WERKBOEK VOOR COACHING
Transcript of WERKBOEK VOOR COACHING
WERKBOEK VOOR COACHINGdoor
Mieke Voogd
© 2013 – Mieke Voogd (5e herziene versie, geringe inhoudelijke wijzigingen, digitale vorm)
Omslag: Frank Straatman (www.frankstraatman.nl)
Vormgeving: Mieke van Kapel (www.miekevankapel.nl)
Uitgeverij: www.kirjaboek.nl
ISBN-10: 90-77764-56-9
ISBN-13: 978-90-77764-56-5
WelkomIn uw functie als leidinggevende of als professional werkt u dagelijks met mensen
in complexe, steeds veranderende omstandigheden. Er moet méér gebeuren met
minder middelen. Klanten worden kritischer en hebben meer invloed. Regelgeving
verandert voortdurend. Reorganisaties en fusies brengen ingrijpende veranderingen
met zich mee.
Bij elke organisatie- en gedragsverandering speelt u als leidinggevende en/of pro-
fessional een sleutelrol. Via uw gedrag oefent u dagelijks invloed uit op uw collega’s,
medewerkers en/of cliënten. De mate waarin u daarin succesvol bent, bepaalt mede
het succes van uw organisatie. Hoe groter uw verantwoordelijkheid voor anderen
hoe groter de impact van uw handelen op het succes van uw organisatie.
Onderhoud aan uw persoonlijke effectiviteit en coachend vermogen is daarom onmis-
baar. Uw persoonlijke ontwikkeling komt direct ten goede aan uw cliënten, collega’s
en medewerkers. Het motto van Coach² is, dat je een ander zo ver kunt helpen als je
zelf bent. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor onszelf.
Dit boek is een hulpmiddel bij uw leerproces en bevat 4 hoofdstukken.
Hoofdstuk 1: Sensitiviteit.
Effectiever invloed nemen begint met het ontwikkelen van uw gevoeligheid voor uw
omgeving en uzelf. Hoe neemt u situaties waar en wat roept dat bij u op?
Hoofdstuk 2: Pro-activiteit.
De volgende stap is het bepalen van uw reactie op datgene wat u waarneemt. U kiest
hoe u wilt omgaan met de omstandigheden. Hoe bepaalt u uw koers? In hoeverre
laat u zich leiden en in hoeverre bent u zelf bepalend?
Hoofdstuk 3: Interactie.
Omdat u met mensen werkt, realiseert u datgene wat u wilt vrijwel altijd in interactie
met anderen. Dáár wordt uw effectiviteit uiteindelijk bepaald. Hoe bouwt u vertrou-
wen op? In hoeverre hebt u grip op de interactie met anderen?
Hoofdstuk 4: Leren.
Een coachingstraject is een leerproces. In dit hoofdstuk krijgt u inzicht in het verloop
van dit proces. U gaat bewust leren. Dit geeft u kennis en ervaring om het leerproces
van een ander beter te kunnen begeleiden.
Hoe de hoofdstukken met elkaar in verband staan wordt hieronder schematisch
weergegeven.
Elk hoofdstuk bevat een aantal paragrafen. In elke paragraaf wordt een theorie of
model geïntroduceerd welke we bij Coach² gebruiken om het hoofdthema aan te
leren. Elke paragraaf geeft een korte beschrijving van die theorie en voorbeelden van
leervragen die u uitnodigen de theorie voor uzelf praktisch te maken.
Leeswijzer
U kunt met elke paragraaf in het boek beginnen. Om een richting te geven kunnen
de volgende vragen helpen:
- Inzicht krijgen in wie je bent, je drijfveren en motivatie? Begin bij hoofdstuk 1
- Grip krijgen op wat je wilt, meer zelf aan het roer staan? Begin bij hoofdstuk 2
- Voldoening en plezier beleven aan interactie met anderen? Begin bij hoofdstuk 3
- Verder komen met hoe je leert, je persoonlijke ontwikkeling anders aanpakken?
Begin bij hoofdstuk 4.
Een meer intuïtieve manier om met het boekje aan de slag te gaan is er snel door-
heen lezen (dat kan in een paar uur) en dan meer tijd gaan besteden aan die para-
grafen die je echt intrigeren; daar heb je iets te halen.
Coaches raad ik aan extra aandacht te geven aan de laatste paragraaf van elk hoofd-
stuk. Daarin wordt u uitgedaagd uw eigen ervaringen in coaching en persoonlijke
ontwikkeling door te vertalen naar uw manier van coachen.
Het boek is nadrukkelijk ondersteunend: we behandelen alleen die paragrafen die in
uw leerproces van toegevoegde waarde zijn. De laatste paragraaf van elk hoofdstuk
is de Coach² paragraaf. Deze bevat een paar makkelijke antwoorden en een paar
moeilijke vragen die u helpen om uw eigen coachend vermogen uit te breiden. Uw
eigen ervaringen als gecoachte zijn steeds het vertrekpunt.
In dit werkboek voor coaching wordt u aangesproken met “je/jij”, omdat dit past bij
het persoonlijke karakter van de gesprekken. Ik heet je van harte welkom bij Coach²!
Mieke Voogd
Coach²
‘alleen de liefde bouwt op’(1 kor 8: 1)
9 Coach2 - Werkboek voor coaches
Inhoud1. Sensitiviteit 11
1.1. Emotionele intelligentie 13 1.2. Sensitiviteit 16 1.3. Gezonde en ongezonde stress 18 1.4. Gevoelens losmaken 22 1.5. Jouw verhaal 24 1.6. Schaduwkanten 27 1.7. Coach²: Leren verbinden met zichzelf 30
2. Pro-activiteit 31
2.1. Eigenschappen van effectieve leiders 32 2.2. Invloed en betrokkenheid 35 2.3. Invloed op je gedrag 40 2.4. Invloed op je emoties 44 2.5. Invloed op je veerkracht 47 2.6. Invloed op je tijd 49 2.7. Coach²: Leren invloed nemen 51
10 Coach2 - Werkboek voor coaches
3. Interactie 53
3.1. Communicatie 55 3.2. Actief luisteren 59 3.3. Feedback 62 3.4. Vertrouwen 65 3.5. Kernkwaliteiten 67 3.6. Roos van Leary 70 3.7. Transactionele analyse 73 3.8. Coach²: Leren verbinden met anderen 78
4. Leren 80
4.1. De structuur van een coachingstraject 82 4.2. U-curve van het leren 86 4.3. Leercyclus 90 4.4. Reflecteren 93 4.5. Bewust bekwamen 96 4.6. Autobiografie in vijf hoofdstukken 98 4.7. Coach²: Leren leren 99
Slot 102
Over Coach² 103
Over de auteur 106
11 Coach2 - Werkboek voor coaches
Sensitiviteit
Inleiding
Je verbinden met jezelf, oftewel je jezelf serieus nemen: het is een onmisbaar onder-
deel van je emotionele intelligentie (paragraaf 1.1.). Een realistisch zelfbeeld dient als
stevig fundament om effectief invloed uit te kunnen oefenen, contact te maken met
anderen en zodoende zelfvertrouwen te ontwikkelen.
Hoe kun je aandacht geven aan jezelf? In de eerste plaats door te luisteren naar je
lichaam. Stap één is stil worden en ontspannen door je te richten op je ademhaling
en fysieke sensaties (paragraaf 1.2.). Veel zelfkennis is opgeslagen in je lichaam.
Ervaar je stress (paragraaf 1.3.)? En is dat voor jou gezonde of ongezonde stress?
Om gevoeliger te worden voor signalen van je lichaam, zijn bioenergetische oefenin-
gen een katalysator (paragraaf 1.4.).
Aandacht geven aan jezelf is ook luisteren naar je eigen (levens)verhaal (paragraaf
1.5.). Luister naar jouw verhaal met interesse en nieuwsgierigheid. Je kunt naar
je eigen verhaal luisteren door het eerst op te schrijven en het vervolgens te lezen
1
12 Coach2 - Werkboek voor coaches
alsof het een verhaal van een ander is. Of door het te vertellen aan een ander. Op die
manier neem je er afstand van en kun je betekenissen en rode draden ontdekken.
Aandacht geven aan jezelf is ook je schaduwkant ontdekken (paragraaf 1.6.): wat
mag je niet zijn of doen? Mag je bijvoorbeeld boos worden of onzekerheid tonen?
Probeer je ideeën hierover eens uit te dagen: waarom zou dat niet mogen of
kunnen? Je echt verbinden met jezelf is in potentie een ontdekkingsreis naar de/het
vreemde in jezelf. Het is een spannende tocht met als winst de vergroting van jouw
arsenaal aan invloedsmogelijkheden. Je persoonlijke kracht neemt toe.
13 Coach2 - Werkboek voor coaches
1.1. Emotionele intelligentie
Emotionele intelligentie (EQ) is de capaciteit onze eigen gevoelens en die van anderen
te herkennen en hier goed mee om te gaan. En ook ons vermogen onszelf te moti-
veren. Uit onderzoek is gebleken dat uitmuntende prestaties meer worden bepaald
door emotionele intelligentie dan door cognitief vermogen. Reden te meer om je
emotionele intelligentie te ontwikkelen. Maar wat is het precies, en hoe ontwikkel je
het?
Vijf emotionele en sociale basisvaardigheden
Zelfinzicht
Weten wat je op een bepaald moment voelt en gebruik maken van voorliefdes, die
je helpen bij het nemen van beslissingen; een realistische beoordeling van je eigen
bekwaamheden en een goed gefundeerd gevoel van zelfvertrouwen hebben.
Zelfregulatie
Hanteren van je eigen emoties zodat ze de gestelde taken eerder vergemakkelijken
dan verstoren; nauwgezet te werk gaan en uitstellen van bevrediging om doelen na
te streven; goed herstellen van emotionele stress.
14 Coach2 - Werkboek voor coaches
Motivatie
Gebruik maken van je diepste voorliefdes om je op weg te helpen naar je doelen, je
te helpen initiatief te nemen en uitzonderlijk effectief te zijn en door te zetten als je
tegenslagen tegenkomt.
Empathie
Aanvoelen wat mensen voelen, in staat zijn je in hun standpunt te verplaatsen en het
opbouwen van relaties en overeenstemming met een grote verscheidenheid aan
mensen.
Sociale vaardigheden
Goed hanteren van emoties in relaties en juist interpreteren van sociale situaties en
netwerken; vlot omgaan met anderen.
Meer lezen: Emotionele Intelligentie in de praktijk, Daniel Goleman, 1998
Test je EQ op www.123test.nl
15 Coach2 - Werkboek voor coaches
Voorbeeld leervragen
Hoe beoordeel je jouw emotionele intelligentie? ͨWat zijn je sterke punten? ͨOp welke punten kun je je EQ verder ontwikkelen? ͨWat heb je nodig om de EQ verder te ontwikkelen? ͨ
16 Coach2 - Werkboek voor coaches
1.2. Sensitiviteit
Het werkelijk zien van jezelf en je omgeving is boeiend en spannend. Het vormt ook
een wezenlijk onderdeel van leren, dat begint met gevoeligheid voor wat er is: het
mooie, (sociaal) wenselijke en ook het niet geaccepteerde deel van jezelf en alles
wat daarbij komt aan verlangens en innerlijke worstelingen, gedachten, gevoelens,
wensen van jezelf in relatie tot anderen, tot de wereld en misschien tot God of het
hogere.
Dit waarnemen kan spannend zijn, omdat je jezelf beoordeelt en op sommige fronten
misschien veroordeelt. Het naar buiten brengen van gevoelens of gedachten is het
begin van leren én roept angst op voor afwijzing. Daarom is het belangrijk te leren op
een ontspannen, niet oordelende manier waar te nemen wat er is.
Enkele oefeningen
Ontspannen via het internet
www.psychologiemagazine.nl/web/Artikelpagina/6-basisoefeningen-Mindfulness
www.leren.nl/cursus/persoonlijke-effectiviteit/mindfulness/oefeningen
Korte ontspanningsoefeningen (1 tot 5 minuten) en visualisaties met
gesproken instructie.
Je favoriete oefeningen kun je opslaan op je eigen computer.
