Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk...

25
Sociaal Werk Amsterdam Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert

Transcript of Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk...

Page 1: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Sociaal WerkAmsterdamHoe Amsterdam sociaal werk organiseert

Page 2: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert2

Inhoudsopgave

Voorwoord .............................................................................. 3

1 Inleiding ............................................................................. 4

2 Context .............................................................................. 5

3 Huidige vraag naar en aanbod van werk ............................ 7

4 Afweging tussen inrichtingsmodellen ................................ 11

5 Voorkeursscenario Sociaal Werkkoepel ............................. 16

6 Nieuwe rol van Pantar in de sociaal werkkoepel ................ 20

7 Vervolg ............................................................................... 21

Bijlage 1 Financiën Pantar ..................................................... 22

Bijlage 2 Verkenning meer (gemeentelijk) werk ..................... 25

Bijlage 3 Rapport Argumentenfabriek

Gemeente Amsterdam September 2017

Page 3: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert 3

Voorwoord

Dag in, dag uit zijn er meer dan 4.000 medewerkers aan de slag bij bedrijven, sociale firma’s, Pantar en de gemeente vanuit de sociale werkvoorziening of met ondersteuning op basis van de Participatiewet. Hun werk is onbetaalbaar belangrijk. Voor henzelf, omdat het hen baanzekerheid, zingeving en collega’s biedt, en voor de stad, omdat hun werk onze stad mooier, socialer en vriendelijker maakt. Door de invoering van de Participatiewet, de bijbehorende bezuiniging en de economische crisis staat de ondersteuning van mensen met een arbeidsbeperking onder druk.

Het college ziet het als zijn morele plicht om deze waardevolle Amsterdammers zoveel als mogelijk werk en zekerheid te geven. Deze medewerkers, die zich inzetten om diensten te verlenen op vele plekken in en voor de stad, verdienen een plek en een toekomst die recht doet aan hun wens om mee te doen. Het college stelt daarom in deze notitie voor om alle aanbieders van werk voor arbeids-beperkten onder één sociale werkkoepel te brengen, onder gemeenschappelijke regie vanuit de gemeente. Op die manier kunnen we de medewerkers centraal stellen in plaats van de organisaties. Door maatwerk te bieden en ruimte te geven aan verschillen en wensen, kunnen medewerkers in het sociaal werk de meest doelgerichte begeleiding krijgen. Op deze manier kunnen ze werk doen dat bij ze past en waar ze talent voor hebben en dragen ze zichtbaar bij aan het mooier maken van de stad. De voorstellen om het sociaal werk in Amsterdam anders te organiseren passen in de nieuwe koers van Werk en Participatie die met het Koersbesluit werk en re-integratie is ingezet en verder is uitgewerkt in onder meer het programma Meedoen Werkt en de Leidraad Participatie. In bijgevoegde notitie leest u hoe het college de komende jaren deze opdracht verder vorm wil geven. Met als doel meer mensen werk te bieden dat bij hen past. En een vertrouwde basis voor hen die baat hebben bij een beschutte werkomgeving en continuïteit van begeleiding.

Page 4: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

1 Inleiding

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert4

De ambitie van de gemeente is om alle mensen die dat kunnen naar werk te helpen. Dit sluit aan bij het streven naar een inclusieve arbeidsmarkt en het doel van de Participatiewet die op 1 januari 2015 in werking is getreden. De wet biedt echter niet voldoende instrumenten om dit doel te bereiken. In de praktijk zien we dat mensen met een arbeidsbeperking onvoldoen-de aan het werk komen bijreguliere werkgevers. Hier ligt voor de gemeente een opgave.

Het SW-bedrijf van de gemeente Amsterdam, Pantar, is hier geen uitzondering op. Vanaf 2015 is de instroom in de Wsw gestopt en wordt de financiering vanuit het Rijk afgebouwd. Dit leidt tot tekorten op het subsidieresultaat (verschil ontvangen subsidie van het Rijk en kosten van de salarissen) maar ook tot tekorten op de ex- ploitatie (bedrijfsvoering). De werkzaamheden van mensen in sociaal werk leveren onvol-doende op om de kosten van begeleiding en de infrastructuur van het sociaal werkbedrijf te kunnen dekken.

Het college ziet het als zijn verantwoordelijk- heid om het sociaal werk zo te organiseren dat zoveel mogelijk Amsterdammers met een arbeidsbeperking werk en zekerheid hebben. Daarnaast moet de infrastructuur rondom sociaal werk toekomstbestendig en financier-baar zijn. Op 17 mei 2017 heeft de commissie Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. In deze notitie schetst het college scenario’s voor de (her)inrichting van sociaal werk en geeft het college aan welke keuzes gemaakt kunnen worden. Op basis van dit inzicht kan de raad een afweging maken over het hier voorgelegde voorkeursscenario.

In de visie van 17 mei staat dat het college het als gezamenlijke opgave ziet te zorgen dat de groep kwetsbare Amsterdammers met een arbeidsbeperking en/ of grote afstand tot de arbeidsmarkt een passende werkplek krijgt. Het aantal mensen dat wij werk moeten bieden is daarom leidend bij de vraag hoeveel werk wij moeten organiseren en niet andersom (het aanbod volgt de vraag). Waar mogelijk bestaat het aanbod uit regulier werk. Waar nodig creëren we werk. Sociale firma’s spelen daarbij een belangrijke rol.

In 2017 gaat het om ruim 4.000 Amsterdam-mers, van wie op dit moment ruim 3.500 een Wsw-dienstverband hebben en ruim 500 een dienstverband op basis van de Participatiewet. Het aantal mensen in de bijstand is uiteraard vele malen groter (circa 45.000). Het overgrote deel van deze mensen is niet aangewezen op de infrastructuur en voorzieningen van sociaal werk. Zij vinden zelf weer werk, worden door een klantmanager ondersteund bij het vinden van werk of zij worden door het programma Meedoen Werkt weer geactiveerd. Voor 500 Amsterdammers met een grote afstand tot de arbeidsmarkt is er voor twee jaar een arbeids-contract via de werkbrigade.

Deze notitie geeft antwoord op de vraag ‘hoe’ het college het sociaal werk in Amsterdam wil organiseren. We schetsen drie scenario’s en geven aan welke keuzes gemaakt kunnen worden. De afweging is gebaseerd op de uitgangspunten en doelen die eerder door uw raad zijn vastgesteld. Het college geeft ook aan welk scenario zijn voorkeur heeft. Dit scenario, het vormen van een sociaal werkkoepel, biedt volgens het college de meeste voordelen en toekomstbestendigheid en sluit het best aan op de voorkeur van de raad om meer te gaan samenwerken met bedrijven, sociale firma’s en andere organisaties.

Na het vaststellen van een scenario door uw raad wordt dit scenario verder uitgewerkt, zodat in februari 2018 een uitvoeringsbesluit genomen kan worden.

Page 5: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

2 Context

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert 5

Participatiewet

Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in wer-king getreden: één regeling die de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wajong vervangt. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uit-voering van de Participatiewet. Voor mensen die onder de oude Wsw-regeling vallen, geldt dat zij hun rechten behouden. Vanaf 2015 kunnen mensen met arbeidsvermogen die behoren tot de doelgroep een beroep doen op de gemeen-te voor re-integratieondersteuning en/of een bijstandsuitkering. De gemeente bepaalt op basis van eigen criteria welke ondersteuning en instrumenten worden ingezet.

Financiën

De invoering van de Participatiewet (2015) ging samen met een bezuiniging. De rijksbijdrage voor de loonkosten per Wsw-plek neemt in jaarlijkse stappen af van € 25.600 in 2015 tot € 22.600 euro in 2021. Een bezuiniging van 12%. Omdat er geen nieuwe instroom meer is in de Wsw neemt door natuurlijke uitstroom (pensi-oen, overlijden en ontslag) het aantal mensen bij de sociale werkvoorziening af met 5% tot 6% per jaar. Het Rijk gaat vooralsnog uit van een snellere afbouw van het Wsw-bestand (namelijk met 8% per jaar) dan in de praktijk het geval is. Hierdoor neemt het verschil tussen dekking en de daadwerkelijke Wsw-loonkosten fors toe. De gemeente blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wsw. Het tekort dat in Amsterdam ontstaat door het verschil tussen de rijkssubsidie en de werkelijke loonkosten groeit van circa € 8 miljoen in 2017 naar € 10 miljoen in 2021. Dit tekort is in Amsterdam verwerkt in de meerjarenbegroting 2018-2021.

Door de stop op de instroom in de SW loopt het aantal werknemers van de sociale werk-voorziening af. De nieuwe instroom in de Participatiewet wordt conform deze wet door de gemeente zoveel als mogelijk geplaatst bij bedrijven, maatschappelijke organisaties, soci-ale firma’s en uiteraard bij de gemeente zelf.

De staatssecretaris is begin 2017 in gesprek gegaan met Cedris , wethouders en bestuurders van sociale werkbedrijven. Cedris pleit ervoor de jaarlijks met € 500 per Wsw-plek oplopende bezuiniging, dit jaar stop te zetten en het macrobudget te baseren op het reële aantal mensen dat bij SW-bedrijven werkt. Verder zou de bonus op de kosten voor nieuw beschut werk die nu tijdelijk tot 2020 van toepassing is, struc- tureel moeten worden. De sociaal werkbedrijven in Nederland zouden een bedrag van € 420 miljoen nodig hebben voor hun continuïteit. Ongewis is of de formatie van een nieuw kabinet wellicht kansen biedt om het tekort te compenseren. De uitkomst kan gevolgen heb-ben voor de hoogte van de benodigde gemeen-telijke bijdrage.

