SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

67
1 SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018 M. VAN WETTERE Adviseur FOD Financiën Docent Thomas More hogeschool Lid Stagecommissie BIBF Brussel 24 maart 2018 Wie is onderworpen ? Alle rijksinwoners: met in België hun woonplaats (zekere bestendigheid of continuïteit) In tweede instantie: zetel van fortuin (plaats van waar men de goederen die het fortuin uitmaken beheert of hierop toeziet) Vermoeden rijksinwonerschap: Weerlegbaar : inschrijving in rijksregister Onweerlegbaar : Wanneer aanslag op naam van beide echtgenoten samen, is belastingwoonplaats plaats waar het gezin is gevestigd, (centrum van gezinsleven of huishoudelijke belangen gevestigd)

Transcript of SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

Page 1: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

1

SEMINARIE BIBF

PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

M. VAN WETTEREAdviseur FOD Financiën

Docent Thomas More hogeschoolLid Stagecommissie BIBF

Brussel 24 maart 2018

Wie is onderworpen ?

Alle rijksinwoners: met in België hun

� woonplaats (zekere bestendigheid of continuïteit)

� In tweede instantie: zetel van fortuin (plaats van waar

men de goederen die het fortuin uitmaken beheert of

hierop toeziet)

Vermoeden rijksinwonerschap:

� Weerlegbaar : inschrijving in rijksregister

� Onweerlegbaar: Wanneer aanslag op naam van beide

echtgenoten samen, is belastingwoonplaats plaats waar

het gezin is gevestigd, (centrum van gezinsleven of

huishoudelijke belangen gevestigd)

Page 2: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

2

GEMEENSCHAPPELIJKE AANSLAG ?

Enkel voor echtgenoten (of wettelijk samenwonenden)

Tenzij:

� voor jaar van huwelijk (of verklaring wettelijke

samenwoning)

� vanaf jaar NA feitelijke scheiding

� voor jaar van echtscheiding, scheiding van tafel en bed of

beëindiging wettelijke samenwoning

� wanneer 1 echtgenoot beroepsinkomsten heeft van meer

dan 10.490,00 EUR als internationaal ambtenaar

� voor jaar van overlijden : MOGEN opteren voor

gemeenschappelijke aanslag

Principe van decumul

Elke echtgenoot belast op “eigen” inkomsten

Bijzonderheden :

� Beroepsinkomsten : toepassing huwelijksquotiënt (of

“oud” meewerkinkomen)

� Onroerende inkomsten : in wettelijk stelsel elk ½,

ongeacht wie eigenaar is

Per echtgenoot totaliseren van GBI

(afzonderlijk belastbare inkomsten ondergaan dat afz. tarief,

TENZIJ voordeliger globalisatie)

Sommige inkomsten worden vrijgesteld, met of zonder

progressievoorbehoud.

Page 3: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

3

Principe van decumul

Elke echtgenoot belast op “eigen” inkomsten

Bijzonderheden :

� Beroepsinkomsten : toepassing huwelijksquotiënt (of

“oud” meewerkinkomen)

� Onroerende inkomsten : in wettelijk stelsel elk ½,

ongeacht wie eigenaar is

Per echtgenoot totaliseren van GBI

(afzonderlijk belastbare inkomsten ondergaan dat afz. tarief,

TENZIJ voordeliger globalisatie)

Sommige inkomsten worden vrijgesteld, met of zonder

progressievoorbehoud.

Belastingschaal Aj. 2018

Inkomstenschijf 2017 Inkomstenschijf 2018 Belasting-tarief

0,01 – 11.070,00 0,01 – 12.990,00 25%

11.070,01 – 12.720,00 30%

12.720,01 – 21.190,00 12.990,01 – 21.640,00 40%

21.190,01 – 38.830,00 21.640,01 – 39.660,00 45%

> 38.830,00 > 39.660,00 50%

Page 4: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

4

Splitsing PB na 6de Staatshervorming

Ingevolge 6de staatshervorming:

Fiscale autonomie van de Gewesten uitgebreid.

Sedert het aanslagjaar 2015 wordt de

personenbelasting gesplitst in een federale eneen

gewestelijke.

Aan de hand van een autonomiefactor

Splitsing PB na 6de StaatshervormingTOTALE BELASTING (na aftrek belasting op belastingvrije sommen en na belastingvermindering i.v.m. pensioenen en vervangingsinkomsten en i.v.m. buitenlandse inkomsten

BELASTING STAAT BELASTING op:- interesten en dividenden- royalty’s- meerwaarden op roerende waarden

Belasting Staat x 24,957%(= autonomiefactor)

REST (75,043%)

= GEREDUCEERDE BELASTING STAAT

+ gewestelijke bel.vermeerderingen- gewestelijke bel.verminderingen en kortingen

- federale belastingverminderingen

= GEWESTELIJKE BELASTING = FEDERALE PERSONENBELASTING

TOTALE BELASTING1° + federale belastingvermeerderingen;2° - federale verrekenbare, niet terugbetaalbare bestanddelen;3° - federale en gewestelijke terugbetaalbare belastingkredieten;4° - federale verrekenbare en terugbetaalbare bestanddelen;5° + aanvullende gemeente- en agglomeratiebelasting op de personenbelasting.Resultaat: in beginsel verschuldigde of terug te storten belasting.

Page 5: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

5

Welk gewest is bevoegd?

De personenbelasting wordt geacht te zijn

gelokaliseerd op de plaats waar de BP:

� zijn fiscale woonplaats heeft gevestigd

� op 1 januari van het aanslagjaar

9

Gevolgen van de nieuwe berekening

doel neutraliteit hervorming niet helemaal bereikt

� Gevolgen omzetting ‘aftrek enige woning’ en

‘bijkomende interestaftrek’ in

belastingvermindering ( federaal of gewestelijk)

� Wijziging gemiddelde aanslagvoet

� Gevolgen voor berekening huwelijksquotiënt

Page 6: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

6

VAK II: PERSONALIA

1. Toeslagen belastingvrije som

Basisbedrag: In beginsel 7.270,00 EUR, te verhogen tot

7.570,00 EUR , indien belastbaar inkomen < 27.030,00 EUR.

(met overstapregeling)

Grensbedrag opgetrokken tot 45.750,00 vanaf Aj. 2019

Toeslagen:

� In de meeste gevallen: 1.550 EUR

� Voor kinderen: progressievetoeslag (bijv. 2 kinderen:

3.980 EUR

� Verleend bij partner met hoogste beroepsinkomsten

tenzij handicap andere partner (Buit. inkomsten !)

Page 7: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

7

Slechts ten laste onder voorwaarden

Persoon op zich moet in aanmerking komen

� Ascendenten, afstammelingen, zijverwanten tot 2de graad,

voormalige pleegouders.

Deel uitmaken van gezin op 1.1. Aj.

� Werkelijk en bestendig samenonen

� Studie- en gezondheidsredenen ?

Geen netto bestaansmiddelen hoger dan grensbedrag

� In beginsel 3.200,00 EUR

� Bruto – 20% (min. 440,00 voor bezoldigingen en baten)

Geen bezoldigingen genoten die voor BP beroepskosten zijn.

NIEUW: bedrijfsleidersbezoldigingen student-zelfstandige

Bestaansmiddelen ?

Alle inkomsten, met uitzondering van:

wettelijke kinderbijslagen, kraamgelden en adoptiepremies

Studiebeurzen

Wettelijke tegemoetkomingen toegekend aan gehandicapten

Bezoldigingen gehandicapten in erkende beschutte werkplaats

“achterstallige” onderhoudsuitkeringen

1steschijf van 3.200,00regelmatige onderhoudsuitkeringen

bezoldigingen uit studentenarbeidt.b.v. 2.660,00 EUR

pensioenent.b.v. 25.750,00 EUR verkregen door 65-plussers ;

Page 8: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

8

Bestaansmiddelen kinderen

Indien de belastingplichtigen fiscaal moeten beschouwd worden als…

Maximumbedrag van de netto bestaansmiddelen

van 2017

Echtgenoten 3.200,00 EUR

Alleenstaanden

kind is niet “zwaar gehandicapt”

4.620,00 EUR

kind is “zwaar gehandicapt” 5.860,00 EUR

Inkomsten in 2017 voor kind alleeenstaande:

-vakantiejob: 2.260

-Alimentatie: 360 x 9 maanden = 3.240

-Werk vanaf oktober: 1.500 (netto) na 300 (BV) / ma and

-NETTO BM.:

Page 9: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

9

Inkomsten in 2017 voor kind alleeenstaande:

-vakantiejob: 2.260

-Alimentatie: 360 x 9 maanden = 3.240

-Werk vanaf oktober: 1.500 (netto) na 300 (BV) / ma and

-NETTO BM.:

-Vakantiejob: 0 (< 2.660)

-Alimentatie: 32 (3.240 – 3.200 = 40 x 80%)

-Werk: 4.320 (1.800 x 3 = 5.400 x 80%)

-Totaal: 4.352 < 4.620 => TEN LASTE

Gemeenschappelijk kind van alleenstaanden:

� Diegene die in feite aan het hoofd van het gezin staat

neemt kind ten laste

� Eenzelfde kind mag niet door beiden ten laste worden

genomen.

