Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

24
INHOUD 2 Veiligheid in Nederlandse ziekenhuizen onderzocht 5 Overeen- stemming uurtarief mijlpaal voor medisch specialisten 13 Verder op weg naar vrije prijzen in de zorg? 17 Symposium Patiëntveiligheid ‘Voorkom schade, werk veilig’ 19 KNMG Manifest Medische Professionaliteit 20 “Medisch specialisten efficiënter inzetten in ontwikkelingslanden” Elfde jaargang mei 2007 nummer INTERVIEW MET NIEUWE VOORZITTER VAN DE JONGE ORDE, JACKY BECK: “DE JONGE ORDE WIL EINDE ONGELIJKHEID IN SALARIËRING AIOS” 2

description

Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

Transcript of Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

Page 1: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

I N H O U D 2 Veiligheid in Nederlandse ziekenhuizen onderzocht 5 Overeen-stemming uurtarief mijlpaal voor medisch specialisten 13 Verder op weg naar vrijeprijzen in de zorg? 17 Symposium Patiëntveiligheid ‘Voorkom schade, werk veilig’19 KNMG Manifest Medische Professionaliteit 20 “Medisch specialisten efficiënterinzetten in ontwikkelingslanden”

E l f d e j a a r g a n g • m e i 2 0 0 7 • n u m m e r

INTERVIEW MET NIEUWE VOORZITTER VAN DE JONGE ORDE, JACKY BECK:

“DE JONGE ORDE WIL EINDE ONGELIJKHEID IN SALARIËRING AIOS”

2

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 1

Page 2: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

A C T U E E L

Veiligheid in Nederlandse ziekenhuizen onderzochtOrdenieuws is

een uitgave van deOrde van Medisch

Specialisten en verschijnt

zes keer per jaar in een oplage van

10.400 exemplaren

Reageren?Bel naar

(030) 29 85 149of e-mail naarcommunicatie

@orde.nl

RedactieAfdeling

Communicatie

DrukOnkenhout Groep,

Almere

Medewerkers aandit nummerRené VerlegRob van Es

VormgevingBerkhout Grafische

Ontwerpen,Harmelen

Overnemen van de inhoud,geheel of

gedeeltelijk,is toegestaan

mits metbronvermelding.

ISSN: 1572-252X

Kijk voor hetlaatste nieuws op

www.orde.nl

Foto cover:René Verleg

C O L O F O N

is voorbij. Het is nu tijd voor verantwoording.”

De cijfersJaarlijks worden 1,3 miljoen mensenin het ziekenhuis opgenomen. Hiervan krijgt 5,7 % (76.000patiënten) te maken met schade tijdens de behandeling. Bij meer dan de helft van deze patiënten is de onbedoelde schade zo gering dat zij bij ontslag hiervan nauwelijks tot geen beperkingen ondervinden.In minder dan 40% van de gevallen(30.000 patiënten) is de schade tevoorkomen. De schade kan leidentot tijdelijke of blijvende beperkingen,een verlengde opname of voortijdigoverlijden. Circa 10.000 patiëntenondervonden blijvende schade. In het buitenland komt onbedoeldeschade voor bij 2,9% tot 16,6%van de ziekenhuispatiënten.In het onderzoek is apart gekekennaar patiënten die in het ziekenhuisoverlijden. Bij hen komt onbedoelde

Drie jaar geleden gaf het Ordebestuur opdracht om onderzoek tedoen naar de veiligheid in de Nederlandse ziekenhuizen. Op 25 april2007 werden de resultaten daarvan bekend gemaakt en zoals verwacht breed uitgemeten in de media. Ieder jaar blijken ongeveer30.000 patiënten schade op te lopen tijdens de behandeling in hetziekenhuis, die voorkomen had kunnen worden. Volgens sommigen‘schokkend’ en reden voor een spoeddebat in de Tweede Kamer envolgens anderen een beetje ‘zoals verwacht’. Maar iedereen was heter over eens dat elke onnodige schade er één teveel is en dat er dusnog genoeg winst is te behalen.

Het onderzoek op initiatief van de Orde werd uitgevoerd door hetEMGO Instituut/VUmc en hetNIVEL. Deze 0-meting van onbedoelde schade was nodig om te kunnen meten wat verbeteringenopleveren. Een dergelijk onderzoekhad in Nederland nog niet eerderplaatsgevonden, met als gevolg dathet niveau van patiëntveiligheid werdgeschat op basis van geëxtrapoleerdecijfers uit buitenlandse onderzoeken.Discussies over iatrogene schadegingen daarom vooral over de juist-

heid van deze vertaling en niet overhet thema zelf. Hoewel Nederlandmet deze cijfers gunstig afsteekt tenopzichte van de meeste andereEuropese landen en de cijfers ooklager uitvallen dan tot dusver werdgedacht, is iedere vermijdbare schadeer één teveel. Prof. dr. P.A.M. Vierhout over-handigde het rapport ‘Onbedoeldeschade in ziekenhuizen’ aan ministerdr. A. Klink van VWS met de belofte in te zetten op gerichteacties: “De tijd van verwondering

Prof. dr. P.A.M. Vierhout en dr. A. Klink tijdens de overhandiging van het rapport ‘Onbedoelde schade in ziekenhuizen’.

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 2

Page 3: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

3

A C T U E E L

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

schade relatief vaker voor. Het gaatveelal om oudere patiënten die com-plexe zorg nodig hebben. Van alle in2004 in het ziekenhuis overledenpatiënten (ongeveer 42.000 is circa3% van alle opgenomen patiënten)heeft 10,7% met onbedoelde schadete maken gekregen. Van deze groephad het overlijden naar schatting bij1.735 patiënten(4,1%) waar-schijnlijk voor-komen kunnenworden.Voorheen werdop basis van buitenlandse cijfers uitgegaan van 1.500 tot6.000 patiënten.

De onderzoeksopzetDe belangrijkste vragen in het onafhankelijke onderzoek waren: • Hoe vaak lopen patiënten onbe-

doeld schade op in het ziekenhuis?• Hoe ernstig is die schade? • En in hoeverre had die schade

kunnen worden voorkomen?21 Ziekenhuizen waren bereidsamen 7.926 dossiers van patiënten

uit 2004 voor beoordeling terbeschikking te stellen. De beoordelingvond plaats in fasen. In de 1e fasebeoordeelde een verpleegkundigeaan de hand van 18 criteria en ‘triggers’ of het dossier door eenmedisch specialist moest wordenbekeken. Voorbeelden van criteria/triggers zijn: onbedoelde heropname,

(her)operatie of overplaatsing naareen andere afdeling of ziekenhuis,blijvende of tijdelijke schade opgelopen tijdens ziekenhuisverblijf,complicaties, onverwacht overlijden,hart- en ademstilstand.In de 2e fase werden deze dossiersvoorgelegd aan 2 medisch specia-listen die onafhankelijk van elkaarde dossiers beoordeelden. Het onder-zoek is op vergelijkbare wijze uitgevoerd als de Harvard MedicalPractice study (To err is human).

Verschillen tussen ziekenhuizen of afdelingenHet dossieronderzoek naar onbe-doelde schade en vermijdbare schadeis niet opgezet om ziekenhuizen ofafdelingen onderling met elkaar tevergelijken. Het blijkt dat er geengrote verschillen tussen de zieken-huizen zijn.

Geen van dedeelnemendeziekenhuizenwijkt significantaf van het landelijk gemid-delde. De ver-schillen tussen

afdelingen zijn groter dan tussenziekenhuizen. Als rekening wordtgehouden met de complexiteit van depatiënten wijkt echter geen enkeleafdeling significant af van het lande-lijke gemiddelde.

OorzakenIn een vervolgonderzoek wordt naderingegaan op de oorzaken. Nu al isgebleken dat de kans op onbedoeldeschade groter is bij invasieve encomplexe behandelingen dan bijeenvoudige ingrepen. Het risico op onbedoelde schade is groter bijchirurgische ingrepen en bij ouderepatiënten die complexe zorg behoeven. Bij de overleden patiëntenis gebleken dat de onbedoelde schaderelatief vaak mede veroorzaakt isdoor diagnostische fouten.Uit de resultaten blijkt dat in meerdan de helft van de gevallen hetprofessioneel handelen en in 40%patiëntgerelateerde factoren een rolhebben gespeeld bij het ontstaan van de onbedoelde schade. Organisatorische en technische factoren worden minder frequentgenoemd. Uit het onderzoek is ookgebleken dat in kwalitatief mindergoede dossiers meer onbedoeldegebeurtenissen met schade zijngevonden.

VervolgonderzoekHet dossieronderzoek naar onbe-doelde en vermijdbare schade is heteerste deel van het onderzoek naarpatiëntveiligheid in Nederlandse ziekenhuizen. Het 2e deeltraject richt zich op de oorzaken van

“De tijd van verwondering is voorbij.Het is nu tijd voor verantwoording.”

De dossierstudie heeft zich expliciet gericht op onbedoelde envermijdbare schade aan patiënten. Deze schade is in sommigesituaties toe te schrijven aan een complicatie of de risico’s vande behandeling zelf, maar in andere gevallen terug te voeren ophet onvoldoende handelen volgens de professionele standaarden tekortkomingen in het zorgsysteem.

Bij een behandeling van eenpatiënt kan er sprake zijn verwachte schade die inherent isaan de behandeling (bijvoorbeeldneveneffecten van een chemo-kuur). Een behandeling kan ookonbedoelde schade opleveren.Hiervan is sprake als deze schade vooraf niet is voorzien(bijvoorbeeld een allergischereactie na het inspuiten van een contrastvloeistof).

Als bij de behandeling van depatiënt sprake is van vermijdbareschade gaat het om schade dievooraf niet was voorzien maar welvoorkomen had kunnen worden(bijvoorbeeld gemiste diagnosenaadlekkage of een medicatie-fout bij ontslag waardoor heropname). ■

Onbedoelde en vermijdbare schade

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 3

Page 4: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

4

A C T U E E LO

rden

ieuw

s •

mei

200

7 •

num

mer

2

Samen zorge nOp 12 april 2007 vond in deTweede Kamer een algemeenoverleg plaats met de nieuweminister van VWS, dr. A. Klink.Aanleiding vormde zijn brief‘Samen zorgen voor beter,proloog VWS-beleid 2007-2010’.

