Ordenieuws SpecialKwaliteit.

24
13 Concrete resultaten Wetenschappelijke verenigingen vertellen 17 Kwaliteitsbeleid medisch specialisten De verdiensten van twee jaar kwaliteitsgelden 18 Harry van Hulsteijn Afscheid na zeven jaar Special Ordenieuws November 2010

description

Ordenieuws special kwaliteit

Transcript of Ordenieuws SpecialKwaliteit.

Page 1: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

13 Concrete resultatenWetenschappelijke verenigingen vertellen

17 Kwaliteitsbeleid medisch specialistenDe verdiensten van twee jaar kwaliteitsgelden

18 Harry van HulsteijnAfscheid na zeven jaar Special

Ordenieuws

November 2010

Page 2: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

3 Hoofdredactioneel

4 Kwaliteit van medisch-specialistische zorg: een kans!Column Marcel Daniels, nieuwe voorzitter van de Raad voor Wetenschap, Opleiding en Kwaliteit van de Orde van Medisch Specialisten.

5 Terugblikken en vooruitzienProminenten vertellen hoe zij terugblikken op zeven jaar kwaliteits-beleid medisch specialisten en de uitdagingen voor de komende zeven jaar.

8 Kwaliteit heeft prioriteit!11 Projecten toegelicht van de wetenschappelijke verenigingen

13 Projecten onder de loep Overzicht van alle projecten

17 Wat doet de Orde? Kwaliteitsbeleid medisch specialisten

17 Kwaliteitsprijs Medisch Specialisten 2010

18 Interview met Harry van HulsteijnVoormalig voorzitter van de Raad voor Wetenschap, Opleiding en Kwaliteit van de Orde van Medisch Specialisten

20 Nieuwe generatie richtlijnen op komstInterview met Ben Willem Mol en Irene Mathijssen

21 Tevredenheidsonderzoek van de NVIC

21 Medicatie-overdracht in de keten

22 Twee jaar SKMS,Waar staan we nu?

23 NVvH maakt slag van uitvoering naar kwaliteitsbeleidInterview Marie-Jeanne Vrancken Peeters

24 Scholing in kwaliteitszorgAanbod van de Academie voor Medisch Specialisten

Inhoud

2 KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010

Page 3: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

Hoofdredactioneel

In deze Kwaliteitsspecial passeren alle ontwikkelingen van de afgelopen jaren derevue. Harry van Hulsteijn, de vertrekkendevoorzitter van de Raad WOK, gaat in op debelangrijkste gebeurtenissen van de afge-lopen jaren (pagina 18).

Terugblikken en vooruitzien De algemeen voorzitter van de Orde vanMedisch Specialisten en een aantal promi-nente sprekers zullen tijdens het afscheids-symposium van Harry van Hulsteijn vertellen hoe zij terugkijken op zeven jaar kwaliteitsbeleid medisch specialisten ende uitdagingen voor de komende zevenjaar. De beoogd opvolger van Harry vanHulsteijn, Marcel Daniëls beschrijft in eencolumn zijn visie op de toekomst.

Twee jaar kwaliteitsgeldenBij structureel kwaliteitsbeleid, hoort struc-turele financiering. Omdat het vertrek vanHarry van Hulsteijn samenvalt met tweejaar kwaliteits-gelden, gaat de voorzittervan de Stichting Kwaliteitsgelden MedischSpecialisten (SKMS) in op waar deze geldende afgelopen jaren aan besteed zijn.Welke projecten werden door de weten-schappelijke verenigingen en de Orde uitgevoerd, wie beoordeelde de projectenen zag toe op de besteding? In een artikelworden de gebeurtenissen rond twee jaarkwaliteitsgelden toegelicht. Natuurlijkwordt er ook inhoudelijk ingegaan op deprojecten. In een interview lichten RobTollenaar en Marie-Jeanne VranckenPeeters toe hoe de Nederlandse Verenigingvoor Heelkunde, de ontwikkeling van normen proactief ter hand hebben genomen.

Irene Mathijssen van de NederlandseVereniging voor Plastische Chirurgie en Ben Willem Moll, gynaecoloog en voorzittervan de commissie Richtlijnen van de RaadWOK, gaan in op de wijze waarop de ont-wikkeling van richtlijnen moderniseert enwat dit betekent voor de komende jaren.

Projecten onder de loepVerder vindt u in deze Kwaliteitsspecialeen overzicht van projecten die zijn afgerond of die nog lopen. Elf projectenworden breder uitgelicht zoals onder anderede ontwikkeling van indicatoren door deNederlandse Vereniging van Radiotherapieen de richtlijn Geriatric Assessment van deNederlandse Vereniging voor KlinischeGeriatrie. Ook projecten die niet vanuitde kwaliteitsgelden medisch specialistenzijn gefinancierd verdienen in deze uitgaveaandacht. Zoals het project Medicatie-overdracht in de keten. Daarnaast doet deNederlandse Vereniging voor IntensiveCare verslag van het patiënttevredenheids-onderzoek dat zij deed op intensive cares.

Het moge duidelijk zijn, er zijn honderdenbelangrijke en goede projecten die allemaalde aandacht verdienen. Kwaliteit heeft weldegelijk de prioriteit van de medisch specialist. ■

Marjon KallewaardSecretaris van de Raad voor Wetenschap,Opleiding en Kwaliteit

Kwaliteit heeft de

prioriteit van de medisch

specialist

Drie november is een bijzondere dag voor de Orde van Medisch specialisten (Orde) en de wetenschappelijke verenigingen.Tijdens het 1e Nationaal Kwaliteitscongres wordt op deze dag tevens afscheid genomen van dr. L.H. (Harry) van Hulsteijn,internist, voorzitter van de Raad voor Wetenschap, Opleiding en Kwaliteit (WOK). Zeven jaar van vooral voorspoed, aan-dacht voor richtlijnen, indicatoren, visitaties en structureel geïntegreerd kwaliteitsbeleid. Van subsidies naar structurelefinanciering van medisch-specialistische kwaliteit in de vorm van de kwaliteitsgelden medisch specialisten. Er is veelbereikt. Maar liefst 148 nieuwe richtlijnprojecten in de laatste twee jaar, meer dan 400 indicatoren, kwaliteitsregistratiesen medical audit en het Individueel Functioneren Medisch Specialisten (IFMS), een model reglement voor mogelijk disfunctioneren van medisch specialisten en een Kwaliteitskader Medisch Specialisten.

KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010 3

Page 4: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

Hoewel medisch specialisten getrachthebben tegemoet te komen aan deze veranderingen met het efficiënter eninzichtelijker maken van de zorg, het biedenvan (keuze)informatie en het opstellen vankwaliteitskaders en -indicatoren schietendeze pogingen in de optiek van velen nogte kort. De politiek, zorgverzekeraars enmedia suggereren soms dat de medischspecialisten niet ‘willen’ veranderen, terwijlde beroepsgroep zelf zich geconfronteerdziet met wensen vanuit de samenlevingten aanzien van ‘kwaliteit’ die naar haaroordeel niet voldoende gestaafd (kunnen)worden met wetenschappelijk gefundeerdevisies. De balans vinden in de vraag vanuitde maatschappij om meer inzicht in degeboden kwaliteit en een medisch inhoude-lijk verantwoord aanbod van informatie en indicatoren daartoe is een van de uit-dagingen waar de medisch specialistenvoor staan.

Medisch specialisten gaan zich zelfverenigenMeer dan voorheen zal het vertrouwen vande maatschappij ‘verdiend’ moeten wordenen dit vraagt om een voortdurende dialoogmet de vertegenwoordigers van die maat-schappij. Het is daarbij wenselijk dat de

medisch specialisten zich zelf rondom hetthema kwaliteit van zorg verenigen enhierop (in samenspraak met andere zorg-verleners) een breed gedragen visie ont-wikkelen en uitdragen, (overigens zal desnelheid van uitvoerbaarheid hiervan medeafhangen van andere veranderingsprocessenin de gezondheidszorg waar de medischspecialist zich op zal moeten richten).De wetenschappelijke verenigingen vanmedisch specialisten, samenkomend ineen platform zoals geboden wordt via deRaad voor Wetenschap, Opleiding enKwaliteit van de Orde, zijn bij uitstek deorganisaties die hieraan invulling kunnengeven. Ondanks de vele inspanningen inde afgelopen jaren en de daarmee reedsbereikte resultaten, staat ons nog veel tedoen! ■

Marcel Daniëls, cardioloog

Marcel Daniëls wordt, na voordracht hier-toe, door de Raad voor Wetenschap,Opleiding en Kwaliteit tijdens de AlgemeneLedenvergadering van de Orde op 25november 2010 bindend voorgedragen alsvoorzitter van de Raad voor Wetenschap,Opleiding en Kwaliteit.

Kwaliteit van medisch-specialistische zorg: een kans!

Al vele jaren geven individuele medisch specialisten, wetenschappelijke verenigingen en de Orde van MedischSpecialisten vorm aan de kwalitatief zeer goede medisch-specialistische zorg in Nederland. Dit is veelal gebeurd vanuithun eigen expertise en overtuigingen, zonder veel ophef en uitgaande van het vertrouwen vanuit de samenleving ophun kennis en kunde. Die samenleving is echter veranderd, het vertrouwen in de medisch specialist is niet meer vanzelf-sprekend, de patiënt wil beter geïnformeerd zijn, en de economische realiteit dwingt tot het maken van keuzes in hetaanbod en de organisatie van zorg.