17 Coach2 - Werkboek voor coaches
Bewustwordingsoefening
Een kleine bewustwordingsoefening die je overal en meerdere keren per dag kunt
doen gaat als volgt:
Houd je ogen open en realiseer je dat je op een stoel zin en hoe je er op zit. Zonder
je hoofd te bewegen word je je dan bewust van je ademhaling, je spierspanning, je
omgeving, de kleur van de gordijnen, jouw gewicht op de stoel.
Uit: de beste coach ben jezelf; P. Comijs
Aandachtstraining
Proef van één maaltijd per dag de eerste hap met volle aandacht. Dit is een
training om in de hectiek van alledag je aandacht bij het moment te houden.
Meer oefeningen en meer lezen: google Mindfulness
Voorbeeld leervragen
Wat ervaar je tijdens de ontspanningsoefeningen? ͨWat helpt je waar te nemen en wat leidt je af? ͨWelke factoren bepalen voor jou of een situatie spannend, neutraal of ͨontspannen is?
In hoeverre kun je daarin zelf sturen? ͨHoe is het met je aandacht tijdens de coaching? ͨ
18 Coach2 - Werkboek voor coaches
1.3. Gezonde en ongezonde stress
Van een boog zonder spanning kan men geen pijl wegschieten. De boog moet op
spanning worden getrokken om te kunnen functioneren. De sterkte van de boog
bepaalt hoe ver men hem kan uittrekken en dus ook hoe ver men ermee kan
schieten.
19 Coach2 - Werkboek voor coaches
Een boog is ook een curve (zie plaatje).
De meeste mensen functioneren het beste, en beleven ook het meeste plezier net
voor de piek van hun curve. Vlak voorbij de piek presteert men ook nog goed maar
gaat het plezier verloren. Men gaat met meer moeite presteren, het wordt een
karwei. Bij nog hogere eisen wordt het zelfs een last en uiteindelijk een bedreiging: de
weegschaal slaat uit balans. Ook aan de andere kant van de curve, bij (te) lage eisen,
is de beleving negatief. Men is verveeld en onvoldoende gestimuleerd. Ook hier is de
situatie uit balans.
Bij de boog is het draaipunt van de curve juist het punt van de grootste spanning.
Men levert een piekprestatie aan de top van zijn mogelijkheden: een situatie met
maximale uitdaging en ook met veel spanning, soms met onzekerheid en angst.
Veelal zijn dit de situaties waar mensen van leren en door groeien. En dit brengt
ons bij een belangrijk punt: door regelmatige blootstelling aan hanteerbare stress oe-
fenen mensen en doen ervaring op, waardoor hun veerkracht toeneemt. Binnen de
boogmetafoor kun je zeggen dat ze een hogere en krachtiger boog krijgen.
20 Coach2 - Werkboek voor coaches
Wanneer je gedurende langere tijd te weinig of te veel belasting ervaart zul je
signalen van ongezonde stress gaan ervaren. Deze kunnen zich op drie manieren
voordoen:
Als lichamelijke klachten en signalen
Verhoogde bloeddruk, slapeloosheid, hartkloppingen en/of een onregelmatige
hartslag, spierpijn en andere klachten als gevolg van een verhoogde spierspan-
ning, duizeligheid, hoofdpijn, lichamelijke vermoeidheid, maag- en darmstoornissen.
Als psychische signalen
Geestelijke vermoeidheid, lusteloosheid, somberheid, neerslachtigheid, vermin-
derde draag- en spankracht, machteloosheid, rusteloosheid, gejaagdheid en
gespannenheid, snel geëmotioneerd zijn, geïrriteerd zijn, schrikachtigheid, fobische
klachten.
Als gedragsmatige signalen
Te veel eten, toenemend alcoholgebruik, toenemend gebruik van medicijnen, denk-
en concentratiestoornissen, piekeren en ‘malen’, zich terugtrekken en isoleren,
druk en veel praten, niet kunnen genieten of ontspannen, toenemend klagen en
verwijten, cynisme en verbittering.
Meer lezen: Compernolle uit: ’Stress; vriend en vijand’ (Lannoo, 1993).
21 Coach2 - Werkboek voor coaches
Voorbeeld leervragen
Welke van de bovenstaande stressignalen herken je? ͨWelke zijn daarvan merkbaar voor je omgeving en op welke manier? ͨWelke factoren waren/zijn van invloed op je stressbeleving? ͨHoe herken je ongezonde stress bij jouw medewerkers/cliënten? ͨHoe ziet jouw boog eruit en wat is je positie op de boog op dit moment ͨ(probeer te tekenen)?
Hoe heeft jouw boog zich ontwikkeld gedurende je loopbaan? Welke factoren ͨwaren daarbij van invloed in positieve of negatieve zin?
Hoe ziet de boog van je leidinggevende eruit? ͨWelke consequenties kan het hebben wanneer medewerker en manager een ͨverschillende boog hebben? Ken je dit uit eigen ervaring?
22 Coach2 - Werkboek voor coaches
1.4. Gevoelens losmaken
Via je lichaamshouding kun je je gevoelsleven in beweging brengen. Hierbij enkele
oefeningen, die tijdens de coaching kunnen worden voorgedaan en die je thuis kunt
herhalen. Doe deze oefeningen op momenten dat je te veel ‘in je hoofd zit’ of niet bij je
gevoel kunt komen. Zorg ervoor dat je de oefeningen ongestoord kunt doen. (Harde
muziek opzetten kan je helpen om ongegeneerd hard te roepen bij bijvoorbeeld het
schoppen of de elleboogoefening.)
Enkele oefeningen
Gronden
Ga zonder schoenen staan, voeten op heupbreedte, knieën los (niet op slot). Kantel
je bekken iets naar voren en maak je ruggengraat van stuit tot kruin lang, alsof
iemand je met een draad door je kruin omhoog trekt. Houd je ogen ontspannen
gericht op een plek voor je op de grond. Adem een paar keer goed in en uit. Zak
tijdens een inademing door de knieën, maar houd je ruggengraat recht. Ga tijdens
de uitademing weer omhoog, alsof je je voeten de grond in drukt.
Herhaal dit 10-15 keer. Sluit je ogen en voel hoe je voeten op de grond staan.
Reiken
Ga op je tenen staan en reik beurtelings zo hoog je kan met je linker- en rechter-
23 Coach2 - Werkboek voor coaches
hand, alsof je appels probeert te plukken. Blijf goed ademen.
Sluit het reiken af door met beide voeten op de grond te staan, bekken iets gekan-
teld, ogen gesloten. Voel wat de oefening met je doet, fysiek en/of emotioneel?
Schoppen
Schop beurtelings met je linker en rechtervoet voor je. Flex je voet en schop je hak
weg. Maak geluid of roep er woorden bij als die in je opkomen (bijvoorbeeld: Weg
jij! Nee!). Blijf ademen. Sluit de oefening af als bij het reiken. Ogen gesloten: voel
wat de oefening met je doet?
Ellebogen
Ga gegrond staan, ogen ontspannen gericht op een plek voor je op de grond. El-
lebogen op schouderhoogte. Duw beide ellebogen beurtelings naar achteren, alsof
je iemand of iets van je af duwt. Maak geluid of roep woorden die in je opkomen,
blijf ademen. Sluit af met gesloten ogen: voel wat de oefening met je doet?
Meer lezen: Bioenergetica, A. Lowen, Servire, 1975 – NL vertaling 1994.
Voorbeeld leervragen
Hoe is het voor je deze oefeningen te doen, wat kom je tegen? ͨIn hoeverre merk je verschil in je gevoelens voor en na de oefeningen? ͨ
24 Coach2 - Werkboek voor coaches
1.5. Jouw verhaal
Stiltaan bij je levensloopbaanverhaal kan waardevol zijn bij het leren. Door op een rij
te zetten wat je hoogte- en dieptepunten waren op verschillende levensgebieden krijg
je inzicht in hoe en wat je hebt geleerd. Want je leert van je plussen en minnen. Je
kunt ook gedrag ontwikkeld hebben dat in die periode onmisbaar was en dat zich in
een later stadium tegen je keert.
25 Coach2 - Werkboek voor coaches
Voorbeeld leervragen
Wat kwam je tegen, welke ontdekkingen heb je gedaan? ͨWelke onderdelen uit je levensverhaal zijn van waarde voor je, in het licht van ͨje leerdoelen?
Op welke manier hebben deze met elkaar te maken? ͨ
In de bovenstaande figuur kun je je leeftijd en intensiteit tegen elkaar afzetten.
Teken in de figuur vier lijnen (in vier verschillende kleuren):
Leerlijn (ontwikkeling)•
Lijflijn (gezondheid)•
Liefdeslijn (relaties)•
Loopbaanlijn (werk/carrière)•
Wanneer beleefde je toppen en wanneer dalen op die gebieden. Geeft dat aan door
de lijn respectievelijk omhoog of omlaag te laten gaan. Markeer de toppen en dalen
met, als dat kan, het benoemen van gebeurtenissen (bijvoorbeeld: diploma, ernstige
ziekte, huwelijk of reorganisatie).
26 Coach2 - Werkboek voor coaches
1.6. Schaduwkanten
1 = gedrag dat uitdrukt wat er in ons leeft en toegestaan wordt
2 = gedrag dat het niet toegestane deel in ons onderdrukt
3 = gevoelens, gedachten die in ons leven maar niet toegestaan worden
4 = innerlijke dialoog (veroordeling versus vaag verzet)
27 Coach2 - Werkboek voor coaches
De kanten van jezelf die je graag laat zien, vormen samen je sterke kant. Omdat je
deze kant graag laat zien is deze goed ontwikkeld. Het is jouw manier om je weg te
gaan door de wereld. Deze kant wordt ook wel het toegestane deel genoemd. Het be-
vat gedrag of eigenschappen die zijn gestimuleerd door je omgeving in de tijd dat je
opgroeide (socialisatie). Je zult je sterke kanten zelf meestal als ‘goed’ bestempelen.
Elk mens heeft ook een niet toegestaan deel, dat ook wel schaduwkant genoemd
wordt. Dit deel laat je bij voorkeur niet zien en bevat gedrag dat over het algemeen te
maken heeft met opkomen voor je eigen behoeften, aandacht voor jezelf vragen en
eisen dat de ander de relatie ook onderhoudt. Het is gedrag dat, toen je opgroeide,
door je omgeving als niet wenselijk werd beschouwd. Je hebt het niet ontwikkeld en
zelden aan de realiteit getoetst. Het is je zwakke kant die je meestal als ‘slecht’ zult
bestempelen. Wat regelmatig voorkomt is dat mensen niet toegestaan gedrag ‘uit-
besteden’ bij één of meerdere van hun belangrijke relaties. Bij voorbeeld, iemand die
zelf niet op de voorgrond mag treden wordt verliefd op iemand die dat juist wel doet.
Zo kan iemand via de partner het niet toegestane gedrag uitleven. Later in de relatie
kan dit juist een breekpunt worden.
28 Coach2 - Werkboek voor coaches
Tussen de twee delen in jezelf bestaat een relatie: een innerlijke dialoog. Enerzijds zijn
daar gevoelens en gedachten die vragen om uitdrukking. Anderzijds is daar de ver-
oordeling van die gevoelens en gedachten. De toon van jouw innerlijke dialoog, zegt
veel over de toon en de wijze waarop er met jou gecommuniceerd werd in de tijd dat
je opgroeide.
Op het moment dat je sterke kant je niet (meer) helpt op een gezonde manier te le-
ven, kun je ontdekken dat je niet toegestane deel de sleutel bevat tot een meer even-
wichtig en gelukkig leven, dichterbij jezelf. Bijvoorbeeld, iemand die zich altijd staande
heeft gehouden door alles zo goed mogelijk te doen en daarbij zijn eigen behoeften
negeerde, kan zich bij toenemende eisen over de kop werken, doodmoe worden en
fouten gaan maken. Hij of zij komt in een negatieve spiraal terecht. De weg naar bo-
ven kan gevonden worden door eigen behoeften, zoals moeheid en de behoefte om
te luieren, te onderkennen en toe te staan.
Meer lezen: Bouwkamp en De Vries (1992).
29 Coach2 - Werkboek voor coaches
Voorbeeld leervragen
Omschrijf je gezin van herkomst eens, wat werd belangrijk gevonden. ͨWat waren jouw behoefte, wens en verlangen? ͨWaarin lijk je wel en niet op je ouders? ͨWat doe je om succesvol te zijn in het dagelijks leven (toegestane deel)? ͨWelk gedrag vind je onwenselijk of irritant bij een ander (niet toegestane ͨdeel)?
