ondanks dat het niet meer storm loopt heeft men veel stress. Waardoor? - De relatie dochter - ouders is na haar scheiding van een alcoholist 4 jaar geleden achteruit gegaan. - Winkelhulpjes blijven steeds maar kort, hebben geen vakkennis en goede hulpen zijn niet te vinden. - Drie maanden geleden was er een roofoverval, vlak voor sluitingstijd. Liep goed af, maar.... - Eigenlijk ziet de dochter het niet meer zo zitten om de zaak nog over te nemen. Wil wel, maar.... - Omdat de omzet daalt, vindt ze dat ze steeds meer uitgebuit wordt door haar ouders. - Het gebouw en de riolering dienen grondig te worden gerenoveerd. (Rioollucht bij oostenwind.) - Ze hebben hele andere ideeën over wat ze willen verkopen. (“Pikante Lingerie / Oubollig”) - Ma, Pa, dochter en de kids wonen boven de zaak, men zit elkaar op de lip, bemoeizucht etc.

Spreek zonder de Coach erbij af wie welke rollen op zich neemt.

Kies het best passende coachmodel.

Houd ook rekening met het niveau van zelfsturing en de groepsdynamica.

Na een bepaalde tijd kan iemand anders de coachrol overnemen, zodat er meer mensen aan bod komen als coach. (Wissel bijvoorbeeld 3 of 4 keer, de coach neemt dan de rol van de ander over.)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 128

Algemene Extra Oefeningen

A1 (30) - Wat zijn de voordelen van coachen? - 5 Mensen.

Brainstorm over de voordelen van coachen. Vind meer dan 101 voordelen. (20)

Modificeer, combineer en groepeer ze en kom tot een Top 10 van voordelen. (10)

A2 (30) - Verschillende soorten coaches - 5 Mensen.

Brainstorm over verschillende soorten van coachen / coaches / stijlen / modellen / settings...

Vind meer dan 101 soorten. (20)

Groepeer ze. (10)

Welke soorten spreken jou het meeste aan?

A3 (30) - Wat doet een coach? - 5 Mensen.

Brainstorm over verschillende zaken die een coach doet.

Vind meer dan 101 soorten. (20)

Groepeer ze. (10)

Welke zaken zou jij graag doen als coach?

A4 (30) - Wat doet een coach? - Groep.

Groepsdiscussie: Wat voor stijlen in leidinggeven kunnen we bedenken? (10)

Wat zijn de voor- en nadelen van iedere stijl? (10)

Hoe zou je als manager die coacht leiding geven? (10)

A5 (90) - Coach je eigen team - 5 Mensen.

Kies binnen je studiegroep een coach.

In dit geval is de coach een (meewerkende) manager van de groep.

De groep inclusief de coachende manager pakt samen een project aan.

De groep maakt een assertiviteitscursus voor werknemers van een productiebedrijf.

Na afronding van het project geeft de groep hiervan een presentatie voor de hele groep. (15)

De toehoorders stellen na afloop vragen. (10)

Groepsevaluatie: Hoe ging het coachen van de groep? (15)

A6 (90) - Coach je eigen team - 3 Mensen (CCO).

Je bent een coachende manager. Er komt een werknemer bij je die niet zo gemotiveerd is.

Je gebruikt je coachingsvaardigheden om hem of haar te motiveren. (10)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe kun je als coachende manager een werknemer motiveren? (15)

A7 (45) - Ontwerp de ideale coachende manager - 5 Mensen.

Brainstorm over welke unieke (menselijke) eigenschappen de ideale coachende manager zou kunnen hebben. Hoe zijn die eigenschappen? Hoe is zijn of haar gedrag? (30)

Kom na de brainstormfase tot een ideaal plaatje. (15)

A8 (90) - Diversiteit - 5 Mensen.

Onderzoek met elkaar hoe divers ieder is. Op welke punten verschillen we van elkaar? (30)

Onderzoek daarna naar punten van overeenkomst. Wat is hetzelfde aan ons? (30)

Geef een korte presentatie voor de hele groep over jullie diversiteit en gezamenlijkheid. (5)

Groepsevaluatie: Hoe kunnen we deze ervaring gebruiken in de huidige samenleving? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 129

A9 (90) - Vooroordelen - stereotypen - veronderstellingen - discriminatie - Groep.

Speel een talkshow op de TV. Er is 1 Gastheer of -vrouw (facilitator) en een actief publiek.

De facilitator helpt het publiek om tot een gezamenlijke definitie van de bovenstaande begrippen te komen. Bedenk dat het voor de TV is en het boeiend dient te zijn. (30)

Groepsevaluatie: Hoe ging het leiden van het publiek? Hoe bracht de facilitator het er vanaf? (30)

A10 (60) - Vooroordelen - stereotypen - veronderstellingen - discriminatie - 3 Mensen (CCO).

Je bent een coachende manager en hebt een gesprek met een medewerker die zich niet erg netjes gedraagt naar andere mensen. Je medewerker flapt er nog al eens wat uit, wat kwaad bloed zet bij andere medewerkers en een productieve, fijne samenwerking blokkeert. (15)

CCO-evaluatie: Hoe effectief was de coachende manager? (5)

Wissel 2 keer van rol.

A11 (60) - Stelling: Tijd = Geld = Leven - Geven en Ontvangen - Wat heeft waarde? - Groep.

Speel een talkshow op de TV. Er is 1 Gastheer of -vrouw (facilitator) en een actief publiek.

De facilitator stimuleert het publiek om tot een gezamenlijke verkenning van de bovenstaande begrippen te komen. Stel iemand werkt een heel jaar en verdient 20.000 Euro. Als dat wordt gestolen, dan wordt eigenlijk een jaar van zijn of haar leven gestolen. Diefstal zou je gelijk

kunnen staan aan moord, afhankelijk van het bedrag. Voor geld is ook levensverlengende medische hulp te koop. Met geld kun je tijd kopen door werk uit te besteden, bijvoorbeeld je huis laten schoonmaken, of je belastingpapieren laten invullen........... Kunnen we onze tijd in geld uitdrukken en kijken hoe we met ons leven omgaan. Wat kost een half uur reclames kijken per dag? Of het in de file staan? Of kletsen over niets? Hoe verdoen we ons leven? Of is iedere seconde goed besteed? Wat verwachten we van het leven? Bedenk dat het voor de TV is en het boeiend dient te zijn. (30)

Groepsevaluatie: Hoe ging het leiden van het publiek? Hoe bracht de facilitator het er vanaf? Waar dient hij of zij allemaal op te letten? (30)

A12 (60) - Soorten relaties - 5 Mensen.

Onderzoek hoeveel Soorten relaties (Vrienden, familie, werknemer, winkelpersoneel, ..... ) je hebt.

Onderzoek bij iedere Soort relatie wat de kenmerken ervan zijn en waar je grenzen liggen.

Geef dat schematisch weer. (30)

Presenteer dat voor de hele groep. (5)

Groepsevaluatie: Hoe ging de presentatie? Hoe helpt het ontworpen model ons? (10)

A13 (60) - Omgaan met defensieve reacties - 3 Mensen (CCO).

Je geeft als coachende manager opbouwende feedback aan je medewerker. Die reageert hierop defensief. Kijk hoe je ermee om kunt gaan en zorgen dat de feedback wordt geaccepteerd. (15)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe kunnen we met defensieve reacties omgaan? (15)

A14 (60) - SMART - 3 Mensen (CC).

Je bent een coachende manager van een supermarkt. Het gedrag van een nieuwe caissière is niet helemaal optimaal. Ze is onvriendelijk naar klanten, werkt te langzaam, vaak klopt de kas niet, komt soms te laat en houdt zich niet aan de kledingvoorschriften. Stel samen met haar een SMART Actieplan op om haar functioneren te toetsen. (20)

Groepsevaluatie: Hoe ging het opstellen van een SMART Actieplan? (20)

A15 (60) - Beoordelingsgesprek - 5 Mensen.

Schijf een korte handleiding (1 A4-tje met de belangrijkste punten) over hoe coachende managers het beste hun werknemers kunnen beoordelen. Wat dienen ze wel en niet te doen? (45)

Groepsevaluatie: Hoe ging het opstellen van de handleiding? (Inhoudelijk en groepsproces.) (15)

A16 (15) - Beoordelingsgesprek - Groep.

Groepsdiscussie: Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen coachen en mentoring? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 130

A17 (60) - Sterke punten en Verbeterpunten - 1 Mens.

Maak een lijst met zaken die je al goed kunt èn zaken die je nog wilt leren m.b.t. coachen.

Maak een Top 3 van zaken die je nog wilt leren of aan jezelf verbeteren. (15)

Alle studenten lezen hun Top 3 aan de hele groep voor en vragen aan iedereen of ze je willen helpen aan deze punten te werken. (45)

A18 (-) - Zoek je maatje (Buddy).

Naast de ondersteuning van de Academie en je studiegroep kan persoonlijke ondersteuning ook helpen. Zoek daarom een studiemaatje met wie je ook tal van persoonlijke zaken kunt delen. Door de vertrouwensband die je in de loop der tijd opbouwt, kun je elkaar met tal van zaken helpen en ondersteunen als dat nodig is. Kijk of je klikt, of je op 1 golflengte zit en wat aan elkaar hebt.

A19 (30) - Leider of volger - 5 Mensen.

Maak 2 lijsten:

Welke eigenschappen zou een leider kunnen hebben?

Welke eigenschappen zou een volger kunnen hebben?

Ben je meer een leider, een volger of beide?

A20 (45) - Motiverende Toespraak (Peptalk) - 5 Mensen.

Je bent een coachende manager van een grote outdoorzaak die 8 vestigingen in Nederland heeft. Iedere maand bezoek je 1 van die vestigingen, bekijkt de resultaten, spreekt met de mensen, werkt symbolisch een halve dag mee en voor het gezamenlijk diner houd je een korte motiverende toespraak. Bedenk hem spontaan of schrijf thuis die toespraak. (5)

Wissel 4 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het houden van een motiverende toespraak? Werden we gemotiveerd? Waar dienen we op te letten bij een motiverende toespraak? (20)

A21 (45) - Motiveren van werknemers - 5 Mensen.

Je bent op de wekelijkse meeting van 5 coachende managers van een productiebedrijf (koekjes) met 80 werknemers. Jullie zijn manager van één van de volgende afdelingen: Administratie, Personeel, Productie, Verpakking & Verzending, Verkoop. Brainstorm met elkaar over zaken die jullie bedrijf kan doen om het personeel meer te motiveren. Kom met een lijst van 200 opties, waaruit je een Top 20 gaat maken. En een Actie Top 5 die je de komende week al gaat uitvoeren. Houd rekening met het soort mensen dat er werkt. Wat werkt motiverend voor wie? (30)

Groepspresentatie: Geef met z’n vijven een presentatie van je Actie Top 5 op een landelijke meeting van coachende managers. (5)

A22 (60) - Wat motiveert mij? - 2 Mensen (CC).

Maak een brainstormlijst met zaken die jou demotiveren m.b.t. je studie voor coach en een lijst met zaken die je motiveren. (Ieder voor zich.) (15)

Je gaat met deze lijsten naar je coach en samen onderzoeken jullie wat je aan de demotiverende elementen kunt doen. Probeer ze te transformeren naar motiverende hulpen. Kijk ook hoe je de motiverende zaken kunt versterken. (15)

Wissel 1 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe hielp het coachen ons? (15)

A23 (45) - Wat motiveert mijn partner? - 2 Mensen (CC).

Als coach help je je cliënt ontdekken hoe hij of zij, zijn of haar partner het beste kan motiveren. Kom samen tot een Top 5 van zaken die makkelijk kunnen worden uitgevoerd. (15)

Wissel 1 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het voor de coach? Wat heeft het de cliënt gebracht? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 131

A24 (120) - Training Opzetten - 5 Mensen.

Jullie zijn coaches / trainers van een groot bedrijf en willen trainingen op gaan zetten voor het personeel. Het doel van die trainingen is dat ieder lid zich bewust wordt van de door hem of haar geleverde kwaliteit, van goederen of diensten. Het thema is “De klant staat centraal.” Die klant

kan intern zijn, maar ook extern. Kies een bedrijf waar je in dienst bent en maak een globaal plan van aanpak. Welke stappen neem je om de trainingen tot een succesvol einde te brengen? Het uiteindelijke doel is dat de werknemers meer betrokken zijn bij wat ze doen, en dat er minder verlies is door fouten, slordigheden, just NOT in time, te grote voorraden, ziekte verzuim etc. Het management wil 5 tot 10% meer winst zien na afloop van het programma, dat een jaar gaat duren. (60)

Geef voor de hele groep (managers) een presentatie van je plan van aanpak. (10)

Groepsfeedback: Vragen vanuit de groep. Hoe was de presentatie? (5)

Groepsevaluatie: Hoe ging het schrijven van een plan? (15)

A25 (90) - Stress - Groep.

Vertel in de groep over één van de meeste stressvolle periodes in je leven. Vertel in het kort over de oorzaken, hoe je ermee omging, wat je goed deed, wat je beter had kunnen doen en hoe je er uiteindelijk vanaf kwam. (5)

A26 (90) - Stresslijst - Groep.

Maak voor je zelf een brainstormlijst van zaken waar je veel stress van krijgt. Kies 3 zaken waar je de meeste ongewenste stress van krijgt. Tevens bedenk je wat je er de komende periode aan gaat doen. (15)

Ieder leest zijn of haar Top 3 inclusief de geplande acties voor aan de groep. (5)

A27 (90) - Stresslijst - Groep.

Maak thuis voor jezelf een uitvoerige stressanalyse. Maak eerst een brainstormlijst van alle stressbronnen, zaken die je soms of vaak irriteren, die je anders zou willen zien, waar je tegen aanloopt etc. Dat kan zijn: een borende buurman, buslawaai, je huisgenoten, het vieze gootsteenputje, maar ook de oncontroleerbaarheid van je werk of de angst voor een ziekte en anders wel de overheid met al z’n regels. Mogelijk kun je meer dan 100 bronnen ontdekken in je huidige leven. Zet achter iedere bron een cijfer van 1 tot 10. 1 levert een heel klein beetje stress op en 10 extreem veel. Daarachter zet je hoe vaak je van die stressbron last hebt. Die cijfers

vermenigvuldig je met elkaar en zo kom je tot een totale hoeveelheid stress die een stressbron oplevert.

Kies aan welke zaken je wilt gaan werken. Dat kunnen de bronnen zijn die de meeste stress opleveren, maar ook bronnen die het makkelijkst te elimineren zijn.

Maak een Top 5 of Top 10 van punten waar je aan gaat werken en stel hiervoor een actieplan op.

Presenteer je Actieplan aan de groep. (5)

A28 (45) - Stresslezing - Groep.

Bereidt een lezing voor over stress en geef die aan een groep managers. (15)

2 mensen geven na elkaar een lezing. (15)

Groepsfeedback: Hoe was het om de lezing te geven? Hoe ging het? Wat ging goed? Welke verbeterpunten (inhoudelijk / presentatie) zijn er? (15)

A29 (90) - Coachen van iemand met stress - 3 Mensen (CCO).

Onderzoek bij je cliënt welke mogelijke stressbronnen hij of zij heeft. Kijk welke bronnen de meeste stress opleveren en kom samen tot een actieplan om de hoeveelheid stress te verminderen. Zorg ervoor dat de stressreductie meetbaar is. (25)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het coachen? Hoe goed voelt de cliënt zich geholpen? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 132

A30 (90) - Stressdagboek - 3 Mensen (CCO).

Houd een week lang een stressdagboek bij. Noteer het als je stress ervaart. Zet in 5 kolommen naast elkaar: Tijd - Oorzaak Stress - Stressreactie - Hoe je reageert - Een cijfer op de schaal van 1 tot 10. (1 = niet erg en 10 = extreem erg)

Neem dat dagboek mee naar de les en laat je coachen. Bespreek je stresservaringen met je coach en onderzoek wat je er aan kunt doen. (25)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het bijhouden van een stressdagboek? Wat kon je daaruit opmaken? Wat was het effect van het bijhouden? Hoe hielp het coachen? (15)

A31 (-) - Zoek een Stressmaatje - 2 Mensen.

Zoek een Stressmaatje. Soms is het moeilijk om iets alleen te doen. Zoek een gelijkgestemde en ga samen iets aan de stress doen. Dat kan zijn gezonder leven, sporten, ontspanningsoefeningen, bewegen, positieve emoties stimuleren, leuke dingen doen,......... Maar ook elkaar coachen of opvangen als het even tegen zit.

A32 (90) - Maak een antistress cursus - Studiegroep.

Met je studiegroep (of een andere groep) kun je samen een antistress cursus gaan maken voor een bepaalde doelgroep. Kies eerst je doelgroep (Managers, werkende moeders, examenkandidaten, ouders die op het punt staan hun eerste kind te krijgen, mensen die opgebrand zijn of het dreigen te worden, etc.)

De cursus bestaat uit 10 avonden van 2 uur. Iedere week komt men bij elkaar. Na afloop is er al een verbetering opgetreden en kan men zelfstandig verder.

Maak een realistisch plan dat je zo zou kunnen uitvoeren. (Mogelijk ga je dat nog doen ook.)

Presenteer dat plan aan de hele groep. (15)

Groepsfeedback: Wat zijn de sterke punten van het plan? Welke punten zouden verbeterd kunnen worden? (10)

A33 (60) - Leer je cliënten goed ademhalen - 3 Mensen (CCO).

Leer eerst zelf de buikademhaling.

Leer die aan je cliënt. (10)

Wissel 2 keer van rol.

CCO-feedback: Hoe ging het aanleren van buikademhaling bij een cliënt? Wat kan beter? (5)

Groepsevaluatie: Hoe is het om via je buik te ademen? Hoe ging de oefening? (15)

A34 (60) - Leer je cliënten progressieve relaxatie - 3 Mensen (CCO).

Leer eerst zelf progressieve relaxatie.

Leer die aan je cliënt. (15)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe bevalt die vorm van ontspanning? Hoe ging de oefening? (15)

A35 (15) - Ontspanning - Groep.

Bestudeer een ontspanningsmethode die je aanspreekt.

Leer die aan de hele groep, door een korte uitleg en door ze die te laten ervaren. (15)

De volgende lesdag kan een ander aan de beurt komen.

A36 (15) - OntspanningsTop 10 - Groep.

Maak voor jezelf een Top 10 van zaken die je graag doet om te ontspannen, op het werk, thuis, buiten in de natuur, of ergens anders. Maak daar volop gebruik van.

Ieder leest zijn of haar Top 3 voor in de groep. (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 133

A37 (30) - Ontdek je Plekje - Alcohol - Groep.

Door de zaal loopt een lijn. Het beginpunt is 0 alcohol consumpties per week en het eindpunt is 20 of meer. (De schaal kan eventueel worden aangepast, afhankelijk van het drinkgedrag van de groep.)

Iedereen zoekt zijn of haar plaats op die lijn. Vraag aan anderen hoeveel zij per week drinken.

Wees eerlijk voor jezelf en anderen. Het gaat niet om het oordelen of veroordelen van iemands drinkgedrag, maar om het meten ervan. (10)

Terwijl je daar staat vraag je jezelf af waar je over 2 maanden zou willen staan.

Vraag jezelf af wat daar voor nodig is om daar te komen. (5)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om deze oefening te doen? (15)

A38 (30) - Ontdek je Plekje - Sigaretten - Groep.

Door de zaal loopt een lijn. Het beginpunt is 0 sigaretten per week en het eindpunt is 140 of meer. (De schaal kan eventueel worden aangepast, afhankelijk van het rookgedrag van de groep.)

Iedereen zoekt zijn of haar plaats op die lijn. Vraag aan anderen hoeveel zij per week roken.

Wees eerlijk voor jezelf en anderen. Het gaat niet om het oordelen of veroordelen van iemands rookgedrag, maar om het meten ervan. (10)

Terwijl je daar staat vraag je jezelf af waar je over 2 maanden zou willen staan.

Vraag jezelf af wat daar voor nodig is om daar te komen. (5)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om deze oefening te doen? (15)

A39 (30) - Ontdek je Plekje - Sporten - Groep.

Door de zaal loopt een lijn. Het beginpunt is 0 uur sport per week en het eindpunt is 20 uur of meer. (De schaal kan eventueel worden aangepast, afhankelijk van het sportgedrag van de groep.)

Iedereen zoekt zijn of haar plaats op die lijn. Vraag aan anderen hoeveel zij per week sporten.

Wees eerlijk voor jezelf en anderen. Het gaat niet om het oordelen of veroordelen van iemands sportgedrag, maar om het meten ervan. (10)

Terwijl je daar staat vraag je jezelf af waar je over 2 maanden zou willen staan.

Vraag jezelf af wat daar voor nodig is om daar te komen. (5)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om deze oefening te doen? (15)

A40 (30) - Ontdek je Plekje - Stress van de afgelopen week - Groep.

Door de zaal loopt een lijn. Het beginpunt is totaal geen stress de afgelopen week en het eindpunt is extreem veel stress, bijna opgebrand. (De schaal kan eventueel worden aangepast, afhankelijk van hoeveel stress de groep heeft ervaren.)

Iedereen zoekt zijn of haar plaats op die lijn. Vraag aan anderen hoeveel stress zij hebben ervaren.

Wees eerlijk voor jezelf en anderen. Het gaat niet om het oordelen of veroordelen van de hoeveelheid stress die iemand ervaart, maar om het meten ervan. (10)

Terwijl je daar staat vraag je jezelf af waar je over 2 maanden zou willen staan.

Vraag jezelf af wat daar voor nodig is om daar te komen. (5)

Groepsevaluatie: Hoe voelde het om deze oefening te doen? (15)

A41 (90) - Tijdsmanagement - 2 Mensen (CC).

De coach helpt bij zijn of haar cliënt organisatorische zaken in kaart te brengen. Wat doet iemand gedurende de week allemaal en hoeveel tijd kost het? Het kan een situatie op het werk zijn , maar ook thuis. (15)

Naar welke zaken gaat je cliënt’s hart uit? Aan welke zaken heeft je cliënt een hekel? Welke zaken moeten er gebeuren? Welke zaken zijn onnodig? Wat kan efficiënter? Wat kan uitbesteed worden? etc. (10)

Hoe zou je cliënt willen dat zijn of haar dag-, week-, en maandindeling eruit ziet. Help je cliënt bij het maken van een actieplan om dat te bereiken. (15)

Wissel van rol.

Groepsevaluatie: Hoe ging het in kaart brengen en een actieplan opstellen? (10)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 134

A42 - Stressmanagement - 1 Mens.

Neem het boek stressmanagement grondig door en pas de zaken toe die je kunnen helpen. Het is vooral een DoeBoek. Werk aan alle facetten van jezelf.

A43 (60) - Vrijheid - Doe iets wat je leuk vindt - 1 Mens.

Maak een brainstormlijst van dingen die je altijd al hebt willen doen.

Zet de 50 beste ideeën op een lijstje.

Iedere week kies je een nieuw idee, totdat je er 25 hebt gehad.

Dan is je lijst aan evaluatie toe en maak je weer een nieuwe lijst met 50 ideeën, mogelijk dezelfde.

Deel de lijstjes met elkaar om nog meer leuke ideeën op te doen of doe dingen gezamenlijk.

A44 (60) - Stressbestendig denken - 3 Mensen (CCO).

Je coacht iemand die veel stress heeft door zijn of haar denken. Je helpt je cliënt aan een gezonder denkpatroon. (15)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Welke denkpatronen leveren stress op? Welke denkpatronen zijn gezond? (15)

A45 (60) - 7 Hoofdzonden - Groep.

Wat zijn de 7 hoofdzonden?

Ieder geeft aan welke hoofdzonde hij of zij zich het meeste bezondigd en wat voor effect dat heeft op hem of haar. (3)

A46 (90) - Boosheid en Woede - 3 Mensen (CCO).

Je coacht iemand die last heeft van woede aanvallen. Leer je cliënt hiermee omgaan. (25)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Wat is woede? Wat is er aan te doen? Hoe kun je ermee leren omgaan? (15)

A47 (90) - Piekeren - 3 Mensen (CCO).

Je coacht iemand die last heeft van piekeren. Je leert je cliënt hiermee omgaan. (25)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Wat is piekeren? Wat is er aan te doen? Hoe kun je ermee leren omgaan? (15)

A48 (90) - Assertiviteit - 3 Mensen (CCO).

Je coacht iemand die last heeft van een gebrek aan assertiviteit. Je leert je cliënt assertief te worden. (25)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Wat is een gebrek aan assertiviteit? Hoe kun je iemand leren assertief te worden? (15)

A49 (30) - Doe iets voor een ander - Groep.

Doe iets voor een ander, zonder dat je er iets voor terug wilt. Doe dat buiten de les.

Bespreek met elkaar hoe je die oefening hebt ervaren. (30)

A50 (90) - Werkstress - 3 Mensen (CCO).

Je coacht iemand die last heeft van werkstress. Het lijkt erop dat de werkdruk steeds hoger wordt. Wat kan je cliënt zelf doen om zijn of haar situatie te verbeteren? (25)

Wissel 2 keer van rol.

Groepsevaluatie: Hoe kan iemand ontspannen leren werken in een gestresste omgeving? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 135

A51a (60) - Coachen voor Teamleden: De fundamentele aspecten - 3 Mensen (CCO).

Naast het werken aan jezelf, werk je ook aan het zijn van een counsellor en coach. Straks ben je klaar met het eerste niveau. Bij de inschrijving en de eerste les bracht je naar voren waarom je deze opleiding wilde gaan doen. Hoe staat het er nu voor? Stel jezelf een ambitieus doel m.b.t.

counselling / coaching. Hoe ziet je situatie er over exact 1 jaar uit?

Een coach helpt je hierbij. (20)

Wissel 2 keer van rol.

A51b (30) - Coachen voor Teamleden: De fundamentele aspecten - 4 tot 5 Mensen.

Je bent een faciliterend leider van een groep van 3 tot 6 mensen. Leg de groep uit hoe je als facilitator te werk gaat. Wat zijn de regels. Wat doe je wel en wat niet. Wat verwacht je van het zelfsturend team. Beantwoord vragen van het team. (10)

Wissel 1 keer van rol.

Evalueer in je groepje. (10)

A52a (60) - De Geheimen van Meestercoaches - 4 tot 6 Mensen.

Je komt als coach in een klein bedrijf (MKB) van ca. 3 - 5 mensen.

De baas heeft je ingehuurd om de problemen op te lossen. Hij of zij heeft al een aantal zaken

genoemd, zoals slecht gemotiveerd personeel, stress, het verlies van klanten, verzuim, klachten, ..

Je hebt 20 minuten de tijd om de wantrouwige personeelsleden te overtuigen van je nut. (20)

Zij en de baas stemmen na afloop. Je krijgt de opdracht of niet! - Wissel 1 keer van rol.

Evalueer in je groepje. (10)

Groepsevaluatie: Hoe kun je het beste handelen in groepen? Waar dien je aan te denken? (10)

A52b (30) - De Geheimen van Meestercoaches - Groep.

Je bent een beroemde Personal Coach en je geeft iedere dag tijdens de ontbijtshow 7 gouden tips voor coachende leidinggevenden. Maak er een flitsende show van voor de hele groep.

Iedereen kan even in de huid kruipen van de beroemde Coach en zijn of haar gouden tips geven.

A53 (90) - Soorten Coaches / Marketing - Groep.

Bestudeer via internet, de Coachinggids en eventueel andere literatuur alle soorten coaches.

Kijk en vergelijk de mensen, de producten, de prijzen, de algehele marketingstrategie.

Bedenk je eigen bedrijf en geef een pakkende presentatie voor de groep. (2)

De groep geeft een korte feedback. (2)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 136

A54 (90) - Een Coachingattitude ontwikkelen - 7 Mensen (CCCCCCC).

Er is één cliënt en de 6 anderen zijn coaches met ieder een andere pet (pet 1 t/m 6).

Als coach ben je een symbiotisch wezen dat zich in 6 lichamen heeft gedeeld.

Vervul alléén je eigen rol (pet 1, pet 2, pet 3, pet 4, pet 5 of pet 6)

Zorg dat de cliënt goed geholpen de deur uit gaat. (60)

De Cliënt is Koning en omringt door de 6 Deelpersoonlijkheden van de Coach.

De Cliënt bepaalt welke Deelpersoonlijkheid (Pet) aan het woord is, anderen zwijgen.

Iedere Deelpersoonlijkheid houdt zich strikt aan zijn eigen taak.

Als Cliënt ben je dus volledig zelf- en coachsturend. - Je drukt steeds op 1 van de 6 knoppen.

Stel de juiste vragen aan de juiste Deelpersoonlijkheid. Denk goed na welke vraag de juiste is en wie hem kan beantwoorden. Een coach heeft heel wat informatie nodig om een juist antwoord te kunnen geven.

Hoe ga je om met eventuele blinde vlekken en hoe weet je wat je nodig hebt?

Hoe goed kun je inmiddels zelf het Proces sturen? Ook als je zelf een probleem hebt?

Een goed gestelde vraag aan de juiste persoon is het halve werk, de andere helft doet de ander.

CCCCCCC-evaluatie. (10)

Groepsevaluatie: Hoe is het om als cliënt zelf het proces te sturen? Hoe is het voor de coaches om zich strikt aan hun taak te houden? Welke slimme vragen kan de cliënt stellen? (20)

De 6 Petten zijn: 1 - MogelijkhedenCoach

Helpt mogelijkheden onderzoeken. Wat is allemaal mogelijk? Wat is haalbaar? 2 - InschattingsCoach

Schat in wat er speelt. Wat is de stand van zaken? Welke talenten / sterke kanten? 3 - AdviseursCoach

Geeft integer advies. Wat is praktisch? Wat is wijsheid? Wat wil de cliënt doen? 4 - UithoorCoach

Hoort de cliënt uit en luistert. Wat speelt er? Wat kun je erover zeggen? 5 - HerinkaderingsCoach

Geeft de cliënt een ander referentiekader. Welke Passie? Wat is de andere mogelijkheid? 6 - ActieCoach

Welke Actie? Actietaal: Verklaring - Belofte - Verzoek - Aanbod.

A55 (90) - Coachbaarheid - 7 mensen.

Ontwikkel met elkaar een methode om de coachbaarheid van mensen te meten.

Iedere groep heeft een coachende leider die zorgt dat “Het Team” binnen 50 minuten met een uitstekende test en presentatie ervan komt. (50)

Presenteer die methode voor de hele groep. (10)

Groepsevaluatie: Hoe ging het coachend leiderschap? (10)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 137

Gedetailleerde Cases Kijk voor extra inspiratie ook bij de (gedetailleerde) cases van de opleiding Counselling en Coaching. Je kunt bij de nu volgende cases een passend coachmodel kiezen. Bestudeer eventueel vooraf hoe je een case zou aanpakken. Voor sommige cases heb je extra kennis nodig. Onderzoek waar je die kunt vinden. Deze cases kunnen in de coachpraktijk voorkomen. Over het algemeen specialiseert een coach zich op een aantal gebieden. Door de verschillende cases kun je onderzoeken waar je hart naar uitgaat. Je hoeft niet Iedereen met Ieder probleem te kunnen helpen.

C1 - Burn-out.

Cliënt: Je werkt al 5 jaar als leidinggevende bij hetzelfde bedrijf. Na een reorganisatie heb je het een stuk drukker gekregen en moest steeds meer overuren maken om alles af te krijgen. Er komt dagelijks meer werk bij en nu lukt het je ook niet meer door overwerk om alles af te krijgen. Op een avond toen je door een computerstoring veel werk was kwijtgeraakt, sloeg je helemaal door. De monitor gooide je door het raam en je wilde je hele kantoor kort en klein te slaan. Gelukkig konden personen

van de schoonmaakploeg en de beveiliging je tot bedaren brengen. De volgende dag heb je je daad opgebiecht bij je baas en afgesproken dat je eerst even tot rust zou komen. De huisarts kwam met de diagnose “burn-out” en adviseerde je om zeker 2 maanden rust te houden. Je hebt nergens zin in en vraagt je af of het leven nog nut heeft. Aan je partner en kinderen heb je ook niet veel. Eerst probeerden ze je onsuccesvol op te vrolijken en nu zijn ze je geklaag zat. Na 2 weken besluit je om een coach te raadplegen, om te kijken of hij een oplossing weet.

C2 - Waar blijft de winst?

Cliënt: Je werkt als ondernemer in je eigen winkel. Je verkoop posters, ansichtkaarten en trendy cadeautjes. In het begin liep de zaak als een trein, maar de laatste jaren komen er steeds minder mensen en kijkt men al snel op een paar centen. Mensen komen het gekochte steeds vaker omruilen en lopen een hoop te zeuren om niets. Je hebt steeds meer werk en minder omzet. Daar komt bij dat de straat weer voor de zoveelste keer is opengebroken en je minder goed bereikbaar bent. De buurt holt ook achteruit, er is veel leegstand en je vaste winkelmeisje zit al 3 maanden in de ziektewet vanwege haar rug. Je gelooft niet dat ze ziek is, maar kunt haar niet ontslaan. Je moet haar gewoon doorbetalen. Dankzij haar gaat jouw zaak de fles op. Jij moet twee keer zo hard werken en kunt niet eens ziek worden. Je vraagt je af of het niet beter is, om de zaak die je in 5 jaar hebt opgebouwd, maar te sluiten en een uitkering aan te vragen. Je zag toevallig een advertentie van een coach in de krant en hebt hem of haar opgebeld om een afspraak te maken. Misschien heeft hij of zij goede ideeën.

C3 - Communicatieprobleem.

Cliënt: Je bent de nieuwe manager op de afdeling P&O. Er werken diverse mensen onder je. De communicatie verloopt niet goed. Er wordt niet goed samengewerkt. Je hebt het gevoel dat jouw stijl van leidinggeven niet aansluit bij die afdeling. Je weet niet goed wat je daar aan kunt doen. Je wipt even langs bij de coach van het bedrijf. Mogelijk kan je coach je wat handvaten aanreiken.

C4 - RSI

Cliënt: Je bent hoofd van een productieafdeling en er zitten nu al 3 mensen wegens RSI in de ziektewet. Je gaat op gesprek bij een coach om te kijken of hij of zij daar iets aan kan doen. De coach

is een verzuimpreventie specialist, die je mogelijk kan helpen om meer verzuim te voorkomen en de zieke werknemers weer aan het werk te krijgen.

C5 - Slechtnieuwsgesprek.

Cliënt: Je bent directeur van een grote scholengemeenschap. Het afgelopen jaar heb je al een aantal keren een slechtnieuwsgesprek moeten voeren. Dat ging je slecht af. Je gaat naar een coach toe om hiervoor getraind te worden.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 138

C6 - Targets halen.

Cliënt: Je bent afdelingschef van een productiebedrijf. De motivatie van het personeel is erg slecht. Men werkt niet hard genoeg en er worden te veel fouten gemaakt. Hierdoor ontstaat veel uitval. Het bedrijf heeft zojuist een grote order gekregen, maar er moet wel op tijd worden geleverd. Bespreek

met de bedrijfscoach wat de mogelijkheden zijn om het personeel te motiveren. Zoals het er nu naar uitziet kun je de targets niet halen en werkt men het bedrijf tegen.

C7 - Overbodig personeel.

Cliënt: Je bent het hoofd van de afdeling verkoop. Door een fusie zijn er minder mensen nodig. Zomaar 10 mensen op straat zetten wil niemand. Toch zijn er 10 mensen te veel. Je wilt met je coach onderzoeken hoe je het probleem kunt oplossen, zodat iedereen tevreden is.

