PL.HANZE nr 27

28
Nr. 27 2013 PL.HANZE GEVOLGEN VAN BALANS VOOR DOCENTEN NACHT VAN DE KUNST & WETENSCHAP NIEUWE CAO FOCUST OP PROFESSIONALISERING

description

Personeelsblad Hanzehogeschool Groningen nr 27

Transcript of PL.HANZE nr 27

Page 1: PL.HANZE nr 27

Nr. 27 2013

pl.hanze

gevolgen van balans voor docenten

nacht van de Kunst & Wetenschap

nieuWe cao focust op professionalisering

Page 2: PL.HANZE nr 27

2 PL.HANZE

de VeraNderiNgMinder ondersteunende functies en meer investeringen in onderwijs- en onderzoeksfuncties betekenen interne verschuivingen van werkzaamheden. Vandaar De Verandering. Collega's vertellen over hun nieuwe baan binnen de Hanzehogeschool Groningen.

daniëlle van der heijden, 35 jaar: stapte na twee jaar stafbureau personeel & organisatie over naar het instituut voor bedrijfskunde, opleiding human resource Management.

Werkte als hr- adviseur vanaf 2001 in verschillende commerciële omgevingen en werkt sinds 2007 bij p&o van de hanzehogeschool groningen. Momenteel druk bezig met de afronding van haar master organisatieverandering, in december 2013.

Bent u zelf van baan veranderd binnen onze hogeschool of kent u collega's die in een nieuwe HG-omgeving (gaan) werken, laat het ons weten: [email protected]

‘Naar’ Instituut voor Bedrijfskunde

Functie: DocentLocatie: Zernikeplein 23

Niet eens een hele bewuste verandering. Het balletje ging rollen toen een P&O-collega voor een school iemand zocht voor een aantal lessen HRM. Dat beviel! Na een poos combineren, ging ik in 2010 volledig aan de slag als docent. Ik wil een goede docent en coach worden, na vele jaren in voornamelijk ondersteunende functies.

Lesgeven is echt een vak dat deels in je bloed moet zitten, maar waar ik ook nog hard aan moest werken. De grote uitdaging was en is: hoe geef je de lessen vorm, hoe ga je om met de studenten, met groepen, hoe breng je de stof over?

Veel en voortdurend! Zoals in 2004, toen faculteiten schools werden, mét stoelendans, daarna centralisatie van diensten, meer kenniscentra, lectoraten, onderzoek. En nu weer de consequenties van het prestatiecontract. Wat volgt?

Behoorlijk! De Hanze is de eerste werkgever waarbij ik nooit het gevoel heb dat ik uitgekeken ben. Alle kans om je te ontwikkelen en … je wordt niet raar aangekeken als je zegt dat je wel eens wat anders wilt.

De Hanze is wat zakelijker is geworden, meer resultaatbewust – dat vind ik een gezonde ontwikkeling.

Als P&O'er zit je in de uitvoering, echt erg leuk werk! Als docent leg je uit hoe je iets zou aanpakken en daar discussieer je over met je studenten. In dat onderwijskundige aspect was ik onervaren, maar het is een fantastische extra dimensie.

Zeker! Het stafbureau P&O heeft een heel hecht en inspirerend team. Binnen de opleiding HRM vond ik echter eenzelfde ‘warm bad'. Fijne collega’s in een gezellig team en werk dat me uitdaagt!

Het brengt je ongelooflijk veel nieuwe inzichten! Er is vaak zoveel meer dan de functie die je nu uitvoert. Lesgeven heeft heel veel dimensies en uitdagingen. Een enorme verrijking. Met ook weer vervolgstappen zoals nu mijn master Organisatieverandering.

Dat is zo’n grote uitspraak dat ik er maar een beperkte bijdrage aan kan leveren: studenten enthousiast maken voor het P&O-vak én hen bijstaan in hun persoonlijke ontwikkeling. Mooi en waardevol, hoop ik.

‘Van’ stafbureau Personeel & Organisatie

Functie: PersoneelsfunctionarisLocatie: Zernikepark 4

Waarom deze verandering?

De grootste uitdaging in je nieuwe functie?

Wat veranderde bij de Hanze, de afgelopen jaren?

Verknocht aan de Hanze?

Wat veranderde bij de Hanze, de afgelopen zes jaar?

Wat is voor jou de grootste verandering nu – van stafbureau P&O naar het

Instituut voor Bedrijfskunde?

Afscheid met een traan?

Waarom zou je anderen aanraden om binnen de HG naar een andere functie

te gaan?

Share your talent. Move the world. Wat is jouw bijdrage?

Sirius min

or

Landelijk

nummer 1

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2009 en 2010

Landelijk

nummer 2

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2010

HBO-Rechten

Landelijk nummer 1

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2011!

Elektrotechniek

Landelijk nummer 1

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2009 en 2010

Elektrotechniek

Landelijk nummer 1

Volgens Keuzegids

2010 en 2011

Number 1

HBO Electrical

Engineering

Keuzegids

(Dutch study guide)

2010 & 2011

ersoneelsManagement

Landelijk nummer 1

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2009 en 2010

P

SJDLandelijk nummer 1

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2011!

Hanze Honours

Co

lle

ge

Hanze Honours

Co

lle

ge

Financieel v

oord

ee

l w

er

kgever

Ke

uze

gids Deeltijdstu

dies

20

11

Hanze Honours

Co

lle

ge

Hanze Honours

Co

lle

ge

nr.11

Na

tion

ale Studentenenquête

20

11

nr.

Nr.

1

B e s t e

We

rk

gever 20

11 8

B e s t e

We

rk

gever 20

11 8

Volgens

Ke

uzegids Deeltij

dstu

die

s 20

11!

1Nr.

MiZ

Ke

uz

eg ids D eelt i jd

& D

ua

al1

Nr.

2012

Ke

uz

eg ids D eelt i jd

& D

ua

al2

Nr.

2012

sc

ho

o l p a r t ic ipa

tio

nme

de ze g g e nsch

ap

TEVREDENMEDEWERKERS

Ondersteund door EFFECTO

RY

DE HANZE WERKT AAN

HANZE

kw

a l i t e i t s c u l t u ur

v e r s t e r k i n g

2011 HANZE 2012

kw

a l i t e i t s c u l t u ur

v e r s t e r k i n g

TEVREDENHANZE MEDEWERKERS

Ondersteund door EFFECTO

RY

WIJ WERKEN AAN

Page 3: PL.HANZE nr 27

33

INHOUD juni 2013

4-5 Balans: interview CvB-lid Marian van Os6 HHC: onderzoek naar de excellente professional14-15 Nacht van de Kunst & Wetenschap16-17 Nieuwe cao hogescholen focust op professionalisering18-19 Versterk je Talent20-21 Afscheidsinterview: Hiltje Burgler-Feenstra over kwaliteitszorg22-23 Fotoreportage heropening Walk of Fame24 Waarom koos Universiteit Twente voor OSIRIS?25 55plus-lezing: een oud brein is best wel fijn26 Veranderende Tijden: Jan Schuurmans maakt videocolleges27 Column JJdJ en agenda28 Walk of Fame: Lies Korevaar, lector Rehabilitatie

pl.hanze is het personeelsblad van de hanzehogeschool groningen en Wordt geMaaKt

door het stafbureau MarKeting & coMMunicatie hoofdredactie a.i./coördinatie/teKsten

chris Wind eindredactie pieneKe Wiertz teKsten Josephine banens, helMa erKelens, luuK

steeMers, pieneKe Wiertz fotografie Jan buWalda, franK de Kleine, luuK steeMers, peter thal

vorMgeving dineKe buist druKWerK grafische industrie de Marne rechten niets van deze

uitgave Mag Worden overgenoMen, verMenigvuldigd of geproduceerd zonder schrifteliJKe

toesteMMing van het stafbureau MarKeting & coMMunicatie van de hanzehogeschool

groningen en/of andere auteursrechthebbenden vragen, opMerKingen, suggesties pl.hanze@

org.hanze.nl

colofon

NoorderRuimte start innovatiewerkplaats ‘Health Space Design'

Portret van een school: IBS De intensieve 1e maand van Technische Bedrijfskunde

Bètasteunpunt gaat voor kwaliteit van instroom

10-11

12-13

7

8-9

Page 4: PL.HANZE nr 27

4 PL.HANZE

‘We gaan Balans in onder randvoor-waarden en één van die voorwaarden is dat we minimaal de kwaliteit die we nu hebben, behouden. Het feit dat we het werk met minder mensen gaan doen, mag in kwalitatieve termen niets voor het werk van docenten betekenen. De angst bij sommige docenten is dat we gaan schuiven. Dat er wordt gesneden in de overhead, en dat er dus minder mensen zijn om het ondersteunend werk op te knappen. Dat docenten daardoor minder voor de klas komen te staan en meer bezig zullen zijn met administratieve taken. Dat is absoluut niet de bedoeling. Dan los je ook niks op. Bovendien is een docent gemiddeld duurder dan een ondersteunende werknemer. Dus ook vanuit Balans gezien zou het heel dom zijn om ondersteunend werk te verschuiven naar de docenten.'

Snap je de angst van de docenten?‘We hebben inderdaad gezegd dat we het met minder mensen gaan doen en we weten nog niet op alle fronten precies hoe. Maar docenten hoeven zich geen zorgen te maken. Of er komen nieuwe afspraken óf we gaan bepaalde dingen niet meer doen. Een derde richting is dat we dingen anders gaan doen. Bijvoorbeeld door het inzetten van nieuwe IT-systemen. Als die nieuwe systemen er zijn, kun je met minder mensen meer doen. Maar dat hebben we allemaal nog niet, dus ik kan me de angst van docenten die denken “dat is leuk verteld, maar eerst zien, dan geloven” ook best voorstellen.'

Hoe vang je de gaten op zolang de nieuwe systemen nog niet werken? ‘Balans loopt tot eind 2015, dus de veranderingen vinden geleidelijk plaats in de komende tweeënhalf jaar. Als je bijvoorbeeld kijkt naar VOIS, het grote nieuwe systeem voor onderwijsvolg- en logistieke systemen, dat wordt pas in 2014 in zijn totaliteit geïmplementeerd. Het begint wel dit jaar in kleine stukjes, maar de grote hap is pas volgend jaar. Dan is het dus ook pas volgend jaar dat er minder mensen gaan werken. We doen dus echt pas dingen minder als er iets anders voor in de plaats is gekomen.'

Er is dus echt geen sprake van dat docenten straks kleine klusjes naast hun gewone werkzaamheden moeten gaan doen?‘Nee, dat zou heel naïef zijn. Het lost niks op en zou het alleen maar duurder maken.'

Misschien budgettair niet, maar Balans gaat ook om percentages. Met verschuivingen behaal je wel de doelstellingen.‘Dat soort opportunisme, daar ben ik niet van. Je moet een probleem oplossen, niet verschuiven.'

Over opportunisme gesproken: is het waar dat een ondersteuner die een paar uur voor de klas gaat staan, straks tot de docent wordt gerekend?‘Absoluut niet. Al zouden we kwaad willen, dan zou het nog niet kunnen. De review-commissie waarmee wij de afspraken voor het prestatiecontract hebben gemaakt, heeft de definities landelijk vastgesteld. Zij hebben heel

precies vastgelegd wie telt als OP’er en wat als OBP’er. Eind 2015 zijn wij ook niet diegenen die tellen, maar een onpartijdige accountant. Die accountant geeft de cijfers dan weer door aan de review-commissie. Het is dus echt een waterdicht systeem.'

Toch is het raar dat iemand die bijvoorbeeld veertig procent van zijn tijd voor de klas doorbrengt, volledig wordt gerekend tot het OBP. Waarom wordt er gekeken per persoon en niet naar fte’s?‘Het is inderdaad een wat dogmatische rekenmethode, met weinig ruimte voor nuance. Toch kan ik me ook wel weer voorstellen waarom de commissie heeft gekozen voor deze methode. Ze moeten op enig moment over heel Nederland hetzelfde kunnen meten en dan moet het ook redelijk eenvoudig vast te stellen zijn. Het moet in een systeem op te leveren zijn. Als wij het dan heel gedetailleerd gaan uitwerken, wordt het handwerk. Dat is niet alleen onbetrouwbaar, want een instelling kan gaan rommelen met de cijfers, maar ook heel duur, tijdrovend en onvergelijkbaar.'