Meer dan voorheen zal hetvertrouwen van de maatschappijverdiend moeten

worden

4 KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010

Page 5: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

Als iets transparant is zie je het niet meer. Dat is natuurlijk nietwat er wordt bedoeld als we het over transparantie in de zorg hebben. Transparantie gaat dan ook eigenlijk over het tussen-gebied. Transparantie dient een wederzijds doel. Patiënten, ver-wijzers en verzekeraars willen beter kunnen zien wat we doenen wat de resultaten van ons werk zijn. Wij willen láten zien watwe (goed) doen en wat onze resultaten zijn.Transparantie is slechts een middel om het vertrouwen verderte doen toenemen. Harry van Hulsteijn heeft het tot zijn persoon-lijke missie gemaakt de openheid van de medisch specialisten te vergroten. En daarin is hij goed geslaagd: de ziekenhuizen én demedisch specialisten daarbinnen zijn heel veel opener geworden.Toch wordt nog steeds gezegd dat we te gesloten zijn. Als je datdebat beschouwt kan je constateren dat er op twee golflengteswordt gesproken. De medisch specialisten leggen uit waarom,

op basis van methodologie en statistiek, zaken (nog) niet meet-baar zijn. En daar hebben zij gelijk in! Maar de patiënten en verzekeraars weten dat er registraties bestaan, “die zullen ertoch niet voor niets zijn” zo redeneren zij, en willen die gegevenskunnen inzien. Het gevaar is dat wij elkaar in dat debat gevan-gen houden, een debat met een ondertoon van wantrouwen.Wantrouwen is iets dat in de dagelijkse zorg gelukkig geen rolspeelt. De overgrote meerderheid van de patiënten, zo blijkttelkens weer uit metingen, vertrouwt de artsen en verpleeg-kundigen. En terecht! De kunst zal zijn om werkelijk met elkaar in gesprek te komen,om sámen te zoeken naar waardevolle inzichten. Daarbij moe-ten we ons blijven realiseren dat: “Niet alles van waarde is meet-baar en niet alles wat meetbaar is is waardevol”. ■

Terugblikken en vooruitzienBij het vertrek van een bestuurder is goed om terug te blikken en vooruit te zien. Wat is er onder de bezielende leidingvan Harry van Hulsteijn gebeurd en wat zijn de uitdagingen voor zijn opvolger? Vier sprekers tijdens het 1e NationaalKwaliteitscongres en de algemeen voorzitter van de Orde van Medisch Specialisten gaan hierop in en vertellen hoe zijterugkijken op zeven jaar kwaliteitsbeleid medisch specialisten en de uidagingen voor de komende zeven jaar.

KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010 5

Transparantie in de zorg

Tineke Hirschler, bestuurder

NVZ vereniging van ziekenhuizen

“Niet alles van waarde is meetbaar

niet alles wat meetbaar is is waardevol”.

Kwaliteit via ICTmeer inzichtelijk maken

Willem van der Ham, algemeen voorzitter

Orde van Medisch Specialisten

Toekomstblikken hebben vaak iets van koffiedik kijken. Daaromga ik niet proberen te voorspellen hoe de gezondheidszorg overzeven jaar eruit zal zien, maar wil ik wel aangeven wat er in dieperiode volgens mij in elk geval zou moeten gebeuren. Het strevennaar de allerbeste kwaliteit op alle fronten dat we nu hebbeningezet, gaat al snel tot resultaten leiden en dus zijn vruchtenafwerpen. De vraag is alleen hoe we dit duidelijk maken en allebelanghebbenden er zo optimaal mogelijk van kunnen latenprofiteren.Wat mij betreft is het sleutelwoord hierbij ICT. Een woord dathelaas ook alles in zich heeft om een hoofdpijndossier te worden.Als ik zie hoeveel problemen het al geeft om interne ziekenhuis-systemen goed met elkaar te laten communiceren, regelmatigklaagzangen lees van brandweer en politie en al het gedoe rond

ons eigen EPD nog in het achterhoofd heb. We zullen echter welmoeten. We kunnen als Orde nog zo fraaie kwaliteitsnormen enprestatie-indicatoren ontwikkelen, ze renderen weinig als de resultaten ervan nauwelijks zichtbaar zijn.We zullen dus naar een systeem toe moeten dat snel en eenvoudigzichtbaar maakt wie welke prestaties levert. Een gemakkelijkvindbare en heel toegankelijk website waaraan niet alleen deOrde een bijdrage levert, maar waarin ook de oordelen doorklinkenvan de andere partijen in het veld: zorgverzekeraars, patiënten-verenigingen en -platforms en bijvoorbeeld ook de Inspectie.Pas dan kan iedereen, verzekeraar en cliënt, een weloverwogenbesluit nemen over de gewenste zorg en het verwachte resultaat.En dat liefst al heel snel binnen die zeven jaar. ■

Page 6: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

6 KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010

Een centrale plaats voor patiënten in het zorgproces. Dat is hetuitgangspunt voor het verbeteren van de zorg. Naast de medischecriteria is de inbreng van de patiënt onmisbaar voor zorgverleners,zorgverzekeraars, beleidsmakers en overheden. Er is geen sprakevan een platte klant – leverancier-relatie, het is een driehoeks-verhouding tussen zorgverlener, patiënt en zorgverzekeraar.De patiënt alleen kan hier een beperkte rol in spelen. Daarom is hetbelangrijk dat patiëntenorganisaties een goed systeem inrichtenen geaggregeerde inbreng presenteren. Pas dan hebben anderepartijen voordeel van die patiënteninbreng. Patiëntenorganisatiesspelen echter nu nog niet de rol in de zorg en preventie die veelpartijen van ze verwachten. De kwaliteit van de inbreng is onvol-doende en erg gelijkwaardig is de positie van de patiënt ook niet.Tenminste niet ten opzichte van zorgverzekeraars en medische koepelorganisaties. Patiëntenorganisaties moeten dus een volgendeslag maken in hun ontwikkeling. Die professionalisering kost geld.

Het financiëren van de patiëntenorganisaties uit premiemiddelen iseen optie.Wat de mogelijkheden kunnen zijn, is te zien bij de DiabetesVereniging en het Astma Fonds. Bijvoorbeeld de www.longzorg-meter.nl waar patiënten leren over goed patiëntschap en hun eigen zorgverlener waarderen (die op basis daarvan zo nodig kanverbeteren). Of het inzetten van patiënten als ervaringsdeskundigenzodat zij een zorgverzekeraar ondersteunen bij het inkopen vangoede zorg. Maar ook de COPD-risicotest, waarmee mensen meteen hoog risico op COPD worden opgespoord en verwezen naar dehuisartsen. Door dit soort initiatieven en samenwerking ontstaat er een verbinding tussen gelijkwaardige partijen.Dan werken we samen aan een betere kwaliteit. ■

De patiënt als co-producent

Michael Rutgers,

directeur Astma Fonds

Het is een driehoeksverhouding tussen zorgverlener, patiënt en zorg-

verzekraar

Het is voor de patiënt essentieel dat hij/zij zich met vertrouwenen met een veilig en gerust gevoel kan toevertrouwen aan zijndokter. Deze is immers degene die zich met hart en ziel inzetom voor de patiënt het beste te zoeken. Het vertrouwen van depatiënt is niet gebaseerd op het idee dat artsen geen foutenzouden maken. Vertrouwen komt voort uit de overtuiging datartsen vakbekwaam zijn, op elkaar toezien en elkaar aanspreken,dat resultaten gemeten worden, dat er geleerd wordt van water onverhoopt toch fout gaat en dat de arts in dat geval ookopen is naar zijn patiënt. Kortom dat elke arts deelneemt aanhet kwaliteitssysteem van zijn beroepsgroep en van het zieken-huis, dat het bestuur ervoor zorgt dat dit ook gebeurt en dat ereen inspectie is die hier van buiten af toezicht op houdt eningrijpt als dat nodig is. Vertrouwen wordt versterkt als artsenopen zijn over wat er fout is gegaan en als ze hun resultatenook vrijwillig publiceren.De afgelopen zeven jaar heeft de Orde onder de bezielende en visionaire aansturing van Harry van Hulsteijn actief gewerktaan de invulling van dit professionele kwaliteitssysteem vooralle specialisten. Dit betreft richtlijnontwikkeling, indicatorontwikke-ling, invulling van het visitatiesysteem, intercollegiale functione-

ringsgesprekken, landelijk patiëntveiligheidsbeleid met aanspre-kende thema’s en VIM-systeem en introductie van risicodenken.Ook heeft hij de Orde gestimuleerd om ook richtlijnen te makenvoor het veilig introduceren en gebruiken van (nieuwe) medische technologie en zijn er doorbraken gemaakt in de rapportagesaan de raad van bestuur.Het is de uitdaging voor de komende jaren dat elke medischspecialist meedoet aan dit professionele kwaliteitsysteem als vanzelfsprekend onderdeel van zijn professionaliteit.Het vrijblijvende karakter moet er vanaf, specialisten moetenelkaar aanspreken en ingrijpen als dat echt nodig is. Het kanniet meer zo zijn dat “het niet-acceptabele toch geaccepteerd”wordt en met de mantel der liefde wordt bedekt. Daarnaastdienen de opzet, de uitvoering en de verbeterresultaten van ditprofessionele kwaliteitsysteem veel meer transparant te zijnvoor de patiënt. Wanneer ondanks aandrang van binnenuit ver-betering uitblijft dient de raad van bestuur en eventueel deinspectie te worden ingeschakeld.Op deze manier blijft het professionele kwaliteitsysteem veiligvoor de goedwillende en gemotiveerde specialisten, en – wat hetmeest belangrijk is – de patiënt houdt vertrouwen in zijn dokter. ■