� Geen opportuniteitsoordeel taxatieagent.

Kind van slechts een van beide alleenstaanden:

� Ofwel als afstammeling ofwel als kind dat hij (zij)

volledig of hoofdzakelijk ten laste heeft.

Co-ouderschap

Page 10: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

10

Co-ouderschap

toeslagen op de belastingvrije som m.b.t. kinderen voor wie

beide niet samenwonendeouders samen:

� voldoen aan de onderhoudsplicht als bepaald in het BW (voortaan

ook voor meerderjarige kinderen),

� de huisvesting gelijkmatig hebben verdeeld

automatischvoor ½ aan elk van de ouders toegekend mits:

• voor de kinderen geen regelmatige onderhoudsuitkeringen

afgetrokken

• uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar, hetzij geregistreerde of door

rechter gehomologeerde overeenkomst waarin gelijkmatig verdeelde

huisvesting uitdrukkelijk is vermeld, en wil tot verdeling van de

toeslagen m. b.t. die kinderen; hetzij rechterlijke beslissing waarin

gelijkmatig verdeelde huisvesting uitdrukkelijk vermeld.

VAK III: ONROERENDE INKOMSTEN

Page 11: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

11

1. Belastingschuldige

Eigenaar, bezitter,

Erfpachter, opstalhouder

Vruchtgebruiker (niet de blote eigenaar)

Wordt niet langer beoordeeld de 16de van de maand van

overdracht, maar dag op dag

Onverdeeldheid: in verhouding tot eigendomsrecht.

Uitzondering: Gemeenschappelijke aanslag en wettelijk

stelsel: aangifte van de helft door elk van beiden (STEEDS !)

2. BelastingstelselEigen woning Niet of privé

verhuurd gebouw

Beroepsmatig verhuurde gebouwen

In beginsel belastbaar

Sedert het Aj. 2015

IN GEEN GEVAL nog belastbaar

Geïndexeerd KIx 1,40

Bruto huur

– 40% kostenforfait , met maximumvan 2/3 x KI x 4,39

Blijft: Belastingvermindering van 12,5% (leningen vóór 2005)

Uitzondering:

Verhuring overeenkomstig pachtwetgeving:

Geïndexeerd KI

Minstens:

Geïndexeerd KIx 1,40

Page 12: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

12

3, Eigen woning ?

Onder “eigen woning” dient verstaan de woning die:

de BP zelf betrekt;

de BP niet zelf betrekt omwille van

� beroeps- of sociale redenen;

� wettelijke of contractuele belemmeringen;

� de stand van de bouwwerkzaamheden.

Uitgesloten gedeelten:

door de BP of een van zijn gezinsleden beroepsmatig aangewend

betrokken door personen die geen deel uitmaken van gezin BP

4. Coëfficienten

� Jaarlijkse Indexatie: 1,7491 (Aj. 2019: 1,7863)

� Revalorisatie KI met 4,39 bij:

� kosten beroepsmatige verhuring (Max. 2/3 gerev. KI)

� huurherkwalificatie bedrijfsleiders (Max. 5/3 gerev. KI)

d.w.z. maximumhuur: ca. 7,31 x NGKI

Page 13: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

13

5. Beroepsmatige verhuring

BELASTBAAR = NETTO HUUR (+ VOORDELEN)

Ongeacht beroepsgedeelte: elke verhuur aan vennootschap,

VZW, verenigingen met of zonder RPH.

Bij verhuring aan natuurlijk persoon: IDEM

BEHALVE wanneer

- geregistreerde huurovereenkomst

- met splitsing.

In dat geval splitsing te maken in privé- en beroepsgedeelte.

6. Interesten

Interest van schulden specifiekaangegaan voor onroerende

goederen (zakelijke rechten) die in aanslagbasis zijn begrepen

betaalde vergoedingen voor aanschaffing recht van erfpacht,

opstal of gelijkaardige onroerende rechten

Niet voor interesten vrijstelbaar in de woonbonus !

Gemengd gebruik: Men is vrij kasmiddelen bij voorrang te

gebruiken voor bekostigen privé-gedeelte en lening voor

beroepsgedeelte. Indien bestemming gelden niet bewezen, mag

worden aangenomen dat lening bij voorrang heeft gediend

voor de beroepsmatige investeringen. (Circ. 29.04.2002)

Page 14: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

14

VAK IV: BEZOLDIGINGEN VAN WERKNEMERS EN

VERVANGINGSINKOMSTEN

BezoldigingenAlle beloningen, als opbrengst van arbeid

• in dienstvan een werkgever

• anders danals terugbetalingvan eigen kostenwerkgever

1. Werkgevermoet bewijs leveren dat die vergoedingen

- bestemd zijn om hem eigen zijnde kosten te dekken

- daaraan daadwerkelijk zijn besteed.

2. Zelfs bij gebrek aan dit bewijs, moet administratie nog bewijs

leveren dat het een bezoldiging betreft.

Forfaitair karakter vergoeding en bekentenis andere werknemers

is in dit kader onvoldoende (Brussel, 3 november 2010)

Page 15: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

15

Bezoldiging = belastbaar voor jaar waarin

betaald of toegekend.

� Bezoldigingen maand december:

Voor het eerst per einde jaar betaald

Belasten aan gemiddelde aanslagvoet

� Ten onrechte betaalde bezoldigingen:

Te regulariseren jaar = jaar waarin te veel betaald

Geldt ook voor privé sector

BEZOLDIGINGEN VOORDELEN ALLE AARD

Belastbare voordelen Sociale voordelen

Werkelijke waarde in

hoofdeverkrijger

Forfaitaire(art. 18

KB/WIB92)

VrijgesteldProgressief tarief

Voordelen

Page 16: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

16

Voordelen (2)

De Administratie moet het bewijs leveren:

- van het bestaan van het voordeel én

- het oorzakelijk verband tussen de beroepsuitoefening en het

verkrijgen van het voordeel.

Voordeel toegekend aan echtgenoot,, wettelijk of feitelijk samenwonende,

kind, vriend(in), …van de WN/BL, zonder oorzakelijk verband met de

beroepsuitoefening is belastbare bezoldiging bij de WN/BL mits de

Administratie aantoont dat WN/BL eveneens een (on)rechtstreeks

persoonlijk voordeel haalt uit deze toekenning (Cass. 16.4.1999 en

17.3.2011). (Circ. dd. 5 november 2013)

Voordelen wegens beschikking over onroerend goed.

Verhuring door natuurlijk persoon: voordeel = 100/60 geïnd. KI

Onderscheid ongrondwettelijk bevonden !!!

Indien goed bemeubeld, voordeel tot 5/3opgevoerd.

Verhuring door rechtspersoon Vóór

Aj. 2013

Aj. 2013 en

volgende

K.I. niet groter dan 745,00 EUR 125/60 x geïndexeerdKI

K.I. groter dan 745,00 EUR 100/30 190/30

Page 17: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

17

Voordelen kosteloze verstrekking van verwarming en elektriciteit

Kosteloze verstrekking van verwarming:

Ink.jaren 2015 2016 2017 2018

leidinggevend personeel en

bedrijfsleiders

1.900 1.910 1.950 1.990

andere genieters 860 860 880 900

Kosteloze verstrekking elektriciteitanders dan voor verwarming:

leidinggevend personeel en

bedrijfsleiders

950 950 970 990

andere genieters 430 430 440 450

Bedrijfswagens Regeling Aj. 2018

Catalogusprijs x CO2-percentage

x

6/7

=

VOORDEEL

Nieuwe:

Catalogusprijs in nieuwe

staat bij verkoop aan

particulier:

� incl. werkelijk betaalde

btw en opties

� excl. kortingen

Basispercentage = 5,5%

Geldt voor voertuig met

uitstoot:

-Benzine/LPG: 105 g/km

-Diesel: 87g/km

Minimum:

1.280 EUR

per jaarTweedehandse:

Idem:

Te verminderen met 6%

per jaar, beperkt tot 5

jaar, of 30%.

