Paper multimethodisch seminarie 1 (groep 6)

30
Katholieke Universiteit Leuven Communicatiewetenschappen Academiejaar 2014-2015 MULTIMETHODISCH SEMINARIE 1: “Politieke satire – motivaties en kennisverwerving bij jongeren” Groep 6: Jelle Eyckens Florence Machiels Elise Mangelschots Zoë Vandekerckhove

Transcript of Paper multimethodisch seminarie 1 (groep 6)

Katholieke Universiteit LeuvenCommunicatiewetenschappenAcademiejaar 2014-2015

MULTIMETHODISCH SEMINARIE 1: “Politieke satire – motivaties en kennisverwerving bij jongeren”

Groep 6: Jelle Eyckens

Florence MachielsElise Mangelschots

Zoë Vandekerckhove

12 december 2014

Inhoudsopgave

1. Inleiding..............................................................................................................32. Beargumentering van de onderzoekvragen/literatuur...................................4

2.1. Politieke satire en politieke kennis................................................................42.2. Motivaties......................................................................................................52.3. Gender...........................................................................................................7

3. Methode...............................................................................................................74. Resultaten............................................................................................................9

4.1. Focusgroep....................................................................................................94.2. Online survey experiment..............................................................................11

4.2.1. Motivaties............................................................................................114.2.2. Gender..................................................................................................13

5. Conclusie.............................................................................................................156. Referenties..........................................................................................................167. Bijlagen................................................................................................................17

Bijlage 1……………………………………………………………………....17Bijlage 2……………………………………………………………………....19Bijlage 3……………………………………………………………………....20

2

1. INLEIDING

In onze huidige samenleving kunnen we  ‘politiek’ en ‘entertainment’ niet langer beschouwen als twee strikt van elkaar gescheiden domeinen. Termen als ‘politainment’ of ‘infotainment’ zijn voor vele onder ons dan ook niet volkomen onbekend. Naast het traditionele nieuws, duiken er de laatste jaren steeds meer televisieprogramma’s op die zich op het politieke terrein begeven. Het  resultaat dat hieruit voortvloeit is een vorm van politieke verslaggeving, waar politieke informatie en entertainment op een geïntegreerde en vermakelijke manier aan de kijker wordt aangeboden.

De vervaging tussen politiek en entertainment is tegenwoordig een zeer populair onderwerp waar de meningen zeer sterk over verdeeld zijn. Critici beweren dat politieke entertainment programma’s zoals The Daily Show (TDS), Saturday Night Live of The Colbert Report (TCR) de politiek populariseert en dat men er op die manier een ‘soapachtige’ en ‘trivialiserende’ stijl van verslaggeving op nahoudt waarin de vorm de inhoud domineert (Van Santen & Van Zoonen, 2009). Hiertegenover stellen voorstanders van deze ontwikkeling dat dit soort programma’s als een waardevolle bron kan zijn voor het overbrengen van politieke informatie. Volgens hen biedt politiek entertainment een oplossing voor de neerwaartse spiraal van participatie bij democratisch burgerschap. Door informatie met amusement te combineren zou men niet enkel politiek geïnteresseerden, maar ook apolitieke burgers kunnen mobiliseren (Carpini & Williams, 2001).

Zo wordt er vandaag weleens gesteld dat jongeren nog weinig interesse hebben in de politiek. Ze zouden niet actief betrokken zijn bij politiek en zeer weinig politieke kennis bezitten. Echter, het bezitten van politieke kennis wordt door veel auteurs beschouwd als één van de belangrijkste voorwaarden voor politieke participatie en een goed functionerende democratie (Hooghe, 2012). Politieke kennis is erg belangrijk omwille van verschillende redenen. Allereerst helpt het de bevolking bij het verdedigen van hun belangen bij de overheid (Galston, 2003). Daarnaast kunnen goed geïnformeerde burgers beter gefundeerde keuzes maken in het besluitvormingsproces (Vis, 1995). Bovendien zullen mensen met een grotere politieke kennis meer geneigd zijn om zelf actief te participeren (Galston, 2003). Daarenboven zijn jongeren niet alleen minder geïnteresseerd in de politiek, maar ze tonen ook steeds minder interesse in traditionele media via dewelke de politiek naar de buitenwereld wordt gecommuniceerd (Hooghe, 2012). Uit heel wat onderzoek is gebleken dat jongeren de traditionele nieuwsmedia, zoals de krant of nieuwsuitzendingen op televisie, meer geschikt vinden voor volwassenen dan voor zichzelf. De belangrijkste reden die jongeren hiervoor aangeven is dat ze dit soort nieuwsmedia erg saai vinden (Hooghe, 2012; Hoffman & Thomson, 2009). Het gevolg hiervan is dat de traditionele nieuwsmedia er niet in slagen om jongeren actief bij de politiek te betrekken. De hernieuwde interesse voor politieke satire waarin politiek op een ‘leuke/aantrekkelijke’ manier in beeld wordt gebracht, biedt jongeren de mogelijkheid om op een andere manier in contact te komen met belangrijke politieke thema’s en iets te weten komen over de politieke actualiteit. Bovendien geeft het jongeren de kans om erover na te denken.

De vraag die vele onderzoekers de afgelopen jaren beziggehouden heeft, is of mensen effectief informatie verwerken en politieke kennis verwerven door naar poltieke entertainmentprogramma’s te kijken. Zoals reeds aangegeven, is het bezitten van politieke kennis uitermate belangrijk en vinden wij het daarom ook zeker de moeite waard om ons hier verder in te verdiepen. Daarom gingen wij in dit onderzoek op basis van zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek dieper in op de relatie tussen politieke satire en kennisverwerving in het algemeen. Meer in het bijzonder zullen wij in dit onderzoek focussen op de motivaties van

3

jongeren om al dan niet naar politieke satire te kijken en welke rol deze motieven spelen in het proces van kennisverwerving. Volgens de Users & Gratifications-benadering spelen kijkmotivaties een uitermate belangrijke rol in de relatie tussen politieke satire en politieke kennisverwerving. Vanuit dit theoretisch perspectief stelt men dat mediagebruik voortkomt uit persoonlijke behoeftes en uit de voldoening (gratificatie) die men aan het mediagebruik denkt te ontlenen. In dit onderzoek focussen we ons hierbij op Vlaamse jongeren. Tenslotte gaan we in dit onderzoek op zoek naar verschillen tussen jongens en meisjes.

In de eerste sectie van deze paper zetten we aan de hand van reeds uitgevoerd onderzoek een literatuurstudie uiteen en beargumenteren we op basis hiervan onze specifieke onderzoeksvragen. In het daaropvolgende luik bespreken we de methodes die wij in dit onderzoek gehanteerd hebben en lichten we ons empirisch onderzoek toe. Uiteindelijk zullen we de resultaten bespreken die hieruit voortkwamen om dan af te sluiten met een algemene conclusie waarin we onze centrale onderzoeksvragen evalueren.