Professionele kwaliteit:basis voor vertrouwen van de patiënt

Wim Schellekens, hoofdinspecteur Curatieve

Gezondheidszorg, Inspectie voor de Gezondheidszorg

Page 7: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

De drie speerpunten waar de afgelopen jaren vanuit VWS op isingezet zijn het veiliger maken van de zorg, het zichtbaar makenvan de kwaliteit van zorg en het vergroten van de invloed van depatiënt. De inzet van alle betrokken partijen op deze speerpuntenheeft ertoe bijgedragen dat de kwaliteit van de Nederlandsegezondheidszorg verbeterd is en Nederland internationaal op ditgebied goed scoort. De Orde van Medisch specialisten heeft hierineen essentiële rol gespeeld, met haar bijdrage in onder ander hetVMS veiligheidsprogramma en Zichtbare Zorg. Maar dit is geenreden om achterover te leunen. Er valt immers nog veel te verbeteren en er staan ons de komende jaren enorme uitdagingente wachten.De vergrijzing en het tekort op de arbeidsmarkt maken dat meerzorg moet worden geleverd met minder handen en tegen aan-vaardbare kosten. Dit vraagt om meer doelmatigheid in de zorg.Herontwerp van zorgprocessen kan leiden tot vergroting van kwaliteit, veiligheid én doelmatigheidswinst. Voor complexe zorggeldt dat concentratie gewenst is. Een hoger volume van zorg perbehandellocatie zal, door een grotere routine, ontwikkeling vanvaardigheden en bundeling van expertise en infrastructuur, een

betere kwaliteit van zorg opleveren. Daarnaast zal de doelmatigheidvan de zorg hierdoor verder vergroten. Per zorgeuro die wordtuitgegeven wordt er meer gezondheidswinst en/of welzijnswinstbehaald door schaal-effecten en doordat betere zorg leidt totminder complicaties, heropnames, ligdagen of thuiszorg. Verderemogelijkheden voor doelmatigheidswinst liggen bijvoorbeeld inhet terugdringen van praktijkvariatie door meer richtlijnconformhandelen. In alle bovenstaande veranderingen spelen de medischspecialisten een doorslaggevende rol.Er wordt momenteel hard gewerkt aan een publiek kwaliteits-instituut om de kwaliteit en de veiligheid van zorg voor patiëntenen cliënten verder te verbeteren, de doelmatigheid te vergroten ende gezondheidszorg betaalbaar te houden voor de samenlevingen individuele patiënten. In dit kwaliteitsinstituut worden takenop het gebied van kwaliteit en veiligheid van diverse organisatiesgebundeld, zodat ze met meer samenhang kunnen worden uitgevoerd. De primaire verantwoordelijkheid voor de professionelestandaard in de medisch specialistische zorg blijft echter bij demedisch specialisten zelf liggen. ■

KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010 7

Zeven jaar geleden zouden veel specialisten bij de vraag naar hunbeleid ten aanzien van patiëntveiligheid gedacht hebben: “hoedurf je het te vragen vlegel, er is niets waar ik meer aan denk”.In de afgelopen jaren zijn mede door de Raad voor Wetenschap,Opleiding en Kwaliteit veel kennis over kwaliteit en instrumentengecreëerd waardoor best practices in beeld kunnen komen.De meeste collega’s beseffen nu dat veiligheid ook een proces iswaar continue aan moet worden gewerkt.De aandacht is aan het verschuiven van effectieve interventienaar effectieve implementatie, naar effectief behouden van veilig-heid. De vragen waar we nu voor staan sluiten daarbij aan, zoals:• Hoe verbeteren we veiligheidsindicatoren zo snel mogelijk?• Welke middelen zijn nodig om gemeten veiligheidsindicatoren

effect te geven?• Hoe kunnen we de reactie op incidenten verbeteren?• Wat zijn de factoren die succes of falen van een verbeterplan

bepalen?• Wat wil de patiënt weten over veiligheid?

Zowel binnen als buiten de zorgsector wordt veel kennis op hetgebied van veiligheid gegenereerd. Er is behoefte aan meer uit-wisseling van informatie in een vorm die nuttig is. Waar ookbehoefte aan is, is goede koppeling van indicatoren aan richtlij-nen en normen en intercollegiale toetsing. Wat het snelst moet ishet herstel van vertrouwen tussen alle partijen die belang heb-ben hij het uitvragen van indicatoren voor veiligheid. Alleen daar-mee zijn onbesuisde acties met allerlei bedoelingen anders dan tebevorderen van patiëntveiligheid te voorkomen. Vooral in dat tra-ject zal Harry van Hulsteijn zeer worden gemist. Harry de gedre-ven clinicus, begaafd spreker en charismatische vertegenwoordi-ger van de medische stand is als geen ander in staat een onder-werp als patiëntveiligheid tussen de valkuilen door te loodsen endaarmee een bijdrage te leveren aan duurzame verbetering vanpatiëntveiligheid. ■

De drie speerpunten

Patiëntveiligheid

Leon van Halder, Directeur-Generaal van het

ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ferry Breedveld, bestuursvoorzitter

Leids Universitair Medisch Centrum

Page 8: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

8 KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010

Het primaire plaveiselcelcarcinoom van de huid is een kwaadaardige tumor die ontstaat uit hoornvormende cellen van de epidermis.Het is plaatselijk invasief en heeft de potentie om te metastaseren naar andere organen van het lichaam. De richtlijn over plaveiselcel-carcinomen van de huid geeft aanbevelingen over begeleiding en behandeling van patiënten en schenkt aandacht aan de psycho-sociale zorg en patiëntenvoorlichting. Door expliciet op knelpunten in te gaan, geeft de richtlijn antwoord op een aantal vragen waarbehandelaars dagelijks mee worden geconfronteerd en waar uniform beleid kan bijdragen aan duidelijkheid.De multidisciplinaire richtlijn is ontwikkeld met een werkgroep, bestaande uit een vertegenwoordiging van dermatologen, verenigingvan integrale kankercentra, vereniging van psychosociale oncologie, pathologen, radiologen, radiotherapeuten, plastisch chirurgen,mond/kaak/aangezichtschirurgen, kno-artsen, oogartsen, (oncologisch) chirurgen, gynaecologen, urologen, (oncologisch) verpleegkundi-gen en patiënten. De werkgroep heeft gedurende één jaar gewerkt aan de conceptrichtlijntekst. Bij het interpreteren en toepassen van derichtlijn plaveiselcelcarcinoom is een aantal kanttekeningen te plaatsen. Zo is er geen enkele ordentelijke ‘randomized controlled trial’ (RCT)voor de behandeling van het primaire plaveiselcelcarcinoom van de huid. Desalniettemin bevat de richtlijn een aantal concrete behandel-adviezen voor de praktijk en is de richtlijn, voor zover mogelijk, gebaseerd op bewijs uit gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek. Derichtlijn Plaveiselcelcarcinoom van de huid is tot stand gekomen op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie enVenereologie en met financiële steun van het centraal budget van de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS). De richt-lijn bevindt zich momenteel in de autorisatiefase. ■

Bijdrage Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie.

In 2007 constateerde de Commissie Kwaliteitszaken dat het kwaliteitsbeleid fragmentarisch en reactief was. Daarnaast bestond er vanuitde DBC-commissie behoefte aan zorgprofielen die de DBC’s zorginhoudelijk goed onderbouwen.In de richtlijn Comprehensive Geriatric Assessment(GGA) is ons geriatrisch handelen vastgelegd. De werkwijze van de klinisch geriateris uniek binnen de geneeskunde. Het adagium bij de behandeling is het verbeteren of behouden van functionaliteit en het optimaliserenvan de kwaliteit van leven van de patiënt en het systeem. Dezedoelen zijn leidend bij behandelkeuzes die samen met de patiëntworden gemaakt. Vanuit de kwetsbare oudere patiënt is beoor-deeld wat nodig is om te komen tot een effectief behandelplan.De richtlijn geeft de werkwijze voor initiële beoordeling van eengeriatrische patiënt weer en vormt de basis van het handelen van de klinisch geriater. Met een specifiek assessment wordt aan-vullende diagnostiek verricht of er wordt gestart met interventies.Op basis van de richtlijn zelf en de belangrijkste thema’s voorkwetsbare ouderen in het ziekenhuis is een indicatorensetopgesteld, primair voor kwaliteitsverbetering, maar op termijn toepasbaar bij externe toetsing. De indicatorenset wordt jaarlijksdoor de vakgroepen online ingevuld en gebruikt als systeem voorinterne kwaliteitsverbetering. Deze verbetercyclus wordt in de

Kwaliteit heeft prioriteit!Dat kwaliteit de prioriteit is van de medisch specialisten mag blijken uit de 300 projecten die sinds medio2008 zijn gestart en de 1.000 kwaliteitsvisitaties die zijn uitgevoerd. Hoewel alle projecten aandacht verdienenis het helaas onmogelijk om ze allemaal uitgebreid de revue te laten passeren in deze special. Om toch eenbeeld te geven is elf wetenschappelijke verenigingen gevraagd om één van hun projecten te presenteren.

In het middenkatern vindt u een overzicht van alle lopende en afgeronde projecten. Er wordt gewerkt aan de bouw van een websitewaar alle projecten en hun eindproducten terug te vinden zijn.

1 Richtlijn Plaveiselcelcarcinoom van de huid

2 Integraal kwaliteitsbeleid klinische geriatrie

Page 9: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010 9

kwaliteitsvisitatie getoetst. De vereniging heeft een procedure vastgesteld voor toetsing en implementatie van diverse kwaliteitsinstru-menten met behulp van subcommissies van de CKZ. De Werkgroep voor richtlijnen en indicatoren heeft een systematiek voor beoorde-ling en autorisatie opgesteld. De Plenaire visitatiecommissie heeft een nieuwe systematiek voor de kwaliteitsvisitaties vervaardigd.Momenteel vindt prioritering van kwaliteitsonderwerpen plaats, met een daarbij passend tijdspad. ■

Bijdrage Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie.