Hoe is de toon van jouw innerlijke dialoog? ͨWat is de invloed van het bovenstaande op je huidige functioneren? ͨHoe verhoudt dit zich tot je leerdoelen? ͨ
30 Coach2 - Werkboek voor coaches
1.7. Coach²: Leren verbinden met zichzelf
De zelfkennis die je opdoet, doordat je je leert verbinden met jezelf, helpt je een ander
beter te begrijpen. Je wordt sensitiever, hebt meer empathie en je sociale vaardighe-
den worden beter. Dit maakt dat jij beter in staat zult zijn een ander te helpen zichzelf
serieus te nemen.
Oftewel: je kunt een ander zover helpen als je zelf bent. Daarom is het voor ieder die
coacht van wezenlijk belang zich te verdiepen in zichzelf.
Voorbeeld leervragen
Hoe heb jij tijdens jouw coachtraject geleerd aandacht aan jezelf te geven? ͨWelke barrières heb je ervaren en hoe ben je daar mee omgegaan? ͨWat heeft je dat opgeleverd? ͨWelke interventies van de coach waren effectief om jou in contact te brengen ͨmet jezelf?
Hoe kun je jezelf coachen op dit gebied? ͨWat zijn bij jou passende manieren om een ander in contact te laten komen ͨmet zichzelf?
Wat heb jij op dit gebied als coach te leren? ͨ
31 Coach2 - Werkboek voor coaches
Pro-activiteitInleiding
Mensen die effectief functioneren hebben een aantal overeenkomende eigenschap-
pen. Eén van de belangrijkste is dat zij invloed nemen. Zij handelen pro-actief (para-
graaf 2.1.). Waarop heb je invloed en waarop niet? Pro-activiteit betekent kiezen hoe
je met een situatie wilt omgaan (paragraaf 2.2.)
Wordt je gedrag vooral bepaald door je omgeving of je innerlijke drijfveren? Hoe
helderder je voor je ziet wat je missie, identiteit en waarden zijn, hoe meer je door
je gedrag je eigen stempel kunt drukken (paragraaf 2.3.). Maar stel dat je innerlijke
drijfveren je in de weg zitten en ervoor zorgen dat je geen goed gevoel hebt bij je
eigen gedrag. Dan is het tijd voor een onderzoek naar je overtuigingen en daarmee
gepaard gaande emoties (paragraaf 2.4.).
Een onderdeel van pro-actief zijn is zorgen voor jezelf. Het op peil houden van de
eigen veerkracht is een belangrijke taak voor allen die verantwoordelijkheid en zorg
dragen voor anderen (paragraaf 2.5.). Een gebied waarop heel duidelijk wordt in
hoeverre je stuurt of gestuurd wordt is je tijd. Eén van de kenmerken van effectief
leiderschap is het maken van onderscheid tussen belangrijke taken en urgente taken
(paragraaf 2.6.).
2
32 Coach2 - Werkboek voor coaches
2.1. Eigenschappen van effectieve leiders
Wees pro-actief
Iedereen kan kiezen hoe hij op een bepaalde situatie reageert. Een pro-actieve hou-
ding is: “laat ik eens naar alternatieven kijken” of “ik kan het ook anders aanpakken” in
plaats van te reageren met “zo is het nu eenmaal”.
Begin met het einde voor ogen
Wat zou je willen dat anderen over je zeggen op je begrafenis? Door hierover na te
denken kom je erachter wat je werkelijk belangrijk vindt. Niemand denkt op zijn sterf-
bed “had ik maar meer gewerkt”. Bepaal de visie en richting van je leven, voordat je
teveel energie in, uiteindelijk voor jou, onbelangrijke dingen investeert.
Stel prioriteiten
“Dingen die belangrijk zijn moeten nooit worden overgeleverd aan de willekeur van
dingen die minder belangrijk zijn” (Goethe). Maak een schema van je belangrijkste
doelen en stem daar je tijdsindeling op af. Zeg vaker nee tegen zaken die wel urgent
zijn, maar niet belangrijk.
Denk in termen van win-win
Bij een win-win mentaliteit, gaan wij er vanuit dat er genoeg is voor iedereen. Succes
33 Coach2 - Werkboek voor coaches
hoeft niet ten koste te gaan van iets of iemand anders. De meeste mensen hebben
echter een win-verlies mentaliteit ontwikkeld, als de ander verliest winnen wij. Dat
komt omdat in de meeste gezinnen er geen sprake is van onvoorwaardelijke liefde:
die moeten we verdienen. En wat je waard bent, wordt vaak vastgesteld door een
vergelijking met anderen.
Probeer eerst te begrijpen en dan begrepen te worden
Al snel hebben we onze mening klaar. We luisteren vaak niet om te begrijpen. We
luisteren om antwoord te geven en filteren alles, door onze eigen zienswijze en
ervaringen als referentiepunt te gebruiken. Echt leren luisteren is een cruciale eigen-
schap voor effectieve communicatie.
Streef naar synergie
Er is sprake van synergie, als het geheel meer is dan de som der delen (1+1=3).
Voorwaarden hiervoor zijn vertrouwen, openheid en veiligheid. Pas als wij in ande-
ren de kwaliteit en potentie kunnen zien, kan een werkelijk creatieve samenwerking
ontstaan.
Houd de zaag scherp
Zorg dat je je lichamelijke, spirituele, geestelijke en sociaal-emotionele vaardigheden
vernieuwt en ontwikkelt. Of je nu sport, goed eet of inspiratie vindt in klassieke
muziek, het is belangrijk jezelf te blijven voeden.
34 Coach2 - Werkboek voor coaches
Ontdek je eigen stem
Ontdek je eigen stem, oftewel je passie en talent, en help anderen die te ontdekken
en te ontwikkelen.
Cruciaal is dat we mensen tegenkomen die in onze kwaliteiten benoemen en ons
stimuleren die verder te ontwikkelen. Dat kan een ouder zijn, een leraar, collega of
vriend. Bovenal kunnen we zelf diegene zijn voor een ander.
Meer lezen
De zeven eigenschappen van effectief leiderschap, S. Covey, Business Contact.
De 8ste eigenschap: van effectiviteit naar inspiratie, S. Covey, Business Contact.
Voorbeeld leervragen
Laat de acht eigenschappen op je inwerken, denk er een tijdje over na. ͨIn hoeverre accepteer je de uitgangspunten van Covey? ͨIn hoeverre ben jij op weg geholpen door iemand die in je geloofde, wat is je ͨeigen aandeel hierin geweest?
Kies één of twee eigenschappen die je het meest aanspreken. ͨWat zou je willen leren op dat gebied? ͨWelke concrete veranderingen kun je daarbij bedenken in je huidige leven? ͨ
35 Coach2 - Werkboek voor coaches
2.2. Invloed en betrokkenheid
Waarop heb je invloed en waarop niet? Dat is de hamvraag als het gaat om
pro-activiteit.
Jouw cirkel van betrokkenheid bevat alles waar je bij betrokken bent: je gezondheid,
kinderen, werk, het weer, de politiek, etc. Alles wat je raakt (emotioneel, lichamelijk,
financieel) en alles waar je belangstelling voor hebt, is onderdeel van je cirkel van
betrokkenheid. Deze cirkel kan heel groot zijn.
36 Coach2 - Werkboek voor coaches
Nu is het zo dat je niet op alles, wat zich in je cirkel van betrokkenheid voordoet,
invloed hebt. Neem bijvoorbeeld het weer: of het regent of niet, daarop heb jij geen
invloed. Het is zoals het is. Waar je wél invloed op hebt, is hoe je omgaat met de ge-
geven omstandigheden, zoals het weer. Als het regent kun je dat constateren (het is
zoals het is) en een paraplu opdoen. Zo is het met vrijwel alles in je cirkel van betrok-
kenheid. Jouw invloed is de manier waarop je ermee omgaat: dat is jouw keus.
Het gebied binnen de cirkel van betrokkenheid waarop jij invloed hebt, wordt de cirkel
van invloed genoemd.
De rand om de cirkel van invloed is dik. Op wat buiten je cirkel van invloed ligt, heb je
géén invloed, ook niet een beetje. Als je collega bijvoorbeeld op een bepaalde manier
in elkaar zit, dan is dat zoals het is. Dát gegeven is niet te veranderen. Wat binnen je
invloed ligt, is wat jij ermee doet!
37 Coach2 - Werkboek voor coaches
Pro-actieve aandacht
Mensen met een pro-actieve houding richten zich vooral op de cirkel van invloed. Ze
zetten zich in voor zaken waar ze echt iets aan kunnen doen. Daardoor voelen ze zich
actief en positief. De belangrijkste vraag die deze mensen zich stellen is: wat kan en
wil ik hieraan doen? Hun gedrag kenmerkt zich door het inschatten van de gegeven
situatie, nadenken, voornemens vormen en - het belangrijkste kenmerk van pro-actief
gedrag - doen! Hierdoor wordt hun invloed steeds groter. De cirkel van invloed breidt
zich uit.
38 Coach2 - Werkboek voor coaches
Reactieve aandacht
Mensen die reactief reageren zijn vooral gericht op hun cirkel van betrokkenheid. Ze
letten in eerste instantie op anderen, op problemen in hun omgeving en op omstan-
digheden waar ze weinig of niets aan kunnen doen. Gevoelens die daar horen zijn:
machteloosheid, negativiteit en een gevoel van slachtoffer zijn. Een dergelijke gericht-
heid kan ze zo in beslag nemen, dat ze geen aandacht meer hebben voor zaken die
ze wél kunnen beïnvloeden. En zo neemt hun invloed juist af.
39 Coach2 - Werkboek voor coaches
Je kunt ervoor kiezen je energie te richten op dingen die liggen in je cirkel van be-
trokkenheid of op dingen die zich bevinden in je cirkel van invloed. Het eerste kost je
energie en levert je niets op. De zaken waaraan je energie besteedt liggen immers
buiten je invloedssfeer en je kunt er dus niets aan veranderen. Het is daarom belang-
rijk je energie te richten op je cirkel van invloed. En je bij gegeven omstandigheden
telkens af te vragen: hoe wil ik hiermee omgaan? Je zult merken dat je daar verder
mee komt. Het zorgt in ieder geval voor een goed humeur!
Meer lezen: De 8ste eigenschap: van effectiviteit naar inspiratie, S. Covey, Business
Contact.
Voorbeeld leervragen
Aan welke van beide cirkels besteed jij de meeste tijd en energie? ͨWat zorgt ervoor dat jij met je aandacht in je cirkel van betrokkenheid blijft? ͨWat helpt je om de vraag “hoe wil ik hiermee omgaan” te stellen en te beant- ͨwoorden?
Bedenk situaties waarin je zou willen oefenen met pro-actieve aandacht. ͨ
40 Coach2 - Werkboek voor coaches
2.3. Invloed op je gedrag
41 Coach2 - Werkboek voor coaches
Gedrag wordt enerzijds veroorzaakt van buitenaf: je reageert op je omgeving. Ander-
zijds wordt je gedrag bepaald van binnenuit: door wat je kunt, belangrijk vindt, wie je
bent en wat je wilt bereiken. Hoe meer deze niveaus op één lijn zijn (consistent) des
te makkelijker bereik je jouw doelen. En hoe helderder je voor je ziet wat je missie,
identiteit en waarden zijn, hoe meer je door je gedrag je eigen stempel kunt drukken.
De volgende vragen kun je gebruiken als hulpmiddel, bij het nadenken over wat je ge-
drag beïnvloedt, bijvoorbeeld op het werk. Je kunt achterhalen wat je, op welk logisch
niveau, in de weg staat om je doelen te bereiken. Stel dat je graag wilt afvallen en het
lukt steeds niet. Dan zou het zo kunnen zijn dat er een (belemmerende) overtuiging
als ‘dat lukt me toch nooit’ een rol speelt. Of misschien vind je andere dingen belang-
rijker, waardoor je niet aan je dieet toekomt. Dan is het zaak je belangen tegen elkaar
af te wegen en keuzes te maken.
Tip: op www.bepaaljerichting.nl kun je stap voor stap je belangrijkste waarden
bepalen, je missie formuleren en per levensgebied (mentaal, sociaal, emotioneel,
fysiek, financieel en spiritueel) een plan maken.
