SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018
Transcript of SEMINARIE BIBF PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018
1
SEMINARIE BIBF
PERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2018
M. VAN WETTEREAdviseur FOD Financiën
Docent Thomas More hogeschoolLid Stagecommissie BIBF
Brussel 24 maart 2018
Wie is onderworpen ?
Alle rijksinwoners: met in België hun
� woonplaats (zekere bestendigheid of continuïteit)
� In tweede instantie: zetel van fortuin (plaats van waar
men de goederen die het fortuin uitmaken beheert of
hierop toeziet)
Vermoeden rijksinwonerschap:
� Weerlegbaar : inschrijving in rijksregister
� Onweerlegbaar: Wanneer aanslag op naam van beide
echtgenoten samen, is belastingwoonplaats plaats waar
het gezin is gevestigd, (centrum van gezinsleven of
huishoudelijke belangen gevestigd)
2
GEMEENSCHAPPELIJKE AANSLAG ?
Enkel voor echtgenoten (of wettelijk samenwonenden)
Tenzij:
� voor jaar van huwelijk (of verklaring wettelijke
samenwoning)
� vanaf jaar NA feitelijke scheiding
� voor jaar van echtscheiding, scheiding van tafel en bed of
beëindiging wettelijke samenwoning
� wanneer 1 echtgenoot beroepsinkomsten heeft van meer
dan 10.490,00 EUR als internationaal ambtenaar
� voor jaar van overlijden : MOGEN opteren voor
gemeenschappelijke aanslag
Principe van decumul
Elke echtgenoot belast op “eigen” inkomsten
Bijzonderheden :
� Beroepsinkomsten : toepassing huwelijksquotiënt (of
“oud” meewerkinkomen)
� Onroerende inkomsten : in wettelijk stelsel elk ½,
ongeacht wie eigenaar is
Per echtgenoot totaliseren van GBI
(afzonderlijk belastbare inkomsten ondergaan dat afz. tarief,
TENZIJ voordeliger globalisatie)
Sommige inkomsten worden vrijgesteld, met of zonder
progressievoorbehoud.
3
Principe van decumul
Elke echtgenoot belast op “eigen” inkomsten
Bijzonderheden :
� Beroepsinkomsten : toepassing huwelijksquotiënt (of
“oud” meewerkinkomen)
� Onroerende inkomsten : in wettelijk stelsel elk ½,
ongeacht wie eigenaar is
Per echtgenoot totaliseren van GBI
(afzonderlijk belastbare inkomsten ondergaan dat afz. tarief,
TENZIJ voordeliger globalisatie)
Sommige inkomsten worden vrijgesteld, met of zonder
progressievoorbehoud.
Belastingschaal Aj. 2018
Inkomstenschijf 2017 Inkomstenschijf 2018 Belasting-tarief
0,01 – 11.070,00 0,01 – 12.990,00 25%
11.070,01 – 12.720,00 30%
12.720,01 – 21.190,00 12.990,01 – 21.640,00 40%
21.190,01 – 38.830,00 21.640,01 – 39.660,00 45%
> 38.830,00 > 39.660,00 50%
4
Splitsing PB na 6de Staatshervorming
Ingevolge 6de staatshervorming:
Fiscale autonomie van de Gewesten uitgebreid.
Sedert het aanslagjaar 2015 wordt de
personenbelasting gesplitst in een federale eneen
gewestelijke.
Aan de hand van een autonomiefactor
Splitsing PB na 6de StaatshervormingTOTALE BELASTING (na aftrek belasting op belastingvrije sommen en na belastingvermindering i.v.m. pensioenen en vervangingsinkomsten en i.v.m. buitenlandse inkomsten
BELASTING STAAT BELASTING op:- interesten en dividenden- royalty’s- meerwaarden op roerende waarden
Belasting Staat x 24,957%(= autonomiefactor)
REST (75,043%)
= GEREDUCEERDE BELASTING STAAT
+ gewestelijke bel.vermeerderingen- gewestelijke bel.verminderingen en kortingen
- federale belastingverminderingen
= GEWESTELIJKE BELASTING = FEDERALE PERSONENBELASTING
TOTALE BELASTING1° + federale belastingvermeerderingen;2° - federale verrekenbare, niet terugbetaalbare bestanddelen;3° - federale en gewestelijke terugbetaalbare belastingkredieten;4° - federale verrekenbare en terugbetaalbare bestanddelen;5° + aanvullende gemeente- en agglomeratiebelasting op de personenbelasting.Resultaat: in beginsel verschuldigde of terug te storten belasting.
5
Welk gewest is bevoegd?
De personenbelasting wordt geacht te zijn
gelokaliseerd op de plaats waar de BP:
� zijn fiscale woonplaats heeft gevestigd
� op 1 januari van het aanslagjaar
9
Gevolgen van de nieuwe berekening
doel neutraliteit hervorming niet helemaal bereikt
� Gevolgen omzetting ‘aftrek enige woning’ en
‘bijkomende interestaftrek’ in
belastingvermindering ( federaal of gewestelijk)
� Wijziging gemiddelde aanslagvoet
� Gevolgen voor berekening huwelijksquotiënt
6
VAK II: PERSONALIA
1. Toeslagen belastingvrije som
Basisbedrag: In beginsel 7.270,00 EUR, te verhogen tot
7.570,00 EUR , indien belastbaar inkomen < 27.030,00 EUR.
(met overstapregeling)
Grensbedrag opgetrokken tot 45.750,00 vanaf Aj. 2019
Toeslagen:
� In de meeste gevallen: 1.550 EUR
� Voor kinderen: progressievetoeslag (bijv. 2 kinderen:
3.980 EUR
� Verleend bij partner met hoogste beroepsinkomsten
tenzij handicap andere partner (Buit. inkomsten !)
7
Slechts ten laste onder voorwaarden
Persoon op zich moet in aanmerking komen
� Ascendenten, afstammelingen, zijverwanten tot 2de graad,
voormalige pleegouders.
Deel uitmaken van gezin op 1.1. Aj.
� Werkelijk en bestendig samenonen
� Studie- en gezondheidsredenen ?
Geen netto bestaansmiddelen hoger dan grensbedrag
� In beginsel 3.200,00 EUR
� Bruto – 20% (min. 440,00 voor bezoldigingen en baten)
Geen bezoldigingen genoten die voor BP beroepskosten zijn.
NIEUW: bedrijfsleidersbezoldigingen student-zelfstandige
Bestaansmiddelen ?
Alle inkomsten, met uitzondering van:
wettelijke kinderbijslagen, kraamgelden en adoptiepremies
Studiebeurzen
Wettelijke tegemoetkomingen toegekend aan gehandicapten
Bezoldigingen gehandicapten in erkende beschutte werkplaats
“achterstallige” onderhoudsuitkeringen
1steschijf van 3.200,00regelmatige onderhoudsuitkeringen
bezoldigingen uit studentenarbeidt.b.v. 2.660,00 EUR
pensioenent.b.v. 25.750,00 EUR verkregen door 65-plussers ;
8
Bestaansmiddelen kinderen
Indien de belastingplichtigen fiscaal moeten beschouwd worden als…
Maximumbedrag van de netto bestaansmiddelen
van 2017
Echtgenoten 3.200,00 EUR
Alleenstaanden
kind is niet “zwaar gehandicapt”
4.620,00 EUR
kind is “zwaar gehandicapt” 5.860,00 EUR
Inkomsten in 2017 voor kind alleeenstaande:
-vakantiejob: 2.260
-Alimentatie: 360 x 9 maanden = 3.240
-Werk vanaf oktober: 1.500 (netto) na 300 (BV) / ma and
-NETTO BM.:
9
Inkomsten in 2017 voor kind alleeenstaande:
-vakantiejob: 2.260
-Alimentatie: 360 x 9 maanden = 3.240
-Werk vanaf oktober: 1.500 (netto) na 300 (BV) / ma and
-NETTO BM.:
-Vakantiejob: 0 (< 2.660)
-Alimentatie: 32 (3.240 – 3.200 = 40 x 80%)
-Werk: 4.320 (1.800 x 3 = 5.400 x 80%)
-Totaal: 4.352 < 4.620 => TEN LASTE
Gemeenschappelijk kind van alleenstaanden:
� Diegene die in feite aan het hoofd van het gezin staat
neemt kind ten laste
� Eenzelfde kind mag niet door beiden ten laste worden
genomen.