Dus het is nutteloos voor ondersteunende medewerkers om een paar uur per week voor de klas te gaan staan?‘Voor Balans wel, maar voor mensen natuurlijk niet. Je moet ook oppassen dat je je niet alleen maar laat leiden door Balans. Mensen moeten daar zitten waar ze zich goed voelen en waar hun kracht zit. Ons doel is onderwijs geven, niet Balans halen. Dat moet ook de

Over Balans is al veel gezegd en geschreven, maar de nadruk lag vaak op de consequenties voor ondersteunend personeel. Logisch, want daar vallen de klappen. Maar ook voor docenten heeft Balans consequenties. Wie gaat straks het werk doen van de verdwijnende ondersteuners? En hoe voorkomt de HG overbelasting? CvB-lid Marian van Os legt het uit.

IntervIew CvB-lId MarIan van Os

‘Ons doel is onderwijs geven, niet Balans halen’

4 PL.HANZE

Page 5: PL.HANZE nr 27

555

volgorde zijn, je moet de prioriteiten niet omdraaien.'

Hoe vang je vijftien procent minder OBP op zonder je personeel over te belasten?‘In totaal lopen er, schrik niet, zo’n twintig grote en minder grote IT-projecten de komende jaren. VOIS natuurlijk, maar we zijn ook bezig met pilots voor digitaal toetsen, het opnemen van hoorcolleges en het digitaliseren van personeelsdossiers. Dat heeft dus ook heel veel impact op de processen, met name op de ondersteunende processen. Daar moet ook zo’n zestig à zeventig procent van de besparingen uit gehaald worden.'

Hoe kan er zoveel besparingsruimte zijn?‘Waar wij slecht in zijn geweest de afgelopen jaren is accepteren dat ondersteuning voor alle schools misschien wel gelijk is. Wij barsten van het maatwerk. Ieder school vindt dat zij uitzonderlijk en anders is. Maar als je kijkt wat dat voor extra werk betekent… dat is gigantisch. En dan heb ik het niet over het onderwijs en onderzoek, daarin mogen instituten zich natuurlijk onderscheiden en daarin zijn ze ook echt verschillend. Maar het administreren van studenten en medewerkers, daar is niets onderscheidends aan. Dat moet je effectief

en efficiënt regelen. Dat kan goeddeels voor iedereen op dezelfde manier. We moeten echt streven naar standaardisatie op dat gebied.'

Niet alle IT-projecten die de afgelopen jaren zijn geïntroduceerd, liepen van een leien dakje. Heb je er vertrouwen in dat dat nu anders gaat?‘In ieder geval méér vertrouwen. Ik kan niet garanderen dat alles in één keer honderd procent goed gaat. Dat is ook eigenlijk nooit zo bij IT-projecten. Maar we hebben heel goed nagedacht over de aansturing en de organisatie en we hebben alle schools vanaf het begin betrokken bij de projecten. Daarnaast hebben we ervoor gekozen om niet alle systemen zelf als maatwerk te ontwikkelen, maar in één keer in te kopen bij een bedrijf dat bij andere hogescholen al soortgelijke systemen heeft geïmplementeerd. Dat biedt nog geen honderd procent garantie, maar maakt de kans op succes wel heel groot.'

Is die eis van OCW dan ook niet een beetje een ‘blessing in disguise' voor jullie?‘Ik vind van wel, maar dat is natuurlijk vooral zo voor alle mensen die in het onderwijs en onderzoek werken. Die zullen het heerlijk vinden dat er meer collega’s bijkomen en dat er ruimte is

voor innovatie. Maar voor de mensen die in de ondersteuning werken, voelt dat natuurlijk heel anders. Zeker als je niet zeker bent dat jouw baan of die van je collega over een paar jaar nog wel bestaat. Aan de andere kant, en dat hebben we ook tijdens alle bijeenkomsten benadrukt, vallen er geen gedwongen ontslagen en investeren we in begeleiding om jezelf te ontwikkelen. Maar we vragen wel in een aantal gevallen van je om mee te denken waar je binnen of buiten de Hanzehogeschool Groningen op een andere plek zou kunnen functioneren.' Wat als in 2014 blijkt dat we de doelstellingen toch niet gaan halen langs de weg van vrijwillige mobiliteit?‘We zetten nu alles op alles om mensen aan te sporen ook zelf over hun loopbaan na te denken en met ideeën te komen. Inmiddels zijn er een aantal workshops over mobiliteit georganiseerd door Hanze-mobiel en die waren allemaal overtekend. Dus de vrees dat mensen afwachtend zouden zijn of niet zouden willen, is niet uitgekomen. Als dat doorgaat zoals het nu gaat, dan redden we het prima. Maar het moet wel gebeuren. We weten pas echt meer over driekwart jaar. Dan kunnen we aan de beweging zien of we het zo gaan redden, schat ik in.'

Page 6: PL.HANZE nr 27

6 PL.HANZE

ONDErZOEk NAAr DE excellente paraMedicus

De Academie voor Gezond-heidsstudies en het werk-veld deden onderzoek naar het profiel voor de excellente paramedicus. Een samenwerking met wederzijds voordeel.

Net als het Instituut voor ICT, het Instituut voor Sportstudies en de International Business School deed de Academie voor Gezondheidsstudies vorig jaar onderzoek naar het profiel voor de excellente professional. ‘Wat onderscheidt een excellente paramedicus van een goede professional? Dat was de centrale vraag', vertelt Inge Wijkamp, projectleider van Hanze Talents Leading The Change. ‘Een essentiële vraag voor het honoursonderwijs aan talentvolle studenten. Eenentwintig professionals uit het paramedisch werkveld discussieerden in focusgroepen om tot antwoorden op deze vraag te komen. Uiteindelijk zijn de resultaten voorgelegd aan een panel van experts. ‘Op details hebben die experts het profiel wat aangepast', vult Doriene van der Kaaden aan. Zij was als focusgroeplid betrokken bij de totstandkoming van het profiel. ‘De competenties ‘moed tonen' en ‘empathie hebben' zijn geschrapt. Dat vonden de experts competenties die “gewone” beroepsbeoefenaren al moeten bezitten.'Doriene was twintig jaar logopediste. Ze is nu projectmedewerker Kennisorganisatie bij Revalidatie

Friesland. ‘Zo’n profiel is een schuivend geheel. Wat vroeger excellent was is nu basishandelen geworden. Ik weet nog dat het twintig jaar geleden al geweldig was als kinderen het leuk vonden in de behandelkamer.' Inge knikt. ‘In het profiel wordt Evidence-based handelen genoemd als kenmerk van de excellente paramedicus, maar in onze opleidingen is dat al lang standaard.'Doriene vindt ‘pro-actief handelen' en ‘zelfprofilering' steeds belangrijker. ‘Iemand uit de focusgroep vertelde dat excellente professionals om half twaalf ’s nachts vanuit de kroeg met een projectplan komen, zelfs voordat de noodzaak van dat plan bij het management is opgekomen. De nieuwe excellente professional is ook niet bang om fouten te maken. Ze gaan ervoor, zoeken nieuwe ervaringen en leren van hun fouten.'

De vier schools kijken de komende tijd hoe het profiel zich verhoudt tot de missie van de hogeschool en de betrokken schools. Ook wordt gekeken of de curricula van opleidingen hierop moeten worden aangepast. In de komende jaren is het de bedoeling dat alle schools van de hogeschool tot een profiel voor de excellente professional komen. Inge: ‘Onze honoursstudenten maken nu kennis met het profiel. Het is hun stip aan de horizon. Ze kunnen aan de hand van het profiel gericht kiezen of ze een project zullen doen waarin ze

bijvoorbeeld hun creatieve kwaliteiten kunnen verbeteren. Voor de studenten biedt het profiel handvatten om zich te onderscheiden.'

De samenwerking met het werkveld heeft voor beide partijen grote voordelen, vinden Doriene en Inge. Doriene verwacht een grote boost voor haar project Kennisorganisatie. ‘Het is van groot belang dat we het Leven Lang Leren in de organisatie verder trekken zodat onze mensen blijvend de vaardigheden hebben om in een innovatieve organisatie te werken. Bij die trajecten is het analyserend en innoverend vermogen van honoursstudenten zeer welkom. Ik kijk er naar uit om ze te mogen inschakelen bij die trajecten.' ‘Door het profiel kunnen onze honoursstudenten nóg beter inspelen op de behoeftes van het werkveld', verwacht Inge. ‘Bij het invoeren van innovaties in het werkveld is het essentieel om mensen te betrekken die dat met enthousiasme kunnen. Dan verbind je de ervaring in zorgorganisaties met de nieuwste ontwikkelingen in het onderwijs.'

Het onderzoeksproject Hanze Talents Leading the Change vindt plaats in opdracht van het Hanze Honours College van de Hanzehogeschool Groningen onder inhoudelijke en onderzoekstechnische verantwoording van het Hanze-lectoraat Excellentie in Hoger Onderwijs en Samenleving van Marca Wolfensberger.

‘profiel bevordert samenwerking met werkveld’

Inge Wijkamp en Doriene van der Kaaden

Page 7: PL.HANZE nr 27

77

Hoe is het steunpunt ontstaan?Derwin Schorren: ‘In 2008 kreeg ik van de technische schools de opdracht om een netwerk op te zetten tussen de scholen uit het voortgezet onderwijs (vo) en het hbo. In die tijd was het voor het vo onduidelijk waar je bèta- of techniekinhoudelijke vragen aan de Hanzehogeschool Groningen kwijt kon. Dat veranderde toen in 2009 ons HG Bètasteunpunt startte. Dit steunpunt van de HG werd een linking-pin tussen het vo en onze technische schools. Alle vragen op bèta- en techniekgebied komen hier nu binnen en worden vanuit het steunpunt weer uitgezet binnen de technische opleidingen. ‘Dankzij het HG Bètasteunpunt werden de banden tussen de technische schools en het voortgezet onderwijs aangehaald, behoorlijk verkort en werden ze persoonlijker. Veel vo-vakdocenten staan sindsdien in nauw contact met ons Bètasteunpunt en ook heel veel vo-leerlingen hebben ons in de afgelopen jaren weten te bereiken.'

Moeten jullie zorgen voor een grotere instroom bij de techniekopleidingen?Derwin Schorren: ‘Het gaat niet alleen om de kwantiteit, maar vooral om de kwaliteit van de instroom, waarmee de doorstroom en uiteindelijk de uitstroom vergroot. Wij gaan echt voor de inhoud. Het doel is om leerlingen bewuster te laten kiezen. Daardoor zijn ze gemotiveerder. Eigenlijk deden wij al aan eerlijke voorlichting voor het een trend werd, zou je kunnen zeggen.. Tegelijk is het HG Bètasteunpunt ook positief voor de bekendheid en het imago van de Hanzehogeschool Groningen. Denk maar aan de vragen van scholieren

en docenten die wij snel en adequaat beantwoorden. Ook koppelen wij docenten aan hun vakcollega’s op de HG. Zulke ervaringen worden doorverteld in het voortgezet onderwijs.'

Wat voor vragen krijgen jullie?Jenny Meijer: ‘De meeste vragen komen van scholieren die hulp nodig hebben bij hun profielwerkstuk. Daarbij is de meeste behoefte aan activiteiten buiten de deur: Proefjes en experimenten uitvoeren die ze op school of thuis niet kunnen doen. Vaak zijn middelbare scholen gelimiteerd omdat ze geen lab hebben. Bij de hanze zijn er veel meer mogelijkheden, dat is goed voor de afwisseling en ook voor het niveau van de opdrachten. Daarnaast vinden de leerlingen van een jaar of zestien het vaak ook reuze spannend om hier rond te lopen.'

Wat voor activiteiten organiseren jullie?Derwin Schorren: ‘Wij willen heel graag weten wat het voortgezet onderwijs wil. Daar passen wij onze activiteiten ten dele op aan. Zo organiseren we, samen met de RUG, Stenden en NHL, de Docent Ontwikkel Team-middagen (DOTs), de Netwerk Noord-dagen en de Bètamiddagen. Allemaal met thema’s die bètadocenten uit het voortgezet én in het hoger onderwijs aanspreken.‘Voor vo-leerlingen hebben we ook veel activiteiten. Ons werk begint vlak voordat scholieren hun profiel moeten kiezen, in de derde klas. Op dat moment willen we de onderbouwleerlingen laten zien dat techniek werkelijk overal om ons heen is; dat het spannend kan zijn, vernieuwend is, dat er bovendien veel vraag is naar technici. We laten hen

‘ruiken' aan techniek op het hbo. Wanneer de scholieren eenmaal een profielkeuze hebben gemaakt, kunnen ze gedurende hun bovenbouwperiode nader kennis maken met onze technische opleidingen. Dat doen ze in onze masterclasses en keuzecolleges, maar ook dankzij de op aanvraag geleverde expertise en experts voor profielwerkstukken of individuele meeloopdagen. We hebben dus een programma dat hen steeds bewuster met één van onze technische opleidingen in aanraking laat komen.'