C8 - Presentatie op de beurs.

Cliënt: Je chef heeft je opgedragen om jullie nieuwe product op de beurs aan potentiële cliënten te tonen. Er zullen 50.000 mensen komen. Je dient demonstraties te geven, promotiemateriaal uit te delen en als het even kan orders binnen te halen. Je hebt faalangst en hebt geen idee hoe je dat beursgedoe moet aanpakken. Het zweet staat al op je handen en je bent bang dat je zal afgaan als een gieter. Bij je sollicitatiegesprek had je je ervaring flink aangedikt en nu moet je iets doen waar je geen

kaas van gegeten hebt. Je hebt een coach via internet gevonden en je wilt dat hij je leert wat je op een beurs dient te doen en vooral hoe. Er is geen weg terug.

C9 - Zelfvertrouwen.

Cliënt: Je werkt als beginnend docent op een middelbare school. Je merkt dat je veel te weinig zelfvertrouwen hebt. De leerlingen lopen hierdoor over je heen. De adviezen van collega’s helpen je niet veel. Je denkt erover om in de ziektewet te gaan of te stoppen, tenzij een coach je kan helpen om je zelfvertrouwen weer terug te krijgen.

C10 - Zelfstandige ondernemer.

Cliënt: Je bent een kleine zelfstandige ondernemer en het werk groeit je boven het hoofd uit. In feite heb je een luxe probleem. Veel werk, veel inkomsten, maar helaas zitten er maar 80 werkuren in een week en het is al 3 jaar geleden dat je op vakantie bent geweest. Je zou wel wat meer tijd aan je zelf willen spenderen, wat willen sporten of de natuur in, maar er is gewoon geen tijd voor. Als je aan een middag vrij nemen denkt, dan krijg je gelijk stress door het idee dat alles in het honderd zal lopen als

je er niet bent. Je wilt met je coach bespreken hoe je daadwerkelijk aan meer vrije tijd kunt komen, zonder dat de winst daalt.

C11 - Uitgegroeid in huidige functie.

Cliënt: Op het moment zit je niet lekker in je vel. Je baas vindt dat je je werk niet goed doet. Je bent eigenlijk uitgekeken op je werk. Een promotie zit er voorlopig niet in. Je wilt jezelf verder ontwikkelen. Je vraagt je af hoe je dat zou kunnen doen. Op het moment weet je niet goed welke richting je op wilt. Wel weet je dat je niet veel zin hebt in je huidige werk. Je gaat naar je coach om te ontdekken waar je (kern)kwaliteiten liggen. Waar krijg je energie van?

C12 - Outplacement.

Cliënt: Je bent overbodig geworden op je werk. Je bedrijf heeft je naar een outplacementbureau gestuurd. Je gaat omdat je weinig keus hebt. Je ziet het eigenlijk niet zitten om na 10 jaar trouwe dienst weer ergens opnieuw te beginnen. Je weet niet eens wat je van dat bureau kunt verwachten, maar het klinkt niet erg leuk. Het doet je denken aan slimme jongens die je in een andere baan

praten. Mogelijk een baan die je niet wilt hebben maar wel moet aanvaarden.

C13 - Self-assessment.

Cliënt: Je wilt met je coach onderzoeken welke competenties je nog dient te ontwikkelen om voor een bepaalde functie in aanmerking te komen. Kom samen met je coach tot een eerste globale inschatting en stel vervolgens een actieplan op om stap voor stap die competenties te ontwikkelen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 139

C14 - Stresspreventie.

Cliënt: Op je werk maak je je vaak druk over de vele zaken die misgaan. Je draagt veel verantwoordelijkheid en hebt het gevoel dat er een hele grote last op je schouders rust. Die schouders zijn wel breed en je kunt veel aan, maar het lijkt wel of je alles alleen moet dragen. Je hebt erg veel

last van stress. Om een burn-out te voorkomen ga je op gesprek bij je coach.

C15 - Pensioen in zicht.

Cliënt: Altijd prima gewerkt en over een half jaar mag je van je pensioen gaan genieten. Aan de ene kant leuk natuurlijk, aan de andere kant is het wel een grote overgang naar een nieuwe levensfase. Je wilt je goed voorbereiden, zodat je niet in een leeg gat valt.

C16 - Zingeving.

Cliënt: Je hebt de top bereikt en het werk gaat vanzelf. Je zit ook goed in de slappe was. De kinderen zitten op de universiteit en zijn het huis uit. Je vraagt je af hoe je nu verder wilt. Je hebt al zoveel gedaan en overal succes in gehad. Is dit alles wat het leven je te bieden heeft?

C17 - Zelfsturing.

Cliënt: Al jaren ben je een prima leidinggevende in een goedlopend bedrijf. Je weet hoe het moet en

hoe je de jongens aan het werk kunt zetten. Gewoon werken en niet zeiken. Vier maanden geleden kwam de directie met het domme idee van zelfsturing. Alles wat je deed was verkeerd en het moest helemaal anders. In plaats van leiding van bovenaf, moest het nu van onderaf. Je zag al aankomen dat zoiets niet werkt. Het werkte ook niet. Maar de directie wil hun fout niet toegeven en schuiven het mislukken van het project nu bij jou in de schoenen. Je zou het gesaboteerd hebben. Je praat nu met de coach die het idee van zelfsturing heeft geïntroduceerd......

C18 - Zelfsturing introduceren.

Coach: Je legt aan de mensen van een afdeling uit hoe ze een zelfsturend team kunnen vormen. Je kunt samen afspreken om wat voor bedrijf het gaat.

C19 - Reïntegratie.

Cliënt: Je zit thuis met een burn-out. Je hebt geen zin meer om naar je huidige baan terug te keren. Je wilt wel weer aan het werk, maar hebt geen idee van wat je kunt of wilt doen. Je wilt niet van de regen in de drup komen. Je coach helpt je bij je terugkeer naar werk. De stappen die je samen gaat

ondernemen zijn: reïntegratieplan opstellen, actief werken aan terugkeer in het arbeidsproces, versnelling terugkeer, plezier in je werk en het leven en een duurzaam resultaat.

C20 - Verzuimpreventie.

Cliënt: Je bent hoofd P&O en wilt samen met de coach een actieplan opstellen om het verzuim terug te dringen. Je werkt in een transportonderneming. Veel chauffeurs krijgen last van hun rug, zijn overbelast, of veroorzaken ongelukken. Je bent ervan op de hoogte dat er regels worden overtreden en dat het personeel niet erg gemotiveerd is. De betaling is slecht. Het bedrijf gaat ook steeds meer Poolse chauffeurs inzetten, om op kosten te besparen. Hierdoor is de sfeer nog slechter geworden. De Nederlandse chauffeurs die het bedrijf hebben grootgemaakt zijn bang dat ze er door de goedkope krachten uitgewerkt worden. Ze voelen zich onder druk gezet. Je zit tussen twee vuren in.

C21 - Loopbaanadvies.

Cliënt: Je komt over een half jaar van de middelbare school en weet nog niet wat je daarna gaat doen. Je vrienden hebben al plannen en hebben zich bij diverse opleidingen ingeschreven. Je weet

gewoon niet wat je wil. Je gaat praten met een loopbaanadviseur.

C22 - Werk en Privé.

Cliënt: Je bent een manager van een groot concern. Het werk loop op zich wel lekker. Door je nieuwe functie, die je niet kon weigeren, moet je veel op reis. Zelf vind je het niet erg om 10 keer per jaar een weekje van huis te zijn. Het is wel wat vermoeiender dan eerst, maar je salaris is 30% meer, je ziet een stuk van de wereld en doet veel nieuwe contacten op. Je gezin is er helemaal niet zo blij mee. Ze zien je als vakantieganger. Je partner reageert steeds vijandiger en denkt dat je vreemd gaat.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 140

C23 - LifeCoaching.

Cliënt: Door je ontslag ben je in een gat terecht gekomen. Je hebt een leuke uitkering, maar je loopt na een half jaar nog steeds met je ziel onder je arm. Je weet niet wat je wilt. Je weet niet of je wilt werken, je weet niet wat voor werk dat zou kunnen zijn, er is toch niets, en je weet niet wat je nu

eigenlijk van het leven wilt. Je bent alleenstaand en hebt na je ontslag geen collega’s meer om mee te praten. Je vrienden zijn allemaal druk met hun werk en je hebt het gevoel dat ze je als een loser zien. Je gaat naar een lifecoach om je zelfrespect te vergroten, je levens- en carrièrevraagstukken op te lossen, je potentieel te ontdekken, je doelstellingen uit te vinden om ze daarna te bereiken en vooral om meer plezier aan je leven te beleven. Want nu zit je haast iedere avond in de kroeg of voor de TV naar herhalingen te kijken. Overdag ben je doelloos aan het rondsurfen op het net.

C24 - Managementcoaching

Cliënt: Je bent een manager en doet je werk uitstekend. De laatste jaren wordt de druk op je steeds groter. Je moet meer doen in een kortere tijd. Er hangt veel vanaf. Je hebt veel meer contacten via de telefoon, je mobieltje, je e-mail en het aantal vergaderingen wordt ook steeds meer. De laatste maanden krijg je last van black-outs. Je weet je soms niet meer te herinneren wat je de vorige dag hebt gedaan. Soms wil je iets gaan doen en dan weet je niet meer wat het was. Je vergeet namen en zelfs afspraken. Soms plan je zaken dubbel. Je hebt het gevoel dat er iets moet veranderen, want anders dreigt je werk je op te slokken. Je ziet geen uitweg. De hoeveelheid werk neemt toe. Het bedrijf blijft groeien, maar er is geen geld om meer personeel aan te trekken, omdat de marges kleiner worden. Het bedrijf moet hard concurreren tegen lage loonlanden.

C25 - Presentatie geven.

Cliënt: Er is je gevraagd om een presentatie te geven voor een bepaalde afdeling van je bedrijf. Je hebt nog nooit zoiets gedaan en ziet er erg tegenop. Je wilt niet afgaan. Je gaat naar je coach toe om samen met hem of haar uit te vinden hoe je dat het beste kunt aanpakken.

C26 - Nieuwe collega.

Cliënt: Je hebt een nieuwe collega gekregen. Je mocht hem vanaf de eerste indruk niet. Je hebt niet het gevoel dat je hem kunt vertrouwen. Hij doet niets verkeerd. Hij doet redelijk goed zijn werk, is beleefd en zelfs vriendelijk. De meeste mensen vinden hem wel leuk, maar jij hebt de pest aan hem. Je weet alleen niet hoe dat komt, of wat je eraan kunt doen. Je hele dag wordt door die kerel verziekt en je komt uitgeput thuis. Je weet ook wel dat er objectief gezien niets aan de hand is, maar sinds hij

er is gaat niets goed.

C27 - Relatieproblemen.

Cliënt: Op je werk gaat het niet zo goed. De oorzaak is dat je relatieproblemen hebt met je partner. Je partner is vreemdgegaan terwijl je aan het werk was. Je bent buiten zinnen. Je weet niet of je met je partner wilt doorgaan. Jullie wonen nog in één huis, maar slapen in een aparte kamer en leiden nu een eigen leven. Je eet dagelijks wel wat in de kantine van je werk. Maar je kunt je gewoon niet op je werk concentreren. Soms zit je bijna te huilen en op andere momenten ben je snel geïrriteerd. Je kunt er niet over praten met je collega’s, vrienden of familie, omdat je het geheim wilt houden. Ziekmelden vanwege het gedrag van je partner is ook geen optie. Omdat het duidelijk was dat er iets aan de hand is, heeft je chef je geadviseerd om eens met de bedrijfscoach te gaan praten.

C28 - Nieuwe baan voldoet niet aan de verwachtingen.

Cliënt: In je vorige functie had je het prima naar je zit. Je zat daar wel aan je top, maar het was leuk werk, met leuke collega’s en een relaxte sfeer. Om te kijken hoe goed je nog in de markt lag reageerde je op een personeelsadvertentie. Tijdens het sollicitatiegesprek werden je gouden bergen beloofd. Je zou bijna het dubbele verdienen, meer mensen onder je hebben en een 3 keer zo groot kantoor. Er zouden volop carrièrekansen zijn in dat snel groeiende bedrijf. Je stapte over naar een heel andere bedrijfscultuur. Van de veilige overheid naar het bijna onmenselijke bedrijfsleven. Veel van de beloftes bleken iets anders dan je had verwacht. Je verdient net zoveel als eerst, maar moet 2 keer zo hard werken, zodat je door prestatieloon iets meer kunt krijgen en maximaal het dubbele kunt verdienen als de bedrijfsresultaten heel goed zijn. Het kantoor is groot, maar koud en kil. De mensen zijn net ratten. Je hebt veel spijt dat je bent overgestapt.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 141

C29 - Collega gearresteerd.

Cliënt: Al een aantal jaren was je goed bevriend met een collega douanier. Jullie werkten beide op Schiphol. Vorige week is hij van zijn bed gelicht en gearresteerd. Hij wordt ervan verdacht betrokken te zijn bij een cocaïnelijn. Hij zou geld hebben aangenomen en diverse zendingen hebben

doorgelaten. Jij werd ook verhoord i.v.m. hem, maar bent niet verdacht. Je hebt ook niets gedaan. Maar jouw wereld is flink aan het schudden gebracht. Je kent hem al jaren en hebt nooit iets gemerkt. Jullie konden altijd over alles met elkaar praten. Jullie gingen samen stappen. Je weet niet eens of hij wel schuldig is. In de kantine heeft iedereen het erover. Je weet niet wat je moet zeggen. Je voelt je verraden.

C30 - Verlies.

Cliënt: Je partner is drie maanden geleden overleden aan een ernstige ziekte. Je hebt nog steeds veel verdriet. Je gaat wel naar je werk, je doet zowaar je werk, maar meer als een robot dan met plezier. Je draagt je verdriet met je mee. Je collega’s vinden het heel erg voor je maar men gaat weer snel over tot de orde van de dag. Je vraagt je af of je je ziek moet melden, ontslag nemen of iets anders. Je wilt anderen niet tot last zijn. Je verwacht niet dat je over het verlies van je partner heen zult komen.

C31 - Moeilijk werk.

Cliënt: Je hebt niet veel opleiding en bent door werkervaring steeds hoger opgeklommen. Je geeft nu leiding aan 7 mensen. Op zich gaat het prima, maar sinds de komst van geautomatiseerde systemen met nieuwe software vind je het werk een stuk moeilijker geworden. Je hebt moeite om het tempo van al die veranderingen bij te houden. Je kunt nog niet met pensioen en de VUT is ondertussen alweer afgeschaft. Je bent nu 55 en ziet het niet zitten om het nog 10 jaar vol te houden. Het werk is te ingewikkeld geworden.

C32 - Onthoudingsverschijnselen.

Cliënt: Roken moet mogen,....... mooi niet dus. Je voelt je als roker flink gediscrimineerd. Je mag nu zelfs niet meer op je werk roken. Dat heeft de regering verboden en je baas met die regering. Er konden geen rookplekken op het werk worden gecreëerd. Er mag alleen in de pauzes worden gerookt. Dat is maar 3 keer per dag. Er mag dan alleen buiten worden gerookt. Weer of geen weer. Een afdakje was te duur. Het is 5 minuten lopen naar die rookplek en 5 minuten terug. Je hebt dan nog 5 minuten over om te roken, plassen, koffie te drinken en een hapje te eten. Tussen de pauzes door kun je je niet op je werk concentreren en merk je dat je wilt roken om je te ontspannen. Je hebt

altijd goed gewerkt, maar ze gunnen je niet eens een pleziertje.

C33 - Sociale vaardigheden.

Cliënt: Je doet gewoon je werk zoals ieder ander. Maar dat schijnt niet genoeg te zijn. Het bedrijf wil menselijker worden en de werknemers moeten leuker met elkaar omgaan. Uit een analyse bleek dat het je ontbrak aan sociale vaardigheden. Je baas betaalt je 10 sessie bij een coach om hier wat aan te gaan doen. Je weet niet eens wat je bij die vaardigheden moet voorstellen. Je zegt toch gewoon iedereen goedendag, doet je werk, komt zelfs op personeelsfeestjes als het moet. Je hoeft toch geen gladjanus of een softie te worden?

C34 - Leiderschap.

Cliënt: Al een aantal jaren ben je de baas over een groepje mensen. Je had verwacht dat je leiderschap zou leren door het in de praktijk te brengen. Dat bleek tegen te vallen. Je hebt nog steeds geen overwicht en iedereen doet maar een dotje. Je twijfelt eraan of zoiets wel te leren is. Misschien wordt iemand wel als leider geboren en dat ben jij blijkbaar niet. Op school werd je gepest. Je hebt veel baantjes gehad en hebt je omhooggewerkt. Nu ben je chef en baalt ervan dat je geen leiding kunt geven. Wat is nou een goede manier van leiding geven? Kun jij dat leren? Zal men je op je werk dan gaan accepteren of eventueel respecteren?

C35 - Coachend Leidinggeven.

Cliënt: Je geeft al een aantal jaren leiding aan een team verpleegsters. Nu moet je opeens coachend leiding gaan geven. Je hebt wel een spoedcursus gedaan, maar je weet niet goed hoe je het in de praktijk kunt brengen. Je gaat naar een ervaren coach om te vragen hoe je dat het beste kunt doen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 142

C36 - Verkopen van een bedrijf.

Cliënt: In 10 jaar tijd heb je een fantastisch bedrijf opgebouwd. Je hebt nu meer dan 50 personeelsleden en een omzet van 15 miljoen per jaar. Je wilt het bedrijf voor een leuk bedrag van de hand doen en gaan rentenieren. Maar tegelijk ben je er nog wel erg aan gehecht. Je wilt dat het

bedrijf in goede handen komt. Je weet alleen niet hoe je de verkoop van je bedrijf kunt aanpakken. Je kunt moeilijk een advertentie zetten. Specialisten op dat gebied durf je ook niet te benaderen. Eigenlijk vertrouw je helemaal niemand, behalve je personal coach dan.

C37 - Herintreder.

Cliënt: Je hebt je carrière opgegeven toen je met je partner kinderen kreeg. Nu de kinderen zelfstandig naar school kunnen gaan wil je gaan werken voor halve dagen. Je vraagt je af wat je zou willen en kunnen doen, omdat het al 7 jaar geleden is dat je hebt gewerkt. Je hebt al meer dan 50 afwijzingen op sollicitaties ontvangen. Het lijkt wel alsof je nooit meer aan de slag komt. Je vraagt jezelf af waar dat aan ligt. Te oud, de arbeidsmarkt, dat je maar voor halve dagen wilt werken, dat je kennis niet meer actueel is, de branche, de regio waar je woont, je houding, de werkgevers, geen netwerk buiten het ouderschap, etc. Je wilt eerst uitvinden wat je wilt, wat je kunt en wat haalbaar is en dan begeleid worden naar een baan voor halve dagen.

C38 - Weerstanden.

Cliënt: Je gaat dagelijks naar je werk. Je bent nauwelijks ziek. Je bent gelukkig getrouwd en hebt twee kinderen. Je leeft redelijk gezond, sport af en toe en gaat op tijd naar bed. De laatste weken voel je steeds meer weerstand om naar je werk te gaan. Er is geen aanwijsbare reden. Je werk gaat goed, het is niet te druk en niet te rustig. Je beoordelingen zijn altijd goed. Er zijn weinig ingrijpende veranderingen op je werk en je hebt er veel zekerheid. Je snapt niet waar die weerstand vandaan komt.

C39 - Vervreemding.

Cliënt: Na je studie ben je gelijk in een uitdagende baan gekomen. Je werkt al een half jaar in een fantastisch bedrijf, met op zich leuke mensen. Toch voel je je er steeds minder thuis. Vooral in de pauzes. Iedereen heeft het over zijn partner, hun kinderen, hun auto, vakanties, sport op de TV en andere zaken die je eigenlijk niets interesseren. Je voelt je als een vreemde eend in de bijt. Je begon wel eens over zaken die jou boeien, maar dan halen ze hun wenkbrauwen op en gaan ze verder met waar ze het over hadden. Je herkent jezelf niet meer terug. Op de universiteit was alles veel leuker en

spontaner. Daar voelde je een echte verbondenheid met de anderen. Je woont nu ver van je vroegere studiegenoten af.

C40 - Geen zin meer.

Cliënt: Je hebt absoluut geen zin meer in je huidige werk. Je had gehoopt op een promotie en die is niet doorgegaan. Je ziet voorlopig geen nieuwe kans voorbijkomen. Je denkt niet dat je het hier nog jaren uithoudt. Je wilt weg, maar de baantjes liggen nu niet voor het opscheppen. Leuke functies al helemaal niet. Het kost je zoveel energie om jezelf naar je werk te sturen en de dagen lijken steeds langer te duren. Je doet het alleen nog maar voor het geld, zodat je je huur kunt betalen en eten kunt kopen. Je voelt je gevangen zitten.

C41 - Examenvrees.

Cliënt: Je hebt je hele leven al examenvrees gehad. Vaak blokkeer je hierdoor op het examen en zak je. Uiteindelijk heb je toch een diploma gehaald en kon je hierdoor een goede baan vinden. Je wilde hogerop komen en begon aan een nieuwe opleiding. Het bedrijf waar je voor werkt betaalde het. Over een maand heb je het eerste examen en je bent nu al hypernerveus. De gedachte eraan maakt je al ziek. Je wilt slagen en niet afgaan zoals vroeger.

C42 - Leiding geven.

Cliënt: Je moet straks leiding gaan geven aan een groep vrijwilligers. Volgende week heb je de eerste vergadering met deze mensen. Je ziet er erg tegenop. Je weet niet hoe je leiding kunt geven en je bent bang dat niemand naar je zal luisteren en dat je dichtklapt als je wat wilt gaan zeggen. Hoe kun je nou in een week tijd leren leiding geven? Misschien heeft je coach wat tips.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 143

C43 - Persoonlijke effectiviteit.

Cliënt: Je hebt het gevoel dat je erg chaotisch bent. Je komt vaak te laat, hebt zaken niet op tijd af en je raakt regelmatig je sleutels kwijt. Je bent altijd al zo geweest, maar omdat het leven steeds hectischer wordt en er meer eisen aan je worden gesteld, zijn de gevolgen veel groter. Je baas was

niet echt blij dat je zijn rapport niet op tijd af had. Je kon de benodigde bestanden niet eens meer vinden. Je weet dat het aan jou ligt, maar je weet niet of het mogelijk is dat je wat minder chaotisch wordt. Je hebt zelfs een hekel aan structuren en vaste regels.

C44 - Ontbrekende vakkennis.

Cliënt: Je bent pas leidinggevende op een technische afdeling geworden. Het leiding geven gaat je prima af. De moeilijkheid die je hebt is dat je veel minder kennis over de technische zaken in huis hebt dan je medewerkers. Vaak kun je hun gesprekken niet eens volgen. Je hebt het gevoel dat je daardoor niet goed in staat bent om beslissingen te nemen. Je voelt je geblinddoekt. Het zou jaren studie kosten om die vakkennis te leren. Bij een nieuwe leidinggevende functie zou je daar weer tegenaan lopen.

C45 - Vergaderen.

Cliënt: Je bent voorzitter van de OR geworden. Tijdens de eerste vergadering liepen een aantal

zaken uit de hand. Het lukte je niet om de vergadering vlekkeloos te leiden. Je probeerde wel het woord te krijgen, maar je werd genegeerd. Dat werd je vroeger ook wel, maar toen was je geen voorzitter en de toenmalige voorzitter zorgde ervoor dat je toch je zegje kon doen. Het lijkt wel alsof ze je nog steeds in je oude rol zien. Waarom kunnen de mensen niet gewoon naar elkaar luisteren?

C46 - Delegeren.

Cliënt: Je bent huismanager. Je zorgt voor je partner, 3 kinderen (12, 14, 16), een hond, een kat en 7 muizen. Je runt het huishouden prima, daar is niets op aan te merken. Alles is vlekkeloos schoon, je doet de boodschappen op tijd, onderhoudt de tuin, luistert naar ieders verhalen etc. Je hebt helaas geen tijd voor jezelf. Je partner en je kinderen zeggen wel van: ga dit doen, ga dat doen, neem eens vrij, maar in de praktijk komt het er niet van. Er is zoveel te doen. Als je zaken aan anderen overlaat, maken ze er waarschijnlijk een rommeltje van. De kinderen beginnen ook flink te puberen en je wilt niet met aangebrand eten zitten. Ze kunnen wel schoonmaken, maar doen het maar half. Aan de ene kant wil je een aantal zaken delegeren, maar je kunt je werk ook niet loslaten. De pogingen die je hebt gewaagd, hebben je uiteindelijk meer tijd gekost dan opgeleverd.

C47 - Persoonlijke Ontwikkeling.

Cliënt: Je hebt van collega’s gehoord over persoonlijke ontwikkeling. Het lijkt je ook wel wat, maar je weet niet precies wat dat inhoud en hoe jij je nou persoonlijk kunt ontwikkelen. Je hebt wel wat workshops over dat onderwerp gezien, maar die vond je te zweverig.

C48 - Inspiratie.

Cliënt: Je bent een schrijver van damesromannetjes. Het is niet je hobby, maar het betaalt redelijk. De laatste maanden heb je totaal geen inspiratie meer. Je bent er een beetje op uitgekeken. Je zou wel een bestseller willen schrijven, maar je weet niet of je dat gaat lukken en in de tussentijd moet er wel brood op de plank komen. Er zijn al zoveel boeken geschreven en je kunt geen origineel onderwerp bedenken.

C49 - Nog beter worden.

Cliënt: Je bent een manager met karakter en je wilt nog beter functioneren. Je wilt daadkrachtiger

worden, creatiever zijn en een optimale balans tussen werk en privé scheppen.

C50 - Public Relations, Dialect en Onderhandelen.

Cliënt: Je bent directeur van een kleine zuivelonderneming. Vaktechnisch weet je haast alles. Je kunt ook goed omgaan met de medewerkers van verschillende afdelingen. Iedereen kent elkaar en het is een fijn bedrijf. Als directeur ben je het visitekaartje van het bedrijf. Optredens naar buiten toe gaan je minder makkelijk af. Je zit met je noordelijk dialect en hebt het gevoel dat de mensen uit de randstad op je neer kijken. Je hebt het gevoel dat je bij belangrijke onderhandelingen niet het onderste uit de kan weet te halen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 144

C51 - Roofoverval.

Cliënt: Op weg naar je werk was je op het station getuige van een roofoverval. Jij en een heleboel andere mensen stonden te kijken, zonder iets te doen. Je kon niet lang blijven kijken, want je trein kwam aan en je sprong er vlug in. Toen je op je werk aankwam zag je op internet dat de dader was

ingerekend en dat er geen doden waren gevallen. Maar om de een of andere reden zit de schrik er bij jou goed in. Het had jou kunnen overkomen. Daarnaast vraag je je af waarom je niets deed. Het ging ook allemaal zo snel dat je niet eens tijd had om rustig te kijken wat er nou gebeurde. Nu kun je je totaal niet op je werk concentreren en ga je maar even bij je coach langs.

C52 - Ethische bezwaren.

Cliënt: Het bedrijf waar je werkt doet stiekem zaken met een land dat geboycot is i.v.m. de mensenrechten. Bijna niemand is hiervan op de hoogte, omdat er gebruik gemaakt wordt van een tussenfirma die de goederen doorstuurt. Je werkt er als netwerkbeheerder en kwam er toevallig achter, omdat je de beveiliging aan het controleren was. Hierdoor zag je redelijk wat documenten die je beter niet had kunnen zien. Je weet niet wat je moet doen. Aangifte? Met je baas overleggen? Vergeten dat je iets hebt gezien? Je wilt je baan behouden, maar je wilt ook niet een verwerpelijk regime steunen en nog minder de Nederlandse wetten overtreden.

C53 - Nieuwe Studie.

Cliënt: Je bent vol enthousiasme een nieuwe opleiding begonnen. Het blijkt dat je studie je meer tijd gaat kosten dan je eerst dacht. Daar komt bij dat je buurman een grote verbouwing is begonnen, die nog maanden gaat duren. Hij gaat precies op dat moment klussen als je wilt gaan leren. Bovendien heeft je partner een nieuwe baan gekregen, waardoor jij meer in het huishouden moet gaan doen. Hoewel je die studie af wilt maken, kom je er haast niet meer toe om iets te leren. Je bezoekt de lessen nog wel, maar je raakt steeds verder achterop.

C54 - Stress.

Cliënt: Je hebt zeer veel stress op je werk. Je collega’s die hetzelfde werk doen hebben er blijkbaar geen last van. Jij hebt slapeloze nachten en haast alle andere symptomen die je maar kunt bedenken. Je hebt al 3 stresstesten gemaakt en de uitkomst is dat je eigenlijk al een burn-out had moeten hebben. Voor het te laat is ga je met je coach praten om te onderzoeken waar die stress vandaan kan komen en wat je er aan kunt doen.

C55 - Steuntje in de rug.

Cliënt: Je bent als jonge ondernemer gestart met een webdesign bedrijf. Je bent creatief en goed met computerprogramma’s. Na de euforie van de eerste spannende start, lijkt het wel alsof de markt is ingezakt. Je zit zonder klanten. Je hebt er een hekel aan om jezelf aan te prijzen of om orders te vragen. Je wilt leren hoe je je product goed kunt verkopen en dat nog leuk vinden ook. Je ervaart het vaak als een persoonlijke afwijzing als iemand geen homepage door jou wilt laten maken. Alsof jij niet goed genoeg zou zijn. Misschien is dat wel zo. Misschien wil je het verkoopgedoe liever door iemand anders laten doen. Maar dan doe jij al het werk en de ander verdient eraan. Had je ook maar een vlotte babbel. Je broer raadde je aan om je te laten coachen.

C56 - Ontspanning.

Cliënt: Je huisarts heeft je verteld dat je meer ontspannen je werk moet gaan doen. Je moet je niet overal zo druk om maken, want dat zou slecht zijn voor je rikketik. Je hebt geen idee hoe je je kunt ontspannen. Veel zaken die ontspannend zouden zijn zie je niet zitten. Je hebt er ook geen tijd voor. Mogelijk weet je coach een makkelijke oplossing, zolang je maar niet moet gaan vissen, golfen of zweverige meditaties doen. Van stilzitten houd je ook niet. Hardlopen kun je niet meer vanwege je knie. Teamsporten zijn ook niets voor jou.

C57 - Assertiviteit.

Cliënt: Je werkt hard. Je doet wat je manager je vraagt. Je doet wat anderen je vragen en hebt moeite om Nee te zeggen. Hierdoor krijg je steeds meer te doen en kun je het werk niet afkrijgen. Alles moet af, maar ondertussen werk je voor twee en krijg je maar voor één betaald. Je wilt leren om op een nette manier je grenzen te stellen. Je zegt wel eens nee, maar dan krijg je gelijk een naar gevoel en doe je het toch. Zeker als iemand aandringt. Je bent bang voor je baan, of wat ze van je denken.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 145

C58 - Gay-Coaching.

Cliënt: Je bent gay en geniet ervan. Op je werk voel je je niet erg geaccepteerd. Je hebt nooit een geheim van je geaardheid gemaakt. Of men ontwijkt je, of men maakt domme grapjes over je, of je ziet zo van die blikken dat je weet dat ze over je gepraat hebben. Je voelt je steeds minder thuis

tussen je collega’s. Je wilt weten of de bedrijfscoach niets weet om iets aan het domme gedrag van je collega’s te doen.

C59 - Coaching de Coach.

Cliënt: Je bent een beginnend coach met een eigen praktijk. Je hebt al 2 keer een ontevreden cliënt gehad. Die vonden dat ze veel te veel geld uitgaven voor de gesprekken met jou. Het had ze niets opgeleverd. Ze hadden verwacht dat hun persoonlijke effectiviteit een stuk groter zou worden, maar ze zijn alleen maar onzekerder geworden. Je vraagt je af hoe dat komt. Maak je ze nou echt onzeker of ligt dat aan hen?

C60 - Conflictbemiddeling.

Cliënt: Je bent uit je slof geschoten en hebt je leidinggevende eens flink de waarheid gezegd. Zij was daar niet blij mee. Ze zei niets, maar liep gewoon weg. De volgende dag lag er een ontslagbrief in je postvakje. Daarin stond een opsomming van zaken die je de afgelopen 2 jaar allemaal verkeerd zou

hebben gedaan en dat er totaal niet met je te werken viel. De bedreiging van gisteren was een reden voor ontslag op staande voet. Veel zaken zijn verdraaid en je hebt haar helemaal niet bedreigd. Je gaat je ontslag aanvechten en wilt gewoon blijven werken. Je wilt dat de coach je hierbij gaat helpen eventueel kan hij of zij bemiddelen in het conflict.

C61 - Verliefd.

Cliënt: Je bent verliefd geworden op een medewerker. In het bedrijfsreglement staat dat je geen persoonlijke relaties met je ondergeschikten mag hebben. Je weet niet of het goed is om te onderzoeken of de gevoelens wederzijds zijn, of dat het beter is om die te negeren. Het kan je baan kosten, maar stel dat hij of zij jou ook leuk vindt, dan is het misschien mogelijk om stiekem een relatie aan te gaan. Ze kunnen dat toch moeilijk verbieden. Tegen de tijd dat je eventueel samenwoont kan één van de twee al een andere baan hebben.

C62 - Depressief.

Cliënt: Je voelt je de laatste tijd steeds depressiever en je weet niet waar het vandaan komt. Je hebt er geen zin meer in. Je denkt vaak aan de dood. Je slaapt slecht en voelt geen echte vreugde meer. Het leven lijkt langs je heen te gaan. Je hebt je ziek gemeld, maar het gaat niet beter met je. Je huisarts heeft alleen tijd voor wat pillen, maar daar ben je op tegen. Met je coach heb je een goede relatie opgebouwd in de loop der jaren. Mogelijk kan hij of zij je een stapje verder helpen.

C63 - Vanuit een Burn-Out aan het werk.

Cliënt: Je bent hersteld van een burn-out. Je bent voor 3 dagen aan het werk in een andere baan. Je denkt eraan om 4 dagen te gaan werken. Je geniet er intens van. Tegelijk ben je bang dat je weer over je grenzen heen gaat. Je wilt de hulp van een coach om ervoor te waken dat je kunt blijven genieten van je werk. Je wilt niet weer in dezelfde valkuil trappen.

C64 - Hooggevoelig.

Cliënt: Je bent hooggevoelig en hebt van veel zaken last. Je wilt dat je coach je helpt om hiermee om te gaan, zodat je een normaal leven kunt leiden.

C65 - Pesten.

Cliënt: Je wordt door je collega’s flink gepest en je weet niet wat je daar aan kunt doen. De leidinggevenden doen er niets aan. Die zeggen dat je je niet moet aanstellen en dat het wel meevalt. Als je je collega’s er op aanspreekt zeggen ze dat het maar een lolletje is. Voor hen waarschijnlijk, voor jou niet. En als het dan zo leuk is, waarom doen ze het dan niet bij elkaar in plaats van altijd bij jou? Het zijn van die kleine dingen, maar wel irritant. De vorige keer hadden ze je jas een paar kapstokken verder gehangen, jij maar zoeken en zij stiekem kijken hoe je je jas niet kon vinden. Een andere keer hadden ze extra veel suiker in je koffie gedaan. Zo kinderachtig zijn ze. Iedere dag is er wel iets. Je wilt je ziek melden, maar dan speel je ze juist in de kaart.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 146

C66 - Omgaan met lastige klanten.