Banenafspraak en Quotumregeling

Als vliegwiel om de Participatiewet op gang te brengen, hebben sociale partners en het Rijk in 2013 afgesproken dat landelijk (tot 2026) 125.000 extra banen worden gecreëerd voor mensen met een arbeidsbeperking als gevolg van ziekte of handicap. Werkgevers moeten daarvan in totaal 100.000 banen realiseren. De overheid neemt 25.000 banen voor haar rekening. De nieuwe instroom in de Participatie- wet wordt vanaf 2015 geplaatst op werkplek-ken bij reguliere werkgevers, maatschappelijke organisaties, sociale firma’s of de gemeente. Daarbij wordt een loonwaardesubsidie ingezet naast jobcoaching en andere vormen van onder-steuning. Geleidelijk aan verplaatst sociaal werk voor mensen met een arbeidsbeperking zich op deze manier vanuit een Wsw-omgeving of -regime naar reguliere werkgevers in de markt en bij de overheid. Dat geldt ook voor de uit-voering van nieuw beschut werk. Het faciliteren van de invulling daarvan is een opdracht binnen de Participatiewet. Het nieuwe beschut werk wordt niet meer exclusief door Pantar uitge-voerd maar door een groeiend aantal reguliere werkgevers en sociale firma’s. De gemeente heeft naast een eigen verantwoordelijkheid (overheidsdeel banenafspraak) ook een facili-terende rol als makelaar om vraag en aanbod van werkgevers en werkzoekenden bij elkaar te

1 Cedris is de brancheorganisatie van de bedrijven die de wet sociale werkvoorziening in opdracht van gemeenten uitvoeren.

Page 6: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert6

brengen en werkgevers te ondersteunen bij het in dienst nemen en houden van de doelgroep.

Op 30 juni 2017 heeft staatssecretaris Klijnsma de Tweede Kamer geïnformeerd over de resul-taten van de banenafspraak. De sector overheid heeft de doelstelling van 6.500 banen tot nu toe nog niet gehaald. Het kabinet zet daarom een quotumheffing voor de sector overheid in. De quotumheffing zal gelden voor alle organisaties met 25 werknemers of meer. Het quotumper-centage is nog niet bekend, de quotumheffing bedraagt 5.000 euro per niet ingevulde arbeids-plaats van 25,5 uur. Overigens lijkt de gemeente Amsterdam als werkgever wel op koers te liggen om binnen de eigen organisatie extra werkplekken te realiseren voor werkzoekenden met een arbeidsbeperking. Op 1 oktober 2016 telden we 174 extra banen en hadden we 143 extra medewerkers uit de doelgroep aan het werk. De doelstelling voor 2016 was 126 banen.

Page 7: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert 7

Vraag naar werk

Momenteel bestaat de totale doelgroep uit ongeveer 4000 mensen. Gezien de verwachte groei van de stad verwachten we dat de komende 10 jaar het aantal mensen met een arbeidsbeperking zal groeien met 5 tot 10% ten opzichte van de stand in 2017.

De doelgroep van sociaal werk bestaat uit mensen met een Wsw-dienstverband en uit mensen die recent zijn ingestroomd onder de Participatiewet. Deze twee groepen werken bij verschillende werkgevers. De mensen met een SW-dienstverband zijn onder te verdelen in enerzijds ‘oud beschut’ en groepsdetache-ring die tot de opdracht van Pantar behoren en anderzijds begeleid werken en individuele detachering die door de gemeente worden geplaatst. Het aantal mensen met een Wsw-dienstverband dat, in totaal ten opzichte van 2014, kon uitstromen naar groeps- en individu-ele detachering blijkt in de praktijk veel minder dan destijds gedacht. De mensen die recent zijn ingestroomd onder de Participatiewet worden, afhankelijk van hun mogelijkheden, door de gemeente geplaatst bij werkgevers of bij Pantar. Hieronder is de verdeling van de doelgroep naar wettelijke regeling en naar werkgever weergegeven.

Werknemersperspectief

Het gaat om een diverse groep. Bij het vinden van een werkplek wordt uitgegaan van de wensen en mogelijkheden van de persoon. Het plaatsen is maatwerk, rekening houdend met de mogelijkheden voor de werkgever, de persoon en het type werk. De uitdaging ligt bij het vinden van de juiste plek voor de persoon in combinatie met de juiste arbeidsvoorwaarde-lijke ondersteuning en faciliteiten. Werk dat aan-gepast is op hun beperking en niet andersom.

Voor alle betrokken medewerkers geldt dat ze graag een vaste werkplek en een vaste aanstel-ling willen of willen behouden. Zij hebben graag zelf de regie over wanneer zij gaan wisselen van werkplek en wisselen niet graag vaak of kort- durend. Veel mensen hebben behoefte aan een vaste werkplek met vaste collega’s en teamleider. Een vertrouwensband hebben met collega’s en teamleider is voor hen belangrijk om zich op hun gemak te voelen. Het is voor hen ook belangrijk om een terugvaloptie te hebben als het even iets minder gaat.

We zien bij een deel van de werknemers dat zij terughoudend zijn in de overstap naar een andere werkplek bij een andere werkgever. Medewerkers geven aan dat doorstroom op basis van keuzevrijheid gestimuleerd kan worden. Dit kan bijvoorbeeld door de inzet van een proefstage waarbij terugkeer naar de oude werkplek mogelijk is. Bij het matchen op een nieuwe werkplek moet uit gegaan worden van de competenties van de werknemer. Daarbij moet de juiste werkplek worden gezocht.

3 Huidige vraag naar en aanbod van werk

2 Binnen deze aantallen zitten ook mensen woonachtig in Diemen en een aantal “buitenwoners”: mensen die werken bij Pantar maar niet in Amsterdam of Diemen wonen.3 Inclusief Diemen.

Doelgroep sociaal werk naar werkplek, peildatum juli 20172

Page 8: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert8

Een deel van de groep heeft behoefte aan af- wisselend werk en doorstroommogelijkheden. Zij willen zich graag ontwikkelen en willen opleidingskansen. Het is voor hen prettig als ze hun competenties in kunnen zetten bij het werk dat ze uitvoeren. Voor hen is het belangrijk dat zij worden gewaardeerd als medewerker van een bedrijf en niet als de medewerker met een indicatie of een beperking.

Mensen die zijn aangewezen op werk in een beschutte omgeving hebben behoefte aan in-tensieve langdurige begeleiding. Van de groep mensen die bij Pantar beschut werkt, komt het signaal dat zij graag werken met collega’s met vergelijkbare capaciteiten, in een veilige en aangepaste omgeving waar de werkdruk niet te hoog is en zij hun eigen werktempo aan kunnen houden. Deze medewerkers zijn bang dat, als de werkdruk hoog is, zij het werk niet aan kun-nen. Zekerheid van een vaste aanstelling is voor hen heel belangrijk. Verder is het persoonlijk wat als een beschutte werkomgeving wordt ervaren. Een werkplek bij de receptie van Pantar wordt door de één als beschut ervaren terwijl voor een ander deze plek teveel prikkels bevat.

Pantar geeft aan dat een deel van de huidige Wsw-medewerkers, met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt, niet meer voldoet aan de SW-norm die het UVW stelt en daarom de werkdruk niet meer aan kan. Wellicht zijn zij beter op hun plaats in dagbesteding. Aangegeven wordt dat Wsw-dienstverband en dagbesteding niet zon-der meer verenigbaar zijn. Deze mensen kunnen niet zelfstandig de overstap maken. Hier ligt een keuze die op gemeentelijk niveau moet worden gemaakt.

Een setting, bij voorbeeld bij een sociale firma waar zowel dagbesteding als beschut werk wordt aangeboden, biedt de kans om door te stromen vanuit dagbesteding naar beschut werk of, zo no-dig, vanuit beschut werk terug te vallen op dag-besteding. Tot nu toe wordt de nieuwe instroom van mensen die zijn aangewezen op beschut werk, behalve bij Pantar, voornamelijk geplaatst bij sociale firma’s en bij kleinere bedrijven. Klein-schaligheid en een zichtbaar aanwezige duidelijke begeleiding blijken voorwaarden voor succes.

Daarnaast bestaat behoefte aan een terugval-mogelijkheid voor mensen die (tijdelijk) uitvallen uit een werkplek bij een reguliere werkgever of sociale firma. Vooral voor de mensen die op een beschutte werkomgeving zijn aangewezen. Terugvalplekken bieden meerwaarde om men-sen in het ritme te houden. Voor mensen met een SW-indicatie is het wel van belang dat ze terug kunnen keren naar hun oude werkplek en zij hun SW-indicatie behouden. Naarmate meer mensen op basis van de Participatiewet op een reguliere werkplek worden geplaatst, zal ook de behoefte aan terugvalplekken stijgen .

