Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

24
INHOUD 3 Orde klaar voor evaluatiegesprekken door medisch specialisten 5 UEMS 50 jaar 8 Interview: IFMS in de praktijk 10 Nieuwe Handelsregisterwet per 1 juli 2008 van kracht 11 Wet Personenvennootschappen mogelijk per 1 januari 2009 van kracht 18 Toewijzing instroomplaatsen aios 2009 20 Onderhandelaarsakkoord CAO Ziekenhuizen 21 Arbeidsongeschiktheidsverzekering Interpolis verbeterd Twaalfde jaargang juni 2008 nummer “DE GROTE WINST VAN IFMS IS DAT HET MEER ONDERLING BEGRIP KWEEKT” MW. C.M. ENGELHART, GYNAECOLOOG EN GESPREKSLEIDER IFMS: “DE GROTE WINST VAN IFMS IS DAT HET MEER ONDERLING BEGRIP KWEEKT” 3

description

Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

Transcript of Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

Page 1: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

I N H O U D 3 Orde klaar voor evaluatiegesprekken door medisch specialisten 5 UEMS 50 jaar 8 Interview: IFMS in de praktijk 10 Nieuwe Handelsregisterwet per 1 juli 2008 van kracht 11 Wet Personenvennootschappen mogelijk per 1 januari 2009van kracht 18 Toewijzing instroomplaatsen aios 2009 20 OnderhandelaarsakkoordCAO Ziekenhuizen 21 Arbeidsongeschiktheidsverzekering Interpolis verbeterd

T w a a l f d e j a a r g a n g • j u n i 2 0 0 8 • n u m m e r

“DE GROTE WINST VAN IFMS IS DAT HET MEER ONDERLINGBEGRIP KWEEKT”

MW. C.M. ENGELHART,GYNAECOLOOG EN GESPREKSLEIDER IFMS:

“DE GROTE WINST VAN IFMS IS DAT HET MEER ONDERLINGBEGRIP KWEEKT”

3

Page 2: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

1000-20-8000-0324 OvMS Ordenieuws 2008/3 Kleur: FullColor

Optimaal informeren, adviseren, ondersteunen en

daarmee bijdragen aan een goede sturing en kwaliteit van

zorg; dát is onze missie. Uitgangspunten zijn: objectiviteit,

gedegenheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid.

Prismant wortelt in de basis en heeft een sterke band met

de top van de zorg. Vanuit die unieke sleutelpositie

dragen wij actief bij aan ontwikkelingen in landelijke

beleid en in het veld. Wij ondersteunen onze klanten in

hun streven de doeltreffendheid, doelmatigheid, toegan-

kelijkheid en kwaliteit van zorg te verbeteren. Dat doen

wij door de kracht van onze onderzoekers en adviseurs

optimaal te bundelen. Tevens verzorgen we trainingen,

masterclasses en congressen.

Betrouwbare kennis en informatie vormen een onmisbaar

fundament. Prismant verzamelt relevante data en beheert

en bewerkt ze. Onze positie als hét kennis- en expertise-

centrum in de zorg verplicht ons en onze medewerkers

het beste uit onszelf te halen.

Prismant kiest voor inhoud, expertise en deskundigheid,

informatie, opleidingen en methodieken. Om de voor-

delen hiervan ten volle te benutten, werken wij in een

platte organisatie met zes expertgebieden:

Kwaliteit en Veiligheid

Arbeidsmarkt en HRM

Markt en Stelsel

Bedrijfsvoering en Positionering

Informatie Expertise

Academie

Deze expertgebieden beschikken elk over hun eigen

contextspecifieke kennis en hebben een zelfstandig

gezicht naar de markt. Door optimale afstemming van

onderzoek, advies, opleiding en informatie bieden wij een

vorm van ondersteuning die in Nederland in deze breedte

haar gelijke niet kent.

Prismant, synergie tussen onderzoek, advies, opleiding en informatie

Prismant, Postbus 85200, 3508 AE Utrecht, T 030 - 2345 678, E [email protected], www.prismant.nl

www.prismant.nl

Prismant: hét kennis- en expertisecentrum inhet hart van de zorg

Guus van Montfort, algemeen directeur

Advertentie A4 Corporate april 08.qxp 15-4-2008 14:56 Pagina 1

1_1_stA4_fc_C.indd 1 20-05-2008 09:48:13

Page 3: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

Belang individuele medisch specialistDe voordelen van IFMS voor deindividuele medisch specialist zijn:het constateren van individuele sterke en zwakke punten, het mogelijke voorkomen van burn-outof afglijden naar een minder niveauvan functioneren en de mogelijkheidom onvrede te bespreken. Het striktvertrouwelijke karakter en de regiein handen van een collega bepalende mate van welslagen.

Twee methodesOp 21 april 2008 heeft de Orde-commissie IFMS haar eindrapportageaangeboden aan het Ordebestuur.De commissie adviseert het ook in de opleiding gebruikte competentie-model van het CCMS te volgen. Zo ontstaat een natuurlijke conti-nuïteit met de opleiding. De keuzevan medische staven tussen de twee mogelijke methodes wordtvrijgelaten, maar de commissie ende Orde achten het wenselijk dat zijgebruik maken van óf MultisourceFeedback (MSF) óf Appraissal &Assessment (A&A). Voor een

3

Ord

enie

uws

•ju

ni 2

008

•nu

mm

er 3

A C T U E E L

Medisch specialisten starten met het invoeren vanevaluatiegesprekken over het eigen functionerenin het project Individueel Functioneren MedischSpecialisten ‘Persoonlijk beter’ (IFMS). IFMS is eenevaluatie van het individueel functioneren vanmedisch specialisten door middel van het voerenvan evaluatiegesprekken, het bijhouden van eenportfolio, het verzamelen van informatie bij derdenen het maken van een persoonlijk ontwikkelings-plan (POP).

Voorzitter van de Ordecommissie IFMS prof. dr. H.P.H. Kremer (midden) overhandigt het rapport aan de algemeen voorzitter van de Orde,W.G.J.M van der Ham (rechts) en aan de voorzitter van de Raad voor Wetenschap, Opleiding en Kwaliteit, dr. L.H. van Hulsteijn (links).

De primaire doelstelling is de conti-nue verbetering van het professioneelhandelen. Uiteindelijk doel is ook de borging en bewaking en waar mogelijk verdere verbetering van de kwaliteit van zorg.Veel van de al langer bestaandekwaliteitsinstrumenten in de medisch-

specialistische zorg zijn niet primairgericht op het individueel functio-neren van medisch specialisten, maarop het collectief: de gehele maat-schap/vakgroep of zelfs het gehelespecialisme (richtlijnen). Met IFMSvoeren de medisch specialisten jaar-lijks een gesprek met een daarvoorspeciaal getrainde collega over dekwaliteit van zorg, de persoonlijkeontwikkeling, de relatie met collega’sen de omgang met patiënten en hetmanagement. De jaarlijkse evaluatie-gesprekken hebben een preventievewerking, waardoor disfunctionerenin een vroeger stadium kan wordenvoorkomen én kan worden voor-komen dat collega’s afglijden naarmogelijk disfunctioneren.

Orde klaar voor evaluatiegesprekkendoor medisch specialisten

Oorzaken van incidenten en onbedoelde schade;de meerwaarde van meldenRond het verschijnen van deze editie van Ordenieuws heeft de Orde in samenwerking metNivel en EMGO Instituut/VUmc het symposium ‘Oorzaken van incidenten en onbedoeldeschade’ georganiseerd. Op het symposium zijn de resultaten gepresenteerd van het tweededeel van het patiëntveiligheidsonderzoek in de Nederlandse ziekenhuizen. Kijk voor het laatste nieuws rondom dit symposium op www.orde.nl.

Page 4: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

4

A C T U E E LO

rden

ieuw

s •

juni

200

8 •

num

mer

3

goede 360º feedback is het oordeelvan patiënten en a(n)ios bij beidemethodes essentieel. Alle medisch specialisten houden een portfolio bij, waarmee zij zelfhun professioneel functioneren inkaart brengen op basis van de 7 CCMS-competentiegebieden.Daarna volgt de reflectie: wat zijnsterke punten en wat zou beter kunnen? Van daaruit worden concrete actiepunten benoemd voor het persoonlijk ontwikkelingsplan.

Implementatie IFMSHet Ordebestuur bevordert IFMSbij de medische staven in alle zieken-huizen. Daarnaast bewaakt, borgten waar nodig verbetert de Orde deinhoud van IFMS. Vooruitlopend op het advies van de commissieIFMS heeft de Orde eind 2007 eenwebsite met helpdesk ingericht ommedische staven te faciliteren bij deuitrol van IFMS. Daarnaast wordentrainingen georganiseerd voor degespreksleiders.

VerplichtstellingIFMS is vooralsnog niet verplicht,maar net als de kwaliteitsvisitatiesinds 2006 een eis is voor de her-registratie, kan dat ook voor IFMSgaan gelden. Nadrukkelijk gaat hethierbij niet om de uitkomsten vande individuele evaluatie, maar omde participatie. De Orde heeft 2012 genoemd alsstreefjaar waarop de herregistratie-eiskan worden ingevoerd, omdat allemedische staven in de Nederlandseziekenhuizen dan in de gelegenheidzijn geweest IFMS in te voeren enomdat IFMS als systeem dan ookgoed kan functioneren. Gezien devoortvarendheid waarmee IFMS in

Ordenieuws is een uitgave van deOrde van Medisch

Specialisten en verschijnt

in een oplage van11.000 exemplaren

Reageren?Bel naar

(030) 28 23 654of e-mail naarcommunicatie

@orde.nl

RedactieAfdeling

Communicatieen Informatie

Redactie-adresPostbus 20057

3502 LB Utrecht(030) 28 23 654

DrukELMA Multimedia B.V.

Broek op Langedijk

Medewerkers aandit nummerRené VerlegRob van Es

VormgevingBerkhout Grafische

Ontwerpen, BNOHarmelen

Overnemen van de inhoud,geheel of

gedeeltelijk,is toegestaan

mits metbronvermelding.

ISSN: 1572-252X

Kijk voor hetlaatste nieuws op

www.orde.nl

Foto cover:René Verleg

C O L O F O N

Het kabinet kiest voor een lichtoverschot van medisch specia-listen. Dat is nodig nu de zorgverandert naar een meer vraag-georiënteerde zorg, waarin depatiënt centraal staat en waarinpartijen de mogelijkheden hebbenom keuzes te maken. Daaromwordt de instroom in de medischspecialistische vervolgopleidingen

voor medisch specialisten verhoogd. Daarnaast verwacht hetkabinet dat de inzet van zogeheten‘nurse practitioners’ en ‘physicianassistants’ een goede bijdragekan leveren aan het opvangenvan de toenemende zorgvraag.

HuisartsenopleidingVerder wordt in 2009 en 2010 deinstroom in de huisartsenopleidingverhoogd met 84 per jaar. Om inde toekomst een tekort aan huis-artsen te voorkomen, verhoogthet kabinet nu reeds de instroom.Tegelijkertijd vraagt het kabinethet Capaciteitsorgaan binnentwee jaar een nieuw advies uit te brengen om de ontwikkelingente blijven volgen.

Numerus FixusHet kabinet heeft besloten denumerus fixus geneeskunde tehandhaven op het huidige niveauvan 2.850 per jaar, waarmee dewens van de Tweede Kamerwordt gevolgd. ■

Het kabinet heeft op voorstelvan minister Klink van VWS extra geld beschikbaar gesteldvoor medische opleidingen,oplopend tot € 42 miljoen in2013. Hiermee wil het kabinethet aantal opleidingsplaatsenvoor medisch specialisten verhogen. Dit blijkt uit dekabinetsreactie op het adviesvan het Capaciteitsorgaan voorde medische en tandheel-kundige vervolgopleidingenen de technologische vakkenin de zorg, dat in maart 2008is verschenen.

Kabinet wil extra geld vooropleidingen in de zorg

de medische staven wordt opgepakt,lijkt 2012 voor IFMS nog steeds eengoed ‘oogstjaar’.

Kwaliteitscyclus rondMet IFMS is de medisch-specialis-tische kwaliteitscyclus rond. Diekwaliteitscyclus omvat onder meer detoetsing van richtlijnen in de praktijkmet indicatoren en kwaliteitsvisitatie.