Cliënt: Je werkt bij de klantenservice van een bedrijf dat niet zo goed presteert. Je krijgt dagelijks veel klachten te verwerken. 80% van de mensen kun je redelijk helpen. 20% van de mensen die je dagelijks krijgt gedraagt zich zeer onaangenaam. Ze reageren al hun frustraties op jou af. Soms zijn

ze behoorlijk verbaal agressief. Ze proberen kostte wat het kost hun zin door te drijven. Jij zit tussen twee vuren: de klanten en het bedrijf. Soms kunnen zaken nu eenmaal niet snel worden gerepareerd. Soms maken de klanten de producten zelf kapot doordat ze de gebruiksaanwijzing niet lezen, of door onkundig gebruik. Laatst was er een “oude tang” die haar draagbare radio in bad had laten vallen en toen die het niet meer deed kwam klagen dat wij hadden moeten zeggen dat die niet waterdicht was. De gebruiksaanwijzing was in te kleine letters gedrukt, zodat ze die niet kon lezen. Ze bleef maar doorzeuren en jij probeerde maar beleefd te blijven.

C67 - Loonsverhoging.

Cliënt: Je werkt al jaren naar alle tevredenheid bij een klein bedrijf. Omdat het een tijd lang niet zo goed ging met het bedrijf heb je nooit om loonsverhoging gevraagd. Je kreeg wel meer i.v.m. de inflatie, maar dat is ook geen vetpot. Ondertussen doe je het werk voor twee mensen en je wilt eigenlijk wel wat meer verdienen. Je hebt 2 opgroeiende kinderen en kunt moeilijk rondkomen. Je durft niet goed om loonsverhoging te vragen, want je bent bang dat je het niet krijgt en dat ze je te duur gaan vinden. Ergens anders werken is geen optie, omdat je weinig diploma’s hebt. Je hebt alles in de praktijk geleerd. Mensen die soortgelijk werk doen verdienen meestal 200 Euro in de maand meer.

C68 - Aangeleerde Hulpeloosheid.

Cliënt: Je hebt het gevoel dat je eigenlijk meer zou moeten kunnen dan je nu kunt. Je voelt je afhankelijk van andere mensen, omdat je steeds om hun hulp moet vragen. Als je computer het niet doet raak je in paniek. Als je auto een gek geluidje maakt ga je naar de garage. Als thuis iets kapot is haal je de buurman erbij. Je weet dat het van vroeger komt. Toen zeiden je ouders dat je overal te dom voor was en het toch niet kon. Je kunt nog geen nieuwe lamp ergens indraaien, omdat je bang bent dat je een stroomstoot krijgt als je het verkeerd doet. Je wilt dat iemand je leert om die zaken zelf te doen.

C69 - Seksuele intimidatie.

Cliënt: Je hebt te lijden onder de seksuele intimidatie van je leidinggevende. Hij kijkt vaak naar je

borsten of kontje, maakt er grapjes over en geeft regelmatig te kennen dat je er wel erg goed uitziet. Eigenlijk te goed om zo vrij rond te lopen. Hij waakt ervoor dat anderen het niet merken. Hij denkt volgens jou maar aan één ding. De moeilijkheid is dat je afhankelijk bent van hem. Hij heeft er zelfs voor gezorgd dat je die baan kreeg en hij kan ook voor je ontslag zorgen. Hij is het verwende zoontje van de oprichter die nu met pensioen is maar nog wel de eigenaar. Een klacht indienen kan leuk klinken, maar dan moet je alles bewijzen en kun je je baan verliezen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 147

Intervisietraining - Marketing

Aanvullende Workshops

Niveau 2 Overzicht Niveau 2 ................................................................................................................. 148 Inschrijving Niveau 2 .............................................................................................................. 149 Intervisie ................................................................................................................................. 150 Brainstormen .......................................................................................................................... 156

Inleiding ............................................................................................................................. 156 Oefeningen ......................................................................................................................... 159

Marketing ............................................................................................................................... 161

Hoe DOE je dat? ................................................................................................................ 161 Huiswerk Vooraf ................................................................................................................ 162 De Onderneming ................................................................................................................ 165 Promotie ............................................................................................................................ 167 Aandachtspunten ................................................................................................................ 168 Intervisie ............................................................................................................................ 169

Oplossingsgericht Counsellen .................................................................................................. 170 Inleiding ............................................................................................................................. 170 Oefeningen ......................................................................................................................... 173

Aanvullende Workshops .......................................................................................................... 174

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 148

Overzicht Niveau 2 Op Niveau 2 leren we je niet meer hoe je kunt counsellen of coachen, dat heb je op niveau 1 geleerd. Het gaat erom dat je geleidelijk aan meer praktijkervaring opbouwt en jezelf gaat specialiseren in een bepaalde richting. Je kunt alleen aan Niveau 2 deelnemen als je de praktijklessen van Niveau 1 (grotendeels) hebt afgerond, of een ander counsellingsdiploma hebt gehaald. Het is niet nodig dat je al volledig geslaagd bent. Je diploma voor Niveau 1 mag je ook iets later halen. In sommige gevallen kun je al aan Niveau 2 deelnemen als je halverwege Niveau 1 bent. Als je die wens hebt, kun je dat met je studiecoach / trainer bespreken. De praktijktraining van Niveau 2 is totaal 60 uur (10 dagen van 6 uur) en bestaat uit:

33 uur Intervisie

12 uur Marketing

9 uur Specialisatie van de trainer

3 uur Brainstormen

3 uur Oplossingsgericht Counsellen / Coachen

Intervisie. In de Syllabus wordt intervisie volgens de incidentmethode omschreven. Deze bevelen we aan, omdat die goed werkt en veel diepgang biedt. Afhankelijk van de trainer en de wensen van de groep is het mogelijk om een andere vorm te kiezen.

Marketing. Marketing vormt een belangrijk onderdeel van je opleiding. Want het is belangrijk dat je je product (counselling / coaching) kunt verkopen. Het is nodig om te leren hoe je een professioneel bedrijf kunt opbouwen. “Wat komt er allemaal bij kijken?” “Hoe zit het met de belastingen?” “Hoe kan ik het beste reclame

maken?” Zijn een paar vragen die je mogelijk hebt. Als mensen niet weten dat je bestaat, dan kunnen

ze niet naar je toekomen. Als je te weinig voor je diensten vraagt, kun je ze na verloop van tijd niet

meer leveren. Afhankelijk van de wensen van de groep kan er ook aandacht gegeven worden aan acquisitie en solliciteren als counsellor of coach.

Speciale aanvullende Workshops. Iedere trainer heeft zijn eigen achtergrond en specialisatie. Afhankelijk van de wensen van de groep kan hij of zij je hier een aantal zaken over leren.

Brainstormen. Brainstormen vormt een uitdagend onderdeel dat je voor veel zaken kunt gebruiken. Zowel voor jezelf, als samen met je cliënten. Goed en creatief brainstormen kan ervoor zorgen dat je tot unieke en werkzame oplossingen komt.

Oplossingsgericht Counsellen of Coachen. Oplossingsgericht counsellen en coachen brengt je snel bij oplossingen. Hierbij stel je niet een

probleem centraal, maar de oplossing. Je verblijft maar 10 tot 15 minuten in fase 1 van Egan, stelt snel een doel en stimuleert je cliënt om oplossingsgericht te gaan denken, handelen, voelen en leven.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 149

Inschrijving Niveau 2

Mail de volgende zaken aan het hoofdkantoor: 0. Klantnummer 1. Volledige naam (Komt op je diploma.) 2. Adres (Straat - nr. - postcode - woonplaats - land) 3. Telefoonnummer 4. E-mailadres 5. Homepage 6. Geboortedatum en geboorteplaats 7. Geslacht 8. Welke trainingslocatie kies je? - Wanneer wil je met de praktijktrainingen beginnen? 9. Je motivatie (½ A4-tje):

a. Waarom wil je aan Niveau 2 deelnemen? b. Wat verwacht je te leren? c. Aan welke specialisatie(s) denk je op dit moment?

Gebruik het inschrijfformulier op onze website. Als je inschrijving is goedgekeurd, mailen we deze gegevens door aan je praktijktrainer.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 150

Intervisie Voor een (student) counsellor of coach helpt het om gebruik te maken van intervisie. Dit houdt in dat je regelmatig met 8 tot 12 studenten of collega’s onderling bespreekt hoe het counsellen of coachen je vergaat. Waar liggen de knelpunten? Hoe kun je die oplossen? Wat zijn je gevoelens bij bepaalde gebeurtenissen? Wat vind je makkelijk of moeilijk? Wat zijn je behoeftes? Waar liggen je blinde vlekken? Wat doe je juist goed? Hoe kom je op anderen over? etc. Hier volgt een aantal gebrainstormde voorwaarden om een intervisiegroep goed te laten functioneren:

De groep begint met het opstellen van de randvoorwaarden (regels).

Je wilt doelgericht leren over je werk (counselling of coaching).

Je werkt aan je innerlijke groei.

Je bent bereid om te geven en te ontvangen.

Je hebt zowel een begeleidende als een lerende rol.

Je staat open voor jezelf en anderen.

Je beseft het hoofddoel van de groep.

Je kunt op de juiste wijze feedback geven.

Je bent je bewust van jezelf in de groep.

Je brengt actuele ervaringen (persoonlijk of van je werk) in de groep.

Je helpt anderen in hun proces.

Ieder doet actief mee en de functies rouleren steeds.

Alle deelnemers zijn gelijkwaardig, ongeacht hun ontwikkelingsniveau.

Er zijn geen gezagsverhoudingen of mogelijke belangenverstrengelingen.

Er wordt ook gesproken over het proces van de intervisie zelf.

Het is natuurlijk op geheel vrijwillige basis.

Je werkt volgens de humanistische principes.

Je bent zelf verantwoordelijk voor het slagen van de intervisie.

Hoe kleiner je Ego, hoe meer je kunt leren.

Hoe meer je geeft, hoe meer je ontvangt. Het spreekt vanzelf dat je absolute geheimhouding in acht neemt. Als je zaken bespreekt, zorg je er altijd voor dat de identiteit van je cliënten nooit achterhaald kan worden. Wat in de groep gezegd wordt, houd je geheim tegenover de buitenwereld. Zorg dus ook dat je e-mails veilig zijn en niemand er bij kan. Bij overtreding van die regel, kun je geschorst worden, omdat geheimhouding en vertrouwelijkheid een eerste vereiste zijn in het counsellen en coachen. Goed functioneren als intervisiegroep is niet eenvoudig. We bevelen beginnende groepen aan om gebruik te maken van een intervisiebegeleider. Naar mate de ervaring van de groep groter wordt, kan zijn of haar rol anders worden en tot slot kun je als groep verder zonder begeleider. Zie ook de richtlijnen uit “Leren in Vrijheid” van Carl Rogers in Syllabus.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 151

Intervisietraining volgens de Incidentmethode voor niveau 2. Je neemt gedurende 10 trainingsdagen deel aan 20 begeleide intervisierondes van 90 minuten. Je krijgt begeleide intervisie over je werk als counsellor of coach en je leert de Incidentmethode toepassen, zodat je na het tweede niveau zelfstandig verder kunt met dezelfde intervisiegroep of een

nieuwe intervisiegroep. Doordat je zowel intervisie krijgt, als de intervisiemethode leert, verbetert de kwaliteit van je werk als counsellor of coach en bespaar je veel geld op supervisie. Een gemiddeld supervisiegesprek kost al snel 75 tot 150 Euro per uur. Stel dat je iedere week 1 uur supervisie ontvangt, dan kost dat per jaar (40 werkweken) 40 keer 100 = 4000 Euro. Bij een volle praktijk kun je dat natuurlijk makkelijk betalen, maar het blijft een hoop geld, zeker als je pas begint. Beroepsverenigingen stellen vaak de verplichting dat je supervisie of intervisie ontvangt gedurende de periode dat je werkt als counsellor of coach. Om professioneel te kunnen werken is het nodig dat je steeds aan jezelf werkt, als mens en als counsellor of coach. Een intervisiegroep of een supervisor helpt je hierbij. Bij ons krijg je 60 uur intervisie voor 590 Euro. Dat is nog geen 10 Euro per uur en is dus 5 - 10 keer economischer dan supervisie. Niet alleen het eerste jaar bespaar je 3410 Euro, maar in alle jaren die daarna volgen ben je aan intervisie of supervisie niets meer kwijt, omdat je met een groep collega’s zelfstandig verder kunt. We geven je niet alleen de vis, de hengel, maar leren je ook hoe die te

gebruiken en zelfs hoe je nieuwe hengels kunt maken. Dit leren we in de praktijk door te oefenen. Je oefent 20 keer alle aspecten van de Incidentmethode, zodat je die kunt dromen.

De voordelen van Intervisie boven supervisie zijn:

5 tot 10 keer voordeliger en later geheel gratis, omdat je het onderling doet.

Je krijgt feedback van 8 tot 12 personen i.p.v. één.

Tien invalshoeken helpen je vaak beter dan de ene invalshoek van een supervisor.

Je leert je collega’s goed kennen en kunt er mogelijk beroepsmatig mee samenwerken.

Intervisie is niet hiërarchisch. Ieder is gelijkwaardig.

Na iedere ronde wissel je van rol.

Hierdoor word je veel zelfstandiger, krachtiger, weerbaarder en onafhankelijker.

Een groep kan heel stimulerend en uitdagend werken.

Door regelmatig in groepen te werken, oefen je jezelf, zodat je later ook trainingen kunt geven.

Nadat je actief aan de intervisietraining hebt deelgenomen, kun je zelfstandig verder.

Het past bij deze tijd en wordt steeds meer toegepast in bedrijven en instellingen.

Wat zijn de kenmerken van Intervisie?

Collegiale ondersteuning; counsellors en coaches helpen elkaar.

Onderlinge advisering bij werkproblemen op een respectvolle manier.

De intervisiegroep is niet hiërarchisch, iedere deelnemer is gelijkwaardig.

Vertrouwen op elkaars deskundigheid, i.p.v. op een supervisor.

Je werkt steeds binnen een vastgestelde structuur, zodat je je doelen bereikt.

Er wordt getracht om tot nieuwe inzichten en oplossingen te komen.

Het is een zelfsturend en op reflectie gericht leerproces.

Wat is het doel en zijn de functies van Intervisie? Het uiteindelijke doel is dat je zo goed mogelijk counselt of coacht en in dit werk op professionele wijze groeit. Intervisie kan de volgende functies voor je vervullen:

Leerfunctie: Je leert nieuwe vaardigheden m.b.t. je werk.

Consultatiefunctie: Je raadpleegt collega’s over specifieke werkproblemen.

Reflecteerfunctie: Stimulatie om te reflecteren over een bepaald werkprobleem.

Controlefunctie: Aandacht voor je professionalisering en sociale controle.

Ondersteuningsfunctie: Hulp bij werk, maar ook bij persoonlijke problemen.

Netwerkfunctie: Collega’s goed leren kennen en mogelijk samenwerken.

Bijpraatfunctie: Gezellig met collega’s over je werk of andere zaken praten.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 152

Bij Begeleide Intervisie leer je:

Wat intervisie is.

De structuur en communicatievormen binnen de intervisiegesprekken.

Vooral het in de praktijk brengen van intervisie.

Hoe een groep zelfstandig verder kan, zonder begeleider.

De hoofddoelen van de Begeleide Intervisie Training zijn: 1. Intervisie over je werk als counsellor of coach krijgen. 2. Na 10 bijeenkomsten zelfstandig verder te kunnen werken zowel binnen je eigen

intervisiegroep, als met een andere intervisiegroep. 3. Dat je zelfstandig een intervisiegroep kunt opzetten aan wie je de begeleide intervisiemethode

kunt leren.

Leerdoelen van de Begeleide Intervisie Training. Je kunt:

de theoretische basisprincipes van intervisie uitleggen.

de benodigde vaardigheden voor groepsintervisie gebruiken.

reflecteren op je eigen professioneel handelen.

op de juiste wijze feedback geven en ontvangen.

casuïstiek uit je eigen werk inbrengen.

oude (ongewenste) patronen bij jezelf herkennen.

die patronen door nieuwe vervangen.

reflectieverslagen schrijven.

zelfstandig verdergaan met de intervisiegroep.

een nieuwe intervisiegroep opzetten.

problemen en oplossingen uitwisselen.

gemotiveerd werken.

luisteren, accepteren, invoelen van de ander.

openstaan; leren werken met nieuwe methoden.

zelfsturend leren.

eigen vaardigheden vergroten.

in je scriptie aantonen dat je ze hebt gehaald.

Binnen intervisie werken we op 3 niveaus: - Concreet niveau; op dit niveau is intervisie een uitwisseling over een werkprobleem. Omdat de

oplossing vaak voor de hand ligt, zie je je eigen blinde vlek relatief snel. De groepsleden maken je hierop eventueel attent. Je kunt de volgende dag op je werkplek meteen de oplossing in praktijk brengen. Dit niveau werkt het minst in op gedragveranderingen. - Adviesniveau; het betreft het analyseren van het ingebrachte probleem, en het op verschillende wijze

komen tot een advies. De inbrenger krijgt adviezen aangereikt en geeft zelf aan welk advies hij of zij kan gebruiken en waarom. Het gaat om een open benadering waarbij de inbrenger uiteindelijk de oplossing samenstelt en deze naar nieuw handelen omzet. - Reflectieniveau; bestaat uit het op een gerichte wijze terugkijken op het werkprobleem, het

bespiegelend overdenken en zoeken naar betekenissen, met als doel het vergroten van iemands inzicht, hetgeen kan leiden tot gedragsveranderingen. Van belang is dat er geen concrete adviezen gegeven worden, maar dat bewust ruimte wordt gelaten voor eigen inbreng en die van de andere deelnemers. Dit leidt op den duur tot veranderingen in gedrag, van houding, normen en waarden.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 153

Wat is de incidentmethode? De incidentmethode is een zeer eenvoudige en redelijk strak gestructureerde methode, die erop gericht is om moeizame zaken of nieuwe ontwikkelingen in een kleine groep te bespreken. Structuur is nodig, het biedt zowel ruimte als begrenzing, zodat de deelnemers voldoende openheid, rust en tijd

ervaren om hun verhaal te doen. Het is van belang om flexibel om te gaan met deze structuur, zodat het groepsproces soepel en vrij kan verlopen. Kennis en ervaring van de deelnemers kunnen worden benut, terwijl vrijblijvendheid wordt voorkomen. De incidentmethode helpt een groep deelnemers om via de structuur en een beperkte tijdsspanne doelmatig en effectief aan een situatie / probleem te werken. Deze methode is zeer geschikt voor counsellors, coaches en andere hulpverleners, maar je kunt hem ook gebruiken bij verschillende soorten werknemers in diverse bedrijven of instellingen. Bij de incidentmethode brengt een deelnemer een recente gebeurtenis uit zijn professie, die nog niet volledig is uitgewerkt / verwerkt / opgelost, in de groep. De probleeminbrenger dient betrokken te zijn bij het voorval (incident). Je kunt denken aan: “Vorige week counselde ik een echtpaar en ze begonnen ruzie te maken. De ruzie liep uit de hand en de man liep kwaad de deur uit…….” Wellicht voelde de inbrenger zich hier niet al te gemakkelijk onder en vraagt zich misschien af of hij of zij goed heeft gehandeld.

Op de incidentmethode zijn een aantal variaties mogelijk, afhankelijk van de omstandigheden, de groepservaring, het werkveld etc. Als je incidentmethode onder de knie hebt, kun je makkelijk overstappen naar andere methoden, of met je intervisiegroep veranderingen in de methode of structuur aanbrengen. De literatuur van Jeroen Hendriksen kan je hierbij verder helpen.

We werken met 6 fasen: Fase 1 - Start en reflectie op vorige intervisie-inbreng (10 min.).

Hoe zit iedereen erbij na de vorige bijeenkomst?

Het reflectieverslag van de vorige inbrenger wordt besproken.

Kort verslag over de in de praktijk gebrachte adviezen naar aanleiding van de toen ingebrachte werksituatie.

Fase 2 - Nieuwe inbreng van een persoonlijke werksituatie / probleem (10 min.).

Bij het kiezen van het probleem is het belangrijk om te kiezen voor een persoonlijke werksituatie / probleem, dat onlangs in de praktijk plaats heeft gevonden.

Introductie van het incident / een situatie via een korte schets tot op het kritische moment, zonder te vertellen hoe je zelf handelde of hoe de situatie afliep. De andere deelnemers maken aantekeningen.

De inbrenger vertelt nu uitgebreider over zijn of haar situatie. Mogelijke ideeën voor de oplossingen worden weggelaten.

Deelnemers noteren voor zichzelf, de vragen die ze hebben, om meer inzicht te krijgen in de situatie.

Fase 3 - Analyseren van de persoonlijke situatie (20 min.).

De groep stelt informatieve vragen aan de inbrenger.

Het gaat om feitelijke vragen.

Doorvragen; niet interpreteren, oordelen of suggereren.

De inbrenger vertelt hoe hij of zij uiteindelijk heeft gehandeld. Fase 4 - Bewustwording (10 min.).

Men herformuleert de persoonlijke werksituatie / probleem.

Rond de analyse af met een adviesronde en bespreking van inzichten.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 154

Fase 5 - Verbreding van de werksituatie of het probleem (20 min.).

Bepaal welke persoonlijke betrokkenheid ieder heeft tot het ingebrachte probleem. Wat zouden jullie doen in deze situatie?

Bespreek de inzichten die ontstaan zijn.

Verbind hier en nu (groepsbespreking) met de praktijk. Fase 6 - Evaluatie (10 min.) en vervolgafspraken (10 min.).

Hoe hebben de deelnemers de bijeenkomst ervaren?

Welke persoonlijke leeropbrengst is er?

Wat is nog niet uitgesproken?

Afspraken voor de volgende intervisiebijeenkomst.

Tijdshantering intervisiebijeenkomst In het intervisiegesprek is de tijdshantering van groot belang, deze dient door de gespreksleider of -leidster bewaakt te worden. Een ronde duurt 90 minuten.

Fase 1 - Start en reflectie vorige intervisie (10 min.) Fase 2 - Inbreng van een nieuw persoonlijk werkprobleem (10 min.) Fase 3 - Analyseren van het persoonlijke werkprobleem (20 min.) Fase 4 - Bewustwordingsfase (10 min.) Fase 5 - Verbreding van het werkprobleem in de groep (20 min.) Fase 6 - Evaluatie (10 min.) en vervolgafspraken plannen (10 min.)

Reflectieverslag De inbrenger van het probleem maakt tijdens de intervisie aantekeningen. Deze worden met de indrukken, adviezen en eventuele inzichten en gevoelens door de inbrenger verwerkt tot een reflectieverslag. Het oefenen van het schrijven en bespreken van een reflectieverslag keert steeds terug binnen de intervisie. (Verwerk die verslagen ook in je scriptie. Gebruik nooit namen van deelnemers.) In het reflectieverslag komen de volgende aandachtspunten terug:

Welke inzichten heb je verkregen.

Wat heb je met de adviezen binnen de praktijk gedaan.

Hoe was je gevoelsbeleving na de intervisiebespreking.

Hoe heb je het collegiale advies ervaren.

Zie je een gedragsverandering binnen het werkveld.

Is er iets blijven liggen wat aandacht vraagt.

Intervisieregels: 1. Kies voor die structurering en methodiek van het intervisiegesprek die op dit moment bij de

ontwikkeling van deze groep past. 2. Voor de groep met de intervisie start, moeten de onderlinge verwachtingen en doelstellingen

van de deelnemers verhelderd worden. 3. De werkwijze en resultaten van intervisie hangen samen met de verschillende stijlen van

leren van de deelnemers. 4. Maak duidelijke afspraken met elkaar voordat je met intervisie begint, bijvoorbeeld over de

aanwezigheid. Bij intervisie binnen een organisatie is het aan te bevelen om te werken met een contract.

5. Nooit met je baas in de intervisiegroep! Bouw geen hiërarchie in, want dat bemoeilijkt het bereiken van de doelstellingen van intervisie.

6. Formuleer het thema dat er speelt bij de deelnemers in het hier-en-nu. Dat vergroot de herkenbaarheid en de betrokkenheid.

7. Besteed ruim tijd aan het inventariseren van werkproblemen en aan de juiste keuze van het te bespreken probleem.

8. Besteed veel aandacht aan het nauwkeurig en bondig formuleren van de probleemstelling. Herformuleer het probleem na de analysefase.

9. Stel veel vragen bij intervisie; vraag door! Maar interpreteer, oordeel of suggereer niet, dat blokkeert de probleeminbrenger.

10. Positieve feedback is een krachtig instrument voor gedragsverandering. 11. Gebruik de checklist en het basismodel voor intervisie.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 155

Checklist: 1. Intervisiebijeenkomsten zijn niet vrijblijvend. Er bestaat een harde opkomstverplichting. 2. Formeer een groep van 8 tot 12 mensen. 3. Zoek een ruimte die rustig gelegen is, een prettige sfeer heeft en waar je niet gestoord kunt

worden. (Mobieltjes uit.) 4. Sluit gezamenlijk een (mondeling) contract af. Daarnaast kan er ook een contract afgesloten

worden met de organisatie die intervisie faciliteert. 5. Regel de facilitering van je instelling (als dat een optie is): uren, geld, reiskosten. 6. Let op de gelijkwaardigheid en collegialiteit in de groep. 7. Veiligheid en vertrouwen zijn de basis voor een intervisiegroep. Laat niets naar buiten komen

in de koffiekamer of het roddelcircuit. 8. Maak een afspraak wie de eerste bijeenkomst leidt, hoe lang deze duurt, wie voorbereidt,

welk huiswerk je moet doen, en of er een verslag gemaakt wordt. 9. Maak vooraf een goede planning, bijvoorbeeld gedurende een jaar eenmaal per 3 weken. 10. Spreek een tussenevaluatie en een einddatum plus eindevaluatie af. Bepaal na een jaar of je

gezamenlijk verder wilt en op welke wijze. 11. Intervisie doe je voor jezelf. Je eigen kwaliteit en professionalisering zijn ermee gediend.

Toon je enthousiasme en je inzet.

Literatuur - Verplicht voor niveau 2: Intervisie bij werkproblemen - Jeroen Hendriksen 126 pagina’s - Uitgeverij: Nelissen - ISBN-13: 9789024414581

Aanvullende literatuur: Handboek supervisie en intervisie - H.M. van Praag - van Asperen en Ph.H. van Praag 334 pagina’s - Uitgeverij: Tijdstroom - ISBN-13: 9789058980021 Begeleid intervisie model - Jeroen Hendriksen 132 pagina’s - Uitgeverij: Nelissen - ISBN-13: 9789024414758 Werkboek intervisie - Jeroen Hendriksen

160 pagina’s - Uitgeverij: Nelissen - ISBN-13: 9789024414970

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 156

Brainstormen - Inleiding

Wat is Brainstormen? Brainstormen is een gestructureerde manier om ideeën te genereren. Bij problemen, vraagstukken of uitdagingen, helpt brainstormen om (werkzame) oplossingen te verzinnen. Door te werken volgens gestructureerde regels kun je vaak tot verrassende en passende oplossingen komen. Je denkt eerst veel mogelijkheden uit en kiest vervolgens de beste. Brainstormen kun je alleen doen of in groepen.

Wat is het nut van Brainstormen? Voor een counsellor / coach is het een noodzakelijk instrument. Tijdens opleidingen en trainingen van counsellors en coaches wordt het vaak even genoemd en gaat men ervanuit dat de studenten het automatisch kunnen. Niets is minder waar. Het is een aparte vaardigheid, die je doelgericht dient te leren en oefenen. Brainstormen is één manier om je creativiteit te verhogen, zodat je je cliënten, maar ook jezelf beter kunt helpen, ongeacht wat zich voordoet.

Ieder probleem is oplosbaar. De beperking ligt in de benadering van het probleem en de oplossingen. Door goed te worden in het brainstormen, krijg je een grote voorsprong op collega’s die dat niet kunnen. Je kunt je cliënten beter helpen en je kunt je eigen praktijk laten floreren. Het is waar dat de ideeën van je cliënten zelf dienen te komen, maar als ze bij een counsellor of coach zitten die last heeft van aangeleerde hulpeloosheid, zullen ze hierdoor niet gestimuleerd worden. Je leert een bruisende bron van creatieve ideeën te zijn.

Hoe doe je het? Bij brainstormen ga je eerst heel veel ideeën eruit flappen. Het maakt niet uit of ze werken of niet.

Vaak blokkeert het denken en het oordelen juist het creatieve proces. Schakel dat dus uit, of omzeil het. Pas nadat je tientallen of honderden ideeën hebt verzameld ga je ze op hun bruikbaarheid toetsen en eventueel aanpassen. Als je het eerder doet, stagneert het creatieve proces.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 157

De 12 regels voor het Brainstormen: 1. Onderzoek grondig het probleem, de uitgangssituatie, de vraagstelling. Zonder goede

diagnose is het zinloos om hiervoor oplossingen te bedenken. Vaak worden oplossingen bedacht voor iets wat niet het echte probleem is. Wees heel zeker van je zaak. Een juiste

diagnose is de halve oplossing. 2. Leg de regels van het brainstormproces vast en zorg dat ieder zich hieraan houdt. 3. Stel doelen en grenzen. Bijvoorbeeld aantal ideeën, sessies, tijdsduur,...... en houd je hieraan. 4. Geen enkel idee is te dom: in ieder idee zit wel iets goeds, denk aan de positieve kanten van

ieder idee. Freewheelen is goed. Hoe gekker het idee hoe beter. Leef je geheel uit. Treed buiten je oevers.

5. Wees relaxed, ideeën kun je niet afdwingen. Neem er de tijd voor, het is een creatief proces.

Ontspan je tussen de sessies door. Sommige sessies kunnen minuten duren, andere dagen, weken of jaren.

6. Oordeel tijdens het brainstormen absoluut niet, dat komt later. Het gaat nu om een grote hoeveelheid ideeën die mogelijk kunnen helpen, of waar iets goeds in zit.

7. Genereer enthousiasme en zorg dat de groep een positieve houding heeft. 8. Bouw verder op de ideeën van een ander. Denk aan kruisbestuiving en combinaties. Geheel

nieuwe ideeën zijn zeldzaam, (subtiele) veranderingen van bestaande ideeën kunnen de doorslag tot succes geven. Zoek naar combinaties en verbeteringen.

9. Kwantiteit (hoeveelheid) telt bij het brainstormen. Hoe meer ideeën hoe beter. Kwaliteit

komt later. Perfectionisme is ongewenst. Het is prima als 99% van de ideeën niet bruikbaar is. Ze hebben je mogelijk wel geholpen om bij het bruikbare idee te komen en de jackpot te winnen.

10. Durf alles wat in je opkomt eruit te flappen. Het is fantasie en geen werkelijk doen. Er zijn

geen regels, wetten of ethiek. Dat komt later bij het uitselecteren. Als het in je opkomt dat moord zou helpen om het probleem op te lossen, schrijf het op. In fantasie is het prima en het kan tot een wat subtielere oplossing leiden, zoals een troubleshooter aannemen. Schrijf werkelijk alles op.

11. Kijk naar dingen vanuit een verschillend perspectief. Denk buiten jezelf om. Einstein zei al:

“Problemen kunnen nooit worden opgelost binnen het kader waarin die problemen gecreëerd zijn.”

Verander van denkrichting en paradigma. Gebruik alles wat kan helpen, al je zintuigen, ervaringen, opleidingen, achtergronden, kennis. Bezie de aarde vanaf mars met een telescoop.

12. Gebruikt triggers. Ga door, ook al kom je even niet op nieuwe ideeën. Verander van techniek

of doe eerst wat oefeningen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 158

Zaken die goed Brainstormen in de weg staan:

Men pakt een verkeerd probleem aan. Begin dus eerst met een goede probleemanalyse, diagnose. Sommige problemen lenen zich niet voor brainstormen, zoals crisissituaties of als een standaardoplossing, die je al weet, altijd goede resultaten geeft.

Het gedrag van de groep staat het succes in de weg. Opmerkingen zoals: Dat slaat nergens op, dat lukt toch niet, dat hebben we al eens geprobeerd en toen lukte het ook niet, dat is niet praktisch, te ingewikkeld, mensen willen niet veranderen, te duur......... zijn contraproductief.

De sessie verloopt niet gestructureerd. Brainstormen is heel vrij, om het succesvol te laten zijn, zijn er procesregels nodig. Er is discipline en structuur nodig om het proces te leiden. Je kunt ook geen taart bakken zonder vorm, oven of de juiste tijd.

De 5 stappen van het Brainstormproces: 1. Stel vast wat het probleem is. 2. Stel vast wat het doel is. 3. Genereer ideeën om van de huidige situatie (probleem) naar de nieuwe situatie (doel) te

komen. 4. Beoordeel ideeën op hun bruikbaarheid en kies het beste.

5. Werk de ideeën uit, stel een Actieplan op en werk dat stap voor stap uit.

11 Brainstormtechnieken: 1. Abstractie Techniek Veralgemeniseer het probleem en bedenk hier oplossingen voor. 2. Wildest Idea Techniek Hoe gekker hoe beter - Verzin de meest gekke oplossingen. 3. Wat werkt niet? Kies zaken die juist niet werken. - Verander ze in werkende zaken. 4. Identificatie Kruip in de huid van...... Wees een ander of iets anders. 5. Vragen stellen Wie - Wat - Waar - Hoe - Wanneer - Waarom. 6. Achteruitdenken

Vanuit de ideale situatie terug naar de huidige situatie. 7. Omkeringstechniek Verwissel de kernwoorden in de probleemdefinitie onderling van plek. 8. Wensdenken Stel dat een goede fee het voor je zou doen. Welke opdrachten geef je haar? 9. Triggers Toevallig gekozen woorden - Via woordenlijsten of tijdschriften - Vrije Associatie. 10. Kies de slechtste ideeën en vraag je af: Wat is er goed aan? 11. Gedwongen relaties. Combineer 2 willekeurige uitkomsten.

Pas oplossingen aan door: Vergroten, verkleinen, vermenigvuldigen, herschikken, omdraaien, combineren, veranderen, substitueren, andere dingen gebruiken, maak het op maat, haal de ongewenste punten uit bijna goede oplossingen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 159

Brainstormen - Oefeningen Bij deze oefening hebben we het probleem en het doel al vastgesteld. We gaan ons vandaag uitsluitend bezighouden met punt 3: het genereren van ideeën. De ideeën aanpassen, het filteren van de ideeën, en een actieplan opstellen doen we als huiswerk. Het probleem is in eerste instantie: “Ik heb nauwelijks cliënten.” Het doel is: “Ik heb veel cliënten.” Dat zou je nog kunnen specificeren, maar we laten het voor deze oefening heel algemeen, omdat ieders situatie anders is. Hieruit volgt het onderwerp waar we over kunnen brainstormen:

“Hoe zorg ik ervoor dat ik veel cliënten krijg om te counsellen / coachen / trainen?”

We laten hier meteen de eerste brainstormtechniek op los. Dat is de

1. Abstractie Techniek - Veralgemeniseer het probleem en bedenk hier oplossingen voor. Hierdoor zie je de uitdaging en de oplossingen vanuit een wijder perspectief. Het counsel- of coachgesprek wordt een product en het gaat niet om cliënten maar om mensen die iets kopen.