Als gevolg van de Wet werk en zekerheid krijgen mensen met een hogere loonwaarde vaker te maken met onzekerheid rondom de aanstelling. Dit komt doordat zij meestal wor-den aangesteld bij reguliere bedrijven gebruik makend van een loonkostensubsidie. Veel werkgevers zijn huiverig voor het aanstellen in een vast dienstverband na twee jaar, vanwege de kans op uitval door ziekte of het recht op een transitievergoeding. Overigens geldt voor werk- nemers binnen de doelgroep banenafspraak en de doelgroep Beschut Werk bij uitval door ziekte de no- riskpolis Ziektewet en een vrijwa-ring van het premierisico voor de werkgever. Juist voor de doelgroep van sociaal werk werkt dit demotiverend en het kost de gemeente vaak veel tijd en geld om hen te herplaatsen.

Aanbod van werk

Het college wil meer (passend) sociaal werk organiseren voor deze groep Amsterdammers die extra ondersteuning en begeleiding kunnen gebruiken. Het moet daarbij gaan om werk dat past bij de doelgroep. De doelgroep met een Wsw-indicatie is werkzaam via Pantar of via de gemeente door middel van individuele deta- chering of werken met begeleiding bij bedrij-ven. De nieuwe instroom in de Participatiewet wordt geplaatst bij bedrijven, maatschappelijke organisaties, sociale firma’s, gemeenten of Pantar. Het is de vraag hoeveel van de nieuwe instroom jaar op jaar geplaatst kan worden bij bedrijven en sociale firma’s. De eerste leerjaren van de Participatiewet laten zien dat een groot

4 De gemeente Amsterdam heeft gesproken met de Participatieraad, medewerkers van Pantar en klantmanagers om het medewerkersperspectief weer te kunnen geven.

Page 9: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert 9

deel van de mensen bij bedrijven en sociale firma’s kan worden geplaatst. Hoeveel groei hier nog mogelijk is, is onduidelijk. De gemeente zal bedrijven, maatschappelijke organisaties en sociale firma’s maximaal stimuleren om mensen een werkplek te bieden.

In de praktijk wordt een deel van de mensen die nieuw instromen door de gemeente geplaatst bij Pantar. De reden is dat zij vanwege persoon-lijke kenmerken, houding en gedrag in combina-tie met een beperking niet of nog niet geplaatst kunnen worden bij een reguliere werkgever. Het lukt de gemeente (nog) niet om een pas-sende match te maken tussen werkzoekende, werkzaamheden, begeleiding en reguliere werk-gever. Het inrichtingsmodel zal flexibiliteit moe-ten bieden om een deel van de nieuwe instroom op arbeidsfitplekken te kunnen plaatsen.

Het is voor de doelgroep oud Wsw beschut moeilijk om voldoende renderend werk te organiseren. Het gaat om eenvoudig, zittend en repeterend werk zoals digitaliseren, in-/om- en verpakken, stickers plakken, (de)monteren et cetera. Rendabel werk is schaars en de concurrentie is groot. De gemeente en Pantar willen er samen aan werken om voor deze doelgroep voldoende werk te organiseren.

De gemeente onderzoekt of er bij bedrijven, maatschappelijke organisaties, sociale firma’s of binnen de eigen organisatie meer werk te vinden is voor deze doelgroep. Voor de korte termijn brengt de gemeente de mogelijkheden hiervoor in kaart (quick wins). Een eerste inven-tarisatie laat zien dat er mogelijkheden liggen op het vlak van duurzaamheid en van de circu-laire economie. Denk hierbij aan het hergebruik van materialen en afvalscheiding (urban mining). Daarnaast heeft Amsterdam een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor start-ups. Deze bedrijfjes hebben met regelmaat in-/ompakwerk en ander verpakkingswerk dat (nog) niet geautomatiseerd is, en dat goed uitgevoerd kan worden door de medewerkers van sociaal werk.

Relatie met gemeentelijk inkoopbeleid en social return

De komende periode verkent de gemeente welke mogelijkheden er nog meer zijn om gemeentelijke taken uit te laten voeren door de doelgroep en op welke wijze huidige mogelijk-heden beter benut kunnen worden. Geïnven- tariseerd wordt hoe maatschappelijk verant-woord inkopen kan bijdragen aan extra passend werk voor sociaal werk. Daarbij wil het college ook recht doen aan de bij de voorjaarsnota 2017 aangenomen motie Verheul, Boutkan, Roosma. Daarin wordt ingezet op meer inkoop bij sociale firma’s en op meer inzet van sociale firma’s bij opdrachtnemers via social return.

Eind 2016 is vanuit bureau Social Return een experiment gestart. Social return wordt toe-gepast bij andere relaties die de gemeente aangaat met de markt, buiten de inkooprelatie. Dit zijn de relaties op basis van subsidies, deelnemingen, vestigingsbeleid voor buiten-landse bedrijven, evenementenbeleid, tenders bij gronduitgifte en hotelbeleid. Dit experiment wordt medio 2018 geëvalueerd. Het creëren van meer kansen voor sociaal werk zal worden mee-genomen in dit experiment en in de evaluatie. Als het experiment succesvol is worden nadere voorstellen gedaan om het experiment om te zetten in vast beleid.

Gemeentelijke taken

Om de discrepantie op te lossen tussen de vraag naar werk en het aanbod, ziet de gemeente een rol om meer werk te bieden aan de doelgroep vanuit gemeentelijke taken. In 2012, toen er nog geen sprake was van de Participatiewet, gaf de gemeente aan te streven naar een gemeentelijke omzet van € 16 miljoen per jaar5. De gemeente-lijke omzet bij Pantar is de laatste jaren toe- genomen van € 10,9 miljoen in 2014 naar € 12,9 miljoen in 2016 en wordt voor 2017 geschat op € 13 miljoen. Daarmee bedragen gemeente-lijke opdrachten in 2017 ongeveer de helft van de totale omzet van Pantar. Nu de populatie verschuift van mensen in de SW-regeling naar de Participatiewet, ligt het voor de hand te kiezen

5 Toelichting bij het besluit om een deel van de taken Pantar onder brengen bij de gemeente.

Page 10: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

11

uit te voeren gezien de stop op de instroom in de Wsw. Hier wordt in de opdracht om meer werk voor de doelgroep te realiseren expliciet aandacht aan gegeven. Naar werksoort ziet de verdeling er als volgt uit:

Gemeentelijke omzet naar werksoort(2016)

11

uit te voeren gezien de stop op de instroom in de Wsw. Hier wordt in de opdracht om meer werk voor de doelgroep te realiseren expliciet aandacht aan gegeven. Naar werksoort ziet de verdeling er als volgt uit:

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert10

voor een streefgetal voor het totale aantal men-sen met een arbeidsbeperking dat wordt ingezet op gemeentelijke taken.

De meeste gemeentelijke activiteiten worden momenteel uitgevoerd in de sectoren groen, openbare ruimte, parkeren en beveiligen. In het groen worden gedurende de zomermaanden vanuit Pantar bijvoorbeeld 800 mensen inge-zet. Het gaat om werkzaamheden voor mensen met een relatief hoge loonwaarde. Pantar kan momenteel de garantie niet bieden dat zij op de langere termijn voldoende werknemers vanuit de SW beschikbaar heeft om alle werkzaamhe-den uit te voeren gezien de stop op de instroom in de Wsw en natuurlijk verloop. Hier wordt in de opdracht om meer werk voor de doelgroep te realiseren expliciet aandacht aan gegeven.

Naar werksoort ziet de verdeling er als volgt uit:

10

maatschappelijk verantwoord inkopen kan bijdragen aan extra passend werk voor sociaal werk. Daarbij wil het college ook recht doen aan de bij de voorjaarsnota 2017 aangenomen motie Verheul, Boutkan, Roosma. Daarin wordt ingezet op meer inkoop bij sociale firma’s en op meer inzet van sociale firma’s bij opdrachtnemers via social return. Gemeentelijke taken Om de discrepantie op te lossen tussen de vraag naar werk en het aanbod, ziet de gemeente een rol om meer werk te bieden aan de doelgroep vanuit gemeentelijke taken. In 2012, toen er nog geen sprake was van de Participatiewet, gaf de gemeente aan te streven naar een gemeentelijke omzet van! 16 miljoen per jaar3. De gemeentelijke omzet bij Pantar is de laatste jaren toegenomen van ! 10,9 miljoen in 2014 naar ! 12,9 miljoen in 2016 en wordt voor 2017 geschat op ! 13 miljoen. Daarmee bedragen gemeentelijke opdrachten in 2017 ongeveer de helft van de totale omzet van Pantar. Nu de populatie verschuift van mensen in de SW-regeling naar de Participatiewet, ligt het voor de hand te kiezen voor een streefgetal voor het totale aantal mensen met een arbeidsbeperking dat wordt ingezet op gemeentelijke taken. Omzet van Pantar bij de gemeente 2017 (t/m mei)

De meeste gemeentelijke activiteiten worden momenteel uitgevoerd in de sectoren groen, openbare ruimte, parkeren en beveiligen. In het groen worden gedurende de zomermaanden vanuit Pantar bijvoorbeeld 800 mensen ingezet. Het gaat om werkzaamheden voor mensen met een relatief hogere loonwaarde. Pantar kan momenteel de garantie niet bieden dat zij op de langere termijn voldoende werknemers vanuit de SW beschikbaar heeft om alle werkzaamheden

3 toelichting bij het besluit om een deel van de taken Pantar onder brengen bij de gemeente

Top 10 grootste gemeentelijke opdrachtgevers t/m juli 2017 (in totaal € 6,55 mln)