Dat geldt ook voor de complicatie-registraties en de necrologiebespre-kingen, waarbij het effect van eenrichtlijn op het gebied van kwaliteitén veiligheid kan worden gemeten.Aanbevelingen in visitatierapportenen resultaten van indicatoren wordengebruikt bij het onderhoud vanbestaande en bij de ontwikkelingvan nieuwe richtlijnen. ■

IFMS dient primair ter verdere verbetering van de kwaliteit van het individueelfunctioneren van de medisch specialist. Het is een systeem vóór medisch specia-listen, dóór medisch specialisten. De basis van de individuele evaluatie is latenzien hoe je werkt en aan anderen vragen hoe zij vinden dat je werkt. Vervolgenswordt in een collegiaal gesprek gereflecteerd op deze gegevens en wordt eenplan geformuleerd voor te verbeteren aspecten. Na een jaar moet wordengetoetst of de voorgenomen verbeteracties van het functioneren daadwerkelijkzijn uitgevoerd. Zie voor meer informatie over IFMS het interview op pagina 8.Meer informatie over IFMS kunt u vinden op www.orde.nl.U kunt ook bellen met (030) 28 23 666.

Page 5: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

5

Ord

enie

uws

•ju

ni 2

008

•nu

mm

er 3

Op 18 april 2008 is tijdens een feestelijk symposium getiteld ‘Building on solid foundations to improve specialist healthcare for European citizens’ in Brussel het50-jarig bestaan gevierd van de Union Européenne des Médecins Spécialistes (UEMS).

UEMS 50 jaar

Door de sprekers zijn verschillendeonderwerpen belicht:• Zorgdragen voor de beste

patiëntenzorg• De UEMS: verleden, heden en

toekomst• Bij- en nascholing van medisch

specialisten (CME/CPD)• De toekomst van de medisch

specialist in de Europese gezondheidszorgsystemen

Oprichting UEMSHet proces van Europeseintegratie is in 1957 geïni-tieerd door de ondertekeningvan het Verdrag van Rome,dat voorzag in vrij verkeervan goederen, diensten, personen en kapitaal. De aandit Verdrag ten grondslagliggende beginselen van een

noodzakelijke samenhang tussenpolitieke en economische integratievan de West-Europese landen, brachtook de vrij beroepsbeoefenaren toteen intensievere samenwerking. In ditkader werd een jaar later op 20 juli1958, mede op initiatief van deLandelijke Specialisten Vereniging(LSV), door vertegenwoordigers vande 6 EEG-landen (Frankrijk, Italië,Duitsland en de Benelux) de UEMS

opgericht als professionele organi-satie van alle Europese medisch specialisten. Namens Nederlandwas dr. C.L.C. van Nieuwenhuizen, cardioloog, toenmalig voorzitter vande LSV, daar als een van de initiatief-nemers zeer nauw bij betrokken.

Doelstelling UEMSDe UEMS is de oudste Europeseartsenorganisatie. In de UEMS hebben zitting vertegenwoordigers(medisch specialisten) van derepresentatieve organisaties van demedisch specialisten van de landen dielid zijn van de Europese Unie (EU). De algemene statutaire doelstellingvan de UEMS is de harmonisatie vande medisch specialistische vervolg-opleidingen en praktijkuitoefening ende kwaliteit van de medisch specia-listische gezondheidszorg binnen deEU. Bij- en nascholing spelen daarbijook een rol. De UEMS heeft het rechtom als Europese organisatie haarmening te laten horen in bijvoor-beeld de Europese Commissie.

InventarisatieEen van de eerste activiteiten van de UEMS was de inventarisatie vande erkende medische specialismen,de benaming en de opleidingsduur.

Voor een medisch specialisme dat iserkend in 2/3 van de EU-lidstatenheeft de UEMS een Sectie ingesteld,waarin per lidstaat 2 medisch specia-listen als vertegenwoordiger van hetbetreffende in hun land erkende danwel aanpalend erkend medisch specia-lisme zitting hebben. Enige jarengeleden werden binnen de SectiesEuropean Boards opgericht, werk-groepen die zich vooral bezig houdenmet de verschillende facetten van deopleiding van het betreffend erkendmedisch specialisme. VerschillendeSecties hebben via hun EuropeanBoard inmiddels samenwerking methun Europese wetenschappelijkevereniging. Thans zijn er 37 UEMSSecties en European Boards. De resultaten van de inventarisatiezijn vastgelegd in de ‘EU Richtlijneninzake de onderlinge erkenning vande diploma’s, certificaten en anderetitels van artsen’ en de ‘EU Richt-lijnen inzake de vrije uitwisselingvan artsen binnen de EEG’, die in1976 door de Raad van Ministersvan de EEG in Brussel zijn onder-tekend en per 1 januari 1977 inwerking zijn getreden. Daardoorbrak voor de UEMS een meer praktische fase aan. Ten gevolge van de overgang van de EEG tot de EU en de uitbreiding tot thans35 EU-landen, zijn die richtlijneninmiddels enkele keren gewijzigd. In de richtlijnen staan de erkendemedische specialismen genoemd met de minimum opleidingsduur.

HarmonisatieIn de afgelopen jaren hebben deUEMS-Secties voor hun eigen specia-lisme overeenstemming bereikt overde maximum opleidingsduur en deharmonisatie van de inhoud van de opleiding. Deze items van de verschillende erkende medische specialismen zijn vastgelegd in UEMSCharters, die als professionele aan-bevelingen dienen voor alle nationaleorganisaties in de EU. Zo heeft deUEMS onder meer opgesteld:• Charter on Training of Medical

Specialists in the EuropeanCommunity (1993).

A C T U E E L

Vergadering vande voorzitters ensecretarissen vande UEMS.

Page 6: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

6

A C T U E E LO

rden

ieuw

s•

juni

200

8•

num

mer

3

UEMS. Dat blijkt onder meer uit de inzet van diverse Nederlandsemedisch specialisten op sleutel-posities in het bestuur van de UEMS.Liaison officerZo is sinds de oprichting tot 1990de functie van liaison officer tussende UEMS en het Comité Permanent(thans Comité Permanent desMédecins Européens) altijd dooreen Nederlander bekleed, achter-eenvolgens:Dr. C.L.C. van Nieuwenhuizen, cardioloog, 1958-1968; H. van Giffen, longarts, 1968-1980;Dr. H.P.J. Winters, plastisch chirurg,1980-1984; A.J. Simons, radioloog,1984-1990; Dr. C.C. Leibbrandt,kno-arts, 1996-1999.Vice voorzitterVice voorzitter zijn geweest:Dr. C.L.C. van Nieuwenhuizen, cardioloog; A.J. Simons, radioloog;Dr. J.W. Merkelbach, chirurg; P.J. Theuvenet, anesthesioloog.Secretaris Generaal UEMSDr. C.C. Leibbrandt, kno-arts, wasvan 1999-2002 secretaris generaalvan de UEMS in Brussel. Voorzitter, Secretaris, PenningmeesterUEMS-Sectie en European BoardIn de afgelopen decennia hebbendiverse Nederlandse medisch specia-listen zeer belangrijke rollen gespeelden zijn zeer actief geweest in hunUEMS-Secties en Boards.Vooral de laatste jaren zijn de activiteiten van de UEMS-Sectiessteeds belangrijker geworden en isde inbreng en de samenwerking met het UEMS-bestuur meergestructureerd en intensiever geworden. Het huidige hoofd van deNederlandse delegatie, dr. H.S.L.M.Tjen, internist, was gedurende velejaren actief als lid en als voorzittervan de UEMS-Sectie Interne Genees-kunde en de European Board InterneGeneeskunde.Diverse Nederlandse collegae hebben zodoende sterk hun stempelgedrukt op het beleid van de UEMSin de afgelopen 50 jaar en hebbenook initiatieven genomen om tot eenhechtere samenwerking te komenvan de UEMS met de organisatiesvan medisch specialisten binnen de EU en de wetenschappelijke verenigingen.

Bijeenkomsten Nederlandse vertegenwoordigers in de UEMS-Secties en BoardsSinds de oprichting van de UEMS-Secties zijn door de LSV en tot opheden door de Orde meestal 2 keerper jaar bijeenkomsten gehouden van de Nederlandse delegatie bij deUEMS met de Nederlandse vertegen-woordigers in de UEMS-Secties enEuropean Boards. Doel van die bijeenkomsten is elkaar over en weerte informeren, van elkaar te leren enzo veel mogelijk doublures te voor-komen als ook ter voorbereiding vande voorjaarsvergadering en de najaars-vergadering van het bestuur van deUEMS. Bij onze najaarsbijeenkomstin 2007 was ook aanwezig de huidigesecretaris generaal dr. B. Maillet, die de vertegenwoordigers op dehoogte heeft gebracht van de laatstestand van zaken met betrekking totverschillende UEMS-topics.

Op naar de volgende 50 jaarDe Orde heeft de UEMS van hartegefeliciteerd met haar 50-jarig bestaanen heeft de hoop en het vertrouwenuitgesproken dat de UEMS de komende50 jaar – als de grenzen binnen de EUnog verder open gaan – volop zalbruisen van energie en EU-breed dekwaliteit van de (aankomend) medischspecialisten en van de medisch specia-listische gezondheidszorg zal blijvenbewaken en bevorderen.

De Nederlandse delegatie bij de UEMS,Dr. H.S.L.M. Tjen, internistMevr. mr. W.L.R. Kuipers, bureauOrde van Medisch Specialisten ■

• Charter on Continuing MedicalEducation of Medical Specialistsin the European Union (1994)

• Charter on the Visitation ofTraining Centres (1997).

Het Nederlandse opleidingssysteemmet opleidingseisen, opleidingsduuren de visitatie van de opleiding, deopleidingsinstelling en de opleider/het opleidingsteam, heeft daar mededankzij de inbreng van deNederlandse vertegenwoordigersmodel voor gestaan.

Common TrunkEen belangrijk onderwerp binnen de UEMS(-Secties) was onder meerook de common trunk, de initiëleopleiding van de interne c.q. deheelkundige specialismen, ter voor-bereiding op de opleiding in een vande deelspecialismen. De commontrunk is per (deel)specialisme verschillend. Ook staan nog steedsop de agenda onderwerpen als despecialistenbehoefte, de opleidings-capaciteit en de accreditatie van bij- en nascholing.

EU-visitatie naar NederlandsmodelVoorafgaand aan de UEMS-verga-dering te Athene in het najaar van1986, heeft op verzoek van deGriekse zustervereniging een visitatieplaatsgevonden naar Nederlandsmodel. In die visitatiecommissie ad hoc hadden zitting de toenmaligeleden van de Nederlandse delegatievan de UEMS, A.J. Simons, radio-loog en dr. J.W. Merkelbach, chirurg, beiden lid van het bestuurvan de UEMS samen met de toen-malig voorzitter van de UEMS dr. A. Kuttner, orthopaedisch chirurg(Duitsland), dr. L.P. Harvey, gynae-coloog (Engeland) en dr. F. Perraro,internist (Italië), beiden eveneens lidvan het bestuur van de UEMS.Inmiddels vinden er bij steeds meermedische specialismen naar Neder-lands model EU-visitaties plaats endat aantal groeit nog steeds.

Nederlandse medisch specia-listen op sleutelpositiesDe LSV – en later de Orde – heeftgedurende de afgelopen 50 jaaraltijd nauwe banden gehad met de

Erelid UEMSTijdens een bijzondere vergadering van hetbestuur van de UEMS op 19 april 2008, is dr. C.C. Leibbrandt benoemd tot erelid van deUEMS. Zoals ook blijkt uit het vorenstaande,heeft hij zich gedurende vele jaren buitensporigingespannen voor de UEMS. Niet alleen als liaison officer tussen de UEMS en het CPME enals secretaris generaal van de UEMS, maar ookals initiatiefnemer en mede-oprichter van hetEACCME (European Accreditation Council forContinuing Medical Education).

Page 7: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

7

C O L U M N

Ord

enie

uws

•ju

ni 2

008

•nu

mm

er 3

Als je het woord ‘markt’ sec beoor-deelt, namelijk als hetgeen in allerhande kraampjes op een pleinte midden van winkelend publiekgebeurt, dan is het belangrijkstebestanddeel van deze bezigheid hetzo luidkeels mogelijk aanprijzen vande eigen waren van een uitstekendekwaliteit tegen de scherpste prijs.