De Kamer had verzocht om een inhoudelijke agenda om toteen eerste hoofdlijnendebat tekomen. Dat kwam er in de praktijk niet van. Enerzijds wasdat een gevolg van het feit datalle fracties slechts vijf minutenspreektijd was toebedeeld enanderzijds verwees de brief vande minister op belangrijke onder-delen naar actieplannen die pasin de loop van 2007 zouden worden toegezonden.

MarktwerkingDaarmee kreeg het overleg voor een deel het karakter vaneen eerste parlementaire kennis-making, waarbij de minister vande gelegenheid gebruik maaktetoelichting te geven op het tevoeren beleid. Hij nuanceerde hetbeeld van zijn rol als ‘architect’van de Zorgverzekeringswet. De credits geeft hij daarvoornadrukkelijk aan zijn voorgangerHoogervorst. Hoewel het coalitie-akkoord nog wat vaag blijft overde voortzetting van de markt-werking, was van die terug-houdendheid in het debat weinigte merken. Minister Klink wil verdergaan met de marktwerking,omdat deze kan bijdragen aankwaliteitsverbetering en de finan-ciële houdbaarheid van de zorg.Ter illustratie noemde hij het feitdat uit voorlopige cijfers blijkt datde kostenontwikkeling in het B-segment zich gematigder heeftontwikkeld dan in het A-segment.

onbedoelde en vermijdbareschade en het 3e deeltraject richtzich op drie verbeterinitiatieven. De resultaten van de oorzakenstudieworden naar verwachting in hetvoorjaar van 2008 bekend gemaakt.In dit onderzoek worden metbehulp van meldingen van incidentenbasisoorzaken achterhaald engeanalyseerd. Het onderzoek wordtuitgevoerd op 10 afdelingen internegeneeskunde, chirurgie en spoed-eisende hulp. Vooruitlopend op dezeresultaten starten partijen overigensal met het doorvoeren van verbete-ringen die hun effectiviteit elders alhebben bewezen.

AanbevelingenOnbedoelde schade is helaas onont-koombaar. Absolute patiëntveiligheidis een theoretische werkelijkheid.Zo concluderen ook de onderzoekers.Vooruitlopend op de oorzakenstudie,stelden zij al een lijst met aanbeve-lingen op (zie www.orde.nl).Vierhout: “Een specialist die nooitschade veroorzaakt, ziet geenpatiënten. Maar er is wel degelijkgenoeg winst te behalen. Een deelvan de aanbevelingen van de onder-zoekers is evident. Het enige echtnieuwe element is de aanbeveling

� medisch specialisten periodiek dossiers te laten beoordelen en ditook in de opleiding op te nemen.Andere aanbevelingen zijn of wordenopgepakt in bestaande en nieuweinitiatieven, zoals het veiligheids-managementsysteem, het IFMS(individueel functioneren medischspecialisten), een multidisciplinairerichtlijn voor het preoperatieve traject en een EMD.”

Gerichte actiesDe Orde heeft direct bij de presentatie in Den Haag een pakket maatregelen aangekondigd, mede gebaseerd op ervaringen in het buitenland. Zo heeft de Orde dewetenschappelijke verenigingengevraagd een actiepunt te benoemendat relatief snel en eenvoudig kanworden opgepakt. Verder is op 12 juni 2007 de slotconferentie van het VMS, waar partijen (ziekenhuizen, medisch specialisten,verpleegkundigen, patiënten) gezamenlijk hun actieprogrammamet bestaande en nieuwe maat-regelen presenteren. Ook de IGZ en VWS zullen hier een rol in gaanspelen (zie pagina 18 ‘Symposiumpatiëntveiligheid’).

Spoeddebat Tweede KamerHet Orde-rapport maakte ook inpolitieke zin het nodige los. In eenspoeddebat in de Tweede Kamerkreeg de Orde herhaaldelijk alle lof toegespeeld. Vooral de ministerhad veel waardering voor het initiatief en de moed om de cijfersboven water te krijgen.Alle fracties droegen uitgebreid verbetersuggesties aan en aan deminister werd gevraagd binnen tweeweken een actieplan of ‘marsroute’te presenteren. Die toezegging wildeKlink echter niet doen. Een actie-plan vereist zorgvuldigheid en niet‘uit de heup schieten’ aldus deminister. Het beleid van VWS zal de komende jaren gericht zijn op dethema’s veiligheid, zichtbare kwaliteiten patiëntgerichtheid. Ook deminister is van oordeel dat de tijdvan vrijblijvendheid voorbij is en de zorg concrete doelstellingen moetbenoemen. Kijk voor een uitgebreiderverslag op www.orde.nl. ■

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 4

Page 5: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

5

A C T U E E L

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

Overeenstemming uurtarief mijlpaal voormedi sch specialistenDe Algemene Ledenvergadering van de Orde heeft woensdagavond 21 maart 2007 uiteindelijkingestemd met het onderbouwd normatief uur-tarief voor medisch specialisten. De leden hebbenhiermee een einde gemaakt aan een jarenlangeen moeizame discussie over hun inkomen.

Het bestuur van de Orde kwam in januari samen met toenmaligminister Hoogervorst een te index-eren uurtarief overeen van € 132,50met een bandbreedte van + en - € 6. Een aantal medisch specialistenlevert hierdoor inkomen in en eenaantal gaat erop vooruit.

Medisch specialisten onzekerMedisch specialisten willen welmeewerken aan de invoering van het uurtarief per 1 januari 2008,maar zijn vooral onzeker over deuitwerking, ook omdat zich op die datum méér veranderingen aan-dienen. Dit bleek uit de stemmingop de ALV, waar bijna 700 ledenaanwezig waren en waar 4 motieswerden ingediend. Vragen en discussies waren er over de vollebreedte, maar vooral over de rand-voorwaarden en de uitwerking.

e n voor beterKwaliteitsverbeteringDe nadruk zal in de komendejaren liggen op kwaliteitsverbete-ring en vooral het inzichtelijkmaken van kwaliteit.Transparantie en prestatie-indicatoren zullen veel aandachtkrijgen. ‘Een tandje bijsteken’zoals minister Klink dat meerderekeren in het debat noemde. Die versnelling zal ook moetenplaatsvinden in de verbetering vande registratie van de kwaliteit.De rol van de IGZ zal daarbijworden versterkt om toezicht te houden op de registratie-systemen in de ziekenhuizen. Dat zal moeten leiden tot beterekeuze-informatie.

InnovatieplatformEr vindt op dit moment een verkenning plaats om te komen tot de oprichting van een innovatieplatform voor de zorg.Doel hiervan is te komen tot de vergroting van de arbeids-productiviteit en het leveren vaneen bijdrage aan het preventie-beleid. Met name die arbeids-productiviteit zal van importantiezijn voor de beheersing van de zorgkosten. In dat verband moestde minister een fikse over-schrijding melden aan de Kamer.Kostenoverschrijdingen die hun oorsprong vinden in 2005, zijnopgelopen tot een bedrag van € 1 miljard (zie ook pagina 12,Kamer Vrij Beroep). In dekomende weken zal dat probleemonderwerp worden in de besprekingen over de Voorjaars-nota. Gaat Financiën een tandjebijsteken, of zal de compensatiein het veld moeten wordengevonden? De tijd zal het leren. ■

De moties werden ingediend door de wetenschappelijke verenigingenvan de cardiologen, de gynaecologen,de KNO-artsen en de radiologensamen met de pathologen. De laatstetwee moties werden aangenomen.Hierin werd gesteld dat het uurtariefacceptabel is en dat de punten vankritiek die tijdens de vergadering aande orde zijn gesteld (onder meer deopbouw van de verschillende kosten-posten, waardering voor niet-patiënt-gebonden activiteiten, financieringvan beschikbaarheidsdiensten) verder moeten worden besproken.

SteunHet bestuur kreeg de steun van de achterban vanwege het nut vaneen onderbouwd uurtarief en in dehoop dat hiermee nu een eind isgekomen aan jarenlang gesteggel.Het is een maatschappelijk aanvaard-baar uurtarief, dat jaarlijks wordtgeïndexeerd en dat uitzicht biedt op een vrij onderhandelbaar tarief.Dat de Orde daarvoor nog de nodigeondersteuning zal moeten bieden, is ook duidelijk. Het bestuur heeftdaarvoor binnenkort de nodige‘tools’ gereed. ■

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 5

Page 6: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

Jacky BeckVoorzitter van De Jonge Orde

De Jonge Orde wil einde ongelijkheid in salariëring aios

6

D E J O N G E O R D EO

rden

ieuw

s •

mei

200

7 •

num

mer

2

“Op het moment van dit interview heb ik mijn 46-urige werk-week erop zitten. Toch heb ik nog steeds dienst. Ik ga zo meteeneen patiënt met een testistumor opereren. De schoonmaker vande OK, de instrumenterende en de anesthesie-assistent krijgenvanavond bij die operatie allemaal betaald. Meer dan normaalzelfs, want er wordt ook onregelmatigheidstoeslag uitgekeerd.Maar ik als hoofdoperateur en dus eindverantwoordelijke,verdien vanavond helemaal niks. Het gaat me niet om het geld,maar om het principe”.

