pavburgerschapsvorming.files.wordpress.com · Web viewLees onderstaande aanwijzingen voor het...
Transcript of pavburgerschapsvorming.files.wordpress.com · Web viewLees onderstaande aanwijzingen voor het...
Evaluatie
Hoofdstuk 4: Ongelijkheid op de arbeidsmarkt......../ 25 P
Naam : ..................................................................... Nr. ...............
Klas : .....................................................................
Tijd:
minuten
Leerkracht : .....................................................................
Vak : .....................................................................
Datum : .....................................................................
InstructiesLees onderstaande aanwijzingen voor het invullen van de toets:
- Je maakt deze toets individueel. Er wordt niets doorgegeven.
- Gebruik van een woordenboek en computer is toegelaten.
- Steek je hand op als je een vraag hebt, dan kom ik de vraag toelichten.
- Werk ordelijk en schrijf leesbaar: wat ik niet kan lezen is fout!
- Hou de tijd in de gaten: je hebt minuten om de toets in te vullen.
- Veel succes!
Overzicht van de vragen en de puntenverdeling
Nr Vraag Zelfevaluatie
Hoe is deze opdracht volgens jou gelukt? Omcirkel wat past.
Punten
1 OV / V / G / ZG /7P
2 OV / V / G / ZG /7P
3 OV / V / G / ZG /2P
4 OV / V / G / ZG /1P
5 OV / V / G / ZG /4P
6 OV / V / G / ZG /7P
7 OV / V / G / ZG /8P
8 OV / V / G / ZG /4P
9 OV / V / G / ZG /2P
OV = Onvoldoende / V = Voldoende / G = Goed / ZG = Zeer Goed
Vraag 1a:
Kruis aan of de stelling juist of fout is./ 2 P
Stelling Juist fout
Fatima (50 jaar) en Jan (30 jaar) hebben samen hotelschool
gevolgd en zijn allebei met eenzelfde resultaat afgestudeerd.
Ze hebben beiden kinderen.
Als Fatima en Jan solliciteren voor dezelfde job heeft Fatima
meer kans om aangeworven te worden.
Vraag 1b:
Geef 3 redenen waarom werkgevers zo zouden kunnen denken./ 6 P
Antwoord:
1. ...................................................................................................................................
...................................................................................................................................
...................................................................................................................................
2. ...................................................................................................................................
...................................................................................................................................
...................................................................................................................................
3. ...................................................................................................................................
...................................................................................................................................
...................................................................................................................................
Modelantwoord:
De stelling is fout.
1. Sommige werkgevers werven liever geen allochtonen aan omdat ze vrezen dat
hun klanten niet door allochtonen willen bediend worden.
2. Sommige werkgevers werven liever geen vrouwen aan omdat ze overtuigd zijn
dat vrouwen vaker afwezig zullen zijn (bijvoorbeeld voor de zorg voor de
kinderen).
3. Sommige werkgevers werven liever geen oudere werknemers aan omdat ze
overtuigd zijn dat ouderen trager werken.
Doel dat wordt bevraagd:
- Leerlingen kunnen voorbeelden geven die aantonen dat sommige mensen
een andere mening kunnen hebben over ongelijkheid in onze samenleving.
Vraag 2:
Onderstaande cartoon toont een vorm van ongelijkheid in onze samenleving.
Over welke ongelijkheid gaat het hier?
/ 2 P
Voorbeeld : ....................................................................................................................
Modelantwoord:
Er is geen evenwicht tussen het aantal mannen en vrouwen op bepaalde
bestuursniveaus. Er is een glazen plafond. Mannen klimmen hoger op de
carrièreladder dan vrouwen.
Doel dat wordt bevraagd:
- De leerlingen kunnen voorbeelden geven die aantonen hoe ongelijkheid
aanwezig is in onze samenleving.
Vraag 3:
Ongelijkheid op de arbeidsmarkt doet zich ook op andere plaatsen in de wereld voor. Zoek op het internet 2 ongeziene voorbeelden over ongelijkheid op de arbeidsmarkt in andere landen.
Noteer ook de bron waarop je dit gevonden hebt.
Duid deze landen aan op de wereldkaart.
/5 P
Voorbeeld 1:
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
Bron:……………………………………………………………………………………….
Voorbeeld 2:
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………
Bron: ……………………………………………………………………………………….
Duid deze twee landen aan op de wereldkaart:
Doelen die worden bevraagd:
- Leerlingen kunnen voorbeelden geven die aantonen dat sommige mensen
een andere mening kunnen hebben over ongelijkheid in onze samenleving.
- Leerlingen kunnen ICT inzetten om informatie te vinden.
Vraag 4:
Op de website van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen kan je volgende tekst lezen.
a) Lees deze tekst aandachtig.b) Los onderstaande vragen op.
/ 4 P
1a. Lees onderstaande tekst over de oorzaken van de loonkloof aandachtig
OORZAKEN
Een aanzienlijk deel van de loonkloof is te wijten aan de sectorale en
beroepssegregatie: vrouwen bevinden zich immers vaker in minder gevaloriseerde
en minder goed betaalde sectoren en beroepen dan mannen. Deeltijds werken is ook
een belangrijke factor van de loonkloof, en wel op twee niveaus.