Ik kwam hierop toen ik las dat veelzorgverzekeraars in navolging vanhet echte bedrijfsleven druk bezigzijn met ‘preferred suppliers’. Zo betoogde J.W. Schouten vanZorgverzekeraars Nederland tijdenseen symposium, dat ziekenhuizen die meedoen aan Sneller Beter tot‘preferred suppliers’ mogen wordenbestempeld, mits zijde gestelde doelenbehalen. Ik kanvanzelfsprekend niet anders dan vanharte toejuichen dat verzekeraars opbasis van helderekwaliteitseisen huninkopen gaan doen.

Natuurlijk is het zodat ziekenhuizen ofmedisch specialisten die geen goedekwaliteit leveren de gevolgen daar-van dienen te ondervinden. Er zittenechter ook wat haken en ogen aandit streven. De kwaliteitscriteria dieaan een beoordeling ten grondslagliggen, moeten helder, duidelijk,algemeen geldend en inzichtelijk zijn,evenals de weging van de diversecriteria en de daaruit volgenderesultaten. De inkoopgids van ZN,waar ook de wetenschappelijke verenigingen en de Orde hun bijdrageaan leveren, is hiervoor al een hulpmiddel, evenals het criterium‘deelname aan Sneller Beter’.

Naast heldere kwaliteitscriteria spelen uiteraard ook andere elemen-ten een rol in dit inkoopproces vande zorgverzekeraars. Verkeren groteorganisaties als ziekenhuizen nog inde gunstige situatie dat zij een stevige

onderhandelingspositie hebben; hoezit het met bijvoorbeeld extramuralemedisch specialisten en huisartsenof fysiotherapeuten? Vooral dielaatste groep heb ik al horen klagendat zij als zorgverlener allesbehalveeen gelijkwaardige onderhandelings-positie hebben, dat de zorgverzeke-raar de contractvoorwaarden dicteerten daarbij zichzelf vooral de rechtentoedicht en de zorgverlener de plichten oplegt, zodat absoluut geensprake meer is van sturing op basisvan prijs en heldere kwaliteits-criteria, maar veel eerder op basisvan inkoopmacht.

Deze lijn doortrekkend naar de ziekenhuizen, zal de situatie ontstaan

dat binnen ziekenhuizen en maat-schappen sommige medisch specia-listen wel en andere niet door eenverzekeraar worden gecontracteerd.Wederom, op basis van helderekwaliteitscriteria moet dat geen probleem zijn, maar krijgen we dan een landelijke hitparade vancardiologen, chirurgen, enzovoort?Kan ik op een dag een collega verheugd door het ziekenhuis zienlopen omdat hij of zij ‘met stip’ isgestegen?

Het belangrijkste is dat we ons hierop zullen moeten voorbereiden.De vraag is simpel: hoe bepalen dezorgverzekeraars de criteria waaropwij worden beoordeeld? Elke zorg-verzekeraar voor zich, of stellen weop landelijk niveau met elkaar vastwie aan welke eisen moet voldoen?In het eerste geval dreigt alles een

ondoorzichtig zootje te worden, in het tweede kunnen we dituitstekend integreren in alle actiesvoor kwaliteitsverbetering diemomenteel binnen de Orde en dewetenschappelijke verenigingenworden gehouden. Daarbij zullenwe de stem van de patiënten ookzeer zwaar moeten laten wegen bij punten als patiëntvriendelijkheid,juistheid en volledigheid van verstrekte informatie en de matevan vertrouwen in de medisch specialist. De beoordelingen dienenook voor de collega’s openbaar tezijn. Kwaliteit is alleen gebaat bijvolledige openheid en eerlijkheid. ■

Medisch specialisten met stip

“Kwaliteit is alleen gebaatbij volledige openheid

en eerlijkheid”

W.G.J.M.van der Ham

Algemeen voorzitter Orde van Medisch Specialisten

Page 8: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

8

I N T E R V I E WO

rden

ieuw

s •

juni

200

8 •

num

mer

3

In het St. Anna Ziekenhuis teGeldrop heeft de pilotgroep hetMSF-instrument getest. MevrouwC.M. Engelhart, gynaecoloog, wasdaar gespreksleider. “Ik zit in hetstafbestuur met de portefeuille kwaliteit. Dus mijn rol als gespreks-leider was een logische link.”Dat de Geldropse medisch specia-

listen juist voor MSF kozen en niet voor A&A heeft niet zozeer temaken met een principieel onder-scheid. “Op zich maakt het nietzoveel verschil. Je zult zien dat MSFen A&A steeds meer naar elkaar toe groeien. Uiteindelijk blijft er één instrument over”, verwacht deMSF-gespreksleider.

KlankbordIFMS leidt naar een persoonlijk ontwikkelingsplan. Mevrouw Engel-hart: “Het helpt je om je functio-neren op verschillende gebieden teverbeteren.” Dat bewezen voordeelgaat hand in hand met een hard-nekkig misverstand: IFMS als toet-singsinstrument. “Dat is het dus niet.Als gespreksleider in de pilotfase wasik een klankbord, niet een functie-

beoordelaar. Het hele systeem zouin elkaar zakken als het verwordttot een beoordelingsinstrument. De winst zit ‘m er nu juist in dat je onder collega’s in een veilige,transparante situatie de kwaliteitvan iemands functioneren kuntbespreken. Dat doe je door ervan te leren, niet door te straffen.Disfunctioneren is bijvoorbeeld geen issue bij IFMS. Als een raadvan bestuur een disfunctionerendemedisch specialist wil aanpakken,dan moet dat op een andere manier.”

Secretariële ondersteuningMevrouw Engelhart vond degesprekken zinvol en verhelderend.En hoewel het een pilot was diestoelde op vrijwillige deelname, hebben maar enkele collega’s afgezegd. “Geen tijd, zeiden deafhakers. Maar dan zei ik: Je bentgevraagd en het invullen van de vragenlijsten kost maar 10 minuten.Daarna deden de meesten toch mee.De motivatie groeit. Dat merk je.Eén van de succesfactoren is desecretariële ondersteuning. Bij onsneemt het secretariaat van de medische staf veel administratiefgedoe uit handen.”Een goede ‘back-office’ heb je duswel nodig. Het lijkt een tijdrovendeklus. Dat is ook een argument datcritici op de IFMS-aanpak regel-matig naar voren schuiven. Toch ismevrouw Engelhart het niet eens metdat bezwaar. “Natuurlijk kost hettijd. Maar het is maar net hoe je dietijdsinspanning beoordeelt. Het iseen manier van werken die je jeeigen moet maken. We werken tochook met accreditatiepunten en gaannaar congressen. Kost allemaal tijd,zonder dat we daar over mopperen.Zo is het ook met IFMS. Het is eeninvestering in jezelf. De eerste keer iszo’n gesprek even hard werken,daarna gaat het makkelijker en sneller. Het gesprek zelf duurt eenuur, de voorbereiding ook. Ach, hetvalt allemaal wel mee.”

Meer onderling begripGaandeweg de pilot is het mevrouwEngelhart opgevallen dat naar haarmening een paar zaken slimmerkunnen worden geregeld in het

IFMS in de praktijk:ervaringen van eengespreksleiderDe pilots zitten er op: in 8 ziekenhuizen is proefgedraaid met evaluatie van het IndividueelFunctioneren Medisch Specialisten (IFMS): eensystematische aanpak die op een transparantemanier het individueel functioneren van medischspecialisten positief wil beïnvloeden. De Orde-commissie IFMS adviseert te bevorderen datmedische staven in alle ziekenhuizen met IFMSbeginnen, hetzij via Multisource Feedback (MSF),hetzij via Appraissal & Assessment (A&A).

Page 9: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

9

I N T E R V I E W

organiseren van deze gesprekken.“De Ordecommissie adviseert iederjaar een evaluatiegesprek. Maar alsje dat doet, neemt de animo af. Het is mijns inziens beter om hetjaarlijkse gesprek te vervangen dooreen twee- of driejaarlijks gesprek meteen jaarlijks kort evaluatiegesprekals een soort onderhoudsbeurt.”Die animo kende onlangs nog eenbedreiging, meent mevrouw Engel-hart: “Een tijd geleden zeiden veelcollega’s dat ze graag met IFMSdoor willen gaan. Toen het daarnalang duurde voor er een nieuwe vervolgapplicatie kwam, zakte hetenthousiasme. Mensen vonden hetallemaal wel erg lang gaan duren.”Gelukkig is de vervolgapplicatie nutoch in de lucht.

IFMS als kwaliteitsindicatorDe pilot is achter de rug. “De volgende stap is om het deel-nemersveld met aanzienlijk meermedisch specialisten uit te breiden.Op termijn ontwikkelt de aanpakzich tot een kwaliteitsindicator.”Zo’n formele indicator is mooi alswenkend perspectief. Tot die tijdzijn er andere winstpunten die hieren nu van waarde zijn. “Je kijkt kritisch naar jezelf en collega’s enpatiënten leveren je ingrediënten om het beeld compleet te maken.Grote winst is dat IFMS meer onder-ling begrip kweekt. Je hebt alsmedisch specialist nu veel meer ideevan wat collega’s in andere medischspecialistische gebieden bezighoudt.Trouwens ook bij niet-medisch specialisten zijn we in de ‘picture’.Tijdens de Dag van de Kwaliteit isvorig jaar in ons ziekenhuis IFMS tot winnend kwaliteitsproject uit-geroepen. De verpleging en anderediensten in het ziekenhuis waarderenhet kennelijk dat wij ons als medischspecialisten kwetsbaar opstellen.”

Niet langer in een ivoren torenWaarom zijn medisch specialistenniet al eerder begonnen met een systematische vorm van zelfreflectieop het functioneren? “Het zit niet in onze opvoeding die wij tijdens de medisch specialistische vervolg-opleiding krijgen. We zijn nietgewend om kritisch naar ons eigenfunctioneren te kijken. Maar er komtgelukkig steeds meer realiteitszin.Patiëntenenquêtes als onderdeel van IFMS zijn waardevol. We zittenniet langer in een ivoren toren.”“Zelf heb ik ook mogen ervaren wat

IFMS voor mij betekent. Ik merktein de reacties op mijn functionerenen bij het gesprek dat een collegamet mij voerde, dat ik op zoek wasnaar een goede balans tussen werken privé. Dat geldt trouwens voorveel medisch specialisten. IFMSheeft mij ertoe gezet met persoon-lijke jaarplannen te gaan werken.Welke opleidingen ga ik doen enwanneer? Welk deel van het jaar isécht privé? En waar leg ik accentenin mijn werk? Het geeft veel rust als je dit soort dingen allemaal goed regelt.” ■

Het modelreglement ‘Mogelijk Disfunctionerend Medisch Specialist’ van de Orde insamenspraak met de KNMG beschrijft de procedure om te onderzoeken of er wel of geensprake is van disfunctioneren. Bij de omschrijving van disfunctioneren is uitgegaan vanhet KNMG-standpunt van juli 2005, betreffende het functioneren van de individuele arts: ‘een structurele situatie van onverantwoorde zorg, waarin een patiënt wordt geschaad ofhet risico loopt te worden geschaad, en waarbij de betreffende arts/medisch specialist niet(meer) in staat of bereid is zelf de problemen op te lossen’.Uit onderzoek is gebleken dat door het houden van evaluatiegesprekken in het kader vanIFMS disfunctioneren in een vroeg stadium kan worden ontdekt, waardoor bijsturing nogmogelijk is. Ondanks dat zal disfunctioneren echter nooit geheel kunnen worden voorkomen.

Het modelreglement ‘Mogelijk Disfunctionerend Medisch Specialist’ kan worden gedownloadop www.orde.nl.

Modelreglement ‘MogelijkDisfunctionerend Medisch Specialist’

“We zijn niet gewend om kritisch naar ons eigen functioneren te kijken. Maar er komt

gelukkig steeds meer realiteitszin.”