Hoe zorg ik ervoor dat mijn product gekocht wordt. (Dat product is een Counselgesprek,een Coachgesprek of een Training.)

We hebben 10 rondes van 10 minuten, waarin we alle methoden oefenen. We oefenen in verschillende groepen. Na iedere ronde gaat de groep uit elkaar, ontspannen we 5 minuten en vormen we een nieuwe groep. Per groep schrijft 1 persoon de ideeën leesbaar op. Na iedere ronde krijgt de workshopgever de losse vellen met ideeën. Die worden voor ronde 10 en 11 gebruikt. Aan het eind van de dag brengen we de honderden ideeën bij elkaar en zet 1 persoon ze thuis op een rijtje in een Word.doc die hij of zij aan ieder van ons mailt. Dat document gebruiken we later weer.

Ontspanningen tussen de sessies door:

Doe 5 minuten iets totaal anders bijvoorbeeld:

Luister naar meditatieve muziek.

Een korte stilteoefening met de hele groep.

Ga naar buiten en loop een rondje.

Praat met iemand over je vakantie.

Luister naar rockmuziek.

Ga wat eten of drinken.

Fantasie dansen op muziek.

Praat met iemand over je toekomstplannen als counsellor of coach.

Loop door de ruimte en begroet elkaar in stilte, ga met je gevoel naar de ander uit.

Was kopjes om.

Energizers

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 160

De 11 Beste Brainstormmethoden. Er zijn vele methoden om te brainstormen. We geven je er nu 11 + 2. (MindMappen en een Virtueel Droomlab zijn ook hele goede methoden, maar die vergen meer tijd en ervaring.) Je kunt alle methoden aanpassen of er diverse bij verzinnen. Sommige zullen je beter liggen dan andere. Het

hangt ook van het probleem af welke methode het geschiktste is. Vandaag gaan we er 10 gebruiken. Iedere methode gebruiken we 10 minuten. Daarna hebben we 5 minuten pauze voor we geheel verfrist aan de volgende sessie beginnen. De 10 technieken laten we los op de ene uitdaging. De

1. Abstractie Techniek - heb ik al voorgedaan.

2. Wildest Idea Techniek - Hoe gekker hoe beter - Verzin de meest gekke oplossingen. Mensen met een lasso vangen, vastbinden, coachen en pas loslaten als ze hebben betaald.

3. Wat werkt niet? - Kies zaken die juist niet werken. - Verander ze in werkende zaken. Als een cliënt belt, zeggen dat je geen interesse hebt in zijn zielige probleempjes. Dat wordt dan: interesse in mensen tonen. (7 minuten voor de zaken die niet werken en dan 7 minuten om ze om te zetten.)

4. Identificatie - Kruip in de huid van...... Wees een ander of iets anders. Kies een dier dat je het meest bewondert. Word nu dat dier. Hoe pak je het aan?

5. Vragen stellen - Wie - Wat - Waar - Hoe - Wanneer - Waarom. Wie kan ervoor zorgen dat mijn product wordt gekocht? Wie kan mijn product kopen? Wat zou die persoon of organisatie doen om mijn product te verkopen? Waar kan ik mijn product verkopen? Wanneer kan ik het verkopen? Waarom wil ik het verkopen?

6. Achteruitdenken - Vanuit de ideale situatie terug naar de huidige situatie. (Solo) Je bent miljonair geworden met counsellen / coachen, hoe heb je dat bereikt? Ga terug in de tijd, totdat je in het hier en nu komt. Begin dus met je laatste project / opdracht. Hoe heb je die cliënt weten te werven en ga dan naar de één na laatste etc. Gebruik ook hier je fantasie.

7. Omkeringstechniek - Verwissel de kernwoorden in de probleemdefinitie onderling van plek. Hoe zorgt het product ervoor dat ik gekocht wordt? Het product verbetert zichzelf. Het maakt zich aantrekkelijk. Stemt zich af op de cliënt.

8. Wensdenken - Stel dat een goede fee het voor je zou doen. Welke opdrachten geef je haar? Wekelijks een folder m.b.t. mijn diensten bij iedere Nederlander in de bus doen.

9. Triggers - Toevallig gekozen woorden - Via woordenlijsten of tijdschriften - Vrije Associatie. Broodje aap verhalen - Een aap als counsellor - Dieren counsellen - Logo zo slim als een Vos.

10. Kies de slechtste ideeën en vraag je af: Wat is er goed aan? Wat is goed aan een gijzelingsactie? Naamsbekendheid, overal op TV en in de kranten.

11. Gedwongen relaties. - Combineer 2 willekeurige uitkomsten. Folders in een ziekenhuis leggen - Lezing houden. Kan worden: Na een lezing folders uitdelen. - of - Een lezing in een ziekenhuis houden.

Deze oefeningen kun je thuis doen:

1. Pas oplossingen aan door: Vergroten, verkleinen, vermenigvuldigen, herschikken, omdraaien, combineren, veranderen, substitueren, andere dingen gebruiken, maak het op maat.

2. Spionage - Hoe doen anderen het? - Hoe verkopen andere mensen hun product? Missie van Bill: Mijn logo wil ik op iedere PC zien - Bill Gates (Baas van Microsoft.)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 161

Marketing - Hoe DOE je dat? Bij het onderdeel Marketing onderzoeken we de volgende gebieden:

Je Huidige Situatie.

Creatief dromen over je uiteindelijke Doel.

Brainstormen over Mogelijke Wegen om daar te komen.

Mogelijke Belemmeringen, Obstakels, Weerstanden, Angsten, Gebreken en Hulpen.

Hulp van buitenaf door de Intervisie DenkTank.

Uitvoering van je Actieplan. Ondernemen, Marketing, Reclame Maken zijn boeiende vakgebieden als je je hier werkelijk in verdiept. Een plant die wil voortbestaan is heel creatief. Een plant die zijn stuifmeel op een andere plant wil brengen kan hiervoor vele methoden gebruiken, ondanks het feit dat hij geen handen en voeten heeft. Ogenschijnlijk kan een plant niet veel, toch zijn er vele manieren om iets gedaan te krijgen. Net als een bedrijf, wil een plant groeien en overal vestigingen krijgen. Als je diepgaand de natuur bestudeert en die kennis weet te gebruiken voor je eigen bedrijf ben je 10 keer beter af dan een universitair afgestudeerde specialist op dat gebied. Die mensen zitten in de boeken en doen niet zoveel. Ondernemen, Marketing, Reclame Maken zijn DOE-vakken. Mogelijk wil je weten wat je dan mag doen. Hiervoor zal ik je geheel gratis 10 Gouden Regels geven. Let op:

Er zijn vele Gouden Regels .- Ze werken alleen als je ze toepast.

De 10 Gouden Regels: 1. Ontdek wat je werkelijk wilt. 2. Vraag jezelf bij iedere handeling af: “Brengt dit me dichter bij mijn doel?” 3. Verricht de juiste handelingen op het juiste moment. 4. Ontdek in alles de onderliggende principes. 5. Ontdek de behoeftes van andere mensen, bevredig die, en vraag er de juiste prijs voor. 6. Help anderen hun doelen te bereiken, zodat jij jouw doel bereikt. 7. Verdeel je actieplan in kleine onvermijdbare stapjes.

8. Ga altijd door, ook al vergaat de wereld. 9. Creëer je eigen realiteit. 10. Wees flexibel.

Aan deze 10 regels heb je meer dan 100 boeken met tal van marketingtheorieën, mits je ze leert kennen en toepast. Er ligt een verborgen kracht in eenvoud. Het herhalen van een paar eenvoudige succesvolle regels levert meer op dan een ingewikkeld plan. Meer heb je niet nodig. Zorg dat ze een Goede Gewoonte worden. Gewoontes gaan namelijk vanzelf en kosten geen moeite.

Je hoeft niet intelligent, rijk, aantrekkelijk, machtig of gezond te zijn. Er zijn letterlijk miljoenen mensen die niets van dat alles hadden en toch hun dromen hebben verwezenlijkt. Ooit ben je op de eerste plaats gekomen door je eigen weg te kiezen. Je was sneller dan miljarden anderen. Je kwam als ultieme winnaar uit de bus. Toch was je microscopisch klein en had je in de

afvoer / goot kunnen eindigen. Je koos er duidelijk voor om als eerste te eindigen en je conceptie was een onweerlegbaar feit. Het is beslist geen toeval dat je hier zit. Het is een bewuste WILsdaad. Zie jezelf nu als vers spermazaadje ergens in de zaadbal van je vader zitten. (Wie de spirituele benadering kiest i.p.v. de biologische kan zichzelf als zwevend zieltje zien.) Visualiseer het geheel en lees de 10 Gouden Regels nog een keer. Je zult zien dat je veel van die regels toen ook al toepaste. Zo eenvoudig zijn ze. Je hoeft ze niet eens te leren, je kent ze al. De 11de regel is:

“Maak een Plan en voer het uit.”

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 162

Thuis Uitwerken, voor de lessen over Marketing beginnen,

eventueel samen met de mensen van je studiegroep.

Je Huidige Situatie.

Wie ben je? - Wat kun je? - Wat doe je? - Wat is je specialisatie?

Hoeveel mensen counsel of coach je per week?

Wat krijg je daarvoor terug?

In welke setting doe je dat?

Hoe goed gaat je dat af?

Hoe tevreden zijn je cliënten?

Noem 3 zaken die je fijn vindt aan je huidige situatie.

Noem 3 zaken waar je niet tevreden over bent.

Creatief dromen over je uiteindelijke Doel. In je fantasie ga je naar de toekomst. Het mooie van fantasie is dat alles kan. Je gaat je fantasie richten op jezelf aan het werk als counsellor of coach. Je helpt mensen door ze te counsellen of coachen. Je kunt zelf kiezen of je 1 jaar, 2 jaar, 3 jaar of 5 jaar vooruit fantaseert. Je gaat je droom zo mooi mogelijk maken. Je gaat iets fantaseren dat je echt wilt. Iets waarvoor het de moeite loont om je in te spannen. Iets waarvan je hart sneller gaat kloppen. Wat dat is mag je zelf kiezen. Je Droom gaat centraal staan. Neem er ruim de tijd voor, omdat het iets is waar je de komende jaren aan gaat werken. Het is belangrijk dat je iets wenst dat je echt wilt. Begin met een wens en kleur dat heel gedetailleerd in. De aandachtsvelden zijn:

Hoeveel jaar later is het nu?

Waarin ben je gespecialiseerd?

Welke problemen los je graag op?

Waar help je mensen graag mee?

Welke mensen zie je als cliënt?

Hoeveel sessies krijgen je cliënten gemiddeld?

Werk je vanuit een eigen praktijk, in loondienst, als vrijwilliger, als freelancer, of anders?

Werk je alleen, samen of in een team?

Welke bedrijfsvorm spreekt je het meeste aan?

Waar is je praktijk gevestigd?

Hoe ziet de wijde omgeving eruit?

Hoe ziet je praktijk er van binnen uit?

Hoe komen mensen voor de eerste keer je praktijk binnengewandeld?

Hoe gaan ze er na de laatste sessie uit?

Hoeveel uur doe je dat in de week?

Hoeveel verdien je bruto per maand hiermee?

Welke kosten heb je?

Combineer je het counsellen of coachen met een ander beroep?

En andere zaken die je van belang vindt. Schrijf de elementen waarover je droomt op en werk het uit. Ga daarna kijken hoe anderen het doen. Bestudeer 50 internetsites van collega counsellors, coaches of hulpverleners. Schrijf van al die sites zaken op die jou aanspreken. Mix de beste ideeën met je eigen droom om er een diamant van te maken. Laat hem groeien, rijpen, slijp hem, werk het bij totdat je een goed idee hebt waar je voor wilt gaan. Gooi alle rommel weg en behoud wat waardevol is: De schitterende kern van je droom.

Bill Gates had een eenvoudige droom: “Ik wil het Windows Logo op iedere PC.” Hij paste de 11 Gouden Regels toe en het maakte hem de rijkste mens van deze wereld.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 163

Brainstormen over Mogelijke Wegen om daar te komen. Nu je je ToekomstDroom hebt gaan we onderzoeken hoe je die kunt realiseren. Begin met de AchteruitdenkTechniek (Vanuit de ideale situatie terug naar de huidige situatie.) Begin met je gewenste

situatie. Je hebt hem volledig bereikt. Je gaat nu stap voor stap terug in de tijd om te kijken wat je

hebt gedaan om daar te komen. Wat gebeurde er vlak voordat je die situatie bereikte? Wat deed je een dag ervoor? Wat deed je een week ervoor? Wat deed je een maand ervoor? Wat deed je 3 maanden ervoor? Ga door tot je bij het heden uitkomt. Je hebt nu een eerste RoadMap. Gebruik je computerscherm, stapels A4 papier, grote vellen papier (Flip-overvellen) of een notitieblokje om ideeën op te schrijven van wat je allemaal kunt doen om je Doel te bereiken. Ga hier gerust dagen lang mee door. Als je goede ideeën op de WC krijgt, hang dan daar je vellen papier op, als het in het bos of op het strand is, ga daar dan naar toe. De centrale vraag is:

Wat kan ik doen om bij mijn Doel te komen? (Dat doel heb je hiervoor uitgedacht.)

Gebruik alle brainstormtechnieken, alleen of met anderen. De tijd die je investeert in het ontdekken

van je droom en het bedenken van wegen naar je doel toe, haal je er heel ruimschoots uit. Je mag er gerust 20 tot 60 uur in investeren. Wees er echt intensief mee bezig. Wees een bruisende bron van overvloed. (Soms zijn mensen op een verkeerde manier krenterig en lijden verlies door hun besparingen op korte termijn.) Je kunt brainstormen tijdens het tandenpoetsen, het eten, tv kijken en zelfs tijdens het vrijen, maar mogelijk is je partner daar niet zo blij mee. Je hebt pas goed gebrainstormd als je meer dan 200 zaken hebt kunnen bedenken. Toen je leerde Brainstormen stond deze vraag centraal:

Hoe zorg ik ervoor dat mijn product gekocht wordt? (Dat product is een Counselgesprek,een Coachgesprek of een Training.)

Er voor zorgen dat je product wordt gekocht is slechts een klein onderdeel van het hele proces. Wel belangrijk, maar vele andere facetten zijn minstens zo belangrijk. Het product laten kopen is een middel om bij je doel te komen. Het is er slechts 1 (Ook al had je meer dan 500 wegen om dat te bereiken.) De 199 andere methoden brainstorm je nu bij elkaar.

Let wel het gaat om Brainstormen, niet om zaken die je echt allemaal gaat doen. Wees creatief, overschrijd je grenzen. Het gaat om Grote Hoeveelheden, niet om kwaliteit. De natuur doet ook alles in het groot. Denk aan de spermatozoïden, een hele lading tegelijk, zodat de snelste aankomt en de rest gaat de prullenbak in. Van het doel (eicel) is er in de meeste gevallen maar één tegelijk. Één doel helpt je focussen. Nadat je een waanzinnige hoeveelheid ideeën hebt geproduceerd, kun je ze gebruiken om het kaf van het koren te scheiden en er een Full-Proof ActiePlan van te maken. Voeg de resultaten van je brainstormsessies (Wat kan ik doen om bij mijn Doel te komen? en Hoe zorg ik ervoor dat mijn product

gekocht wordt?) samen. Schrijf alle elementen die bruikbaar kunnen zijn geordend (MindMap) op.

Orden eerst op thema. Een thema is bijvoorbeeld: Reclame Maken. Een ander thema kan zijn: Inrichting van je praktijkruimte, of de kleding die je aan hebt. Nadat je het op thema hebt geordend kun je alles op tijdsvolgorde in je actieplan zetten. Natuurlijk komen de 11 Gouden Regels en SMART met ons meekijken.

Je hebt nu 3 zaken op een rijtje kunnen zetten:

Je Huidige Situatie.

Je Uiteindelijke Doel.

Je FullProof ActiePlan om bij je Doel te komen. Die zaken heb je nu heel gedetailleerd uitgewerkt. Maak hiervan een korte presentatie (mondeling en op papier) voor je intervisiegroep, zodat je de 3 punten in 10 tot 15 minuten kunt presenteren.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 164

Mogelijke Belemmeringen, Obstakels, Weerstanden, Angsten, Gebreken en Hulpen. We denken natuurlijk zo positief dat we niet eens meer weten wat de betekenis van negatief is. Maar het is mogelijk dat er misschien nog een paar puntjes zijn waar we niet helemaal uit kunnen komen. Die gaan we hier uitwerken. Schrijf alle vragen, twijfels, die je hebt over je Droom en je ActiePlan

hier op. Nadat je die hebt opgeschreven, kijk je of je tot een kern of meerdere kernen kunt komen en hoe je die kunt samenvatten. Waar zou je graag hulp bij hebben? Wat heb je nog nodig? Op welke plaats komt dat in je ActiePlan? Je hebt nu 4 zaken op een rijtje kunnen zetten:

Je Huidige Situatie.

Je Uiteindelijke Doel.

Je FullProof ActiePlan om bij je Doel te komen.

Mogelijke Belemmeringen, Obstakels, Weerstanden,.... etc.

Literatuur: Wil je een eigen praktijk starten dan kan ik “Het Ondernemersplan” aanbevelen. Wil je op een economische manier reclame maken dan is “The Guerrilla Marketing Handbook” een must. Het benaderen van bedrijven en instellingen leer je in “Professionals & Acquisitie” Mensen die in loondienst willen werken kunnen het boek “Welke kleur heeft jouw parachute?” goed gebruiken. Mogelijk kun je in de boekhandel of de bibliotheek nog meer boeken vinden die je bieden wat er op dat gebied nog ontbreekt aan je kennis.

Marketing: Het Ondernemingsplan - Ron Plattel 171 pagina’s - Uitgeverij: Academic Service - ISBN-13: 9789052617626 The Guerrilla Marketing Handbook - Jay Levinson & Seth Godin 396 pagina’s - Uitgeverij: Houghton Mifflin Company - ISBN-13: 9780395700136

Professionals & Acquisitie - Frank Kwakman 137 pagina’s - Uitgeverij Academic Service - ISBN-13: 9789052614137 Salesgenie - Tony Buzan en Richard Israel 261 pagina’s - Uitgeverij Kluwer - ISBN-13: 9789014078021

Acquisitie: Professionals & Acquisitie - Frank Kwakman 137 pagina’s - Uitgeverij Academic Service - ISBN-13: 9789052614137 Welke kleur heeft jouw parachute? 2011/2012 (of een volgende editie) - Richard N. Bolles 278 pagina’s - Uitgeverij: Nieuwezijds - ISBN-13: 9789057123276

Handboek Freelancen 2008 / 2009 - Tijs van den Boomen & Wilma van Hoeflaken 304 pagina’s - Uitgeverij Nieuwezijds - ISBN-13: 9789057122620

Solliciteren: Welke kleur heeft jouw parachute? 2011/2012 (of een volgende editie) - Richard N. Bolles 278 pagina’s - Uitgeverij: Nieuwezijds - ISBN-13: 9789057123276

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 165

Marketing - De Onderneming Een eigen bedrijf starten is eenvoudig en het is niet eenvoudig. Het is eenvoudig in die zin, dat je een bord op je voordeur kunt plakken “Counsellor A. helpt je erg goed.” Het is wat minder eenvoudig, omdat er in deze ingewikkelde maatschappij iets meer bij komt kijken om een succesvolle praktijk te hebben. Een arts heeft zijn eigen rayon, vaste prijzen, hoeft geen BTW af te dragen en iedereen weet wat een huisarts is en wat hij of zij doet. Bovendien heeft een huisarts een gestandaardiseerde opleiding en is het een beschermd en gemonopoliseerd beroep. Iedereen mag zich op ieder willekeurig moment Counsellor, Coach en als je wilt Consultant noemen en zijn of haar diensten aanbieden. Het is fijn dat we hier de vrijheid hebben om anderen te helpen door gesprekken. Dat is een groot voordeel van die beroepen. Je mag ze uitoefenen. Een tweede voordeel is dat je minimale investeringskosten hebt. Je investeert in je opleiding. De opleiding bij de ACC is heel voordelig. Daarna investeer je in een praktijkruimte en reclame. Die

kosten kun je erg laag houden. Ze zijn een fractie van wat andere ondernemers kwijt zijn. Mogelijk denk je dat je tandarts veel vraagt, maar je weet niet wat zijn of haar kosten zijn: een onbetaalbare opleiding, overname praktijk, zeer dure apparatuur en arbeidsloon voor zijn of haar assistentes, administratieve krachten en iemand die alle rommel opruimt. Het bedrag dat een tandarts uitgeeft om te kunnen starten is heel hoog. Vele beginnende tandartsen zitten diep in de schulden. Maar ook als je een rijwielzaak wilt beginnen. Dan zit je met de kosten voor het gebouw en de fietsen die erin staan. Je kunt ook aan franchising doen en dan kun je alleen al voor de naam en het idee 20.000,- Euro of meer betalen. Voordelen van de beroepen Counsellor of Coach zijn:

Iedereen mag het uitoefenen.

Lage investeringskosten.

Je kunt zelf kiezen voor hoeveel uur je werkt.

Je kunt kiezen op welke tijdstippen je werkt.

Je kunt snel beginnen en ook weer makkelijk stoppen.

Je hebt de vrijheid om je product zo te vormen als je wilt.

Het is te combineren met ander werk.

Fysiek niet erg belastend.

Tot op hoge leeftijd vol te houden.

Blijft boeiend en er valt steeds veel bij te leren.

Je helpt andere mensen. Naast de grote voordelen, zijn er ook punten waar je iets harder aan dient te werken dan mensen met een andere onderneming. Iedere onderneming heeft zijn eigen kenmerken. Een groenteboer moet erop letten dat alles verkocht is voordat het wegrot. In een hondenpension kun je mogelijk last krijgen van hondenharen en vlooien. Als je koeien houdt, kun je moeilijk uitslapen als ze om 6 uur gemolken dienen te worden en vakantie is een vreemd woord op een boerderij. Doe je zaken met aandelen zoals een day trading broker, dan zul je waarschijnlijk niet meer weten wat een leven zonder stress is. Handel je in zaken die verboden zijn, dan is je levensverwachting een stuk lager dan

die van een doorsnee ambtenaar. Ben je een acteur, dan moet je wel eerst “ontdekt” worden. Extra aandachtspunten voor de beroepen Counsellor of Coach zijn:

Meer moeite doen om aan cliënten te komen.

Zorg dragen voor je geestelijke en lichamelijke gezondheid en innerlijke groei.

Doorzettingsvermogen hebben, inventief, creatief en flexibel zijn.

Het is belangrijk dat je het echt leuk vindt om te counsellen of coachen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 166

Bij het onderdeel Marketing helpen we je met het eerste punt:

Meer moeite doen om aan cliënten te komen. Het is niet alleen een kwestie van moeite doen, maar juist Strategisch, Intelligent en vooral Interactief

Actiegericht zijn. Interactief Actiegericht? Dat wil zeggen je acties steeds aanpassen aan de hand van de uitkomsten van je vorige acties. Je gebruikt alle response op je acties als feedbackmechanisme. Je kijkt wat werkt. Die methode werkt beter dan als een kip zonder kop actie ondernemen, omdat dat in een boek staat. (Economen en politici doen dat nog steeds en je ziet hoe ze regelmatig hele landen naar de economische afgrond sturen, terwijl intelligente bedrijven floreren, ondanks een extreem hoge belasting.) We hebben dit lesonderdeel Marketing genoemd. Maar eigenlijk leer je hier 4 zaken die met elkaar

verweven zijn. Het groter geheel heet: De Onderneming. Hiervoor schrijf je een Ondernemingsplan.

Een deel van dat ondernemingsplan heet Marketing. Een deel van Marketing heet Promotie van je

bedrijf. Een deel van die Promotie kan bestaan uit Reclame Maken.

Wat is een Ondernemingsplan? Je beschrijft daarin alle belangrijke zaken m.b.t. je bedrijf. Het geeft je antwoord op deze vragen:

Wat wil ik? Je Droom / Doel. Het bedrijf zoals je het Wenst.

Wat kan ik? Je laat SMART los op je Doel.

Wat ga ik doen? ActiePlan: Marketingplan (o.a. Promotie) en Financieringsplan.

De kern van je praktijk is je Droom. De basis is je ActiePlan en het uitvoeren ervan. Nadat je je ondernemingsplan hebt opgesteld en bent begonnen gaat de meeste tijd en energie zitten in de Promotie van je praktijk. Reclame maken is hiervan een onderdeel. Nadat je een begrip bent geworden, hoef je hier minder tijd en energie in te stoppen. Door je ervaring op dat gebied gaat dan veel op de automatische piloot. Tussendoor kun je kleine wijzigingen in je ondernemingsplan aanbrengen. Bedenk wel dat wijzigingen je tijd en geld kosten. Zorg dus vooraf dat je zo weinig mogelijk dient te veranderen. Kijk dus ver vooruit. Bereken per verandering of het op de lange termijn loont. Een grote verandering is bijvoorbeeld een verandering van diensten, een verhuizing, een samenwerkingsverband, personeel aannemen, een nieuwe bedrijfsnaam, een nieuw internetadres of een andere huisstijl. Een kleine verandering is een andere kantoorstoel, een nieuwe pc of een aanvullende workshop volgen.

Het is makkelijk om andere gordijnen te kopen, maar lastig om een nieuwe fundering onder een bestaand huis te leggen.

Besteed daarom voldoende (creativi)tijd aan het uitwerken van je ondernemingsplan.

Gebruik “Het Ondernemingsplan” bij het uitwerken van je eigen ondernemingsplan. Kijk wat voor jouw praktijk van belang is. Het zal je een antwoord geven op vele mogelijke vragen. Het Ondernemingsplan - Ron Plattel 171 pagina’s - Uitgeverij: Academic Service - ISBN-13: 9789052617626 Je hebt in het leven vaak 2 opties:

Wachten tot iets je overkomt.

Je eigen toekomst creëren. Kies je het liefst voor de eerste optie, dan kun je het beste in loondienst gaan werken of een uitkering aanvragen. Kies je voor de tweede optie, dan kies je voor het ondernemerschap. Wat sommige mensen doen is met hun mond kiezen voor de tweede optie, maar in hun hart voor de eerste. Het resultaat is dat ze nauwelijks cliënten hebben. Over marketing hoeven we geen examen af te nemen, je hoeft alleen je bankafschrift te laten zien. Heb je veel tevreden cliënten, dan doe je het goed, heb je er weinig, dan dien je een aantal punten te verbeteren.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 167

Marketing - Promotie Wil je een eigen bedrijf, verzamel dan een grote hoeveelheid folders, brochures, visitekaartjes of ander reclamemateriaal dat je aanspreekt. Bekijk de sites. Wil je in loondienst werken, bestudeer dan succesvolle sollicitatiebrieven en uitmuntende CV’s. Dat alles neem je mee naar de les. Een onderdeel van het gehele Marketingplan is de Reclame. Werk een gedetailleerde reclamecampagne uit die in overeenstemming is met je bedrijf, je marketingplan en je doelgroep. Je gebruikt het verzameld materiaal en de brainstormsessies als inspiratiebron. Je kiest 30 best passende methoden voor jouw bedrijf. Schrijf die op. Van die 30 reclamemethoden kies je vervolgens 10 methoden die je daadwerkelijk gaat toepassen. De overige 20 houd je als back-up achter de hand. Ben je bijvoorbeeld gespecialiseerd in het counsellen van mensen met ernstige brandwonden, onderzoek dan hoe je juist die mensen kunt bereiken. De vraag is dan: “Hoe kan ik die mensen vinden en ze met mijn diensten kennis laten maken?” Je gebruikt dan andere methoden dan een

relatiecounsellor. Je hoeft jezelf niet te verkopen, wel mensen voorlichten m.b.t. de voordelen van je product!

Werk als een jager, die sporen kan lezen, de gewoontes van zijn prooi kent, het juiste aas gebruikt en weet hoe hij ze dient te benaderen. Zorg dat je je doelgroep kent en weet hoe je ze kunt bereiken. Naast je beroepsmatige specialisatie, specialiseer je je ook in de marketing van je doelgroep. Soms zijn er mensen die er andere gedachten op na houden. Dat mag. Soms zijn er mensen die denken dat het voldoende is als ze een bord op hun deur plakken met de tekst:

Counsellor A. Helpt je bij al je problemen.

Ik geef ook Reiki en knap je tuin op. Na een maand zonder klanten, zetten ze een advertentie en vergeten hun telefoonnummer. Mogelijk komen ze op het geweldige idee om een foldertje te maken. Na veel knutselen leggen ze iets op een vieze glasplaat van een afgeschreven kopieermachine en maken een diepte investering van 100

kopietjes, die ze waanzinnig zuinig verspreiden. Een maand later houden ze het voor gezien en gaan een andere cursus doen, want counselling werkt al net zo min als Reiki en tuintjes opknappen. Daar lopen ze te klagen dat die zo duur is, omdat ze maar een uitkering hebben. Je komt er alleen, door de juiste inspanningen te leveren, niet door alleen maar te nemen. Mensen zoals A. gaan voorbij aan het feit dat ze niet goed overkomen. Ik zou honderden echte namen kunnen noemen van zulke mensen. Je vak ken je. Je kunt goed counsellen en coachen, anders zat je hier niet. Je begint nu aan je specialisatie. Tegelijk zorg je ervoor dat je goed wordt in Marketing. (Tenzij je kiest voor loondienst of vrijwilligerswerk.) Marketing is een vak dat je in de praktijk kunt leren. Het is noodzakelijk dat je het leert. Zonder dat krijg je waarschijnlijk weinig cliënten. Er zijn uitzonderingen. Er zijn soms mensen die hier ogenschijnlijk niet aan doen, en toch veel cliënten hebben. Vaak hebben die andere of verborgen methoden. Soms schrijven ze boeken en zijn bekend. Soms helpen ze invloedrijke personen en die maken mond-tot-mond reclame. Soms hebben ze veel volgelingen die het werk voor hen doen. En in een enkel geval verrichten ze wonderbaarlijke

genezingen, of zijn veel beter dan alle anderen in een bepaald vakgebied, zodat de mond-tot-mond reclame van grote invloed is. Er zijn vele methoden. Kijk wat bij je past en werkt. Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar Interactieve Actiegerichtheid. Ik werk Doelgestuurd. Ik stel een doel en vraag mezelf af: “Wat ga ik doen om dat te bereiken?” Dat is totaal anders dan de meeste traditionele marketingideeën. Daar zegt men: “We doen dit of dat en kijken wel hoeveel mensen het kopen.” Ik zeg: “Ik wil dat 100 of 1000 mensen dit kopen, wat is daarvoor nodig?” Het lijkt op elkaar, maar het is een andere benadering en kan het verschil tussen falen en succes betekenen. Gebruik daarom al je Psychologische Kennis in de Marketing, de Promotie en de Reclame.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 168

Marketing - Aandachtspunten

Ethische Code voor Counsellors en Coaches. Zorg dat je die goed kent en je hieraan houdt, die is er om jezelf en je cliënten te beschermen. De Ethische Code is ontstaan vanuit jarenlange praktijkervaring van vele mensen. De regels hebben een groot nut. Je Onderneming, Marketing, Promotie en Reclame dienen in overeenstemming met die code te zijn. Een aantal dingen die andere bedrijven wel kunnen doen, mogen wij niet doen. Je mag jezelf bijvoorbeeld geen fantastische eigenschappen toedichten. Ook mag je geen valse hoop geven. Koppelverkoop is al helemaal niet toegestaan. Je mag geen meervoudige relaties met je cliënt hebben. En zo zijn er nog een reeks zaken die je niet mag doen. Sommige zaken kunnen verleidelijk zijn, maar op de lange termijn is het beter om zuiver te blijven. Toets daarom je onderneming aan de hand van de ethische code.

Wettelijke Bepalingen. Neem die door, zodat je je positie als counsellor of coach weet. Voorkomen is beter dan genezen.

Beroepsverenigingen. Schrijf je in bij de beroepsvereniging die bij je past. Het is niet verplicht, het wekt wel vertrouwen naar je cliënten toe. Zie onze site voor een aantal aanbevolen beroepsverenigingen. Vraag bij al die verenigingen op wat ze je te bieden hebben.

Algemene Voorwaarden. Om duidelijkheid voor jezelf en je cliënten te scheppen is het aan te bevelen om “Algemene Voorwaarden” op te stellen, deze te deponeren en kenbaar te maken dat je ze hebt. Je kunt kijken wat andere bedrijven, counsellors of coaches erin zetten of een standaardmodel bij de K.v.K. kopen en die voorwaarden aanpassen aan je eigen bedrijf. (In dit praktijkboek is het standaardmodel opgenomen.) Hier kun je de cd-rom bestellen: www.kvk.nl. Het is van belang om erin te zetten dat je een inspanningsverplichting hebt, je verbindt je niet tot de levering van een resultaat.

Kamer van Koophandel. Geeft veel informatie waar je als startende ondernemer aan kunt denken. Zie hun site: www.kvk.nl

Belastingdienst. De belastingsdienst is een organisatie die helpt om het geld dat we verdienen zo eerlijk mogelijk te verdelen. Ze doen dat door het heffen van belastingen en laat de democratisch gekozen regering beslissen waar dat geld aan wordt besteed. Hoe meer inkomsten je hebt, hoe meer je met andere mensen mag delen. Het is goed om hiermee rekening te houden bij het bepalen van de hoogte van je tarief. Reken vooraf alles goed door en leg het geld dat je wilt afstaan apart, want als je dat niet doet kom je in financiële problemen. Voer ook een deugdelijke administratie, zodat je kunt aantonen wat je hebt verdiend en wat je hebt uitgegeven. Anders maakt de belastingdienst zelf een schatting, die mogelijk heel ongunstig kan uitpakken. Afhankelijk van de gekozen bedrijfsvorm en de hoogte van je inkomsten heb je te maken met verschillende belastingen: BTW, Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Vennootschapsbelasting, etc. Maar ook met bepaalde aftrekmogelijkheden, zoals: Investeringsaftrek, Ondernemersvrijstelling vermogensbelasting, De kleine-ondernemersregeling, Fiscale Oudedags Reserve, Meewerkaftrek, Zelfstandigenaftrek, Startersaftrek, stakingswinstvrijstelling.