2. BEARGUMENTERING VAN DE ONDERZOEKSVRAGEN/LITERATUUR

2.1. Politieke satire en politieke kennis

Politieke kennis is één van de hoekstenen van de democratie (Young & Hoffman, 2012). Het functioneren van een democratie wordt namelijk in al zijn facetten bevorderd door een hoog niveau hiervan. De media spelen een uitermate belangrijke rol in het vergaren van deze kennis. Alvorens vooruit te lopen op specifieke bevindingen, is een bespreking over de onderzochte effecten van politieke satire nodig. Holbert (2013) ging de positieve invloed na, maar vond dat satirische programma’s geen attitudeverandering veroorzaken. Zo stelt hij ook dat satire substantiële informatie kan verschaffen, maar dat de consumptie ervan niet leidt tot meer politieke kennis. Young & Hoffman (2012) gingen op zoek naar de relatie tussen The Daily Show en kennisverwerving bij studenten. Hun online experiment vond een aantoonbaar verband, namelijk dat participanten die een week lang elke dag naar The Daily Show keken evengoed kennis verwierven over de politieke actualiteit als zij die het nieuws op CNN volgden. Daarnaast kwamen ze tot de conclusie dat de studenten na een week meer kennis van de lopende zaken en politieke kandidaten hadden dan van de burgerzaken (zie ook Holbert (2013)) door hun dagelijkse blootstelling aan The Daily Show. Het is dus eenduidig aangetoond dat politieke satire kan leiden tot kennisverwerving, hoewel politieke kennis eerder de consumptie van satire aanstuurt dan dat satire zelf kennis genereert (Holbert, 2013).

Feldman (2013) bouwde verder op de kennisverwerving en stelde dat leren van politieke satire afhankelijk was van hoe de kijkers de boodschap percipiëren, hetzij als nieuws hetzij als entertainment. Vanaf dit moment is er een shift merkbaar binnen het onderzoeksgebied. Politieke nieuwsshows kunnen kennis verschaffen en de vraag over welke derde variabele de relatie tussen satire en kennisverwerving modereert (Holbert, 2013) rijst op. Dit bracht het onderzoek van Feldman (2013) en Young (2012) over de motivatie tot het kijken of vermijden van satirische nieuwsshows bij de Uses & Gratifications-theorie. Beiden gebruikten voor hun onderzoek opnieuw The Daily Show. Feldman (2013) stelt dat een persoonlijke motivatie gevormd wordt vooraleer de kijker blootgesteld wordt aan satirische media-inhoud. Hij meent bijgevolg dat motivatie de verwerking van de boodschap en het leerproces beïnvloedt. Young (2013) volgt een gelijkaardige redenering. Hij maakt ook een onderscheid tussen de hoofdmotivaties voor het kijken naar satirische nieuwsshows, enerzijds humor en entertainment en anderzijds informatie en kennisverwerving. Wat zijn onderzoek onderscheidt van dat van Feldman (2013) is het feit dat hij NFC en socio-politieke en demografische

4

gegevens als extra variabelen opneemt. Beide studies komen tot overeenstemmende conclusies.

Op basis van het onderzoek van Feldman (2013) kan besloten worden dat wie The Daily Show als nieuwsprogramma of een combinatie van nieuws en entertainment beschouwt meer mentale inspanning zal doen en dan ook meer zal leren van de show. Als er gekeken wordt voor entertainment zal men zich logischerwijze minder engageren om iets bij te leren op politiek vlak. Een interessant indirect effect is dat wanneer een extern informatieproces geactiveerd wordt en men inspanning doet om iets te leren terwijl men The Daily Show als entertainment beschouwt, men meer leert dan wanneer men vooraf geen motief had. Holbert (2013) stelde ook dat de grootste stijging in kennis optreedt bij wie niet zo geïnteresseerd is in het programma. Uit het onderzoek van Young (2013) bleek echter dat studenten die minder kennis hadden ook minder naar The Daily Show keken omdat ze de boodschap toch niet begrepen. Hoewel de inhoud afhankelijk is van de show, is er toch verder onderzoek nodig naar deze tegenstelling. Er bestaat immers een opening tussen politieke satire kijken en er veel van bijleren zonder kennismotief, en nieuwsshows vermijden omdat de inhoud te moeilijk is. Verder toonde Young (2013) aan dat de meerderheid een humor-entertainmentmotief heeft bij het kijken van politieke satire, terwijl een kleine helft afstemt op satirische nieuwsshows voor informatie of kennis. Tegenovergesteld geeft iets minder dan de helft aan NIET te kijken omwille van desinteresse, omdat het programma saai is of omdat ze het niet grappig vinden. Erg frappant is het nulverband tussen humor en leren qua context. Dit is meteen een bevestiging van het vermoeden van Young dat studenten voor de politieke satire al blootgesteld zijn aan een andere nieuwsbron (Young & Hoffman, 2012) en dus niet meer bijleren, maar de nieuwsshow louter als tweede niveau van plezier zien over kennis die ze voordien al verworven hebben (Young, 2013). Tot slot is het duidelijk dat media-inhoud die verschillend gekarakteriseerd wordt (als informatief of als entertainend) een andere verwerking kent (Feldman, 2013).

Hoewel de resultaten niet altijd consistent zijn, tonen bovenstaande studies het belang van politieke entertainmentprogramma’s aan als bron voor het verwerven van politieke kennis. Wij proberen in deze paper de kennisverwerving op onze eigen manier na te gaan. De eerste centrale onderzoeksvraag wordt als volgt geformuleerd:

Onderzoeksvraag (focusgroep) :“Verwerven jongeren politieke kennis door te kijken naar politieke entertainmentprogramma's?"

2.2. Motivaties

Tot op heden is politiek nog altijd een belangrijk element in onze samenleving. Bij de oudere generatie is daarom het volgen van politiek zeer essentieel. Maar onze toekomst hangt af van de nieuwe generatie, namelijk van de jongeren. Het is dus vooral interessant om na te gaan hoe het zit bij de jonge generatie wat betreft hun interesse voor politiek. De laatste jaren zijn politieke entertainmentprogramma’s, die politiek aantrekkelijker moet maken voor het publiek, op de markt gebracht. Heeft dit ook een effect op jongeren en hun politieke kennis?

Enerzijds willen wij met onze studie onderzoeken wat de relatie is tussen motieven en politieke satire bij Amerikaanse jongeren, en anderzijds welke motieven Vlaamse jongeren hebben om naar politieke satire te kijken. Dit doen wij respectievelijk met een kwalitatieve en kwantitatieve methode.

5

Jongeren hebben verschillende motieven om naar politieke satire te kijken. Binnen het onderzoeksveld bestaat hier onder de onderzoekers een brede consensus over. Feldman (2013) is een van de onderzoekers die aangetoond heeft dat sommige jongeren kijken met als voornaamste motief ‘entertainment’, terwijl anderen net kijken voor het ‘nieuwsgehalte’. Maar wat voor effect hebben die motieven nu bij het kijken naar politieke satire? Hier baseren wij onze algemene onderzoeksvraag voor ons kwantitatief onderzoek op, die als volgt geformuleerd wordt:

Onderzoeksvraag (survey): “Welk effect hebben kijkersmotieven van jongeren op het kijken en kennis verwerven van politieke satire?”