Ord

enie

uws

•ju

ni 2

008

•nu

mm

er 3

Page 10: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

10

V R I J B E R O E PO

rden

ieuw

s•

juni

200

8•

num

mer

3

lijke naam, bijvoorbeeld ‘Chirurgen-vennootschap Ziekenhuis X te Y’ of‘Stafvennootschap Ziekenhuis ABCte Z’, geldt dat slechts 1 inschrijvingvan het samenwerkingsverband – de openbare vennootschap met ofzonder rechtspersoonlijkheid – in hetHandelsregister nodig is, ongeachthet aantal medisch specialisten.

Kosten inschrijvingAan de verplichte inschrijving in het Handelsregister zijn kosten verbonden. Deze kosten zijn perkwartaal verschuldigd en worden 1 keer per jaar per acceptgiro ingevorderd.Stel: een medisch specialist is ingeschreven op 1 januari 2010 en beëindigt zijn/haar praktijk definitief op 30 juni 2010, dan zijnin dat geval slechts 2 kwartalen in2010 verschuldigd. De betreffendemedisch specialist in een SV of meteen solopraktijk kan dus 2 kwartalenterugvorderen. Terugvordering kanook plaatsvinden door een OV ofOVR, ingeval van gehele ontbindingvan de OV of de OVR in de loopvan een kalenderjaar.De hoogte van de heffing is afhanke-lijk van de rechtsvorm en kan perKamer van Koophandel verschillen. In 2008 zijn de kosten:• Ongeveer € 50,- voor een praktijk/

eenmanszaak (medisch specialistsolist of een medisch specialist die samenwerkt in een stille vennootschap)

• Ongeveer € 150,- voor allemedisch specialisten gezamenlijk,die samenwerken in een openbare vennootschap met of zonderrechtspersoonlijkheid

• Ongeveer € 150,- voor allemedisch specialisten gezamenlijk,die samenwerken in een staf-vennootschap

• NB Ongeveer € 150,- voor allemedisch specialisten gezamenlijk,die samenwerken in een beslotenvennootschap

Per 1 juli 2008 treedt de nieuwe Handelsregisterwetin werking, waardoor alle medisch specialisten vrijberoepsbeoefenaren (en ook andere vrij beroeps-beoefenaren) dan wel hun samenwerkingsverband(openbare vennootschap (OV) of openbare vennoot-schap met rechtspersoonlijkheid (OVR)) uiterlijk op 31 december 2009 moeten zijn ingeschreven in hetHandelsregister bij de Kamer van Koophandel vanvestiging. De nieuwe Handelsregisterwet heeft eenovergangstermijn van 18 maanden.

Nieuwe Handelsregisterwetper 1 juli 2008 van kracht

Hoe inschrijven?Inschrijven kan via de door deKamer van Koophandel voorgelegdegegevens. De Kamers van Koop-handel zullen, gebruik makend vangegevens van onder andere deBelastingdienst, vanaf augustus2008 de medisch specialisten vrijberoepsbeoefenaren in maatschap-pen én de medisch specialisten vrij beroepsbeoefenaren solistenbenaderen door middel van eenzogeheten omgekeerde enquête. Dat wil zeggen dat de Kamer vanKoophandel daarin zo veel mogelijkgegevens zal invullen en deze zalvoorleggen aan de medisch specialist.Aan de medisch specialist wordtgevraagd de gegevens te controleren,zo nodig te verbeteren en te accor-deren. Indien deze gegevens meteventuele ingevulde en ondertekendeformulieren worden ingestuurd, is er geen verplichting voor demedisch specialist in persoon omnaar de Kamer van Koophandel te gaan voor inschrijving in hetHandelsregister.

Wie moet zich inschrijven? Voor medisch specialisten vrijberoepsbeoefenaren die samen-werken in een stille vennootschap(SV), dus een vennootschap waarbijniet onder gemeenschappelijke naamwordt gehandeld, betekent dit datiedere medisch specialist zelf zijn/haar solopraktijk moet inschrijven. Voor medisch specialisten vrijberoepsbeoefenaren die samen-werken onder een gemeenschappe-

In persoon verschijnenIndien een nieuwe inschrijving moetplaatsvinden, bijvoorbeeld omdateen nieuwe collega toetreedt tot debestaande vennootschap, dient dezecollega zich in persoon met zijn/haargeldig paspoort te legitimeren bij deKamer van Koophandel of dient ingeval van een OVR een notaris teverklaren dat deze medisch specialistop het notariskantoor is geïdentifi-ceerd en dat de notaris ervan over-tuigd is dat deze medisch specialistinderdaad is toegetreden tot de OVR.

Direct inschrijven of nog wachten?De concrete vraag is of de medischspecialisten vrij beroepsbeoefenarenzich per direct moeten inschrijven inhet Handelsregister of dat zij nogeven kunnen wachten tot de ontwik-kelingen met betrekking tot de WetPersonenvennootschappen zijn uit-gekristalliseerd, dus totdat er binnende overgangsperiode van 18 maandenzicht is op de datum van inwerking-treding van de Wet Personen-vennootschappen (zie pagina 11).De nieuwe Handelsregisterwetschrijft medisch specialisten vrijberoepsbeoefenaren voor dat zij binnen 18 maanden na inwerking-treding van deze wet, dus uiterlijkop 31 december 2009, ingeschrevenmoeten staan. Medisch specialistenvrij beroepsbeoefenaren solisten kunnen in de loop van 2009 huninschrijving laten plaatsvinden. Indien een samenwerkingsverbandwordt ingeschreven, bijvoorbeeld naaraanleiding van de omgekeerde enquêtezoals hiervoor beschreven, is voor diesamenwerkende medisch specialistende eerste betalingsperiode wel geïndiceerd. Daarom kunnen wij onsvoorstellen dat inschrijving in 2008bij deze groep geen prioriteit heeft.Het is niet strafbaar of anderszinsonfatsoenlijk de komende tijd even te wachten met inschrijven. Een algemeen advies in dezen ishelaas moeilijk te geven.

Medisch specialisten in eenmaatschapBij medisch specialisten in een maat-schap ligt de beantwoording van devraag wel of niet direct inschrijven inhet Handelsregister genuanceerder.

Page 11: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

11

V R I J B E R O E P

Ord

enie

uws

•ju

ni 2

008

•nu

mm

er 3

De overgangstermijn in de WetPersonenvennootschappen is slechts6 maanden. Medisch specialisten vrijberoepsbeoefenaren, die naar huidigrecht in een maatschap en naarkomend recht in een vennootschapsamenwerken, dienen eerder dan over18 maanden hun plannen te trekken.

Wordt een maatschap nu ingeschreven, dan geeft dat een indicatie of al dan niet onder gemeen-schappelijke naam wordt gehandeld.Indien een openbare maatschapwordt ingeschreven, betekent dit dat onder gemeenschappelijke naamwordt gehandeld. Het is mogelijk

om eerst wel en later niet ondergemeenschappelijke naam te hande-len, maar een consistente gedragslijnheeft de voorkeur.

Voor nadere informatie kunt u contactopnemen met: mw. mr. W.L.R. Kuipers(030) 28 23 662 ■

Zoals het er nu naar uitziet is het nietrealistisch te verwachten dat dit vóór 1 januari 2009 zal gebeuren, aangezienhet wetsontwerp, waardoor de maatschapautomatisch vennootschap wordt, nogaan de orde moet komen in de EersteKamer. Dit zal naar verwachting pas nahet zomerreces plaatsvinden. Hierdoor is1 januari 2009 een realistische datumgeworden voor de invoering van de Wet Personenvennootschappen, die demaatschap zal afschaffen. Er zal eenovergangsperiode in acht worden genomen van 6 maanden.

Modellen met toelichtingen voor deleden van de Orde De Orde is bezig om voor haar ledenmodellen op te stellen met toelichtingenvoor een:• stille vennootschap (SV)• openbare vennootschap (OV)• openbare vennootschap met rechts-

persoonlijkheid (OVR)• stafvennootschap

Materieel verandert er weinig. Medischspecialisten vrij beroepsbeoefenaren kunnen ook in de toekomst op dezelfdevoet met elkaar blijven samenwerken.Formeel veranderen er wel enkele dingen.

Wat blijft gelijk?De vennootschap is de meest geëigenderechtsvorm om als medisch specialistenvrij beroepsbeoefenaren op voet van

gelijkwaardigheid met elkaar samen tewerken. De maatschap wordt in die zinvervangen door vennootschap, zelfs indie mate dat de wetgever er van uitgaatdat zonder tegenbericht of nadere actiealle maatschappen van rechtswege vennootschappen worden.

Wat verandert?• De terminologie verandert: ‘maatschap’

wordt ‘vennootschap’ en ‘maten’ worden ‘vennoten’.

• Bij een maatschap kan 1 van de matende maatschap slechts vertegenwoordigenmet toestemming/volmacht van deandere maten. Bij een vennootschap isin beginsel iedere vennoot zelfstandigvertegenwoordigingsbevoegd. In begin-sel, dat wil zeggen dat dit anders vormkan worden gegeven. De vennotenkunnen bijvoorbeeld bepalen datslechts 1 van hen vertegenwoordigings-bevoegd is of dat voor externe hande-lingen, die een waarde van bijvoorbeeld€ 1000,- te boven gaan, 2 vennotengezamenlijk moeten tekenen.

• De regeling van aansprakelijkheidwordt verfijnd: In geval van samenwerking in een SV zijn de vennoten aansprakelijk voor gelijke delen. Dus bij een SV met3 vennoten is iedere vennoot voor eenderde deel van het bedrag te veroordelentot betaling, puur vanwege zijn/haarstatus als vennoot in de SV.In geval van samenwerking in een OVof OVR is iedere vennoot hoofdelijkaansprakelijk voor het gehele bedrag.Dit betekent dat in geval van een OV met 3 vennoten in beginsel iedere vennoot voor het geheel is aan te spreken. Maar, de vennoot in een

OV kan de gehele aansprakelijkheidvoorkomen als hij/zij kan aantonen geenschuld te hebben aan de gedraging (dat wil zeggen dat de vennoot zich kan‘disculperen’). Kort gezegd: de medischspecialist vrij beroepsbeoefenaar die zelfzijn/haar zaakjes op orde heeft, is ingeval van een flinke claim beter af alsvennoot in een OV, dan als vennoot ineen SV. In geval van een SV zal hij/zij,als hij/zij wordt aangesproken, eengelijk deel moeten betalen en vervolgensregres moeten halen (bij wellicht een‘kale kip’), terwijl er in het geval vaneen OV geen aansprakelijkheid bestaatten opzichte van de derde als er geenschuld bestaat.

• De wet geeft de mogelijkheid rechts-persoonlijkheid toe te kennen aan eenOVR.

• Medisch specialisten vrij beroeps-beoefenaren kunnen vanaf 1 juli 2008worden ingeschreven in het Handels-register en moeten daarin uiterlijkstaan ingeschreven op 31 december2009. Echter, indien de Wet Personen-vennootschappen per 1 januari 2009van kracht zal worden, moet de OV of de OVR uiterlijk 1 juli 2009 zijn ingeschreven als samenwerkings-verband, ongeacht het aantal vennoten/medisch specialisten dat deel uit maaktvan de OV of de OVR.

Zodra de Wet Personenvennootschappende Eerste Kamer is gepasseerd, zal de Ordehaar leden hierover nader informeren.

Voor nadere informatie kunt u contactopnemen met: mw. mr. W.L.R. Kuipers (030) 28 23 662 ■

Al enige tijd is er sprake van dat demaatschap wordt gewijzigd in vennootschap. De vraag is echter nogsteeds wanneer de Wet Personen-vennootschappen in werking treedt.

Wet Personenvennootschappen mogelijk per 1 januari 2009 van kracht

Page 12: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

12

V R I J B E R O E PO

rden

ieuw

s•

juni

200

8•

num

mer

3

In april 2008 organiseerde de KamerVrij Beroep van de Orde in Dordrecht,Meppel, Nijmegen, Hoofddorp enEindhoven bijeenkomsten over degevolgen van de invoering van deDBC-bekostiging.

Tijdens de bijeenkomsten is – mede aan dehand van de eerste resultaten van eenenquête over dit onderwerp, verspreidonder de voorzitters van de stafmaatschap-pen – stil gestaan bij diverse zaken zoalshet verloop van de onderhandelingen overde bandbreedte rond het uurtarief, de verdeling van de kosten tussen ziekenhuisen medisch specialist (secretariaat, anios, overige kosten) en de waardering van hetonderhanden werk. Daarnaast is kort stilgestaan bij enkele actuele ontwikkelingenzoals het DBC-verbeterplan (DOT) en

de (mogelijke) invoering van de maatstaf-concurrentie per 2009.