Meer lezen: Google logische niveaus.
Het IK boek van Remco Claassen is een inspiratiebron bij het verhelderen van je
eigen koers.
42 Coach2 - Werkboek voor coaches
Omgeving Onder welke omstandigheden werk ik graag?
Op welke omstandigheden reageer ik?
Wanneer/waar/met wie?Gedrag Hoe is mijn gedrag/handelen? Welke acties heb ik onder-
nomen? Hoe geef ik samenwerking vorm?
Methodisch? Intuïtief?Vermogen Welke sterke kanten worden zichtbaar?
Welke vaardigheden ingezet? Welke methoden hanteer ik?
Welke kennis?
Wat is mijn houding?Overtuiging/waarde Welke stokpaardjes hanteer ik?
Welke normen hanteer ik? Waar let ik op? Wat vind ik
belangrijk in deze situatie? Wat zijn mijn verwachtingen?Identiteit Hoe wordt duidelijk wie ik ben in deze situatie? Welke
persoonlijke eigenschappen komen naar voren? Op welke
momenten ben ik mijzelf?
Welke rol neem ik aan? Ik ben als een … (METAFOOR)Missie Wat wil ik bereiken? Wat wil ik toevoegen aan het grotere
geheel waar ik deel van uitmaak? Wat motiveert mij? Wat
zijn voor mij de hoogste waarden in het leven?
43 Coach2 - Werkboek voor coaches
Voorbeeld leervragen
Neem een concrete werksituatie in gedachten en stel jezelf de vragen uit ͨbovenstaande tabel:
Op welk niveau en op welke manier belemmer je jezelf te bereiken wat je wilt? ͨIs dat alleen in deze situatie zo? ͨWat zijn voor jou in het algemeen de hoogste waarden in het leven en hoe ͨgeef je die vorm in je werk?
Vul de logische niveaus eens in voor het team waarin je werkt. ͨ
44 Coach2 - Werkboek voor coaches
2.4. Invloed op je emoties
Je gedachtestroom lijkt soms een eigen leven te leiden: het is niet stop te zetten. Ook
je gevoelsleven lijkt soms een autonome grootheid. Toch hebben denken en voelen
alles met elkaar te maken. Hoe je over iets denkt heeft effect op je gevoelens en
andersom. En dáár ligt jouw beïnvloedingsmogelijkheid: met RET.
RET staat voor Rationele Effectiviteit Training. Het is een hulpmiddel om, stap voor
stap, grip te krijgen op je gedachten en gevoelens naar aanleiding van situaties die
een ongewenst gevoel of gedrag bij je oproepen.
Stap 1
Beschrijf de gebeurtenis of de situatie die het ongewenst gevoel of gedrag oproept.
Stap 2
Beschrijf het ongewenste niet productieve gevoel en het daarmee samenhangende
gedrag.
Stap 3
Wat zijn de gedachten waarmee je het bovenstaande (stap 2) gevoel en gedrag
veroorzaakt? Beschrijf de interpretaties en evaluaties (van jezelf).
45 Coach2 - Werkboek voor coaches
Stap 4
Formuleer de gewenste gevoelens en gedrag. Hoe wil je je voelen als dergelijke
situaties zich voordoen? Hoe wil je je gedragen?
Stap 5
Daag de irrationele gedachten (stap 3), waarmee je het ongewenste gevoel en
gedrag veroorzaakt, uit. Stel ze ter discussie. Zijn ze waar? Geldt het tegenoverge-
stelde ook?
Stap 6
Vervang de irrationele gedachten (die bij stap drie zijn gevonden) door rationele
gedachten (het resultaat van stap 5 helpt daarbij).
Stap 7
Beproef het resultaat. Test uit hoe het voelt om de meer rationele gedachten te
hebben. Hoe voelt het om er zo tegen aan te kijken?
Stap 8
Maak een oefenprogramma en voer het uit om de meer rationele en productieve
denkwijze in je gedrag in te voeren.
46 Coach2 - Werkboek voor coaches
Naar:
Theo IJzermans, C. Dirkx, Beren op de weg, spinsels in je hoofd, Omgaan met
emoties op het werk: de rationele effectiviteit training, 1995, Zaltbommel: Thema.
Voorbeeld leervragen
Pas de acht stappen van de RET toe op de werksituatie die je hebt ingebracht. ͨWat levert het je op? ͨHoe kun je deze manier van benaderen in je dagelijks werk inbouwen? ͨ
47 Coach2 - Werkboek voor coaches
2.5. Invloed op je veerkracht
Veerkracht heb je nodig om op de langere termijn te kunnen (blijven) voldoen
aan de eisen die aan je gesteld worden. De eisen worden gevormd door de taken die
er op je bord liggen en de omstandigheden waaronder je die moet uitvoeren. Veer-
kracht wordt gevormd door jouw gezondheid, motivatie en kwalificatie (opleiding en
ervaring).
Iedereen kent periodes dat er een disbalans ontstaat, bijvoorbeeld doordat je taken-
pakket of de eisen die aan je worden gesteld veranderen of doordat je belastbaar-
heid verandert (bijvoorbeeld door ziekte, belangrijke levensgebeurtenissen, opleiding
of incidenten op het werk). Het is belangrijk in die periodes je veerkracht te be-
houden, door dingen te doen die je energie geven, door je situatie bespreekbaar te
maken en te kiezen voor (tijdelijke) maatregelen om de balans te herstellen.
Maar wat is het en hoe ontwikkel je dat?
Voor ieder mens zijn er vier bronnen van zelfbevestiging:
Liefde geven en krijgen•Je gevoel van eigenwaarde versterken door dingen te doen waar je goed in bent•Genieten van schoonheid•Lichaamsbeweging•
Deze bronnen hebben voor ieder mens een andere invulling. Voor het op peil houden
48 Coach2 - Werkboek voor coaches
van je energie is het belangrijk dat jij er, op jouw manier, een structurele plek aan
geeft.
Algemene tips om bij te tanken:
Niet haasten•
Geen twee dingen tegelijk doen•
Maak dat wat je doet niet onnodig lang•
Vertraag je tempo•
’s Avonds ‘opslomen’•
Veel wandelen (in de buitenlucht zijn)•
Siësta houden•
Leven vanuit je zintuigen•
Dingen doen waar je zin in hebt•
Afstand nemen van je gedachten•
Voorbeeld leervragen
Bedenk welke activiteiten jouw helpen je energiebalans te herstellen. ͨMaak je eigen lijst (en bewaar de lijst, zodat je die kunt gebruiken wanneer dat ͨnodig is).
Hoe kun je een structurele plek geven aan bronnen van zelfbevestiging in je ͨleven?
49 Coach2 - Werkboek voor coaches
2.6. Invloed op je tijd
Op het moment dat je je gestresst voelt, heb je teveel taken die op dat moment
urgent en belangrijk zijn. Het moet allemaal en het moet allemaal nu. Dit is het
moment om kritisch naar de takenlijst te kijken: klopt het dat het een belangrijke klus
is en dat het urgent is? Je kunt je ook nog afvragen: klopt het dat dit mijn taak is?
50 Coach2 - Werkboek voor coaches
De kunst van het managen is te zorgen dat je voldoende tijd hebt voor belangrijke,
niet urgente zaken en dat je taken die je kunt delegeren zorgvuldig én op tijd dele-
geert. Op deze manier blijft het kwadrant urgent-belangrijk behapbaar en jouw stress
beheersbaar.
Meer lezen: Timemanagement volgens Covey, Stephen R. Covey 1994 (herziene ver-
sie van First things first). Dit boek lezen helpt je gaandeweg helder krijgen wat écht
belangrijk voor je is en hoe je dat in je planningen kunt verwerken.
Op http://lifehacking.nl/download-zen-to-done/ vind je een gratis e-book over slim-
mer werken, slimmer leven (ook in verband met internet, computer, email, etc.).
Voorbeeld leervragen
In hoeverre is het voor jou belangrijk je taken in te delen naar urgentie en ͨbelang?
Ervaar jij voldoende tijd te hebben voor belangrijke, niet urgente taken? ͨWelke maatregelen zouden je helpen om je tijd effectiever in te delen? ͨIn hoeverre kan je computer je daarbij helpen? ͨIn hoeverre zijn deze hulpmiddelen toepasbaar voor jouw medewerkers/ ͨcliënten?
Welke rol zou jij daar bij kunnen/willen spelen? ͨ
51 Coach2 - Werkboek voor coaches
2.7. Coach²: Leren invloed nemen
Je hebt geleerd dat je in elke situatie je reactie kunt kiezen, door elke keer weer de
vraag te beantwoorden “hoe wil ik hiermee omgaan?”. Soms staan innerlijke overtui-
gingen en/of emoties je daarbij in de weg. Je weet hoe je erachter kan komen welke
dat zijn en hoe je die kunt vervangen door meer helpende overtuigingen. Op deze
manier kun je op je werk bezig zijn met die dingen waar je mee bezig wilt zijn. Je bent
aan het sturen, in plaats van gestuurd te worden. De vraag is nu hoe je een ander
kunt leren invloed te nemen.
Daarvoor zijn een paar simpele antwoorden en een paar moeilijke vragen.
Eerst de antwoorden
Aan iemand die klaagt over een situatie de vraag stellen “hoe wil jij hiermee om-•
gaan?” en hem of haar helpen een eigen antwoord te vinden op deze vraag.
Geen verantwoordelijkheid (over)nemen voor keuzes die een ander moet maken.•
Het goede voorbeeld geven. Als jij pro-actief bent en je invloed neemt, dan wordt •
het voor jouw omgeving ook gemakkelijker om dat te doen.
52 Coach2 - Werkboek voor coaches
Voorbeeld leervragen
Hoe heb jij tijdens jouw coachtraject geleerd invloed te nemen? ͨWelke barrières heb je ervaren en hoe ben je daar mee omgegaan? ͨWat heeft je dat opgeleverd? ͨWelke interventies van de coach waren effectief om jouw pro-activiteit te ͨvergroten?
Hoe kun je jezelf coachen op dit gebied? ͨWat zijn bij jou passende manieren om een ander te coachen in de richting ͨvan pro-activiteit?
Wat heb jij op dit gebied als coach te leren? ͨ
53 Coach2 - Werkboek voor coaches
Interactie
Inleiding
Het daadwerkelijk nemen van invloed doe je, in de meeste gevallen, in interactie met
anderen. Zeker voor mensen die met mensen werken, wordt hun effectiviteit voor
het grootste deel bepaald door hun interactie met anderen.
Het voertuig van de interactie is communicatie (paragraaf 3.1.). Belangrijk is je te
realiseren dat wát je zegt, maar 5% is van de boodschap die overkomt. De rest gaat
via je lichaamstaal en intonatie. Daarom is het erg belangrijk om actief te luisteren:
hoor ik wel wat jij bedoelt te zeggen? (paragraaf 3.2.) Actief luisteren is een belang-
rijke vaardigheid voor een coach: je helpt een ander zijn of haar verhaal te vertellen
en een eigen reactie te formuleren. Met andere woorden: door te volgen (wat actief
luisteren eigenlijk is) kun je de ander sturen richting eigen invloed.
Een stap verder in het nemen van invloed in interactie is het geven en ontvangen van
feedback (paragraaf 3.3.). Door feedback te geven maak je een ander precies duide-
lijk hoe hij of zij jou tevreden kan stellen. Door feedback aan te nemen op een goede
3
54 Coach2 - Werkboek voor coaches
manier investeer je in de relatie met een ander. Het is een storting op de bankreke-
ning van het vertrouwen (paragraaf 3.4.).
Communicatie gebruik je om de interactie met de ander aan te gaan, verbaal en non
verbaal. Via je eigen gedrag kun je invloed uitoefenen op het gedrag van de ander in
de interactie. Daarmee heb jij de sleutel voor meer of minder effectieve interactie in
handen.
Instrumenten die je kunnen helpen bij het beïnvloeden van de interactie via je eigen
gedrag zijn Kernkwaliteiten (paragraag 3.5.), de Roos van Leary (paragraaf 3.6.) en
Transactionele Analyse (paragraaf 3.7.).