Een van de grootste bedreigingen in de gezondheidszorg is de toenemende resistentie van bacteriën voor de beschikbare antibiotica.Infecties met resistente bacteriën zijn geassocieerd met toegenomen morbiditeit (mate van ziek zijn), mortaliteit (sterfte), en kosten invergelijking met infecties met bacteriën die wel gevoelig zijn.Een groot aantal van de Nederlandse medisch microbiologische laboratoria verstrekken geanonimiseerde resistentiegegevens aan hetRijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Deze data worden daar geaggregeerd in het Infectieziekten SurveillanceInformatie Systeem - Antibiotica Resistentie (ISIS-AR). Met behulp van de kwaliteitsgelden medisch specialisten van de NVMM isISISweb (www.isis-web.nl) ontwikkeld. ISISweb is een interactieve website waarmee deelnemende medisch microbiologische laboratoriade resistentiegegevens van hun ziekenhuizen vanuit de ISIS-AR database op gestandaardiseerde wijze kunnen analyseren en vergelijkenmet geaggregeerde data van andere (geanonimiseerde) ziekenhuizen. Individuele ziekenhuizen kunnen hiermee hun eigen gegevens spiegelen aan die van andere deelnemendeziekenhuizen. Momenteel is de webapplicatiemet rapporten enkel nog beschikbaar voorde deelnemende laboratoria en het RIVM.In de loop van 2010 zal een publiek toegan-kelijk gedeelte beschikbaar wordengesteld. Hier zullen de gegevens van een selectie van micro-organismen te bekijken zijn. ■

Bijdrage Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie.

Clinical auditing levert op afzienbare termijn aantoonbare verbeteringen én besparingen in de zorg op. Het zelfcorrigerend vermogen vanhet registreren van prestaties dwingt medisch specialisten tot zelfreflectie. Het identificeren van ‘best practices’ leert hen hoe kwaliteits-verbeteringen gerealiseerd kunnen worden. In Nederland zijn darmkankerchirurgen vorig jaar gestart met een landelijk monitoring-systeem (Dutch Surgical Colorectal Audit) dat geïnspireerd is op voorbeelden in de VS, Engeland en Noorwegen. Deze registreert heelgedetailleerd de behandelingen van duizenden darmkankerpatiënten. Tot nu toe zijn met inspanning van de beroepsgroep al meer dan14.000 behandelingen geregistreerd. Waar eerdere kwaliteitsinitiatieven vaak slechts een signaleringsfunctie hadden, biedt deze werk-wijze direct inzicht in de daadwerkelijke prestaties op het gebied van de behandeling van darmkanker.Doordat de chirurgen hun resultaten online inzien en vergelijken met de beste ziekenhuizen in Nederland, kunnen direct verbeteractiesworden gestart. Berekeningen laten zien dat er in Nederland bij de chirurgische behandeling voor darmkanker zodoende al snel tiental-len miljoenen euro’s per jaar bespaard kunnen worden.Overheid en zorgverzekeraars moeten nu snel kiezen voor één eenduidig kwaliteitssysteem dat artsen niet alleen prikkelt maar ookhelpt om de zorg te verbeteren. Financiering daarvan moet daarom niet uit allerlei subsidiepotjes komen, maar geïntegreerd worden inde reguliere financieringsstroom van onze zorg. ■

Bijdrage Nederlandse Vereniging voor Heelkunde.

3 ISISweb

4 DSCA-project

Page 10: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

In september 2009 is de NVOG van start gegaan met een pilot-project om het opstellen en onderhouden van richtlijnen te professio-naliseren. Daartoe werden in samenwerking met de afdeling kwaliteit van de Orde van Medisch Specialisten via een zogenaamd ‘duiventilmodel’ basisartsen aangesteld.1 In dit model worden basisartsen uit het veld aangenomen (‘ingevlogen’) bij de weten-schappelijke vereniging en daar opgeleid tot deskundigen op het gebied van richtlijnontwikkeling. Zij zijn vervolgens werkzaam alsrichtlijnondersteuners. Na een bepaalde periode vervolgen zij hun carrière in de kliniek, van waaruit zij blijvend kunnen participeren inde richtlijnontwikkeling.Eén van de eerste projecten waarbij dit model werd toegepast was de multidisciplinairerichtlijn ‘Hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap en dreigende vroeg-geboorte’,die in september 2009 van start ging. De rol van de richtlijnondersteuner werd gedurendedit proces aangescherpt en bleek vooral te bestaan uit de waarborging van de benodigdestructuur van evidence based richtlijn ontwikkeling (EBRO) en daarmee de waarborging van de kwaliteit. Ook patiëntenparticipatie kreeg hierbij aandacht. Er was sprake van ondersteuning van de expert-werkgroepleden bij het doen van literatuur searches die in het kader van de EBRO-methodiek moesten worden uitgevoerd. De pilot met het duiventil-model wordt tot dusver positief geëvalueerd. De richtlijn is momenteel in commentaarfase en zal binnenkort aan de beroepsverenigingen voorgelegd worden. Tot op heden zijn tweebasisartsen werkzaam binnen meerdere richtlijnprojecten. ■

1 F.J.L. Reijnders, M.G.A.J. Wouters, B.W.J. Mol, J.J. Duvekot.Naar professionalisering voor het maken van richtlijnen. 2009: NTOG.

Bijdrage Nederlandse Vereniging voor Gynaecologie en Obstetrie.

In 2009 is het project ondervoeding bij kinderen gestart met als doel zoveel mogelijk ziekenhuizen te begeleiden bij de implementatievan vroege herkenning en behandeling van kinderen die opgenomen worden in de ziekenhuizen. Het project bestond uit:• Aanvulling en verbetering van de toolkit op de website: www.stuurgroepondervoeding.nl/ziekenhuizen.• Organisatie van vier regionale workshops en een follow-up bijeenkomst• Vraagbaak zijn voor ziekenhuizenIn totaal hebben 41 ziekenhuizen deelgenomen aan dit project. Er is een handzaamscreeningskaartje ontwikkeld dat gratis te verkrijgen is via de website. De eerste resultatenvan de screening laten zien dat 16% van de opgenomen kinderen in het ziekenhuis onder-voed is en 7% een hoog risico op ondervoeding heeft. De gegevens van de IGZ in tabel 1laten zien, dat de screening en ondervoedingpercentages ongeveer gelijk zijn gebleven,maar dat het aantal ziekenhuizen verdubbeld is. De data over behandeling van ondervoedingzijn nog beperkt, mogelijk vanwege de puntmeting.

Tabel 1: IGZ Ondervoeding gegevens IGZ 2008 IGZ 2009

Aantal ziekenhuizen 33 61

Opnames 21.013 65.442

Gescreend 10.959 (52%) 30.345 (46%)

Acuut ondervoed 10% 11%

Geconcludeerd kan worden dat het project in 2009 succesvol is geweest. Ruim 40% vande ziekenhuizen heeft geparticipeerd in het project. Een behoorlijk percentage screent albij opname, echter het percentage ondervoede kinderen dat op dag 4 de aanbevolen hoe-veelheid energie en eiwit krijgt aangeboden is nog onbetrouwbaar. Te weinig ziekenhuizenzijn in staat geweest om deze percentages te scoren. Om een vervolg te geven aan eensuccesvolle implementatie is verdere begeleiding en evaluatie van het proces wenselijk ennoodzakelijk. ■

Bijdrage Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde.

10 KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010

5 Richtlijn Hypertensieve aandoeningen en dreigende vroeggeboorte

6 Project ondervoeding bij kinderen

Page 11: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

De implementatie van medisch specialistische richtlijnen dient versterkt te worden. Een aantal wetenschappelijke verenigingen (NOV, NIV, NVN,NVA) heeft met steun van de SKMS online richtlijncursussen ontwikkeld. Doel is te komen tot een beter gebruik van de richtlijnen. Met dezerichtlijncursussen/toetsen (REP-Online) leert en toetst men via een e-learning module op de betreffende verenigingswebsite de eigen kennis.

Web-based learning en toetsing, nu gekoppeld aan accreditatie.De Richtlijntoets dwingt de individuele specialist kennis te nemen van de sleutel-begrippen, conclusies en aanbevelingen van de richtlijn. Alsmen denkt de stof te beheersen, kan men zich toetsen door een aantal (20-30) meerkeuze- en casuïstiekvragen te beantwoorden. De vragenworden door de betreffende richtlijncommis-sie gegenereerd. Bij elk antwoord wordt hetbetreffende tekstblok uit de richtlijngetoond, zodat direct duidelijk wordt waar-om een antwoord goed of fout is. Bij genoegjuiste antwoorden (in te stellen) wordenaccreditatiepunten gegeven die automatischworden bijgeschreven in GAIA. ‘Zakt’ menvoor de toets, dan kan men de toets directoverdoen.De richtlijncursussen zijn onderdeel van hetRichtlijn Educatie Programma (REP-Online)van E-WISE, online uitgever voor een grootaantal wetenschappelijke verenigingen enmedische beroepsorganisaties. ■

Meer informatie: Chris van der Togt,Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV),[email protected]

Bijdrage Nederlandse Orthopaedische Vereniging.