HG bètasteunpunt gaat voor kwaliteit van instroom Het HG Bètasteunpunt is een onderdeel van de Hanzehogeschool Groningen met veel activiteiten voor docenten én scholieren. ‘Eigenlijk deden wij al aan eerlijke voorlichting voordat het een trend werd.'

7

Jenny Meijer, coördinator Bètasteunpunt en Derwin Schorren, programma-manager

Aansluiting VO-HBO

Page 8: PL.HANZE nr 27

8 PL.HANZE

‘Ruimte beïnvloedt het gedrag, het gemoed en de gezondheid van mensen. Dat is bekend uit de wetenschap en is ook ons uitgangspunt. Uit onderzoek weten we bijvoorbeeld dat de omgeving meebepaalt hoe snel iemand geneest: de patiënt in het ziekenhuis die uitkijkt op een boomkruin in blad voelt zich prettiger en kan sneller naar huis dan de patiënt met uitzicht op een blinde muur', vertelt Mark. ‘Daaruit ontstond de idee dat een goed ontworpen ruimte kan bijdragen aan het herstel van patiënten, zogenaamde ‘healing environments'. In het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en het Martini Ziekenhuis werken ze er al mee en er zijn meer mooie initiatieven. ‘Alleen jammer dat een succesvol project, zoals de Alzheimertuin van Verpleeghuis De Stelle in Zeeland, vaak geen navolging vindt omdat mensen het gewoon niet kennen. In deze innovatiewerkplaats willen we dergelijke successen met elkaar delen en nieuwe kennis ontwikkelen.'

Tandem met het werkveldDe innovatiewerkplaats doet onderzoek naar aanleiding van concrete vragen uit de praktijk. Dit is georganiseerd in een zogenaamde ‘community of practice', een groep zorginstellingen die in de innovatiewerkplaats participeert: het UMCG, het Martini Ziekenhuis en ’s

Heeren Loo, een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Daarnaast is ook een ‘community of experts' die de werkplaats van deskundig advies voorziet. De samenwerking van werkveld, onderwijs en onderzoek leidt tot win-win: beter onderwijs door de inbreng van concrete praktijkvragen, leuke onderzoeksprojecten voor NoorderRuimte en oplossingen voor de zorgaanbieders. ‘We zeggen: laat ons een nulmeting doen voor de schop de grond in gaat. Kunnen onze studenten en onderzoekers tijdens het bouwproces meedenken over oplossingen? Studenten worden minder gehinderd door kennis en ervaring, zij denken vaak vrijer, kunnen daardoor beter creatieve listen bedenken en zo de mensen uit het werkveld weer inspireren. En als de bouw of verbouwing klaar is, willen we graag onderzoeken wat de gevolgen zijn voor de patiënten, de medewerkers en de organisatie', zegt Mark.

Onderzoek in de breedteOnderzoek naar gastvrijheid, patiëntbeleving en bewegwijzering, dat zijn concrete projecten waar Health Space Design al mee bezig kan; steeds op het snijvlak van ruimte en organisatie. Mark: ‘Wat kan een ziekenhuis doen om irritaties over het wachten weg te nemen? Dan kan je denken aan

eenvoudige ruimtelijke oplossingen, een mooie wachtkamer met een krantje, maar het kan ook een kopje koffie zijn of een gastvrouw die je prettig ontvangt. Wij kunnen testen en meten welke oplossingen het beste werken.' Maar onderzoek kan bijvoorbeeld ook gaan over ruimte, ruimtegebruik en efficiency in de zorg. ‘Stel dat een verpleeghuis personeel niet efficiënt kan inzetten omdat bewoners met dementie loopdrang ontwikkelen. Die staan vaak voor een dichte deur, dat geeft commotie op de gang en medewerkers moeten steeds bij andere bewoners weg om hen weer naar de huiskamer te halen. Zou het een oplossing zijn om een tuin aan te leggen waar mensen met dementie veilig kunnen lopen en uitrusten, waar ze kunnen genieten van geurige en kleurrijke planten, met een hoekje voor een moestuin waar ze kunnen proeven? Onze innovatiewerkplaats kan onderzoeken of, en zo ja hoe, de bewoners de tuin gebruiken, of zij minder onrust en agressie vertonen en of dit ook leidt tot minder werkdruk voor de medewerkers. Kortom, zorgt de tuin ervoor dat een instelling met dezelfde bezetting meer kwaliteit van zorg kan bieden en efficiënter kan werken?

Kenniscentrum NoorderRuimte gaat aan de slag met Healthy Ageing. In de innovatiewerkplaats Health Space Design willen docent-onderzoekers en studenten onderzoeken hoe ruimte, infrastructuur en dienstverlening kunnen bijdragen aan kwaliteit van zorg, tevredener patiënten, bewoners en personeel én aan meer efficiëntie. Een verkenning met NoorderRuimte’s leading lector Mark Mobach (Facility Management) en lector Sabine Meier (Krimp & Leefomgeving).

nOOrderruIMte start innovatieWerKplaats ‘health space design’

Stilteruimte Martiniziekenhuis Groningen

Page 9: PL.HANZE nr 27

99

Openbare ruimte en Healthy AgeingNaast Health Space Design gaat NoorderRuimte nog veel meer betekenen op Healthy Ageing-gebied. Onlangs werd architectuursocioloog Sabine Meier als lector Krimp & Leefomgeving bij de Hanzehogeschool Groningen geïnstalleerd. ‘Ik wil onderzoek doen naar de manier waarop architectuur en de inrichting van de publieke ruimte kunnen bijdragen aan het welzijn en de gezondheid gedurende de levensloop', zegt ze. Sabine richt zich onder andere op ouderen. ‘Zij zijn vaker eenzaam dan jongeren omdat ze minder mobiel worden. In plattelandsgebieden waar de afstand naar voorzieningen vaak groter is dan in steden, is dat risico nog groter. Plekken waar mensen op een vrijblijvende manier met elkaar in contact kunnen komen, kunnen dat doorbreken. Bijvoorbeeld overdekte winkelcentra. Maar als je niets wilt kopen, word je vaak als ongewenste gast gezien. Kun je de ruimte in en om die winkelcentra zo inrichten dat mensen er speciaal voor de deur uit gaan?' Een andere vraag die Sabine zich stelt, is of internet en de sociale media het gevoel van eenzaamheid kunnen verminderen. Ze begeleidt onderzoeksprojecten die onderdeel zijn van iAge, een groot internationaal

onderzoek van landen rond de Noordzee naar de vraag hoe technologie ouderen kan ondersteunen. ‘Eén van de onderzoekers kijkt bij woongroepen in hoeverre de technologie geaccepteerd en gebruikt wordt, of als storend wordt ervaren. Een ander onderzoekt het pc-gebruik bij ouderen.'Gezond gedrag bevorderen door de ruimtelijke inrichting is een ander thema van Sabine. ‘Healthy Ageing gaat ook over jongeren en gezinnen', benadrukt ze. ‘Hoe kan de ruimte mensen uitdagen om meer te bewegen? Ook daar ga ik me mee bezighouden.'

Andere ideeën‘Openbare ruimte en Healthy Ageing, dat zou best een andere innovatiewerkplaats kunnen worden', denkt Mark hardop. ‘Interveniëren in de publieke ruimte, op gemeenschapsniveau, om gezond gedrag te stimuleren. En hoe doe je dat in krimpgebieden, waar alles ver weg is en mensen sneller de auto pakken? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het voorzieningenniveau in krimpgebieden goed blijft en hoe gaan we dat betalen?' Hoe dan ook, in de werkwijze van een innovatiewerkplaats bij NoorderRuimte speelt het werkveld een centrale rol. Mark: ‘Vooral de praktijk bepaalt welke behoefte er is en vervolgens ook waar onderzoek naar wordt gedaan. We

kunnen van achter het bureau wel alles verzinnen en onderzoeken, maar er zijn mensen in de praktijk die al veel weten. Laten we van elkaar leren.'

innovatiewerkplaatsHet Center of Expertise Healthy Ageing, waarvan de Hanzehogeschool Groningen trekker is, zet in Noord-Nederland een netwerk op van ruim dertig zorginnovatiewerkplaatsen. Het zijn proeftuinen waarin onderzoekers, docenten, studenten, bedrijven en zorg- en welzijnsinstellingen gezamenlijk oplossingen vinden voor problemen die men in de zorg dagelijks tegenkomt, op het gebied van gezond opgroeien en gezond ouder worden.

9

Page 10: PL.HANZE nr 27

10 PL.HANZE

25 jaar geleden begon IBS Groningen als de eerste International Business School in Nederland. Nu zijn er veertien. ‘Maar we blijven een voortrekkersrol vervullen.’

Achter de Information Desk van de International Business School staat Inga Wenzel uit Duitsland. ‘Er zitten hier altijd studenten', vertelt ze. ‘Dat werkt prima. Wij weten het beste waar je als student tegenaan loopt, verblijfsvergunningen, bijvoorbeeld, inschrijven voor examens, waar docenten zitten of hoe je iets moet vinden op Blackboard.' In de lobby tegenover de Information Desk werken studenten aan tafels voor een grote wand met de skyline van New York. Voorbij de lobby na een bochtje naar rechts begint het ‘Manhattan' van IBS: een transparante gang met veel glazen wanden waar de IBS-staf huist. Het kantoor van Bram ten Kate bevindt zich in het midden. ‘Wij bereiden studenten voor op het internationale werkveld', vertelt de dean. ‘Dat is onze added value in vergelijking met andere bedrijfsgerelateerde opleidingen. We hebben 1400 studenten en veertig docenten van vijftien verschillende nationaliteiten. In hun derde jaar gaan alle studenten naar één van onze honderden partnerinstellingen in het buitenland.'

IBS volgt de ontwikkelingen op de voet. Bram: ‘Zo zijn de meeste businessopleidingen nu nog vooral georiënteerd op het Angelsaksische of westerse model van zaken doen. De opkomende markten in het oosten brengen daarin verandering. Daarop spelen we in met het nieuwe lectoraat Asian Business Strategy and its impact on the Netherlands van Rien Segers.'IBS heeft al sinds jaar en dag een MBA (Master of Business Administration) voor mensen met relevante werkervaring die een stap in hun carrière willen maken. Volgend jaar start een nieuwe masteropleiding waar bachelorstudenten direct kunnen instromen. Een professionele master toegespitst op de beroepspraktijk, geen academische opleiding. Bram: ‘We denken dat het een aantrekkelijke doorstroommaster is voor afgestudeerden bij de economische opleidingen van de Hanzehogeschool.'

‘We waren 25 jaar geleden de eerste International Business School in Nederland. Nu zijn er al veertien. Maar we blijven een voortrekkersrol vervullen. We zien het als onze opdracht om internationalisering op de Hanze als geheel te bevorderen.'In de research room van IBS in de ABC-vleugel van de Van OlstToren op de ZernikeCampus, een grote driehoekige ruimte met ronde glazen wanden, geeft docent Intercultural Relations, Marcel van der Poel, een voorbeeld van die voortrekkersrol van IBS. ‘Uit onderzoek blijkt dat alleen het bieden van een internationale omgeving niet garandeert dat studenten interculturele competenties verwerven. Wij willen als IBS onderzoeken hoe je het leren van interculturele competenties effectief bevordert. Samen met een collega begon Marcel twee jaar geleden met een groep docenten. Die volgde een jaar lang een trainingsprogramma. Testen voor en na het programma lieten een

international business school

POrTrET VAN EEN SCHOOL

Information Desk

10 PL.HANZE

Marcel van der Poel

Page 11: PL.HANZE nr 27

11

significante vooruitgang zien. Nu gaat IBS verder met andere groepen docenten en een managementgroep. Ook bekijkt Marcel of extra intensieve begeleiding van studenten die in het buitenland een uitwisselingsprogramma volgen effectief is. Uiteindelijk komt er een doorlopende leerlijn op het gebied van interculturele competenties.' In de pantry schenkt docente Statistiek en onderzoeker Ning Ding, oorspronkelijk afkomstig uit Shanghai, een kop thee in. Ze heeft recent een artikel gepubliceerd in de Journal of teaching in International Business. ‘Het gaat over een onderzoek naar de leerstijlen van Aziatische en westerse studenten. Daar zijn voor IBS interessante zaken uitgekomen. Zo blijkt dat het vooroordeel dat Aziatische studenten niet van groepswerk houden niet te kloppen. Ze houden juist niet van grote hoorcolleges, omdat het daar aankomt op luistervaardigheden en die hebben ze vaak nog niet als ze pas hier zijn. Het begrijpen van allerlei termen is een groot probleem. We spelen al in op die resultaten. De docenten voor Statistiek en voor Financial Accounting maken korte video’s van ingewikkelde onderwerpen. De studenten kunnen die zo vaak als ze willen bekijken en zo colleges voorbereiden. De eerste feedback is zeer positief.'