55 Coach2 - Werkboek voor coaches
3.1. Communicatie
Zeker bij een conversatie die mensen persoonlijk raakt, wordt de boodschap maar
voor 5% bepaald door wát er gezegd wordt; hóe het gezegd wordt (lichaamstaal
75% en intonatie 20%) bepaalt de rest.
Eén gesprek bevat dus meerdere boodschappen:
Inhoud: waar het over gaat
Procedure: hoe er over gepraat wordt (volgorde, vorm, met wie)
Relatie: hoe de gesprekspartners zich tot elkaar verhouden
Gevoel: hoe de spreker zich voelt in de situatie
De onderstaande tekening is een artistieke weergave van een gesprek, De vorm van
verhouding van tekstballonnen ten opzichte van elkaar geven aan hoe – los van de
inhoud – de communicatie tussen de twee gepsrekspartners verloopt.
56 Coach2 - Werkboek voor coaches
Effectieve communicatie over de inhoud is niet mogelijk als er op het niveau van ge-
voel, relatie en procedure geen overeenstemming is. Het elkaar niet kunnen bereiken
op inhoudsniveau, is dan ook een krachtig signaal om de andere niveaus te onderzoe-
ken. Het met elkaar praten over de procedure, relatie en gevoel in de situatie noemt
men metacommunicatie. Dat kan enorm helpen elkaar op inhoudsniveau weer te
begrijpen.
Een hulpmiddel om effectiever te gaan communiceren, is leren tijdens een gesprek
mentaal van positie te wisselen:
57 Coach2 - Werkboek voor coaches
1ste positie = je eigen positie (ik)
2de positie = de positie van je gesprekspartner (jij)
3de positie = je kijkt als het ware van een afstandje of van bovenaf naar het gesprek
Je kunt wat je waarneemt vanuit de 2de positie checken bij je gesprekspartner. Bij-
voorbeeld “je raakt de draad kwijt, hè”. Vanuit de 3de positie kun je de metacommuni-
catie aangaan, bijvoorbeeld “kijk ons hier nou eens zitten: net twee kemphanen”.
Realiseer je dat elke boodschap een zender en ontvanger heeft. Daartussen zijn
allerlei vervormingen denkbaar. Denk alleen al eens aan de taal en de verschillende
associaties die je bij een willekeurig woord kunt hebben. Waar denk jij aan bij het
woord vrijheid? Vraag dat ook eens aan vijf willekeurige anderen. Dan heb je hoogst-
waarschijnlijk heel verschillende beelden verzameld.
Pas dus op met invullen wat de ander denkt of bedoelt. Maak er een gewoonte van
om het na te vragen.
Meer lezen: Watzlawick, De pragmatische aspecten van menselijke communicatie
(Bohn, Stafleu Van Loghum)
58 Coach2 - Werkboek voor coaches
OefeningKies een week lang elke dag één contact/afspraak om bewust te oefenen met •
de mentale posities (1ste, 2de en 3de). Je hoeft er nog niets mee te doen. Het gaat
eerst om de oefening en bewustwording.
Probeer in de daarop volgende week elke dag in één contact/afspraak te •
werken met de mentale posities:
Check eens bij je gesprekspartner of het klopt wat jij waarneemt in de 2 » de
positie.
Maak eens bespreekbaar wat jij ziet in de 3 » de positie.
Reflecteer: wat zijn je ervaringen? Hoe was het om van de inhoud in de •
communicatie af te stappen en het over interactie te hebben? Wat leverde het
op, wat vind je nog lastig, hoe zou je daarmee verder kunnen oefenen?
Voorbeeld leervragen
In een situatie waar de communicatie niet loopt:
Reflecteer op procedure, relatie en gevoel. ͨHoe is het voor jou en hoe denk je dat de ander de communicatie ervaart? ͨTeken de aard van de communicatie door middel van tekstballonnen. ͨWaar zou de angel kunnen zitten? ͨHoe zou je dit bespreekbaar kunnen maken met je gesprekspartner? ͨ
59 Coach2 - Werkboek voor coaches
3.2. Actief luisteren
De meest effectieve manier om een ander aan de praat te krijgen is je mond houden.
Het belangrijkste doel van vragen stellen en luisteren is de gesprekspartner tot zelf-
standig denken en handelen te stimuleren. Dit principe, eerst begrijpen, dan begre-
pen worden, is één van de 7+1 eigenschappen van effectieve leiders (paragraaf 2.1).
Hoe stel je vragen?
Om je gesprekspartner uit te nodigen tot uitleg en verstrekken van uitgebreide infor-
matie gebruik je bij voorkeur open vragen. Dit zijn vragen met bepaalde sleutelwoor-
den: beschrijf, leg eens uit, hoe, in hoeverre. Een ezelsbruggetje voor open vragen is:
vragen die beginnen met 5 x W en 1 x H (Wat, Wie, Welke, Waarom, Waar en Hoe).
Vragen die beginnen met waarom zijn open vragen, maar wees er voorzichtig mee!
Waarom? Deze vragen hebben vaak een beschuldigende klank. Mensen voelen zich
gauw aangevallen en gaan in de verdediging. Pas je toon aan of probeer de vraag an-
ders te stellen: bijvoorbeeld “Zou je willen uitleggen hoe jij daarover denkt?” in plaats
van “Waarom wil je het zo doen?”.
60 Coach2 - Werkboek voor coaches
Houd, als je informatie van een ander wilt krijgen, bij het vragen stellen twee dingen
in de gaten: ruimte en toon. Geef door je formulering, houding en toon de medewer-
ker de ruimte zijn of haar verhaal te doen. Perk het niet van tevoren in door: sugges-
tieve vragen, eigen meningen of een ongeduldige houding.
Een ander ezelsbruggetje is LSD (Luisteren, Samenvatten, Doorvragen).
Een gesloten vraag (waarop je met ja of nee kunt antwoorden) kan zinvol zijn wan-
neer je van de ander een keuze of een besluit wilt horen.
Wanneer géén vragen stellen?
Als je iets in gedachten hebt, zeg het dan. Voorkom raadspelletjes en check of dat-
gene wat je in gedachten hebt (bijvoorbeeld een indruk of een vermoeden) juist is.
Het belangrijkste is dit:
Geef de ander de ruimte je vraag te beantwoorden en laat weten hoe je het ant-
woord hoort en begrijpt (actief luisteren). Het laten vallen van stiltes is één van de
lastigste en ook één van de effectiefste middelen om je gesprekspartner zijn of haar
verhaal te laten vertellen.
Meer lezen: Google ‘effectief vragen stellen’.
61 Coach2 - Werkboek voor coaches
Voorbeeld leervragen
Hoe gedraagt jouw leidinggevende zich als het gaat om vragen stellen en ͨluisteren?
Welke effecten heeft dit op jou? ͨOefen in je eigen omgeving (privé of werk) met actief luisteren door mensen zo ͨuitgebreid mogelijk te laten vertellen.
Wat vind je moeilijk; welke leervragen heb je zelf bij dit onderwerp? ͨHoe zou je aan deze vragen willen werken? ͨ
62 Coach2 - Werkboek voor coaches
3.3. Feedback
Feedback geven en ontvangen zijn flinke investeringen in een relatie (zie 3.5). Als
feedback op een goede manier wordt gegeven en ontvangen, leidt het tot een
toename van vertrouwen tussen de gesprekspartners. Feedback geven is één van
de belangrijkste hulpmiddelen van de coach. Heel letterlijk is feedback ‘voeding’ voor
persoonlijke ontwikkeling.
Feedback geven
De krachtigste vorm van feedback is de ik-boodschap:
1. Ik zie, ik hoor, ik merk … (omschrijving van het gedrag)
2. Het effect op mij is …
3. Ik zou graag willen dat … (omschrijving van het gewenste gedrag)
Het toevoegen van de 3de stap is een concrete vorm van invloed nemen. Je maakt
duidelijk hoe de ander jou tevreden kan stellen.
Belangrijk is vervolgens dat je jouw gesprekspartner de ruimte geeft te reageren, om
daarna samen oplossingen of achtergronden te verkennen.
63 Coach2 - Werkboek voor coaches
Feedback ontvangen
Bij het ontvangen van feedback is het de kunst niet in de verdediging te schieten. Je
bouwt vertrouwen op bij de ander, door hem of haar te helpen een volledige ik bood-
schap aan jou te brengen.
Hieronder een aantal handvatten:
Géén: ja, maar!
Luister actief: laat de ander merken dat je hem hoort
Vraag om toelichting: luisteren, samenvatten, doorvragen
Doorvraagsuggesties:
Welk gedrag van mij stoort jou?•
Hoe stoort dat jou? Welke effecten heeft mijn gedrag op jou?•
Wat zou je willen?•
Toon waardering: voor de ander is het moeilijk jou feedback te geven
Denk na over de feedback: wat vind je ervan, wat moet je ermee?
DOE! Vertel de gever wat jij hebt besloten met de feedback te doen
Meer lezen: Google ‘feedback’.
64 Coach2 - Werkboek voor coaches
Voorbeeld leervragen
Bedenk een concrete en recente situatie waarover je iemand feedback wilt geven.
Bereid de informatie die je wilt gaan geven voor:
Waar gaat de feedback over en geef details, voorbeelden die je wilt geven om ͨhet functioneren te beschrijven. Schrijf een volledige ik-boodschap uit.
Bereid voor hoe je de informatie zo aan de ander kunt geven, dat deze de ͨinformatie kan gebruiken. Ga je iemand iets vertellen wat hij al weet, of is het
nieuw? Hoe gaat de ander reageren? Bereid je voor.
Evalueer de gegeven feedback:
Waar ben je tevreden over en waarom? ͨWaar ben je niet tevreden over en waarom niet? ͨLeerpunten? ͨ
65 Coach2 - Werkboek voor coaches
3.4. Vertrouwen
Wanneer je met mensen werkt is vertrouwen over en weer de basis voor een goede
samenwerking. Soms is het vertrouwen er al en hoef je er verder niet over na te den-
ken. Soms is het er niet en dan kun je met behulp van onderstaand schema vertrou-
wen gaan opbouwen.
Emotionele bankrekening – de snelheid van vertrouwen (uit: S. Covey, De 8ste eigenschap)
Stortingen OpnamenEerst begrijpen Eerst begrepen wordenBeloften nakomen Beloften verbrekenEerlijkheid, integriteit Gladde manipulatieVriendelijkheid, hoffelijkheid Onvriendelijkheid, onhoffelijkheidDenken volgens ‘win-win, of anders geen akkoord’
Denken volgens ‘win-verlies’ of ‘verlies-win’
Verwachtingen verduidelijken Verwachtingen teniet doenLoyaal zijn aan degene die afwezig is Disloyaliteit, onbetrouwbaarheidSorry zeggen Trots, verwaand, arrogantFeedback geven en de ik-boodschap Geen feedback ontvangen en de jij-bood-
schapVergeving Wrokken
66 Coach2 - Werkboek voor coaches
Het lijkt gemakkelijker dan het is. Een storting vraagt van degene die de storting doet
een offer. Denk hierbij aan tijd, loslaten van prestatiegerichtheid, trots, controle,
ongeduld, niet toegeven aan eigen stemmingen, ter discussie willen stellen van eigen
overtuigingen.
Meer lezen: S. Covey, De 8ste eigenschap, 2004 (Hoofdstuk 9).
Voorbeeld leervragen
Kijk eens of je het doen van stortingen kunt uitproberen in een werk- of privé- ͨrelatie.
Welke stortingen zijn voor jou gemakkelijk en welke moeilijk? Reflecteer op ͨde achtergronden (bijvoorbeeld achterliggende overtuigingen of principes)
daarvan.
Hoe zou je het voor jezelf gemakkelijker kunnen maken stortingen te doen? ͨWelke opnamen doe je op dit moment in je relaties? Reflecteer op de achter- ͨgronden daarvan.