� Geen opportuniteitsoordeel taxatieagent.
Kind van slechts een van beide alleenstaanden:
� Ofwel als afstammeling ofwel als kind dat hij (zij)
volledig of hoofdzakelijk ten laste heeft.
Co-ouderschap
10
Co-ouderschap
toeslagen op de belastingvrije som m.b.t. kinderen voor wie
beide niet samenwonendeouders samen:
� voldoen aan de onderhoudsplicht als bepaald in het BW (voortaan
ook voor meerderjarige kinderen),
� de huisvesting gelijkmatig hebben verdeeld
automatischvoor ½ aan elk van de ouders toegekend mits:
• voor de kinderen geen regelmatige onderhoudsuitkeringen
afgetrokken
• uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar, hetzij geregistreerde of door
rechter gehomologeerde overeenkomst waarin gelijkmatig verdeelde
huisvesting uitdrukkelijk is vermeld, en wil tot verdeling van de
toeslagen m. b.t. die kinderen; hetzij rechterlijke beslissing waarin
gelijkmatig verdeelde huisvesting uitdrukkelijk vermeld.
VAK III: ONROERENDE INKOMSTEN
11
1. Belastingschuldige
Eigenaar, bezitter,
Erfpachter, opstalhouder
Vruchtgebruiker (niet de blote eigenaar)
Wordt niet langer beoordeeld de 16de van de maand van
overdracht, maar dag op dag
Onverdeeldheid: in verhouding tot eigendomsrecht.
Uitzondering: Gemeenschappelijke aanslag en wettelijk
stelsel: aangifte van de helft door elk van beiden (STEEDS !)
2. BelastingstelselEigen woning Niet of privé
verhuurd gebouw
Beroepsmatig verhuurde gebouwen
In beginsel belastbaar
Sedert het Aj. 2015
IN GEEN GEVAL nog belastbaar
Geïndexeerd KIx 1,40
Bruto huur
– 40% kostenforfait , met maximumvan 2/3 x KI x 4,39
Blijft: Belastingvermindering van 12,5% (leningen vóór 2005)
Uitzondering:
Verhuring overeenkomstig pachtwetgeving:
Geïndexeerd KI
Minstens:
Geïndexeerd KIx 1,40
12
3, Eigen woning ?
Onder “eigen woning” dient verstaan de woning die:
de BP zelf betrekt;
de BP niet zelf betrekt omwille van
� beroeps- of sociale redenen;
� wettelijke of contractuele belemmeringen;
� de stand van de bouwwerkzaamheden.
Uitgesloten gedeelten:
door de BP of een van zijn gezinsleden beroepsmatig aangewend
betrokken door personen die geen deel uitmaken van gezin BP
4. Coëfficienten
� Jaarlijkse Indexatie: 1,7491 (Aj. 2019: 1,7863)
� Revalorisatie KI met 4,39 bij:
� kosten beroepsmatige verhuring (Max. 2/3 gerev. KI)
� huurherkwalificatie bedrijfsleiders (Max. 5/3 gerev. KI)
d.w.z. maximumhuur: ca. 7,31 x NGKI
13
5. Beroepsmatige verhuring
BELASTBAAR = NETTO HUUR (+ VOORDELEN)
Ongeacht beroepsgedeelte: elke verhuur aan vennootschap,
VZW, verenigingen met of zonder RPH.
Bij verhuring aan natuurlijk persoon: IDEM
BEHALVE wanneer
- geregistreerde huurovereenkomst
- met splitsing.
In dat geval splitsing te maken in privé- en beroepsgedeelte.
6. Interesten
Interest van schulden specifiekaangegaan voor onroerende
goederen (zakelijke rechten) die in aanslagbasis zijn begrepen
betaalde vergoedingen voor aanschaffing recht van erfpacht,
opstal of gelijkaardige onroerende rechten
Niet voor interesten vrijstelbaar in de woonbonus !
Gemengd gebruik: Men is vrij kasmiddelen bij voorrang te
gebruiken voor bekostigen privé-gedeelte en lening voor
beroepsgedeelte. Indien bestemming gelden niet bewezen, mag
worden aangenomen dat lening bij voorrang heeft gediend
voor de beroepsmatige investeringen. (Circ. 29.04.2002)
14
VAK IV: BEZOLDIGINGEN VAN WERKNEMERS EN
VERVANGINGSINKOMSTEN
BezoldigingenAlle beloningen, als opbrengst van arbeid
• in dienstvan een werkgever
• anders danals terugbetalingvan eigen kostenwerkgever
1. Werkgevermoet bewijs leveren dat die vergoedingen
- bestemd zijn om hem eigen zijnde kosten te dekken
- daaraan daadwerkelijk zijn besteed.
2. Zelfs bij gebrek aan dit bewijs, moet administratie nog bewijs
leveren dat het een bezoldiging betreft.
Forfaitair karakter vergoeding en bekentenis andere werknemers
is in dit kader onvoldoende (Brussel, 3 november 2010)
15
Bezoldiging = belastbaar voor jaar waarin
betaald of toegekend.
� Bezoldigingen maand december:
Voor het eerst per einde jaar betaald
Belasten aan gemiddelde aanslagvoet
� Ten onrechte betaalde bezoldigingen:
Te regulariseren jaar = jaar waarin te veel betaald
Geldt ook voor privé sector
BEZOLDIGINGEN VOORDELEN ALLE AARD
Belastbare voordelen Sociale voordelen
Werkelijke waarde in
hoofdeverkrijger
Forfaitaire(art. 18
KB/WIB92)
VrijgesteldProgressief tarief
Voordelen
16
Voordelen (2)
De Administratie moet het bewijs leveren:
- van het bestaan van het voordeel én
- het oorzakelijk verband tussen de beroepsuitoefening en het
verkrijgen van het voordeel.
Voordeel toegekend aan echtgenoot,, wettelijk of feitelijk samenwonende,
kind, vriend(in), …van de WN/BL, zonder oorzakelijk verband met de
beroepsuitoefening is belastbare bezoldiging bij de WN/BL mits de
Administratie aantoont dat WN/BL eveneens een (on)rechtstreeks
persoonlijk voordeel haalt uit deze toekenning (Cass. 16.4.1999 en
17.3.2011). (Circ. dd. 5 november 2013)
Voordelen wegens beschikking over onroerend goed.
Verhuring door natuurlijk persoon: voordeel = 100/60 geïnd. KI
Onderscheid ongrondwettelijk bevonden !!!
Indien goed bemeubeld, voordeel tot 5/3opgevoerd.
Verhuring door rechtspersoon Vóór
Aj. 2013
Aj. 2013 en
volgende
K.I. niet groter dan 745,00 EUR 125/60 x geïndexeerdKI
K.I. groter dan 745,00 EUR 100/30 190/30
17
Voordelen kosteloze verstrekking van verwarming en elektriciteit
Kosteloze verstrekking van verwarming:
Ink.jaren 2015 2016 2017 2018
leidinggevend personeel en
bedrijfsleiders
1.900 1.910 1.950 1.990
andere genieters 860 860 880 900
Kosteloze verstrekking elektriciteitanders dan voor verwarming:
leidinggevend personeel en
bedrijfsleiders
950 950 970 990
andere genieters 430 430 440 450
Bedrijfswagens Regeling Aj. 2018
Catalogusprijs x CO2-percentage
x
6/7
=
VOORDEEL
Nieuwe:
Catalogusprijs in nieuwe
staat bij verkoop aan
particulier:
� incl. werkelijk betaalde
btw en opties
� excl. kortingen
Basispercentage = 5,5%
Geldt voor voertuig met
uitstoot:
-Benzine/LPG: 105 g/km
-Diesel: 87g/km
Minimum:
1.280 EUR
per jaarTweedehandse:
Idem:
Te verminderen met 6%
per jaar, beperkt tot 5
jaar, of 30%.
Verhoogd/verlaagd met 0,1%
per g/km in meer/min.