Aldus Jacky Beck. Hij is sinds 1 januari 2007 de nieuwe voorzittervan De Jonge Orde. Hij werkt alsaios urologie in het LUMC. Twee jaar was hij voorzitter van delokale arts-assistenten vereniging inhet Canisius Wilhelmina Ziekenhuis.“Maar veel problemen die aios aangaan zijn niet lokaal, maar landelijk van aard”.Beck steekt veel vrije tijd in hetvoorzitterschap. Uit LVAG-onderzoekblijkt dat één op de vijf aios burnout-verschijnselen heeft. Zit Beck methet voorzitterschap als extra activiteitook in deze categorie? “Met mijgaat het goed, maar het is wel eenprobleem dat serieus genomen moetworden. We leven in een modernetijd, maar de invulling van de opleiding tot medisch specialist isnog ouderwets en is gebaseerd ophet beeld dat de aios een mannelijkekostwinner is die dag en nachtbeschikbaar is voor z’n werk en een dienende vrouw heeft die hemthuis zijn pantoffels aanreikt”.Lees verder op pagina 8

De Jonge Orde:opleiden aios gezamenlijke verantwoorde-lijkheidDe documentaire ‘Oefenen op de patiënt’van Zembla van zondag 22 april 2007 zet aios neer als onmondige artsen, dieonvoldoende opleiding zouden krijgen endie onvoldoende kwaliteitszorg zoudenleveren. Opleiders zouden boemannen zijndie hun aanstaande collega-specialistenintimideren. De Jonge Orde bestrijdt ditbeeld en benadrukt de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de opleiding.

In de uitzending blijft een aantal eindverant-woordelijken buiten schot. Zembla legt eenzijdig de schuld bij de medisch specialist, terwijl de raden van bestuur en hun over-koepelende organisaties NFU en de NVZ eindverantwoordelijk zijn voor deze situatie. Deze laatste zijn immers de partijen die in deCAO-onderhandelingen de ruimte bepalenwaarbinnen de opleiding zich afspeelt.Daarnaast zijn de raden van bestuur nadrukke-lijk verantwoordelijk voor de praktijk in hunziekenhuizen. Terwijl er van de medisch specialist en de aios steeds meer wordtgevraagd qua zorg voor complexere patiënten,communicatie met beter geïnformeerde en veeleisende patiënten, bij- en nascholing, scholing van studenten en co-assistenten, administratie, opstellen van protocollen, verzamelen van kwaliteitsgegevens en vaak ookparticipatie in wetenschappelijk onderzoek,wordt er zelden extra geld vrij gemaakt vooruitbreiding van het aantal artsen. Hierdoorontstaat er een spanningsveld in de verdelingvan taken tussen specialisten en hun aanstaandecollega’s. De vierentwintiguurszorg moetimmers gegarandeerd blijven. En dat is dus nietalleen het probleem van de opleider. Dat is eengezamenlijke verantwoordelijkheid. ■

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 6

Page 7: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

7

D E J O N G E O R D E

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

De Jonge Orde heeft het ‘Aios meldpunt!’in het leven geroepen voor aios, die problemen ervaren in hun opleiding, zoalsrond werkdruk, te ruime arbeidstijden/verkeerde roosters onvoldoende super-visie/ bereikbaarheid van de opleider(s),een moeizame relatie met de opleider(s)of hun positie in het ziekenhuis. Ook kanmelding worden gemaakt van werk-omstandigheden in het ziekenhuis, die totfouten (zouden hebben kunnen) leiden.

Er is op dit moment al een aantal plaatsenwaar aios met hun problemen terecht kunnen.In het Kaderbesluit van het Centraal CollegeMedische Specialismen staan enkele artikelenaan de hand waarvan de Medisch SpecialistenRegistratie Commissie (MSRC) het opleidings-klimaat kan toetsen. • In het ziekenhuis houdt het opleidingsteam

tenminste vier maal per jaar een opleidings-vergadering waar alle aios en alle leden van het opleidingsteam bij aanwezig zijn.Hier worden alleen opleidingsaangelegen-heden besproken.

• De aios van elke opleiding sturen eenmaalper jaar een evaluatieformulier naar deMSRC, waarin het opleidingsklimaat doorde aios kan worden beoordeeld. Indien deMSRC door middel van dit evaluatieformulierop de hoogte wordt gesteld van misstanden,kan zij maatregelen nemen.

• Bij dreigende conflicten kunnen aios contactopnemen met de in iedere opleidingsinrichtingfunctionerende ‘Centrale Opleidingscommissie’.In deze commissie zitten naast opleiders ook aios en een lid van de raad van bestuur.De commissie kan onafhankelijk contactopnemen met de MSRC.

• Het opleidingsteam is er voor verantwoordelijkdat de werkzaamheden van de aios relevantzijn voor de opleiding. Dit wordt bij elkevisitatie getoetst. Tijdens de visitatie hebbende aios de mogelijkheid hierover hun kritieknaar voren te brengen. Deze kritiek weegt inde beslissingen van de MSRC zwaar mee.

Aios kunnen problemen anoniem bij het Aiosmeldpunt! aangeven. Met de gegevens wordtvertrouwelijk omgegaan. Indien gewenst kunnende meldingen worden afgehandeld door de afdeling individuele juridische dienstverlening van De Jonge Orde. Bel met (030) 28 23 652 of mail [email protected]. ■

Aios meldpunt!

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 7

Page 8: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

8

D E J O N G E O R D EO

rden

ieuw

s •

mei

200

7 •

num

mer

2

Tijdens bijeenkomsten van De Jonge Ordein de UMC’s is uitgelegd dat de verschillenin rechtspositie tussen aios in de UMC’s en aios in de perifere ziekenhuizen gelijkmoet worden getrokken Enerzijds dienende UMC’s de nodige interne maatregelente treffen om invoering per 1 januari 2008te realiseren. Anderzijds dient ook hetOpleidingsfonds, dat de financiering van de aios regelt, tijdig van die CAO-aanpassingen op de hoogte te wordengesteld. Dit in verband met de bekostigingvan de aios in 2008.

OnbegrijpelijkDe bereidheid onder de aios om de voorstellenkracht bij te zetten, bleek duidelijk tijdens deze locatiebijeenkomsten. Voor vele aios is het onbegrijpelijk dat voor hetzelfde werk ineen perifeer ziekenhuis een andere en hogerebeloning wordt gegeven dan in een UMC. Aios zijn van mening dat deze ongelijkheid nuecht moet verdwijnen.

Parttime werkenDaarnaast is op alle locatiebijeenkomsten aandacht besteed aan parttime werken dooraios. De Jonge Orde ontvangt uit haar achterbansterke signalen dat een aantal ziekenhuizen hetparttime werken onmogelijk maakt. Dit onderverwijzing naar de wijze van financiering doorhet Opleidingsfonds. Het weigeren van demogelijkheid om parttime te kunnen werken kanen zal een aantal aios stevig in de problemenbrengen. Nu ontvangt De Jonge Orde al signalen van parttime werkende aios, dat zijtegen aanzienlijke problemen oplopen als zijvanuit hun opleidingsziekenhuis tijdelijk naareen ander ziekenhuis moeten gaan en dat andere ziekenhuis parttime werken niet accepteert. Door De Jonge Orde is aangegevendat zij dit punt met onder andere het Opleidings-fonds wil bespreken. ■

Speerpunten De Jonge Ordevoor CAO UMC

Vervolg van pagina 6Het ligt niet zozeer aan de oplei-ders, meent Beck. “Die zijn door-gaans van goede wil. Ik denk nietdat er veel opleiders zijn die anno2007 de assistent bewust als voet-veeg gebruiken”. Toch is de cultuur taai. Een aios moet gewoonhard werken en niet zeuren. “Die opvatting is hardnekkig”,onderschrijft Beck. “En”, zo geeft hijook aan, “het ligt goed beschouwdook aan de aios zelf. De meeste aioszijn loyaal aan het werk en makenzich al snel ondergeschikt aan hunopleider en aan hun patiënten.Daarnaast is het een houding van:“We zijn maar een paar jaar aios,daarna zal het wel beter gaan”.Beck wil die wat verstarde cultuurdoorbreken met wat hij ‘goed werk-geverschap’ noemt. “De meester/gezel-verhouding ligt in het algemeenachter ons. Maar de cultuur vantoen is nog aanwijsbaar. Dat moetanders. Ik wil heldere afsprakenover de positie van de aios.Afspraken waaruit blijkt dat wijmeer worden erkend als aanstaandecollegae. Naar aanleiding van onderandere de Zembla-uitzending hebbenwe het ‘Aios meldpunt!’ in het levengeroepen voor aios, die problemenervaren in hun opleiding, zoals rondwerkdruk, roosterproblematiek,onvoldoende bereikbaarheid van

de opleider(s) of hun positie in hetziekenhuis.” (zie kader)Eén van de sporen van die oude cultuur is te vinden in de rooster-problematiek. Beck: “Sinds septem-ber 2006 controleren we als De Jonge Orde de roosters en kijkenwe of er rekening is gehouden metde CAO en de Arbeidstijdenwet.Daarbij komen we aardig watexcessen tegen. Saillant is dat hetvaak de aios zelf zijn die de roostersmaken. Zij hebben meestal geenkennis van CAO-bepalingen en deArbeidstijdenwet en plannen allesmaar in zoals het uitkomt. Medeook omdat ze er vaak zelf voormoeten zorgen dat alle dienstenbemenst zijn. Soms zelfs ongeachthet aantal beschikbare aios.Daarmee snijden ze zichzelf in devingers. Problemen doen zich metname voor bij acute en dus slechtplanbare diensten zoals chirurgie,interne, cardiologie, kindergenees-kunde en gynaecologie”.

Gelijktrekken CAO’s Er valt voor De Jonge Orde nogflink wat werk te verrichten, aldusBeck. “De Jonge Orde moet nogmeer de belangen van de toekomstigespecialist vertegenwoordigen.Daarom moet de organisatiegraadomhoog. Van de ruim 5000 aios zijner rond de 1000 lid van De Jonge

‘Aios maken zich snel ondergeschikt’

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 8

Page 9: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

9

D E J O N G E O R D E

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

Orde. Veel te weinig”.De Jonge Orde gaat actief de zieken-huizen in om de aios op te zoekenen hen op te roepen toch vooral lidte worden van De Jonge Orde.“Met een steviger achterban kunnenwe makkelijker resultaten boeken bijde komende CAO-onderhandelingenvoor onder andere de UMC’s”.Voorbeeld van een heet onderhande-lingshangijzer dat De Jonge Ordezeer aan het hart gaat, is het gelijk-trekken van de cao’s voor universi-taire medische centra en algemeneziekenhuizen. Beck: “Het is onver-teerbaar dat anno 2007 aios voorhetzelfde werk en ongeveer dezelfdewerkuren in de UMC’s, door hetontbreken van de onregelmatigheids-toeslag voor aios, tot (soms) enkelehonderden euro’s per maand mindersalaris ontvangen dan in de periferie”.