10

maatschappelijk verantwoord inkopen kan bijdragen aan extra passend werk voor sociaal werk. Daarbij wil het college ook recht doen aan de bij de voorjaarsnota 2017 aangenomen motie Verheul, Boutkan, Roosma. Daarin wordt ingezet op meer inkoop bij sociale firma’s en op meer inzet van sociale firma’s bij opdrachtnemers via social return. Gemeentelijke taken Om de discrepantie op te lossen tussen de vraag naar werk en het aanbod, ziet de gemeente een rol om meer werk te bieden aan de doelgroep vanuit gemeentelijke taken. In 2012, toen er nog geen sprake was van de Participatiewet, gaf de gemeente aan te streven naar een gemeentelijke omzet van! 16 miljoen per jaar3. De gemeentelijke omzet bij Pantar is de laatste jaren toegenomen van ! 10,9 miljoen in 2014 naar ! 12,9 miljoen in 2016 en wordt voor 2017 geschat op ! 13 miljoen. Daarmee bedragen gemeentelijke opdrachten in 2017 ongeveer de helft van de totale omzet van Pantar. Nu de populatie verschuift van mensen in de SW-regeling naar de Participatiewet, ligt het voor de hand te kiezen voor een streefgetal voor het totale aantal mensen met een arbeidsbeperking dat wordt ingezet op gemeentelijke taken. Omzet van Pantar bij de gemeente 2017 (t/m mei)

De meeste gemeentelijke activiteiten worden momenteel uitgevoerd in de sectoren groen, openbare ruimte, parkeren en beveiligen. In het groen worden gedurende de zomermaanden vanuit Pantar bijvoorbeeld 800 mensen ingezet. Het gaat om werkzaamheden voor mensen met een relatief hogere loonwaarde. Pantar kan momenteel de garantie niet bieden dat zij op de langere termijn voldoende werknemers vanuit de SW beschikbaar heeft om alle werkzaamheden

3 toelichting bij het besluit om een deel van de taken Pantar onder brengen bij de gemeente

Page 11: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Het doel van het verkennen van verschillende inrichtingsmodellen is om, gegeven de dras-tische veranderingen die de Participatiewet teweegbrengt, te komen tot een werkzame infrastructuur voor mensen met een arbeids-beperking. Het gaat daarbij om het geheel van voorzieningen waardoor de mensen die tot de doelgroep van sociaal werk behoren daad-werkelijk een passende plek kunnen vinden en behouden, waardoor zij naar vermogen kunnen meedoen. Ook in het advies van de SER6 “Sociale infrastructuur Kwetsbare groepen binnen de Participatiewet” is aangegeven dat het nodig is de infrastructuur aan te passen aan de nieuwe wetgeving. Het advies geeft aan dat daarbinnen verschillende keuzes kunnen worden gemaakt afhankelijk van de lokale en regionale ervaringen. Daarbij wijst de SER op het belang van adequate begeleiding om loonvormende arbeid te kunnen verrichten en de mogelijkheid om op een andere plek te kunnen werken als gevolg van verbetering of terugval.

In Amsterdam zijn vanuit voorgaande context de mogelijke inrichtingsmodellen op verschillende manieren onderzocht en in kaart gebracht:

1 In eerste instantie heeft Pantar in opvolging van het BDO-rapport, een benchmark tussen SW-bedrijven gepresenteerd en een analyse van de kansen van verschillende product-markt combinaties. Op basis daarvan heeft Pantar een aantal scenario’s uitgewerkt voor het verbeteren van het bedrijfsresultaat. Deze scenario’s zijn aangeboden aan de raadscommissie. College en raadscommissie hebben aangegeven in de geschetste scenario’s niet de oplossing te zien voor de verbetering van de bedrijfsresultaten. Het college heeft vervolgens gekozen voor een bredere verkenning van de mogelijk- heden.

2 Mede op basis van het advies van Acam is besloten om ter verdieping van de scenario’s zoals gepresenteerd door Pantar een aanvul-lend onderzoek te laten doen naar de opti-malisatie van de exploitatie en naar mogelijk-heden tot aanpassing van de kostenstructuur en het vergroten van de opbrengsten.

3 In een aantal sessies met diverse betrok-kenen vanuit de sociale werkvoorziening zijn de landelijke ontwikkelingen in kaart gebracht en is inzicht verschaft in de verschil-lende keuzes voor organisatiemodellen die in het land worden gehanteerd om de problematiek aan te pakken die ontstaan is met de introductie van de Participatiewet.

4 De Argumentenfabriek heeft voor de gemeente Amsterdam de argumenten in kaart gebracht die van belang zijn voor de keuze voor de mogelijke organisatie- modellen. Daarbij heeft de Argumenten- fabriek een viertal inrichtingsmodellen onderscheiden waarvan er uiteindelijk drie realistisch zijn voor Amsterdam (zie bijlage 3 rapport Argumentenfabriek).

Verschillende inrichtingsscenario’s

De verkenningen zoals hierboven beschreven onder 3 en 4 hebben geleid tot een onderscheid tussen drie hoofdrichtingen voor de inrichting van de toekomstige infrastructuur voor sociaal werk. Daarbij is aangesloten op de drie hoofd-richtingen die landelijk worden gehanteerd voor de inrichting van sociaal werk. Twee van die modellen sluiten aan bij de verkenningen door de Argumentenfabriek terwijl het derde model elementen bevat van de beschreven modellen.

1 Gemeentelijke uitvoering

De volledige uitvoering van de Wsw en de Participatiewet onderdeel te laten uitmaken van de ambtelijke organisatie van de ge-meente Amsterdam. In dit scenario wordt het sociaal werkbedrijf onderdeel van de gemeente, dat geldt ook voor de taken die nu door Pantar worden uitgevoerd.

Sturing vindt in dit model hoofdzakelijk plaats langs bestuurlijke en ambtelijke lijn. Besluit-vorming over inbesteding van nieuwe taken zal bijvoorbeeld in de regel bestuurlijk plaats- vinden. Net als in de andere scenario’s ver-loopt daarnaast een deel van de sturing via generieke regeling van gemeentelijke instru-menten voor werkgevers en werkzoekenden.

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert 11

4 Afweging tussen inrichtingsmodellen

6 Sociaal Economische Raad

Page 12: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert12

2 Marktwerking

De uitvoering van de Participatiewet en de Wsw worden uitgevoerd door “marktpartij-en” die daartoe door de gemeente worden gecontracteerd en waarbij de gemeente zo min mogelijk spelregels meegeeft. Voor één aangewezen Wsw-uitvoerder (zoals Pantar) is in dit model geen plaats. In dit scenario is de gemeente verantwoordelijk voor schep-pen van de voorwaarden waarbij bedrijven in staat zijn mensen met een beperking werk te bieden. In dit scenario wordt het uitvoeren van sociaal werk overgelaten aan de markt en stuurt de gemeente Amsterdam alleen op het resultaat in termen van de plaatsing van mensen. Daarnaast kan de gemeente sturen door de verstrekking van opdrachten voor het uitvoeren van gemeentelijke taken. Sturing vindt hoofdzakelijk plaats via gene-rieke regelgeving; eventueel aangevuld met openbare aanbesteding, bijvoorbeeld voor uitvoering werkgeverschap bij detache-ringen.

3 Sociaal werkkoepel onder gemeentelijke regie

Dit model gaat uit van een taakverdeling tussen verschillende partijen. Dit vereist dat de gemeente vanuit het sociaal domein (WPI en OJZ) als spelverdeler de regie neemt. Het sociaal werkbedrijf blijft in dit scenario bestaan met een aangepaste opdracht. Pantar blijft in dit model verant-woordelijk om werk te bieden voor dat deel van de Wsw-doelgroep dat wordt ingezet via groepsdetachering of werkzaam is in een beschutte werkomgeving. De toelei-ding naar werk van SW-medewerkers die in aanmerking komen voor individuele deta-chering dan wel begeleid werken alsmede de nieuwe doelgroep (instroom Participatie-wet) gebeurt door de gemeente. Voor het bieden van werk voor de doelgroep wordt een beroep gedaan op bedrijven, maat-schappelijke organisaties, sociale firma’s, de gemeente en Pantar. Daarnaast kan voor dagbesteding een beroep worden

gedaan op gespecialiseerde aanbieders. In dit model is sprake van een breed palet aan sturingsmogelijkheden.

De criteria waarop deze inrichtingsscenario’s voor een toekomstbestendige infrastructuur voor sociaal werk worden getoetst, zijn geba-seerd op de op 17 mei 2017 met de raadscom-missie Werk en Economie besproken uitgangs-punten waaraan het ontwerp moet voldoen.

Het gaat om de onderstaande criteria7

1 Aan bestaande rechten van mensen die nu werken in de Wsw wordt niet getornd.

2 Amsterdammers die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen, worden gestimuleerd zich te ontwikkelen en zo veel mogelijk naar vermogen te werken. Dat stelt eisen aan de mogelijkheden van door- en terugstroom binnen het continuüm van dag-besteding tot werk waarbij niemand tussen wal en schip kan vallen.

3 We organiseren voldoende werk voor de doelgroep. Het aantal mensen dat de ge-meente werk moet bieden is leidend voor de vraag hoeveel werk het college moet (laten) organiseren. Waar mogelijk wordt dit werk gecreëerd bij bedrijven, maatschap-pelijke organisaties, sociale firma’s en de gemeente. Waar nodig creëert de ge-meente extra werk bijvoorbeeld door meer gemeentelijke taken uit te laten voeren door sociaal werk.