Verhoogd/verlaagd met 0,1%

per g/km in meer/min.

(indien niet gekend: resp. 205 en 195)

Resultaat: - Minimum 4%

- Maximum 18%

Page 18: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

18

Periode verstreken sinds de eerste inschrijvingvan het

voertuig.(begonnen maand = volledige)

In aanmerking te nemen percentage van de cataloguswaarde

Van 0 tot 12 maanden 100%

Van 13 tot 24 maanden 94%

Van 25 tot 36 maanden 88%

Van 37 tot 48 maanden 82%

Van 49 tot 60 maanden 76%

Na 60 maanden 70%

B. Regeling Aj. 2018 - Voorbeeld

firmawagen met benzinemotor met een cataloguswaarde van 30.000 euro en een CO2-uitstoot van 115 g/km?

30.000 € (catalogusprijs) x 6/7 x 6,5%. (CO2-percentage) =

1.671,43 €

in dit geval 10 gram meer dan de referentie-CO2-uitstoot van

105 g/km: dus moet basispercentage van 5,5%. met 1,0%

worden vermeerderd tot 6,5%.

Page 19: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

19

B. Regeling Aj. 2018 - Bijzonderheden

Wanneer werknemer/bedrijfsleider slechts gedurende een deel van het jaar over een firmawagen beschikt?

voordeel pro rata temporis verminderd (op basis aantal kalenderdagen vanaf dag 1 tot dag vóór inlevering).

� Voorbeeld: werknemer wordt op 15 augustus ontslagen en moet diezelfde dag zijn firmawagen inleveren.

o Belastbaar voordeel vermenigvuldigd met 226/365

o (vermindering pro rata temporis op basis aantal kalenderdagen – vanaf 1 januari tot en met 14 augustus);

Geldt ook bij terbeschikkingstelling omwille van een uitzonderlijke gebeurtenis

B. Regeling Aj. 2018 – Bijzonderheden (2)

Het feit dat werknemer of bedrijfsleider tijdelijk zijn

firmawagen niet heeft kunnen gebruiken ingevolge een

onderhoud of herstelling doet geen afbreuk aan de

terbeschikkingstelling van die firmawagen.

In afwachting terbeschikkingstelling definitieve firmawagen

beschikking over aanloopwagen?

Voordeel pro rata temporis berekenen voor de beide

voertuigen.

Page 20: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

20

B. Regeling Aj. 2018 – Bijzonderheden (3)

Wanneer werknemer of bedrijfsleider er opties bij neemt (vb.

lederen interieur, siervelgen,…) moet hiermee rekening worden

gehouden voor de bepaling van het voordeel.

Stel: cataloguswaarde firmawagen = 30.000 EUR.

� Werknemer wenst lederen interieur ter waarde van 3.000

EUR., maar moet een deel van de optie (2.000 EUR) zelf

betalen.

� Berekeningsgrondslag voordeel = (30.000 + 3.000) x 1,21

� Bijdrage af te trekken van VAA: 2.000,00

Sociale voordelen (1)

Sommige verkregen voordelen zijn om sociale redenen vrijgesteld:

waarvoor het wegens de wijze van toekenning niet mogelijk is het

door iedere verkrijger werkelijk verkregen bedrag vast te stellen ;

voordelen die, hoewel individualiseerbaar, niet de aard van een

werkelijke bezoldiging hebben ;

geringe voordelenof gelegenheidsgeschenken verkregen

ingevolge gebeurtenissen die niet rechtstreeks in verbandstaan

met de beroepswerkzaamheid.

Vermits ze niet belastbaar zijn moeten ze niet vermeld worden op een

opgave 325 of fiche 281. De voordelen zijn doorgaans geen

aftrekbare beroepskosten.

Page 21: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

21

Sociale voordelen (2)

Maaltijdcheques:

Uitdrukkelijk opgenomen in de vrijgestelde voordelen van artikel 38 §1 WIB 92. (toevoeging °25)

Aftrek als beroepskost werkgeverGevolg kwalificatie als 'vrijgesteld sociaal voordeel' is dat werkgever de kostprijs (verschil tussen nominale waarde cheques en bijdrage werknemer) van de cheques niet kan aftrekken.

Uitzondering: 2 EUR/maaltijdcheque (art. 53, 14°)

(1 EUR vóór 1.1.2016)

Sociale voordelen (3)

Ancienniteitspremies

= vrijgesteld sociaal voordeel (niet aftrekbaar bij werkgever) MITS

MAX 2 keer in loopbaan bij werkgever .

1ste: vanaf 25 jaar dienst en Max. 1 x brutomaandwedde

2de: vanaf 35 jaar dienst en Max. 2 x brutomaandwedde

Page 22: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

22

OverzichtGelegenheid Grensbedrag Aftrekbaar ? Werknemer

?

1 of meer feesten of jaarlijkse gebeurtenissen

Vb. Kerstmis, Nieuwjaar, patroonsfeest

35 per jaar /werknemer

Ja Vrijgesteld

Voor St-Niklaas 35 per jaar/werknemer + 35 per kind tenlaste

Ja Vrijgesteld

> 35 per jaar/werknemer

Nee Vrijgesteld

Eervolle onderscheiding

105 per jaar/werknemer

Ja Vrijgesteld

> 105 Ja, mits verantwoording

Belastbaar

Pensionering

35 per dienstjaar (min. 105)

Ja Vrijgesteld

> 35 per dienstjaar Ja, mits verantwoording

Belastbaar

Overzicht (2)Gelegenheid Grensbedrag Aftrekbaar ? Werknemer ?

Anciënniteitspremie

1 maandwedde en vanaf 25 jaar dienst

Nee Vrijgesteld

2 maandwedden vanaf 35 jaar dienst

Nee Vrijgesteld

> 1 resp. 2 maandwedden

Ja, mits verantwoording

Voordeel van alle aard

Gelegenheidsgeschenk

< 35 Ja Vrijgesteld

Tussen 35 en 50 Nee Vrijgesteld

> 50 Ja, mits verantwoording

Voordeel van alle aard

Huwelijkspremie

Tot 200 Ja Vrijgesteld

Deel > 200 Ja, mits verantwoording

Voordeel van alle aard

Page 23: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

23

Geringe geschenken en sociale voordelen.

Opdat een geschenk als sociaal voordeel zou kunnen worden vrijgesteld,

moet het een geringe waarde hebben.

Zowel inzake BTW als op het vlak van de IB geldt maximum van € 50.

Indien waarde hoogstens € 50 zonder meer sociaal voordeel.

Indien hiervan wordt afgeweken, geval per geval beoordelen of geschenk

als sociaal voordeel mag worden aangemerkt.

Indien niet aan die voorwaarde, is voldaan, is de totaliteit van het

voordeel belastbaar.

(PV. Nr. 224, M. DE BLOCK, Kamer, 17 januari 2011)

Woonwerkverkeer

Openbaar vervoer: volledig vrijgesteld

Georganiseerd gemeensch. vervoer: vrijgesteld tot max.

treinkaart 1steklasse

Ander vervoermiddel dan spoor, fiets, gemeenschappelijk

georganiseerd vervoer:

� Vrijstelling 390 EUR (Aj. 2019: 400)

ENKEL VRIJSTELLING MITS GEEN KOSTENBEWIJS

Fietsvergoedingen(incl. pedelecs):

� vrijstelling 0,23 EUR/km.

� voordeel terbeschikkingstelling fiets volledig vrijgesteld

� kosten fietsen, fietsstalling, sanitair,… 120% aftrekbaar.

Page 24: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

24

Bezoldigingen: Afzonderlijk tarief

Aanslagvoet Soort bezoldiging

Gemiddelde aanslagvoet van het jaar zelf

Vervroegd vakantiegeld

“Maand december” overheid

Gemiddelde aanslagvoet van laatste vorig jaar waarin

normale beroepswerkzaamheid van 12

maanden

Loon- en weddeachterstallen

Inschakelingsvergoedingen

Niet vrijgestelde opzeggingsvergoedingen

Laatste vorig jaar “normale” BWZH

Jaar waarin belastingplichtige enkel werkloosheidsuitkeringen

heeft genoten, gold volgens Administratie als referentiejaar.