Bestaansrecht Jonge OrdeDat De Jonge Orde als onafhanke-lijke vereniging bestaansrecht heeft,staat buiten kijf. “We zijn oprecht blijmet de ondersteuning door de Orde.Zij faciliteren ons ruim. Maar in deogen van veel aankomend specia-listen heeft de Orde toch een watstoffig en grijs imago. Het is goeddat aios De Jonge Orde hebben die beter bij hun assistentenwereldaansluit en die voor hun belangenopkomt”. ■

NieuweArbeidstijdenwetvoor aios nog nietvan toepassing

De invoering van de nieuwe ATW dient uiterlijk op 1 april 2008een feit te zijn. Voor die tijd dienen vakbonden of ondernemings-raden overleg te voeren over de vraag of de nieuwe wetgeving in al zijn omvang binnen organisaties zal worden toegepast. Tot dietijd blijven voor de aios de huidige afspraken uit de CAO UMC,de CAO Z en de CAO GGZ gelden.

ATW leidt tot grotere rechtsongelijkheidDe Jonge Orde is van mening dat invoering van de nieuwe ATWbinnen de ziekenhuizen zal leiden tot grotere rechtsongelijkheidtussen aios. Er zijn nu al grote verschillen tussen aios. Er zijn aiosmet een maximaal gemiddelde werkweek van 48 uur inclusief aanwezigheids- en bereikbaarheidsdiensten (algemene ziekenhuizen)en er zijn aios met een 46-urige werkweek exclusief aanwezigheids-en bereikbaarheidsdiensten (UMC’s). Daarnaast zijn er ook nogaios die helemaal geen aanwezigheidsdienst hebben en aios diesoms bereikbaarheidsdiensten hebben.

Omstandigheden in ziekenhuizen De Jonge Orde is van mening dat de nieuwe wet onvoldoenderekening heeft gehouden met de omstandigheden in ziekenhuizen.De noodzaak om de bestaande werktijden te verruimen tot 12 uurper dag en 60 uur per week vindt De Jonge Orde ongewenst. Wat voorheen overtredingen waren, zullen met de nieuwe Arbeids-tijdenwet niet meer als overtredingen worden gezien. In de praktijkblijkt dat veel aios nu al meer werken dan de voor hen geldendearbeidstijd. Onder aios is de zorg groot, dat de voorgestelde verruiming betekent dat straks na 12 uur werken, vaak zonderpauzes, er nog noodzakelijke werkzaamheden moeten worden verricht en daardoor werkdagen gaan ontstaan van 13 of 14 uur.Vaak komt het voor, dat aios naast de werkuren ook nog een studie-last hebben en moeten deelnemen aan verplichte bijeenkomsten. ■

Per 1 april van dit jaar is de Arbeidstijdenwet gewijzigd.De nieuwe Arbeidstijdenwet (ATW) biedt werkgevers demogelijkheid om personeel – indien nodig – flexibeler in te zetten, zoals bij seizoensarbeid en bij piekbelastingen.Met de invoering van de nieuwe wetgeving vervallen dezogenaamde standaard- en overlegregelingen, alsmede de regeling voor geneeskundigen (waaronder de aios).

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 9

Page 10: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

LANDELIJKE AIOSDAG VOOR AANKOMENDMEDISCH SPECIALISTENZATERDAG 9 JUNI 2007, DOMUS MEDICAMERCATORLAAN 1200, 3528 BL UTRECHT

MELD JE AAN OP WWW.ORDE.NL

10

• Maatschapovereenkomst • CAO’s • Goodwill• Pensioenen • Arbeidsongeschiktheid • DBC’s • Rechten en plichten van medisch specialisten • en veel meer!

WorkshopsU kunt op deze dag 3 workshops volgen:

Werken als medisch specialist in dienstverband

Onderhandelen over een goed dienstverband

Werken als universitair medisch specialist

Werken als medisch specialist in vrij beroep

Pensioenen 5

4

3

2

1 Goodwill

Combineren werk en privé

Werken als psychiater in dienstverband

Werken als psychiater in vrij beroep9

8

7

6

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 10

Page 11: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

11

V R I J B E R O E P

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

De Orde heeft in de diverse technischeoverleggen voorafgaand aan de vaststellingvan deze beleidsregel aangegeven dat dewijzigingen in de praktijk tot grote proble-men leiden, zoals de verplichte minimalelooptijd van een DBC van 60 dagen. De epilepsie-DBC’s worden momenteel bijvoorbeeld elke week gefactureerd. In depraktijk kan het dus voorkomen dat erbinnen 60 dagen een DBC met hetzelfdezorgtype, diagnose en behandeling wordtgeopend en gesloten. Ook op een aantalandere onderdelen veroorzaakt de beleids-regel problemen: bijvoorbeeld de combi-

natie van een SEH-DBC met een reguliereDBC. De Orde heeft daarom op 30 maart2007 een bezwaarschrift ingediend bij deNZa tegen deze beleidsregel. Ook dewetenschappelijke verenigingen kondeneen bezwaar in te dienen. Een enkele vereniging heeft dat gedaan. Eind maart2007 heeft de NZa de bereidheid uitge-sproken om de beleidsregel ‘inhoudelijknog eens te bezien’, mede naar aanleidingvan een gezamenlijke brief van Orde, NVZen NFU waarin deze probleempunten naarvoren zijn gebracht. De Orde handhaaftvooralsnog de bezwaarschriftprocedure. ■

Orde maakt bezwaar tegen aangepaste DBC-beleidsregel

Partnerpensioen bij SPMS

Extra partnerpensioenPer 1 januari 2007 is er in het partnerpensioen het een en andergewijzigd. Zo is de naam ‘nabe-staandenpensioen’ gewijzigd in‘partnerpensioen’. Maar er zijn nog meer wijzigingen.Tot 1 januari 2007 verzekerde SPMSvoor iedere deelnemer extra partner-pensioen boven de gebruikelijke70% van uw ouderdomspensioen.Deze oude aanvullende risicoregelingis vervangen door het Tijdelijk partnerpensioen. De nieuwe regelingverzekert een hoger aanvullendbedrag, maar is beperkt in duur.Het Tijdelijk partnerpensioen wordtuitgekeerd totdat de partner 65 jaaris. De uitkering stopt wanneer departner hertrouwt, een geregistreerdpartnerschap aangaat of gaat samen-wonen. De nieuwe aanvullenderegeling geldt niet voor het wezen-pensioen.

Zwevend partnerpensioenHet opgebouwde partnerpensioenvervalt niet langer bij vooroverlijdenvan uw partner of ex-partner. Dit geldt ook voor het Bijzonderpartnerpensioen bij vooroverlijdenvan de ex-partner. Deze pensioenenblijven in stand voor een eventuelevolgende partner (via huwelijk,geregistreerd partnerschap of metnotariële samenlevingsovereenkomst),mits de nieuwe partner vóór uw 65-jarige leeftijd bij SPMS wordtaangemeld. Zolang u geen nieuwepartner heeft, wordt het opgebouwdepartnerpensioen ‘Zwevend partner-pensioen’ genoemd. Wanneer u metpensioen gaat, kunt u dit zwevendpensioen uitruilen voor extra of eerder ingaand ouderdomspensioen.

Herstel partnerpensioenSPMS heeft besloten de (bijzondere)partnerpensioenen te repareren dieconform de vorige reglementen tussen 1993 en 2007 zijn vervallendoor het vooroverlijden van de (ex)partner vóór ingang van het ouder-domspensioen. Per 1 januari 2007kent SPMS aan de betreffende deel-nemer een zwevend partnerpensioentoe ter grootte van het partner-pensioen, zoals dat was opgebouwdtot het moment van overlijden van departner. De term ‘bijzonder partner-pensioen’ heeft betrekking op hetpensioen dat u tijdens uw huwelijk,samenwoonperiode of geregistreerdpartnerschap heeft opgebouwd vooruw ex-partner. Na beëindiging vaneen relatie heet dit pensioen nietlanger ‘partnerpensioen’, maar ‘Bijzonder partnerpensioen’.

Per 1 januari 2007 heeft de SPMS de pensioenregeling aangepast.Het gaat vooral om aanpassingen die de Wet Verplichte Beroeps-pensioenregeling (WVB) voorschrijft. De pensioenregeling treftvoorzieningen voor uzelf (opbouw ouderdomspensioen en premie-overname wanneer u arbeidsongeschikt wordt) en voor uw nabestaanden (partnerpensioen en wezenpensioen).

BPMSDe Wet Verplichte Beroeps-pensioenregeling stelt dat er om de verplichtstelling van de pensioen-regeling te kunnen handhaven voldoende draagvlak moet zijnonder de beroepsgenoten. Inmiddelsis meer dan 67% van de actievemedisch specialisten vrij beroeps-beoefenaren lid geworden van deBeroepspensioenvereniging, die alsdoel heeft het behartigen van depensioenbelangen van de deelnemersaan de beroepspensioenregeling.Het aantal leden ligt boven de in de wet bepaalde grens, maar moetnog groeien. Heeft SPMS nog geenpresentatie in uw ziekenhuis voorde medisch specialisten vrij beroeps-beoefenaren gehouden, neem dancontact op met SPMS: telefoon (030) 69 37 680.

Kijk voor meer informatie over uwSPMS-pensioen op www.spms.nl. ■

De NZa heeft eind februari 2007 de DBC-beleidsregel CI-981 ‘Declaratiebepalingen’gewijzigd vastgesteld. De beleidsregel wordt per 1 juli 2007 van kracht.