Deze onderzoeksvraag is nog vrij algemeen, maar we willen hier aan de hand van twee hypotheses dieper op ingaan. Ten eerste moeten we duidelijk stellen wat we onder kijkersmotieven verstaan. In ons onderzoek gaan we uit van twee soorten kijkmotieven: 1. kijken met als doel zich te ontspannen, en 2. Kijken met als doel kennis te verwerven. We gaan ervan uit dat jongeren die kijken vanuit een ontspanningsmotivatie een hoge Need For Humor (NFH) hebben. NFH geeft aan in hoeverre een individu een persoonlijk verlangen naar humor heeft (Cline, 1997). Onderzoek van Cline, Altsech & Kellaris (2013) heeft een significant effect van NFH gevonden wat betreft de beoordeling van geprinte reclame. Ze gingen de effectiviteit van humor in reclameboodschappen na en toonden aan dat een hoge NFH een betere verwerking van de reclame impliceerde. Dit geeft aan dat NFH een significante factor binnen ander onderzoek kan zijn. Andersom hebben jongeren die kijken met kennisverwerving als doel volgens ons een hoge Need For Cognition (NFC). Uit onderzoek van Young (2013) blijkt inderdaad dat NFC een motief is om te kijken naar politieke satireshows. Met ons onderzoek willen wij te weten komen welk effect een hoge NFC heeft op het kijken naar politiek entertainment. De exacte stelling luidt als volgt:

Hypothese 1: Jongeren met een hoge NFC onthouden veel nieuwswaardige feiten van politieke satireshows.

Ook Feldman (2013) heeft met zijn onderzoek aangetoond dat er een verschil is de manier waarop men naar een programma kijkt. Jongeren die bijvoorbeeld naar TDS kijken om nieuws te vergaren, eveneens wanneer het op een ontspannen manier is, zullen de informatie beter verwerken dan jongeren die kijken om zich enkel en alleen te ontspannen (Feldman, 2013). Hieruit kan men afleiden dat er een relatie bestaat tussen het onthouden van de inhoud van politieke satire en NFH. Wat wij trachten te achterhalen is of jongeren met een hoge NFH (ontspanningsmotief) inderdaad minder onthouden. De stelling is dus de volgende:

Hypothese 2: Jongeren met een hoge NFH onthouden weinig nieuwswaardige feiten van politieke satireshows.

De hernieuwde interesse voor de integratie van politiek en entertainment smeult al enkele jaren in het Amerikaanse medialandschap. Satirische tv-programma’s zoals Saturday Night Live en The Daily Show zijn voor vele Amerikanen een betrouwbare bron van informatie, die op gelijke voet staan met traditionele nieuwszenders. Politieke entertainmentprogramma’s zijn inmiddels een ingeburgerd fenomeen in de Verenigde Staten. Wanneer hier conclusies uit voortvloeien, zijn deze uiteraard enkel te veralgemenen naar de inwoners (van één van de staten) van de VS. Holbert, Tchernev, Walther, Esralew & Benski (2013) richtten zich op de sterkte van de overgebrachte politieke boodschap en menen dat humor de kijker motiveert om politiek entertainment te consumeren. In het onderzoek van LaMarre, Landreville & Beam (2009) ging men na hoe de politieke ideologie van de deelnemers hun interpretatie van The Colbert Report beïnvloedt, aangezien deze ideologie aansturing geeft tot specifieke

6

motivaties. Daarnaast bestudeerden Hmielowski, Holbert & Lee (2011) de affiniteit van deelnemers met politieke humor, onderzocht aan de hand van The Daily Show en The Colbert Report.

Hoewel de aangehaalde studies elk op hun eigen manier tot een aantal besluiten komen, worden ze beperkt door hun steekproef. De deelnemers zijn meestal Amerikaanse

universiteitsstudenten (Young, 2013; Holbert et al., 2013; LaMarre et al., 2009) of random gekozen respondenten uit een welbepaalde Amerikaanse staat (Feldman, 2013; Hmielowksi et al., 2011). Zoals reeds aangehaald, zijn politieke nieuwsshows in de Verenigde Staten eerder regel dan uitzondering, terwijl hierin het aanbod in Nederland en Vlaanderen tot op heden beknopter is. In Vlaanderen kan men De Ideale Wereld beschouwen als het meest bekende satirische politieke programma. Voor de veralgemening van de resultaten is het noodzakelijk om onderzoek zoals hierboven besproken eveneens bij Vlaamse deelnemers te uit te voeren. Kunnen de conclusies op basis van Amerikaans gevoerd onderzoek doorgetrokken worden naar Vlaams onderzoek? Voor ons kwalitatief onderzoek willen wij de situatie hier in België schetsen aan de hand van een focusgroep. Hieruit kunnen wij de volgende onderzoeksvraag formuleren:

Onderzoeksvraag (focusgroep): “Wat zijn de motieven van Vlaamse jongeren om naar politieke satire zoals De Ideale Wereld te kijken?”

2.3. Gender

Politieke satire-programma’s hebben een specifiek publiek. Verschillende onderzoekers hebben al getracht dit publiek te analyseren, maar slechts enkelen hebben onderzoek gedaan naar het genderverschil. Hmielowski, Holbert en Lee (2011) probeerden de consumptie van politieke satire te voorspellen. Hun conclusie is dat leeftijd de enige statistisch significante voorspeller is van de consumptie. Daarnaast heeft gender geen invloed op deze consumptie. Het onderzoek van Young (2013) spreekt dit tegen. Volgens hem is gender de enige significante voorspeller om te bepalen of mensen politieke satire zouden prefereren. Mannen zouden volgens zijn onderzoek politieke satire aangenamer vinden dan vrouwen. De tegenstrijdige resultaten tonen aan dat er geen eenduidigheid is omtrent het genderverschil wat betreft het kijken naar politieke satire. Daarom ook onze volgende onderzoeksvraag:

Onderzoeksvraag (survey): Is er een genderverschil in het kijken naar politieke satire?

3. METHODE

Binnen dit onderzoek zijn we zowel op kwalitatieve als kwantitatieve manier te werk gegaan, ook wel ‘mixed methods’ genoemd. De belangrijkste reden hiervoor is dat wanneer de kwalitatieve en kwantitatieve benadering adequaat en zinvol gecombineerd worden, dit dan kan leiden tot een meer volledig beeld van de werkelijkheid. Enerzijds kan men aan de hand van cijfermateriaal zaken op een bondige manier samenvatten en objectiveren. Anderzijds kunnen we door het gebruik van teksten, woorden, gesprekken of verhalen nuanceringen aanbrengen en proberen een ruimer perspectief te verkrijgen. Door beide te integreren trachten we een beter inzicht te verkrijgen in verschillende aspecten van een welbepaald onderwerp.

In het kwantitatieve luik van dit onderzoek werd een online survey experiment uitgevoerd waarin de respondenten willekeurig werden toegewezen aan vier verschillende condities.

7

Hierin kregen ze een fragment uit The Daily Show over een bepaald onderwerp te zien. Daarnaast werd er zowel een pre-test als een post-test uitgevoerd. Het algemene doel van de pre-test was om na te gaan wat de verschillende motieven van jongeren zijn om naar politieke satire te kijken. Meer specifiek werd er gekeken naar NFC, NFH en voorgaande politieke kennis. Naderhand werd met een post-test onderzocht op welke manier de respondenten de aangeboden informatie cognitief verwerkten, hoe humoristisch ze het fragment vonden en wat ze zich konden herinneren van het fragment (free recall of recognition). Bovendien kregen de respondenten nog enkele vragen over hun nieuwsgebruik en hoe vaak ze naar de televisie

kijken. Uiteindelijk werd er nog gepeild naar de socio-demografische kenmerken van de respondenten.