RustDe regiobijeenkomsten zijn redelijk goedbezocht. Er lijkt op dit moment een relatieve‘rust’ in het veld te zijn. Dit heeft wellichtte maken met het feit dat nog niet alleonderhandelingen zijn afgerond en dat ernog geen zicht is op de verdiencapaciteit in 2008.

BijeenkomstenIn het najaar van 2008 worden de staf-maatschappen wellicht opnieuw bezochtom te inventariseren welke zaken er op datmoment spelen. Tevens overweegt deKamer Vrij Beroep om in juni 2008 nogeen bijeenkomst rond enkele bekostigings-/financieringsthema’s te organiseren. ■

Terugblik regiobijeenkomsten‘Gevolgen invoering DBC-bekostigingvoor medisch specialisten’

De Orde heeft samen met de Neder-landse Vereniging voor Psychiatrie(NVvP) bezwaar gemaakt tegendeze beschikking en tegen de aan-wijzing van de minister van VWS,alsmede tegen de beleidsregels dieaan deze beschikking ten grondslagliggen. De bezwaren van Orde enNVvP richten zich voornamelijktegen de onmogelijkheid vanZelfstandig Gevestigde Psychiatersen PAAZ-psychiaters om conformde afspraak tussen de minister vanVWS en de Orde het onderbouwdnormatief uurtarief toe te passen inhun tarieven. Met name de inhoude-lijke argumenten, zoals een anderepatiëntenmix, het ontbreken van

Hoorzitting NZa bezwaarschriftuurtarief psychiatersOp 20 mei 2008 heeft de hoorzitting door deNederlandse Zorgautoriteit (NZa) plaatsgevondenover de bezwaarschriften tegen de tariefbeschik-king DBC-GGZ 2008 van 20 december 2007.

andere disciplines dan psychiatersbij de patiëntenbehandeling en deselectie, die veelal door de verwijzendhuisartsen geschiedt, zijn voor zoverbekend niet meegewogen in debesluitvorming van de NZa.

OphelderingTijdens de hoorzitting heeft deadvocaat van Orde en NVvP, mr.M.E. Gelpke, erop gewezen dat deNZa, ondanks klemmend verzoek,geen enkel stuk heeft overlegd, hoewel de NZa daartoe wettelijkverplicht is. Zo’n inzage is van belangvoor de argumentatie in de bezwaar-schriftprocedure. Bij een mogelijkeafwijzing van de bezwaren zijn dezestukken van belang in een eventuelevervolgprocedure bij het Collegevan Beroep voor het Bedrijfsleven.Kortom, zonder het overleggen vande stukken en overwegingen, die tot

het NZa-besluit van 20 december2007 hebben geleid, is een uitspraakin de bezwaarschriftprocedure nietig.Daarbij is ook van belang dat op 20december 2007 nog de aanwijzingvan 23 juli 2007 gold, waarin expliciet in de toelichting was opgenomen dat het onderbouwdnormatief uurtarief ook voor depsychiaters van toepassing is. Dit is herroepen door de nieuweaanwijzing door minister Klink per7 januari 2008, die zonder enigeargumentatie en in strijd met de eerdere afspraken de medisch-specialistische zorg in de GGZ uitsluit van de toepassing van hetonderbouwd normatief uurtarief.Ook daarover is in de hoorzittingom opheldering gevraagd.

BezwaarschriftenNiet alleen Orde en NVvP hebbeneen bezwaarschrift ingediend, maar ook ongeveer 200 individuelepsychiaters en psychotherapeutenvrij beroepsbeoefenaren. Zij richtenzich voornamelijk op schending vande privacy van de patiënt als gevolgvan toepassing van het DBC-systeemin de GGZ. Het gaat dan met nameom het feit dat de diagnose van depatiënt verder komt dan in de relatiebehandelaar-patiënt. Daarover hebben tijdens de hoorzitting enkeleindividuele psychiaters en psycho-therapeuten het woord gevoerd, alsook door mr. L.D.H. Hamer, dieeen bundeling van hulpverleners in‘Stichting De Koepel van DBC-vrijePraktijken van Psychotherapeutenen Psychiaters’ (KDVP) bijstaat. Mr. Hamer haastte zich overigensom de bezwaren van de Orde en deNVvP te bevestigen.

UitspraakMet de NZa was reeds eerder afgesproken dat een uitspraak op hetbezwaar uiterlijk op 19 juni 2008bekend zou zijn. Vanwege het ontbreken van de stukken van deNZa zal dit vermoedelijk niet haal-baar zijn. Vanuit Orde en NVvP isaangedrongen op bekendmakingvan de stukken op korte termijn endaarop aansluitend een nieuwehoorzitting. Nader nieuws volgt zospoedig mogelijk. ■

Page 13: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

13

Ord

enie

uws

•ju

ni 2

008

•nu

mm

er 3

Beleidsregel CA-176 is vervangen doorbeleidsregel CI-1058. Ambtshalve heeft deNZa ook een tariefbeschikking op basis vandeze beleidsregel gegeven. Verkort weergegeven zijn dit de tarieven:

NB: Rondom de BTW is er nog discussie overdeze bedragen. De Orde verwacht dat de NZa in de loop van juni 2008 hierover duidelijkheidzal geven; de NZa is hierover in gesprek methet ministerie van Financiën. ■

Orde realiseert verhogingtarieven keuringenen rapporten psychiatrie

V R I J B E R O E P

Eigen bijdrage psychotherapieper 2009 afgeschaftEind mei 2008 heeft de Orde van hetministerie vernomen dat de eigen bijdrage psychotherapie per 2009 wordt afgeschaft.

Quote persbericht VWS: “De vergoeding

voor psychotherapie wordt niet meer apart,

maar als onderdeel opgenomen in de

vergoeding van een gehele behandeling,

die meer kan omvatten dan uitsluitend

psychotherapie. Daardoor wordt psycho-

therapie niet meer apart geregistreerd”.

Voor 2008 blijft de uitvoeringsproblematiekvan de psychotherapie (wie registreert, wie

int, hoeveel wordt er geïnd?) bestaan. In 2009 zal de afschaffing van de eigen bijdrage via de tarieven moeten wordenopgevangen. De Orde is tevreden dat deeigen bijdrage per 2009 wordt afgeschaft,omdat zorgaanbieders niet langer wordengeconfronteerd met de (technische) onuit-voerbaarheid van deze regeling, maar blijft aandringen op geëigende oplossingenvoor de eigen bijdrage voor het jaar 2008.

Het persbericht van het ministerie over ditonderwerp kunt u vinden op www.orde.nl. ■

Medio mei 2008 heeft de NZa besloten de tarieven voor de beleidsregel ‘overige producten GGZ’ aan te passen. De Orde had bij de NZa aangegeven dat er een discrepantie bestond tussen de tarieven voor de GGZ ten opzichte van de tarievenvoor de andere medische specialismen. Naar aanleiding hiervan heeft de NZa metterugwerkende kracht tot 1 mei 2008 de GGZ-tarieven aangepast en op het niveaugebracht, dat ook voor andere medische specialismen geldt.

Code Omschrijving Oud tarief Nieuw tarief

119015 Uitvoerige rapporten t.b.v. € 214,- € 321,-levensverzekeringen en particuliere instellingen

110918 Rapporten t.b.v. instellingen uitvoering € 171,50 € 257,50sociale verzekeringswetten

119020 Rijbewijskeuring op verzoek CBR. € 126,50 € 179,-Rekening keurling

119021 Rijbewijskeuring op verzoek van politie. € 201,50 € 285,-Rekening CBR

119034 Grote rapporten t.b.v. raden van beroep € 214,- € 321,-119035 Kleine rapporten t.b.v. raden van beroep € 85,40 € 128,-119051 Telefonische informatie aan bedrijfsarts € 18,80 € 24,20

of verzekeringsarts119052 Schriftelijke informatie aan bedrijfsarts € 44,- € 56,60

of verzekeringsarts

Op 29 april 2008 heeft PwC de eindrapportage uitgebracht. In de berekeningen die doorDBC-Onderhoud zijn uitgevoerdin de omzetting van de norm-tijden van 2007 naar de norm-tijden van april 2008, zijn doorPwC geen substantiële foutengeconstateerd. Daarnaast isgeconstateerd dat de gehanteerdeuitgangspunten, aannamen engebruikte brongegevens belang-rijke invloed hebben op de uitkomsten van de tariefbereke-ningen. Tijdige en volledige communicatie over deze facettenis dan ook erg belangrijk. PwCheeft geconcludeerd dat er op dit punt verdere verbeteringenmogelijk zijn. Los van het feitdat de audit geen berekenings-fouten aan het licht heeftgebracht, constateert PwC dat de structurele borging van hetonderhoudsproces aandacht blijftvragen. De noodzaak om opbeide fronten tot verbetering tekomen, wordt herkend en erkend.Door DBC-Onderhoud zijn reedsde eerste stappen gezet om verbeteringen te realiseren. Eind mei 2008 heeft de KamerVrij Beroep de uitkomsten van de audit besproken met de BBC’s van de wetenschappelijkeverenigingen. ■

AuditnormtijdenIn november 2007 hebben deOrde, DBC-Onderhoud en deNZa gezamenlijk afgesprokeneen audit op de normtijden2008 te laten uitvoeren.Normtijden worden in hetDBC-Onderhoudsprocesgebruikt voor de bepaling van de honorariumbedragenbinnen de DBC-tarieven.In de maanden februari toten met april 2008 is dezeaudit in opdracht van de NZa uitgevoerd door Pricewater-houseCoopers (PwC).

Page 14: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

14

V R I J B E R O E PO

rden

ieuw

s •

juni

200

8 •

num

mer

3

Verbetering DBC-systeem en uitbreidingB-segmentOp woensdag 28 mei 2008heeft de minister via eenpersbericht laten weten dathet B-segment kan wordenuitgebreid tot maximaal34% (vanaf 2009).Het B-segment wordtechter alleen uitgebreid alsuit de evaluatie van de NZablijkt dat de ontwikkelingvan prijs en volume in hethuidige B-segment beheerstverloopt (de monitor wordtbegin juli 2008 verwacht).

Daarnaast is besloten om het DBC Verbeterplan uit testellen tot 2010. Tevens geeftde minister aan dat “als blijktdat de prijzen en/of volumesflink stijgen, per 2010 eenmaatstaf/prijsbeheersings-instrument wordt ingevoerdover het gehele segment waarvrije prijsvorming geldt”.

PositiefDe Orde heeft positief gerea-geerd op het besluit van deminister om de invoering vanhet DBC Verbeterplan 1 jaaruit te stellen, geen maatstaf-concurrentie in te voeren per2009 en het B-segment te verruimen. Wel heeft de Ordeaangegeven dat bij eventueleoverschrijdingen, de invoeringvan een prijsbeheersings-instrument over het gehelesegment waarvoor vrije prijs-vorming geldt een forse stapterug zou zijn. De overigekoepels (ZN, NVZ, NFU,NPCF) hebben ook positiefgereageerd op de kabinets-besluiten.

De volledige reactie van de Ordekunt u vinden op www.orde.nl. ■

Per 1 april 2008 hebben de zieken-huizen hun productieafspraken 2008in het A-segment moeten aanleverenbij de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa). In de betreffende formulierenzijn ook de gerealiseerde FB-para-meters 2007 opgenomen. Dit is voorde NZa een belangrijke bouwsteenvoor de bepaling van uw lumpsum2007. Er is echter nog een belangrijkebouwsteen, het zogenaamde onder-handen werk (OHW).

ProblematiekDe meeste ziekenhuizen makengebruik van de ‘methode Casemix’voor de bepaling van hun OHW.Voor de eindafwikkeling van delumpsum 2007 is deze methodeabsoluut ongeschikt. De post

onderhanden werk op de balans van ziekenhuizen is gebaseerd opziekenhuisprijzen voor verrichtingen.Vervolgens wordt een bepaald deelhiervan toegerekend aan de vrij-gevestigde medisch specialisten of destafmaatschap van het betreffendeziekenhuis. Omdat het gaat om ziekenhuisprijzen is dit onjuist. Voor de jaren 2005 en 2006 hoeft ditniet erg te zijn; voor de afwikkelingvan de lumpsum 2007 dient u eroptoe te zien dat de verrekening vande lumpsum niet wordt gebaseerdop de OHW-bepaling in de jaar-rekening 2007 van uw ziekenhuis.