Werkloosheidsuitkeringen zijn vervangingsinkomsten, maar

vervangingsinkomsten zijn ook bezoldigingen. Aard

beroepsinkomsten doet niet ter zake. (Brussel, 1 juni 2011)

Rechtspraak doorbroken: “kijken naar laatste jaar waarin

beroepsinkomsten uit normale beroepswerkzaamheid.

Vervangingsinkomsten voldoen in dit verband niet.” (Cass., 14

maart 2013 en Circ. 13.11.2013)

Page 25: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

25

Kostenforfait bezoldigingen

Aanslagjaar 2018 Aanslagjaar 2019

Inkomstenschijf forfait Inkomstenschijf forfait

0,00 – 8.620,00 30%

0,00 – 15.733,3330%

8.620,00 -20.360,00

11%

20.360,00 en meer 3%

ABSOLUUT MAX.: 4.320,00 ABSOLUUT MAX.: 4.720,00

Vervangingsinkomsten

Wettelijke en aanvullende werkloosheidsuitkeringen;

Wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkeringen (ziekenfondsen) ;

Moederschapsuitkeringen en uitkeringen voor

borstvoedingspauze;

Onderbrekingsvergoedingen betaald door de RVA;

Uitkeringen aan gefailleerde zelfstandigen;

Weerverletzegels in de bouwsector: (2 % van de gewone

bezoldigingen). De getrouwheidszegels (9% van de gewone

bezoldigingen) maken GEWONE bezoldigingen uit;

Werkloosheidsuitkeringen met bedrijfstoeslag (brugpensioen)

Page 26: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

26

Vervangingsinkomsten - tarief

Enkelde werkelijke kostenkunnen worden afgetrokken.

Geen toepassing enig kostenforfait.

Worden aan progressief tarief belast.

Evenwel met een belastingvermindering(die geheel of

gedeeltelijk wordt afgebouwd)

VAK V: PENSIOENEN

Page 27: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

27

Belastbaarheid

Pensioenen zijn belastbaar indien ze:

rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op

een beroepswerkzaamheid, of

het gehele of gedeeltelijke herstel uitmaken van een

bestendige derving van winsten, baten of

bezoldigingen.

Pensioenkapitalen (vanaf 1.7.2013 – WGB)

M

O

M

E

N

T

60 jaar

Of

Fictieve pensioen-

leeftijd sporters

61 jaar Vanaf 62 jaar

Of

n.a.v. effectieve

wettelijke

pensionering

Op 65 jaar,

mits actief

gebleven tot de

wettelijke

pensioenleeftijd

Of

bij overlijden

T

A

R

I

E

F

20% 18% 16,5% 10%

Page 28: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

28

VAK VII: ROERENDE INKOMSTEN

.� Afzonderlijk belast aan tarieven gaande van 5 tot 30% ,

behoudens voordeliger globalisatie.

� Aangifte is facultatief MITS RV aan de bron. Door de aangifte in de PB kan deze (gedeeltelijk) gerecupereerd worden, wanneer het totale inkomen onder de belastingvrije sommen blijft.

� Inkomsten uit de cessie/concessie van auteursrechten of naburige rechten, moeten steeds worden aangegeven, zelfs wanneer RV aan de bron werd ingehouden.

� Interesten en dividenden: geen PB/Gem of PB/Aggl

Page 29: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

29

Verhuring, verpachting, concessie van roerende goederen

Inkomsten, (deze zijn vrij van RV) moeten voor hun

nettobedrag worden aangegeven, zijnde:

bruto-inkomen, te verminderen met:

- bewezen kosten (afschrijving, verzekering,

onderhoud, taksen,…maar GEEN interesten), of

- kostenforfait van 15% (voor meubilair e.d. bestaat

een forfait van 50%).

Spaardeposito’s - voorbeeld

BP heeft 2 spaardeposito’s:

Rente ontvangen in 2017: Boekje 1: 1.500,00 netto en Boekje 2: 2.220,00

netto

Aan te geven?

Page 30: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

30

Spaardeposito’s - voorbeeld

BP heeft 2 spaardeposito’s:

Rente ontvangen in 2017: Boekje 1: 1.500,00 netto en Boekje 2: 2.220,00

netto

Aan te geven?

� Facultatief: deel rente boven 1.880 waarop RV is ingehouden:

Boekje 2: 2.220,00 – 1.880,00 = 340,00

Spaardeposito’s - voorbeeld

BP heeft 2 spaardeposito’s:

Rente ontvangen in 2015: Boekje 1: 1.500,00 netto en Boekje 2: 2.220,00

netto

Aan te geven?

� Facultatief: deel rente boven 1.880 waarop RV is ingehouden:

Boekje 2: 2.220,00 – 1.880,00 = 340,00

� Verplicht : 1.500 (boekje 1) + 1.880,00 (boekje 2) = 3.380,00

Vrijgestelde schijf per gezin: -1.880,00

Aan te geven: 1.500,00

� Indien BP geen andere inkomsten: teruggave RV: 340,00 x 15/85 = 60,00

� Vanaf 2018 wordt vrijstelling verlaagd naar 960 EUR.

Page 31: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

31

VAK XVI: DIVERSE INKOMSTEN

Toevallige winsten of baten

� Inkomsten buiten beroepswerkzaamheid,

- die niet kaderen in een normaal beheer van een privaat

vermogen (geen speculatie) van

- onroerende goederen, portefeuillewaarden en roerende

voorwerpen

� Belast aan 33% (na aftrek kosten).

� Desondanks evt. taxatie als meerwaarde op onroerend goed:

bewezen

Gerealiseerd binnen de 5 jaarGerealiseerd buiten de 5 jaar, maar binnen de 8 jaar

Gerealiseerd buiten de 8 jaar

Gebouwen Ongebouwde onr. goederen

Ongebouwde onr. goederen

16,5% 33% 16,5% Niet belastbaar

Page 32: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

32

VAK VI: ONTVANGENONDERHOUDSUITKERINGEN

Voorwaarden aftrek (1)

AFTREKBAAR = BELASTBAAR

� Onderhoud verschuldigd

� enkel in rechte lijn

� staat van behoefte

� Personen maken geen deel uit van gezin

� studenten

� verzorgingsinstellingen

� Regelmatig betaald:

� vereist in beginsel een zekere periodiciteit

Page 33: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

33

Voorwaarden (2)

gewone kosten:gebruikelijke kosten m.b.t. dagelijks

onderhoud kind;

buitengewone kosten:uitzonderlijke, noodzakelijke of

onvoorzienbare uitgaven voortvloeiend uit toevallige of

ongewone gebeurtenissen en die het gebruikelijke budget voor

het dagelijks onderhoud overschrijden. (orthodontie,

meerdaagse schoolreizen,…)

Niet voor vrijwillig gemaakte kosten om omgangsrecht

comfortabeler te maken (Brussel 17.03.2011)

Onderhoudsuitkeringen in jaar van feitelijke scheiding

Onderhoudsgeld tussen echtgenoten:

Administratie laat aftrek toe van betalingen verricht vanaf

ogenblik feitelijke scheiding, ondanks vestiging

gemeenschappelijke aanslag.

Genieter moet de ontvangen sommen in dezelfde aangifte

opnemen.

Onderhoudsgeld aan kinderen:

Ook de betalingen verricht voor de kinderen die vanaf de

feitelijke scheiding geen deel meer uitmaken van het gezin van

de schuldenaar zijn aftrekbaar.

Page 34: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

34

VAK VIII: VORIGE VERLIEZEN EN AFTREKBARE BESTEDINGEN

Beroepsverliezen.

kunnen niet ontstaan ingevolge de toepassing van forfaitaire grondslagen van aanslag,

zijn onbeperkt overdraagbaar, telkens naar het eerstvolgende belastbaar tijdperk,

kunnen aangerekend worden op de beroepsinkomsten van de andere echtgenoot.

Verliezen feitelijke verenigingen: aftrekbaar mits:

- beroepswerkzaamheid van dezelfde aard en

- verrichtingen beantwoorden aan rechtmatige financiële of economische behoeften.

Page 35: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

35

Aftrekbare bestedingen

Enkel nog voor betaalde onderhoudsuitkeringen

� Verschuldigd door beide partners

� Individueel verschuldigd

� Aftrekbaar aan 80% (ook indien gekapitaliseerd)

� Overige bestedingen werden belastingverminderingen.