In lokaal I102 op de eerste verdieping van de IBS-vleugel zit een groep studenten klaar voor het vak International Marketing & Communications: Nederlanders, Duitsers, Taiwanezen en Chinezen ‘We maken een marketing plan voor een energy drink voor de Belgische markt', legt Annika Rieken uit Emden uit. ‘Wij waren een van de vijf top-rated advertising agencies voor een campagne van Coca Cola', herinnert docent Diederich Bakker zich uit de periode dat hij werkte als advertising executive. ‘Het bureau met de beste rating vroeg maar liefst anderhalf miljoen euro. Uiteindelijk deed een ander bedrijf de klus voor veel minder. Voor een nieuw product kan dat het verschil maken tussen succes en mislukking. Maar om creatief te zijn moet je buiten de gebruikelijke kaders denken.' ‘Ik vind het prachtig op een University of Applied Sciences te werken waar ik echt gebruik kan maken van mijn praktische kennis', vertelt Diederich na afloop van de les. Hij doet momenteel een promotieonderzoek op het gebied van brand portfolios van grote multinationals. Diederich, die ook lesgaf in Australië, is voor IBS continu op zoek naar nieuwe internationale partners, bijvoorbeeld uitwisselingsinstituten. ‘Dat is hard nodig, want onze studentenaantallen groeien. Momenteel ben ik al druk bezig met de werving van sprekers voor de Hanze lustrumconferentie Preparing Professionals for the Global Workplace in november.' Hij glundert. ‘Dan wordt de Hanze écht het centrum van de wereld.'

POrTrET VAN EEN SCHOOL

Studentenaantallen International Business School

International Business and Management Studies 1328

MBA 30

MBA in International Business & Management 24

Totaal 1382

Diederich Bakker

I-wing

11

Page 12: PL.HANZE nr 27

12 PL.HANZE

Het project Rendementen/Studiesucces onderzoekt hoe studenten sneller hun studie kunnen doorlopen. In deze editie van PL.HANZE passeren weer twee good practices de revue. Deze keer bij de opleiding Technische Bedrijfskunde van het Instituut voor Engineering en bij het Instituut voor Communicatie & Media.

inzetten op een intensieve eerste maand en op begeleiding slb’ers

Om uitval en verkeerde studiekeuze in een vroeg stadium te detecteren, hanteert de opleiding Technische Bedrijfskunde sinds afgelopen jaar een intensieve eerste maand.

‘Na drie maanden feestvieren zijn eerstejaars pal na de vakantie bepaald niet meteen in de studiemodus. En dat verwachten we eigenlijk wel van ze. Ook vinden we dat ze vaak onvoldoende studievaardigheden bezitten op hbo-niveau.' Roelie Guit is teamleider Technische Bedrijfskunde (TB). ‘Bovendien hebben we een extra probleem. Bij een pedagogische academie of bij een opleiding tot fysiotherapeut, hebben mensen een duidelijk beroepsbeeld. TB-studenten weten vaak niet goed wat hen te wachten staat en wat voor beroep ze later kunnen uitoefenen. Daardoor kiezen ze de studie soms om de verkeerde redenen.' TB besloot de eerste maand in de propedeuse zodanig in te richten dat studenten min of meer worden

gedwongen om zich tussen negen en half vijf met de studie bezig te houden. ‘Ze hebben dan een aanwezigheidsplicht en ze krijgen intensieve begeleiding bij de projectopdrachten', zegt Jan Jaap Graver, themacoördinator Eerste Kwartaal. ‘Bovendien krijgen ze een breed scala aan vakken en een goed beeld van het beroepsperspectief, onder meer via bedrijfsbezoeken en gastcolleges van oud-studenten. Als studenten tijdens de eerste maand ontdekken dat de studie niet is wat ze ervan hadden verwacht, kunnen ze nog zonder problemen switchen. Vorig jaar besloten twintig van de 154 eerstejaars tijdens de eerste maand een andere studie te kiezen.'Roelie: ‘Voorafgaand aan de eerste maand is met docenten afgesproken dat ze zelf niet te laat komen en dat ze de hele dag aanwezig zijn. We vinden ook dat er niet getutoyeerd moet worden. Dat doen we niet om afstand te houden, maar we vinden dat de relatie tussen docent en student helder moet zijn. Later in de studie is er meer sprake van gelijkwaardigheid.' In week drie is er een meetmoment. Op basis van de resultaten krijgen de studenten een niet-bindend gesprek met de mentor. ‘Voor veel studenten was het een wake-up call', herinnert Jan Jaap zich. ‘Ze beseffen dat ze beter moeten plannen. Dat je te laat bent als je twee weken voor een tentamen begint te leren.' ‘We hebben door die eerste maand vroegtijdig een aantal zaken kunnen

signaleren', vertelt Roelie. ‘Zo is bij wiskunde het niveau erg verschillend. We gaan de wiskunde nu gedifferentieerd aanbieden. Ook bieden we meer maatwerk. Zo gaven we een mbo’er die nooit Engels had gehad intensieve begeleiding. Nu, in het vierde kwartaal, is Engels voor haar geen probleem meer.'Gemiddeld zijn de tentamencijfers van de eerstejaars nu één punt hoger. ‘Je kunt verschillende groepen niet zomaar met elkaar vergelijken', legt Roelie uit, ‘maar we hadden dit jaar minder vwo’ers en mbo’ers, en meer havisten. Dat is nu juist de groep die altijd de meeste problemen geeft.' Het lijkt er dus sterk op dat de eerste maand een effectief middel is. ‘Door de intensieve eerste maand kennen we de studenten beter. De studenten voelen zich geen nummer. Ze lopen makkelijk bij de docenten binnen als er problemen zijn. De drempel is laag geworden. Er is meer binding.' ‘Het waren pittige weken', herinnert eerstejaars Levi van Gelder zich, ‘maar het was goed om weer in een werkritme te komen. Doordat de opdrachten die we kregen enorm gevarieerd waren, kwam ik er al gauw achter hoe breed deze studie is. Dat past bij mij.'

rendeMenten/studIesuCCes

de eerste maand als wake-up call

12 PL.HANZE

Intensieve workshop

Page 13: PL.HANZE nr 27

1313

inzetten op een intensieve eerste maand en op begeleiding slb’ers

Studieloopbaanbegeleiders voelen zich soms onvoldoende toegerust om studenten te begeleiden. Het Instituut voor Communicatie & Media wil wellicht het decanaat en het Hanze Success Center inschakelen om de SLB’ers te trainen. Zo’n samenwerking zou ook goed passen binnen het nieuwe SLB-programma van de school waarin meer ruimte is voor begeleiding van studenten.

‘Hoe moet ik me in- of uitschrijven? Hoe kan ik in beroep gaan tegen een beslissing van de opleiding? Hoe moet ik plannen? Of, ik doe de hele dag niets, wat doe ik daaraan? Studieloopbaanbegeleiders weten soms niet hoe ze moeten omgaan met zulke vragen van studenten.' Dat zegt Gineke Schuiling, studentendecaan en coördinator van het Hanze Success Centre (HSC) dat ondersteuningscursussen geeft voor studenten, SLB’ers en docenten. ‘Door de wol geverfde SLB’ers weten meestal wel raad met dat soort vragen, maar de nieuwe SLB’ers, die bij ons overigens mentor heten, lopen tegen allerlei zaken aan', bevestigt Jantien de Bos, teamleider propedeuse en portefeuillehouder SLB van het Instituut voor Communicatie & Media. Jantien praat met Gineke over een mogelijke samenwerking om SLB’ers via cursussen en workshops beter voor hun taak uit te rusten. Het decanaat en het HSC zijn onderdeel van het bureau Studentenzaken dat onlangs een nieuwe visie heeft geformuleerd. Gineke: ‘Studentenzaken wil zich nadrukkelijker bij de opleidingen profileren. Mede daarom willen wij graag

een rol spelen bij de begeleiding van studenten en studieloopbaanbegeleiders.' Er wordt in overleg tussen Hanze Succes Centre en de SLB’ers een basismodule met een aantal trainingen vastgesteld en daarna eventueel een verdiepingsmodule ‘We willen geleidelijk aan met de samenwerking beginnen,' vertelt Jantien, ‘en het dan verder uitbouwen. Voor ons komt een samenwerking juist nu zeer gelegen. We hebben ons SLB-programma dit jaar aangepast. Er komt met name meer ruimte voor begeleiding op het terrein van oriëntatie op opleiding en beroep, studievoortgang en studiekeuze. We willen snel kunnen zien of onze studenten op de juiste plek zitten, of er probleemgevallen zijn, of juist talenten. Zo beginnen we al met intakegesprekken. In november zijn er signaleringsbijeenkomsten waarbij de mentor spreekt met de docenten van zijn studenten. Ook krijgen de mentoren gedetailleerde rendementscijfers waarbij ze per student en per vak kunnen zien hoe studenten het doen. We willen dat problemen snel worden gesignaleerd, dan kunnen we snel adequate maatregelen treffen. Getalenteerde studenten kunnen we bijvoorbeeld opmerkzaam maken op een honoursprogramma. Om het nieuwe SLB-programma te laten slagen, moeten onze mentoren en docenten goed op de hoogte zijn van de regelgeving, de studiemogelijkheden en de kennis over studievaardigheden.'Het decanaat en het Hanze Success

Center hebben veel te bieden, zegt Gineke. ‘Voor studenten bieden we al een heel scala aan cursussen. Voor docenten en SLB’ers kunnen we train-the-trainerscursussen aanbieden op het gebied van studievaardigheden, tentamentraining en oriëntatie op de arbeidsmarkt. Ook kun je denken aan workshops over wet- en regelgeving, over begeleiding van studenten zodat ze effectiever studeren en workshops over het begeleiden van studenten met een functiebeperking.'

ruimte voor begeleiding

13

Gineke Schuiling en Jantien de Bos

Page 14: PL.HANZE nr 27

14 PL.HANZE14 PL.HANZE

Slapen in een kunstbeleving... De Herberg in Postkantoor Munnikeholm

Noordpool Orkest met rapper Fresku - festivalterrein Ebbingekwartier

De algenbar van Cateringa & Kompanen (Oude Postkantoor)

Zelf muziek maken op de Orgelfiets - Kerk der Wetenschappen

Page 15: PL.HANZE nr 27

15151515

Rondreizende VespAudio - hier op de Vismarkt

Nieuw bij De Nacht: kunst & wetenschap voor kinderen

Page 16: PL.HANZE nr 27

PL.HANZE16 PL.HANZE

‘De geest van de professionaliserings-paragraaf in de nieuwe cao is modern', vindt Claudia van Orden, beleidsadviseur Personeel & Organisatie. ‘Goede gesprekken tussen werknemer en leidinggevende moeten leiden tot afspraken over de ontwikkeling van de medewerker op de langere termijn, periodes van vier jaar. Die ontwikkeling moet zowel voor de medewerker als voor de organisatie zinvol zijn. Er zijn over en weer zowel rechten als plichten. De primaire insteek is dat professionalisering, deskundigheidsbevordering en persoonlijke ontwikkeling meer gewicht krijgen.'De professionaliseringsparagraaf in de nieuwe cao vervangt verschillende regelingen in de oude cao. ‘Dat is veel overzichtelijker', vindt directeur P&O Babet Hendriks. ‘Bovendien past één en ander goed bij een aantal ontwikkelingen die de laatste jaren in gang zijn gezet. Eén daarvan is de nieuwe HRM-cyclus met evaluatie- en beoordelingsgesprekken die veel meer ruimte bieden voor het bespreken van iemands persoonlijke ontwikkeling in relatie tot de strategie van de organisatie. Wat verwacht de HG van de werknemer? Wat verwacht de werknemer van de HG om zijn werk goed te kunnen doen? Een

andere ontwikkeling is de toegenomen aandacht voor docentkwaliteit. We bekijken het bestaande aanbod aan cursussen en opleidingen kritisch en zijn betrokken bij de ontwikkeling van een landelijk docentregister. Bij al deze ontwikkelingen staat voorop dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun professionele ontwikkeling.'