Complicatieregistratie heeft volgens internisten geleid tot bewustwording van complicaties, meer openheid naar elkaar en aanpassingen in beleidom complicaties te voorkomen.Voor een succesvolle complicatieregistratie zijn alle benodigde elementen ontwikkeld en publiekelijk toegankelijkgemaakt via de NIV-website.Volgens de ‘kwaliteitsnormen praktijkvoering interne geneeskunde’, die de basis vormen voor de kwaliteitsvisitaties, is iedere vakgroep verplichtom complicaties te registreren. Een uitgebreide NIV-complicatielijst is beschikbaar inclusief de conversie naar de universele masterclassificatie plusde bijbehorende ernstclassificatie.Tevens is een top 10 samengesteld van veel voorkomende complicaties en diabetes gerelateerde complicaties.Bij voorkeur worden complicaties digitaal geregistreerd, maar voor registratie op papier is een formulier beschikbaar. Om het leren van de resultatenvan de registratie te bevorderen, is de organisatorische en inhoudelijke aanpak van complicatie-besprekingen beschreven. In de NIV Nieuwsbriefzijn voorbeelden van complicaties gegeven die tot beleidswijzingen hebben geleid in de betreffende vakgroep.Via een enquête is de stand van zaken met betrekking tot de implementatie geïnventariseerd, zijn kritische succesfactoren en belemmeringengeïdentificeerd en is de behoefte gepeild aan verdere ondersteuning. Dit heeft geleid tot de ontwikkeling van een online nascholingsprogrammamet casuïstiek, dat ook geschikt is voor de continue scholing van arts-assistenten.Tevens heeft de NIV opdracht gegeven aan prof. mr. JohanLegemaate om het ‘Beleidsdocument complicatieregistratie’ te ontwikkelen, omdat momenteel geen juridisch kader bestaat voor complicatieregi-stratie. Het beleidsdocument beschrijft de voorwaarden die noodzakelijk c.q. bevorderlijk zijn voor het goed functioneren van de complicatieregi-stratie en is niet alleen voor internisten relevant. Om deze reden is het beleidsdocument voorgelegd aan alle wetenschappelijke verenigingen in deRaad voor Wetenschap, Opleiding en Kwaliteit (Raad) die het als consultatiedocument hebben goedgekeurd. ■

Bijdrage: Nederlandse Internisten Vereniging.

7 On-line richtlijntoets: kwaliteitsimpuls bij implementatie

KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010 11

8 NIV: complicatiecyclus compleet!

Page 12: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

12 KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010

Biologicals zijn monoklonale antilichamen opgewekt tegen immuunmediatoren, -receptoren of -cellen en/of oplosbare immuunreceptorei-witten, die door middel van biotechnologische technieken worden geproduceerd. Ze kunnen de werking van lichaamseigen stoffen nabootsenof beïnvloeden. Deze biologicals worden onder meer ingezet bij patiënten met chronische ontstekingsziekten (IMID = Immune MediatedInflammatory Disorders). Deze richtlijn is bedoeld om het zorgvuldig gebruik binnen dit domein te bevorderen.Een richtlijn bevat aanbevelingen ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering. In de conclusies wordt aangegeven wat de weten-schappelijke stand van zaken is. De aanbevelingen expliciteren optimaal professioneel handelen in de gezondheidszorg en zijn gebaseerd opde resultaten van wetenschappelijk onderzoek, aansluitende meningsvorming en overige overwegingen. Deze richtlijn geeft een leidraad voorde dagelijkse praktijk van het gebruik van Biologicals. De richtlijn heeft een algemeen karakter, kan gebruikt worden om beroepsspecifiekerichtlijnen te formuleren en biedt aanknopingspunten voor bijvoorbeeld lokale (instituuts- of regiogebonden) protocollen en/of zorgafspraken.De richtlijn is primair geschreven voor medisch specialisten die patiënten met chronische ontstekingsziekten (IMID = Immune MediatedInflammatory Disorders) behandelen met biologicals, alsmede voor deze patiënten zelf en hun overige behandelaars ■

Bijdrage Nederlandse Vereniging voor Reumatologie.

Er is veel evidence-based kennis over diag- nostiek, therapie en prognose van (KNO) aandoeningen. Klassieke naslagwerken zijn echterdeels verouderd op het moment van verschijnen en voldoen zelden aan de evidence-based criteria. Richtlijnen zijn vaak te uitgebreidvoor de dagelijkse praktijk. Er bestaat geen database die alle kennis van naslagwerken, richtlijnen, protocollen en best practices samen-vat volgens EBM- criteria en die de kennis ook actueel houdt.Met behulp van wiki-software is een website gebouwd. Iedere KNO-arts (i.o.) mag lemmata maken, wijzigen of becommentariëren. Te denken valt aan diagnostische dilemma’s, behandeling van een aandoening, prognose van een ziekte. Deze dilemma’smoeten kort zijn en gestructureerd opgebouwd zijn, zodat ze in één oogopslag te lezenzijn. De website leidt de auteurs door een eenvoudig format om éénduidigheid van tekstte krijgen. Een redactie zorgt voor methodologische controle op basis van EBM-normen.Dit verzekert de betrouwbaarheid van de aanbevelingen. Diverse functionaliteiten zorgenvoor een gebruikersvriendelijke, overzichtelijke en klinisch relevante database.Doel van WikiMedical is een continu geactualiseerde, gesloten wiki-website die eensamenvatting geeft van de EBM-kennis per (sub)onderwerp. Alle (richtlijn) aanbevelingenzullen hierdoor eenvoudig toegankelijk worden. Tijdens de workshop zal de wikino.nl uitgelegd worden en interactief gedemonstreerd worden. ■

Bijdrage Nederlandse Verenigingvoor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied.

Door de Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO) is in 2008/2009 een set van 11 kwaliteitsindicatoren ontwikkeld.Deze set is vervolgens op bruikbaarheid getoetst bij vijf radiotherapieafdelingen. Het doel van de indicatorenset is inzicht te geven in destructuur, processen en efficiency van de radiotherapeutische zorg en de uitkomsten ervan. Bij het ontwikkelen van de indicatoren is veel aandacht besteed aan definitie, betrouwbaarheid en registreerbaarheid en vooral ook aan praktische bruikbaarheid. Er is gekozen om indicatoren met betrekking tot grote patiëntengroepen zoals patiënten met een mammacarcinoom, prostaatcarcinoom en de palliatieveradiotherapie te ontwikkelen. Daarnaast is er bijvoorbeeld ook een indicator gemaakt ter stimulering van het patiëntenperspectief in de radiotherapeutische zorg. Uit de bruikbaarheidtoets bleek dat een drietal indicatoren nog aanzienlijk aangepast moest worden. Tevens bleekdat voor een efficiënte uitvraag van de indicatoren er verbeteringen nodig waren van de automatisering van de radiotherapieafdelingen.Sinds medio 2009 worden jaarlijks de indicatoren bij alle radiotherapie-afdelingen uitgevraagd. Dit betekent dat een duidelijke stap voor-waarts is gezet in transparantie en voortgaande verbetering van kwaliteit van de radiotherapeutische zorg. Aandachtspunten bij het door-ontwikkelen en onderhoud aan de set indicatoren zijn de aanpassing van automatiseringssystemen en toetsen van betrouwbaarheid van degegevens. In de basisset IGZ-indicatoren van 2011 is een van de NVRO-indicatoren opgenomen als externe indicator voor de Inspectie.Bij de vernieuwing van de visitatiestructuur zullen deze NVRO-kwaliteitsindicatoren worden geïntegreerd en nieuwe richtlijnen zullen wordenaangevuld met radiotherapiespecifieke indicatoren. ■

Bijdrage Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie.

11 Kwaliteitsindicatoren

9 Richtlijn Biologicals

10 WikiMedicalKan een website de patiëntenzorg verbeteren? Van, voor én door de KNO-arts: www.wiKiNO.nl

Hendrik Verschuur, projectleider

Page 13: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010 13

Projecten onder de loepOverzicht van alle projecten

Page 14: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

14 KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010

Page 15: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010 15

Page 16: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

16 KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010

Page 17: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010 17

Voor veel medisch specialisten is het onbekend dat de Orde naast juridische en financiële belangenbehartiging ook zeeractief is op het gebied van het kwaliteitsbeleid medisch specialisten. Binnen de Orde zijn twee afdelingen actief op hetgebied van het kwaliteitsbeleid medisch specialisten. De Raad voor Wetenschap, Opleiding en Kwaliteit (Raad WOK)bestaat uit de voorzitters van alle wetenschappelijke verenigingen van medische specialismen. Zij adviseert het bestuurvan de Orde, gevraagd en ongevraagd, op het gebied van wetenschap, opleiding en kwaliteit. De Raad wordt ondersteunddoor de medewerkers van de afdeling Raad WOK van de Orde.

Wat doet de Orde?Kwaliteitsbeleid medisch specialisten

Overkoepelend kwaliteitsbeleid: concrete resultaten (niet limitatief)

• Ontwikkeling en uitrol van het Individueel Functioneren Medisch Specialisten (IFMS)• Ontwikkeling van het model reglement mogelijk disfunctioneren medisch specialisten• Actualiseren van de kwaliteitsvisitatie• Publicatie van het ‘Kwaliteitskader Medisch Specialisten’• Ontwikkeling van prestatie-indicatoren voor toezicht, keuze en inkoop• Initiafnemer eerste landelijk onderzoek naar vermijdbare schade in de Nederlandse

ziekenhuizen• Mede initiatiefnemer van het programma Sneller Beter• Mede initiatiefnemer van het veiligheidsprogramma ‘Voorkom schade, Werk veilig’• Visie nota’s op het gebied van onder meer: complicatieregistratie, rol en

verantwoordelijkheid van de medisch specialist ten aanzien van EPD en modernisering richtlijnontwikkeling

• Publicatie leidraad over de verantwoordelijkheid van de medisch specialist bij onderhoud en beheer van medische apparatuur.