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 11

Page 12: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

12

V R I J B E R O E PO

rden

ieuw

s •

mei

200

7 •

num

mer

2

Onderdeel van het invoeringsmodel is devraag hoe het toekomstige bekostigings-/financieringsmodel voor de GGZ (vanaf2008) eruit komt te zien. In 2008 startenzowel de GGZ-instellingen als de zelf-standig gevestigde psychiaters met DBC-declaraties richting de verzekeraar (of cliënt).Het jaar 2007 staat in het teken van het op orde brengen van de DBC-registratie,DBC-validatie en de voorbereidingen tenbehoeve van de facturatie.

Lumpsum vervaltPer 1 januari 2008 vervalt de lumpsumvoor zelfstandig gevestigde psychiaters. Dit betekent dat de DBC-tarieven ook dedirecte inkomstenbron van de vrijgevestig-de medisch specialisten zullen vormen.

De DBC-tarieven krijgen de vorm vanmaximumtarieven, voor elke DBC (productgroep) stelt de NZa een tarief vast.Over de aantallen DBC’s (volume) zullenafspraken moeten worden gemaakt metverzekeraars. Het uurtarief van € 132,50(+/- € 6 ) geldt ook voor de psychiaters.

De zelfstandig gevestigde psychiaters en depsychiaters in de PAAZ-en moeten gereedzijn om tot DBC-declaraties over te gaan.In de informatiebrochure ‘DBC zo doe jemee’ zijn de belangrijkste zaken terug tevinden die geregeld moeten zijn om te starten met de DBC-registratie, validatie en declaratie. De informatiebrochure kuntu downloaden via www.dbcggz.nl. ■

In mei 2007 is er een bestuurlijk overleg met de minister waarin het DBC-invoeringsmodel voor de GGZ wordt besproken.

DBC-invoering in de GGZ

In juni 2006 kwam een gemeen-schappelijk gedragen set uitgangs-punten in het plan ‘DBC EenvoudigBeter’ tot stand. De afgelopenmaanden heeft DBC Onderhoud de taak op zich genomen om de verbeterplannen nader uit te werken. Deze uitwerking heeft geresulteerd in het conceptplan‘DBC’s op weg naar transparantie’.

ICD-10De kern van DBC Onderhoud’s‘DBC’s op weg naar transparantie’is om gefaseerd het DBC-systeemom te vormen tot een nieuwe syste-matiek gebaseerd op een diagnose-registratie (ICD-10). Het plan gaatuit van een transitiefase van 2007tot en met 2010. In 2010 worden(volgens het plan) zorgproducten(op basis van ICD-10) afgeleid uit de basisregistratie (EPD), en vervolgens – inclusief zorgzwaarte –gefactureerd. De toedeling van zorgproducten aan een bepaaldefacturatieklasse vindt plaats middelseen DBC-groeper. Deze aanpassingheeft grote gevolgen voor de DBC-registratie, validatie en facturatie.

Wat betekent dit plan voor de medisch specialisten? De voorstellen betekenen een grotewijziging ten opzichte van het huidige DBC-systeem. Zo wordt bijvoorbeeld de ICD-10 als basisvoor de diagnosestelling gebruikt

en worden zorgproducten door middel van beslisregels ingedeeld ineen bepaalde (facturatie) groep. Op dit moment bevat het plan nog(te) veel openstaande vragen dieessentieel zijn voor de instemmingvan de Orde. Zo is nog onduidelijkhoe de normtijden aan de nieuwezorgproducten worden gekoppelden of het nieuwe systeem van DBC-zorgproducten ook gevolgenheeft voor de verdiencapaciteit vanmedisch specialisten. De Orde is (en blijft) van mening dat de oorspronkelijke uitgangspunten(waarvan de belangrijkste ‘loon

DBC-verbeterplan voorgelegd aan de wetenschappelijke verenigingenSinds de implementatie vanaf 1 januari 2005 is er een roep naar verbetering en vereenvoudiging van het DBC-systeem. De Ordestartte in 2005 de campagne ‘DBC moet, maar dan wel goed!’,die leidde tot een eindrapport in 2006. Ook andere veldpartijenhebben verbeterplannen uitgewerkt.

naar werken’ is) altijd van krachtmoeten blijven.

Het DBC-verbeterplan is op 17 april 2007 besproken met deDBC-contactpersonen en de beroeps-belangencommissies van de weten-schappelijke verenigingen. Aan dewetenschappelijke verenigingen isgevraagd om een reactie te geven. Besluitvorming over het DBC-verbeterplan wordt voorzien vóóreind mei 2007. Zo lang er onduide-lijkheid blijft bestaan over de conse-quenties van het DBC-verbeterplankan de Orde geen toestemming verlenen aan de implementatie vandit plan.

De volledige versie van het plan kuntu opvragen bij het bureau van de Orde(Mw. Toornstra. [email protected] of via telefoon (030) 28 23 681). ■

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 12

Page 13: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

13

V R I J B E R O E P

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

Verder op weg naar vrije prijzenin de zorg?We staan aan de vooravond van grote veranderingen in de bekostigingvan de medisch-specialistische zorg. Het FB-budget en de lumpsumsworden immers per 2008 afgeschaft en vervangen door de DBC-bekostiging. In het regeerakkoord is opgenomen dat het B-segmentin 2008 wordt verruimd tot 20%. Aan de wetenschappelijke verenigingen is gevraagd voorstellen te doen voor DBC’s die in aanmerking komen voor dit B-segment. Daarnaast komt er een segment met vaste prijzen voor beschikbaarheid, topreferente zorgen opleidingen. Voor de overige electieve zorg wordt een systeemvan ‘maatstafconcurrentie’ gehanteerd. Dit betekent dat de NZa opbasis van landelijke kostprijsgegevens een gemiddeld prijsplafondzal vaststellen. Vervolgens wordt op basis van de relatieve zwaartevan de DBC-productie van de betreffende instelling (een zogenaamdecasemixindex) een maximum DBC-prijs (prijsplafond per instelling)vastgesteld.

Op 17 april 2007 publiceerde deNZa haar Uitvoeringstoets ‘Op weg naar vrije prijzen, maatstaf-concurrentie voor de medisch specialistische zorg’. De NZa spreekt in deze uitvoerings-toets over 4 segmenten:

• A0 (geen prestatiebekostiging):beschikbaarheid, topreferentezorg en opleidingen

• A1 (vaste tarieven binnen demaatstaf): WBMV, IC en dureen weesgeneesmiddelen

• B1 (onderhandelbare prijzen binnen de maatstaf): Niet A0,A1 en B (= alle overige zorg)

• B (prestatiebekostiging met vrijeprijsvorming) ongeveer 20%.

Reactie OrdeDe Orde heeft in een veel eerderstadium al aangegeven niet veel tezien in een systeem van maatstaf-concurrentie. Gezien het regeer-akkoord is de invoering echter eenpolitieke realiteit. De invulling diede NZa hier in haar Uitvoerings-toets aan geeft, leidt bij de Orde totgrote vraagtekens (eerste reactie). De NZa heeft de bezuiningstaak-stelling van het kabinet namelijk alverwerkt in de maatstaf. De Ordestelt zich echter op het standpuntdat het niveau van het normatiefuurtarief niet door deze bezuinigingkan en mag worden aangetast. Dit isinmiddels door VWS bevestigd.Conform de afspraken tussen VWSen de Orde over het uurtarief zullende medisch specialisten vanaf 2008worden gehonoreerd op basis vangerealiseerd volume aan DBC’s xuurtarief x normtijd. Tevens bevatdeze Uitvoeringstoets nog een grootaantal onuitgewerkte punten (zoalsde spoedeisende zorg, verloskundeen IC). De Orde heeft aan VWS een alternatief scenario aangereiktmet daarin een aantal essentiëlerandvoorwaarden voor de medischspecialisten. Dit alternatief bevatbehalve bovenstaande punten ook:

• Het honorarium is een apartecomponent binnen de tarieven.

• Het productievolume is vrij.

• Voor de medisch specialisten dient binnen de maatstaf rekeninggehouden te worden met hetgerealiseerde volume aan DBC’s x uurtarief x gevalideerde norm-tijden.

• De beschikbaarheidsvergoedingmoet niet alleen gelden voor hetziekenhuis maar ook voor demedisch specialisten.

• Het leveren van kwalitatief hoogwaardige zorg vereistbeschikbaarheid van middelen.

• Doelmatigheidswinsten moetenworden behouden door zieken-huizen en medisch specialisten enworden geïnvesteerd in kwaliteitvan zorg. Ziekenhuizen en medischspecialisten dienen hun weerbaar-heidsvermogen in stand te houden,c.q. op te bouwen.

• Vanaf 2012 moet een systeem gaangelden van volledig vrije prijzen,óók voor de medisch specialisten.

De Orde stelt zich voorts op hetstandpunt dat de keuzes inzake hetbekostigingsmodel moeten wordenlosgekoppeld van het DBC-verbeter-plan. De effecten van het DBC-verbeterplan dienen eerst apart teworden geanalyseerd. Momenteelvindt tussen VWS en veldpartijenoverleg plaats. De minister wil zowelzijn plannen voor de wijze vanbekostiging vanaf 2008 als voor hetDBC-verbeterplan in juni aan deTweede Kamer voorleggen. ■

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 13

Page 14: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

14D O M U S

Orde van Medisch SpecialistenAlgemeen telefoonnummer: (030) 28 23 650Infodesk: (030) 28 23 666

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 14

Page 15: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

15M E D I C A

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 15

Page 16: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

16

D I E N S T V E R B A N D / U M SO

rden

ieuw

s •

mei

200

7 •

num

mer

2

ArbeidsvoorwaardenvoorstellenCAO UMC ondersteundIn verband met het komende overleg over de vernieuwing van de CAO UMC heeft de Orde universitair medisch specialisten in alle UMC’sbezocht. Tijdens locatiebijeenkomsten is aan deuniversitair medisch specialisten uitleg gegevenover de door de Orde voorgestelde verbeteringenvoor de CAO UMC.