Minimaal zes procentTenminste zes procent van het getotaliseerd jaarinkomen - dat zijn de lonen die de werknemers ontvangen zonder alle werkgeverslasten - moeten worden besteed aan professionalisering. Babet: ‘Voor de Hanzehogeschool Groningen komt dat neer op een slordige zesenhalf miljoen euro per jaar, een groot bedrag. Ik verwacht dat de hogeschool in totaal meer middelen zal besteden aan professionalisering, net als nu al het geval is. In het bestaande taakbelastingsbeleid staat dat onderwijsgevenden recht hebben op tien procent van hun aanstellingsuren voor deskundigheidsbevordering. Daar zit de 59 uur uit de cao bij in. In de praktijk wordt die tien procent lang niet altijd werkelijk aan deskundigheidsbevordering besteed. Bonden en werkgevers hebben nadrukkelijk de wens dat het basisrecht van veertig uur uit de nieuwe cao ook

echt wordt besteed aan professionalisering. Daarom is de zes procent in de nieuwe cao dwingend. Bovendien is het een bodemwaarde. Achteraf moeten we aan de bonden verantwoording afleggen over de besteding van de gelden.'Van de geoormerkte zes procent moet de helft worden besteed aan materiële zaken zoals opleidingskosten, boeken en reizen. De andere drie procent zijn bestemd voor het basisrecht van veertig uur. ‘Wij willen niet heel star omgaan met die fifty-fiftyverdeling', zegt Babet. ‘Ik weet namelijk zeker dat we de drie procent voor uren gaan overschrijden, terwijl we wellicht niet aan drie procent materiële kosten komen. Belangrijk is dat we in totaal in ieder geval zes procent besteden. Op voorhand schotten inbouwen die gebaseerd zijn op relatief willekeurige gekozen getallen, vinden we minder handig. We hebben bij de bonden een “proefjaar” bepleit waarin we gaan bekijken hoe één en ander loopt. Bonden staan daar open voor. Zij realiseren zich ook dat dit een grote verandering in één keer is, en dat we moeten kijken hoe het werkt en waar we in de praktijk tegenaan lopen.' Ook met de medezeggenschapsraden moet nog worden gesproken. Dan gaat het met name over het bestaande

Hogescholen moeten voortaan minimaal zes procent van het jaarinkomen van alle werknemers besteden aan professionalisering. Dat staat in de nieuwe hbo-cao. Voor zowel ondersteunend personeel als voor docenten, met een aanstelling van 0,4 fte of meer, komt dat neer op tenminste veertig uur per jaar. Directeur Babet Hendriks en beleidsadviseur Claudia van Orden van het stafbureau Personeel & Organisatie geven tekst en uitleg.

nIeuwe CaO HOGesCHOlen fOCust Op prOfessIOnalIserInG

‘VEEL ExTRA KANSEN VOOR ONDERSTEuNERS’

Page 17: PL.HANZE nr 27

171717

taakbelastingsbeleid. Docenten hadden in de oude situatie recht op tien procent deskundigheidsbevordering. ‘Die deskundigheidsbevorderingsuren willen we niet zomaar aantasten', zegt Claudia.

Iedereen recht op veertig uurEen groot verschil met de oude regeling is dat het verschil tussen onderwijzend personeel en ondersteunend personeel verdwijnt. In de oude situatie hadden docenten recht op 59 uur op jaarbasis, ondersteunend personeel op twintig. Claudia: ‘Nu hebben beide groepen vanaf 0,4 fte aanstelling een basisrecht van veertig uur op jaarbasis. Voor ondersteuners biedt de nieuwe regeling dus veel extra kansen.'De nieuwe professionaliteitparagraaf van de cao treedt op 1 januari 2014 in werking. Tot die tijd gelden nog de oude regelingen. ‘Intussen stellen we een professionaliseringsplan op waarin we aan de hand van de strategie van de hogeschool vaststellen welke cursussen en opleidingen voor de organisatie essentieel zijn', vertelt de directeur P&O. ‘Werknemers die een opleiding doen die onderdeel is van het professionaliseringsplan worden voor 75 procent van de studielast vrijgesteld van hun reguliere werk. De masterstudies voor docenten zijn op dit moment speerpunt in ons beleid. Als je daarvan 75 procent van de studielast vergoedt, kom je op een vrijstelling van bijna twee dagen per week, ruim zeshonderd uur op jaarbasis. In de oude regeling was de vergoeding één dag in de week. Dat is dus een mooi

voordeel voor medewerkers die nu met een master beginnen, of die er volgend jaar nog mee bezig zijn. Tegelijkertijd betekent dit wel dat we manieren moeten vinden om het betaalbaar te houden. We zullen waarschijnlijk het bestaande taakbelastingsbeleid voor wat betreft de deskundigheidsbevordering van een individuele regeling naar een meer collectieve regeling moeten omvormen.

Afstemming Bij het opstellen van het professionaliseringsplan werkt de Hanzehogeschool Groningen samen met Stenden, Van Hall Larenstein en de NHL, de drie andere noordelijke hogescholen. Claudia: ‘Vooral waar de cao ruimte biedt voor interpretatie willen we zoveel mogelijk onderlinge afstemming. Per slot van rekening hebben we met elkaar één hbo-arbeidsmarkt in de regio. Dan wil je niet dat er op de verschillende instellingen heel verschillende vergoedingsregelingen worden gehanteerd. In de cao staat dat voor sommige types professionalisering personeelsleden voor 75 procent van hun reguliere werk worden vrijgesteld, en voor andere typen maar voor 25 procent. Eén van de zaken waarover we afstemming zoeken is dat we proberen met eenduidige regeling te komen over welke cursussen en opleidingen wel of niet in aanmerking komen voor 75 procent. Wat daarbij helpt is dat we op alle vier instellingen een aantal dezelfde speerpunten hebben, zoals masterstudies voor docenten, onderzoeksvaardigheden en de pedagogisch-didactische aantekening.'

Natuurlijk blijft het wel zo dat binnen de instellingen het beleid op accenten van elkaar blijft verschillen. ‘Zo hebben wij bij de Hanze ondernemerschap, healthy ageing en duurzame energie als speerpunten geformuleerd.'

Grotere flexibiliteitHet professionaliseringsplan zal op het niveau van schools en teams moeten worden doorvertaald. ‘Teamleiders zullen in hun gesprekken met medewerkers rekening moeten houden met de wensen van medewerkers, maar ook met het belang van het team als geheel. Ook zullen ze moeten kijken naar de langere termijn, vier jaar. Dat geeft weer grotere flexibiliteit. Claudia: ‘Je kunt bijvoorbeeld tegen de ene medewerker zeggen dat hij of zij in het teambelang pas over een jaar in aanmerking komt voor een masteropleiding. Een andere medewerker waarvan de bijscholing grotere urgentie heeft, kan dan al op korte termijn een opleiding doen.' ‘We zijn op zich enthousiast over de nieuwe cao', vat Claudia samen. ‘Het is een moderne regeling, met veel ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. Alleen is het jammer dat we de komende jaren nogal relatief veel verplichte thema’s hebben zoals onze inzet op de masterstudies. Dat maakt het systeem vooralsnog minder flexibel, maar dat is een tijdelijk probleem. En ondersteunend personeel kan nú al volop profiteren.'

Babet Hendriks en Claudia van Orden

Page 18: PL.HANZE nr 27

18 PL.HANZE

Alleen al in het studiejaar 2010-2011 maakten bijna 150 collega’s gebruik van de regeling Versterk je Talent die kansen biedt voor persoonlijke ontwikkeling. Tijd voor een effectmeting. Aida Duric, vierdejaars Toegepaste Psychologie bij de Hanzehogeschool Groningen, maakte er haar afstudeeronderzoek van.

zelfontplooiers enbevlogen werknemers

Een behoorlijk aantal respondenten, 99 van de 148 deelnemers, vulde het formulier in waarmee Aida Duric haar retrospectieve onderzoek begon. De evaluatie is vooral bedoeld om te meten welke effecten Versterk je Talent op de deelnemers heeft en om te onderzoeken welk type werknemer kiest voor Versterk je Talent.

De aanvragen voor Versterk je Talent zijn heel verschillend van aard. Vervangingsuren voor een stage, een taalcursus of onderzoeksvaardigheden opdoen, het behoort allemaal tot de mogelijkheden om jezelf te ontwikkelen. Hiermee geeft de HG haar werknemers een kans op persoonlijke ontplooiing, zonder dat deze direct hoeft te passen bij de strategische doelstellingen. Versterk je Talent is onderdeel van het bredere P&O-aanbod voor medewerkers onder de noemer Focus op Ambities.

‘Alle respondenten zijn positief over de geboden mogelijkheid', zegt Aida. ‘Daarbij valt op dat een significante meerderheid eveneens positief blijkt over het effect van de deelname. Bij effecten moet je met name denken aan zaken als werktevredenheid, bevlogenheid en waardering voor de werkgever. Het blijkt uit mijn onderzoek dat Versterk je Talent een positieve bijdrage levert aan de arbeidsvreugde van de medewerker. Daarnaast heeft het in eigen regie professionaliseren via Versterk je Talent

een positieve uitwerking op de houding ten opzichte van de werkgever. Deelname vermeerdert het gevoel van algehele arbeidsvreugde en zelfs trots richting de werkgever.'

Een organisatie telt gemiddeld twintig procent bevlogen werknemers met waardering voor de werkgever. In het onderzoek van Aida loopt dat percentage bij de deelnemers aan Versterk je Talent op tot 34,5. En bij de meting naar tevredenheid over de organisatie komen de deelnemers maar liefst tot 23,2%, terwijl gemiddeld in Nederland slechts 5 tot 10% van de werknemers bereid is om de organisatie aan te bevelen bij anderen. Dat de respondenten trots zijn op de HG en op de regeling blijkt ook uit het feit dat er zelfs ambassadeurs van Versterk je Talent zijn die hun collega's overhalen er ook gebruik van te maken.

Uit het onderzoek van Aida blijkt ook dat de regeling vooral werknemers aanspreekt die aangeduid kunnen worden als ‘zelfontplooiers'. Met een zelfontplooier wordt iemand bedoeld die gericht is op persoonlijke ontwikkeling en daar zelf een actieve rol in vervult. Als je kijkt naar de werknemers van de HG, dan behoort de meerderheid van het personeel tot dit type werknemer. Geen wonder dus, dat de regeling populair is: Versterk je Talent past bij de cultuur van de HG en brengt bovendien positieve effecten met zich mee.

Aangezien bij Aida's onderzoek blijkt dat met name vrouwen en OBP'ers gebruik maken van Versterk je Talent, heeft zij voor de HG nog een aanbeveling: 'Zet in de toekomst de ambassadeurs actief in en richt je met name op de groep mannen én onderwijsgevenden om nog meer positieve deelnemers aan Versterk je Talent te krijgen.'

Meer informatie over Versterk je Talent inclusief het inschrijfformulier is te vinden onder het kopje Focus op Ambities op: www.hanze.nl/versterkjetalent

Versterk je talent

Page 19: PL.HANZE nr 27

1919

Als docent bij het Instituut voor Bedrijfskunde zit Wilma als een spin in het web van de curriculumvernieuwing van de opleiding Vastgoed en Makelaardij. Die vernieuwing richt zich vooral op het vervlechten van onderzoek en onderwijs. ‘Om een betere kwaliteit in je eindscripties te krijgen moet onderzoek vanaf het begin in de studie verankerd zijn en niet meer alleen in het 3e en 4e jaar', vindt Wilma, die het vak Methoden en Technieken geeft, en grote interesse heeft in communicatie.

In Oman en Abu Dhabi ziet ze scholen met gescheiden gangen voor mannen en vrouwen, aparte koffieruimtes, djellaba's en meisjes, die als ze goed zijn opgeleid moeilijk aan de man komen. Maar onderdrukking of bedreiging kwam ze er niet tegen. Terug in Groningen hoort ze dat er bij de faculteit Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen zo'n honderd Saudisch-Arabische studenten rondlopen. Wilma, die voor haar opleiding Master of Education het vak Kenniscreatie volgt, legt

contact om cultuurverschillen in de arts-patiëntcommunicatie te onderzoeken.