Verzekeringen. Je kunt diverse verzekeringen afsluiten om je in te dekken tegen bepaalde risico’s.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 169

Marketing - Intervisie

Hulp van buitenaf door de Intervisie DenkTank. Nadat je hebt geworsteld met de bovenstaande 4 punten, kun je optimaal gebruik maken van de Intervisie DenkTank. Eerder kan ook, maar dan gaat er te veel tijd verloren met uitdenken van wat je wilt. Als je de bovenstaande 4 punten serieus hebt genomen heb je zeker 20 tot 60 uur hierin geïnvesteerd. Je wilt graag goed beslagen ten ijs komen. Werken aan een Echte Droom doe je niet zomaar even tussendoor. Het vergt veel. Je krijgt terugbetaald in de mate waarin je er bewust mee bezig bent. Je hebt 1 uur de tijd om gebruik te maken van de Intervisie DenkTank. Gebruik die zo efficiënt mogelijk. We helpen je graag vanaf het punt waar je bent gestrand. Maar kijk eerst hoe ver jezelf kunt komen. We werken op ongeveer dezelfde manier als bij Intervisie van werkproblemen of -uitdagingen. De totale tijd is echter 60 minuten, zodat er 3 mensen per dagdeel van 3 uur aan bod komen en 12 mensen in 4 dagdelen. F1: Start Wat bracht je tot je Droom. (1) F2: Inbreng Geef een presentatie van je Doel en Actieplan. (10) F3: Analyse De groep stelt vragen en vraagt door. (20) F4: Bewustwording Je geeft de sterke en zwakke punten aan van je Doel / Actieplan. Waar loop je vast? / Waar zou je advies over willen hebben? (5) F5: Verbreding Wat zouden anderen doen als ze jouw bedrijf zouden leiden? (20) F6: Evaluatie Welke adviezen spreken je aan? Wat is je eerste stap? (4) Je kunt je presentatie al 7 tot 3 dagen voor de bijeenkomst doormailen aan je DenkTank, zodat ze zich goed kunnen voorbereiden en je de groep optimaal kunt gebruiken. Ook hier geldt de regel: Je ontvangt in de mate dat je geeft. Hoe meer je de andere leden van je groep helpt, hoe beter je eigen Droom gerealiseerd zal worden.

Uitvoering van je Actieplan. Je hebt veel belangrijk voorbereidend werk gedaan. Dat is de basis voor de komende jaren. Die is zo goed als die kan zijn. Je bent klaar om je actieplan uit te voeren. De grote lijnen en de details van wat je wilt en wat je gaat doen weet je nu. Rest alleen nog de Actie zelf en de sprong in het diepe. Het is altijd mogelijk om later bij te sturen en zaken te veranderen. Het zal niet van een leien dakje gaan, er zullen dingen mis gaan, er zullen tegenslagen komen, maar net zoals Odyssees zul je uiteindelijk je de thuishaven bereiken en dan begint het feest pas goed.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 170

Oplossingsgericht Counsellen Het model van Oplossingsgericht Counsellen (Solution Focused Brief Therapy - Afkorting: SF) stamt af van Steve de Shazer en Insoo Kim Berg. Het heeft zich de laatste 20 jaar verspreid over de wereld. Bij counsellen volgens het Rogeriaanse model laten we alles vrij. De cliënt staat centraal. We geven onze tijd, aandacht en empathie aan de cliënt. We proberen te begrijpen en voelen hoe de cliënt zich voelt. Wil een cliënt het over problemen hebben, dan is dat prima, al is dat 10 sessies lang. “Ik merk dat het je nog steeds erg raakt.”

Bij het model van Egan staat de cliënt ook centraal. Die bepaalt immers de inhoud van het gesprek. We sturen wel procesmatig, wanneer de cliënt eraan toe is.

Fase 1 (Problemen) Fase 2 (Doelen) Fase 3 (De Weg naar de doelen - Oplossingen)

“We zijn nu tot de kern van je probleem gekomen, hoe zou je het vinden om je toekomstige situatie te verkennen?”

Bij OC (Oplossingsgericht Counsellen) verken je in 5 tot 15 minuten de problemen, help je bij het stellen van een doel en ga je over tot het stellen van oplossingsgerichte vragen. Door die vragen initieer je het vinden van oplossingen. Je vraagt niet naar de problemen of gevoelens, maar naar zaken die iemand helpen. Wat werkt? Wat kan iemand doen? Wat doet iemand al? Het is een aparte stroming, maar je kunt het ook tijdens het counsellen of coachen gebruiken, zeker in Fase 3 van Egan, als je zijn model gebruikt. Vaak zijn cliënten al bezig met oplossingen, nog voor hun eerste counselgesprek. Je versterkt dat gedrag, door erop te focussen. Het gaat bij OC vooral om doen en minder om denken (RET) of voelen (Rogers). Door de juiste handelingen kom je in de gewenste situatie en ga je je beter voelen. Denken - Voelen - Doen zijn drie aparte ingangen die je kunt benutten. Apart of gecombineerd. Doordat emoties, denken en het lichaam met elkaar in contact staan, zal een verandering op het ene vlak ook een verandering op het andere vlak kunnen bewerkstellingen. “Hoe doe je dat?”

Aannames van het OC Model: Verandering is onvermijdelijk. Moeilijke problemen vragen niet altijd om moeilijke oplossingen. Cliënten hebben de (innerlijke) hulpbronnen om te veranderen. Grote veranderingen beginnen met kleine stapjes. Vooruitgang en tegenslagen zijn normaal.

Een aantal Instrumenten: Wie is de cliënt? Samenwerking Uitzonderingen

Wondervraag Schaalvragen Doel bepalen Oplossingen creëren Focussing Oplossingsgerichte houding Doelen van een sessie Complimenten

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 171

Een aantal Instrumenten - Uitgebreid: Wie is de cliënt? - Vind eerst uit wie de cliënt is. Soms is iemand gestuurd door bijvoorbeeld

zijn ouders, de reclassering, een leerkracht of partner. Als de werkelijke cliënt niet aanwezig is, vraag dan wat de aanwezige cliënt denkt dat de ander van de sessies verwacht. Ga hiermee

door totdat er een haast onmerkbare verandering optreedt en de cliënt iets laat zien wat hij of zij ervan verwacht of wil. Probeer tot een samenwerking te komen met de aanwezige cliënt.

Samenwerking - Neem aan dat de cliënt een positief doel heeft voor de sessies. - Bedank de

cliënt voor het vertrouwen dat hij of zij toont door te komen. - Neem aan dat de cliënt al iets doet dat hem mogelijk helpt en vraag hoe hij of zij dat doet. - Neem de taal en het referentiekader van de cliënt over. - Als de cliënt met oplossingen komt vraag dan: “Stel dat dat zou gebeuren, hoe zou dat je kunnen helpen?” - Parafraseer en gebruik over het algemeen geen confrontaties.

Uitzonderingen - Zoek steeds naar uitzonderingen op het probleem. Wanneer treed het niet op?

Wanneer is het minder? Wat ging daaraan vooraf? Hoe kun je meer van die uitzonderingen creëren? Hoe versterk je een gewenst patroon?

Wondervraag - Ik ga je een nogal vreemde vraag stellen. ...... (pauze) ...... Dit is een vreemde

vraag. ..... Na ons gesprek ga je terug naar je werk (huis / school) en je zult de rest van de dag doen wat je gewoonlijk doet. ..... Het zal dan tijd worden om te gaan slapen. ....... Iedereen is rustig en jij bent vredig aan het slapen. ..... In het midden van de nacht gebeurt er een wonder en het probleem dat je ertoe bracht om vandaag met mij te praten, is opgelost! ...... Maar aangezien dit gebeurt terwijl je slaapt, kun jij op geen enkele manier weten dat er een nachtelijk wonder is gebeurd dat het probleem heeft opgelost. ....... Wat zal, als je morgenochtend opstaat, het kleine verschil kunnen zijn dat je zal doen zeggen: “Tjee! Er moet iets gebeurd zijn, het probleem is weg.” Gebruik veel pauzes bij deze vraag en observeer de cliënt. Het valt te vergelijken met Ericksoniaanse hypnotherapie (trance).

Schaalvragen - Stel je hebt een schaal van 1 tot 10. Bij 1 is je probleem het ergst en 10 staat

voor de dag na het wonder. Hoe erg was het probleem de afgelopen tijd? Vragen naar situaties waarin de cliënt nog lager op de schaal stond kan helpen om te vragen hoe hij of zij een stukje hoger is gekomen. Wat kun je doen om een stapje of een half stapje op de schaal

omhoog te komen? De schaalvragen kun je gebruiken om de vooruitgang naar het doel, de motivatie en bereidheid tot experimenteren en het vertrouwen te meten.

Doel bepalen en steeds nauwkeuriger omschrijven - Met welk doel zou je willen beginnen? - Hoe

weten we wanneer je geen counselling meer nodig hebt? - Hoe zou je met anderen om willen gaan? - Wat komt er voor het probleem in de plaats? - Wat begint er te gebeuren? - Aan welke kleine veranderingen kun je zien of je dichter bij je doel komt? - Wat voor veranderingen kunnen er op duiden dat er iets begint te gebeuren? - Hoe zou je dichter bij je doel kunnen komen? - Wat zou je anders willen doen? - Stel dat dat zou gebeuren, hoe zou dat zaken veranderen? - Hoe kan die informatie je helpen? - Vraag steeds naar het doel en hoe het mogelijk is om daar te komen, al is het maar 1 mm dichterbij.

Oplossingen creëren - Leer de cliënt i.p.v. “Problem-Talk” - “Solution-Talk” Je verschuift de

focus van de aandacht van problemen naar oplossingen.

Wat ik niet wil. –› Wat ik wil. Als dingen mis gaan. –› Als dingen goed gaan. Buiten mijn controle. –› Binnen mijn controle. Ik zit vast. –› Ik ga vooruit. Er komen meer problemen –› Positieve mogelijkheden. Te stellen vragen b.v.: Wat is je doel? - Wanneer beginnen kleine beetjes hiervan te gebeuren? Hoe doe je dat? - Wat voor positieve resultaten krijg je daarvan? - Wat is de volgende stap?

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 172

Focussing - Geoefende counsellors kunnen de conversatie steeds beter focussen op bepaalde

details, of gedurende lange tijd vragen stellen zonder de cliënt te irriteren. Door naar steeds kleinere details te vragen kun je focussen. “Vertel me er nog een klein beetje meer over, wat er voor jou zou moeten gebeuren, wil het counsellen succes hebben gehad.” “Als we terug

komen op de dag na het wonder,....” Wat zou nog beter helpen? Hoe zou het beter helpen? Oplossingsgerichte houding - Het is niet alleen een kwestie van de juiste zinnen zeggen. Het gaat

ook om een oplossingsgerichte houding. Als je als counsellor probleem georiënteerd bent, kun je moeilijk je cliënt naar oplossingen laten bewegen. Denk en voel dus in oplossingsgerichte vragen. Draag geen oplossingen aan, maar stel wel de juiste vragen, zodat de cliënt ze zelf kan ontdekken. Deze transformaties kunnen je helpen:

Problemen zoeken –› Oplossingen zoeken Verzorgen –› In staat stellen Relatie –› Doelen Competitie –› Samenwerken Interventie –› Gesprekken Waarheid zoeken –› Kijken wat werkt

Tijdens de sessie –› Buiten de sessie Persoonlijkheid –› Mogelijkheden Cultuur –› Keuzevrijheid Kritisch –› Aanvullend Twijfelend –› Hoopvol Weten –› Nieuwsgierig Vakjargon –› Gewone spreektaal Informatie –› Ervaring Complexiteit –› Eenvoud Denken, voelen –› Doen Diepte analyse –› Oppervlakte Verklaring –› Beschrijving Betekenis –› Resultaat Analyse –› Observatie Grote zaken –› Dagelijkse dingen

Tekortkomingen –› Capaciteit Verborgen agenda’s –› Goede intenties Lijden –› Succes Doelen van een sessie:

o De cliënt voelt zich begrepen. o De cliënt heeft een realistisch beeld van het probleem. o De cliënt heeft verklaard wat hij wil of waar hij op hoopt. o De cliënt heeft zijn doelen in detail omschreven. o De cliënt kan aangeven wat hij gedaan heeft en een positief verschil geeft. o De cliënt heeft het idee dat hij al een beetje op de weg naar het doel is. o De cliënt heeft een idee voor de volgende kleine stapjes. o De cliënt heeft een toegenomen begrip over het feit dat verandering vanzelf kan

plaatsvinden.

Complimenten - Geef complimenten voor alles wat leidt in de richting van oplossingen.

Je kunt 5 stappen nemen: Stap 1 Vraagstelling van de cliënt. Introductie. Wat heb je al geprobeerd? Wat hielp? Stap 2 Wondervraag. Hoe weet je dat er iets anders is? Wat is er precies anders? Stap 3 Uitzonderingen. Wanneer doet het probleem zich niet voor? Hoe komt dat? Stap 4 Suggesties. Feedback en suggesties om meer uitzonderingen te creëren. Stap 5 Afspraken en vastleggen. Contract / Huiswerk / Opdrachten.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 173

OC - De Oefeningen

Introductie Oplossingsgericht Counsellen. (10)

Oefening 1 - Oplossingsgerichte Vragen. (20) Werk in een groep en brainstorm een flinke lijst met oplossingsgerichte vragen bij elkaar. Hoe kun je controleren of de vragen oplossingsgericht zijn?

Oefening 2 - De Schaal. (15) Stel je hebt een schaal van 1 tot 10. 1 wil zeggen dat je niet kunt counsellen. 10 wil zeggen dat je zeer goed kunt counsellen. Plaats jezelf op de schaal van 1 tot 10. Alle groepsleden doen dat tegelijk op dezelfde denkbeeldige lijn die door de zaal loopt. Waar sta je nu? Waar wil je over een jaar staan? Wat ga je doen om dat te bereiken? Hoe voelde de oefening?

Oefening 3 - Oplossingsgericht Counsellen. (135) Werk in groepjes van 2. Je bent een oplossingsgerichte counsellor met 10 jaar praktijkervaring en je counselt een

beginnend counsellor die een paar maanden geleden zijn praktijk heeft geopend, maar nog niet genoeg cliënten heeft om van rond te komen. Hij of Zij zit in een negatieve spiraal en twijfelt aan zichzelf, het beroep, de marketingstrategieën, de ziektekostenverzekeraars, de regering en de wegblijvende cliënten. Heeft alles geprobeerd, maar niets werkt. Van het oorspronkelijk enthousiasme is niet veel meer aanwezig. Ten einde raad komt hij voor wat tips van jou.

Je geeft geen tips, die voor jou bleken te werken. Wel gebruik je oplossingsgericht counsellen, zodat de beginnend counsellor uit de negatieve

spiraal komt en uiteindelijk zijn of haar doel bereikt. Gebruik de Aannames en de Instrumenten van het OC Model. (50) CC-evaluatie: Welke doelen van de sessie zijn gehaald? Wat hielp de cliënt het meeste? (10) Na een uur zoek je een andere oefenpartner en wissel je van rol. Groepsdiscussie: Hoe heb je het ervaren hebt als counsellor en als cliënt? (15)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 174

Aanvullende Workshops We hebben 3 dagdelen gereserveerd voor workshops m.b.t. de specialisatie van de trainer. De inhoud van de aanvullende workshops hangt af van je trainer. We hebben voor deze optie gekozen, omdat er vele mogelijkheden zijn en iedere trainer een is specialist op een ander gebied. De één is bijvoorbeeld goed in RET, de ander in TA, NLP, Hypnotherapie, Focussing, Jungiaanse Psychologie, Dromen, Stressmanagement, Enneagram, Psychodynamisch Counsellen, etc. Bij de selectie van de trainers letten we juist op de diversiteit. Vraag aan de trainer die je hebt voor Niveau 2 welke specialistische workshops hij of zij geeft.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 175

Formulieren en Verklaringen

Voorbeelden

Instructies voor de Trainer

Formulieren en Verklaringen: .................................................................................. 175 Inleiding .......................................................................................................................... 176 Ontvangen Feedback - 1 ................................................................................................... 177 Ontvangen Feedback - 2 ................................................................................................... 179 McFeedback ..................................................................................................................... 180 Rogeriaanse Reflectie ....................................................................................................... 181 Profiel Counsellor of Coach .............................................................................................. 182

Competentiematrix ........................................................................................................... 183 Evaluatie van je Studie ..................................................................................................... 185 Verklaring Trainer ............................................................................................................ 186 Verklaring Supervisor ....................................................................................................... 187 Verklaring Intervisiegroep ................................................................................................. 188 Verklaring Studiegroep ..................................................................................................... 189 Verklaring Counsellor / Coach ......................................................................................... 190 Verklaring Workshopgever ............................................................................................... 191 Verklaring Werkgever / Opdrachtgever ............................................................................. 192 Verklaring Cliënt .............................................................................................................. 193 Aanmelding Examens ....................................................................................................... 194 Kwaliteitscriteria en Diepgang .......................................................................................... 195 Counsellor, Coach Kiezen ................................................................................................. 196 Supervisor Kiezen ............................................................................................................. 198

Checklist - Niveau 1 .......................................................................................................... 200 Checklist - Niveau 2 .......................................................................................................... 202 Checklist - Niveau 3 .......................................................................................................... 204 Evaluatie van de Opleiding ............................................................................................... 206

Voorbeelden: ....................................................................................................... 212 Praktijkscriptie ................................................................................................................. 212 Dossier ............................................................................................................................ 214 Folder .............................................................................................................................. 217 Contract ........................................................................................................................... 218 Algemene Voorwaarden ................................................................................................... 219

Instructies voor de Trainer ..................................................................................... 227

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 176

Formulieren en Verklaringen

Inleiding De nu volgende formulieren dienen als voorbeeld. Van de meeste formulieren heb je meer dan één exemplaar nodig. Je kunt deze kopiëren of de digitale versie gebruiken die je op internet kunt vinden. Overtypen of een eigen ontwerp maken is een derde optie. Deze formulieren helpen je bij je studie tot Counsellor of Coach en het samenstellen van je portfolio. De feedbackformulieren vormen een zeer goede hulp bij je opleiding. Je laat ze door anderen invullen,

zodat je kunt zien wat de effecten zijn van je acties, zodat je ze eventueel kunt bijstellen. Die hoef je niet in te leveren.

Zorg dat je altijd een stapel van deze formulieren bij je hebt (in de les en je studiegroep). De ingevulde exemplaren kun je in je studiemap bewaren en gebruiken voor de verfijning van je vaardigheden. Je kunt ze regelmatig bestuderen, zodat je je vooruitgang kunt waarnemen en zien waar er verbetering mogelijk is. Je bent zelf verantwoordelijk voor het ontvangen van feedback. Je dient er namelijk om te vragen. Als je niet vraagt, zul je ook niet ontvangen. Tegelijk geef je anderen die erom vragen eerlijke en zo objectief mogelijke feedback volgens de feedbackregels. Zorg dat je van iedereen in je praktijkgroep meerdere malen feedback hebt ontvangen. (Oefen evenveel met iedere deelnemer.) Feedback in de ruimste zin van het woord is onlosmakelijk verbonden met communicatie en vormt een essentieel onderdeel van je opleiding. Om voor je praktijkgedeelte te slagen heb je Verklaringen (bewijzen) van diverse mensen nodig, zodat

je kunt aantonen dat je voldoet aan de gestelde eisen. Laat ze de voorgedrukte verklaringen volledig invullen en ondertekenen. Zorg dat alles goed leesbaar is. Bewaar ze goed in je portfolio. Kopieën hiervan gebruik je in je scriptie als bijlagen.

Op het Aanmeldingsformulier voor het examen staat welke gegevens je dient te mailen om deel te kunnen

nemen aan het examen. Doe dat steeds minimaal een maand voor het examen. Wil je een herexamen doen, meld je dan weer volledig opnieuw aan. Tot slot is er een Evaluatieformulier van de ACC. Deze feedback gebruiken we om de opleiding aan te

passen aan de nieuwste wensen en ideeën. Mede dankzij de feedback van de studenten die jullie voorgingen is deze opleiding zo geworden zoals die nu is.

Bouw stap voor stap je Portfolio op. Begin er de eerste lesdag al mee. Studeer en oefen actief. Maak een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP). Laat je hierbij coachen door iemand uit je studiegroep en doe hetzelfde bij een ander.

Tip 1: De formulieren kun je ook vanaf onze site downloaden, eventueel aanpassen en uitprinten.

Tip 2: De verklaringen (op papier) van bijvoorbeeld je Trainer, Counsellor, Coach, Cliënten, Supervisor, Medestudenten etc. neem je over in de Digitale Bijlage die je samen met je Scripties naar de examencommissie mailt.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 177

Ontvangen Feedback - 1

Datum en setting:

Naam, nummer of omschrijving van de oefening / leersituatie / opdracht:

Leerdoel(en) die je hiermee wilt halen:

Feedback van de Observeerder - Naam: Geef aan wat goed ging, welke zaken er beter kunnen en hoe het professioneler / was geweest?

1 - Hoe goed hield C zich aan de gestelde oefening?

2 - Hoe optimaal maakte C gebruik van de tijd?

3 - Hield C zich strikt aan de Ethische Code? Zo nee, aan welke regel diende C zich wel te houden?

4 - Hoe goed was de intake (hernieuwde kennismaking) met de cliënt? / Introductie van C?

5 - Hoe goed leefde C zich in de situatie van de cliënt in?

6 - Hoeveel tijd en ruimte kreeg de cliënt?

7 - Hoe goed werden de technieken en vaardigheden gebruikt?

8 - Hoe goed ging de non-verbale communicatie?

9 - Hoe goed was C afgestemd op de cliënt?

10 - Hoe goed werd het gespreksmodel gebruikt?

11 - Hoe goed ging de afronding van het gesprek en het maken van de vervolgafspraken?

12 - Hoe goed denk je dat C de cliënt heeft begrepen?

13 - Hoe goed denk je dat de cliënt geholpen is?

14 - Hoe professioneel kwam C op je over?

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 178

Feedback van de cliënt - Naam: Geef aan wat goed ging, welke zaken er beter kunnen en hoe je het fijner / beter had gevonden?

15 - Hoe goed kon je je gehele verhaal kwijt? Hoeveel tijd en ruimte kreeg je?

16 - Hoe goed voelde je je begrepen?

17 - Hoe goed ben je door dit gesprek geholpen?

18 - Hoe ga je nu verder? Wat is de eerste stap die je gaat nemen om verder te komen?

19 - Hoe professioneel kwam C op je over?

20 - Hoe Echt, Empathisch en Onvoorwaardelijk Accepterend voelde C voor je aan?

Feedback van jezelf als Objectief Observeerder

21 - Wat voelde je voor, tijdens en na de oefening? Wat deed het met je?

22 - Hoe ging je met die gevoelens om?

23 - Hoe voelt de ontvangen feedback voor je?

24 - Noem minimaal 3 belangrijke feedbackpunten waar je wat mee kunt doen.

25 - Noem 3 zaken die je goed deed.

26 - Noem 3 zaken die je beter / anders wilt doen.

27 - Welke leerdoelen heb je met deze oefening gehaald?

ActiePlan

28 - N.a.v. de ontvangen feedback ga ik dit leren om mijn cliënten beter te kunnen helpen: Dat leer ik door:

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 179

Ontvangen Feedback - 2

Datum en setting:

Naam, nummer of omschrijving van de oefening / leersituatie / opdracht:

Leerdoel(en) die je hiermee wilt halen:

1 = De hele tijd goed. 2 = Groot deel van de tijd goed.

3 = Meer goed dan fout. 4 = Meer fout dan goed. 5 = Meestal fout. Naam Observeerder:

Kies zelf of in overleg een aantal zaken waarover je feedback wilt ontvangen: 1 - ............................................................................................................................ 1 - 2 - 3 - 4 - 5 2 - ............................................................................................................................ 1 - 2 - 3 - 4 - 5 3 - ............................................................................................................................ 1 - 2 - 3 - 4 - 5 4 - ............................................................................................................................ 1 - 2 - 3 - 4 - 5 5 - ............................................................................................................................ 1 - 2 - 3 - 4 - 5 Wat leer je hier uit? Wat ga je doen (SMART) om jezelf op deze punten te verbeteren?

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 180

McFeedback

Datum en setting:

Naam, nummer of omschrijving van de oefening / leersituatie / opdracht:

Leerdoel(en) die je hiermee wilt halen:

Wat doet het ontvangen van deze feedback met je?

Wat leer je hier uit? Wat ga je doen (SMART), zodat het de volgende keer beter gaat?

Positieve Opmerkingen

Wat kan beter?

Positieve Afsluitende Opmerking

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 181

Rogeriaanse Reflectie De basis van de Mensgerichte benadering is: Onvoorwaardelijke Acceptatie, Echtheid en Empathie. De nu volgende vragen zullen je helpen bij de reflectie over het gevoerde gesprek. Je kunt ze vlak na een (oefen)sessie voor jezelf of samen met anderen beantwoorden. Je kunt ze zien als een verdieping van de feedback. Je kunt ze eventueel met je trainer, in je oefengroep, studiegroep, intervisiegroep of met je supervisor bespreken. Uiteindelijk zul je de meeste feedback van je cliënten krijgen, als je leert om hun signalen op te pikken en er op de juiste manier mee om leert gaan. Daarom ligt bij de lessen de nadruk op het ervaringsgericht leren en zullen we niet vertellen hoe het moet. Als je ervoor openstaat kun je het zelf leren ontdekken. Hierdoor leer je vertrouwen op je eigen gevoelens en intuïtie.

Contact 1. Wat voelde je, bij jezelf en bij je cliënt, tijdens het eerste contact? 2. Hoe was het contact met je cliënt? 3. Voelde je je verbonden met je cliënt? 4. Indien niet, waardoor kwam dat?

Vertrouwensband 5. Hoe diep was de vertrouwensband? 6. Waaraan kon je dat merken? 7. Hoe zou je die nog meer kunnen verdiepen?

Onvoorwaardelijke Acceptatie 8. Welke associaties had je bij je cliënt en zijn of haar verhaal? 9. Welke aannames maakte je hierbij? 10. Hoe non-directief was je? 11. Welke zaken kon je minder makkelijk accepteren? 12. Had je het gevoel dat je cliënt iets van je verwachtte? Zo ja: wat? Hoe reageerde je daarop?

Echtheid (Congruentie) 13. Welke dingen zei of deed je niet, omdat je die moeilijk vond om te zeggen of te doen? 14. Hoe goed kon je jezelf zijn? 15. Welke fysieke sensaties vielen bij jezelf op? 16. Welke emoties voelde je? 17. Wat kon je van jezelf niet accepteren? 18. Wat liet je van jezelf zien? 19. Wat was de reactie van je cliënt hierop?

Empathie 20. Hoe goed kon je je verplaatsen in het referentiekader van je cliënt? 21. Hoe denk je dat je cliënt zich voelde? 22. Heb je de hulpvraag of de emotie van je cliënt verdiept / verkend of het probleem willen

oplossen?

23. Hoe empathisch was je tijdens het gesprek? 24. Hoe was het contact met jezelf tijdens het gesprek?

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 182

Profiel Counsellor / Coach Na het counsel- of coachgesprek kun je aangeven op welk punt van de schaal je je bevindt. Ben je geheel directief of juist non-directief, of zit je er tussenin? Zowel de counsellor / coach, als de cliënt (en de observeerder) vullen het onafhankelijk van elkaar in. Daarna kun je de uitkomsten naast elkaar leggen en onderzoeken op welke punten je cliënt spanningen heeft ervaren en in hoeverre je afwijkt van zijn of haar verwachtingspatroon. Kijk hoe je in de loop van de opleiding verandert. Zet een kruisje op het juiste punt zoals in dit voorbeeld: Directief ---------------------------|-------------------x------- Non-directief

Counsellor of Coach: Geef aan waar je je bevindt. Directief ---------------------------|--------------------------- Non-directief Afstandelijk ---------------------------|--------------------------- Empathisch Onecht ---------------------------|--------------------------- Echt Accepterend ---------------------------|--------------------------- Willen Veranderen Serieus ---------------------------|--------------------------- Relativerend Gericht op ratio / inhoud ---------------------------|--------------------------- Gericht op emoties / proces Eenduidig ---------------------------|--------------------------- Dubbelzinnig / ironisch Oplossingsgericht ---------------------------|--------------------------- Ontwikkelingsgericht Analytisch ---------------------------|--------------------------- Intuïtief Gericht op verleden ---------------------------|--------------------------- Gericht op toekomst Onbevangen ---------------------------|--------------------------- Deskundig

Cliënt: Geef aan waar de counsellor / coach zich bevindt. Directief ---------------------------|--------------------------- Non-directief Afstandelijk ---------------------------|--------------------------- Empathisch Onecht ---------------------------|--------------------------- Echt

Accepterend ---------------------------|--------------------------- Willen Veranderen Serieus ---------------------------|--------------------------- Relativerend Gericht op ratio / inhoud ---------------------------|--------------------------- Gericht op emoties / proces Eenduidig ---------------------------|--------------------------- Dubbelzinnig / ironisch Oplossingsgericht ---------------------------|--------------------------- Ontwikkelingsgericht Analytisch ---------------------------|--------------------------- Intuïtief Gericht op verleden ---------------------------|--------------------------- Gericht op toekomst Onbevangen ---------------------------|--------------------------- Deskundig

Observeerder: Geef aan waar de counsellor / coach zich bevindt. Directief ---------------------------|--------------------------- Non-directief Afstandelijk ---------------------------|--------------------------- Empathisch Onecht ---------------------------|--------------------------- Echt Accepterend ---------------------------|--------------------------- Willen Veranderen

Serieus ---------------------------|--------------------------- Relativerend Gericht op ratio / inhoud ---------------------------|--------------------------- Gericht op emoties / proces Eenduidig ---------------------------|--------------------------- Dubbelzinnig / ironisch Oplossingsgericht ---------------------------|--------------------------- Ontwikkelingsgericht Analytisch ---------------------------|--------------------------- Intuïtief Gericht op verleden ---------------------------|--------------------------- Gericht op toekomst Onbevangen ---------------------------|--------------------------- Deskundig

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 183

Competentie Matrix We raden de studenten aan om zo vroeg mogelijk met counselling of coaching te beginnen. De praktijk is de beste leermeester. Eerst in de praktijklessen en later daarbuiten. Het spreekt vanzelf dat je veilig dient te werken. Je begint mensen te helpen met eenvoudige problemen en kunt later mensen helpen met steeds diepgaandere problemen. De diepgang die je kunt bereiken is een kwestie van de hoeveelheid Praktijkervaring, Kennis en Innerlijke Groei. De competentiematrix laat je zien hoe diep je kunt werken als counsellor. Gebruik die om je niveau te controleren en verdiepen. Volgens deze Matrix werk je aan 7 processen binnen jezelf. Ieder van die 7 processen heeft 4 verschillende dieptes.

De 7 processen zijn: 1. Veilig werken.

Vorming professioneel referentiekader. (o.a. Ethische Code)

2. Werken binnen de relatie. De juiste therapeutische reacties kunnen geven en het vermogen om in de diepte en de breedte emotioneel betrokken te zijn bij je cliënten. (o.a. Empathie)

3. Werken met verschillen en diversiteit. Je bewust zijn van de grote verscheidenheid aan mensen en wereldbeelden en ermee kunnen werken. (o.a. Onvoorwaardelijke Acceptatie)

4. Werken met de persoonlijke ervaringen van de cliënt. Je cliënt de ruimte geven en zijn wereld verkennen. (o.a. Onvoorwaardelijke Acceptatie)

5. Werken als een mens. Voortdurende Innerlijke Groei. (o.a. Echtheid)

6. Werken als professionele counsellor. Theoretisch begrip, Professionele Vaardigheden en Competentie. (o.a. Kennis)

7. Creatief en samenhangend kunnen werken. Structuur kunnen bieden en open blijven staan voor het onbekende en onverwachte. (o.a. Modellen en Creativiteit)

De 4 dieptes zijn: 0. De cliënt heeft geen probleem, maar een uitdaging. (AC - Coach) 1. De cliënt heeft een actueel en specifiek probleem. (AC - Counsellor en Coach) 2. De cliënt heeft een terugkerend probleem. (AC - Counsellor) 3. De cliënt heeft behoefte aan diep therapeutisch werk. (SC - gespecial. Counsellor) 4. De cliënt heeft een chronische psychologische moeilijkheid. (PC - gespecial. Counsellor)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 184

De Matrix

4 Dieptes: 1 Actueel en Specifiek Probleem.

2 Terugkerend

Probleem.

3 Diep

Therapeutisch Werk.

4 Chronische

Psychologische Moeilijkheid. 7 Processen:

1 - Veilig werken.

2 - Werken binnen de relatie.

3 - Werken met verschillen en diversiteit.

4 - Werken met de persoonlijke ervaringen van de cliënt.

5 - Werken als Mens.

6 - Werken als Professionele Counsellor

7 - Creatief en samenhangend kunnen werken.

Als je serieus oefent, hard studeert en afhankelijk van je achtergrond, kun je binnen een half jaar op diepte 1 counsellen. Je kunt beginnen om mensen met eenvoudige problemen te helpen. Na het behalen van je diploma van Niveau 1 voor de opleiding Counselling en Coaching, kun je mensen helpen met actuele, specifieke en terugkomende problemen. Je kunt tot en met diepte nummer 2 gaan. Op niveau 2 en 3 kun je jezelf specialiseren in een bepaalde richting. In sommige richtingen kun je tot en met diepte nummer 3 of 4 gaan. Dat hangt af van je specialisatie en de gekozen werkrichting, naast je eigen ontwikkeling. Wie puur voor coachen kiest zal niet de emotionele diepte in gaan en niet mensen met diepgaande

emotionele problemen gaan en kunnen helpen. De meeste coaches werken volgens deze Matrix op diepte 0 en 1. Op diepte 0 heeft iemand geen probleem, maar wil zijn huidige situatie verbeteren. Je kunt in een vroeg stadium veilig counsellen, mits je binnen je competentie werkt. Je ziet dat de Matrix overeenkomt met de leerdoelen. Ieder leerdoel kun je steeds verdiepen. Je kunt eerst Diepte 1 bereiken, dan 2, dan 3 en mogelijk zelfs 4. Kijk bij de oefeningen die je doet op welke Diepte je werkt. Heb je het idee dat de lessen te makkelijk zijn, ga dan een niveau dieper. Oefen met mensen die diepgaande problemen hebben, zoek ze op.

Je kunt zelf je eigen diepgang van de lessen bepalen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 185

Evaluatie van je Studie Deze vragen kun je gebruiken voor een zelfevaluatie van je studie. Je kunt hierdoor zien of er punten zijn waar je niet aan hebt gedacht, hebt overgeslagen, extra aandacht behoeven of nog niet helemaal duidelijk zijn. Neem deze lijst na de tweede praktijkdag door en bespreek eventuele knelpunten in je studiegroep, met je trainer of je studiecoach. Neem deze lijst daarna om de twee maanden door, zodat je een vinger aan de pols hebt.

Theorie: 1. Welke boeken heb je al aangeschaft? 2. Hoe ver ben je met studeren? 3. Hoe gaat het studeren? 4. Hoe is je studieplanning? 5. Wanneer wil je examen doen?

Innerlijke Groei: 1. Welke richting heb je gekozen? 2. Hoe ben je er mee bezig? 3. Hoe gaat het verwerken ervan in je scriptie? 4. Hoe ziet de ruwe opzet eruit?

Praktijk: 1. Hoe gaan de oefeningen in de les? 2. Hoe gaat het in de Studiegroepen? 3. Ben je al begonnen met echt counsellen / coachen? 4. Wanneer ben je hiermee begonnen of ga je ermee beginnen? 5. Heb je jezelf al echt laten counsellen of coachen? 6. Hoe ging dat? - of - Wanneer plan je dat te doen? 7. Welke andere praktijkervaring doe je op? 8. Hoe gaat het feedback geven en ontvangen?

9. Hoe ervaar je de ethische code? 10. Hoe verwerk je de behaalde leerdoelen / de praktijk in je scriptie? 11. Hoe ziet de ruwe opzet eruit?

Relaties: 1. Hoe is je relatie met de trainer(s)? 2. Hoe zijn je relaties met je medestudenten? 3. Hoe zijn je relaties tot de studenten in je studiegroep?