4 De toekomstige infrastructuur moet conti-nuïteit kunnen bieden aan de gehele doel-groep en is wendbaar om zich aan te kunnen passen aan nieuwe ontwikkelingen.

5 Ook in de toekomst moeten de kosten van de infrastructuur door de gemeente gedra-gen kunnen worden.

7 Deze uitgangspunten komen voort uit het Koersbesluit re-integratie en het coalitieakkoord. Op 16 mei 2017 zijn de uitgangspunten aangevuld met de visie dat zoveel mogelijk werk georganiseerd moet worden voor de doelgroep.

Page 13: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Afweging van de criteria

In onderstaande tabel wordt een inschatting gepresenteerd van de drie beschreven inrich-tingsmodellen naar de mate waarin voldaan is aan de bovengenoemde criteria. Bij de weging van de argumenten kan grotendeels gebruik gemaakt worden van de verkenningen door de Argumentenfabriek. Voor de eerste twee modellen kan dat direct, voor het model sociaal werkkoepel geldt dat het elementen omvat van de andere modellen waardoor bepaalde argu-menten daar ook op van toepassing zijn.

Hieronder wordt per criterium ingegaan op de wijze waarop de verschillende modellen naar de genoemde criteria zijn gewaardeerd.

1 Rechten van de doelgroep

■ Vanuit het perspectief van de mensen die nu werken in de sociale werkvoorziening en het behoud van hun rechten is het een voordeel wanneer de gemeente de gehele uitvoering van de Wsw en de Participatiewet voor zijn rekening neemt. De werknemers kunnen rechtstreeks bij de gemeente terecht voor vragen over uitvoering en beleid. Ook de terugvaloptie naar dagbesteding is in een volledig gemeentelijk model laagdrem-peliger. Een dienstverband bij de gemeente voor alle mensen die instromen onder de Participatiewet zou ook voor hen maximale zekerheid bieden, maar verhoudt zich slecht met de doelstelling van de Participatiewet, namelijk zoveel mogelijk mensen plaatsen bij reguliere werkgevers of sociale firma’s.

■ Bij uitvoering door marktpartijen, wordt de toegang tot meer soorten werk ontsloten, maar is de garantie van behoud van werk minder hard te geven. Marktpartijen en sociale firma’s kunnen immers failliet gaan. Ook voor de nieuwe doelgroep onder de Participatiewet geldt dat marktpartijen niet snel vaste dienstverbanden aanbieden terwijl de Wet werk en zekerheid de duur van tijde-lijke contracten beperkt.

■ Ook in het model sociaal werkkoepel worden werkplekken bij verschillende partijen ont-sloten. In dit model kunnen de rechten beter worden gegarandeerd dan in het model met uitsluitend marktpartijen, mits de gemeente hierop kan sturen. Dit laat onverlet dat ook in dit model dezelfde onzekerheid geldt voor de nieuwe doelgroep onder de Participatie-wet.

2 Ontwikkelingsmogelijkheden

■ Voor de SW-medewerkers met hogere loonwaarde kan er in het model met volle- dige gemeentelijke uitvoering voldoende ontwikkelingsperspectief worden geboden in de uitvoering van gemeentelijke taken in het groen, grijs, schoonmaak et cetera. Voorwaarde daarvoor is wel dat de ge-meente in dat model in staat is de vereiste begeleidingsexpertise op al deze terreinen voldoende te ontwikkelen om een breed takenpakket te kunnen uitvoeren. Doorstro-ming tussen de verschillende werksoorten zoals van groepsdetachering naar individuele plaatsing kan in dit model goed worden ge-borgd (zie rapport Argumentenfabriek).

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert 13

Tabel inschatting van de score van de inrichtingsmodellen op de criteria

Page 14: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert14

■ In het model waarbij de gemeente samen-werkt met meerdere marktpartijen kan een breed aanbod van werksoorten beschikbaar komen. Dat geeft de betrokken burger meer kans op een goede match en daarmee ontwikkelingsmogelijkheden (zie rapport Argumentenfabriek). Daar tegenover staat in dit model het risico dat mensen worden “opgesloten” in het werkaanbod dat de betrokken marktpartij biedt. De doorstroom bijvoorbeeld vanuit groepsdetachering rich-ting individuele detachering is daarmee niet geborgd.

■ Ook het scenario sociaal werkkoepel kan een grote variatie van werk vanuit de marktpar-tijen, sociale firma’s en gemeente ontsluiten. Daarmee biedt ook dit model goede kansen op een plek met optimale ontwikkelmoge-lijkheden. Om doorstroom bijvoorbeeld van groepsdetachering naar individuele detache-ring te kunnen borgen is stevige regie vanuit de gemeente nodig. Ook kan gemeentelijke regie in samenwerking met aanbieders van dagbesteding de doorstroom vanuit of naar dagbesteding bevorderen.

3 Mogelijkheid om werk te organiseren

■ Wanneer de doelgroep gemeentelijke taken als onderdeel van de gemeente uitvoert, is opdrachtverlening aan een marktpartij niet nodig. De gemeente kan zo makkelijk werk voor de doelgroep realiseren via inbesteden en kan ook gro-tere opdrachten aan. De verwachting lijkt gerechtvaardigd dat in dit model voldoende gemeentelijk werk beschikbaar kan komen voor de doelgroep. Dit is een voordeel van het eerste scenario. De gemeente zal in dit scenario, gezien de grote diversiteit aan taken, wel kennis moeten opbouwen over al die werksoorten die vaak specifieke deskun-digheden vereisen. Als de gemeente daarin slaagt kan zij goed maatwerk leveren. Verder moet de gemeente in dit model de expertise op het gebied van de werkbegeleiding en van groepsdetachering binnen halen. De ge-meente mist in dit model per werksoort het schaalvoordeel en het innovatieve vermo-gen dat gespecialiseerde bedrijven kunnen bieden. Een ander nadeel van het model met volledige gemeentelijke uitvoering is dat binnen het takenpakket van de gemeente

naar verwachting weinig werk zit dat zich leent voor beschut werk. Het acquireren van dit type werk in de markt past slecht bij de gemeentelijke rol. Marktpartijen zullen daar naar verwachting beter in kunnen slagen (zie rapport Argumentenfabriek).

■ Als we kijken naar het scenario marktwerking dan is de verwachting dat, door de diversiteit aan beschikbare expertise en werksoorten, per saldo meer werk kan worden geboden. Werkgevers zullen innoveren en kwaliteit bieden om een contract van de gemeente te krijgen. Ook kunnen zij zich specialiseren en hiermee hogere kwaliteit en maatwerk leve-ren (zie rapport Argumentenfabriek).

■ In het model sociaal werkkoepel zijn er verschillende instrumenten om werk te organiseren zoals uitsluitend recht, onder-aannemerschap, social return, subsidievoor-waarden en afspraken met samenwerkings-partners. Op deze manier combineert de specialistische kennis van de markt met het arbeidsaanbod van de doelgroep. Ook kan, evenals in het model marktwerking, ook in dit model het aanbod van innoverende par-tijen uit de markt worden benut.

4 Continuïteit van de infrastructuur

■ Bij volledige uitvoering door de gemeente is de continuïteit van de infrastructuur goed geborgd, vooral door inzet op gemeente-lijk werk. Voor de duurzame samenwerking met werkgevers is het voordelig dat ook het individueel plaatsen en detacheren van medewerkers vanuit de oude SW-doelgroep gezamenlijk wordt uitgevoerd met de indi-viduele plaatsing van mensen op basis van de Participatiewet. Jobcoaching, acquisitie en bemiddeling kunnen worden uitgevoerd door één organisatie.

Plekken die vrijkomen met het teruglopen van het Wsw-bestand kunnen worden opgevuld met kandidaten die zijn ingestroomd onder de Participatiewet, mits er voldoende midde-len beschikbaar komen voor begeleiding.

Binnen dit model is het lastig om continuïteit te bieden voor beschut werk: het blijvend acquireren van eenvoudig werk past slecht bij de publieke taak van de gemeente.

Page 15: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert 15

■ Het model marktwerking kan vanwege de regelmatige aanbesteding van opdrachten minder makkelijk continuïteit bieden. Conti-nuïteit vereist daarbij een stevig contractbe-heer (zie rapport Argumentenfabriek). Hier is de gemeente afhankelijk van de prestaties van marktpartijen. Wel kan in dit model worden voorzien in de vereiste flexibiliteit en wordt het risico gespreid over meerdere uitvoerders.

■ Op het vlak van het samenwerken met werk-gevers kan het model sociaal werkkoepel dezelfde voordelen bieden als het model gemeentelijke uitvoering. Ook binnen dit model kan de verschuiving van werk voor SW-medewerkers naar werk voor mensen die zijn ingestroomd onder de Participatie-wet flexibel plaatsvinden. In dit model vereist dit wel dat de gemeente daar actief regie op voert. De sociaal werkkoepel sluit ook het beste aan bij de huidige uitvoeringspraktijk en beperkt de verandernoodzaak voorname-lijk tot de bijgestelde taakopdracht van de SW-organisatie. Voor de betrokken SW- medewerkers is de impact beperkt.