VAK IX: INTRESTEN, KAPITAALAFLOSSINGEN EN PREMIES LEVENSVERZ. DIE

RECHT GEVEN OP EEN FISCAAL VOORDEEL

Page 36: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

36

Piet krediet woont hier niet !

Algemeen

Ingevolge de BFW worden de belastingvoordelen voor uitgaven

van leningen en de als waarborg of wedersamenstelling hiervan

betaalde premies van individuele LV’n een gewestelijke bevoegdheid, MITS het om uitgaven voor het verwerven of

behouden van de eigen woning gaat.

Bevoegde gewest?

� niet bepaald door de ligging van de woning

� gewest waar BP woonplaats heeft op 1 januari aanslagjaar.

Andere leningen en LV-premies = federale bevoegdheid

Page 37: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

37

Tijdstip betaling bepalend

Voortaan zal de status van een woning (“eigen” of andere),

vast te stellen op dagbasis, het stelsel bepalen waarin ten

aanzien van tijdens die periode betaalde uitgaven een

belastingvermindering (gewestelijk of federaal) wordt

verleend.

Voorbeeld: Indien woning “eigen woning” voor de periode van

17.2.2015 tot 25.08.2015: enkel de tijdens die periode

betaalde uitgaven m.b.t. lening en verzekering genieten van

een gewestelijke belastingvermindering. De overige uitgaven

geven evt. aanleiding tot een federale belastingvermindering.

Welk gewest is bevoegd ?

voorbeeld

- Vlaams gewest is bevoegd voor woning in Namen

- Federale overheid is bevoegd voor appartement in

Brussel

Gent01/01/2018

Eigen woning in Namen

Huurt een woning in Gent

Woning in Namen verkocht - verhuisd - woning gehuurd in Gent (= effectieve woonplaats)

Verhuur van appartement in Brussel

Page 38: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

38

wat met lening / SSV bij wijziging bestemming woning in 2017?

voorbeeld Eigen woning

in Namenwoning in Namen wordt verhuurd

�aflossingen / SSV betaald in dit tijdperk : gewestelijke voordelen

�aflossingen / SSV betaald in dit tijdperk : federale voordelen

Eigen woning in Namen

woning in Namen wordt verhuurd

Eerste generatie woonbonus

Voorwaarden voor leningen tussen 2005 en 2014

Hypotheeklening in E.E.R. met minimumlooptijd 10 jaar

Specifiek voor verwerven woning gelegen in de E.E.R.

Enige woning op 31.12 van leningsjaar, TENZIJ andere

woningen:

� werden geërfd in mede-eigendom, naakte eigendom of in vruchtgebruik

� of op voormelde datum te koop aangeboden en op 31.12 van daarop volgende jaar ook effectief verkocht.

Page 39: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

39

Eerste genratie woonbonus (2)

Eigen woning van de belastingplichtige; d.w.z.

de woning die hij zelf betrekt, behalve bij niet-bewoning om

beroeps- of sociale redenen, of wegens

� wettelijke of contractuele belemmeringen

� de stand van de bouwwerkzaamheden,

in welke 2 gevallen de toestand opnieuw zal worden

beoordeeld op 31.12 van het tweede jaar dat volgt op dat

waarin het leningscontract werd gesloten.

Eerste generatie woonbonus (3)

Eigen woning:

Uitgesloten gedeelten:

gedeelte dat de belastingplichtige of een van zijn gezinsleden

beroepsmatig aanwendt;

gedeelten die worden betrokken door personen die geen deel

uitmaken van het gezin van de belastingplichtige.

Page 40: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

40

Voorbeeld: op 12.5.2014 hypothecaire lening voor bouw

enige eigen woning. De woning wordt op 30.11.2017 in

gebruik genomen.

� 2014: aftrek enige en eigen woning;

� 2015: aftrek enige en eigen woning;

� 2016: gewone intrestaftrek en belastingvermindering

langetermijnsparen;

� vanaf 2017: belastingvermindering woonbonus

Met ingang van 2016past het Vlaams gewest deze tijds-

beperking (31.12 N+2) niet langer toe

Eerste generatie woonbonus (4)

Komen in aanmerking: PRIVE-interesten + kapitaalaflossingen +

levensverzekeringspremies tot uitsluitende dekking

Vrijstelbaar bedrag:

� Basisbedrag: 2.280,00 (Brussels Gew. 2.350)

� Verhogingen:

4 760,00 (eerste 10 jaar) (Brussels Gew. 780,00)

4 80,00 (indien minstens 3 kinderen ten laste op 1.1.

jaar na lening)

Verhogingen definitief verloren indien woning op 31.12 van

een later jaar niet meer enige woning (NE telt niet mee)

Page 41: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

41

Eigen, en enige woning op tijdstip betalingen

Eigen, doch NIET ENIGE woning op tijdstip betalingen

Niet de eigen woning op tijdstip betalingen

- het moet gaan om een hypothecaire lening (werkelijke inschrijving);

- bij instelling gevestigd in de E.E.R.; - met een looptijd van > 10 jaar; - specifiek voor verwerven/ behouden

van in de E.E.R. gelegen woning die op 31.12 van het leningjaar : - de enige woning in volle

eigendom is (tenzij…) - de eigen woning is van de BP

Zelfde voorwaarden,

behoudens deze m.b.t. de enige woning

Max./jaar en per BP van 2.280,00 EUR, nog verhoogd met :

- 760,00 EUR eerste 10 jaar; - 80,00 EUR (indien >= 3 kinderen

ten laste zijn op 1.1. van het jaar na het leningscontract.

Slechts voor aanvangsbedrag lening van 76.110,00 EUR (50.000 geïndexeerd)

+ totaal vrijstelbare premies en aflossingen SAMEN beperkt (per echtgenoot) tot:

15% van de eerste 1.900 EUR van het beroepsinkomen;

6 % van het saldo; met absoluut maximum van 2.280 EUR

Idem, behalve 1.880 2.260

Vlaamse belastingvermindering

woonbonus

Vlaamse belastingvermindering lange

termijnsparen

Federale

belastingvermindering lange

termijnsparen

Page 42: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

42

Leningen vanaf 1.1.2015(2de generatie Woonbonus)

Hyp.leningen voor verwerven/behouden “eigen woning”

ondergaan volgende regeling in Vlaams Gewest :

� voor belastingvermindering in aanmerking komend

bedrag: 1.520,00EUR;

� enkel gedurende de eerste 10 jaar verhoogd met 760,00

EUR en met 80,00 EUR indien minstens 3 k.t.l.;

� belastingvermindering uniform 40%.

� in Waals Gewest: 40%, maar korf resp. 2,290, 770 en 80

� in Brussels Gewest: 45%, maar korf ook nog verder

geïndexeerd (2.350, 780, 80).

Page 43: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

43

Leningen vanaf 1.1.2015 (Andere gewestelijke voordelen)

Gewest Vlaams Brussels Waals

Kapitaalaflossingen enverzekeringspremies:

Bouwsparen Afgeschaft 45% 40%

Lange termijnsparen Grensbedrag: 76.110Vermindering: 30%

Grensbedrag: 76.360Vermindering:30%

Interesten:

Gewone Vermindering: 40% Afgeschaft

Bijkomende interesten Afgeschaft 45% 40%

VLAAMSE 3 DE GENERATIE WOONBONUS –DE GEÏNTEGREERDE WOONBONUS

Invoering belastingvermindering ‘geïntegreerde woonbonus’ voor

kapitaalaflossingen, interesten en premies lening/verzekering i.v.m.

EIGEN woning. Geldt voor leningen vanaf 1.1.2016

Voorwaarden zoals voorheen, doch woning hoeft niet langer enige

woning te zijn

Korf = 1520 + [760 +80] mits ENIGE woning op 31,12 (nooit nog

verhoging vanaf jaar waarin op 31,12 niet langer enige woning)

Belastingvermindering = 40%

Niet hypothecaire interesten niet langer aftrekbaar

Belastingvermindering lange termijnsparen en gewone interesten

afgeschaft voor leningen vanaf 2016

Page 44: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

44

VLAAMSE 3 DE GENERATIE WOONBONUS –DE GEÏNTEGREERDE WOONBONUS

Bijzonderheid premie levensverzekering.