Wat dan wel?De NZa schrijft (in de circulairewhok/escs/CV/08/070c, met namepagina’s 2 en 3) dat de totale honorariumwaarde van de ultimo2007 openstaande DBC’s in het A-segment dienen te worden opgenomen. Vervolgens moeten de partijen in het lokaal initiatiefovereenkomen welk deel van die

De Orde krijgt veel vragen over het vaststellenvan het onderhanden werk in verband met de verrekening van de lumpsum 2007. De lumpsum is per 1 januari 2008 komen te vervallen.De lumpsumjaren tot en met 2007 moeten worden verrekend.

H O E O M T E G A A N M E T O N D E R H A N D E N W E R K M E D I S C H S P E C I A L I S T E N

Verrekening lumpsum 2007

Page 15: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

15

V R I J B E R O E P

Voorschotten en rente-vergoeding onderhandenwerk DBC’s GGZ aangepastVoortaan kunnen zorgaanbieders, waaronder ZGP-ers, met zorgverzekeraars afspraken makenover bevoorschotting.

Ord

enie

uws

•ju

ni 2

008

•nu

mm

er 3

besloten de beleidsregel te verruimen.De verruiming heeft betrekking opde volgende punten:• Rentevergoeding, waar voorheen

de zelfstandig gevestigde aanbiedersaltijd eerst de zorgverzekeraar omeen voorschot dienden te verzoeken, mag de zorgaanbiedernu ook zonder een dergelijk verzoek een rentenota bij de verzekeraar indienen. Als de zorg-verzekeraar echter aangeeft eenvoorschot te willen verlenen, dientde zorgaanbieder daarmee akkoordte gaan.

• Rentevergoeding, op basis van degemiddelde doorlooptijd van deDBC (bij vrijgevestigden gemiddeld10 maanden) wordt aanvullenderentevergoeding berekend. Voor dezelfstandig gevestigden wordt derentevergoeding berekend over tenhoogste 5 maanden DBC-omzet.In de aangepaste beleidsregel merktde NZa verder op dat ‘indien eenzorgaanbieder kan aantonen datde gemiddelde doorlooptijd in

Daarvoor is een overeenkomstnodig, met afspraken over:• omvang en frequentie van de

voorschotbetalingen• de periode waarover wordt

bevoorschot• het desgevraagd verstrekken

van indicatieve gegevens aan verzekeraars over productie enonderhanden werk.

Met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 heeft de NZa beleids-regel CI-1055 vastgesteld, waardoorde beleidsregels voorschotten enonderhanden werk CA-175 en CA-200 zijn vervallen.

Verruiming beleidsregelOm tegemoet te komen aan de sig-nalen van het veld dat er problemenzijn met de DBC-declaraties en datbevoorschotting niet of moeizaamtot stand komt, heeft de NZa

honorariumwaarde toegekend dient te worden aan het jaar 2007(het jaar waarin waarschijnlijk ook de bijbehorende FB-parametergescoord is) en welk deel aan 2008.Als leidraad zegt de NZa een verhouding van 50%-50% redelijkte vinden. Deze benadering wijktdus principieel af van de waarderingvan het OHW in de jaarrekening2007 van het ziekenhuis.Ondanks het feit dat de NZa aangeeft dat de waardering van deop 31 december 2007 openstaandeDBC’s geen onderdeel uitmaakt van de werkzaamheden van de verrekeningsaccountant van de stafmaatschap, adviseren wij u deverrekeningsaccountant dan wel deaccountant van het ziekenhuis tochbij deze activiteiten te betrekken.

Voor vragen over dit onderwerp kunt ucontact opnemen met de Infodesk:(030) 28 23 666 of [email protected] circulaire kunt u downloaden vanwww.orde.nl. ■

Erasmus-Orde Medisch ManagementCursusprogramma najaar 2008De Stichting Managementscholing Medische Specialisten (SMMS) biedtsinds 1990 het Erasmus-Orde Medisch Management Programma aan.Dit programma omvat cursussen voor allerlei aspecten van hetmanagement, speciaal bestemd voor medisch specialisten. De SMMSis een samenwerkingsverband tussen het iBMG van het Erasmus MCen de Orde.Op www.orde.nl kunt u het programma bekijken en zich inschrijven.

Page 16: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

16

V R I J B E R O E PO

rden

ieuw

s •

juni

200

8 •

num

mer

3

K N M G

De afgelopen jaren heeft de spoedeisendegeneeskunde in ziekenhuizen veel aan-dacht gekregen. Een aantal ziekenhuizenheeft hierop gereageerd door de StichtingOpleidingen Spoedeisende Geneeskunde(SOSG) in het leven te roepen. Resultaat isdat de SEH-arts een plek heeft verworven in een groeiend aantal ziekenhuizen.

Begin 2007 is in het KNMG-federatiebestuur het principebesluit genomen om een regeling tetreffen voor mogelijke erkenning van beroepen en opleidingen die niet zijn erkend als specia-lisme en daar ook (nog) niet voor in aanmerkingkomen. In het verlengde hiervan is aan de colleges gevraagd om voor de erkenning vandeze zogenaamde ‘profielen’ een toetsingskaderte ontwikkelen. Deze ontwikkeling biedt deNederlandse Vereniging van SpoedeisendeHulp Artsen (NVSHA) de mogelijkheid voorde spoedeisende geneeskunde een profiel-erkenning aan te vragen.

Meerwaarde SEH-artsDe SEH-arts heeft zich inmiddels een plek verworven in het ziekenhuis. In de praktijk blijkter een duidelijke behoefte te bestaan aan dezeartsen. Met name door het vakgebied goed tebeschrijven en de opleiding en erkenning alsprofiel te borgen, kan het worden afgestemd op de expertise van de andere vakgebieden. Dit draagt bij tot verdere verbetering van dekwaliteit van de spoedeisende geneeskunde. ■

SEH-artsen kunnen‘profielerkenning’aanvragen

zijn geval meer dan 20% langer isdan het landelijk gemiddelde, dezorgaanbieder de aanvullende rentevergoeding mag baseren opde DBC omzet over het aantalmaanden van de gemiddelde doorlooptijd gedeeld door 2’.Hetzelfde geldt overigens voorzorgverzekeraars wanneer aan-getoond kan worden dat degemiddelde doorlooptijd korter is.

• Euriborpercentage, de NZa heeftde rentevergoeding verhoogd.Voor zelfstandig gevestigd zorg-aanbieders geldt dat zij qua rente-

vergoeding maximaal het een-maands-euribor verhoogd met2,0% in rekening mogen brengen.Het oude percentage was 1,5%.Hierbij dient te worden uitgegaanvan het Euribor rentetarief op de15e van de maand.

• Ongeacht de feitelijke declaratie is de zorgaanbieder gerechtigd omeen rente-nota te factureren (als ergeen bevoorschottingsafspraak isgemaakt).

• De beleidsregel is van toepassingop zowel gecontracteerde als nietgecontracteerde zorg. ■

Rekenvoorbeeld

Stel: in het 1e halfjaar zou de omzet € 55.000,- bedragen. Euribor januari t/m juni: 4%; 4,1%; 4,2%; 4,3%; 4,4% en 4,5%opslag op euribor: 2%. Omzetfactor in verband met de gemiddelde doorlooptijd: 5 maanden.Dus berekening van de gemiddelde rente:(6% + 6,1% + 6,2% + 6,3% + 6,4% + 6,5%) : 6 = 6,25%.Gemiddelde maandomzet: € 55.000,- : 6 = € 9.167,-.Rentevergoeding € 9.167,- x 5 (maanden) x 6,25% x 6/12 = € 1.432,-.

De Orde blijft bij de zorgverzekeraars aandringen op het maken vangoede bevoorschottingsafspraken met de zorgaanbieders. Daarnaastpleit de Orde – samen met de NVvP – voor een tijdelijk noodfondsom die zorgaanbieders die in directe financiële nood te verkeren, teondersteunen. Zodra hierover meer bekend is, informeert de Orde u.

Page 17: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

17

D E J O N G E O R D E

Ord

enie

uws

•ju

ni 2

008

•nu

mm

er 3

De Jonge Orde lostmisverstand op rond ORTOp 10 april 2008 hebben alle centrales en de Nederlandse Federatie van UniversitairMedische Centra (NFU) ingestemd met het onderhandelaarsakkoord CAO UMC 2008-2011. In het akkoord is opgenomen dat aios vanaf 1 april 2008 een toelage voor onregel-matige diensten krijgen. De berekening van de toelage geschiedt conform artikel 4.7.3.1.

Bij de uitleg van deafspraak over onregel-matigheidstoeslag (ORT)ontstond onduidelijk-heid. De vraag was of deaios ook voor bijvoor-

beeld bereikbaarheidsdiensten enaanwezigheidsdiensten ORT zoudenkrijgen. Vlak voor ondertekeningheeft de NFU de uitleg van De JongeOrde, dat aios in alle gevallen eentoeslag krijgen voor werkzaamhedenop onregelmatige tijden, bevestigd.

Werktijden en aios in de UMC’s De Jonge Orde wil een aantal praktische tips geven naar aanleidingvan alle vragen die zijn binnen-gekomen bij het ‘Aios Meldpunt!’en bij roostercontroles.

1 OverdrachtIn de praktijk kan worden vast-gesteld dat bijna alle roosters waarbijsprake is van ‘diensten’ onvolledigzijn ingevuld. Ook is de definitie van‘dienst’ in veel universitair medischecentra (UMC’s) anders. Het meren-deel van de roosters gaat er vanuitdat dagdienst en avond-/nachtdienstop elkaar aansluiten. De daarbij gehanteerde tijden zijn over hetalgemeen: aanvang dagdienst 08.00uur en einde dagdienst 18.00 uur.De avonddienst vangt dan aan om18.00 uur. Er is al sprake van eennachtdienst als er minimaal 1 uurarbeid is verricht tussen 00.00 uuren 06.00 uur. Veel roosters zijn hierbij in strijd met de Arbeids-tijdenwet/Arbeidstijdenbesluit(ATW/ATB). Er wordt onvoldoenderekening gehouden met de verrichtewerkzaamheden tijdens de over-dracht. Overdracht is namelijkwerktijd. Voor bijzonder veel aioszal het betekenen dat zij gemiddeld1 uur per dag langer moeten werken,

dan op het rooster staat vermeld.Vooral bij het toekennen van toe-lagen voor diensten en de berekeningvan de gemiddelde arbeidsduur perweek, is het voor de dag-, avond- ennachtdienst van belang om de werk-zaamheden tijdens de overdrachtgoed te administreren en te contro-leren of deze uren inderdaad wordenafgerekend en toegerekend aan degemiddelde arbeidsduur per week.

2 BereikbaarheidsdienstenDe Jonge Orde krijgt de laatste tijdveel klachten over bereikbaarheids-diensten. Met name gaat het over hetgegeven dat een aantal vakgroepenaansluitend aan de dagdienst bereik-baarheidsdiensten plannen en dat er in die dienst in de eerste urennormaal werk moet worden verricht.Voor de werkzaamheden volgendop een normale dagdienst is het dui-delijk dat hier geen sprake is vaneen bereikbaarheidsdienst, maar vaneen uitbreiding van het aantal urendagdienst. De Jonge Orde kan zichniet aan de indruk onttrekken dat indeze gevallen wordt geprobeerd eenloopje te nemen met de ATW/ATB.Het feit dat men vanaf 18.00 uur dewerkzaamheden anders benoemt,maar van de aios wél verlangt omnormale werkzaamheden te verrich-ten, kan en mag niet. Met de NFUis in de CAO UMC 2008-2011afgesproken dat beter zal wordentoegezien op naleving van de wet-geving. Komt dit ook in jouw UMCvoor, dan kan je dit kwijt bij het‘Aios Meldpunt!’.

3 ORTIn de CAO UMC is opgenomen dataios vanaf 1 april 2008 een toelagevoor onregelmatige diensten krijgen.De berekening van de toelagegeschiedt conform artikel 4.7.3.1.