De Orde wil met een beperkt aantalspeerpunten in het komende CAO-overleg een zo optimaal mogelijkresultaat te behalen. De volgendespeerpunten werden door de universitair medisch specialistenonderschreven:

• verbetering inkomen

• verhoging budget persoons-gebonden kosten en jaarlijkseindexering van dit budget

• versoepeling van de bestaanderegeling excellentietoelage

• ontwikkeling van concreet ouderenbeleid

• modernisering van de CAO UMC.

Voorstel De Orde stelt voor om al deze pun-ten te regelen in de CAO met eenlooptijd tot 1 april 2009. Inmiddelsheeft de NFU laten weten de onder-handelingen te willen voeren overeen kortlopende CAO (tot 31december 2007), waarin naast deloonsverbetering een beperkt aantalpunten zal worden besproken.Vervolgens zullen na de zomerva-kantie de onderhandelingen startenover de CAO UMC vanaf 1 januari2008, waarin meer punten uitge-breid aan de orde komen.

ExcellentietoelageDe onderhandelingen starten op 25 mei 2007. De Orde stelt dezeCAO-ronde een loonsverbeteringvan 2,5% voor. Daarnaast wil deOrde dat er een afspraak wordtgemaakt over indexering van hetbudget persoonsgebonden kosten.Tijdens alle locatiebijeenkomsten is uitgebreid stilgestaan bij de excellentietoelage. Slechts een te

verwaarlozen aantal universitairmedisch specialisten heeft deze toelage gekregen. De belangrijksteoorzaak dat de toelage niet is verstrekt, zou zijn dat de raden van bestuur geen middelen aanafdelingen geven om deze regelinguit te voeren. De Orde zet in op het versoepelen van de criteria voor de toelage. Daarnaast wil deOrde dat er in de CAO UMC een

percentage wordt opgenomen vanhet aantal universitair medisch specialisten dat aan de criteria kan voldoen.

Om de CAO voorstellen kracht bij tezetten zal de Orde haar inventarisatiesrond de functiegebonden kosten en deexcellentietoelage gebruiken. Indien ude enquête nog niet heeft ingevuld,kan dat nog via www.orde.nl. ■

Arbeidsvoorwaardenbeleid inzake AMS van de KamerDienstverband

De Orde heeft in het kader vande vernieuwing van de AMS haar arbeidsvoorwaardenbeleidop 1 maart 2007 alvast bij deLAD ingebracht. Het gaat daarbijonder meer om de onderwerpenflexibel belonen/prestatiebeloning,uitbreiding werkingssfeer, positiemedisch specialisten, gratificaties,

leeftijdsbewust personeelsbeleid,budget en variabele vergoeding(en)persoonlijke kosten, bij- ennascholing en modernisering van de AMS. Het arbeidsvoor-waardenbeleid inzake de AMSvan de Kamer Dienstverband iste vinden op www.orde.nl. ■

Vanaf 1 februari 2008 wil de NVZ de Orde uitnodigen voor hetoverleg over de AMS. Momenteel vinden er al besprekingenplaats over vernieuwing van de AMS tussen de NVZ en de LAD.

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 16

Page 17: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

17

K W A L I T E I T

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

O R D E C O N G R E S D O N D E R D A G 1 4 J U N I 2 0 0 7

Individueel FunctionerenMedisch SpecialistenHet staat niet langer ter discussie dat medisch specialisten systematischgeëvalueerd gaan worden. Beleid inzake de wijze van evalueren van hetindividuele functioneren van medisch specialisten is daarom noodzakelijk.De Orde heeft in 2005 de Commissie Individueel Functioneren MedischSpecialisten (IFMS) geïnstalleerd met als taakopdracht te adviseren over de wijze waarop de evaluatie van het individueel functioneren van medischspecialisten het best kan plaatsvinden. In 8 pilotziekenhuizen zijn de afgelopen periode 3 methoden voor deze evaluatie getest en geëvalueerd.Centraal staat het collegiaal evaluatiegesprek. Op donderdag 14 juni 2007 zullen de bevindingen en de (voorlopige) conclusies worden gepresenteerd.

Ochtendprogramma

9.00 uur

Ontvangst in Domus Medica

9.30 uur

Relatie beleid medisch specialisten en IFMS

prof. dr. P.A.M. Vierhout, chirurgalgemeen voorzitter Orde van

Medisch Specialisten

9.45 uur

Bevindingen en voorstellen van de Commissie IFMS van de Orde

prof dr. H.P.H. Kremer, neuroloogvoorzitter Commissie IFMS

10.10 uur

Ervaringen uit de pilotziekenhuizenStarten met IFMS:

draagvlak, daadkracht en organisatieDe gespreksleider: een vak apart

11.00 uur

Pauze

11.15 uur

Ervaringen uit de pilotziekenhuizen

Het portfolio en het verzamelen vanomgevingsfeedback

Wat betekent IFMS voor de individu-ele medisch specialist

11.40 uur

Bruikbaarheid, acceptatie en effectiviteit van een IFMS-systeemdrs. K. Overeem, arts, onderzoeker individueel functioneren medisch

specialisten

12.10 uur

Lunch

Middagprogramma

13.10 uur

Juridische aspecten van IFMSprof. mr. J. Legemaate, beleids-

coördinator gezondheidsrecht KNMGlid Commissie IFMS

13.35 uur

Het evaluatiecontinuüm:aansluiting IFMS op de moder-nisering van de vervolgopleiding

prof.dr. F. Scheele, gynaecolooglid Begeleidingsgroep Beschrijving

OpleidingsplannenVervolgopleidingen van het CBOG

14.00 uur

De Raad van Bestuur en IFMS: op afstand of nauw betrokken?

dr. mr. R.J. de Folter, voorzitter Raadvan Bestuur Amphia Ziekenhuis, Breda

14.30 uur

Paneldiscussie onder leiding van prof.dr. H.P.H. Kremer

15.30 uur

Afsluiting en aansluitend borrel

Voor wie? Medisch specialistenen andere geïnteresseerden

Waar? Domus Medica, Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht

Inschrijven Vanaf 15 mei 2007kunt u zich inschrijven via www.orde.nl

Informatie Heeft u vragen over

het congres of over uw aanmelding?

Bel dan met de Orde, (030) 28 23

679 of mail: [email protected]

Symposium patiëntveiligheid‘Voorkom schade,

werk veilig’door het toepassen van een veiligheids-

managementsysteem (VMS), van interventies en door onderwijs en onderzoek

Op dinsdag 12 juni 2007 organiseren de drie VMS Zorgpartners: Orde, NVZ en LEVVsamen met NFU, V&VN en IGZ het jaarlijksesymposium Patiëntveiligheid in De Doelen in Rotterdam.

De nadruk ligt op het verbeteren van de patiënt-veiligheid in z’n totaliteit en het voorkomen vanonnodige schade in ziekenhuizen. Hoe veilig kaneen ziekenhuis zijn? De rollen en verantwoorde-lijkheden en vooral zaken waar u morgen meeaan de slag kunt gaan zijn onderwerpen die in de discussies aan bod komen.

VeiligheidsmanagementsysteemDe tien VMS Zorg-pilotziekenhuizen die de afgelopen 2 jaar samen met de VMS Zorgpartnershet landelijk Veiligheidsmanagementsysteem(VMS) hebben ontwikkeld, presenteren de nieuwelandelijke norm. In deelsessies heeft u de mogelijk-heid om uw bijdrage te leveren aan kansrijkeinterventies om onveilige situaties in de zorgdaadwerkelijk terug te dringen, kennis te delenover het starten van een VMS in uw ziekenhuis,het aantoonbaar veiliger werken en over de rollenen verantwoordelijkheden rondom patiëntveiligerwerken. Aan het einde van de dag krijgt u eenhandvat aangereikt om aan de slag te gaan en depatiëntveiligheid in uw ziekenhuis een extra impulste geven. In speciaal ingerichte veiligheidspoli’skrijgt u volop de gelegenheid om uw veiligheids-netwerk uit te breiden.

U kunt zich inschrijven via www.igz.nl enwww.vmszorg.nl. De kosten voor deelname zijn € 195,-De voorwaarden staan op de websites vermeld. ■

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 17

Page 18: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

18

K W A L I T E I TO

rden

ieuw

s •

mei

200

7 •

num

mer

2

D I N S D A G 2 2 M E I 2 0 0 7 T R I A V I U M , N I J M E G E N

Richtlijn Diagnostiek en behandelingvan pijn bij patiënten met kankerMet het toenemen van de leeftijd neemt de incidentie van kanker toe. De vergrijzing van debevolking heeft tot gevolg dat zowel absoluut alsrelatief steeds meer mensen kanker krijgen.Jaarlijks wordt bij ongeveer 78.000 mensen kankervastgesteld. In 2015 zullen dat naar schatting rondde 95.000 zijn.

Matige tot ernstige pijn komt voorbij 30-40% van de patiënten metkanker ten tijde van de diagnose, bij40-70% van de patiënten tijdens debehandeling en bij 70-90% in eenvergevorderd of terminaal stadium(VIKC-richtlijn Pijn, 2005). In meerdan de helft van de gevallen is depijn gelokaliseerd op twee of meerplaatsen. Pijn wordt veroorzaaktdoor directe doorgroei van de tumorof metastasen (70%) maar kan ookeen gevolg zijn van de behandeling(20%) of door bijkomende ziektenof andere factoren (10%). In depraktijk blijkt vaak een onder-rapportage van pijnklachten dooronvoldoende kennis en aandacht vanhulpverleners en door weerstand bijpatiënten om pijn te melden.

Bovengenoemde overwegingen warenvoor de Nederlandse Verenigingvoor Anesthesiologie aanleiding om een landelijke multidisciplinairerichtlijn te ontwikkelen. Een multi-disciplinaire werkgroep met vertegen-woordigers van alle betrokkenenheeft in de afgelopen anderhalf jaareen conceptrichtlijn opgesteld overhet beleid bij pijn bij patiënten met

kanker. Op 22 mei zullen de adviezenvoor de verschillende deelgebiedenworden gepresenteerd en toegelicht.Met medenemen van de resultatenvan de discussie zal de werkgroepde definitieve richtlijn opstellen.Op initiatief van de NederlandseVereniging voor Anesthesiologie is,met financiële steun van de Ordein het kader van het programma

Patiënten geven ‘hun’ziekenhuizen een 7,8Ruim 800 patiënten die in 2006 voor behandeling warenopgenomen, gaven ‘hun’ ziekenhuizen een 7,8 als gemiddeldrapportcijfer. 2.200 poliklinische patiënten gaven als gemiddeldrapportcijfer een 7,9.