5 Financiën

■ De verwachting is dat het model met vol-ledige gemeentelijke uitvoering relatief duur is. De gemeente heeft hogere gemiddelde kosten per werkplek door doorbelasting van de overhead en er is geen of slechts een be-perkte concurrentieprikkel en veel (interne) regeldruk (zie rapport Argumentenfabriek).

■ Alles overlaten aan de markt zal naar ver-wachting marktconforme prijzen opleveren. De hoogte van die prijzen zal mede af- hangen van het risico dat al dan niet aan de markt kan worden overgedragen, zoals het opvangen van extra ziekteverzuim. Concurrentie moet de hoogte van de kosten kunnen beperken en is goed voor het inno-vatieve vermogen om werk te organiseren en samen met deze werknemers productief te zijn. Ondernemers zijn ook vindingrijk in het combineren van dekkingsbronnen. Tegen-over het voordeel uit concurrentie staan de kosten van de aanbesteding die de ge-meente moet uitvoeren en het bijbehorende contract- en relatiemanagement (zie rapport Argumentenfabriek).

■ Het voordeel van het innovatieve vermogen en het samenbrengen van dekkingsbron-nen is ook van toepassing op het model sociaal werkkoepel. Dit model sluit aan bij de ervaring dat het aantal mensen voor wie een relatief dure beschutte werkomgeving noodzakelijk is om hen in staat te stellen te werken op termijn kan dalen. Door regie te voeren die zich erop richt dat elke partij doet waar hij goed in is, levert dit scenario in financieel opzicht minstens hetzelfde voordeel als het model marktwerking waar-door we verwachten dat in dit model de totale kosten beheersbaar blijven.

De voor- en nadelen van de verschillende mo-dellen kunnen deels worden ondervangen met beheersmaatregelen. De sociaal werkkoepel sluit het beste aan bij de uitgangspunten van de Participatiewet die zoveel mogelijk werkgvers wil betrekken bij het bieden van werk aan mensen met een arbeidsbeperking. Daarbij is de gemeente eindverantwoordelijk en houdt de regie. Alles overwegende lijkt op basis van bovenstaande criteria het scenario “sociaal werkkoepel” de beste kansen voor de ontplooi-ing van de burger te bieden. Het model biedt enerzijds zekerheid voor de SW-medewerkers naast mogelijkheden om gebruik te maken van het innovatieve vermogen van andere partijen. Het model sluit ook in hoge mate aan bij de uitvoeringspraktijk zoals deze zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. We creëren hiermee een mix van voorzieningen waarmee we maat-werk kunnen bieden aan de doelgroep. Een belangrijke randvoorwaarde is dat de gemeente investeert in de inrichting van de infrastructuur voor sociaal werk, in de doorontwikkeling van de gemeentelijke regierol en een duidelijke rol, en hernieuwde opdracht voor Pantar.

Page 16: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert16

Voor een toekomstbestendige uitvoering van de taken vormt de gemeente met partners een sociaal werkkoepel. Dit is een koepel waarin verschillende organisaties samenwerken in de keten van dagbesteding tot werk. De gemeente zal daarin de regie houden op de klantroutes en de samenwerking van partijen. De sociaal werk-koepel is het regie-instrument van de gemeente om een juiste match te maken tussen vraag en aanbod.

De gemeente houdt in dit model de verant-woordelijkheid voor de toeleiding van mensen met verminderde loonwaarde naar werk. In de rve Werk wordt beoordeeld of er, naar verwach-ting, sprake is van verminderde loonwaarde. Als dit zo is, worden mensen begeleid naar werk bij bedrijven, maatschappelijke organisaties, sociale firma’s of de gemeente. De gemeente heeft ook de regie over mogelijke doorstroom of wanneer mensen vanwege tijdelijke uitval behoefte hebben aan een vangnet.

In de praktijk vanaf 2015 zien we dat een deel van de nieuwe instroom (nog) niet in aanmer-king kan komen voor een werkplek bij een bedrijf, een maatschappelijke organisatie, een sociale firma of de gemeente. Er is dan meer tijd nodig om arbeidsfit te worden en basiswerk- nemersvaardigheden te ontwikkelen. In dat geval worden zij tijdelijk bij het sociaal werk- bedrijf geplaatst. Daar krijgen zij een plek waar zij arbeidsfit gemaakt worden om hen in staat te stellen door te stromen naar een reguliere werkgever.

Ook als sprake is van tijdelijke uitval biedt het sociaal werkbedrijf een tijdelijk vangnetplek aan.

Bedrijven, maatschappelijke organisaties, sociale firma’s, de gemeente en het sociaal werkbedrijf en aanbieders van dagbesteding bieden in verschillende rollen plekken aan voor de doelgroep:

■ Bedrijven, maatschappelijke organisaties, sociale firma’s en de gemeente bieden werk-plekken voor mensen met een verminderde loonwaarde. Afhankelijk van de vorm van begeleiding die daarbij nodig is, krijgen zij daarbij ondersteuning vanuit de gemeente, sociale firma’s of het sociaal werkbedrijf. Al deze partners kunnen ook optreden als opdrachtgever om activiteiten (met pas-sende begeleiding) uit te laten voeren door medewerkers van sociaal werk.

■ Bedrijven, maatschappelijke organisaties, sociale firma’s en de gemeente kunnen beschutte werkplekken aanbieden. Voor deze plekken zijn extra middelen beschik-baar voor begeleiding maar er kunnen ook bijzondere afspraken worden gemaakt zoals plaatsing om niet waarbij de aanbieder in ruil voor de maatschappelijke opbrengst de begeleiding verzorgt.

■ Het sociaal werkbedrijf biedt beschutte werkplekken voor wie daarop is aangewezen vanuit de oude Wsw-doelgroep en vanuit de indicatie op basis van de Participatiewet wanneer deze mensen niet ergens anders op een werkplek kunnen worden geplaatst.

■ Het sociaal werkbedrijf biedt aan de SW-doelgroep werk via groepsdetachering en maakt daartoe afspraken met bedrijven, maatschappelijke organisaties, sociale firma’s en de gemeente voor het uitvoeren van taken. Uitgangspunt onder de Wsw is dat gemiddeld de opbrengst van de arbeid de begeleidingskosten plus eventuele overhead kan dekken. Via het gebruik van een uit-sluitend recht en van aanbestedingsvoor-waarden (waaronder social return) wordt bevorderd dat zij in staat worden gesteld overheidsopdrachten met behulp deze mensen uit te voeren.

■ Het sociaal werkbedrijf biedt plekken voor mensen met een beperkte loonwaarde die nog niet in staat zijn te functioneren op een werkplek bij een reguliere werkgever. Voor de kosten van de begeleiding wordt een financieringsafspraak gemaakt.

5 Voorkeursscenario sociaal werkkoepel

Page 17: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert 17

■ Het sociaal werkbedrijf biedt terugval-plekken voor mensen met beperkte loon-waarde die (tijdelijk) niet kunnen functio- neren op een reguliere werkplek.

■ Sociale firma’s werken binnen verschillende verbanden samen met reguliere bedrijven, maatschappelijke organisaties, het sociaal werkbedrijf en met de gemeente voor het uitvoeren van taken waarbij werk wordt geboden aan mensen met een verminderde loonwaarde. Via aanbestedingsvoorwaarden (waaronder social return) wordt bevorderd dat zij opdrachten uit de markt of overheids-opdrachten uit kunnen voeren.

■ Aanbieders van dagbesteding zijn een vind-plaats voor mensen die mogelijk door kun-nen stromen naar beschutte werkplekken. Dagbesteding biedt mogelijk een plek voor mensen uit de Participatiewet of met een Wsw-indicatie voor wie (nieuw) beschut werk tijdelijk te hoog gegrepen is.

Page 18: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Soci

aal w

erk

(hui

dig

e si

tuat

ie)

<10

0% lo

onw

aard

e

Nie

uwb

esch

ut

WSW

gro

epsd

etac

heri

ng

WSW

bes

chut

Pan

tar

Inta

ke/

uitk

erin

g

Zo

rgD

agb

este

din

g

>10

0%

loo

nwaa

rde B

edri

jven

Soci

ale

firm

a’s

Maa

tsch

app

elijk

e o

rgan

isat

ies

Gem

eent

e

Bed

rijv

en/

maa

tsch

app

elijk

e o

rgan

isat

ies

WP

I/g

emee

nte

Toel

eid

ing

naar

wer

k

Act

iver

ing

<10

0% lo

onw

aard

e+

nie

uw b

esch

ut<

100%

loo

nwaa

rde

+ n

ieuw

bes

chut

Par

tici

pat

ie-

wet

WSW

Beg

elei

d w

erke

n

Ind

ivid

uele

det

ache

ring

18

Page 19: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Inta

ke/

uitk

erin

g

Soci

aal w

erkk

oep

el A

mst

erd

am

Bed

rijv

en

Soci

ale

firm

a’s

Maa

tsch

app

elijk

e o

rgan

isat

ies

Gem

eent

e

WP

I/g

emee

nte

Toel

eid

ing

naar

wer

k

Act

iver

ing

Zo

rg(d

agb

este

din

g)

<10

0% lo

onw

aard

e+

nie

uw b

esch

ut

<10

0% lo

onw

aard

e(a

rbei

dsfi

t- e

n te

rug

valb

anen

)N

ieuw

bes

chut

WSW

bes

chut

Pan

tar

WSW

gro

epsd

etac

heri

ng

Par

tici

pat

ie-

wet

WSW

Beg

elei

d w

erke

n

Ind

ivid

uele

det

ache

ring

>10

0%

loo

nwaa

rde Bed

rijv

en/

maa

tsch

app

elijk

e o

rgan

isat

ies

19

Page 20: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert20

De gemeente Amsterdam ziet de volgende taken voor Pantar binnen de sociaal werkkoepel:

■ Het bieden van continuïteit van werkaanbod aan dat deel van de bestaande SW-mede-werkers dat aan haar zorg is toevertrouwd (groepsdetachering en beschut werken) op werkzaamheden ten behoeve van reguliere werkgevers, maatschappelijke organisaties, sociale firma’s en gemeente.