Kwaliteitsprijs Medisch Specialisten 2010Welk project draagt het meest bij aan kwaliteitsverbetering van de medisch-specialistische zorg?De Kwaliteitsprijs Medisch Specialisten 2010 maakt onderdeel uit van het 1e Nationaal Kwaliteitscongres. De wetenschappelijke ver-enigingen die deelnemen aan het Kwaliteitscongres zijn in de gelegenheid gesteld om projecten in te dienen. De KwaliteitsprijsMedisch Specialisten 2010 is in feite een publieksprijs. De drie meest gekozen projecten worden genomineerd voor deKwaliteitsprijs Medisch Specialisten 2010. Een jury onder leiding van de oud-voorzitter van de Stichting Kwaliteitsgelden MedischSpecialisten, Pieter Vierhout, maakt uiteindelijk de keuze voor het project dat in hun ogen de Kwaliteitsprijs Medisch Specialisten2010 verdiend. De prijs, een prachtig beeld, zal worden uitgereikt door Willem van den Wijngaart, voorzitter van de StichtingKwaliteitsgelden Medisch Specialisten.

De afdeling bereidt voorstellen voor op debeleidsterreinen, overlegt en stemt af metandere partijen in de zorg en werkt gerichteopdrachten uit. Doordat de Orde ook op hetgebied van het overkoepelend kwaliteits-beleid aanspreekpunt is voor partijen als deInspectie voor de Gezondheidszorg, Zorg-verzekeraars Nederland en het ministerievan VWS, kan zij de wetenschappelijke ver-enigingen ondersteunen in hun contactenmet deze stakeholders.

Voor de ondersteuning van de uitvoeringvan het kwaliteitsbeleid kunnen weten-schappelijke verenigingen een beroepdoen op de afdeling OndersteuningProfessionele Kwaliteit (OPK). Zo wordt deontwikkeling van ongeveer 1/3 van derichtlijnen die momenteel gefinancierdworden vanuit de kwaliteitsgelden medisch specialisten ondersteund door de afdeling OPK. ■

De leden van de commissie die zich momenteelnamens de Raad voor Wetenschap Opleiding enKwaliteit buigen over het voornemen van de overheid tot de inrichting van een NationaalKwaliteitsinstituutv.l.n.r. Bernard Uitdehaag (neuroloog), Martin Schalij(cardioloog), Arend Arends (klinisch geriater),Marjon Kallewaard (Orde), Maurice Wouters (gynaecoloog), Marlies Bennema (Orde),Gerlof Jukema (longarts).Commissieleden Rob Tollenaar (chirurg),Anton Buiting (medisch microbioloog) en Jan van Mourik (orthopeed) ontbreken op dezefoto.

Page 18: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

18 KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010

Transparantie maakt zorg veiligerNajaar 2010 staat de medisch-specialistische zorg voor grote uitdagingen: nieuw regeringsbeleid, ingrijpende discussies overde beloning van medisch specialisten en verzekeraars die alsmarktpartij in hun rol groeien. In alle turbulentie houden hetkwaliteitsdenken en het beschikbare kwaliteitsinstrumentariumin ziekenhuizen behoorlijk gelijke tred met ontwikkelingen diesamenleving en stakeholders bezighouden. “De komende jarenstaan we voor een beheersbare groei van de kosten en een gelijktijdigetoename van de kwaliteit. Dat gaat lukken door te prioriteren opgrond van transparantie over de geleverde kwaliteit. Strakke uit-komstindicatoren brengen kosteneffectief werken en betere kwaliteit bij elkaar”. Voor alle duidelijkheid: kostenbeheersing isvoor Harry van Hulsteijn geen uitgangspunt, maar een logischgevolg van toegenomen kwaliteit die transparante toetsing mogelijk maakt. Die transparantie maakt de zorg ook steeds veiliger. Door deze veelzijdige meerwaarde is de toekomst helder:“Medisch specialisten geven prioriteit aan kwaliteit”.

Beroepsgroep levert criteriaEr komen meer lijnen bij elkaar op het moment dat Harry vanHulsteijn afzwaait. De breed ontwikkelde toetsbaarheid van dekwaliteit van de zorg en instrumenten die de kostenontwikkelinginzichtelijk maken lopen parallel met de politieke agenda van ‘DenHaag’ die toetsbaarheid, kwaliteit, veiligheid en financiëlebeheersbaarheid hoog in het vaandel heeft staan.De nu beschikbare kwaliteitsinformatie is bovendien een sturendmechanisme geworden voor zorgverzekeraars. Harry van Hulsteijnvindt dat onder voorwaarden een goede zaak. “Inkopen op basis vankwaliteitscriteria is prima. Mits die criteria zijn ontwikkeld door deberoepsgroep zelf. Het veld heeft de primaire verantwoordelijkheidvoor de ontwikkeling van kwaliteitsinstrumenten. De wetenschappe-lijke verenigingen en de Orde zijn hèt aanspreekpunt voor ondermeer richtlijnen, indicatoren, kwaliteitsregistraties en normen voorde medisch specialistische curatieve gezondheidszorg”.

Leveren wat is afgesprokenDe bijdrage van wetenschappelijke verenigingen en medisch specialisten aan de kwaliteit en de veiligheid van de zorg is enorm.Tegelijkertijd ligt de sector onder een vergrootglas van publiek en media. Harry van Hulsteijn stelt dat het juist nu tijd is om deverworvenheden van kwaliteitsdenken en kwaliteitsinstrumentariumte verzilveren. Medisch specialisten moeten stakeholders latenzien dat zij bij uitstek in staat zijn om vakbekwaam en doelmatighun vak uit te oefenen. “We zijn in staat de kwaliteit te leveren dieis afgesproken. Dat gebeurt al volop. Wie dat nog niet voortvarenddoet, bewijst zichzelf en zijn collega’s geen goede dienst. Weg vande vrijblijvendheid dus”. Voor de meeste medisch specialisten is‘weg van de vrijblijvendheid’ inmiddels een bewuste keus die dezorg alleen maar veel goeds heeft gebracht. De ontwikkeling vande IFMS-systematiek is hier een belangrijk voorbeeld van. Waarmedisch specialisten elkaars individueel functioneren bespreek-baar maken, blijkt dat IFMS een concrete impuls is voor meerkwaliteit en betere samenwerking. “Het instrument kan uitstekenddienen als een nieuw herregistratiecriterium”, meent de afscheid-nemend WOK-voorzitter.

Het initiatief houdenRichtlijnen, indicatoren, kwaliteitsvisitatie, IFMS en aanverwante‘gereedschappen’ die kwaliteit, veiligheid en transparantie aan-toonbaar verhogen, laten nog iets anders zien, zo meent Harryvan Hulsteijn. “Medisch specialisten nemen hun verantwoordelijkheidvoor het maatschappelijk proces waarvan zij deel uitmaken. Tenbehoeve van patiënten, raad van bestuur, inspectie en verzekeraarskunnen medisch specialisten hoogontwikkelde kwaliteitsinformatieleveren. Daarmee is de medisch specialist een partner in de zorg dieals geen ander kan bepalen wat goede kwaliteit van medische zorgis. Deze verworvenheid verdient het de komende jaren verder te wor-den uitgebouwd. Zo houden we het initiatief”. ■

Kwaliteit is de essentie van het beroep

Dr. L.H. (Harry) van Hulsteijn neemt afscheid als voorzitter van de Raad voor Wetenschap, Opleiding enKwaliteit. Zeven jaar heeft hij gebouwd aan de kwaliteit en de veiligheid van de zorg. Na een zorgvuldige voorbereiding isde oogst na zeven jaar rijk en betekenisvol: bijna 150 richtlijnen, ongeveer 500 indicatoren, zo’n 1.000 kwaliteitsvisitatiesin twee jaar tijd en een structurele financiering van het kwaliteitsbeleid in de cure-sector. Het is maar een selectie uitwat kwaliteitsbeleid vanuit de Orde en de wetenschappelijke verenigingen heeft opgeleverd.

Page 19: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010 19

Page 20: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

20 KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010

Patiëntenperspectief Terwijl wetenschappelijke verenigingenzich buigen over het advies voor de nieuwegeneratie richtlijnen, worden inmiddels heren der al eerste richtlijnen in deze geestopgesteld. Mooi voorbeeld is de richtlijnvoor de behandeling van craniosynostose.Een zeldzame aandoening die leidt totvoortijdige vergroeiing van schedelnadendie bij kinderen normaliter langer openhoren te blijven. Door craniosynostose ontstaan misvormingen van het gelaaten de schedel.Dr. Irene Mathijssen is als voorzitter van deNederlandse Vereniging Plastische Chirurgieen voorzitter van de richtlijn craniosynostosenauw betrokken geweest bij de totstand-koming van de nieuwe afspraken. Bij hetopstellen van deze richtlijn zijn twaalfwetenschappelijke verenigingen, patiënten,ouders van patiënten en patiëntenvereni-gingen betrokken. Titanenarbeid? IreneMathijssen: “Ja en nee. We zijn er anderhalfjaar mee bezig geweest. De winst is dat ernu een zeer werkbaar document ligt waarinalle betrokken partijen zich kunnen vinden”.De richtlijn voor craniosyntose is vergelekenmet gangbare richtlijnen een toegankelijken voor leken begrijpelijk documentgeworden: een logisch resultaat van desamenwerking waarbij ook patiënten,ouders en patiëntenverenigingen warenbetrokken. Het patiëntenperspectief is eensubstantieel onderdeel van de richtlijn.