Ten eerste spreekt het voor zich dat wie deeltijds werkt minder verdient per maand of
per jaar dan wie voltijds werkt. Aangezien vrouwen oververtegenwoordigd zijn bij de
deeltijdwerkers (bijna één werkneemster op twee tegenover één werknemer op tien),
is de loonkloof tussen vrouwen en mannen berekend op jaarbasis groter (23%) dan
de kloof tussen de uurlonen (10%). Maar deeltijds werken heeft ook een negatieve
impact op de loonvorming in de loop der jaren. Na verloop van tijd verdient wie
deeltijds werkt ook minder per uur dan voltijds werkende collega’s. Ten slotte
genieten deeltijdwerkers ook minder extralegale voordelen (aanvullend pensioen,
maaltijdcheques, hospitalisatieverzekering, bedrijfswagen, gsm of laptop…).
Een andere welbekende factor is de verticale segregatie. Dit begrip verwijst naar het
feit dat vrouwen in de meeste sectoren in de lagere en minder goed betaalde functies
blijven steken.
Ten slotte heeft ook de gezinssamenstelling een impact. Het is geen verrassing dat
de loonkloof groter is bij koppels met kinderen (bijna 17%), gevolgd door koppels
zonder kinderen (14%), alleenstaanden met kinderen (8.8%) en alleenstaanden
(5.8%). Hierbij wordt verwezen naar de ongelijke verdeling van de gezinstaken.
Bron: Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen. (z.j.). Oorzaken.
Geraadpleegd op 16 april 2018 via
http://igvm-iefh.belgium.be/nl/activiteiten/arbeid/loonkloof/oorzaken
1b. Los volgende vragen op.
1. Leg in je eigen woorden uit welke vier redenen in deze tekst worden
aangehaald als oorzaken van de loonkloof.
Reden 1: ………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………….………
………………………………………………………………………………………….
Reden 2: ………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………….………
………………………………………………………………………………………….
Reden 3: ………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………….………
………………………………………………………………………………………….
Reden 4: ………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………….………
………………………………………………………………………………………….
Modeloplossingen:
1. De eerste reden die ze hiervoor aanhalen is segregatie. Vrouwen werken vaak
in minder goed betaalde sectoren dan mannen.
2. Op de tweede plaats werken vrouwen ook vaker deeltijds, waardoor ze minder
verdienen. Na een aantal jaar zal degene die deeltijds werkt ook minder
verdienen dan wie voltijds werkt.
3. Daarna geven ze ook verticale segregatie aan. Vrouwen blijven vaak steken in
lagere sectoren en minder goed betaalde jobs.
4. Tot slot heeft ook gezinssamenstelling een impact. Bij koppels met kinderen is
de loonkloof het grootst.
Doel dat wordt bevraagd:
- Leerlingen kunnen artikels analyseren en relevantie informatie hieruit
selecteren.
Vraag 5:
Bekijk de grafiek over de kans op werk, rekening houdend met afkomst, geslacht en onderwijsniveau.
Maak een top 12 van de personen die op de grafiek worden afgebeeld.
Bovenaan staan de personen met de meeste kans op werk, onderaan de personen met de kleinste kans op werk.
Opmerking: Je mag spreken van mannen/vrouwen met/zonder migrantenachtergrond.
/ 6 P
Bron: Europese Commissie, (07 maart 2018), geraadpleegd op 16 april 2018, via
https://ec.europa.eu
1……………………………………………………………………………………………………
2……………………………………………………………………………………………………
3……………………………………………………………………………………………………
4……………………………………………………………………………………………………
5……………………………………………………………………………………………………
6……………………………………………………………………………………………………
7……………………………………………………………………………………………………
8……………………………………………………………………………………………………
9……………………………………………………………………………………………………
10……………………………………………………………………………………………………
11……………………………………………………………………………………………………
12……………………………………………………………………………………………………
Modeloplossing:
1. Mannen, hoog opgeleid zonder migrantenachtergrond
2. Vrouwen hoog opgeleid zonder migrantenachtergrond
3. Mannen middelhoog opgeleid zonder migrantenachtergrond
4. Mannen hoog opgeleid met migrantenachtergrond
5. Vrouwen middelhoog opgeleid zonder migrantenachtergrond
6. Vrouwen hoog opgeleid met migrantenachtergrond
7. Mannen laag opgeleid zonder migrantenachtergrond
8. Mannen middelhoog opgeleid met migrantenachtergrond
9. Vrouwen laag opgeleid zonder migrantenachtergrond
10.Vrouwen middelhoog opgeleid met migrantenachtergrond
11.Mannen laag opgeleid met migrantenachtergrond
12.Vrouwen laag opgeleid met migrantenachtergrond
Doel dat wordt bevraagd:
- Leerlingen kunnen uit tabellen, grafieken en diagrammen informatie
evalueren.