■ Het blijvend bieden van beschut werk aan de oude SW-doelgroep en de doelgroep vanuit de Participatiewet voor zover die geen kans heeft op werk bij andere organisa-ties. Voor het kwetsbare deel van de doel-groep is Pantar een belangrijke schakel.

■ Het in samenwerking met aanbieders van dagbesteding, bieden van een alternatief met behoud van rechtspositie aan die mensen binnen de bestaande doelgroep voor wie werk niet langer haalbaar is.

■ Het bieden van een vangnet voor mensen die (tijdelijk) uitvallen uit een activiteit bij een andere werkgever. Onderzocht wordt onder welke voorwaarden dat, behalve voor mensen met een SW-dienstverband, ook kan gelden voor mensen die onder de Partici-patiewet zijn ingestroomd en een dienstver-band met een reguliere werkgever hebben.

■ Het bieden van arbeidsfitplekken voor de nieuwe instroom op basis van de Participatie-wet voor zover zij niet direct plaatsbaar blij-ken op een plek bij een reguliere werkgever.

■ Onder gezamenlijk opdrachtgeverschap met de gemeente zal in 2017-2018 zal een bestandsscreening worden uitgevoerd om in te schatten welk deel van de mensen nog door kan stromen en hier een impuls aan te geven. Dit gebeurt met hulp van een externe organisatie.

■ Pantar kan vanwege haar expertise in het begeleiden van de doelgroep zich ontwikke-len als partner van werkgevers. Dat kan een rol spelen bij de uitvoering van gemeentelij-ke taken en bij sociale firma’s waar meerdere mensen met een arbeidsbeperking worden ingezet vanuit de Participatiewet die extra begeleiding vragen.

Een aantal taken die Pantar voorheen uitvoerde zal in de toekomst door de gemeente worden uitgevoerd. Het gaat bijvoorbeeld om de toelei-ding naar werk, het organiseren van doorstroom en het opnieuw plaatsen van mensen die terug-vallen. Als de schattingen die hieronder worden gepresenteerd kloppen, dan zal de omvang van het aantal mensen voor wie Pantar een opdracht krijgt in vijf jaar met ongeveer 1/3 teruglopen. De bedrijfsvoering en de kostenstructuur zullen in overeenstemming moeten worden gebracht met de bijgestelde opdracht. Deze transitie zal Pantar in de aankomende periode uit moeten voeren.

Pantar zal in het tweede deel van 2017 invulling moeten geven aan een ontwikkelagenda om tot een vernieuwde bedrijfsstrategie te komen die past bij een kleinere omvang en een gemengd bedrijf. Hierbij hoort ook het nadenken over

6 De rol van Pantar in de sociaal werkkoepel

8 Hierbij wordt gerekend met een overstap van mensen vanuit beschut naar dagbesteding en naar andere werkgevers.

Tabel schatting aantal mensen werkzaam bij Pantar in 2022

Pantar 2017 2022

Wsw-beschut 997 850-350=5008

Wsw-groepsdetachering 1.631 1.200

Participatiewet-beschut 14 100

Participatiewet-loonwaardesubsidie 153 300

Totaal 2.795 2.100

Page 21: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert 21

meer rendabele activiteiten met mensen uit de werkbrigade, terugvalkandidaten uit de Partici-patiewet of het arbeidsfit maken van mensen uit de Participatiewet of de banenafspraak. Ook lig-gen er kansen bij het bieden van leerwerkplek-ken voor jongeren uit het praktijk- en voortge-zet speciaal onderwijs. Pantar kan dan komen tot een gezondere mix van werknemers om het werk mee uit te voeren. Bijgevoegd bij deze notitie is een reactie van de Raad van Toezicht van Pantar waarin een aantal aandachtspunten worden gegeven bij de ontwikkelagenda.

Aantal mensen werkzaam Pantar

De omvang van het aantal mensen dat werk-zaam is bij Pantar zal afnemen. De mensen uit de Wsw stromen langzaam uit. Deze uitstroom wordt slechts gedeeltelijk opgevangen door nieuwe instroom van werkzoekenden binnen de opdrachten voor de doelgroep onder de Participatiewet.

Pantar geeft aan dat, van de mensen die nu in een beschutte omgeving werken, bij benade-ring 150 mensen minder goed in staat zijn om loonvormende arbeid te verrichten en daardoor beter af zijn met dagbesteding.

Een deel van de mensen dat in de beschutte werkomgeving bij Pantar werkt kan wellicht ook in een beschutte omgeving werken bij een bedrijf, een maatschappelijke organisatie of een sociale firma. In samenwerking tussen de gemeente en Pantar wordt met behulp van een bestandsscreening een inschatting gemaakt om hoeveel mensen het gaat (eerste schatting: 250). Deze activiteit wordt in 2018 uitgevoerd. De tabel op pagina 20 laat zien wat de geschat-te aantallen mensen zijn voor wie Pantar op middellange termijn werk zal organiseren.

Nadat de raad zich over de scenario’s heeft uitgesproken zal in twee stappen gewerkt worden aan een structurele, flexibele en duur-zame infrastructuur voor sociaal werk:

1 Tot eind 2017 werkt het college de conse-quenties van het gekozen voorkeursscenario en de benodigde veranderopgave uit.

2 Deze voorbereiding leidt in februari 2018 tot een uitvoeringsbesluit, dat als basis dient voor de nota begrotingsruimte en de invul-ling van de werkagenda. In dit besluit komt tenminste aan bod:

a Beschrijven en beleggen van de regierol van de gemeente rond het organiseren van werk en het toeleiden van kandidaten naar werk.

b Een nieuwe aangepaste dienstverlenings-overeenkomst dat recht doet aan de nieuwe positie, ontwikkelopgave en maatschappelijke taak van Pantar.

c Een beschrijving van de rol van Pantar binnen de keten, hun ontwikkel- opgave en de transitie die nodig is om de bedrijfsvoering en kostenstructuur van Pantar in overeenstemming te brengen met de vernieuwde opdracht.

d De consequenties voor het social return, inkoop-, deelnemingen- en subsidiebeleid van de gemeente Amsterdam, met oog voor de borging van de gemeentelijke opdrachten aan Pantar en sociale firma’s.

e De consequenties voor de uitvoering van de gemeentelijke taken.

f Een meerjarenraming van de benodigde financiële middelen op basis van het voorkeursscenario, inclusief de gemeen-telijke bijdrage aan Pantar.

g De noodzakelijke verbeteringen in het continuüm van dagbesteding naar werk door te voeren waaronder de doorstroom van dagbesteding naar werk en andersom.

h Een beschrijving van de regierol van de gemeente rond het toeleiden van kandi-daten naar werk.

7 Vervolg

Page 22: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert22

De invoering van de Participatiewet gaat ge-paard met een bezuiniging. Het verschil tussen de rijkssubsidie en de werkelijke loonkosten groeit, maar dit subsidietekort is in Amsterdam verwerkt in de meerjarenbegroting. Daarmee worden de daadwerkelijke loonkosten gedekt. Deze garantstelling is cruciaal voor de continuï-teit van sociaal werk.

De Participatiewet kent voor de nieuwe in-stroom een beperkte financiering van de werkomgeving. De werkgever krijgt voor iemand met een verminderde productiviteit een loonwaardesubsidie ter compensatie voor het niet productieve deel. Aanvullend is vanuit de gemeente jobcoaching beschikbaar. Die finan-ciering biedt voor Pantar onvoldoende ruimte om met deze mensen een positieve bijdrage te leveren aan de exploitatie. De kosten die moe-ten worden gemaakt voor het beschikbaar stel-len van de werkomgeving worden niet vergoed vanuit de Participatiewet. De Participatiewet gaat ervan uit dat deze mensen rechtstreeks bij werkgevers worden geplaatst en dat de werk-gever deze lasten dekt. De gemeente streeft er naar deze mensen zoveel mogelijk bij reguliere werkgevers te plaatsen.

Voor de financiële positie van Pantar spelen ook de gevolgen van de eerder doorgevoerde reorganisatie een rol. Om synergievoordeel te bereiken is in 2013 een deel van de SW-opdracht (individuele detachering en begeleid werken) ondergebracht bij de gemeente zelf, waarbij ook de betrokken medewerkers overgingen. Datzelf-de gold voor een aantal uitvoerende taken op het vlak van re-integratie voor bijstandsgerech-tigden, die eerder door Pantar werd uitgevoerd.