Wat heb je nodig om een opname te vervangen door een storting? ͨ
67 Coach2 - Werkboek voor coaches
3.5. Kernkwaliteiten
Het dubbel kernkwadrant
Elk mens heeft een aantal kernkwaliteiten die zichtbaar worden in alles wat hij of
zij doet. Iemand die bijvoorbeeld zorgzaam is, laat dat zien op diverse manieren in
de meest uiteenlopende omstandigheden Onder stressvolle omstandigheden val je
68 Coach2 - Werkboek voor coaches
terug op die kwaliteiten en zul je geneigd zijn ze te overdrijven. Onder stress wordt
een kwaliteit mogelijk een valkuil. De kwaliteit Bescheidenheid kan zo bijvoorbeeld
vervormen tot Onzichtbaar zijn. Om dit te voorkomen, is het je uitdaging om te leren
je meer te profileren (positief tegenovergestelde van Bescheidenheid). Het zich
teveel profileren - op het opschepperige af – zal door iemand met bescheidenheid
als kernkwaliteit als irritant ervaren worden. Het is zijn allergie. Dat geeft meteen
ook aan waarom het voor een bescheiden mens moeilijk – een uitdaging – is te leren
zich meer te profileren. Hij of zij heeft er geen positief gevoel bij en zal zichzelf mis-
schien ook irritant vinden als hij of zij zich profileert. Het ontwikkelen van je minder
sterke kant (uitdaging) vraagt om grondige reflectie op je eigen normen over goed en
slecht gedrag.
De clou van het kernkwadrant is, dat je iets kunt leren van mensen waar je je aan
irriteert en ook van mensen die je bewondert. Het gedrag dat je bewondert bij een
ander, laat zien wat voor jou de uitdaging is. Misschien kun je het voor een deel kopi-
eren? Jouw ergernissen verwijzen ook naar jouw uitdaging: datgene waar jij je aan ir-
riteert bij een ander zou je zelf wel iets meer mogen doen. Met behulp van het dubbel
kernkwadrant kun je vanuit jouw bewondering of irritatie de achterliggende kwaliteit
bij jezelf en de ander opsporen.
69 Coach2 - Werkboek voor coaches
Voorbeeld leervragen
Pas het kernkwadrant eens toe op gedrag van een ander waaraan jij je ͨirriteert.
Welke kwaliteit schuilt er achter het voor jou irritante gedrag van de ander? ͨVul jouw deel van het dubbel kernkwadrant eens in. ͨWelke vragen kun je jezelf stellen over je normen en waarden voor het gedrag ͨvan jezelf en de ander?
Hoe zou jij je anders op kunnen stellen om positiever om te kunnen gaan met ͨiemand waaraan jij je irriteert?
Meer lezen: Ir. Daniel D. Ofman, 2004, Bezieling en kwaliteit in organisaties,
Utrecht: Servire.
70 Coach2 - Werkboek voor coaches
3.6. Roos van Leary
De Roos van Leary laat zien hoe je invloed kunt nemen in interactie met anderen. Ook
maakt de Roos duidelijk hoe mensen elkaar beïnvloeden, in hun manier van invloed
71 Coach2 - Werkboek voor coaches
nemen. Bij het nemen van invloed zijn twee dimensies aan de orde:
In hoeverre ben je bepalend of laat je je meer leiden door de ander •
(boven – onder dimensie).
In hoeverre benadruk je het gezamenlijk belang of je eigen belang •
(samen – tegen dimensie).
Simpel gezegd: boven gedrag roept onder gedrag op (en andersom), tegen ge-
drag roept tegen gedrag op, en samen roept samen gedrag op. Alles wat je doet
(non-verbaal) en zegt zit ergens in de Roos. Hoe extremer of intenser je eigen ge-
drag, hoe sterker de reactie bij de andere persoon.
In principe kunnen alle posities op de Roos wenselijk gedrag vertegenwoordigen.
Dit hangt af van de situatie.
Hoe kun je werken met de Roos?
Je bewust worden van je eigen positie in een situatie en wat je daarmee •
oproept aan gedrag bij anderen.
Onderzoeken in hoeverre je door je eigen gedrag te veranderen een ander •
kunt verleiden tot meer effectief gedrag in een bepaalde situatie.
Om de ander te bewegen naar een andere, voor jou meer wenselijke, positie •
moet jij datgene doen wat schuin tegenover jouw intuïtieve reactie ligt (zie
onderstaand schema).
72 Coach2 - Werkboek voor coaches
Voorbeeld leervragen
Bepaal je eigen plek en die van de ander in de Roos. ͨBepaal hoe je het zou willen. Wat is effectief in het kader van wat je wilt ͨbereiken?
Hoe kom je op de gewenste plek? ͨBedenk zinnen die passen bij je gewenste positie in de Roos. ͨ
Ongewenst gedrag Intuïtieve reactie Interveniërend gedragBoven - Samen Onder - Samen Boven - TegenOnder - Samen Boven - Samen Onder - TegenOnder - Tegen Boven - Tegen Onder - SamenBoven - Tegen Onder - Tegen Boven - Samen
Meer lezen: www.123management.nl (onder cultuur, Roos van Leary)
Daar vind je ook tests om je positie op de roos te bepalen voor een bepaalde situatie.
73 Coach2 - Werkboek voor coaches
3.7. Transactionele analyse
Kind, volwassene en ouder huizen in elk mens. Eigenlijk staan ze voor toestanden
van je ego: nuchter, uitgelaten, bazig en ga zo maar door. Heel simpel gezegd staat
de ouder voor wat hoort en wat (niet) mag, de volwassene voor informatie en het
kind voor voelen.
Bij interactie met anderen kan het helpen je bewust te worden van de interactiepa-
tronen tussen ouder-volwassene-kind in jezelf en die in de ander. Je kunt de volgende
patronen tegenkomen:
Parallelle interactie: van ouder naar ouder en terug, van kind naar kind en terug, van
volwassene naar volwassene en terug. De communicatie kabbelt gewoon door.
Complementaire interactie: van ouder naar kind weer naar ouder enzovoort.
Kruistransactie: (zie tekening) er is sprake van miscommunicatie, langs elkaar heen
praten.
74 Coach2 - Werkboek voor coaches
Je kunt tekenen hoe je jezelf ziet door de drie cirkels groter of kleiner voor te stellen.
Dat biedt vaak al veel aanknopingspunten voor leren.
Realiseer je dat interactie verbaal en non-verbaal plaatsvindt. (Non verbale communi-
catie heeft meer invloed.)
Voorbeeld van een kruistransactie.
75 Coach2 - Werkboek voor coaches
Normen en waarden
Zonder ouder geen structuur
ANDER
Macht
Bewustzijn en denken
Zonder volwassene geen keuzes
JIJ en IK in de SITUATIE
Kracht
Gevoel
Zonder kind geen eigenheid
JEZELF
Onmacht
OUDER
VOLWASSENE
KIND
76 Coach2 - Werkboek voor coaches
Ouder‘’Ik heb het beste met je voor”
Regelen voor een ander OordelenZorgen voor een ander Grenzen stellen Bemoedigen ConfronterenBetuttelen Regels opstellen Gastheer/vrouw zijn VerbiedenOplossen door opleggen van normen aan de ander.
Volwassene“Wat is er hier aan de orde”
Wat en hoe vragen stellen LuisterenInformatie vragen en geven AnalyserenVerantwoordelijkheid nemen en geven KiezenConflicten aangaan en oplossen Hier en nu
Oplossen door gelijkwaardige communicatie en afspraken.
Kind“Ik heb er (geen) zin in”
Creativiteit MeegaanSpontaan AanpassenHumor GehoorzaamLol maken Bevestiging vragenZintuigen gebruiken Rebelleren tegenPrimaire emoties (boos, blij, bang, verdriet)Reageren vanuit eigenheid, niet gericht op oplossingen.
77 Coach2 - Werkboek voor coaches
Voorbeeld leervragen
Bij het reflecteren op ouder, volwassene en kind in jezelf kun je proberen ͨte luisteren of je in je innerlijke dialoog ouder, volwassene en kind kunt
herkennen:
Hoe klinkt de ouder (accepterend, kritisch)?•
Hoe is het kind (vrij, aanpassend, rebels), hoe oud?•
Wat is de rol van de volwassene?•
Hoe is de interactie tussen jou en je leidinggevende in termen van de ͨtransactionele analyse?
Welke veranderingen zou je willen? ͨWat zou je vanuit transactionele analyse anders kunnen doen? ͨBedenk zinnen die je zou kunnen zeggen die passen bij de interactie zoals jij ͨhet wilt.
Meer lezen: Harris: ik ben oké, jij bent oké (grondlegger van transactionele analyse).
Voor snel veel informatie: Google ‘transactionele analyse’.
Voor een vragenlijst waarmee je inzicht krijgt in de mate waarin jij de posities van
ouder, kind en volwassene inneemt mail [email protected]. We mailen dan de
lijst toe en kunnen de uitslag als u dat wil verder met u bespreken.
78 Coach2 - Werkboek voor coaches
3.8. Coach²: Leren verbinden met anderen
Op het moment dat je weet wat je wilt in wat voor situatie dan ook, is het zaak dit te
gaan realiseren. Het daadwerkelijk uitoefenen van invloed vindt, zeker in mens-
gerichte beroepen, voornamelijk plaats in de interactie met andere mensen.
Dáár moet het gebeuren.
De sleutel voor meer of minder invloed in interactie met anderen heb je zelf in de
hand: namelijk je eigen gedrag. Je hebt geleerd dat hoe jij doet een effect heeft op
hoe de ander doet en andersom. Er zijn verschillende methoden om je te helpen uit
te zoeken hoe je met jouw gedrag de interactie in de door jou gewenste richting kunt
buigen. Je hebt kennis gemaakt met één of meerdere van die methoden, bijvoor-
beeld: kernkwaliteiten, Roos van Leary of transactionele analyse.
Je hebt gemerkt dat je eigen gedrag leren inzetten voor effectieve interactie oefe-
ning vraagt. Het is iets dat je niet meteen goed kunt, het is een zaak van wat langere
adem. Je kunt het pas leren als je wilt oefenen!
Hoe kun je als coach aan een ander leren effectiever te worden in interactie met an-
deren? In de eerste plaats gaan daar het verbinden met zichzelf (hoofdstuk 1) en het
79 Coach2 - Werkboek voor coaches
pro-actief worden (hoofdstuk 2) aan vooraf. Vervolgens gaat het om het leren zich te
verbinden met een ander.
Ook hier zijn weer een paar makkelijke antwoorden te geven en een paar moeilijke
vragen te stellen aan de lerende coach.
Antwoorden
Geef het goede voorbeeld: werk aan vertrouwen en communiceer zorgvuldig.•
Gebruik de parallelsituatie (de interactie tussen jou als coach en de ander) als •
mogelijkheid tot bewustwording en oefensituatie voor de ander.
Bereid met de ander oefensituaties voor en bespreek ze na.•
Voorbeeld leervragen
Hoe heb jij tijdens jouw coachtraject geleerd invloed te nemen in interactie? ͨWelke barrières heb je ervaren en hoe ben je daar mee omgegaan? ͨWat heeft je dat opgeleverd? ͨWelke interventies van de coach waren effectief om jouw vermogen je te ͨverbinden te vergroten?
Hoe kun je jezelf coachen op dit gebied? ͨWat zijn bij jou passende manieren om een ander te coachen zich effectiever ͨte verbinden met anderen?
Wat heb jij op dit gebied als coach te leren? ͨ
80 Coach2 - Werkboek voor coaches
Leren
Inleiding
Een coachingstraject is een leerproces. In dit hoofdstuk krijg je inzicht in het verloop
van dit proces. Je gaat zelf bewust leren. Dit geeft je de kennis en ervaring om het
leerproces van een ander beter te kunnen begeleiden.
Een leerproces kost tijd en bestaat uit een aantal fasen. Het structureren van dit
proces in de tijd is een belangrijke taak van de coach (paragraaf 4.1.). Kennis van
en ervaring met de fasen in het leerproces, helpen je als coach de juiste keuzes te
maken wat betreft tempo en inhoud van je aanpak (paragraaf 4.2.).
Elk mens leert op zijn eigen manier. Het is belangrijk inzicht te krijgen in jouw leerstijl
en barrières hierin. Je coach stemt zijn of haar aanpak daarop af. Je kunt nog een
stap verder gaan door bewust de effectiviteit van je leren te vergroten (paragraaf
4.3.). Dan heb je niet alleen specifiek nieuw gedrag aangeleerd, maar ook geleerd
hoe je dat op een ander gebied wéér kunt doen. Dat is een diepte-investering in je
eigen professionaliteit.