Waarvoor krijgen aios een ORT?Aios krijgen een toeslag voor werk-zaamheden op onregelmatige tijden,zoals tijdens:

• Avond-/nachtdiensten ongeacht ofdeze zijn benoemd als aanwezig-heidsdiensten: Als in het roostereen avond-/nachtdienst is opgeno-men die als een normale dienstwordt aangemerkt (dus geen aan-wezigheidsdienst), dan tellen alleuren van deze dienst mee voor detoeslag. Als in het rooster eenavond-/nachtdienst is opgenomen,zijnde een aanwezigheidsdienst,dan wordt de toeslag berekendover de uren waarop daadwerke-lijk werkzaamheden zijn verricht.Dus niet de slaapuren, maar bijvoorbeeld wel de tijd vooroverdracht.

• Bereikbaarheidsdiensten:Ook voor bereikbaarheidsdienstengaat de CAO UMC er vanuit datslechts over de gewerkte uren tijdens deze dienst een toeslagwordt betaald.

Artikel 4.7.3.1 Berekening toelage1 De toelage onregelmatige

dienst bedraagt per gewerktuur een percentage van het voor de medewerkergeldende salaris per uur en wel: a) 47% voor de uren opmaandag tot en met vrijdag tussen 00.00 uur en07.00 uur en na 20.00 uur, alsmede voor de uren opzaterdag tussen 00.00 uuren 08.00 uur en na 12.00 uur; b) 72% voor de uren opzon- en feestdagen, alsbedoeld in artikel 6.1,derde lid (arbeidsduur).

2 De toelage wordt berekendover ten hoogste het salarisper uur dat is afgeleid vanhet salaris dat in salaris-schaal 7 is vermeld achterhet salarisnummer 10.

Page 18: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

18

D E J O N G E O R D EO

rden

ieuw

s•

juni

200

8•

num

mer

3

• Avonddiensten: Voor deze dienst geldt de toeslagslechts voor de uren na 20.00 uur. Voor 20.00 uurgaat de CAO UMC er vanuit dat sprake is vanuren behorende binnen de zogenaamde dagspiegel.

• Weekenddiensten: Als er sprake is van een normaleweekenddienst, dus al zodanig ingepland in hetrooster zonder de benaming aanwezigheidsdienst,dan wordt over de uren van deze dienst de toeslagbetaald. Is het een aanwezigheidsdienst, dan is overde uren waarin daadwerkelijk is gewerkt een toeslagverschuldigd.

Bij werkzaamheden op onregelmatige tijden gaat het om:• diensten die door de week beginnen voor 07.00 uur

of eindigen na 20.00 uur;• diensten op zaterdag tot 08.00 uur en na 12.00 uur

en diensten op zondagen, alsmede feestdagen.De aios hebben overigens geen recht op een toelageanders dan genoemd in artikel 4.7.3.1. Bovenstaande is geverifieerd bij de NFU. Mocht in jouw UMC eenandere lezing worden gegeven, laat het dan weten aanDe Jonge Orde.

UrenregistratieOp grond van bovenstaande is het dus van grootbelang dat aios een goede urenregistratie hebben,vooral waar het de aanwezigheids- en bereikbaar-heidsdiensten betreft.

RoostercontroleDe Jonge Orde heeft inmiddels veel ervaring met het controleren van roosters en heeft voor aios veelkunnen bereiken in overleg met P&O-afdelingen ofraden van bestuur van de diverse UMC’s. De JongeOrde levert daarnaast op dit moment haar bijdrageaan het ontwikkelen van software voor het makenvan roosters. De Jonge Orde is met een daartoegespecialiseerd bedrijf in gesprek over een controle-programma, waar ook individuele aios gebruik vankunnen maken. In dit softwareprogramma wordentevens de afspraken opgenomen, die tussen de NFUen de centrales zijn gemaakt over de invoering vande nieuwe Arbeidstijdenwet.

Wil je jouw rooster laten voorleggen, meld je dan bij het ‘Aios Meldpunt!’ via [email protected] of bel (030) 28 23 652 ■

Toewijzing instroom Op 21 april 2008 hebben het College voor de Beroepen enOpleidingen in de Gezondheidszorg (CBOG) en BOLS alle opleidings-instellingen verzocht om te tekenen voor de toewijzingsprocedurevan de instroomplaatsen voor aios in 2009.

Inmiddels hebben alle opleidings-instellingen getekend. Voor de toewijzing is een afwegingskadergebruikt. De belangrijkste puntenhieruit zijn:• Er wordt onderscheid gemaakt

tussen de BOLS-procedure en het CBOG-terugvalscenario. De opleidingsinstellingen hebbengetekend voor de BOLS-proce-dure, die er vanuit gaat dat develdpartijen tot een breed gedra-gen instroomvoorstel komen viaclusteroverleg, OOR-overleg enBOLS.

• Met het CBOG-terugvalscenariowordt de rekenexercitie bedoeldwaarbij het CBOG het mogelijkeaantal instroomplaatsen permedisch specialisme, peropleidingsinstelling en opleidings-cluster berekent op basis van devoor 2009 verwachte uitstroomuit de betreffende opleiding.

• Aangezien het CBOG-terugval-scenario ertoe zal leiden dat voorhet derde achtereenvolgende jaarde toewijzing van instroomplaat-sen beleidsarm zal geschieden –met alle gevolgen voor de goedebalans in de opleidingsclustersvan dien – heeft BOLS zich hardgemaakt voor een toewijzings-procedure die sterke gelijkenis

vertoont met de procedure zoalsBOLS die voor de komst van het CBOG al hanteerde. Pas alsde regionale samenwerking nietsuccesvol is, dienen de resultatenvan de rekenexercitie als vangnet.

• Om de gelijkwaardige inbreng van alle opleiders en opleidings-instellingen in een opleidings-cluster en een OOR te borgen,zijn duidelijke afsprakengemaakt over de wijze vanbesluitvorming (zie schema).

Voorstel CBOGInmiddels is overleg op cluster- en OOR-niveau al in volle gang.Opleiders moeten in dat overleg de verdeling inbrengen zoals die inhun wetenschappelijke vereniging is besproken. Dat overleg leidt vervolgens tot conceptregioplan-nen die via de OOR-coördinatorbij BOLS terecht komen. De Ordeis dan in de gelegenheid om tetoetsen of deze conceptplannenstroken met de informatie die zij van de wetenschappelijke verenigingen heeft ontvangen.Begin juli 2008 zal BOLS vergade-ren om de laatste knelpunten op te lossen, teneinde te komen toteen definitief voorstel aan hetCBOG. ■

Doorgeven wijzigingen MSRCAangezien het ministerie van VWS ook voor 2009 onderscheidmaakt tussen de nieuwe instroomin de opleiding en het zogenaamdzittend bestand – gevormd dooraios die al met hun opleiding bezigzijn – is het van groot belang dataios wijzigingen in hun opleidings-schema’s onverwijld doorgeven

aan de MSRC. De opleiders hebben de taak erop toe te ziendat dit daadwerkelijk gebeurt.VWS baseert zich bij de toewijzingvan de doorstroomplaatsen op hetopleidingsregister van de MSRCen hanteert daarbij de peildatumvan 31 oktober 2008. Ook aios die pas in november en decembervan 2008 beginnen met de vervolg-

Andere aioszaken

Page 19: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

19

O P L E I D I N G

Ord

enie

uws

•ju

ni 2

008

•nu

mm

er 3

plaatsen aios 2009Niveau• Cluster

Deelnemers• Alle opleiders binnen het cluster;

de (hoofd)opleider kan een plaats-vervangend opleider machtigen

Proces• De opleiders komen minimaal 1 keer

bijeen om te komen tot een verdelings-voorstel

• De hoofdopleider neemt hiertoe het initiatief

Besluitvorming• Gelijkwaardige (ongewogen) stem-

verhouding (one man = opleider ofplaatsvervangend opleider, one vote)

• Streven naar consensus

Communicatie naar instellingsniveau• Advies op schrift conform model

CBOG ondertekend door hoofd-opleider en door opleiders van desbetreffende instellingen

Bezwaarprocedure• Indien geen consensus wordt bereikt

dan worden de verschillende ziens-wijzen met motivaties schriftelijk conform het model CBOG, onder-tekend door de betrokken opleiders,voorgelegd aan het OOR

Niveau• OOR

Deelnemers• Per aangesloten instelling een

bestuurder en een opleider of eengemachtigd vertegenwoordiger

Proces• De deelnemers komen minimaal

1 keer bijeen om te komen tot een verdelingsvoorstel

• Het OOR-bestuur (of anders het UMC)neemt hiertoe het initiatief en brengt in elk geval de relevante cluster-voorstellen in, inclusief knelpunten.

Besluitvorming• Per instelling 1 gelijkwaardige

(ongewogen) stem• Streven naar consensus• Afzonderlijke clusterknelpunten

worden in samenhang op regioniveaubeoordeeld (zo nodig na hoor enwederhoor)

Communicatie naar BOLS (en terugkoppeling naar clusters)• Op schrift, ondertekend door alle

betrokken instellingen• Eventuele knelpunten worden op

schrift toegelicht

Bezwaarprocedure• Indien geen consensus wordt bereikt

dan wordt het knelpunt beargumen-teerd voorgelegd aan BOLS

Niveau• BOLS

Deelnemers• NFU, NVZ en Orde

Proces• Het bestuur komt minimaal 1 keer

bijeen om tot een geaggregeerd overzicht te komen van de adviezen en reacties voor de verdeling van deinstroomplaatsen per instelling

• Bespreken van de gevallen, waaringeen consensus is bereikt en eventuelebemiddeling in die gevallen

• De voorzitter neemt hiertoe het initiatief

Besluitvorming• Conform reglement bestuur BOLS

Schema besluitvorming

opleiding, moeten voor 31 oktober2008 hun opleidingsschema bekendmaken bij de MSRC!

Detacheren aiosEr zijn veel misverstanden over hetdetacheren van aios. In de subsidie-regeling van het Opleidingsfonds is het nog steeds mogelijk aios gedurende een deel van hun opleiding

te detacheren. De instelling waar de aios daadwerkelijk verblijft,krijgt de subsidie voor die plaatstoegewezen (dit volgt immers uit het opleidingsplan van de aios).Deze instelling verrekent op factuurbasis de salariskosten met de instelling waar de aios op deloonlijst staat.

Voor vragen kunt u contact opnemenmet de Infodesk van de Orde:[email protected] of (030) 28 23 666. ■

Page 20: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

20

U M S / D I E N S T V E R B A N DO

rden

ieuw

s •

juni

200

8 •

num

mer

3

Telefoon (030) 28 23 666 ofmail naar [email protected] Infodesk van de Orde is het eerste aanspreekpunt voor vragen over:• Alle producten en diensten van de Orde • De juridische, financiële en organisatorische

randvoorwaarden van de praktijkuitoefening. • Het kwaliteitsbeleid medisch specialisten• Het lidmaatschap van de Orde

Infodesk

Voor het beantwoorden van devragen beschikken onze Infodesk-medewerkers over een kennis-database, een uitgebreide juridischebibliotheek, parate kennis en eendosis gezond verstand. Indien uwvraag een meer gespecialiseerdebenadering vraagt, dan wordtdeze doorgeleid naar één van onze bureaumedewerkers.

Onderhandelaarsakkoord CAO Ziekenhuizen 2008-2009

De onderhandelaars van De Unie Zorg enWelzijn waren voorstander van een eerdereingangsdatum van de loonsverhoging en hebben aangegeven dat de Orde toegelatendient te worden bij de Arbeidsvoorwaarden-regeling Medisch Specialisten (AMS). In hetonderhandelaarsakkoord is opgenomen datCAO-partijen verzoeken partijen bij de AMSafspraken te maken over de toelating van de Orde bij het overleg over de AMS.

Hoofdlijnen onderhandelaarsakkoordDe belangrijkste hoofdlijnen van dit onder-handelaarsakkoord zijn:1 Verbetering van de lonen per 1 juni met

3,25%2 Per 1 oktober 2008 een eenmalige uitkering

van 1% berekend over 12 maal het op 1 oktober geldende maandsalaris

3 Het uitwerken van een levensfasebeleid4 Looptijd van 13 maanden, van 1 februari

2008 tot 1 maart 2009

Belangrijk punt voor de Orde en De JongeOrde is dat zij op grond van het akkoord via De Unie Zorg en Welzijn officieel partijzijn bij de CAO Ziekenhuizen.