Leerervaringen: 1. Wat heb je tot nu toe geleerd? 2. Hoe pas je het geleerde in je leven of werk toe? 3. Wat wil je met het geleerde na Niveau 1 gaan doen? 4. Hoe wil je na Niveau 1 met je studie verder gaan?

Algemene zaken: 1. Welke zaken m.b.t. je studie wil je verduidelijkt zien? 2. Welke aandachtspunten kun je voor jezelf bedenken? 3. Welke aandachtspunten kun je voor de trainer bedenken? 4. Welke aandachtspunten kun je voor praktijkgroep bedenken? 5. Welke aandachtspunten kun je voor je studiegroep bedenken?

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 186

Verklaring Trainer Laat je praktijktrainer deze verklaring na de laatste les VOLLEDIG invullen. Groep: Naam student: Klantnummer student: 1. Aantal uren praktijktraining (exclusief de pauzes): ............................ ....... uur. 2. Heeft de student actief meegedaan aan de oefeningen? ...................... Ja / Nee * 3. Heeft de student zich voldoende gehouden aan de ethische code? ..... Ja / Nee 4. Heeft de student zich voldoende gehouden aan de feedbackregels? .... Ja / Nee

5. Heeft de student zich voldoende gehouden aan de huisregels? ........... Ja / Nee 6. Waren de lessen over het algemeen voldoende voorbereid? ............... Ja / Nee 7. Kwam de student steeds op tijd? ...................................................... Ja / Nee 8. Was het gedrag in de groep positief? ................................................ Ja / Nee 9. Is de student voldoende assertief? .................................................... Ja / Nee 10. Is de student voldoende empathisch? ............................................... Ja / Nee 11. Heeft de student zich gevoelsmatig goed ontwikkeld? ....................... Ja / Nee 12. Is de student innerlijk voldoende gegroeid? ...................................... Ja / Nee 13. Staat de student voldoende open voor nieuwe zaken? ....................... Ja / Nee 14. Neemt de student voldoende initiatief? ............................................ Ja / Nee 15. Heeft de student een professionele houding (warm zakelijk)? ............ Ja / Nee 16. Kan de student veilig werken met cliënten? ...................................... Ja / Nee 17. Zou je een cliënt aan deze student toevertrouwen? ........................... Ja / Nee 18. Is de algemene indruk positief? ........................................................ Ja / Nee

* Omcirkel het juiste antwoord. Bij een “Nee”: Hoe kan de student hieraan werken of dat compenseren om toch te slagen?

Algemene indruk van de student en zaken waar de student mogelijk aan zou kunnen werken:

Naam Trainer: Gcoach.nl adres trainer: www.Gcoach.nl/ Datum: Plaats Trainingen: Handtekening:

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 187

Verklaring Supervisor

Laat je supervisor deze verklaring na de laatste sessie VOLLEDIG invullen. Naam student: Klantnummer student: 1. Data van de individuele supervisiegesprekken: 2. Aantal uren individuele supervisie: 3. Heeft de student zijn of haar cliënt(en) op een professionele wijze geholpen?

Samenvatting van de supervisiegesprekken:

Leerpunten voor de student:

Naam supervisor: Gcoach.nl adres supervisor: www.Gcoach.nl/

Hoogst genoten relevante opleidingen: Totaal aantal uur praktijkervaring de afgelopen 4 jaar (Dient minimaal 3000 te zijn.): Relevante beroepsorganisaties: Datum: Plaats: Handtekening:

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 188

Verklaring Intervisiegroep

Laat je intervisiegroep deze verklaring na de laatste bijeenkomst VOLLEDIG invullen. Naam student: Klantnummer student: 1. Data van de intervisiegesprekken m.b.t. de student: 2. Aantal uren intervisie m.b.t. de student: 3. Heeft de student zijn of haar cliënt(en) op een professionele wijze geholpen?

Samenvatting van de onderwerpen van de intervisiegesprekken m.b.t. de student:

Leerpunten voor de student:

Naam intervisiebegeleider: Handtekening: Gcoach.nl adres intervisiebegeleider: www.Gcoach.nl/ Hoogst genoten relevante opleidingen: Relevante beroepsorganisaties:

Namen intervisanten: Handtekening: 1 2 3 4 5 6 Datum: Plaats:

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 189

Verklaring Studiegroep

Laat je studiegroep deze verklaring na de laatste bijeenkomst VOLLEDIG invullen. Naam student: Klantnummer student: Aantal uren dat de student met de studiegroep actief was:

Wat heeft de student aan de groep bijgedragen?

Hoe hebben jullie de student ervaren?

Leerpunten voor de student:

Namen studiegenoten: Handtekening: 1

2 3 4 5 Datum: Plaats:

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 190

Verklaring Counsellor, Coach

Laat je counsellor of coach deze verklaring na de laatste sessie VOLLEDIG invullen. Naam student: Klantnummer student: 1. Data van de counsellings- of coachingsgesprekken: 2. Aantal uren counselling of coaching:

Samenvatting van de counsellings- of coachingsgesprekken:

Leerpunten voor de student:

Naam counsellor of coach: Gcoach.nl adres counsellor / coach: www.Gcoach.nl/ Hoogst genoten relevante opleidingen:

Totaal aantal uur praktijkervaring de afgelopen 2 jaar (Dient minimaal 1000 te zijn.): Relevante beroepsorganisaties: Datum: Plaats: Handtekening:

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 191

Verklaring Workshopgever

Laat je workshopgever deze verklaring na de workshop VOLLEDIG invullen. Naam student: Klantnummer student: Datum van de aanvullende workshop: 1. Aantal uren informatieoverdracht, b.v. lezing: ....................................... . . . . . uur. 2. Aantal uren actieve participatie van de student, b.v. rollenspel of anders: . . . . . uur. 3. Aantal uren (groeps)evaluatie van het geleerde: ...................................... . . . . . uur. 4. Aantal uren anders besteed, en hoe?: ..................................................... . . . . . uur.

5. Totaal: ................................................................................................. . . . . . uur.

Samenvatting van de inhoud van de workshop:

Leerdoelen van de workshop:

Naam workshopgever: Gcoach.nl adres workshopgever: www.Gcoach.nl/

Hoogst genoten relevante opleidingen: Totaal aantal uur praktijkervaring de afgelopen 2 jaar (Dient minimaal 1000 te zijn.): Relevante beroepsorganisaties: Datum: Plaats: Handtekening:

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 192

Verklaring Opdrachtgever

Laat je opdracht- of werkgever deze verklaring VOLLEDIG invullen. (Als je cliënten geen verklaring kunnen of mogen invullen.)

Naam student: Klantnummer student: 1. Periode counsellings- of coachingsgesprekken: 2. Aard van de hulpverlening / coachopdrachten: 3. Totaal aantal uren daadwerkelijk gecounseld of gecoacht:

4. Heeft de student zijn of haar cliënt(en) op een professionele wijze geholpen?

Beoordeling van de student:

Leerpunten voor de student:

Naam organisatie, opdracht- of werkgever:

Internetadres: Naam begeleider: Functie begeleider: Datum: Plaats: Handtekening:

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 193

Verklaring Cliënt

Laat je cliënt deze verklaring VOLLEDIG invullen. Naam counsellor / coach: 1. Periode counsellings- of coachingsgesprekken: 2. Aard van de hulpverlenings- of coachopdrachten: 3. Totaal aantal uren daadwerkelijk gecounseld of gecoacht: 4. Heeft de counsellor / coach je op een professionele wijze naar alle tevredenheid geholpen?

Beoordeling van de counsellor of coach. - Aan welke zaken had je veel?

Beoordeling van de counsellor of coach. - Welke zaken zouden er verbeterd kunnen worden?

Naam cliënt: Adres / telefoonnummer / e-mail adres:

Datum: Plaats: Handtekening:

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 194

Aanmelding Examens

Meld je altijd minimaal 1 maand voor het examen aan via de e-mail.

Zie onze site voor de actuele data en het adres.

Aanmelden Theorie Examen Niveau 1: Je kunt je uitsluitend via de mail aanmelden. Zie onze site voor het juiste e-mail adres. Mail de volgende gegevens minimaal 1 maand voor het examen wordt gehouden:

Je Klantnummer en je naam.

Examengroep.

Opleiding waarvoor je examen wilt doen. (Counselling en Coaching of Mensgericht Coachen)

(Indien je bent verhuisd of een nieuw e-mail adres hebt en dat nog niet hebt doorgegeven, dan dien je dat ook te mailen, anders gaan de uitslagen of het diploma naar het verkeerde adres.)

Je bent vrij om te kiezen wanneer je dat examen wilt doen. Een aanmelding telt als een afgenomen examen, ook al kom je niet of annuleer je later weer, ongeacht de reden. Er is 1 gratis herexamen. Een 2de herexamen kost 50,- euro, te voldoen aan de examencommissie. Bij het inleveren van de antwoorden controleren we je ID. De uitslag plaatsen we binnen 2 weken op onze website. Er staat alleen een klantnummer en het aantal goede antwoorden. Als je niet op tijd al deze gegevens hebt opgestuurd of als het vol zit, kun je later examen doen. Voor

mensen die verder dan 200 km van Nederland wonen, is het mogelijk om examen via internet te doen. Mondelinge examens via de webcam / telefoon zijn ook mogelijk, de extra kosten daarvan zijn 125,- euro.

Examen Niveau 2, 3: Bij het 2de en 3de niveau krijg je een mondeling examen over de stof van dat niveau. Als je aan alle criteria voldoet en je scripties af zijn, dan kun je ze naar de examencommissie toemailen. (Zie site.) Indien de scripties zijn goedgekeurd, stelt de commissie de individuele examenvragen op en, maakt een afspraak met je voor het mondeling examen. Dat zal in de regel 1 tot 6 weken zijn na inlevering van je scripties. De examinering gaat via de webcam of telefoon. Mocht je het niet halen, dan kun je verbeteringen aanbrengen, aan jezelf werken of de stof beter bestuderen en een herexamen met een andere examinator krijgen. Die is dan geheel onbevooroordeeld en blanco. De kosten hiervoor zijn 125,- euro, vooraf te voldoen aan de examencommissie.

Let op: Mail je Scriptie en de Bijlage tegelijk naar de Examencommissie.

Zie onze website voor de Digitale Bijlage die je invult en de actuele details m.b.t. de examinering. In de Digitale Bijlage neem je de ontvangen verklaringen over.

De ExamenCommissie is er alleen voor de Examinering - NIET - om tekst en uitleg te geven over de opleiding, de criteria en ook niet om te vragen of de regels versoepeld kunnen worden. Het meeste staat in het studiemateriaal beschreven of je kunt het aan je trainer vragen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 195

Kwaliteitscriteria en Diepgang Tijdens de opleiding doe je erg veel praktijkervaring op. Bij de beoordeling van je praktijkscriptie kijken we niet alleen naar het aantal uren, maar letten ook op de kwaliteit en diepgang van de opgedane ervaringen. Per onderdeel geven we hier een aantal richtlijnen.

Praktijktrainingen van de Academie.

De ervaren en gelicenceerde trainers voldoen aan onze kwaliteitseisen.

Vraag na de laatste les aan je trainer om de “Verklaring Trainer”. (Zie blz. 186.)

Studiegroepen: thuis oefenen met je medestudenten.

Doe dat serieus en neem je verantwoordelijkheid in het groepsproces.

Kom als professionals bij elkaar en oefen alle mogelijke zaken die je wilt leren.

Geef elkaar na de laatste bijeenkomst de “Verklaring Studiegroep”. (Zie blz. 189.)

Als je al veel in de praktijk werkzaam bent als counsellor of coach, en je geen tijd hebt om aan de studiegroep deel te nemen, kun je die praktijkuren voor dit onderdeel gebruiken.

Zelf Counsellen of Coachen.

Kies hiervoor mensen met wie je geen persoonlijke relatie of directe werkrelatie hebt.

Het dienen echte sessies te zijn. Dus geen oefensituaties of counselling-achtige gesprekken tussen neus en lippen door. Ook geen werkoverleg of beoordelingsgesprekken e.d., dat is iets anders dan echt diepgaand coachen.

Tel alleen de uren die je de cliënt counselt of coacht, geen bijkomende werkzaamheden.

De sessies mogen pro Deo zijn, maar je kunt hiervoor ook een tarief in rekening brengen.

Voeg een anoniem voorbeeld van een dossier bij.

Vraag aan de cliënt om een verklaring over het feit dat hij / zij is geholpen. (Zie blz. 193.)

Werk je voor een opdrachtgever of organisatie, dan kun je (ook) aan hun om een verklaring vragen. (Zie blz. 192.)

Gecounseld of gecoacht worden.

In het kader van je opleiding dien je ook zelf gecounseld of gecoacht te worden door een gediplomeerd en ervaren counsellor of coach.

Je kunt dat laten doen door onze trainers, mits het niet je eigen trainer of co-trainer is, of door een andere counsellor of coach. Die dient te voldoen aan de door ons èn de beroepsorganisaties gestelde kwaliteitscriteria. (Zie blz. 196 - 197!)

Onderzoek zelf welke counsellor of coach je het meest te bieden heeft èn aan de criteria voldoet. Het zoekproces maakt deel uit van je leerervaringen.

Vraag na de laatste sessie aan je counsellor of coach om de “Verklaring Counsellor, Coach”. (Zie blz. 190.)

Supervisie ontvangen.

Op niveau 1 is supervisie over de counsellings- of coachingsgesprekken die je voert met je cliënten een verplicht onderdeel.

Je kunt dat laten doen door onze trainers, mits het niet je eigen trainer of co-trainer is, of door een andere supervisor. Die dient te voldoen aan de door ons èn de beroepsorganisaties gestelde kwaliteitscriteria. (Zie blz. 198 - 199!)

Onderzoek zelf welke supervisor je het meest te bieden heeft èn aan de criteria voldoet. Het zoekproces maakt deel uit van je leerervaringen.

Vraag na de laatste sessie aan je supervisor om de “Verklaring Supervisor”.(Zie blz. 187)

Workshops.

Voeg de “Verklaring van de Workshopgever” bij. (Zie blz. 191.)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 196

Counsellor, Coach Kiezen

Gecounseld of gecoacht worden door een Professionele Counsellor of Coach. In het kader van je opleiding dien je ook zelf gecounseld of gecoacht te worden door een gediplomeerd counsellor, coach, psycholoog of therapeut. Dit heeft als doel:

Jezelf verplaatsen in de positie van een cliënt door te ervaren hoe het is.

Tijdens het zoekproces vele soorten counsellors / coaches leren kennen via hun sites.

Ervaren hoe andere professionals werken.

Een aantal stappen verder komen in je eigen proces.

De professionele houding en werkwijze overnemen.

Tot slot het behalen van je studiepunten.

NIET: praten over niets en er zitten puur voor je studiepunten.

NIET: het zien als een leuk uitje en de professional uitproberen.

NIET: werkgerelateerde zaken inbrengen, daarvoor heb je de supervisor.

De aangegeven uren per niveau zijn een minimum, het is beter om meer uren te maken als je diepgaand ergens aan wilt werken. Het is een investering in jezelf. Als je jezelf laat counsellen of coachen, dan werk je actief aan persoonlijke problematiek of het behalen van zelfgestelde doelen. Naast de ethische code die voor de Professional geldt, is het van belang dat je je als cliënt aan de gemaakte afspraken houdt. --- Je bent het visitekaartje van de Academie.

De Criteria:

Het zoeken en kiezen van de juiste professional binnen de aangegeven criteria is primair de verantwoordelijkheid van de student. Het zoekproces maakt deel uit van de leerervaringen. Leer zelf zoeken en vinden. Wat is voor jou van belang op dit moment?

De gekozen counsellor, coach, therapeut of psycholoog mag 1 van onze trainers zijn, mits niet je eigen (vroegere) trainer.

Je trainer, counsellor of coach en supervisor dienen 3 verschillende personen te zijn. Dit om mogelijke belangenverstrengeling uit te sluiten en om je met verschillende persoonlijkheden en invalshoeken kennis te laten maken.

De gekozen counsellor, coach, therapeut of psycholoog dient: o lid te zijn van minimaal 1 van de op onze site aangegeven organisaties. o minimaal 1000 uur praktijkervaring gehad te hebben de afgelopen 2 jaar. De

gemaakte praktijkuren op het communicatieve vlak kun je bij elkaar optellen. (Counsellen + coachen + trainen + superviseren + intervisiebegeleiden.)

o ingeschreven te staan op Gcoach.nl.

Je schrijft een verslag van de sessies en verwerkt dat in je praktijkscriptie.

Je vraagt na de laatste sessie om de Verklaring Counsellor, Coach.

Laat daarop ook zijn / haar internetadres dat hij / zij bij Gcoach.nl heeft zetten, zodat de professional na te trekken is. B.v. www.gcoach.nl/r.schippers.

Hoe te zoeken?

Mond-tot-Mond reclame is een optie. Houd er rekening mee dat wat voor de ene persoon passend is voor jou mogelijk geen goede match is. B.v. iemand die gespecialiseerd is in Burn-out, is mogelijk minder goed in relatietherapie. Daarnaast is het ook van belang dat het klikt met de professional. Ook dat is heel persoonlijk.

Gcoach.nl heeft vele zoekmogelijkheden. Voor je eigen ontwikkeling, profilering en positionering is het leerzaam om alle collega's te bestuderen en te leren kennen.

Je kunt ook zoeken via de beroepsorganisaties. (Zie site.)

Tal van andere gidsen en natuurlijk via de zoekmachines op internet.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 197

Hoe te selecteren?

Je dient iemand te kiezen die aan alle 4 de Criteria voldoet, niet aan slechts 1 of 2. Dus lid van de aangegeven beroepsorganisatie, voldoende ervaring, op Gcoach.nl te staan ingeschreven en er dient een klik te zijn.

Is er geen klik, voelt het niet goed, dan ga je daar niet langs.

Heeft iemand te weinig praktijkervaring, dan ga je daar ook niet langs.

Staat iemand bij Gcoach.nl ingeschreven en is hij / zij geen lid van de aangegeven beroepsorganisaties, dan ga je daar ook niet langs. Die registratie is noodzakelijk i.v.m.: o de kwaliteitscontrole door de beroepsorganisatie. o mogelijke vergoeding consulten door de ziektenkosten verzekeraars. o kans op beroepsaansprakelijkheidsverzekering van de professional. o mogelijkheid om een klacht in te dienen, bij overtreding van de ethische code. o Is iemand wel lid van een beroepsorganisatie, maar staat hij / zij nog niet

ingeschreven bij Gcoach.nl, dan kun je aan die professional voorstellen zich aldaar te registreren. Het is een half uurtje werk en hij / zij krijgt er extra klanten door. Daarnaast is het geheel gratis en blijft het gratis.

Die registratie bij Gcoach.nl is een vereiste, omdat o je dan alle relevante gegevens van de professional kunt lezen.

o je dan ook het aantal uren praktijkervaring kunt je uitrekenen. o elke beroepsorganisatie meet met zijn eigen maten. o Gcoach.nl alleen mensen inschrijft die voldoen aan strenge voorwaarden. o we daardoor een extra controle mogelijkheid hebben. o we mensen kunnen uitschrijven over wie gegronde klachten binnen komen. o we daardoor andere studenten / cliënten beter kunnen beschermen. o we hierdoor de kwaliteit van de opleiding hoog kunnen houden.

Maak voor jezelf een Top 3 en benader de gekozen counsellor, coach, therapeut of psycholoog.

Tot slot houd je aan de gemaakte afspraken. Ook voor cliënten gelden regels.

De Prijs. We leven in een vrije markteconomie en over de prijs valt altijd te praten. De prijs is vanaf zo'n € 50,- / € 70,- per uur. Bij een ervaren professional kun je gerust wat meer betalen. Bij Gcoach.nl kun

je een idee krijgen over gangbare prijzen.

Veel gestelde vraag: Ik heb een counsellor, coach of supervisor gevonden en hij / zij voldoet niet aan de gestelde criteria. Mag ik me door hem / haar laten counsellen, coachen of er supervisie van ontvangen?

Antwoord: Ja, mag altijd, alleen het telt niet mee voor je studiepunten, er zijn geen uitzonderingen mogelijk. (Behalve voor mensen die in het buitenland studeren. Daarvoor gelden soortgelijke criteria, niet dezelfde.)

Ja maar,……..

Nee, de richtlijnen en de criteria liggen vast. De examencommissie let daar strikt op.

We gaan niet met 2, 3 of 100 maten meten, want uiteindelijk meet je dan niets meer.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 198

Supervisor Kiezen

Supervisie ontvangen over je werkervaringen als counsellor of coach. In het kader van je opleiding dien je supervisie te ontvangen van een ervaren supervisor die inhoudelijk geschoold is. Die supervisie heeft als doel:

De kwaliteit van je werk als counsellor of coach verbeteren.

Vinger aan de pols om te kijken of je het goed doet en geen zaken over het hoofd ziet.

Vraagbaak bij twijfels, onzekerheden, hoe te handelen bij een bepaalde cliënt.

Overleg m.b.t. ethische zaken, b.v. bij het breken van de geheimhouding, doorverwijzen.

Leren van de vele jaren praktijkervaringen van de supervisor.

Inhoudelijke vakkennis te ontvangen waar nodig.

Ondersteuning als het even tegen zit m.b.t. je werk.

De professionele houding en werkwijze overnemen.

Tot slot het behalen van je studiepunten.

NIET: werken aan persoonlijke zaken, daarvoor heb je een counsellor of coach.

NIET: hulp bij je opleiding.

NIET: hulp bij marketing van je praktijk.

NIET: zakelijke relatie aangaan met elkaar of netwerken. De aangegeven uren per niveau zijn een minimum, het is beter om meer uren te maken als je diepgaand ergens aan wilt werken. Het is een investering in jezelf. Naast de ethische code die voor de supervisor geldt, is het van belang dat je je als cliënt aan de gemaakte afspraken houdt. --- Je bent het visitekaartje van de Academie.

De Criteria:

Het zoeken en kiezen van de juiste supervisor binnen de aangegeven criteria is primair de verantwoordelijkheid van de student. Het zoekproces maakt deel uit van de leerervaringen. Leer zelf zoeken en vinden. Wat is voor jou van belang op dit moment?

De gekozen supervisor mag 1 van onze trainers zijn, mits niet je eigen (vroegere) trainer.

Je trainer, counsellor of coach en supervisor dienen 3 verschillende personen te zijn. Dit om mogelijke belangenverstrengeling uit te sluiten en om je met verschillende persoonlijkheden en invalshoeken kennis te laten maken.

De gekozen supervisor dient: o lid te zijn van minimaal 1 van de op onze site aangegeven organisaties. o minimaal 3000 uur praktijkervaring gehad te hebben de afgelopen 4 jaar. De

gemaakte praktijkuren op het communicatieve vlak kun je bij elkaar optellen. (Counsellen + coachen + trainen + superviseren + intervisiebegeleiden.)

o ingeschreven te staan op Gcoach.nl.

Je schrijft een verslag van de sessies en verwerkt dat in je praktijkscriptie.

Je vraagt na de laatste sessie een verklaring van de supervisor.

Laat daarop ook zijn / haar internetadres dat hij bij Gcoach.nl heeft zetten, zodat hij / zij na te trekken is. B.v. www.gcoach.nl/r.schippers.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 199

Hoe te zoeken?

Mond-tot-Mond reclame is een optie. Houd er rekening mee dat wat voor de ene persoon passend is voor jou mogelijk geen goede match is. B.v. iemand die gespecialiseerd is in Burn-out, is mogelijk minder goed in relatietherapie. Daarnaast is het ook van belang dat

het klikt met de supervisor. Ook dat is heel persoonlijk.

Gcoach.nl heeft vele zoekmogelijkheden. Voor je eigen ontwikkeling, profilering en positionering is het leerzaam om alle collega's te bestuderen en te leren kennen.

Je kunt ook zoeken via de op onze site aangegeven beroepsorganisaties.

Tal van andere gidsen en natuurlijk via de zoekmachines op internet.

Hoe te selecteren?

Je dient iemand te kiezen die aan alle 4 de Criteria voldoet, niet aan slechts 1 of 2. Dus lid van de aangegeven beroepsorganisatie, voldoende ervaring, op Gcoach.nl te staan ingeschreven en er dient een klik te zijn.

Is er geen klik, voelt het niet goed, dan ga je daar niet langs.

Heeft iemand te weinig praktijkervaring, dan ga je daar ook niet langs.

Staat iemand bij Gcoach.nl ingeschreven en is hij / zij geen lid van de aangegeven beroepsorganisaties, dan ga je daar ook niet langs. Die registratie is noodzakelijk i.v.m.: o de kwaliteitscontrole door de beroepsorganisatie. o kans op beroepsaansprakelijkheidsverzekering van de professional. o mogelijkheid om een klacht in te dienen, bij overtreding van de ethische code.

Is iemand wel lid van een beroepsorganisatie, maar staat hij / zij nog niet ingeschreven bij Gcoach.nl, dan kun je aan die professional voorstellen zich aldaar te registreren. Het is een half uurtje werk en hij / zij krijgt er extra klanten door. Daarnaast is het geheel gratis en blijft het gratis.

Die registratie bij Gcoach.nl is een vereiste, omdat o je dan alle relevante gegevens van de professional kunt lezen. o je dan ook het aantal uren praktijkervaring kunt je uitrekenen. o elke beroepsorganisatie meet met zijn eigen maten. o Gcoach.nl alleen mensen inschrijft die voldoen aan strenge voorwaarden. o we daardoor een extra controle mogelijkheid hebben.

o we mensen kunnen uitschrijven over wie gegronde klachten binnen komen. o we daardoor andere studenten / cliënten beter kunnen beschermen. o we hierdoor de kwaliteit van de opleiding hoog kunnen houden.

Maak voor jezelf een Top 3 en benader de gekozen supervisor.

Tot slot houd je aan de gemaakte afspraken. Ook voor cliënten gelden regels.

De Prijs. We leven in een vrije markteconomie en over de prijs valt altijd te praten. De prijs is vanaf zo'n € 60,- / € 80,- per uur. Bij een ervaren supervisor kun je gerust wat meer betalen. Bij Gcoach.nl kun je een idee krijgen over gangbare prijzen.

Andere Opties. Doe je vrijwilligerswerk bij een goede organisatie, dan kun je vaak gratis supervisie krijgen vanuit die

organisatie. Wel dient men natuurlijk aan de gestelde criteria te voldoen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 200

Checklist - Niveau 1 Om het Diploma van Niveau 1 te halen, moet aan diverse voorwaarden zijn voldaan, zoals omschreven in de Syllabus. De Checklist is daarbij een hulpmiddel. Zorg dat je aan alle punten van de lijst voldoet, voordat je de gevraagde stukken opstuurt. Je dient de ingevulde Checklist samen met je Scripties en de Evaluatie van de ACC in te leveren. Deze staan ook in de Digitale Bijlage!

De scripties dienen inhoudelijk goed in elkaar te zitten, er fraai uit te zien, en wat er in staat heb je zelf ervaren, gedaan en geschreven. Het gaat niet om een theoretisch verhaal of om een verhaal over wat je in het verleden hebt gedaan, maar om een verslag van je eigen leerproces in het hier-en-nu. Als je de volgende vragen naar eer en geweten met “ja” hebt beantwoord, maak je een goede kans dat je scripties worden goedgekeurd. Heb je één of meerdere vragen met “nee” beantwoord, werk er dan aan, zodat ze een “ja” worden, of compenseer ze en geef aan op welke wijze je dit hebt gedaan, voordat je het geheel opstuurt.

Omcirkel het relevante antwoord.

Scriptie Praktijk. 1. Ben je minimaal 70% in de praktijklessen aanwezig geweest? ........................................ Ja / Nee

a. Indien je tussen de 70 en 90% aanwezig bent geweest, heb je de gemiste lessen voldoende gecompenseerd door ze in te halen met je studiegroep én door relevante aanvullende workshops met hetzelfde aantal uren? ..................... Ja / Nee

b. Heb je hiervan de benodigde verklaringen bijgevoegd? ...................................... Ja / Nee 2. Heb je de verklaring van je trainer bijgevoegd? ............................................................. Ja / Nee 3. Geeft die verklaring op alle punten een voldoende weer? .............................................. Ja / Nee

a. Indien er een aanbevolen compensatie nodig was, heb je die uitgevoerd? ........... Ja / Nee 4. Heb je minimaal 25 uur met je medestudenten geoefend in je studiegroep? .................... Ja / Nee 5. Is de verklaring van je studiegroep als de bijlage opgenomen? ....................................... Ja / Nee 6. Heb je minimaal 12 uur echte cliënten gecounseld of gecoacht? .................................... Ja / Nee 7. Is de verklaring van je cliënt(en) en/of opdrachtgever bijgevoegd? ................................. Ja / Nee 8. Heb je minimaal 3 uur gebruik gemaakt van supervisie? ............................................... Ja / Nee 9. Is de verklaring van je supervisor als bijlage opgenomen? .............................................. Ja / Nee 10. Ben je minimaal 3 uur gecounseld of gecoacht door een ervaren counsellor / coach? ..... Ja / Nee 11. Heb je de verklaring van je counsellor of coach bij bijgevoegd? ..................................... Ja / Nee 12. Heb je de verklaring van workshopgevers - indien gevolgd - bij de bijlagen gevoegd? ...... Ja / Nee 13. Indien je workshops hebt gegeven, heb je de evaluaties van de deelnemers bijgevoegd? .. Ja / Nee 14. Kom je - inclusief het oefenen met de cd’s (20 uur) - aan minimaal 123 praktijkuren? ..... Ja / Nee 15. Aan hoeveel aantoonbare praktijkuren kom je totaal? .......................................................... uur. 16. Heb je je vanaf de 2ste lesdag aan de Ethische Code en de Feedbackregels gehouden? ..... Ja / Nee

a. Zo niet, heb je van je fouten geleerd en zul je je er in de toekomst aan houden? .. Ja / Nee 17. Heb je in je scriptie voldaan aan de eis van geheimhouding, dus geen namen genoemd? Ja / Nee

(Bij de verklaring van de cliënt staan wel zijn naam- en adresgegevens - ter controle. Je breekt hiermee niet de geheimhouding, omdat de cliënt dat formulier zelf invult en geen details over zichzelf hoeft te onthullen. De meeste cliënten zijn je hierbij graag ter wille. Wil een cliënt het niet, dan gebruik je een verklaring van een

cliënt die dat wel wil.)

18. Heb je alle leerdoelen gehaald en dat aangetoond d.m.v. praktijkvoorbeelden? .............. Ja / Nee 19. Heb je de leerdoelen en praktijkvoorbeelden overzichtelijk in je scriptie verwerkt? ......... Ja / Nee 20. Heb je in je scriptie een voorbeeld gegeven hoe je een dossier bijhoudt,

zonder namen of andere tot een persoon herleidbare gegevens te gebruiken? ................. Ja / Nee 21. Staan je naam, adres en klantnummer op de voorkant van je scriptie? ........................... Ja / Nee 22. Heb je de leerdoelentabel voorin je scriptie gevoegd? .................................................... Ja / Nee 23. Heeft je scriptie een inhoudsopgave? ............................................................................ Ja / Nee 24. Zijn de pagina’s, hoofdstukken, paragrafen en de bijlagen genummerd? ........................ Ja / Nee 25. Heeft je scriptie een logische indeling? ......................................................................... Ja / Nee

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 201

Scriptie Praktijk (vervolg). 26. Gebruik je voldoende wit in de tekst, door een goede alinea-indeling? ........................... Ja / Nee 27. Zitten alle bijlagen overzichtelijk en genummerd achterin je scriptie? ............................ Ja / Nee 28. Is het geheel overzichtelijk en goed, makkelijk en snel leesbaar? .................................... Ja / Nee

29. Staan er literatuur-, media-, internetlinkopgaven in? ..................................................... Ja / Nee 30. Zijn de bladzijden aan elkaar gehecht? ......................................................................... Ja / Nee 31. Ben je tevreden over deze scriptie? ............................................................................... Ja / Nee

Scriptie Innerlijke Groei. 32. Gaat je scriptie over je Innerlijke Groei van het afgelopen studiejaar? ............................ Ja / Nee 33. Heb je een onderscheid gemaakt tussen Innerlijke Groei en Professionele Groei? ........... Ja / Nee 34. Is je Denken, je Voelen, je Lichaam en je Intuïtie aan bod gekomen? ............................ Ja / Nee 35. Heb je actief aan een voor jou zinvol thema gewerkt? ................................................... Ja / Nee 36. Heb je een significante ontwikkeling / groei doorgemaakt? ........................................... Ja / Nee

a. Zo niet, heb je in je scriptie de oorzaak daarvan aangegeven? ............................ Ja / Nee 37. Ben je tevreden over de groei die je hebt doorgemaakt? ................................................. Ja / Nee 38. Bestaat je scriptie uit minimaal 20 bladzijden? .............................................................. Ja / Nee 39. Staan je naam, adres en klantnummer op de voorkant van je scriptie? ........................... Ja / Nee

40. Heeft je scriptie een inhoudsopgave? ............................................................................ Ja / Nee 41. Zijn de pagina’s, hoofdstukken, paragrafen en de eventuele bijlagen genummerd? ......... Ja / Nee 42. Heeft je scriptie een logische indeling? ......................................................................... Ja / Nee 43. Gebruik je voldoende wit in de tekst, door een goede alinea-indeling? ........................... Ja / Nee 44. Is het geheel overzichtelijk en goed, makkelijk en snel leesbaar? .................................... Ja / Nee 45. Staan er literatuur-, media-, internetlinkopgaven in? ..................................................... Ja / Nee 46. Zijn de bladzijden aan elkaar gehecht? ......................................................................... Ja / Nee 47. Ben je tevreden over deze scriptie? ............................................................................... Ja / Nee

Evaluatie. 48. Heb je de Evaluatie van de ACC ingevuld? (Zie de Bijlage.) ............................................ Ja / Nee

Verzending. 49. Mail je beide Scripties met de ene Bijlage tegelijk naar de Examencommissie? ............... Ja / Nee 50. Heb je van alles back-ups of kopieën gemaakt voordat je het verstuurt? ......................... Ja / Nee

Checklist. 51. Heb je iedere vraag met “Ja” beantwoord? ................................................................... Ja / Nee

52. Ik verklaar deze Checklist naar eer en geweten te hebben ingevuld. (Schrijf leesbaar!) Klantnummer: Voor- en achternaam: Adres: Postcode: Woonplaats: De naam die je op het diploma wenst: Geboortedatum: Geboorteplaats: Datum: Plaats: Handtekening:

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 202

Checklist - Niveau 2 Om het Diploma van Niveau 2 te halen, moet aan diverse voorwaarden zijn voldaan, zoals omschreven in de Syllabus. De Checklist is daarbij een hulpmiddel. Zorg dat je aan alle punten van de lijst voldoet, voordat je de gevraagde stukken opstuurt. Je dient de ingevulde Checklist samen met je Scriptie en de Evaluatie van de ACC in te leveren. Deze staan ook in de Digitale Bijlage!

De scriptie dient inhoudelijk goed in elkaar te zitten, er fraai uit te zien, en wat er in staat heb je zelf ervaren, gedaan en geschreven. Behalve de samenvatting van de bestudeerde theorie, gaat het niet om een theoretisch verhaal of om een verhaal over wat je in het verleden hebt gedaan, maar om een verslag van je eigen leerproces in het hier-en-nu. Als je de volgende vragen naar eer en geweten met “ja” hebt beantwoord, maak je een goede kans dat je scriptie wordt goedgekeurd en je het mondeling examen hierover mag doen. Heb je één of meerdere vragen met “nee” beantwoord, werk er dan aan, zodat ze een “ja” worden, of compenseer

ze en geef aan op welke wijze je dit hebt gedaan, voordat je het geheel opstuurt.