(indien niet gekend: resp. 205 en 195)
Resultaat: - Minimum 4%
- Maximum 18%
18
Periode verstreken sinds de eerste inschrijvingvan het
voertuig.(begonnen maand = volledige)
In aanmerking te nemen percentage van de cataloguswaarde
Van 0 tot 12 maanden 100%
Van 13 tot 24 maanden 94%
Van 25 tot 36 maanden 88%
Van 37 tot 48 maanden 82%
Van 49 tot 60 maanden 76%
Na 60 maanden 70%
B. Regeling Aj. 2018 - Voorbeeld
firmawagen met benzinemotor met een cataloguswaarde van 30.000 euro en een CO2-uitstoot van 115 g/km?
30.000 € (catalogusprijs) x 6/7 x 6,5%. (CO2-percentage) =
1.671,43 €
in dit geval 10 gram meer dan de referentie-CO2-uitstoot van
105 g/km: dus moet basispercentage van 5,5%. met 1,0%
worden vermeerderd tot 6,5%.
19
B. Regeling Aj. 2018 - Bijzonderheden
Wanneer werknemer/bedrijfsleider slechts gedurende een deel van het jaar over een firmawagen beschikt?
voordeel pro rata temporis verminderd (op basis aantal kalenderdagen vanaf dag 1 tot dag vóór inlevering).
� Voorbeeld: werknemer wordt op 15 augustus ontslagen en moet diezelfde dag zijn firmawagen inleveren.
o Belastbaar voordeel vermenigvuldigd met 226/365
o (vermindering pro rata temporis op basis aantal kalenderdagen – vanaf 1 januari tot en met 14 augustus);
Geldt ook bij terbeschikkingstelling omwille van een uitzonderlijke gebeurtenis
B. Regeling Aj. 2018 – Bijzonderheden (2)
Het feit dat werknemer of bedrijfsleider tijdelijk zijn
firmawagen niet heeft kunnen gebruiken ingevolge een
onderhoud of herstelling doet geen afbreuk aan de
terbeschikkingstelling van die firmawagen.
In afwachting terbeschikkingstelling definitieve firmawagen
beschikking over aanloopwagen?
Voordeel pro rata temporis berekenen voor de beide
voertuigen.
20
B. Regeling Aj. 2018 – Bijzonderheden (3)
Wanneer werknemer of bedrijfsleider er opties bij neemt (vb.
lederen interieur, siervelgen,…) moet hiermee rekening worden
gehouden voor de bepaling van het voordeel.
Stel: cataloguswaarde firmawagen = 30.000 EUR.
� Werknemer wenst lederen interieur ter waarde van 3.000
EUR., maar moet een deel van de optie (2.000 EUR) zelf
betalen.
� Berekeningsgrondslag voordeel = (30.000 + 3.000) x 1,21
� Bijdrage af te trekken van VAA: 2.000,00
Sociale voordelen (1)
Sommige verkregen voordelen zijn om sociale redenen vrijgesteld:
waarvoor het wegens de wijze van toekenning niet mogelijk is het
door iedere verkrijger werkelijk verkregen bedrag vast te stellen ;
voordelen die, hoewel individualiseerbaar, niet de aard van een
werkelijke bezoldiging hebben ;
geringe voordelenof gelegenheidsgeschenken verkregen
ingevolge gebeurtenissen die niet rechtstreeks in verbandstaan
met de beroepswerkzaamheid.
Vermits ze niet belastbaar zijn moeten ze niet vermeld worden op een
opgave 325 of fiche 281. De voordelen zijn doorgaans geen
aftrekbare beroepskosten.
21
Sociale voordelen (2)
Maaltijdcheques:
Uitdrukkelijk opgenomen in de vrijgestelde voordelen van artikel 38 §1 WIB 92. (toevoeging °25)
Aftrek als beroepskost werkgeverGevolg kwalificatie als 'vrijgesteld sociaal voordeel' is dat werkgever de kostprijs (verschil tussen nominale waarde cheques en bijdrage werknemer) van de cheques niet kan aftrekken.
Uitzondering: 2 EUR/maaltijdcheque (art. 53, 14°)
(1 EUR vóór 1.1.2016)
Sociale voordelen (3)
Ancienniteitspremies
= vrijgesteld sociaal voordeel (niet aftrekbaar bij werkgever) MITS
MAX 2 keer in loopbaan bij werkgever .
1ste: vanaf 25 jaar dienst en Max. 1 x brutomaandwedde
2de: vanaf 35 jaar dienst en Max. 2 x brutomaandwedde
22
OverzichtGelegenheid Grensbedrag Aftrekbaar ? Werknemer
?
1 of meer feesten of jaarlijkse gebeurtenissen
Vb. Kerstmis, Nieuwjaar, patroonsfeest
35 per jaar /werknemer
Ja Vrijgesteld
Voor St-Niklaas 35 per jaar/werknemer + 35 per kind tenlaste
Ja Vrijgesteld
> 35 per jaar/werknemer
Nee Vrijgesteld
Eervolle onderscheiding
105 per jaar/werknemer
Ja Vrijgesteld
> 105 Ja, mits verantwoording
Belastbaar
Pensionering
35 per dienstjaar (min. 105)
Ja Vrijgesteld
> 35 per dienstjaar Ja, mits verantwoording
Belastbaar
Overzicht (2)Gelegenheid Grensbedrag Aftrekbaar ? Werknemer ?
Anciënniteitspremie
1 maandwedde en vanaf 25 jaar dienst
Nee Vrijgesteld
2 maandwedden vanaf 35 jaar dienst
Nee Vrijgesteld
> 1 resp. 2 maandwedden
Ja, mits verantwoording
Voordeel van alle aard
Gelegenheidsgeschenk
< 35 Ja Vrijgesteld
Tussen 35 en 50 Nee Vrijgesteld
> 50 Ja, mits verantwoording
Voordeel van alle aard
Huwelijkspremie
Tot 200 Ja Vrijgesteld
Deel > 200 Ja, mits verantwoording
Voordeel van alle aard
23
Geringe geschenken en sociale voordelen.
Opdat een geschenk als sociaal voordeel zou kunnen worden vrijgesteld,
moet het een geringe waarde hebben.
Zowel inzake BTW als op het vlak van de IB geldt maximum van € 50.
Indien waarde hoogstens € 50 zonder meer sociaal voordeel.
Indien hiervan wordt afgeweken, geval per geval beoordelen of geschenk
als sociaal voordeel mag worden aangemerkt.
Indien niet aan die voorwaarde, is voldaan, is de totaliteit van het
voordeel belastbaar.
(PV. Nr. 224, M. DE BLOCK, Kamer, 17 januari 2011)
Woonwerkverkeer
Openbaar vervoer: volledig vrijgesteld
Georganiseerd gemeensch. vervoer: vrijgesteld tot max.
treinkaart 1steklasse
Ander vervoermiddel dan spoor, fiets, gemeenschappelijk
georganiseerd vervoer:
� Vrijstelling 390 EUR (Aj. 2019: 400)
ENKEL VRIJSTELLING MITS GEEN KOSTENBEWIJS
Fietsvergoedingen(incl. pedelecs):
� vrijstelling 0,23 EUR/km.
� voordeel terbeschikkingstelling fiets volledig vrijgesteld
� kosten fietsen, fietsstalling, sanitair,… 120% aftrekbaar.
24
Bezoldigingen: Afzonderlijk tarief
Aanslagvoet Soort bezoldiging
Gemiddelde aanslagvoet van het jaar zelf
Vervroegd vakantiegeld
“Maand december” overheid
Gemiddelde aanslagvoet van laatste vorig jaar waarin
normale beroepswerkzaamheid van 12
maanden
Loon- en weddeachterstallen
Inschakelingsvergoedingen
Niet vrijgestelde opzeggingsvergoedingen
Laatste vorig jaar “normale” BWZH
Jaar waarin belastingplichtige enkel werkloosheidsuitkeringen
heeft genoten, gold volgens Administratie als referentiejaar.
Werkloosheidsuitkeringen zijn vervangingsinkomsten, maar
vervangingsinkomsten zijn ook bezoldigingen. Aard
beroepsinkomsten doet niet ter zake. (Brussel, 1 juni 2011)
Rechtspraak doorbroken: “kijken naar laatste jaar waarin
beroepsinkomsten uit normale beroepswerkzaamheid.