Voor de benodigde reorganisatie bij Pantar, die mede als gevolg hiervan onvermijdelijk was, is door de gemeente verspreid over een aantal jaren een totaalbedrag van afgerond € 8 miljoen beschikbaar gesteld. Bovendien is vanuit de gemeente met ingang van 2013 tot 2016 een bedrag ter compensatie beschikbaar gesteld van jaarlijks € 3 en nog aanvullende incidentele bijdragen (aflopend van € 2,0 naar € 1,6 naar € 1,2 miljoen - zie overzicht). Op basis van de meerjarenraming van Pantar tot en met 2018 werd uitgegaan van een afbouw van deze com-pensatie naar nul vanaf 2017. Die meerjaren- raming is te optimistisch gebleken. De beoogde uitplaatsing van mensen vanuit beschut werk naar werksoorten met een hogere opbrengst per uur, is gedeeltelijk gelukt. De huidige situa- tie vraagt om een ontwikkelopgave om de huidi-ge inkomsten en kostenstructuur aan te passen en te bepalen wat een logische bijdrage is voor een medewerker beschut werk per jaar.

In het meerjarenoverzicht op de volgende pagina, wordt duidelijk welke gemeentelijke bijdragen tot nu toe beschikbaar zijn gesteld. Het gaat hier om incidentele bijdragen aan Pantar als ook de bijdrage aan de reorganisatie 2014-2016. Daarnaast laat de tabel zien wat de omvang van het operationeel verlies is geweest. Tot 2015 kon Pantar deze tekorten zelf uit het eigen vermogen dekken. In 2016 heeft Pantar voor het eerst een beroep gedaan op een aanvullende gemeentelijke bijdrage, omdat het eigen vermogen onvoldoende was.

In dit overzicht wordt de bijdrage aan het tekort op het subsidieresultaat (compensatie voor de loonkosten) niet opgenomen, omdat die

Bijlage 1

Financiën Pantar

1 Dit bedrag is bij de voorjaarsnota 2017 aangevraagd.2 Door eenmalige verkoop panden heeft Pantar zelf voldoende middelen om dit verlies te dekken.

Meerjarenoverzicht aanvullende bijdrage van de gemeente en Pantar in mln €

2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018

Incidententele gemeentelijke bijdrage 2,6 2,3 5,4 3,8 3,5 – 5,31

Compensatie afsplitsing B&D – 2,5 3,0 3,0 3,0 – –

Operationeel verlies (afbouw eigen vermogen) 0,3 4,6 2,5 1,7 – 5,72 –

Totaal 2,9 9,4 10,9 8,5 6,5 – 5,3

Page 23: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert 23

bijdrage, onafhankelijk van de voorliggende besluitvorming, niet ter discussie staat.

De Wsw-populatie kent geen nieuwe instroom meer. De groep veroudert en de mensen die uitstromen naar pensioen zijn de mensen met een relatief hoge loonwaarde. Door natuurlijk verloop moet Pantar rekening houden met een jaarlijkse afname van het aantal medewerkers met een SW-dienstverband. In de tabel hier- onder wordt een schatting van dat verloop gepresenteerd voor de komende vijf jaar. Dit verloop vraagt in ieder geval om een aan-passing van de organisatie en de inkomsten/kostenstructuur. De ontwikkelingen in dit domein vragen ook om een doorontwikkeling van het beleidsterrein sociaal werk.

De exploitatiecijfers van Pantar staande komen- de jaren zonder koerswijziging (nieuwe gemeen- telijk en nieuw managementbeleid) onder druk. Zoals in bovenstaande tabel is weergegeven moet jaarlijks ten minste rekening worden gehouden met een uitstroom van de “oude” Wsw-doelgroep van ongeveer 120 personen. Het tekort op de exploitatie wordt vooral veroorzaakt door beschut werk, waarbij sprake is van een grote begeleidingsbehoefte en niet meer dan enkele euro’s per uur wordt verdiend. Momenteel werken er ongeveer 1.000 mensen bij Pantar in een beschutte werkomgeving.

Met de mensen in de groepsdetachering geeft Pantar vooralsnog aan in 2017 een neutrale exploitatie te kunnen behalen. Bij de groeps-detachering is sprake van een substantieel financieel effect als gevolg van de uitstroom. Het niet vervangen van deze medewerkers leidt

tot omzetverlies. Vervanging door mensen met loonkostensubsidie heeft zonder maatregelen een kostenverhogend effect, omdat de loon- kostensubsidie die Pantar voor de nieuwe medewerkers ontvangt substantieel lager ligt dan de oude Wsw-subsidie.

De effecten van deze ontwikkelingen zijn in onderstaand schema doorgerekend, met als vertrekpunt de meest recente prognose over 2017 (september 2017). Hierbij wordt nog geen rekening gehouden met de ontwikkelagenda 2018 van Pantar.

Schatting van de afname van het aantal SW-medewerkers Pantar op basis van natuurlijk verloop

Jaar Groepsdetachering Beschut werk Totaal

2017 1.631 997 2.628

2018 1.549 947 2.497

2019 1.472 900 2.372

2020 1.398 855 2.253

2021 1.328 812 2.141

2022 1.262 772 2.033

Page 24: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert24

De tabel laat zien dat de financiële effecten bij ongewijzigd gemeentelijk en management- beleid per medewerker in een beschutte omgeving groeit. De stijging wordt in belang-rijke mate veroorzaakt door het cumulatieve effect van de jaarlijkse uitstroom bij mensen uit groepsdetachering waardoor de omzet terugloopt. Wanneer het tekort alleen wordt toegerekend aan de mensen in een beschutte werkomgeving, zoals hierboven in het overzicht opgenomen dan geeft Pantar op dit moment aan dat het gaat om ongeveer € 7.400 per per-soon in 2018.

In de gemeentebegroting 2018 wordt op dit moment gerekend met een extra gemeente-lijke bijdrage (conform voorjaarsnota 2017) gebaseerd op de aanvraag van Pantar. Op een populatie beschut in 2018 van ongeveer 950 medewerkers komt de bijdrage uit op circa € 6.000 per beschutte medewerker. Ter verge-lijking: de gemeente Den Haag rekent voor een beschutte werkplek (nieuw beschut) met een extra bedrag tussen de € 6.000 en € 8.000 per medewerker per jaar. Het prognosemodel wordt in samenwerking verder uitgewerkt. Op basis van het prognosemodel worden meerjarige afspraken gemaakt over de financiële bijdrage per medewerker.

Voorlopige prognose resultaat Pantar 2017 – 2019 bij status quo 2017

2017 2018 2019

Aantal medewerkers beschut 997 947 900

Bedrag per medewerker beschut – € 7.400 € € 8.700

Bron: Pantar

Page 25: Plan Sociaal Werk Amsterdam€¦ · Werk en Economie kennisgenomen van de visie op Sociaal Werk Amsterdam. In deze visie is aangegeven ‘wat’ er georganiseerd moet worden om mensen

Het komende halfjaar brengt de gemeente in kaart wat er voor nodig is om ervoor te zorgen dat er meer passend sociaal werk komt voor de doelgroep op structurelere basis. Uit de eerste inventarisatie blijkt in ieder geval dat er vanuit de gemeente meerdere manieren zijn om hier (verder) handen en voeten aan te geven.

■ Zo heeft het college in december 2009 besloten om Pantar een zogenaamd exclu-sief recht te geven. Dit exclusief recht maakt het mogelijk om gemeentelijke (deel-) opdrachten onderhands aan Pantar te verstrekken (geen aanbesteding nodig).

■ Daarnaast is in de zomer van 2016 nieuwe nationale aanbestedingswetgeving vast- gesteld om nieuwe Europese aanbestedings-richtlijnen te implementeren. Dit maakt het mogelijk dat de gemeente kan kiezen om deelname aan een aanbesteding voor te behouden aan SW-voorzieningen (Pantar en sociale firma’s en vergelijkbare bedrijven), mits voor de uitvoering van de opdracht strikte regels gelden (tenminste 30% van de medewerkers met een arbeidsbeperking die wegens de aard of ernst van hun beperking geen beroepsactiviteit in normale omstan-digheden kunnen uitoefenen).

■ Tot slot kan de gemeente via social return opdrachtnemers vragen mensen uit de doel-groep aan te nemen en sociaal inkopen in het bedrijfsleven stimuleren op lokaal niveau.

Het gunnen van werkzaamheden aan Pantar kan verder worden geoptimaliseerd. Bijvoorbeeld waar het gaat om eenvoudig werk in het groen, gecombineerd met schoonmaakwerkzaam- heden dat ook in de wintermaanden kan worden uitgevoerd. Een belangrijke voorwaarde om dit werk in deze omvang uit te kunnen voeren, is de beschikbaarheid van voldoende medewerkers. De gemeente onderzoekt of er samenwerkings-vormen mogelijk zijn, zoals tussen Pantar en sociale firma’s, gemeente of commerciële par-tijen om meer werk te kunnen organiseren voor de doelgroep. Denk hierbij aan onderaannemer-schap of gunnen onder voorwaarde.

De opbrengsten kunnen ertoe leiden dat in het voorjaar van 2018 wordt voorgesteld de spel- regels aan te passen rond aanbesteden, subsidie- verstrekking en afspraken met verbonden partijen. Dit kan zich richten op bijvoorbeeld nieuw te vestigen bedrijven en andere samenwerkings-partners. Wellicht zijn er door toepassing van het social return beleid nog nieuwe mogelijk- heden om gemeentelijke taken door de doel-groep voor sociaal werk uit te laten voeren.

Bijlage 2

Verkenning meer (gemeentelijk) werk

Hoe Amsterdam sociaal werk organiseert 25