Je maakt 1 scriptie van minimaal 50 pagina’s, die bestaat uit 3 delen: Samenvatting van de bestudeerde theorie. Praktijk. Innerlijke Groei.

Omcirkel het relevante antwoord.

Voor de scriptie in z’n geheel. 1. Staan je naam, adres en klantnummer op de voorkant van je scriptie? ........................... Ja / Nee 2. Heeft je scriptie een inhoudsopgave? ............................................................................ Ja / Nee 3. Zijn de pagina’s, delen, hoofdstukken, paragrafen en de bijlagen genummerd? ............... Ja / Nee 4. Heeft je scriptie een logische indeling? ......................................................................... Ja / Nee 5. Gebruik je voldoende wit in de tekst, door een goede alinea-indeling? ........................... Ja / Nee 6. Zitten alle bijlagen overzichtelijk en genummerd achterin je scriptie? ............................ Ja / Nee 7. Is het geheel overzichtelijk en goed, makkelijk en snel leesbaar? .................................... Ja / Nee 8. Zijn de bladzijden aan elkaar gehecht? ......................................................................... Ja / Nee 9. Ben je tevreden over deze scriptie? ............................................................................... Ja / Nee

Deel 1: Samenvatting van de bestudeerde theorie. 10. Heb je de bestudeerde theorie samengevat in minimaal 25 pagina’s? ............................. Ja / Nee 11. Heb daarbij aangegeven hoe je die theorie in praktijk brengt? ........................................ Ja / Nee 12. Heb je je praktische ervaringen met die theorie vergeleken? ........................................... Ja / Nee 13. Kom je tot conclusies m.b.t. de theoretische stellingen? ................................................ Ja / Nee 14. Staan er literatuur-, media-, internetlinkopgaven in? ..................................................... Ja / Nee

Deel 2: Praktijk. 15. Heb je het praktijkdeel samengevat in minimaal 10 pagina’s? ........................................ Ja / Nee 16. Ben je minimaal 70% in de praktijklessen (begeleide intervisie e.a.) aanwezig geweest? .. Ja / Nee

a. Indien je tussen de 70 en 90% aanwezig bent geweest, heb je de gemiste lessen voldoende gecompenseerd door ze in te halen met je intervisiegroep én door relevante aanvullende workshops / supervisie? ......................................... Ja / Nee

b. Heb je hiervan de benodigde verklaringen bijgevoegd? ...................................... Ja / Nee 17. Heb je de verklaring van je intervisiebegeleider / supervisor bijgevoegd? ....................... Ja / Nee 18. Geeft die verklaring op alle punten een voldoende weer? .............................................. Ja / Nee

a. Indien er een aanbevolen compensatie nodig was, heb je die uitgevoerd? ........... Ja / Nee 19. Heb je minimaal 160 uur echte cliënten gecounseld of gecoacht? ................................... Ja / Nee 20. Zijn alle verklaringen van je cliënten en/of opdrachtgever(s) bijgevoegd? ...................... Ja / Nee

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 203

21. Ben je minimaal 5 uur gecounseld of gecoacht door een ervaren counsellor / coach? ..... Ja / Nee 22. Heb je de verklaring van je counsellor of coach bij de bijlagen bijgevoegd? .................... Ja / Nee 23. Heb je de verklaring van workshopgevers - indien gevolgd - bij de bijlagen gevoegd? ...... Ja / Nee 24. Indien je workshops hebt gegeven, heb je de evaluaties van de deelnemers bijgevoegd? .. Ja / Nee

25. Kom je aan minimaal 225 praktijkuren (of 205 bij supervisie i.p.v. intervisie)? ............... Ja / Nee 26. Aan hoeveel aantoonbare praktijkuren kom je totaal? .......................................................... uur. 27. Heb je je steeds aan de Ethische Code en de Feedbackregels gehouden? ........................ Ja / Nee

a. Zo niet, heb je van je fouten geleerd en zul je je er in de toekomst aan houden? .. Ja / Nee 28. Heb je in je scriptie voldaan aan de eis van geheimhouding, dus geen namen genoemd? Ja / Nee

(Bij de verklaring van de cliënt staan wel zijn naam- en adresgegevens - ter controle. Je breekt hiermee niet de geheimhouding, omdat de cliënt dat formulier zelf invult en geen details over zichzelf hoeft te onthullen. De meeste cliënten zijn je hierbij graag ter wille. Wil een cliënt het niet, dan gebruik je een verklaring van een cliënt die dat wel wil.)

29. Heb 2 intervisie- of supervisiecases m.b.t. een door jou ingebracht probleem verslagen? . Ja / Nee 30. Heb je de ontvangen workshops samengevat en overzichtelijk in je scriptie verwerkt? .... Ja / Nee 31. Heb je in je scriptie een voorbeeld gegeven hoe je een dossier bijhoudt,

zonder namen of andere tot een persoon herleidbare gegevens te gebruiken? ................. Ja / Nee

Deel 3: Innerlijke Groei. 32. Gaat je scriptie over je Innerlijke Groei van het afgelopen studiejaar? ............................ Ja / Nee 33. Heb je een onderscheid gemaakt tussen Innerlijke Groei en Professionele Groei? ........... Ja / Nee 34. Is je Denken, je Voelen, je Lichaam en je Intuïtie aan bod gekomen? ............................ Ja / Nee 35. Heb je actief aan een voor jou zinvol thema gewerkt? ................................................... Ja / Nee 36. Heb je een significante ontwikkeling / groei doorgemaakt? ........................................... Ja / Nee

b. Zo niet, heb je in je scriptie de oorzaak daarvan aangegeven? ............................ Ja / Nee 37. Ben je tevreden over de groei die je hebt doorgemaakt? ................................................. Ja / Nee 38. Bestaat dit deel uit minimaal 10 bladzijden? ................................................................. Ja / Nee

Evaluatie. 39. Heb je de Evaluatie van de ACC ingevuld? (Zie de Bijlage.) ............................................ Ja / Nee

Verzending. 40. Mail je je Scriptie met de ene Bijlage tegelijk naar de Examencommissie? ...................... Ja / Nee

41. Heb je van alles back-ups of kopieën gemaakt voordat je het verstuurt? ......................... Ja / Nee

Checklist. (Deze Checklist bewaren we.)

42. Heb je iedere vraag met “Ja” beantwoord? ................................................................... Ja / Nee

43. Ik verklaar deze Checklist naar eer en geweten te hebben ingevuld. (Schrijf leesbaar!) Klantnummer: Voor- en achternaam: Adres: Postcode: Woonplaats: Gekozen Specialisatie: De naam die je op het diploma wenst: Geboortedatum:

Geboorteplaats: Datum: Handtekening: Plaats:

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 204

Checklist - Niveau 3 Om het Diploma van Niveau 3 te halen, moet aan diverse voorwaarden zijn voldaan, zoals omschreven in de Syllabus. De Checklist is daarbij een hulpmiddel. Zorg dat je aan alle punten van de lijst voldoet, voordat je de gevraagde stukken opstuurt. Je dient de ingevulde Checklist samen met je Scriptie en de Evaluatie van de ACC in te leveren. Die staat ook in de Digitale Bijlage!

De scriptie dient inhoudelijk goed in elkaar te zitten, er fraai uit te zien, en wat er in staat heb je zelf ervaren, gedaan en geschreven. Behalve de samenvatting van de bestudeerde theorie, gaat het niet om een theoretisch verhaal of om een verhaal over wat je in het verleden hebt gedaan, maar om een verslag van je eigen leerproces in het hier-en-nu. Als je de volgende vragen naar eer en geweten met “ja” hebt beantwoord, maak je een goede kans dat je scriptie wordt goedgekeurd en je het mondeling examen hierover mag doen. Heb je één of meerdere vragen met “nee” beantwoord, werk er dan aan, zodat ze een “ja” worden, of compenseer

ze en geef aan op welke wijze je dit hebt gedaan, voordat je het geheel opstuurt.

Je maakt 1 scriptie van minimaal 50 pagina’s, die bestaat uit 3 delen: Samenvatting van de bestudeerde theorie. Praktijk. Innerlijke Groei.

Omcirkel het relevante antwoord.

Voor de scriptie in z’n geheel. 1. Staan je naam, adres en klantnummer op de voorkant van je scriptie? ........................... Ja / Nee 2. Heeft je scriptie een inhoudsopgave? ............................................................................ Ja / Nee 3. Zijn de pagina’s, delen, hoofdstukken, paragrafen en de bijlagen genummerd? ............... Ja / Nee 4. Heeft je scriptie een logische indeling? ......................................................................... Ja / Nee 5. Gebruik je voldoende wit in de tekst, door een goede alinea-indeling? ........................... Ja / Nee 6. Zitten alle bijlagen overzichtelijk en genummerd achterin je scriptie? ............................ Ja / Nee 7. Is het geheel overzichtelijk en goed, makkelijk en snel leesbaar? .................................... Ja / Nee 8. Zijn de bladzijden aan elkaar gehecht? ......................................................................... Ja / Nee 9. Ben je tevreden over deze scriptie? ............................................................................... Ja / Nee

Deel 1: Samenvatting van de bestudeerde theorie. 10. Heb je de bestudeerde theorie samengevat in minimaal 25 pagina’s? ............................. Ja / Nee 11. Heb daarbij aangegeven hoe je die theorie in praktijk brengt? ........................................ Ja / Nee 12. Heb je je praktische ervaringen met die theorie vergeleken? ........................................... Ja / Nee 13. Kom je tot conclusies m.b.t. de theoretische stellingen? ................................................ Ja / Nee 14. Staan er literatuur-, media-, internetlinkopgaven in? ..................................................... Ja / Nee

Deel 2: Praktijk. 15. Heb je het praktijkdeel samengevat in minimaal 10 pagina’s? ........................................ Ja / Nee 16. Heb je minimaal 80 uur intervisie of 40 uur supervisie gehad over je werk? .................... Ja / Nee

17. Heb je de verklaring van je intervisiegroep / supervisor bijgevoegd? .............................. Ja / Nee 18. Heb je minimaal 300 uur echte cliënten gecounseld of gecoacht? ................................... Ja / Nee 19. Zijn alle verklaringen van je cliënten en/of opdrachtgever(s) bijgevoegd? ...................... Ja / Nee 20. Ben je minimaal 10 uur gecounseld of gecoacht door een ervaren counsellor / coach? ... Ja / Nee 21. Heb je de verklaring van je counsellor of coach bij de bijlagen bijgevoegd? .................... Ja / Nee 22. Heb je de verklaring van workshopgevers - indien gevolgd - bij de bijlagen gevoegd? ...... Ja / Nee 23. Indien je workshops hebt gegeven, heb je de evaluaties van de deelnemers bijgevoegd? .. Ja / Nee 24. Kom je aan minimaal 390 praktijkuren (of 350 bij supervisie i.p.v. intervisie)? ............... Ja / Nee 25. Aan hoeveel aantoonbare praktijkuren kom je totaal? .......................................................... uur.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 205

Deel 2: Praktijk (vervolg). 26. Heb je je steeds aan de Ethische Code en de Feedbackregels gehouden? ........................ Ja / Nee

a. Zo niet, heb je van je fouten geleerd en zul je je er in de toekomst aan houden? .. Ja / Nee 27. Heb je in je scriptie voldaan aan de eis van geheimhouding, dus geen namen genoemd? Ja / Nee

(Bij de verklaring van de cliënt staan wel zijn naam- en adresgegevens - ter controle. Je breekt hiermee niet de geheimhouding, omdat de cliënt dat formulier zelf invult en geen details over zichzelf hoeft te onthullen. De meeste cliënten zijn je hierbij graag ter wille. Wil een cliënt het niet, dan gebruik je een verklaring van een cliënt die dat wel wil.)

28. Heb 2 intervisie- of supervisiecases m.b.t. een door jou ingebracht probleem verslagen? . Ja / Nee 29. Heb je in je scriptie een voorbeeld gegeven hoe je een dossier bijhoudt,

zonder namen of andere tot een persoon herleidbare gegevens te gebruiken? ................. Ja / Nee

Deel 3: Innerlijke Groei. 30. Gaat je scriptie over je Innerlijke Groei van het afgelopen studiejaar? ............................ Ja / Nee 31. Heb je een onderscheid gemaakt tussen Innerlijke Groei en Professionele Groei? ........... Ja / Nee 32. Is je Denken, je Voelen, je Lichaam en je Intuïtie aan bod gekomen? ............................ Ja / Nee 33. Heb je actief aan een voor jou zinvol thema gewerkt? ................................................... Ja / Nee 34. Heb je een significante ontwikkeling / groei doorgemaakt? ........................................... Ja / Nee

a. Zo niet, heb je in je scriptie de oorzaak daarvan aangegeven? .................................. Ja / Nee 35. Ben je tevreden over de groei die je hebt doorgemaakt? ................................................. Ja / Nee 36. Bestaat dit deel uit minimaal 10 bladzijden? ................................................................. Ja / Nee

Evaluatie. 37. Heb je de Evaluatie van de ACC ingevuld? (Zie de Bijlage.) ............................................ Ja / Nee

Verzending. 38. Mail je je Scriptie met de ene Bijlage tegelijk naar de Examencommissie? ...................... Ja / Nee 39. Heb je van alles back-ups of kopieën gemaakt voordat je het verstuurt? ......................... Ja / Nee

Checklist. (Deze Checklist bewaren we.)

40. Heb je iedere vraag met “Ja” beantwoord en deze Checklist los bijgevoegd? .................. Ja / Nee

41. Ik verklaar deze Checklist naar eer en geweten te hebben ingevuld. (Schrijf leesbaar!)

Klantnummer: Voor- en achternaam: Adres: Postcode: Woonplaats: Gekozen Specialisatie: De naam die je op het diploma wenst: Geboortedatum: Geboorteplaats: Datum: Plaats: Handtekening:

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 206

Evaluatie van de ACC We streven ernaar om onze opleiding continue te verbeteren en up-to-date te houden. Dat doen we door (literatuur / internet / video / markt ) onderzoek, contacten met collega counsellors en coaches, onderzoek naar wat collega opleidingsinstituten (wereldwijd) bieden, afstemmen op de hoogste eisen van de beroepsverenigingen, implementeren van de dagelijkse feedback die we krijgen via de e-mail, telefoon en tijdens de praktijktrainingen. Zonder onderzoek en al die feedback was deze opleiding er niet. De wereld verandert dagelijks, mensen veranderen, het beeld dat we van onszelf hebben verandert. Deze opleiding blijft mee veranderen, zodat we steeds de meest optimale opleiding kunnen aanbieden. Daarom vinden we het belangrijk dat je deze evaluatie over de Academie voor Counselling en Coaching samen met je scripties meestuurt. We bewaren de ingevulde evaluatie en gebruiken die om onze opleiding continue te verbeteren. We gebruiken deze feedback ook voor de beoordeling van ons door beroepsverenigingen en eventueel andere instellingen. Deze Evaluatie staat ook in de Digitale Bijlage!

Je kunt de vragen beantwoorden met een kort antwoord èn door het omcirkelen van een cijfer. Bij de antwoorden kun je kiezen uit de volgende beoordelingsschaal: 1 - 2 - 3 - 4 - 5

1 = slecht 2 = matig 3 = neutraal 4 = goed 5 = zeer goed

Een antwoord in woorden geeft ons de mogelijkheid om je genuanceerde feedback te gebruiken voor verbeteringen. Een antwoord in cijfers geeft ons (en anderen) een inschatting hoe goed die zaken je bevallen. Met commentaar kunnen we wat doen, cijfers zijn makkelijk statistisch te verwerken.

Ongeacht wat je invult, we zijn je dankbaar voor de feedback die je ons geeft.

Hierdoor kunnen we de opleiding verbeteren en optimaliseren.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 207

Kennismaking. 1 - Hoe heb je de ACC in eerste instantie leren kennen?

2 - Wat was je eerste indruk / reactie? 3 - Hoe vond je de informatie vooraf? 4 - Wat waren je verwachtingen voor je aan de studie begon? 5 - Wat was de reden dat je wilde leren counsellen of coachen? 6 - Waarom koos je juist voor een beroepsopleiding bij ons?

7 - Wat vond je erg positief aan de eerste kennismaking? 8 - Hoe was je algemene indruk tijdens de eerste kennismaking? ................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5 9 - Hoe kunnen we de eerste indruk verbeteren?

Internetsite. Hoe vind je onze Internetsite m.b.t.:

10 - de volledigheid aan informatie? ............................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 11 - de juiste voorlichting? ............................................................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5 12 - de vindbaarheid? .................................................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5

13 - de overzichtelijkheid? ............................................................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5 14 - de diepgang? .......................................................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5

15 - Wat vind je goed aan onze internetsite? 16 - Wat zouden we eraan kunnen verbeteren? 17 - Welke extra informatie zou je erop willen?

Syllabus. Hoe vind je onze syllabus m.b.t.:

18 - de volledigheid aan informatie? ............................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 19 - de juiste voorlichting? ............................................................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5

20 - de overzichtelijkheid? ............................................................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5 21 - de diepgang? .......................................................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5

22 - Wat vind je goed aan de syllabus? 23 - Wat zouden we eraan kunnen verbeteren? 24 - Welke extra informatie zou je erin willen?

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 208

Brochure. (Indien je die gezien hebt.) Hoe vind je onze Brochure m.b.t.:

25 - de volledigheid aan informatie? ............................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 26 - de juiste voorlichting? ............................................................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5

27 - de overzichtelijkheid? ............................................................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5 28 - de diepgang? .......................................................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5

29 - Wat vind je goed aan de brochure? 30 - Wat zouden we eraan kunnen verbeteren? 31 - Welke extra informatie zou je erin willen?

Folder. (Indien je die gezien hebt.) Hoe vind je onze folder m.b.t.:

32 - de volledigheid aan informatie? ............................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5

33 - de juiste voorlichting? ............................................................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5 34 - de overzichtelijkheid? ............................................................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5

35 - Wat vind je goed aan de folder? 36 - Wat zouden we eraan kunnen verbeteren? 37 - Welke extra informatie zou je erin willen?

E-mail. Hoe vind je de antwoorden via de e-mail van ons hoofdkantoor m.b.t.:

38 - de snelheid van antwoorden? .................................................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5 39 - de juistheid van de antwoorden? .............................................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5

40 - Wat vind je goed aan onze communicatie via de e-mail? 41 - Wat zouden we eraan kunnen verbeteren?

Telefoon. (Indien je ons hebt gebeld.) Hoe tevreden ben je met het telefonisch contact met het hoofdkantoor m.b.t.:

42 - de bereikbaarheid ma t/m vr van 9:00 - 12:00 uur? ................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 43 - de snelheid van opnemen? ...................................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 44 - de juistheid van de gekregen informatie? .................................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5

45 - Wat vind je goed aan onze telefonische communicatie? 46 - Wat zouden we eraan kunnen verbeteren?

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 209

Theorie - Praktijk - Innerlijke Groei. 47 - Hoe vind je de balans tussen: Theorie - Praktijk - Innerlijke Groei? ....................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 48 - Waar zou je eventueel meer studietijd aan willen spenderen?

49 - Hoe bevalt het zelfsturend leren? ......................................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 50 - Met welke zaken zou je meer of minder sturing willen?

Theorie. 51 - Wat vind je van de diepgang? ............................................................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5 52 - Wat vind je van de hoeveelheid? ......................................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 53 - Hoe goed sluit de theorie aan op de praktijk? ....................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 54 - Wat vind je van het theorie-examen? ................................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 55 - Hoe goed sluit het theorie-examen aan op het geleerde? ....................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 56 - Wat spreekt je vooral aan in de theorie?

57 - Welk stuk theorie vind je niet zinvol m.b.t. de opleiding tot counsellor of coach? 58 - Welke kennis zou je er graag bij willen?

Praktijk. 59 - Wat vind je van de diepgang? ............................................................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5 60 - Wat vind je van de hoeveelheid? ......................................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 61 - Hoe goed sluit de praktijk aan op de theorie? ....................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 62 - Hoe leerzaam vind je het schrijven van de leerdoelenscriptie? ............................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 63 - Hoe goed sluiten de leerdoelen aan op de praktijktraining? ................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 64 - Hoe was de sfeer tijdens de praktijktrainingen? .................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 65 - Wat spreekt je vooral aan in het onderdeel praktijk?

66 - Welk stuk praktijk vind je niet zinvol m.b.t. de opleiding tot counsellor of coach? 67 - Wat voor praktijkdeel zou je er graag bij willen?

Innerlijke Groei. 68 - Wat vind je van de keuzevrijheid hierin? ............................................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5 69 - Hoeveel heb je aan je Innerlijke Groei gehad voor Jezelf? .................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 70 - Hoeveel heb je aan je Innerlijke Groei gehad voor je Professionele Groei? ............ 1 - 2 - 3 - 4 - 5 71 - Hoe leerzaam vind je het schrijven van de Innerlijke Groeiscriptie? ...................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 72 - Wat spreekt je vooral aan in het onderdeel Innerlijke Groei? 73 - Welk stuk van je Innerlijke Groei vind je niet zinvol m.b.t. de opleiding tot counsellor of coach? 74 - Wat zou je graag als extra m.b.t. Innerlijke Groei erbij willen?

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 210

StudieCoach. 75 - De naam van je studiecoach is: 76 - Hoe goed was je StudieCoach bereikbaar voor eventuele vragen? ......................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 77 - Hoe snel kreeg je een antwoord op je vragen? ...................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5

78 - Hoe zinvol was het antwoord? ............................................................................ 1 - 2 - 3 - 4 - 5 79 - Wat vind je goed aan de diensten van je studiecoach? 80 - Wat zou er aan de diensten van je studiecoach kunnen worden verbeterd?

PraktijkTrainer. 81 - De naam van je praktijktrainer is: 82 - Hoe goed is de kwaliteit van de trainer vakmatig gezien? ..................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 83 - Hoe groot is het leereffect van de praktijklessen? .................................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5 84 - Hoeveel had je aan de feedback van je trainer? .................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 85 - Hoe goed is de trainer afgestemd op de groep? ..................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 86 - Hoe punctueel is de trainer? ................................................................................ 1 - 2 - 3 - 4 - 5

87 - Hoe goed is je trainer bereikbaar voor eventuele vragen? ...................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 88 - Hoe snel kreeg je een antwoord op je vragen? ...................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 89 - Hoe zinvol was het antwoord? ............................................................................ 1 - 2 - 3 - 4 - 5 90 - Hoe was je trainer als mens? ............................................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 91 - Hoe goed weet hij of zij de professionele scheidslijn te bewaren? .......................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 92 - Wat vind je erg goed aan je trainer? 93 - Wat zou er aan de werkwijze van je trainer kunnen worden verbeterd?

AssistentTrainer. 94 - De naam van je assistent-trainer is: 95 - Hoe goed is de kwaliteit van de geboden assistentie vakmatig gezien? ................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 96 - Hoeveel had je aan de feedback van je assistent-trainer? ....................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5

97 - Hoe was je assistent-trainer als mens? ................................................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5 98 - Hoe goed weet hij of zij de professionele scheidslijn te bewaren? .......................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 99 - Wat vind je goed aan je assistenttrainer? 100 - Wat zou er aan de werkwijze van je assistent-trainer kunnen worden verbeterd?

Studiegroep. 101 - Hoe ervoer je de bijeenkomsten van je studiegroep? ........................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 102 - Wat was er goed aan? 103 - Wat kunnen we op dat punt verbeteren?

Regels, Ethiek, Normen en Waarden. 104 - Hoe goed vind je de minimale regels die we hanteren? ....................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 105 - Hoe goed houden de Trainers en de ACC zich eraan? ........................................ 1 - 2 - 3 - 4 - 5 106 - Is het voorgekomen dat de Ethische Code is overschreden? Zo ja, geef dan een omschrijving

van de overtreding (regelnummer) en door wie (Student, (assistent)Trainer, Studiecoach, ACC) die is gedaan, hoe de trainer of anderen daarop reageerden en wat de gevolgen waren. [Bij een ernstige overtreding stellen we een onderzoek in en nemen eventueel maatregelen.]

107 - Wat zouden we op het punt van regelgeving kunnen verbeteren?

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 211

Videodagen. (Indien bezocht.) 108 - Hoe leerzaam vond je de aangeboden video’s? ................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 109 - Hoe leerzaam vond je de korte discussies over de video’s? .................................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5 110 - Wat vind je goed aan de videodagen / video’s?

111 - Wat kunnen we aan de videodagen verbeteren?

Studiebelasting. 112 - Hoeveel uur ben je met de theorie bezig geweest? .......... uur 113 - Hoeveel uur ben je met je innerlijke groei bezig geweest? .......... uur 114 - Hoeveel uur ben je met je praktijk bezig geweest? .......... uur 115 - Hoe lang heb je over dit niveau gedaan? ........ mnd

Diploma. 116 - Hoe hoog schat je de waarde van het Diploma in t.o.v. andere professionele

counsellings- of coachingsopleidingen in Nederland? ......................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 117 - Hoe vind je het Diploma eruit zien? (Staat op onze site) ..................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 118 - Wat zou je er aan willen verbeteren?

Kwaliteit / Prijs. 119 - Hoe vond je de kwaliteit / prijsverhouding van de opleiding? ............................. 1 - 2 - 3 - 4 - 5 120 - Hoe kunnen we de kwaliteit verhogen, bij een gelijkblijvende prijs? 121 - Hoe kunnen we de kostprijs verlagen, bij gelijkblijvende kwaliteit?

Concept. 122 - Hoe vind je het algehele concept van de opleiding? ............................................ 1 - 2 - 3 - 4 - 5

123 - Hoe goed heeft de opleiding aan je verwachtingen voldaan? ............................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 124 - Wat is je totale oordeel over deze opleiding? ...................................................... 1 - 2 - 3 - 4 - 5 125 - Wat vind je er erg goed aan? 126 - Wat kunnen we eraan verbeteren? 127 - Welke onderwerpen heb je gemist? 128 - Welke algemene suggesties heb je voor ons? 129 - Ga je door met het volgend niveau? Waarom wel of waarom niet? Wanneer denk je?

130 - Hoe zou je deze opleiding aan je vrienden, collega’s, of onbekenden aanbevelen? (Je mag een mooie “testimonial” voor ons schrijven.)

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 212

Voorbeeld Praktijkscriptie

Leerdoel Blz. Scriptie Leerdoel Blz. Scriptie Leerdoel Blz. Scriptie

1a 2, 3, 8, 20 6o1 7a

1b 2, 9 6o2 7b

1c 10, 15, 18 6o3 7c

1d 2 6o4 7d

6o5 7e

2a 2, 19, 25 6o6 7f

2b 17, 30 6o7

2c 4, 5 6o8 8a

2d 8, 9, 22 6o9 8b

6o10 8c

3a 2 6o11 8d

3b 6o12 8e

3c 2 6o13 8f

3d 6o14 8g

6o15 8h

4a 6o16 8i

4b 6o17

4c 6o18 Praktijktraining

6o19 Bewijs Uren

5a 6o20 P1 Bijlage 1 60

5b 6o21 P2 Bijlage 2 28

5c 6o22 P3 Bijlage 3 15

5d 6o23 P4 Bijlage 4 4

6o24 P5 21

6a 6o25 P6 Bijlage 5 4

6b 6o26 P7 Bijlage 6 30

6c 6o27 PT 162

6d 6o28 2

6e 6o29

6f 6o30

6g 6o31

6h 6o32

6i 6o33

6j 6o34

6k 6o35

6l 6o36

6m 6o37

6n 6o38

6o39

6o40 2

Deze tabel dien je voorin je scriptie te plaatsen. Achter elk leerdoel zet je de bladzijdennummers van je scriptie, waar je dat leerdoel hebt gehaald. In de kantlijn van je scriptie zet je het nummer en letter van dat leerdoel, zodat het makkelijk is terug te vinden. Ieder leerdoel dient gehaald te zijn. Stuur van alle praktijkuren de bewijzen als bijlagen mee. Als je bijvoorbeeld 3 uur supervisie hebt gehad, zorg dan voor een verklaring van je supervisor. Als je gecounseld bent of een workshop hebt gevolgd, dan geldt hetzelfde verhaal. Geen bewijs = niet gedaan. Voor P5 hoef je geen bewijs mee te sturen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 213

6o40

6o28

18 - 09 - 2004 - Praktijkdag - 1 Na de introductie begonnen we gelijk met een moeilijke oefening, namelijk 15 minuten stil zijn. Normaal gesproken praat ik de hele dag, zeker als ik met mensen in contact ben. Het was een vreemde gewaarwording om 15 minuten stil te zijn samen met 15 andere mensen. Eerst zaten we ontspannen op een stoel. Dat ging nog. Ik kon mijn ogen dicht doen en wegdromen. Daarna gingen we door de ruimte lopen en tegenover elkaar staan. Dat was voor mij erg confronterend. Het leek erop dat ik de gevoelens van anderen duidelijker kon waarnemen. Nu kon ik er niet van wegvluchten door te gaan praten. Het lijkt erop dat ik praten vaak als afscherming gebruik. Een afscherming om in werkelijk contact te komen met de ander. We gingen verder met een luisteroefening. Mijn oefenpartner vertelde 7 minuten lang over een gebeurtenis op haar werk. Ik mocht alleen luisteren. Ik merkte bij mezelf de neiging om steeds te reageren op. Dat deed ik wel non-verbaal, maar vroeg me af of dat was toegestaan. De andere mensen zag ik ook knikken, dus dat zal wel goed geweest zijn. Ik merkte ook mijn eigen associaties en hoe ik soms in gedachte afdwaalde. Als ik mocht spreken had ik waarschijnlijk over mijn eigen belevenissen gesproken of haar advies gegeven. Nu kon ze haar verhaal afmaken.

............

......

1a 1b

30 - 09 - 2004 - Studiegroep We hebben met elkaar eerst de feedbackregels besproken en nog een keer de geheimhoudingsregels binnen deze groep. Dat was een punt, omdat we bij elkaar thuis afspreken. Dit keer zaten we bij .... Haar man zat in de kamer ernaast te werken. Volgens ons kon hij alles horen. Ik voelde me hierdoor niet zo vrij. Uiteindelijk hebben we hem maar een kaartje voor de bioscoop gegeven. De volgende keer zorgen we ervoor dat we in alle rust en privacy kunnen werken. Goed om aan te denken als we straks echte cliënten hebben. ............ .......

2a 1d

03 - 10 - 2004 - Werk Vandaag was een collega helemaal overstuur op het werk. Hoewel ik nog maar pas begonnen ben, heb ik haar opgevangen. Ook zonder deze opleiding kwamen mensen al naar me toe. Hoewel ik geen collega’s mag counsellen volgens de ethische code (dubbele relatie), heb ik haar toch een luisterend oor geboden. Ik heb me beperkt tot luisteren, parafraseren en het stellen van open vragen. Er was niet echt de tijd en ruimte om diep op haar gevoelens in te gaan. Het was fijn om te zien dat 15 minuten echte aandacht wonderen kan verrichten. Haar probleem was niet opgelost, maar ze voelde zich wel een stuk beter, doordat ze haar hart kon luchten. Ik zat te denken aan de oefening van 7 minuten luisteren. Zonder die oefening had ik misschien gelijk oplossingen aangedragen en mogelijk nog de verkeerde. Ik heb haar doorverwezen naar een counsellor met wie ze geen relatie heeft, omdat ik haar collega ben en omdat ik nog niet ver genoeg ben om haar goed te kunnen helpen.

3a+3c

07 - 10 - 2004 - Thuis Tijdens het journaal hoorde ik mijn dochter iets negatiefs zeggen over buitenlanders en achterlijke cultuur. Bij haar op school zaten ook van die “trutjes”. Ik merkte dat zij anderen aan het veroordelen was en in feite discrimineerde op grond van afkomst. Ik vraag me af hoe ik dat haar kan afleren en wat humanistische waarden en normen kan leren. Of leg ik dan mijn waarden op? Dat doe je als ouder toch best vaak. Eens in de les vragen hoe ik dat dilemma kan oplossen. Misschien kan ik dat eens met haar bespreken. Doorvragen enzo.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 214

Dossier Vaak wordt ons gevraagd hoe een dossier eruit ziet en wat je allemaal dient op te schrijven, nadat je een cliënt gecounseld of gecoacht hebt. Hiervoor zijn vele mogelijkheden. In feite kun je dat zelf bepalen. Je kunt het beste die methode kiezen die bij je doelgroep en jouw manier van werken past. Daarnaast dien je rekening te houden met de geheimhouding, de voortgangsrapportage en eventueel de regels van de instelling of het bedrijf waar je voor werkt. (Lees ook de Juridische Handleiding.)

De eerste regel is dat je altijd in het belang van je cliënt dient te handelen.

Ook bij het vastleggen van gegevens in een dossier.

Wat is het nut van een dossier? Dat je de belangrijkste feiten van de voorgaande gesprekken weer actueel in je geheugen kunt brengen. Als je veel mensen counselt of coacht, bestaat het gevaar dat je belangrijke feiten vergeet, over het hoofd ziet, of wat erger is, gegevens van diverse cliënten door elkaar gaat halen. Bij de doorverwijzing van een cliënt kan het makkelijk zijn als de nieuwe hulpverlener met toestemming van de cliënt kan doornemen wat er al is besproken. Hetzelfde geldt als je werkt in een multidisciplinair team. Het is dan noodzakelijk om van elkaar te weten wie wat doet. Een derde reden kan zijn wetenschappelijk onderzoek. (Dat mag alleen met toestemming van de cliënt en dat is aan een groot aantal ethische en wettelijke regels gebonden.) Een vierde reden is om de zaken goed met je supervisor te kunnen bespreken. Het kan je helpen bij je eigen professionalisering. Mogelijk kun je oude dossiers doornemen en zien hoe je gegroeid bent en kijken of je iets mogelijk beter had kunnen doen. Bewijsmateriaal kan een vijfde reden zijn. Het kan zijn dat een cliënt om het leven komt. Het kan zijn dat er mensen, bijvoorbeeld familie of een arts, van mening zijn dat dat door jouw toedoen komt. Het is dan belangrijk dat je aan kunt tonen dat je juist hebt gehandeld en dat de doodsoorzaak niet bij jou ligt. Een zesde reden om dossiers bij te houden is dat cliënten het fijn kunnen vinden om alles nog eens na te lezen. Een zevende reden kan zijn dat je tijdens het counsellen of coachen beter bij de les bent, omdat je daarna de belangrijkste zaken dient op te schrijven. Mogelijk kun jezelf nog meer voordelen bedenken.

Wat zijn de nadelen van dossiers? Dat ze in de verkeerde handen kunnen komen. Je hebt een geheimhoudingsplicht. Ze kunnen gestolen worden. Bepaalde instanties kunnen je dwingen ze af te staan. Als je geen dossiers hebt, dan kan dat ook niet gebeuren. Een kleiner nadeel is dat het enige tijd kost om het steeds bij te werken. En tot slot is niet iedere cliënt even blij met een dossier als het niet echt nodig is.