Vervangingsinkomsten voldoen in dit verband niet.” (Cass., 14
maart 2013 en Circ. 13.11.2013)
25
Kostenforfait bezoldigingen
Aanslagjaar 2018 Aanslagjaar 2019
Inkomstenschijf forfait Inkomstenschijf forfait
0,00 – 8.620,00 30%
0,00 – 15.733,3330%
8.620,00 -20.360,00
11%
20.360,00 en meer 3%
ABSOLUUT MAX.: 4.320,00 ABSOLUUT MAX.: 4.720,00
Vervangingsinkomsten
Wettelijke en aanvullende werkloosheidsuitkeringen;
Wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkeringen (ziekenfondsen) ;
Moederschapsuitkeringen en uitkeringen voor
borstvoedingspauze;
Onderbrekingsvergoedingen betaald door de RVA;
Uitkeringen aan gefailleerde zelfstandigen;
Weerverletzegels in de bouwsector: (2 % van de gewone
bezoldigingen). De getrouwheidszegels (9% van de gewone
bezoldigingen) maken GEWONE bezoldigingen uit;
Werkloosheidsuitkeringen met bedrijfstoeslag (brugpensioen)
26
Vervangingsinkomsten - tarief
Enkelde werkelijke kostenkunnen worden afgetrokken.
Geen toepassing enig kostenforfait.
Worden aan progressief tarief belast.
Evenwel met een belastingvermindering(die geheel of
gedeeltelijk wordt afgebouwd)
VAK V: PENSIOENEN
27
Belastbaarheid
Pensioenen zijn belastbaar indien ze:
rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op
een beroepswerkzaamheid, of
het gehele of gedeeltelijke herstel uitmaken van een
bestendige derving van winsten, baten of
bezoldigingen.
Pensioenkapitalen (vanaf 1.7.2013 – WGB)
M
O
M
E
N
T
60 jaar
Of
Fictieve pensioen-
leeftijd sporters
61 jaar Vanaf 62 jaar
Of
n.a.v. effectieve
wettelijke
pensionering
Op 65 jaar,
mits actief
gebleven tot de
wettelijke
pensioenleeftijd
Of
bij overlijden
T
A
R
I
E
F
20% 18% 16,5% 10%
28
VAK VII: ROERENDE INKOMSTEN
.� Afzonderlijk belast aan tarieven gaande van 5 tot 30% ,
behoudens voordeliger globalisatie.
� Aangifte is facultatief MITS RV aan de bron. Door de aangifte in de PB kan deze (gedeeltelijk) gerecupereerd worden, wanneer het totale inkomen onder de belastingvrije sommen blijft.
� Inkomsten uit de cessie/concessie van auteursrechten of naburige rechten, moeten steeds worden aangegeven, zelfs wanneer RV aan de bron werd ingehouden.
� Interesten en dividenden: geen PB/Gem of PB/Aggl
29
Verhuring, verpachting, concessie van roerende goederen
Inkomsten, (deze zijn vrij van RV) moeten voor hun
nettobedrag worden aangegeven, zijnde:
bruto-inkomen, te verminderen met:
- bewezen kosten (afschrijving, verzekering,
onderhoud, taksen,…maar GEEN interesten), of
- kostenforfait van 15% (voor meubilair e.d. bestaat
een forfait van 50%).
Spaardeposito’s - voorbeeld
BP heeft 2 spaardeposito’s:
Rente ontvangen in 2017: Boekje 1: 1.500,00 netto en Boekje 2: 2.220,00
netto
Aan te geven?
30
Spaardeposito’s - voorbeeld
BP heeft 2 spaardeposito’s:
Rente ontvangen in 2017: Boekje 1: 1.500,00 netto en Boekje 2: 2.220,00
netto
Aan te geven?
� Facultatief: deel rente boven 1.880 waarop RV is ingehouden:
Boekje 2: 2.220,00 – 1.880,00 = 340,00
Spaardeposito’s - voorbeeld
BP heeft 2 spaardeposito’s:
Rente ontvangen in 2015: Boekje 1: 1.500,00 netto en Boekje 2: 2.220,00
netto
Aan te geven?
� Facultatief: deel rente boven 1.880 waarop RV is ingehouden:
Boekje 2: 2.220,00 – 1.880,00 = 340,00
� Verplicht : 1.500 (boekje 1) + 1.880,00 (boekje 2) = 3.380,00
Vrijgestelde schijf per gezin: -1.880,00
Aan te geven: 1.500,00
� Indien BP geen andere inkomsten: teruggave RV: 340,00 x 15/85 = 60,00
� Vanaf 2018 wordt vrijstelling verlaagd naar 960 EUR.
31
VAK XVI: DIVERSE INKOMSTEN
Toevallige winsten of baten
� Inkomsten buiten beroepswerkzaamheid,
- die niet kaderen in een normaal beheer van een privaat
vermogen (geen speculatie) van
- onroerende goederen, portefeuillewaarden en roerende
voorwerpen
� Belast aan 33% (na aftrek kosten).
� Desondanks evt. taxatie als meerwaarde op onroerend goed:
bewezen
Gerealiseerd binnen de 5 jaarGerealiseerd buiten de 5 jaar, maar binnen de 8 jaar
Gerealiseerd buiten de 8 jaar
Gebouwen Ongebouwde onr. goederen
Ongebouwde onr. goederen
16,5% 33% 16,5% Niet belastbaar
32
VAK VI: ONTVANGENONDERHOUDSUITKERINGEN
Voorwaarden aftrek (1)
AFTREKBAAR = BELASTBAAR
� Onderhoud verschuldigd
� enkel in rechte lijn
� staat van behoefte
� Personen maken geen deel uit van gezin
� studenten
� verzorgingsinstellingen
� Regelmatig betaald:
� vereist in beginsel een zekere periodiciteit
33
Voorwaarden (2)
gewone kosten:gebruikelijke kosten m.b.t. dagelijks
onderhoud kind;
buitengewone kosten:uitzonderlijke, noodzakelijke of
onvoorzienbare uitgaven voortvloeiend uit toevallige of
ongewone gebeurtenissen en die het gebruikelijke budget voor
het dagelijks onderhoud overschrijden. (orthodontie,
meerdaagse schoolreizen,…)
Niet voor vrijwillig gemaakte kosten om omgangsrecht
comfortabeler te maken (Brussel 17.03.2011)
Onderhoudsuitkeringen in jaar van feitelijke scheiding
Onderhoudsgeld tussen echtgenoten:
Administratie laat aftrek toe van betalingen verricht vanaf
ogenblik feitelijke scheiding, ondanks vestiging
gemeenschappelijke aanslag.
Genieter moet de ontvangen sommen in dezelfde aangifte
opnemen.
Onderhoudsgeld aan kinderen:
Ook de betalingen verricht voor de kinderen die vanaf de
feitelijke scheiding geen deel meer uitmaken van het gezin van
de schuldenaar zijn aftrekbaar.
34
VAK VIII: VORIGE VERLIEZEN EN AFTREKBARE BESTEDINGEN
Beroepsverliezen.
kunnen niet ontstaan ingevolge de toepassing van forfaitaire grondslagen van aanslag,
zijn onbeperkt overdraagbaar, telkens naar het eerstvolgende belastbaar tijdperk,
kunnen aangerekend worden op de beroepsinkomsten van de andere echtgenoot.
Verliezen feitelijke verenigingen: aftrekbaar mits:
- beroepswerkzaamheid van dezelfde aard en
- verrichtingen beantwoorden aan rechtmatige financiële of economische behoeften.
35
Aftrekbare bestedingen
Enkel nog voor betaalde onderhoudsuitkeringen
� Verschuldigd door beide partners
� Individueel verschuldigd
� Aftrekbaar aan 80% (ook indien gekapitaliseerd)
� Overige bestedingen werden belastingverminderingen.
VAK IX: INTRESTEN, KAPITAALAFLOSSINGEN EN PREMIES LEVENSVERZ. DIE
RECHT GEVEN OP EEN FISCAAL VOORDEEL
36
Piet krediet woont hier niet !