Om de verzamelde data uit de pre-test en post-test over kennisverwerving op basis van politieke satire correct te analyseren en bovenstaande onderzoeksvragen op een zinvolle manier te kunnen beantwoorden, is het noodzakelijk teststatistieken toe te passen. Op die manier verkrijgen we een getal dat de samenhang tussen onze variabelen (NFC, NFH en POLENT) modelleert. In deze paper gaan we op inferentiële wijze na wat de specifieke relatie is tussen de variabelen. Hiertoe zullen we zowel correlatieanalyses als t-testen uitvoeren met behulp van de statistische software SPSS v. 20.

De data bevatten:

- een NFC-score die het gemiddelde is van een aantal random geselecteerde items uit de oorspronkelijke schaal van 36 items (Cacioppo & Petty, 1982) met x = 3,30; σ = 0,53.

- een NFH-score die het gemiddelde is van de twee humordimensies uit de Need For Levity-schaal (NFL) (Cline, 1997) met x = 3,66; σ = 0,77.

- een POLENT-score die een samenstelling is van de andere gemeten variabelen (x = 1,67; σ = 1,143).

Onderzoeksvraag 1: “Welk effect hebben kijkersmotieven van jongeren op het kijken en kennis verwerven van politieke satire?”

Om onze eerste twee hypotheses te testen, voeren we een meervoudige regressieanalyse uit. Op basis van hypothese 1 verwachten we dat er een positieve correlatie tussen NFC en POLENT zal optreden. Hiertegenover veronderstellen we dat er tussen NFH en POLENT een negatief verband of een kleiner positief verband dan tussen NFC en POLENT zichtbaar zal zijn. De keuze om een meervoudige regressie analyse uit te voeren, in plaats van twee aparte enkelvoudige regressie analyses, laat ons toe om rekening te houden met de voorspellende kracht van de variabelen. Zodra we een variabele toevoegen of verwijderen, kan het het hele ‘krachtenveld’ veranderen waardoor de variabelen in de ene analyse wel en in de andere analyse niet belangrijk blijken te zijn.

Onderzoeksvraag 2: “Is er een genderverschil bij het kijken naar politieke satire?”

Om deze twee hypotheses te testen, zullen we een onafhankelijke t-test uitvoeren met als onafhankelijke variabele POLENT en als groeperingsvariabele geslacht. De data uit de steekproef voldoen namelijk aan de voorwaarden om een t-test uit te voeren (Andy Field, Discovering Statistics Using SPSS (2009), p. 326). Gezien onze hypotheses verwachten we dat meisjes gemiddeld een lagere score toekennen aan POLENT dan jongens. Daarnaast verwachten we onze eigen alternatieve hypotheses (1. meisjes vinden politieke satire minder aangenaam en 2. jongens vinden politieke entertainmentprogramma’s aangenamer) te kunnen aanvaarden op basis van een significante t-test en bijgevolg de nulhypothese (1. meisjes en 2. jongens kijken even graag naar politieke satireshows als naar andere programma’s) te kunnen

8

verwerpen.

In het kwalitatieve luik van dit onderzoek hebben we gekozen voor een focusgroep met als voornaamste doel de verkregen informatie in het online survey-experiment te verwerken. Focusgroepen vormen een onderzoeksmethode waarbij, voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen, een gesprekssituatie gecreëerd wordt met een relatief kleine groep deelnemers. Het doel is om informatie te verkrijgen over de voorkeuren en waarden van mensen met betrekking tot een bepaald onderwerp en om te kunnen verklaren waarom ze die meningen hebben. De onderzoekpopulatie van deze studie bestaat uit Vlaamse jongeren. Omdat ‘jongeren’ nogal een breed en vaag begrip is, hebben wij er in ons onderzoek voor

gekozen om onze onderzoekspopulatie te specifiëren naar jongeren van 18 tot 25 jaar. We hebben voor dit onderzoek één focusgroep georganiseerd met zes respondenten die we door het posten van Facebookberichten gerekruteerd hebben. Om onze focusgroep optimaal te laten verlopen en er zeker van te zijn dat belangrijke onderwerpen besproken werden, hebben wij een topiclijst/checklist opgesteld (zie bijlage 1).

In dit onderzoek staat de relatie tussen politieke satireprogramma’s en kennisverwerving centraal. Het belangrijkste thema van onze focusgroep was dan ook of en op welke manier Vlaamse jongeren kennis verwerven door het bekijken van politieke satire. Daarnaast zijn we ook nagegaan wat hun specifieke motivaties zijn om al dan niet naar politieke satire te kijken. Tijdens de focusgroep werden een aantal fragmenten uit het satirische televisieprogramma De Ideale Wereld getoond (zie links in bijlage 2). Dit laatste wakkerde de discussie binnen de focusgroep aan en zorgde ervoor dat er meer interactie ontstond. De informatie die we verkregen hebben, werd verwerkt aan de hand van een codeerschema (zie bijlage 3). De voornaamste resultaten die hieruit naar voren kwamen, worden verderop in dit artikel uitvoerig besproken.

4. RESULTATEN

4.1. Focusgroep

(Op welke manier) Verwerven Vlaamse adolescenten en jongvolwassenen kennis door het bekijken van politieke satire?

Welk soort nieuws brengt De Ideale Wereld volgens de respondenten uit onze focusgroep? We hoorden dat de onderwerpen vaak belachelijk worden gemaakt, dat ze overdrijven en minder objectief zijn; dat ze het over weinig serieuze en nutteloze items hadden. Enkel de kerngedachten van het nieuws komen aan bod omdat de presentatoren een selectie van het nieuws maken en ze er maar oppervlakkig op ingaan. We kunnen hieruit concluderen dat jongeren dus het verschil tussen traditionele nieuwsberichtgeving en politieke satire weten (zie onderstaande citaten uit het interview).

“Goh qua nieuwswaarde vond ik het eerste (Het Journaal) toch duidelijk boven het tweede (DIW) uitsteken […] Ma het aangenaamste vond ik wel het tweede fragment.” (Jeroen)

“Het wordt toch op een manier gebracht dat het mensen zou interesseren en dan is het iets minder serieus.” (Stefanie)

“Ja minder objectief ja ..natuurlijk De Ideale Wereld is ook een uitvergroting.” (Jeroen)

“Goh, da is misschien wa wel overdreven.. ge zult da wel begrijpen ge ziet ook ja.. da is er mss wel wa over…” (Evelien)

“Ze zullen altijd overdrijven ma da is hun manier. Ik vind da wel grappig.” (Evelien)

9

De manier waarop De Ideale Wereld nieuws brengt is volgens de respondenten toegankelijker dan de traditionele nieuwsprogramma’s zoals Het Journaal. Hierdoor kunnen ze, indien ze de nodige interesse hebben in het onderwerp, er zelf meer informatie over opzoeken. De politieke satire zal jongeren dus meer activeren om zelf informatie te verzamelen.

“ Het is wel een thema da ook wel gericht is naar jongeren dus.. Misschien is het dan toegankelijker.” (Jonas)

Heb je voorkennis of achtergrondinformatie nodig om iets te kunnen leren uit de politieke satire bij De Ideale Wereld? Hierover waren de antwoorden verdeeld. Enerzijds was er een groep respondenten die zei dat je geen achtergrondinformatie nodig hebt omdat ze in DIW

vóór elk videofragment een inleidend stukje tekst geven waarover het fragment gaat. Zonder voorkennis beschouwen deze respondenten het fragment ook als grappiger dan als ze wel voorkennis hebben. Deze groep ziet DIW als instap op de traditionele nieuwsberichtgeving. Wanneer een onderwerp in DIW hen interesseert, zoeken ze er bij de traditionele nieuwsprogramma’s zelf aanvullende informatie over op.