De levensverzekeringspremie die niet uitsluitend dient voor de

wedersamenstelling van een hypothecaire lening (gesloten voor de

eigen woning) komt voortaan in aanmerking voor de

‘geïntegreerde woonbonus’, zij het beperkt tot het gedeelte dat

dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van de

hypothecaire lening die vanaf 2016 voor de eigen woning wordt

aangegaan.

VLAAMSE 3 DE GENERATIE WOONBONUS –DE GEÏNTEGREERDE WOONBONUS

Zorgwoning.

Wanneer een deel van de woning tot zorgwoning wordt

omgevormd of wordt aangekocht of gebouwd om gedeeltelijk een

zorgwoning te zijn (bijv. om bejaarde ouders te huisvesten),

komen ook de uitgaven die betrekking hebben op dat gedeelte van

de woning in aanmerking voor de geïntegreerde woonbonus,

niettegenstaande dit gedeelte betrokken wordt door personen die

geen deel van het gezin van de ontleners uitmaken.

Page 45: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

45

VLAAMSE 3 DE GENERATIE WOONBONUS –DE GEÏNTEGREERDE WOONBONUS

Samenloop met leningen voor diezelfde woning van vóór 2016.

� Indien in een belastbaar tijdperk zowel uitgaven worden gedaan voor een HL

van vóór 2016, als voor een HL vanaf 2016, geldt een keuzeregeling.

� Men kiest voor de Vlaamse verminderingen (bouwsparen, woonbonus,

gewone interesten,…) van de ‘oude’ lening: enkel deze uitgaven komen in

aanmerking en men verzaakt aan de verminderingen voor de ‘nieuwe’ lening

� Men kiest voor de geïntegreerde woonbonus (leningen vanaf 2016): enkel de

uitgaven betreffende dergelijke lening komen in aanmerking voor voordelen

en men verzaakt aan de verminderingen i.v.m. de ‘oude’ lening.

� De keuze voor de geïntegreerde woonbonus is definitief.

� Men kan wel opteren om slechts in een later jaar dan dat van de ‘nieuwe’

lening, in te stappen in de geïntegreerde woonbonus. Vanaf dat later jaar wordt

deze keuze definitief.

LENINGEN VANAF 2016IN BRUSSELS GEWEST

De in 2016 gesloten leningen ondergaan hetzelfde

belastingregime als voorheen.

Ook de indexatie bleef, in tegenstelling tot wat in andere

gewesten het geval was, onverminderd voortbestaan.

De woonbonuswerd volledig afgeschaftvoor de sedert 2017

gesloten leningen. De belastingvermindering werd vervangen

door een verhoogde vrijstelling van registratierechten.

Page 46: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

46

SCHEMATISCHE VOORSTELLING WOONBONUS

Aanslagjaar 2018

Federaal (niet eigen woning)

Gewestelijk (want eigen woning)

Leningen van 2005 tot 2013

Leningen van 2005 tot 2014

Leningen van 2015 Leningen van 2016

Leningen van 2017

Vermindering: Marginaal tarief (30 tot 50%)

VL. 40% VL. 40% VL. 40%

BR. 45% BR. 45% BR. Hogere vrijstellingreg.recht

WA. 40% WA. Woon-cheque

WA. Woon-cheque

Maxima: 2.260 + 750 + 80

VL. 2.280 + 760 + 80

VL. 1.520 + 760 + 80

VL. 1.520 + 760 + 80

VL. 1.520 + 760 + 80

BR. 2.350 + 780 + 80

BR. 2.350 + 780 + 80

BR. 2.350 + 780 + 80

WA. 2.290 + 760 +80

WA. 2.290 + 760 +80

VAK X: UITGAVEN DIE RECHT GEVEN OP EEN

BELASTINGVERMINDERING

Page 47: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

47

Overige belastingverminderingen

FEDERALE

GIFTEN

KINDEROPVANG

PENSIOENSPAREN

AANKOOP ELEKTRISCHE

VOERTUIGEN

TAX SHELTER STARTENDE ONDERNEMING

GEWESTELIJKE

DIENSTENCHEQUES

PWA-cheques

UITGAVEN DAKISOLATIE

RENOVATIEOVEREEN-KOMSTEN (mama-papaleningen)

Giftenaan erkende socio-culturele instellingen

Minstens 40 EUR per jaar

storting moet blijken uit een kwijtschrift. (geen belang op

naam van welke echtgenoot uitgereikte attesten opgemaakt) .

< 10 % van totale netto-inkomen/BP en 376.350 EUR

Belastingvermindering = 45%

Page 48: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

48

Voorwaarden kinderopvang

Kinderen tot 12 jaar . leeftijdsgrens opgetrokken naar 18 jaar ���� kinderen met “zware handicap”; (recht op verhoogde

kinderbijslag) + NIET DE EIGEN KINDEREN !

Kinderoppas buiten de normale lesuren;

Kinderen moeten ten laste zijn; (maar ook voor co-ouder)

Ouder(s) met beroepsinkomsten;

Instellingen in EER;

Geen toeslag gevraagd wegens kinderen ten laste < 3 j. (580,00)

Max. 11,20/oppasdag

Belastingvermindering = uniform 45%

Dienstencheques

belastingvermindering : 30% x aanschaffingsprijs

Beperking uitgaven tot 1.440 EUR !

belastingvermindering niet terugbetaalbaar: lage inkomens

kunnen niet optimaal genieten van belastingvoordeel

Niet aangerekend gedeelte belastingvermindering wordt om

die reden omgezet in een terugbetaalbaar belastingkrediet

(voor inkomens tot 27.030 EUR – niet voor Brussels Gewest)

In Brussels Gewest: 15% voor de eerste 156 cheques.

In Waals Gewest: 0,9 EUR per cheque (beperkt tot 150 st,)

Page 49: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

49

TAX SHELTER VOOR STARTENDE ONDERNEMINGEN (1)

Voor nieuwe aandelen, bij oprichting of kapitaalverhoging

binnen 4 jaar, ingevolge inbreng in geld in startende KMO, ten

vroegste in 2013 opgericht.

Rechtstreeks of onrechtstreeks via startersfonds,

financieringsvehikel of crowdfundingplatform

Reeks voorwaarden m.b.t. hoedanigheid vennootschap

De belastingvermindering bedraagt:

4 30% bij aandelen in KMO’s;

4 45% bij aandelen in micro-ondernemingen (balans

< 350.000, omzet < 700.000, WN < 10)

TAX SHELTER VOOR STARTENDE ONDERNEMINGEN (2)

Belastingvermindering geldt niet voor:

uitgaven in aanmerking genomen voor belastingvermindering

voor werkgeversaandelen of aandelen erkend ontwikkelings-

fonds

verwerving van aandelen in een vennootschap waarin de

belastingplichtige bedrijfsleider is;

verwerving van aandelen van een vennootschap waardoor de

belastingplichtige meer dan 30%van het kapitaal bekomt;

verwerving van aandelen die op 31.12 niet meer in bezit zijn;

boven de 100.000,00per belastbaar tijdperk en per echtgenoot

Page 50: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

50

VAK XVII: BEZOLDIGINGEN VAN BEDRIJFSLEIDERS

1. Bezoldigingen

Bezoldigingen van bedrijfsleiders zijn:

alle beloningenverleend of toegekend aan een natuurlijk persoon die:

� een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of

gelijksoortige functies uitoefent;

� in de vennootschap een leidende functie of een leidende

werkzaamheid van dagelijks bestuur, van commerciële,

financiële of technische aard uitoefent, buiten een arbeidsovereenkomst.

� zijn belastbaar voor het jaar waarin ze zijn betaald of toegekend,

d.w.z. wanneer de bedrijfsleider er kan over beschikken,

Page 51: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

51

2. Voordelen

Zodra oorzakelijk verband tussen uitoefenen beroepswerk-

zaamheid en verkrijgen voordelen: voordelen belastbaar bij

bedrijfsleider. Het heeft geen belang of de voordelen recht-

streeks of onrechtstreeks zijn toegekend aan de familieleden of

aan leden van het feitelijke gezin van de bedrijfsleider.

Aldus zal het voordeel uit de terbeschikkingstelling van een

wagen voor privé doeleinden aan de echtgenote van een

bedrijfsleider (die geen uitstaans heeft met de vennootschap

waarvan haar echtgenoot de bedrijfsleider is), belastbaar zijn bij

de bedrijfsleider omdat deze rechtstreeks of onrechtstreeks

profijt haalt uit de terbeschikkingstelling. (Circ. 5.11.2013)

3. Kostenforfait

Voor bezoldigingen van bedrijfsleiders bedraagt het

kostenforfait slechts 3% van de belastbare bezoldigingen.