Algemeen
Ingevolge de BFW worden de belastingvoordelen voor uitgaven
van leningen en de als waarborg of wedersamenstelling hiervan
betaalde premies van individuele LV’n een gewestelijke bevoegdheid, MITS het om uitgaven voor het verwerven of
behouden van de eigen woning gaat.
Bevoegde gewest?
� niet bepaald door de ligging van de woning
� gewest waar BP woonplaats heeft op 1 januari aanslagjaar.
Andere leningen en LV-premies = federale bevoegdheid
37
Tijdstip betaling bepalend
Voortaan zal de status van een woning (“eigen” of andere),
vast te stellen op dagbasis, het stelsel bepalen waarin ten
aanzien van tijdens die periode betaalde uitgaven een
belastingvermindering (gewestelijk of federaal) wordt
verleend.
Voorbeeld: Indien woning “eigen woning” voor de periode van
17.2.2015 tot 25.08.2015: enkel de tijdens die periode
betaalde uitgaven m.b.t. lening en verzekering genieten van
een gewestelijke belastingvermindering. De overige uitgaven
geven evt. aanleiding tot een federale belastingvermindering.
Welk gewest is bevoegd ?
voorbeeld
- Vlaams gewest is bevoegd voor woning in Namen
- Federale overheid is bevoegd voor appartement in
Brussel
Gent01/01/2018
Eigen woning in Namen
Huurt een woning in Gent
Woning in Namen verkocht - verhuisd - woning gehuurd in Gent (= effectieve woonplaats)
Verhuur van appartement in Brussel
38
wat met lening / SSV bij wijziging bestemming woning in 2017?
voorbeeld Eigen woning
in Namenwoning in Namen wordt verhuurd
�aflossingen / SSV betaald in dit tijdperk : gewestelijke voordelen
�aflossingen / SSV betaald in dit tijdperk : federale voordelen
Eigen woning in Namen
woning in Namen wordt verhuurd
Eerste generatie woonbonus
Voorwaarden voor leningen tussen 2005 en 2014
Hypotheeklening in E.E.R. met minimumlooptijd 10 jaar
Specifiek voor verwerven woning gelegen in de E.E.R.
Enige woning op 31.12 van leningsjaar, TENZIJ andere
woningen:
� werden geërfd in mede-eigendom, naakte eigendom of in vruchtgebruik
� of op voormelde datum te koop aangeboden en op 31.12 van daarop volgende jaar ook effectief verkocht.
39
Eerste genratie woonbonus (2)
Eigen woning van de belastingplichtige; d.w.z.
de woning die hij zelf betrekt, behalve bij niet-bewoning om
beroeps- of sociale redenen, of wegens
� wettelijke of contractuele belemmeringen
� de stand van de bouwwerkzaamheden,
in welke 2 gevallen de toestand opnieuw zal worden
beoordeeld op 31.12 van het tweede jaar dat volgt op dat
waarin het leningscontract werd gesloten.
Eerste generatie woonbonus (3)
Eigen woning:
Uitgesloten gedeelten:
gedeelte dat de belastingplichtige of een van zijn gezinsleden
beroepsmatig aanwendt;
gedeelten die worden betrokken door personen die geen deel
uitmaken van het gezin van de belastingplichtige.
40
Voorbeeld: op 12.5.2014 hypothecaire lening voor bouw
enige eigen woning. De woning wordt op 30.11.2017 in
gebruik genomen.
� 2014: aftrek enige en eigen woning;
� 2015: aftrek enige en eigen woning;
� 2016: gewone intrestaftrek en belastingvermindering
langetermijnsparen;
� vanaf 2017: belastingvermindering woonbonus
Met ingang van 2016past het Vlaams gewest deze tijds-
beperking (31.12 N+2) niet langer toe
Eerste generatie woonbonus (4)
Komen in aanmerking: PRIVE-interesten + kapitaalaflossingen +
levensverzekeringspremies tot uitsluitende dekking
Vrijstelbaar bedrag:
� Basisbedrag: 2.280,00 (Brussels Gew. 2.350)
� Verhogingen:
4 760,00 (eerste 10 jaar) (Brussels Gew. 780,00)
4 80,00 (indien minstens 3 kinderen ten laste op 1.1.
jaar na lening)
Verhogingen definitief verloren indien woning op 31.12 van
een later jaar niet meer enige woning (NE telt niet mee)
41
Eigen, en enige woning op tijdstip betalingen
Eigen, doch NIET ENIGE woning op tijdstip betalingen
Niet de eigen woning op tijdstip betalingen
- het moet gaan om een hypothecaire lening (werkelijke inschrijving);
- bij instelling gevestigd in de E.E.R.; - met een looptijd van > 10 jaar; - specifiek voor verwerven/ behouden
van in de E.E.R. gelegen woning die op 31.12 van het leningjaar : - de enige woning in volle
eigendom is (tenzij…) - de eigen woning is van de BP
Zelfde voorwaarden,
behoudens deze m.b.t. de enige woning
Max./jaar en per BP van 2.280,00 EUR, nog verhoogd met :
- 760,00 EUR eerste 10 jaar; - 80,00 EUR (indien >= 3 kinderen
ten laste zijn op 1.1. van het jaar na het leningscontract.
Slechts voor aanvangsbedrag lening van 76.110,00 EUR (50.000 geïndexeerd)
+ totaal vrijstelbare premies en aflossingen SAMEN beperkt (per echtgenoot) tot:
15% van de eerste 1.900 EUR van het beroepsinkomen;
6 % van het saldo; met absoluut maximum van 2.280 EUR
Idem, behalve 1.880 2.260
Vlaamse belastingvermindering
woonbonus
Vlaamse belastingvermindering lange
termijnsparen
Federale
belastingvermindering lange
termijnsparen
42
Leningen vanaf 1.1.2015(2de generatie Woonbonus)
Hyp.leningen voor verwerven/behouden “eigen woning”
ondergaan volgende regeling in Vlaams Gewest :
� voor belastingvermindering in aanmerking komend
bedrag: 1.520,00EUR;
� enkel gedurende de eerste 10 jaar verhoogd met 760,00
EUR en met 80,00 EUR indien minstens 3 k.t.l.;
� belastingvermindering uniform 40%.
� in Waals Gewest: 40%, maar korf resp. 2,290, 770 en 80
� in Brussels Gewest: 45%, maar korf ook nog verder
geïndexeerd (2.350, 780, 80).
43
Leningen vanaf 1.1.2015 (Andere gewestelijke voordelen)
Gewest Vlaams Brussels Waals
Kapitaalaflossingen enverzekeringspremies:
Bouwsparen Afgeschaft 45% 40%
Lange termijnsparen Grensbedrag: 76.110Vermindering: 30%
Grensbedrag: 76.360Vermindering:30%
Interesten:
Gewone Vermindering: 40% Afgeschaft
Bijkomende interesten Afgeschaft 45% 40%
VLAAMSE 3 DE GENERATIE WOONBONUS –DE GEÏNTEGREERDE WOONBONUS
Invoering belastingvermindering ‘geïntegreerde woonbonus’ voor
kapitaalaflossingen, interesten en premies lening/verzekering i.v.m.
EIGEN woning. Geldt voor leningen vanaf 1.1.2016
Voorwaarden zoals voorheen, doch woning hoeft niet langer enige
woning te zijn
Korf = 1520 + [760 +80] mits ENIGE woning op 31,12 (nooit nog
verhoging vanaf jaar waarin op 31,12 niet langer enige woning)
Belastingvermindering = 40%
Niet hypothecaire interesten niet langer aftrekbaar
Belastingvermindering lange termijnsparen en gewone interesten
afgeschaft voor leningen vanaf 2016
44
VLAAMSE 3 DE GENERATIE WOONBONUS –DE GEÏNTEGREERDE WOONBONUS
Bijzonderheid premie levensverzekering.
De levensverzekeringspremie die niet uitsluitend dient voor de
wedersamenstelling van een hypothecaire lening (gesloten voor de
eigen woning) komt voortaan in aanmerking voor de
‘geïntegreerde woonbonus’, zij het beperkt tot het gedeelte dat
dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van de
hypothecaire lening die vanaf 2016 voor de eigen woning wordt
aangegaan.