“Heb je achtergrondinformatie, die basisinformatie, nodig om De Ideale Wereld te begrijpen?” (Interviewster)“Goh, pff, (denkt na). Misschien niet echt want ze doen er meestal een context omheen. Ik denk dat ze in het begin, of voordat ze de sketch laten zien, dat ze een inleidend tekstje zeggen omdat te situeren. En tis grappiger als ge eerst het fragment hebt gezien.” (Jeroen)“Ik vind het niet want ik heb het meestal niet veel achtergrondinfo…” (Natalie)“Dus ge kunt da altijd gewoon volgen?” (Interviewster)“Ja, normaal wel.” (Natalie)

Anderzijds was er een andere groep respondenten die zei dat je het fragment en de humor enkel volledig kunt begrijpen als je voldoende voorkennis hebt over het onderwerp. De mate van overdrijven weet je pas wanneer je voldoende achtergrondinformatie hebt. Deze groep respondenten ziet DIW niet als instap maar als een aanvulling op de traditionele nieuwsprogramma’s.

“Ja, ik denk inderdaad ge kunt het wel in het algemeen grappig vinden maar om zo die specifieke referenties te hebben, moet ge wel dan da eerste filmpke (het journaal) gezien hebben.” (Jeroen)

“Volgens mij moet ge wel eerst het gewone nieuws mee zijn om dit (=DIW) te kunnen begrijpen en een plaats te kunnen geven.” (Evelien)

Veel jongeren kijken naar politieke satire omwille van het entertainmentgehalte en de humor (zie later). Doordat ze met satire lachen, herinneren ze zich meer van het nieuws dan wanneer ze naar een traditionele nieuwsuitzending kijken. Ze herinneren zich bijgevolg wel waarover het fragment gaat, maar hebben ze ook echte kennis over de (politieke) actualiteit verworven?

“Ik denk die lachwekkende fragmenten blijft langer bij. Dus gaat ook blijven volgen maar.. […] Het gaat langer bijblijven zo. Tis niet perse da ge de betere, de informatie beter overkomt, maar het blijft langer, voor mij. Ik heb dat heel fel zo, fotografisch zo. Ik kan dan situatie beter linken. En het nieuws is altijd zo op dezelfde plaats, tis altijd dezelfde… kader, zelfde stem. Ik denk daardoor blijft het langer bij.” (Anne)

“En als ge met de gedachten vanuit entertainment gaat kijken, denkt ge dan dat ge echt effectief nog iets leert?” (Interviewster)“Ja, da denk ik wel.” (Stefanie) “Da denk ik wel.” (Jeroen)“Dan blijft het wel hangen als je het dan ziet. Ook als je het dan op Facebook ziet langskomen ‘zo van ja daar heb ik iets van gezien ofzo.’” (Stefanie)“[…] toen ik het eerste zag moest ik ook direct denken aan da filmpke want da is me wel blijven hangen omdat het zo grappig was.. da eerste zou me nie blijven hangen omdat het zo belachelijk is en da zegt

10

niks.” (Evelien)Wat zijn de motivaties bij Vlaamse adolescenten en jongvolwassenen om al dan niet te kijken naar politieke satire? (aan de hand van ‘De Ideale Wereld’)

Zoals eerder in de literatuurstudie reeds aangegeven, zijn er verschillende motivaties om naar politieke satire te kijken, namelijk puur voor het entertainmentgehalte, puur voor de kennisverwerving of voor een mix van entertainment en kennisverwerving (Feldman, 2013).

Uit de analyse van de focusgroep blijkt dat de respondenten vooral uit de motivatie van puur entertainmentgehalte naar De Ideale Wereld kijken. Hoewel ze ook vertelden dat ze van de politieke satire wel iets konden bijleren (zie eerder), kijken ze niet enkel om kennis te verwerven of voor een mix van entertainment en kennisverwerving.

“Ik persoonlijk keek het niet voor de nieuwswaarde, ma puur voor het entertainment.” (Jeroen)“Ik ook.” (Stefanie)“Denkt ge dat ge iets kunt leren van De Ideale Wereld?” (Interviewster)“Ik denk.. da wel. Niet rechtstreeks, ik zou het niet kijken om iets bij te leren maar er blijft wel iets hangen uiteindelijk.” (Evelien)“Ma ik denk da je informatie zoekt ga je dan niet veel kunnen vinden. Bij De Ideale Wereld ga je niet echt informatie kunnen uithalen.” (Natalie)

Door de veel voorkomende en speciale vorm van humor in de politieke satireprogramma’s hebben shows zoals De Ideale Wereld en The Daily Show een apart publiek. Dit publiek wordt volgens de respondenten bepaald door verschillende factoren. De belangrijkste factor is humor. Satire is een bijzondere vorm van humor die niet door iedereen even goed begrepen en geapprecieerd wordt. Wanneer je (politieke) satire niet goed begrijpt en hiermee niet kunt lachen dan zal je waarschijnlijk ook niet veel naar politieke satireprogramma’s kijken. Volgens de respondenten hebben de factoren geslacht en opleiding geen directe invloed op het al dan niet kijken naar politieke satire. Anderzijds kunnen we wel aannemen dat geslacht en opleiding wel een invloed (kunnen) hebben op de appreciatie en het begrip van de humor.

“En denkt ge dat er een verschil is bij motivaties om naar De Ideale Wereld te kijken? Dus bijvoorbeeld bij mannen of vrouwen?” (Interviewster)“Ik denk dat humor belangrijk is, dat ge da helemaal begrijpt. Dus niet perse man/vrouw ma.. Als ge der nie mee kunt lachen dan is da programma ook echt niet voor u.” (Anne)“En denkt ge dat er een verschil is tussen hoog- en laagopgeleiden in het kijken? Of motivaties om te kijken naar De Ideale Wereld?” (Interviewster)“Ik denk da niet, want omdat ze da op een grappige manier overbrengen. Ik denk nie da.. ze gebruiken ook nie die woorden of .. moeilijke woorden” (Anne)

Een tweede factor die het publiek bepaalt is het feit dat De Ideale Wereld heel wat inhoud online zet en dat het programma heel sterk aanwezig is op verschillende sociale media. Omdat veel jongeren, en vooral kotstudenten, minder televisie kijken, consumeren ze nu meer online mediacontent. Zo kunnen jongeren zelf beslissen wanneer ze naar De Ideale Wereld kijken, aangezien ze niet meer afhankelijk zijn van het tijdstip waarop de zender het programma uitzendt.

“Uhm, nee het nieuws kijk ik gewoon online eigenlijk, vooral…” (Anne)“Omdat ik op kot zit en dan hebt ge eigenlijk geen tv, alé de meesten toch niet, dusja daarom kan ik dat al niet volgen euhm en ja goh als er dan zoiets ja op facebook gaat da vaak of zo.” (Jonas)

4.2 Online survey experiment

4.2.1 Motivaties

11

In onze eerste onderzoeksvraag trachtten wij na te gaan wat de effecten zijn van kijkermotivaties bij het kijken naar politieke satire. Meer specifiek werden de effecten van twee soorten motivaties nagegaan, namelijk Need For Cognition (NFC) en Need For Humor (NFH). Aan de hand hiervan werden twee hypotheses opgesteld die we zullen linken aan de resultaten uit de survey. Dit doen we door beide hypotheses te testen met een meervoudige regressieanalyse door het gebruik van het statistische softwareprogramma SPSS v.20. Het resultaat van deze regressieanalyse is weergegeven in onderstaande tabel.