Vertrekpunt voor andere richtlijnenDe richtlijn craniosynostose geeft gedetail-leerd en voorzien van tijdlijnen een landelijkperspectief voor de behandeling van dezezeldzame aandoening. Bovendien wordtvoorgesteld om vanuit kwaliteitsoverwe-gingen de behandeling die nu in vijf acade-mische centra plaatsvindt, te concentrerenin twee academische centra.De nieuwe landelijke richtlijn voor cranio-synostose is geen dwingend protocol. IreneMathijsen: “Het laat ruimte voor innovatieen eigen keuzes als dat in het belang van depatiënt is”.De richtlijn is in deze opzet mondiaaluniek. Vandaar dat er internationaal grotebelangstelling is voor deze nieuwe dimen-sie in richtlijnen maken. De afspraken voorde behandeling van craniosynostose zijngedetailleerd en veelomvattend. IreneMathijssen stelt met instemming van BenWillem Mol: “Het raamwerk van deze richt-lijn kan een nuttig vertrekpunt zijn voorandere richtlijnen”.

Het complete systeem overzienEind 2010 worden lijnen in de conceptfasesamengetrokken. Alle betrokkenen hebbengereageerd op het concept voor de richtlijncraniosynostose. De NederlandseVereniging voor Schisis en CraniofacialeAfwijkingen bundelt nu de binnengeko-men reacties in een definitief concept.Tegelijkertijd ligt eind 2010 het algemene

advies voor de nieuwe generatie richtlijnenter bespreking bij de wetenschappelijkeverenigingen.Ben Willem Mol: “Medisch specialisten leve-ren met deze nieuwe generatie richtlijneneen grensverleggende bijdrage aan meerkwaliteit in de Nederlandse ziekenhuizen”.Dat de medisch specialist in de uitwerkingvan de nieuwe richtlijnen uiteindelijk deleidende partij is, staat voor Ben WillemMol en Irene Mathijssen buiten kijf. BenWillem Mol: “De medisch specialist is deenige die alle dimensies van het systeemkan overzien. Als in individuele gevallen eenaangepaste behandeling de beste uitkomstvoor de patiënt biedt, is alleen de specialistin de positie om daarin een verantwoordeafweging te maken”. ■

Nieuwe generatie richtlijnen op komst

Negen Wetenschappelijke Verenigingen buigen zich eind 2010 over een adviesvoor een nieuwe generatie richtlijnen. Het advies is opgesteld in opdracht vande Raad voor Wetenschap, Opleiding en Kwaliteit (WOK) van de Orde vanMedisch Specialisten. “De nieuwe richtlijnen voorzien erin dat effectieve zorgtegen een verantwoorde prijs kan worden geboden”, zegt gynaecoloog prof.dr.Ben Willem Mol. Hij is voorzitter van de Commissie Richtlijnen van de WOK.Bestaande richtlijnen bieden uiteraard ook handvatten voor effectieve zorg.Maar verschil is dat in de nieuwe opzet multidisciplinaire samenwerking,betrokkenheid van derden, effectiviteit, implementatie en kosteneffectiviteitnadrukkelijk en systematisch onderdeel zijn van de opzet van de nieuwe richt-lijnen. En daarmee is er sprake van een trendbreuk. Ben Willem Mol: “We groeien toe naar een situatie waarin protocollen voor afzonderlijke ziekenhuizenplaats gaan maken voor nieuwe landelijke richtlijnen die op locatie uitstekendtoepasbaar zijn”.

Page 21: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010 21

Net als bij andere beroepsverenigingen, staat bij de NederlandseVereniging voor Intensive Care (NVIC) de patiënt centraal en daar-om heeft de NVIC onderzoekbureau Volle Maan de opdracht gege-ven om onderzoek te doen naar deze factoren met als doel omons door de patiënt en zijn naasten een spiegel voor te laten hou-den en hieruit verbeterpunten te destilleren. Omdat de NVIC alsniet-wetenschappelijke vereniging geen aanspraak kan maken opkwaliteitsgelden, werd het onderzoek financieel mogelijkgemaakt door middel van een educational grant van de firmaPfizer, hoofdsponsor van de NVIC.

Tevreden geluiden en verbeterpuntenEr hebben bezoeken aan diverse intensive care-afdelingen plaats-gevonden en er zijn interviews met (ex) IC-patiënten en hun naasten gehouden. Naast veel tevreden geluiden zijn er ook duidelijke verbeterpunten uit het onderzoek naar voren gekomenop het gebied van communicatie, vriendelijkheid, voorzichtigheid,opvang van naasten, geluidsoverlast, faciliteiten voor naasten,nazorg en behoefte aan meer informatie. Er resteren na de behandeling op de intensive care vaak veel vragen bij de patiënt

en diens naasten en hier kan duidelijk nog in een behoefte wordenvoorzien.

’t Zijn de kleine dingen die het doenHet rapport van dit onderzoek,dat de toepasselijke titel mee-kreeg ‘’t Zijn de kleine dingendie het doen’, is gestuurd naaralle intensive care-afdelingen inNederland, V&VN-IC en alleandere betrokken stakeholders.Wij hebben hierbij het verzoekgedaan aan alle betrokkenen omdaar waar mogelijk verantwoor-delijkheid te nemen om verbeteracties door te voeren zodat alleIC-patiënten en hun naasten in alle opzichten de best mogelijkebehandeling en informatie krijgen. ■

Ilse van Stijn, secretaris NVIC-bestuur en initiatiefnemer & contact-persoon van dit project.

Tevredenheidsonderzoek van de NVICVeel tijd wordt besteed aan het maken van richtlijnen, het ontwikkelen van indicatoren en andere medisch inhoudelijkezaken. Dit allemaal om de IC-patiënt zo goed mogelijk volgens de laatste wetenschappelijke inzichten te behandelen.Maar naast dit technisch inhoudelijke gedeelte van ons vak spelen ook andere zaken een belangrijke rol.Hoe communiceren we met de patiënt en hoe informeren we de naasten van de patiënt? Hoe wordt de behandelingdoor de patiënt zelf en zijn naasten ervaren en zijn er ten aanzien van deze aspecten verbeteringen mogelijk? Dit is overhet algemeen niet het terrein van wetenschappelijk onderzoek.

Medicatie-overdracht is een risicovolle gebeurtenis. Een belangrijkdeel van de vermijdbare medicatiefouten is toe te schrijven aande medicatieoverdracht tussen verschillende zorginstellingen,afdelingen en zorgprofessionals. Duidelijke afspraken over informatieoverdracht van medicatie kunnen bijdragen aan reductie van fouten bij overdracht, waardoor de veiligheid voor depatiënt wordt vergroot. Om deze reden is in 2004 gestart met deontwikkeling van een landelijke richtlijn, die als conceptrichtlijn in2008 is gepubliceerd. De richtlijn ‘Overdracht van Medicatie-gegevens’ stelt dat vanaf 2011 bij elk voorschrijfmoment wat moetbeschikbaar zijn. Vanaf 2011 gaat de Inspectie de naleving van derichtlijn toetsen.

Om zorgverleners te ondersteunen bij de implementatie van de richtlijn zijn onder andere toolkits en handreikingen opgesteld en worden bijeenkomsten georganiseerd in de vormvan kenniscarrousels. Alle informatie is te vinden op de website (www.medicatieoverdracht.nl).

Medicatie-overdracht is een belangrijk veiligheidsthema voormedisch specialisten, verpleegkundigen en ziekenhuizen. Naastde activiteiten die plaatsvinden rond de implementatie van derichtlijn, is medicatie-overdracht een van de tien thema’s in hetlandelijke veiligheidsprogramma ‘Voorkom schade, werk veilig’.Doelstelling hierbij is dat bij iedere patiënt bij opname en ontslagmedicatieverificatie plaatsvindt vanuit de gedachte dat dit leidttot het meest optimale medicatieoverzicht. Handreikingen overhoe aan de slag met het thema veiligheidsprogramma alsmedeinformatie over de activiteiten binnen dit thema kunt u terug-vinden op de website van het VMS Veiligheidsprogramma(www.vmszorg.nl/10Themas/ Medicatieverificatie). ■

Medicatie-overdracht in de keten

Page 22: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

22 KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010

In 2007 kwamen het ministerie van Volks-gezondheid, Welzijn en Sport en de Ordevan Medisch Specialisten (Orde) overeendat in het medisch-specialistisch uur-honorarium vijftig eurocent werd gemar-keerd voor de bevordering van het kwali-teits-beleid van de medisch specialisten.Hiermee werd een mijlpaal bereikt, immershet kwaliteitsbeleid medisch specialisten werd hiermee op structurele basis gefinancierd!

Stichting Kwaliteitsgelden MedischSpecialisten De SKMS is in 2007 opgericht door Orde enZorgverzekraars Nederland (ZN), en heeft alsdoel het beheren van de kwaliteitsgeldenmedisch specialisten (kader bestuur SKMS).De stichting stelt de kwaliteitsgelden jaar-lijks ter beschikking aan de wetenschappe-lijke verenigingen van de erkende medischspecialismen (wetenschappelijke vereni-gingen) en aan de Orde voor het kwaliteits-beleid medisch specialisten. Hiermee wordenalle wetenschappelijke verenigingen en deOrde in staat gesteld de kwaliteit van degehele medisch-specialistische zorg te borgen alsmede te bevorderen. Zij draagthiermee bij aan een nog betere en veilige-re zorg in Nederland.De kwaliteitsgelden 2008 werden een-malig door middel van een ‘subsidie’ vanhet ministerie van VWS aan de Orde verstrekt. Sinds 2009 worden de kwaliteits-gelden door ZN aan de SKMS overge-maakt.