VLAAMSE 3 DE GENERATIE WOONBONUS –DE GEÏNTEGREERDE WOONBONUS
Zorgwoning.
Wanneer een deel van de woning tot zorgwoning wordt
omgevormd of wordt aangekocht of gebouwd om gedeeltelijk een
zorgwoning te zijn (bijv. om bejaarde ouders te huisvesten),
komen ook de uitgaven die betrekking hebben op dat gedeelte van
de woning in aanmerking voor de geïntegreerde woonbonus,
niettegenstaande dit gedeelte betrokken wordt door personen die
geen deel van het gezin van de ontleners uitmaken.
45
VLAAMSE 3 DE GENERATIE WOONBONUS –DE GEÏNTEGREERDE WOONBONUS
Samenloop met leningen voor diezelfde woning van vóór 2016.
� Indien in een belastbaar tijdperk zowel uitgaven worden gedaan voor een HL
van vóór 2016, als voor een HL vanaf 2016, geldt een keuzeregeling.
� Men kiest voor de Vlaamse verminderingen (bouwsparen, woonbonus,
gewone interesten,…) van de ‘oude’ lening: enkel deze uitgaven komen in
aanmerking en men verzaakt aan de verminderingen voor de ‘nieuwe’ lening
� Men kiest voor de geïntegreerde woonbonus (leningen vanaf 2016): enkel de
uitgaven betreffende dergelijke lening komen in aanmerking voor voordelen
en men verzaakt aan de verminderingen i.v.m. de ‘oude’ lening.
� De keuze voor de geïntegreerde woonbonus is definitief.
� Men kan wel opteren om slechts in een later jaar dan dat van de ‘nieuwe’
lening, in te stappen in de geïntegreerde woonbonus. Vanaf dat later jaar wordt
deze keuze definitief.
LENINGEN VANAF 2016IN BRUSSELS GEWEST
De in 2016 gesloten leningen ondergaan hetzelfde
belastingregime als voorheen.
Ook de indexatie bleef, in tegenstelling tot wat in andere
gewesten het geval was, onverminderd voortbestaan.
De woonbonuswerd volledig afgeschaftvoor de sedert 2017
gesloten leningen. De belastingvermindering werd vervangen
door een verhoogde vrijstelling van registratierechten.
46
SCHEMATISCHE VOORSTELLING WOONBONUS
Aanslagjaar 2018
Federaal (niet eigen woning)
Gewestelijk (want eigen woning)
Leningen van 2005 tot 2013
Leningen van 2005 tot 2014
Leningen van 2015 Leningen van 2016
Leningen van 2017
Vermindering: Marginaal tarief (30 tot 50%)
VL. 40% VL. 40% VL. 40%
BR. 45% BR. 45% BR. Hogere vrijstellingreg.recht
WA. 40% WA. Woon-cheque
WA. Woon-cheque
Maxima: 2.260 + 750 + 80
VL. 2.280 + 760 + 80
VL. 1.520 + 760 + 80
VL. 1.520 + 760 + 80
VL. 1.520 + 760 + 80
BR. 2.350 + 780 + 80
BR. 2.350 + 780 + 80
BR. 2.350 + 780 + 80
WA. 2.290 + 760 +80
WA. 2.290 + 760 +80
VAK X: UITGAVEN DIE RECHT GEVEN OP EEN
BELASTINGVERMINDERING
47
Overige belastingverminderingen
FEDERALE
GIFTEN
KINDEROPVANG
PENSIOENSPAREN
AANKOOP ELEKTRISCHE
VOERTUIGEN
TAX SHELTER STARTENDE ONDERNEMING
GEWESTELIJKE
DIENSTENCHEQUES
PWA-cheques
UITGAVEN DAKISOLATIE
RENOVATIEOVEREEN-KOMSTEN (mama-papaleningen)
Giftenaan erkende socio-culturele instellingen
Minstens 40 EUR per jaar
storting moet blijken uit een kwijtschrift. (geen belang op
naam van welke echtgenoot uitgereikte attesten opgemaakt) .
< 10 % van totale netto-inkomen/BP en 376.350 EUR
Belastingvermindering = 45%
48
Voorwaarden kinderopvang
Kinderen tot 12 jaar . leeftijdsgrens opgetrokken naar 18 jaar ���� kinderen met “zware handicap”; (recht op verhoogde
kinderbijslag) + NIET DE EIGEN KINDEREN !
Kinderoppas buiten de normale lesuren;
Kinderen moeten ten laste zijn; (maar ook voor co-ouder)
Ouder(s) met beroepsinkomsten;
Instellingen in EER;
Geen toeslag gevraagd wegens kinderen ten laste < 3 j. (580,00)
Max. 11,20/oppasdag
Belastingvermindering = uniform 45%
Dienstencheques
belastingvermindering : 30% x aanschaffingsprijs
Beperking uitgaven tot 1.440 EUR !
belastingvermindering niet terugbetaalbaar: lage inkomens
kunnen niet optimaal genieten van belastingvoordeel
Niet aangerekend gedeelte belastingvermindering wordt om
die reden omgezet in een terugbetaalbaar belastingkrediet
(voor inkomens tot 27.030 EUR – niet voor Brussels Gewest)
In Brussels Gewest: 15% voor de eerste 156 cheques.
In Waals Gewest: 0,9 EUR per cheque (beperkt tot 150 st,)
49
TAX SHELTER VOOR STARTENDE ONDERNEMINGEN (1)
Voor nieuwe aandelen, bij oprichting of kapitaalverhoging
binnen 4 jaar, ingevolge inbreng in geld in startende KMO, ten
vroegste in 2013 opgericht.
Rechtstreeks of onrechtstreeks via startersfonds,
financieringsvehikel of crowdfundingplatform
Reeks voorwaarden m.b.t. hoedanigheid vennootschap
De belastingvermindering bedraagt:
4 30% bij aandelen in KMO’s;
4 45% bij aandelen in micro-ondernemingen (balans
< 350.000, omzet < 700.000, WN < 10)
TAX SHELTER VOOR STARTENDE ONDERNEMINGEN (2)
Belastingvermindering geldt niet voor:
uitgaven in aanmerking genomen voor belastingvermindering
voor werkgeversaandelen of aandelen erkend ontwikkelings-
fonds
verwerving van aandelen in een vennootschap waarin de
belastingplichtige bedrijfsleider is;
verwerving van aandelen van een vennootschap waardoor de
belastingplichtige meer dan 30%van het kapitaal bekomt;
verwerving van aandelen die op 31.12 niet meer in bezit zijn;
boven de 100.000,00per belastbaar tijdperk en per echtgenoot
50
VAK XVII: BEZOLDIGINGEN VAN BEDRIJFSLEIDERS
1. Bezoldigingen
Bezoldigingen van bedrijfsleiders zijn:
alle beloningenverleend of toegekend aan een natuurlijk persoon die:
� een opdracht als bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of
gelijksoortige functies uitoefent;
� in de vennootschap een leidende functie of een leidende
werkzaamheid van dagelijks bestuur, van commerciële,
financiële of technische aard uitoefent, buiten een arbeidsovereenkomst.
� zijn belastbaar voor het jaar waarin ze zijn betaald of toegekend,
d.w.z. wanneer de bedrijfsleider er kan over beschikken,
51
2. Voordelen
Zodra oorzakelijk verband tussen uitoefenen beroepswerk-
zaamheid en verkrijgen voordelen: voordelen belastbaar bij
bedrijfsleider. Het heeft geen belang of de voordelen recht-
streeks of onrechtstreeks zijn toegekend aan de familieleden of
aan leden van het feitelijke gezin van de bedrijfsleider.
Aldus zal het voordeel uit de terbeschikkingstelling van een
wagen voor privé doeleinden aan de echtgenote van een
bedrijfsleider (die geen uitstaans heeft met de vennootschap
waarvan haar echtgenoot de bedrijfsleider is), belastbaar zijn bij
de bedrijfsleider omdat deze rechtstreeks of onrechtstreeks
profijt haalt uit de terbeschikkingstelling. (Circ. 5.11.2013)
3. Kostenforfait
Voor bezoldigingen van bedrijfsleiders bedraagt het
kostenforfait slechts 3% van de belastbare bezoldigingen.