Coefficientsa

Model

Unstandardized Coefficients

Standardized

Coefficients

t Sig.B Std. Error Beta

1 (Constant) -,545 ,382 -1,425 ,155

NEW_NFCscale (average) ,488 ,101 ,229 4,812 ,000

NEW_NFHscale (average) ,168 ,071 ,113 2,386 ,017

a. Dependent Variable: NEW_POLENT_REC

De vergelijking is dus als volgt: POLENT= -0,545 + 0,488 NFC + 0,168 NFH.

Met onze eerste hypothese trachten we te verifiëren of jongeren met een hoge NFC veel nieuwswaardige feiten onthouden bij het kijken naar politieke satire. Aangezien de p-significantiewaarde van NFC 0,000 is, is de invloed van deze variabele significant op eender welk significantieniveau (10%, 5% en 1%). Daarnaast bedraagt de waarde van de variabele +0,488: dit duidt op een relatief hoge positieve invloed op het onthouden van nieuwswaardige feiten bij het kijken naar politieke satire. Hierdoor kunnen we tot het besluit komen dat de eerste hypothese niet verworpen mag worden. We aanvaarden dus onze alternatieve hypothese.

De tweede hypothese die getest werd is dat jongeren met een hoge NFH weinig nieuwswaardige feiten van politieke satireshows onthouden. De p-waarde van deze variabele bedraagt 0,017. Dit wil zeggen dat de invloed van deze variabele altijd significant zal zijn, buiten op een significantie niveau van 1%. De invloed van deze variabele op de afhankelijke variabele is dus minder groot dan de invloed van NFC. Dit stemt eveneens overeen met onze tweede hypothese, waardoor ook deze in het algemeen niet verworpen kan worden. Daarnaast bedraagt de waarde van deze variabele 0,168. Dit is aanzienlijk minder dan de 0,488 van NFC: de invloed van de NFH is nog steeds positief, maar aanzienlijk minder dan die van NFC. Jongeren zullen dus nog altijd dingen oppikken van het kijken naar een politieke satire, maar in mindere mate.

De bovenstaande bevindingen kunnen ook bevestigd worden door het bekijken van de correlaties tussen de onafhankelijke variabele (POLENT = onthouden van nieuws-waardige feiten) en NFC en NFH anderzijds.

12

Correlations

NEW_POLENT_

REC

NEW_NFHscale

(average)

NEW_POLENT_REC Pearson Correlation 1 ,166**

Sig. (2-tailed) ,001

N 441 438

NEW_NFHscale (average) Pearson Correlation ,166** 1

Sig. (2-tailed) ,001

N 438 449

**. Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed).

Uit bovenstaande tabellen blijkt dat de correlatie tussen NFC en POLENT +0,256 is en de correlatie tussen NFH en POLENT slechts +0,166 bedraagt. Dit is een bevestiging van onze bevinding dat de invloed van NFC sterker is. In conclusie hebben we dus onze beide alternatieve hypotheses aanvaard en is het vooropgestelde effect van NFC en NFH gebleken.

4.2.2 Gender

Voor onze tweede onderzoeksvraag gingen we na of er een genderverschil bestaat bij het kijken naar politieke satire. Met andere woorden, is er een verschil merkbaar tussen vrouwen en mannen wat betreft hun interesse, motivatie, … om een politieke satireshow te volgen? We stelden hiervoor twee hypotheses op die we uiteindelijk getest hebben met een onafhankelijke t-test, zoals reeds in de methode beschreven. Onze eerste hypothese hebben we opgesteld om na te gaan of meisjes minder positief staan tegenover politieke satireshows dan jongens. Onderstaande tabel toont aan dat meisjes gemiddeld inderdaad een lagere score toekennen aan politieke entertainment (x = 1,52; sd = 1,071) dan jongens (x = 1,96; sd = 1,224). Hiermee kunnen we ook meteen onze tweede hypothese op het eerste zicht bevestigen, namelijk het tegenovergestelde, dat jongens het aangenamer vinden om naar politieke satire te kijken.

13

Correlations

NEW_NFCscale

(average)

NEW_POLENT_

REC

NEW_NFCscale (average) Pearson Correlation 1 ,256**

Sig. (2-tailed) ,000

N 446 434

NEW_POLENT_REC Pearson Correlation ,256** 1

Sig. (2-tailed) ,000

N 434 441

**. Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed).

Toch kunnen we op basis van een gemiddelde geen sluitende conclusie trekken en daarom bekijken we de resultaten van de onafhankelijke t-test. Omdat we twee groepen trachten te vergelijken, is de eerste stap kijken naar de Levene’s test. Wanneer deze significant is (of p < 0,05) nemen we aan dat de varianties van de vergeleken groepen niet gelijk zijn en zouden we onze alternatieve hypothese aannemen. De waarde is echter NIET significant (F = 1,172; p = 0,280 (> 0,05)), dus we nemen aan dat de varianties van meisjes en jongens wat betreft hun houding ten opzichte van politiek entertainment gelijk zijn. We kijken dus naar de bovenste rij “equal variances assumed” in de tabel.

Als we dan naar het verschil tussen de twee gemiddeldes van de groepen meisjes versus jongens bekijken (mean difference) zien we dat er toch een significant verschil tussen beide bestaat (p: 0,000 < 0,05). Hoewel we dus aannemen dat de varianties gelijk zijn, tonen de gemiddeldes aan dat de houding van meisjes en jongens wel degelijk significant van elkaar verschillen.

We hebben net bepaald dat er een significant verschil bestaat tussen de gemiddeldes van de vergeleken groepen. We moeten nu kiezen of we de nulhypothese of onze alternatieve hypothese aanvaarden. Ook al gaan we door de Levene’s test uit van gelijke varianties tussen de twee groepen, beslissen we toch dat we de duidelijke ongelijkheid qua gemiddelde niet mogen ontkennen. Op basis van de t-test kunnen we dus besluiten dat er effectief een verschil bestaat tussen hoe aangenaam meisjes politieke satire vinden en hoe aangenaam jongens politiek entertainment vinden (t = -3,859; p < 0,005). In combinatie met de verkregen data over de algemene gemiddelde toegekende score aan politieke satire mogen we dus onze twee vooropgestelde alternatieve hypothesen aannemen, namelijk dat:

Meisjes politiek entertainment minder aangenaam vinden om naar te kijken. Jongens politiek entertainment gemiddeld aangenamer vinden om naar te kijken.

Bijgevolg verwerpen we de nulhypothese dat de twee gemiddelde gelijk zouden zijn.