‘Anders dan op mijn reis was deze groep erg gesloten, totdat ik een vaste contactpersoon binnen de groep vond: Rhab. Via haar lukte het me een aantal studentes uit te nodigen voor een gesprek.' Met acht bloedmooie gesluierde vrouwen in een busje belandt ze in een intiem restaurant voor een High Tea. Onder elkaar zijn ze opener dan in hun studentenomgeving. Via vragenformulieren en een paneldiscussie spoort Wilma duidelijke cultuurverschillen in de arts-patiënt-communicatie op. Zo blijkt dat hoop in de islam een heel belangrijke plaats inneemt. Hierdoor zijn mensen onderling, maar ook artsen niet open tegen hun patiënten over de ernst van hun situatie. Slecht nieuws blijft beperkt tot de kleine kring van naaste verwanten.‘De uitkomsten van deze middag pasten goed in de theorieën over kenniscreatie, waarbij tacit knowledge (dat wat iedereen binnen een cultuur weet, maar waar niet

expliciet over gesproken wordt) door mij verder is uitgewerkt.‘Toen ik korte tijd later de kans kreeg mee te gaan naar Bali en Java, zag ik onmiddellijk een uitdaging om mijn bevindingen te toetsen bij moslim- en hindu-studenten daar.' De workshops in Denpasar en Yogyakarta leverden geen grote verschillen op. Een slechte diagnose wordt ook hier niet besproken en narigheid wordt zoveel mogelijk ontkend. Er is altijd hoop en daarom bestaat er geen slecht nieuws.

In april presenteerde Wilma haar ervaringen op een congres in Polen, met assistentie van... Rhab, de studente uit Groningen. ‘Het was een fantastisch onderzoek, maar er kan meer met dit onderwerp gebeuren', volgens Wilma. ‘Het zou mooi zijn als iemand hier verder mee gaat en het uitbreidt.'

WILMA WOLF ONDERZOEKTarts-patiënt-coMMunicatie IN DE MosliMcultuur

Wilma Wolf, hogeschooldocent bij de opleiding Vastgoed en Makelaardij, reisde vorig jaar naar Oman en Abu Dhabi om daar vastgoedontwikkeling en stadsplanning te bekijken. Tijdens deze reis raakte zij gefascineerd door de moslimcultuur. Buiten haar dagelijkse werkzaamheden op de Hanze en met behulp van Versterk je Talent onderzoekt ze de arts-patiëntcommunicatie in deze cultuur.

Versterk je talent

Page 20: PL.HANZE nr 27

PL.HANZE20 PL.HANZE

Kun je kwaliteitszorg in één zin omschrijven?‘Oei… ik denk dat dit de beste definitie is: hoe je instrumenten kunt inzetten om de kwaliteit van je werk in kaart te brengen en vervolgens te verbeteren.'

Voor welk deel ben jij verantwoordelijk? ‘Ik begeleid opleidingen bij audits en visitatietrajecten. Tegenwoordig begeleid ik ook risicoscreenings. Bij al die taken gaat het om kwaliteitszorg. De Hanzehogeschool hanteert daarbij al jaren min of meer hetzelfde systeem. Maar het maakt groot verschil of je dat systeem centraal of decentraal aanstuurt. De laatste jaren is kwaliteitszorg steeds zichtbaarder en centraler geworden.'

En ook gestructureerder?‘Centrale sturing geeft de organisatie meer greep. Daardoor haalden we onlangs als één van de eerste hogescholen de Instellingstoets Kwaliteitszorg. De Nederlands-Vlaamse Accreditatie-organisatie gaf de Hanzehogeschool dat keurmerk niet voor niets. Ze vindt dat ons systeem waarborgen biedt voor het bewaken van de kwaliteit van onze opleidingen.'

Wanneer ging je je bezighouden met kwaliteitszorg?‘Van 1984 tot 1999 was ik docent Logopedie. Ik had ook een praktijk, maar toen ik in 1990 moeder werd, stopte ik daarmee. Na een aantal jaren voelde ik dat ik uit mijn vak aan het groeien was. Toen ben ik me meer gaan richten op andere taken, waaronder kwaliteitszorg. Vanaf

2001 houd ik me daar op centraal niveau mee bezig.'

Wat is er sindsdien veranderd?‘De grootste verandering vond, tot mijn spijt, de afgelopen jaren plaats. De discussie over de kwaliteit van de hbo-diploma’s heeft de kwaliteitszorg inhoudelijk veranderd. Het leidde tot zelfreflectie: hebben wij wel voldoende greep op dit soort misstanden? Onze eerste reflex was: een versterking van het systeem. Maar met een strenger systeem verander je de kwaliteitscultuur niet.'

Met een ‘versterking van het systeem’ bedoelt men: meer controle?‘Dat is precies wat er nu gebeurt. Maar daarmee verhoog je de kwaliteit niet. Dat gebeurt pas als je zelf wilt weten hoe goed je iets doet, en omdat je wilt weten wat je kunt verbeteren. Door al die negatieve aandacht is de reflex van medewerkers nu: controleer me, alsjeblieft, zeg me hoe ik het moet doen. Daardoor zitten we nu in een controlerol, en daar moeten we ook weer vanaf. Uiteindelijk zijn mensen zelf de maatstaf voor hun kwaliteit. Die moet je met anderen delen en vol overtuiging toepassen. En ook met overtuiging kunnen verdedigen en aantonen. Het lijkt alsof mensen hun eigen maat voor kwaliteit een beetje kwijt zijn geraakt, uit angst om fouten te maken. Die maat moet je juist weer versterken, daar ligt de kracht van je systeem.'

Nu wordt er continu naar jullie gekeken?‘“Geef ons een checklist. We willen weten

of we straks door de visitatie komen.” Zo kun je werken, maar lijsten gaan een eigen leven leiden. Dan denk je dat je je werk goed doet als je alle punten op de lijst hebt kunnen afvinken. Dat is echt de verkeerde weg. In de kern moet de kwaliteitszorg in handen van docenten liggen.'

Het klinkt wel erg idealistisch.‘Ik ben een kind van de jaren zeventig, de tijd van de onderwijsdemocratisering. Wij formuleerden onze eigen leerdoelen. Dus ja, ik ben misschien wat idealistisch en dan kun je van een koude kermis thuiskomen. Maar ik ben er echt van overtuigd dat als je een vak doceert, je hart daar moet zitten en dat je moet weten wat goed is. Dat bepaal je niet in je eentje, maar toets je aan je collega’s.'

De HG wil een docentenregister inrichten. Gaat dat niet in tegen de richting die jij propageert?‘Het moet hand in hand gaan. Als je docent bent, heb je van tijd tot tijd zelf ook het idee dat je je bekwaamheden moet opfrissen. Soms moet je uit je gewoontes worden geschud. Dat hoort ook bij een kwaliteitscultuur. Dat je de bijscholing van docenten vastlegt, heeft vooral met openheid te maken. Het gaat pas mis als je alleen nog maar iets voor elkaar krijgt door het op te leggen.'

Je lijkt me niet in de wieg gelegd voor politieagent. ‘Ik vind het heel gezond dat je eens in de zes jaar aan een externe partij moet laten zien dat jouw opleiding aan de

Na bijna dertig dienstjaren bij de Hanzehogeschool hangt Hiltje Burgler-Feenstra deze zomer de lier aan de wilgen. Ze zag kwaliteitszorg belangrijk worden, maar ook veranderen, en niet altijd naar haar zin. ‘We zijn in een control-rol gedwongen. Daar moeten we weer vanaf.’

afsCHeIdsIntervIew HIltje BurGler-feenstra

‘MENSEN ZIjN zelf de Maatstaf VOOR

HuN KWALITEIT’

Page 21: PL.HANZE nr 27

2121

afsCHeIdsIntervIew HIltje BurGler-feenstra

21

kwaliteitseisen voldoet. We gebruiken overheidsgeld, dan is het logisch dat je verantwoording moet afleggen. Dan moet je ook binnen je opleiding soms even pas op de plaats maken en met elkaar in discussie gaan of je die kwaliteit altijd levert. Dat is een vorm van in kaart brengen, meten. Zo’n moment moet je binnen je kwaliteitszorgsysteem creëren, want die zes jaren vliegen om. Maar dat wil niet zeggen dat je het onderwerp kwaliteit aan de koffietafel onbesproken moet laten. Integendeel.'

Zonder regels en controle wordt kwaliteit een vaag, subjectief begrip...‘Docenten vinden het helemaal niet zo moeilijk om kwaliteit te definiëren. Ze weten heel goed wat beter kan en moet. Het gaat vrijwel altijd om vakinhoud, over hoe studenten straks in het werkveld staan. Wat ik wel merk is dat docenten klagen dat ze te weinig tijd hebben om het over dit soort zaken te hebben met elkaar. Het gaat ook wel in golven, hoor. Nu staat de kwaliteit van toetsen bijvoorbeeld erg in de aandacht.'

Dat kan docenten afhouden van nadenken over kwaliteit op de lange termijn.‘Trends en ontwikkelingen kun je moeilijk negeren. Het gedoe rondom het hbo zorgde ervoor dat we ons ineens erg op het afstudeerniveau moesten focussen. Op zich helemaal geen slecht thema, maar je wilt het liefst zaken behandelen omdat ze belangrijk zijn, niet omdat de buitenwereld om verantwoording vraagt.'

Hoe zag kwaliteitszorg eruit in 2001?‘Ik werd aangenomen omdat het accreditatiestelsel werd ingevoerd. Voor die tijd was kwaliteitszorg tamelijk vrijblijvend. Dat veranderde op slag: als je niet door de accreditatie kwam, moest je de opleiding sluiten.‘Ik ervoer het accreditatiestelsel ook wel als stimulans voor de kwaliteit. Het verplichtte opleidingen om na te denken over waar ze staan. Maar nu het wantrouwen het stelsel is binnengeslopen, is er minder ruimte voor de gewone verbetercycli. Vroeger mocht je rustig ontdekken waar je sterk en minder sterk in was. Vervolgens kreeg je de kans om je te verbeteren. Nu regeert de angst om fouten te maken, publiekelijk aan de schandpaal genageld te worden.'

Je hoopt dat we een andere richting uit kunnen. Hebben jullie al iets in gang gezet?‘De gedachte was om de externe beoordeling op instellingsniveau uit te voeren. Daarmee zeg je dat je de instelling de zorg voor onderwijs en onderzoek toevertrouwt. Dat kun je doortrekken, het College van Bestuur kan zo omgaan met de deans, de deans weer met hun teamleiders en die weer met hun docenten. Maar de tijden zijn er niet naar en dat snap ik ook wel weer. Maar de pendel zal heus wel weer een keer de andere kant op gaan.'

Waarom ga je nu weg? Had je het werk gezien?‘He-le-maal niet! Daar heeft het niks mee te maken. Maar je hebt gelijk: ik ben nog geen 65, dus het had niet gehoeven. Toch wil ik weg, vooral om andere dingen te doen, nieuwe dingen te leren. Ik wil me verdiepen in andere landen en culturen.'

Maar toch, waarom precies nu?‘Tijdens mijn PinotGristraject in 2006 werd ik uitgedaagd om te denken over de lijn in mijn loopbaan en de zingeving in m’n leven. Ik trof een groep mensen waar het heel goed mee klikte en dat leidde tot wezenlijk zelfonderzoek. Toen dacht ik: ik geloof dat ik wil stoppen. Ik wil andere dingen doen, andere mensen ontmoeten. Aandacht hebben voor man, huis en tuin. En ik had ook wel een beetje het verlangen om van de werkdruk en deadlines af te zijn. Dit is een baan waar het nooit genoeg is.'

Het lijkt me ook werk voor perfectionisten…‘Perfectionisme… daar heb ik zelf ook wel last van, ja. Het gemak waarmee ik vroeger omschakelde is minder geworden, ik heb meer tijd nodig voor hetzelfde werk. Dat ik toch nog een paar jaar ben doorgegaan, heeft natuurlijk ook een financiële component. Laat ik er maar eerlijk over zijn. Maar ik ga mijn werk absoluut missen, en alle mensen met wie ik mocht werken.'

Page 22: PL.HANZE nr 27

22 PL.HANZE

Page 23: PL.HANZE nr 27

2323

Nadat collegevoorzitter Henk Pijlman op 15 mei een rood lint doorknipte mocht de vernieuwde Walk of Fame voor het

eerst worden betreden. De afgelopen tijd zijn de thermoplasttegels met de talent-globe, de HG-waarden en de 41 namen

van prijswinnende studenten en medewerkers opnieuw aangebracht. Ook zijn er van 2012 drie tegels bij gekomen. ‘We

zijn in 2008 begonnen met het aanbrengen van tegels met namen van prijswinnende studenten en medewerkers’, vertelt

Els Bijlholt, projectleider bij de afdeling Vastgoed. ‘Na ruim vier jaar was de hele weg vol. Vandaar dat besloten is om voor

een compactere stijl te kiezen. Per jaar worden de tegels nu in een honingraatmotief geplaatst, veel dichter bij elkaar dan

in de oude situatie. Als je er vanuitgaat dat er ieder jaar zo’n vijf nieuwe tegels zullen bijkomen, zitten we de komende acht

jaar goed.’