Bovendien geldt een absoluut maximum van:
2.440,00EUR (Aj. 2019: 2.490,00).
52
4. Ten laste nemen verliezen -voorwaarden
� onherroepelijke en onvoorwaardelijke betaling van een
geldsom:
Boeking op RC is onvoldoende
� met het oog op het behoud van bestaande beroepsinkomsten
VAA volstaan
� De inkomsten dienen periodiek verkregen te zijn
Veronderstelt geen maandelijks inkomen
� De aldus gestorte geldsom moet daadwerkelijk gebruikt
worden voor de aanzuivering van het verlies.
VAK XVIII: WINSTEN
53
Belastbaarheid inkomen
Winst is belastbaar voor het belastbaar tijdperk waarin de
‘schuldvordering’ een zeker en vaststaand karakterheeft
verkregen, ongeacht de datum van inning ervan.
Winst = geacht verkregen op laatste dag boekjaar waarop de
vorderingen betrekking hebben
Uitzondering: onderwaardering van activa en overwaardering
van passiva
Vergelijk met baten ! Belastbaar voor jaar waarin inkomsten
zijn ontvangen.
Meerwaarden
Enkel de meerwaarden op activa die voor de beroeps-
werkzaamheid worden gebruikt zijn belastbaar
- de vaste activa, aangeschaft of vervaardigd in het kader
van de beroepswerkzaamheid en als actiefbestanddeel
geboekt;
- de vaste activa of gedeelten daarvan, waarvoor fiscaal
afschrijvingenof waardeverminderingen zijn
aangenomen;
- de immateriëleactiva die tijdens de beroepswerk-
zaamheid zijn tot stand gebracht.
54
Compensatievergoedingen
Vergoedingen tijdens de beroepsuitoefening ontvangen als compensatie of
n.a.v. een handeling die een vermindering van de werkzaamheid of van de
winsten tot gevolg kan hebben
belastbaar aan 33% voor zover < nettowinst van de vier voorafgaande jaren.
Saldo is belastbaar tegen het progressief tarief. (4 x 4-regel)
Uitzondering: 16,5%:
� vanaf de leeftijd van 60 jaar;
� n.a.v. overlijden meewerkende echtgenoot of kind van de handelaar.
� n.a.v. een gedwongen handeling (schadegeval, onteigening,…). De
Administratie beschouwt de zware handicap van de handelaar zelf, van
zijn meewerkende echtgenoot of van zijn meehelpend kind ook als een
gedwongen handeling
� Landbouwpremies: 12,5% !
Beroepskosten - Voorwaarden
tijdens het belastbare tijdperk gedaan of gedragen, of karakter
gekregen van zekere of vaststaande schuld
om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden en,
waarvan de echtheid en het bedrag verantwoord worden
d.m.v. bewijsstukken, of indien dit niet mogelijk is door alle
bewijsmiddelen van het gemeen recht, met uitzondering van de
eed.
55
Beroepskosten - Tijdperk
Keuze aftrek als beroepskost voor jaar van betaling, dan wel voor
jaar waarin zeker en vaststaand karakter?
� Regels boekhoudwet werken door in de fiscale winst-
berekening, tenzij fiscale wet hiervan uitdrukkelijk afwijkt.
� Niet het geval voor beroepskosten.
� Dus moeten, overeenkomstig de boekhoudwet de uitgaven
worden geboekt in jaar waarin ze zeker en vaststaand zijn,
zonder keuzemogelijkheid voor de belastingplichtige.
(Antwerpen, 17 februari 2009, en in dezelfde zin Gent, 5 oktober 2004)
Beroepskosten - beveiliging
Zijn voor 120% aftrekbaar :
� Abonnementskosten aansluiting op vergunde alarmcentrale; (niet
de interventie na alarm- abonnementen en interventiefacturen). Gecombineerde factuur moet opsplitsing maken tussen de abonnementskosten
voor de aansluiting op een alarmcentrale enerzijds en voor de interventies
anderzijds. Zoniet volledige factuur uitgesloten van verhoogde aftrek.
� kosten m.b.t. beroep op vergunde bewakingsonderneming voor
verrichten van beveiligd vervoer ;
� de kosten m.b.t. gezamenlijk beroep, door een groep van
ondernemingen, op vergunde bewakingsonderneming.
56
Afschrijvingen (1)Jaar van vervreemding
Administratie: geen afschrijving voor jaar buiten gebruik stelling
(verkoop, inbreng, vernieling), zelfs niet wanneer op de laatste
dag van dat boekjaar. (Com.IB 61/100)
Rechtspraak: In de Wet geen onderscheid naargelang het af te
schrijven goed in het belastbaar tijdperk al dan niet buiten gebruik
is gesteld door verkoop, inbreng of vernieling. Bovendien
onredelijk en strijdig met werkelijkheid dat activa in dat jaar plots
geen WV zouden ondergaan. (Gent, 19 oktober 2010)
Afschrijvingen (2)
Jaar van vervreemding
Andere Rechtspraak:
Voor een afschrijving is vereist dat actiefbestanddeel nog in
bezit is bij afsluiting boekjaar.
Bij verkoop in de loop van dat boekjaar is dit niet langer het
geval.
� (Rb. Leuven, 9 september 2011)
57
VAK XIX: BATEN
Achterstallige erelonen
Als achterstallige erelonen kunnen worden beschouwd :
� de erelonen door toedoen van de overheid
(tekortkoming) niet betaald in het jaar van de prestaties;
� de latere vereffening gebeurt in éénmaal;
� de erelonen hebben betrekking op diensten geleverd
gedurende een periode van meer dan 12 maanden.
In dat geval wordt het prestatiegedeelte dat de 12 maanden
overtreft aan de gemiddelde aanslagvoet van het lopende jaar
belast. (code *652)
58
Kostenforfait
Inkomstenschijf (Aj. 2018)
Inkomstenschijf (Aj. 2019)
Percentage forfait
0,00 – 5.870,00 0,00 – 6.000,00 28,7%
5.870,01 -11.670,00 6.000,01 – 11.910,00 10%
11.670,01 – 19.420,00 11.910,01 – 19.830,00 5%
19.420,01 en meer 19.830,01 en meer 3%
ABSOLUUT MAX.: 4.060,00
ABSOLUUT MAX.: 4.150,00
Investeringsaftrek - voorwaarden
� investering in, al dan niet in leasing genomen materiële of
immateriële vaste activa.
Financiële vaste activa en portefeuillewaarden
(obligaties,...) en andere vlottende activa zijn
uitdrukkelijk uitgesloten.
� de activa moeten bovendien in nieuwe staatworden
verkregen of tot stand gebracht.
� de activa moeten in België gebruikt worden voor de
uitoefening van de beroepswerkzaamheid.
59
Investeringsaftrek – uitgesloten activa
Vaste activa niet uitsluitend voor de beroepsuitoefening gebruikt.
vaste activa verkregen of tot stand gebracht teneinde het recht tot gebruik
aan een derde over te dragen via een leasingcontract.
Vaste activa waarvan recht van gebruik op een andere wijze is afgestaan,
tenzij het recht van gebruik is afgestaan aan een andere BP die het actief
in België gebruikt voor het behalen van winsten en baten die het recht van
gebruik op zijn beurt niet geheel/gedeeltelijk overdraagt.
Vaste activa niet of over een kortere termijn dan 3 jaar afschrijfbaar.