14

5. CONCLUSIE

Zoals er in de inleiding al werd aangehaald, wordt er vandaag de dag wel eens vaker gesteld dat jongeren nog weinig interesse hebben in politiek. Echter, het bezitten van politieke kennis is één van de belangrijkste voorwaarden voor politieke participatie en een goed functionerende democratie. De laatste jaren heeft de hernieuwde interesse voor politieke entrertainment programma’s zoals The Daily Show in de Verenigde Staten of De Ideale Wereld in Vlaanderen de kop opgestoken. Dit ging gepaard met heel wat vragen bij tal van onderzoekers. Bijgevolg zijn er meerdere studies verricht omtrent dit onderwerp waarvan de belangrijkste resultaten in bovenstaande literatuurstudie zijn uiteengezet. Omdat het bezit van politieke kennis nog steeds zeer belangrijk is en politieke entertainmentprogramma’s daarin een grote rol blijken te spelen, hebben we in dit onderzoek getracht om hier dieper op in te gaan. De eerste vraag die in dit onderzoek centraal stond was of jongeren effectief kennis verwerven door te kijken naar politieke satire. De tweede belangrijke onderzoeksvraag van dit onderzoek ging dieper in op de motivaties om al dan niet naar politieke satire te kijken. Bovendien hebben we ook gekeken naar mogelijke verschillen tussen jongens en meisjes. Door middel van zowel een kwantitatieve als een kwalititatieve onderzoeksmethode zijn we tot de volgende conclusies gekomen.

Kwalitatief:Jongeren vinden politieke satire, zoals De Ideale Wereld, toegankelijker dan het traditionele nieuws waardoor ze sommige onderwerpen interessant(er) gaan vinden en er zelf actief meer informatie over gaan opzoeken. Door de humor gaan ze zich meer herinneren van fragmenten van politieke satire dan van de traditionele nieuwsberichten. Onze respondenten waren het niet eens of ze achtergrondkennis nodig hebben om de achterliggende betekenissen van de politiek satire volledig te begrijpen. Diegenen die vonden dat achtergrondkennis wel nodig wel voor het volledig te begrijpen, zien DIW eerder als een aanvulling op het traditionele nieuws. De andere respondenten die geen achtergrondkennis nodig hebben, zien DIW als een instap op het traditionele nieuws.

Onze respondenten kijken vooral uit de motivatie van entertainmentgehalte en niet uit de motivatie van kennisverwerving naar DIW. De appreciatie en het begrip van het specifieke soort humor, satire, die in DIW gebruikt wordt, is ook belangrijk als motivatie. Wie deze satire niet goed begrijpt, zal niet geneigd zijn om ernaar te kijken. Een andere motivatie is dat veel inhoud van DIW online staat, waardoor jongeren kunnen zelf beslissen op welk moment ze de content consumeren en ze dus niet meer gebonden zijn aan de uitzenduren van de zender.

Kwantitatief – Motivaties:Als men gaat kijken naar de resultaten van de effecten van motivaties bij het kijken naar politieke satire, blijkt dat er inderdaad een verschil optreedt, meer bepaald een verschil tussen de motivaties NFC en NFH. Jongeren met een hoge NFC onthouden veel nieuwswaardige feiten, terwijl jongeren met een hoge NFH eerder weinig nieuwswaardige feiten onthouden bij het kijken naar politieke satire. Dit kunnen we afleiden uit de resultaten van de meervoudige regressie, die ook nog eens worden ondersteund door het cijfermateriaal van de correlaties. Hieruit kan geconcludeerd worden dat onze twee vooropgestelde hypotheses niet verworpen mogen worden. Verder onderzoek kan voortbouwen op de gevonden resultaten.

Kwantitatief – Gender:Wat betreft gender stelden we een verschil vast tussen mannen en vrouwen omtrent hoe aangenaam ze politieke satire vinden om naar te kijken. Zowel de gemiddelde scores voor de

15

variabele POLENT vergelijken als de resultaten van de t-test duiden significant op een verschil. Zo vinden vrouwen politieke satire minder aangenaam om naar te kijken dan mannen, die op hun beurt politiek entertainment beter kunnen smaken. Dit is een bevestiging van onze vooropgestelde hypotheses over een mogelijk genderverschil.

6. REFERENTIES

Cline, T. W. (1997). The Role of Expectancy and Relevancy in Humorous Ad Executions: An Individual Difference Perspective. Ph.D. diss., Universiteit van Cincinnati.

Cline, T., Altsech, M. B., & Kellaris, J. J. (2013). When Does Humor Enhance of Inhibit Ad Responses? – The Moderating Role Of The Need For Humor. Journal of Advertising, 32(3), pp. 31-45.

Delli Carpini, M. X., & Williams, B. A. (2001). Let us infotain you: Politics in the new media age.

Feldman, L. (2013). Learning about Politics From The Daily Show: The Role of Viewer Orientation and Processing Motivations. Mass Communication and Society, 16(4), pp. 586-607.

Field, A. (2009). Discovering statistics using SPSS. Londen, VK: Sage publications.Galston, W.A. (2003). Civic education and political participation. Phi delta Kappan, 85(1),

pp. 29-33. Hmielowski, J., Holbert R.L. en Lee, J. (2011). Predicting the Consumption of Political TV

Satire: Affinity for Political Humor, The Daily Show, and The Colbert Report. Communication Monographs, 78, 96-114.

Holbert, R. L. (2013). Developing a Normative Approach to Political Satire: An Empirical Perspective. International Journal of Communication, 7, pp. 305-323.

Hooghe, M. (2012). Jongeren, politiek en burgerschap : politieke socialisatie bij Belgische

jongeren. Leuven: Acco.Santen, R. V., & van Zoonen, L. (2009). Popularisering en personalisering in politieke

communicatie. Tijdschrift voor communicatiewetenschap, 37(2), 155-176.Vis, J.C.P.M. (1995). Politieke kennis en politieke vorming. Een studie naar de parate kennis

van docenten geschiedenis en staatsinrichting en docenten maatschappijleer van politieke zaken. Groningen: Wolters Noordhoff.

Young, D. G. (2013). Laughter, Learning, or Enlightenment? Viewing and Avoidance  Motivations Behind The Daily Show and The Colbert Report. Journal of  Broadcasting  & Electronic Media, 6, 154-169. Young, D. G., & Hoffmann, L. (2012). Acquisition of Current-Events Knowledge From

Political Satire Programming: An Experimental Approach. Atlantic Journal of Communication, 20, pp. 290-304.

16

7. BIJLAGEN

Bijlage 1

CHECKLIST FOCUSGROEPEN KENNISVERWERVING VAN NIEUWS EN POLITIEK BIJ JONGEREN EN JONGVOLWASSENEN IN VLAANDEREN

WELKOM (10 min.) Welkom + de deelnemers danken voor hun aanwezigheid Uitleg onderzoek, focusgroep (duur, opname) Presentatie van onszelf Regels

o geen foute antwoorden, anoniem, laten uitspreken, persoonlijke meningen, respect voor elkaar,

o drank en snacks, toilet Voorstellen van deelnemers aan de hand van een spelletje: ik hou van (dansen)

o We zitten allemaal in een kring. 1 iemand gaat in het midden van de kring zitten en zegt ik hou van (spinazie). Dan gaat iedereen rechtstaan die ook van (spinazie) houdt en verandert van plaats. De persoon in het midden verandert ook van plaats en probeert een plaats in de kring te bemachtigen. De persoon die geen plaats heeft, gaat nu in het midden en begint opnieuw met te zeggen ‘ik hou van…’. Zo leren de deelnemers elkaar op een luchtige manier kennen.

INLEIDING: Nieuwsbeleving bij jongeren (5min.)Doel: Wat is de betekenis van nieuws bij Vlaamse adolescenten en jongvolwassenen?