4
81 Coach2 - Werkboek voor coaches
De kracht van een coachingstraject is de afwisseling tussen het ervaren van de
praktijk en het beschouwen van de praktijk (reflecteren). Door deze pendel een tijd
bewust toe te passen en te experimenteren met nieuw gedrag, komt integratie van
het geleerde tot stand (paragraaf 4.4.).
De dynamiek van het integreren van nieuwe inzichten en het (werk)gedrag, is sche-
matisch weer te geven met behulp van de begrippen bekwaamheid en bewustzijn
(paragraaf 4.5.).
82 Coach2 - Werkboek voor coaches
4.1. De structuur van een coachingstraject
Een traject ziet er bij Coach² als volgt uit:
Een traject omvat bij Coach2 gemiddeld 7-15 coachingsgesprekken. Ieder gesprek
duurt 1 of 1 ½ uur. In principe vindt één keer in de twee weken een coachingsge-
sprek plaats. Dit om een goede afwisseling tussen praktijk en nadenken over de
praktijk (reflectie) te krijgen. Als dat handig is en het leren meer stimuleert kunnen in
onderling overleg gesprekken omgezet worden in online contacten.
Coachingssessies
Je brengt elke keer uiterlijk een werkdag van te voren per mail een werksituatie in en
een reflectie in over de vorige sessie. Dat zijn geen notulen van de voorgaande sessie
maar meer een verslag van je gedachten en ervaringen naar aanleiding van wat er
aan de orde is geweest. Dit helpt je afstand te nemen van je eigen verhaal en zorgt
ervoor dat je effectiever gaat sturen in het coachingsgesprek. Tijdens de sessie be-
spreken we je inbreng. Je krijgt aan het eind van de sessie een opdracht mee.
Dat kan een opdracht uit dit boek zijn.
83 Coach2 - Werkboek voor coaches
Inbreng van een werksituatie
Vóór elke sessie breng je een werksituatie in. De volgende vragen kunnen je helpen
de situatie te omschrijven:
Hoe was de Situatie?•
Wat was daarin jouw Taak?•
Welke Actie heb je ondernomen?•
Wat was het Resultaat?•
Waarom breng je deze situatie in/wat is je vraag?•
Eerste drie sessies
De eerste 2 à 3 sessies zijn verkennend van aard. Na de tweede of derde keer doen
we een klikevaluatie:
Hebben we er voldoende vertrouwen in dat een coachingstraject tot het gewenste
resultaat leidt;
Klikt het tussen ons, is er voldoende veiligheid en vertrouwen?
Als we beiden deze vragen positief beantwoorden gaan we door met de coaching
met als afspraak dat we het traject volledig afmaken. Mochten we besluiten te stop-
pen, dan kan Coach² je doorverwijzen naar een passender alternatief.
84 Coach2 - Werkboek voor coaches
Tussenevaluatie
Halverwege het traject hebben we een tussenevaluatie. Jij bereidt die voor aan de
hand van een aantal vragen:
Met welke leervragen ben je gestart?•
Welke thema’s zijn in de afgelopen sessies aan de orde geweest?•
Hoe heb je geleerd (wat heeft het leren bij je gestimuleerd en wat heeft het •
lastig gemaakt)?
Welke feedback wil je je coach geven?•
Wat heb je geleerd?•
Welke leervragen wil je de komende sessies centraal stellen?•
Afhankelijk van de afspraken bij het begin van het traject kan je leidinggevende bij
deze tussenevaluatie betrokken worden.
Eindevaluatie
Tot slot vindt de eindevaluatie plaats. Die bereid je weer zelf voor aan de hand van
een aantal vragen:
Wat zijn je belangrijkste leervragen geweest?•
Welke thema’s zijn in de afgelopen sessies aan de orde geweest?•
Hoe heb je geleerd (wat heeft het leren bij je gestimuleerd en wat heeft het •
lastig gemaakt)?
Welke feedback wil je je coach geven?•
Wat heb je geleerd?•
85 Coach2 - Werkboek voor coaches
Voorbeeld leervragen
Hoe heeft de structuur van jouw eigen coachingstraject je leren beïnvloed? ͨHoe zou je het zelf willen doen? ͨWelke structuur past bij het coachende aspect in jouw werk? ͨWelke structuur past bij jou? ͨHoe kun je beide integreren? ͨHoe geef jij vorm aan contractering? ͨ
Wat heb je nodig van wie om het geleerde vast te houden?•
Hoe kun je dat voor jezelf organiseren?•
Deze eindevaluatie bespreek je eerst met je coach en vervolgens in een 3-gesprek
met je coach en je leidinggevende. Dit is erg belangrijk om dat wat je geleerd hebt
verder uit te kunnen bouwen.
86 Coach2 - Werkboek voor coaches
4.2. U-curve van het leren
Het coachingsproces volgt in grote lijnen de U-curve, zoals hierboven getekend. Het
lijkt een chronologisch proces met fasen die elkaar opvolgen. In de praktijk werkt dat
natuurlijk niet zo. Teruggrijpen op vorige fasen en alvast vooruitlopen op wat er komt
gebeurt aan de lopende de band. Dat is natuurlijk en hoort bij het leerproces. Denk
aan een balletje dat in de U-curve rolt. De coach zorgt er voor dat het balletje vaart
houdt en niet in het midden stil komt te liggen. Alle fasen worden behandeld vanuit de
concrete werksituaties die jij aandraagt.
87 Coach2 - Werkboek voor coaches
Fase 1: Uitstallen – laten zien wat er is
De spannende fase van diepgaand kennismaken. Veiligheid, vertrouwen en ont-
spannen zijn belangrijk om de kastdeuren écht open te doen. Dit is belangrijk om
tot leervragen te komen die breed én specifiek genoeg zijn om het leerproces in
gang te zetten. De rol van de coach kenmerkt zich door: vertrouwen en veiligheid
creëren, vragen stellen, accepterende houding.
Fase 2: Heroriënteren – zien vanuit het geheel en vanuit het hart
De fase van onderzoek. Hoe zien anderen mij, welke verwachtingspatronen liggen
er? Welke mogelijkheden? Welke verlangens en wensen heb ik? De coach staat
naast je en helpt je bij het onderzoek. De coach geeft je ook eerlijke constructieve
feedback. Je wordt “bewust onbekwaam” op een bepaald gebied (paragraaf 4.5).
De leervragen verdiepen zich naar het niveau van zingeving
Fase 3: Loslaten – de stilte in
Vanuit de stilte ruimte geven aan je innerlijke weten. Je hebt alle bagage die je
nodig hebt. Je hebt stilte nodig om je dit te herinneren en opnieuw eigen te maken.
De rol van de coach is het laten vallen van stiltes, het aanbieden van passende
oefeningen die je helpen stil te worden.
88 Coach2 - Werkboek voor coaches
Fase 4: Laten komen – mogelijkheden ontvouwen zich
Er gaan zich contouren aftekenen van antwoorden op je leervragen op een manier
die je van tevoren niet had kunnen bedenken. Je bent in een corridor van dromen:
je ziet flitsen, maar kan het nog niet pakken. Je droomt en fantaseert vanuit jezelf.
In deze fase is het belangrijk de tijd te nemen en jezelf niet onder druk te zetten.
De coach is je partner en gunt je de tijd.
Fase 5: Kristalliseren – keuzes maken, invulling geven
De contouren worden geleidelijk ingevuld tot mogelijkheden. Aan de hand van
concrete werksituaties ga je zien hoe je het anders kunt en wilt doen. Je ziet een
ruimer veld aan mogelijkheden en maakt daarin keuzes. De coach vult deze met je
in, bijvoorbeeld door je te laten visualiseren. Op deze manier bereid je je voor op de
volgende stap.
Fase 6: Prototyperen – uitproberen van nieuwe vormen
Er is moed en wil voor nodig om nieuw gedrag uit te proberen. Dit is een
essentiële fase in het coachingsproces. Van denken, fantaseren, reflecteren,
conceptualiseren naar experimenteren: DOEN! De coach helpt je dit goed voor te
bereiden, moedigt aan, kijkt mee terug en zorgt ervoor dat het experiment leidt tot
een nieuw experiment.
89 Coach2 - Werkboek voor coaches
Fase 7: Institutionaliseren, ofwel belichamen
Deze fase doorloop je wanneer de coaching al is afgelopen. Het kan soms jaren
duren voordat je nieuwe, hervonden, waarden belichaamt. Je bent “onbewust be-
kwaam” (paragraaf 4.5) geworden, dat wil zeggen je staat er niet meer bij stil,
je kunt/weet/bent gewoon.
Meer lezen: Peter Senge et.al., Presence (Academic Service, 2004).
Otto Scharmer, Theorie U (Christofoor, 2009)
Nederlandse websites: http://www.theoryu.nl/
Voorbeeld leervragen
Beschrijf jouw eigen ervaringen met de verschillende fasen in dit proces (met ͨwelke heb je ervaring, met welke niet, welke vind je lastig).
In hoeverre is jouw leidinggevende voor jou een coach? ͨWat in de aanpak van jouw leidinggevende bevordert/belemmert jouw ontwik- ͨkeling?
In hoeverre herken je als coach de fasen in het leerproces? ͨWat zijn jouw interventies in de verschillende fasen? ͨ
90 Coach2 - Werkboek voor coaches
4.3. Leercyclus
De leercyclus van Kolb verloopt via twee dimensies: concreet versus abstract en
actief versus reflectief.
Iedereen heeft zo zijn of haar eigen stijl als het gaat om het leren en die stijl corres-
pondeert met voorkeursposities op de beide dimensies. Elke stijl heeft zijn sterke en
zwakke punten.
91 Coach2 - Werkboek voor coaches
Voor een effectief leerproces moeten alle onderdelen van de cyclus worden doorlo-
pen. Waar je start maakt niet uit en is afhankelijk van je stijl:
de doener begint met doen•
de bezinner begint met voelen/ervaren•
de denker begint met nadenken (of een boek lezen)•
de beslisser begint met bepalen van het hoe en het wat•
Om te bepalen hoe je effectiever kunt leren kun je kijken naar welke onderdelen van
de cyclus je meer en minder aandacht geeft. Op de onderdelen die je minder aan-
dacht geeft ligt je kans effectiever te gaan leren. Stel dat je bijvoorbeeld een actieve
doener bent, dan heeft jouw leercyclus waarschijnlijk een rechtopstaande ovale
vorm. Je gaat effectiever leren en werken door meer tijd en aandacht te besteden
aan het reflectieve onderdeel.
Een aansluitende leerbevorderende benadering is te kijken welke overgangen in de
cyclus voor jou het lastigst zijn: daar zit een leerbarrière en tegelijk ook de mogelijk-
heid om te groeien in je functioneren. De overgangen zijn:
van doen naar stilstaan bij de ervaring•
van bezinnen (inzoomen) naar nadenken (uitzoomen, rode draden zien)•
van nadenken naar een besluit komen•
van besluiten naar overgaan tot daadwerkelijke actie•
92 Coach2 - Werkboek voor coaches
Meer lezen: Kolbs typologie van leerstijlen, L. van Kessel, 1990
(in Supervisie in opleiding en beroep) of Google: Leercyclus van Kolb
Voorbeeld leervragen
Welke delen van de leercyclus hebben je voorkeur: ben je een doener, ͨbezinner, denker of beslisser?
Welke overgangen in de leercyclus vind je lastig? ͨWat betekent dit voor jouw leeropgave in verband met effectiever leren? ͨWat heb je nodig om daaraan te werken? ͨNeem iemand in je omgeving in gedachten: ͨ
Hoe leert hij of zij?•
En hoe zou hij of zij effectiever kunnen gaan leren?•
Hoe zou je hem of haar daarin kunnen begeleiden?•
93 Coach2 - Werkboek voor coaches
4.4. Reflecteren
De bovenste driehoek staat voor het werk. De onderste voor de persoon.
Belangrijk is integratie tussen beiden. Bij het bespreken van een werksituatie wordt
dit model als kapstok gebruikt om zowel de situatie, als de context, en de ervaring
van de persoon helder te krijgen. Je coach spiegelt en stelt vragen en zorgt op die
manier dat jij gaat reflecteren.
94 Coach2 - Werkboek voor coaches
Niveaus van reflecteren
De kwaliteit van de reflectie neemt toe wanneer steeds grotere persoonlijke diep-
gang wordt bereikt. Bij toenemende kwaliteit van reflectie komen er de volgende
elementen bij:
Beschrijven van relevante beroepsactiviteit en situatie.1.