Personenwagens en auto’s voor dubbel gebruik (tenzij taxi of rijscholen)
De bij de aankoopprijs komende kosten en onrechtstreekse
productiekosten, tenzij samen met de vaste activa afgeschreven
Investeringsaftrek tarievenAard activa Aj. 2018
Gewone investeringen 8%
Octrooien , milieuvriendelijke investeringen in O&O en energiebesparende investeringen en rookafzuig- of verluchtingssystemen in rookkamers van horecazaken
13,5%
Investeringen in beveiliging 20,5%
Aftrek i.f.v. de afschrijvingen van milieuvriendelijke investeringen in O&O 20,5%
Aftrek in functie van de afschrijvingen van de investeringen gedaan door ondernemingen met minder dan 20 werknemers bij het begin van het belastbaar tijdperk van de investering
10,5%
Digitale vaste activa voor ntegratie en exploitatie van digitale betalings- en facturatiesystemen en de systemen die dienen. voor de beveiliging van ICT
13,5%
60
BEZOLDIGING EN TOEKENNING MEEWERKENDE ECHTGENOOT
Toekenning meewerkinkomen
Het stelsel van toekenning (zoals dit vóór 2003 bestond), blijft
bestaan voor de meewerkende echtgenoot, die ofwel:
� reeds zelf uit een eigen beroepsactiviteit een volwaardig
sociaal statuut heeft verkregen, doch geen eigen netto
beroepsinkomen van meer dan 13.620,00 EUR;
� geboren is vóór 1 januari 1956 en zich niet aansluit tot het
volledig sociaal statuut (maxi statuut).
De toekenning moet overeenstemmen met een normale verloning
voor de geleverde prestaties, maar mag niet hoger zijn dan 30%
van de gezamenlijk belaste netto winst of -baat van de partner,
tenzij de prestaties kennelijk recht geven op meer.
61
Bezoldiging meewerkende echtgenoot
Stelsel van toepassing op de echtgeno(o)t(e) van een zelfstandige/
vrij beroeper (niet van bedrijfsleiders) die tijdens het belastbaar
tijdperk geen eigen beroepsactiviteit heeft uitgeoefend.
Deze “bezoldiging meewerkende echtgenoot” = Eigen inkomen.
Van dit inkomen mogen dan wel nog worden afgetrokken:
� sociale bijdragen,
� eigen werkelijke kosten, of
� forfait van 5%., (bovenop de sociale bijdragen)
Mag ook worden toegekend voor de jaren waarvoor geen
gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd.
Bezoldiging meewerkende echtgenoot (2)
De toekenning zelf:
moet overeenstemmen met de normale verloning voor de
geleverde prestaties, maar mag niet meer bedragen dan 30%van de gezamenlijk belaste netto winst of -baat van de partner,
tenzij de prestaties hem kennelijk recht geven op meer;
mag door de geholpen belastingplichtige als beroepskost
worden afgetrokken, in tegenstelling totde kosten die
veroorzaakt zijn door de medewerking van zijn partner.
is vatbaar voor vermeerdering, bij gebrek aan voldoende VA.
62
VAK XXII: WINSTEN EN BATEN VAN EEN VORIGE
BEROEPSWERKZAAMHEID
Stopzettingsmeerwaarden.
behaald ter gelegenheid volledige en definitieve stopzetting van:
- de volledige activiteit
- één of meer bedrijfsafdelingen of takken van werkzaamheid:
belast aan 16,5%, ongeacht de bezitsduur.
Uitzonderingen:
- voorraden: gezamenlijk belastbaar,
- FVA in de mate dat ze fiscaal aangenomen minderwaarden
compenseren: gezamenlijk belastbaar
- IVA: (4 x 4-regel);
- Voortzetting onderneming in rechte lijn: volledige vrijstelling
Duurzame desaffectatie voor private doeleinden = NB
63
CASUS - Gegevens
Mijnheer en mevrouw PRAET - DUVILLÉ zijn in 2003 gehuwd
zonder huwelijkscontract.
M. is sinds 2000 eigenaar van een woning (KI: 1.000 EUR),
waarvoor hij in dat jaar een hyp. lening van 80.000,00 EUR
afsloot om de aankoop te financieren. I.v.m. deze lening betaalde
M. in 2017 2.500,00 EUR kapitaal terug, en 800,00 EUR
interesten. De woning werd in 2017 verhuurd aan een leraar. Deze
gebruikt de woning voor 20% als werkruimte, met akkoord van de
fiscus die de kosten heeft aanvaard.
De niet-geregistreerde huurovereenkomst bepaalde de stipt
betaalde huur in 2017 op 700 EUR per maand.
CASUS – Gegevens (2)
In 2005 kopen ze samen een woning in Aalst (KI: 2.000 EUR),
kort nadien betrokken als hoofdverblijf. De toen aangegane hyp.
lening bedraagt 130.000,00 EUR. Hierop werd in 2017 6.000,00
EUR terugbetaald, naast een rente van 1.500,00 EUR.
Het echtpaar bleef tot op heden kinderloos,
Gevraagd
Vul de vakken III en IX in van de aangifte Aj. 2018.
Bereken het netto onroerend inkomen van elke echtgenoot.
Belastingverminderingen voor elk van beide echtgenoten?
64
CASUS – Oplossing (1)
1. Vak III
Woning man = deels beroepsmatig verhuurd.
Bij gebrek aan geregistreerde HO met splitsing woning geacht volledig beroepsmatig te zijn = Code *109
Paar gehuwd in wettelijk stelsel, dus elk ½ aan te geven.Code 1109: 1.000 x ½ = 500 + Br. Huur 8,400 x ½ = 4 .200 Code 1110
Code 2109: 1.000 x ½ = 500 + Br. Huur 8,400 x ½ = 4 .200 Code 2110
Gezinswoning = Vrijgesteld
CASUS – Oplossing (2)
2. Vak IX
Woning man = niet zelf betrokken (dus rubriek C)
FEDERALE VOORDELENLening dateert van vóór 2005 (vóór invoeren woonbon us)
Kapitaal :
Enige woning op datum lening BOUWSPA REN
Beperkt tot aanvangsbedrag van 55.652,10 (lening 2000, 0 k.t.l.)
2.500,00 x 55.652,10 / 80.000,00 = 1.739,13 (c. 1355)
Interesten (geen (ver-)nieuwbouw): 800,00 (c. 1146)
65
CASUS – Oplossing (3)
2. Vak IX
Gezinswoning echtpaar = zelf betrokken (dus rubriek B )
GEWESTELIJKE VOORDELENLening dateert van 2005 (woonbonus 1 ste generatie, MITS enige woning op 31/12 jaar lening)
Man: Niet het geval (dus geen woonbonus, maar:
- Bel. vermind. LT-sparen voor kapitaal
- Bel. vermind. Gewone interesten voor interest
Vrouw: Wel het geval (dus woonbonus voor kap. en interest)
CASUS – Oplossing (4)
Man Kapitaal = LT-sparen (niet vrij te verdelen, want M en V
genieten niet van zelfde vrijstellingsstelsel)
Verdelen volgens eigendomsaandeel
6.000 x ½ = 3.000
Bel.vermind. In functie van aanvangsbedrag
(leningen 2005 = 62.190,00):
3.000 x 62.190 / 130.000 = 1.435,15 Max.(c. 3358)
Interest = Bel. vermind. Gewone interesten:
1.500 x ½ = 750,00 (c. 3152)
66
CASUS – Oplossing (5)
Vrouw
Kapitaal + Interest = Gewestelijke woonbonus:
Kapitaal : 6.000 x ½ = 3.000,00
Interest : 1.500 x ½ = 750,00
Totaal: 3.750,00
Te beperken tot 2.2 80,00 (c. 4370)
(Niet verhoogd met 760,00, want reeds 13 de jaar)
Code 4380 = X (geen lening gesloten vanaf 2008)
CASUS – Oplossing (6)
2, Berekening onroerend inkomen
Man Vrouw
C 1110: 4.200,00 C 2110: 4.200,00
- 1.680,00 (kosten 40%) id.
- 1.463;33 (beperking: 2/3 x 500 x 4,39)
= 2.736,67 = 2.736,67Dit resultaat moet > 500 x1,7491 = 874,55
~ 875,00 x 1,40 of 1.225,00 = OK
Interest: - 800,00 (code 1146) - 0,00
Netto OI: 1.936,67 2.736,67
67
CASUS – Oplossing (7)
3, Belastingverminderingen
Man
Beperking binnen max. korf: 2.260,00
1.Federaal bouwsparen: c1355 = 1.739,13 x MT
2.Gewestelijk LT-sparen: c 3358 = 520,87 x 30%
3,Gewestelijke gew. interesten:
c 3152 = 700,00 < resterend OI (4.673,34),
Dus: 700,00 x MT (te verdelen volgens Netto ink.)
Vrouw
1.Gewestelijke woonbonus: c 4370 = 2.280,00 x MT