Bovendien geldt een absoluut maximum van:

2.440,00EUR (Aj. 2019: 2.490,00).

Page 52: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

52

4. Ten laste nemen verliezen -voorwaarden

� onherroepelijke en onvoorwaardelijke betaling van een

geldsom:

Boeking op RC is onvoldoende

� met het oog op het behoud van bestaande beroepsinkomsten

VAA volstaan

� De inkomsten dienen periodiek verkregen te zijn

Veronderstelt geen maandelijks inkomen

� De aldus gestorte geldsom moet daadwerkelijk gebruikt

worden voor de aanzuivering van het verlies.

VAK XVIII: WINSTEN

Page 53: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

53

Belastbaarheid inkomen

Winst is belastbaar voor het belastbaar tijdperk waarin de

‘schuldvordering’ een zeker en vaststaand karakterheeft

verkregen, ongeacht de datum van inning ervan.

Winst = geacht verkregen op laatste dag boekjaar waarop de

vorderingen betrekking hebben

Uitzondering: onderwaardering van activa en overwaardering

van passiva

Vergelijk met baten ! Belastbaar voor jaar waarin inkomsten

zijn ontvangen.

Meerwaarden

Enkel de meerwaarden op activa die voor de beroeps-

werkzaamheid worden gebruikt zijn belastbaar

- de vaste activa, aangeschaft of vervaardigd in het kader

van de beroepswerkzaamheid en als actiefbestanddeel

geboekt;

- de vaste activa of gedeelten daarvan, waarvoor fiscaal

afschrijvingenof waardeverminderingen zijn

aangenomen;

- de immateriëleactiva die tijdens de beroepswerk-

zaamheid zijn tot stand gebracht.

Page 54: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

54

Compensatievergoedingen

Vergoedingen tijdens de beroepsuitoefening ontvangen als compensatie of

n.a.v. een handeling die een vermindering van de werkzaamheid of van de

winsten tot gevolg kan hebben

belastbaar aan 33% voor zover < nettowinst van de vier voorafgaande jaren.

Saldo is belastbaar tegen het progressief tarief. (4 x 4-regel)

Uitzondering: 16,5%:

� vanaf de leeftijd van 60 jaar;

� n.a.v. overlijden meewerkende echtgenoot of kind van de handelaar.

� n.a.v. een gedwongen handeling (schadegeval, onteigening,…). De

Administratie beschouwt de zware handicap van de handelaar zelf, van

zijn meewerkende echtgenoot of van zijn meehelpend kind ook als een

gedwongen handeling

� Landbouwpremies: 12,5% !

Beroepskosten - Voorwaarden

tijdens het belastbare tijdperk gedaan of gedragen, of karakter

gekregen van zekere of vaststaande schuld

om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden en,

waarvan de echtheid en het bedrag verantwoord worden

d.m.v. bewijsstukken, of indien dit niet mogelijk is door alle

bewijsmiddelen van het gemeen recht, met uitzondering van de

eed.

Page 55: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

55

Beroepskosten - Tijdperk

Keuze aftrek als beroepskost voor jaar van betaling, dan wel voor

jaar waarin zeker en vaststaand karakter?

� Regels boekhoudwet werken door in de fiscale winst-

berekening, tenzij fiscale wet hiervan uitdrukkelijk afwijkt.

� Niet het geval voor beroepskosten.

� Dus moeten, overeenkomstig de boekhoudwet de uitgaven

worden geboekt in jaar waarin ze zeker en vaststaand zijn,

zonder keuzemogelijkheid voor de belastingplichtige.

(Antwerpen, 17 februari 2009, en in dezelfde zin Gent, 5 oktober 2004)

Beroepskosten - beveiliging

Zijn voor 120% aftrekbaar :

� Abonnementskosten aansluiting op vergunde alarmcentrale; (niet

de interventie na alarm- abonnementen en interventiefacturen). Gecombineerde factuur moet opsplitsing maken tussen de abonnementskosten

voor de aansluiting op een alarmcentrale enerzijds en voor de interventies

anderzijds. Zoniet volledige factuur uitgesloten van verhoogde aftrek.

� kosten m.b.t. beroep op vergunde bewakingsonderneming voor

verrichten van beveiligd vervoer ;

� de kosten m.b.t. gezamenlijk beroep, door een groep van

ondernemingen, op vergunde bewakingsonderneming.

Page 56: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

56

Afschrijvingen (1)Jaar van vervreemding

Administratie: geen afschrijving voor jaar buiten gebruik stelling

(verkoop, inbreng, vernieling), zelfs niet wanneer op de laatste

dag van dat boekjaar. (Com.IB 61/100)

Rechtspraak: In de Wet geen onderscheid naargelang het af te

schrijven goed in het belastbaar tijdperk al dan niet buiten gebruik

is gesteld door verkoop, inbreng of vernieling. Bovendien

onredelijk en strijdig met werkelijkheid dat activa in dat jaar plots

geen WV zouden ondergaan. (Gent, 19 oktober 2010)

Afschrijvingen (2)

Jaar van vervreemding

Andere Rechtspraak:

Voor een afschrijving is vereist dat actiefbestanddeel nog in

bezit is bij afsluiting boekjaar.

Bij verkoop in de loop van dat boekjaar is dit niet langer het

geval.

� (Rb. Leuven, 9 september 2011)

Page 57: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

57

VAK XIX: BATEN

Achterstallige erelonen

Als achterstallige erelonen kunnen worden beschouwd :

� de erelonen door toedoen van de overheid

(tekortkoming) niet betaald in het jaar van de prestaties;

� de latere vereffening gebeurt in éénmaal;

� de erelonen hebben betrekking op diensten geleverd

gedurende een periode van meer dan 12 maanden.

In dat geval wordt het prestatiegedeelte dat de 12 maanden

overtreft aan de gemiddelde aanslagvoet van het lopende jaar

belast. (code *652)

Page 58: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

58

Kostenforfait

Inkomstenschijf (Aj. 2018)

Inkomstenschijf (Aj. 2019)

Percentage forfait

0,00 – 5.870,00 0,00 – 6.000,00 28,7%

5.870,01 -11.670,00 6.000,01 – 11.910,00 10%

11.670,01 – 19.420,00 11.910,01 – 19.830,00 5%

19.420,01 en meer 19.830,01 en meer 3%

ABSOLUUT MAX.: 4.060,00

ABSOLUUT MAX.: 4.150,00

Investeringsaftrek - voorwaarden

� investering in, al dan niet in leasing genomen materiële of

immateriële vaste activa.

Financiële vaste activa en portefeuillewaarden

(obligaties,...) en andere vlottende activa zijn

uitdrukkelijk uitgesloten.

� de activa moeten bovendien in nieuwe staatworden

verkregen of tot stand gebracht.

� de activa moeten in België gebruikt worden voor de

uitoefening van de beroepswerkzaamheid.

Page 59: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

59

Investeringsaftrek – uitgesloten activa

Vaste activa niet uitsluitend voor de beroepsuitoefening gebruikt.

vaste activa verkregen of tot stand gebracht teneinde het recht tot gebruik

aan een derde over te dragen via een leasingcontract.

Vaste activa waarvan recht van gebruik op een andere wijze is afgestaan,

tenzij het recht van gebruik is afgestaan aan een andere BP die het actief

in België gebruikt voor het behalen van winsten en baten die het recht van

gebruik op zijn beurt niet geheel/gedeeltelijk overdraagt.

Vaste activa niet of over een kortere termijn dan 3 jaar afschrijfbaar.