De opening van de Wall of Fame werd opgeluisterd door een swingende drumband van studenten. Een groot deel van de

prijswinnaars van de afgelopen jaren was bij de opening aanwezig. Hoogtepunt was de onthulling van de prijswinnaars

van vorig jaar: lector Aly Waninge van de academie voor Gezondheidsstudies die de Proefschiftprijs won van het

Wetenschappelijk College Fysiotherapie, Lisa Hut die Facility Management Bachelor of the Year werd en Esther van der

Zwaan, oud-student Voeding en Diëtetiek, die de Hannie Schaftprijs in de wacht sleepte.

Heropening VERNIEuWDE

Walk of fame

Page 24: PL.HANZE nr 27

24 PL.HANZE

OSIRIS is de naam van het onderwijslogistiek systeem dat de Hanzehogeschool Groningen in 2013-2014 invoert. Eén systeem voor de hele hogeschool. Bij de universiteit Twente (uT) werken ze er al een paar jaar mee. Rudy Oude Vrielink, informatiemanager bij het Student & Onderwijs Servicecentrum van de uT, is positief, maar hij heeft ook kanttekeningen.

PL.HANZE

‘De wet- en regelgeving eist aantoonbare kwaliteit van het onderwijs en betrouwbare cijfers over de voortgang van studenten, instellingsbreed. Om te weten hoe je het doet, moet je kunnen vergelijken tussen opleidingen binnen de eigen instelling en daarbuiten. Zoals: de ene opleiding rapporteert tachtig procent afgestudeerden in drie jaar en een andere maar twintig procent: wat is er aan de hand? Als je de vergelijking kunt maken, kun je trends signaleren en het gesprek aangaan', stelt Rudy. Waarom koos de UT in 2008 voor OSIRIS? ‘Het is het enige onderwijslogistiek systeem dat zoveel kan.'

Betrek de gebruiker Tussen 2008 en 2010 werd eerst de module Inschrijf en daarna de module Volg geïmplementeerd. Er kwamen sessies met het onderwijs over de inrichting en wat dat betekende voor het onderwijslogistieke proces van de faculteiten. Het is ontzettend belangrijk dat de gebruikers betrokken zijn, vindt Rudy. ‘Je hebt faculteiten, opleidingen, vakgroepen, ondersteunende diensten: wie mag bij welke informatie? Hoe wil je dat de onderwijsadministratie loopt en hoe moet de onderwijsinschrijving? Daar moet je keuzes in maken. 'Dit blijft een lastige, vindt Rudy. ‘Zo’n systeem is erg complex. Het is niet makkelijk om over de volle

breedte te overzien wat de gevolgen zijn van gemaakte keuzes.' Ook het feit dat er moest worden gestandaardiseerd leverde onverwachte problemen op. De UT had bijvoorbeeld nog een OER (Onderwijs- en Examenregeling) die per opleiding sterk verschilde. Het was bij implementatie nodig om tot enige uniformering te komen. Dit heeft de UT gedaan door te gaan werken met een romp-OER voor de bachelors. Dit leidde in één geval tot een vele paginas tellend document met amendementen op deze romp-OER. Rudy: ‘Het zou helpen om veel van deze keuzes vooraf al gemaakt te hebben. Idealiter is de invoering van het systeem het sluitstuk van alle keuzes en standaardisatie. Dat was bij ons niet het geval. Hoe vaak hoorden we niet: “Het kan toch niet zo zijn dat een systeem bepaalt hoe ons onderwijs loopt?” Eigenlijk is dat wel een beetje zo, maar een systeem helpt je aan de andere kant ook om op één lijn te komen.' Wat bij de UT hielp bij invoering was de sterke aandacht voor de onderwijsinhoud en voor studierendement. Dat zorgde volgens Rudy voor de focus in het maken van keuzes: ‘Het middenniveau van de organisatie, de laag van teamleiders, moet de middelen en de kaders meekrijgen en ook de noodzaak ondersteunen. Daar moet je zwaar op inzetten'.

Enthousiasme en weerstand De invoering van Inschrijf en Volg liep gesmeerd. Onder de gebruikers was en is er enthousiasme. Maar onvermijdelijk is er ook weerstand. ‘Als ik dit had geweten, had ik het nooit zo gewild, hoor ik dan. Als gebruikers actief meedenken, sluit de inrichting van OSIRIS beter aan op hun wensen.' Over de kwaliteit van de informatie die uit OSIRIS te halen is, is de UT tevreden maar het is wel ingewikkeld. De gebruikers hebben hier de centrale afdeling functioneel beheer en ICT voor nodig. ‘Functioneel beheer en ICT moeten dus laagdrempelig en klantgericht werken, dat is heel belangrijk', stelt Rudy.

Waarom koos de universiteit twente voor osiris?

GeBruIkerservarInG nIeuw OnderwIjslOGIstIek systeeM HG

Page 25: PL.HANZE nr 27

2525

De smaak van zomerkoninkjes is er in de loop der tijd niet beter op geworden. Maar als je ze nog kunt ruiken, is dokter Alzheimer niet in de buurt. Lang zullen we leven! Maar wel een beetje gezond als het kan.

een oud brein is best wel fijn

VOIS

De Hanzehogeschool Groningen heeft al een jaar of drie de gewoonte om allerlei leerzaams te organiseren voor werknemers van boven de 55. Op 25 april draven er zeventig op bij de lezing van Eddy van der Zee in de aula van de Van DoorenVeste. Van der Zee, hoogleraar Moleculaire Biologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, spreekt over het ouder wordende brein. En dat klinkt niet lekker, weet hij, oud. ‘Iedereen wil oud worden, maar niemand wil oud zijn.' Daarom steekt hij bemoedigend van wal: dat oude brein kan sommige dingen beter dan het jonge. En dat komt juist doordát de hersenen ouder worden.In de hersenen zitten veertig miljard zenuwcellen (neuronen). Die neuronen sterven af met een snelheid van één per seconde. Dat verlies is definitief, want het lichaam maakt geen nieuwe neuronen. ‘Maar let op: in een mensenleven verliest men slechts drie miljard neuronen, en vermoedelijk minder.' Het neuronenverlies is niet gelijkelijk verdeeld: in de prefrontale schors, het cerebellum en de hippocampus is het verlies méér dan 7,5 procent. De verandering in die hersengebieden is grotendeels verantwoordelijk voor de geijkte ouderdomsverschijnselen: vergeetachtigheid, een geringer vermogen om iets nieuws te leren, niet meer op

een woord kunnen komen, een lagere gevoeligheid voor externe prikkels en een hogere voor interne stimuli. ‘De hersenen zijn minder vatbaar voor wat er buiten het lichaam gebeurt, ze keren zich als het ware naar binnen.'De grijze cellen zijn intern gericht, maar verder is er weinig mis met ze. Integendeel: juist door die interne gerichtheid werkt het oude brein grondiger, gaat het met meer overleg te werk, schat het situaties realistischer in, beschikt het over een grotere woordenschat en is het wijzer en vaak blijmoediger.

Blijmoedig of niet, velen voelen de kilte van de vooruitgeworpen schaduw van dokter Alzheimer. Dementie is een ziekte!, onderstreept Van der Zee. ‘De meeste mensen krijgen het níet.' Van der Zee keek letterlijk in het hoofd van Hendrikje van Andel, de oudste Nederlander aller tijden. ‘Ze werd 115, maar haar brein was vergelijkbaar met dat van een 65-jarige. Uitzonderlijk, maar best mogelijk: haar hersenen waren gewoon gezond gebleven.'Van der Zee ontwaart toch nog een paar bezorgde gezichten. ‘Die zie ik altijd als dementie ter sprake komt.' Daarom doet hij de zaal een paar tips aan de hand. ‘Om te ontdekken of u zich in het beginstadium bevindt, moet u uw neus

volgen.' Hij licht een lijstje op: aardbeien, rook, aardgas, ananas, zeep, menthol, kruidnagel, citroen, sering en leer. ‘Houd uw neus erboven. Als u iets ruikt, is er niets aan de hand.'In het samenzijn na afloop zijn zomerkoninkjes trending topic. ‘Vroeger smaakten ze lekkerder, maar dat kan toch ook aan de aardbeien zelf liggen?', vraagt een dame aan wie je haar leeftijd totaal niet afziet, aan de hoogleraar. Van der Zee knikt en steekt z’n neus in een goed glas. ‘Rode wijn', zo had hij even daarvoor gezegd, ‘is écht goed voor het brein, dat is bewezen.'

Eddy van der Zee

Page 26: PL.HANZE nr 27

26 PL.HANZE

'Deeltijdstudenten hebben maar één contactdag per week. Voltijdstudenten meer dan het dubbele, wel zestien uur. Dan heb je dus als docent veel minder uren om dezelfde hoeveelheid stof uit te leggen. Toch moeten ze net zulke goede verpleegkundigen worden als voltijders. 'Voor voltijd heb ik twee uur hoorcollege en één uur werkcollege, voor deeltijd slechts één uur totaal. Dat is dus niet te doen, je kunt dan gewoon niet alle stof behandelen. We besloten de oplossing te zoeken in blended learning: een combinatie van werkcolleges, activerende opdrachten, literatuurstudie en videocolleges. 'De videocolleges zijn eigenlijk een verdichting van de hoorcolleges die ik aan voltijdstudenten geef. Alle franje is er af. Geen grapjes, weinig voorbeelden. Het gaat om de pure essentie van het hoorcollege in tien tot hooguit vijftien minuten. Liever nog korter, maar dat lukt me meestal niet.'De video’s post ik op Blackboard, zodat studenten ze vóór hun contactdag kunnen bekijken. In het werkcollege bespreken we dan de stof. Behandelen hoeft niet meer, want ze kennen de stof al. En dat werkte heel goed. Tijdens het werkcollege

ga ik met een stift voor het bord staan en vraag “Wat is nog lastig? Wat moet ik nog verder uitleggen?”‘Toen ik wat verder in de materie van videocolleges en blended learning dook, kwam ik de term flipping the classroom tegen. Wat bleek? Dat was dus eigenlijk wat ik deed! Ik ontdekte de Khan Academy, erg inspirerend. Salman Khan, een Indische beursanalist in Boston, met neefjes aan de andere kant van Amerika. Ze vroegen zijn hulp bij hun wiskundetoets en Khan moest dus inventief de afstand overbruggen. Hij maakte een video met uitleg van de stof, zette die op YouTube en hielp zó zijn neefjes. Al snel bleek dat zijn neefjes zijn filmpjes bijna leuker vonden dan hem in levende lijve zien. Waarom? Vanwege de controle die het studenten geeft. Ik maakte dat laatst zelf ook mee tijdens college. Een student riep ineens “Ho ho meneer, ik had u nu al drie keer stopgezet!” Met een video kun je herhalen, stop zetten, pauzeren. 'In eerste instantie waren de videocolleges onderdeel van mijn onderzoek om te kijken of er verschillen zouden optreden tussen deeltijd en voltijd. Maar de video’s werden zo'n

succes, dat ik het niet ethisch vond om nog met het experiment door te gaan. De video’s moesten ook beschikbaar worden gemaakt voor voltijd. Daar waren de reacties ook erg enthousiast. 'Gevaar bij voltijd kan zijn dat studenten gaan denken dat ze de gewone hoorcolleges wel over kunnen slaan. je moet oppassen dat het niet een soort uitzending Gemist wordt, waarbij volledige hoorcolleges worden opgenomen en online worden gezet. 'Voorlopig zou ik hoorcolleges handhaven, maar ik ben benieuwd voor hoe lang. Het gedrag van studenten is echt veranderd, ze zijn met zo veel dingen tegelijk bezig. Flipping the classroom past misschien wel beter bij de tijdgeest. Positief is dat het studenten dwingt om van te voren iets te doen. Nu komen ze nog te vaak volkomen onvoorbereid de klas in. 'In tegenstelling tot wat je misschien zou denken, is het niet zo dat je hiermee kunt besparen op docentenuren. Het moet een kwaliteitsslag zijn, geen bezuinigingsmaatregel. Het aantal contacturen moet gelijk blijven, maar de docent zal werken met kleinere groepen moeten werken. Het is intensiever.'

Het begon als een experiment voor deeltijdstudenten, maar werd zo'n succes dat ook voltijdstudenten er nu gebruik van kunnen maken. docent Verpleegkunde Jan Schuurmans is flipping the classroom met zijn videocolleges. 'Je moet oppassen dat het geen Uitzending gemist wordt.'