OuderenregelingenGedurende de looptijd blijven de bestaandeouderenregelingen intact, waaronder ookbegrepen het toelaten van werknemers, diegedurende de looptijd in aanmerking komenvoor deze regelingen.

Wijzigingen ArbeidstijdenwetMet ingang van de nieuwe CAO zullen ook de wijzigingen op grond van de nieuweArbeidstijdenwet worden doorgevoerd. Deze bepalingen gelden niet voor medischspecialisten.

Kijk voor meer informatie op www.orde.nl enwww.dejongeorde.nl ■

CAO UMCdefinitiefgoedgekeurdOp 10 april 2008 hebbenalle centrales aan deNederlandse Federatie van Universitair MedischeCentra (NFU) laten wetendat zij akkoord gaan metde voorstellen in hetonderhandelaarsakkoord.Daarmee is dit akkoord omgezet in een definitiefCAO UMC-akkoord voor de periode 2008-2011.

Op 11 april 2008 hebben decentrales hun handtekeninggezet onder dit definitieveakkoord, waardoor uitvoeringdaarvan ter hand kan wordengenomen. In het salaris vanapril 2008 is de verhoging van2,1% doorgevoerd, alsmedede nabetaling over maart2008. Het functiegebondenkostenbudget voor medischspecialisten is voor 2008 verhoogd met € 150, per 2009verhoogd met € 300 en per2010 verhoogd met € 450.

Positief adviesDe Orde had het onder-handelaarsakkoord met eenpositief advies voorgelegd aanhaar achterban. De Orde gafdit advies vanwege onder meerde verhoging van het functie-gebonden kostenbudget, hetpersoonlijk ontwikkelbudgetdat nu ook voor medischspecialisten van toepassing is en de loonsverhoging incombinatie met de verhogingvan de eindejaarsuitkering. ■

Op 15 mei 2008 hebben de 4 vakbonden Abvakabo FNV, CNV Publieke Zaak, FBZ enNU’91 een onderhandelaarsakkoord bereikt met de NVZ vereniging van ziekenhuizen.Na raadpleging van hun bestuur hebben de onderhandelaars van de vijfde organisatieDe Unie Zorg en Welzijn (waar de Orde en De Jonge Orde bij zijn aangesloten) ookrichting NVZ aangegeven het akkoord te onderschrijven. De Unie Zorg en Welzijn heefthet onderhandelaarsakkoord licht positief aan haar leden voorgelegd. Inmiddels hebben de leden van de Orde en De Jonge Orde met het akkoord ingestemd.

Page 21: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

21

L E D E N S E R V I C E

Ord

enie

uws

•ju

ni 2

008

•nu

mm

er 3

MaatwerkHet liefst wil elke medisch specialisteen passende arbeidsongeschiktheids-verzekering. Interpolis speelt hieropin door het InkomensZekerPlan teverbeteren. Deze verbeteringen geldennatuurlijk ook voor de reeds bijInterpolis verzekerde medisch specialisten. Zij krijgen onder andere de volgende voordelen:• Lagere premie bij maand-,

kwartaal- of halfjaarbetaling.

De Orde en Interpolis hebben een mantelovereen-komst voor een individuele arbeidsongeschiktheids-verzekering. Leden van de Orde kunnen met kortingzo’n verzekering, InkomensZekerPlan geheten,afsluiten bij Interpolis. De verzekering helpt ook bij het voorkomen van arbeidsongeschiktheid door een uitgebreid preventiepakket. Daarnaast beschiktInterpolis over een professioneel apparaat om verzekerden die arbeidsongeschikt zijn, te begeleiden en te re-integreren.

• Verbeterd verhogingsrecht:bestaande verzekerden kunnenjaarlijks op elk moment hun verzekerd inkomen met maximaal10% verhogen. En dat zonderkeuring. Een duidelijke verbeteringten opzichte van het huidige verhogingrecht van één keer 15%per 3 jaar.

• Geen wachttijd van 4 weken bijtoename van arbeidsongeschikt-heid. De uitkering wordt voortaanmeteen verhoogd als de mate vanarbeidsongeschiktheid toeneemt.

• Het zwangerschapsverlof geldt al vanaf een zwangerschap van 20 weken (was 26 weken).

• Als de arbeidsongeschikte medischspecialist zijn/haar beroep wijzigt,heeft dit geen effect op de uitkering.De mate van arbeidsongeschiktheidbeoordeelt Interpolis op basis vanhet oorspronkelijk verzekerdeberoep.

Begin juni 2008 heeft Interpolis debestaande verzekeringen aangepast.Die aanpassingen zijn in een nieuwepolis met gewijzigde voorwaardenopgenomen en worden medio juni2008 toegestuurd aan de verzekerdenbij Interpolis.

Eén telefoontjeBent u niet in staat om te werken: metéén telefoontje ontvangt u de uitkeringdie is afgesproken. Vervolgens zoektInterpolis samen met u naar oplossingenom weer snel aan de slag te kunnen.

Korting voor OrdeledenDoor de mantelovereenkomst van de Orde met Interpolis hebben Orde-leden recht op een korting op de premie van het InkomensZekerPlan.Daarnaast krijgen alle Ordeleden dieeen InkomensZekerPlan afsluiten,extra korting op de premies in de eerste 3 verzekeringsjaren.

Wilt u meer informatie over hetInkomensZekerPlan? Neem contactop met de Infodesk van de Orde:(030) 28 23 666 of [email protected]

Arbeidsongeschiktheids-verzekering Interpolis verbeterd

Convocatie en agenda ALVDe 44ste Algemene Ledenvergadering van de Orde van Medisch Specialistenwordt gehouden op 3 juli 2008 in het Auditorium van Domus Medica,Mercatorlaan 1200, 3528 BL te Utrecht. Aanvang: 19.15 uur

1 Opening

2 Goedkeuring notulen van de 43ste

Algemene Ledenvergadering van 29 november 2007

3 Mededelingen van de zijde van:a) het bestuurb) de Kamer Vrij Beroepc) de Kamer Academische Specialistend) de Kamer Dienstverbande) de Raad voor Wetenschap,

Opleiding en Kwaliteit

4 Stand van zaken DBC-bekostiginga) toelichting door het bestuurb) discussie

5 Goedkeuring jaarverslag Orde over 2007

6 Goedkeuring jaarverslag van de penningmeester over 2007a) verslag van de Geldmiddelen-

commissie over 2007

b) goedkeuring van de jaarrekeningannex decharge van de penningmeester

7 Verkiezing voorzitter Kamer Dienst-verband, tevens lid van het bestuur van de Orde

Ter voorziening in de vacature, die ontstaat door het statutair aftreden vanH.R. Korsten, wordt met inachtnemingvan het gestelde in artikel 7 lid 4 van de statuten van de Orde door de KamerDienstverband bindend voorgedragen:- dr. R. Baumgarten, arts klinische chemie

te Amsterdam.

Het bestuur stelt voor collegaBaumgarten te benoemen.

8 Benoeming nieuwe registeraccountantvoor het jaar 2008

Op 29 november 2007 heeft de AlgemeneLedenvergadering drs. E.R. Capitain RA

van Deloitte Accountants B.V. te Amster-dam benoemd als registeraccountantvoor het jaar 2008. Doordat de heerCapitain inmiddels elders een functieheeft aanvaard, dient de AlgemeneLedenvergadering voor 2008 een nieuweregisteraccountant te benoemen.

Conform artikel 23 lid 1 van de statutenvan de Orde stelt het bestuur voor drs. F.J. van der Lee RA van DeloitteAccountants B.V. te Amsterdam tebenoemen.

9 Wat verder ter tafel komt annex rondvraag

10 Sluiting

De Algemene Ledenvergadering is uitsluitendtoegankelijk voor leden van de Orde. Zij kunnenzich aanmelden via [email protected],(030) 28 23 650 of schriftelijk bij het bureauvan de Orde. ■

Page 22: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

Het is voor velen van ons gebruikelijk om

met anderen te praten, alsof zij hetzelfde

denken en doen. Maar ieder mens heeft zijn

eigen voorkeuren en gevoeligheden, een

eigen persoonlijkheid, die bepalen hoe wij

als mens reageren en met uiteenlopende

situaties omgaan. Ook hebben we allemaal

onze eigen sterke kanten en talenten.

Door deze van anderen inzichtelijk te maken,

leren we de voorkeurstijlen te begrijpen.

Het helpt ons om onderlinge verschillen

te waarderen en op die manier relaties te

verbeteren. Hierdoor zijn wij beter in staat

om effectiever samen te werken, beter te

communiceren en conflicten te verminderen.

Het is ook goed om uw eigen voorkeuren

en gevoeligheden in kaart te brengen.

U leert uzelf beter te begrijpen. Daarnaast

maakt u ook inzichtelijk wat uw ‘motivators’

zijn en waar uw groeidomeinen liggen.

Een extroverte persoon geeft er bijvoorbeeld

de voorkeur aan energie te halen uit de

buitenwereld van activiteiten, mensen en

dingen. Het meest effectief is om bij deze

types de aandacht te vestigen op mensen,

plaatsen en dingen. Een introverte persoon

bevestigt liever de aandacht op gedachten

en reflectie. Gevoelsmensen werken graag

met voorbeelden en verhalen, zij verbinden

zaken graag met persoonlijke doelstellingen.

Types die daarentegen meer vanuit het

verstand handelen, komen graag snel ter

zake en zijn graag beknopt.

Het is belangrijk om te weten dat er geen

goede of slechte voorkeuren bestaan, en

daardoor dus ook geen goede of slechte

types. Hoewel mensen geneigd zijn om

bepaalde soorten gedrag, vaardigheden en

houdingen te ontwikkelen die in verband

worden gebracht met hun type, zijn er

natuurlijk ook verschillen tussen mensen

van hetzelfde type. Elk mens is tenslotte

uniek en elk type is even waardevol!

www.movir.nl

Effectief werken: ken de anderBij de ene collega krijgt u iets directgedaan, bij de andere stuit u op verzeten onbegrip terwijl uw aanpak precieshetzelfde is. Waarom?

Page 23: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

En wat verwacht ú van het leven?

Een vader. En een kind. Twee unieke mensen, met allebei een eigen toekomstverwachting. Net als

iedereen hopen ze dat hun leven zo onbezorgd en zo prettig mogelijk blijft. Oud worden in geluk

en gezondheid. Willen we dat niet allemaal? De werkelijkheid is soms anders. Helaas verstoren

ziektes onze dromen. Gelukkig ontdekken we tegenwoordig steeds meer geneesmiddelen die

de verwachting weer helpen waarmaken. Om daar een belangrijke bijdrage aan te leveren

concentreert Bristol-Myers Squibb zich met haar geneesmiddelenonderzoek op een aantal

levensbedreigende aandoeningen, zoals kanker, HIV/AIDS, schizofrenie, suikerziekte, Alzheimer,

hart- en vaatziekten, leverziekten, reuma en orgaantransplantatie. We zijn wereldwijd actief

en in staat om steeds weer nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen. Hierdoor zien mensen hun

diepste wens en verwachting werkelijkheid worden: gezond blijven, beter worden, langer leven.

Herkent u zich in onze missie en wenst u meer informatie over ons bedrijf? Kijk dan op onze

website: www.b-ms.nl. Bristol-Myers Squibb, Postbus 514, 3440 AM Woerden, tel. (0348) 574 222.

Page 24: Ordenieuws, nummer 3, juni 2008

Diabetes heeft vele gezichtenMensen met diabetes zijn allemaal verschillend: jong, oud, dik, dun, zwanger. Allemaal hebben ze hun eigen oorzaken, gevolgen, behoeften en wensen.

Lilly zet zich sinds 1923 in voor deze mensen, door onderzoek, door ontwikkeling van medicijnen en hulpmiddelen en door ondersteuning van gezondheidsprogramma’s ter beperking en preventie van diabetes.

Voor informatie over diabetes, kijk op www.lillydiabetes.nlVoor vragen over uw gezondheid, ga naar uw arts.

www.lillydiabetes.nl

4360410/01/3530