Hoe lang dien je een dossier te bewaren? Dat kun jezelf bepalen. Dat kan 15 jaar zijn, maar ook 1 jaar, of totdat je de laatste sessie hebt gehad. Je kunt het de laatste sessie aan je cliënt meegeven of samen in de papierversnipperaar gooien. Het heeft ook te maken met de aard van het probleem of de uitdaging. Hoe relevant zijn de gegevens nog na een bepaalde tijd? (Als je voor een instelling werkt of lid bent van een beroepsvereniging, kunnen hun regels de tijdsduur bepalen.) (Lees ook de Juridische Handleiding m.b.t. de wet en Dossiers.)

Hoe dien je een dossier te bewaren? Veilig. Heel veilig. Niemand behalve jij, je cliënt en in bepaalde mate je supervisor mag weten wat

erin staat. Dus niet je medewerkers, collega’s, huisgenoten of inbrekers. Het veiligst is geen dossier. Daarna komt een dossier op papier of diskette (cd-ROM) zonder herkenbare gegevens m.b.t. de cliënt in een kluis. Daarna op een goed beveiligde losse computer. Sluit die computer nooit aan op internet, want het blijft eenvoudig om in de meeste computers in te breken. Iemand kan gegevens stelen en je cliënten gaan chanteren, manipuleren of gewoon zijn eigen nieuwsgierigheid willen bevredigen. Meegeven aan de cliënt kan ook. Ongeacht waar en hoe je een dossier bewaard, koppel dat altijd los van de naam en adresgegevens van je cliënt. Je kunt met codenummers werken. Je kunt ook aan encriptie doen. Zie internet voor de nieuwste en voor jou meest passende optie.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 215

Waar kies je voor? Je kunt ervoor kiezen om geen dossiers bij te houden. Mogelijke redenen:

Je helpt mensen die een niet al te eerlijke / eerbare levenswandel hebben.

Door de counsellings- of coachingsmethode die je gebruikt is een dossier niet relevant.

De meeste van je cliënten kunnen na 1 sessie al zelfstandig verder.

Je hebt principiële bezwaren tegen dossiers.

Je verricht geen geneeskundige handelingen.

Je bent analfabeet, blind of hebt een andere handicap waardoor je niet kunt schrijven of lezen. (Een recorder zou dan een optie zijn.)

Als je wel voor dossiers kiest, dan heb je vele mogelijkheden om die vorm te geven. De administratie zou kunnen bestaan uit 3 delen:

Naam- en adresgegevens.

Betalingsgegevens.

Inhoud van de gesprekken (het Dossier). Je kunt met de hand werken, met dure gespecialiseerde software, of voor een tussenoplossing kiezen. De keuze hangt af van het aantal cliënten dat je hebt. Je kunt klein beginnen en later op een ander

systeem overstappen. Facturen kun je met de hand intypen, maar het kan ook via een boekhoudprogramma. Ongeacht wat voor systeem je kiest, zorg ervoor dat Het Dossier geheim blijft. Zorg ook dat het zo geheim mogelijk blijft, dat een bepaalde cliënt langs geweest is. Bij betaling via

de bank zal dat niet lukken. In de meeste gevallen is het niet erg als de banken, de belastingdiensten en de familieleden weten dat iemand langs geweest is voor een counsellings- of coachingsgesprek. In

sommige gevallen kan dat wel bezwaarlijk zijn. Je kunt dan de optie van contante betaling aanbieden. Je geeft iemand wel een factuur, maar vermeld daarop alleen het factuurnummer, de datum, het bedrag, en eventueel een codenummer, maar niet de naam en het adres van die persoon. In je boekhouding vermeld je dat je aan persoon x een dienst hebt verleend en dat je hiervoor contant bent betaald.

Hoe kun je weten welk dossier van wie is als er geen naam op staat? Je kunt met een cliëntnummer werken. Hetzelfde nummer gebruik je bij de naam- en adresgegevens en bij de betalingsgegevens. Als het noodzakelijk is kun je ook met een tussenstap werken als extra beveiliging. Je kunt een papieren lijstje maken met cliëntnummers en achter die nummer willekeurige andere nummers zetten. De cliëntnummers gebruik je voor je administratie en de andere nummers voor je dossiers. Het lijstje met nummers houd je op een aparte plaats verborgen. Je kunt dat systeem vergelijken met de codes die je gebruikt voor elektronisch betalingsverkeer. (De TAN code bij de ING.) Mogelijk kun je nog andere methoden uitdenken.

Wat kun je in Het Dossier zetten? Nu we weten wat een dossier is, welk nut een dossier kan hebben en hoe we die zo veilig mogelijk kunnen bewaren, gaan we onderzoeken wat we erin kunnen zetten en hoe we die opbouwen. Regels:

Zet bovenaan een codenummer i.p.v. naam en adresgegevens.

Wees kort en bondig, gebruik telegramstijl. Schrijf geen romans.

Schrijf alleen relevante zaken op, dus niet de naam van de poes van de ex van de buurvrouw.

Werk schematisch en overzichtelijk.

Gebruik een schema dat past bij de counsel- of coachstijl die je hanteert.

Zorg dat je het dossier ook na lange tijd nog kunt volgen.

Ontdek een manier die voor jou en je cliënten het fijnste werkt.

Houd je persoonlijk dossier (als je die hebt) apart. (Hierin kun je beschrijven wat de sessies met jou doen en wat je met je supervisor of intervisiegroep wilt bespreken. Je kunt daarin ook de feedback van de cliënt zetten. Je onderzoekt je eigen functioneren daarin. (Die informatie is niet relevant voor de cliënt, die zijn of haar eigen dossier altijd mag inzien.)

Mogelijke andere regels die voor jou van belang zijn.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 216

Voorbeelden van Dossiers. Een goed voorbeeld van een dossier is “Het Counsel en Coach Werkboek”. Dat is geschreven om systematisch de verschillende gebieden die van belang zijn weer te geven. Tegelijk wordt het Enneagram als procesmodel gebruikt, waardoor je de verbanden tussen de gebieden ziet.

Waarschijnlijk werk je met een ander model. Onderzoek eerst met welk model je bij voorkeur werkt. Je kunt voor iedere stap een vel papier reserveren. Daarop zet je de gegevens die tijdens het gesprek naar bovenkomen. Mogelijk zijn er een aantal standaard zaken die je graag van iedere cliënt wilt weten. Je kunt hiervoor een checklist maken. Wat op die checklist komt te staan hangt af van je doelgroep. Als je werkt met mensen die een eetprobleem hebben komt daarop iets anders te staan, dan bij het counsellen van mensen, die door hun partner worden mishandeld. Als je oplossingsgericht werkt komen er andere zaken in te staan, dan bij de psychodynamisch benadering. Heb je een matig geheugen dan schrijf je meer op, dan bij een uitstekend geheugen. Werk je 100% Rogeriaans, dan gebruik je geen model en schrijf je chronologisch op wat van belang is. Je kunt ook informatie ordenen naar: Denken, Voelen, Doen, Intuïtie. Dat zou je weer kunnen onderverdelen in Verleden, Heden, Toekomst, Actie. Je hebt dan 16 gebieden waarover je informatie noteert. In de blauwdruk van je dossier komen dus de volgende zaken:

Codenummer.

Een vragenlijst met relevante vragen, die je bij de intake gebruikt.

De stappen van het gebruikte counsellings- of coachingsmodel.

Voldoende ruimte voor je schematische aantekeningen. Gebruik je meerdere modellen en heb je diverse soorten cliënten, dan kun je meerdere soorten dossiers maken. Zet al die voorbeelden in je computer. Je kunt ze dan op je pc invullen of eerst uitdraaien en ze met de hand invullen. Als je meer ervaring hebt, dan kun je natuurlijk van systeem veranderen, zodat het steeds beter bij jou en je cliënten aansluit. Als je vanuit organisaties werkt, dan hebben die mogelijk een gestandaardiseerd systeem dat je dient te gebruiken. Ongeacht hoe je de informatie ordent, de cliënt, als mens, dient centraal te blijven staan. Het gaat om je cliënt en hoe je die het beste kunt helpen. Het dossier kan een hulp zijn. Je mag nooit een cliënt in vakjes duwen die voor hem of haar niet relevant zijn. Je mag ook geen vragen stellen die niet relevant zijn. Als iemand bijvoorbeeld komt, omdat hij of zij volgende week een speech moet geven voor 1000 mensen, dan is het waarschijnlijk niet relevant naar iemands algemene medische of psychische geschiedenis te vragen. Het is ook niet relevant om naar iemands drugsgebruik te vragen. Bij iemand met een burn-out kunnen deze zaken wel van belang zijn. Ontwerp dus je eigen dossiers en vergelijk die met elkaar in je studiegroep. Je dossier verwerk je ook in je scriptie m.b.t. je leerdoelen. Dat kan een niet ingevuld voorbeeld zijn. Of een fantasie voorbeeld hoe je die zou invullen. Je kunt i.v.m. de geheimhouding niet de details van een cliënt verwerken, omdat je al een verklaring van een cliënt inlevert en we zouden die gegevens dan kunnen koppelen.

Wel of geen Dossier? Wij laten het vrij of je dossiers aanlegt of niet. Het is een persoonlijke keuze. Je dient zelf de voor- en nadelen af te wegen. Lees de Juridische Handleiding om te zien wat de Wet voorschrijft en onderzoek of die wetten van toepassing zijn op jou. Wel dien je in het kader van je opleiding aan te tonen dat je een dossier kunt aanleggen en dus voorbeelden ervan met je scripties mee te sturen.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 217

Folder Als je een eigen counsellings- of coachingspraktijk begint, dan is het goed om een informatiefolder te hebben. We zullen je geen kant en klare folder geven, wel geven we globaal aan wat je erin kunt zetten.

Wat counselling / coaching is.

Voor wie counselling / coaching is.

Hoe je werkt.

Hoe je te bereiken bent (telefoon [tijden] - e-mail - post)

Je werktijden.

Je tarief.

De ethische code, lid van beroepsvereniging, mogelijkheid tot klacht indienen.

Wie je bent (korte achtergrond informatie, opleiding, werkervaring, specialisatie)

Waar je praktijk is.

Andere diensten die je aanbiedt.

Routebeschrijving (Kaartje).

Verwijzing naar je site en de algemene voorwaarden. Een goede folder maken is niet eenvoudig. Stop hier voldoende tijd, energie en onderzoek in. Bestudeer sites en folders van anderen om ideeën op te doen. Kijk wat je aanspreekt en vooral wat je cliënten aanspreekt. Druk / print / kopieer het eerst in kleine oplagen en onderzoek wat de tekst met iemand doet. Laat het door vele mensen lezen terwijl je erbij staat en vraagt om hun commentaar, zodat je tot een steeds betere versie komt. Denk ook aan de lay-out, de spelling, de kleuren, duidelijkheid en volledigheid. Je kunt ook zaken uitbesteden aan diverse specialisten. Maar die blijven afhankelijk van wat je hun aanlevert.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 218

Contract Je kunt met je cliënten een mondeling contract afsluiten, maar ook schriftelijk. Een schriftelijk contract heeft het voordeel dat er minder misverstanden mogelijk zijn. De volgende zaken kunnen in een contract staan:

Hoe vaak de sessies zijn en de lengte per sessie.

Het minimum en eventueel het maximum aantal sessies.

Garantie dat de counsellor gedurende de gehele tijd aanwezig zal zijn, ook al komt de cliënt niet.

Het gebruik van de telefoon, brieven en e-mail.

De financiële afspraken m.b.t. de sessies, brieven, e-mails en telefoongesprekken.

Regeling m.b.t. prijsveranderingen. (Dat je het ruim vooraf aankondigt.)

Regeling m.b.t. het afzeggen van de sessies, voor beide partijen, inclusief het financiële aspect.

De grenzen van de vertrouwelijkheid.

Informatie over de eventuele dossiers.

Het feit dat je een inspanningsverplichting levert.

Refereer aan je algemene handelsvoorwaarden en de ethische code.

Vermeld je beroepsorganisatie en dat je onder hun tuchtrecht valt.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 219

Algemene Voorwaarden

voor levering aan consumenten. (Voor de levering aan bedrijven is er een andere standaardversie.)

Zo ziet een standaard uitdraai van de Algemene Voorwaarden eruit. Je dient die wel op maat voor je eigen praktijk te maken. Wat je aanpast hangt af van wat je diensten zijn, hoe je werkt, voor wie en welke voorwaarden je op wilt stellen. Maak hem op maat voor je eigen bedrijf en laat hem door een jurist of andere expert op dat gebied controleren voordat je hem deponeert en er naar verwijst. Houd rekening met de wettelijke regels voor counsellors of coaches en de ethische code. Zorg ervoor dat je vastlegt dat je een inspanningsverplichting hebt. Het opstellen van je voorwaarden is een waardevolle investering. VAN:

Je (bedrijfs)naam en adres. hierna te noemen: gebruiker

Artikel 1 Definities In deze algemene voorwaarden worden de hiernavolgende termen in de navolgende betekenis

gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven.

Gebruiker: de gebruiker van de algemene voorwaarden; De consument: een wederpartij die een natuurlijke persoon is en niet handelt in de uitoefening van een bedrijf of beroep; Overeenkomst: de overeenkomst tussen gebruiker en de consument; De consumentenkoop: de overeenkomst tot koop en verkoop met betrekking tot een roerende

zaak, die wordt gesloten door een verkoper die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, en een de consument, natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.

Artikel 2 Algemeen 1. Deze voorwaarden gelden voor iedere aanbieding, offerte en overeenkomst tussen gebruiker en

een de consument waarop gebruiker deze voorwaarden van toepassing heeft verklaard, voor zover van deze voorwaarden niet door partijen uitdrukkelijk en schriftelijk is afgeweken.

2. De onderhavige voorwaarden zijn eveneens van toepassing op overeenkomsten met gebruiker,

voor de uitvoering waarvan derden dienen te worden betrokken. 3. Eventuele afwijkingen op deze algemene voorwaarden zijn slechts geldig indien deze

uitdrukkelijk schriftelijk zijn overeengekomen. (Zie ook: Artikelsgewijze toelichting onder 1).

Artikel 3 Aanbiedingen en offertes 1. Alle aanbiedingen en offertes zijn vrijblijvend en geschieden in enigerlei schriftelijke vorm, tenzij

gebruiker om praktische, spoedeisende of andere redenen van een schriftelijk aanbod afziet. Het aanbod voorziet in een dagtekening of datum, of is naar datum bepaalbaar.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 220

2. Gebruiker is slechts aan aanbiedingen en offertes gebonden indien de aanvaarding hiervan door de consument, bij voorkeur schriftelijk, binnen 30 dagen geschiedt. De in een offerte vermelde prijzen zijn inclusief BTW, tenzij anders aangegeven.

3. Gebruiker kan niet aan zijn aanbiedingen en offertes worden gehouden indien de consument, naar termen van redelijkheid en billijkheid en in het maatschappelijk verkeer gangbare opvattingen, had behoren te begrijpen dat de aanbieding of offerte danwel een onderdeel daarvan een kennelijke vergissing of verschrijving bevat.

4. Indien de aanvaarding (op ondergeschikte punten) afwijkt van het in de offerte opgenomen

aanbod is gebruiker daaraan niet gebonden. De overeenkomst komt dan niet overeenkomstig deze afwijkende aanvaarding tot stand, tenzij gebruiker anders aangeeft.

5. Een samengestelde prijsopgave verplicht gebruiker niet tot levering van een deel van de in de

aanbieding of offerte begrepen zaken tegen een overeenkomstig deel van de opgegeven prijs. 6. Aanbiedingen of offertes gelden niet automatisch voor nabestellingen.

(Zie ook: Artikelsgewijze toelichting onder 2).

Artikel 4 Totstandkoming van de overeenkomst De overeenkomst komt tot stand door tijdige aanvaarding door de consument van gebruikers

aanbod.

Artikel 5 Levering 1. Tenzij anders overeengekomen, geschiedt levering af fabriek/winkel/magazijn van gebruiker. 2. De consument is verplicht de gekochte zaken af te nemen op het moment waarop hem deze ter

beschikking staan of aan hem ter hand worden gesteld.

3. Indien de consument de afname weigert of nalatig is met het verstrekken van informatie of instructies, noodzakelijk voor de levering, zullen de voor levering bestemde artikelen worden opgeslagen voor risico van de consument nadat gebruiker hem heeft verwittigd. De consument zal in dat geval alle aanvullende kosten verschuldigd zijn.

4. Komen gebruiker en de consument bezorging overeen, dan geschiedt bezorging van aankopen

kosteloos, tenzij gebruiker bij het sluiten van de overeenkomst aan de consument de vastgestelde condities heeft medegedeeld. Gebruiker behoudt het recht bij levering de kosten voor bezorging afzonderlijk te factureren.

5. Indien is overeengekomen dat levering in fasen zal worden uitgevoerd kan gebruiker de

uitvoering van die onderdelen die tot een volgende fase behoren opschorten tot dat de consument de resultaten van de daaraan voorafgaande fase schriftelijk heeft goedgekeurd.

6. Indien gebruiker gegevens behoeft van de consument in het kader van uitvoering van de

overeenkomst, vangt de levertijd aan nadat de consument deze aan gebruiker ter beschikking heeft gesteld.

7. Indien gebruiker een termijn voor levering heeft opgegeven, is deze indicatief. Een opgegeven

levertijd is dan ook nimmer een fatale termijn. De uiteindelijke levertijd zal de opgegeven levertijd echter nimmer met meer dan één week overschrijden, tenzij er sprake is van overmacht. Bij overschrijding van een termijn dient de consument gebruiker schriftelijk ingebreke te stellen. (Zie ook: Artikelsgewijze toelichting onder 3).

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 221

Artikel 6 Garantie 1. Gebruiker garandeert dat de te leveren zaken voldoen aan de gebruikelijke eisen en normen die

daaraan kunnen worden gesteld en vrij zijn van welke gebreken ook.

2. De onder 1. genoemde garantie geldt eveneens indien de te leveren zaken zijn bestemd voor het

gebruik in het buitenland en de consument van dit gebruik ten tijde van het aangaan van de overeenkomst uitdrukkelijk schriftelijk melding heeft gemaakt aan gebruiker.

3. De onder 1. genoemde garantie geldt gedurende een periode van 3 / 6 / 12 / 24 maanden na

levering. 4. Gebruiker verschaft de consument een schriftelijk garantiebewijs. Bij gebreke hiervan geldt het

aankoopbewijs als bewijs met betrekking tot de garantie. 5. Indien de te leveren zaken niet voldoen aan deze garanties, zal gebruiker de zaak binnen redelijke

termijn na ontvangst daarvan danwel, indien retournering redelijkerwijze niet mogelijk is, na schriftelijke kennisgeving ter zake van het gebrek door de consument, naar keuze van gebruiker

vervangen of zorgdragen voor herstel. In geval van vervanging verbindt de consument zich reeds nu de vervangen zaak aan gebruiker te retourneren en de eigendom daarover aan gebruiker te verschaffen.

6. De te dezen genoemde garantie geldt niet wanneer het gebrek is ontstaan als gevolg van

onoordeelkundig of oneigenlijk gebruik of wanneer, zonder schriftelijke toestemming van gebruiker, de consument of derden wijzigingen hebben aangebracht dan wel trachten aan te brengen aan de zaak of deze hebben aangewend voor doeleinden waarvoor de zaak niet bestemd is.

7. Indien de geleverde zaak niet overeenstemt met hetgeen was overeengekomen en deze niet-

conformiteit een gebrek is in de zin van de regeling van de productaansprakelijkheid, dan is gebruiker niet aansprakelijkheid voor de daaruit voortvloeiende gevolgschade.

8. Het in deze algemene voorwaarden bepaalde ter zake van garantie, laat onverlet de

garantieaanspraken van de consument uit hoofde van de wet, alles met inachtneming van het in deze algemene voorwaarden en de overeenkomst bepaalde, daaronder begrepen de aard en de hoedanigheid van hetgeen aan de consument is verkocht en geleverd. (Zie ook: Artikelsgewijze toelichting onder 4).

Artikel 7 Monsters en modellen 1. Indien door gebruiker een model of monster is getoond of verstrekt aan de consument, dan staat

gebruiker er voor in dat de zaak daarmee overeenstemt, tenzij het verstrekken of het tonen gold als wijze van aanduiding.

Artikel 8 Eigendomsvoorbehoud

1. Gebruiker blijft volledig eigenaar van de geleverde zaak tot het moment dat de koopprijs volledig is voldaan.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 222

Artikel 9 Onderzoek, reclames 1. De consument is gehouden het geleverde op het moment van (af)levering, doch in ieder geval

binnen zo kort mogelijke termijn te (doen) onderzoeken. Daarbij behoort de consument te

onderzoeken of kwaliteit en kwantiteit van het geleverde overeenstemmen met hetgeen is overeengekomen, althans voldoet aan de eisen die daaraan in het normale (handels-) verkeer gelden.

2. Eventuele zichtbare tekorten behoren binnen drie dagen na levering schriftelijk aan gebruiker te

worden gemeld dit met gelijktijdige overhandiging van het garantiebewijs en de gebrekkige zaak, tenzij dit onmogelijk dan wel onredelijk bezwarend is.

3. Een niet zichtbaar gebrek dient de consument binnen acht dagen na ontdekking, doch uiterlijk

binnen de garantietermijn te melden aan gebruiker met inachtneming van het in het vorig lid van dit artikel bepaalde. Na verloop van de garantietermijn is gebruiker gerechtigd alle kosten voor reparatie of vervanging, inclusief administratie-, verzend- en voorrijdkosten in rekening te brengen.

4. Indien ingevolge het vorig lid tijdig wordt gereclameerd, blijft de consument verplicht tot afname en betaling van de gekochte zaken. Wenst de consument gebrekkige zaken te retourneren, dan geschiedt zulks met voorafgaande schriftelijke toestemming van de gebruiker en op de wijze zoals door gebruiker aangegeven. (Zie ook: Artikelsgewijze toelichting onder 5).

Artikel 10 Risico-overgang 1. Het risico van verlies of beschadiging van de producten die voorwerp van de overeenkomst zijn,

gaat op de consument over op het moment waarop deze aan de consument juridisch en/of feitelijk worden geleverd en daarmee in de macht van de consument of van een door de consument aan te wijzen derden worden gebracht. (Zie ook: Artikelsgewijze toelichting onder 6).

Artikel 11 Prijsverhoging 1. Indien gebruiker met de consument bij het sluiten van de overeenkomst een bepaalde prijs

overeenkomt, is gebruiker niettemin gerechtigd tot verhoging van de prijs, ook wanneer de prijs oorspronkelijk niet onder voorbehoud is opgegeven.

2. Indien een prijsverhoging plaatsvindt binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst,

kan de consument de overeenkomst door een schriftelijke verklaring ontbinden ongeacht het percentage van de verhoging, tenzij - de prijsverhoging voortvloeit uit een bevoegdheid of een op de gebruiker rustende verplichting ingevolge de wet of - indien bedongen is dat de aflevering langer dan drie maanden na de koop zal plaatsvinden. (Zie ook: Artikelsgewijze toelichting onder 7).

Artikel 12 Betaling 1. Tenzij anders overeengekomen dient betaling netto contant plaats te vinden bij levering. 2. Indien betaling niet contant plaatsvindt dient deze te geschieden binnen 14 dagen na

factuurdatum, op een door gebruiker aan te geven wijze en in de valuta waarin is gefactureerd. 3. Bezwaren tegen de hoogte van de facturen schorten de betalingsverplichting niet op.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 223

4. Na het verstrijken van 14 dagen na de factuurdatum is de consument van rechtswege in verzuim; de consument is vanaf het moment van in verzuim treden over het opeisbare bedrag een rente verschuldigd van 1% per maand, tenzij de wettelijke rente hoger is in welk geval de wettelijke rente geldt.

5. In geval van faillissement, surseance van betaling of curatele zijn de vorderingen van gebruiker en

de verplichtingen van de consument jegens gebruiker onmiddellijk opeisbaar. 6. Gebruiker heeft het recht de door de consument gedane betalingen te laten strekken in de eerste

plaats in mindering van de kosten, vervolgens in mindering van de opengevallen rente en tenslotte in mindering van de hoofdsom en de lopende rente. Gebruiker kan, zonder daardoor in verzuim te komen, een aanbod tot betaling weigeren, indien de consument een andere volgorde voor de toerekening aanwijst. Gebruiker kan volledige aflossing van de hoofdsom weigeren, indien daarbij niet eveneens de opengevallen en lopende rente alsmede de kosten worden voldaan. (Zie ook: Artikelsgewijze toelichting onder 8).

Artikel 13 Opschorting en ontbinding 1. Gebruiker is bevoegd de nakoming van de verplichtingen op te schorten of de overeenkomst te

ontbinden, indien:

- De consument de verplichtingen uit de overeenkomst niet of niet volledig nakomt. - na het sluiten van de overeenkomst gebruiker ter kennis gekomen omstandigheden goede grond geven te vrezen dat de consument de verplichtingen niet zal nakomen. In geval er goede grond bestaat te vrezen dat de consument slechts gedeeltelijk of niet behoorlijk zal nakomen, is de opschorting slechts toegelaten voor zover de tekortkoming haar rechtvaardigt. - de consument bij het sluiten van de overeenkomst verzocht is zekerheid te stellen voor de voldoening van zijn verplichtingen uit de overeenkomst en deze zekerheid uitblijft of onvoldoende is.

2. Voorts is gebruiker bevoegd de overeenkomst te (doen) ontbinden indien zich omstandigheden

voordoen welke van dien aard zijn dat nakoming van de overeenkomst onmogelijk of naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet langer kan worden gevergd dan wel indien zich anderszins omstandigheden voordoen welke van dien aard zijn dat ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst in redelijkheid niet mag worden verwacht.

3. Indien de overeenkomst wordt ontbonden zijn de vorderingen van gebruiker op de consument

onmiddellijk opeisbaar. Indien gebruiker de nakoming van de verplichtingen opschort, behoudt hij zijn aanspraken uit de wet en overeenkomst.

4. Gebruiker behoudt steeds het recht schadevergoeding te vorderen.

Artikel 14 Incassokosten 1. Is de consument in gebreke of in verzuim met het nakomen van één of meer van zijn

verplichtingen, dan komen alle redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte voor rekening van de consument. Indien de consument in gebreke blijft in de tijdige voldoening van een geldsom, dan verbeurt hij een dadelijk opeisbare boete van 15% over het nog verschuldigde bedrag. Dit met een minimum van € 50,00.

2. Indien gebruiker aantoont hogere kosten te hebben gemaakt, welke redelijkerwijs noodzakelijk

waren, komen ook deze voor vergoeding in aanmerking.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 224

3. De eventuele gemaakte redelijke gerechtelijke en executiekosten komen eveneens voor rekening van de consument.

4. De consument is over de gemaakte incassokosten rente verschuldigd.

(Zie ook: Artikelsgewijze toelichting onder 9).

Artikel 15 Vrijwaringen 1. De consument vrijwaart gebruiker voor aanspraken van derden met betrekking tot rechten van

intellectuele eigendom op door de consument verstrekte materialen of gegevens, die bij de uitvoering van de overeenkomst worden gebruikt.

2. Indien de consument aan gebruiker informatiedragers, elektronische bestanden of software etc.

verstrekt, garandeert deze dat de informatiedragers, elektronische bestanden of software vrij zijn van virussen en defecten.

Artikel 16 Intellectuele eigendom en auteursrechten 1. Onverminderd het overigens in deze algemene voorwaarden bepaalde behoudt gebruiker zich de

rechten en bevoegdheden voor die gebruiker toekomen op grond van de Auteurswet.

2. Het is de consument niet toegestaan veranderingen in de zaken aan te brengen, tenzij uit de aard van het geleverde anders volgt of schriftelijk anders is overeengekomen.

3. De in het kader van de overeenkomst eventueel door de gebruiker tot stand gebrachte ontwerpen, schetsen, tekeningen, films, software en andere materialen of (elektronische) bestanden, blijven eigendom van gebruiker, ongeacht of deze aan de consument of aan derden ter hand zijn gesteld, tenzij anders is overeengekomen.

4. Alle door gebruiker eventueel verstrekte stukken, zoals ontwerpen, schetsen, tekeningen, films, software, (elektronische) bestanden enz., zijn uitsluitend bestemd om door de consument te

worden gebruikt en mogen niet door hem zonder voorafgaande toestemming van gebruiker worden verveelvoudigd, openbaar gemaakt of ter kennis van derden worden gebracht, tenzij uit de aard van de verstrekte stukken anders voortvloeit.

5. Gebruiker behoudt het recht de eventueel door de uitvoering van de werkzaamheden toegenomen kennis voor andere doeleinden te gebruiken, voorzover hierbij geen vertrouwelijke informatie ter kennis van derden wordt gebracht.

Artikel 17 Aansprakelijkheid 1. Indien door gebruiker geleverde zaken gebrekkig zijn, is de aansprakelijkheid van gebruiker

jegens de consument beperkt tot hetgeen in deze voorwaarden onder “Garanties” is geregeld.

2. Wanneer de producent van een gebrekkige zaak aansprakelijk is voor gevolgschade, dan wordt

de aansprakelijkheid van de gebruiker beperkt tot herstel of vervanging van de zaak, dan wel terugbetaling van de koopprijs.

3. Onverminderd het bovenstaande is gebruiker niet aansprakelijk indien de schade is te wijten aan opzet en / of grove schuld en / of verwijtbaar handelen, dan wel onoordeelkundig of oneigenlijk gebruik van de consument.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 225

4. De in deze voorwaarden opgenomen beperkingen van de aansprakelijkheid voor directe schade gelden niet indien de schade te wijten is aan opzet of grove schuld van gebruiker of zijn ondergeschikten.

5. (Zie ook: Artikelsgewijze toelichting onder 10).

Artikel 18 Overmacht 1. Partijen zijn niet gehouden tot het nakomen van enige verplichting, indien zij daartoe gehinderd

worden als gevolg van een omstandigheid die niet is te wijten aan schuld, en noch krachtens de wet, een rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor hun rekening komt.

2. Onder overmacht wordt in deze algemene voorwaarden verstaan naast hetgeen daaromtrent in

de wet en jurisprudentie wordt begrepen, alle van buiten komende oorzaken, voorzien of niet-voorzien, waarop gebruiker geen invloed kan uitoefenen, doch waardoor gebruiker niet in staat is de verplichtingen na te komen. Werkstakingen in het bedrijf van gebruiker worden daaronder begrepen.

3. Gebruiker heeft ook het recht zich op overmacht te beroepen, indien de omstandigheid die (verdere) nakoming verhindert, intreedt nadat gebruiker zijn verbintenis had moeten nakomen.

4. Partijen kunnen gedurende de periode dat de overmacht voortduurt de verplichtingen uit de

overeenkomst opschorten. Indien deze periode langer duurt dan twee maanden is ieder der partijen gerechtigd de overeenkomst te ontbinden, zonder verplichting tot vergoeding van schade aan de andere partij.

5. Voorzoveel gebruiker ten tijde van het intreden van overmacht inmiddels gedeeltelijk zijn

verplichtingen uit de overeenkomst is nagekomen of deze zal kunnen nakomen, en aan het nagekomen respectievelijk na te komen gedeelte zelfstandige waarde toekomt, is gebruiker gerechtigd om het reeds nagekomen respectievelijk na te komen gedeelte separaat te factureren. De consument is gehouden deze factuur te voldoen als ware het een afzonderlijk overeenkomst. (Zie ook: Artikelsgewijze toelichting onder 11).

Artikel 19 Geschillen 1. De rechter in de vestigingsplaats van gebruiker is bij uitsluiting bevoegd van geschillen kennis te

nemen, tenzij de kantonrechter bevoegd is. Niettemin heeft gebruiker het recht het geschil voor te leggen aan de volgens de wet bevoegde rechter.

2. Partijen zullen eerst een beroep op de rechter doen nadat zij zich tot het uiterste hebben

ingespannen een geschil in onderling overleg te beslechten. (Zie ook: Artikelsgewijze toelichting onder 12).

Artikel 20 Toepasselijk recht 1. Op elke overeenkomst tussen gebruiker en de consument is Nederlands recht van toepassing. Het

Weens koopverdrag is uitdrukkelijk uitgesloten. 2. Ingeval van uitleg van de inhoud en strekking van deze algemene voorwaarden, is de

Nederlandse tekst daarvan steeds bepalend.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 226

Artikel 21 Wijziging, uitleg en vindplaats van de voorwaarden 1. Deze voorwaarden zijn gedeponeerd ten kantore van de Kamer van Koophandel te .............

2. Ingeval van uitleg van de inhoud en strekking van deze algemene voorwaarden, is de Nederlandse tekst daarvan steeds bepalend.

3. Van toepassing is steeds de laatst gedeponeerde versie c.q. de versie zoals die gold ten tijde van

het totstandkomen van de overeenkomst. De digitale versie inclusief toelichting is bij de K.v.K. te bestellen: www.kvk.nl.

© Academie voor Counselling en Coaching (ACC) - PraktijkBoek V3.7 - www.counselling.nl - 227

Instructies voor de Trainer

De trainers zijn al op de hoogte van deze instructies. We zetten ze hier neer, zodat je als student weet dat die instructies van de Academie komen en de trainer die niet kan veranderen. We hebben een aantal minimale grenzen, omdat die je bij je professionalisering helpen.

Het doel van de opleidingen van de ACC en dus ook de praktijktrainingen is om de studenten te leren counsellen en/of coachen. De oefeningen kunnen de studenten helpen bij het behalen van hun leerdoelen. De student is zelf verantwoordelijk voor het behalen ervan. Als trainer probeer je de studenten zoveel mogelijk te helpen die leerdoelen te behalen, zodat ze goed kunnen counsellen en/of coachen. Je kunt gebruik maken van de aangegeven oefeningen, maar het is ook mogelijk om bepaalde oefeningen te vervangen door voor dat moment betere oefeningen. Welke oefeningen er gedaan worden hangt af van de studenten, de trainer, de groepsdynamica, het moment, actuele gebeurtenissen, de gebruikte ruimte etc. Het is ook mogelijk om bepaalde specialisten uit te nodigen, korte films te vertonen of ze op andere wijzen praktijkervaring te laten opdoen. Het is wel zo dat het zelf doen, het ervaren, het feedback geven en ontvangen minimaal 85% van de tijd dient te zijn. Maximaal 15% van de tijd mag passief toehoren of kijken zijn.

Begin strikt op tijd, ook al komen er mensen later. De reden daarvoor is dat je laatkomers anders zou belonen en mensen die wel op tijd komen straft. Hierdoor komt na verloop van tijd iedereen steeds later. De tweede reden is dat we het maximale profijt willen halen uit die 60 uur. 10:00 uur is 10:00 uur en geen 10:01. We willen graag professionele counsellors en coaches en geen lama waaien mensen. In het bedrijfsleven is het normaal om op tijd te komen. Je kunt als counsellor of coach niet te laat komen bij je cliënten.

Vertel geen theoretische zaken die de student zelf in de literatuur had kunnen lezen. Maak wel koppelingen tussen de theorie, de oefeningen en de ervaringen en geef waar nodig enige toelichting.

De praktijklessen zijn er voor om de theorie in de praktijk te brengen en niet om de theorie te leren. Hierdoor beloon je de mensen die de lessen wel goed hebben voorbereid.

Je hebt een trainer - student relatie, andere relaties zijn niet toegestaan, zie ethische code.

Let op de naleving van de eerder gegeven regels: Ethische Code, Randvoorwaarden, Feedback regels en de Hulpen voor Innerlijke Groei.

Een gelukkig en gezond leven

is het product van goede gewoontes.