Flipping the classroomv

er

an

de

re

nd

e

tiJ

de

n26 PL.HANZE

jan Schuurmans

Page 27: PL.HANZE nr 27

2727

Ken je een mbo’er Schoonheidsspecialist die hbo Bouwkunde gaat studeren? Waar er voor havisten en vwo’ers eisen zijn t.a.v. het vakkenpakket, zijn er voor mbo’ers geen belemmeringen. Het kán dus – of het verstandig is, is een tweede. De uitval na 1 jaar is onder mbo’ers (18%) aanzienlijk hoger dan die onder havisten (13%) en vwo’ers (6%) (bron: KiV). Daarom willen hogescholen graag beperkingen aan de doorstroommogelijkheden voor mbo’ers. Ze zouden alleen binnen hun eigen sector door moeten stromen. De wet (nu nog wetsvoorstel) Kwaliteit in Verscheidenheid (KiV) biedt de mogelijkheid voor beregeling. Een slimmerik ging dieper spitten in die percentages: doen mbo’ers die kiezen buiten hun eigen sector het nou echt zo slecht? Eigenlijk niet. De hoge uitval van mbo’ers lijkt niet te worden veroorzaakt door schoonheidsspecialisten die accountant, architect of makelaar willen worden. Dat roept de vraag op hoe ingewikkeld de beregeling van het rendement via toelatingsvoorwaarden wordt. En hoe slecht doen mbo’ers het nou in het algemeen? De gemiddelde studieduur van gediplomeerde mbo’ers is 51 maanden, die van vwo’ers 52 en van havisten 59 maanden (bron: CBS).De wet heeft oog voor rendement. Om te zorgen dat er een betere matching tussen student en opleiding plaats kan vinden, mogen hogescholen en universiteiten aspirant-studenten straks verplichten tot een intakegesprek of vergelijkbare activiteit. Ze mogen daarbij extra aandacht geven aan risicogroepen. Een bekende risicogroep is die van de late aanmelders. Maar die risicogroep bestaat straks niet meer: aspirant-studenten moeten zich straks uiterlijk 1 mei aanmelden via Studielink op straffe van het verlies van het recht op toelating.Er is in elk geval één groep met een statistisch aangetoond lager risico op uitval, namelijk de zeer late aanmelders. Het gaat om scholieren die na het behalen van hun diploma een jaar de tijd nemen om te kiezen voor een vervolgopleiding. In de tussentijd werken ze of gaan ze naar het buitenland. Hieruit kunnen we de wijze les trekken dat het soms beter is een probleem even te laten rusten dan het meteen op te lossen.

JJdJ

Rust

reacties, opMerKingen, suggesties?

Mail naar: [email protected]

JUNI21 Open Dag, voorlichting over bachelor- en masteropleidingen (voltijd en deeltijd). Plaats: alle locaties Hanzehogeschool Groningen met uitzondering van Prins Claus Conservatorium & Dansacademie Lucia Marthas. Tijd: 16.00 –19.00 uur.

21 Abseilen voor Care4Kenya (inschrijving gesloten). Plaats: Van OlstToren, Zernikeplein 7. Tijd: 13.00 – 19.00 uur.

22 Hoornse Meer Concert, i.s.m. Prins Claus Conservatorium. Plaats: Hoornse Meer. Tijd 19.30 – 22.00 uur.

JULI 6 - 11 Eindexamenexpositie Minerva. Plaats: Academie Minerva, Praediniussingel. Opening: 6 juli, 16.00 uur.

6 - 11 Eindexamenexpositie Minerva FMI Masters. Plaats: Academie van Bouwkunst, Zuiderkuipen. Opening: 5 juli, 19.00 uur

15 juli tm 23 augustus Collectief verlof voor docenten

24 juli t/m 3 augustus Peter de Grote Festival in nauwe samenwerking met het Prins Claus Conservatorium. Meer dan 50 kamermuziekconcerten op bijzondere locaties.

AUGUStUS17 – 30 Kilimanjaro expeditie in Tanzania. In het kader van Care4Kenya beklimmen 25 HG-collega’s de Kilimanjaro.

22 Informatieavond master- en (post-)hbo-deeltijdopleidingen en cursussen. Plaats: Atrium Van OlstToren, Zernikeplein 7. Tijd: 18.00 – 21.00 uur.

30 Welcoming Day international students. Plaats: Atrium Van OlstToren, Zernikeplein 7. Tijd: 10.30 – 14.00 uur voor EU-studenten; tot 17.00 uur voor studenten van buiten de EU.

SEPtEMBER 2 Start studiejaar 2013-2014 voor studenten en medewerkers

4 Opening Hogeschooljaar 2013-2014. Plaats: Atrium Van OlstToren, Zernikeplein 7. Tijd: 15.45 – 18.00 uur.

25–28 Lustrumfeest Minerva Academie voor Popcultuur in Leeuwarden met verschillende feestelijke bijeenkomsten. Vanaf 25 september expositie in het Fries Museum. Op 26 september de jaarlijkse werkveldconferentie van de Academie voor Popcultuur.

26 Lectorinstallatie dr. L.M. (Leni) Beukema, “Duurzaam HRM”, lectoraat van het Instituut voor Bedrijfskunde en het Kenniscentrum Arbeid. Plaats: Conferentiecentrum de Appel, Zernikeplein 7. Tijd: 15.30 – 18.00 uur.

OKtOBER 15 Lectorinstallatie mr. E.H. (Bert) de Jonge, “Energy & Law”, lectoraat van het Instituut voor Rechtenstudies; dr. J.D. (Koos) Lok, “Energie & Management” en dr. ir. B.M. (Martien) Visser, “Netintegratie”, lectoraten van het Instituut voor Engineering; alle drie lectoraten van het Kenniscentrum Energie. Plaats: Conferentiecentrum de Appel, Zernikeplein 7. Tijd: 15.00 – 18.00 uur.

16 Lectorinstallatie dr. M.F. (Margreet) Boersma, “Duurzaam Financieel Management”, lectoraat van het Instituut voor Financieel Economisch Management en het Kenniscentrum Ondernemerschap. Plaats: Conferentiecentrum de Appel, Zernikeplein 7. Tijd: 15.30 – 18.00 uur.

24–26 Conferentie “Sporthorizon 2020: share qualities towards innovative sport education” van het Network of Sport Science, Education & Employment Europe (NSSEEE) georganiseerd door het Instituut voor Sportstudies. Plaats: Willem-Alexander Sportcentrum.

Meer informatie MijnHanze.nl: HG Agenda en www.hanze.nl/agenda

agenda

COLUMN AGENDA

Sirius min

or

Landelijk

nummer 1

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2009 en 2010

Landelijk

nummer 2

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2010

HBO-Rechten

Landelijk nummer 1

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2011!

Elektrotechniek

Landelijk nummer 1

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2009 en 2010

Elektrotechniek

Landelijk nummer 1

Volgens Keuzegids

2010 en 2011

Number 1

HBO Electrical

Engineering

Keuzegids

(Dutch study guide)

2010 & 2011

ersoneelsManagement

Landelijk nummer 1

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2009 en 2010

P

SJDLandelijk nummer 1

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2011!

Hanze Honours

Co

lle

ge

Hanze Honours

Co

lle

ge

Financieel v

oord

ee

l w

er

kgever

Ke

uze

gids Deeltijdstu

dies

20

11

Hanze Honours

Co

lle

ge

Hanze Honours

Co

lle

ge

nr.11

Na

tion

ale Studentenenquête

20

11

nr.

Nr.

1

B e s t e

We

rk

gever 20

11 8

B e s t e

We

rk

gever 20

11 8

Volgens

Ke

uzegids Deeltij

dstu

die

s 20

11!

1Nr.

MiZ

Ke

uz

eg ids D eelt i jd

& D

ua

al1

Nr.

2012

Ke

uz

eg ids D eelt i jd

& D

ua

al2

Nr.

2012

sc

ho

o l p a r t ic ipa

tio

nme

de ze g g e nsch

ap

TEVREDENMEDEWERKERS

Ondersteund door EFFECTO

RY

DE HANZE WERKT AAN

HANZE

kw

a l i t e i t s c u l t u ur

v e r s t e r k i n g

2011 HANZE 2012

kw

a l i t e i t s c u l t u ur

v e r s t e r k i n g

TEVREDENHANZE MEDEWERKERS

Ondersteund door EFFECTO

RY

WIJ WERKEN AAN

Sirius min

or

Landelijk

nummer 1

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2009 en 2010

Landelijk

nummer 2

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2010

HBO-Rechten

Landelijk nummer 1

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2011!

Elektrotechniek

Landelijk nummer 1

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2009 en 2010

Elektrotechniek

Landelijk nummer 1

Volgens Keuzegids

2010 en 2011

Number 1

HBO Electrical

Engineering

Keuzegids

(Dutch study guide)

2010 & 2011

ersoneelsManagement

Landelijk nummer 1

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2009 en 2010

P

SJDLandelijk nummer 1

Volgens Keuzegids

Deeltijdstudies

2011!

Hanze Honours

Co

lle

ge

Hanze Honours

Co

lle

ge

Financieel v

oord

ee

l w

er

kgever

Ke

uze

gids Deeltijdstu

dies

20

11

Hanze Honours

Co

lle

ge

Hanze Honours

Co

lle

ge

nr.11

Na

tion

ale Studentenenquête

20

11

nr.

Nr.

1

B e s t e

We

rk

gever 20

11 8

B e s t e

We

rk

gever 20

11 8

Volgens

Ke

uzegids Deeltij

dstu

die

s 20

11!

1Nr.

MiZ

Ke

uz

eg ids D eelt i jd

& D

ua

al1

Nr.

2012

Ke

uz

eg ids D eelt i jd

& D

ua

al2

Nr.

2012

sc

ho

o l p a r t ic ipa

tio

nme

de ze g g e nsch

ap

TEVREDENMEDEWERKERS

Ondersteund door EFFECTO

RY

DE HANZE WERKT AAN

HANZE

kw

a l i t e i t s c u l t u ur

v e r s t e r k i n g

2011 HANZE 2012

kw

a l i t e i t s c u l t u ur

v e r s t e r k i n g

TEVREDENHANZE MEDEWERKERS

Ondersteund door EFFECTO

RY

WIJ WERKEN AAN

27

Page 28: PL.HANZE nr 27

dwars over het HanzeForum op de ZernikeCampus loopt de Walk of Fame. Op deze weg presenteert de Hanzehogeschool groningen met trots haar prijswinnende studenten en docenten. Winnaars, oud-winnaars of anderen die een bijzondere prestatie leveren in het licht van ’Share your talent. Move the world.’ deze keer aandacht voor:

LieS KOreVaarleeftijd: 56 jaar functie: lector Rehabilitatie bij het Kenniscentrum CaRES prestatie: won met zijn lectoraat Rehabilitatie de Douglas Bennett Award 2013.

Wat houdt de douglas bennett award in? De Douglas Bennett Award wordt uitgereikt voor een bijzondere bijdrage aan de kwaliteitsverbetering in de behandeling, rehabilitatie en herstelondersteuning aan mensen met ernstige psychische aandoeningen.

Waarmee hebben jullie de award verdiend? Met ons hele oeuvre in de tien jaar dat het Hanze-lectoraat Rehabilitatie bestaat. De Douglas Bennett Award komt alle medewerkers toe die in het heden of verleden voor het lectoraat hebben gewerkt. De jury looft dat we rehabilitatie breed en gedegen neergezet hebben op gebied van leren, werk en sociale contacten. Bijvoorbeeld: de speciale opleidingen voor rehabilitatiewerkers en ervaringsdeskundigen; de begeleiding van mensen met ernstige psychische aandoeningen bij het verwerven van een nieuwe startkwalificatie of het vervullen van hun rol als vader of moeder. We waren genomineerd door twee instellingen uit het werkveld!

Welke reacties krijg je uit het werkveld? Veel felicitaties en waardering via emails, twitter en facebook, ook vanuit het buitenland.

hoe is dit succes gevierd bij de hanze? Met heel veel emails, persoonlijke felicitaties, een versierde kamer, koffie met gebak bij het lectorenoverleg, nieuwsberichten op de Hanze-site en de site van de Academie voor Sociale Studies.

Wat betekent ‘share your talent. Move the world’ voor jou? Ieder mens heeft zijn eigen en unieke talent, ook mensen met een beperking. Albert Einstein zei het zo: “Everybody is a genius. But if you judge a fish by its ability to climb a tree, it will live its whole life believing that it is stupid”

Waarom deze plek voor de foto?De draaideur is voor mij het symbool van de zorg voor mensen met een (psychische) beperking. Je moet naar binnen kunnen als je behoefte aan veiligheid, gezondheid en stabiliteit dit vraagt, maar je moet er altijd weer uit kunnen om je rollen in de maatschappij weer op te pakken. Niet, zoals vroeger, een gesloten deur waarachter je maar moest afwachten of je er weer uit kwam.