Twee jaar kwaliteitsgelden:wat is er bereikt?Medio 2008 startten circa 100 kwaliteits-projecten, daarnaast is een programma-

organisatie ingericht. Tevens zijn circa 1.000kwaliteitsvisitaties uitgevoerd. Richtlijnenvormen de kern van het kwaliteitsbeleidmedisch specialisten. Sinds 2008 is gestartmet de ontwikkeling van 148 richtlijnpro-jecten, waarvan er inmiddels 58 projecten(bijna) zijn afgerond. De verbetering van depatiëntveiligheid is speerpunt van zevenprojecten. Tevens is een aanzienlijke bijdrageaan het landelijke veiligheidsprogramma‘Voorkom Schade, werk veilig’ geleverd.Het adagium ‘meten is weten is verbeteren’,vormt de basis voor projecten op gebiedvan kwaliteitsregistraties (13 projecten),indicatoren (11 projecten) en complicatie-registratie (11 projecten). Een belangrijkonderdeel van het geïntegreerd kwaliteits-beleid is de na- en bijscholing van medischspecialisten (10 projecten).

Richtlijn Educatie Programma’sOpmerkelijk is de vlucht die RichtlijnEducatie Programma’s hebben genomen.Ruim veertig projecten vallen in een brederkwaliteitskader zoals op het van gebiedvan patiëntenvoorlichting, certificering,medical audit, eenheid van taal, en verant-woordelijkheidsverdeling. In het midden-katern van deze kwaliteitsspecial vanOrdenieuws vindt u een overzicht van alleprojecten die sinds 2008 zijn goedgekeurddoor het bestuur van de SKMS. Een indruk-wekkend overzicht waaruit blijkt datmedisch specialisten de kwaliteit van dezorg zeer hoge prioriteit geven! ■

W.S.I.M. van den Wijngaart, voorzitter vanhet bestuur van de StichtingKwaliteitsgelden Medisch Specialisten.

Twee jaar SKMSWaar staan we nu?

Als voorzitter van het bestuur van de Stichting Kwaliteitsgelden MedischSpecialisten (SKMS) memoreer ik met trots de prestaties van het kwaliteits-beleid medisch specialisten die de afgelopen twee jaar door de Orde en dewetenschappelijke verenigingen zijn gerealiseerd. Deze zijn mogelijk gemaaktdoor de kwaliteitsgelden medisch specialisten. Er zijn circa 300 projecten, opgebied van onder andere richtlijnen, indicatoren, kwaliteitsregistraties enpatiëntveiligheid uitgevoerd. Circa 1.000 kwaliteitsvisitaties hebben in tweejaar plaatsgevonden. Een indrukwekkend resultaat met grote belofte voor detoekomst van het medisch-specialistisch kwaliteitsbeleid.

Huidige samenstelling SKMS bestuur

Namens de Orde:Dr. W.S.I.M. van den WijngaartProf. dr. R.A.E.M. Tollenaar

Namens ZN:Mw. drs. D.M.J.J. Monissen Drs. A.J. Lamping

Page 23: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010 23

Dr. Marie-Jeanne Vrancken Peeters, als chirurg verbonden aan het NKI Antonievan Leeuwenhoek ziekenhuis, zit in hetdagelijks bestuur van de NVvH als secretariskwaliteit. Vanaf november is er ook eensecretaris patiëntveiligheid benoemd.Zij worden ondersteund door een kwaliteits-functionaris. Binnen de vereniging is ereen Raad voor Kwaliteit, die toeziet opmaar liefst zes verschillende commissies,die het kwaliteitsbeleid handen en voetengeven (Kwaliteitsvisitatie, Patiëntveiligheid,Richtlijnen, Uitkomst van Zorg, Bij- enNascholing, Richtlijnen, Complicatie-registratie). Er wordt gewerkt aan de handvan een beleidsplan en alle projecten worden gevolgd, zowel inhoudelijk als procedureel, maar ook financieel.“De belangrijkste omslag die we ten opzichtevan twee jaar geleden hebben gemaakt, isdat we niet meer constant achter de feitenaanlopen”. Marie-Jeanne Vrancken Peetersziet dat ook als de belangrijkste winst.

NVvH maakt slag van uitvoeringnaar kwaliteitsbeleid‘Kwaliteit is niet meer vrijblijvend’

Binnen de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) staat kwaliteit hoogin het vaandel. Onder de noemer Kwaliteitsbeleid NVvH revisited is binnen devereniging de afgelopen periode een flinke professionaliseringsslag gemaakt.Maar ook is er een versnelling gemaakt met het ontwikkelen van een grootaantal belangrijke richtlijnen en normen. De enige rem die er nog op zit, is debeschikbare capaciteit en de financiën. “Kwaliteit is binnen de NVVH niet meervrijblijvend”, legt dr. Marie-Jeanne Baas-Vrancken Peeters uit. “Iedereen is zichvolledig bewust van het belang en de noodzaak van kwaliteitsbeleid voor de ontwikkeling van ons vak.”

ingespeeld. Wij hebben hiervoor normen vast-gelegd. Bovendien zetten wij ons in voor hettransparant maken van de daadwerkelijkeuitkomsten van zorg door een landelijkeregistratie van de resultaten van borst-kankerbehandeling.”Voor de NVvH is het klip en klaar dat derichtlijnen en normen van de wetenschap-pelijke verenigingen moeten wordengevolgd en niet die van zorgverzekeraars.“Voor ons speelt het belang mee dat we de patiënt de beste haalbare zorg moetkunnen geven. Wij moeten als wetenschap-pelijke vereniging het beste wetenschappe-lijke inzicht (Evidence Based) opschrijven,zonder hierbij direct aan economischemotieven te hoeven denken. Vervolgensmoet er in samenspraak met andere partijengekeken worden of dit kosteneffectief is.Waar het bovenal om gaat, is dat kwaliteitalleen in de praktijk wordt gemaakt.”

AmbitiesDe confrontatie met CZ heeft niets veran-derd aan de ambities van de NVvH. Dewetenschappelijke vereniging legt ook dekomende periode de lat hoog, onder anderemet de verdere professionalisering van dekwaliteitsvisitatie, waaronder het vaststellenvan normen voor deze kwaliteitsvisitatie.“Meten is weten”, besluit de secretaris kwaliteit. “Door goede zorgregistratie, maarook door regelmatig te visiteren, komen weerachter of onze richtlijnen en indicatorenook effectief zijn of dat we deze moetenbijstellen. Uiteindelijk ontwikkelen we zoeen betere indicatorenset en blijft ons kwaliteitsbeleid in ontwikkeling.”Verder is er een begin gemaakt met hetcertifierings/normeringstraject en uitbrei-ding van de audit. In samenwerking metde NABON (Nationaal Borstkanker Overleg)wordt momenteel aan de mamma-auditgewerkt. Ook is de slokdarmchirurgie-auditin de maak. Daarnaast is een groot aantalrichtlijnen in ontwikkeling, waaronder derichtlijn Diverticulitis, de richtlijn MorbideObesitas en de richtlijn acute buik en hetveiligheidsonderwijs. ■

“We werkten alleen deadlines weg, maarkwamen niet toe aan beleid. Die slag kunnenwe door de nieuwe structuur nu wel maken.Dat betekent dat we proactief op nieuweontwikkelingen kunnen inspelen. Alleen quotahalen is niet meer genoeg.”

BotsingDie proactiviteit kwam de NVvH onlangsnog goed van pas. Begin oktober kwam de wetenschappelijke vereniging hard inbotsing met zorgverzekeraar CZ, die eigen(kwantitatieve) kwaliteitsnormen presen-teerde om de borstkankerzorg in deNederlandse ziekenhuizen te beoordelen.Ook de NVvH zet zich in om de kwaliteitvan borstkankerzorg verder te verbeteren,maar laakt de handelswijze van CZ.Marie-Jeanne Vrancken Peeters: “De kwaliteit wordt door meerdere factorenbepaald. Bijvoorbeeld door de aanwezigheidvan de juiste apparatuur en een team vanbehandelaars die optimaal op elkaar zijn

Page 24: Ordenieuws SpecialKwaliteit.

24 KWALITEIT • Special Ordenieuws november 2010

Colofon

KWALITEIT is een Special van Ordenieuws,een uitgave van de Orde van Medisch Specialisten en verschijnt in een oplage van 12.200 exemplaren

Reageren?Bel naar (030) 28 23 672of e-mail naar [email protected]

RedactieAfdeling Communicatie en Informatie

Redactie-adresPostbus 20057, 3502 LB Utrecht(030) 28 23 672

Druk Verweij Printing Mijdrecht

Medewerkers aan dit nummer Rob van EsDe ReputatiegroepJudith van den Bree

VormgevingBerkhout Grafische Ontwerpen, Harmelen

FotografieArnoud Mooij

Overnemen van de inhoud, geheel of gedeeltelijk,is toegestaan mits met bronvermelding.Kijk voor het laatste nieuws op www.orde.nl

ISSN: 1572-252X

Scholing inkwaliteitszorgAanbod van de Academie

De Academie voor Medisch Specialistenbiedt scholing met betrekking tot alleniet-medisch inhoudelijke competentie-gebieden van de medisch specialistzoals management, communicatie,samenwerking, pleitbezorging,professionaliteit en kennis en weten-schap. In feite hebben deze allemaalbetrekking op de kwaliteit van hetmedisch handelen.De Academie biedt daarbinnen enkelecursussen, die specifiek betrekking hebben op aspecten van kwaliteitszorgzoals:visitatietraining, IFMS-training,specialisten in communicatie, zorgpadenvoor medisch specialisten.Voor meer informatie zie http://academie.artsennet.nl

Wij danken de onderstaande verenigingen voor hun bijdrage