Personenwagens en auto’s voor dubbel gebruik (tenzij taxi of rijscholen)

De bij de aankoopprijs komende kosten en onrechtstreekse

productiekosten, tenzij samen met de vaste activa afgeschreven

Investeringsaftrek tarievenAard activa Aj. 2018

Gewone investeringen 8%

Octrooien , milieuvriendelijke investeringen in O&O en energiebesparende investeringen en rookafzuig- of verluchtingssystemen in rookkamers van horecazaken

13,5%

Investeringen in beveiliging 20,5%

Aftrek i.f.v. de afschrijvingen van milieuvriendelijke investeringen in O&O 20,5%

Aftrek in functie van de afschrijvingen van de investeringen gedaan door ondernemingen met minder dan 20 werknemers bij het begin van het belastbaar tijdperk van de investering

10,5%

Digitale vaste activa voor ntegratie en exploitatie van digitale betalings- en facturatiesystemen en de systemen die dienen. voor de beveiliging van ICT

13,5%

Page 60: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

60

BEZOLDIGING EN TOEKENNING MEEWERKENDE ECHTGENOOT

Toekenning meewerkinkomen

Het stelsel van toekenning (zoals dit vóór 2003 bestond), blijft

bestaan voor de meewerkende echtgenoot, die ofwel:

� reeds zelf uit een eigen beroepsactiviteit een volwaardig

sociaal statuut heeft verkregen, doch geen eigen netto

beroepsinkomen van meer dan 13.620,00 EUR;

� geboren is vóór 1 januari 1956 en zich niet aansluit tot het

volledig sociaal statuut (maxi statuut).

De toekenning moet overeenstemmen met een normale verloning

voor de geleverde prestaties, maar mag niet hoger zijn dan 30%

van de gezamenlijk belaste netto winst of -baat van de partner,

tenzij de prestaties kennelijk recht geven op meer.

Page 61: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

61

Bezoldiging meewerkende echtgenoot

Stelsel van toepassing op de echtgeno(o)t(e) van een zelfstandige/

vrij beroeper (niet van bedrijfsleiders) die tijdens het belastbaar

tijdperk geen eigen beroepsactiviteit heeft uitgeoefend.

Deze “bezoldiging meewerkende echtgenoot” = Eigen inkomen.

Van dit inkomen mogen dan wel nog worden afgetrokken:

� sociale bijdragen,

� eigen werkelijke kosten, of

� forfait van 5%., (bovenop de sociale bijdragen)

Mag ook worden toegekend voor de jaren waarvoor geen

gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd.

Bezoldiging meewerkende echtgenoot (2)

De toekenning zelf:

moet overeenstemmen met de normale verloning voor de

geleverde prestaties, maar mag niet meer bedragen dan 30%van de gezamenlijk belaste netto winst of -baat van de partner,

tenzij de prestaties hem kennelijk recht geven op meer;

mag door de geholpen belastingplichtige als beroepskost

worden afgetrokken, in tegenstelling totde kosten die

veroorzaakt zijn door de medewerking van zijn partner.

is vatbaar voor vermeerdering, bij gebrek aan voldoende VA.

Page 62: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

62

VAK XXII: WINSTEN EN BATEN VAN EEN VORIGE

BEROEPSWERKZAAMHEID

Stopzettingsmeerwaarden.

behaald ter gelegenheid volledige en definitieve stopzetting van:

- de volledige activiteit

- één of meer bedrijfsafdelingen of takken van werkzaamheid:

belast aan 16,5%, ongeacht de bezitsduur.

Uitzonderingen:

- voorraden: gezamenlijk belastbaar,

- FVA in de mate dat ze fiscaal aangenomen minderwaarden

compenseren: gezamenlijk belastbaar

- IVA: (4 x 4-regel);

- Voortzetting onderneming in rechte lijn: volledige vrijstelling

Duurzame desaffectatie voor private doeleinden = NB

Page 63: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

63

CASUS - Gegevens

Mijnheer en mevrouw PRAET - DUVILLÉ zijn in 2003 gehuwd

zonder huwelijkscontract.

M. is sinds 2000 eigenaar van een woning (KI: 1.000 EUR),

waarvoor hij in dat jaar een hyp. lening van 80.000,00 EUR

afsloot om de aankoop te financieren. I.v.m. deze lening betaalde

M. in 2017 2.500,00 EUR kapitaal terug, en 800,00 EUR

interesten. De woning werd in 2017 verhuurd aan een leraar. Deze

gebruikt de woning voor 20% als werkruimte, met akkoord van de

fiscus die de kosten heeft aanvaard.

De niet-geregistreerde huurovereenkomst bepaalde de stipt

betaalde huur in 2017 op 700 EUR per maand.

CASUS – Gegevens (2)

In 2005 kopen ze samen een woning in Aalst (KI: 2.000 EUR),

kort nadien betrokken als hoofdverblijf. De toen aangegane hyp.

lening bedraagt 130.000,00 EUR. Hierop werd in 2017 6.000,00

EUR terugbetaald, naast een rente van 1.500,00 EUR.

Het echtpaar bleef tot op heden kinderloos,

Gevraagd

Vul de vakken III en IX in van de aangifte Aj. 2018.

Bereken het netto onroerend inkomen van elke echtgenoot.

Belastingverminderingen voor elk van beide echtgenoten?

Page 64: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

64

CASUS – Oplossing (1)

1. Vak III

Woning man = deels beroepsmatig verhuurd.

Bij gebrek aan geregistreerde HO met splitsing woning geacht volledig beroepsmatig te zijn = Code *109

Paar gehuwd in wettelijk stelsel, dus elk ½ aan te geven.Code 1109: 1.000 x ½ = 500 + Br. Huur 8,400 x ½ = 4 .200 Code 1110

Code 2109: 1.000 x ½ = 500 + Br. Huur 8,400 x ½ = 4 .200 Code 2110

Gezinswoning = Vrijgesteld

CASUS – Oplossing (2)

2. Vak IX

Woning man = niet zelf betrokken (dus rubriek C)

FEDERALE VOORDELENLening dateert van vóór 2005 (vóór invoeren woonbon us)

Kapitaal :

Enige woning op datum lening BOUWSPA REN

Beperkt tot aanvangsbedrag van 55.652,10 (lening 2000, 0 k.t.l.)

2.500,00 x 55.652,10 / 80.000,00 = 1.739,13 (c. 1355)

Interesten (geen (ver-)nieuwbouw): 800,00 (c. 1146)

Page 65: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

65

CASUS – Oplossing (3)

2. Vak IX

Gezinswoning echtpaar = zelf betrokken (dus rubriek B )

GEWESTELIJKE VOORDELENLening dateert van 2005 (woonbonus 1 ste generatie, MITS enige woning op 31/12 jaar lening)

Man: Niet het geval (dus geen woonbonus, maar:

- Bel. vermind. LT-sparen voor kapitaal

- Bel. vermind. Gewone interesten voor interest

Vrouw: Wel het geval (dus woonbonus voor kap. en interest)

CASUS – Oplossing (4)

Man Kapitaal = LT-sparen (niet vrij te verdelen, want M en V

genieten niet van zelfde vrijstellingsstelsel)

Verdelen volgens eigendomsaandeel

6.000 x ½ = 3.000

Bel.vermind. In functie van aanvangsbedrag

(leningen 2005 = 62.190,00):

3.000 x 62.190 / 130.000 = 1.435,15 Max.(c. 3358)

Interest = Bel. vermind. Gewone interesten:

1.500 x ½ = 750,00 (c. 3152)

Page 66: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

66

CASUS – Oplossing (5)

Vrouw

Kapitaal + Interest = Gewestelijke woonbonus:

Kapitaal : 6.000 x ½ = 3.000,00

Interest : 1.500 x ½ = 750,00

Totaal: 3.750,00

Te beperken tot 2.2 80,00 (c. 4370)

(Niet verhoogd met 760,00, want reeds 13 de jaar)

Code 4380 = X (geen lening gesloten vanaf 2008)

CASUS – Oplossing (6)

2, Berekening onroerend inkomen

Man Vrouw

C 1110: 4.200,00 C 2110: 4.200,00

- 1.680,00 (kosten 40%) id.

- 1.463;33 (beperking: 2/3 x 500 x 4,39)

= 2.736,67 = 2.736,67Dit resultaat moet > 500 x1,7491 = 874,55

~ 875,00 x 1,40 of 1.225,00 = OK

Interest: - 800,00 (code 1146) - 0,00

Netto OI: 1.936,67 2.736,67

Page 67: SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018

67

CASUS – Oplossing (7)

3, Belastingverminderingen

Man

Beperking binnen max. korf: 2.260,00

1.Federaal bouwsparen: c1355 = 1.739,13 x MT

2.Gewestelijk LT-sparen: c 3358 = 520,87 x 30%

3,Gewestelijke gew. interesten:

c 3152 = 700,00 < resterend OI (4.673,34),

Dus: 700,00 x MT (te verdelen volgens Netto ink.)

Vrouw

1.Gewestelijke woonbonus: c 4370 = 2.280,00 x MT