Wie volgt dagelijks het nieuws? (hand opsteken)Waarom kijk je naar het nieuws? Waarom niet? Is het volgen van het nieuws belangrijk? Waarom (niet)?

informatie, weten wat er gebeurd in de wereld, ontspanning, mee kunnen praten, vorming van meningen / persoonlijkheid,…

Welke onderwerpen in het nieuws interesseren je? Waarom? VoorbeeldenWelke medium gebruik je om nieuws te volgen? Waarom?Actief opzoeken of passief nieuws beleven?

INLEIDING: Politieke interesse (5min.)Doel: Hoeveel interesse is er voor de politiek bij Vlaamse adolescenten en jongvolwassenen?

Als je aan politiek denkt, waaraan denk je dan?Welke voorwaarden moeten voldaan zijn om van politiek te spreken?Volg je de politiek? Waarom niet of waarom wel?Ben je politiek-gezind opgevoed?Spiegel je jezelf aan iemand in de politiek?Indien je de politiek volgt, sinds wanneer?Ben je politiek actief, zo ja sinds wanneer?Voor wat interesseer je je in de politiek?FILMFRAGMENT ‘De Ideale Wereld’ en ‘The Daily Show’(15 min.)Doel: Is politieke satire nieuws?

We tonen de deelnemers een fragment van ‘De Ideale Wereld’ en stellen hier enkele vragen

17

over:Wie herkent dit programma? Wie kijkt hier wekelijks naar? En waarom?Ben je het altijd eens met dit programma?Wat vind je van dit programma?Wat vind je van de opbouw van het programma?Vind je dit nieuws? Of net niet? Waarom? Wat is politieke satire?

Vergelijking maken met de Amerikaanse voorganger ‘The Daily Show’. We tonen de deelnemers een fragment van ‘The Daily Show’Wie herkent dit programma?Wat vind je van de opbouw van het programma?Vind je dit nieuws? Of net niet? Waarom?THEMA 1: Kennisverwerving via politieke satire? (30 min.)Doel: (Op welke manier) Verwerven Vlaamse adolescenten en jongvolwassenen kennis door het bekijken van politieke satire?

FILMFRAGMENT: We tonen de deelnemers een ander kort fragment van ‘De Ideale Wereld’ en een kort fragment van ‘Hetjournaal’. Hierna stellen we hen enkele vragen in verband met kennisverwerving. Hebben ze hier iets van onthouden?

Welk fragment vond je het aangenaamste om naar te kijken?Welk fragment is voor jou het leerrijkst? Waar leer of onthou je het meeste uit?Kan je iets leren uit ‘De Ideale Wereld’? Waarom wel / niet? Heb je na het bekijken van het fragment van ‘De Ideale Wereld’ een beter beeld van de politieke actualiteit? Welke (politieke) kennis kan je leren uit ‘De Ideale Wereld’.

Voorbeelden : Van welke onderwerpen (binnen- of buitenland, economie, financiën, … kan je

het meest / minst leren als ze in ‘De Ideale Wereld’ komen?Leer je meer van de actualiteit (en politiek) uit ‘De Ideale Wereld’ of uit de traditionele media zoals kranten en journaals?

Waarom?Kijk je na het bekijken van ‘De Ideale Wereld’ kritischer naar krantenartikelen?Is voorkennis nodig om de satire/humor van ‘De Ideale Wereld’ helemaal te begrijpen?

Reden hiervoor? Wie kijkt vooral naar dit programma volgens jullie?Denk na over wat volgens jou de beste manier is om nieuws te brengen, denk een nieuwsprogramma uit dat volgens jou perfect is om bij te leren van nieuws? DIW heeft de prijs van beste informatieprogramma gewonnen in 2013. Vindt u dit terecht?

THEMA 2: Motivaties (30min.)Doel: Nagaan wat de motivaties zijn bij Vlaamse adolescenten en jongvolwassenen om al dan niet te kijken naar politieke satire (aan de hand van ‘De Ideale Wereld’)

Heb je bepaalde verwachtingen ten opzichte van het programma ‘De Ideale Wereld’?Waarom zou je naar ‘De Ideale Wereld’ kijken? Waarom niet?

(Informatie, entertainment, mix van nieuws-entertainment, routine, meekijken,…)Denk je dat er een verschil is bij motivaties om naar politieke satire te kijken tussen:

18

mannen vs. vrouwen hoogopgeleiden vs. laagopgeleiden jongeren vs. ouderen andere ?

Heb je veel mentale aandacht / inspanningen nodig om naar ‘De Ideale Wereld’ te kijken? Waarom?

Wat heb je onthouden uit dit fragment? Heb je meer onthouden van dit fragment dan van het vorige?

Waarom?Denk je dat er een verschil is in kennisverwerving als je een verschil in motivatie hebt?

Waarom? AFSLUITING (5min.)

Dankwoordje Belangrijkste inzichten onderzoek Bijdrage focusgroep benadrukken Small talk Extra vragen beantwoorden

Bijlage 2

Hyperlinks naar de gebruikte videofragmenten bij de focusgroep

De Ideale Wereldhttps://www.youtube.com/watch?v=hPxxxgI_7LY

https://www.youtube.com/watch?v=Qhupssn1iNc

https://www.youtube.com/watch?v=qyG6QOgbPlU

Het Journaalhttp://deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/programmas/journaal/2.34984?video=1.2047559

The Daily Showhttps://www.youtube.com/watch?v=AawCeJREHWw

19

Bijlage 3

Output Motivaties

Correlations

Correlations

NEW_NFCscale

(average)

NEW_POLENT_

REC

NEW_NFCscale (average) Pearson Correlation 1 ,256**

Sig. (2-tailed) ,000

N 446 434

NEW_POLENT_REC Pearson Correlation ,256** 1

Sig. (2-tailed) ,000

N 434 441

**. Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed).

Correlations

NEW_POLENT_

REC

NEW_NFHscale

(average)

NEW_POLENT_REC Pearson Correlation 1 ,166**

Sig. (2-tailed) ,001

N 441 438

NEW_NFHscale (average) Pearson Correlation ,166** 1

Sig. (2-tailed) ,001

N 438 449

**. Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed).

Regression

Variables Entered/Removeda

Model

Variables

Entered

Variables

Removed Method

1 NEW_NFHscale

(average),

NEW_NFCscale

(average)b

. Enter

a. Dependent Variable: NEW_POLENT_REC

b. All requested variables entered.

20

Model Summary

Model R R Square

Adjusted R

Square

Std. Error of the

Estimate

1 ,275a ,076 ,072 1,102

a. Predictors: (Constant), NEW_NFHscale (average), NEW_NFCscale

(average)

ANOVAa

Model Sum of Squares df Mean Square F Sig.

1 Regression 42,697 2 21,349 17,571 ,000b

Residual 520,017 428 1,215

Total 562,715 430

a. Dependent Variable: NEW_POLENT_REC

b. Predictors: (Constant), NEW_NFHscale (average), NEW_NFCscale (average)

Coefficientsa

Model

Unstandardized Coefficients

Standardized

Coefficients

t Sig.B Std. Error Beta

1 (Constant) -,545 ,382 -1,425 ,155

NEW_NFCscale (average) ,488 ,101 ,229 4,812 ,000

NEW_NFHscale (average) ,168 ,071 ,113 2,386 ,017

a. Dependent Variable: NEW_POLENT_REC

21