Dit zijn de eerste resultaten over2006 van het project Patiënt-TevredenheidsOnderzoek (PTO).Hiermee kunnen ziekenhuizen detevredenheid van hun patiëntenmeten op dienstverleningsaspectenzoals het krijgen van informatie ende manier waarop onder anderemedisch specialisten patiëntentegemoet treden.

Achtergronden PTO De NVZ is hiermee gestart inapril 2006. Ziekenhuizen kunnenonline klantonderzoek uitvoerenaan de hand van standaard vragenlijsten. In de loop van2006 hebben de eerste zieken-huizen onderzoek gedaan volgensde PTO-methode. In februari2007 zetten 21 instellingen PTOals meetinstrument in.

Eerste peiling De gegevens van alle deelnemerswerden gebruikt om de landelijketevredenheid over de ziekenhuis-zorg te peilen. De eerste peiling is in 2006 gedaan onder 3.000patiënten – 800 klinische patiënten en 2.200 poliklinischepatiënten – van negen zieken-huizen. De uitkomst van dezepeiling geeft de deelnemende ziekenhuizen handvatten omdaar waar nodig hun dienst-verlening op de onderzochteaspecten te verbeteren. Het is infeite een nulmeting die gevolgdzal worden door een jaarlijksepeiling waardoor vergelijkingover jaren mogelijk wordt. Het uitvoeren van patiëntonder-zoeken is onderdeel van de prestatie-indicatoren die de IGZheeft opgesteld samen met deOrde, de NVZ en de NFU. ■

‘Evidence-Based Richtlijn Ontwikke-ling EBRO, deze richtlijn tot standgekomen.

Wilt u zich aanmelden voor deze richtlijnbijeenkomst? Neem dan contact op met Mevrouw M. Huibers,secretaresse Richtlijn Pijn bij patiëntenmet kanker, tel: (024) 352 73 68 [email protected]

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 18

Page 19: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

19

K N M G

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

KNMG Manifest Medische ProfessionaliteitDe KNMG heeft recent het Manifest MedischeProfessionaliteit uitgebracht dat antwoord geeftop de vraag wat de actuele strekking is van‘medisch professionele autonomie’, voor artsen én voor de samenleving.

De basis voor medisch professioneelhandelen wordt gevormd dooronderzoek en consensus binnen de beroepsgroep, bij voorkeur vast-gelegd in standaarden, richtlijnen en protocollen. Deze gaan uit vanoptimale zorg voor individuele

patiënten. Goedkoop als het kan en duur als het moet. Dit beginselkan op gespannen voet (komen te)staan met patiënten, verzekeraarstoezichthouders en overheid dieallemaal eigen opvattingen hebbenover wat goed en kwalitatief goedeverantwoorde zorg is. De vrees van artsen is dat anderen meer enmeer de inhoud van de zorg gaanbepalen. De eigen opvatting van deberoepsgroep over wat de beste zorgis voor de patiënt, is niet vanzelf-sprekend de leidende opvatting.

Artsen ervaren dit als een inperkingvan hun professionele autonomie.

Medische professionaliteitDe patiënt moet erop kunnen vertrouwen dat de arts zijn/haarkennis zijn/haar klinische en specifieke (handelings)vaardighedenen zijn/haar beoordelingsvermogenaanwendt ten dienste van hetbeschermen en herstellen van degezondheid van zijn/haar patiënten.De medische professionaliteit laatzien dat hij/zij dat vertrouwen waardis aan de hand van het dagelijkshandelen. Medische professionaliteit is: ‘Het geheel van waarden, gedragingen en verhoudingen metde samenleving dat het vertrouwenvan mensen in artsen ondersteunt en rechtvaardigt.”

Medisch professionele autonomieVoor de patiënt is de professionaliteitvan de arts de basis van zijn/haarvertrouwen in de arts. De maat-schappij heeft groot belang bijmedisch professionele autonomie:‘De vrijheid van oordeelsvorming vande arts om – gegeven de wettelijkeen de professionele standaarden –zonder inmenging van derden in de individuele arts-patiëntrelatie te komen tot diagnosestelling enadvisering over behandeling en/ofhet verrichten van diagnostische en therapeutische interventies, waarbijinbegrepen het onderzoeken en hetgeven van raad met als doel debescherming en/of verbetering van degezondheidstoestand van de patiënt.’Als de arts van de standaard of derichtlijn afwijkt, zal hij/zij zich daar-over moeten kunnen verantwoorden,gebaseerd op zorginhoudelijke deskundigheid én argumentatie. Medisch professionele autonomie is in die zin dan ook ‘vrijheid ingebondenheid’ en maakt deel uitvan de professionele verantwoorde-lijkheid.

Het complete Manifest Medische Professionaliteit kunt u downloadenop www.knmg.nl. ■

De KNMG is op diverse terreinenactief als het gaat om de kwaliteitvan de beroepsuitoefening. Zo ookop de gebieden opleiding en registratie. Deze functie is eenonmisbare schakel in de medischekwaliteitsketen waarvoor de beroeps-groep zelf inhoudelijk verantwoor-delijk is. Binnen een effectief,samenhangend en toetsbaar medischkwaliteitsbeleid is de (her)registratievan specialisten een essentieelonderdeel, maar niet het enige. Ook het werk van het, mede doorde beroepsgroep ingestelde, College

In het huidige gezondheidszorgstelsel speelt kwaliteit van zorg steeds meer eencruciale rol. De beroepsgroep vervult daarineen belangrijke taak. Ook de KNMG is zich daarvan bewust en stelt aspecten alspatiëntgerichtheid en patiëntveiligheid centraal. Ook professionele verantwoorde-lijkheid en verantwoording zijn belangrijkeaandachtspunten.

K N M G C O N G R E S O P 1 1 O K T O B E R 2 0 0 7 I N D O M U S M E D I C A

Opleiden voor kwaliteitvoor de Beroepen en Opleidingen(CBOG) zal van invloed zijn op dekwaliteit van zorg. Daarom besteedt de KNMG op ditcongres aandacht aan het kwaliteits-en opleidingsbeleid in brede zin,zowel binnen als buiten de KNMG.Een buitengewoon belangrijk themavoor aios, opleiders, beleidsadviseurs,beroeps- en brancheorganisaties in de zorg! Maar ook voor elkeorganisatie die kwaliteit van zorgcentraal stelt.

Met het KNMG Congres op donder-dag 11 oktober 2007 wil de KNMGwe een zo breed mogelijk, zeerinteractief discussieplatform creëren,waarin aandacht wordt besteed aanhet kwaliteits- en opleidingsbeleid in brede zin. Enkele belangrijke thema’s zijn de modernisering vande specialistenopleidingen, taak-herschikking met andere beroeps-groepen, kwaliteit van de beroeps-uitoefening, nascholing en accredi-tering, de (im)migratie van artsen.

Meer informatie, waaronder het programma en een overzichtvan de sprekers, vindt u op www.knmgcongres.nl. ■

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 19

Page 20: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

20

I N T E R V I E W

Medisch specialisten efficiënter inzetten

in ontwikkelingslanden“Vele tienduizenden mensenmet een lipspleet in Bangladeshen in datzelfde land minderplastisch chirurgen dan je opéén hand kunt tellen”. Emeritushoogleraar prof. dr. J.C.H.M. vander Meulen is verontwaardigd.Maar hij heeft ook iets met zijnverontwaardiging gedaan.Samen met arts en ICT-onder-nemer F.J.N. Nederlof staat hijaan de wieg van een digitaalregister dat er toe kan bijdragendat medisch specialisten effec-tiever kunnen worden ingezetin ontwikkelingslanden.Bijzonder? “Ja heel bijzonder,want zo’n databank van en voormedisch specialisten bestaatniet. In Nederland niet, maar bij ons weten ook elders niet”,aldus Van der Meulen die baanbrekend werk verrichtte op het gebied van de plastischeen reconstructieve chirurgie.

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 20

Page 21: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

21

I N T E R V I E W

Ord

enie

uws

•m

ei 2

007

•nu

mm

er 2

Geen coördinatie voorafDe inzet van Van der Meulen enNederlof is onder meer te lezen via www.worldwidesurgery.org,

de website achter het initiatief om medisch-specialistische hulp effectiever in te zetten in de derdewereld. Hoe nodig is dat? Er stijgenimmers bijna dagelijks vliegtuigenop met dokters die rond de evenaarnood gaan lenigen.Van der Meulen: “Het komt voordat twee chirurgen uit verschillendelanden elkaar tot hun beider verrassing in een Afrikaans zieken-huis ontmoeten. Geen coördinatiedus vooraf. Geen van beiden wistbovendien dat een paarhonderd kilometer verder-op de nood veel hoger wasen dat daar helemaal geenmedisch specialist aanwezigwas. Dit voorbeeld ishelaas geen incident. Meer dan eens lopen metname Amerikaanse teamselkaar voor de voeten”.Hoe is zoiets in vredesnaammogelijk, vraag je je danaf. Het heeft in ieder gevalwel met onbekendheid te maken. De ene dokterhoort van de andere dat het goed enzinvol is om naar Ghana te gaan endus gaan artsen naar dat land. Vander Meulen: “Ghana is dus relatiefgezien verwend”. Maar kwalijknemen kun je het die artsen natuur-lijk niet. Immers, zo lang er geenbetere informatie beschikbaar is, is elke hulp in de derde wereld -waar dan ook - meegenomen.