Beschrijven van handelingen en mogelijke bijstellingen daarin (zonder het eigen 2.
functioneren hierbij expliciet te betrekken).
Komen tot inzichten en conclusies en vormen van voornemens over de 3.
ontwikkeling van de eigen vakdeskundigheid.
Meewegen van de eigen opvattingen en capaciteiten. Bij de vervolgaanpak 4.
leidt dat ook tot ideeën over de ontwikkeling van het eigen subjectief concept
(verschuiving in waarneming van de situatie en het eigen handelen daarin).
Beschrijven van invloed van persoonlijkheid. Inzichten liggen ook op het ni-5.
veau van zingeving in relatie tot beroeps- en maatschappelijke ontwikkelin-
gen. Vervolgaanpak bevat naast vakdeskundigheid en subjectief concept ook
persoonlijke groeifactoren.
95 Coach2 - Werkboek voor coaches
Voorbeeld leervragen
Welk niveau van reflecteren had je bij de start van je coachingstraject en hoe ͨis dat nu?
Hoe heeft jouw reflecteren zich ontwikkeld en verdiept? ͨWat was de rol van jouw coach daarbij? ͨWat zijn jouw ervaringen bij het losmaken van reflectie bij een ander? ͨWelke leerpunten zie je voor jezelf? ͨNeem een persoon in je omgeving in gedachten: welk niveau van reflecteren ͨlaat hij of zij zien en op welke manier zou je dat kunnen verdiepen?
96 Coach2 - Werkboek voor coaches
4.5. Bewust bekwamen
Bij aanvang van een coachingstraject zit je op de grens van bewust en onbewust on-
bekwaam. Je coach helpt je zo duidelijk mogelijk in beeld te krijgen wat je leerpunten
zijn. Bij het leren van nieuw gedrag vinden de meeste mensen dit geen prettige fase.
Je voelt je onbeholpen en onzeker. Je vraagt je af: zal ik het ooit leren?
Veel mensen willen wel leren, maar niet oefenen. OEFEN, probeer en geef jezelf de
tijd.
97 Coach2 - Werkboek voor coaches
Iemand vertelde eens hoe hij had leren schaatsen. Het gevoel dat hij had toen hij
de slag nét te pakken had geeft aan hoe de overgang van bewust onbekwaam naar
bewust bekwaam voelt. Natuurlijk zal de schaatser nog vaak vallen, maar hij voelt dat
hij het kan en gaat nu verder met bewust bekwamen.
Op die gebieden waarin je onbewust bekwaam bent is er sprake van geautomati-
seerd gedrag. Je staat er niet meer bij stil totdat je in andere of nieuwe situaties
komt, waarin het gedrag niet (meer) voldoet. Dan kun je de dynamiek van het leren
opnieuw gaan doorlopen om te komen tot een meer adequate handelwijze.
Voorbeeld leervragen
Heb je een eigen voorbeeld van een leerproces dat via de bovenstaande ͨdynamiek is verlopen?
Hoe waren jouw gevoelens en ervaringen in de verschillende fasen? ͨHeb je op dit moment iets waarin je je bewust onbekwaam voelt? ͨWat helpt jou te oefenen en bewust bekwaam te worden? ͨHeb je wel eens iemand begeleid bij het bewust onbekwaam worden, hoe ging ͨdat?
Heb je wel eens iemand begeleid bij het bewust bekwamen, hoe ging dat? ͨ
98 Coach2 - Werkboek voor coaches
4.6. Autobiografie in vijf hoofdstukken
Ik loop over een straat. Er zit een diep gat in de bestrating. Ik val er in. Ik ben ver-1.
loren. Het is niet mijn fout. Het kost tijd om er weer uit te komen.
Ik loop over een straat. Er zit een diep gat in de bestrating. Ik ontken het te zien. 2.
Ik val opnieuw. Ik kan niet geloven dat ik op dezelfde plaats ben. Maar het is niet
mijn fout. Het vergt een lange tijd om eruit te komen.
Ik loop over een straat. Er zit een diep gat in de bestrating. Ik zie dat het er is. 3.
Toch val ik er in. Het is een gewoonte. Maar mijn ogen zijn nu open. Ik weet waar
ik ben. Het is mijn fout. Ik ga er onmiddellijk uit.
Ik loop over een straat. Er zit een diep gat in de bestrating. Ik loop eromheen en….4.
Ik loop over straat.5.
(Portia Nelson, 1994, Het Tibetaanse boek van leven en sterven. Cothen: Servire)
99 Coach2 - Werkboek voor coaches
4.7. Coach²: Leren leren
De eerste drie hoofdstukken gaan rechtstreeks over invloed nemen. Het hoofdstuk
over leren legt als het ware een schil daaromheen en gaat over HOE je leert. Het is
een hoofdstuk voor degene die bewust wil leren, zodat hij in de toekomst zélf effectie-
ver leert en/of hij een ander beter kan begeleiden bij een leerproces. Alle informatie
in dit hoofdstuk is essentiële voeding voor de coach.
Bij coaching is het gewenste resultaat over het algemeen een gedragsverandering
op een specifiek werkgebied. Lang niet altijd is er de expliciete wens effectiever te
leren leren. Toch is dit bij mensen die professioneel met mensen werken altijd – op
zijn minst op de achtergrond - aan de orde, vanwege het coachende aspect in hun
werk. ‘Je kunt een ander zover helpen als jezelf bent’ is het motto bij Coach². Dat
betekent dat op het moment dat jij bewust hebt geleerd effectiever te leren, jij beter
in staat bent het leerproces van je eigen cliënten of medewerkers te begeleiden. Je
ontwikkelt je als coach.
100 Coach2 - Werkboek voor coaches
Je hebt geleerd dat leren een proces is, dat vraagt om structuur: een kop en een
staart en verschillende fasen daartussen. Je hebt gemerkt dat de aanpak van de
coach verschilt afhankelijk van de fase in het leerproces en jouw manier van leren. Je
hebt je eigen leerstijl en leerbarrières leren kennen en hebt gemerkt hoe dit inzicht
je heeft geholpen verder te komen in je leerproces. Je manier van reflecteren heeft
zich verdiept. Bij het beschouwen van werksituaties stel je jezelf meer en ander
soort vragen dan je voorheen deed. Je weet uit eigen ervaring hoe het voelt bewust
onbekwaam te zijn en ook hoe het is geleidelijk je bekwaamheid te ontwikkelen en te
integreren in je doen en laten.
De vraag is hoe je een ander kunt leren leren. Ook hier zijn weer een paar makkelijke
antwoorden te geven en een paar moeilijke vragen te stellen aan de lerende coach.
Antwoorden
Werk met een duidelijke structuur en leg die uit.•
Deel jouw observaties en veronderstellingen met de cliënt over hoe hij of zij •
effectiever kan leren en werk toe naar overeenstemming.
Wees zo transparant mogelijk over je keuzes in de aanpak gerelateerd aan •
leerstijl en fase in het leerproces en betrek je cliënt daarbij.
Zoek samen naar de weg.•
101 Coach2 - Werkboek voor coaches
Voorbeeld leervragen
Hoe heb jij tijdens jouw coachingstraject geleerd effectiever te leren? ͨWelke barrières heb je ervaren en hoe ben je daar mee omgegaan? ͨWat heeft je dat opgeleverd? ͨWelke interventies van de coach waren effectief om jouw leervermogen te ͨvergroten?
Hoe kun je jezelf coachen op dit gebied? ͨWat zijn bij jou passende manieren om een ander effectiever te laten leren? ͨWat heb jij op dit gebied als coach te leren? ͨ
102 Coach2 - Werkboek voor coaches
Slot
Aan het eind van een coachingsproces is het de tijd om de balans op te maken.Je
bent een klein half jaar bewust aan het leren geweest over jezelf in relatie tot je werk.
Je hebt je bewust bekwaamd, je bent jezelf meer gaan waarderen en je gedrags-
repertoire is uitgebreid. Dat betekent dat je zelfbewuster en met meer plezier in je
werk staat! En dat maakt je tot een betere coach voor je medewerkers en cliënten.
Naast leren over jezelf heb je geleerd over coachen. Door zelf gecoacht te worden en
daarover je steeds weer af te vragen: wat werkt bij mij wel en niet, hoe komt dat en
hoe vertaal ik dat naar mijn houding ten opzichte van mijn medewerkers of cliënten.
Uiteraard zullen niet alle onderdelen van dit Coach² boek aan bod zijn geweest.
Mocht je nog eens specifiek aan een thema of hoofdstuk willen werken: je bent van
harte welkom!
Ik wens je veel plezier en resultaat bij het coachen!
103 Coach2 - Werkboek voor coaches
Over Coach²
Coach² is een praktijk voor supervisie, coaching en organisatieontwikkeling.
Het doel van Coach² is uw leren te intensiveren en te versnellen. Coach² is uw onaf-
hankelijk adviseur, uw heldere ‘spiegel’, uw vertrouwenspersoon en sparringpartner.
Onze ambitie is het bereiken van het ‘droste-effect’: leidinggevenden en professionals
leren coachen, zodat zij op hun beurt weer anderen kunnen coachen. Vandaar de
naam: Coach².
Coach² richt zich op:
Mensen die met mensen werken in de organisatiecontext:•
Leidinggevenden, consultants, coaches, adviseurs, professionals•
Hoofden P&O, leden van de directie en hoger management.•
104 Coach2 - Werkboek voor coaches
Bij Coach² leert u om uzelf én uw organisatie effectief verder te ontwikkelen door:
Uit (complexe) werksituaties het beste resultaat te verkrijgen•
Zelf de regie over uw werk te nemen•
Uw valkuilen te herkennen en deze om te zetten in vaardigheden•
Uw medewerkers en/of cliënten te coachen•
Een coachende stijl van leidinggeven in uw organisatie te implementeren•
Uw eigen veerkracht te versterken en op peil te houden •
Coach² biedt u coaching, supervisie, intervisie en maatwerk organisatieontwikkeling.
Coaching
Persoonlijke competentieontwikkeling in het werk voor leidinggevenden, professio-
nals en adviseurs. U realiseert een aantoonbare gedragsverandering.
Supervisie
Persoonlijke beroepsontwikkeling in mensgerichte functies. U bereikt een toename
van de integratie van uw persoon (denken, voelen en willen) enerzijds en uw werk
(werksituaties, beroepskader, organisatiebeleid, handelen) anderzijds. U vergroot
uw leervermogen.
105 Coach2 - Werkboek voor coaches
Intervisie
Overlegmethode voor autonome professionals/leidinggevenden. Deelnemers
leren systematisch leren in groepsverband. U komt met elkaar tot meer kwaliteit
in het werk en een betere werksfeer.
Organisatieontwikkeling
Maatwerk. U implementeert een coachende stijl van leidinggeven in uw organi-
satie, waardoor uw medewerkers effectiever invloed leren nemen en tot betere
prestaties komen.
Voor meer informatie:
www.coachkwadraat.nl
106 Coach2 - Werkboek voor coaches
Over de auteur
Mieke Voogd (1965) is arbeids- en
organisatiepsycholoog, geregistreerd
supervisor en heeft ruim 17 jaar
als organisatieadviseur en manager
gewerkt in de zakelijke dienstverlening,
zorg, onderwijs en overheid. Sinds
2006 werkt zij als zelfstandig onder-
nemer in Coachkwadraat, praktijk voor
supervisie, coaching en organisatie-
ontwikkeling. Zij legt zich toe op het
coachen van mensen en organisaties
die met mensen werken.
107 Coach2 - Werkboek voor coaches
Daarnaast houdt zij zich bezig met professionalisering en kennisontwikkeling van
coaches. Dat doet zij als lid van de Raad voor Begeleidingskunde en voorzitter van de
wetenschappelijke commissie van de Landelijke Vereniging voor Coaching en Super-
visie (www.lvsc.eu). Ook participeert zij in ECVision, een Europees project gericht
op het bevorderen van de vergelijkbaarheid van supervisie- en coachopleidingen
(http://www.anse.at/ecvision.html).
Meer info: Linkedin en @MiekeVoogdCoach op Twitter
Mieke Voogd
Esweg 90
9761 ES Eelde
telefoon: 050-3080699
mobiel: 06-53542691
e-mail: [email protected]