Dramatische gevolgenHoe scheef de verhoudingen inmiddels zijn, blijkt uit een rapportvan de World Health Organization(zie www.orde.nl) die in 2006 hetalarmerende tekort aan artsen enverpleegkundigen in de derdewereld in beeld bracht. De WHOstelt dat financiële tekorten in hetarme deel van de wereld minderfunest zijn dan het verbijsterendetekort aan medische zorgverleners.In de Verenigde Staten zijn er 250dokters per 100.000 inwoners. In demeeste delen van Afrika zijn er 1 tot10 dokters per 100.000 inwoners

beschikbaar, zo becijferde de WHOin haar rapport ‘Working togetherfor health’. Conclusie: landen met de relatief laagste behoefte aan zorg-voorzieningen hebben het hoogsteaantal gezondheidszorgwerkers.Laagste behoefte, omdat de leef-omstandigheden in het westenoneindig veel beter zijn dan in dederde wereld.Bijna talloos zijn de voorbeelden vanuit de hand gelopen aandoeningendie dramatische gevolgen hebben inhet dagelijks leven van mensen inontwikkelingslanden. Van derMeulen: “Neem vesico-vaginalefistels. Een aandoening die door een

combinatie van ondervoeding, nauw bekken en problematischebevallingen kunnen leiden tot eenblijvend gat tussen blaas en vagina.Grote aantallen vrouwen in onder-ontwikkelde landen hebben daar-door haast letterlijk geen leven meeren worden verstoten door hun familie. Een reconstructieve ingreepis goedkoop en relatief eenvoudig.Mits er dokters beschikbaar zijn, diede behandeling kunnen uitvoeren”.

Lesje in bescheidenheidDe wil van medisch specialisten omhun deskundigheid in ontwikkelings-landen in te zetten, is groot. Dat bleek uit een recente enquête in Medisch Contact. Bijna de helftvan de respondenten gaf toenbovendien aan nog nooit in ontwik-kelingslanden te hebben gewerkt,maar dat wel graag een tijdje te willen doen. Van der Meulen.“Onder hen waren opvallend veelvijftig-plussers, die nog één keerecht het werk in de volle breedte

wilden doen en niet in die piep-kleine niche, waarin veel medischspecialisten in Nederland nu zitten”.Die volle breedte is bijvoorbeeldaan bod gekomen in Sierra Leone:het eerste succes van de StichtingWorld Wide Surgery. Enkele medischspecialisten en Nederlof gingen erruim een jaar geleden heen en kwamen ontdaan van hun missieterug. Nederlof: “De medischevoorzieningen waren daar tot voor kort extreem onder de maat”.In een samenwerking van de LionHeart Foundation en World WideSurgery werden fondsen aangeboorden konden de juiste medisch specia-

listen worden ingezet.Inmiddels functioneerteen klein, maar uiterstslagvaardig ziekenhuisin dit West-Afrikaansestaatje. Nog tientallenandere ‘Sierra Leones’wachten op ontdek-king.Nederlof: “Een tijdjewerken in een ont-wikkelingsland is eenlesje in bescheiden-heid. Even weg vandie peperdure gezond-

heidszorg die we in Nederland kennen. In een ontwikkelingslandheb je niets aan ingewikkelde tech-nieken, maar kun je met eenvoudigemiddelen zoveel meer voor mensenbetekenen. Die andere ‘mindset’doet iets met je. Kan ik iedereenaanraden”.

Databank Vanaf het derde kwartaal 2007 kunnen medisch specialisten zichinschrijven bij de databank vanwww.worldwidesurgery.com die als intermediair gaat fungeren naarvraag en aanbod. Het gaat veelal om echt vrijwilligerswerk. Men kanin de database aangeven of menvrijwilligerswerk wil verrichten ofalleen betaalde werkzaamheden.Wanneer een project zich aandient,wordt uit de ingeschreven personenin de database één of meerdere teamssamengesteld. Medisch specialistenvan alle erkende medische specia-lismen zijn welkom, dus niet alleenchirurgen. ■

“Een tijdje werken in een ontwikkelingsland

is een lesje in bescheidenheid.”

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 21

Page 22: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

22

L E D E N S E R V I C EO

rden

ieuw

s •

mei

200

7 •

num

mer

2

Gratis juridisch advies inarbeidsrechtelijke zaken

Deze juridische service van deOrde is uitgebreid met een koste-loze procesvertegenwoordigingindien bij een gerechtelijke procedure een advocaat is vereist.Deze individuele juridische dienst-verlening, inclusief de wettelijkverplichte procesvertegenwoor-diging, is bedoeld voor medischspecialisten in dienstverband, universitair medisch specialistenen aios.

Waarvoor kunt u bij de Ordeterecht? het beoordelen van individuelearbeidsovereenkomsten en aanstellingsbesluiten;• het geven van advies over

inschaling op basis van de CAOof andere toepasselijke arbeids-voorwaarden;

• het adviseren over specifiekeregelingen in de AMS en dediverse CAO’s;

• in geval van een geschil over de arbeidsvoorwaarden, hetbemiddelen en zo nodig, hetvoeren van een gerechtelijkeprocedure;

• het adviseren en het verlenenvan (rechts)bijstand bij geschillenof arbeidsconflicten en het voerenvan correspondentie en het verlenen van bijstand bijgesprekken met de werkgever;

• het voeren van de onderhande-lingen over een afvloeiings-regeling en zo nodig, het voerenvan verweer in een ontslag-procedure.

Daarnaast kunnen Orde-ledeninformatie inwinnen over tal vanzaken die verbonden zijn aan hunarbeidsovereenkomst.

Voorbeelden hiervan zijn:• in geval van ziekte- en arbeids-

ongeschiktheid, het bieden vanondersteuning bij het overleg metde werkgever en het adviserenover reïntegratietrajecten. Bij langdurige arbeidsongeschikt-heid kan (rechts)bijstand wordenverleend in de ontslagprocedure;

• het adviseren over het uitkerings-recht in geval van werkloosheid(WW) of arbeidsongeschiktheid(WIA) en het verlenen vanrechtsbijstand;

• het beoordelen van de pensioen-consequenties bij een salaris-wijziging of bij het aanvaardenvan een nieuwe baan;

• het adviseren en begeleiden bij (pre)pensioentrajecten;

• het opstellen en beoordelen vanfunctieprofielen en complemen-taire bijdragen;

• het adviseren over de invullingvan het Document MedischeStaf en het verlenen van bijstandbij bezwarenprocedures zoals bij de MSRC ■

Een definitie van samenwerken is het leveren van een

bijdrage aan een gezamenlijk resultaat op niveau van

een team, entiteit of de organisatie, ook wanneer dit

niet onmiddellijk van persoonlijk belang is. Deze definitie

van samenwerken is zeker van toepassing op de

medische sector. Bij behandelingen zijn vaak meerdere

medische specialismen betrokken, met als doel het

genezen van een patiënt. Samenwerken is voor u dus

meer dan een begrip.

De basis van samenwerken is vertrouwen en een

gezamenlijk belang. Vertrouwen in elkaars competenties

en goede bedoelingen, een gezamenlijk belang om te

voorkomen dat ieder alleen zijn persoonlijke doelen

nastreeft.

Samenwerken brengt ook een zekere druk met zich

mee. Alles wat je als team doet, moet goed op elkaar

afgestemd zijn. Concentratieverlies of onenigheid bij

één van de teamleden kan bepalend zijn voor het eind-

resultaat. Zodra dus het vertrouwen in elkaars compe-

tenties of goede bedoelingen in het gedrang komt, is

dit een direct gevaar voor de samenwerking. Datzelfde

geldt voor het gezamenlijk belang. Binnen een groot

ziekenhuis of instelling is het soms moeilijk over de

muren van de eigen dagelijkse praktijk heen te kijken.

Als medisch specialist ben je gefocust op je professie

en de wil om deze zo goed mogelijk uit te oefenen.

Toch kun je het niet alleen en ben je samen met velen

verantwoordelijk voor het welzijn van de patiënt.

Hoe is de samenwerking bij u in de maatschap?

Krijgt het de aandacht die het behoeft? Praat erover

met uw collega’s.

Het verbeteren van de samenwerking is een proces dat

continu aandacht vraagt. Immers, er doen zich voort-

durend veranderingen voor die van invloed zijn op de

samenwerking. Een slechte samenwerking kan leiden

tot conflicten en vervolgens tot arbeidsongeschiktheid

van één of meerdere maatschapsleden. Of zelfs tot het

uitéénvallen van de maatschap.

Movir, uw arbeidsongeschiktheidsverzekeraar en partner

van professionals, werkt samen met de onafhankelijke

organisatie ICAS, waar professionele counselors u dag

en nacht, ook in het weekend, via een telefonische

helpdesk te woord staan. ICAS beschikt over een

landelijk netwerk van counselors, coaches, therapeuten

en conflictmanagers. Bent u verzekerd bij Movir,

dan kunt u kosteloos telefonisch counselors van ICAS

raadplegen. Zij kunnen u adviseren en begeleiden in

het samenwerkingsproces. Maak van uw collega’s echte

teamspelers in het belang van iedereen.

Al een groot aantal jaren biedt de Orde individuele juridischedienstverlening voor de aangesloten medisch specialisten meteen dienstverband en de aios. De intake en afhandeling van een deel van de vragen wordt gedaan door de Infodesk (030 28 23 666 of [email protected]). Sommige vragen wordenechter doorgeleid naar gespecialiseerde juristen met kennis ophet terrein van het arbeidsrecht.

Samenwerking:iedereen heeft erbelang bij

www.movir.nl

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 22

Page 23: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

23

De Orde mag 25 exemplaren ter waardevan € 69,95 verloten onder haar leden.U kunt tot 31 mei 2007 een e-mail metuw persoonsgegevens sturen naar [email protected]. Uit de binnen-gekomen reacties zal de Orde 25 winnaarstrekken. Zij krijgen dan zo spoedigmogelijk een exemplaar toegezonden.

Het Medisch Handboekte koop in de boekhandel

voor€ 69,95

(advertorial)

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 23

Page 24: Ordenieuws, nummer 2, mei 2007

600549 Ordenieuws_2 14-05-2007 08:12 Pagina 24